Tilburg University
Legitimiteitsmonitor democratisch bestuur Hendriks, Frank; van Ostaaijen, Julien; Boogers, M.J.G.J.A.
Document version: Publisher final version (usually the publisher pdf)
Publication date: 2011 Link to publication
Citation for published version (APA): Hendriks, F., van Ostaaijen, J. J. C., & Boogers, M. J. G. J. A. (2011). Legitimiteitsmonitor democratisch bestuur: Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland. Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
General rights Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain • You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal Take down policy If you believe that this document breaches copyright, please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.
Download date: 18. dec. 2015
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur
Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
2
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Prof. dr Frank Hendriks, dr Julien van Ostaaijen & dr Marcel Boogers m.m.v. drs Claartje Brons & Hélène Aalsma, Joris Hoogbergen, Ben Kraaijeveld, Koen van der Krieken, Renske Sinke, Larissa Theuns, Arno van Wijk Augustus 2011
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
3
4
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Inleiding en opzet
7
Hoofdstuk 2: Naar een legitimiteitsmonitor: begrippen en bestanden
9
Hoofdstuk 3: Prototype en proeve van een legitimiteitsmonitor
17
Politiek-bestuurlijk systeem: systeemlegitimiteit (I)
19
Politiek-bestuurlijke instellingen en autoriteiten: actorlegitimiteit (II)
29
Politiek-bestuurlijk handelen in beleid: beleidslegitimiteit (III)
45
Legitimiteitsmonitor 1.0 – empirische bevindingen
54
Hoofdstuk 4: Conclusies en aanbevelingen
57
Aangehaalde literatuur
65
Onderzoeksteam en ondersteuning
69
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
5
6
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Hoofdstuk 1: Inleiding en opzet Inleiding
In de periode waarin we werkten aan dit rapport vonden burgerrevoltes plaats in Tunesië, Egypte en Libië. Het werd duidelijk dat de bestuurssystemen van deze landen (autocratieën) nog weinig legitimiteit bezaten, evenals de centrale instellingen en autoriteiten van het systeem (alleenheerser, dominante partij, geheime politie e.d.). Belangrijke delen van het beleid (onder meer het economisch en sociaal beleid) ontbeerden ook legitimiteit, zowel in de zin van aanvaarding als vertrouwen of tevredenheid. Het sterkte ons in de overtuiging dat de centrale begrippen van dit onderzoek – systeemlegitimiteit, actorlegitimiteit en beleidslegitimiteit – geen loze begrippen zijn. Ze staan voor zaken waar mensen om geven, waar ze zich druk om maken en waar ze – als de nood hoog is – voor willen strijden en soms zelfs sterven. Een systeem dat mensen machteloos maakt is slecht te verkroppen, evenals een beleid waar mensen geen enkel voordeel van zien, of een politieke elite die zich ten koste van anderen verrijkt. Het is niet gewaagd om te veronderstellen dat de nood in ons land op deze punten minder hoog is – dat het met de legitimiteit van het Nederlands openbaar bestuur een stuk beter gesteld is – dan in de eerdergenoemde landen. Daarmee is niet gezegd dat het onderwerp verder met rust gelaten kan worden. Er zijn genoeg auteurs en instanties in Nederland die bij tijd en wijlen de noodklok luiden, die betogen dat het openbaar bestuur, in elk geval op onderdelen, een legitimiteitsprobleem heeft. Sommigen gaan nog een paar stappen verder door te verkondigen dat Nederland met een ‘legitimiteitscrisis’ te kampen heeft. Ed. van Thijn (2010) waarschuwde vorig jaar nog voor het ‘kapseizen’ van het politiek systeem, waarbij hij de vergelijking met Weimar en de Franse Vijfde Republiek trok. De Rob (2010) schreef dat het zelfs al vijf voor twaalf was geweest. Met enige regelmaat verschijnen resultaten van onderzoekingen en peilingen onder burgers die het bestaan van serieuze legitimiteitsproblemen op het ene moment lijken te bevestigen, en op het andere moment weer lijken te ontkrachten (Bovens & Hendriks, 2008). Vaak wordt daarbij het laatste gegeven – een hogere opkomst bij de laatste verkiezingen, of een lager aantal leden van politieke partijen – bij de laatste telling als ‘het laatste nieuws’ verabsoluteerd. Dat er nog allerlei andere statistieken zijn, over eerdere jaren en/of andere relevante terreinen, wordt in de dynamiek van de openbaarheid nogal eens weggedrukt. Het laatste nieuws is dominant. Totdat er weer een nieuwe telling is verricht, die ‘nieuw nieuws’ en soms een nieuwe discussie oplevert.
Opzet
Tegen deze achtergrond is het begrijpelijk dat bij het ministerie van BZK – dat geacht wordt te waken over de kwaliteit van het openbaar bestuur – de vraag is opgekomen naar de ontwikkeling van een ‘legitimiteitsmonitor’ waarmee relevante ontwikkelingen op een goede manier bijgehouden én in een breder kader kunnen worden geplaatst. Het ministerie heeft ons gevraagd om onderzoek te doen naar de mogelijkheden voor de ontwikkeling van een dergelijke monitor. Het onderzoek, dat we hieronder presenteren, valt in drie delen uiteen: in het eerste deel worden begrippen en indicatoren die relevant zijn voor het opstellen van een legitimiteitsmonitor verkend; in het tweede deel wordt een prototype van een legtimiteitsmonitor ontwikkeld en een proeve hiervan gepresenteerd; in het derde deel worden conclusies en handelingsopties geformuleerd. Nederland kent vergelijkenderwijs een rijk palet aan longitudinale sociaalwetenschappelijke databestanden. Daarbij kan worden gedacht aan de tijdsreeksen van het SCP en de periodieke kiezersonderzoeken van het NKO. Daarnaast zijn ook andere databestanden beschikbaar, zoals de Eurobarometer, de European Values Studies en het LISS-panel. Naast houdingen en opvattingen bieden ook feitelijke gedragingen relevante informatie over de legitimiteit van overheidshandelen. Hiervoor kan worden gezocht in statistieken over ‘tax compliance’, opkomstcijfers bij verkiezingen, geweld tegen overheidsfunctionarissen, ordeverstoringen, et cetera. Om hier wijs uit te worden is ten eerste overzicht nodig
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
7
(wat is er allemaal te koop?), ten tweede selectie (wat blijft op de zeef liggen als je er vanuit een bepaalde referentiekader naar kijkt?) en ten derde verstandige gevolgtrekking (hoe kun je wat overblijft op een goede manier duiden en benutten). Reeds bij aanvang van het onderzoek waren we het erover eens dat indikking van alle beschikbare informatie tot één legitimiteitsindex (zoiets als de AEX-index maar dan voor de politiek-bestuurlijke ‘bedrijvigheid’) weinig zinvol zou zijn. Het zou een miskenning zijn van de fundamentele ‘multidimensionaliteit’ van de politiek-bestuurlijke legitimiteit. Tegelijkertijd was snel duidelijk dat het simpelweg inventariseren en reproduceren van de veelheid aan beschikbare indicatoren geen inzichtelijke monitor zou opleveren. We wilden indikken, maar niet ten koste van de multidimensionaliteit. We wilden een geschakeerd geheel ontwerpen, dat echter ook overzichtelijk en behapbaar moest blijven. Over deze ‘balancing act’ gaan de navolgende hoofdstukken.
8
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Hoofdstuk 2: Naar een legitimiteitsmonitor: begrippen en bestanden Introductie
Het ministerie van BZK heeft de legitimiteit van het overheidshandelen gekozen als centraal thema voor het onderzoeksprogramma voor de komende jaren. Om meer te weten te komen over de acceptatie van beleid, het vertrouwen in en de tevredenheid over de overheid streeft het ministerie naar de ontwikkeling van een Legitimiteitsmonitor die inzicht biedt in voor de legitimiteit van overheidshandelen relevante ontwikkelingen. ‘Legitimiteit van overheidshandelen’ is een complex begrip dat meerdere dimensies (steun, acceptatie, tevredenheid, vertrouwen, legaliteit, gezag, geloofwaardigheid) en richtpunten (het politieke systeem, instituties, gezagsdragers, beleid, etc.) kent. Daarom moet eerst worden uitgezocht hoe legitimiteit kan worden gemonitord en welke bestaande onderzoeksgegevens hiervoor kunnen worden gebruikt. In dit rapport wordt dit verkennenderwijs uitgezocht, waarbij dit specifieke hoofdstuk zich eerst richt op een conceptuele verkenning van legitimiteit van overheidshandelen.
Legitimiteit: referentiekaders
In de strategische kennisagenda van het ministerie van BZK 2010-2015 wordt legitimiteit van overheidshandelen omschreven als ‘de mate waarin burgers het optreden van de overheid, bijvoorbeeld als normsteller, handhaver of ordenaar vrijwillig accepteren.’ Hierin is de echo van politicologen als Easton en Schmitter te beluisteren (Easton, 1965; Schmitter, 2001), die zich richten op de relatie tussen een handelende overheid aan de ene kant en een legitimiteit verlenende burgerij aan de andere kant. Ook rechtssociologen als Tyler (1990) kiezen voor deze benadering. Als de overheid in deze relatie legitimiteit verwerft, gaat (bestuurs-) macht over in gezag. Anders gezegd: bij bestuurlijke legitimiteit gaat het om ‘gezaghebbend machthebben’ (Hendriks, 2007).
Aspecten van legitimiteit Legitimiteit is een complex begrip dat vele aspecten kent. De kennisagenda van het ministerie van BZK noemt acceptatie, vertrouwen en tevredenheid als verwante begrippen, en hierachter schuilen er nog meer (vgl. Hertogh, 2007). Zonder reeds naar volledigheid of perfectie te streven, is het mogelijk een eerste taxonomie te presenteren van begrippen die positief of negatief samenhangen met aanvaarding, vertrouwen en tevredenheid. Hierin zitten verschillende gradaties (van passieve tot actieve acceptatie, van geconditioneerde steun tot algemene steun, et cetera) en relaties. De relaties zijn in werkelijkheid overigens een stuk complexer dan ze op het eerste gezicht lijken. Het is zeker niet zo dat alles in de ‘positieve’ kolom met elkaar meebeweegt: onderzoek laat zien dat hogere tevredenheidscijfers niet automatisch met hogere vertrouwenscijfers samen gaan (Van de Walle & Bouckaert, 2003). Hetzelfde geldt voor de ‘negatieve’ kolom: loyale oppositie en politieke vervreemding zijn twee verschillende dingen. Het is dus wijs om in het onderzoek, alsook in een uiteindelijke monitor, indicatoren van aanvaarding, vertrouwen en tevredenheid naast en afzonderlijk van elkaar te presenteren.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
9
Tabel 2.1. Aspecten van legitimiteit Aspect
Positief
Negatief
Aanvaarding
acceptatie (van passief tot actief, van schoorvoetend tot van harte) steun/adhesie (van gedoogsteun tot actieve support, van geconditioneerde steun tot algemene steun) instemming/ goedkeuring (van zwak tot sterk, van stilzwijgende tot manifeste goedkeuring) omarming (van stille trots tot expliciet chauvinisme)
kritiek (van optimistisch en opbouwend tot pessimistisch en cynisch) verwerping (al dan niet actief, van specifiek tot algemeen) oppositie (al dan niet ‘loyaal’, van specifiek tot algemeen) verzet (van vreedzaam en verbaal tot fysiek en gewelddadig)
Vertrouwen
fiducie/confidentie (van specifiek tot algemeen, van geclausuleerd delegeren tot onvoorwaardelijk overlaten) geloof/overtuiging (van onbereflecteerd ‘ik geloof het wel’ tot overtuigd ‘ik geloof er rotsvast in’) integratie/communie (opname in het geheel)
argwaan/scepsis/reserve/twijfel (van specifiek tot algemeen) wantrouwen (van specifiek tot algemeen) cynisme (van licht tot donker) vervreemding (afwending van het geheel)
Tevredenheid
positieve beoordeling/evaluatie (hoge cijfers voor/ruimhartige blijken van tevredenheid) satisfactie/voldoening (van specifieke tot algemene satisfactie, van stille voldoening tot expliciete ‘thumbs up’) content/gelukkig zijn (met een actor of zaak in het openbaar bestuur)
negatieve beoordeling/evaluatie (lage cijfers voor/zuinige blijken van tevredenheid) ontevredenheid/onbehagen (van specifiek tot algemeen, van stil protest tot expliciete ‘thumbs down’ ) onvervuld/ongelukkig zijn (met een actor of zaak in het openbaar bestuur)
Bovenstaande taxonomie wordt in het onderzoek gebruikt als ‘sensitizing framework’ waarmee voor de overheidslegitimiteit relevante indicatoren in grootschalige databestanden worden opgespoord en op waarde geschat.
Objecten van legitimiteit ‘Legitimiteit kan betrekking hebben op specifieke regels, functionarissen, instituties, of op de parlementaire democratie,’ aldus de Strategische Kennisagenda van het ministerie van BZK (p.9). In de onderzoeksvraag van het ministerie, waarop dit rapport een antwoord tracht te formuleren, worden de volgende aandachtsvelden genoemd: politiek systeem, instituties, gezagsdragers, regels/beleid. In de politieke wetenschap wordt, in navolging van Easton (1965), een zekere gelaagdheid in het legitimiteitsconcept verondersteld. Easton zelf maakte onderscheid tussen ‘objecten’ waaraan legitimiteit kan worden toegekend: de politieke gemeenschap, het regime en de gezagsdragers. Anderen hebben de driedeling verder verfijnd in een vijfdeling, die zich op hoofdlijnen als volgt laat verbinden met de indeling van Easton (vgl. Dalton, 1999; Norris, 1999; zie ook Thomassen, 2010; Tiemeijer, 2010):
10
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Tabel 2.2. Objecten van legitimiteit Driedeling (Easton)
Vijfdeling (Dalton e.a.)
Waar gaat het over?
Politieke gemeenschap
Gemeenschap
Verbondenheid met het geheel, de nationale staat
Politieke regime
Principes
Steun voor beginselen van de democratische rechtstaat
Inrichting/werking
Tevredenheid met de manier waarop de democratische rechtstaat werkt
Instellingen/instituties
Vertrouwen in regering, parlement, partijen als algemene instituties
Autoriteiten/actoren
Vertrouwen in specifieke bestuurders, politici, partijen
Politieke actoren
Voor een monitor die gericht is op de legitimiteit van het overheidsoptreden (niet alleen de vormgeving van de overheid in algemene zin, maar ook het beleidshandelen in specifieke zin) is een wat andere indeling gewenst. Om te beginnen onderscheiden we voor dat doel een aanvullende categorie ‘beleidshandelen’ (die slechts ten dele afgedekt wordt door de wijze waarop de ‘werking’ van het ‘regime’ doorgaans wordt geoperationaliseerd). Daarnaast vatten we ‘actoren en instituties’ samen in één verzamelcategorie, en onderscheiden we een algemene categorie ‘systeem’ (die slechts ten dele afgedekt wordt door de wijze waarop ‘politieke gemeenschap’ en ‘politiek regime’ doorgaans worden geoperationaliseerd). De objecten van legitimiteit – aan wie of wat wordt legitimiteit toegekend of onthouden? – onderscheiden we derhalve langs drie hoofdlijnen: I Systeem – het politiek-bestuurlijk systeem, het democratisch bestuur en het openbaar bestuur in algemene zin; het systeem dat de ‘gezaghebbende waardetoedeling’ in banen leidt. II Actoren – gezagdragers en gezagdragende instituties; functionarissen en collectieve actoren (in lijn met het ‘new institutionalism’ vallen deze onder onze brede definitie van actoren) die met ‘officieel’ gezag bekleed zijn in het openbaar bestuur. III Beleidshandelen – beleid, waaronder regelgeving, op verschillende terreinen – de zorg, de economie, de opsporing, et cetera – dat de ‘gezaghebbende waardetoedeling’ concreet maakt. De legitimiteit die aan deze objecten wordt toegekend noemen we in het kort: ‘systeem legitimiteit’, ‘actorlegitimiteit’, en ‘beleidslegitimiteit’. In het schetsontwerp voor de monitor werken we deze indeling verder uit, ook op het niveau van hanteerbare indicatoren (zie het volgende hoofdstuk).
Facetten van legitimiteit Het is ten slotte mogelijk – of het ook toegevoegde waarde heeft moet uit het onderzoek verderop blijken – om legitimiteit op te splitsen naar verschillende facetten of grondslagen (waar is bestuurlijke legitimiteit op gebaseerd of aan gekoppeld?). Gedacht kan worden aan de volgende, welbekende driedeling: A Input-legitimiteit – het gaat hier om de wijze waarop en de mate waarin het bestuur signalen vanuit de samenleving en de burgerij oppikt, om toegankelijkheid en openheid daarvoor, om participa- tie in het bestuur, om representativiteit van het bestuur. B Throughput-legitimiteit – het gaat hier om de wijze waarop en de mate waarin processen in het
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
11
bestuur verlopen, waarin zaken en personen worden behandeld, al dan niet in lijn met ‘beginse- len van behoorlijk bestuur’. C Output/outcome-legimiteit – het gaat hier om de wijze waarop en de mate waarin het openbaar bestuur resultaten behaalt, doeltreffend en doelmatig met publieke middelen omgaat, producten en diensten levert, bijdraagt aan maatschappelijke probleemoplossing. Het moet wel gezegd worden dat deze facetten van legitimiteit slechts voor een deel door groot schalig opinieonderzoek kunnen worden blootgelegd. In zulk onderzoek kan men bijvoorbeeld aan burgers vragen of ze vinden dat de overheid doelmatig met publieke middelen omgaat. Het antwoord kan dan ‘nee’ zijn, terwijl uit accountantsrapporten en vergelijkend evaluatieonderzoek misschien wel een ander beeld oprijst (Bij de ontwikkeling van de zogenoemde ‘good governance scanner’ voor het ministerie van BZK hebben we ons eerder over deze kwesties gebogen: zie Hendriks e.a., 2006). De genoemde driedeling wordt in gezaghebbend onderzoek (Scharpf, 1999) soms vereenvoudigd tot een tweedeling: input-legitimiteit (in hoeverre is sprake van ‘government by the people’?) en output-legitimiteit (in hoeverre is sprake van ‘government for the people?). We zullen bezien of dat de zaak overzichtelijker kan maken, maar in eerste instantie gebruiken we de genoemde driedeling als aanvulling op het ‘sensitizing framework’.
Legitimiteit: beschikbare databestanden Roeien met de riemen die er zijn
Bij voorliggend onderzoek wordt geput uit reeds bestaande, voor onze onderzoeksdoeleinden beschikbare databestanden. Binnen het bestek van het onderzoek is het niet mogelijk en ook niet de bedoeling om een nieuw databestand op te bouwen. Eén van de uitdagingen van het onderzoek is dus dat we moeten roeien met de riemen die er zijn. In eerste instantie gaat het dan om de volgende grootschalige databestanden: Tabel 2.3. Databestanden
12
Databestand
Relevante thema’s
Frequentie
Continu onderzoek burgerperspectieven (COB: SCP)
Vertrouwen in instituties, politiek vertrouwen, tevredenheid met overheidsbeleid
Per kwartaal
Culturele veranderingen in Nederland (CV: SCP)
Vertrouwen in overheid, vertrouwen in parlement, tevredenheid met overheidsbeleid, patriottisme
Tweejaarlijks
Nationaal Kiezers Onderzoek (NKO)
Vertrouwen in instituties, tevredenheid met overheidsbeleid, beleidsvoorkeuren, politiek cynisme, protestbereidheid
Rond iedere Tweede Kamerverkiezing
Langlopende Internet Studies voor de Sociale wetenschappen (LISS)
Tevredenheid met overheidsbeleid, tevredenheid met instituties, politiek vertrouwen, politiek cynisme
Meermaals per jaar
Eurobarometer (EB)
Steun voor Europese integratie, tevredenheid met democratie, nationale trots
Halfjaarlijks
European Values Studies (EVS)
Tevredenheid met functioneren democratie, tevredenheid met economisch beleid, vertrouwen in politieke instituties
Ieder decennium
European Social Survey (ESS)
Tevredenheid met functioneren democratie, vertrouwen democratische instituties, vertrouwen in politici
Tweejaarlijks
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Daarnaast is er nog een groot aantal overheidsstatistieken waaruit in theorie kan worden geput; zij bevatten relevante gegevens over geweld tegen overheidsfunctionarissen, klachten bij de Ombudsman (eventueel aangevuld met gegevens over interne klachtenprocedures), burgerlijke ‘compliance’ in de richting van de belastingdienst, et cetera. Bij het opstellen van een ontwerp van de Monitor wordt de bruikbaarheid van deze gegevens ook onderzocht. In sommige opzichten zijn er weinig ‘riemen’ om mee te roeien: goede gedragsindicatoren (feitelijke handelingen van burgers die in meer of mindere mate steun voor de overheid indiceren) zijn bijvoorbeeld dun gezaaid in vergelijking met indicatoren opinies. In andere opzichten zijn de ‘riemen’ juist weer veel te talrijk. Instanties als het ministerie van BZK, en anderen die zich bekommeren om de legitimiteit van de overheid, komen als het ware om in de grote hoeveelheid statistieken die rapporteren over mentale houdingen van burgers ten aanzien van de overheid. Een andere uitdaging van het onderzoek is derhalve, in alledaagse bewoordingen, ‘door de bomen het bos te laten zien’ of in andere beeldspraak ‘het kaf van het koren te scheiden’. Het kaf van het koren scheiden
Voornoemde uitdaging wordt pas echt tastbaar gemaakt in het volgende hoofdstuk, waarin we de meest relevante indicatoren uit de beschikbare databestanden proberen op te sporen en terug te brengen tot een overzichtelijk geheel. Dat is een boel uitzoekwerk, dat gebaat is bij de aanwezigheid van een indicatieve zoeksleutel. Om iets te kunnen vinden moet men immers een idee hebben van waar men naar op zoek is. Als dat ‘iets’ een muntstuk is dan is dat heel precies te omschrijven (rond, plat, zilverkleurig, et cetera). Als het om indicatoren van overheidslegitimiteit gaat, dan is de zoeksleutel onvermijdelijk complexer. In de tabellen hieronder proberen we een indicatief beeld te vormen van dat wat we zoeken. We onderscheiden mogelijk bruikbare en denkbare indicatoren van tevredenheid, vertrouwen en aanvaarding op het vlak van de systeem-, actor- en beleidslegitimiteit (eerste tabel), alsook op het vlak van de input-, throughput-en outputlegitimiteit (tweede tabel). Een denkbare, voor de hand liggende, indicator van actorlegitimiteit is bijvoorbeeld ‘vertrouwen in het parlement’; mogelijk bruikbare data zijn dan te vinden bij Eurobarometer, NKO, SCP en aanverwante. Ook minder voor de hand liggende indicatoren en databestanden zijn hieronder indicatief aangegeven. Onderstaande tabellen geven een zoeksleutel in handen, ze garanderen niet dat wat gezocht wordt ook gevonden wordt. Het zou voor een rijk beeld van de systeemlegitimiteit bijvoorbeeld goed zijn om indicatoren van tegen het systeem gericht geweld te vinden. Zulke indicatoren zijn mogelijk te vinden in politieregistraties e.d. Maar het is niet gezegd of ze daar ook zijn en daadwerkelijk gevonden kunnen worden. Dat moet het zoekproces, waarover we in volgend hoofdstuk rapporteren, uitwijzen.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
13
Tabel 2.4. Mogelijk bruikbare/denkbare indicatoren van systeem-, actor-, en beleidslegitimiteit Legitimiteit: objecten
Denkbare indicatoren
Mogelijk bruikbare indicatoren
Systeem: Politiek-bestuurlijk stelsel, democratische rechtstaat en openbaar bestuur in brede zin; systeem dat gezaghebbende waardetoedeling in banen leidt
Tevredenheid met / vertrouwen in/ steun voor ‘de democratie’, ‘de rechtstaat’, ‘het systeem’, ‘het bestuur’ in Nederland in het algemeen
COB, CV, NKO, EB: vertrouwen in democratie en democratische instituties; nationale trots.
Geweld, ordeverstoring, protest gericht tegen het bestuur, het systeem, de rechtstaat, de democratie, de gevestigde orde in het algemeen
Politieregistraties e.d.
Belastingmoraal
Gegevens belastingdienst / CBS statistieken
Tevredenheid met/ vertrouwen in/ steun voor de executieve, de volksvertegenwoordiging, politieke partijen)
COB, CV, NKO, LISS, EB: vertrouwen in parlement, politiek vertrouwen, vertrouwen in partijen
Tevredenheid met/ vertrouwen in/ steun voor overheidsdiensten en -dienaren: politieagenten, hulpdiensten, rechtshandhavers
Politiemonitors: tevredenheid over/ vertrouwen in politie; gegevens tevredenheidsonderzoeken, klachten ombudsman (interne klachtenprocedures).
Geweld, ordeverstoring, protest gericht tegen bepaalde gezagsdragers of gezagdragende instituties
Politieregistraties e.d.
Opkomstpercentages, proteststemmen en volatiliteitsindices bij verschillende soorten verkiezingen
Gegevens databestand Nationale Kiesraad
Lidmaatschap politieke partijen
Gegevens Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen
Tevredenheid met/ vertrouwen in/ steun voor beleid en regelgeving in Nederland in het algemeen
COB, CV, NKO, LISS: tevredenheid met en vertrouwen in overheidsbeleid.
Tevredenheid met/ vertrouwen in/ steun voor specifieke beleidsterreinen en domeinen van regelgeving
NKO, LISS: tevredenheid met en steun voor beleid op specifieke sectoren
Naleving, normconform gedrag in het algemeen, en op genoemde beleidsvelden
Indien aanwezig: overheidsstatistieken
Geweld, ordeverstoring, protest gericht tegen bepaald beleid
Indien aanwezig: overheidsstatistieken
Actoren: gezagdragers en gezagdragende instituties; politiekbestuurlijke instanties en functionarissen die met officieel gezag bekleed zijn
Beleidshandelen: Optreden in verschillende velden van beleid en regelgeving; gezaghebbende waardetoedeling in het openbaar bestuur
14
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Tabel 2.5. Mogelijk bruikbare/denkbare indicatoren van input-, throughput- en outputlegitimiteit Legitimiteit: facetten
Denkbare indicatoren
Mogelijk bruikbare indicatoren
Inputlegitimiteit Kernwaarde: responsiviteit; de wijze waarop en mate waarin signalen worden opgepikt
Participatie in verkiezingen en andere vormen van politieke participatie
Opkomstcijfers verkiezingen (gegevens nationale kiesraad), NKO: participatie en participatiebereidheid; COB, EVS, NKO, LISS: politieke interesse/ politieke betrokkenheid
Feitelijke representativiteit en responsiviteit: samenstelling vertegenwoordigende organen, participatiemogelijkheden; oordeel over representativiteit en responsiviteit politiek
Overheidsdocumenten, jaarverslagen, etc.; COB, CV, NKO, LISS, EB: Politiek (zelf-) vertrouwen, politiek cynisme.
