Hoofdstuk 10
18-plus
Wettelijk wordt uw pleegkind meerderjarig bij het bereiken van de achttienjarige leeftijd en is daarmee volledig handelingsbekwaam. De maatregelen van Kinderbescherming eindigen bij meerderjarigheid. Jeugdzorg en pleegzorg aan uw 18-plus pleegkind worden beëindigd. Tegelijkertijd eindigt ook de begeleiding en de vergoeding. Er wordt ineens veel van uw pleegkind verwacht. Om hem hierop zo goed mogelijk voor te bereiden bespreken wij in dit hoofdstuk de diverse keuzes die gemaakt en zaken die geregeld moeten worden. Bespreek deze onderwerpen tijdig (al als uw pleegkind zeventien wordt) met uw ambulant hulpverlener.
In dit hoofdstuk:
1. Algemeen a. b. c.
18-plus zonder indicatie voor voortzetting van de hulpverlening 18-plus met indicatie voor voortzetting van de hulpverlening Vreemdelingen
2. Gezag Curator a. b. c. d. e.
Onderbewindstelling Mentor Provisionele bewindvoerder Beëindiging Ongehuwde tienermoeders/vaders
3. Inkomen a. b. c.
Voortgezette onderhoudsplicht ouders Voortgezette onderhoudsplicht (pleegouder-) voogden Onderhoudsplicht pleegouders o o o o
d. e.
Schulden Inkomen door studie o o o o o o o
f. g.
Kinderkorting Alleenstaande ouderkorting Uitgaven levensonderhoud pleegkinderen jonger dan 30 jaar Fiscaal partnerschap
Onderwijskaart Lesgeld Startkwalificatie Studeren in het buitenland Tegemoetkoming Studiekosten (TS) Ouders Studiefinanciering Hoger Onderwijs Studiefinanciering Beroepsonderwijs
Inkomen door arbeid Inkomen door uitkering o o o o o o o o
Pleegwijzer
Algemene bijstand Bijzondere bijstand Bijstand schoolverlaters Wajong Jong gehandicapten korting IOAW Nabestaandenuitkering Nabestaandenpensioen
April 2008
4. Dagbesteding Werken Onderwijs c. Vrijwilligerswerk d. Jongerenwerk e. Dagbesteding MLK a. b.
5. Wonen a. Voorbereiding 18- op zelfstandig wonen o o o o o o
Dagbehandeling Oriëntatie en Observatiegroep Woongroep Kursushuis Zelfstandigheidtraining Begeleid zelfstandig wonen
(nog niet opgenomen) b. Wonen 18-plus o o o o o o
In pleeggezin Begeleid zelfstandig wonen Op kamers Eigen woning Gezins Vervangend Tehuis (GVT's) Geen woning
6. Verzekeren a. b. c. d. e. f.
Aansprakelijkheidsverzekering particulieren Inboedelverzekering Ziektekostenverzekering AWBZ Rechtsbijstandverzekering Levensverzekering
7. Diversen Naamswijziging Medische handelen c. Bankrekening d. Dossier bewaarplicht e. strafrecht f. Rijbewijs g. Kiesrecht (nog niet opgenomen) h. Donorregistratie a. b.
Pleegwijzer
April 2008
1. Algemeen a. 18-plus zonder (indicatie jeugdhulpverlening
voor)
voortzetting
van
de
Als een kind 18 jaar wordt en er is geen jeugdhulpverlening meer noodzakelijk of gewenst, zal de hulpverlening aan uw pleegkind, de begeleiding aan u en de pleegvergoeding stopgezet worden. Het is de taak van de plaatsende instelling om ervoor te zorgen dat uw pleegkind bijtijds wordt voorbereid op zijn meerderjarigheid. De plaatser neemt dit op in het plan van aanpak en moet erop toezien dat uw pleegkind zijn eigen verantwoordelijkheid oppakt. Uw pleegkind krijgt niet automatisch een indicatie voor verblijf in uw pleeggezin als hij/zij 18 wordt.. Dit kan alleen als voortzetting van de pleegzorg echt nodig is. Als uw pleegkind zelfstandig kan gaan wonen, zal geen indicatie worden afgegeven. Uw pleegkind ontvangt na zijn 18de verjaardag geen hulp meer van zijn casemanager of (gezins)voogd. U wordt vanaf dan niet meer ondersteund door uw ambulant hulpverlener. Zonder indicatiebesluit voor verlengde hulpverlening kunt u, op vrijwillige basis, voor uw pleegkind blijven zorgen en hem ondersteunen, zolang beide partijen dit wensen. Als voor uw pleegkind na beëindiging van jeugdzorg, die was begonnen voor het bereiken van de meerderjarigheidsleeftijd, binnen een termijn van een half jaar hervatting van jeugdzorg noodzakelijk is kan uw pleegkind alsnog verlengde hulp aanvragen. Bij een beroep op hervatting van de geïndiceerde jeugdzorg na eerdere afsluiting volgt uw meerderjarig pleegkind de reguliere route van de Toegang bij Bureau Jeugdzorg en kan op een wachtlijst komen.
Nazorg Uw pleegkind heeft (ongeacht zijn leeftijd) recht op nazorg door Bureau Jeugdzorg. Bureau Jeugdzorg dient uw pleegkind te adviseren over zorg die na beëindiging van de jeugdzorg nodig is en moet uw pleegkind bijstaan bij het verkrijgen van deze zorg. Heeft uw 18-plus pleegkind nog hulp nodig, maar is dit geen specifieke jeugdhulp, dan kan hij een beroep doen op voorzieningen voor volwassenen, zoals Algemeen Maatschappelijk Werk, Buurt of Pastoraal Werk, Vrijgevestigde Psychologen etc. Ook moet Bureau Jeugdzorg een rapport opstellen bij beëindiging van de kinderbeschermingstaken ((voorlopige) voogdij, (voorlopige) OTS) waarin beschreven wordt op welke wijze zij haar taak heeft verricht. In het rapport wordt aangegeven of uw pleegkind naar het oordeel van Bureau Jeugdzorg, behoefte heeft aan nazorg en op welke wijze hierin kan worden voorzien. Bij een voogdijplaatsing is Bureau Jeugdzorg eindverantwoordelijke voor de verzorging en de opvoeding van uw pleegkind. De voogd dient dan ook, samen met u en uw ambulant hulpverlener, op tijd te beginnen met het voorbereiden van uw pleegkind op de naderende meerderjarigheid. Ook dient hij actief (zoveel mogelijk al bij aanvang van de voogdij) te bevorderen dat uw pleegkind contact heeft met een vertrouwensfiguur (meestal u als pleegouders), ook na zijn meerderjarigheid. De voogd moet zich zoveel mogelijk overbodig maken.
b. 18-plus met (indicatie voor) voortzetting van de jeugdhulpverlening Voortgezette hulpverlening na meerderjarigheid geïndiceerde jeugdzorg en 18-plus hulp.
kent
twee
vormen:
voortzetting
van
Voortzetting van geïndiceerde jeugdzorg
Pleegwijzer
April 2008
Indien uw pleegkind nog specifiek jeugdzorg nodig heeft als hij 18 wordt, kan hij een indicatie voor voortzetting van de jeugdhulp aanvragen bij Bureau Jeugdzorg. Het al dan niet afgeven van een indicatie is de verantwoordelijkheid en bevoegdheid van Bureau Jeugdzorg. Formeel ligt de verantwoordelijkheid voor het indienen van een aanvraag dan bij uw pleegkind. Maar de (gezins)voogd behoort de pleegouders en de jeugdige hierover tijdig te informeren. Mogelijke hulpvragen zijn: Hulp / opvoeding / doorgroei is nog nodig vanwege achterstand in ontwikkeling. Hulp / opvoeding / doorgroei is nog nodig vanwege handicap. Hulp / opvoeding / doorgroei is nog nodig vanwege achterstand in ontwikkeling door de opvoedingsproblemen die uw pleegkind in zijn vroege jeugd heeft ondervonden. Als de indicatie door Bureau Jeugdzorg wordt afgegeven, kan uw pleegkind begeleid worden door Pleegzorg De Combinatie tot maximaal zijn drieëntwintigste verjaardag. De indicatie wordt elk volgend halfjaar getoetst en geherindiceerd. Uw ambulant hulpverlener zal u en uw pleegkind tijdig op de hoogte brengen van de procedure.
