Lees-v-aardig TRIJNTJE DE WIT-GOSKER DE SPIEGEL VAN NEREGEB OVER LEZEN, LEREN EN FANTASEREN
De Spiegel van Neregeb (Engels: Mirror of Erised) is een magisch voorwerp uit ‘Harry Potter en de Steen der Wijzen’, het eerste deel van de Harry Potter-boekenreeks van de Britse schrijfster J.K. Rowling. De Spiegel toont kennis noch waarheid, maar laat de persoon die erin kijkt alleen zien wat hij of zij het meest begeert. Veel mensen zijn reeds weggekwijnd voor de Spiegel, betoverd door wat ze zagen. Anderen werden krankzinnig omdat ze niet wisten of wat ze zagen al dan niet mogelijk was (bron: Wikipedia).
Ron, de vriend van Harry Potter kijkt in de spiegel van Neregeb en ziet daarin zijn grote droom uitkomen: hoe hij als held de zwerkbalcup verovert. Als Harry voor de eerste keer in deze spiegel kijkt ziet hij zijn ouders. Wat zou hij ze graag in werkelijkheid kunnen zien. Boven de spiegel staat de spreuk ‘Neregeb jiz taw ra amneiz nesnem tawt einno otki’. Of, andersom gelezen: ‘Ik toon niet wat mensen zien maar wat zij begeren’. De spiegel van Neregeb - begeren - speelt een belangrijke rol in het boek ‘De steen der wijzen’. Alleen wie met goede bedoelingen in de spiegel kijkt kan de steen der wijzen bemachtigen volgens professor Perkamentus. ‘Wat zijn goede bedoelingen?’, vraagt Karlien als we dit hoofdstuk samen aan het lezen zijn. Ik probeer uit te leggen dat dat iets is wat voor iedereen goed is en niet alleen voor jezelf. ‘Ron wil zelf de held zijn en Harry wil zijn ouders terug. Zijn dat goede bedoelingen?’ Karlien denkt na. ‘Als je te lang in de spiegel kijkt ga je fantaseren’, zegt ze opeens. ‘Dan ga je fantaseren dat je een held bent of dat je ouders terugkomen. Dan word je verdrietig, net als Harry, want hij wil nog een keer in de spiegel kijken, maar hij weet ook dat dat niet goed is als hij zijn ouders alleen voor zichzelf wil terughebben.’ Om een lang verhaal tot column te schrijven kan ik u nu melden dat de spiegel van Neregeb een ijkpunt is geworden in het leven van Karlien. Ooit wilde ze een beroemde filmster worden, met de nadruk op beroemd. Via de spiegel van Neregeb heeft zij geleerd om alleen dát wat redelijk is te wensen. Zij weet zich nu een gewaardeerde actrice in de plaatselijke toneelvereniging voor mensen met een verstandelijke beperking. Inmiddels is ze, na 15 jaar verkering, getrouwd met Bert. Bert, met zijn lange rijzige gestalte, spreekt met keurige zichzelf herhalende zinnen en werkt op de sociale werkplaats.
30 Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 52 (2013) 30-31
LEES-V- AARDIG Bert heeft moeite met lezen, maar kan veel beter klokkijken dan Karlien. Samen reizen ze met de trein. Hij weet hoe laat en zij weet waarheen. Ooit wilde Karlien kinderen krijgen, moeder worden. De spiegel van Neregeb hielp haar deze kinderwens te zien in het licht van de goede bedoelingen. Ze begreep dat je niet voor een kindje kunt zorgen als je zelf begeleiding nodig hebt. Dat zou niet goed zijn voor het kindje. Toen ze dat besefte heeft ze nooit meer in de spiegel van Neregeb gekeken, nooit meer over kinderen gefantaseerd. En Bert, die het altijd met haar eens is, is dat ook nu weer. Bert wil eigenlijk maar één ding: Karlien gelukkig maken. En dat gaat hem goed af. Hij duldt de foto’s van Harry Potter in hun huis, maar zal zelf nooit naar een Harry Potter-film kijken. Net als ik overigens. Bert en ik houden niet van eng.
REACTIES? MAIL VIA
[email protected]
31
Lees-v-aardig TRIJNTJE DE WIT-GOSKER EEN BIJZONDER SCHRIJFPROJECT OVER EEN BIJZONDERE SCHRIJFSTER
Karlien heeft wat met taal. Ze houdt van woorden en boeken. Sinds ze schrijven kan schrijft ze teksten over. Alle liedjes van Kinderen voor kinderen heeft ze overgeschreven in dikke schriften en later, toen ze leerde typen heeft ze die allemaal opnieuw gekopieerd en in de computer gezet.
