Lelijk eendje of witte zwaan? de LEGObuurt, een markante buurt die aandacht verdient Blik op Puttenstein vanaf de Assumburg - jaren ‘70
Onderhoud en beheer van de woningen en woonomgeving in de LEGObuurt in Dordrecht
Een woonstraat op de 1ste verdieping van een VvE - 2006 Rapportage van bewonersenquête LEGOwoningen Sterrenburg III - Jack van Maris - De Twern Bewonersondersteuning Dordrecht - december 2011
2
Inhoud 1. Inleiding 2. Conclusies en aanbevelingen Woningen Woonomgeving 3. Achtergrond en typering van de LEGOwoningen 4. De woningen Waardering woningen Woningonderhoud Verwachte werkzaamheden Zelf plannen maken en uitvoeren Onderlinge samenwerking Ideeën en voorstellen 5. De woonomgeving Waardering buurt Kwaliteiten Zwakke punten en ergernissen Ideeën en voorstellen 6. Betrokkenheid en inzet van bewoners zelf
3
1. Inleiding Beleid van de gemeente De bewonersenquête onder de bewoners van de LEGOwoningen, waarvan dit de rapportage is, maakt deel uit van een project rondom het particuliere woningbezit in de Dordtse wijk Sterrenburg. Dit project heeft uiteindelijk als doel om de betrokkenheid, gezamenlijke verantwoordelijkheid en actieve inzet te versterken van de eigenaar-bewoners in Sterrenburg bij het onderhoud en beheer van hun woning en de directe woonomgeving. Hiermee wordt invulling gegeven aan speerpunt 1 van de Wijkvisie voor Sterrenburg 2009 - 2020: „Optimaliseren van het dagelijks beheer van de wijk”. De gemeente wil namelijk voorkomen dat zich nu of in de nabije toekomst ernstige problemen of achterstanden ontwikkelen bij het beheer van de particuliere woningen in Sterrenburg, die verreweg de meerderheid vormen van de woningen in deze wijk, of in de directe woonomgeving van die woningen. Deze intentie is verwoord in de „Wijkvisie voor Sterrenburg 2009 - 2020‟. In plaats van af te wachten tot ergens verpaupering intreedt is het wenselijk om negatieve ontwikkelingen of bedreigingen tijdig te signaleren en vroegtijdig maatregelen te nemen. Vroegtijdig („preventief‟) bijsturen is uiteindelijk veel minder ingrijpend en veel goedkoper dan („curatief‟) schade te herstellen. Omdat er in veel particuliere buurten onder de bewoners geen enkele vorm van organisatie bestaat, kan de gemeente in eerste instantie het initiatief nemen om de situatie in beeld te brengen, contacten te leggen en belanghebbenden samen te brengen. Vervolgens zal zij zich vooral moeten beperken tot het leveren van een aantal doeltreffende faciliteiten die eigenaren zo goed mogelijk in staat stellen om zelf hun eigen rol en verantwoordelijkheid daadwerkelijk invulling te geven. Onderzoek Sterrenburg staat algemeen bekend als een fijne, ruime, groene en geliefde wijk, maar er bestaan ook aanwijzingen dat sommige delen in populariteit teruglopen of extra aandacht nodig hebben. Over de signalen, zorgen en wensen van de eigenaren en bewoners in de particuliere gebieden van Sterrenburg is betrekkelijk weinig bekend. De aandacht richt zich vaker op de gebieden die in beheer zijn bij woningcorporaties, waarover veel meer informatie voorhanden is, en waar vaak meer contact is met bewoners en bewonerscommissies. In de wijkdelen met particuliere woningen bestaan praktisch geen structurele ingangen en verloopt alles uitsluitend op incidentele en individuele basis, bijvoorbeeld doordat bewoners klachten doorgeven via de Wijklijn. Belangengroepen van bewoners bestaan hier niet. Middels onderzoek is nu geprobeerd om meer informatie te verzamelen over wat er leeft onder de bewoners in de particuliere gebieden. Allereerst is in opdracht van de gemeente Dordrecht door De Twern Bewonersondersteuning een globale verkenning gedaan van het gehele particuliere woningbezit in Sterrenburg. Daarvan is in februari 2011 de rapportage verschenen: “Bewonersbetrokkenheid en -beheer in het particulier woningbezit in Sterrenburg - rapportage van een globale verkenning”. Als vervolg daarop is in overleg met de gemeente ervoor gekozen om als pilotproject een nader onderzoek uit te voeren in het deelgebied van Sterrenburg III met de zogenaamde LEGOwoningen. Dit onderzoek is uitgevoerd in de vorm van een bewonersenquête via internet. Bovendien is er informatie in verwerkt uit gesprekken die eerder al zijn gevoerd met 5 VvE-besturen. Bewonersenquête In september 2011 is via internet een bewonersenquête gehouden, waarvoor alle bewoners van de 737 LEGO-woningen in Sterrenburg een schriftelijke uitnodiging hebben ontvangen en later nog een herinnering. Wie niet in staat was om via internet te reageren, kon telefonisch meedoen of werd op eigen verzoek thuis bezocht. 300 Bewoners hebben deze enquête beantwoord. Deze respons van 41 % is een prima score. Aangezien het initiatief om te antwoorden sterk bij de bewoner zelf lag, is het wel waarschijnlijk dat er relatief wat meer mensen hebben gereageerd, die graag iets wilden melden of die zich sterker betrokken / verantwoordelijk voelen voor hun woning en buurt. Daarom kunnen de antwoorden niet zonder meer als volledig representatief worden beschouwd. Wel is waarschijnlijk dat bij een dergelijk groot aantal antwoorden een voldoende volledig beeld naar voren komt van zaken die er in deze buurt spelen.
4
Onderzoeksvragen De vragen die in de enquête zijn voorgelegd zijn bedoeld om antwoord te krijgen op de volgende punten: - Hoe waarderen bewoners zelf de kwaliteit en uitstraling van hun woningen en de directe woonomgeving? - Ervaren of signaleren zij zelf belemmeringen bij het goed onderhouden en beheren van hun woningen en de woonomgeving? - Wat hebben de bewoners nodig van de gemeente zodat zij nog beter in staat zijn hun woningen goed te onderhouden en beheren? - Hebben bewoners concrete ideeën of voorstellen voor een betere inrichting van de woonomgeving? - Zijn bewoners bereid om zelf, eventueel gezamenlijk, ook delen van de woonomgeving in eigen beheer te nemen? En wat hebben ze daarvoor dan nodig?