(Gezins-)voogd wordt vrijwillig casemanager Verlengde jeugdhulpverlening vindt altijd plaats in het vrijwillige kader. De (gezins-)voogd die de casemanagement-functie voor de geïndiceerde zorg over uw pleegkind uitvoerde, stopt met zijn taken. Deze taken gaan over naar een casemanager van de afdeling Toegang (vrijwillig). De begeleiding wordt minder intensief omdat zoveel mogelijk uitgegaan wordt van de (groei naar) zelfstandigheid van uw 18-pluspleegkind.
Voorwaarden voor verlengde jeugdhulpverlening
De hulp moet zijn begonnen of aangevraagd (ook nieuwe aanvraag) vóór het 18de jaar. De hulp moet noodzakelijk zijn. De hulp wordt in het vrijwillige kader geboden (eventuele OTS of voogdij vervalt). Uw pleegkind moet zelf nog hulp willen/nodig vinden. Uw pleegkind moet zelf de gerichte hulpvraag indienen bij Bureau Jeugdzorg.
Verlengde jeugdhulpverlening bij vrijwillige plaatsing Als uw vrijwillig geplaatst pleegkind 18 jaar wordt, loopt het laatst afgegeven indicatiebesluit nog door tot de vermelde geldigheidstermijn is verstreken. Als er na het aflopen van die geldigheidstermijn nog verdere hulp nodig is, kan uw pleegkind een nieuw indicatiebesluit voor pleegzorg aanvragen. Bureau Jeugdzorg zal beoordelen of specifiek jeugdzorg nodig is, of dat er verwezen kan worden naar voorzieningen voor volwassenen.
Verlengde jeugdhulpverlening bij OTS plaatsing Zodra uw OTS geplaatst pleegkind 18 wordt, vervalt de OTS-maatregel en daarmee ook geldigheid van de het indicatiebesluit. Uw pleegkind moet zélf -voordat hij 18 wordt- een aanvraag voor een indicatie voor pleegzorg indienen bij Bureau Jeugdzorg als er na het aflopen van die geldigheidstermijn nog verdere hulp nodig is.
Verlengde jeugdhulpverlening bij voogdijplaatsing Als uw voogdijgeplaatst pleegkind 18 jaar wordt, loopt het laatst afgegeven indicatiebesluit nog door tot de vermelde geldigheidstermijn is verstreken. Uw 18-pluspleegkind moet zelf, zodra de geldigheidstermijn van het indicatiebesluit verlopen is of als hij 18 wordt, een aanvraag doen voor een nieuwe indicatiebesluit voor pleegzorg als er nog verdere hulp nodig is.
18-plus hulp Pleegwijzer
April 2008
In zeer uitzonderlijke situaties (bijv. als een wisseling van (gezins-)voogd te ingrijpend of ongewenst is of om de vertrouwensrelatie tussen uw pleegkind en de (gezins-) voogd te benutten ter bevordering (ook in tempo) van de volwassenheid van uw pleegkind) kan de voormalige (gezins)voogd uw pleegkind blijven begeleiden en behoudt het casemanagement. Ondersteuning en pleegvergoeding vanuit Pleegzorg De Combinatie vervallen als een geen indicatie tot voortzetting van de jeugdhulpverlening wordt afgegeven door Bureau jeugdzorg. 18-plus hulp kan samengaan met voortzetting van geïndiceerde jeugdzorg. De (gezins-)voogd is dan tevens casemanager. 18-plus hulp duurt 6 maanden en kan verlengd worden tot het 21e jaar. Als na beëindiging van de 18-plus hulp nog wel voortgezette geïndiceerde jeugdzorg geboden wordt, krijgt uw pleegkind hulp van een andere medewerker van Bureau Jeugdzorg (afdeling Toegang).
c. Vreemdelingen Als een minderjarige asielzoeker (AMA) 18 jaar wordt, is hij volwassen. Hij moet dan, volgens het beleid voor volwassenen, terugkeren naar zijn geboorteland als hij geen (recht op een) verblijfsvergunning heeft. Alleen als een AMA langer dan 3 jaar in Nederland woont op het moment dat hij 18 jaar wordt, mag hij blijven. Hij krijgt dan als hij 18 wordt een nieuwe verblijfsvergunning (voor ‘voortgezet verblijf’) waarmee hij zich kan legitimeren. Hij heeft echter, net als autochtone pleegkinderen, geen recht meer op jeugdhulpverlening, tenzij er tijdig een indicatie voor voortgezette hulpverlening aangevraagd en afgegeven wordt. Zodra uw pleegkind met VVR-ONB meerderjarig wordt kan hij de Nederlandse nationaliteit aanvragen (naturalisatie). Hiervoor moet hij afstand doen van zijn oude nationaliteit. Hij moet hiervoor minimaal ononderbroken 5 jaar in Nederland wonen en ingeburgerd zijn (bijv. Nederlands kunnen lezen en spreken). Hij mag niet veroordeeld zijn geweest of een gevaar vormen voor de omgeving. Als uw pleegkind tussen zijn 4de en19de jaar minstens 10 jaar legaal in Nederland heeft gewoond en remigreert (teruggaat naar zijn geboorteland) krijgt hij de mogelijkheid om tot zijn 23ste naar Nederland terug te keren. Dit heet terugkeeroptie.