Veel ouders van kinderen met downsyndroom zullen deze voorliefde voor kopiërend schrijven herkennen. Als we in de middeleeuwen hadden geleefd zou ze zeker ‘schrijfnon’ zijn geworden en Bijbels hebben gekopieerd, grapten we in ons gezin. Sinds twee jaar werkt ze bij de Frion Nieuwsgroep. Als journaliste, zoals ze zelf zegt. Ze zit in de redactie van de Frion Nieuwsflits, een kwartaalmagazine voor en door cliënten van een grote zorginstelling. Ze neemt soms interviews af die ze daarna omwerkt tot artikelen: ‘Ik heb geleerd om een artikel in te korten, anders past het niet in de krant’, vertelt ze. Dankzij een uitstekende begeleiding lukt het deze Nieuwsgroep om elk kwartaal een schitterend blad te publiceren. Ze wonnen er onlangs een prijs mee. En wij als ouders prijzen ons gelukkig met deze dagbesteding voor onze dochter: op een manier die perfect bij haar past levert ze een waardevolle bijdrage aan de samenleving. Naast dit journalistieke werk vult ze de dagen met het werken aan haar eigen boek. En ja, als u deze column volgt, dan weet u het al: Harry Potter. Boek na boek typt ze over. Momenteel is ze bezig met deel 5: Harry Potter en de orde van de Feniks. Op twee punten wijkt haar project af van het gewone overtypen. Alle personages in haar Harry Potter project zijn reële personen uit het werkelijke leven. Dus pas op als u met Karlien kennismaakt. De kans is groot dat u in haar schrijfproject terechtkomt! Harry Potter zelf is natuurlijk Karlien de Wit geworden. En Perkamentus wordt vertegenwoordigd door haar huidige begeleider. Vrienden en collega’s nemen de plaatsen in van Ron, Hermelien en Malfidus. En Voldemort? Met deze persoon heeft ze een bijzondere band. Voor Karlien bestaan er geen slechte mensen. Voldemort is voor haar een tragische persoon die in zijn leven een paar verkeerde keuzes heeft gemaakt. Een dierbaar familielid kreeg deze rol in haar boek. Als u mij vraagt wie ik in haar boek ben, dan moet ik u het antwoord schuldig blijven. Ik kan het u niet vertellen, want ze heeft mij nog nooit één letter laten lezen van dit omvangrijke project. Ik weet alleen de dingen die ze me heeft verteld. Ik dring er bij haar ook niet op aan mij het te laten lezen, want ik ben haar moeder en ik weet dat een schrijver zijn werk pas aan familie en vrienden laat lezen als het helemaal klaar is. Je wilt als schrijver toch niet dat je familie zich gaat bemoeien met de inhoud van je roman? Haar manier van werken met haar personages is een heel gedoe. Nauwkeurig houdt ze lijsten bij van welke persoon in haar boek een personage is. Karlien is zeer serieus en alles moet natuurlijk wel kloppen. Het tweede punt dat haar overschrijfproject tot iets unieks maakt bestaat eruit dat ze niet schroomt de verhaallijn naar haar hand te zetten. Alles kan worden toegevoegd, weggela-
86 Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 52 (2013) 86-87
LEES-V- AARDIG ten of veranderd. Het dagelijkse leven om haar heen wordt op een vanzelfsprekende manier in het Harry Potterverhaal verweven. Ik weet dit omdat haar begeleider mij dit heeft verteld. Hij is een van haar meelezers en komt op deze manier veel te weten van de wijze waarop Karlien de dagelijkse gebeurtenissen ervaart. Maar zodra haar eigen inbreng een ‘einde verhaal punt’ nadert, pakt ze Harry Potter er weer bij en begint ze opnieuw woord na woord over te typen tot de volgende aanval van veranderen, weglaten of aanvullen van de oorspronkelijke tekst zich aan haar opdringt. Eigenlijk is het een heel originele manier om een dagboek bij te houden! En op dagboeken moet je zuinig zijn. Die moet je goed bewaren. Dat deed ze ook, totdat… Ja, totdat de redactie verhuisde naar een andere locatie. Bij die verhuizing is de memorystick zoekgeraakt waarop deel 1 stond: Harry Potter en de steen der wijzen. Elke schrijver weet hoe rampzalig zoiets is, want een tekst die eenmaal op papier staat en zoekraakt krijg je nooit meer zo mooi verwoord als eerst. Gelukkig is ze niet bij de pakken gaan neerzitten. Doodleuk is ze doorgegaan met waar ze was gebleven. En, zegt ze, als alles klaar is dan doe ik deel 1 nog wel een keer en dan deel 2 en zo verder, want het is leuk om te doen. Kijk, dat is nu typisch Karlien: dingen die ze leuk vindt kan ze eindeloos herhalen. Ze bekijkt de wereld echt anders dan u en ik. Laat ik daar nog een voorbeeld van geven. Een voorbeeld waarin duidelijk wordt hoe ons denken door competitie wordt beheerst en het hare totaal niet. Toen ze zestien was mocht ze meedoen met de jaarlijkse danswedstrijden ‘stijldansen voor mensen met een beperking’. Ze was jong en zag er prachtig uit met haar lange rok en hakjes. Voor het eerst van haar leven deed ze mee aan een echte wedstrijd. In de groep beginners won ze ook meteen de eerste prijs. Opgetogen kwam ze thuis met een grote beker: Mam, pap, ik heb de eerste prijs gewonnen en volgend jaar, volgend jaar mag ik weer meedoen en dan ga ik de tweede prijs winnen en daarna de derde! Kijk, dat is óók Karlien. Het feit dát je een prijs krijgt is voor haar belangrijker dan welke prijs je wint. Met cijfers heeft ze niet zoveel, maar met taal wel. Of haar schrijfproject ooit een echt boek gaat worden weet ik niet. Maar als dat gebeurt dan zal de tekst op de colofonpagina waarschijnlijk net zo verrassend zijn als haar opmerking na het winnen van haar eerste prijs. Het zou mij niet verbazen als op de flaptekst dan zou staan: ‘Alle personages in dit boek bestaan in werkelijkheid ook echt. De personen Ik heb de eerste prijs gewonnen uit de boeken van Harry Potter zijn echter allemaal bedacht’. En ik zou daar dan als ik de uitgever was, aan toevoegen: ‘Elke vergelijik heb de eerste prijs gewonnen king met een niet reëel bestaand personage berust op toeval binnen het normale leven’.
en
volgend
jaar
win
ik
REACTIES? MAIL VIA
[email protected]
87
de
tweede
Lees-v-aardig TRIJNTJE DE WIT-GOSKER GERARDS JUBILEUM OVER DE GEVOLGEN VOOR HET GEZIN ALS EEN GEZINSLID LEERT LEZEN
Gerard jubileerde. Bloemen en toespraken warmden zijn hart en fristen zijn geheugen op. Hoe hij vijfentwintig jaar geleden als jonge man toetrad tot de dagbesteding: de alternatieve arbeidsmarkt waarbinnen mensen als hij hun talenten verder kunnen ontwikkelen en hun weg kunnen vinden naar de relevantie van hun werk voor de maatschappij. Ze krijgen een uitkering en willen daar iets voor terugdoen. Dit is hun manier om zelfrespect op te bouwen.
