HIJS DE ZEILEN!
lesbrief
LESBRIEF HIJS DE ZEILEN!
dans Marlien Seinstra Sjoerd Emmelkamp
choreografie Marlien Seinstra Rudi Emmelkamp
decor Kuipers Decorbouw
kostuum Geertje Hiemstra Marlien Seinstra
fotografie Rudi Emmelkamp
productie danstheater ZiRR Rembrandtweg 27 9761 HR Eelde 06-‐25003114 www.zirr.nl
Deze productie is mede tot stand gekomen dankzij subsidies van: Gemeente Leeuwarden VSBfonds
Lesmateriaal Hijs de Zeilen
2
Inhoud
Inleiding Introductie
blz. 4
blz. 5
blz. 6
blz. 8
blz. 9
blz. 10
blz. 11
Dansles: Scheepsmatrozen Vlak voor de voorstelling Na de voorstelling
Extra dansles: Varen Bijlage: Extra informatie over de V.O.C.
Lesmateriaal Hijs de Zeilen
3
Inleiding Binnenkort gaan de leerlingen van uw groep kijken naar en meedoen aan het danstheaterproject HIJS DE ZEILEN! van danstheater ZiRR. Dit lesmateriaal is bedoeld om de leerlingen voor te bereiden op het project. Het geeft achtergrondinformatie over het onderwerp en de inhoud van de voorstelling. De leerlingen begrijpen dan op deze manier heel goed waar de voorstelling over gaat, worden betrokken en zijn daardoor eerder geboeid. Onze ervaring is dat als de leerlingen voorbereid zijn, de betrokkenheid en de aandacht vele malen groter is, waardoor deelnemen aan het project van begin af aan een feestje is. Door vooraf het onderwerp ook praktisch met dans-‐ en bewegingsopdrachten te behandelen en na de voorstelling verder te gaan, zult u merken dat de kinderen met nóg meer plezier van het project genieten. Tijdens de dans-‐ en bewegingsopdrachten gaat het onderwerp leven. Ze komen met hun eigen belevingen, en leren hun gevoelens met en zonder woorden met bewegingen uit te drukken. Vertel me iets en ik zal het vergeten. Laat me iets zien en ik zal het onthouden. Laat me iets ervaren en ik zal het me eigen maken. (Confusius)
De lessen
Het lesmateriaal is zodanig geschreven, dat u met weinig danservaring genoeg steun krijgt om de ideeën in de schoolpraktijk uit te voeren. U zult merken met hoeveel plezier de kinderen bewegen op muziek. Gebruik van de muziek: De muziek op de Cd is bedoeld als stimulans voor de beweging. Gebruik het naar eigen inzicht en stop de muziek wanneer u dat wilt. De lengte van de muziekfragmenten is nooit de lengte van de oefening. LET OP: de muziek die bij deze lesbrief hoort, staat op een Cd dat naar uw school per post wordt toegezonden. (In het geval dat u (nog) niets ontvangen heeft, neemt u gerust contact op met Keunstwurk: 058-‐2343434.)
Hijs de zeilen! Korte inhoud
Het is in het jaar 1650, in de tijd van de Gouden Eeuw en de VOC bloeit als nooit tevoren. De schepen varen met hun kostbare lading soms onder barre omstandigheden over de wereldzeeën naar Batavia in Oost-‐Indië en weer terug. Het leven aan boord was niet voor watjes. Er loerde altijd gevaar: zo konden ze in een storm terechtkomen, of door windstiltes lang ronddobberen in tropische hittes. En dan kregen ze honger en dorst als hun voorraad op was. En bovendien moest de bemanning altijd oppassen voor zeepiraten. Want zij waren op jacht naar de rijkdommen, het goud en het zilver dat in het ruim van de VOC schepen was verstopt. Een matroos moest daarom wel stoer, sterk en een beetje ruig zijn. HIJS DE ZEILEN! is een spannende en vrolijke dansproject voor leerlingen van 6 tot 8 jaar over het harde leven aan boord, waarin de bemanning met elkaar moet samenwerken. Het gaat argwaan en vertrouwen, over viendschap en verbroedering en…, over piraten.
