Landmacht
Interview C-LAS Nieuwe Landmachtbril Waar genomen Naam: Adjudant Ralph Davies Onderdeel: School Voor Vredesmissies, Amersfoort Functie: instructeur Wat moet je doen als je in een missiegebied gegijzeld wordt? Een concreet antwoord bestaat niet, maar de lessen van adjudant Ralph Davies, instructeur aan de School voor Vredesmissies (SVV), dragen bij aan een goede voorbereiding hierop. ‘In mijn les “trauma en stress”, vertellen cursisten vaak over hun eigen traumatische ervaringen’, vertelt Davies. ‘Nog niet zo lang geleden vertelde iemand hoe hij 3,5 week als gegijzelde in een bunker heeft doorgebracht. De reactie van mensen in stress-situaties is onberekenbaar, maar je kunt iemand wel voorbereiden zodat deze bewuster handelt.’ Met vakken als interculturele communicatie en algemene crisisbeheersing bereiden twaalf SVV-instructeurs de militairen, die voor uitzending op de rol staan, zo goed mogelijk voor. Theorie en praktijk komen bij de paarse SVV beide aan bod. Voor het theoriegedeelte roept de SVV regelmatig de hulp in van specialisten zoals historici en psychologen. Rollenspellen en gastlessen van ervaren militairen geven een indruk van de praktijk. ‘Na twee gastlessen over mijn uitzending naar Kosovo, vroeg de SVV of ik wilde solliciteren. Dat deed ik. Naast het feit dat ik mijn werk geweldig vind, heb ik als docent ook geleerd met onverwerkte ervaringen om te gaan. Mijn zes-liter-rugzak vol ervaringen kan me redden, maar de jonge militairen hebben vaak maar een pukkel vol. Ik leer ze tot tien tellen, want bezinning leidt altijd tot bewustere en dus betere keuzes!’
Vrouwenwerving
Militaire Vaders
vierde jaargang nummer 7, september 2006
Landmacht nummer 7 Personeelsblad van de Koninklijke Landmacht
Redactie: Hoofdredacteur: kol Ronald Harmsma Eindredacteur: kap Klaas Daane Bolier Redacteuren: elnt Dave Coenen tlnt Corné Dalebout Ivanca Maas
Interview luitenant-generaal Peter van Uhm PAG.8: ‘Het is logisch dat we andere
Vormgeving: Sectie Grafische Vormgeving, Frederikkazerne Den Haag
waarden
en normen hebben dan de rest van de samenleving’
Druk: Senefelder Misset, Doetinchem ISSN: 1572-1248
Oplage: Landmacht verschijnt tien keer per jaar in een oplage van 55.000 stuks
Fotografie in dit nummer: AVDD, Kpl1 Hasan Yilmaz, Frank van Biemen , Mariska Grob, Bert de Groot, Hennie Keeris, Guido Kobessen
Inhouds opgave Pag.4: Moderne Landmacht, moderne bril?
Met dank aan: Roland Keja, elnt Ellen Beernink, kap Janneke Beenen, elnt Juul Platenburg
Pag.14: Dubbelinterview in Afghanistan
Redactieadres: Lgen Knoopkazerne MPC 55A Postbus 90004 3509 AA Utrecht MDTN: *06- 557 46043 KPN: 030-2146043
Reacties:
Pag.18: Militaire vaders in actie
Pag.28: Explosieven ruimen in Bosnië
Reacties of ingezonden brieven kunt u via het interne netwerk mailen naar:
[email protected]
Pag.30: Van Landmacht naar Leger des Heils Adreswijzigingen: Landmachtpersoneel kan alleen maar adreswijzigingen doorgeven aan de eigen afdeling personeelszaken. Reservisten kunnen voor adresveranderingen bellen naar: 070-3165043. Postactieven en veteranen kunnen terecht bij Nico Kamm: 070-3164907. Betalende abonnees moeten zijn bij Abonnementenland: 0251-313939.
LANDMACHT IS EEN UITGAVE VAN HET COMMANDO LANDSTRIJDKRACHTEN, SECTIE COMMUNICATIE STAF CLAS. REACTIES OF INGEZONDEN BRIEVEN WORDEN ZEER GEWAARDEERD. DE REDACTIE IS VRIJ IN HAAR KEUZE VAN HET PLAATSEN VAN - AL DAN NIET INGEKORTE - INGEZONDEN STUKKEN. OVERNAME VAN (GEDEELTEN VAN) ARTIKELEN UIT DE LANDMACHT IS, ONDER BRONVERMELDING, TOEGESTAAN.
Voertuig van de toekomst: de Boxer PAG.12:
Rubrieken
PAG.7:
De week van, PAG.32: Personeelsmutaties, PAG.34: Photoshoot, PAG.35: Uit de flank, PAG.36: Waargenomen
Landmacht wil meer vrouwen PAG.24:
Natuurlijk worden de opdrachten niet wandelend afgelegd
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
3
De dienstfiets Periode tot eind jaren
’40.
lestfiets” vanwege de vol en bekend als de “dien isch hn Tec in. kle ‘Deze bril staat bij ouder en l dun, plat . De glazen waren hee de en iten bu dig ronde brillenglazen De . maken mogelijk om grotere te rwas het toen nog niet oor het soms net venste ard wa , ing mm kro e elfd dez ben Je heb e d. binnenzijd l bi-glaasjes genoem vorm worden ze ook we ge glas lijkt. Vanwege de arin ze opvallen vanwe wa toneelvoorstellingen in s een l de l we g we no ken ze t Ik . zie r mijn tijd zen. Deze bril is van voo de schittering van de gla k erna.’ glazen uit de periode vla brillen met iets ovalere
‘Deze bril zet ik gerust op naar de disco’
Panthosbril
Begin jaren ’50 – eind
jaren ‘50
‘Na de glazen met rond model, kwam het pantho s-model in zwang. De dezelfde vorm als de cam glazen van die bril heb ouflagedienstbril van nu ben , met een licht ovale vor vorm zijn de glazen een m. Vanwege die specifi voudig te verwisselen me eke t elkaar. Dat was voor heel praktisch.’ opticiens en zeker bij De fensie
Door de jaren heen zijn bij de Koninklijke Landmacht diverse dienstbrillen in omloop geweest. Rinus Spijkers, opticien bij de KL sinds 1976 en brillenexpert bij uitstek, geeft uitleg over de verschillende ontwerpen.
Sportbril Eind jaren ’50 – 1975
Het is een kwestie van smaak. Er zijn duidelijke liefhebbers van de gevechtsbril met camouflageprint en personen bij wie de bril wellicht ongebruikt thuis in een la ligt. Sinds kort wordt een nieuw type gevechtsbril verstrekt met een moderner montuur. Maar wie bepaalt nu eigenlijk hoe de gevechtsbril, die duizenden militairen krijgen verstrekt, eruitziet? Rinus Spijkers is binnen Defensie de ‘brillenexpert’ bij uitstek. Spijkers is hoofd optiek bij het Militair Geneeskundig Logistiek Centrum (MGLC) in Heerenveen. Op die locatie komen dienstbrillen binnen voor aanpassingen, bijvoorbeeld nieuwe glazen wanneer de ogen van de eigenaar achteruit zijn gegaan, of voor reparaties. Op zijn neus draagt Spijkers al de nieuwe gevechtsbril met bruin montuur. “Om hem een beetje te promo-
ten”, glimlacht hij. “Al was ik ook wel gecharmeerd van de bril met camouflageprint. Iedereen dacht altijd dat die print speciaal voor Defensie werd geproduceerd. In werkelijkheid was die vlekkenprint gewoon standaard. Ik heb het altijd maar zo gelaten.”
Net als het huidige model is ook de vorige dienstbril, met camouflageprint, geproduceerd door het Italiaanse bedrijf Luxottica dat brilmonturen maakt voor beroemde modehuizen als Armani en Dolce & Gabbana. Aan de keuze voor een bepaald montuur en producent gaat een heel traject vooraf. “Het is niet zo dat één of enkele personen beslissen welk montuur iedere militair krijgt verstrekt. Ook ik heb daar eigenlijk weinig invloed op”, zegt Spijkers. In 1995 maakte hij deel uit van een werkgroep die een programma van eisen samenstelde voor de vorige dienstbril, de uiteindelijke variant met
De nieuwe dienstbril verschilt danig van z’n voorganger. Zo heeft het montuur nu een effen donkerbruine kleur en hebben de glazen een rechthoekige vorm. De bril oogt in ieder geval een stuk moderner. “Brilmonturen zijn onderhevig aan de mode”, legt Spijkers uit in zijn kantoor dat tot de nok toe gevuld is met verschillende brilmonturen uit alle jaren en windstreken. “De camouflagegevechtsbril was bij de introductie ervan vrij hip. Tegenwoordig zie je dat vierkante glazen meer in de mode zijn. De nieuwe bril sluit meer aan bij de wensen van deze tijd.”
DIENSTFIETS LANDMACHT SEPTEMBER 2006
Het montuur van deze bril wijkt ‘In de loop der jaren ging de mode een steeds belangrijker rol spelen. wel de sportbril genoemd ook werd Hij hoeken. de afgeron de duidelijk af van z’n voorgangers door ook aanschaffen tussen de tien vanwege z’n toen bijzondere vorm. In de winkel konden burgers hem Nederlandse importeur die ze à twaalf gulden. Het montuur werd door Defensie afgenomen bij een heeft dus een tijdlang met een cht inkocht in het toenmalige Oost-Duitsland. De Nederlandse krijgsma door communisten geproduceerde bril rondgelopen.’
PANTHOSBRIL
SPORTBRIL
camouflageprint. “In die periode werd gekozen voor een nieuw type gasmasker waaronder de toenmalige dienstbril (de zogenaamde gasmaskerbril, zie foto’s) niet gedragen kon worden. Daarop is gekozen voor de aanschaf van een nieuw montuur. De eisen waren eigenlijk simpel. De bril mag niet te opvallend zijn. Hij mag niet makkelijk van je gezicht afvallen, om die reden moeten er krulveren aan. En hij mag niet te groot zijn want hij moet in de ballistische bril passen.” Aan de hand van dit eisenpakket in 1995 stuurden zeventien fabrikanten,
GASMASKERBRIL
naar Europese aanbestedingsregels, een prototype op. “Niet elke producent had het programma van eisen goed doorgenomen, want er zaten ook brillen bij met een glimmend goudkleurig montuur. Dat is natuurlijk niet zo handig wanneer je gecamoufleerd in het veld opereert.” Bij TNO zijn de verschillende monturen daarna technisch onderzocht. “De pootjes werden bijvoorbeeld machinaal 200.000 keer open en dicht geklapt en de bril moest
NIEUWE
DIENSTBRIL
5
Gasmaskerbril
1975-1995
‘Tot halverwege de jare n zeventig bestond er geen bril die ook onder gen. Mede vanwege de het gasmasker kon wo communistische dreigin rden gedrag vanuit het oosten we nieuwe C3-gasmasker rd bepaald dat dit voorta wel mogelijk moest zijn an met het . Omdat de uitstekende zouden veroorzaken, we metalen pootjes van de rden ze vervangen door bril lekkages plastic strips. De strip had De bolle kant werd in de een bolle en een platte huid gedrukt zodat de kant. platte kant langs het ma je over je oorschelpen sker liep. Met twee hen moest schuiven, bleef gse ls, die de bri l goed op je gezicht. On het montuur op deze wij derzoek van TNO wees ze geen lekkages veroo uit dat rza akt e. De invoering van dez betekende het einde van e zogenaamde gasmaske de ‘dienstfietsperiode’ rbril me t vrij ron twintig jaar lang in geb de monturen. De gasma ruik is geweest, week daa skerbril, die uiteindelijk r voor het eerst sterk van af.’
Camouflagebril 1995-2006 ‘Halverwege de jaren ’90 zorgde opnieuw de keuze voor een ander type gasmasker voor dat er een nieuw dienstbrilmontuur moest komen. Onder het nieuwe gasmasker kon, zoals bij de gasmaskerbril wél mogelijk was, geen brilmontuur worden gedragen. Bovendien was de Canadese leverancier ervan intussen failliet gegaan. De camouflageprint is overigens niet speciaal voor Defensie aangebracht (zie verhaal onder), zoals vaak wordt gedacht. Met de werkgroep hebben we bedacht dat er een nieuwe dienstbril moest komen. In het nieuwe NBC-masker worden losse monocles geklikt. De nieuwe dienstbril hoefde niet meer onder het masker te passen.’
2006t afliep, deed de kans zich voor om ‘Omdat het contract met de producen ebreide tests wezen dit montuur aan een nieuw model uit te kiezen. Uitg d e montuur wordt deze geproduceer als meest geschikt. Net als het vorig ani. Arm dat ook monturen levert aan door het Italiaanse bedrijf Luxottica el voor multifocale glazen, vaak mod een Het nieuwe montuur kent ook en Defensie. Daarin zijn de lenzen voor de wat oudere werknemers binn van thoekige glazen. Echt een product wat groter. Het is een bril met rech deze tijd.’
Zeven monturen gingen vervolgens een laatste, bijzondere, testfase in. “Bij de Afdeling Materieel Beproevingen in Huijbergen heeft een testpanel van 25 militairen de monturen onderworpen aan een acceptatieproef. Elke maandagochtend kwamen de panelleden bij elkaar en kregen door mij het bewuste montuur aangemeten en netjes afgesteld”, legt Spijkers uit. “Op de Koningin Wilhelmina Kazerne in Ossendrecht testten de panelleden onder leiding van een sportinstructeur of de bril hindernisbaanbestendig was.
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
N
ederland neemt dit jaar al 50 jaar deel aan de United Nations Truce Supervision Organization (UNTSO) in het MiddenOosten. Het 13-koppige Nederlandse detachement telt zes militairen van de Landmacht. Een van hen is luitenantkolonel Wim Voncken, die naast Chief Military Personnel Officer ook de functie van Senior National Officer vervult vanuit het hoofdkwartier in Jeruzalem. Zijn dagboek verhaalt over de week waarin vier waarnemers van China, Oostenrijk, Canada en Finland de dood vonden op hun Patrol Base Khiam in Libanon.