Integriteit en betrouwbaarheid van het openbaar bestuur
Global corruption perceptions index: Global Corruption Barometer Survey (Transparency International)
Zorgvuldigheid, transparantie en rekenschap
O.a. klachten bij ombudsman
Onpartijdigheid en gelijke behandeling
O.a. klachten bij ombudsman
Fair play en proportionaliteit in optreden
O.a. klachten bij ombudsman
Productiviteit en slagvaardigheid van het openbaar bestuur, de publieke sector, specifieke delen daarvan
COB, CV, NKO, LISS: tevredenheid met overheidsbeleid; Statistieken politie & veiligheid. .
Spaarzaamheid, ‘efficiency & economy’ in de omgang met publieke middelen
COB, NKO, LISS: tevredenheid met overheidsbeleid.
Toegevoegde waarde, ook aan probleemoplossing, van het bestuur, en onderdelen daarvan
COB, CV, NKO, LISS: tevredenheid met overheidsbeleid
Throughputlegitimiteit Kernwaarde: behoorlijkheid; de wijze waarop en de mate waarin processen zijn vormgegeven, zaken en personen worden behandeld
Outputlegitimiteit Kernwaarde: effectiviteit; de wijze waarop en de mate waarin het openbaar bestuur resultaten behaalt
Ten slotte: naar een Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur Tot dusverre hebben we de vraag naar de precieze naamgeving van de legitimiteitsmonitor laten rusten; we zijn uitgegaan van de werktitel ‘Legitimiteitsmonitor Overheidsoptreden’; van daaruit hebben we conceptuele en analytische verkenningen verricht. Op grond daarvan komen we nu tot de conclusie dat de werktitel niet geheel adequaat is en vervangen moet worden door een vlag die de lading beter dekt, namelijk: ‘Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur’ (LmDB). Zou men ‘overheidshandelen’ principieel definiëren dan vielen voor deze monitor interessante items die gericht zijn op de legitimiteit van representatief-democratische actoren, politieke partijen, verkiezingen en dergelijke buiten de boot. Deze zijn strikt genomen geen deel van de overheid, maar van het omliggende systeem dat de overheid controleert en van een politiek complement voorziet. Politieke partijen vormen daarbij rekruteringskanalen; ze zijn in essentie geen tentakels van de staat, ofschoon sommige wel degelijk sterke tekenen van ‘verstatelijking’ vertonen. Het is geen enkel probleem, het is eigenlijk alleen maar logisch, om dergelijke ‘politieke’ items wel mee te nemen in een ‘Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur’. Bij democratisch bestuur gaat het juist om alles wat een rol speelt in de verbinding tussen de burgerij (demos) en het bestuur (kratos), waaronder: de politieke intermediairen, de verkiezingsmechanismen, de procedures en actoren die de publieke besluitvorming in banen leiden en publiek beleid tot aan de voordeur (en soms zelfs tot achter de voordeur) van de burger brengen. Hoe de burgerij tegen dit alles aankijkt is de vraag die ten grondslag ligt aan de legitimiteitsmonitor die we hier ontwikkelen.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
15
16
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Hoofdstuk 3: Prototype en proeve van een legitimiteitsmonitor Inleiding en aanpak
In dit hoofdstuk doen we verslag van onze zoektocht naar geschikte items voor een Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur. Deze zoektocht is deels deductief (redenerend vanuit een attenderend raamwerk dat we in het vorige hoofdstuk hebben toegelicht), en deels inductief georganiseerd (werkend vanuit de databestanden en de daarin gegeven items). Het leerproces was er één van ‘variatie & selectie’ (Van Gunsteren, 1985), waarbij het aantal verzamelde items eerst sterk uitdijde, om vervolgens fors te worden ingeperkt. Bij een eerste, brede inventarisatie van potentieel geschikte survey-items bleven niet minder dan 336 items op de ‘zeef’ van het attenderende raamwerk liggen; het aantal items in ons Excel-overzicht groeide uiteindelijk nog uit tot zo’n 450 stuks. De grote hoeveelheid werd onder meer verklaard door het gegeven dat we niet alleen zochten naar vragen over vertrouwen (waartoe legitimiteit al te vaak wordt gereduceerd) maar ook naar items die met aanvaarding en tevredenheid te maken hebben. Daarnaast hadden we het ingeschakelde datateam (zie bijlage) opdracht gegeven om het attenderend raamwerk in eerste instantie ruimhartig toe te passen. In december 2010 hebben we de initiële groslijst met de onderzoeksbegeleidingscommissie (zie bijlage) besproken, en mede naar aanleiding van die bespreking hebben we deze ingedikt en geclusterd tot wat we hieronder presenteren. De geïnventariseerde items werden nog eens kritisch bekeken, onnodige dubbelingen werden eruit gehaald en bij nader inzien minder relevante items werden weggenomen. Werkenderweg werden items geclusterd tot steeds meer aftekenende (sub)categorieën. Daarbij werden we niet alleen geleid door wat we wilden opsporen (in lijn met het attenderend raamwerk), maar onvermijdelijk ook door wat we konden vinden (in de verzameling van databestanden). Zo werd bijvoorbeeld duidelijk dat de gevonden items zich gemakkelijker lieten ordenen langs de trits systeem-/actor-/beleidslegitimiteit dan via het onderscheid input-/throughput-/outputlegitimiteit. Dat leidde tot de beslissing om de eerste trits als hoofdindeling te gebruiken; de vindbare items waren hier het duidelijkst aan ‘op te hangen’. Bij veel vragen is het meteen wel duidelijk dat de legitimiteit van een bepaalde actor of een bepaald beleid in het geding is (het gaat over het vertrouwen in het parlement, bijvoorbeeld, of over de tevredenheid met het milieubeleid), terwijl nogal eens in het midden wordt gelaten of dit te maken heeft met kwaliteiten op het vlak van de input, throughput of output. Hoewel het aantal (clusters van) items allengs uitdunde, bleven er aanvankelijk nog steeds veel over. Omdat wij de uitdaging zijn aangegaan om ‘het kaf van het koren te scheiden’ en ‘door de bomen het bos te laten zien’ hebben wij ons hiermee niet tevreden gesteld. We hebben derhalve het ontwerpprincipe gehanteerd dat binnen elk van de 3 hoofdcategorieën in principe niet meer dan 5 à 6 subcategorieën onderscheiden mogen worden; en dat daarbinnen telkens niet meer dan 5 à 6 items geselecteerd mogen worden: namelijk de ‘beste’, meest veelzeggende, meest informatieve items, met het oog op het verkrijgen van een multidimensionaal en liefst longitudinaal beeld van de aan het democratisch bestuur toegekende legitimiteit. We wijzen erop dat het ‘beste’ hier onvermijdelijk neerkomt op het beste dat beschikbaar is – en dat is niet per sé het beste dat denkbaar is – in de grootschalige databestanden die als relevant moeten worden beschouwd (EVS, Eurobarometer, et cetera). In veel gevallen komen we daar een heel eind mee, maar regelmatig blijft er ook het nodige te wensen over. Verderop zullen we daar uitgebreider op ingaan. We beginnen evenwel met een uitleg bij en een overzicht van de indeling.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
17
Het grote plaatje: overzicht van (sub)categorieën Als de legitimiteitsmonitor een verzameling ‘hoofdstukken’ was dan zou de ‘table of contents’ er zo uitzien. I. Politiek-bestuurlijk systeem: systeemlegitimiteit • Hang naar democratie versus autocratie/oligarchie • Waardering voor werking democratie • Hang naar democratische vernieuwing • (Dis)connectie met representatieve politiek • Wat verder nog interessant is II. Politiek-bestuurlijke instellingen en autoriteiten: actorlegitimiteit • Waardering regering en bewindspersonen • Waardering volksvertegenwoordiging en kamerleden • Waardering politieke partijen en politici • Waardering overheid en ambtenaren • Wat verder nog interessant is III. Politiek-bestuurlijk handelen in beleid: beleidslegitimiteit • • • • •
Bread & butter: beleid economie, werkgelegenheid en sociale zekerheid Law & order: ordehandhaving, misdaadbestrijding, politie en justitie, Care & cure: beleid voor zorg, verpleging, verzorging jong en oud Leefbaarheid: beleid voor ruimtelijke leefomgeving, milieu, verkeer Vorming: beleid voor onderwijs, wetenschap, cultuur, vrijetijd en sport
Hieronder geven we per subcategorie tekst en uitleg. Daarbij geven we aan waarom wij menen dat de geselecteerde statistieken relevant zijn voor de betreffende subcategorie en interessant zijn voor de overkoepelende Legimiteitsmonitor Democratisch Bestuur.
Doorheen de tekst worden afkortingen gebruikt die voor het volgende staan:
• • • • • • • • • • •
18
COB = Continu Onderzoek Burgerperspectieven DPES = Dutch Parliamentary Election Studies EB = Eurobarometer EVS = European Value Studies CV = Culturele Verkenningen IGV = Integrale Veiligheidsmonitor LISS = Langlopende Internet Studies voor de Sociale Wetenschappen NKO = Nationaal Kiezersonderzoek SCP = Sociaal Cultureel Planbureau SSN = Sociale Staat van Nederland SCR = Sociaal en Cultureel Rapport
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
De meeste hieronder genoemde bronnen zijn op internet te raadplegen; de betreffende URL’s zijn: • Danseasy = • http://194.171.144.69/webview • Zacat = http://zacat.gesis.org • DPES = • http://www.dpes.nl • Eurobarometer = http://www.gesis.org/eurobarometer en http://ec.europa.eu/public_opinion/cf/step1.cfm • LISS = • http://www.lissdata.nl/dataarchive/
Politiek-bestuurlijk systeem: systeemlegitimiteit (I) Geïnspireerd door Eastons notie van ‘politieke gemeenschap’ worden nogal eens vragen gesteld in de trant van: ‘Bent u trots op uw Nederlandse nationaliteit?’ of ‘Bent u bang voor verlies van uw nationale identiteit/cultuur?’ (zie bijv. EVS). Voor een Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur zijn dergelijke vragen minder relevant. Wel relevant zijn vragen die de grondhouding van burgers ten aanzien van het politiek-bestuurlijk systeem – de democratische rechtstaat en zijn constitutie, de parlementaire democratie en haar verkiezingen – proberen te achterhalen. Sommige items blijken dan meer gericht op positieve grondhoudingen, andere items meer gericht op negatieve grondhoudingen. Voorzover deze items essentialia en grondbeginselen van het systeem betreffen (respect voor de democratie bijvoorbeeld), en niet specificiteiten binnen het systeem (tevredenheid het milieubeleid bijvoorbeeld), hebben we ze in deze eerste hoofdcategorie opgenomen.
Hang naar democratie versus autocratie/oligarchie Hoe staan burgers tegenover de democratie (bestuur van velen: het volk) als historisch alternatief voor de oligarchie (bestuur van enkelen: de oligarchen) of de autocratie (bestuur van een eenling: de autocraat)? Vinden ze het de moeite, kosten en onvermijdelijke problemen waard? Of zouden ze wellicht liever een ‘sterke leider’ of meerdere ‘toegewijde leiders’ aan het roer zien? In de databestanden zijn meerdere items te vinden die hier informatie over beogen te geven. Hieronder presenteren we een selectie, uitgaande van de gedachte dat per subcategorie niet meer dan een handvol items gepresenteerd dient te worden, en zijpaden zoveel mogelijk moeten worden gemeden.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
19
Hoe staan burgers tegenover de democratie (bestuur van velen: het volk) als historisch alternatief voor de oligarchie (bestuur van enkelen: de oligarchen) of de autocratie (bestuur van een eenling: de autocraat)? Vinden ze het de moeite, kosten en onvermijdelijke problemen waard? Of zouden ze wellicht liever een ‘sterke leider’ of meerdere ‘toegewijde leiders’ aan het roer zien? In de databestanden zijn meerdere items te vinden die hier informatie over beogen te geven. Hieronder presenteren we een selectie, uitgaande van de gedachte dat per subcategorie niet meer dan een handvol items gepresenteerd dient te worden, en zijpaden zoveel mogelijk moeten worden gemeden.
Steun voor democratie
123
Steun voor democratie
1 2 3
100 95 90 85 80 75 70 65 60 55 50
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 Pos00ef over een democra0sch poli0ek systeem (EVS) Ondanks problemen is democra0e de beste bestuursvorm (EVS) Vertrouwen in de democra0e uitgedrukt in een rapportcijfer (LISS)
1
In het algemeen drukken de cijfers de positieve beantwoording op de vragen uit (soms worden daarvoor categorieën gecombineerd). We hebben bij de digitale databestanden (DansEasy, ZACAT, CentERdata, GESIS, website Europese Commissie) de gegevens zoveel mogelijk in onbewerkte staat gebruikt. Deze hebben we vervolgens waar mogelijk getoetst met bewerkingen, onder meer van het SCP, die de cijfers vaak wel hebben gewogen. Dit leidde zelden tot grote verschillen. Bij de DPES gegevens van het NKO zijn categorieën als ‘weet niet’ of ‘ongeldig’ wel buiten beschouwing gelaten. We danken Loek Halman/EVS-team voor het leveren van verschillende EVS data. 2 I’m going to describe various types of political systems and ask what you think about each as a way of governing this country. For each one, would you say it is a very good, fairly good, fairly bad or very bad way of governing this country? Having a democratic political system (EVS). ‘Ondanks problemen in democratie de beste democratievorm’. Opgeteld zijn degenen die hierop met (zeer) eens antwoorden (EVS). Kunt u op een schaal van 0 tot 10 aangeven hoeveel vertrouwen u persoonlijk hebt in elk van de volgende instellingen? (1 = geen vertrouwen, 10 = volledig vertrouwen) (Bij de cijfers is uitgegaan van het jaartal waarop het rapport is afgerond, ook al vonden er ook metingen plaats in december van het jaar ervoor) (LISS). 3 De EVS gegevens komen uit ZACAT. De LISS gegevens komen uit het CentERdata archief. In plaats van percentagens worden hier gemiddelde rapportcijfers (0-10) weergegeven; bijvoorbeeld 70% staat hier voor een gemiddeld cijfer van een 7.
14
1
2
3
20
In het algemeen drukken de cijfers de positieve beantwoording op de vragen uit (soms worden daarvoor categorieën gecombineerd). We hebben bij de digitale databestanden (DansEasy, ZACAT, CentERdata, GESIS, website Europese Commissie) de gegevens zoveel mogelijk in onbewerkte staat gebruikt. Deze hebben we vervolgens waar mogelijk getoetst met bewerkingen, onder meer van het SCP, die de cijfers vaak wel hebben gewogen. Dit leidde zelden tot grote verschillen. Bij de DPES gegevens van het NKO zijn categorieën als ‘weet niet’ of ‘ongeldig’ wel buiten beschouwing gelaten. We danken Loek Halman/EVS-team voor het leveren van verschillende EVS data. I’m going to describe various types of political systems and ask what you think about each as a way of governing this country. For each one, would you say it is a very good, fairly good, fairly bad or very bad way of governing this country? Having a democratic political system (EVS). ‘Ondanks problemen in democratie de beste democratievorm’. Opgeteld zijn degenen die hierop met (zeer) eens antwoorden (EVS). Kunt u op een schaal van 0 tot 10 aangeven hoeveel vertrouwen u persoonlijk hebt in elk van de volgende instellingen? (1 = geen vertrouwen, 10 = volledig vertrouwen) (Bij de cijfers is uitgegaan van het jaartal waarop het rapport is afgerond, ook al vonden er ook metingen plaats in december van het jaar ervoor) (LISS). De EVS gegevens komen uit ZACAT. De LISS gegevens komen uit het CentERdata archief. In plaats van percentagens worden hier gemiddelde rapportcijfers (0-10) weergegeven; bijvoorbeeld 70% staat hier voor een gemiddeld cijfer van een 7.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Hang naar sterke leider
4 5
Hang naar sterke leider
4
5
80 70 60 50 40 30 20 10 0
We hebben meer toegewijde leiders nodig (CV) Een sterke leider is een goede bestuursvorm (EVS) Goed om het bestuur aan enkele krach0ge leiders over te laten (COB)
Het is niet de bedoeling om per subcategorie een uitgebreide empirische analyse te presenteren. Dat
Het is niet de bedoeling omdan perook subcategorie een uitgebreide empirische analyse te pre- of zullen we hier, en verderop, niet doen. We beperken ons telkens tot enkele opmerkingen senteren. Dat zullen we hier, en verderop, dan ook niet doen. We beperken ons telkens vraagpunten die voor het prototype en de proeve van de legitimiteitsmonitor relevant zijn. In de tot enkele opmerkingen of vraagpunten die voor het prototype en de proeve van de legislotparagraaf van dit hoofdstuk zullen we uiteindelijk per hoofdcategorie en overall een tentatieve timiteitsmonitor relevant zijn. In de slotparagraaf van dit hoofdstuk zullen we uiteindelijk duiding presenteren. per hoofdcategorie en overall een tentatieve duiding presenteren.
In deze subcategorie lijkt het duidelijk dat het algemene idee van democratie als regeervorm, ondanks
In deze subcategorie lijkt het duidelijk dat het algemene idee van democratie als regeerlicht dalende tendensen, op grote en tamelijk stabiele steun kan rekenen. Tegelijk valt op dat de idee vorm, ondanks licht dalende tendensen, op grote en tamelijk stabiele steun kan rekenen. van goeddeels autonome, sterke leiders – autocratische elementen in het bestuurssysteem – substanTegelijk valt op dat de idee van goeddeels autonome, sterke leiders – autocratische eletiële, en op sommige momenten, groeiende steun verkrijgt. Daaruit hoeven niet meteen negatieve menten in het bestuurssysteem – substantiële, en op sommige momenten, groeiende conclusies te worden afgeleid voor de legitimiteit van het democratisch systeem – politieke democrasteun verkrijgt. Daaruit hoeven niet meteen negatieve conclusies te worden afgeleid voor
tie en stevig leiderschap kunnen prima samengaan – maar dit is wel iets om in de gaten te houden.
4
‘Wat we nodig hebben zijn minder wetten en instellingen en meer moedige onvermoeibare en toegewijde leiders waar het volk vertrouwen in kan hebben’ (CV); ‘Geef aan in hoeverre het volgens u een goede of slechte manier is om dit land te besturen. Een sterke leider hebben die zich niet druk hoeft te maken om het parlement en verkiezingen’ (EVS); ‘Het zou goed zijn als het bestuur van het land werd overgelaten aan enkele krachtige leiders’ (COB). 5 CV cijfers tot en met 1999 afkomstig uit DansEasy (voor de periode 1958-1975 is er één gemiddeld cijfer), vanaf 2000 uit SSN 2009. Opvallend: De gegevens uit SSN 2009 en SSN 2007 over de jaren 2000, 2004 en 4 ‘Wat we nodig hebben zijn minder wetten en instellingen en meerinmoedige onvermoeibare en toegewijde waar het volk 2006 verschillen onderling 1 procent in 2000 en 2 procent 2004 en 2006. De EVS data komtleiders uit ZACAT (categorieën ‘very en ‘fairly good’aan opgeteld). De voor het COB komen uit isverschillende COB kwarvertrouwen in good’ kan hebben’ (CV); ‘Geef in hoeverre hetgegevens volgens u een goede of slechte manier om dit land te besturen. Een taalverslagen hetdie SCP. sterke leider van hebben zich niet druk hoeft te maken om het parlement en verkiezingen’ (EVS); ‘Het zou goed zijn als het bestuur van 5
het land werd overgelaten aan enkele krachtige leiders’ (COB). 15 1958-1975 is er één gemiddeld cijfer), vanaf 2000 uit SSN 2009. CV cijfers tot en met 1999 afkomstig uit DansEasy (voor de periode Opvallend: De gegevens uit SSN 2009 en SSN 2007 over de jaren 2000, 2004 en 2006 verschillen onderling 1 procent in 2000 en 2 procent in 2004 en 2006. De EVS data komt uit ZACAT (categorieën ‘very good’ en ‘fairly good’ opgeteld). De gegevens voor het COB komen uit verschillende COB kwartaalverslagen van het SCP.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
21
de legitimiteit van het democratisch systeem – politieke democratie en stevig leiderschap kunnen prima samengaan – maar dit is wel iets om in de gaten te houden.
Waardering voor werking democratie
Waardering voor werking democratie
Als burgers kijken naar de democratie zoals die op enig moment functioneert, hoe waar-
Als burgers kijken naar de democratie op enig moment waarderen zij die deren zij die dan? Hoe tevredenzoals zijn die ze ermee? Hoeveelfunctioneert, vertrouwen hoe hebben ze erin? Omdan?dat Hoe tevreden ermee?vragen Hoeveel vertrouwen hebben erin? het hierbij om andere het hierbij zijn om ze andere gaat dan hiervoor – ze niet hetOmdat algemene idee van demovragen gaatmaar dan hiervoor – niet het algemene van democratie maar debehandeling uitwerking van het idee cratie de uitwerking van het ideeidee in eigen land – is aparte logisch enin verstandig. eigen land – is aparte behandeling logisch en verstandig. 67 Tevredenheid met werking democratie Tevredenheid met werking democratie
6 7
100 90 80 70 60 50
30
1973 1974 1975 1976 1977 1978 1979 1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010
40
Tevreden met hoe democra0e in Nederland werkt (EB) Tevreden met de manier waarop de democra0e func0oneert (NKO) Tevreden met hoe de democra0e zich ontwikkelt (EVS)
De Eurobarometer-vraag naar de tevredenheid met de werking van de democratie is een bekende en veelgebruikte vraag. Meestal wordt in de antwoorden op deze vraag een trendmatige groei van de tevredenheid met de democratie gezien: een lijn die tussen het op en neer bewegen vooral omhoog gaat (Andeweg & Thomassen, 2011a). Toch is de Eurobarometer-indicator niet onomstreden. 6 On the whole, are you very satisfied, fairly satisfied, not very satisfied or not at all satisfied with the way Vergelijkbare NKO- en EVS-indicatoren laten na eerste meting per saldo niet eenzelfde groei zien als democracy works in the Netherlands? (EB); Bent u over het algemeen genomen zeer tevreden, tamelijk tevrede meestal (2010)de heeft betoogd dat in de functioneert? den, nietopgevoerde erg tevreden Eurobarometer-indicator. of helemaal niet tevreden metTiemeijer de wijze waarop democratie in Nederland (NKO); On the whole are you very satisfied, rather satisfied, not very satisfied or not at all satisfied with the Eurobarometer-vraag eigenlijk twee vragen besloten liggen waarop respondenten antwoord kunnen way democracy is developing in our country? (EVS). 7 geven: vraag naar tevredenheid met het democratische proces engere zin,waarin en een naar Deeen EB gegevens zijnde verkregen door het databestand te downloaden van in iedere meting de vraag betreffende items aan bod zijn gekomen (GESIS). Van ieder databestand zijn de Nederlandse gegevens geselecteerd. Per de tevredenheid met de politieke vrijheden die met democratie worden geassocieerd. De eerste vraag item zijn de ongewogen data geanalyseerd, waar er meerdere metingen per jaar waren, is een gemiddelde wordt volgensDezijn onderzoek minder beantwoord dan 1970-2006 de tweede:(DPES), Nederlanders vooral berekend. NKO gegevens komen uitpositief het geïntegreerde bestand gewogenlijken gemiddelde berekend; de SCP cijfers zijn gewogen EB cijfers (SCR 2004). De EVS cijfers komen uit ZACAT. tevreden te zijn met de politieke vrijheden, en het is mogelijk, hoewel niet zeker, dat dit de 16 6
7
22
On the whole, are you very satisfied, fairly satisfied, not very satisfied or not at all satisfied with the way democracy works in the Netherlands? (EB); Bent u over het algemeen genomen zeer tevreden, tamelijk tevreden, niet erg tevreden of helemaal niet tevreden met de wijze waarop de democratie in Nederland functioneert? (NKO); On the whole are you very satisfied, rather satisfied, not very satisfied or not at all satisfied with the way democracy is developing in our country? (EVS). De EB gegevens zijn verkregen door het databestand te downloaden van iedere meting waarin de betreffende items aan bod zijn gekomen (GESIS). Van ieder databestand zijn de Nederlandse gegevens geselecteerd. Per item zijn de ongewogen data geanalyseerd, waar er meerdere metingen per jaar waren, is een gemiddelde berekend. De NKO gegevens komen uit het geïntegreerde bestand 1970-2006 (DPES), gewogen gemiddelde berekend. De EVS cijfers komen uit ZACAT.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
‘tevredenheid met de democratie’ voor een belangrijk deel verklaart. Het verdient aanbeveling deze uitsplitsing, die nu nog niet langjarig beschikbaar is, in longitudinaal vervolgonderzoek op te nemen; mocht dat gebeuren dan ligt opname in de Legitimiteitsmonitor natuurlijk voor de hand. Andere aandachtspunten zijn de keuze voor de weer te geven respondenten (soms worden de respondenten van 16 jaar en ouder weergegeven, soms die van 18 jaar en ouder) en vooral de keuze voor de presentatie van antwoordcategorieën. Zoals hieronder blijkt, maakt het bijvoorbeeld uit of positieve antwoordcategorieën worden samengevoegd (zoals meestal wordt gedaan, zie hiervoor) of afzonderlijk worden gepresenteerd (zeer tevreden, redelijk tevreden). De categorie ‘zeer tevredenen’ blijft door de jaren heen kennelijk zeer stabiel. De gestage groei van tevredenen tot eind jaren ’90, en de relatief abrupte krimp in de eerste jaren van de nieuwe eeuw, zit volgens deze cijfers vooral bij de categorie ‘redelijk tevredenen’. Wat vaak gezegd wordt over vertrouwen – komt te voet en gaat te paard – lijkt hier ook op te gaan voor ‘redelijke tevredenheid’. Uitsplitsing Eurobarometer-item tevredenheid werking democratie 8Nederland Uitsplitsing Eurobarometer-item tevredenheid werking democratie Nederland
8
100 90 80 70 60 50 40 30 20
0
1973 1976 1977/6 1977/10 1978/5 1978/10 1979/4 1979/10 1980 1981 1982/5 1982/10 1983/4 1983/11 1984/4 1984/11 1985/4 1985/11 1986/3 1986/11 1987/5 1987/11 1988/4 1988/11 1989/3 1989/7 1989/11 1990/4 1990/11 1991/3 1991/10 1992/04 1992/10 1993/4 1993/11 1994/5 1994/6 1994/12 1995 1997 1998 1999/4 1999/11 2000 2001/1 2001/11 2004 2007/1 2007/2 2007/3 2009 2010
10
De categorie 'very sa0sfied' De categorie 'fairly sa0sfied' De categoriën 'not very sa0sfied' + 'not at all sa0sfied'
Hang naar democratische vernieuwing Hoe zeer verlangen burgers naar democratische vernieuwing, naar verandering van het bestaande systeem? Zouden ze meer directe democratie of meer rechtstreeks gekozen bestuurders willen zien dan het huidige systeem te bieden heeft? De hang naar vernieuwing is in zekere zin te beschouwen als kritiek op het bestaande systeem, zij het als een vorm van constructieve kritiek die verbeteringen van het democratisch systeem mogelijk en wenselijk acht.
