WANDELBROCHURE PIET VAN AKEN WANDELROUTE Kleur: Paars Vertrekplaats: Museum Rupelklei, Kloosterstraat Terhagen Parking: In de directe omgeving Korte Route Afstand: 3 KM Dorpswandeling Toegankelijk voor rolstoelgebruikers en kinderwagens. Toestand van de weg: over het geheel Lange Route Afstand: 6 KM Toestand van de weg: Avontuurlijke Natuurwandeling, stevige wandelschoenen volstaan, maar bij regenweer zijn laarzen gewenst
PIET VAN AKEN (1920-1984) is ongetwijfeld de bekendste literaire zoon van de Rupelstreek. Hij werd niet alleen in Terhagen geboren, maar zou ook het grootste deel van zijn oeuvre in en rond dit dorp situeren. Als rechtstreeks getuige en meester van het geschreven woord heeft hij dan ook de sociale geschiedenis van de regio gestalte kunnen geven: van de industrialisatie van de steenbakkerijen en de bloei van deze aparte vorm van nijverheid, tot de totale ondergang en, daarmee gepaard, de economische teloorgang van de streek.
De route neemt je mee langs de verhalen van Piet van Aken. Een wandeling doorheen geschiedenis en literatuur, zijn boeken en de plaatsen die voor de schrijver belangrijk waren in zijn leven. Als je het Rupelmuseum nadert komt de geur van de Rupel je tegemoet. Voeg er de geur van drogende steen bij en zet loodsen over de vlakte achter je en je waant je in de setting van 50 jaar geleden. Het kader dat Piet van Aken gebruikte om de meeste van zijn verhalen op meesterlijke wijze te vertellen. De route neemt je mee langs de verhalen uit zijn boeken en langsheen de plaatsen die voor de schrijver Piet van Aken belangrijk waren in zijn leven. 1. Vertrekpunt: Museum Rupelklei
Vanuit museum Rupelklei wandel je de Rupeldijk op. 2. Rupeldijk: De Rupel was in het verleden hét vervoersmiddel bij uitstek voor de baksteenindustrie. Dit komt regelmatig terug in de verhalen. Vaak wordt de dijk en de rand van de stroom gebruikt voor amoureuze aangelegenheden o.a. in “Het hart en de klok” en “Dood Getij”. Aan de overkant zie je “het kasteeltje” dat … [Doodgetij p. 89] Nog een beetje verder heb je op de rechterkant begroeiing. Hier jaagden jagers en werden klemmen gezet voor meeuwen. Krabben en palingen werden met de hand gevangen.
Voorbij de sporthal zie je links de sportterreinen. Vroeger was dit gebied een grote braakliggend overstromingsgebied, mensen gooiden er hun afval in “afvalputten”. “Den Beemd” werd geregeld onder water gezet en was een natuurlijk overstromingsgebied voor de Rupel, die een getijdenrivier is. (Wijzen op café “De drie dakvensters” aan de overkant van de Rupel?) Loop nog wat verder en je ziet op je linkerkant de plek waar vroeger de sluis was (sluishuisje). Dit is ook de plaats waar het lijk aanspoelt in “Dood Getij” (p. 15 lijk spoelt aan)
“Terwijl het kreng dichterbij kwam drijven groeide het zienderogen naarmate het gedeelte onder water zichtbaar werd, en opeens zag Tor dat het een dode vrouw was. Ze dreef op haar buik, armen en benen naar beneden en het hoofd als met wier omsponnen door het het drijvend haar. Haar dikke, blote billen staken een stuk boven het water uit. Ze stootte met de zijkant van de nek tegen de steunpaal. Het zag er heel even uit dat de rest van het lichaam naar open water zou tollen, maar het draaide naar de oever en raakte geklemd tussen paal en wal. Het water stroomde er langs en deed het sluike, vuile haar uitwaaieren. Het zou niet lang meer duren eer de drenkelinge door de ebbe helemaal zou worden blootgelegd. Ze was helemaal naakt, op een vaal, gerafeld stuk nachthemd na dat amper tot onder de schouderbladen reikte. Tor had al eerder drenkelingen gezien. De enige kleinzoon van de weduwe Boodts was de vorige zomer bijna terloops in het water geraakt en verdronken, ofschoon hij kon zwemmen als een otter. Hij was in korte tijd weer opgevist en had er alleen maar kouwelijk uitgezien. En in maart van dit jaar had hij een drenkelinge gezien die bij de woonboten was opgevist en die door de grafmaker en de veldwachter in een