5
2. Conclusies en aanbevelingen Woningen Kwaliteit en uitstraling Als belangrijkste kwaliteiten van de LEGOwoningen noemen de geënquêteerde bewoners vooral: het zijn ruime praktische woningen voor een aantrekkelijke prijs; en de „eigen uitstraling‟ die uiteenlopend wordt gekenschetst als o.a. fijn, leuk, net en apart. De zwakke punten zijn met name de gemakkelijke verpaupering van de gevels, gebrek aan een verzorgde uniforme aanblik van gevels, en de afwijkende op- aan- en bijbouwsels in strijd met de strakke architectuur. De bewoners die de enquête hebben ingevuld, waarderen de onderhoudsstaat van hun eigen woningen gemiddeld met een ruime voldoende (7,7), maar geven een flink lagere waardering (gemiddeld 6,3) voor het onderhoud van de andere woningen in de buurt. Daarmee geven zij waarschijnlijk aan dat er sprake is van een aantal slecht onderhouden woningen om hen heen die een negatieve uitstraling hebben op de hele omgeving. De meest onderhoudsgevoelige punten van de LEGO-woningen zijn de grindbetonnen gevelplaten en het houtwerk in de garages, schuren en carports, en tevens het houtwerk aan de loopbruggen en promenades van de VvE‟s. Als dit niet goed wordt bijgehouden, resulteert dat al snel in een verpauperde aanblik. Ook onderhoudsgevoelig, maar minder in het oog springend, zijn de platte daken en de vloeren van balkons en promenades. Belemmeringen voor goed onderhoud en beheer Ruim 2/3 van de geënquêteerde eigenaren heeft geen moeite om het onderhoud aan de eigen woning te organiseren. Maar 1 op de 3 geënquêteerde eigenaren zegt hier wèl problemen mee te hebben. Het is waarschijnlijk dat onder degenen die de enquête niet hebben ingevuld een groter aandeel bewoners zit dat dit moeilijk vindt of er zich onvoldoende mee bezig houdt. De belemmeringen die men noemt zijn: dat men zelf geen handigheid of ervaring heeft, dat men wordt belemmerd door ouderdom of lichamelijke beperkingen en geen hulp kan inschakelen, dat men te weinig tijd heeft, of het te kostbaar vindt. Mogelijke bijdragen van bewoners aan beter beheer en onderhoud Er bestaan 6 VvE-besturen die elk met hun eigenaar-leden actief het beheer en onderhoud in hun complexen (van 25 of 26 appartementen) organiseren. Hoewel ze redelijk goed functioneren, kunnen zij zeker baat hebben bij uitwisseling van kennis en ervaring. In de overige LEGOwoningen bestaat geen grootschalige samenwerking. Wel blijkt dat bewoners regelmatig werkzaamheden uitvoeren samen met hun buren. Dit heeft als voordeel dat men elkaar kan helpen met menskracht, inzicht en ervaring. Soms kan men hierdoor ook kosten besparen. Ook komt het voor dat bewoners werkzaamheden uitvoeren voor bewoners die daar zelf niet meer toe in staat zijn. Bijdragen die de gemeente kan leveren Als woningeigenaren zijn de bewoners primair zelf verantwoordelijk voor de goede staat van hun woning. Een probleem is echter dat eigenaren die het onderhoud goed uitvoeren toch nadeel ervaren als andere eigenaren hun pand verwaarlozen. Men spreekt daarom vaak de behoefte uit aan een vorm van toezicht en pressie naar dergelijke achterblijvende eigenaren. Men ziet daarbij een rol voor de gemeente die immers de mogelijkheid heeft om algemeen toezicht op de kwaliteit van woningen en wijken uit te oefenen. Men zou willen dat de gemeente de eigenaren van slecht onderhouden woningen verplícht, of als dat wettelijk niet haalbaar is, tenminste áánmaant tot het uitvoeren van werkzaamheden die nodig zijn voor een goede uitstraling van de buurt. De suggestie is ook gedaan om het gezamenlijke belang en de gezamenlijke verantwoordelijkheid van eigenaren voor hun buurt te organiseren in een “vereniging van buurteigenaren”. Deze zou bijvoorbeeld kunnen werken aan bewustmaking en informatie van eigenaren, imago van de buurt, beschikbaar maken van kennis, organiseren van advies en voorbeeldprojecten, en overleg met gemeentelijke diensten over inrichting en beheer van de buurt. Om in deze buurt van strikt individueel opererende eigenaren zo‟n collectieve organisatievorm van de grond te krijgen, zou de gemeente het initiatief kunnen nemen en kunnen aanbieden om middels PR, voorlichting, werving, advies en tijdelijke begeleiding een ferme aanzet en opstartperiode te organiseren. Het doel is dan om te komen tot een goed functionerende, zelfbewuste vereniging van buurteigenaren voor de LEGOwoningen.
6
Woonomgeving Kwaliteit en uitstraling De algehele kwaliteit van de buurt wordt gemiddeld met een „voldoende‟ van 6,7 gewaardeerd. Als het gaat om de verwachting over 10 jaar wordt er gemiddeld nauwelijks verschil verwacht. De aantrekkelijkheid van de woonomgeving zit hem in de „rustige sfeer‟, de ruime opzet met veel groen, park en water, en de kindvriendelijke inrichting van de buurt, de vele scholen in de wijk, de nabijheid van goede winkelvoorzieningen, de goede bereikbaarheid met de auto en de ligging dichtbij natuurgebied. Veel bewoners vinden het voor een blijvend goede uitstraling nodig dat een goede kwaliteit op peil wordt gehouden van het openbaar groen, de waterpartijen en bestratingen. Heel wat bewoners vinden dat dit nú onvoldoende gebeurt. Verder is in veel delen van de buurt het tekort aan parkeerplaatsen al een vaak genoemd probleem. Belemmeringen voor goed onderhoud en beheer Voor het onderhoud en beheer van de openbare ruimte rond het huis vindt men dat de gemeente daar primair voor verantwoordelijk is, en dat deze de kwaliteit, omvang en intensiteit van het onderhoud zou moeten verbeteren. Ideeën en voorstellen De meeste reacties van bewoners over de woonomgeving waren nogal algemeen van aard, met een beroep op de gemeente om vaker, intensiever en met meer kwaliteit het beheer en onderhoud uit te voeren aan groen, water en bestratingen. Heel vaak wordt ook gevraagd om meer parkeerplaatsen aan te leggen. Verder is regelmatig voorgesteld om speelvoorzieningen te voorzien van hekwerk tegen honden en scooters en extra speelvoorzieningen te plaatsen, ook voor wat oudere kinderen. Verder zijn enkele voorstellen gedaan om straatjes of pleintjes te herverkavelen en anders in te richten. De gemeente zou met betreffende bewoners in gesprek kunnen gaan over dergelijke voorstellen. Bereidheid om zelf actief aan het beheer bij te dragen Liefst 75% van de respondenten geeft aan dat, als er leuke ideeën zijn voor verbetering, men daar samen met andere bewoners aan wil meewerken. Dat geeft aan dat er potentieel een grote bereidheid bestaat onder bewoners om zelf actief een bijdrage te leveren. Een aantal bewoners heeft aangegeven dat zij nú al, individueel of samen met buren, hun directe omgeving of speelplekjes vrijwillig schoonhouden van bijvoorbeeld zwerfvuil en onkruid. Lang niet iedere bewoner rekent dit echter tot zijn/haar taak. Geopperd wordt om, als de gemeente haar inzet echt niet kan verhogen, duidelijk naar alle bewoners te communiceren dat het noodzakelijk is om zelf meer vrijwillige inzet te leveren voor de eigen directe woonomgeving. Verder geeft een aantal bewoners aan dat men mooiere planten of bloemen in perken bij hun huis zou willen. Dit zou de gemeente kunnen honoreren door hoogwaardig inrichtingsmateriaal te leveren op voorwaarde dat bewoners zich bereid verklaren om deze perken dan intensief te beheren en onderhouden. Met bewoners die een dergelijke wens hebben uitgesproken kan de gemeente contact opnemen en een overeenkomst opstellen in het kader van “Samen de buurt mooier maken”. Mogelijk zullen zulke projecten als voorbeeld en smaakmaker dienen om deze mogelijkheid bekender te maken binnen de buurt. Bewoners zouden zich zelf de „eigenaren‟ mogen voelen van de straten, pleinen en plantsoenen waaraan zij wonen; ze moeten zich welkom voelen om aanpassings- of verbetervoorstellen naar voren te brengen. Juist dan is het ook meer vanzelfsprekend dat bewoners zich sterker meeverantwoordelijk voelen en ook zelf actief willen bijdragen aan goed onderhoud en beheer. Enkele bewoners hebben aangegeven dat zij belangstelling hebben een stukje aangrenzend openbaar groen te kopen of te huren van de gemeente en dan zelf in beheer te nemen. Overigens is ook vaak opgemerkt dat individuele bewoners een grote verantwoordelijkheid hebben voor een goede uitstraling door de kwaliteit van beplantingen, hekwerken en bouwsels in hun privetuinen. Dit is waarschijnlijk niet iets dat afgedwongen kan worden, maar bewustwording op dit punt zou wel onderdeel kunnen zijn van eventuele pr- en voorlichtingsacties.