Ook werden er balspelletjes gespeeld om te ontdekken of de bril niet van het gezicht zou vallen.” De positieve en negatieve bevindingen van de panelleden, waaronder draagcomfort en gewicht, werden op papier verzameld. “Uit de resultaten van die testgroep kwam na zeven weken de zogenoemde camouflagebril als beste uit de bus. Daar hebben andere personen feitelijk geen invloed op gehad. De bevindingen van het testpanel zijn bepalend geweest bij de keuze voor de camouflagegevechtsbril.”
met effen bruin montuur, is gebruik gemaakt van een testpanel. “Al waren er deze keer nauwelijks mensen voor te porren om de bril te testen.” De nieuwe testgroep, van 17 personen, heeft vier verschillende monturen getest. “Het panel was zeer te spreken over het uiteindelijke ‘winnende’ ontwerp. Één van de vrouwelijke deelnemers zei zelfs: ‘Deze bril zet ik gerust op naar de disco.’
Woensdag:
Zaterdag:
De hele nacht ben ik druk met allerlei berichtgevingen. Terwijl ik met andere sectiehoofden overleg heb met de Chief of Staff (COS), krijgt die een telefoontje van de VN-secretarisgeneraal Kofi Annan, die zich laat informeren en zijn medeleven uitspreekt. In de late ochtend pak ik wat uurtjes slaap. Om drie uur zit ik weer achter mijn bureau en verneem ik dat het vierde lichaam nog steeds niet is gevonden.
Later dan op een normale werkdag kom ik zaterdag weer op het werk om fase 4 verder uit te werken. Ik streef er tevens naar om voor het personeel van OGL op Cyprus stress-counseling te organiseren, maar loop telkens vast op onwil dan wel transportproblemen.
Donderdag:
Alle werkzaamheden op het hoofdkwartier staan in het licht van de gebeurtenissen in Libanon. Het bericht over de gewonde Italiaanse UNMO is ingeslagen als een bom en heeft iedereen met de neus op de realiteit gedrukt: dit kan nog vaker gebeuren! Mijn zorg gaat ook uit naar de familieleden van de VN-medewerkers uit Tiberias. Zij zijn afgelopen week naar Jeruzalem gebracht, weg uit het Fase 3-gebied.
In de ochtendbriefing krijgen we foto’s van Khiam te zien. Ik maak deel uit van het ad-hoccomité dat alles moet regelen en organiseren met betrekking tot repatriëring. Voor China is dit trouwens de eerste militair die in een vredesmissie komt te overlijden. De eerste aandacht gaat uit naar een ceremonie die op zondag moet plaatsvinden. Ook heb ik contact met Nederland om steun van psychologen te krijgen. Iedereen in de Observer Group Lebanon (OGL), inclusief de Nederlanders, is flink geraakt door het gebeurde.
Dinsdag:
Vrijdag:
De dag gaat op aan allerlei vergaderingen. Om 23:15 uur krijg ik het verzoek om naar het hoofdkwartier te komen in verband met slachtoffers. Een kwartier later laat ik me al informeren door de Duty Officer. De eerste berichten melden dat Patrol Base Khiam door Israëlische bommen is getroffen en dat de vier waarnemers die daar aanwezig waren waarschijnlijk dood zijn.
De eerste fase, het terugbrengen van de lichaamsresten, wordt succesvol afgesloten. De tweede fase (de autopsie) begint na de Sabbat. Fase 3 is de ceremonie op zondag. Ik ben verantwoordelijk voor fase 4, de overdracht van de overledenen aan de nationale autoriteiten. Voor de overdracht op het vliegveld ontwerpen we een eenvoudige procedure.
Maandag:
De nieuwste dienstbril
in een zuurkast beproevingen met chemicaliën doorstaan”, schetst Spijkers enkele proeven.
de week van
Zondag: Om negen uur hebben we een generale repetitie van de ceremonie. De middag breng ik bij mijn appartement door met oude kranten van de afgelopen week. Om vier uur zet ik weer koers richting Government House voor de herdenking. In een bedrukte, maar sfeervolle ceremonie leggen vier vertegenwoordigers van de getroffen landen een krans en worden toespraken gehouden. Na de Last Post en een minuut stilte wordt onder de klanken van ‘reveille’ de VN-vlag weer in top gehesen als symbolisch begin van een nieuwe dag. Morgen moet ik volop aan de slag om de eerste repatriëring van de Chinese lichaamsresten te regelen.
Ook bij de opvolger van de camouflagedienstbril, het rechthoekige model
7
’De professionele
nuchterheid
van mijn mensen,
treft me diep’
De kop is eraf: één jaar Commando Landstrijdkrachten. Wat vond u ervan? Roerig en hectisch. Niet alleen op de niveaus boven ons, maar ook binnen het Commando Landstrijdkrachten gaan de reorganisaties gewoon door en zijn we bezig 100 % gevuld te raken. Verder hebben we met een missie als in Afghanistan – naast de andere missies en onze overige taken – de motor wel volop laten draaien. Het is een bewogen jaar geweest, waarin erg veel van de mensen is gevraagd.
Waar bent u het meest tevreden over? (beslist) Over mijn mensen en hun niet aflatende inzet. Bij landoptreden gaat het over mensen. Het zijn de mensen die het uiteindelijk doen. Of ik nou bij een Opleidings- en Trainingscentrum kom, bij een Lokaal Facilitaire Dienst, bij het High-Readiness Hoofdkwartier in Münster, of bij de mensen die het materieel klaarzetten; iedereen zet de schouders eronder en maakt er het beste van. Wanneer ik dat zie en ervaar, ben ik zielsgelukkig. Een hoop werkgevers zijn jaloers op ons personeel. En een heleboel personeel van buiten Defensie is jaloers op onze organisatie. Dat blijkt wel als je nagaat dat Defensie dit jaar voor de eerste keer in de Top-10 van favoriete werkgevers staat. De politie staat bovenaan begreep ik. Ik denk ook echt dat we een goede werkgever zijn. We hebben bijna alle disciplines uit de maatschappij binnen onze organisatie zitten. Bij ons krijg je heel snel, heel jong verantwoordelijkheden.
Is Defensie nog steeds een afspiegeling van de maatschappij? Natuurlijk, maar je moet twee dingen goed scheiden. Het personeelsbestand binnen defensie is een afspiegeling van de Nederlandse maatschappij. Maar de taken van Defensie zijn wezenlijk anders dan van welke andere organisatie. Dus ook de waarden en normen zijn anders. In die zin wil ik ook geen afspiegeling van de Nederlandse maatschappij zijn, want dan zou ik mijn militairen tekort doen. Dan stel ik ze niet goed gereed en dat is mijn taak: het gereedstellen van inzetbare eenheden. Wij stellen in veel opzichten hogere eisen. Daar werken wij aan tijdens de initiële opleidingen, maar dat mag daar niet stoppen. Vorming en coaching gaan altijd door.
‘Ik vind Defensie een goede werkgever’
‘We maken allemaal deel uit van één team’
Een nieuwe structuur, een nieuwe baas en een nieuwe missie brachten luitenantgeneraal Peter Van Uhm niet uit zijn evenwicht. Een jaar geleden werd hij als kersverse Commandant Landstrijdkrachten geconfronteerd met één van de meest vergaande aanpassingen van het ministerie van Defensie. Het eind van de reorganisaties is nog niet in zicht en de personele vulling is nog niet helemaal op orde. ‘We moeten nog even doorbuffelen’.
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
9
Defensie verpaarst. Blijft er nog ruimte voor een KL-gevoel? Wij zijn een deel van het geheel, maar wel met een eigen identiteit. En die identiteit van de landmacht moet overeind blijven staan. Wij hebben andere taken dan de luchtmacht, de marine en de marechaussee. Daar is een deel van onze identiteit op geënt. Je kunt het zien als een voetbalteam: de verdediger voetbalt anders dan de aanvaller. We zijn als defensie ook een voetbalteam: de landmacht beheerst de grond, de luchtmacht de lucht en de marine het water. Iedereen heeft zijn eigen specialiteit, maar gezamenlijk vormen we wel een hecht team. Verpaarsen wil trouwens niet zeggen dat we alles samen moeten voegen. We kunnen heel goed een bepaalde taak bij een van de operationele commando’s neerleggen waarna eenheden vervolgens krijgsmachtbreed worden ingezet. Dat is ook paars. Waar moeten de KL-medewerkers zich de komende tijd op voorbereiden? Hoewel ik besef dat de druk hoog is, realiseer ik mij aan de andere kant heel goed dat we er nog niet zijn. Het Commando Landstrijdkrachten levert een uitstekend product, maar je moet altijd kritisch blijven op verbetermogelijkheden. Stilstand is achteruitgang. Zo hebben we eerder dit jaar gesproken over een bredere inzet van mensen en eenheden. De term “every soldier a rifleman” is inmiddels welbekend. De praktijk in de inzetgebieden maakt dat maar al te duidelijk. Logistiekeling, cavalerist, verbindelaar: iedereen moet zijn militaire basisvaardigheden beheersen. Dit is ook het defensiebeleid: elke militair die op het land kan worden ingezet, moet aan dezelfde eisen voldoen. Maar niet alleen de mensen, ook de eenheden van defensie moeten breder inzetbaar zijn. Een Bevoorradings- en Transportbataljon zou na een natuurramp de logistiek moeten kunnen regelen maar ook in staat moeten zijn om de hele operatie zelf te leiden, inclusief hun eigen beveiliging. Aan die bredere inzet van mensen en eenheden moeten we de komende jaren werken.
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
En hoe ver staan we daar nu al mee? Het motto dat iedereen in de eerste plaats militair is, dat is beslist goed doorgekomen: iedereen wil nu bijvoorbeeld extra schietoefeningen doen. Mensen zien ook aan de missie in Afghanistan dat het nodig is. Aan mij de uitdagende taak om hiervoor de randvoorwaarden te scheppen, in de vorm van bijvoorbeeld voldoende munitie en voldoende beschikbaarheid van schietbanen en oefenterreinen. Landoperaties zijn complex, en dat vergt veel van de eenheden en van de individuele militair. Daar moeten we op blijven anticiperen. U bent onlangs op werkbezoek geweest in Uruzgan. Hoe was dat? Het is heerlijk om op de werkvloer te zijn tussen de mannen en vrouwen die het product van de landmacht neerzetten. Als je ziet hoe ze onder zeer moeilijke omstandigheden toch zeer professioneel, gedreven en enthousiast zijn, dan is dat gewoon een genot. Je ziet al de samenwerking ontstaan met de internationale collega’s en de lokale autoriteiten. Dat geeft veel vertrouwen voor de toekomst. Uiteindelijk worden conflicten op het land beslist en wordt er veel van ons verwacht. Wat heeft tijdens het werkbezoek de meeste indruk gemaakt? Uiteindelijk toch de manier waarop de mensen daar met hun vak bezig zijn. Een aantal kampen is nog in opbouw. Dat betekent dat er prioriteiten moeten worden gesteld waarbij veiligheid het wint van comfort. Zo zag ik een tent op een compound die ze daar aan het bouwen zijn. Je moet weten dat die tent meer dan honderd mensen herbergt en dat het er binnen bloedheet is. De tent had een deur aan de voorkant en één aan de achterkant. Op de binnenkant van de deur staat ‘gesloten houden in verband met de airco’. Er is daar natuurlijk geen airco te bekennen. Dat is soldatenhumor. Die tent stinkt van de warme lichaamsgeuren en niemand klaagt. De professionele nuchterheid waarmee zij met hun vak en met de risico’s omgaan, treft me diep.
Mist u die soldatenhumor als u hier in Utrecht op de zevende verdieping zit? Wat denk jij! Je zou dat eens aan mijn vrouw moeten vragen. Natuurlijk mis ik dat. Het is gewoon heerlijk om tussen de mannen en vrouwen te staan en daadwerkelijk met je vak bezig te zijn. Om met je handen problemen aan te pakken en situaties naar je hand te zetten. Er zijn onlangs twee Nederlandse militairen omgekomen in Afghanistan. Bent u daar veel mee bezig? Het is dieptriest dat we twee collega’s hebben verloren. In eerste instantie denk ik dan aan de nabestaanden. Ik ben bij de familie van de sergeant van Boxtel geweest om mijn steun te betuigen. Als ik die mensen op welke manier ook kan steunen, dan zal ik dat zeker doen. Maar uiteindelijk zijn alle militairen zich bewust van de risico’s van hun beroep. Dat wil zeker niet zeggen dat ze graag sneuvelen, begrijp me niet verkeerd. We trainen voor onze taken en rusten onze militairen uit – fysiek en mentaal - om zo goed mogelijk met die risico’s om te gaan. Zo nuchter moet je daarin zijn en die nuchterheid tref ik ook bij de eenheden aan.
‘Die soldatenhumor mis ik regelmatig’ De veiligheidssituatie in Afghanistan wordt er vooralsnog niet beter op. Slaapt u daar slechter door? Ik slaap nog steeds prima. Maar natuurlijk maak ik me zorgen! Ik heb 26.000 mensen waarover ik me constant druk maak. Als er mensen in een inzetgebied zitten, dan maak ik me daar dus uiteraard zorgen over. Net zo goed als ik mij bewust ben van hun thuisfront dat toch ook een uitzending mee maakt. Het zijn wel professionele zorgen, want onze mensen zijn goed opgeleid, ze hebben goed materieel, we hebben er goede commandanten en goede mensen zitten die prima met de situatie om kunnen gaan. Maar de zorg neemt niemand van je af. Ik voel me absoluut verantwoordelijk voor onze mensen. Daarom is het ook zo belangrijk om bij al onze inzet goed te kijken naar de bescherming van onze mensen en ook hoe we die kunnen verbeteren. Bijvoorbeeld door de aanschaf van IED-Jammers en Bushmasters of door ons te richten op andere gebieden zoals de inlichtingencapaciteit. Je moet weten wat de ander kan, wat hij wil en wat hij doet. Wat kunnen we nog meer verwachten? We gaan als Defensie absoluut meer aan nationale operaties doen. Vroeger was Defensie het vangnet voor de lokale autoriteiten, maar we zijn nu een echte gelijkwaardige partner op het gebied van nationale operaties. Mensen moeten goed beseffen dat nationale operaties een volwaardige hoofdtaak is die gelijk staat aan expeditionaire operaties. Zo zullen we meer moeten oefenen met de civiele autoriteiten zodat we optimaal op elkaar ingespeeld raken. Het betekent ook dat we druk
bezig zijn met de verdere professionalisering van de Natres. Daarnaast moeten we bepalen hoe we de Reservisten Specifieke Deskundigheid inzetten die we naast de Reservisten Militaire Taken hebben. Ik denk dan vooral aan een onderwerp als Cimic. Dat zijn nogal wat ontwikkelingen. Is het nog wel duidelijk voor de mensen? Om uit te leggen waar we mee bezig zijn, waar we naartoe willen en hoe we die weg aan het bewandelen zijn, hebben we in oktober twee CLASinformatiedagen gepland. Ik wil dat iedereen beseft dat ogenschijnlijk afzonderlijke zaken en ontwikkelingen eigenlijk in één pakket zijn samen te vatten en dat er één grote gedachtegang achter zit: blijven aanpassen aan de eisen die de toekomst ons stelt. Ik ben me ervan bewust dat er een grote last ligt op de schouders van mijn medewerkers, maar we moeten nu even blijven doorbuffelen om de last straks te kunnen verlichten. Dat kan alleen met de juiste blik naar de toekomst en dat is wat we gaan uitleggen.