kruiwagen naar het dodenhuisje werd gevoerd. Tor had ze in het voorbijgaan vluchtig kunnen bekijken; het had hem getroffen dat de vrouw er uitzag als de pop die Nel nog steeds op haar slaapkamer bewaarde: overal bij de gewrichten was ze opgezwollen, ze had dichtgeknoopte laarsjes aan waarboven de kuiten uitpuilden. Maar hij had nog nooit een volwassen vrouw helemaal bloot gezien en nu keek hij met geschokte nieuwsgierigheid naar de putten en vetbobbels op en onder de billen, de diepe plooien in de heupen en de nek, de geschramde, waskleurige huid die gespannen stond als een opgeblazen varkensblaas. Hij vond het vies. Hij vroeg zich af wat hem te doen stond en keek naar de woonboten, in de hoop dat op een of andere manier Kuipje inmiddels zou opgedoken zijn. Er was die kant uit echter geen teken van leven te bespeuren. Hij stapte behoedzaam over de planken naar de wal, klauterde de dijk op en liep de kant van het verlaat uit, vanwaar de wegel dwars door de beemd naar het dorp voerde. …” Voor je de dijk verlaat zie je recht voor je de laatste schouwen die de gemeente Rumst nog bezit. De rest werd afgebroken [De Hoogtewerkers] Hier op de oever lagen vroeger 3 à 4 woonboten. Waar o.a. het personage “de Rooie” uit Dood Getij in woonde. 3. Tuinwijklaan
Loop het weggetje naar beneden. Je komt nu in de Tuinwijklaan, de vroegere Tuinwijk. Tijnwijk nummer 39, was de woonplaats van Piet Van Aken van 1922 tot … Ook toen stonden er enkel de werkmanswoningen aan de rechterkant. Hier beleefde hij zijn prille kinderjaren.
U loopt de Tuinwijklaan uit en gaat rechts de Oude Baan in. Je steekt best de Oude Baan over. 4. Oude Baan Op de hoek waar je de Oude Baan indraaide stond vroeger een pomp waar men water voor … kwam halen. Eenmaal goed en wel in de straat kom je op je rechterkant het de restanten van steenfabriek “Heylen” tegen. Hier zie je dat de techniek voor kleiontginning gebaseerd was op hetzelfde principe als vroeger. Vroeger gebeurde het vervoer van klei met kipwagonnetjes, de laatste jaren werd hiervoor een transportband gebruikt. De gouden tijden van de steenbakkerijen lopen op hun laatste benen. Want ook deze fabriek zal verdwijnen waardoor er maar één meer zal overblijven. De schouw pronkt nog en hult het dorp in nostalgie.
Draai op je linkerkant kant het steenbakkerijstraatje in. 5. Steenbakkerijstraat, vroegere Nijverheidsstraat Hier vind je links vooraan nog een voorbeeld van een “luzze”, een droogloods waarin de ongebakken stenen werden opgestapeld om er te drogen. Dit restant is wel afgeslagen met houten wanden. In het vroegere landschap was dit het dominante beeld. Er stonden honderden kilometers droogloodsen, dwars op de Rupel om te genieten van de meest optimale windrichting. Vroeger was luzzemaker, een beroep apart. Nu zijn er nog maar weinig restanten van zulke “luzzes”
Sla op het einde linksaf, je bevindt je nu in de Nieuwstraat 6. Nieuwstraat
Steek de Nieuwstraat over en sla nu de tweede straat op je rechterkant in, dit is de Korte Nieuwstraat. 7. Korte Nieuwstraat
Als je deze straat uit loopt maak je een grote bocht. Aan de rechterkant zie je een steile weg naar boven. Dit was vroeger het begin van de nieuwe steenweg, de straat die leidde
“de Wildernis”. Dit is het gehucht waar de echtgenote van Piet Van Aken, Rosa Callaert, geboren en opgegroeid is. Zelf woonde hij er de eerste jaren na zijn huwelijk ook. Hij baseerde zijn boek “De onschuldige Barbaren” op de jeugdherinneringen van zijn schoonvader en de verhalen van de Wildernis. Dit gehucht werd in de ogen van de Terhagenaars als minderwaardig beschouwd. Er woonden grote families in kleine huisjes ze hadden enkel elektriciteit. Dit gehucht is opgeofferd aan de kleiontginning en nu bijna geheel weggebaggerd. Als je verder door liep kwam je op het Eyckerenveld en de Bosstraat.
Ga je graag eens een kijkje nemen? Bovenaan heb je een prachtig uitzicht over de kleiputten en bij helder weer kan je zien tot in Brussel, Mechelen en Antwerpen.