Pleegwijzer
April 2008
2. Gezag De wet bepaalt dat ongehuwde kinderen beneden de 18 jaar onder gezag moeten staan van één of meer volwassenen of een voogdij-instelling. In hoofdstuk 3 leest u wat de gezagstaken zijn. Het gezag eindigt van rechtswege zodra een jongere 18 wordt. Ook de pleegoudervoogdij eindigt zodra uw pleegkind 18 wordt. Uw pleegkind gaat op eigen benen staan. De meeste pleegkinderen leren na hun 18de prima voor zichzelf te zorgen en een eigen leven op te bouwen. Uw pleegkind is, zodra hij meerderjarig wordt, zelf bevoegd tot het uitoefenen van gezag over een andere minderjarige, mits hij niet onder curatele staat en/of aan een geestelijke stoornis lijdt. Soms is een 18-plusser (nog) niet voldoende in staat belangen goed te behartigen. Er zijn dan mogelijkheden om uw pleegkind te beschermen tegen onverstandige beslissingen en mensen die misbruik van hem maken. Al voordat uw pleegkind meerderjarig is, kan de zeggenschap via een rechterlijk besluit beperkt worden. Deze beperking gaat pas in op het moment dat uw pleegkind meerderjarig wordt. De voogd of uw -nog minderjarige- pleegkind zelf, kan bij de rechter een verzoek doen tot ondercuratelestelling, onderbewindstelling of mentoraanstelling. Ook de volwassen partner, ouder of andere familie tot de 4de graad kan aan de rechter verzoeken om het (gedeeltelijk) zeggenschap over te nemen beslissingen van uw 18-plus pleegkind over te dragen aan een ander. Uw pleegkind spreekt zijn voorkeur uit voor de persoon die hij de taken wil laten doen. Hij mag hiervoor zijn pleegouders aanwijzen. De voorkeur van uw pleegkind moet worden gevolgd, tenzij er gegronde redenen zijn om die persoon niet te benoemen. Iedereen die meerderjarig is kan, -als hij dat wil- door de rechter tot curator, bewindvoerder of mentor worden benoemd. U kunt bij de rechter aangeven als u wilt worden benoemd. Is uw pleegkind al meerderjarig, dan kan alleen uw pleegkind zelf of zijn familie (tot de 4de graad) een verzoek indienen bij de rechter. Iemand die onder curatele is gesteld, wordt handelingsonbekwaam en mag over bijna niets meer zelfstandig beslissen. Bij een bewind of een mentorschap blijft de persoon om wie het gaat handelingsbekwaam. Als uw minderjarig pleegkind trouwt, wordt hij meerderjarig. Hij blijft dat ook als hij gaat scheiden.
a. Curator Als uw pleegkind niet in staat is de gevolgen van zijn handelen te overzien en zijn persoonlijke en financiële belangen te behartigen of zichzelf en/of andere in gevaar brengt, kan een onder curatelestelling nodig zijn. Uw pleegkind verliest zijn handelingsbekwaamheid en mag geen rechtshandelingen verrichten zonder toestemming van de curator. (bijzondere curator, voor minderjarigen, zie hoofdstuk 3 gezag) U kunt, als pleegouder, niet zelf aan de rechter verzoeken om curator voor uw pleegkind te worden. U kunt wel aangeven dat u beschikbaar bent wanneer uw pleegkind u als curator wenst. Er zijn drie redenen voor ondercuratelestelling: Geestelijke stoornis, verkwisting en drankmisbruik waardoor de persoon zijn belangen niet meer kan behartigen.
b. Onderbewindstelling Als uw pleegkind door zijn lichamelijke of geestelijke toestand tijdelijk of blijvend niet in staat is zijn financiële belangen te behartigen, kunnen zijn bezittingen onder bewind gesteld worden. Uw pleegkind mag niet meer zelfstandig beslissen over de goederen die onder bewind zijn gesteld. Hij mag bijvoorbeeld niet iets verkopen zonder toestemming van de bewindvoerder. De bewindvoerder neemt de beslissingen samen met uw pleegkind. Uw pleegkind mag niet zonder medewerking van de bewindvoerder beschikken over goederen die onder het bewind vallen. De bewindvoerder beheert de goederen/bezittingen van uw pleegkind. Bij het regelen van financiële
Pleegwijzer
April 2008
zaken van uw pleegkind horen o.a. ook het doen van belastingaangifte en het aanvragen van (bijzondere) bijstand of huurtoeslag. Een bewindvoering wordt meestal tot de leeftijd van 27 of 30 jaar ingesteld. Uw pleegkind kan echter 5 jaar na ingang een verzoek indienen bij de kantonrechter tot opheffing van het bewind. U kunt niet zelf aan de rechter verzoeken om bewindvoerder voor uw pleegkind te worden. U kunt wel aangeven dat u beschikbaar bent wanneer uw pleegkind u als bewindvoerder wenst.
c. Mentor Mentorschap is bedoeld voor meerderjarigen die hun persoonlijke belangen niet kunnen behartigen (Bijv verstandelijk gehandicapt, psychiatrisch- of comateus pleegkind). Persoonlijke belangen zijn belangen die niet over geld en goederen gaan, zoals beslissingen die moeten worden genomen over verzorging, verpleging, medische behandeling of begeleiding, wel of niet zelfstandig wonen. U kunt de rechter verzoeken om tot mentor voor uw pleegkind te worden benoemd. De mentor neemt beslissingen zoveel mogelijk samen met uw pleegkind.
d. Provisionele bewindvoerder Als er (nog) niets is geregeld en er ontstaat een situatie waarin meteen bescherming nodig is waarbij een uiteindelijke beslissing tot ondercuratelestelling niet kan worden afgewacht, (Bijv. als uw pleegkind gaat gokken) dan kunt u de rechter verzoeken om een provisionele (tijdelijke) bewindvoerder aan te stellen. De rechter die over het verzoek om curatelenstelling moet beslissen, kan dan iemand benoemen die voorlopig de belangen van uw pleegkind behartigt (provisionele bewindvoerder). Bij die benoeming bepaalt de rechter welke goederen onder het provisionele bewind worden gesteld. De rechter kan de provisionele bewindvoerder ook andere taken geven. Alle taken die de curator heeft, kunnen ook aan de provisionele bewindvoerder worden gegeven.
e. Beëindiging De gezagsmaatregel en de taak van de curator, bewindvoerder of mentor eindigt, als de redenen voor de maatregel er niet meer zijn en uw pleegkind zelf zijn belangen kan behartigen. Als de rechter het bewind of het mentorschap voor een bepaalde periode heeft uitgesproken, eindigt die maatregel als die periode voorbij is. De rechter kan op verzoek van uw pleegkind de ondercuratelestelling opheffen. Voor de opheffing van de ondercuratelestelling kan uw pleegkind een verzoek via een advocaat bij de rechtbank doen. De kantonrechter kan op verzoek van uw pleegkind de onderbewindstelling of het mentorschap opheffen. Voor de opheffing van de onderbewindstelling of het mentorschap kan uw pleegkind rechtstreeks een verzoek bij de kantonrechter doen. De taak van de provisionele bewindvoerder eindigt als de ondercuratelestelling definitief wordt uitgesproken c.q. afgewezen.
f.
Ongehuwde tienermoeders
Ongehuwde tienermoeders kunnen geen gezag uitoefenen. Zij en hun kind(eren) staan onder gezag van een volwassene (De meerderjarige vader kan eventueel het gezag over zijn kind hebben). De ouders van de tienermoeder hebben doorgaans het gezag over hun dochter en soms ook de voogdij over hun kleinkind. De voogdij (over tienermoeder en/of kind) kan ook bij Bureau Jeugdzorg liggen. Uw pleegkind/tienermoeder krijgt automatisch het gezag op het tijdstip dat zij meerderjarig wordt, tenzij op dat tijdstip een ander met het gezag is belast. Zodra uw pleegkind/tienermoeder 18 jaar wordt kan zij de rechter verzoeken om haar met het gezag te belasten. Als het gezag aan de tienermoeder wordt toegewezen kan ook de eventuele machtiging tot uithuisplaatsing (van haar baby) worden opgeheven. Uw pleegbaby gaat dan bij zijn moeder wonen.
Meerderjarigverklaring minderjarige moeder
Pleegwijzer
April 2008
Uw minderjarige pleegkind van zestien of zeventien jaar, kan de kinderrechter vragen om zich meerderjarig te verklaren als zij een kind verwacht, zodat zij het gezag over haar kind kan krijgen. De kinderrechter beslist pas als het kind is geboren. Er hoeft dan geen tussentijdse voogd benoemd te worden. Als uw pleegkind van zestien of zeventien zich niet meerderjarig laat verklaren of jonger is dan zestien jaar, kan zij het gezag over haar kind niet uitoefenen. De rechter benoemt dan een voogd. Ook als uw pleegkind nog geen zestien is op het moment van de bevalling kan zij een verzoek indienen. De rechter beslist dan pas nadat zij zestien jaar is geworden.