‘Militairen zijn zich allemaal van de risico’s
Terugkomend op de voetbalmetafoor: welke positie heeft u in het veld? Ik zou graag de aanvoerder willen zijn, invloed op de wedstrijd uitoefenen. Er heeft ooit iemand tegen mij gezegd: ‘Je bent het boegbeeld van de KL’. Toen heb ik geantwoord: ‘Ben je bedonderd! Denk jij dat ik alleen maar aan de voorkant van het schip wil zitten om de klappen op te vangen? Ik wil ook een beetje kunnen sturen!’.
In oktober worden in Oirschot twee CLAS-informatiedagen gehouden die in het thema staan van “Het CLAS op weg naar 2010”. Op 18 oktober richt Commandant Landstrijdkrachten zicht tot het hogere kader van de landmacht (luitenant-kolonels en hoger, gelijk-geschaalde burgers en stafadjudanten) en op 19 oktober komen vertegenwoordigers van alle CLAS-eenheden aan bod. Begin september worden personen en eenheden uitgenodigd.
bewust
van hun vak’
11
Boxer nieuw werkpaard Landmacht De Landmacht krijgt hoogstwaarschijnlijk vanaf 2010 tweehonderd exemplaren van het “Groot Pantserwielvoertuig”, de Boxer. Centrale punten bij het ontwerp van dit voertuig zijn bescherming en mobiliteit.
De Landmacht wilde een groot pantserwielvoertuig en dat gaan ze krijgen. Want groot is hij. Wie naast één van de acht wielen gaat staan, merkt dat alleen al die wielen met een hoogte van ruim 1 meter 30 behoorlijk indrukwekkend zijn. Het project ´Groot Pantserwielvoertuig´ is onderdeel van het project ´Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR´. De Boxer zal gebruikt gaan worden voor gevechtsondersteunende taken zoals commandovoering, gewondentransport, vrachttransport en als genievoertuig. De nieuwe wielvoertuigen worden verdeeld over de gevechtsondersteunende- en de manoeuvreeenheden. Bescherming De Boxer heeft heel veel voordelen ten opzichte van zijn voorgangers. Maar het belangrijkste voordeel is toch wel zijn bescherming. Het wielvoertuig mag zich één van de best beschermde voertuigen in zijn soort noemen. De inzittenden zijn beschermd tegen vlakbaanvuur en artillerievuur en Improvised Explosive Devices (IED’s). Maar ook tegen antitankmijnen. De eisen zijn onder andere dat hij bij het exploderen van een antitankmijn tot acht kilogram ervoor moet zorgen dat er bij de inzittenden geen blijvende letselschade ontstaat. De Boxer staat 50 centimeter van de grond en de passagiers zetten hun voeten op een voetsteun en niet op de grond. Hierdoor wordt letsel geminimaliseerd. Een ander voordeel van de Boxer in vergelijking met zijn voorgangers is dat de bescherming tegen een nucleaire, biologische of chemische aanval sterk verbeterd is. De staatssecretaris van Defensie informeert dit najaar de Tweede Kamer over hoe de verwerving van de Boxer zal plaatsvinden. Naar verwachting valt dan het definitieve besluit over de aankoop van dit voertuig.
2,99 m
Vijf verschillende uitvoeringen De Boxer bestaat in feite uit een gepantserd onderstel met daarbovenop een zogenaamde missiemodule. Er zijn vijf uitvoeringen. Van de eerste drie die hieronder genoemd staan is er al een prototype aanwezig. Van de andere uitvoeringen moet nog een prototype worden gebouwd. Remote controlled wapensysteem Het wapensysteem zoals u het op deze foto ziet, is niet
• Commandovoertuig. Bestemd voor
• Vrachtvoertuig. Voor het verplaatsten van
definitief. Hoewel er wel een .50 wapen op zal komen, is
commandovoering. Plaats voor vier werkstations
vracht. Dit voertuig is ingericht voor het transport
nog niet bepaald welk merk wapenstation er komt. Wat
die met een netwerk aan elkaar zijn gekoppeld.
van algemeen materiaal. Er is plaats voor twee
wel duidelijk is, is dat het een remote controlled wapen-
Aan deze module kan een tent van ongeveer drie
NATO standaard pallets en twee manschappen.
systeem zal worden. Hierbij zit de schutter niet meer
bij drie meter bevestigd worden. Deze tent wordt
• Cargo-C2. Een aantal vrachtvoertuigen
in zijn wapenstation, maar op een andere plaats in het
met een pomp binnen twee minuten opgeblazen
dient voor commandovoering binnen de
voertuig. Van daaruit bedient hij zijn wapenstation met
en is binnen een kwartier gebruiksklaar.
pantserinfanteriecompagnieën en tankeskadrons
behulp van een beeldscherm en een stuurknuppel. Het
• Gewondentransportvoertuig. In deze module
te zijn voorzien van een Command &
wapenstation draait alleen bovenop het voertuig en niet
is plaats voor zes zittende of drie liggende
Control-werkstation. Dit voertuig is bestemd
in het voertuig, waardoor er veel ruimte wordt bespaard.
gewonden. Een groot voordeel dat een
voor de compagniessergeantmajoor en de
wielvoertuig ten opzichte van een rupsvoertuig
eskadronsopperwachtmeester en dient tevens
heeft, is het feit dat de eerste minder lawaai en
voor noodbevoorrading.
trillingen veroorzaakt en daardoor beter geschikt
• Genievoertuig. Voor het verplaatsen van een
voor gewondentransport.
geniegroep en de omvangrijke uitrusting van deze geniegroep.
Mobiliteit De Boxer is enorm mobiel. Hij heeft negen versnellingen, zeven voorwaarts en twee achterwaarts. Met zijn 720 PK haalt hij tot 103 kilometer per uur. En dat met een gewicht van 33.000 kilogram. Hij is alleen door zijn omvang wat minder manoeuvreerbaar dan de YPR. De Boxer heeft een 8 X 8 permanente aandrijving. De
2,37 m
bandenspanning kan van binnenuit geregeld worden om ook op zachtere ondergrond een goede mobiliteit te hebben. In de wielen zit bovendien een run flat element. Dat zorgt ervoor dat je ook met een lekke of stukgeschoten band nog een stuk kunt doorrijden.
7,93 m LANDMACHT SEPTEMBER 2006
13
‘Als je niet kunt blijven, kun je beter wegblijven’
NICO TAK
Het eerste contact Tak: ‘Ik heb de contacten overgenomen van mijn Amerikaanse voorgangers. Het contact tussen het PRT en de Afghanen is overigens wederzijds. De bevolking loopt hier de deur plat, van het hoofd van de veiligheidsdienst tot en met de lokale boer en alles wat daar tussenin zit.’
PIET
DUBBELINTERVIEW
MET COMMANDANT
PRT
EN COMMANDANT
VA N D E R
B AT T L E G R O U P
SAR
Van der Sar: ‘De Battlegroup komt in de dorpen in contact met een ouderenraad. Dat is minder officieel, maar wel directer. Je krijgt een beter beeld van hoe de zaken er voor staan. We komen namelijk ook in gebieden die niet beïnvloed zijn door de regionale en landelijke regering.’ Tak: ‘De Mission Teams van het PRT gaan veelvuldig mee op patrouille met de Battlegroup, zodat wij samen verhalen uit eerste hand hebben.’
Luitenant-kolonels Nico Tak en Piet van der Sar zijn beiden ondercommandant van de Task Force Uruzgan (TFU). Overste Tak is commandant van het Provincial Reconstruction Team (PRT) en overste Van der Sar van de Battlegroup. Landmacht vroeg ze naar het begin van de missie in Uruzgan. Want waar begin je mee?
Van der Sar: ‘Als we voor het eerst een gebied ingaan en nog niet precies weten wat we daar kunnen verwachten, krijgen we van de Mission Teams vragen mee. De antwoorden daarop vormen voor deze teams dan weer aanknopingspunten voor een volgende patrouille waar ze dan zelf bij aanwezig zijn.’ Tak: ‘De Mission Teams koppelen hun bevindingen terug met de staf van het PRT. De staf op zijn beurt coördineert vervolgens met de lokale bestuurders en (Non-) Governmental Organizations om projecten van de grond te krijgen. Daarnaast zijn er een aantal lopende projecten die we hebben overgenomen van onze voorgangers. Ook daar komen contacten uit voort.’ Van der Sar: ‘Tijdens de eerste patrouilles proberen we via kleine projecten het vertrouwen van de bevolking te krijgen, bijvoorbeeld door het eventueel aanbieden van onze medische capaciteit. Het liefst doen we dat via de lokale dokter die wij dan assisteren. Als we bepaalde dingen uitgedeeld willen hebben, laten we dat door leden van het Afghaanse leger (ANA) doen. Zo krijgt de bevolking meer contact met hun eigen leger: ‘Put an Afghan face on everything’. Onze belangrijkste missie is onszelf overbodig maken. De Afghanen moeten het uiteindelijk zelf doen.’ Tak: ‘De Afghaanse overheid moet gaan zorgen voor haar bevolking. Wij vinden dat in Nederland heel normaal, maar hier ligt dat wat anders. We moeten proberen te bewerkstelligen dat de overheid er voor de bevolking is en niet andersom. Vergeet niet dat dit land een lange geschiedenis kent van strijd en dat het een generatie nodig heeft om over de afgelopen decennia heen te komen.’
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
15
Het eerste contact Tak: ‘De eerste prioriteit van onze missie is de veiligheid van de burgers garanderen, vooral door meer en betere politie op straat te krijgen.’ Van der Sar: ‘Daarvoor is het contact met de lokale bevolking zo belangrijk. Hier in Tarin Kowt is een gebied dat we de Green Zone noemen, een gebied met veel begroeiing. Onder Operation Enduring Freedom zijn de Amerikanen daar niet of nauwelijks geweest waardoor de Taliban daar vrij spel hadden en er dus geen hulp werd geboden aan de bevolking. Wij zijn daar naar binnen gegaan omdat je een missie niet alleen met de mond moet belijden; je zult de bevolking moeten tonen dat het je menens is.’ Tak: ‘Voor de veiligheid zullen politie en leger overal aanwezig moeten zijn. De politie is nu zo goed als niet bestaand. Het zijn lokale milities die ten koste van de bevolking hun macht en daarmee hun inkomen veiligstellen. De politie is niet herkenbaar als zodanig en ze zijn dus niet betrouwbaar. Wij moeten dus, samen met de leiding van de politie, beginnen met het werven en trainen van mensen. We zullen ze discipline en goed leiderschap bij moeten brengen en ze voorzien van de juiste uitrusting. Deze maand nog moet de eerste opleiding beginnen. We moeten een basis leggen waarop onze opvolgers verder kunnen bouwen.’
Van der Sar: ‘De bevolking staat nog wantrouwend tegenover ons. Ze kijken de kat uit de boom wie het nou eigenlijk voor het zeggen heeft in het gebied waar wij zitten. Ze voelen zich tussen twee vuren in zitten. Ze willen het liefst met rust gelaten worden zonder zich te moeten verbinden aan een groep van buiten hun stam. Met het Platoon House-concept (huizen waarin een peloton zich ophoudt in het dorp om contact te leggen en onderhouden met de bevolking, red.) krijg je uiteindelijk het vertrouwen van de bevolking.’ Tak: ‘De mensen hier hebben 28 jaar oorlog gekend en hebben geleerd zich aan de sterkste partij te verbinden. Dat betekent dat ze heel makkelijk switchen van de ene partij naar de andere. Als je de sterkste partij bent, en dat zijn we, moet je zorgen dat wanneer je in een gebied komt, daar ook blijft. Als je niet kunt blijven, moet je wegblijven.’ Van der Sar: ‘De olievlektheorie is hiermee bevestigd. Vandaar dat we ook willen beginnen met het uitvoeren van meerdaagse voetpatrouilles. Zo komt de wilde romantiek van de meerdaagse voetpatrouille van weleer opnieuw tot leven.’ Tak: ‘De bevolking leeft in een tribale structuur. Het is de stam die de orde van de dag bepaalt. Er zijn stammen die altijd meer op hebben gehad met de centrale regering en stammen die zich daar zo veel mogelijk afzijdig van hielden. Tussen die stammen botert het meestal ook niet zo. Wij proberen een brug te slaan tussen die stammen met projecten die gunstig moeten zijn voor beide stammen. Zo raken ze tot elkaar veroordeeld.’ Van der Sar: ‘Het is heel verleidelijk de dorpen in te gaan die al voor een centrale regering zijn. Het is juist de uitdaging om die dorpen in te gaan die sympathiek staan tegenover de Taliban. Dit neemt echter wel risico’s met zich mee, want je weet niet hoe je onthaald wordt. Maar we kunnen niet anders als we willen dat de provinciale en nationale overheid hier een stevige basis hebben.’ Tak: ‘Deze werkwijze leidt er toe dat we op de lange termijn moeten denken. Ook al zou Nederland hier na twee jaar weggaan, dan zit ISAF hier nog steeds. We zullen dus ook langlopende projecten van de grond moeten krijgen en niet alleen voor de quick-win gaan. We moeten aan de relatie bouwen tussen het lokale bestuur en de lokale bevolking en tussen stammen onderling. Snelle projecten, de zogenaamde Quick Impact Projects, zijn geen doel op zich.’ Van der Sar: ‘ISAF kan niet elk probleem oplossen en dat moeten we ook niet willen. Bij problemen vragen we de bevolking wat ze zelf kunnen doen en hoe wij ze daarbij kunnen assisteren. Ze moeten het uiteindelijk zelf kunnen en doen.’