Opzet van het project
De leerlingen zitten op de grond rondom een kleine dansvloer (3x3m) en zien een korte dansvoorstelling van ca. 10 minuten over twee matrozen. Vervolgens gaan de leerlingen samen met de matrozen dansen in de hele zaal. Op deze wijze krijgen ze een dansles waarin ze de dagelijkse handelingen van matrozen (zeilen hijsen, dek schrobben, lading sjouwen) tot een gezamenlijke dans maken. Deze dans laten ze ook aan elkaar zien. Ter afsluiting kijken de leerlingen naar een slotduet van de beide matrozen, die zich tenslotte hebben verzoend.
Lesmateriaal Hijs de Zeilen
4
Introductie Doel: Duur:
Met deze les bereidt u de leerlingen voor op het thema en onderwerp van het project. De leerlingen maken kennis met de Gouden Eeuw en de zeilschepen en de zeelui van de VOC. 30 minuten
Een gesprek U legt in het kort en op eenvoudige wijze iets uit over de VOC, de lange zeereizen op zeilschepen (men was wel een jaar van huis) en de piratentijd. Extra informatie over de VOC vindt u in de bijlage bij deze lesbrief.
Het zeemanslied U laat het “Zeemanslied” aan de kinderen horen (CD, muziekfragment nr. 1) Vervolgens leert u het lied aan de leerlingen. Tenslotte zingen de leerlingen samen met de Cd. Als het anker is gelicht, Gaan we naar de oceaan. Want daar pas voelen wij ons thuis. Daar vangt ons leven aan. We varen heen, we varen weer De zeewind blaast ons schoon! En als we in de haven zijn Klinkt het op blijde toon: “De zeeman kan niet leven, als hij niet varen kan. Adieu des vrouw, adieu des kind Ik kom wel weer eens aan! En toch, als hij op zee is denkt hij vaak aan thuis. Temidden van de golven en van het stormgeruis. Dus heeft hij eigenlijk nergens rust Aan land denkt hij aan zee En als hij op de golven wiegt Dan wil hij naar de ree Toch kan hij ook niet leven Als hij niet varen kan Adieu des vrouw, adieu des kind Ik kom wel weer eens aan!
(Bron: fragment uit de CD “Pippie Langkous, de leukste verhalen en liedjes”)
Lesmateriaal Hijs de Zeilen
5
Dansles
Scheepsmatrozen
Doel:
Deze les is een dansante voorbereiding op het project en de voorstelling. De leerlingen maken dansimprovisaties met de bewegingen van scheepsmatrozen. Duur: 45 minuten INLEIDING Opdracht 1 (kringgesprek) U praat met de leerlingen over de bemanning op een VOC-‐schip: Wie zijn en werken daar allemaal? Wat zouden ze doen? (zeilen hijsen, touwen oprollen, lading verslepen, zwabberen, enz.) Hoe doen ze dat? (Kan je dat laten zien?) Hoe zien ze eruit? (Kan je dat laten zien?) Welke verschillende types zullen er zijn? (haastig, blij, stoer, chagrijnig, enz.) Opdracht 2 (vrije opstelling) Alle leerlingen zijn een standbeeld en beelden in houding uit: een stoere zeebonk; een matroos met (té) zware kisten of plunjezakken; een matroos die een zeil hijst; een matroos die over de golven tuurt; een matroos die in een storm rechtop probeert te blijven staan; een matroos die …………(bedenk zelf een actie) Laat enkele leerlingen zelf een standbeeld bedenken, terwijl de anderen er naar kijken. -‐ De kijkers mogen raden wat de standbeelden uitbeelden. KERN Opdracht 3 muziekfragment 2 De leerlingen lopen kriskras door het lokaal op het tempo en de maat van de muziek. Zodra u de muziek stopt, staan ze stil op de plaats. Geef de leerlingen telkens een nieuwe opdracht hoe ze zich moeten bewegen als u de muziek weer start. Herhaal dit, zodat de leerlingen met verschillende bewegingsopdrachten hebben gedanst. Enkele voorbeelden: vrolijk, swingend, of huppelend; langzame stap alsof je moe bent, slingerend alsof de golven je heen en weer bewegen, alsof je zware kisten duwt of sleept, alsof je grote plunjezakken draagt. Opdracht 4 De leerlingen worden opgedeeld in groepjes van 4 à 5 leerlingen. Elk groepje beeldt een groepje van matrozen uit. En wat doen de matrozen? Geef elk groepje een opdracht dat ze samen een bepaalde actie in mime laten zien. Enkele voorbeelden: dek zwabberen, zakken sjouwen, zeilen hijsen, aan touwen trekken, uitzwaaien, in de storm, enz….
