Leerweg op maat - Concept
Leerweg op maat I
Concept
Het project ‘Leerweg op maat’ maakt deel uit van het proeftuinproject ‘Voor een vlotte overgang van BaO naar SO’.
Met dit deelproject ‘Leerweg op maat’
streven
van
we
ernaar
leerachterstand
en
de
leerkansen
voldoende
leerlingen
leervermogen
binnen
met de
een eerste
structurele graad
te
optimaliseren.
1
Probleemstelling
Leerlingen die met een structurele leerachterstand in het eerste leerjaar van de eerste graad instromen, lopen meestal een bijkomende achterstand op en komen zo in een negatieve beweging terecht. We constateren dat de bestaande leerwegen in de eerste graad secundair onderwijs veelal ontoereikend zijn om deze jongeren maximale leerkansen te geven. Daardoor komen ze vaak tot een negatieve studiekeuze met als mogelijke gevolgen overzitten, schoolmoeheid, schooluitval en uiteindelijk ongekwalificeerde uitstroom. Individuele zorg en begeleiding volstaan veelal niet om deze leerlingen reële slaagkansen te geven. Een meer structurele aanpak is vereist.
2
Langetermijndoelstelling
Aan deze jongeren willen we extra leerkansen bieden door een aangepast leertraject voor hen uit te tekenen en een krachtige leeromgeving te scheppen. Zo krijgen ze de mogelijkheid om tijdens de twee leerjaren van de eerste graad de opgelopen leerachterstand weg te werken. Op het einde van het tweede leerjaar moeten ze over voldoende startkwalificaties beschikken om in de tweede graad een studieloopbaan aan te vatten die aansluit bij hun leervermogen en talenten. Daartoe willen we hen een leertraject op maat en een krachtige leeromgeving aanbieden.
1
Leerweg op maat - Concept
Bij dit project blijft de bestaande organisatiestructuur behouden. Wel wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid om binnen de proeftuin af te wijken van de bestaande regelgeving en kan het verlenen van het attest op het einde van het eerste leerjaar uitgesteld worden tot het einde van de eerste graad.
3
Specifieke doelen
Volgende doelstellingen staan voorop. •
De groep leerlingen met een structurele leerachterstand bij de instroom in de eerste graad zorgvuldig detecteren.
•
De leerachterstanden bij elke individuele leerling opsporen a.h.v. instapinstrumenten en andere beschikbare gegevens.
•
Voor deze leerlingen een leertraject op maat uittekenen, waardoor ze de mogelijkheid krijgen hun leerachterstand weg te werken.
•
Basispakketten voor deze leerlingen opstellen om hen te ondersteunen bij het verwerven van de vereiste basiscompetenties.
•
Binnen de organisatie voor deze leerlingen een optimale leeromgeving creëren.
•
Leerlingen met niet te remediëren leerachterstanden tijdig opsporen en deze leerlingen heroriënteren.
4
Een leerweg op maat uittekenen
Leerlingen die aan bepaalde criteria voldoen, komen in aanmerking voor een leertraject op maat. Deze leerlingen worden ondersteund in de klas en – indien mogelijk – ook buiten de klas om hun leerachterstand voor Nederlands én/of Frans én/of wiskunde weg te werken. Ze dienen voor deze vakken alleen de basisinhouden en basisvaardigheden te verwerven. Ze krijgen daartoe een basispakket aangereikt met extra inoefenmateriaal. Daarnaast krijgen ze voor de vakken aardrijkskunde, biologie en geschiedenis een basispakket te verwerken.
Door de leerstof voor hen te beperken tot de
basis krijgen ze meer ruimte binnen hun leertijd om hun achterstanden op het vlak van taal (Nederlands en Frans) en wiskunde weg te werken.
2
Leerweg op maat - Concept
5
Evalueren en verlenen van een attest
Bij toetsen wordt nagegaan in welke mate deze leerlingen vorderingen maken en bij de examens of ze het afgesproken basisniveau bereiken. Leerlingen die erin slagen de achterstanden tijdens het eerste leerjaar weg te werken, behalen op het einde van het eerste jaar een A-attest. Leerlingen die daar niet voldoende in slagen, krijgen pas een attest op het einde van de eerste graad.
Dank zij de
mogelijkheid om binnen de proeftuin af te wijken van de bestaande regelgeving kunnen ze doorstromen naar het tweede leerjaar op basis van een attest van regelmatige leerling. Ook in het tweede leerjaar krijgen ze meer ruime om leerachterstanden weg te werken voor taal en wiskunde.
3
Leerweg op maat – Leerlingen selecteren
II
Leerlingen selecteren
Het detecteren van leerlingen met een leerachterstand en met voldoende leervermogen om deze achterstand weg te werken, is geen eenvoudige opdracht. Daarom is het nodig om alle beschikbare gegevens over de individuele leerling bij de start van het schooljaar samen te leggen.
1
Selectiecriteria
Leerlingen worden geselecteerd op basis van één of meerdere van volgende criteria •
Nederlandse taalachterstand
•
Onaangepast cultureel referentiekader
•
Curriculumachterstand voor Nederlands - Frans - wiskunde
OPMERKINGEN -
Deze criteria zijn slechts van toepassing voor leerlingen die blijk geven over
voldoende
leervermogen
te
beschikken
om
de
opgelopen
leerachterstanden weg te werken. Het moet gaan om remedieerbare leerachterstanden. -
Tot
de
doelgroep
behoren
niet
de
leerlingen
met
leer-
of
ontwikkelingsstoornissen. Voor hen gelden de STICORDI-maatregelen. Als een leerling voldoet aan bovengenoemde criteria en bovendien een leer- of ontwikkelingsstoornis heeft, dan kan voor deze leerling wel een eigen leertraject uitgetekend worden.