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
Doelstellingen voor de eerste zes maanden Tak: ‘Naast de snelle kleine projecten, moeten we zorgen dat we zo snel mogelijk starten met het opleiden van de politie. De kwaliteit en effectiviteit van de politie moeten we verhogen. Bovendien moeten we de basis leggen voor middelgrote projecten op het gebied van gezondheidszorg en irrigatie en landbouw.’ Van der Sar: ‘De lokale bevolking moet losgemaakt worden van de Taliban. Op deze manier sla je de bestaansgrond onder de Taliban weg. Het wegnemen van de voedingsbodem voor de Taliban is effectiever dan de Taliban uitschakelen door gevechtsacties.’ Tak: ‘De tweede prioriteit ligt bij het bedenken van een plan om samen met de bevolking Uruzgan te ontwikkelen. Dat moeten we bottom-up en top-down benaderen. Voor de ontwikkeling van de provincie moeten we niet alleen goodies uitdelen, maar vooral aan capacitybuilding doen. De Australiërs bouwen een ambachtsschool waar allerlei opleidingen gegeven worden die de mensen in staat moet stellen zelf iets te maken van hun leven en hun provincie.’
17
Militaire vaders W AT
Sergeant Peter Coumans
K A N , WAT M A G E N WAT I S G E A C C E P T E E R D ? Zijn eerste woordjes zal ik waarschijnlijk missen, want momenteel zit ik in het opwerkingstraject voor Eufor 5. Zes maanden is lang in het eerste levensjaar. Als ik terugkom is Bart geen baby meer, maar een uk! Mijn uitzending is ook de reden dat ik nu nog geen ouderschapsverlof neem. Het heeft geen zin, want ik ben telkens weg voor oefeningen en heb totaal geen regelmaat. Mijn vrouw werkt twintig uur in de week waarvan de helft in de apotheek en de helft thuis. Aangezien we net verhuisd zijn, is ons leventje op dit moment chaos alom. We hebben geen familie, lees oppas, in de buurt en door de onregelmatigheid die het werk op dit moment met zich meedraagt, komt er best veel op mijn vrouw neer. Daar voel ik me soms schuldig om. Ik heb gelukkig al wel kunnen bespreken dat ik na mijn uitzending ouderschapsverlof op ga nemen. Ik krijg dan één dag in de week vrij, een jaar lang. Met ouderschapsverlof krijg je nog altijd 70% van je loon, dus financieel is het niet ongunstig. Ik maak me geen zorgen over de reactie van mijn collega’s want zowel mijn commandant als mijn collega’s staan gelukkig positief ten opzichte van ouderschapsverlof. Wat Bart betreft, die krijgt allemaal dvd’s, voicemails en bandjes te zien en horen zodat hij papa de komende maanden niet vergeet.
Steeds vaker hoor je dat vaders ervoor kiezen om één of meerdere dagen thuis voor hun kinderen te zorgen. Termen als ouderschapsverlof en flexdagen zijn helemaal ingeburgerd in de Nederlandse samenleving. Ook voor mannen. Maar hoe zit dat voor militaire vaders? Is het voeden van een baby te combineren met een baan in de bosrand? Landmacht vroeg vijf ‘groene’ vaders naar hun ervaringen. Iedere soldaat, officier en onderofficier, heeft het recht op ouderschapsverlof. Maar militairen moeten ook altijd inzetbaar zijn. De tegenstrijdigheid tussen de rechten van een militaire vader en de plichten van een militair, zorgt dan ook voor onduidelijkheid. Wat kan, wat mag, en wat is geaccepteerd? Dat iedere militair het recht heeft op ouderschapsverlof betekent niet dat iedereen verlof krijgt. Afhankelijk van de taak, eenheid en de lijn van de commandant, wordt hierover beslist. Sommige militairen denken niet eens aan ouderschapsverlof. Loyaliteitsgevoel kan hierbij een grote rol spelen. Ook een flex-dag levert soms een schuldgevoel op tegenover collega’s. Voor een organisatie als Defensie zijn saamhorigheid en loyaliteit onmisbaar, maar volgens generaal-majoor Lex Oostendorp, plaatsvervangend Commandant Landstrijdkrachten en ambassadeur genderbeleid, kan het niet zo zijn dat kinderen hun vader moeten missen omdat ouderschapsverlof niet in een militaire cultuur zou passen. ‘Ik hoop dat iedereen gebruik durft te maken van zijn rechten. De militaire professie laat soms weinig ruimte voor een gezinsrol en dat moet veranderen. Niet iedereen zal van het recht op ouderschapsverlof gebruik
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
kunnen maken. Maar alle militairen, paraat of niet, mogen er aanspraak op maken. De tijd die ik destijds niet aan mijn twee zonen heb besteed, krijg ik niet meer terug. Tegenwoordig is er ruimte voor een vaderrol en als ik het over zou mogen doen, zou ik het waarschijnlijk anders doen. Militairen weten waar ze voor tekenen en ik vertrouw erop dat zij hun carrière en gezinsleven zo plannen, dat ze hun taak als militair, maar ook als vader, zo goed mogelijk invullen’. De vraag is natuurlijk hoe doen militaire papa’s dat en hoe zou Defensie volgens hen een meer vadervriendelijke sfeer kunnen creëren?
In een team waar
iedereen een plekje heeft, wordt vaak vergeten dat je ook nog een plek in een gezin hebt
Zoon Bart, dertien weken Monteur 330 Herstelcompagnie, Geen ouderschapsverlof in verband met uitzending
19
Sergeant Anton van Beek Dochters Denise, drie jaar en
Daniëlle, anderhalf jaar
Sergeant Gerard ten Lohuis Dochter Amber, drie maanden Junior Incidentenmanager, 101 Gevechtsteunbrigade
Flex-dag
Instructeur bij OTCLog
Twee keer ouderschapsverlof gehad bij parate eenheid
Parate eenheid lastiger dan andere eenheden? Ondanks het parate karakter van een materieel logistiek peloton, weet ik zeker dat ik deze flexibiliteit nooit meer tegenkom. Iedere vier weken ging ik samen met mijn chef om de tafel om mijn ouderschapsverlof in te plannen. Nu, bij OTCLog, is het al lastig als je wilt flexen. Want dat betekent dat de klas een dag vrij heeft wanneer er geen instructeur is! De voorwaarden van Defensie zijn goed, maar de invulling grotendeels afhankelijk van bezetting (of onderbezetting) en de flexibiliteit van de commandant. Zelf je militaire en vaderlijke taken plannen is ook makkelijker gezegd dan gedaan. Loopbaanbegeleiders spelen hierbij namelijk ook een grote rol. Zo gaf ik tijden geleden aan dat ik interesse had in een functie bij OTCLog. Uiteindelijk werd er iemand aangewezen die helemaal niet wilde! Toen ben ik voor hem in de plaats gegaan. Goede planning of puur geluk? Beide functies hebben voor- en nadelen voor mijn kinderen. Een dagje verlof of flex is nu lastiger, maar door het regelmatige ritme van deze baan zie ik mijn dochters vaker. Ik ben in het weekend thuis en kan Denise nu met de fiets van school afhalen. Ook is de uitzenddruk minder. De oudste was één jaar, toen ik meeging met SFIR-3. Daniëlle zat toen nog in de buik. Nu is Denise drie, maar ze vindt het nog steeds vervelend wanneer ik wegga, omdat ze niet kan inschatten hoe lang ik wegblijf. Het maakt niet uit hoe oud de kinderen zijn, een afwezige vader heeft altijd impact. Ook in de puberteit is je aanwezigheid nog belangrijk, al is het maar om je vrouw te kunnen steunen!
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
De afgelopen tien weken waren enorm chaotisch. Vriendin in het ziekenhuis, de geboorte van mijn dochtertje Amber en een knagend schuldgevoel naar mijn collega’s. Toen mijn vriendin naar het ziekenhuis moest, stond ik op het punt om met mijn team op oefening te gaan. Wekenlang hadden we samen alles voorbereid en op het laatste moment moest ik afhaken. Ik had echt het gevoel dat ik mijn collega’s in de steek liet. De toestand van mijn vriendin wisselde continu en telkens als ik dacht dat het goed ging, zei ik tegen de commandant dat ik snel weer aanwezig zou zijn. Dan ging het weer mis. Ik heb mijn collega’s bijna naar mijn huis gesleept omdat ik zo graag wilde bewijzen dat de situatie echt serieus was. Gelukkig wisten ze dat en vertrouwden en begrepen ze mij volledig. Dat was anders dan ik gewend was. De kleine was inmiddels geboren en ik stond op de automatische piloot, bekaf. Pas toen wist ik hoe het moet hebben gevoeld voor de vaders bij mijn vorige eenheid die niet begrepen werden. Ik heb me er zelf ook schuldig aan gemaakt; vooroordelen. In een team waar iedereen een plekje heeft, wordt vaak vergeten dat je ook nog een plek in een gezin hebt waar je verantwoordelijkheid voor moet dragen. Ik heb echt geworsteld met schuldgevoel, maar ik weet dat ik geen keuze had. Thuis had een klein meisje me harder nodig en wat betreft mijn huidige collega’s, die hadden het niet anders willen zien! Nu maak ik gebruik van de flex-dag. Mijn ouderschapsverlof bewaar ik nog even voor wanneer het echt een keer nodig is en ik een minder coulante commandant heb.
21
Sergeant Raymond van den Ende Zoon Youri, acht maanden Transportgroep KCT
Ouderschapsverlof
Regels, documenten, brieven schrijven en heel nauwkeurig de kleine lettertjes lezen! Daar heb ik me sinds de geboorte van Kai mee bezig kunnen houden omdat ik graag van de ouderschapsregeling gebruik wilde maken. Niet dat er negatief op gereageerd werd door mijn commandant, maar omdat mijn contract volgend jaar afloopt was het onzeker of ik mijn ouderschapsverlof drie maanden achter elkaar kon opnemen. Normaal gesproken kun je zelf bepalen hoe je de papa-uren verdeelt. Maar ik heb geleerd om altijd de kleine lettertjes te lezen en dat was maar goed ook. Er stond namelijk dat militairen waar het BBT-contract van afloopt, de periode niet altijd in het laatste jaar mogen opnemen. ‘Niet altijd’, lekker vaag. Daarbij kwam dat als je het verlof opneemt en iemand is het er niet mee eens, je het risico loopt dat je alles moet terugbetalen. Mijn commandant was positief over mijn verzoek, maar ik durfde het risico niet te nemen. Een commandant kan immers ook wisselen van stoel. Ik heb dus naar het hoge niveau moeten schrijven en weet nu honderd procent zeker dat ik mijn drie maanden ouderschapsverlof krijg. Ik heb absoluut geen tegenwerking gehad, maar de papierenrompslomp en de onzekerheid kostten veel energie. Gelukkig was het geen verspilde moeite en krijg ik wat ik wil. Voor mij is dit de beste optie want ik ga zes maanden naar Bosnië. Moeders staat er niet alleen voor, want we hebben genoeg familie in de buurt. Daarna kan ik zelf drie maanden lang van mijn zoontje genieten, en dat mag ook wel want het heeft vijf lange jaren geduurd voordat hij er was!
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
Korporaal Leon Tuitel Zoon Kai, dertien weken Instructeur bij 330 Herstelcompagnie Drie maanden aaneensluitend ouderschapsverlof na uitzending
Niemand is onmisbaar, maar als commandant probeer ik toch om tijdens mijn papa-dag geen werk te laten liggen of het zo te doen dat mijn plaatsvervanger precies weet wat hij moet doen. Mijn telefoon staat altijd aan, dus mochten er problemen zijn, dan kan ik dat vanaf thuis oplossen. Ik mag dan ook niet klagen. Mijn groep bestaat uit veertien soldaten en korporaals. Als iemand mij om ouderschapsverlof zou vragen, zou ik dat onmiddellijk toezeggen. Er zijn vijf dagen in de week, dus vijf personen kunnen ouderschapsverlof opnemen. Daarna wordt het lastig. Voorlopig heb ik geen last van uitzenddruk. Ik zou eigenlijk nu weg moeten zijn, maar helaas is dat niet doorgegaan. Persoonlijk denk ik dat een kind het eerste jaar niet zo heel veel meekrijgt van wat er gebeurt. Voor mij zou het dan ook ideaal zijn geweest om nu te gaan. Hoe de situatie ligt als Youri ouder is, weet ik niet. Mijn leven is niet te vergelijken met dat van de commando’s hier. Zij willen actie, uitzending en leven voor hun werk. Ouderschapsverlof of flex-dagen lijken mij onmogelijk bij hun functie. Een oplossing voor deze mannen zou een crèche op de kazerne kunnen zijn. Zo kunnen ze toch af en toe bij hun zoon of dochtertje gaan kijken en zien de kinderen papa ook wat vaker.
23
‘Voor vrouwen die niet gematst willen worden’
VROUWENWERVING
Werken bij Defensie moet aantrekkelijker worden voor vrouwen, is de doelstelling van staatssecretaris Cees van der Knaap. Bij de verschillende krijgsmachtdelen moeten de komende jaren meer vrouwen in dienst komen. Óók op gevechtsfuncties. 45 Pantserinfanteriebataljon hield deze zomer wervingsdagen specifiek voor vrouwen. Deze ochtend zijn 35 meiden aanwezig bij de aftrap van de tweede wervingsdag voor vrouwen bij 45 Pantserinfanteriebataljon. De een gekleed in een net smetteloos wit pakje met hakschoentjes en de nagels gelakt, de ander in een sportievere outfit met spijkerbroek en sportschoenen eronder. ‘Wij zoeken geen Rambo’s of superatleten, maar mensen die voor elkaar door het vuur gaan. Onder elke omstandigheid’, houdt overste Kees de Rijke, commandant van 45 Painfbat de deelneemsters voor. ‘Eenheden van ons bataljon worden in 2008 naar Uruzgan uitgezonden. Dus mogelijk ook een aantal van jullie hier nu in de zaal.’ Enkele jongedames kijken bedrukt na deze openhartige mededeling. ‘Maar we sturen jullie niet ongetraind weg. Jullie krijgen de best mogelijke fysieke en mentale training die er is’, stelt de overste ze gerust.