Er wordt speelgoed gemaakt en koffie rondgebracht. Er worden fietsen gerepareerd en brieven gevouwen. Kranten en folders moeten gebundeld, interne post moet bezorgd. Het is een wereld op zich. Een wereld die in wezen nauwelijks afwijkt van die andere wereld, die we maatschappij noemen. De wereld van Gerard leert ons onze arbeidsethos te relativeren. Beide werelden zijn erop gericht onszelf en elkaar aan de gang te houden. Een voorbeeld van hoe wij onze maatschappij inrichten: De boer melkt de koe, de melk gaat via de fabriek en de winkel naar de consument. De consument betaalt de winkel, de fabriek de boer. De boer koopt een fiets of een vakantie of nog een koe. Zo simpel zit de maatschappij in wezen in elkaar. Kringloopcirkels maken was mijn favoriete bezigheid toen ik nog lesgaf aan de VSOgroep waarvan toen ook Gerard deel uitmaakte. We bedachten samen de kringloop van het koffiekopje: in de kast, uit de kast, gevuld op het dienblad naar de tafel, leeg op het dienblad naar de afwasmachine, en terug in de kast! De leerkracht die zijn leerlingen in kringloopcirkels kan leren denken geeft ze daarmee iets wezenlijks mee voor het leven, want de dagelijkse weg van het koffiekopje kun je als principe overal op toepassen. De OESO vergelijkt de kennis van de leerlingen uit de verschillende landen. Cito bedenkt op grond daarvan toetsvragen voor de Nederlandse leerlingen. De hiaten in kennis worden zichtbaar. Methodemakers gaan aan het werk. Leraren volgen een cursus onderwijsvernieuwing. Leerlingen scoren op de bewuste punten straks hoger op de OESOschaal. De OESOmedewerkers passen de schaal aan. De cirkel is rond. De kringloop van het arbeidzaam leven van Gerard komt in de laatste fase. Vandaag is een ijkmoment: zijn zilveren jubileum. De begeleiders kijken met hem terug en bejubelen zijn prestaties. Hoe hij als journalist van de Frion Nieuwskrant zonder schroom en toch heel beleefd mensen kan interviewen. Hoe hij dan vragen durft te stellen die niemand anders stellen zou: ‘Burgemeester, houdt u van de zwervers in onze stad?’ en ‘Waarom mogen wij ze geen geld geven?’. Gerard stelt moeilijke vragen en hij houdt ook vol totdat hij een antwoord heeft gekregen dat hij op kan schrijven. Ja, Gerard is een ge-
132 Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 52 (2013) 132-133
LEES-V- AARDIG waardeerd medewerker binnen de Frion Nieuwsgroep, de redactie die verantwoordelijk is voor het kwartaalblad voor en door cliënten van de grote zorginstelling waar hijzelf ‘cliënt’ is. Hij woon én werkt bij Frion. Iedereen kent hem. De laatste tijd doet hij wat kalmer aan. Zijn haar wordt grijs en zijn denken trager. Hij mag het op de nieuwsgroep nu dan ook wat kalmer aan doen. Wat vaker een dagje vrij nemen. Daar maakt hij gretig gebruik van. Vooral als er een familielid jarig is. Hij slaat geen feestje over. En vandaag staat hij zelf in het middelpunt van de belangstelling. De fotograaf van de Nieuwsgroep legt alles vast voor een artikel in de volgende krant. Een andere collega maakt videobeelden zodat Gerard het feest later nog eens kan beleven. Na het applaus, de bloemen, een certificaat en veel cadeaus is er koffie met gebak aan lange tafels. In de zaal zijn alle broers en zussen aanwezig. Bij toeval kom ik aan hun tafel terecht. ‘Wie bent u?’, vragen ze aan mij. Ik vertel dat ik de juf van Gerard was die hem 30 jaar geleden heeft leren lezen toen hij op het VSO-ZML zat waar ik mijn eerste leesonderzoek deed. Hij was toen een van de leerlingen die op vijftienjarige leeftijd zijn eerste leesles kreeg. Na een half jaar kon hij spellend drieklankwoorden lezen en na twee jaar las hij vloeiend alles waar hij belangstelling voor had. De broers en zussen van Gerard begonnen te lachen en keken elkaar veelbetekenend aan. ‘Dus dat was u’, zei de broer die tegenover mij zat. ‘U weet niet wat u toen heeft aangericht in ons gezin. Het was een totale omwenteling in onze manier van omgaan met Gerard. Wij konden hem tot die tijd altijd om de tuin leiden wat betreft het televisiekijken. Maar toen hij leerde lezen en zelf in de gids kon opzoeken wanneer een bepaald programma te zien was, konden we hem niet meer manipuleren. We waren daar toen helemaal niet blij mee’. Er worden herinneringen opgehaald. Gerard zit er stralend bij. ‘Wel bijzonder dat u nu op zijn jubileum komt, na al die jaren’, zegt een zus. Ik glimlach en kijk naar mijn dochter die een tafel verderop zit. Ik kon toen ook niet bedenken dat deze leerling later de collega zou worden van mijn dochter. Zij was 2 jaar oud toen Gerard leerde lezen. Nu nemen ze allebei interviews af en schrijven stukjes voor hun eigen krant. Gerard begint een bedaarde senior te De kringloop van het kopje - www.pictoschrijver.nl worden. Karlien bruist nog van energie. Zij was het die mij vertelde dat Gerard vande kringloop van het kopje daag 25 jaar in dienst was. En omdat ik zelf nu in de leeftijd ben kast open pakken gieten dienblad brengen tafel drinken van wat kalmer aan doen, dacht ik: ‘Kom ik ga Gerard feliciteren, want daarmee maak ik dienblad brengen afwasmachine uitpakken opruimen dicht kast de kringloop van mijn eigen loopbaan rond’. REACTIES? MAIL VIA
[email protected]
133
Lees-v-aardig TRIJNTJE DE WIT-GOSKER LENTEKRIEBELS OVER HET LESGEVEN IN HETEROGENE GROEPEN
Een onderwijsleergroep met leerlingen die allemaal hetzelfde leesniveau en leertempo hebben bestaat niet. Differentiatie in leerstof en tempo is bij groepsonderwijs iets waar we niet omheen kunnen. De differentiatie doorvoeren tot individuele leeslessen is evenmin aan te bevelen. Niet alleen vanwege het gebrek aan menskracht, maar ook vanwege het kind dat dan te weinig kans krijgt om in aanraking te komen met dingen die hij nog niet snapt of beheerst, maar al wel om zich heen ziet gebeuren. De zone van de naaste ontwikkeling, zoals Vygotsky beschreef, moet ook gevoed worden.