2
Selectiecriteria concreet toegelicht
-
Nederlandse taalachterstand: omwille van anderstaligheid of omwille van sociale achtergrond, …. Bv. Leerling I. woont al 6 jaar in België. Hij volgde de OKAN in de lagere school en hij heeft in de lagere school laten zien dat hij begaafd is. Hij is ook heel communicatief en mondeling maakt hij een zeer goede indruk. Toch zal een eerste jaar niet vanzelf gaan. Hij schrijft immers nog steeds niet goed. Ook heeft hij nog altijd te weinig woordenschat om teksten vlot te begrijpen. Zonder extra maatregelen zal I. waarschijnlijk niet meer groeien in zijn basisvaardigheden en bijvoorbeeld steeds zelfs aan de eenvoudigste woorden fouten schrijven. 1
Leerweg op maat – Leerlingen selecteren
Bv. Leerling S. is opgegroeid in een kansarm gezin. Haar ouders hebben ook niet de gewoonte om veel uitleg te geven of veel te benoemen. Tijdens de lessen Nederlands scoort ze zeer zwak op tekstbegrip. Na een verfijnde test blijkt dat dit niet ligt aan een gebrek aan inzicht, maar veeleer aan een tekort aan woordenschat. Zonder extra maatregelen zal S. waarschijnlijk veranderen naar een richting die minder bij zijn talenten past.
-
Onaangepast cultureel referentiekader omwille van andere cultuur of omwille van sociale achtergrond, …. Bv. Leerling A. komt uit een sociaal achtergesteld gezin. Buiten de school is ze nog nooit naar een museum geweest. Ze gaat zelden wandelen in de natuur of op vakantie. Het ontbreekt haar aan handvatten om de leerstof van de lessen aan te hangen. Vooral bij vakken als geschiedenis, aardrijkskunde en biologie komt dat sterk aan bod. De vakken waar ze voor kan studeren, lukken behoorlijk. Ook wanneer puur inzichtelijk gewerkt wordt, kan ze tonen wat ze werkelijk waard is. Zonder extra maatregelen zal S. waarschijnlijk ooit van onderwijsvorm veranderen. Bv. Leerling M. komt uit China. Hij heeft een enorme schoolse achtergrond. Ook voor geschiedenis staat hij heel sterk. Hij beheerst vele eeuwen Chinese geschiedenis en een heel aantal schoolse vaardigheden die met geschiedenis gepaard gaan. De West-Europese geschiedenis is echter een zeer vaag begrip voor hem. Zonder extra maatregelen zal M. waarschijnlijk nooit een overzicht van en inzicht in onze West-Europese geschiedenis verwerven en op een bepaald punt helemaal afhaken voor dit vak.
-
Curriculumachterstand voor Nederlands - Frans - wiskunde omwille van andere schoolse achtergrond,
omwille van sociale achtergrond, of
omwille van ziekte. Leerling S. moet na een ziekenhuisverblijf van enkele maanden examens afleggen. In de ziekenhuisschool krijgt hij maximaal één uur les per dag. Het is voor hem onmogelijk om op die manier alle leerstof van wiskunde uit het handboek te verwerken. De wiskundeleerkracht heeft zijn leerkracht uit de ziekenhuisschool het basisleerplan doorgegeven. Zo krijgt hij haalbare doelstellingen vooropgesteld. Leerling S. heeft een jaar OKAN achter de rug. In de OKAN heeft ze ook een eerste kennismaking gekregen met Frans. Ze start echter in het tweede jaar. Zonder extra begeleiding kan ze de achterstand voor Frans ten opzichte van haar klasgenoten niet meer inhalen. De rest van haar resultaten zijn behoorlijk. Zonder extra maatregelen zal S. waarschijnlijk nooit haar achterstand voor Frans kunnen inlopen en ooit een B-attest krijgen. Leerling R. is een begaafde leerling. In de klas kan zij goed mee. Zij komt echter uit een structuurloos gezin en heeft een zware leerachterstand opgelopen. Zonder extra maatregelen zal H. waarschijnlijk ooit veranderen naar een richting die minder goed bij haar capaciteiten en interesses past.
2
Leerweg op maat – Leerlingen selecteren
3
Leerlingengegevens die richtinggevend kunnen zijn
Bij het begin van het schooljaar beschikt de school over een aantal gegevens van de leerlingen die in het eerste leerjaar instromen: •
de gegevens op de BaSO-fiche (OKAN-dossier)
•
de gegevens uit het gesprek met de ouders voor de start van het schooljaar
•
de resultaten van instapinstrumenten voor de vakken: Nederlands, Frans, wiskunde
•
3.1
klassikaal en individueel werk van de leerling tijdens de eerste weken
De BaSO-fiche (OKAN-dossier ) en/of het intakegesprek
Informatie uit de Baso-fiche (OKAN-dossier) kan heel verrijkend zijn. Tijdens het doornemen ervan dienen de criteria voor een flexibele leerweg in acht genomen te worden. Eventueel kan op basis daarvan een kleine voorselectie gemaakt worden. Uit de Baso-fiche blijkt dat de ouders van een leerling beide ongeschoold zijn. Het is belangrijk na te gaan in hoeverre deze socio-culturele situatie invloed heeft op het volgen van de lessen. Op de Baso-fiche merk je dat een leerling een ‘allochtone’ naam heeft. Het is goed om dan na te gaan hoelang de leerling in België is, wat de thuistaal is … Ook als een leerling al meerdere jaren in België woont, is dit een indicatie voor mogelijke taalachterstand.
3.2
Resultaten van instapinstrumenten voor de vakken Nederlands – Frans – wiskunde
Voor de vakken: Nederlands, Frans en wiskunde zijn binnen het proeftuinproject een
aantal
instapinstrumenten
voor
handen.
Deze
hebben
tot
doel
de
leerachterstanden vast te stellen en de resultaten zijn tevens een aanzet voor begeleiding.