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
Teleurgesteld 45 Painfbat organiseert de vrouwenwervingsdag voor de tweede keer. De eerste leverde vierentwintig aanmeldingen op. ‘En de opkomst nu is groter dan bij de eerste wervingsdag’, jubelt projectofficier vrouwenwerving eerste luitenant Sophie Roestenberg. ‘Het is belangrijk dat de meiden tijdens deze kennismakingsdag goed worden voorgelicht over de werkzaamheden van de infanterie. Dat is niet voor doetjes.’ Om die stelling te onderbouwen krijgen de vrouwen een demofilm te zien waarin de taken van een infanterist beeldend uit de doeken wordt gedaan. Te zien is hoe een YPR manschappen dropt in het voorterrein om een opdracht uit te voeren. ‘Geniet, kijk, voel, ruik en zweet op deze dag!’, geeft overste De Rijke de jongedames mee voordat ze naar buiten gaan om een demonstratie van een manoeuvre met een YPR bij te wonen. Onderweg naar het demonstratieterrein klampen twee identiek geklede meisjes (strakke spijkerbroek, zwarte bomberjacks en de haren met gel strak naar achter in een paardenstaart) kapitein Bert de Groot van WAKL aan. Wijzend naar haar vriendinnetje naast
haar, vraagt ze ‘Zij weegt maar 48 kilo. Moet ze dan de komende tijd flink eten en zeven kilo aankomen om alsnog aangenomen te worden?’ ‘Het gaat erom dat je fysiek sterk genoeg bent om bijvoorbeeld voor langere tijd een zware rugzak te tillen’, houdt de kapitein de beide meiden voor. ‘Als je te weinig spieren heb, knak je gewoon in tweeën met zoveel gewicht op je rug. Die gewichtsgrens van 55 kilogram is er ook voor jouw bestwil. Je moet sterk genoeg zijn om het werk aan te kunnen.’ Een tegenslag voor de twee frêle meiden die teleurgesteld afdruipen. ‘Het geeft niet als meiden er tijdens een wervingsdag achter komen dat een baan bij de KL niets voor hen is. Dan verdoen we in elk geval niet elkaars tijd, wanneer ze er pas achter komen in de opleiding. We willen duidelijkheid scheppen over wat we van elkaar verwachten’, vertelt De Groot stellig. ‘De KL moet tonen dat het meer is dan een leger, het is ook een werkgever met carrièreperspectief ook voor vrouwen. Maar dan wel voor vrouwen die niet gematst willen worden.’
``Het geeft niet als meiden er tijdens een wervingsdag achter komen dat een baan bij de KL niets voor hen is.´´
Terzah Janssen (19), Zwinderen ht, ‘Ik wil “iets” doen bij de Landmac de bij hart m’n of niet t maar ik wee infanterie ligt. Ik twijfel of ik de infanterie volhoud. Fysiek zal me dat misschien lukken, maar ik weet niet of ik het infanteristenwerk leuk blijf vinden.’
elo Erica Kievit (20), Erm
l zwaar. Nu erist lijkt me fysiek hee ‘De opleiding tot infant zelf opgeditie, maar dat wordt van heb ik nog geen topcon nt omdat ssa ere Landmacht lijkt me int bouwd. Werken bij de veiligen e ord t me heb gewoon iets je ergens voor staat. Ik deel is den on gez uit n n kan worde heid. Dat je naar Uruzga pt hel mee voor een goede zaak. Je van het werk. Je doet het van een land.’ aan de wederopbouw
Salaysa van den Bos (16) , Zwolle ‘Ik werk nu in een ijssalon en deels doe ik de ministratie van adeen ander bedr ijfje. Maar ik w doen met mee il iets r verantwoord elijkheid. Vrou Defensie zijn he wen bij us niet alleen manwijven. La maar zeggen at ze wat ze willen, ik weet dat he Ik hou van sp t leuk is. orten en doe fanatiek aan ki Veel bewegin ckboxen. g kan ik wel aa n.’
25
Gekuch Nadat infanteristen van de B-cie de jongedames hebben getoond hoe een hit & run-actie met een YPR in zijn werk gaat, worden ze zelf fysiek op de proef gesteld. Verdeeld in groepjes moeten de vrouwen onder tijdsdruk opdrachten volbrengen, zoals het gooien van oefengranaten vanaf een touwbaan, het overmeesteren van een vijand en exerceren. Natuurlijk worden de gezichten gecamoufleerd en worden de opdrachten niet wandelend afgelegd. ‘Ik moet vaker gaan hardlopen’, concludeert één van de meiden al snel. Regelmatig klinkt haar gekuch boven de aanwijzingen van haar teamgenoten uit. Een lichtblonde jongedame neemt meteen het voortouw na het lezen van de opdracht. Direct sorteert ze haar teamgenoten op lengte wanneer een zes meter lange balk moet worden meegenomen over een hindernisparcours. ‘Dat loopt een stuk makkelijker’, houdt ze de rest voor. De anderen knikken instemmend.
45 Pantserinfanteriebatalon Overste Kees de Rijke is commandant van het 45 Pantserinfanteriebataljon in Ermelo. Het bataljon werd officieel (her)opgericht in 2005. Eind dit jaar moeten de drie compagnieën van het 45 Painfbat gevuld zijn. Overste De Rijke heeft zich als doel gesteld om vijftig vrouwen binnen zijn eenheid actief te hebben. Momenteel zijn dat er 35. De vrouwenwervingsdagen zijn bedoeld om infanteristen ook specifiek onder vrouwen te werven. Bij elkaar worden dit jaar vier vrouwenwervingsdagen georganiseerd. De jongedames kunnen hun voorkeur om infanterist te worden, aangeven bij een van de Banenwinkels. De laatste vrouwenwervingsdag is op 4 oktober.
Onderzoek ‘Behoud vrouwen in de KL’ Het werven van vrouwen is één. Maar natuurlijk is het ook van belang deze vrouwen in kwestie te behouden. Binnen het Commando Landstrijdkrachten wordt daarom onderzocht wat de redenen of voorwaarden voor vrouwen zijn om langer in de organisatie te blijven. Tegelijk wordt bekeken hoe de doorstroom van vrouwen gestimuleerd kan worden zodat meer vrouwen op leidinggevende posities komen. Ook functies als compagniessergeantmajoor en en stafadjudant worden
daarin meegenomen. De doelgroep voor het onderzoek ‘Behoud van vrouwen in de KL’ is afgebakend tot vrouwelijke militairen, al kunnen de uitkomsten van het onderzoek ook van belang zijn voor vrouwelijke burgerambtenaren bij Defensie. TNO voert het onderzoek uit in samenwerking met het Dienstencentrum Gedragswetenschappen van het Commando Dienstencentra. Eind dit jaar worden de uitkomsten van het onderzoek en eventuele maatregelen bekendgemaakt.
Natuurlijk worden de opdrachten niet wandelend afgelegd
Sportschool Aan het eind van de middag komen de meiden voor het laatst samen voor een evaluatie. ‘Wat vonden jullie van deze dag?’ vraagt Sophie Roestenberg oprecht geïnteresseerd aan het groepje meiden aan haar tafel. ‘Ik moet duidelijk meer gaan sporten. Dan komt het goed. Vanavond ga ik maar eens op tijd naar bed’, weet één van de meiden al. ‘Ik had het eigenlijk veel zwaarder verwacht’, reageert een ander meisje zichzelf licht verontschuldigend. ‘Ik heb nu alleen iets van de infanterie gezien, maar weet niet hoe het op andere plaatsen binnen de Landmacht is. Dat maakt het lastiger om een beslissing te nemen’, zegt een ander meisje. ‘Ik wil het zeker proberen, maar ga wel eerst naar de sportschool!’ Uiteindelijk hebben zeventien deelneemsters aan de wervingsdag gesolliciteerd naar een baan als infanterist bij 45 Pantserinfanteriebataljon. Voor meer informatie over dit onderwerp: www.werkenbijdelandmacht.nl
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
Dit meisje ontfermt zich tijdens dt reclamespotje over haar vriend....
Laura Lippens (20), Enkhuizen ‘Het werk in de supermarkt begint me te vervelen. Ik ben op zoek naar een baan met meer uitdaging en meer actie. Dat ik er vies van kan worden, maakt me niet uit. Ik ben sowieso niet zoveel met m’n uiter lijk bezig, dus dat geeft niks. Dat de opleiding zwaar zal zijn maakt me niet bang.’
, Den Haag Pery Bagci (20)
en je steeds spannend er is steeds anders, nden ro af t he n aa ‘Werken in het leg een opleiding nu n be Ik n. te or m macht lijkt e kunt veel sp werken bij de Land r aa m r, , de lei ijfs voor bedr cieel Nederlandse ds kort ben ik offi sin s Pa r r. aa ke m n leu te k een stu Turkije zit Turkse namelijk. In ik n ing be nd jk ze eli uit nk ro jke oorsp or een mogeli n in het leger. Vo we n ou lle vr va ar er pa ov n k ee kun je oo In de supermarkt situaben ik niet bang. n je in gevaarlijke ku r hie k oo r, aa m el do be worden, ik ’ ties verzeild raken.
...... daarom is zij geschikt !
Tv-spotjes voor werving vrouwen Televisiecommercials voor werving van nieuw personeel bij de Koninklijke Landmacht waren tot nu toe vooral geënt op mannen. Daarin komt, met het oog op de wens van meer vrouwen bij de KL, verandering. In augustus werden in de Portugese Algarve twee specifiek op vrouwen gerichte wervingsspotjes opgenomen. ‘De commercials met het thema “geschikt/ongeschikt” waren tot nu toe bedoeld voor de werving van BBT’ers-algemeen. In de praktijk stonden vaak mannen centraal’, vertelt Taco Remmers (WAKL, werving en aanstelling KL), de uitvoerend producent van Landmachtcommercials. ‘De twee nieuwe spotjes zijn speciaal bedoeld voor vrouwen. We willen hen aan het denken zetten dat werken bij de Koninklijke Landmacht ook voor vrouwen aantrekkelijk en uitdagend is.’ De nieuwe commercials bestaan,
net als de huidige geschikt/ongeschikt-spotjes elk uit een civiel en een ‘groen’ deel. In spotje 1 stoeit een meisje met haar vriend op het strand. Maar wanneer de vriend het koud krijgt begint hij om het roze vestje van z’n vriendin te zeuren, die helemaal geen kou heeft (zie foto). In het groene deel is vervolgens te zien hoe een vrouwelijke militair zich in een crisisgebied over een groepje locals ontfermt. ‘In deze spot spelen we in op de humanitaire kant van de militair. We willen laten zien dat militairen meer doen dan vechten en welke rol een vrouw daarin kan hebben’, duidt Remmers. In spotje twee wordt een jongeman gillend van de pijn aan zijn arm op een brancard het ziekenhuis binnengereden. De behandelend arts wil graag weten wat er gebeurd is. De jongen vertelt dat hij is gevallen. Het meisje vertelt dat ze wat hebben ge-
stoeid. De jongen kermt enorm, het meisje reageert met een blik van ‘doe niet zo soft’. Het groene deel toont een jonge vrouw die samen met twee collega-militairen een berg op klimt. Door onderlinge samenwerking bereiken ze de top. Remmers: ‘Daarmee spelen we in op het teamgevoel bij militairen. Samen werken we naar een doel.’ Voor de civiele delen van de spotjes zijn acteurs ingezet. Voor de groene delen zijn ‘echte’ militairen gebruikt. ‘Een acteur kun je nu eenmaal niet leren hoe een militair denkt en werkt. Militairen zouden meteen doorhebben dat het om acteurs gaat.’, aldus Remmers. Momenteel wordt de laatste hand gelegd aan de bewerking van de spotjes. Bedoeling is dat commercials vanaf oktober op tv verschijnen.
27
EOD E U F O R -4
Archiefkast als opslagplaats voor munitie Levensgevaarlijke munitie in de kast of onder het bed? De Nederlandse Explosieven Opruimingsdienst (EOD) van Eufor-4 constateert dat er met de opslag van munitie in Bosnië veel mis is. Zij helpen de lokale bevolking met het ruimen van munitie en schatten de grootte van dit probleem in. Een dag mee met twee EOD’ers.
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
In Bosnië liggen nog miljoenen mijnen en andere explosieven. Ongeveer tweeduizend vierkante kilometer is bemijnd en zoals het er nu voor staat, wordt ongeveer anderhalve vierkante kilometer per jaar geruimd. De munitie wordt ter plekke onschadelijk gemaakt of ingeleverd bij vaste inleverpunten. Iedere gemeente heeft een Civil Protection Agency (CPA) waar burgers gevonden of eigen munitie kunnen inleveren. De CPA’s moeten de munitie dan zo snel mogelijk naar een veilige opslagplaats brengen. Hier moet de lokale opruimingsdienst, zogenaamde tun-teams, de munitie onschadelijk maken. De EOD controleert de veiligheid van deze opslagplaatsen om te voorkomen dat Eufor-militairen in de buurt van explosiegevaar werken. Ligt er ergens gevaarlijke munitie, dan zorgt de EOD dat deze onschadelijk worden gemaakt. De EOD’ers sergeant-majoor Tim Bais en sergeant 1 Ben van Schaik hielden zich de afgelopen maanden vooral bezig met de controle op, en de advisering van de veiligheid van deze munitieopslagplaatsen.
D R U K M E T E X P L O S I E V E S I T U AT I E I N
13.30; Bugojno CPA, binnen Het Bosnische hoofd van de Civil Protection Agency in Bugojno maakt zich zorgen over het feit dat de lokale opruimingsdienst hen overslaat. Nog niet zo lang geleden schijnt er een anti-tankgranaat ontploft te zijn. De chef van het verantwoordelijke tun-team kwam hierbij om het leven kwam. Hierdoor lopen de zaken bij dit tun-team wat stroef. Bais en Van Schaik controleren de archiefkast op munitie. Deze wordt namelijk regelmatig als opslagplaats gebruikt. ‘Eigenlijk moeten de explosieven direct naar de container op het munitie-terrein van Bugojno worden gebracht.
De containers staan vaak ver buiten het centrum vanwege explosiegevaar. De munitie wordt ingeleverd op het CPA waar het in de kast wordt gelegd en blijft liggen’, vertelt Bais. Het tweetal kijkt dan ook niet vreemd op als ze in de archiefkast van CPABugojno twee handgranaten (M75), een geweergranaat (M60), een geïmproviseerde handgranaat en ongeveer tien stuks klein kaliber munitie vinden. In deze regio werken Eufor-militairen en daarom nemen ze de meest gevaarlijke granaten mee naar het munitieterrein om ze daar onschadelijk te maken.