7
-
3. Achtergrond en typering van de LEGOwoningen
LEGObuurt in aanbouw, gezien vanaf Lunenburgplein - ca. 1977
De 737 “ABC-woningen” werden tussen 1972 en 1979 ontwikkeld binnen de toenmalige uitbreidingswijk Sterrenburg III. In de volksmond werd de originele benaming ABC-woningen al gauw verdrongen door: „LEGOwoningen‟. Ze zijn ontworpen door het architectenbureau „Environmental Design‟ van de architecten Leo Heijdenrijk, Hans Quint en Hans Hermes en gebaseerd op een bouwsystematiek en maatsysteem dat in die tijd was ontwikkeld door de SAR (Stichting Architecten Research). De SAR ontwikkelde bouwsystemen waarbij bouwelementen zoveel mogelijk efficiënt en goedkoop in de fabriek konden worden geproduceerd, en die op zo‟n doordachte manier waren ontworpen dat er met grote vrijheid allerlei typen woningen mee konden worden gebouwd die goed tegemoet kwamen aan uiteenlopende gebruikswensen van bewoners. Met een flexibele structuur op een geometrisch raster creëerde men buurtjes van huizen rond pleintjes, plantsoentjes, binnenterreintjes of ook stapelingen van woningen, die elk hun eigen sfeer, herkenbaarheid en geborgenheid hebben voor de bewoners. Men noemt deze stroming het Hollands structuralisme. Men zocht ook naar een vorm van bouwen die meer rekening hield met de menselijke maat en behoeften, als tegenhanger van de massaliteit en rechtlijnigheid van de rijen doorzonwoningen en massale flatblokken in de voorafgaande decennia. Men wilde de openbare ruimte weer interessant maken en teruggeven aan de bewoners, om er te spelen, wandelen, fietsen en genieten van ruimte, groen en water. Daarom kregen het verblijfsgebied en de routes voor langzaam verkeer (voetgangers en fietsers) een belangrijke status en werd het autoverkeer in de buurt hieraan ondergeschikt gemaakt. Auto‟s kregen een beperkt aantal toegangsroutes en moesten zich binnen de buurtjes aanpassen door op de „woonerven‟ slechts heel voorzichtig stapvoets te rijden. Auto‟s kregen aparte plekken om te parkeren (in garages, onder carports of op speciaal toegewezen parkeerplaatsen) zodat de rest van de ruimte zoveel mogelijk voor de voetgangers, fietsers en spelende kinderen beschikbaar bleef.
8
Om voor deze nieuwe buurtjes een goede vorm te vinden werd onder meer ook inspiratie geput uit de Noord-Afrikaanse „Kashba‟s‟: compacte levendige stadswijkjes met veel gecombineerd en gezamenlijk gebruik. Mogelijk is hierop het wijd verbreide verhaal gebaseerd dat deze woningen oorspronkelijk zouden zijn ontworpen voor een project in Afrika dat niet doorging. Het kashba-idee vindt men hier terug in de onderdoorgangen, gezamenlijke binnengebiedjes, kleinschalige plantsoentjes, een speelse gevarieerde rangschikking van gebouwen en zelfs gestapelde woningen met hellingbanen en woonstraatjes op de eerste verdieping. Heijdenrijk was bovendien sterk geïnspireerd door het werk van Mondriaan, hetgeen in de vormgeving is terug de zien: de strakke sobere abstracte betonnen gevelelementen, met daarbij (toendertijd) een aantal sterke kleuraccenten op al het houtwerk van kozijnen, balustrades, terrassen, carports en schuurtjes. Het lijkt erop dat verschillende buurtdelen oorspronkelijk elk een eigen kenmerkende kleurstelling hadden. Dit is echter geheel verloren gegaan doordat veel kozijnen zijn vervangen door wit kunststof en doordat ook veel eigenaren bij schilderbeurten van de oorspronkelijke kleuren zijn afgeweken. Het oorspronkelijke samenhangende beeld is hierdoor nogal „verrommeld‟. Het project werd ontwikkeld in opdracht van de projectontwikkelaar Stokgroep Nederland BV, die een groot aantal van deze woningen als „premie-koopwoningen‟ (met een koopsubsidie voor startende kopers) aan bewoners verkocht, maar ook delen van het project doorverkocht aan institutionele beleggers als het Pensioenfonds voor de Hoogovens en RVS Levensverzekeringen NV. Inmiddels zijn ook deze woningen vrijwel allemaal in het bezit van eigenaar-bewoners. Er zijn binnen de buurt zo‟n 12 verschillende woningtypen gerealiseerd. Plattegrond van het gebied Het overgrote deel van de woningen bestaat uit eengezinswoningen van uiteenlopende grootte, inmiddels vrijwel allen in bezit van de bewoner zelf. Verder zijn er binnen de buurt 6 clusters van elk 25 of 26 gestapelde appartementen, die deel uitmaken van 6 Verenigingen van Eigenaren.
De 737 LEGOwoningen binnen Sterrenburg III: eengezinswoningen zijn grijs gekleurd en de 6 Verenigingen van Eigenaren zwart.