Ongehuwde tienervader Een ongehuwde tienervader is niet bevoegd het gezag over zijn kind uit te oefenen en kan zich niet meerderjarig laten verklaren. Wanneer de minderjarige moeder niet het gezag heeft over het kind, moet een voogd worden benoemd als de vader eveneens minderjarig is. Uw minderjarige pleegkind/tienervader van zestien of zeventien jaar kan wel het kind erkennen.
Pleegwijzer
April 2008
3. Inkomen Een jongere van 18 jaar is volwassen en moet in zijn inkomsten voorzien door middel van door arbeid, studiebeurs of uitkering. Uw meerderjarig pleegkind beheert zijn eigen vermogen, tenzij hiervoor een maatregel is ingesteld. (zie onderwerp gezag pagina 4).
Onderhouds- en studiekosten Als er een indicatie voor verlengde jeugdhulpverlening wordt afgegeven, ontvangt u begeleiding en pleegvergoeding op basis van een vrijwillige plaatsing (zonder vergoeding van bijzondere kosten) om uw meerderjarig pleegkind te onderhouden. U kunt uw pleegkind geen kostgeld laten betalen zolang u pleegvergoeding ontvangt, ook al heeft hij een eigen inkomen. Uw pleegkind moet uit zijn inkomsten zelf een bijdrage betalen voor de hulpverlening aan hem. (Zie hoofdstuk 7 financiën). Zonder verlengde hulpverlening hebt u als pleegouder geen recht meer op pleegvergoeding. Als uw pleegkind bij u blijft wonen na zijn 18de verjaardag, dan kan hij een baan zoeken, een beroep doen op de onderhoudsplicht van zijn ouders of voogd of een uitkering of studiefinanciering aanvragen. U kunt uw pleegkind laten bijdragen in de kosten van verzorging en inwoning.
a. Voortgezette onderhoudsplicht ouders Kinderbeschermingsmaatregelen vervallen zodra uw pleegkind 18 wordt. De kosten van levensonderhoud en studie voor uw OTS, voogdij of vrijwillig geplaatst pleegkind komen voor rekening van zijn ouders zodra uw pleegkind 18 wordt en geen eigen inkomsten heeft. Deze onderhoudsplicht loopt door tot de 21ste verjaardag. Als de ouders niet kunnen voorzien in het onderhoud en de studiekosten, kan uw pleegkind een baan zoeken of een bijstandsuitkering aanvragen.
b. voortgezette onderhoudsplicht gezamenlijke pleegoudervoogden / voogdij-instelling Zodra uw pleegkind 18 wordt eindigt het gezag en de voogdij.(ook gezamenlijke pleegoudervoogdij en voogdij door Bureau Jeugdzorg). Gezamenlijke pleegoudervoogden en de voogdij-instelling hebben onderhoudsplicht zolang de gezamenlijke voogdij duurt. Na de 18de verjaardag zijn zij niet meer verplicht om hun pleegkind te onderhouden of de studie te betalen.
c. Voortgezette onderhoudsplicht pleegouders/pleegoudervoogden Pleegouders zijn niet onderhoudsplichtig. Is een van u pleegoudervoogd, dan bent u niet onderhoudsplichtig. - Als uw pleegkind op 1 januari van een jaar 18 jaar wordt, telt het hele jaar nog mee voor de kinderkorting. Gaat uw pleegkind, in het betreffende belastingjaar, binnen een half jaar elders wonen dan moet u de ontvangen korting terugbetalen aan de belastingdienst. - Als u gedurende een kalenderjaar minimaal 6 maanden zonder fiscale partner uw pleegkind (jonger dan 27 jaar) opvoedde hebt u recht op de alleenstaande oudertoeslag. zie hoofdstuk 7, belastingen) - Als de pleegvergoeding aantoonbaar ontoereikend is, kunt u de extra uitgaven voor levensonderhoud aftrekken. (zie hoofdstuk 7, belastingen) U kunt met uw (meerderjarig) pleegkind een fiscaal partnerschap aangaan, wanneer hij bij u woont. Als u in een kalenderjaar minstens een half jaar samenwoonde (=ingeschreven op hetzelfde adres) met een meerderjarig pleegkind, zonder recht op kinderbijslag, kunt u uw buitengewone lasten samenvoegen. Of dit samenvoegen interessant voor u is, staat in de toelichting bij uw aangiftebiljet. Pleegwijzer
April 2008
d. Schulden Uw 18-plus-pleegkind is zelf verantwoordelijk voor zijn handelingen en dus ook voor zijn schulden. Ouders, pleegouders en voogden zijn niet verantwoordelijk voor schulden die een meerderjarig pleegkind maakt, tenzij deze schulden gemaakt worden voor levensonderhoud waarvoor ouders of voogd onderhoudsplichtig zijn. Heeft uw pleegkind schulden, dan kan hij hulp vragen voor betalingsregelingen bij Instituut voor Maatschappelijk Werk (zie hoofdstuk 19, adressen en sites). Een deurwaarder kan voor schulden van uw pleegkind (alleen) beslag komen leggen op goederen die het eigendom van uw pleegkind zijn. Om beslag op uw goederen te voorkomen, moet u rechtsgeldig kunnen aantonen dat die goederen uw eigendom zijn. Dit kunt u bijvoorbeeld doen door middel van het tonen van aankoopbewijzen van deze goederen.
e. Inkomen door Studie Onderwijskaart Om zich in te schrijven op een school in het beroepsonderwijs, heeft uw pleegkind een onderwijskaart nodig. Dit hoeft alleen als hij op 1 Augustus 18 jaar of ouder is. Deze kaart kan hij aanvragen bij de IB-Groep. Om zich in te schrijven op een school in het voortgezet onderwijs, is geen onderwijskaart nodig.
Startkwalificatie Uw pleegkind is tot zijn 18de jaar leerplichtig of tot hij de startkwalificatie heeft behaald. (=minimaal MBO diploma niveau 2, HAVO of VWO). De leerplicht duurt voort tot uw pleegkind de startkwalificatie heeft behaald of tot hij 18 wordt. De Universiteit van Tilburg (www.uvt.nl) en Hogeschool Fontys hebben een speciale afdeling voor studenten die in het buitenland willen studeren of stage lopen (www.fontys.nl). Kosten zijn voor rekening van uw pleegkind en vallen niet onder de onderhoudsplicht van ouders.
Lesgeld Uw pleegkind moet lesgeld betalen als hij op 1 augustus 18 jaar of ouder is en een opleiding volgt in het voltijdse VAVO (VMBO, HAVO, VWO) of in de voltijdse beroepsopleidende leerweg (BOL). Hiervoor kan hij -afhankelijk van de studie- studiefinanciering of tegemoetkoming studiekosten aanvragen bij de IB-Groep in Groningen. Tegemoetkoming studiekosten is lager dan de studiefinanciering. De Openbare Bibliotheek en de Universiteit hebben enkele malen per week spreekuur voor advies en hulp bij het invullen van de formulieren. Soms kan het inkomen van ouders niet achterhaald worden doordat uw pleegkind vanaf zijn 12de geen wezenlijk contact meer met hen heeft of er is een ‘ernstig en onverzoenlijk conflict’ tussen uw pleegkind en zijn ouders. U of uw pleegkind kan hiervoor een ‘Verzoek inkomen opvragen/inkomen buiten beschouwing laten’ aanvragen bij de IB-Groep. De IB-Groep gaat dan zelf het inkomen achterhalen en berekent het recht op een aanvullende beurs.
