Een uitdagende schoolwoonkamer/ leerplaats of leerlandschap Door Jaap Meijer 1.
Uitgangspunten, aanbevelingen inrichting schoolwoonkamer • De ruimte is een gegeven • Functionele indeling, daar waar mogelijk ook “de hoogte in”. • Verzorgd in alle opzichten • Werken met woorden bij objecten • De vensterbank als werkplek/uitstalruimte • Er zijn planten (eventueel dieren) die verzorgd worden • Materialen zijn zo opgeborgen dat de kinderen ze zelf kunnen pakken en weer opbergen • Middentafel echt als middentafel laten functioneren. ( tentoonstelling/bij kring nadenken of de tafel er moet zijn) • Ontdekmogelijkheden zowel binnen als buiten lokaal: ontdekhoek/ - tafel/ ontdekplekken bv in schooltuin. Mogelijkheid ontdekhoek is werken met bouwhoek • Zorg besteden aan uitstallen, ophangen van werk. Snelle wisselingen (14 dagen) • Dagelijks zorg besteden aan de inrichting: onderdeel van ritmisch dag- en weekplan, opruimen en ordenen van de omgeving is dus leren! • Bij elkaar in schoolwoonkamer vergaderen geeft inspiratie. • Per maand een schoolwoonkamer centraal stellen • Kinderen moeten overzicht kunnen houden en voldoende materialen voor hun activiteiten in een bepaalde periode. Overige materialen worden in het magazijn bewaard en opgeslagen. Regelmatig wisselen van met name speelmaterialen wordt op die manier mogelijk en dat werkt voor kinderen uitnodigend: ( gezelschapsspelen/groepsspelen etc) • Kinderen moeten aan de inrichting kunnen zien welke activiteiten waar plaatsvinden: spel, instructie, stilwerkplek etc • De aankleding is ordelijk en overzichtelijk. Boekjes b.v. op/in een rek/plank/kast. Ordenen materialen naar functie : ontwikkelingsmaterialen,speelleermateriaal, verwerkingsmateriaal bij elkaar, vakgebieden bijeen etc. • Geen doorzakkende lijnen met werk van kinderen midden in lokaal. Geen rommelplekjes op of in kasten of hoekjes van de klas. • Al het materiaal is functioneel, passend bij de activiteiten die de kinderen ondernemen. • De schoolwoonkamer is sfeervol. Geen ongeverfde kasten. • Zorgvuldig kleurgebruik. • Werk van kinderen goed ophangen, b.v. in wissellijsten; posters van kinderboeken aan de wanden. Mooie tentoonstellingsplekjes (denk aan de vensterbanken). • De schoolwoonkamer moet je met de ogen van de kinderen leren zien • Er is ook ruimte nodig waar de kinderen samen kunnen overleggen en waar ze individueel kunnen werken • Er is een systeem waarmee helder wordt wie met welke activiteit aan de slag
is: planbord, plankaarten etc. 2.
3.
Ruimtebesparingen maatregelen • Werken met klaptafels (als ze niet nodig zijn, worden ze ingeklapt) om ruimte te sparen. • De hoogte in….. een oude handenarbeidtafel, waarlangs de onderkant gordijnen zijn gespannen en aan de bovenkant een simpel houden hekwerkje is getimmerd, levert twee speel-en leesplekjes op. Maar ook een vaste verhoging geeft mogelijkheden. • Werkplaatsen maken door aanbrengen van (klapbare) brede vensterbanken, waar kinderen op krukjes aan kunnen werken • In gangen en andere ruimten rond de schoolwoonkamer werk- en doeplekken creëren: een timmerhoek, een bouwhoek, een toneelruimte etc. Als je werkt met verrijdbare kapstokken, kan je in gangen soms werkruimtes creëren. • Ook de ruimte buiten de school als leerplek vormgeven: schooltuinen, ontdekplaatsen ( een compostsilo, donkere plekken etc). Kinderen kunnen als onderdeel van de blokperiode buiten aan de slag met een groepje ( als of niet olv een ouder of ouder kind). Een rijke omgeving aan materialen Als je systematisch weet materialen op te bergen, kan je de leeromgeving verrijken. Dat kan bv ook door voor alle bouwgroepen gemeenschappelijke materialen op te slaan. • Enkele verrijkingen • Allerlei soorten papier om op te schrijven en om te gebruiken voor achtergronden, versieringen etc • Rijen potjes met soorten zand/eetwaren en andere versierselen • Vele soorten pennen en potloden
Maar ook • Tentoonstellingsplaats met tafeltje, boekenstandaards, vergrootglazen, tekststroken , mooie lappen etc • Tentoonstellingswand • Mooie platenwanden • Ontdekhoek met o Boeken o Materialen om te gebruiken voor ontdekkingen als Allerlei soorten materialen: zand- en grondsoorten, uileballen, gedroogde planten, schedeltjes etc o Vergrootglazen o Microscoop o Mesjes en pincetten etc 4.
