Leeswijzer Voor u ligt het volledige, geïntegreerde jaardocument of jaarverslag 2015 van heel Aeres. Het beschrijft de grote (strategische) kaders waarbinnen Aeres werkt en de resultaten van het verslagjaar. Door de indeling in afzonderlijke hoofdstukken per onderdeel en onderwijssoort wordt de OCW-richtlijn van verplichte segmentatie nageleefd. Behalve aan de relevante wettelijke richtlijnen voldoet dit geïntegreerde jaardocument ook aan de governancecode, het onderwijscontroleprotocol, de Wet op de ondernemingsraden en richtlijnen uit andere (verplichte) bronnen. Dit geïntegreerde jaardocument bestaat uit het bestuursverslag, de geconsolideerde jaarrekening en de enkelvoudige jaarrekening van de hoofdstichting Aeres. De jaarrekeningen van de nevenstichtingen zijn niet opgenomen. Het jaardocument heeft een belangrijke functie in de formele verantwoording naar de overheid, de onderwijsinspectie en verschillende subsidieverstrekkers. Behalve in deze zogenaamde verticale verantwoording speelt dit jaardocument ook een rol in de horizontale verantwoording. Denk daarbij aan medewerkers, studenten, ouders, het bedrijfsleven, leveranciers, enzovoort. Het document kan aanleiding geven tot discussie. Aeres nodigt iedereen uit om met haar de discussie aan te gaan! Dit geïntegreerde jaardocument bestaat uit een overkoepelende inleiding, drie inhoudelijke delen en de genoemde jaarrekeningen: • Het jaardocument begint met een jaarimpressie van het College van Bestuur: Talent voor groei. • Deel I Verbinding en meerwaarde beschrijft wat de onderdelen van de groep verbindt; wat de meerwaarde, de gezamenlijke financiën en kaders zijn (hoofdstuk 1 en 2). • Deel II Onderwijsonderdelen omvat de verslagen van de onderwijsonderdelen binnen de Stichting Aeres Groep (Groenhorst in hoofdstuk 3 en Vilentum Hogeschool in hoofdstuk 4). • Iedere onderwijssoort heeft een eigen inhoudsopgave. • Deel III Commerciële activiteiten omvat de verslagen van de commerciële en ondersteunende activiteiten: Stichting PTC+, Aeres Praktijkcentrum Dronten bv, de Stichting Agrotransfer en de ondersteunende stichtingen (hoofdstukken 5, 6 en 7). • Deel IV Bedrijfsvoering en toezicht Aeres omvat de resultaten van de Aeres-brede bedrijfsvoering, het sociaal jaarverslag van Aeres en het verslag van de Raad van Toezicht (hoofdstukken 8, 9 en 10). • Aan het einde van deze inhoudelijke verslagen zijn de bijbehorende bijlagen opgenomen. • Het document sluit af met deel V: de jaarrekening van heel Aeres. Leeswijzers Alle hoofdstukken beginnen met een eigen leeswijzer waarin is aangegeven voor wie het hoofdstuk geschreven is, wat de link is met de andere hoofdstukken en wat de lezer in het hoofdstuk kan verwachten.
Aeres • Talent voor groei • 2 juni 2016
Pagina 2 van 378
Inhoud Talent voor groei
5
Deel I
Verbinding en meerwaarde
9
1 2
Gezamenlijke kaders Aeres-brede kengetallen en financiële resultaten
11 27
Deel II
Onderwijsonderdelen
55
3
Groenhorst Groenhorst College Praktijkonderwijs Groenhorst vmbo Groenhorst mbo Groenhorst cursus- en contractactiviteiten Vilentum Hogeschool Onderwijs Onderzoek
57 73 79 91 107 111 143 151
Deel III
Commerciële activiteiten
171
5 6 7
PTC+ Aeres Praktijkcentrum Aeres Agree en Aeres Bedrijvencentrum Dronten
173 181 191
Deel IV
Bedrijfsvoering en toezicht Aeres
201
8 9
10
Bestuursbureau Sociaal jaarverslag Onderwijsonderdelen en Bestuursbureau Commerciële activiteiten Verslag Raad van Toezicht
203 213 217 235 245
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 6B Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9
Verklarende woordenlijst Verklaring bevoegd gezag Samenstelling Raad van Toezicht Samenstelling College van Bestuur Kengetallen personeel Overzichten en kengetallen Groenhorst Locatiepagina's Groenhorst (alleen in geringde versie) Overzichten en kengetallen Vilentum Hogeschool Modellen MIP Helderheid in bekostiging
Deel V
Jaarrekening
4
253
317
Alle onderdelen hebben een eigen inhoudsopgave.
Aeres • Talent voor groei • 2 juni 2016
Pagina 3 van 378
Aeres • Talent voor groei • 2 juni 2016
Pagina 4 van 378
Talent voor groei De wereld verandert en Aeres verandert mee. Het groene domein waarin wij werken, staat voor grote maatschappelijke uitdagingen en de ontwikkeling van de technologie schrijdt onverminderd voort. De banen voor onze afgestudeerden veranderen, sommige verdwijnen en nieuwe ontstaan. Nieuwe generaties lerenden, jong en oud, dagen ons uit een antwoord te geven op hun ontwikkelvragen. Het (voorbereidend) beroepsonderwijs is de kern van ons bestaan. Aeres wil de (toekomstig) professional helpen vaart te geven aan de leven lange professionele ontwikkeling van zijn of haar talenten en professionele identiteit.
De wereld verandert … 2015 is een jaar dat zich kenmerkt door tal van bewegingen die van invloed zijn op het groene onderwijs. Als antwoord op politieke ontwikkelingen werken de groene onderwijsinstellingen in samenwerking met overheid en bedrijfsleven aan een strategische ontwikkelagenda voor de komende jaren met als doel het groene kennissysteem toekomstbestendig te maken. Er liggen landelijk belangrijke uitdagingen om op te pakken: het verder versterken van de effectiviteit en kwaliteit van de onderwijsstructuur, het versterken van de verbindingen tussen onderwijs en bedrijfsleven en het ontwikkelen van de verbindingen met het niet-groene onderwijs. De groene kolom verwoordt, binnen vijf actielijnen gezamenlijke ambities, nationaal en internationaal. Gezamenlijk optrekken bij en werken aan vernieuwing van het opleidingsaanbod, versterking van samenwerking in de regio, aandacht voor een leven lang leren en internationalisering. Het zijn landelijke thema’s die naadloos aansluiten op de strategische keuzes die Aeres maakt.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 5 van 378
… en Aeres verandert mee Te midden van alle ontwikkelingen houdt Aeres inspelend op deze ontwikkelingen vast aan een eigen koers. 2015 staat voor Aeres in het teken van de implementatie van de strategie ‘Verbindend perspectief’. Deze strategie is een antwoord op de veranderende omgeving. In toenemende mate wordt binnen de organisatie duidelijk wat de impact is van de nieuwe strategie. Als Aeres focussen we ons op dat wat we met elkaar delen, waarin we elkaar kunnen versterken en op wat we in gezamenlijkheid kunnen bereiken. Tegelijkertijd koesteren we de kleinschaligheid van de onderdelen en maken we beter zichtbaar wat we in huis hebben, nationaal en internationaal. Dit krijgt concreet vorm in het nieuwe merkenbeleid. Onder grote belangstelling viert Aeres op 21 mei in Dronten haar tienjarig bestaan en is de feestelijke opening van het Aeres Praktijkcentrum Dronten. Met het symposium Groen Perspectief maakt Aeres op feestelijke wijze de nieuwe strategie bekend. Onderdeel daarvan is dat alle onderdelen van de groep, uiterlijk per 1 september 2017, een naam krijgen die begint met Aeres. Zo wordt letterlijk duidelijker wat Aeres in huis heeft en voor de sector kan betekenen. Dit beleid zal op de langere termijn tevens leiden tot minder kosten, waardoor we meer geld kunnen besteden aan onderwijs, onderzoek, innovatie en valorisatie: ons primaire proces. Vergroten van efficiency is bittere noodzaak in een tijd waarin hard bezuinigd wordt. Praktijkleergelden vallen definitief weg, voor het groene mbo geldt een lagere basisfinanciering dan voor vergelijkbare mbo-opleidingen en door de groei van deelnemers en studenten is voorfinanciering nodig. Dit geïntegreerde jaardocument heet ‘Talent voor groei’. Deze titel verwijst naar de nieuwe pay-off van Aeres. Om talent goed voor te bereiden op de toekomst ziet Aeres leren als een motor voor groei en verandering. De organisatie daagt leerlingen en studenten uit om zich te ontwikkelen en te ontplooien als mens en het beste uit zichzelf te halen. Aeres ondersteunt professionals continu in hun ontwikkeling door met behulp van de nieuwste inzichten en innovatieve technieken te zoeken naar oplossingen voor nieuwe en bestaande vraagstukken. Blijven doen waar we goed in zijn Te midden van alle ontwikkelingen in de binnen- en buitenwereld houdt Aeres zich goed staande. Tegen de landelijke tendens in groeit het aantal leerlingen in het praktijkonderwijs en op het vmbo, en ook het aantal mbo-studenten blijft groeien. Landelijk is het aantal nieuw ingeschreven hbo-studenten flink gedaald. Voor de sector Agro en Food geldt landelijk een lichte daling in het aantal nieuw ingeschreven studenten. Vilentum Hogeschool kent daarentegen een lichte groei. Groenhorst mbo staat voor de zesde keer op rij als aoc bovenaan in de keuzegids en op de derde plaats van alle mbo-scholen. De inspectie ziet behalve bij één opleiding geen risico in het mbo, er geldt voor de rest dan ook geen vervolgtoezicht. Voor het vmbo geldt dat de kwaliteit van het kader- en beroepsgerichte onderwijs als voldoende is beoordeeld. De inspectie heeft er op grond van de ingezette koers vertrouwen in dat de onderwijskwaliteit van de theoretische leerweg vmbo binnen het komend jaar in Maartensdijk voldoende kan zijn. In Bilthoven blijft het oordeel ‘zwak’ gehandhaafd en heeft de locatie de opwaartse lijn voorzichtig te pakken. Op de overige locaties is de kwaliteit van de theoretische leerweg als voldoende beoordeeld. Het praktijkonderwijs kreeg een kwaliteitsonderzoek: zowel de opbrengsten als ook de kwaliteit van het onderwijsproces zijn op voldoende niveau. De Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) kent Vilentum Hogeschool het bijzonder kenmerk Ondernemen toe. Dit is een bekroning op een intensief traject en draagt bij aan het profiel van de hogeschool. De aanvraag om accreditatie voor de bacheloropleiding Toegepaste biologie is ingediend bij de NVAO. Een mooie stap in de ontwikkeling van de hogeschool is het eerste instellingsplan. Dit plan schetst het toekomstperspectief van de hogeschool voor 2020. Voor het onderzoek geldt dat de Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek (VKO) heeft besloten om het kwaliteitszorgsysteem van CAH Vilentum voorwaardelijk te valideren. De commissie heeft veel goede bouwstenen en initiatieven aangetroffen om tot een consistent en uitnodigend kwaliteitsbeleid te komen. Het onderzoek heeft zich goed ontwikkeld. Er zijn meerdere onderzoeksprogramma’s, passend bij de zwaartepunten, en het aantal lectoren is groeiend.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 6 van 378
De participatie in de Centres of Expertise (CoE’s hbo) is versterkt, samenwerkingsrelaties met het bedrijfsleven en onderwijsinstellingen intensiveren en de relatie met de Nationale Wetenschapsagenda is gelegd. De Review-commissie Hoger Onderwijs en Onderzoek oordeelt positief over zowel de integrale zwaartepuntvorming rond onderwijs en onderzoek alsook over de cofinanciering en publiek-private samenwerking (PPS) voor het CoE Open Teelten. Het CIV Agri & Food (mbo) is twee jaar actief. Aeres draagt met name bij aan de ontwikkeling van de meeting points food, akkerbouw, pluimvee en melkveehouderij. De midterm review 2015 is positief verlopen. De CoE’s, CIV’s en andere regionale samenwerkingsverbanden blijken goede, aanvullende instrumenten om de inhoudelijke vernieuwing te ondersteunen. Ook het Meerjarig Investeringsprogramma draagt bij aan vernieuwing en professionalisering. Als College van Bestuur maken we ons zorgen over het verdwijnen van dit soort regelingen (CoE, CIV en MIP e.d.) als onmisbare katalysator voor innovaties. Het vmbo bereidt zich voor op de beroepsgerichte examenprogramma’s die aanleiding zijn voor de herijking van het totale curriculum. Het vmbo is met name regionaal georganiseerd. Daar waar mogelijk zoeken we samenwerking met het bedrijfsleven, zoals bijvoorbeeld in de Food Valley. Voor het mbo is de Overeenkomst kwaliteitsafspraken getekend. Het kwaliteitsplan en het excellentieplan zijn positief beoordeeld en voldoen aan de Regeling kwaliteitsafspraken mbo. De prestatieafspraken in het hbo worden in dit jaardocument verantwoord wat betreft de behaalde resultaten als ook ‘het verhaal achter de cijfers’. Landelijk zijn er over alle onderwijssoorten heen aanpassingen in de toezicht-kaders. Zo is er het onderwijsresultatenmodel VO 2016, het waarderingskader 2017 sector mbo en staat het accreditatiestelsel hoger onderwijs ter discussie. Ontwikkelingen worden gevolgd en leiden waar relevant tot aanpassingen van interne processen. Internationalisering staat bij Aeres meer prominent op de agenda. We formuleren (nieuw) beleid voor onder andere internationaal praktijkleren, de portfolio’s van opleidingen en trainingen op groepsniveau en voor internationaal onderzoek en expertise. Ook kijken we opnieuw naar de balans tussen de beschikbare capaciteit en de schaal van de aangenomen projecten. Internationalisering wordt op alle onderwijsniveaus nadrukkelijker verbonden. Als College van Bestuur geven we mede leiding aan intensievere samenwerking in de groene onderwijskolom met overheid en bedrijfsleven. In 2015 zijn belangrijke thema’s de ontwikkeling van algemene internationale competenties en het leveren van maatwerk op de vraag vanuit bedrijfsleven en overheid. Ook internationaal bestaat de urgentie om samen te werken met onderwijsinstellingen -groen en grijs- en het bedrijfsleven. Vraagstukken kunnen niet meer op één manier bekeken worden, we moeten kennis en kunde vanuit meer invalshoeken bij elkaar brengen. We moeten samenwerken en verbinden om deze kennis te kunnen delen en tot waarde te brengen voor de samenleving. Een scherpe profilering op de markt is voor het commerciële PTC+ van levensbelang en in lijn daarmee zet zij de ontkoppeling van onderdelen voort. PTC+ richt zich sterk op de ontwikkeling van haar technische expertisecentra in Ede. Het profiel in Ede wordt specialist in koudetechniek en mobiele techniek. Koudetechniek is een groeiende markt, Mobiele techniek heeft het moeilijk. De economie zit weliswaar in de lift, maar bedrijven zijn nog voorzichtig met investeringen in mobiele techniek, waardoor PTC+ opnieuw wordt uitgedaagd strategisch te opereren. Het expertisecentrum Varkens, Pluimvee & Diervoerders in Barneveld wordt vanaf 2015 aangestuurd vanuit Groenhorst Barneveld. Na een intensieve periode van veel overleg neemt een ondernemer uit de regio het expertisecentrum Buitengebied & Dierhouderij in Horst eind 2015 over. Alle medewerkers behouden bij deze overname hun baan bij de nieuwe onderneming. Agrojobs en Payrolljobs gaan samen verder en krijgen als uitwerking van het merkenbeleid een nieuwe naam: Aeres Agree. Aeres Agree verwijst naar het bereiken agreement, overeenstemming met opdrachtgevers en professionals in de groene sector. Aeres Agree zet in 2015 sterk in op het verbinden met de klant(en) als strategische gesprekspartner om in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de omgeving. Aeres Agree en Vilentum Hogeschool stemmen in toenemende mate inhoud van opleidingen en behoeften van de arbeidsmarkt met elkaar af.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 7 van 378
Het Aeres Praktijkcentrum Dronten biedt maatwerk-oplossingen voor onderwijs en bedrijfsleven en beschikt over uitgebreide trainings- en praktijkonderzoeksfaciliteiten. Het ontstaan van dit praktijkcentrum is een concreet resultaat van het leggen van verbindingen en het bundelen van krachten waar studenten en leerlingen beter van worden. Het bedrijfsleven ziet de kracht van het centrum en wil er veel praktijkgericht onderzoek uitvoeren. Desondanks blijkt het een uitdaging om de begroting sluitend te krijgen. Dit vraagt om inspelen op kansen, benutten van mogelijkheden en het inrichten van een strakke bedrijfsvoering. De discussie over goed onderwijsbestuur blijft actueel. Passend bij deze discussie wordt in het Wetsvoorstel versterking bestuurskracht van onderwijsinstellingen ingezet op de relatie tussen Raad van Toezicht, College van Bestuur en inspraakorganen. In het strategiedocument staat dat Aeres inzet op een continue dialoog. We willen vanuit onze visie invulling geven aan onze maatschappelijke opdracht. Hoe we dat realiseren is vooral het resultaat van de dialoog die we intern in verschillende gremia van de teams tot in de medezeggenschapsorganen voeren en extern met belanghebbenden. De gesprekken met de Centrale Ondernemingsraad en met de Centrale Studentenraad ervaart het College van Bestuur als positief. Het lukt steeds beter om de gesprekscyclus qua thematiek te koppelen aan de planning-en-control-cyclus. Aanvullend waren in 2015 de strategische ontwikkeling van Aeres en onderwijs en kwaliteit terugkerende thema’s. Het College van Bestuur spreekt tot slot zijn waardering uit voor de inzet van deelnemers en medewerkers en is blij met de betrokkenheid die het binnen Aeres ervaart.
Bastiaan Pellikaan (r) en Joep Houterman (l) College van Bestuur Aeres
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 8 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 9 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 10 van 378
1 Gezamenlijke kaders Leeswijzer Dit hoofdstuk beschrijft wat de uitgangspunten (kernactiviteiten, missie, visie, governance) van Aeres zijn, hoe de groep in haar omgeving staat, hoe ze de relatie onderhoudt met haar stakeholders, hoe de groep georganiseerd is, wat de strategie is en wat overkoepelende activiteiten zijn. Binnen de gezamenlijke kaders hebben de onderdelen hun eigen levensbeschouwelijke identiteit, plannen en werkwijzen. Die zijn beschreven in aparte hoofstukken (zie hoofdstukken 3 t/m 7).
Inhoud 1.1. 1.1.1. 1.1.2. 1.2. 1.2.1. 1.2.2. 1.3. 1.4. 1.5. 1.5.1. 1.5.2. 1.5.3. 1.6. 1.7. 1.8. 1.8.1. 1.8.2. 1.8.3
Merkkompas en kernactiviteiten Merkkompas (missie, visie, ambities en merkbelofte) Kernactiviteiten Organisatie(structuur) Scheiding verantwoordelijkheden Raad van Toezicht en College van Bestuur Organisatieontwikkeling Horizontale dialoog Governance Algemeen (strategisch) beleid Zwaartepunten, ontwikkelpunten en doorsnijdende thema’s Kennis delen Besturingsfilosofie en beleidscycli Interne en externe ontwikkelingen 2015 Aeres-plannen voor 2016 Aeres internationaal Beleid internationalisering Resultaten internationaal 2015 Stichting Aeres International Student Fund
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
12 12 12 13 13 15 15 17 18 19 20 21 22 22 23 23 24 25
Pagina 11 van 378
1.1. Merkkompas en kernactiviteiten 1.1.1.
Merkkompas
Missie Leren is de motor van groei en verandering. Wij dagen de (aankomende) professional uit om zich voortdurend verder te ontwikkelen. Wij geloven in een samenleving op basis van het continu ontwikkelen van kennis en kunde in het werken met ‘leven’. Visie De Nederlandse kennis en kunde in de groene sector zijn toonaangevend in de wereld. Internationaal zien we dat thema’s als leefbare omgeving en (wereld)voedselzekerheid hoog op de agenda staan. Door externe ontwikkelingen nemen de complexiteit van en behoefte aan onze kennis en kunde toe. Juist door samen te werken kunnen organisaties, professionals en studenten/leerlingen werken aan betekenisvolle oplossingen voor de toekomst. Ambitie Vanuit de perspectieven ‘groen & groei ’ en onderwijs, onderzoek en dienstverlening willen wij ons ontwikkelen tot een kwalitatief sterke en goed geprofileerde partij. Een nationaal en internationaal herkenbare kennisinstelling voor het gehele groene domein. We willen mensen uitdagen het beste uit zichzelf te halen en zich maximaal te ontwikkelen. Merkbelofte Met onderwijs, onderzoek en dienstverlening (internationaal) draagt Aeres bij aan een verantwoorde groei en betekenisvolle oplossingen voor een groene toekomst. • Aeres biedt leerlingen en studenten praktijkgerichte, kleinschalige groene (top)opleidingen met persoonlijke aandacht en eigen verantwoordelijkheid. • Aeres leert (aankomend) docenten hoe zij anderen laten leren over de relatie tussen mens en natuur en de communicatie over voeding. • Aeres biedt professionals een leven lang actueel en relevant aanbod dat de loopbaan voedt en Aeres draagt bij aan de ontwikkeling van bedrijven en organisaties door mensen op te leiden met de kennis voor morgen. • Aeres innoveert (samen met anderen) en draagt zo bij aan de ontwikkeling van organisaties, bedrijven en branches en daarmee aan een verantwoorde groei van de groene sector. • Voor haar medewerkers is Aeres een uitdagende werkgever die ruimte biedt voor persoonlijke ontwikkeling en ambities. Payoff ‘Talent voor groei’, kernwaarden en merkpersoonlijkheid De payoff voor heel Aeres is ‘Talent voor groei’. Door het verbinden van kennis op verschillende niveaus en met verschillende benaderingen biedt Aeres een omgeving die stimuleert tot groei. De kernwaarden zijn groei, verbindend, verantwoordelijk en zinvol. De merkpersoonlijkheid is samengevat in de woorden ondernemend, nieuwsgierig, inspirerend en betrokken.
1.1.2.
Kernactiviteiten
Aeres is een groene kennisinstelling met onderwijs, onderzoek en commerciële activiteiten als kerntaken. Aeres heeft alle niveaus van het beroepsonderwijs in huis: praktijkonderwijs, vmbo, mbo, hbo, master en contractonderwijs. Naast het reguliere onderwijs waaronder de lerarenopleiding en het praktijkgerichte onderzoek bieden we met de praktijk- en trainingscentra bedrijfsopleidingen, ontwikkeltrajecten, trainingen, praktijkassessments en (experimenteer)ruimte. Het aanbod rond
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 12 van 378
loopbaanontwikkeling, arbeidsbemiddeling en (starters)faciliteiten voor agri en food maakt het geheel af. Kortom: Aeres biedt een compleet pakket rond leren, ontwikkelen en innoveren, van publiek tot privaat op alle niveaus. Aeres is een groep van (onderwijs)onderdelen op zowel algemeen christelijke als bijzonder neutrale grondslag. Aeres geeft vanuit de samenhang van onderwijskunde en godsdienstige en levensbeschouwelijke keuzen actief vorm aan haar maatschappelijke verantwoordelijkheid binnen de samenleving. De oriëntatie op de omgeving verschilt per onderdeel en daarbinnen per locatie. Zo zijn het praktijkonderwijs en het vmbo vooral lokaal georiënteerd, het mbo is regionaal, soms nationaal, soms internationaal georiënteerd en het hbo vooral nationaal en internationaal. Arbeidsbemiddeling en verhuur van kantoorruimte zijn sterk gericht op de regionale en soms nationale arbeidsmarkt. De praktijk- en trainingscentra opereren zowel nationaal als internationaal en zijn daarnaast sterk sectoraal gericht. Aeres wil zich vanuit deze diversiteit verder ontwikkelen en profileren.
1.2. Organisatie(structuur) Aeres bestaat uit meerdere stichtingen en bv’s die onder hetzelfde College van Bestuur en dezelfde Raad van Toezicht ressorteren. Dit is statutair verankerd. De Stichting Aeres Groep is opgericht op 1 januari 2004 en is daarna via bestuurlijke fusies uitgebreid en ontwikkeld tot de organisatie in het organogram op de volgende pagina. Alle onderdelen in dat Aeres-organogram komen in dit geïntegreerd jaardocument aan bod.
1.2.1.
Scheiding verantwoordelijkheden Raad van Toezicht en College van Bestuur
Aeres heeft een Raad van Toezicht en een tweehoofdig College van Bestuur. Ieder onderdeel van Aeres heeft een eigen directie. De directeuren van de onderdelen vormen samen met het College van Bestuur het Aeresmanagementteam. Op basis van mandaat, maar met behoud van de volledige verantwoordelijkheid van het College van Bestuur, sturen de verschillende directieleden hun eigen onderdeel dan wel locatie of faculteit aan. Binnen een organisatorische eenheid zijn vervolgens teamleiders aangesteld. Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in het directiereglement en functieprofielen. Het College van Bestuur zorgt ervoor dat het zo volledig mogelijk geïnformeerd blijft om zo adequaat mogelijk sturing te kunnen geven. Het College van Bestuur van Aeres is het stichtingsbestuur, waarbij de Raad van Toezicht fungeert als intern toezichtorgaan. De Raad van Toezicht ziet toe op de uitvoering van werkzaamheden en de uitoefening van bevoegdheden door het College van Bestuur en staat het college met raad ter zijde. Elke stichting heeft haar eigen statuten waarin bevoegdheden en verantwoordelijkheden, conform de wettelijke regelgeving, staan beschreven. De statuten staan op de website www.aeres.nl > over aeres. Het College van Bestuur heeft de bestuurlijke bevoegdheid over: • Stichting Aeres Groep: Groenhorst College Praktijkonderwijs, Groenhorst mbo (incl. cursus- en contractactiviteiten), Groenhorst vmbo en Vilentum Hogeschool; • Stichting PTC+ (onderdelen Koudetechniek en Mobiele techniek);
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 13 van 378
• Aeres Praktijkcentrum Holding bv: Aeres Landbouwbedrijf bv, Aeres Trainingscentrum bv, Aeres Biologisch bedrijf bv, Aeres Studentbedrijven bv en deelname in het windmolenpark EWI; • Stichting Agrotransfer Dronten: Agrotransfer Holding bv, Aeres Agree (combinatie van Agrojobs bv en Payrolljobs bv) en Agrotransfer bv (Aeres Bedrijvencentrum Dronten); • De ondersteunende stichtingen Stichting Studentenvoorzieningen (SSV) en Aeres International Student Fund (AISF). Aeres Agripark is een organisatorische eenheid binnen de afdeling Huisvesting & Beheer van het Bestuursbureau. Er is een strikte scheiding in het bestuur van de stichtingen en de holding bv. Dit komt bijvoorbeeld tot uiting in afzonderlijke bestuursvergaderingen per stichting en aparte jaarrekeningen. Het College van Bestuur werkt vanuit Ede en wordt ondersteund door het Bestuursbureau. De activiteiten van het Bestuursbureau zijn beschreven in hoofdstuk 8.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 14 van 378
1.2.2.
Organisatieontwikkeling
In 2015 ontstaat de rechtspersoon Aeres Praktijkcentrum Holding bv uit de samenvoeging van diverse activiteiten aan de Wisentweg in Dronten: • De voormalige Stichting Schoolboerderij wordt Aeres Landbouwbedrijf bv, dat een deelname in het windmolenpark EWI heeft. • De trainingsactiviteiten worden ondergebracht in het Aeres Trainingscentrum bv. • De SKAL bv, LONK bv, wordt het Aeres Biologisch bedrijf bv. • De Stichting Coöperatief Veredelingsdemonstratiebedrijf De Drieslag U.A. (CVDB) wordt het Aeres Studentenbedrijven bv. Onderzocht wordt of de naam van de rechtspersoon Stichting Agrotransfer, waar Aeres Agree en Aeres Bedrijvencentrum Dronten onder vallen, aangepast kan en moet worden.
1.3. Horizontale dialoog Aeres wil met haar horizontale dialoog transparant en helder communiceren met alle, direct en indirect, bij de organisatie betrokken doelgroepen. Relevante belanghebbenden van Aeres zijn deelnemers, ouders, het bedrijfsleven, overheden en grote groepen omstanders zoals leveranciers, buren en collega-instellingen. Het doel van de horizontale dialoog is informeren, gevoed worden, responsief zijn, leren en innoveren. Permanente kwaliteitsverbetering vindt plaats door open te staan voor suggesties en voor opbouwende kritiek van de bedrijven en instellingen. Aandachtspunten zijn de aansluiting van het opleidingsaanbod op de arbeidsmarkt, kwaliteit van de afgestudeerden en, specifiek voor het hbo, kenniscirculatie en valorisatie van kennis. Een voorbeeld van deze dialoog is het in gezamenlijkheid ontwikkelen van de Kenniscampus Ede. Een ander voorbeeld is het voeren van gesprekken met medewerkers, maar ook met verschillende bedrijven en maatschappelijke instellingen, over de voortgang van de implementatie van het nieuwe strategisch beleidsplan. De horizontale dialoog vindt plaats op het niveau van het collectief en per onderdeel. Afhankelijk van het soort activiteit of de aard van een besluit worden belanghebbenden hierbij betrokken. De onderdelen van Aeres geven invulling aan de horizontale dialoog op een wijze die past bij de eigen organisatie. De paragrafen met meer informatie over de horizontale dialoog per onderdeel zijn § 3.5, § 4.5, § 5.5, § 7.1.1 en § 8.3. Medezeggenschap en klachtenregeling Aeres heeft haar medezeggenschap ingericht op basis van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek. De inrichting vormt een afspiegeling van de zeggenschapsverhoudingen binnen Aeres; op medezeggenschap volgt immers zeggenschap. De medezeggenschap komt compleet en uitvoering aan bod in § 9.15 van het sociaal jaarverslag. Het College van Bestuur heeft gezorgd voor een toegankelijke klokkenluidersregeling die beschikbaar is via de website. De klokkenluidersregeling van Aeres beschrijft hoe personeelsleden, leerlingen, cursisten en studenten van de groep kunnen omgaan met een ernstig vermoeden van een misstand binnen de (onderwijs)onderdelen van Aeres. Deze klokkenluidersregeling wordt alleen dan toegepast wanneer de binnengekomen klacht of gemelde misstand niet past binnen de bestaande klachtenregelingen van Aeres.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 15 van 378
Externe contacten Aeres onderhoudt op verschillende niveaus contacten met het onderwijs en bedrijfsleven alsook met gemeenten en provincies. Het College van Bestuur is veelvuldig in gesprek op bestuurlijk niveau. De onderdelen geven op hun eigen wijze vorm aan deze contacten. Gerichtheid op de buitenwereld en strategische samenwerking zijn ook standaard onderwerpen in de voortgangsgesprekken tussen het College van Bestuur en de directies. Elk onderdeel is doordrongen van het feit dat het belangrijk is om goede contacten met de buitenwereld te onderhouden. Onderwijsveld Per 1 januari 2014 is de Groene Tafel opgericht. Alle aoc’s, hao-instellingen en Wageningen Universiteit werken strategisch samen in dit platform van de groene kennisinstellingen. Aan de Groene Tafel vindt overleg plaats over de kerntaken van de instellingen: het opleiden van leerlingen en studenten en het ontwikkelen, valideren en delen van kennis. Het doel daarbij is belangenbehartiging van de gezamenlijke groene kennisinstellingen bij de overheid en belangenbehartiging bij en overleg met het bedrijfsleven. De bestuurders van alle instellingen vormen de Groene Tafel, een viermanschap van bestuurders regisseert de Groene Tafel. De contacten met het onderwijsveld verlopen verder veelal via de koepels zoals de AOC Raad, VO-raad, MBO Raad en Vereniging Hogescholen, via brancheorganisaties zoals LTO Nederland of via productschappen. Veelvuldig contact met de andere groene onderwijsinstellingen is er in 2015 bovendien in het kader van het CIV Agri & Food, de Centres of Expertise in het hao en het Kenniscentrum Natuur en Leefomgeving. Overheden en bedrijfsleven Naast de wettelijk verplichte verticale verantwoording onderhoudt Aeres contacten met gemeentelijke en provinciale overheden. Daarnaast is er contact met de ministeries van OCW en EZ. De contacten met het bedrijfsleven lopen voor Aeres onder andere via de brancheorganisaties. Contacten met individuele bedrijven vinden vooral op onderdeelniveau plaats. Op alle locaties bestaat een vorm van (maatschappelijke) stage, zijn werkveld- en adviescommissies en- /of adviesraden. Deze commissies en raden vormen een belangrijke schakel tussen het onderwijs en het bedrijfsleven. Overige netwerken en samenwerkingsverbanden Het College van Bestuur of het Aeres-Bestuursbureau is lid van of onderhoudt onder meer contacten met: • kenniscoalities (samenwerkingsverbanden gericht op het verwaarden van kennis of innovatie); • vakbonden; • Food Valley; • Kenniscampus Ede; • leveranciers en (financiële) dienstverleners; • internationale relaties zoals ngo’s. De netwerken en samenwerkingsverbanden van de aangesloten onderwijsonderdelen, PTC+ en Aeres Agree zijn beschreven in de desbetreffende hoofdstukken. Communicatie Aeres communiceert als koepel behalve via persoonlijk contact en deelname aan netwerken ook via digitale en geschreven communicatiemiddelen met de interne en externe doelgroepen. Bijna wekelijks verschijnt de Aeres-nieuwsbrief. Deze nieuwsbrief gaat naar alle medewerkers, maar ook extern betrokkenen kunnen zich hiervoor aanmelden. In de nieuwsbrief staat nieuws over Aeres als geheel, over wetenswaardigheden vanuit de verschillende onderdelen, maar vermeldt ook relevante externe ontwikkelingen. Social media wordt in toenemende mate gebruikt om met de buitenwereld te communiceren.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 16 van 378
In het kader van het merkenbeleid is een traject gestart om alle Aeres-activiteiten via één website toegankelijk te maken. Verbinding is het doel van de nieuwe website. Het centrale deel van de website behoudt daarnaast ook zijn functie als verantwoordingsinstrument voor de hele groep. De onderdelen worden één voor één zichtbaar zodra zij overgaan naar hun nieuwe huisstijl. De oude websites verdwijnen op termijn. Met www.aeres.nl komt de bezoeker op de site waarvandaan alle onderdelen snel te vinden zijn. De onderdelen houden hun eigen URL zodat de bezoeker snel bij de meest relevante onderdelen kan komen. Elk onderdeel heeft een eigen marketing- en communicatieafdeling die zich met name bezighoudt met het werven van en de communicatie met deelnemers (leerlingen, studenten en cursisten) en klanten.
1.4. Governance Aeres zorgt stelselmatig voor afstemming en samenhang tussen goed onderwijs, maatschappelijk verantwoord bestuur en verantwoording. De onderdelen van Aeres houden op allerlei manieren contact met medewerkers, deelnemers (leerlingen, studenten, cursisten), ouders en externe relaties over het realiseren van de visie en de doelstellingen. Aeres onderstreept het belang van good governance zoals dat ook in de verschillende codes is vastgelegd. Aeres leeft de Branchecode goed bestuur hogescholen systematisch na als leidraad voor de principes, uitgangspunten en verantwoordelijkheden van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. Uit een analyse in 2013 blijkt dat deze code alle issues afdekt waardoor er een goede borging is van de governance van Aeres conform maatschappelijk aanvaardbare normen. De code voor het hbo is aanvullend op datgeen wat in andere wet- en regelgeving staat. Scheiding van bestuur en toezicht ligt in de statuten verankerd. De Raad van Toezicht en het College van Bestuur moeten onafhankelijk kunnen handelen. In bijlage 3 en 4 zijn de nevenfuncties van de huidige toezichthouders en bestuurders gegeven. Daaruit blijkt dat er geen sprake is van belangenverstrengeling. De Raad van Toezicht van Aeres besluit in 2014 om de remuneratiecommissie formeel in te stellen. De voorzitter en de vicevoorzitter voeren namens de Raad van Toezicht jaarlijks functioneringsgesprekken met de leden van het College van Bestuur. De bezoldiging van de bestuurders van Aeres blijft binnen de kaders van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Voor meer informatie zie § 2.4, § 10.4 en de jaarrekening. Positie professionals De kwaliteiten en competenties van de medewerkers bepalen het succes van Aeres. Aeres streeft naar een kwalitatief optimaal personeelsbestand van breed inzetbare medewerkers die ontwikkelings- en resultaatgericht zijn. Flexibiliteit, mobiliteit, kwaliteit en professionaliteit zijn nodig om de gestelde doelen te halen in een steeds veranderende omgeving. Aeres biedt medewerkers een positieve en inspirerende werkomgeving die gericht is op de ontwikkeling van kennis en vaardigheden en benutting van ieders talenten. Het HRM-beleid ondersteunt deze ambities. Kwaliteit dienstverlening Uiteindelijk gaat governance over kwaliteit van publieke dienstverlening. De voelsprieten staan voortdurend uit om signalen op te kunnen vangen en in te kunnen spelen op ontwikkelingen. Getoetst wordt of plannen en experimenten aansluiten op wat er gebeurt in het veld, de arbeidsmarkt en de dagelijkse onderwijspraktijk. Als dat nodig blijkt, worden plannen en aanpak aangepast. Aeres heeft een dynamische beleids- en kwaliteitscyclus; op hoofdlijnen houdt Aeres haar eigen koers vast. Transparantie en integriteit
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 17 van 378
Aeres wil inzicht geven in haar kwaliteiten en prestaties. Ze wil ook de samenwerking met het bedrijfsleven en maatschappelijke en belangenorganisaties versterken. Medewerkers, deelnemers en externe relaties worden geïnformeerd over beleid, activiteiten en ontwikkelingen, bijvoorbeeld via nieuwsbrieven, door nieuwsberichten op de website te plaatsen of door bijeenkomsten te organiseren. Relatie publieke en private activiteiten Een belangrijk uitgangspunt in de relatie tussen publieke en private activiteiten is dat commerciële activiteiten, direct dan wel indirect, een bijdrage moeten leveren aan de corebusiness van Aeres: onderwijs, onderzoek en valorisatie. In de jaarplannen van de onderdelen is ruimte om marktactiviteiten, projecten en/of ontwikkelingen op te nemen. Deze plannen worden getoetst aan de missie, de visie en het strategisch beleidsplan van Aeres en worden besproken met de directies van de onderdelen. De onderdelen hebben bovendien in het Meerjarig Investeringsprogramma (MIP) Aeres-brede projecten en ontwikkelprogramma’s geformuleerd. Het centraal beleggen van de coördinatie van het aanleveren van projectvoorstellen, subsidieaanvragen en ontwikkelingen binnen deze ontwikkelprogramma’s is een aandachtspunt. In de hoofdstukken van de onderdelen staan de doelstellingen die het betreffende onderdeel heeft met de commerciële activiteiten. In bijlage 9, Helderheid in bekostiging, is de relatie tussen publiek en privaat geld verder uitgewerkt.
1.5. Algemeen (strategisch) beleid Aeres formuleert eens in de vier jaar het strategische beleid voor heel Aeres. Binnen die richting en kaders werken de onderdelen, locaties en medewerkers in samenhang hun eigen route uit. Het strategisch document 2015-2019 heet ‘Verbindend perspectief’. De strategie werkt vanuit twee perspectieven: groen (het groene domein) en onderwijs (de kennisinstelling) en drie thematische tweelingen: productiviteit & prestatie; kwaliteit & waarde en veiligheid & vertrouwen. Elk onderdeel en elke medewerker van Aeres draagt, vanuit de eigen functie en werkplek (onderwijssoort, onderzoek, cursus & training, werving & selectie e.a.) bij aan de vormgeving en invulling van de perspectieven en thema’s, collectief en individueel. Strategie in het kort In de Aeres-strategie staat de ontwikkeling van de (toekomstig) professional centraal. In een snel veranderende wereld moet een ieder zich tijdens zijn of haar loopbaan steeds weer opnieuw uitvinden. Een leven lang leren is niet langer luxe, maar noodzaak. Er moet ruimte zijn om te experimenteren zodat professionals van successen én fouten kunnen leren. Uitdagingen • Aeres daagt (toekomstig) professionals een leven lang uit, begeleidt ze en voedt ze in hun ontwikkeling tot competente professionals. Leren als motor van groei en verandering. • Aeres wil bijdragen aan de productie van gezond en veilig voedsel en het ontwerp en de realisatie van een vitale leefomgeving voor iedereen, wereldwijd. De vier strategische keuzes uit het nieuwe strategisch beleid zijn: • Samenwerking als succesfactor; • Internationalisering als kwaliteitskenmerk; • Profilering: een krachtige organisatie; • Sturing: ‘Gemeenschappelijk, tenzij …’.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 18 van 378
Aeres gaat zich profileren via vier zwaartepunten, twee ontwikkelpunten en de bijbehorende doorsnijdende thema’s (zie § 1.5.1). De volledige strategie is terug te vinden op www.aeres.nl, net als een digitale impressie daarvan. Merkenbeleid Aeres heeft nu heel sterke merken gericht op hun primaire doelgroepen. Ieder voor zich toont zijn eigen inhoud. Maar de wereld verandert en Aeres verandert mee. De grenzen tussen leren in de school en leren als professional vervagen, net als de grenzen tussen de school, de sector en de samenleving. De deuren staan wijd open. Aeres wil daarom duidelijker laten zien wat de onderdelen van de groep bindt, wat we samen (beter) kunnen en wat we voor onze specifieke doelgroepen te bieden hebben. Aeres gaat naar gezamenlijkheid met behoud van kleinschaligheid, naar leren op verschillende niveaus en een leven lang, publiek en privaat. In 2015 is een groot transitieproject opgestart. In eerste instantie is samen met een extern bureau gewerkt aan het verhaal van Aeres. Dat heeft geresulteerd in een merkkompas (zie § 1.1.1) voor de hele organisatie. Tegelijkertijd is de huisstijlontwikkeling gestart met de deelprojecten omzetten middelen, merkactivatie en online middelen. Op 4 januari 2016 krijgen de medewerkers voor het eerst de nieuwe huisstijl te zien. Van 21 maart 2016 tot 1 september 2017 zullen op relevante momenten onderdelen overgaan op de nieuwe huisstijl. Ze krijgen een nieuwe naam, een nieuw uiterlijk en blijven vooral doen waar ze altijd al goed in waren. Daarnaast zoeken we naar nieuwe kansen die we samen kunnen ontwikkelen. Organogram 2017 In § 1.2 staat het huidige organogram van Aeres. Op de volgende pagina staat het verwachte organogram voor september 2017. Dit is nog niet definitief, aangezien de organisatie nog volop in ontwikkeling is. Zo kloppen de namen van de cursus- en praktijkcentra nog niet.
1.5.1.
Zwaartepunten, ontwikkelpunten en doorsnijdende thema’s
Zwaartepunten zijn de inhoudelijke thema’s waarmee de groep zich wil profileren. Ze omvatten het onderwijs, praktijkgericht onderzoek, de (commerciële) dienstverlening en valorisatie voor dat gebied en de samenhang en interactie tussen de vier. Voor de komende vier jaar zijn de zwaartepunten: • Agrofood en Ondernemen: Er is een breed aanbod mbo- en hbo-opleidingen, commerciële dienstverlening en (praktijkgericht) onderzoek bij dit zwaartepunt. Het richt zich op bedrijven en mensen in de Agrofoodsector en werkt met hen aan innovaties voor het oplossen van voedsel- en productievraagstukken, met aandacht voor verantwoord ondernemen en duurzame bedrijfsontwikkeling. • Leren en Ontwikkelen: Dit zwaartepunt is gekoppeld aan het profiel van de educatieve faculteit van Vilentum Hogeschool in Wageningen. Het draagt bij aan de professionele ontwikkeling van docenten en andere medewerkers en aan de ontwikkeling van het onderwijs en de competentie- en kennisontwikkeling van studenten in de verschillende opleidingen. • Gezonde en vitale leefomgeving: Bij dit zwaartepunt horen onderwerpen als de vitale stad, gezondheid, groenvoorziening, natuur en recreatie, groene bedrijfskunde, circulaire economie en styling en design. • Dier en Diergezondheid: Het gaat bij dit zwaartepunt enerzijds over de productiviteit en gezondheid van vee en anderzijds over de dierverzorging en dieren in een recreatieve en maatschappelijke omgeving. Essentieel bij dit zwaartepunt is de relatie tussen mens en dier. De ontwikkelpunten zijn Bloem en Voeding, Voedsel en Technologie. De bestaande opleidingen op mbo- en hbo-niveau worden verder ontwikkeld. Naast samenwerking en internationalisering zijn ondernemen, techniek, technologie en duurzaamheid doorsnijdende thema’s die in alle zwaarte- en ontwikkelpunten terugkomen. Deze thema’s zijn niet groen, maar grijs van karakter en samenwerking met kennisinstellingen buiten het groene onderwijs komt daardoor nu al voor.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 19 van 378
1.5.2.
Kennis delen
Een van de doelen van de zwaartepunten is het door samenwerking optimaliseren van de kwaliteit van het onderwijs. Een tweede doel is het delen van kennis met de sector en andersom. Aeres deelt de opgedane kennis bijvoorbeeld via publicaties, workshops, open lessen, inspiratiesessies en samenwerking. De lectoraten spelen daar een belangrijke rol bij (zie § 4.14 t/m 4.18), net als de vakdagen voor zowel docenten als mensen uit de sector, de samenwerking binnen de mbo-Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV’s, § 3.7.2) en de hbo-Centres of Expertise (CoE’s, § 4.19.2).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 20 van 378
Aeres wil haar innovatievermogen gericht en doelmatig inzetten via de zwaartepunten. Ze zijn vraaggestuurd en bedoeld om de interactie tussen beroepspraktijk, onderzoek en onderwijs duurzaam te versterken. Ze zorgen ook voor de terugkoppeling van de onderzoeksuitkomsten naar het onderwijs. Relatie tot samenwerkingspartners Samenwerking met het bedrijfsleven is bepalend voor de zwaartepunten en daarmee voor het onderwijs, onderzoek en de commerciële activiteiten. Samenwerking om de inhoudelijke aansluiting tussen opleidingen en de vraag van het bedrijfsleven te bewaken en te realiseren, om onderzoeksvragen vanuit de maatschappij en het bedrijfsleven scherp te krijgen en om kennis en inzicht te delen. Behalve aan het vraaggestuurde onderzoek werken de netwerken van samenwerkingspartners ook mee aan meerdere externe kenniscoalities of samenwerkingsverbanden, waarbij de betrokken partijen (b.v. het bedrijfsleven, innoverende organisaties, partijen uit de samenleving en andere onderwijsinstellingen zoals universiteiten) samen verantwoordelijk zijn voor de kosten en de inzet van mensen. Vaak ligt hier een subsidie en/of liggen hier projectgelden aan ten grondslag. In een kenniscoalitie of samenwerkingsverband werken de verschillende partijen als gelijkwaardige partners samen aan innovatie en/of verbinding rond een specifiek thema.
1.5.3.
Besturingsfilosofie en beleidscycli
Aeres bestaat uit verschillende elkaar aanvullende organisatieonderdelen die relatief kleine locaties hebben. Dit stelt extra eisen aan de bedrijfsvoering en de manier waarop de groep die toepast. Dat levert spanning op en het is de uitdaging om die spanning te beheren en te beheersen. In de nieuwe strategische koers (§ 1.5) is daarom gekozen voor een nieuw sturingsprincipe: ‘Gemeenschappelijk, tenzij.’ De onderdelen van Aeres willen samen optrekken, om samen de kwaliteit te verhogen. Daar past een verhouding van centraal versus decentraal niet bij. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn of haar eigen rol en is er tevens verantwoordelijk voor dat de ander zijn of haar verantwoordelijkheid kan waarmaken. Daar is vertrouwen voor nodig. Vertrouwen in elkaars goede intenties, in elkaars competenties en kwaliteiten, en vertrouwen in de organisatie als geheel. Aeres streeft naar efficiëntie, om zoveel mogelijk middelen vrij te maken voor de primaire taken onderwijs, praktijkgericht onderzoek en valorisatie. Ze wil kostenreducties realiseren door het technisch inrichten en stroomlijnen van processen en procedures en door schaalvoordelen te benutten en als onderdelen samen invulling te geven aan innovaties binnen het onderwijs en de bedrijfsvoering. Beleids- en kwaliteitscyclus Aeres gebruikt over de hele breedte dezelfde planning-en-control-cyclus. Het strategiedocument 2015-2019 beschrijft de strategische koers voor de komende jaren. Ieder onderdeel formuleert binnen die kaders zijn eigen plan waarin visie en beleid voor een aantal jaren zijn geformuleerd. Deze plannen van de onderdelen vormen weer het kader waarbinnen locaties, teams en uiteindelijk individuele medewerkers hun (jaar)plannen ontwikkelen en uitvoeren. Het College van Bestuur toetst het voorgenomen beleid van een onderdeel aan het strategiedocument en bespreekt de (jaar)plannen regelmatig met de directies van de onderdelen, mede aan de hand van voortgangsrapportages. De wijze waarop Groenhorst haar kwaliteitszorg binnen deze kaders uitvoert, staat in § 3.8, § 3.14, § 3.19 en § 3.25. Voor Vilentum Hogeschool staat het in § 4.8, voor PTC+ in § 5.7, voor Aeres Agree Recruitment (Agrojobs) in § 7.2.6 en voor het Bestuursbureau in § 8.8.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 21 van 378
1.6. Interne en externe ontwikkelingen 2015 De omgeving van Aeres verandert voortdurend en daagt haar uit om met oplossingen te komen voor nieuwe en bestaande vraagstukken. Het groene domein (life, food & planet) waarin de groep werkt, staat voor grote maatschappelijke uitdagingen en de ontwikkeling van de technologie schrijdt onverminderd voort. De banen voor onze afgestudeerden veranderen, sommige beroepen verdwijnen en nieuwe ontstaan. Nieuwe generaties lerenden, jong en oud, vragen (maatwerk)- antwoorden op hun ontwikkelvragen. Daarnaast nemen de bevolking en welvaart in grote delen van de wereld toe. Beide hebben invloed op het groene domein. Niet alleen neemt de vraag naar veilig en hoogwaardig eiwitrijk voedsel toe, de toenemende welvaart verandert de eisen die mensen aan hun leefomgeving stellen. De groene sector is daardoor volop in ontwikkeling en daagt het onderwijs en daarmee Aeres uit in te spelen op die ontwikkelingen. Interne ontwikkelingen Enkele van de interne uitdagingen zijn: • Het voortdurend afstemmen van het onderwijs, praktijkonderzoek en commerciële activiteiten op de behoefte van de (internationale) groene sector, de andere kennisinstellingen daarbinnen en met name het bedrijfsleven. • Het aangaan en uitbouwen van concrete samenwerking (verbindingen en dialoog) met partijen die meehelpen de inhoud en kwaliteit van onderwijs, onderzoek en dienstverlening relevant, betekenisvol en hoog te houden. • Het creëren van voldoende ruimte voor deelnemers en medewerkers om te leren en te innoveren zodat zij kunnen groeien en veranderen en zo kunnen (blijven) bijdragen aan het oplossen van de uitdagingen in het groene domein. Nationaal en internationaal. • Het realiseren van een aantrekkelijke, slagvaardige, duurzaam gezonde en breed herkenbare organisatie. In het nieuwe strategisch document 2015-2019, ‘Verbindend perspectief’, geeft Aeres aan hoe zij met deze en vele andere uitdagingen om wil gaan. Zie § 1.5. Externe ontwikkelingen De belangrijkste ontwikkelingen in de omgeving van Aeres zijn: • de bezuinigingen in het groene onderwijs en aangekondigde overgang naar OCW; • ontwikkelingen in het groene speelveld van onderwijs- en kennisinstellingen; • nieuwe strategische plannen/ kaders Vereniging Hogescholen, MBO Raad, VO Raad en sectorplan AOC Raad; • ontwikkelingen in de landelijke CoE’s en CIV’s; • sterke focus op kwaliteit resulterend in diverse wettelijke kaders, regelingen en actieplannen vanuit de overheid; • ontwikkelingen in het kader van het topsectorenbeleid en de Human Capital Agenda; • landelijke ontwikkelingen binnen allerlei thema’s in het verlengde van governance; • aandacht voor een sterker internationaal georiënteerd groen onderwijs; • onzekerheid over de beschikbare budgetten voor internationale projecten en samenwerking.
1.7.
Aeres-plannen voor 2016
De plannen voor 2016 omvatten een verdere implementatie van de Aeres-strategie: • uitbouwen inhoudelijke zwaartepunten; • profilering als krachtige organisatie; • internationalisering als kwaliteitskenmerk; • versterken van de samenwerking op inhoud, intern en extern; • ontwikkeling besturing organisatie.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 22 van 378
Middellange (2-5jr) en lange termijn (>5 jr) Speerpunten voor de middellange (2-5jr) en lange termijn (>5 jr.) zijn: • Voorbereiden van evaluatie kwaliteitsonderzoek op instellingsniveau. • Doorontwikkelen van opleidingsportfolio qua onderwijsniveau en doorlopende leerlijnen. • Blijvend verbeteren en borgen kwaliteit onderwijs en onderzoek. • Behouden en vergroten deelnemerstevredenheid en bestendiging instroom. • Investeren in ontwikkeling professioneel kapitaal. • Samenwerking extern vergroten met preferred partnerships. • Acquisitie plegen voor nieuwe projecten lectoren. • Innovaties ontwikkelen en valoriseren. • Inspirerende businessmodellen en showcases ontwikkelen. • Voortzetting betrokkenheid bij Floriade-projecten. • Uitwerken van en invulling geven aan strategische keuzes: samenwerking, internationalisering, realisatie krachtige organisatie en sturingsprincipe Gezamenlijk tenzij. • Versterken van de op Aeres-niveau gekozen zwaartepunten in samenwerking met businesspartners en investeren in (naams)bekendheid. • Vormen aantrekkelijk, vernieuwend aanbod en evenwichtig klantenbestand voor commerciële activiteiten. De Aeres-brede resultaten in 2015 zijn samengevat in het voorwoord ‘Talent voor groei’ en in § 2.1, Kengetallen.
1.8. Aeres Internationaal Het aantal bedrijven in de primaire productie dat een of meer vestigingen in het buitenland heeft, neemt toe. Internationalisering is dan ook geen luxe, maar een inhoudelijke noodzaak en daarmee een speerpunt in het nieuwe strategische beleid van Aeres (§ 1.5). Naast de internationale projecten van de onderdelen ontstaan er meer en meer initiatieven en activiteiten die de onderdelen overstijgen. Bij deze activiteiten presenteren de onderdelen zich op de internationale markt gezamenlijk onder de Aeres-vlag. Zij hebben samen een sterker verhaal naar opdrachtgevers.
1.8.1.
Beleid internationalisering
Internationalisering is een strategische keuze en speerpunt voor de komende jaren. Binnen Aeres kent internationalisering vier aspecten: de internationalisering van het Nederlandse onderwijs, het bieden van opleidingen aan buitenlandse studenten, internationale samenwerking in projecten en commerciële dienstverlening. Internationalisering moet bijdragen aan de kwaliteit van onze afgestudeerden en gediplomeerden (onderwijs), kennisontwikkeling en valorisatie (onderzoek), het niveau van onze dienstverlening en de ontwikkeling van Aeres als organisatie. Een internationaal profiel maakt ons aantrekkelijk voor toekomstige leerlingen, studenten, medewerkers, bedrijfsleven en andere klanten. Het beleid richt zich de komende jaren op de mobiliteit van medewerkers en leerlingen, het verhogen van het aantal buitenlandse studenten in mbo (BTEC) en hbo, het ontwikkelen van internationaal aanbod op masterniveau, het ontwikkelen van online onderwijs, het uitbouwen van de samenwerking in internationale projecten en de verbetering van de internationale profilering.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 23 van 378
1.8.2.
Resultaten internationaal 2015
Algemene resultaten De verschillende onderdelen van Aeres werken internationaal intensief samen. Sectoraal zijn het Nederlandse bedrijfsleven en Nederlandse organisaties daar ook nauw bij betrokken. Een goed voorbeeld daarvan is het Poultry Expertise Centre (PEC). Het Aeres-brede Ethiopië-project krijgt, in samenwerking met het bedrijfsleven, verder vorm. Het afgelopen jaar hebben tientallen hbo- en mbo-studenten en docenten een bijdrage geleverd. Er is een pluimveestal gebouwd, er is leerstof ontwikkeld en er zijn trainingen verzorgd voor deelnemers uit Ethiopië, Kenia en Rwanda. In de toekomst liggen kansen om de samenwerking met andere Nederlandse scholen te versterken. Met MIP-gelden werkt Aeres aan het versterken van de capaciteit middels een senior/junioraanpak, het vergroten van de tenderkwaliteiten en het versterken van de ontwikkeling van ons internationale onderwijs. In 2015 hebben we met partners aan verschillende NICHE-tenders meegedaan en onder andere een tender in Mozambique, gericht op de zaadsector, gewonnen. Daarnaast zijn enkele projecten in Myanmar van start gegaan voor de pluimveesector, de aardappelsector en het agrarisch beroepsonderwijs, al dan niet in consortiumverband. Op de Engelstalige website www.aeresinternational.nl is allerlei informatie te vinden, waaronder de track records. De internationalisering van het Nederlandse onderwijs De sector staat midden in de wereld: ze levert aan het buitenland en vice versa, en professionals ontmoeten daardoor mensen die andere gebruiken en inzichten hebben. Nederlandse leerlingen en studenten moeten daarop voorbereid zijn. Internationalisering draagt bij aan de vorming en ontwikkeling van individuen. Hoe de internationalisering eruitziet, verschilt per onderwijsniveau. Hbostudenten moeten minimaal één buitenlandstage doen, voor mbo-studenten is dit sterk aan te raden. Maar ook op vmbo-niveau en in het praktijkonderwijs zijn vormen te bedenken om leerlingen bij de wereld te betrekken. Zoals in het strategische beleidsplan staat, gaat Aeres dit de komende jaren nader invullen, zodat internationalisering breder en structureel verankerd wordt in de opleidingen. Het bieden van opleidingen aan buitenlandse studenten Ruim 10% van de studenten van de faculteit CAH Vilentum komt uit het buitenland. Zij volgen een beperkt aanbod Engelstalig onderwijs of krijgen een intensieve taalcursus Nederlands waarna ze in kunnen stromen in het totale Nederlandse aanbod. Dit laatste geldt vooral voor Duitse studenten. Daarnaast komen al enkele jaren studenten/ deelnemers op mbo-niveau naar Nederland, gebruikmakend van de internationaal erkende BTEC-certificering. In 2015 studeren 50 studenten (deels) in Nederland. Zij komen uit Ethiopië en China. Daarnaast wordt onderwijs in China en Ethiopië verzorgd. Dit wil Aeres verder uitbouwen. Docenten doen ervaring op en Nederlandse studenten komen direct in contact met buitenlandse collega’s. Het biedt ook een interessante doorstroomvariant naar de hogeschool. Internationale samenwerking in projecten Een belangrijk deel van de internationale samenwerking vindt plaats in projecten die in consortiumverband worden uitgevoerd. Op mbo- en hbo-niveau werkt Aeres inhoudelijk samen in multinationale projecten, capaciteitsopbouwprojecten in ontwikkelingslanden, samenwerkingsverbanden en uitwisselingsovereenkomsten met zusterinstellingen in het buitenland. Zowel het onderwijs als de praktijkcentra zetten de expertise van docenten ook in bij het trainen van professionals en het uitvoeren van consultancyopdrachten voor derden. Met tientallen scholen en universiteiten in Europa, Noord-Amerika, Azië en Afrika wordt samengewerkt, bijvoorbeeld op het gebied van het gezamenlijk invullen van (onderdelen van) opleidingen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 24 van 378
Commerciële dienstverlening Vooral PTC+ verzorgt commerciële trajecten op het gebied van bijvoorbeeld koudetechniek, pluimvee, diervoeders en mijnbouw in Europa, Azië, Afrika en Zuid-Amerika. Daarnaast verzorgt Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool vanuit EFDA (European Floral Design Academie) alle vele jaren DFA- en ADFA-trainingen in verschillende landen. In 2015 hebben 200 kandidaten hun DFA- of ADFA-diploma behaald. De internationale activiteiten vinden plaats binnen de onderdelen. U kunt de beschrijvingen vinden in de hoofdstukken van de onderdelen: • Groenhorst: zie § 3.9, Internationale activiteiten. • Vilentum Hogeschool: zie § 4.9, Internationale activiteiten. • PTC+ heeft geen aparte paragraaf omdat de vele internationale activiteiten volledig geïntegreerd zijn in de dagelijkse bedrijfsvoering. • Het Aeres Praktijkcentrum Dronten is internationale activiteiten aan het voorbereiden. • Aeres Agree heeft geen internationale activiteiten.
1.8.3.
Stichting Aeres International Student Fund
Het Aeres International Student Fund (AISF) fungeert al een aantal jaren als calamiteitenvoorziening voor en gelegenheidsondersteuning van internationale studenten. Voor alle studenten van CAH Vilentum is er in geval van calamiteiten het profileringsfonds. Het fonds heeft een anbi-status. De internationale paragraaf is uit dit fonds gehaald en ondergebracht in het AISF fonds. Het AISF-fonds is niet Aeres-breed, maar deels voor CAH Vilentum en deels voor PTC+. Er hebben, sinds de start van het fonds, al veel studenten een beroep op het fonds gedaan. Het fonds heeft mensen in een aantal gevallen beslissend kunnen helpen. Resultaten • In 2015 is de opzet van het studiefonds verder uitgewerkt. • Voor CAH Vilentum zit er op dit moment nog een kleine € 16.696 in kas, voor PTC+ € 1.965. • Het resultaat bij AISF is € 5.111 positief en wordt veroorzaakt door een schenking van € 3.000 en een vrijval van de vooruitontvangen post van € 2.000. • In 2015 zijn enkele studenten of cursisten ondersteund.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 25 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 26 van 378
2 Aeres-brede kengetallen en financiële resultaten Leeswijzer Dit hoofdstuk beschrijft de kengetallen en Aeres-brede (financiële) resultaten en is daarmee een geconsolideerde samenvatting en onderbouwing van en aanvulling op de jaarrekening. Het beschrijft wat er in het verslagjaar is gebeurd, de toekomstverwachtingen (continuïteit) en de investeringen. De strategie is kort beschreven in hoofdstuk 1.
Inhoud 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.2 2.4 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.6 2.6.1 2.6.2 2.7 2.7.1 2.8 2.8.1 2.8.2
Kengetallen Belangrijkste Aeres-brede resultaten 2015 Financiële resultaten Toelichting op de financiële positie op de balansdatum Toelichting op het resultaat en wat daartoe heeft bijgedragen Vergoedingen en declaraties College van Bestuur Risicomanagement Resultaten risicomanagement 2015 Beleid risicomanagement en toekomstplannen Risicoprofiel – bandbreedte vermogen Treasurybeleid Resultaten treasurybeleid 2015 Activiteiten binnen treasurybeleid Meerjarig Investeringsprogramma (MIP) MIP 2014-2015: uitvoeringsprogramma Continuïteit en investeringen Meerjarig investeringsbeleid en financieringsbehoefte Toekomstverwachtingen
28 28 29 29 29 36 36 36 37 38 39 39 39 40 40 42 42 45
De verklarende woordenlijst staat in bijlage 1. Aanvullende en onderbouwde cijfers staan in bijlagen 4 t/m 9. Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 27 van 378
2.1. Kengetallen Op 31 december 2015 heeft Aeres 1.145 (920,6 fte) medewerkers in dienst. Dit is meer dan in 2014. Zie voor details het sociaal jaarverslag (hoofdstuk 9). Zij werken op 14 locaties die zich vooral in Midden-Nederland bevinden: Almere, Barneveld, Bilthoven, Delft, Dronten, Ede, Emmeloord, ’s-Hertogenbosch, Horst, Lelystad, Maartensdijk, Nijkerk, Velp en Wageningen. Daarnaast heeft Aeres Agree nog twee flexplekken in Leeuwarden en Wageningen. Groenhorst heeft in totaal 6.968 leerlingen/studenten: 128 leerlingen praktijkonderwijs, 3.546 vmboleerlingen en 3.294 mbo-studenten. Dit is een toename van 5,24% ten opzichte van 2014 (6.621 in 2014, 6.146 in 2013). Ook in 2015 heeft de Keuzegids Mbo Groenhorst weer als de beste groene aoc beoordeeld. Groenhorst is financieel gezond, zowel wat betreft het onderwijs als de commerciële activiteiten. De voorfinanciering is wel een punt van aandacht. Voor meer informatie en details zie § 2.3.2 en hoofdstuk 3. Vilentum Hogeschool heeft 2.998 ingeschreven studenten. 226 daarvan komen uit het buitenland. Het aantal ingeschreven studenten laat een toename zien van 5,45% ten opzichte van 2014 (2.843 in 2014, 2.545 in 2013). De instroom neemt met 1% af, landelijk is dat 8,6%. Op 1 januari 2016 telt de Hogeschool 11 lectoren: drie rond Vitale landbouw (ook Dier en Diergezondheid), vier rond Vitale agribusiness, één rond Gezonde en Vitale leefomgeving en drie rond Leren en Ontwikkelen. Vilentum Hogeschool zit, mede door de voorfinanciering, financieel in woelig water. Dit betreft zowel het onderwijs als de commerciële activiteiten. Voor meer informatie en details zie § 2.3.2 en hoofdstuk 4. De commerciële activiteiten hebben ook in 2015 weer duizenden cursisten getrokken. Stichting PTC+ heeft een positief financieel resultaat. Het praktijkcentrum voert onder meer 25 bedrijfsscholen uit voor klanten in de mobiele techniek (19 stuks) en koeltechniek (6 stuks). Bij Aeres Landbouwbedrijf bv is de omzet melkvee iets gedaald door dalende melkprijzen, maar dit is gecompenseerd met een hogere omzet akkerbouw. Door incidentele opbrengsten is een positief resultaat gerealiseerd. Aeres Studentbedrijven bv dat ook onderdeel is van Aeres Praktijkcentrum Dronten heeft een negatief resultaat gerealiseerd door minder omzet vanuit de projectgroep vleesvarkens. De Stichting Agrotransfer (Aeres Agree (voorheen Agrojobs en Payrolljobs) en het Aeres Bedrijvencentrum Dronten) sluit het jaar af met een positief financieel resultaat. Voor meer informatie en details zie § 2.3.2 en hoofdstuk 5, 6 en 7. Het financiële resultaat is voor geheel Aeres positief (zie § 2.3).
2.2. Belangrijkste Aeres-brede resultaten 2015 De belangrijkste resultaten rond strategie, kwaliteit, samenwerking en bedrijfsvoering zijn gegeven in het voorwoord ‘Talent voor groei’. De financiële resultaten staan in § 2.3. De plannen die Aeres heeft voor het komende jaar en de jaren daarna staan in § 1.5 en verder.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 28 van 378
2.3. Financiële resultaten Aeres heeft in grote lijnen drie inkomstenbronnen: reguliere financiering leerlingen en studenten, (geoormerkte) subsidies en projecten en gelden uit commerciële activiteiten.
2.3.1.
Toelichting op de financiële positie op de balansdatum
Aeres heeft in 2015 een positief resultaat behaald van € 2.637.627 en het hiermee behaalde rendement bedraagt 2,3% van de totale baten. Het balanstotaal is ook gestegen door uitgevoerde investeringen alsmede een toename van de vlottende activa (voorraden en liquide middelen) en een stijging van de kortlopende schulden. De voorzieningen zijn gedaald door de verwachte onttrekkingen en bedragen 5,5% van het balanstotaal. Doordat het eigen vermogen relatief meer toeneemt dan het balanstotaal is de solvabiliteit gestegen met 1% en uitgekomen op 39%. Aeres heeft voldoende liquide middelen in zowel het onderwijs als de private onderdelen. De ratio’s zijn iets verbeterd in 2015 en liggen boven de minimumnormen.
Financiële kengetallen
2011
2012
2013
2014
2015
Solvabiliteit geconsolideerd (Eigen vermogen / totale vermogen)
0,37
0,35
0,36
0,38
0,39
Solvabiliteit afzonderlijke stichtingen (Eigen vermogen / totale vermogen)
0,39
0,36
0,36
0,39
0,40
Solvabiliteit2 ((Eigen vermogen + voorzieningen)/totale vermogen)
0,48
0,43
0,41
0,44
0,45
Liquiditeit (current ratio) (Vlottende activa/vlottende passiva)
0,39
0,42
0,83
0,85
0,87
Liquiditeit (quick ratio) ((Vlottende activa-/-voorraden)/vlottende passiva)
0,37
0,41
0,80
0,83
0,84
Rentabiliteit geconsolideerd (Resultaat vóór buitengewone baten en lasten / omzet)
-2,1%
2,0%
2,6%
4,1%
2,3%
Rentabiliteit afzonderlijke stichtingen (Resultaat vóór buitengewone baten en lasten / omzet)
-0,51%
2,0%
2,6%
4,1%
2,3%
Toelichting verschil geconsolideerd en afzonderlijke stichting en bv Het verschil in eigen vermogen van Aeres geconsolideerd en van de afzonderlijke stichtingen samen wordt veroorzaakt door de boekwinst (€ 1,78 mln.) die behaald is in 2011 op de verkoop van de terreinen van de Stichting PTC+ aan de Stichting Aeres Groep.
2.3.2.
Toelichting op het resultaat en wat daartoe heeft bijgedragen
Het exploitatieresultaat over 2015 van heel Aeres bedraagt € 2.638.000 positief en is daarmee € 1.744.000 hoger dan de begroting. Aeres blijft hiermee in lijn met voorgaande jaren en heeft in 2015 een positief rendement behaald van 2,3% ondanks de hoge voorfinancieringslasten. Door de groei van het aantal deelnemers in 2014 en 2015 gecombineerd met de t-1-financiering (vo) en de t-2financiering (hbo en mbo) bedroeg de totale voorfinancieringslast in 2015 circa € 4 mln.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 29 van 378
Voornamelijk de onderwijsactiviteiten hebben gezorgd voor het hogere resultaat, hoewel ook de private activiteiten per saldo boven begroting zijn uitgekomen. De rijksbijdrage is hoger uitgevallen dan begroot doordat lange tijd onzekerheid was over de bekostiging mbo, waardoor pas in de loop van het voorjaar van 2015 het werkelijke budget op basis van de nieuwe regels Focus op Vakmanschap duidelijk is geworden. De rijksbijdrage is in het najaar 2015 bijgesteld. De bedragen per student zijn hoger uitgekomen, doordat hierin ook een compensatie voor de loonstijgingen is meegenomen als gevolg van het loonakkoord tussen kabinet en bonden. De cursus- en collegegelden zijn hoger uitgekomen dan begroot door de groei van het aantal deelnemers; deze groei was hoger dan in de begroting was opgenomen. De baten in opdracht van derden betreffen de omzet van de tweede (gesubsidieerde projecten) en derde geldstroom (private projecten) binnen het onderwijs alsmede de omzet van de private entiteiten. De omzet is per saldo nagenoeg gelijk aan de begroting en ligt in de lijn met 2014. Het aantal vrijgevallen projecten is hoger dan begroot waardoor de omzet projecten hoger is uitgekomen. Hier staat tegenover dat de kosten die gepaard gaan met deze afgesloten projecten eveneens hoger zijn dan begroot. Bij de baten commerciële activiteiten is enerzijds een omzetdaling te zien vanwege de afschaffing van de Regeling praktijkleren en Groene plus en anderzijds een omzetgroei bij de sector techniek bij PTC+ en bij de cursussen Dierverzorging. De overige baten zijn iets hoger uitgekomen dan de begroting doordat de kantineopbrengsten hoger zijn en een aantal kleinere overige baten is ontvangen. Door de groei van het aantal deelnemers per 1 oktober 2015 is ook de formatie bijgesteld en is de post lonen en salarissen hoger uitgekomen dan begroot. Voor een deel is de extra formatie ook ingezet met externen waardoor de post personeel niet in loondienst circa € 2,1 mln. hoger is uitgekomen dan begroot. Hier staan de ontvangen uitkeringen (€ 402.000) tegenover, alsmede een hogere dekking door meer gerealiseerde projecturen (intern verrekende personeelskosten € 517.000). Per saldo zijn de personele kosten € 978.000 hoger dan begroot. De afschrijvingen en huisvestingslasten liggen in lijn met de begroting en zijn gestegen ten opzichte van vorig jaar door de uitgevoerde investeringen en uitbreiding van capaciteit in verband met de groei van het aantal deelnemers in het onderwijs. De overige lasten liggen € 506.000 hoger dan begroot en dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de post kosten projecten. Door meer afgesloten projecten dan begroot is deze post hoger uitgekomen en ligt ook de omzet projecten hoger. Bij de overige posten zijn onder- en overschrijdingen die elkaar min of meer opheffen. De kantoorkosten zijn lager door minder telefoonkosten en minder kosten van drukwerk. Hiertegenover staan hogere kosten van contributies, abonnementen en vakliteratuur. De leerlinggebonden lasten zijn gestegen door een toename van het aantal leerlingen.
In het resultaat zijn de volgende incidentele posten opgenomen (> € 50.000) Restitutie collegegelden Vilentum Hogeschool Dronten, Almere Terugbetaling rijksbijdrage inzake niet-EER-studenten Vilentum Hogeschool Vrijval reorganisatievoorziening Vilentum Hogeschool Wageningen + Extra sloopkosten i.v.m. asbest PTC Ede + Vrijval reorganisatievoorzieningen PTC + Vrijval personele voorzieningen PTC door overname personeel Horst Dotatie voorziening verlieslatend contract inzake SSV Vergoeding coöperatie Cosun Aeres Landbouwbedrijf Totaal
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
€ 85.000 -€ 106.000 € 130.000 -€ 142.000 € 200.000 € 108.000 -€ 400.000 € 270.000 € 145.000
Pagina 30 van 378
De dotatie verlieslatend contract betreft de afboeking op de interne lening aan SSV. De oorzaak hiervan is de negatieve exploitatie bij SSV door het contract met Oost Flevoland Woondiensten (OFW) inzake de huur van de studentenwoningen op de campus in Dronten. De dotatie is ten laste gebracht van het privaat vermogen van de Stichting Aeres Groep. Op jaarbasis is een genormaliseerd resultaat gerealiseerd van € 2.493.000 en dat ligt € 1.600.000 hoger dan begroot. De hogere rijksbijdrage waarbij de personele lasten niet evenredig zijn bijgesteld heeft geleid tot het hoger uitkomen dan de begroting. Bij de commerciële onderdelen is het genormaliseerd resultaat bij de Stichting PTC+ en Aeres Landbouwbedrijf bv negatief doordat daar sprake is van relatief hoge incidentele baten. De negatieve exploitatie van de locatie Horst is de oorzaak bij Stichting PTC+ . De activiteiten daarvan zijn in het najaar beëindigd, de situatie normaliseert na 2015 weer. Bij Aeres Landbouwbedrijf bv is in 2015 sprake van een eerste exploitatie in de nieuwe setting na uitbreiding en renovatie van de melkveestallen waardoor extra kosten zijn ontstaan en de bedrijfsvoering nog niet uitgekristalliseerd is. Balansvergelijking De balanscijfers zijn opgenomen in de jaarrekening op pagina 318. Het balanstotaal per 31 december 2015 bedraagt € 141.375.000 en ligt iets hoger dan op 31 december 2014. De vaste activa zijn € 0,3 mln. hoger doordat de investeringen groter zijn dan de afschrijvingen. De vlottende activa zijn gestegen met € 2,7 mln. door een toename van de voorraden bij Aeres Landbouwbedrijf bv (€ 0,4 mln.) en de stijging van de liquide middelen (€ 2,1 mln.) De vorderingen liggen per saldo op het niveau van ultimo 2014. Het eigen vermogen is toegenomen door het positieve resultaat. De voorzieningen zijn afgenomen door de onttrekkingen aan de reorganisatievoorzieningen. De langlopende schulden zijn gedaald door de aflossingen en ook weer toegenomen door de opname van de langlopende lening bij Aeres Landbouwbedrijf bv (€ 1,1 mln.) De kortlopende schulden zijn gestegen door een toename van de post vooruitgefactureerde en -ontvangen termijnen onderhanden werk, een toename van de schulden aan belastingen en premies sociale verzekeringen en de post vooruitontvangen subsidies OCW/EZ. Zie voor de uitgebreide balans in de jaarrekening, pagina 325. Resultaat per stichting, Aeres Praktijkcentrum Holding bv en het Bestuursbureau Het resultaat per onderdeel is als volgt: (x € 1.000) Stichting Aeres Groep • Groenhorst • Vilentum Hogeschool (incl. SSV) • Bestuursbureau
Realisatie 2015
Begroting 2015
Realisatie 2014
2.374 51 57 2.482
1.035 51 63 1.149
3.356 400 -185 3.571
14
-109
1.406
Stichting Agrotransfer
-11
2
65
Aeres Praktijkcentrum • Aeres Landbouwbedrijf bv (incl. LONK bv en EWI) • Aeres Studentbedrijven bv (voorheen CVDB)
215 -26
10 -17
-301 -18
-41 5 2.638
-141 893
-122 4.601
Stichting PTC
+
Stichting Studentenvoorzieningen Aeres Internationale Student Fund
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 31 van 378
Toelichting per onderdeel: Stichting Aeres Groep Groenhorst Over 2015 is het resultaat van Groenhorst uitgekomen op € 2.374.000 en het is daarmee € 1.339.000 hoger dan begroot. Bij Groenhorst is sprake van een forse leerlingengroei zowel voor het schooljaar 2014-2015 als voor het schooljaar 2015-2016. Hierdoor is ook sprake van een forse voorfinancieringslast; deze bedraagt voor 2015 totaal circa € 2,7 mln. en betreft voornamelijk het mbo (€ 2,2 mln.) De totale rijksbijdrage inclusief (niet-)geoormerkte subsidies is circa € 2,7 mln. hoger dan begroot. Deze stijging heeft te maken met een aantal oorzaken. Door de bijstelling van de gemiddelde personeelslast zijn de vo-tarieven hoger uitgekomen dan begroot. Ook de mbo-tarieven zijn bijgesteld, mede als gevolg van het overeengekomen loonakkoord. Het grootste deel van de afwijking wordt veroorzaakt doordat de bekostiging mbo lange tijd onduidelijk was. Door de invoering van Focus op Vakmanschap (o.a. het cascademodel) en de herziene prijsfactoren is pas eind maart 2015 zicht gekomen op het budget 2015. Voor Groenhorst pakte dit gunstig uit. Daarnaast is ook het budget van de praktijkleermiddelen box 2 toegevoegd aan de lumpsum die in de begroting onder de geoormerkte subsidies was opgenomen. De baten in opdracht van derden en overige baten liggen hoger dan begroot door meer omzet van de private onderdelen en een hogere opbrengst van kantines. Hier staan ook hogere kosten tegenover. De personeelskosten liggen in totaal € 1,2 mln. hoger dan begroot. Een uitbreiding van de formatie is noodzakelijk vanwege de groei van het aantal leerlingen. Daarnaast heeft de invoering van de urennorm bij Groenhorst mbo effect gehad op de benodigde formatie. Dit komt omdat de urennorm die in augustus 2014 is ingegaan nu ook het tweede cohort geldt. Een deel van de extra formatie is gerealiseerd met externen waardoor de post personeel-niet-in-loondienst sterk is gestegen. De huisvestingskosten zijn circa € 150.000 hoger dan begroot en dit houdt verband met het huren van tijdelijke huisvesting voor de locaties Almere en Velp. De materiële lasten zijn per saldo € 476.000 hoger dan begroot. De leerlinggebonden kosten zijn € 209.000 hoger dan begroot door meer leerlingen. Daarnaast zijn er diverse kostenoverschrijdingen: diverse organisatiekosten van voornamelijk de kantines (€ 215.000), verrekeningen/doorbelasting door een onjuiste begroting € 368.000, contributies MBO Raad, VO-raad, AOC Raad (€ 140.000), kosten commerciële activiteiten (€ 88.000) en kosten communicatie (€ 59.000). Hier tegenover staan minder kosten voor praktijkleren (- € 350.000) en minder kantoorkosten (- € 102.000). Vilentum Hogeschool (incl. SSV) Vilentum Hogeschool heeft over 2015 een resultaat gerealiseerd van € 51.000 en is daarmee op de begroting uitgekomen. Ten opzichte van 2014 is het resultaat gedaald en dat houdt verband met de groei van het aantal studenten. Hierdoor is in 2015 sprake van een forse voorfinancieringslast van € 1,5 mln. De rijksbijdrage is in lijn met de begroting uitgekomen. Een positieve bijstelling van € 241.000 door verhoging van het tarief per student heeft plaatsgevonden, mede als gevolg van het overeengekomen loonakkoord. Daarnaast is in 2015 een korting opgenomen vanwege niet-EER-studenten (€ 125.000) die niet in de begroting was opgenomen en is de terugbetaling opgenomen inzake de onterechte bekostiging van niet-EER-studenten over 2014 en 2015 (€ 106.000) na aanleiding van het onderzoek van de Inspectie van het onderwijs.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 32 van 378
De collegegelden zijn boven de begroting uitgekomen door een hoger aantal studenten en een lagere restitutie dan begroot. De baten in opdracht van derden zijn € 380.000 lager dan begroot doordat de omvang van de in 2015 afgesloten projecten lager is dan begroot. Hier staat tegenover dat de kosten die gepaard gaan met deze afgesloten projecten eveneens lager zijn dan begroot. De omzet van de contractactiviteiten zijn € 139.000 hoger uitgekomen en betreft voornamelijk de activiteiten bij faculteit Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool. De personeelskosten zijn in totaal € 359.000 hoger uitgekomen dan begroot. De stijging van personeelskosten houdt verband met de forse groei van het aantal studenten en het extra personeel dat nodig is om goed onderwijs te kunnen verzorgen. Daarnaast is er meer personele inzet in onderzoeksprojecten en ook vervanging vanwege leertrajecten. In totaal is de post lonen en salarissen met € 724.000 overschreden en aan personeel-niet-in-loondienst € 439.000. Hier tegenover staat een hogere post aan interne verrekende personeelskosten (dekking gerealiseerde projecturen € 285.000) en per saldo een vrijval van de personele voorzieningen (€ 238.000). Onder de personele voorzieningen is een incidentele bate opgenomen van € 149.000 positief met betrekking tot de vrijval van de reorganisatievoorziening voor de faculteit Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool. De huisvestingslasten zijn € 140.000 hoger uitgekomen dan begroot en dit wordt veroorzaakt door een naheffing van de energielasten in 2013 en 2014 van € 114.000. Daarnaast is het onderhoud hoger uitgekomen door niet voorzien vloeronderhoud in Dronten (€ 29.000). De overige lasten zijn € 824.000 lager uitgevallen dan begroot; de grootste post betreft de kosten projecten die evenals de omzet lager zijn uitgekomen en € 748.000 lager bedragen dan begroot. Voor de andere posten zijn er zowel onder- als overschrijdingen op de begroting, die elkaar min of meer opheffen. De grootste onderschrijdingen zijn kantoorkosten (minder kosten porti, drukwerk en telefoon € 112.000), communicatie (minder externe bureaukosten € 133.000) en kosten praktijkleren (minder uitgaven vooruitlopend op de afschaffing van de subsidie € 241.000). Overschrijdingen zijn ontstaan bij de ICT-kosten (stijging abonnementskosten SURF, Studielink, Blackboard door meer studenten en kosten nieuwe website - € 172.000), dotatie voorziening projecten (hogere eigen bijdrage op projecten - € 106.000), bestuurskosten (visitatie- en accreditatiekosten, advieskosten t.b.v. instellingsplan - € 99.000). Het resultaat van Stichting Studentenvoorzieningen is uitgekomen op € 41.000 negatief. Dat is een stuk beter dan de begroting 2015 die op een exploitatietekort eindigt van € 141.000 negatief. Het resultaat van de campus is verbeterd door de (incidentele) vrijval in de voorziening dubieuze debiteuren van € 41.000. Daarnaast heeft het Guesthouse door de nieuwe opzet beter gedraaid dan verwacht en zijn ook de verhuuropbrengst van de sporthal en de omzet van de bar hoger geworden. Het resultaat is hierdoor € 50.000 hoger dan begroot. Structureel blijft de campus negatief renderen en samen met de verhuurder wordt naar een oplossing gezocht. Bestuursbureau Het resultaat van het Bestuursbureau over 2015 is € 57.000 en ligt daarmee in lijn met de begroting van € 63.000 positief. De afschrijvingskosten zijn € 97.000 lager uitgevallen dan begroot, voornamelijk doordat ICT-investeringen later zijn afgerond waardoor afschrijvingen later in het jaar ingaan. Ook de rentelasten zijn € 150.000 lager uitgekomen, door de lage rente op het variabele deel van de leningen. De communicatiekosten zijn € 219.000 hoger uitgekomen door de besluiten inzake het merkenbeleid. Extra personeelskosten zijn gemaakt bij de afdeling ICT en F&C ten aanzien van de regieorganisatie en de herinrichting van de werkzaamheden. Deze kosten worden gecompenseerd door onderschrijdingen bij andere afdelingen. Stichting PTC+ Het resultaat over 2015 bedraagt € 14.000 positief en is € 123.000 hoger dan begroot. Afwijkingen zijn ontstaan door herpositionering van de activiteiten. De vestiging Horst is per 1 oktober 2015 overgenomen door een nieuwe (externe) eigenaar. Deze eigenaar heeft ook het personeel Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 33 van 378
overgenomen. In de begroting was hier nog geen rekening mee gehouden. De omzet, maar ook de personele en overige kosten zijn hierdoor lager uitgekomen dan begroot. Door deze overname is de reorganisatievoorziening van € 200.000 vrijgevallen en zijn de personele voorzieningen met € 108.000 gedaald. In verband met de nieuwbouw in Ede zijn voor € 142.000 extra sloopkosten gemaakt als gevolg van noodzakelijke asbestsanering. Het totaal aan incidentele baten en lasten is hiermee op € 166.000 uitgekomen. Het genormaliseerde resultaat bedraagt exclusief de incidentele baten en lasten € 200.000 negatief. De negatieve exploitatie van Horst heeft hier sterk aan bijgedragen. Over 2015 bedraagt het verlies inzake Horst € 413.000 en dat geeft aan dat PTC+ zonder Horst een veel beter rendement moet kunnen realiseren. PTC+ heeft in 2015 weer een hogere omzet vanuit de Nuffic-beurzen weten te realiseren en de omzet arrangementen is vanwege de afschaffing van de Regeling praktijkleren en Groene plus in het onderwijs wel gedaald, maar minder dan was verwacht. De omzet techniek is in 2015 toegenomen ten opzichte van 2014 en vooral de afdeling koudetechniek heeft hieraan bijgedragen. De brutomarge is lager uitgekomen dan begroot; dit houdt verband met de hogere omzet Nufficbeurzen waar een lagere marge op wordt behaald door de hoge directe projectkosten voor tickets en kosten van zakgeld van cursisten. De personele lasten zijn lager dan begroot doordat het aantal fte’s is gedaald. Niet alle vertrokken personeelsleden worden automatisch vervangen, maar de werkzaamheden worden anders belegd, dit wordt deels via inhuur opgelost. De overige bedrijfskosten zijn lager uitgekomen dan begroot en betreffen de huisvestingslasten door minder energieverbruik en minder kantoor- en algemene kosten. Ook de gerealiseerde rentebaten over de liquide middelen zijn lager dan begroot uitgekomen, doordat de verkoop van het terrein in Barneveld later heeft plaatsgevonden en het rentepercentage is gedaald. Stichting Agrotransfer bv Onder de Stichting Agrotransfer valt Agrotransfer Holding bv waaronder drie werkmaatschappijen vallen: Agrojobs bv, Payrolljobs bv en Agrotransfer bv. De handelsnaam van Agrojobs en Payrolljobs is Aeres Agree, van Agrotransfer bv Aeres Praktijkcentrum Dronten. Het gezamenlijke resultaat bedraagt € 11.000 negatief ten opzichte van begroot € 2.000 positief. Een daling van het resultaat ten opzichte van 2014 was in de begroting al voorzien doordat in de loop van 2014 gezien de stijgende omzet accountmanagers zijn aangesteld. De negatieve afwijking ten opzichte van de begroting 2015 wordt voornamelijk veroorzaakt door Agrotransfer bv. De omzet verhuur van het Aeres Bedrijvencentrum Dronten is door leegstand lager uitgekomen. Ook zijn de indirecte kosten bij Agrotransfer bv hoger geworden, door meer energiekosten als gevolg van een eenmalige naheffing van energiekosten. De stijgende lijn in de omzet bij Payrolljobs bv is ook in 2015 doorgegaan en de omzet is hoger uitgekomen dan in 2014, maar wel lager dan de begroting 2015. De brutomarge is gelijk gebleven aan de begroting en 2014. Per saldo is het resultaat op het niveau van 2014 uitgekomen op € 161.000 positief ten opzichte van begroot € 100.000 positief. Het resultaat van Agrojobs bv is redelijk in lijn met de begroting uitgekomen. De omzet uitzenden en detacheren is sterk verbeterd (+ 20%), maar de omzet werving en selectie is gedaald (- 10%) ten opzichte van 2014. Het brutoresultaat is gelijk gebleven aan 2014 en door een daling van de indirecte kosten is het resultaat € 43.000 verbeterd ten opzichte van 2014 en uitgekomen op € 37.000 negatief. Begroot was een resultaat van € 25.000 negatief.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 34 van 378
De holding heeft een negatief resultaat van € 70.000 (begroting € 49.000 negatief), omdat (nog) niet alle kosten in 2015 zijn doorbelast naar de werkmaatschappijen. Het betreft de begrote doorbelaste ICT-kosten alsmede de overschrijdingen die zijn ontstaan op de personele en overige kantoorkosten. Jaarlijks wordt bij de begrotingsopmaak de managementfee voor de werkmaatschappijen vastgesteld. Aeres Praktijkcentrum Het Aeres Praktijkcentrum bestaat sinds 2015 als aparte organisatorische eenheid en bestaat uit de onderdelen: Aeres Landbouwbedrijf bv (incl. deelname EWI), Aeres Trainingsbedrijf bv (nog leeg in 2015), Aeres Biologisch bedrijf bv (voorheen LONK bv en in 2015 qua aandelen nog eigendom van het landbouwbedrijf) en Aeres Studentbedrijven bv (voorheen CVDB). In 2016 worden dit dochterondernemingen van Aeres Praktijkcentrum Holding bv en worden de aandelen overgedragen. Aeres Landbouwbedrijf bv (incl. deelname EWI) Aeres Landbouwbedrijf bv komt in 2015 uit op een positief resultaat van € 215.000 ten opzichte van begroot € 10.000 positief. Belangrijkste oorzaak is de incidentele bate vanuit de coöperatie Suiker Unie (Cosun), waar Aeres Landbouwbedrijf lid van is. In 2015 is er een uitkering ontvangen van € 186.000. Het jaar 2015 is het eerste jaar na renovatie en uitbreiding van de melkveestallen, die in het voorjaar in gebruik zijn genomen. De nieuwe weidestal met als uitgangspunt maximale weidegang voor 80 koeien en een uitbreiding van de bestaande stal naar 140 koeien zorgen voor grote veranderingen. Deze veranderingen hebben gezorgd voor een andere aanpak van de werkzaamheden, gebruik van veel andere installaties en technieken en bovenal een sterk toegenomen inzet en betrokkenheid van studenten. Alle veranderingen hebben de nodige aandacht gevraagd en hierdoor zijn ook wat meer kosten gemaakt dan gebruikelijk. De omzet melkvee is ondanks de dalende trend in de melkprijzen nog redelijk in lijn met de begroting uitgekomen. De kosten liggen wel hoger dan begroot en houden ook verband met de opstart van de gerenoveerde en nieuwe melkveestallen. Hiertegenover staat dat voor de akkerbouwproducten 2015 een duidelijk beter jaar is geweest dan 2014. De brutomarge is boven begroting uitgekomen. Door de omzetting van de stichting naar een bv zijn de afschrijvingen op commerciële basis genomen en wijken deze af van de fiscale termijnen. Hierdoor zijn extra afschrijvingslasten ontstaan, maar omdat het landbouwbedrijf voldoende compensabele verliezen had, hoeft hier fiscaal niet over afgerekend te worden. Aeres Landbouwbedrijf bv is voor 10% aandeelhouder van EWI Windpark bv. Het aandeel in het resultaat van het EWI Windpark is uitgekomen op € 24.000 positief. Vanaf 2015 wordt de stroom verkocht voor de huidige marktprijs. De negatieve ontwikkeling van de stroomprijzen heeft zich in de loop van 2015 steeds voortgezet en versterkt. Hierdoor is het resultaat van het EWI Windpark fors lager dan voorzien. Dit ondanks de hoogste stroomproductie ooit in het bestaan van het windpark. Aeres Biologisch bedrijf bv Aeres Landbouwbedrijf bv is 100% aandeelhouder van LONK bv. De activiteiten van deze onderneming bestaan in hoofdzaak uit het (doen) exploiteren van biologische grond door het telen van gewassen, uit te voeren door studenten in het kader van leren ondernemen. Het resultaat van LONK over 2015 is uitgekomen op een bedrag van € 7.000 positief. De naam van deze bv is gewijzigd in Aeres Biologisch bedrijf bv en komt in 2016 rechtstreeks onder Aeres Praktijkcentrum Holding bv te vallen. Aeres Studentbedrijven bv Bij Aeres Studentbedrijven bv (voorheen CVDB) is het jaarresultaat € 26.000 negatief uitgekomen ten opzichte van begroot € 17.000 negatief. De Paardenplaats heeft vooral in het laatste trimester een beter resultaat gedraaid door onder andere een besparing op het ingehuurde personeel en de kosten Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 35 van 378
van voer en dat resultaat is daarmee op het begroot niveau uitgekomen. Grootste oorzaak van het negatieve jaarresultaat voor de bv is dat de markt voor vleesvarkens onder druk staat. Zowel de prijs als het aantal afgeleverde vleesvarkens is lager uitgekomen dan begroot. Aeres International Student Fund Het resultaat bij AISF is € 5.000 positief en wordt veroorzaakt door een schenking van € 3.000 en een vrijval van de vooruitontvangen post van € 2.000.
2.4.
Vergoedingen en declaraties College van Bestuur
De Raad van Toezicht van Aeres is als werkgever verantwoordelijk voor het vaststellen van de bezoldiging van de leden van het College van Bestuur. De bezoldiging blijft binnen de kaders van hetgeen is vastgelegd in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Voor de onkostenvergoedingen zijn de onderstaande afspraken gemaakt. Gebruik leaseauto De leden van het College van Bestuur hebben een leaseauto. Een en ander conform de vastgestelde Aeres-leaseregeling. Alle kosten samenhangend met het gebruik van de leaseauto (ook voor privégebruik) worden vergoed. De leden van het College van Bestuur doen geen beroep op de regeling woon-werkverkeer. Maandelijkse representatietoelage De netto toelage bedraagt € 200 per maand. Overige onkosten Kosten die gedeclareerd kunnen worden (tegen overlegging van facturen) betreffen de kosten gerelateerd aan dienstreizen (reis- en verblijfkosten) anders dan autokosten en zakelijke lunches en diners met externen. Declaraties van de leden van het College van Bestuur worden beoordeeld en goedgekeurd door de voorzitter of waarnemend voorzitter van de Raad van Toezicht.
De heer B.M.P. Pellikaan Representatiekosten Reiskosten binnenland Reiskosten buitenland Overige kosten
2.5.
De heer J.F. Houterman 1.837 16.602 359 200
74 14.941 1.732 0
Risicomanagement
Een risico is te definiëren als de mogelijkheid dat een kritieke gebeurtenis zich voordoet waardoor het realiseren van bepaalde doelen negatief wordt beïnvloed. Binnen Aeres is risicomanagement een integraal onderdeel van de gehele planning-en-control-cyclus.
2.5.1.
Resultaten risicomanagement 2015
In 2015 start het periodiek rapporteren van de voornaamste risico’s en is meer inhoud gegeven aan de beheersmaatregelen. In de trimesterrapportage is per onderdeel inzicht gegeven in de risico’s: op basis van gedefinieerde risicogebieden is per risicogebied een inschatting gemaakt van de Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 36 van 378
waarschijnlijkheid dat een bepaalde gebeurtenis zich voordoet en het maximale gevolg van de betreffende gebeurtenis. De voornaamste Aeres-brede risico’s zijn: • Het gedrag en beleid van de overheid. Zowel binnen het vmbo als het, mbo als het hbo bestaat onzekerheid over de bekostiging. Daarnaast is er onzekerheid over de effecten van de mogelijke overgang naar het ministerie van OCW. Als gevolg hiervan kan onvoldoende (onderwijs)kwaliteitsverbetering en innovatie worden geleverd. • Daling van het aantal leerlingen, cursisten en deelnemers of daling van de omzet. Hier staat tegenover dat een (te snelle) groei van onderwijsinstellingen ook weer een risico met zich meebrengt, door de hoge voorfinanciering die dan ontstaat. • Onvoldoende innoverend vermogen van zowel onderwijs als commerciële activiteiten. • Afhankelijkheid informatietechnologie en veiligheid. • Competenties en toenemende werkdruk personeel. • Bezettingsgraad en flexibiliteit huisvesting. Naast bovengenoemde Aeres-brede risico’s zijn ook locatiespecifieke risico’s benoemd. De meest significante risico’s uit deze inventarisatie zijn: • Voor PTC+ is het moeilijk om geschikt personeel te vinden. Hierdoor loopt PTC+ omzet mis: trainingen kunnen niet of pas op een later tijdstip gegeven worden. • Onvoldoende herstel in de vastgoedmarkt, waardoor leegstand ontstaat bij het ABC-gebouw in Dronten. • Een aantal commerciële onderdelen is voor het grootste deel, de kern van hun omzet afhankelijk van een aantal grote klanten. • De prijsvorming van de landbouwproducten kent geen vaste waarde en zal afhankelijk van de markt flink wat fluctuatie kennen. • Vanwege de bezuinigingen van het ministerie zal de ruimte voor besteding aan diensten en producten bij het Aeres Praktijkcentrum flink onder druk komen te staan, zowel vanuit Aeres als vanuit externe (onderwijs)instellingen. Voor treasury-activiteiten zijn de risico’s separaat benoemd. Deze worden gemonitord in de treasuryoverleggen, waar ook een extern adviseur aan deelneemt. Specifiek wordt twee keer per jaar een treasury-rapportage opgesteld, waarin de verschillende risico’s en kengetallen van Aeres worden afgezet tegen de vastgestelde normen. Ook in de begrotingscyclus voor 2016 krijgt het onderwerp risicomanagement veel aandacht. In de jaarplannen is een risico-inventarisatie uitgevoerd van zowel Aeres-brede risico’s als specifiek voor de betreffende onderdelen geldende risico’s. Daarnaast zijn in de jaarplannen maatregelen beschreven om de risico’s te beperken. De inventarisatie van de risico’s uit de jaarplannen is richtinggevend voor de verdere rapportagesystematiek gedurende het kalenderjaar.
2.5.2.
Beleid risicomanagement en toekomstplannen
Aeres heeft de volgende uitgangspunten geformuleerd voor de uitvoering van risicomanagement: • Risicomanagement moet aansluiten bij de bestaande werkwijze in de organisatie. Dit betekent dat de risico’s expliciet onderdeel zijn van de bestaande communicatie- en rapportagestructuur. • Risicomanagement volgt de zeggenschap. De verantwoordelijkheid voor een risico ligt daar waar ook de verantwoordelijkheid ligt voor het werk, het project of de taken waar het risico betrekking op kan hebben. Iedereen is daardoor verantwoordelijk voor het signaleren van risico’s en treffen van maatregelen voor het verminderen van risico’s die binnen de eigen verantwoordelijkheid vallen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 37 van 378
• Risicomanagement is de verantwoordelijkheid van iedere medewerker. De medewerker dient zelf de verantwoordelijkheid te krijgen, maar ook te nemen, en wordt hierbij ondersteund door management, collega’s en adviseurs. Aeres geeft risicomanagement vorm door jaarlijks in de kaderbrief de belangrijkste risico’s te benoemen. Elk onderdeel werkt de benoemde gezamenlijke risico’s uit en neemt meer locatie- of onderdeelspecifieke risico’s op in de risicoparagraaf van het eigen jaarplan. Het gaat in dat laatste geval om de risico’s die samenhangen met de opgenomen doelstellingen in het jaarplan. Door ze te koppelen aan doelstellingen zijn de mogelijke gebeurtenissen die een risico vormen in kaart gebracht. Per risico wordt bepaald hoe dit risico het halen van een doelstelling kan voorkomen en hoe groot de kans is dat het optreedt. Voor de belangrijkste risico’s worden beheersmaatregelen opgesteld. Voor zover mogelijk wordt het risico financieel vertaald, zodat de impact op het resultaat van de organisatie bekend is. Het jaarplan met de daarin opgenomen risico’s wordt gemonitord in de trimesterrapportages en in de voortgangsgesprekken tussen het College van Bestuur en het management van het onderdeel. In de komende jaren moet het risicomanagement nog meer diepgang krijgen en moet het gedragen worden binnen alle geledingen van Aeres. Het beleid en de toekomstplannen zijn beschreven in § 1.5 en verder.
2.5.3.
Risicoprofiel - bandbreedte vermogen
De solvabiliteit van de Stichting Aeres Groep bedraagt ultimo 2015 circa 39% en is daarmee 1% hoger dan het voorgaande jaar. Door de forse groei van het aantal deelnemers in de sectoren vmbo, mbo en hbo en de mede als gevolg hiervan noodzakelijke investeringen is het interne beleid om te groeien naar een solvabiliteit van 45%. Bij het bepalen van het risicoprofiel van de Stichting Aeres Groep zijn twee zaken van belang: • de forse groei die in de jaren 2015 en 2016 is gerealiseerd; • het wegvallen van de subsidieregeling Praktijkleren en Groene Plus met ingang van 1 januari 2016 en het aflopen van de subsidies CoE’s in 2017. Het wegvallen van de Regeling praktijkleren en Groene plus (in totaal ca. € 5 mln.) en de groei doen de personele lasten in verhouding tot de ontvangen rijksbijdrage toenemen. Dit geeft een lager rendement, waardoor voor 2016 naar verwachting een onttrekking aan het eigen vermogen van toepassing is. Door de verdere verwachte groei van het aantal deelnemers zal naar verwachting het rendement toenemen, omdat de vaste kosten niet evenredig groeien. Gecombineerd met verminderde investeringen, omdat het vastgoed voor een groot deel aan de huidige eisen voldoet, zal het vermogen groeien. Uitgaande van de gedragslijn vermogenspositie en voorinvesteringen studievoorschot geldt specifiek voor de hogeschool dat in 2015 het resultaat van Vilentum Hogeschool gelijk is gebleven. De exploitatie is uitgekomen op circa € 51.000 positief en de toename van het eigen vermogen is hierdoor nihil geweest. Ondanks hogere baten dan begroot is het resultaat niet groter geworden doordat meer personeelskosten zijn gemaakt. Dit is het gevolg van een noodzakelijke bijstelling in de formatie als gevolg van de groei én kwaliteitsverbetering. Deze bijgestelde formatie is ook in 2016 in de begroting opgenomen en kent een structureel karakter.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 38 van 378
2.6.
Treasurybeleid
Treasurybeleid zorgt ervoor dat Aeres op lange termijn voldoende liquide middelen ter beschikking heeft en dat de financiële continuïteit op de korte en lange termijn is gewaarborgd.
2.6.1.
Resultaten treasurybeleid 2015
Aeres heeft een treasurycommissie die bestaat uit de voorzitter van het CvB, het hoofd F&C, de concerncontroller en een adviseur van treasury-adviesbureau Thésor. De commissie komt gemiddeld vier keer per jaar bij elkaar om de treasury-acties van Aeres te bespreken. Gerealiseerde doelen in 2015 zijn: • Financiering aangetrokken voor Aeres Landbouwbedrijf bv in verband met de investering in de melkveestallen. Dit heeft geresulteerd in een lening bij de Rabobank van € 1,1 mln. voor Aeres Landbouwbedrijf bv. • In 2014 is het treasurystatuut en in 2015 is de budgethoudersregeling geactualiseerd. • Voor PTC+ is een bidbook opgesteld voor de financiering van de renovatie en nieuwbouw van het masterplan PTC+ Ede. Dit zal in 2016 worden afgerond. • Aan de EMIR-verplichting is voldaan door het sluiten van een overeenkomst met ABN AMRO. Dit betreft een Europese verplichting, dat zogenaamde derivatenverplichtingen die onderhands tussen een bank en klant gesloten zijn, in een centraal register worden opgenomen. • In 2015 heeft een revisie van de kosten van het betalingsverkeer plaatsgevonden.
2.6.2.
Activiteiten binnen treasurybeleid
De algemene doelstelling van het treasurybeleid is zoals gezegd het waarborgen van de financiële continuïteit op de korte en lange termijn. Activiteiten zijn: • Het verzekeren van duurzame toegang tot financiële markten tegen acceptabele (marktconforme) condities en risico’s, zodat te allen tijde in de behoefte aan financiële middelen kan worden voorzien. • Het beschermen van vermogens- en (rente)resultaten tegen ongewenste financiële risico’s, zoals renterisico, kredietrisico, liquiditeitsrisico en operationeel risico. • Het minimaliseren van de interne verwerkingskosten en externe kosten bij het beheren van de geldstromen en financiële posities. • Het optimaliseren van de renteresultaten binnen de kaders van wettelijke regelingen, voorschriften en de limieten en interne richtlijnen opgenomen in het treasurystatuut. • Het realiseren van informatiestromen ter ondersteuning van de opstelling van het treasurybeleid, de uitvoering van het beleid en de verantwoording daarover. Aeres is risicomijdend, omdat ze grotendeels gefinancierd wordt met publiek geld. De financieringsbehoefte wordt per stichting geanalyseerd en gemonitord. Gezien de noodzakelijke scheiding tussen publieke en private gelden is het beleid dat er geen rekening-courant-posities mogen ontstaan tussen de verschillende stichtingen. De aanwezige liquide middelen voor het werkkapitaal bij de onderscheiden stichtingen zijn risicomijdend weggezet bij financiers met minimaal een AA-status. In 2015 zijn geen deposito’s afgesloten en voor zover er spaarrekeningen bestaan zijn deze per direct opvraagbaar. Andere beleggingen zijn er niet.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 39 van 378
Stichting Aeres Groep heeft eind 2015 voor € 46,7 mln. aan leningen (waarvan € 1 mln. kortlopend). Hiervan is € 39,9 mln. afgedekt met swaps en € 4,5 mln. van de langlopende leningen is geleend tegen een vaste rente. De ‘exposure’ (niet-afgedekte rente) bedraagt € 2,3 mln., dat is ongeveer 2,5% van de totale bedrijfsbaten. Dat is binnen de grenzen van het treasurystatuut. Voor 2016 zijn de volgende acties benoemd in het treasuryjaarplan: • Nieuwe lening aantrekken voor de nieuwbouw mbo Almere en het hiervoor opstellen van een bidbook. • Voortdurende monitoring van het renterisico en de mogelijkheden in de markt om hieraan invulling te geven na afloop van de renteswap per 2024. • Mogelijkheden onderzoeken om de creditgelden van de commerciële onderdelen te herbeleggen in verband met spreiding van het kredietrisico. • De ontwikkeling van de richtlijn voor rapportage (Regeling belenen en beleggen en Raad voor de Jaarverslaggeving) blijvend volgen en bij wijzigingen de effecten zichtbaar maken in de periodieke treasuryrapportage. • Bepalen welke extra uitgaven gerealiseerd of onttrokken kunnen worden aan het eigen vermogen om de onderwijskwaliteit gedurende de jaren 2015-2017 een impuls te geven. (zie brief Vereniging Hogescholen d.d. 9 november 2015 en § 2.5.3.
2.7.
Meerjarig Investeringsprogramma (MIP)
In 2013 implementeert het ministerie van Economische Zaken een nieuwe aansturingsfilosofie voor het innovatie-instrumentarium groene onderwijs. Dit heeft geleid tot MIP 2013 en MIP 2014-2015. Beide zijn inmiddels positief beoordeeld. De ontvangen middelen komen uit de Regeling praktijkleren en Groene plus, die bedoeld is voor de implementatie van vernieuwing, versterking van de primaire opleidingen, het doen van investeringen in praktijkleren en de implementatie van onderwijsbeleid. De gekozen acties zijn gebaseerd op de landelijke agenda die instellingen, bedrijfsleven en overheid samen opstellen. Deze paragraaf geeft de grote lijnen en resultaten tot nu toe en datgene wat nog gaat komen. De voor de onderdelen aansprekende projecten die uit andere bronnen zijn gefinancierd en in 2015 zijn afgerond zijn beschreven in § 3.7.1, (Landelijke) innovatieprojecten en § 3.7.2 Centra voor Innovatief Vakmanschap en § 4.19.1, (Landelijke) innovatieprojecten
2.7.1.
MIP 2014-2015: uitvoeringsprogramma
Het MIP 2014-2015 heeft het karakter van een uitvoeringsprogramma bij het MIP 2013, dat wordt aangemerkt als een strategisch plan. Per actielijn geeft het MIP-doelen, samenwerkingspartners, resultaatindicatoren en financiering. Uit de interne tussenevaluatie blijkt dat er geen sprake is van wezenlijke veranderingen in het pakket activiteiten bij de in het MIP 2014-2015 opgenomen actielijnen. Derhalve heeft Aeres niet een aanpaste MIP 2015 bij het ministerie van Economische Zaken ingediend. Het door het ministerie van Economische Zaken voorgeschreven format om de voortgang van het MIP 2014-2015 te monitoren, staat in bijlage 8. In de jaarrekening staat het MIP in model G op pagina 356. Deze bijbehorende paragraaf geeft aan wat er gedaan is, hoe dit bijdraagt aan de strategische doelen en hoe ver de instellingen gevorderd zijn op het uitgestippelde pad. Aeres-breed De 15 Aeres-brede deelprojecten sluiten aan bij de ontwikkeling van de Aeres zwaartepunten (zie § 1.5.1) en hebben een budget van € 1.981.000 (zie bijlage 8, tabel 4). Bij de deelprojecten zijn naast de 15 projectleiders ruim 50 collega’s van Vilentum Hogeschool, Groenhorst en PTC+ betrokken. Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 40 van 378
De opstart is echt goed op gang gekomen bij de start van het schooljaar 2014/2015. Bij het Aereskenniscentrum Agrofood en Ondernemen sluit het MIP aan bij de investeringen op de activiteiten van het Aeres Praktijkcentrum Dronten en de komst van de lector Beweiding, door kennis te ontwikkelen en te delen op het gebied van respectievelijk de melkveehouderij en de weidegang. Rond smart farming vindt eenzelfde ontwikkeling plaats, inclusief een doorlopende leerlijn, waarbij nadrukkelijk ook de samenwerking gezocht wordt met het grijze onderwijs. Bij het Aeres-kenniscentrum Dier en Diergezondheid komt alles in de pluimveesector, met de lector Gezonde pluimveehouderij, samen in het Poultry Expertise Centre. Met MIP-middelen wordt, met het bedrijfsleven, de innovatieagenda van de sector in het curriculum verwerkt en op een online platform geplaatst. Daarmee is de basis gelegd voor de levenslange doorlopende leerlijn mbo-hbo-cursus en training, zowel nationaal als internationaal. Het Aeres-kenniscentrum Groene en Vitale stad richt zich met de MIP-middelen, in samenwerking met een aantal aoc’s en de lector Natuurlijk Gezond Samenleven, op het thema Stadslandbouw, in het bijzonder op de relatie onderwijs-arbeidsmarkt. Dit sluit aan op het making-off-proces van de Floriade 2022. Behalve in de Aeres-zwaartepunten wordt geïnvesteerd in de sectoren Bloem en Food om na te gaan of Aeres voor die sectoren een zwaartepunt kan neerzetten. Internationalisering is bij het MIP een doorsnijdend thema. Bij meerdere deelplannen wordt hier invulling aan gegeven, enerzijds door aan te sluiten bij het exporterende bedrijfsleven, anderzijds door onze eigen capaciteit verder te ontwikkelen. Groenhorst Groenhorst heeft een plan opgesteld voor het realiseren van innovatieprojecten die bijdragen aan de strategische doelen van het onderdeel (zie bijlage 8, tabel 1). De projecten zijn vervolgens gekoppeld aan de beschikbare MIP-middelen. De projecten betreffen de verbinding van onderwijs en bedrijfsleven, de kwaliteit en actualiteit van het groene onderwijs, internationalisering en het versterken van het profiel van Groenhorst. Voor 2015 is begroot dat ongeveer € 570.000 aan gelden ingezet wordt. Een groot aantal van de geplande activiteiten loopt volgens plan, maar is later opgestart dan verwacht. Naar verwachting zal de realisatie van projecten in 2016 in een versnelling komen. Er wordt frequent gecontroleerd op voortgang en bij achterblijvende uitvoering worden de projectleiders en hun leidinggevenden daarop aangesproken. Vilentum Hogeschool Faculteiten CAH Vilentum Almere en CAH Vilentum Dronten Vilentum Dronten heeft een plan opgesteld met te realiseren innovatieprojecten die bijdragen aan de strategische doelen van de faculteit (zie bijlage 8, tabel 2). De projecten zijn vervolgens gekoppeld aan de beschikbare MIP-middelen. De projecten betreffen de verbinding van onderwijs en bedrijfsleven, de kwaliteit en actualiteit van het onderwijs, internationalisering en het versterken van het profiel van de faculteiten CAH Vilentum Almere en Dronten. Voor 2015 is begroot dat ongeveer € 707.000 aan gelden ingezet wordt. De realisatie is ongeveer gelijk gebleven bij de prognose. Naar verwachting zullen de projecten in 2016 verder worden afgerond. Er wordt maandelijks gecontroleerd op voortgang en bij achterblijvende uitvoering worden de projectleiders en hun leidinggevenden daarop aangesproken. Faculteit Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool De projecten van Vilentum Wageningen sluiten aan bij alle thema’s uit het Meerjarig Investeringsprogramma 2014-2015 (MIP), de strategische doelen van de eigen faculteit en het lerarenbeleid van het ministerie van OCW (zie bijlage 8, tabel 3). De nadruk ligt op het versterken van de kennisinfrastructuur en authentiek leren en in mindere mate op inhoudelijke vernieuwing en doelmatigheid van het opleidingsaanbod.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 41 van 378
Voor 2015 is begroot dat ongeveer € 255.000 aan gelden wordt ingezet. Een groot aantal van de geplande activiteiten loopt volgens plan, maar is later opgestart dan verwacht. Naar verwachting zal de realisatie van projecten in 2016 in een versnelling komen.
2.8.
Continuïteit en investeringen
De continuïteitsparagraaf van Aeres wordt opgesteld op het niveau van het bevoegd gezag en betreft daardoor alle onderdelen van de groep en is niet toegespitst op één onderwijssoort. De momenteel belangrijkste ontwikkeling voor de toekomst van Aeres is het merkenbeleid (zie § 1.5). Strategisch beleid personeel, huisvesting, ICT en inkoop De kwalitatieve informatie staat op een aantal plekken in dit geïntegreerde jaarverslag: • De wijze waarop Aeres inspeelt op (bewegingen in) haar omgeving en hoe zij excellent onderwijs wil realiseren, is beschreven in § 3.3 en § 4.3. • De wijze waarop Aeres haar kwaliteitszorg heeft ingericht, staat in § 1.5.3 (Beleids- en kwaliteitscyclus), § 3.8 (praktijkonderwijs, vmbo, mbo), § 4.8 (hogeschool), § 5.7 (PTC+) en § 7.2.6 (Aeres Agree Recruitment (Agrojobs)). • De toekomstverwachtingen voor de groep zijn gegeven in § 1.6, § 1.7 en § 2.8.2. • De strategische huisvestingsplanning is beschreven in § 8.6. • De strategische personeelsplanning staat in § 9.3.
2.8.1.
Meerjarig investeringsbeleid en financieringsbehoefte
Het meerjarig investeringsbeleid van Aeres komt voort uit het algemene strategische beleid (§ 1.5) en het Meerjarig Investeringsprogramma (MIP, § 2.7). Het investeringsbeleid is afgeleid van het onderwijsbeleid en is meerjarig uitgewerkt in een investeringsbegroting 2016-2020. De investeringsbegroting 2016-2020 is in nauw overleg met de stafdiensten Huisvesting & Beheer en Shared Service Centre en de directies van de betrokken onderdelen tot stand gekomen. De voornaamste indicatoren voor de investeringsbegroting zijn de groei van het aantal deelnemers (leerlingen, studenten), demografische ontwikkelingen, onderwijsvernieuwing en het noodzakelijke onderhoud. Voor grote investeringsprojecten zijn investeringsanalyses opgesteld waarbij de beschikbare middelen als uitgangspunt zijn gehanteerd. De investeringsbegroting 2016-2020 bestaat uit de volgende twee onderdelen: • meerjarige vastgoedprojecten; • vervangingsinvesteringen. Daarna is de meerjarige financieringsbehoefte beschreven. Meerjarige vastgoedprojecten De uitgevoerde investeringen in 2015 bedragen € 9.143.000 (2014: € 9.427.000) en betreffen de volgende posten:
Investeringen in projecten onderhanden werk Vervangingsinvesteringen gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Andere vaste bedrijfsmiddelen
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
€ 5.703.000 € 1.981.000 € 1.100.000 € 359.000
Pagina 42 van 378
De totale desinvestering in 2015 bedraagt € 1.349.000 en betreft de volgende posten: + Terreinen, gebouwen en inventaris PTC Overige desinvesteringen
€ 1.182.000 € 167.000
De boekwinst die hierbij behaald is bedraagt € 30.000
Voor de onderhanden projecten bedragen de investeringen € 5.703.000 en de desinvestering door gereed gemelde activa bedraagt € 8.145.000.
De investeringen in onderhanden projecten zijn: Renovatie en uitbreiding Groenhorst Velp + Masterplan PTC Ede Poultry Expertise Centre Barneveld Vilentum Hogeschool Almere Overige vastgoedprojecten Projecten ICT
€ 3.496.000 € 1.141.000 € 160.000 € 320.000 € 529.000 € 57.000
De volgende gereedgekomen projecten zijn in 2015 geactiveerd: Dronten Diairy Triangle Groenhorst Velp uitbreiding en renovatie 1e fase Overige vastgoedprojecten ICT-projecten (hard- en software)
€ 2.057.000 € 5.744.000 € 182.000 € 162.000
Ontwikkeling in huisvesting Op basis van de hiervoor aangegeven gereedgekomen projecten en andere mutaties, zijn de navolgende ontwikkelingen van het vastgoed van Aeres tot stand gekomen.
Project Dronten Dairy Triangle Renovatie-uitbreiding Groenhorst Velp Afstoten huurgebouw Middachtensingel Arnhem Afstoten huurgebouw Reigerstraat Arnhem Plaatsing tijdelijke huisvesting Velp Aanvulling tijdelijke huisvesting Emmeloord + Verkoop complex PTC Valkseweg Barneveld Totaal uitbreiding eigendom Totaal vermindering eigendom Totaal vermindering huurgebouwen
2
Uitbreiding m BVO 3.188 1.036
2
Vermindering m BVO
1.252 2.150 223 246 5.504 4.693 5.504 3.402
Een nadere specificatie van de onderhanden projecten is te vinden onder de toelichting op de geconsolideerde balans. In 2015 start de bouw van de pluimveestal in Barneveld, welke grotendeels bekostigd wordt vanuit een ontvangen subsidie voor het realiseren van een Poulty Expertise Centre en een forse bijdrage vanuit het bedrijfsleven. Verder is ook de verbouwing in het ABC-gebouw in Dronten ter hand genomen vanwege aanpassingen voor een nieuwe verhuurder. Deze kosten worden terugverdiend via extra huuropbrengsten. PTC+ is met de renovatie van enkele gebouwen in Ede gestart als onderdeel van de ontwikkeling van de Kenniscampus en die zal in 2016 worden afgerond. Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 43 van 378
Binnen het onderwijs is door de gerealiseerde studentengroei uitbreiding noodzakelijk in Lelystad en Velp. Voor Velp is dit een tweede fase nadat in 2015 het eerste deel is gerealiseerd. Voor beide locaties worden plannen uitgewerkt en zal in 2016 gestart worden met de investeringen. Door de gerealiseerde studentengroei in mbo Almere en ook gezien de huidige tijdelijke huisvestingsituatie is nieuwbouw voor het mbo noodzakelijk. Naar verwachting zal de aanbesteding in 2016 plaatsvinden. Vervangingsinvesteringen De vervangingsinvesteringen zijn onderverdeeld in drie categorieën: • lokale investeringen: onder andere in inventaris, meubilair, practicum inventaris, dienstvoertuigen, machines en landbouwwerktuigen; • ICT: hardware, audiovisueel en software; • vastgoed: groot onderhoud en vervangingsinvesteringen. Alle Aeres-onderdelen hebben een meerjarige opgave gedaan van de vervangingsinvesteringen 20162020, waarbij rekening is gehouden met de herinrichtingsbudgetten van de nieuwbouwprojecten. Voor het jaar 2016 zijn de vervangingsinvesteringen circa € 5,1 mln. en in de jaren daarna circa € 4,0 mln. per jaar. In 2016 zijn eenmalige investeringen opgenomen vanwege het merkenbeleid. Dit betreft onder andere de signage van de gebouwen en terreinen, ontwikkeling nieuwe huisstijl en vervanging presentatiesystemen. Daarnaast is voor 2016 een budget opgenomen voor het verder ontwikkelen van een Aeres-brede website en een Aeres-breed intranet. Meerjarige financieringsbehoefte Aeres bepaalt de financiering per stichting en er wordt nadrukkelijk zicht gehouden op de afzonderlijke kasstromen en financieringsbehoefte. Naast de juridische afbakening per stichting wil Aeres de private en publieke financieringsstromen gescheiden houden en er mogen geen rekening-courant-posities bestaan. Door de geplande investeringen en de vermindering van de kortlopende schulden ontstaan voor de komende jaren voor de Stichting Aeres Groep (onderwijsinstellingen) negatieve kasstromen. De afname van de kortlopende schulden betreft de post vooruitontvangen/nog te besteden subsidies EZ en OCW. Deze post zal naar verwachting de komende jaren dalen. Het betreft de nog te besteden gelden vanuit de Regeling praktijkleren en Groene plus en vooruitontvangen bedragen van CIV A&F en CoE Open Teelten. Vanwege de negatieve kasstromen is aanvullende financiering nodig om alle investeringen te kunnen uitvoeren. Een financieringsaanvraag is uitgegaan voor de investering in de nieuwbouw Groenhorst mbo Almere. Bij het bepalen van de financieringsbehoefte is rekening gehouden met de voorfinanciering door de groei van leerling-/studentenaantallen. Voor de berekening van de rijksbijdrage wordt gerekend met de door het ministerie gehanteerde t-1-/-t-2-systematiek. Dit heeft tot gevolg dat de Stichting Aeres Groep bij een groeiend aantal leerlingen/studenten een gedeelte van het eerste (of de eerste twee) jaar zelf moet financieren. Voor het schooljaar 2015/2016 is sprake van een grote voorfinanciering door de sterke groei van het aantal deelnemers bij Groenhorst en Vilentum Hogeschool. Stichting PTC+ behoudt voldoende liquide middelen om aan de betalingsverplichtingen te kunnen voldoen, inclusief de wachtgeldverplichtingen. Door de verkoopopbrengsten zijn voldoende liquide middelen aanwezig om de geplande investeringen uit te voeren. Stichting Agrotransfer heeft geen financieringsbehoefte en vreemd vermogen is niet aanwezig. De werkmaatschappijen met handelsnamen Aeres Agree en Aeres Bedrijvencentrum Dronten hebben nog voldoende liquide middelen om aan de betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 44 van 378
Aeres Landbouwbedrijf bv (voorheen de Stichting Schoolboerderij) heeft in 2015 een langlopende financiering opgenomen van € 1,1 mln. De bv heeft hiermee voldoende liquide middelen om de komende jaren aan de betalingsverplichtingen vanuit de exploitatie en vervangingsinvesteringen te kunnen voldoen. 2.8.2.
Toekomstverwachtingen
De onderstaande begroting is gebaseerd op de inhoudelijk plannen van de onderdelen. Deze zijn beschreven in de volgende paragrafen: • Het Aeres-merkenbeleid is beschreven in § 1.5, net als het strategisch beleid van Aeres. In § 1.7 staan de Aeres-plannen voor 2016, de uitdagingen voor het Bestuursbureau in § 8.1. • De omgeving, strategie en plannen van Groenhorst staan in § 3.3. Lopende projecten en plannen onderwijsontwikkeling staan voor Groenhorst College Praktijkonderwijs in § 3.13. • De uitdagingen voor Groenhorst vmbo staan in § 3.15, de lopende projecten en plannen onderwijsontwikkeling in § 3.18.2. De uitdagingen voor Groenhorst mbo staan in § 3.22, de lopende projecten en plannen onderwijsontwikkeling in § 3.24.4. • De omgeving, strategie en plannen van Vilentum Hogeschool staan in § 4.3, de lopende projecten voor onderwijsontwikkeling en de plannen in § 4.13.2, de plannen voor onderzoek en innovatie in § 4.20, de plannen voor de commerciële dienstverlening in § 4.22. • De omgeving, strategie en plannen van PTC+ staan in § 5.3 en voor het Aeres Praktijkcentrum in § 6.3. • De omgeving, strategie en plannen van Aeres Agree staan in § 7.2.3, voor het Aeres Bedrijvencentrum Dronten in § 7.3.
Begroting 2016–2020 voor heel Aeres
Realisatie 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
Begroting 2020
BATEN Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies College-, cursus-, les- en examengelden Baten in opdracht van derden Overige baten Totaal baten
75.237.716 78.185.494 81.027.291 83.233.369 81.565.718 82.786.391 113.773 86.500 61.500 61.500 61.500 61.500 5.635.887 5.839.838 6.060.661 6.241.710 6.422.095 6.603.146 28.114.223 28.553.561 26.396.707 25.659.100 25.249.859 25.500.483 5.611.235 5.216.997 5.095.304 5.064.192 5.087.229 5.110.566 114.712.834 117.882.390 118.641.463 120.259.872 118.386.401 120.062.086
LASTEN Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten
64.010.345 67.207.858 68.400.591 69.549.401 70.422.621 71.344.199 7.520.379 7.901.398 8.285.735 8.202.726 8.174.960 8.027.518 7.052.749 7.555.597 7.760.218 7.928.670 7.713.493 7.728.098 31.248.918 34.167.187 31.240.240 29.450.926 28.681.193 28.741.762 109.832.391 116.832.040 115.686.784 115.131.723 114.992.267 115.841.577
Financiële baten en lasten Resultaat deelnemingen Buitengewoon resultaat
-2.273.689 30.873 -
-2.015.672 60.000 -
-2.011.410 60.000 -
-2.006.565 60.000 -
-1.991.951 60.000 -
-1.976.298 60.000 -
Totaal exploitatieresultaat
2.637.627
-905.322
1.003.270
3.181.583
1.462.184
2.304.211
2,3%
-0,8%
0,8%
2,6%
1,2%
1,9%
Rendement
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 45 van 378
Resultaat Aeres geconsolideerd Het resultaat van Aeres 2016 is begroot op € 905.000 negatief; een rendement van -0,8% ten opzichte van de totale baten. Het rendement is lager dan in 2015 en 2014 met name door het wegvallen van praktijkleergelden, de lagere basisfinanciering in het mbo en de voorfinancieringslasten als gevolg van de groei. De wijzigingen in de deelnemersaantallen (groei dan wel vermindering door verkorting mbo niveau 4 naar drie jaar) zijn ook de voornaamste reden voor de fluctuaties in het exploitatieresultaat na 2016. Verklaring voornaamste verschillen individuele posten Door de groei van het aantal deelnemers stijgen de rijksbijdragen. Door de bekostiging op basis van aantallen deelnemers per teldatum oktober 2014 en oktober 2015 -de zogenaamde t-1/t-2bekostiging hebben de onderwijsinstellingen bij groei van aantallen deelnemers te maken met een voorfinanciering die de Stichting Aeres Groep zelf moet bekostigen (2016: circa € 2,9 mln. Groenhorst en circa € 1,3 mln. Vilentum). De personeelslasten vertonen ook een stijging de komende jaren en volgen daarmee de ontwikkeling van de leerlingaantallen en de hieraan gekoppelde bekostiging. Voor 2016 is de formatie begroot op basis van de werkelijke formatie van september 2015, rekening houdend met mutaties in 2015 en nog openstaande vacatureruimte. Door de uitvoering van de investeringsplannen en door de jaarlijks terugkerende vervangingsinvesteringen stijgen de jaarlijkse afschrijvingslasten de komende jaren, met een piek van € 8,2 mln. in 2017. De jaren daarna blijven de afschrijvingen nagenoeg gelijk. De overige instellingslasten stijgen in 2016 naar € 34,2 mln. en zijn € 1,7 mln. hoger dan in 2015. Oorzaak zijn de extra kosten in verband met het merkenbeleid en de stijging in de kosten van projecten door een toename van het aantal projecten binnen de CoE’s.