9
4. De woningen
een entree naar Ockenburg, gezien vanaf de Assumburg
Waardering woningen Voor het onderhoud aan de eigen woning geeft men als gemiddeld rapportcijfer: 7,7 Maar voor het onderhoud van de andere woningen in de buurt geeft men het rapportcijfer: 6,3
Brittenburg Essenburg Loevestein Mildenburg Ockenburg Puttenstein Remmerstein Schuilenburg Zwaluwenburg Gemiddeld
waardering van het onderhoud van de eigen woning 8 7,6 7,8 7,8 7,9 7,7 8 7,4 7,1 7,7
waardering van het onderhoud van de andere woningen 6,1 6,3 6,5 6,3 6,4 6,6 6,3 6 6,1 6,3
verschil -1,9 -1,3 -1,3 -1,5 -1,5 -1,1 -1,7 -1,4 -1 -1,4
Dit zou erop kunnen duiden dat deze enquête is ingevuld door relatief veel bewoners die zélf op een actieve manier onderhoud uitvoeren aan hun woning; en dat van de mensen die het onderhoud langer verwaarlozen er relatief minder de enquête hebben ingevuld. De geïnterviewde bewoners geven aan dat zij een goede uitstraling van de woningen in hun eigen blok of straat „best belangrijk‟ (53%) of „héél belangrijk‟ (42%) vinden. 5% Antwoordt de uitstraling „niet zo belangrijk‟ te vinden. Als sterkste punten van de woningen worden het meest genoemd: - de ruime, praktische woningen voor een aantrekkelijke prijs (105x) - een fijne, nette, leuke of aparte uitstraling van de woningen (41x) - de eigen parkeerplaatsen in o.m. garages of carports (14x) - energiezuinige woningen (6x)
10
-
ruime tuinen (5x)
Als zwakke punten aan de woningen worden het meest genoemd: - gebrekkig onderhoud aan woningen en appartementen (67x) - gebrek aan verzorgde uniforme aanblik van de gevels (14x) - Afwijkende aanbouwsels, zoals opbouwen, balkons, schuurtjes, schuttingen en CV-uitlaten in de gevel, die strijdig zijn met de oorspronkelijke architectuur van de LEGOwoningen (9x) Woningonderhoud daken In de afgelopen 35 jaar is de dakbedekking van het merendeel van alle platte daken al 1 maal en soms zelfs al 2 maal vernieuwd, zowel van de woningen als van de schuren en carports. Meestal gebeurde dat naar aanleiding van lekkages. Soms is daarbij ook extra isolatiemateriaal aangebracht. 7% van de respondenten heeft op het huis een extra verdieping laten bouwen. gevels De specifieke gevels van gewassen-grind-platen en wit geschilderd beton krijgen gemakkelijk een verwaarloosde aanblik door algenaanslag en andere vervuilingen. Ze vergen daarom relatief veel cosmetisch onderhoud. Veel eigenaren reinigen met regelmaat (bijvoorbeeld één- of tweejaarlijks) de gevels van aanslag en verkleuringen met behulp van een hogedrukspuit, en schilderen ook de gladde betonvlakken regelmatig opnieuw wit (variërend van eens per 2 tot 7 jaar). Velen wijzen erop dat vervuilde gevel het echt noodzakelijk is om zo een verwaarloosde aanblik te voorkomen. Naarmate bewoners ouder worden krijgen ze er meer moeite mee om dit zelf uit te voeren. Sommigen krijgen dan hulp van buren of familieleden, anderen huren een bedrijf in, en sommigen doen er gewoon minder aan. Om dit werk te vergemakkelijken melden enkele bewoners dat zij de grindelementen hebben laten vlak stuccen of dat zij er een vuilafstotende laag op hebben laten aanbrengen. Impregneren wordt soms ook gedaan om te voorkomen dat regenwater dat van de gevel druipt een „betonsluier‟ op de onderliggende ramen veroorzaakt. In sommige delen van de buurt hebben bewoners in afwijking van het alom geldende beeld hun gevels in geheel afwijkende kleuren geschilderd, wat naar hun mening een vrolijker beeld oplevert. Anderen zijn hier ernstig op tegen en verlangen juist van de gemeente dat deze erop toeziet dat de oorspronkelijke kleurstelling wordt gehandhaafd. Verder vragen de kitvoegen tussen de gevelelementen aandacht. Om lekkages te kleurrijke gevels in Brittenburg voorkomen moeten deze tijdig worden vernieuwd. kozijnen In veel woningen zijn de oorspronkelijke houten kozijnen inmiddels vervangen door veelal kunststof (maar soms ook aluminium) kozijnen met daarin dubbel glas. Soms gaat het om álle kozijnen in de woning, maar vaak is het ook alleen in de meest gebruikte woonruimten gebeurd: de woonkamer en de keuken dus. Ook komt het regelmatig voor dat in de oorspronkelijke houten kozijnen dubbel glas is geplaatst, en dan weer vooral in de woonkamers en de keukens. Nieuwe kunststof kozijnen hebben meestal een witte kleur, en niet de oorspronkelijke kleurstellingen. Ook de houten kozijnen hebben in de loop der jaren allerlei afwijkende kleuren gekregen. Slechts op
11
weinig plaatsen schildert men kozijnen nog in de oorspronkelijke kleurstelling zoals de architect die destijds heeft vastgelegd. Bij de meeste VvE‟s is in een vroeg stadium afgesproken dat iedere eigenaar zelf zijn kozijnen mag vervangen en ook zelf moet onderhouden en schilderen. Omdat houten kozijnen niet altijd goed werden onderhouden hebben sommige VvE‟s later toch weer meer regie genomen en laten zij dit gezamenlijk uitvoeren of kopen zij gezamenlijk de verf in van de juiste kleur, waarmee de leden zelf het schilderwerk verrichten. balkons Alleen bovenwoningen in VvE‟s hebben van oorsprong een balkon. De trottoirtegels die op de balkonvloer lagen zijn door veel bewoners of VvE‟s vervangen door andere vloerafwerkingen die egaler zijn en gemakkelijker schoon te houden. Hierbij worden dan ook de soms voorkomende lekkageproblemen opgelost. Sommige bewoners van eengezinswoningen hebben zelf een balkon gecreëerd door aangrenzende platte daken van entrees en schuren beloopbaar te maken en er een balkonhek van zeer uiteenlopende vormgeving omheen te plaatsen. Bij kozijnvervanging zijn balkondeuren nogal eens vervangen door dubbele openslaande deuren, schuifpuien e.d. terrassen op uitbouwen
dakterrassen
promenades bij VvE’s De gezamenlijke eigenaren binnen de 6 VvE‟s hebben bovendien de zorg voor de omvangrijke hellingbanen en „promenades‟ op de 1ste verdieping, die dienen als de toegangsstraat voor de bovenwoningen. Soms is hier sprake van lekkages naar de eronder liggende privé-parkeerplaatsen. De oorspronkelijke trottoirtegels die als loopvlak dienen en volgens oorspronkelijke afspraken door de gemeente moeten worden onderhouden (de onderliggende constructie is voor de VvE) hebben de neiging vuil en aanslag te verzamelen en ongelijk te gaan liggen, wat een rommelige aanblik biedt. De verschillende VvE‟s hebben hiervoor uiteenlopende maatregelen genomen. Bij sommigen heeft de gemeente haar onderhoudsplicht afgekocht en hebben de VvE‟s de trottoirtegels vervangen door een andere afwerking. Anderen maken nog steeds gebruik van de gemeente die periodiek de tegels komt rechtleggen. Overdekte carports op de begane grond van een VvE
Woonstraat op 1ste verdieping van een VvE
12
Ook de houten brug- en leuningconstructies zijn voor de VvE‟s een punt van zorg omdat het hout aan vervanging toe is. Enkelen hebben al delen vervangen, andere gaan dit binnenkort doen. Eén VvE heeft aan de gemeente een vergunning gevraagd om het houtwerk door een metalen variant te mogen vervangen (Ze hebben hierover na lang wachten nog steeds geen uitsluitsel...). Sommige VvE‟s stellen voor om één brug te laten vervallen. carports Aan de voorzijde van veel huizen staan carportoverkappingen: houten constructies met een bitumen dak. Dit was logisch in de 70-er jaren toen praktisch iedere woning een auto kreeg en auto‟s nog erg gevoelig waren voor roest. Vaak zijn zowel de dakbedekking als de boeiboorden al eens vervangen. Houten boeiboorden worden vaak vervangen door het minder onderhoudsgevoelige trespa. Enkele eigenaren hebben hun carport ook al gesloopt. bergingen De bergingen staan vaak aan de voorzijde van de woning en zijn daardoor, samen met de carports, heel beeldbepalend. Ze hebben de zelfde onderhoudsbehoeften als de woningen: de platte daken zijn vaak al eens vervangen, de gevels moeten regelmatig gereinigd en geschilderd worden. Bovendien hebben ze nogal wat houten elementen die door te lange verwaarlozing zijn aangetast door verwering en rot. Houten elementen zijn op nogal uiteenlopende wijze vervangen, en soms ook best lelijk, wat zwaar weegt door de directe aanblik vanaf de straat.