Een goed gedoseerde leerstofdifferentiatie is een must waarbij het belevingsaspect niet uit het oog verloren mag worden. De gezamenlijke beleving van de groep is immers bepalend voor de sfeer waarin geleerd wordt. Het geeft de mogelijkheid om gevoelens met elkaar te delen en tegelijkertijd de leerstof die daarbij aan de orde komt te verwerken op het eigen leerniveau en in eigen tempo. Al deze aspecten komen aan de orde als de leerkracht zelf een verhaal (de beleving) kan omzetten in teksten op verschillend leesniveau. Een leerkracht van een school in België maakte met de pictoschrijver bij een van de boekjes van Marnix Mol het verhaal Lentekriebels. Haar bijdrage wordt nu geheel in pictotaal afgebeeld. De tekst is eenvoudig aan te passen voor andere leesniveaus door met de pictoschrijver bijvoorbeeld de tweeklankwoorden of de werkwoorden met lettertekst weer te geven zodat die leerling met dyslexie net dát leesmotiverende duwtje krijgt dat hij op dit moment nodig heeft. Zelf proberen? Kijk op www.pictoschrijver.nl> demo> open> voorbeeldverhalen> seizoenen> lente> Marnix mol zoekt de lente 4. Marnix mol heeft lentekriebels 10 (BSO Wilgenduin) Marnix mol heeft lentekriebels 10 (BSO Wilgenduin)
Marnix mol heeft lentekriebels 10 (BSO Wilgenduin)
marnix marnix
de de
marnix marnix
voelt voelt
lente lente
de de
is is
kruipt kruipt
lente lente
overal overal
uit uit
de de
grond grond
180 Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 52 (2013) 180-181
de de de de
lente lente lente lente
is is is is
overal overal overal overal
de
lente
is
overal
LEES-V- AARDIG
marnix marnix marnix marnix marnix
kruipt kruipt kruipt kruipt kruipt
uit uit uit uit uit
de de de de de
grond grond grond grond grond
marnix
kruipt
uit
de
grond
de de de de de
grond grond grond grond grond
is is is is is
zacht zacht zacht zacht zacht
de
grond
is
zacht
marnix marnix marnix marnix marnix
loopt loopt loopt loopt loopt
door door door door door
het het het het het
gras gras gras gras gras
marnix
loopt
door
het
gras
marnix marnix marnix marnix marnix
ziet ziet ziet ziet ziet
grote grote grote grote grote
roze roze roze roze roze
voeten voeten voeten voeten voeten
marnix
ziet
grote
roze
voeten
marnix marnix marnix marnix marnix
gaat gaat gaat gaat gaat
op op op op op
het het het het het
gras gras gras gras gras
zitten zitten zitten zitten zitten
marnix
gaat
op
het
gras
zitten
Marnix mol heeft lentekriebels 10 (BSO Wilgenduin) Marnix mol heeft lentekriebels 10 (BSO Wilgenduin) Marnix mol heeft lentekriebels 10 (BSO Wilgenduin)
de de de de de
grote grote grote grote grote
roze roze roze roze roze
voeten voeten voeten voeten voeten
blijven blijven blijven blijven blijven
naast naast naast naast naast
marnix marnix marnix marnix marnix
staan staan staan staan staan
de
grote
roze
voeten
blijven
naast
marnix
staan
van van van
www.pictoschrijver.nl - Picto Semi Schrift - Trijntje de Wit - www.lezenmoetjedoen.nl wiewww.pictoschrijver.nl - Picto Semi Schrift - Trijntje de Wit - www.lezenmoetjedoen.nl zijn deze voeten wiewww.pictoschrijver.nl - Picto Semi Schrift - Trijntje de Wit - www.lezenmoetjedoen.nl zijn deze voeten wiewww.pictoschrijver.nl - Picto Semi Schrift - Trijntje de Wit - www.lezenmoetjedoen.nl zijn deze voeten www.pictoschrijver.nl - Picto Semi Schrift - Trijntje de Wit - www.lezenmoetjedoen.nl www.pictoschrijver.nl - Picto Semi Schrift - Trijntje de Wit - www.lezenmoetjedoen.nl
marnix marnix marnix
daar daar daar
kijkt kijkt kijkt
staat staat staat
een een een
omhoog omhoog omhoog
grote grote grote
olifant olifant olifant
REACTIES? MAIL VIA
[email protected]
181
Lees-v-aardig TRIJNTJE DE WIT-GOSKER MAC MMM OVER DE M
Van alle letters die kinderen moeten leren is de m de letter die het meest tot de verbeelding spreekt. Dat komt omdat de klank meteen gekoppeld kan worden aan de gedachte aan lekker eten. Als iets erg lekker is, dan zeggen we: m. De bedenker van het logo van restaurantketen McDonald’s heeft hier bewust of onbewust handig op ingespeeld. De kracht en tevens de didactische waarde van dit logo is dat de letter altijd hoog op een paal staat en dat het van beide kanten (voor- én achterkant) goed leesbaar is: de beide poortjes vormen samen onmiskenbaar de letter m. Geen twijfel mogelijk. Niemand komt op het idee deze letter als E of W te benoemen: omkeringen die in de fase van het aanvankelijk leesonderwijs nog wel eens voorkomen bij de m. Maar niet iedereen past de didactische principes van het op de juiste wijze tonen van de letters zo perfect aan als McDonald’s.