Balans Aeres Vaste activa
31-12-2015
31-12-2016
31-12-2017
31-12-2018
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
5.789 12.054.012 929.214
3.589 16.422.036 929.214
1.389 15.777.738 929.214
28 28 28 11.727.118 107.474.118 103.349.024 929.214 929.214 929.214
Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa
Passiva Eigen vermogen Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
31-12-2019
112.989.016 117.354.840 116.708.342 112.656.361 108.403.361
975.027 6.583.620 20.655.138 28.213.785
831.029 6.184.456 12.289.018 19.304.503
831.029 6.224.007 11.747.398 18.802.434
831.029 6.385.338 11.406.109 18.622.476
831.029 6.512.923 14.374.082 21.718.034
31-12-2020
104.278.267
831.029 6.326.668 18.778.140 25.935.837
141.202.802 136.659.344 135.510.776 131.278.838 130.121.396 130.214.105
55.237.713 7.689.204 45.657.765 32.618.120
54.327.092 6.833.280 43.480.425 32.018.547
55.330.363 6.005.582 41.302.215 32.872.616
58.511.946 5.275.317 39.124.005 28.367.569
59.974.130 4.859.076 36.945.795 28.342.395
62.278.340 4.508.950 34.767.585 28.659.230
141.202.802 136.659.344 135.510.776 131.278.838 130.121.396 130.214.105
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 46 van 378
De materiële activa stijgen door geplande investeringen in 2015 en 2016. Vanaf 2017 zijn de grootste (vastgoed)investeringsprojecten uitgevoerd en zijn de afschrijvingen hoger dan de investeringen waardoor de post materiële vaste activa weer gaat dalen. De vorderingen vertonen een daling ten opzichte van de situatie ultimo 2014 en dat houdt verband met minder additionele middelen en overige subsidies. De komende jaren zullen de vorderingen weer stijgen doordat de omzet van de private entiteiten stijgt en door een stijging van de derde geldstroom in het onderwijs door een toename van het aantal onderzoeksprojecten. De mutatie in het eigen vermogen houdt verband met de exploitatieresultaten. In 2016 zal het dalen door het negatieve exploitatieresultaat en in de jaren daarna weer stijgen. De voorzieningen dalen van € 7,7 mln. ultimo 2015 naar € 4,5 mln. in 2020. Deze daling heeft voornamelijk betrekking op de onttrekkingen aan de reorganisatievoorziening van PTC+ van in totaal € 3,0 mln. De langlopende schulden zijn in 2015 gestegen door de opname bij Aeres Landbouwbedrijf bv van € 1,1 mln. Daarnaast vinden de reguliere aflossingen plaats van circa € 2,2 mln. per jaar. De kortlopende schulden dalen vanaf 2017 doordat de post vooruitontvangen/nog te besteden subsidies EZ en OCW naar verwachting de komende jaren sterk zal dalen. Verwachte kengetallen Aeres geconsolideerd 31-12-2016 31-12-2017 31-12-2018 31-12-2019 31-12-2020 Solvabiliteit (Eigen vermogen / totale vermogen)
0,40
0,41
0,45
0,46
0,48
Solvabiliteit 2 ((Eigen vermogen + voorzieningen)/totaal vermogen)
0,45
0,45
0,49
0,50
0,51
Liquiditeit (current ratio) (Vlottende activa / vlottende passiva)
0,60
0,57
0,66
0,77
0,90
Liquiditeit (quick ratio) ((Vlottende activa-/-voorraden) / vlottende passiva)
0,58
0,55
0,63
0,74
0,88
-0,77%
0,85%
2,65%
1,24%
1,92%
Rentabiliteit (Resultaat vóór buitengewone baten en lasten/omzet)
De solvabiliteit van Aeres stijgt gering in de jaren 2016 en 2017 en zal de jaren daarna door de positieve exploitatieresultaten en het dalende balanstotaal stijgen naar 0,48 ultimo 2020. De liquiditeit (current ratio) is de afgelopen jaren gestegen, met name door de opname van langlopende leningen en het dalen van de kortlopende schulden. De liquiditeit daalt in 2017 doordat de geplande investeringen met eigen middelen worden gefinancierd en de investeringen groter zijn dan de afschrijvingen. Vanaf 2017 zijn de kasstromen positief en zijn de geplande investeringen ook lager dan de totale afschrijvingen, waardoor positieve kasstromen ontstaan. Verwachte formatieontwikkeling (fte) De onderstaande tabel gaat voor 2015 uit van de gemiddelde formatie en wijkt daarom af van de feitelijke cijfers op 31 december van het verslagjaar. De formatieontwikkelingen zijn gebaseerd op de meerjarenbegrotingen van Aeres.
Stichting Aeres Groep Stichting PTC
+
Aeres Praktijkcentrum Dronten* Stichting Agrotransfer Dronten
2015
2016
2017
2018
2019
2020
822,4
829,9
836,6
838,8
846,2
854,8
56,4
45,0
44,0
44,0
44,0
44,0
5,2
5,2
5,2
5,2
5,2
5,2
19,7
19,7
19,7
19,7
19,7
19,7
903,7
899,8
905,5
907,7
915,1
923,7
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 47 van 378
* Aeres Praktijkcentrum Dronten betreft de formatie van Aeres Landbouwbedrijf bv. Voor de overige onderdelen wordt het personeel vooralsnog ingehuurd bij de andere Aeres-onderdelen.
Specificatie van het personeel Stichting Aeres Groep (fte) De onderstaande tabel geeft de verwachte ontwikkeling van de personele formatie.
2015
2016
2017
2018
2019
2020
63,0
63,0
63,0
63,0
63,0
63,0
Onderwijzend personeel
556,1
561,6
566,5
568,2
573,5
579,9
Overige medewerkers
203,3
205,3
207,1
207,7
209,6
212,0
822,4
829,9
836,6
838,8
846,2
854,8
Management/directie
Verwachte ontwikkeling deelnemersaantallen Stichting Aeres Groep Groenhorst (bekostigde leerlingen)
1-10-2015
1-10-2016
1-10-2017
1-10-2018
1-10-2019
1-10-2020
Lwoo
1.193
1.222
1.201
1.045
1.041
1.041
Vmbo
2.350
2.437
2.504
2.658
2.684
2.704
Mbo-bol
2.540
2.805
2.560
2.600
2.630
2.660
Mbo-bbl
776
796
766
766
766
766
Praktijkonderwijs
128
130
130
130
130
130
6.987
7.390
7.161
7.199
7.251
7.301
Landelijk loopt het aantal leerlingen dat uitstroomt uit het basisonderwijs terug, met als gevolg een lagere instroom op het voortgezet onderwijs en het mbo. Groenhorst is hier echter een uitzondering op. Groenhorst heeft een stevige marktpositie en speelt daarop in. Ten opzichte van 2014 is het aantal deelnemers met 5,24% (390 deelnemers) gestegen in 2015. De groei zit met name in het vmbo (+158) en de Bol-studenten (+264). De grootste stijging is aanwezig bij de locatie Barneveld (+186). De locatie Nijkerk laat een kleine daling zien van het aantal deelnemers. De verwachting is dat het verwachte leerlingaantal in 2016 verder stijgt naar 7.390. Door de verkorting van de niveau 4 mbo-opleidingen van vier naar drie jaar is een vermindering opgenomen van het aantal leerlingen met ingang van 1-10-2017.
Vilentum Hogeschool (ingeschreven studenten) Almere Dronten Wageningen
1-10-2015
1-10-2016
1-10-2017
1-10-2018
1-10-2019
1-10-2020
390
434
488
542
596
650
1.812
1.798
1.811
1.824
1.837
1.850
792
836
864
891
919
946
2.994
3.068
3.163
3.257
3.352
3.446
De studentaantallen in Almere vertonen nog steeds een sterke groei, namelijk van 390 ingeschreven studenten in 2015 tot een geschat aantal van 650 in 2020; een geprognotiseerde stijging van 59% ten opzichte van 2015. De faculteit Dronten blijft stabiel op ongeveer 1.800 ingeschreven studenten. De prognose voor Wageningen blijft gelijk aan die in de vorige meerjarenbegroting, namelijk een stijging van zo’n 3,5% per jaar. Het aantal ingeschreven studenten stijgt van een kleine 800 in 2015 naar bijna 950 in 2020.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 48 van 378
Het aandeel bekostigde studenten ten opzichte van het aantal inschrijvingen bedraagt voor Vilentum circa 75% en is onderverdeeld naar categorie als volgt:
Vilentum Hogeschool (bekostigde studenten) Bachelor incl. Ad Master Behaalde graden bachelor Behaalde graden master
1-10-2015
1-10-2016
1-10-2017
1-10-2018
1-10-2019
1-10-2020
2.246
2.304
2.375
2.445
2.515
2.584
30
33
34
35
37
37
415
401
411
420
488
502
18
10
11
11
11
12
2.709
2.748
2.831
2.911
3.051
3.135
Exploitatieresultaat per stichting, bv of Bestuursbureau (x € 1.000,-) Groenhorst Vilentum Hogeschool Bestuursbureau Stichting Aeres Groep + Stichting PTC Stichting Agrotransfer Aeres Praktijkcentrum Dronten Overige stichtingen
Realisatie 2015 2.374 51 57 2.482 14 -11 189 -36 2.638
Begroting 2016 -702 17 -72 -757 -18 6 -66 -70 -905
Begroting 2017 458 455 299 1.212 -156 52 -29 -76 1.003
Begroting 2018 2.100 648 404 3.151 42 53 16 -81 3.182
Begroting Begroting 2019 2020 -42 653 892 1.053 417 343 1.268 2.049 124 134 118 167 40 48 -87 -93 1.462 2.304
Stichting Aeres Groep Groenhorst Voor 2016 is het begrote resultaat bij Groenhorst € 702.000 negatief en in tegenstelling tot voorgaande jaren is het resultaat fors lager. De oorzaken hiervan zijn de voorfinancieringslasten, de afschaffing van de Regeling praktijkleren en Groene plus en de onderbekostiging in het mbo. In de jaren na 2016 zien we een wisselend beeld. Deze schommelingen worden vrijwel geheel bepaald door de voorfinanciering, die als gevolg van een sterke instroom gecombineerd met een onderwijsverkorting voor grote fluctuaties zorgt. De groei van het aantal deelnemers bedraagt in 2015 circa 5,24% en gecombineerd met de t-1financiering (vo) en t-2-financiering (mbo) geeft dit een forse voorfinancieringslast. Behalve door de voorfinanciering wordt de negatieve exploitatie veroorzaakt doordat vanaf 2016 de Regeling praktijkleren en Groene plus is afgeschaft. De bezuiniging op praktijkleren is inclusief MIP-gelden circa € 2 mln. Een derde belangrijke oorzaak van het begrote negatieve resultaat is de onderbekostiging in het mbo. Het groene onderwijs ontvangt in 2016 circa € 1.000 minder basisbekostiging per student dan het reguliere mbo. De opgestelde rapporten door Berenschot en Panteia bevestigen deze uitkomsten, maar een bijstelling heeft vooralsnog niet plaatsgevonden. Naast de onderbekostiging is bovendien mbo-breed sowieso al sprake van een negatieve ontwikkeling van de rijksbijdrage per leerling. Door opgelegde kortingen en een negatieve bijstelling van de referentieramingen daalt het macrokader en daarmee ook het bedrag per leerling met circa 9% de komende jaren. Hier bovenop komt nog dat de verkorting van vier naar drie jaar en de intensivering in het mbo eveneens een grote financiële impact hebben. Door de dubbele uitstroom van de leerlingen
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 49 van 378
in 2017 zal de formatie vanaf 2017-2018 bijgesteld worden en door de t-2-financiering zal de rijksbijdrage vanaf 2019 lager zijn. Het afschaffen van de Regeling praktijkleren en Groene plus, de onderbekostiging, de verkorting en de intensivering in het mbo en de negatieve ontwikkeling in de opbrengst per leerling de komende jaren, dit alles geeft een uiterst somber beeld voor het groene mbo. De verwachte positieve resultaten bij het vo compenseren dit beeld. De locaties die een substantieel mbo-deel hebben of volledig mbo zijn, vertonen overal forse negatieve exploitaties vanaf 2018 die niet zonder ingrijpende maatregelen opgelost kunnen worden. Het kunnen blijven voldoen aan de kwaliteitseisen staat hiermee onder grote druk. Vilentum Hogeschool (inclusief SSV) Het resultaat van Vilentum stijgt de komende jaren van € 17.000 in 2016 naar € 1.053.000 in 2020. Deze toename komt vrijwel geheel door de stijging van het bedrag als gevolg van de investeringsmiddelen voor de kwaliteit per student en het grotere aantal studenten. Vanaf 2018 neemt de rijksbijdrage bovendien toe met 4% van het studentgebonden deel. Over de gehele begrotingsperiode stijgt de te ontvangen rijksbijdrage met ruim € 3 miljoen. In de begroting is geen rekening gehouden met een korting of premie in verband met prestatieafspraken. De collegegelden nemen over dezelfde periode toe met € 760.000. De omvang van de projectenportefeuille neemt af, de samenstelling wijzigt naar meer commerciële activiteiten. Dit vertaalt zich in lagere baten en lagere overige instellingslasten. Als gevolg van de groei nemen de personeelslasten gedurende de begrotingsperiode gedoseerd toe. Dit komt mede omdat de kosten van inhuur van derden lager worden. Het ondersteunend apparaat bij Vilentum Hogeschool blijft nagenoeg op gelijk niveau. Alleen in Almere wordt een kleine uitbreiding voorzien. De verhouding tussen overhead en onderwijs wordt derhalve gunstiger. De huisvestingslasten stijgen de komende begrotingsperiode eveneens, onder andere als gevolg van de studentengroei. De kostenstijging is lager dan de stijging van de opbrengsten. Per saldo ontstaat door de studentengroei dan ook een positief exploitatieresultaat. Het rendement stijgt de komende jaren van -2,7% in 2015 naar 0,0% in 2016 en stijgt dan jaar op jaar door tot 2,8% in 2020. De Stichting Studentenvoorzieningen heeft voor 2016 een negatieve exploitatie begroot van € 70.000. Het resultaat is verbeterd ten opzichte van het genormaliseerd bedrijfsresultaat 2015; aanpassingen in het verhuurbeleid liggen hieraan ten grondslag. Dat neemt niet weg dat de exploitatie nog negatief is en het verlies neemt de komende jaren nog toe. Oorzaak is de geringe marge die behaald kan worden op de verhuur van de campus. Er zijn gesprekken met Oost Flevoland Woondiensten (OFW) omtrent het structureel verbeteren van de exploitatie van de woningen op de campus. Uitgaven onderwijskwaliteit Hoewel de Regeling praktijkleren en Groene plus is afgeschaft, blijven de kosten praktijkleren voor een groot deel bestaan. Dit betekent een structurele claim op de onderwijsmiddelen en daarmee op het eigen vermogen en de noodzakelijke investeringen in de onderwijskwaliteit (zie brief Vereniging Hogescholen d.d. 9 november 2015, kenmerk 15-4085.figo). Door het wegvallen van de Regeling (in totaal € 2,8 mln.) is en wordt de formatie deels naar beneden bijgesteld. Daarentegen wordt de formatie naar boven bijgesteld naar aanleiding van de groei van het aantal studenten. In 2015 is sprake van een groei van circa 6% en in 2016 naar verwachting van circa 2,5%. Vilentum Hogeschool heeft beide ontwikkelingen opgenomen in haar meerjarenbegroting 2016 t/m 2020. Voor het jaar 2016 is de begroting door deze ontwikkeling op een rendement van 0% gesteld en wordt niet toegevoegd aan de vermogenspositie. De verwachting is dat de studentenaantallen na 2016 nog met circa 12% zullen stijgen. De formatie voor het onderwijzend personeel zal hierdoor ook noodzakelijk worden bijgesteld en dat is ook opgenomen in de meerjarenbegroting. De vaste kosten en de formatie voor het ondersteunende personeel zal minder hard groeien. In de meerjarenbegroting loopt het rendement dan ook als volgt op 2016: 0,0%, 2017 1,3%, 2018 1,7%, 2019 2,4% en 2020 2,8%. Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 50 van 378
Daarnaast worden extra investeringen uitgevoerd in het kader van kwaliteit van in totaal € 1.275.000 verdeeld over de jaren 2015 t/m 2017. Deze investeringen zijn opgenomen in de realisatie 2015 en meerjarenbegroting. Deze investeringen houden verband met investeringen in onderwijskwaliteit, onderwijsgebonden onderzoek en de organisatie. De onderwijskwaliteit betreft het versterken van het authentiek leren, het verbeteren van de voorlichting over en begeleiding van stages, het verbeteren van toetsen en de beoordeling hiervan en het in evenwicht brengen van de studielast. Bij het onderwijsgebonden onderzoek worden kosten gemaakt voor het versterken van de verbinding van onderwijs en onderzoek in de bacheloropleidingen; hiertoe is een lector als ‘de onderzoekende docent’ aangesteld. Daarnaast worden onderzoeksprojecten uitgevoerd in de bacheloropleiding. De investeringen in de organisatie betreffen het verbeteren van onderwijslogistieke processen, het ontwikkelen van de digitale toetsomgeving en het verder profileren van de zwaartepunten van de drie faculteiten van Vilentum Hogeschool. Bestuursbureau De exploitatieresultaten van het Bestuursbureau worden toegerekend aan de Stichting Aeres Groep. De kosten wordt betaald door alle Aeres-entiteiten op basis van verdeelsleutels en een bijbehorend tarief. Hierdoor is de grootte van het budget afhankelijk van de grootte van de aangesloten stichtingen gemeten in aantallen medewerkers, gebruik vierkante meters en hoogte van de omzet. Het resultaat van het Bestuursbureau is in 2016 begroot op € 72.000 negatief, loopt in 2018 op naar € 404.000 en neemt in de jaren daarna weer af tot € 343.000 in 2020. De verdeelsleutels leidende de komende jaren tot een stijgende afdracht van de onderdelen waardoor de baten voor de stafafdelingen toenemen. Deze toename is niet ingezet voor extra formatie en/of extra materiële lasten. Daarnaast wordt het hogere toekomstige resultaat veroorzaakt door het afnemen van de investeringen in het merkenbeleid. Stichting PTC+ PTC+ is de overkoepelende organisatie van drie expertisecentra voor de ontwikkeling van bedrijven en individuele professionals. De drie expertisecentra zijn: 1 Koudetechniek; 2 Mobiele techniek; 3 Varkens, Pluimvee & Diervoeders. Het begrote exploitatieresultaat van 2016 is € 18.000 negatief. Het wegvallen van de Regeling praktijkleren en Groene plus heeft geleid tot een enorme vraaguitval. Medio 2015 is de locatie Horst afgestoten. Een externe partij heeft het personeel en de trainingsactiviteiten overgenomen en huurt het vastgoed in Horst. Hierdoor valt een deel van de omzet weg in de jaren 2016 en 2017. De omzet Varkens, Pluimvee & Diervoeders (VPD) blijft naar verwachting stabiel. VPD valt onder aansturing van Groenhorst Barneveld, maar financieel nog steeds onder PTC+. Er wordt verwacht dat deze synergie voordelen oplevert. De omzet uit de Nuffic-beurzen en de subsidie voor de PECprojecten zijn een belangrijk aandeel van de omzet. Voor de omzetten Mobiele techniek en Koudetechniek is een kleine groei begroot. De afdeling Koudetechniek geeft mede door de geïntensiveerde samenwerking met de Stichting Goo een positief resultaat en een groei naar de toekomst. Stichting Goo is het opleidingscentrum van de Nederlandse Vereniging van ondernemingen op het gebied van Koudetechniek en Luchtbehandeling (NVKL) en ORKA (Platform Koudetechniek). De personeelskosten zijn enerzijds gedaald doordat de medewerkers in Horst overgenomen zijn door een externe partner en zijn anderzijds wat gestegen doordat de centra Mobiele techniek en Koudetechniek investeren in extra salesmensen om zo extra omzet te genereren. Een deel van de formatie wordt ingehuurd om zo flexibiliteit te hebben vanwege omzetschommelingen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 51 van 378
PTC+ is zich aan het voorbereiden op de toekomst. De investering in de aanbouw van het techniekgebouw doen de afschrijvingslasten stijgen, maar daar staan tegenover forse besparingen op energie en onderhoud. De nieuwbouw wordt begin 2016 opgeleverd en is een begin van het compacter en krachtiger organiseren van PTC+. Alles in één gebouw bij elkaar moet leiden tot kortere lijnen, waardoor een betere marktbewerking en een grotere slagkracht in de sales gerealiseerd kunnen worden. Dit moet voor de komende jaren een positief resultaat in de begroting en realisatie waarborgen. Aeres Praktijkcentrum Holding bv (4 werkmaatschappijen en deelname EWI) De holding is eind 2015 opgericht en staat nog los van de onderliggende onderdelen. De voor de verbinding benodigde aandelenoverdracht vindt in 2016 plaats. Aeres Landbouwbedrijf bv Aeres Landbouwbedrijf BV is een model leer-werkbedrijf waarin innovatieve bedrijfsvoering mogelijk is. Als modelbedrijf is een gezonde exploitatie essentieel. Het gedeelte melkveehouderij is in 2015 uitgebreid en gemoderniseerd. Er functioneren in 2016 verschillende bedrijfssystemen (uitloopstal, melkrobot, biologische landbouw) naast elkaar en er zijn faciliteiten voor studenten en lectoren ondergebracht in samenwerking met het bedrijfsleven. Het optimaal inpassen van deze faciliteiten binnen het bestaande bedrijf heeft tijd nodig. Het exploitatieresultaat van Aeres Landbouwbedrijf bv is daarom begroot van € 74.000 negatief in 2016 naar € 14.000 positief in 2020. In 2016 zal verder geanalyseerd worden wat de invloed van de onderwijsfuncties is op de exploitatie. Het onderwijsdeel van Aeres zal aan de kosten bijdragen. Aeres Biologisch bedrijf bv In Aeres Biologisch bedrijf bv (voorheen LONK bv) is de biologische landbouw van Aeres Landbouwbedrijf bv ondergebracht. Het voornaamste doel van dit bedrijf is het (doen) exploiteren van biologische grond, door het telen van akkerbouwgewassen, uit te voeren door studenten in het kader van leren ondernemen. De exploitatie over 2016 bestaat uit de teelt van een aantal gewassen op een biologische kavel (SKAL). De belangrijkste gewassen zijn: zomertarwe, pompoenen, spinazie en uien. Voor 2016 en de jaren daarna wordt een resultaat verwacht van € 15.000. Aeres Trainingscentrum bv Vanaf 2016 zijn de activiteiten van het trainingscentrum van het Aeres Praktijkcentrum overgeheveld naar een afzonderlijke bv, tezamen met de activiteiten van het cursusonderwijs Emmeloord. Voor de komende jaren wordt een budgetneutraal resultaat verwacht. De medewerkers van het trainingscentrum zijn formeel in dienst van Groenhorst en de bv huurt ze in voor de activiteiten die zij verrichten voor het trainingscentrum. Binnen Groenhorst leidt dit tot een exploitatielast van € 246.000,- in 2016. Aeres Studentbedrijven bv In 2015 is het Coöperatief Veredelingsdemonstratiebedrijf UA omgezet in een bv. De doelstelling van het bedrijf is studenten ervaring op te laten doen door eindverantwoordelijk te zijn voor de totale bedrijfsvoering van het bedrijf. De exploitatie van Aeres Studentbedrijven bv bestaat uit de exploitatie van een varkens- en pluimveebedrijf, onderdeel van het varkensbedrijf is een samenwerking met een slagersbedrijf voor de verkoop van varkensvlees (Polder Porque) en de exploitatie van een paardenpensionstal, (de Paardenplaats). De opbrengsten bestaan uit de verkoop van varkens, kippen, eieren en vlees en de verhuur van paardenboxen. Het resultaat verloopt van € 5.000 negatief naar € 23.000 positief. Stichting Agrotransfer Dronten (Aeres Agree en Aeres Bedrijvencentrum Dronten) De Stichting Agrotransfer richt zich op twee markten: • Aeres Agree (Agrojobs bv en Payrolljobs bv): uitzenden, detacheren en werving & selectie van hbo’ers (Agro en Food) en contractbeheer en verloning; Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 52 van 378
• Agrotransfer bv: het faciliteren van kleinschalige huisvesting voor beginnende bedrijven. Stichting Agrotransfer ontwikkelt zich van matchmaker naar regisseur; het gehele pakket regelen van werving & selectie, flexibele arbeid en behoud van talent voor bedrijven in de Agro en Food. Het totaal begrote resultaat 2016 van Stichting Agrotransfer Dronten bedraagt circa € 6.000 positief. Aeres Agree verwacht groei in de omzet en verbetering van het resultaat. Kritische succesfactor is het vinden van kwalitatief goede consultants. Het vastgoedgedeelte (Agrotransfer) realiseert in 2016 een beperkt verlies. Nu al is merkbaar dat de markt aantrekt. Door een betere bezettingsgraad van de verhuur wordt in 2019 en verder een positief resultaat begroot. Stichting Aeres International Student Fund (AISF) De activiteiten van het AISF zijn voor de komende jaren begroot op basis van een aantal schenkingen en uitkeringen per jaar. Nieuwe activiteiten zullen worden ontplooid om de doelstelling van de stichting te verwezenlijken. In de begroting is hier nog geen rekening mee gehouden.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 53 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 54 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 55 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 56 van 378
3 Groenhorst Per 1 september 2017 verandert de naam van Groenhorst. De activiteiten krijgen namen die beginnen met Aeres. De nieuwe namen zijn Aeres MBO, Aeres VMBO en Aeres Praktijkonderwijs. De nieuwe namen voor de cursuscentra zijn nog bekend. Leeswijzer Groenhorst wil in dit geïntegreerde jaardocument laten zien wat er in 2015 is gebeurd en wat de plannen voor de komende jaren zijn. Dit hoofdstuk is bedoeld voor iedereen die direct of indirect betrokken is bij Groenhorst: van leerlingen/studenten, ouders en medewerkers tot het bedrijfsleven (praktijkopleiders), overheden, toeleverende en afnemende scholen, de omgeving van de school (buren) en nog vele andere. Groenhorst maakt deel uit van Aeres en dat ziet u terug in dit geïntegreerde jaarverslag. Niet alle informatie die betrekking heeft op Groenhorst staat in dit ene hoofdstuk. Zo zijn de kaders waarbinnen alle onderdelen van Aeres werken gegeven in hoofdstuk 1 en geeft hoofdstuk 2 de financiële stand van zaken en de toekomstverwachtingen (continuiteïtsparagraaf). Het hoofdstuk van Groenhorst bestaat uit vijf delen: een deel Groenhorst-breed en aparte delen voor het Groenhorst College Praktijkonderwijs, het vmbo, het mbo en de cursus- en contractactiviteiten. • Het hoofdstuk begint met een samenvatting van de belangrijkste ontwikkelingen van heel Groenhorst en de gezamenlijke kaders en plannen, de inrichting van de organisatie en de horizontale dialoog, de Groenhorstbrede resultaten, kwaliteitszorg en de internationale activiteiten. (§ 3.1 t/m 3.9). • De paragrafen 3.10 t/m 3.14 geven de ontwikkelingen en resultaten van het praktijkonderwijs. • De paragrafen 3.15 t/m 3.20 geven de ontwikkelingen en resultaten van het vmbo. • De paragrafen 3.21 t/m 3.26 geven de ontwikkelingen en resultaten van het mbo. • De paragrafen 3.27 t/m 3.32 geven de ontwikkelingen en resultaten van de cursus- en contractactiviteiten. De verklarende woordenlijst staat in bijlage 1. Bijlage 5 en 6 geven de onderbouwing van de cijfers. Let op! De ontwikkelingen van de locaties zijn op hoofdlijnen opgenomen in de tekst. Aanvullende informatie en detaillering per locatie staat op de websites van de locatie.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 57 van 378
Inhoud 3.1 3.2 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.4 3.4.1 3.5 3.6 3.6.1 3.6.2 3.6.3 3.6.4 3.6.5 3.7 3.7.1 3.7.2 3.8 3.8.1 3.8.2 3.9
Belangrijke Groenhorst-brede items 2015 Kernactiviteiten, missie en visie Omgeving, strategie en plannen Omgevingsfactoren en ontwikkelingen Strategie en ambities Doelstellingen Groenhorst-brede (strategische) plannen Organisatie(structuur) Organisatieontwikkeling Horizontale dialoog Groenhorst Groenhorst-brede resultaten: sturen op basiskwaliteit Resultaten meerjarenbeleidsplan en jaarplan Kengetallen en financiën Huisvesting, faciliteiten en omgeving Lerende cultuur en personele zaken ICT MIP, innovatieprojecten en Centra voor Innovatie en Vakmanschap (Landelijke) innovatieprojecten CIV Agri & Food voor het mbo Kwaliteitszorg Resultaten kwaliteitszorgsysteem Groenhorst-breed Klachten, bezwaren en incidenten Internationale activiteiten
59 60 61 61 61 62 62 63 61 63 65 65 66 66 65 67 67 67 68 69 69 68 70
Resultaten per onderwijssoort of commerciële activiteit. Praktijkonderwijs, vmbo en mbo hebben ieder een eigen inhoudsopgave. 3.10 e.v. 3.15 e.v. 3.21 e.v. 3.27 e.v.
Groenhorst College Praktijkonderwijs Groenhorst vmbo Groenhorst mbo Groenhorst cursus- en contractactiviteiten
73 79 91 107
De verklarende woordenlijst staat in bijlage 1. Bijlage 5 en 6 geven de onderbouwing van de cijfers.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 58 van 378
3.1.
Belangrijke Groenhorst-brede items 2015
De belangrijke items en het nieuws van en over leerlingen, studenten en de locaties van het praktijkonderwijs, vmbo en mbo staan aan het begin van de bijdragen van de onderwijssoorten (§ 3.10. 3.15 en 3.21). In 2015 zijn belangrijke stappen gezet in de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en de kwaliteit van de organisatie. Dit levert resultaat op blijkt uit onderzoek en indirect ook uit de instroom. Die instroom is voor het vmbo ten opzichte van 2014 met 4,7% gestegen, die van het mbo met 9,9%. Groenhorst doet het goed! Groenhorst wil leerlingen en studenten een passende en veilige leeromgeving bieden, zeker als ze leerproblemen hebben of anderszins extra zorg behoeven. Gelet op het grote aantal leerlingen dat kiest voor het Groenhorst vmbo en extra begeleiding of zorg nodig heeft, slaagt de school daarin. In Almere blijkt loting noodzakelijk vanwege de vele aanmeldingen. Taal- en rekenvaardigheid vormen belangrijke succesfactoren voor het doorlopen en afsluiten van een opleiding. Op zowel het vmbo als het mbo is het rekenniveau van leerlingen nog onvoldoende. Groenhorst speelt een landelijke rol (en heeft landelijke bekendheid) bij de implementatie van PBS (Positive Behaviour Support). Met het actieplan Focus op Vakmanschap 2011-2015 voor het mbo is een nieuw fundament gelegd om de kwaliteit in de sector te verhogen. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) heeft met individuele mbo-instellingen kwaliteitsafspraken gemaakt op specifieke thema’s. Groenhorst heeft hiervoor een kwaliteitsplan en een excellentieplan opgesteld voor de periode 2015-2018. Deze plannen zijn door de minister goedgekeurd (zie plannen op www.kwaliteitsafspraken.nl). Daarnaast is in het mbo de afstemming van de opleidingscapaciteit op de arbeidsmarkt van belang. Dit onderwerp staat de afgelopen periode, in het kader van macrodoelmatigheid, landelijk en regionaal op de agenda. Groenhorst scoort goed met haar opleidingen. Dat blijkt onder meer uit het feit dat de Keuzegids Mbo 2016 Groenhorst voor de zesde keer op rij als het beste aoc van Nederland heeft benoemd. De Inspectie heeft dit jaar binnen het mbo vervolgtoezicht op basis van het Toezichtkader bve 2012 uitgevoerd. Het betreft onderzoek naar kwaliteitsverbetering van de opleiding Recreatiedieren (crebo 97720) en onderzoek naar kwaliteitsverbetering van de opleidingen Dierenhouderij, Groen, grond, infra en Natuur en groene ruimte 3. Bij de opleidingen Dierenhouderij, Groen, grond, infra en Natuur en groene ruimte 3 is geen vervolgtoezicht meer nodig. Bij de opleiding Recreatiedieren is de conclusie dat het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging wederom onvoldoende is. Bij deze opleiding voert de Inspectie vervolgtoezicht uit vanwege het niet naleven van de wet op het gebied van kwaliteitsborging. Ook in het vmbo en het praktijkonderwijs heeft de Inspectie dit jaar onderzoek gedaan. Het betreft drie onderzoeken naar kwaliteitsverbetering binnen de gemengde leerweg van het vmbo, één kwaliteitsonderzoek binnen de vmbo-gemengde leerweg, één stelselonderzoek in het kader van het onderwijsverslag 2014-2015 binnen de vmbo-kaderberoepsgerichte leerweg en één kwaliteitsonderzoek binnen het praktijkonderwijs. Resultaat is dat alle vmbo-basis- en kaderberoepsgerichte leerwegen van de zeven locaties basistoezicht hebben, dat op één locatie het arrangement zwak op de vmbo-gemengde leerweg is verbeterd naar basistoezicht, dat op twee locaties het arrangement zwak op de vmbo-gemengde leerweg nog een jaar blijft gelden en dat de overige vijf locaties met de vmbogemengde leerweg basistoezicht hebben. Ook het praktijkonderwijs heeft basistoezicht. De in 2013 gestarte interne auditsystematiek in het vmbo is in 2015 omgezet naar een systematiek van collegiale visitatie. Het auditprotocol is hierop bijgesteld en herschreven naar de procedure Collegiale Visitatiemethodiek Groenhorst. Er is een eerste pilot uitgevoerd met de overeengekomen systematiek bij drie vmbo-locaties.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 59 van 378
Groenhorst is op weg om stap voor stap vorm en inhoud te geven aan het aangepaste besturingsmodel waarmee verder richting wordt gegeven aan de organisatieontwikkeling. In 2015 zijn het besturingsmodel, de besturingsfilosofie en de veranderstrategie geëvalueerd en aangescherpt. De komende jaren vraagt de doorontwikkeling van Focus op Vakmanschap in het mbo nog veel aandacht. Dat geldt ook voor het vmbo en het vernieuwde examenprogramma voor beroepsgerichte vakken. Daarnaast wordt het toezicht van de Inspectie gewijzigd. Gewerkt wordt aan de implementatie van het Aeres-brede merkenbeleid. Alle onderdelen van Aeres krijgen een nieuwe naam. De onderdelen van Groenhorst gaan per 1 september 2017 Aeres MBO, Aeres VMBO en Aeres Praktijkonderwijs heten. De nieuwe naam voor de cursus- en trainingcentra is eind 2015 nog niet vastgesteld.
3.2.
Kernactiviteiten, missie en visie
Groenhorst is een instelling voor praktijkonderwijs, vmbo, mbo en cursus- en contractonderwijs in de groene sector. Het mbo omvat zowel de ‘traditionele’ landbouw als de biologisch-dynamische landbouw (Warmonderhof). Rond dierverzorging verzorgt Groenhorst ook commerciële leertrajecten via het Cursuscentrum Dierverzorging Barneveld. Daarnaast bieden de locaties Emmeloord, Ede en Velp cursus- en contractactiviteiten voor het overige groene domein. Groenhorst werkt samen met anderen structureel aan innovatie van het onderwijs en de groene sector in bijvoorbeeld de Centra voor Innovatief Vakmanschap en binnen de eigen zwaartepunten (zie § 1.5.1). Missie De missie van Groenhorst is als volgt geformuleerd: het verzorgen van betekenisvol onderwijs binnen de groene beroepskolom (pro-vmbo-mbo) in al zijn diversiteit en het aangaan van duurzame contacten met alle betrokkenen. Visie Leerlingen en studenten leren zelfstandig te functioneren in een steeds veranderende samenleving. Binnen het vmbo leren onze leerlingen hun talenten en hun omgeving kennen. Groenhorst leert ze invloed nemen en samen kleur te geven aan hun omgeving. Binnen het mbo draagt Groenhorst bij aan de invloed van de groene sector, voor en door de studenten/deelnemers. Zij ontwikkelen hun specialisme binnen de groene sector en leren vanuit de ondernemende cultuur van Groenhorst ook invloed nemen op andere sectoren. In de onderstaande figuur is deze visie schematisch weergegeven, waarbij de pijl de leerloopbaan van een leerling binnen Groenhorst aangeeft (van vmbo naar mbo).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 60 van 378
De missie en visie van Groenhorst zijn opgenomen in het meerjarenbeleidsplan 2014-2018. Voor het vmbo zijn de visie en missie uitgewerkt in de beleidsagenda vmbo 2014-2015, en is de visie opgenomen in de afzonderlijke schoolgidsen van de locaties. Tevens is de bovenstaande visie het uitgangspunt voor de ontwikkeling van het nieuwe groene curriculum. Voor het mbo zijn de visie en missie vertaald naar Focus op Vakmanschap (FoV) en MBO15.
3.3.
Omgeving, strategie en plannen
Groenhorst werkt in een dynamische wereld die wordt gekenmerkt door onzekerheden. In een wereld waarin de traditionele groene sector marginaliseert, neemt het belang van de groene sector op de leefbaarheid in onze samenleving en de economie toe.
3.3.1.
Omgevingsfactoren en ontwikkelingen
De belangrijkste ontwikkelingen in de directe omgeving: • Een deel van de bekostiging wordt afhankelijk gemaakt van prestatieafspraken (kwaliteitsplan Groenhorst 2015-2018). • Technologische ontwikkelingen en ontwikkelingen in onderwijsbeleid hebben invloed op onderwijsaanbod en projecten. • De nieuwe Aeres-strategie uitwerken. • Gevolgen van invloed van ICT en media op geboden onderwijsconcept. • De landelijke aandacht voor kwaliteit van Groenhorst; het op peil houden van de positie in Keuzegids Mbo. • Toezicht van de Inspectie op kwaliteitsborging verscherpt.
3.3.2.
Strategie en ambities
Het strategische beleid van Groenhorst is een uitwerking van het Strategisch Beleidsplan 2015-2019 van Aeres. In het verlengde van dit beleidsplan en de bovenstaande ontwikkelingen wil Groenhorst tussen nu en vijf jaar het onderstaande bereiken. Focus op (beroeps)onderwijs: Groenhorst is een school waar leerlingen zich veilig en uitgedaagd voelen om duurzaam hun talenten te ontplooien, waarbij de ontwikkeling wordt ‘vastgelegd’ in de diploma’s die leerlingen en studenten/deelnemers behalen. Zij zijn in staat zelf verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces. Hierdoor zijn de alumni aantrekkelijke werknemers op de arbeidsmarkt. Vanuit de kijk op onderwijs kiest Groenhorst bewust voor wat ze wel doet en wat ze niet doet in het onderwijs met de beschikbare middelen. Bij het maken van deze keuzen vormt het aanbieden van eigentijds en aantrekkelijk (beroeps)onderwijs het uitgangspunt. Een belangrijk onderdeel van dit (beroeps)onderwijs is het ecologisch verantwoord omgaan met grondstoffen en middelen, met respect voor mens en dier. Focus op de omgeving: Groenhorst werkt samen met de omgeving, zowel landelijk als in de regio, waarbij ze zoekt naar binding op de inhoud. Ze richt zich op intensieve samenwerking, via de landelijke CIV’s en CoE’s, maar ook op regionaal vlak, zoals met Food Valley en andere kleinschaligere initiatieven. Groenhorst neemt haar verantwoordelijkheid voor de gehele regio/omgeving op het gebied van onderwijs en kennis binnen de sectoren waarin ze actief is. Ze gaat uit van de kracht van diversiteit en organiseert dwarsverbanden met andere sectoren en organisaties. Groenhorst is een school in dialoog, met een open en transparante communicatie op elk niveau binnen en buiten de school. Ouders en verzorgers zijn volwaardige partners van onze school.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 61 van 378
Duurzame kwaliteit: Groenhorst is een ondernemende onderwijsinstelling, ze stuurt op resultaat. Het onderwijs is gericht op het ontwikkelen van duurzame kennis en vaardigheden bij leerlingen en studenten/deelnemers. Groenhorst stuurt op een leerproces dat eigentijds en aantrekkelijk is en voldoende bagage meegeeft voor de toekomst. Hierbij staat het geven (en ontvangen) van waardevolle feedback centraal. Bij de medewerkers stuurt Groenhorst op duurzame ontwikkeling van (vak)deskundigheid. Zij voelen zich eigenaar van de doelen en ambities van Groenhorst en werken vanuit een professionele houding mee aan de realisatie hiervan. Dit betekent dat Groenhorst bevordert dat medewerkers zich blijven ontwikkelen vanuit een nieuwsgierige houding, dat ze openstaan voor nieuwe ontwikkelingen en initiatief nemen: duurzaam leren. Duurzaamheid betekent ook dat Groenhorst stuurt op innovatie en op onderscheidene vakkennis op bepaalde thema’s. Ze draagt zorg voor een uitdagend onderwijscurriculum, door onderwijs te verzorgen op de meest inspirerende wijze. Hierbij maakt Groenhorst voortdurend afwegingen tussen het verplichte aanbod en de beschikbare ruimte om het Aeres-onderdeel te onderscheiden ten opzichte van andere scholen. Bij deze afwegingen kijkt Groenhorst naar haar omgeving, de aansluiting met vervolgonderwijs, de maatschappij en de arbeidsmarkt.
3.3.3.
Doelstellingen
• • • •
Groenhorst heeft een open, transparante, ondernemende en resultaatgerichte cultuur. Groenhorst is financieel gezond en heeft een efficiënte bedrijfsvoering. Groenhorst is een professionele en lerende onderwijsorganisatie met excellente medewerkers. Kenmerkend voor Groenhorst is een kleinschalige en verbindende aanpak. Daarin staan de leerling/student en diens veiligheid centraal. Een omgeving die het Aeres-onderdeel waardeert is daarbij essentieel. • Groenhorst biedt praktijkgericht onderwijs dat de competenties van leerlingen/studenten waardeert.
3.3.4.
Groenhorst-brede (strategische) plannen
Groenhorst wil in het licht van bovenstaande missie en doelstellingen het volgende realiseren: • Professionalisering van medewerkers en optimaliseren HRM-beleid: - inzetten op professionalisering van onderwijspersoneel; - vergroten bekwaamheid alle managementlagen; - structureel voeren van jaarlijkse resultaat- en ontwikkelingsgesprekken; - verbreden en/of verdiepen van vakmanschap van docenten. • Continu verbeteren onderwijsproces: - doorvoeren opbrengstgericht werken in mbo; - alle deelnemers naar gewenst eindniveau Nederlands, moderne vreemde taal en rekenen; - opleidingen voldoen aan eisen en kansen van herziene kwalificatiestructuur; - voldoen aan prestatienormen voortijdig schoolverlaters; - passend onderwijs (ondersteuningsprofielen inzetbaar); - LOB op locaties ingevoerd; - begeleiding en borging van bpv, versterken invloed bedrijfsleven op onderwijs; - deelname aan onderzoek van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). • Innovatie en excellentie: - structureel inbedden vakwedstrijden in opleidingen Bloembinden en Groene ruimte; - joint classes en buitenlandstages buiten EU. • Kwaliteitsborging: - structureel inbedden van PDCA-cyclus analyse en evaluatie onderwijsproces en opbrengsten. • Bijdragen aan de realisatie van de Aeres-strategie ‘Verbindend perspectief’.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 62 van 378
3.4.
Organisatie(structuur)
Groenhorst maakt, samen met Vilentum Hogeschool, deel uit van de rechtspersoon Stichting Aeres Groep. Groenhorst heeft een locatie voor praktijkonderwijs, acht vmbo-locaties en zeven mbolocaties. Vijf van deze locaties verzorgen ook cursus- en contractactiviteiten. De BRIN-nummers van Groenhorst zijn 25GV (Groenhorst vmbo en mbo), 27VD (Groenhorst Almere vmbo) en 05NV (Groenhorst Emmeloord – Praktijkonderwijs).
3.4.1.
Organisatieontwikkeling
Voor de middellange en lange termijn is het belangrijkste speerpunt goed onderwijs te realiseren door de Groenhorst-organisatie te ontwikkelen tot een organisatie die adequaat reageert en anticipeert op veranderingen vanuit de omgeving (eisen overheid, financiële wijzigingen, vragen doelgroep en bedrijfsleven), die nieuwe kennis tijdig verwerkt en die om kan gaan met onzekerheden en een fluctuerende instroom van cursisten. De activiteiten die plaatsvinden om de medewerkers mee te nemen in deze ontwikkeling staan in § 3.6.4 Lerende cultuur en personele zaken. Besturingsmodel Via een proces van het opstellen van ontwerpeisen en het aanpassen van structuren en systemen is het besturingsmodel met de beoogde resultaten vastgesteld. Deze aanpak heeft organisatieontwikkeling tot een vanzelfsprekendheid gemaakt en vergroot het bewustzijn van wederzijdse afhankelijkheid en zorgt ervoor dat het oppakken van een aantal gezamenlijke vraagstukken groeit. Een en ander leidt tot aanpassingen in het besturingsmodel en in aanpassingen in de overlegstructuur. Er is gekozen voor een aanscherping die past bij het strategische plan 2015-2019 van Aeres en de aanpassingen in het besturingsmodel maken mogelijke aanpassingen die voortkomen uit de totale Aeres-structuur op termijn mogelijk.
3.5.
Horizontale dialoog Groenhorst
Groenhorst wil transparant en helder communiceren met stakeholders. Daartoe zet ze een breed scala aan overlegvormen, activiteiten en communicatiemiddelen in. Groenhorst neemt deel aan allerlei netwerken en samenwerkingsverbanden. Groenhorst is bovendien deelnemer aan of penvoeder van landelijke innovatieprojecten en de Centra voor Innovatief Vakmanschap (§ 3.7.2).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 63 van 378
Groenhorst informeert stakeholders via websites, social media en platforms. Denk daarbij onder meer aan bijeenkomsten voor brancheverenigingen en traditionele communicatiemiddelen zoals beurzen, congressen, folders en kranten. Op locatieniveau Iedere locatie heeft haar eigen aanpak voor de horizontale dialoog met leerlingen, studenten, ouders, stagebieders, het overige bedrijfsleven, lokale en regionale overheden en andere (maatschappelijke) relaties en algemeen belangstellenden. De aanpak past binnen de kaders, de activiteiten en de doelstelling van Groenhorst als geheel. Iedere locatie organiseert informatie- en ouderavonden en geeft geregeld nieuwsbrieven uit. Er zijn ouder(advies)- en deelnemersraden en themabijeenkomsten (o.a. rondetafelgesprekken). Iedere locatie heeft daarnaast nog een reeks locatiespecifieke contacten met het bedrijfsleven, voor de vakgebieden relevante organisaties en andere organisaties, die te vinden zijn op de website van de Groenhorst vmbo- en mbo-locaties. De Groenhorst-locaties zetten kennis en expertise van leerlingen in voor een groenere samenleving. Dit varieert van het ontwerpen, realiseren en onderhouden van groenvoorzieningen en het uitvoeren en begeleiden van ondernemerschap (bv. bij het Aeres Praktijkcentrum Dronten) tot het realiseren van moestuinen in de binnentuin van een ziekenhuis. Communicatie maakt deze projecten zichtbaar. Dit draagt bij aan een positief imago en verankert het bestaansrecht in de samenleving. Klantonderzoek Groenhorst neemt deel aan allerlei (tevredenheids-)onderzoeken zoals ‘Scholen op de kaart (vmbo)’ en werkt mee aan externe themaonderzoeken als die gedaan worden voor de rapporten van de Onderwijsinspectie, de JOB-monitor, LAKS en ProZO, de landelijke VO-Monitor (ROA) en onderzoek onder gediplomeerde schoolverlaters van DUO-Onderwijsonderzoek. Groenhorst analyseert de resultaten van deze onderzoeken en kijkt waar verbetering nodig en mogelijk is. Interne dialoog en medezeggenschap De medezeggenschapstructuur binnen Groenhorst is erop gericht om medewerkers en leerlingen, studenten en hun ouders/verzorgers op alle niveaus mee te laten denken en praten over beleid en toekomst. De personele medezeggenschap is geregeld op de verschillende niveaus van Aeres. Een samenvatting van hetgeen dat besproken is staat in het sociaal jaarverslag, paragraaf § 9.15. De medezeggenschap is geregeld via de Centrale Ondernemingsraad van Aeres, de ondernemingsraad (OR) Groenhorst en de MR Praktijkonderwijs, de centrale ouderraad en de centrale deelnemersraad. De algemeen directeur van Groenhorst maakt deel uit van het Aeres-MT en locatiedirecteuren en verschillende medewerkers zitten in allerlei Aeres-brede overlegvormen. In paragraaf § 9.15.1 is de werkwijze beschreven en is het verslag van OR Groenhorst gegeven. Externe netwerken en samenwerkingsverbanden Groenhorst heeft een klantgerichte benadering en wordt gewaardeerd voor de wijze waarop zij anticipeert op samenwerking en innovatie en inspeelt op nieuwe kennis en productmarktcombinaties. Groenhorst onderhoudt contacten met onder andere Aequor (per 1 augustus 2015 Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven - SBB), de AOC Raad, de MBO Raad, de VO-Raad Groen Kennisnet, overlegorganen rond maatschappelijke stages, het lokaal scholenoverleg en gemeentelijke (onderwijs)platforms. Vanuit locaties zijn er contacten met het bedrijfsleven, toeleverende en afnemende scholen en werkgevers in de regio en overheden. Groenhorst werkt samen binnen de volgende Regionale Meld- en Coördinatieregio’s (RMC’s): regio 14 (Arnhem/ Nijmegen), regio 16 (Eem en Vallei), regio 18 (Flevoland) en regio 19 (Utrecht). Alle vmbo-locaties en het praktijkonderwijs participeren in samenwerkingsverbanden vo/vso.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 64 van 378
Het Groenhorst College Praktijkonderwijs onderhoudt contacten met onder andere scholen voor praktijkonderwijs in Flevoland, de leerplichtambtenaar, MEE en UWV. De school is lid van het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs. Landelijke projecten Groenhorst participeert met enkele locaties in de projecten ‘School aan Zet’, ‘Opbrengstgericht Werken (OGW)’ en ‘Leren verbeteren’. Er is meegedaan met een pilot voor het lerarenregister, die inmiddels is afgerond. Het thema daarvan was het ‘borgen van actuele vakkennis’. Hierbij is op teamniveau gereflecteerd op de wijze van kennisborging, en de reflectie is vervolgens ter beoordeling voorgelegd aan relevante partijen in het bedrijfsleven. Ook is een start gemaakt met een pilot Begeleiding van startende docenten binnen het Groen Consortium Opleiden in de School en in samenwerking met WUR. Dit traject richt zich op drie pijlers: een leergang voor docentbegeleiders, een (online) intervisietool voor startende docenten, en verankering in het (HRM-)beleid van de school. Tot slot neemt Groenhorst deel aan de twee Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV), aan het samenwerkingsverband HGL en aan drie NRO-onderzoeken.
3.6.
Groenhorst-brede resultaten: sturen op basiskwaliteit
Om de Groenhorst-brede ambities (§ 3.3.2-§ 3.3.4) te realiseren stuurt de instelling op basiskwaliteit, een efficiënte bedrijfsvoering, kwaliteit en innovatie. De bedrijfsvoering van Groenhorst vindt plaats in nauwe samenwerking met het Bestuursbureau in Ede. Daarom is er aanvullende informatie te vinden in hoofdstukken 2, Aeres-brede kengetallen en financiële resultaten; 8, Bestuursbureau en 9, Sociaal jaarverslag. Hier staan de bijzonderheden van 2015.
3.6.1.
Resultaten meerjarenbeleidsplan en jaarplan
In 2015 zijn in het voor- en najaar conform de beleidscyclus managementgesprekken gevoerd op de locaties en met het College van Bestuur. Resultaten van de indicatoren op de kwaliteitskaart, behaalde successen en de aandachtspunten uit het A3-jaarplan en de nieuwe ontwikkelingen binnen de locaties zijn besproken en gerapporteerd. De belangrijkste behaalde resultaten op de succesbepalende factoren uit het A3-jaarplan zijn: • Forse studentengroei schooljaar 2014-2015; groei zet door in schooljaar 2015-2016. Uitbreiding van formatie is noodzakelijk. • Uitgevoerde inspectieonderzoeken op de locatie Almere (vmbo-gt en vmbo-kader) en op de praktijkonderwijslocatie Emmeloord leiden tot positieve resultaten met betrekking tot kwaliteit van onderwijs en kwaliteitsbewustzijn van medewerkers. • Proces van examinering binnen het vmbo is goed verlopen op alle locaties. Verbetering resultaat verschil SE minus CE binnen de vmbo-gt-leerweg wordt op alle locaties bereikt. • Financieel beeld van Groenhorst-totaal is positief. Sturing en monitoring op de formatie lopen goed. • De Centrale deelnemersraad mbo (CDR) ontwikkelt zich steeds verder. • Kwaliteitsgerichte cultuur neemt grotere plek in binnen de organisatie en bij medewerkers. PDCAcyclus wordt zowel op strategisch als op operationeel niveau uitgevoerd. • Haalbaarheid groei wordt gevolgd en heeft geleid tot ruimtelijke aanpassingen in Lelystad, Emmeloord, Velp en Almere • Ontwikkelen nieuwe opleidingen Agrotechniek en Food in nauwe samenwerking met regionaal bedrijfsleven. Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 65 van 378
3.6.2.
Kengetallen en financiën
Groenhorst verzorgt in 2015 met 694 medewerkers (552,9 fte) praktijkonderwijs, vmbo- en mboopleidingen voor 128 (PrO) + 3.546 (vmbo) + 3.294 (mbo) = 6.968 leerlingen (teldatum 1-10-2015). Daarnaast verzorgen vijf locaties cursusonderwijs voor duizenden cursisten. In de mbo-scanner (www.mboscanner.nl) is te zien dat Groenhorst in de top 10 staat qua groeipercentage, maar ook dat een groot deel van de mbo-instellingen inmiddels kampt met de verwachte dalende deelnemersaantallen. Het financieel resultaat voor heel Groenhorst is, inclusief het praktijkonderwijs in 2015 € 2.374.000. Het Groenhorst College Praktijkonderwijs Emmeloord sluit het verslagjaar af met € 115.000. Op de meerjarenbegroting daalt het saldo. Dat heeft vooral te maken met een vermindering van de basisbekostiging vanuit het ministerie en een daling van additionele middelen. Uitgebreide informatie over de financiën is gegeven in hoofdstuk 2 en de jaarrekening. Gedetailleerde overzichten van leerling- en studentenaantallen staan in bijlage 6.
3.6.3.
Huisvesting, faciliteiten en omgeving
De algemene, Aeres-brede strategie en resultaten op het gebied van huisvesting zijn beschreven in § 8.6.1, Beleid en § 2.8.1, meerjarige vastgoedprojecten. Het gaat daarbij om de duurzame afstemming op de toekomst, het gebruik van m2 eigendom en de noodzaak om flexibel te zijn. In 2015 is de renovatie van het schoolgebouw in Lelystad afgerond. Het mbo van Almere verblijft drie schooljaren in andere gebouwen. Het vmbo kan doorgroeien in het huidige gebouw. Beide afdelingen komen volgens plannen bij de start van het schooljaar 2017-2018 weer bij elkaar onder één dak maar zijn wel van elkaar gescheiden. De huidige locatie van Groenhorst Velp is verbouwd en uitgebreid met een nieuwe mbo-vleugel. De beide afdelingen zijn weer bij elkaar in één schoolgebouw. Fase 2 van de bouw is gestart in 2015. De locatie Groenhorst Emmeloord heeft vanwege groei van het leerlingaantal enkele noodlokalen geplaatst. Op de overige locaties vinden kleine aanpassingen en regulier onderhoud plaats. Groenhorst in haar omgeving Groenhorst heeft haar marktpositie versterkt en een groei gerealiseerd passend bij de ambities en mogelijkheden van de afzonderlijke locaties. Groenhorst participeert actief in drie kenniskringen. Deelname aan de kenniskring stadslandbouw loopt. Groenhorst Almere werkt hierin samen met CAH Vilentum. Voor de ontwikkeling is een projectleider aangetrokken. De opbrengsten vanuit de kenniskring diversiteit worden actief vertaald binnen de locatie Nijkerk. De kenniskring Organics is opgeheven door het vertrek van de lector, maar er is een nieuwe poging gedaan voor een vernieuwde opzet van Organics vanuit de Warmonderhof. De kenniskring pluimvee is opgestart.
3.6.4.
Lerende cultuur en personele zaken
Groenhorst heeft aan de hand van de Regeling bekwaamheid management en professionalisering onderwijspersoneel een plan van aanpak opgesteld voor de bekwaamheid van het management, professionalisering van het onderwijspersoneel en kwaliteitsverbetering van het HRM-beleid. Na een evaluatie is naar voren gekomen dat het belangrijk is om de komende jaren met name te investeren in het ‘sociale kapitaal’ van de organisatie. Binnen de onderwijsorganisaties zijn op Groenhorst-breedniveau, op teamniveau en op individueel niveau de te bereiken doelstellingen vertaald in onderliggende activiteiten (zie o.a. kwaliteitsplan mbo). Zie voor de volledige beschrijving van de scholing en professionalisering bij Groenhorst § 9.6.1. Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 66 van 378
3.6.5.
ICT
• Groenhorst heeft in 2015 geen nieuwe ICT-systemen geïmplementeerd die de onderwijslogistiek ondersteunen. • Het programma EduArte ondersteunt de bedrijfsvoering en de deelnemersadministratie. • Locaties gaan samen een visie en plan maken voor ICT. De plannen voor een nieuwe regieorganisatie worden in het komende jaar uitgerold. Hierbij wordt het principe ‘Gemeenschappelijk tenzij’ ingezet. • Diverse locaties hebben wensen die investeringen vragen in middelen of het netwerk zelf. Het devies is hier: scherp blijven op wat kan en reëel is. • De elo Itslearning wordt steeds breder gebruikt of gaat gebruikt worden. De algemene, Aeres-brede strategie op het gebied van ICT en de resultaten zijn beschreven in § 8.7.
3.7.
MIP, innovatieprojecten en Centra voor Innovatief Vakmanschap
Groenhorst innoveert structureel. Zij voert hiervoor haar Meerjarig Investeringsprogramma uit en neemt deel aan (landelijke) innovatieprojecten en de Centra voor Innovatief Vakmanschap. Meerjarige Investeringsprogramma (MIP) Voor het aansturen en toekennen van onderwijsmiddelen voor het groene onderwijs maakt het ministerie van Economische Zaken (EZ) afspraken met individuele instellingen in zogenaamde MIP’s. Uitgangspunt daarbij is de afspraak dat groene scholen zich naast hun onderwijsfunctie ook positioneren als regionaal kenniscentrum. De informatie over het MIP Groenhorst staat in § 2.7.2 en bijlage 8, tabel 1.
3.7.1.
(Landelijke) innovatieprojecten
Naast het MIP lopen nog andere projecten. In het jaar 2015 zijn de onderstaande meerjarige projecten afgesloten en vrijgevallen in de exploitatie. Dit is een selectie uit het totale overzicht op basis van de impact en/of omvang van nog niet elders in het geïntegreerd jaardocument genoemde projecten. De totale projectomzet (lopend en afgesloten) is bij Groenhorst circa € 1.719.000. BTEC Ethiopië Vier docenten (trainers) zijn naar Ethiopië afgereisd om daar drie modules van het BTEC-traject te verzorgen aan de hand van het binnen het e-learning poultry-project ontwikkelde materiaal. In 2015 zijn er drie trainingen geweest. De cursisten waren zeer divers, van highschool-leerlingen tot universitair docenten. Er is voor gekozen geen van hen het ‘certificate’ behorende bij de drie modules te overhandigen. Officieel heeft één docent uit Kenia aan alle verwachtingen voor het BTEC-certificaat voldaan. Op basis van het senior-junior principe zijn telkens twee trainers naar Ethiopië zijn gegaan. Dit is zowel door de beginnend (junior) als de ervaren (senior) docent als zeer positief ervaren. Datzelfde geldt voor de kennismaking met het BTEC-systeem. Leerpunten zijn de selectie van cursisten en de praktische en theoretische mogelijkheden ter plaatse. Dat de cursisten tevreden zijn, mag blijken uit de aanvraag van het Alage ATVET College om de drie modules op hun college te verzorgen. Er ligt een EP-Nuffic-aanvraag klaar om in te dienen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 67 van 378
Eco-Preneurship, een internationaal project Partnerschap, financier: Leonardo Het internationale Leonardo-project ‘EcoPreneurship’ is een samenwerking van onderwijsinstellingen vanuit Noorwegen, Oostenrijk en Zwitserland en Groenhorst Dronten, de locatie die biologischdynamische opleidingen verzorgt. De partners ontwikkelen een modulair curriculum waarmee ze boeren en plattelandsondernemers kunnen trainen in ‘ecopreneurship’ zodat zij concepten van de multifunctionele landbouw kunnen bedenken, ontwikkelen, implementeren, managen en/of innoveren. Om dit doel te bereiken is gekozen voor een coöperatieve werkstijl waarbij elke partner bepaalde elementen bijdraagt aan het curriculum. De partners focussen op drie kwaliteitsaspecten in het curriculum: gebaseerd op praktijkervaring, experimenteel leren en een modulaire opbouw. Al doende is vastgesteld dat een ‘ecopreneur’ ondernemerskwaliteiten en -competenties nodig heeft, een mentaliteit heeft die gericht is op samenwerking, moedig is, ingecalculeerde risico’s moet durven nemen en een integrale aanpak heeft waarin alle actoren en belangen meegewogen worden. Het project is na anderhalf jaar afgerond en de eindbeoordeling is zeer goed. Uit het eindrapport: “Strengths: een uitstekende manier om het belangrijkste doel te veranderen zonder de kwaliteit van het project kwijt te raken; door het gebruik van continue monitoring en evaluatie is het mogelijk om in een vroeg stadium van het project het doel te veranderen. Weaknesses: geen.” Een uitgebreidere, Engelstalige beschrijving staat op aeresinternational.nl Natuur en Leefomgeving Financier: overheid De focus van Groenhorst binnen dit vakgebied op groen en creatief is onder andere zichtbaar in de samenwerking met de VHG en investering in het Kenniscentrum Natuur en Leefomgeving (CoE/CIV). Dit kenniscentrum wil een broedplaats zijn voor vernieuwing van onderwijs en innovatiekracht van de leefomgeving. In het centrum werkt het groene onderwijs aan oplossingen voor maatschappelijke vragen rond het gebruik van de groene ruimte. Groenhorst participeert in diverse projecten van het centrum en heeft afspraken gemaakt met een aantal hoveniers voor verdere samenwerking. Innovatie LEA 2014-2015 Financier: gemeente Nijkerk De Lokale Educatieve Agenda is in het leven geroepen om organisaties die zich in de gemeente Nijkerk met kinderen, opvoeding en onderwijs bezighouden, te laten samenwerken. Het moet resulteren in één plan per kind. Dankzij de financiële ondersteuning voor projecten zoals doorlopende leerlijnen tussen po en vo en passend onderwijs is het volgende bereikt: • Het onderzoek naar de vraag op welke manier po- en vo-scholen omgaan met talenten: signaleren en begeleiden. • Talent voor techniek is een samenwerking met bedrijven. Het platform ontwikkelt activiteiten om de interesse in techniek bij leerlingen te stimuleren.
3.7.2.
Centra voor Innovatief Vakmanschap (CIV’s) voor het mbo
De Centra voor Innovatief Vakmanschap zijn bedoeld om de afstemming tussen mbo-onderwijs (op hbo-niveau = Centres of Expertise) en arbeidsmarkt te verbeteren en om de kwaliteit van het technisch mbo-onderwijs te bevorderen. Groenhorst mbo participeert in de Human Capital Agenda Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 68 van 378
Agri & Food om mensen op te leiden die innovatieve producten en werkwijzen in de bedrijven kunnen toepassen. Het stimuleren van een innovatieve en ondernemende houding van deelnemers in een Centrum voor Innovatief Vakmanschap (CIV) is gekoppeld aan verbreding, verdieping en verzwaring van de opleidingen en cursussen. In samenwerking met het hbo is een doorlopende leerlijn mogelijk naar niveau 5 (associate degree) of niveau 6 (bachelor). Ontwikkelde activiteiten • CIV Akkerbouw bevordert de macrodoelmatigheid in het onderwijs door nauwe samenwerking tussen de opleidingen van Edudelta, AOC Terra en Groenhorst. Voor een leven lang leren en exportondersteuning werkt CIV Akkerbouw samen met de Potato Business School in Emmeloord, die is opgezet door het bedrijfsleven. • CIV Melkveehouderij gaat voor levenslang leren met meer flexibele opleidingen en cursussen. • CIV Pluimveehouderij bevordert de macrodoelmatigheid door uitbouw van het onderwijs en de doorlopende leerlijn van mbo naar hbo. • Het meeting point Varkenshouderij bundelt diverse initiatieven vanuit bedrijfsleven en onderwijs om het varkenshouderijonderwijs een nieuwe impuls te geven. • Voorbereiden en afronden aanvraag Regionaal Investeringsfonds mbo.
3.8.
Kwaliteitszorg
Groenhorst wil kwalitatief goed onderwijs leveren en die kwaliteit continu borgen en verbeteren, en sluit met haar activiteiten aan op de verplichte kwaliteitszorg beschreven in het Toezichtkader voortgezet onderwijs, het Toezichtkader bve van de Inspectie van het Onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs. Binnen Groenhorst is er voortdurend aandacht voor kwaliteit door verbetering en vernieuwing van onder andere het onderwijs. Groenhorst streeft naar het verbeteren van leerrendementen door: • de goede dingen te doen en de dingen goed te doen; • verder te kijken dan de grenzen van klas en school; • inzicht te krijgen in kwaliteiten en groeimogelijkheden van de school en elk individu daarin. De integrale kwaliteitszorg is ingericht volgens het INK-managementmodel en de PDCA-cyclus. Dit houdt in dat het succes van de gewenste onderwijsverbeteringen en vernieuwingen wordt bepaald door de mate waarin het management erin slaagt de planning-en-control-cyclus in te bedden in de dagelijkse gang van zaken binnen de school. Visie op kwaliteitszorg • Groenhorst legt verantwoording af over de kwaliteit van haar onderwijs aan leerlingen, ouders, de overheid en de samenleving. Een belangrijke houding is daarbij de bereidheid om het eigen handelen ter discussie te stellen. • Groenhorst legt verantwoording af over de realisatie van de plannen en het rendement van het onderwijs. • Kwaliteitszorg vraagt om een duidelijke definitie van wat kwaliteit is, om explicitering van ambities en kan niet werken zonder inzicht in procesverbeteringen. • Kwaliteit ontstaat binnen het onderwijsproces. De docenten en onderwijsondersteuners geven betekenis aan de plannen en ambities.
3.8.1.
Resultaten kwaliteitszorgsysteem Groenhorst-breed
Voor 2015 zijn de belangrijkste resultaten: • Een kwaliteitsgerichte cultuur versterkt de planning- en control-cyclus (PDCA) op het niveau van de onderwijsuitvoering, het team- en het locatiemanagement en het instellingsmanagement. • Het begeleiden en ondersteunen van kwaliteitsteams vmbo/mbo en het creëren van draagvlak voor uitvoeren collegiale visitaties en reflecties. Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 69 van 378
• Het opstellen en uitvoeren van de collegiale visitatieprocedure Groenhorst: de interne auditprocedure herschrijven tot de collegiale visitatieprocedure, het vaststellen van deze procedure en het inrichten van een planmatige en systematische cyclus van uitvoering. • Het voorbereiden van de vmbo- en de mbo-locaties op de geplande Inspectieonderzoeken; uitvoeren van interne audits/collegiale visitaties. • Uitvoering audits Examenbureaus mbo-locaties in kader van het plan van aanpak Examinering op gesignaleerde tekortkoming Examinering; analyse en evaluatie van resultaten besproken met examensecretarissen (zie Examinering mbo). • Evaluatie en bijstelling van kwaliteitsborgingssysteem. De resultaten van de kwaliteitszorg staan voor het praktijkonderwijs in § 3.14 , voor het vmbo in § 3.19 en voor het mbo in § 3.25. Invoering Toezichtkader vo Bij de veranderingen in het onderwijs kan de Inspectie in haar toezicht niet achterblijven. Daarom vernieuwt de Inspectie haar toezicht. Het Toezichtkader vo zal vanaf augustus 2017 worden ingevoerd. (www.onderwijsinspectie.nl). Groenhorst volgt de ontwikkelingen nauwgezet, zodat vanaf schooljaar 2017-2018 de scholen adequaat zijn voorbereid op het nieuwe toezicht.
3.8.2.
Klachten, bezwaren en incidenten
In 2015 zijn 10 klachten ingediend (12 in 2012, 6 in 2013, 9 in 2014). Groenhorst hanteert de ‘Klachtenregeling voor een veilig schoolklimaat’. Klachten en bezwaarprocedures die het personeel betreffen, zijn opgenomen in het sociaal jaarverslag (hoofdstuk 9). Aantal
Afhandelingstermijn/status en bijzonderheden
Schoolklimaat
1
Klacht in sfeer van pesten, positief afgehandeld.
Passend onderwijs
3
Onvoldoende kunnen bieden van gewenste ondersteuningsbehoefte, twee leerlingen overgeplaatst.
Schoolregels
4
Oneens met schorsing, maatregel. Na gesprekken positief afgehandeld.
Examinering/diplomering
2
Eén klacht niet ontvankelijk.
Totaal aantal
10
3.9.
Internationale activiteiten
Groenhorst International levert een bijdrage aan de internationale ambities van Aeres. Zij wil een bijdrage leveren aan het opleiden, trainen en coachen van internationaal vakbekwame, flexibele, ondernemende professionals die kunnen meehelpen bij de duurzame oplossing van het wereldvoedselvraagstuk. Professionals die de balans kunnen vinden tussen economische, ecologische en maatschappelijke belangen. Groenhorst International ondersteunt de verschillende Groenhorst-locaties bij de ontwikkeling van internationalisering op vier verschillende terreinen: 1 beleidsontwikkeling rond internationalisering; 2 bevorderen van internationale mobiliteit; 3 bevorderen van internationalisering in de les; 4 ontwikkelen en aanbieden van trainingen en consultancy in en voor het buitenland.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 70 van 378
Ad 1 Beleidsontwikkeling rond internationalisering Om op de hoogte te blijven van ontwikkelingen participeert Groenhorst in de volgende netwerken: • MBO Raad: internationaliseringsoverleg; • AOC Raad: internationaliseringsoverleg; • NAFTC India. Informatie uit de bovenstaande bijeenkomsten wordt gedeeld binnen de organisatie via: • het Groenhorst directieoverleg; • het Groenhorst vmbo-overleg; • begeleidingsgesprekken op locaties. Ad 2 Bevorderen van internationale mobiliteit • Ongeveer 170 leerlingen hebben een internationale stage gedaan met Europees subsidiegeld (Erasmus+). • Ongeveer 20 leerlingen (v)mbo-leerlingen hebben meegedaan met het Ethiopië-project. • Er is Excellentie-geld aangevraagd om mobiliteit buiten Europa te faciliteren (voor excellente leerlingen). Ad 3 Bevorderen van internationalisering in de les Iedere locatie geeft hier verschillend invulling aan. Lopende activiteiten zijn: • aandacht voor internationaal nieuws in de klas; • presentaties geven over internationale onderwerpen; • buitenlandse gastsprekers in de klas; • deelname aan het GLOBALAND-project; • tweetalig onderwijs; • internationale klassen; • goede-doelen-projecten in de klas. Ad 4 Ontwikkelen en aanbieden van trainingen en consultancy in en voor het buitenland • Binnen het BTEC-programma zijn trainingen op het gebied van melkproductie aangeboden voor Chinese studenten. Deze vonden deels in China en deels in Nederland plaats. • Daarnaast is er een BTEC-training op het gebied van pluimvee aangeboden in Ethiopië.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 71 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 72 van 378
Groenhorst College Praktijkonderwijs Het Groenhorst College Praktijkonderwijs in Emmeloord heet vanaf september 2017 Aeres Praktijkonderwijs Emmeloord.
Inhoud 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14
Belangrijke items en uitdagingen Praktijkonderwijs (PrO) Emmeloord Onderwijsvisie en beleid (Onderwijs)resultaten praktijkonderwijs Onderwijsontwikkeling praktijkonderwijs Kwaliteitszorg
74 75 75 77 77
De verklarende woordenlijst staat in bijlage 1.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 73 van 378
Het Groenhorst College Praktijkonderwijs Emmeloord maakt deel uit van Aeres en specifiek van de Groenhorst-locatie Dronten-Emmeloord. Alle activiteiten vinden plaats binnen de gezamenlijke (strategische) kaders van de groep (hoofdstukken 1 en 2) en Groenhorst (§ 3.3). Het Groenhorst College Praktijkonderwijs heeft een eigen BRIN-nummer (05NV).
3.10. Belangrijke items en uitdagingen Praktijkonderwijs (PrO) Emmeloord De school is op verschillende terreinen in ontwikkeling. Het team werkt met inzet, betrokkenheid en aandacht voor de leerlingen. Leerlingen brengen bezoeken aan en lopen stages bij bedrijven en organisaties. Groenhorst bedankt deze bedrijven en organisaties voor hun gastvrijheid. Het aantal leerlingen groeit in 2015 naar 128 (116 in 2014) leerlingen. De reden daarvoor is dat er meer PrO-geïndiceerde leerlingen uit de regio komen. Zowel de instroom in klas 1 als de zijinstroom vanuit andere vmbo-scholen in de hogere leerjaren groeit. Het percentage leerlingen uit de regio met een PrO-indicatie komt daarmee in de buurt van het landelijke percentage van 2,9%. De verwachting is dat dit aantal nog verder zal stijgen in verband met het passend onderwijs, waardoor meer leerlingen met een zware ondersteuning in het praktijkonderwijs komen. Het aantal leerlingen dat binnen de laatste leerjaren op mbo-niveau 1 lessen kan volgen groeit gestaag, waardoor de doorstroom naar mbo-niveau 2 wordt vergroot. De huisvesting is berekend op 102 leerlingen. Om de groei op te kunnen vangen, is per 2016 uitbreiding nodig. Alle leerlingen hebben nu een IOP (individueel ontwikkelingsplan) en een OPP (ontwikkelperspectief plan). De begeleiding en ondersteuning van leerlingen is in 2015 verder met het team doorontwikkeld. Het management heeft een aantal professionaliseringsvraagstukken, zoals hoe te werken met digitale leermethodes, geformuleerd en uitgezet om het team bij de professionalisering te ondersteunen. De implementatie van de resultaten daarvan is in een vergevorderd stadium, het team heeft een aantal scholingen gevolgd. Behalve in onderwijsinhoudelijke thema’s, zoals het verbeteren van de opleidingsleerlijnen voor alle vakken en het aanscherpen van de doelgerichtheid van de individuele ontwikkelingsplannen (IOP’s), investeert het management in het verbeteren van de samenwerking in het docentenkorps. Inzet is het versterken van de aanspreekcultuur, de synergie in het team en het professionaliseren van het docentschap. Daartoe zijn allerlei scholingen en teambijeenkomsten geweest. Het eigen team biedt inmiddels zelf alle mogelijke beroepsrichtingen aan. In het verleden vroegen ze andere scholen dit te doen. Uitdagingen • Het plaatsen van leerlingen op de arbeidsmarkt wordt steeds lastiger. De school heeft daarom een werkcoöperatie opgezet om de relatie met het bedrijfsleven en de lokale overheid te versterken en de kans op plaatsing te vergroten. Deze samenwerking gaat de school verder uitbouwen. • De samenwerking binnen het team verder vergroten, waardoor de medewerkers nog meer verantwoordelijkheid voelen en nemen in het totale onderwijsproces. • Toenemende eisen vanuit de maatschappij en de gemeente voor opvang en begeleiding van leerlingen die een relatief grote afstand hebben tot de arbeidsmarkt. • De personeelsleden zullen de effecten van het passend onderwijs in de klas tegenkomen. In iedere groep zullen nog meer variaties in achterstanden en handicaps van leerlingen vertegenwoordigd zijn.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 74 van 378
• De LOB is gestart en moet verder worden geïntegreerd in het schoolprogramma. Dit ligt in lijn met de bevindingen van de Inspectie in 2015. • De implementatie van een lunchcafé, huishoudlokaal, modeshows en verkoopruimte voor en door leerlingen. • Omzetten van AKA-opleidingen (arbeidsmarktgekwalificeerd assistent) naar entreeopleidingen.
3.11.
Onderwijsvisie en beleid
Leerlingen van het Groenhorst College Praktijkonderwijs leren voornamelijk door praktische vakken en functioneel theoretisch onderwijs en hebben veel baat bij het mogen leren en werken op hun eigen niveau (aangepaste didactiek). De nadruk ligt dan ook op leren door doen. Het theoretisch onderwijs besteedt ook grote aandacht aan de ontwikkeling van communicatieve en sociale vaardigheden en de beperkte woordenschat van deze leerlingen. Het Groenhorst College Praktijkonderwijs biedt haar leerlingen vanuit een christelijke levensvisie onderwijs aan. Het praktijkonderwijs wil deze leerlingen helpen: • een open en verdraagzame houding te ontwikkelen en bereidheid tot samenwerking; • elkaar serieus te nemen, te respecteren en de ander in zijn/haar waarde te laten; • bij het vinden van passend werk. Om deze visie te ondersteunen is er voor alle PrO-leerlingen een eigen actiegericht Ontwikkel Perspectief Plan (OPP); het individuele ontwikkelingsplan (IOP) is hierin opgenomen. Voor leerlingen met een leerlinggebonden financiering (lgf) is een extra verwerking opgenomen in het IOP. Het Groenhorst College Praktijkonderwijs wil ervoor zorgen dat PrO-leerlingen zich later in de maatschappij sociaal en praktisch zo zelfstandig mogelijk kunnen redden. Acceptatie van beperkingen en het versterken van het zelfbeeld zijn hierbij heel belangrijk. Het bieden van een veilige basis in de vorm van een eigen kleine groep, een eigen locatie en een eigen groepsleerkracht is essentieel voor PrO-leerlingen. Het Groenhorst College Praktijkonderwijs wil leerlingen zo goed mogelijk begeleiden in hun persoonlijke ontwikkeling, op weg naar volwassenheid. Het Groenhorst College Praktijkonderwijs heeft zichzelf de volgende algemene doelen gesteld: • De leerlingen met onderwijs en stage(s) voorbereiden op werk. • Het vinden van werk gedurende de tijd dat plaatsingsstages worden gelopen. • De leerlingen voorbereiden om zich later in de maatschappij sociaal en praktisch zo zelfstandig mogelijk te kunnen redden. Toegankelijkheid en toelatingsbeleid Het Groenhorst College Praktijkonderwijs is voortgezet onderwijs met een geheel eigen karakter. Leerlingen hebben een leerachterstand van tenminste drie jaar op twee of meer cognitieve gebieden (rekenen, begrijpend en technisch lezen en spellen) en een IQ van tussen de 60 en 80. De school neemt ook leerlingen aan met een cluster 2-, 3-, of 4-indicatie. Een deel van deze leerlingen heeft al leerlinggebonden financiering (lgf), voor de andere leerlingen kan die worden aangevraagd.
3.12. (Onderwijs)resultaten praktijkonderwijs De onderstaande resultaten dragen bij aan de strategische ambities ‘Focus op (beroeps)onderwijs’ en ‘Duurzame kwaliteit’ uit het meerjarenplan Groenhorst (§ 3.3.2). Personele zaken staan in § 3.6.4 en § 9.4 t/m 9.11.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 75 van 378
Leerlingenpopulatie en studieresultaten Het aantal PrO-leerlingen is ten opzichte van 2014 gestegen naar 128 (2014: 116) en zal naar verwachting in 2016 verder stijgen vanwege de invoering van het passend onderwijs. Het marktaandeel in de Noordoostpolder is zo goed als maximaal (98%).
2013
2014
2015
Inschrijvingen
114
116
128
Instroom
24
31
33
Doorstroom PrO > (v)mbo
8
11
2
Het is voor een beperkt aantal leerlingen mogelijk een mbo-diploma niveau 1 te halen (aoc of roc), terwijl de leerling ingeschreven blijft staan op de school voor praktijkonderwijs. • De school wil leerlingen die het in zich hebben opleiden voor het heftruckcertificaat en/of lasdiploma (niv. 1 en 2). Ongeveer 54% van de leerlingen heeft bij uitstroom een branchegericht certificaat gehaald. 10 leerlingen hebben een erkend branchegericht lasdiploma behaald, wat een uitzonderlijke prestatie is. • Het Groenhorst College Praktijkonderwijs scoort bovengemiddeld op de uitstroom naar werk en leren en de uitstroom naar voortgezet onderwijs in vergelijking met het landelijk gemiddelde.
AKA NIV. 1 DIPLOMA BEHAALD
2012-2013
2013-2014
2014-2015
36%
42%
8 = 44 %
9%
54%
31 = 67 %
27%
12 = 66%
BRANCHE-CERTIFICAAT BEHAALD
UITSTROOM 2012-2013 Uitstroom naar reguliere arbeidsplaats
18%
Beschermde arbeid
5%
0
0
Werk en leren
14%
38%
61%
Leren – vmbo
5%
19%
2 = 11%
Leren – vso
9%
0
11%
Leren – anders, school voor praktijkonderwijs
14%
15%
17%
0
0
0
Dagbesteding Waar komen leerlingen terecht: bron Scholenopdekaart.nl
Overige resultaten • Docenten in de bovenbouw werken resultaatverantwoordelijk. De werkwijze binnen en organisatie van de lessen in combinatie met stage zijn vastgelegd. • Het principe dat stage, werk en de leerling leidend moet zijn is ingevoerd. Het komt daardoor niet meer voor dat een leerling geen stage kan lopen vanwege de vastgestelde schooldag. Het vinden van een stageplaats is daarmee sterk verbeterd. • Het serviceloket dat sinds dit jaar iedere dinsdagavond open is, is succesvol. Ouders en leerlingen komen met diverse vragen, ook niet-school gerelateerde, waardoor het onderwijsproces verbetert. • Door verschillende scholingen binnen het team zijn de volgende resultaten te noemen: - Vier erkende assessoren voor praktijkexamens. - Docenten hebben beroepscertificaten behaald voor de uitvoering van beroepsgerichte lessen schilderen, zorg en handel. - Er is een hernieuwde opzet van leerlijnen per sector voor samenhang theorie-praktijk, profilering en verdieping.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 76 van 378
- Het PIT (Praktijk InnovatieTeam) werkt als aanjager voor onderwijsvernieuwing en –verbetering voor zowel het MT als het team. Het heeft meer beleidsruimte gekregen en de resultaten verwoord naar het team.
3.13. Onderwijsontwikkeling praktijkonderwijs Resultaten onderwijsontwikkeling 2015 • De entreeopleiding is succesvol binnen de structuur van het praktijkonderwijs opgenomen. Vanuit een veilige omgeving kan de PrO-leerling, mits voldoende gemotiveerd en gekwalificeerd, het entreediploma behalen in samenwerking met roc en/of aoc. • De leerlingen in de bovenbouw werken volgens weekplanners. • Op basis van de gegevens van de landelijke uitstroommonitor slaagt de school erin om ruim 90% van de leerlingen succesvol te plaatsen naar een (gesubsidieerde) arbeidsplek of vervolgscholing. • Zorgstructuur is herijkt, zorgleerlingen ontvangen adequate begeleiding. • Lessen in voldoende mate gestructureerd, er is sprake van duidelijke uitleg en actieve betrokkenheid van leerlingen bij lesactiviteiten. Feedback geven aan leerlingen is hierbij nog een aandachtspunt. • IOP’s van leerlingen bevatten veel gedragsmatige doelen, de cognitieve doelen blijven hier achter. De doelen zijn verder aangepast naar lange-termijn-doelen. • Stagebureau/LOB is ingericht en zorgt voor goede begeleiding van leerlingen naar de arbeidsmarkt en/of vervolgonderwijs. • Praktijkgerichte scholing is gestart voor gebruik van lunchcafé, kledingwinkel, huishoudlokaal en verkoopruimte van onder andere kleding. Lopende projecten en plannen onderwijsontwikkeling • Blijvend evalueren van stageprotocol en dit waar nodig aanpassen. • Verder finetunen van job-coaching van leerlingen in overleg met LOB en stagebureau. • Uitbreiden van te behalen certificaten voor leerlingen binnen het vmbo en/of mbo. • Integratie van IOP en OPP. De laatstgenoemde is een wettelijke verplichting sinds 1-8-2014. De eerstgenoemde werd al reeds gebruikt binnen het praktijkonderwijs.
3.14. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg van het praktijkonderwijs in Emmeloord vindt plaats binnen de kaders van het Groenhorst-brede kwaliteitssysteem (§ 3.8) en levert daarmee een bijdrage aan de strategische ambitie ‘Duurzame kwaliteit’. Elk jaar doorloopt de school de PDCA-cyclus aan de hand van instrumenten en begeleiding die speciaal voor het praktijkonderwijs zijn ontwikkeld. De Inspectie van het Onderwijs heeft in april 2015 een onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Het kwaliteitsonderzoek heeft geleid tot het toekennen van het basisarrangement omdat zowel de opbrengsten als ook de kwaliteit van het onderwijsproces op de onderzochte onderdelen van voldoende niveau zijn. Ook zijn er geen tekortkomingen in de naleving van wettelijke voorschriften vastgesteld. De school werkt planmatig en volgens de PDCA-cyclus aan haar schoolontwikkeling. Omdat veel ontwikkelingen nog niet afgerond zijn, is het nog te vroeg om het borgen van gerealiseerde kwaliteit als voldoende te beoordelen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 77 van 378
Tevredenheid Leerlingen van het praktijkonderwijs en hun ouders hebben deelgenomen aan tevredenheidsmetingen voor ProZO!. De resultaten daarvan worden geëvalueerd en zullen zichtbaar zijn in de uitstroommonitor van 2014. De school scoort op de stelling ‘Ik voel me veilig op deze school’ een 7,5. Dit is 0,5 punt lager dan het landelijk gemiddelde (8,0).
Leerlingen
Ouders
ProZO!
2012-2013
2013-2014
2014-2015
3,04
3,11
3,06
Scholen-op-de-kaart
6,8
7,1
7,0
Landelijk
7,4
6,8
6,9
ProZO!
3,07
3,04
3,09
Scholen-op-de-kaart
7,3
7,0
6,8
Landelijk
7,3
7,3
7,3
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 78 van 378
X
Groenhorst vmbo Groenhorst vmbo heet vanaf september 2017 Aeres VMBO.
Inhoud 3.15 3.16 3.17 3.17.1 3.17.2 3.17.3 3.18 3.18.1 3.18.2 3.19 3.19.1 3.19.2 3.19.3 3.20
Belangrijke items en uitdagingen vmbo Onderwijsvisie en beleid (Onderwijs)resultaten vmbo Leerlingenpopulatie en studieresultaten Prestatiebox Passende begeleiding (passend onderwijs, LOB en VSV) Onderwijsontwikkeling vmbo Resultaten onderwijsontwikkeling Lopende projecten en plannen Kwaliteitszorg Inspectiebezoeken Tevredenheid leerlingen Overige kwaliteitsonderzoeken Locatiespecifieke informatie
80 80 81 81 85 85 86 86 87 88 88 89 90 90
De verklarende woordenlijst staat in bijlage 1. Bijlage 5 en 6 geven de onderbouwing van de cijfers.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 79 van 378
Het Groenhorst vmbo maakt deel uit van Aeres en bestaat uit acht vmbo-locaties verspreid over Midden-Nederland. Alle activiteiten vinden plaats binnen de gezamenlijke (strategische) kaders van de groep (hoofdstukken 1 en 2) en van Groenhorst (§ 3.3).
3.15. Belangrijke items en uitdagingen vmbo Het Sectorakkoord VO 2014-2017 Klaar voor de toekomst bestendigt en verstevigt de ingeslagen weg van het voortgezet onderwijs om de gestelde ambities als sector waar te maken. Het gaat hierbij om de ambities: uitdagend onderwijs voor elke leerling, eigentijdse voorzieningen, brede vorming voor alle leerlingen, partnerschap in de regio, scholen als lerende organisaties, toekomstbestendig organiseren en koppeling van onderwijs- en personeelsontwikkeling. Dit sectorakkoord biedt in relatie tot de uitdaging waar Groenhorst als geheel voor staat (§ 3.3) en het meerjarenbeleidsplan van Groenhorst voldoende houvast voor de komende jaren. Een greep uit de resultaten en gebeurtenissen van het verslagjaar: • Emmeloord, Lelystad en Nijkerk hebben 100% geslaagden. • Bijna alle locaties hebben meer leerlingen ten opzichte van de voorgaande jaren waarvan een goed deel een ondersteuningsvraag heeft. Groenhorst zoekt de balans tussen onderwijsvraag en zorgvraag. De laatste mag niet groter zijn dan de eerste. Velp werkt zelfs met een leerlingstop. • Leerlingen en ouders dragen op de meeste locaties via de raden steeds meer bij aan de school. • De contacten met de omgeving, de gemeente, bedrijven en instellingen gaan niet alleen over onderwijs. De leerlingen lopen stage en werken mee aan projecten en lokale initiatieven. • Het nieuwe examenprogramma voor vmbo groen heeft veel stof doen opwaaien. • Vmbo-leerlingen van een aantal locaties (Emmeloord, Maartensdijk, Nijkerk en Velp) bezoeken het Aeres Ethiopië-project of bereiden zich voor op hun reis. Ze hebben onder meer een waterput gemaakt in het kader van het project water4Ethiopië. • Leerlingen van Almere winnen de prijsvraag Voorop in de Vergroening met hun project ‘De duurzame verbinding – kweken, komen en eten in Almere Poort’. Gezondheid en duurzaamheid zijn sowieso belangrijke thema’s voor de locatie Almere. • De leerlingen van Lelystad nemen deel aan het nationale vmbo-debat en doen het goed. • Groenhorst Nijkerk viert haar 75-jarig bestaan: alle leerlingen bezoeken het Dolfinarium. Uitdagingen vmbo Enkele door de meeste de locaties genoemde uitdagingen zijn: • de vernieuwing van het beroepsgerichte curriculum en de examens; • de versterking van loopbaanoriëntatie en -begeleiding in alle leerwegen van het vmbo; • het stimuleren van doorlopende leerroutes vmbo-mbo; • realisatie modern responsief vmbo dat inspeelt op veranderingen in de maatschappij; • internationalisering; • veranderend toezichtkader.
3.16. Onderwijsvisie en -beleid Groenhorst heeft voor het vmbo in het schoolplan de speerpunten voor de periode 2015-2019 vastgelegd. Het vmbo van Groenhorst wil in 2019 een verbindende school, een eigentijdse school en een persoonlijke school te zijn. Groenhorst is in 2019 een verbindende school. Dit betekent dat de vo-scholen van Groenhorst binnen duidelijk vastgestelde grenzen streven naar een klimaat waarin iedereen gestimuleerd en geprikkeld wordt om medeverantwoordelijkheid te dragen voor het welbevinden van zichzelf, de ander en de
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 80 van 378
omgeving. Wederzijds respect is een vaste waarde. Regels zijn er niet om de regels, maar om de ruimte aan te geven waarbinnen iedereen zich vrij kan bewegen. Groenhorst is in 2019 een eigentijdse school. Voor de komende jaren wordt Groenhorst als eigentijdse school ingevuld door een drietal ontwikkelingen: • invoering van nieuwe beroepsgerichte examens vmbo en de daarmee gepaarde ambitie om te komen tot een vernieuwd curriculum voor de beroepsgerichte vakken; • loopbaanoriëntatie en begeleiding; • Internationalisering. Groenhorst is in 2019 een persoonlijke school, de leerling staat centraal. Iedereen kent elkaar en iedereen wordt persoonlijk benaderd. Alleen op deze manier kunnen leerlingen goed begeleid worden. Goede begeleiding is noodzakelijk voor elke leerling. Groenhorst streeft ernaar om leerlingen in het onderwijs uit te dagen. Dit betekent maatwerk leveren en differentiëren. Toegankelijkheid en toelatingsbeleid De basisscholen geven leerlingen een schooladvies voor een passend vervolg in het voortgezet onderwijs. De vmbo-locaties van Groenhorst geven uitvoering aan de wettelijke eis om de leerlingen te plaatsen op het niveau van het schooladvies dat door de basisscholen wordt gegeven. Ook bij bijgestelde schooladviezen worden de leerlingen op het niveau van het uiteindelijke schooladvies geplaatst. Voor de onderbouw is een samenhangend onderwijsprogramma opgesteld dat zodanig is ingericht dat het de doorstroom bevordert en dat de leerlingen hun keuzevrijheid behouden.
3.17. (Onderwijs)resultaten vmbo In de vo-sector is als benchmark en verantwoordingsinstrumentarium Scholen-op-de-kaart in gebruik. Via Vensters VO wordt alle cijfermatige informatie van de samenwerkende vo-scholen in één systeem verzameld. Het brengt in beeld hoe de scholen presteren op 21 belangrijke indicatoren. Via de landelijke website (www.scholenopdekaart.nl) presenteren alle Groenhorst vmbo-locaties en de praktijkonderwijslocatie zich. Resultaten van scholen kunnen onderling vergeleken worden. De onderstaande resultaten dragen bij aan de strategische ambities Focus op (beroeps)onderwijs en Duurzame kwaliteit uit het meerjarenplan Groenhorst (§ 3.3). Personele zaken staan in § 3.6.4 en § 9.4 t/m 9.11.
3.17.1.
Leerlingenpopulatie en studieresultaten
Op teldatum 1 oktober 2015 telt Groenhorst vmbo in totaal 3.546 leerlingen (3.388 in 2014). Het aantal lwoo-leerlingen is 1.194 (1.192 in 2014). Het percentage lwoo-‘ers van de totale vmbo-populatie is nu 33,7%, dit was 35,2 % in 2014. (zie bijlage 6, tabel 1 en 2). Basisarrangement Het meerjarenopbrengstenoverzicht vo 2015 is gebaseerd op de resultaten die zijn behaald in 2012, 2013 en 2014. Op basis van het resultaat van het door de Inspectie uitgevoerde onderzoek krijgen de locaties Bilthoven en Maartensdijk het oordeel zwak, vanwege respectievelijk onvoldoende opbrengsten en onvoldoende kwaliteitsborging. De locatie Nijkerk heeft na het bezoek van de Inspectie in oktober 2015 het basisarrangement toegewezen gekregen vanwege het feit dat de opbrengsten over het schooljaar 2014-2015 duidelijk verbeterd waren ten opzichte van de voorgaande jaren. De locatie Ede wacht begin 2016 een kwaliteitsonderzoek naar aanleiding van onvoldoende opbrengsten over schooljaar 2013-2014. Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 81 van 378
Basisberoepsgericht (bb)
Kaderberoepsgericht (kb)
Gemengd en/of theoretisch (gtl)
Locatie
2013
2014
2015
2013
2014
2015
2013
2014
2015
Almere
BA
BA
BA
BA
BA
BA
ZWAK
ZWAK
BA
Bilthoven
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
ZWAK
ZWAK
ZWAK
Ede
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
Emmeloord
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
Lelystad
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
Maartensdijk BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
ZWAK
ZWAK
Nijkerk
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
Velp
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
BA
Bron: Inspectie van het Onderwijs (www.onderwijsinpsectie.nl), BA = basistoezicht.
Onderwijsopbrengsten en examinering De onderstaande grafieken tonen de opbrengsten van de Groenhorst vmbo-scholen per onderwijssoort over de afgelopen vijf jaar. De grafiek slaagpercentage geeft aan hoeveel procent van de leerlingen geslaagd is voor het examen ten opzichte van het landelijk gemiddelde en de percentielscore. De grafiek verschil se-ce laat zien hoe groot het verschil is tussen de schoolexamens (se) en de centrale examens (ce-inspectienorm is max. 0,5 punt) ten opzichte van het landelijk gemiddelde en de percentielscore. De grafiek centraal examen toont het gemiddelde examencijfer van het centraal examen ten opzichte van het landelijk gemiddelde en de percentielscore. De grafiek schoolexamen toont het gemiddelde cijfer van het schoolexamen ten opzichte van het landelijk gemiddelde en de percentielscore. Slaagpercentage 2014-2015 Het gemiddelde slaagpercentage 2014-2015 vmbo-breed over alle leerwegen is 98% tegen landelijk 95,7%. Binnen alle leerwegen is het slaagpercentage hoger dan het landelijk gemiddelde slaagpercentage. Verschil se-ce Het verschil cijfer se-ce is vmbo-breed over alle leerwegen lager dan de inspectienorm 0,5. Voor alle leerwegen wordt de dalende trend doorgezet. Centraal examen 2014-2015 Het gemiddelde cijfer voor het centraal examen 2014-2015 vmbo-breed over alle leerwegen is 6,6 tegen landelijk 6,5. Het resultaat van het gemiddelde cijfer ce voor de vmbo-basisberoepsgerichte en kaderberoepsgerichte opleiding is 0,2 punt hoger dan het landelijk gemiddelde cijfer. De vmbo gemengde en/of theoretische leerweg scoort een 6,5, wat gelijk is aan het landelijk gemiddelde. Schoolexamen 2014-2015 Het gemiddelde cijfer voor het schoolexamen 2014-2015 vmbo-breed over alle leerwegen is 6,39 tegen landelijk 6,59. Locatiespecifieke informatie staat op www.scholenopdekaart.nl, te bereiken via de specifieke locatiewebsites onder vmbo – Onze resultaten.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 82 van 378
Verbetering onderwijsrendementen Vanuit de kwaliteitszorgcyclus is er aandacht voor het analyseren en evalueren van opbrengsten uit het gehele onderwijsproces door het locatiemanagementteam. Op basis van de toetsresultaten, resultaten uit leerling- en mentorgesprekken en enquêtes en andere onderzoeken werken locaties aan verbetering van het pedagogisch-didactisch klimaat.
Bron van deze en die op de volgende pagina: managementrapportage VvV: Opbrengsten scholen 2014-2015.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 83 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 84 van 378
3.17.2.
Prestatiebox
Groenhorst kiest ervoor om de middelen vanuit de Prestatiebox enerzijds in te zetten voor Groenhorst-brede ontwikkelingen passend bij het sectorakkoord en de ambities zoals beschreven in het schoolplan. Anderzijds ontvangen de afzonderlijke locaties middelen uit de Prestatiebox. De activiteiten die de locaties op dit gebied uitvoeren en de plannen die zij hebben zijn terug te vinden in de plannen voor onderwijsontwikkeling (zie § 3.18). De middelen uit de Prestatiebox 2015 zijn binnen Groenhorst overstijgend ingezet op de volgende ontwikkelingen: • Vernieuwing groen curriculum op basis van de nieuwe examenprogramma’s. • Kwaliteitszorg en resultaatgericht werken, onder andere systemen om leerlingen te volgen en maatwerk te verzorgen, en doorzetten verbeterslag kwaliteit van toetsbeleid.
Vrije inzet of anders
Bedrag vernieuwing beroepsgericht vmbo
Bedrag kwaliteitszorg
€ 82.835
€ 16.267
Centrale dienst Almere
€ 80.485
€ 11.347
€ 14.744
Bilthoven
€ 38.168
-
€ 15.174
Ede
€ 45.643
€ 5.944
€ 16.478
Emmeloord
€ 35.524
€ 3.242
€ 14.640
Emmeloord PrO
€ 13.772
-
€ 2.270
Lelystad
€ 35.112
€ 3.242
€ 12.973
Maartensdijk
€ 48.489
€ 5.944
€ 17.043
Nijkerk
€ 45.825
€ 3.242
€ 14.703
Velp
€ 39.024
€ 3.242
€ 15.281
3.17.3.
Passende begeleiding (passend onderwijs, LOB en VSV)
Passend onderwijs Met de invoering van de Wet passend onderwijs heeft Groenhorst sinds 1 augustus 2014 een zorgplicht. Om alle kinderen een passende plek te kunnen bieden, maken de vo-locaties en het praktijkonderwijs deel uit van samenwerkingsverbanden. Ieder samenwerkingsverband Passend onderwijs maakt zelf een jaarverslag. De paragraaf beperkt zich daarom tot de resultaten binnen Groenhorst. Almere
Samenwerkingsverband VO2401 Almere
Lelystad
Samenwerkingsverband VO2403 Stichting Samenwerkingsverband 24-03
Bilthoven
Samenwerkingsverband VO2603 Zuidoost-Utrecht
Maartensdijk
Samenwerkingsverband VO2603 Zuidoost Utrecht
Ede
Samenwerkingsverband VO2510 Ede, Wageningen e.o.
Nijkerk
Samenwerkingsverband VO2509 Stichting Leerlingenzorg NW Veluwe.
Emmeloord
Samenwerkingsverband VO2402 Stichting Aandacht +
Velp
Samenwerkingsverband VO2506 Stichting Samenwerkingsverband Passend Onderwijs V(S)O 25-06
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 85 van 378
Het Groenhorst vmbo heeft in 2015 schoolondersteuningsprofielen vastgesteld. Per locatie zijn er verschillen in aanpak, invulling en de samenwerking met betrokkenen Locatiespecifieke informatie staat op de websites van de vmbo-locaties. LOB Loopbaanoriëntatie en -begeleiding is een geïntegreerd, dynamisch en continu proces van voorbereiding op een toekomstige vervolgopleiding, de arbeidsmarkt, maatschappelijke participatie en verwerving van loopbaancompetenties. Binnen Groenhorst begeleiden mentoren/studieloopbaanbegeleiders (slb’ers) leerlingen in hun loopbaanontwikkeling middels het voeren van loopbaanreflectiegesprekken. Een groot deel van de mentoren/slb’ers is hierin geschoold. Iedere locatie heeft een eigen LOB plan van aanpak opgesteld met als doel de realisatie van een doorlopende LOB-leerlijn. Dit krijgt verder vorm in de ontwikkeling van nieuwe beroepsgerichte programma’s. Voortijdig schoolverlaters (VSV’ers) Voor het toekennen van prestatiesubsidies aan instellingen kijkt de overheid naar het percentage nieuwe VSV’-ers. Dit is het aantal nieuwe VSV’-ers ten opzichte van het aantal deelnemers in de leeftijd van 12 tot 23 jaar. Meest voorkomende uitvalreden is dat een leerling wel is gediplomeerd, maar niet is aangekomen in het mbo of ander vervolgonderwijs. Ook vallen leerlingen uit in het eerste jaar mbo. De VSV’ers worden dan toegerekend aan het vmbo. Stand van zaken vo (25GV) Uit de rapportage van het digitaal verzuimloket per oktober 2014 blijkt dat Groenhorst zowel voor de onderbouw vo als voor de bovenbouw vo in het schooljaar 2013-2014 voldoet aan de normen voor het verkrijgen van prestatiesubsidie. In de onderbouw is het uitvalpercentage 0,28 (doelpercentage 1,0%) en in de bovenbouw 0,99% (doelpercentage 4,0%). Stand van zaken vo (27VD = Almere) Uit de rapportage van het digitaal verzuimloket per oktober 2014 blijkt dat Groenhorst zowel voor de onderbouw vo als voor de bovenbouw vo in het schooljaar 2013-2014 voldoet aan de normen voor het verkrijgen van prestatiesubsidie. In de onderbouw is het uitvalpercentage 0,48% (doelpercentage 1,0%) en in de bovenbouw 1,48 % (doelpercentage 4,0%).
3.18. Onderwijsontwikkeling vmbo Binnen de bovenstaande visie is het pedagogisch-didactisch klimaat op het vmbo herijkt door gezamenlijk invulling te geven aan de verbindende school. Daarnaast zijn in het programma Kwaliteit vmbo groen actielijnen geformuleerd. De onderstaande actielijnen gelden in het schooljaar 2014/2015.
3.18.1.
Resultaten onderwijsontwikkeling
• In 2015 is uitvoering gegeven aan het professionaliseren van het toetsbeleid en de kwaliteit van de toetsen en schoolexamens. Op alle vmbo-locaties zijn één of twee docenten belast met de taak van toetsvaststeller. Het percentage toetsen dat voldoet aan de vastgestelde Groenhorst-standaard verschilt per locatie. De focus lag in eerste instantie op de toetsen van de gemengde leerweg. Dit is nu uitgebreid naar de andere leerwegen en op een aantal locaties ook naar de onderbouw. • De ontwikkeling heeft geresulteerd in meer samenwerking bij het opstellen van toetsen, cesuur is onderwerp van gesprek, er wordt vaker gesproken over de resultaten en de kwaliteit van toetsen. • Behalve op de vaststelling van toetsen op de locaties wordt er ingezet op bovenschoolse vaststelling van toetsen en het beheer van de Groenhorst-toetsenbank. Op dit moment zijn er 94 kant-en-klare toetsen opgenomen in de toetsenbank. Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 86 van 378
Professionalisering van docenten en leidinggevenden • In 2015 is uitvoering gegeven aan drie docentennetwerken: een netwerk Duits, een netwerk natuur- en scheikunde en een netwerk voor rekencoördinatoren. In deze netwerken stond uitwisseling inzake het eigen vak centraal. • Ook is uitvoering gegeven aan het organiseren van structureel overleg tussen en met de teamleiders van de verschillende vmbo-locaties. Uitwisseling inzake onderwijskundig leiderschap aan onderwijskundige ontwikkelingen stond hierbij centraal. Vernieuwing vmbo • In 2015 zijn de voorbereidingen getroffen voor de invoering van de nieuw beroepsgerichte examens en zijn de daarbij gewenste verkenningen naar een bijpassend curriculum voor de beroepsgerichte vakken afgerond. In 2015 hebben alle vmbo-locaties een eigen visiedocument opgesteld waarin de keuze voor de aan te bieden keuzevakken is geformuleerd. Daarbij is het aanbod passend bij de doelgroep, regio en het vervolg-mbo. • Tevens is in 2015 ingezet op het locatieoverstijgend ontwikkelen van een curriculum voor het profielvak groen. Doorontwikkeling Het Groene Lyceum Binnen de kaders van de technologieroute is een aanvraag gedaan voor Het Groene Lyceum. De doorontwikkeling daarvan is tevens specifiek geworden voor Groenhorst Almere, daarom zijn de ontwikkelingen en voortgang op locatieniveau neergelegd. Vormgeven verbindende school Het concept van de verbindende school is een cultuurverandering die zich over meerdere jaren uitstrekt. Er wordt in de verschillende lagen van de organisatie aandacht aan besteed. Elke locatie bekijkt hoe zij lopende zaken en huidige afspraken vorm kan geven volgens het concept van de verbindende school. Op iedere locatie is een kartrekker om het concept op de locatie levend te houden. In 2015 hebben de kartrekkers een bijeenkomst gehad om ervaringen uit te wisselen en elkaar te inspireren. Het centrale thema voor 2015 is de ouderbetrokkenheid.
3.18.2.
Lopende projecten en plannen
Binnen het vmbo wordt gewerkt met een gezamenlijke beleidsagenda. Hierin zijn de volgende projecten en beleidslijnen opgenomen: • Verbindende school: - sociale veiligheid; - ouderbetrokkenheid; - leerlingparticipatie. • Eigentijdse school: - vernieuwing groen curriculum; - loopbaanoriëntatie en begeleiding; - internationalisering; - gezonde school. • Persoonlijke school: - differentiatie; - passende ondersteuning.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 87 van 378
3.19. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg van de vmbo-locaties vindt plaats binnen de kaders van het Groenhorst-brede kwaliteitssysteem (§ 3.8) en levert daarmee een bijdrage aan de strategische ambitie Duurzame kwaliteit. Groenhorst vindt het belangrijk dat de basiskwaliteit van alle leerwegen van alle vmbolocaties op orde is. Jaarlijks worden de opbrengsten geanalyseerd om mogelijke risico’s in kaart te brengen voor de Opbrengstenkaart (vmbo). Deze opbrengsten zijn opgenomen in een meerjarenoverzicht. Op basis van alle resultaten wordt een verwachting voor het komende jaar uitgesproken binnen het vmbo-directieoverleg . De Inspectie heeft het definitief vastgestelde meerjarenopbrengstenoordeel 2015 vrijgegeven.
3.19.1.
Inspectiebezoeken
In 2015 heeft de Inspectie van het Onderwijs de volgende onderzoeken uitgevoerd:
Locatie Almere
Stelselonderzoek in kader van Onderwijsverslag 2014-15 vmbo-kader leerweg in combinatie met onderzoek naar kwaliteitsverbetering opbrengsten vmbo-gt-leerweg Mei 2015
Resultaten stelselonderzoek vmbo-kader leerweg De kwaliteit van het onderwijs van Groenhorst is voldoende. Het is een school met zorg en aandacht voor de leerlingen. De omgang tussen leraren en leerlingen en tussen de leerlingen onderling is goed. De leeromgeving draagt bij aan een positieve en veilige leer- en werksfeer. De inventaris en apparatuur zijn bijdetijds en passend bij het onderwijsconcept. De vakinhoudelijke en vakdidactische bekwaamheden van de leraren zijn van wisselend niveau. De school heeft een heldere visie op het onderwijs en heeft voor de verdere ontwikkeling en verbetering van het onderwijs een planmatige aanpak. De begeleiding van het keuzeproces van de leerlingen heeft de laatste jaren veel aandacht gekregen en de loopbaanoriëntatie en -begeleiding heeft een vaste plek in het onderwijsaanbod. Het aanbod rondom burgerschap en sociale integratie is opgenomen in het onderwijsprogramma. Resultaten onderzoek naar kwaliteitsverbetering vmbo-gt-leerweg Opbrengsten en kwaliteit van onderwijsproces op onderzochte onderdelen zijn van voldoende niveau. Geen tekortkomingen in naleving van wettelijke voorschriften. Geen reden om toezicht te intensiveren.
Locatie Bilthoven
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering vmbo-tl leerweg December 2015
Resultaten onderzoek naar kwaliteitsverbetering Zwak vanwege onvoldoende onderwijskwaliteit. Op grond van ingezette koers is er vertrouwen dat de kwaliteit van het onderwijsproces binnen komend jaar wel voldoende zal zijn. Opbrengsten zijn nog onvoldoende. Geen tekortkomingen in naleving wettelijke voorschriften. Oordeel zwak: traject geïntensiveerd toezicht.
Locatie Maartensdijk
Onderzoek naar kwaliteitsverbetering vmbo-gt leerweg November 2015
Resultaten onderzoek naar kwaliteitsverbetering Zwak vanwege onvoldoende onderwijskwaliteit. Op grond van ingezette koers is er vertrouwen dat de onderwijskwaliteit binnen komend jaar wel voldoende zal zijn. Geen tekortkomingen in naleving wettelijke voorschriften. Oordeel zwak: traject geïntensiveerd toezicht met maximaal 1 jaar verlengd.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 88 van 378
Locatie Nijkerk
Kwaliteitsonderzoek vmbo-gt leerweg / vmbo-basis en kader leerweg November 2015
Resultaten kwaliteitsonderzoek Zowel opbrengsten als kwaliteit van het onderwijsproces zijn op onderzochte onderdelen van voldoende niveau. Leerlingen wordt onderwijs geboden van voldoende tot goede kwaliteit. Geen tekortkomingen in naleving van wettelijke voorschriften Geen reden om toezicht te intensiveren.
Verbetering zwakke opleidingen Wat betreft het onderwijsleerproces scoort Groenhorst voldoende op ondersteuning en begeleiding van leerlingen. Verbeteringen op het gebied van maatwerk en differentiatie (inspelen op verschillen tussen leerlingen), versterking van klassenmanagement en aandacht voor meer resultaatgerichte lesopbouw zullen de leerwinst verder versterken. Aandacht voor professionalisering van medewerkers op deze aandachtsgebieden zal hierin de komende jaren moeten leiden tot verbetering. In het algemeen is de kwaliteitszorg nog onvoldoende. Het volgens een vaste systematiek analyseren en evalueren van opbrengsten en het verbinden van conclusies hieraan kan nog verbeterd worden.
3.19.2.
Tevredenheid leerlingen
Velp
Nijkerk
M’dijk
Lelystad
E’oord
Ede
Almere
LEERLINGEN
Bilthoven
In 2014 is de landelijke tevredenheidsmeting LAKS-monitor 2014 onder alle vmbo-leerlingen uitgevoerd. De resultaten van de LAKS-monitor 2014 zijn per locatie uitgewerkt. De voortgang van de verbeteractiviteiten naar aanleiding van de vorige LAKS monitor (2012) is binnen de locaties in het schooljaar 2013-2014 en 2014-2015 gemonitord middels gerichte tevredenheidsmetingen via Vensters VO (Scholen-op-de-kaart).
2011-2012 – LAKS
6,6
6,0
6,6
7,2
7,3
6,4
7,2
7,2
2012-2013
6,5
6,0
6,1
7,1
6,7
6,5
6,7
6,9
2013-2014 – LAKS
6,9
5,9
7,0
7,2
6,9
6,3
7,4
7,7
2014-2015
6,6
5,5
6,5
6,7
6,8
5,7
6,8
7,1
Algemeen leerlingenoordeel school 2011-2012, 2012-2013 en 2014-2015 Bronnen: SchoolVenster 2012-2013 en 2014-2015 en LAKS 2012 en 2014
Velp
Nijkerk
M’dijk
Lelystad
E’oord
Ede
Almere
OUDERS
Bilthoven
Het gemiddelde cijfer van Groenhorst-leerlingen is een 6,5. Het landelijk gemiddelde is een 6,9. Speerpunten die leerlingen voor de school noemen zijn: • aandacht docent voor verschil in leerniveau leerlingen; • meetellen mening leerling op school.
2012-2013
7,1
6,8
6,5
8,2
7,8
6,8
7,1
7,4
2013-2014
7,3
6,7
6,5
7,9
7,6
6,8
7,3
7,1
2014-2015
6,8
5,5
7,5
7,9
7,5
5,3
7,1
7,7
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 89 van 378
Algemeen ouderoordeel school 2011-2012, 2012-2013 en 2014-2015 Bronnen: SchoolVenster 2012-2013, 2013-2014 en 2014-2015
Het gemiddelde cijfer van ouders van Groenhorst-leerlingen is een 6,9. Het landelijk gemiddelde is een 7,3. Op twee locaties is het resultaat van de tevredenheidsmeting gestegen, op één locatie is het resultaat stabiel gebleven. Op de overige locaties daalt het resultaat van de tevredenheidsmeting. Speerpunten die ouders voor school noemen zijn: • communicatie naar ouders over onderwijs dat wordt aangeboden; • begeleiding en hulp bij keuzemomenten; • te bieden hulp bij leer-of gedragsproblemen bij kind.
3.19.3.
Overige kwaliteitsonderzoeken
Groenhorst neemt in 2015 deel aan de volgende kwaliteitsonderzoeken: • Landelijke VO monitor 2015 (waarderingsonderzoek onder gediplomeerde schoolverlaters vmbo 2013-2014 (mei 2014)). Vragenlijst via ROA/Desan onderzoekbureau uitgezet. • Waarderingsonderzoek gediplomeerde schoolverlaters vmbo 2014-2015 (mei 2015) via DUO Onderwijsonderzoek. • Onderzoek naar positie gediplomeerde schoolverlaters vmbo, een half jaar (vmbo-kaart 2014) en anderhalf jaar na het behalen van het diploma (vmbo-loopbaankaart 2013). Vragenlijst via DUO Onderwijsonderzoek. Resultaten hiervan weergegeven in onderstaande tabel.
Resultaat vmbo-kaart/loopbaankaart onderzoek gediplomeerden 2013 en 2014 Vmbo loopbaankaart 2013 Gediplomeerd 2013
Vmbo-kaart 2014 Gediplomeerd 2014
48% N = 144
43% N = 273
Nb
46% N = 1346
-
-
Respons Groenhorst Respons landelijk Ik werk Ik ben werkloos
-
2
Ik werk en volg een opleiding
29
52
Ik volg een opleiding
114
218
1
1
Ik doe iets anders
3.20. Locatiespecifieke informatie Om de horizontale dialoog verder te ondersteunen, staat er locatiespecifieke informatie op de websites van de locaties. U kunt deze vinden via de zoekfunctie, rechtsboven in het scherm. Kies als zoektermen jaarresultaten, vmbo of mbo en de naam van de locatie.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 90 van 378
Groenhorst mbo Groenhorst mbo heet vanaf september 2017 Aeres MBO.
Inhoud 3.21 3.22 3.22.1 3.23 3.23.1 3.23.2 3.24 3.24.1 3.24.2 3.24.3 3.24.4 3.25 3.25.1 3.25.2 3.25.3 3.25.4 3.26
Belangrijke items en uitdagingen mbo Onderwijsvisie en beleid Continuïteitsparagraaf (Onderwijs)resultaten mbo Leerlingenpopulatie en studieresultaten Passende begeleiding (passend onderwijs, LOB en VSV) Onderwijsontwikkeling mbo Resultaten macrodoelmatigheid Examenprocessen in control Overige resultaten onderwijsontwikkeling Lopende projecten en plannen Kwaliteitszorg Audits mbo Tevredenheid studenten Tevredenheid bedrijfsleven Overige kwaliteitsonderzoeken Locatiespecifieke informatie
92 93 93 93 94 95 96 96 98 100 102 103 104 105 105 105 106
De verklarende woordenlijst staat in bijlage 1. Bijlage 5 en 6 geven de onderbouwing van de cijfers.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 91 van 378
Het Groenhorst mbo maakt deel uit van Aeres en bestaat uit zeven mbo-locaties verspreid over Midden-Nederland. Ze verzorgen mbo-opleidingen voor het groene domein en trekken regionaal, maar ook landelijk leerlingen/studenten aan. Een overzicht van alle opleidingen staat in bijlage 6, tabel 3. Alle activiteiten vinden plaats binnen de gezamenlijke (strategische) kaders van Aeres (hoofdstukken 1 en 2) en Groenhorst (§ 3.3).
3.21. Belangrijke items en uitdagingen mbo Al voor de zesde keer op rij is Groenhorst in de Keuzegids Mbo 2016 benoemd als beste aoc van Nederland. Een onafhankelijke redactie van het Centrum Hoger Onderwijs Informatie (www.choi.nl) stelt een keuzegids samen die een systematische kwaliteitsvergelijking van verwante opleidingen in het (v)mbo bevat. Jaarlijks verschijnt een nieuwe uitgave, met de meest actuele feiten en oordelen over opleidingen/scholen. Bronnen die worden geraadpleegd zijn; Inspectie van het onderwijs, Centraal Register Beroepsonderwijs, ministerie van OCW/DUO, Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA) en JOB. • Niet alleen is Groenhorst het beste aoc van 2016, ook mogen de agro-opleidingen het predicaat Topopleiding voeren. • In 2015 doen de mbo-studenten van Groenhorst het weer goed bij allerlei wedstrijden. Om te beginnen reizen drie kanjers van de locatie Velp in de zomervakantie af om Nederland te vertegenwoordigen op de World Skills in Brazilië, de wereldkampioenschappen voor beroepen. Ze doen mee in de categorieën Landscape Gardening (4e plaats en titel Excellent Meesterschap) en Floristry (14e plaats). Ook Almere doet het goed bij de Skills-wedstijden. Studenten van Emmeloord doen verdienstelijk mee met de ploegwedstrijden. • (Oud-)studenten van Dronten krijgen regelmatig aandacht in de media. Ze maken ook een Warmonder Hotties Fotokalender om hun buitenlandexcursie mee te financieren. • Studenten van diverse locaties gaan weer aan het werk in hun omgeving: ze doen karweitjes voor allerlei lokale initiatieven, collega-scholen en goede doelen zoals voor Stichting AAP (Almere) en Stichting De Paardenkamp (Barneveld). • Studenten van Velp zamelen moestuinpotjes van Albert Heijn in en kweken ze op in de schoolkas en op het land van een lokale tuinder. Uiteindelijk gaat de oogst naar de voedselbank van Arnhem. • Studenten van verschillende locaties (Almere, Emmeloord, Nijkerk en Velp) werken in Ethiopië aan projecten rond water en kansarme jongeren. • De locaties Ede en Nijkerk nemen deel aan het consortium Food Midden-Nederland. • Jonge ondernemers van Ede hebben een minionderneming voor mueslibars met meelwormen en in Emmeloord runnen studenten hun eigen akkerbouwperceel. • Huisvesting is door de groei van het aantal leerlingen op diverse locaties een actueel thema. De uitwerking van verschillende mbo-activiteiten vloeien voort uit landelijke activiteiten: • Er is vervolg gegeven aan de implementatie van het actieplan Focus op Vakmanschap 2011-2015 met de thema´s onderwijstijd, examens, professionalisering van docenten, verminderen van aantal kwalificaties en opleidingen, vereenvoudiging van het bve-stelsel en het op orde zijn van de besturing en de bedrijfsvoering. • Leraar 2020: De kwaliteit van de leraar en de schoolleider wordt duurzaam geborgd. Er komen professionele scholen en voldoende en goed opgeleide leraren. • Het Bestuursakkoord mbo 2014 (2015-2019) is de opvolger van onder andere Focus op Vakmanschap, het bestuursakkoord professionalisering mbo en de lerarenagenda 2013-2020. • De Regeling kwaliteitsafspraken mbo werkt Groenhorst in haar kwaliteitsplan verder uit aan de hand van de zes thema’s uit de regeling: professionalisering, intensivering, VSV en kwetsbare jongeren, kwaliteit van bpv en studiewaarde en excellentie. Het professionaliseringsplan MBO15 vormt een belangrijk kader voor het verbeteren van de professionele kwaliteit van leraren en schoolleiders zodat de best mogelijke kwaliteit van het onderwijs gerealiseerd kan worden. De acties die hierin naar voren komen richten zich op: de Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 92 van 378
borging van de kwaliteit van de leraar en de schoolleider, de ruimte voor goed onderwijspersoneel op basis van het HRM-beleid, en op het beschikbaar zijn van voldoende en goed opgeleide leraren (kwaliteitsverbetering van de lerarenopleidingen). Uitdagingen De belangrijkste ontwikkelingen waar het mbo mee te maken heeft: • alle activiteiten rond de kwaliteit van het onderwijs (kwaliteitsplan, MBO in Bedrijf e.d.); • IHKS – van onderwijsprogrammering tot examinering; • bpv – transitie van Aequor naar SBB; • bezuinigingen vanuit EZ.
3.22. Onderwijsvisie en beleid Groenhorst wil goed en inspirerend onderwijs realiseren waarbij de driehoek student-Aeresonderdeel-bedrijfsleven (arbeidsmarkt) centraal staat. Samenwerking met allerlei partijen binnen en buiten Aeres en structurele innovatie zijn belangrijke pijlers om excellent onderwijs te realiseren. Groenhorst biedt competentiegericht onderwijs, waardoor studenten na hun diplomering als (startbekwame) beroepsbeoefenaars functioneren op het niveau van hun opleiding. Toegankelijkheid en toelatingsbeleid De toelatingseisen voor de entreeopleiding (niveau 1), de basisberoepsopleiding (niveau 2), de vakopleiding (niveau 3) of middenkaderopleiding (niveau 4) en de specialistenopleiding (niveau 4) zijn vastgesteld en zijn beschreven in de studiegidsen mbo van de verschillende locaties.
3.22.1.
Continuïteitsparagraaf
Groenhorst is verplicht continuïteitsinformatie op te nemen op het niveau van het bevoegd gezag. In het geval van Groenhorst is dat op Aeres-niveau. De informatie staat daarom in § 2.8 en is niet toegespitst op het Groenhorst mbo. In het locatieoverstijgend mbo-beleidsoverleg is de continuïteit een regelmatig terugkerend onderwerp. Zo wil Groenhorst onder meer de continuïteit waarborgen door de marktpositie sterk te houden en waar mogelijk te versterken.
3.23. (Onderwijs)resultaten mbo De onderstaande resultaten dragen bij aan de strategische ambities Focus op (beroeps)onderwijs en Duurzame kwaliteit uit het meerjarenplan Groenhorst (zie § 3.3). Groenhorst is ook te vinden op de website www.mboscanner.nl. Dit is een website van de overheid waarop gedetailleerde informatie is terug te vinden en waar scholen met elkaar zijn te vergelijken. MBO Transparant, een digitaal portaal voor alle cijfermatige informatie over het beroepsonderwijs is beschikbaar voor een breed publiek. Via de website www.mbotransparant.nl. is te raadplegen hoe Groenhorst presteert op de indicatoren jaarresultaat, diplomaresultaat, voortijdig schoolverlaters, tevredenheid, personeelskosten en financiële gegevens. Feiten en cijfers over de prestaties zijn te vergelijken met die van andere roc’s, aoc’s en vakinstellingen. De gegevens zijn afkomstig van DUO, de Inspectie van het Onderwijs en JOB. Personele zaken staan in § 3.6.4 en § 9.4 t/m 9.11.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 93 van 378
3.23.1.
Leerlingenpopulatie en studieresultaten
De groei van het aantal studenten in het schooljaar 2013-2014 zet zich door naar het schooljaar 20142015 en naar het schooljaar 2015-2016. Met name de bol-opleidingen laten een groei van het aantal studenten zien. Na een daling van studentaantallen In de bbl-opleidingen in voorgaande jaren neemt het aantal studenten in het schooljaar 2015-2016 weer licht toe. Leerlingenpopulatie mbo Het onderstaande overzicht geeft de omvang van de leerlingenpopulatie op peildatum 1 oktober 2015 in relatie tot de voorgaande jaren op die datum (details per locatie staan in bijlage 6, tabel 5). Totaal Locatie
1-10-2012
Totaal 1-10-2013
Almere
334
348
413
425
1.531
1.530
1.656
1.842
Dronten
198
219
276
302
Ede
180
210
151
205
Emmeloord
265
300
305
313
Barneveld
Totaal 1-10-2014
Totaal 1-10-2015
Lelystad
2
-
-
-
Maartensdijk
5
1
-
-
35
47
61
78
274
260
255
261
Totaal bol + bbl
2.824
2.915
3.117
3.426
Totaal bol
1.949
2.042
2.310
2.574
Totaal bbl
875
873
807
852
38% N=95
30% N=75
39% N=69
Nb
43%
42%
71%
Nb
Nijkerk Velp
Doorstroom mbo>hbo (%) Doorstroom mbo>hbo (%) groene sector
Doorstroomgegevens 2012 berekend op basis van gegevens mbo-kaart 2013, doorstroomgegevens 2013 en 2014 berekend op basis van gegevens mbo-kaart 2014. Respons Groenhorst-breed 42%, N=370), nb = niet bekend
Trends rond verwachte studentaantallen zijn gebruikt bij het opstellen van het strategisch beleid, de meerjarenbegroting (§ 2.8.2) en de visie op onderwijsontwikkeling (zie § 3.3 en § 3.22). Onderwijsopbrengsten en examinering De onderwijsopbrengsten geven cijfers weer van de afgelopen jaren en het lopende jaar tot nu toe. Groenhorst heeft geen zwakke of zeer zwakke opleidingen. Schooljaar
2012-2013
2013-2014
2014-2015
Jaarresultaat (JR) Groenhorst
76,7%
76,7%
72,2%
JR alle aoc’s
74,7%
74,6%
77,2%
Diplomaresultaat (DR) Groenhorst
75,7%
77,3%
73,9%
DR alle aoc’s
75,4%
75,5%
78,1%
89,3% 70,7% 75,0% 78,5%
92,1 69,3% 77,0% 78,8%
82,9% 73,0% 67,7% 80,6%
Jaarresultaat
Norm Niv. 1: 60,7% Niv. 2: 56,5% Niv. 3: 65,3% Niv. 4: 64,2%
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 94 van 378
Schooljaar Diplomaresultaat
Norm Niv. 1: 45,1% Niv. 2: 45,2% Niv. 3: 67,3% Niv. 4: 67,3%
2012-2013
2013-2014
2014-2015
87,5% 67,2% 73,7% 78,7%
85,3% 63,4% 78,0% 82,7%
76,7% 69,6% 66,3% 81,6%
Jaar- en diplomaresultaat Groenhorst. Bronnen: cijfers 2012-2013 en 2013-2014 uit het instellingsprofiel van de Inspectie, cijfers 2014-2015 uit MIPrapportage Groenhorst (nov. 2015)
Verbeteren onderwijsrendementen Groenhorst stuurt actief op het verbeteren van haar rendement via zowel een projectmatige als een structurele aanpak. Hier ligt een zeer sterke verbinding met de kwaliteit en professionalisering van medewerkers, maar ook met het realiseren van bepaalde voorzieningen in de school (gespecialiseerde ondersteuning, aanpassen van intake, zichtbare praktijkgerichtheid e.d.) Docenten zijn steeds vaker met elkaar in gesprek over het bevorderen van het leren en het eigenaarschap hiervan, waarbij ook het gebruik en het analyseren van data toenemen. Waar mogelijk worden budgetten rechtstreeks toegewezen aan individuele locaties en dus ook direct ingezet voor kwaliteitsverbetering van het primaire proces. Extern rendement De benchmarkgegevens 2014-2015 zijn nog niet beschikbaar. Daardoor is het percentage gediplomeerden op niveau 4 dat doorstroomt naar het hbo nog niet bekend. Dit is, evenals overigens bij de andere aoc’s, aanzienlijk lager dan de 39% in de hele mbo-sector. Groenhorst doet nog geen gericht onderzoek naar extern rendement (mate van succes in het beroep of vervolgopleiding na kwalificering in het mbo). Samen met enkele andere aoc’s en een extern bureau wordt in 2015 een instrument voor alumni-onderzoek ontwikkeld.
3.23.2.
Passende begeleiding (passend onderwijs, LOB en VSV)
Passend onderwijs Met de invoering van de Wet passend onderwijs heeft Groenhorst sinds 1 augustus 2014 een zorgplicht. De mbo-locaties hebben ondersteuningsprofielen vastgesteld waarin staat wat de mbolocaties minimaal bieden (zie www.groenhorst.nl en www.scholenopdekaart.nl). Er is een start gemaakt met het standaardiseren en uitwerken van een Groenhorst-brede intake- en toelatingsprocedure. Zorg en (loopbaan)begeleiding (LOB) In de visie van Groenhorst is aangegeven dat zij binnen het mbo bijdraagt aan de invloed van de groene sector, voor en door onze studenten. Onze studenten ontwikkelen hun specialisme binnen de groene sector en leren vanuit onze ondernemende cultuur ook invloed nemen op andere sectoren. Om een specialisme te kunnen kiezen, en invloed te kunnen nemen, is het belangrijk dat de student zicht heeft op kwaliteiten, motieven en dergelijke, maar ook dat wordt gereflecteerd op opgedane praktijkervaringen. Door met studenten in gesprek te gaan over de opgedane ervaringen in een praktijksituatie ontdekken zij wat bij hen past en leren zij zichzelf beter kennen. Het Groenhorst mbo zet de LOB-lijn zoals ingezet binnen het vo voort. Streven is een doorlopende LOB-leerlijn (vo-mbo). Iedere locatie heeft een plan van aanpak LOB opgesteld. De scholing van mentoren/slb’ers in LOB-reflectiegesprekken is voortgezet. Voortijdig schoolverlaters (VSV’ers): stand van zaken MBO (25GV) Uit rapportage van het digitaal verzuimloket per oktober 2015 blijkt dat Groenhorst in het schooljaar 2014-2015 de prestatienorm op mbo niveau 2 heeft behaald. Het VSV-percentage lag op dat moment Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 95 van 378
op 7,56% (doelpercentage 10,00%). Op niveau 1 is de prestatienorm per 1 oktober 2015 niet behaald. Het uitvalpercentage ligt op 66,67 % en daarmee ruim boven het doelpercentage van 22,50%. Verwacht wordt dat het percentage nog wordt gecorrigeerd in verband met gediplomeerden die een baan hebben gevonden van meer dan 12 uur per week. Op niveau 3 en 4 ligt het uitvalspercentage op 3,28% en daarmee boven het doelpercentage van 2,75%. Er wordt een correctie op deze cijfers verwacht waardoor het doelpercentage wel wordt behaald.