carports
Bergingen en carports bepalen het aanzicht vanaf de straat
schuttingen De woningen hebben vaak hun formele woningentree aan de kant van het woonerf waar ook de auto geparkeerd wordt. De tuinen liggen meestal aan de andere kant, die dan bijvoorbeeld ligt langs een hoofdweg of een groen- of waterpartij. De architect had deze tuinen waarschijnlijk als open tuinen bedacht, met lage tuinafscheidingen en pergola‟s, zodat er doorzicht bleef op gazons en gezellige tuinterrassen. Bewoners hebben echter in de loop der jaren steeds meer gekozen voor privacy. Hierdoor is vrijwel overal de blik in de tuin tuinschuttingen geblokkeerd door hoge schuttingen van uiteenlopende materialen en met heel verschillende uitstraling. Het bouwen, onderhouden en vernieuwen van dergelijke schuttingen is dan ook de meest genoemde activiteit die bewoners gezamenlijk aanpakken: samen overleggen wat voor schutting er wordt aangeschaft, samen bouwen, onderhoud plegen en schilderen. Sommige oudere bewoners vertellen dat soms, als zij er zelf niet goed meer toe in staat zijn, hun jongere buren hun schutting schilderen, zodat hun gezamenlijke blok er toch netjes uitziet. centrale verwarming (CV) In deze woningen is oorspronkelijk een specifiek systeem geïnstalleerd dat CV en mechanische ventilatie combineerde. Dit geeft problemen als de CV of de mechanische ventilatie afzonderlijk moeten worden vervangen. Daarom zijn nieuwe ketels vaak op een andere plek geplaatst en met
13
horizontale geveldoorvoeren. Met name bij koud weer komen hier dampwolken uit op straatniveau, wat sommige bewoners bijzonder storend vinden. Veel CV-ketels zijn sinds de bouw al 1 of zelfs 2 maal vervangen. mechanische ventilatie (MV) Het specifieke MV-systeem is gekoppeld aan het CV-systeem, waarmee deze woningen oorspronkelijk zijn uitgerust. Dit geeft bij vervanging problemen. Volgens een respondent moest men zijn hele CV-ketel vervangen, enkel omdat de MV kapot was. Onderdelen voor het oorspronkelijke systeem zouden inmiddels niet meer te krijgen zijn. Veel mensen melden dat de MV al eens is vervangen door eenzelfde of een ander systeem. Sommigen hebben het systeem weggehaald en er niets voor teruggeplaatst; zij doen het dus kennelijk gewoon met de natuurlijke ventilatie, wat volgens de normen eigenlijk onvoldoende is. gas, water en elektra Zoals te verwachten is, hebben veel mensen met name de keukens en badkamers verbouwd en aangepast aan de eisen van deze tijd. Als gevolg daarvan moesten er vaak elektrische groepen en stopcontacten worden toegevoegd voor een elektrische oven, vaatwasser, wasdroger e.d. Enkele bewoners melden dat zij waterleidingen in de kruipruimten moesten vervangen omdat deze waren aangetast. Het is niet duidelijk wat hier precies de oorzaak van is en of dit een veel voorkomend structureel mankement is. Verwachte werkzaamheden Gevraagd naar de werkzaamheden waarmee men voor de nabije toekomst rekening houdt, wordt vaak genoemd: - schoonspuiten en witten van de betonnen gevelvlakken - schilderen van houten kozijnen, maar ook verder vervangen van houten kozijnen door met name kunststof - vernieuwen en repareren van de platte daken - vervangen en repareren van slecht houtwerk aan schuren, garages en carports - vervangen CV- en MV-installatie - vervangen tuinschuttingen Ook wordt een aantal keren genoemd: - opbouwen van een extra verdieping - maken van een dakterras - vernieuwen van badkamer, toilet en keuken Zelf plannen maken en uitvoeren 80 procent van de geënquêteerde eigenaren zegt het niet moeilijk te vinden om zelf het onderhoud voor de woning te plannen. Ongeveer een vijfde heeft daar naar eigen zeggen wèl moeite mee. 70 Procent zegt ook geen moeite te hebben met het zelf organiseren van de uitvoering van het onderhoud. 30 Procent heeft daar naar eigen zeggen wèl moeite mee. Als meest genoemde redenen worden daarvoor aangevoerd: - dan men zelf niet handig genoeg is - dat men inmiddels te oud is of lichamelijke beperkingen heeft - dat men niet voldoende tijd of energie heeft - dat (vaak ook met de leeftijd) de financiële mogelijkheden afnemen - dat men voor diverse klussen genoodzaakt is om vaklieden in te huren, wat kostbaar is - dat alles in VvE-verband moet worden besloten en uitgevoerd, en dat dit vaak moeizaam en traag verloopt - dat men geen ladder heeft of hoogtevrees heeft of niet bij hoge plaatsen kan Diegenen die zeggen geen probleem te hebben met uitvoeren van onderhoud, geven aan: - dat zij in staat zijn om veel zelf te doen, of hulp kunnen krijgen van vrienden of familie - alleen als het echt nodig is, huurt men een vakman in - dat het belangrijk is genoeg tijd uit te trekken voor onderhoudswerk, als je het zelf wilt doen - als je alles tijdig bijhoudt, valt het werk wel mee
14
-
als je onderdelen vervangt door onderhoudsarm materiaal, het onderhoud beperkt is dat als men ouder wordt, men verwacht steeds meer te moeten uitbesteden men laat veel grote zaken aan de VvE over dat sommige VvE‟s klusweekenden organiseren
Onderlinge samenwerking Ruim 62% van alle geënquêteerden heeft wel eens werkzaamheden samen met buren uitgevoerd. Het gaat dan natuurlijk vooral om onderdelen die aan elkaar grenzen, zoals: - schuttingen plaatsen - dakbedekking vernieuwen - de gevels reinigen - vernieuwen of repareren van carports - tuin aanleggen, bestraten of onderhouden (met name groter werk als bomen snoeien en kappen) - een extra verdieping laten bouwen - de straat onkruidvrij houden - sommige VvE‟s hebben dagen waarop men gezamenlijk onderhoud pleegt aan de gevels, promenades en carports. Ook geven sommigen aan dat ze graag gebruik maken van de handigheid van een buurman, dat vele handen het werk licht maken en dat het prettig is als men gereedschap en ladders kan delen. Sommige buren doen ook wel eens onderhoudswerk voor een buur die dat zelf niet (meer) kan. Zo‟n 38 procent heeft nog nooit samen met buren werkzaamheden uitgevoerd. Daarvoor bestaat vaak geen uitdrukkelijke reden. Een enkeling geeft aan dat men hier pas kort woont, dat men weinig contact heeft met de buren, dat men de buren hier niet mee wil lastigvallen, dat het huis of de tuin zo liggen dat het niet voor de hand ligt de buren te vragen mee te doen, of dat men alles zelf goed af kan. Gevraagd naar werkzaamheden die zich goed lenen om gezamenlijk uit te voeren, wordt vaak geantwoord: - Het reinigen, verven en kitten van de gevels; een voordeel dat nogal eens wordt genoemd is dat op zo‟n manier een verzorgd uniform beeld met dezelfde kleurstelling kan worden gerealiseerd - Het repareren en vernieuwen van platte daken; gezamenlijke aanpak zou een prijsvoordeel kunnen opleveren - Straat samen vrij houden van onkruid en vuil - Tuinafscheiding (haag, hek) onderhouden / vernieuwen Ook wordt wel eens genoemd: - Schilderwerk van houten kozijnen en het laten vervangen door kunststof kozijnen - Opbouwen van een verdieping - Energiebesparende maatregelen zoals zonneboilers - Tuinaanleg en -onderhoud, grondophoging - Vervanging van de specifieke CV- en MV-combinatie die veel voorkomt in de LEGOwoningen Ideeën en voorstellen Bewoners is gevraagd naar ideeën, suggesties en voorstellen om de uitstraling van de woningen te verbeteren. Veel bewoners benadrukken dat er meer aandacht moet zijn voor een goed onderhoud van de gevels van alle woningen. De gevelplaten van de LEGOwoningen hebben immers de lastige eigenschap dat ze door aanslag en verkleuringen al gauw een verwaarloosde aanblik krijgen. Ook slecht onderhoud aan het houtwerk van schuren, garages en carports levert al gauw een verwaarloosde aanblik op, en moet dus op tijd worden uitgevoerd. Daarom vinden velen het noodzakelijk dat nalatige eigenaren wordt voorgehouden dat ze de waarde van hun eigen woning verminderen, maar ook die van aangrenzende eigenaren. En dat zij daarom op tijd de gevels dienen te reinigen en schilderen. Bewoners die hier te weinig aandacht voor hebben, benadelen de overige bewoners en zouden daarom, eventueel zelfs met dwang vanuit de gemeente, moeten worden aangespoord, vinden veel geënquêteerden.