Neem nu Sesamstraat. Dit is hét tv-programma waar kinderen in de leeftijd van het leren lezen dagelijks naar kijken. Gisteren zag ik een aflevering waarin het onder andere ging om de letter m. Er zat een vrouw met een boek op schoot. Vier kleuters stonden om haar heen. Het boek lag open bij een pagina met allemaal lekkere dingen en een grote letter m. Er werd een relatie gelegd tussen lekker eten en wat je dan zegt: m. De letter was een hoofdletter en de vrouw zei dan ook EM. De kinderen die links en rechts van het boek stonden maakten het gebaar van ‘lekker’ terwijl ze keken naar de (vanuit hun positie) gekantelde M. Het televisiebeeld toonde ons als kijkers het open boek met de letter m op de kop: als een w dus. De voorlezende vrouw was de enige die de letter in de juiste positie waarnam. Dit soort Sesamstraatbeelden komt regelmatig voor. Niet zo muggenziften, zeg ik tegen mezelf als ik iets dergelijks zie op televisie. Maar tegelijkertijd denk ik dan toch aan al die foam- en legoletters en vele letterdobbelstenen waardoor de kinderen dagelijks geconfronteerd worden met letters die alle kanten op staan. Geen wonder dat de Nederlandse kinderen in de OESO-rapporten zo slecht op lezen scoren. Hoe zou dat in Finland zijn? Daar leren de kinderen sneller en beter lezen dan bij ons. Ja, ik geef toe, de Finse taal is wel meer klankzuiver en daardoor gemakkelijker te leren lezen dan de onze. Maar de leesproblemen van de Nederlandse kinderen openbaren
248 Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 52 (2013) 248-249
LEES-V-AARDIG zich al in de periode dat ze nog met klankzuivere woorden bezig zijn. Dat geeft dus te denken! Vóór en tijdens deze periode zouden we dus juist moeten verbieden dat kinderen met letters spelen alsof het blokken zijn die je van alle kanten kunt bekijken. We zouden moeten proberen te voorkomen dat letters van de zijkant of ondersteboven bekeken worden. En dus zie ik in mijn dromen alleen nog Sesamstraatuitzendingen waarin de letters voor de kijkertjes in de goede positie staan. Dat kan eenvoudig door de camera achter de lezende vrouw te plaatsen, dus alsof de kijkende kleuters over de schouder mee kijken in het boek. En hoe moet dat dan met de kindertjes die links en rechts van het boek staan? Ja, dat is een goede vraag. Die moeten we maar eens aan de Sesamstraatmakers voorleggen. Dat de vrouw de letter met de hoofdletternaam benoemde is begrijpelijk, want het betrof in dit geval ook de hoofdletter M. Op zich dus correct, maar of het didactisch gezien handig is dit te doen in de periode van het aanvankelijke leesproces, is een discussie die ik ook wel graag eens op tafel zou willen leggen. De letter m geeft afgezien van het gevaar van omkering zoals hierboven beschreven, nauwelijks problemen. Deze letter staat altijd duidelijk op zichzelf en bevindt zich nooit in een lastige klankgroep zoals de n (ng, nk) of de w (uw). De letter is makkelijk aan te leren met het klankgebaar van Borel Maisonny, waarbij met 3 vingers (de poten van de m) de mond wordt afgesloten zodat je geen ander geluid kunt produceren dan de m. Dit is zo duidelijk dat het eigenlijk niet mis kan gaan. Maar is dit ook zo? Je moet de vingers wel eerst symbolisch in iets lekkers dopen om deze letter vanuit het gebaar in de juiste positie te kunnen zien. Dus is de methodiek van de klankgebaren dan ook aan verbetering toe? Al met al kom ik tot de conclusie dat we McDonald’s dankbaar moeten zijn voor zijn veilige onomkeerbare m op die hoge paal. Daar kunnen we wat mee! Er zijn talloze woorden die met een m beginnen, dus het is makkelijk om groepen te maken van woorden die met een m beginnen (maan, mes, map) of eindigen (raam, riem, duim). Speelse leesstof voor groep 2 en begin groep 3. Een heerlijke startletter dus om toe te passen in eenvoudige pictozinnen waarmee kleuters het schrift ontdekken en daarbij meteen het letterschrift integreren. Dat kan op verschillende niveaus, van pictotekst met alleen de letter m tot drieklankwoorden waarin de letter m voorkomt.
REACTIES? MAIL VIA
[email protected]
249
Lees-v-aardig TRIJNTJE DE WIT-GOSKER DE INVALJUF OVER FOUTE INSTRUCTIES IN METHODES
Je kent haar vast wel: de super invaljuf. Ze is spontaan, lacht graag en windt zowel de kinderen als de collega’s om haar vinger. Overal waar ze binnenvalt wordt ze blij begroet. Niet alleen omdat ze weer de redder in nood is die op de drukste en gekste momenten kan worden ingeschakeld in alle klassen van de school. Maar ook vanwege haar altijd goede humeur en frisse ideeën. De directeuren van haar invalscholen weten haar te vinden voor de kleine klussen. Een griep, een korte ziekenhuisopname, een trouwerij of begrafenis? Fleur is beschikbaar. Behalve als ze er even een half jaartje tussenuit wil voor een ervaring elders in de wereld. Dan gaat ze goed doen in een rampgebied om daarna weer met frisse verhalen haar twaalf Nederlandse scholen te bedienen.