Tegemoetkoming Studiekosten (TS) Ouders Tegemoetkoming studiekosten geldt alleen voor ouders van minderjarigen. De ouders van uw (OTS of vrijwillig geplaatst) pleegkind dat een voltijd opleiding in het beroepsonderwijs volgt, kunnen hiervoor in aanmerking komen. Pleegouders kunnen dit niet. Degene die op het moment dat uw pleegkind zeventien jaar was de wettelijke vertegenwoordiger van uw pleegkind was, wordt gezien als ‘ouder’. Pleegouders, ook pleeggrootouders, worden niet gezien als ‘ouders’ tenzij zij de gezamenlijke pleegoudervoogdij hebben. Pleegwijzer
April 2008
Uw recht op pleegvergoeding wordt niet aangetast als ouders de tegemoetkoming ontvangen.
Tegemoetkoming Scholieren Scholieren van 18 jaar of ouder die nog lessen volgen in het voortgezet onderwijs of voortgezet volwassenenonderwijs kunnen in aanmerking komen voor Tegemoetkoming scholieren. De tegemoetkoming bestaat uit een basistoelage (voor uw pleegkind: uitwonend) en eventueel een aanvullende bijlage (afhankelijk van het inkomen van de ouders van uw pleegkind). Eventuele bijbaantjes van uw pleegkind worden niet gekort op de tegemoetkoming. Uw pleegkind heeft geen recht op studiefinanciering. Voortgezet onderwijs =VMBO, MAVO, HAVO, VWO, praktijkonderwijs, LWOO, Voortgezet Speciaal Onderwijs. Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs = 2-jarige VMBO-tl, MAVO, HAVO, VWO. Leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs krijgen alleen de basistegemoetkoming tot maximaal hun 20ste verjaardag. Zij hebben geen recht op een aanvullende toeslag.
Studiefinanciering Studiefinanciering is bestemd voor studenten aan het beroeps- en hoger onderwijs. Om in aanmerking te komen voor studiefinanciering moet uw pleegkind de financiering minstens 3 maanden voordat hij 18 wordt aanvragen. Uw pleegkind moet minimaal 19 uur per week naar een OCW-erkende school gaan en een eigen bankrekening hebben. Als uw pleegkind al 18 aanvragen.
is, moet hij 3 maanden voor zijn studie begint de studiefinanciering
Bij verlengde hulpverlening wordt de pleegvergoeding doorbetaald tot de studiefinanciering start. Bij onvolledige studiefinanciering betaalt Pleegzorg De Triangel /Decombinatie een aanvulling tot het bedrag van de pleegvergoeding. Uitbetaling start voor MBO leerlingen op de eerste dag van het kwartaal dat volgt op de 18de verjaardag. Uitbetaling start voor WO en HBO leerlingen op 1 oktober als uw pleegkind nog geen 18 is. Heeft uw pleegkind studiefinanciering en ontvangt u geen pleegvergoeding, dan mag uw pleegkind een vastgesteld bedrag bijverdienen zonder dat dit gevolgen heeft voor de studiefinanciering. Heeft uw pleegkind studiefinanciering en ontvangt u wel pleegvergoeding, dan mag uw pleegkind een vastgesteld bedrag bijverdienen zonder dat dit gevolgen heeft voor de studiefinanciering, maar moet wel een vastgestelde bijdrage betalen aan zijn hulpverlening (zie hoofdstuk 7 financiën). Belastingen Studenten die vallen onder de regeling van de Tempobeurs of de Prestatiebeurs kunnen hun studiekosten aftrekken tot de in de Wet Studie Financiering opgenomen normbedragen voor boeken en leermiddelen. De belastingvrije beursbedragen moeten wel eerst in mindering worden gebracht.
Studiefinanciering Beroepsonderwijs Als uw meerderjarig pleegkind(na 1 juli 18 wordt) een voltijd opleiding in het beroepsonderwijs volgt, dan kan hij in aanmerking komen voor studiefinanciering. Middelbaar beroepsonderwijs =Beroeps Opleidende Leerweg (BOL) en Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL). Pleegwijzer
April 2008
De uitkering bestaat uit een basistoelage uitwonende (uw pleegkind is uitwonend vanuit zijn ouders gezien) afhankelijk van het inkomen van de ouders eventueel aangevuld met een OV week of weekendkaart en/of aanvullende toelage (tegemoetkoming schoolkosten, soms ook les of cursusgeld). Voor de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) geldt geen studiefinanciering. Voor beroepsonderwijs op niveau 1 en 2 is de studiefinanciering een gift. Uw pleegkind hoeft alleen de eventuele rentedragende lening terug te betalen. Voor beroepsonderwijs op niveau 3 en 4 is de studiefinanciering een prestatiebeurs. Uw pleegkind krijgt de beurs zolang hij staat ingeschreven en moet deze beurs terugbetalen.
Studiefinanciering Hoger Onderwijs Vanaf zijn 16de kan uw pleegkind in aanmerking komen voor studiefinanciering als hij een studie op Universiteit of Hogeschool volgt. U(w pleegkind) vraagt studiefinanciering aan voor een uitwonende student (hij is uitwonend vanuit zijn ouders gezien). De uitkering bestaat uit een basisbeurs uitwonende eventueel aangevuld met een OV week of weekendkaart, een aanvullende beurs (afhankelijk van de hoogte van de inkomens van beide ouders, dus niet uw inkomen) en/of een rentedragende lening.
f. Inkomen door arbeid Als uw 18-plus pleegkind (zonder verlengde jeugdhulpverlening) werkt, ontvangt hij salaris. Hiervan kan hij, als hij bij u blijft wonen kostgeld betalen. Het NIBUD heeft hiervoor richtlijnen. Bij verlengde hulpverlening moet uw werkend pleegkind een gedeelte bijdrage aan de jeugdhulpverlening. Indien uw 18-plus pleegkind inkomsten heeft, dan dienen deze verrekend te worden volgens de algemene, in hoofdstuk 7 beschreven methode. De bijdrage die uw meerderjarige pleegkind moet doen voor jeugdhulp is dezelfde als voor minderjarige pleegkinderen en wordt hetzelfde berekend.