8
EB cijfers van de website van de Europese Commissie; inclusief categorie weet niet/ geen mening. De cijfers van 2009 en 2010 komen van GESIS.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland 8
EB cijfers van de website van de Europese Commissie; inclusief categorie weet niet/ geen mening. De cijfers van 2009 en 2010 komen van GESIS.
23
Hang naar democratische vernieuwing Hoe zeer verlangen burgers naar democratische vernieuwing, naar verandering van het bestaande systeem? Zouden ze meer directe democratie of meer rechtstreeks gekozen bestuurders willen zien dan het huidige systeem te bieden heeft? De hang naar vernieuwing is in zekere zin te beschouwen als kritiek op het bestaande systeem, zij het als een vorm van constructieve kritiek die verbeteringen van het democratisch systeem mogelijk en wenselijk acht. 9 10 Hang naar democratische vernieuwing Hang naar democratische vernieuwing 9 10
90
Meer inspraak (CV)
80 70
Gekozen burgemeester (CV)
60 50
Gekozen minister-‐president (NKO)
40
Referendum (SCP)
30 Referendum (NKO)
20 10 1958-‐1975 1977 1979 1981 1983 1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011
0
Referendum Europese verdragen (NKO) Referendum Europese uitbreiding (NKO)
Het valt op dat relatief veel burgers opteren voor democratische werkvormen die vanouds weinig ruimte krijgen in de consensusdemocratie die in Nederland nog steeds dominant is. Ze passen meer Het valt op datdemocratievormen, relatief veel burgers voor democratische werkvormen vanbij alternatieve zoalsopteren de penduledemocratie (rechtstreeks gekozendie bestuurders), ouds weinig ruimte krijgen in de consensusdemocratie die in Nederland nog steeds domide kiezersdemocratie (referenda) en, in iets mindere mate, de participatiedemocratie (meer inspraak nant is. Ze passen meer bij alternatieve democratievormen, zoals de penduledemocratie voor gewone burgers in plaats van vertegenwoordigers van geïnstitutionaliseerde polder-partijen) (rechtstreeks gekozen bestuurders), de kiezersdemocratie (referenda) en, in iets mindere (Hendriks, 2006). mate, de participatiedemocratie (meer inspraak voor gewone burgers in plaats van verInteressante vervolgvragen: geven de beschikbare statistieken aan dat Nederlanders de consensusdetegenwoordigers van geïnstitutionaliseerde polder-partijen)(Hendriks, 2006). mocratie als dominant democratiemodel prima vinden en dit louter willen ‘kruiden’ met anderssoortige ingrediënten? Of gaat hun hang naar meer competitieve ‘stemmingendemocratie’ zo ver Interessante vervolgvragen: geven deeen beschikbare statistieken aan dat Nederlanders dedat ze daarmee de meer integratieve consensusdemocratie naarprima de achtergrond willen drukken? consensusdemocratie als dominant democratiemodel vinden enzouden dit louter willen Hoe prioritair democratische vernieuwingswensen vergelijking meteen andere door burgers ‘kruiden’ met zijn anderssoortige ingrediënten? Of gaatinhun hang naar meer competitieve gewenste vernieuwingen? zo ver dat ze daarmee de meer integratieve consensusdemocra‘stemmingendemocratie’ tie naar de achtergrond zouden willen drukken? Hoe prioritair zijn democratische vernieuwingswensen in vergelijking met andere door burgers gewenste vernieuwingen? Vindt dat de inspraak van de burgers op het bestuur van gemeente en provincie veel of een beetje groter moet worden (CV – deze formulering komt uit SSN 2009); ‘De burgemeester moet worden gekozen door de inwoners van de gemeente’ (CV); ‘Over sommige, voor ons land belangrijke beslissingen moet door de kiezer zelf worden gestemd, het zogenaamde referendum’ (CV) ‘Over sommige voor ons land belangrijke beslissingen moet door de kiezers zelf worden gestemd door middel van een referendum’ (NKO); ‘De 9 Vindt dat de inspraak de burgers het bestuur gemeente en provincieEuropese veel of een beetje groterin de vorm minister-president moetvan rechtstreeks door op de kiezers wordenvan gekozen’ (NKO); ‘Toekomstige verdragen moeten moet worden (CV – deze formulering komt uit SSN 2009); ‘De burgemeester moet worden gekozen door de van een referendum aan de kiezers worden voorgelegd’ (NKO); ‘Eventuele toekomstige uitbreidingen van de Europese moeten inwoners van de gemeente’ (CV); ‘Over sommige, voor ons land belangrijke beslissingen moet door de Unie kiezer in worden de vorm van een referendum aan de kiezers worden voorgelegd’ (NKO). zelf gestemd, het zogenaamde referendum’ (CV) ‘Over sommige voor ons land belangrijke beslissingen 10 moet door cijfers de kiezers zelf 1999 worden gestemd door middel van een referendum’ ‘Deover minister-president Inspraak tot en met afkomstig uit DansEasy, de categorie 1958-1975 is het (NKO); gemiddelde deze periode, vanaf 2000 moet rechtstreeks de kiezers worden gekozen’ (NKO); Europese moeten in de komen de cijfers uitdoor SSN 2009; Opvallend: de gegevens uit SSN 2009‘Toekomstige en SSN 2007 over de jaren verdragen 2000, 2004 en 2006 verschillen vorm van een referendum aan de kiezers worden voorgelegd’ (NKO); ‘Eventuele toekomstige uitbreidingen van onderling; de cijfers over de burgemeester zijn afkomstig uit SSN 2009 (SCP). De CV/DansEasy bevat nog gegevens uit 1971 en 1972. de Europese Unie moeten in de vorm van een referendum aan de kiezers worden voorgelegd’ (NKO). 10 In beide jaren was 61% van de bevolking het eens met de stelling. De SCP referendum gegevens komen uit SSN 2009 (SCP); de NKO Inspraak cijfers tot en met 1999 afkomstig uit DansEasy, de categorie 1958-1975 is het gemiddelde over deze periode, vanaf 2000 komen debestand cijfers 1970-2006 uit SSN 2009; Opvallend: de gegevens uit SSN 2009 en SSN 2007 gegevens komen uit het geïntegreerde (DPES), gewogen gemiddelde berekend. 9
over de jaren 2000, 2004 en 2006 verschillen onderling; de cijfers over de burgemeester zijn afkomstig uit SSN 2009 (SCP). De CV/DansEasy bevat nog gegevens uit 1971 en 1972. In beide jaren was 61% van de bevolking het eens met de stelling. De SCP referendum gegevens komen uit SSN 2009 (SCP); de NKO gegevens komen uit het geïntegreerde bestand 1970-2006 (DPES), gewogen gemiddelde berekend.
24
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor 19 van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
(Dis)connectie met representatieve politiek In de geselecteerde databestanden zijn verschillende items te vinden die ‘politiek cynisme’ bedoelen te meten. Verderop in de monitor komen cynisme-items aan bod die zich richten op specifieke autoriteiten of instituties (kamerleden, politieke partijen e.d.). Hier hebben we enkele items geclusterd die van betekenis zijn voor de veronderstellingen van de representatieve, op verkiezingen gebaseerde, democratie als zodanig. Stellen burgers een zekere mate van belang in politiek? Denken ze dat politici omgekeerd belang stellen in hun mening? Geloven ze dat hun in verkiezingen uitgebrachte stem ertoe doet, dat het uitmaakt om te gaan stemmen, dat het verschil maakt voor wie er aan de macht komt, en welk beleid er uiteindelijk wordt gevoerd? Als dat idee niet aanwezig is, of sterk afneemt, is de legitimiteit van de representatieve democratie in het geding. In de geselecteerde databestanden hebben we ook veel items aangetroffen die de aard en soort van politieke participatie onder burgers betreffen. Veel van deze items (heeft u de afgelopen tijd meegedaan aan een boycot, heeft u meegelopen in een demonstratie, e.d.) achten wij minder relevant voor een Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur (boycots kunnen ook buitenlandse regimes of multinationals op de korrel nemen; demonstraties kunnen ook tegen werkgevers, kerken of bepaalde ideeën in de samenleving gericht zijn). Wij hebben vooralsnog alleen items geselecteerd die aangeven of en in hoeverre burgers ‘aangehaakt’ zijn – of niet – bij ‘de politiek’ als focuspunt van de representatieve democratie. (Dis)connectie met representatieve politiek
(Dis)connectie met representatieve politiek 11 12
11 12
70 60 50 40 30 20 10 0
Ik denk niet dat Kamerleden en ministers veel geven om wat mensen zoals ik denken (CV) Er stemmen zoveel mensen bij verkiezingen dat mijn stem er niet toe doet (NKO) Mensen zoals ik hebben geen enkele invloed op de regeringspoli0ek (NKO) Not (very) interested in poli0cs (EVS)
De geselecteerde items laten enerzijds geen beeld zien van massief en groeiend cynisme ten aanzien De geselecteerde items laten enerzijds geen beeld zien van massief en groeiend cynisme 11 Ik denk niet dat Kamerleden en ministers veel geven om wat mensen zoals ik denken (CV); Er stemmen zoveel mensen bij ten aanzien van de representatieve politiek. De ontkenning van de beroemde kiezerspaverkiezingen dat mijn stem er niet toe doet (NKO); Mensen zoals ik hebben geen enkele invloed op de regeringspolitiek (NKO); How radox is indrukwekkend (zeer weinigen zijn het eens met de stelling dat het weinig zin interested would you say you are in politics? (EVS). 12 heeft te gaan stemmen omdat uit zovelen tegelijk doen). andere kant: een2009; De CVom gegevens tot en met 1997 zijn afkomstig DansEasy,dat de gegevens vanaf 1998 tot Aan en metde 2009 zijn afkomstig uit SSN de NKO gegevens komen uit hetisgeïntegreerde bestand 1970-2006 (DPES), gewogen gemiddelde(40% berekend. EVS gegevens aanzienlijk percentage (helemaal) niet geïnteresseerd in politiek inDe 2008), een ontvangen van Loek Halman/EVS-team. De grafieken geven de positieve antwoorden op deenkele vragen, m.u.v. EVS waarin de waarden grote minderheid meent nog steeds dat ‘mensen zoals ik geen invloed op het re‘not very interested´ en ‘not at all interested’ zijn gecombineerd. geringsbeleid’ hebben (40% in 2006) en een evengrote minderheid vindt ook ‘dat kamerleden en ministers niet veel geven om wat mensen zoals ik denken’ (41% in 2009). Of dit alles ‘goed genoeg’ is of niet, is niet wetenschappelijk vast te stellen. Het is wel Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland verstandig om dit te blijven monitoren en van verschillende perspectieven te blijven voorzien.
25
van de representatieve politiek. De ontkenning van de beroemde kiezersparadox is indrukwekkend (zeer weinigen zijn het eens met de stelling dat het weinig zin heeft om te gaan stemmen omdat zovelen dat tegelijk doen). Aan de andere kant: een aanzienlijk percentage is (helemaal) niet geïnteresseerd in politiek (40% in 2008), een grote minderheid meent nog steeds dat ‘mensen zoals ik geen enkele invloed op het regeringsbeleid’ hebben (40% in 2006) en een evengrote minderheid vindt ook ‘dat kamerleden en ministers niet veel geven om wat mensen zoals ik denken’ (41% in 2009). Of dit alles ‘goed genoeg’ is of niet, is niet wetenschappelijk vast te stellen. Het is wel verstandig om dit te blijven monitoren en van verschillende perspectieven te blijven voorzien.
Wat verder nog interessant is Hoewel dit een Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur moet worden en geen ‘Legitimiteitsmonitor rechtsstelsel’, met alle nuances die daarin denkbaar zijn, mogen enkele algemene vragen die raken aan de relatie tussen democratie en rechtstaat – oftewel de democratische rechtstaat – niet ontbreken. De democratie is in Nederland (anders dan in het oude Athene bijvoorbeeld) ingebed in het kader van een rechtstaat die ook grenzen stelt aan meerderheidsbestuur, die rechten geeft aan individuen en minderheden, die een onafhankelijke rechterlijke macht in het spel der machten koestert, et cetera. De aloude vrees voor de uitwassen van democratie – ochlocratie: de heerschappij van de onderbuik – is gedempt door de uitbouw van de rechtstaat met zijn regels, rechten en rechtgangen. Hoeveel vertrouwen hebben burgers daarin, hoe tevreden zijn zij ermee, en hoeveel respect kunnen ze er, meer in het algemeen, voor opbrengen? Hoewel Eurobarometer voor het vertrouwen in het rechtsstelsel sinds 2008 een neerwaartse lijn laat zien, is de algemene trend in hiervoor bijeen gebrachte statistieken niet neerwaarts gericht: vertrouwen in het rechtsstelsel ontwikkelt zich volgens Eurobarometer met sterke fluctuaties, zowel omlaag als omhoog; degenen die zich vertrouwend en tevreden uiten zitten (bijna) altijd boven de 50%; niet minder dan 95% heeft in 2008 respect voor politieke instituties en wetgeving, niet onbelangrijk voor een democratische rechtstaat.
26
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Waardering rechtsstelsel 13 14
Waardering rechtsstelsel
13 14
100 90 80 70 60 50 40 30
Vertrouwen in rechtsstelsel (EB)
Vertrouwen in rechtsstelsel (EVS)
Respect ins0tu0es en we^en (EVS)
Tevredenheid rechtsstelsel (LISS)
13
I would like to ask you a question about how much trust you have in certain institutions. For each of the following institutions, please tell me if you tend to trust it or tend not to trust it? Justice/the Dutch legal system (EB); Please look at this card and tell me, for each item listed, how much confidence you have in them, is it a great deal, quite a lot, not very much or none at all? The justice system (EVS); Some people say the following things are important for being truly Dutch. Others say they are not important. How important do you think each of the following is? To respect Dutch political institutions and laws (EVS). Hoe tevreden bent u met de manier waarop de volgende instellingen werken in Nederland? Kunt u op een schaal van 0 tot 10 aangeven hoeveel 13 I would like to ask you a question about how much trust you have in certain institutions. For each of the following institutions, please vertrouwen u persoonlijk hebt in elk van de volgende instellingen? betekent dat u helemaal geen vertrouwen tell me if you trust it oren tend to trust it? Justice/the Dutch legal system (EB);Het Please look at this card and tell me, for each hebt in tend een to instelling 10not betekent dat u volledig vertrouwen hebt. rechtsstelsel (LISS). De EB zijn verkregen door het te downloaden iedere meting waarin desystem betreffende item14 listed, howgegevens much confidence you have in them, is itdatabestand a great deal, quite a lot, not veryvan much or none at all? The justice bodsay zijn (GESIS). Van ieder zijnOthers de Nederlandse geselecteerd. Per (EVS);items Someaan people thegekomen following things are important fordatabestand being truly Dutch. say they are gegevens not important. How important item zijn de ongewogen data geanalyseerd. De EVS gegevens komen van ZACAT en Loek Halman/EVS-team. do you think each of the following is? To respect Dutch political institutions and laws (EVS). Hoe tevreden bent u met de manier De LISS gegevens komen van CentERdata, maar geven eigenlijk een vertekend beeld, het gaat hier namelijk waarop volgende instellingen Nederland? Kunt op aan een schaal van 0 tot 10gegeven aangevenmoest hoeveelworden, vertrouwen u omde een rapportcijfer dat werken op eeninschaal van 0 totu10 de democratie bijvoorbeeld 70% staat voor gemiddeld cijfer betekent van eendat 7 wat de LISS respondenten op in deeen vraag antwoordden. Bij de persoonlijk hebt inhier elk van deeen volgende instellingen? u helemaal geen vertrouwen hebt instelling en 10 betekent cijfers is uitgegaan van het jaartal waarop het rapport is afgerond, ook al vonden er ook metingen plaats dat uLISS volledig vertrouwen hebt. Het rechtsstelsel (LISS). in december van het jaar ervoor. 14
De EB gegevens zijn verkregen door het databestand te downloaden van iedere meting waarin de betreffende items aan bod zijn gekomen (GESIS). Van ieder databestand zijn de Nederlandse gegevens geselecteerd. Per item zijn de ongewogen data geanalyseerd. 23 De EVS gegevens komen van ZACAT en Loek Halman/EVS-team. De LISS gegevens komen van CentERdata, maar geven eigenlijk een vertekend beeld, het gaat hier namelijk om een rapportcijfer dat op een schaal van 0 tot 10 aan de democratie gegeven moest worden, bijvoorbeeld 70% staat hier voor een gemiddeld cijfer van een 7 wat de LISS respondenten op de vraag antwoordden. Bij de LISS cijfers is uitgegaan van het jaartal waarop het rapport is afgerond, ook al vonden er ook metingen plaats in december van het jaar ervoor.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
27
Bestuursrechtspraak Raad van State en klachten ombudsman
15
Bestuursrechtspraak Raad van State en klachten ombudsman 15 16000 14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0
1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 Bestuursrechtspraak Raad van State
Klachten ombudsman
Als burgers ontevreden zijn met het overheidshandelen kunnen ze zich op verschillende manieren weren, protest aantekenen, ‘aan de bel Ze kunnen beroep of bezwaar hun recht Als burgers ontevreden zijn met hettrekken’. overheidshandelen kunnen ze zichaantekenen, op verschillende zoeken via weren, het bestuursrecht (tot de Raad van State een klacht indienen bij de Ombudsman, manieren protest aantekenen, ‘aan de aan bel toe), trekken’. Ze kunnen beroep of bezwaar et cetera. Voorhun zoverrecht hier getalsmatige overzichten van zijn,(tot welke laten daneen aantekenen, zoeken via het bestuursrecht deontwikkelingen Raad van State aandeze toe), zien? Neemt het aantal waarbijet burgers langs ‘koninklijke weg’ protest aantekenen toe? En klacht indienen bij de gevallen Ombudsman, cetera. Voor zover hier getalsmatige overzichten hoe zijn, staat het metontwikkelingen de gevallen waarbij burgers voor agressie en geweld hun ‘gelijk te halen’ van welke laten dezekiezen dan zien? Neemt het aantalom gevallen waarbij burgers langs ‘koninklijke protest aantekenen toe? En hoe staat het met de gevallen of hun ongenoegen kenbaar weg’ te maken in het publieke domein? waarbij burgers kiezen voor agressie en geweld om hun ‘gelijk te halen’ of hun ongenoegen kenbaar maken in het publieke Het is mogelijk omtedergelijke statistieken op tedomein? nemen in een legitimiteitsmonitor, maar ze moeten dan vervolgens wel met gevoel voor verhouding en nuance worden geïnterpreteerd. Burgers die langs
Het is mogelijk statistieken nemen in een legitimiteitsmonitor, ‘koninklijke weg’om aandergelijke de bel trekken hebben inop de te regel een probleem met een bepaalde gangmaar van ze moeten dan vervolgens wel met gevoel voor verhouding en nuance geïnter-aan zaken in de democratische rechtstaat, maar vervolgens kiezen ze er voor om ditworden via het ‘systeem’ preteerd. die langs weg’ in aan de bel trekken hebben in de regel een te kaarten.Burgers Is dat omdat ze hier‘koninklijke toch meer fiducie hebben dan in een alternatieve manier van probleem met een bepaalde gang van zaken in de democratische rechtstaat, maar vergeschilbeslechting, of omdat er voor de zaken die ze willen aankaarten geen redelijk alternatief is? volgens kiezenalternatief’ ze er voorisom dit viaofhet ‘systeem’optreden aan te kaarten. Is dat omdat ze hier Een ‘onredelijk agressief gewelddadig jegens overheidsvertegenwoordigers. toch meer fiducie in hebben dan in een alternatieve manier van geschilbeslechting, of Het is goed om dit gedrag te blijven monitoren, omdat het iets zegt over de mate waarin burgers omdat er voor de zaken die ze willen aankaarten geen redelijk alternatief is? geneigd zijn om hun zaak niet volgens de regels van het systeem – de omgangsvormen van de
democratische rechtstaat – aan te kaarten, maar op een systeemondergravende manier, met dwang en
Een ‘onredelijk alternatief’ is agressief of gewelddadig optreden jegens overheidsvertegeweld in plaats van met overtuiging en argumenten. Longitudinaal onderzoek op dit vlak moet nog genwoordigers. Het is goed om dit gedrag te blijven monitoren, omdat het iets zegt over groeien, voor zover dat gebeurt datom in deze worden de mate en waarin burgers geneigdkan zijn hun Legitimiteitsmonitor zaak niet volgens de regelsmeegenomen. van het sysVooralsnog moeten we werken met onderzoeken zoals die welke hieronder zijnkaarten, weergegeven. teem – de omgangsvormen van de democratische rechtstaat – aan te maar op Uit het rapport ‘Bedreigd Bestuur ‘ uit 2010 blijkt dat ongeveer eeninderde vanvan de politieke ambtsdraeen systeemondergravende manier, met dwang en geweld plaats met overtuiging gers bij gemeenten, provincies en waterschappen in de afgelopen twaalf maanden slachtoffer is dat en argumenten. Longitudinaal onderzoek op dit vlak moet nog groeien, en voor zover 16 geweest van Hierbij gaat het voornamelijk om verbale agressie (26% is daar slachtoffer gebeurt kanagressie. dat in deze Legitimiteitsmonitor worden meegenomen. Vooralsnog moetenvan geweest), gevolgd door bedreiging/intimidatie (13%). Fysieke agressie komt gelukkig nog relatief we werken met onderzoeken zoals die welke hieronder zijn weergegeven.
weinig voor (3%).Toegespitst op bepaalde ambtsdragers zijn vooral wethouders (51%) en burgemeesters (50%) slachtoffer geweest van een vorm van agressie. Uit andere onderzoeken blijkt dat 61% van 15 Bij de bestuursrechtspraak van de Raad van State gaat het om de ingekomen beroepschriften eerste aanleg en hoger beroep, inclusief verzoeken om voorlopige voorzieningen en schorsingen. Alle cijfers zijn bij elkaar opgeteld (jaarverslagen Raad van State, website Raad van State). De klachten bij de ombudsman betreffen alle binnengekomen klachten bij de ombudsman in het desbetreffende jaar (jaarverslagen ombudsman, website ombudsman).
Bij de bestuursrechtspraak van de Raad van State gaat het om de ingekomen beroepschriften eerste aanleg en hoger beroep, inclusief verzoeken om voorlopige voorzieningen en schorsingen. 24 Alle cijfers zijn bij elkaar opgeteld (jaarverslagen Raad van State, website Raad van State). De klachten bij de ombudsman betreffen alle binnengekomen klachten bij de ombudsman in het desbetreffende jaar (jaarverslagen ombudsman, website ombudsman). 16 Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2010). Bedreigd bestuur 2010: agressie en geweld tegen politieke ambtsdragers bij gemeenten, provincies en waterschappen. Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 15
28
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
de werknemers met een publieke taak in 2009 te maken kreeg met ongewenst gedrag door externen17 en van gemeentelijke werknemers met een publieke taak geeft 61% aan tussen november 2007 en november 2008 te maken gehad met een vorm van agressie.18 In de meeste gevallen gaat het ook hier om verbaal geweld, maar met respectievelijk 21% en 7% is fysiek geweld hier relatief groter dan bij ambtsdragers (al horen bij die eerste groep ook semi-publieke diensten als de NS, onderwijs, ziekenhuizen en politie).
Politiek-bestuurlijke instellingen en autoriteiten: actorlegitimiteit (II) Bij de tweede hoofdcategorie zoomen we in op de instellingen en autoriteiten die centraal staan in het politiek-bestuurlijk systeem. We kijken naar de actoren (ook collectieve actoren als politieke partijen zien we in lijn met het neo-institutionalisme als actoren) die in een vitale democratie een zekere mate van legitimiteit zouden mogen bezitten. Om te beginnen gaat het om de trits regering, parlement en politieke partijen die in legitimiteitsonderzoek veelvuldig terugkeert: hierover zijn veel items beschikbaar; de kunst is het om tot een goede selectie te komen. Tegelijkertijd gaat het om de twee grote beroepsgroepen die het democratisch bestuur vorm en gezicht geven: het politiek personeel en het ambtelijk personeel dat de overheidsorganen bevolkt. We weten natuurlijk dat het moderne ‘netwerkbestuur’ ook door allerlei maatschappelijke belangengroepen en instellingen van de ‘civil society’ wordt bepaald. Het zou zeker interessant zijn om daarvoor een ‘Legitimiteitsmonitor Maatschappelijk Bestuur’ op te stellen. We moeten ons hier echter beperken, en dat is al ingewikkeld genoeg, tot dat deel van het moderne netwerkbestuur dat meent door verkiezingen te zijn gelegitimeerd, direct of afgeleid, tot het dragen politieke of bestuurlijke verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Macht plus legitimiteit is gezag, zo stelden we eerder in navolging van Schmitter en anderen. Het is de vraag of burgers dat gezag ook (h)erkennen als zij in grootschalig survey-onderzoek daarover bevraagd worden.
Waardering regering en bewindspersonen Hebben burgers vertrouwen in de regering? Zijn ze tevreden met wat de regering doet en brengt voor het dagelijks leven? En hoe cynisch zijn ze over de beweegredenen van bewindslieden? Het gaat hier niet om individuele ministers (zulke statistieken zijn er ook), maar om de bewindspersonen die tezamen, als regering, de executieve macht in het systeem aanvoeren. Vertrouwen in en tevredenheid met de regering staan volgens de betreffende statistieken eind jaren ’90 relatief hoog genoteerd; daarna volgt een relatief sterke daling op beide legitimiteits-indicatoren, vooral rond de jaren 2002-2005, waarna een periode van slechts gedeeltelijk herstel volgt. Vooral de vertrouwenslijn blijft na 2005 een grillig patroon vertonen, met twee sterke pieken omhoog, gevolgd door twee sterke bewegingen omlaag. De eerste piek komt na de uitgebreide honderd-dagen-luisteren-tour van het kabinet Balkenende-IV in 2007; de tweede piek volgt na de financiële crisis die in 2008 zichtbaar wordt, en het even zichtbare crisismanagement van met name minister Bos van Financiën. Vergelijking van het vertrouwen in de regering van Nederland met het vertrouwen in de regeringen van de EU (15 oplopend tot 29) laat zien dat de vertrouwensval in Nederland na 2002 vergelijkenderwijs scherp omlaag gaat; desondanks blijft het vertrouwensniveau internationaal vergeleken op relatief hoog niveau (Bovens & Wille, 2011). Het zou interessant zijn om de internationale vergelijking ook longitudinaal aan te pakken, en vol te houden, voor een select aantal buitenlanden. Te denken valt aan de relatief kleine/middelgrote Europese buitenlanden waar de consensusdemocratie ook zijn sporen heeft achter gelaten: Denemarken, Zweden, België, Zwitserland en Oostenrijk.
