redesspiraal
Kwartaalblad van Kerk en Vrede, september 2009, jaargang 5, nummer 3
Calvijn: “Het voorwendsel der bescheidenheid verdient geen lof.”
Bisschop Tutu: “Alleen samen kunnen wij humaan zijn.”
“Onafhankelijkheid.” Slot van de Indonesiëkroniek.
pagina 4
pagina 7
pagina 10
Héleen Broekema Op 21 september is de Internationale Dag voor de Vrede. ‘Leren vrede maken als je ruzie hebt’ is het motto waar dit jaar op scholen speciale aandacht aan besteed zal worden. Op de St. Nicolaasschool in Odijk wordt daarvan werk gemaakt, met het project ‘De Vreedzame School’. Tanja Pen is leerkracht aan deze school, begeleidster bovenbouw en mediatorentrainster. Zij maakt deel uit van de stuurgroep die dit project begeleidt.
“Enkele jaren geleden merkten we”, aldus Tanja Pen, “dat de wijze waarop de leerlingen en leerkrachten met elkaar omgingen aan verandering toe was. Er heeft een cultuuromslag plaatsgevonden. Kinderen van tegenwoordig doen niet meer klakkeloos wat een volwassene ze voorschrijft. Ze willen graag meebeslissen. Een autoritaire opvoeding slaat minder aan. De eigen verantwoordelijkheid van iedereen in de school is van belang. Daarom hebben we gezocht naar een methode die daartoe mogelijkheden zou kunnen bieden. In overleg met het hele team en na voorlichting van Eduniek, de schoolbegeleidingsdienst uit Maartensdijk, hebben we gekozen voor ‘De Vreedzame School’. Voorwaarde was dat het docententeam in zijn geheel achter het project zou staan. De ouders werden middels ouderavonden geïnformeerd. Eduniek coacht dit project. Inmiddels nemen al meer dan 300 scholen in Nederland eraan deel.” Verandering in cultuur
geweldloosheid en geloven
Na een studiebezoek aan de Verenigde Staten, gericht op programma’s voor conflict resolution en peer mediation (conflictbemiddeling door leeftijdgenoten), heeft Eduniek het programma De Vreedzame School ontwikkeld, dat tot doel heeft het verbeteren van het sociale en emotionele klimaat in klas en school. Het is een programma dat streeft naar een verandering in de cultuur. Een vreedzame school is een gemeenschap, waarin iedereen (leerlingen, personeel, ouders, ondersteunend personeel) zich betrokken en verantwoordelijk voelt, en waarin men op een positieve manier met elkaar omgaat. Het is een school waar leerlingen een stem hebben, waar leerlingen invloed kunnen uitoefenen op en verantwoordelijk zijn voor het klimaat in de klas en school, op hun eigen leeromgeving en hun eigen ontwikkeling. Het centrale thema van De Vreed-
Het project ‘De Vreedzame School’ is gericht op conflictoplossing en wel op een andere manier dan met geweld.
Leren VREDE maken als je RUZIE hebt
zame School is het oplossen van conflicten op een andere manier dan met geweld. De doelstelling van het programma is echter breder: de school ontwikkelt zich tot een democratische gemeenschap, waarin alle leden (leerlingen, leerkrachten en ouders) een stem hebben, zich gehoord en gezien voelen, zich positief gedragen tegenover elkaar, zelfstandig zijn, en zich verantwoordelijk voelen voor het geheel. Hierdoor ontstaat een beter leer- en werkklimaat. En we bereiden onze leerlingen voor op het leven in een democratische samenleving, en stimuleren actief burgerschap.
– Verandering van de schoolcultuur in de richting van de school als een democratische gemeenschap. De leerling krijgt een stem, en iedereen heeft de kans om mee te denken en zich verantwoordelijk en betrokken te voelen. – Vergroting van sociale competentie, en met name van vaardigheden in conflictoplossing, bij leerlingen, personeel en ouders. – Vergroting van de verantwoordelijkheid van kinderen voor het klimaat in school en klas. – Verbetering van het groepsklimaat; betere relaties binnen de groep, respect en waardering voor verschillen.
De doelstelling in het kort:
Gekleurde petjes
Tanja Pen: “Kinderen van tegenwoordig doen niet meer klakkeloos wat een volwassene ze voorschrijft. Ze willen graag meebeslissen.”
Tanja Pen: “ De leerkrachten verwelkomen elke ochtend de leerlingen persoonlijk. Ze benoemen het luistergedrag van de leerlingen positief. Er worden herkenbare termen gebruikt als: ‘opsteker en afbreker, conflict, mediatie, gezichtspunt’. Deze termen worden vanaf groep 1 geoefend en in de lessen toegepast. Er wordt regelmatig aandacht besteed aan omgangsvormen om de saamhorigheid te versterken. Bovendien wordt er samen met de leerlingen een takenlijst opgesteld. De leerlingen en leerkrachten maken gebruik van ‘gekleurde petjes’: rood (bij agressie), geel (positief ),
blauw (ontwijkend). Zowel leerkrachten als leerlingen gebruiken altijd, wanneer een conflict moet worden opgelost, hetzelfde stappenplan: “Stop! Afkoelen, Zet je gele pet op. Praat en luister: wat willen jullie allebei? Bedenk zoveel mogelijk oplossingen voor het probleem. Kies een win-win oplossing. Maak een plan en voer het uit. Naast de realiteit van de praktijk wordt met rollenspel en andere spelvormen tijdens de les geoefend.” Leerlingen-mediatoren
Er zijn leerlingen-mediatoren, die een bijzondere taak hebben: Bemiddelen bij conflicten in de wandelgangen, op het schoolplein en in de klas. Tanja Pen: “De bedoeling is dat deze leerlingen (en niet de leerkrachten) conflicten in banen proberen te leiden. Lukt dit niet ter plaatse dan is er twee keer per dag een mogelijkheid voor de mediatoren om te proberen tot een oplossing te komen met de conflictmakers. Hiervoor is een vaste plek in de school. Bij een conflict tussen twee groepen moet er één afgevaardigde per groep benoemd worden. Als leerkrachten merken dat er teveel op hen wordt teruggevallen dan is er extra aandacht voor de mediatoren. Een leerkracht is altijd
aanwezig om op terug te vallen. Leerlingen uit groep 7 en 8 die mediator willen worden, kunnen zichzelf of anderen aanmelden door middel van een motivatieformulier. Er wordt een selectie gemaakt. De mediatoren volgen een training van drie dagdelen, krijgen een certificaat en een herkenbaar hesje. In principe kunnen ze twee jaar deze taak vervullen. Op een vaste dag in de week hebben twee leerlingen dienst. Door middel van een fotopaneel weet de hele school wie dat zijn.” Over het algemeen staan de ouders positief tegenover het project. Enkelen gaan ervan uit, dat het nooit meer ruzie tot resultaat zal hebben. Tanja Pen: “Dat is irreëel. Conflicten zijn menselijk. Leren omgaan met gevoelens en zodoende ook met conflicten is een groot goed. De vraag is hoe deze kinderen straks zullen functioneren in een grote schoolgemeenschap of in andere sociale omgevingen. Over aanpak op middelbare scholen is nog niets bekend Er zijn plannen om, in bepaalde wijken van Utrecht bijvoorbeeld, De Vreedzame Schoolprojecten uit te bouwen tot ‘vreedzame wijkprojecten’.” Voor meer informatie: www.devreedzameschool.nl
pagina Vredesspiraal
VREDEshistorie
september 2009
Het gezegde “wie vrede wil, dient zich op de oorlog voor te bereiden” getuigt van mensenkennis.
Het onbegrijpelijke bestaan van een VREDESBEWEGING Dick Boer Onbegrijpelijk: één jaar na de bevrijding stuurde Nederland 100.000 soldaten naar Indonesië om een koloniale oorlog te gaan voeren. En de mannen die dat moesten gaan doen lieten zich sturen, uitzonderingen daargelaten. Ook een meerderheid van de bevolking was voor de ‘politionele acties’, zoals de oorlog eufemistisch werd genoemd. Onbegrijpelijk: hoe kun je, nog niet bekomen van het geweld van de bezetting, zelf weer tot geweld overgaan? ‘Maak van onze jongens geen SS-ers’, schreef de dienstweigeraar Ratio Koster. Maar de regeringspartijen en het merendeel van de Nederlanders was bereid het risico te lopen.
Onbegrijpelijk, maar het moet begrepen worden, willen wij ooit de vrede winnen. Wie blijft staan bij het onbegrip moet wel vaststellen dat ‘de’ mens nu eenmaal een irrationele hang naar geweld heeft. Hij is van nature gewelddadig en oorlogszuchtig. Je kunt op basis van deze vaststelling de oorlog – ónze oorlog natuurlijk – zelfs beschouwen als een beteugeling van het irrationele geweld. Wat valt er anders te doen tegen de amokloop van niets ontziende terroristen die voor geen enkele rede vatbaar zijn? Het gezegde “wie vrede wil dient zich op de oorlog voor te bereiden” is dan een wijsheid die getuigt van mensenkennis. De oorlog heeft zijn redenen
De redelijkheid delft hier inderdaad het onderspit. Want redelijkerwijs is oorlog, zodra je die concreet bekijkt, een praktijk van zinloos geweld – of je zou haar moeten opvatten als een vorm van ‘creatieve destructie’, vernietiging als voorwaarde voor opbouw. Wat de oorlog tegen de Republiek Indonesia wilde verhinderen, was het voorspelbare resultaat van de oorlog: een onafhankelijke Indonesische staat die binnen de kortst mogelijke tijd alle banden met Nederland verbrak. Maar juist als dit zo zonneklaar is (ondertussen vindt praktisch iedereen dat de politionele acties geen zin hadden), waarom laten mensen er zich dan desondanks toe bewegen dit zinloze geweld goed te vinden? Het eerste wat daarover te zeggen valt is, dat er op deze vraag geen eenvoudig antwoord mogelijk is.
Te eenvoudig is al het antwoord van de irrationele hang naar geweld. De oorlog heeft zijn eigen ratio, bijvoorbeeld de al genoemde strijd tegen het redeloze geweld. Deze strijd gaat ervan uit dat wij ‘redelijk’ zijn, de ander daarentegen de vijand van de redelijkheid is, erop uit om onze waarden te vernietigen, ja, óns te vernietigen, een dodelijke bedreiging die alleen maar met geweld af te weren valt. De ratio van de oorlog veronderstelt een vijanddenken, maar wie durft beweren dat vijanden enkel een bedenksel zijn, dat er eigenlijk geen vijanden bestaan? Vandaar de wijsheid “wie vrede wil, moet zich op de oorlog voorbereiden”. Het is juist redelijk om de onvermijdelijkheid van de oorlog onder ogen te zien en zeer onredelijk om de ogen daarvoor te sluiten.
loof te bevorderen is propaganda nodig. Ook dat behoort tot de ratio van de oorlog. Het niveau waarop de strijd van de vredesbeweging zich afspeelt is hier nog betrekkelijk eenvoudig. Propaganda valt te ontmaskeren. Het gaat erom wie de beste argumenten heeft. Verondersteld is daarbij een vrije pers die een publiek debat mogelijk maakt. Het probleem is natuurlijk dat zo’n vrije pers niet bestaat: de toegang tot de media is niet voor iedereen gelijk. Maar in elk geval bestaat de mogelijkheid tegenover de rechtvaardiging van de oorlog de vraag aan de orde te stellen: is het recht met de oorlog echt gediend?
Heilige verontwaardiging
Deze beeldvorming, want dat is het, ondermijnt een redelijke discussie over de legitimiteit van de oorlog. Hier wordt aan een ratio geappelleerd die te diep zit om nog door redelijke argumenten te worden geraakt. Aangesproken wordt de ervaring van het geweld dat mensen is aangedaan, opgeslagen in hun collectief of individueel bewustzijn. Dat geweld moesten zij weerloos ondergaan. Dat zal hun nooit meer overkomen. De vijand moet verslagen worden. Niemand mag jullie slaan, verklaarde Milosovitsj in 1987 voor de TV-camera’s tegenover de Serviërs in Kosovo die zich hadden beklaagd over het gewelddadig optreden van de politie. En het resoneerde in hun onbewuste: nee, zij mogen ons niet slaan, zij zullen ons nooit meer slaan. Zij, de slachtoffers, wisten zich gerechtvaardigd: wij mogen, wij moeten terugslaan. Deze heilige verontwaardiging, gewekt in mensen die de klappen kregen (en wie kreeg zulke klappen niet?), is voor rede niet meer vatbaar. En zij gaat een fusie aan met een hele deugdencatalogus die niet het slechtste in de mens naar boven halen maar juist een beroep doen op het betere ik: moed, opofferingsgezindheid (sneuvelbereidheid).