3.24. Onderwijsontwikkeling mbo Uit ‘Trends in beeld-Onderwijs’ blijkt dat voor de meeste gemeenten waar de scholen staan het aantal 12- tot -16-jarigen de afgelopen jaren redelijk gelijk is gebleven of (licht) toeneemt. In 2015 stijgt het aantal mbo-ers bij Groenhorst, die stijging geldt voor alle locaties (zie bijlage 6, tabel 5). Om ervoor te zorgen dat leerlingen in de toekomst voor Groenhorst blijven kiezen, wil Groenhorst goed en onderscheidend onderwijs realiseren dat aansluit op de arbeidsmarkt.
3.24.1.
Resultaten macrodoelmatigheid
Met de invoering van de Beleidsregel macrodoelmatigheid mbo in 2015 hebben mbo-instellingen twee zorgplichten en een meldplicht gekregen. In deze paragraaf worden de plichten en de invulling van Groenhorst toegelicht. Hij schetst de totale aanpak rond macrodoelmatigheid waar Groenhorst op opleidings- of locatieniveau, instellingsniveau en sectoraalniveau aan werkt. Zorgplicht arbeidsmarktperspectief en doelmatig aanbod Met de invoering van de Beleidsregel macrodoelmatigheid moeten mbo-instellingen zorgen voor een arbeidsmarktrelevant en afgestemd opleidingenaanbod. Deze zorgplicht houdt concreet in dat instellingen opleidingen aanbieden die zijn afgestemd met regionale partners in UWV-regio’s, of met sectorale partners voor opleidingen met een landelijk(e) dekking/verzorgingsgebied. Daarnaast moeten deelnemers na afstuderen binnen een redelijke termijn een betaalde baan op het niveau van de gevolgde opleiding kunnen vinden. Toelatingsbeleid en aansluiting arbeidsmarkt of vervolgopleiding Bij veel mbo-opleidingen is er geen sprake van een opnameprobleem op de arbeidsmarkt. Bij een aantal opleidingen (primaire agrarische sector, de voedingsmiddelenindustrie) is er sprake van een grotere behoefte op de arbeidsmarkt dan het aantal gediplomeerden dat de arbeidsmarkt betreedt. Gelukkig groeit het aantal studenten bij enkele van deze opleidingen binnen Groenhorst. Voor opleidingen waarbij wel sprake is van (mogelijk) onvoldoende capaciteit op de arbeidsmarkt, hanteert Groenhorst het aantal beschikbare stageplaatsen als maat. Voor de aansluiting onderwijsarbeidsmarkt moet overigens worden opgemerkt dat veel studenten, deels na een vervolgopleiding, later kiezen voor een ander beroep dan waarvoor de mbo-opleiding opleidt. Het is voor Groenhorst daarom van belang om de breedte van de opleidingen te waarborgen, waarmee de employability van gediplomeerden zo groot mogelijk is. Aantrekkelijke opleidingen, die studenten met plezier volgen, maken de kans op het succesvol afronden van de opleiding en daarmee de slagingskans op de arbeidsmarkt groter. Portfoliosystematiek en de analyse van de opleiding Medewerker dierverzorging Groenhorst heeft de in de Beleidsregel macrodoelmatigheid beschreven zorgplicht verwerkt in de portfolio-systematiek. Het portfolio van Groenhorst bestaat in 2015 uit 43 mbo-opleidingen van niveau 1 tot 4. Zie bijlage 6, tabel 3, Overzicht mbo-opleidingen en uitvoeringslocaties.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 96 van 378
Jaarlijks selecteert Groenhorst een aantal opleidingen om ze te analyseren op basis van arbeidsmarktrelevantie, betaalbaarheid of strategisch belang in het kader van doelmatigheid. Op basis van onderzoek van interne en externe bronnen komt een conclusie over de opleiding tot stand. Na presentatie van de uitkomsten krijgt een locatie de opdracht om een opleiding af te bouwen, te innoveren of voort te zetten. In 2015 is de opleiding Medewerker dierverzorging geanalyseerd. Hier volgen de voorlopige conclusies van de doelmatigheidsanalyses. Van deze opleiding is de arbeidsmarktrelevantie laag, maar het strategische belang van een compleet aanbod op niveau 2 hoog. De opleiding is van maatschappelijk belang voor kwetsbare jongeren. Investeringen in de opleidingen worden laag gehouden en dienen alleen om de kwaliteit op peil te houden. De opleiding heeft op één locatie (Velp) te kampen met lage deelnemersaantallen. Dit houdt in dat de locatie overweegt om per 1-8-2018 te stoppen met de opleiding als de negatieve trend zich doorzet. Overleg op instellings-, sector- en landelijk niveau In 2015 start een strategische discussie over het opleidingenaanbod op instellingsniveau. De portfoliosystematiek zal in 2016 worden aangepast, zodat voortaan de doelmatigheid van opleidingen op programmaniveau (locatieoverstijgend) intern wordt beoordeeld. Hierbij blijven de vier indicatoren uit de huidige portfoliosystematiek van kracht (arbeidsmarktrelevantie, betaalbaarheid, strategisch belang en afstemming met belanghebbenden in de regio/sector). Daarnaast spreekt het bevoegd gezag op sectorniveau met het georganiseerde beroepenveld en de (landelijke) overheid over de toekomst van het groene mbo. Aeres participeert aan de Groene Tafel, waaraan alle onderwijsinstellingen van het groene onderwijs en het ministerie van EZ zitting hebben. Ook is er afstemming met relevante brancheverenigingen (LTO Nederland, VHG, VWB, Divebo en andere) over de strategische koers van opleidingsprogramma’s. In overleg op sectoraal of landelijk niveau wordt gesproken over het doelmatig organiseren van opleidingen, maar ook over kansen of bedreigingen voor (potentiële) deelnemers in deze opleidingsrichtingen. De uitkomsten van dit overleg zijn verwerkt in de portfoliosystematiek van Groenhorst. Zorgplicht arbeidsmarktinformatie Naast de hierboven toegelichte zorgplicht voor een arbeidsmarktrelevant opleidingsaanbod moeten de instellingen ook zorgen voor relevante informatie voor potentiële deelnemers. Deze zorgplicht voor de informatievoorziening stelt dat aspirant-deelnemers informatie moet krijgen over: a de instelling; b het aanbod beroepsopleidingen; c het arbeidsmarktperspectief na beëindiging van de desbetreffende beroepsopleiding; d de inhoud en de inrichting van het te volgen onderwijs; e de examinering; f de vooropleidingseisen voor de verschillende beroepsopleidingen; g de kwaliteit van de verschillende beroepsopleidingen waaronder het oordeel van de inspectie ter zake. Groenhorst gebruikt de website om aan deze zorgplicht te voldoen. Het grootste deel van de informatie staat op de opleidingspagina onder het kopje ‘feiten en cijfers’. Onderdelen a, b, c, d en f zijn al in voldoende mate weergegeven. Hierbij geldt dat onderdeel c (arbeidsmarktperspectief) via de door de SBB opgestelde studiebijsluiters wordt getoond. Voor onderdeel e (examinering) komt er een verwijzing naar het algemene stukje tekst over examinering op de Groenhorst-website. Voor onderdeel g (kwaliteit) zal waar mogelijk informatie worden geplaatst over deelnemerstevredenheid vanuit de JOB-enquête en een link naar de site van de Onderwijsinspectie waar informatie staat over de Staat van de instelling (zoeken op Groenhorst en dan op middelbaar beroepsonderwijs). Deze invulling is op 26 november 2015 besproken met de centrale deelnemersraad van Groenhorst. De deelnemersraad heeft ingestemd met deze invulling.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 97 van 378
Meldplicht starten en stoppen opleidingen De Beleidsregel macrodoelmatigheid geeft instellingen de verplichting om het voornemen tot starten of beëindigen van een beroepsopleiding op enige locatie te melden aan de minister van OCW. De minister maakt de meldingen vervolgens openbaar. De bedoeling van de meldplicht is dat instellingen in de regio of sector tijdig rekening kunnen houden bij de samenstelling van hun portfolio. Ze kunnen met de instelling in overleg gaan en afspraken maken in het licht van een doelmatig aanbod. Groenhorst is niet voornemens om opleidingen te beëindigen of te starten in het eerstvolgende meldjaar (2017-2018).
3.24.2.
Examenprocessen in control
Naar aanleiding van de door de Inspectie geconstateerde kwaliteit van de examinering in het totale mbo, start de MBO Raad in het najaar van 2014 een traject om te komen tot verbetering van de kwaliteit. Dit traject focust zich op de drie onderdelen van examinering: • het product (de exameninstrumenten); • het proces (m.n. gericht op de examencommissie); • de professionalisering (van medewerkers die bij de examinering betrokken zijn). In de Examenagenda mbo 2015-2020 en het waarderingskader 2017 sector mbo is aangegeven waarover een mbo-school zich in het jaarlijkse examenverslag moet verantwoorden. Deze paragraaf maakt inzichtelijk hoe Groenhorst de PDCA-cyclus bij examinering doorloopt. Evaluatie examenkwaliteit De jaarlijkse evaluatie en analyse van de stand van zaken rond examinering Groenhorst-breed (locatieoverstijgend) zijn opgenomen in het plan van aanpak Examinering dat jaarlijks wordt bijgesteld en geactualiseerd. De evaluatie is gebaseerd op Inspectierapporten, rapporten van interne audits en evaluaties van afgenomen proeven van bekwaamheid, de resultaten voortkomend uit de mbo-kaart en mbo-loopbaankaart, de resultaten van de JOB-monitor (2014) en resultaten van de door de locaties uitgevoerde zelfevaluaties op het domein van examinering en diplomering. De inspanningen op het gebied van het vasthouden en verbeteren van de kwaliteit van de examinering zijn in het cursusjaar 2014-2015 onverminderd voortgezet. Dit geldt zowel voor de interne aanpak binnen Groenhorst als voor de inspanningen met en voor de gezamenlijke aoc’s. In § 3.25 worden de resultaten van de Inspectie, de audits mbo, de verbeteracties, de resultaten van eerdere verbeteracties en de wijze waarop het werkveld geraadpleegd en betrokken is weergegeven. Bevindingen Inspectie Bij het onderzoek naar de Staat van de instelling (begin 2014) werd bij de opleidingen Groen, grond, infra en Natuur en groene ruimte 3 geconstateerd dat er sprake was van onvoldoende examenkwaliteit. Uit het definitieve rapport Onderzoek naar Kwaliteitsverbetering (juli 2015) volgt dat de beschreven negatieve punten op het kwaliteitsgebied examinering en diplomering op orde/voldoende zijn bevonden als gevolg van de acties/aanpak op de locaties. • Groen, grond, infra (97140-BBL): De assessoren zijn getraind. In de training zijn zowel de voorschriften over de toetstechnische eisen als het gebruik van vastgestelde beoordelingscriteria meegenomen. Er worden nu uitsluitend gecertificeerde assessoren ingezet. De schoolassessoren vanuit het team blijven in de voorbereiding op het examen voortdurend aansturen op een juist gebruik van de beoordelingscriteria. Door extra bijwoningen van de examencommissie houdt de opleiding zicht op het gebruik van de exameninstrumenten tijdens de afname en beoordeling. • Natuur en groene ruimte 3 (97253-BBL): Er zijn verbetermaatregelen uitgewerkt in een verbeterplan voor de korte en lange termijn. De Decentrale Examencommissie (DECO) monitort de voortgang van dit proces middels collegiale consultatie en studiedagen in Groenhorst-brede bijeenkomsten. Door de verbeteracties zijn de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de DECO aangescherpt, de controle is vergroot en de besluitvormingsprocessen en werkwijze zijn geformaliseerd met protocollen. De Decentrale Examencommissie geeft hiermee voldoende invulling aan haar verantwoordelijkheden. Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 98 van 378
Interne audits Dit jaar is ervoor gekozen om de afnames van de proeven van bekwaamheid (PvB’s) bij te wonen en te beoordelen in hoeverre deze worden uitgevoerd binnen de gestelde kaders. Op vijf locaties waar mboexaminering plaatsvindt hebben een of meerdere interne audits plaatsgevonden. In onderstaand schema wordt weergegeven op welke locatie welke procesaudit, welke opleidingsaudit en/of welke PvB-evaluaties zijn uitgevoerd.
Locatie
Procesaudit
Crebocode en Opleidingsaudit leerweg
Alle mbolocaties
Examenbureau
Procesaudit Examinering en diplomering
Barneveld
Team
97720 bbl
Barneveld
PvB
97730 – 730-1
Paardenhouderij – verzorgen recreatiedieren
Barneveld
PvB
97330 – 330-1
Paardenhouderij – a job in the animal world
Barneveld
PvB
97720-720-1A
Dierverzorging – allround dierverzorger
Dronten
PvB
97640 – 640-2
Biologisch-dynamisch – organiseren en optimaliseren
Ede
PvB
97340 – 340-1
Allround voedingsoperator
Emmeloord PvB
97703 – 703-2
Melkveehouderij
Velp
Crebocode
PvB-evaluatie
Recreatiedieren
PvB
Op basis van de audits zijn aanbevelingen aan de Centrale Examencommissie (CECO) en de Werkgroep Examinering (Wex) aangeboden die nader uitgewerkt zijn in het plan van aanpak Examinering 20152016. In grote lijnen betreft het de volgende aspecten: 1 Op het gebied van de organisatie/voorbereiding van de PvB-afname: verbeteren van de communicatie tussen examensecretaris, de schoolassessor en de bedrijfsassessor of de praktijkbegeleider. 4 Op het gebied van de beschikbaarheid van documenten: evaluatie van evaluatieformulier PvBafname; opbouw examendossier en gebruik en beschikbaarheid van bijvoorbeeld aanvullend bewijsmateriaal; PvB-logboeken; formulieren en gebruik van PvB-app in relatie tot beschikbaarheid van deze documenten in het examendossier. 5 Op gebied van de praktijkbeoordeling: verbeteren van het zicht op praktijkbeoordeling in zijn geheel voor de examensecretaris, scheiding bpv en PvB, en zicht op de duur van de proeve. 6 Op het gebied van de beoordeling van het cgi: onderzoek naar de wenselijkheid van het opstellen van een basis vragenset voor Nederlands in het cgi en de beoordeling hiervan. Dit jaar is ervoor gekozen om het plan van aanpak Examinering per kalenderjaar inhoud te geven in plaats van per cursusjaar. In het algemeen geldt dat binnen het centrale deel van het plan van aanpak Examinering niet veel nieuwe onderdelen ten opzichte van het plan van aanpak Examinering 20142015 zijn opgenomen en dat de punten die erin staan meer een jaarlijks terugkerend karakter hebben, omdat zij worden uitgevoerd in het kader van kwaliteitsbewaking. Zelfevaluatie en PvB-enquêtes Dit is een locatie aangelegenheid. De resultaten daarvan komen terug in de locatieparagrafen in het plan van aanpak Examinering 2015-2016. Zelfevaluaties zoals die worden uitgevoerd zijn vrijwel allemaal vervangen door PvB-enquêtes. Alle resultaten van deze enquêtes zijn net zoals vorig jaar digitaal verwerkt en vervolgens gerapporteerd aan de verantwoordelijke teams. Acties daarop komen Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 99 van 378
terug in de teamactiviteitenplannen van teams op de locaties. Monitoring op de voortgang hiervan ligt bij de teamleider en/of het locatie-MT. Rapportage mbo-kaart 2014 Uit de resultaten van de mbo-kaart, van gediplomeerde schoolverlaters van 2013-2014 een half jaar na diplomering, volgt dat de studenten/deelnemers in het algemeen tevreden zijn over de examinering. In totaal is 86% van de bol-ers en 86% van de bbl-ers tevreden. Voor de bol-studenten is dit percentage gestegen (was 84%), net als voor de bbl-ers (dit was 76%). Deze resultaten vragen niet om een Groenhorst-brede aanpak. Op locatieniveau is hier alleen de locatie Emmeloord bbl op 65% gebleven, de andere locaties zitten allemaal op 85% of hoger voor zowel de bol- als de bbl-opleidingen en dit geldt ook voor de locatie Emmeloord bol. Resultaten JOB-monitor 2014 In het cursusjaar 2013-2014 is de JOB-monitor uitgevoerd. Dit onderzoek vindt eens in de twee jaar plaats, dus was er in 2014-2015 geen onderzoek. Examinering van Nederlands, rekenen en moderne vreemde taal (MVT) Sinds 2013-2014 is veel aandacht besteedt aan de examinering van Nederlands, rekenen en MVT. Voor Nederlands en rekenen ging het daarbij om een verbeterslag in de organisatie van de afname van de centrale examens en ook deelname aan de examenafname met Facet. Voor MVT ging het ook om het formele gebruik van instellingsexamens voor spreken en gesprekken voeren en voor de niveau 4opleidingen om deelname aan de pre-pilot centrale examinering B1 lezen en luisteren. Deelname experimenten De Groene Standaard Groenhorst neemt voor de opleidingen Paraveterinair dierenartsassistent, Groen, grond en infra, Dierverzorging en Gezelschapsdierenbranche deel aan de experimenten met examenproducten van De Groene Standaard. Afhankelijk van de opleiding en het nieuwe examenproduct kan het betekenen dat de uitvoering van de examinering eenvoudiger wordt, maar soms ook dat de uitvoering extra inspanningen vraagt in de vorm van toegenomen inzet van examinatoren.
3.24.3.
Overige resultaten onderwijsontwikkeling mbo
Vermindering kwalificatiedossiers Met de invoering van de nieuwe kwalificatiestructuur gaat Groenhorst terug van enkele tientallen kwalificatiedossiers naar vijftien dossiers, exclusief het entreedossier (niveau 1). Een nieuw kwalificatie-dossier heeft een gemeenschappelijke basis, omvat meerdere niveaus en kent meerdere profielen. Basis + profiel is te vergelijken met een huidige kwalificatie. Door de vermindering van het aantal dossiers en de daarmee gepaard gaande verbreding, zullen er minder dossiers zijn met een gering aantal studenten en zijn de mogelijkheden om het onderwijs doelmatig te organiseren groter. Naast de basis + het profiel kent een opleiding keuzedelen. Deze landelijk vastgestelde keuzedelen maken het voor studenten mogelijk zich te verbreden, te verdiepen of specialiseren en/of zich voor te bereiden op doorstroom naar het hbo. Hiermee kan ook ingespeeld worden op de regionale arbeidsmarkt. Praktijkleren (waaronder beroepspraktijkvorming (bpv) en stages) Groenhorst zet in op het uniformeren van procedures en formulieren die gebruikt worden bij de bpv. Het terugdringen van mismatches is een speerpunt. Een mismatch kan het resultaat zijn van het niet goed toepassen van de geldende procedures. Door inspanningen op het gebied van procedures en formulieren en het monitoren van matching is het aantal mismatches gedaald. Belangrijk onderwerp in 2015 is de transitie van het Kenniscentrum Aequor naar SBB.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 100 van 378
Focus op Vakmanschap en programmacoördinatie Alle locaties werken aan de uitwerking van de maatregelen van Focus op Vakmanschap, in het bijzonder het verkorten en intensiveren van opleidingen. De meeste locaties hebben hiervoor een projectgroep of werkgroep met een teamleider als projectleider of voorzitter. Het doel van deze (ontwikkel)groepen is allereerst het begeleiden van de ontwikkeling van leerplannen voor alle leerjaren, daarna het voorbereiden van de invoering van de herziene kwalificatiedossiers in 2016. De eerste periode is bijna overal besteed aan het in kaart brengen van de maatregelen en de gevolgen ervan voor de locatie. Sommige locaties (Almere, Barneveld, Velp) hebben (opnieuw) de onderwijskundige uitgangspunten van de locatie benoemd die voor de uitwerking van Focus op Vakmanschap belangrijk zijn. In de meeste gevallen is er niet voor gekozen om opleidingen volledig te vernieuwen, maar om delen van de huidige opleiding anders over de (verkorte) tijd te verdelen. Voor de maatregel ‘intensiveren’ is vooral gekeken naar de beschikbare formatie in relatie tot de nieuwe minimale urennormen. Er zijn geen opleidingen onder de urennorm geprogrammeerd. Veel tijd is gaan zitten in deze ‘focus op uren’. Een belangrijk speerpunt voor 2014-2015 is het ontwikkelen van nieuw lesmateriaal. Locaties die dezelfde opleidingen uitvoeren kunnen intensiever samenwerken. Locaties geven ook aan dat zij LOB een prominentere plaats in de opleiding willen geven. Een ander ontwikkelpunt is de betrokkenheid van avo-vakken bij het herzien van de opleidingen. De teams lijken over het algemeen nog vrij ‘gefragmenteerd’ te werken bij het herzien van opleidingen. Het ontwikkelen van een integrale benadering vraagt nog aandacht. Resultaten van bovenstaand proces Tijdens het proces is naar voren gekomen dat zich bij de onderwijsteams enerzijds een soort ‘inertie’ of ‘verandermoeheid’ voordoet. De verandertrajecten stapelen zich op. Anderzijds past het proces in de al gebruikte werkwijze om het opleidingsprogramma jaarlijks tegen het licht houden. Daarbij lijkt het erop dat de teams dit steeds meer samen doen en taken verdelen en dat het dus niet meer standaard dezelfde (senior) docenten zijn die over het curriculum gaan. De teams werken daarbij niet zozeer vanuit de houding ‘we gaan het komend jaar echt eens compleet anders doen’ maar vanuit de houding ‘wat ging goed, en wat kan beter’. Taal- en rekenbeleid Taal- en rekenvaardigheid van leerlingen en studenten vormt een belangrijke succesfactor voor het doorlopen en afsluiten van een opleiding. Landelijk zijn er referentiekaders taal en rekenen ontwikkeld. Deze zijn ook de basis voor nieuwe wet- en regelgeving op dit gebied. Zo is er in het mbo sprake van centraal ontwikkelde examens. Het in 2010 vastgestelde taalbeleid geeft de centrale kaders, die door de vestigingen verder ingevuld zijn. Het beleid is gebaseerd op de ‘drieslag’: ontwikkeling op het gebied van taal en rekenen vindt plaats (1) in alle leergebieden (incl. stage), (2) binnen de vakgebieden taal en rekenen zelf en (3) middels ondersteuning voor leerlingen met achterstanden. In 2013 is het rekenbeleid aangepast volgens dezelfde lijn als het taalbeleid. Het taalen rekenbeleid is op alle vestigingen geïmplementeerd. De steeds veranderende regelgeving en diploma-eisen die in het mbo aan taal en rekenen gesteld worden aan de verschillende (instroom)cohorten leiden tot een onoverzichtelijke situatie voor studenten, ouders en medewerkers en tot veel extra administratie. Het project Taal en Rekenen, dat vijf jaar heeft gelopen, is eind 2014 afgerond, maar ook in 2015 hebben de locaties nog taal- en rekenplannen gemaakt om taal en rekenen nog gestructureerd aandacht te blijven geven. De resultaten van Nederlands en rekenen zijn in 2015 nog centraal gemonitord. De resultaten daarvan zijn opgenomen in tabel bovenaan de volgende pagina.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 101 van 378
Schooljaar 2013/2013
Schooljaar 2013/2014
Schooljaar 2014/2015
% > 4,5
% > 5,5
% > 4,5
% > 5,5
% > 4,5
% > 5,5
Nederlands 2F (incl. niveau-1-deelnemers)
84%
75%
84%
72%
92%
83%
Nederlands 3F
91%
72%
78%
59%
100%
99,8%
Rekenen 2F (incl. niveau-1-deelnemers)
60%
38%
67%
40%
65%
44%
Rekenen 3F
67%
35%
69%
31%
90%
56%
Bron: resultatenanalyse Groenhorst van de centrale examens Nederlands en rekenen
Het gewenste resultaat is dat 100% van de deelnemers ten minste een 4,5 (dus afgerond een 5) haalt voor de examens Nederlands en rekenen op het moment dat die cijfers meetellen voor de diplomeerbaarheid. Voor niveau-4-deelnemers telde het cijfer Nederlands 3F voor het eerst mee voor de diplomeerbaarheid. Uit het bovenstaande overzicht van de resultaten blijkt dat Groenhorst voor Nederlands 3F het gewenste resultaat bereikt heeft en voor Nederlands 2F en rekenen 3F in de buurt van het gewenste resultaat komt. Voor Nederlands 2F zitten de zorgen vooral nog bij de niveau-2-deelnemers: 95% van hen scoort lager dan een 4,5. Voor rekenen 2F geldt dat het resultaat nog veraf staat van het gewenste resultaat en dat geldt zowel voor de niveau-2-als de niveau-3-deelnemers, waarbij het probleem voor de niveau-2-deelnemers ongeveer twee keer zo groot is. De resultaten voor rekenen zijn dus nog zeer zorgelijk. Traject Learning Matters Vanuit een behoefte van de onderwijsteams en programmacoördinatoren is gestart met het invullen en opstellen van kwaliteitskaarten met de systematiek van Learning Matters. In 2015 zijn werkgroepen gestart voor zes programma’s. De activiteiten richten zich op het ‘lezen van het kwalificatiedossier’ en ‘het voeren van een gedetailleerd gesprek over het nieuwe kwalificatiedossier’. Dit gesprek is onder leiding van bureau Learning Matters gevoerd met vakinhoudelijke experts uit alle teams die een bepaalde opleiding uitvoeren en het is vastgelegd in een digitale database. Vervolgens worden elementen uit de dossiers gegroepeerd en gekoppeld aan lesinhouden en -materialen. Dit alles dient enerzijds als check van de volledigheid van leerplannen en anderzijds als een kans om tot bijgestelde leerplannen te komen. Voor 2016 staan nog vervolgbijeenkomsten gepland met de programma’s om deze klus te klaren. Maatwerk en doorlopende leerroutes In januari 2015 is een positieve beschikking ontvangen op het experiment doorlopende leerlijnen vmbo-mbo. Groenhorst bevindt zich daarbinnen in een eigen proces met de inrichting van Het Groene Lyceum. In het schooljaar 2015-2016 is wegens te weinig aanmeldingen nog niet gestart met de experimentele leerroute.
3.24.4.
Lopende projecten en plannen
• De analyse van de opleidingen staat gepland. • Verdere uniformering van procedures en formulieren voor praktijkleren (waaronder beroepspraktijkvorming (bpv) en stages). • Invoering van de herziene kwalificatiestructuur (iHKS). • Het toets- en examenbeleid van de afgelopen jaren wordt voortgezet. Hiervoor wordt jaarlijks een plan van aanpak Examinering mbo gemaakt. Nieuwe elementen in het plan van aanpak zijn: - invulling geven aan nieuw geformuleerde taken voor de CECO’s en DECO’s. - Invulling geven aan de themabijeenkomst van het Wex (werkoverleg examensecretarissen) in het kader van deskundigheidsontwikkeling van de examensecretarissen - Invulling geven aan maatwerk en doorlopende leerroutes.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 102 van 378
3.25. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg van de mbo-locaties vindt plaats binnen de kaders van het Groenhorst-brede kwaliteitssysteem (§ 3.8) en levert daarmee een bijdrage aan de strategische ambitie Duurzame kwaliteit. Groenhorst vindt het belangrijk dat er binnen de mbo-locaties geen (zeer) zwakke opleidingen zijn. Jaarlijks worden de opbrengsten geanalyseerd om mogelijke risico’s in kaart te brengen voor het instellingsprofiel (mbo). Kwaliteitsplan Conform de Regeling kwaliteitsafspraken mbo is er een kwaliteitsplan opgesteld. De voortgangsrapportage is beschikbaar. Op alle punten uit de regeling is ingestoken. Er is apart een excellentieplan gemaakt en dit is gehonoreerd. Feedback van MBO in Bedrijf is verwerkt in de bijstelling voor 2016. Het plan is te vinden op de site http://www.kwaliteitsafsprakenmbo.nl/MBO-instellingen/a/aoc-groenhorst. Managementgesprekken Tweemaal per jaar vindt er een managementgesprek plaats tussen het managementteam van een locatie en de instellingsdirecteur Groenhorst. Ook wordt twee keer per jaar een managementgesprek gevoerd met het College van Bestuur. De voortgang van de activiteiten, de behaalde resultaten en belangrijke ontwikkelingen zijn hierbij de gespreksonderwerpen. Inspectieonderzoek Elke drie jaar beoordeelt de Inspectie het functioneren en presteren van de instelling, dit heet de Staat van de instelling. Tijdens dit onderzoek beoordeelt de Inspectie de kwaliteit van het onderwijs van de instelling en de financiële positie van het bestuur van de instelling. De actuele hoofdconclusies op basis van het onderzoek Staat van de instelling (2014) luiden als volgt: Mate van risico’s: geen Oordeel kwaliteitsborging: voldoende Mate van vervolgtoezicht geen In januari 2014 is geconstateerd dat: • Bij de opleiding Recreatiedieren is er sprake van niet-naleving van wet- en regelgeving op het gebied van kwaliteitsborging en schoolkosten. • Bij de opleiding Recreatiedieren is er sprake van onvoldoende opbrengsten (resultaat 2012-2013). In het onderzoek naar kwaliteitsverbetering van september 2014 zijn de opbrengsten voldoende bevonden. • Bij de opleiding Dierenhouderij is er sprake van niet-naleving van de wet op het gebied van schoolkosten. • Bij de opleidingen Groen, grond en infra en Natuur en groene ruimte 3 is er sprake van onvoldoende examenkwaliteit (zie § 3.24.2) en niet-naleving van de wet op het gebied van schoolkosten. • Bij de opleiding Natuur en groene ruimte 3 zijn de opbrengsten (resultaat 2012-2013) onvoldoende. In het onderzoek naar kwaliteitsverbetering van september 2014 zijn de opbrengsten voldoende bevonden. Bij het onderzoek naar kwaliteitsverbetering dat in april 2015 is uitgevoerd naar de naleving van weten regelgeving rondom kwaliteitsborging, schoolkosten en examinering is geconstateerd dat de tekortkoming betreffende de schoolkosten en de examinering zijn opgeheven. Aantal onderzochte opleidingen: Opleidingen met positief oordeel: Opleidingen met tekortkoming:
8 7 1
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 103 van 378
Onderzochte opleiding
Oordeel
Bc176 - 97054 Dierenhouderij (Melkveehouder)
Positief
Bc176 - 97052 Dierenhouderij (Dierenhouder hokdieren)
Positief
Bc176 - 97713 Productiedieren (Melkveehouder)
Positief
Bc073 - 97140 Groen, grond en infra (Medewerker gemechaniseerd loonbedrijf)
Positief OKV examinering voldoende
Bc145 - 97253 Natuur en groene ruimte 3 (Vakbekwaam hovenier)
Positief OKV opbrengsten voldoende OKV examinering voldoende
Bc145 – 97251 Vakbekwaam medewerker natuur en leefomgeving (Vakbekwaam medewerker bos en natuurbeheer)
Positief
Bc180 – 97364 Dierverzorging 3/4 (Dierverzorger recreatiedieren)
Positief
Bc180 – 97720 Dierverzorging 3/4 (Dierverzorger recreatiedieren)
OKV kwaliteitsborging onvoldoende OKV opbrengsten voldoende
De door de Inspectie gesignaleerde afwijking van wettelijke vereisten rond de schoolkosten/ schoolnota in de Staat van instelling betreft alle in dat onderzoek onderzochte opleidingen. Dit heeft geleid tot een analyse van de schoolkosten op alle locaties. Op basis van deze analyse zijn de schoolnota’s herzien, zijn de schoolkosten tussen locaties op elkaar afgestemd en is in de informatievoorziening naar studenten/ouders de tekst van de schoolnota aangepast. Onderzoek naar kwaliteitsverbetering door de Inspectie dit jaar bij deze opleidingen heeft als resultaat dat de afwijking is opgeheven. Alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. Uit het onderzoek naar kwaliteitsverbetering bij de opleiding Recreatiedieren is geconcludeerd dat het kwaliteitsgebied kwaliteitsborging wederom onvoldoende is. Bij deze opleiding voert de Inspectie vervolgtoezicht uit vanwege het niet naleven van de wet op het gebied van kwaliteitsborging. Medio 2016 volgt een nieuwe beoordeling van de kwaliteitsborging.
3.25.1.
Audits mbo
In 2015 zijn interne audits uitgevoerd. De interne audits zijn opleidingsgericht en bekijken de gebieden leerweg en onderwijsproces, examinering en diplomering en kwaliteitsborging uit het Toezichtkader bve 2012. Er zijn ook evaluaties van de proeven van bekwaamheid (PvB’s) uitgevoerd. Er is gesproken met locatiedirecteuren, teamleiders, examensecretarissen, docenten en schoolassessoren, afgevaardigden van het bedrijfsleven en studenten. Verbeterpunten zijn opgenomen in de auditverbeterplannen en/of in het plan van aanpak Examinering. Bij interne audits is de monitoring op uitgevoerde verbeteringen onderdeel van het auditprogramma. Resultaten verbeterpunten In het kader van deskundigheidsontwikkeling heeft de locatie Barneveld een vervolg gegeven aan de bijscholingsactiviteit voor assessoren. Daarnaast heeft Bureau ICE een deskundigheidsontwikkelingstraject voor de CECO uitgevoerd. Voor de examensecretarissen heeft Bureau ICT een quickscan uitgevoerd. Op basis van die quickscan zijn nog geen gezamenlijke speerpunten voor ontwikkeling geformuleerd. Wel zijn voor het cursusjaar 2015-2016 vier themabijeenkomsten voor de examensecretarissen gepland. Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 104 van 378
Het is door tijdgebrek niet gelukt om de naleving van het vrijstellingenbeleid te controleren, maar het is een punt dat nog steeds om aandacht vraagt. De locaties zijn nog niet transparant op dit terrein. Ook dit afgelopen jaar is een aantal punten uit het centrale deel van het plan van aanpak Examinering 2014-2015 blijven liggen. Dat heeft enerzijds te maken met tijdsdruk waardoor keuzes gemaakt worden om zaken niet te doen, en anderzijds met het ontbreken van voldoende gevoeld belang. Het gaat hier om de volgende acties: • Beschrijven competenties/examentaken toetsconstructeur en toetsvaststeller. • Tevredenheid van het beroepenveld over de kwaliteit van de examinering. • In het OER vastleggen wat we doen om te voldoen aan de wettelijke beroepsvereisten. Ondertussen is dit in de meeste gevallen goed beschreven in de producten van De groene Standaard en daarmee geen belangrijk aandachtspunt meer.
3.25.2.
Tevredenheid studenten
Studenten van het Groenhorst mbo nemen in 2014 deel aan het tweejaarlijkse landelijke tevredenheidsonderzoek de JOB-monitor 2014. Groenhorst scoort als rapportcijfer voor de opleiding en rapportcijfer voor de school, respectievelijk een 7,4 (was 7,3 in 2012) en een 7,3 (was 6,9 in 2012). Het rapportcijfer voor de school is dus met 0,4 punt gestegen ten opzichte van het resultaat uit de JOB-monitor van 2012. Het resultaat is beduidend hoger dan het landelijke resultaat voor zowel het cijfer voor de school als het cijfer voor de opleiding. Met name de aspecten veiligheid en sfeer, school en studie en werkplek bbl scoren boven het landelijk gemiddelde. Met deze hoge cijfers voor de school en de opleiding scoort Groenhorst voor de zesde keer op rij als beste aoc in de Keuzegids Mbo.
3.25.3.
Tevredenheid bedrijfsleven
Het ministerie van OCW geeft in de Regeling kwaliteitsafspraken mbo aan dat het in het mbo iedere bpv wil afsluiten met een tevredenheidsmeting die alle betrokken partijen invullen (school, leerling, leerbedrijf). Er volgt in 2016 echter eerst een pilot. Vanaf 2017 wordt een resultaatafhankelijke beloning uitgereikt aan instellingen, de indicator en voorwaarden worden in het voorjaar van 2016 nog nader uitgewerkt. Op locatieniveau zijn er, in het kader van stage en bpv, contacten met stage- en leerbedrijven en branchegenoten. Hieruit blijkt een grote mate van betrokkenheid en tevredenheid.
3.25.4.
Overige kwaliteitsonderzoeken
Groenhorst neemt in 2015 deel aan de kwaliteitsonderzoeken DUO-Onderwijsonderzoek mbo-kaart en mbo-loopbaanonderzoek. • De mbo-kaart geeft informatie over de gediplomeerde schoolverlater. Wat zijn zij gaan doen, welke vervolgopleiding doen zij en waar zijn zij gaan studeren? Of hebben ze een baan gevonden die bij hun opleiding past? • De mbo-loopbaankaart geeft informatie over de gediplomeerde die inmiddels anderhalf jaar van school zijn. Hoe is hun positie nu, werken ze (nog), waar hebben ze aan moeten wennen, en vinden zij dat ze voldoende vaardigheden hebben geleerd? Zouden ze weer voor de school/opleiding kiezen? Respondenten van het schoolverlatersonderzoek mbo van het schooljaar 2012-2013 nemen in januari 2015, 18 maanden na het behalen van het diploma, deel aan het door DUO Onderwijsonderzoek georganiseerde onderzoek. Schoolverlaters mbo van het schooljaar 2013-2014 nemen in januari 2015, zes maanden na het behalen van het diploma, deel aan de tevredenheidsmeting onder schoolverlaters van DUO Onderwijsonderzoek. Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 105 van 378
Mbo-loopbaankaart Gediplomeerd 2013
Mbo-kaart Gediplomeerd 2014
40% N = 160
41% N = 339
nb
35% N = 13.358
100 = 63%
187 = 55%
Respons Groenhorst Respons landelijk Ik werk Ik ben werkloos
5 = 3%
20 = 6%
Ik werk en volg een opleiding
20 = 13%
51 = 15%
Ik volg een opleiding
32 = 20%
70 = 21%
3 = 2%
11 = 3%
Ik doe iets anders
Resultaten van deze onderzoeken worden per locatie aangeleverd. Een deel van de verkregen informatie wordt gebruikt bij de evaluatie van het examineringsproces (zie § 3.24.2). De resultaten over de positie van de schoolverlaters (werk, werkloos, volgen van opleiding of werken + volgen van opleiding) worden gebruikt bij de evaluatie van de opleiding (portfolio / macrodoelmatigheid).
3.26. Locatiespecifieke informatie Om de horizontale dialoog verder te ondersteunen, staat er locatiespecifieke informatie op de websites van de locaties. U kunt deze vinden via de zoekfunctie, rechtsboven in het scherm. Kies als zoektermen jaarresultaten, vmbo of mbo en de naam van de locatie.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 106 van 378
Groenhorst cursus- en contractactiviteiten Alle Groenhorst cursus- en contracten krijgen september 2017 een naam die begint met Aeres. De opleidingslocaties van Groenhorst ontwikkelen commerciële cursus- en contractactiviteiten op basis van vragen uit het groene domein. Kennis van deze vragen biedt enerzijds de mogelijkheid om huidige werknemers adequaat bij- en na te scholen. Anderzijds draagt zij bij aan het optimaal inrichten van het onderwijs aan toekomstige werknemers voor het groene domein. Voor docenten is de actieve interactie met het bedrijfsleven uitdagend en stimulerend. Opgedane ervaringen in het werkveld kunnen ze inbrengen in de onderwijssituatie op school. Dit versterkt de kwaliteit van het onderwijs. De locatiedirectie is verantwoordelijk voor deze commerciële activiteiten, maar stemt deze af om het marktaandeel Groenhorst-breed te laten groeien.
Inhoud 3.27 3.28 3.29 3.30 3.21 3.32
Cursuscentrum Dierverzorging Barneveld (CDB) Expertisecentrum Varkens, Pluimvee & Diervoeders (Barneveld) Groenhorst Trainingscentrum Ede Cursuscentrum Agribusiness Groenhorst Cursuscentrum Velp Tevredenheidsmetingen
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
108 108 109 109 109 110
Pagina 107 van 378
3.27. Cursuscentrum Dierverzorging Barneveld (CDB) Het CDB is het enige cursuscentrum in Nederland dat een breed pakket kwalitatief hoogstaande cursussen en opleidingen op het gebied van dierverzorging en welzijn van het dier aanbiedt, voor zowel de professional als de hobbyist. Resultaten 2015 • In 2015 hebben circa 1.500 cursisten een cursus of opleiding bij het cursuscentrum gevolgd. • De omzet 2015 is € 1.532.000. Het financieel resultaat is gezond. De laatste jaren draait het cursuscentrum met een rendement dat hoger is dan de beoogde 3%. • Focus op de verdere marktontwikkeling van de vakbekwaamheidscursussen Besluit houders van dieren. • Ook in 2016 zal er worden geïnvesteerd in productontwikkeling en innovatie.
3.28. Expertisecentrum Varkens, Pluimvee & Diervoeders Het expertisecentrum Varkens, Pluimvee & Diervoeders biedt trainingen en expertise rond de bedrijfsvoering van deze bedrijfstak. De naam voor de samenwerking zal in 2016 worden vastgesteld in het kader van het merkenbeleid. Het centrum draagt bij aan het Poultry Expertise Centre (PEC). Dit is een samenwerkingsverband van bedrijven, overheid en kennisinstellingen die werkzaam zijn in of betrokken zijn bij de pluimveesector. Binnen het PEC wordt expertise van het onderwijs, uit onderzoek en van het bedrijfsleven gebundeld en benut voor het opleiden van ondernemers en medewerkers die werkzaam zijn in de pluimveesector (nationaal en internationaal), maar ook voor, na- en bijscholing. Doelen van het PEC zijn onder andere: • Het aanbieden van mbo- en hboopleidingstrajecten, afgestemd op de actuele behoeften in de pluimveesector. • Het aanbieden van standaard- en op-maat-trainingen (nationaal en internationaal) op basis van de vraag/behoefte. • Het ontwikkelen van lesmethodes, lesmateriaal en praktijkfaciliteiten bestemd voor (inter)nationale kennisoverdracht op het gebied van pluimvee. • Het initiëren en uitvoeren van praktijkgericht en praktisch onderzoek met inzet van leerlingen en studenten. • Fungeren als loket voor kennisoverdracht in de pluimveehouderij. Resultaten 2015 • De omzet van het centrum in 2015 was € 1.900.000. Het resultaat is € 238.000. • Het lectoraat pluimveehouderij is ingesteld en heeft inmiddels meer dan 10 praktijkonderzoeken voor bedrijven en organisaties uitgevoerd. Daarnaast is het (hoofd)onderzoek (alternatieven voor eiwit in pluimveevoer) gestart. De lector is inmiddels een herkenbaar gezicht in de sector. • Mbo- en hbo-opleidingen zijn vernieuwd, modules en lesmateriaal zijn geactualiseerd. • Een Nederlandse/Engelse e-learning methode (van 9 modules) is gereed en is inmiddels gebruikt door Nederlandse en buitenlandse studenten. • Er zijn een aantal functiegerichte trainingen op het gebied van pluimvee en diervoeders gereed.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 108 van 378
• De bouw van de showcase pluimveestal/het businesscentre (Poultry Innovation Lab) is in volle gang. Het Poultry Innovation Centre participeert in een aantal internationale projecten met als thema kennisoverdracht (o.a. in Indonesië, Myanmar, Mexico en Korea). De plannen voor de middellange (2-5 jr.) en lange (> 5 jr.) termijn: • Het succes van het pluimvee-expertisecentrum smaakt naar meer. Door de opzet van één programma Intensieve Veehouderij streeft Aeres naar een krachtige internationale positie, zodat ook activiteiten op het gebied van varkenshouderij van deze aanpak kunnen profiteren. • Het binnenhalen van NFP-beurzen (Netherlands Fellowship Programmes) houdt hoge prioriteit.
3.29. Groenhorst Trainingscentrum Ede De cursus- en contractactiviteiten van Ede biedt trainingen en cursussen voor twee werkvelden: food en infragroen. Voor de continuïteit is het van belang om de cursusopzet op de locaties Ede en Velp op elkaar aan te laten sluiten en de rendabiliteit tegen het licht te houden. Doel is om in de komende twee jaren de twee locaties als één cursuscentrum te organiseren en als zodanig te presenteren. Resultaten 2015 • De omzet is in 2015 € 71.000 en gerealiseerd via BBL-opleidingen en trainingen aan volwassenen. • In 2015 hebben negen cursisten een cursus of bbl-opleiding gevolgd. • Er is een commerciële training verzorgd aan ‘Leerdammer’.
3.30. Cursuscentrum Agribusiness Het cursuscentrum biedt onder meer het aanbod van het voormalige Groenhorst Cursuscentrum Emmeloord en het huidige trainingscentrum van Aeres Praktijkcentrum Dronten. De activiteiten die andere jaren onder deze twee noemers vielen, zijn verplaatst naar hoofdstuk 6 en vallen onder het trainingscentrum en het cursuscentrum Agribusiness.
3.31. Groenhorst Trainingscentrum Velp De cursus- en contractactiviteiten van Velp richten zich op de vakgebieden bloem, plant, groen en techniek. Een groot aantal van de cursussen heeft betrekking op losse inschrijvingen van diverse groenbedrijven. Het betreft zowel eendaagse als meerdaagse cursussen. Bij een deel gaat het om voor bedrijven en hun werknemers verplichte certificeringscursussen zoals VCA, bosmaaien, motorzagen en kleine machines, vaak met een arbo- en groenkeur. De grootste klanten zijn: sociale werkvoorziening (SW’s) en aoc’s. Daarnaast zijn er een aantal gemeenten die cursussen inkopen. Er is een landelijke spreiding van deze klanten waarvan het grootste deel komt uit Midden- en Noord-Nederland (Gelderland, Utrecht, Flevoland en NoordHolland). Resultaten 2015 In 2015 hebben 731 cursisten een cursus of opleiding bij het trainingscentrum gevolgd.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 109 van 378
2015 Motorkettingzaag
235
Bosmaaier
148
Kleine machine
102
Veilig werken langs de weg
120
Klein grondverzet
36
VCA
66
Flora- en faunawet
0
Onderhoud landschappelijke beplanting
0
Schoffelen
0
Gewasbeschermingslicentie
10
Trekkers en landbouwwerktuigen
10
DFA- en ADFA-opleiding
4
• De omzet over 2015 is € 145.000. De financiële positie is gezond. • De omzet is dit jaar wat lager dan vorig jaar. De oorzaak is dat de scholen minder praktijkleergelden te besteden hebben en dat er minder geld is voor scholing bij de SW-bedrijven (Permar, IW4, BIGA en Presikhaaf.) Er waren wel toezeggingen, maar die zijn in verband met de financiën doorgeschoven naar 2016. • Gemeenten maken lange afwegingen voordat ze geld uitgeven, àls ze het al uitgeven. Er blijft geld op de plank liggen door de lange procedures. • Te weinig acquisitie kunnen doen in de vorm van bezoek of via persoonlijk contact om te kunnen werven. De oorzaak daarvoor is ziekte in de vakgroep Groen, vervanging van C&C-docenten en onderbezetting in de vakgroep. Toekomst 2016 • Door actieve acquisitie in januari begint het gelukkig weer goed te lopen. Er zijn weer de nodige aanvragen voor trainingen binnengekomen. Hieruit blijkt weer dat actieve acquisitie erg belangrijk is. Het team is op dit moment in gesprek met IW4/gemeente Veenendaal voor trainingen om de integratie tussen SW en gemeentepersoneel vorm te geven. Er zijn gesprekken met de gemeente Ede over trainingen ter bevordering van detachering van personeel in het groen. • De reguliere groenbedrijven vragen ook weer om trainingen ter bevordering van de deskundigheid van personeel. Kortom: heb vertrouwen in de toekomst maar wees wel actief en alert.
3.32. Tevredenheidsmetingen Groenhorst onderzoekt de tevredenheid van haar klanten op verschillende wijzen: via contact met groepen cursisten en via de accountmanagers die contact hebben met alle klantgroepen (o.a. marktpartijen, CAH Vilentum). De tevredenheid is groot (score van 7,5 tot 8). In gesprekken met bedrijven blijkt dat een sterke kant van het cursuscentrum Velp is dat het centrum werknemers met een handicap of onvoldoende motivatie toch goed kan trainen en motiveren, en dat het centrum flexibel en probleemoplossend werkt. De resultaten van de tevredenheidsmetingen bespreken de cursus- en contractlocaties waar nodig met de klant en dit kan leiden tot aanpassing en vernieuwing van het aanbod.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 110 van 378
4 Vilentum Hogeschool Per 1 september 2016 verandert de naam van Vilentum Hogeschool en de faculteiten. De activiteiten krijgen namen die beginnen met Aeres. Het wordt Aeres Hogeschool, Aeres Hogeschool Almere, Aeres Hogeschool Dronten en Aeres Hogeschool Wageningen. De kenniscentra worden zichtbaar binnen deze structuur. Leeswijzer Dit hoofdstuk is bedoeld voor iedereen die direct of indirect bij de hogeschool betrokken is: van studenten en medewerkers tot relaties in het bedrijfsleven, bij de overheden, toeleverende en afnemende scholen, in de omgeving van de school (buren) en veel meer. Vilentum Hogeschool maakt deel uit van Aeres en dat ziet u terug in dit geïntegreerde jaarverslag. Niet alle informatie die betrekking heeft op de hogeschool staat in dit ene hoofdstuk. Zo zijn de kaders waarbinnen alle Aeres-onderdelen werken gegeven in hoofdstuk 1 en staat er een samenvatting van de financiële stand van zaken en de toekomstverwachtingen in hoofdstuk 2. Het hoofdstuk van Vilentum Hogeschool bestaat uit vier delen: gezamenlijke kaders en resultaten, het onderwijs, het onderzoek en de commerciële dienstverlening.
Inhoud 4.1 4.2 4.2.1 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.4 4.4.1 4.4.2 4.5 4.6 4.6.1 4.6.2 4.6.3
Belangrijke items Vilentum Hogeschool 2015 Missie, profielen faculteiten en kernactiviteiten Kernactiviteiten Omgeving, strategie en plannen Omgevingsfactoren en ontwikkelingen Strategie en ambities Vilentum-brede (strategische) plannen Organisatie Organisatiestructuur en (opleidings)locaties Organisatieontwikkeling Horizontale dialoog Vilentum Hogeschool Bedrijfsvoering Kengetallen en studentenpopulatie Huisvesting, faciliteiten en omgeving Lerende cultuur en personele zaken
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
113 114 115 116 116 116 117 118 118 119 119 120 120 123 124
Pagina 111 van 378
4.6.4 ICT 124 4.6.5 (Sociale) veiligheid en integriteit (incl. klachtenafhandeling) 125 4.7 Prestatieafspraken 127 4.7.1 Prestatieafspraken en –bekostiging Vilentum Hogeschool 127 4.7.2 Proces bij Vilentum Hogeschool 126 4.7.3 Onderwijsdifferentiatie en Zwaartepuntvorming Vilentum Hogeschool 128 4.7.4 Aanvulling op prestatieafspraken 128 4.7.5 Verplichte indicatoren 133 4.7.6 Facultatief 138 4.8 Kwaliteitszorg (o.a. accreditaties) 140 4.9 Internationale activiteiten 142 4.10 Stichting Studentvoorzieningen (SSV) 142 Onderwijs 143 4.11 Onderwijsvisie, -beleid en de organisatie van onderwijs 4.11.1 Toegankelijkheid en toelatingsbeleid 143 4.12 (Onderwijs)resultaten 144 4.12.1 Studieresultaten 144 4.12.2 Studenttevredenheid: externe onderzoeken 144 4.12.2 Studenttevredenheid: eigen evaluaties onderwijseenheden 145 4.13 Onderwijsontwikkeling en plannen 148 4.13.1 Resultaten onderwijsontwikkeling 2014 148 4.13.2 Lopende projecten onderwijsontwikkeling en plannen 149 Onderzoek en innovatie 4.14 Visie op en organisatie van onderzoek 151 4.14.1 Organisatie van onderzoek 151 4.14.2 Vilentum-brede onderzoeksresultaten 152 4.15 Faculteitslectoraat Vitale landbouw 152 4.15.1 Projectlectoraat Gezonde pluimveehouderij 153 4.15.2 Projectlectoraat Beweiding 153 4.15.3 Projectlectoraat Duurzaam bodembeheer 153 4.15.4 Kennis delen 154 4.16 Faculteitslectoraat Vitale agribusiness 154 4.16.1 Projectlectoraat Precisielandbouw 155 4.16.2 Projectlectoraat Aardappelketen en sectorinnovatie 155 4.16.3 Projectlectoraat Vitale agribusiness via cyclische proces- en productieketens 156 4.16.4 Projectlectoraat Duurzame energie en groene grondstoffen 156 4.16.5 Kennis delen 157 4.17 Faculteitslectoraat Groene en Vitale stad 158 4.17.1 Projectlectoraat Natuurlijk gezond samen-leven 158 4.17.2 Kennis delen 159 4.18 Onderzoeksprogramma WIJS 159 4.18.1 Lectoraat Responsief onderwijs en kenniscreatie 160 4.18.3 Lectoraat Professionele identiteit en organisatieontwikkeling 160 4.18.2 Lectoraat Boundary-crossing-praktijken opleiders en onderzoekers 161 4.18.4 Kennis delen 162 4.19 MIP, innovatieprojecten en Centres of Expertise 163 4.19.1 (Landelijke) innovatieprojecten 163 4.19.2 Centres of Expertise 164 4.20 Plannen onderzoek en innovatie 167 Commerciële dienstverlening 169 4.22 Visie, organisatie en aanbod commerciële dienstverlening 4.23 Resultaten en plannen commerciële dienstverlening 170 De verklarende woordenlijst staat in bijlage 1. Bijlage 5 en 7 geven de onderbouwing van de cijfers.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
Pagina 112 van 378
4.1.
Belangrijke items Vilentum Hogeschool 2015
De instroom van studenten neemt in 2015 met 1,4% af (1.039 studenten, waarvan 191 in Almere, 579 in Dronten en 269 in Wageningen). Landelijk neemt de instroom in het hbo met 8,3% af. Op 1 oktober 2015 staan 2.998 studenten ingeschreven, waarvan 385 studenten in Almere (een toename ten opzichte van 1 oktober 2014 met 42%), in Dronten 1.819 (+ 1,8%) studenten en in Wageningen 794 (+ 5,4%) studenten. Het praktijkgericht onderzoek neemt in omvang toe. De hogeschool heeft elf lectoraten binnen twee onderzoeksprogramma’s met ieder drie ontwikkellijnen (zie § 4.14 t/m 4.18). Drie nieuwe lectoraten worden onderzocht. Vilentum Hogeschool participeert volgens planning in de Centres of Expertise. In maart 2015 is het definitieve besluit van de NVAO ontvangen met een positieve beoordeling van de aanvraag voor toekenning van het bijzonder kenmerk Ondernemen. Faculteit Almere • In Almere start de nieuwe opleidingsvariant Geo, media & design. • De omvang van het gebouw wordt nagenoeg verdubbeld door ingebruikname van de eerste etage naast de tweede etage. Faculteit Dronten • In Dronten gaat de opleidingsvariant Varkens & pluimvee van start. In samenwerking met het Clusius College start in Hoorn de deeltijdvariant van de associate degree Agrarische Bedrijfskunde. • In Dronten starten op 1 januari 2015 de lectoraten Beweiding en Duurzaam bodembeheer. Ook gaat in 2015 het lectoraat Vitale agribusiness via cyclische proces- en productieketens van start. De overige lectoraten lopen in 2015 succesvol door. • De Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek beoordeelt in 2015 de voortgang van de Centres of Expertise. De bijdragen van CAH Vilentum aan alle Centres of Expertise zijn toereikend. Over het Centre of Expertise Open Teelten, waarvan CAH Vilentum de penvoerder en trekker is, oordeelt de reviewcommissie als volgt: ‘Het CoE behaalt de gestelde doelstellingen voor de eerste periode, zowel wat betreft het verwerven van projecten als het ontwikkelen van draagvlak in het werkveld. De betrokkenheid van het werkveld is groot, en de belangstelling voor uitkomsten van en deelname aan projecten ziet er veelbelovend uit. Studenten bij de penvoerende instelling zijn structureel betrokken bij praktijkgerichte onderzoeksprojecten; bij de andere instellingen wordt dit voorbeeld gevolgd.’ Faculteiten Almere en Dronten De Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek (VKO) besluit, na een bezoek in juni, tot een voorwaardelijke validering van het onderzoeksprogramma van Almere en Dronten. De commissie oordeelt dat er bestuurlijk en organisatorisch een flinke slag gemaakt is. Tegelijkertijd moeten de aanpassingen zich in de praktijk nog deels bewijzen. CAH Vilentum krijgt hiertoe tot het voorjaar van 2017 de gelegenheid. Faculteit Wageningen • De masteropleiding Leren en Innoveren is voor het derde jaar op rij in de Keuzegids Hbo tot Topopleiding uitgeroepen. • In Wageningen start een nieuwe derde lector, nadat er, door het overlijden van een van de lectoren, een vacature is ontstaan. Het onderwerp van de lectoraatsopdracht is zeer actueel: onderzoek in het hbo en wat dat betekent voor docent-onderzoekers en de praktijk. • Op 27 maart en 20 november hebben twee lectoren een openbare les gehouden en daarin de wrap-up getoond van hun onderzoek van de afgelopen jaren, en tevens een aftrap voor hun volgende thema gedaan.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 113 van 378
4.2.
Missie, profielen faculteiten en kernactiviteiten
Vilentum Hogeschool maakt deel uit van Aeres en werkt binnen de gezamenlijke kaders van de groep. Deze zijn beschreven in de hoofdstuk 1. Missie Vilentum Hogeschool gaat over het tot leven en bloei laten komen van talenten. De hogeschool onderscheidt zich als een Aeres-onderdeel dat door het opleiden van eigenzinnige natuurtalenten het verschil maakt. Als zodanig vervult zij een onmisbare schakelfunctie tussen de maatschappij en de sector (groen, niet-groen wel verwant, en onderwijs) en vervult zij een spilfunctie in partnerschappen met bedrijven en instellingen. Profielen faculteiten De hogeschool verzorgt en ontwikkelt op drie locaties hoger beroepsonderwijs dat aansluit bij de zwaartepunten Gezonde en Vitale leefomgeving (Almere), Agrofood en Ondernemen en Dier en Diergezondheid (Dronten/Barneveld) en Leren en Ontwikkelen (Wageningen). Profiel CAH Vilentum Almere CAH Vilentum Almere is een jonge en duurzame hogeschoollocatie. Opleidingen, onderzoek en projecten in Almere staan in het teken van de gezonde en vitale (stedelijke) leefomgeving: van stad tot natuur, van biologie en stadslandbouw tot voeding. De bacheloropleidingen Toegepaste biologie, Bedrijfskunde & Agribusiness en Management van de leefomgeving (voorheen Plattelandsvernieuwing) hebben verschillende majors toegepast op het zwaartepunt van Almere. Daarnaast zijn er associate degrees en Engelstalige opleidingen. Een doorlopende leerlijn is in ontwikkeling met een partner in Genech/Lille (Frankrijk). Voor de opleiding European Food Business (per september 2016) bouwt Almere aan partnerschappen met partners in Frankrijk en Italië. De visie op onderwijs is beschreven in § 4.11 en de visie op onderzoek in § 4.14; het overzicht van alle opleidingen en majors staat in tabel VH1 van bijlage 7. Profiel CAH Vilentum Dronten CAH Vilentum Dronten opende in 1957 haar deuren en is sterk verankerd in het groene domein. Opleidingen, onderzoek, projecten en commerciële dienstverlening in Dronten staan in het teken van agrofood en ondernemen. De bacheloropleidingen Bedrijfskunde & Agribusiness, Dier- en Veehouderij, Tuinbouw en Akkerbouw hebben diverse majors en minors. Daarnaast zijn er associate degrees, de Engelstalige master Agribusiness Development en Engelstalige opleidingen in samenwerking met buitenlandse instellingen. Samen met Dalhousie University in Halifax/Truro (Canada) biedt CAH Vilentum Dronten onder andere een double-degree-programma aan. In China werkt de faculteit samen met de universiteit van Chengdu in een ander samenwerkingsconcept, waarin studenten na drie jaar onderwijs met interventies van docenten van CAH Vilentum in Dronten kunnen instromen in een internationaal vierde jaar dat leidt tot het bachelordiploma van CAH Vilentum. Verkenningen zijn gaande om een tweede 3+1-constructie op te zetten in China met een polytechnic in Shenzhen. Er is verder een gemeenschappelijk opleidingstraject met een partner in Angers, (Frankrijk). De visie op onderwijs is beschreven in § 4.11 en de visie op onderzoek in § 4.14; het overzicht van alle opleidingen en majors staat in tabel VH1 van bijlage 7. Profiel Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool bestaat sinds 1981 en biedt de enige groene lerarenopleiding in Nederland aan. De bacheloropleidingen Educatie & Kennismanagement en Consumptieve techniek hebben verschillende afstudeerrichtingen en opleidingsvormen zoals voltijd, deeltijd en kopopleiding voor een onderwijsbevoegdheid als aanvulling op een behaald hbo-diploma.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 114 van 378
Met de lerarenopleiding Consumptieve techniek is het domein verbreed, met de associate-degreeopleidingen onderwijsondersteuner/instructeur en een masteropleiding Leren en Innoveren (MEd) is het opleidingenpalet verdiept. Het onderzoeksprogramma sluit aan bij het opleidingsprofiel, evenals de kennisdelingsactiviteiten. Opleidingen, onderzoek, projecten, professionalisering en (vak)nascholing van deze educatieve faculteit zijn gericht op leren en ontwikkelen in (groen) beroepsonderwijs en bedrijf. Afgestudeerden werken in onderwijs, natuureducatie, voorlichting, kennismanagement als docent, educator, kennismanager of innovator. De visie op onderwijs is beschreven in § 4.11 en de visie op onderzoek in § 4.14; het overzicht van alle opleidingen en majors staat in tabel VH1 van bijlage 7.
4.2.1.
Kernactiviteiten
De kernactiviteiten van Vilentum Hogeschool zijn het verzorgen van onderwijs en praktijkgericht onderzoek. Vilentum Hogeschool wil haar kennis delen en daarmee bijdragen aan een groene, economisch gezonde en duurzame samenleving en excellent onderwijs en brengt zo de nieuwe kennis en inzichten tot waarde. Onderwijs Vilentum Hogeschool heeft een uniek opleidingenportfolio dat bestaat uit voltijd- en deeltijd opleidingen op de volgende niveaus: associate-degree-opleidingen; bacheloropleidingen, masteropleidingen, internationale Engelstalige opleidingsvarianten en double-degree-programma’s. (zie bijlage 7, tabel VH1 voor totaaloverzicht). Vilentum Hogeschool beschikt zowel over opleidingen die voorbereiden op een professionele loopbaan in de groene sector in de meest brede zin (agrarisch ondernemerschap en dienstverlening, diergezondheid en management, gezonde leefomgeving) als over opleidingen die opleiden tot docent, voorlichter, et cetera in de groene sector. Met de opleiding Consumptieve techniek is een cross-over gemaakt naar het domein horeca en voeding. Praktijkgericht onderzoek Door het uitvoeren van praktijkgericht onderzoek wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van de praktijk: het bedrijfsleven en het beroepsonderwijs. Dit gebeurt door onderzoek, kennisontwikkeling, professionalisering van eigen docenten en externe deelnemers en het verbinden van onderzoek met de opleidingen. Ook wordt bijgedragen aan de wetenschap, onder andere door wetenschappelijke publicaties en oral presentations op internationale congressen. De koppeling tussen onderzoek en de opleidingen van de drie faculteiten krijgt vorm door praktijkvragen te vertalen in kennis- en onderzoeksvragen. Daarnaast wordt de koppeling gerealiseerd door het uitvoeren van onderzoeksopdrachten uit de voor de opleidingen relevante werkvelden. Lectoren, onderzoekers, promovendi, docenten, studenten en externe partijen, zoals het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en instellingen, voeren het praktijkgerichte onderzoek samen uit. Subsidies komen onder andere van de Centres of Expertise, vanuit het NRO (Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek) en SIA/RAAK. Ook zijn er volledig door het bedrijfsleven betaalde opdrachten. Kennis delen Vilentum Hogeschool deelt de opgedane kennis in en via lectoraten, projecten, publicaties, workshops, inspiratiesessies en samenwerking. Zie onder meer § 1.5.2 en § 4.15.4, § 4.16.5 en § 4.18.4. Daarnaast biedt Vilentum Hogeschool in het kader van een leven lang leren commerciële dienstverlening voor professionals in het onderwijs en het bedrijfsleven.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 115 van 378
4.3.
Omgeving, strategie en plannen
Vilentum Hogeschool opereert in een complexe en dynamische omgeving. Technologische ontwikkelingen, nieuwe wetenschappelijke inzichten en eisen en vragen vanuit de politiek, de maatschappij en het werkveld hebben voortdurend invloed op zowel de groene sector als op het onderwijs.
4.3.1.
Omgevingsfactoren en ontwikkelingen
De zwaartepunten van de locaties sluiten goed aan bij de belangrijkste ontwikkelingen in de omgeving van Vilentum Hogeschool: Almere, Gezonde en Vitale leefomgeving Voor vrijwel alle mensen is een goede gezondheid een belangrijke voorwaarde voor een gelukkig leven. Daarnaast speelt de kwaliteit van de stedelijke en natuurlijke leefomgeving een rol van grote betekenis. Hoe kunnen de omgevingsfactoren, natuur en groen in de stad bijdragen aan gezondheid, aan ontmoeting en sociaal contact en aan een evenwichtig ecosysteem? Welke kansen bieden stadslandbouw en verkorte voedselketens? De opleidingen en onderzoeksactiviteiten in Almere richten zich op onderwerpen die met het bovenstaande verbonden zijn. Dronten, Agrofood en Ondernemen Omdat ondernemers in de agrofoodsector belangrijke leveranciers zijn van grondstoffen voor de voedselproductie en tegelijkertijd grootverbruikers zijn van bijvoorbeeld brandstof, is duurzaam grondstof- en energiegebruik een belangrijk onderwerp. Dat laat zich vertalen in het gebruik van andere, niet-fossiele grondstoffen (biobased economy), slim hergebruik van grondstoffen (circulaire economie), mens- en omgevingsvriendelijke productiemethoden en nieuwe verdienmodellen. Dronten, Dier en Diergezondheid Er worden steeds meer eisen gesteld aan de gezondheid, voeding en het welzijn van dieren. De gezondheid van mens en dier is mede een bron van inspiratie en van economische waarde. Wageningen, Leren en Ontwikkelen voor beroepsonderwijs en bedrijf De leer- en opleidingsvragen worden gevarieerder, transities zijn op komst. Dat betekent continu zoeken naar andere en aanvullende modellen van opleiden, leren en ontwikkelen. De werkende professional staat voor vraagstukken rond blijvende, duurzame ontwikkeling. Via deeltijdopleidingen, trainingen, bij- en nascholing en gezamenlijk, praktijkgericht onderzoek biedt de faculteit de mogelijkheden aan docenten de eigen innovatiekracht (verder) te ontwikkelen, steeds gericht op ecologisch intelligent handelen. De hogeschool zoekt aansluiting bij regionale ontwikkelingen zoals de Floriade 2022 (in samenwerking met de gemeente Almere en de provincie Flevoland), Regio Zwolle (19 gemeenten hebben de handen ineen geslagen in een cluster Agrofood), bij landelijke ontwikkelingen, onder andere met de Centres of Expertise, de landelijke ontwikkelingen rond het leraarschap in vmbo en mbo, het opleiden in school en internationaal met verschillende partijen.
4.3.2.
Strategie en ambities
Het langetermijnbeleid van Vilentum Hogeschool is beschreven in het strategisch document van Aeres en het eigen hogeschoolplan. In 2015 ontwikkelt Vilentum Hogeschool haar eerste hogeschoolplan, dat naar verwachting in het voorjaar van 2016 klaar zal zijn. Dit plan geeft aan wat de onderwijs- en
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 116 van 378
onderzoeksvisies zijn waar de directie op stuurt aangaande organisatie, onderwijs, onderzoek, personeel en middelen en het licht toe hoe de faculteiten omgaan met het competentiemanagement van hun personeelsleden. Ambities Vilentum Hogeschool: • Staat bekend als een Aeres-onderdeel dat door het opleiden van eigenzinnige natuurtalenten uit binnen- en buitenland een verschil maakt. Als zodanig vervult zij een onmisbare schakelfunctie tussen de maatschappij en de sector (groen, niet groen wel verwant, en onderwijs) en vervult zij een spilfunctie in partnerschappen met bedrijven en instellingen. • Is een Aeres-onderdeel met nationaal en internationaal herkenbare en erkende faculteiten die elk een eigen profiel hebben, waarin onderwijs, onderzoek en valorisatie logisch samenhangen en gezichtsbepalend zijn. Zo ontwikkelt elke faculteit zich als een relevant kenniscentrum binnen de wereld van hao en hbo. • Is waar de student centraal staat en een uitdagende leeromgeving krijgt en waar je kunt worden wie je bent. • Is een lerende organisatie met professionele medewerkers. • Heeft interne en externe cross-overs. • Is waar structuur, afspraken, professionele ruimte en ontwikkeling hand in hand gaan. • Is waar de kwaliteit en actualiteit van de kerntaken onderwijs, onderzoek, valorisatie via zwaartepunten, lectoraten en commerciële activiteiten geborgd zijn. • Is waar de faculteiten samenwerken aan een aantal gemeenschappelijke thema’s, verwoord in het hogeschoolplan 2016-2020. • Is financieel gezond en heeft goed lopende bedrijfsondersteunende processen, finance en control, communicatie en werving, onderwijslogistiek, ICT en kwaliteit. • Is via al haar activiteiten optimaal aangesloten bij landelijke ontwikkelingen (sectorplan hao, lerarenbeleid, hbo-ontwikkelingen), bij de Aeres-strategie en bij de omgeving, nationaal en internationaal.
4.3.3.
Vilentum-brede (strategische) plannen
De wereld wordt beter wanneer de hogeschool werkt aan de duurzame ontwikkeling van groen, leven en talent in de context van maatschappij en beroep. De hogeschool wil in het licht van de bovenstaande missie en ambities het volgende realiseren: • De hogeschool en de faculteiten nog beter profileren. • Onderzoek verder uitbouwen en onderzoek en onderwijs verder integreren. • De voortijdige uitval verder terugdringen en het studierendement verhogen. • De algemene studenttevredenheid in de Nationale Studenten Enquête (NSE) moet een 3,8 of hoger zijn. • De medewerkerstevredenheid verhogen. • Voortdurende aandacht voor professionalisering van medewerkers: onderzoeksvaardigheden, toetsbeleid, ICT-vaardigheden en -gebruik in het onderwijs (zie § 4.6.4 en § 8.7.1). • De doorsnijdende thema’s versterken zoals internationalisering, praktijkleren, duurzaam ondernemen en intercultureel handelen. • Uitbouwen van nationale en internationale netwerken. • Plannen voor het onderwijs staan in § 4.13.2. • Plannen voor het onderzoek staan in § 4.20. • Bijdragen aan de realisatie van de Aeres-strategie ‘Verbindend perspectief’.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 117 van 378
4.4.
Organisatie
Vilentum Hogeschool maakt, samen met Groenhorst, deel uit van de rechtspersoon Stichting Aeres Groep. De BRIN-code van Vilentum Hogeschool is 30TX. De sub-BRIN-code van de faculteiten is voor CAH Vilentum Dronten 30TX01, voor CAH Vilentum Almere 30TX02 en voor Stoas Wageningen l Vilentum Hogeschool 30TX03. Zie bijlage 7, tabel VH1 voor overzicht alle opleidingen. Vilentum Hogeschool heeft een directie die bestaat uit een voorzitter, tevens faculteitsdirecteur van CAH Vilentum Almere en CAH Vilentum Dronten, en een vicevoorzitter, tevens faculteitsdirecteur Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool, en twee directieleden. Beide faculteitsdirecteuren geven leiding aan de faculteitsdirecties en de eigen stafondersteuning. De directievoorzitter van Vilentum Hogeschool rapporteert aan het College van Bestuur van Aeres en is lid van het Aeresmanagementteam. De organisatie van het onderwijs (§ 4.11), onderzoek (§ 4.14.1), en de commerciële dienstverlening (§ 4.21) zijn beschreven in aparte delen rond die onderwerpen.
4.4.1.
Organisatiestructuur en (opleidings)locaties
(Opleidings)locaties • Faculteit CAH Vilentum Almere bestaat sinds 2010. • Faculteit CAH Vilentum Dronten voert een gedeelte van één van de opleidingen uit in Barneveld als voortzetting op het mbo van Groenhorst Barneveld. • Faculteit Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool is gevestigd in Wageningen en verzorgt daarnaast de groene lerarenopleiding op en met opleidingsscholen. Deze aoc’s zijn verzameld in het Groen Consortium Opleiden in de School. • Het model waarbij docenten van CAH Vilentum, in het kader van beleidsregel 4B, Ad-onderwijs aanbieden op locaties van aoc’s, blijkt beperkingen te kennen. Daarom zijn de pilots in 2014
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 118 van 378
afgebouwd. Wel is in 2015 een deeltijd Ad-aanbod in Hoorn gerealiseerd, in samenwerking met het Clusius College.
4.4.2.
Organisatieontwikkeling
De organisatieontwikkeling van de hogeschool wordt uitgewerkt in het hogeschoolplan dat in 2016 verschijnt. In dit plan wordt toegewerkt naar een hogeschool met drie faculteiten. Iedere faculteit heeft dan ondersteuning op Aeres-niveau, op hogeschoolniveau en op faculteitsniveau. In 2015 neemt de samenwerking toe. Resultaten 2015 Vilentum Hogeschool • In 2015 is er aan het hogeschoolplan 2016-2020 gewerkt. In het voorjaar van 2015 vinden inspiratiebijeenkomsten plaats, waarna de faculteitsdirecties het plan samenstellen. In het najaar van 2015 zijn feedbackbijeenkomsten georganiseerd met studenten, met medewerkers, met leden van werkveldcommissies en met andere stakeholders. Het plan zal in maart 2016 verschijnen. • De ondersteuning van onderwijs en onderzoek vindt steeds meer in onderlinge samenhang plaats: - De voorbereidingen zijn getroffen om de financiële administratie grotendeels te verplaatsen naar Aeres-niveau. De hogeschool behoudt de controlfunctie met een instellingscontroller en een projectencontroller. - De studentenadministraties werken samen om tot één kengetallenoverzicht te komen. Er is één Studentenstatuut en één format Onderwijs & Examenregeling. - De medewerkers Marketing & Communicatie werken samen aan een nieuwe hogeschoolwebsite en bereiden de overgang van Vilentum Hogeschool naar Aeres Hogeschool (zomer 2016) voor. - ICT-medewerkers van Vilentum Hogeschool werken nauw samen met hun Aeres-collega’s met als doel een geïntegreerde Aeres-ICT-infrastructuur. • CAH Vilentum Almere ontwikkelt zich voorspoedig. Het aantal studenten groeit, de beschikbare ruimte heeft zich zo goed als verdubbeld, de vestiging positioneert zich goed in de regio, de ondersteuning van onderwijs en onderzoek heeft een duidelijker structuur gekregen.
4.5.
Horizontale dialoog Vilentum Hogeschool
De dialoog met betrokkenen bij de hogeschool verloopt via de faculteiten met werkveldcommissies, critical friends, expertgroepen, interne en externe auditcommissies en peerreview. Medezeggenschap De medezeggenschapstructuur binnen Vilentum Hogeschool is erop gericht om medewerkers en studenten op alle niveaus mee te laten denken en praten over beleid en toekomst. De personele medezeggenschap is geregeld op de verschillende niveaus van Aeres (zie § 9.15) met de Centrale Ondernemingsraad op Aeres-niveau en de ondernemingsraad op Vilentum-niveau. De OR-verslagen staan in § 9.15.1. De studenten zijn op hogeschool- en op faculteitsniveau georganiseerd: op Vilentum-niveau is er de Centrale Studentenraad (CSR), op faculteitsniveau de Studentenraden (SR). Voor een aantal onderwerpen zitten personeel en studenten op hogeschoolniveau bij elkaar in een gemeenschappelijke vergadering (hogeschoolplan, systeem van kwaliteitszorg alsmede het beleid in het licht van de kwaliteitsbeoordeling, bestuurs- en beheersreglement, kaders voor de onderwijs- en examenregeling).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 119 van 378
Netwerken en samenwerkingsverbanden Vilentum Hogeschool zet in op het versterken van haar binnen- en buitenlandse netwerken. Dit gebeurt door het onderhouden van contacten met onderwijsinstellingen (mbo, hbo en wo), kennisinstellingen en het bedrijfsleven. De lectoraten ondersteunen dit. Tevens maakt Vilentum Hogeschool deel uit van het HON (Hogeschool Onderzoek Netwerk). De hogescholen maken binnen dit netwerk centraal afspraken rondom gedragscodes voor onderzoek en de herkenbaarheid van praktijkgericht onderzoek in het hbo. Netwerken worden benut om de praktijk in het onderwijs en het onderzoek te brengen. Er is een groot netwerk van stagebieders, opleidingsscholen en bedrijven, en instellingen waar(voor) bachelor- of masterstudenten hun afstudeeractiviteiten of -onderzoek uitvoeren. Agribusiness Development-masterstudenten besteden ongeveer 70% van hun opleidingstijd aan het ontwerpen en ontwikkelen van een voor de mastercompany relevante innovatie. De studenten van de master Leren en Innoveren brengen een onderzoeksopdracht en de opdrachtgever mee in de studie. De opdrachtgever is nauw betrokken bij de beoordeling van de resultaten. Met de ontwikkeling van onderzoeksgroepen en de oprichting van de Centres of Expertise is er daarnaast sprake van een groeiend netwerk van bedrijven en universiteiten waarmee Vilentum Hogeschool, onder leiding van de lectoren, onderzoeksopdrachten en -projecten uitvoert. In het kader van kwaliteitszorg overleggen management en docenten met werkveldcommissies en critical friends. De Centres of Expertise hebben hun eigen adviesraden uit het werkveld en worden getoetst door de Review Commissie Hoger Onderwijs en Onderzoek, die ook optreedt als critical friend in het kader van praktijkgericht onderzoek. Er is een groot aantal internationale partnercontacten voor internationale uitwisseling en samenwerking, gekoppeld aan de verschillende opleidingen. De contracten gaan over bilaterale afspraken, mobiliteit van studenten en docenten, training en consultancy.
4.6.
Bedrijfsvoering
Om de Vilentum-brede ambities te realiseren, stuurt de hogeschool op een efficiënte en effectieve bedrijfsvoering, kwaliteit (§ 4.8) en onderzoek en innovatie (§ 4.14 t/m 4.20). Dit vindt in nauwe samenwerking plaats met het Aeres Bestuursbureau in Ede. Aeres-brede zaken staan in de hoofdstukken 1 Gezamenlijke kaders, 2 Aeres-brede kengetallen en financiële resultaten, 8 Bestuursbureau en 9 Sociaal jaarverslag. In deze paragraaf komen de voor Vilentum Hogeschool specifieke aspecten van de bedrijfsvoering aan de orde.
4.6.1.
Kengetallen en studentenpopulatie
Vilentum Hogeschool realiseert haar aanbod in 2015 met 320 medewerkers (256 fte). Het betreft 226 (182 fte) medewerkers onderwijzend personeel en 95 (74 fte) ondersteunende medewerkers. Deze medewerkers zijn, behalve in het onderwijs, een deel van hun tijd ook actief in (commerciële) projecten, onderzoek en valorisatie. Het resultaat van Vilentum Hogeschool is in 2015 € 50.629 positief. Uitgebreide informatie over de financiën is gegeven in hoofdstuk 2 en de jaarrekening. Bijlage 7 geeft een groot aantal kengetallen. In deze paragraaf volgt een deel daarvan. Studentenaantallen en verhouding man : vrouw In 2015 heeft Vilentum Hogeschool 2.998 ingeschreven studenten: 385 (Almere) + 1.819 (Dronten) + 794 (Wageningen). Dit is een toename van 5,5%. Landelijk is het aantal ingeschreven hbo’ers afgenomen met 0,9% (bron Vereniging Hogescholen). De docent-student van Vilentum Hogeschool is
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 120 van 378
1: 16,5. Dit is inclusief projectuitvoering (20%) en leidinggevenden van onderwijzend personeel. Zonder projectuitvoering zou de docent-student-ratio 1: 20,6 bedragen. Per 1 oktober 2015 heeft Vilentum Hogeschool 226 niet-Nederlandse studenten (24 in Almere, 197 in Dronten en 5 in Wageningen). Van de niet-Nederlandse studenten hebben er 64 een niet EERnationaliteit. Studenten zonder EER-nationaliteit tellen niet mee in de bekostiging en ontvangen geen beurs van Vilentum Hogeschool. De volgende grafiek geeft het verloop van de totale aantallen studenten weer. Deze aantallen zijn ontleend aan het eigen SIS Alluris.
2013
2014
2015
3000 2750 2500 2250 2000 1750 1500 1250 1000 750 500 250 0 Totaal VH
Almere
Dronten
Wageningen
Grafiek 4.1 Studentenaantal, zie bijlage 7 tabel VH 2.
Vanaf 2013 worden de studentenaantallen uitgesplitst naar de opleidingslocaties.
Verhouding man : vrouw ingeschreven studenten V
M
100% 75% 50% 25% 0% 2013
2014
2015
Grafiek 4.2 Verhouding man : vrouw studenten, zie bijlage 7 tabel VH 2.
De verhouding man : vrouw is in 2015 bij Vilentum Hogeschool 56% : 44%. Bij CAH Vilentum Almere is de verhouding 69% : 31%, bij CAH Vilentum Dronten 65% : 35% en bij Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool 35% : 65%. In 2015 is de verhouding tussen man en vrouw landelijk in het hbo 48% : 52% (bron DUO).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 121 van 378
Instroom De instroom van nieuwe studenten is met 1,4% afgenomen (van 1.054 naar 1.039 studenten, bron: Alluris per 1-10-2015): CAH Vilentum Almere toegenomen van 132 naar 191, CAH Vilentum Dronten afgenomen van 626 naar 579 en Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool afgenomen van 296 naar 269 (zie bijlage 7, tabel VH 4). Landelijk is de instroom in het hbo in 2015 afgenomen met 8,3% (bron Vereniging Hogescholen). Naar opleidingsniveau en -vorm 2013
2014
2015
1000 900 800 700 600 500 400 300 200 100 0 Associate Degree
Bachelor
Master
Niet-NL
Voltijd
Deeltijd
Grafiek 4.3 Uitsplitsing instroom naar opleidingsniveau en -vorm, zie bijlage 7 tabel VH 4.
Voor de vorm ontbreekt 2012 omdat de cijfers van dat jaar alleen de bachelor bevatten. 2013 en 2014 gaan over alle opleidingen. De verdeling voltijd en deeltijd verschilt sterk per faculteit. CAH Vilentum Almere heeft 0% deeltijdstudenten, CAH Vilentum Dronten heeft 9,3% deeltijdstudenten en dat is iets hoger dan vorig jaar, terwijl de deeltijdstudenten bij Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool met 46,5% bijna de helft van de populatie uitmaken. Dit percentage is iets lager dan vorig jaar. Naar vooropleiding % Cohort 2013
% Cohort 2014
% Cohort 2015
45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 havo
mbo
vwo
overig
Grafiek 4.4 Uitsplitsing instroom naar vooropleiding, zie bijlage 7 tabel VH 4
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 122 van 378
Bij de groep ‘overig’ heeft 28% (32% in 2014 en 48% in 2013) een buitenlands diploma. In deze groep zijn ook studenten met een hbo-propedeuse of -opleiding opgenomen. De grootste groepen qua vooropleiding zijn voor CAH Vilentum Almere de havo (65%), voor CAH Vilentum Dronten de havo (40%) en het mbo (36%) en voor Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool de groep overig (49%) en mbo (32%). Voltijd
Deeltijd
70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 2013
2014
2015
2013
Havo
2014 Mbo
2015
2013
2014
2015
2013
Vwo
2014
Overig
Grafiek 4.5 Uitsplitsing instroom naar vooropleiding en opleidingsvorm, zie bijlage 7 tabel VH 5.
4.6.2.
Huisvesting, faciliteiten en omgeving
De algemene ontwikkelingen rond de huisvesting zijn beschreven in § 8.6. Hier volgen de bijzonderheden voor 2015. Almere • In 2015 heeft CAH Vilentum Almere een nieuwe etage in gebruik genomen in het huurpand in de binnenstad, dat in 2013 werd betrokken. Met deze uitbreiding is de lokalenbehoefte voor het schooljaar 2015-2016 gedekt. De verwachting is dat voor het volgende schooljaar nieuwe stappen nodig zijn om het groeiende aantal studenten te accommoderen. Op de nieuwe etage is een laboratorium ingericht voor proeven met innovatieve kweektechnieken op basis van ledtechnologie. CAH Vilentum Almere is aangesloten bij een initiatief van de provincie Flevoland om te komen tot de realisatie van het eerste paviljoen op het Floriade-terrein. CAH Vilentum Almere krijgt de ruimte om in dit paviljoen, dat voorjaar 2017 gereed moet zijn, onderzoek, practica en evenementen te organiseren. • Er is in Almere beperkt sprake van studentenhuisvesting. CAH Vilentum Almere huurt enkele panden in de binnenstad, waarvan buitenlandse studenten, tegen betaling, gebruikmaken. Dronten • Het oude hogeschoolgebouw in Dronten (verlaten in 2012) is grotendeels gesloopt. Het gedeelte dat is blijven staan, is opgeknapt tot Green Venture Lab. Het Green Venture Lab is in december geopend en heeft als doel ondernemerschap onder studenten te stimuleren door het begeleiden van start-ups en het organiseren van inspiratiesessies met het bedrijfsleven. • Met de gemeente Dronten, overige stakeholders in het campusgebied en omwonenden is met een kerngroep en werkgroepen gewerkt aan verdere ontwikkeling van het gebied (WijLand). Dat heeft geresulteerd in een besluit van de gemeenteraad om 400K ter beschikking te stellen voor aanpassing van infrastructuur en profilering van het gebied.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 123 van 378
• Met Oost-Flevoland Woondiensten, eigenaar van de studentenhuisvesting op de campus, vinden gesprekken plaats over de financiële situatie van de studentenhuisvesting. • De studentenbedrijven zijn opgenomen in het Aeres Praktijkcentrum Dronten. In het kader van praktijkleren intensiveert zich het leren en werken van studenten binnen het praktijkcentrum. Wageningen • In mei 2013 is het nieuwe gebouw van Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool aan de Mansholtlaan in Wageningen in gebruik genomen. Het gebouw functioneert zoals het bedoeld is. Er zijn tot op heden minimale aanpassingen gedaan. • De voorzieningen op het terrein worden stap voor stap verder gerealiseerd, afhankelijk van de beschikbare middelen. In 2015 is naast het hondendagverblijf een buitenpaviljoen gerealiseerd. • De Borne Oost, het terrein waar de faculteit is gevestigd, wordt onderdeel van Wageningen Campus.
4.6.3.
Lerende cultuur en personele zaken
Tenzij anders aangegeven zijn de onderstaande items uitgewerkt in § 9.6.2. De harmonisatie van de functiebouwwerken van de faculteiten is gestart. De beschrijvingen en waarderingen van de docentenfuncties zijn geharmoniseerd en gedeeld met de betrokken medewerkers met als doel implementatie in april 2016. Daarna volgen de functies van lectoren (implementatie eveneens april 2016), onderwijs- en onderzoekondersteunend personeel (implementatie rond de zomer van 2016) en overig ondersteunend personeel (harmonisatie en implementatie in 2016-2017). Almere en Dronten • De teams werken met jaarplannen en jaarverslagen. • Medewerkers en leidinggevenden voeren functiegesprekken, waarin resultaat- en ontwikkelingsafspraken worden gemaakt. • Collega’s uit Wageningen verzorgen een didactische cursus voor nieuwe medewerkers. • Docenten volgen workshops onderzoeksvaardigheden, toetsbeleid en ICT & onderwijs. • Naar aanleiding van enquêteresultaten werken teams aan verbeterplannen. Kwaliteitscoaches ondersteunen hen in het levend houden van de voorgenomen plannen en monitoren de acties en de resultaten. Wageningen • Medewerkers werken in teams aan individuele, teambrede en teamoverstijgende portefeuilles op basis van persoonlijke ontwikkelingsplannen, teamplannen en een jaarlijks tienpuntenplan voor de gehele faculteit • Medewerkers en leidinggevenden voeren functioneringsgesprekken, waarin resultaat- en ontwikkelingsafspraken worden gemaakt. • Docenten volgen workshops onderzoeksvaardigheden, toetsbeleid en ICT & onderwijs. • Naar aanleiding van enquêteresultaten werken teams aan verbeterplannen voor onderwijseenheden. Kwaliteitszorg ondersteunt hen in het levend houden van de voorgenomen plannen en monitoren de acties en de resultaten.
4.6.4.
ICT
In 2015 kenmerkt ICT zich door de volgende ontwikkelingen: • Aeres-breed wordt er gewerkt aan de ontwikkeling tot een volwassen ICT-organisatie. Er is een model voor de governancestructuur en de regieorganisatie ontwikkeld. Veel inbreng is geleverd
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 124 van 378
door (ICT-)medewerkers van Vilentum Hogeschool. Verdere uitwerking vindt in 2016 plaats onder regie van het Aeres Strategisch ICT-beraad. Deze ontwikkelingen raken taken en rollen van medewerkers van Vilentum Hogeschool. • Op Vilentum-niveau is voor de gedeelde digitale informatie een ‘shared’ omgeving gemaakt: de S-schijf. Deze is ingericht volgens het HORA-model en alle medewerkers gebruiken hem meer en meer. • De implementatie van het programma voor onderwijslogistiek, Xedule vordert maar is nog niet geheel gerealiseerd. Roosters worden web-based gepresenteerd aan studenten en docenten, de koppeling naar individuele ureninzet van docenten is de volgende ontwikkelingsstap.
4.6.5.
(Sociale) veiligheid en integriteit (incl. klachtenafhandeling)
Vilentum Hogeschool wil iedereen binnen de hogeschool een studie- en werkomgeving bieden waar (sociale) veiligheid en integriteit gewaarborgd zijn. De gedragscodes zijn op Aeres-niveau vastgelegd in de integriteitscode. Verwijzingen naar die code zijn expliciet toegevoegd op de website, in het studentenstatuut en in de algemene informatiegids. In het studentstatuut staat hoe de hogeschool wil sturen op omgang tussen studenten onderling, tussen studenten en docenten en tussen medewerkers onderling. De medewerkers houden zich aan de geschreven en ongeschreven regels die voor de eigen functie en de daarbij behorende rollen en taken gelden. Klachten, incidenten en bezwaren Vilentum Hogeschool Vilentum Hogeschool heeft een klachtenregeling die sinds 2014-2015 van kracht is. De registratie en behandeling van klachten via het centrale klachtenloket zijn gestructureerd en geprofessionaliseerd. In 2015 zijn 163 klachten ingediend (50 in 2012, 88 in 2013 en 119 in 2014). De stijging wordt veroorzaakt door een toename van het aantal studenten en het feit dat studenten steeds mondiger worden. De procedures voor het afhandelen van klachten van studenten, die in het studentenstatuut zijn beschreven, functioneren naar behoren. Studenten die bezwaar aantekenen tegen een beslissing van de examencommissie worden gehoord, waarna de Interne Adviescommissie een oordeel velt over de validiteit van het ingebrachte bezwaar en een advies uitbrengt aan de examencommissie. Indien nodig komt de examencommissie vervolgens tot een nieuw besluit. De student kan vervolgens nog bezwaar aantekenen bij het College van Beroep voor de Examens.
Soort klacht
Aantal Resultaat
Belemmering studievoortgang
60
Afgehandeld via de Interne Adviescommissie.
Bezwaar tegen bindend negatief studieadvies
24
Afgehandeld via de Interne Adviescommissie
Bezwaar tegen beoordeling van een module of beroepssituatie
17
De examencommissie doet geen inhoudelijke uitspraak over de beoordeling. De beoordelaar is autonoom. Slechts wanneer blijkt dat de beoordelaar incompetent is of de inhoud van de toets/het assessment geen betrekking heeft op de te examineren studieinhoud, kan de commissie ingrijpen. In 11 gevallen is de klacht/het bezwaar daarom afgewezen. In één geval is de klacht na een gesprek met de student ingetrokken. Vijf klachten zijn afgehandeld via de Interne Adviescommissie.
Verzoek om uitstel toetsen en/of afronding propedeutische fase
15
10 toegewezen, 2 afgewezen. In 3 gevallen was het verzoek prematuur; er waren nog voldoende kansen over.
Verzoek om (extra) herkansing
11
7 afgewezen, 2 toestemming verleend. In 2 gevallen ging het om het moment waarop toetsmomenten (kansen) in het jaarrooster opgenomen zijn. Die momenten zijn
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 125 van 378
Soort klacht
Aantal Resultaat vastgelegd in de OER en door de directie vastgesteld. Verzoeken zijn, voorzien van advies, aan de directie doorgeleid.
College van Beroep voor de Examens
5
2 toegewezen, 3 afgewezen.
Bezwaar tegen procedure bij assessment
3
Bezwaren deels gegrond verklaard. In één geval heeft de student een extra kans gekregen om het assessment te ondergaan. In een ander geval is het eerder gegeven bindend negatief studieadvies (BNSA) opgeschort en heeft de student een herkansing gekregen (met 2 andere assessoren) en heeft het assessment volgens de daarvoor geldende procedure alsnog ondergaan. In het derde geval is de beoordeling gehandhaafd maar is bij de volgende kans een andere assessor toegewezen.
Overig onderwerpen
28
Totaalaantal
163
Meest voorkomende klachten De meest voorkomende klacht betreft ‘besluiten met betrekking tot belemmering in de studievoortgang’. In twee derde van de gevallen blijkt dat het cijferbeeld waarop dit besluit genomen is niet compleet is, omdat sommige docenten niet op tijd hun cijfers hebben ingevoerd. In al die gevallen heeft de examencommissie op advies van de Interne Adviescommissie, na actualisatie van het cijferbeeld, een nieuw besluit genomen. Meestal in het voordeel van de student. In een derde van de gevallen had de student ongelijk en is de klacht ongegrond verklaard. Als tweede wordt er vaak een klacht/bezwaar ingediend over het BNSA-besluit. Vaak met een beroep op bijzondere omstandigheden. Van de dertig bezwaren zijn er vijf toegewezen en is in zes gevallen uitstel verleend om aan de propedeuse-eis te voldoen. Daarnaast zijn er door het College van Beroep voor de Examens vijf BSA-besluiten in behandeling genomen, waarvan er twee zijn toegewezen. Plagiaat Voor het vaststellen van plagiaat wordt veelal gebruikgemaakt van het digitaal inleveren via Ephorus, of Turnitin. Daarnaast kan plagiaat geconstateerd worden bij andersoortig in te leveren werk (denk aan ontwerptekeningen en collages). In dat geval is het de beoordelende docent die het plagiaat opmerkt. In tien gevallen is er verdenking van plagiaat gerezen. In acht gevallen heeft de examencommissie plagiaat vastgesteld en zijn conform de OER de tentamenresultaten van de student voor de module in die tentamenperiode ongeldig verklaard, of is uitsluiting van assessments opgelegd. In twee gevallen heeft de commissie van een maatregel afgezien, omdat de aard en omvang van de verdenking onvoldoende grond gaven om van plagiaat te kunnen spreken. Wel zijn de betreffende studenten gewezen op de reden voor de verdenking. De commissie heeft hen geadviseerd om meer aandacht te besteden aan het voorkomen daarvan.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 126 van 378
4.7.
Prestatieafspraken
Vanaf 2013 is een deel van de rijksbekostiging voorwaardelijk gesteld als prestatiebekostiging. Landelijk is 7% van de onderwijsbekostiging gekoppeld aan ‘kwaliteit en profiel’. Het grootste deel van deze middelen wordt verdeeld op basis van prestatieafspraken met de individuele scholen (5%). Voor het stimuleren van zwaartepunt en profilering worden middelen selectief toegewezen (2%). Het Sectorplan HAO 2011-2015 verwoordt de ambitie van de samenwerkende instellingen om optimale afstemming te zoeken bij het realiseren van profilering, zwaartepuntvorming en differentiatie. Vanuit dat perspectief heeft het sectorplan, dat tot stand is gekomen in 2012, een belangrijke rol gespeeld bij het vaststellen van prestatieafspraken rond deze thema’s. De samenwerkende instellingen gaven in een gemeenschappelijk statement weer welke prestaties zij met betrekking tot de zwaartepuntvorming en differentiatie gaan realiseren.
4.7.1.
Prestatieafspraken en -bekostiging Vilentum Hogeschool
Effectief betekenen de prestatieafspraken dat de rijksbekostiging van Vilentum Hogeschool voor ongeveer 4,5% prestatieafhankelijk is (€ 977.000 van € 21.969.000). Deze 4,5% is als volgt verdeeld:
Prestatiegebied
Vilentum Hogeschool
Aandeel rb
Onderwijskwaliteit en studiesucces
748.000
3,4%
Zwaartepuntvorming en profilering
229.000
1,1%
977.000
4,5%
Totaal
De voorwaardestelling heeft tot gevolg dat als de prestaties niet behaald worden, de bekostiging na 2016 op ieder van de drie bepalende aspecten (studiesucces, kwaliteit/excellentie, maatregelen) met een derde bekort kan worden voor het tijdvak 2017-2020. Binnen één aspect moeten alle afgesproken prestaties zijn gerealiseerd. In 2012 zijn in overleg met de hogescholen door het Rijk indicatoren vastgesteld met de bijbehorende streefwaarden die in 2015 behaald zouden kunnen worden. Informatie over gerealiseerde prestaties wordt ontleend aan DUO/1CHO, het personeelssysteem RAET, de NSE (Nationale Studenten Enquête) en de benchmark overhead van Berenschot.
4.7.2.
Proces bij Vilentum Hogeschool
Het proces rond de prestatieafspraken heeft bij Vilentum Hogeschool wat meer voeten in de aarde gehad dan bij andere hogescholen. Reden daarvoor is de fusie tussen CAH en Stoas Hogeschool. In deze subparagraaf wordt het proces (stappen en afspraken) in grote lijnen geschetst. Doel is een compleet beeld te geven van hetgeen Vilentum Hogeschool heeft gedaan of gelaten inzake de prestatieafspraken. In het gesprek tussen het College van Bestuur en de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek op 12 september 2014 is afgesproken om de prestatieafspraken op het niveau van de hogeschool te formuleren. Deze zijn vervolgens ook formeel bij het ministerie van EZ ingediend. In § 4.7.4 zijn de aanvullingen beschreven op de prestatieafspraken na dit gesprek met de RCHOO. Voor Vilentum Hogeschool zijn de zwaartepunten leidend voor de onderzoeksprogramma’s. In 2014 heeft de Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek geoordeeld dat Vilentum Hogeschool in
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 127 van 378
voldoende mate een start gemaakt heeft met de uitvoering van de afgesproken plannen rondom zwaartepuntvorming en zijn de bijbehorende middelen voor 2015 en 2016 toegewezen. Twee keer per jaar spreekt de medezeggenschap met het College van Bestuur en de Raad van Toezicht over de stand van zaken met betrekking tot de resultaten op de prestatieafspraken. Ook in overleg met de directie van de hogeschool zijn de prestatieafspraken een terugkerend thema.
4.7.3.
Onderwijsdifferentiatie en zwaartepuntvorming Vilentum Hogeschool
De overheid daagt hogescholen uit om zich inhoudelijk te profileren. Dat moet bijdragen aan de kwaliteit van onderwijs en onderzoek en het keuzeproces van studenten vergemakkelijken. De hao’s hebben hier afspraken over gemaakt en de gezamenlijke profilering via de CoE’s in een apart document verantwoord. Aeres heeft vier zwaartepunten geformuleerd die voor alle Aeres-onderdelen van toepassing zijn (zie § 1.5.1). Zowel het onderwijsaanbod als de lectoraten op een Vilentum-locatie (Dronten, Almere en Wageningen) passen qua thematiek bij de zwaartepunten. De lectoraten werken praktijkgericht. Dat betekent dat zij vanuit een praktijkvraag onderzoeksvragen articuleren. Elk lectoraat gaat relevante coalities aan met het bedrijfsleven, innoverende organisaties, partijen uit de samenleving en onderwijs- en onderzoeksinstellingen om inhoudelijke versterking te creëren. De samenwerkingsverbanden zijn terug te vinden in de partnerschappen van projecten, in de netwerken, in tijdelijke allianties, in formele consortia als dat nodig is voor een project, in professionele leergemeenschappen en in research-practice-partnerships. Rond een zwaartepunt wordt zo in samenwerking met vele partners een kennisnetwerk ontwikkeld. Vragen die bij de hogeschool binnenkomen en situaties waarin een onderzoeksvraag speelt, worden samen met de vrager verder gearticuleerd, verbonden met andere vergelijkbare vragen in samenhang met een onderzoeksprogramma. De onderzoeksvraag wordt vervolgens onderzocht met de praktijk, studenten en partners die kennis over het thema hebben. In onderwijs en onderzoek worden, waar relevant, ook verbindingen gelegd met hao-brede onderzoeksthema’s en de Centres of Expertise. De hogeschool brengt de ontwikkelde kennis bijeen en valoriseert deze. In de prestatieafspraken zijn drie zwaartepunten genoemd: Groene en Vitale stad, Agrofood en Ondernemen en Duurzaam Leren en Ontwikkelen. De bijbehorende Aeres-brede zwaartepunten uit het strategisch beleid zijn Gezonde en Vitale leefomgeving, Agrofood en Ondernemen, Dier en Diergezondheid en Leren en Ontwikkelen. Door praktijkgericht te werken versterken vragende partijen, onderwijs en onderzoek elkaar. Het draagt bij aan vernieuwing en het actueel houden van de curricula en, aan het toepassen van nieuwe kennis en inzichten. Studenten worden betrokken bij onderzoek om hen een nieuwsgierige en kritische houding bij te brengen en om onderzoeksvaardigheden aan te leren. Docenten participeren samen met hun studenten in de onderzoeken, waardoor hun kennis actueel blijft en nieuwe inzichten toegepast kunnen worden. De praktijk krijgt andere inzichten en de beschikking over nieuwe toepassingsmogelijkheden.
4.7.4.
Aanvulling op prestatieafspraken
De onderstaande teksten zijn een aanvulling op de prestatieafspraken na het gesprek met RCHOO op 12 september 2014.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 128 van 378
In 2015 is het gesprek gestart hoe de beweging te maken van kenniscentra, waarin vooral onderzoeksresultaten gedeeld worden, naar valorisatieactiviteiten die gericht zijn op het delen van kennis vanuit zowel onderwijs en onderzoek als de locatiespecifieke zwaartepunten. In 2016 worden de kenniscentra als begrip afgebouwd, daarbij alle valorisatie activiteiten behoudend, in combinatie met de lancering van de nieuwe naam Aeres Hogeschool. Aeres Hogeschool heeft drie faculteiten, ieder met een eigen inhoudelijk profiel: Almere met Groene en vitale leefomgeving, Dronten met Agrofood en ondernemen en Wageningen met Leren en ontwikkelen. In onderstaande tabel zijn de prestatieafspraken aanvullend op de verplichte cijfermatige prestatieafspraken uitgewerkt. Aanvullende prestatieafspraak per 12 september 2014
Stand van zaken 2015
In 2015 is Vilentum Hogeschool in Wageningen erkend en herkend trekker van het Kenniscentrum Leren en Ontwikkelen voor beroepsonderwijs en bedrijf. Het kenniscentrum gaat over kennisontwikkeling, onderzoek, implementatie en valorisatie van leren opleiden, leraren opleiden, begeleiden van leren in bedrijven, innoveren van leren, instructie geven voor het beroepsonderwijs in het groene en het consumptieve domein. Het is gekoppeld aan het profiel van de educatieve faculteit van Vilentum Hogeschool, waar opleidingen, onderzoek en cursussen zijn gericht op leraarschap, pedagogiek, didactiek en teamontwikkeling in beroepsonderwijs en bedrijf.
Het zwaartepunt van Vilentum Hogeschool in Wageningen komt overeen met het genoemde kenniscentrum. Opleidingen, onderzoek en valorisatie vormen een samenhangend geheel en gaan over duurzaam leren en ontwikkelen voor beroepsonderwijs en bedrijf. Er is in 2015 verder vorm gegeven aan de inhoud en die samenhang. De drie lectoren werken samen in één onderzoeksprogramma, zijn direct betrokken bij het onderwijs in de masteropleiding, en via de docent-onderzoekers bij de bacheloropleiding. Het thema onderzoek en onderzoekende houding in de bacheloropleiding is nadrukkelijk gepositioneerd vanuit een van de lectoraten. Er is een goed ontwikkeld kennis- en onderzoeksnetwerk om de hogeschool. Masterclasses trekken veel externen en de openbare lessen worden bezocht door een breed spectrum van vakgenoten en onderzoekers. Er zijn 42 publicaties verschenen (zie SEP-overzicht, zie § 4.18.4), waarvan 19 wetenschappelijke artikelen en 23 vakinhoudelijke. Daarnaast zijn er nog vier artikelen in submission.
In Dronten heeft Vilentum Hogeschool het Kenniscentrum Agrofood en Ondernemen gerealiseerd. Het kenniscentrum gaat over het ontwikkelen van nieuwe kennis, concepten, en productiewijzen die bijdragen aan een vitale landbouw en een duurzame leefomgeving. Daarbij richt het onderzoek zich zowel op productietechnieken en grondstofgebruik alsook op het ontwikkelen en versterken van het ondernemerschap dat daarvoor nodig is. Een andere focus in het kenniscentrum is het ontwikkelen van nieuwe (bedrijfskundige) kennis, concepten, strategieën en businessmodellen die bijdragen aan een vitale agribusiness met als basiseigenschappen: biobased, circulair en smart.
Met de subthema’s Vitale landbouw en Vitale agribusiness heeft faculteit Dronten, met het zwaartepunt Agrofood en Ondernemen, een naam opgebouwd. Regelmatig verschijnt een digitale nieuwsbrief met een agenda van activiteiten en een weergave van resultaten van onderwijs en onderzoek. De nieuwsbrief is in 2015 zeven keer verschenen en verspreid onder 1.500 belangstellenden. In 2015 zijn zeven TED’s georganiseerd. Sprekers zijn afwisselend eigen medewerkers en mensen van naam en faam uit het werkveld. De TED’s hebben gemiddeld zo’n 100 bezoekers. In 2015 zijn zes keynote presentaties gehouden in het buitenland. In 2015 zijn 59 publicaties verschenen. Erkenning blijkt ook uit het feit dat met succes subsidies met projectaanvragen worden binnengehaald. In 2015 zijn 59 projecten gestart. Andere opdrachten zijn afkomstig van bedrijven. In 2015 twaalf.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 129 van 378
Aanvullende prestatieafspraak per 12 september 2014
Stand van zaken 2015
In Almere heeft Vilentum Hogeschool het Kenniscentrum Groene en Vitale stad gerealiseerd. Het ontwikkelt nieuwe kennis, concepten, strategieën en businessmodellen, die bijdragen aan de gezondheid van mensen en aan een vitale, ondernemende stad. Het focust enerzijds op de leefstijl beïnvloedende factoren in de stad en anderzijds op nieuwe, lokale businessmodellen rondom voedselproductie en het scheppen van een cultuur die het mogelijk maakt dat deze nieuwe modellen ontstaan en wortel schieten. Hiermee wordt bijgedragen aan de transitie naar een duurzame samenleving.
De lector Groene en Vitale stad heeft zijn positie versterkt via projecten rond dit thema, onder andere in samenwerking met WUR, Ontwikkelcentrum Stadslandbouw, het ministerie van EZ en het CoE Food. Het lectoraat heeft een inhoudelijke bijdrage geleverd aan enkele seminars met meer dan 150 deelnemers. In 2015 zijn er negen publicaties verschenen, al dan niet als inleiding of onderdeel van een andere activiteit.
Het handhaven van een docent-student ratio die niet hoger wordt dan 1:22.
De docent-student ratio is in 2015 1:16,5. Dit is inclusief projectuitvoering (20%) en leidinggevenden van onderwijzend personeel. Zonder projectuitvoering zou de docent-student ratio 1:20,6 bedragen en nog steeds lager zijn dan 1:22.
Een verbetering van het NSE-oordeel van studenten over: • de inhoud van hun opleiding; • algemene vaardigheden; • voorbereiding op beroepsloopbaan. • minimaal vasthouden NSE-oordeel studenten over: • wetenschappelijke vaardigheden.
De NSE van 2015 laat voor alle vier de onderwerpen een lichte verbetering zien: • de inhoud van hun opleiding: van 3,54 naar 3,56; • algemene vaardigheden: van 3,76 naar 3,80; • voorbereiding op beroepsloopbaan: van 3,68 naar 3,73; • Minimaal vasthouden NSE-oordeel studenten over wetenschappelijke vaardigheden: van 3,56 naar 3,59.
Minimaal het vasthouden van tot dusver behaalde resultaten met betrekking de snelle instroom van afgestudeerden in passende functies met een startsalaris dat aansluit bij het landelijke beeld (HBO-Monitor).
HBO-Monitor laat in 2016 (over 2015) de volgende werkloosheidscijfers zien: CAH 4,3%, Stoas 6,0% (landelijk gemiddelde is 5,4%). Het bruto uurloon voor CAH-afgestudeerden is € 13,85, voor Stoas-afgestudeerden € 15,87 (landelijk gemiddelde is € 13,56).
Handhaven van beleid om een substantieel onderdeel van curricula te laten bestaan uit authentieke opdrachten, projecten en stages (administratie Kennisbalie, stagecoördinatoren en afstudeercoördinator).
Op alle drie de locaties komen veel ontwikkelvragen vanuit de praktijk binnen, die uitgevoerd worden door studenten of door onderzoekers, docenten en studenten. Bijvoorbeeld: de Kennisbalie in Dronten heeft in 2015 140 opdrachten binnengekregen, waarvan 45 gematcht zijn met onderwijs en/of onderzoek. Ook bij het Werkplekbureau in Wageningen komen veel vragen binnen. Veel ontwikkelvragen komen terecht bij Regiomakelaars van de Centres of Expertise. Daarnaast komen ze rechtstreeks binnen bij lectoren, promovendi, onderzoekers en docenten.
Wageningen biedt studenten met een vwo-vooropleiding sinds 2006 de mogelijkheid aan om de bachelor opleiding versneld te volgen. In het studiejaar 2014-2015 vertaalt Wageningen dit in een regulier 3-jarig hbo-traject voor vwo-opgeleide studenten.
Met het formele programma van 180 studiepunten voor vwo-afgestudeerden zijn vanaf september 15 studenten geworven. Het programma is omschreven voor studenten die een vwo-diploma bezitten, een specifiek examenprofiel hebben afgelegd en aantoonbaar gemotiveerd zijn voor dit versnelde traject.
Faciliteren van een leven lang leren met flexibele leerroutes voor werkenden, in de eigen regio en daarbuiten, met name via associate-degree-aanbod. In 2015 staan in Vilentum Hogeschool voor deze trajecten 150 studenten ingeschreven, naast de ‘gangbare’ bachelor-deeltijdstudenten.
In totaal staan er 121 studenten in associate-degreeopleidingen ingeschreven. Daarnaast zijn er nog 399 studenten bij bachelor-deeltijdopleidingen ingeschreven. In Hoorn is in samenwerking met het Clusius College een deeltijd-associate-degree gestart met 18 studenten.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 130 van 378
Aanvullende prestatieafspraak per 12 september 2014
Stand van zaken 2015
Onderzoek en valorisatie Vilentum Hogeschool heeft onderzoeksbeleid op hogeschool-niveau aansluitend op de zwaartepuntvorming. In 2015 is onderzoek structureel ingebed in de hogeschool (financieel) met een permanente kerngroep van drie lectoren, aangevuld met drie projectaanstellingen in Wageningen voor het zwaartepunt Leren en Ontwikkelen. In Dronten en Almere worden drie faculteitslectoraten aangevuld met projectlectoraten binnen de zwaartepunten Agrofood en Ondernemen respectievelijk Groene en Vitale stad.
Het onderzoeksbeleid op de hogeschool gaat uit van drie onderzoeksprogramma’s, één per locatie, met een focus die aansluit bij het zwaartepunt. In Almere is in 2015 één lector werkzaam. In 2015 is een subsidieaanvraag bij de provincie Flevoland ingediend, die moet resulteren in één aanvullende lector en drie promovendi. In Dronten zijn in totaal acht lectoren actief binnen zeven lectoraten. De werving voor een lector Global dairy farming heeft vooralsnog niet tot resultaat geleid. Fondsenwerving start voor twee lectoraten: Agrarisch waterbeheer en Huisdieren in de urbane samenleving. In 2015 krijgen drie startende lectoren goedkeuring voor het vervolgen van hun lectoraat (Duurzaam bodembeheer, Aardappelketen & sectorinnovatie, Beweiding). Daarnaast is een lector benoemd per 1 augustus op het gebied van circulaire economie (Vitale agribusiness via cyclische proces- en productieketens). In Wageningen zijn drie lectoraten structureel ingebed in de organisatie.
Wageningen: in 2015 heeft 30% van het docentencorps gebruik gemaakt van de mogelijkheid een periode van 1 tot 2 jaar onderzoek te doen in de kenniskring.
Het gewenste resultaat is behaald, ruim 30% van de docenten in dienst op 31/12/2015 heeft de afgelopen jaren deelgenomen aan onderzoeksactiviteiten door 1 of 2 jaar deel te nemen aan de kenniskring. 5% van de totale docentenformatie is lectorenformatie.
Dronten en Almere: handhaven van het huidige percentage lectoren ten opzichte van het aantal fte onderwijsgevenden.
In 2014 waren er zeven lectoren met een aanstellingsomvang van 3,2 fte op 99,7 fte docenten wat resulteerde in een percentage van 3,2%. In 2015 betreft het negen lectoren met een aanstellingsomvang van 4,2 fte op 118,1 fte docenten wat resulteert in een percentage van 3,6%. Het percentage is dus toegenomen.
In 2015 is onderzoek voor Vilentum-studenten in de bacheloropleiding een herkenbaar aspect in het curriculum.
Almere en Dronten: In 2014 is de beleidsnotitie ‘Onderzoek, hoe studenten leren onderzoeken’ verschenen. In 2015 en 2016 volgen docenten workshops onderzoeksvaardigheden. Afspraak is dat in de curricula van 2016-2017 de onderzoeksleerlijn zichtbaar aanwezig is en dat alle docenten de workshops gevolgd hebben. Wageningen: In Wageningen is in 2015 een inventarisatie naar onderzoek in het bachelor curriculum gedaan door de kenniskring. Er is een onderzoeksgroep ‘Onderzoek in de bachelor’ (OOB) uit voortgekomen, bestaande uit een teamleider, drie docenten en een lector. OOB heeft de resultaten intern en extern (andere hogescholen) gedeeld, gepubliceerd en werkt nu aan het vervolg voor verdere implementatie.
Handhaven van het Vilentum-beleid om docenten/ onderzoekers te benoemen die werkervaring hebben buiten het hoger onderwijs.
Voor veel docenten (werkzaam in onderwijs of onderzoek) geldt dat zij bij hun benoeming ervaring van elders (bedrijfsleven, onderwijs- of onderzoeksinstellingen) en een relevant netwerk meenemen. De nieuw benoemde lectoren zijn gepromoveerd.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 131 van 378
Aanvullende prestatieafspraak per 12 september 2014
Stand van zaken 2015
Werken aan langjarige samenwerking met tenminste vijf gerenommeerde onderzoeksinstellingen in binnen- en buitenland, die leidt tot ontwikkeling van hoogwaardige kennis die actief gebruikt wordt in het onderwijs, bij de onderzoekspartners, in het bedrijfsleven en bij instellingen.
De hogeschool heeft in 2015 samenwerkingsovereenkomsten met zeker vijf onderzoeksinstellingen: • Praktijkonderzoek Plant & Omgeving en Ontwikkelcentrum Stadslandbouw Almere rond de thematiek van Feeding the City/Floriade. • De samenwerking met International New Town Institutie (INTI) is versterkt, mede met het oog op gemeenschappelijke internationale projecten in onder andere Brazilië en China. • Voorbereidingen zijn getroffen om in 2016 een langjarige samenwerking aan te gaan met TU Twente rond het thema Geomedia. • In een vijfjarig project wordt samengewerkt met Plant Research International en 35 instellingen (bedrijfsleven, wo, branche) op het gebied van precisielandbouw. • Met Plus 4 Progress Oekraïne met twee universiteiten en agrarische bedrijven. • Met de Animal Science Group en Friesland Campina in het kader van het thema weidebeheer. • In twee vierjarige projecten wordt samengewerkt met de leerstoelgroep ECS van Wageningen Universiteit.
Vilentum Hogeschool streeft naar uitvoering van projecten (subsidie- en commerciële projecten) met een omzet van minimaal 25% van de totale omzet aan onderwijs en onderzoek in Wageningen en een portefeuille van één miljoen euro per jaar in Dronten en Almere.
De totale omzet voor projecten is in 2015 € 6.422.000 (ongeveer € 4.000.000 Dronten, € 2.000.000 Wageningen (20% van de omzet) en € 200.000 Almere). Dit is hoger dan de gestelde doelstellingen.
Onderwijs Minimaal het vasthouden van tot dusver behaalde resultaten met betrekking tot de snelle instroom van afgestudeerden in passende functies met een startsalaris dat aansluit bij het landelijke beeld (HBO-Monitor).
Uit de in juni 2015 verschenen HBO-Monitor blijkt dat 84% van de afgestudeerden van Vilentum Hogeschool tevreden is over de aansluiting van de opleiding op de functie. Dat is een stabiele score. In de jaren ervoor lagen de percentages voor de faculteiten CAH Vilentum en Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool afzonderlijk tussen 78% en 85%.
Ondernemendheid In 2015 zijn de competenties op het gebied van ondernemendheid expliciet benoemd in het curriculum en opgenomen in het programma voor de student. Nadrukkelijk een rol spelen bij het ontwikkelen van de kennis van ondernemerschap en ondernemendheid in de sector.
In Almere is een projectaanvraag ingediend en gehonoreerd voor een op ondernemerschap gericht project, waarbij gebruik wordt gemaakt van een virtuele tool. In Dronten is een project Ondernemerschap gestart, dat in combinatie met de start van het Green Venture Lab een ondernemerschapsleerlijn voor alle curricula gaat opleveren. In Wageningen wordt in de lerarenopleidingen gewerkt met ‘Ondernemen’ als één van de acht generieke opleidingscompetenties.
Verkrijgen van het bijzonder kenmerk Ondernemerschap van het NVAO op basis van investeringen in en prestaties op het gebied van onderwijs en onderzoek rond het thema ondernemerschap (Dronten en Almere).
Het bijzonder kenmerk Ondernemen is in maart 2015 toegekend.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 132 van 378
Aanvullende prestatieafspraak per 12 september 2014
Stand van zaken 2015
Doorontwikkeling van de omgevingsgerichtheid van de opleidingen in het hao. Ondernemerschap wordt verder versterkt, onder meer door innovatief denken en handelen te integreren (zie boven, zij spelen een rol bij ondernemerschap in de sector). Het consumentgericht denken wordt geïntegreerd in de opleidingsprofielen.
Zie eerder.
Internationalisering Dronten en Almere: het handhaven van het internationale onderwijsaanbod en de instroom van buitenlandse studenten op basis van een in het buitenland behaald diploma.
Het internationale onderwijsaanbod is gehandhaafd. Het aantal ingeschreven studenten is op 1 oktober 2015 226 met 39 nationaliteiten. In Almere is verder gebouwd aan de samenwerking met een nieuwe partner in Genech (Frankrijk) ter versterking van de Engelstalige opleiding Urban Dynamics/Rural Innovation. De Engelstalige opleiding Aquatic Ecology Management Systems is verder ontwikkeld in samenwerking met een partner in Beja (Portugal) en Maagdenburg (Duitsland). Er zijn voorbereidingen getroffen voor het overplaatsen in 2016 van de 4-jarige opleiding European Food Business vanuit Dronten naar Almere. Deze opleiding wordt aangeboden in samenwerking met de internationale Youth Food Movement en partnerinstellingen in Angers (Frankrijk) en Piacenza (Italië). In Dronten is sprake van consolidatie van de status quo m.b.t. internationale opleidingen. De instroom voor de bachelor-opleidingen is stabiel.
Invulling thema internationalisering door Dronten/Almere: Engelstalige majors; samenwerking partneruniversiteiten (o.a. double degree); eigen Engelstalig masterprogramma, Agribusiness Development.
Er zijn concrete afspraken gemaakt rond dual degrees en met enkele preferred partners (colleges) in Wulanchabu en Chengdu in China. Het masterprogramma Agribusiness Development is in 2015 niet van start gegaan.
4.7.5.
Verplichte indicatoren
De resultaten van Vilentum Hogeschool zijn gekoppeld aan het BRIN-nummer 30TX. De hogeschool brengt in 2015 het ministerie van Economische Zaken in een aanvullende rapportage op de hoogte van de stand van zaken van de gecombineerde ambities van de faculteiten in het kader van de midtermreview. Hieronder staat per verplichte indicator beschreven wat de oorspronkelijke ambitie was voor beide faculteiten, wat het tussentijdse resultaat is voor Vilentum Hogeschool, welke acties zijn uitgevoerd en welke maatregelen zijn genomen om de prestaties op de verschillende indicatoren te verhogen. (HBO1) Studiesucces: uitval Definitie: het aandeel van het totaal aantal voltijd bachelorstudenten (eerstejaars ho) dat na één jaar niet meer bij dezelfde instelling in het hoger onderwijs staat ingeschreven (bron: 1 cijfer HO).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 133 van 378
Ambitie 2015
Vilentum Hogeschool: < 23% (aangepast in 2014 n.a.v. samenvoegen faculteiten)
Resultaten, concrete acties en maatregelen 2012
CAH Vilentum: 25,3% Stoas Vilentum: 43,0%
2013
Vilentum Hogeschool: 23,5%
2014
Vilentum Hogeschool: 20,9%
2015
Vilentum Hogeschool: 22,9%
Resultaat HBO 1 2015 Vilentum Hogeschool voldoet aan de gemaakte afspraak. Het percentage is onder de gestelde doelstelling gedaald. Hiervoor zijn de volgende verklaringen: • De hogeschool besteedt tijdens de voorlichting (open dagen, meeloopdagen, voorlichting op scholen) veel aandacht aan informatie over het belang van een weloverwogen studiekeuze. • De intakeprocedure is aangescherpt door de implementatie van de procedure studiekeuzecheck (met onder andere een vragenlijst en gesprekken met aspirant-studenten). • In enkele opleidingen draaien pilots studievaardigheden, waaronder een buddysysteem. Voor alle internationale studenten in Dronten zijn er buddy’s. In Almere is intensieve begeleiding gezet op studenten met een functionele beperking. (HBO2) Studiesucces: switch Definitie: het aandeel van het totaal aantal voltijds bachelorstudenten (eerstejaars ho) dat na 1 jaar studie staat ingeschreven bij een andere studie bij dezelfde instelling (bron: 1 cijfer HO).
Ambitie 2015
Vilentum Hogeschool: < 4,3% (aangepast in 2014 n.a.v. samenvoegen faculteiten)
Resultaten, concrete acties en maatregelen 2012
CAH Vilentum: 0,5% Stoas Vilentum: 0,0%
2013
Vilentum Hogeschool: 1,6%
2014
Vilentum Hogeschool: 1,6%
2015
Vilentum Hogeschool: 2,1%
Resultaat HBO 2 2015 • De switch blijft ruimschoots onder de gestelde doelstelling. • De implementatie van de studiekeuzecheck zal dit percentage nog verder naar beneden brengen. (HBO3) Studiesucces: bachelorrendement Definitie: het aandeel van de voltijd bachelorstudenten dat zich na het eerste studiejaar opnieuw bij dezelfde instelling inschrijft (herinschrijvers) en dat in de nominale studietijd + één jaar (C+1) bij dezelfde instelling het bachelorsdiploma behaalt (bron: 1 cijfer HO).
Ambitie 2015
Vilentum Hogeschool: ≥ 78% (aangepast in 2014 n.a.v. samenvoegen faculteiten)
Resultaten, concrete acties en maatregelen 2012
CAH Vilentum: 74,5% Stoas Vilentum: 65,6%
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 134 van 378
Ambitie 2015
Vilentum Hogeschool: ≥ 78% (aangepast in 2014 n.a.v. samenvoegen faculteiten)
Resultaten, concrete acties en maatregelen 2013
Vilentum Hogeschool: 64,9% (was 66,4%, is aangepast in verband met de systeemproblemen tussen Studielink en eigen SIS in 2013)
2014
Vilentum Hogeschool: 61,3%
2015
Vilentum Hogeschool: 55,2% Opleiding
Bachelorrendement 2013
Bachelorrendement 2014
Bachelorrendement 2015
Bedrijfskunde & Agribusiness
55,7%
68,9%
59,6%
Tuin en Akkerbouw
81,3%
51,9%
35%
Dier- en Veehouderij
60,6%
54,5%
58,5%
Educatie & Kennismanagement Groene sector
52,5%
62,3%
53,7%
Vilentum Hogeschool
64,9%
61,3%
55,2%
Resultaat HBO 3 2015 Het bachelorrendement is gedaald en ligt onder de doelstelling. Hiervoor kunnen de volgende redenen worden benoemd: • De oorspronkelijke doelstelling is niet realistisch gebleken. Het lijkt een maatschappelijk probleem dat studenten langer over hun studie doen. Het gemiddelde bachelorrendement van alle hogescholen vertoont al jaren een dalende trend (bron: feiten en cijfers Vereniging Hogescholen). • Vilentum Hogeschool heeft te maken met een hoog percentage studenten dat tijdens de studie al een betaalde baan krijgt aangeboden, of zelf een bedrijf begonnen is. Recent onderzoek heeft aangetoond dan 72% van de vierdejaars, 80% van de vijfdejaars en 73% van de ouderejaars al een betaalde baan heeft. Vilentum Hogeschool heeft als bijzonder kenmerk Ondernemen en maakt dat waar. De keerzijde van deze ondernemende houding is dat studenten minder aandacht geven aan de afronding van hun studie. Bijna de helft van de studenten die een baan hebben, geeft namelijk aan dat het hebben van een betaalde baan de belangrijkste reden voor studievertraging is. • Almere en Dronten zijn bij cohort 2012 gestart met een aangescherpte BNSA-norm in het eerste jaar. Het effect is in 2015/2016 merkbaar in de geringere achterstanden die 3e en 4e jaars hebben. In de Bachelorrendementen zal dit voor het eerst merkbaar zijn in 2017 (cohort 2012). • Het lage Bachelorrendement van Tuin- en Akkerbouw valt op. In 2010 is een kleine groep gestart met de opleiding (28 studenten; ter vergelijking in 2015 zijn 51 studenten gestart). In jaar 1 zijn 13 studenten gestart, waarvan 7 zijn uitgevallen vanwege psychische problemen en BNSA. Van de overgebleven 6 hebben er nu 3 een diploma, één heeft familieproblemen, een ander heeft lichamelijke klachten, de derde heeft gekozen voor veel studieactiviteiten in het buitenland waardoor de studie langer duurt. In het 2e jaar zijn 16 MBO afgestudeerden gestart. Ongeveer de helft is uitgevallen doordat de studie te zwaar was (BNSA 2e jaar), de andere helft is veel aan het werk in thuisbedrijven of andere bedrijven. Conclusie: Kleine aantallen met daardoor effecten in percentages. Veel studenten met problemen, relatief veel Mbo’ers die meer uitvallen en aan het werk zijn. • Ook de fluctuaties in de Bachelorrendementen van de opleiding Educatie en Kennismanagement in de groene sector hebben te maken met kleine aantallen studenten. • Vilentum Hogeschool heeft de afgelopen jaren naast de aanscherping van de MNSA-norm in het eerste jaar ook andere maatregelen genomen om het bachelorrendement te verhogen. Voorbeelden zijn: - De intake en toelating zijn geoptimaliseerd (zie uitval en switch). - Invoering instaptoetsen. - Geven van extra ondersteuningslessen voor herkansingen. - Een strakke monitoring van uitval en mentoren geven extra aandacht aan langstudeerders.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 135 van 378
- Mentoren hebben structureel overleg gericht op omvang en oorzaken van uitval. - Het gesprek met langstudeerders over hun studievoortgang vindt intensief plaats. Met tweedeen derdejaars is het gesprek gericht op het zo nominaal mogelijk doorlopen van hun studie om daarmee het langstuderen te voorkomen. (HBO4) Kwaliteit/ excellentie: studentenoordeel over de opleiding algemeen Definitie: studentenoordeel over de opleiding in het algemeen (bron: NSE).