Jacobs, M.J.G., Jans, M.E.W., & Roman, B. (2009). Aard en omvang van ongewenst gedrag tegen werknemers met een publieke taak: een vervolgonderzoek. Tilburg: IVA beleidsonderzoek en advies. 18 InternetSpiegel (2009). Belevingsonderzoek veiligheid, agressie en geweld: Nulmeting sector gemeenten. Den Haag: InternetSpiegel. 17
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
29
Waardering regering 19 20
Waardering regering
19 20
90 80 70 60 50 40 30 20
Vertrouwen (EB)
vertrouwen (COB)
Tevredenheid (SCP)
Nut (CV)
Een andere manier om de waardering voor de regering vast te stellen, is door de verkiezingsresultaten Een andere manier om de waardering voor de regering stellen, is door de het verkievan regeringspartijen in kaart te brengen. De grafiek hierondervast laat te zien dat na 1956 alleen kabinet zingsresultaten van regeringspartijen in kaart brengen. De grafiek hieronder laat zien Den Uyl en het kabinet Kok-I de meerderheid van detekiezersgunst hebben weten vast te houden (bron: dat na 1956 alleen het2011a: kabinet Kok-I de meerderheid de kieAndeweg & Thomassen, 61).Den Ook Uyl blijktendathet de kabinet ervaren regeringspartijen (partijenvan die meer dan zersgunst hebben weten vast houden (bron: Andeweg & Thomassen, 2011a:een 61). Ook eens deel hebben uitgemaakt vanteeen coalitieregering, CDA, PvdA, VVD, D66) mettertijd steeds blijkt dat de ervaren (partijen dieweten meertedan eens deelDat hebben uitgekleiner aandeel van de regeringspartijen stemmen (en dus zetels) hebben bemachtigen. sommige partijen maakt van een coalitieregering, CDA, PvdA, VVD, D66) mettertijd een steeds kleiner aanhang verliezen en andere aanhang winnen is op zich een normaal verschijnsel in een representaaandeel van de stemmen dus zetels) weten te bemachtigen. sommige tieve democratie. Hier is het (en wel opvallend dathebben de partijen die ervaren dragers vanDat de coalitiepolitiek partijen aanhang verliezen en andere aanhang winnen is op zich een normaal verschijnzijn, en ook lange tijd het gezicht van de politiek vormden, verliezen – terwijl hun minder gematigde, sel in een representatieve democratie. Hier is het wel opvallend dat de partijen die ervaen meer systeem-kritische rivalen (de SP, de PVV en in mindere mate de CU) winnen. ren dragers van de coalitiepolitiek zijn, en ook lange tijd het gezicht van de politiek
19
I would like to ask you a question about how much trust you have in certain institutions. For each of the following institutions, please tell me if you tend to trust it or tend not to trust it? The Dutch government (EB); Wilt u met behulp van deze kaart aangeven hoe tevreden u over het algemeen bent met wat de Nederlandse regering doet? Zeer tevreden, min of meer tevreden, nogal ontevreden, erg ontevreden?’ (SCP); Hoeveel vertrouwen heeft u op dit moment in de volgende instellingen in Nederland? De regering (COB); wat de regering ook doet, voor het dagelijkse leven heeft het weinig nut (CV). 19 20 I would like to ask you a question about how much trust you have in certain institutions. For each of the following institutions, please Let op: De horizontale as verandert in 2001 en vanaf 2003 in twee meetmomenten. Als er geen meerdere tell me if zijn, you tend to trust it oras tend to trust it? The Dutch governmentDe (EB); u met behulp deze kaart aangeven hoe metingen wordt op de denot eerste ‘meting’ aangehouden. EBWilt gegevens zijn van verkregen door het databestand teudownloaden van iedere waarin de betreffende aan bodmin zijnofgekomen (GESIS). Van tevreden over het algemeen bent metmeting wat de Nederlandse regering doet?items Zeer tevreden, meer tevreden, nogal ontevreden, ieder databestand(SCP); zijn Hoeveel de Nederlandse item zijn de ongewogen data erg ontevreden?’ vertrouwengegevens heeft u op geselecteerd. dit moment in dePer volgende instellingen in Nederland? Degeanalyseerd. regering (COB); wat De CV gegevens komen uit DansEasy (hier gaat het om de ontkennende antwoorden). De SCP cijfers over de de regering ook doet, voor het dagelijkse leven heeft het weinig nut (CV). tevredenheid komen uit SCP/SCR, 2002, en uit SCP/SSN, 2009; bij de COB gaat het om het percentage dat op 20 op: Devan horizontale as verandert 2001 gaf, en vanaf 2003 inuit twee Als‘Stemming er geen meerdere metingen het zijn, gaat wordt op eenLet schaal 0 tot 10 een 6 of in hoger dit komt de meetmomenten. SCP rapportage Onbestemd’, deom as deeen eerste ‘meting’ aangehouden. De EB gegevens verkregen door het te downloaden van iedere hier zeer nauwkeurige benadering uit eenzijn grafiek (pagina 44,databestand aangenomen dat de metingen demeting punten tussen betreft), aangezien het (GESIS). COB per kwartaal rapporteert, het telkens gemiddelden over waarindederasterlijnen betreffende items aan bod zijn gekomen Van ieder databestand zijn dezijn Nederlandse gegevens geselecteerd. Per twee kwartalen, m.u.v. 2011, daar is alleen nog het eerste kwartaal bekend.
item zijn de ongewogen data geanalyseerd. De CV gegevens komen uit DansEasy (hier gaat het om de ontkennende antwoorden). De SCP cijfers over de tevredenheid komen uit SCP/SCR, 2002, en uit SCP/SSN, 2009; bij de COB gaat het om het percentage dat op 27 een schaal van 0 tot 10 een 6 of hoger gaf, dit komt uit de SCP rapportage ‘Stemming Onbestemd’, het gaat hier om een zeer nauwkeurige benadering uit een grafiek (pagina 44, aangenomen dat de metingen de punten tussen de rasterlijnen betreft), aangezien het COB per kwartaal rapporteert, zijn het telkens gemiddelden over twee kwartalen, m.u.v. 2011, daar is alleen nog het eerste kwartaal bekend.
30
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
vormden, verliezen – terwijl hun minder gematigde, en meer systeem-kritische rivalen (de SP, de PVV en in mindere mate de CU) winnen.
Verkiezingsbarometer ‘gevestigde orde’ 21 Verkiezingsbarometer ‘gevestigde orde’ 21
100
80
60
40
2010
2006
2003
2002
1998
1994
1989
1986
1982
1981
1977
1972
1971
1967
1963
1959
1956
1952
0
1948
20
-‐20
-‐40 Verkiezingsresultaten ervaren regeringspar0jen (PvdA, CDA, VVD, D66) Winst/verlies coali0epar0jen bij eerstvolgende verkiezingen
21
De verkiezingsresultaten van de ervaren regeringspartijen zijn gebaseerd op gegevens van de Kiesraad, eigen bewerking. De resultaten van de coalitiepartijen komen uit Andeweg & Thomassen 2011, exacte cijfers met dank ontvangen van Rudy Andeweg (persoonlijk communicatie).
28
21
De verkiezingsresultaten van de ervaren regeringspartijen zijn gebaseerd op gegevens van de Kiesraad, eigen bewerking. De resultaten van de coalitiepartijen komen uit Andeweg & Thomassen 2011, exacte cijfers met dank ontvangen van Rudy Andeweg (persoonlijk communicatie).
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
31
Waardering volksvertegenwoordiging en Kamerleden
Waardering volksvertegenwoordiging en Kamerleden
Hebben burgers vertrouwen het parlement? Zijn ze teover spreken over dat wat deleden verzaHebben burgers vertrouwen in hetinparlement? Zijn ze te spreken dat wat de verzamelde van melde leden van het parlement in een parlementaire democratie in ieder geval voor het parlement in een parlementaire democratie in ieder geval voor een deel van hun tijd geacht een deel van hun op tijddegeacht te doen: op de de hoogte blijven vanbelang wat er onder worden te doen: hoogteworden blijven van wat er onder bevolking speelt, stellen inde de bevolking speelt, belang stellen in de mening van burgers, contact houden met mensen in mening van burgers, contact houden met mensen in het land? Het gaat hier niet om individuele het land? Het gaat hier niet om individuele Kamerleden of om specifieke partijen (zulke Kamerleden of om specifieke partijen (zulke items zijn er ook), gevraagd wordt naar de volksvertegenitems zijn er ook), gevraagd wordt naar de volksvertegenwoordigers en volksvertegenwoordigers en volksvertegenwoordiging in algemene zin. woordiging in algemene zin.
Vertrouwen in Tweede Kamer
22 23
Vertrouwen in Tweede Kamer 22 23 90 80 70 60 50 40 30 20
0
1980 1981 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001/1 2001/2 2002 2003/1 2003/2 2004/1 2004/2 2005/1 2005/2 2006/1 2006/2 2007/1 2007/2 2008/1 2008/2 2009/1 2009/2 2010/1
10
Vertrouwen in Parlement (EB)
Vertrouwen in Parlement (EVS)
Vertrouwen Tweede Kamer (SCP)
Vertrouwen Tweede Kamer (COB)
22
‘I would like to ask you a question about how much trust you have in certain institutions. For each of the following institutions, please tell me if you tend to trust it or tend not to trust it? The Dutch Parliament’ (EB); ‘Please look at this card and tell me, for each item listed, how much confidence you have in them, is it a great deal, quite a lot, not very much or none at all? Parliament’ (EVS); ‘Zegt u mij voor elk van de volgende instellingen of u er eerder wel vertrouwen of eerder geen vertrouwen in heeft. De Tweede Kamer’ (SCP); Hoeveel vertrouwen heeft u op dit moment in de volgende instellingen in Nederland? De Tweede Kamer (COB). 22 23 De EB gegevens verkregen het databestand tecertain downloaden vanFor iedere meting waarininstitutions, de betreffende ‘I would like to ask youzijn a question about door how much trust you have in institutions. each of the following items tell aan zijn gekomen ieder databestand zijn de(EB); Nederlandse geselecteerd. Per please mebod if you tend to trust it(GESIS). or tend notVan to trust it? The Dutch Parliament’ ‘Please look gegevens at this card and tell me, for each item zijn de ongewogen data geanalyseerd; EVS gegevens ontvangen van Loek Halman/EVS-team; Vertrouwen item listed, how much confidence you have in them, is it a great deal, quite a lot, not very much or none at all? Parliament’ (EVS); ‘Zegt Tweede Kamer (SCP) uit SSN 2009 (vermeld zijn de percentages ‘eerder wel vertrouwen’ van degenen die uminimaal mij voor elk van de volgende of uen er eerder wel vertrouwen geen vertrouwen in heeft. De niet’ Tweede Kamer’ tienmaal tussen instellingen ‘eerder wel’ ‘eerder geen’ kozen of eneerder dus maximaal vijfmaal ‘weet scoorden (SCP); heeftvan u op Dekker dit moment de volgende in Nederland? Tweede Kamer (COB). zij laten (SSNHoeveel 2009).vertrouwen In een artikel en in Van der Meerinstellingen (2004) staan ook nogDe gewogen EB cijfers; 23 daar overigens een cijfer uit 1997 zien (66%); de trend en de cijfers die zij tot 2007 weergeven zijn verder De EB gegevens zijn verkregen door het databestand te downloaden van iedere meting waarin de betreffende items aan bod zijn ongeveer gelijkVan (Inclusief de flinke zijn piek 2007); bijgegevens de COBgeselecteerd. gaat het om dat opdata eengeanalyseerd; schaal van gekomen (GESIS). ieder databestand dein Nederlandse Perhet itempercentage zijn de ongewogen 0 tot 10 een 6 of hoger gaf, dit komt uit de SCP rapportage ‘Stemming Onbestemd’, het gaat hier om een zeer EVS gegevens ontvangen van Loek Halman/EVS-team; Vertrouwen Tweede Kamer (SCP) uit SSN 2009 (vermeld zijn de percentages nauwkeurige benadering uit een grafiek (pagina 44), aangezien het COB per kwartaal rapporteert, zijn het ‘eerder wel vertrouwen’ van degenen minimaal m.u.v. tienmaal2011, tussendaar ‘eerder en ‘eerder geen’ kozenkwartaal en dus maximaal vijfmaal telkens gemiddelden over twee die kwartalen, is wel’ alleen nog het eerste bekend.
‘weet niet’ scoorden (SSN 2009). In een artikel van Dekker en Van der Meer (2004) staan ook nog gewogen EB cijfers; zij laten daar overigens een cijfer uit 1997 zien (66%); de trend en de cijfers die 29 zij tot 2007 weergeven zijn verder ongeveer gelijk (Inclusief de flinke piek in 2007); bij de COB gaat het om het percentage dat op een schaal van 0 tot 10 een 6 of hoger gaf, dit komt uit de SCP rapportage ‘Stemming Onbestemd’, het gaat hier om een zeer nauwkeurige benadering uit een grafiek (pagina 44), aangezien het COB per kwartaal rapporteert, zijn het telkens gemiddelden over twee kwartalen, m.u.v. 2011, daar is alleen nog het eerste kwartaal bekend.
32
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Cynisme jegens Kamerleden
24 25
Cynisme jegens Kamerleden 24 25 90 80 70 60 50 40 30 20
2007
2005
2003
2001
1999
1997
1995
1993
1991
1989
1987
1985
1983
1981
1979
1977
1975
0
1973
10
Kamerleden bekommeren zich niet om mijn mening (NKO) Kamerleden verliezen contact met mensen in het land (NKO) Kamerlid word je door poli0eke vrienden (NKO) Kamerleden le^en niet op algemeen belang (NKO)
De bekende Eurobarometer-vraag naar het vertrouwen in de volksvertegenwoordiging vertoont De bekende Eurobarometer-vraag naar het vertrouwen in de volksvertegenwoordiging ongeveer hetzelfde patroon als het patroon dat we beschreven voor de Eurobarometervraag naar het vertoont ongeveer hetzelfde patroon als het patroon dat we beschreven voor de Eurobavertrouwen in de regering (hoog tot eind jaren ’90; relatief scherpe val vanaf 2002; vanaf 2005 sterk rometervraag naar het vertrouwen in de regering (hoog tot eind jaren ’90; relatief scherfluctuerend patroon). Tiemeijer (2008) ziet hierin bevestiging van het vermoeden dat het voor gewone pe val vanaf 2002; vanaf 2005 sterk fluctuerend patroon). Tiemeijer (2008) ziet hierin burgers ‘allemaal Den Haag’ is, en ze het onderscheid dus niet zo scherp aanbrengen. Het valt bevestiging van het vermoeden dat het voor gewone burgers ‘allemaal Den Haag’ is, en overigens wel op dat de volksvertegenwoording het vertrouwen na 2004 wat sneller en sterker herpakt ze het onderscheid dus niet zo scherp aanbrengen. Het valt overigens wel op dat de dan de regering; dat zou verklaard kunnen worden door de opmars van establishment-kritische volksvertegenwoording het vertrouwen na 2004 wat sneller en sterker herpakt dan de partijen die zich eerder in de Tweede Kamer manifesteren dan in de regering. regering; dat zou verklaard kunnen worden door de opmars van establishment-kritische ‘Kamerleden bekommeren zich niet om de mening van mensen zoals ik’, ‘Kamerlid wordt je eerder partijen die zich eerder in de Tweede Kamer manifesteren dan in de regering. door je politieke vrienden dan je bekwaamheden’. Een redelijk stabiele, forse minderheid is het daar (zeer) mee eens. Dat neemt sterk toe Dat snel het contact verliezen met de wordt ‘Kamerleden bekommeren zichnoch nietaf. om deKamerleden mening van mensen zoals ik’, ‘Kamerlid mensen in hetdoor land je vindt een forse meerderheid, in 2001 zelfs 80% bedraagt. Er kan gediscussieerd je eerder politieke vrienden dan jedie bekwaamheden’. Een redelijk stabiele, forse worden over de vraag het gesignaleerde gedragDat verantwoord (effectiviteitsverhogend?) of onverantminderheid is hetofdaar (zeer) mee eens. neemt sterk toe noch af. Dat Kamerleden snel(responsiviteitverkleinend?) het contact verliezen metis.de mensen in land vindt meerderheid, woord Kamerleden diehet in plaats van opeen het forse algemeen belang meerdie in 2001 80% van bedraagt. Er kan gediscussieerd worden over de vraag of het letten op zelfs het belang enkele machtige groepen in de samenleving, wijken duidelijker afgesignavan de gebruikelijke functieomschrijving van het Kamerlidmaatschap. Een meerderheid die mettertijd 24 Kamerleden bekommeren zichziet nietdeze om de mening van mensen zoals ik (NKO); Meestal verliezen onze verteaangroeit tot zo’n 60% procent ‘afwijking’ optreden. genwoordigers in de Tweede Kamer al snel het contact met de mensen in het land (NKO); Kamerlid word je eerder door je politieke vrienden dan door je bekwaamheden (NKO); Kamerleden letten te veel op het belang van enkele machtige groepen in plaats van op het algemeen belang (NKO). 25 De NKO gegevens komen uit het geïntegreerde bestand 1970-2006 (DPES), gewogen gemiddelde berekend. De NKO vraag over hoe je Kamerlid wordt en over het algemeen belang komen uit het artikel ‘Onveranderlijk 24 Onvrede’ van Dekker en Van der Meer uit 2008, gewogen resultaten. Kamerleden bekommeren zich niet om de mening van mensen zoals ik (NKO); Meestal verliezen onze vertegenwoordigers in de
Tweede Kamer al snel het contact met de mensen in het land (NKO); Kamerlid word je eerder door je politieke vrienden dan door je 30 bekwaamheden (NKO); Kamerleden letten te veel op het belang van enkele machtige groepen in plaats van op het algemeen belang (NKO). 25 De NKO gegevens komen uit het geïntegreerde bestand 1970-2006 (DPES), gewogen gemiddelde berekend. De NKO vraag over hoe je Kamerlid wordt en over het algemeen belang komen uit het artikel ‘Onveranderlijk Onvrede’ van Dekker en Van der Meer uit 2008, gewogen resultaten.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
33
Waardering politieke partijen en politici Hebben burgers vertrouwen in de politieke partij als kerninstitutie van de gegroeide vertegenwoordigende democratie, als hofleverancier van politiek personeel voor regering én parlement, als intermediair tussen de burgerij en de statelijke instituties? Stellen burgers belang in politieke partijen, verbinden ze zich ermee door op te komen dagen bij verkiezingen? In welke getale zijn burgers lid van politieke partijen, of zien ze zich anderszins als aanhanger van een partij? Hebben ze het idee dat partijen geïnteresseerd zijn in meer dan enkel hun stem bij verkiezingen? Vinden burgers politici in het algemeen betrouwbaar, of misschien juist corrupt? Gedragen politici zich in de ogen van burgers hooghartig of juist begaan? Het gaat hier niet om individuele partijen of politici (zulke statistieken zijn er ook) maar om partijen en de politieke klasse in het algemeen. Het vertrouwen in de politieke partijen beweegt zich volgens de Eurobarometer-statistieken structureel op een lager niveau dan het vertrouwen in de regering of de Tweede Kamer. Daarnaast zijn de fluctuaties in het vertrouwen meer afgedempt; de grondhouding ten aanzien van politieke partijen laat zich kennelijk minder opschudden. Politici zijn in de ogen van burgers eerder hooghartig dan laaghartig. Niet meer dan 4% in 2006 meent dat politici corrupt zijn, terwijl een redelijk stabiel smaldeel van rond de 50% van mening is dat politici arrogant zijn en dat ze net als de politieke partijen waarvan ze deel uitmaken alleen in de stem van burgers geïnteresseerd zijn en niet in hun inbreng. Een ruime en groeiende meerderheid is het (zeer) eens met de stelling dat politici tegen beter weten in meer beloven dan ze kunnen waarmaken; dat in 2006 meer dan 90% dat vindt oogt ernstig, maar kan ook worden beschouwd als een realistische inschatting van het verschil tussen verkiezingscampagnes en regeerperiodes. Een ruime, sinds begin jaren ’80 gegroeide meerderheid heeft niet het gevoel ‘aanhanger’ te zijn van een politieke partij; in 2006 heeft bijna 70% dat gevoel. Het formele lidmaatschap is sinds de jaren ’70 gedaald; op het moment van schrijven is een kleine 2% van de Nederlanders lid van een politieke partij. De bodem waarin de politieke partij is geworteld is dus niet al te dik. Desondanks is in 2006 zo’n 80% van de kiezers bereid om voor nationale verkiezingen de gang naar het stemhokje te maken; vergeleken met de drie andere vormen van algemene verkiezingen blijft de opkomst bij Tweede Kamerverkiezingen door de jaren heen relatief stabiel en hoog. De Europese en provinciale verkiezingen zijn sinds het begin van de jaren ’90 onder de psychologische grens van 50% opkomst gedoken, met uitzondering van de laatste PS-verkiezingen van 2011. Eerder schreven we over de mogelijkheid om het vertrouwen in de Nederlandse regering internationaal-vergelijkend te spiegelen aan een cluster van buitenlanden. Het verdient aanbeveling om hetzelfde te doen voor het geaggregeerd vertrouwen in politieke instituties: regering, parlement en politiek partijen tezamen (Dekker en Van der Meer, 2004, hebben een dergelijke internationale vergelijking, maar dan voor de periode 1997-2004, en voor de landen Nederland, Denemarken, België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk). Als we het politiek vertrouwen desaggregeren en afgaan op de Eurobarometer-items terzake, kunnen we vertrouwen in de politieke partij, de Tweede Kamer en de regering ook onderling vergelijken (zoals de gecombineerde grafiek).
34
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Als we het politiek vertrouwen desaggregeren en afgaan op de Eurobarometer-items terzake, kunnen we vertrouwen in de politieke partij, de Tweede Kamer en de regering ook onderling vergelijken (zoals de gecombineerde grafiek).