Oorlog is legitiem
Een belangrijke rede om een oorlog goed te keuren is deze te verbinden met het recht: het concept van de ‘rechtvaardige oorlog’. Wij lijken dan heel ver af te zijn van de irrationaliteit van niets ontziend geweld. De oorlog zelf behoeft legitimatie: niet alle oorlogen zijn legitiem. Er worden criteria bedacht die het verschil moeten maken. Zomaar een oorlog beginnen is inderdaad onredelijk. Maar dat betekent dat de oorlog binnen het bereik van de rede gebracht is. Het concept van de rechtvaardige oorlog is op zichzelf al een rechtvaardiging van de oorlog. Het effect van het concept is, dat wie oorlog wil deze moet legitimeren. Wie oorlog wil, appelleert niet aan de irrationele hang naar geweld, aan de wraakzucht of de haat, maar aan het tegendeel daarvan: het rechtvaardigheidsgevoel. Dát is het wat mensen ertoe moet bewegen de oorlog goed te keuren. De Nederlandse regering legitimeerde de politionele acties met de onwil van de Republiek Indonesia om gesloten verdragen onverkort te erkennen – de term ‘politionele acties’ in plaats van oorlog moest die legitimatie ondersteunen: de Nederlandse soldaten waren ‘gewoon’ politiemensen die de openbare orde moesten handhaven. Propaganda is noodzakelijk
Doorslaggevend voor de acceptatie van die rechtvaardiging is, of zij geloofd wordt. Want echt weten wat er precies aan de hand is kan de burger, die om zijn goedkeuring gevraagd wordt, niet. Hij kan hoogstens redenen hebben om sceptisch te zijn. Om die scepsis te doorbreken en het ge-
dan dat van de rechtvaardigheid. Zij blijkt er niet aan te ontkomen ook nog uit een heel ander vaatje te tappen. De issue van recht en onrecht voldoet niet. Zo maakten de Nederlandse regering en de media van Soekarno (voor veel Indonesiërs hét symbool van hun onafhankelijkheid) een collaborateur met de Japanners, dus in Nederlandse ogen een landverrader; maar welk land zou hij dan verraden hebben? En de tweedeling tussen nobele bedoelingen (van de Nederlanders) en terroristische praktijken (van de Indonesische ‘rebellen’) deed geen beroep op het rechtsgevoel maar wilde afkeer, haat en angst teweeg brengen. Van de tegenstander moet een vijand worden gemaakt. Anders werkt oorlogspropaganda blijkbaar niet.
Kan wie de rechtvaardige oorlog propageert plausibel maken dat het doel (het recht) dit middel (oorlog) rechtvaardigt? Ook de vredesbeweging appelleert aan het rechtvaardigheidsgevoel en lijkt zich zodoende de confrontatie met de irrationaliteit van het geweld te kunnen besparen. Maar de propaganda voor de oorlog appelleert in de praktijk ook aan nog heel andere gevoelens
En als dan de oorlog voorbij is en het gevoel opkomt: het is allemaal voor niets geweest, het was alleen maar zinloos geweld, moet dat gevoel worden verdrongen. Het mág niet voor niets geweest zijn. Zo wordt ook nog met terugwerkende kracht de oorlog gerechtvaardigd. De les: dit nooit weer, wordt niet getrokken. Opnieuw heeft de rede van de vrede het nakijken. Het is deze complexe verbinding
van woede, wraakzucht, haat, verlangen naar recht, de bereidheid zijn leven (voor de goede zaak!) te geven, de behoefte de verschrikking een zin te geven, die verklaren wat mensen ertoe kan bewegen om oorlog te gaan voeren. Niet dat is het onbegrijpelijke, onbegrijpelijk is veeleer het bestaan van een vredesbeweging. Niet verdringen maar geloven
Het laatste wat de vredesbeweging mag doen is dit niet waar te willen hebben! Zij wil de mensen aanspreken? Welnu, het zijn déze mensen, met déze ervaringen en gevoelens met wie zij te maken heeft. Zij moet voor hun woede, hun wraakzucht, hun haat begrip opbrengen (en ook de eigen woede, wraakzucht en haat niet verdringen). Zij moet een taal vinden die het verlangen recht doet om zich te weer te stellen, om te vechten tegen aangedaan onrecht: vechten voor vrede, geweldloze weerbaarheid. De door tegenstanders van de vredesbeweging gesuggereerde oppositie tussen vredelievendheid en strijd dient krachtig te worden weersproken. Waarom kent de vredesbeweging geen strijdliederen? Nu kun je natuurlijk zeggen: maar dat doet de vredesbeweging toch al, heette het tijdschrift van Kerk en Vrede niet ‘Militia Christi’? Is die strijd dus niet tevergeefs? Ook die vraag mag niet verdrongen worden. het is de vraag of mensen voor vrede geschikt zijn, of niet juist de oorlog beantwoordt aan “de menselijke oerdrift van geweld en destructie” (de Israëlische militair-historicus Martin van Creveld in De Groene Amsterdammer, 27 maart jl). Wat de vredesbeweging daartegenover kan stellen is alleen het geloof dat dit niet het laatste woord is over wat mensen kan bewegen, het openlijk uitspreken van het ongeloof dat mensen tot bovengenoemde oerdrift kunnen worden gereduceerd. Zij moet het wagen aan dat geloof, dat ongeloof te appelleren. Onbegrijpelijk is het bestaan van de vredesbeweging? Maar zij bestaat! En zij herinnert zich: dat moment toen de leus ‘Stop de NBom’ massa’s mensen in beweging bracht, omdat die blijkbaar een verlangen aansprak dat zich niet meer liet onderdrukken. Namens hoeveel mensen dichtte Henriëtte Roland Holst: “De zachte krachten zullen zeker winnen in ‘t eind”? Er komt een tijd dat wij het zullen weten. En die tijd is altijd nabij!
september 2009
pagina Vredesspiraal
VREDEsrapportage
Ontkomen aan politieke verantwoordelijkheid bij debacles: langdurig ontkennen dat er iets is misgegaan; wijzen op overmacht; militairen de schuld geven; uiteindelijk een onderzoekscommissie instellen.
Overheidsmanipulatie bij militaire EXCESSEN
Christ Klep Op 27 juni had Nederland zijn vijfde veteranendag in Den Haag. Men kan vragen: vanwaar de plotselinge behoefte van de regering om jaarlijks alle veteranen voor veel geld in het publieke zonnetje te zetten? Minstens één reden valt te bedenken: Defensie kampt met personeelstekort, en onze regering wil graag een partijtje meeblazen in het orkest van grote naties. Jongeren moeten dus enthousiast worden gemaakt voor defensie. Reden voor de organisaties van de Samenwijzerdag (Kerk en Vrede, Basisbeweging, VTM en WRGV) om aan de rand van het defilé zich te buigen over het publieke geheugen van Nederland. Op hun verzoek zette Christ Klep uiteen hoe het rapporten vergaat over escalaties bij oorlogvoering en internationale missies, en waarom daarvan niet wordt geleerd. Een samenvatting van zijn betoog.
Bij drie recente crisishaarden kan een nadere beschouwing dienstig zijn om grip te krijgen op het verschil tussen verantwoordelijkheidsethiek en gezindheidsethiek. We noemen Somalië, Rwanda, Srebrenica. Somalië
Canada was in 1992-1993 in Somalië ter bescherming van de burgerbevolking. Er waren regelmatig diefstallen in het militaire kamp, er werden ook bezittingen van soldaten gestolen. Er werd een hinderlaag gelegd. Daarbij werd een jongen neergeschoten. In een ander geval werd een van de dieven in de kraag gevat: een jongen van 16 jaar. Hij wordt acht uur lang gemarteld, er staan dertig tot veertig getuigen omheen of ze horen het geschreeuw, er wordt een fotoserie van gemaakt. Na acht uur overlijdt de jongen. Als het uitlekt, wordt één militair gepakt. Zijn bazen worden nauwelijks ter verantwoording geroepen. Het Canadese ministerie
beweert in eerste instantie niet te weten waardoor de jongen overleed. Een journalist achterhaalt de waarheid, de oppositie roept om een onderzoek. Zodra de op-
positie regering wordt, laat ze weten politiek niets met deze zaak te gaan doen. Geruchten over een serie incidenten worden dan bezworen met het instellen van een commissie. Die commissie constateert dat de overheid haar tegenwerkt en documentatie achterhoudt of onbruikbaar maakt. Rwanda
België ‘lag’ in Rwanda voordat daar de vreselijke etnische conflicten uitbarstten midden jaren negentig. Tien Belgische militairen kregen opdracht de Tutsi-premier te beschermen. De premier wordt gedood, de tien militairen worden gelyncht. België zet deelname aan de missie stop en trekt de hele eenheid terug. De genocide breekt uit. Eén vraag is: Wat zou er gebeurd zijn als de eenheid gebleven was? Zou er dan toch een genocide zijn geweest? Afgeleide vragen zijn: besefte het Belgische commando wel wat er aan de hand was in Rwanda? Lange tijd hield België de scherpe vragen af, tenslotte kwam er een Senaatscommissie. Deze bracht veel nieuws boven tafel. Maar de discussie nadien ging over de aanbevelingen, er kwam geen discussie over de conclusies in de rapportage. Srebrenica
Srebrenica was weer een heel andere situatie, zo bleek bij de rapportage na het debacle. Vooraf valt te stellen dat de opdracht
Toen de zomer nog maar net op uitbotten stond is met de Samenwijzerdag (27 juni) het Jubileum van Kerk en Vrede van start gegaan, kan men zeggen. We haalden er het Nederlands Dagblad mee. Onze volgende activiteit was een gigantische operatie waarbij we alle plaatselijke kerken een pakketje gestuurd
‘beschermen’ voor Dutchbat een vaag begrip was. En ook dat Dutchbat geen zicht had op wat er gebeurde met de 8000 gevangenen in handen van Mladic. De politieke vraag gaat met name ook over de enkele honderden moslims die zich bevonden in het militaire kamp van Dutchbat en die overgedragen werden aan Mladic. Het onderzoek, dat zeven jaar op zich liet wachten, maakte veel ongerijmdheden zichtbaar. De regering trad weliswaar af, maar dat was symbolisch: twee weken voor de verkiezingen. Rapporten onschadelijk
In alle drie gevallen was de politieke reactie op de gebeurtenissen gelijk: langdurig ontkennen dat er iets helemaal was misgegaan; vervolgens wijzen op overmacht; dan militairen de schuld geven; uiteindelijk een commissie instellen om de maatschappelijke commotie te bedaren. Ook de reactie van de regeringen op de bevindingen van die commissies zijn gelijk: “Het is goed werk, maar het is wel onvolledig en behoeft discussie.” De discussie wordt dan beperkt tot de aanbevelingen (niet de conclusies). En over die aanbevelingen wordt gezegd, dat dat “inmiddels allemaal al lang is gebeurd”. Zo worden die onderzoeksrapporten onschadelijk gemaakt. De publieke opinie neigt ertoe te accepteren dat de regering van goede wil bleek te zijn en dat er inderdaad al veranderingen hebben plaatsgevonden. Slechts zeer kleine groepen in de samenleving blijven zich ervan bewust hoezeer er van overheidswege gemanipuleerd wordt rond militaire excessen. Gezindheidsethiek bij besluitvorming
In het conflict tussen en binnen overheid en samenleving rondom militaire debacles speelt de spanning tussen verantwoorde-
lijkheidsethiek en gezindheidsethiek. Het kan gaan om excessief geweld, om grote strategische inschattingsfouten door politici en militairen, om besluiten tot interventies of niet. Aan een besluit tot ingrijpen ligt doorgaans een complex aan redenen en belangen ten grondslag. Bij de politieke legitimatie vooraf (ten overstaan van zowel parlement als volk) worden zogenoemde ‘ultieme’ (waar men niet ‘overheen kan’) argumenten genoemd in de sfeer van gezindheidsethiek. Het gaat dan om bescherming van zwakke groepen, om stoppen van bruut geweld door een slecht regiem, om stichten van vrede, om het uiteenhouden van partijen. Minder ethische belangen die ook een rol spelen worden niet of minder op de voorgrond geschoven. Indien die feitelijk een hoofdrol spelen bij politieke besluitvorming, kan het zijn dat van de concreet te verwachten situatie zelfs een verkeerde voorstelling van zaken wordt gegeven door bepaalde problemen niet te accentueren. Namens het volk sturen parlement en regering militairen erop uit vanwege een humanitaire belofte: vredesmissie, opbouwmissie. Verantwoordelijkheidsethiek bij debacles
Loopt de missie spaak (Srebrenica, Irak) of is er excessief geweld (Indonesië, Somalië), dan trekt de overheid zich terug op de verantwoordelijkheidsvraag terwijl een spraakmakend deel van media en publiek de ethische trom roert. Er is publieke ontsteltenis over gebeurtenissen, media en publiek willen een schuldige. Lange tijd zal de overheid verantwoordelijkheidsethisch trachten te wijzen op de overmacht in de situatie, onverwachte ontwikkelingen, excessief geweld van de tegenstander en dergelijke, tot er geen ontkomen meer aan is. Dat kan leiden tot behoefte aan waarheidsvinding. Een militaire onderzoekscommissie zal niet geloofd worden. Een politieke onderzoekscommissie wordt ge-
Redactioneel hebben met daarin o.a. onze speciale Jubileumkrant. En daar zat, niet te vergeten, ook een Open Brief aan de kerken bij over het thema ‘De Kerk als Vredesinstrument’. We hopen natuurlijk dat alle kerken daar volop aandacht aan zullen besteden en de krant in veelvoud
gaan bestellen, uitdelen, bespreken. Evenals de brief. Kerkenraad of parochiebestuur kunnen natuurlijk in die richting aangespoord worden. Het zou immers toch geweldig zijn als de vredesthematiek weer op
ïnstrumentaliseerd door bepaalde partijen en dat leidt tot compromissen. Een onafhankelijke onderzoekscommissie zal moeilijk de feiten achterhalen. Getuigen zullen blijven bij oorspronkelijke verhalen, anders worden ze afgebrand. Defensie reageert gefrustreerd, want als uitvoerende organisatie krijgt dit ministerie doorgaans onontkoombare verantwoordelijkheid toegeschoven. De minister wijst verantwoordelijkheid af, want hij wil geen schuld erkennen. Buitenlandse Zaken zwijgt, terwijl doorgaans op diplomatiek niveau voor de interventie was gepleit. Iedereen schuift een ander de verantwoordelijkheid toe en het publieke debat raakt in die vraagstelling verstrikt. Eenheidspartij
Politiek verantwoordelijkheid nemen is niet hetzelfde als schuld erkennen, maar wordt er wel mee vereenzelvigd. Daarom wordt politieke verantwoordelijkheid ontlopen. Dat het nemen van verantwoordelijkheid uiteindelijk altijd is af te schuiven, hangt met onze politieke constellatie samen. De coalitie zal altijd op de hand van de regering zijn. Feitelijk werkt ons coalitiesysteem dus als een ‘eenheidspartij’. Daarin werkt de ministeriële verantwoordelijkheid niet en evenmin het dualistische overheidssysteem van besluitvorming en controle. Het parlement controleert niet, omdat het gedomineerd wordt door de coalitiepartijen. De verantwo ordelijkheidsethiek wint het (niemand is aansprakelijk) het publieke ethische gevoel verliest. Het grote publiek raakt gefrustreerd als er geen verantwoordelijke uitkomt en het wordt onverschillig. De regering wordt geen woordvoerder voor de ontzetting in het publieke debat. Daarmee wordt het moeilijk om het gebeuren als zodanig in het publieke geheugen te houden. Christ Klep is docent bij de afdeling Geschiedenis Internationale Betrekkingen van de Universiteit Utrecht.