BOSNIË
Bosnië is anders ‘Dat de granaten hier in de kast liggen, vinden we al niet meer vreemd, maar als je ziet hoe gevaarlijk sommige granaten zijn, is het soms best even slikken’, vertelt Van Schaik. Dat er niet alleen bij de CPA’s laconiek met explosieven wordt omgegaan bleek al bij de eerste melding die het tweetal in Bosnië kreeg. Van Schaik; ‘Bij de eerste melding moesten we een granaat onschadelijk maken die bij een echtpaar onder het bed lag. In Bosnië zijn nog veel gezinnen die munitie achterhouden voor als er nog een keer oorlog uitbreekt of omdat ze het zonde vinden van het geld dat ze er ooit in investeerden’. Over de opslag van munitie bestond tot voor kort geen regelgeving. Het was daarom onmogelijk om de veiligheid van de opslagplaatsen te toetsen en de CPA’s te adviseren. De EOD legde het probleem uit aan de lokale autoriteiten. Deze namen het probleem serieus en het politieke orgaan voor de controle op explosieven (BHMAC), stelde direct een nationale regelgeving op. Nu kunnen de opslagplaatsen worden getoetst en de CPA’s worden geadviseerd over hoe de opslag veiliger kan. 14.00; Bugojno CPA, buiten Bij het munitieterrein controleert het tweetal of de opslag veilig is. ‘De container is goed en het terrein ligt tussen heuvels en veilig buiten de bebouwde kom. De heuvels zijn gunstig omdat deze bijvoorbeeld splinters en scherven tegenhouden die bij explosie vrijkomen. Op zich zijn de randvoorwaarden van deze opslagplaats in orde, alleen heeft de beheerder van dit terrein geen idee hoe gevaarlijk het materiaal is dat hier ligt. Alles ligt namelijk door elkaar en kan gemakkelijk exploderen’, vertelt Bais. Eén van de adviezen is dan ook om materiaal in het vervolg te scheiden. De EOD neemt nog twee gevaarlijke handgranaten (M75) en een geïmproviseerde geweergranaat mee om onschadelijk te maken.
Eufor steunt met opleidingen Eufor investeert veel geld in de ‘mine awareness’. Iedereen kent het gevaar van rondslingerende explosieven. Het probleem is daarmee niet opgelost, want mensen die met de munitie werken moeten ook weten wanneer een explosief op scherp staat en dus gevaarlijk is. Daarnaast hebben leden van de tun-teams weinig kennis van de vele mogelijkheden waarmee je munitie onschadelijk kunt maken. Bais: ‘Tijdens een barbecue met alle tun-teams uit de omgeving constateerden we dat ze heel veel wisten op het gebied van geïmproviseerde explosieven. Ze weten waar de munitie vandaan komt en hoe de geïmproviseerde constructies werken. Omdat ze niet alle mogelijkheden om munitie onschadelijk te maken kennen, hebben we Eufor verzocht opleidingen te verzorgen. Inmiddels is in Brussel besloten dat Spanje de opleidingen gaat verzorgen. Hoe, wat en wanneer, wordt nog besproken’. 15.00, Explosieventerrein omgeving Bugojno Nog negentig seconden om weg te komen voordat het zaakje ontploft. Van Schaik rent naar de auto die al door sergeant-majoor Bais gestart is. Nu is het aftellen… Dan klinkt er een oorverdovende knal en enigszins opgetogen kijken de mannen elkaar aan. Nu nog even controleren of alles ook daadwerkelijk geëxplodeerd is. Het gras ligt plat en de geur van de springstof is overheersend. ‘Gelukt’ zegt Van Schaik. Opgelucht verlaten de mannen het terrein.
29
Soup, soap and salvation SERGEANT RIETVELD
wilde graag met mij in zee, kun je de lijn doortrekken naar de landmacht. Zo zijn er trouwens wel meer vergelijkingen te maken. Opvallend is namelijk de hiërarchie en de duidelijke taakstelling van de verschillende onderdelen binnen de organisatie (zie kader). Toch is er minder sprake van rangen en standen, omdat alleen officieren verplicht in uniform lopen en er vooral burgers werken. Wel zie je, net als bij de KL cultuurverschillen tussen de verschillende “eenheden”’. Door de aard van de werkzaamheden ontstaan die gewoon. Dat is ook niet erg. Als je maar samen rond die missie staat en dat als gezamenlijk doel hebt.
V E R R U I LT G R O E N E L E G E R V O O R G E E S T E L I J K E L E G E R
Sergeant-1 Arie Rietveld verruilde in 2001 de Landmacht voor een compleet ander leger; het Leger des Heils. “Ik heb altijd al een zwak voor minderbedeelden gehad.” ‘Ik heb nog steeds een zwak voor de Landmacht. Als ik alleen zou zijn, zou ik zo naar Uruzgan gaan. De helpende hand uitsteken. Maar ik vind het nu onverantwoord richting het thuisfront. Daarom heb ik de KL ook verlaten. Ik wil er als vader en echtgenoot ook voor mijn gezin zijn. Ikzelf ben één keer op uitzending geweest, in 1993 naar Vitez in voormalig Joegoslavië. De kogels vlogen om mijn oren terwijl mijn dochtertje nog geen half jaar oud was. Na mijn uitzending werd ik als instructeur op het Opleidingscentrum Logistiek vaak vrijgesteld van uitzendingen, omdat ik nodig was voor de continuïteit van de opleidingen. Maar om mij heen was het geen uitzondering dat collega’s twee of drie keer snel achter elkaar op uitzending gingen. Van mijn instructeurgroep is daarom eenderde naar het bedrijfsleven. Ik was echter niet overtuigd van mijn eigen kwaliteiten. Uiteindelijk heb ik een assessment gedaan. Ik wilde vertrouwen in mezelf krijgen. De uitslagen waren uitstekend en legitimeerden mijn kennis- en denkniveau. Ik wilde dus hogerop, een nieuwe uitdaging tegemoet. Ik moest alleen nog drie jaar wachten op mijn promotie tot sergeant-majoor. En dat wilde ik dus niet. Dat gebrek aan carrièreperspectief gecombineerd met de uitzendingen gaf voor mij de doorslag om de dienst uit te gaan.
Neem me terug! In samenwerking met een trainingsen adviesbureau ben ik voor mezelf begonnen maar dat viel vies tegen. In een voor mij nieuwe markt moest ik zelf klanten proberen te werven. Het heeft me veel moeite gekost om de situatie te accepteren. Ik wilde wel terug naar de poort en roepen: ‘Neem me alsjeblieft terug’. Maar toen begon Rietveld Training & Vorming langzaam te lopen. Financieel was het echter niet te behappen. We zaten aan de grond. Het spaargeld was op. Ik was ook mijn dagritme kwijt; liep met mijn ziel onder mijn arm. Ik zat er behoorlijk doorheen. Uiteindelijk kwamen mijn echtgenote en ik tot de conclusie dat ik een baan moest gaan zoeken. Dat zou mij de houvast en structuur bieden die ik nodig had.
Arie Rietveld in een notendop Geboortedatum: 4 oktober 1964 Burgerlijke staat: gehuwd, twee kinderen Woonplaats: Elburg Loopbaan: 2002 - heden 2001 - heden
1997-2001 1994-1997 1993-1994 1991-1993 1989-1991
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
Niet wij, maar zij Toen heb ik gesolliciteerd bij het Leger des Heils. Opmerkelijk misschien, maar niet raar. Ik heb altijd al een zwak voor minderbedeelden gehad. Het Leger des Heils is een goededoelenstichting, waar het kerkgenootschap maar een onderdeel van is. Ik ben dan ook geen heilssoldaat, maar “burgermedewerker” bij de stichting. In eerste instantie solliciteerde ik voor een baan als Manager Bedrijfsvoering bij het Centrum voor Wonen, Zorg en Welzijn in Flevoland. Voor die functie werd ik afgewezen maar een dag later werd ik gebeld met de vraag of ik bij de stichting Dienstverlening wilde komen werken als Hoofd Algemene Zaken. Deze afdeling was toen net nieuw en ik moest de afdeling op poten te zetten en de mensen begeleiden bij deze verandering. Bij de compagnie werd het niks, maar het bataljon
Leger des Heils te Almere, hoofd Algemene Zaken Rietveld Training & Vorming: commerciële training, managementtraining, projectmanagement en werving & selectie. Opleidingscentrum Logistiek te Bussum, instructeur Pelotonscommandant transportpeloton te Nunspeet Commandant transportdetachement te Vitez, centraal Bosnië Groepscommandant transportpeloton te Nunspeet Opleiding onderofficier Koninklijke Militaire School
Natuurlijk zijn er ook duidelijke verschillen tussen de legers. Sowieso werken er veel meer vrouwen bij het Leger des Heils. Verder staan de eigen mensen en veiligheid minder centraal. Kijk naar de politieke discussie rondom Uruzgan. Dat gaat allemaal over de veiligheid van militairen. Bij ons staat meer de cliënt centraal; de mens waar we het voor doen. Soup, soap and salvation, daar draait het om. En vergis je niet, ook ons werk kan heel gevaarlijk zijn tussen drugsverslaafden en alcoholisten. Vertrouwend op God geven we handen en voeten aan ons geloof. Dat geeft diepgang én rust tijdens je werk. Je staat er niet alleen voor.’
Overzicht Leger des Heils Nederland Het Leger des Heils is in 1865 opgericht door de Engelse methodistenpredikant William Booth. In Nederland werkt het leger met 4000 betaalde krachten en 1500 vrijwilligers. Jaarlijks wordt ongeveer € 180 miljoen besteed aan de doelstellingen, waarmee 35.000 cliënten worden geholpen. Het Leger des Heils Nederland bestaat uit: - Kerkgenootschap Leger des Heils - Stichting Leger des Heils Welzijns- en Gezondheidszorg - Stichting Leger des Heils Fondsenwerving - Stichting Leger des Heils - Stichting Leger des Heils Dienstverlening
Nieuw noodverbandje Ook het noodverbandje is onderhevig aan modernisering. Voortaan wordt een nieuw soort noodverband verstrekt om in het bekende zakje aan de rechterbroekspijp van het gevechtstenue te steken. De voornaamste verschillen: het verbandje is niet langer kaki van kleur maar wit, het formaat van het wondkussen is voortaan 10 x 10 cm (uitvouwbaar naar 20 x 10 cm), in plaats van 16 x 10 cm. Ook de windsels zijn aangepast. In plaats van twee even lange gaaswindsels, heeft het nieuwe verband een kort (17 cm) en een lang (250 cm) elastisch windsel, zodat makkelijker drukverbanden kunnen worden aangelegd. Net als het oude verband is ook de nieuwe variant waterdicht verpakt én er zijn twee veiligheidsspelden bijgevoegd. De reden van de vervanging is simpel. Uit kostenoverwegingen is de oude fabrikant gestopt met de productie van de duurdere Defensienoodverbanden, die speciaal van een kakikleur werden voorzien. De nieuwe noodverbandjes zijn feitelijk dezelfde als in de burgermaatschappij.
Zakboek voor beter materieelbeheer Sinds kortbestaat binnen de Koninklijke Landmacht het ‘Zakboek kaderleden materieelbeheer en -tellingen’. Dit zakboek biedt ieder kaderlid handvatten om op eenvoudige wijze het toegewezen materieel te beheren, te controleren en te tellen. Om met het juiste materieel, in de juiste aantallen en met de juiste kwaliteit te kunnen werken, ligt een belangrijke taak bij elke militair en burger bij de KL. Iedereen die materieel toegewezen heeft gekregen, moet hier op een verantwoorde manier mee omgaan. Het zakboekje is geen vervanging voor de reeds bestaande voorschriften, handleidingen of reglementen, maar enkel bedoeld om op beknopte en eenvoudige wijze informatie te geven over het beheren van materieel waarvoor de militair verantwoordelijk is. In de volgende Landmacht gaan wij hier uitgebreider op in.