Waardering politieke partijen en politici 26 27 Waardering politieke partijen en politici
26 27
60 50 40 30 20 10 0
Vertrouwen in poli0eke par0jen (EB)
Poli0ci in staat problemen op te lossen (NKO)
Vertrouwen in poli0eke par0jen (EVS)
Tevredenheid poli0eke par0jen (LISS)
Rapportcijfer poli0ek in Den Haag (COB)
26
I would like to ask you a question about how much trust you have in certain institutions. For each of the following institutions, please tell me if you tend to trust it or tend not to trust it? Political parties (EB); Please look at this card and tell me, for each item listed, how much confidence you have in them, is it a great deal, quite a lot, not very much or none at all? Political parties (EVS); Kunt u op een schaal van 0 tot 10 aangeven hoeveel vertrouwen u persoonlijk hebt in elk van de volgende instellingen? Politieke partijen (LISS); Politici zijn in staat om problemen in de maatschappij op te lossen (NKO). Kunt u aangeven hoe tevreden u bent met de politiek in Den Haag (COB). 27 De EB gegevens zijn verkregen door het databestand te downloaden van iedere meting waarin de betreffende items aan bod zijn gekomen (GESIS). Van ieder databestand zijn de Nederlandse gegevens geselecteerd. Per item zijn de ongewogen data geanalyseerd; de NKO gegevens komen uit het geïntegreerde bestand 1970-2006 (DPES), gewogen gemiddelde berekend; de EVS cijfers komen van ZACAT; de LISS gegevens komen Van CentERdata. Bij LISS en COB gaat het om rapportcijfers die op een schaal van 0 tot 10 gegeven moesten worden (een score van 70 staat hier voor een gemiddeld cijfer van een 7,0). De COB cijfers komen uit ‘Stemming Onbestemd’ (SCP 2011: 196); het gaat hier om rapportcijfers: een score van 52% correspondeert hier met het 26 I would like to5,2 ask you a question about how trust you have certain For each of the following rapportcijfer en het gaat hier om demuch gemiddelden per in jaar. In institutions. de COB kwartaalverslagen wordtinstitutions, in 2010 please overigens gesproken van meer van(EB); ‘waardering’. tell me if you tend to trust it or‘tevredenheid’ tend not to trusten it? niet Political parties Please look at this card and tell me, for each item listed, how
much confidence you have in them, is it a great deal, quite a lot, not very much or none at all? Political parties (EVS); Kunt u op een schaal van 0 tot 10 aangeven hoeveel vertrouwen u persoonlijk32 hebt in elk van de volgende instellingen? Politieke partijen (LISS); Politici zijn in staat om problemen in de maatschappij op te lossen (NKO). Kunt u aangeven hoe tevreden u bent met de politiek in Den Haag (COB). 27 De EB gegevens zijn verkregen door het databestand te downloaden van iedere meting waarin de betreffende items aan bod zijn gekomen (GESIS). Van ieder databestand zijn de Nederlandse gegevens geselecteerd. Per item zijn de ongewogen data geanalyseerd; de NKO gegevens komen uit het geïntegreerde bestand 1970-2006 (DPES), gewogen gemiddelde berekend; de EVS cijfers komen van ZACAT; de LISS gegevens komen Van CentERdata. Bij LISS en COB gaat het om rapportcijfers die op een schaal van 0 tot 10 gegeven moesten worden (een score van 70 staat hier voor een gemiddeld cijfer van een 7,0). De COB cijfers komen uit ‘Stemming Onbestemd’ (SCP 2011: 196); het gaat hier om rapportcijfers: een score van 52% correspondeert hier met het rapportcijfer 5,2 en het gaat hier om de gemiddelden per jaar. In de COB kwartaalverslagen wordt in 2010 overigens gesproken van ‘tevredenheid’ en niet meer van ‘waardering’.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
35
28 29 van politici en partijen 28 Afstand en afkeer Afstand en afkeer van politici en partijen
29
100 90 80 70 60 50 40 30 20
2011
2009
2007
2005
2003
2001
1999
1997
1995
1993
1991
1989
1987
1985
1983
1981
1979
1977
1975
0
1973
10
Geen aanhanger poli0eke par0j (NKO) Poli0ci zijn arrogant (CV) Poli0ci zijn corrupt (NKO) Mensen zoals ik geen invloed (SCP) Kamerleden en ministers geven niet om wat mensen als ik denken (SCP) Poli0ci beloven meer dan ze kunnen waarmaken (NKO) Poli0eke par0jen niet geïnteresseerd in mijn mening (NKO)
28
Veel mensen voelen zich aanhanger van een bepaalde politieke partij, maar er zijn ook mensen die zich geen aanhanger van een politieke partij voelen. Voelt u zich aanhanger of geen aanhanger van een politieke partij? (NKO) Als ik de politici zo bezig zie, vind ik ze arrogant. In hoeverre bent u het hiermee eens of oneens? (CV) Politici zijn corrupt (NKO); mensen zoals ik hebben geen enkele invloed op wat de regering doet (SCP); ik denk 28 niet dat Kamerleden en ministers veel geven om wat mensen zoals ik denken (SCP); Tegen beter weten in, Veel mensen voelen zich aanhanger van een bepaalde politieke partij, maar er zijn ook mensen die zich geen aanhanger van een beloven politici meer dan ze kunnen waarmaken (NKO); de politieke partijen zijn alleen maar geïnteresseerd in politieke partij voelen. Voelt u zich aanhanger of geen aanhanger van een politieke partij? (NKO) Als ik de politici zo bezig zie, vind ik ze mijn stem en niet in mijn mening (NKO). 29 arrogant. hoeverre bent u hetuit hiermee eens of de oneens? Politici zijn corrupt (NKO);politieke mensen zoals ik hebben geen enkele invloed De CV In gegevens komen DansEasy; NKO (CV) gegevens voor aanhang partij en corruptie komen uit op wat de regering doet (SCP); ik1970-2006 denk niet dat(DPES), Kamerleden en ministers veel gevenberekend. om wat mensen zoalsgegevens ik denken (SCP); Tegen het geïntegreerde bestand gewogen gemiddelde De SCP komen uit SSN pagina 250 (SCP). gegevens voor beloften politici en interesse partijen in mening kobeter2009, weten in, beloven politici meerDe danNKO ze kunnen waarmaken (NKO); de van politieke partijen zijn alleen maar geïnteresseerd in mijn men hetinartikel Onveranderlijk onvrede van Dekker en Van der Maar uit 2008, gewogen resultaten. stem uit en niet mijn mening (NKO). 29
36
De CV gegevens komen uit DansEasy; de NKO gegevens voor aanhang politieke partij en corruptie komen uit het geïntegreerde 33 bestand 1970-2006 (DPES), gewogen gemiddelde berekend. De SCP gegevens komen uit SSN 2009, pagina 250 (SCP). De NKO gegevens voor beloften van politici en interesse partijen in mening komen uit het artikel Onveranderlijk onvrede van Dekker en Van der Maar uit 2008, gewogen resultaten.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Opkomstpercentages bij verkiezingen 30 Opkomstpercentages bij verkiezingen 30 30
Opkomstpercentages bij verkiezingen
100 100 90 80 90 70 80 60 70 50 60 40 50 30 40
0 10 0
1970 1970 1971 1971 1972 1972 1974 1974 1977 1977 1978 1978 1979 1979 1981 1981 1982 1982 1984 1984 1986 1986 1987 1987 1989 1989 1990 1990 1991 1991 1994 1994 1998 1998 1999 1999 2002 2002 2003 2003 2004 2004 2006 2006 2007 2007 2009 2009 2010 2010 2011 2011
20 30 10 20
Tweede Kamer Tweede Kamer
Provinciale Staten Provinciale Staten
Gemeenteraden Gemeenteraden
Europees Parlement Europees Parlement
Totaal aantal leden politieke partijen 31
Totaal aantal leden politieke partijen 31 Totaal aantal leden politieke partijen 31
500000 500000 450000 450000 400000 400000 350000 350000 300000 300000 250000 250000 200000 200000 150000 150000 100000 100000 50000 1976 1976 1978 1978 1980 1980 1982 1982 1984 1984 1986 1986 1988 1988 1990 1990 1992 1992 1994 1994 1996 1996 1998 1998 2000 2000 2002 2002 2004 2004 2006 2006 2008 2008 2010 2010
50000 0 0
Aantal leden poli0eke par0jen Aantal leden poli0eke par0jen Aantal leden poli0eke par0jen Tweede Kamer Aantal leden poli0eke par0jen Tweede Kamer Aantal leden GroenLinks Aantal leden Aantal leden SP GroenLinks Aantal leden SP 30
Cijfers komen uit het artikel ‘Gemeenteraadsverkiezingen 2010. Kiezer mist oriëntatie en informatie’, uit het tijdschrift ‘De Onderbouwing. Kennismagazine voor openbaar bestuur en veiligheid’ (uitgave van het Ministerie 30 Cijfers komen uit het artikel ‘Gemeenteraadsverkiezingen 2010. Kiezer mist oriëntatie en informatie’, uit het van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), oktober 2010. bestuur en veiligheid’ (uitgave van het Ministerie tijdschrift ‘De Onderbouwing. Kennismagazine voor openbaar 31 Cijfers komen van het DNPP. De lijn die teruggaat tot 1977 is overgenomen uit SSN 2009 (SCP). Cijfers voor van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), oktober 2010. GroenLinks en de SP komen ook van het die DNPP, maar overgenomen uit SSN 2009. 31 Cijfers komen van het DNPP. De lijn teruggaat tot 1977 is overgenomen uit SSN 2009 (SCP). Cijfers voor GroenLinks en de SP komen ook van het DNPP, maar overgenomen uit SSN 2009. 30
Cijfers komen uit het artikel ‘Gemeenteraadsverkiezingen 2010. 34 Kiezer mist oriëntatie en informatie’, uit het tijdschrift ‘De Onderbouwing. Kennismagazine voor openbaar bestuur en veiligheid’ (uitgave van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en 34 Koninkrijksrelaties), oktober 2010. 31 Cijfers komen van het DNPP. De lijn die teruggaat tot 1977 is overgenomen uit SSN 2009 (SCP). Cijfers voor GroenLinks en de SP komen ook van het DNPP, maar overgenomen uit SSN 2009.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
37
Politieke vertrouwenscijfers vergeleken
Politieke vertrouwenscijfers vergeleken
32
32
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Vertrouwen in Parlement (EB)
Vertrouwen in regering (EB)
Vertrouwen poli0eke par0jen (EB)
Waardering overheid en ambtenaren Van de overheid bestaan verschillende definities. Wat die met elkaar gemeen hebben is dat ze de overheid voorstellen als een smallere categorie dan de democratische rechtstaat; de overheid betreft het bestuurlijke en executieve deel daarvan. ‘Werken bij de overheid’ betekent in de regel dat men als bestuurder of beambte ‘voor de autoriteiten’ werkzaam is. Een Kamerlid zal eerder zeggen ‘in de politiek’ te zitten dan ‘bij de overheid’ te werken. De grootste beroepsgroep binnen de overheid is die van de ambtenaren. In hoeverre hebben burgers vertrouwen in en zijn ze tevreden met die specifieke beroepsgroep, en met de overheid in het algemeen? Het vertrouwen in de Nederlandse publieke dienst is volgens de EVS-statistieken internationaal-vergelijkend relatief hoog. In 2010 steekt volgens Eurobarometer het vertrouwen in ambtenaren uit boven het vertrouwen in de drie politieke instituties die we eerder bekeken; de piekscores van 2001, 2007 en 2009 van parlement en regering worden door de ambtelijke dienst echter niet geëvenaard. Het vertrouwen in politie en rechtsstelsel is ook duidelijk hoger dan het vertrouwen in ambtenaren (zie de staafdiagrammen verderop).
32
De EB gegevens zijn verkregen door het databestand te downloaden van iedere meting waarin de betreffende items aan bod zijn gekomen (GESIS). Van ieder databestand zijn de Nederlandse gegevens geselecteerd. Per item zijn de ongewogen data geanalyseerd.
35
32
38
De EB gegevens zijn verkregen door het databestand te downloaden van iedere meting waarin de betreffende items aan bod zijn gekomen (GESIS). Van ieder databestand zijn de Nederlandse gegevens geselecteerd. Per item zijn de ongewogen data geanalyseerd.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Waardering overheid en ambtenaren Van de overheid bestaan verschillende definities. Wat die met elkaar gemeen hebben is dat ze de overheid voorstellen als een smallere categorie dan de democratische rechtstaat; de overheid betreft het bestuurlijke en executieve deel daarvan. ‘Werken bij de overheid’ betekent in de regel dat men als bestuurder of beambte ‘voor de autoriteiten’ werkzaam is. Een Kamerlid zal eerder zeggen ‘in de politiek’ te zitten dan ‘bij de overheid’ te werken. De grootste beroepsgroep binnen de overheid is die van de ambtenaren. In hoeverre hebben burgers vertrouwen in en zijn ze tevreden met die specifieke beroepsgroep, en met de overheid in het algemeen? Het vertrouwen in de Nederlandse publieke dienst is volgens de EVS-statistieken internationaal-vergelijkend relatief hoog. In 2010 steekt volgens Eurobarometer het vertrouwen in ambtenaren uit boven het vertrouwen in de drie politieke instituties die we eerder bekeken; de piekscores van 2001, 2007 en 2009 van parlement en regering worden door de ambtelijke dienst echter niet geëvenaard. Het vertrouwen in politie en rechtsstelsel is ook duidelijk hoger dan het vertrouwen in ambtenaren (zie de De tevredenheid met het functioneren van de Nederlandse overheid ontwikkelt zich volstaafdiagrammen verderop). gens de betreffende SCP-statistieken ongeveer hetzelfde als de tevredenheid met wat de Nederlandse regering doet (zie enkele paragrafen terug): we zien eenzelfde ‘V-curve, De tevredenheid met het functioneren van de Nederlandse overheid ontwikkelt zich volgens de alleen op een wat lager niveau (structureel zo’n 10 à 15 procent lager). De relatief hoge betreffende SCP-statistieken ongeveer hetzelfde als de tevredenheid met wat de Nederlandse regering waarderingscijfers voor de plaatselijke overheden – veelal de meest zichtbare ‘eerstedoet (zie enkele paragrafen terug): we zien eenzelfde ‘V-curve, alleen op een wat lager niveau (structulijnsoverheden’ – vertonen een rustig en stabiel beeld. Opsplitsingen naar kleinere en reel zo’n 10 à 15 procent lager). De relatief hoge waarderingscijfers voor de plaatselijke overheden – grotere gemeenten, en ook andere opsplitsingen, zijn in principe mogelijk; voor het huiveelal de meest zichtbare ‘eerstelijnsoverheden’ – vertonen een rustig en stabiel beeld. Opsplitsingen dige doel voert dat te ver.
naar kleinere en grotere gemeenten, en ook andere opsplitsingen, zijn in principe mogelijk; voor het huidige doel voert dat te ver. 34 Vertrouwen in33ambtenaren(apparaat) Vertrouwen in ambtenaren(apparaat)
33 34
65 60 55 50 45 40 35 30 25 20
CV
33 34
EVS
Hoeveel vertrouwen heeft u in ambtenaren? (CV/SSN); how much confidence in civil service (EVS). De CV gegevens tot 2004 zijn afkomstig uit DansEasy, categorie weet niet bedraagt 3,8%, daarvoor is niet gecompenseerd, de gegevens van 2006 zijn afkomstig uit SSN 2007, tabel 3.13, pagina 79 (SCP); EVS gegevens ontvangen van Loek Halman/EVS-team.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland 33
39
Tevreden met functioneren overheid
35 36
Tevreden met functioneren overheid 35 36 80 70 60 50 40 30 20
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
1996
1995
1994
0
1993
10
De Nederlandse overheid func0oneert goed (CV/SCP) Tevredenheid met het func0oneren van de overheid in Nederland (COB) Vertrouwen in de overheid (EVS)
35
‘De Nederlandse overheid functioneert goed’ (CV/SCP); in hoeverre bent u tevreden of ontevreden met de wijze waarop de overheid in Nederland functioneert (COB); Please look at this card and tell me, for each item listed, how much confidence you have in them, is it a great deal, quite a lot, not very much or none at all? Government (EVS – in het Nederlands is ‘government’ vertaald met ‘overheid’). 36 35 De COB gegevens komen uit het rapport ´Stemming Onbestemd´, pagina 200 (SCP – het betreft de cijfers ‘De Nederlandse overheid functioneert goed’ (CV/SCP); in hoeverre bent u tevreden of ontevreden met de wijze waarop de overheid ‘tevreden’ + ‘zeer tevreden’ – zie de COB jaarverslagen voor uitsplitsingen per kwartaal). De CV/SCP komen uit in Nederland functioneert (COB);inPlease look at this card and tell me, forCOB each item listed, how much confidence you have is CV, maar zoals opgetekend de kwartaalverslagen van het (vierde kwartaalverslag 2009, SCP – in dethem, cijfers zijn overgenomen maarorbenaderen DansEasy en SSN cijfers –isvoor COB is echter it a great deal, quite auit lot,grafiek, not very much none at all? Government (EVS – in 2009 het Nederlands ‘government’ vertaaldgekozen met omdat zij ook een meting uit 2010 hebben); De EVS gegevens komen uit ZACAT. ‘overheid’). 36
40
De COB gegevens komen uit het rapport ´Stemming Onbestemd´, pagina 200 (SCP – het betreft de cijfers ‘tevreden’ + ‘zeer 37 De CV/SCP cijfers komen uit CV, maar zoals opgetekend in de tevreden’ – zie de COB jaarverslagen voor uitsplitsingen per kwartaal). kwartaalverslagen van het COB (vierde kwartaalverslag 2009, SCP – de cijfers zijn overgenomen uit grafiek, maar benaderen DansEasy en SSN 2009 cijfers – voor COB is echter gekozen omdat zij ook een meting uit 2010 hebben); De EVS gegevens komen uit ZACAT.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
37 38 Waardering plaatselijk bestuur Waardering plaatselijk bestuur 37
38
80 70 60 50 40 30 20
2010/3
2010/2
2010/1
2009/4
2009/3
2009/2
2009/1
2008/4
2008/3
2008/2
0
2008/1
10
Percentage dat een voldoende voor het bestuur van de eigen gemeente geec (COB) Percentage dat vertrouwen in lokale publieke autoriteiten heec (EB)
Wat verder nog interessant is
Wat nog interessant is In deverder laatste categorie van deel II plaatsen we actoren die een specifieke doch bijzondere functie
binnen het bredere kader van de democratische rechtstaat vervullen: de belastingdienst, het leger, de
In de laatste categorie van deel II plaatsen we actoren die een specifieke doch bijzondere politie, de rechter. Ze hebben minder dan de voorgaande actoren een leidende rol in het democratisch functie binnen het bredere kader van de democratische rechtstaat vervullen: de belasbestuur (hethet richtpunt deze legitimiteitsmonitor), maar ze zijn wel belast bijzondere tingdienst, leger, van de politie, de rechter. Ze hebben minder dan de met voorgaande actobevoegdheden en monopolies (op geldinvordering, geweldsuitoefening, straffen, vrijheidsberoving). ren een leidende rol in het democratisch bestuur (het richtpunt van deze legitimiteitsmoIn hoeverre burgers deze autoriteiten gezaghebbend, betrouwbaar, geloofwaardig in hun nitor), maarvinden ze zijn wel belast met bijzondere bevoegdheden en monopolies (op geldinfunctioneren? In hoeverre is men, straffen, in het bijzonder bij de belastingen, bereid omvinden vrijwillig mee te vordering, geweldsuitoefening, vrijheidsberoving). In hoeverre burgers werken, ‘compliance’ te tonen? deze autoriteiten gezaghebbend, betrouwbaar, geloofwaardig in hun functioneren? In hoeverre is men, in het bijzonder bij de belastingen, bereid om vrijwillig mee te werken, ‘compliance’ te tonen?
37
‘I would like to ask you a question about how much trust you have in certain institutions. For each of the following institutions, please tell me if you tend to trust it or tend not to trust it? Regional or local public authorities’ (EB); ‘tevredenheid met diverse aspecten van het eigen leven en de samenleving (in rapportcijfer): bestuur van de eigen gemeente’ (COB). 38 De EB gegevens komen van individuele EB-metingen; de COB gegevens komen uit de kwartaalberichten van het COB (zie vooral de eerste van 2010) en het rapport ‘Stemming Onbestemd’ (SCP); de COB cijfers over 37 ‘I would like to ask you a question about howdat much you have geeft, in certain institutions. For each of thegemiddeldes following institutions, tevredenheid gaan over het percentage eentrust voldoende het betreft halfjaarlijkse (dus het please tell me if you is tend togemiddelde trust it or tendvoor not tohet trust it? Regional or local authorities’ (EB); ‘tevredenheid met diverse percentage 2008/1 het eerste halfjaar vanpublic 2008). 38
aspecten van het eigen leven en de samenleving (in rapportcijfer): bestuur van de eigen gemeente’ (COB). De EB gegevens komen van individuele EB-metingen; de COB38 gegevens komen uit de kwartaalberichten van het COB (zie vooral de eerste van 2010) en het rapport ‘Stemming Onbestemd’ (SCP); de COB cijfers over tevredenheid gaan over het percentage dat een voldoende geeft, het betreft halfjaarlijkse gemiddeldes (dus het percentage 2008/1 is het gemiddelde voor het eerste halfjaar van 2008).
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
41
Waardering leger
40 41
2011 2011
2010 2010
2009 2009
2008 2008
2007 2007
2006 2006
2005 2005
2004 2004
Het gevoel met belas0ng bij te dragen Het gevoel met belas0ng bij te dragen
2003 2003
2002 2002
2000 2000
1999 1999
1998 1998
1997 1997
1996 1996
1995 1995
1994 1994
90 90 80 80 70 70 60 60 50 50 40 40 30 30
1993 1993
Fiscale monitor 39
2001 2001
Fiscale monitor 39 Fiscale monitor 39
Zelf belas0ng ontduiken uitgesloten Zelf belas0ng ontduiken uitgesloten
Waardering leger 40 41 Waardering leger 40 41
90 90 80 80 70 70 60 60 50 50 40 40 30 30 20 20 10 10 0 0 Vertrouwen in het leger (SCP) Vertrouwen in het leger (SCP) LISS) Vertrouwen in het leger (LISS)
Vertrouwen in het leger (EVS) Vertrouwen in lheger et leger (EVS) Tevredenheid (LISS) Tevredenheid leger (LISS)
39
Percentage dat ´ik moet iets bijdragen´ de meest aansprekende omschrijving voor belasting betalen vindt (in tegenstelling tot ´ik moet iets afstaan´ of ´er wordt mij iets afgenomen´; het percentage dat vindt dat ´zelf Percentage dat ´ik moet iets bijdragen´ de meest aansprekende omschrijving voor belasting betalen vindt (in belasting ontduiken [is] uitgesloten´ (beide afkomstig uit de fiscale monitoren van de belastingdienst); Het tegenstelling tot ´ik moet iets afstaan´ of ´er wordt mij iets afgenomen´; het percentage dat vindt dat ´zelf betreft hier geschatte percentages uit een grafiek. belasting ontduiken [is] uitgesloten´ (beide afkomstig uit de fiscale monitoren van de belastingdienst); Het 40 Please look at this card and tell me (…) how much confidence you have in them (…) The armed forces (EVS); 39 betreft hier dat geschatte uitmeest een aansprekende grafiek. Percentage ´ik moet percentages iets bijdragen´ de omschrijving voor belasting betalen vindt (in tegenstelling tot ´ik Zegt u mij voor elk van de volgende instellingen of u er eerder wel vertrouwen of eerder geen vertrouwen in 40 Please at this and tell afgenomen´; me (…) how much confidence have in them (…) The armed forces (EVS); moet ietslook afstaan´ of ´ercard wordt mijuiets percentage dataangeven vindtyou dat ´zelf belasting ontduiken [is]uuitgesloten´ (beide heeft. Het leger’ (SCP); Kunt op een schaalhet van 0 tot 10 hoeveel vertrouwen persoonlijk hebt in Zegt u mij voor elk van de volgende instellingen of u er eerder wel vertrouwen of eerder geen vertrouwen in afkomstig uit de fiscale monitoren van de belastingdienst); Het betreft hier geschatte percentages uit een grafiek. elk van de volgende instellingen? (1 = geen vertrouwen, 10 = volledig vertrouwen) Het leger (LISS); Hoe teheeft. Het leger’ (SCP); Kunt u op een schaal van 0 tot 10 aangeven hoeveel vertrouwen u persoonlijk hebt in 40 vreden bent met deand manier de volgende instellingen werken Nederland? Het leger (LISS). Please lookvolgende atuthis card tell me waarop (…) how much confidence you have them (…) Thein armed forces (EVS); u mij voor elkHoe van de elk van de instellingen? (1 = geen vertrouwen, 10in= volledig vertrouwen) Het Zegt leger (LISS); te41 SCP komt uit SSNof2009; EVSwel gegevens ontvangen van Loek Halman/EVS-team; de Kunt LISSu op cijfers komen volgende instellingen umanier er eerder vertrouwen of eerderinstellingen geen vertrouwen in heeft. leger’ (SCP); een schaal van van 0 vreden bent u met de waarop de volgende werken in Het Nederland? Het leger (LISS). CentERdata en hebben betrekking op een rapportcijfer op een schaal van 0 tot 10; 70% staat hier dus voor een 41 tot 10komt aangeven vertrouwen u persoonlijkontvangen hebt in elk van de volgende instellingen? (1 = geende vertrouwen, 10 = volledig SCP uit hoeveel SSN 2009; EVS gegevens van Loek Halman/EVS-team; LISS cijfers komen van gemiddeld gegeven cijfer van 7. CentERdata betrekking opbent eenu rapportcijfer op eendeschaal van 0 tot 10; 70%instaat hier dus voor een vertrouwen) en Hethebben leger (LISS); Hoe tevreden met de manier waarop volgende instellingen werken Nederland? Het leger gemiddeld gegeven cijfer van 7. (LISS). 39
41
42
39
SCP komt uit SSN 2009; EVS gegevens ontvangen van Loek Halman/EVS-team; de LISS cijfers komen van CentERdata en hebben 39 hier dus voor een gemiddeld gegeven cijfer van 7. betrekking op een rapportcijfer op een schaal van 0 tot 10; 70% staat
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Politie42424343 Politie
Politie 42 43 80 80 75 75 70 70 65 65 60 60 55 55 50 50 40 40
1980 1980 1981 1981 1982 1982 1983 1983 1984 1984 1985 1985 1986 1986 1987 1987 1988 1988 1989 1989 1990 1990 1991 1991 1992 1992 1993 1993 1994 1994 1995 1995 1996 1996 1997 1997 1998 1998 1999 1999 2000 2000 2001 2001 2002 2002 2003 2003 2004 2004 2005 2005 2006 2006 2007 2007 2008 2008 2009 2009 2010 2010 2011 2011
45 45
Vertrouwen de poli0e (IGV) Vertrouwen in in de poli0e (IGV) Vertrouwen de poli0e (EB) Vertrouwen in in de poli0e (EB)
Rechters 44 45
Vertrouwen de poli0e (EVS) Vertrouwen in in de poli0e (EVS) Tevredenheid laatste contact (IGV) Tevredenheid laatste contact (IGV)
Rechters44444545 Rechters
70 70 60 60 50 50 40 40
10 10 0 0
1979 1979 1980 1980 1981 1981 1982 1982 1983 1983 1984 1984 1985 1985 1986 1986 1987 1987 1988 1988 1989 1989 1990 1990 1991 1991 1992 1992 1993 1993 1994 1994 1995 1995 1996 1996 1997 1997 1998 1998 1999 1999 2000 2000 2001 2001 2002 2002 2003 2003 2004 2004 2005 2005 2006 2006 2007 2007
30 30 20 20
Rechters zijn onbevooroordeeld (CV) Rechters zijn onbevooroordeeld (CV)
42 42
Depolitie politiedoet doethaar haarwerk werkuitstekend uitstekend(CV); (CV);tevredenheid tevredenheidoptreden optredenpolitie politiebijbijlaatste laatstecontact contactnaar naarreden redenconconDe Optact grond van de beschikbare statistieken hoeft de rechter, de belastingdienst, het leger noch de (IGV);Het Hetvertrouwen vertrouweninindedepolitie politiewordt wordtgemeten gemetenvia viadedevolgende volgendestellingen: stellingen:‘als ‘alshet hetererecht echtom omgaat gaatzal zal tact (IGV); politie het uiterstedoen omjejete tehelpen’ helpen’ ‘alshet hetererecht echt gaat danislegitimiteitscrisis. isdedepolitie politieerervoor voorje’je’(IGV). (IGV). politie zich zorgen tedoen maken over de ontwikkeling vanomom een diepe EVS en SCP dedepolitie het uiterste om enen‘als gaat dan Pleaselook lookatatthis thiscard cardand andtell tellme me(…) (…)how howmuch muchconfidence confidenceyou youhave haveininthem them(…) (…)The Thepolice police(EVS); (EVS);I would I would Please houden los van elkaar het vertrouwen in een reeks van instituties bij,For eneach ook scoren leger, liketotoask ask you questionabout about howmuch muchtrust trust youhave haveinin certain institutions. For eachofhier ofthe thefollowing following insti- politie like you a aquestion how you certain institutions. institutions, please tell me if you tend to trust it or tend not to trust it? The police (EB). tutions, please me ifniet you specifiek tend to trust it orde tend not to trust it? Theen police (EB). en justitie (er tell wordt naar rechter gevraagd de belastingdienst zit er hier niet bij) CVgegevens gegevensafkomstig afkomstiguituitDansEasy DansEasy(voor (voordedeperiode periode1958-1975 1958-1975isisereréén ééngemiddeld gemiddeldcijfer); cijfer);Vertrouwen Vertrouweninin CV hoger dan hetvanaf gemiddelde van de verzamelde instituties. Relatief lager scorenaan hier de regering, de politie (IGV vanaf2008, 2008,voorheen voorheen Veiligheidsmonitor Rijk)(schaalscore (schaalscore 0-10) (gemeten aandede hand van dedepolitie (IGV Veiligheidsmonitor Rijk) 0-10) (gemeten hand van tweestellingen); stellingen);dedecijfers cijfersgeven geveneigenlijk eigenlijkeen eenvertekend vertekendbeeld, beeld,het hetgaat gaathier hiernamelijk namelijkom omeen eenrapportcijfer rapportcijferdat dat twee volksvertegenwoordiging en (vooral) de politieke partijen. op een schaal van 0 tot 10 gegeven moest worden, 70% staat hier dus voor een gemiddeld gegeven cijfer van 43 43
op een schaal van 0 tot 10 gegeven moest worden, 70% staat hier dus voor een gemiddeld gegeven cijfer van EVSgegevens gegevenskomen komenvan vanLoek LoekHalman/EVS-team. Halman/EVS-team.De DeEBEBgegevens gegevenskomen komenvan vanindividuele individueleEBEBmetingen metingen 7.7.EVS vanaf1997. 1997. vanaf 44 44 ‘In ons land kan een ieder erop rekenen dat de rechter zijn of haar zaak onbevooroordeeld zal behandelen’ ‘In ons land kan een ieder erop rekenen dat de rechter zijn of haar zaak onbevooroordeeld zal behandelen’ (CV). (CV). 45 45 CV gegevens afkomstig uit DansEasy. 42 CV gegevensoptreden afkomstig uit DansEasy. “Tevredenheid politie bij laatste contact naar reden contact (IGV); Het vertrouwen in de politie wordt gemeten via de
volgende stellingen: ‘als het er echt om gaat zal de politie het uiterste doen om je te helpen’ en ‘als het er echt om gaat dan is de 4040 politie er voor je’ (IGV). Please look at this card and tell me (...) how much confidence you have in them (...) The police (EVS); I would like to ask you a question about how much trust you have in certain institutions. For each of the following institutions, please tell me if you tend to trust it or tend not to trust it? The police (EB).” 43 Vertrouwen in de politie (IGV vanaf 2008, voorheen Veiligheidsmonitor Rijk) (schaalscore 0-10) (gemeten aan de hand van twee stellingen); de cijfers geven eigenlijk een vertekend beeld, het gaat hier namelijk om een rapportcijfer dat op een schaal van 0 tot 10 gegeven moest worden, 70% staat hier dus voor een gemiddeld gegeven cijfer van 7. EVS gegevens komen van Loek Halman/ EVS-team. De EB gegevens komen van individuele EB metingen vanaf 1997.” 44 ‘In ons land kan een ieder erop rekenen dat de rechter zijn of haar zaak onbevooroordeeld zal behandelen’ (CV). 45 CV gegevens afkomstig uit DansEasy.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
43
Op grond van de beschikbare statistieken hoeft de rechter, de belastingdienst, het leger noch de politie zich zorgen te maken over de ontwikkeling van een diepe legitimiteitscrisis. EVS en SCP houden los van elkaar het vertrouwen in een reeks van instituties bij, en ook hier scoren leger, politie en justitie (er wordt niet specifiek naar de rechter gevraagd en de belastingdienst zit er hier niet bij) hoger dan het gemiddelde van de verzamelde instituties. Relatief lager scoren hier de regering, de volksvertegenwoordiging en (vooral) de politieke partijen.