de agenda’s van de plaatselijke kerken komt, want daar hoort die thuis. Materiaal dat daarbij van nut zou kunnen zijn, is te vinden op www.kerkenvrede.nl. Denk aan de liedbundel en het jubileumboek. Die verdienen zeker enige promotie. Op het secretariaat kunt u ook een artikel opvragen dat voor enige aandacht in uw plaatselijk (kerk)blad kan zorgen. (JAB)
pagina Vredesspiraal Veel koningen en vorsten verhinderden de verspreiding van de Reformatie. Daar de overheid in de zestiende eeuw werd beschouwd als door God aangesteld, stonden de Reformatoren voor de vraag of gegrond verzet tegen de gewelddadige onderdrukking van de geloofsvrijheid was toegestaan. Martin Luther en Ulrich Zwingli gaven daar een verschillend antwoord op. Maar pas Johannes Calvijn werd door de massieve vervolging van de Protestanten in Frankrijk gedwongen om nadrukkelijk stelling te nemen. Al in 1536 formuleerde hij in de eerste uitgave van zijn Institutie de zin die richtinggevend werd voor het gereformeerde protestantisme. Vanaf de Schotse Geloofsbelijdenis (1560) tot de ‘kerkstrijd’ van de Bekennende Kirche in het nationaalsocialisme (en daarvoor Karl Barth) heeft Calvijns leer van het verzet een belangrijke rol gespeeld. Calvijn was van mening, dat de overheid weliswaar door God was aangesteld, maar dat God zelf van tijd tot tijd tegen een onrechtvaardige heerschappij optrad middels kennelijke wrekers of door volksopstanden. Voor lagere overheden zoals volksvertegenwoordigers en standen formuleerde Calvijn zelfs een plicht tot verzet tegen tirannie. Privépersonen echter onthield hij het recht op verzet, hen verplichtte hij tot gehoorzaamheid jegens de overheid. Principieel echter gold voor hem, dat je God meer moet gehoorzamen dan de overheid. (YHS) J. Calvijn
Dus als we door een harde vorst gruwelijk gemarteld worden, door een buitensporig hebberige roofzuchtig geplunderd, door een luie verwaarloosd of door een goddeloze frivole vorst gekweld worden vanwege ons geloof, zo dienen we ons allereerst onze eigen misdaden te herinneren waarvoor we ongetwijfeld getuchtigd worden door onze Heer (Daniel 9,7-15). Deemoed zal dan ons ongeduld beteugelen. Vervolgens dienen we de gedachte toe te laten, dat het niet aan ons is om hulp te verschaffen tegen dergelijk kwaad, maar dat
VREDEsreformator
september 2009
Calvijn was van mening, dat de overheid weliswaar door God was aangesteld, maar dat God zelf van tijd tot tijd tegen een onrechtvaardige heerschappij optrad middels kennelijke wrekers of door volksopstanden. “De vorsten moeten ervan schrikken!”
Recht op verzet
ons niets anders overblijft dan de Heer om hulp te smeken, want de harten der koningen zijn in Zijn hand en evenzo de wisseling van rijken (Spreuken 21,1). (…). Hij is de God voor wiens aangezicht alle koningen en alle rechters der aarde vallen en vergaan die niet Zijn gezalfde gekust hebben (Psalm 2,10,12). Daarin nu openbaart zich Gods
horen – en ervan schrikken! Intussen dienen wij ons er echter voor te hoeden om de autoriteit van de overheid te verachten of te schande te maken, een overheid die vervuld is van eerbiedwaardige majesteit en die God heeft bekrachtigd door de meest serieuze geboden, zelfs als ze in handen zijn van volstrekt on-
een zijn. Waar dit nu het geval is, daar verbied ik deze mannen niet om met plichtsbesef tegen de wilde ongebondenheid van koningen op te treden. Integendeel, ik beweer zelfs: indien ze de ogen sluiten voor koningen die bandeloos tekeer gaan en het eenvoudige volk kwellen, is hun bewuste wegkijken niet vrij van schandelijke trouweloosheid;
terwille te zijn, er toe zou komen Diegene te beledigen om Wie men ertoe komt mensen te gehoorzamen! De Heer is namelijk de koning der koningen, en waar Hij Zijn heilig Woord gesproken heeft, moet Hij alleen vóór allen en boven allen gehoord worden; we zijn dan ook alleen in Hem ondergeschikt aan mensen die boven ons gesteld werden. Be-
Een rijtje Calvijn-busten in het Internationale Museum van de Reformatie in Genève.
wonderlijke goedheid, macht en voorzienigheid. Want al snel roept Hij duidelijke wrekers uit het midden van Zijn dienaren en legt op hen Zijn opdracht om een misdadige heerschappij te straffen en het onterecht onderdrukte volk te bevrijden van zijn ellendige lijden. Soms ook maakt Hij gebruik van de woede van mensen die heel andere gedachten en plannen hebben. (…). Maar hoe men ook moge oordelen over de daden van mensen, de Heer voerde toch via die daden op een rechtvaardige wijze zijn Plan uit door de bloedige scepter van schaamteloze koningen te breken en menige onverdraaglijke heerschappij ten val te brengen. Dat moeten de vorsten
waardige mensen en van mensen die door hun boosaardigheid de autoriteit bezoedelen! Want hoewel het Gods wraak is om een ongeremde heerschappij te tuchtigen, daarom hoeven wij nog niet meteen te menen dat ons zulk een goddelijke wraak is opgedragen, want wij hebben geen andere opdracht dan te gehoorzamen en te lijden. Tot nu toe spreek ik echter voornamelijk van privépersonen. Heel anders ligt het daar waar een volksvertegenwoordiging bestaat om de willekeur van koningen in te dammen. (…). Dit soort macht bezitten in sommige koninkrijken van onze tijd ook de drie standen als ze in hun belangrijkste vergaderingen bij-
want ze verraden op bedrieglijke wijze de vrijheid van het volk, waarvoor ze op Gods bevel als behoeders zijn aangesteld! Echter, inzake de gehoorzaamheid die wij, zoals we constateerden, verplicht zijn jegens de wetten van de overheid, dient altijd een uitzondering te worden gemaakt. Voor alles dient op één zaak gelet te worden, namelijk dat het ons niet afleidt van de gehoorzaamheid aan Hem aan Wie alle eisen van koningen ondergeschikt moeten zijn, voor Wiens raadsbesluiten hun bevelen dienen te wijken en voor Wiens majesteit hun scepters neergelegd dienen te worden. Want waarlijk, wat voor een dwaasheid zou het zijn, als men om mensen
IFOR: Internationale vredessamenwerking
Het is niet zo dat gewapende conflicten elders plaatsvinden en dat ‘wij’ met ons vredeswerk keer op keer de slachtoffers van onrecht en geweld elders te hulp moeten schieten. Veel heeft te maken met de levensstijl en politieke of economische belangen die wij wensen te verdedigen. Maar ook als we ons vooral met de Nederlandse, Europese of westerse houding ten aanzien van het buitenland willen bezighouden is internationale samenwerking belangrijk.
Kerk en Vrede is aangesloten bij de International Fellowship of Reconciliation (ifor) dat, net als Kerk en Vrede, direct na de Eerste Wereldoorlog werd opgericht als een christelijk Europees netwerk, maar dat inmiddels is uitgegroeid tot een interreligieus netwerk met afdelingen op alle continenten. De contacten tussen de verschillende afdelingen onderling of met het internationaal secretariaat (dat toevallig ook in Nederland is gevestigd) worden bepaald door uitwisseling en samenwer-
king en veel minder door relatief rijkere westerse afdelingen die financiële hulp geven aan veelal armere afdelingen in het Zuiden (hoewel dat ook wel voorkomt). In plaats van een geldgever-ontvangerverhouding staan binnen ifor vooral de onderlinge relaties tussen de verschillende werelddelen centraal. Hoe kijkt de Afrikaanse vredesbeweging aan tegen de Europese Afrika-politiek of tegen de toenemende invloed van India en China. Door dit soort uitwisselingen kunnen we als
velen zij iets tegen Hem, dan is daar geen plaats voor en telt het niet. (…). Evenmin valt eraan te denken dat het voorwendsel der bescheidenheid lof verdient, de valse bescheidenheid waarmee kruiperige hovelingen zich indekken en in naam waarvan ze eenvoudige mensen bedriegen door te beweren, dat ze geen permissie hebben iets te weigeren wat hen door de koning werd gelast. Alsof God, toen Hij de leiding van het mensdom in handen van mensen legde, te hunnen gunste van Zijn eigen recht afstand gedaan zou hebben!” (Institutie, IV,20,2920)
Kerk en Vrede (vaak in samenwerking met andere Europese afdelingen) een stem laten doorklinken in onze bemoeienissen met het Nederlandse en Europese buitenlands beleid. En samen met ifor -afdelingen in Europa of daarbuiten werken we op voet van gelijkwaardigheid samen aan een cultuur van vrede en geweldloosheid, kritiek op het Europese defensiebeleid en het door laten klinken van geweldloze oppositiebewegingen elders in de wereld. (JSch)
september 2009
pagina Vredesspiraal
VREDEsgeheugen
Het is de hoogste tijd dat het debat over Srebrenica en het niod-rapport heropend wordt, om zo ervoor te zorgen dat over het uitzenden van militairen naar conflictgebieden in het vervolg wél drie keer wordt nagedacht.
‘SREBRENICA’ in ons collectieve geheugen Abe Thijs
Het is inmiddels al weer veertien jaar geleden dat Srebrenica, een veilige enclave verdedigd door Nederlandse blauwhelmen, onder de voet werd gelopen door Bosnische Serven. Na de verovering werden ongeveer 7500 Bosnische moslimmannen door hen vermoord. Nog steeds is de discussie over Srebrenica gaande, en nog steeds worden verschillende vragen over schuld en onschuld gesteld. In 2002 werd een vuistdik rapport gepresenteerd door het Nederlands Instituut voor Oorlogs Documentatie, waarin de gang van zaken grondig was onderzocht. Naar aanleiding van het op sommige punten kritische rapport trad het kabinet in mei 2002 af. Hoe komt het dat Srebrenica ook in onze nationale geschiedenis nog steeds een open wond is?