31
Militair personeel bevorderd generaal-majoor: K.A. Gijsbers (gn) kolonel: A.L.E. Arbouw (art), H.J. Engelsman (inf, per 23 okt), M.A. van der Laan (cav), D.G. Stallinga (gn) luitenant-kolonel: ir. T.C.A. Blankestijn (gn), P.J. van Broekhoven (log), R.W.C.R. Daalman (art, tijdelijke bevordering voor de duur van de uitzending), J. Doense (inf), J.R. Groen (inf), P. Kingma (gv), H.M. Klein Schaarsberg (inf), G.R. Kluin (log), J.M.H. Kremer (art), E.E. Lobbezoo bc. (art), P.A. Maarse (log), W.J.A. Smeets (vbdd), drs. J.R. Swillens (inf) majoor: M.A. de Beus (inf), M.H. Bots-Bottinga (mjd), M.J. Burrij (art), H.P. Feddema (log), R.B.A. Holtschlag (vbdd, per 2 okt), R.M.C.M. Koopman (cav), S.E.O. Kwa (art), J.A. te Lindert (gn), E.J.A. Marx (gn), H.J.A.M. Nacken (log, per 1 okt), T.A.H.F. Olivier (inf, tijdelijke bevordering voor de duur van de uitzending), R.J. Pauwels (log), J.L.A. van der Reijden (log), J.W.M. Thewessen (inf), J.G.L.P. Wagener (inf, per 1 okt) kapitein / ritmeester: ing. R.J. Albertema (log, aanstelling in de rang van kap), A.T.J. Bardok (inf, tijdelijke aanstelling voor de duur van de uitzending), B. Bastiaansen (inf, per 1 okt), A.J.G. van Bommel (art), R.M. Buisman (cav), R. van Dijk (log), M. Edelman (log), J.M. Evers (log), A.C. van Gilst (log), M.P. Goevaers (log), E. Gort (inf, per 31 dec), R.C.J. van Gurp (inf), J.J.H. Gijzen (log, aanstelling onbepaalde tijd) J.M. Jansen (art), L. Kamminga (art), R. van der Kamp (art), R.F.H.M. Keijenberg (art), H.M. Krom-Cents (log), M.R.M.J. Mesicek (vbdd), K. MesselaarSieckmeijer (log), H. Plakke (cav), J.H.H.T. Riepe (log), M.J.van Spijker (log), R. Stolwijk (log), L.A. Strik (inf, per 1 dec), E.F. Stijnman (cav), W. Teerds (log), P. de Vos (inf, per 15 dec), N. Voskuilen (log, per 1 okt), A.F.P. de Wit (log), O.J. van Wijk (cav), H.M. Zandbergen
eerste-luitenant: M. van den Aarssen (log), J.M. Arp (log), G.J.M. Baremans (log), B.J. Beke (art), M. van den Berg (log), V.M. van Beurden (log), T.J. Bleeker (inf), N.W. Bobeldijk (log, tijdelijke bevordering voor de duur van de uitzending), T. Boekhout (art), M.A.L. Boelhouwers (inf), R.A. Bouter (cav), A.R.T. Brocken (inf), A. Bulteel (log), S. van Diepen (vbdd), P.N.J. Duurland (log), M.J. van Dijkhuizen (gn), P.C. van der Endt (inf), M.M. Flierman (log), H.W.M. Fredriks (log), ir. A. van der Horst (log), I.R. Gering (log), P.P. de Groot (inf), M. van der Hartt (vbdd), R.N. Haverhoek (inf), M.M.J. van Hees (art), B.J.C. Herijgers (log), G.H. Hoogsteen (art), O.P. Jagers (inf), M.D. de Jong (art), R.H.C. Keulers (inf), B.M. Koekkoek (art), A.P.K. Korf (inf), A.P. van Kreij (log), E.J. Latul (inf), H.J.W.H. Lenssen (cav), M.G.A. Mallekoote (log), A.W.M. Mensing (log), B.A.H.P. Noordzij (inf), S.H.S. van Oorschot (inf), E. Ringenier (inf), J.R.M. Roetgerink (natres), S.N. de Roo (log), C.H.M. Ruigrok (log), D.C. Saenen (log), B. Schellekens (inf), D. Schotmeijer (art), R.M.F.C. Schrijer (vbdd), F. Schultz (log), J.J.H. Simons (log), G. Smid (cav), A.A.A. Soeleman (log), R.G. Steehouwer (inf), F. Steenwijk (art), M. Strock (log), S.S. Tehi (vbdd), A.W.T.M. Thomassen (vbdd), P.D. Vastenhout (log), A.C.M. Veldkamp (log), M.E. Verhagen (log), R.P.G. Verheijen (log), J. Vinke (natres), M.L. Visser (log), M. Vreeken (log), K. de Vries (log), A.B. van der Wekken (natres), I.L. Wiltenburg (inf), M.M.P. Winden (log), A.C. Wöhler (cav), E.M.W.G. de Wijs (log) adjudant: P. Arlar (log), R.H. Benning (vbdd), B. Bijlard (vbdd), C.L. Ebbenhorst (log), J. van Egmond (cav), L.J.J. Franken (inf), E.R. Geway (log), H.J. Gierveld (gn), K. de Groot (log), H.R. Hanenburg (log), J.M.M. Kater (log), R.H.J. van Kilsdonk (log), G.F. zur Kleinsmiede (cav), A.F. Laarman (cav), E. Lammers (inf), A.P.M. van Lier (log), J.H. van Lieshout (log), A.P. Ligtvoet (log, per 2 jan), L. Oost (vbdd), R. Tiekink (cav), R.H. Vries (log, per 1 apr), D. Wassenaar (cav), H. Weggen (log), A.R. de Weijer (log), R.J. IJdo (log)
sergeant-majoor / opperwachtmeester: M.W. von Aesch (log), I.P.M. van den Brand (art), N.B.F. Brekelmans (log), M. Brons (log), M.H.G.M. Brugmans (gn), K.J. Bootsma (art), K.L.M. Crum (gn), J. Dobma (gn), J.J. Dijkhuis (art), A.W. Jacet (gn), F.P. van der Haak (log, tijdelijke bevordering voor de duur van de uitzending), R. Kruithof (log), J.L. Slui (vbdd), E.P. Smid (inf), R. Strelitski (log), A. van der VegteZwanenburg (log), J. de Vries (art), Jhr. W. Witsen Elias (log), E.M.W.G. de Wijs (log), R.A. de Zwaan (gn) sergeant der eerste klasse: A. Al-Ebate (vbdd), R. Balk (lo/s), J. Bennink (log), M. Bothe (log), G.J. Bouwman (vbdd), A. Bregman (gn), M.C. Buist (lo/s), R. Buijsmann (cav), M. van Dam (log), P. Dijkema (inf), J.A. van der Drift (inf), P.A.M. van Duijl (log), A.R. Elberse (log), H. Feenstra (lo/s), A. den Hartog (log), J. Hoeksel (log), S.M.P. Houben (lua), H. Huisjes (log), R. Inen (log), S. van Kammen (log), I. Kamminga (inf), I.N. Kamphuisen (log), K. Knape (log), P.J. Kremers (inf), D. van der Leeden (vbdd), A. van Loo (cav), S.H. Luinge (cav), I.P.A. de Martino (log), S. Meppelink (inf), D.C.A. van Merrienboer (lo/s), A.J. van der Meulen (cav), A.W. Meijers (inf), A.C.P.G. Migchels (log), R. Nieuwenhout (vbdd), H.X.A. Nouwen (inf), W. van Opstal (log), S.W.T.A. Peeters (log), J.V.D. Polderman (log), S.M. Poll (lo/s), J. van Prooijen (log), S.H.A. Pullens (log), J.G.J. van den Reek (log), M. Reitsema (lo/s), J.A. Roose (log), G.C. Ruiter (cav),. R.H.J.F. Rijken (log), F.H.J Schopman (log), S.J.M.A.C. Schreurs (lo/ s), H.K. van Veen (vbdd), E. Verhoef (inf), J.M. Versnel (inf), B.M. Vlaskamp (cav), P.K. Westerveen (inf), T. Winkel (inf), C.F.J. van Woerkum (lo/s)
korporaal der eerste klasse: D.A.L. van Aarle (vbdd), A.I.N. Akyuwen (vbdd), Y. Al Aoufi (vbdd), C. Arslan (cav), G. Bakker (vbdd), I.C. Barac (inf), D.G. van Batenburg (log), T. Beijering (gn), B. Bol (vbdd), R. Boogaard (inf), M. van de Bos (inf), L.L. Bosman (log), M.J.M. Bouwens (cav), R.J. Brandriet (inf), M.Q. Broerse (log), P. Cornelisse (vbdd), H.U. Dap (inf), S. van Deventer (log), J.A. van Dorst (gn), L.E. Driesten (vbdd), T. Dijkstra (art), M. Ekkel (inf), C.A. Eleveld (art), J.D.A. van den End (inf), J.M. Engelen (vbdd), R. Foekens (log), I.A. Fornerino (art), C.P.J. Franken (log), B. Gans (inf), J. Gebruers (log), C.F.L. Geurts (log), J.F. de Gouw (vbdd), S. Grooten (log), J.P.N. van der Gulik (log), J.H.R. Hakkenberg (vbdd), R.P.D. Hammerschmidt (gn), J.J.L. Heerkens (inf), F. Hendriksen (log), A. Heijmann (log), M. Hols (gn), G. van de Kerkhof (gn), K.J. Kin (inf), R.J. Knegt (inf), R. de Kok (gn), M.A. Korfage (inf), L. Kreeft (gn), S.I. Kremer (log), J. Kroon (log), S.J. de Laat (inf), B. Lamsma (vbdd), A.F.J. Lavrijsen (art), J.C.W. Lundahl (log), N.N.G.M.H. Lutgens (vbdd), J.M.W. Manshanden (inf), J. Martens (inf), K.O. Milechkin (vbdd), M. Milosevic (log), S. Niyat (cav), D. Noordhoek (log), F.J. Panneflek (cav), R.S. Pauwelsen (log), D.B.M. Peters (lua), R.J.W. Petersen (inf), B.C. Plug (log), T.A.P.J. Poels (vbdd), G. Pot (log), M.J. Prins (art), H. Punter (gn), R. Raadschelders (log), O. Raike (log), D. Reede (art), V.D. Repi (vbdd), P.J. Reijerkerk (inf), R. Riebeek (gn), M. Rolink (vbdd), M. Romijn (log), M.F.B. Roosendaal (gn), E.W. Rouweler (log), C.C. Samar (vbdd), H.R. Sancis (log), D.J.M.A. School (inf), F. Siersema (vbdd), V. Simon (vbdd), I. Sintmaartensdijk (gn), G.Y.H. Sistermanns (inf), S. Slager (log), H. van Slooten (log), D. Steenbergen (vbdd), J. Stoker (inf), N. van der Touw (gn), M. Treep (log), J.B.A. Udema (log), J. Veenema (vbdd), M.C. Veenendaal (log), R.T. Verdoes (inf), J.P. Visser (gn), M.J.M.H. Vlassak (vbdd), B. Vroegop (inf), J. Wedman (gn), D.H.A. Weerepas (inf), H.D. Yntema (gn), A. van der Zanden (log), D. van Zelm (log), J. Zwaan (cav)
reünies Seminar Juristen
OVW
Het Opleidings- en Trainingscentrum Operatiën
Voor alle oorlogsvrijwilligers die zijn opgeleid
organiseert op 20 en 21 september het
in Engeland, Schotland en de Verenigde Staten
Juridisch Seminar 2006. Het seminar wordt
wordt er op woensdag op 4 oktober 2006
gehouden op de Legerplaats bij Oldebroek
in de Bernhardkazerne te Amersfoort een
en is bedoeld voor alle militair juristen van de
reünie gehouden. Al onze bekende adressen
krijgsmacht.
krijgen automatisch bericht. Zij die niet bij ons geregistreerd staan kunnen zich aanmelden
Wapen Infodag Artillerie
bij L.J.C. van Alphen, Westdijk 3, 3244 BM
Commandant OTC Vuursteun, kolonel Fröling,
Nieuwe Tonge. Telefoon 0187-651447 of per
en commandant 14 Afdeling Veldartillerie,
email:
[email protected].
luitenant-kolonel Rietdijk, nodigen alle infodag artillerie. Op 28 september zijn alle
Reünie Limburgse Jagers 432 BLJ, 16 BLJ en 42 BLJ
actief dienende artilleristen welkom en op 29
Op 29 september zal er voor 432 BLJ en 16
september is er een VIP-dag voor genodigden.
BLJ een reünie worden gehouden in de Ruyter
Alle artilleristen zijn inmiddels uitgenodigd.
van Stevenick kazerne te Oirschot. Op 30
artilleristen van harte uit voor de wapen
september zal er voor het 42 Mechbat LJ IFOR Dag:
28 september
(Bosnië) een reünie worden gehouden. U kunt
Locatie:
Legerplaats bij Oldenbroek
zich hiervoor aanmelden voor 10 september.
(’t Harde)
Dit kan via www.limburgsejagers.nl
Tijd:
13.00 tot 16.15 uur
Reünie Unmee Van november 2000 tot en met juni 2001 hebben 1500 mannen en vrouwen van de Nederlandse krijgsmacht deelgenomen aan de United Nations Mission in Ethiopia and Eritrea (UNMEE) in de Hoorn van Afrika. De Plaatsvervangend Commandant Zeestrijdkrachten, tevens Commandant van het Korps Mariniers, generaal-majoor Zuiderwijk organiseert voor hen een reünie op maandag
Mutaties burgerpersoneel bevorderd
Actieve dienst verlaten kolonel: A.C.M. Fraanje (log), drs. W.J. Martens (mpsd, per 1 nov), A. de Munnik (inf, per 1 nov), A.V.C.M. van Nassau (vbdd), A.H.M. Seijkens (art), ir. H.M.H.G. Vaesen (ts), A.H. Wolters (cav, per 1 nov)
eerste-luitenant: S.R. Bruinse (log), J. Goedhart (vbdd), E. Hendriks (inf), P.M. van Heumen (log, per 1 nov), T.M. Hopman (cav), M.W.F. van Houten (natres), K. Roos (log), L. van Steeg (art), C.D. Stoel (art), H. Tap (log)
luitenant-kolonel: M.M. Broekema (art, per 1 nov), V.J.W. van Bijnen (cav), W.J.D. Dresen (vbdd, per 1 nov), A.D. Engberts (gv), drs. G.J. Koop (gn, per 1 nov), C.M. Lodder (inf), H.I. Lollinga (art, per 1 okt), J. Meijer (cav), C.W. Meijll (lo/s) per 1 nov), C.H.M. Nouwens (inf, rectificatie: per 1 okt), T.J. van der Star (log, per 1 nov), ir. L.W.H. Thirion (ts, per 1 okt), D. Verschuure (cav, rectificatie: per 1 aug 07), F.J.M. Visser (gn, per 1 okt)
adjudant: J.H.F.L. Benders (cav, per 1 nov), F.C.J. Bergman (inf, per 1 nov), G. Geelhoed (vbdd, per 1 nov), L.J.E. Houwen (lo/s, per 14 jan), J.G.C. Houwers (log), H.J. Kortink (log), K.J. Lutjeboer (log, per 1 nov), R.M. Lijbaart (art, per 1 nov), A.H.G. Polman (log, per 1 nov), H.J.I.P. Sales (log, per 1 nov), J.H.A. Stekelenburg (log, rectificatie: per 1 jan), P.M.M. Vaassen (vbdd, per 1 nov), H.J.C.M. Verkaar (log, per 1 nov)
majoor: : M. van Bergen-van Oss (inf), J. den Boer (gv), O. Bruijs (inf, per 1 nov), J.H.L. Hessels (art, per 1 okt), J.A. Rasink (log, per 1 nov), J.P. Ruiter (log/tandarts), J.H.A. Verhoeve (gn, per 5 okt), M.R. van der Vliet (inf, per 1 febr)
sergeant-majoor / opperwachtmeester: T. Berkenpas (inf, per 1 jan), H.J. de Graaf (log), G. de Groot (cav), A.M. Jacobs (art), H.J. Prins (log, per 23 okt), F.W. Sorée (log), A. Wenting (log, per 1 nov), T.J.M. de Wit (log, per 1 nov)
kapitein / ritmeester: G.M.T. Backus (log, per 1 nov), W.I. Bos (cav), J.H.H. Coolegem (log, per 1 nov), A.M.W. van Dalen (log, per 1 nov), J. van Dam (log, per 1 nov), W.A.H.E. Dierks (log, per 1 nov), A.J.J. Heeren (inf, per 1 nov), A.J.J. Hubers (natres), J.C.J. Janssen (inf), J.J.M. Kampkes (log), E.S. Klaver (log), L.J. Missler (lua, per 1 okt), J.C.G.M. Offers (log), M. Ooms (log/arts), B. Poelmann (cav), G.M.M. Raedts (log, per 1 nov), R.G.A. van Rheenen (log), R. Roelofs (log/arts), B. Roorda (vbdd), A.D.M. Touw (gn, rectificatie: per 1 jul 07), P.J. Willemse (log)
sergeant / wachtmeester der eerste klasse: J. Bijl (log), H.F. van Dijk (art), A.G.M. Dijkmans (log), S.F.J. Hemelrijk (log), J.M. van den Heuvel (inf, per 1 dec), C. van Kleeff (lo/s), R. Masseling (inf), E.C. Smit (lo/s), J.J.W.M. Vermeulen (inf), L.V.J. van der Vlist (inf), P. van Wanrooij (art), J. Wassink (inf)
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
G
korporaal der eerste klasse: M.G. Acton (inf), C.B.C. van den Akker (inf), C.J. Beniest (log), P. Bolt (art), M.M.M. Botermans (vbdd), G.J.M. Brantjes (log), C. de Bruijn (gn), J. Cazant (cav), C.J.M. Coolen (log), R.A. la Croes (log), H.M. van Dijk-Steehouder (log), H.J. Dijkstra (gn), C.G. Evers (log), N. Gijsbers (log), E. van Ginkel (cav), P.N. Goedhart (vbdd), B.J. Groeneveld (vbdd), J. Harmans (log), R. Hoekstra (log), H. Hofman (log), W.K. Holleman (art), V.G.M. Inees (inf), J. van Ingen (gn), S.L. Kamps (art), M.H. Klap (gn), L.P. van der Knaap (inf), D.E. van Kolthoorn (vbdd), D.A. Koning (inf), R.S. Kromkamp (vbdd), H.E. Kruiter (log), R. Krul (log), D.J. Kuhnen (log), F. Kurnaz (lua), M.H. Maarschalkerweerd (art), E.J.T. Meijer (cav), M.R. Molle (log), M.L. Mollema (log), S. Niemeijer (log), L.P. Nijssen (log), E.G. Noorman (inf), J.M. Norwicki (log), M. van Opdorp (log), E. Oudemast (log), D.D. Pietersen (log), J.J. Plas (log), R.W. van der Plas (log), J.J. Plat (log), A. Polo (cav), J.E. Pool (cav), J. van Reenen (gn), J.J. van Rijsewijk (log), C.M. Roos (log), G.A. de Roos (log), J. Saksak (inf), W. van Sligtenhorst (inf), S.B.A. Smeets (lua), J.P.M. Smit (art), A. Souare (inf), D. Stik (log), A. Swaders (gn), T. Verboon (inf), C.J. Verschuren (inf), J.W. Verstegen (gn), T. Vesterink (gn), W.A. van der Vet (log), M. Vos (log), J.G. van Wijk (log), L.G. van Woersem (log), W. Zwama (gn)
egevens over personeelsmutaties zijn onttrokken aan PeopleSoft. Voor vragen of opmerkingen over de mutaties van militairen kunt u contact opnemen met majoor Yvonne Henkes-Pieters, telefoon MDTN: 546 65634 of KPN: 070-3165634.