Een mogelijkheid…… werken in hoeken Werken met/in hoeken geeft mogelijkheden om veel te variëren. Als team zal je
hierover een uitspraak moeten doen. Vaak wordt in de onderbouw veel in en met hoeken gewerkt, en worden andere werkvormen bedacht voor kinderen in de bovenbouw: vele materialen die beschikbaar zijn en uitgewerkt worden op vast plekken of in de eigen tafelgroep. Een aantal overwegingen om te werken met hoeken in met name de onder- en middenbouw • Het belangrijkste argument voor het werken in hoeken, is dat kinderen zich door middel van een aantal activiteiten ontwikkelen die naast elkaar voorkomen en elkaar beïnvloeden: spelactiviteiten (manipulatief spel, rollenspel, bewegingsspel), constructief spel en werk, met elkaar praten en samen denken, lees-schrijfactiviteiten en wiskundige activiteiten. • De inhoud wordt bepaald door de vraag wat de betekenis van activiteiten voor kinderen kan zijn, wat de • motieven van kinderen zelf zijn, wat ze aankunnen en waar hun belangstelling ligt. • Een hoek moet zo uitnodigend gemaakt worden, dat de kinderen er zelf voor kiezen zonder druk of dwang van buitenaf. Als er sprake is van werkhoeken. • In de hoeken moeten mogelijkheden voor kinderen met verschillende ontwikkelingsniveau's te vinden zijn. • De hoeken zijn bewust geplaatst in elkaars buurt of juist niet. De hoeken zijn duidelijk afgeschermd en hebben een eigen karakter. • Thema's die de inrichting van een huishoek kunnen bepalen zijn winkels, beroepen, boeken, verhalen, feesten, eten en drinken, gedrukte taal, kalenders, klokken, gereedschappen, techniek. • Functionele inrichting. Kiezen voor zorg, opgeruimdheid, schoon. • Liefst echte voorwerpen. • Één functie per hoek. Werken met een keuzebord Een grote houten plaat met foto's van de hoeken en activiteiten met eronder haakjes waaraan de kleuters hun symbool kunnen hangen. De kleuters weten met hoeveel ze aan die activiteit kunnen deelnemen of door een visuele voorstelling in de hoeken of door een bijkomende aanduiding op het bord. Werken met een overzichtslijst leeshoek bouwhoek huishoek ………… maandag 1 2 3 dinsdag 1 2 3 Met een dergelijk schema heeft de groepsleiding zicht op de mate waarin de diverse activiteiten/hoeken gekozen worden. Dit kan aanleiding zijn tot wijzigingen in het aanbod.
Enkele mogelijke hoeken of werkplekken die je kan creëren • luisterhoek * boekenhoek • knutsel-, schilderhoek * waterhoek • bouw- en timmerhoek * computerhoek • poppenhoek * seizoentafel • krijtbord * verkeerskleed • poppenkasthoek * techniekhoek. • leesletterhoek/schrijfhoek * wiskundehoek • ontdekhoek (b.v. met spiegelende voorwerpen; herbarium • rollenspel/huishoek/wissel-themahoek * zandhoek • spelletjeshoek * muziekhoek • museumhoek * drukhoek Speciale hoeken • een teil met water en gieters en boten bij het aanrecht • een houten graanbak met verstelbare houten tussenschotjes/ vlinderbak/ wormenbak etc • een ronde straatbloembak met zand en daarbij allerlei natuurlijke materialen om tuintjes mee te maken
Twee “uitwerkingen”: de huishoek en de lees/schrijfhoek
5.1
De huishoek
• De huishoek is rijk genoeg, wanneer kinderen vaak voor de hoek kiezen en er intens aan het spel zijn. • De inrichting van de huishoek moet passen in de huidige tijd en een weerspiegeling zijn van hedendaagse huiselijke activiteiten en echt sociaal handelen mogelijk maken. • Belangrijk is dat kinderen in het spel ook de motieven verwerven om deel te gaan nemen aan gerichte leeractiviteiten. • Deze speelplek moet de kinderen kansen geven echt huiselijke activiteiten te imiteren en te spelen. • Het gaat in deze hoek niet om het spel met poppen, maar om herkenning van het echte leven. • In de huishoek kun je: o een boek of krant lezen en samen eten o met anderen een spel spelen en een verjaardag vieren o telefoneren en koffie drinken o haren knippen en een rollenspel doen o opmaken en slapen
• Bij de activiteiten behoren diverse handelingen en je hebt er materialen bij nodig. Afbakening • Bovenaan doeken (een lager plafond maakt de hoek knusser) en lage kasten of rekken aan de zijkant. • Vooraan een deur die echt open en dicht kan of en lattenwerk met doorzichtige gordijnen. • Een hoger niveau: de ruimte onder de huishoek kan dan extra-speelruimte worden of een andere hoek. Inrichting • • • • • •
Te veel materiaal maakt onoverzichtelijk. Kiezen voor echt materiaal. De materialen moeten spelideeën mogelijk maken. Materialen moeten structuurrijk zijn (knopen, kurken, flessendoppen). De materialen moeten in balans zijn met elkaar. Uitnodigen tot verdieping en variatie.