3
Leerweg op maat – Leerlingen selecteren
•
De stapinstrumenten algemeen afnemen Dit
betekent
dat
deze
instrumenten
gebruikt
worden
als
screeningsinstrument. De leerlingen die erop uitvallen, moeten nauwer opgevolgd worden. Ook de beginsituatie en het niveau van een bepaalde klas kunnen zo in kaart gebracht worden. (zie bijlage 2: Brief aan ouders) Alle leerlingen van 1A leggen de test Nederlands af. De leerkracht weet meteen welke leerlingen zwak staan voor tekststrategieën. Ze zal hier klassikaal rond werken. Ze ziet ook meteen dat 1 leerling ondermaats presteert voor het woordenschatonderdeel. Ze probeert via de ‘Leerweg op maat’ tijd vrij te maken om hieraan te werken.
•
De instapinstrumenten eerder diagnostisch gebruiken De testen worden afgenomen van de leerlingen waar men een probleem vermoedt. Ze zijn dan vooral bedoeld als aanzet tot een gerichte begeleiding. Uit de BaSo-fiche blijkt dat een leerling in het vijfde leerjaar langdurig ziek was. Hij heeft een achterstand voor Frans en wiskunde. Hij legt beide instaptesten af. Uit deze testen blijkt voor welke onderdelen hij de doelstellingen wel gehaald heeft en voor welke onderdelen hij extra hulp nodig heeft.
3.3
Klassikaal en individueel werk tijdens de eerste weken
De leerlingen die in aanmerking komen voor een eigen leertraject vertonen meestal een onevenwichtig beeld. Enerzijds geven ze blijk van inzicht en voldoende leervermogen, anderzijds hebben ze een aantal onderdelen waarop ze duidelijk uitvallen. Om hun leerlingenprofiel scherp te stellen is het nodig om de bevindingen van de vakleraren als een belangrijk onderdeel te beschouwen. Een leerling scoort op wiskunde heel goed op onderdelen waar inzicht belangrijk is. Zelfs voor de extra onderdelen slaagt hij er soms in om aanzienlijke resultaten te behalen. Toch heeft hij in totaal een onvoldoende voor het vak. Hij heeft
namelijk
voor
sommige
leerstofonderdelen
waar
een
theoretische
achtergrond vanuit de basisschool voor nodig is onvoldoende voorkennis.
3.4
Leerlingenkenmerken in kaart brengen
De verzamelde gegevens bij de start van het schooljaar laten de klasleraar toe reeds een aantal leerlingenkenmerken aan te duiden. Als daarbij de ervaringen en de vaststellingen van de leraren over mogelijke leerachterstanden worden 4
Leerweg op maat – Leerlingen selecteren
gevoegd, dan beschikt de klassenraad begin oktober over een hele waaier aan gegevens. Het is belangrijk dat de klassenraad deze gegevens toetst aan bovengenoemde criteria om de leerlingen voor een Leerweg op maat aan te duiden. OPMERKING Voor de selectie van de leerlingen is het belangrijk alle gegevens naast elkaar te verzamelen. Alle informatievelden moeten naast elkaar afgewogen worden. Volgende leerlingenkenmerken kunnen richtinggevend zijn: •
Achterstand in leeftijd: 1 jaar – 2 jaar - meer jaren
•
6e leerjaar BaO overgeslagen
•
Geen getuigschrift BaO behaald
•
Uit Buitengewoon onderwijs
•
GOK-leerling •
moeder niet in het bezit van een diploma SO
•
tijd./permanent buiten eigen gezinsverband opgenomen
•
gezin leeft van een vervangingsinkomen
•
thuistaal is niet het Nederlands
•
de ouders behoren tot de trekkende bevolking
•
Socio-economisch moeilijke thuissituatie
•
Motivatieproblemen
•
OKAN-leerling (1 à 2 jaar na OKAN)
•
Allochtone afkomst
•
Leerachterstand voor Nederlands
•
Leerachterstand voor Frans
•
Leerachterstand voor wiskunde
•
Andere leerachterstanden
•
Gezondheidsproblemen
•
Langdurig afwezig geweest in BaO wegens ziekte
•
……………………………..
Zie bijlage pagina 8 en 9: een voorbeeld van leerlingenfiche
5
Leerweg op maat – Leerlingen selecteren
4
Leerlingen selecteren op de klassenraad in oktober
Voor de selectie van de leerlingen is het belangrijk alle gegevens naast elkaar te verzamelen. Alle informatievelden moeten naast elkaar afgewogen worden. Daarnaast is de leerling erbij gebaat dat er snel op het jaar een aantal maatregelen genomen worden of een alternatief parcours wordt voorgesteld. Soms kan de inhaalperiode zo tot het eerste trimester beperkt worden. Een leerling heeft omwille van een langdurig ziekenhuisverblijf een aantal leerstofonderdelen gemist. Door de instaptesten blijkt dat deze onderdelen vooral nodig zijn om in het tweede trimester te kunnen volgen. Het eerste trimester wordt nog gebruikt om de achterstanden weg te werken, zodat de leerling het tweede trimester meekan met de hele klas.
5
Leerlingen selecteren na de kerstexamens
Kwantitatieve en kwalitatieve analyse van de resultaten
•
Hoeveel tekorten zijn er? (kwantitatief) Zijn de tekorten over de hele lijn? Zijn de tekorten duidelijk terug te brengen op een aantal vakken?
•
Waaraan zijn de tekorten te wijten? (kwalitatief) Kunnen de tekorten terugslaan op een taalachterstand? De leerling heeft tekorten op Nederlands, Frans, geschiedenis. Biologie en godsdienst zijn ook zwak. De minder talige vakken zijn behoorlijk. De leerling getuigt ook van veel inzicht voor deze vakken.
Kunnen de tekorten te wijten zijn aan een ander referentiekader? Een leerling heeft zware onvoldoendes op godsdienst en geschiedenis. Haar referentiekader is te verschillend om ‘barmhartigheid’ en ‘middeleeuwen’ te vatten zonder algemene achtergrondinformatie. Een leerling scoort ondermaats op het hoofdstuk over reliëfonderdelen. Na navraag blijkt dat ze bijna nooit met haar ouders op pad gaat. Ze kent bij wijze van spreken de weg van thuis naar school en van thuis naar de stad. Heuvels, bergen, vlaktes,dalen zijn abstracte begrippen voor haar. Ze leert de definities van buiten.