Ambitie 2015
Vilentum Hogeschool: > 3,8 (aangepast in 2014 nav samenvoegen faculteiten)
Resultaten, concrete acties en maatregelen 2012
CAH Vilentum: 3,7 Stoas Vilentum: 3,3
2013
Vilentum Hogeschool: 3,6
2014
Vilentum Hogeschool: 3,7
2015
Vilentum Hogeschool: 3,8
Resultaat HBO 4 2015 Door de jaren heen is er sprake van de stijgende trend die vergelijkbaar is met het landelijke hbo. Op vrijwel alle deelthema’s is vooruitgang geboekt. Desondanks zijn er nog verschillende maatregelen genomen om de resultaten verder te verbeteren. Voorbeelden hiervan zijn: • Lesbezoek en het vormen van docentenduo’s om de kwaliteit van de docenten te verbeteren. • Bespreken van actiepunten naar aanleiding van de NSE met studenten om de communicatie over resultaten te verbeteren. • Het afgelopen jaar is de onderzoeksleerlijn verder geïmplementeerd, waardoor de wetenschappelijke vaardigheden zullen verbeteren. • 40% van de docenten in Almere en Dronten heeft workshops toetskwaliteit, gekoppeld aan het behalen van de Basiskwaliteit Examinering (BKE), gevolgd waardoor de toetsing en beoordeling zullen verbeteren. Het resterende deel van de docenten volgt het komende jaar de workshops. • Voorlichting over stages vindt nu direct aan het begin van het schooljaar plaats. • Via de Studentennieuwsbrief worden studenten met grote regelmaat geïnformeerd over de resultaten van evaluaties en enquêtes en de maatregelen die genomen worden om op basis van die resultaten verbeteringen in te zetten. • De invoering van de fase assessments is gemonitord in kwalitatieve bijeenkomsten waarbij studenten betrokken zijn. • De studentenraden en de opleidingscommissie zijn regelmatig gesprekspartner van de directie. Zij informeren en raadplegen hun achterban stelselmatig, bijvoorbeeld via social media. De doelstelling voor 2015 is gehaald en de verwachting is dat door de genomen extra maatregelen de resultaten van de volgende NSE duidelijk hoger zullen zijn dan in 2015. (HBO5) Maatregelen: docentenkwaliteit Definitie: het aandeel van de docenten (OP) met een master/ PhD -dan wel studerend hiervoor- in het totaal aantal docenten (OP). Ambitie 2015
Vilentum Hogeschool: ≥ 73% (aangepast in 2014 n.a.v. samenvoegen faculteiten)
Resultaten, concrete acties en maatregelen 2012
CAH Vilentum: 69,3% Stoas Vilentum: 68,0%
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 136 van 378
Ambitie 2015
Vilentum Hogeschool: ≥ 73% (aangepast in 2014 n.a.v. samenvoegen faculteiten)
Resultaten, concrete acties en maatregelen 2013
Vilentum Hogeschool: 67% exclusief docenten studerend voor master of PhD Vilentum Hogeschool: 74% inclusief docenten studerend voor master of PhD
2014
Vilentum Hogeschool: 66% exclusief docenten studerend voor master of PhD Vilentum Hogeschool: 73% inclusief docenten studerend voor master of PhD
2015
Vilentum Hogeschool: 72% exclusief docenten studerend voor master of PhD Vilentum Hogeschool: 76% inclusief docenten studerend voor master of PhD
Resultaat HBO 5 2015 • De doelstelling voor 2015 is gehaald en de verwachting is dat het percentage docenten met een mastergraad nog verder zal stijgen. In 2015 studeren tien docenten voor een mastergraad die nu nog een bachelor titel hebben en er zijn zes medewerkers bezig met een promotietraject. . (HBO6) Maatregelen: onderwijsintensiteit Definitie: het aandeel van de voltijd bacheloropleidingen met minder dan 12 geprogrammeerde contacturen (klokuur/week) in het eerste jaar.
Ambitie 2015
Vilentum Hogeschool: 0% (aangepast in 2014 n.a.v. samenvoegen faculteiten)
Resultaten, concrete acties en maatregelen 2012
CAH Vilentum: 0,0% Stoas Vilentum: 0,0%
2013
Vilentum hogeschool: 0,0%
2014
Vilentum hogeschool: 0,0%
2015
Vilentum hogeschool: 0,0%
Resultaat HBO 6 2015 • Onderwijsteams zijn verantwoordelijk voor de urentoedeling aan modules. • In 2014 is een nieuw systeem voor roostering en planning ingevoerd. De planning is daardoor in 2015 sterk verbeterd. (HBO7) Indirecte kosten Definitie: de ratio OP/OOP (fte). De gebruikte nulmeting is berekend op basis van de jaarrekening 2012 in plaats van op de jaarbegroting. De gebruikte methode van zowel de nulmeting als opvolgende jaren is de benchmark Berenschot. De cijfers zijn hierbij gebaseerd op de werkelijke jaarcijfers. Het aanpassen van de ambitie als gevolg van het samenvoegen van de faculteiten is in 2014 besproken met de Reviewcommissie. Deze Reviewcommissie heeft de minister geadviseerd de door Vilentum Hogeschool geherformuleerde ambities als uitgangspunt te nemen bij de beoordeling van de prestaties in 2016. De minister is vervolgens akkoord gegaan met de door het College van Bestuur voorgestelde herziening van ambities.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 137 van 378
Ambitie 2015
Vilentum Hogeschool: > 2,0 (aangepast in 2014 n.a.v. samenvoegen faculteiten)
Resultaten, concrete acties en maatregelen 2012
CAH Vilentum: 2,17 Stoas Vilentum: 1,95 Vilentum Hogeschool: 2,1
2013
Vilentum Hogeschool: 1,85
2014
Vilentum Hogeschool: 1,92
2015
Vilentum Hogeschool: 2,04
Resultaat HBO 7 2015 • Bij de nulmeting en het bepalen van de ambitie was al duidelijk dat de overhead van Vilentum Hogeschool zou groeien. De groei van de hogeschool, de nieuwe locatie Almere en de toenemende regeldruk vereisen adequate ondersteuning, zowel in kwaliteit als ook in kwantiteit. In 2013 is de formatie OOP (overhead inclusief onderwijs- en onderzoeksondersteuning) dan ook meer toegenomen dan de formatie OP (onderwijs personeel). Naast de factor groei van studentaantallen neemt de overhead ook toe door de toename van de onderzoeksondersteuning als gevolg van het opstarten van Centres of Expertise. Vilentum Hogeschool heeft hier relatief een groot aandeel in. • Conform de ambitie is gestuurd op verhogen van de formatie OP met als doel de kwaliteit van onderwijs en onderzoek verder te verbeteren. In 2014 en 2015 zijn dan ook verhoudingsgewijs veel OP-ers aangenomen. Als gevolg van de groei van het aantal studenten is de formatie OP bovendien bijgesteld. Ook de formatie OOP is door het groeiend aantal studenten hoger geworden. Per saldo is echter de formatie OOP minder hard gegroeid dan de formatie OP waardoor de ratio indirecte kosten is verbeterd vanuit het perspectief van de gestelde ambitie. • Daarnaast geldt dat in 2015 het proces van intensivering van de samenwerking tussen de drie faculteiten en het ineenschuiven van de ondersteunende diensten is opgestart. Dit heeft efficiencyvoordelen opgeleverd waardoor de formatie OOP relatief is gedaald. Het proces van ineenschuiven van de ondersteunende diensten loopt de komende jaren nog door waardoor verwacht wordt dat de formatie OOP relatief verder zal dalen. De ratio indirecte kosten zal dan verder toenemen. 4.7.6.
Facultatief
Evenals de andere groene hbo-instellingen heeft Vilentum Hogeschool ambities voor de profieldimensies onderzoek en valorisatie. Het beleid van de komende jaren is erop gericht om, als individueel onderdeel van Aeres maar ook zeker in samenspraak met de collega-instellingen uit de sector, deze ambities te realiseren. In onderling overleg hebben de groene hbo-instellingen er echter voor gekozen om deze ambities niet mee te nemen in de formulering van kwantitatieve doelstellingen voor de prestatieafspraken met de aangereikte bronnen van verificatie. Resultaten onderwijs 2015 • De docent-student ratio is dan 1:16,5 (1:16,3 in 2013, 1:18,7 in 2014). Dit is inclusief projectuitvoering (20%) en leidinggevenden van onderwijzend personeel. Zonder projectuitvoering zou de docent-student ratio 1:20,6 bedragen. • De NSE-oordelen over de inhoud van de opleiding (2014:3,54; 2015: 3,56), over algemene vaardigheden (2014: 3,76; 2015: 3,80), over wetenschappelijke vaardigheden (2014: 3,56; 2015: 3,59) en over de voorbereiding op de beroepsloopbaan (2014: 3,68; 2015: 3,73) zijn vergelijkbaar met het landelijke gemiddelde. Alle vier de oordelen zijn hoger dan in 2014. Zie verder § 4.12.2.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 138 van 378
• In 2014 is er extra aandacht besteed aan de voorbereiding op en begeleiding bij stages. Dit heeft geresulteerd in een hogere beoordeling (2014: 2,96; 2015: 3,04). Het oordeel is echter nog steeds aan de lage kant, zodat extra aandacht nodig blijft. • Het aantal internationale bacheloropleidingen is in 2015 even groot als het aantal in 2014. • De uitstroom van afgestudeerden naar relevant werk laat een beter cijfers zien dan de gemiddelde landelijke cijfers. Uit de in juni 2015 verschenen HBO-Monitor blijkt dat 84% (in 2014 82%) van de afgestudeerden van Vilentum Hogeschool tevreden is over de aansluiting van opleiding op de functie (landelijk gemiddelde is 75%) en dat 6,3% (7,9% in 2014) werkeloos is (landelijke gemiddelde is 6,4%). Resultaten Onderzoek 2015 • Binnen Vilentum Hogeschool is 71% van de docenten betrokken bij onderzoek door het begeleiden van studenten in de afstudeerfase en het meedraaien in onderzoeks- en commerciële projecten. • De meerjarenplanning kwaliteitszorg wordt uitgevoerd conform het Handboek Kwaliteitsmanagement. • De totale omzet voor projecten (inclusief onderzoek) is in 2015 € 6.422.000 (ongeveer € 4.746.000 Dronten, € 1.493.000 Wageningen en € 183.000 Almere). Dit is ruimschoots hoger dan de gestelde doelstellingen. In totaal betreft het 72 subsidieprojecten en 63 commerciële projecten. • In totaal zijn er ongeveer 100 publicaties door Vilentum Hogeschool opgeleverd. Faculteit CAH Vilentum • Almere wacht op de toekenning van de subsidie voor een onderzoekslijn Growing green cities met een lectoraat en drie promovendi. • In Dronten starten op 1 januari 2015 de lectoraten Beweiding en Duurzaam Bodembeheer. Aan het einde van 2015 leidt de constatering dat zowel deze lectoraten als het lectoraat Aardappelketen & Sectorinnovatie erin geslaagd zijn een gevulde opdrachtenportefeuille te realiseren voor een aantal jaren tot verlenging van de contracten van de betrokken lectoren. Ook gaat in 2015 het lectoraat Vitale agribusiness via cyclische proces- en productieketens van start. De overige lectoraten lopen in 2015 succesvol door. Faculteit Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool • Er is een nieuwe lector benoemd per 1 januari 2015 met het thema Boundary-crossing-praktijken opleiders en onderzoekers. De lector heeft in 2015 het lectoraatsthema verder uitgewerkt, onder andere in samenwerking met de interne werkgroep ‘Onderzoek in de bacheloropleiding voor groene leraren’. Dit thema gaat over onderzoek in het hbo en met name in de lerarenopleiding. • De lector ‘De ecologie van het leren’ heeft de eerste vier jaar van haar lectoraat afgesloten met een openbare les, vakpublicaties, een boek en verscheidene artikelen, in samenwerking met docentonderzoekers intern en extern. Tevens is gestart met het nieuwe thema ‘Professionele identiteit en organisatieontwikkeling’ en zijn de onderzoekslijnen daarvoor benoemd. • De lector ‘Kenniscreatie en ecologisch leren denken’ heeft de opdracht aanvaard om onderzoek te doen binnen het lectoraatsprogramma ‘Impact: transitie in de groene sector’. Hij heeft acht jaar onderzoek afgesloten met een publicatie, diverse artikelen, en met het uitzetten van de onderzoekslijnen voor het lectoraat ‘Responsief onderwijs en kenniscreatie’. • Lectoren en docent-onderzoekers hebben gepubliceerd (zie overzicht output 2015 in § 4.18.4). Resultaten valorisatie 2015 Valorisatie gaat over de mate waarin de hogeschool erop toeziet dat de kennis en de middelen die ter beschikking zijn ook daadwerkelijk gebruikt en toegepast worden. Met andere woorden het proces dat kennis omzet in commercieel haalbare producten, processen of diensten.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 139 van 378
Faculteit CAH Vilentum De valorisatieactiviteiten blijken uit: • de publicatielijst; • de inhoud en omvang van de onderzoeksprogramma’s; • producten en diensten die voortvloeien uit projecten. De publicatielijst wordt jaarlijks opgesteld. Kwantitatieve gegevens komen onder andere van Research Gate. Vijfmaal is een lector of onderzoeker een week lang de meest geciteerde auteur geweest in Research Gate. Elk trimester worden de projecten en onderzoeksvraagstukken gemonitord op thema’s: financieel, inhoud, planmatig en verwachte realisatie. Bij achterblijvende resultaten wordt geïntervenieerd. Bij vooruitlopende resultaten wordt gekeken of er een vervolgonderzoek kan worden gerealiseerd. Voor de aanvraag van projecten is het beleid dat een project moet aansluiten bij de zwaartepunten van de drie faculteitslectoraten of bij de thema’s van de Centres of Expertise. De geringe commerciële activiteiten worden niet nader getoetst. De resultaten worden verspreid middels (wetenschappelijke) publicaties, boekjes, websites en het opnemen in curriculum onderdelen. Faculteit Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool De valorisatieactiviteiten blijken uit: • publicatielijst; • inhoud en omvang van commerciële activiteiten; • producten en diensten die voortvloeien uit projecten. De publicatielijst wordt jaarlijks opgesteld, en kwantitatief verwerkt volgens SEP protocol (zie § 4.18.4). Zo is dit jaren achter elkaar te volgen. Bij opvallende afwijkingen wordt nader onderzocht wat de achterliggende oorzaak is. Elk trimester worden de projecten en commerciële activiteiten gemonitord de thema’s: financieel en stand van zaken. Bij achterblijvende resultaten wordt geïntervenieerd. Voor de aanvraag van projecten is het beleid dat een project moet aansluiten bij het Vilentum-zwaartepunt Duurzaam Leren en Ontwikkelen. In de commerciële activiteiten wordt er op toegezien dat in de projecten ontwikkelde kennis benut wordt. Daarvoor is nog geen instrument ontwikkeld. Projectresultaten worden intern gedeeld, onder andere via de StoasUpdate projecteneditie (juli 2015).
4.8.
Kwaliteitszorg (o.a. accreditaties)
Vilentum Hogeschool heeft sinds 2013 een Handboek Kwaliteitsmanagement voor beide faculteiten. In dit handboek zijn de instrumentaria en kwaliteitsmanagementprocedures beschreven. De hogeschool werkt met de zogenaamde PDCA-cyclus. Deze cyclus van integrale kwaliteitszorg brengt stelselmatig in beeld in welke mate de hogeschool voldoet aan de gewenste kwaliteit. De resultaten van dat onderzoek kunnen leiden tot aanbevelingen voor kwaliteitshandhaving of -verbetering. De medewerkers van het kwaliteitsmanagementteam volgen de realisatie van de verbeteracties. Resultaten 2015 In 2015 zijn op het gebied van kwaliteitsmanagement de volgende zaken aan de orde geweest. Kwaliteitsmanagement Jaarlijks vinden de volgende activiteiten plaats om de kwaliteit van het onderwijs te monitoren en te verbeteren: • Jaarlijkse evaluaties onder studenten van de diverse voltijd en deeltijd opleidingen : Nationale Studenten Enquête, zie § 4.12.2 .
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 140 van 378
• Jaarlijkse evaluaties onder afgestudeerden van de diverse voltijd- en deeltijdopleidingen (HBOMonitor). • Semesterevaluaties betreffende de onderwijseenheden. • Instroomonderzoek onder voor het eerst ingeschreven studenten. • Gesprekken met studenten over de evaluaties en mogelijke verbeterpunten. • Gesprekken met teamleiders en directie over de evaluaties en mogelijke verbeterpunten. • Incidentele evaluaties of specifieke onderzoeken. • Monitoren en bewaking van de aanpak van de verbeterpunten alsmede het coachen van betrokken medewerkers hierbij. Zowel studenten als personeel zijn betrokken bij het kwaliteitsmanagement. In 2015 hebben de gesprekken binnen de teams plaatsgevonden op basis van het medewerkertevredenheidsonderzoek dat in 2014 heeft plaatsgevonden, zie § 9.5.1. Het kwaliteitsmanagementteam heeft ingezet op het versterken van het instrumentarium voor de planning- en controlcyclus. Instrumenten zijn: • Periodiek verslag, inclusief monitoringresultaten: analyse, adviezen en acties voor middellange termijn. • Dit jaar is het actiepuntenbestand in gebruik genomen. Hierin staan alle actiepunten van alle evaluatievormen vermeld. Behalve de acties zijn de taken, verantwoordelijken en de stand van zaken vermeld. De kwaliteitsmedewerkers bespreken de actiepunten met de verantwoordelijken en zij monitoren of actiepunten zijn afgerond. • Dit jaar is ook een dashboard ontwikkeld, waarin alle kwantitatieve evaluatiegegevens door de jaren heen zijn opgenomen, zoals indicatoren van de prestatieafspraken, resultaten van de Nationale Studenten Enquête en de HBO-Monitor, overige evaluaties, verzuimgegevens, aantallen publicaties, enzovoort. Dit dashboard is een bijlage van de trimesterrapportages van het kwaliteitsmanagementteam. Accreditaties en validaties • De opleiding Toegepaste biologie in Almere is gevisiteerd. Het visitatiepanel beoordeelt de kwaliteit van de opleiding als voldoende. Het panel constateert dat de opleiding nog in de opstartfase zit, maar dat het docententeam een goed programma heeft neergezet en zorg heeft voor de studenten en dat bij dit alles de kwaliteit wordt gemonitord. De aanvraag voor accreditatie ligt bij de NVAO. • De Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek (VKO) heeft een audit uitgevoerd bij de onderzoekseenheid van CAH Vilentum. De onderzoekseenheid is voorwaardelijk gevalideerd. Hoewel de VKO positief is over de onderzoekseenheid, wil zij meer focus in het onderzoek en betere borging van het kwaliteitszorgsysteem, waarbij ook de methodologische aanpak van onderzoek wordt meegenomen. De hervalidatie zal waarschijnlijk in 2017 plaatsvinden. Tussentijdse audits en reviews • In april 2015 vond een peerreview plaats voor de bachelor opleiding Educatie en Kennismanagement. De commissie bestaande uit collega’s van lerarenopleidingen beroepsonderwijs en uit het groen onderwijs geven aan dat de ‘structuur van het curriculum op hoofdlijnen helder is’. Over de kennisbasis adviseerde de commissie de zichtbaarheid van de algemene basisvaardigheden te versterken. • Er zijn voorbereidingen getroffen voor een tussenevaluatie van de opleiding Bedrijfskunde en Agribusiness die in mei 2016 zal plaatsvinden. Deze opleiding is de eerste die in 2018 zal meedoen aan een clustervisitatie van bedrijfskunde-opleidingen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 141 van 378
4.9.
Internationale activiteiten
Internationalisering is een Aeres-brede strategische keuze (§ 1.8) en een kernthema van Vilentum Hogeschool: afgestudeerden van een opleiding in het groene kennisdomein moeten een internationale oriëntatie hebben en professionals in dat domein moeten hun beroep in een internationale en multiculturele context kunnen uitoefenen. Het beleidsplan ‘Internationaal is Normaal. 2015-2020’ (Stoas Vilentum) is vastgesteld. Het beleidsplan internationaal van CAH Vilentum bevindt zich in de conceptfase. Alle curricula hebben onderdelen op het gebied van internationalisering. Alle studenten van CAH Vilentum doen minimaal één verplichte buitenlandstage en er wordt aandacht besteed aan onderwijs in vreemde talen. Faculteit Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool wil dat haar studenten internationale ervaring en kennis op kunnen doen, omdat transculturele competenties cruciaal zijn in het handelingsrepertoire van (toekomstige) (v)mbo-docenten. Vilentum Hogeschool biedt naast de Nederlandstalige onderwijsprogramma’s ook Engelstalig onderwijs aan, en trekt daarmee 226 niet-Nederlandse studenten in 2015 (176 in 2013, 232 in 2014). De aanwezigheid van deze studenten draagt bij aan de internationale ambiance van de hogeschool. Er is een actief netwerk van internationale partneruniversiteiten in en buiten Europa. Het netwerk wordt regelmatig geëvalueerd, waarna wordt vastgesteld of bestaande contacten meerwaarde hebben/houden en of er uitbreiding nodig is van het bestaande netwerk. Samenwerking, projecten en commerciële activiteiten in het buitenland • Netwerken: actieve participatie vanuit Stoas Vilentum in EARLI, EAPRIL en ENTER (beide presidentschap vanuit Stoas) en EUROPEA. • Projecten: Vilentum participeert, in Aeres-verband, in diverse capacity-buildingsprojecten in Zuiden Midden-Amerika, Azië en Afrika. Tevens participeert Vilentum Hogeschool in een mkb-project in Oekraïne en Rusland. • Commerciële activiteiten: in het kader van de EFDA-activiteiten in Korea, Japan, België en Nederland zijn er 15 trainingen uitgevoerd met in totaal 200 deelnemers (zie § 4.22). • Internationale presentaties op uitnodiging: in Duitsland, Polen, Oekraïne en Finland zijn oral presentations en keynotes gehouden over kennisvalorisatie.
4.10. Stichting Studentenvoorzieningen (SSV) De Stichting Studentenvoorzieningen (SSV) is verbonden aan CAH Vilentum. De hoofdactiviteiten van SSV zijn het bieden van huisvesting aan de doelgroepen van CAH Vilentum en het uitvoeren van het beheer van de gebouwen en terreinen van de studentenhuisvesting. De stichting is daarmee ondersteunend aan de doelstellingen van CAH Vilentum. Zij faciliteert naast de studentenhuisvesting een guesthouse en een studentenbar. Vanaf 2014 is de exploitatie van de sporthal toegevoegd aan de activiteiten van SSV. De facilitair manager van CAH Vilentum beheert de studentenhuisvesting, het guesthouse en de sporthal. Studenten runnen het studentencafé, onder diens begeleiding. Resultaten 2015 • De omzet is € 1.100.000, het resultaat is - € 41.000. • In 2015 is het Guesthouse verplaatst naar een kleinere locatie voor maximaal vijf gasten. De oude locatie is met ingang van 1 januari 2015 verhuurd aan AMH Flevoland BV. De studentenbar is verplaatst van één van de woongebouwen naar het gedeelte dat bij de sloop van het oude hogeschoolgebouw is blijven staan.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 142 van 378
Onderwijs Vilentum Hogeschool verzorgt voltijd- en deeltijd hbo-opleidingen voor beroepen in de groene sector en daarbuiten: associate degree, bachelor, master en post-hbo. De werkterreinen zijn agrofood, natuur en leefomgeving (zie voor totaaloverzicht opleidingen bijlage 7, VH1). Voor alle opleidingen van Vilentum Hogeschool geldt dat ze door de NVAO geaccrediteerd zijn. Ze zijn ontwikkeld op basis van wat de verschillende werkvelden vragen van onze afgestudeerden, gecombineerd met de Dublin-descriptoren en de algemene eisen die gesteld worden aan het hbo.
4.11. Onderwijsvisie, -beleid en de organisatie van onderwijs Organisatie van onderwijs Vilentum Hogeschool werkt op de verschillende locaties met onderwijsteams: twee in Almere, zeven in Dronten en vier in Wageningen. De onderwijsteams sturen bachelor-, associate-degree- en/of masteropleidingen inhoudelijk aan. De curricula van de opleidingen zijn uitgewerkt in onderwijsprogramma’s bestaande uit onderwijseenheden. De omvang van deze eenheden is uitgedrukt in studiepunten (ECTS). Bij faculteit CAH Vilentum heten de eenheden modules, bij faculteit Stoas Wageningen l Vilentum Hogeschool heten ze, in de Ad- en bacheloropleidingen, beroepssituaties (BS’-en) en in de masteropleiding thema’s. De minoren zijn te vinden via de eigen kanalen en via www.kiesopmaat.nl. Studenten kunnen minoren elders volgen, mits de student goedkeuring heeft van de examencommissie van zowel de zendende als de ontvangende hogeschool. Niet-ingeschreven belangstellenden kunnen bij beide faculteiten losse onderwijseenheden volgen en krijgen daar een certificaat voor. Dit certificaat heeft echter geen juridische waarde.
4.11.1.
Toegankelijkheid en toelatingsbeleid
Vilentum Hogeschool hanteert de gangbare normen voor toelating van studenten. Voor bacheloropleidingen is instroom in een vierjarige opleiding het uitgangspunt, tenzij de student kan aantonen dat er redenen zijn om een verkorte leerroute te doorlopen. Dit kan het geval zijn bij gediplomeerden van aoc’s met een goed doorstroompakket. De examencommissie neemt per individuele student besluiten over vrijstelling van onderdelen van de examenprogramma’s. Alle locaties werken met een procedure ‘aanmelden voor 1 mei, gevolgd door een studiekeuzecheck’. Bij CAH Vilentum heeft een deel van de studenten na aanmelding een studiekeuzegesprek als de digitale studiekeuzecheck daartoe aanleiding geeft. Bij Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool krijgen alle aangemelde studenten zo’n gesprek. Het doel is studenten zo goed mogelijk te begeleiden in hun keuzeproces. Deze gesprekken zijn voor het eerst gevoerd voorafgaand aan het studiejaar 2014-2015. Alle studenten ontvangen een advies. Als er sprake is van uitzonderlijke situaties, stelt de hogeschool, na overleg met de aspirant-student, een advies op dat beschrijft op welke basis de hogeschool hem of haar alsnog kan toelaten. Het advies wordt aan de examencommissie voorgelegd, die vervolgens beslist over toelating. Met specifieke groepen studenten zijn aansluitende intakeprocedures ontwikkeld. Dat geldt onder meer voor Ad-studenten en internationale studenten.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 143 van 378
In alle gevallen geldt dat de instroomcoördinator of de toelatingscommissie adviseert en de examencommissie besluit. Zij draagt de verantwoordelijkheid voor het toelaten van studenten.
4.12. (Onderwijs)resultaten De in het hier volgende gedeelte gegeven kengetallen zijn ontleend aan het SIS Alluris. Informatie over de kwaliteitszorg en de accreditaties van het onderwijs staan in § 4.8.
4.12.1.
Studieresultaten
Bij de voltijdstudenten is de gemiddelde studieduur, exclusief de propedeusegraad, 3,61 jaar (in 2014 3,44 jaar). Voor deeltijdstudenten is de gemiddelde studieduur 3,62 jaar (in 2014 3,24 jaar). De studieduur wordt beïnvloed door de Ad-opleidingen met een korte studieduur, de korte bachelorprogramma’s in aansluiting op een verwante mbo-opleiding en de verkorte internationale bachelorprogramma’s in aansluiting op internationale universitaire opleidingen. Helaas neemt de gemiddelde studieduur nog steeds toe. In 2015 zijn speciale afstudeercoaches actief geweest om studenten te begeleiden bij het afstuderen. Dit heeft onvoldoende resultaat opgeleverd. De verantwoordelijkheid ligt nu bij de mentor die de student ook tijdens de afstudeerfase begeleidt. Eén verklaring voor de oplopende studietijd is de trend dat steeds meer studenten tijdens hun studie een eigen bedrijf beginnen of een baan aannemen. Dat werkt zeer nadelig op het studiesucces. De verwachting is dat de nieuwe wijze van studiefinanciering de studenten zal stimuleren om sneller af te studeren. De studieduur van de studiestakers in de voltijdopleidingen is in 2015 1,40 jaar (in 2014 1,34 jaar) en in de deeltijdopleidingen 1,53 (in 2014 1,96 jaar). Twee maatregelen moeten ervoor zorgen dat de uitval afneemt en eerder plaatsvindt. Allereerst is de norm van het bindend advies aan het einde van het eerste studiejaar verscherpt. Daarnaast is de ‘studiekeuzecheck’ in 2015 toegepast. Zie voor details, bijlage 7 VH 6.
4.12.2.
Studenttevredenheid: externe onderzoeken
Nederlandse Studenten Enquête (NSE) Vilentum Hogeschool heeft de ambitie om de scores voor studenttevredenheid in de Nederlandse Studenten Enquête (NSE) en de Keuzegids Hbo te verbeteren. Het streefcijfer voor de NSE-score voor de studie in het algemeen, tevens de prestatieafspraak, is 3,8. In 2015 is deze score gehaald. In 2014 was deze score 3,7 en in 2013 3,6. Er is dus sprake van een stijgende trend. De begeleiding van het NSE-proces is verbeterd, waardoor een hoge respons (52%) en meer begrip voor de relevantie van zorgvuldig invullen zijn gerealiseerd. Van de zeventien items scoort de hogeschool op negen items hoger, op vier vrijwel gelijk aan en op vier lager dan het landelijk gemiddelde. Hoger scoren voorbereiding beroepsloopbaan, docenten, studiebegeleiding, studieroosters, groepsgrootte, stageervaring, studiefaciliteiten, kwaliteitszorg en huisvesting. De items stage en opleiding, studielast en studieomgeving scoren lager. Met name op het gebied van stagevoorbereiding zijn het afgelopen jaar veel maatregelen genomen. De voorlichting is verbeterd en de stagevoorbereiding is voor alle stages gecentraliseerd in de Kennisbalie bij CAH Vilentum en bij Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool in het Werkplekbureau. In onderstaande tabel zijn de resultaten uit de keuzegidsen van 2013, 2014 en 2015 weergegeven. Over het geheel is er sprake van stabilisatie. Dier- en Veehouderij en Tuinbouw en Akkerbouw zijn de beste opleidingen en zijn gelijk gebleven in de scores. Hoewel er bij Toegepaste biologie sprake is van
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 144 van 378
een daling in de scores, haalt deze opleiding de hoogste score van de school. De opleiding heeft een sterke groei doorgemaakt en dat heeft enige gevolgen voor de kwaliteit gehad. Bij Bedrijfskunde & Agribusiness en Educatie & Kennismanagement is er sprake van enige daling. Het afgelopen jaar zijn vele maatregelen genomen om de kwaliteit te verbeteren.
Keuzegids (NSE)
Score 2013
Ranking 2013
Bedrijfskunde & Agribusiness
66
2 van de 5
Dier- en Veehouderij
64
Educatie & Kennismanagement
48
Management van de leefomgeving*
Score 2014
Ranking 2014
Score 2015
Ranking 2015
e
64
2 van de 5
e
62
2 van de 5
3 van de 6
e
66
2 van de 6
e
66
1 van de 6
Enige opleiding
58
Enige opleiding
56
Enige opleiding
n.v.t.
62
Gedeeld 2 van de 3
e
62
3 van de 3
e
70
3 van de 3
e
68
1 van de 3
Toegepaste biologie
72
Gedeeld 1 van 2
e
78
1 van de 2
Tuinbouw en Akkerbouw
70
1 van de 3
68
1 van de 3
Gemiddeld
64
e
66
e
e
e
e
e
64
* Heette vóór maart 2015 Plattelandsvernieuwing.
HBO-Monitor Score bij: ‘Minimaal het vasthouden van tot dusver behaalde resultaten met betrekking tot de snelle instroom van afgestudeerden in passende functies met een startsalaris dat aansluit bij het landelijke beeld (HBO-Monitor)’: • HBO-Monitor laat in 2016 (over 2015) de volgende werkloosheidscijfers zien voor studenten van Vilentum Hogeschool: CAH 4,3%, Stoas 6,0% (landelijk gemiddelde is 5,4%). • Het bruto-uurloon is voor CAH-afgestudeerden € 13,85, voor Stoas-afgestudeerden € 15,87 (landelijk gemiddelde is € 13,56). Ook uit de HBO-Monitor, een tevredenheidsenquête onder afgestudeerden, blijkt tevredenheid:
VH
VH
VH
Hao
Hao
Hbo
Hbo
2013
2014
2015
2014
2015
2014
2015
(Zeer) tevreden over studie
63
67
72
69
68
67
66
Opleiding opnieuw kiezen aan dezelfde hogeschool
67
75
71
71
76
70
70
Opleiding aanraden aan familie/vrienden
70
72
71
70
70
65
66
TOTAAL
67
71
71
70
71
67
67
128
176
182
527
735
20.071
20.410
Vilentum Hogeschool
Aantal respondenten
4.12.3.
Studenttevredenheid: eigen evaluaties onderwijseenheden
In 2015 zijn modules en minoren conform het Handboek Kwaliteitsmanagement geëvalueerd en de resultaten zijn verwerkt. In principe worden alle modules geëvalueerd. Als er echter te weinig respons is, zijn de resultaten niet verwerkt. In onderstaande tabel zijn de resultaten van 2015 van
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 145 van 378
CAH Vilentum vergeleken met de resultaten van 2013 en 2014. Het betreft de evaluaties van modules en minoren van de voltijd bachelor- en Ad-opleidingen. CAH Vilentum Almere en Dronten Opleidingen CAH Vilentum
Dier- en Veehouderij en Tuinbouw en Akkerbouw
Toegepaste biologie en Management van de leefomgeving**
Bedrijfskunde en Agribusiness
Minoren jaar 4
Totaal
‘13
’14
‘15
’13
‘14
‘15
’13
‘14
‘15
’13
‘14
‘15
’13
‘14
‘15
30
29
41
25
29
28
20
23
31
14
17
9
89
98
109
Gemiddelde score per module op ‘inzet docent en ondersteunende middelen’*
3,50
3,53
3,46
3,41
3,36
3,24
3,65
3,69
3,67
3,56
3,65
3,71
3,52
3,54
3,48
Gemiddelde score per module op ‘inhoud’*
3,64
3,66
3,63
3,79
3,63
3,48
3,80
3,77
3,84
3,71
3,88
3,97
3,73
3,72
3,68
Modules met verbeterplannen (score < 3,0)
3
3
3
3
6
6
3
2
2
5
2
1
14
13
12
Percentage modules met verbeterplannen
10%
10%
7%
12%
21%
21%
15%
9%
6%
36%
12%
11%
16%
13%
11%
Aantal geëvalueerde modules
* Er is gebruik gemaakt van een vijfpuntsschaal: 1 = slecht; 2 = zwak; 3 = neutraal; 4 = redelijk; 5 = goed. ** Heette vóór maart 2015 Plattelandsvernieuwing.
De waardering voor de modules, maar het aantal ook de modules waarvoor verbeterplannen nodig zijn, vertoont een licht dalende trend. De minoren worden goed beoordeeld, maar de Bedrijfskunde & Agribusiness-modules blijven aandacht vragen. Het verbetertraject, dat in 2014 was ingezet, heeft een versterkt gevolg gekregen in 2015. Er zijn docentenduo’s gevormd en zowel mededocenten als leidinggevenden bezoeken de lessen en geven verbeteradviezen. Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool Bachelor- en Ad-opleiding Educatie & Kennismanagement De faculteit evalueert alle onderwijseenheden, beroepssituaties (BS-‘en) geheten, tweemaal per jaar. Gezien de omvang van de groepen en het aantal respondenten kunnen voor een aantal beroepssituaties op basis van de cijfers geen conclusies getrokken worden. De resultaten worden wel besproken in de beroepssituatieteams. Alle 24 beroepssituaties zijn geëvalueerd. De analyse van gegevens en eventuele verbetering zijn doorgesproken met de BS-coördinatoren.
Gemiddelde tevredenheid
1e semester
2e semester
Gehele jaar
2012 – 2013
2,8
3,0
Niet bepaald
2013 – 2014
2,9
2,9
2,9
2014 – 2015 (rapportcijfer)
6,5
6,7
6,5
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 146 van 378
Gehanteerde schaal: 1–4 voor geformuleerde stellingen: 1 = helemaal oneens; 2= oneens; 3=eens; 4= helemaal eens. Kritische grenzen: < 2,0 (of rapportcijfer 5,0) De student is ontevreden over …. > 3,0 (of rapport cijfer 7,0) De student is tevreden over ….
Vergelijking voltijd met deeltijd De deeltijdstudenten zijn tevredener dan de voltijdstudenten. De opleidingsvarianten voor studenten met een hao-vooropleiding voor zowel voltijd- als deeltijdstudenten scoren hoger dan het gemiddelde, met name de voltijd-variant.
Gemiddelde tevredenheid op jaarbasis naar variant 2014- 2015
Totaal
Voltijd
Deeltijd
Kopopleiding (haovooropleiding) voltijd
Hao-vooropleiding deeltijd
6,5
6,4
7,0
7,3
6,8
Bachelor- en Ad-opleiding Consumptieve techniek Omdat het voormalige programma, zoals dat bij Fontys werd aangeboden, omgezet wordt naar het bachelorcurriculum model, hebben er dit jaar geen schriftelijke evaluaties van het academisch jaar 2014-2015 plaatsgevonden.
Gemiddelde tevredenheid
1e semester
2e semester
Gehele jaar
2013 – 2014
6,6
6,7
6,6
2014 – 2015
Geen data
Geen data
Geen data
Tussenevaluaties eerste semester 2015 De Ad- en bachelorevaluaties zijn in 2015 herzien en worden halverwege het semester afgenomen. De vragenlijst is sterk verkort om de enquêtedruk onder studenten te verminderen. Docenten krijgen zo de gelegenheid halverwege het semester eventueel bij te sturen. Op deze wijze ontstaat er voor de NSE meer ruimte na het eerste semester.
Gemiddelde tevredenheid op jaarbasis naar B- of Ad- opleiding November 2015
Totaal
B-EKM
B-CT
Ad Bloem
Ad Onderwijsondersteuner EKM
Ad Onderwijsondersteuner CT
6,4
6,4
7,0
7,0
7,7
Geen data
Masteropleiding Leren en Innoveren De studenten zijn uitermate tevreden over deze Topopleiding. Ben je in zijn algemeenheid tevreden over de masteropleiding? Zeer ontevreden
Periode 1
Periode 3
Periode 2
’13 – ‘14
’14 – ‘15
’13 – ‘14
’14 – ‘15
’13 – ‘14
’14 – ‘15
8,3%
0%
0%
3,1%
5,0%
5,3%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
Ontevreden Soms tevreden/soms ontevreden
N.v.t.
8,3%
N.v.t.
6,3%
N.v.t.
21,1%
Tevreden
62,5%
55,6%
56,0%
53,1%
50,0%
47,4%
Zeer tevreden
29,2%
37,5%
44,0%
37,5%
45,0%
26,3%
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 147 van 378
4.13. Onderwijsontwikkeling en plannen Onderwijsontwikkeling is een continu proces, met stabiele periodes, kortlopende en majeure ontwikkelingen. De in 2015 bereikte resultaten worden in de volgende paragrafen per faculteit beschreven.
4.13.1.
Resultaten onderwijsontwikkeling 2015
Specifiek CAH Vilentum Almere • In Almere is in 2015 veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van de opleidingen Geo, media & design en Groene bedrijfskunde. Geo, media & design start in september 2015 met het eerste studiejaar. Groene bedrijfskunde heeft in 2015 een groep eerstejaars en een groep tweedejaars. • Voor Biologie, Voeding en Gezondheid is gewerkt aan de invulling van jaar vier. • Bestaande modulen van Toegepaste biologie en Biologie, voeding & gezondheid zijn aangepast op basis van evaluaties door studenten en vertegenwoordigers van het werkveld. • De Engelstalige varianten Aquatic Ecology Management Systems, Urban Dynamics en Rural Innovation & Development zijn verder ontwikkeld respectievelijk aangepast. Laatstgenoemde aanpassingen staan in het kader van optimale aansluiting bij het leerplan van de Franse samenwerkingspartner. Specifiek CAH Vilentum Dronten • De nieuwe opleidingsvariant European Food Business lijkt succesvol. Om een nog grotere groep studenten te bedienen is het besluit genomen de variant per september 2016 in Almere aan te beiden en niet meer in Dronten. • De opleidingsvariant Varkens & pluimvee is in 2015 van start gegaan met 15 studenten. • De master Agribusiness Development is, vanwege financieringsproblemen, in het cursusjaar 20152016 niet gestart. Specifiek Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool Bachelor- en associate degree-opleidingen • In de bachelor EKM-GS is de omzetting van BS-assessmentstructuur naar fasestructuur zover doorgevoerd dat de eerste voltijdstudenten in een regulier traject het komende jaar het afstudeerassessment kunnen gaan doen. De faseassessments voor de P-fase en H-fase zijn verder ontwikkeld en afgenomen en de afstudeerassessments zijn voorbereid. De invoering is systematisch gemonitord. • Bij de bachelor Consumptieve techniek (CT) is de uitbreiding naar voltijd varianten voorbereid. Er is een onderzoek in het werkveld uitgezet om de vraag naar deze opleiding en de afgestudeerden na te gaan. Als eerste wordt de invoering van de kopopleiding (60 studiepunten voltijd variant voor studenten die een bachelordiploma hebben in een inhoudelijk verwante opleiding) voor CT voorbereid. • De associate-degree-opleidingen worden aangepast op basis van de nieuwe regelgeving. In- en uitstroomniveau worden beschreven en daaraan gekoppeld wordt een eventueel schakelprogramma naar de bacheloropleiding beschreven. De invulling van het werkplekleren speelt hierin een centrale rol. De associate degree Bloem is verder aangepast aan de faseassessmentstructuur. Master Leren en Innoveren (MLI) De MLI draagt het predicaat Topopleiding en is in 2015 op onderstaande punten doorontwikkeld: • Het portfolio-assessment is herzien mede naar aanleiding van de evaluatie door de opleidingscommissie. De wijziging in de opzet houdt in toevoeging van peer-feedback en een
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 148 van 378
•
•
•
•
• •
gesprek met de assessor als onderdeel van de procedure. Centraal is blijven staan het verhaal van de student en toetsing aan de hand van de kwalificaties. In 2014 is ontwikkelingsgericht toetsen ingezet. In 2015 heeft dit verder gestalte gekregen door per thema aan te geven op welk niveau de Dublin descriptoren aangetoond moeten worden. Dit heeft zijn weerslag gekregen in de beoordeling door de docenten. Moderatie hierover heeft op regelmatige basis plaatsgevonden. De pedagogiek/didactiek van kenniscreatie heeft binnen de opleiding een verdere ontwikkeling doorgemaakt door te werken met zowel individuele als collectieve producten waarop getoetst wordt. Dit sluit aan bij de uitgangspunten van kenniscreatie waarin onder andere wordt uitgegaan van ´democratizing knowledge´ en ´concurrent, embedded and transformative assessment´. (Jong, F.P.C.M , de., Understanding the difference, 2015, Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool, appendix B, p 109). De inzet van Knowledge Forum als ondersteuning van het proces van kenniscreatie heeft continu de aandacht. Onderzoek naar de kennisontwikkeling van studenten via deze omgeving krijgt gestalte via het onderzoeksprogramma van Stoas. Twee leden van het MLI-team doen hier onderzoek naar, waarvan een promovendus. Het start- en kennismakingsprogramma in augustus is gewijzigd van een bezoek aan een internationaal wetenschappelijk congres naar een tweedaagse bijeenkomst in Wageningen. In november nemen alle eerstejaars studenten deel aan het jaarlijkse EAPRIL-congres, een wetenschappelijk internationaal congres gericht op onderwijsprofessionals die zich actief bezighouden met praktijkgericht onderzoek. De eerder bezochte congressen sloten niet goed aan bij de doelgroep van de MLI en het soort onderzoek waarvoor de faculteit opleidt. 35 studenten zijn in 2015 gestart met de opleiding. In 2014 waren dat 33 studenten. 21 studenten zijn afgestudeerd, waarvan acht met genoegen en twee cum laude. Studentoordelen vanuit NSE (tevredenheid op schaal van 1 (minst) tot 5 (meest)) - Inhoud programma 4,2 (2014: 4,3) - Toetsing/beoordeling 3,7 (2014: 3,7) - Docenten 4,3 (2014: 4,2) - Accent op vaardigheden 4,3 (2014: 4,1) - Voorbereiding beroep 4,1 (2014: 4,0) - Studielast 3,3 (2014: 3,2) - Informatievoorziening 3,8 (2014: 3,8) - Contact 4,2 (2014: 4,1) - Faciliteiten 4,3 (2014: 3,8)
4.13.2.
Lopende projecten onderwijsontwikkeling en plannen
CAH Vilentum Almere • De leerjaren 2, 3 en 4 van Geo, media & design moeten (verder) worden ontwikkeld, evenals de jaren 3 en 4 van Groene bedrijfskunde. Er is besloten om een alternatief te ontwikkelen voor de modules van Groene bedrijfskunde, die afkomstig zijn uit het leerplan van Groene stedelijke ontwikkeling. • In verband met de tegenvallende instroom is besloten Groene stedelijke ontwikkeling niet te starten in september 2015. Initiatieven zijn genomen om voor instroom intensieve samenwerking aan te gaan met enkele aoc’s en te komen tot een doorlopende leerlijn, die in 2016 ontwikkeld moet worden. • In 2015 is voortgang geboekt met de ontwikkeling van een specifieke leerlijn voor studenten met een technasium achtergrond. Deze leerlijn, Green Health, is afgeleid van Biologie, voeding en gezondheid. In 2015 is een begin gemaakt met publiciteit rond deze leerlijn.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 149 van 378
CAH Vilentum Dronten • Samen met CAH Vilentum Almere is gewerkt aan de ontwikkeling en implementatie van de leerlijn Nederlands, de onderzoeksleerlijn en de leerlijn ondernemerschap. Daarnaast heeft het toetsbeleid veel aandacht. Er is een actieve toetscommissie, peerreview voor de kwaliteit van tentamens vindt plaats en docenten worden geschoold. Uiteindelijk moeten alle docenten voldoen aan de Basis Kwalificatie Examinering (BKE). Docenten zijn geschoold via workshops die verzorgd zijn door eigen docenten: onderzoeksleerlijn, toetsen & beoordelen, ICT & onderwijs. • Het Green Venture Lab met ondernemerschapsonderwijs en inspiratiesessies voor ondernemers en studenten is geopend en wordt actief gebruikt. • Werkgroepen van docenten hebben onderzoek uitgevoerd naar de uitvoering van het competentie gericht onderwijs (cgo) en aanbevelingen gedaan. Onderwijsteams kunnen in het schooljaar 20162017 pilots uitvoeren: vergroten van de omvang van moduleonderdelen met als resultaat minder beoordelingen, stages van een half jaar. • Het besluit is genomen om de internationale bachelorprogramma’s van één jaar per schooljaar 2016-2017 om te zetten naar per major een internationaal vierde jaar waaraan zowel Nederlandse als internationale studenten kunnen deelnemen. • Het palet aan minors is herijkt en is passend per opleidingsvariant en afgestemd op het werkveld. • De teams Praktijkgericht onderzoek en Agrotechniek & Management zijn gestart met de ontwikkeling van het curriculum voor een major Big Data in het groene domein. • CAH Vilentum Dronten heeft een onderwijsprogramma ontwikkeld voor de universiteit van Bila Tsjerkva (Oekraïne) rond precison farming op BSs- en MSc-niveau. • In samenwerking met Groenhorst loopt een project doorlopende leerlijnen, waarbij ook andere aoc’s inhoudelijk aanhaken. • In samenwerking met het hao zijn twee wiki’s (hier themawebsites) ontwikkeld voor mbo en hbo (biobased economy en precisielandbouw). Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool • Doorontwikkelen van de fase-assessmentstructuur, met name voor de afstudeerfase. Richting het afschaffen van de BS-assessments na september 2017. • Implementatie ‘onderzoekende houding’ in bachelor-curricula. • Versterken van de groene vakinhouden door analyse en actualisering van de kennisbasis van de EKM-bacheloropleiding. Dit gebeurt in samenspel met het werkveld. • Implementatie beleidsplan `Internationaal is Normaal’, waarbij programma’s van de verschillende opleidingen geanalyseerd worden op internationale dimensie en de crossculturele dimensie. • Ontwikkelen van de minor ‘Intercultural Communication’, dat wil zeggen ‘intercultural communication and interaction, crosscultural differences and transcultural connections’ in de context van groen onderwijs of de groene sector. • Ontwikkeling van een opstapcursus voor aankomende studenten met deficiënties in basisvaardigheden (wiskunde, biologie, scheikunde, Nederlands). • Ontwikkeling van MOOC’s om de opstapcursus verder te verspreiden. Plannen MLI 2015-2016 Het voorprogramma dat gebruikt wordt voor de ondersteuning van kenniscreatie heeft blijvend de aandacht, met name het gebruikersgemak ervan. Tevens wordt voortdurend gewerkt aan de studenttevredenheid, de verbetering van de kwaliteit en de afstudeerrendementen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 150 van 378
Onderzoek en innovatie Praktijkgericht onderzoek is naast onderwijs een belangrijke kerntaak in het hoger beroepsonderwijs. Onderwijs en onderzoek vormen samen het primaire proces van leren, kenniscreatie, kennisdeling en kenniscirculatie.
4.14. Visie op en organisatie van onderzoek Beroepsonderwijs en praktijkgericht onderzoek vormen samen het primaire proces van Vilentum Hogeschool. Voor het onderzoek profileert Vilentum Hogeschool zich met twee onderzoeksprogramma’s (zie onder). De onderzoeksmissie is uitgewerkt in vijf hoofddoelen, zoals die ook geformuleerd zijn door de Vereniging Hogescholen bij het instellen van lectoraten in het hbo: • bijdragen aan kennisontwikkeling; • bijdragen aan de ontwikkeling van het onderwijs; • bijdragen aan de professionalisering van de docenten; • bijdragen aan de verbinding van de beroepspraktijk en wetenschap door middel van praktijkgericht onderzoek; • bijdragen aan samenwerking en kennisdeling. In de onderzoeksprogramma’s van CAH Vilentum en Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool zijn een aantal ambities bij deze doelen geformuleerd. Die zijn uitgewerkt in onderzoekslijnen, waarin ook indicatoren en streefwaarden zijn benoemd.
4.14.1.
Organisatie van onderzoek
Het onderzoek van de hogeschool kent in 2015 twee onderzoeksprogramma’s: Duurzaam ondernemen (CAH Vilentum) en WIJS (Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool). Het onderzoeksprogramma Duurzaam ondernemen heeft in totaal acht lectoraten en heeft drie onderzoekslijnen of faculteitslectoraten. Onder het onderzoeksprogramma WIJS vallen eveneens drie onderzoekslijnen of leeropdrachten. Binnen de faculteitslectoraten van CAH Vilentum en de leeropdrachten van Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool verrichten lectoren, in samenwerking met docentonderzoekers en studenten, praktijkgericht onderzoek. De lectoren zijn medeverantwoordelijk voor de valorisatie van onderzoeksresultaten richting het onderwijs, de samenleving, het bedrijfsleven, nonprofit-instellingen en organisaties. De lectoren van de hogeschool zijn nadrukkelijk betrokken bij alle activiteiten die binnen een zwaartepunt worden ontwikkeld. Het onderzoeksteam van de faculteit CAH Vilentum werkt samen met de onderwijsteams en verschillende partners uit het bedrijfsleven en onderzoeksorganisaties. De faculteitslectoraten zijn verankerd in de organisatie en vervullen een brugfunctie, zowel tussen de buitenwereld en het onderwijs als tussen het onderzoek en het onderwijs. De onderzoekseenheid van Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool heeft één onderzoeksprogramma en drie lectoraten die het lectorencollectief vormen. Elke lector heeft een lectoraatsopdracht die is uitgewerkt in programmalijnen. In de bijbehorende kenniskring zitten
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 151 van 378
docent-onderzoekers die gekoppeld zijn aan de leeropdracht van een lector. De kenniskring komt per studiejaar negen keer bij elkaar en bespreekt daar met elkaar onderzoeksvoorstellen, vragen, uitwerkingen, methoden en technieken van eigen en elkaars onderzoek. Tevens leggen de docentonderzoekers verbindingen met collega-docenten, studenten en opleidingen. Samen met andere docent-onderzoekers van de faculteit, die niet in de kenniskring zitten maar wel onderzoek doen, is dit de onderzoeksgroep. Alle docent-onderzoekers geven onderwijs en doen onderzoek, waarmee de basis voor de verbinding met de eigen praktijk (curricula en studenten) is gelegd. De lectoren zorgen voor de verbinding met de wetenschap. De twee faculteitslectoraten Vitale landbouw en Vitale agribusiness vallen onder het zwaartepunt Agrofood en Ondernemen. Onder het faculteitslectoraat Vitale landbouw vallen de projectlectoraten Beweiding, Duurzaam bodemgebruik en Gezonde pluimveehouderij. Het projectlectoraat Gezonde pluimveehouderij valt daarnaast onder het zwaartepunt Dier en Diergezondheid. Onder het faculteitslectoraat Vitale agribusiness vallen de projectlectoraten Aardappelketen en sectorinnovatie, Duurzame energie en groene grondstoffen, Precisielandbouw en Vitale business via cyclische proces- en productieketens. Het derde faculteitslectoraat Groene en Vitale stad valt onder het zwaartepunt Gezonde en Vitale leefomgeving en bestaat uit het projectlectoraat Natuurlijk en gezond samen-leven. Het onderzoeksprogramma WIJS van faculteit Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool valt onder het zwaartepunt Leren en Ontwikkelen en heeft de lectoraten Responsief Onderwijs en kenniscreatie, Professionele identiteit en organisatieontwikkeling en Boundary-crossing-praktijken opleiders en onderzoekers.
4.14.2.
Vilentum-brede onderzoekresultaten
De belangrijkste resultaten die in 2015 bereikt zijn: • Het onderzoeksprogramma van Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool is geaccrediteerd, dat van CAH Vilentum voorwaardelijk. • In 2015 starten de gesprekken om te komen tot hogeschool-onderzoeksbeleid en is een aanzet gegeven om binnen enkele jaren als hogeschool geaccrediteerd te worden.
4.15. Faculteitslectoraat Vitale landbouw Voedselproductie is de basis van de samenleving. De manier waarop de voedselproductie plaatsvindt in Nederland is in discussie; teveel negatieve impact op de leefomgeving, te veel grondstoffen, te veel antibioticagebruik in de veehouderij, enzovoort. Het faculteitslectoraat Vitale landbouw werkt aan verduurzaming van de voedselproductie, maar streeft er ook naar om veerkracht en herstelvermogen in de voedselproductie in te bedden middels een weerbare bodem of weerbare diergezondheid. Lastige begrippen, maar noodzakelijk. Het faculteitslectoraat kiest ervoor om samen met ondernemers, bedrijven, instellingen, overheden en studenten te zoeken naar werkwijzen die hieraan bijdragen. De eerste doelstelling van het faculteitslectoraat is het ontwikkelen van nieuwe kennis, concepten, en productiewijzen die bijdragen aan het ontwikkelen van het idee weerbaarheid en die drie effectueren in een duurzame leefomgeving. Daarbij wil het faculteitslectoraat zich niet beperken tot productietechnieken en grondstofgebruik, maar ook het ondernemerschap dat daarvoor nodig is versterken. Een tweede doelstelling van het faculteitslectoraat is het leveren van een bijdrage aan het professionaliseren van docenten en het opleiden van studenten op het gebied van genoemde productietechnieken en ondernemerschap.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 152 van 378
Het faculteitslectoraat Vitale landbouw heeft in 2015 drie projectlectoraten: een Gezonde pluimveehouderij, Beweiding en Duurzaam bodembeheer. Aan een projectlectoraat Global Dairy Farming en Veevoeding wordt gewerkt. De publicaties van dit faculteitslectoraat en de bijbehorende projectresultaten zijn terug te vinden op www.kcagro.nl.
4.15.1.
Projectlectoraat Gezonde pluimveehouderij
Het lectoraat Gezonde pluimveehouderij start in 2013 en onderzoekt hoe de pluimveehouderij duurzamer kan worden, met name door nieuwe vormen van voeding, verwaarding van restproducten en nieuwe, korte ketens. In 2015 is vastgesteld dat het belangrijkste thema voor de komende jaren voeding is en vooral het zoeken naar nieuwe eiwitbronnen. Het lectoraat vervult ook een spilfunctie in het Poultry Expertise Centre, een internationaal kennis- en trainingscentrum voor de pluimveesector in Barneveld. Het doel van dit centrum is het bevorderen van innovatie en het verbeteren van het imago van de sector. Ook moet het centrum ervoor zorgen dat meer jongeren kennismaken met de pluimveehouderij en de toeleverende industrie. Resultaten 2015 De belangrijkste resultaten voor 2015 zijn: • inauguratie in maart 2015; • drie columns op Pluimveeweb.nl en bijdragen aan de site van het Poultry Expertise Centre; • acht interviews in de pers (inclusief internationaal); • Publicatie: Een gezonde pluimveehouderij, het kan zo mooi zijn… ISBN, als dat het publicatienummer is, dan is dat 15-001 PP
4.15.2.
Projectlectoraat Beweiding
Het projectlectoraat Beweiding start in 2015 en wil de ervaringen en kennis uit praktijkonderzoek en fundamenteel onderzoek voor veehouderijbedrijven toepasbaar maken. In nauwe samenwerking met het Aeres Praktijkcentrum Dronten is gewerkt aan het ontwikkelen van nieuwe tools voor het praktijkonderzoek. Studenten participeren in het beweidingsonderzoek van het lectoraat aan de hand van opdrachten van bedrijven, die op hun beurt op deze wijze van het lectoraat kunnen profiteren. Resultaten 2015 De belangrijkste resultaten voor 2015 zijn: • De portfolio van projecten is dermate vertrouwenwekkend dat besloten is het lectoraat vast te leggen tot 2019. • Er starten diverse praktijkonderzoeken waarvan een in samenwerking met Barenbrug. Dit project heeft een looptijd van drie jaar. Een groot samenwerkingsverband met Stichting Duurzame Zuivelketen is in ontwikkeling. • Er is een seminar beweiding voor studenten georganiseerd. • Er is een cross-over gerealiseerd met andere lectoraten.
4.15.3.
Projectlectoraat Duurzaam bodembeheer
Het projectlectoraat Duurzaam bodembeheer start in 2015 en speelt een rol in de krachtenbundeling van overheden, bedrijfsleven en kennisinstellingen op het gebied van bodemkennis. De Verenigde Naties roepen 2015 uit tot het jaar van de bodem. Dit geeft aan dat kennis over en gebruik en beheer van de bodem algemeen gezien wordt als essentieel voor de wereldvoedselvoorziening. Het lectoraat
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 153 van 378
vervult de brugfunctie tussen het bedrijfsleven en het onderwijs, om innovaties in de praktijk te stimuleren en te zorgen voor een structurele inbedding van de kennis in het onderwijs.
Resultaten 2015 De belangrijkste resultaten voor 2015 zijn: • De portfolio van projecten is dermate vertrouwenwekkend dat besloten is het lectoraat vast te leggen tot 2019. • Er zijn zestien nieuwsberichten verspreid, in lijn met `het jaar van de bodem’. • Er zijn vier presentaties verzorgd voor het bedrijfsleven. • CAH Vilentum heeft een leerlijn Bodem ontwikkeld. • Er zijn meerdere cross-overs gerealiseerd met andere lectoraten. • Het lectoraat staat in de bijzondere belangstelling van de provincie Flevoland.
4.15.4.
Kennis delen
Het faculteitslectoraat Vitale landbouw en de hierboven genoemde projectlectoraten sluiten aan bij het door Aeres voor CAH Vilentum voor de vestiging Dronten geformuleerde zwaartepunt Agrofood en Ondernemen. Centraal daarbij staan praktijkonderzoek en kennisdelen via het hoger en middelbaar beroepsonderwijs met de toekomstige beroepsbeoefenaren en de beroepspraktijk. Output en activiteiten in 2015 De volgende activiteiten zijn uitgevoerd: • zeven inspiratiesessies; • vijfendertig kennisbijeenkomsten; • enige tientallen interviews en columns; • zes professionele publicaties; • vier wetenschappelijke publicaties. Dit faculteitslectoraat levert substantiële bijdragen aan de CoE’s Agrodier (twaalf nieuwe praktijkonderzoeksprojecten) en Open Teelten (zie § 4.19.2) en participeert in de volgende samenwerkingsverbanden: Poultry Expertise Centre; Dairy Triangle; Kennispoort Zwolle, Agrofood-cluster Emmeloord; en de innovatieagenda Agro en Food van de gemeente Hardenberg/Ommen..
4.16. Faculteitslectoraat Vitale agribusiness De Nederlandse agrifood-business is een bloeiende, innovatieve bedrijfstak. Een bedrijfskundige dacht in het verleden vooral aan winst. Het huidige tijdperk kent steeds meer het besef van waarde, waardesturing, de economie van het leven en de maatschappelijke verantwoording van het bedrijfsleven voor zichzelf, zijn medewerkers, zijn klanten en de maatschappij dichtbij en ver weg. Daarnaast nemen de technologische mogelijkheden een enorme vlucht waardoor de agribusiness toenemend in het teken staat van slimme toepassingen en digitale oplossingen. De tijd van de smart economie is een feit en daar zijn big data en precisielandbouw de pijlers onder. Het faculteitslectoraat wil een belangrijke partner zijn voor mensen die in de groene sector succesvol willen ondernemen. Het wil op een praktische en duurzame manier partijen bij elkaar brengen en hun problemen oplossen door businessontwikkeling. Het doel van het faculteitslectoraat is het ontwikkelen van nieuwe (bedrijfskundige) kennis, concepten, strategieën en businessmodellen die bijdragen aan een vitale agribusiness met als basiseigenschappen: biobased, circulair en smart. Hierdoor levert het faculteitslectoraat ook een
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 154 van 378
substantiële bijdrage aan het professionaliseren van docenten, het verbeteren en actualiseren van het onderwijs en het leveren van authentieke leeropdrachten. Het faculteitslectoraat Vitale agribusiness heeft in 2015 vier projectlectoraten: Duurzame energie en groene grondstoffen, Precisielandbouw, Vitale agribusiness via cyclische proces- en productieketens en Aardappelketen en sectorinnovatie. Een deel van de publicaties van dit faculteitslectoraat en de bijbehorende projectresultaten zijn terug te vinden op www.kcagro.nl.
4.16.1.
Projectlectoraat Precisielandbouw
Dit lectoraat bedient de twee sectoren akkerbouw en veehouderij en beoogt daarmee twee doelen te bereiken. Beide sectoren zijn gericht op een minimale en vooral slimme input om tot een optimaal rendement te komen. In de akkerbouw is de aandacht vooral gericht op de integrale strategische keuzes rond het bouwplan en het telen van gewassen (smart precision agriculture farming). In de veehouderij gaat het enerzijds om bewustwording en ontwikkeling van teeltkeuzen rond gras en maïs (smart precision agriculture farming), en anderzijds om de ontwikkeling van optimaal koemanagement (smart precision dairy farming). Resultaten 2015 De belangrijkste resultaten van 2015 zijn: • Een doorlopende leerlijn Precisielandbouw is ontwikkeld met onderdelen voor het hele traject van propedeuse tot en met de afstudeerfase. • In 2015 werken circa 50 studenten aan 10 onderzoeken voor het lectoraat. Studieonderwerpen waren: taakkaarten akkerbouw, taakkaarten grasland, opbrengstmetingenanalyse en autonome voertuigen. Tevens hebben 12 studenten als afstudeerstudent deelgenomen aan het lectoraat. • Er is een studiedag ‘Van gewas-sensing tot taakkaart’ georganiseerd in februari die circa 100 bezoekers trekt. Tevens heeft het lectoraat bijgedragen aan het programma van de Landelijke Praktijkdag Precisielandbouw op 11 juni 2015 in Dronten en aan de ruwvoerdagen op 17 en 18 juni 2015. De financiering van beide dagen is ook voortgevloeid uit de spin-off van dit lectoraat. • Begin juni 2015 is er een workshop verzorgd in Zwolle tijdens een innovatie-challenge, waarbij vanuit precisielandbouw een link naar de zorg is gelegd. • Het lectoraat is deelnemer van de publiek-private samenwerking ‘Op naar Precisielandbouw 2.0’, een R&D-programma dat zich richt op strategische onderwerpen binnen precisielandbouw (5 jaar onderzoek met 35 partijen). • Het lectoraat is in september 2015 uitgenodigd als keynote speaker op een congres in Kiev. Daarnaast is het lectoraat in september uitgenodigd om drie presentaties te houden in Finland. • Het lectoraat heeft vier wetenschappelijke publicaties opgeleverd. • Het lectoraat heeft viermaal advies uitgebracht aan het ministerie van EZ inzake EUlandbouwpolitiek en wetsvoorstellen voor Nederland. • Meer dan 15 presentaties (nationaal en internationaal) zijn gehouden.
4.16.2.
Projectlectoraat Aardappelketen en sectorinnovatie
Het projectlectoraat Aardappelketen en sectorinnovatie start in november 2014. Het onderzoek bestrijkt de hele aardappelketen, waarbij aandacht wordt besteed aan pootgoedproductie, bewaartechnologie, teelt en big-data-analyse. Hierbij ligt de nadruk op het samenbrengen van gegevens uit de hele keten om tot verbetering in de praktijk te komen. Resultaten 2015
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 155 van 378
De belangrijkste resultaten van 2015 zijn: • Het lectoraat biedt voldoende perspectief om het de komende drie jaar voort te zetten. • Door de ontwikkelingen in het lectoraat en aanverwante projecten en onderwijsontwikkeling is een vacature docent-onderzoeker op het gebied van big data opgesteld en deze zal binnenkort vervuld worden. • Twee internationale presentaties zijn gehouden (Frankrijk en Maynmar). Daarnaast zijn diverse presentaties gehouden tijdens inspiratiesessies en aardappelbijeenkomsten. • Het lectoraat krijgt vanaf 1 januari 2015 een eigen column in een vakblad rondom aardappelen. • Het lectoraat heeft een plan ontwikkeld om het aardappelkweekprogramma van Vilentum uit te breiden met innovatief onderzoek.
4.16.3.
Projectlectoraat Vitale agribusiness via cyclische proces- en productieketens
Het projectlectoraat Vitale agribusiness via cyclische proces- en productieketens heet ook Circulaire Economie. Het onderzoekt de vraag: op welke wijze kunnen agrarische ondernemers lokale energieen grondstofstromen als natuurlijk proces incorporeren in hun businessmodellen en lange-termijndenken? Afgeleide vragen hiervan zijn: • Op welke wijze kunnen cross-sectorale productie- en verwerkingsprocessen de eco-effectiviteit van grondstoffen en biomassabenutting verhogen? • Wanneer is regionale kleinschalige bioraffinage houdbaar op korte en lange termijn? • Hoe kan een gezamenlijk gedragen ketenbenadering bijdragen aan een effectieve kringlooplandbouw? • Welke circulaire innovatie is nodig om snel tot sociale acceptatie te komen opdat een sociale innovatie bewerkstelligd kan worden? • Op welke wijze kunnen geografische en dynamische omgevingsinformatie, logistieke data en consumentgegevens geïntegreerd gebruikt worden om kringlooplandbouw tot een eco-effectief succes te maken? Resultaten 2015 De belangrijkste resultaten van 2015 zijn: • Het lectoraat heeft tijdig een bezetting gekregen met een lector en een kenniskring. • Het lectoraat is gevraagd om een beleidsnotitie te schrijven voor het energiebeleid van de provincie Flevoland. • Het lectoraat heeft diverse projectaanvragen gekregen en heeft een aantal offertes ingediend die momenteel in de goedkeuringsfase zitten. • Het strategische plan met de activiteitenschema’s is gepresenteerd en er is begonnen met de uitvoer ervan. • Het lectoraat heeft een minor Circulaire Economie ontwikkeld. • Het lectoraat biedt voldoende perspectief om het de komende drie jaar voort te zetten.
4.16.4.
Projectlectoraat Duurzame energie en groene grondstoffen (DEGG)
De missie van het lectoraat DEGG is het stimuleren van de transitie naar een biobased economy. Het lectoraat ontwikkelt hiervoor kennis en ondernemerschap op het gebied van duurzame energie en groene grondstoffen en maakt die kennis toepasbaar. Resultaten 2015 De belangrijkste resultaten van 2015 zijn:
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 156 van 378
• Het lectoraat heeft een zodanige goede en interessante uitgangspositie dat er gewerkt wordt aan een tweede termijn van het lectoraat. Deze moet ingaan per half 2016. • Het lectoraat heeft tien publicaties opgeleverd vanuit diverse onderzoeken. • Het lectoraat kent twee promovendi. Een eerste publicatie is in december geaccepteerd voor publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift. • Het lectoraat is gevraagd om een beleidsnotitie te schrijven voor het energiebeleid van de provincie Flevoland. Dit is een cross-over met het lectoraat circulaire economie. • Het lectoraat wordt door andere hbo-instellingen gevraagd om mee te schrijven aan onderzoeksvoorstellen (o.a. zeven RAAK-aanvragen waarvan inmiddels drie zijn goedgekeurd). • De minor behorende bij dit lectoraat heeft inmiddels ook studenten van de opleiding Toegepaste biologie. • Voor opdrachtgever HarvestaGG is inmiddels het 25e onderzoeksvraagstuk in onderzoek. • Het lectoraat heeft voor het vierde achtereenvolgende jaar alle studenten in de minor weten te koppelen aan onderzoeken voor het bedrijfsleven. • Na onderling overleg tussen hogescholen en de WUR is besloten om gezamenlijk een zogenaamde Wikiwijs-module te ontwikkelen met als titel Introduction to the Biobased Economy. Deze module is ontwikkeld door een docent-onderzoeker van CAH Vilentum in samenwerking met andere scholen. Link: http://maken.wikiwijs.nl/51426/Introduction_to_the_Biobased_Economy. • Er is een nieuw practicum Bioraffinage van 2 ECTS ontwikkeld dat in en om CAH-energietuin wordt uitgevoerd. In 2015 hebben ongeveer 70 studenten dit practicum uitgedaan. • Twee nieuwe cursussen van elk 2 ECTS voor het tweede en derde studiejaar maken deel uit van het curriculum. Het lectoraat heeft minimaal vijf bedrijven aan de energietuin weten te verbinden en voert onderzoek in het kader van cascadering uit met deze bedrijven. • In het eerste jaar krijgen CAH-studenten 1 ECTS vakinhoud die ingaat op de biobased economy (BBE) aan de hand van de ontwikkelde ICT-module (Wikiwijs Biobased economy). In de hierop volgende jaren valt een gat; op het practicum na wordt nog geen BBE-onderwijs gegeven. • Een nieuwe minor Biobased Ondernemen is ontwikkeld en in het curriculum geïmplementeerd. • Het lectoraat DEGG deelt zijn kennis en expertise met andere onderwijsinstellingen. In september 2015 hebben (net als in de vorige jaren) ruim 150 technasium-leerlingen van drie naburige middelbare scholen CAH Vilentum bezocht om van het lectoraat Duurzame energie en groene grondstoffen een studieopdracht te ontvangen. Aan de opdracht `Van eendenkroos naar eiwit’ hebben zij een aantal maanden gewerkt onder begeleiding van eigen docenten. Het lectoraat fungeerde als back office bij lastige vragen en voor tips voor het opzetten van de laboratoriumopstelling. Bovendien vormt het kenniscentrum van CAH Vilentum het aanspreekpunt voor technasium-studenten voor hun meesterproef. • Met het CBBE-programma heeft CAH Vilentum onderzoeksfaciliteiten voor het bedrijfsleven opgebouwd, de werkwijze geprofessionaliseerd en haar kennis aanzienlijk vergroot. Dit heeft geleid tot succesvolle samenwerkingen zoals met top mkb-bedrijven als Avantium, KeyGene en HarvestaGG en onderzoeksinstellingen zoals de WUR, TU/e, UU en TNO. Dit heeft onze bekendheid vergroot, zowel qua wetenschappelijke onderzoek (promovendi) als qua praktijkgericht onderzoek (CAH-onderzoekers met studenten). • Het lectoraat is betrokken bij de ontwikkelingen van het Green Venture lab. Dit is ingegeven door de urgentie om nieuwe agrarische productiesystemen te ontwikkelen en de ambities om Flevoland als ‘living lab’ te faciliteren. De aanleiding ligt ook voor een belangrijk deel in de steeds toenemende vraag naar grondstoffen voor de biobased economy en nieuwe businessmodellen in combinatie met sociaal-maatschappelijke en economische mogelijkheden.
4.16.5.
Kennis delen
Het faculteitslectoraat Vitale agribusiness en de hierboven genoemde projectlectoraten sluiten aan bij de Aeres-brede zwaartepunten Agrofood en Ondernemen en Dier en Diergezondheid. Het deelt kennis
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 157 van 378
via het (groene) hoger en middelbaar beroepsonderwijs, onderzoek, commerciële activiteiten, publicaties, lezingen, seminars en dergelijke.
Output en activiteiten in 2015 De volgende activiteiten zijn uitgevoerd: • Het lectoraat organiseert meerdere kennisbijeenkomsten, inspiratiesessies, studiedagen en workshops voor ondernemers, overheden en onderwijsinstellingen. • In 2015 zijn de volgende TED’s gegeven: - 2-3 Michiel Klaassen ‘Plantaardige eiwitten’ - 3-3 Marieke Hart ‘De toekomst van ondernemen is delen’ - 21-4 Alle Bruggink ‘Nederland duurzaam?’ - 19-5 Peter Kooman ‘Van aardappeldata naar aardappelkennis’ - 22-9 Ruud Huirne ‘Internationaal ondernemerschap in Food & Agri’ - 27-10 Gerard Meijerink ‘Innovatie in plantenveredeling’ - 17-11 Bernard Oosterom ‘Sierteelt: samen, beter en meer’ • Er zijn samenwerkingen met andere onderwijsinstellingen. • Twee internationale presentaties zijn gehouden, ook als keynote speaker. • Het lectoraat Aardappelketen & Sectorinnovatie krijgt vanaf 1 januari 2015 een eigen column in een vakblad rondom aardappelen. • Er zijn diverse publicaties uitgebracht en adviezen gegeven. Een overzicht staat op www.kcagro.nl en op www.aeres.nl/onderzoek bij publicaties. • De samenwerkingsverbanden waar dit lectoraat bij betrokken is, zijn: Kenniscoalitie Biobased Economy; Kenniscoalitie Precisielandbouw en Kennispoort Zwolle. Betrokken bedrijven zijn onder meer: Avantium, KeyGene en HarvestaGG en onderzoeksinstellingen zoals de WUR, TU/e, UU en TNO.
4.17. Faculteitslectoraat Groene en Vitale stad Het faculteitslectoraat start in 2013 om de krachten voor onderzoek en kennisontwikkeling bij CAH Vilentum Almere te bundelen en de onderzoeksactiviteiten van CAH Vilentum meer naar buiten te profileren (zie § 4.17.2). Het faculteitslectoraat werkt aan een gezonde vitale stad en zijn inwoners – levend, werkend en wonend in balans met de leefomgeving en duurzaam, eco-optimaal voorzien van gezond voedsel.
4.17.1.
Projectlectoraat Natuurlijk gezond samen-leven
Het lectoraat Natuurlijk gezond samen-leven is mogelijk dankzij de IFA-middelen (Investeringsimpuls Flevoland-Almere) en de gemeente Almere. Het heeft als onderzoeksopdracht de duurzame relatie tussen de gezondheid van de mens en het groene domein. Het lectoraat start in 2011 en is tot 31 december 2014 gefinancierd met externe middelen. Aansluitend worden de resterende middelen van dit lectoraat besteed totdat deze zijn uitgeput. De bekostiging moet daarna vanuit opdrachten uit de omgeving komen, ondersteund door subsidies van de CoE’s Food en Natuur en Leefomgeving. Resultaten 2015 De belangrijkste resultaten van 2015 zijn: • Het lectoraat ‘Eco-effectief ondernemen in een stedelijke omgeving’ is afgerond. • De transitie van het projectlectoraat Natuurlijk-gezond samen-leven naar faculteitslectoraat Groene en Vitale stad is afgerond. Het faculteitslectoraat ontwikkelt nieuwe kennis, concepten, strategieën
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 158 van 378
• • • • •
en businessmodellen die bijdragen aan de gezondheid van mensen en aan een vitale, ondernemende stad. In 2015 is onderzoek uitgevoerd naar vitale tuinen voor ouderen met dementie. Er is een review paper geschreven over de optimale kwantiteit en kwaliteit van groen in de stad als opmaat voor een onderzoekslijn op dit terrein. Een onderzoek start naar natuur- en groenbeleid in Nederlandse gemeenten. Zeven nieuwe projecten starten in het kader van het CoE Food. Het Kenniscentrum (combinatie van CIV en CoE) Natuur en Landschap krijgt weliswaar in 2015 goedkeuring om te starten, maar dit gebeurt in feite pas op 1 januari 2016. Het faculteitslectoraat ziet goede mogelijkheden om zijn activiteiten verder uit te breiden via dit Kenniscentrum.
Belangrijke partners voor de onderzoeksactiviteiten van het faculteitslectoraat zijn de gemeente Almere en de provincie Flevoland in verband met de komst van de Floriade in 2022. De thema’s van de Floriade sluiten nauw aan bij de opleidingen en de onderzoeksdoelstelling, steeds vaker worden studenten bij vraagstukken van de gemeente Almere betrokken. Met de provincie wordt intensief samengewerkt in verband met de gezamenlijk te realiseren Kennis- en innovatiewerkplaats op het terrein van de Floriade. Dit gebouw moet een plek worden waar onderwijs, onderzoek en bedrijfsleven samenwerken en innovaties stimuleren en zal worden gerealiseerd in 2017. In het kader van het door provincie en gemeente ingestelde Fonds Verstedelijking Almere is met succes een aanvraag gedaan van 1,1 miljoen euro voor een wetenschappelijke impuls van de onderzoeksactiviteiten, samen met WageningenUR. Vanaf het najaar van 2015 is er meer ondersteuning voor het Kenniscentrum Groene en Vitale stad, waardoor de website www.kcgroen.nl steeds beter de onderzoeksactiviteiten van CAH Vilentum in Almere zichtbaar zal kunnen maken. In november komt de eerste nieuwsbrief uit. 4.17.2.
Kennis delen
Het faculteitslectoraat Groene en Vitale stad en het hierboven genoemde projectlectoraat sluiten aan bij de Aeres-brede zwaartepunt Gezonde en Vitale leefomgeving. Het deelt kennis via het (groene) hoger en middelbaar beroepsonderwijs, onderzoek, commerciële activiteiten, publicaties, lezingen, seminars en dergelijke. Output en activiteiten in 2015 De volgende activiteiten zijn uitgevoerd: • Dit faculteitslectoraat levert bijdragen aan de CoE Food (zie § 4.19.2). • Een deel van de publicaties staat op www.aeres.nl/onderzoek en dan publicaties. • Dit faculteitslectoraat werkt onder andere samen: Ontwikkelcentrum Stadslandbouw Almere, Floriade 2022 Almere, Green Health, Lectorenkring Urban Food en Green; stichting Stad & Natuur; provincie Flevoland, Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland, diverse kleinschalige partijen die zich bezighouden met voeding en gezondheid; universiteiten in binnen- en buitenland, zoals TU Delft, Universiteit Utrecht, Hanzehogeschool, en partners in onder andere Canada, Finland en Italië.
4.18. Onderzoeksprogramma WIJS In 2015 is gewerkt aan een herijking van het onderzoeksprogramma en de nieuwe lectoraatsopdrachten. Het nieuwe onderzoeksprogramma heet WIJS. Van professionals vraagt het wijsheid om op de toekomstige vragen uit de maatschappij en een nieuwe werkelijkheid in te kunnen spelen, waarin we van meer in-form-atief en uniform leren en ontwikkelen noodzakelijkerwijs overgaan naar meer trans-form-atief kunnen denken en handelen. De faculteit Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool concentreert zich daarom op praktijkgericht onderzoek dat wijsheid van professionals (in
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 159 van 378
opleiding) op het gebied van leren en ontwikkelen bevordert. Deze professionals werken in verschillende domeinen (zorg, landbouw, onderwijs, techniek, overheid, medicijnen), op verschillende niveaus (individu, team, organisatie, netwerk) en in verschillende rollen (begeleiding, advies, docentschap, onderzoek). Wijs(heid) is de gemeenschappelijke focus in het onderzoek. Om wijsheid van de professionals te bevorderen willen we onderzoeken wat wijsheid is, hoe ze zich ontwikkelt en hoe je die ontwikkeling kunt ondersteunen.
4.18.1.
Lectoraat Responsief onderwijs en kenniscreatie
Het lectoraat Kenniscreatie en ecologisch leren denken is gericht op de koppeling tussen doen, denken en verstaan en is gericht op de progressie van een onderwijsleerproces. Dat proces richt zich op het ontwikkelen van ecologisch denken bij lerenden. Daarin verbinden praktijktheorieën, persoonlijke kenniservaringen en wetenschappelijke theorieën zich met elkaar in een proces van kenniscreatie voor het bouwen van duurzame individuele en collectieve inzichten en oplossingen voor bekende en onbekende problemen. Dit thema, en de resultaten ervan, zijn opgenomen in het nieuwe lectoraatsthema Responsief onderwijs en kenniscreatie. Het onderzoek wordt uitgezet in drie lijnen: 1 Transitiedenken: patronen, structuren, ‘oud-denken’ versus transitiedenken. 7 Responsieve leeromgeving: samen leren en kennis creëren in de praktijk van responsief onderwijs. 8 Learning analytics: de analyse van knowledge-building-processen. Resultaten 2015 De belangrijkste resultaten van 2015 zijn: • Toekenning van het lectoraat Responsief onderwijs en kenniscreatie en start per 1 juni 2015. Het is een van de vijf lectoraten binnen het programma Impact: transitie in groene sector, dat door het ministerie van EZ is ingesteld in het hao. • Openbare les op 13 november met de titel ‘Het verschil doorgronden’. Voor een zeer gemêleerd gezelschap van ruim 100 bezoekers gaf de lector inzicht in het thema van het nieuwe lectoraat en de opbrengsten van het onderzoek naar kenniscreatie in de afgelopen jaren. • In het kader van deze openbare les is de uitgave verschenen `Het verschil doorgronden. Responsief onderwijs: een zoektocht naar “een verschil dat een verschil maakt” voor transitie, leren en onderwijs.’ • Een gepromoveerd docent-onderzoeker van de hogeschool met een lector als copromotor (promotie in november). • Afronding van succesvol vierjarig voorzitterschap van de lector met het jaarlijkse congres van EAPRIL: European Asssociation for Practitioner Research. Keynote over het thema en 400 deelnemers. • Publicaties, keynotes, congresbijdragen zijn opgenomen in de referentielijst en het overzicht van kwantitatieve output (zie § 4.18.4). • Wetenschappelijke en vakpublicaties, presentaties en papers en bijdragen aan symposia en congressen.
4.18.2.
Lectoraat Professionele identiteit en organisatieontwikkeling
In juli 2014 liep de lectoraatsopdracht ‘De ecologie van het leren’ af. Een van de resultaten was een nieuwe thema dat uitmondde in een nieuwe lectoraatsopdracht: Professionele identiteit en organisatieontwikkeling’. De ecologie van het leren ging over de uitdaging de complexiteit van leren en ontwikkelen te omvatten. Dat vraagt erom het imaginaire en intuïtieve leren (weer) een plek te geven naast het intellectuele en informele leren. Het vraagt om het zien van verbanden, om aandacht te geven aan meerdere dimensies zoals het intermenselijke, tijd, ruimte, muze (spel en inspiratie) en natuur (de aard). Het gaat erom de ‘natuur’ niet uit het oog te verliezen – om welzijn als ondergrens te nemen en wijsheid als streven.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 160 van 378
En daarmee te bouwen aan een meer duurzame wereld. Het nieuwe onderwerp gaat over professionele identiteit, de kern (maar een vaak vergeten kern) van professionele ontwikkeling, en is gericht op onderzoek naar ‘essenties van professionele ontwikkeling’. Daarnaast gaat het over de invloed van certificeringssystemen, de relatie tussen professionals en managers/instituties en de manier waarop professionele ontwikkeling vormgegeven kan worden. Resultaten 2015 De belangrijkste resultaten van 2015 zijn: • Openbare les op 27 maart waarin afronding van ‘De ecologie van het leren’ met de publicatie ‘Snoeien doet Bloeien’ gevolgd werd door de officiële start van het daaruit voortkomende thema `Professionele identiteit en organisatieontwikkeling’. Bij deze bijeenkomst zijn 250 belangstellenden uit onderwijs, onderzoek en advies en bedrijfsleven. In aan de les voorafgaande ‘kleine ontmoetingen’ spreken deelnemers en docent-onderzoekers over de thema’s die de afgelopen jaren onderwerp van onderzoek en gesprek zijn geweest. Het ging onder andere over bezieling, professionele ruimte, erkenning, intuïtief en imaginair leren, leervoorkeuren in organisatieontwikkeling en identiteit. • Presentatie van 'Je binnenste buiten'. Een boek over professionele identiteit. Het boek is een cocreatie van de onderzoeksgroep, onder redactie van de lector en gaat over professionele identiteit in organisaties met een aantal bijbehorende producten, zoals een app, een kaartspel en de website: www.professioneleidentiteit.nl. • Drie masterclasses met maximale deelname. • Lezingen, presentaties, wetenschappelijke en vakpublicaties in en voor verschillende gremia.
4.18.3.
Lectoraat Boundary-crossing-praktijken opleiders en onderzoekers
Met ingang van 1 januari 2015 begint een nieuw lectoraat en is een nieuwe lector aangesteld voor 0,5 fte. De leeropdracht is ‘Boundary-crossing-praktijken opleiders en onderzoekers’. Voorbeelden van vragen die in dit lectoraat aan de orde komen zijn: wat denken docenten, werkbegeleiders en andere opleiders over onderzoek, wat doen ze als ze met onderzoek bezig (willen) zijn, zelf of met hun leerlingen/studenten? En ook: wat denken onderzoekers over onderwijs, wat doen zij als ze met/naar/voor scholen onderzoek (willen) doen, hoe werken opleiders en onderzoekers samen en welke kwaliteiten en praktijken zijn dan vooral succesvol? Het lectoraat sluit hiermee onder meer aan bij de vraag van Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool om de rol van onderzoek in het curriculum van de faculteit en in het beroepenveld voor zittende docenten beter zichtbaar te maken en te versterken. In dat verband is in de loop van 2014 ook de onderzoeksgroep Onderzoek in de bachelor- en masteropleidingen hsao van start gegaan. Resultaten 2015 De belangrijkste resultaten van 2015 zijn: • Zorgvuldig ingezet onderzoekend proces met een aantal docent-onderzoekers naar onderzoek in het bachelorcurriculum. Inventarisaties bij Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool en andere lerarenopleidingen, verkenningen van landelijke beleidsontwikkelingen, workshops, inventarisaties tijdens onderwijsleerdagen, interviews en gesprekken met studenten, collega’s en werkplekbegeleiders zijn voorbeelden van activiteiten van de onderzoeksgroep Onderzoek in de bachelor (OOB) tot nu toe. In een kaderdocument zijn de resultaten hiervan samengebracht in een visie op en kader voor onderzoek in de bacheloropleiding van de faculteit. • Copromotor van een Stoas-promovendus. • Conceptpublicatie Grenspraktijken voor openbare les op 20 januari 2016 met onderzoekslijnen voor de komende jaren. • Wetenschappelijke en vakpublicaties, presentaties en papers, en bijdragen aan symposia en congressen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 161 van 378
4.18.4.
Kennis delen
Het onderzoeksprogramma WIJS en de hierboven genoemde lectoraten sluiten aan bij het Aeresbrede zwaartepunt Leren en Ontwikkelen. De lectoraten delen kennis via het groene (beroeps)onderwijs, onderzoek, commerciële activiteiten, publicaties, lezingen, seminars en dergelijke. Output en activiteiten in 2015 De volgende activiteiten zijn uitgevoerd: • Leergang Methoden en technieken van onderzoek voor Stoas-medewerkers uitgevoerd. • Masterclasses zijn gegeven. • Lezingen en keynotes extern. • Deelname en bijdragen aan en (wetenschappelijke) congressen (EARLI, EAPRIL, ORD, VELON, ATEE). • Twee openbare lessen waarin de lectoren een thema afsluiten en het vervolgthema presenteren. • Uitgebreide referentielijst van publicaties en activiteiten, kwantitatief samengevat in het standaard evaluatieprotocol (SEP). • Gesubsidieerde onderzoeken. • Een promotie afgerond. • Samenwerking in verschillende kenniscoalities aansluitend bij de onderzoeksprojecten. - RPP Professionele identiteit (www.professioneleidentiteit.nl). - Groen Consortium Opleiden in de School: een samenwerking van Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool met negen aoc’s voor het opleiden van toekomstige leraren. - Samenwerking met de leerstoelgroep ECS van Wageningen Universiteit bij projecten Begeleiding Beginnende Leraren (BSL), Professionele Leergemeenschappen (PLG) en Regioleren. - Samenwerking steunpunt bètatechniek regio Food Valley, onder andere in Docent Ontwikkelteams (DOT’s). - Samenwerking met diverse universiteiten in binnen- en buitenland rond onderwijsonderzoek, zoals de universiteiten van Hongkong en Toronto. De kwantitatieve output van Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool 2011-2015 Output Stoas-lectoraten in kwantitatieve zin met de Standard Evaluation Protocol-systematiek (SEPsystematiek) als richtlijn. Stoas Vilentum onderzoeksoutput kwantitatief 2015 (en’11,’12’13,’14)
1
SEP category Refereed articles
2
Non-refereed articles
3
Books
‘11 1
‘12 1
‘13 2
2
1
‘14 2
‘15 1
tot 7
(1)
3(1)
Book(s) in press Books/inauguration
2
4
Book chapters
5
5
PhD-theses
6
Conference papers
7
Professional publications
8 (2)
1
Internal reports
9
1
1
9(3)
1
1
2
15
10
9
64
7
10
8
26
3
1
2
11
1
3
2
4
1
Publications aimed at the general public Other research output <specify>
6
1
External reports
8
22
4
1
(3)
1
(4)
Presentations for the professional public
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
(5)
13
(4)
2
3
22
13
1 (3, 6)
2
12
46
6
4
13
7
68
Pagina 162 van 378
Stoas Vilentum onderzoeksoutput kwantitatief 2015 (en’11,’12’13,’14) Published interviews
7
6
1
14
Research proposals (NWO, RAAK-PROO, HPBO, min. EZ etc.)
5
3
5
9
4
25
Total publications
37
69
53
52
42
252
Total scientific related publications
13
28
25
23
19
108
Total professional related publications
23
41
28
29
61
144
3
2
5
2
2
55
84
260
Refereed articles in submission Conference papers in submission Total publications (including in submission)
37
69
53
2 = wetenschappelijk gerelateerde publicaties (met name peer-reviewed) Note 1: Artikelen in niet-peer-reviewed journals maar die van belang zijn voor het domein of veld. Note 2: Publicaties die gericht zijn op professionals in de publieke en private sector (professionele publicaties, vakbladen),ook patenten en annotaties (i.g.v. van recht en wet). Note 3: Ook wel ‘populariserende artikelen’ genoemd. Note 4: Ander type onderzoeksoutput zoals abstracts, editorschap, ontwerpen en prototypes (d.w.z. engineering), gepubliceerde interviews en optredens in media. Note 5: Programma Onderwijs Research Dagen 2012: Ecologisch leren & video Keynote EAPRIL-conference 2012 on YouTube Note 6: Websites; app’s; ontwikkeld docentmateriaal vanuit onderzoek. Note 7: (5) masterclassess 41 pre.
4.19. MIP, innovatieprojecten en de Centres of Expertise Vilentum Hogeschool innoveert structureel. Dat doet ze via de lectoren, maar ook via het Meerjarig Investeringsprogramma (MIP), landelijke regelingen en (innovatie) projecten en de Centres of Expertise. Meerjarige Investeringsprogramma (MIP) Voor het aansturen en toekennen van onderwijsmiddelen voor het groene onderwijs maakt het ministerie van Economische Zaken (EZ) afspraken met individuele instellingen in zogenaamde MIP’s. Uitgangspunt daarbij is de afspraak dat groene scholen zich naast hun onderwijsfunctie ook positioneren als regionaal kenniscentrum. De informatie over het MIP CAH Vilentum en Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool staat in § 2.7.1 en bijlage 8, tabel 2 en 3.
4.19.1.
(Landelijke) innovatieprojecten
Naast het MIP lopen nog andere projecten. Vilentum Hogeschool neemt deel aan een groot aantal nationale en internationale innovatieprojecten. De gelden komen uit allerlei regelingen, zoals het KIGO (Kennisverspreiding en Innovatie Groen Onderwijs), SIA/RAAK (Stichting Innovatie Alliantie), NICHE (Nuffic),NRO, Impuls en dergelijke. Vilentum Hogeschool is daarbij penvoerder of partner. Onderstaand beschrijft Vilentum Hogeschool er een aantal. In het jaar 2015 zijn de onderstaande meerjarige projecten afgesloten en vrijgevallen in de exploitatie. Dit is een selectie uit het totale overzicht op basis van de impact of omvang. De totale projectomzet (lopend en afgesloten) is bij Vilentum Hogeschool € 6.422.000. Leeromgeving als katalysator voor Leren voor duurzaamheid (NRO)
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 163 van 378
Duurzaamheidsonderwijs wordt steeds meer een integrale benadering van inhouden, leeromgeving en pedagogisch-didactische aanpak. De implementatie van duurzaamheid is meer dan curriculumuitbreiding of het invoeren van nieuwe vormen van didactiek. Ook de omgeving waarbinnen deelnemers en medewerkers werken en leren en de competenties van opleiders zijn van groot belang om duurzaamheid effectief te implementeren. In het praktijkgerichte NRO-onderzoek wordt (worden) op basis van onderzoek samen met scholen (varianten van) een operationeel kader ontwikkeld. Samenwerking tussen Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool, Groenhorst, Lentiz, het Clusius College en De Groene Welle. Resultaten: een operationeel hanteerbaar model, een eenvoudige wijzer, en een bundel met achtergrondinformatie. Wordt nog gevolgd door een symposium in 2016. Groene plus-lectoraat De ecologie van culturele diversiteit (EZ) In dit lectoraat, dat in 2014 voortijdig was afgelopen, stonden drie onderzoeksthema’s centraal. Daaronder het onderzoek naar het diversiteitklimaat van organisaties binnen het groene onderwijs en onderzoek naar het ontwikkelen van cross-culturele competenties. Tijdens het lectoraat is een onderzoekmethodiek naar het klimaat op scholen uitgewerkt en getoetst, inclusief een aantal interventies. Het resultaat is dat nu korte en langere programma’s worden ontwikkeld die straks op verzoek kunnen worden ingezet om zowel het intercultureel onderhandelen te versterken als het diversiteitsklimaat in een school verder te ontwikkelen. Er is een scan ontwikkeld, er zijn interventies en getrainde docenten. Heat innovation: de mobiele warmtebatterij (RAAK) De transitie van energievoorziening op basis van fossiele bronnen naar energievoorziening op basis van hernieuwbare bronnen zoals zon, biomassa, wind en water vergt een oplossing voor de energieopslag. Dit is nodig voor het matchen van vraag naar en aanbod van energie. Met name in de industrie, de landbouw en in de bebouwde omgeving is hier behoefte aan om verliezen te voorkomen. Wanneer het mogelijk is om vrijkomende restwarmte van processen op te vangen, te bewaren en deze op een ander, willekeurig tijdstip (en/of andere plaats) te gebruiken, opent dat een business case voor duurzame energie. CAH Vilentum Hogeschool heeft in samenwerking met het bedrijfsleven (APT en RTD De Beyer) en kennisinstellingen (Windesheim en TU-Eindhoven) een prototype van een mobiele warmtebatterij ontwikkeld en gedemonstreerd. Door gebruik te maken van een speciaal zout ontstaat mogelijk een warmtebatterij die geen energie verliest tijdens de opslag en bovendien een hoge energiedichtheid heeft. Hierdoor is het mogelijk om warmte die vrijkomt bij een gasmotor te benutten voor bijvoorbeeld het drogen van uien op een andere plaats en tijd. Aldus wordt een veel hogere benutting van energie verkregen in combinatie met een verlaging van CO2-emissie.
4.19.2.
Centres of Expertise (CoE)
De Rijksoverheid heeft op hbo-niveau Centres of Expertise (op mbo-niveau: Centra voor Innovatief Vakmanschap) ingericht om de afstemming tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren en om de kwaliteit van het technisch hbo-onderwijs te bevorderen. Vilentum Hogeschool is penvoerder voor het CoE Open Teelten en levert daarnaast bijdragen aan de andere CoE’s. In alle projecten werken mensen van het bedrijfsleven, lectoraten, docenten en studenten samen. Hieronder zijn een aantal opvallende projecten per CoE kort weergegeven. CoE Open Teelten Het bedrijfsleven en de hao-instellingen staan voor de opgave een bijdrage te leveren aan de vitaliteit in de grondgebonden plantaardige productiesectoren. Het motto daarbij is ‘beter met minder’. Deze opgave is noodzakelijk om te voorkomen dat de aarde wordt uitgeput ten nadele van toekomstige generaties. De missie van het CoE Open Teelten is om samen met het bedrijfsleven voortdurend te werken aan kennis en innovatie in het plantaardig productieproces: vitaal uitgangsmateriaal, een vitaal bodem-
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 164 van 378
plant-systeem en een vitaal product. Met de proposities praktijkonderzoek voor innovatie, faciliteiten voor onderwijs (initieel en niet-initieel) en netwerken brengt het CoE lopende initiatieven samen en creëert het een basis van gemeenschappelijke kennis voor de hao-instellingen, en de bedrijven. CAH Vilentum heeft een grote inbreng in dit CoE middels het penvoerderschap en het projectlectoraat Precisielandbouw. In 2015 heeft CAH Vilentum diverse projecten binnen dit CoE uitgevoerd of er een bijdrage aan geleverd. Voorbeelden daarvan zijn: • Vijf bodemprojecten rond onderzoek en onderwijsontwikkeling in samenwerking met bedrijfsleven en Wageningen Universiteit. De thema’s zijn onder meer bodemstructuur, bodemvocht en de nutriëntenhuishouding. • Samen met Steverink Techniek bv loopt een tweejarig project om een kleinschalige aardappelrooimachine te bouwen conform het lasting fields-concept. • Tweejarige projecten op het gebied van grasland met als doel minder bemesting toe te passen en om plaatsspecifieke bemesting te introduceren waarbij de opbrengst verbetert en tevens de uitstoot van milieuvreemde stoffen naar het milieu vermindert. • Het CoE organiseert ook innovatiedagen om bedrijfsleven en onderwijs de meest recente ontwikkelingen te laten zien. In 2015 is er een dag met ruwvoerdemonstraties en een dag rond precisielandbouw. De locatie is het Aeres Praktijkcentrum Dronten. • Samen met Stichting Veldleeuwerik is er een trainingsprogramma Duurzaam ondernemen. CoE Agrodier Verduurzaming van de dierlijke productiesector vergt een omslag bij docenten, (toekomstige) beroepskrachten en ondernemers in denken, durven en doen. Hiervoor is een consistente, integrale en op innovatie gerichte benadering nodig van de uiteenlopende aspecten van dierlijke productie. Om deze omslag te versnellen zijn extra impulsen nodig. De hogescholen werken samen met partijen die kunnen helpen de verduurzaming te realiseren. Het CoE Agrodier wil met praktijkgericht onderzoek en onderwijs bijdragen aan de innovatiekracht van erfbetreders, gericht op (internationale) verduurzaming van de dierlijke productie sector samengevat in: meer waarden met dieren. CAH Vilentum participeert in dit CoE met de projectlectoraten Beweiding en Gezonde pluimveehouderij. Voorbeelden van CAH-projecten zijn: • Een groot onderzoeksproject voor ForFamers rond veevoeding . • Project met ECOstyle dat wil een diervriendelijke manier wil onderzoeken hoe de gezondheid van dieren te verbeteren is. • Onderzoek met Barenbrug rond grassenmengsels en weidebeheer. Dit project is gekoppeld aan het lectoraat Beweiding (zie § 4.15.2). • Drie, in elkaar verlengde liggende projecten, samen met LTO met als thema Het Nieuwe Veehouden. De leerervaringen zijn gebundeld in het boekje ‘De kunst van het doorzetten’. • Project met Lely rond de voerrobot (Juno). CoE Biobased Economy (CBBE) Het CBBE wil bewerkstelligen dat studenten opgeleid worden met competenties die aansluiten op de behoeften van het bedrijfsleven en overheden in de gehele productieketen van de biobased economy. Zij moeten de komende jaren de transitieopgave van de biobased economy mede realiseren. In de strategie van het CBBE gaan competentieontwikkeling en innovatief toepassingsgericht onderzoek, in samenwerking met bedrijven en participatie van studenten, hand in hand. CAH Vilentum participeert in dit CoE met het projectlectoraat Duurzame energie en groene grondstoffen (zie § 4.16.4). De koppeling tussen dit CoE en het lectoraat is heel succesvol. Het levert veel extra projecten op waardoor het lectoraat is verlengd. CoE Greenport
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 165 van 378
De sector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen is een sector met een brede kennisbehoefte: aan de ene kant staan de grote veredelingsbedrijven met in hun primaire proces vooral behoefte aan nieuwe funderende kennis en breakthroughs in toepassingen. Aan de andere kant staat een grote groep telers en kleinschalige handelsbedrijven die concrete vraagstukken hebben over toe te passen productietechnologie, rendementsverhoging en marktpositie. Daartussen staan de innovatieve mkbondernemers, met praktische en concrete onderzoeksvraagstukken. Het CoE Greenport wil een relevante bijdrage leveren aan de kennisopbouw en -verspreiding binnen de Greenportregio’s en -sectoren in de vorm van toegepast onderzoek en advies. Samen met de voorlopers binnen de sector wil het kennis verspreiden naar het brede bedrijfsleven en studenten binnen de hao-instellingen. Dit moet leiden tot een bijdrage aan de sectordoelstellingen op het gebied van internationale concurrentiekracht, bedrijfsresultaten, werkgelegenheid, productkwaliteit, voedselzekerheid, gezondheid en de ecologische voetafdruk. Voorbeelden van projecten binnen die CoE zijn: • Plant en diabetes fase 1. Onderzocht is welke planten interessant zijn voor diabetesonderzoek. Ze zijn getest middels de Green-Health-technologie. Dit project is een samenwerking met Fytagoras voor plantkundig onderzoek (Metabolomics) en HAN Biocentre voor toepassing van C. Elegans. • Plant en diabetes Bittergourd (Momordica charantia). Onderzocht is of Bittergourd daadwerkelijk kan bijdragen aan een (preventieve) behandeling van diabetes. Er is een oriënterende proef gedaan waarin een aantal rassen is getest die voor verder onderzoek in aanmerking komen. CoE Food Het CoE Food wil bijdragen aan de innovatiekracht van het food-bedrijfsleven door het versterken van de kennispositie van de samenwerkende hao’s, via het creëren van voldoende instroom in de opleidingen en het actueel houden van de kwaliteit van de opleidingen. De thema’s binnen het CoE Food zijn: Gezonde productsamenstelling; De beleving van voedsel door de consument; Duurzame productie van voedingsmiddelen. Kennisontwikkeling voor bedrijfsleven en onderwijs wordt vertaald naar product-, proces- en marktinnovaties met (de voorlopers van) het food-bedrijfsleven en naar actuele onderwijselementen. Hierdoor draagt het CoE Food bij aan meer goed opgeleide werknemers, nieuwe innovaties en het imago van de sector bij jongeren. Dit gebeurt met langlopende toegepaste onderzoeksprogramma’s, waarin deze food-bedrijven, food professionals, en de gezamenlijke hao’s, experts/docenten en studenten nauw samenwerken. CAH Vilentum participeert in dit CoE met het projectlectoraat Natuurlijk gezond samen-leven. Voorbeelden van projecten zijn: • Voor partijen in het Vechtdal is onderzocht of er een andere beleving mogelijk is bij het voedsel dat we eten. Dit project krijgt een vervolg. • Er is een nieuw businessmodel ontwikkeld voor Hotel- en restaurantketen Hajé. Dit project krijgt een vervolg. • Project waarbij gekeken is om de visketen te verkorten om de kwaliteit van de vis te verbeteren. Dit project is uitgevoerd voor en in samenwerking met gemeente Urk, de visafslag, een aantal visbedrijven en kennispoort Zwolle. Inmiddels ontstaat nieuwe projectaanvragen. Lectoraatsprogramma Impact Dit lectorenprogramma ondersteunt de transitie van de groene sector. Het is een programma waarin vijf lectoraten zijn opgenomen die vervuld worden door vijf lectoren van de hao’s, waaronder een door CAH Vilentum en één door Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 166 van 378
4.20. Plannen onderzoek en innovatie Vilentum gaat door met het versterken en structureel inbedden van onderzoek in de hogeschool. In het concept-instellingsplan is aangegeven dat de onderzoeksgroepen zich concentreren rond de zwaartepunten van de faculteiten (vanaf 2016): Almere, Dronten en Wageningen. Er wordt gezocht naar een evenwichtige basis in de formatie die continuïteit van de kerntaak onderzoek borgt. Blijvend is het praktijkgerichte onderzoek gericht op kennisontwikkeling en ontwikkeling van die praktijk, samen met de praktijk en ter versterking en actualisering van kennis van de docenten en de curricula van de opleidingen. Gestreefd wordt naar een omzet van de onderzoeksprojecten van minimaal 10% van de totale omzet van de hogeschool in 2016. CAH Vilentum Almere Met de subsidie uit het Fonds Verstedelijking Almere krijgen de onderzoeksactiviteiten in Almere een grote impuls. In het voorjaar van 2016 trekt de faculteit een tweede lector (werktitel Voedsel en gezond leven vanuit een salutogenetisch perspectief) aan. Daarmee kan de huidige lector zich op het thema groene, gezonde stad concentreren. Beide lectoren zullen drie promotieprojecten formuleren waar drie promovendi op worden aangesteld. Parallel aan dit traject stelt Wageningen Universiteit een buitengewoon hoogleraar aan (werktitel Healthy living in healthy metropolitans) die verantwoordelijk zal zijn voor de wetenschappelijke kwaliteit van het gehele onderzoeksprogramma. De nieuwe voedsellector zal ook de mogelijkheden oppakken die de samenwerking met de CoE Food-projecten biedt. Met partijen als Staatsbosbeheer, de Landschappen en de vereniging van Stadsecologen gaat de faculteit initiatieven ontwikkelen voor het starten van programma’s en/of projecten in het kader van het lectoraat Groene en Vitale stad. Ook in 2016 is het een belangrijke uitdaging onderzoek en onderwijs goed met elkaar te verbinden, inspanningen zullen er op gericht zijn de onderzoeksactiviteiten ook intern bij collega’s en studenten beter voor het voetlicht te brengen. CAH Vilentum Dronten Faculteit CAH Vilentum Dronten werkt vanuit het onderzoeksprogramma Duurzaam ondernemen aan onderzoek en innovatie gericht op de Vitale landbouw (§ 4.15) en de Vitale agribusiness (§ 4.16). Zeven lectoren, docent-onderzoekers en studenten voeren projecten uit die voor een steeds groter deel in opdracht van het bedrijfsleven zijn. De plannen voor 2016 en verder zijn: • Optimaal benutten van de samenwerking met en binnen de CoE’s. • Inzetten voor lectoraat Veevoeding. • Opstellen nieuw lectoraatsplan door Han van Kasteren. Zijn huidige lectoraat Duurzame energie en groene grondstoffen is verlengd. • Opstellen nieuw lectoraatsplan voor Precisielandbouw. • Maximaal inzetten op verbetering van de Flevolandse bodem. • Schrijven businessplan voor Agrofood Cluster. • Mogelijkheid onderzoeken voor gebruik e-learning bij de valorisatie van onderzoeksresultaten, ook online en internationaal. • Aantal projecten internationaal wegzetten. • Focus op en uitbouwen van de bestaande onderzoeksprogramma’s. Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool Faculteit Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool concentreert zich vanuit het zwaartepunt Leren en Ontwikkelen de komende jaren op praktijkgericht onderzoek dat wijsheid van professionals (in opleiding) op het gebied van leren en ontwikkelen bevordert. Met een continue kern van drie lectoren wordt samen met docent-onderzoekers en de praktijk praktijkgericht onderzoek gedaan naar relevante thema’s. Er wordt gewerkt in verschillende vormen, maar steeds gezocht naar volledige research-practice-partnerships, waarin praktijk en onderzoek samen werken aan de uitwerking van de
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 167 van 378
praktijkvraag in een kennisvraag en onderzoeksvraag, en het onderzoek elk vanuit de eigen rol aangaan. In 2016: • wordt verder uitvoering gegeven aan het onderzoeksprogramma vanuit de in 2015 voorbereide nieuwe onderzoekslijnen van de lectoraatsopdrachten; • wordt de lector Boundary-crossing-praktijken opleiders en onderzoeken geïnaugureerd; • worden projectaanvragen gedaan in het verlengde van de thema’s bij NRO- en RAAK-publiek; • wordt een tweede masteropleiding ontwikkeld; • participeert Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool in het lectoraat Biomimicry (tot 2019); • worden drie promovendi van Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool extern kenniskringlid en begeleid door een lector als copromotor.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 168 van 378
Commerciële dienstverlening
4.21. Visie, organisatie en aanbod commerciële dienstverlening Vilentum Hogeschool hecht waarde aan het versterken van haar dienstverlenende activiteiten. Dit doet ze door vanuit de verschillende domeinen consultancy, training en scholing aan te bieden. Dat leidt tot directe betrokkenheid van docenten bij ontwikkelingen in de verschillende werkvelden. Zij kunnen daar kennis leveren, maar ook zichzelf verder ontwikkelen. De komst van de CoE’s biedt mogelijkheden om het aantal commerciële projecten en opdrachten uit te breiden. Organisatie van commerciële dienstverlening CAH Vilentum voert commerciële trajecten uit binnen de kaders van de projectorganisatie en administratie van de faculteit. Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool heeft een kernteam dat zich bezighoudt met de aansturing van de zakelijke dienstverlening qua afstemming, acquisitie, uitvoering en evaluatie. Commercieel aanbod CAH Vilentum Dronten Naast enkele adviseringstrajecten biedt CAH Vilentum voornamelijk cursussen aan, zoals: • makelaardijcursussen; • akkerbouwcursussen voor de Stichting Veldleeuwerik; • veterinaire cursussen; • natuurboercursussen. Daarnaast is er een geleidelijk aan groeiende instroom van externe cursisten in minors van het vierde jaar. Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool wil met name voor het beroepsonderwijs een markante positie innemen bij vragen rond professionalisering van hun personeel. Deze positie sluit inhoudelijk aan op de kerntaak. De aanwezige expertise van docenten wordt versterkt en kennis wordt ingezet. Bovendien vergroten deze activiteiten de formatieruimte van de faculteit, zodat er een grotere expertisepool ontstaat om studenten met specifieke expertise te ondersteunen. Er is sprake van een geïntegreerd model van de kerntaken onderwijs en onderzoek, projecten en commerciële/dienstverlenende activiteiten op de scholingsmarkt. Vanuit het perspectief van HRM betekent dit dat elk personeelslid wordt aangesteld met een basisaanstelling die gericht is op de primaire taak: het verzorgen van onderwijs en onderzoeksbegeleiding. Daarnaast kan een medewerker actief zijn in zakelijke dienstverlening, leidinggevende taken of praktijkgericht onderzoek. Stoas Wageningen | Vilentum Hogeschool stimuleert de docenten om ook deel te nemen aan de zakelijke dienstverlening.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 169 van 378
De producten voor de zakelijke dienstverlening zijn gegroepeerd rond acht productlijnen. Daarbinnen zijn deelproducten mogelijk: Didactiek & Pedagogiek; Coaching & Begeleiding; Educatieve vak(na)scholingen; Basisvaardigheden; ICT & Video in de klas; Diversiteit; Organisatieontwikkeling en Serious Gaming. Het Pedagogisch Didactisch Getuigschrift valt binnen dit aanbod.
4.22. Resultaten en plannen commerciële activiteiten De totale omzet aan commerciële projecten van Vilentum Hogeschool bedraagt € 629.000. CAH Vilentum Dronten In 2015 is het volgende gerealiseerd: • De totale omzet aan commerciële projecten bedraagt € 141.000. • Er komt een groot vervolgtraject op de cursus natuurboeren. • Er is een start gemaakt met de uitvoering van projecten en onderzoeksopdrachten in het kader van de CoE’s, waarbij cofinanciering door het bedrijfsleven plaatsvindt. Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool In 2015 is het volgende gerealiseerd: • De totale omzet aan commerciële projecten bedraagt ongeveer € 488.000. • Het aanbod is doorontwikkeld naar aanleiding van gesprekken met HR-medewerkers van de aoc’s. • Naast het Pedagogisch Didactisch Getuigschrift (PDG) is de Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid voor het hbo (BDB) aan het aanbod toegevoegd. • De professionaliseringsmakelaar is themaworkshops blijven aanbieden voor professionals (HR, opdrachtgevers, docenten) uit de scholen. Professionals kunnen via Facebook, de professionaliserings-app en een nieuwsbrief meedenken over professionalisering en het aanbod.
Deelnemers (o.a. cursisten) commerciële dienstverlening 2015 EFDA
466
EFDA-examenkandidaten
136
DFA
79
ADFA
6
Educatieve vaknascholing
241
Nascholingen
276
Totaalaantal deelnemers 2015
1.204
Plannen commerciële dienstverlening Voor de middellange (2-5 jr.) en lange (> 5 jr.) termijn zijn de belangrijkste speerpunten: • versterken van mogelijkheden tot commerciële projectuitvoering met inzet van studenten, onderzoekers en docenten;
• nascholingsaanbod creëren en aanbieden voor het groenprofiel (v)mbo;
• vormen en onderhouden van een evenwichtig klantenbestand; • doorontwikkelen van de ‘professionaliseringsmakelaar’;
• kwaliteit en voldoende rendement;
• vormen van partnerschappen met andere partijen;
• aanbod registreren bij het lerarenregister;
• nieuwe thema’s, niches; • ontwikkelen van een e-learning/blended learning aanbod;
• investeren in samenwerking.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 170 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
Pagina 171 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 172 van 378
5 PTC
+
Per 1 september 2016 verandert de naam van PTC+. De activiteiten krijgen namen die beginnen met Aeres. De activiteiten in Ede gaan verder onder de naam Aeres Tech met expertisecentra Aeres Tech Koudetechniek en Aeres Tech Mobiele techniek. Het expertisecentrum Varkens, Pluimvee & Diervoeder krijgt uiterlijk in 2017 ook een nieuwe naam. Leeswijzer
PTC+ wil in dit geïntegreerde jaardocument laten zien wat er in 2015 is gebeurd en wat de plannen voor de komende jaren zijn. Dit hoofdstuk is bedoeld voor iedereen die direct of indirect bij PTC+ is betrokken: klanten in het bedrijfsleven, deelnemers aan trainingen en overige stakeholders. PTC+ maakt deel uit van Aeres. Niet alle informatie over PTC+ staat in dit ene hoofdstuk. Zo zijn de kaders waarbinnen alle Aeres-onderdelen werken gegeven in hoofdstuk 1 en staat er een samenvatting van de financiële stand van zaken en toekomstverwachtingen in hoofdstuk 2. Het komende hoofdstuk geeft per onderwerp een verwijzing naar de relevante paragrafen in de andere hoofdstukken.
Inhoud 5.1 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4 5.5 5.6 5.6.1 5.6.2 5.6.3 5.6.4 5.7
Belangrijke items PTC+ Missie, visie en kernactiviteiten Omgeving, strategie en plannen Omgevingsfactoren en ontwikkelingen Strategie, doelstellingen en plannen Organisatie Horizontale dialoog Resultaten PTC+ PTC+-breed Expertisecentrum Koudetechniek (Ede) Expertisecentrum Mobiele Techniek (Ede) Overige expertisecentra Kwaliteitsbeleid
174 174 175 176 176 176 177 175 175 178 179 180 180
De verklarende woordenlijst staat in bijlage 1.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 173 van 378
5.1.
Belangrijkste items PTC+
In 2015 start de nieuwbouw die ervoor gaat zorgen dat deelnemers, trainers, ondersteunende diensten en de PTC+-directie eindelijk onder één dak komen zodat onderlinge samenwerking en bedrijfsprocessen beter kunnen verlopen. De verhuizing is voorzien in januari 2016. De oude en energieverslindende gebouwen worden daarna zo snel mogelijk gesloopt. In september 2015 gaat het expertisecentrum Buitengebied & Dierhouderij van PTC+ in Horst over naar een ondernemer uit de regio. Deze ondernemers gaat de bestaande (inter)nationale activiteiten van PTC+ in Horst uitbreiden en voortzetten. Hij heeft het dienstverband van de medewerkers overgenomen en huurt de faciliteiten van PTC+. Het expertisecentrum Mobiele techniek heeft zijn positie in de wereld van de agrarische techniek in 2015 opnieuw versterkt. Er is een overeenkomst afgesloten voor trainingen en opleidingen met de importeur van drie grote internationale merken. Daarmee verzorgt het expertisecentrum Mobiele techniek nu opleidingen en trainingen voor vrijwel alle grote wereldmerken. Het expertisecentrum Koudetechniek is met ingang van het leerjaar 2015-2016 de vaste en enige uitvoeringspartner van het opleidingscentrum GOo van de Nederlandse Vereniging van ondernemingen op het gebied van Koudetechniek en Luchtbehandeling (NVKL). Alle trainingen van GOo worden in het expertisecentrum Koudetechniek in Ede verzorgd. Ook het werven van deelnemers en het ontwikkelen van nieuwe opleidingen en trainingen gebeurt gezamenlijk. Ook besluiten PTC+ en de NVKL hun bladen COLD+ en Freego te fuseren tot Freego+. In 2016 wordt daarvoor een nieuwe gezamenlijke redactieformule ontwikkeld. In 2015 neemt PTC+ haar Online Training Center in gebruik. Deelnemers aan praktijktrainingen kunnen ter voorbereiding op de praktijktraining noodzakelijke theoretische kennis opdoen via online toepassingen, thuis of op het werk. Dit vergroot de effectiviteit van de praktijktrainingen, omdat deelnemers op gelijk niveau kunnen starten. Mondiaal In de Indiase deelstaat Meghalaya ondersteunt PTC+ op actieve wijze de ontwikkeling van een zogeheten Practical Innovation Training Center (PITC). Dit wordt opgezet in opdracht van de Indiase deelstaatregering. Experts van PTC+ reizen in 2015 verscheidene keren naar India om ondersteuning te bieden bij het opzetten van een efficiënte bedrijfsvoering en het ontwikkelen van het curriculum. Een groep Indiase trainers in opleiding komt naar Nederland voor trainingen en excursies. Ook worden trainingen in India gegeven. De bedoeling is dat het PITC met name aandacht geeft aan teelt, logistiek en marketing van agrarische producten in Meghalaya.
5.2.
Missie, visie en kernactiviteiten
PTC+ maakt deel uit van Aeres en werkt binnen de gezamenlijke kaders van de groep. Deze zijn beschreven in hoofdstuk 1 en 2. Missie De ontwikkeling van personeel om een organisatie te laten bloeien en groeien is niet meer uit de samenleving weg te denken. Het ontwikkelen en opleiden van professionals zorgt dat zij zich bewust worden van hun impact op een bedrijf of een organisatie en de toegevoegde waarde die hun organisatie heeft. PTC+ is actief in de volle breedte van de groene en grijze sector op het gebied van voedselproductie,
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
Pagina 174 van 378
-veiligheid en duurzaamheid en ontwikkelt producten voor professionals die bijdragen aan een duurzame, productieve en betere samenleving. Dat doet PTC+ door vakgenoten vooruit te helpen. Met ongeëvenaarde praktijklocaties, een schat aan vakkennis en zeer bevlogen trainers, adviseurs en assessoren. Vanuit respect voor de wereld om ons heen, met aandacht voor mens, dier en milieu. Zowel bij PTC+ als op de locaties van netwerkpartners en bij trainingscentra in binnen- en buitenland worden vaardigheden direct in de beroepspraktijk ontwikkeld en versterkt. Visie Bij alles wat PTC+ doet, wil zij mensen en organisaties uitdagen. PTC+ gelooft in anders denken en anders opleiden. Zij biedt praktijktraining, opleiding, advies en examinering rechtstreeks in de beroepspraktijk. PTC+ is het praktijktrainingscentrum dat werkt voor en samen met vakgenoten in de sectoren techniek en agrofood. De rijke leeromgevingen zijn erop gericht dat de deelnemer vaardigheden ontwikkelt vanuit zijn of haar individuele doelstellingen. Zodanig dat deze direct zelfstandig in de praktijk toe te passen zijn. Het motto is ‘learning by doing’. Het praktische advies van PTC+ is erop gericht werkprocessen sneller, effectiever en soepeler te laten verlopen. Ook in het buitenland, waar de adviseurs en trainers van PTC+ een belangrijke rol vervullen bij het opzetten van internationale praktijktrainingscentra (PITC’s, zie ook § 5.1). Beleid en kernactiviteiten PTC+ ondersteunt professionals, studenten én liefhebbers vanuit ieders persoonlijke ontwikkelingsplan. Ruim dertig ervaren, professionele trainers staan daarvoor garant. Mannen en vrouwen met didactische kwaliteiten, liefde voor hun vak en een schat aan inhoudelijke kennis. In de toekomst wil PTC+ de toonaangevende positie in praktijkleren en -advies verder uitbouwen en versterken. Ook wil ze doorgaan met het delen van kennis en expertise met partners uit de wereld van onderzoek en ontwikkeling, nationaal en internationaal. Kernactiviteiten ‘learning by doing’ • Verzorgen totaaloplossingen rond het ontwikkelen en opleiden van professionals in de groene en grijze sector, zowel nationaal als internationaal. • Het opzetten van opleidingscentra in het buitenland en deelname aan internationale projecten. • Het verzorgen van aanbod van specifiek praktijkleren voor groene kennisinstellingen.
5.3.
Omgeving, strategie en plannen
PTC+ bedient in Nederland drie marktgroepen: het bedrijfsleven, particulieren en kennisinstellingen (wo, hbo, mbo, vmbo). De activiteiten van PTC+ hebben primair een commerciële doelstelling. Behalve met nationale activiteiten profileert PTC+ zich ook door internationale activiteiten te ontwikkelen met het Nederlandse bedrijfsleven en met buitenlandse overheden. In 2015 is vanuit de expertisecentra een verschuiving zichtbaar in de richting van consultancy en advies, nationaal en internationaal. Bedrijfsleven PTC+ is steeds actiever op de (inter)nationale commerciële markt, waardoor de organisatie steeds minder afhankelijk wordt van subsidies. De internationale strategie van PTC+ is erop gericht om partnerships aan te gaan met Nederlandse internationaal actieve bedrijven. De Nederlandse agrifoodsector staat internationaal aan de top; het rendement van investeringen in Nederlandse producten hangt echter nauw samen met een juist gebruik en adequate toepassing. In het kielzog van leveranties wil PTC+ daarom trainingen en opleidingen afzetten in het buitenland. Daarnaast is PTC+ internationaal partner van een groot aantal wereldspelers in de mobiele techniek.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 175 van 378
Kennisinstellingen De dienstverlening aan de kennisinstellingen bestaat voor het overgrote deel uit het aanbod van specifiek praktijkleren op het gebied van techniek en agrofood, volgens het unieke didactische concept dat het watermerk van PTC+ is: learning by doing.
5.3.1.
Omgevingsfactoren en ontwikkelingen
• Het stopzetten van de praktijkleergelden in het onderwijs per 1 januari 2016. • Vergrijzing met daaraan gekoppeld de gewenste instroom van goed ontwikkelbaar personeel. • Differentiatie: kansen en bedreigingen per expertisecentrum verschillen. Wat de centra delen is de groeiende maatschappelijke aandacht voor techniek en de opkomst van (nieuwe) technologieën. • De samenwerking met bedrijven en sectoren intensiveert: minder ‘aanbieden aan’, meer ‘ontwikkelen met’. Bedrijven vragen vaker om een totaalpakket dat past bij hun wensen en waarin ze een eigen kleur kunnen laten zien. Branches ontwikkelen samen opleidingen. • De trend naar striktere regelgeving voor duurzaamheid, milieu, veiligheid en energie zet door. • Nationale en internationale vraag naar aantoonbare kwaliteit; certificering is het antwoord dat PTC+ daarop kan geven.
5.3.2.
Strategie, doelstellingen en plannen
In 2016 wil PTC+ haar missie, visie én strategie aanpassen aan de veranderde aard en omvang van (inter)nationale activiteiten, die steeds meer opschuiven richting commerciële dienstverlening. Daarom is een heroriëntatie nodig op de missie en de visie van PTC+ en in het verlengde daarvan zal een passende strategie moeten worden ontwikkeld. De ambitie is om met PTC+ in Ede de focus te leggen op de expertisecentra Mobiele techniek en Koudetechniek, zowel nationaal als internationaal. Doelstellingen • PTC+ breidt haar internationale activiteiten uit. • Het Online Training Center (OTC) wordt verder ontwikkeld en ingezet. • PTC+ intensiveert de samenwerking met andere Aeres-onderdelen. Plannen PTC+-breed 2016 en verder • PTC+ haakt aan bij internationaal actieve partners. • Binnen het in 2015 gelanceerde Online Training Center wordt het aantal toepassingsmogelijkheden vergroot en de content per vakgebied uitgebreid. • In 2016 intensiveert PTC+ de samenwerking met Vilentum Hogeschool (Stoas en CAH) met het oog op een associate-degree-opleiding. • PTC+ begint met een programma voor het opleiden van de eigen medewerkers, om zowel de organisatie als de individuele medewerkers weerbaarder te maken voor de toekomst. Daarbij zal er aandacht zijn voor zowel trainingen op het gebied van persoonlijke ontwikkeling als vakgerichte trainingen voor trainers, managers en accountmanagers en young professionals.
5.4.
Organisatie
PTC+ is een praktijktrainingscentrum dat nationaal en internationaal opereert op het gebied van techniek en agrofood. Professionals, studenten én liefhebbers krijgen ondersteuning gebaseerd op ieders persoonlijke ontwikkelingsplan. PTC+ heeft in 2015 twee uitvoeringslocaties: Ede en Horst (tot oktober 2015). Directie en diensten zijn ondergebracht op de locatie Ede.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 176 van 378
De Stichting PTC+ is in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (Veluwe en Twente) geregistreerd. Het dossiernummer is 41051485. In het handelsregister zijn ook de statuten en algemene leveringsvoorwaarden in het Nederlands, Engels en Duits gedeponeerd.
Organisatieontwikkeling In 2016 heeft PTC+ twee expertisecentra, voor de volgende vakgebieden: • Koudetechniek (Ede); • Mobiele techniek (Ede). Het expertisecentrum Buitengebied & Dierhouderij (Horst) is in september 2015 verkocht aan een regionale ondernemer. Het expertisecentrum Varkens, Pluimvee & Diervoeders valt organisatorisch volledig onder Groenhorst, financieel is het echter nog steeds een onderdeel van PTC+.
5.5.
Horizontale dialoog
Contact met het bedrijfsleven en particulieren Via trainers en accountmanagers is er dagelijks contact met het bedrijfsleven. Een groot deel van de trainingen van PTC+ is immers gericht op professionals uit de sectoren. Nauwe samenwerking is daarom essentieel. Daarnaast zijn er veel nationale en internationale contacten met het bedrijfsleven. Contact binnen Aeres PTC+ werkt nauw samen met andere partijen binnen Aeres: • Binnen Aeres wil PTC+ het aanbod verbreden en verdiepen, onder andere door het opzetten van Ad-trajecten samen met Vilentum Hogeschool (Stoas en CAH Vilentum); • PTC+ ontwikkelt samen met Groenhorst Almere methoden voor duurzaam onderwijs en ontwikkelt samen met het Aeres Praktijkcentrum Dronten gebruikerstrainingen op het gebied van GPS. • Nieuwe technische ontwikkelingen zoals precisielandbouw, leiden tot een behoefte aan nieuwe bedrijfsopleidingen voor trainers en voor het middenmanagement in het bedrijfsleven. Samen met CAH Vilentum worden dergelijke opleidingen ontwikkeld.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 177 van 378
5.6.
Resultaten PTC+
In 2015 werkt PTC+ vanuit twee expertisecentra en een gezamenlijke hoofdvestiging.
5.6.1.
PTC+-breed
• Het totaalresultaat van PTC+ is € 14.000 bij een totale omzet van € 7.470.000. PTC+ heeft meerdere bronnen van inkomsten. In de volgende paragrafen werken we de expertisecentra uit. • Per 1 oktober 2015 huurt een regionale ondernemer de ruimte van PTC+ Horst. Dit bedrag is in het bovenstaande totaalresultaat meegenomen. • In 2015 is het Nuffic-trainingsaanbod aangepast aan de opnieuw geformuleerde speerpunten van Nuffic voor het toekennen van beurzen en subsidies. Dat heeft geleid tot een stijging van het aantal toegewezen beurzen. • PTC+ vindt aansluiting bij en haakt in op internationale technische en economische ontwikkelingen als partner van wereldspelers in de mobiele en koudetechniek. • Het aanbod van trainingen en opleidingen van PTC+ leidt behalve tot samenwerking met het bedrijfsleven ook tot samenwerking met onderwijsinstellingen op alle niveaus. • In 2015 zijn de bedrijfsscholen en internationale opleidingen voor specifieke merken in de mobiele techniek en de koudetechniek verder uitgebouwd. • PTC+ onderscheidt zich meer en meer met haar totaalpakket van training, advies, consultancy en assessments. • Aeres verzorgt het personeelsbeleid van PTC+. De resultaten zijn ondergebracht in het sociaal jaarverslag van Aeres, zie § 9.12 en § 9.15.2. Voor de middellange (2-5 jr.) en lange (> 5 jr.) termijn is het belangrijkste speerpunt dat PTC+ zich blijft richten op haar samenwerkingspartners voor de technische sectoren. PTC+ wil zich blijven ontwikkelen als dé partner op het gebied van training, advies en consultancy in de mobiele en koudetechniek.
5.6.2.