Verkleedkleren, schoeisel, accessoires, rekwisieten Een gevarieerd aanbod, dat geschikt is voor vrouwen-, mannen-, kinder-, dieren- en fantasierollen en dat divers is op vlak van soorten stof, sluitingen, kleuren. Hoofddeksels, juwelen, tassen, afgedankte telefoonboeken, weegschaal, zandloper, babyverzorgingskussen-en materiaal, kinderstoel, klok, wekker, kast van oud TVtoestel……. Voorwerpen, kledij en accessoires waarmee kinderen een soort rol kunnen spelen, b.v. brandweerhelmen, plastic regenjassen, rubberslang….. Kleef aan de buitenkant van een doos foto's van b.v. brandweermannen en tekeningen of foto's van de spullen die in de doos thuishoren, zodat kinderen ze zo zelfstandig mogelijk kunnen nemen, gebruiken en opruimen. Voorbeelden van rekwisietendozen: dokter en tandarts, winkel, timmerman, loodgieter, tankstation.
5.2
De lees/schrijfhoek
Lees-schrijfhoek Inrichting • typemachine/tekstverwerker • stempelletters/linkprint + inktkussens • stiften, potloden en pennen • omtrekletters,sjabloonletters • letterdozen • groot lettermateriaal • knip-en plakletters • flanelbordletters
• • • •
magneetbordletters schuurpapierenletters loco voorbereidend lezen woordsorteerspel
Gerichte materialen • woordkaarten met tekeningen • tijdschriften/uitgeknipte letters uit tijdschriften • bladen met schrijfpatronen • een houten, ondiepe bak met suikerzand waarin het kind schrijfpatronen en letters kan maken • kaartje met symbool van het kind • map met op elk blad een letter (bij de letters kan een tekening of plaatje worden geplakt, b.v. van boek en daarna het woord eronder stempelen of plakken) • letterboek: een blad met tekening waarop het woord nageschreven kan worden • maak-een-boek: een doos met daarin kleine geniete boekjes die de kinderen zelf kunnen invullen en woorden erbij kunnen maken • bij elk thema maakt de grl een tekening met trefwoorden, zodat de kinderen hier een voorbeeld aan hebben • teken/schrijfschriften.
5. De rol en taak van de groepsleiding bij het inrichten en op orde houden van de schoolwoonkamer • De groepsleider heeft zicht op de structurele inrichting van de schoolwoonkamer en houdt deze voortdurend in de gaten. Functionaliteit is daarbij een sleutelwoord: kunnen kinderen nog alles overzien en effectief functioneren in de schoolwoonkamer, is alles goed schoon te houden, staan er allen die zaken in die bij het “dagelijkse gebruik” horen, is het thema dat uitgestald is nog actueel etc. • De groepsleider bespreekt de inrichting en ordening regelmatig met de kinderen: deze ruimte is van ons en ieder is verantwoordelijk voor deze ruimte. • De groepsleider zorgt dat de gemaakte afspraken onderdeel van het groepsproces worden/zijn. • De groepsleider heeft oog voor het princiep dat de vormen de functie volgen. Daarbij verdiept de groepsleider zich in de bedoelingen die kinderen hebben: waarom willen ze de opzet van een tentoonstellings-tafel veranderen? • De groepsleider maakt het mogelijk dat er nieuwe materialen worden aangeschaft, kleuren worden veranderd, hoeken worden opgeheven of opnieuw worden ingericht. • De groepsleiders vervullen een deelnemende, verbindende, samenwerkende en hulpgevende rol. Maar ook sturend en corrigerend daar waar noodzakelijk • Een kind is tot meer in staat als het kan rekenen op meerwetende en meerkunnende partners( andere kinderen uit eigen of andere stamgroep, groepsleider, ouders of andere volwassenen als conciërges of buurtbewoners). Samenwerken met en een beroep kunnen en mogen doen op deze partners moet
zoveel mogelijk worden gestimuleerd. • Tijdens de activiteiten zijn groepsleiders op zoek naar de "gouden momenten" om de beoogde ontwikkeling uit te lokken en te stimuleren. ( de zg pedagogische situatie). • Daarnaast omvat de taak van de groepsleider het reflecteren op activiteiten, de observatie van het samenspel en samenwerken tussen kind-activiteitgroepsleider/volwassene, om van daaruit tot de planning van vervolgactiviteiten te komen en om gegevens te verzamelen voor de evaluatie van het ontwikkelingsverloop van kinderen.
Ruimte voor aantekeningen