6
Leerweg op maat – Leerlingen selecteren
Kunnen de tekorten voortkomen uit een curriculumachterstand? Een anderstalige leerling heeft een hoog opleidingsniveau. Voor de meeste vakken is hij goed mee. Frans blijft echter een structureel probleem. In tegenstelling tot zijn klasgenoten heeft hij nooit eerder kennis gemaakt met deze taal.
Kan de leerling thuis studeren? …
Zijn deze achterstanden remedieerbaar? Kan de school een structurele oplossing bieden? J. heeft een enorme achterstand voor Frans. Het is onmogelijk deze dit schooljaar in te halen in de klas. Er worden een aantal momenten gezocht om J. systematisch bij te werken. Ook wordt op de klassenraad afgesproken om de beoordeling voor Frans uit te stellen tot het tweede jaar. Op die manier wordt het remediëren van de achterstanden haalbaar.
6
Een begeleidingsplan opstellen voor de leerling
Het begeleidingsplan beschrijft wat op welke manier wordt bijgewerkt, wanneer en door wie. Ook moeten er evaluatiemomenten ingebouwd worden om te zien of de tussendoelstellingen bereikt zijn. Dit om tegen te gaan dat er onefficiënt en ongestructureerd wordt bijgewerkt.
Probeer de achterstanden zo verfijnd mogelijk te omschrijven. Het is belangrijk zo ver mogelijk op te splitsen in deelvaardigheden. R. heeft problemen met zijn gedachten op papier te zetten. Hij schrijft ronduit slecht en heeft dan ook altijd een tekort voor Nederlands. Om hieraan iets te veranderen is het belangrijk het ‘schrijven’ helemaal te ontrafelen. - Kent hij de basisspeling: het Nederlandse klanksysteem (maan-roos-vis) - Kent hij de belangrijkste spellingsregels? Welke wel? Welke niet? - Beheerst hij de grammatica? Welke regels wel? Welke regels niet?
Vertrekken vanuit een instaptest kan een duidelijker beeld geven. Uit een kwalitatieve analyse van een spontaan schrijfproduct blijkt dat de leerling om te beginnen nog fouten maakt tegen het noteren van de Nederlandse klanken. Dit kan niet in de klas bijgewerkt worden. Er wordt een moment gezocht waarop iemand met hem de klanken inoefent. Wanneer hij deze beheerst wordt begonnen aan de spellingregels. Tot hij hiervoor is bijgewerkt worden er geen punten afgetrokken voor fouten tegen de regels, enkel voor fouten tegen de klanken.
7
Leerweg op maat – Leerlingen selecteren
Bijlage 1
Leerlingenfiche 2007-2008 De leerlingenfiche wordt per leerling ingevuld a.h.v. de gegevens verzameld bij de start van het schooljaar (BaSO-fiche, gesprek met ouders) en wordt op de klassenraad verder aangevuld. De verzamelde gegevens op deze leerlingenfiche vormen de basis waarop leerlingen geselecteerd worden voor een leerweg op maat.
LEERLINGGEGEVENS Naam leerling:
Klas:
Keuzegedeelte/Basisoptie:
Klasleraar:
ALGEMENE LEERLINGENKENMERKEN □
Achterstand in leeftijd: 1 jaar – 2 jaar - meer jaren:
□
6e leerjaar BaO overgeslagen:
□
Geen getuigschrift BaO behaald:
□
Uit Buitengewoon onderwijs:
□
GOK-leerling □ moeder niet in het bezit van een diploma SO □
tijd./perman. buiten eigen gezinsverband opgenomen
□
gezin leeft van een vervangingsinkomen
□
thuistaal is niet het Nederlands
□ de ouders behoren tot de trekkende bevolking □ Socio-economisch moeilijke thuissituatie: □ OKAN-leerling (1 à 2 jaar na OKAN): □ Allochtone afkomst: □ Motivatieproblemen: □ Externe socio-emotionele begeleiding: □
Gezondheidsproblemen:
□
Langdurig afwezig geweest in BaO wegens ziekte: 8
Leerweg op maat – Leerlingen selecteren
REMEDIEERBARE LEERACHTERSTANDEN voor □
Nederlands:
□
Frans:
□
wiskunde:
□
andere leerachterstanden:
BESLISSING KLASSENRAAD
De klassenraad oordeelt (datum: ……………………....) dat de leerling in aanmerking komt voor een leerweg op maat voor
□
Nederlands
□
Frans
□
Wiskunde
Motivering:
De leerling krijgt basispakketten te verwerken voor volgende vakken:
□
Aardrijkskunde
□
Biologie
□
Geschiedenis
BEGELEIDINGSMOGELIJKHEDEN VOOR DEZE LEERLING □
Begeleid zelfstandig werken aan het basispakket in de klas
□
Ondersteuning tijdens de schooluren door
□
□
vakleraar
□
leraar inhaalles
□
student KHLeuven ‘Leerweg op maat’
□
……………...………
Ondersteuning na schooltijd door □
vakleraar
□
leraar inhaalles
□
leerling
□
buddy
□
student KHLeuven ‘Leerweg op maat’
□
…………….
Handtekening klasleraar
9
Leerweg op maat – Leerlingen selecteren
Bijlage 2 Leuven,
oktober 2007
Geachte ouders
Binnen de Scholengemeenschap Katholiek Secundair Onderwijs Leuven werken leraren samen aan een vlotte overgang voor de leerlingen van het zesde leerjaar basisonderwijs naar het eerste leerjaar secundair onderwijs.
De leraren willen bij de start van het
schooljaar mogelijke leerachterstanden bij leerlingen opsporen. De
schooloverstijgende
vakgroep
Nederlands/Frans/wiskunde*
heeft
daartoe
een
instapinstrument opgesteld. Met dit instrument testen ze bij leerlingen naar het niveau waarop de leerlingen de leerinhouden en de vaardigheden hebben verworven. Als via dit instrument bij een leerling leerachterstand voor een vak wordt vastgesteld dan zal de klassenraad een inhaalbeweging via extra ondersteuning of een leertraject op maat voor de leerling voorstellen en dat met de ouders bespreken.