15
Veel bewoners stellen ook de kleur van de gevels aan de orde. Een aantal van hen pleit voor het terugbrengen en uniform handhaven van de oorspronkelijke kleuren op alle gevels: onbeschilderd grind-beton, de overige betonvlakken in de juiste witte tint, en zwarte voegen. Velen van hen betreuren het dat er allerlei verschillende tinten wit worden gehanteerd en dat er ook gevels in totaal afwijkende kleuren zijn geschilderd. Zij pleiten voor een algemene richtlijn die voor de hele buurt zou moeten gelden. Een aantal andere eigenaren is niet a priori tegen afwijkende kleuren, en pleit juist vóór meer variatie in kleuren, wat volgens hen juist een vrolijker beeld voor de buurt op kan leveren, en waarbij ook vervuiling (op een donkerder ondergrond) minder snel opvalt. Iemand oppert dat meer kleur op een gecontroleerde manier wel toegestaan zou moeten zijn: “laat een kleurexpert eens bekijken of er een advies te geven valt, welke kleur men het beste kan gebruiken. Wie weet worden de huizen er veel mooier op.” Een enkeling wil een uitdrukkelijk verbod op de pijpjes van vernieuwde CV-ketels die door de gevel naar buiten steken en bij koud weer „stoom‟-wolken op straatniveau uitblazen. Iemand stelt voor dat de bewoners een collectieve eigenarenorganisatie oprichten om het gezamenlijk onderhoud in hun buurt beter vorm te geven. Een ander stelt voor dat men kleine bouwbedrijven uitnodigt op een „soort woon/buurtdag‟ om hun diensten te presenteren. Ook zou men technische adviezen willen, hoe men het gevelonderhoud het beste kan uitvoeren. Er is bijvoorbeeld belangstelling voor impregneren met coating die aanslag en vervuiling tegengaat. Verschillende eigenaren opperen dat gezamenlijk offertes aanvragen en laten uitvoeren misschien handig en goedkoper kan zijn. Iemand stelt voor een blokje woningen als voorbeeld aan te pakken, en daardoor andere eigenaren enthousiast te maken voor eenzelfde aanpak.
entree woonerf Mildenburg
16
5. De woonomgeving Waardering buurt gemiddelde waardering voor eigen buurt over 10 nu verschil jaar Zwaluwenburg 7,1 6,9 - 0,2 Remmerstein
7,0
7,1
+ 0,1
Loevestein
7,0
6,8
- 0,2
Ockenburg
6,9
6,6
- 0,3
Schuilenburg
6,8
6,3
- 0,5
Essenburg
6,7
6,4
- 0,3
Puttenstein
6,5
6,9
+ 0,3
Mildenburg
6,4
6,1
- 0,3
Brittenburg
6,3
6,3
+ 0,0
GEMIDDELD
6,7
6,5
- 0,2
De helft van alle ondervraagden geeft de buurt het rapportcijfer: 7. Bovendien geeft bijna éénvijfde een: 8, en ook bijna éénvijfde een: 6. 13 Procent van alle ondervraagden geeft de buurt een onvoldoende, namelijk een 5 of minder. Zulke onvoldoendes zijn relatief wat vaker uitgedeeld in Brittenburg (27%) en Mildenburg (21%). Een waardering van 8 of hoger is relatief vaker uitgedeeld in Zwaluwenburg (47%) en Remmerstein (38%) die beiden voor een groot deel uit een VvE bestaan, en in Loevestein (28%). Essenburg, Puttenstein en Ockenburg kenmerken zich juist doordat ze haast alleen (minimaal 80%) met een 6 of een 7 worden gewaardeerd. Bewoners is ook gevraagd hoe zij verwachten dat dezelfde beoordeling over 10 jaar uit zal vallen. Daarbij blijkt het gemiddelde (een 6,5) nauwelijks te verschillen van het gemiddelde dat men nú toekent, maar lopen de individuele meningen toch wat sterker uiteen. Er zijn namelijk minder mensen dan nú, die dan óók een „middelmatige‟ 6 of 7 toekennen (53% in plaats van 67%). Meer mensen dan nú (bijna een kwart in plaats van 14%) denken dat het over 10 jaar sléchter zal gaan (een waardering van 5 of minder), maar tegelijk zijn er ook 23% (in plaats van 19%) die menen dat de buurt dan juist een hógere waardering gaat krijgen. Dit beeld zien we in vrijwel alle straten. Hoewel de verwachtingen dus sterker variëren, resulteert bij een middeling toch ongeveer hetzelfde gemiddelde als nu. Kwaliteiten Als sterkste punten worden het meest een aantal algemene kwaliteiten van de wijk genoemd: - de rustige sfeer (100x) - de ruime opzet met veel groen en parkjes (71x) - de kindvriendelijke inrichting (28x) - veilig, weinig criminaliteit (12x) Ook worden vaak de goede voorzieningen genoemd: - de goede winkelvoorzieningen in de wijk (48x) - de scholen in de nabijheid (28x) Tenslotte noemt men nogal eens een aantal kwaliteiten omtrent de ligging van de wijk: - de ligging vlakbij natuurgebieden (18x) - de goede bereikbaarheid per auto (16x) - de goede bereikbaarheid met de bus (10x)
17
ca. 1985
Zwakke punten en ergernissen Als zwakke punten worden het meest genoemd: - het onderhoud van openbaar groen en waterpartijen (81x) en van bestratingen (26x) en te weinig aanpak van zwerfvuil (15x) en hondenoverlast (9x) - een toenemend tekort aan parkeergelegenheid in delen van de wijk (80x) Bovendien worden ook andere ergernissen met regelmaat genoemd: - noodzaak van meer of betere speelplekken en -voorzieningen voor kinderen (20x) - plekken waar verkeersveiligheid moet worden verbeterd (14x) - onnodig veel en schadelijke verkeersdrempels in sommige straten (12x) - bewoners die zelf hun directe omgeving niet bijhouden, door bijvoorbeeld tijdig te snoeien, zwerfvuil of onkruid op te ruimen (12x) - de negatieve uitstraling van vuilcontainers die permanent langs de straat worden gestald (11x) - bedrijfswagens en taxi‟s worden op schaarse parkeerplaatsen gestald (6x) - diverse vormen van overlast: van lawaai door buren en bewoners (6x), van jongeren en racende scooters (6x), van paarden die binnen de woonwijk worden gehouden (3x) en van het geluid van de nabij gelegen snelweg en het spoor (3x)
Ideeën en voorstellen Bewoners is gevraagd naar ideeën, suggesties en voorstellen om de uitstraling van de buurt en de woningen te verbeteren. Woningonderhoud Het meest wordt genoemd: beter onderhoud aan de buitenzijde van woningen, carports, garages en schuren. (zie hiervoor het vorige hoofdstuk over de woningen).