Ze hoeft nooit te worden ingewerkt. Liever niet zelfs. Ze wordt kriegelig als er een map op het bureau ligt waarin staat wat ze moet doen. Ze bladert er even in, klapt de map dan dicht en zegt: ‘kinderen, vandaag loopt het een beetje anders. Die toets komt later wel. Ik moet jullie eerst iets vertellen. Iets belangrijks.’ En dan begint het hangen aan haar lippen. Wie verre reizen doet… Van kleuters tot schoolverlaters, allemaal raken ze door haar gefascineerd. Haar stem is helder, haar ogen stralen en haar mimiek is als die van een actrice. Zelfs als ze boosheid veinst weet je als kind dat haar hart vol vreugde is. Het moet wel erg hard regenen als je bij juf Fleur een hele dag in het lokaal verblijft. Altijd heeft ze wel een reden waarom de klas even naar buiten moet om paardenbloemen te gaan bestuderen, om de tafel van drie op het plein te gaan dansen of de gevel van de school in perspectief te tekenen. Fleur is levenskunst van de bovenste plank. En ongetrouwd. Ja, vaak gaat dat samen. Fleur is getrouwd met de mensheid. En ze is trouw aan zichzelf, dat vooral. Af en toe, als de hormonen opspelen, mist ze het moederschap. Maar dat is altijd tijdelijk. Dat gaat ook weer voorbij. Met mannen heeft ze een luchtige en collegiale omgang. Vriendinnen te over en soms een vriend met wie ze een tijdje oploopt en leuke dingen doet. Niet voor vast. Dat zou haar benauwen. Dat zou haar trouw aan zichzelf in de weg gaan staan. Ze is beroepsinvaller. En de scholen moeten haar nemen zoals ze is. Dat gaat bijna altijd goed. Ze heeft voldoende lessen in haar hoofd om alle groepen te kunnen bedienen. Ze kan goed uitleggen en gaat bij het geven van instructie naast het kind staan. Kijkt met het kind mee in het boek om te ontdekken waar dit kind hulp nodig heeft. En dán kan ze zich soms vreselijk storen aan de leermethodes waaruit de kinderen moeten werken.
318 Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 52 (2013) 318-319
LEES-V-AARDIG Als je Fleur boos wilt zien, dan zijn dit haar momenten: Een spellingsmethode waar bovenaan de pagina staat: Als je u hoort moet je e schrijven. (‘Wat een onzin!’, roept Fleur dan spontaan en ze stapt voor de klas en legt uit waarom ze dit een verkeerde aanwijzing vindt.) Een leesmethode met onzinwoorden als siv en soor waardoor kinderen in de war worden gebracht (‘Arme kinderen!’, roept ze dan en ze stapt voor de klas en ze zegt: ‘de schrijver van dit boek is heel dom geweest. Hij heeft woorden opgeschreven die niet bestaan. Jullie mogen deze bladzij overslaan!’) Een invuloefening waarbij kinderen de eerste letter of de middelste letter van een woord moeten invullen. (‘Moeilijk, he?’, zegt ze dan tegen het kind. ‘Dit is ook zo’n rare les, die mag je van mij overslaan. Want als je een woord gaat lezen, dan staan alle letters er toch al? En als je een woord wilt schrijven, dan begin je toch gewoon bij het begin?’) Fleur is de leerkracht die boven de methodes staat. Ze volgt het kind en de kinderlijke logica. Ze maakt de leerstappen net zo helder als Theo Thijssen dat deed. Ze leert dat vooral tijdens de periodes waarin ze elders in de wereld is. Als ze bijvoorbeeld in de woestijn leesles geeft door met een stokje letters te tekenen in het zand. Kijk en luister kinderen: z o n. Zeg maar na en doe maar mee. Als ze niet zo super communicatief was zou ze ruzie krijgen met ieder team. Ze houdt zich immers niet aan de methode en toetsen afnemen wil ze ook al niet. Maar door haar manier van in het leven staan en haar zuivere wijze van lesgeven overheerst het respect dat haar collega’s voor haar hebben. En omdat ze nooit voor langere tijd aan een school verbonden is, escaleert het ook niet. Zou Fleur in vaste dienst zijn, dan had ze een probleem.
Fleur
Fleur
trekt
Fleur
laat
Fleur
fleurt
de
kinderen
het
wereld
zelf
leven
de
school
in
leren
op
REACTIES? MAIL VIA
[email protected]
319
Lees-v-aardig TRIJNTJE DE WIT-GOSKER EIGENNAMEN EN DE EIGEN NAAM OVER HET LEREN LEZEN EN SCHRIJVEN VAN DE EIGEN NAAM
‘Is er ook een picto van mijn naam?’, vroeg Sevin aan Karlien. Sevin had juist een verhaal geschreven voor de nieuwskrant en wilde dat afronden met haar naam. Net als Karlien heeft ze het syndroom van Down. Ze kunnen allebei lezen en schrijven. Ze zijn collega’s binnen het nieuwsgroep-project van de zorginstelling Frion in Zwolle. Karlien leert Sevin vandaag met de pictoschrijver te werken. Ze hebben veel lol samen. Aan het eind van het verhaal komt de vraag van Sevin: ‘Is er ook een picto van mijn naam?’ ‘Dan moet je bij je eigen naam kijken’, zegt Karlien.