Op basis van de ervaringen van de eerste lesweken menen we dat het zinvol is dat uw zoon/dochter .......................................................... (klas ….) deelneemt aan deze test voor het vak Nederlands/Frans/wiskunde*. De test wordt afgenomen op …………………………. om …………. uur in lokaal ….. . Hij/zij mag de school verlaten zodra de test afgelegd is. Vermoedelijk zal de testafname een uur in beslag nemen. Deze test heeft een louter informatieve waarde en wordt op geen enkele manier verwerkt in de resultaten van dit schooljaar. Zou u zo vriendelijk willen zijn onderstaand strookje zo snel mogelijk getekend mee te geven aan uw zoon/dochter? Vriendelijke groeten
Vakleraar …..
Directeur ……
-----------------------------------------------------------------------------------------------------Ik, vader/moeder/voogd van ................................................................. uit klas ......... heb kennis genomen van het feit dat mijn zoon/dochter op ……………… 2007 de test basiskennis voor het vak Nederlands/Frans/wiskunde zal afleggen. Handtekening *Schrappen wat niet past
10
Leerweg op maat – Een geleidelijk proces
III 1
Een geleidelijk proces Het concept verfijnen
Bij de start van het proeftuinproject stond het deelproject ‘Leerweg op maat’ nog in de kinderschoenen. Een werkgroep directies heeft het concept uitgetekend en de modaliteiten voor het aanbieden van een flexibele leerweg nader vastgelegd. Schooloverstijgende vakgroepen hebben getracht dit concept te concretiseren voor hun vak.
2
Voorbereidend werk in de vakwerkgroepen
De vakwerkgroepen, onder de leiding van de diocesane vakbegeleiders, kregen de opdracht om voor hun vak instapinstrumenten te ontwikkelen om de leerachterstand te detecteren. Ze hebben gewerkt aan het ontstoffen van het leerplan voor hun vak. Om leerlingen voldoende ruimte en tijd te geven om hun achterstand voor bepaalde vakken in te lopen, is het immers nodig om de basisinhoud en -vaardigheden voor de vakken Nederlands, Frans, wiskunde, aardrijkskunde, geschiedenis en biologie af te bakenen. De vakgroepen stellen basispakketten samen voor de leerlingen. Ook materiaal voor (re)mediëren wordt samengebracht. Per vak worden formulieren ontwikkeld die het invullen van individuele begeleidingsplannen door leraren zal vergemakkelijken. Tenslotte zullen evaluatiecriteria worden afgesproken.
1
Leerweg op maat – Hoe leerlingen begeleiden bij een Leerweg op maat?
IV Hoe leerlingen begeleiden bij een Leerweg op maat? 1
Werken met basispakketten
In de vakgroepen wordt voor de verschillende vakken gewerkt aan een basispakket voor de leerlingen met leerachterstand. In deze basispakketten worden de leerinhouden op een laagdrempelige en toegankelijke manier aangebracht en materiaal aangereikt om basisvaardigheden in te oefenen. Het doel van de basispakketten is de leerlingen ondersteunen bij het wegwerken van opgelopen leerachterstand. Met dit basispakket streven we ernaar de leerlingen te motiveren tot het verwerken van – voor hen – moeilijke leerinhouden. We streven er ook naar om de kans op succeservaringen voor hen merkelijk te verhogen. Als de leraar ingrijpt vooraleer de jongere faalt, spaart dat tijd en energie en komt de leerling niet in een negatieve spiraal terecht. Leervordering en het verwerven van basisinhouden en –vaardigheden staan hierbij centraal.
Bovendien zijn de basispakketten ontwikkeld op basis van de leerplannen. Als een leerling het basispakket verwerkt heeft, beheerst hij de eindtermen. Het geeft de leerling voldoende bagage om het vervolg van zijn schoolcarrière met succes te doorlopen.
Het gebruik van de basispakketten mag niet resulteren in een verhoging van de taakbelasting voor de leerling, maar ook niet voor de leraar. Daarom is ernaar gestreefd om de basispakketten overzichtelijk en gestructureerd te maken. Het materiaal is niet ontwikkeld door onderwijsspecialisten maar door vakleraren. Hun ervaring staat garant voor een gebruiksvriendelijke aanpak en een realistische visie. Dit levert een schat aan materiaal op dat verrijkend is voor de lespraktijk van alle leraren. Bovendien wordt er per pakket een vakspecifieke handleiding ontwikkeld die terug te vinden is in de vakmap.
Het basispakket is geen keurslijf dat aan de leraren een opgelegde cursus of evaluatiemethode wil opdringen. Het pakket maakt het voor een team
1
Leerweg op maat – Hoe leerlingen begeleiden bij een Leerweg op maat?
gemakkelijker om op een flexibele en creatieve manier een leerweg op maat te creëren. Laat het een bouwdoos zijn. Elk team van leraren kan beslissen welke pakketten voor de individuele leerling het meest geschikt zijn. Elke vakleraar kan op zijn beurt uit het materiaal van een bepaald pakket een selectie maken op maat van de leerling.
Ook zal elke school voor zichzelf moeten afwegen op welke manier ze tijd en energie kan vrijmaken om leerlingen te ondersteunen bij de verwerking van de basispakketten. Ze zijn zo ontworpen dat ze kunnen aangewend worden als basistekst voor het lesgebeuren, als zelfstudiepakket of als remediërend materiaal.
Maar het blijft de verantwoordelijkheid van iedere klassenraad en
school om binnen de eigen complexe organisatie tot creatieve oplossingen te komen.
2
Aan de slag
Het is moeilijk om voor elke school een kant en klare werkwijze uit te tekenen. Wel geven we aandachtspunten bij het begeleiden en opvolgen van de leerling en tips om het materiaal te gebruiken. De aandachtspunten en tips kunnen als leidraad gebruikt worden bij het ontwikkelen van de leerweg op maat van de leerling. Wellicht zijn niet alle tips voor elke school, klassenraad of vakleraar realiseerbaar.