Inkomensafhankelijke bijdrage Zodra uw pleegkind inkomen heeft moet hij een inkomstenafhankelijke bijdrage aan de Belastingdienst betalen. (Zie hoofdstuk 7 Financiën) Als uw pleegkind weinig verdient (bijv. bijbaantje of pas net aan het werk) kan hij de belasting die hij teveel heeft betaald, terugvragen met het Tj-biljet, het belastingformulier voor jongeren tot 30 jaar. Deze kunt u bestellen via internet: www.belastingdienst.nl of via de gratis Belastingtelefoon: tel. 0800-0543
Pleegwijzer
April 2008
g. Inkomen door uitkering Algemene bijstand (WWB) Algemene bijstand is bedoeld als een soort vangnet voor mensen die op een of andere manier niet in hun onderhoud kunnen voorzien. Qua leeftijd kan iedereen in aanmerking komen voor bijstand, mits er aangetoond kan worden dat alle middelen om aan geld te komen, zijn uitgeput. Pleegkinderen (die niet in een inrichting verblijven) van 18, 19 of 20 jaar krijgen alleen bij hoge uitzondering een bijstandsuitkering tot ze een baan hebben gevonden. Uw 18-plus pleegkind heeft slechts recht op een bijstandsuitkering als hij geen aanspraak kan maken op andere voorzieningen (o.a. onderhoudsplicht ouders, studiefinanciering) en indien aan alle voorwaarden voor het verkrijgen van een bijstandsuitkering is voldaan (o.a. inkomen ontoereikend, vermogen (spaargeld, bezittingen) niet hoger dan een bepaald wettelijk vastgesteld bedrag, startkwalificatie). Zolang u een pleegvergoeding ontvangt voor uw pleegkind, heeft uw pleegkind geen recht op bijstand. Uw pleegkind kan de bijstandsuitkering pas aanvragen als het pleegcontract is beëindigd en er geen sprake meer is van geïndiceerde pleegzorg. Een bijstandsuitkering voor jongeren onder de 21 jaar is bijzonder laag. Uw pleegkind moet de uitkering na zijn 18de verjaardag zelf aanvragen bij het Centrum voor Werk en Inkomen in de gemeente waar hij staat ingeschreven. Is deze uitkering niet voldoende, dan moet uw pleegkind een beroep doen op zijn ouders. Zij zijn tot het 21e jaar van uw pleegkind onderhoudsplichtig. Gezamenlijke pleegoudervoogden, die geen pleegvergoeding ontvangen, kunnen namens hun pleegkind een bijstandsuitkering ontvangen voor de kosten van opvoeding en verzorging van het pleegkind. Als uw pleegkind binnen een jaar geen werk heeft gevonden, dan is de gemeente verplicht om te zorgen voor een baan en/of scholing. De gemeente kan besluiten geen (gehele) uitkering aan uw pleegkind uit te betalen, maar daarvan eerst bepaalde betalingen te doen(zoals huur, gas en licht of water). De gemeente kan ook besluiten de bijstand in natura uit te betalen als uw pleegkind zelf slecht in staat is zijn hun geld te beheren. In principe speelt uw eigen inkomen geen rol bij de aanvraag van een bijstandsuitkering voor uw pleegkind. Pleegouders die een bijstandsuitkering hebben worden niet gekort als het pleegkind een eigen inkomen krijgt. Grootouders die met een meerderjarig pleegkind samenwonen, ondervinden gevolgen voor de eventuele WAO-uitkering. Uw uitkering daalt naar 50 %. U hebt de plicht om de Sociale Verzekering Bank in te lichten van deze wijzigingen in uw woonsituatie. Te veel ontvangen bedragen worden (eventueel met boete) teruggevorderd.
Bijzondere bijstand De bijzondere bijstand is voor iedereen vanaf eenentwintig jaar met een inkomen op of rond het minimum. De gemeente kan een vergoeding geven als er bijzondere kosten gemaakt moeten worden. Als de algemene bijstand niet voldoende is om de noodzakelijke kosten van het bestaan te betalen, dan zijn de ouders verplicht dit bedrag aan te vullen. Als ouders dit niet kunnen of willen doen, is soms aanvullend bijzondere bijstand mogelijk. Deze extra bijstand kan de gemeente op de ouders verhalen. Aan pleegkinderen van 18, 19 en 20 die in een inrichting wonen, kan voor de kosten van persoonlijke uitgaven op grond van individuele omstandigheden bijzondere bijstand worden verleend.
Bijstand voor schoolverlaters Wanneer de stopzetting van de pleegvergoeding (einde indicatie) niet aansluit op de studiefinanciering of de kinderbijslag, kan uw pleegkind bijstand aanvragen voor de tussenliggende periode. Uw pleegkind moet de bijstand zélf aanvragen. De uitkerende instantie Pleegwijzer
April 2008
beoordeelt de aanvraag (zeer streng) en kan een lagere uitkering of toeslag vaststellen. Het is ook mogelijk dat uw pleegkind geen van beide krijgt. Let op: Iedere gemeente heeft zijn eigen beslissingsbevoegdheid in toewijzing van bijstand. Dit betekent dat de beslissingen zelfs per gemeente kunnen verschillen. Indien de ouders van uw pleegkind nog kinderbijslag ontvingen, ontvangt uw pleegkind zijn eerste uitkering pas vanaf eerstvolgende volle kwartaal. De ouders zijn namelijk onderhoudsplichtig voor dit laatste kwartaal.
Wajong De Wajong (Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten) is bedoeld voor jonggehandicapten 18plussers die minimaal vanaf de tiende verjaardag in Nederland wonen, (deels) arbeidsongeschikt zijn en niet of nauwelijks aan het arbeidsproces kunnen deelnemen. Zij kunnen geen beroep doen op de WAO. Uw 18plus-pleegkind heeft recht op een Wajonguitkering nadat hij 52 weken onafgebroken voor tenminste 25 procent arbeidsongeschikt is geweest (wachttijd) (zie ook hoofdstuk 20: verstandelijke handicap). Uw pleegkind of zijn wettelijke vertegenwoordiger kan de aanvraag en aanmelding doen bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) (formulieren verkrijgbaar bij het postkantoor). Uw pleegkind moet medisch gekeurd worden. Aanmelden: Binnen 13 weken na de zeventiende verjaardag. Aanvraag indienen: Binnen 9 maanden na de zeventiende verjaardag! De uitkering wordt steeds toegekend voor een periode van vijf jaar en de hoogte is afhankelijk van leeftijd en mate van arbeidsongeschiktheid. Uiterlijk vier maanden voor het verstrijken van die termijn krijgt uw pleegkind bericht van de uitvoeringsinstantie dat hij een nieuwe aanvraag moet indienen. Over deze inkomsten moet uw pleegkind als er een indicatie voor verlengde hulp is afgegeven de eigenbijdrage betalen. (zie hoofdstuk 7 financiën) Als zijn inkomen lager is dan het sociale minimum, dan kan u(w pleegkind) binnen zes weken na het toekennen van uw Wajong-uitkering een toeslag aanvragen.
Jonggehandicaptenkorting De jonggehandicaptenkorting is een korting op de loonbelasting en premies volksverzekeringen die uw pleegkind moet betalen (heffingskorting). Uw pleegkind heeft recht op de korting als hij voor de Wajong in aanmerking komt - ongeacht of hij deze geheel, gedeeltelijk of niet ontvangt.
IOAW (Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze werknemers) Gedeeltelijke arbeidsongeschikte werkloze meerderjarige pleegkinderen kunnen een IOAWuitkering ontvangen. Deze is gelijk aan een bijstandsuitkering. Nabestaandenuitkering Uw pleegkind heeft recht op de nabestaandenuitkering als zijn vader of moeder overlijdt èn hij hierdoor ouderloos is geworden. De voogdij-instelling vraagt de uitkering aan voor minderjarige wezen en ontvangt deze. De nabestaandenuitkering eindigt in principe als uw pleegkind zestien jaar wordt. Als uw pleegkind arbeidsongeschikt is kan de nabestaandenuitkering doorlopen tot zijn 18de. 25% van het bedrag wordt gereserveerd en uitbetaald aan uw pleegkind zodra hij 18 jaar wordt. De overige 75% is bestemd als bijdrage in de hulpverlening. Als uw pleegkind nog studeert kan hij, tot maximaal zijn eenentwintigste (tot het einde van zijn studie) een verklaring van de Sociale Verzekeringsbank krijgen dat verlengd recht geeft op de uitkering. Deze verklaring moet door school en de wettelijke vertegenwoordiger worden ondertekend.