18
Onderhoud aan groen en waterpartijen Heel wat bewoners spreken hun ontevredenheid uit over het onderhoud van het openbaar groen in de wijk: de plantsoenen, de waterkanten en de plantenperken in woonstraten. Sloten en vijvers moeten vaker worden ontdaan van wier, algen en zwerfvuil. Men gaat er vanuit dat dit primair de verantwoordelijkheid is van de gemeente. Nogal wat mensen vinden dat er door de gemeente te weinig wordt gedaan aan het verwijderen of kort houden van onkruid dat soms hoog opgroeit op trottoirs en bestratingen, en langs paden. Ook vindt men beplantingen in perken nogal eens van slechte kwaliteit. Een suggestie: “Stel een maaimachine beschikbaar. Er zijn best wel Vut-ters te vinden die het groen willen bijhouden als het te duur is om vaker te maaien.” Ook stelt iemand voor: “In het voorjaar en in het najaar gezamenlijk een grote schoonmaak houden.” En: “Doe het samen met de hangjeugd, die je op schoolpleinen kunt vinden. Als ze er zelf aan gewerkt hebben zullen ze het minder vaak slopen. Geef ze bijvoorbeeld graffitimuren of velden voor wat ruigere spelen, in plaats van alleen voetbal. Voor jongeren is er heel weinig”. Men geeft aan dat het groen en mooie grote bomen belangrijk zijn voor een aantrekkelijk aanzien van de wijk. Maar sommige bomen zijn te groot geworden en hinderlijk omdat ze teveel licht wegnemen; deze moeten daarom worden gesnoeid of gekapt. Er kunnen dan nieuwe kleine bomen terug geplant worden. “Maak ook verzamelplekken in de buurt voor herfstblad”. Hier en daar zijn er bewoners die zelf vrijwillig groenperken bijhouden of onkruid wieden. Een aantal mensen vindt dat dit gestimuleerd kan worden. “Als bewoners het rond hun eigen huis onderhouden heb je al gauw een heel andere wijk”. En als het dan niet anders kan, “informeer bewoners dat van hen verwacht wordt dat ze de straat zelf beter onderhouden.” De gemeente kan ook bewoners stimuleren om groen dat aan hun perceel grenst te huren of te kopen, waarna ze het zelf mogen inrichten en onderhouden. De prijzen daarvoor moeten wel aantrekkelijk zijn. Men zou op diverse plaatsen de huidige beplanting vervangen willen zien door meer hoogwaardige planten of bloemen. De gemeente zou bijvoorbeeld meer bloemen of mooiere planten kunnen zetten in plantenperken, en bewoners zou dan kunnen worden gevraagd om dit te onderhouden. Nog andere suggesties: “Biologische groentetuintjes, of plukbloemen!” (Essenburg) en “Bloemen of fruitbomen op de grashobbel in Ockenburg om gebruik als hondenpoepveld tegen te gaan”. En “we zouden het leuk vinden om achter Puttenstein een klein steigertje bij de waterkant te maken. Dit hebben we in andere straten ook gezien en ziet er gezellig uit”. Onderhoud van tuinen Een kenmerk van de wijk is dat privé en openbaar niet altijd heel duidelijk zijn afgebakend. Zo wordt opgemerkt dat er soms geveltuintjes langs de schuren aan de straat liggen, die de bewoner moet onderhouden. Als dat niet gebeurt werkt dit een verwaarloosd beeld in de hand. Bewoners zouden hier meer zorg aan moeten besteden. In het algemeen zouden mensen hekken en struiken die zichtbaar zijn vanaf de openbare weg, goed moeten onderhouden, vindt men. Vaak gebeurt dit ook wel; maar als slechts enkelen dit nalaten heeft dat meteen een negatieve uitstraling op de hele omgeving.
Ook wordt gewezen op nogal wat bouwsels die als extra schuurtjes of garages in tuinen zijn gebouwd, waar bij de materiaalkeuze geen enkele rekening lijkt te zijn gehouden met de stijl van de buurt.
19
En iemand merkt op dat omheiningen van levend groen (zoals goed onderhouden ligusterhagen of coniferen) een veel mooiere uitstraling heben dan de hoge houten schuttingen die nogal eens voorkomen. De zes VvE‟s in de buurt hebben langs de woonstraatjes op de eerste verdieping grote plantenbakken. Het animo om deze mooi in te richten en te onderhouden is heel uiteenlopend. Bij de ene VvE (o.m. Puttenstein) zijn er vaste bewoners die het bijhouden. Anderen zeggen te hopen dat de gemeente dit over wil nemen. Parkeervoorzieningen Doordat in de loop der jaren huishoudens steeds meer auto‟s krijgen, is volgens een aantal geënquêteerden op verschillende plaatsen een tekort aan parkeerplaatsen ontstaan. Bewoners en bezoekers proberen over het algemeen wel de overlast voor elkaar te beperken, maar moeten soms noodgedwongen de auto parkeren op niet daarvoor bestemde plaatsen. Dit veroorzaakt soms ergernis of onveiligheid, bijvoorbeeld als dit het uitrijden bemoeilijkt (bijv. uit de carports van VvE‟s) of overzicht voor anderen beperkt, of als men de eigen auto niet dichtbij huis kwijt kan. Men pleit daarom in de meeste delen van de wijk voor uitbreiding van het aantal parkeerplekken. Soms stelt men ook een herverkaveling voor van groen, speelruimte en parkeerruimte (o.a. in Brittenburg, Schuilenburg, Puttenstein en Remmerstein). Verder pleit een aantal bewoners voor meer controle en beboeten van fout parkeerders. Ook klaagt men over bedrijfswagens, taxi´s en campers, die niet op bewonersplekken in de wijk geparkeerd zouden mogen worden (m.n. Brittenburg en Schuilenburg). Onderhoud bestrating Een aantal bewoners geeft aan dat de bestratingen en trottoirs moeten worden gerepareerd, onder meer doordat deze vaak zijn opgedrukt door boomwortels en dan schots en scheef liggen. De suggestie wordt gedaan om bijvoorbeeld toekomstige rioolvernieuwing of herinrichting aan te grijpen om het gehele straatwerk in de wijk te vernieuwen met nieuwe kleuren zoals dat onlangs ook in Luchtenburg en Kinkelenburg is gebeurd. Dit zou het straatbeeld enorm opfrissen. Speelgelegenheid Hoewel er verspreid door de wijk verschillende speelplekjes liggen, vinden sommige bewoners dat deze nog mogen worden uitgebreid of verbeterd, of (met name grotere velden aan de randen van de buurt) van hekken voorzien tegen overlast van honden en langsrazende scooters. Ook zou bij iedere speelplek een afvalbak moeten staan. Er worden enkele suggesties gedaan om speelpleintjes in combinatie met parkeervoorzieningen opnieuw te verkavelen en in te richten. Ook zouden speelvoorzieningen gericht op wat oudere kinderen (zoals een kabelbaantje en een skatebaan) wenselijk zijn. Iemand suggereert om “samen een speeltuin te bouwen met de buurt”. Ook meent een enkele bewoner dat er niet echt geschikte plekken zijn voor „jongeren‟. Andere ergernissen en overlast - Een aantal bewoners noemt als ergernis de vele vuilcontainers die permanent in het zicht langs de straat worden gestald. Maar ook de opslag van rommel onder en op carports, in het zicht vanaf de straat. Ze vinden dat bewoners dit op eigen terrein en uit het zicht moeten doen. - Ook hondenpoep wordt genoemd als ergernis. Men vindt dat hierop meer toezicht moet zijn. - Aan de westrand van Mildenburg storen enkele bewoners zich aan het houden van onder meer paarden aan de rand van deze wijk, met alles wat daarbij komt, zoals mest, veetransport, en voeropslag. - Enkele malen wordt ook geluidsoverlast van samenkomende jongeren genoemd, met name onder woningonderdoorgangen, „tunneltjes‟ onder bruggen of bij bankjes langs het water. - De verhoogde ribbels die als snelheidsremmende maatregel zijn gelegd, roepen met name in Brittenburg bezwaren op van bewoners die vinden dat er te veel en te scherpe drempels liggen. - De uitritten vanuit woonerven naar o.m. de ontsluitingsweg Assumburg kunnen nogal gevaarlijk zijn vanwege geparkeerde auto‟s op de hoeken en hard rijdend verkeer. Men stelt voor parkeren op de hoeken onmogelijk te maken en 30 km als maximum in te stellen. Andere vormen van ergernis of overlast die worden genoemd zijn: - scooters en fietsen die te hard of storend rijden over voetpaden; - gebrekkige verlichting in het Oostkilpark achter Puttenstein en Remmerstein;
20
-
21
bandensporen in groenperken en grasvelden; het verkeer en parkeeroverlast van ouders die hun kinderen ophalen en brengen naar scholen in de wijk.