Lesmateriaal Hijs de Zeilen
6
AFSLUITING Opdracht 5 muziekfragment 2 Om de beurt dansen dezelfde groepjes uit opdracht 4 op het tempo en de maat van de muziek, als een vrolijke of stoere matroos op het schip. Zodra u de muziek stopt, blijven de leerlingen plotseling stilstaan en nemen een houding aan dat past bij hun actie uit opdracht 4. Als u de muziek weer start, bewegen de leerlingen in de maat van de muziek met hun actiebeweging. (bijv. dek zwabberen.) Dit kan op de plaats of vrij door de ruimte. Laat de leerlingen naar elkaar kijken. Vragen die na afloop gesteld kunnen worden: Welke handeling werd er uitgebeeld? Welke bewegingen vond je leuk en waarom? Welk stukje zou je na willen doen? Wat was een mooie dansbeweging en waarom?
Lesmateriaal Hijs de Zeilen
7
Vlak voor de voorstelling… Doel:
De leerlingen vertellen over hun ervaringen van andere voorstellingbezoeken. De leerlingen maken kennis met de regels en gedrag bij een theatervoorstelling. 30 minuten
Tijdsduur: Opdracht 1 Vertel de kinderen dat ze binnenkort naar een voorstelling gaan kijken. Voer aan de hand van onderstaande vragen een kringgesprek. Door deze vragen krijgt u een beeld over de ervaringen die leerlingen hebben opgedaan bij een eerder (dans)theatervoorstelling. Als u de beginsituatie goed kent, kunt u de juiste afstemming maken met de onderstaande opdracht en uw groep beter voorbereiden op de voorstelling. Vragen: − Wie is er wel eens naar een voorstelling geweest? − Waar werd de voorstelling gespeeld? / In een theater – op straat – buurthuis – op school? − Weet je nog wat je hebt gezien? − Waar ging het over? − Vond je het mooi of spannend of grappig? − Weet je nog wat je leuk vond? − Was er ook iets wat je niet leuk vond of wat je niet snapte? − Zagen de mensen er gewoon uit of hadden ze hele bijzondere kleren aan? − Was er muziek bij de voorstelling? − Wat is het verschil tussen een dansvoorstelling en een toneelvoorstelling?
Opdracht 2 Vertel de leerlingen dat ze binnenkort naar een dansvoorstelling gaan kijken. Kinderen moeten vaak nog vertrouwd raken met het kijken naar een voorstelling. Een voorstelling is ‘live’ en wordt dus gemaakt waar je bij bent. Het gedrag van het publiek is van invloed op de kwaliteit van de voorstelling in positieve, maar ook in negatieve zin. Kinderen zijn allemaal vertrouwd met televisie kijken. Toch is er een groot verschil tussen tv kijken en het bijwonen van een voorstelling. Televisie kijken Kijken naar een voorstelling - het programma is al af als je er naar kijkt - wordt gemaakt waar je bij bent - je kunt het volume harder of zachter zetten - je kunt het volume niet harder of zachter zetten - je kunt de televisie uitzetten wanneer je wilt - je kunt de voorstelling niet zomaar stopzetten - er zijn alleen bekende mensen bij die ernaar kijken - er zijn onbekende mensen bij die ernaar kijken - schuifelen, praten, eten of even weglopen stoort - schuifelen, praten, eten(!) of even weglopen stoort alleen de mensen die kijken, de voorstelling heeft er enorm (ook de artiesten, zij raken uit de geen last van concentratie)
Lesmateriaal Hijs de Zeilen
8
Na de voorstelling
Doel:
De leerlingen kunnen onder woorden brengen wat ze hebben gezien en hoe ze het hebben ervaren. 30 minuten