Expertisecentrum Koudetechniek (Ede)
Het Expertisecentrum Koudetechniek biedt trainingen en expertises aan op het gebied van airco, elektrotechniek, F-gassen, koudetechniek, luchtbehandeling en klimaatbeheersing, natuurlijke koudemiddelen en warmte. Resultaten 2015 • De omzet in 2015 was € 1.182.000. Het resultaat is € 3.300. • In 2015 hebben PTC+ en de Nederlandse Vereniging van ondernemingen op het gebied van Koudetechniek en Luchtbehandeling (NVKL) hun samenwerking geïntensiveerd. Het resultaat is dat PTC+ vanaf de zomer van 2015 dé uitvoeringspartner is voor het opleidingscentrum voor de koudetechniek GOo. • Naast de alliantie met GOo zijn er in 2015 ook afspraken gemaakt over nauwe samenwerking met het Opleidingsbedrijf InstallatieWerk voor de installatietechniek. Afgesproken is dat de opleidingen beter op elkaar worden afgestemd. De beide branches richten zich op technische beroepsopleidingen die nauw aan elkaar verwant zijn. Beide opleidingsbedrijven gaan ook nauw samenwerken bij voorlichting en werving van leerlingen. • PTC+ en de brancheorganisatie NVKL hebben onder de vlag van het opleidingscentrum GOo veel bedrijfsbezoeken afgelegd en trainingen uitgevoerd. • Het aanbod van trainingen verbreedt zich nog steeds, in het bijzonder op het gebied van natuurlijke koudemiddelen, nationaal en internationaal. Het expertisecentrum heeft een ammoniakinstallatie waarmee onder andere ongevalssituaties kunnen worden nagebootst.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 178 van 378
• Nieuwe Europese regelgeving en de bijbehorende plicht tot certificering van mensen en machines liggen vaak aan de basis van nieuwe trainingen. Voorbeelden daarvan zijn de geleidelijke uitfasering van synthetische koudemiddelen, de verplichte veiligheidscertificering voor natuurlijke koudemiddelen en het van kracht worden van de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD). Plannen voor de middellange (2-5 jr.) en lange termijn • In 2016 en volgende jaren moeten vrijwel alle monteurs die werkzaam zijn in de koudetechniek een veiligheidstraining volgen en een bijbehorend veiligheidscertificaat behalen. Opleidingscentrum GOo verzorgt de opleidingen tot Controlemonteur natuurlijke koudemiddelen, die in januari 2016 van start gaan. De verwachting is dat honderden onderhoudsmonteurs deze opleiding gaan volgen. • De samenleving krijgt meer oog voor verspilling in de voedselketen. Het belang van energiezuinig bewaren wordt steeds vaker onderstreept. PTC+ haakt daarop in met trainingen en concepten, mogelijk gemaakt door een bundeling van technische kennis en expertise in de voedselketen. PTC+ werkt hierin samen met nationale en internationale partners. • De nieuwbouw voor directie en diensten die in januari 2016 in gebruik komt, bevat de modernste klimaatinstallaties. De nieuwe technieken die hierin worden toegepast (onder ander natuurlijke koudemiddelen) gaan in de loop van 2016 ook worden gebruikt voor trainingsdoeleinden. • PTC+ ontwikkelt zich ook in de koudetechniek als adviseur en consultant. In het bedrijfsleven bestaat nog altijd veel onduidelijkheid over de wettelijk verplicht uitfasering van synthetische koudemiddelen. Hier liggen kansen om de expertise van PTC+ in te zetten. 5.6.3.
Expertisecentrum Mobiele techniek (Ede)
Het expertisecentrum Mobiele techniek biedt trainingen en expertise op het gebied van de agrarische techniek, elektrotechniek en maritiem- en operatortrainingen. Resultaten 2015 • De omzet 2015 is € 2.723.000. Het resultaat is - € 442.000. • Voor de agrarische techniek was 2015 een slecht jaar. In verband met de prijsontwikkeling in de agrarische productie zijn in de sector de investeringen in nieuw en groot materieel achtergebleven. Dat betekent ook een stagnatie in het aantal trainingen voor nieuwe producten. • Ondanks deze teleurstellende economische ontwikkelingen zag PTC+ in 2015 het aantal intensieve (inter)nationale partnerships toenemen. Het ontwikkelen van volume voor trainingen blijft echter lastig. Technische ontwikkelingen gaan heel snel en het ontwikkelen van een training is een intensief proces. Is een training eenmaal gereed, dan volgt vaak al weer na enkele maanden een actualisering. Daardoor zijn de ontwikkelingskosten van trainingen hoog en het rendement per training relatief laag. PTC+ streeft naar groei om de kritische massa te verhogen. Plannen voor de middellange (2-5 jr.) en lange termijn • PTC+ verwacht meer activiteiten te ontwikkelen op het gebied van advisering en consultancy. Op middellange en lange termijn wil PTC+ inhaken op de internationale trend waarbij een steeds hoger kennisniveau is vereist van professionals in de mobiele techniek. Te denken valt daarbij aan bijvoorbeeld de ontwikkelingen rond precisielandbouw. Daarbij valt op dat veel landbouwmechanisatiebedrijven grote problemen ondervinden om de snelle ontwikkelingen bij te benen. PTC+ wil daarbij als consultant en bedrijvencoach acteren. In de tweede helft van 2015 is daarom hard gewerkt aan de ontwikkeling van het programma ‘softskills’, dat in 2016 wordt uitgerold. • Eind 2015 is gewerkt aan een businessplan dat in 2016 stap voor stap zal worden uitgevoerd. • Bijdragen aan de realisatie van de Aeres-strategie ‘Verbindend perspectief’.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 179 van 378
5.6.4.
Overige expertisecentra
Het expertisecentrum Varkens, Pluimvee & Diervoeders is eind 2014 organisatorisch onderdeel geworden van Groenhorst Barneveld Zie § 3.28. Financieel valt het nog wel onder PTC+. Buitengebied & Dierhouderij (Horst) tot en met september 2015 De locatie Horst biedt tot september 2015 trainingen en expertise op het gebied van rundveehouderij, plattelandsontwikkeling en dierverzorging. Voor plattelandsontwikkeling maakt het expertisecentrum gebruik van natuurgebied ’t Ham. Resultaten tot september 2015 • De omzet is in 2015 € 820.000 en het resultaat is - € 413.000. • Een regionale ondernemer heeft per september de activiteiten én de medewerkers van PTC+ overgenomen. De faciliteiten huurt hij van PTC+, dit is in het totaalresultaat meegenomen.
5.7.
Kwaliteitsbeleid
PTC+ spant zich in 2015 in om de kwaliteit van de organisatie aantoonbaar op peil te houden en te verbeteren. Dat vindt zijn weerslag in het verlengen en herverstrekken van bestaande erkenningen, maar ook in nieuw verkregen erkenningen. Trots is PTC+ op het met vlag en wimpel opnieuw verkrijgen van de ISO-erkenning. Resultaten 2015 In 2015 lopen de bestaande erkenningen door, of ze zijn verlengd. ISO 9001-2008 is succesvol verlengd, zonder aanvullende acties. In 2015 zijn geen nieuwe erkenningen verkregen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 180 van 378
6 Aeres Praktijkcentrum Per 1 september 2016 verandert de naam van het Aeres Praktijkcentrum Dronten. De activiteiten krijgen namen die beginnen met Aeres. De nieuwe naam is bij het afronden van dit jaardocument nog niet bekend. Leeswijzer Het Aeres Praktijkcentrum wil in dit geïntegreerde jaardocument laten zien wat er in 2015 is gebeurd en wat de plannen voor de komende jaren zijn. Dit hoofdstuk is bedoeld voor iedereen die direct of indirect bij het Aeres Praktijkcentrum is betrokken: klanten in het bedrijfsleven, deelnemers aan trainingen en overige stakeholders. Aeres Praktijkcentrum Dronten maakt deel uit van Aeres. Niet alle informatie over het praktijkcentrum staat in dit ene hoofdstuk. Zo zijn de kaders waarbinnen alle Aeres-onderdelen werken gegeven in hoofdstuk 1 en staat er een samenvatting van de financiële stand van zaken en toekomstverwachtingen in hoofdstuk 2. Het komende hoofdstuk geeft per onderwerp een verwijzing naar de relevante paragrafen in de andere hoofdstukken.
Inhoud 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.5.1 6.5.2 6.5.3 6.5.4 6.5.5 6.6
Belangrijke items Aeres Praktijkcentrum Dronten Missie, visie en kernactiviteiten Omgeving, strategie en plannen Organisatie(structuur) Resultaten Aeres Landbouwbedrijf bv (incl. EWI) Aeres Trainingscentrum bv Cursuscentrum Agribusiness Aeres Biologisch bedrijf bv Aeres Studentbedrijven bv (voorheen Coöperatief Veredelingsdemonstratiebedrijf = CVDB) Kwaliteits- en personeelsbeleid
182 182 183 184 185 185 186 187 188 188 189
De verklarende woordenlijst staat in bijlage 1.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
Pagina 181 van 378
6.1.
Belangrijke items Aeres Praktijkcentrum Dronten
Alle commerciële en ondersteunende activiteiten aan de Wisentweg in Dronten zijn in 2015 samengevoegd en vormen vanaf 2016 vier dochter-bv’s onder één juridische eenheid die Aeres Praktijkcentrum Holding bv heet. In 2015 opent het Aeres Praktijkcentrum Dronten de nieuw gebouwde Weidestal en de verbouwde Flevostal. Deze twee melkstallen kunnen studenten meerdere bedrijfssituaties bieden. De nieuwe stallen hebben elk een andere insteek in of focus op de verschillende vraagstukken die spelen in de melkveehouderijsector. Tevens bieden ze de mogelijkheid om innovatieve en inspirerende concepten uit te testen. Door de bouw van stal 2023 (beweiding) vergroot en versterkt de afdeling melkvee. In het overall-concept zal sprake zijn van een totaal van ongeveer 220 melkkoeien. ForFarmers, CAH Vilentum en het Aeres Praktijkcentrum Dronten gaan samen praktijkgericht veevoedingsonderzoek uitvoeren bij melkvee. De faciliteiten van het Aeres Praktijkcentrum Dronten worden hiervoor ingericht. Met de resultaten wil ForFarmers de advisering en toegevoegde waarde naar haar klanten nog beter maken en maken studenten kennis met actueel onderzoek.
6.2.
Missie, visie en kernactiviteiten
Het Aeres Praktijkcentrum Dronten levert een bijdrage aan de levenslange ontwikkeling en bewustwording van ondernemende (toekomstige) professionals en het oplossen van voedselvraagstukken. Het is een state-of-the-art train-, leer- en onderzoeksomgeving voor bedrijven en onderwijsinstellingen in de volle breedte van de landbouw. Kennis, vaardigheden en ondernemerschap komen hier samen binnen een uniek didactisch concept: learning by doing. In overleg met de klant zoekt het praktijkcentrum naar de beste oplossing die altijd in een levensechte beroepscontext plaatsvindt. Het Aeres Praktijkcentrum Dronten exploiteert onder meer op verantwoorde wijze een landbouwbedrijf (melkveehouderij en akkerbouw) waar onderwijsdeelnemers en werkenden direct (management/organisatie en uitvoering) en meer indirect (onderzoek, effectueren curricula, examinering) bij betrokken zijn. Het ontwikkelt zich als voorloper in de sector tot een multidisciplinaire onderneming, resultaten van innovatie worden geïmplementeerd en toegepast. Alle bedrijfsonderdelen onderscheiden zich in meer of mindere mate van andere aanbieders in de markt door: een hoog dierenwelzijn/goede gezondheid van de dieren; emissiearme productie; het streven naar energieneutraliteit, verantwoord landgebruik; maximale integrale duurzaamheid; een optimale, transparante verbinding met de omgeving. Het Aeres Praktijkcentrum Dronten biedt binnen de bovenstaande kaders praktijkgerichte maatwerkoplossingen voor bedrijven en onderwijsinstellingen, standaardtrainingen voor individuele deelnemers, praktijkassessments en onderzoeksfaciliteiten waar studenten en bedrijven kunnen samenwerken. Dit doet het voor de sectoren Melkveehouderij, Akkerbouw, Tuinbouw, Groen, grond en infra en Paardenhouderij. Daarbinnen is uiteraard ook aandacht voor thema’s als veiligheid, water en milieu, precisielandbouw, personeel en communicatie en blijvende ontwikkeling en innovatie in samenwerking met het bedrijfsleven.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
Pagina 182 van 378
6.3.
Omgeving, strategie en plannen
In deze paragraaf wordt ingegaan op de omgevingsfactoren, strategie en plannen van het Aeres Praktijkcentrum Dronten. Omgevingsfactoren en ontwikkelingen • Per 1 januari 2016 vervalt de Regeling praktijkleren en Groene plus. Dit heeft met name gevolgen voor Aeres Trainingsbedrijf bv waar de opbrengst maximaal 20% kan dalen. • Sectorontwikkelingen gaan snel, zo snel dat bedrijven soms moeite hebben ze bij te houden. Competent personeel is een must, maar in een snel ontwikkelende markt zeker ook een uitdaging. • Onderwijsinstellingen moeten nut en noodzaak van het Aeres Praktijkcentrum blijven zien en hun budgetten moeten ruimte blijven geven voor praktijkgerichte trainingen en het gebruik van de faciliteiten. • De wereldmarkt bepaalt meer en meer de prijs van de producten (veehouderij en teelt): die wisselt daardoor of daalt zelf. Door meer duurzaam te produceren, is werken met andere prijsfactoren (SKAL) mogelijk. • De afhankelijkheid van informatietechnologie en veiligheidsaspecten nemen toe. • De vele bezoekers door de onderwijsactiviteiten brengen extra risico’s met zich mee voor dierziektes en daarmee voor een positief bedrijfsresultaat. Strategie, doelstellingen en plannen • Het ondersteunen van een leven lange ontwikkeling van Nederlandse en internationale professionals in de agro- en foodsector. Dit doet het praktijkcentrum met een aantrekkelijk gevarieerd commercieel aanbod voor het regulier onderwijs (studerenden), allerlei soorten leertrajecten voor werkende professionals in de beroepspraktijk en onderzoek. • Het inbedden van innovatie in het beleid: adequaat inspelen op nieuwe trends, blijvend ontwikkelen/vernieuwen van het aanbod in samenwerking met het bedrijfsleven en relevante (maatschappelijke) instellingen. • Het aangaan van langdurige samenwerkingsverbanden met het bedrijfsleven voor innovatie en onderzoek. Ook internationaal. • Voldoende aandacht besteden aan het personeelsbeleid voor de medewerkers die vanaf 2016 daadwerkelijk in dienst zijn van de holding of één van de dochters (6 werknemers, 5,2 fte) en de ingehuurde krachten van Groenhorst en Vilentum Hogeschool (zie verder § 9.13). • Het versterken van de marktpositie van de dochterondernemingen; de marketing en de communicatie met alle partijen krijgen de aandacht, vooral ten aanzien van de producten en diensten. • Het Aeres Praktijkcentrum heeft variatie in bedrijfssystemen en wil deze behouden en eventueel uitbouwen (SKAL, biologisch, varianten op de gangbaar gebruikte systemen). • Werken aan een sterke samenhang met de overige Aeres-onderdelen om kennis en ervaring te delen en te verdiepen, aanbod te ontwikkelen en om het merk Aeres te laden. • Het Aeres Praktijkcentrum Dronten is alert op nieuwe mogelijkheden of boort ze aan. • Het realiseren van een financieel gezonde organisatie met een adequate bedrijfsvoering die een netto rendement/omzet op de exploitatie haalt van meer dan 3%. Plannen • Van aanbodgericht naar vraaggestuurd: aandacht voor de marketing en de communicatie met alle partijen, vooral over de producten en diensten van alle bv’s. • Het ontsluiten van de digitale bedrijfsgegevens (landbouwbedrijf) voor het onderwijs. • Het realiseren van een consistente bedrijfsvoering, zodat er relatieve rust ontstaat na de nieuwbouwactiviteiten en de bedrijfsrisico’s minimaliseren.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 183 van 378
• Werken aan een sterke samenhang tussen de dochter-bv’s onderling en met de overige Aeresonderdelen om kennis en ervaring te delen en te verdiepen, (nieuw) aanbod te ontwikkelen en om het merk Aeres te laden. • Het vergroten van de flexibiliteit van de medewerkers zodat hun unieke praktijkkennis met meer Aeres-onderdelen gedeeld wordt. • Het managen van de spanning tussen ondernemen (maximale opbrengst) en onderwijs verzorgen (leerbedrijf met risico’s), zodat de win-winsituatie optimaal is en blijft. Mogelijke oplossing betaalbaarheid menskracht realiseren door onder andere optimale inzet van studenten. • Internationale activiteiten (o.a. samenwerking en evenementen) opzetten en uitbouwen. • Bedrijven naar binnen halen voor innovatie en onderzoek en zoveel mogelijk participeren in publiek-private activiteiten zoals CoE, CIV, CRV, ForFarmers, mechanisatiedealers en dergelijke. • Het realiseren van een gezonde exploitatie over 2016. Dit wordt een uitdaging vanwege het mogelijk wegvallen van klandizie (trainingscentrum) of een lage prijsvorming van producten (landbouwbedrijf). • Het doorvoeren van kostenreducties, efficiëntie in de bedrijfsvoering en het opstellen van gezamenlijke visie en jaarplannen. • Bijdragen aan de realisatie van de Aeres-strategie ‘Verbindend perspectief’.
6.4.
Organisatie(structuur)
In 2015 ontstaat een nieuwe juridische eenheid binnen Aeres: Aeres Praktijkcentrum Holding bv. Het Aeres Praktijkcentrum Dronten is per 1 januari 2014 ontstaan uit de samenvoeging van het trainingscentrum PTC+ Dronten en de Schoolboerderij. Inmiddels bestaat het praktijkcentrum uit vier eigenstandige bv’s die in 2015 nog los staan of leeg zijn. Stichting Aeres Groep is voor 100% eigenaar van de aandelen van de losse bv’s en de hele Aeres Praktijkcentrum Holding bv, vanaf 2016.
Organisatieontwikkeling • Landbouwonderneming De Drieslag bv is de voormalige Stichting Schoolboerderij. De nieuwe handelsnaam binnen het praktijkcentrum is Aeres Landbouwbedrijf bv. • Het voormalige trainingsbedrijf PTC+ Dronten heet binnen het praktijkcentrum Aeres Trainingscentrum bv. Dit zal in 2016 geeffectueerd worden. • Tijdens de ledenvergadering van het CVDB, gehouden op 11 november 2014, is unaniem besloten het CVDB om te zetten in een besloten vennootschap. De nieuwe rechtsvorm is ingegaan op 18 december 2015. Bastiaan Pellikaan is gekozen tot bestuurder van het CVDB. Het CVDB wordt voortgezet onder de naam 'Aeres Studentbedrijven bv'. • De SKAL bv, LONK bv, is nu 100% eigendom van Aeres Landbouwbedrijf bv. Het wordt in 2016 een apart onderdeel van Aeres Praktijkcentrum Holding bv en krijgt de naam Aeres Biologisch bedrijf bv. Groenhorst Dronten (samenwerking met Warmonderhof) laat leerlingen een biologische kavel (l E85 in de NOP) van dit studentbedrijf exploiteren.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 184 van 378
Samenwerkingsverbanden Aeres Praktijkcentrum Dronten maakt, samen met CAH Vilentum, deel uit van de Dairy Triangle. Dit is een samenwerkingsverband van Knowledge Transfer Centre (KTC) De Marke, Veenweiden Innovatiecentrum (VIC) Zegveld en de Dronter onderdelen van Aeres. Het doel van de Dairy Triangle is het realiseren van toekomstgericht veehouderijonderwijs en grondsoortspecifiek vakman- en ondernemerschap. In de samenwerking met de Dairy Triangle werkt het landbouwbedrijf aan een complementair programma dat het Nederlandse melkveehouderijonderwijs versterkt. Horizontale dialoog Het Aeres Praktijkcentrum Dronten heeft op allerlei manieren persoonlijk contact met het bedrijfsleven en de onderwijsinstellingen. Het organiseert daarnaast jaarlijks evenementen om kennis te delen en is regelmatig terug te vinden in en op de (social) media. Het praktijkcentrum neemt ook deel aan privaat-publieke projecten. Het Aeres Praktijkcentrum Dronten zal vanuit de holding periodiek verantwoording afleggen aan haar aandeelhouder, Stichting Aeres Groep. Hiermee wordt de aansluiting met het onderwijs gegarandeerd. Met de afnemers van de dochtermaatschappijen blijft Aeres Praktijkcentrum Dronten regelmatig overleggen om zo de aansluiting bij het bedrijfsleven te houden. Er zijn tevens overlegstructuren in oprichting om de studenten te betrekken bij het beleid van Aeres Praktijkcentrum Dronten.
6.5.
Resultaten
In deze paragraaf worden de resultaten van de dochtermaatschappijen van Aeres Praktijkcentrum Holding bv beschreven.
6.5.1.
Aeres Landbouwbedrijf bv (voorheen Stichting Schoolboerderij)
Aeres Landbouwbedrijf bv van het Aeres Praktijkcentrum is uniek in Nederland: het bedrijf is van-vooren-door studenten. Het bedrijf staat als gemengd (agrarisch) bedrijf (melkvee, akkerbouw en energie) midden in de nationale en internationale dagelijkse praktijk van de landbouw en de voedselproductie. In combinatie met de opgave om onderwijs te faciliteren en, in samenwerking met Vilentum Hogeschool, onderzoek uit te voeren ontstaat een uitdagende complexe werkomgeving. De melkveehouderij zoekt bijvoorbeeld oplossingen voor (maatschappelijke) vragen over diergezondheid, dierenwelzijn, emissies van mineralen en broeikasgassen en weidegang. Zij werkt nauw samen met het trainingsbedrijf dat ook deel uitmaakt van het Aeres Praktijkcentrum Dronten. Aeres Landbouwbedrijf bv omvat ook de deelname aan het windmolenpark EWI. Hoofddoelstellingen Aeres Landbouwbedrijf bv: • Staat voor kwaliteit, is financieel gezond en heeft een goede bedrijfsvoering waarmee continuïteit op korte en langere termijn is geborgd. • Zoekt en vindt de balans tussen productie, onderwijs en onderzoek. • Geeft studenten voldoende ruimte voor het vergroten van vakmanschap, om te experimenteren, voor (praktijkgericht) onderzoek en voor ondernemerschap. • Wil een grote betrokkenheid van en sterke verbinding met studenten, Aeres-onderdelen, andere onderwijsinstellingen, (praktijkgericht) onderzoek en het bedrijfsleven. • Wil een goed voorbeeldbedrijf zijn en daarmee een inspirerend en stimulerend modelleerbedrijf.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 185 van 378
• Heeft een duidelijke plek binnen Aeres als facilitair bedrijf en dienstverlener binnen het Aeres Praktijkcentrum Dronten. Resultaten 2015 De opbrengsten van het landbouwbedrijf bestaan voornamelijk uit de omzet vanuit de productgroepen akkerbouw en veehouderij en de opbrengst uit het belang van 10% in het windmolenpark EWI. Dit park exploiteert het bedrijf samen met negen andere agrarische ondernemers. • Het totale resultaat is € 215.000 positief (incl. LONK bv en EWI Windpark). • Het jaarresultaat van het landbouwbedrijf is € 185.0000 positief. Dit resultaat is vooral te wijten aan de lage prijsvorming van de akkerbouwproducten voor de oogst van 2015. • De vooruitzichten voor de nabije en verdere toekomst zijn gematigd positief. De prijzen van de producten, ook die van melk, kunnen grote variaties vertonen. De prijs wordt meer en meer door de wereldmarkten bepaald. • Het jaarresultaat van de deelneming in EWI is vastgesteld op € 23.651. Het resultaat is lager dan de begroting door de lage energieprijzen. • In de zomer van 2015 zijn de individuele ruwvoerbakken in gebruik genomen. Hiermee start de uitvoering van praktijkonderzoek in samenwerking met Vilentum Hogeschool en het bedrijfsleven. • In 2015 zijn grote stappen gezet in de ontsluiting van bedrijfsgegevens in de melkveehouderij. • De nieuwe weidestal en de uitbreiding van de Flevostal zijn in mei 2015 officieel in gebruik genomen. De participatie van studenten is flink vergroot en leidt zelfs hier en daar tot overbezetting. De behoefte aan coaching en controle om kwaliteit en continuïteit van de productie te waarborgen is sterk toegenomen. Eind 2015 heeft Aeres Landbouwbedrijf bv 327 koeien. • De functie innovatiemanager melkvee is volledig ingebed in het systeem en de processen. • De vraaggestuurde uitwisseling tussen praktijkfaciliteiten en onderwijs is geïntensiveerd. • De bekendheid van het Aeres Praktijkcentrum Dronten, inclusief het landbouwbedrijf, met al zijn nieuwe activiteiten is vergroot. Mensen in den lande weten van het bestaan van het praktijkcentrum. Plannen De belangrijkste speerpunten zijn: • minimaal sluitende exploitatie door kostenreductie, investeren als dat mogelijk is en efficiëntere bedrijfsvoering binnen de holding; • kwaliteit en tevredenheid hoog houden; • inspelen op wensen maatschappij (bv rondleiden basisonderwijs); • internationalisering verder vormgeven; • de landelijke uitstraling van het zwaartepunt Agrofood en Ondernemen mede uitbouwen; • een solide netwerk van samenwerkingspartners realiseren en onderhouden; • het duurzaamheidskenmerk verder uitwerken.
6.5.2.
Aeres Trainingscentrum bv
Aeres Trainingscentrum bv is in 2015 nog een lege bv. Het gaat vanaf 2016 de activiteiten uitvoeren van twee bronbedrijven die nu nog onder de vlag van Groenhorst vallen: het trainingscentrum van Aeres Praktijkcentrum Dronten en het Groenhorst Cursuscentrum Emmeloord. Aeres Trainingscentrum bv gaat praktijktrainingen bieden op het gebied van open teelten, melkveehouderij, precisielandbouw en groen, grond en infra (loonwerk) en aanverwante trainingen binnen de groene sector. Het werkt nauw samen met de andere onderdelen van het Aeres Praktijkcentrum en Aeres als geheel. De teamleider van het trainingscentrum is tevens projectleider van het CIV Akkerbouw (Centrum voor Innovatief Vakmanschap, mbo). De grote klanten van de bronbedrijven zijn momenteel aoc’s, groene hogescholen, het bedrijfsleven, de Aeres-onderdelen en dergelijke. Er is een toename van niet-onderwijspartijen. In de onderstaande
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 186 van 378
tabel is de verhouding weergegeven tussen activiteiten voor Aeres en activiteiten voor overige klanten. Het streven is dat het percentage niet-Aeres blijft toenemen.
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Prognose 2016
% Aeres
28%
44%
49%
44%
41%
42%
50%
35%
% niet-Aeres
72%
56%
51%
56%
59%
58%
50%
65%
Resultaten bronbedrijf trainingscentrum • De omzet voor 2015 is € 1.466.000 en is hoger dan de begroting. Het resultaat is -€ 289.000. Dit komt door het wegvallen van de praktijkleergelden per 1 januari 2016. Er is in 2015 al een daling van de omzet vanuit het onderwijs te zien en die daling zal de komende jaren aanhouden. Er zijn met ingang van 2015 maatregelen genomen om te komen tot een gezonde exploitatie. Zo gaan twee trainers per 31 december 2015 uit dienst. Dit laatste zal nog geen effect hebben in het financiële resultaat over 2015. Voor het jaar 2016 en verder worden in 2015 al acties uitgezet om de kosten verder te verlagen en de omzet te verhogen. • Voor resultaten Groenhorst Cursuscentrum Emmeloord waarvan de activiteiten zijn ondergebracht in het Cursuscentrum Agribusiness, zie § 6.5.3. Plannen De belangrijkste speerpunten zijn: • Minimaal sluitende exploitatie door kostenreductie en meer opbrengst genereren uit het bedrijfsleven en het cursuscentrum Agribusiness (zie § 6.5.3), dat in 2016 deel gaat uitmaken van Aeres Trainingsbedrijf bv. • Investeringen in mechanisatie blijven vooralsnog uit. • Tevredenheid over trainingen meten en hoog houden.
6.5.3.
Cursuscentrum Agribusiness
De cursus- en contractactiviteiten van Emmeloord en de cursussen met open inschrijving van het Aeres Praktijkcentrum Dronten concentreren zich vooral op agrarische kennisonderwerpen voor akkerbouw-, veehouderij- en tuinbouwbedrijven (incl. groenvoorziening). Naast cursussen voor (teelt)technische onderwerpen en licenties (spuiten, ratten) biedt het centrum cursussen aan op het terrein van bhv, arbo en economie. Het cursus- en contractonderwijs van de locatie Emmeloord heeft een stevige regionale positie met landelijke uitstraling. Resultaat 2015 • De omzet in het cursusjaar 2015 is € 272.000. De financiële positie is gezond. Plannen • Het cursuscentrum gaat in 2016 officieel deel uitmaken van Aeres Trainingsbedrijf bv. • Behouden gezonde exploitatie, aantrekkelijk aanbod neerzetten en kwaliteit blijven leveren. • Het gaat een nieuwsbrief uitbrengen om klanten beter te kunnen informeren over wat het centrum te bieden heeft.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 187 van 378
6.5.4.
Aeres Biologisch bedrijf bv
Het Aeres Biologisch bedrijf, voorheen LONK bv, heeft een succesvol jaar achter de rug. Het bedrijf biedt excellente studenten van de Warmonderhof de mogelijkheid om zich een jaar lang te bekwamen in het biologische ondernemerschap. Met het bedrijf wordt nadrukkelijk ook de verbinding gezocht met Groenhorst Emmeloord. Drie studenten van Groenhorst Dronten (samenwerking met Warmonderhof) zijn dit jaar verantwoordelijk geweest voor de teelt van biologische gewassen voor LONK bv. Daarnaast hebben ze op een goede wijze de verbinding gezocht met de maatschappij door het organiseren van een open dag op de kavel. Resultaten 2015 • De exploitatie is positief. Het bedrijfsresultaat van 2015 is € 6.780. LONK bv is dit jaar nog een deelneming van Aeres Landbouwbedrijf bv. Dit bedrag is daarom opgenomen in het totaalresultaat van die bv. Plannen De belangrijkste speerpunten zijn: • Het SKAL-certificaat behouden. • Afstemming over de bedrijfsvoering met externen en studenten goed vastleggen en regelen. • Minimaal sluitende exploitatie en kosten reduceren. • Studenttevredenheid en inbedding in het schoolsysteem van Groenhorst Dronten realiseren.
6.5.5.
Aeres Studentbedrijven bv (voorheen Coöperatief Veredelingsdemonstratiebedrijf = CVDB)
Aeres Studentbedrijven bv (voorheen CVDB) was één van de schoolbedrijven van CAH Vilentum Dronten en maakt sinds 1 januari 2016 deel uit van het Aeres Praktijkcentrum Dronten. De hoofddoelstelling van het bedrijf is maximaal en optimaal bijdragen aan competentieontwikkeling van studenten op het gebied van ondernemen en onderzoeken in samenwerking met het werkveld. Het motto is ‘van, voor en door studenten’. Bij de gehele exploitatie van de bedrijven zijn studenten uit verschillende leerjaren betrokken en zij dragen er ook verantwoordelijkheid. Aeres Studentbedrijven bv wordt vanuit het onderwijs als onderdeel van het praktijkcentrum zowel financieel als inhoudelijk ondersteund. Aeres Studentbedrijven bv bestaat uit een varkens- en pluimveebedrijf met 370 varkens en circa 1.000 leghennen en een paardenpensionstal, (de Paardenplaats), met 40 paardenboxen. Onderdeel van het varkensbedrijf is een samenwerking met een slagersbedrijf voor de verkoop van varkensvlees (Polder Porque). De Paardenplaats werkt onder andere samen met een ernaast gelegen particuliere manage. Resultaten 2015 • Het financieel resultaat is (inclusief de Paardenplaats)- € 26.000 negatief. • Het resultaat van de Paardenplaats is - € 17.000 negatief. • Polder Porque is financieel gezond. Plannen De belangrijkste speerpunten zijn: • Minimaal sluitende exploitatie en kostenreductie door energiebesparende maatregelen en vergroten inbreng van studenten. Alleen investeren als de exploitatie dat toelaat. • Vlees- en eieropbrengsten en opbrengsten Paardenplaats verhogen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 188 van 378
• Doorvoeren merkenbeleid. • Tevredenheid van docenten, studenten en participerend bedrijfsleven hoog houden. • Verdere inbedding in curricula hogeschool oppakken.
6.6.
Kwaliteits- en personeelsbeleid
In 2016 zal een start gemaakt worden met het in overeenstemming brengen van het kwaliteitsbeleid van de verschillende onderdelen van het Aeres Praktijkcentrum Dronten. Er wordt daarnaast naar de RI&E en het bedrijfsnoodhulpplan gekeken. Het personeelsbeleid van het Aeres Praktijkcentrum Dronten is beschreven in het sociaal jaarverslag van Aeres (§ 9.13).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 189 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 190 van 378
7 Aeres Agree en Aeres Bedrijvencentrum Dronten Leeswijzer Let op! Voorheen heette dit hoofdstuk Aeres Contract. Per mei 2016, en dus voor het uitkomen van dit bestuursverslag, heten Agrojobs en Payrolljobs officieel Aeres Agree. Het ABC-gebouw is al in 2015 van naam veranderd en heet nu Aeres Bedrijvencentrum Dronten. Aeres Agree en het Aeres Bedrijvencentrum Dronten willen in dit jaardocument laten zien wat er in 2015 is gebeurd en wat de plannen voor de komende jaren zijn. Dit hoofdstuk is bedoeld voor iedereen die direct of indirect bij Aeres Agree of het Aeres Bedrijvencentrum Dronten betrokken is: van klanten, partners en medewerkers tot de omgeving en meer. Aeres Agree en het Aeres Bedrijvencentrum Dronten maken deel uit van Aeres en dat is te zien in dit geïntegreerde jaardocument. Niet alle informatie die betrekking heeft op Aeres Agree en het Aeres Bedrijvencentrum Dronten staat in dit ene hoofdstuk. Zo zijn de kaders waarbinnen alle Aeres-onderdelen werken gegeven in hoofdstuk 1 en staat er een samenvatting van de financiële stand van zaken en de toekomstverwachtingen in hoofdstuk 2. Het komende hoofdstuk geeft per onderwerp een verwijzing naar de relevante paragrafen in de andere hoofdstukken.
Inhoud 7.1 7.1.1 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.2.4 7.2.5 7.3 7.4
Stichting Agrotransfer en werkmaatschappij Agrotransfer Holding bv Horizontale dialoog Aeres Agree Elevator pitch Aeres Agree Missie en kernactiviteiten Omgeving, strategie en plannen Resultaten Agrojobs bv Resultaten Payrolljobs bv Agrotransfer bv: Aeres Bedrijvencentrum Dronten Personeelsbeleid
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
192 192 193 193 194 194 196 197 199 200
Pagina 191 van 378
7.1.
Stichting Agrotransfer en werkmaatschappij Agrotransfer Holding bv
Stichting Agrotransfer is een van de juridische rechtspersonen van Aeres. De stichting is in het handelsregister van de Kamer van Koophandel geregistreerd onder dossiernummer is 39060957. In het handelsregister zijn ook de statuten en algemene leveringsvoorwaarden in het Nederlands, Engels en Duits gedeponeerd. De werkmaatschappijen van Agrotransfer Holding bv hebben primair een commerciële doelstelling en werken met een eigen team dat niet rechtstreeks voor andere Aeres-activiteiten wordt ingezet. Indirect wel, want Aeres maakt gebruik van payrolling. Vanzelfsprekend streeft de organisatie ernaar om de kennis binnen Aeres te versterken of nieuwe kennis te ontwikkelen.
7.1.1.
Horizontale dialoog
Aandeelhouders Agrotransfer Holding bv plant drie keer per jaar een aandeelhoudersvergadering. De eerste staat in het teken van het vaststellen van de jaarrekeningen en de winstbestemming van Agrotransfer Holding bv en haar dochters: Agrojobs bv, Payrolljobs bv en Agrotransfer bv (handelsnamen Aeres Agree en Aeres Bedrijvencentrum Dronten). De tweede vergadering staat in het teken van de resultaten en ontwikkelingen van de activiteiten van Agrotransfer Holding bv in het desbetreffende boekjaar. De laatste aandeelhoudersvergadering van het boekjaar staat in het teken van het vaststellen en goedkeuren van de begrotingen. Contacten binnen Aeres De directeur van de drie werkmaatschappijen van Agrotransfer Holding bv heeft zitting in het Aeres MT. Hij brengt hier onder meer de kennis in die het werving-en-selectiebureau heeft over de behoeften van de arbeidsmarkt en hoe Vilentum Hogeschool studenten kan voorbereiden op hun eerste stappen op de arbeidsmarkt. Ook heeft de directeur zitting in de werkveldcommissie van Vilentum Hogeschool om informatie uit te wisselen over eisen en kwalificaties die gesteld worden in de functieprofielen die door bedrijven bij het werving-en-selectiebureau worden neergelegd en of de opleidingen aansluiten bij deze eisen en kwalificaties. Aeres Agree helpt Aeres bij het flexibel inrichten van de personeelsorganisatie. De payrolldienstverlening is veelomvattend. En levert Aeres heel wat op: gemak, maar bijvoorbeeld ook meer vrijheid, minder risico’s, flexibiliteit en een betere kostenbeheersing.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
Pagina 192 van 378
Netwerk en samenwerkingsverbanden Iedere werkmaatschappij van Agrotransfer Holding bv heeft een netwerk van relaties. Dat is vastgelegd in een database die voor iedere consultant/accountmanager toegankelijk is. De werkmaatschappijen maken gebruik van elkanders netwerk (cross-selling). Agrotransfer Holding bv is ervan overtuigd dat de bereidheid en het vermogen tot samenwerken de mate van succes van een organisatie bepalen. Samenwerken is het nieuwe concurreren en daarom is samenwerking een strategisch speerpunt. De verdergaande specialisatie in de arbeidsbemiddelingsbranche dwingt Agrotransfer Holding bv tot keuzes die de kernactiviteiten versterken. Denk hierbij aan de samenwerking die Aeres Agree heeft met de hogescholen of met bedrijven om strategische personeelsplanning optimaal te kunnen uitvoeren voor hun klanten. Daarnaast zijn er diverse samenwerkingsverbanden met instanties die bijdragen aan het kunnen uitvoeren van de kernactiviteiten van onze organisaties. Denk hierbij aan het realiseren van het digitaliseren van de urenverwerking en de documentenstroom, het werven en selecteren van kandidaten enzovoort. Resultaat Agrotransfer Holding bv Het jaarresultaat van Agrotransfer Holding bv is - € 70.000 zonder de deelnemingsresultaten (dochters Agrojobs bv, Payrolljobs bv en Agrotransfer bv). Inclusief is het - € 11.000.
7.2. Aeres Agree 7.2.1.
Elevator pitch Aeres Agree
Aeres Agree is dé partij voor het vinden en binden van de juiste professionals in de agrofood sector. Of het nou gaat om werving en selectie, uitzenden, detacheren of payrolling, zij is een strategische gesprekspartner voor alle personeelsvraagstukken binnen het groene domein. De consultants komen uit de sector en dankzij het landelijke netwerk en specialistische kennis bindt Aeres Agree vakmanschap en talent aan de opdrachtgevers. Daarbij zorgt ze ervoor dat de opdrachtgevers flexibel kunnen bewegen in de markt en altijd de juiste capaciteit en kennis in huis hebben. Aeres Agree is de schakel tussen onderwijs en arbeidsmarkt doordat zij als inhouse partner bij de hogescholen als eerste toegang te heeft tot talent. Zij gaat verder dan die talenten alleen te plaatsen, zij biedt samen met haar partners coaching trajecten aan om professionals verder te ontwikkelen, zodat zij duurzaam inzetbaar blijven. Aeres Agree streeft dan ook naar een langdurige relatie met zowel professionals als opdrachtgevers. Dat past bij haar rol als regisseur van duurzaam vakmanschap. Want daarmee legt zij de basis voor verantwoorde groei, duurzame inzetbaarheid en ontwikkeling van de groene sector. Naam RATIONALE AGREE = OVEREENSTEMMING Verwijzing naar GREEN, het Aeres-onderdeel werkt in agri/food/groen onderwijs die allen in het groene domein zitten. Verbinden van Agri Food (sector) & Agreement (overeenstemming met opdrachtgevers, professionals)
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 193 van 378
Overeenstemming in de naam wijst op focus op de relatie. Verbinden met de klant(en) als strategische gesprekspartner staat dus centraal AGREE geeft een positieve connotatie.
7.2.2.
Missie en kernactiviteiten
Missie Aeres Agree is strategisch gesprekspartner bij personeelsvraagstukken. Zij ziet de werknemer/ kandidaat als een arbeidsgever die zich continue zal moeten ontwikkelen. Life time employability: ze praat met kandidaten over hun ontwikkeling (waar sta je nu en waar wil je naar toe en wat is daarvoor nodig) en bepaalt welke rol Aeres Agree daarbij kan spelen als carrièrecoach. Aeres Agree werpt zich op als coach van iemands loopbaan zodat de werknemer duurzaam inzetbaar blijft. Ze voedt waar toe aan de niches, agribusiness en food. Ze gelooft dat alleen door die focus vakmanschap naar boven komt. Visie Talentontwikkeling als motor voor groei en ontwikkeling van de (aankomende) professionals en bedrijven is leidend. Aeres Agree gelooft in het continu ontwikkelen van kennis en kunde, wat niet stopt na de opleiding, maar doorgaat tijdens het werk. Ontwikkelingen volgen elkaar in rap tempo op. Bedrijven moeten hierop reageren door steeds sneller en flexibeler mee te bewegen met klanten en concurrenten. Dit betekent dat ook hun personeelsbestand flexibel en snel inzetbaar moet zijn. Aeres Agree brengt de activiteiten van Agrojobs en Payrolljobs samen om optimaal invulling te geven aan onze merkbelofte. Door het samenvoegen van de twee bedrijven ontstaan de volgende instrumentele voordelen: • regionale focus met landelijke dekking en landelijk netwerk; • compleet dienstenpakket onder één dak; • FEEPAY: koppeling van uitzenden/detacheren/W&S met payrolling; • optimale flexibiliteit, tijdelijke contracten voor een periode van 5,5 jaar; • inhouse partner van hogescholen; • persoonlijke aandacht en begeleiding; • training al tijdens de opleiding; • consultants uit de sector, partner in HR; • schakel tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Merkbelofte: regisseur van duurzaam vakmanschap Aeres Agree zorgt voor de optimale match tussen bedrijven en professionals, door haar kennis van onderwijs en praktijk en haar landelijke netwerk kan zij talent selecteren en plaatsen en ondernemingen ontzorgen. Vanuit vakmanschap legt zij de basis voor verantwoorde groei, duurzame inzetbaarheid en ontwikkeling van de groene sector. Aeres Agree maakt deel uit van Aeres en werkt binnen de gezamenlijke kaders van de groep. Deze zijn beschreven in hoofdstuk 1 en 2.
7.2.3.
Omgeving, strategie en plannen
Omgevingsfactoren en ontwikkelingen De prognose voor de komende drie tot vijf jaar is gematigd positief. Verwacht wordt dat de uitzendmarkt verder zal groeien door de verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt en de verder
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 194 van 378
aantrekkende economie. Naast het aantal uitzendkrachten/gedetacheerden zal in de komende drie tot vijf jaar ook het aantal tijdelijke contracten en zzp’ers toenemen. Door de digitalisering en automatisering zullen de komende jaren veel banen voor lager en middelbaar opgeleiden verdwijnen. Uitzenders zouden zich daarom meer moeten richten op de bemiddeling van hoger opgeleiden, de primaire markt van Aeres Agree. Bijvoorbeeld door flexpools van professionals op te zetten. Door de structurele margedruk zullen uitzenders moeten innoveren, bijvoorbeeld door te verbreden. Dat kan bijvoorbeeld door opleidingen en trainingen te verzorgen. En dit sluit ook aan bij de visie van Aeres Agree. De digitalisering heeft een grote impact op de uitzendbranche. Het aantal vestigingen van uitzendbureaus krimpt en de interne processen, zoals het zoeken en screenen van kandidaten, worden verder gedigitaliseerd. Dit zorgt voor extra ICT-investeringen, maar resulteert uiteindelijk in een efficiëntere organisatie en lagere kosten. Dit past ook bij de dienstverlening die Aeres Agree wil opzetten, namelijk online recruitment voor de het werkveld Groene Ruimte en Milieu. Trends zijn: • toenemende flexibilisering arbeidsmarkt; • prijsconcurrentie en margedruk; • verdergaande digitalisering; • specialisatie en verbreding om zich te onderscheiden van concurrentie; • toenemende wet- en regelgeving; • afname aantal kantoren/vestigingen; • werkgevers blijven kiezen voor flexibele oplossingen. De komst van de Wet werk en zekerheid verandert daar weinig aan. Kansen en bedreigingen • Binnen de subsegmenten verwacht Aeres Agree een verdere groei in de bemiddeling van technisch opgeleid personeel en hoger opgeleiden. • Aandacht voor strategische personeelsplanning. Het uitzendbureau zal meer moeten bieden dan alleen de inzet van uitzendarbeid, bijvoorbeeld door intensievere samenwerking met de opdrachtgever. • Verbreden van de dienstverlening. Niet alleen meer bemiddeling van personeel, maar ook begeleiding in scholing en opleiding. • Overnemen P&O-functie van kleine bedrijven die daar zelf niet de capaciteit of expertise voor hebben. • Risico’s overnemen van de opdrachtgever en afgerekend worden op output. • Steeds meer organisaties kiezen voor een flexibele schil, dit biedt kansen voor uitzenders. Zij kunnen bijvoorbeeld de planning voor hun rekening nemen. • Bedreiging van opdrachtgevers die zelf hun flexschil gaan beheren. • Uitzendbureaus ondervinden in toenemende mate concurrentie van andere vormen van flexwerk, zoals zzp’ers. Strategie en ambities Vanuit de perspectieven ‘groen en groei’ wil Aeres zich ontwikkelen tot een kwalitatief sterke, nationaal herkenbare en goed geprofileerde organisatie. Het onderdeel Aeres Agree wil: • financieel onafhankelijk opereren op basis van in de markt gerealiseerde omzet; • innovatief vermogen ontwikkelen en integreren in het dagelijks werk; • samenwerken met andere organisaties om samen de toekomst vorm te geven; • een herkenbaar en professioneel imago ontwikkelen; • kwalitatief hoogwaardig werk leveren.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 195 van 378
Plannen Voor 2016 en de jaren daarna heeft Aeres Agree de volgende plannen: • De consultants van Aeres Agree dienen hun beschikbare tijd te besteden aan twee doelgroepen, de professionals en de opdrachtgevers. Aeres Agree is van mening dat het beschikbaar hebben van een kwalitatief goede kandidaat bepalend is voor het succes van Aeres Agree. De kandidaat matcht met meer vacatures, daardoor meer keuzes en dat vergroot de slagingskans van de match. Daarom wordt 70% van de tijd/energie/ middelen ingezet om de professional te bereiken en 30% is gericht op de opdrachtgever. • Bijdragen aan de realisatie van de Aeres-strategie ‘Verbindend perspectief’. Merkbelofte professionals Aeres Agree stelt professionals in staat zich optimaal en succesvol te ontwikkelen naar duurzaam vakmanschap in hun sector. Vanuit een landelijk netwerk en door persoonlijke coaching is zij de impuls voor hun carrière. Merkbelofte opdrachtgevers Aeres Agree biedt opdrachtgevers als eerste toegang tot toptalent uit de sector met het landelijke netwerk. Ze ontwikkelt talenten gericht op duurzame inzetbaarheid waarmee ze groei stimuleert.
7.2.4.
Resultaten Agrojobs bv
De resultaten van 2015 zijn geleverd onder de naam Agrojobs. Vandaar dat de verantwoording nog de oude naam gebruikt. De nieuwe naam voor Agrojobs is Aeres Agree Recruitment. De missie van Agrojobs luidt: regisseur van duurzaam vakmanschap. Kernactiviteiten • Agrojobs brengt vraag en aanbod op de arbeidsmarkt voor hoger opgeleid agrarisch personeel in de sectoren Agribusiness en Food bij elkaar. • Agrojobs biedt werving en selectie, detachering en uitzending aan aan hbo- en wo-opgeleiden met een agrarische achtergrond. Van starters tot en met kandidaten met maximaal tien jaar ervaring. De geleverde diensten sluiten aan op de wensen/eisen van de afnemers. Doelstellingen • Agrojobs wil toegevoegde waarde leveren voor opdrachtgevers en professionals in de niches Agribusiness en Food. • Agrojobs wil, gemeten naar marktaandeel, een van de drie grootste marktspelers zijn voor bedrijven en organisaties in de Agribusiness en Food en zo continuïteit realiseren. • Agrojobs wil een optimaal rendement op geïnvesteerd vermogen, een rendement dat de continuïteit bevordert en een redelijke beloning van de samenwerkende partijen realiseert. • Op termijn wil Agrojobs een jaarlijks rendement (voor vennootschapsbelasting (vpb) en provisie) van minimaal 3% van de totale omzet realiseren. • De medewerkers van Agrojobs zijn betrokken bij de klanten en hebben respect voor het individu. Ze hebben een inhoudelijke drive, zijn praktisch, resultaatgericht en reflecteren op hun eigen gedrag. Zij dragen het credo ‘regisseur van duurzaam vakmanschap’ uit naar opdrachtgevers en kandidaten. • Agrojobs professionaliseert haar interne organisatie voortdurend, met een duidelijke focus op haar bedrijfscultuur en medewerkers. Een bedrijfscultuur die zich kenmerkt door professionele omgangsvormen, commercieel handelen, samenwerken en onderling vertrouwen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 196 van 378
Resultaten Agrojobs 2015 2015 sluit af met een omzet van € 1.686.000 en een brutoresultaat van € 881.000. De omzet is hoger dan in het jaar 2014, de marge (brutoresultaat) is echter lager. Voor aftrek van de vennootschapsbelasting is het bedrijfsresultaat € 37.000 negatief. Daarmee is net niet voldaan aan de begroting en aan de financiële doelstelling van 3%. Kwaliteitszorg Agrojobs Agrojobs werkt haar kwaliteitszorgcyclus uit op basis van de door de NEN-certificering voorgeschreven instructies en procedures. NEN 4400-1 Sinds 2007 is er één onafhankelijk betrouwbaarheidskeurmerk voor alle ondernemingen die arbeidskrachten ter beschikking stellen en voor (onder)aannemers van werk: de NEN 4400-1 van de Stichting Normering Arbeid (SNA). Agrojobs is gecertificeerd en dus gecontroleerd op de juiste afdrachten van belastingen en sociale premies. Ook is gecontroleerd of de identiteit van de werknemers door Agrojobs is vastgesteld en of deze werknemers tijdens de arbeidsperiode gerechtigd waren om te werken in Nederland. Bedrijven die voldoen aan de norm, staan in het register van de SNA. (Potentiële) opdrachtgevers kunnen dit register raadplegen om te kijken of ze te maken hebben met een betrouwbare partner die voldoet aan de eisen van NEN 4400-1. Er vinden jaarlijks twee audits plaats voor deze norm door CROP Certificering uit Arnhem. VCU Agrojobs is VCU-gecertificeerd en kan daarom als uitzendorganisatie personeel leveren aan VCAgecertificeerde bedrijven. Het is dan belangrijk om extra aandacht te besteden aan veiligheid en gezondheid. Met het VCU-certificaat toon je als organisatie aan dat het VG-beheersysteem op orde is. VCU staat voor Veiligheid en Gezondheid Checklist Uitzendorganisaties en komt voort uit VCA. VCA richt zich op veiligheid, gezondheid en milieu. Bij VCU gaat het om veiligheid en gezondheid. Het is een procedure voor de certificering van het VG-beheersysteem. VCU-certificatie is bedoeld voor bedrijven die personeel uitzenden naar VCA-gecertificeerde bedrijven. Die bedrijven voeren meestal werkzaamheden uit met een verhoogd risico in een risicovolle omgeving. Er vindt jaarlijks een audit plaats die uitgevoerd wordt door C+ certificering uit Roden.
7.2.5.
Resultaten Payrolljobs bv
De resultaten van 2015 zijn geleverd onder de naam Payrolljobs. Vandaar dat de verantwoording onder de oude naam staat. Payrolljobs gaat Aeres Agree Payroll heten. Payrolljobs gelooft in de kracht van flexibilisering en de vraag naar flexibiliteit groeit. In 2007 omvatte de flexibele schil van de bedrijven 20%, in 2013 25% en naar verwachting is dat in 2020 30%. Missie Het verzorgen van het contractbeheer en de salarisadministratie voor bedrijven, waarbij zorg wordt gedragen voor een gunstig tarief (aan de werkgeverskant) en voor optimale arbeidsvoorwaarden (aan de werknemerskant). Payrolljobs profileert zich als een externe afdeling personeelszaken voor de sectoren Agribusiness en Food en het onderwijs. Via een payrollconstructie kan makkelijk en snel extra personeel aan de organisatie worden toegevoegd, zonder dat de organisatie daarvan zelf het werkgeversrisico draagt. Dit kan voor de duur van een project, als tijdelijke vervanging of als oproepof payrollkracht.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 197 van 378
Doelstellingen • Het verlonen van medewerkers in een zo flexibel mogelijke vorm aan kleine tot grote ondernemingen waarbij een snelle groei wordt nagestreefd en waarbij rentabiliteit, continuïteit vooropstaan en de persoonlijke service wordt gewaarborgd. • Door het steeds veranderen van overheidsbepalingen, het grote risico bij ziekte en de hoge kosten die het ontslaan van mensen met zich meebrengt, wordt het voor een ondernemer een steeds grotere beslissing om personeel aan te nemen. Payrolljobs ontneemt de ondernemer de zorg, het risico en de personeelsadministratie. • De kracht ligt in het opbouwen en onderhouden van de relatie met de opdrachtgever en in de continuïteit van onze samenwerking. Payrolljobs betekent kwaliteit. Want zonder kwaliteit is er geen continuïteit. Door regelmatig met de opdrachtgevers te evalueren, kan zij de kwaliteit optimaliseren. En zo ontstaat de toegevoegde waarde die onze samenwerking naar een hoger niveau tilt. Kernactiviteiten • Payrolljobs neemt de tijdrovende administratie en het juridische werkgeverschap uit handen. Dus zij zorgt voor het contractbeheer, de salarisadministratie en premieafdrachten voor belastingen en sociale verzekeringen. • De service van Payrolljobs bestaat uit: - het opstellen en beheren van de arbeidsovereenkomsten; - de salarisadministratie; - begeleiding bij ziekteverzuim; - tijdbesparing; - flexibiliteit in contracten; - kostenbesparing; - maatwerk in personeelskosten; - persoonlijk en betrokken. Resultaten Payrolljobs 2015 Payrolljobs heeft een omzetgroei gerealiseerd naar een totale omzet van € 4.714.000 met een brutoresultaat van € 754.000. Voor aftrek van de vennootschapsbelasting is het bedrijfsresultaat € 162.000. Daarmee is voldaan aan de financiële doelstelling van 3%. Kwaliteitszorg Payrolljobs Payrolljobs werkt haar kwaliteitszorgcyclus uit op basis van de door de NEN-certificering voorgeschreven instructies en procedures. NEN 4400-1 Sinds 2007 is er 1 onafhankelijk betrouwbaarheidskeurmerk voor alle ondernemingen die arbeidskrachten ter beschikking stellen en voor (onder)aannemers van werk: de NEN 4400-1 van de Stichting Normering Arbeid (SNA). Payrolljobs is gecertificeerd en dus gecontroleerd op de juiste afdrachten van belastingen en sociale premies. Ook is gecontroleerd of de identiteit van de werknemers door Payrolljobs is vastgesteld en of deze werknemers tijdens de arbeidsperiode gerechtigd waren om te werken in Nederland. Bedrijven die voldoen aan de norm, staan in het register van de SNA. (Potentiële) opdrachtgevers kunnen dit register raadplegen om te kijken of ze te maken hebben met een betrouwbare partner die voldoet aan de eisen van NEN 4400-1. Er vinden jaarlijks twee audits plaats voor deze norm door CROP Certificering uit Arnhem.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 198 van 378
VCU Payrolljobs is VCU-gecertificeerd en kan daarom als uitzendorganisatie personeel leveren aan VCAgecertificeerde bedrijven. Het is dan belangrijk om extra aandacht te besteden aan veiligheid en gezondheid. Met het VCU-certificaat toon je als organisatie aan dat het VG-beheersysteem op orde is. VCU staat voor Veiligheid en Gezondheid Checklist Uitzendorganisaties en komt voort uit VCA. VCA richt zich op veiligheid, gezondheid en milieu. Bij VCU gaat het om veiligheid en gezondheid. Het is een procedure voor de certificering van het VG-beheersysteem. VCU-certificatie is bedoeld voor bedrijven die personeel uitzenden naar VCA-gecertificeerde bedrijven. Die bedrijven voeren meestal werkzaamheden uit met een verhoogd risico in een risicovolle omgeving. Er vindt jaarlijks een audit plaats die uitgevoerd wordt door C+ certificering uit Roden.
7.3.
Agrotransfer bv: Aeres Bedrijvencentrum Dronten
Het Aeres Bedrijvencentrum Dronten bestaat uit drie gebouwen. Gebouw A en de twee oude gebouwen van Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool (gebouw B) en CAH Vilentum (gebouw C) zijn samengevoegd tot een bedrijvencentrum, onder één naam: Aeres Bedrijvencentrum Dronten (ook ABC genoemd). Aeres staat de komende jaren voor een mooie uitdaging voor wat betreft de ontwikkeling van haar reguliere en commerciële activiteiten in Dronten. De aard van het onderwijs en de vraag naar de daarbij behorende voorzieningen zijn de laatste jaren enorm veranderd. Beide hogeschoolfaculteiten (Stoas en CAH Vilentum) zijn verhuisd naar een nieuw onderkomen en daarmee zijn de bestaande gebouwen leeg komen te staan. Mede omdat de vastgoedmarkt in een crisis terechtkwam, is in het actieplan Drieslag met het toenmalige College van Bestuur van Aeres besloten om in een scope van 5 tot 10 jaar te zoeken naar alternatieven voor het niet direct onderwijsgebonden vastgoed. Tevens is geconcludeerd dat het bestemmingsplan sterk verouderd, maar ook stringent is. Dit heeft ertoe geleid dat er samen met de gemeente Dronten een project en ontwikkelingsplan is opgezet om te komen tot een nieuw en ruimer bestemmingsplan. Tot op heden heeft dat in een gebiedsvisie geresulteerd die in hoofdlijnen de ontwikkelingen van en visie op het gebied omschrijft. De verschillende partijen - zoals makelaars, ontwikkelaars, lokale bedrijven, handel en nijverheid, komen met de volgende identificering van de Drontense kantorenmarkt: • In Dronten is vooral sprake van een lokaal en regionaal georiënteerde markt. • De vraag bestaat (tot nu toe) vooral uit een uitbreidings- en verplaatsingsvraag. • De vestigingsvoorkeur van lokale bedrijven gaat in eerste instantie uit naar kantoorvilla's, die men het liefst zelf ontwikkelt. • Er is behoefte aan kantoorverzamelgebouwen voor startende en doorstartende kantoorgebruikers. • De beeldkwaliteitseisen die bedrijven stellen aan kantoorgebouwen zijn pragmatisch. Hoge kwaliteit is geen must. Slechts enkele kantoorgebruikers stellen hoge kwaliteitseisen. • De belangrijkste locatiefactoren voor lokale kantoorgebruikers zijn goede bereikbaarheid, voldoende parkeerruimte, een gunstig prijsniveau, de mogelijkheid voor eigenbouw en voldoende uitbreidingsmogelijkheden. De Drieslag-campus kent al verschillende type gebruikers die uiteindelijk passen in het toekomstige bestemmingsplan. In vastgoed technische zin heeft elk van deze gebruikers zijn eigen aard/functie en ruimtebehoefte. De vijf verschillende type gebruikers die zich reeds op de Drieslagcampus hebben gevestigd, zijn:
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 199 van 378
1 De primaire doelgroep: het (praktijk)onderwijs met bij behorende voorzieningen (gebouw B). 2 Het gevestigde bedrijfsleven met een brugfunctie naar (en directe relatie met ) onderwijs (gebouw C). 3 De startende en innovatieve ondernemer die gebruik wil maken van (nieuwe) kennis of projectmatig wil deelnemen in het onderwijs (gebouw C). 4 Overig bedrijfsleven in de vorm van zakelijke dienstverlening (gebouw A). 5 Overige maatschappelijke instellingen (onderwijs, kinderopvang, etc.) (gebouw B). Er zijn een verbinding en thematisch georiënteerde aanpak nodig om de versnippering die er nu is tegen te gaan. De uitdaging zit hem in het op de juiste wijze huisvesten van deze gebruikers in een gebouw dat past bij hun doelstelling. Doelstellingen De hoofddoelstelling is de bedrijfsvoering dusdanig in te richten dat het totaalconcept van faciliteiten en verhuur een constante geldstroom oplevert. Afgeleide doelstellingen zijn: • Het ABC draagt bij aan de versterking van het Agripark door het vestigen van instituten, bedrijven en instellingen die betrokken zijn bij de agrarische sector. • De commerciële doelstellingen zijn om jaarlijks 85% van de beschikbare m2 te verhuren en een rendement van 3% (nettoresultaat/omzet). Resultaten Agrotransfer bv 2015 Het jaar is afgesloten met een omzet van € 422.000, dit is lager dan de begroting. Het nettoresultaat voor aftrek van de vpb is € 65.000 negatief.
7.4.
Personeelsbeleid Agrotransfer Holding bv
Het verslag van het personeelsbeleid is ondergebracht in het sociaal jaarverslag van Aeres. Zie § 9.14 en § 9.15.2.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 200 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
Pagina 201 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 202 van 378
8 Bestuursbureau Leeswijzer
Het Bestuursbureau verzorgt de randvoorwaardelijke en administratieve bedrijfsfuncties voor heel Aeres. Dit hoofdstuk heeft ook een interne verantwoordingsfunctie: het laat de Aeres-onderdelen zien wat er voor hen gedaan wordt en wat er samen bereikt wordt. De ontwikkelingen per stafdienst en de belangrijkste bijdragen in de ondersteuning aan de instellingen staan in dit hoofdstuk beschreven. Uitzondering zijn de personele zaken, die komen in het volgende hoofdstuk aan de orde. Er zijn over en weer verwijzingen vanuit en naar de andere hoofdstukken.
Inhoud 8.1 8.2 8.3 8.4 8.4.1 8.5 8.6 8.6.1 8.6.2 8.7 8.7.1 8.7.2 8.8
Belangrijke items 2015 en uitdagingen Organisatie(structuur) Horizontale dialoog Financiën Resultaten 2015 Personeel, organisatie en salarisadministratie Huisvesting & Beheer Beleid Resultaten 2015 Shared Service Centre (SSC) ICT, informatiemanagement en telefonie Inkoop Kwaliteitszorg en optimalisatie samenwerking
204 204 205 205 206 206 206 207 207 208 208 211 211
De verklarende woordenlijst staat in bijlage 1.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
Pagina 203 van 378
8.1.
Belangrijke items 2015 en uitdagingen
De huisvesting blijft een intensieve taak. De nieuw- en verbouw bij Groenhorst Velp en het Aeres Praktijkcentrum in Dronten worden opgeleverd. Door de groeiende aantallen deelnemers zijn op diverse plaatsen noodvoorzieningen nodig, wordt op meer dan één locatie lesgegeven voor één onderdeel en zijn permanentere oplossingen in voorbereiding of daar wordt naar gezocht. Het functioneren van de stafafdeling Shared Services Centre is geëvalueerd. De complexiteit van ICT vraagt om focus, daarom is de functie inkoop vanaf 2016 onderdeel van de stafafdeling Financiën & Control en valt de receptie in Ede dan onder verantwoordelijkheid van de stafafdeling Huisvesting & Beheer. De uitvoering van het strategische beleid krijgt vorm in het afgeleide merkenbeleid. Op 7 april 2015 krijgen de medewerkers te horen dat Aeres de nieuwe naam wordt voor alle onderdelen. Dit besluit moet de verbinding intern versterken, de buitenwereld beter laten zien wat Aeres doet en kan bijdragen aan de groene sector. Daarnaast biedt het kansen voor besparingen omdat er nog maar één huisstijl onderhouden hoeft te worden. De stafafdelingen hebben bijgedragen aan de onderbouwing van de financiële analyse. De inrichting van de financiële functie is herzien naar aanleiding van het strategische plan en een bijbehorend organisatiemodel is vastgesteld. Dit is een tijdrovend maar zorgvuldig proces geweest, in nauwe samenwerking met de Aeres-onderdelen. De leden van het College van Bestuur hebben uit hoofde van hun functie verschillende nevenfuncties (zie bijlage 4). In deze functies vertegenwoordigt het College van Bestuur de organisatie en verbindt het Aeres met de buitenwereld. Het zijn momenten waarop Aeres zich als groep kan profileren. Thema’s die in de diverse stuurgroepen, commissies, netwerken en kernteams aan bod komen zijn bijvoorbeeld: bekostiging, de ontwikkelingsagenda, internationalisering, het belang van het groene kennissysteem, macrodoelmatigheid en arbeidsmarkt, de relatie met het bedrijfsleven en de onderwijsinstellingen, innovatie van het groene mkb, onderzoek, ontwikkeling van cross-overs en een leven lang leren. Uitdagingen • In het Strategisch Beleidsplan 2015-2019 wordt een aantal strategische keuzes gemaakt om nieuwe uitdagingen aan te gaan en ambities te realiseren. Het sturingsprincipe ‘Decentraal, tenzij’ maakt plaats voor het principe ‘Gemeenschappelijk, tenzij’. • Onzekerheid overheidsbeleid: beleidsmaatregelen worden doorgaans tijdig aangekondigd, waardoor anticiperen mogelijk is. Het gebeurt echter toch ook wel dat er vrij onverwacht nieuwe beleidsmaatregelen worden afgekondigd. • Onzekerheid bekostiging: in elk geval geldt meer en beter doen met minder geld en het groter wordende aandeel van prestatiegerichte bekostiging in het onderwijs. • Veranderingen in en rond het (groene) onderwijs zoals aanpassingen in het vmbo en mbo, de nieuwe intermediaire structuur groen onderwijs en de leerlingprognoses binnen de sector en binnen de Aeres-onderdelen in het bijzonder.
8.2.
Organisatie(structuur)
Het tweehoofdige College van Bestuur wordt ondersteund door het Bestuursbureau. Dit bureau bestaat uit vijf stafdiensten en het bestuurssecretariaat. De stafdiensten zijn Personeel & Organisatie (incl. Personeels- & Salarisadministratie: PSA), Huisvesting & Beheer, Shared Service Centre (receptie, telefonie, ICT en inkoop), Financiën & Control en Marketing & Communicatie. Daarnaast heeft het
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
Pagina 204 van 378
Bestuursbureau doorsnijdende taken in Internationaal en Innovatie & Ontwikkeling. Iedere stafdienst heeft een hoofd. Het Bestuursbureau werkt voor de vier onderdelen die deel uitmaken van Aeres en de daaronder vallende activiteiten. Aeres Agree en het Aeres Praktijkcentrum verzorgen (een deel van) hun administratie zelf. Alle locatiegebonden werkzaamheden die de aangesloten organisaties zelf het meest efficiënt kunnen uitvoeren, zijn gedecentraliseerd. Het Bestuursbureau verzorgt alle overkoepelende bestuurlijke, afstemmende en administratieve activiteiten en daarmee ook de verantwoording naar derden.
8.3.
Horizontale dialoog
Aeres onderhoudt op vele manieren structureel contact met haar interne en externe omgeving (§ 1.3). De stafdiensten onderhouden daarnaast functionele contacten met medewerkers op de locaties en onder meer met leveranciers en relevante afdelingen bij de overheden. Het Bestuursbureau heeft niet systematisch contact met onderwijsdeelnemers of hun ouders. Die contacten lopen via de onderdelen. De wijze waarop zij dit doen, is beschreven in de hoofdstukken van de onderdelen. Via de website(s) biedt Aeres informatie aan, via
[email protected] kunnen mensen vragen stellen. Dit mailadres wordt vrijwel dagelijks gecheckt. Er komen via dit adres vooral reclameboodschappen, facturen, beleidsinformatie en nieuwsbrieven binnen. Gerichte berichten gaan vaak over financiële of juridische zaken of zijn van mensen die iemand zoeken. De horizontale dialoog helpt Aeres bij het doorontwikkelen van profilering, om de positie te bepalen ten opzichte van ontwikkelingen in de buitenwereld en bij het afstemmen op vragen uit het bedrijfsleven. De wijze waarop het Strategisch Beleidsplan 2015-2019 is ontwikkeld (§ 1.5) is daar een treffend voorbeeld van.
8.4.
Financiën
De financiële resultaten van Aeres en de toekomstverwachtingen zijn beschreven in hoofdstuk 2 en de jaarrekening. De strategie is beschreven in hoofdstuk 1, het financieel overzicht in de jaarrekening. Deze paragraaf beschrijft de afdeling financiën en de resultaten in de bedrijfsvoering.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 205 van 378
Financiën & Control voert de administratie, levert periodieke voortgangsgegevens en stelt de jaarrekening op. Control heeft een tweeledige taak: • enerzijds het opstellen van (meerjaren)begrotingen, ondersteuning van het management met beleidsadviezen, planningen, prognoses en analyses (o.a. van voortgangsinformatie met betrekking tot het financiële proces); • anderzijds het toetsen van het te voeren en gevoerde beleid ten aanzien van regelgeving, good governance, enzovoort. Financiën & Control streeft naar het ‘in control’ zijn van heel Aeres. Ze levert budgethouders en financiers structureel en ad hoc informatie die betrouwbaar, relevant en tijdig is. Ook verzorgt de afdeling de financiële transacties (salarissen en declaraties, facturen) van Aeres.
8.4.1.
Resultaten 2015
• Alle reguliere resultaten die voortkomen uit de bovenstaande taken. • De inrichting van de financiële functie is herzien naar aanleiding van het strategische plan en een bijbehorend organisatiemodel is vastgesteld. Het model voorziet onder andere in een strikte scheiding van control- en financiële administratieve functies, meer centrale aansturing van de financiële administratie en een aanscherping van de controlfuncties, waaronder een nieuwe functie van projectcontroller. In 2015 zijn veel voorbereidingen getroffen om het model vanaf 1 januari 2016 stap voor stap te implementeren. • De trimesterrapportage wordt stapsgewijs uitgebouwd en in 2015 zijn de P&O-rapportages over verzuim en formatie geïntegreerd. • De financiële administraties van de faculteiten van Vilentum Hogeschool zijn geïntegreerd tot één administratie. • Het debiteurenproces heeft centraal gestaan: naast veel aandacht voor de inning van de openstaande posten zijn geautomatiseerde toepassingen doorgevoerd en/of opgestart voor de inning van de collegegelden, huurnota’s en ouderbijdragen. • De budgethoudersregeling is herzien en geactualiseerd. • De werkkostenregeling is ingevoerd en er is overeenstemming met de belastingdienst bereikt inzake de fiscale dossiers kantine, oude plankosten en pro-rata. • De ontwikkelingen en veranderingen in de bekostiging vo (passend onderwijs), mbo (Focus op Vakmanschap, kwaliteitsafspraken) en hbo (prestatieafspraken) worden intensief gemonitord. • Een belangrijke bijdrage is geleverd aan de onderdeel overstijgende bekostigingsthema’s waaronder de bekostigingsverschillen tussen groen en regulier onderwijs. • Ondersteuning is geboden bij de oprichting en wijzigingen van de juridische entiteiten behorend bij het Aeres Praktijkcentrum Dronten. De financiële administratie is hieraan aangepast. • Het financieel beheer inclusief de kostenverdeling centraal en decentraal is ontwikkeld voor het merkenbeleid.
8.5.
Personeel, organisatie en salarisadministratie
De stafdienst Personeel & Organisatie (P&O) en de Personeels- & Salarisadministratie (PSA) komen terug in het sociaal jaarverslag (hoofdstuk 9).
8.6.
Huisvesting & Beheer
Huisvesting & Beheer (H&B) faciliteert alle Aeres-onderdelen. Samen met de onderdelen wil H&B een hoog kwaliteitsniveau en goed onderhoud van de gebouwen realiseren. Belangrijkste thema’s zijn:
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 206 van 378
• Duurzaamheid en kwaliteit: samen met de Aeres-onderdelen alert zijn op de meerjareneffecten van handelen op de samenleving en het milieu. • Efficiënt en effectief: transparante bedrijfsvoering voeren en (financiële) continuïteit op lange termijn. • Flexibiliteit: schoolruimte (lesruimten en werkruimten medewerkers) en de bijbehorende verkeersruimte zijn maximaal flexibel inzetbaar voor onderwijsdoeleinden inclusief de praktijkgerichte aspecten daarvan. Kerntaken • Ontwikkelen en actualiseren van het vastgoedbeleid. • Opstellen (meerjaren)begroting (incl. investeringen) en -planning voor onderhoud, renovatie en voor projecten. • Voorbereiden en realiseren verbouw- en nieuwbouwinvesteringen. • Onderhoud en beheer van de gebouwen, gronden en terreinen. • Verzorgen van structurele huur en verhuur. • Uitvoeren nota ‘duurzaamheidsbeleid Aeres Groep’.
8.6.1.
Beleid
Duurzaamheid Aeres werkt in het kader van de huisvesting en bouwactiviteiten vanuit de nota ‘duurzaamheidsbeleid Aeres Groep’. In de voorbereiding van renovatie- en bouwprojecten maakt ze bijvoorbeeld gebruik van het rekeninstrument GPR (Gebouw) voor duurzaam bouwen. Ze stuurt in haar plannen aan op een GPR-score van gemiddeld 7 of hoger. Dit leidt tot maatregelen als isolatie van wanden, glasoppervlakken, vloeren et cetera. Verder laat Aeres energiebesparende voorzieningen ontwerpen en installeren. Planning en gebruik gebouwen eigendom, flexibel, huur De gebouwen die voor 100% ingezet worden voor onderwijs en aan onderwijsgerelateerde activiteiten, worden direct aan de Aeres-onderdelen ter beschikking gesteld. Daar waar gebouwen geheel of gedeeltelijk niet voor het onderwijs worden benut, worden deze administratief overgeheveld naar de afdeling Aeres Agripark. Aeres Agripark exploiteert deze gebouwen door gedeeltelijke terugverhuur aan onderwijsactiviteiten of verhuur aan derden. De Aeres Agriparkgebouwen vormen zo een buffer voor mogelijke groei en krimp van de huisvestingsbehoefte van het onderwijs. Een bij Aeres horend knelpunt is de spreiding van vestigingen. Groei en krimp kunnen in de meeste gevallen niet tussen locaties onderling worden opgevangen. Behalve in de gebouwen die eigendom zijn van Aeres, wordt het onderwijs op enkele locaties mede in gehuurde gebouwen uitgevoerd. Daarmee wordt de flexibiliteit in het huisvestingsaanbod gerealiseerd die nodig is voor de variërende huisvestingsvraag. Ontwikkeling vastgoedkosten onderwijs De totale vastgoedkosten van de onderwijsonderdelen van Aeres (op jaarbasis) stijgen van 2015 tot en met 2017 met 2,7%, voornamelijk als gevolg van investeringen in renovaties en nieuwbouw. Na 2018 zakken de vastgoedtarieven doordat de afschrijvingen dalen.
8.6.2.
Resultaten 2015
Het (meerjarig) investeringsbeleid met alle informatie over de (des)investeringen in huisvesting en bedrijfsmiddelen staat in § 2.3.2 en § 2.8.1.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 207 van 378
Algemeen of Aeres-breed Het Strategisch Huisvestingsplan 2015-2020 is vastgesteld. In het plan worden de navolgende conclusies getrokken en prioriteiten gesteld: • Door toenemende aantallen onderwijsdeelnemers zal de huisvestingsvraag naar verwachting toenemen met ± 20%. Er is flexibiliteit in de gebouwcapaciteit nodig om voldoende ruimte te krijgen voor het opvangen van deze huisvestingsvraag. Dit kan door gedeeltelijk extern te huren respectievelijk te verhuren, zodat wisselingen van de huisvestingsvraag uit het onderwijs kunnen worden opgevangen. Op basis van in- en uitstroomgeneraties wordt gewerkt aan verfijning van de prognosesystematiek. • Bij een structureel vergrote huisvestingsvraag moet een afweging gemaakt worden tussen flexibiliteit en kwaliteit. • Onderhoud van gebouwen handhaven op conditieniveau 3. Daarvoor is een hoger onderhoudsbudget nodig. Het is verhoogd van € 1.000.000 naar € 1.375.000 nodig voor vervangingsinvesteringen vastgoed en het onderhoud is met € 185.000 verhoogd tot € 725.000. • Het calamiteitenfonds omzetten naar een ‘Investeringsruimte onvoorzien’. • Streven naar het realiseren van duurzaamheid van de gebouwen op basis van GPR-score 7 of hoger en een EPC van 1,0 of lager. • Handhaven personeelsformatie H&B op 5,3 fte, inclusief inhuur. De belangrijkste plannen voor 2016 zijn: • vervolg en afronding van de uitvoering van de renovatie/nieuwbouw Groenhorst Velp; • herstructurering gebouwen en terrein PTC+ Ede; • ontwerp en start uitvoering van de uitbreiding mbo Groenhorst Almere; • uitbouw campus Groenhorst Barneveld met het Poultry Expertise Centre; • verbetering van het binnenhuisklimaat van CAH Vilentum te Dronten; • kostendekkend exploiteren van de gebouwen die geheel of gedeeltelijk niet voor onderwijs worden ingezet (Aeres Agripark); • stroomlijnen gebouwenonderhoud. Voor de middellange (2-5 jr.) en lange termijn zijn de belangrijkste speerpunten: • Daar waar mogelijk verbetering van de kwalitatieve uitstraling en verhoging van de verblijfs- en gebruikskwaliteit van de gebouwen. • Stapsgewijs investeren in verduurzaming van het gebouwenbestand, vooral door bij regulier onderhoud, renovaties en nieuwbouwprojecten de verbetering van duurzaamheid te integreren. • Streven naar een structurele oplossing van de uitbreidende huisvestingsvraag van CAH Vilentum Almere en Groenhorst Almere. Groenhorst • Voor Groenhorst Velp zijn de renovatie en uitbreiding fase 1 medio 2015 opgeleverd. Daardoor kunnen de nevenlocaties in Velp en Arnhem worden opgeheven. • Voor Groenhorst Almere is de ontwerpfase voor uitbreiding van het gebouw aan de Heliumweg met 3.000 m2 gestart. • In Barneveld start de realisatie van een praktijkfaciliteit voor het pluimvee-onderwijs. Zie ook § 3.6.3. Vilentum Hogeschool Een totaaloverzicht van alle activiteiten rond huisvesting en omgeving staat per opleidingslocatie in § 4.6.2. H&B is niet bij al deze activiteiten betrokken geweest.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 208 van 378
PTC+ • Sloop van een gebouw en kas in Ede en verkoop van een kavel voor de realisatie van de sporthal van ROC A12. • Start met de herstructurering van de gebouwen en het terrein van PTC+ Ede en de gedeeltelijke oplevering in december 2015. • Gebouwen en terrein aan de Valkseweg te Barneveld zijn verkocht. De resterende activiteiten zijn naar de campus Groenhorst Barneveld overgeheveld. Aeres Praktijkcentrum Dronten De uitbreidingen voor het melkvee-praktijkonderwijs zijn opgeleverd (Weidestal en Flevostal). De faciliteiten zijn 21 mei feestelijk geopend voorafgaand aan onder andere het symposium over de toekomst van het groene onderwijs. Aeres Bedrijvencentrum Dronten De gebouwen op de Drieslag-campus, die niet of niet geheel voor onderwijs worden ingezet, worden nu gemeenschappelijk vermarkt: Aeres Bedrijvencentrum (gebouw A), voormalig Stoas-gebouw (gebouw B) en het resterende deel van het voormalige CAH-gebouw (ongeveer ¼ deel, gebouw C, Green Design Centre). Zie ook § 7.3.
8.7.
Shared Service Centre (SSC)
De afdeling Shared Service Centre (SSC) levert Aeres-breed diensten rond de ICT-infrastructuur, telefonie, informatiemanagement en inkoop. Daarnaast verzorgt het SSC de receptie van het Bestuursbureau en de staf van Groenhorst in Ede. In 2015 is de dienst Inkoop overgegaan naar de afdeling F&C en de receptie naar de afdeling H&B. De afdeling SSC zal met ingang van 2016 een nieuwe naam gaan voeren: afdeling ICT. Informatie over de financiën en het investeringsbeleid over onder meer ICT-projecten (hard- en software) staat respectievelijk in § 2.3.2 en in § 2.8.2, vervangingsinvesteringen. 8.7.1.
ICT, informatiemanagement en telefonie
Het ICT-beleid van Aeres en de aangesloten onderdelen richt zich op de optimalisatie van de ITinfrastructuur en de aansluiting op de behoeftes van de Aeres-onderdelen. De twee hoofddoelstellingen hierbij zijn een stabiele ICT-infrastructuur en een goed toegankelijke, actuele, betrouwbare en integrale informatie(voorziening). Resultaten ICT en informatiemanagement ICT • In de tweede helft van 2015 is een begin gemaakt met een nieuw ICT-beleidsplan 2016-2020 dat naar verwachting medio 2016 klaar is. De ICT-plannen die in 2015 zijn opgesteld, zetten hier de koers voor uit. Het gaat om ICT-architectuur, ICT-governance, ICT-regieorganisatie en werkplekbeleid. Het eind 2015 nieuw geïnstalleerde Aeres Strategisch ICT-beraad gaat leiding geven aan dit proces. Het resultaat van het klanttevredenheidsonderzoek (najaar 2013) is vertaald naar concrete acties en sluit naadloos aan bij de genoemde vier plannen. • Het in 2014 ingezette HAN-traject (Herontwerp AD en lokale Netwerken) voor heel Aeres is medio 2015 naar tevredenheid afgerond bij Vilentum Hogeschool. Dit is het laatste deel van dit omvangrijke project. Dit project omvat ook de invoering van App-V/WDS (virtualisatie en distributie van applicaties). • Er is uitvoering gegeven aan de opgestelde roadmap van projecten uit de sourcingstrategie:
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 209 van 378
- Aanbesteding van de dataverbindingen van Aeres. Dit is succesvol verlopen en is gegund aan Eurofiber: een betaalbare oplossing met een hoge bandbreedte en zeer hoge beschikbaarheid. Realisatie volgt in de eerste helft van 2016. De internetverbinding van KPN wordt begin 2016 gemigreerd naar SURFnet. Dit geeft meer bandbreedte en ontsluit diensten van SURFnet voor Aeres. - De plannen voor enterprise architectuur, ICT-governance, ICT-Regieorganisatie en ICTwerkplekbeleid zijn opgesteld (zie hierboven). - Het assetmanagement van alle devices (o.a. pc’s, laptops, tablets) is gerealiseerd in Ultimo, waar alle locaties gebruik van maken. De afdeling ICT rondt dit begin 2016 af voor de netwerkcomponenten. - Een training Projectmanagement en Businesscases is gepland in het voorjaar 2016. - Een samenwerkingsomgeving wordt gerealiseerd in Aerport Online onder leiding van de stafafdeling Marketing & Communicatie. ICT ondersteunt daarbij. • Realisatie van aansluiting op SURFconext voor achterliggende diensten (extern integratieplatform) onder andere eduroam, Presentations2Go en SURFmarket. SURF eduroam biedt toegang tot internet op vrijwel alle ho-instellingen en meer dan tien roc’s met de eigen inloggegevens; het wordt ook steeds meer internationaal gebruikt, waardoor ook hier automatische internet toegang mogelijk is. • De interne Exchange mailomgeving is succesvol gemigreerd naar Office 365 voor alle medewerkers en leerlingen/studenten. • Op het vlak van security is een beleidslijn uitgezet voor het veilig gebruik van het netwerk zowel in als buiten Aeres ongeacht het device. Informatiemanagement • Uitwisseling informatie tussen informatiesystemen; harmoniseren infostromen. - Er is een koppeling gerealiseerd tussen het studentinformatiesysteem (Alluris) en het relatiebeheersysteem, zodat inzichtelijk gemaakt kan worden welke geïnteresseerden voor een opleiding ook daadwerkelijk student zijn geworden. - Er zijn voorbereidingen getroffen om het platform BizTalk dat wordt gebruikt voor het koppelen van informatiestromen, in 2016 als cloud-dienst af te nemen (Azure). - Voor het harmoniseren van informatiestromen loopt een traject om de wlektronische leeromgeving (ItsLearning) Groenhorst-breed uniform beschikbaar te maken. - In 2015 is een onderzoek gedaan naar verbeteringen aan het managementinformatieportaal. Dit om het verstrekken van managementinformatie beter te faciliteren. De pilot van het verbeterde portaal vindt in 2016 plaats. • Afstemming wensen business (onderwijs, afdelingen) en informatietechnologie (IT)/informatie management (IM). - In het kader van de aanbesteding ICT-dienstverlening is een Aeres-brede informatiearchitectuur opgesteld (zie ook onder ICT). Aeres wil middels architectuurprincipes inzichtelijk maken welke informatiesystemen er binnen Aeres worden gebruikt, welke mogelijkheden er zijn om informatie beter te integreren en een actueel overzicht hebben. - Middels regulier overleg zijn de wensen van de business besproken en geprioriteerd. Ook is de voortgang besproken van de lopende projecten: opstellen informatiebeveiligingsbeleid, opstellen informatiearchitectuur, realisatie gewenste koppelingen. • Opstellen van en adviseren over beleidsplannen, (meer)jarenplan, begroting, projectenkalender. - In 2015 is het concept-informatiebeveiligingsbeleid 2016-2020 opgesteld. - In 2015 is er binnen Aeres een nulmeting gedaan op het gebied van informatiebeveiliging. De input is verwerkt in het conceptbeleidsplan en zal ook meegenomen worden in het jaarplan informatiebeveiliging voor 2016. - Er is een concept opgesteld van het datamanagementbeleid. Hierin is een voorstel gedaan voor waar welke gegevens worden opgeslagen. Dit zal in 2016 verder worden uitgewerkt en worden toegepast bij de implementaties van het nieuwe intranet en de verdere implementatie van Office 365 (OneDrive).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 210 van 378
8.7.2.
Inkoop
De dienst Inkoop is verantwoordelijk voor het opstellen van het inkoopbeleid, het inkoophandboek en de inkoopvoorwaarden en het faciliteren/informeren van budgethouders. Bij Aeres-brede (Europese) aanbestedingen verzorgt Inkoop de procesbegeleiding: (juridische) advisering, procesbegeleiding/optimalisatie en ondersteuning. Daarnaast vormt het (on)gevraagd adviseren en toetsen van allerhande contractstukken een wezenlijk onderdeel van de verantwoordelijkheid van de dienst. Er wordt beleid ontwikkeld voor de verdere inrichting van de inkoopfunctie. In dit kader is de dienst Inkoop per 1 september 2015 verhuisd van de afdeling SSC naar F&C. Resultaten 2015 • Spend-analyse (kwantitatieve inkoopanalyse) Er is een softwarepakket geselecteerd en na rubricering van alle factuurregels (boekjaren 2013 en 2014) zullen in het voorjaar 2016 van de eerste conclusies/adviespunten uitgewerkt worden. Dit draagt bij aan een beter zicht op de verschillende inkoopsegmenten. Iets dat noodzakelijk is voor vaststelling van het percentage rechtmatige inkooptransacties en het onderkennen van verbeterpunten (denk bijvoorbeeld aan factuurreductie waardoor interne kosten dalen). • Europese aanbestedingen - ICT-dienstverlening - Verbindingen: De ICT-dienstverlening is veelomvattend. Besloten is eerst de dataverbindingen aan te besteden. Eind 2015 is de gunning van de dataverbindingen aan Eurofiber gerealiseerd. - Leaseauto’s: Na een kostenvergelijking op de afdeling PSA is geconcludeerd dat het kopen van auto’s voordeliger is dan het leasen ervan. Er vindt een Europese aanbesteding van koopauto’s plaats. Hier zijn geen inschrijvingen voor ontvangen. Op dit moment (voorjaar 2016) loopt een procedure van gunning via onderhandeling. Op deze wijze wordt getracht alsnog een overeenkomst met geïnteresseerde marktpartijen te sluiten. - Schoonmaak: Bij de overeenkomst voor schoonmaakdienstverlening is geen gebruikgemaakt van het laatste optionele verlengingsjaar. Er vindt een nieuwe Europese aanbesteding plaats, waarbij drie percelen zijn gevormd. Naar aanleiding van de procedure is met drie verschillende marktpartijen een overeenkomst gesloten. Ook voor het contractmanagement is een nieuwe partij gecontracteerd. - Gebouwtechnische installaties: Er is hierbij geen gebruikgemaakt van optionele verlengingsopties. De Europese aanbesteding wordt voorjaar 2016 afgerond. - Gas en elektra: in 2015 is binnen het bve-collectief een gezamenlijke Europese aanbesteding voor gas en elektra (twee verschillende percelen) voor de leveringsjaren 2017 t/m 2019 (met optiejaren 2020 t/m 2025) gepubliceerd. • Notitie ontwikkelings-/adviespunten dienst Inkoop Voorjaar 2015 stelt de dienst Inkoop een adviesnotitie op waarin diverse aandachtspunten voor de ontwikkeling van de inkoopfunctie zijn opgenomen. Eén van de adviespunten, positionering van de dienst Inkoop onder F&C in plaats van SSC, is inmiddels geëffectueerd. Het beschrijven en vaststellen van een functieprofiel voor de inkoopadviseur is in gang gezet. Overige adviespunten (waaronder meer aandacht voor contractmanagement en capaciteit) zullen naar verwachting in 2016 verder uitgewerkt worden.
8.8.
Kwaliteitszorg en optimalisatie samenwerking
Het Bestuursbureau wil adequate, kwalitatief hoogwaardige ondersteuning bieden binnen het groene collectief van Aeres. Elke stafdienst beschrijft de eigen specifieke doelstellingen in het eigen jaarplan. Dit jaarplan vormt de leidraad tijdens de voortgangsgesprekken van de hoofden van de stafdiensten met het College van Bestuur. De hoofddoelstellingen van de jaarplannen zijn aangepast op basis van de Aeres-strategie.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 211 van 378
Resultaten 2015 • Na evaluatie met het managementteam aanscherpen van de processen in de planning-en-controlcyclus zoals bijvoorbeeld het begrotingsproces. • Ingaan van het certificeringstraject Certiked ISO 9001 is uitgesteld in afwachting van herinrichting van verschillende afdelingen binnen het Bestuursbureau. • Meer systematisch afstemmingsoverleg tussen de verschillende afdelingen om de onderlinge samenwerking te verbeteren. • Voorbereiding medewerkerstevredenheidsonderzoek (voorjaar 2016). Klanttevredenheidsonderzoek Bestuursbureau In vervolg op het in 2013 afgenomen klanttevredenheidsonderzoek zijn door elk van de stafdiensten van het Bestuursbureau verbeterplannen opgesteld, voor het Bestuursbureau als geheel en voor elke stafdienst afzonderlijk. Behalve aan specifieke afdelingsverbeterpunten is bij het Bestuursbureau in 2015 hard gewerkt aan de generieke verbeterpunten: verbeterd verwachtingenmanagement en een kwaliteitsslag bij het delen en ontsluiten van informatie.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 212 van 378
9 Sociaal jaarverslag Aeres is de werkgever van alle medewerkers die in dienst zijn bij een onderdeel of eenheid waar het College van Bestuur van Aeres verantwoordelijk voor is (zie organogram § 1.2.1). Alle personele zaken die betrekking hebben op die medewerkers zijn centraal gepositioneerd binnen het Bestuursbureau. De enige uitzonderingen op die positionering zijn Stichting Agrotransfer en Aeres Praktijkcentrum Holding bv. P&O (beleidsmedewerkers) en PSA (Personeels- & Salarisadministratie) verlenen diensten aan alle onderdelen van Aeres. Leeswijzer Dit hoofdstuk geeft alle personele informatie van alle Aeres-onderdelen. Er staan verwijzingen naar dit hoofdstuk in de andere hoofdstukken. Omdat de meeste onderdelen inmiddels een OR hebben, is het sociaal jaarverslag opgesteld volgens de WOR-richtlijn. Ook gebruikt Aeres het verslag om de ontwikkelingen binnen Aeres af te zetten tegen landelijke benchmarks. De verslagen van het personeelsbeleid zijn voor de publieke en commerciële activiteiten gescheiden: • De resultaten en cijfers van de Stichting Aeres Groep (onderwijsonderdelen Groenhorst en Vilentum Hogeschool) zijn gegeven in de paragrafen 9.4 tot en met 9.9 en 9.11 (cijfers). • De resultaten van het Bestuursbureau zijn gegeven in § 9.10 en 9.11 (cijfers). • Personeelsbeleid PTC+ staat in § 9.12. • Personeelsbeleid Aeres Praktijkcentrum Dronten staat in § 9.13. • Personeelsbeleid Agrotransfer Holding bv (= Aeres Agree en Aeres Bedrijvencentrum Dronten) staat in § 9.14. • Horizontale verantwoording HRM heel Aeres: medezeggenschap staat in § 9.15, de horizontale verantwoording HRM heel Aeres: werknemersvertegenwoordiging staat in § 9.16. De onderbouwende cijfers staan in bijlage 5, Kengetallen personeel
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
Pagina 213 van 378
Inhoud 9.1 9.2 9.3
Belangrijke items personele zaken 2015 Totale omvang personeelsbestand Aeres Omgeving, strategie en plannen personele zaken
215 215 216
Onderwijsonderdelen en Bestuursbureau 9.4 Personeelsbeleid Stichting Aeres Groep: de onderwijsonderdelen 9.4.1 Strategie, ambities en plannen van de onderwijsonderdelen 9.5 Aeres-brede resultaten personele zaken onderwijsonderdelen 9.5.1 Onderzoeken onder medewerkers onderwijsonderdelen 9.6 Scholing en professionalisering onderwijsonderdelen 9.6.1 Groenhorst 9.6.2 Vilentum Hogeschool 9.7 Arbeidsvoorwaarden onderwijsonderdelen 9.8 Arbo en ziekteverzuim onderwijsonderdelen 9.8.1 Ziekteverzuim en veiligheid onderwijsonderdelen 9.8.2 Resultaten arbobeleid 9.8.3 Sociaal veiligheidsbeleid 9.8.4 Klachten en bezwarenprocedures personele zaken 9.9 Competentiemanagement en HR-cyclus onderwijsonderdelen 9.9.1 Functiebouwwerk onderwijsonderdelen 9.9.2 Professionele ruimte en statuut onderwijsonderdelen 9.10 Personeelsbeleid Bestuursbureau 9.11 Cijfers personeelsbestand Stichting Aeres Groep (onderwijsinstellingen én Bestuursbureau) 9.11.1 Kengetallen 9.11.2 Overzicht onderwijsfuncties en niet-onderwijsfuncties 2012-2015 9.11.3 Leeftijdsopbouw en vergrijzing
228 228 232 234
Commerciële activiteiten 9.12 Personeelsbeleid PTC+ Resultaten 2015 9.12.1 9.12.2 Plannen 9.13 Personeelsbeleid Aeres Praktijkcentrum Dronten bv 9.14 Personeelsbeleid Aeres Agree en Aeres Bedrijvencentrum Dronten 9.14.1 Resultaten 2015
235 235 237 237 238 238
Medezeggenschap 9.15 Horizontale verantwoording HRM Aeres totaal: medezeggenschap 9.15.1 Verslagen medezeggenschap onderwijsonderdelen en Bestuursbureau 9.15.2 Verslag ondernemingsraden commerciële activiteiten 9.16 Horizontale verantwoording HRM Aeres totaal: Werknemersvertegenwoordiging
217 217 219 220 221 221 222 223 224 224 225 225 225 226 227 227 227
241 242 244 244
De verklarende woordenlijst staat in bijlage 1. De onderbouwende cijfers in bijlage 5.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 214 van 378
9.1.
Belangrijke items personele zaken 2015
In 2015 staat de kwaliteit van het onderwijs onverminderd centraal. Onderwijskwaliteit wordt in hoge mate bepaald door de onderwijsprofessionals zelf. De P&O-activiteiten zijn daarom gefocust op professionalisering van medewerkers, teams en de organisatie. Er is fors geïnvesteerd in de toename van bevoegde docenten binnen het mbo en masteropgeleiden binnen het hbo. Wijzigingen in de Wwz vroegen om aanpassing van het aanstellingsbeleid bij het mbo; alleen bevoegde docenten komen voor een dienstverband voor onbepaalde tijd in aanmerking. Een onderzoek naar tekortvakken en mogelijkheden tot tekortvakkenbeleid is uitgevoerd. De organisatie blijft zich ontwikkelen. Groenhorst start met het vmbo- en mbo-beleidsoverleg en heft het kern MT op. Vilentum Hogeschool harmoniseert beide faculteiten met onder andere gefaseerde harmonisatie van het functieloongebouw onderwijs, onderzoek en staf. Er loopt een ontwikkelingstraject bij het Aeres Praktijkcentrum Dronten en de PTC+-locatie in Horst wordt overgenomen. Uitbouw van preventief P&O-beleid staat centraal. Gezondheidsmanagement krijg onder andere vorm in het project Goed bezig. De HR-cyclus is versterkt, onder meer door implementatie van Raet Medewerker Ontwikkeling. De dossieropbouw is verbeterd onder andere door training van leidinggevenden en preventieve juridische dienstverlening. Het proces `organisatie van werk’ is verbeterd. Er is een gemeenschappelijk introductiemoment voor nieuwe medewerkers, verbeterd formatiebeheer en verbeterde informatievoorziening vanuit P&O/PSA. Gestart is met het maken van afspraken over duurzame inzetbaarheid van leidinggevenden en medewerkers. Een start is gemaakt met de taakstelling in het kader van de Participatiewet. De procesgang rond preventie en wachtgeldreductie is nader belegd. Met het beëindigen van de cao PTC+-onderhandelingen ontstaat de situatie dat voor nieuwe collega’s bij PTC+ nieuwe arbeidsvoorwaarden overeen te komen zijn. Het traject tot vaststelling van deze nieuwe arbeidsvoorwaarden is gestart. Ook is dit jaar de medezeggenschapsstructuur aangepast. De ondernemingsraad (OR) CAH/Almere en OR Stoas Wageningen wijzigen in OR Vilentum. Ook zijn belemmeringen in studentenmedezeggenschap uitgesproken en verbeterd.
9.2.
Totale omvang personeelsbestand Aeres
Op 31 december 2015 heeft Aeres 1.145 (was 1.068) medewerkers (920,6 fte, was 872,13) in dienst. • De onderwijsonderdelen van de Stichting Aeres Groep (Groenhorst en Vilentum Hogeschool) hebben dan 1.014 medewerkers (808,98 fte). Dit is exclusief inhuur via derden. Dit is een toename van 54,64 fte ten opzichte van het vorige jaar. De oorzaak van de toename is de toename van het aantal onderwijsdeelnemers bij zowel Groenhorst als Vilentum Hogeschool. • In 2015 werken er bij het Bestuursbureau (ook Stichting Aeres Groep) 51 medewerkers (41,36 fte). Dit is een toename van 1,84 fte ten opzichte van vorig jaar. • Eind 2015 heeft Stichting PTC+ 53 (47,36 fte) medewerkers in dienst. Dit is een afname van 6,51 fte ten opzichte van 2014. • Eind 2015 heeft Stichting Agrotransfer Dronten (Holding, Aeres Agree en Aeres Bedrijvencentrum Dronten) 22 (18,4 fte) medewerkers. Dit is een afname van 1,5 fte ten opzichte van 2014. • De, in 2015 gerealiseerde, Aeres Praktijkcentrum Dronten bv heeft 5 medewerkers en studenten (5,2 fte) in dienst. De overige 13 (8,7 fte) medewerkers van het trainingsbedrijf en andere collega’s
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 215 van 378
• •
• •
die hier werken zijn ingehuurd van Groenhorst en Vilentum Hogeschool. Zij zijn in die overzichten van die onderdelen opgenomen. De medewerkers van de ondersteunende stichtingen (SSV en AISF) zijn ingehuurd van Groenhorst en CAH Vilentum en zijn in die overzichten van die onderdelen opgenomen. 48,62% van de Aeres-medewerkers heeft een deeltijdbaan. PTC+, Aeres Landbouwbedrijf bv en Agrotransfer Dronten hebben in verhouding daarmee veel voltijdbanen. Net iets meer dan de helft van de banen bij de onderwijsinstellingen is een deeltijdbaan. 11,8% van de medewerkers van Stichting Aeres Groep is ouder dan 60 jaar, 28,3% van de PTC+medewerkers, 9% bij Agrotransfer Dronten. In absolute aantallen werken er meer vrouwen dan mannen bij Aeres. Qua uren (fte’s) zijn de mannen iets in de meerderheid.
9.3.
Omgeving, strategie en plannen personele zaken
Het succes van goed onderwijs is in hoge mate afhankelijk van de professionals die het onderwijs verzorgen. Professionalisering van de (onderwijs)medewerkers en het management hangt nauw samen met een kwalitatief hoogstaand P&O-beleid. Ontwikkeling van de professionals binnen Aeres is daarmee per definitie een thema dat volop de aandacht heeft. Omgevingsfactoren en ontwikkelingen • Steeds sterker wisselende omstandigheden doen een steeds groter beroep op de responsiviteit van individuen, teams en de organisatie. Zij moeten snel en adequaat in (kunnen) spelen op nieuwe omstandigheden. Daarbij is koersvastheid op basis van een eigen visie van groot belang. • Toenemend belang van preventie, governance en risicomanagement alsook een toename van verantwoordingsdruk en juridisering. • Toenemende individualisering en behoefte aan gemeenschapszin. • Toenemende werkdrukbeleving. • Toenemende informatisering, technologisering en digitalisering. • Internationalisering. • Flexibilisering van de dynamische arbeidsmarkt. Langer doorwerken (pensioenleeftijd: 67 jaar) vraagt vroegtijdig om beleid op duurzame inzetbaarheid. Strategische personeelsplanning en talentmanagement zijn daarbij evident. • Professionaliteit en kwaliteit zijn vanzelfsprekend en vragen om onderhoud. Daarbij past een groot beroep op het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Strategie en ambities van Aeres Het uitdagen, begeleiden en voeden van de ontwikkeling van jonge mensen tot competente professionals in het groene domein vraagt om een professionele organisatie met onderwijsprofessionals die deskundig zijn op hun vakgebied en beschikken over uitstekende pedagogische en didactische kwaliteiten. Daarnaast beschikken onderwijsprofessionals over onderzoekscompetenties. De Aeres-organisatie staat borg voor de context van een professionele cultuur. Een cultuur waarin medewerkers de juiste balans vinden tussen uitdagingen in het werk in relatie tot de vaardigheden waar ze over beschikken. Vitale professionals vraagt om blijvend investeren in kennisontwikkeling en bouwen aan deze professionele cultuur.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 216 van 378
Onderwijsonderdelen en Bestuursbureau 9.4.
Personeelsbeleid Stichting Aeres Groep: de onderwijsonderdelen
De onderwijsonderdelen Groenhorst en Vilentum Hogeschool ressorteren onder de Stichting Aeres Groep. Bij de onderwijsonderdelen voert de stafdienst P&O/PSA, samen met collega’s op de locatie, diverse activiteiten uit in het verlengde van het hierboven genoemd Aeres-brede beleid. Ze worden hieronder per onderwerp voor Groenhorst en Vilentum Hogeschool beschreven. Plannen en ontwikkelingen zijn, waar relevant, bij de onderstaande paragrafen gegeven. De onderwerpen zijn: • organisatieontwikkeling; • scholing en professionalisering; • arbeidsvoorwaarden; • arbo en gezondheidsbeleid; • competentiemanagement en HR-cyclus onderwijsonderdelen; • functiebouwwerk; • professionele ruimte en statuut. De cijfers van de onderwijsonderdelen van de Stichting Aeres Groep en het Bestuursbureau zijn in § 9.11 samen gegeven, omdat de medewerkers van het Bestuursbureau binnen dezelfde stichting vallen.
9.4.1.
Strategie, ambities en plannen van de onderwijsonderdelen
Bovenstaande ontwikkelingen maken dat de P&O-dienstverlening steeds vaker over preventievraagstukken gaat. Het P&O-beleid heeft meer en meer als opdracht om mee te helpen problemen te voorkomen in plaats van problemen op te lossen. De P&O-activiteiten zijn daarmee steeds meer toekomstgericht en dienen een bijdrage te leveren aan de organisatieontwikkeling, teamontwikkeling en de individuele ontwikkeling. Naast de bijdrage aan de bedrijfsvoering in bijbehorende control- en beheerstaken zet P&O volop in op: ontwikkeling, betrokkenheid, betekenisgeving en intrinsieke motivatie. Met aandacht voor vakmanschap, leiderschap, werkinhoud en samenwerking. Op zodanige wijze dat eigenaarschap door professionals genomen wordt, passend binnen integraal management en de Aeres-besturingsfilosofie ‘Gemeenschappelijk, tenzij’. Het P&O-beleid ondersteunt zo de realisatie van de gestelde ambities in het onderwijs. In 2015 vindt een eindevaluatie plaats van Groenhorst in Vorm. Dit traject van organisatieontwikkeling is gericht op een toekomstbestendige besturing van Groenhorst. De uitkomsten van de evaluatie leiden ertoe dat de overlegstructuur is aangepast. Het vmbo- en mbo-beleidsoverleg zijn in het leven geroepen om zo meer focus aan te kunnen brengen in de beleidsontwikkeling per onderwijssoort. Behalve op de ontwikkeling van het vmbo en mbo is de focus tevens gericht op de verbinding tussen vo, mbo, hbo en de commerciële activiteiten. Door de verandering in de overlegstructuur is het kern MT komen te vervallen. Wat onveranderd is gebleven is om, naast de primaire verantwoordelijkheid van een locatiedirecteur voor zijn locatie, tevens de beleidskracht van de locatiedirecteur optimaal te
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 217 van 378
benutten voor geheel Groenhorst. Kern Konsult ondersteunt de locatiedirecteuren en de staf van Groenhorst hierbij, gericht op de verdere professionalisering van het projectmatig werken (10+). Visie op vaste, tijdelijke of flexibele inzet Deze paragraaf beschrijft het beleid voor de verhouding tussen het aantal medewerkers (fte) in vaste dienst versus het aantal flexibele en ingehuurde krachten in relatie tot de geprognosticeerde groei/krimp. Daar waar een verwijzing staat naar tijdelijke medewerkers worden die medewerkers bedoeld die een aanstelling voor bepaalde tijd hebben. De mogelijkheden tot flexibele inzet bepalen mede de mate waarin Aeres kan anticiperen op veranderende omstandigheden (wijziging in financiering of stijging/daling deelnemersaantallen). Naast flexibele inzet draagt ook het vergroten van de interne flexibiliteit (contractuitbreiding, mobiliteit etc.) bij aan de organisatorische flexibiliteit om te anticiperen op de steeds vaker wijzigende omstandigheden. Goed onderwijs vraagt om keuzes. Specifieke inhoudelijke deskundigheid kan soms beter tijdelijk ingehuurd worden dan in een vast dienstverband. De komende jaren is de landelijke beweging er één naar het terugdringen van oneigenlijke flexibele arbeid. De flexibele inzet van Aeres heeft een omvang die zich ruim onder het benchmark-gemiddelde van voor het hbo 29% en voor het mbo 14% bevindt. Aeres onderschrijft van harte de inzet op het tegengaan van schijn(flex)constructies. Gelet op de bescheiden flexibele inzet binnen de groep wordt continuering van de huidige omvang van flexibele inzet verwacht. Dit omvat circa 7% inhuur en circa 17,14 % tijdelijken in loondienst bij Aeres en 3,5 % in loondienst bij Payrolljobs voor vervanging en tijdelijke formatie. Goed onderwijs vraagt om een stabiele kern in het personeelsbestand. Soepel inspelen op vragen vanuit de markt vraagt om een flexibele schil die afgestemd kan worden op het onderhanden werk. Daarom kiest Aeres voor een personeelsbestand dat bestaat uit een mix van vaste, tijdelijke, flexibele en ingehuurde krachten en uitbesteding van neventaken. Vast en tijdelijk De eerste twee groepen vormen de kern van het personeelsbestand: • Allereerst zijn er de medewerkers met een aanstelling voor onbepaalde tijd. De bewegingen in deze groep worden bepaald door het natuurlijk verloop en pensionering. • De tweede groep zijn medewerkers in loondienst met een contract voor bepaalde tijd, waarbij het de bedoeling is dat zij bij een positieve beoordeling een dienstverband voor onbepaalde tijd krijgen. Deze medewerkers zijn werkzaam in voor Aeres reguliere processen. Omdat hier een dienstverband voor onbepaalde tijd beoogd wordt, beschouwt Aeres deze groep niet tot de zuivere ‘flexibele inzet’. De omvang van deze groep is sterk afhankelijk van het verloop en de mate van instroom van de deelnemers of het personeel. Uitgaande van een stabiele personeelsformatie, een licht stijgend aantal deelnemers en rekening houdend met verwachte pensionering wordt voor komend jaar voor Aeres als geheel circa 7% van de formatie in deze groep verwacht, voor Groenhorst circa 8% en voor Vilentum Hogeschool circa 4,5%. Flexibel en inhuur De volgende twee groepen behoren wel tot de zuivere ‘flexibele inzet’: • De flexibele medewerkers in loondienst hebben een contract voor bepaalde tijd om reden van tijdelijke financiering of vervanging. Deze contracten voor bepaalde tijd eindigen van rechtswege. Deze medewerkers zijn werkzaam in voor Aeres reguliere, tijdelijk reguliere of niet-reguliere processen. • De omvang van deze groep is afhankelijk van de stijging of daling van tijdelijke financiële middelen. Voor Aeres als geheel is dit geprognotiseerd op circa 17,14%, voor Groenhorst op circa 20,3% en voor Vilentum Hogeschool op 9%.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 218 van 378
• De laatste groep zijn medewerkers die Aeres inhuurt van een andere werkgever: detacheringen, uitzendbureaus en payrollers of het zijn zzp’ers. Deze medewerkers zijn werkzaam in voor Aeres tijdelijk reguliere of niet-reguliere processen. Hieronder vallen ook de medewerkers ingezet op ziektevervanging via payroll. De omvang van deze groep van de flexibele inzet wordt voor Aeres als geheel voor komend jaar op 8,5% geprognotiseerd, voor Groenhorst op 5,4% en voor Vilentum Hogeschool op 15,4%. Dit is echter mede afhankelijk van de hoogte van het ziekteverzuim. Aeres regelt externe vervanging bij ziekte immers bij voorkeur via payrolling. Dit om als niet passend beoordeelde bovenwettelijke uitkeringen te voorkomen. Mocht de bovenwettelijke uitkering in de cao wijzigen, dan wijzigt de argumentatie voor ziektevervanging middels payrolling en kan de omvang van de groep flexibele inzet wijzigen. Aeres maakt de strategische afweging welke activiteiten de groep tot haar kernactiviteiten rekent en welke niet. Niet-kernactiviteiten worden door Aeres – veelal in dienstverleningsovereenkomsten – ingehuurd. Voorbeelden hiervan zijn: verhuur vastgoed, ICT-ondersteuning, schoonmaak en hulpverlening. Deze formatie rekent de groep niet tot de flexibele inzet. Aeres-brede plannen voor de onderwijsonderdelen De koers van het nieuwe strategisch beleid is in 2015 vastgesteld en uitgewerkt. Onderhoud van en investering in het professioneel kapitaal van Aeres heeft daarin een prominente plaats.
9.5.
Aeres-brede resultaten personele zaken onderwijsonderdelen
Aeres staat voor ‘gewoon goed onderwijs’. De kwaliteit van het onderwijs hangt nauw samen met de professionaliteit en het vakmanschap van de medewerkers. Aeres investeert daarom veel in professionalisering. De belangrijkste algemene Aeres-brede activiteiten over 2015 zijn: • Organisatieontwikkeling Groenhorst. • Organisatieontwikkeling Vilentum bestaande uit harmonisatie van beide faculteiten, onder andere gefaseerde harmonisatie functieloongebouw onderwijs, onderzoek en staf. • Versterken van de HR-cyclus, onder andere door implementatie Raet. • Stijging aantal bevoegde docenten mbo Groenhorst. In verband met Wwz actualisatie van beleid: alleen bij bevoegd dienstverband voor onbepaalde tijd. Investeringen in professionalisering (lerarenbeurzen). • Toename aantal masteropgeleiden (Vilentum Hogeschool). • Dossiervorming en dossieraanpak verbeterd. • Ggezondheidsmanagement, onder andere vormgegeven in het project Goed bezig. • Procesgang belegd preventieve wachtgeld reductie. • Preventie juridische dienstverlening (training Dossiervorming voor teamleiders georganiseerd). • Verbeterde organisatie van werk. • Start afspraken tussen leidinggevenden en medewerkers over duurzame inzetbaarheid. • Start taakstelling Participatiewet. • Onderzoek naar tekortvakken. • Verbeterde informatievoorziening vanuit P&O/PSA. Resultaten reductie uitkeringskosten Aeres neemt haar re-integratieplicht serieus: ex-medewerkers krijgen begeleiding bij het vinden van ander werk. De opbouw van dit beleid heeft stap voor stap vorm gekregen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 219 van 378
2015
Begroot
Werkelijke uitgaven
Verschil
Oorzaak
Groenhorst
449.356
226.912
222.444
Zie onderstaand
41.432
8.046
33.386
279.249
197.617
81.632
97.054
113.791
-/-16.737
867.091
546.366
320.725
Groenhorst PrO Vilentum Hogeschool Bestuursbureau Totaal
In het bovenstaande overzicht zijn de begrote en werkelijke uitkeringskosten opgenomen. De exwerknemers van Groenhorst vinden snel werk na hun ontslag. De huidige uitstroom bij Groenhorst komt voort uit medewerkers van wie het tijdelijke contract niet is verlengd. Deze groep heeft recente sollicitatie-ervaring. Daarnaast krijgen medewerkers bij ontbinding van vaste contracten direct begeleiding bij het zoeken naar ander werk. Hierdoor wordt € 222.444 aan uitkeringsrechten niet aangesproken. Bij Groenhorst College Praktijkonderwijs hebben alle ex-medewerkers met recht op een (bovenwettelijke) uitkering inmiddels werk gevonden met extra begeleiding naar ander werk. De instroom binnen Vilentum Hogeschool is voor een groot deel veroorzaakt door het ontbinden van vaste contracten. Vaak vraagt de rentree op de arbeidsmarkt een iets langere tijd. Het Bestuursbureau heeft door ontbinding van vaste contracten een hogere instroom dan begroot. Stichting Aeres Groep boekt een positief resultaat op de reductie van de uitkeringskosten van € 320.725. Inmiddels is ervaring opgedaan met het beheersen van de uitkeringskosten. Het staat op de agenda en het werkproces is binnen P&O gestandaardiseerd. P&O zoekt met ex-medewerkers met uitkeringsrechten naar een passende begeleiding naar betaald werk. Om de groep uitkeringsgerechtigden goed in kaart te hebben, stuurt de werkgever bij het einde van het dienstverband de ex-medewerker een brief met daarin de procesafspraken. Door de profielen hier vast te leggen, is het mogelijk ex-medewerkers snel op te roepen bij vacatures. Binnen P&O is in dit kader een netwerk van bureaus met verschillende expertises. Resultaten personeels- en salarisadministratie (PSA) • In 2015 start de digitalisering van alle personeelsdossiers. Dit wordt in 2016 afgerond. Alle personeelsleden krijgen inzage in het personeelsdossier. • Onderzoek gestart naar de Aeres-autoleaseregeling. Er is onderzocht of er op kosten kan worden bespaard door de auto’s in eigen beheer te nemen. Dit onderzoek wordt in 2016 uitgebreid en zal vervolgens resulteren in aanschaf auto’s door Aeres of verdergaan met een leasemaatschappij. Voor beide opties is een Europese aanbesteding nodig.
9.5.1.
Onderzoeken onder medewerkers onderwijsonderdelen
Groenhorst Groenhorst heeft de plannen uitgewerkt naar aanleiding van het medewerkertevredenheidsonderzoek in 2013 dat op de locaties is uitgevoerd. In 2016 vindt een nieuwe medewerkerstevredenheidsmeting plaats. Vilentum Hogeschool In 2014 is er een werkbelevingsonderzoek uitgevoerd bij Vilentum Hogeschool. Belangrijkste aandachtspunten zijn werkdruk, afstemming onderwijsgevenden en ondersteunende diensten, kwaliteit en studentgerichtheid. In beide faculteiten vinden gesprekken plaats in de teams en met leidinggevenden. Bij Vilentum Hogeschool zijn per faculteit twee aandachtspunten benoemd: kwaliteitsgerichtheid en de samenwerking tussen onderwijsgevenden en onderwijsondersteunende medewerkers voor CAH Vilentum, kwaliteitsgerichtheid en studentgerichtheid voor Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 220 van 378
9.6.
Scholing en professionalisering onderwijsonderdelen
Goed onderwijs staat of valt met de professionaliteit en het vakmanschap van de medewerkers. Aeres hecht daarom veel belang aan scholing en professionalisering en het creëren van ontplooiingsmogelijkheden. 9.6.1.
Groenhorst
In 2015 is met een veelheid van thema’s gewerkt aan scholing & professionalisering. Voor docenten zijn belangrijke onderwerpen: • Pedagogisch-didactisch handelen, resultaatverantwoordelijk werken in teams, passend onderwijs en loopbaanbegeleiding. • Herziening kwalificatiestructuur – Voor het ontwikkelen en vormgeven van onderwijs op basis van de herziene kwalificatiestructuur trekken de onderwijsteams van Groenhorst gezamenlijk op. • Het project Begeleiding van startende docenten (waarin samengewerkt wordt met aoc’s, Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool en WUR) is in Velp voortgezet. • Binnen het Groen Consortium leidt Groenhorst zestig studenten op een leerwerkplek op, hetzij als collega in opleiding hetzij als stagiair. Zes themadagen zijn georganiseerd waaronder een over ouderbetrokkenheid en de verbindende school. • Twintig docenten studeren af met een lerarenbeurs voor een bachelor- of masteropleiding. • Het CECO en de assessoren zijn getraind in het kader van examinering. • Van de onbevoegde docenten (12,5 % in 2015) zijn er 45 in opleiding. Vijftien onbevoegde dierenartsen hebben in een incompanytraject allen hun Pedagogisch Didactisch Getuigschrift behaald. Voor het management waren belangrijke activiteiten: • Een aantal teamleiders heeft meegedaan aan het traject Responsief leiderschap. Kern is om meer in verbinding te staan met de regio, meer strategisch-tactisch te handelen in plaats van veelal operationeel en het creëren van een team met een groene identiteit. Om als teamleider (en team) snel en adequaat te reageren op ontwikkelingen in de omgeving, oftewel ‘responsiever’ zijn.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Team vmbo Emmeloord: Tijdens het traject “De docent aan het roer!” geeft KPC op basis van leervragen van docenten invulling aan vier bijeenkomsten met verschillende thema’s (doelgericht werken, variatie in werkvormen, motivatie en zelfregulatie, omgaan met verschillen). De deelnemers kunnen een of meerdere van deze bijeenkomsten bijwonen. De docenten krijgen praktische handvatten aangereikt waarmee ze direct aan de slag kunnen in hun lespraktijk.
Een teamleider: Het traject responsief leiderschap heeft me vooral geleerd over te stappen van de waan van de dag naar toekomstgericht handelen. Ik heb leren stilstaan bij je invloed als leidinggevende: hoe geef je leiding, wat gebeurt er in de omgeving, hoe kun je sturing geven aan een lerende organisatie met de blik naar buiten gericht?
Pagina 221 van 378
• Het MT Groenhorst gaat aan de slag met een nieuwe manier van programma- en projectmanagement. Geleerd is om een programma/project te starten met het opstellen van een 10+dashboard. Onder andere door stil te staan bij de vragen waarom wat en hoe, en aan te sluiten bij wat er al goed gaat in de organisatie.
9.6.2.
Vilentum Hogeschool
Vilentum Hogeschool geeft professionalisering, mede op grond van de cao-hbo hoofdstuk O, vorm in het plan professionalisering Vilentum Hogeschool 2014-2017, Professioneel van nature. De professionaliseringsregeling is een stap op weg naar een eigentijdse arbeidsrelatie waarin medewerker en leidinggevende met elkaar in gesprek gaan om die relatie vorm te geven. Inhoudelijke professionaliseringthema’s zijn onderzoeksvaardigheid (ter verhoging van de responsiviteit en innovatiekracht van het onderwijs) en toetsen en beoordelen. Doorlopend thema is het op peil brengen van de didactische bekwaamheid van startende docenten middels een BDB-traject (Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid). Ook wordt geïnvesteerd in het verhogen van het aantal masteropgeleide docenten. In 2015 studeren tien docenten voor een mastergraad die nu nog een bachelortitel hebben en er zijn zes medewerkers bezig met een promotietraject.
CAH Vilentum Dronten organiseert workshopsessies Toetskwaliteit om de toetsbekwaamheid te verbeteren. Docenten nemen hun eigen toetsen, toetsmatrijs en antwoordmodellen mee als werkmateriaal. Op een interactieve manier gaan ze met elkaar concreet aan de slag met hun eigen tentamens. Het met elkaar optrekken wordt als inspirerend en leerzaam ervaren. Docenten gaan naar huis met meer inzicht, en verbeterde toetsvragen en antwoordmodellen.
Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool neemt met twaalf medewerkers en alle eerstejaarsstudenten van de masteropleiding Leren en Innoveren deel aan een internationaal congres van EAPRIL. Dit congres is gericht op het verder brengen van ideeën over onderwijs en leren, door het presenteren en in gesprek brengen van (resultaten van) praktijkgericht onderzoek. Alle Stoas-collega’s hebben een bijdrage in het programma, als chair of deelnemer van een paperpresentatie, workshop of ronde-tafelgesprek. Het levert waardevolle inzichten, nieuwe werkvormen en contacten, verbreding en verdieping van kennis rondom het thema onderwijs, leren en praktijkgericht onderzoek op, en de faculteit is internationaal goed op de kaart gezet.
Verantwoording professionalisering Vilentum Hogeschool Op grond van de cao-hbo artikel O-1 reserveert de hogeschool jaarlijks minstens 6% van het jaarinkomen van alle medewerkers voor professionalisering. De helft van deze 6% wordt besteed aan het basisrecht in uren. De andere helft wordt besteed aan out-of-pocket-kosten.
Getotaliseerde jaarinkomen € 13.669.514
Budget out-ofpocketkosten
Uitgaven out-ofpocketkosten
€ 410.085
€ 416.079
Plus restant 2014: € 32.380 = € 442.465
€ 416.079
Percentage van getotaliseerde jaarinkomen
Procentuele Afwijking uitgaven afwijking t.o.v. de t.o.v. het budget 3% norm 3%
0%
€ 5.994 -€ 26.386
De out-of-pocket-kosten van Vilentum Hogeschool over 2015 bedragen € 416.079, ruim 3% van het getotaliseerde jaarinkomen. Omdat in 2014 de ten doel gestelde 3% niet behaald is, wordt dit restant
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 222 van 378
van € 32.380 aan het budget out-of-pocket-kosten 2015 toegevoegd. Dit resulteert over 2015 in een restant van € 26.386, toe te voegen aan het budget out-of-pocket kosten 2016. Toelichting In de uitgaven out-of-pocket-kosten zijn alle bij- en nascholingsactiviteiten, train-de-trainertrajecten alsook de kosten van promotietrajecten meegenomen. Niet meegenomen zijn: vak-, leer en hulpmiddelen, abonnementen en lidmaatschappen, boeken en tijdschriften. Vermeldingswaardig is dat reis- en verblijfkosten niet in de out-of-pocket-kosten meegenomen kunnen worden, omdat deze kosten niet apart geregistreerd worden. Ook vermeldingswaardig is dat op de mastertrajecten lerarenbeurzen verkregen zijn. Deze acht trajecten zijn om die reden dan ook niet in de out-of-pocketkosten meegenomen.
9.7.
Arbeidsvoorwaarden onderwijsonderdelen
Voortgezet onderwijs (vo) De cao vo is van toepassing op de werknemers werkzaam bij het Groenhorst College Praktijkonderwijs. De onderhandelingen over de nieuwe cao vo zijn in juni 2014 afgesloten met een cao voor het jaar 2014-2015. Voor en nieuwe cao zijn de onderhandelingen nog gaande. Voor het schooljaar 2015-2016 is er wel een gedeeltelijke loonruimteovereenkomst afgesloten. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) De cao bve is van toepassing op een deel van de medewerkers werkzaam bij Groenhorst en het Bestuursbureau. De nieuwe cao bve is tot 1 augustus 2014 van kracht. Momenteel is er geen formele cao van kracht. Zolang er geen nieuwe cao is afgesloten wordt de ‘oude’ toegepast. Regeling versterking van salarismix leraren mbo in de Randstadregio’s In 2015 trekt OCW de voorlopige conclusie dat Aeres invulling heeft gegeven aan de doelstellingen van de salarismix (75,58 fte is bevorderd binnen Groenhorst). Een definitieve formele goedkeuring moet nog worden afgegeven. Eind 2015 is de Regeling versterking van salarismix leraren mbo in de Randstadregio’s verlengd tot en met 31 december 2016. Wat precies de implicaties zijn van deze verlenging voor Aeres en voor Groenhorst in het bijzonder, is nog niet volledig duidelijk. Het ministerie is om opheldering gevraagd. De formele goedkeuring moet de zekerheid geven dat het subsidiebedrag een vast onderdeel uit gaat maken van de lumpsumbekostiging. Hoger beroepsonderwijs (hbo) De cao hbo is van toepassing op de medewerkers werkzaam bij Vilentum Hogeschool. In de cao-hbo is vanaf 1 oktober 2014 geregeld dat de leeftijdsuren komen te vervallen. Er is een regeling getroffen voor duurzame inzetbaarheid, waarbij de SOP-regeling versoberd is. Decentrale middelen hbo In overleg met de vakbonden is voor 2014 overeengekomen dat de decentrale middelen ingezet worden voor: • een IPAP-verzekering (arbeidsongeschiktheid) bij Loyalis voor alle medewerkers binnen Vilentum Hogeschool; • de bijdrage voor kinderopvang aan de belastingdienst; • een deel van de reiskosten woon-werkverkeer.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 223 van 378
9.8.
Arbo en ziekteverzuim onderwijsonderdelen
Duurzaam leven en leren en de medewerkers faciliteren om de regie te nemen over hun eigen (mentale) gezondheid. Daarvoor is 2015 de pilot Goed bezig geïntroduceerd bij Groenhorst Almere. De pilot start met een nulmeting en een health check, waarna interventies op het gebied van sport, (preventieve) trainingen en spreekuren van professionals actief zijn aangeboden. Na één jaar wordt het effect gemeten van de acties en bekeken hoe het uitgerold kan worden binnen Aeres.
9.8.1.
Ziekteverzuim en veiligheid onderwijsonderdelen
Aeres streeft naar een veilige en gezonde leer- en werkomgeving voor haar medewerkers, deelnemers en bezoekers. Het Arbobeleidsplan 2013-2016 beschrijft wat Aeres doet op het gebied van arbeidsomstandigheden, welzijn, ziekteverzuim en terugkeer in het arbeidsproces. Resultaten 2015 De werkgeversverzekering (Livvit) kent diverse interventies gericht op preventie. In 2015 is gebruik gemaakt van coaching (36 medewerkers), de taxiregeling (14 medewerkers), groepstrainingen medewerkers (9 teams), loopbaanonderzoek (17 medewerkers) en bedrijfsmaatschappelijk werk (6 medewerkers). Ziekteverzuim Het verzuimpercentage is het aantal kalenderdagen aan ziekteverlof gedeeld door het aantal kalenderdagen (x100). Het percentage is inclusief het tweede jaar ziekte/WIA en wordt zowel exclusief als inclusief zwangerschapsverlof weergegeven. Bij meerdere verzuimdossiers of specifieke problematiek (hoog verzuimpercentage) op een locatie wordt er een Sociaal Medisch Overleg (SMO) gepland. Naast de individuele casuïstiek zijn de aandachtspunten: werkdruk, frequente en langdurige verzuimers en gezondheidsmanagement. De ontwikkeling van het verzuimpercentage in 2015 is over de gehele Stichting Aeres Groep negatief te noemen. Een algemene reden is nog niet bekend. Bij de onderdelen waar het verzuim significant hoger is, is het Sociaal Medisch Overleg (SMO) geïntensiveerd. Een analyse van de verzuimers en hun persoonlijke situatie leidt tot maatwerk-aanpak. Het verzuim exclusief zwangerschap binnen Groenhorst is 5,06% (was 4,87), binnen Groenhorst College Praktijkonderwijs 7,52% (was 5,83) en binnen Vilentum Hogeschool 4,48% (was 3,23). 2013, excl ZWS 2013, incl ZWS
2014, excl ZWS 2014, incl ZWS
2015, excl ZWS 2015, incl ZWS
14 12 10 8 6 4 2 0 Groenhorst
GHC Praktijkonderwijs
Vilentum Hogeschool
Grafiek 9.1 Ziekteverzuim onderwijsonderdelen. Zie bijlage 5, tabel 4 a t/m c
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 224 van 378
9.8.2.
Resultaten arbobeleid
De Stichting Aeres Groep werkt vanuit het Arbobeleidsplan 2013-2016. Risico-inventarisatie & -evaluatie (RI&E) De RI&E-coördinatoren houden zich bezig met het coördineren van de uitvoering van het (arbo)jaarplan die uit de inventarisatie van de risico’s komt. In 2015 zijn zes RI&E’s aangeboden en getoetst door een externe veiligheidskundige. De bevindingen zijn divers, meermalen komt naar voren dat orde en netheid in met name de praktijklokalen om aandacht vragen. Keuring arbeidsmiddelen In 2015 heeft de keuringsmedewerker van de Aeres-stafafdeling Huisvesting & Beheer keuringen uitgevoerd van arbeidsmiddelen bij Groenhorst Lelystad, Groenhorst Bilthoven en Vilentum Dronten. Bhv-cursus Het CDB (Cursuscentrum Dierverzorging Barneveld) verzorgt de basis- en herhalingsopleiding voor de bedrijfshulpverlening. In 2015 volgen 120 personen de herhalingscursus en twintig personen de basiscursus bhv. De hoofden bhv/ploegleiders zijn samen met andere arbobetrokkenen bij elkaar geweest waarbij diverse arbozaken zijn besproken, waaronder de brandmeldinstallaties, en er zijn ervaringen uitgewisseld. Deze bijeenkomst heeft plaatsgevonden bij Groenhorst in Barneveld. Registratie ongevallen In 2015 is er één ongeval gemeld bij de Inspectie SZW. Het betreft een struikelincident dat is opgelost.