6. Betrokkenheid en inzet van bewoners zelf Sociale samenstelling Veel mensen hebben in de enquête aangegeven dat ze prettig contact hebben met de bewoners in hun directe omgeving. Een enkele keer noemt men ook minder goede ervaringen als „geen enkel of slecht contact met de buren‟ of burenoverlast. Sommige bewoners merken op dat er vaker mensen in de buurt komen wonen met beperkte financiële mogelijkheden, wat doorwerkt in de uitstraling van de woning en de tuin. “Dit is een wijk van eenvoudige mensen; geen estheten van een supra-klasse” vindt iemand. Toen de wijk midden jaren ‟70 werd gebouwd, was de wijk met name heel geschikt voor huishoudens met kinderen. Deze kinderen zijn inmiddels uitgevlogen en de oorspronkelijke bewoners die er nog wonen, zijn inmiddels op leeftijd. Veel woningen zijn vervolgens alweer één of meerdere malen van eigenaar gewisseld en nu woont er dan ook een brede mix van huishoudenstypen: zowel alleenstaanden als tweepersoonshuishoudens, jong en oud, werkend en gepensioneerd, huishoudens met en zonder kinderen en ook bewoners met een herkomst van buiten Nederland. In het algemeen is het zo dat met name de huishoudens met kinderen als kern fungeren voor betrokkenheid bij de buurt. Vooral via de kinderen hebben de ouders er belang bij dat ze andere ouders binnen de buurt leren kennen; ze hebben veel concreet belang bij onderlinge afspraken over bijvoorbeeld toezicht, vervoer, activiteiten en een kindvriendelijke omgeving met veilige speelmogelijkheden. Zo gauw de kinderen uit huis gaan wordt vaak die actieve betrokkenheid een stuk minder. Bij senioren, met name hen die veelvuldig op hun huis zijn aangewezen, zien we het belang weer toenemen om een goed contact te hebben met buren, die bijvoorbeeld bereid zijn om bij te springen als er wat hulp nodig is: in de enquête werd enkele malen expliciet genoemd dat buren helpen met het reinigen van de gevels, onderhoud aan tuinhekken en tuin, maar ook incidenteel boodschappen of vervoer verzorgen, een lichte vorm van mantelzorg dus. Ouderen geven regelmatig aan zelf niet veel energie meer te kunnen steken in onderhoud van woning en tuin, anderen zeggen dat ze er het geld niet meer voor hebben. Maar toch: “Ik kan zelf niet veel dóen, maar wel bijdragen aan de goede sfeer: koffie verzorgen of zo, wanneer er een gezamenlijke activiteit wordt georganiseerd”, aldus een oudere. De jongere generatie die inmiddels tweede of derde eigenaar is, ontbreekt het vaak weer aan tijd. Zelf inzet leveren door bewoners Uit de antwoorden blijkt dat heel wat bewoners individueel actieve inzet leveren door regelmatig werkzaamheden uit te voeren aan hun eigen woning en toebehoren. Ook zijn er bewoners die aangeven dat ze vrijwillig een stuk straat, plantsoen, grasveldje of speelplek schoon houden of onkruidvrij maken. “Ik houd negen parkeerplaatsen, twee doorgangen en de bijbehorende straat schoon. De enige buur die hielp is helaas verhuisd.” “We proberen de eigen omgeving netjes te houden en nemen een stukje van de buurt gelijk mee. Als de buurt niet meewerkt wordt het moeilijk.” “Ik heb al plantenbakken in beheer op de galerij.” Ook samenwerking met andere bewoners vindt al op diverse manieren plaats. Van alle geënquêteerden heeft 62% aangegeven dat ze wel eens sámen met buren werkzaamheden hebben uitgevoerd aan de woning of de tuin. Binnen de LEGOwoningen zijn zes VvE‟s die bestaan uit actieve besturen en een (vaak beperkte) groep van actieve appartementenbewoners, die zich met regelmatig bezig houden met het schoon houden, onderhouden en opknappen van hun appartementencomplex; soms door zelf werkzaamheden uit te voeren op „klusdagen‟, maar ook door gezamenlijk aan aannemers opdracht te geven om werkzaamheden uit te voeren. In Remmerstein en Puttenstein organiseerden bewoners in voorgaande jaren een straatfestiviteit met gebruikmaking van de toenmalige gemeentebijdrage (die inmiddels is afgeschaft). In Brittenburg is door een groep bewoners afgelopen zomer zonder subsidie een succesvol buurtfeest georganiseerd dat door pakweg 150 bewoners is bezocht die elk vooraf een bijdrage betaalden. Iets dergelijks zou vaker mogen gebeuren, om het onderling contact en saamhorigheidsgevoel van de buurtbewoners te onderstrepen. Bewoners is gevraagd: “Als er leuke ideeën zijn voor verbetering, wilt u daar dan gezamenlijk met andere buurtbewoners aan werken?” Liefst 75% van de geënquêteerden antwoordde hierop positief. Gevraagd naar voorstellen werden door de geënquêteerde bewoners niet erg veel concrete ideeën aangedragen. Toch betekent dit kennelijk dat de meeste bewoners hier voor open staan als er een goed voorstel ligt.
22
De voorstellen die wel zijn gedaan, zijn in de paragrafen van de woning en de woonomgeving reeds opgesomd.
23
24