2.1
Aandachtspunten bij het begeleiden en opvolgen van de leerling
De klassenraad neemt de beslissing om een leerling een leerweg op maat aan te bieden voor één of meerdere vakken. Hier volgt een opsomming van de stappen die nodig zijn om een leerling te begeleiden. We laten het aan de school zelf over om te bepalen welke persoon voor welke stap in het proces verantwoordelijk is. Dit kan zijn de directie, de klassenraad, de klassenleraar of de vakleraar of ….. .
•
Bespreek de aangepaste leerweg met de leerling en zijn ouders. Betrek het CLB bij het overleg.
•
Maak afspraken over de concrete organisatie van de begeleiding van de individuele leerling met al de betrokken leraren.
2
Leerweg op maat – Hoe leerlingen begeleiden bij een Leerweg op maat?
•
Stel een begeleidingsplan op. •
Selecteer uit de vakmap het materiaal dat voor de leerling bruikbaar zal zijn.
2.2
•
Controleer geregeld of de leerling leervorderingen maakt.
•
Geef individuele zorg met oog op aansluiting bij de groep.
Tips voor het gebruik van de basispakketten
Hieronder worden algemene tips en gebruiksmogelijkheden aangegeven. In elke vakmap zit ook een handleiding met vakspecifieke werkmethodes.
2.2.1
Het basispakket tijdens de les
•
De inhoud van het basispakket komt met de nodige nadruk in de les aan bod.
•
De leerling gebruikt stappenplannen uit het pakket.
•
De leerling verwerkt (begeleid) zelfstandig de leerstof uit het pakket. Dit kan reeds tijdens de les, als andere leerlingen werken aan verdieping van de leerinhouden.
•
De leerling kan, bv. bij groepswerk, geholpen worden door een medeleerling.
•
De
leraar
kan
differentiëren
in
het
aantal
oefeningen
en
in
de
moeilijkheidsgraad van de oefeningen.
2.2.2 •
Het basispakket buiten de les
Tijdens studie-uren kan de leerling zelfstandig of onder begeleiding met het pakket werken.
•
Tijdens zorguren kan de leerling met het basispakket begeleid worden.
•
Het basispakket vormt voor de leerling een vereenvoudigde studiebundel van de leerstof.
•
Oudere leerlingen kunnen de leerlingen op school met een basispakket begeleiden.
•
Stagiairs of buddy’s kunnen leerlingen helpen bij het verwerken van het basispakket.
3
Leerweg op maat – Hoe leerlingen begeleiden bij een Leerweg op maat?
•
Het pakket kan gebruikt worden om aan pre-teaching te doen. Nog voor er een nieuw lesonderwerp aan bod komt in de klas, kan de leerling zich hier al op voorbereiden aan de hand van het basispakket.
3
Een voorbeeld als inspiratie
R. is een jongen uit Nepal die door het Okanteam naar 1A werd doorverwezen. R. volgde 1,5 jaar les bij Okan en kent voldoende Nederlands om de lessen te kunnen volgen. Toch is er een grote achterstand voor Frans en bepaalde onderdelen van Nederlands, zoals spelling en grammatica. Tijdens de eerste klassenraad in oktober wordt R. door het lerarenteam geselecteerd voor een leerweg op maat. Er wordt gezocht naar de meest efficiënte manier om R. te helpen.
Zo
gebruikt
de
leraar
Frans
de
differentiatieoefeningen
uit
het
basispakket. De andere leerlingen krijgen de moeilijkere oefeningen, terwijl R. de oefeningen op zijn niveau maakt. Er komt op die manier ook tijd vrij om bepaalde onderdelen opnieuw uit te leggen. De leraar Nederlands gebruikt het basispakket om aan pre-teaching te doen. Nog voor de grammaticalessen in de klas beginnen, krijgt R. een bundeltje met de nieuwe termen en oefeningen. Zo is hij voorbereid wanneer in de klas de grammaticalessen starten en kan hij deze veel gemakkelijker volgen. De klassenraad besliste om ook voor een bijvak een leerweg op maat aan te bieden. Zo moet R. minder tijd steken in het verwerken van deze leerstof en op die manier komt er weer ruimte vrij om de probleemvakken te remediëren. De leraren
van
R.
kozen
bewust
voor
het
vak
geschiedenis.
Biologie
en
aardrijkskunde volgt R. op dezelfde manier als zijn klasgenoten omdat hij een zeer wetenschappelijke achtergrond heeft vanuit zijn schoolcarrière in Nepal. Zijn kennis van de Westerse geschiedenis is echter heel beperkt. De keuze was dus snel gemaakt. Tijdens de lessen geschiedenis zit R. apart in de klas en verwerkt hij op zelfstandige basis het basispakket. De leraar spreekt met R. af op welk moment hij een bepaald hoofdstuk moet kennen en wanneer er dus geëvalueerd zal worden. Door tijdens de les met het pakket te werken, krijgt R. ook de kans om zijn vakleraar aan te spreken als het nodig is. Als R. reeds voor de afgesproken termijn het leerstofonderdeel verwerkt heeft, ontstaat er weer tijd om andere problemen te remediëren
4
Leerweg op maat – Afwijkingen
V
Afwijken van de regelgeving
Binnen de proeftuinen is het mogelijk gebruik te maken van een aantal afwijkingen op de regelgeving. Deze afwijkende modaliteiten kunnen alleen gehanteerd worden door de scholen die aan de proeftuin deelnemen. Deze afwijkingen worden hieronder verkort weergegeven en gestaafd met een aantal voorbeelden. De uitvoerige tekst kan in bijlage geraadpleegd worden.