Mutaties burgerpersoneel dienstverlaten
Schaal 13: H.D. van Ballegooij (per 1 jan 05), B.T. de Mars (per 1 jan 05), C.H.P. Vermeulen (per 1 jan 05) Schaal 11: R. Hoeks (per 1 jul 06), W.M. Steenis (per 1 jun 06) Schaal 10: M.L.P.M. van Berkel (per 1 jun 06) Schaal 9: P. Iedema (per 1 nov 05) Schaal 8: F.J.C. Mesker (per 1 jun 06) Schaal 7: T.H.M. Camps (per 1 jun 06), P. Henneke (per 1 jul 06), C.L.J. van Hese (per 1 jun 06), R.A.G. Hoeks (per 1 jul 06), F. Jonkergouw (per 1 jul 06), G. de Vries (per 1 mrt 06) Schaal 6: : E.J. van de Beek (per 1 mei 06), E.G. van Been (per 1 jul 06), Q.C. Bekkers (per 1 mei 06), A.W. Bramme (per 1 jul 06), S.Y. Graver (per 16 jan 06), R. van Koert (per 1 apr 06), E. Kuipers (per 1 jun 06), D.H. Jansen (per 1 jul 06), A.C. Koch (per 1 jun 06), M. van RenswoudeWitkamp (per 1 apr 06), J.M.J. Schuermans (per 1 jul 06), E.H. Wubbels (per 1 jun 06) Schaal 5: J.M.W. van den Berg (per 1 jun 06), W.J.D. van Doezelaar (per 1 jul 06), J.J.A.W. van Engelen (per 1 feb 06), P.M.A. Everaarts (per 1 jul 06), J.C.A. Gantevoort (per 1 jul 06), J.G.M. Huijsmans (per 1 jul 06), Y. de Jong (per 1 jul 06), M. Jonkergouw (per 1 jul 06), A. Knevel (per 1 jul 06), G.J. Kramer (per 1 jul 06), M.D. van Maurik (per 3 jul 06), M. van der Meyden (per 14 mrt 06), E.H. Rijnders (per 1 jul 06), G.P.I. Stroecken (per 1 jun 06), J. Tichelaar (per 1 jul 06), H.A. Uithoven (per 1 jul 06), Schaal 4: C.J. van Engelen (per 1 jun 06), A.H.G. Janssen (per 1 apr 06), B.A.J. de Vette (per 14 feb 05), G.J. Vos (per 1 apr 06), R. van Walderveen
per 1 jun 06: Ir. R. Brouwer, A.D. Engberts, J.P.M. Gorissen, T. Kooiman, P.M. van Lunteren , M.L. Mulder, K. Retina, H. Timmer, G. Vlastuin per 1 jul 06: A.J.A.M. van Bergen, P.M.M. Blokx, G.J.H. Brouwers, H. van der Bijl, R. Damen, L.S. van Dommelen-Franse, A.J.F. Dros, J.M. Duitman-de Munnik, R. Harmenzon, V.M.J. Huysmans, S.K. Jagroep, G.M.T.C. Kees, P.M. Kissen-van Beek, R.A.I.M. de Kort, K. Kracht, C.M. Manders, J. Meems, E.A.B. Rijvers, F.H.W.J. van der Sanden, J.M.A. van Schijndel, F.L.J. Smulders, M.H.G. Steuten, F.E.L. van Uffelen, F.V. Valstar, J.C. Verschuren, J.M. Vlietland
In memoriam † de heer H. Allon, geplaatst bij LFD te Wezep † adjudant H.J.C.N. Arens, geplaatst bij CDC/ Paresto te Soesterberg † sergeant B. van Boxtel, geplaatst bij 11 Infbat te Schaarsbergen † sergeant der eerste klasse M. Bruin, geplaatst bij 11 Afdra te ‘t Harde † de heer M. Groeneveld, geplaatst bij LFD te Garderen † korporaal R.T. de Kleijn, geplaatst bij 45 Painfbat te Ermelo † adjudant F. Reeuwijk, geplaast bij LBB/KPU Bdf te Soesterberg † de heer M. Roelofs, geplaatst bij KL Uitvoeringsorganisatie te Vriezenveen † sergeant-majoor F. Talacua, geplaatst bij OTC Log te Soesterberg † soldaat der tweede klasse M.van der Zee, geplaatst bij 42 Painfbat te Oirschot
30 oktober op de Marinekazerne te Amsterdam De reünie staat open voor alle actief dienende militairen en postactieven die hebben deelgenomen aan UNMEE. Het tenue voor actief dienende militairen is DT. Voor postactieven is het tenue burger. Er zijn geen kosten verbonden aan deelname. De reünie wordt aangemerkt als een dienstverrichting. Aanmelden voor deze reünie voor maandag 16 oktober middels interne mail aan G.H. Driessen, externe mail aan
[email protected] of middels brief/antwoordkaart t.a.v. UNMEE reünie/SGTLDA Driessen, Antwoordnummer 300, 1780 VB Den Helder onder vermelding van naam, adres, evt. rang en krijgsmachtdeel. Verdere informatie over deze reünie is verkrijgbaar op de reünie-site van UNMEE ‘www.unmee-reunie.nl’. (Voor overige vragen: tel. 0223-657406)
33
uit de flank
photoshoot organisatie op een positieve manier uit te dragen waardoor de reputatie wordt versterkt. Om al deze aandacht in goede banen te leiden, heeft de Landmacht behoefte aan Parttime Voorlichters. Het huidige bestand (zo’n 30 militairen) is de afgelopen jaren wat verstoft geraakt. Vandaar dat het tijd is om het Parttime Voorlichterschap nieuw leven in te blazen. De taken van de Parttime Voorlichter (PTV’er) worden uitgebreid met adviserende taken naar de commandant op media- en PR-gebied en het lesgeven in het ´omgaan met de media` binnen de eigen eenheid. Daarnaast gaat de ‘nieuwe’ PTV’er optreden als mediavoorlichter bij regionale en lokale mediamomenten onder verantwoordelijkheid van de regionale secties communicatie van de RMC’s, de brigades, staf CLAS en het OTCo. In de nieuwe opzet wordt er aan deze regionale secties communicatie een aantal PTV’ers gekoppeld. Eén wat meer ervaren senior Parttime Voorlichter en, in de meeste gevallen, twee (nieuwe) junior Parttime Voorlichters.
Deze foto is gemaakt in kamp Smitty (As Samawah), september 2004. Twee grote (gehuurde) groepstenten waren binnen twintig minuten tot op de grond toe afgebrand.
Dodenherdenking Regiment Stoottroepen Prins Bernhard
Redactieraad: Voor ideeën en opmerkingen over het blad Landmacht bereikbaar kunt u terecht bij de leden van de redactieraad: 200 B&T: smi Erik Vriens 17 Painfbat: kap Jeroen Veenvliet AMV’er in opleiding: sgt 1 Marcel van Hemert via e-mail:
[email protected] 43 Mechbrig: sm Douwe Bruinsma Colua: kap Arjen Nijkamp 101Gvtstbrig: kap Ronald Verkuijl 330 Hrstcie: kap Max Foppen CISbat: sgt1 Bart Soffers DMO: maj Cas Le Mahieu HQ 1(GE/NL) Corps: kapitein Tjeerd Dijkstra ISK Harskamp: aoo Paul Fontein KCT: kap Jack Bakker Korps Natres: elnt (r) Fred Warmer Persco: kap Ad Duimel Artillerie: elnt Corné van den Berg Staf CLAS: Pepijn Storm van Leeuwen
*06-530 68232 *06 549 66715
*06 532 47021 *06 678 81703 *06 573 71674 *06 678 81668 *06 561 62721/22 *06 500 15013 *06 811 2446 *06 538 54222 *06 589 58021 *06 573 73 107 *06 546 69450 *06 549 65754 *06 557 46019
Is uw eenheid nog niet vertegenwoordigd in de redactieraad en vindt u het leuk een keer in de twee maanden mee te praten over de inhoud van het blad? Neem dan contact op met de redactie. *06 557 46043.
LANDMACHT SEPTEMBER 2006
De 61ste herdenking van gevallenen van het Regiment Stoottroepen Prins Bernhard, die zijn omgekomen als gevolg van inzet tijdens militaire operaties, vindt dit jaar plaats op zondag 8 oktober op het ereveld te Beneden-Leeuwen. Inlichtingen kunnen worden ingewonnen bij het secretariaat van de Stichting Herdenking Gesneuvelde Stoottroepers, p/a Jasmijnweg 64, 3852 GK Ermelo, tel. (0341) 55 63 83.
Geschikt voor Parttime Voorlichting? De afdeling Landmachtvoorlichting is op zoek naar enthousiaste, jonge officieren die parttime een bijdrage willen leveren aan de reputatie van de Koninklijke Landmacht, als onderdeel van Defensie. De mediabelangstelling voor Defensie neemt alsmaar toe. Dit geeft de Koninklijke Landmacht de kans om de
Er zijn nog plaatsen beschikbaar. U kunt tot medio september reageren. (nr 2006/15, PARTTIME VOORLICHTER). Ben jij geschikt als Parttime Voorlichter (m/v)? Meer informatie over de vacature is te vinden op de intranetsite van Persco, kopje Loopbaan, link Infoop
Wereldomroep en 3FM starten Uruzgan.FM Op 8 augustus is Uruzgan.FM van start gegaan. Dit is een dagelijks programma voor Nederlandse militairen in Uruzgan. Het programma duurt een uur en is elke dag om 16.00 uur Nederlandse tijd via de ether te horen in de vier Nederlandse militaire kampen. De dj van het programma is Annemieke Schollaardt. Uruzgan.FM wordt een mix van muziek, entertainment en informatie die voor de doelgroep en het thuisfront van belang is. Verzoeken spelen in het programma een belangrijke rol. Militairen in Uruzgan en thuisblijvers kunnen platen aanvragen en berichten achterlaten. Het programma is in Afghanistan te beluisteren via een frequentie die Defensie heeft aangevraagd. Behalve het programma UruzganFM kunnen militairen via deze frequentie luisteren naar andere programma’s van 3FM. In Nederland is het programma te volgen via verschillende lokale omroepen in kazerneplaatsen. Ook is het programma via internet te beluisteren via de site www.uruzgan.fm. Op deze site is steeds de laatste uitzending te horen en te downloaden. Bovendien kunt u via deze pagina verzoeken aanvragen.
D
e wind gierde om de muren van de base ergens in de laagvlakte van Verweggistan. Binnen het kamp ging het echter nog vele malen harder te keer. Kolonel Hoog op ’t Paard brieste: voor de zoveelste maal was er een USB-stick kwijtgeraakt. Bedremmeld stond de schuldige, majoor Streber, voor zijn tafel. Streber’s ogen staan gericht op de vloer. Ondanks het volume hoort hij nauwelijks de woorden die over hem heen zwiepen. Als de strafexpeditie tegen Streber na twee uurtjes eindelijk voorbij is, hervindt de kolonel zijn kalmte.
‘S ‘M
treber, roep alle kaderleden binnen die je momenteel op de base vindt.’
annen en vrouwen, voor de zoveelste maal is er iemand zijn USB-stick kwijtgeraakt’, roept Hoog op ’t Paard tegen de aanwezigen. ‘Als dit nog eens gebeurt, kan ik net zo goed alle operationele informatie gelijk - vertaald en al - aan het prikbord hangen in alle dorpen in de omgeving…’ olonel,’ onderbreekt adjudant Graspol hem, ‘we moeten nu eenmaal soms belangrijke info meenemen naar andere locaties. Dan ontkom je niet aan een USBstick die inderdaad wat te makkelijk uit je broekzak glijdt. Zeker als je in een voertuig zit. Ik weet dat onze leiding de voorkeur geeft aan de ouderwetse diskette, maar kijk eens om u heen; er zijn hier geen computers meer waar een diskette inpast…’ djudant, dat weet ik. Ik heb daarom gekozen voor een ander medium. Majoor Streber, komt u maar!’ ls de deur opengaat, ziet iedereen de majoor binnenkomen met wel opvallend dikke wangen. erwaarde collega’s, het informatieopslagmedium van de toekomst: de wangzak. Opvallend aan dit medium is dat geen enkele drager nog vergeet dat hij belangrijke informatie vervoert van locatie A naar locatie B. Een proef op de som leerde me bovendien dat er flink wat prints in kunnen. Streber was zo vrijwillig om de gehele uidraai van mijn komende memoires te vervoeren. Hoewel het enige moeite heeft gekost, kan ik u allen vertellen dat alles niettemin paste.’ olonel, maar die arme majoor Streber dan …’
‘K
‘A A ‘E
‘K ‘A
h, mijn excuses. Ik vergat te zeggen dat dit medium een ander prettige bijkomstigheid heeft: geen van de dragers zal ooit in staat zijn om met een volle wangzak protest aan te tekenen.’
35