9.8.3.
Sociaal veiligheidsbeleid
Net zoals studenten alleen kunnen leren en zich kunnen ontwikkelen als ze zich veilig voelen en zichzelf kunnen zijn, kunnen medewerkers hun werk pas goed doen als ze zich veilig voelen op de werkvloer, zich kwetsbaar op kunnen stellen en zich gezien en gehoord voelen. Ze moeten fouten kunnen maken en elkaar kunnen aanspreken en aangesproken kunnen worden op hun verantwoordelijkheden. Sociale veiligheid gaat dus over meer dan het tegengaan van onveiligheid. Ook in 2015 is aandacht besteed aan ondersteuning van de onderwijsteams bij het voeren van werkoverleg, het geven van feedback, het bespreekbaar maken van ongewenst gedrag en omgaan met agressie. Zowel de hogeschool als Groenhorst heeft een regeling ongewenst gedrag. Er zijn drie externe vertrouwenspersonen beschikbaar en elke locatie beschikt over een of twee interne vertrouwenspersonen, die zowel voor medewerkers als voor studenten toegankelijk zijn. Voor alle onderdelen is Aeres aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs te Utrecht.
9.8.4.
Klachten en bezwarenprocedures personele zaken
Deze paragraaf concentreert zich uitsluitend op de klachtenprocedures die het personeel betreffen. Informatie over klachten rond toelating, beoordeling en examens zijn opgenomen in de hoofdstukken van de Aeres-onderdelen. Klachten In 2015 is bij het College van Bestuur één klacht ingediend op grond van de klachtenregeling inzake een veilig schoolklimaat of ongewenst gedrag. Deze klacht is door het College van Bestuur behandeld en als gegrond beoordeeld.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 225 van 378
Bezwarencommissie In 2015 zijn er geen formele bezwaren ingediend bij enige commissie. Klachten en bezwaren van leerlingen en studenten zijn opgenomen in de hoofdstukken van Groenhorst (§ 3.8.2) en Vilentum Hogeschool (§ 4.6.5).
9.9.
Competentiemanagement en HR-cyclus onderwijsonderdelen
Groenhorst De HR-cyclus is gericht op het voeren van een jaarlijks resultaat- en ontwikkelingsgesprek. Ter verdieping van de gesprekken kunnen feedbackinstrumenten zoals lesobservaties, rubrics en de Reflector 360 worden ingezet. Voor het schooljaar 2014-2015 zijn functioneringsgesprekken gevoerd op de verschillende locaties. In het onderstaande overzicht staat het percentage van het totale aantal medewerkers waarmee een gesprek gevoerd is:
2013
2014
2015
Almere
85%
88%
88%
Barneveld
90%
60%
82%
Dronten
100%
100%
100%
Bilthoven
70%
80%
75%*
Ede
50%
60%*
25%
Emmeloord
95%
70%
70%
100%
90%
100%
Lelystad
85%
81%
70%
Maartensdijk
75%
80%
70%
Nijkerk
85%
50%
25%
Velp
95%
100%
100%
Emmeloord PrO
Vilentum Hogeschool Bij Vilentum Hogeschool is met 98% van de medewerkers een functioneringsgesprek gevoerd (100% faculteit Dronten/Almere en 95% faculteit Wageningen). In 2015 is gestart met gesprekken over de integratie van de HR-cycli van beide faculteiten (nog als onderdeel van de fusie). Over welke gezamenlijke vorm deze gaat aannemen is nog geen definitief besluit genomen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
*Dit betreffen de gesprekken met alle docenten naar aanleiding van een lesbezoek. In 2016 worden de gesprekken nog meer geformaliseerd gericht op de persoonlijke ontwikkeling van de docent en vindt een derde ronde lesbezoeken plaats.
Een teamleider over een andere insteek bij het voeren van de functioneringsgesprekken: De collega’s krijgen de opdracht om zichzelf te presenteren op een manier die bij hen past. Uiteraard moeten daarin wel een aantal vragen worden verwerkt (Hoe gaat het? Valkuilen? Doelen? Plaats in team? …). Hierdoor zijn de rollen omgedraaid. Collega’s nemen het initiatief voor en in het gesprek. Ook de gekozen werkvormen zijn inspirerend. • Zo heb ik in het bos met een collega vuur gemaakt als metafoor voor de manier van werken en inspireren. • Ik heb een zelfgemaakt triviantspel gespeeld over de competenties, sterke punten van een collega. • Een collega’s heeft een vogelgids gemaakt waarbij zijn competenties, waren toegekend aan vogelsoorten. Dit hebben we besproken tijdens een korte vogelkijktrip.
Pagina 226 van 378
Raet (Youforce en Raet Medewerker Ontwikkeling) Bij de aanschaf van ons personeelsinformatiesysteem Raet Youforce zijn gelijktijdig de pakketten Raet Verzuim Management (RVM) en Raet Medewerker Ontwikkeling (RMO) aangeschaft. Omdat RMO zich bij Raet tot 2015 in de ontwikkelingsfase bevond, neemt Aeres de implementatie van RMO pas in 2015 ter hand. Allereest bij CAH Vilentum, implementatie van RMO bij Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool en Groenhorst zal in 2016 plaatsvinden. In 2015 is met Raet een contractverlenging overeengekomen t/m 31 december 2019. De contractinhoud is uitgebreid, waardoor de implementatie van het digitaal dossier die in 2015 stond gepland naar de eerste helft van 2016 is verplaatst. Beoogd wordt om in 2016 digitaal declareren voor Groenhorst te implementeren.
9.9.1.
Functiebouwwerk onderwijsonderdelen
Groenhorst Binnen Groenhorst zijn enkele functies opnieuw beschreven en gewaardeerd. Deze sluiten nu aan bij de actualiteit. Er was geen sprake van de bijstelling van het functiebouwwerk. Vilentum Hogeschool In 2015 is gewerkt aan de harmonisatie van onderwijs- en onderzoekfuncties van Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool. Deze harmonisatie blijkt meer dan het technisch in elkaar schuiven van functies op basis van de bestaande functiebeschrijvingen van Stoas en CAH. Gaandeweg het proces is gekozen voor een meer beleidsrijke harmonisatie. Op deze manier ontstaat er de basis om medewerkers in te zetten en ruimte te geven voor hun taakinvulling, in lijn met de doelstellingen van Vilentum Hogeschool. In 2015 start tevens de harmonisatie van de onderwijsondersteunende functies.
9.9.2.
Professionele ruimte en statuut onderwijsonderdelen
Bij professionele ruimte gaat het erom dat docenten eigenaar zijn van het onderwijsproces, een vanzelfsprekendheid. Onder professionele ruimte wordt verstaan ‘die ruimte voor de docent om eigen, gelegitimeerde keuzes te maken bij de vormgeving en de uitvoering van het onderwijs. De docent is zowel in staat als in de gelegenheid om dit te doen’. Professionele ruimte hangt nauw samen met een professionele cultuur. Betrokkenen leveren daar elk hun bijdrage aan. Zichtbaar is dat deze ruimte nog meer genomen dient te worden. Aandacht voor professionele ruimte en het expliciteren van verwachtingen ten aanzien hiervan helpt. In 2015 is binnen Groenhorst ingezet op het gaan werken overeenkomstig het vastgestelde reglement werkoverleg. Ook is ingezet op verbetering van het proces rondom organisatie van werk.
9.10. Personeelsbeleid Bestuursbureau Het merendeel van de medewerkers van het Bestuursbureau heeft een aanstelling bij de Stichting Aeres Groep. Voor de meeste medewerkers van het Bestuursbureau gelden de arbeidsvoorwaarden van de cao bve. Resultaten Bestuursbureau • De naar aanleiding van het klanttevredenheidonderzoek opgestelde teamactieplannen zijn uitgevoerd en leiden tot een verbeterd verwachtingenmanagement en een verbeterde informatievoorziening.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 227 van 378
• Het Bestuursbureau kent een ziekteverzuim van 4,84% exclusief en inclusief zwangerschapsverlof. Zie bijlage 5, tabel 4d. • Organisatieontwikkeling stafdiensten. Diverse ontwikkelingen stellen het Aeres-management voor de vraag hoe het Bestuursbureau naar de toekomst toe in te richten. In 2015 zijn trajecten doorlopen rond: Financiën & Control (F&C) en het Shared Service Centre. Traject Financiën & Control (F&C) De laatste jaren zijn er stappen voorwaarts gemaakt rond de professionalisering van de financiële functie (Financiën & Control) binnen Aeres. Tegelijkertijd is er om diverse redenen aanleiding om de inrichting van F&C binnen heel Aeres onder de loep te nemen. Deze redenen zijn van diverse aard, zoals: knelpunten centraal en decentraal, de oprichting van nieuwe organisatieonderdelen en het nieuwe Aeres Strategisch Plan 2015-2019. Na overleggen met diverse betrokkenen is in 2015 het nieuwe organisatiemodel voor de inrichting van F&C vastgesteld. De implementatie binnen Vilentum Hogeschool heeft grotendeels in 2015 plaatsgevonden. De implementatie binnen Groenhorst en de commerciële onderdelen vindt plaats in 2016. Traject Shared Services Centre De organisatieontwikkeling van Aeres maakt duidelijk dat de doorontwikkeling van de in 2010 gestarte afdeling Shared Services Centre niet de ideale wijze is om de dienstverlening te organiseren. Gesteld kan worden dat het geheel van ICT-diensten, architectuur en inrichting de afgelopen periode zo complex is geworden dat de organisatie binnen Aeres niet meer aansluit bij deze complexiteit. In 2015 zijn vier deelprojecten gestart om de gewenste situatie in het ICT-landschap binnen Aeres te realiseren. Dit zijn de projecten: ICT-governance, ICT-architectuur, ICT-werkplekbeleid en ICTregieorganisatie. De uitwerking hiervan wordt in 2016 ter hand genomen. In 2015 is gezien deze ontwikkeling en de ervaren knelpunten de inkoopfunctie op voorhand naar de afdeling F&C verplaatst, op grond van de inhoudelijke aansluiting en scheiding van rollen. Ook op grond van inhoudelijke aansluiting is de receptie bij de afdeling Huisvesting & Beheer ondergebracht.
9.11. Cijfers personeelsbestand Stichting Aeres Groep Landelijk wordt het mbo als een vergrijsde sector gezien (SBO, 2011): ruim een derde (37%) van het onderwijsgevend personeel is 55 jaar of ouder. Voor Groenhorst is het percentage 25%. In het hbo vertrekt 55% van het onderwijzend personeel (hbo) en 71% van de ondersteunende medewerkers omdat het tijdelijke contract afloopt of omdat ze zelf ontslag nemen. Het hbo verandert van een witte mannen in een witte vrouwenorganisatie. 53% is nu vrouw en dat wordt de komende jaren alleen maar meer (zie arbeidsmarktmonitor hbo 2014). Bij Vilentum Hogeschool is 46% vrouw.
9.11.1.
Kengetallen
Formatie, vaste en tijdelijke dienstverbanden Eind 2015 heeft de Stichting Aeres Groep (Groenhorst, Vilentum Hogeschool en het Bestuursbureau) binnen de onderwijsonderdelen 1.014 medewerkers (808,98 fte) in dienst, het Bestuursbureau heeft 51 medewerkers (41,36 fte) in dienst. Van de medewerkers die in dienst zijn bij Groenhorst en Vilentum Hogeschool werken er 421 in voltijd en werken er 644 medewerkers (429,34 fte) in deeltijd. Binnen het Bestuursbureau werken 22 medewerkers in voltijd en 29 medewerkers (19,36 fte) in deeltijd.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 228 van 378
wns 2013
wns 2014
wns 2015
fte 2013
fte 2014
fte 2015
700 600 500 400 300 200 100 0 Groenhorst
GHC PrO
Vilentum Hogeschool
Bestuursbureau
Grafiek 9.2 Totaalaantal medewerkers en fte’s Stichting Aeres Groep (zie bijlage 5, tabel 1 en 2)
Voltijd fte 2013 Deeltijd fte 2013
Voltijd fte 2014 Deeltijd fte 2014
Voltijd fte 2015 Deeltijd fte 2015
300 250 200 150 100 50 0 Groenhorst
Groenhorst PrO
Vilentum Hogeschool
Bestuursbureau
Grafiek 9.3 Voltijd- en deeltijd dienstverband (zie bijlage 5, tabel 1 en 2)
In 2015 is het aantal medewerkers toegenomen. Dit komt met name door de stijging met 35,6 fte bij Groenhorst. Deze toename is het gevolg van een toename van het aantal leerlingen. 2013
2014
2015
450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 0-0.2
0.2-0.4
0.4-0.6
0.6-0.8
0.8-1.0
>=1.0
Grafieken 9.4 Aantal fte’s in relatie tot de omvang van de baan (zie bijlage 5, tabel 5 en 6).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 229 van 378
In 2015 heeft ruim 84,85% = 839 medewerkers van het personeel een vast dienstverband (en 24,67% = 207 medewerkers een tijdelijk). Tijdelijk slaat hier op alle mensen die een arbeidscontract voor een bepaalde tijd hebben. De stijging van het aantal tijdelijke dienstverbanden zoals zichtbaar 2014 zet ook 2015 door. Deze ontstaat door de genoemde toename van het aantal medewerkers. Zij ontvangen na twee jaar een vaste dienstverband. Vast fte 2013
Vast fte 2014
Vast fte 2015
Tijdelijk fte 2013
Tijdelijk fte 2014
Tijdelijk fte 2015
450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 Groenhorst
GHC PrO
Vilentum Hogeschool
Bestuursbureau
Grafiek 9.5 Vast of tijdelijk dienstverband Stichting Aeres Groep (zie bijlage 5, tabel 7).
Percentage flexibele inzet (loondienst en niet in loondienst) Aeres werkt met drie verschillende groepen medewerkers die (nog) geen vast contract hebben. Dit zijn de medewerkers die onder de flexibele inzet vallen. Het zijn medewerkers: • met een tijdelijk contract voor bepaalde tijd; • die via een andere organisatie of via de eigen organisatie ingehuurd zijn, zoals bijvoorbeeld zzp’ers en payrollers; • die zijn ingehuurd voor een bepaalde taak in of voor de duur van een specifiek project. Zie voor meer informatie § 9.4.1. De cijfers over de flexibele inzet zijn afgerond omdat nog niet nauwkeurig is bijgehouden wat voor soort contract mensen hebben. Dit wordt in de toekomst anders. De onderstaande percentages zijn daarom schattingen. Uit bijlage 5, tabel 8 blijkt dat Groenhorst 23,41% tijdelijke contracten heeft en dat die voornamelijk voor een half jaar of een jaar zijn afgesloten. Het percentage inhuur derden is 5,4%. Vilentum Hogeschool heeft 14,07% tijdelijke contracten en 15,4% inhuur. Het Bestuursbureau heeft 9,8% tijdelijke jaarcontracten en 11,5% inhuur. Uit de meest recente landelijke onderzoeken komt voor het mbo 14% en voor het hbo 30% als percentage voor de totale flexibele inzet. Volgens de landelijke benchmark Berenschot ken- en stuurgetallen personeelsmanagement 2012 is het percentage tijdelijke contracten bij de collectieve sector, waar het onderwijs toe behoort, 18%. Instroom en uitstroom personeel In 2015 komen 160 = 104,24 fte nieuwe medewerkers in dienst en vertrekken er 76 = 52,22 fte medewerkers bij de Stichting Aeres Groep (onderwijsonderdelen en Bestuursbureau). Daardoor stijgt het aantal medewerkers met 83 = 52,02 fte (zie bijlage 5, tabel 9a). In 2015 zijn 162 vacatures gepasseerd, waarvan 132 bij Groenhorst en 30 bij Vilentum Hogeschool. De Stichting Aeres Groep betaalt in 2015 voor 21 oud-medewerkers de (boven)wettelijke werkeloosheidsuitkering. Dat is een stijging van achttien ten opzichte van 2014 (was 21).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 230 van 378
2013
2014
2015
60 50 40 30 20 10 0 Einde contract
Pensioen
Vrijwillig
Reorganisatie
Anders
Grafiek 9.6 Redenen voor vertrek medewerkers (zie bijlage 5, tabel 9b).
Prognose verloop Groenhorst Naar verwachting zal het personeelsbestand van Groenhorst het onderstaande verloop volgen, gerelateerd aan de verwachte in-, door- en uitstroom in de komende jaren. De uitstroom als gevolg van het natuurlijk verloop ziet er waarschijnlijk zo uit:
Natuurlijk verloop excl. einde contract
2016
2017
2018
2019
5,1% = 28,2 fte waarvan 11 = 7,5 fte pensioen
4,6% = 25,4 fte waarvan 6 = 5,2 fte pensioen
6,4% = 35,4 fte waarvan 12 = 11,1 fte pensioen
4,72 % = 26,09 fte waarvan 12 = 11,09 fte pensioen
De leeftijdsverdeling van Groenhorst-medewerkers zal de komende jaren gelijke tred houden met het landelijk gemiddelde in de benchmark. Reden hiervoor is dat Groenhorst een reguliere leeftijdsopbouw kent en een gemiddeld verloop en een gemiddelde uitstroom in verband met pensionering. Er is geen reden voor Groenhorst om in haar werving en selectie op leeftijdsopbouw te sturen. Prognose verloop Vilentum Hogeschool Vanwege het ontbreken van betrouwbare historische gegevens van Vilentum Hogeschool (2013) kan geen betrouwbare prognose op het te verwachten verloop op Vilentum Hogeschool gegeven worden. Wel kan een betrouwbaar beeld van de te verwachten pensioneringen gegeven worden, dit ziet er als volgt uit:
Pensioneringen
2016
2017
2018
2019
4 collega’s = 2,8 fte pensioen
7 collega’s = 5,7 fte pensioen
8 collega’s = 6,8 fte pensioen
8 collega’s = 6,45 fte pensioen
De leeftijdsverdeling van Vilentum-medewerkers zal de komende jaren gelijke tred houden met het landelijk gemiddelde en de benchmark. Reden hiervoor is dat Vilentum Hogeschool een reguliere leeftijdsopbouw kent en een gemiddelde uitstroom in verband met pensionering. Er is geen reden voor Vilentum Hogeschool om in haar werving en selectie op leeftijdsopbouw te sturen. Verhouding mannen en vrouwen De verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen met een dienstverband bij de Stichting Aeres Groep is in 2015 ten opzichte van 2014 iets veranderd. Het percentage vrouwen is licht gestegen. Deze trend is ook in de hbo-sector waarneembaar; waren in 2012 de mannen in het hbo nog
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 231 van 378
in de meerderheid (in fte’s 53%) in 2014 is 53% in het hbo vrouw. Vilentum Hogeschool heeft met 54,28% mannen meer mannen in dienst dan het landelijk gemiddelde. Datzelfde geldt ook voor Groenhorst met 50,34% mannen. Ter vergelijking in de mbo-sector is de verhouding man-vrouw, uitgedrukt in percentages: 51%-49% (bron 2011). Gezien de evenwichtige samenstelling van het personeelsbestand voert Aeres geen specifiek voorkeursbeleid.
% mannen (fte)
% vrouwen (fte)
100%
75%
50%
25%
0% 2013
2014
2015
2013
Groenhorst
2014
2015
2013
GHC PrO
2014
2015
Vilentum Hogeschool
2013
2014
2015
Bestuursbureau
Grafiek 9.7 Verhouding man : vrouw Stichting Aeres Groep (zie bijlage 5, tabel 10).
9.11.2.
Overzicht onderwijsfuncties en niet-onderwijsfuncties 2011-2014
De onderbouwing van de onderstaande grafieken is gegeven in bijlage 5, tabel 11 a t/m d en tabel 12 a t/m d (twee tabellen per Aeres-onderdeel). Het percentage onderwijzend personeel (OP) van het totale aantal medewerkers is bij Groenhorst 80% (80,22% in 2014, 78,9% in 2013). Het overige percentage is het onderwijsondersteunende personeel (OOP). Deze verhouding is al jaren min of meer stabiel. fte 2013
fte 2014
fte 2015
fte 2013
400
400
300
300
200
200
100
100
0
fte 2014
fte 2015
0 LB
LC
LD
LIO
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Grafieken 9.8 Onderwijsfuncties docent/coördinator en 9.9 Onderwijsondersteunende functies Groenhorst (zie bijlage 5, tabel 11a en 12a).
Het percentage OP van het totale aantal medewerkers is bij het Groenhorst College Praktijkonderwijs 88,1% (87,5% in 2014, 83,67% in 2013). Het overige percentage is het OOP.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 232 van 378
fte 2013
fte 2014
fte 2013
fte 2015
15
15
10
10
5
5
0
fte 2014
fte 2015
0 LB
LC
LIO
LD
5
6
7
8
9
10
11
12
Grafieken 9.10 Onderwijsfuncties leraar/coördinator en 9.11 Onderwijsondersteunende functies Groenhorst College Praktijkonderwijs (zie bijlage 5, tabel 11b en 12b)
Het percentage OP van het totale aantal medewerkers is bij Vilentum Hogeschool 63,18% (64,23% in 2014, 63,54% in 2013). Het overige percentage is het OOP. Dit wisselt per jaar.
fte 2013
fte 2014
fte 2013
fte 2015
120
120
100
100
80
80
60
60
40
40
20
20
fte 2014
fte 2015
0
0 BD 10
D 11
<3 3
D 12 HSD 12 HFD 13 L >13
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 >
BD 10 = basisdocent; D 11 en 12 = docent; HSD 12 = hogeschooldocenten; HFD en 13 = hogeschoolhoofddocent; L= lector. Grafieken 9.12 OP en 9.13 OOP Vilentum Hogeschool (zie bijlage 5, tabel 11c en 12c)
Het Bestuursbureau van Aeres heeft geen onderwijsfuncties.
10
fte 2013
fte 2014
fte 2015
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 <
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Grafiek 9.14 Functies Bestuursbureau (zie bijlage 5, tabel 12d).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 233 van 378
>
9.11.3.
Leeftijdsopbouw en vergrijzing
De grafiek van de leeftijdsopbouw laat zien dat het aantal medewerkers vanaf 60 jaar voor de hele Stichting Aeres Groep licht stijgt. aantal fte 2013
aantal fte 2014
aantal fte 2015
160 140 120 100 80 60 40 20 0 0-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
>=65
Grafiek 9.15 Leeftijdsopbouw (zie bijlage 5, tabel 13 a t/m h).
Vergrijzing Of de uitstroom van de medewerkers ouder dan 60 jaar op termijn een tekort aan bekwaam en/of bevoegd personeel oplevert, is afhankelijk van meerdere ontwikkelingen. De ontwikkelingen worden gemonitord.
Gemiddelde leeftijd
Fte ouder dan 60 jaar
2013
2014
2015
2013
2014
2015
Groenhorst-scholen en -trainingscentra
45,69
45,53
44,84
10,03%
8,14%
8,33
Groenhorst College Praktijkonderwijs
45,48
42,94
43,15
5,44%
5,26%
0
Vilentum Hogeschool
47,33
46,14
47,26
12,30%
13,74%
29,12
Bestuursbureau
47,40
47,48
50,54
19,26%
6,85%
8,66
Totaal Stichting Aeres Groep
46,65
46,43
45,66
10,94%
12,18%
46,10
In het hbo is het docerend en onderzoekend personeel relatief oud: 45% is ouder dan 50 jaar, 18% zit in de groep 50 tot 57 jaar. In de totale beroepsbevolking is 27,5% (Vereniging Hogescholen, 2011) ouder dan 50 jaar. De medewerkers van de aoc’s hadden in 2010 een gemiddelde leeftijd van 45,1 jaar.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 234 van 378
Commerciële activiteiten Net als voor de onderwijsonderdelen streeft Aeres voor de onderdelen die commerciële activiteiten ontplooien naar kwalitatief goede, competente medewerkers die actief betrokken zijn bij de organisatie en de sector waarvoor zij werken. Daarnaast zijn goed werkgeverschap, het opbouwen van netwerken en flexibiliteit de belangrijkste thema’s.
9.12. Personeelsbeleid PTC+ Op basis van een strategische heroriëntatie besluit PTC+ om zich te focussen op twee expertisegebieden: koudetechniek en mobiele techniek, beide in Ede. Een eenduidige scherpe PTC+profilering is daarmee haalbaar geworden.
9.12.1.
Resultaten 2015
• Het expertisecentrum Varkens, Pluimvee & Diervoeders gaat eind 2014 samen met de afdeling Intensieve Veehouderij van Groenhorst Barneveld. • Het expertisecentrum Buitengebied & Dierhouderij (Horst) is in september 2015 verkocht aan een regionale ondernemer. Alle medewerkers behouden bij deze overname hun baan bij de nieuwe onderneming. • Met het beëindigen van de cao PTC+-onderhandelingen ontstaat de situatie dat voor nieuwe collega’s bij PTC+ nieuwe arbeidsvoorwaarden overeen te komen zijn. Het traject tot vaststelling van deze nieuwe arbeidsvoorwaarden is gestart. Formatie en verschuivingen en aantal medewerkers/fte en de omvang van de baan Op 31 december 2015 heeft PTC+ 53 medewerkers (47,36 fte) in dienst. Dit is een afname van 6,16 fte ten opzichte van 2014. 36 medewerkers werken in voltijd, 17 (11,36 fte) in deeltijd. 47 (41,79 fte) medewerkers zijn vast in dienst en 6 (5,57 fte) tijdelijk. PTC+ heeft 44 mannen (39,75 fte) en 9 vrouwen (7,62 fte) in dienst. Bij de mannen werkt een meerderheid fulltime, bij de vrouwen is het bijna half vast, half parttime. PTC+ betaalt in maart 2015 voor 26 oud-medewerkers de (boven)wettelijke werkeloosheidsuitkering. Dat is een stijging van 5 sinds 2014 (was 21).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 235 van 378
man
vrouw
Totaal
70 60 50 40 30 20 10 0 2013
2014
2015
2013
totaal wns
2014
2015
2013
Totaal fte
2014
2015
2013
Vast fte
2014
2015
Tijdelijk fte
2013
2014
2015
Flexibel wns
Grafiek 9.16 Verhouding man : vrouw met vast, tijdelijk of flexibel dienstverband (zie bijlage 5, tabel 14, 17 en 22) wns
fte
40 35 30 25 20 15 10 5 0 0-0.2
0.2-0.4
0.4-0.6
0.6-0.8
0.8-1.0
>=1.0
Grafiek 9.17 Aantallen wns/fte in relatie tot omvang betrekking (zie bijlage 5, tabel 16).
Leeftijdsopbouw en vergrijzing Ten opzichte van het totale aantal medewerkers van de Stichting PTC+ is de leeftijdsgroep vanaf 60 jaar gestegen naar 29,98% (12% in 2012, 15,63% in 2013, 18,03% in 2014). De grote sprong komt doordat het aantal medewerkers van PTC+ in totaal daalt, maar het aantal 60-plussers minder snel. Net als bij de Stichting Aeres Groep wordt deze ontwikkeling aandachtig gevolgd. bezetting in fte 2013
bezetting in fte 2014
bezetting in fte 2015
16 14 12 10 8 6 4 2 0 0-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
Grafiek 9.18 Leeftijdsopbouw (zie bijlage 5, tabel 18).
Overzicht carrièrepatroon: aantallen medewerkers per functieschaal
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 236 van 378
>=65
2013
2014
2014
2013
30
30
25
25
20
20
15
15
10
10
5
5
0
2014
2015
0 Trainer 10
Sr trainer 11
Sr trainer 12
<3 3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 >15
Grafiek 9.19 Carrièrepatroon trainers (zie bijlage 5, tabel 19). Grafiek 9.20 Carrièrepatroon ondersteunende medewerkers (zie bijlage 5, tabel 20).
Ziekteverzuim Het ziekteverzuimpercentage 2015 is 3,67%, exclusief zwangerschapsverlof. Dit is een stijging ten opzichte van vorig jaar (1,42% in 2014, 4,58% in 2013). 2013 (excl. zws)
2013 (incl. zws)
2014 (excl. zws)
2014 (incl. zws)
2015 (excl. zws)
2015 (incl. zws)
6 5 4 3 2 1 0 Kort
Kort Middel
Lang Middel
Lang
Totaal
Grafiek 9.21 Ziekteverzuim exclusief en inclusief zwangerschap (zie bijlage 5, tabel 21)
9.12.2.
Plannen
De P&O-beleidsprioriteiten voor PTC+ zijn in 2016: • Vergrijzing met daaraan gekoppeld de gewenste instroom van goed ontwikkelbaar personeel. • PTC+ begint met een programma voor het opleiden van de eigen medewerkers, om zowel de organisatie als de individuele medewerkers weerbaarder te maken voor de toekomst. Daarbij zal er aandacht zijn voor zowel trainingen op het gebied van persoonlijke ontwikkeling als vakgerichte trainingen voor trainers, managers en accountmanagers en young professionals.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 237 van 378
9.13. Personeelsbeleid Aeres Praktijkcentrum Dronten bv Het Aeres Praktijkcentrum Dronten bestaat sinds 2015 uit een holding met vier bv’s: Aeres Landbouwbedrijf bv (voorheen Schoolboerderij), Aeres Trainingscentrum bv (PTC+ Dronten), Aeres Biologisch bedrijf bv (voorheen LONK) en Aeres Studentbedrijven bv (voorheen CVDB). De directeuren van Groenhorst Emmeloord/Dronten en Vilentum Hogeschool voeren de directie van het Aeres Praktijkcentrum. Het personeel wordt op vijf medewerkers en studenten (5,2 fte) na ingehuurd bij Aeres. Resultaten 2015 • De medewerkers van het Aeres Praktijkcentrum Dronten gaan ook werkzaamheden, waaronder lessen verzorgen, voor Groenhorst en Vilentum Hogeschool. Op deze manier komt de praktijkkennis van deze medewerkers ten goede van de Aeres-scholen. • Afhankelijk van de benodigde kennis en capaciteit worden zogenaamde losse trainers ingezet. Dit zijn trainers (zzp’ers) die per uur worden ingehuurd. Vaak hebben deze trainers een achtergrond in het praktijkonderwijs. • De medewerkers die bij de holding in dienst zijn, vallen niet onder een cao van onderwijzend personeel maar hebben een eigen arbeidsovereenkomst. • Na een assessment wordt groeps- en individuele scholing ingezet om het team toekomstbestendig te maken. • Er wordt uitbreiding van het team verwacht vanwege een toename in de melktrainingen. Formatie en verschuivingen en aantal medewerkers/fte en de omvang van de baan Op 31 december 2015 werken er bij het Aeres Praktijkcentrum Dronten 18 medewerkers en studenten (13,9 fte). Vijf medewerkers en een groep studenten vallen daadwerkelijk onder de Aeres Praktijkcentrum Holding bv, de rest wordt ingehuurd bij Groenhorst en Vilentum Hogeschool. De ingehuurde collega’s komen in de Aeres-brede tellingen terug bij de desbetreffende Aeres-onderdelen. In deze tellingen zijn de bovengenoemde losse krachten niet meegeteld. Personele inzet per onderdeel: • Aeres Landbouwbedrijf bv: 5 medewerkers en studenten (5,2 fte) van deze bv vallen onder Aeres Praktijkcentrum Holding bv. • Aeres Trainingscentrum bv: 13 (8,7 fte) medewerkers voeren werkzaamheden uit voor deze bv. Zij zijn in dienst bij Groenhorst. Datzelfde geldt voor de medewerkers die werkzaamheden verrichten voor het cursuscentrum Agribusiness. • Aeres Biologisch bedrijf bv: deze bv heeft geen eigen personeel. De grond wordt geëxploiteerd door studenten van Groenhorst Dronten. Begeleiding komt van docenten van Groenhorst en van Aeres Landbouwbedrijf bv. • Aeres Studentbedrijven bv: deze bv heeft geen eigen personeel. De werkzaamheden worden uitgevoerd door studenten van Vilentum Hogeschool. De begeleiding komt van docenten van Vilentum Hogeschool en van Aeres Landbouwbedrijf bv. Plannen De personele beleidsprioriteiten van Aeres Praktijkcentrum Holding bv zijn in 2016: • Flexibele inzet personeel bij de dochterbedrijven van de holding en bij andere Aeres-onderdelen. • Realisatie groeps- en individuele scholing om het team toekomstbestendig te maken. • Alle medewerkers kennen de protocollen die gelden op het terrein qua netheid, veiligheid en communicatie. • Ziekteverzuim is lager dan 4%.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 238 van 378
9.14. Personeelsbeleid Agrotransfer Holding bv P&O van Stichting Agrotransfer (Agrotransfer Holding bv, Agrotransfer bv, Agrojobs bv en Payrolljobs bv) met de handelsnamen Aeres Agree en Aeres Bedrijvencentrum Dronten streeft naar professionaliteit. Hierbij horen het onderhouden en ontwikkelen van de eigen competenties, een proactieve en ondernemende houding en het inspelen op maatschappelijke ontwikkelingen. De organisatie hecht waarde aan goede interne en externe communicatie, zowel intern richting eigen medewerkers, als extern, bijvoorbeeld bij de werving van nieuwe medewerkers. De afdeling streeft daarbij naar het creëren van een aantrekkelijke werkomgeving met aandacht voor welzijn en veiligheid.
9.14.1.
Resultaten 2015
• Aeres Agree wil ervaren professionals of junior medewerkers met een duidelijke potentie aantrekken. • Bij de backoffice ligt de nadruk steeds meer op efficiëntie en kwaliteit. Het digitaliseren van de invoer van de uren bij Aeres Agree (Payroll) is zo goed als afgerond. In 2016 zal het digitaliseren van processen doorgevoerd worden. • In het najaar van 2015 is de risico-inventarisatie en evaluatie uitgevoerd. Uit dit onderzoek komt onder andere naar voren dat een aantal medewerkers de werkdruk als hoog ervaart. De werkdruk blijft onderwerp van gesprek in de (in)formele gesprekken die gevoerd worden met de medewerkers. • De verzuimcijfers over 2015 zijn wederom laag te noemen. Het in gesprek blijven met en aandacht houden voor de medewerkers dragen hieraan bij. • Voor wat betreft de opleidingen is in 2015 aandacht besteed aan de inhoudelijke kennis van weten regelgeving (opfriscursus) en het trainen van vaardigheden (interviewtechnieken en het schrijven van profielschetsen). Voor de middellange en lange termijn zijn de speerpunten: • binden en boeien, het blijven motiveren van medewerkers binnen de vier organisaties; • structuur in opleidings- en trainingstrajecten; • blijvend investeren in medewerkers. Formatie en verschuivingen Stichting Agrotransfer Dronten (Aeres Agree en Aeres Bedrijvencentrum Dronten) heeft 22 medewerkers (18,4 fte) in 2015. Dit is een afname van 1,5 fte ten opzichte van 2014. De medewerkers die vertrokken doen dit vrijwillig, één gaat met pensioen. 9% van de medewerkers is in 2015 ouder dan 60 jaar (8% in 2014, 6,7% in 2013).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 239 van 378
wns 2013
wns 2014
wns 2015
fte 2013
fte 2014
fte 2015
20
15
10
5
0 Agrotransfer Holding
Agrotransfer bv
Agrojobs bv
Payrolljobs bv
Grafiek 9.22 Formatie en verschuivingen. Zie bijlage 5, tabel 23 a en b.
Ziekteverzuim De doelstelling is een ziekteverzuimpercentage onder de 4%. In 2015 is die doelstelling voor Stichting Agrotransfer Dronten (Agrotransfer Holding bv, Agrotransfer bv, Agrojobs bv en Payrolljobs bv) ruimschoots gehaald. In 2016 blijft de doelstelling staan en blijft het ziekteverzuim wederom onder de aandacht. 2013
2014
2015
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0
2012
2013
2014
9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 Agrotransfer Agrotransfer Agrojobs BV Payrolljobs Holding BV BV BV
Agrotransfer Agrotransfer Agrojobs BV Payrolljobs Holding BV BV BV
Grafieken 9.23 en 9.24 Ziekteverzuimpercentage (excl. en incl. zwangerschapsverlof). Zie bijlage 5 tabel 25a en 25b.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 240 van 378
Medezeggenschap 9.15. Horizontale verantwoording HRM Aeres totaal: medezeggenschap De medezeggenschap van Aeres is gebaseerd op de Wet op de ondernemingsraden (WOR) en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). Ondernemingsraden (OR’s) binnen de Stichting Aeres Groep Na een gezamenlijk doorlopen traject om tot harmonisering van de medezeggenschapsstructuur te komen, is de Centrale Ondernemingsraad (COR) van de Stichting Aeres Groep in 2014 aan de slag gegaan. Ondersteunend in deze nieuwe situatie is een overzicht waarin staat aangegeven hoe het zit met de medezeggenschapsstructuur, de medezeggenschapsreglementen, de ondernemingsovereenkomst, de bijbehorende wetgeving (WHW, WOR) en afspraken tussen sociale partners (professioneel statuut). De personele medezeggenschap is per onderdeel en op de verschillende niveaus van Aeres geregeld. Die medezeggenschap loopt via de raden van de Aeres-onderdelen. De groep kent de volgende inspraakorganen: • Centrale Ondernemingsraad Stichting Aeres Groep; • Ondernemingsraad Groenhorst; • Ouder- en deelnemersraad Groenhorst; • Ouder- en leerlingenraden per Groenhorst-locatie; • Medezeggenschapsraad Groenhorst College Praktijkonderwijs; • Ondernemingsraad Vilentum Hogeschool; • Centrale Studentenraad Vilentum Hogeschool; • Personeelsvertegenwoordiging Bestuursbureau; • Ondernemingsraad Aeres Agree; • Ondernemingsraad PTC+. Het College van Bestuur en het Bestuursbureau onderhouden geen contacten met ouders en leerlingen/studenten tenzij het om officiële klachten gaat. Per onderwerp is in het OR-reglement aangegeven of op dit onderwerp advies-, instemmings- of informatierecht van toepassing is en op welk niveau (COR, GOR, OR of MR) het onderwerp aan de orde komt. In het reglement is aangegeven of het College van Bestuur (CvB) of de directie vaststelt wie het gesprek met de COR/GOR/OR/MR voert. Daar zijn drie opties voor: • Het CvB stelt vast/beslist en voert het overleg. • Het CvB stelt vast/beslist en de directie voert het overleg. • De directie beslist en voert het overleg. Zo wordt duidelijk wie normaliter het overleg voert en op welke wijze vanuit zeggenschap de functionaris eventueel gemandateerd is. In de subparagrafen 9.15.1 en 9.15.2 zijn de verslagen gegeven van de ondernemingsraden van de Aeres-onderdelen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 241 van 378
9.15.1.
Verslagen medezeggenschap onderwijsonderdelen en Bestuursbureau
Deze paragraaf geeft de verslagen van de OR’s van Groenhorst en Vilentum Hogeschool, de COR, de MR van het Groenhorst College Praktijkonderwijs en de personeelsvertegenwoordiging (PVT) van het Bestuursbureau. Verslag ondernemingsraad Groenhorst De ondernemingsraad van Groenhorst is het medezeggenschapsorgaan voor het personeel. Daarnaast heeft Groenhorst een centrale deelnemers- en een ouderraad en raden per locatie. Regulier vindt overleg plaats tussen de Groenhorst-OR en de directeur van het Aeres-onderdeel. Indien nodig, afhankelijk van de onderwerpen/agenda, wordt het College van Bestuur uitgenodigd. Deze paragraaf geeft de belangrijkste punten uit het overleg van het verslagjaar. In 2015 zijn diverse zaken in de OR aan de orde geweest. Jaarlijks terugkerende onderwerpen zijn: • het geïntegreerd jaardocument van Aeres; • kwaliteitszorg/resultaten naar aanleiding van onderzoeken Inspectie van het Onderwijs; • huisvesting en beheer; • financiën en control; • de vakantieregeling voor deelnemers en personeel; • de organisatie van het werk. Voor de laatste twee punten volgt de OR of de juiste procedures in acht worden genomen. Andere onderwerpen die in 2015 in de OR aan de orde zijn geweest, zijn onder meer: • scholingsplannen personeel; • salarismix; • voortgang Focus op Vakmanschap mbo/kwaliteitsafspraken mbo; • arbo (o.a. controle op de locaties); • passend onderwijs, deelname aan de vele samenwerkingsverbanden; • accorderen van de zorgplannen op alle locaties (ook mbo); • organisatie van het werk; • wat betekent een eventuele nieuwe cao? MR Groenhorst College Praktijkonderwijs Het Groenhorst College Praktijkonderwijs heeft een medezeggenschapsraad (MR), waarin drie personeelsleden en drie ouders zitting hebben. De MR vergadert minimaal zes keer per jaar met het MT van de school, waarvan twee keer met de algemeen directeur en de directeur van de locatie Emmeloord. Enkele onderwerpen voor 2014: • financiën en control; • personeel en organisatie; • algemeen en strategisch beleid; • passend onderwijs. Verslag ondernemingsraad Vilentum Hogeschool Na een langdurig proces zijn per 1 september 2015 de OR van CAH-Vilentum en de OR van Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool gefuseerd tot een OR van Vilentum Hogeschool. Daarmee is de gemeenschappelijke ondernemingsraad (GOR) overbodig. Deze OR is in het voorjaar van 2015 na stemming gekozen en in de oprichtingsvergadering bevestigd door het College van Bestuur. De samenstelling van de raad is als volgt: • Wilbert Waggelink, namens Stoas OP, voorzitter en afgevaardigde naar de COR • Michiel Drok, namens CAH Dronten OP, secretaris en afgevaardigde naar de COR • Wim Ridder, namens Stoas OP,
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 242 van 378
• • • • • •
Marion Ekamper, namens Stoas OOP Elise Gieling, namens CAH Almere OP Conny Harpe, namens CAH Almere OOP, Sonja Leeuw, namens CAH Dronten OP, Matthijs Schram, namens CAH Dronten OP, Marga Onrust, namens CAH Dronten OOP
Met deze verandering zijn er ook andere reglementen gekomen. In deze reglementen staat onder andere (art 22) dat de jaarlijkse verslaglegging van de OR onder regie van de COR ligt en dat het jaarlijkse verslag per 1 oktober ter goedkeuring aan de OR moet worden aangeboden. Dit verslag heeft derhalve geen status en gaat alleen over algemeenheden. De OR is in 2015 in vergadering bijeengeweest op de volgende data: 1 september, 21 september, 2 november en 7 december. Daarnaast zijn er nog een scholingsdag geweest op 23 november voor de hele OR en een dag omtrent duurzame inzetbaarheid op 11 november, die bezocht is door twee leden. De OR heeft besloten dat de leden elk hun aandacht verdelen over een beperkt aantal onderwerpen en dat de betreffende leden dat onderwerp voorbereiden en hun standpunten daaromtrent op de ORvergadering uiteenzetten. De OR als geheel neemt dan een besluit. Verder besluit de OR dat de vergaderingen bij toerbeurt over de locaties verdeeld worden, zodat de onderlinge samenhang wordt verstevigd. Verslag Centrale Studentenraad Vilentum Hogeschool De CSR is gestart per september 2015 en bestaat uit zes leden: • Robert Bos (CAH Vilentum Dronten) • Erik Hendrikse (Stoas Vilentum l Wageningen Hogeschool) • Tom van Heusden (CAH Vilentum Almere) • Emma Pratt (CAH Vilentum Almere) • Rik van Steenbergen (Stoas Vilentum l Wageningen Hogeschool) • Mirte Wessels (CAH Vilentum Dronten) Besproken onderwerpen zijn: • jaaragenda 2015-2016; • kaderbrief 2016; • Aeres-merkenbeleid; • functieverdeling CSR; • reglementen CSR. Verslag Centrale Ondernemingsraad (COR) Stichting Aeres Groep De COR van de Stichting Aeres Groep (Groenhorst en Vilentum Hogeschool) heeft in 2015 drie keer met het College van Bestuur overlegd. Besproken onderwerpen zijn: • financiën: kaderbrief 2016, inrichting financiële functies, jaarrekening, beleid 1e, 2e en 3e geldstroom, begrotingsproces; • personeelsbeleid: zorgplicht, werkkostenregeling, aanstellingsbeleid van personeel; • huisvesting en beheer; • innovatie en ontwikkeling; • onderwijs & kwaliteit: opleidingenaanbod, kwaliteitsthema’s; • strategisch beleid Aeres Groep/naam en positionering; • jaarverslag 2014; • facilitering medezeggenschap, themaverdeling.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 243 van 378
Verslag personeelsvertegenwoordiging Bestuursbureau (PVT) De PVT is het medezeggenschapsorgaan van het Bestuursbureau dat met het College van Bestuur overlegt. Er is in 2015 vier keer overleg geweest. Onderwerpen: • strategisch beleidsplan van Aeres; • jaarrekening en begroting; • trimesterrapportages; • organisatieontwikkeling Bestuursbureau; • senioren uren; • verkiezingen en inrichten PVT. 9.15.2.
Verslagen ondernemingsraden commerciële activiteiten
Verslag ondernemingsraad PTC+ De OR van Stichting PTC+ heeft regulier overleg met de eigen directie. In 2015 is specifiek overlegd over het afstoten van de locatie Horst. Andere belangrijke onderwerpen zijn: • Het gestalte geven aan een toekomstvisie voor de locatie Ede. • De directie wil PTC+ in 2016 weerbaarder maken voor veranderingen in de toekomst. De focus van de directie is behoud van werk voor alle huidige medewerkers. Verslag Ondernemingsraad Aeres Praktijkcentrum Dronten Aeres Praktijkcentrum heeft (nog) geen OR. Verslag ondernemingsraad Agrotransfer (Aeres Agree en Aeres Bedrijvencentrum Dronten) De OR van Stichting Agrotransfer overlegt met de eigen directie, niet met leden van het College van Bestuur. De belangrijkste punten uit het overleg in het verslagjaar zijn: • beoordelings- en beloningsregeling Aeres Agree Payroll (Payrolljobs bv); • resultaatontwikkeling Aeres Agree Recruitment (Agrojobsbv) na reorganisatie; • begrotingen werkmaatschappijen Agrotransfer Holding bv; • medewerkertevredenheidsonderzoek.
9.16. Horizontale verantwoording HRM Aeres-totaal: werknemersvertegenwoordiging Voor de onderdelen Groenhorst, Vilentum Hogeschool en PTC+ wordt jaarlijks overleg met de vakbonden gevoerd. Met het binnen Aeres volledig onder de WOR brengen van de medezeggenschap zijn veel onderwerpen verplaatst van de tafel met de vakbonden naar de tafel van medezeggenschap. Resteert het jaarlijkse overleg met de vakbonden, overleg met de vakbonden over de cao PTC+ en overleg met de vakbonden waar de cao dit voorschrijft.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 244 van 378
10 Verslag Raad van Toezicht Leeswijzer De Raad van Toezicht werkt binnen de kaders van de governance-code hbo (zie hoofdstuk 1). Het onderstaande verslag wil voldoen aan die gezamenlijke afspraken en een beeld schetsen van het werk van de raad in het afgelopen jaar.
Inhoud 10.1 10.2 10.3 10.4 10.5 10.5.1 10.5.2 10.5.3 10.6
Belangrijke items en uitdagingen Raad van Toezicht 2015 Toezichthoudende rol Adviesrol Werkgeversrol Werkwijze Deelname en honorering Deskundigheidsbevordering Overleg inspraakorganen Rol Raad van Toezicht in ontwikkelingen Aeres
246 247 248 248 249 249 250 251 251
De verklarende woordenlijst staat in bijlage 1. Samenstelling, hoofd- en nevenfuncties van de Raad van Toezicht staan in bijlage 3.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
Pagina 245 van 378
10.1. Belangrijke items en uitdagingen Raad van Toezicht 2015 Na een jaar van veel gesprekken en het herijken van de strategische koers start Aeres met de implementatie van ‘Verbindend perspectief’. De Raad van Toezicht benadrukt het belang van een goede balans tussen enerzijds zorgvuldigheid en anderzijds snelheid. In een sector waarin veel ontwikkelingen gaande zijn, is het belangrijk om scherp aan de wind te varen. De Raad van Toezicht en het College van Bestuur zijn hierover continu in gesprek met elkaar. Het is van belang om de samenhang, kracht en het gezamenlijk potentieel van Aeres nog beter in beeld brengen. Kwaliteit van onderwijs en onderzoek, de aansluiting tussen onderwijs en bedrijfsleven, profilering en zwaartepuntvorming, kennisontwikkeling en -valorisatie, professionalisering van medewerkers en ontwikkelingen in de groene sector zijn in 2015 veelbesproken thema’s. Voor het eerst in de bestaansgeschiedenis van Aeres heeft de Raad van Toezicht een negatieve begroting goedgekeurd. Gezien de voorfinancieringslast door de groei van de deelnemersaantallen, bezuinigingen in de basisbekostiging en het afschaffen van innovatiegelden is een positieve begroting 2016 niet haalbaar. De Raad van Toezicht vindt het een prestatie dat de organisatie erin is geslaagd ondanks de bezuinigingen de kwaliteit vast te houden. Om zo goed mogelijk te anticiperen op de bezuinigingen door de overheid past Aeres haar meerjarenbegroting aan. De raad vraagt hierbij extra aandacht voor risicomanagement en de investeringsbegroting. Aeres houdt vast aan ambities waarbij de kwaliteit van het onderwijs, onderzoek en de aanvullende dienstverlening hoog in het vaandel staat. In toenemende mate zoekt Aeres hierbij de samenwerking op met collega-onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven. Het aantal samenwerkingsrelaties is groeiend, zeker ook door participatie in de CoE’s en de CIV’s. Landelijk is er veel aandacht voor governance en het gedrag van bestuurders en toezichthouders. Het gesprek met de inspraakorganen van Aeres is geformaliseerd, waarbij ook de Centrale Studentenraad een eigen agenda met de Raad van Toezicht krijgt. Op verschillende thema’s bevordert de raad in 2015 de eigen deskundigheid. Verder start de Raad van Toezicht met de ontwikkeling van een nieuwe systematiek voor de beoordeling van het functioneren van het College van Bestuur. Gezien de samenstelling van de raad en het gemis aan bestuurlijke ervaring in het onderwijs wordt in 2015 de Raad van Toezicht uitgebreid met een extra lid. Tevens is de voorzitter na het doorlopen van de procedure herbenoeming unaniem opnieuw gekozen als voorzitter. Uitdagingen • Enerzijds forse bezuinigingen, anderzijds groei in deelnemersaantallen en hoge eisen aan kwaliteit. • Implementatie van de strategie om een antwoord te geven op de uitdagingen als kennisinstelling in de groene sector: versterken van het profiel van de organisatie en internationalisering vanuit de inhoudelijke zwaartepunten. • Bijdragen aan versterking van de groene kolom en anticiperen op een zachte landing aangaande de aangekondigde overgang naar het ministerie van OCW. • Als kennisinstelling inspelen op thema’s als economische ontwikkelingen, arbeidsmarkt, vraagstukken rond agro, food en leefomgeving en ontwikkeling professionals in samenwerking met collega-instellingen en het bedrijfsleven.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
Pagina 246 van 378
10.2. Toezichthoudende rol De Raad van Toezicht is volgens de statuten toezichthouder van zowel de Stichting Aeres Groep, als de Stichting Agrotransfer Dronten, de Stichting PTC+, Aeres Praktijkcentrum Holding bv en de ondersteunende stichtingen. Taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in het bestuurs- en beheersreglement. Voor elke stichting heeft de raad een eigen vergadering met een eigen agenda. In lijn hiermee maakt een onafhankelijk secretaris van elke vergadering een verslag. Op de onderwijsonderdelen van Aeres zijn zowel de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) en de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) alsook de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) van toepassing. De in deze wetgeving beschreven taken en bevoegdheden zijn integraal opgenomen in het bestuurs- en beheersreglement van Aeres. Een belangrijke taak van de Raad van Toezicht is toetsen of Aeres de wettelijke verplichtingen naleeft. Deze wettelijke verplichtingen zijn verankerd in de Aeres-planning- en-controlcyclus. In toenemende mate ligt de focus op het waarborgen van samenhang en transparantie in het bestuur en toezicht van een organisatie. Dit met het oog op een efficiënte en effectieve realisatie van beleidsdoelstellingen: governance. Als gevolg van de samenstelling van de groep heeft Aeres feitelijk te maken met drie governancecodes, te weten: 1 de code Goed onderwijsbestuur vo; 2 de Branchecode goed bestuur in het mbo; 3 de Branchecode goed bestuur hogescholen. Deze codes zijn een reflectie van actuele opvattingen over bestuur en toezicht en zij wijzigen geregeld als gevolg van ontwikkelingen in de maatschappij en het onderwijs, nieuwe omstandigheden en gebeurtenissen. Omdat er veel energie gaat zitten in het voortdurend volgen van deze wijzigingen, besluiten het College van Bestuur en de Raad van Toezicht eind 2013 voor systematische naleving van de Branchecode goed bestuur hogescholen als leidraad voor de principes, uitgangspunten en verantwoordelijkheden van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht. Op basis van een analyse van de drie codes blijkt dat de Branchecode goed bestuur hogescholen de ‘strengste’ code is en alle issues afdekt, waardoor er een goede borging is van de governance van Aeres conform maatschappelijk aanvaardbare normen. Daarnaast geldt dat de code voor het hbo aanvullend is op hetgeen in andere wet- en regelgeving staat. Zo staan er bijvoorbeeld geen bepalingen in die reeds in de WHW of de Wet Normering Topinkomens (WNT) zijn opgenomen. Tevens staan er geen richtlijnen in voor de omgang met inspraakorganen, daar is andere regelgeving voor. De keuze voor één code komt ook voort uit de mogelijkheid dat de verschillende codes in de toekomst met elkaar kunnen gaan conflicteren. Elk jaar evalueert de Raad van Toezicht of nog voldaan wordt aan de Branchecode goed bestuur hogescholen. In 2015 geeft deze evaluatie geen aanleiding tot specifieke acties. De code Goed onderwijsbestuur vo treedt in werking met ingang van augustus 2015. Ook analyse van deze nieuwe code levert geen aandachtspunten op voor Aeres. De governancecode is uitgangspunt voor het doen en laten van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur en vormt tevens een beoordelingskader. Hij vormt derhalve ook een belangrijke leidraad voor het handelen van Aeres. Thema’s als: transparant handelen, het afleggen van horizontale verantwoording, integriteit en een cultuur waarin professionaliteit en kwaliteit van medewerkers hoog worden gewaardeerd, zijn immers voorwaardelijk voor een goede onderwijskwaliteit. Het kabinet spreekt, terecht, de Raad van Toezicht regelmatig aan op zijn rol om toezicht te houden op onderwijskwaliteit. In dit kader schrijft de Raad van Toezicht in 2015 een brief aan de staatssecretaris van het ministerie van EZ waarin de raad stelt dat het niet realistisch is om, in een situatie waarin enorm gekort wordt op de basisfinanciering mbo, hoge onderwijskwaliteit te blijven nastreven.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 247 van 378
De raad ziet toe op rechtmatige en doelmatige verwerving en besteding van rijksmiddelen en heeft het geïntegreerd jaardocument 2014, bestaande uit het bestuursverslag 2014 en de jaarrekening 2014, goedgekeurd. De Raad van Toezicht stelt kritische vragen bij de managementletters en de accountantsverslagen. De managementletter is voor de Raad van Toezicht een belangrijk instrument. De raad is dit jaar tevreden over de kwaliteit van de managementletter en tevreden met de conclusie dat er weinig aandachtspunten zijn geconstateerd. De organisatie is in control. Voor het eerst sinds het bestaan van Aeres heeft het College van Bestuur een negatieve begroting gepresenteerd. Het effect van de bezuinigingen in het mbo, het wegvallen van de plusgelden in het hbo en de enorme groei van studenten/deelnemers voor het derde jaar op rij vragen om een enorme financieringslast. De raad heeft de begroting 2016 en tevens de meerjarenbegroting 2016 t/m 2020 goedgekeurd. Wel heeft de Raad van Toezicht om een extra vergadering aan het begin van 2016 gevraagd om dieper in te kunnen gaan op de relatie tussen de begroting, huisvestingsprojecten en het opleidingsportfolio.
10.3. Adviesrol De Raad van Toezicht volgt externe en interne ontwikkelingen via vakbladen, traditionele en nieuwe media, door participatie in het Platform Raden van Toezicht, middels de in de reguliere vergaderingen ingebrachte stukken maar ook via persoonlijke contacten met de netwerken van de verschillende leden. Macro-economische omstandigheden veranderen en de waarde van het groene domein voor het bruto nationaal product is opnieuw toegenomen. Ontwikkelingen zijn van invloed op de stabiliteit van economie en samenleving en daarmee op voedselveiligheid en voedselzekerheid. Internationalisering wordt steeds belangrijker in de sector. Naast het inspelen op externe ontwikkelingen adviseert de Raad van Toezicht tegelijkertijd om als Aeres vooral ook een eigen koers uit te zetten en uit te gaan van de eigen kracht. Het kabinet zet blijvend in op versterking van de kwaliteit van alle sectoren van het onderwijs. Zo is in het vo de aanzet gegeven voor een stimuleringsprogramma rondom het thema ambitieus leerklimaat en is er veel aandacht voor examinering. In het mbo is er de brief ‘de menselijke maat in het mbo’. Groenhorst mbo rondt de implementatie van het actieplan Focus op Vakmanschap 20112015 af en dient het kwaliteitsplan en excellentieplan mbo in. Voor Vilentum Hogeschool zijn er de prestatieafspraken zoals afgesloten met het ministerie van EZ. Over de hele linie moeten deze actieplannen leiden tot leerlingen en studenten die tot de mondiale top behoren, en die de beste kansen in de maatschappij en op de arbeidsmarkt hebben. Kwaliteit staat prominent op de agenda van de vergaderingen van de Raad van Toezicht. Naast het stellen van kritische vragen geeft de raad in een open dialoog met het College van Bestuur zijn advies vanuit de verschillende disciplines die in de raad vertegenwoordigd zijn. Hierbij blijft de raad zich bewust van het verschil in verantwoordelijkheid tussen de Raad van Toezicht en het College van Bestuur. Naast het thema kwaliteit staan thema’s als het herijken van de strategische koers, samenwerking binnen en buiten Aeres, investeringsprojecten, flexibiliteit in huisvesting, het opleidingenaanbod, het Centrum voor Innovatief Vakmanschap en de Centres of Expertise op de agenda.
10.4.
Werkgeversrol
Net als elk jaar heeft de remuneratiecommissie een functioneringsgesprek gevoerd met zowel de voorzitter als de vicevoorzitter van het College van Bestuur. In deze gesprekken is aandacht voor de mate van realisatie van het geformuleerde strategisch beleid, voor organisatiedoelen, voor competenties van de bestuurders en voor verwachtingen en wensen voor de toekomst. Er is afgesproken dat het beoordelingssysteem van het College van Bestuur wordt herijkt. In dat kader heeft P&O een presentatie gegeven waarin verschillende mogelijke modellen zijn toegelicht.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 248 van 378
Dit proces van herijking krijgt een vervolg in 2016. Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de leden van het College van Bestuur zijn omschreven in het bestuurs- en beheersreglement. De Raad van Toezicht geeft in 2015 goedkeuring aan een wijziging in de portefeuilleverdeling betreffende de portefeuille onderzoek. De honorering van het College van Bestuur is getoetst aan de code zoals vastgesteld in het Platform Raden van Toezicht mbo en past binnen de wetgeving rond de bezoldiging van bestuurders (zie ook §2.4).
10.5. Werkwijze Op het intranet van Aeres staan samenvattende verslagen van de vergaderingen van de Raad van Toezicht. Het primaire doel is het informeren van de medewerkers over de door de raad uitgebrachte adviezen en genomen besluiten. Daarnaast wil de raad medewerkers zo een beeld geven van de rol van de Raad van Toezicht. In aanvulling op de governancecode heeft de Raad van Toezicht in 2012 een eigen indicatorenset opgesteld voor de onderwijsonderdelen. Dit kader is in 2014 verder aangescherpt. Twee keer per jaar worden de voortgang en de ontwikkelingen van Groenhorst en Vilentum Hogeschool systematisch aan de hand van de vastgestelde indicatoren besproken. Deze indicatorenset staat op de Aeres-website. De Raad van Toezicht heeft in 2015 vijf reguliere vergaderingen belegd. De voorzitter en vicevoorzitter van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur bereiden de reguliere vergaderingen samen voor. Het College van Bestuur bereidt de vergaderstukken voor, waarbij het college de Raad van Toezicht alle informatie verschaft die hij nodig heeft om adequaat toezicht te kunnen houden. Belangrijke beslissingen en complexe zaken worden voor advies of goedkeuring voorgelegd. Wanneer de Raad van Toezicht op eigen initiatief informatie wenst, krijgt hij passende informatie aangeleverd. De Raad van Toezicht vergadert in principe in aanwezigheid van het College van Bestuur. Twee à drie keer per jaar vindt overleg plaats zonder het College van Bestuur. Dit kan plaatsvinden bij onderwerpen als: het functioneren van de Raad van Toezicht of het College van Bestuur of als daar aanleiding toe is. Aanvullend was er in 2015 twee keer overleg met de Centrale Ondernemingsraad (COR), de ouderraad, de deelnemersraad Groenhorst en de Centrale Studentenraad Vilentum Hogeschool (CSR). De Raad van Toezicht stelt zichzelf de vraag of het wenselijk is om naast de remuneratiecommissie nog auditcommissies in te stellen. Het merendeel van de leden van de Raad van Toezicht is echter geen voorstander van het instellen van commissies. De Raad van Toezicht is integraal verantwoordelijk voor alle aandachtsgebieden. De specifieke kennis op onderdelen is gewaarborgd middels het profiel van de leden van de Raad van Toezicht. De raad hecht eraan dat alle leden van de raad hun verantwoordelijkheid voor het toezicht op Aeres op alle domeinen en onderdelen in gelijke mate dragen.
10.5.1.
Deelname en honorering
Samenstelling Raad van Toezicht Alle zaken rond de samenstelling van de Raad van Toezicht en de zittingsperiode van de leden zijn geregeld in het bestuurs- en beheersreglement. De procedure voor herbenoeming leden van de Raad van Toezicht is in 2015 aangepast en opnieuw vastgesteld. Tevens is het profiel leden Raad van Toezicht aangescherpt. Conform het rooster van aftreden is na het doorlopen van de daartoe vastgestelde procedure unaniem ingestemd met het herbenoemen van de heer Jan Jacob van Dijk als voorzitter van de Raad van Toezicht. Met ingang van 1 januari 2015 is mevrouw Antoinette KnoetMichels benoemd tot lid van de Raad van Toezicht. In de wervingsprocedure van dit nieuwe lid is specifiek gezocht naar een lid Raad van Toezicht met bestuurlijke ervaring op een mbo of hbo-
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 249 van 378
instelling. Vanuit de governancecodes is dit toegestaan, zij het dat dit een ander voedingsgebied betreft. Statutair is vastgelegd dat de Raad van Toezicht tussen de vijf en zeven leden heeft. Met ingang van 2015 bestaat de raad uit zeven leden. De heer Beekman heeft echter aangegeven vanwege ontwikkelingen in zijn hoofdfunctie niet beschikbaar te zijn voor een tweede termijn. Mevrouw Nagel treedt in 2016 af na twee termijnen. Eind 2015 worden voorbereidingen getroffen voor de werving van twee nieuwe leden. Een van de nieuwe leden betreft een bindende voordracht van de inspraakorganen. De leden van de Raad van Toezicht zijn onafhankelijk. De in de Branchecode goed bestuur hogescholen genoemde afhankelijkheidscriteria zijn niet op hen van toepassing. De samenstelling van de raad, hoofd- en nevenfuncties van de leden zijn opgenomen in bijlage 3. Honorering De honorering van de leden van de Raad van Toezicht is in 2015 niet aangepast. Deze is gebaseerd op het advies van HayGroup en past binnen de adviesregeling honorering toezichthouders mbo 2013.
10.5.2.
Deskundigheidsbevordering
Zelfevaluatie De Raad van Toezicht evalueert het eigen functioneren bij voorkeur jaarlijks. De raad vindt het belangrijk voldoende toegerust te zijn om zijn taak op een goede wijze te kunnen uitoefenen. Vanuit diverse functies brengen de leden van de Raad van Toezicht deskundigheid in. Vanuit de kwaliteit ondernemerschap is scholing een continu proces. De Raad van Toezicht vindt het belangrijk om te bewaken dat de raad als collectief de vereiste deskundigheidsgebieden afdekt en deskundigheid aan elkaar overdraagt. Er is in dat kader een aantal deskundigheidsbevorderingen geweest. Uit de evaluatie onder begeleiding van een extern bureau (in 2014) kwam naar voren dat het belangrijk is meer aandacht te geven aan het strategische beleid en de keuzes die daaruit voortvloeien. Gezien de nieuwe Aeres-strategie ‘Verbindend perspectief’ staat het strategisch beleid in 2015 prominent op de agenda. Door de wisselingen in de samenstelling van de raad is het van belang te zorgen voor continuïteit in ervaring en expertise met betrekking tot de verschillende domeinen zoals onderwijs, onderzoek, kennisvalorisatie, het bedrijfsleven en financiën maar ook te zorgen voor relevante netwerken en inzicht in maatschappelijke ontwikkelingen, zowel nationaal als internationaal. In 2015 is de raad bezig geweest met het aanscherpen van het profiel leden van de Raad van Toezicht vanuit het perspectief van de ontwikkelingen in de buitenwereld en de complementariteit van de raad. De raad oriënteert zich op deelname aan een benchmark evaluatie Raden van Toezicht in 2016. Onderwerpen deskundigheidsbevordering Om adequaat toezicht te kunnen houden, maar ook om het College van Bestuur te kunnen voorzien van bruikbare adviezen, blijft de Raad van Toezicht werken aan de bevordering van de eigen deskundigheid. In 2015 zijn de volgende onderwerpen aan bod geweest in het kader van deskundigheidsbevordering: • internationalisering; • systematiek functioneren en beoordelen College van Bestuur van Aeres en andere onderwijsorganisaties; • onderwijs en kwaliteit. Deze deskundigheidsbevordering vindt plaats in het collectief. Naast het organiseren van de eigen deskundigheidsbevordering wordt ook bij toerbeurt geparticipeerd in de Platforms Raden van Toezicht mbo en hbo. Terugkoppeling van de bevindingen vanuit deze platforms vindt steeds plaats in de eerstvolgende reguliere vergadering. Daarnaast worden excursies georganiseerd waarbij aandacht is voor zowel het onderwijs als het werkveld. In 2015 bezocht de raad het Agrofood Cluster te Emmeloord.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 250 van 378
10.5.3.
Overleg inspraakorganen
Conform het reglement Raad van Toezicht voert de raad twee keer per jaar formeel overleg met de Centrale Ondernemingsraad, de deelnemersraad (Groenhorst), de Centrale Studentenraad (Vilentum Hogeschool) en de ouderraad (Groenhorst). In de COR hebben voorzitters van alle inspraakorganen, dus zowel van de OR’s en de MR PrO als van de PVT, binnen Aeres zitting. Het besluit wordt genomen om vanaf 2016 de vergaderingen met de deelnemers- en studentenraad apart te gaan voeren, omdat studenten en deelnemers naar verwachting dan een meer onafhankelijk gesprek met de Raad van Toezicht kunnen voeren. Het College van Bestuur is in vergaderingen met de inspraakorganen voornamelijk toehoorder. In het algemeen is geconstateerd dat het investeren in de relatie met de inspraakorganen belangrijk is. Het is bovendien een wens van de overheid om de kracht van medezeggenschapsorganen en daarmee de interne checks-and-balances te versterken, getuige ook het Wetsvoorstel versterking bestuurskracht. Net als bij andere gremia binnen Aeres wordt er in onderling overleg ook voor de vergaderingen van de Raad van Toezicht met de inspraakorganen een jaaragenda opgesteld. Thema’s in deze agenda zijn bijvoorbeeld strategisch beleid, medewerkerstevredenheid, (onderwijs)kwaliteit en financiën.
10.6. Rol Raad van Toezicht in ontwikkelingen Aeres De Raad van Toezicht is voor het College van Bestuur een belangrijke sparringpartner in gesprekken over zowel externe ontwikkelingen als interne ontwikkelingen. Gesprekken over mogelijke consequenties van bepaalde ontwikkelingen en het anticiperen hierop, gesprekken over het zien van kansen en het uitzetten van strategische lijnen, maar ook gesprekken over het borgen en monitoren van kwaliteit of het nemen van maatregelen indien noodzakelijk. De raad is zich hierbij wel bewust van zijn rol: het College van Bestuur bestuurt, de Raad van Toezicht houdt toezicht. Onderwijs en kwaliteit Onderwijskwaliteit staat stelselmatig op de agenda en heeft een prominente rol in het toezicht. De Raad van Toezicht ontvangt bij elke vergadering rapportages van bijvoorbeeld de Onderwijsinspectie, van de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie), de VKO (Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek), de RCHOO (Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek) en MBO in Bedrijf. Twee keer per jaar wordt een interne rapportage over het thema onderwijs en kwaliteit besproken dat gebaseerd is op al deze rapporten en op landelijke ontwikkelingen. Wanneer relevant, komen actieplannen van de onderdelen van Aeres eveneens terug op de agenda van de raad. Op die manier behoudt de Raad van Toezicht goed overzicht over alle relevante ontwikkelingen en kan de raad naast het uitvoeren van de toezichthoudende rol ook adviezen geven. Huisvesting en beheer Om adequaat toezicht te kunnen houden op de bouwprojecten van Aeres ontvangt de raad van het College van Bestuur elk trimester een voortgangsrapportage met daarin de stand van zaken per project. Risicomanagement is een vast onderdeel van de bouwplannen. De Raad van Toezicht is content met deze rapportage maar blijft alert op de kwaliteit (zorgvuldigheid, volledigheid, actualiteit) ervan. Naast de trimesterrapportages is het strategische huisvestingsbeleid besproken. Dit krijgt nog een vervolg in 2016. Deze strategie zal vanuit een breder perspectief benaderd worden, onder andere door ontwikkelingen in het opleidingsportfolio mee te nemen. Financiën en control In 2015 wordt duidelijk dat er echt forse bezuinigingen aankomen voor 2016 en de jaren daarna. Dat vereist van het College van Bestuur strakke sturing, zeker ook in de meerjarenbegroting. Er wordt regelmatig gesproken over de ontwikkelingen vanuit de overheid. Conform de reguliere planning-en-
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 251 van 378
control-cyclus houdt de raad toezicht middels de trimesterrapportages. Deze rapportages bevatten veel relevante informatie en worden in de vergaderingen bovendien toegelicht door het College van Bestuur en het hoofd Financiën & Control. Risicomanagement is een agendapunt. De Raad van Toezicht keurt de geconsolideerde jaarrekening van Aeres, maar ook de jaarrekeningen van de tot Aeres behorende stichtingen en de bv’s goed. Door de tussentijdse informatie zitten hier geen verrassende zaken in. Naast de trimesterrapportages bieden de managementletters en het accountantsverslag adequate hulpmiddelen in het houden van toezicht op de financiële situatie van Aeres. De punten uit de managementletters en het accountantsverslag over 2014 zijn opgevolgd dan wel onderhanden. Alhoewel de Raad van Toezicht tevreden is over het feit dat Aeres continuïteit en stabiliteit toont, zal hij strikt blijven toezien op de financiële situatie, zeker gezien de flinke opgave die er ligt gelet op de voorfinanciering van het groeiende aantal deelnemers/studenten en de korting op de bekostiging. Tot slot bedankt de Raad van Toezicht de medewerkers en deelnemers van de verschillende onderdelen binnen Aeres voor hun betrokkenheid en inzet in 2015.
Jan Jacob van Dijk, namens de Raad van Toezicht Aeres
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 252 van 378
Bijlagen
Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5 Bijlage 6 Bijlage 6B Bijlage 7 Bijlage 8 Bijlage 9
Verklarende woordenlijst Verklaring bevoegd gezag Samenstelling Raad van Toezicht Samenstelling College van Bestuur Kengetallen personeel Overzichten en kengetallen Groenhorst Locatiepagina’s Groenhorst (alleen in geringde versie BB) Overzichten en kengetallen Vilentum Hogeschool Modellen MIP Helderheid in bekostiging
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
254 259 261 264 265 281 287 353 363 377
Pagina 253 van 378
Bijlage 1
ABC Ad
ADFA Agripark
AISF AMN aoc ATVET
Verklarende woordenlijst
Agrarisch Bedrijvencentrum Dronten bestaat uit drie gebouwen: A, B en C. Associate degree is een wettelijk erkende graad zoals de bachelor en de master. De tweejarige Ad is vooral bedoeld voor mbo’ers die na hun mbo-opleiding willen doorleren, maar geen volledige 4-jarige hbo-opleiding willen doen. Advanced Dutch Flower Arrangements Aeres Agripark is een organisatorische eenheid binnen de afdeling Huisvesting & Beheer van het Bestuursbureau met als taak het beheren en exploiteren van gebouwen en terreinen die niet of niet geheel voor de primaire (onderwijs)taken worden ingezet. Stichting Aeres International Student Fund draagt bij aan de studiekosten van buitenlandse studenten. AMN is de bedrijfsnaam van een organisatie die gespecialiseerd is in testen. agrarisch opleidingscentrum Agricultural Technical and Vocational Education Training
BA bb bbl B-CT BD B-EKM benchmark
basisarrangement Basisberoepsgerichte leerweg vmbo Beroepsbegeleidende leerweg mbo Bachelor Consumptieve Techniek biologisch-dynamische landbouw Bachelor Educatie & Kennismanagement Groene Sector Systematisch onderzoek naar de prestaties en de onderliggende processen en methoden van een of meer leidende referentie-organisaties op een bepaald gebied en de vergelijking van de eigen prestaties en werkmethoden met deze prestaties. Het doel is de eigen prestaties te kunnen ijken en te verbeteren. bhv bedrijfshulpverlening bijzonder neutrale grondslag Bijzonder verwijst naar het feit dat de school bestuurd wordt door een vereniging of stichting en niet door de overheid zoals de openbare scholen. De neutrale grondslag geeft aan dat de school uitgaat van gelijkwaardigheid van alle levensbeschouwingen en maatschappelijke stromingen. bol beroepsopleidende leerweg mbo BOT begeleide onderwijstijd bpv beroepspraktijkvorming mbo BRON HO Basis Register Onderwijs Hoger onderwijs BS beroepssituatie (hoger onderwijs) BSA bindend studieadvies BTEC Business and Technology Education Council. Het BTEC National Diploma is een wereldwijd erkend diploma. BVO Bruto-vloeroppervlakte CAH cao CDB CE CECO cesuur
Christelijke Agrarische Hogeschool (tot 2013), daarna CAH Vilentum collectieve arbeidsovereenkomst Cursuscentrum Dierverzorging Barneveld centraal-examen (cijfer) Centrale examencommissie Beoordelingstheorie over de grens tussen geslaagd zijn en niet geslaagd zijn.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 254 van 378
cgi cgo CIV CoE COR CROHO CRV CT CvB CVDB
competentiegericht of criteriumgericht interview competentiegericht onderwijs Centrum voor Innovatief Vakmanschap (mbo) Centre of Expertise (hbo) Centrale Ondernemingsraad Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs Coöperatieve RundveeVerbeteringsorganisatie Consumptieve Techniek, opleiding van Vilentum Hogeschool College van Bestuur Coöperatief veredelingsdemonstratiebedrijf is een studentenbedrijf van CAH Vilentum.
DECO Decentrale examencommissie deelnemer Zowel de naam voor een mbo-bbl-deelnemer als voor de groep leerlingen, studenten en cursisten. derivaat Financiële derivaten zijn beleggingsinstrumenten die hun waarde ontlenen aan de waarde van een ander goed, zoals een afspraak dat je een bepaalde uitgave gaat doen tegen een vastgestelde prijs. DFA Dutch Flower Arrangements diplomaHet diplomaresultaat is het percentage leerlingen/studenten dat met een resultaat diploma het onderwijsonderdeel van Aeres verlaat ten opzichte van het totale aantal leerlingen/studenten dat in het verslagjaar het onderdeel verlaat. doorlopende Een geheel van maatregelen en afspraken dat ervoor zorgt dat er zo min leerlijn mogelijk overlap, breuken of lacunes zijn bij de overstap van het ene onderwijstype naar het andere of van niveau/leerweg naar niveau/leerweg. Binnen Aeres zijn een aantal doorlopende leerlijnen waaronder de leerlijn mbo-hbo Dier & Gezondheidszorg. DT Deeltijd DTC Dairy Training Centre (Noord Nederland, Dairy Campus) DUO DUO is de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. DUO financiert en informeert onderwijsdeelnemers en onderwijsinstellingen en organiseert examens. EC of ECTS ECS ECTS
EPBD EZ
European Credits oftewel studiepunten Education and Competence Studies (onderdeel van WUR) European Credit Transfer System. De studiebelasting wordt sinds de invoering van de bachelor-masterstructuur uitgedrukt in internationaal vergelijkbare ECTS. Een credit is ook bekend onder de oude naam studiepunt. European Floral Design Academy van Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool Hbo-opleiding Educatie & Kennismanagement Groene Sector van Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool Betoog van zo’n zestig seconden waarin een persoon of organisatie zichzelf of een idee verkoopt. elektronische leeromgeving European Market Infrastructure Regulation: Europese richtlijn om de handel in over-thecounter-derivaten (OTC-derivaten) transparanter en veiliger te maken. Energy Performance of Buildings Directive ministerie van Economische Zaken
GCOS GH gl GOR GPS GSR GTO
Groen Consortium Opleiden in de School Groenhorst gemengde leerweg vmbo Groepsondernemingsraad van Vilentum Hogeschool Global positioning system Gemeenschappelijke Studentenraad Global Training Organisation
EFDA EKM Elevator pitch ELO EMIR
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 255 van 378
hao hbo HGL HKS HORA HPBO HRM
hoger agrarisch onderwijs hoger beroepsonderwijs Het Groene Lyceum herziene kwalificatiestructuur Hoger Onderwijs Referentie Architectuur Het Platform Beroepsonderwijs Human Resource Management
ICT INK
informatie- en communicatietechnologie Het INK-managementmodel streeft continu naar de balans tussen diverse stakeholders, tussen de resultaten en de inspanningen en werkt voortdurend aan (kwalitatieve) groei. Dit, om - in een veranderende omgeving met veranderende eisen en wensen - blijvend goede prestaties neer te zetten. individueel ontwikkelingsplan Individuele Premie Aanvullingsplan (verzekering gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid) Leerplatform speciaal voor het onderwijs
IOP IPAP Itslearning
kb kaderberoepsgerichte leerweg vmbo KC kenniscoalitie Kennisbasis Basiskennis die iedere startbekwame leraar aan het einde van de opleiding minimaal moet beheersen. KIGO Kennisverspreiding en innovatie Groen Onderwijs (regeling loopt af) KNHS Paardensportbond voor iedere paardensporter KNMvD Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde KO Kwaliteitsonderzoek LEA lgf LICG liquiditeit
LOB lwoo mbo MBO15 MIP mkb MOOC MOT mvo MVT Nb NFP ngo
NRO NSE NVAO
Lokale Educatieve Agenda leerlinggebonden financiering of rugzakje voor leerlingen met een zorgvraag. Landelijke informatiecentrum gezelschapsdieren Het totaal aan middelen dat Aeres kan aanwenden om betalingen te verrichten. Het gaat meestal om cash geld of bezittingen of beleggingen die snel omgezet kunnen worden in contact geld. loopbaanoriëntatie en -begeleiding leerweg-ondersteunend onderwijs middelbaar beroepsonderwijs Procesorganisatie verantwoordelijk voor de implementatie van het actieplan mbo. Meerjarig Investeringsprogramma midden- en kleinbedrijf Een ‘massive open online course’ is een (meestal) gratis online cursus waarvoor iedereen zich mag inschrijven. Managementoriëntatieteam (passend onderwijs) maatschappelijk verantwoord ondernemen moderne vreemde talen (Cijfers) nog niet bekend. Deze cijfers van het verslagjaar komen pas na de oplevering van het jaardocument beschikbaar. Netherlands Fellowship Programmes Niet-gouvernementele organisatie of ook wel non-gouvernementele organisatie is een organisatie die onafhankelijk is van de overheid en zich op een of andere manier richt op een verondersteld maatschappelijk belang. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek Nationale Studenten Enquête Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 256 van 378
NVO
Netto verhuurbaar oppervlak
OCW OER OGW OKV OOP OP OPP OR OSA OTC
ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Onderwijs- en Examenregelement opbrengstgericht werken; actielijn examinering vmbo onderzoek naar kwaliteitsverbetering onderwijs ondersteunend personeel onderwijzend personeel Ontwikkel Perspectief Plan of ontwikkelingsperspectiefplan ondernemingsraad Ontwikkelcentrum Stadslandbouw Almere Online Training Center en Online Techniek Campus
PBS PDCA PDG PEC PITC PIT P&O POA POVO
Positive Behaviour Support (Kwaliteitscyclus) Plan-Do-Check-Act Pedagogisch Didactisch Getuigschrift Poultry Expertise Centre Practical Innovation Training Center Praktijk Innovatie Team Personeel & Organisatie Platform Onderwijs en Arbeidsmarkt De POVO is een groep mensen, uit het primair en voortgezet onderwijs, die zich bezig houdt met de overstap van het primair naar het voortgezet onderwijs. pps publiek-private samenwerking privaat-privaat financiering Een financiering van een private financier aan een private organisatie. Dit betekent dat er geen publiek geld voor private activiteiten gebruikt wordt. PrO praktijkonderwijs PSA Personeels- & Salarisadministratie PTC Praktijk Training Centrum PTO Programma van Toetsing Onderbouw Pvb proeve van bekwaamheid PVT Personeelsvertegenwoordiging Bestuursbureau RCHOO Reviewcommissie Hoger Onderwijs en Onderzoek rentabiliteit Verhouding tussen opbrengsten en de lasten die gemaakt zijn om dat resultaat te maken. Met andere woorden: rentabiliteit zegt iets over de resultaatgerichtheid (winst) van een organisatie. RI&E risico-inventarisatie & evaluatie RIF Regionaal Investeringsfonds (mbo) RMC Regionale Meld- en Coördinatiepunten of Coördinatiefunctie RMO Raet Medewerker Ontwikkeling (voor personeelsinformatiesysteem Raet) ROA Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt roc regionaal opleidingscentrum RVC Regionale Verwijzingscommissie RVM Raet Verzuim Manager RVT Raad van Toezicht SBB se SEP SIA/RAAK SLB SMO
Stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven schoolexamen(cijfer) Standard Evaluation Protocol Stichting Innovatie Alliantie (ook RAAK-regelingen) studieloopbaanbegeleiding Sociaal Medisch Overleg (tussen bedrijfsarts, P&O en leidinggevende)
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 257 van 378
SNA Stichting Normering Arbeid SIS Studenten Informatie Systeem solvabiliteit Mate waarin Aeres aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. Het is de verhouding tussen de totale bezittingen (eigen vermogen) en schulden (vreemd vermogen). solvabiliteit 2 Dit is de solvabiliteit inclusief voorzieningen. SOP schoolondersteuningsplan of -profiel SR Studentenraad SSC Shared Service Centre (van het Bestuursbureau) SSV Stichting Studentenvoorzieningen (huisvesting en voeding studenten Dronten) SW sociale werkvoorziening SWV Samenwerkingsverband passend onderwijs TAP tekortvak
TKO tl
team activiteitenplan Landelijk gezien is er een lerarentekort voor de vakken wiskunde, natuurkunde, scheikunde, informatica, levensbeschouwing, aardrijkskunde, Engels, Duits, Frans, Nederlands, klassieke talen en een aantal praktijkvakken in het vmbo. tussentijds kwaliteitsonderzoek theoretische leerweg vmbo
VBW VCA VHG VKO vo VPD vpb vso VSV VT
Vereniging Bloemist-Winkeliers Veiligheid, Gezondheid en Milieu Checklist Aannemers Vereniging van Hoveniers en Groenvoorzieners Validatiecommissie Kwaliteitszorg Onderzoek voortgezet onderwijs Varkens, Pluimvee & Diervoeders vennootschapsbelasting voortgezet speciaal onderwijs voortijdig schoolverlaters voltijd
WEB WHW Wiki
Wet educatie en beroepsonderwijs Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek Dynamische website waar door meerdere mensen eenvoudig en gezamenlijk webdocumenten kunnen worden bewerkt. Wikipedia is er een groot voorbeeld van. Wet normering topinkomens (lange versie: Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector) Wet op de ondernemingsraden Wageningen Universiteit en Researchcentrum Wageningen University & Research centre Wet op het voortgezet onderwijs
WNT WOR WUR WVO Zestor
Arbeidsmarkt- en opleidingsfonds van hogescholen dat vernieuwende activiteiten bevordert en ondersteunt rond arbeidsmarktbeleid, professionalisering en gezond, veilig en vitaal werken in het hbo.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 258 van 378
Bijlage 2
Verklaring bevoegd gezag
Het College van Bestuur van Aeres verklaart dat alle opleidingen voldoen aan de wettelijke vereisten. Hieronder is beschreven welke maatregelen Groenhorst (PrO, vmbo en mbo) en Vilentum Hogeschool (hbo) nemen om dat te kunnen garanderen. Groenhorst In § 3.8 is aangegeven hoe Groenhorst zorgdraagt voor de kwaliteit en wat de resultaten hiervan zijn, in § 3.6.4 en § 9.6.1 hoe Groenhorst zorgt voor competente medewerkers die de vertaalde eisen kunnen implementeren en uitvoeren. Vo (praktijkonderwijs en vmbo) De wettelijke vereisten waaraan het vmbo moet voldoen, zijn vastgelegd in de Wet op het voortgezet onderwijs en de overige van toepassing zijnde wet- en regelgeving van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Daarnaast voldoet het onderwijs aan de governancecode hbo, de cao-vo, de Wet op de ondernemingsraden en de Wet op de beroepen in het onderwijs (wet BIO). Groenhorst volgt de (nieuwe) wettelijke bepalingen jaarlijks. Zij stelt vierjaarlijks een schoolplan op op grond van artikel 24 van de Wet op het voortgezet onderwijs. Het schoolplan bevat een beschrijving van het beleid ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs dat binnen Groenhorst wordt gevoerd, en omvat in ieder geval: • het onderwijskundig beleid; • het personeelsbeleid; • het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het schoolplan wordt op voorstel van de medezeggenschapsorganen voor een periode van vier jaar vastgesteld door het bevoegd gezag van Groenhorst. Beleidsthema’s worden periodiek behandeld in vo-beleidsoverleg. Mbo De wettelijke vereisten waaraan het mbo moet voldoen, zijn vastgelegd in de Wet educatie en beroepsonderwijs en de overige van toepassing zijnde wet- en regelgeving van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het ministerie van Economische Zaken. Daarnaast voldoet het onderwijs aan de governance-code hbo, de cao-bve, de Wet op de ondernemingsraden, de Wet beroepen in het onderwijs (wet BIO). Groenhorst volgt de wettelijke bepalingen jaarlijks. Beleidsthema’s worden periodiek behandeld in mbo-beleidsoverleg. Vilentum Hogeschool De wettelijke vereisten waaraan het hbo moet voldoen, zijn vastgelegd in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) en de overige van toepassing zijnde wet- en regelgeving van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het ministerie van Economische Zaken. Daarnaast voldoet het onderwijs aan de governancecode hbo, de cao-hbo en de Wet op de ondernemingsraden. De stafdienst van Vilentum Hogeschool volgt de wettelijke bepalingen en ontwikkelingen. Vervolgens vertaalt hij de nieuwe vereisten naar het beleid en het onderwijs door jaarlijks de curricula van de opleidingen aan te passen. Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 259 van 378
In § 4.8 is aangegeven hoe Vilentum Hogeschool zorgdraagt voor de kwaliteit en wat de resultaten daarvan zijn, in § 9.6.2 hoe de hogeschool zorgt voor competente medewerkers die de vertaalde eisen kunnen implementeren en uitvoeren.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 260 van 378
Bijlage 3
De heer J.J. van Dijk (Jan Jacob) (M) Voorzitter
Samenstelling Raad van Toezicht
Geb. datum
Hoofdfunctie/ beroepsuitoefening
Nevenfunctie(s)
Loopbaan
Tijdstip 1e benoeming
Lopende termijn tot
Hernoembaar
05-09-1964
Gedeputeerde provincie Gelderland
Bijzonder hoogleraar christelijk sociaal denken, Faculteit Economische Wetenschappen en Bedrijfswetenschappen aan de Vrije Universiteit te Amsterdam Voorzitter van VOION, het arbeidsmarktfonds voor het vo.
Politicoloog en historicus, CNV:
2011
05/2019
N
Voorzitter VVD-afdeling gemeente Oisterwijk
1976-1989 lerares natuur- en scheikunde mbo, 1976 tot 2008 eigenaar Kees Nagel BV, 1994- 2010 bestuurder VBW, 1996-2008 onderhandelaar CAO Bloemendetailhandel, 1995 -2010 bestuurder Sociaal fonds Bloemendetailhandel, 1995 tot 2007 bestuurder VUT fonds bloemendetailhandel, 2002 tot 2008 bestuurder Kenniscentrum Aequor 2008 tot 2010 vz. cie HBD bloemen en planten. Jurylid van de nationale verkiezing voor de bloemist van het jaar 2012-2013.
2008
11/2016
N
1991-1997: export manager Afrika/Midden-Oosten bij Intervet International (AkzoNobel Pharma) Van 1997 tot 2008 diverse posities als general manager bij Intervet International in Midden-Oosten, ZuidKorea en Mexico.
2012
07/2016
N
Mevrouw W.P.P.M. Nagel-Kuenen (Wilna) (V) Lid
07-08-1950
De heer D. Beekman (Drees) (M) (Lid)
26-07-1965
Vice-President Strategy, Marketing & Innovation EuAfME bij Zoetis met standplaats Zaventem, België (tot 01-06-2015).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
onderzoeker, beleidsmedewerker Europese Zaken, programmamanager (1998-2002), lid Tweede Kamer namen het CDA (2002-2010)
Pagina 261 van 378
Geb. datum
Hoofdfunctie/ beroepsuitoefening
Nevenfunctie(s)
Loopbaan
Sinds 1-6-2015 Vice President Benelux, Africa & Middle East bij Zoetis.
Tijdstip 1e benoeming
Lopende termijn tot
Hernoembaar
Van 2008 tot eind 2010 directeur Akkeren Tuinbouw bij Agrifirm BV in Meppel. Vanaf begin 2011 functie als algemeen directeur bij Agrifirm Plant BV. Van 01-05-2014 tot 01-06-2015 VicePresident Strategy, Marketing & Innovation EuAfME bij Zoetis met standplaats Zaventem, België. Sinds 1-6-2015 Vice President Benelux, Africa & Middle East bij Zoetis
Mevrouw I. Mastenbroek (Ineke) (V) (Lid)
08-10-1954
Directeur Ontwikkelingsmaatschappij Flevoland Eigenaar IMagribusinessadvies
Lid RvC Rabobank Flevoland Lid bestuur Stichting ERF Lid RvT Stichting Visitatie Woningcorporaties Nederland Lid Beleidsadviescommissie Coöperatie van Rabobank Nederland (tot 25-9-2015) Lid bestuur Natuur- en MilieuFederatie Flevoland
1979-1982: onderzoeker in kader Ph.D. in Urbana-Champagn, Illinois VS. 1982-2007: directiefuncties bij de Nederlandse Algemene Keuringsdienst 2007-2010: CEO Cooperatie Agrico UA
2012
07/2016
J
De heer E.J.F. Alderkamp (Evert) (M) (Vicevoorzitter)
07-08-1959
Melkveehouder sinds 1982
-
Tussen1984 en2000 lid afdelingsbesturen KI Gelderland, Coberco, Dumeco. 1995-2000 lid commissie melkveehouderij LTO Zuid Gelderland. 2001-2010 lid hoofdbestuur CR-Delta. 2002-2010 lid RvC CRV. 2010-2014 vz. RvC CRV.
2014
07/2018
J
De heer S.H. Galema (Sjoerd) (M)
25-11-1962
Melkveehouder in Friesland en Rusland.
DB VNO-NCW Noord, lid Bestuur VNO-NCW Friesland, voorzitter.
Melkveehouder sinds 1983, in Rusland sinds 2004.
2014
07/2018
J
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 262 van 378
Geb. datum
Hoofdfunctie/ beroepsuitoefening
(Lid)
Mevrouw A.J.H. Knoet-Michels (Antoinette) (V) (Lid)
06-03-1954
Voorzitter College van Bestuur ROC Ter AA Helmond Lid Provinciale Staten Noord Brabant PvdA
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Nevenfunctie(s)
Loopbaan
Taraeda B.V, strategisch adviseur. IPF, InnovatiePactFryslân, lid Millenniumnetwerk Fryslân, lid
Bestuurlijk actief geweest in LTO, AB Waterschap, Gezondheidsdienst voor Dieren en PR, Praktijkonderzoek Veehouderij Van 1999 tot 2011 actief geweest als Statenlid en Gedeputeerde en Loco CdK bij de Provincie Friesland Tot 2013 RvC voorzitter Rabobank SneekZuidwestFriesland. Tot 2015 Bestuur, lid en RvC, lid van Royal FrieslandCampina
Tijdstip 1e benoeming
1974-1984 lerares biologie, natuur- en 2015 scheikunde lbo, 1984-2000 management vo-scholen Floor Evers Middenschool Eindhoven (adjunct-directeur), SG Amerij Amersfoort (directeur), Stedelijk Dalton Lyceum Dordrecht (rector). 2003-2006 lid BVE Raad (huidige MBO Raad). 2004-2008 Lidmaatschappen Raden van Toezicht o.a. woningbouwcorporatie Woonpartners , Stichting Maatschappelijk Opvang Helmond en voorzitter Participatieraad Deurne. 2008-2011 voorzitter Betaald Voetbal Helmond Sport.
Pagina 263 van 378
Lopende termijn tot
Hernoembaar
01/2019
J
Bijlage 4
Samenstelling College van Bestuur M/V
Geb. Datum
Nevenfunctie(s) - uit hoofde van functie -
Nevenfunctie(s) - niet uit hoofde van functie -
Werkzaam bij Aeres sinds
In het CvB sinds
De heer B.M.P. Pellikaan (Bastiaan) Voorzitter sinds 28-06-12
M
13-04-1959
Bestuurslid Groene Tafel, Lid ALV van de AOC Raad, Lid Algemene Vergadering Vereniging Hogescholen en MBO Raad, Lid DB Groene Kennis Coöperatie, Lid kernteam HCA, Bestuurslid Stichting CIV Agri&Food, Lid stuurgroep Prof 2020 van MBO Raad, Lid onderwijscommissie Sectorraad Paarden, Bestuurslid CoE’s
Voorzitter Raad van Toezicht Christelijk Lyceum Veenendaal (01-07-2015)
01-01-2006
01-01-2006
De heer J.F. Houterman (Joep) Vicevoorzitter sinds 01-09-13
M
08-07-1962
Lid ALV van de AOC Raad, Bestuurlijk portefeuillehouder Internationalisering van de AOC Raad, Lid kerngroep internationalisering MBO Raad, Bestuurslid CoE’s, Plaatsvervangend lid namens de hogescholen van de Landelijke Commissie Gedragscode Hoger Onderwijs, Voorzitter bestuurlijk overleg Borderless Network.
Voorzitter Raad van Commissarissen Idealis Wageningen
01-09-2013
01-09-2013
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 264 van 378
Bijlage 5
Let op!
Kengetallen personeel
De kengetallen van PTC+ en Stichting Agrotransfer Dronten (voorheen Aeres Contract) zijn apart gegeven aan het einde van de bijlage. Cijfers voor de onderwijsonderdelen en PTC+ komen uit Raet (eigen personeelssysteem). De cijfers van Stichting Agrotransfer Dronten en Aeres Praktijkcentrum Dronten komen van een extern administratiebureau. Tabel 1 en 2 Aantal personeelsleden gesorteerd op onderdeel en dienstverband De onderstaande cijfers onderbouwen de inleidende tekst van hoofdstuk 9 (met name § 9.2) en de grafieken 9.2 en 9.3.
Totaal wns Aantal medewerkers (wns)
Voltijd wns
Deeltijd wns
2014
2015
2014
per 31-12-2015
wns
wns
wns
wns
%
wns
Wns
%
Groenhorstscholen en -trainingscentra
619
675
250
263
38,96
369
412
61,04
Groenhorst College Praktijkonderwijs Vilentum Hogeschool Bestuursbureau PTC
+
Agrotransfer Holding bv*
Totaal Aeres
Groenhorstscholen en -trainingscentra Groenhorst College Praktijkonderwijs Vilentum Hogeschool Bestuursbureau PTC
+
Agrotransfer Dronten* Landbouwbedrijf De Drieslag** Aeres Praktijkcentrum Dronten** Totaal Aeres
*
2015
19
19
8
9
47,37
11
10
52,63
320
123
127
39,69
168
193
60,31
48
51
23
22
43,14
25
29
56,86
61
53
40
36
67,92
21
17
32,08
25
22
11
12
54,54
14
10
45,45
5
n.v.t
4
n.v.t
n.v.t
1
n.v.t
n.v.t
n.v.t
6
n.v.t
4
66,7
n.v.t
2
33,3
1.068
1.146
459
473
609
673
Totaal fte Aantal fte’s per 31-12-2015
2014
291
Landbouwbedrijf De Drieslag** Aeres Praktijkcentrum Dronten**
2015
Voltijd fte
Deeltijd fte
2014
2015
2014
2015
2014
fte
fte
fte
fte
%
fte
Fte
2015 %
502,14
537,70
250
263
48,91
252,14
274,70
51,09
15,2
15,24
8
9
59,07
7,2
6,24
40,93
237,00
256,04
123
127
49,60
114,00
129,04
50,40
39,52
41,36
23
22
53,19
16,52
19,36
46,81
53,87
47,36
40
36
76,01
13,87
11,36
23,99
19,9
18,4
11
12
65,22
8,9
6,4
34,78
4,5
n.v.t
4
n.v.t
n.v.t
0,5
n.v.t
n.v.t
n.v.t
5,2
n.v.t
4
76,9
n.v.t
1,2
23,1
872,13
921,3
459
473
413,13
448,3
Stichting Agrotransfer Dronten is de gedeponeerde naam van het moederbedrijf van de activiteiten met de (handels)namen Agrotransfer Holding bv, Aeres Agree (Agrojobs bv en Payrolljobs bv) en Aeres Bedrijvencentrum Dronten.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 265 van 378
** In deze in 2015 opgerichte bv zijn de voormalige Schoolboerderij bv, de Stichting Coöperatief Veredelings+ demonstratiebedrijf, LONK bv en de trainingsactiviteiten van PTC Dronten opgenomen. Het merendeel van de medewerkers is ingehuurd van Groenhorst en Vilentum. Die vallen voor dit overzicht onder die onderdelen. Naast vijf medewerkers werken er ook diverse studenten mee die samen voor 0,7 fte werk verrichten. Zij zijn samen opgenomen als 1 wns.
Tabel 3 Gemiddelde fte’s en loonkosten per onderdeel Ontwikkeling gemiddelde leeftijd is weergegeven in tabel 13 h. In het onderstaande overzicht zijn stagiair(e)s niet opgenomen.
Gemiddeld aantal fte’s Groenhorstscholen en -trainingscentra Groenhorst College Praktijkonderwijs Vilentum Hogeschool Bestuursbureau PTC
+
Agrotransfer Dronten* Landbouwbedrijf De Drieslag**
2014
2015
2013
2014
2015
457,74
483,17
516,7
64.823
65.056
65.441
13,60
14,79
15,20
63.473
63.367
63.539
240,51
243,75
250,67
72.498
72.180
72.326
42,13
41,21
39,91
73.957
75.402
76.955
60,26
52,55
56,41
71.203
68.672
70.140
25,40
19,65
19,67
56.297
56.408
56.153
4,70
5,00
-
60.601
60.987
-
-
-
5,2
-
-
67.090
849,43
860,12
904,95
Aeres Praktijkcentrum Dronten** Totaal Aeres
Gemiddelde loonkosten €
2013
*
Stichting Agrotransfer Dronten is de gedeponeerde naam van het moederbedrijf van de activiteiten met de handelsnamen Aeres Agree (Agrojobs bv en Payrolljobs bv) en Aeres Bedrijvencentrum Dronten. ** In deze in 2015 opgerichte bv zijn de voormalige Schoolboerderij bv, de Stichting Coöperatief + Veredelingsdemonstratiebedrijf, LONK bv en de trainingsactiviteiten van PTC Dronten opgenomen. Het merendeel van de medewerkers is ingehuurd van Groenhorst en Vilentum. Die vallen voor dit overzicht onder die onderdelen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 266 van 378
Stichting Aeres Groep Tabel 4a t/m d Ziekteverzuimcijfers onderwijsonderdelen Groenhorst en Vilentum Hogeschool (CAH Vilentum en Stoas Vilentum) en het Aeres Bestuursbureau De onderstaande cijfers onderbouwen grafiek 9.1 en de tekst van § 9.8.1. Groenhorstscholen en -trainingscentra 2013 (excl. zwangerschapsverlof)
2013 (incl. zwangerschapsverlof)
2014 (excl. zwangerschapsverlof)
2014 (incl. zwangerschapsverlof)
2015 (excl. zwangerschapsverlof)
2015 (incl. zwangerschapsverlof)
Kort
0,90
0,90
0,87
0,87
0,95
0,95
Kort middel
0,74
0,75
0,74
0,75
0,79
0,8
Lang middel
2,22
2,62
2,66
3,23
2,73
3,65
Lang
0,68
0,68
0,59
0,59
0,57
0,57
Totaal
4,53
4,94
4,87
5,43
5,06
5,98
Per locatie 2015*
Kort
Kort middel
Lang middel
Almere
1,48
0,95
5,2
Lang
Totaal
Barneveld
1
0,85
2,06
0,07
3,99
Bilthoven
1,04
0,26
7,13
5,63
14,06
Dronten
0,34
0,74
3,25
0,75
5,08
Ede
0,77
0,49
2,36
Emmeloord
0,44
0,23
2,74
2,16
5,57
Lelystad
0,85
0,64
8,35
0,6
10,43
Maartensdijk
1,68
1,61
3,02
6,31
Nijkerk
0,93
1,41
3,46
5,8
7,63
3,63
*Alles inclusief zwangerschap
Groenhorst College Praktijkonderwijs 2013 (excl. zwangerschapsverlof)
2013 (incl. zwangerschapverlof)
2014 (excl. zwangerschapsverlof)
2014 (incl. zwangerschapsverlof)
2015 (excl. zwangerschapsverlof)
2015 (incl. zwangerschapsverlof)
Kort
0,63
0,63
0,61
0,61
0,66
0,66
Kort middel
0,53
0,53
0
0
1,16
1,16
Lang middel
8,49
9,26
2,41
2,44
5,69
6,91
Lang
3,65
3,65
2,81
3,23
0
0
Totaal
13,30
14,07
5,83
5,86
7,52
8,73
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 267 van 378
Vilentum Hogeschool 2013 (excl. zwangerschapverlof)
2013 (incl. zwangerschapsverlof)
2014 (excl. zwangerschapsverlof)
2014 (incl. zwangerschapsverlof)
2015 (excl. zwangerschapsverlof)
2015 (incl. zwangerschapsverlof)
Kort
0,65
0,65
0,6
0,61
0,66
0,66
Kort middel
0,81
0,81
0,78
0,78
0,74
0,74
Lang middel
2,36
3,07
1,64
2,26
3,08
3,88
Lang
0,64
0,64
0,21
0,21
0,00
0,00
Totaal
4,45
5,16
3,23
3,85
4,48
5,28
Per locatie 2015*
Kort
Kort middel
Lang middel
Lang
Totaal
Almere
0,6
0,3
2,51
0,00
3,41
Dronten
0,66
0,80
2,67
0,00
4,13
Wageningen
0,69
0,78
9,34
0,00
10,81
*Alles inclusief zwangerschap
Bestuursbureau
2013 (excl. 2013 (incl. zwangerschaps zwangerschap -verlof) -verlof)
2014 (excl. 2014 (incl. 2015 (excl. 2015 (incl. zwangerschaps zwangerschap zwangerschaps zwangerschaps -verlof) -verlof) -verlof) -verlof)
Kort
0,47
0,47
0,38
0,38
0,6
0,6
Kort middel
0,64
0,64
0,11
0,11
0,64
0,64
Lang middel
1,44
2,05
2,53
3,28
3,6
3,6
0
0
0
0
0
0
2,54
3,16
3,02
3,76
4,84
4,84
Lang Totaal
Tabel 5 en 6 Aantal medewerkers/fte’s in relatie tot omvang betrekking Onderstaande tabellen onderbouwen grafiek 9.4. In een aanvullende tabel zijn de landelijke cijfers voor het mbo toegevoegd. 0-0,2
0,2-0,4
Groenhorstscholen en -trainingscentra
9
24
Groenhorst College Praktijkonderwijs
1
0
Vilentum Hogeschool
1
Bestuursbureau
Aantal medewerkers
Aantal fte
0,4-0,6
0,6-0,8
0,8-1,0
≥ 1.0
60
154
165
263
0
7
2
9
10
33
66
83
127
1
3
5
0
20
22
0-0,2
0,2-0,4
0,4-0,6
0,6-0,8
0,8-1,0
≥ 1.0
Groenhorstscholen en -trainingscentra
0,82
6,56
28,8
102,64
135,89
263
Groenhorst College Praktijkonderwijs
0,035
0
0
4,60
1,6
9
0,1
2,64
15,80
42,32
68,18
127
0,18
0,78
2,63
0
15,78
22
Vilentum Hogeschool Bestuursbureau
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 268 van 378
Totaal Stichting Aeres groep
0-0,2
Wns Fte
0-0,2
0,2-0,4
0,4-0,6
≥ 1.0
12
37
98
227
270
421
9,97
47,23
149,57
221,45
421
0,2-0,4
0-0,5
0,4-0,6
3,4%
Groenhorst (%)
0,8-1,0
1,13
Landelijke cijfers Groenhorst (fte)
0,6-0,8
0,5-0,8
0,6-0,8
0,8-1,0
≥ 1.0
>
74,5%
22,0%
0,81
6,56
28,8
102,64
135,89
263
0,15%
1,22%
5,36%
19,09%
>
74,18%
Bron landelijke cijfers: Stamos, 2014.
Tabel 7 Vaste en tijdelijke betrekkingen De onderstaande tabellen onderbouwen grafiek 9.5. Groenhorstscholen en -trainingscentra Vast
Tijdelijk 2013
2014
2015
2013
2014
2015
Totaal wns
500
507
517
73
112
158
Totaal fte
415,67
421,52
428,63
48,45
80,69
109,08
2013
2014
2015
Groenhorst College Praktijkonderwijs Vast
Tijdelijk 2013
2014
Totaal wns
17
15
2015 15
4
5
4
Totaal fte
12,00
11,4
12,6
2,7
3,8
2,63
Vast
Tijdelijk 2014
2015
2014
2015
Landelijk aoc’s 2014
86,20%
86,20%
13,80%
13,80%
MBO Raad 2014
86,91%
86,91%
13,09%
13,09%
Groenhorst
83,90%
79,71%
16,10%
20,29%
Vilentum Hogeschool Vast
Tijdelijk 2013
2014
2015
2013
2014
2015
Totaal wns
264
262
275
41
29
45
Totaal fte
217,61
215,62
225,07
28,55
21,38
30,97
Vast
Tijdelijk 2014
2015
2014
2015
Landelijk hbo’s
80%
80%
20%
20%
Vilentum Hogeschool (fte)
91%
87,9%
9%
12,1%
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 269 van 378
Bestuursbureau Vast
Tijdelijk 2013
2014
2015
2013
2014
2015
Totaal wns
46
47
45
6
3
3
Totaal fte
39,08
39,64
37,41
4,89
2,37
2,11
Stichting Aeres Groep totaal percentage vast en tijdelijk Vast
Tijdelijk
2013
89,3%
10,7%
2014
84,85%
15,25%
2015
82,86%
17,14%
Tabel 8 Percentage flexibele inzet (loondienst en niet in loondienst) De onderstaande tabel onderbouwt § 9.11.1 en heeft een relatie tot § 9.4.1. Hieronder zijn de hierboven gegeven tijdelijke betrekkingen uitgesplitst naar tijdelijke contracten voor een jaar, een half jaar, korter en aangevuld met inhuur. Het contract en de duur daarvan kunnen in het kader van een project zijn. Medewerkers met een tijdelijk contract komen daadwerkelijk in dienst bij Aeres. Mensen die worden ingehuurd, blijven in dienst van een andere werkgever. Dit kunnen ook zzp’ers (zelf hun werkgever) en payrollers zijn.
Contractduur of inhuur
Totaal
Jaar
Half jaar
3 mnd.
> 3 mnd. 1,78%
Inhuur derden
Groenhorstscholen en -trainingscentra
23,41%
8,30%
1,63%
11,70%
Groenhorst College Praktijkonderwijs
21,04%
15,78%
0,00%
5,26%
Zie GH
Vilentum Hogeschool
14,07%
5,31%
8,13%
0,63%
15,4%
Landelijk hbo (2011, Zestor)
19,0%
Bestuursbureau
9,80%
5,4%
10% 0,00%
9,80%
0,00%
0,00%
11,5%
Bronnen: RAET Aeres, Zestor (hbo, uit rapport Flexwerk in het hbo uit 2013) (Er is gekeken naar de duur van de overeenkomst en niet naar ingangsdatum in kalenderjaar 2014.)
Tabel 9a Instroom en uitstroom personeel Stichting Aeres Groep De onderstaande tabel onderbouwt de tekst op pagina 226. Tabel 9b onderbouwt grafiek 9.6.
In dienst
Uit dienst
Toename
wns
fte
wns
fte
wns
Fte
2013
83
53,95
83
44,25
0
9,71
2014
120
76,81
92
57,2
28
19,61
2015
160
104,24
76
52,22
83
52,02
*Gedurende het jaar komen mensen kort in dienst voor bepaalde klussen.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 270 van 378
Tabel 9b Reden van uitdiensttreding bij Stichting Aeres Groep 2013
2014
2015
31
41
53
Pensioen
8
11
27
Vrijwillig
24
26
40
1
0
0
Anders
19
14
5
Totaal
83
92
125
Einde contract
Reorganisatie
Tabel 10 Verhouding man : vrouw en landelijke cijfers De onderstaande tabellen onderbouwen grafiek 9.7. Verhouding in aantallen werknemers (wns en fte) Mannen Groenhorstscholen en -trainingscentra
fte
wns
fte
wns
fte
306
270,66
369
267,04
675
537,70
7
6,2
12
9,04
19
15,24
159
138,99
161
117,05
320
256,04
27
23,93
24
17,43
51
41,36
499
439,78
566
410,56
1.065
850,34
Mannen
Vrouwen
47,8%
52,2%
54,28%
45,72%
Bestuursbureau Totaal
totaal
wns Groenhorst College Praktijkonderwijs Vilentum Hogeschool
Vrouwen
Vergelijking met cijfers aoc’s en hbo/hao’s Mannen Landelijke aoc’s (2011) Landelijke aoc’s (2014, Stamos) Groenhorst
51% 53,2% 50,34%
Vrouwen 49% Landelijke hbo (2014, Stamos) 46,8% 49,66% Vilentum Hogeschool 2015
Tabel 11 a t/m d Overzicht onderwijsfuncties per onderdeel De onderstaande gegevens onderbouwen de grafieken 9.8, 9.10 en 9.12. Groenhorst-scholen en -trainingscentra Schaal
Docent en/of coördinator
Medewerkers (N)
Betrekkingsomvang
N 2013
N 2014
N 2015
FTE 2013
FTE 2014
FTE 2015
LB
299
326
367
234,63
253,12
281,89
LC
113
134
134
100,23
119,50
117,91
LD
30
31
30
29,08
29,69
28,31
LIO
6
2
3
2,40
0,5
2
448
493
534
366,34
402,82
430,12
2013
2014
2015
78,95%
80,22%
80%
Totaal
Percentage OP ten opzichte van OOP
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 271 van 378
Groenhorst College Praktijkonderwijs (Functie) schaal Leraar en/of coördinator
Medewerkers (N)
Betrekkingsomvang
N 2013
N 2014
N 2015
FTE 2013
FTE 2014
FTE 2015
LB
13
14
14
9,30
10,30
10,43
LC
2
2
2
2
2
2
LIO
0
0
0
0
LD
1
1
1
1
1
1
16
17
17
12,30
13,30
13,43
Totaal
Percentage OP ten opzichte van OOP
2013
2014
2015
83,67%
87,50%
88,1%
Vilentum Hogeschool Functieschaal
Medewerkers (N)
Betrekkingsomvang
N 2013
N 2014
N 2015
FTE 2013
FTE 2014
FTE 2015
Basisdocent
10
2
1
2
2
1
1,72
Docent
11
124
119
132
97,09
95,03
102,65
12
1
0,18
Hogeschooldocent
12
50
49
52
43,68
43,55
46,08
Hogeschoolhoofddocent
13
12
11
8
10,9
10,7
7,67
Lector
>13
4
3
7
2,75
1,75
3,65
192
184
201
156,42
152,22
161,76
Totaal
Percentage OP ten opzichte van OOP
2013
2014
2015
63,54%
64,23%
63,18%
Bestuursbureau heeft onderwijsfuncties. Tabel 12a t/m d Overzicht onderwijsondersteunende functies per onderdeel De onderstaande gegevens onderbouwen de grafieken 9.9, 9.11, 9.13 en 9.14. Groenhorstscholen en -trainingscentra (bve) Carrièrepatroon
Medewerkers (N)
Betrekkingsomvang
N 2013
N 2014
N 2015
FTE 2013
FTE 2014
FTE 2015
1
1
1
1
0,11
0,8
0,25
2
3
2
2
1,06
1,05
1,05
3
5
4
4
3,67
2,8
2,8
4
4
5
6
3,03
3,23
3,84
5
44
42
44
33,72
33,85
33,42
6
24
27
32
17,20
18,53
22,15
7
8
8
8
6,62
6,62
6,72
8
9
9
11
7,45
7,45
8,35
9
2
2
2
1,5
1,15
1,25
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 272 van 378
Carrièrepatroon
Medewerkers (N)
Betrekkingsomvang
N 2013
N 2014
N 2015
FTE 2013
FTE 2014
FTE 2015
10
3
5
8
2,3
3,9
5,9
11
11
11
13
10,12
9,91
11,85
12
2
1
1
2
1
1
13
7
7
7
7
7
7
14
1
1
1
1
1
1
15
1
1
1
1
1
1
124
126
141
97,67
99,32
107,59
Totaal
Groenhorst College Praktijkonderwijs (vo) (Functie)schaal
Medewerkers (N)
Betrekkingsomvang
N 2013
N 2014
N 2015
FTE 2013
FTE 2014
FTE 2015
5
2
2
1
0,9
0,9
0,8
6
1
0
0
0,2
0
0
7
0
0
0
0
0
0
8
1
1
1
1
1
1
9
1
0
0
0,3
0
0
10
0
0
0
0
0
0
11
0
0
0
0
0
0
12
0
0
0
0
0
0
5
3
2
2,4
1,9
1,8
FTE 2014
FTE 2015
Totaal
Vilentum Hogeschool (Functie)schaal
Medewerkers (N) N 2013
<0
Betrekkingsomvang N 2014
0
N 2015
FTE 2013
1
0
0,38
3 4
17
13
13
12,13
9,48
9,48
5
16
14
19
13,74
11,33
15,11
6
23
21
21
15,9
14,69
14,44
7
13
14
15
10,22
11,4
12,2
8
17
18
20
13,8
14,12
16,12
9
4
5
5
3,8
4,8
4,8
10
4
3
3
4
3
3
11
7
6
8
6,5
5,5
7,5
12
8
9
9
5,65
6,45
6,25
13 > schalen Totaal
0 4
4
5
4
4
5
113
107
119
89,74
84,78
94,28
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 273 van 378
Bestuursbureau (Functie)schaal
Medewerkers (N)
Betrekkingsomvang
N 2013
N 2014
N 2015
FTE 2013
FTE 2014
FTE 2015
3
2
3
3
0,94
1,18
1,18
4
3
5
1
2
2
0,60
0,87
0,87
6
7
7
7
6,14
6,03
6,03
7
5
5
4
4,75
4,75
3,44
8
0
1
2
0,5
1,5
< schalen
1,05
0
9
5
5
3
3,98
3,3
2,65
10
5
4
3
4,45
3,65
2,65
11
9
8
7
7,64
6,77
6,12
12
7
7
9
6,67
6,67
9,32
13
3
3
5
2,80
2,8
3,6
14
1
> schalen Totaal
1
3
3
3
3
3
3
50
48
49
42,01
39,52
41,36
Tabel 13a t/m h Aantal personeelsleden verdeeld naar leeftijd De onderstaande gegevens onderbouwen grafiek 9.15 en vullen deze aan. Waar mogelijk zijn er ook landelijke cijfers ter vergelijking gegeven. Groenhorstscholen en -trainingscentra totaal
0-19
20-24
25-29
30-24
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
≥ 65
aantal personen 2013
573
2
7
41
57
70
71
82
90
98
55
0
aantal personen 2014
619
1
11
46
65
74
83
73
100
98
68
0
aantal personen 2015
675
0
18
57
77
78
90
86
97
107
62
3
bezetting in fte 2013
464,12
1,8
3,04
32,54
46,56
54,69
56,27
65,36
74,36
82,82
46,69
0
bezetting in fte 2014
502,14
0,8
7,81
37,39
53,05
58,23
63,18
57,01
84,84
81,15
58,63
0
bezetting in fte 2015
537,70
0
13,51
46,75
57,37
60,92
66,96
66,15
82,08
87,34
54,74
1,90
Vergelijking percentages medewerkers Groenhorst met landelijke cijfers totaal
0-19
20-24
25-29
30-24
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
≥ 65
Landelijk aoc’s 2014*
100%
>
2,2
>
19,5
>
21,1
>
27,0
>
30
0,2
Groenhorst 2013
100%
0,39
0,65
7,01
10,03
11,78
12,12
14,08
16,02
17,84
10,06
0,00%
Groenhorst 2014
100%
0,16
1,56
7,45
10,56
11,60
12,58
11,36
16,90
16,16
11,68
0,00%
Groenhorst 2015
100%
0,00
2,51
8,69
10,67
11,33
12,45
12,30
15,27
16,24
10,18
0,35%
* Bron landelijke cijfers Stamos. Indeling is minder fijn dan die van ons. Ze tellen twee leeftijdsgroepen bij elkaar op: 0 tot 25, 25 tot 35 etc. Groenhorst zit niet ver van de landelijke cijfers.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 274 van 378
Onder de 45 jaar
Boven de 45 jaar
MBO Raad 2012
33,30%
66,70%
Groenhorst 2013
41,99%
58,01%
Groenhorst 2014
43,91%
56,09%
Groenhorst 2015
47,41%
52,59%
De MBO Raad hanteert inmiddels een andere indeling
Groenhorst College Praktijkonderwijs totaal
0-19
20-24
25-29
30-24
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
≥ 65
aantal personen 2013
21
0
0
2
4
1
2
3
4
3
2
0
aantal personen 2014
20
0
1
1
4
2
0
4
4
2
2
0
aantal personen 2015
19
0
2
1
2
3
0
3
4
4
0
0
14,7
0
0
1,4
2
0,5
1,45
2,75
3,2
2,6
0,8
0
bezetting in fte 2014
15,2
0
0,8
1
2,8
1
0
3,05
3,75
2
0,8
0
bezetting in fte 2015
15,2
0
2
1
1,4
2
0
2,05
3,75
3,04
0
0
bezetting in fte 2013
Vilentum Hogeschool Totaal
25-29
30-24
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
≥ 65
aantal personen 2013
305
0-19 20-24 0
2
23
27
24
43
49
54
46
36
1
aantal personen 2014
292
0
2
15
25
26
34
46
48
55
39
1
aantal personen 2015
320
0
1
18
36
32
36
43
48
64
40
2
bezetting in fte 2013
246,16
0
2
20,2
21,23
19
32,6
39,73
43,65
39,41
28,03
0,3
bezetting in fte 2014
237
0
1,9
12,6
20,8
20,49
25,53
36,06
38,79
48,23
32,28
0,3
bezetting in fte 2015
256,04
0
1
13,64
29,75
24,85
26,4
33,54
37,40
54,66
33,42
1,4
Vilentum Hogeschool: vergelijking percentages medewerkers Vilentum Hogeschool met landelijke cijfers totaal
0-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
≥ 65
Landelijk hbo’s 2012
100%
0
2,6
7,6
11,3
11,6
13,4
14,5
16,2
Vilentum Hogeschool 2013
100%
0
0,7
7,5
8,9
7,9
14,2
16,2
17,3
15,2
7,4
0,2
15,2
11,8
0,3
Vilentum Hogeschool 2014
100%
0
0,68
5,14
8,56
8,90
11,64
15,75
16,44
18,84
13,36
0,34
Vilentum Hogeschool 2015
100%
0
0,31
5,63
11,25
10,0
11,25
13,43
15,0
20,0
12,5
0,63
Bron: Vereniging Hogescholen, ‘Personeel draaitabel 2008-2012’ Onder de 45 jaar Vereniging Hogescholen 2014
Boven de 45 jaar
54,93%
45,07%
Vilentum Hogeschool 2013
39%
61%
Vilentum Hogeschool 2014
34,93%
64,73%
Vilentum Hogeschool 2015
38,44%
61,56%
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 275 van 378
Bestuursbureau totaal
0-19
20-24
25-29
30-24
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
≥ 65
aantal personen 2013
50
0
0
2
3
5
12
8
7
3
10
0
aantal personen 2014
48
0
0
1
2
4
11
11
6
4
9
0
aantal personen 2015
51
0
1
0
3
3
11
10
7
5
10
1
bezetting in fte 2013
42,01
0
0
1,79
3
5
9,50
6,86
5,53
2,24
8,09
0
bezetting in fte 2014
39,52
0
0
0,92
2
3,8
8,93
7,73
4,66
3,6
7,8
0
bezetting in fte 2015
41,36
0
0,92
0
2,69
2,8
8,94
7,44
6,14
3,78
7,71
0,94
Totaal Stichting Aeres Groep totaal
0-19
20-24
25-29
30-24
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
≥ 65
aantal personen 2013
949
2
9
68
91
100
128
142
155
150
103
1
aantal personen 2014
977
1
14
63
96
106
128
134
158
159
118
1
aantal personen 2015
1.065
0
22
76
118
116
137
142
156
180
112
6
bezetting in fte 2013
767,00
1,8
5,04
55,93
72,80
79,19
99,82 114,70 126,74 127,07
83,61
0,3
bezetting in fte 2014
793,86
0,8
10,51
51,91
78,65
83,53
97,65 103,86 132,05 134,99
99,56
0,3
bezetting in fte 2015
850,34
0
17,43
61,38
91,20
90,57 102,30 109,18 129,37 148,81
95,87
4,24
Gemiddelde leeftijd
Fte ouder dan 60 jaar
2013
2014
2015
2013
2014
2015
Groenhorst
45,69
45,53
44,84
10,03
8,14
8,33
Groenhorst College Praktijkonderwijs
45,48
44,00
43,15
5,44
5,26
0,00
Vilentum Hogeschool
47,33
46,14
47,26
12,30
13,75
29,12
Bestuursbureau
47,40
47,48
50,54
19,26
6,85
8,66
Totaal Stichting Aeres Groep
46,48
45,79
45,66
11,76
8,50
46,10
+
PTC
Tabel 14 Aantallen medewerkers en verhouding man : vrouw, voltijd of deeltijd De onderstaande cijfers onderbouwen grafiek 9.16. totaal fte
totaal wns
fulltime wns/fte
parttime wns
parttime fte
39,75
44
32
12
7,75
Vrouw
7,62
9
4
5
3,62
Totaal
47,36
53
36
17
11,36
Man
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 276 van 378
Tabel 15a Instroom en uitstroom personeel PTC+ De onderstaande tabel onderbouwt de gegevens in de tekst op pagina 231.
Uit dienst
In dienst
Toename
wns
fte
wns
fte
wns
Fte
2013
16
13,31
5
4,05
-9
-9,26
2014
8
7,49
5
4,9
-3
-2,59
2015
20
16,53
12
10,37
-8
-6,16
Tabel 15b Reden van uitdiensttreding bij Stichting PTC+ (percentage) 2013
2014
2015
Einde contract
4
2
3
Pensioen
4
1
Vrijwillig
3
3
Reorganisatie
12*
Anders *
8
2
2
Dit houdt verband met de overname van het Expertisecentrum Buitengebied & Dierhouderij in Horst door een lokale ondernemer.
Tabel 16 Aantal wns/fte in relatie tot omvang betrekking De onderstaande cijfers onderbouwen grafiek 9.17. 0-0,2
0,2-0,4
0,4-0,6
0,6-0,8
0,8-1,0
≥ 1.0
Totaal
1
4
6
6
36
53
0,2
1,97
4,10
5,09
36
47,36
Aantal medewerkers Fte
Tabel 17 Vaste en tijdelijke betrekking, verhouding man : vrouw De onderstaande cijfers onderbouwen grafiek 9.16. Vast
Tijdelijk
2013
2015
2014
2013
2015
2014
wns
fte
wns
fte
wns
fte
wns
fte
wns
fte
wns
Fte
Man
44
41,60
39
36,59
39
35,18
2
2
5
5
5
4,57
Vrouw
15
9,87
14
9,38
8
6,62
3
3
3
2,9
1
1
Totaal
59
51,46
53
45,97
47
41,79
5
5
8
7,9
6
5,57
Tabel 18 Leeftijdsopbouw De onderstaande cijfers onderbouwen grafiek 9.18. 0-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
≥ 65
aantal personen 2013
totaal 64
0
0
1
3
7
6
8
14
15
9
1
aantal personen 2014
61
0
0
1
3
7
7
4
12
16
11
0
aantal personen 2015
53
0
3
1
3
3
6
4
6
12
14
1
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 277 van 378
totaal
0-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
45-49
50-54
55-59
60-64
≥ 65
0
1
2,6
6,06
4,62
7,1
11,83
13,75
8,5
1
bezetting in fte 2013
56,46
0
bezetting in fte 2014
53,87
0
0
1
2,6
6,20
5,89
3,1
10,75
13,83
10,5
0
bezetting in fte 2015
47,36
0
2,57
1
2,4
2,65
5,68
3,2
6
9,67
13,7
0,5
2013
2014
2015
Gemiddelde leeftijd
50,3
50,84
50,23
Percentage medewerkers > 60 jaar
15,63%
18,03%
28,30%
Tabel 19 Carrièrepatroon trainers De onderstaande cijfers onderbouwen grafiek 9.19. (Functie) schaal
Medewerkers (N)
Betrekkingsomvang (FTE)
N 2013
N 2014
N 2015
FTE 2013
FTE 2014
FTE 2015
Trainer
10
31
30
23
29,17
28,17
21,20
Senior trainer
11
4
4
3
3,7
3,7
3
12
1
Totaal
36
31,87
24,20
1 34
26
33,87
Tabel 20 Carrièrepatroon ondersteunend personeel De onderstaande cijfers onderbouwen grafiek 9.20. Carrièrepatroon
Werknemers
Betrekkingsomvang
N 2013
N 2014
N 2015
FTE 2013
FTE 2014
FTE 2015
<3 3
2
2
0
0,8
0,8
0
4
2
2
3
1,65
1,65
2,07
5
3
2
1
2,4
1,4
0,4
6
2
4
4
1,76
3,76
3,65
5,45
3,97
5,97
7
7
5
7
8
1
1
1
0,98
0,98
0,98
9
2
2
1
1,65
1,65
0,9
10
1
1
1
0,25
0,25
0,2
11
4
3
6
3,65
2,65
6
12
1
2
1
1
1,9
1
13
2
2
1
2
2
1
1
1
1
1
1
1
28
27
27
22,59
22,00
23,16
14 15 > 15 Totaal
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 278 van 378
Tabel 21 Ziekteverzuim De cijfers onderbouwen grafiek 9.21. 2013 (excl. zwangerschapsverlof)
2013 (incl. zwangerschapsverlof)
2014 (excl. zwangerschapsverlof)
2014 (incl. zwangerschapsverlof)
2015 (excl. zwangerschapsverlof)
2015 (incl. zwangerschapsverlof)
Kort
0,477
0,477
0,46
0,46
0,65
0,65
Kort middel
0,488
0,488
0,65
0,65
0,47
0,47
Lang middel
3,613
3,849
0,3
0,3
2,55
2,55
4,578
4,814
1,42
1,42
3,67
3,67
3-5 maanden
<3 maanden
Inhuur derden
Lang Totaal
Tabel 22 Percentage flexibele inzet (loondienst en niet in loondienst) De cijfers onderbouwen grafiek 9.16. Totaal PTC
+
In percentage
> dan een jaar
6-12 maanden
6
1
5
11,32%
1,88%
9,43%
Stichting Agrotransfer Dronten Stichting Agrotransfer Dronten bestaat uit Agrojobs bv, Payrolljobs bv en Agrotransfer bv.
