Lekker leren zeilen op de Braassem Inleiding Je kinderen gaan leren zeilen op de Braassem. We hopen dat de kinderen het snel op het water naar hun zin hebben en ze lol krijgen in het zeilen. Alles is daarop gericht. Belangrijk vinden we daarvoor de sfeer op en om het water en de veiligheid. Op dit deel van de site vind je een paar praktische en andere zaken die helpen om snel thuis te raken in het jeugdzeilen op de Braassem. Zijn er nog andere vragen? Dan kun je die altijd stellen aan een van de begeleiders op de wal (liever dan rechtstreeks aan de trainers, die zijn druk met de kinderen). Jullie keuze voor de Braassem heeft wel enkele (leuke) consequenties. De Braassem en het clubgebouw staan bol van de energie en het is er vaak erg druk met wedstrijdzeilen. Wij richten ons dan ook naast het leren zeilen op het motiveren van kinderen (makkelijk) en ouders (soms wat moeilijker) om te gaan wedstrijdzeilen. We zijn dan ook niet zomaar een zeilschool maar een wedstrijdgevende vereniging. Daar besteden wij vrij veel aandacht aan. De opleiding wordt dan ook in de loop van de jaren meer een training en wedstrijdbegeleiding. Daarbij houden wij wel sterk vast aan de wetenschap dat een kind dat het vooral erg naar
zijn zin heeft ook het beste presteert. Voor wie? In principe is elk kind welkom dat minimaal het A-zwemdiploma heeft én zin heeft om te zeilen. Dat laatste is uiterst belangrijk: niet de ouders maar het kind moet het naar de zin hebben. Ok, soms moet dat enigszins gestimuleerd worden, maar toch. Meestal is ongeveer 7 een goede leeftijd om te beginnen met zeilen. Uiteraard is het ene kind het andere niet, sommigen zijn er eerder aan toe dan andere kinderen. Voor kinderen die al oudere broers, zusjes hebben is het zeilen minder vreemd en in de praktijk blijkt dat zij vaak eerder zin hebben. Toch is het niet verstandig al te vroeg te beginnen. Opbouw opleiding De opleiding bestaat uit de volgende elementen: Twee opleidingscycli, een in het voorjaar en een in het najaar (elk 4 a 5 dagen). Voor de voorjaarsopleiding is er altijd een avond voor oudervoorlichting, een bootjescontrole en uiteraard zwembadtraining. Deze zijn voor beginnende zeilers VERPLICHT! Tijdens de zwembadtraining leren de kinderen hoe het is met je zeilpak te zwemmen (dat gaat dus niet), omslaan en recht zetten van de optimist. Combiwedstrijden In het voorjaar, vaak startend ergens halverwege de opleiding
en lopend over een aantal weekeinden tot aan de zomervakantie, zijn er de Combiwedstrijden. Dat zijn heel gezellige, voor iedereen toegankelijke wedstrijden in de regio. Ook de Braassem doet mee. Wij vinden dat al onze zeilers daar minimaal een paar keer aan mee moeten doen. Wij zorgen voor de begeleiding, met name van onze beginners. Hoe zo’n Combi precies in z’n werk gaat vind u op de website onder Combi. Aan het eind van de voorjaarscyclus reiken we een Braassem basisdiploma uit aan onze beginners. Tijdens de lessen hebben ze dan ook een wedstrijd gevaren en daarvan reiken we de wisselprijs uit. Najaarsopleiding In het najaar leggen we de focus van de wedstrijden wat meer naar de zeildiploma’s en gaan we op voor de CWOdiploma’s. Dagindeling De dagindeling van de opleiding is redelijk strak, om zo de maximale effectiviteit te hebben. 09.30 10.00 12.00 16.00
We beginnen, alle zeilers zijn boven in de ledenzaal. Iedereen heeft z’n zeilpak aan en de bootjes zijn opgetuigd. Eindelijk het water op, de kinderen hebben net in de voorbespreking gehoord wat ze gaan doen. De eerste groepen komen lunchen, de lunch staat klaar. Na een uurtje gaan we voorbespreken en snel weer het water op. De kinderen komen het water af (soms ook wat later want sommige trainers doen net of ze geen horloge hebben en moeten we bijna het water afslepen, zo gemotiveerd zijn ze. Er volgt voor
de kinderen nog een korte nabespreking. Graag even helpen opruimen. De eerste dag van de beginners-groep ziet er wat anders uit: De bootjes hoeven nog niet opgetuigd klaar te liggen. We beginnen met paddelen in de haven, daarna met een vlinderzeil het water op. Daarna gezamenlijk optuigen. Ouders, misschien is meekijken niet onverstandig, het eerste jaar zullen jullie daar een handje bij moeten helpen! J Meestal gaan we na de lunch al echt zeilen, sommigen alleen in een boot, anderen nog met z’n tweeën. Wat heb nodig voor het zeilen? Kleding Er zijn een paar dingen waar aan gedacht moet worden bij het uitzoeken van kleren die tijdens het zeilen gedragen worden. Je kind gaat nat worden, waarschijnlijk meerdere keren op een dag. Dus meerdere (minimaal drie) sets droge kleding zijn zeker in het begin nodig. Als je nat en koud bent is het erg moeilijk het zeilen leuk te vinden en je te concentreren. Wat heb je als beginnende optimistzeiler nodig: Ø Tenminste een regenpak/ zeilpak. Ø Een wetsuit (shorty’s op de beurs) is tegenwoordig niet zo duur en blijven warmer als ze nat worden. Ø Surflaarsjes zijn lekker, want ze blijven warm als ze nat zijn. Gewone gympen zijn ook goed in het begin. Laarzen zijn niet handig en zelfs gevaarlijk. Ze lopen van boven vol en je kunt er niet mee zwemmen. Ø Als laatste maar niet onbelangrijk een zwemvest. Dat kan een reddingsvest met een kraag zijn maar voor het zeilen is een zwemvest zonder kraag prettiger. Als er wat