Tijdsduur: Eigen mening Hoe hebben de leerlingen de voorstelling ervaren? Voer een gesprek met de klas naar aanleiding van de onderstaande vragen en schrijf in steekwoorden de reacties van de leerlingen op het bord. Zo ontstaat er een beeld over wat de kinderen ervan vonden en hoe zij de voorstelling hebben ervaren. Het is van belang dat iedereen zijn eigen mening en gevoel kwijt kan. U kunt ook fragmenten van de muziek CD laten horen en aan de leerlingen vragen welke scène er bij hoorde. Misschien kunnen ze hierna nog meer details herinneren. Leuk Wat vond je leuk, mooi of goed? Wat is je opgevallen? Wat vond je heel bijzonder, grappig, spannend? Wat had nog langer mogen duren? Welke dansen heb je onthouden? Waarom denk je dat je juist dat stukje onthouden hebt? Niet leuk Wat vond je niet leuk? Wat gebeurde er waardoor je het niet leuk vond? Was er een moment dat het verhaal je niet meer interesseerde of boeide? Welke dansen vond je niet leuk? Moeilijk Snapte je iets niet? Gebeurde er iets dat je nog nooit eerder gezien of meegemaakt hebt? Zat er volgens jou iets in dat niet klopte? Kunstbeschouwingsvragen Waar speelde de voorstelling zich af? Werd ergens in de voorstelling duidelijk wat de spelers dachten of voelden? Hoe lieten zij dat merken? Op wat voor manier vertelden zij het verhaal? Wat kun je vertellen over de manier van dansen / spelen? Wat kun je zeggen over de kleding van de dansers? Droegen ze gewone kleding zoals jij of ik, waren ze speciaal voor de voorstelling gemaakt? Wat viel je op aan de kleding? Waren de spelers geschminkt? Was het decor echt of stonden er dingen die in de werkelijkheid niet bestaan. Wat stelde het decor voor? Hoe kon je aan het decor zien waar het zich afspeelde?
Lesmateriaal Hijs de Zeilen
9
Extra dansles Doel:
Varen
De leerlingen blijven na de voorstelling in de sfeer door te dansen met het thema “varen”. De leerlingen kunnen de kindervolksdans “’Schip moet zeilen” uitvoeren. 30 minuten
Tijdsduur: Opdracht 1 vrije opstelling muziekfragment 3 Als u de muziek start, huppelen de leerlingen kriskras door de zaal. Af en toe stopt u de muziek, waarop ze direct stil blijven staan. Stimuleer de leerlingen verschillende kanten op te gaan en hoog en laag te bewegen. Opdracht 2 muziekfragment 4 De muziek heeft een A, B, C –structuur. Op deel A (“We gaan vandaag uit varen”) huppelen de leerlingen kriskras door de zaal. Op deel B (“We maken kleine golven”) maken de leerlingen op de plaats de bewegingen uit de tekst. Op deel C (“Samen dansen”) dansen de leerlingen met elkaar (tweetallen, drietallen of in groepjes). U laat de muziek horen, en na “kleine golven” stopt u de muziek. De leerlingen bedenken hoe ze met bewegingen kleine golven kunnen uitbeelden. Vraag ze vervolgens hoe ze grote golven moeten uitbeelden. Start de muziek en na “trekken aan de touwen” stopt u de muziek weer. De leerlingen bedenken hoe ze “trekken aan de touwen” kunnen uitbeelden. Vraag ze vervolgens hoe ze “zwabberen” kunnen uitbeelden. Start de muziek en de leerlingen voeren de hele dans uit: huppelen, kleine golven, grote golven, touwtrekken, zwabberen en samen dansen. Opdracht 3 kringopstelling muziekfragment 5 “Schip moet zeilen” De leerlingen staan in een kring. U laat de muziek horen en voert samen met de leerlingen de dansbewegingen uit. Tip: als de muziek op de Cd voor de eerste keer te snel gaat, zing dan zelf (zonder Cd) de tekst. U past op deze manier het tempo aan bij de groep. En u kunt er bovendien tijdig instructies bij geven. Liedtekst: Beweging: Wandel naar voren, 4 passen naar midden van de kring Dan weer achteruit 4 passen achteruit Wandel naar voren, 4 passen naar midden van de kring Dan weer achteruit 4 passen achteruit We zeilen ja, we zeilen ja, 4 stappen zijwaarts links (met de klok mee) Van één, twee, drie Stilstaan en drie keer in de handen klappen We zeilen ja, we zeilen ja, 4 stappen zijwaarts rechts (tegen de klok in) Van één, twee, drie Stilstaan en drie keer in de handen klappen En alle scheepjes zeilen ja, Huppelpas: rechtsom (tegen de klok in) Van één, twee, drie! Stilstaan en drie keer in de handen klappen Opdracht 4 kringopstelling muziekfragment 6 “Schip moet zeilen” De leerlingen voeren de hele dans uit op de muziek.