Over Srebrenica zijn in de loop der tijd heel veel boeken verschenen, sommigen geschreven door wetenschappelijke historici, andere door journalisten en weer andere door vredesactivisten (Mient Jan Faber publiceerde vlak vóór het rapport van het Nederlands Instituut voor Oorlogs Documentatie (niod) een studie over de gebeurtenissen in Srebrenica). Zoals altijd bij traumatische gebeurtenissen is het voor de verwerking ervan van het grootste belang dat er een publieke discussie met deelnemers vanuit verschillende velden gevoerd wordt. Met betrekking tot Srebrenica is dit ook gebeurd; direct na de val van de enclave in 1995. Ook in de jaren daarna werd een discussie gevoerd over de verantwoordelijkheid van Nederlandse militairen en de rol die zij hadden gespeeld tijdens de verdediging van de enclave en de gebeurtenissen daarna. Herwaarderingen
Deze discussie, die vooral in publieke media gevoerd werd en in een enkel wetenschappelijk
tijdschrift, werd echter de wacht aangezegd in oktober 1996. Op dat moment werd het niod door het kabinet gevraagd om een grondig onderzoek in te stellen naar de gebeurtenissen “voorafgaand aan, tijdens, en volgend op de val van Srebrenica”. Het niod accepteerde de opdracht en daarmee werd een misschien wel al te grondig en wetenschappelijk onderzoek ingesteld. Het duurde al met al zes jaar voordat het in het voorjaar van 2002 gepresenteerd kon worden. Voor de verwerking van historische gebeurtenissen, zowel traumatische als glorieuze, is het niet alleen van belang dat er een publieke discussie is, maar ook dat er een geschiedwetenschappelijke plaatsvindt. En dat is niet alleen omdat er in Nederland historici zijn die ook iets te doen moeten hebben, maar vooral omdat volgende generaties met de bewuste gebeurtenis in aanraking komen via het geschiedenisonderwijs. De manier waarop de geschiedenis in de geschiedenisboeken terecht komt, en dus bijna letterlijk ‘het archief ingaat’ wordt voor een groot deel bepaald door de wijze waarop wetenschappers en historici daarnaar kijken. En het aardige van deze methode is dat heel regelmatig één of meerdere herwaarderingen kunnen plaatsvinden van eenzelfde gebeurtenis, simpelweg omdat bronnen anders bekeken worden, nieuwe worden ontdekt,of nieuwe historische methoden worden bedacht. Het bekendste voorbeeld, dat voor velen ook nog in het eigen geheugen aanwezig is, is de waardering van de Tweede Wereldoorlog in het vaderlandse verleden. Waar er vlak na de oorlog, in de jaren vijftig, eigenlijk nauwelijks iets werd gepubliceerd over de oorlog, en wederopbouw het belangrijkste thema was, stonden de jaren zestig daar bol van. ‘Ondergang’ van Presser was tamelijk kritisch ten opzichte van de Nederlandse rol in de oorlog. Het zeer omvangrijke beeld dat Lou
de Jong (natuurlijk ook van het niod) hier tegenover zette, deelde de actoren in de Tweede Wereldoorlog vooral in in wit en zwart, schurken en helden en vooral verzet en collaboratie. Tussengebied
In de jaren negentig werd ook dit beeld weer genuanceerd, onder andere door Chris van der Heijden, die betoogde dat in het Nederland van de Tweede Wereldoorlog een grote meerderheid van de bevolking zich in een ‘grijs’ tussengebied bevond, waar accommodatie en ‘zo normaal mogelijk verder leven’ de belangrijkste tactieken waren. Dergelijke geschiedwetenschappelijke discussies bestaan bij de gratie van de interesse van historici, en bij de noodzaak om steeds weer kritisch naar het eigen verleden te kijken. Men mocht dan ook verwachten dat er, zeker na de zes lange jaren van wachten, een uitgebreid geschiedwetenschappelijk debat zou volgen over de merites van het niod -rapport, waaraan iedereen deel zou mogen nemen. Het doel van dit debat zou niet moeten zijn om ‘de waarheid’ boven tafel te krijgen, maar wel om een verwerking van Srebrenica in ons collectieve geheugen mogelijk te maken, en om aanzetten te geven tot verder denken en onderzoeken. Helaas was niet minder dan het tegendeel het geval. Tijdens een symposium en twee themanummers van belangrijke historische tijdschriften (Tijdschrift voor geschiedenis en Bijdragen en mededelingen tot de geschiedenis der Nederlanden) bleek al snel dat de schrijvers van het niod -rapport er geen enkele behoefte aan hadden het historische debat met critici aan te gaan. Gesterkt door de steun van de regering, die het rapport na een paar dagen helemaal onderschreef, werd de discussie vakkundig uit de weg gegaan. Bij monde van niod-directeur Hans Blom werd de critici vaak te
verstaan gegeven dat ze hun huiswerk niet hadden gedaan, geen recht van spreken hadden omdat ze niet gekwalificeerd waren om geschiedwetenschappelijk werk te beoordelen, en vaak al te kritisch waren over details. Zoals dat meestal gaat in debatten, werden zowel door voor- als tegenstanders verschillende retorische trucs uit de kast gehaald. Wel was het opvallend om te zien hoe vaak het niod weigerde op kritiek in te gaan, en bijvoorbeeld Mient-Jan Faber, die als activist op sommige momenten persoonlijk betrokken was, verweet te weinig kennis van zaken te hebben, simpelweg omdat hij geen historicus is. IJzingwekkend stil
Er zijn verschillende voorbeelden te noemen waar het niod de historische discussie uit de weg gaat, maar een heel cruciale passage uit het rapport is het noemen meer dan waard. Het gaat hier namelijk expliciet om de vraag of de Dutchbatters niet meer hadden kunnen doen om de Bosnische Serven tegen te houden toen die de enclave belegerden. Het niod schrijft hierover in de conclusie: “Het zou niet ondenkbaar zijn geweest dat Mladic zou zijn teruggeschrokken voor een gevecht waarbij aan de zijde van de Dutchbatters slachtoffers zouden zijn gevallen. (…) Inmiddels is het terrein van de speculatieve bespiegelingen betreden, en het heeft weinig zin daarop verder te gaan.” Met andere woorden, de cruciale vraag (Had Dutchbat toch moeten vechten, en de enclave moeten beschermen?) wordt afgedaan als speculatie en in ieder geval niet het onderzoeken waard. Het is natuurlijk nog steeds de vraag of een eventueel conflict iets had uitgehaald, maar het niet onderzoeken ervan vonden veel critici een bezwaar. Door deze kritiek af te doen als speculatie en ‘geneuzel’ laat het niod eigenlijk zien dat er maar één dimensie van het drama in Srebrenica de moeite van het onderzoeken waard is: namelijk
Geruisloze rassenmoord in Duitsland Op 1 juli j.l. werd een Egyptische vrouw, zwanger en moeder van een klein kind, staande in de rechtszaal van Dresden, met 18 messteken vermoord door een 28-jarige Duitser die riep: “Islamitin”, “Schlampe”, “Terroristin”, “Wenn die NPD an die Macht kommt, ist Schluss damit”.
Het stond de volgende dag in enkele kranten, zo ergens tussen ander nieuws. Er was geen politicus die er verder iets over meende te moeten zeggen. Gaan we die kant op, wij ook hier in Nederland? Gaat het beschaafde Europa de weg waarop een moord als op Theo van Gogh “ons land voorgoed verandert”,
maar een rassenmoord in de rechtbank bijna ongemerkt kan passeren? Oké, we moeten reëel zijn. Een Amerikaan heeft meer waarde dan een Afrikaan of Aziaat. Aziaten komen trouwens wel hoger op de waardeschaal. Een West-Europeaan heeft meer waarde dan een Oost-Europeaan, zeker nu Oost-
die van wat er echt gebeurd is, en dus niet die van wat er had kúnnen gebeuren. Je kan je afvragen waarom een onderzoek dan nog nodig is. Als we een aantal jaren later terugkijken op de wetenschappelijke discussie rond Srebrenica, dan valt eigenlijk op hoe ijzingwekkend stil het tot voor kort was. Nieuwe publicaties van onder andere Christ Klep en Eelco Runia kunnen hier wellicht verandering in brengen. Het lijkt er echter op dat het niod zijn critici de mond heeft gesnoerd door het debat grotendeels lam te leggen. Dat lijkt minder erg dan het is; op deze manier wordt één zienswijze de bepalende, en lijkt er weinig ruimte voor debat en discussie. Voor een gebeurtenis zo belangrijk en ingrijpend als Srebrenica is dat zeer onwenselijk, zeker aangezien de schuldvraag wat betreft de slachtoffers nog steeds niet bevredigend is beantwoord. Het symbolische aftreden van het kabinet-Kok in 2002 (namens de hele internationale gemeenschap) is voor deze mensen, en ook voor veel Nederlanders, een wassen neus. Het is de hoogste tijd dat het debat over Srebrenica en het niod -rapport heropend wordt, om zo ons collectieve geheugen bij te spijkeren, en ervoor te zorgen dat over het uitzenden van militairen naar conflictgebieden in het vervolg wél drie keer wordt nagedacht. De historicus A. Thijs (Amsterdam 1980) is afgestudeerd op het Srebrenica-debat in Nederland en geeft geschiedenis op een middelbare school in Amstelveen. Hij is bestuurslid van Kerk en Vrede.
Europa pas bij Witrusland begint. Dat was altijd zo, dat zal wel nooit echt veranderen. Het is de voorbode van altijd sluimerend geweld. Maar nu lijkt het tot de beschaafde Europese toonsoort te gaan horen om maar niet te veel ruchtbaarheid te geven aan een rassenmoord op een ‘alloch-toon’. Over de gewelddadigheid van zwijgen moesten we het maar weer eens gaan hebben. De tijd lijkt er rijp voor. (YHS)
pagina Vredesspiraal
VREDEsbeweging
september 2009
De kracht lag in de inhoudelijke bezinning op geweldloze weerbaarheid en burgerlijke ongehoorzaamheid. Met altijd als uitgangspunt: afwijzing van geweld en zoeken naar wegen van geweldloosheid.
Kerk en Vrede ten tijde van de STRIJD tegen de KERNBEWAPENING
Harry Zeldenrust Ze hebben vaak tegen me gezegd in de tijd van de acties tegen de kernbewapening: ‘Jullie hebben gemakkelijk praten, want jullie zijn toch overal tegen.’ Onzin natuurlijk, maar de bedoeling is duidelijk. Men denkt: als je je verzet tegen iedere vorm van militair geweld, dan roept een verschijnsel als de kernbewapening toch geen nieuwe vragen op. Een persoonlijke impressie van die jaren.
Radicaal kiezen tegen bewapening en geweld is een riskante en omstreden zaak. Altijd weer komt de vraag op: kun je dat onder alle omstandigheden volhouden? Dominee Buskes, die zowel voor als na de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol speelde in Kerk en Vrede, sprak over zijn twijfels. Zijn keuze voor het antimilitarisme had hij niet zonder veel innerlijke strijd door de oorlogsjaren heen bewaard. Hij zegt: “Ons getuigenis is zwaarder van toon geworden, omdat het door de beproeving heen gegaan is”. Geweldloosheid is geen vanzelfsprekendheid en biedt ook niet in alle situaties een oplossing. Dat was de harde les, geleerd in de bezettingstijd, in de confrontatie met uitzinnig geweld.
Dat was “een ‘ja’ tot eenzijdige ontwapening, dat is een ‘ja’ tot een risiconemend eenzijdig begin van drastische vermindering van bewapening, dus zonder te wachten op de ander”. Het is bijna letterlijk wat later de inzet zou worden van de campagne van het ikv. Maar toen het ikv in 1966 werd opgericht, werd Kerk en Vrede buiten de organisatie gehouden. De initiatiefnemers wilden niet dat het pacifisme de boventoon zou gaan voeren. Dat heeft niet verhinderd dat Kerk en Vrede vanaf het begin loyaal heeft meegewerkt aan de acties van het ikv en dat het plaatselijk heel vaak leden van Kerk en Vrede waren die het voortouw namen en erg trouw waren in de deelname. Ik heb zelf de jaren tussen 1975 en 1990 beleefd als een heel span-
de bereidheid om compromissen te sluiten en met anderen samen te werken.
nende tijd. De vredesbeweging stond volop in de aandacht. De acties tegen de kernbewapening riepen enthousiasme op en ook veel kritiek. Er waren de contacten met de kerken, de lezingen, gespreksgroepen, cursussen. Er was ook veel interne discussie. Kerk en Vrede was en is een brede beweging; er werden heel verschillende accenten gelegd en daarbij kon het fel toegaan. Men vond elkaar altijd weer in de afwijzing van de bewapening en het zoeken naar wegen van geweldloosheid. Er was ook altijd
totaalweigeraars. Er waren jongeren die risico’s durfden nemen, bijvoorbeeld met blokkadeacties tegen munitietreinen. De merendeels bedaagde achterban was wat voorzichtiger en dat leidde ook wel eens tot teleurstellingen en het verwijt dat ons verzet vooral verbaal bleef. We wilden de actievoerders niet afschrijven en er mede zorg voor dragen dat ze niet werden geïsoleerd. Maar de kracht van Kerk en Vrede lag in de inhoudelijke bezinning op geweldloze weerbaarheid en burgerlijke ongehoorzaamheid.