gebeurt is er tenslotte altijd een trainer in de buurt. Zet a.u.b. wel de naam van het zeilertje achterop, met stift/ tape o.i.d. Dat is voor de trainers erg handig (al die ingepakte kinderen lijken erg op elkaar) en voorkomt verwarring in de kleedkamer. Wil je nu niet meteen speciale kleren aanschaffen denk er dan wel aan dat katoen en wol veel water opnemen en lang nat blijven. Dat maakt ze minder geschikt. Een synthetisch shirtje/ broek blijven lekkerder aanvoelen en ook droger. Net als een fleece trui. Daarnaast geldt dat het op het water altijd kouder is dan op de kant. Liever wat kleren te veel dan te weinig. De meeste kinderen zullen ook niet zeggen dat ze het koud hebben. Het is misschien vreemd hier een punt van te maken maar het komt elk jaar weer voor dat er kinderen komen in te dunne kleren. Om te controleren of de juiste kleren in je tas zitten, kijk even naar buiten! Handschoenen etc. zijn zeker in het begin nog niet nodig. Eigen bootje, waar moet ik op letten? Het kind heeft een boot nodig. Koop in het begin alstublieft geen nieuwe boot. Je kind gaat een keer de steiger proberen te verplaatsen en anders zal een ander kind je kind wel eens een andere kant op dwingen. Dat gebeurt en geeft niet. Een oude gebruikte wedstrijdboot is prima. Een bootje mag ongeveer 500-1000 euro kosten. Daar gaat in de jaren daarna, mits de prijs redelijk was, weinig vanaf. Let bij de aanschaf op het volgende:
o Barsten bij de mastring en de aanhechting van het mastbankje met de kuiprand. o De kuiprand moet overal goed hechten aan de romp. o De roerbevestiging moet niet al te veel barsten vertonen, een paar is bijna onvermijdelijk. o Delen die in het water komen mogen nergens door zijn tot op het glas. Dan komt er water in de boot (goed kijken bij de hoek spiegel-bodem). o Achteronderkant van de zwaardkast, hier snijdt het zwaard in het polyester als het rubber eruit is, dat is een gevoelige plek. o Er mag geen water in de romp zitten, moeilijk te controleren maar als je de boot voor en achter op tilt mag het niet te veel kraken en piepen. o Er moeten goede luchtzakken of waterdichte luchtkasten in de boot zitten. o Vooral het roer moet goed geborgd zijn, voor het zwaard is dat makkelijk zelf aan te brengen. o De mast moet goed geborgd kunnen worden en de trimlijntjes moeten goed functioneren (zie checklist). Belangrijk is dat de veiligheid goed is en dat het zeiltje wel een zeker profiel heeft. Bijvoorbeeld een oud vlak wedstrijdzeiltje is uitstekend. Het is het belangrijkste onderdeel om je kind snel vertrouwd te maken met zeilen. Wat mag je verwachten? De begingroepen krijgen extra aandacht. Onze meest ervaren trainers hebben we daarvoor beschikbaar. Zij hebben alles al mee gemaakt en zien heel goed wat een kind wel en niet kan. Veel kinderen zijn in het begin angstig, de trainers weten exact hoe daar mee om te gaan. Slechts heel af en toe zal een kind
echt niet meer willen zeilen. Voor alle beginners hebben we kanohelmpjes. Die dragen de meeste kinderen alleen de eerste opleidingscyclus, maar kunnen een hoop tranen schelen. Op het water is de trainer heer en meester. Op de wal kunt u altijd Jack Orij aanspreken, al uw vragen en zorgen kunt u bij hem kwijt. Verder volgen nog een paar tips. Wat wel doen? Alle kinderen helpen om goed het water op te komen! Ook voor je eigen kind is het fijn als de andere kinderen in de groep geholpen worden. Zo is iedereen snel het water op en kan de training beginnen. Het water op gaan is voor veel kinderen een spannend moment (hoe is de wind vandaag/ weet ik de dingen van vorige keer nog?), lang voor de ingang van de haven rondvaren levert alleen meer stress op. Wat liever niet? Op de Braassem waait het nooit te hard om te zeilen, ook niet voor de beginners. Onze trainers weten heel goed wat kinderen aankunnen en zullen passende oefeningen bedenken. Kinderen zijn zeker in het begin erg gebaat bij een bemoedigende opmerking van een ouder. Zeggen dat het misschien wel hard waait voor een eerste training helpt hier meestal niet. Je bent waarschijnlijk niet de enige ouder die het net zo spannend vind als je kind. Kom op tijd. Als ouder even snel het bootje optuigen (omdat dat makkelijker en een stuk sneller gaat dan het kind helpen) helpt niet bij het opbouwen van zelfvertrouwen. Op het water wordt van jonge kinderen verwacht dat ze zelf veel dingen oplossen. Daarvoor is veel vertrouwen in eigen kunnen nodig en dat ontstaat al op de kant. Optuigen en voor je eigen spullen
zorgen hoort net zo goed bij de training als het zeilen zelf.