Volg je de lange route? Dan kom je later nog op dit punt terecht 8. Hoogstraat
Als je vervolgens de volgende straat links, de Hoogstraat, naar beneden loopt, kom je op de rechterkant nog de typische werkmanshuisjes van vroeger tegen. Hierin woonde men met zeer grote gezinnen op een paar vierkante meter. Levensomstandigheden waren zeer slecht en de kindersterftecijfer was dan ook zeer hoog. Ook alcoholisme was in die tijd een groot maatschappelijk en sociaal probleem. Men vermoedt dat Piet Van Aken hier werd geboren, in het huidige huisnummer13.
Aan het einde van deze straat steek je de Nieuwstraat recht over, nu kom je in de Beemdstraat. 9. Beemdstraat Kom je vervolgens aan het huis (Beemdstraat met huidig nummer 10: adres in de jaren ’30 en ’40) waar Piet Van Aken woonde van … tot …. Hier ligt de kiem van zijn schrijverschap. Op ...-jarige leeftijd brak hij zijn linker/rechter been tijdens het spelen. Waardoor hij 6 weken gips en rust kreeg. Om de tijd de doden las hij alles wat hij in handen kon krijgen. Gelukkig waren de buren, die schippers waren, geabonneerd op …… maar hij las zelfs de zeemzoeterige romannetjes van zijn zus.
Links zie je het Hof van Crequi; serviceflats en een dienstencentrum voor senioren, vroeger was dit de winkel van Tist De Goddo, en pantoffelfabriek van Lambrechts Simone.
U slaat rechts de Oude Baan weer in. 10. Oude Baan Op de linkerkant stond vroeger nog een “sloefenfabriek” (pantoffelfabriek: Van Robroek) dat nu werkplaats van IMSIR is. Sloefen breien was een winterse bezigheid van de vrouwen, dan was er geen werk op de steenfabrieken en dan breiden zij op een houten vorm “zelfeinden sloefen” die in de houten klompen werden gedragen.
Via zebrapad wandel je naar rechts waar je het volkshuis tegenkomt. 11. Volkshuis Piet Van Aken was lid van de socialistische jeugd. In dit zaaltje stak hij geregeld zelf revues in elkaar en woonde hij filmvertoningen bij van zijn vader en nonkel. Hier werden ook de opstanden en de stakingen gepland en zo vormde het volkshuis dus het hart van de socialistische partij. Recht tegenover het volkshuis zie je kasteeltje van Lamberts en de meesterswoning van … 12. Kardinaal Cardijnstraat, vroeger Kerkstraat Aan je rechterkant: waar nu de bibliotheek gevestigd is, was vroeger een school. Hier ging Piet Van Aken naar de kleuterschool van … tot … Iets verder op de linkerkant zie je de betrekkelijk jonge kerk van Terhagen. Kerk: passage “het hart en de klok” “Hij had gevochten, de eerste jaren. Men had hem een nieuwe kerk beloofden hij had de
plannen gezien. Het was een zielig ding; en veel te klein, had hij ontgoocheld opgemerkt. Maar grote kerken kostten geld, en het dorp zelf was slechts een gehucht met een paar honderd mensen. Hij had aangedrongen. Een nijverheidsdorp als dit zou groeien, had hij betoogd; de steenindustrie zou uitbreiding nemen en inwijking zou het gevolg zijn. Ze luisterden verveeld. Dan snoerden ze hem de mond met een raming van de kosten. Hij had de steenbakkers opgezocht. Hier lag het materiaal, zogoed als waardeloos; - waarom had God de aarde geschapen? Hij was een beetje bleker geworden en zijn ogen glommen koortsachtig en vermoeid. Ook bij Steen was hij geweest. Steen had zwijgend en somber geluisterd; zijn gezicht stond bijna nors terwijl hij door het venster keek. ‘Ik zal drie ovens voor je stoken,’ had hij gezegd, toen de priester aarzelend zweeg. Daarna hadden de anderen ook gegeven. Het was een grote kerk geworden; men had er jaren aan gewerkt. Hij was er trots op, en toen ze ingewijd werd en hij na een schitterende optocht zijn dankpreek hield voor een menigte die grotendeels uit witgeklede kinderen bestond, had hij geweend van geluk. Dat was in 1884 en ikzelf had ontroerd naar hem staan luisteren, en gebloosd van trots toen hij de naam van Steen als eerste over de menigte riep. “
Steek de straat terug over aan het zebrapad en wandel de stille weg in. 13. Stille Weg Hier kom je voorbij het kerkhof waar Piet Van Aken rust in het columbarium.