Geweldloze weerbaarheid
Krijn Strijd had in 1974 een boek gepubliceerd: Geweldloze Weerbaarheid. Hij presenteerde geweldloze weerbaarheid als “een nieuw model in de strijd tegen onrecht”. Strijd was sterk onder de indruk van de verkeerde samenleving. Ons kapitalistische systeem heeft radicale maatschappijkritiek nodig. Geweldloze weerbaarheid is geen middenweg, maar een radicale keuze tegen het bestaande onrecht en de ongelijkheid. Het revolutionaire trok in die tijd. Dat gaf ook wel spanningen. Er waren veel contacten met dienstweigeraars, en ook wel met
Geweldloosheid doet een beroep op waarden en normen die bij de tegenstander aanwezig zijn of verondersteld mogen worden. Dat verklaart voor een belangrijk deel het succes van Gandhi en Martin Luther King, die een blijvend voorbeeld zijn en een bron van inspiratie. Dat mensen soms in uiterste nood tot geweld komen, daarover moet je niet te snel een oordeel uitspreken. Geloof in geweld is erger dan het geweld zelf, zo hield Hannes de Graaf ons vaak voor. Hij was radicaal zonder ooit anderen om hun mening te veroordelen. Het gaat erom het alom aanwezige vertrouwen op geweld te ondermijnen. Wat we achteraf gezien weinig benadrukt hebben is de spirituele kant van de geweldloosheid.
goelijkt. Het was vooral Hannes de Graaf, die op grond van eigen ervaringen waarschuwde voor die valkuil. Hij onderhield veel contacten en heeft zich aanvankelijk ook ingezet voor de Christelijke Vredesconferentie. Daar brak hij mee toen een open discussie niet mogelijk bleek en de Praagse vredesmensen zoals Hromadka op een zijspoor werden gezet. De Vredesconferentie werd voortaan gedomineerd door mensen die de regimes in het Oostblok welgezind waren. De Graaf was socialist, maar dan meer de lijn van filosofen als Buber en Ragaz. Van het marxisme en de marxistische maatschappijanalyse zei hij, dat een systeem dat zoveel geweld en repressie oproept wel een grondfout moet hebben. Een eigen bijdrage aan de dis-
Geweldloosheid is een levenshouding. Daar werd wel over gepraat, maar het bleek moeilijk om daar ook eigen vormen voor te vinden.
cussie in de kerken heeft Kerk en Vrede geleverd door de status confessionis aan de orde te stellen. Dat gebeurde in navolging van de uitspraak van de Reformierte Bund binnen de Duitse kerk. Het ging er daarbij niet om anderen te veroordelen of uit te sluiten, maar om te benadrukken, dat het spreken over ingrijpende zaken als de totalitaire bewapening behoort tot de kern van het christelijke geloof. Belijdend spreken is altijd bedoeld als uitnodiging en uitdaging. We hebben toen wel grote
Geen pijl en boog
De kernbewapening werd niet gezien als alleen maar een voortzetting van het oude. Krijn Strijd, indertijd studiesecretaris, sprak van een totaal nieuwe, apocalyptische situatie. Hij vond het volstrekt onaanvaardbaar om de atoomwapens, zoals wel gebeurde, te vergelijken met pijl en boog. In zijn “52 vragen over oorlog en vrede” analyseerde hij grondig wat er gebeurde. Het bestuur van Kerk en Vrede schreef in 1954 in een brief aan de synode van Nederlandse Hervormde Kerk “dat er met de toerusting tot de totale oorlog een geheel nieuwe situatie is ontstaan, die vraagt om een grondige bezinning door de kerken. Totale vernietiging kan nooit een overwinning zijn.” In 1965 reageerde Kerk en Vrede op de verklaring van de synode over de kernwapens. Terwijl de synode wel haar zorgen uitsprak maar ook aangaf dat er eigenlijk geen alternatief was, had Kerk en Vrede wel een duidelijk plan.
Belijdend spreken
Vaak is gezegd dat de vredesbeweging te weinig heeft onderkend hoezeer het mis was in Oost-Europa onder het communisme. Er heerste in de landen van het Oostblok een gruwelijk en gewelddadig systeem. Toch werd het communistische systeem ook wel verheerlijkt of ver-
september 2009 woorden gebruikt zoals: het vertrouwen op kernwapens is een verslaving aan een doodscultuur. Maar het was terecht, als je je realiseert wat gebruik van kernwapens aanricht. Het principiële verzet daartegen zal dan ook nooit van de agenda mogen verdwijnen. Kernwapens kun je niet zien als een ongelukkig nevenverschijnsel van een overigens goed systeem. Ze zijn een symptoom van verwording. Bevrijdend geweld
Het belijden speelde ook een rol in de kijk op racisme en apartheid. In het Kairos-document van Zuid-Afrikaanse christenen werd de god van de apartheid een afgod genoemd. Christenen en kerken werden opgeroepen om te kiezen tegen de onderdrukking en mee te helpen aan de bevrijding. Er werd daarin ook voor gewaarschuwd om geweldloosheid niet te maken tot een absoluut beginsel. Ook bij geweld gaat het erom om te onderscheiden wie het gebruikt. Het leidde binnen Kerk en Vrede tot een indringende discussie over hoe te staan tegenover steun aan het anc. Er kwam een verklaring van solidariteit met de strijd tegen de apartheid zonder dat daarbij een veroordeling werd uitgesproken van de gewapende strijd. Bij de discussies heb ik vaak gedacht aan het onderscheid dat Dietrich Bonhoeffer maakte tussen het goede en het juiste. Sommige situaties zijn zo vergeven van geweld, dat het onmogelijk is om het goede te doen en dat het ook onverantwoord is om zich aan de opdracht tot handelen te onttrekken. Ervaringen uit de Tweede Wereldoorlog speelden ook een rol evenals de verbondenheid die men voelde met mensen als Boesak, Tutu en Beyers Naudé. De kracht van Kerk en Vrede is altijd het uitgangspunt geweest: afwijzing van geweld en zoeken naar wegen van geweldloosheid. De lange geschiedenis heeft ook duidelijk gemaakt, dat geweld gewogen moet worden. Dan kun je begrip hebben voor mensen die in uiterste nood naar geweld grijpen. Maar vertrouwen op geweld leidt altijd weer tot acceptatie van gruwelijke middelen en methoden. Er zijn verrassende voorbeelden van geweldloze verandering. We hebben ook geleerd, dat geweldloosheid niet een antwoord is op alle vragen. In onze tijd is er veel vraag naar spiritualiteit, helaas vooral gericht op het persoonlijk welbevinden. De taak van Kerk en Vrede zou kunnen zijn om verder te werken aan een vredesspiritualiteit, die is gebaseerd op het zoeken in het persoonlijk leven van wegen van geweldloosheid. Vrede is immers niet alleen een doel, het is een weg om te gaan. De auteur was studiesecretaris van Kerk en Vrede in de jaren 1974-1999.
pagina Vredesspiraal
VREDEs’ubuntu’
Bisschop Tutu: “Alleen samen kunnen wij humaan zijn”
Samenvatting van de toespraak van de voormalige anglicaanse aartsbisschop van Zuid-Afrika Desmond M. Tutu op de slotzitting van het World Economic Forum op 1 februari 2009 in Davos, Zwitserland.
Bisschop Desmond Tutu is vooral bekend geworden als Nobelprijswinnaar voor de Vrede (1984) en als voorzitter van de ‘Waarheids- en Verzoeningscommissie’ in Zuid-Afrika. Het welslagen daarvan is grotendeels aan hem te danken. Hierbij hamerde hij op het belang van verzoening en ‘ubuntu’. Dat betekent: ‘In harmonie samenleven met anderen’, ofwel: ‘Ik besta, omdat jij bestaat en jij bestaat, omdat ik besta’. Deze vorm van solidariteit is diep verankerd in de Afrikaanse samenleving. Erkenning van mensenrechten ziet Tutu als een plicht, zowel van gemeenschappen als van individuen. Bisschop Tutu riep alle deelnemers van het World Economic Forum op om hun speciale verantwoordelijkheid te nemen voor het verenigen van de mensheid als familie en hij sprak uitvoerig over onze collectieve saamhorigheid en verbondenheid. “Laten we niet falen in deze verantwoordelijkheid”, betoogde hij, dit is wat God ons wil leren: ‘Ik heb je nodig zoals je menselijk bent.’ Zo kan God zijn in alles wat is. Wij zijn een deel van dit delicate evenwicht van onderlinge afhankelijkheid. Een geheel onafhankelijke mens is onmenselijk! We zijn geschapen voor saamhorigheid”. “Ook kunnen we de
zogeheten oorlog tegen de terreur niet winnen zolang armoede, onwetendheid en ziekten Gods kinderen, leden van onze familie, tot wanhoop drijven. Alleen samen kunnen wij overleven, omdat we complementair zijn. Alleen samen kunnen wij humaan zijn”, aldus Tutu.
Hij riep op tot coöperatie op drie gebieden: verbetering van het wereldwijde beheer van en zorg voor het milieu; verkleining van de mondiale welvaartskloof; bevordering van vrede tussen culturen “Het is de taak van de beschaving om te zorgen voor deze fragiele aarde”, zei Tutu. “God zegt: als familie moet je voorzichtig zijn met het milieu. Klimaatverandering is niet langer alleen een theorie, het is werkelijkheid. Leiders in de industrie, te vaak geobsedeerd door de concurrentie, zijn geroepen om de armen te helpen. partijdig ten gunste van de zwakken. In de hemel zal niet gevraagd worden: Ben je naar de kerk geweest? Maar: Heb je hongerigen te eten gegeven? Heb je de daklozen gehuisvest? Laten we ons niet steeds afvragen: Is het rendabel? Maar: Is het rechtvaardig en goed?” Tutu onderstreepte dat, ondanks het vele leed in de wereld, de komende generaties hem met hoop vervullen “Ik blijf verbaasd over jonge mensen en hun idealisme. Wanneer zij zeggen dat ze armoede willen oplossen en er geschiedenis van maken, dan dromen zij Gods droom.” Tutu heeft zelfs inspiratie gevonden op plaatsen waar mensen het ergste lijden. Hij herinnert zich
een vluchtelingenkamp in Darfur, waar de situatie veel erger was dan in alle beschrijvingen vanuit het Westen. Zelfs dáár lachten de bewoners en droegen vlekkeloze gewaden “Dit heeft te maken met waardig mens zijn”, concludeerde hij. “Er is een grote veerkracht in ons allemaal. Hoewel niemand van ons alleen de we-
reld kan veranderen, we kunnen ieder onze rol spelen!” De hele toespraak van bisschop Tutu is te zien op internet (via Google/You Yube): ‘WEF Davos 2009 Tutu’.
INTERCULTUREEL BIJBELLEZEN door Palestijnse en Nederlandse vrouwen Aan het project Intercultureel Bijbellezen, hebben Elly Kraaimaat, Menny Kuipéri, Lies Mikkers, Totie Vlek, Joke de Zwaan en ondergetekende als Nederlandse vrouwen deelgenomen. Vijf Palestijnse vrouwen waren onze ‘studiegenoten’: Nuha Batchon, Nora Carmi, Aida Haddad, Lina Majaj, Norma Sakhil. Verdere deelneemsters waren Janneke Stegeman, die de leiding had, Tina Whitehead van de Verenigde Staten en Meta Floor. Allen zijn betrokken bij Sabeel Jeruzalem. We bespraken met elkaar de lezing van Lucas 13,10-17,
het verhaal van de vrouw die 18 jaar lang bezeten was van een geest, die haar leven ondraaglijk maakte. Een reader, ontwikkeld door de Vrije Universiteit, met als titel ‘Door het oog van een ander’, hielp ons om stap voor stap op intensieve manier met die tekst om te gaan. Een uitgebreide kennismaking per e-mail was hieraan voorafgegaan. Het was een buitengewone manier om vanuit verschillende conteksten (want die zijn er) naar zo’n tekst te kijken. Dat heeft in ieder geval opgeleverd dat je met andere ogen naar mensen kijkt als de om-
standigheden zo anders zijn: ze leven en werken immers onder bezetting. Daarbij vond tijdens onze ‘lees’-tocht de inval in Gaza plaats en dat bracht een enorme schok teweeg bij onze Palestijnse partners. Ze hadden wel iets anders aan hun hoofd! De zes vrouwen van de Hagediensten hebben ervaren hoe bijzonder het is als je elkaar op zo’n intensieve manier vijf keer ontmoet en samen de diepte durft in te gaan. Joke de Zwaan heeft deze lezing van Lucas genomen als kerntekst op de derde zondag van de Veertigdagentijd en dat weer uitgewerkt aan de hand van een gedicht
van Antjie Krog. De afsluiting werd verzorgd door Totie Vlek die ons met papier, penseel en kleur aan het werk zette. Dat gaf het project de extra dimensie van het in stilte kleurrijk af te ronden. Deze prachtige ‘schilderijen’ zijn inmiddels in Jeruzalem aangekomen, vergezeld van acht vredesduifjes met wensen en muziek. Met deze geschenkjes zal Janneke Stegeman ook bij de Sabeelgoep dit project afsluiten. Er is een uitgebreid verslag gemaakt in readervorm, in te zien bij ondergetekende. Het was goed om zo met elkaar bezig te zijn! Marijke Egelie
pagina Vredesspiraal
september 2009
VREDEsdocumenten
Een abstract document met getuigenissen en een met regionale ervaringen. Hoogkerkelijk spreken over onrecht, geweld en vredesvragen.
Het Koninkrijk Gods als ‘principe van handeling’
Yosé Höhne-Sparborth Er zijn vorig jaar twee relevante kerkelijke docu menten verschenen die enigrmate aan de publieke aandacht ontgaan zijn. De Wereldraad van Kerken vraagt reacties aan zijn leden op het document ‘Het wezen en de zending van de Kerk’. Het andere document ontstond via een decennium aan gesprekken tussen de protestantse koepel warc en de R.K. Kerk: ‘De kerk als gemeenschap van gezamenlijk getuigenis van het Koninkrijk Gods’.
Vergelijken van deze documenten is interessant, want beide geven aan hoe op hoog niveau kerken over zichzelf en hun zending denken. Als algemeen commentaar mag gelden, dat het tweede document heel wat plezieriger leest dan het eerste. Maar ook het karakter is verschillend. De Wereldraad zet voornamelijk op een rij hoever men gekomen is in het oecumenische gesprek, en maakt helder waar de verschillen liggen. Het document van de warc-R.K.Kerk-gesprekken laat zien wat deze twee kerken gezamenlijk kunnen zeggen en biedt daardoor perspectief. (warc: de World Alliance of Reformed Churches, omvat als koepel 214 protestantse kerken in 107 landen met 75 miljoen leden – Red.). Een wezenlijk verschil is de opbouw van de overwegingen. De Wereldraad produceert een hoog abstract document met getuigenissen. In het bilaterale gesprek warc-R.K. Kerk ging men uit van drie regionale ervaringen waarin kerken elkaar betrokken hebben bij de maatschappelijke les. Dit om Gods Koninkrijk iets zichtbaarder te maken in de gegeven situatie: in Zuid-Afrika, in Noord-Ierland en in Canada rond de inheemse volken. In de hele tekst loopt men niet meer weg van die realiteiten, maar reflecteert men theologisch en consequent. Verademend zijn de getuigenissen van kerken die elkaar weten te bekeren.