Opgelet 1 Het is belangrijk om de gekozen afwijkingen uitgebreid toe te lichten bij de ouders van geselecteerde leerlingen (zie een voorbeeld van brief in bijlage). 2 De geldende afwijkingen zijn immers slechts beperkt binnen de eigen scholengemeenschap. 3 De
namen
van
de
geselecteerde
leerlingen
dienen
via
de
scholengemeenschap KSLeuven te worden doorgegeven aan het departement onderwijs.
1
Mogelijke afwijkingen
1.1
Lessen laten volgen in andere onderwijsinstellingen (Art. 14. § 1, 2°)
Deze afwijking maakt het mogelijk om over de scholen heen leerlingen te groeperen om bijvoorbeeld bij te werken. Deze afwijking biedt ook de mogelijkheid om snuffelstages te organiseren. Op die manier kan het (her)oriënteringsproces bevorderd worden voor: •
OKAN-leerlingen die tijdens een beperkte periode op verkenning gaan in hun toekomstige school
•
leerlingen
die
na
de
eerste
graad
een
overstap
naar
een
andere
onderwijsvorm overwegen.
OPMERKING Het is belangrijk om een dergelijke uitwisseling goed voor te bereiden en achteraf samen met de leerling heel gericht te evalueren.
5
Leerweg op maat – Afwijkingen
1.2
Lessentabellen flexibel invullen of differentiëren naar periode, leerlingengroep of individuele leerling (Art. 14. § 1, 3°)
De
mogelijkheid
om
leerjaaroverschrijdend,
de in
wekelijkse te
vullen
lessentabellen of
te
flexibel,
differentiëren
al
naar
of
niet
periode,
leerlingengroep of individuele leerling maakt het mogelijk dat de leerling een flexibel lessentraject (‘LEERWEG OP MAAT’) kan afleggen. Zo bestaat voor een leerlingen volgende mogelijkheden.
1.2.1
Lessen volgen in een ander jaar Leerling C. volgt de lessen in het tweede jaar. Voor Frans volgt hij echter de les in het eerste jaar. Zo wordt de basis van Frans beter ingeslepen. De leerling staat ook voor bepaalde leerstofonderdelen van wiskunde. Tijdens deze lessen wordt ook extra aandacht besteed aan Frans.
1.2.2
Het
leerjaar overdoen en tegelijk enkele vakken van het volgende
leerjaar volgen Leerling X doet het eerste jaar opnieuw. Hij krijgt een vrijstelling voor een aantal vakken uit het eerste jaar waar hij behoorlijk op scoorde. De vakken waarvoor hij wel behoorlijke resultaten haalde, volgt hij nu in het tweede jaar. Zo wordt ook het volgende jaar wordt dan verlicht, doordat de leerling al een aantal vakken verwerkt heeft.
1.2.3
Voor een bepaald vak vrijgesteld zijn van de lessen en op die lesmomenten intensief bijgewerkt worden Leerling B. staat achter voor Frans. Tijdens de uren Frans wordt zij vrijgesteld van de lessen en werkt zij zichzelf bij. Twee keer per week heeft zij een contactuur met de bijwerkleerkracht. Deze overloopt de problemen en geeft opdrachten voor de volgende studielessen. De einddoelstellingen van Frans worden pas op het einde van het tweede jaar bereikt.
1.2.4
De einddoelen voor een vak pas bereiken na een hele graad Leerling R. stroomt na een ziekenhuisverblijf van ongeveer een schooljaar door naar 1A.. Hij heeft ten opzichte van zijn leeftijdgenoten een achterstand van minstens 1 jaar Frans. Hij volgt de lessen en krijgt wekelijks een bijles tijdens de middagpauze. In de bijles worden de hiaten systematisch bijgewerkt. In de klassenraad wordt afgesproken dat hij pas na het tweede jaar geëvalueerd zal worden op de leerplandoelstellingen. Hij krijgt dan een aangepast examen.
6
Leerweg op maat – Afwijkingen
1.3
Individueel vrijstellen van programmaonderdelen van een bepaald structuuronderdeel (Art. 14. § 1, 4°)
Deze afwijking om een leerling vrij te stellen van het volgen van bepaalde programmaonderdelen
van
een
bepaald
structuuronderdeel
laat
volgende
afwijkingen toe.
1.3.1
Voor een bepaald vakonderdeel en bijgewerkt kan worden Leerling Z. komt uit Rusland. Voor algebra staat ze duidelijk voor op haar medeleerlingen. Wanneer dit lesonderdeel behandeld wordt, gaat ze naar de studiezaal. Samen met de studieleraar overloopt ze de geschiedenislessen. Deze begrijpt ze niet altijd. De studieleraar hertaalt voor haar.
1.3.2
Voor een bepaald vak en op die lesmomenten intensief bijgewerkt worden Leerling B. staat achter voor Frans. Tijdens de uren Frans wordt zij vrijgesteld van de lessen en werkt zij zichzelf bij. Twee keer per week heeft zij een contactuur met de bijwerkleerkracht. Deze overloopt de problemen en geeft opdrachten voor de volgende studielessen. De einddoelstellingen van Frans worden pas op het einde van het tweede jaar bereikt.
1.3.3
Voor een bepaald vak met een ontstoft leerplan en op de vrijgekomen tijd bijgewerkt kan worden Leerling Q. heeft geen volledig OKAN-jaar achter de rug. Ze heeft dus onder andere nog grote problemen met basisspelling en woordenschat. Bij geschiedenis komt ze in de problemen door de taligheid van het vak. Het leerplan van geschiedenis is echter ontstoft waardoor er een basispakket ter beschikking staat. Q. wordt vrijgesteld van de lessen geschiedenis. Tijdens deze lessen verwerkt ze de basis van geschiedenis (o.a. met een begrippenlijst) en krijgt ze extra tijd om de basisvaardigheden van het Nederlands verder in te slijpen.