Ik sta vlak achter de beide vrouwen om het proces te begeleiden een haal mijn wenkbrauw op. De eigen naam van Sevin? Die vind je niet in de pictoschrijver, weet ik. Maar nog voor ik mijn goede raad kan geven legt Karlien uit wat ze bedoelt. Je moet met de cursor op Thema’s klikken en dan zoeken naar Eigennamen. Grappig, dat nu pas de volle en letterlijke betekenis van het woord eigennamen tot mij doordringt… Sevin volgt de raad van Karlien op en vindt onder Eigennamen een groot aantal picto’s van personen met ondertitels als Aaf en Aat (uit de methode Lezen moet je dóén), Joop en Miep (uit het computerprogramma Kijken en Kiezen) Barney en Sally (uit The Transporters, een programma voor kinderen met ASS) aangevuld met andere namen zoals Indira (een Indiër), Inuk (een Eskimo), Jozef en Maria. ‘Kies er maar een waar je op lijkt’, zegt Karlien. Ze hebben weer veel pret. Sevin kiest uiteindelijk het picto Miep, sleept dat naar het schrijfveld en leert van Karlien hoe ze de ondertitel nu kan vervangen door Sevin. Eigennamen als woordsoort nemen een speciale plek in, zowel in de pictoschrijver als bij het aanvankelijk lezen. In de periode van voorbereidend en aanvankelijk lezen ben ik er voorstander van het leren lezen en schrijven van de eigen naam eerder te zien als een op zichzelf staande sociale vaardigheid, dan deze te gebruiken als onderdeel van of uitgangspunt voor het leren lezen. In de eerste plaats omdat veel kinderen een naam hebben die niet klankzuiver is: Chantal, Theerza, Ramin, Joël. In de tweede plaats vanwege de hoofdletter. Want moet je nu Aaf aanleren of aaf? Bij het aanvankelijk lezen kies ik voor aaf. Maar als er een kind in de klas zit met die naam, dan heeft dit kind wel een probleem. Het kind
384 Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 52 (2013) 384-385
LEES-V- AARDIG heeft immers de eigen naam al talloze keren als Aaf gezien en nagetekend, getypt of geschreven. Die hoofdletter is dan wel essentieel. Het leren lezen (en schrijven) van de eigen naam is dus bovenal een sociale vaardigheid die apart moet worden aangeleerd aan ieder kind afzonderlijk. Iedereen heeft immers zijn of haar specifieke ‘eigen naam’.
Hoi allemaal - Sevin
hoi
allemaal
Frion ik
mijn
werken
en
we
werk
bij
de
hobby's
met
samen
geven
ik
ben
de
groeten
zijn
de
nieuwsgroep
fotograferen
computer
de
elkaar
blij
van
van
Frionkrant
ook
met
foto's
pictoschrijven
inplakken
interviews
doen
maken
complimenten
mijn
werk
voor
de
krant
sevin
REACTIES? MAIL VIA
[email protected]
385
Lees-v-aardig Lees-v-aardig TRIJNTJE DE WIT-GOSKER
HET IS SEPTEMBER OVER DE LETTERS OP HET BLAD
Het is september. Kinderen rennen op het overvolle speelplein rond de boom, die dag en nacht over de tegels en de zandbak waakt. Hij ontfermt zich over het kind dat bang is voor de drukte, zoals de jongen die weggedoken in zijn capuchon met zijn rug tegen de stam, hoopt dat de bel snel zal gaan. Hij kijkt de jongen na die even later als laatste verdwijnt door de schooldeur. Een groepje moeders wisselt onder zijn kruin nog wat nieuwtjes uit. Het is september. Vakantieverhalen zijn al niet meer actueel. Het gaat nu over de aankoop van laarzen en over de bibliotheek die uit de wijk verdwijnt.
‘Sanne leest al’, zegt een moeder, ‘ze leest al hele zinnen en ze zit nog maar net in groep 3.’ ‘Dat is fijn’, zegt de moeder van Jop. ‘Onze Jop is zover nog niet. Hij heeft een hekel aan letters en boekjes. Speelt liever met blokken.’ ‘Moet je hem letterlego geven’, suggereert een derde moeder, ‘dan kan hij bouwen en leren tegelijk.’ ‘Nee joh, juist niet’, reageert de eerste moeder fel. ‘Dan gaat hij de letters omkeren en leert hij het nooit. Ik heb dat eens in een onderwijsblad gelezen en voor mij was dat een echte eye-opener. Dat komt omdat ik zelf zo vreselijk lang de letters heb omgekeerd. En achteraf heb ik pas begrepen wat de oorzaak daarvan was. Omdat ik zoveel moeite had met de letters moest ik als kind de letters gaan ‘voelen’ in zo’n tastbox. Daarna wist ik helemaal niet meer wat de voorkant of de achterkant van een letter was. Ik kan er nog boos over worden.’ ‘Laat hem toch lekker buiten spelen, dat lezen komt heus wel als hij eraan toe is’, mengt zich de eerste moeder weer in het gesprek. ‘Jop wordt in december pas 6, toch? Kom, ik ga boodschappen doen.’ En weg zijn de moeders. De boom houdt van de stilte die tot de pauze duurt. Hij laat zijn blad ritselen in de wind. Hij droomt dat ieder blad een letter is en dat straks, als zijn bladeren vallen, de kinderen terug zullen komen en ze zullen oppakken om er woorden mee te maken: poes en muis en kaas. ‘Steeltjes boven’, zal hij zeggen.
REACTIES? MAIL VIA
[email protected]
459 Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 52 (2013) 459
Lees-v-aardig Lees-v-aardig TRIJNTJE DE WIT-GOSKER
DE BOOM HUILT OVER HET VERSCHIL TUSSEN EEN OPBOUWMETHODIEK EN EEN GLOBAALMETHODE
De boom op het plein huilt. Wind en regen hebben al zijn mooi gekleurde bladeren afgenomen. Zijn kale takken steken hulpeloos zwart af tegen de blauwe lucht. De kinderen waren gekomen en ze hadden met hun laarzen tegen de bladeren geschopt, zodat ze opwoeien en dansten in de oktoberzon. Wat had hij daarvan genoten! Maar vanochtend was er, meteen nadat de kinderen de school waren binnengegaan, een grote bladblazer gekomen. De moeders waren toen net zo snel verdwenen als de vaders. De bladblazer had binnen een kwartier het hele plein schoongemaakt. En nu staat de boom midden op het plein eenzaam te huilen terwijl de kinderen in de lokalen gebogen over hun leesboeken mompelen: ‘de poes kijkt naar de muis’, ‘de muis eet kaas’.