Samenwerking van godsdiensten
Beide documenten uiten zich ook rondom vredesvragen. In de tekst van de Wereldraad komt de realiteit aan het einde binnen, bijna als een soort ‘o ja, dat is er ook nog’, maar toch. En dan spreekt men zich uit tegen geweld. “In de wereld die ‘God zo lief had’ ontmoeten christenen niet alleen situaties van harmonie en voorspoed, van vooruitgang en hoop, maar ook problemen en tragedies – soms van een bijna onbeschrijflijke grootte – die van hen een antwoord vragen als leerlingen van Degene die de blinden, lammen en melaatsen genas, die de armen en verworpenen verwelkomde en die de autoriteiten uitdaagde die weinig aandacht hadden voor de menselijke waardigheid of de wil van God… Geloof zet hen aan om te werken aan een meer rechtvaardige sociale orde waarin de voor allen bestemde goederen van deze aarde rechtvaardiger verdeeld, het lijden van de armen verlicht en absolute armoede op een dag geëlimineerd worden. Als volgelingen van Diegene die zij met Kerstmis telkens vieren als de ‘Prins van vrede’ moeten christenen vrede voorstaan, in het bijzonder door te trachten om de oorzaken van oorlog te overwinnen (de voornaamste daarvan zijn: economische onrechtvaardigheid, etnische en religieuze haat, nationalisme en het gebruik van geweld om geschillen en onderdrukking op te lossen).” (paragraaf 112) En het document zegt verder: “Christenen kunnen en zouden moeten samenwerken met de aanhangers van andere godsdiensten alsook met alle personen van goede wil, om zo niet alleen die persoonlijke morele keuzes te promoten die zij als essentieel beschouwen voor de authentieke realisatie van de menselijke persoon, maar ook de sociale goederen van rechtvaardigheid, vrede en de bescherming van het milieu. Christelijke navolging vraagt dus van de gelovigen dat zij ernstig aandacht schenken aan de complexe ethische vragen die hun persoonlijk leven en het publieke domein van het sociaal
Ik ben een minkukel wat betreft videoclips; een zware laatbloeier op Youtube. Ik heb last van wat ik mijn Ikea-syndroom noem; ik doe altijd net iets verkeerd. Het houdt mij klein.
Complete cultuurschok dan ook bij de presentatie van een mevrouw van Clips voor vrijheid (www.clipsvoorvrijheid.nl) op de manifestatie Planet change. Daar
beleid raken, en om hun reflecties in daden te vertalen. Een Kerk die onzichtbaar zou willen zijn, zou niet langer een kerk van leerlingen zijn.” (paragraaf 114) Geweld: een manifestatie van kwaad
In het document dat voortkwam uit het bilaterale gesprekken van warc en R.K.Kerk lezen we onder andere: “De Schrift noemt het kwaad een mysterie. De zonde treft ons als individuen, als samenlevingen, als kosmos. Een van de manifes-
taties van het kwaad is geweld. In de bijbel voert God de mensen geleidelijk weg van het geweld: van de tomeloze wraak van Gn 4, 15,24 via de beperkte wraak van Ex 21, 22-25; Lv 24, 20; Dt 19, 21, naar de gouden regel van Mt 7,12 en Lc 6, 31, en ten slotte naar het hoogste en meest volmaakte niveau, het afzweren van wraak en de liefde tot de vijanden.” (nr.34) “Tegelijk stellen de profeten, wanneer ze Gods soevereiniteit over alle leven bevestigen, herhaaldelijk dat de wijze waarop Israël de armen en kwetsbaren behandelt een toets van trouw aan het Verbond is… Zij die veel hebben, kunnen afgeleid worden van het Koninkrijk Gods. Het trouwe rentmeesterschap van rijkdom, waaronder de billijke verdeling ervan, blijft vandaag de dag een uitdaging, nu een paar landen veel hebben en veel lan-
den weinig.” (nr.39) “Als verzoening wordt gezien vanuit het perspectief van de door Paulus gestichte gemeenschappen, dan vormt rechtvaardigheid op het terrein van etniciteit, economie en man-vrouw-verhouding een belangrijk deel van de ervaring van verlossing. Het breken van de ketenen van het onrecht, het bevorderen van verzoening en vergevende liefde zijn tekenen van de aanwezigheid van het Koninkrijk Gods. De kerk als volk van God openbaart het verborgen reddingsplan van God.
troosteloze armoede, zagen zij het Koninkrijk op de eerste plaats als een katalysator voor historische bevrijding en omvorming van de wereld. Met groeiende duidelijkheid werd gezien dat het Koninkrijk Gods ook tot deze wereld behoort en niet alleen tot de toekomstige; dat er niet alleen een gave is maar ook een opgave die onze menselijke samenwerking vereist.” (paragraaf 181) En de tekst gaat voort: “De gereformeerde traditie ziet de kerk ook in het licht van het Koninkrijk. De opvatting dat het Koninkrijk
De kerk moet worden gezien in het perspectief van Gods plan tot redding, dat zich in principe uitstrekt tot alle mensen en tot de schepping als geheel.’ (nr.46)
op de eerste plaats een katalysator is voor historische bevrijding – een bevrijding die vooral het ideaal is van het zuidelijke deel van de wereldwijde christelijke gemeenschap – vindt op grote schaal erkenning in de ruimere gereformeerde familie. Er is een sterk bewustzijn dat het Koninkrijk Gods een levende realiteit is, die onze kerkelijke structuren en onze theologische interpretaties overstijgt.” (Paragraaf 182) En tenslotte: “Juist de verdeeldheid onder christelijke gemeenschappen kan een extra element zijn dat de samenleving verdeelt.” Om te besluiten met de constatering: “Deze dialoog is bedoeld om bij te dragen tot de vernieuwing van onze beide gemeenschappen, door te wijzen op het Koninkrijk Gods als ‘principe van handeling’.” (Paragraaf 187)
Katalysator voor historische bevrijding
bijzonder is, dat in dit document feitelijk de theologie van de bevrijding wordt erkend en een plaats krijgt. In het hoofdstuk ‘Het Koninkrijk van God als uitgangspunt van handeling’ heet het: “In de Katholieke Kerk is de verhouding tussen Kerk en Koninkrijk opnieuw bekeken door het Tweede Vaticaans Concilie. Als principe voor zowel individuele als gemeenschappelijke actie werd het thema van het Koninkrijk na het Concilie het stevigst opgepakt door christelijke gemeenschappen en theologen in Latijns-Amerika, Azië en Afrika. Vanwege hun ervaring met onderdrukking en
Clips voor vrijheid hebben ze een programmaatje ontwikkeld waar je online heel vlot zelf clips kunt maken en publiceren. Ze oefenen die activiteit bijvoorbeeld uit op de Bevrijdingsfestivals overal in den lande. En geven er workshops over. Net als games een typisch product van
de jongerenwereld. Jongeren gebruiken het als middel om hun mening of gevoel over van alles en nog wat weer te geven. Onbeschroomd open; want zo’n middel is het wel. In de onderstroom speelt wel degelijk hun betrokkenheid. Ik zie het wel voor me: een maatjespro-
ject waar jongeren aan senioren leren hoe je zo’n clip maakt rond thema’s uit onze sector: de cultuur van vrede en geweldloosheid. Het is zeker iets om met onze partners van Islam en Dialoog te ontwikkelen, denk ik. Kerk en Vrede heeft alleen een paar mensen nodig die zoiets trekken. Senioren hebben we toch genoeg in onze gelederen! (JAB)
september 2009
‘VREDE onder ogen’
Expositie non verbaal 12 sept.-10 okt. 2009
21 september 2009 – Utrecht People building Peace en Vrede van Utrecht organiseren een dagprogramma ‘Vrede maken als je ruzie hebt’, met ‘s ochtends workshops op verschil-
En alle angst voorbij
TAAL, MEDIA, RELIGIE EN PROPAGANDA
Oorlog verkopen
De Oranjekerk in Amsterdam.
relatie met het thema ‘vrede onder ogen’. De kunstcommissie van de Oranjekerk is verantwoordelijk voor de uiteindelijke keuze van (de hoeveelheid) wer-
Agenda 9-13 september 2009 – Rotterdam Ramadantent met elke avond een programma met een ander thema, zoals ‘jongeren in dialoog’, ‘religie en participatie’, ‘New York en Mekka in dialoog’, ‘Charitas en liefdadigheid’ en ‘Spiritualiteit’. Website: www.islamendialoog.nl.
NIEUWE BUNDEL MET 25 VREDESLIEDEREN
Op 5 september jl. heeft Kerk en Vrede-voorzitter Wies Houweling het eerste exemplaar van een nieuwe vredesliederenbundel aangeboden aan ds. Pieter Endedijk, projectleider van het Nieuwe Liedboek voor de Kerken. Ter gelegenheid van het 85-jarig bestaan van Kerk en Vrede heeft Jan Marten de Vries een bundel samengesteld met 25 vredesliederen. De vorige bundel vredesen demonstratieliederen van Nelly Koetsier dateerde al weer uit 1983. De nieuwe bundel is een praktische verzameling. Niet alleen liederen uit eigen land, maar ook van (ver) daarbuiten. Met uiteenlopende muzikale zettingen, stijlen en gebruikssuggesties. Kortom: een boek om uit te zingen en te spelen. Voor binnen de kerk en daarbuiten. De liedbundel kan voor € 9,75 bij Kerk en Vrede besteld worden.
De Oranjekerk, gelegen midden in de Pijp in Amsterdam, organiseert voor de tweede keer de Expositie non verbaal, dit keer met als thema ‘vrede onder ogen’. Met dit thema sluit zij aan bij het jubileummotto ‘onder ogen’ van Kerk en Vrede, dat gedurende het hele jaar haar 85-jarig bestaan viert met vele verschillende activiteiten in diverse steden. De naam ‘non verbaal’ ‘ heeft betrekking op degenen die worden uitgenodigd om iets in te sturen rond het thema, namelijk theologen, die meestal verbale kunstenaars zijn maar zich ook ongekend creatief non-verbaal kunnen profileren. Waren in 2008 nog uitsluitend protestantse theologen opgeroepen hun kunst te exposeren, met de aansluiting bij het jubilerende Kerk en Vrede gaan we voor oecumenisch, ja interreligieus. Iedere theoloog, geestelijk verzorger, imam of kerkelijk werker die méér dan verbaal iets in zijn of haar mars heeft, is welkom werk in te sturen rond het thema ‘vrede onder ogen’. Opgave voor deelname kan digitaal via
[email protected] liefst met directe bijvoeging van CV en (later) van foto en maten van het kunstwerk, met daarbij uitleg van de
pagina Vredesspiraal
VREDEsBERICHTEN
lende roc’s en vmbo-scholen in Utrecht, ‘s middags en ‘s avonds een uitgebreid programma op en rond het Domplein over vredeseducatie, kunst tegen oorlog en The Utrecht Principles. ‘s Avonds vorming van een levend vredesteken op het Domplein. Website: www.day4peace.nl. 21 september 2009 – Den Haag Onder het motto ‘Regel de Wereldvrede’ zullen in alle provincies twaalf scholen zich gaan verdiepen in een conflict dat zich momenteel ergens op de wereld afspeelt. De resultaten
Zes Nederlandse banken investeren in bedrijven die zich bezighouden met de productie en verhandeling van controversiële wapens. Het zijn ING, AEGON, SNS Regio Bank, Rabobank en Robeco. Zes andere banken investeren helemaal; niet in wapenbedrijven: ABN Amro, ASN, DSB, Fortis, Friesland Bank en Triodos. Dat blijkt uit het rapport ‘Banken en Wapens’ van de ‘Eerlijke Bankwijzer’, waarin
ken die geëxposeerd zullen worden. Er wordt onderzocht of (delen van) de tentoonstelling na oktober ook elders kunnen worden tentoongesteld. daarvan zullen ‘s middags vanaf 16.00 uur op het Plein in Den Haag gepresenteerd en door een panel becommentarieerd worden. Aansluitend start het cultureel programma ‘Hague in Peace’. Organisatie: ‘unoy Young Peacebuilders’ en ‘Euro’s voor Vrede’. Website: www.hip-day.com. 21 september 2009 – Amsterdam Nacht van de Vrede 2009 in Odeon, een eeuwenoud Amsterdams grachtenpand, midden in de culturele driehoek van het Leidseplein, Rembrandtplein en het Spui. Het programma duurt van 19.30 tot 02.00 uur. Entree: 10 euro per persoon. Organisatie: IKV Pax Christi. Website: www. nachtvandevrede.nl. 22 september 2009 – Hengelo Debat ‘Europese Energieconflic-
Ook aanhangers van de vredesbeweging blijken soms gevoelig voor de argumenten waarmee de inzet van geweldsmiddelen wordt verdedigd. Achteraf moeten ze dan vaststellen toch weer gezwicht te zijn voor beeldvorming en propaganda. Over de vraag hoe die ‘overredingsprocessen’ werken en hoe we ons daar weerbaar tegen kunnen maken, schreef de Theologische Werkgroep van Kerk en Vrede een boek. Het zal op de jubileumbijeenkomst van 3 oktober gepresenteerd worden, maar kan nu al voor € 13,50 bij Kerk en Vrede besteld worden.
ten’ met Peter Polder (Peakoil) en Kees Nieuwerth (o.a. Kerk en Vrede). Vanaf 19.30 uur in het Huis voor Europa, Burg.Jansenplein 2, Hengelo. Website: www. huisvooreuropatwente.nl. 27 september 2009 – Rotterdam ‘Seeds of Change’-festival, 13.0020.00 uur in de Laurenskerk met o.a. Jan Pronk, wethouder Rik Grashoff, jongerenburgemeester Andrea Moreira Santos, Tweede Kamerlid Chantal Gill’ard, filosoof Henk Oosterling en de jongeren van ‘Your Identity/Your World’. Organisatie: Huis van Erasmus en IKV Pax Christi. Website: www.ikvpaxchristi.nl 27 september 2009 – Amsterdam Vredessymposium ‘Nederland in Oorlog…?’ georganiseerd door
H3H (R.K. Krijtberg, de Oude Lutherse Kerk en de Doopsgezinde gemeente in Amsterdam). Tijd: 14.30-17.00 uur; plaats: de Doopsgezinde Singelkerk. Met o.a. Doede Nauta jr., Laurens Hogebrink en aalmoezenier Casimir Struijk. Opgave vóór 21 september bij Geerard Verheule, e-mail:
[email protected] of telefoon: 020-6234588. 31 oktober 2009 – Utrecht De Basisbeweging Nederland viert haar 30-jarig bestaan, vanaf 10.30 uur in de Pniëlkerk, Lessinglaan 33, Utrecht. Met medewerking van Nico Roozen over Duurzaamheid. ’s Middags (vanaf 14.00 uur) workshops o.a. met Oikos. Aanmelden tot 1 oktober via ceesvandersteen@ gmail.com of telefoon 0251-253866.