Vertrouwen in verschillende instellingen vergeleken (SSN 2009: p. 86)
Vertrouwen in verschillende instellingen vergeleken (SSN 2009: p. 86) 80 70 60 50 40 30 20 10 0
1999
2000
2001
2002
Nederlandse regering Europese Unie De geschreven pers
2003
Tweede Kamer De kerk
2004
2005
2006
2007
2008
Poli0eke par0jen De vakbonden
46 Vertrouwen in verschillende vergeleken Vertrouwen ininstellingen verschillende instellingen vergeleken 46
80 70 Tweede Kamer
60
Ambtenaren
50
Rechtsstelsel
40
Poli0e Kerken
30
Pers
20
Grote bedrijven
10
Vakbonden
0
41 1981
1989
1999
2008
Politiek-bestuurlijk handelen in beleid: beleidslegitimiteit (III) In deze categorie verschuift de aandacht naar specifieke beleidsvelden waarop de overheid acteert en daarvoor al dan niet de handen op elkaar krijgt. Omdat het aantal velden waarop de overheid opereert groot is, is clustering noodzakelijk. Aanhakend bij (internationaal) resonererende en herkenbare termen maken we hieronder onderscheid in ‘bread & butter’, law & order’ en ‘ care & cure’ beleid, alsook in beleid gericht op leefbaarheid (‘grondgebonden beleid’) en ‘vorming’ (‘persoonsgebonden beleid’). Het gaat hier in alle gevallen om de beleidslegitimiteit, om de legitimiteit van het politiekbestuurlijk handelen in beleid. Het leeuwendeel van de beschikbare items op dit vlak gaat over outputlegitimiteit – bijvoorbeeld: in hoeverre vindt u dat het economisch beleid van de regering ten goede komt aan de economische situatie? In theorie zouden vragen naar beleidslegitimiteit ook geënt kunnen zijn op de inputkant, de responsiviteit van het beleidsoptreden – bijvoorbeeld: in hoeverre meent u dat de overheid bij dit beleid rekening 46 De EVS gegevens komen van ZACAT en Loek Halman/EVS-team. houdt met uw ideeën –, maar die vragen worden niet vaak gesteld. Wel gesteld, en ook interessant, zijn vragen naar de legitimiteit van nationaal beleid in vergelijking met Europees beleid op verschillende terreinen.
44
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Politiek-bestuurlijk handelen in beleid: beleidslegitimiteit (III) In deze categorie verschuift de aandacht naar specifieke beleidsvelden waarop de overheid acteert en daarvoor al dan niet de handen op elkaar krijgt. Omdat het aantal velden waarop de overheid opereert groot is, is clustering noodzakelijk. Aanhakend bij (internationaal) resonererende en herkenbare termen maken we hieronder onderscheid in ‘bread & butter’, law & order’ en ‘ care & cure’ beleid, alsook in beleid gericht op leefbaarheid (‘grondgebonden beleid’) en ‘vorming’ (‘persoonsgebonden beleid’). Het gaat hier in alle gevallen om de beleidslegitimiteit, om de legitimiteit van het politiek-bestuurlijk handelen in beleid. Het leeuwendeel van de beschikbare items op dit vlak gaat over outputlegitimiteit – bijvoorbeeld: in hoeverre vindt u dat het economisch beleid van de regering ten goede komt aan de economische situatie? In theorie zouden vragen naar beleidslegitimiteit ook geënt kunnen zijn op de inputkant, de responsiviteit van het beleidsoptreden – bijvoorbeeld: in hoeverre meent u dat de overheid bij dit beleid rekening houdt met uw ideeën –, maar die vragen worden niet vaak gesteld. Wel gesteld, en ook interessant, zijn vragen naar de legitimiteit van nationaal beleid in vergelijking met Europees beleid op verschillende terreinen.
Bread & butter: beleid economie, werkgelegenheidsbeleid, sociale zekerheid Hoe goed of slecht zijn burgers te spreken over het economisch beleid, het werkgelegenheidsbeleid en – voor als economie en werkgelegenheid tegenzitten – het sociale zekerheidsbeleid zoals dat in Nederland wordt gevoerd? Welke rapportcijfers geeft men als men dit op verschillende deelterreinen beoordeelt? Hoeveel waarde hecht men eigenlijk nog aan nationaal beleid en nationale beleidsmakers op dit brede terrein? Een minderheid meent dat economisch beleid primair op nationaal niveau gemaakt moet worden, al is die minderheid in 2010 wel groter dan midden jaren ’90. Ruime meerderheden zien hier een legitieme rol voor de Europese instituties weggelegd, zij het dat de nationale overheid daarin dan wel een rol moet blijven spelen. De ruime voldoendes (rapportcijfer 7 en hoger) die het SCP voor verschillende beleidsterreinen turft, worden na 2000 duidelijk minder vaak uitgedeeld voor het beleid op het vlak van de werkgelegenheid, het sociale zekerheidsbeleid en het beleid ter beheersing van de kosten van levensonderhoud. In 2008 hebben de cijfers zich wel weer wat hersteld, hoewel zo’n 60 à 70% dan nog steeds niet meer dan een rapportcijfer 6 geeft voor deze beleidsvelden. Heeft het overheidsbeleid positieve invloed, zoals men zou mogen hopen, of negatieve invloed op de economische situatie en de werkgelegenheid? In 2005 schuiven de meerderheden die een positieve invloed zien op deze terreinen weer onder de 50%, waar ze halverwege de jaren ’90 ook ruim onder zaten. Op het vlak van de persoonlijke financiële situatie bespeuren halverwege de jaren ’90 ook weinig respondenten positieve invloed van het overheidsbeleid; interessant is dat men op dat vlak meer positieve invloed bespeurt tot aan 2002 – het jaar van de kiezersrevolte – en pas daarna minder positieve invloed. De klachten die de Ombudsman voor gerelateerde beleidsterreinen ontvangt, blijven tussen 2005 en 2009 ongeveer gelijk; in 2010 zien we fors hogere cijfers, maar dat is vermoedelijk het gevolg van de samenvoeging van departementsonderdelen en beleidsterreinen.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
45
47 48 Voorkeur voor Voorkeur nationaal versus Europees beleid: voor nationaal versuseconomie Europees beleid: economie 47 48
80 70 60 50 40 30 20 10 0
Besluiten kunnen het best door de na0onale overheid gemaakt worden Besluiten kunnen het best samen binnen de Europese Unie gemaakt worden
49 50 & butter: voldoendes beleid 49 50 Bread & butter: ruimeBread voldoendes beleid ruime
70 60 50 40 30 20 10 0
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Een ruime voldoende voor werkgelegenheidsbeleid (SCP) Een ruime voldoende voor sociale zekerheidsbeleid (SCP) Een ruime voldoende voor beleid kosten levensonderhoud (SCP)
47
Bread & butter: positieve rol regeringsbeleid
51 52
‘For each of the following areas, do you think that decisions should be made by the Dutch government, or made jointly within the European Union? Economic policy’ (EB). 48 De EB gegevens komen van de website van de Europese Commissie.
80
44
70 60 ‘For each of the following areas, do you think that decisions should be made by the Dutch government, or made jointly within the European Union? Economic policy’ (EB). 50 48 De EB gegevens komen van de website van de Europese Commissie. 49 40 Onder ‘ruime voldoende’ wordt het rapportcijfer ‘7’ of meer bedoeld op een schaal van 0 tot 10. 50 De SCP cijfers komen SSN 2009 (SCP). 47
30 20
10 Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland 0 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
46
20 10 0
1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Een ruime voldoende voor werkgelegenheidsbeleid (SCP) Een ruime voldoende voor sociale zekerheidsbeleid (SCP) Een ruime voldoende voor beleid kosten levensonderhoud (SCP)
Bread & butter: positieve Bread & butter: positieve rol regeringsbeleid 51 52 rol regeringsbeleid
51 52
80 70 60 50 40 30 20 10 1982 1983 1984 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
0
Posi0eve rol regeringsbeleid economische toestand (NKO) Posi0eve rol regeringsbeleid werkgelegenheid (NKO) Posi0eve rol regeringsbeleid eigen financiële situa0e (NKO)
Klachten ombudsman
Klachten ombudsman
53
53
49
Onder ‘ruime voldoende’ wordt het rapportcijfer ‘7’ of meer bedoeld op een schaal van 0 tot 10. 140 De SCP cijfers komen SSN 2009 (SCP). De NKO vraag/vragen luiden: ‘Ik wil nu een paar vragen stellen over wat u vindt van het beleid dat de afge120 lopen 4 jaar door de regering gevoerd is. Allereerst de (economische toestand van Nederland / werkgelegenheid / uw persoonlijke financiële situatie): denkt u dat [deze] door het gevoerde regeringsbeleid gunstig, on100 gunstig, of niet gunstig maar ook niet ongunstig is beïnvloed?’ (NKO). 52 80 de NKO gegevens komen uit het geïntegreerde bestand 1970-2006 (DPES), gewogen gemiddelde berekend. 50 51
60
45
40 20 0
2004
2005
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Aantal klachten Economische Zaken (vanaf 2010 inclusief Landbouw en Innova0e) Aantal klachten LNV (tot 2010; fusie EZ) Aantal klachten Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Law & order: ordehandhaving, politie, justitie, misdaadbestrijding Hoe goed of hoe slecht zijn burgers te spreken over het beleid gericht op het bewaken van ‘law & order’&inorder: het land? Politie en justitie komen hier nog eensmisdaadbestrijding in beeld, maar dan vooral in hun beleidsLaw ordehandhaving, politie, justitie, uitvoerende, ordehandhavende hoedanigheid. Welke waarderings- en rapportcijfers deelt men dan Hoe goed ofwaarde hoe slecht sprekenbeleid over en het beleid gericht op het op bewaken uit? Hoeveel hechtzijn menburgers nog aante nationaal nationale beleidsmakers dit brede van ‘law & order’ in het land? Politie en justitie komen hier nog eens in beeld, maar dan terrein? vooral in hun minderheid beleidsuitvoerende, hoedanigheid. WelkeinwaarderingsEen groeiende meent dat ordehandhavende de strijd tegen de georganiseerde misdaad het kader van de en rapportcijfers dan uit? Hoeveel waarde hecht men biedt nog aan nationaal beleid nationale overheiddeelt moet men worden aangepakt. De Nederlandse overheid ook het geijkte kader en nationale beleidsmakers op dit brede terrein? voor de stedelijke criminaliteitspreventie en het politiebeleid meer in het algemeen, meent een zeer 51
De NKO vraag/vragen luiden: ‘Ik wil nu een paar vragen stellen over wat u vindt van het beleid dat de afgelopen 4 jaar door de
Een groeiende meent dat de van strijd tegen de georganiseerde misdaad insituatie): het regering gevoerd is. minderheid Allereerst de (economische toestand Nederland / werkgelegenheid / uw persoonlijke financiële kader de nationale overheid moetgunstig, worden aangepakt. Demaar Nederlandse overheid biedt denkt uvan dat [deze] door het gevoerde regeringsbeleid ongunstig, of niet gunstig ook niet ongunstig is beïnvloed?’ (NKO). ook het geijkte kader voor de stedelijke criminaliteitspreventie en het politiebeleid meer 52 NKOalgemeen, gegevens komen uit het geïntegreerde bestand 1970-2006 (DPES), gewogen gemiddeldeDe berekend. inde het meent een zeer ruime en groeiende meerderheid. Europese besluit53 Uit de jaarverslagen van de ombudsman (website ombudsman). vormingskaders hebben op het terrein van ‘law & order’ kennelijk minder draagvlak dan op het terrein van het economisch beleid (zie hiervoor).
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
47
ruime en groeiende meerderheid. De Europese besluitvormingskaders hebben op het terrein van ‘law & order’ kennelijk minder draagvlak dan op het terrein van het economisch beleid (zie hiervoor). Voorkeur voor nationaal beleid voor politie en justitie
Voorkeur voor nationaal beleid voor politie en justitie 54 55
54 55
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
Jus0ce
Police
Urban crime preven0on
The fight against organised crime
Eerder zagen we dat het algemene vertrouwen in de politie relatief hoog is in vergelijking met andere Eerder zagen we dat het algemene vertrouwen in de politie relatief hoog is in vergelijking instituties. Gaat dat samen met een hoge tevredenheid met de beleidsprestaties? De statistieken geven met andere instituties. Gaat dat samen met een hoge tevredenheid met de beleidspresgeen eenduidig beeld. Het percentage respondenten dat aangeeft het (zeer) eens te zijn met de taties? De statistieken geven geen eenduidig beeld. Het percentage respondenten dat SCP-stelling ‘de politie doette haar vertoont een neerwaartse trend.uitstekend’ Een groeiend aangeeft het (zeer)eens zijnwerk met uitstekend’ de SCP-stelling ‘de politie doet haar werk aantal respondenten geeft echter welEen ruime voldoendes of meer) door aan echter het SCPwel als ruize vraagt naar vertoont een neerwaartse trend. groeiend aantal (7 respondenten geeft de me waardering voor(7‘de zoals politie rechtspraak’. vindtvoor een‘de grote, hoewel voldoendes ofordehandhaving, meer) door aan het SCP als zeenvraagt naar de Tegelijk waardering zoals politie en rechtspraak’. Tegelijk vindt een grote, hoewel wat dawatordehandhaving, dalende, meerderheid dat misdaden te licht worden bestraft. lende, meerderheid dat misdaden te licht worden bestraft. De klachten die de Ombudsman voor ‘Justitie’ ontvangt nemen toe, ook vóór de samentrekking van ‘Veiligheid en Justitie’ in 2010. De klachten op hetontvangt terrein van het Openbaar Ministerie en het Centraal De klachten die de Ombudsman voor ‘Justitie’ nemen toe, ook vóór de samenJustieel Incassobureau blijven ongeveer voor deop Politie nemenvan de laatste jaren ietwat toe. trekking van ‘Veiligheid en Justitie’ ingelijk 2010.en Dedie klachten het terrein het Openbaar en het Justieel Incassobureau blijven ongeveer DeMinisterie klachten over de Centraal Immigratie-en naturalisatiedienst nemen sterk af.gelijk en die voor de Politie nemen de laatste jaren ietwat toe. De klachten over de Immigratie-en naturalisatiedienst nemen sterk af.
54
For each of the following areas, do you think that decisions should be made by the Dutch government, or made jointly within the European Union? Justice (EB). 55 De EB gegevens komen van de website van de Europese Commissie. Hier gaat het om het antwoord ‘should be decided by the Dutch government’.
47
For each of the following areas, do you think that decisions should be made by the Dutch government, or made jointly within the European Union? Justice (EB). 55 De EB gegevens komen van de website van de Europese Commissie. Hier gaat het om het antwoord ‘should be decided by the Dutch government’. 54
48
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Lawand andorder: order: waarderingbeleid beleid 56 57 waardering Law Law and order: waardering beleid
56 57 57 56
100 100 90 90 80 80 70 70 60 60 50 50 40 40 30 30 20 20 10 10 0 0 Poli0e doet werk uitstekend (CV) Poli0e doet werk uitstekend (CV) Een ruime voldoende voor beleid ordehandhaving (SCP) Een ruime voldoende voor beleid ordehandhaving (SCP) Misdaden worden te licht bestrac (SCP) Misdaden worden te licht bestrac (SCP)
Klachten ombudsman 58 2000 1800 2000 1600 1800 1400 1600 1200 1400 1000 1200 1000 800 800 600 400 600 200 400 0 200 0
2004
2005
Klachten ombudsman 58 Klachten ombudsman 58
2006
2007
2004 2005 2006 Jus00e (vanaf 2010: Veiligheid en Jus00e) 2007 Poli0e Jus00e (vanaf 2010: Veiligheid en Jus00e) IND Poli0e
2008
2009
2010
2008 Ministerie 2009 Openbaar
2010
Centraal Jus00eel Incassobureau Openbaar Ministerie
Centraal Jus00eel Incassobureau
IND
Care & cure: beleid gezondheidszorg, verpleging, verzorging jong en oud 56
Onder ‘ruime voldoende’ wordt het rapportcijfer ‘7’ of meer bedoeld op een tienpuntsschaal. De CV stelling
luidt ‘De politie doet haar werk uitstekend’. De SCP stelling luidt ‘misdaden worden in Nederland te licht beHoe tevreden zijn burgers met het op ‘care & cure’ gerichte deel van de verzorgingsstaat? Welke straft’. Onder ‘ruime voldoende’ wordt het 2009 rapportcijfer ‘7’uit? of meer bedoeld op een tienpuntsschaal. De CV stelling De SCP cijfers komen uit de SSN (SCP). De CV gegevens uitwaarde DansEasy (voor de periode 1958-1975 is beleid op dit waarderings-en rapportcijfers deelt men Hoeveel hecht men aan nationaal luidter‘De doet cijfer). haar werk uitstekend’. De SCP stelling luidt ‘misdaden worden in Nederland te licht beéénpolitie gemiddeld straft’. vlak? Uit de jaarverslagen van de ombudsman (website ombudsman). De SCP cijfers komen uit de SSN 2009 (SCP). De CV gegevens uit DansEasy (voor de periode 1958-1975 is meerderheid vindt dat gezondheidszorgbeleid een Nederlandse aangelegenheid moet zijn. erEen één ruime gemiddeld cijfer). 48 Uit de jaarverslagen zorgbeleid van de ombudsman (websitebejaardenhulp, ombudsman). Het Nederlandse (waaronder bejaardenoorden en ziekenhuizen) krijgt echter relatief weinig hoge rapportcijfers van de Nederlanders: in de vergelijking van beleidsterreinen 48 van het SCP staat dit terrein onderaan, met niet meer dan 20% ruime voldoendes tot 2006, en 28% in 2008/9. Over de opvang van de allerjongsten (beleid kinderopvang) zijn de respondenten duidelijk beter te spreken. De klachten die de Ombudsman krijgt over het College voor Zorgverzekeringen en de verzamelde 56
57
58
57
58
Onder ‘ruime voldoende’ wordt het rapportcijfer ‘7’ of meer bedoeld op een tienpuntsschaal. De CV stelling luidt ‘De politie doet haar werk uitstekend’. De SCP stelling luidt ‘misdaden worden in Nederland te licht bestraft’. 57 De SCP cijfers komen uit de SSN 2009 (SCP). De CV gegevens uit DansEasy (voor de periode 1958-1975 is er één gemiddeld cijfer). 58 Uit de jaarverslagen van de ombudsman (website ombudsman). 56
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
49
Hoe tevreden zijn burgers met het op ‘care & cure’ gerichte deel van de verzorgingsstaat? Welke waarderings-en rapportcijfers deelt men uit? Hoeveel waarde hecht men aan nationaal beleid op dit vlak? Een ruime meerderheid vindt dat gezondheidszorgbeleid een Nederlandse aangelegenheid moet zijn. Het Nederlandse zorgbeleid (waaronder bejaardenhulp, bejaardenoorden en ziekenhuizen) krijgt echter relatief weinig hoge rapportcijfers van de Nederlanders: in de vergelijking van beleidsterreinen van het SCP staat dit terrein onderaan, met niet meer dan 20% ruime voldoendes tot 2006, en 28% in 2008/9. Over de opvang van de allerjongsten (beleid kinderopvang) zijn de respondenten duidelijk beter te spreken. De klachten die de Ombudsman krijgt over het College voor Zorgverzekeringen en de verzamelde Bureaus Jeugdzorg nemen toe. De klachten voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het onderdeel Volksgezondheid nemen niet toe.
Bureaus Jeugdzorg nemen toe. De klachten voor de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het onderdeel Volksgezondheid nemen niet toe. voor versus nationaal versus Europees beleid: gezondheidszorg 59 60 Voorkeur Voorkeur voor nationaal Europees beleid: gezondheidszorg
59 60
90 80 70 60 50 40 30 20
0
1989 1990/4 1990/11 1991/3 1991/10 1992/04 1992/10 1993/4 1993/11 1994/5 1994/12 1995/6 1995/12 1996/01 1996/5 1996/11 1997/4 1997/11 1998/5 1998/11 1999/4 1999/11 2000 2001/1 2001/11 2003 2004 2005 2006 2007/5 2007/10
10
Besluiten kunnen het best door de na0onale overheid gemaakt worden Besluiten kunnen het best samen binnen de Europese Unie gemaakt worden
Ruime voldoendes voor beleid: care and cure
Ruime voldoendes voor beleid: care and cure 61 62
61 62
50 For each of the following areas, do you think that decisions should be made by the Dutch government, or made jointly within the European Union? Health (EB). 60 45 De EB cijfers komen van de website van de Europese Commissie. 59
40
49
35 30 25 20 15 10
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
0
1996
5
Een ruime voldoende voor zorgbeleid (SCP) Een ruime voldoende voor kinderopvang (SCP) For each of the following areas, do you think that decisions should be made by the Dutch government, or made jointly within the European Union? Health (EB). 63 Klachten 60 De EB cijfers komen van de website van de Europese Commissie.ombudsman 61 Onder ‘ruime voldoende’ wordt het rapportcijfer ‘7’ of meer bedoeld op een tienpuntsschaal. 62 De SCP cijfers komen uit SSN 2009 (SCP). 59
450 400 50
350
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
300 250
10
2011
2010
2009
2008
2007
2006
2005
2004
2003
2002
2001
2000
1999
1998
1997
0
1996
5
Een ruime voldoende voor zorgbeleid (SCP) Een ruime voldoende voor kinderopvang (SCP)
Klachten ombudsman 63
Klachten ombudsman
63
450 400 350 300 250 200 150 100 50 0
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Volksgezondheid
College voor Zorgverzekeringen
Bureau Jeugdzorg
Inspec0e voor de Gezondheidszorg
Leefbaarheid: beleid ruimtelijke leefomgeving, milieu, verkeer en vervoer Hoe tevreden zijn burgers met het beleid ten aanzien van de ‘grondgebonden materies’, cruciaal als die zijn voor de leefbaarheid van stad en land? Welke beoordelings-en rapportcijfers deelt men uit op relevante onderdelen? Welke ontwikkelingen zijn hierin te zien? Voor het beleid ten aanzien van het openbaar vervoer en het autobezit- en gebruik zijn nog slechts twee metingen voorhanden, diehet zich vooralsnog‘7’redelijk te voegen het al langer geturfde Onder ‘ruime voldoende’ wordt rapportcijfer of meerlijken bedoeld op een in tienpuntsschaal. 62 De SCP over cijfers komen uitvoor SSNde 2009 (SCP). oordeel het beleid leefbaarheid: pas na 2006 worden daarvoor weer meer ruime voldoen63 Uit de jaarverslagen van de ombudsman (website ombudsman). des gegeven dan eind jaren ’90; bijna tweederde van de Nederlanders geeft in 2008/2009 overigens nog steeds niet meer dan een zes voor het leefbaarheidsbeleid, alsook het auto- en openbaar 50 vervoersbeleid. 61
De ruime voldoendes voor het milieubeleid vallen in 2002 en 2004 wat terug ten opzichte van de voorgaande periode, maar door de bank genomen scoort milieubeleid toch vaker ruime voldoendes dan de eerdergenoemde beleidsterreinen. Komt de relatief hoge score voor 2008/2009 voort uit verhoogd milieubewustzijn (in het spoor van films als ‘An Inconvenient Truth’) of uit eigen ervaringen met het Nederlandse milieubeleid? Om die vraag te kunnen beantwoorden zou dieper in dit beleidsterrein moeten worden gegraven, zoals dat ook op andere terreinen zou kunnen. De klachten die de Ombudsman krijgt op het terrein van Verkeer en Waterstaat nemen een weinig toe, terwijl die op het terrein van het voormalig ministerie van VROM spectaculair afnemen tot 2009, en in 2010 met de vorming van het nieuwe ministerie van Infrastruktuur en Milieu slechts licht stijgen.
63
Uit de jaarverslagen van de ombudsman (website ombudsman).
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
51
van de voorgaande periode, maar door de bank genomen scoort milieubeleid toch vaker ruime voldoendes dan de eerdergenoemde beleidsterreinen. Komt de relatief hoge score voor 2008/2009 voort uit verhoogd milieubewustzijn (in het spoor van films als ‘An Inconvenient Truth’) of uit eigen ervaringen met het Nederlandse milieubeleid? Om die vraag te kunnen beantwoorden zou dieper in dit beleidsterrein moeten worden gegraven, zoals dat ook op andere terreinen zou kunnen. De klachten die de Ombudsman krijgt op het terrein van Verkeer en Waterstaat nemen een weinig toe, terwijl die op het terrein van het voormalig ministerie van VROM spectaculair afnemen tot 2009, en in 2010 met de vorming van het nieuwe ministerie van Infrastruktuur en Milieu slechts licht stijgen. 64 65 beleid: leefbaarheid Ruime Ruime voldoendes voor beleid:voldoendes leefbaarheidvoor
50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
64 65
1996 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Een ruime voldoende voor beleid leeiaarheid (SCP) Een ruime voldoende voor milieubeleid (SCP) Een ruime voldoende voor beleid openbaar vervoer (SCP) Een ruime voldoende voor beleid autobezit en -‐gebruik (SCP) Klachten ombudsman
64 65
66
Klachten ombudsman 66 Onder ‘ruime voldoende’ wordt het rapportcijfer ‘7’ of meer bedoeld op een tienpuntsschaal. De SCP cijfers komen uit SSN 2009 (SCP).