1.4
Het organiseren van een tweede onthaaljaar (Art. 14. § 1, 9°) Het definiëren van een anderstalige nieuwkomer (Art. 14. § 1, 20°)
1.4.1
Deze afwijking laat toe dat sommige OKAN-leerlingen een extra onthaaljaar krijgen. Leerlingen die een tweede jaar OKAN nodig hebben, alvorens de overstap naar het reguliere onderwijs te maken. Leerling S. is als analfabeet aan de OKAN begonnen. Ze is als het ware pas het tweede deel van het schooljaar kunnen starten aan haar intensief taalleerproces. Een tweede jaar OKAN zorgt ervoor dat ze toch verder zal 7
Leerweg op maat – Afwijkingen
geraken dan een overlevingspakket Nederlands en eventueel daarna naar een reguliere school kan doorstomen.
1.4.2
Deze afwijking zorgt ervoor dat sommige OKAN-leerlingen op leeftijd in het eerste jaar kunnen beginnen.
OKAN-leerlingen die op 11 jaar aan de OKAN-klas (secundair) beginnen. Leerling H. is 11 jaar als ze in september aan de OKAN begint. Ze volgt een volledig jaar OKAN en stroomt op haar twaalfde door naar het eerste jaar. Voordien liepen deze leerlingen een leervertraging op, doordat ze nog geen attest van de basisschool hadden. Het attest van de basisschool wordt nu verkregen na het eerste jaar.
1.5
Het hanteren van leerplannen zonder vigerende goedkeuringsmodaliteiten (Art. 14. § 1,19°)
Deze afwijking maakt het mogelijk om leerplannen te ontstoffen zonder goedkeuringsprocedure om leerlingen de ruimte te geven om:
1.5.1
Programma-/structuuronderdelen waar ze achterstand op hebben in te lopen Het leerplan biologie werd ontstoft. Op de momenten dat er ‘extra’ leerstof aan bod komt, kan de leerling in de studie verder werken aan Frans.
1.5.2
Basisvaardigheden in te slijpen om zinvol tot verdieping over te gaan Het leerplan aardrijkskunde is ontstoft. De leerkrachten kunnen voor een leerling dit leerplan vooropstellen. In de tijd dat de andere leerlingen de ‘extra’-onderdelen uit hun handboek verwerken, kan leerling Z. ervoor zorgen dat hij bijvoorbeeld de basiswoordenschat beheerst. Deze basiswoordenschat vindt hij in de woordenlijst met de bijgepast oefeningen.
1.6
Het toelaten als regelmatige leerling tot het eerste leerjaar A zonder het zesde leerjaar van het lager onderwijs te hebben gevolgd (Art. 14. § 1,21°)
Deze afwijking laat toe dat een leerling zonder getuigschrift van de lagere school op leeftijd toch in 1A kan beginnen.
8
Leerweg op maat – Afwijkingen
1.6.1
Een OKAN-leerling zonder getuigschrift lagere school. S. is een leerling uit Nepal. Hij is voor het einde van zijn zesde leerjaar naar België gekomen. Hij heeft bijgevolg geen attest van de lagere school. Hij heeft echter alle kwaliteiten om naar 1A te gaan. In het verleden kon men proberen hem nog enkele maanden in de lagere school zijn getuigschrift te laten halen of hem naar 1B te sturen. Als deze het eerste jaar slaagt, krijgt hij dan ook het getuigschrift van de lagere school.
1.6.2
Een leerling die langdurig ziek is geweest en daardoor het 6de leerjaar niet gevolgd heeft. Tijdens de vakantie heeft een moeder contact opgenomen met de scholengemeenschap. Haar zoon was het hele 6de leerjaar afwezig geweest om gezondheidsredenen. Deze jongen kon in 1A beginnen, maar de ouders durfden deze overstap niet aan.
1.7
Het uitstellen van delibererende klassenraden in het eerste leerjaar (Art. 14. § 1, 23°)
Het toelaten als regelmatige leerling tot een hoger leerjaar ondanks tekorten voor bepaalde programma-onderdelen. Deze afwijkingen maken een aangepast leertraject (‘Leerweg op maat’) voor leerlingen mogelijk.
1.7.1
De deliberatie te verschuiven naar einde tweede leerjaar
Een leerling die een leerweg op maat krijgt aangeboden in het eerste leerjaar krijgt daarmee de mogelijkheid om gedurende twee jaar zijn achterstanden weg te werken. Daarom zal de delibererende klassenraad op het einde van het eerste leerjaar geen attest A, B, of C geven. Dan krijgt de leerling een oriënteringsattest. Het eerste jaar krijgt de leerling een attest van regelmatige lesbijwoning. Op die manier is er meer tijd om achterstanden bij te werken.
1.7.2
De leerling te laten overgaan ondanks enkele tekorten Leerling V. is anderstalig. Over de hele lijn is hij niet geslaagd voor het eerste jaar. Hij heeft namelijk een aantal zware tekorten voor enkele vakken. Hij mag toch over gaan en volgt de vakken waarvoor hij in het eerste jaar geslaagd is in het tweede jaar. De vakken die hij niet voldoende beheerst, volgt hij in het eerste jaar.
9
Leerweg op maat – Afwijkingen
OPMERKINGEN 1 Het is wel ontzettend belangrijk hierover duidelijk te communiceren met de ouders, omdat deze maatregelen alleen gelden voor de scholen van de proeftuin. Als een leerling naar een andere scholengemeenschap zou gaan, heeft hij wel een tussentijds attest nodig.
2 Uiteraard kan een leerling met een leerweg op maat toch een A-attest ontvangen als blijkt dat hij de doelstellingen bereikt heeft op het einde van het eerste jaar.
2 Afwijkingen gebruiken •
De mogelijkheden tot afwijking van de huidige regelgeving laten toe om met de individuele noden van leerlingen op een flexibele wijze om te gaan.
•
Alvorens een klassenraad gebruik maakt van een afwijking, wordt deze mogelijkheid besproken met de directie en vervolgens met de ouders van de leerling.
•
Als een leerling voldoende vorderingen maakt, kan een toegestane afwijking op dat moment worden ingetrokken en het gewone curriculum verder worden afgewerkt.
•
De scholengemeenschap brengt het Departement Onderwijs op de hoogte van de toegepaste afwijkingen op de regelgeving.
10