Tabel 23a en b Formatie en verschuivingen De onderstaande cijfers onderbouwen grafiek 9.22 en de tekst van § 9.14.1. Peildatum 31-12-15
Medewerkers
Fte
Voltijd wns/fte
Deeltijd wns
Deeltijd fte
Agrotransfer Holding bv
4
3,4
2,0
2,0
1,4
Agrotransfer bv
3
1,5
0,0
3,0
1,5
11
10
7,0
4,0
3,0
4
3,5
3,0
1,0
0,5
22
18,4
12,0
10,0
6,4
Agrojobs bv Payrolljobs bv Totaal
Uit dienst over alle bv’s wns
In dienst over alle bv’s fte
wns
Fte
2013
7
5,3
4
3,2
2014
3
2,15
3
3
2015
7
4,7
4
3,5
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 279 van 378
Tabel 23c Reden van uitdiensttreding bij Stichting Agrotransfer Dronten (percentage) 2013
2014
2015
Einde contract
0
0
0
Pensioen
0
0
17%
Vrijwillig
36,4%
66,6%
83,00%
Reorganisatie
36,4%
33,3%
0
Anders
27,2%
0
0
Tabel 24 Gemiddelde leeftijd en > 60 jaar 2013
2014
2015
Gemiddelde leeftijd
41,6
41,6
42,8
Percentage medewerkers > 60 jaar
6,7%
8%
9%
Tabel 25a en b Ziekteverzuim De onderstaande percentagecijfers zijn exclusief zwangerschapsverlof. Ze onderbouwen de grafieken 9.23 en 9.24. 2013
2014
2015
Agrotransfer Holding bv
2,5
0,1
1,2
Agrotransfer bv
2,8
0,4
0,4
Agrojobs bv
3,5
5,1
1,6
Payrolljobs bv
3,9
2,9
1,3
Percentage ziekteverzuim, inclusief zwangerschapsverlof voor de verschillende bv’s. 2013
2014
2015
Agrotransfer Holding bv
2,5
0,1
1,2
Agrotransfer bv
2,8
0,4
0,4
Agrojobs bv
5,2
7,5
1,6
Payrolljobs bv
3,9
9,0
1,3
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 280 van 378
Bijlage 6
Overzichten en kengetallen Groenhorst
Let op! Tenzij anders vermeld, zijn de cijfers gebaseerd op de gegevens uit de eigen deelnemersadministratie.
Inschrijvingen Aantal leerlingen per 1/10/2015
Totaal lwoo lwoo - totaal Gediplomeerde uitstroom 2013-2014
Totaal gediplomeerde uitstroom Afgewezen 2014-2015
Totaal afgewezen Teruggetrokken voor examen 2014-2015
Totaal teruggetrokken
lj 1+2 bl kl gl tl vm2 abl vavo HGL lj 1 bl kl gl tl
435 97 148
bl kl gl tl
138
Velp
Nijkerk
Maartensdijk
Lelystad
Emmeloord
Ede 237 55 88 61
207 68 56 36
217 66 49 43
204 104 78 45
179 105 52 40
229 66 56 38
441 29 141 34 34 18
367 38 141 36 16 13
375 39 138 20 22 8
431 40 180 42 33 13
376 30 134 54 26 19
389 49 180 28 22 16
86 1 4 1
65
50
88
99
66 1 2 1
195
2 47 832 74 280 47 47 41 135
bl kl gl tl
Bilthoven
Almere
Tabel 1 Kengetallen Groenhorst per locatie – vmbo 2015 Onderstaande gegevens onderbouwen § 2.1, § 3.6.2 en § 3.17.1.
335
52 52
1
1 3 1
4
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
1 1
2 2
1
6 1
1 1
1
1
2
1
1
Pagina 281 van 378
4
Tabel 2 Totalen Groenhorst vmbo 2013–2015 Onderstaande gegevens onderbouwen § 2.1, § 3.6.2 en § 3.17.1. 2013
2014
Inschrijvingen vmbo
bavo
23
abl
21
abl
bl
550
bl
561
kl
429
kl
473
kl
527
gl
208
gl
313
gl
368
tl
133
tl
153
tl
195
vm
86
vm
-
vm
hgl
79
hgl
35
hgl
1
2
Totaal
3.388
Totaal
3.546
tlj 1
941
tlj 1
894
lj 1
315
lj 1
329
lj 1
299
Totaal
1.164
Totaal
1.192
Totaal
1.194
abl
abl
bl
252
bl
260
bl
261
kl
181
kl
174
kl
193
gl
127
gl
143
gl
135
50
tl
610
Totaal
-
abl
51
tl
52
628
Totaal
641
abl
-
bl
10
bl
5
bl
2
kl
10
kl
5
kl
7
gl
11
gl
9
gl
3
tl
7
tl
4
tl
1
23
Totaal
13
Totaal
38
Totaal
abl
abl
-
abl
bl
9
bl
8
bl
5
kl
4
kl
3
kl
1
gl
2
gl
-
gl
2
tl
1
tl
-
tl
2
Totaal
16
Doorstroom vmbo>mbo) Bron: data.duo.nl
*
Vavo
870
abl
Doorstroom vmbo>mbo (%) groene sector
3
3.117
tl
Doorstroom vmbo>havo
Vavo
47
tlj 1
Totaal
Doorstroom binnen Groenhorst
1.846
473
abl
Ongediplomeerde uitstroom (2011 = teruggetrokken)
bavo
bl
Instroom lwoo
Afgewezen
1.840
Totaal Instroom vmbo (incl. lwoo)
Gediplomeerde uitstroom
bavo
abl
Vavo
lwoo alle leerjaren
2015
1.685
Totaal
11
Totaal
291
-
128 (uit KRD)
171 (uit KRD)
2% (N = 6 van 299)
x% (N = x van xxx)*
6,5% (N = 15 van 230)
x,x% (N = xx van xxx)*
10
146 (uit KRD)
Doorstoominformatie over 2014 ontbreekt. De rapportage laat op zich wachten vanwege de lage respons. De onderzoeksinstantie is bij het afronden van dit jaardocument bezig met het opnieuw benaderen van deelnemers.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 282 van 378
Tabel 3 Overzicht mbo-opleidingen en uitvoeringslocaties De onderstaande gegevens onderbouwen de tekst in inleiding boven § 3.21 en § 3.24.1. Niveau 1 Opleiding (Groenhorst-naam)
Uitvoeringslocatie(s)
Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent Assistent medewerker Groene Detailhandel Assistent Natuur en groen Assistent Plantenteelt Assistent Voeding/Voedingsindustrie
Almere, Barneveld, Ede, Lelystad, Nijkerk Ede Almere, Ede, Velp Velp Ede
Niveau 2 Opleiding (Groenhorst-naam)
Uitvoeringslocatie(s)
Medewerker Biologisch Dynamisch bedrijf Medewerker Bloembinden Medewerker Dierverzorging
Medewerker teelt Voedingsoperator
Dronten Almere, Ede, Velp Almere, Barneveld, Emmeloord, Lelystad, Maartensdijk, Velp Barneveld, Emmeloord Ede Almere, Ede, Emmeloord, Lelystad, Maartensdijk, Nijkerk, Velp Emmeloord Ede
Niveau 3 Opleiding (Groenhorst-naam)
Uitvoeringslocatie(s)
Allround voedingsoperator Vakbekwaam medewerker Biologisch-dynamisch bedrijf Vakbekwaam medewerker bloembinden Hoefsmid Vakfunctionaris huisdierenbranche Vakbekwaam medewerker gemechaniseerd loonbedrijf Vakbekwaam hovenier Vakbekwaam medewerker natuur en vormgeving Vakbekwaam medewerker bos en natuurbeheer Dierverzorger Hokdieren Dierverzorger Melkvee Dierverzorger recreatiedieren Vakbekwaam medewerker teelt Werkbegeleider zorgbedrijf plant of dier
Ede Dronten Almere, Velp Barneveld Barneveld Barneveld, Emmeloord Almere, Emmeloord, Nijkerk, Velp Almere, Velp Almere Barneveld Barneveld, Emmeloord Almere, Barneveld, Emmeloord Emmeloord Dronten
Medewerker gemechaniseerd loonbedrijf Medewerker vershandel, logistiek en transport Medewerker Buitenruimte
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 283 van 378
Niveau 4 Opleiding (Groenhorst-naam)
Uitvoeringslocatie(s)
Middenkaderfunctionaris plant Manager biologisch dynamisch bedrijf Manager bloembinden Vakfunctionaris huisdierenbranche Manager gemechaniseerd loonbedrijf Kwaliteitscoördinator Manager natuur en recreatie Specialist natuur en vormgeving Dierenhouder (Melkveehouder) Dierenhouder (manager dierverzorging) Ondernemer/manager recreatiedieren Middenkaderfunctionaris plant (bedekt/open) Manager teelt Manager voeding Ondernemer zorgbedrijf dier/plant Voedingsspecialist
Dronten Dronten Almere, Velp Barneveld Barneveld, Emmeloord Ede Almere, Velp Almere, Velp Barneveld, Emmeloord Almere, Barneveld Almere, Barneveld, Emmeloord Emmeloord Emmeloord, Velp Ede Dronten Ede
Tabel 4 Aantal leerlingen Groenhorst mbo 2013 tot 2015 Deze tabel staat ook in § 3.23.1 op pagina 94.
Locatie
1-10-2012
Totaal
Totaal 1-10-2013
Totaal 1-10-2014
Totaal 1-10-2015
Almere
334
348
413
425
1.531
1.530
1.656
1.842
Dronten
198
219
276
302
Ede
180
210
151
205
Emmeloord
Barneveld
265
300
305
313
Lelystad
2
-
-
-
Maartensdijk
5
1
-
-
35
47
61
78
274
260
255
261
Totaal bol + bbl
2.824
2.915
3.117
3.426
Totaal bol
1.949
2.042
2.310
2.574
Totaal bbl
875
873
807
852
38% N=95
30% N=75
39% N=69
Nb
43%
42%
71%
Nb
Nijkerk Velp
Doorstroom mbo>hbo (%) Doorstroom mbo>hbo (%) groene sector
Doorstroomgegevens 2012 berekend op basis van gegevens mbo-kaart 2013, doorstroomgegevens 2013 en 2014 berekend op basis van gegevens mbo-kaart 2014. Respons Groenhorst-breed 42%, N=370), nb = niet bekend
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 284 van 378
38
22
47
13
11
65
15
49
4
235
946
98
77
166
Totaal bol
389
1.476
116
88
270
37
149
2
13
87
112
35
14
22
29
3
8
187
59
21
25
17
54
56
9
1
53 2.525
1
Totaal bbl
21
21
330
180
56
39
39
104
769
410
1.806
296
144
309
76
253
3.294
2
10
8
2
21
48
3
18
3
16
3
42
131
2
4
34
269
8
Totaal bol
97
448
13
4
89
13
2
2
27
62
34
9
5
9
3
7
36
3
16
9
8
16
37
2
9
100
67
50
18
13
51
308
106
548
80
54
107
26
97
1.018
1 4
17
6
52
16
1
Totaal bbl
46
710
14
4
Totaal gediplomeerde uitstroom bol + bbl
Totaal
Velp
5
366
Totaal bol + totaal bbl
Gediplomeerdeuitstroom bbl
Emmeloord
164
107
Ede
47
3
1
4
Gediplomeerde uitstroom bol
Dronten
Nijkerk
Inschrijvingen bbl
Barneveld
2
Niveau Inschrijvingen bol
Almere
Tabel 5 Kengetallen Groenhorst mbo 2015 per locatie De onderstaande gegevens onderbouwen de tekst in § 3.23.1 en de informatie op de websites van de locaties.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
12
Pagina 285 van 378
Bijlage 7
Overzichten en kengetallen Vilentum Hogeschool
Vilentum Hogeschool bestaat sinds 1 januari 2013 en heeft drie faculteiten. Tabel VH 1 Overzicht opleidingen In 2015 biedt Vilentum Hogeschool de onderstaande opleidingen aan. Naam locatie
Isatcode
Naam opleiding
Vorm
Faculteit CAH Vilentum Almere
30009
B • • •
Toegepaste biologie Toegepaste biologie Biologie, Voeding en Gezondheid International Aquatic Ecosystem Analysis (int.)
voltijd
34859
B
voltijd
• • •
Management van de leefomgeving (voorheen Plattelandsvernieuwing) Groene Stedelijke Ontwikkeling (Management of the Living Environment Int.) Urban Dynamics (Int.) Rural Innovation & Development (Int.) Geo media & design
34866
B • •
Bedrijfskunde & Agribusiness Groene Bedrijfskunde EED International Agribusiness
voltijd
80028
Ad Bedrijfskunde & Agribusiness • Associate degree Groene bedrijfskunde
voltijd
Naam locatie
Isatcode
Naam opleiding
Vorm
Faculteit CAH Vilentum Dronten
80006
Ad Dier- en Veehouderij • Associate degree Dier- en Veehouderij
voltijd
80012
Ad Tuinbouw en Akkerbouw • Associate degree Tuinbouw en Akkerbouw
voltijd
80028
Ad Bedrijfskunde & Agribusiness • Associate degree Management en Beleid Buitenruimte • Associate degree Ondernemerschap B&A
voltijd
34866
B • • • • • • • • • • • • • •
voltijd + deeltijd
•
Bedrijfskunde & Agribusiness Agrotechniek en Management Bedrijfskunde en Agrifoodbusiness EED International Agribusiness (Int.) European Funds Management (Int.) Food Chain Management (Int.) Financiële Dienstverlening Agrarisch Food Safety Management (Int.) Hippische bedrijfskunde HBO Bedrijfskunde (Dt) International Food Business (Int.) European Food Business (Int.) International Horticulture & Management (Int.) Management Beleid & Buitenruimte (Dt.) Management Paardenhouderij & Sport (Dt.)
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
Pagina 286 van 378
Naam locatie
Isatcode
Naam opleiding
Vorm
34868
B • • • • •
Tuinbouw en Akkerbouw EED Plant Production (Int.) Tuinbouw en Akkerbouw Tuinbouw en Akkerbouw (Dt.) Tuinbouw en Akkerbouw Agrarisch Ondernemerschap Voeding en Gezondheid
voltijd + deeltijd
34869
B • • • • • • • •
Dier- en Veehouderij Animal Health & Welfare (Int.) Diergezondheid en Management Dier- en Veehouderij Dier- en Veehouderij (Dt.) Dier- en Veehouderij Agrarisch Ondernemerschap Varkens- en pluimveehouderij EED Livestock Production (Int.) International Livestock Production (Int.)
voltijd + deeltijd
Naam locatie
Isatcode
Naam opleiding
Vorm
Faculteit Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool
80015
Ad Educatie en Kennismanagement Groene Sector Bloemsierkunst
voltijd + deeltijd
80064
Ad Onderwijsondersteuner Educatie en Kennismanagement Groene Sector • Agrotechniek & Kennismanagement • Bloemsierkunst • Groen Zorg en Onderwijs • Natuur en Communicatie • Paardensector (vanaf 01-09-2015) • Recreatie en Gezelschapsdieren • Tuinbouw en Akkerbouw • Tuin en Landschap • Veehouderij en Kennismanagement • Voeding & Communicatie
deeltijd
80052
Ad Onderwijsondersteuner Consumptieve techniek I en II
deeltijd
34899
B • • • • • • • • • • • •
Educatie & Kennismanagement groene sector Agrotechniek & Kennismanagement Bloemsierkunst Groen Zorg en Onderwijs Natuur en Communicatie Paardensector (vanaf 01-09-2015) Recreatie en Gezelschapsdieren Tuinbouw en Akkerbouw Tuin en Landschap Veehouderij en Kennismanagement Voeding & Communicatie Kopopleiding voltijd HAO instroom Deeltijd
voltijd + deeltijd
35423
B
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de 2e graad in Consumptieve techniek I en II
deeltijd
40135
Master Leren en Innoveren
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
deeltijd
Pagina 287 van 378
VH 2 Tabel studentpopulatie Het onderstaande overzicht is, tenzij anders vermeld, gebaseerd op de gegevens die beschikbaar zijn via het eigen Studenten Informatie Systeem Alluris. Bekostiging van de studenten met eerste inschrijving wordt bepaald door DUO. Deze tabel hoort bij § 4.6.1 en onderbouwt de grafieken 4.1 en 4.2 en vult deze aan. Def. 1
Alle studenten ingeschreven op 01-10 bij de CROHO-opleidingen en die het voornemen hebben om de totale opleiding te volgen. Uitzonderingen zijn dan: > minoren ingeschreven in bachelor (CAH Vilentum); > Erasmus-studenten (CAH Vilentum).
Def 2
Iedereen die nieuw start bij een CROHO-opleiding per 1-10 aan een van de faculteiten. Uitzonderingen zijn: > overstappers naar andere opleidingsvariant; > overstappers van bachelor naar Ad; > studenten die binnen een half jaar na uitschrijving weer terugkomen.
Def 3
Studenten die gecertificeerd zijn voor een van de CROHO-opleidingen. Telling per bekostigingsjaar
Def 4
Student die de opleiding verlaat zonder certificering op eigen verzoek (reden 9) of na een negatief advies (reden 4).
Totaal aantal ingeschreven studenten in CROHO-opleidingen per 1-10 (def. 1)
Vilentum Hogeschool Almere Dronten
Studenten met een niet-Nederlandse e nationaliteit als 1 nationaliteit (incl. Suriname en Antillen)
01-01-2015
2.545
2.843
2.998
193
272
385
1.599
1.787
1.819
753
784
794
Vilentum Hogeschool
176
232
226
Almere
21
9
24
Dronten
153
220
197
Vilentum Hogeschool
Master Bachelor Ad
Almere
Master Bachelor
Dronten
2.670
2.796
82
85
121
-
-
-
193
271
381
1
4
16
6
1.554
1.720
1.741
39
51
72
Master Ad
68
72
75
642
679
674
43
33
45
1.992
2.307
2.471
deeltijd
553
536
527
voltijd
193
272
385
voltijd
Almere
deeltijd
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
2.389
-
Vilentum Hogeschool
Wageningen
5 81
6
Bachelor
Dronten
3 88
Master Ad
Wageningen
2 74
Ad Bachelor
Opleidingsvorm
01-10-2014
Wageningen
Wageningen Opleidingsniveau
01-10-2013
-
-
-
1.430
1.636
1.674
deeltijd
169
151
145
voltijd
369
399
412
deeltijd
384
385
382
voltijd
Pagina 288 van 378
Geslacht
01-10-2013
01-10-2014
01-01-2015
Vilentum Hogeschool
v
1.119
1.254
1.310
m
1.426
1.589
1.688
Almere
v
65
100
152
m
128
172
233
v
583
658
642
Dronten
m Wageningen Gemiddelde leeftijd
1.016
1.129
1.177
v
471
496
516
m
282
288
278
Vilentum Hogeschool
voltijd
23
22
21
deeltijd
37
37
36
Almere
voltijd
22
22
21
deeltijd Dronten Wageningen
-
-
-
voltijd
22
21
21
deeltijd
32
31
30
voltijd
24
23
23
deeltijd
40
39
38
1-10-2013
1-10-2014
1-10-2015
VH 3 Populatie per CROHO-opleiding Titel
Isat code
Ad Dier- en Veehouderij
80006
14
25
27
Ad Educatie en Kennismanagement groene sector
80015
24
25
35
Ad Management en beleid buitenruimte
80028
16
11
36
Ad Onderwijsondersteuner CT
80052
4
1
3
Ad Onderwijsondersteuner Educatie
80064
15
7
7
Ad Tuinbouw en Akkerbouw
80012
9
16
13
B Bedrijfskunde & Agribusiness
34866
782
826
787
B Dier- en Veehouderij
34869
623
729
766
B Educatie & Kennismanagement groene sector
34899
588
614
604
B Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs CT
35423
54
65
70
B Plattelandsvernieuwing
34859
27
16
40
B Toegepaste biologie
30009
151
236
322
B Tuinbouw en Akkerbouw
34868
164
184
207
M Agribusiness Development
70147
6
16
6
72
75
M Leren en Innoveren
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
44135
68
Pagina 289 van 378
VH 4 Instroom Deze tabel onderbouwt de grafiek 4.3 en 4.4 en vult deze aan. Totaal aantal ingestroomde studenten in CROHO-opleidingen per 1-10 (def. 2)
Studenten ingestroomd met een niete Nederlandse nationaliteit als 1 nationaliteit (incl Suriname en Antillen)
01-10-2013
01-10-2014
01-10-2015
877
1.054
1.039
Almere
85
132
191
Dronten
534
626
579
Wageningen
258
296
269
Vilentum Hogeschool
126
99
115
Vilentum Hogeschool
Almere
15
6
19
Dronten
109
90
93
Wageningen Opleidingsniveau
Vilentum Hogeschool
Master Bachelor Ad
Almere
816
950
934
31
54
71
-
-
-
85
131
188
-
1
3
Master
5
16
-
513
573
530
16
37
49
Ad Master Bachelor Ad Specifieke opleidingstypes
3 34
Ad Bachelor Wageningen
3 50
Master Bachelor
Dronten
2 30
25
34
34
218
246
216
15
16
19
Almere
1/1,5 jr.
-
-
15
Dronten
1/1,5 jr.
89
72
43
Wageningen
Kop
30
41
28
Dlt hao Opleidingsvorm
-
22
21
Vilentum Hogeschool
voltijd
715
867
860
deeltijd
162
187
179
Almere
voltijd
85
132
191
deeltijd Dronten Wageningen Geslacht
voltijd
-
-
575
525
deeltijd
44
51
54
voltijd
140
160
144
deeltijd
118
136
125
Vilentum Hogeschool
v
381
496
456
m
496
558
583
Almere
v
28
56
82
Dronten Wageningen
m
57
76
109
v
192
246
194
m
342
380
385
v
161
194
180
m Vooropleiding instroom in percentage van instroom per studiejaar
490
Vilentum Hogeschool
havo
102
89
34% (361)
39% (401)
mbo
32% (279)
31% (334)
31% (321)
vwo
3% (32)
5% (50)
4% (42)
30% (261)
30% (309)
26% (275)
overig*
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
97 35% (305)
Pagina 290 van 378
Almere
havo
01-10-2013 74% (63)
01-10-2014 62% (82)
01-10-2015 65% (125)
mbo
8% (7)
19% (25)
15% (29)
vwo
1% (1)
9% (12)
7% (13)
17% (14)
10% (13)
13% (24) (8 int.)
havo
36% (196)
39% (243)
40% (229)
mbo
33% (175)
32% (202)
36% (206)
overig* Dronten
vwo overig* Wageningen
4% (20)
5% (29)
4% (24)
27% (143)
24% (152)
20% (120) (68 int.)
havo
18% (46)
12% (36)
17% (47)
mbo
38% (97)
36% (107)
32% (86)
4% (11)
3% (9)
vwo overig*
2% (5)
40% (104)
49% (131)
*De groep met vooropleiding ‘overig’ bestaat uit studenten met een buitenlands diploma (48,3% in 2013, 32% in 2014, 28% in 2015), overstappende studenten met een eerder behaalde propedeuse en zij met een andersoortige graad.
VH 5 Vooropleiding instroom in % van instroom per studiejaar verdeeld in opleidingsvorm Deze tabel onderbouwt de grafiek 4.5 en vult deze aan.
Vilentum voltijd
Vilentum deeltijd
Almere voltijd
Almere deeltijd
Dronten voltijd
Dronten deeltijd
Wageningen voltijd
01-10-2013
01-10-2014
01-10-2015
Havo
41% (293)
40% (350)
45% (390)
Mbo
30% (216)
32% (274)
31% (271)
Vwo
4% (26)
6% (49)
5% (40)
Overig
25% (179)
22% (193)
19% (166)
Havo
7% (11)
6% (11)
6% (11)
Mbo
39% (64)
32% (60)
29% (50)
Vwo
4% (6)
1% (1)
1% (2)
Overig
50% (81)
61% (115)
64% (109)
Havo
74% (63)
63% (82)
65% (125)
Mbo
8% (7)
19% (25)
15% (29)
Vwo
2% (1)
9% (12)
7% (13)
Overig
16% (14)
9% (13)
13% (24)
Havo
-
-
-
Mbo
-
-
-
Vwo
-
-
-
Overig
-
-
-
Havo
39% (189)
41% (237)
41% (221)
Mbo
31% (150)
30% (173
34% (179)
Vwo
4% (20)
5% (28)
4% (22)
Overig
26% (130)
24% (136)
21% (110)
Havo
16% (7)
12% (6)
17% (8)
Mbo
57% (25)
57% (29)
58% (27)
Vwo
-
2% (1)
4% (2)
Overig
27% (12)
29% (15)
21% (10)
Havo
29% (41)
19% (31)
30% (44)
Mbo
42% (59)
48% (76)
44% (63)
Vwo
4% (5)
6% (9)
4% (5)
25% (35)
28% (44)
22% (32)
Overig
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 291 van 378
Wageningen deeltijd
01-10-2013
01-10-2014
01-10-2015
Havo
3% (4)
4% (5)
3% (3)
Mbo
33% (39)
23% (31)
18% (23)
Vwo
5% (6)
0% (0)
0% (0)
58% (69)
74% (100)
78% (99)
Overig
VH 6 Resultaten: aantal geslaagden 01-10-2013 Totaal aantal geslaagde studenten in CROHO-opleidingen per bekostigingsjaar (def. 3) gesplitst naar type graad
Vilentum
Almere
367
390
440
Propedeuse
254
366
472
Ad
39
41
16
Master
13
15
18
Bachelor
8
15
23
49
42
49
Ad
-
-
-
Master
-
-
-
Bachelor
250
252
293
Propedeuse
205
250
283
27
21
10
7
4
8
Ad Master Wageningen
Bachelor
109
123
124
Propedeuse
Nb
74
140
Ad
12
20
6
6
11
18
voltijd
339
320
369
deeltijd
80
123
105
voltijd
8
15
23
deeltijd
-
-
-
voltijd
267
229
273
deeltijd
17
45
30
voltijd
64
76
73
deeltijd
63
78
75
voltijd
3,19
3,44
3,61
deeltijd
3,46
3,24
3,62
voltijd
0,85
1,42
3,71
-
-
-
voltijd
3,16
3,48
3,75
deeltijd
3,65
3,30
4,44
voltijd
3,56
3,71
3,01
deeltijd
3,41
3,20
3,29
Master Aantal graden per opleidingsvorm (exclusief propedeuse-graad)
Vilentum Almere Dronten Wageningen
Gemiddelde studieduur geslaagden in jaren (exclusief propedeuse-graad)
Vilentum Almere
deeltijd Dronten Wageningen
01-10-2015
Bachelor
Propedeuse
Dronten
01-10-2014
VH 7 Resultaten: studieduur Uitsplitsing van studieduur geslaagden over verschillende opleidingstypes: 1- tot 1,5-jarige bacheloropleidingen
01-10-2013
01-10-2014
01-10-2015
Almere
voltijd
0,85
0,80
0,63
Dronten
voltijd
1,09
1,13
1,15
Wageningen
voltijd (Kopopleiding)
1,28
1,48
1,14
deeltijd hao
-
-
-
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 292 van 378
Uitsplitsing van studieduur geslaagden over verschillende opleidingstypes: 3- tot 4-jarige bacheloropleidingen
01-10-2013 Almere
voltijd
-
deeltijd Dronten Wageningen Ad-opleidingen
Almere
Masteropleidingen
3,92
4,00
-
-
-
3,93
4,33
4,37
deeltijd
3,65
4,08
4,52
voltijd
4,37
4,64
4,54
deeltijd
3,65
3,61
3,68
-
-
-
voltijd voltijd
-
-
-
1,88
1,94
2,06
deeltijd Wageningen
01-10-2015
voltijd
deeltijd Dronten
01-10-2014
-
1,75
2,08
voltijd
2,63
3,15
4,92
deeltijd
2,70
2,52
2,68
Dronten
voltijd
0,92
0,92
0,92
Wageningen
deeltijd
2,26
2,18
2,37
VH 8 Resultaten: uitval 2012/2013 Totaal aantal studiestakers (def.4)
Vilentum
Almere Dronten
Wageningen Gemiddelde studieduur studiestakers in jaren
Vilentum Almere Dronten Wageningen
2013/2014
2014/2015
voltijd
nb
263 (BSA:63)
333 (BSA: 87)
deeltijd
nb
99 (BSA: 15)
95 (BSA: 7)
voltijd
nb
41 (BSA: 13)
62 (BSA: 25)
deeltijd
nb
-
-
voltijd
nb
161 (BSA: 43)
211 (BSA: 48)
deeltijd
nb
23 (BSA: 7)
28 (BSA: 2)
voltijd
nb
61 (BSA: 7)
60 (BSA: 14)
deeltijd
nb
76 (BSA: 8)
67 (BSA: 5)
voltijd
nb
1,34
1,40
deeltijd
nb
1,96
1,53
voltijd
nb
0,84
0,98
deeltijd
nb
-
-
voltijd
nb
1,43
1,39
deeltijd
nb
2,29
1,58
voltijd
nb
1,46
1,44
deeltijd
nb
1,86
1,51
2012/2013
2013/2014
2014/2015
VH 9 Resultaten: studiestakers per onderwijstype Uitsplitsing van studieduur studiestakers over verschillende opleidingstypes: 1-tot 1,5-jarige bacheloropleidingen
Almere
voltijd
nb
1,12
0,92
Dronten
voltijd
nb
0,93
0,91
Wageningen
voltijd (kopopleiding)
nb
0,51
0,96
deeltijd hao
nb
-
0,57
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 293 van 378
Uitsplitsing van studieduur studiestakers over verschillende opleidingstypes: 3- tot 4-jarige bacheloropleidingen
2012/2013
2013/2014
2014/2015
voltijd
nb
0,94
0,98
deeltijd
nb
-
-
voltijd
nb
1,46
1,54
deeltijd
nb
2,21
1,64
voltijd
nb
1,55
1,53
deeltijd
nb
1,96
1,75
voltijd
nb
-
-
deeltijd
nb
-
-
voltijd
nb
0,82
0,62
deeltijd
nb
-
0,17
voltijd
nb
1,73
0,92
deeltijd
nb
1,84
1,73
Dronten
voltijd
nb
0,87
0,72
Wageningen
deeltijd
nb
1,61
1,04
Almere Dronten Wageningen
Ad-opleidingen
Almere Dronten Wageningen
Masteropleidingen
Tabel V 10 Docentinformatie en student/fte-ratio 31-12-2013 Omvang docerend personeel in fte
31-12-2014 152 85
74
74%
73%
75%
18,7
16,5
Omvang onderwijsondersteunend personeel in fte Het percentage docenten (OP) van het totaal met een master/PhD, dan wel studerend daarvoor. 1
1
Ingeschreven studenten/fte-ratio 16,27 Docenten zijn gemiddeld 20% van hun tijd actief in projecten en valorisatie, naast onderwijs.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
31-12-2015
156,42
Pagina 294 van 378
182
Bijlage 8
Modellen MIP
Tabel 1 Groenhorst
Actielijn art.17
Bedrag art.5
Overloop uit 2013
Bedrag besteed in jaar van ontvangst; verwachting besteding in latere jaren 2014
A1 A1.1 SchakelVernieuwing functie ‘sector’ opleidingen kennis naar opleiding.
42.152
A1.2 Kennisuren mbo
A1.3 Ontwikkelingsuren vrije keuze delen groen vmbo
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
2015 78.260
42.994
9.661
29.820
2016
Beknopte beschrijving van uitgevoerde acties
Beknopte beschrijving van bereikte resultaten a.d.h.v. indicatoren
2017 Het toetsen van de opleidingsplannen volgens de vastgestelde werkwijze van het programma coördinaat. Het toetsen van de opleidingen aan de normen zoals opgenomen in het portfoliobeleid.
72.740
De uitgevoerde acties liggen in het actief participeren en deelnemen in CIV/meeting points en het actief participeren in samenwerkingsverbanden met het bedrijfsleven.
19.567
Vmbo-locaties ontwikkelen een visiedocument op basis van leerlingenpopulatie, vervolgopleidingen en arbeidsmarkt. Dit visiedocument biedt de basis voor de keuze voor keuzevakken die de vmbo-locaties gaan aanbieden binnen het profiel groen.
15.265
Pagina 295 van 378
De opleidingsplannen Paardenhouderij niveau 3 en 4, Veehouderij, Plant en Groen, grond en infra (loonwerk) niveau 2, 3 en 4, groene ruimte niveau 2, 3 en 4, Toegepaste biologie, Food, Biologisch-dynamische landbouw, Bloem en Styling en design zijn gereed. De opleidingen Vakbekwaam medewerker gemechaniseerd loonwerk (97150) Medewerker buitenruimte (97531) Vakbekwaam medewerker Bloembinden (97430) en Manager Biologisch-dynamische landbouw zijn getoetst. Er is aansluiting bij het Agrofoodcluster Noordoostpolder, waarin overheid/onderwijs/onderzoek/ ondernemers zijn vertegenwoordigd. Er is een intentieverklaring getekend door de kennisinstellingen NAK, WUR en Aeres. Ten aanzien van opleiding Groenvoorziening is er een convenant afgesloten met VHG. Ten aanzien van opleiding Food is er een programmamanager Food aangesteld. Het consortium van bedrijven is in concept gereed en ontwikkeling curriculum ligt op koers. Voor de opleiding Paardensport is er een contract gesloten met betrekking tot de uitvoering in Ermelo. Input van het bedrijfsleven op het curriculum loopt conform planning. De visiedocumenten zijn voor 80% gereed.
Actielijn art.17
Overloop uit Bedrag art.5 2013
Bedrag besteed in jaar van ontvangst; verwachting besteding in latere jaren 2014
2015
2016
51.813
151.074
107.572
18.687
79.250
54.405
Nog in te zetten Totaal A1 A3 Kennistoepassing
Beknopte beschrijving van uitgevoerde acties
Beknopte beschrijving van bereikte resultaten a.d.h.v. indicatoren
2017 88.910
399.369
A3.1 Participatie in kenniskringen.
88.910 Deelname heeft plaatsgevonden binnen de kenniskring stadslandbouw en pluimvee.
Voor deelname in kenniskringen is Groenhorst afhankelijk van het functioneren van de desbetreffende kenniskringen. De bereikte resultaten zijn gekoppeld aan de kenniskring en niet aan de individuele deelnamen van Groenhorst-locaties.
De opbrengsten vanuit kenniskring diversiteit zijn vertaald binnen Groenhorst Nijkerk (kenniskring opgeheven) Kenniskring Organics is opgeheven door vertrek lector, maar er wordt een poging gedaan voor een vernieuwde opzet voor Organics vanuit Warmonderhof middels ‘Eiland naar Wijland’.
A3.2 Activiteiten in kader van deskundigheid praktijkopleiders
10.000
PvB-tool wordt vereenvoudigd via Groene Standaard (als eigenaar). Zie ook kennisuren mbo.
A3.3 Organiseren van regionale inhoudelijke bijeenkomsten bedrijven. Nog in te zetten Totaal A3 Totaal
Warmonderhof heeft inzet gepleegd om het centrale punt te worden voor biologische landbouw i.s.m. de gemeente Dronten. Scholing praktijkopleiders loopt conform plan van aanpak.
9.951
10.199
128.128 310.620
709.989
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
-
18.687
89.201
74.604
128.128
70.500
240.275
182.176
217.038
Pagina 296 van 378
Er heeft nog geen meting van de tevredenheid plaatsgevonden. PvB wordt nog niet eenduidig gebruikt.
Netwerk Groene Ruimte is tot stand gebracht op papier. Consortium Food is in oprichting.
Tabel 2 Vilentum Hogeschool faculteiten CAH Vilentum Almere en Dronten
Actielijn art.17
Overloop Bedrag art.5 uit 2013
Bedrag besteed in jaar van ontvangst; verwachting besteding in latere jaren 2014
A1 Vernieuwing opleidingen
2015
Uitwerking onderzoeksleerlijn per opleiding(svariant) Training van docenten
Beknopte beschrijving van bereikte resultaten a.d.h.v. indicatoren
Onderzoeksleerlijn geïmplementeerd
De onderzoeksleerlijn is in alle opleidingen gerealiseerd en aanwijsbaar. Training onderzoeksvaardigheden.
2017
Training onderzoeksvaardigheden opgezet en begonnen met cursussen voor docenten Validatie Kwaliteitszorg Onderzoek heeft plaatsgevonden.
Evaluatie bij studenten en bedrijven met follow-up trainingen Beschrijving kaders van een vernieuwd vierde jaar Uitwerking per opleiding(svariant)
De nieuwe kaders zijn toegepast.
Monitoring op adequate uitwerking van de kaders Binnen twee jaar drie Ad-trajecten waarin aoc’s en CAH Vilentum samenwerken Ontwikkelen van curricula en onderwijsmaterialen, mede op basis van wens werkveld Formeren van onderwijsteam met inbreng vanuit aoc’s, met aandacht voor training van aoc-collega’s
Deel van docenten heeft de training gevolgd. Succesvolle VKO-beoordeling: voorlopige validatie. Alle lectoren participeren in minors.
Voor elke opleidingsvariant zijn de eerste Studenten van alle opleidingsvarianten opzetten voor passende minors ontwikkeld. kunnen een passende minor kiezen. Drie nieuwe Ad’s zijn ontwikkeld. Twee nieuwe Ad’s worden uitgevoerd: Groene bedrijfskunde in Almere, Tuinbouw en Akkerbouw in Hoorn. Aoc-docenten zijn betrokken bij de Aoc-docenten zijn betrokken bij de voorbereiding. uitvoering.
Binnen twee jaar twee doorlopende mhbo-trajecten Ontwikkelen van curricula en onderwijsmaterialen, mede op basis van wens werkveld Voor Almere en Barneveld is onderzoek verricht naar door werkveld gewenste nieuwe opleidingen/varianten en zijn uitkomsten verwerkt in ontwerpen voor nieuwe opleidingen/ varianten: Opzetten en uitvoeren van marktonderzoek in werkveld
Er zijn afspraken gemaakt over twee nieuwe doorlopende leerlijnen voor Toegepaste Biologie en Dier en Diergezondheid. Met vrijwel alle aoc’s zijn gesprekken gestart over mogelijke doorlopende leerlijnen.
Studenten kunnen uit twee verkorte leerlijnen kiezen.
Voor Almere zijn er vier nieuwe opleidingsvarianten ontwikkeld.
In Almere zijn vier nieuwe opleidingsvarianten operationeel: 1. Toegepaste biologie: Biologie, voeding en gezondheid 2. Voor Management van de leefomgeving: Geo media & fesign 3. Voor Bedrijfskunde: Groene Bedrijfskunde en European Food Business
Voor Barneveld is besloten om de opleidingsvariant Dier- en Gezondheid naar Dronten te verplaatsen.
Op basis daarvan ontwikkelen van curricula en onderwijsmaterialen Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
2016
Beknopte beschrijving van uitgevoerde acties
Pagina 297 van 378
Goede contacten met aoc’s.
Actielijn art.17
Overloop Bedrag art.5 uit 2013
Bedrag besteed in jaar van ontvangst; verwachting besteding in latere jaren 2014
2015
2016
Ontwikkeling gemeenschappelijke opleidingstrajecten met internationale partners.
Beknopte beschrijving van uitgevoerde acties
Beknopte beschrijving van bereikte resultaten a.d.h.v. indicatoren
Er zijn afspraken gemaakt met universiteiten in China, Italië en Frankrijk over gezamenlijke programma’s.
Docenten van Vilentum Hogeschool doceren in China. De beste Chinese studenten kunnen na drie jaar hun afstudeerjaar in Dronten volgen. Studenten van de opleidingsvariant European Food Business volgen een deel van hun opleiding in Italië en Frankrijk.
Meer opdrachten voor technasiumleerlingen.
CAH Vilentum ‘Beste Practice’.
2017
Ontwikkelen tweede double-degreeprogramma. Uitwerken principeafspraken met internationale partners (Portugal en Hongarije) m.b.t. gemeenschappelijk bachelor-/masterprogramma. Totaal A1 A2 Groene kennis voor burgers
404.947
Totaal A2 A3 Kennistoepassing
100.671
104.797
De samenwerking met landelijke Stichting Technasium wordt versterkt, waardoor jongeren actief kennismaken met (onderzoeksfunctie van) het groene kennisdomein. Begeleiding van leerlingen van technasia die participeren in onderzoeksprojecten van CAH Vilentum. Evalueren samenwerking en omvormen pilotprojecten tot duurzame samenwerkingsprojecten.
Technasium Top Award 2015 georganiseerd.
27.927
16.637
19.507
Vergroten aantal mastercompanies, die partner zijn in de duale masteropleiding; medewerkers in de bedrijven worden toegerust. Acquireren van nieuwe mastercompanies, Uitvoeren van training voor begeleiders in masterprogramma. Consolideren internationale partnernetwerk CAH Vilentum, waardoor deskundigen van elders hun kennis en ervaring kunnen delen met collega’s en studenten van CAH Vilentum: • uitwisselingsbezoeken en overleg werken aan invulling van partnerschappen of versterking van bestaande afspraken.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
186.871
Pagina 298 van 378
Er is gewerkt aan uitbreiding van het aantal mastercompanies voor de master. Masteropleiding is in 2015-2016 niet van startgegaan.
Meer mastercompanies.
Consolideren partnernetwerken is voortvarend ter hand genomen.
Meer concrete afspraken rond dual degrees en joint degrees met enkele preferred partners (colleges) in Wulanchabu en Chengdu in China. Nieuwe partnerschappen die in het kader van de opbouw van de vestiging in Almere zijn aangegaan.
Actielijn art.17
Overloop Bedrag art.5 uit 2013
Bedrag besteed in jaar van ontvangst; verwachting besteding in latere jaren 2014
2015
2016
Alumniactiviteiten
Toegepast onderzoek Totaal A3 B2 Teams vakdocenten
349.092
178.220
13.964
-
923
Voorlopig blijven social media het middel om lowbudget in contact te blijven met onze alumni.
In het kader van het thema ‘Vreemde ogen dwingen’ hebben er verschillende activiteiten plaatsgevonden.
Van de meeste opleidingen zijn de afstudeerwerkstukken met elkaar vergeleken.
De Kennisbalie heeft met een nieuwe personele invulling een flinke verbeterslag doorgemaakt.
Bedrijven zijn tevreden over de benaderbaarheid van de school. Er wordt nu snel gereageerd op mogelijke opdrachten voor studenten. Het aantal bedrijfsopdrachten voor afstudeerders neemt steeds meer toe. Samenwerkingsverbanden met accountantskantoren en Rabobank.
Er zijn meer afspraken met sectoren gemaakt om studenten de gelegenheid te geven hun hele afstudeertraject bij één bedrijf te doen. Masteropleiding is in 2015-2016 niet van startgegaan.
Vergroten aantal mastercompanies, die partner zijn in de duale masteropleiding. Acquireren van nieuwe mastercompanies, uitvoeren van training voor begeleiders in masterprogramma.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
We hebben naar de mogelijkheden gekeken om een alumnivereniging op te zetten voor internationale studenten in het algemeen en International Foodbusiness in het bijzonder. Daarbij is ook gekeken naar de alumniactiviteiten van onze partner universiteit in Canada, Dalhousie. Op dit moment ontbreekt het nog aan de middelen om relatiebeheer structureel vorm te geven. Er is voor gekozen om regelmatig een alumni-evenement te organiseren. Promotieonderzoek in het laatste jaar van uitvoering.
2017
48.873
904
12.607
Pagina 299 van 378
Verschillende publicaties zijn ingediend.
13.041
Vernieuwde vierde jaar: acquisitie van bedrijven/ praktijkopdrachten. Elk bedrijf heeft een vaste accountmanager; praktijkopdrachten worden gescreend op hbo-niveau.
Totaal C1
Beknopte beschrijving van bereikte resultaten a.d.h.v. indicatoren
114.972
Uitwisselen en leren met collega’s van andere agrarische hogescholen in landelijke opleidingsoverleggen
Totaal B2 C1 Innovatieve bedrijven
45.900
Beknopte beschrijving van uitgevoerde acties
35.362
Actielijn art.17
Overloop Bedrag art.5 uit 2013
Bedrag besteed in jaar van ontvangst; verwachting besteding in latere jaren 2014
C2 Inhuur deskundigheid
Totaal C2 D1 Groene groei
13.964
3.324
Meer concrete afspraken rond dual degrees en jiont degrees met enkele preferred partners. Nieuwe partnerschappen die in het kader van de opbouw van de vestiging in Almere zijn aangegaan.
In Almere zijn vier nieuwe opleidingsvarianten operationeel: 1. Toegepaste biologie: Biologie, voeding en gezondheid 2. Voor Management van de leefomgeving: Geo media & design Voor Barneveld is besloten om de 3. Voor Bedrijfskunde: Groene opleidingsvariant Dier en Diergezondheid bedrijfskunde en naar Dronten te verplaatsen. 4. European Food Business. De opleiding Varkens- en pluimveehouderij De opleiding Varkens- en pluimveehouderij is voorbereid en er zijn studenten voor is gestart met een groep van 24 studenten geworven. en dat is een mooi resultaat. De internationale variant van Hippische Studentenwerving voor de internationale bedrijfskunde is nog niet gestart variant van Hippische bedrijfskunde. Voor Agrotechniek & Big data wordt een Ad Voorbereiding van en studentenwerving voorbereid. voor de Ad Agrotechniek & Big data. Voorbereiding van een internationaal vierde jaar Global Dairy Business.
195.492
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Consolideren partnernetwerken is voortvarend ter hand genomen.
2017
Voor Almere zijn er vier nieuwe opleidingsvarianten ontwikkeld.
24.572
180.431
Voortzetting Kenniscentrum (KC) Agro & Food dat fungeert als schakel in de gouden driehoek onderzoek, onderwijs en ondernemen KC Agro & Food ontwikkelt en verspreidt kennis op het gebied van agro, food en ondernemerschap. KC Agro & Food zorgt voor aansluiting bij topsectorenbeleid.
Totaal D2
2016
Beknopte beschrijving van bereikte resultaten a.d.h.v. indicatoren
10.625
Voor Almere en Barneveld onderzoek naar door werkveld gewenste nieuwe opleidingen/varianten en uitkomsten verwerken in ontwerpen voor nieuwe opleidingen /varianten. Opzetten en uitvoeren van marktonderzoek in werkveld Op basis daarvan ontwikkelen van curricula en onderwijsmaterialen Opleidingsportfolio van CAH Vilentum is doorgelicht. Uitvoeren van evaluatie en analyse van resultaten: ontwikkelen van nieuwe opleidingen /varianten waarmee opleidingsportfolio optimaal aansluit bij ontwikkelingen in het werkveld.
Totaal D1 D2 Thema’s innovatieagenda’s
2015
Consolideren internationale partnernetwerk CAH: • D.m.v. uitwisselingsbezoeken en overleg partnerschappen invullen of bestaande afspraken versterken. • Over en weer uitvoeren van gastlessen, deelname aan symposia en dergelijke.
Beknopte beschrijving van uitgevoerde acties
Het Kenniscentrum Agrofood en Ondernemen heeft zijn plek verworven in het kennisnetwerk.
In 2015 zijn veel bijeenkomsten georganiseerd en zijn er veel publicaties geproduceerd (http://www.kcagro.nl/). Daarnaast heeft het kenniscentrum een belangrijke schakelfunctie vervuld tussen het bedrijfsleven en de hogeschool wat geleid heeft tot een groot aantal projecten.
125.673
23.438
108.406
Pagina 300 van 378
Actielijn art.17
Bedrag besteed in jaar van ontvangst; verwachting besteding in latere jaren
Overloop Bedrag art.5 uit 2013
2014 D4 Voedselzekerheid
2015
2016
Totaal
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Beknopte beschrijving van bereikte resultaten a.d.h.v. indicatoren
De opleidingsvariant European Food Business is verder ontwikkeld. Acquisitie van studenten
De opleidingsvariant is verplaatst van Dronten naar Almere Het eerste cohort van 13 studenten is inmiddels ingestroomd
2017
Internationaal (Engelstalig) curriculum, analoog aan model 4 jr. bachelor Internationaal Food Business op snijvlak van voedseltechnologie, voedselzekerheid en bedrijfskunde in internationaal perspectief. Een te ontwikkelen mhbo-opleiding internationale voedselproductie en voedselsystemen.
Totaal D4
Beknopte beschrijving van uitgevoerde acties
Deze ontwikkeling is opgenomen in de opleidingsvariant European Food Business
111.710 1.291.642
0
2.158
108.276
217.604
723.792
Pagina 301 van 378
350.246
0
Tabel 3 Vilentum Hogeschool, faculteit Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool Beknopte beschrijving van uitgevoerde acties
Beknopte beschrijving van bereikte resultaten a.h.v. indicatoren
De leergang 2014-2015 is afgerond in juni.
Zeven (7) deelnemers gecertificeerd.
De leergang 2015-2016 is gestart met zes deelnemers. Het eerste blok van vier bijeenkomsten is afgerond.
Evaluatie 2014-2015 gedaan en volgende lessen uitgezet en gestart met zes deelnemers. Blok 1 afgerond.
Doorontwikkeling Wageningen Educatief Centrum
Gekeken of dit gekoppeld kan worden aan WEC-project en lectoraat Biomimicry.
Minoren/programmaonderdelen over groene kennis.
Start werving voor hpo-DT-opleiding (pedagogiek).
Stopgezet. Geen extra middelen nodig voor dat project. Wel verdere kennisontwikkeling rond onderzoek in de bacheloropleidingen. Afronden groene minor onderdeel; kennisinhouden benoemd en in systemen geregistreerd.
Actielijn art.17 A1 Vernieuwing opleidingen
97.637
Totaal A2 A3 Kennis-toepassing
Overloop uit 2013
Bedrag besteed in jaar van ontvangst; verwachting besteding in latere jaren
2014
2015
2016
Leergang onderzoek voor docenten.
Totaal A1 A2 Groene kennis voor burgers
Bedrag art.5
10.460
5.841
-
7.783
-
Ontwikkelen nieuwe en aanvullende activiteiten voor professionalisering op basis van onderzoek
Transculturele/internationale partnerships en professionalisering
2017
84.013
10.460 Masterclasses geprolongeerd wegens succes.
Aantal masterclasses gerealiseerd: zeven.
Voorbereiding voor ontwikkelteam voor postbachelor-leergang. Mogelijkheden voor open source platform verkend.
Aantal deelnemers: 68.
April: internationale week gehouden. Erasmus KA voorstel gemaakt. Diversiteitscarrousels nogmaals uitgevoerd.
Eerste bijeenkomst ontwikkelteam postbachelor. Verdere uitwerking implementatie Topclass gerealiseerd in lectoraat (Research Practice Partnership (RPP) groep PI). Module transcultureel handelen: zie D. Open source platform te hoog gegrepen voor kleine organisatie. Acties stopgezet. Aansluiten waar kan. Internationale week voor bachelorstudenten voltijd gerealiseerd. Conferentie: was eenmalig, afgerond.
Erasmus-voorstel ingediend, Is afgewezen (slechts voor 5% van de projectaanvragen was ruimte). Positive Behavioral Interventions and Support Opleiding PBS-coach nog niet helemaal (PBIS)-implementatiecoach heeft de opleiding afgerond. nagenoeg gevolgd. In GH Nijkerk bijdrage aan PBIS-traject.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 302 van 378
Actielijn art.17
Bedrag art.5
Overloop uit 2013
Bedrag besteed in jaar van ontvangst; verwachting besteding in latere jaren
2014
2015
2016
Positive Behaviour Support (PBS): Oriëntatie en kennisontwikkeling, training/scholing Totaal A3
174.326
41.916
94.610
Informatie door PBS-expert tijdens studiedag docenten Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool.
Algemeen professionalisering PBS: Opleider heeft certificaat van de opleidingsdagen PBiS.
Begeleiden stagiairs/ beoogde docenten uit Turkije.
Twee Turkse docenten hebben twee maanden stage gelopen bij Stoas bloem experts. Week samengewerkt / uitgevoerd met collega’s van de Uni van Istanboel in Istanboel. Uitreiking HAVO profiel werkstuk prijs in thema duurzaam, natuurlijk door samenwerking FV scholennetwerk, met name Stoas Vilentum en CHE.
2017
Demonstratieweek in Istanbul op de universiteit met docenten Stoas, mw. Gul en de decaan georganiseerd. Deelname conferentie Food Valley scholennetwerk. Workshops verzorgd op conferentie Food Valley scholennetwerk. Samenwerking CHE op gang gebracht.
Participeren in Food Valley Scholennetwerk, in Bètasteunpunt, Techniekpactoverleg, food overleg Rijn IJssel en Groenhorst.
C1 Innovatieve bedrijven
Beknopte beschrijving van bereikte resultaten a.h.v. indicatoren
37.800
B1 Ontwikkelen tweede double-degree Samenwerkingsverbanden bacheloropleiding Horti & Flowers met universiteit van Istanboel/ Med international Finland en Oostenrijk
Totaal B1
Beknopte beschrijving van uitgevoerde acties
54.111
2.535
9.637
41.939
Inzet van Stoas-regiocoördinatoren voor authentiek leren.
Landkaarten ontwikkeld met werkplekken van studenten. Landkaart ontwikkeld met woonplaats beoordelaars. Authentieke opdrachten in GCOS (Groen Consortium Opleiden in de School) bilateraal opgesteld.
Totaal C1 C2 Inhuur deskundigheid
55.784
5.990
49.794
Wageningse kennis voor toekomstige leraar inzetten.
Gezamenlijke (WUR/Stoas) PR voor studium generales en inauguraties van lectoren Wederzijdse deelname, kennisdeling bij inauguraties lectoren. Drie interne promotiekandidaten begeleid door lectoren als co-promotor, met prmotoren van universiteiten. Capacitybuilding complexe projecten schrijven start in 2015.
Inhuur van begeleiding van promovendi. Inhuur begeleiding/leren van projectaanvragen schrijven Totaal C2
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
61.223
7.700
22.172
Pagina 303 van 378
Landkaarten geven eerste beeld van mogelijke regio-indeling voor werkplekbezoeken. Koppelen aan expert kwaliteiten beoordelaars. Authentieke opdrachten van aoc’s in GCOS scherp benoemd zodat vervolg koppeling regio mogelijk is.
31.351
Grotere bekendheid onderzoeksthema’s verschillende lectoren. Kennisdeling en samenwerking als crictical friends op inhoudelijk werk. Een van de kandidaten is gepromoveerd.
Niet gestart aangezien dit ook op Aeresniveau aan de orde was.
Actielijn art.17 D1 Groene groei
Bedrag art.5
Overloop uit 2013
Bedrag besteed in jaar van ontvangst; verwachting besteding in latere jaren
2014
2015
2016
Beknopte beschrijving van uitgevoerde acties
Beknopte beschrijving van bereikte resultaten a.h.v. indicatoren
Studierichtingen in domeinen afgestemd.
Domein bijeenkomsten gestandaardiseerd.
Analyse en weergave groene vakinhoudelijke curriculum per domein gereed.
Curriculum actueel en beschreven.
2017
Analyse en aanpassing bachelorcurriculum groene groei, professionaliseren
Werkveldcommissies voorbereid. Totaal D1
D2 Thema’s innovatieagenda’s
55.784
11.051
32.838
11.895
Agenda Natuur en leefomgeving Module transcultureel handelen ontwikkelen en verspreiden
Totaal D2 D3 Agenda Bètatechniek
34.865
347
5.041
Totaal
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
41.546 585.736
0
208
71
41.267
69.598
178.142
337.996
Pagina 304 van 378
Geen partner in CoE Natuur en Leefomgeving. In verband met ziekte binnen het team, en overbelasting, hebben de werkzaamheden in het eerste semester grotendeels stil gelegen. In september zijn de werkzaamheden gestart. De doelgroepen van minor en doelstellingen zijn geformuleerd. De contouren van de minor zijn beschreven. De minorbeschrijving en kennisbasis zijn in concept klaar. Contouren betreffen een flexibel model waarbij h(b)o studenten 15 EC volgen (flo+wpl); Module transcultureel handelen: voorbereiding afronden voor start in februari 2017.
Geen wegens capaciteitsproblemen.
In afwachting van overleg bestuurders.
29.477
Curriculumonderdelen green engineering, biobased, groene toekomst, vaknascholing. Aansluiting Het Groene Lyceum en technasium regionaal overleg, gericht op Toegepaste biologie.
Totaal D3
Commentaar geleverd op voorstel CoE Natuur en Leefomgeving. Tijdelijk on hold vanwege te weinig ontwikkelcapaciteit. Nieuw streven: start 2e semester studiejaar 2016-2017.
0
Tabel 4 Deelprojecten Aeres
Actielijn art.17
Bedrag art.5
Overloop uit 2013
Bedrag besteed in jaar van ontvangst; verwachting besteding in latere jaren 2014
A1 Vernieuwing opleidingen
2015
2016
Beknopte beschrijving van uitgevoerde acties
Beknopte beschrijving van bereikte resultaten a.h.v. indicatoren
Met de FNLI (Federatie Nederlandse Levensmiddelen industrie) en bedrijven wordt het curriculum ontwikkeld. Opleiding Hippische bedrijfskunde internationaliseren. Vraagarticulatie, kennisinventarisatie, curriculum beschrijving, nieuwe leervormen, piloting.
Derde cohort gestart. Consortium van bedrijven fungeert als werkveldcie.
2017
A1.1 Schakelfunctie ‘sectorkennis naar opleiding’ A1.2 Kennisuren mbo
Innovatiearena’s opzetten. Aanstellen expertteams om projecten te begeleiden. Doorlopende leerlijn ontwikkelen. Marktonderzoek.
Ontwikkelen curriculum. Ontwikkelen communicatie. Integreren thema Groene en vitale stad in curricula, nieuw doelgroepen bereiken en aanbieden scholing.
Vanuit vraag van bedrijfsleven onderwijsaanbod ontwikkelen. Opleiding International Food Business voor een deel via distance learning aanbieden. 1.1 Onderzoek beroepsmogelijkheden stadslandbouw 1.1 Betrekken bedrijfsleven bij curriculum ontwikkeling 1.1 Samenstellen regionaal uitvoeringsplan Stadslandbouw 1.2 Ontwikkelen e-learning Totaal A1
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
826.802
219.929
230.838
363.145
Pagina 305 van 378
In 2015 te weinig aanmeldingen. Nieuwe start september 2016 Met CAH-lector Beweiding Ierland, Luxemburg en Duitsland bezocht om innovatieve kennis en tools in curriculum op te nemen. Wiki wordt ontwikkeld, waarbij nieuwe leervormen worden meegenomen. Green Design Center geopend. Bedrijven hebben zich verbonden aan Green Design Center. Studenten werken aan hun opdrachten. Opleidingsinhoud mbo afgerond. Aansluiting met vmbo en hbo wordt gemaakt Tweede inventarisatieronde heeft plaatsgevonden. Aangezien na twee jaar werven er nog steeds onvoldoende belangstelling is, wordt de Ad in 20162017 niet aangeboden. Lessen ontwikkeld. Communicatieplan uitgevoerd. Projectmatig en modulair is de thematiek nu opgenomen in vmbo-, mbo- en hbo-onderwijs. Nieuwe doelgroepen worden met opleidingen bereikt, nationaal en internationaal.. Curriculum (6 modulen) en minor ontwikkeld. Werving loopt. Online lessen voor eerste jaar opleiding International Food Business zijn ontwikkeld. Rapport beschikbaar. Keuzedeel ‘Opzetten en starten Stadslandbouw bedrijf/project’ ingediend. Volledig pluimvee-curriculum opgeleverd. Bedrijfsleven blijvend betrokken via het PEC bij uitvoering en up-to-date houden. Overzicht (incl. netwerk) heeft waarde bewezen en leidt tot projectopdrachten en/of stages Volledig curriculum middels e-learning beschikbaar.
Actielijn art.17
Bedrag art.5
Overloop uit 2013
Bedrag besteed in jaar van ontvangst; verwachting besteding in latere jaren 2014
2015
2016
48.148
30.000
4.640
66.803
5.000
16.652
150.274
32.793
47.528
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Ervaring met tools opgedaan. Weidecoaches zijn actief in onderwijs en praktijk.
Ontwikkelen drill-and-practise-omgeving.
Eerste digitale module beschikbaar (thema insecten). Vervolg wordt in CIV verband opgepakt.
Ontwikkelen economisch cluster waarbinnen samengewerkt wordt aan kwaliteit van kennis verspreiding Expertise bundeling en kwaliteitsborging.
Ned. Paarden Academie in oprichting met KNHS, KWPN, FNRS Aeres i.s.m. groene partners.
Werkbijeenkomsten organiseren en kenniscoalitie vormen.
Microsoft en NAK betrokken. Met anderen potentiële partners wordt nog gesproken.
Opzet innovatieve leeromgeving.
Activiteiten werkgroepen afgerond. Werving voor tweede assessoren training opgestart.
Leeromgeving voor eerste twee leerjaren gerealiseerd. Derde wordt opgestart. RIF aanvraag gedaan voor financiële ondersteuning. C1/2 Stagebedrijven gericht op beweidingssystemen Bedrijven geselecteerd met verschillende selecteren. beweidingssystemen. Ondernemers verzorgen gastlessen. Studenten doen onderzoek naar verschillen. C1/2 Kennisverspreiding organiseren. Met WUR via BOGO-kennisdagen beweiding plek geven in onderwijs. Bedrijfsleven betrekken en online kennismatch. Besloten is voorlopig te werken met een fysieke kennismatch ter lering. Participatie en validatie met bedrijfsleven. Hele project is in samenwerking met bedrijfsleven, in bijzonder VBW gerealiseerd. Studiedagen organiseren met bedrijfsleven. Nu totaal vier bijeenkomsten georganiseerd.
100.490
73.050
13.914
16.504
77.814
-
26.604
53.804
C2 Inhuur deskundigheid
Totaal C2
Innovatieve tools ontwikkelen en de docent als weidecoach.
75.270
C1 Innovatieve bedrijven
Totaal C1
Projecten waarin geparticipeerd wordt met onderwijs zijn legio. Er worden ook prijzen mee gewonnen. Bpv-dag heeft plaatsgevonden.
19.756
B1 Samenwerkingsverbanden
Totaal B1
Kleinschalige projecten ontwikkelen, netwerk ontwikkelen en betrekken bij onderwijs en stages.
15.141
A3 Kennis-toepassing Totaal A3
Beknopte beschrijving van bereikte resultaten a.h.v. indicatoren
2017
A2 Groene kennis voor burgers Totaal A2
Beknopte beschrijving van uitgevoerde acties
Pagina 306 van 378
Actielijn art.17
Bedrag art.5
Overloop uit 2013
Bedrag besteed in jaar van ontvangst; verwachting besteding in latere jaren 2014
2015
2016
Beknopte beschrijving van uitgevoerde acties
Beknopte beschrijving van bereikte resultaten a.h.v. indicatoren
Ontwikkelen interne duurzaamheidsrapportage.
Rapportages stopgezet. Werken vanaf nu met ambassadeurs met duurzaamheidsagenda per onderdeel/locatie. Per opleiding wordt gewerkt aan implementatie van leren voor duurzame ontwikkeling. Project rondom water uitgewerkt. Wordt met bedrijfsleven, waterschap en overheden besproken. Businessplan Ned. Paarden Academie wordt ontwikkeld.
2017
D1 Groene groei
Rol duurzaamheid in curriculum. Strategie ontwikkelen. Identificeren proefprojecten en uitwerken in businesscases. Totaal D1
236.827
70.514
105.602
67.145
D2 Thema’s innovatieagenda’s
Totaal D2
132.435
41.932
69.462
170.881
15.105
52.472
Tweede project uitgevoerd in samenwerking met vier bedrijven voor 25 mbo- en hbo-studenten. ROC A12 deed dit jaar niet mee.
D2/3 Met vertegenwoordigers uit topsectoren thema’s uit innovatieagenda’s definiëren voor big data onderwijs.
Propedeuse bijna klaar. Twee modulen en één minor op hoofdlijnen
Leertaken voor hbo en lesmateriaal voor mbo ontwikkelen. Datasets ontwikkelen voor onderwijs vanuit praktijksituaties. Zoeken naar mogelijkheden om kennis toe te passen in het buitenland.
Op basis van inventarisatie materiaal bijgewerkt en nieuw ontwikkeld. Er zijn nu vier datasets beschikbaar voor het akkerweb. In zeven landen lezingen gehouden over precisielandbouw en mogelijkheden voor onderwijs en projecten.
Tenminste drie aanvragen per jaar.
Twee aanvragen ingediend. Een toegekend, plus opdracht Ministerie Buza. Netwerkdag rond tenderen georganiseerd.
28.402
D3 Agenda Bètatechniek
Totaal D3
Inbouwen innovatieagenda.
109.273
D4 Voedsel- zekerheid
Verbeterd projectmanagement implementeren. Kennis en ervaring externe experts binnenhalen.
Totaal D4 Totaal
170.494 1.980.968
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
0
5.994
46.893
123.606
494.317
614.605
872.046
Pagina 307 van 378
0
Vier nieuwe projectteams met senior en junior betrokken bij projecten, van identificatie tot uitvoering.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 308 van 378
Bijlage 9
Helderheid in bekostiging
In deze bijlage legt Aeres verantwoording af over de juiste toepassing van de bekostigingsvoorwaarden op basis van de onderwerpen in de notities 'Helderheid in de bekostiging van het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie 2004' en ‘Helderheid in de bekostiging van het hoger onderwijs’, gepubliceerd in 2003 met een aanvulling in 2004, en de ‘Handreiking voor de inrichting van onderwijskundige publiek-private arrangementen’ d.d. 25-3-2011. Deze onderwerpen zijn onderstaand per thema uiteengezet. 1 Uitbesteding Uitbesteding van bekostigd onderwijs aan een andere, al dan niet bekostigde, instelling of organisatie tegen betaling voor de geleverde prestaties vindt binnen Aeres niet plaats. Bij CAH Vilentum is een zogenaamde double degree met een partner in Canada en Frankrijk. Studenten kunnen over en weer les ontvangen voor maximaal een jaar waarbij sprake is van een verrekenmodel. Daarnaast kunnen studenten via Kiezen op Maat minors volgen bij andere hogescholen. De stichting PTC+ verzorgt voor ROC Aventus een deel van de uitvoering van het bekostigde onderwijs van de bbl-opleidingen van importeurs in de mobiele techniek en van de bbl-opleidingen in de koudetechniek. 2 Investeren van publieke middelen in private activiteiten Bij Aeres worden vanuit de publieke middelen geen investeringen uitgevoerd in private activiteiten. Alle investeringen in private activiteiten binnen het onderwijs (locatiegebonden contractactiviteiten) en in private entiteiten binnen Aeres worden vanuit de private middelen bekostigd. Kostprijsberekening privaat Wat betreft de kostprijsberekening hanteert Aeres een integraal tarief voor haar publieke en private activiteiten. Dit tarief bestaat uit de directe loonkosten met daarop een opslag voor indirecte kosten. De tarieven zijn ontleend aan de door de Groene Kennis Coöperatie (GKC) afgegeven tarieven. De basis voor de tariefstelling van GKC is de Handleiding Overheidstarieven zoals het ministerie van Financiën die jaarlijks beschikbaar stelt. Het tarief is in 2015 geïndexeerd met de raming van het Centraal Planbureau inzake de overheidsbijdragen in de arbeidskostenontwikkelingen. Voor een juiste toerekening van de kosten aan private activiteiten zijn medewerkers die zowel publieke als private activiteiten uitvoeren verplicht uren te schrijven in het programma TimeTell en het hierbij behorende tarief is niet door de medewerker te beïnvloeden. Uitgangspunt voor het aangaan van private activiteiten is dat minimaal een rendement van nihil behaald moet worden of dat de toegevoegde waarde aan het publieke deel navenant is. Aeres omvat de volgende onderdelen: 1 Stichting Aeres Groep met daarin alle onderwijsactiviteiten (hoofdstuk 3 en 4); 6 Commerciële entiteiten PTC+, Aeres Praktijkcentrum Dronten, Aeres Agree en Aeres Bedrijvencentrum Dronten (hoofdstuk 5, 6 en 7); 7 Onderwijsondersteunende nevenstichtingen (§ 1.8.3 en § 4.10). Deze drie onderdelen worden centraal ondersteund door het Bestuursbureau (hoofdstuk 8).
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag • 2 juni 2016
Pagina 309 van 378
Ad 1 Stichting Aeres Groep Binnen de Stichting Aeres Groep worden alle onderwijseenheden geëxploiteerd alsmede de daarbij behorende gronden en gebouwen. Onderwijsonderdelen: • Groenhorst College Praktijkonderwijs te Emmeloord; • Groenhorst (Almere, Barneveld, Bilthoven, Dronten, Ede, Emmeloord, Lelystad, Maartensdijk, Nijkerk, Velp); • Vilentum Hogeschool (faculteit CAH Vilentum Dronten, faculteit CAH Almere en faculteit Stoas Wageningen l Vilentum Hogeschool te Wageningen). Locatiegebonden contractactiviteiten: • cursusonderwijs Groenhorst-locaties: Cursuscentrum Dierverzorging Barneveld (CDB), Emmeloord, Ede en Velp; • contractactiviteiten Vilentum Hogeschool. Aeres Vastgoed (onroerend goed): • grond Aeres Praktijkcentrum Dronten; • gebouwen internaat/campus CAH Vilentum Dronten; • Aeres Bedrijvencentrum Dronten (ABC-gebouwen); • sporthal CAH Vilentum; • Agripark (terreinen rond CAH Vilentum); • gebouw Bestuursbureau Aeres Ede; • grond en gebouwen campus Barneveld. Ad 2 Commerciële entiteiten Commerciële private activiteiten: • Stichting Agrotransfer en daaronder vallende Agrotransfer Holding bv met werkmaatschappijen (het CvB van Aeres is aandeelhouder); • Stichting PTC+ (verzorgen van praktijktrainingen voor onderwijs en bedrijfsleven, het College van Bestuur van Aeres is bevoegd gezag); • Aeres Praktijkcentrum Dronten en de daarbij behorende entiteiten Aeres Landbouwbedrijf bv, Aeres Trainingsbedrijf bv, Aeres Studentbedrijven bv en Aeres Biologisch bedrijf bv. De activiteiten ontwikkeld binnen de zwaartepunten vallen niet onder een aparte juridische eenheid. Ad 3 Nevenstichtingen ten dienste van onderwijs Ondersteunende private activiteiten (nevenstichtingen, die een directe ondersteuning bieden voor het onderwijs, met het College van Bestuur van Aeres als bevoegd gezag): • Stichting Studentenvoorzieningen (campusfaciliteiten te Dronten); • Stichting Aeres International Student Fund. Aeres heeft in 2015 geen publieke middelen aangewend voor activiteiten die niet behoren tot de kerntaak van de onderdelen. In alle gevallen hebben de investeringen vanuit publieke middelen plaatsgevonden in het kader van het realiseren van de doelstellingen van het onderwijs. 3 Het verlenen van vrijstellingen Voor alle onderwijseenheden (Groenhorst en Vilentum Hogeschool) geldt dat geen vrijstelling wordt verleend voor volledige opleidingen en dat de vrijstellingen die voor onderdelen worden gegeven geregeld zijn in het OER (Onderwijs- en Examenreglement). Bij faculteit CAH Vilentum kunnen studenten met een mbo-4-diploma in aanmerking komen voor een vrijstelling van 60 studiepunten indien zij aan de daarvoor geldende voorwaarden voldoen. Er is één verkorte opleiding, op het gebied van ondernemerschap, voor instromende vwo-gediplomeerden. Vwo’ers met een andere studiekeuze volgen een vierjarig traject. Wat betreft deeltijdstudenten wordt voor Vilentum Hogeschool een specifiek traject afgesproken in een intakegesprek. Op basis van relevante vooropleidingen en werkervaring worden vrijstellingen en het lesprogramma vastgesteld. Vrijstellingen worden verstrekt door de examencommissie, mede op basis van advisering van de instroomcoördinator.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 310 van 378
Bij de internationale studenten wordt een toetsing uitgevoerd van de studieloopbaan. Dit gebeurt tijdens de opbouw van het dossier/het portfolio en via een persoonlijk intake-gesprek met alle kandidaten. Een beoordelingscommissie, waar een lid van de examencommissie deel van uitmaakt, beoordeelt de dossiers en brengt advies uit aan de examencommissie, die uiteindelijk beslist. 4 Les- en cursusgelden niet betaald door de deelnemer zelf Het is geen beleid van Aeres les- of cursusgelden voor eigen rekening te nemen. Vilentum Hogeschool heeft wel een fonds waarop in voorkomende gevallen een beroep kan worden gedaan voor collegegeld. Indien deelnemers niet zelf hun cursusgeld hebben betaald maar als dit door derden is gedaan, dan ligt hier in alle gevallen een schriftelijke machtiging aan ten grondslag. Bij Groenhorst is dit geregeld door ondertekening van de onderwijsovereenkomst. Dit komt voor bij bbl-deelnemers en deeltijders waarbij het bedrijf waarbij zij in dienst zijn de kosten betaalt. Bij Groenhorst wordt daarnaast lesgeld incidenteel betaald via het educatiebudget van de gemeente indien de ouder/verzorger van de leerling daar een beroep op doet of via het UWV als de deelnemer dit heeft aangevraagd. In 2015 heeft Aeres geen gelden voor eigen rekening genomen anders dan de afboekingen van oninbare vorderingen. Per balansdatum staat er nog voor circa € 184.815 aan vorderingen inzake lesen cursusgelden open. Per 1 maart 2016 is een deel van deze vorderingen geïnd (er staat nog € 136.103 open). Met ingang van studiejaar 2015-2016 worden de vordering van de collegegelden voor het studiejaar per periode geboekt en niet meer voor het gehele jaar in één boeking. Hierdoor is het saldo van de openstaande vordering per 31 december gedaald. Voor oude vorderingen geldt een stringent incassobeleid. In- en uitschrijving, inschrijving van deelnemers voor meer dan één opleiding tegelijk en uitschrijving in periode na 1 oktober Binnen Groenhorst kunnen leerlingen worden ingeschreven voor meer dan één opleiding tegelijkertijd. Bij één van de opleidingen is dan sprake van een bekostiging, de andere opleiding is niet bekostigd. Er is nooit sprake van dubbele bekostiging. 5
Binnen Vilentum Hogeschool kunnen studenten wel worden ingeschreven voor meer dan één opleiding tegelijkertijd, maar inzake de inschrijving is aan alle relevante bekostigingseisen voldaan. Er is er nooit sprake van twee bekostigingsstromen voor één student. Binnen Aeres is geen sprake van bovenmatige uitstroom in de periode na 1 oktober. Bij faculteit Stoas Wageningen l Vilentum Hogeschool zijn vier studenten op 1 september begonnen, maar gestopt voor 15 oktober. Bij faculteit CAH Vilentum zijn elf studenten die op 1 september begonnen voor 15 oktober gestopt. Binnen Groenhorst zijn twee studenten in oktober uitgestroomd (1 bbl- en 1 bol-leerling). Omzwaaiers en uitvallers Groenhorst
Omzwaaiers Paardensport (instructeur paardensport III) Paardensport (manager paardensportbedrijf) Recreatiedieren 3 (Dierenverzorger recreatiedieren) Recreatiedieren 3 (Dierenverzorger recreatiedieren) Groen, grond, infra (Vakbekwaam medewerker gemechaniseerd loonbedrijf Groen, grond, infra (Medewerker gemechaniseerd loonbedrijf) Dierverzorger 2 (Medewerker dierverzorging)
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Van BOL BOL BBL BOL BOL BOL BOL
Naar BBL BBL BOL BBL BBL BBL BBL
Pagina 311 van 378
Aantal 2 1 1 4 1 1 1
Reden uitval tussen 15-10 en 31-12 2015 Andere opleiding gekozen of vergelijkbaar Fysieke beperkingen of gezondheidsredenen Psycho/sociale beperkingen of gedragsproblemen Gaat werken/ vindt werken leuker dan naar school gaan Gediplomeerd (en Groenhorst verlaten) Geen aansluiting theorie praktijk Mist discipline Niveau opleiding werkelijk te laag Ontheffing Leerplicht Opleiding afgebroken, niet te combineren met werk Verkeerde keuze, opleiding bevalt niet of voldoet niet aan verwachtingen Overleden Totaal
Aantal 3 7 2 3 2 1 1 2 1 1 3 1 27
Vilentum Hogeschool Code opleiding
Naam opleiding
30009
B Toegepaste Biologie
34859
B Management van de Leefomgeving
34866
B Bedrijfskunde en Agribusiness
34868
B Tuinbouw en Akkerbouw
34869
B Dier- en Veehouderij
34899
B Educatie en Kennismanagement Groene Sector
Aantal eerstejaars cohort 2014 59
% Uitval eerstejaars cohort 2014 (N) 35,6 (21)
% Switch eerstejaars cohort 2014 (N) 3,4 (2)
6
33,3 (2)
0,0 (0)
205
24,4 (50)
2,9 (6)
42
26,2 (11)
4,8 (2)
186
11,8 (22
1,1 (2)
61
36,1 (22)
0,0 (0)
6 De deelnemer volgt een andere opleiding dan die waarvoor hij is ingeschreven Deelnemers worden in alle gevallen ingeschreven en voor bekostiging in aanmerking gebracht voor de opleiding die op dat moment daadwerkelijk wordt gevolgd. Vanzelfsprekend is het niet te voorkomen dat in individuele gevallen deelnemers tussentijds van opleiding veranderen. In deze gevallen wordt intern aan alle administratieve verplichtingen voldaan. Bij Vilentum Hogeschool is voor geen enkele opleiding een beperking in de instroom. Een enkele keer komt het voor dat een bve-/vo-leerling overstapt naar een andere school. Wanneer dit gebeurt, wordt onderling een factuur gestuurd. Leerlingen die overstappen vanuit een andere school worden niet meegenomen in de bekostiging. 7 Bekostiging van maatwerktrajecten voor bedrijven Het komt voor dat een bedrijf de kosten betaalt voor een studie van een werknemer. Aeres voert verder enkele bbl-trajecten uit op verzoek van een bedrijf. Dit is maatwerk, maar daarbij wordt voldaan aan alle gestelde eisen vanuit OCW/de Inspectie en Aeres ontvangt hier dus bekostiging voor. Binnen faculteit CAH Vilentum is de opleiding Ad Bedrijfskunde en Agribusiness, variant Management en Beleid Buitenruimte, opgezet in samenwerking met de VHG en een aantal aan deze brancheorganisatie aangesloten hoveniersbedrijven. Alle opbrengsten en kosten van de maatwerktrajecten worden afzonderlijk geadministreerd. Het resultaat wordt toegevoegd aan de algemene reserve cursus- en contractonderwijs.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 312 van 378
De niet-bekostigde (commerciële) activiteiten van Groenhorst zijn beschreven in § 3.27 t/m 3.32 en die van Vilentum Hogeschool in § 4.21 en 4.22.
8 Buitenlandse deelnemers en onderwijs in het buitenland Binnen Aeres wordt geen regulier onderwijs (vmbo, mbo en hbo) verzorgd in het buitenland, wel zijn er commerciële leertrajecten in het buitenland. Wel kent Aeres buitenlandse deelnemers die ingeschreven zijn bij de diverse opleidingen. Per 1 oktober 2015 zijn er 236 buitenlandse studenten (Vilentum Hogeschool: 226 en Groenhorst 10). Hiervan hebben 66 studenten een niet-EERnationaliteit en deze worden niet meegenomen voor de bekostiging. Bij Vilentum Hogeschool vindt studentenuitwisseling plaats vanuit het Europese studentenuitwisselingsproject Erasmus. Voor de buitenlandse studenten die in het kader van deze uitwisseling bij Vilentum Hogeschool studeren wordt geen inschrijfgeld gevraagd.
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 313 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 315 van 378
Aeres • Talent voor groei • Bestuursverslag 2015 • 2 juni 2016
Pagina 316 van 378
Inhoudsopgave
Jaarrekening Geconsolideerde balans (na resultaatbestemming) Geconsolideerde staat van baten en lasten Geconsolideerd kasstroomoverzicht Grondslagen Toelichting geconsolideerde balans Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Toelichting geconsolideerde staat van baten en lasten Enkelvoudige balans Enkelvoudige staat van baten en lasten Toelichting enkelvoudige balans Toelichting enkelvoudige staat van baten en lasten Verbonden partijen Stichting Aeres Groep
318 319 320 321 325 330 332 336 337 338 340 343
Overige gegevens Controleverklaring Gebeurtenissen na balansdatum Voorstel inzake resultaatbestemming
344 346 347
Bijlagen Staat van baten en lasten Groenhorst (25GV/05NV/27VD) Toelichting staat van baten en lasten Groenhorst (25GV/05NV/27VD) Staat van baten en lasten Vilentum Hogeschool (30TX) Toelichting staat van baten en lasten Vilentum Hogeschool (30TX)
348 349 352 353
G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule: G2A Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule: G2B Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule: WNT Topfunctionarissen FSR Financiële Specificatie Rijkssubsidies (HO)
356 357 358 359 360 361 362 363
Financiële monitor 2015 Groenhorst 25GV Financiële monitor 2015 Vilentum Hogeschool 30TX Inhoudelijke monitor 2015 Groenhorst 25GV Inhoudelijk monitor Vilentum Hogeschool 30 TX
Jaarrekening Aeres Groep 2015
366
317 van 378
Geconsolideerde balans (na resultaatbestemming)
1
Activa 31-12-2015 EUR
31-12-2014 EUR
EUR
EUR
Vaste activa 1.1
Immateriële vaste activa
1.2
Materiële vaste activa
1.3
Financiële vaste activa
5.789
13.720
112.054.012
111.772.951
929.215
790.470
Totaal vaste activa
112.989.016
112.577.141
Vlottende activa 1.4
Voorraden
1.5
Vorderingen
1.7
Liquide middelen
975.027
607.668
6.755.702
6.537.907
20.655.138
Totaal vlottende activa
Totaal activa
2
18.574.337 28.385.867
25.719.912
141.374.884
138.297.055
Passiva 31-12-2015 EUR
31-12-2014 EUR
EUR
EUR
Eigen vermogen 2.1
Eigen vermogen
2.2
Voorzieningen
2.3
Langlopende schulden
2.4
Kortlopende schulden
Totaal passiva
Jaarrekening Aeres Groep 2015
55.237.713
52.600.858 55.237.713
52.600.858
7.689.204
8.785.583
45.657.765
46.693.225
32.790.202
30.217.389
141.374.884
138.297.055
318 van 378
Geconsolideerde staat van baten en lasten Baten 2015 EUR
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
Rijksbijdragen OCW/EZ
68.441.233
65.231.278
61.812.338
3.1.2.1 Geoormerkte subsidies
3.495.536
3.288.022
5.106.112
3.1.2.2 Niet-geoormerkte subsidies
2.876.403
3.761.136
3.774.876
424.545
235.906
434.597
113.773
183.747
301.785
5.635.887
5.501.987
5.000.354
27.629.223
27.609.326
27.746.267
5.611.235
5.248.376
6.852.418
3.1.1
3.1.4
3.3
Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage SWV Overige overheidsbijdragen en subsidies College-, cursus-, les- en examengelden
3.4
Baten in opdracht van derden
3.5
Overige baten
3.2
Totaal baten
114.227.833
111.059.778
111.028.746
Lasten 2015
EUR
4.1
Personeelslasten
4.2
Begroting 2015
EUR
EUR
2014
EUR
EUR
EUR
64.010.345
63.031.701
58.708.656
Afschrijvingen
7.520.379
7.368.785
6.739.082
4.3
Huisvestingslasten
7.052.749
7.469.158
7.271.584
4.4
Overige lasten
30.763.918
30.257.440
31.780.978
Totaal lasten
5
109.347.390
108.127.085
104.500.300
Saldo baten en lasten
4.880.443
2.932.693
6.528.447
Financiële baten en lasten
2.273.689-
2.134.287-
2.060.794-
Resultaat
2.606.754
798.406
4.467.653
6
Belastingen
7
Resultaat deelnemingen
8
Aandeel derden in resultaat
Totaal resultaat
Jaarrekening Aeres Groep 2015
-
-
30.873
95.000
133.699
30.873
95.000
-
-
2.637.627
893.406
133.699 4.601.352
319 van 378
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2015 EUR
2014 EUR
EUR
Saldo Baten en Lasten
4.880.443
6.528.447
Aanpassingen voor: - Afschrijvingen - Resultaat deelnemingen - Mutaties eigen vermogen - Mutaties voorzieningen
7.520.379 30.873 7721.096.379-
6.739.082 133.699 0253.58611.334.544
Veranderingen in vlottende middelen: - Voorraden - Vorderingen - Schulden
367.359217.7952.497.833
13.147.642 214.314 969.544 2.155.183-
1.912.679 Totaal kasstroom uit bedrijfsoperaties
Ontvangen interest Betaalde interest Buitengewoon resultaat
971.326-
13.247.223
218.631 2.492.320-
12.176.317
191.906 2.252.701-
2.273.689Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa Investeringen immateriële vaste activa Desinvesteringen immateriële vaste activa Investeringen in deelnemingen Overige investeringen in financiële vaste activa Overige desinvesteringen in financiële vaste activa Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
Opgenomen kasgeldlening/rekening-courant krediet Mutaties leningen Aflossing langlopende schulden
11.584.5593.791.050 75.349 226.24012.146
Eindstand liquide middelen
Jaarrekening Aeres Groep 2015
10.115.522
15.799.1807.833.790 4.11212.784 7.932.254-
74.980 1.100.000 2.135.460-
7.956.718-
2.121.210960.480-
Mutatie liquide middelen
Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
2.060.794-
10.973.534
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
EUR
2.121.210-
2.080.800
18.574.337 2.080.800
37.595
18.536.742 37.595 20.655.138
18.574.337
320 van 378
Grondslagen Regeling Jaarverslaggeving onderwijs De jaarrekening is opgesteld volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. In deze regeling is bepaald dat de bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (in het bijzonder RJ 660 Onderwijsinstellingen) van toepassing zijn en met inachtneming van de daarin aangeduide uitzonderingen.
Consolidatiegrondslagen Rechtspersonen waarin sprake is van beslissende zeggenschap dan wel eigendom zijn integraal meegeconsolideerd.
Waardering van de activa en passiva Vaste activa Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, verminderd met de afschrijvingen. De geactiveerde bedragen worden lineair afgeschreven op basis van de geschatte gebruiksduur: ► Initiële kosten software 5 jaar ►
Goodwill
5 jaar
Materiële vaste activa De waardering vindt plaats tegen de historische aanschafprijs onder aftrek van lineair bepaalde afschrijvingen op basis van de verwachte economische levensduur. Met ingang van boekjaar 2004 worden alle nieuwe investeringen binnen de Aeres Groep conform bovenstaande richtlijnen geactiveerd. Tot en met 2003 werd geactiveerd op basis van grondslagen voor de BVE-sector en afzonderlijke grondslagen voor de HBO-sector. Investeringen tot en met 2003 zijn geactiveerd op basis van de toen geldende grondslagen. Verstrekte investeringssubsidies worden rechtstreeks verrekend met de investeringen waar ze op betrekking hebben.
Aanschaffingen met een waarde van € 450,-- of hoger worden geactiveerd, evenals aanschaffingen met een lagere waarde die deel uitmaken van een groter geheel. De volgende gebruiksduur wordt gehanteerd: Bij grote kosten van herstel en grootonderhoud worden deze in de boekwaarde van het actief opgenomen op basis van de componentenbenadering. Jaarlijks vindt er een impairment toets plaats bij gebouwen en terreinen om vast te stellen dat de opbrengstwaarde hoger is dan de boekwaarde van deze activa.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
321 van 378
Grondslagen Hierbij volgt een opsomming van de gehanteerde afschrijvingstermijnen: Gebouwen en terreinen ►
►
►
Terreinen ▪ Aanschaf terreinen
n.v.t.
▪ Terreinen voorzieningen
10 jaar
Casco ▪ Casco nieuwbouw
60 jaar
▪ Casco tijdelijke huisvesting
2 tot 6 jaar
Afbouw ▪ Afbouw nieuwbouw
►
▪ Inbouw en installaties nieuwbouw ►
►
30 jaar
Inbouw en installaties 15 jaar
Onderhoud gebouwen ▪ Renovatie
20 jaar
▪ Daken/goten
15 jaar
▪ Vloeren
10 jaar
▪ Schilderwerk
7 jaar
▪ Terrein onderhoud
10 jaar
▪ Onderhoud algemeen
10 jaar
Kassen
15 jaar
Inventaris en apparatuur ►
Meubilair
20 jaar
►
Inventaris
15 jaar
►
Practicum inventaris
15 jaar
►
Gym inventaris
10 jaar
►
ICT apparatuur
►
▪ PC's, Laptops, Randapparatuur
4 jaar
▪ Smartphones
3 jaar
▪ Netwerkcomponenten
5 tot 7 jaar
▪ Netwerkserver
4 jaar
ICT overige apparatuur ▪ Netwerkbekabeling
15 jaar
►
Software
5 en 7 jaar
►
Boekenfonds
4 jaar
►
Auto's
5 jaar
►
Audiovisuele middelen ▪ Elektronische Audiovisuele middelen
4 jaar
▪ Fotoapparatuur/Bea,ers ▪ Digiborden ▪ Lichtkranten ►
Repro apparatuur
8 jaar
►
Kantine apparatuur
15 jaar
►
Telefooncentrales
8 jaar
►
Diverse machines
10 jaar
►
Gereedschappen
10 jaar
►
Kunstwerken
7 jaar
►
Landbouwwerktuigen
10 jaar
Buitenverblijven ►
Dierverblijven, schuren, fietsenhokken e.d.
10 jaar
Overige materiële vaste activa ►
Overige investeringen
Jaarrekening Aeres Groep 2015
10 jaar
322 van 378
Grondslagen Financiële vaste activa Deelnemingen Minderheidsbelangen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen netto-vermogenswaarde Bij de bepaling van de netto vermogenswaarde worden dezelfde waarderingsgrondslagen toegepast als bij Stichting Aeres Groep. Minderheidsbelangen waarin geen invloed van betekenis kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen kostprijs of lagere reële waarde. De minderheidsdeelnemingen zijn in de jaarrekening opgenomen.
Vordering op OCW De vordering op OCW is opgenomen conform bepaling van art. 5 van de Regeling onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voortgezet onderwijs. De vordering houdt verband met de wijziging in het betaalritme voor VO-bekostiging van schooljaarbasis naar kalenderjaarbasis per 1 januari 2006. Op grond van de wijziging in RJ 660.204 is deze vordering in 2013 afgewaardeerd en opgenomen onder de niet uit balans blijkende verplichting.
Effecten Hieronder worden opgenomen kapitaalbelangen die niet kunnen worden aangemerkt als deelneming en bestemd zijn om duurzaam te worden aangehouden. Waardering geschiedt tegen de actuele waarde.
Vlottende activa Voorraden gebruiksgoederen De gebruiksgoederen zijn gewaardeerd tegen marktprijs. Binnen de Aeres Groep wordt geen gebruik gemaakt van een voorziening voorraden. Het is mogelijk een voorziening voorraden te vormen in verband met risico’s in het kader van voorraadverschillen op de voorraad handelsgoederen waarvan het economisch eigendom niet bij de Aeres Groep ligt.
Vorderingen De vorderingen zijn gewaardeerd tegen actuele waarde onder aftrek van een noodzakelijk geachte voorziening voor het risico van oninbaarheid. De hoogte van de voorziening is bepaald op basis van individuele waardering van de posten.
Liquide middelen Hieronder zijn opgenomen de kas- en banksaldi per 31 december 2015 alsmede deposito's met een looptijd korter dan 1 jaar.
Algemene reserve De bestemming van het exploitatiesaldo is in de jaarrekening verwerkt. Het eigen vermogen van geconsolideerde rechtspersonen is afzonderlijk benoemd.
Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves kunnen gevormd worden voor toekomstige uitgaven en lasten die uit de huidige middelen gedekt moeten worden, gelet op het feit dat toekomstige middelen daartoe tekort (kunnen) schieten. De vorming van bestemmingsreserves geschiedt op basis van concrete beleids- en financieringsplannen. Sinds 2004 worden bestemmingsreserves nog slechts in uitzonderlijke gevallen gebruikt en is het beleid er op gericht bestaande bestemmingsreserves af te bouwen.
Voorzieningen Een voorziening is een onderdeel van het vreemd vermogen waarvan de omvang of het moment van afwikkeling onzeker is. Voorzieningen moeten volgens art. 2:374 BW worden gevormd tegen: ► ►
►
Naar hun aard duidelijk omschreven verplichtingen die op de balansdatum als waarschijnlijk of als vaststaand worden beschouwd, maar waarvan niet bekend is welke omvang of wanneer zij zullen ontstaan; Uitgaven die in een volgend boekjaar zullen worden gedaan, voor zover het doen van die uitgaven zijn oorsprong mede vindt voor het einde van het boekjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal boekjaren. Alle voorzieningen worden opgenomen tegen de nominale waarde tenzij anders is aangegeven.
Voorziening wachtgeld ►
►
De voorziening wachtgeld betreffen de verplichtingen die voortvloeien uit de wachtgeldrechten op basis van de CAO BVE en CAO HBO. Alle medewerkers die per 31-12-2012 een aanspraak hebben gedaan op de wachtgeldregeling zijn in de voorziening meegenomen. De voorziening is gevormd tegen nominale waarde. De eventuele vrijval uit de voorziening voor personen die voor hun 65e jaar overlijden is te verwaarlozen en niet meegenomen. Bij de Stichting PTC+ kennen we vergelijkbare rechten op basis van de mobiliteitsregeling in de overeenkomen CAO. Deze verplichtingen zijn opgenomen onder de voorziening reorganisatie aangezien dit rechtstreeks verband houdt met de reorganisatie en afvloeiing van personeel. De kosten op basis van de mobiliteitsregeling zijn bij PTC+ ingeschat op basis van een drietal indicatoren: domein (sector), leeftijd en duur dienstverband. Voor elke indicator zijn percentages opgenomen gebaseerd op de kans van succes op de arbeidsmarkt. De vermenigvuldiging van alle percentages geeft uiteindelijk aan hoe groot de kans is dat een mobiliteitsverplichting zich gaat voordoen. Dit percentage maal de totale verplichting per persoon is in de voorziening reorganisatie opgenomen.
Voorziening ambtsjubilea Jubileumgratificaties worden toegerekend aan de periode waarin de rechten daarvoor worden opgebouwd. Voor een jubileumuitkering bij 25-jarig dienstverband en 40-jarig dienstverband wordt gedurende de periode tot het jubileum jaarlijks een deel van de contante waarde van de verwachte kosten in een voorziening opgenomen. Hierbij is onder andere rekening gehouden met een blijfkans.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
323 van 378
Grondslagen Financiële instrumenten ►
Ter afdekking van het renterisico heeft stichting Aeres Groep bij diverse langlopende leningen een variabele rente met een renteswap afgesloten. De swaps hebben een looptijd zoals toegelicht in de jaarrekening; het hoofdsomverloop van de swaps is nagenoeg gelijk aan het verloop van de schuldrest van de betreffende leningen. Stichting Aeres Groep heeft als beleid om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen. Gezien de koppeling tussen de lening en de swap zijn de waardemutatie niet in de resultatenrekening verwerkt. Op basis van het voorgaande is gekozen voor kostprijs hedge accounting op basis van generieke documentatie. Per 31-12-2013 zijn alle SWAPS gekoppeld aan langlopende leningen en zijn er geen ongedekte posities meer.
Kortlopende schulden Onder de kortlopende schulden worden onder andere opgenomen: Aflossingen op langlopende leningen, waarvan de aflossing in het komende kalenderjaar plaatsvindt; ► ► Rekening courant-verhoudingen met samenwerkingsverbanden; ►
Schulden aan reguliere crediteuren;
►
Vooruitgefactureerde en -ontvangen termijnen OHW.
Overlopende passiva betreffen: ►
Vooruitontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend;
►
Nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de andere kortlopende schulden zijn te plaatsen.
Onderhanden werk (OHW) Het saldo van de vooruitgefactureerde- en ontvangen termijnen OHW wordt onder de kortlopende schulden verantwoord. Opbrengsten worden aan het project toegerekend zodra deze gerealiseerd zijn. De kosten worden geactiveerd zodra zij bekend zijn en betrekking hebben op het project. Het resultaat op een project wordt in de exploitatie verantwoord op het moment dat het project volledig is afgerond (completed contract methode).
Pensioenen Voor de pensioenen zijn wij aangesloten bij ABP, het pensioenfonds voor overheid en onderwijs. De pensioenregeling is een toegezegdepensioenregeling. Wij zijn slechts verplicht een vooraf door ABP vastgestelde premie te betalen. Er bestaat geen enkele reglementaire of statutaire verplichting om eventuele tekorten van het pensioenfonds aan te zuiveren. We kunnen ook geen aanspraak maken op eventuele opgebouwde overschotten. De pensioenregeling kan daarom gekwalificeerd worden als een toegezegde-bijdrageregeling. We hebben dan ook geen voorziening voor pensioenverplichtingen in de jaarrekening opgenomen. Ultimo 2013 bedraagt de dekkingsgraad van 105,9% en eind februari 2014 was de dekkingsgraad 106,4%. De Nederlandse Bank stelt een minimale dekkingsgraad van 105%.
Bepaling van het exploitatiesaldo Hierbij gelden de volgende beginselen: ► Toerekeningsbeginsel: lasten en baten worden toegerekend aan het jaar waarop ze betrekking hebben. Hierbij wordt er van uitgegaan dat reguliere onderwijstaken gelijkmatig over het studiejaar zijn verspreid; ►
Realisatiebeginsel: baten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd;
►
Voorzichtigheidsbeginsel: lasten en risico's worden in acht genomen die hun oorsprong vinden vóór het einde van het verslagjaar.
Resultaatbepaling cursussen Resultaten worden toegerekend aan de periode waarin ze gegenereerd zijn.
Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens indirecte methode.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
324 van 378
Toelichting geconsolideerde balans 1.1
Immateriële vaste activa Aanschafprijs 1-1-2015 EUR
1.1.1
Ontwikkelingskosten
1.1.2 1.1.3
1.2
Afschrijving cumulatief 1-1-2015
Boekwaarde 1-1-2015
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Aanschafprijs 31-12-2015
Afschrijving cumulatief 31-12-2015
Boekwaarde 31-12-2015
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
-
-
-
-
-
-
-
-
Concessies, vergunningen en rechten
82.222
76.463
5.759
-
-
5.759
82.222
82.222
-
Goodwill
10.868
2.907
7.961
-
-
2.172
10.868
5.079
5.789
Totaal immateriële vaste activa
93.090
79.370
13.720
-
-
7.931
93.090
87.301
5.789
Materiële vaste activa Aanschafprijs 1-1-2015 EUR
Afschrijving cumulatief 1-1-2015 EUR
Boekwaarde 1-1-2015
Investeringen
Desinvesteringen
EUR
EUR
Afschrijvingen
EUR
Aanschafprijs 31-12-2015 EUR
Afschrijving cumulatief 31-12-2015 EUR
Herrubricering per 31-122011** EUR
Boekwaarde 31-12-2015 EUR
1.2.1
Gebouwen en terreinen
132.375.928
39.778.624
92.597.302
9.056.237
565.519
4.344.487
136.522.159
176.300.783
1.423.000-
95.320.533
1.2.2
Inventaris en apparatuur
36.109.111
23.373.329
12.735.782
2.169.399
151.751
2.826.985
35.299.774
58.673.103
139.000-
11.787.445
1.2.3
Andere vaste bedrijfsmiddelen
2.616.143
1.504.394
1.111.749
358.923
15.784
340.976
2.618.306
4.122.700
-
1.113.913
1.2.4
In uitvoering en vooruitbetalingen
4.712.128
2.270.122
2.270.122
-
2.270.122
1.2.5
Niet aan het proces dienstbare materiële vaste activa
Totaal materiële vaste activa
615.990 176.429.298
64.656.346
4.712.128 615.990 111.772.951
11.584.559
2.442.006 615.990 3.791.050
7.512.447
176.710.361
241.366.708
1.562.000 -
1.562.000 112.054.012
Toelichting in uitvoering en vooruitbetalingen Naam nieuwbouwproject
Dronten Agripark Studentenhuisvesting Groenhorst Barneveld Poultry Expertise Centre Barneveld (PEC) Groenhorst Almere MBO nieuwbouw Dronten Dairy Triangle Groenhorst Velp uitbreiding CAH Almere huur 1e verdieping + daktuin Uitbreiding ABC gebouw Tijdelijke units Emmeloord GH Lelystad - uitbreiding GH Velp 2e fase GH Nijkerk tijdelijke huisvesting Realisatie van Techniek 1 gebouw in Ede
Boekwaarde 1-1-2015
Investeringen
Desinvesteringen (Gereed)
Boekwaarde 31-12-2015
24.200
61.442
85.642
82.078
14.326
96.404
2.323
160.106
-
162.429
29.709
129.874
-
159.583
2.057.137 2.248.332 -
2.057.137 3.495.572 319.632
5.743.904 -
-
319.632
-
67.206
-
67.206
-
93.003
-
93.003
-
21.229
-
21.229
-
139.307
-
139.307
3.255
-
3.255
106.348
-
1.141.198
-
1.247.546
4.550.128
5.646.150
7.983.087
2.213.191
Niet-gebouwen Projecten ICT
Totaal ultimo kalenderjaar
Jaarrekening Aeres Groep 2015
162.000
56.931
162.000
56.931
162.000
56.931
162.000
56.931
4.712.128
5.703.081
8.145.087
2.270.122
325 van 378
Toelichting geconsolideerde balans 1.2.a
OZB en verzekerde waarde gebouwen en terreinen Bedrag
Peildatum
EUR 1.2.a.1
1.2.a.2
OZB-waarde gebouwen en terreinen
OZB waarde gebouwen Aeres Groep
106.631.000
Totaal
106.631.000
Verzekerde waarde gebouwen Agripark Oost 2
Dronten
5.573.452
Balkan 16
Emmeloord
8.000.682
Barnseweg 3
Barneveld
8.474.910
Beukenweg 4-10
Velp
40.794
Bovenbuurtweg 27
Ede
6.924.746
De Drieslag 2
Dronten
4.232.356
De Drieslag 2 (paviljoens, guesthouse)
Dronten
4.079.379
Dierenriem 2
Maartensdijk
6.846.218
Drieslag 1
Dronten
3.773.426
Drieslag 21
Dronten
305.953
Drieslag 30
Dronten
6.221.053
Drieslag 4
Dronten
13.980.032
Gelkenhorsterweg 1-3
Barneveld
Heliumweg 1
Almere
509.822
Luxoolseweg 1
Nijkerk
6.155.783
Mansholtlaan 18
Wageningen
Overboslaan 15
Bilthoven
9.209.198
Pinkenbergseweg 5f
Velp
6.114.989
Scandinaviëlaan 33
Emmeloord
1.356.394
Stationsstraat 104
Horst
5.042.801
Tjalk 25-28
Lelystad
Wessselseweg 32-34
Barneveld
Wessselseweg 42
Barneveld
Wisentweg 10
Dronten
2.661.387
Wisentweg 13A
Dronten
1.481.834
Wisentweg 13B
Dronten
407.939
Wisentweg 13C (Aeres Praktijkcentrum)
Dronten
3.090.130
Zandlaan 27
Ede
5.125.323
Zandlaan 29
Ede
9.622.235
Zandlaan 31
Ede
Totaal verzekerde waarde gebouwen
1.3
1-01-15
4.045.235
10.092.952
3.849.914 26.904.970 713.891
7.925.214 172.763.012
Financiële vaste activa Boekwaarde 1-1-2015 EUR
1.3.2
Andere deelnemingen
1.3.3
Vorderingen op groepsmaatschappijen
1.3.5
Vorderingen op OCW
1.3.6
Effecten
1.3.7*
Overige vorderingen
Totaal financiële vaste activa
275.678
Investeringen en verstrekte leningen* EUR
Uitgekeerd dividend EUR
Desinvesteringen en afgeloste leningen EUR
Resultaat deelnemingen
Boekwaarde 31-12-2015
EUR
EUR
-
99.000
7.226
30.877
-
-
-
-
-
200.329 -
-
-
-
-
-
-
394.562
1.867
-
-
-
120.230
217.147
-
4.920
-
396.429 332.457
790.470
219.014
99.000
12.146
30.877
929.215
* De investeringen en verstrekte leningen zijn gefinancierd uit het privaat vermogen.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
326 van 378
Toelichting geconsolideerde balans Boekwaarde 1-1-2015 EUR
Toelichting andere deelnemingen
EWI Windpark BV
Landbouwonderneming De Drieslag B.V.
DTC B.V.
Stichting PTC+
Investeringen en verstrekte leningen EUR
275.678
-
Desinvesteringen en afgeloste EUR
99.000
275.678
-
Boekwaarde 1-1-2015 EUR
Toelichting effecten
Uitgekeerd dividend EUR
99.000
Mutaties
Aandelen Cosun
Landbouwonderneming De Drieslag B.V.
8.894
7.079-
1.815
Certificaten Agrico
Landbouwonderneming De Drieslag B.V.
25.815
155
25.970
Friesland Campina ledenobligaties
Landbouwonderneming De Drieslag B.V.
128.600
8.700
137.300
Nedato
Landbouwonderneming De Drieslag B.V.
550
Ledenrekening Potatopol
Landbouwonderneming De Drieslag B.V.
1.472
Friesland Coberco Dairy Foods
Stichting PTC+
Overige
Groenhorst
-
23.651 7.226
7.226
30.877
200.329 200.329
550 90
1.562
1
221.651
1.867
396.429
221.650 -
394.562
7.226
Boekwaarde 31-12-2015 EUR
Boekwaarde 31-12-2015 EUR
EUR
7.581
Resultaat deelnemingen EUR
7.581
* Dit betreft een latente vordering vennootschapsbelasting en een verstrekte lening van PTC+ aan DTC B.V.
1.4
Voorraden 31-12-2015 EUR
1.4.1.1
Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen
Totaal voorraden 1.4.1.1
Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen
1.4.1.2
Af: Voorziening voor incourantheid Gebruiksgoederen
1.5
31-12-2014 EUR
EUR
EUR
975.027
607.668
975.027
607.668
975.027
607.668
-
-
975.027
607.668
Vorderingen 31-12-2015 EUR
1.5.1
Debiteuren
1.5.5
Studenten/deelnemers/cursisten
1.5.7
Overige vorderingen
1.5.7.1
Personeel
1.5.7.2
Overige
1.5.8
Overlopende activa
31-12-2014 EUR
EUR
4.047.568
3.740.310
540.271
1.949.680
20.438
36.632
710.458
446.138 730.895
1.5.8.1
Vooruitbetaalde kosten
1.5.8.2
Verstrekte voorschotten
1.5.8.3
Overige overlopende activa
68.029
9.268
1.650.744
AF: Voorziening wegens oninbaarheid
820.852
284.9586.755.702
Totaal vorderingen
482.770
39.682
3.153 1.721.926
1.5.9
EUR
869.803 504.6566.537.907
Toelichting voorzieningen wegens oninbaarheid Het verloop van de voorziening wegens oninbaarheid is als volgt:
Stand per 1 januari
31-12-2015
31-12-2014
EUR
EUR
504.656
528.164
48.466
166.593
Af: Onttrekkingen
120.724
165.823
Af: Vrijval
147.440
24.278
Stand per 31 december
284.958
504.656
Bij: Dotaties
1.7
Liquide middelen
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
1.7.3
Deposito's
1.7.4
Overige liquide middelen Totaal liquide middelen
Jaarrekening Aeres Groep 2015
31-12-2015
31-12-2014
EUR
EUR 46.838
35.772
20.338.400
18.153.326
255.139
226.495
14.761
158.744
20.655.138
18.574.337
327 van 378
Toelichting geconsolideerde balans 2.1
Eigen vermogen Stand per 01-01-2015
2.1.1
Resultaat
Overige mutaties
EUR
EUR
Stand per 31-12-2015 EUR
Enkelvoudig per 31-12-2015
Algemene reserve (publiek) Algemene reserve Stichting Aeres Groep
25.146.131
2.011.198
-
27.157.330
27.157.330
25.146.131
2.011.198
-
27.157.330
27.157.330
6.993.494
470.061
-
7.463.555
7.463.555
Algemene reserve (privaat) Algemene reserve Stichting Aeres Groep Algemene reserve SSV 1)
592.355-
Algemene reserve SSB 1) 2) Algemene reserve Landbouwonderneming De Drieslag 1) 2)
2.894.041 -
215.491
2.894.0412.894.041
633.6643.109.532
13.710
4.952
-
18.662
Algemene reserve CVDB 1) 3)
58.013-
-
58.013
-
-
26.128-
58.787-
10.726-
-
Algemene reserve ATF 1)
1.029.966
Algemene reserve PTC+ 1)
11.855.851
14.090
22.136.695
626.429
84.9151.019.239
-
11.869.941
774-
22.762.350
7.463.555
Bestemmingsreserve (privaat) Geen
2.1.4
-
-
Algemene reserve AISF
Algemene reserve Aeres Studentbedrijven B.V. 1) 3)
2.1.3
41.309-
-
-
-
-
-
-
-
-
Bestemmingsfonds (publiek) Afstudeerfonds Vilentum
48.591
-
-
48.591
48.591
48.591
-
-
48.591
48.591
5.087.430
-
-
5.087.430
5.087.430
182.011
-
-
182.011
5.269.441
-
-
5.269.441
5.087.430
55.237.713
39.756.906
2.1.6
Herwaarderingsreserve
2.1.7
Andere wettelijke reserves
2.1.8
Statutaire reserves: Stichtingskapitaal PTC+
Totaal eigen vermogen
52.600.858
2.637.627
774-
-
1) Dit betreffen allemaal commerciële instellingen. 2) Per 18 december 2015 is de Stichting Schoolboerderij omgezet in Landbouwbedrijf de Drieslag B.V. 3) Per 18 december 2015 is de Coöperatief Veredelingsdemonstratiebedrijf de Drieslag U.A omgezet in Aeres Studentbedrijven B.V..
Toelichting herwaarderingsreserve De herwaarderingsreserve is gevormd naar aanleiding van de OKF-operatie waarbij het Rijk onderwijspanden heeft overgedragen aan haar onderwijsinstellingen. Deze panden zijn bij overname geherwaardeerd waarbij een herwaarderingsreserve is gevormd.
2.2
Voorzieningen
2.2.1
Personeelsvoorzieningen
2.2.2
Voorziening verlieslatende contracten
2.2.3
Overige voorzieningen
Totaal voorzieningen Toelichting personeelsvoorzieningen
2.2.1.1
Voorziening wachtgeld
2.2.1.2
Voorziening ambtsjubilea
2.2.1.3
Voorziening reorganisatie
2.2.1.4 2.2.1.5 2.2.1.6
Voorziening e/r ziektewet
2.2.1.7
Overige personeelsvoorzieningen
Stand per 01-01-2015
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
EUR
EUR
EUR
EUR
8.665.583 120.000
626.945 400.000
8.785.583
1.026.945
1.667.003 -
-
456.321 -
1.667.003
Rente mutatie (bij contante waarde) EUR
456.321
Stand per 01-01-2015
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
EUR
EUR
EUR
EUR
Stand per 31-12-2015
Looptijd <1 jaar
Looptijd 1-5 jaar
Looptijd >5 jaar
EUR
EUR
EUR
EUR
-
7.169.204 520.000 -
1.970.033 400.000 -
2.905.128 120.000 -
2.294.043 -
-
7.689.204
2.370.033
3.025.128
2.294.043
-
Rente mutatie (bij contante waarde) EUR
Stand per 31-12-2015
Looptijd <1 jaar
Looptijd 1-5 jaar
Looptijd >5 jaar
EUR
EUR
EUR
EUR
1.961.096
291.635
454.938
-
-
1.797.793
799.616
808.430
809.044
53.301
80.352
-
-
781.993
65.000
195.000
521.993
4.965.772
-
898.331
129.875
-
3.937.566
833.481
1.796.698
1.307.387
Voorziening inactiviteitenregeling
504.124
-
33.050
56.158
-
414.916
35.000
105.000
274.916
Voorziening mobiliteit
361.190
-
137.614
200.334
-
23.242
23.242
-
-
65.373
11.578
-
-
53.795
53.795
-
-
216.636
51.140
69.954
626.945
1.667.003
456.321
-
159.899 7.169.204
159.899 1.970.033
64.357 8.665.583
2.905.128
189.747
2.294.043
* Zie de toellichting onder de algemene grondslagen.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
328 van 378
Toelichting geconsolideerde balans 2.3
Langlopende schulden Stand per 1-1-2015
Aangegane leningen 2015
Aflossingen 2015
Stand per 31-12-2015
Looptijd >1 jaar
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
-
Schulden aan groepsmaatschappijen
2.3.3
Kredietinstellingen
46.693.225
1.100.000
2.135.460
45.657.765
43.479.555
34.846.800
Totaal langlopende schulden
46.693.225
1.100.000
2.135.460
45.657.765
43.479.555
34.846.800
Lening
Locatie
ABN-AMRO Leningnummer 62.81.97.004 ABN-AMRO Leningnummer 52.15.00.524 ABN-AMRO Leningnummer 52.14.60.832 ABN-AMRO Leningnummer 20.08.41.324 ABN-AMRO Leningnummer 20.08.41.324 Schatkistbankieren BNG LENING 1495122 BNG LENING 1495084
CAH Vilentum Groenhorst Emmeloord Groenhorst Nijkerk Groenhorst Ede Groenhorst Almere Bestuursbureau CAH Vilentum CAH Vilentum
Rabobank lening .857 Rabobank lening .859
De Drieslag B.V. De Drieslag B.V.
Stand per 1-1-2015 EUR
nieuwe leningen 2015 EUR
1.999.875 4.500.000 2.720.000 5.071.928 2.713.072 20.750.850 4.437.500 4.500.000
-
EUR
2.3.1
Toelichting kredietinstellingen
-
Looptijd >5 jaar
Aflossingen 2015 EUR
-
-
-
Stand per 31-12-2015 EUR
Looptijd >1 jaar EUR
-
Looptijd >5 jaar EUR
346.660 160.000 346.000 768.550 250.000 250.000
1.653.215 4.500.000 2.560.000 5.071.928 2.367.072 19.982.300 4.187.500 4.250.000
1.306.555 4.500.000 2.400.000 5.071.928 2.021.072 19.213.750 3.937.500 4.000.000
4.500.000 1.760.000 5.071.928 637.072 16.139.550 2.937.500 3.000.000
-
550.000
8.250
541.750
508.750
376.750
-
550.000
6.000
544.000
520.000
424.000
1.100.000
2.135.460
45.657.765
43.479.555
34.846.800
46.693.225
Rentevoet
Variabel *) Variabel *) Variabel *) Variabel *) Variabel *) Variabel *) Variabel *) 4,60% 3,65% 3,65%
*) Afgedekt met Swaps Het renterisico op de langlopende leningen met een variabele rente is gedekt door middel van swapconstucties. Er zijn twee renteswap transacties afgesloten. SWAPS
ABN AMRO 4865579
Ingangsdatum 1-01-2007
Einddatum 1-01-2024
3,69%
ABN AMRO 11429754
1-10-2009
1-01-2024
5,09%
Kredietinstelling
Rente
Hoofdsom Marktwaarde 31-12-2015 31-12-2015 -1.993.619 11.908.375 28.000.000
-10.222.025
39.908.375
12.215.644-
De swaps dienen ter maximering van de variabele rente van de langlopende leningen (€ 40.322.015). De Aeres Groep heeft geen ongedekte swapposities. Het ongedekte deel van de langlopende rente valt hiermee ruimschoots binnen de in het Treasury statuut gestelde norm. Door de lage rente hebben de swaps een negatieve marktwaarde per balansdatum. In de swapcontracten is geen bepaling opgenomen dat de Aeres Groep moet bijstorten als extra onderpand bij de bank op moment dat de marktwaarde negatief wordt.
2.4
Kortlopende schulden 31-12-2015 EUR
2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.4.7 2.4.8 2.4.9.2 2.4.1.0.0
31-12-2014 EUR
EUR
EUR
Kredietinstellingen Vooruitgefactureerde en -ontvangen termijnen OHW Crediteuren OCW/EZ Schulden aan groepsmaatschappijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake van pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
711.521 560.557
2.121.210 1.308.885 3.891.661 1.099 2.745.180 789.742 624.675
20.329.877
18.734.937
Totaal kortlopende schulden
32.790.202
30.217.389
3.189.254
3.038.416
2.196.190 1.932.287 3.817.152 03.242.619
Uitsplitsing belasting en premies sociale verzekeringen: 2.4.7.1
loonheffing
2.4.7.2
Omzetbelasting
2.4.7.4
Overige belastingen
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
53.580 2153.242.619
293.0192172.745.180
Uitsplitsing overlopende passiva: 2.4.1.0.2
Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ geoormerkt
2.4.1.0.5
Vakantiegeld en -dagen
3.348.124
3.071.856
2.4.1.0.8
Overige
15.200.578
14.529.756
2.4.1.0.0
Overlopende passiva
20.329.877
18.734.937
1.781.175
1.133.324
Onder 2.4.1.0.8 Overige overlopende passiva is voor een bedrag van € 6.874.017,-- aan vooruitontvangen niet geoormerkte subsidie opgenomen. Hiervan is voor een bedrag van * € 3.582.081,-- in model G1 'subsidies zonder verrekeningsclausule' ondergebracht.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
329 van 378
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Huurverplichtingen ► Sportzaal de Vierstee Gemeente de Bilt ► BR Music Two Holding B.V. Oude Barneveldseweg ► Gemeente Almere, Betje Wolfstraat ► Warmonderhof Dronten ► Klépierre stadhuisplein Almere ► KNHS , Barneveld ► HGH Schaapskooi ► OFW Oost Flevoland Woondiensten
€ 34.000 € 39.000 € 96.000 € 26.000 € 500.000 € 18.027 € 10.608 € 717.000
Huur-, pacht- en leaseovereenkomsten PTC+ PTC+ heeft een groot aantal langlopende huur- en pachtovereenkomsten. De resterende looptijd is zeer divers, maar korter dan 5 jaar. De jaarlijkse huur- en pachtkosten bedragen in 2015 € 160.000. De looptijden variëren, maar zijn korter dan 5 jaar. Daarnaast heeft PTC+ een aantal operational lease-overeenkomsten. De jaarlijkse leasekosten bedragen voor 2015 € 106.000. De looptijd is 4 jaar en eindigt ultimo 2016. Een deel van de lease is al in 2015 geëindigd.
(Onderhouds)contracten ► Voor het PSA-HRM-Systeem Raet bestaat voor de Aeresgroep een contractuele verplichting van ca. € 118.000 van jaar. ► Voor het financiële systeem (Exact + Progress) bestaat voor de Aeresgroep een contractuele verplichting van ca. € 73.000 per jaar. ► Voor het Leerlingen Registratie Systeem Eduarte KRD van het Groenhorst bestaat een contractuele verplichting van ca. € 60.000 per jaar. ► Voor de Elektronische Leeromgeving (ELO) Blackboard bestaat voor het HBO een verplichting van ca. € 80.000,-- per jaar. ► Voor Het MIP en Portaal (Aerport) een verplichting van ca. €40.000 per jaar. ► Voor Business objects, Educus een bedrag voor ca. € 113.000 per jaar. ► Voor Alluris een verplichting van ca. € 55.000 per jaar. ► Rapportagetool Business Objects VCD voor ca.€ 25.000 per jaar. ► Voor Surf Market een verplichting van ca. € 15.000 per jaar. ► Voor OSCAR (CRM PTC+) een verplichting van ca. € 16.000 per jaar. ► Voor Factuurscanning Corsa een verplichting van ca. € 15.000 per jaar. ► Voor debiteuren beheer Onguard een verplichting van ca. € 2.000 per jaar. ► Aeres ICT netwerk verbindingen voor ca. € 347.000 per jaar. ► Licenties o.a. besturingssysteem, datacentrum ca. € 236.000 per jaar. ► Xantes dienstverlening systeem- en netwerkbeheer voor ca. € 517.000 per jaar. ► Leasecontract Canon inzake kopieerapparaten en printers voor een bedrag voor ca. € 295.000 per jaar. ► Contracten inzake leaseauto's voor een bedrag voor ca. € 330.000 per jaar. ► Energie inkoopcontract voor ca. € 1.300.000 per jaar. ► Diverse schoonmaakcontracten voor ca. € 893.000 per jaar ► Breijer contractonderhoud BV, electrotechniek ca. € 700.000 per jaar. Bouwverplichtingen Inzake nieuwbouwprojecten zijn de volgende verplichtingen aangegaan per ultimo 2015: ► Groenhorst Almere, nieuwbouw MBO: circa € 65.614,-► Barneveld, bouw PEC stal: circa € 139.764,-► Barneveld, renovatie Hostel de Vallei: € 120.358,-► GH Lelystad, uitbreiding: € 45.782,-► GH Nijkerk, tijdelijke huisvesting € 42.350,-► GH Velp, uitbreiding € 121.000,-► PTC+ Ede, Masterplan € 1.512.977,-
Kredietfaciliteiten ► ► ►
Per 16 januari 2013 is een kredietfaciliteit Schatkistbankieren door het Ministerie van Financiën verstrekt aan St Aeres Groep van € 8,8 miljoen. PTC+ heeft geen bankkrediet per 31-12-2015 Er loopt een kredietfaciliteit bij de ING bank ad. € 400.000,-- voor Agrotransfer Holding BV, Agrotransfer BV, Agrojobs BV, Aeres Consultancy BV, Payrolljobs BV en Servicejobs BV. Als zekerheid zijn alle vorderingen als onderpand gegeven.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
330 van 378
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Garanties/verstrekte zekerheden: ► ► ► ►
► ► ►
Inzake de langlopende leningen bij de ABN AMRO zijn de volgende zekerheidsstellingen aanwezig: Borging door Stichting Waarborgfonds BVE ad. € 15.005.000,-Per 15-08-2010 is pandrecht verleend voor huidige en toekomstige voorraden, inventaris en vorderingen. Inzake de langlopende lening en de kredietfaciliteit schatkistbankieren (15-1-2013) is het recht van hypotheek verstrekt op de terreinen en panden van het HBO (Wageningen, Dronten, Mangaanstraat Almere, Bovenbuurtweg Ede) en de landbouwgrond in Dronten. Inzake de langlopende leningen BNG (1495122 en 1495084) een borging door de Stichting Waarborgfonds BVE ad. € 8.875.000,-De Stichting Aeres Groep heeft een verplichting jegens het Waarborgfonds BVE waarbij een latente claim van 2% van de jaarlijkse Rijksbijdragen geldt. In geval een geldgever het Waarborgfonds aanspreekt, omdat een aangesloten school niet aan haar verplichtingen kan voldoen, kan de Stichting Aeres Groep voor maximaal de claim aangesproken worden. De Stichting Aeres Groep heeft, conform art. 4 van de 'Overeenkomst van Borgstelling', de plicht om het aangaan van nieuwe leningen aan Stichting Waarborgfonds BVE te melden. Tevens zal conform art. 7 van de Overeenkomst van Borgstelling, de Stichting Waarborgfonds BVE om schriftelijke toestemming gevraagd worden voor het vervreemden of bezwaren van registergoederen die als onderpand aangewezen zijn van de St Waarborgfonds BVE. Agrotransfer Holding B.V. is aansprakelijk voor de bancaire financiering van een aantal groepsmaatschappijen tot € 400.000,-Bankgarantie aan Corio Nederland B.V. van € 88.837,-- i.v.m. huur van 'Het Circus' Almere. Bankgarantie aan de Gemeente Arnhem € 5.904,-- i.v.m. huur pand GH Velp.
Intercompany leningen ►
► ► ► ►
St Aeres Groep heeft op 15 december 2009 een 26 jarige lening van € 200.443,-- verstrekt aan St Schoolboerderij te Dronten, De 1e zes jaar aflossingsvrij, daarna af te lossen in 20 jaarlijkse termijnen. St Aeres Groep heeft op 15 december 2009 een 26 jarige lening van € 579.022,-- verstrekt aan St Schoolboerderij te Dronten, De 1e zes jaar aflossingsvrij, daarna af te lossen in 20 jaarlijkse termijnen. St Aeres Groep heeft op 1 januari 2013 een lening van € 498.328,-- verstrekt aan het Coöperatief Veredelings en Demonstratiebedrijf, De lening wordt in 131 maanden annuïtair afgelost. St Aeres Groep heeft op 1 januari 2013 een lening van € 286.935,-- verstrekt aan het Coöperatief Veredelings en Demonstratiebedrijf, De lening wordt in 12 jaar annuïtair afgelost. St PTC+ heeft een geldlening van € 400.000,-- verstrekt aan St Schoolboerderij te Dronten met de looptijd van 30-11-2014 t/m 30-11-2015. St Aeres Groep heeft op 19 augustus 2015 een lening verstrekt aan Stichting Studentenvoorzieningen C.A.H. De lening bedraagt € 750.000 en heeft een looptijd van 10 jaar.
Fiscale eenheid Met ingang van 1 januari 2010 zijn de volgende rechtspersonen voor de hefing van de omzetbelasting als een fiscale eenheid aan te merken: Stichting Aeres, Stichting PTC+, Landbouwonderneming de Drieslag B.V. en Aeres Studentbedrijven B.V..
Fiscale eenheid Vennootschapsbelasting Agrotransfer Holding BV maakt deel uit van een fiscale eenheid voor de heffing van vennootschapsbelasting. Uit hoofde van de deelname aan de fiscale eenheden zijn deelnemende rechtspersonen hoofdelijk aansprakelijk voor de betreffende belastingschulden van de andere leden van de fiscale eenheid.
Accountantskosten De totale accountantskosten 2015 bedragen ca. € 75.000,-- inclusief de bekostigingscontroles MBO en HBO en exclusief de bijzondere verklaringen.
Vordering op OCW Conform bepaling van art. 5 van de Regeling onvoorziene gevallen bij invoering vereenvoudiging bekostiging voorgezet onderwijs heeft Groenhorst een vordering op OCW ter hoogte van de tot en met december van een bepaald kalenderjaar opgebouwde bruto vakantie-aanspraken en de over de maand december verschuldigde afdracht pensioenpremies en loonheffing. Ultimo 2015 bedraagt deze vordering € 2.289.561,-Deze vordering houdt verband met de wijziging in het betaalritme voor VO-bekostiging van schooljaarbasis naar kalenderjaarbasis per 1 januari 2006.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
331 van 378
Toelichting geconsolideerde staat van baten en lasten 3.1
2015
Rijksbijdrage EUR
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
3.1.1.1.1
Rijksbijdrage sector VO
30.527.487
30.325.367
27.501.165
3.1.1.1.2
Rijksbijdrage sector BVE
19.695.200
16.696.868
16.464.336
3.1.1.1.3
Rijksbijdrage sector HBO
18.218.546
18.209.043
3.1.1
Rijksbijdragen OCW/EZ 68.441.233
3.1.2.1.1
Geoormerkte subsidies OCW
2.334.239
3.1.2.1.2
Geoormerkte subsidies EZ
1.161.296
3.1.2.1
Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1
Niet- geoormerkte subsidies OCW
3.1.2.2.2
Niet- geoormerkte subsidies EZ
3.1.2.2
Niet-geoormerkte subsidies
3.1.4
Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage SWV
17.846.837 65.231.278
1.137.329 2.150.693 3.495.536
61.812.338 1.584.082 3.522.031
3.288.022
5.106.112
2.286.054
2.991.089
3.251.084
590.348
770.047
523.792
Totaal Rijksbijdrage
2.876.403
3.761.136
3.774.876
424.545
235.906
434.597
75.237.716
72.516.342
71.127.922
Toelichting Rijksbijdragen 3.1.1.1.2
De rijksbijdrage BVE is hoger dan begroot, omdat door invoering van Focus op Vakmanschap de beschikking en hoogte van het budget ten tijde van opmaak begroting nog niet bekend waren. Voor Groenhorst geeft de invoering een hoger budget en daarnaast zijn de middelen box 2 vanuit de regeling praktijkleren in 2016 in de basisbekostiging opgenomnen. De rijksbijdrage is in het najaar 2015 voor bijgesteld en de bedragen per student zijn hoger uitgevallen. Ook is hierin meegenomen een compensatie voor de loonstijgingen door de nieuwe cao mbo die met terugwerkende kracht over 2015 is uitbetaald.
3.1.2.1.1
De geoormerkte subsidies OCW zijn hoger doordat hier de kwaliteitsafspraken MBO onder geboekt zijn en deze begroot zijn onder de rubriek 3.1.2.2.1
3.1.2.1.2
De geoormerkte subsidies EZ zijn lager doordat minder kosten praktijkleren zijn gemaakt dan begroot.
3.1.2.2.1 3.1.4
zie verklaring bij 3.1.2.1.1 De bedragen vanuit de samenwerkingsverbanden waren ten tijde van de begroting niet goed in te schatten en zijn in 2015 uitgekomen op het niveau van 2014.
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
2015 EUR
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
47.727
107.247
21.775
3.2.2
Overige overheidsbijdrage
66.046
76.500
280.010
Totaal overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.3
113.773
2015
College-, cursus-, les- en examengelden EUR
3.3.2
Cursusgelden sector BE
3.3.3
Collegegelden sector HBO
183.747
301.785
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
259.286
162.008
281.761
5.376.601
5.339.979
4.718.593
Totaal college-, cursus-, les- en examengelden
5.635.887
5.501.987
5.000.354
Toelichting college,cursus, les en examengelden 3.3.3
De collegegelden zijn toegenomen door een stijging van het aantal studenten.