Pleegwijzer
April 2008
Zonder verlengde jeugdhulpverlening ontvangt hij het volledige uitkeringsbedrag vanaf zijn 18de verjaardag. Met verlengde jeugdhulpverlening geldt dezelfde regel als voor minderjarigen. De nabestaandenuitkering heeft geen effect op andere inkomsten.
Nabestaandenpensioen Uw pleegkind kan na het overlijden van zijn vader of moeder recht krijgen op een door hen in loondienst opgebouwd nabestaandenpensioen. De voogdij-instelling ontvangt dit pensioen zolang uw pleegkind minderjarig is. 25% van het bedrag wordt gereserveerd en uitbetaald aan uw pleegkind zodra hij 18 jaar wordt. De overige 75% is bestemd als bijdrage in de hulpverlening en wordt ingehouden. Zonder verlengde jeugdhulpverlening ontvangt uw pleegkind het volledige uitkeringsbedrag vanaf zijn 18de verjaardag. Met verlengde hulpverlening geldt dezelfde regel als voor minderjarigen. Als uw pleegkind nog (voltijd) studeert kan hij dit pensioen ontvangen tot maximaal zijn zevenentwintigste (afhankelijk van de pensioenverzekeraar, tot het einde van zijn studie).
Pleegwijzer
April 2008
4. Dagbesteding a. Werken Uw pleegkind kan zelf een baan zoeken of zich inschrijven bij het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI)
b. Onderwijs Zodra uw pleegkind meerderjarig wordt vervalt de leerplicht. Ook als uw pleegkind niet aan de startkwalificatie voldoet. Als hij wel verder wil leren is dat mogelijk. Om zicht te krijgen op beroepen en opleidingen kan uw pleegkind bij een Adviesbureau voor Opleiding en Beroep (AOB) terecht voor informatie. Hij kan een consult of een onderzoek naar zijn mogelijkheden en interesses krijgen.
c. Vrijwilligers werk Als een vaste baan niet binnen de mogelijkheden ligt, of uw pleegkind wil iets extra’s doen voor de maatschappij, dan kan hij vrijwilligerswerk gaan doen. Het steunpunt voor vrijwilligerswerk heeft een vacaturebank met verschillende soorten vrijwilligerswerk.
d. Jongerenwerk - jongerencentra Jongerencentra organiseren allerlei activiteiten voor jongeren die het moeilijk vinden zelf hun vrije tijd in te vullen.
e. Dagbesteding MLK Nadat uw MLK-pleegkind de leeftijd van 20 jaar heeft bereikt, kan hij niet meer naar school en moet andere dagbesteding zoeken. Afhankelijk van zijn mogelijkheden en interesses kan hij een baan zoeken. Een jobcoach begeleidt uw pleegkind in het arbeidsproces. Een andere plek waar uw MLK-pleegkind kan werken is de sociale werkplaats. Een sociale werkplaats is een werkplek waar mensen werken die om verschillende redenen niet mee kunnen draaien in het normale arbeidsproces. Dit kan een lichamelijke reden hebben, maar bijvoorbeeld ook een psychische reden. Houdt rekening met lange wachttijden, als u uw pleegkind wilt inschrijven bij vormen van dagbesteding. Schrijf hem tijdig in.
Pleegwijzer
April 2008
5. Wonen a. Voorbereidingen op zelfstandig wonen Al ruim voordat uw pleegkind 18 jaar wordt zal hij moeten worden voorbereid om na zijn 18de zelfstandig te kunnen gaan wonen. Deze voorbereiding kan natuurlijk in uw pleeggezin plaatsvinden. Soms is dit vanwege het gedrag en de geschiedenis van uw pleegkind niet mogelijk. De Combinatie biedt diverse modules om uw pleegkind buiten uw pleeggezin voor te bereiden op het zelfstandig wonen. Voor deze hulp is een indicatie nodig van Bureau Jeugdzorg of een indicatie voor de AWBZ. Ook kan de hulp worden aangevraagd met een persoonsgebonden budget (PGB). Indien er problemen zijn rondom het voorbereiden op zelfstandigheid van uw pleegkind, kan mogelijk een van de hulpvormen van De Combinatie een goede mogelijkheid zijn. U kunt dit met uw ambulant hulpverlener bespreken.
Vertrektraining Uw pleegkind woont nog bij u en wordt voorbereid op zelfstandig wonen.
Observatie en oriëntatiegroep en woongroep Om te beoordelen of en hoe uw pleegkind straks zelfstandig kan gaan wonen, kan opname van maximaal 3 maanden in de O en O groep een mogelijkheid zijn. Hierbij wordt gewerkt aan vaardigheden op het gebied van zelfverzorging, dagelijks leven, omgang, vrije tijd, studie of werk. Er is 24 uur per dag begeleiding aanwezig.
Begeleid zelfstandig wonen Uw pleegkind woont zelfstandig of op een kamer en krijgt begeleiding bij het zelfstandig wonen.
6. Verzekeren a. Aansprakelijkheidsverzekering particulieren (AVP) ookwel WAverzekering Zodra uw pleegkind 18 wordt is uw pleegkind volledig verantwoordelijk voor het eigen handelen en aansprakelijk voor door hemzelf aangerichte schade, ook wanneer er verlengde hulp wordt geboden. Uw pleegkind moet zichzelf zelfstandig verzekeren tegen deze risico’s.
b. Inboedelverzekering Als uw pleegkind op zichzelf gaat wonen, ongeacht zijn leeftijd, is het verstandig een inboedelverzekering af te sluiten. Deze dekt de kosten bij brand, waterschade, vandalisme en diefstal van zijn inboedel.
c. Ziektekostenverzekering Basisverzekering Uw pleegkind moet zelf een basiszorgverzekering afsluiten vanaf (en nominale premie betalen vanaf de maand die volgt op) de maand waarop hij 18 jaar wordt. Voor deze verzekering geldt een acceptatieplicht zonder selectie of beperking. De hoogte van de premie mag niet afhangen van de gezondheid van uw pleegkind.
Aanvullende verzekering Wanneer er al medische zaken spelen, bijvoorbeeld therapie, raden wij uw pleegkind aan zich aanvullend te verzekeren, omdat dit een uitgebreidere dekking biedt. Als hij deze verzekering al heeft afgesloten voor zijn 18de, dan kan deze worden voortgezet. Voor meerderjarigen vergoedt de basiszorgverzekering alleen specialistische tandheelkunde door de kaakchirurg en het kunstgebit. Wil uw pleegkind alle normale en bijzondere tandheelkundige zorg, dan moet hij zich aanvullend verzekeren bijv.door een speciale jongerenverzekering af te
Pleegwijzer
April 2008
sluiten. Voor jongeren tot en met 21 jaar wordt tandheelkundige zorg wel – beperkt – vanuit de basisverzekering vergoed.
Voortzetten van bestaande verzekering Als de verzekering van uw pleegkind niet opgezegd wordt, wordt de verzekering die hij voor zijn 18de verjaardag had voortgezet. De basisverzekering is echter niet meer gratis. Uw pleegkind gaat nominale premie betalen. Als uw pleegkind bij u of zijn ouders verzekerd was, kan dit worden voortgezet. De betalingen lopen via de polishouder. Uw pleegkind moet zelf de zorgtoeslag aanvragen.