Aan het einde van de stille weg ga je naar rechts waar je terug uitkomt bij Museum Rupelklei 14. Uitbreidingstraat Hier eindigt de korte wandeling.
Wie kiest voor de lange wandeling loopt nu naar rechts de kloosterstraat in. 15. Kloosterstraat Ging hij in de Kloosterstraat naar school? Nu parochiezaaltje.
Op de hoek, aan het oude gemeentehuis waar nu het OCMW gevestigd is, ga je naar links. In dit gemeentehuis traden Piet Van Aken en Rosa Callaert in het huwelijk in 1949. Je wandelt enkele meters verder en steekt de straat over. 16. poort Hier bevindt u zich voor de resten van de poort die de vroegere ingang van het steenfabriek De Beukelaar was. Tot …. stonden hier enkel loodsen netjes op een rij. Hier bevonden zich ook de wisselsporen van de tram 50 die naar Antwerpen reed. Op deze tram leerde Piet Van Aken zijn vrouw Rosa kennen. Ga onder de poort door en volg het pad. Dit domein is 35 jaar geleden opgehoogd met zand dat van domein Hazewinkel afkomstig is. Deze hele vlakte stond tot …. vol met loodsen. Hier en daar ruimte om de stenen te maken. (De Plein) 17. splitsing: links 18. splitsing: links 19. links u wandelt nu door een stuk verlaten kleiput, dat zichzelf heeft ontwikkeld tot een jong bos. Naast de vele pioniersbegroeiingen zoals berk, staan er hier en daar ook al eikenbomen. 20. Nieuwe steenweg naar de Wildernis, het Eyckerenveld en vroegere voetbalplein Rechts achter de draad ligt het grondgebied van Prayon Rupel. Dit werd aangevuld met vliegassen. Jarenlang hebben deze kleiputten gediend als afvalbak van Antwerpen. Als je dan even kijkt naar waar je vandaan kwam moet je voorstellen dat je enkel de daken van loodsen kon zien. De Beukelaar had aan het einde van zijn grond een “handgeleeg”. U volgt de weg naar boven waar u op rode stenen loopt. Deze stenen werden door de mannen van de gemeente in de jaren ’50 gelegd. De gemeente had deze stenen gekregen en de meeste mensen lachten om het idee dat er een versteend pad voor de fietsen zou komen. Toch hebben ze de tand der tijd doorstaan. Deze weg was niet alleen de weg naar het weggebaggerde Eyckerveld en de Wildernis maar ook naar het voetbalveld van VVT, (Vrij en … Terhagen). Dé topploeg van de Rupelstreek waar Piet Van Aken even bij gespeeld heeft. Als je bijna op het hoogste punt bent kijk je rechts. Daar waren de vroegere “putten”. De plaats waar de klei ontgonnen werd. De netheid was een concurrentie strijd tussen de verschillende fabrieken. De klei werd met een spade afgestoken en per kruiwagen vervoert dan werd het door middel van kipwagonnetjes naar de fabriek gebracht waar men het in een vormde rolde en te drogen legde. 21. oriëntatietafel Een beetje verder bereik je het hoogste punt van de Rupelstreek. Je kunt op het ronde punt staan en tot Brussel kijken. Bij helder weer kan je zelf de drie bovenste bollen van het Atomium zien. Als je met je rug naar de weg staat: Kijk je rechts: daar was het vroegere Eyckerveld gelegen en de driehoek. Kijk je links: daar was de vroegere Wildernis gelegen. De plaats waar de echtgenote van Piet Van Aken geboren is en waar ze na hun huwelijk gewoond hebben met hun jonge gezin, tot in 1950. Toen werd het gebied opgeofferd aan de kleiontginning.