700
51
600 500 400 300 200 100 0
2005
2006
2007
2008
2009
2010
VROM (vanaf 2010 gefuseerd met V&W tot: Infrastructuur en Milieu) Verkeer en Waterstaat
Vorming: beleid voor onderwijs, wetenschap, cultuur, vrijetijd en sport
Vorming: beleid voor onderwijs, wetenschap, cultuur, vrijetijd en sport
Hoe tevreden zijn burgers met het beleid ten aanzien van de ‘persoonsgebonden materies’, cruciaal
Hoe tevreden zijn burgers met het beleid ten aanzien van de ‘persoonsgebonden mateals die zijn voor de vorming van ‘human capital’ in het algemeen en jonge mensen in het bijzonder? ries’, cruciaal als die zijn voor de vorming van ‘human capital’ in het algemeen en jonge Welke rapportcijfers deelt men uit op relevante onderdelen? Welke ontwikkelingen zijn hierin te zien? mensen in het bijzonder? Welke rapportcijfers deelt men uit op relevante onderdelen? En welke waarde hecht men eigenlijk aan zoiets als nationaal onderwijsbeleid? Welke ontwikkelingen zijn hierin te zien? En welke waarde hecht men eigenlijk aan zoiets als nationaal onderwijsbeleid? Onder ‘ruime voldoende’ wordt het rapportcijfer ‘7’ of meer bedoeld op een tienpuntsschaal. De SCP cijfers komen uit SSN 2009 (SCP). 66 Uit de jaarverslagen van de ombudsman (website ombudsman). 64 65
52
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Ruime voldoendes voor beleid: vorming
67 68
67 68 Ruime voldoendes voor beleid: vorming Ruime voldoendes voor beleid: vorming 67 68
50 45 50 40 45 35 40 30 35 25 30 20 25 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 20 1997 1998 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 Een ruime voldoende voor algemeen vormend onderwijs (SCP) Een ruime voldoende voor beroepsonderwijs (SCP) ruime voldoende voor algemeen (vSCP) ormend onderwijs (SCP) Een Een ruime voldoende voor cultuurbeleid Een r uime v oldoende v oor b eroepsonderwijs (SCP) Een ruime voldoende voor beleid vrije 0jd en sport (SCP) Een ruime voldoende voor cultuurbeleid (SCP) Een ruime voldoende voor beleid vrije 0jd en sport (SCP) Klachten ombudsman
69
Klachten ombudsman
400
Klachten ombudsman
69
69
350 400 300 350 250 300 200 250 150 200 100 150 50 100 0 50 0
2005 2005
2006
2007
2008
2006 2008 Onderwijs, C2007 ultuur en Wetenschap
2009 2009
2010 2010
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Een ruime, groeiende meerderheid vindt dat onderwijsbeleid een nationale verantwoorEen ruime,moet groeiende meerderheid vindt dat onderwijsbeleid een nationale verantwoordelijkheid delijkheid blijven; voor Europees beleid op dit terrein is duidelijk minder steun. Een ruime, groeiende meerderheid vindt dat onderwijsbeleid een nationale verantwoormoet blijven; voor Europees beleid op dit terrein is duidelijk minder steun. delijkheid moet blijven; voor Europees op dit terrein duidelijk steun. Beleid voor vrije tijd en sport, beleid voor beleid beroepsonderwijs enisbeleid voorminder algemeen
Beleid voor vrije tijd en sport, beleid voor beroepsonderwijs en beleid voor algemeen vormend
vormend onderwijs staan inbovenaan 2008/2009 het lijstje met die beleidsterreinen die onderwijs staanvrije in 2008/2009 het bovenaan lijstje beroepsonderwijs met beleidsterreinen een rapportcijfer 7 ofeen Beleid voor tijd en sport, beleid voor en beleid voor algemeen rapportcijfer 7 of hoger hebben gescoord: bijna de helft van de ondervraagden geeft voor hoger hebbenonderwijs gescoord: staan bijna de van de ondervraagden geeft voormet dezebeleidsterreinen terreinen een ruime vormend inhelft 2008/2009 bovenaan het lijstje die een voldoende. In 2002 enhoger 2004 ishebben de scoregescoord: wat minder,bijna maarde bijna nergens onder de 30% en telkens rapportcijfer 7 of helft van de ondervraagden geeft voor 67
Onder ‘ruime voldoende’ wordt het rapportcijfer ‘7’ of meer bedoeld op een tienpuntsschaal. boven het gemiddelde van alle beleidsterreinen. Cultuurbeleid vertoont een vergelijkbaar patroon, De SCP cijfers komen uit SSN 2009 (SCP). 67 alleen op een netvoldoende’ iets lager niveau. Uit de jaarverslagen van de ombudsman (website ombudsman). Onder ‘ruime wordt het rapportcijfer ‘7’ of meer bedoeld op een tienpuntsschaal. 68 De SCPklachten cijfers komen uitOmbudsman SSN 2009 (SCP). Het aantal dat de ontvangt op het terrein van onderwijs, cultuur en wetenschap 69 Uit de jaarverslagen van de ombudsman (website53 ombudsman). neemt tussen 2005 en 2009 nauwelijks toe, en maakt vervolgens in 2010 een enorme sprong. Een
68 69
53op een tienpuntsschaal. Onder ‘ruime voldoende’ wordt het rapportcijfer ‘7’ of meer bedoeld De SCP cijfers komen uit SSN 2009 (SCP). 69 Uit de jaarverslagen van de ombudsman (website ombudsman). 67 68
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
53
Legitimiteitsmonitor als deze kan helpen om een dergelijke ontwikkeling te detecteren, waarna verdiepend vervolgonderzoek zich op achterliggende verklaringen zou kunnen richten.
Legitimiteitsmonitor 1.0 – empirische bevindingen Dit is niet in eerste instantie empirisch onderzoek dat zou moeten uitmonden in beschrijvende en/of verklarende conclusies; dit is primair ontwerpgericht onderzoek, opgezet om een prototype van een legitimiteitsmonitor op te bouwen en een eerste keer te laten proefdraaien. De empirische ‘bijvangst’ van het ontwerpen en beproeven van de Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur is niettemin aanzienlijk. Op grond van het bovenstaande – feitelijk nog maar een deel van wat mogelijk is – willen we ten minste de volgende bevindingen naar voren brengen: • Ten aanzien van de systeemlegitimiteit (deel I) valt ten eerste op dat de algemene steun voor democratie onverminderd hoog is, ondanks lichte dalingen in de gevonden indicatoren. Tegelijk valt op dat de hang naar een autonome, ‘sterke leider’ – een min of meer autocratisch element, dat binnen maar ook buiten democratisch verband gedacht kan worden – sinds de jaren ’90 ook lijkt te groeien. • De tevredenheid met de feitelijke (uit)werking van de democratie in Nederland is volgens Eurobarometer-statistieken sinds de jaren ’70 trendmatig gegroeid. Recent onderzoek (Tiemeijer, 2010) suggereert dat tevredenheid met democratische vrijheden daarin een zwaarder gewicht heeft dan tevredenheid met democratische processen. Overigens worden na de eeuwwisseling dalende bewegingen gesignaleerd, ook bij NKO en EVS. • De hang naar democratische vernieuwingen, hervormingen wég van de dominante consensusdemocratie, lijken substantieel en tamelijk structureel; forse meerderheden verklaren meer inspraak te willen, meer referenda en gekozen bestuurders (alleen de aanhang voor een gekozen premier blijft onder de 50% steken). • Items die de disconnectie met de representatieve politiek betreffen, laten geen beeld van hoogoplopend cynisme zien. Het is wel zo dat substantiële delen van de onderzochte populaties (weinig) belang stellen in de politiek; en veronderstellen dat de politiek ook weinig belang stelt in hen. De responsiviteit van het systeem wordt niet al te hoog ingeschat. • De ‘koninklijke wegen’ van de democratische rechtstaat – de regels, rechten en rechtsgangen die de democratie inkaderen – kunnen volgens de verzamelde statistieken op veel respect en een forse mate van vertrouwen rekenen; longitudinaal onderzoek naar degenen die kiezen voor agressie en geweld om ‘een punt te maken’ moet nog groeien, maar het lijkt duidelijk dat dit verontrustend vaker dan incidenteel voorkomt. • Ten aanzien van de actorlegitimiteit (deel II) valt op dat nogal wat autoriteiten en instanties sterk vergelijkbare cijferbewegingen vertonen, wat het vermoeden schraagt dat wat in statistieken uit elkaar gepeld wordt voor veel respondenten ‘allemaal Den Haag’ is; desondanks zijn er verschillen tussen de overeenkomsten. • Van een ‘regeringsbonus’ (een bonus die bij verkiezingen volgend op een regeerperiode zou worden uitgekeerd) is maar in zeer beperkte mate sprake: ervaren regeringspartijen (die na de oorlog meer dan eens aan coalitieregeringen hebben deelgenomen) hebben mettertijd steeds minder aanhang gekregen; na 1956 is het nog maar twee keer voorgekomen dat een regeringscoalitie bij navolgende verkiezingen met winst werd beloond. Internationaal vergeleken is het vertrouwen in de regering eind jaren ’90 niettemin hoog te noemen; hierop volgt een relatief sterke inzinking (2002-2005); waarna een periode van gedeeltelijk herstel volgt, met stevige pieken en dalen, waarmee we nog steeds te maken hebben. • Het vertrouwen in het parlement van eind jaren ’90 tot nu vertoont ongeveer hetzelfde patroon: van relatief hoog, naar fors lager, naar gedeeltelijk herstel en sterke fluctuaties. Een redelijk stabiele, forse minderheid meent dat Kamerleden niet geïnteresseerd zijn in de mening van de burger, terwijl allengs gegroeide meerderheden zich ook cynisch uitlaten over Kamerleden die niet op het algemeen belang zouden letten en het contact met de mensen in het land snel zouden verliezen. Dit duidt wederom op een ervaren responsiviteitsprobleem, ditmaal specifiek voor de Kamer(leden).
54
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
• Ten aanzien van politici en politieke partijen meer in het algemeen zien we ook een redelijk stabiel smaldeel van rond de 50% verklaren dat politici arrogant zijn en dat ze net als de politieke partijen waarvan ze deel uitmaken alleen in de stem van burgers geïnteresseerd zijn en niet in hun mening. Niettemin blijft de opkomst bij Tweede Kamerverkiezingen internationaal vergeleken hoog, waar de opkomstpercentages bij andere algemene verkiezingen dalende tendensen vertonen. Het totaal aantal formele leden van politieke partijen is door de jaren heen fors gedaald; een ruime meerderheid heeft niet het gevoel dat men aanhanger is van een politieke partij. Het vertrouwen in politieke partijen beweegt zich op een structureel lager niveau dan het vertrouwen in regering en parlement. • Het vertrouwen in de ambtelijke dienst is internationaal vergeleken relatief hoog. De tevredenheid met het functioneren van de overheid, de operationalisatie van de executieve macht, ontwikkelt zich van relatief hoog eind jaren ’90 (boven de 60%), tot een stuk lager rondom de jaren 2002-2005 (omtrent de 35%), tot opnieuw relatief hoog (boven de 60%). De relatief hoge waarderingscijfers voor de plaatselijke overheden – veelal de meest zichtbare ‘eerstelijns-overheden’ – vertonen een rustig en stabiel beeld. • Autoriteiten bekleed met bijzondere monopolies en verantwoordelijkheden binnen de democratische rechtstaat – belastingdienst, leger, politie, justitie, rechterlijke macht – lijken te kunnen bogen op een substantiële en stabiele mate van vertrouwen. • Ten aanzien van de beleidslegitimiteit (deel III) valt op dat de waardering voor verschillende beleidstakken een zelfde V-curve (of ‘single dip’) laten zien als we ook al zagen bij de tevredenheidscijfers voor het functioneren van de overheid in het algemeen. Tussen de overeenkomsten zijn opnieuw de nodige verschillen waar te nemen. • Als we de lat behoorlijk hoog leggen en kijken naar de rapportcijfers die ‘ruim voldoende’ zijn (7 en hoger) dan valt op dat de percentages burgers die bereid zijn zulke hoge cijfers uit te delen voor elk cluster beleidsvelden substantieel stijgen na het passeren van de ‘single dip’; tegelijkertijd valt op dat dit bijna nergens uitgroeit tot een meerderheid. • De meerderheid is misschien nergens zo ‘hogelijk’ tevreden, ze lijkt wel bijna overal ‘gematigd’ tevreden. Als men namelijk de lat wat lager legt en kijkt naar de gewone (6 en hoger) en afgeronde (5,5 en hoger) voldoendes dan worden gemiddeld genomen alleen maar (afgeronde) voldoendes gescoord: van de 15 beleidsterreinen waarvoor het SCP rapportcijfers verzamelt scoren er 10 een gemiddeld rapportcijfer tussen de 6,0 en 6,3; vijf beleidsterreinen scoren tussen de 5,7 en 5,9 (Dekker & De Ridder, 2011: 46). Voor een land dat afscheid wil nemen van de ‘zesjes-cultuur’ ligt de lat dan overigens wel wat laag. • De klachten die de Ombudsman voor de verschillende beleidsterreinen ontvangt vertonen door de jaren heen een redelijk stabiel patroon; de pieken voor 2010 zijn in de meeste gevallen te verklaren door de samenvoeging van departementsonderdelen in dat jaar. • Het is uiterst saillant dat in de periode waarin het Europese bestuur steeds belangrijker is geworden, de hang naar nationale beleidsvorming ook steeds sterker naar voren lijkt te treden. De enige uitzondering is ‘bread & butter’ beleid: ruime meerderheden zien hier een legitieme rol voor de Europese instituties weggelegd. Bij de andere clusters van beleidsterreinen neigt men in toenemende mate naar ‘Den Haag’, wat als steunbetuiging voor het nationaal bestuur kan worden uitgelegd maar evengoed als kritiek op het ‘weggeven’ van nationale zeggenschap. • Als we overall en vergelijkend kijken naar deel I (systeemlegitimiteit), deel II (actorlegitimiteit) en deel III (beleidslegitimiteit) kunnen we stellen dat zorgwekkende of aandachtverdienende ontwikkelingen zich niet in één deel opstapelen. Zulke ontwikkelingen zijn in elk deel wel te signaleren, hoewel deel II daarin voorop lijkt te lopen op deel I en deel III. • In deel III lijkt vooral de discrepantie tussen de hang naar Den Haag en de macht van Brussel zorgwekkend. In deel I vraagt de hang naar democratische hervormingen wég van de consensusdemocratie (meer benoemde bestuurders, referenda, inspraak van gewone burgers in plaats van professionele polderaars) om aandacht, evenals de substantiële kritiek op de gebrekkige responsiviteit van de representatieve politiek. • In deel II komen zorgpunten omtrent de responsiviteit meer aangescherpt en toegespitst naar
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
55
voren. De zorgpunten lijken eerder te zitten bij de politiek dan bij het bestuur, eerder bij de representatieve politiek dan bij de executieve politiek, en bovenal lijken ze te zitten bij de politieke partijen. De zorg- en aandachtspunten lijken al met al meer op het vlak gelegen van de ‘responsiviteit’ dan op het vlak van de ‘effectiviteit’ van het democratisch bestuur, meer op het vlak van de ‘input-legitimiteit’ dan de ‘output-legitimiteit’ (Scharpf, 1999), meer in de uitwerking van het democratisch ideaal van ‘government by the people’ (bestuur dat door burgers wordt ingegeven) dan ‘government for the people’ (bestuur dat voor burgers publieke werken verricht). Het voorgaande is voor een deel consistent met, maar levert tegelijk ook aanscherpingen bij, bestuurskundige en politicologische beschouwingen (zie de verzamelde beschouwingen in Korsten & De Goede, 2007; Pennings & Keman, 2008; Bovens & Hendriks, 2008; Andeweg & Thomassen, 2011b; Dekker & De Ridder, 2011) die zich de afgelopen jaren (ook) over het post-Fortuynse ‘onbehagen’ omtrent politiek en bestuur hebben uitgesproken. Het levert stevige contra-indicaties bij auteurs die suggereren dat een diepe legitimiteitscrisis een onmiskenbare realiteit is (zie bijv. Van Thijn, 2010), maar ook bij auteurs die suggereren dat de ‘boosheid van de burger’ nauwelijks meer dan een gril is (zie bijv. Van Rossem, 2010).
56
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Hoofdstuk 4: Conclusies en aanbevelingen Inleiding
Het is nooit primair de bedoeling geweest om in dit onderzoek te komen tot een uitputtende meting en analyse van de legitimiteit van het democratisch bestuur. Het voorgaande is niet meer, en overigens ook niet minder, dan een eerste proeve van wat een Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur (LmDB) inhoudt en vermag in termen van overzicht geven en inzicht verschaffen in de stand van zaken. Wat is het dan dat een dergelijke Legitimiteitsmonitor inhoudt en vermag? Deze vraag wordt in dit laatste hoofdstuk nogmaals beantwoord.
Mogelijkheden én beperkingen
Toen Dekker e.a. (2004, 13-16) van de Raad voor de Rechtspraak de opdracht kregen na te denken over een legitimiteitsmonitor voor de rechtspraak stelden ze een monitor voor als “een minstens eens per jaar gehouden bevolkingsenquête van beperkte omvang waarin de ontwikkeling van de publieke opinie over de rechtspraak en in het bijzonder het ‘vertrouwen in de rechtspraak’ wordt gevolgd door herhaling van vragen.” Als alternatief voor een grote steekproef noemden ze “een cumulatie van gegevens uit wekelijkse peilingen.” Uiteindelijk leek het ze het meest raadzaam “om niet te gaan investeren in een aparte monitor (…) maar mee te liften met ander onderzoek”. Dat is de lijn die hier – voor de Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur – ook is gevolgd: • geen nieuw grootschalig onderzoek opzetten, maar gebruik maken van de talrijke beschikbare statistieken; • die op een verstandige manier indikken, ordenen en in perspectief plaatsen; • met begrip en gevoel voor de mogelijkheden alsook de beperkingen van dergelijk grootschalig onderzoek. De mogelijkheden van kwantitatieve legitimiteitsmonitoring zijn begrensd door de onvermijdelijke beperkingen van grootschalig survey-onderzoek (zie ook Dekker, e.a., 2004; Van Dixhoorn, 2006; Tiemeijer, 2006; 2008). Velen die ooit een enquête hebben ingevuld kennen het onbestemde gevoel: sluit wat ik hier heb aangekruist nu aan bij wat ik in werkelijkheid doe of ervaar? Zit mijn werkelijkheid bij de voorgegeven antwoorden? Zijn de gestelde vragen eigenlijk wel de vragen die mij bezig houden? Velen die ooit enquêtevragen hebben bedacht kennen het onbestemd gevoel eveneens: worden de vragen zoals ik ze heb bedoeld ook zo geïnterpreteerd door de onderzochten? (Zijn mensen tevreden met vrijheidsrechten of met besluitvormingsprocedures als ze bij Eurobarometer aangeven dat ze tevreden zijn met de democratie in hun land?, vraagt Tiemeijer, 2010, zich terecht af.) Hoe diep geworteld in reële ervaringen zijn de antwoorden die ik binnen krijg? Hoe ‘hard’ zijn de cijfers die ik statistisch generaliseer? Hoe representatief is de onderzochte populatie voor de bredere populatie? Bij grootschalig onderzoek naar de legitimiteit van democratisch bestuur moeten we serieus rekening houden met het probleem van de ‘selectieve non-respons’. Zijn degenen die politiek en bestuur belangrijk en relevant vinden niet vaker geneigd om aan dergelijk onderzoek mee te doen? Zijn degenen die zich afwenden van politiek en bestuur niet oververtegenwoordigd in de non-respons? De politieke wetenschap heeft het vooralsnog onomstotelijk kunnen bevestigen noch ontkrachten (Andeweg & Van Holsteijn, 1996; Voogt & Van Kempen, 2002). Een ander probleem is dat in de vraagstelling vaak politiek-bestuurlijke kaartkennis wordt verondersteld die de gemiddelde burger waarschijnlijk niet op die manier paraat heeft. Een enquête kan zeer genuanceerd vragen naar vertrouwen in de politiek en het bestuur, de regering en het parlement, de minister en de kamerleden, maar voor veel ondervraagden is het ‘allemaal Den Haag’ (Tiemeijer, 2008). Als men vooral geïnteresseerd is in het algemene gevoelen ten aanzien van het bestuur dan hoeft dat niet zo’n groot probleem te zijn. Ingewikkelder wordt het als het gevoelen ten aanzien van het bestuur meebeweegt met toevalligheden of bijkomstigheden die nauwelijks aan het bestuur zijn toe te schrijven. Van de Walle (2004) wijst op de algemene ‘social mood’ (heeft een land misschien
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
57
vlak voor de meting terroristische aanslagen gekend, of heeft het juist een fraai wereldkampioenschap voetbal meegemaakt?), die van invloed kan zijn op politiek-bestuurlijke vertrouwenscijfers. Vooral als de meetmomenten relatief ver terug gaan en relatief ver uit elkaar liggen kunnen momentane evenementen sterk vertekende beelden fabriceren, die we niet meer zo makkelijk met verse kennis kunnen relativeren (de grafiek laat bijvoorbeeld een lange stijgende of dalende lijn zien tussen 1973 en 1980 terwijl de fluctuatie misschien maar net voor de meting van 1980 is opgetreden). Zulke verschijnselen kunnen nooit afdoende verdisconteerd worden in het ontwerp van een legitimiteitsmonitor; bij de interpretatie achteraf kunnen ze wel worden meegenomen en, als daar aanleiding toe is, nader worden onderzocht. Zo zijn er de nodige begrenzingen waarbinnen de ‘feasible space’, het werkzame domein, van de Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur moet worden gezocht. Zolang we ons bewust zijn en blijven van de beperkingen die vast zitten aan kwantitatief grootschalig survey-onderzoek, en die zoveel mogelijk proberen te minimaliseren, kan de Legitimiteitsmonitor een nuttige functie vervullen. Als we antwoorden op dezelfde vragen jaren achtereen willen volgen en onderling willen vergelijking, dan zijn er weinig alternatieven voor survey-onderzoek van het soort dat SCP, Eurobarometer en andere instanties al jarenlang verrichten. Als we er vanuit mogen gaan dat de beperkingen en vertekeningen van dit onderzoek over de jaren heen constant blijven, dan kunnen we in ieder geval stijgingen of dalingen van metingen ten opzichte van elkaar waarnemen. Daarom hebben we in de selectie ook voorrang gegeven aan items waarvoor meerdere metingen beschikbaar waren, boven gelijksoortige items waarvoor minder metingen met elkaar vergeleken konden worden. Daarnaast hebben we voorrang gegeven aan de meer degelijke, gezaghebbende bronnen, die door de tijd wat meer ‘getest’ zijn, boven de vele net-gestarte (internet-)peilingen waarvan we de beperkingen minder goed kennen.
Variatie én selectie
Om de mogelijkheden te verruimen hebben we bewust gekozen voor selectieve variatie als ontwerpbeginsel: • niet louter Eurobarometer-gegevens, of alleen SCP-statistieken, maar verschillende gezaghebbende bronnen naast elkaar; • niet enkel indicatoren van vertrouwen, maar gerichte aandacht voor indicatoren van tevredenheid en aanvaarding; • geen eenzijdige actorfocus, maar ook gerichte aandacht voor systeemlegitimiteit en beleidslegimiteit; • niet alleen opinie-indicatoren maar ook gedragsindicatoren. Wat het laatste betreft moet worden opgemerkt dat bruikbare gedragsindicatoren nog altijd te dun gezaaid zijn. Onder de noemer ‘geweld, ordeverstoring, protest’ (gericht tegen het systeem als zodanig, specifieke autoriteiten danwel specifieke vormen van beleid) hadden we graag de beschikking gehad over indicatoren van feitelijk gedrag: items die indiceren wat mensen op dit vlak werkelijk doen, in aanvulling op wat ze vinden. Hetzelfde geldt voor ‘naleving, normconform gedrag’ (ten aanzien van specifieke regelgeving en beleidslijnen): in hoeverre schikken burgers zich qua feitelijk gedrag in dat wat het democratisch bestuur levert en voorschrijft? Het is mogelijk dat gedrag van burgers afwijkt van hun opinies, maar de mate waarin dat gebeurt is nu niet goed op basis van beschikbare databestanden longitudinaal in beeld te krijgen. Daarvoor zou aanvullend geïnvesteerd moeten worden in opbouw en onderhoud van op gedrag gerichte dataverzamelingen. Voor het overige hebben we een redelijke mate van variatie kunnen aanbrengen in de Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur. In tabel 4.1 en 4.2 grijpen we terug op twee schema’s die we eerder (zie hoofdstuk 2) als zoekprofiel hebben opgesteld; met arceringen hebben we aangegeven of en hoe de verschillende onderdelen in de uiteindelijke Legitimiteitsmonitor (zie hoofdstuk 3) zijn verwerkt. Het moge duidelijk zijn: niet alle theoretisch denkbare en mogelijk bruikbare indicatoren bleken in de praktijk ook vindbaar of relevant; desondanks hebben we veel bruikbaars kunnen vinden en ook veel van de gewenste indicatoren kunnen ‘afdekken’ in de Legitimiteitsmonitor.
58
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Tabel 4.1. Van mogelijk bruikbare/denkbare naar te gebruiken/vindbare indicatoren (primair) Legitimiteit: objecten
Denkbare indicatoren
Mogelijk bruikbare indicatoren
Systeem: politiek-bestuurlijk stelsel, democratische rechtstaat en openbaar bestuur in brede zin; systeem dat gezaghebbende waardetoedeling in banen leidt
Tevredenheid met / vertrouwen in/ steun voor ‘de democratie’, ‘de rechtstaat’, ‘het systeem’, ‘het bestuur’ in Nederland in het algemeen
COB, CV, NKO, EB: vertrouwen in democratie en democratische instituties; nationale trots. Zie deel I: indicatoren m.b.t. het algemene principe en de Nederlandse praktijk
Geweld, ordeverstoring, protest gericht tegen het bestuur, het systeem, de rechtstaat, de democratie, de gevestigde orde in het algemeen
Politieregistraties e.d. Moeilijk uit te zuiveren welk deel van gerapporteerde protestacties gericht is tegen het democratisch bestuur, en welk deel tegen kerken, bedrijven, maatschappelijke instituties e.d.