Nederlandse banken in wapens Oxfam Novib, Amnesty International, FNV en Milieudefensie samenwerken. Zij hebben het onderzoek laten uitvoren door het bureau Profundo. Het ging met name om foute wapens zoals clusterbommen, en om bedrijven die leveren aan foute regimes. De banken hebben weliswaar hun investeringsregels aangescherpt, maar han-
teren die regels niet voor de door hen beheerde beleggingsfondsen. Maar sommige banken trekken zich niets van deze regels aan en investeren zelfs hun eigen geld in wapenbedrijven. ING is de enige van de twaalf onderzochte banken die in zowel wapenfabricerende als wapenverhandelende bedrijven met eigen geld investeert.
De verschillende banken onthielden zich van reacties op het rapport omdat ze dit eerst nader wilden bestuderen. Kamerlid Krista van Velzen sprak van een “walgelijke” toestand en zei er bij minister Bos van Financiën op te zullen aandringen dat er een verbod komt op investeringen in wapenbedrijven.
pagina 10 Vredesspiraal September 1: Het Algemeen Handelsblad constateert dat het ‘staakt het vuren’ van augustus effectief wordt. Er zijn minder incidenten, er opereren minder bendes. Maar ook: de Nederlandse troepen lijken veelal omsingeld door opnieuw gegroepeerde ‘opstandelingen’. 5: Minister Van Maarseveen (Overzeese Gebiedsdelen) zegt: “De definitieve staatsregeling zal een interne Indonesische zaak zijn… maar we zullen nagaan of de overdracht geschiedt in handen van een staat die federalistisch en democratisch is en die het karakter van een rechtsstaat heeft.” 18: Johan Ariks, politiek vertegenwoordiger van Nieuw-Guinea, verklaart dat “Irian met het koninkrijk der Nederlanden verbonden wenst te blijven, althans onder geen voorwaarde deel wenst uit te maken van de te creëren Republik Indonesia Serikat”. 20: Koningin Juliana in de troonrede: “Smartelijk zijn in het bijzonder de verliezen aan mensenlevens. Met dankbaarheid en eerbied denk ik aan hen, die vielen als slachtoffer van hun plichtsvervulling.” 20: De Verenigde Naties zien Indonesië als een goed voorbeeld van pogingen tot een vrijwillige samenwerking in vrijheid. 27: De twee grootste partijen in de Republiek hebben kritiek op de resultaten van de besprekingen over de soevereiniteitsoverdracht. Men is het niet eens met de onderhandelaars voor Indonesië. 28: De troepenterugtrekking is voorzien voor 1950. Een sterk gereduceerd aantal zal nog worden uitgezonden. 0ktober 5: Stand van zaken in de onderhandelingen: Onhelderheid of het Koninklijk Nederlands-Indische Leger (knil) kan opgaan in Indonesische leger. Onenigheid over de schuldenlast. Nederland eist betaling van 1,5 miljard gulden (in rente en aflossingsafspraken), Indonesië eist 2,2 miljard van Nederland, dus netto 1,7 miljard aan schuldaflossing. Indonesië weigert op te komen voor de militaire kosten van Nederland. 10: De Partei Kommunis Indonesia verklaart dat er geen buitenlandse troepen in Indonesië kunnen blijven, dat er geen bases aan buitenlandse machten gegeven zullen worden, dat vitale bedrijven door de staat gecontroleerd moeten worden.
VREDEskroniek
september 2009
Indonesiëkroniek september - december 1949
13: de Indonesische delegatie stelt voor om een neutrale commissie te laten bepalen hoe de schuldenvraag uitvalt, waarbij beide partijen zich vooraf binden aan de uitspraak. 14: Nederlandse troepen ontruimen op Java de in december 1948 bezette gebieden, en concentreren zich te Djokja. 16: De Sultan van Djokja noemt de situatie op Oost-Java explosief. 20: Er volgen diverse besprekingen en voorstellen allerzijds om de onrust niet te vergroten. 25: Zowel Nederland als de Republiek uiten bezorgdheid over toename aan invloed van communistische partijen. 25: Nederland begint met een dagelijkse betaling van 669.000 gulden voor de republikeinse strijdkrachten, ter voorkoming dat ze als guerrillastrijders het land afstropen. De Republikeinen zullen tegelijk tot gedeeltelijke mobilisatie overgaan. Tevens zullen de commandanten van beide zijden gaan samenwerken. November 2: Slotzitting van de Ronde Tafel Conferentie in Den Haag. Uiterlijk 30 december 1949 zal Neder-
Colofon
Vredesspiraal is het kwartaalblad van de Vereniging Kerk en Vrede. Redactie Jan Anne Bos, Héleen Broekema, Lambert van Gelder (eindred.), Leen van den Herik, Yosé Höhne-Sparborth, Jan Schaake. Aan dit nummer werkten verder mee: Piet den Blanken, Dick Boer, Jean Cal-
land in een plechtige bijeenkomst te Amsterdam de soevereiniteit over Indonesië (Nieuw-Guinea uitgezonderd) overdragen aan de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië. Het ontwerp Uniestatuut voorziet in samenwerking als twee soevereine staten, met de koningin aan het hoofd, aangaande externe betrekkingen, defensie, financiëel-economische zaken, cultuur. Er zal een Hof van Arbitrage zijn voor geschillen. Indonesië neemt door Nederland aangegane schulden over. 5: Gemengde reacties. De bevolking van Minahassa, de Molukken en Timor staat op zelfbeschikking en weigert lijdend voorwerp van ‘overdracht’ te worden. In de Nederlands pers veel treurnis en scepsis. De Indonesische pers is terughoudend blij. De Verenigde Naties applaudisseren: ze zien er een bewijs in dat samenwerking in de Verenigde Naties tot goede resultaten leidt. Internationale reacties overwegend positief, al voorziet men nog grote problemen voor de jonge Republiek. 9: Onder Nederlandse soldaten in Indonesië heerst volgens kolonel Somer een zeer gedrukte stemming. 15: De Islamitische Eenheids Par-
vijn, Marijke Egelie, Christ Klep, Ari van Santvoort, Janneke Stegeman, Abe Thijs, Desmond Tutu, Paul van Wouwe, Zoughbi Zoughbi. Kerk en Vrede Kerk en Vrede is een landelijke vereniging van mensen die binnen en buiten de kerken actief zijn voor ontwapening en geweldloosheid. Het alom heersende geloof in geweld – ook binnen de kerken nog niet overwonnen – moet weerlegd en ontzenuwd worden. Elke poging tot (christelijke) rechtvaardiging van militair geweld en van voorbe-
tij meent dat veel veranderd moet worden aan de volksvertegenwoordiging om tot iets goeds te komen. De Nationale en de Katholieke partij accepteren de resultaten. Aziatische communisten zien het resultaat als een dictaat van de Verenigde Staten ter bestrijding van het communisme in Zuidoost Azië. 24: In de eerste volksvertegenwoordiging zullen honderd zetels ter beschikking staan van de gebieden buiten het politiek centrum rond Djakarta. Men streeft naar verkiezingen vóór 15 december. December 1: Overleg tussen Sukarno en Nederlandse ministers te Djokja leidt tot de afspraak dat de overdracht zal plaatsvinden op 27 december. De Nederlandse troepen zullen in de kazernes blijven. Onmiddellijk na de overdracht zal in het gebied van Batavia een militair bestuur worden ingesteld. 2: Beslissing over het knil: het Europees personeel zal in Nederland integreren, al zal dat lastig zijn, het Indonesisch personeel zal in Indonesië blijven. Als dat onmogelijk is gaan de betrokkenen voor hun dienstvervulling naar
reiding daartoe verhindert de dienst der verzoening waartoe kerken en christenen geroepen zijn. Abonnement Als u het werk van Kerk en Vrede onderschrijft en wilt steunen, meld u dan aan als lid of donateur. Leden betalen tenminste € 40,-- per jaar, inclusief een abonnement op Vredesspiraal en een aantal keren per jaar een ledenbrief. Een abonnement zonder lidmaatschap kost € 15,-- per jaar. Postbankrekening: 435382.
Nieuw-Guinea, de Antillen of in het uiterste geval naar Nederland. Repatriëring van de Nederlandse troepen zal niet binnen zes maanden lukken. 3: De Verenigde Staten zijn zeer ontevreden over de besteding van de Marshallhulp door Indonesië: 80 procent gaat naar rijst en textiel. De hulp is echter uitsluitend bedoeld ter besteding in de dollar-area en zeker niet om schulden af te betalen. 6: Tweede Kamer reageert op de resultaten van de Ronde Tafel Conferentie. De Anti Revolutionaire Partij (arp) is tegen, de kvp ziet geen alternatief. De Christen Historische Unie (chu) vindt het treurig en vreest voor een reëel zelfbeschikkingsrecht van de diverse minderheden. De PvdA noemt het acceptabel en ziet het economische verlies voor Nederland als delging van een ereschuld. De vvd betwijfelt de rechtmatigheid van de Indonesische vertegenwoordiging en wenst toezicht van de Verenigde Naties op het zelfbeschikkingsrecht van de minderheden. 13: Voorlopig Republikeins Parlement ratificeert de Ronde Tafelovereenkomst met 226 stemmen vóór, 62 tegen en 31 onthoudingen. 14: Ondertekening van de voorlopige grondwet in het ‘Oud-Indische huis’ te Batavia. 14: Rede Sukarno: gestreefd moet worden naar “een vriendschappelijke verhouding tussen de Nederlanders en de Indonesiërs in een onafhankelijk Indonesië… De Republik Indonesia Serikat is een rechtsstaat. Sociale rechtvaardigheid en menselijkheid zijn de beginselen van de grondwet en laten geen onderscheid naar ras en huidskleur toe.” 23:De kerstrede van koningin Juliana is geheel gewijd aan de komende onafhankelijkheid van Indonesië. Ze memoreert “dat er verleden jaar oorlog was”. 27: Soevereiniteitsoverdracht. Juliana: “Wij zijn nu naast elkaar gaan staan, hoezeer ook geschonden en gescheurd en vol van de littekens van wrok en spijt.” Met deze bijdrage besluiten wij de reeks ‘Indonesiëkroniek’, die werd samengesteld door Yosé HöhneSparborth (Redactie)
Adressen Postadres van Kerk en Vrede en Vredesspiraal Postbus 1528, 3500 BM Utrecht. Bezoekadres: Obrechtstraat 43, Utrecht Telefoon 030-2316666; fax: 030-2714759 E-mail:
[email protected] en:
[email protected] website: www.kerkenvrede.nl Layout en druk Narratio, Gorinchem, www.narratio.nl ISSN-nr. 1574-2725
september 2009
pagina 11 Vredesspiraal
VREDEsreligies (3)
Menselijke veiligheid erkent de waardigheid van alle mensen en heeft daar eerbied voor; bouwt bruggen en geen muren. Menselijke veiligheid is de verwezenlijking van het gemeenschappelijk welzijn.
Godsdienst en menselijke veiligheid investering in menselijke veiligheid en het gemeenschappelijk welzijn voor het volk. Dat schept onveiligheid in de hele streek.