Kijk je recht voor je: daar was het vroegere voetbalveld gelegen. Door het gebied liepen vroeger drie verbindingswegen (zandwegen) naar Reet, Bosstraat en Terhagen. Je moet je dit gebied voorstellen als voornamelijk weiland met enkele kleine huisjes waar grote gezinnen huisden. Het deel Wildernis uit het boek “Onschuldige Barbaren” handelt over dit gebied. Piet van Aken heeft naar eigen zeggen niet meer hoeven te doen dan het opschrijven van de jeugdherinneringen van zijn schoonvader. Enkel de figuur Gijs Stapperskloef is een verzonnen figuur gebaseerd op een vriendschap uit zijn schooltijd. Ga nu rechts en volg de trapjes naar beneden. 22. links hier sta je op het vroegere grondgebied dat Wildernis genoemde werd. Maar dan ettelijke meters lager dan de oorspronkelijke hoogte van dit gebied. Wildernis was een gehucht van Terhagen. De vlakte was voornamelijk weiland met kleine werkmanshuisjes dat omgebouwde paardestallen waren. Er woonde grote gezinnen in. In het dorp vonden ze deze mensen minderwaardig. 23. links 24. links 25. links 26. trapje naar boven vroegere gebied van Werkhuizen “Landuyt” 27. naar beneden, rechtdoor hier moet je een steile helling omhoog. Best dit in groepjes van vijf te doen. 28. rechtdoor aan je linkerkant zie je een vroegere brug van Landuyt. Door de jaren heen als stort gebruikt. Je gaat door een oude poort gaat rechts en direct terug links. Een oude slagboom herinnert aan de tijd dat dit de ingang was van het vliegasstort, dat nog vele andere afvalstoffen herbergde 29. Bosstraat Je bent nu in Bosstraat. Dit gehucht hoort bij de gemeente Boom. Je slaat de eerste straat rechts in. 30. ...straat (straat dat naar kerk loopt) op het einde naar links 31. De Schorre Aan de overkant van de straat zie je nu de ingang van het Provinciaal Recreatiedomein De Schorre U komt nu in het recreatiedomein Schorre. Hier waren de steenfabrieken Meulenaar (handgeleeg) en Van Herck gelegen. Van,Van Herck kan je rechts nog een restant van een bagger zien. 32. links 33. links Als je rechts kijkt kan je kleine greppeltjes zien die regelmatig terugkomen. Dit zijn restanten van vroegere Elzegrippe. De plaats dat tussen de loodsen gelaten werd en waar het regenwater samenkwam 34. Brug als je schuin links achter kijkt zie je nog een restant van een muur. Deze was de voorloper van de transportband. De muur liep als een ramp hellend naar boven om de wagentjes klei over de brug te laten lopen. 35. onder brug door Einde van de brug een bord: L.A. Verbeeck
ES Van Reeth Mei 1882
hier sla je links af. U komt nu in het gebied … 36. links 37. links recht voor lag het vroegere fabriek Apollo (genoemd naar het Amerikaanse ruimtevaartuig) dat grote stenen maakten voor snelbouw. Maar dit ging na vijf jaren fait wegens de grote concurrentie van nieuwe materialen zoals beton. 38. links de electriciteitskabine van VanderPlancken de grote buizen die je ziet diende voor de ophoging van de putten. Zijn nu verbindingen tussen verschillende waterpartijen. 39. links 40. links, klein trapje omhoog Op je linkerkant zie je de oude schouw van de steenbakkerij Landuyt op bruggetje kan heb je een mooi panoramisch uitzicht 41. Terhagenlei Je komt nu in de Terhagenlei de plaats waar Piet Van Aken vroeger vaak kwam wandelen. 42. Boonhof Je wandelt naar links en de volgende straat links is het Boonhof, hier woonden de schoonouders van Piet Van Aken nadat ze zijn moeten verhuizen van de Wildernis Ook schoonzus Maria woonde er. 43. Hier trekken we naar beneden de natuur terug in 44. links 45. rechts 46. rechts Nu kom je uit op de Kardinaal Cardijnstraat, vroeger Kerkstraat. Deze steek je recht over naar de Korte Veerstraat Rechts lag het moderne steenfabriek van Landuyt. Via de “Gelagenweg” (nu ook verdwenen) kwam men uit temidden van de steenbakkerijen en hun laad- en loskades. Voor het einde van deze straat , kan je links door een klein weggetje naar. Even in deze straat loop je rechts het park in. Hier was vooraan de vroegere paardenstal van De Beukelaar. Verder nog droogloodsen. De baas, Jan Desmedt, was een natuurliefhebber maar ook kenner. Hij had waar nu het park is, vroeger wild lopen. Hij plantte zeldzame bomen aan, zoals een walnotenboom. De bergjes die je ziet liet hij aanleggen zodat konijnen hun pijpen erin konden maken. Achteraan liet Jan Desmedt een danszaal bouwen. Al de gebouwen behoren nu toe aan de gemeente Rumst, zij doen dienst als gemeentelijke magazijnen Wanneer je aan de andere kant het park uitloopt ga dan links terug naar startpunt, je bent aan het einde van de wandeling Je kan het museum Rupelklei een bezoekje brengen of nog even verpozen in het park.