Lesmateriaal Hijs de Zeilen
10
Bijlage: Extra achtergrondinformatie VOC De VOC mocht dan wel een fantastische organisatie zijn, om ervoor te werken was een ander verhaal. Je verdiende namelijk maar tien gulden per maand en de kansen dat je heelhuids weer thuiskwam waren klein. Al snel genoeg werd het aantal vrijwilligers dat zich aanmeldde voor de VOC te gering en moesten ze op een andere manier aan bemanning zien te komen. Dit deden ze door zogenaamde 'ronselaars' in te zetten. Deze mensen vingen uit binnen-‐ en buitenland werkzoekende mensen op en brachten deze naar logementen (logeeradressen). Daar kregen deze mensen eten, drinken en een uitrusting, waarbij de ronselaars ervoor zorgden dat zij in dienst traden van de VOC tegen ruil van een schuldbekentenis. Zo hield de VOC voldoende bemanningsleden. Het leven aan boord van een schip was niet leuk! Je had als bemanningslid geen privacy, het eten was slecht en de kans op ziekten erg groot. Ook de kans dat er tijdens de reis iets gebeurde (storm, een overval) was aanwezig. Als het al lukte om weer heelhuids thuis te komen, was meestal de helft van de bemanning al overleden. Als een reis tegenviel waren de zeelieden wel een jaar van huis en zagen ze niets anders dan water en af en toe in de verte een kustlijn. Wanneer je echter bedenkt dat het leven aan wal ook erg armoedig was, hadden de zeelieden het misschien zo slecht nog niet.
Wat eten we vandaag? Op zee at men alles wat men lang kon bewaren. Veel voedsel werd gedroogd of gezouten meegenomen. Dan bedierf het voedsel niet zo snel. Lang houdbaar voedsel was:
·∙ Kaas ·∙ Boter ·∙ Scheepsbeschuit ·∙ Spek ·∙ Erwten en bonen ·∙ Stokvis ·∙ Gedroogd fruit
Soms nam men zelfs levende koeien, kippen of varkens mee. Die konden dan onderweg geslacht worden. Toch werd de bemanning vaak ziek door een gebrek aan vitaminen. Een gevreesde ziekte was scheurbuik, de tanden gingen los zitten en je werd doodziek. Om deze ziekten tegen te gaan werd op Kaap de Goede Hoop een stad gesticht waar men verse groenten ging verbouwen. Wanneer een schip deze plek passeerde, kon het vers fruit inslaan en schoon drinkwater.
Lesmateriaal Hijs de Zeilen
11
Problemen aan boord: Het was niet altijd een pretje aanboord. Want als zeeman had je soms te maken met: ·∙ Vijandelijke schepen en piraten . Dorst, honger of ziekte ·∙ Windstiltes of zware stormen ·∙ Onderlinge vechtpartijen ·∙ Opstanden tegen de leiding van het schip ·∙ Het uitbreken van brand ·∙ Paalwormen die hout aten, het schip ging dan lekken.
Wie heeft er nog zin in een vaartochtje?!
Lesmateriaal Hijs de Zeilen
12