Voor het internationale nummer van Vredesspiraal van vorig jaar hadden we gevraagd aan Zoughbi Zoughbi, directeur van het Wi’am Vredescentrum in Betlehem, om een artikel te schrijven over godsdienst en veiligheid. Het artikel dat hij instuurde was interessant, maar veel te lang. Daarom publiceren wij het nu in deze jaargang van Vredesspiraal als (vierdelig) feuilleton. In deel 1 werd de toon gezet: de heelheid van de schepping getuigt tegen ‘bloody conflicts’. Deel 2 behandelde de cultuur van acceptatie. In dit nummer deel 3: de blik op menselijke veiligheid. Deel 4 zal afsluiten met een beschouwing over de veiligheid van staten. De vertaling is van Goos Blok en het geheel is door de ons nog bewerkt.. – Redactie Zoughbi Zoughbi Religie is ook een bron van menselijke veiligheid. Het hele idee van religie is: armen beschermen, zwakken verdedigen, spreken voor degenen die niet kunnen spreken, de wonden van het volk genezen, enz. Bescherming bieden op alle niveaus: lichamelijk, psychisch, sociaal, moreel, religieus. Religie beschermt de behoeften van het volk. Christus gaf het volk behalve geestelijk voedsel ook brood en vis. Door hen lichamelijk te voeden groeide hun spiritualiteit in hun hart en gedachten. Niet alleen voedde Christus hen, hij praatte tegen hen, hij luisterde naar hen en gaf hun een andere vorm van bescherming om in waardigheid te leven.
Menselijke veiligheid brengt anderen niet in gevaar. Deze vorm van veiligheid die Jezus omstraalde en die hij zelf ook uitstraalde, kent ook de zelfopoffering. Dit in tegenstelling tot de veiligheid die de staat geeft. Die leidt naar knechting van anderen, naar het doden van anderen en het gebruik van alle chemische en biologische wapens ter wille van de staatsveiligheid. Wanneer we praten over menselijke veiligheid, dan is dat in de zin van de Maslow Pyramide. Die richt zich op de fundamentele menselijke behoeften aan eten en drinken, aan veiligheid, bezit enzovoort. Menselijke veiligheid breng ik onder in vier bij elkaar horende categorieën van rechten: de politieke en burgerrechten, de economische en sociale rechten, de rechten voor zelfbeschikking en de rechten om in een veilige omgeving te leven zonder chemische of biologische wapens en wapens van massavernietiging. Dit is menselijke veiligheid.
Scheidingsmuur
Menselijke veiligheid eerbiedigt de soevereiniteit van anderen, maar brengt tegelijkertijd met zich mee dat de mensen worden gevoed en beschermd op lichamelijk, sociaal, emotioneel, politiek en geestelijk vlak. Menselijke
erger zowel voor de eigen mensen als voor de buren.
veiligheid is de verwezenlijking van het gemeenschappelijk welzijn. Menselijke veiligheid vereist de uitvoering van internationale wetten en van de vierde Geneefse Conventie en al zijn protocollen die het hele menselijke geslacht zonder discriminatie eerbiedigen.
procent daarvan gaat naar het bouwen van scheidingsmuren.
Schuttingen
Menselijke veiligheid erkent de waardigheid van alle mensen en heeft daar eerbied voor; bouwt bruggen en geen muren. Goede buren maken goede schuttingen en niet andersom. Toch geven we nog steeds meer geld uit aan wat politici als veiligheid definiëren. Dat maakt de situatie alleen maar
Een voorbeeld. Israël geeft 9,1 procent van zijn Bruto Nationaal Product uit aan militaire zaken (meer dan 9 miljard dollar), 40
Als men één vierde daarvan zou uitgeven aan de menselijke veiligheid, aan de levensstandaard van de Israëli’s, de Arabieren niet noodzakelijkerwijs meegeteld, zou dat veel beter zijn. Dan zullen de Israëli’s zich minder bedreigd voelen en zij zullen in staat zijn om voor eigen veiligheid relaties met anderen aan te gaan en uit te breiden. De Verenigde Staten volgen een dergelijk patroon en kijk naar Arabische regimes als Saudi Arabië dat 31 miljard aan militaire zaken uitgeeft. Dat staat in grove wanverhouding tot de
Is het joodse volk nu veiliger dan in 1948? Zijn zij veilig met de bouw van de scheidingsmuur? Antwoord van een Israëlische jood: “Nee. Israël is nu de onveiligste plaats voor joden om te zijn.” En zijn de Arabische regimes veilig? Ervaren de Arabische mensen menselijke veiligheid? Het armoedepercentage stijgt. Sommigen zeggen dat 22 tot 30 procent van de mensen in de Arabische wereld moet rondkomen van minder dan twee dollar per dag. Het aantal mensen die niet kunnen lezen of schrijven is wel 40 procent, de democratie is verloren. Overal zie je partijstrijd opkomen en verdeeldheid binnen de staten zelf. Neem Irak: Soennieten, Sjiieten, christenen, orthodoxen, katholieken, Koerden en Druzen.
Of het geweld nu door onpartijdigen wordt uitgevoerd of door hen die onderdrukt worden – wat wij soms als gerechtvaardigd beschouwen – het zal niet helpen de menselijke veiligheid te waarborgen. Kijk naar Latijns-Amerika met al zijn revoluties. Het heeft de volkeren en staten niet verbeterd. Regeringen in LatijnsAmerika vervolgen mensen op verschillende plaatsen. Diplomatie
Het staatsmonopolie op geweld zal ook niet helpen. We herinneren ons Martin Luther King: toentertijd gebruikte de staat geweld tegen hem en doodde hem. Dat had de burgerrechtenbeweging tot gevolg en dit schiep, hoewel niet dadelijk, een betere wereld voor de Amerikanen. Het door de staat gebruikte geweld, bedoeld om de burgerrechtenbeweging te onderdrukken, bracht geen grotere veiligheid.
Ik denk niet dat de een of andere vorm van geweld op den duur de
Diplomatie behoort eens en voor al de gewelddadige twist te vervangen, die naar escalatie van conflicten op alle niveaus leidt.
mensen veiligheid zal brengen. We moeten de geweldsproblematiek holistisch benaderen. Je hebt om te beginnen oproerig geweld (terrorisme), van individuele oproerlingen of een kleine groep. Er is ook staatsgeweld, of geweld dat door de staat gesteund wordt, vaak in de vorm van paramilitaire groepen. En dan is er ook nog het milieu dat geweld aangedaan wordt. Die vormen van geweld terwille van de veiligheid zullen contra productief zijn; je houdt er alleen onveilige staten aan over, waar mensenrechten en vrijheden afbrokkelen, waar menselijke veiligheid bedreigd wordt.
Wat gebeurt er in Irak, in de oorlog die vrijheid moest brengen, democratie en veiligheid? Hoeveel jonge Amerikanen zijn er gesneuveld? Meer dan 4000. Hoeveel Irakezen zijn er gedood? Sommigen schatten meer dan 100.000. Hoeveel Irakezen werden er vluchteling? Miljoenen. Maar we hebben het wel over een oase van culturen en beschaving van duizenden jaren. De volgelingen van Johannes de Doper wonen nog steeds in Irak, hoewel ze aan zelfmoordaanvallen worden blootgesteld. Er is trouwens geen enkele groep in Irak die niet door deze oorlog werd beroerd.
pagina 12 Vredesspiraal
VREDEsallerlei
september 2009
NIEUWE VREDESVLAGGEN SPECIAAL VOOR NEDERLAND
Vlag met ‘VREDE’
Vijf jaar lang heeft Kerk en Vrede de bekende uit Italië afkomstige grote (1 bij 1,5 m) regenboogkleurige PACEvredesvlag verkocht. Enkele duizenden exemplaren ervan zijn via Kerk en Vrede in Nederland verspreid onder vredesactivisten, kerken, moskeeën, scholen en zelfs gemeentehuizen. Omdat het, mede door de sterk groeiende belangstelling in Nederland, steeds lastiger bleek om tijdig voldoende PACE-vlaggen in te kopen, is Kerk en Vrede er per 1 september 2009 toe overgegaan om de vlaggen in eigen beheer te produceren en daarbij ook meteen over te schakelen op vlaggen met het woord VREDE in plaats van het Italiaanse ‘PACE’. Het formaat blijft hetzelfde, 1 bij 1,5 m, en de verkoopprijs blijft vooralsnog € 10,-. Met het gebruik van VREDE in plaats van PACE sluiten we aan bij de lijn die in september 2008 in gang is gezet toen we op speciaal verzoek van instellingen als kerken, gemeentehuizen en scholen er al toe waren overgegaan om in eigen beheer een grotere vlag van 2 bij 3 m te produceren met VREDE i.p.v. PACE. Deze vlaggen zijn nog steeds beschikbaar voor de prijs van € 50 per stuk. Bovendien hebben we (kleine) buttons vervaardigd met een doorsnee van 2,5 cm waarop de regenboogkleurige vlag met daarop het woord VREDE is afgebeeld. Deze kosten € 1,50 per stuk, € 10,- voor een setje van 10 en € 50,- voor een setje van 100. En tot slot hebben we ook nog steeds tafelkaarsen (6 cm doorsnee en 12 cm hoog) met een afbeelding van de VREDE-vlag erop voor € 6,-.
BON voor VREDE ❑ Noteer mij voor 15 als abonnee op het kwartaalblad Vredesspiraal. Daarmee ondersteun ik ook het werk van Kerk en Vrede. Ik wacht met betalen op de acceptgiro. ❑ Noteer mij als lid van Kerk en Vrede voor 40 per jaar. Ik ontvang dan de Vredesspiraal en de ledenbrief van Kerk en Vrede. Ik wacht met betalen op de acceptgiro. Stuur mij (bij mijn bestelling ontvang ik een acceptgiro):
q de vredesliederenbundel “En alle angst voorbij” à € 9,75 q het boek “Oorlog verkopen” à € 13,50 q een normale VREDE-vlag van 100×150 cm à € 10 q een grote VREDE-vlag van 200×300 cm à € 50 q een VREDE-kaars 6×12 cm à € 6 q een VREDE-button à € 1,50 q een setje van 10 VREDE-buttons à € 10 q een setje van 100 VREDE-buttons à € 50 naam: - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - adres: - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Postcode en plaats: - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - Na aankruisen en invullen deze bon opsturen naar: Kerk en Vrede, Antwoordnummer 4448, 3500 VB Utrecht (een postzegel mag, maar hoeft niet)
Regenboog als vredessymbool Bij het Conciliair Proces, bij Kerk en Vrede en ook in de joodse traditie wordt de regenboog als vredessymbool gebruikt. Waar komt die inspiratie vandaan? Het meest bekende vredessymbool is de duif. De duif herinnert aan het verhaal van Noach en de grote vloed in Genesis (9,11). De duif met een olijftak in de snavel als teken dat de bomen weer onder het water vandaan kwamen. In de christelijke traditie is de duif een verwijzing naar de Geest, die Jezus ontving bij zijn doop in de Jordaan. (Mat.3,16; Mc 1,10). Toen de aarde weer was drooggevallen, sloot God een verbond met Noach, zijn zonen en de toekomstige mensheid. Daarbij plaatste God, als eeuwig teken tussen hem en de aarde, zijn boog in de wolken. (Gen.9,13). De tekst spreekt niet over een regenboog, maar over een boog, een strijdwapen. Rambam, een middeleeuwse joodse verklaarder, wijst erop dat het van oudsher bij volken
Transformatie Inmiddels bekijk ik Jeruzalem weer in Nederlands perspectief. Het ziet er niet plots hoopvoller uit vanaf hier. Maar deze week was ik getuige van een bijzondere ontmoeting. Ik zat in Alkmaar zeer Hollands aan het water, met twee ijs etende heren: Pieter, een Zuid-Afrikaanse pastor die zich heeft ingezet in de strijd tegen Apartheid en Zoughbi, een Palestijn die zich inzet voor conflict resolution. Het zijn twee charismatische en zorgvuldig formulerende mannen. Ze hebben het over hoe het apartheidsregime in Zuid-Afrika viel, over hoe de Palestijnen dagelijks met apartheid te maken hebben, en voor welke problemen beide maatschappijen nu staan.
dat God de aarde niet nogmaals zal verdelgen. God heeft geen strijdwapen nodig. Hij hangt zijn boog in de lucht, als een gebroken geweertje. Een stimulans voor mensen om de aarde niet te verdelgen en vreedzaam met elkaar om te gaan. (HB)
gebruik was om als teken van vrede de snaar van de boog naar de ander toe te wenden. Zo keert ook God zijn boog met de gebogen einden naar ons toe, als teken dat er uit de hemel niet meer naar de aarde zal worden ‘geschoten’, d.w.z.
Opening van de tentoonstelling op 12 september, 17-19 uur; sluiting op 10 oktober met uitreiking van de Publieksprijs en de Kerk en Vrede-prijs, van 17-19 uur. Plaats: Oranjekerk Amsterdam, ingang 2e v.d. Helststraat/hoek Ceintuurbaan. Geopend op maandag, woensdag en vrijdagmiddag van 15.00-16.30 uur en op zondag van 11.0012.30 uur. Samenwerking van Oranjekerk en Kerk en Vrede in verband met 85-jarig jubileum van Kerk en Vrede. Voor verdere info: www.oranjekerk.org en www.kerkenvrede.nl.
column
“Jullie hebben het moeilijker dan wij het ooit gehad hebben”, zegt de Zuid-Afrikaan,”al was het maar omdat de blanken bij ons in de minderheid waren; ze konden zich niet alles permitteren.” “Wat kunnen we van jullie leren?” vraagt de Palestijn. “Zoek de zwakke plekken in het systeem van onderdrukking. En maak onderscheid tussen het systeem dat ziek is en de mens die daarin functioneert. Beschouw mensen nooit als verloren.” Zoughbi is het daarmee eens; dat is precies wat hij probeert in zijn werk. “Er is altijd de mogelijkheid van transformatie.” Janneke Stegeman