Belastingmoraal
Gegevens belastingdienst / CBS statistieken Zie deel I: belastingdienst en andere bijzondere instellingen en statelijke monopolies
Tevredenheid met/ vertrouwen in/ steun voor de executieve, de volksvertegenwoordiging, politieke partijen)
COB, CV, NKO, LISS, EB: vertrouwen in parlement, politiek vertrouwen, vertrouwen in partijen Zie deel II: meerdere subcategorieën
Tevredenheid met/ vertrouwen in/ steun voor overheidsdiensten en -dienaren: politieagenten, hulpdiensten, rechtshandhavers
Politiemonitors: tevredenheid over/ vertrouwen in politie; gegevens tevredenheidsonderzoeken, klachten ombudsman (+interne klachtenprocedures). Zie deel II: alleen generiek voor overheid en ambtenarenapparaat
Geweld, ordeverstoring, protest gericht tegen bepaalde gezagsdragers of gezagdragende instituties
Politieregistraties e.d. Nog niet longitudinaal beschikbaar, wel in opbouw
Opkomstpercentages, proteststemmen en volatiliteitsindices bij verschillende soorten verkiezingen
Gegevens databestand Nationale Kiesraad Zie deel II: politieke partijen en politici. Ook: winst/verlies regeringspartijen
Lidmaatschap politieke partijen
Gegevens Documentatiecentrum Nederlandse Politieke Partijen Zie deel II: politieke partijen en politici
Tevredenheid met/ vertrouwen in/ steun voor beleid en regelgeving in Nederland in het algemeen
COB, CV, NKO, LISS: tevredenheid met en vertrouwen in overheidsbeleid. Zie deel II: generieke tevredenheid met wat de overheid doet in categorie II Mogelijk: gemiddelde voor verschillende terreinen bijhouden
Tevredenheid met/ vertrouwen in/ steun voor specifieke beleidsterreinen en domeinen van regelgeving
NKO, LISS: tevredenheid met en steun voor beleid op specifieke sectoren Zie deel III: rapportcijfers verschillende beleidssectoren, soms specifiek voor positieve rol overheid
Naleving, normconform gedrag in het algemeen, en op genoemde beleidsvelden
Indien aanwezig: overheidsstatistieken Geen betrouwbare longitudinale statistieken gevonden
Geweld, ordeverstoring, protest gericht tegen bepaald beleid
Indien aanwezig: overheidsstatistieken Geen betrouwbare longitudinale statistieken gevonden
Actoren: gezagdragers en gezagdragende instituties; politiekbestuurlijke instanties en functionarissen die met officieel gezag bekleed zijn
Beleidshandelen: Optreden in verschillende velden van beleid en regelgeving; gezaghebbende waardetoedeling in het openbaar bestuur
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
59
Tabel 4.2. Van mogelijke bruikbare/denkbare naar te gebruiken/vindbare indicatoren (secundair) Legitimiteit: facetten
Denkbare indicatoren
Mogelijk bruikbare indicatoren
Inputlegitimiteit Kernwaarde: responsiviteit; de wijze waarop en mate waarin signalen worden opgepikt
Participatie in verkiezingen en andere vormen van politieke participatie
Opkomstcijfers verkiezingen (gegevens nationale kiesraad), NKO: participatie en participatiebereidheid; COB, EVS, NKO, LISS: politieke interesse/ politieke betrokkenheid Zie deel I: (dis)connectie met representatieve democratie Zie deel II: opkomst verkiezingen. Ook: aanhang, lidmaatschap politieke partijen; verlies/winst regeringspartijen
Feitelijke representativiteit en responsiviteit: samenstelling vertegenwoordigende organen, participatiemogelijkheden; oordeel over representativiteit en responsiviteit politiek
Overheidsdocumenten, jaarverslagen, etc.; COB, CV, NKO, LISS, EB: Politiek (zelf-) vertrouwen, politiek cynisme. Zie deel I: (dis)connectie met representatieve democratie Dieper graven in vertegenwoordigende raden, staten en kamers: wel mogelijk maar niet gedaan vanwege overzichtelijkheidsoverwegingen
Integriteit en betrouwbaarheid van het openbaar bestuur
Global corruption perceptions index: Global Corruption Barometer Survey (Transparency International) Beschikbare items meestal gebaseerd op (zelf)inschatting bestuurders en andere (zaken)elites; weinig geschikte indicatoren vanuit burgerperspectief
Zorgvuldigheid, transparantie en rekenschap
O.a. klachten bij ombudsman Zie deel III: onderdeel ‘klachten Ombudsman’; geen onderverdeling naar achtergrond klachten
Onpartijdigheid en gelijke behandeling
O.a. klachten bij ombudsman Zie deel III: onderdeel ‘klachten Ombudsman’; geen onderverdeling naar achtergrond klachten
Fair play en proportionaliteit in optreden
O.a. klachten bij ombudsman Zie deel III: onderdeel ‘klachten Ombudsman’; geen onderverdeling naar achtergrond klachten
Productiviteit en slagvaardigheid van het openbaar bestuur, de publieke sector, specifieke delen daarvan
COB, CV, NKO, LISS: tevredenheid met overheidsbeleid. Zie deel III: rapportcijfers verschillende beleidssectoren, soms specifiek voor positieve rol overheid
Spaarzaamheid, ‘efficiency & economy’ in de omgang met publieke middelen
COB, NKO, LISS: tevredenheid met overheidsbeleid. Weinig bruikbaars in surveys onder burgers; meer iets voor accountancy en rekenkameronderzoek
Toegevoegde waarde, ook aan probleemoplossing, van het bestuur, en onderdelen daarvan
COB, CV, NKO, LISS: tevredenheid met overheidsbeleid. Zie deel III: rapportcijfers verschillende beleidssectoren, soms specifiek voor positieve rol overheid
Throughputlegitimiteit Kernwaarde: behoorlijkheid; de wijze waarop en de mate waarin processen zijn vormgegeven, zaken en personen worden behandeld
Outputlegitimiteit Kernwaarde: effectiviteit; de wijze waarop en de mate waarin het openbaar bestuur resultaten behaalt
60
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Zoals eerder is opgemerkt bleken de gevonden indicatoren het best – het meest logisch en systematisch – op te hangen aan de trits systeem-, actor- en beleidslegitimiteit; dat is dan ook de hoofdindeling van de monitor geworden. (De opstellers van grootschalige databestanden hebben de trits input-, throughput-, outputlegitimiteit klaarblijkelijk minder in het hoofd zitten bij het bedenken en uitwerken van enquete-vragen; indicatoren van output- en vooral inputlegitimiteit zijn hier en daar wel te vinden, maar toch te weinig om daaraan een legitimiteitsmonitor te kunnen ophangen.) Het prototype van de Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur heeft in hoofdstuk 3 de volgende structuur gekregen: I. Politiek-bestuurlijk systeem: systeemlegitimiteit • Hang naar democratie versus autocratie/oligarchie • Waardering voor werking democratie • Hang naar democratische vernieuwing • (Dis)connectie met representatieve politiek • Wat verder nog interessant is II. Politiek-bestuurlijke instellingen en autoriteiten: actorlegitimiteit • Waardering regering en bewindspersonen • Waardering volksvertegenwoordiging en kamerleden • Waardering politieke partijen en politici • Waardering overheid en ambtenaren • Wat verder nog interessant is III. Politiek-bestuurlijk handelen in beleid: beleidslegitimiteit • Bread & butter: beleid economie, werkgelegenheid en sociale zekerheid • Law & order: ordehandhaving, misdaadbestrijding, politie en justitie, • Care & cure: beleid voor zorg, verpleging, verzorging jong en oud • Leefbaarheid: beleid voor ruimtelijke leefomgeving, milieu, verkeer • Vorming: beleid voor onderwijs, wetenschap, cultuur, vrijetijd en sport Binnen deze structuur hebben we items geselecteerd uit verschillende databestanden. De meeste items, hoewel niet alle, blijken te komen uit vier bronnen: Eurobarometer, EVS, NKO en SCP. In vergelijking hiermee is de toegevoegde waarde van de Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur gelegen in de consequente combinatie van bronnen en de systematische toespitsing op de legitimiteit van het democratisch bestuur – een combinatie en toespitsing die elders niet op deze manier gevonden kan worden. De ontwikkeling van de Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur hebben we eerder omschreven als ‘roeien met de riemen die er zijn’. Uiteindelijk kan dan de vraag gesteld worden of de ‘riemen’ goed genoeg zijn om vooruit te komen? Gegeven de gepresenteerde ervaringen en overwegingen is ons antwoord conditioneel bevestigend: de gevonden indicatoren zijn bij elkaar genomen ‘goed genoeg’ om een algemeen beeld te krijgen van veranderingen en schakeringen in de door burgers ervaren legitimiteit van het democratisch bestuur, zolang men de bijeen gebrachte indicatoren maar in perspectief blijft beschouwen en blijft houden voor wat ze zijn (kwantitatieve vertalingen van houdingen en opinies van burgers zoals waargenomen via grootschalig survey-onderzoek); bovendien is het zo dat op aangegeven onderdelen nog een forse verbetering van de informatiepositie mogelijk is.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
61
Kwantitatieve meting én kwalitatieve oordeelsvorming
De Legitimiteitsmonitor is bewust niet opgezet als een soort ‘AEX-index van de democratische bedrijvigheid’, waarbij de legitimiteit van het democratisch bestuur (quasi-) objectief tot één waarde zou worden gereduceerd. Democratische legitimiteit is een sociale constructie, waarbij meerdere dimensies die niet tot elkaar kunnen worden gereduceerd tegelijkertijd relevant zijn. Gelaagde intersubjectiviteit – gedeelde oordeelsvorming op onderdelen – is het hoogst haalbare. Een legitimiteitsmonitor moet niet anders suggereren; een monitor kan bij zoiets als legitimiteit nooit het laatste woord spreken. De Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur kan het proces van oordeelsvorming dus niet met één berekening afronden; maar de monitor kan dit proces van oordeelsvorming wel ondersteunen, in zinvolle banen leiden en van bruikbare inzichten voorzien. De verzamelde statistieken zeggen daarbij niet niks, maar zeker ook niet alles. De Legitimiteitsmonitor lijkt meer op het ‘dashboard’, met verschillende meterschermen, dat een hedendaagse automobilist voor zich heeft, of op het bewakingspaneel, met verschillende beeldschermen, dat een professionele nachtwaker ondersteunt in zijn werk. Het dashboard toont niet alles, maar wel een aantal belangrijke onderdelen van een auto. De nachtwaker ziet op zijn bewakingspaneel niet het hele gebouw in al zijn facetten, maar wel een aantal belangrijke hoeken. Niet elke meter, of elk scherm, is op elk moment even belangrijk. Vlak voor een lange rit door dunbevolkt gebied moet een laag brandstofpeil de automobilist meer zorgen baren dan een laag niveau ruiterwisservloeistof, wat op een ander moment juist goed is om in de gaten te houden. Dit is niet te automatiseren. Oordeelskundige inschatting en interpretatie blijven cruciaal. Voor de Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur geldt dit ook – a fortiori. Het monitoren van de door burgers ervaren legitimiteit – zoals blijkend uit houdingen, opvattingen en gedragingen – stuit op een aantal ingewikkeldheden als de monitorgegevens aanknopingspunten voor verbetering dienen op te leveren (Dekker e.a. 2004: 13-16). Aanvaarding van, vertrouwen in en tevredenheid met democratisch bestuur komen tot stand in een complex proces waarin de oordelen over de prestaties van de overheid, de normen die men hierbij hanteert en de wereld-, mens- en zelfbeelden die hieraan ten grondslag liggen op elkaar inwerken. Als een monitor een daling van de legitimiteit van de overheid laat zien, kan dat bijvoorbeeld wijzen op het feitelijk slechter functioneren van overheidsorganisaties, het minder betrouwbaar worden van overheidsfunctionarissen, maar ook op hogere verwachtingen van burgers of op slechtere uitwisseling van informatie tussen burgers en overheid. Om te kunnen bepalen waarop het accent dient te liggen, is het van belang om de achtergronden te kennen van de voor de legitimiteit relevante houdingen, opvattingen en gedragingen. Vandaar dat de kwantitatieve monitoring altijd moet worden aangevuld met kwalitatieve duiding, ondersteund door enkele (groeps)interviews en/of (panel)gesprekken. Volautomatische, cijfermatige legitimiteitsmonitoring zal altijd te kort schieten; oordeelskundige inschatting en interpretatie blijven cruciaal.
62
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Ten slotte: enkele concrete aanbevelingen
De Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur (LmDB) levert niet alles wat men zou willen weten over de legitimiteit van het democratisch bestuur, maar hij levert op dit vlak wel veel. De LmDB zal het debat over de legitimiteit van het democratisch bestuur (is er sprake van een legitimiteitscrisis, een legitimiteitsprobleem, of is er nauwelijks iets aan de hand?) niet ultiem kunnen beslissen, maar zal wel inzichten en overzichten bijeen kunnen brengen waarmee het debat beter kan worden gevoerd. De LmDB vormt op zijn minst een waarschuwingssysteem voor ontwikkelingen die de nodige alertheid lijken te vereisen; en een signaleringssysteem voor vragen die door het beschikbare materiaal wel worden opgeroepen maar nog niet beantwoord. Wij hebben kunnen vaststellen dat een dergelijk waarschuwings-en signaleringssysteem langs eerder aangegeven lijnen op een adequate en praktische manier kan worden vormgegeven en onderhouden. Meer concreet willen wij nog de volgende aanbevelingen meegeven: 1. Het is raadzaam de legitimiteitsmonitor ten minste om het jaar bij te werken, om trends en veranderingen met voldoende regelmaat maar ook voldoende tussenpozen bij te kunnen houden. Wij adviseren het bijwerken te laten doen in de tweede helft van het kalenderjaar, om zoveel mogelijk dat jaar verschijnende statistieken nog te kunnen meenemen. 2. Het is verstandig om ten minste een halfjaar voor het bijwerken van de legitimiteitsmonitor te beslissen hoe intensief, of hoe extensief, het bijwerken dient te geschieden. In sommige jaren kan er aanleiding zijn om op specifieke onderdelen uitgebreider te rapporteren. Stel: er zijn het voorgaande jaar veel klachten geweest over de ambtelijke dienst; dan kan het verstandig zijn om die subcategorie een keer verder ‘uit te klappen’. Zo kan het ook interessant zijn om op zeker moment vergelijkend door te pakken op een select aantal buitenlanden (Denemarken, Zweden, België, Zwitserland, Oostenrijk: landen waar de consensusdemocratie óók diepe sporen heeft nagelaten). 3. Het is noodzakelijk om het kwantitatief bijwerken van de legitimiteitsmonitor te koppelen aan een kwalitatief proces van duiding en oordeelsvorming, ondersteund door enkele (groeps) interviews en/ of (panel)gesprekken. Bij de interviews/gesprekken zouden drie soorten gesprekspartners onderscheiden en geactiveerd moeten worden: strategen/beleidsmakers uit de publieke dienst; deskundigen/ trendwatchers uit de wereld van het onderzoek; vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties en burgerperspectieven. Het interactieproces moet deskundig begeleid en gemodereerd worden, 4. Het is aanbevolen om te investeren in indicatoren van gedrag in aanvulling op indicatoren van opinie. Wat doen burgers al dan niet waaruit – duurzame of veranderlijke – legitimiteit van democratisch besturen blijkt? Om die vraag echt te kunnen beantwoorden moet voorbij de gangbare databestanden worden gezocht en eventueel nieuw longitudinaal onderzoek worden opgestart.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
63
64
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Aangehaalde literatuur Aarts , K., Van der Kolk, H., Rosema, M. (2007), Een verdeeld electoraat: de Tweede Kamerverkiezingen van 2006. Utrecht: het Spectrum. Andeweg, R.B. & J. van Holsteyn (1996), ‘A hidden confidence gap? The question of nonresponse bias in measuring political interest’. In: The Netherlands’ Journal of Social Sciences, 32, 127-142. Andeweg, R.B. & J.A. Thomassen (2011a), Van afspiegelen naar afrekenen: de toekomst van de Nederlandse democratie. Leiden: Leiden University Press. Andeweg, R.B. & J.A. Thomassen (red.) (2011b), Democratie doorgelicht: Het functioneren van de Nederlandse democratie. Leiden: Leiden University Press. Boogers, M. (2010), Lokale politiek in Nederland: de logica en dynamiek van plaatselijke politiek. Den Haag: Lemma. Bovens, M. & F. Hendriks (red.)(2008), ‘Themanummer: Bleef alles anders: kentering of continuïteit in de Nederlandse politiek-bestuurlijke verhoudingen. In: Bestuurskunde, 17, 3, pp. 2-63. Bovens M.A.P. & A. Wille (2009), ‘Deciphering the Dutch Drop: Ten Explanations for Decreasing Political Trust in the Netherlands’. In: International Review of Administrative Sciences, 72, 4, pp. 283-305. Bovens M.A.P & A. Wille (2011), ‘Politiek vertrouwen in Nederland: tijdelijke dip of definitieve daling’. In: Andeweg & Thomassen, Democratie doorgelicht, 2011b, pp. 21-44. Easton, D. (1965), A Systems Analysis of Political Life. New York: Wiley. Gunsteren, van, H.R. (1985), ‘Het leervermogen van de overheid’. In: M. Bovens & W. Witteveen (red.), Het schip van staat. Zwolle: Tjeenk Willink. Dalton, R. (1999), Democratic Challenges, Democratic Choices: The Erosion of Political Support in Advanced Industrial Democracies. Oxford: Oxford University Press. Dekker, P., C. Maas-de Waal, T. van der Meer (2004), Vertrouwen in de rechtspraak: theoretische en empirische verkenningen voor een monitor. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Dekker P., & T. van der Meer (2004), ‘Politiek vertrouwen’. In: Tijdschrift voor de Sociale Sector, 58, 10, pp. 33-35. Dekker, P. & J. Den Ridder (red.)(2011), Stemming onbestemd. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Dixhoorn, van, A. (2006), De stem des volks: publieke opinie, opinieonderzoek en democratie. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. Halman, L., R. Inglehart, J. Diez-Medrano, R. Luijkx, A. Moreno & M. Basaez (eds)(2008), Changing values and beliefs in 85 countries: trends from the values surveys from 1981 to 2004. Leiden: Brill. Hendriks, F. (2007), ‘Legitimiteit van bestuur: moeilijkheden en mogelijkheden van gezaghebbend machthebben’. In: E. Cornelissen e.a. (red.), Betoverend bestuur: legitimiteit, vitaliteit en meervoudigheid. Den
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
65
Haag: Lemma, pp. 63-75. Hendriks, F. (2009), ‘Contextualizing the Dutch Drop in Political Trust: Connecting Underlying Factors’. In: International Review of Administrative Sciences, 75, 3, pp. 473-492. Hendriks, F., T. Brandsen, E.D. van den Munckhof, S.B. Soeparman, M.J. Oude Vrielink & P.M. Kruyen (2006), ‘Scanning Good Governance: een handreiking’. In: Goed Bestuur, 4, pp. 23-29. Hertogh, M. (2007), Legitimiteit betwist: een verkennend literatuuronderzoek naar de ervaren legitimiteit van het Justitieoptreden. Den Haag: Ministerie van Justitie. Hertogh, M. (2011), ‘Loyalists, Cynics and Outsiders: Who are the Critics of the Justice System in the UK and the Netherlands’. In: International Law in Context, 7, 1, pp. 31-46. Korsten A.F.A. & P. De Goede (red.) (2007), Bouwen aan vertrouwen: Diagnoses en remedies. Den Haag: Elsevier Overheid. Norris, P. (ed.) (1999), Critical Citizens: Global Support for Democratic Governance. Oxford: Oxford University Press. Ostaaijen, J.J.C. van (2010), Aversion and Accommodation: Political Change and Urban Regime Analysis in Dutch Local Government: Rotterdam 1998-2008. Delft: Eburon. Pennings, P. & H. Keman (eds.) (2008), ‘The Changing Landscape of Dutch Politics since the 1970s: a Comparative Exploration’. In: Acta Politica, 43, 2-3, pp. 154-179. Raad voor het openbaar bestuur (2010), Vertrouwen op democratie. Den Haag: Raad voor het openbaar bestuur. Rossem, M. van (2010), Waarom is de burger boos: over hedendaags populisme. Amsterdam: Nieuw Amsterdam. Scharpf, F.W. (1999), Governing in Europe: Effective and Democratic?. Oxford: Oxford University Press. Schmitter, Ph. (2001), What is There to Legitimise in the EU and How Might This be Accomplished (NWO-working paper). Den Haag: NWO. Thomassen, J. (2010), De permanente crisis van de democratie, afscheidsrede. Enschede: Universiteit Twente. Thijn, van, Ed. (2010), De formatie. Amsterdam: Augustus. Tiemeijer, W. L. (2006), Het geheim van de burger: over staat en opinieonderzoek. Amsterdam: Aksant. Tiemeijer, W.L. (2008), Wat 93,7 procent van de Nederlanders moet weten over opiniepeilingen. Amsterdam: Aksant. Tiemeijer, W.L. (2010), ‘‘t Is maar wat je democratie noemt’. In: H. Dijstelbloem e.a. (red.), Het gezicht van de publieke zaak: openbaar bestuur onder ogen. Amsterdam: Amsterdam University Press, pp. 205-240. Tyler, T.R. (1990), Why people obey the law. New Haven: Yale. Voogt, R.J.J., H. van Kempen (2002), ‘Nonresponse bias and stimulus effects in the Dutch national election study’. In: Quality and Quantity, 36, 4, pp. 325-345.
66
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Walle, van de, S. (2004), Perceptions of Administrative Performance, dissertatie. Leuven: Katholieke Universiteit Leuven. Walle, van de S. & G. Bouckaert (2003), ‘Public Service Performance and Trust in Government: the Problem of Causality’. In: International Journal of Public Administration, 26 (8/9), pp. 891-913. Wijdeven, van de, T., J.J.C. van Ostaaijen (2007), ‘Vitaliteit meten, vitaliteit maken: over de ontwikkeling van een buurtmeter in Breda’. In: E.M.H. Cornelissen, P.H.A. Frissen, S. Kensen, T. Brandsen, Betoverend bestuur: legitimiteit, vitaliteit, meervoudigheid. Den Haag: Lemma, pp. 133-158.
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
67
68
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Onderzoeksteam en ondersteuning De Tilburgse School voor Politiek en Bestuur – TSPB – is een multidisciplinaire onderwijs-en onderzoeksinstelling. In het huidige onderzoeksprogramma van de TSPB staat ´geloofwaardigheid van politiek en bestuur´ centraal, met daarbij veel aandacht voor verwante begrippen als autoriteit, gezag en legitimiteit. Binnen de TSPB is Demos – Centrum voor Beter Bestuur en Burgerschap – gespecialiseerd in vraagstukken van democratisch bestuur op verschillende schaalniveaus. Dr. Marcel Boogers (1964) is als universitair hoofddocent bestuurskunde verbonden aan de TSPB en Demos. Als onderzoeker heeft hij een brede expertise opgebouwd op het gebied van lokaal bestuur, lokale politiek en politieke organisaties. Daarbij richt hij zich vooral op het krachtenveld tussen inwoners, organisaties, politici en bestuurders. Hij was als onderzoeker en als adviseur betrokken bij een groot aantal onderzoeken naar lokaal stemgedrag, lokale politieke betrokkenheid en lokaal politiek vertrouwen. Onlangs verscheen van zijn hand het de tweede herziene druk van ‘Lokale politiek in Nederland: de logica en dynamiek van plaatselijke politiek’ (Lemma, 2010). Prof. dr. Frank Hendriks (1966) is hoogleraar vergelijkende bestuurskunde en onderzoeksdirecteur bij de TSPB en Demos. Hij heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar effectiviteit en responsiviteit als grondslagen van een ‘vitale democratie’, zowel op subnationaal als op (inter)nationaal niveau. Verschillende boeken en artikelen zijn hierover verschenen, waaronder recentelijk ‘Vital Democracy: A Theory of Democracy in Action’ (Oxford University Press, 2010), ‘Oxford Handbook of Local and Regional Democracy in the European Union’(Oxford University Press, 2010). Frank Hendriks geeft leiding aan het NICIS Consortium dat zich richt op ‘Good Governance en Vital Democracy in the City’. Hij begeleidt verschillende (promotie)onderzoeken in het kader van het op bestuurlijke legitimiteit en geloofwaardigheid gerichte onderzoeksprogramma van de TSPB. Dr. Julien van Ostaaijen (1978) is onderzoeker bij TSPB/Demos. Zijn onderzoeksinteresses gaan ondermeer uit naar lokaal bestuur, populisme en burgerparticipatie. Hij is betrokken bij het eerder genoemde NICIS consortium over goed bestuur en heeft in het verleden onder andere samen met collega’s en ambtenaren van de gemeente Breda een vitaliteitsmonitor ontworpen die de vitaliteit in een buurt meet, ondermeer door het combineren van allerhande databestanden. In 2010 heeft hij zijn proefschrift ‘Aversion and Accommodation’ afgerond, over hoe veranderingen plaatsvinden in het Nederlands lokaal bestuur en hoe een anti-establishment partij erin is geslaagd om veranderingen door te voeren in een systeem dat gebaseerd is op samenwerking en consensus. Naast bovengenoemde hoofdaannemers van het onderzoek heeft drs Claartje Brons, die als promovenda bij de TSPB onderzoek verricht naar politiek cynisme, constructief bijgedragen aan de conceptontwikkeling, bronnenverkenning en dataverzameling ten behoeve van de proeve van de Legitimiteitsmonitor. Bij de concrete dataverzameling zijn verder Hélène Aalsma, Joris Hoogbergen, Ben Kraaijeveld, Koen van der Krieken, Renske Sinke, Larissa Theuns, Arno van Wijk – allen onderzoeksassistent bij de TSPB – zeer behulpzaam geweest. Het onderzoeksteam is bijgestaan door prof. dr. Marc Hertogh van de Rijksuniversiteit Groningen, die zijn specifieke rechtssociologische expertise op het gebied van legitimiteit van overheidshandelen in een adviserende rol heeft ingebracht in het onderzoek. Behalve met hem heeft het onderzoeksteam informatieve gesprekken gevoerd met deskundigen als prof. dr. Paul Dekker, dr. Will Tiemeijer en dr. Loek Halman. De onderzoeksbegeleidingscommissie vanwege de opdrachtgever, het Ministerie van BZK, bestond uit: Melanie Hermus (Directie Arbeidszaken Publieke Sector), Roel Holvast (Directie Politie en Veiligheidsregio’s), Hans van Lowijde (Directie Openbaar Bestuur en Democratie), Cees van der Zwan (Directie Arbeidszaken Publieke Sector), Joep Severens (Directie Openbaar Bestuur en Democratie), Paul
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
69
Pestman (Directie Kennisontwikkeling voor Openbaar Bestuur en Veiligheid) en Niek Marcelis (Directie Kennisontwikkeling voor Openbaar Bestuur en Veiligheid). Het onderzoek is gescherpt door de input en feedback vanuit deze commissie.
70
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
Legitimiteitsmonitor Democratisch Bestuur | Naar een metamonitor van de legitimiteit van het democratisch bestuur in Nederland
71
Dit is een uitgave van: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Postbus 20011 | 2500 ea Den Haag www.rijksoverheid.nl ISBN/EAN: 978-90-807334-0-4 Augustus 2011 | B-9258