3.4
Baten in opdracht van derden
2015 EUR
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
3.4.1
Contractonderwijs
1.116.430
940.000
3.4.3.3.1
Baten projecten
10.046.219
8.565.795
9.664.815
3.4.3.3.2
Baten commerciële activiteiten
16.466.574
18.103.531
16.249.501
Totaal baten in opdracht van derden
Jaarrekening Aeres Groep 2015
27.629.223
EUR
1.831.951
27.609.326
27.746.267
332 van 378
Toelichting geconsolideerde staat van baten en lasten 3.5
2015
Overige baten EUR
Begroting 2015 EUR
EUR
3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.3
Schenking
3.379
-
3.5.4
Sponsoring
-
-
3.5.5
Ouderbijdrage
2.002.868
3.5.6
Overige
1.518.086
EUR
EUR
1.752.830
1.812.441
1.600.161
334.072
337.968
505.432
Totaal overige baten
4.1
2014 EUR
1.906.541
1.009.932
2.832.763 5.248.376
2015 EUR
-
2.088.034
5.611.235
Personeelslasten
7.521
6.852.418
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
4.1.1.1
Bruto lonen en salarissen
48.275.853
47.274.948
44.476.693
4.1.1.2
Sociale lasten
5.713.207
4.952.517
5.349.200
4.1.1.3
Pensioenpremies
5.996.744
6.851.285
6.512.602
4.1.1
Lonen en salarissen
4.1.2.1
Mutatie personele voorzieningen
4.1.2.2 4.1.2.3
59.985.804
59.078.751
56.338.494
152.024
681.859
548.829
Personeel niet in loondienst
6.136.214
3.973.451
4.700.542
Reiskosten
1.677.025
1.670.354
1.743.226
4.1.2.4
Overige personeelslasten
1.423.564
2.072.432
1.265.321
4.1.2.5
Interne verrekenende personeelskosten
4.961.873-
4.445.146-
4.1.2
Overige personeelslasten 4.426.955
4.1.3
AF: Uitkeringen
402.414-
Totaal personeelslasten
64.010.345
5.613.4323.952.950 -
63.031.701
2.644.486 274.324-
58.708.656
Toelichting lonen en salarissen Gemiddeld aantal fte per instelling:
Aantal fte's 2015 Aantal fte's 2014 Groenhorst
524,6
498,0
Vilentum Hogeschool
250,7
243,8
PTC+
56,4
52,6
Aeres Contract
19,7
19,7
Landbouwbedrijf de Drieslag Bestuursbureau Aeres Praktijkcentrum Dronten Totaal
6,4
5,0
39,9
41,2
7,3
-
905,0
860,1
Voor aanvullende cijfers verwijzen we naar bijlage 3 bij het jaarverslag.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
333 van 378
Toelichting geconsolideerde staat van baten en lasten 4.2
Afschrijvingen 2015 EUR
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
4.2.1
Immateriële vaste activa
4.2.2.1
Gebouwen en terreinen
4.344.487
4.258.981
3.911.250
4.2.2.2
Inventaris en apparatuur
2.826.985
2.864.621
2.486.117
4.2.2.3
Andere vaste bedrijfsmiddelen
340.976
237.226
4.2.2
Materiële vaste activa
7.512.447
7.360.828
6.714.435
Totaal afschrijvingen
7.520.379
7.368.785
6.739.082
4.3
7.931
2015
Huisvestingslasten EUR
4.3.1
Huur
4.3.2
Verzekeringen
4.3.3
7.957
24.647
317.068
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
2.085.168
2.341.336
92.519
105.345
119.637
Onderhoud
1.211.184
1.163.757
1.281.407
4.3.4
Energie en water
1.806.166
1.840.100
1.787.263
4.3.5
Schoonmaakkosten
1.349.948
1.339.383
1.248.741
4.3.6
Heffingen
497.319
459.416
493.715
4.3.7
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
4.3.8
Overige huisvestingslasten
-
-
10.445
Totaal huisvestingslasten
4.4
353.923 7.469.158
2015 EUR
-
219.821 7.052.749
Overige lasten
1.986.898
7.271.584
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
4.4.1.1
Onderzoek jaarrekening
4.4.1.2
Andere controleopdrachten
4.4.1
Administratie en beheerslasten
4.4.2.1
Kosten cursusgelden BE
4.4.2.2
Leerling gebonden lasten
3.029.091
2.823.073
2.575.430
4.4.2.3
ICT
2.584.146
2.560.049
2.305.152
4.4.2.4
Praktijkleren
297.234
1.135.411
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
5.910.471
6.543.918
4.4.3
Mutatie overige voorzieningen
1.437.684
844.655
4.4.4.1
Kantoorkosten
4.4.4.2
Contributies,abonnementen,vakliteratuur
4.4.4.3
Communicatie
4.4.4.4
Bestuurskosten
4.4.4.5
Verrekeningen/doorbelastingen
4.4.4.6
118.766
121.000
11.997
119.884
130.764
-
11.059 121.000
25.385
1.258.565
130.943 -
443.284
1.633.786
5.323.866 1.358.314 1.511.085
799.371
661.177
568.945
1.734.663
1.800.500
1.807.584
865.610
867.211
784.032
0
340.046-
0
Kosten projecten
9.338.115
8.241.167
9.445.266
4.4.4.7
Kosten commerciële activiteiten
7.385.775
7.781.912
8.424.540
4.4.4.8
Diverse organisatiekosten
1.902.900
Totaal overige lasten
2.102.160
2.426.404
23.284.999
22.747.868
24.967.856
30.763.918
30.257.440
31.780.978
Toelichting overige lasten 4.4.4.1
De kantoorkosten vallen lager uit dan de begroting doordat er minder is uitgegeven aan drukwerk telefoonkosten dan begroot.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
334 van 378
Toelichting geconsolideerde staat van baten en lasten 5
2015
Financiële baten en lasten EUR
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
5.1
Rentebaten
218.631
183.305
191.906
5.5
Rentelasten
2.492.320
2.317.592
2.252.701
Totaal financiële baten en lasten
2.273.689-
2.134.287-
2.060.794-
Toelichting financiële baten en lasten 5.5
De rentelasten zijn gedaald vanwege de daling van de variabele rente.
2015 EUR
6
Begroting 2015 EUR
Belastingen
EUR
-
EUR
-
Begroting 2015 EUR
Resultaat deelnemingen
EUR
-
2015 EUR
7
2014 EUR
EUR
2014 EUR
30.873
EUR
EUR
95.000
133.699
Toelichting resultaat deelneming Het resultaat uit deelneming is voor € 7.222,-- (postitief) afkomstig van DTC en € 23.651,-- (positief) van EWI Windpark.
2015 EUR
8
Aandeel derden in resultaat
Jaarrekening Aeres Groep 2015
Begroting 2015 EUR
EUR
-
2014 EUR
EUR
-
EUR
-
335 van 378
Enkelvoudige balans 1
Activa 31-12-2015
EUR
31-12-2014
EUR
EUR
EUR
Vaste activa 1.1
Immateriële vaste activa
1.2
Materiële vaste activa
1.3
Financiële vaste activa
-
-
100.370.580
100.733.658
1.910.418
1.298.804
Totaal vaste activa
102.280.997
102.032.462
Vlottende activa 1.4
Voorraden
1.5
Vorderingen
1.7
Liquide middelen
86.266
76.257
3.315.489
3.846.503
10.816.152
6.496.524
Totaal vlottende activa
Totaal activa
2
14.217.906
10.419.284
116.498.903
112.451.746
Passiva 31-12-2015
EUR
2.1
Eigen vermogen
2.2
Voorzieningen
2.3
Langlopende schulden
2.4
Kortlopende schulden
Totaal passiva
Jaarrekening Aeres Groep 2015
31-12-2014
EUR
39.756.905
EUR
EUR
37.275.646 39.756.905
37.275.646
3.302.594
3.171.354
44.572.015
46.693.225
28.867.389
116.498.903
25.311.521
112.451.746
336 van 378
Enkelvoudige staat van baten en lasten Baten 2015
Begroting 2015
EUR
EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
Rijksbijdragen OCW/EZ
68.441.233
65.231.278
61.812.338
3.1.2.1 Geoormerkte subsidies
3.495.536
3.288.022
3.497.024
3.1.2.2 Niet-geoormerkte subsidies
2.876.403
3.761.136
3.774.876 434.597
3.1.1
3.1.4
Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage SWV
424.545
235.906
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
113.773
183.747
301.785
3.3
College-, cursus-, les- en examengelden
5.635.887
5.501.987
5.014.917
3.4
Baten in opdracht van derden
13.947.111
12.161.090
14.404.770
3.5
Overige baten
4.468.508
4.032.919
Totaal baten
4.613.793
99.402.994
94.396.084
93.854.100
Lasten 2015
2015
EUR
4.1
Personeelslasten
4.2 4.3 4.4
Overige lasten
EUR
EUR
EUR
EUR
59.826.218
58.300.864
53.859.985
Afschrijvingen
6.534.446
6.597.116
5.900.137
Huisvestingslasten
4.745.088
4.671.220
4.845.565
23.436.991
21.465.123
23.514.062
Totaal lasten
5
EUR
2014
94.542.743
91.034.322
88.119.749
Saldo baten en lasten
4.860.251
3.361.762
5.734.351
Financiële baten en lasten
2.378.991-
2.213.237-
2.163.322-
Resultaat
2.481.259
1.148.525
3.571.029
6
Belastingen
-
-
-
7
Resultaat deelnemingen
-
-
-
8
Aandeel derden in resultaat
Totaal resultaat
Jaarrekening Aeres Groep 2015
-
-
-
-
-
-
2.481.259
1.148.524
3.571.029
337 van 378
Toelichting enkelvoudige balans 1.1
Immateriële vaste activa Aanschafprijs 1-1-2015 EUR
Afschrijving cumulatief 1-1-2015 EUR
Boekwaarde 1-1-2015
Investeringen
Desinvesteringen
Afschrijvingen
Aanschafprijs 31-12-2015
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
Afschrijving cumulatief 31-12-2015 EUR
Boekwaarde 31-12-2015 EUR
1.1.1
Ontwikkelingskosten
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1.1.2
Concessies, vergunningen en rechten
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1.1.3
Goodwill
-
-
-
-
-
-
-
-
Totaal immateriële vaste activa
-
-
-
-
-
-
-
-
1.2
-
Materiële vaste activa Aanschafprijs 1-1-2015 EUR
Afschrijving cumulatief 1-1-2015 EUR
Boekwaarde 1-1-2015 EUR
Investeringen
Desinvesteringen
EUR
EUR
Afschrijvingen
Aanschafprijs 31-12-2015
EUR
EUR
Afschrijving cumulatief 31-12-2015 EUR
Boekwaarde 31-12-2015 EUR
1.2.1
Gebouwen en terreinen
119.204.991
34.840.013
84.364.978
7.814.604
-
3.883.161
127.019.595
38.723.174
88.296.422
1.2.2
Inventaris en apparatuur
27.232.769
16.241.160
10.991.609
1.637.739
85.816
2.312.166
28.784.692
18.553.325
10.231.366
1.2.3
Andere vaste bedrijfsmiddelen
2.264.679
1.331.389
933.290
241.832
15.784
339.120
2.490.727
1.670.509
1.2.4
In uitvoering en vooruitbetalingen
4.443.780
Totaal materiële vaste activa
153.146.219
52.412.562
4.443.780 100.733.658
3.421.204 9.694.174
3.522.804
6.534.446
1.022.576 159.317.589
58.947.008
1.2.1
In de geconsolideerde balans is de boekwinst ad € 1.789.375,-- van PTC+ inzake de verkoop van de Wisentweg in Dronten en de Wesselseweg in Barneveld gecorrigeerd ten laste van de investeringen in gebouwen en terreinen.
1.3
Financiële vaste activa
1.3.2
Andere deelnemingen
1.3.3*
Vorderingen op groepsmaatschappijen
1.3.5
Vorderingen op OCW
1.3.6
Effecten
Totaal financiële vaste activa
Boekwaarde 1-1-2015
Investeringen en verstrekte leningen**
EUR
EUR 136
1.291.223
750.000
750.136
Boekwaarde 31-12-2015
EUR
EUR
-
-
-
-
7.581
Resultaat deelneningen
138.522
-
-
1.298.804
Desinvesteringen en afgeloste leningen EUR
-
138.522
-
820.217 1.022.575 100.370.580
136 1.902.701 7.581 1.910.418
* Per 19 augustus 2015 is er een lening verstrekt aan Stichting Studentvoorzieningen C.A.H. ** De investeringen en verstrekte leningen zijn gefinancierd uit het privaat vermogen.
1.4
Voorraden 31-12-2015 EUR
1.4.1.1
EUR
86.266
76.257
Af: Voorziening voor incourantheid
-
-
Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen
86.266
76.257
86.266
76.257
Vorderingen 31-12-2015 EUR
1.5.1 1.5.5
EUR
Verkrijgingsprijs gebruiksgoederen
Totaal voorraden
1.5
31-12-2014 EUR
Debiteuren Studenten/deelnemers/cursisten
1.5.7
Overige vorderingen
1.5.7.1
Personeel
1.5.7.2
Overige
31-12-2014 EUR
EUR
1.969.125
540.271
1.949.680
20.021
35.122
232.746
1.259 252.767
1.5.8
Overlopende activa
1.5.8.1
Vooruitbetaalde kosten
1.5.8.2
Verstrekte voorschotten
1.5.8.3
Overige overlopende activa
8.307
AF: Voorziening wegens oninbaarheid
Totaal vorderingen
Jaarrekening Aeres Groep 2015
36.381
39.682
3.153
8.668
858.795
173.866 870.255
1.5.9
EUR
1.879.950
227.7543.315.489
222.216 330.8993.846.503
338 van 378
Toelichting enkelvoudige balans 1.7
Liquide middelen
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
1.7.3
Deposito's
1.7.4
Overige liquide middelen
22.637
10.780.169
6.427.451 47.232 796-
10.816.152
6.496.524
Eigen vermogen
2.1.1
Algemene reserve (publiek)
2.1.1
Algemene reserve (privaat)
2.1.4
Bestemmingsfonds (publiek)
2.1.6
Herwaarderingsreserve
Totaal eigen vermogen
Resultaat
Overige mutaties EUR
EUR
25.146.131
2.011.198
6.993.494
470.061
48.591
-
5.087.430
-
37.275.646
-
Stand per 31-12-2015 EUR 27.157.330 7.463.555 48.591
2.481.259
-
5.087.430
-
39.756.905
Voorzieningen Stand per 1-1-2015
2.2.1
Personeelsvoorzieningen
2.2.2
Voorziening verlieslatende contracten
2.2.3
Overige voorzieningen
Totaal voorzieningen
Toelichting personeelsvoorzieningen 2.2.1.1
Voorziening wachtgeld
2.2.1.2
Voorziening ambtsjubilea
2.2.1.3
Voorziening reorganisatie
2.2.1.6
Voorziening e/r ziektewet
2.2.1.7
Overige personeelsvoorzieningen
Totaal toelichting personeelsvoorzieningen
2.3
EUR
35.983
-
Stand per 1-1-2015 EUR
2.2
31-12-2014
EUR
-
Totaal liquide middelen
2.1
31-12-2015
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
EUR
EUR
EUR
3.051.354
484.187
120.000
400.000 -
3.171.354 Stand per 1-1-2015
623.072
884.187
Rente mutatie (bij contante EUR -
2.782.594
-
-
-
520.000
-
-
-
623.072
129.875
Stand per 31-12-2015 EUR
129.875
Dotaties
Onttrekkingen
Vrijval
EUR
EUR
EUR
Rente mutatie (bij contante waarde) EUR
3.302.594 Stand per 31-12-2015 EUR
1.961.097
291.635
454.938
-
-
1.797.794
761.853
65.496
74.115
-
-
753.234
328.404
-
82.441
-
116.088
-
65.373
11.578
-
-
53.795
-
61.684
-
-
-
61.684
-
2.782.594
3.051.354
484.187
623.072
129.875
129.875
Langlopende schulden Stand per 1-1-2015 EUR
2.3.1
Schulden aan groepsmaatschappijen
2.3.3
Kredietinstellingen
Totaal langlopende schulden
-
Aangegane leningen 2015 EUR
Aflossingen 2015 EUR
-
Stand per 31-12-2015 EUR
-
Looptijd >1 jaar EUR
-
Looptijd >5 jaar EUR -
*
46.693.225
-
2.121.210
44.572.015
42.450.805
34.046.050
46.693.225
-
2.121.210
44.572.015
42.450.805
34.046.050
* Post is geplaatst onder de vorderingen (zie 1.3.3)
2.4
Kortlopende schulden
31-12-2015 EUR
2.4.1
Kredietinstellingen
2.4.2
Vooruitgefactureerde en -ontvangen termijnen OHW
2.4.3
Crediteuren
2.4.4
OCW/EZ
2.4.5
Schulden aan groepsmaatschappijen
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.8
Schulden terzake van pensioenen
2.4.9.2
Overige kortlopende schulden
2.4.1.0.0
Overlopende passiva
Totaal kortlopende schulden
31-12-2014 EUR
2.121.206
EUR
EUR
2.121.210
1.469.529
682.717
3.571.192
3.926.038
02.689.469 664.814 27.954
749.1512.098.901 729.573 268.584-
18.323.226
16.770.817
28.867.389
25.311.521
2.558.110
2.411.472
Uitsplitsing belasting en premies sociale verzekeringen: 2.4.7.1
loonheffing
2.4.7.2
Omzetbelasting
2.4.7.4
Overige belastingen
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
131.359 -
312.571-
2.689.469
2.098.901
1.781.175
1.107.692
Uitsplitsing overlopende passiva: 2.4.1.0.2
Vooruitontvangen subsidies OCW/EZ geoormerkt
2.4.1.0.5
Vakantiegeld en -dagen
2.4.1.0.8
Overige
2.4.1.0.0
Overlopende passiva
Jaarrekening Aeres Groep 2015
3.124.088
2.829.499
13.417.963
12.833.626
18.323.226
16.770.817
339 van 378
Toelichting enkelvoudige staat van baten en lasten 3.1
2015
Rijksbijdrage EUR
Begroting 2015 EUR
3.1.1.1.1
Rijksbijdrage sector VO
30.527.487
3.1.1.1.2
Rijksbijdrage sector BVE
19.695.200
3.1.1.1.3
Rijksbijdrage sector HBO
18.218.546
3.1.1
Rijksbijdragen OCW/EZ
EUR
2014 EUR
30.325.367
EUR
27.501.165
16.696.868
16.464.336
18.209.043 68.441.233
17.846.837 65.231.278
3.1.2.1.1
Geoormerkte subsidies OCW
2.334.239
1.137.329
3.1.2.1.2
Geoormerkte subsidies EZ
1.161.296
2.150.693
3.1.2.1
Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1
Niet- geoormerkte subsidies OCW
3.1.2.2.2
Niet- geoormerkte subsidies EZ
3.1.2.2
Niet-geoormerkte subsidies
3.1.4
Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage SWV
61.812.338
1.584.082 1.912.943
3.495.536
3.288.022
2.286.054
2.991.089
590.348
770.047
Totaal Rijksbijdrage
EUR
3.497.024
3.251.084 523.792
2.876.403
3.761.136
424.545
235.906
3.774.876 434.597
75.237.716
72.516.342
69.518.834
Begroting 2015
3.2
2015
Overige overheidsbijdragen en -subsidies EUR
2015 EUR
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
47.727
3.2.2
Overige overheidsbijdrage
66.046
76.500
Cursusgelden sector BE
3.3.3
Collegegelden sector HBO
3.4
280.010
EUR
259.286
EUR
EUR 281.761
5.339.979 5.635.887
4.733.156 5.501.987
2015 EUR
2014 EUR
162.008
5.376.601
Baten in opdracht van derden
301.785
Begroting 2015 EUR
Totaal college-, cursus-, les- en examengelden
EUR
183.747
2015 EUR
EUR 21.775
113.773
College-, cursus-, les- en examengelden
3.3.2
2014 EUR
107.247
Totaal overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.3
EUR
5.014.917
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
3.4.1
Contractonderwijs
1.116.430
940.000
1.876.408
3.4.3.3.1
Baten projecten
9.937.269
8.565.795
9.664.815
3.4.3.3.2
Baten commerciële activiteiten
2.893.412
2.655.295
Totaal baten in opdracht van derden
3.5
13.947.111
2015
Overige baten EUR
2.863.547 12.161.090
14.404.770
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
3.5.1
Verhuur
708.396
689.284
564.492
3.5.2
Detachering personeel
340.744
337.968
515.559
3.5.3
Schenking
1.254
-
3.5.4
Sponsoring
-
-
3.5.5
Ouderbijdrage
2.004.296
3.5.6
Overige
1.413.818
Totaal overige baten
Jaarrekening Aeres Groep 2015
7.521 -
2.088.034
1.907.708
917.632 4.468.508
1.618.512 4.032.919
4.613.793
340 van 378
Toelichting enkelvoudige staat van baten en lasten
4.1
2015
Personeelslasten EUR
4.1.1.1
Bruto lonen en salarissen
4.1.1.2 4.1.1.3 4.1.1
Lonen en salarissen
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
44.137.205
42.863.496
40.985.649
Sociale lasten
5.261.908
4.463.886
4.920.626
Pensioenpremies
5.641.878
6.417.828 55.040.991
4.1.2.1
Mutatie personele voorzieningen
4.1.2.2 4.1.2.3
6.116.594 53.745.210
52.022.869
280.196
746.859
178.431
Personeel niet in loondienst
7.183.170
5.200.801
5.232.618
Reiskosten
1.459.618
1.420.323
1.466.940
4.1.2.4
Overige personeelslasten
1.284.954
1.906.358
1.173.211
4.1.2.5
Interne verrekenende personeelskosten
5.022.658-
4.718.687-
4.1.2
Overige personeelslasten
5.939.760-
5.185.280
4.1.3
AF: Uitkeringen
4.555.654
400.053-
Totaal personeelslasten
2.111.440
-
59.826.218
274.324-
58.300.864
53.859.985
63389551,18 5.088.687-
4.2
Afschrijvingen
370.0002015 EUR
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
4.2.1
Immateriële vaste activa
4.2.2.1
Gebouwen en terreinen
3.883.161
3.902.668
3.481.371
4.2.2.2
Inventaris en apparatuur
2.312.166
2.459.801
2.103.438
4.2.2.3
Andere vaste bedrijfsmiddelen
339.120
234.647
4.2.2
Materiële vaste activa
6.534.446
6.597.116
5.900.137
Totaal afschrijvingen
6.534.446
6.597.116
5.900.137
4.3
-
2015
Huisvestingslasten EUR
4.3.1
Huur
4.3.2
Verzekeringen
4.3.3
Onderhoud
4.3.4
Energie en water
4.3.5
Schoonmaakkosten
4.3.6
Heffingen
4.3.7
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
4.3.8
Overige huisvestingslasten
Totaal huisvestingslasten
Jaarrekening Aeres Groep 2015
-
-
315.327
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
577.439
543.147
89.153
100.245
118.880
1.017.531
975.482
1.106.439
1.475.429
1.336.150
1.347.134
1.188.461
1.167.683
1.059.914
407.726
356.476
404.266
-
487.471
-
10.653-
-
192.036 4.745.088
321.461 4.671.220
4.845.565
341 van 378
Toelichting enkelvoudige staat van baten en lasten
4.4
2015
Overige lasten EUR
4.4.1.1
Onderzoek jaarrekening
4.4.1.2
Andere controleopdrachten
4.4.1
Administratie en beheerslasten
Begroting 2015 EUR
EUR
116.102
2014 EUR
EUR
110.000
11.997
EUR 116.066
-
11.059
128.100
110.000
127.125
4.4.2.1
Kosten cursusgelden BE
4.4.2.2
Leerling gebonden lasten
3.036.034
2.823.073
2.605.470
4.4.2.3
ICT
2.533.776
2.500.849
2.282.432
4.4.2.4
Praktijkleren
1.546.417
1.967.664
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
4.4.3
Mutatie overige voorzieningen
4.4.4.1
Kantoorkosten
4.4.4.2
Contributies,abonnementen,vakliteratuur
4.4.4.3
Communicatie
4.4.4.4
Bestuurskosten
4.4.4.5
Verrekeningen/doorbelastingen
4.4.4.6
Kosten projecten
4.4.4.7
Kosten commerciële activiteiten
4.4.4.8
Diverse organisatiekosten
-
25.385
-
1.797.076
7.116.228
7.316.971
1.437.684
844.655
1.047.693
1.310.346
6.684.977 1.358.314 1.256.142
756.701
613.177
532.196
1.489.620
1.465.200
1.518.681
826.565
847.211
739.154
944.154-
1.221.338-
773.773-
9.328.619
8.241.167
9.445.266
471.883
384.107
474.094
1.778.051
1.553.627
2.151.886
Totaal overige lasten
14.754.980
13.193.497
15.343.646
23.436.991
21.465.123
23.514.062
12738956,16 8.726.167
5
2015
Financiële baten en lasten EUR
Begroting 2015 EUR
5.1
Rentebaten
2.768
5.5
Rentelasten
2.381.760
Totaal financiële baten en lasten
EUR
6 Belastingen
EUR
EUR
-
2014 EUR
-
EUR
EUR -
EUR
-
-
Begroting 2015 EUR
EUR
-
2015
Jaarrekening Aeres Groep 2015
EUR
Begroting 2015 EUR
7 Resultaat deelnemingen
EUR
2.163.322-
2014 EUR
-
2015
8 Aandeel derden in resultaat
2.170.046 2.213.237-
Begroting 2015 EUR
EUR 6.724
2.213.237
2015
EUR
EUR
-
2.378.991-
EUR
2014 EUR
2014 EUR
EUR -
EUR -
342 van 378
Verbonden partijen Stichting Aeres Groep Meerderheidsdeelneming (BV of NV) Jur. Vorm
Statutaire zetel
Code activiteiten
Agrotransfer Holding BV
BV
Dronten
3
Aeres Consultancy BV
BV
Dronten
3
Agrotransfer BV
BV
Dronten
3
Agrojobs BV
BV
Dronten
3
831.806
Servicejobs BV
BV
Dronten
3
55.034
Payrolljobs BV
BV
Dronten
3
694.972
Aeres Praktijkcentrum Holding BV
BV
Dronten
3
18
L.O.N.K. BV
BV
Dronten
3
9.575
Aeres Trainingscentrum BV
BV
Dronten
3
18
Aeres Studentbedrijven BV
BV
Dronten
3
Landbouwonderneming De Drieslag B.V.
BV
Dronten
3
Naam
Eigen vermogen 31-12-2015
Resultaat 2015
Verklaring art. 2:403 BW
Deelnamepercentage
EUR
EUR 10.725-
Nee
100%
Ja
22.756
19-
Nee
100%
Ja
161.602
64.959-
Nee
100%
Ja
37.028-
Nee
100%
Ja
68-
Nee
100%
Ja
Nee
100%
Ja
1.196.633
84.9143.109.631
Consolidatie ja/nee
%
161.500 -
Nee
100%
Ja
6.781
Nee
100%
Ja
-
Nee
100%
Ja
26.128-
Nee
100%
Ja
215.491
Nee
100%
Ja
Bovenstaande meerderheidsdeelnemingen worden geconsolideerd binnen de Stichting Agrotransfer en de Stichting Schoolboerderij. (zie onder beslissende zeggenschap). Het eigen vermogen van Agrotransfer Holding BV betreft de saldering (incl. eliminaties) van de overige BV's uit bovenstaand overzicht.
Beslissende zeggenschap (stichting of vereniging)
Jur. Vorm
Statutaire zetel
Code activiteiten
Eigen vermogen 31-12-2015
Resultaat 2015
Verklaring art. 2:403
Consolidatie ja/nee
Stichting PTC+
Stichting
Barneveld
1
13.841.327
EUR
EUR 14.090
Nee
Ja
Stichting Agrotransfer
Stichting
Dronten
3
1.019.240
10.726-
Nee
Ja
Stichting Aeres International Student Fund
Stichting
Dronten
3
18.661
4.952
Nee
Ja
Stichting Studentenvoorzieningen CAH
Stichting
Dronten
2
41.309-
Nee
Ja
633.66414.245.564
Totaal
32.994-
Geen hoofdelijke aansprakelijkheid onderling Zowel voor meerderheidsdeelnemingen als bij beslissende rechtspersoon is er geen hoofdelijke aansprakelijkheid voor een andere rechtspersoon. De genoemde rechtspersonen zijn alle juridische zelfstandige eenheden. Consolidatie is noodzakelijk, omdat voor alle rechtspersonen geldt dat het College van Bestuur van de Stichting Aeres Groep ook College van Bestuur is van de andere rechtspersonen.
Overige verbonden partijen (minderheidsdeelneming en geen beslissende zeggenschap) Juridische vorm
Statutaire zetel
Vestigings plaats
Code activiteiten
EWI Windpark
BV
Dronten
Dronten
3
Techno Centrum "De Gelderse Vallei" N.V.
NV
Ede
Ede
3
DTC BV
BV
Leeuwarden
Leeuwarden
3
De Stichting Aeres neemt deel in diverse regionale samenwerkingsverbanden binnen het VO. Stichting PTC+ heeft een belang van 1 aandeel in het Techno Centrum "De Gelderse Vallei" N.V. Het belang binnen deze vennootschap is op nihil gewaardeerd. Stichting PTC+ heeft een belang van 33,33% in de aandelen van DTC BV. Het belang binnen deze BV is gewaardeerd tegen de nominale waarde van de aandelen. Landbouwonderneming de Drieslag heeft een belang van 10% in EWI Windpark B.V.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
343 van 378
Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben geen gebeurtenissen na balansdatum plaatsgevonden.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
346 van 378
Voorstel inzake resultaatbestemming Het exploitatieresultaat van de Aeres Groep over 2015 bedraagt € 2.637.627 positief (€ 4.601.352 positief in 2014). 2015
2014
Het resultaat van de Aeres Groep over 2015 is als volgt opgebouwd:
EUR
EUR
Groenhorst (25GV/05NV/27VD)
2.373.723
3.356.034
50.629
399.615
2.424.352
3.755.649
14.090
1.406.482
Vilentum Hogeschool (30TX)
Totaal onderwijsinstellingen PTC+ Agrotransfer Aeres Studentbedrijven B.V. Stichting Aeres International Student Fund Landbouwonderneming De Drieslag B.V. Stichting Studentenvoorzieningen CAH Aeres Agripark Bestuursbureau
Totaal verbonden partijen en nevenactiviteiten Totaal resultaat Aeres Groep Correctie i.v.m. intercompany transacties Totaal resultaat Aeres Groep incl. intercompanytransacties
-10.726
65.180
-26.128
-17.868
4.952
-231
215.491
-300.774
-41.309
-122.467
152.288
125.308
-95.381
-309.928
213.275
845.703
2.637.627
4.601.352
2.637.627
4.601.352
Voorgesteld wordt het exploitatieresultaat over 2015 toe te voegen aan de betreffende algemene reserves. De verwerking van het resultaat heeft in deze jaarrekening reeds plaatsgevonden (zie 2.1 Eigen vermogen in de Toelichting op de geconsolideerde balans).
Jaarrekening Aeres Groep 2015
347 van 378
Staat van baten en lasten Groenhorst (25GV/05NV/27VD) Baten Begroting 2015
2015 EUR
EUR
EUR
2014
EUR
EUR
EUR
Rijksbijdragen OCW/EZ
50.222.687
47.022.235
43.965.501
3.1.2.1 Geoormerkte subsidies
2.296.032
2.029.936
2.112.830
3.1.2.2 Niet-geoormerkte subsidies
2.221.084
2.991.089
3.183.961
424.545
235.906
434.597
3.1.1
3.1.4
Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage SWV
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.3
College-, cursus-, les- en examengelden
3.4 3.5
97.721
183.747
278.252
266.986
164.008
286.136
Baten in opdracht van derden
5.100.482
4.900.211
6.710.444
Overige baten
2.836.812
2.671.336
Totaal baten
63.466.349
2.871.193 60.198.467
59.842.914
Lasten 2015 EUR
EUR
Begroting 2015 EUR
4.1
Personeelslasten
4.2 4.3 4.4
Overige lasten
EUR
EUR
39.970.199
38.779.495
35.351.737
Afschrijvingen
1.176.808
1.133.658
1.066.771
Huisvestingslasten
7.327.532
7.180.199
7.327.147
12.606.219
12.062.936
12.728.817
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
5
2014
EUR
Financiële baten en lasten
61.080.758
59.156.289
56.474.473
2.385.591
1.042.178
3.368.441
11.868-
Resultaat
7.650-
2.373.723
12.407-
1.034.528
3.356.034
6
Belastingen
-
-
-
7
Resultaat deelnemingen
-
-
-
8
Aandeel derden in resultaat
Totaal resultaat
Jaarrekening Aeres Groep 2015
-
-
-
-
-
-
2.373.723
1.034.528
3.356.034
348 van 378
Toelichting staat van baten en lasten Groenhorst (25GV/05NV/27VD) 3.1
2015
Rijksbijdrage EUR
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
3.1.1.1.1
Rijksbijdrage sector VO
30.527.487
30.325.367
27.501.165
3.1.1.1.2
Rijksbijdrage sector BVE
19.695.200
16.696.868
16.464.336
3.1.1.1.3
Rijksbijdrage sector HBO
3.1.1
Rijksbijdragen OCW/EZ
-
-
-
50.222.687
3.1.2.1.1
Geoormerkte subsidies OCW
3.1.2.1.2
Geoormerkte subsidies EZ
3.1.2.1
Geoormerkte subsidies
3.1.2.2.1
Niet- geoormerkte subsidies OCW
3.1.2.2.2
Niet- geoormerkte subsidies EZ
3.1.2.2
Niet-geoormerkte subsidies
3.1.4
Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage SWV
43.965.501
1.357.442
160.533
488.692
938.590
1.869.403
1.624.138
2.296.032
2.221.084
2.029.936
2.991.089
-
3.183.961
EUR
0
2.221.084
2.991.089
424.545
235.906
434.597
55.164.348
52.279.166
49.696.889
2015
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
2.112.830
0
Totaal Rijksbijdrage
3.2
47.022.235
3.183.961
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
47.727
107.247
21.775
3.2.2
Overige overheidsbijdrage
49.994
76.500
256.477
Totaal overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.3
97.721
2015
College-, cursus-, les- en examengelden EUR
3.3.2
Cursusgelden sector BE
3.3.3
Collegegelden sector HBO
3.4.3.3.1 3.4.3.3.2
EUR
EUR
162.008
281.761
2.000
4.375
266.986
164.008
2015
286.136
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
487.891
450.000
1.122.969
Baten projecten
1.719.180
1.624.916
2.726.222
Baten commerciële activiteiten
2.893.412
2.825.295
Totaal baten in opdracht van derden
3.5
2014 EUR
7.700
EUR
Contractonderwijs
EUR
259.286
Baten in opdracht van derden
3.4.1
278.252
Begroting 2015 EUR
Totaal college-, cursus-, les- en examengelden
3.4
183.747
5.100.482
2015
Overige baten EUR
2.861.254 4.900.211
6.710.444
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
3.5.1
Verhuur
121.104
105.500
126.159
3.5.2
Detachering personeel
229.865
171.170
188.431
3.5.3
Schenking
1.254
-
3.5.4
Sponsoring
-
-
3.5.5
Ouderbijdrage
3.5.6
Overige
Totaal overige baten
Jaarrekening Aeres Groep 2015
1.862.786
7.521 2.830-
1.961.034
621.802
1.804.436
433.632 2.836.812
747.477 2.671.336
2.871.193
349 van 378
Toelichting staat van baten en lasten Groenhorst (25GV/05NV/27VD) 4.1
2015
Personeelslasten EUR
4.1.1.1
Bruto lonen en salarissen
4.1.1.2 4.1.1.3 4.1.1
Lonen en salarissen
4.1.2.1
Mutatie personele voorzieningen
4.1.2.2
Personeel niet in loondienst
4.1.2.3
Reiskosten
4.1.2.4
Overige personeelslasten
4.1.2.5
Interne verrekenende personeelskosten
4.1.2
Overige personeelslasten
4.1.3
AF: Uitkeringen
Begroting 2015 EUR
EUR
EUR
EUR
27.364.630
26.726.165
24.991.116
Sociale lasten
3.345.243
2.791.816
3.066.700
Pensioenpremies
3.459.911
3.967.543
3.679.997
34.169.784
33.485.525
31.737.813
389.321
638.946
221.460-
4.391.788
2.955.356
3.268.655
757.345
696.376
746.415
1.434.981
1.845.381
1.413.845
898.060-
842.089-
1.422.791-
6.075.374
5.293.970
274.959-
Totaal personeelslasten
4.2
2014 EUR
3.784.665
-
39.970.199
170.741-
38.779.495
35.351.737
Afschrijvingen Begroting 2015
2015 EUR
EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
4.2.1
Immateriële vaste activa
4.2.2.1
Gebouwen en terreinen
4.2.2.2
Inventaris en apparatuur
902.999
916.132
4.2.2.3
Andere vaste bedrijfsmiddelen
270.487
217.527
4.2.2
Materiële vaste activa
1.176.808
1.133.658
1.066.771
Totaal afschrijvingen
1.176.808
1.133.658
1.066.771
4.3
-
-
3.322
2015
Huisvestingslasten EUR
-
-
3.322 808.470 254.979
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
4.3.1
Huur
4.3.2
Verzekeringen
4.3.3
Onderhoud
341.270
271.500
383.319
4.3.4
Energie en water
985.075
1.004.500
992.009
4.3.5
Schoonmaakkosten
889.426
772.750
777.531
4.3.6
Heffingen
4.3.7
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
4.3.8
Overige huisvestingslasten
Totaal huisvestingslasten
Jaarrekening Aeres Groep 2015
672.528
571.840
-
583.761
-
1.041
-
-
-
4.438.193
-
294 -
4.559.609 7.327.532
4.590.234 7.180.199
7.327.147
350 van 378
Toelichting staat van baten en lasten Groenhorst (25GV/05NV/27VD) 4.4
2015
Overige lasten EUR
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
4.4.1.1
Onderzoek jaarrekening
-
-
4.4.1.2
Andere controleopdrachten
230
-
4.4.1
Administratie en beheerslasten
EUR
EUR 1.059 2.500
230
-
3.559
4.4.2.1
Kosten cursusgelden BE
4.4.2.2
Leerling gebonden lasten
2.842.497
2.633.073
2.426.638
4.4.2.3
ICT
2.215.667
2.229.304
1.899.755
4.4.2.4
Praktijkleren
824.522
1.174.846
916.629
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
4.4.3
Mutatie overige voorzieningen
4.4.4.1
Kantoorkosten
630.274
732.000
689.409
4.4.4.2
Contributies,abonnementen,vakliteratuur
512.514
372.640
304.542
4.4.4.3
Communicatie
628.965
696.500
898.678
4.4.4.4
Bestuurskosten
111.526
166.500
155.276
4.4.4.5
Verrekeningen/doorbelastingen
1.560.809
1.192.316
1.180.850
4.4.4.6
Kosten projecten
1.583.312
1.528.356
2.683.515
4.4.4.7
Kosten commerciële activiteiten
471.883
384.107
474.094
4.4.4.8
Diverse organisatiekosten
1.024.939
809.840
918.468
-
25.385
Totaal overige lasten
5
5.882.686
6.062.607
199.081
118.071
EUR
5.243.022 177.405
6.524.221
5.882.258
7.304.832
12.606.219
12.062.936
12.728.817
2015
Financiële baten en lasten
-
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
5.1
Rentebaten
-
-
-
5.5
Rentelasten
11.868
7.650
12.407
Totaal financiële baten en lasten
11.868-
7.650-
2015 EUR
Begroting 2015 EUR
6 Belastingen
EUR
EUR
EUR
-
Begroting 2015 EUR -
EUR
-
2015
Jaarrekening Aeres Groep 2015
2014 EUR
-
EUR
EUR -
Begroting 2015 EUR
7 Resultaat deelnemingen
EUR
EUR -
2015
8 Aandeel derden in resultaat
2014 EUR
-
EUR
12.407-
2014 EUR
EUR -
EUR -
351 van 378
Staat van baten en lasten Vilentum Hogeschool (30TX) Baten Begroting 2015
2015 EUR
EUR
EUR
2014
EUR
EUR
EUR
Rijksbijdragen OCW/EZ
18.218.546
18.209.043
17.846.837
3.1.2.1 Geoormerkte subsidies
1.199.504
1.258.086
1.384.194
655.318
770.047
590.914
3.1.1
3.1.2.2 Niet-geoormerkte subsidies 3.1.4
Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdrage SWV
-
-
-
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
-
-
7.481
3.3
College-, cursus-, les- en examengelden
5.368.901
5.337.979
4.728.781
3.4
Baten in opdracht van derden
7.050.853
7.430.879
7.570.587
3.5
Overige baten
949.919
789.799
1.186.492
Totaal baten
33.443.041
33.795.833
33.315.286
Lasten 2015 EUR
EUR
Begroting 2015 EUR
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
4.3
Huisvestingslasten
4.4
Overige lasten
EUR
EUR
17.655.442
17.296.339
16.605.784
560.781
593.026
547.346
2.617.423
2.477.134
2.171.951
11.890.370
12.714.604
12.887.076
Totaal lasten
5
2014
EUR
32.724.016
33.081.103
32.212.157
Saldo baten en lasten
719.025
714.729
1.103.129
Financiële baten en lasten
668.396-
663.358-
703.514-
50.629
51.371
399.615
Resultaat
6
Belastingen
-
-
-
7
Resultaat deelnemingen
-
-
-
8
Aandeel derden in resultaat
-
-
-
9
Buitengewoon resultaat
-
-
-
-
Totaal resultaat
Jaarrekening Aeres Groep 2015
-
-
-
50.629
51.371
-
399.615
352 van 378
Toelichting staat van baten en lasten Vilentum Hogeschool (30TX) 3.1
2015
Rijksbijdrage EUR
3.1.1.1.1 Rijksbijdrage sector VO
3.1.1
EUR
-
3.1.1.1.2 Rijksbijdrage sector BVE 3.1.1.1.3 Rijksbijdrage sector HBO
Begroting 2015 EUR
-
-
18.218.546
EUR -
18.209.043
17.846.837
Rijksbijdragen OCW/EZ 18.209.043
3.1.2.1.1 Geoormerkte subsidies OCW
976.797
976.796
3.1.2.1.2 Geoormerkte subsidies EZ
222.707
281.290
Geoormerkte subsidies
1.199.504
3.1.2.2.1 Niet- geoormerkte subsidies OCW 3.1.2.2.2 Niet- geoormerkte subsidies EZ 3.1.2.2
Niet-geoormerkte subsidies
3.1.4
Ontvangen doorbetalingen rijksbijdrage SWV
17.846.837
1.095.389 288.805 1.258.086
1.384.194
64.970
0
67.122
590.348
770.047
523.792
655.318
770.047
-
Totaal Rijksbijdrage
3.2
EUR
-
18.218.546
3.1.2.1
2014 EUR
20.073.368
EUR
-
20.237.176
2015
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
590.914
0
19.821.945
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
3.2.1
Gemeentelijke bijdragen en subsidies
-
-
-
3.2.2
Overige overheidsbijdrage
-
-
7.481
Totaal overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.3
-
2015
College-, cursus-, les- en examengelden EUR
3.3.2
Cursusgelden sector BE
3.3.3
Collegegelden sector HBO
Contractonderwijs
3.4.3.3.1 Baten projecten
5.368.901
EUR
EUR -
5.337.979 5.368.901
4.728.781 5.337.979
2015
4.728.781
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
628.540
490.000
753.440
6.422.313
6.940.879
6.814.855
3.4.3.3.2 Baten commerciële activiteiten
-
-
Totaal baten in opdracht van derden
3.5
2014 EUR
-
EUR
3.4.1
EUR
-
Baten in opdracht van derden
7.481
Begroting 2015 EUR
Totaal college-, cursus-, les- en examengelden
3.4
-
7.050.853
7.430.879
2015
Overige baten EUR
2.293 7.570.587
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
3.5.1
Verhuur
3.5.2
Detachering personeel
3.5.3
Schenking
-
-
3.5.4
Sponsoring
-
-
3.5.5
Ouderbijdrage
141.510
127.000
103.272
3.5.6
Overige
679.557
484.000
781.856
Totaal overige baten
Jaarrekening Aeres Groep 2015
17.973
12.000
9.936
110.878
166.799
291.428
949.919
-
789.799
1.186.492
353 van 378
Toelichting staat van baten en lasten Vilentum Hogeschool (30TX) 4.1
2015
Personeelslasten EUR
4.1.1.1
Bruto lonen en salarissen
4.1.1.2 4.1.1.3 4.1.1
Lonen en salarissen
Begroting 2015 EUR
EUR
EUR
13.679.514
13.523.340
Sociale lasten
1.652.808
1.426.739
1.586.883
Pensioenpremies
1.878.884
2.082.644
4.1.2.1
Mutatie personele voorzieningen
4.1.2.2
Personeel niet in loondienst
4.1.2.3
Reiskosten
4.1.2.4
Overige personeelslasten
4.1.2.5
Interne verrekenende personeelskosten
4.1.2
Overige personeelslasten
4.1.3
AF: Uitkeringen
2.073.469 17.188.897
17.183.691
130.571-
107.913
419.619
2.475.165
2.035.948
1.719.398
557.134
582.211
572.502
669.452
824.586
679.512
3.728.598-
3.443.217-
3.878.057-
157.419-
107.441
100.015-
Totaal personeelslasten
487.025-
-
17.655.442
90.882-
17.296.339
16.605.784
Afschrijvingen Begroting 2015
2015 EUR
4.2.1
Immateriële vaste activa
4.2.2.1
Gebouwen en terreinen
4.2.2.2
Inventaris en apparatuur
4.2.2.3
Andere vaste bedrijfsmiddelen
4.2.2
Materiële vaste activa
EUR
EUR
2014 EUR
-
EUR
EUR
-
-
-
-
-
544.369
575.905
532.334
16.413
17.120
15.012
Totaal afschrijvingen
4.3
EUR
14.381.183
17.912.875
4.2
2014 EUR
560.781
593.026
547.346
560.781
593.026
547.346
2015
Huisvestingslasten EUR
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
4.3.1
Huur
4.3.2
Verzekeringen
4.3.3
Onderhoud
127.463
98.500
135.435
4.3.4
Energie en water
257.144
143.250
122.706
4.3.5
Schoonmaakkosten
243.516
263.333
229.778
4.3.6
Heffingen
-
-
4.3.7
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
-
-
4.3.8
Overige huisvestingslasten
Totaal huisvestingslasten
Jaarrekening Aeres Groep 2015
260.979
254.346
-
76.238
-
1.728.321
-
-
1.717.705 2.617.423
1.607.794 2.477.134
2.171.951
354 van 378
Toelichting staat van baten en lasten Vilentum Hogeschool (30TX) 4.4
2015
Overige lasten EUR
Begroting 2015 EUR
EUR
2014 EUR
EUR
EUR
4.4.1.1
Onderzoek jaarrekening
4.4.1.2
Andere controleopdrachten
4.4.1
Administratie en beheerslasten
4.4.2.1
Kosten cursusgelden BE
4.4.2.2
Leerling gebonden lasten
4.4.2.3
ICT
4.4.2.4
Praktijkleren
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
4.4.3
Mutatie overige voorzieningen
4.4.4.1
Kantoorkosten
355.701
467.346
444.234
4.4.4.2
Contributies,abonnementen,vakliteratuur
193.264
180.537
159.767
4.4.4.3
Communicatie
500.878
634.000
528.788
4.4.4.4
Bestuurskosten
314.098
215.330
241.392
4.4.4.5
Verrekeningen/doorbelastingen
660.599
660.598
560.818
4.4.4.6
Kosten projecten
5.954.330
6.712.811
6.633.691
4.4.4.7
Kosten commerciële activiteiten
4.4.4.8
Diverse organisatiekosten
5.173
-
1.029
10.660
-
8.559
15.833
193.537
190.000
178.832
1.502.449
1.227.698
721.895
962.818
880.447
2.589.420
2.655.267
802.756
697.054
-
1.123.959
Rentebaten
115.136
5.5
Rentelasten
783.532
Totaal financiële baten en lasten
8.482.360
9.362.283
9.466.553
12.714.604
12.887.076
Begroting 2015 EUR
2014 EUR
845.012 663.358-
6 Belastingen
EUR
2014 EUR
-
EUR
-
Begroting 2015 EUR
7 Resultaat deelnemingen
EUR
2014 EUR
-
EUR
-
Begroting 2015
8 Aandeel derden in resultaat
EUR
2014 EUR
-
EUR
-
Begroting 2015 EUR -
EUR
-
2015 EUR
EUR
-
2015 EUR
EUR
-
2015
EUR
703.514-
Begroting 2015 EUR
EUR
141.498
778.394
2015
EUR
EUR
115.036
668.396-
EUR
897.864
11.890.370
EUR
5.1
-
491.661
2015
EUR
2.286.977
-
503.491
EUR
Jaarrekening Aeres Groep 2015
-
1.673.988
Financiële baten en lasten
9 Buitengewoon resultaat
9.587
-
Totaal overige lasten
5
-
-
2014 EUR
EUR -
EUR -
355 van 378
G1 Verantwoording van subsidies zonder verrekeningsclausule: De prestatie is ultimo verslagjaar conform de subsidiebeschikking Omschrijving
Brin- Kenmerk numm beschikking er
Verplichtingenn Jaar ummer
Bedrag van de toewijzing
Praktijkleren gr onderwijs
25GV
BEK-10/82044
22000-1453
2011
1.929.774
1.929.774
Praktijk groene plus
25GV
401156-1
22000-1843
2012
1.910.479
1.910.479
Praktijkleren BVE
25GV
483018-2
22000-2023
2013
1.578.910
1.578.910
MIP gelden BVE
25GV
483018-2
22000-2023
2013
485.169
485.169
Praktijkleren BVE
25GV
573696-1
22000-2301
2014
1.545.493
1.545.493
MIP gelden BVE
25GV
573696-1
22000-2301
2014
588.281
588.281
Praktijkleren BVE
25GV
655762-1
22000-2691
2015
1.085.677
1.085.677
MIP gelden BVE
25GV
655762-1
22000-2691
2015
988.554
988.554
Praktijkleren PL5V
27VD
664929-1
22000-2750
2015
126.685
126.685
Praktijkleren gr onderwijs
30TX
548550-1
22000-2213
2013
1.160.944
1.160.944
Praktijkleren gr onderwijs
30TX
563405-1
22000-2272
2014
1.181.412
1.181.412
Praktijkleren gr onderwijs
30TX
646902-4
22000-2551
2015
1.173.193
1.173.193
Subsidie zij-instroom 2013
25GV
590690-1
804A0-45874
2013
40.000
40.000
Zijinstr. LNV
25GV
479366-1
804A0-41804
2012
19.000
19.000
Lerarenbeurs
25GV
645421-1
804A0-47181
2014
56.501
56.501
Lerarenbeurs
25GV
647149-1
804A0-49581
2014
6.317
6.317
Lerarenbeurs LBB5
25GV
674323-3
804A0-49824
2015
30.275
30.275
Lerarenbeurs
25GV
709188-1
804AO-52527
2015
33.692
33.692
Samenwerking lero&scholing
30TX
592717-1
804A0-45957
2013
225.000
225.000
Samenwerking lero&scholing
30TX
592786-1
804A0-46015
2014
225.000
225.000
Samenwerking lero& Scholing VLO5
30TX
592827-1
804A0-46073
2015
225.000
225.000
Lerarenbeurs
27VD
645323-1
804A0-49366
2014
5.053
5.053
Lerarenbeurs
27VD
709125-1
804A0-52555
2015
10.007
10.007
Lerarenbeurs
30TX
645165-1
804A0-47202
2014
57.119
57.119
Lerarenbeurs
30TX
708941-1
804A0-50248
2015
69.954
69.954
Kwaliteitsafspraken KAL5 MBO
25GV
702295-1
61200-29111
2015
916.332
916.332
Kwaliteitsafspraken MBO
25GV
706361-1
61200-29426
2015
136.954
136.954
15.810.776
15.810.776
EUR
Totaal
Jaarrekening Aeres Groep 2015
Ontvangen t/m Geheel verslagjaar uitgevoerd en afgerond EUR
● ● ● ○ ● ○ ○ ○ ● ○ ○ ○ ● ● ● ● ○ ○ ○ ○ ○ ● ○ ● ○ ○ ○
Nog niet geheel afgerond
○ ○ ○ ● ○ ● ● ● ○ ● ● ● ○ ○ ○ ○ ● ● ● ● ● ○ ● ○ ● ● ●
Saldo nog te besteden
273.580 57.469 813.470 584.824 100.642 277.421 515.536 17.660 19.654 47.647 225.000 225.000 5.837 40.807 328.491 49.043 3.582.081
356 van 378
G2A Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule: G2-A Aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving
Brinnummer
Kenmerk beschikking
Verplichtingennu Datum mmer Toewijzing
Schoolmaatschappelijk werk
25GV
602337-1
22000-2438
2014
69.767
69.767
50.331
19.436
0
19.436
-
Beg starter leraren
30TX
637739-1
804AO-47074
2014
100.000
100.000
48.301
51.699
0
51.699
-
169.767
169.767
98.632
71.135
0
71.135
-
OCW
Totaal
Bedrag van de toewijzing
Ontvangen t/m vorig verslagjaar
Lasten t/m vorig verslagjaar
Stand begin verslagjaar
Ontvangst in verslagjaar
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
Lasten in verslagjaar
Te verrekenen ultimo verslagjaar
EUR
EUR
G2A Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule: G2-A Aflopend per ultimo verslagjaar
Ministerie van Economische Zaken EL&I Educatief groencentrum Wageningen
01DZ
TRCDKI/2010/21 96
Praktijkleren en Groene plus box 4 TopClass 2 01DZ
1400006629
14-12-2010
100.000
100.000
42.191
57.809
1-7-2012
150.000
30.000
102.932
72.932-
1300017961
1-1-2014
500.000
400.000
171.295
228.705
1300017346
4980009747699
-
57.809
-
120.000
47.068
-
100.000
328.705
-
43.525
-
Onderwijs VernieuwingsProgramma Dier
30TX
DGAAK/14114143 DGAAK/14067276
1-1-2014
276.515
276.515
232.990
43.525
-
Internationalisering
01NE
259727
1-3-2012
2.300.000
2.300.000
2.281.168
18.832
18.832-
Internationalisering
01NE
13112691
8-7-2013
2.300.000
2.300.000
2.293.200
6.800
6.800-
Werkplan Groene Tafel 2014
Totaal
Jaarrekening Aeres Groep 2015
5.626.515
5.406.515
5.123.776
282.739
194.368
477.107
-
357 van 378
G2B Verantwoording van subsidies met verrekeningsclausule: G2-B Doorlopend tot in volgend verslagjaar Omschrijving
Brinnum mer
Kenmerk beschikking
Verplichtingenn Datum ummer Toewijzing
OCW
Bedrag van de toewijzing
Ontvangen t/m vorig verslagjaar
Lasten t/m vorig verslagjaar
Stand begin verslagjaar
EUR
EUR
EUR
EUR
Ontvangst in verslagjaar
Lasten in verslagjaar
Stand ultimo verslagjaar
EUR
EUR
EUR
Nog te besteden verslagjaar EUR
Schoolmaatsch werk SML5
25GV 666513-1
22000-2781
2015
73.942
-
-
0
73.942
47.942
26.000
26.000
Startende leraren Totaal
30TX
804A0-52883
2015
100.000 173.942
0
0
0 0
100.000 173.942
59.784 107.726
40.216 66.216
40.216 66.216
723289-1
Ministerie van Economische Zaken Het Groene Consortium/Opleiden in school 01DZ Praktijkleren groene plus box 3 Dairy Triangle 25GV CIV Agro&Food* Centre of Expertise Open Teelten
DGA25GV AK/13184804 DGA30TX AK/14186250
Werkplan Groene Tafel 2015 Totaal
1300009085
7-2-2012
1.360.000
4470009768431
1-10-2012
1300013668
1-1-2013
1300017038
1-9-2014
1300020407
1-1-2015
720.000
584.109
1.739.400
347.880
1.438.472
2.000.000
1.025.000
726.624
298.376
4.000.000
1.772.721
111.177
1.661.544
1.000.000
500.000 9.599.400
3.865.601
2.860.382
135.891 1.090.592-
1.005.219
-
135.891
-
640.000
-
-
1.090.592-
300.928
325.000
451.294
172.082
822.082
381.895
2.279.649
3.506.928
500.000
146.180
353.820
353.820
1.825.000
1.115.260
1.714.959
5.623.758
* De besteding van deze subsidies loopt bij derden. De rechtmatigheid van deze subsidies kan pas worden vastgesteld aan het einde van de looptijd.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
358 van 378
WNT Topfunctionarissen WNT Vermelding bezoldiging topfunctionarissen Leidinggevend topfunctionaris
Functie
Aanvang functie Vanaf
voorzitter lid
1-1-2006 1-9-2013
TaakEinde functie omvang Beloning Tot Fte EUR
Belastbare onkosten vergoedingen
Beloning betaalbaar op termijn
EUR
Totale bezoldiging
EUR
Motivering overschrijdi Herrekend ng WNTbezoldiging maximum snorm
Motivering overschrijdi ng ontslagverg oedingsnor m
Toelichting overschrijding ontslagvergoed ingsnorm
nvt nvt
nvt nvt
Toelichting overschrijdi ng bezoldiging
Uitkering wegens beëindiging dienstverband
Herrekend WNTmaximum Jaar einde ontslagverg Voorgaand dienstverb oeding e functies and
nvt nvt
nvt nvt
nvt nvt
Toelichting overschrijdi ng bezoldiging
Uitkering wegens beëindiging dienstverband
Herrekend WNTmaximum Jaar einde ontslagverg Voorgaand dienstverb oeding e functies and
Motivering overschrijdi ng ontslagverg oedingsnor m
Toelichting overschrijding ontslagvergoed ingsnorm
nvt nvt nvt nvt nvt nvt
nvt nvt nvt nvt nvt nvt
nvt nvt nvt nvt nvt nvt
nvt nvt nvt nvt nvt nvt
nvt nvt nvt nvt nvt nvt
nvt nvt nvt nvt nvt nvt
nvt nvt nvt nvt nvt nvt
nvt nvt nvt nvt nvt nvt
17.800 nvt 133.500
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
nvt
EUR
Bestuurders Naam
De heer B.M.P. Pellikaan De heer J.F. Houterman
1 1
153.916 129.274 283.190
0
16.238 15.545
170.154 144.819
178.000 nvt 178.000 nvt
31.783
314.973
356.000
nvt nvt
nvt nvt
Toezichthoudend topfunctionaris
lid lid voorzitter lid lid lid
Aanvang functie Vanaf 01-01-2015 01-11-2008 01-05-2011 01-07-2012 01-07-2012 01-07-2014
Einde functie Tot 01-01-2018 01-11-2016 01-05-2019 01-07-2016 01-07-2016 01-07-2018
vice-voorzitter
01-07-2014
01-07-2018
Functie
Naam
Mevrouw A.J.H. Knoet-Michels Mevrouw W.P.P.M. Nagel-Kuenen De heer J.J. van Dijk Mevrouw I. Mastenbroek De heer D. Beekman De heer S.H. Galema* De heer E.J.F. Alderkamp
Beloning EUR
Belastbare onkosten vergoedingen EUR
Beloning betaalbaar op termijn
Totale bezoldiging
EUR
7.000 7.000 10.000 7.000 7.000 10.500
425 494
8.500 57.000
183 1.897
EUR
7.425 7.494 10.000 7.280 7.000 11.015
280 515
0
8.683 58.897
Motivering overschrijdi Herrekend ng WNTbezoldiging maximum snorm EUR
17.800 17.800 26.700 17.800 17.800 17.800
De leden van de Raad van Toezicht gaan een zogenaamde fictieve dienstbetrekking aan (niet gebaseerd op een arbeidscontract maar een veronderstelde dienstbetrekking uitsluitend geldend voor de loonheffing en de ZVW). * In 2015 is ook de beloning over de periode 1-7-2014 tm 31-12-2014 verwerkt.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
359 van 378
FSR Financiële Specificatie Rijkssubsidies (HO)
OCW Naam organisatie
Naam subsidie
Kenmerk beschikking
Datum beschikking
Maximale subsidie
Looptijd begin
Looptijd einde
EUR
Vilentum Hogeschool (30TX)
Ontwikkeling Professionele Leergemeenschappen
MUO/2014/9321U
19-3-2014
200.000
1-9-2013
31-07-2017
200.000
Stand 1-1-2015
Mutaties
Stand 31-12-2015
Voorschot
EUR
EUR
EUR
EUR
Status Lopend/VTS
51.699
11.483-
40.216
200.000
51.699
11.483-
40.216
200.000
lopend
EZ Naam organisatie
Naam subsidie
Kenmerk beschikking
Datum beschikking
Maximale subsidie
Looptijd begin
Looptijd einde
EUR
Stoas Wageningen, Vilentum Hogeschool (01DZ)
Educatief groencentrum Wageningen
TRCDKI/2010/2196
CAH Vilentum (01MY) Stoas Wageningen, Vilentum Hogeschool (01DZ)
Groene-plus lectoraat ECO-effectief ondernemen
Stand 1-1-2015
Mutaties
Stand 31-12-2015
Voorschot
EUR
EUR
EUR
EUR
Status Lopend/VTS
14-12-2010
100.000
1-09-2010
31-12-2015
57.809
DK/2009/2191
1-10-2009
462.228
1-10-2009
31-05-2014
223.828-
Opleidingsschool
1300009085
7-02-2012
1.360.000
1-09-2011
1-07-2016
135.891
Stoas Wageningen, Vilentum Hogeschool (01DZ)
Praktijkleren en groene plus - Box 4
4980009747699
1-07-2012
150.000
1-01-2013
1-04-2015
Vilentum Hogeschool (30TX)
Onderwijs VernieuwingsProgramma Dier
DGA-AK/14067276
21-05-2014
276.515
1-04-2014
31-12-2015
Vilentum Hogeschool (30TX)
Centre of Expertise Open Teelten
DGA-AK/14186250
23-04-2014
4.000.000
1-09-2014
31-12-2018
1.661.544
618.105
2.279.649
HAS Hogeschool*
Centre of Expertise Greenports
DGA-AK/13125407
24-10-2013
5.400.000
1-12-2010
31-12-2017
145.359
121.575
266.934
-
Lopend
HAS Hogeschool*
Centre of Expertise Food
1-09-2013 1-12-2010 1-09-2012
31-12-2017 31-12-2017 31-12-2016
54.563 106.952 445.394
111.050 141.317 161.707
165.613 248.269 607.101
-
Lopend
Centre of Expertise Agrodier Centre for Biobased Economy
29-10-2013 25-10-2013 20-12-2012
4.000.000
Hogeschool van Hall Larenstein* Wageningen UR*
DGA-AK/13181498 DGA-AK/13125591 DGA-AK/13189099
2.354.277
1.213.289
3.567.566
4.000.000 9.300.000 29.048.743
57.809-
VTS
-
100.000
223.828
-
462.228
VTS
135.891-
-
720.000
Lopend
72.932-
72.932
-
150.000
VTS
43.525
43.525-
-
276.515 2.772.721
VTS Lopend
Lopend Lopend
4.481.464
* Dit betreft het aandeel van Vilentum Hogeschool in de subsidies die zijn verstrekt aan de Has Hogeschool, Hogeschool van Hall Larenstein en Wageningen UR.
Jaarrekening Aeres Groep 2015
360 van 378
25GV Groenhorst
25GV GrOENHORST
F
G
H
I
J
K
L
M
O
P
Q
IN MIP GEPLANDE INZET VAN MIDDELEN
Investeringsmiddelen
FIM2014
Eigen middelen
FIM2015
FEM2014
Totaal geplande Totaal geplande inzet inzet (control)voor (control)voor
Financiering derden
FEM2015
FDD2014
FDD2015
2014
2015
a.1 vernieuwing opleidingen
0
803.140
0
0
0
0
0
803.140
a.2 groene kennis voor burgers
0
15.200
0
0
0
0
0
15.200
a.3 kennistoepassing
0
354.136
0
0
0
0
0
354.136
b.1 samenwerkingsverbanden
0
58.172
0
0
0
0
0
b.2 teams vakdocenten
0
0
0
0
0
0
0
c.1 innovatieve bedrijven
0
33.965
0
0
0
0
0
c.2 inhuur deskundigheid
0
35.960
0
0
0
0
0
d.1 groene groei
0
109.153
0
0
0
0
0
d.2 thema’s innovatieagenda’s
0
20.368
0
0
0
0
0
d.3 agenda bèta – techniek
0
72.669
0
0
0
0
d.4 voedselzekerheid
0 0
74.074 1.576.837
0 0
0 0
0 0
0 0
Beschikking DUO 2013
R
S
T
U
V
X Y Z VERWACHTE INZET INVESTERINGSMIDDELEN
DAADWERKELIJK BESTEDE INVESTERINGSMIDDELEN Besteed in 2014 uit art. 5 + 5a Besteed in 2013 uit art 5 2013, volgens + 5a 2013 opgave instelling
Besteed in 2014 uit art. 5 2014, volgens opgave instelling
Besteed in 2015 uit overloop Besteed in 2015 2013 (Art. uit Art. 5 2015 5+5a) en/of 2014 (Art.5)
Totaal Besteed Art. 5 in 2015 (M+N)
Totaal Besteed Art. 5 t/m 2015(L+O)
Actielijn
Geplande inzet in 2016 uit overloop Art.5
Geplande inzet in 2017 uit overloop Art.5
127.557
249.347
249.347
376.904
a1
324.993
10.332
1.975
1.975
12.307
a2
9.065
0
20.409
96.290
96.290
116.699
a3
86.432
128.128
58.172
11.294
20.234
20.234
31.528
b1
45.066
0
0
0
0
0
0
b2
0
0
33.965
25.158
5.924
5.924
31.082
c1
9.881
0
35.960
0
11.326
11.326
11.326
c2
32.214
0
109.153
24.285
44.958
44.958
69.243
d1
40.201
0
20.368
14.441
29.572
29.572
44.013
d2
17.005
0
0
72.669
5.202
22.339
22.339
27.541
d3
65.423
0
0 0
74.074 1.576.837
2.064 240.743
19.964 501.928
22.028 742.671 742.671
d4
74.005 704.285
0 217.038
485.169
205.457
Totaal Besteed in 2014 (uit Art. 5+5a 2013 en Art. 5 2014) volgens opgave instelling
AA
149.087
0
Beschikking DUO 2014
0
354.544
588.281
19.964 0 501.928 incl besteed in 2013 Beschikking DUO 2015
988.554
88.910
921.323
30TX Villentum
Actielijn art. 17
F
G
H
I
J
K
L
M
O
P
Q
IN MIP GEPLANDE INZET VAN MIDDELEN
Investeringsmiddelen
FIM2014
Eigen middelen
FIM2015
FEM2014
Totaal geplande Totaal geplande inzet inzet (control)voor (control)voor
Financiering derden
FEM2015
FDD2014
R
S
T
U
V
X Y Z VERWACHTE INZET INVESTERINGSMIDDELEN
DAADWERKELIJK BESTEDE INVESTERINGSMIDDELEN
FDD2015
2014
2015
Besteed in 2014 uit art. 5 + 5a Besteed in 2013 uit art 5 2013, volgens + 5a 2013 opgave instelling
Besteed in 2014 uit art. 5 2014, volgens opgave instelling
Totaal Besteed in 2014 (uit Art. 5+5a 2013 en Art. 5 2014) volgens opgave instelling
Besteed in 2015 uit overloop Besteed in 2015 2013 (Art. uit Art. 5 2015 5+5a) en/of 2014 (Art.5)
Totaal Besteed Art. 5 in 2015 (M+N)
Totaal Besteed Art. 5 t/m 2015(L+O)
Actielijn
Geplande inzet in 2016 uit overloop Art.5
a.1 vernieuwing opleidingen
0
1.030.385
0
0
25.000
25.000
25.000
1.055.385
225.205
250.697
245.144
245.144
495.841
a1
a.2 groene kennis voor burgers
0
61.195
0
0
0
0
0
61.195
22.014
36.305
22.171
22.171
58.476
a2
16.536
a.3 kennistoepassing
0
545.447
0
0
0
0
0
545.447
243.678
91.094
282.393
282.393
373.487
a3
160.700
b.1 samenwerkingsverbanden
0
131.665
0
0
10.000
10.000
10.000
141.665
38.800
24.034
36.931
36.931
60.965
b1
72.144
b.2 teams vakdocenten
0
13.964
0
0
0
0
0
13.964
7.257
0
923
923
923
b2
13.041
c.1 innovatieve bedrijven
0
158.378
0
0
10.000
10.000
10.000
168.378
66.284
48.796
26.588
26.588
75.383
c1
91.779
c.2 inhuur deskundigheid
0
122.028
0
0
0
0
0
122.028
26.120
11.024
48.075
48.075
59.099
c2
52.942
d.1 groene groei
0
408.186
0
0
10.000
10.000
10.000
418.186
93.135
81.852
273.914
273.914
355.766
d1
38.839
d.2 thema’s innovatieagenda’s
0
177.193
0
0
0
0
0
177.193
100.000
51.276
153.337
153.337
204.613
d2
40.874
d.3 agenda bèta – techniek
0
136.077
0
0
0
0
0
136.077
10.000
10.111
30.204
30.204
40.315
d3
85.116
d.4 voedselzekerheid
0 0
206.875 2.991.393
0 0
0 0
0 55.000
0 55.000
0 55.000
206.875 3.046.393
33.366 865.859
6.088 611.276
135.206 135.206 0 1.254.886 1.254.886 incl besteed in 2013
141.293 1.866.162 1.866.162
d4
49.601 1.038.179
Beschikking DUO 2013
1.087.877
0
Beschikking DUO 2014
0
1.254.559
Beschikking DUO 2015
1.736.833
AA
Geplande inzet in 2017 uit overloop Art.5
416.608
0
1.038.179
BRIN
Actielijn
Groenhorst 25GV a.1 Groen horst
25GV Groen horst
a.1
Activiteit
Beoogde uitkomst per activiteit
Indicatoren per uitkomst
Uitgevoerde acties 2014
a.1.1 Schakelfunctie “sector” kennis naar opleidingen
Per 31 december 2015 zijn alle mboopleidingen gevormd en vernieuwd volgens de nieuwe kwalificatiestructuur en op basis van de vraag vanuit bedrijfsleven in de regio.
• De opleidingsplannen zijn getoetst en aan de hand van de kwalificatie-eisen. • De opleidingen zijn getoetst aan de Groenhorst normen (waaronder de kaders zoals opgenomen in het vastgestelde portfoliobeleid).
• Het toetsen van de • opleidingsplannen volgens de vastgestelde werkwijze van het Groenhorst programmacoördinaat . • Het toetsen van de opleidingen aan de normen zoals opgenomen In het portfoliobeleid. •
De opleidingsplannen voor Paardenhouderij niveau 3 en 4, Veehouderij, plant en loonwerk niveau 2, 3 en 4, Groene ruimte niveau 2, 3 en 4, toegepaste biologie, voeding, biologisch dynamische landbouw en bloem en styling en design zijn gereed. De opleidingen Vakbekwaam medewerker gemechaniseerd loonwerk (97150), medewerker buitenruimte (97531), Vakbekwaam medewerker Bloembinden (97430) en Manager biologischdynamische landbouw zijn getoetst
• De uitgevoerde acties • liggen in het actief participeren in en deelnemen aan de CIV-meeting-points en het actief participeren in samenwerkingsverban den met het • bedrijfsleven.
Er is aansluiting bij het Agrofoodcluster Noordoostpolder, waarin overheid/onderwijs/o nderzoek/ ondernemers in zijn vertegenwoordigd. Er is een intentieverklaring getekend tussen de kennisinstellingen NAK, WUR en Aeres. Voor de opleiding Groenvoorziening is er een convenant afgesloten met VHG. Voor de opleiding Food is een programmamanager Food aangesteld. Het consortium van bedrijven is in concept gereed en ontwikkeling curriculum ligt op koers. Voor de opleiding Paardensport is er
a.1.2 Kennisuren mbo
• Per 31 december 2015 is de opleiding akkerbouw sterk verankerd in de sector en op basis hiervan inhoudelijk vernieuwd. • Per 31 december 2015 is de opleiding groenvoorziening sterk verankerd in de sector en op basis hiervan actueel. • Per 31 december 2015 is de opleiding Food sterk verankerd in de regio Food Valley en op basis hiervan actueel. • Per 31 december 2015 is de opleiding Pluimvee sterk verankerd in de sector en is er een nieuw programma ontwikkeld die ook internationale certificering mogelijk maakt.
• De opleidingen hebben een vastgelegd en verankerd samenwerkingsverban d met een aantal nader te bepalen bedrijven (dit kan per sector variëren). • De opleidingen hebben aantoonbaar hun onderwijs vernieuwd op basis van input uit de samenwerkingsverban den.
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren
•
•
Uitgevoerde acties 2015
Bereikte resultaten 2015
Verwachte acties en resultaten 2016
Verwachte acties en resultaten 2017
Opmerkingen, leerpunten, blokkades
Het bijstellen van de opleidingsplannen volgens de vastgestelde werkwijze van het Groenhorst programmacoördinaat volgend de nieuwe kwalifiactiestructuur:
De vorming en de vernieuwing van de opleidingen volgens de nieuwe kwalifiactatiestructuur is nog niet voltooid, de ontwikkelingen zijn zo vergevorderd dat de opleidingsplannen per start schooljaar 2016 gereed zijn.
Het proces van de vorming en vernieuwing van de mbo opleidingen volgens de nieuwe kwalificatiestructuur wordt doorgezet. Het verwachte resultaat is dat de opleidingsplannen op 1 augustus 2016 gereed zijn.
Continueren van het programmacoördinaat mbo.
Bekosting van het programmacoördinaat.
Door: Organiseren van HKS werkoverleggen gericht op: doorontwikkelen opleidingsplannen bepalen van keuzedelenaanbod en afstemming inzake keuzedelenaanbod Ontwikkelen webformulier keuzeproces deelnemers. intake en instroom afstemmen en beantwoorden van uitvoeringsvragen samenwerkingsmog elijkheden met andere mbo instellingen. De uitgevoerde acties liggen in het verlengde van de ingezette acties in 2014.
Na 1 augusrus 2016 draagt het Groenhorst programmacoördinaat zorg voor het up-to-date houden van de opleidingen. Tevens worden uitvoeringsvragen structureel en gezamenlijk met elkaar besproken en opgelost.
•
•
•
•
•
Aansluiting gezocht bij het innovatiecluster Agri en Food regio Zwolle. Ingezet op een RIFaanvraag binnen de samenwerking met de VHG. Ten aanzien van de opleiding Food is er een samenwerking gerealiseerd met bedrijven in de regio (Food Valley) Voor de opleidingen intensieve veehouderij is een accountmanager aangesteld. Het Poultry Expertise Centre zorgt voor de verankering van de opleiding Pluimvee met de sector. Voor de opleiding Paardensport en
Verder investeren in de opgezette samenwerkingsverband en. De gelegde contacte onderhouden.
Onderhouden van de samenwerkingsverbande n en waar mogelijk nieuwe samenwerkingen aangaan.
Investeren in samenwerking tussen locaties inzake de mbo opleidingen (portfolio) blijft noodzakelijk
BRIN
25 GV Groen horst
25GV Groen horst
Actielijn
a.1
a.3
Activiteit
a.1.3 Ontwikkelingsure n vrije keuze delen groen vmbo
a.3.1 Participatie in kenniskringen
Beoogde uitkomst per activiteit
• Per 31 december 2015 is de opleiding Melkvee sterk verankerd in de sector en inhoudelijk actueel. • Per 31 december 2015 is de opleiding Paardensport sterk verankerd in de sector en inhoudelijk actueel. Per 1 augustus 2015 is een aantal keuze modules vmbo ontwikkeld die passen binnen de doorgaande leerlijn vmbo groen – mbo groen en arbeidsmarkt. Waarbij het arbeidsmarktperspectief centraal staat.
Per 31 december 2015 heeft een vijftal docenten namens een mbo locatie actief geparticipeerd in een kenniskring onder leiding van een lector.
Indicatoren per uitkomst
Uitgevoerde acties 2014
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren
Uitgevoerde acties 2015
een contract gesloten over de uitvoering in Ermelo. Input van het bedrijfsleven op het curriculum loopt conform planning.
• Er zijn minimaal twee vrije keuzedelen groen vmbo ontwikkeld met het oog op het groen arbeidsmarktperspecti ef en vraag vanuit het bedrijfsleven. • De modules zijn aantoonbaar tot stand gekomen met “goedkeuring” van het bedrijfsleven.
• De opgedane kennis door deelname in een kenniskring is verspreid op de eigen mbo locatie door middel van een “bijeenkomt voor collega’s, een bijdrage in een nieuwsbrief of via een ander medium”. • Resultaten van evidence based praktijkonderzoek zijn geïmple-menteerd in minimaal één opleiding.
• • Vmbo-locaties ontwikkelen een visiedocument op basis van leerlingenpopulatie, vervolgopleidingen en arbeidsmarkt. Dit visiedocument biedt de basis voor de keuze voor keuzevakken die de vmbo locaties gaan aanbieden binnen het profiel groen.
• Deelname heeft • plaatsgevonden binnen de kenniskring stadslandbouw en pluimvee. • De opbrengsten vanuit de kenniskring diversiteit zijn • vertaald binnen Groenhorst Nijkerk (kenniskring opgeheven) • Warmonderhof zet erop in om het centrale punt te • worden voor biologische landbouw. Dit gebeurt in samenwerking met de gemeente Dronten.
De visiedocumenten zijn voor 80% gereed.
Verwachte acties en resultaten 2016
Verwachte acties en resultaten 2017
Opmerkingen, leerpunten, blokkades
Voor elk keuzevak dat Groenhorst vmbo wordt aangeboden zijn lessen ontwikkeld die voldoen aan de opgestelde Groenhorst eisen.
Doorontwikkelen van de keuzevakken vmbo.
Samenwerking inzake gezamelijke ontwikkeling van curriculum vergt tijd en capaciteiten van docenten. Facilitering is noodzakelijk.
Paardenhouderij wordt samengewerkt met KNHS en FNRS (en CAH Vilentum) betreffende opleidingsplan en doorstroom.
Bepalen van de keuzevakken per vmbo locatie aansluitend bij de doelgroep, het vervolg mbo en de regio. Het verdelen van de ontwikkeling van de keuzevakken over de de locaties. Het opstellen van een plan van eisen voor de keuzevakkken (kwaliteitseisen).
Voor deelname aan kenniskringen is Groenhorst afhankelijk van het functioneren van de desbetreffende kenniskringen. De bereikte resultaten zijn gekoppeld aan de kenniskring en niet aan de individuele deelnames van Groenhorst-locaties. Kenniskring Organics is opgeheven door vertrek lector, maar er wordt een poging gedaan voor een vernieuwde opzet voor Organics vanuit Warmonderhof middels 'Eiland naar Wijland'.
Bereikte resultaten 2015
Deelname aan kenniskring pluimvee gekoppeld aan de Poultry Expertise Centre. Door vertrek van de lector kenniskring Stadslandbouw is deze deelname gestopt. Op dit moment wordt onderzoek gedaan naar het opstarten van een kennisknooppunt Stadslandbouw en op deze manier een lector aan te stellen. Als opvolger kenniskring Organics is vanuit Warmonderhof een centraal kennispunt voor biologische landbouw opgezet.
Een stappenplan ontwikkelen keuzevakken. Een overzicht van de aan te bieden keuzevakken per vmbo locatie. Een overzicht van de ontwikkeltaken inzake de keuzevakken per locatie.
Voor deelname aan kenniskringen is Groenhorst afhankelijk van het functioneren van de desbetreffende kenniskringen. De bereikte resultaten zijn gekoppeld aan de kenniskring en niet aan de individuele deelnames van Groenhorst-locaties Bij wegvallen van lectoren wordt actief gezocht naar nieuwe vormen van kenniskringen.
Er is een projectorganisatie opgezet om de ontwikkeling van de keuzevakken te structuren waarbij het eigenaarschap van de nieuwe lessen bij de docenten komt te liggen. Er wordt een blijvende structuur ontwikkeld (conform programmacoördinaat mbo) om het onderhoud van de keuzevakken te borgen in de toekomst. Continueren deelname aan de lopende kenniskringen. Actief onderzoeken naar deelname aan nieuwe kenniskringen.
Zie 2016
BRIN
Actielijn
Activiteit
Beoogde uitkomst per activiteit
Indicatoren per uitkomst
Uitgevoerde acties 2014
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren
25GV Groen horst
a.3
a.3.2 Activiteiten in het kader van deskundigheid praktijkopleiders
Per 31 december 2015 is er een eenduidig gebruik van de PvB tool door praktijkassesoren en is de kwaliteit van de examinering bij leerbedrijven verbeterd.
• Alle praktijkassesoren zijn mini-maal 1 keer per twee jaar geschoold. • Tevredenheid bedrijfsleven over vernieuwende en toepasbare inhouden is minimaal een 7.
• Scholing • praktijkopleiders loopt conform plan van aanpak. • Pvb-tool wordt • vereenvoudigd via De Groene Standaard (als eigenaar).
Er heeft nog geen meting van de tevredenheid plaatsgevonden. Pvb wordt nog niet eenduidig gebruikt.
Uitgevoerde acties 2015
Bereikte resultaten 2015
Verwachte acties en resultaten 2016
Doorzetten scholing praktijkopleiders.
De kwaliteit van de examinering is verbeterd door het scholen van praktijkassesoren. Helaas zijn nog niet alle praktijkopleiders geschoold. Op dit moment worden 3 tot 4 groepen assesoren per jaar opgeleid.
Continueren ingezette acties inzake scholing praktijkassesoren en gebruik PvB tool.
Opstellen brochure voor praktijksassesoren. Verder doorontwikkelen eenduidig gebruik PvB tool.
Verwachte acties en resultaten 2017
Opmerkingen, leerpunten, blokkades
Onderhouden van netwerken.
Onderwijsinstellingen zijn een partner binnen de netwerken en samenwerkingsverbande n. Bij het onderhouden van netwerken spelen ook de andere partners een belangrijke rol.
Brochure voor praktijkassesoren.
25GV Groen horst
a.3
a.3.3 Organiseren van regionale inhoudelijke bijeenkomsten bedrijven
Per 31 december 2015 is er een netwerk betrokken bedrijven bij de opleidingen groene ruimte en food tot stand gebracht waarbinnen de vernieuwende inhouden voor de opleidingen groene ruimte en food worden ontwikkeld.
• De netwerken met betrokken bedrijven zijn gerealiseerd. • Bedrijfsleven is via de netwerken aantoonbaar betrokken bij de vernieuwing en uitvoering van de opleidingen groene ruimte en Food.
• Zie ook kennisuren mbo.
•
Netwerk Groene Ruimte is tot stand gebracht op papier, consortium Food is in oprichting.
Zie ook kennisuren mbo.
Eenduidiger gebruik van de PvB tool. Samenwerking met bedrijven voor de opleiding Food is gerealiseerd.
Onderhouden van netwerken.
BRIN
Actielijn
CAH Vilentum 30TX a.1 Vilent um CAH
30TX Vilent um CAH
a.1
30TX Vilent um CAH
a.1
30TX Vilent um CAH
a.1
Activiteit
a.1.2 • Uitwerking onderzoeksleer lijn per opleiding(svaria nt)
Beoogde uitkomst per activiteit
Indicatoren per uitkomst
Uitgevoerde acties 2014
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren
• De onderzoeksleerlijn is per opleiding uitgewerkt in het Opleidingsplan en het OER voor cohort 2014
• Evaluatie n.a.v. monitoring met beschreven follow up
• Onderzoeksleerlijn gedefinieerd.
• Onderzoeksleerlijn uitgewerkt
• Training van docenten
• Voor 1 januari 2015
• Evaluatie bij studenten en bedrijven met follow up trainingen
• Voor 1 januari 2015
a.1.3 • Beschrijving kaders van een vernieuwd 4e jaar • Uitwerking per opleiding(svaria nt) • Monitoring op adequate uitwerking van de kaders a.1.4 • Binnen 2 jaar 3 Ad trajecten waarin AOC’s en CAH Vilentum samenwerken • Ontwikkelen van curricula en onderwijsmater ialen, mede op basis van wens werkveld • Formeren van onderwijsteam met inbreng vanuit AOC’s, met aandacht voor training van AOC collega’s a.1.5 • binnen 2 jaar 2 doorlopende MHBO trajecten • Ontwikkelen van curricula en
Bereikte resultaten 2015
Verwachte acties en resultaten 2016
• Onderzoeksleerlijn geimplementeerd
• De onderzoeksleerlijn is in alle opleidingen gerealiseerd en aanwijsbaar
• Training onderzoeksvaardighe den opgezet en begonnen met cursussen voor docenten • Validatie Kwaliteitszorg Onderzoek heeft plaatsgevonden
• Training onderzoeksvaardighe den • Deel van docenten heeft de training gevolgd • Succesvolle VKO Oordeel: voorlopige validatie
• Trainig van de resterende docenten die studenten in de afstudeerfase begeleiden
Verwachte acties en resultaten 2017
Opmerkingen, leerpunten, blokkades
• De docenten zijn positief over de training onderzoeksvaardighe den. Met name het ‘op één lijn komen met elkaar’ wordt gewaardeerd
• Interne onderzoeksaudit laten uitvoeren door een externe commissie
• Succesvolle interne onderzoeksaudit
• Tevredenheidsscore bij studenten, docenten en lectoren/onderzoekers van 70%
• Nieuwe kaders voor het vierde jaar ontworpen. Met name de inbreng van externe onderzoeksopdrachte n heeft de aandacht gehad
• Nieuwe kaders voor het vierde jaar
• De nieuwe kaders zijn toegepast • Voor elke opleidingsvariant zijn de eerste opzetten voor passende minors ontwikkeld
• Alle lectoren participeren in minors • Studenten van alle opleidingsvarianten kunnen een passende minor kiezen
• Verdere uitwerking van de passende minors. • Verdere implementatie van bedrijfsopdrachten in minors
• De opgezette kennisbalie, tussen bedrijfsleven en onderwijs, functioneert uitstekend en het bedrijfsleven is enthousiast over de bijdragen van studenten
• Curricula gereed 1 januari 2015 • Instroom van minimaal 15 studenten per Ad, start sept 2015 • Per Ad een team docenten met minimaal 30% AOC docenten belast met uitvoering onderwijs
• Beschikbare opleidingen en aantal inschrijvingen • Samenstelling docententeams
• Er vinden intensieve gesprekken plaats met aoc's over nieuwe Ad's
• Eerste ontwerpen voor nieuwe Ad's
• 3 nieuwe Ad’s zijn ontwikkeld • AOC-docenten zijn betrokken bij de voorbereiding
• 2 nieuwe Ad’s worden uitgevoerd: 1. Groene bedrijfskunde in Almere 2. Tuinbouw en Akkerbouw in Hoorn • AOC-docenten zijn betrokken bij de uitvoering
• 1 nieuwe Ad wordt verder ontwikkeld en uitgevoerd: 1. Agrotechniek en Management
• Het ontwikkelen van goede Ad’s is niet eenvoudig. Het wordt snel een opleiding voor minder goede mbo-leerlingen
• Instroom van minimaal 15 studenten in het HBO deel van elk van de MHBO trajecten, start sept 2014 met pilot, september 2015
• Beschikbare opleidingen • Aantal inschrijvingen
• Nieuwe doorlopende leerlijnen zijn in ontwikkeling
• Er zijn afspraken gemaakt over 2 nieuwe doorlopende leerlijnen voor Toegepaste Biologie en Dier- en Gezondheid
• Studenten kunnen uit 2 verkorte leerlijnen kiezen • Goede conctacten met AOC’s
• Enkele doorlopende leerlijnen verder uitwerken
• Gesprekken met AOC’s verlopen niet altijd gemakkelijk. Men hecht erg aan zijn eigen specialiteiten.
• Voor 1 maart 2014
• Externe audit voor 31 december 2015
Uitgevoerde acties 2015
• Pilots, 1 juli 2014; vervolg, 1 juli 2015 • Voor 1 december 2014, 1 december 2015
• Aanbevelingen van VKO opvolgen
• Herbeoordeling VKO
BRIN
Actielijn
Activiteit
onderwijsmater ialen, mede op basis van wens werkveld
30TX Vilent um CAH
a.1
30TX Vilent um CAH
a.1
30TX Vilent um CAH
a.2
a.1.6 • Voor Almere en Barneveld is onderzoek verricht naar door werkveld gewenste nieuwe opleidingen/var ianten en zijn uitkomsten verwerkt in ontwerpen voor nieuwe opleidingen/ varianten: • Opzetten en uitvoeren van marktonderzoe k in werkveld • Op basis daarvan ontwikkelen van curricula en onderwijsmaterialen a.1.10 • Ontwikkeling gemeenschapp elijke opleidingstrajec ten met internationale partners: • Ontwikkelen 2e double degree programma • Uitwerken principeafsprak en met internationale partners (Portugal en Hongarije) m.b.t. gemeenschappelijk Bachelor/Mast er-programma a.2.1 • De samenwerking met Landelijke Stichting Technasia wordt
Beoogde uitkomst per activiteit
Indicatoren per uitkomst
Uitgevoerde acties 2014
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren
verduurzaamd
Uitgevoerde acties 2015
Bereikte resultaten 2015
Verwachte acties en resultaten 2016
Verwachte acties en resultaten 2017
Opmerkingen, leerpunten, blokkades
• Voor Almere zijn er 4 nieuwe opleidingsvarianten ontwikkeld • Voor Barneveld is besloten om de opleidingsvariant Dier- en Gezondheid naar Dronten te verplaatsen
• In Almere zijn 4 nieuwe opleidingsvarianten operationeel: 2. Toegepaste Biologie: Biologie, Voeding en Gezondheid 3. Voor Management van de Leefomgeving: Geo Media en Design 4. Voor Bedrijfskunde: Groene Bedrijfskunde en 5. European Food Business
• Er wordt gestart met de aanvraag van de opleiding Geo Media en Design in Almere.
• Afronding van de aanvraag van de opleiding Geo Media en Design in Almere.
• Alle gerealiseerde opleidingsvarianten sluiten goed aan bij de vraag van het werkveld. • De opleidingsvariant Biologie, Voeding en Gezondheid trekt veel studenten. • De andere opleidingsvarianten moeten zich nog bewijzen.
• Er zijn afspraken gemaakt met universiteiten in China, Italie en Frankrijk over gezamenlijke programma’s
• Docenten van Vilentum Hogeschool doceren in China. De beste Chinese studenten kunnen na 3 jaar hun afstudeerjaar in Dronten volgen • Studenten van de opleidingsvariant European Food Business volgen een deel van hun opleiding in Italië en Frankrijk
• Meer opdrachten voor Technasiumleerlingen • Technasium Top Award 2015 georganiseerd
• CAH Vilentum “Beste Practice”
• Met vrijwel alle AOC’s zijn gesprekken gestart over mogelijke doorlopende leerlijnen
• Onderzoek gereed medio 2014 • Ontwerpen van 50% van de beoogde nieuwe opleidingen/varianten : gereed eind 2014 • Start eerste nieuwe varianten per september 2015
• Onderzoek beschikbaar • Ontwerpen in te zien • Nieuw curriculum beschikbaar • Ingeschreven studenten
• Vooronderzoek naar 2e vierjarige opleiding gereed maart 2014 • Curriculumontwikkeli ng 2014/2015, start 1e cohort september 2015 • Aangepaste afspraken m.b.t. doorlopende Bachelor / Masterroutes gereed voor uitwerking per medio 2014 • Implementatie gemeenschappelijke BaMa m.i.v. 2015/2016
• Onderzoek beschikbaar • Curriculum gereed • Studenten ingeschreven • Set afspraken beschikbaar • Eerste studenten maken van regeling gebruik/ ingeschreven bij partner
• Er wordt gewerkt aan double degree's met internationale partners
• Gemeenschappelijke onderzoeksprojecten: vanaf 2013, jaarlijkse cyclus • Evaluatierapport voor 31 december 2015
• In 2014 en 2015 minimaal vijf gerealiseerde projecten met Technasiumleerlingen • Door alle partners
• Er vindt intensieve samenwerking met Technasia plaats
• Verschillende opdrachten voor Technasiumleerlingen • Twee symposia
• Om een goede samenwerking met internationale partners te realiseren is veel geduld nodig. Het levert echter veel op voor de studenten, docenten en de hogeschool
BRIN
30TX Vilent um CAH
30TX Vilent um CAH
Actielijn
a.3
a.3
Activiteit
versterkt, waardoor jongeren actief kennismaken met (onderzoeksfun ctie van) het groene kennisdomein: • Begeleiding van leerlingen van Technasia die participeren in onderzoeksproj ecten van CAH • Evalueren samenwerking en omvormen pilotprojecten tot duurzame samenwerkings projecten a.3.1 vergroten aantal Mastercompanies , die partner zijn in de duale Master opleiding; mede-werkers in de bedrijven worden toegerust: • Acquireren van nieuwe Mastercompani es • Uitvoeren van training voor begeleiders in Masterprogramma a.3.2 Consolideren internationale partnernetwerk CAH, waardoor deskundigen van elders hun kennis en ervaring kunnen delen met collega’s en studenten van CAH Vilentum: • Uitwisselingsbe zoeken en overleg werken aan invulling van partnerschappen c.q. versterking van bestaande
Beoogde uitkomst per activiteit
Indicatoren per uitkomst
Uitgevoerde acties 2014
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren
Uitgevoerde acties 2015
Bereikte resultaten 2015
Verwachte acties en resultaten 2016
• Er is gewerkt aan uitbreiding van het aantal mastercompanies voor de master.
• Meer mastercompanies.
• Geen. Masteropleiding is in 2015-2016 niet van start gegaan
• Geen
• De verwachting is dat de opleiding in 20162017 wel van start gaat en dat er dan nieuwe mastercompanies geworven gaan worden.
• De jaarlijkse internationale week krijgt een andere invulling.
• De internationale week wordt in 2015 uitgevoerd.
• Consolideren partnernetwerken is voortvarend ter hand genomen
• Meer concrete afspraken rond dual degrees en joint degrees met enkele preferred partners (colleges) in Wulanchabu en Chengdu in China: • Nieuwe partnerschappen die i.h.k. van de opbouw van de vestiging in Almere zijn aangegaan.
gedragen opzet voor samenwerking
• minimaal 5 nieuwe Mas-tercompanies gerealiseerd (2014)
• Aantal nieuwe bedrijven bekend
• minimaal 1 maal trainingsaanbod voor medewerkers Mastercompanies (2014)
• Training gerealiseerd
Realiseren internationale week: 1 maal voorjaar 2014, 1 maal najaar 2014, en vervolgens minimaal 1 internationale week per jaar (Dronten en Almere)
Internationale weken gerealiseerd met bezoekers vanuit partners
Verwachte acties en resultaten 2017
Opmerkingen, leerpunten, blokkades
BRIN
Actielijn
Activiteit
30TX Vilent um CAH
a.3
30TX Vilentum CAH 30TX Vilentum CAH
a.3
a.3.4 Toegepast onderzoek
b.2
30TX Vilentum CAH
c.1
b.2.1 Uitwisselen en leren met collega’s van andere Agrarische hogescholen in landelijke opleidingsoverleg gen c.1.1 Vernieuwde 4e jaar: Acquisitie van bedrijven/praktijkopdra ch-ten. Elk bedrijf heeft een vaste account-manager; praktijkopdrachte n worden gescreend op HBO-niveau
30TX Vilentum CAH
c.1
afspraken. a.3.3 Alumniactiviteiten
c.1.2 (idem a.3.1) vergroten aantal Mastercompanies , die partner zijn in de duale
Beoogde uitkomst per activiteit
Indicatoren per uitkomst
Uitgevoerde acties 2014
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren
Uitgevoerde acties 2015
Bereikte resultaten 2015
Verwachte acties en resultaten 2016
Jaarlijks drie alumniactiviteiten
• Per activiteit een respons van minimaal 15% • Jaarlijks minimaal drie effecten in de inhoud van één van de opleidingen
• Dit jaar wordt het alumninetwerk verder uitgebreid.
• Alumniactiviteiten.
• We hebben naar de mogelijkheden gekeken om een alumnivereniging op te zetten voor internationale studenten in het algemeeen en International Foodbusiness in het bijzonder. Daarbij is ook gekeken naar de alumni activiteiten van onze partner universiteit in Canada, Dalhousie. Op dit moment ontbreekt het nog aan de middelen om relatiebeheer structureel vorm te geven. Er is gekozen om regelmatig een alumni evenement te organiseren.
• Voorlopig blijven social media het middel om lowbudget in contact te blijven met onze alumni.
• Minimaal 1 alumniactiviteit: waarvan de eerste in oktober 2016 in Frankrijk.
Twee promotieonderzoeken
Lopende promotieonderzoeken, die goedgekeurd zijn
• Er vindt één promotieonderzoek plaats.
• Promotieonderzoek in het laatste jaar van uitvoering
• Verschillende publicaties zijn ingediend
• Promotie
Leren van vakgenoten; tussentijdse meting voor 31-12-2014, eindmeting voor 31-12-2015.
• Gesprek met deelnemers over beleefde nut en noodzaak; vaststellen van vervolg
• Samenwerking met andere hogescholen vindt plaats op functieniveau.
• In het kader van het thema ‘Vreemde ogen dwingen’ hebben er verschillende activiteiten plaatsgevonden
• Van de meeste opleidingen zijn de afstudeerwerkstukken met elkaar vergeleken
In alle praktijkopdrachten zijn bedrijven opdrachtgever en studenten opdrachtnemer: gerealiseerd voor 31 december 2015
Monitoring en evaluatie bij studenten, docenten/onderzoekers en bedrijven met 70% tevredenheid over de werkwijze
• Vanwege omstandigheden is hier nauwelijks invulling aan gegeven.
• De kennisbalie heeft met een nieuwe personele invulling een flinke verbeterslag doorgemaakt. • Er zijn meer afspraken met sectoren gemaakt om studenten de gelegenheid te geven hun hele afstudeertraject bij één bedrijf te doen
• Bedrijven zijn tevreden over de benaderbaarheid van de school. Er wordt nu snel gereageerd op mogelijke opdrachten voor studenten. Het aantal bedrijfsopdrachten voor afstudeerders neemt steeds meer toe • Samenwerkingsverbanden met accountantskantoren en RABO-bank
• Er worden, in overleg met het bedrijfsleven, meer minoren ontwikkeld die aansluiten bij de vraag van het bedrijfsleven
• In 2014 minimaal 5 nieuwe Mastercompanies gerealiseerd
• Aantal nieuwe bedrijven bekend • Training gerealiseerd
• Vanwege omstandigheden is hier nauwelijks invulling aan gegeven.
• Geen. Masteropleiding is in 2015-2016 niet van start gegaan
• Geen
• De verwachting is dat de opleiding in 20162017 wel van start gaat en dat er dan
• Voor alle opleidingen zijn de landelijke eindkwalificaties gezamenlijk vastgesteld.
Verwachte acties en resultaten 2017
Opmerkingen, leerpunten, blokkades
BRIN
Actielijn
30TX Vilentum CAH
C.2
30TX Vilentum CAH
d.1
30TX Vilen-
d.1
Activiteit
Beoogde uitkomst per activiteit
Master opleiding: • Acquireren van nieuwe Mastercompani es • Uitvoeren van training voor begeleiders in Masterprogramma c.2.2 (idem a.3.2) Consolideren internationale partnernetwerk CAH: • D.m.v. uitwisselingsbe zoeken en overleg partnerschappe n invullen c.q. bestaande afspraken versterken. • Over en weer uitvoeren van gastlessen, deelname aan symposia e.d. d.1.1 (idem a.1.6) • Voor Almere en Barneveld onderzoek naar door werkveld gewenste nieuwe opleidingen/ varianten en zijn uitkomsten verwerken in ontwerpen voor nieuwe opleidingen /varianten. • Opzetten en uitvoeren van marktonderzoe k in werkveld • Op basis daarvan ontwikkelen van curricula en onderwijsmaterialen
• In 2014 minimaal 1 maal trainingsaanbod voor medewerkers Mastercompanies
d.1.2 Opleidingsportfoli
Indicatoren per uitkomst
Uitgevoerde acties 2014
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren
Uitgevoerde acties 2015
Bereikte resultaten 2015
Verwachte acties en resultaten 2016
Verwachte acties en resultaten 2017
Opmerkingen, leerpunten, blokkades
• Afronding van de aanvraag van de opleiding Geo Media en Design in Almere
• Alle gerealiseerde opleidingsvarianten sluiten goed aan bij de vraag van het werkveld • De opleidingsvariant Biologie, Voeding en Gezondheid trekt veel studenten • De andere opleidingsvarianten moeten zich nog bewijzen
nieuwe mastercompanies geworven gaan worden.
• Medio 2014: partnerschappen geëvalueerd en vernieuwde lijst van partners beschikbaar, plan voor uitwisselingen beschikbaar • 1 tot 2 keer per jaar realisatie internationale week
• Evaluatierapport beschikbaar • Aangepaste lijst van partners be-schikbaar, plan voor uitwisselingen beschikbaar • Internationale weken gerealiseerd
• Inhuur van externen voor expertiseontwikkeling
• Er hebben verschillende sessies met externen plaatsgevonden.
• Consolideren partnernetwerken is voortvarend ter hand genomen
• Meer concrete afspraken rond dual degrees en jiont degrees met enkele preferred partners • Nieuwe partnerschappen die i.h.k. van de opbouw van de vestiging in Almere zijn aangegaan.
• Eind 2013 : onderzoek gereed en analyse beschikbaar als basis voor vervolgstappen • 2014: ontwikkeling minimaal één nieuwe variant DGZ MHBO, start daarvan sept 2015
• Onderzoeksresultaten beschikbaar • Nieuwe variant DGZ gereed, 1e cohort studenten ingeschreven
• Teamleiders hebben een analyse verricht van mogelijke nieuwe opleidingsvarianten.
De volgende nieuwe opleidingsvarianten worden in Almere in de markt gezet: • Toegepaste biologie/Bodem & water: specialisatie 4e jaar, start in 20152016. • Geo, media & design: start in 2015-2016 als opleidingsvariant van Groene stedelijke ontwikkeling. • European Food Business is van Dronten (gestart In 2014-2015) naar Almere verplaatst per 2016-2017). • Ad Groene bedrijfskunde: start in 2015-2016 of 20162017 afhankelijk van afspraak met Clusius. • Met ingang van 20162017 starten van een internationaal 4e jaar Plant breeding & Big data
• Voor Almere zijn er 4 nieuwe opleidingsvarianten ontwikkeld • Voor Barneveld is besloten om de opleidingsvariant Dier- en Gezondheid naar Dronten te verplaatsen
• In Almere zijn 4 nieuwe opleidingsvarianten operationeel: 1. Toegepaste Biologie: Biologie, Voeding en Gezondheid 2. Voor Management van de Leefomgeving: Geo Media en Design 3. Voor Bedrijfskunde: Groene Bedrijfskunde en 4. European Food Business
• Er wordt gestart met de aanvraag van de opleiding Geo Media en Design in Almere
• 2014: doorlichten
• Rapportage , Plan van
En in Dronten:
• Varkens- en
• Varkens- en
• Voorbereiding en
• Alle gerealiseerde
BRIN
Actielijn
tum CAH
Activiteit
Beoogde uitkomst per activiteit
o van CAH Vilentum is doorgelicht. Uitvoeren van evaluatie en analyse van resultaten: • Ontwikkelen van nieuwe opleidingen /varianten waarmee opleidingsportf olio optimaal aansluit bij ontwikkelingen in het werkveld
opleidingsportfolio en plan van aanpak • 2015: ontwikkelen / aanpassen opleidingen • Bij aanpassing: resultaten beschikbaar sept 2015 • Bij ontwikkelen nieuwe varianten: beschikbaar per sept 2016
30TX Vilentum CAH
d.2
d.2.1 • Ontwikkeling en implementatie van curriculumonde rdelen aansluitend bij lectoraten • Alle lectoraten hebben minimaal in alle opleidingen in elk jaar één curriculumonde rdeel onder hun hoede
30TX Vilentum CAH
d.2
d.2.2 • Voortzetting Kenniscentrum (KC) Agro & Food dat fungeert als schakel in de gouden driehoek Onderzoek / Onderwijs / Ondernemen • KC Agro&Food ontwikkelt en verspreidt kennis op het gebied van Agro/Food en ondernemersch ap
Indicatoren per uitkomst
Uitgevoerde acties 2014
aanpak en aangepaste en nieuwe curricula beschikbaar
• Voorjaar 2014 : besluitvorming hieromtrent en aanpassing van vigerend beleid
• Nieuw beleid geformuleerd en gecommuniceerd
• Versterkt profiel CAH Vilentum op gebied van Agro&Food en Onder-nemerschap leidend tot verkrijging bijzonder kenmerk medio 2015 • Onderwijs, cursussen, symposia en trainingen op gebied van Agro&Food en Ondernemerschap, jaarlijks tenminste 4 activiteiten
• Bijzonder kenmerk verkregen • Bijzonder kenmerk toegekend • Activiteiten gerealiseerd
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren • Varkens- en pluimveehouderij: start in 2015-2016. • De internationale variant van Hippische bedrijfskunde (3e en 4e jaar Engelstalig): start in 2015-2016. • Agrotechniek & Big data: start 2016-2017. • Global Dairy Business: start in 2016-2017.
• De (faculteits)lectoren zijn in gesprek met studieleiders om de inbreng van lectoren te effectueren.
• Het afgelopen jaar heeft het kenniscentrum Agrofood en Ondernemen een groot aantal presentaties verzorgd en publicaties opgeleverd. • Het bijzonder kenmerk Ondernemen is toegekend.
Uitgevoerde acties 2015
Bereikte resultaten 2015
pluimveehouderij is voorbereid en er zijn studenten voor geworven • De international variant van Hippische bedrijfskunde is nog niet gestart • Voor Agrotechniek & Big data wordt een Ad voorbereid
pluimveehouderij is gestart met een groep van 24 studenten en dat is een mooi resultaat • Studentenwerving voor de internationale variant van Hippische bedrijfskunde • Voorbereiding van en studentenwerving voor de Ad Agrotechniek en Big data • Voorbereiding voor een internationaal vierde jaar Global Dairy Business
• Voor alle 10 lectoren is geïnventariseerd waar ze input kunnen hebben in het onderwijs
• Alle lectoren zijn betrokken bij de begeleiding van studenten in het vierde jaar • Daarnaast verzorgen lectoren module onderdelen die bij hun specialiteit passen
• Het kenniscentrum Agrofood en Ondernemen heeft zijn plek verworven in het kennisnetwerk.
• In 2015 zijn veel bijeenkomsten georganiseeerd en zijn er veel publicaties geproduceerd (www.kcagro.nl/) • Daarnaast heeft het kenniscentrum een belangrijke schakelfunctie vervuld tussen het bedrijfsleven en de hogeschool wat geleid heeft tot een groot aantal projecten.
Verwachte acties en resultaten 2016 uitvoering van: 1. De internationale variant van Hippische bedrijfskunde 2. De Ad Agrotechniek en Big data 3. Internationaal vierde jaar Global Dairy Business
Verwachte acties en resultaten 2017
Opmerkingen, leerpunten, blokkades opleidingsvarianten sluiten goed aan bij de vraag van het werkveld • De opleidingsvariant Varkens- en pluimveehouderij trekt veel studenten • De andere opleidingsvarianten moeten zich in de toekomst gaan bewijzen
• In de praktijk zijn lectoren weinig bij het onderwijs betrokken. Dit heeft de volgende oorzaken: - Het is niet efficiënt om lectoren veel in onderwijs in te zetten. Zij dragen hun kennis over aan docenten, die bij hun lectoraten betrokken zijn, die het vervolgens weer in de lessen gebruiken - Lectoren zijn erg druk met de uitvoering van projecten - Lectoren zijn maar beperkt aanwezig op school
BRIN
Actielijn
30TX Vilentum CAH
d.3
30TX Vilentum CAH
d.4
30TX Vilentum CAH
d.4
Activiteit
Beoogde uitkomst per activiteit
Indicatoren per uitkomst
Uitgevoerde acties 2014
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren
• Vooronderzoek gereed maart 2014 • Curriculumontwikkeli ng gedurende 2014/2015 • Start 1e cohort: sept 2015
• Onderzoeksresultaten beschikbaar • Curricula beschikbaar • 1e cohort ingeschreven
• Er is gewerkt aan een internationaal (Engelstalig) curriculum, analoog aan het vierjarige bachelormodel. De opleiding International Food Business bevindt zich op het snijvlak van voedseltechnologle, voedselzekerheid en bedrijfskunde in internationaal perspectief.
• European Food Business is van Dronten (gestart in 2014-2015) naar Almere verplaatst per 2016-2017).
• De opleidingsvariant European Food Business is verder ontwikkeld. • Acquisitie van studenten
• Ontwikkeling gedurende 2014/2015 • Start medio 2015
• Curriculum beschikbaar • Eerste groep ingeschreven
• Er wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een mhbo-opleiding Internationale voedselproductie en voedselsystemen.
• Er zijn gesprekken gevoerd over de ontwikkeling van een mhbo-opleiding Internationale voedselproductie en voedselsystemen.
• Deze ontwikkeling is opgenomen in de opleidingsvariant European Food Business
• KC Agro & Food zorgt voor aansluiting bij topsectorenbel eid d.3.1 zie a.2.1 • De samenwerking met Landelijke Stichting Technasia wordt versterkt d.4.1 • Internationaal (Engelstalig) curriculum, analoog aan model 4 jr Bachelor Internationaal Food Business op snijvlak van voedseltechnologie, voedselzekerhe id en bedrijfskunde in internationaal perspectief d.4.2 • Een te ontwikkelen MHBO opleiding internationaal voedselproduct ie en voedselsystemen
Uitgevoerde acties 2015
Bereikte resultaten 2015
Verwachte acties en resultaten 2016
Verwachte acties en resultaten 2017
Opmerkingen, leerpunten, blokkades
• De opleidingsvariant is verplaatst van Dronten naar Almere • Het eerste cohort van 13 studenten is inmiddels ingestroomd
• Ontwikkeling van nieuwe opleidingsvarianten is belangrijk om aan te sluiten bij de wensen van en de ontwikkelingen in het werkveld. Dit kan echter ook leiden tot versplintering van het onderwijsaanbod en hogere kosten van de uitvoering. Hierin moet een balans gevonden worden.
BRIN
Actielijn
Activiteit
Beoogde uitkomst per activiteit
Stoas Wageningen I Vilentum Hogeschool 30TX a.1 a.1.2 a.1.2 STOA Leergang • Pilot leergang S onderzoek voor onderzoekvaardigheid docenten docen-ten (sept 2-13mei-2014 + evaluatie • Voorzetting leergang docenten onderzoekvaardig tm 2016 • Aantal docenten in vaste dienst met basis-kwalificatie onderzoek is 80 % 30TX STOA S
a.2
30TX STOA S
a.2
30TX STOA S
a.3
Indicatoren per uitkomst
a.1.2 • % docenten met certificaat
a.2.1 Doorontwikkeling Wageningen Educatief Centrum
a.2.1 • In 2014 en 2015 jaarlijks direct met 25 Wageningse burgers werken aan verspreiden van Wageningse kennis. Indirect worden minimaal 250 burgers bereikt.
a.2.1 • Aantal participerende burgers en leerlingen basisschool
a.2.2 Minoren/ Programmaonder delen over groene kennis.
a.2.2 • Een minor ‘Educatie en voorlichting Groene Kennis’ Een minor ‘Voedsel & voeding,.
a.2.2 • 1e minor in 2014 gereed, impl 2015 • 2e minor in 2015 gereed impl 2016
a.3.1 Ontwikkelen nieuwe en aanvullende activiteiten voor professionaliserin g op basis van onderzoek
a.3.1 • Onderwijs, cursussen, symposia en trainingen op gebied van Leren en professionalisering, nieuwe kennis, leergangen. • Implementatie leerlijn methoden en technieken van onderzoek. Implementatie van resultaten TopClass, transculturele competenties. (2015 gereed) • Module transcultureel handelen in internationale situaties gerealiseerd en gestart. 1 sept 2015 – • Een toekomstbestendig open source platform dat toegang geeft tot de ontwikkelde kennis
a.3.1 • Jaarlijks minimaal 3 nieuwe activiteiten: Minimaal 1 leergang ontwikkeld en gestart. 12 deelnemers (in 2014: start met Samenwerken in complexe opgaven voor programmaleiders en deelnemers die samenwerken in complexe regionale opgaven. • Implementatie Bloei, Topclass herkenbaar terug te vinden. • Werkend open source platform
Uitgevoerde acties 2014
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren
Uitgevoerde acties 2015
• Leergang MTO 2013/2014 is geëvalueerd, leergang 2014/2015 is voor de zomer voorbereid, start leergang 2 in september 2014. • Voorbereiden en implementatie onderzoek in bachelorcurriculum gestart sept 2014.
• Aantal docenten met basiskwalificatie onderzoek is 8, (13%). Dit ligt op schema. Voorbereiding (onderzoek) en implementatie gaan hand in hand
•
• Wageningen Educatief Centrum (WEC)
• Dit sluit aan bij een ander project. In overleg met de financier wijzigt dat van koers. Het WECMIP sluit daarbij aan. Start vertraagd door wijziging. Minor: beoogde start minorontwikkelteam februari 2015. Start vertraagd. Resultaten verwacht in 2015. • Totaal structuur HPO-DT opleiding opgezet analoog aan HAO-DT opleiding
• Minor groene kennis voor HPO vooropgeleiden ontwikkelen
• Groene masterclasses, lectorenmasterclasses uitgevoerd in 2014.
• Aantal masterclasses gerealiseerd: 12. Deelnemers: 85. Conferentie gerealiseerd met acht internationale partners lerarenopleidingen in april 2014.
Bereikte resultaten 2015
De leergang 20142015 is afgerond in juni. De leergang 20152016 is gestart met 6 deelnemers. Het eerste blok van 4 bijeenkomstn is afgerond.
•
•
Gekeken of dit gekoppeld kan worden aan WEC project en lectoraat biomimicry.
•
Start werving voor HPO-DT opleiding
•
•
•
•
•
Masterclasses geprolongeerd wegens succes. Voorbereiding voor ontwikkelteam voor Post bachelor leergang ingesteld Mogelijkheden voor open source platform verkend.
Verwachte acties en resultaten 2016
Verwachte acties en resultaten 2017
Opmerkingen, leerpunten, blokkades
Zeven (7) deelnemers gecertificeerd. Evaluatie 14-15 gedaan en volgende lessen uitgezet en gestart met 6 deelnemrs. Blok 1 afgerond
•
•
Stopgezet. Geen extra middelen nodig voor dat project. Wel verdere kennisontwikkelein g rond onderzoek in de bacheloropleidinge n.
Afgerond
Afgerond
nvt
•
Afronden groene minor onderdeel; kennisinhouden benoemd en in systemen geregistreerd
•
Tweede groep gestart; minor en eisen uitgekristalliseerd Mogelijke koppeling met specifieke pabo’s onderzocht
Afgerond
nvt
Aantal masterclasses gerealiseerd: 7 Aantal deelnemers: 68 Eerste bijeenkomst ontwikkelteam PB Verdere uitwerking implementatie topclas gerealiseerd in lectoraat (RPP groep PI) Module transcultureel handelen: zie D Open surce platform te hoog gegreen voor kleine organsiatie. Acties stopgezet. Aansluiten waar kan.
•
Negen masterclasses (naast openbare lessen) Topclass/RPP gaat door op eigen benen. Geen verdere acties tav open source platform
Afgerond
nvt
•
•
• •
•
•
•
•
•
•
•
Afronden derde ronde. Evaluatie en koppelen met project Onderzoekend vermogen bachelorstudenten. Beizne welke acties dit in 16-17 behoeft.
•
•
MTO nieuwe stijl gekoppeld aan bevindingen lectoraat en werkgroep onderoek in de opleidingen.
Masterclasses ingeburgerd. Niet meer financieren uit MIP tot gereserveerde budget op is. Daarna op eigen benen.
•
Blokkade voor de cursus is dat het moeilijk is docenten op vaste momenten bij elkaar te krijgen.
BRIN
Actielijn
Activiteit
Beoogde uitkomst per activiteit
Indicatoren per uitkomst
Uitgevoerde acties 2014
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren
Uitgevoerde acties 2015
• Realiseren internationale week: elk voorjaar (april 2014) • Organiseren conferentie internationale leraren-opleidingen (ENTER, april 2014) • Module transculturele competenties in curriculum • Mastercourse transculturele competenties
• Internationale weken gerealiseerd met bezoekers vanuit partners • Conferentie gerealiseerd • Module ontwikkeld en geïmplementeerd (2015) • Eerste ronden mastercourse/class gerealiseerd
• Int kennisweek bachelor lerarenopleidingen Samenwerking MLI Finland: video based collective development. • Samenwerking bachelor Finland. • Bloei disseminatie. • Webinar. • Diversiteitscarrousels. • Professionalisering (PBIS) en implementatie in lerarenopleiding.
• Verkenning samenwerking groene lerarenopleiding Finland gerealiseerd. Afspraken voor docentenuitwisseling. Vervolg in 2015 • Samenwerking met Finland inzake videobased samenwerkend leren gerealiseerd met andere partners. Resultaat: ingediend voorstel in Erasmus KA. Een 'Bloei-traject afgesproken met externe partij. Werken in multistakeholderproje cten en teams. Module ontwikkeld, implementatie 2015 • Er is een eerste ronde diversiteitscarrousels georganiseerd voor aoc's. • Een docent volgt opleiding PBISimplementatiecoach, aan de hand van praktijk in Groenhorst Nijkerk. Tevens is PBS voorgelegd ter implementatie in curriculum lerarenopleiding.
•
a.3.3 • Onderzoek en rapportagemogelijkhe den voor groen onderwijs op basis van praktijk bij GHC • Materiaal ontwikkeld voor opname in curriculum bacheloropleiding • Ontwikkelen ondersteuningsaanbo d
a.3.3 • Kennis en expertise opgenomen in curriculum bacheloropleiding • Ontwikkelde begeleidingsmodule voor scholen
Bereikte resultaten 2015
Verwachte acties en resultaten 2016
Verwachte acties en resultaten 2017
Opmerkingen, leerpunten, blokkades
Weer internationale week bachelorstudenten. Vervolg samenwerkign Finland PBS opleiding afgerond Verder werken in Nijkerk aan implementatie
Afronding van alle lopende projecten in deze lijn
Van zeer verschilledn karakter: • Internationale week bachelor: goed te organiseren, concreet, lonend. • Bilaterale samenwerking krijgt goed en vrij eenvoudig vorm door uitwisseling docenten. Soms een enkele student. • Erasmus KA: kost heel veel tijd, te kleine kans. • PBS: implementatie kost tijd. Als drages tussentijds uitvallen opnieuw beginnen (=implementatievra agstuk)
Flo-lijnen van bs 12 semester 2 herschreven, 1 lijn gebaseerd is op PBS (lijn interventies). Beide lijnen staan in het teken van passend onderwijs. Materiaal staat op BB, incl bronnenlijst Geen PBS literatuur opgenomen, wel groepsplan gedrag (wat ook gebaseerd is op PBS Opleider heeft per 1 jan andere baan. Traject hierbij afgesloten.
Afgerond
nvt
op het gebied van leren (gereed 2015) 30TX STOA S
30TX STOA S
a.3
a.3
a.3.2 • Transculturele/ internationale partnerships en professionaliser ing
a.3.3 • PBS Oriëntatie en kennisontwikke ling, training/ scholing
• •
•
•
•
April: internationale week gehoudem Erasmus KA voorstel gemaakt. Diversiteitscarrouse ls norgmaals uitgevoerde. PBIS implementatiecoac h heeft opleiding nagenoeg gevolgd. In GH Nijkerk bijdrage aan PBIS traject.
•
Informatie door PBS-expert tijdesn studiedag docenten Stoas Gewerkt aan basismateriaal PBS voor lerarenopleiding
•
• •
•
•
Int week voor bachelorstudenten voltijd gerealiseerd Conferentie: was een malig, afgerond Erasmus voorstel ingediend, Is afgewezen (slechts voor 5% van de projectaanvragen was ruimte). Opleiding PBS coach nog niet helemaal afgerond
•
Algemeen professionalisering PBS: Opleider heeft certificaat van de opleidingsdagen PBiS Concept materiaal ontwikkeld voor lerarenopleiding
•
•
• •
•
30TX
b.1
b.1.2
b.1.2
b.1.2
BRIN
Actielijn
STOA S
30TX STOA S
30TX STOA S
30TX STOA S
30TX STOA S
b.1
c.1
c.2
c.2
Activiteit
Beoogde uitkomst per activiteit
Indicatoren per uitkomst
Uitgevoerde acties 2014
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren
Uitgevoerde acties 2015
• Ontwikkelen 2e double degree bacheloropleidi ng Horti & Flowers met Universiteit van Istanboel/ Med international Finland en Oostenrijk
• Gezamenlijke bacheloropleiding of onderdelen van de opleiding Horticulture, floraldesign and education (HFE) • In de masteropleiding onderdelen van het curriculum uitvoeren met minimaal twee internationale partners. Per studiejaar 20142015 b.1.3 • Deelname aan rectorenoverleg en Food Valley Scholennetwerk • Deelname aan regio overleg Techniekpact
• Opleiding HFE start gezamenlijke uitvoering onderdelen 1 sept 2015 met studenten • Samenwerken met andere masteropleidingen: minimaal twee partners
• Universiteit Istanbul: samenwerking ontwikkeling Adopleiding 'Ornamental Horticulture'.
• Overeenkomst getekend in juni 2014, opzet curriculum • Voorbereiding training docenten (uitvoering januari 2015)
•
b.1.3 • Aantoonbaar deelgenomen aan de overleggen • Deelname in projectactiviteiten
• Food Valley (FV) scholennetwerk. • FV Bétasteunpunt. • Techniekpact.
b.1.3 • Participeren in Food Valley Scholennetwer k, in bêtasteunpunt, • Techniekpactov erleg, food overleg Rijn IIssel, Groenhorst c.1.1 • Inzet van stoasregiocoördinat oren tbv authentiek leren
c.2.1 • Wageningse kennis voor toekomstige leraar in zetten.
c.2.2 • Inhuur van begeleiding van promovendi
c.1.1 • Goed gevulde webtool met opdrachten
c.1.1 • Voldoende opdrachten voor studenten stoas, en • Aansluit bij innovatieambitie bedrijf, en • Aansluit bij curriculum van Stoas
c.2.1 • Inzetten van gastdocenten/ experts van Wageningen Universiteit of researchinstituten
c.2.1 • Min 1 keer per jaar per studierichting • tevens een ‘eigen' lector ook copromotor.
c.2.2 • Voor promovendi promotoren en copromoto-ren kunnen vinden uit netwerk van hoogleraren. Lectoren in de gelegenheid stellen co-promotor te zijn.
c.2.2 • Elke promovendus vindt een promotor en copromotoren. In alle gevallen is
• Authentiek leren in de regio. • Authentieke projecten regio.
• Uitbreiden netwerk in de regio (Wageningen UR). •
• Begeleiding promovendi. • Begeleiding promovendi en promovendibeleid
• Studiebijeenkomst FV scholennetwerk bij Stoas Vilentum gehouden in 2014. • Actieve deelname in scholennetwerk en activiteiten Bètasteunpunt..
• In september is het project authentieke projecten en organiseren van authentiek leren in de regio gestart. Resultaten te verwachten in 2015.
•
• •
•
•
•
•
• Kennismaken met en het vinden van noodzakelijke extra expertise zijn op gang. Resultaten verwvacht in 2015 (gastdocenten, deelname kennisdeling etc).
•
• Alle (kandidaat)promovendi (6) hebben een van de lectoren als copromotor en worden daardoor begeleid. Lectoren stemmen af welk begeleidingsinstrumentarium en interventies zij
•
•
Bereikte resultaten 2015
Begeleiden stagiairs/ beoogde docenten uit Turkij Demonstratieweek in Istanbul op de Universteit met docenten Stoas, mw Gul en de decaan georganiseerd
•
Deelname conferentie FV scholennetwerk Workshops verzorgd op conferentie FV scholennetwerk Samenwerking CHE op gang gebracht
•
Landkaarten ontwikkeld met werkplekken van studenten Landkaart ontwikkeld met woonplaats beoordeleaars Authentieke opdrachten in GCOS bilateraal opgesteld
•
Gezamenlijke (WUR/Stoas) PR voor studium generales en inauguraties van lectoren Wederzijdse deelname, kennisdeling bij inauguraties lectoren
•
Drie interne promotiekandidate n begeleid door lectoren als copromotor is, met prmotoren van universiteiten
•
•
•
• •
•
Verwachte acties en resultaten 2016
Twee Turkse docenten hebben twee maanden stage gelopen bij Stoas bloem experts. Week samengewerkt / uitegvoerd met collega’s van de Uni van istanboel in Istanboel.
•
Uitreiking HAVO profiel werkstuk prijs in thema duurzaam, natuurlijk door samenwerking FV scholennetwerk, mn Stoas en CHE
•
Landkaarten geven eerste beeld van mogelijke regioindelig voor werkplekbezoeken Koppelen aan expert kwaliteiten beoordelaars Authentieke opdrachten van AOC’s in GCOS scherp benoemd zodat vervolg koppeling regio mogelijk is Grotere bekendheid onderzoeksthema’s verschillende lectoren Kennisdeling en samenwerking als crictical friends op inhoudelijk werk
•
Een van de kandidatenh is gepromoveerd.
•
•
•
• •
Verwachte acties en resultaten 2017
Afhankelijk van voortgang op de Universiteit in Istanboel
Opmerkingen, leerpunten, blokkades • •
Vervolg tweede PWS prijs bij CHE Uitbreiding netwerk activiteiten met Arnhem / Nijmegen
Afgerond
Werkplekbezoeken anders georgansieerd mbv regiocoordinatoren Authentieke opdrachten AOC’s gekoppeld aan regio opdrachten bedrijven door de regiocoordinator
•
Voortzetting samenwerking Mogelijke doorgroei in vastere structuur (geen doel op zich)
•
Twee kandidaten begeeliden voor promotie in 2017
Afgerond.
•
Landurig proces, cultuurverschillen. Erg leerzaam en leuk.
nvt
Nieuwe werkwijze bezoeken verbeterd Koppeling regio AOC-bedrijf versterkt
Afhankelijk van wensen en bestendiging…
Wellicht de promoties nog niet)
• •
•
Promoveren duurt lang. Zwaar voor promovendus, werken en promoveren tegelijk. Kost veel begeleidingsijd en odnersteuning
BRIN
Actielijn
Activiteit
Beoogde uitkomst per activiteit
Indicatoren per uitkomst
Uitgevoerde acties 2014
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren
Uitgevoerde acties 2015
Bereikte resultaten 2015
Verwachte acties en resultaten 2016
Verwachte acties en resultaten 2017
Opmerkingen, leerpunten, blokkades
kunnen benutten. 30TX STOA S
c.2
30TX STOA S
d.1
30TX STOA S
d.2
30TX STOA S
d.2
c.2.3 • Inhuur begeleiding/ leren van projectaanvrag en schrijven d.1.1 • Analyse en aanpassing bachelorcurriculum groene groei, professionaliser en d.2.1 • Agenda Natuur en leefomgeving d.2.2 • Module transcultureel handelen ontwikkelen en verspreiden
c.2.3 • Gehonoreerde projectaanvragen
c.2.3 • Minimaal 2 per jaar
d.1.1 • Onderzoeksrapport stand van zaken • Actieplan actualisering • N.N.
d.1.1 • Definitieve acties en vervolgplan
d.2.1 • N.N. (na verschijnen van de agenda)
d.2.2 • N.N.
d.2.2 • Module is minimaal in een leergang van een collega instelling opgenomen
d.2.2 • Module (inhoud) in aantoonbaar opgenomen.
• Professionele capacitybuilding projectplannen schrijven
• Capacitybuilding complexe projecten schrijven start in 2015.
• Analyse actualiteit groene curriculum • Actieplan en aanpassing groene curriculum • Aansluiting opleiding Natuur en leefomgeving
• Er Is een werkgroep van groene coördinatoren ingesteld die met elkaar de analyse doet en een actieplan maakt. Gereed medio 2015, inclusief de eerste acties.
•
Transcultureel handelen in de context
•
Opzet van de minor internationaal en transcultureel handelen is vastgesteld. Vervolguitwerking 2015.
•
Niet gestart aangzien dit oom op Aeres niveau aan de orde was.
Afgerond
Afgerond
Afgerond
nvt
•
Studierichtingen in domeinen afgestemd Analyse en weergave groene vakinhoudelijke curriculum per domein gereed
•
Domein bijeenkomsten gestandaardiseerd Curriculum actueel en beschreven Werkveldcommissi es voorbereid
•
Afgerond
nvt
Teveel partners. Te weinig aanhaakmogelijkheden.
•
• •
•
Geen partner in CoE N&L
Afgerond
Afgerond
•
•
In verband met ziekte binnen het team, en overbelasting, heb ben de werkzaamheden in het eerste semester grotendeels stil gelegen. In sept. Zijn de werkzaamheden gestart. De doelgroepen van minor en doelstellingen zijn geformuleerd. De contouren van de minor zijn beschreven. De minorbeschrijving en kennisbasis zijn in concept klaar. Contouren betreft een flexibel model waarbij H(B)O studenten 15 EC volgen (FLO+WPL); Module transcultureel handelen: voorbereiding afronden voor start in feb 2017
1.
•
Studiedag biobased georgansieerd voor studenten em medewerkers. Met
•
Tijdelijk on hold vanwege te weinig ontwikkelcapaciteit. Nieuw streven: e start 2e s mester studiejaar 16-17
•
•
d.3
d.3.1 • Curriculumond erdelen green engineering, biobased,
d.3.1 • Studierichting of modules greenengineering en biobased miv 1 sept
d.3.1 • Er is een onderdeel over in het curricu lum opgenomen. • Er is een vakscholing
• Biobased
• Biobased: wegens capaciteitsproblemen start project uitgesteld tot 2015.
•
Commentaar geleverd op voorstel CoE N&L
•
30TX STOA S
•
Bijeenkomsten werkveldcommissie s Wijzigingsvoorstelle n curriculum Stappenplan vernieuwing curriculum 16-17
•
2. 3.
4. 5.
6.
Vaststellen van de minorbeschrijving na kritische analyse door meelezers Indienen bij ‘kies op maat’ Vaststellen programma Flankerend onderwijs. Vaststellen criteria werkplek. Periode Augustus – Dec. Ontwikkelen leeren trainingsmateriaal, incl. implementeren ForceIT. En methodiek: o.a. onderzoeks component Werving intern /extern
Uitwerking plan voor biobased in curriculum
e
Try out: 2 semester 20162017
BRIN
30TX STOA S
Actielijn
d.3
Activiteit
Beoogde uitkomst per activiteit
Indicatoren per uitkomst
groene toekomst, vaknascholing
2015 • Vaknascholing miv 1 sept 2015
waarin het is opgenomen
d.3.2 • Aansluiting Groen Lyceum en Technasium regionaal overleg, gericht op Toegepaste Biologie
d.3.2 • Uitwerking studierichting/ modules voor docent toegepaste bio. • Vaknascholing voor zittende docenten toege-paste biologie
•
d.3.2 • Er is een onderdeel over in het curriculum opgenomen. • Er is een vakscholing waarin het is opgenomen
Uitgevoerde acties 2014
• Ontwikkeling lerarenopleiding Toegepaste biologie in combinatie met kopopleiding voor vwo'ers
Bereikte resultaten 2014 ahv indicatoren
• Lerarenopleiding Toegepaste biologie: in oriëntatiefase.
Uitgevoerde acties 2015
•
Geen wegens capaciteitsproblem en
Bereikte resultaten 2015
•
deelname lectoren en stutenen Consumptieve techniek In afwachting van overleg bestuurders
Verwachte acties en resultaten 2016
• •
Actie: plan Resultaat: gestart in de uitvoering
Verwachte acties en resultaten 2017
?
Opmerkingen, leerpunten, blokkades