Eigenlijk zou hij tevreden moeten zijn en zoals elke dag moeten genieten van de rust tot aan de pauze. Hoe kan hij het huilen stoppen? En waar komt het verdriet opeens zo heftig vandaan? Een bladblazer doet toch ook gewoon maar zijn werk. Moet je daar nu zo mistroostig van worden? ‘Bladblazers’, denkt de boom, ‘het zijn de lawaaierige versnellers van een mooi proces. Zoiets als hele woorden moeten lezen als je de letters nog niet kent.’
Herfstliedje prrr
als
de
hoe
wappert
als
de
wind
van
voren
mijn
vlag
van
achter
waait
f f f dan
wind
waait
prrr hoe
wappert
dan
mijn
vlag
REACTIES? MAIL VIA
[email protected]
525 Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 52 (2013) 525
Lees-v-aardig Lees-v-aardig TRIJNTJE DE WIT-GOSKER
ZE HEBBEN HEM GESNOEID OVER HET OMGAAN MET DE TYPISCHE KENMERKEN VAN EEN LETTER
Ze hebben hem gesnoeid. Met snelle zagen en veel kabaal hebben ze zijn kruin geknot. Zijn takken waren zo mooi op weg het hele plein te overdekken. Hij had ze zijn schaduw zo gegund, de kinderen en natuurlijk ook hun moeders.
Maar zijn kop was te uitdagend geweest. De grote jongens hadden zijn kruin doorwoeld nadat ze langs zijn stam en de laagste takken de weg naar boven hadden gevonden. Meester Koos had het als eerste gezien en hij had breed gelachen. De volgende dag had hij zelfs wat planken meegebracht zodat de jongens van groep 8 een boomhut konden bouwen. Meetlint, touw en een knopenkaart lagen al klaar. Maar toen was de directie gekomen. Alles moest terug de school in, het was te gevaarlijk. En nu was er een cirkelzaag gekomen. Meester Koos en de jongens hadden erbij gestaan. Ze hadden de takken verzameld. Daar gaan we wat mee doen, had meester Koos gezegd. Dus toch een boomhut. Maar nu in de hal van de school, binnen. Precies zoals de directie had bevolen. Meetlint, touw en knopenkaart werden weer tevoorschijn gehaald. ‘Dat kan ik niet lezen, hoor’, had Martijn geroepen, toen hij de kaart met zeemansknopen zag. ‘Dan wordt het tijd voor een leesles’, had meester Koos geantwoord: ‘kaartlezen, knoopkaartlezen. Ik laat jullie zien hoe je dat doet: Kijk, eerst volg ik met mijn ogen de lijn van de draad en dan zeg ik hardop wat ik zie.’ De jongens hangen aan zijn lippen. Een meester die echt instructie geeft, dat is gaaf!
REACTIES? MAIL VIA
[email protected]
593 Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 52 (2013) 593
Lees-v-aardig Lees-v-aardig TRIJNTJE DE WIT-GOSKER
HIJ HAD EEN KERSTBOOM WILLEN ZIJN OVER DE VIER TRUCJES BIJ HET LEREN LEZEN
Hij had een kerstboom willen zijn met duizend lichtjes en met een os en een ezel aan zijn zij. Ach, mocht hij eenmaal in zijn leven kerstboom zijn… Maar het was weer niet gelukt dit jaar. Net als al die andere dromen was ook deze droom een droom gebleven. ‘Zo gaat dat blijkbaar in het leven’, mijmerde de boom op het schoolplein. Als je jong bent is de wereld groot en hangt de lucht vol uitdaging. Nu hij oud is en geknot heeft hij slechts één ding nog te doen: standhouden!
En daar is hij goed in. Zijn wortels liggen diep in de aarde verankerd. Zijn bast is rimpelig en dik. Daar kom je niet zomaar doorheen. In de groeven spelen kevertjes en zitten zaden. De kinderen wrijven hun winterhandjes warm tegen zijn ruwe bast. Ze merken niet hoe hij ze koestert. Maar later, als ze groot zijn, zullen zij zich de boom op hun schoolplein herinneren. Ze zullen zich dan misschien gaan afvragen of het een eik of een beuk was. Of een plataan misschien? De jongen met de capuchon die altijd de nabijheid van de stam zocht als was het de broekspijp van zijn vader zal dan zelf ergens op een plein staan om zijn zoon op te wachten. Zal hij zijn zoon vertellen dat ook hij een moeilijke schooltijd heeft gehad? Niet gepest, maar wel altijd alleen, gewoon omdat hij niet lezen kon zoals de andere kinderen? Ja, hij zal zijn zoon vertellen van meester Koos die hem, hij zat al in groep 8, had gezien, echt gezien! En die hem toen apart had genomen en hem de vier trucjes van het leren lezen had bijgebracht. Eigenlijk heel eenvoudige dingen die hij tot dat moment gewoon nooit had gehoord, nooit had geweten: Truc 1: Een letter staat altijd rechtop, als een huis! Truc 2: Een letter heeft soms 2 tekens Truc 3: Elke letter heeft een eigen klank Truc 4: Klank + klank = woord Deze 4 regels waren het die voor hem de sleutel naar de taal waren geweest. ‘Lezen’, zei de vader tegen zijn zoon, ‘is gewoon volgen wat er staat’. De jongen knikt. Straks moet hij weer naar binnen en moet hij uit de leeskast spelletjes pakken. Moeilijke spelletjes, die hij vaak niet snapt.
illustratie uit Lezen wat je kunt, deel A REACTIES? MAIL VIA
[email protected]
627 Tijdschrift voor Orthopedagogiek, 52 (2013) 627