Overzetten naar andere verzekering bij dezelfde zorgverzekeraar Om de verzekering van uw pleegkind over te zetten naar een eigen polis of bijv. een jongerenverzekering bij de bestaande verzekeraar, vraagt u (of de polishouder), minimaal 1 maand voordat uw pleegkind 18 wordt, een wijzigingsformulier aan bij de verzekeraar. Hierin geeft u aan welke wijziging moet worden doorgevoerd. Diverse zorgverzekeraars hebben een speciale voordelige (aanvullende) verzekering voor jongeren vanaf 18 jaar: Deze verzekering vergoedt zorgkosten waar jongeren vaak mee te maken krijgen.. Bijvoorbeeld: tandheelkundige kosten, zorgkosten in het buitenland en fysiotherapie..
Beëindigen van bestaande verzekering Als uw pleegkind na zijn 18de wil overstappen naar een andere zorgverzekeraar dan dient de bestaande verzekering schriftelijk te worden opgezegd. De polishouder dient voor eventuele opzegging zorg te dragen. Dit kan uw pleegkind zelf zijn, zijn ouders, u als pleegouder of Bureau Jeugdzorg. De opzegging moet minimaal een maand voordat uw pleegkind 18 wordt gebeuren bij de zorgverzekeraar. Uw pleegkind kan dan zonder kosten, medische verklaring of vertraging overstappen naar een andere verzekering. De polishouder ontvangt een bericht van opzegging waarmee uw pleegkind zich kan aanmelden bij een verzekeraar naar zijn keuze. Indien uw pleegkind (of de polishouder) de verzekering pas opzegt nadat hij 18 is geworden, dan duurt de bestaande verzekering voort tot 1 januari van het eerstvolgende jaar. Daarna kan uw pleegkind overstappen naar een verzekeraar van zijn keuze. Voor verzekeraars geldt een acceptatieplicht wat betreft de basisverzekering. Voor bepaalde aanvullende verzekeringen kan wel een medische verklaring worden gevraagd. Ook als Bureau Jeugdzorg polishouder is en verzuimt de verzekering op te zeggen dan blijft de verzekering bestaan en is overstappen pas mogelijk per 1 januari. Veel justitieel geplaatste pleegkinderen zijn via Bureau Jeugdzorg bij VGZ verzekerd. Bureau jeugdzorg meldt uw pleegkind af bij de verzekeraar. Zij overhandigen uw pleegkind dan de berichtgeving van opzegging. Indien Bureau Jeugdzorg verzuimt uw pleegkind af te melden, dan kunt u de verzekering van uw pleegkind zelf bij VGZ opzeggen via: VGZ verzekeringsadministratie, postbus 25210, 5000 MT Tilburg onder vermelding van ‘volledige opzegging verzekering’, datum waarop uw pleegkind 18 wordt en polisnummer.
Zorgtoeslag Uw 18plus-pleegkind heeft recht op zorgtoeslag, zodra hij zelfstandig verzekerd is. Voor de aanvraag van deze zorgtoeslag is alleen zijn eigen toetsingsinkomen (max. 25.000 euro) van belang. De hoogte van het toetsingsinkomen van u of zijn ouders is niet relevant. De belastingdienst betaalt de zorgtoeslag uit. De ouders van uw 18plus-pleegkind mogen ook zelf, na schriftelijke toestemming van uw pleegkind, de premie betalen en/of de zorgtoeslag voor hun meerderjarig kind aanvragen en ontvangen. (Zie hoofdstuk 7 financiën, belastingen) De verzekering van (pleeg-)kinderen heeft geen invloed op de hoogte van de zorgtoeslag van hun (pleeg-) ouders.
Pleegwijzer
April 2008
d. AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) Zodra uw pleegkind 18 wordt betaalt hij een verplichte AWBZ bijdrage uit zijn eigen inkomsten. De AWBZ regelt zorg die nodig is bij langdurige ziekte, handicap of ouderdom voor iedereen die in Nederland woont en werkt. De AWBZ geeft recht op verschillende soorten zorg zoals thuiszorg, psychiatrische hulp, verpleging en verzorging in instellingen voor lichamelijk en verstandelijk gehandicapten en in verpleeg- en verzorgingshuizen. e. (gesubsidieerde) Rechtsbijstand Een rechtsbijstandverzekering is geen verplichte verzekering. Als uw meerderjarige pleegkind rechtsbijstand nodig heeft maar de kosten niet kan opbrengen kan de overheid (gedeeltelijk) bijdragen aan de kosten van een advocaat of mediator. Uw pleegkind kan de gesubsidieerde rechtsbijstand samen met de rechtsbijstandverlener of mediator aanvragen bij de Raad voor Rechtsbijstand. Zijn draagkracht (hoeveel hij zelf moet betalen en hoeveel hij vergoed krijgt) wordt berekend aan de hand van het eigen inkomen en vermogen van uw pleegkind. Uw pleegkind kan ook een verzekering voor rechtsbijstand afsluiten. Als de aanvraag voor gesubsidieerde rechtsbijstand te maken heeft met een geschil tussen uw pleegkind en zijn ouders, kan de kantonrechter een bijzondere curator benoemen. Hiervoor hoeft uw pleegkind geen eigen bijdrage te betalen. Uw pleegkind van 16 of 17 jaar kan zelf de gesubsidieerde rechtsbijstand aanvragen als hij niet meer bij zijn ouders woont.
f. Levensverzekering Een verzekering is bedoeld om nabestaanden niet onverzorgd achter te laten of om een hypotheek af te lossen. Pleegouders kunnen een levensverzekering afsluiten voor hun pleegkind. Verstandig is om deze verzekering pas te laten uitkeren als het pleegkind meerderjarig is. Zo voorkomt u dat de uitkering onheus beheerd wordt door ouders of voogd.
Pleegwijzer
April 2008
7. Diversen a. Naamwijziging Als uw pleegkind meerderjarig is, kan hij zelf verzoeken om zijn naam te wijzigen naar uw achternaam, als hij minstens 3 jaar voordat hij meerderjarig werd door u werd verzorgd.
b. Medisch handelen Jongeren vanaf 18 jaar zijn volledig handelingsbekwaam en hebben geen toestemming nodig voor uitvoering van een behandeling.
Huisarts Uw pleegkind is niet verplicht zich in te schrijven bij een huisarts. Het is echter wel aan te raden, het makkelijkste is om zich in te schrijven bij de huisarts waar hij als kind al aangemeld was. Met inschrijving is hij verzekerd van de beschikbaarheid van de huisarts en kan hij gebruik maken van de huisartsenpost. Ook wordt zijn medisch dossier bijgehouden.
c. Bankrekening Als uw pleegkind 18 wordt moet hij zelf een bankrekening openen. Uitkerende instanties en de IBGroep storten uitsluitend op op naam gestelde rekeningen. Bestaande spaar- en/of jeugdrekeningen worden omgezet naar rekeningen op naam van uw meerderjarig pleegkind.
d. Dossiers bewaarplicht Zodra uw pleegkind 18 wordt, vervalt de jeugdhulpverlening (tenzij verlengde hulpverlening is aangevraagd). Het dossier van uw pleegkind dient vernietigd te worden. Gegevens mogen alleen nog bewaard worden als het noodzakelijk is voor een bepaald doel (bv jeugdhulp vervalt bij meerderjarigheid, maar de meerderjarige heeft nog hulp nodig waarbij zijn dossier nodig is). Bureau Jeugdzorg en Pleegzorg DeTriangel/Decombinatie zijn niet verplicht het originele dossier aan uw pleegkind te overhandigen als hij hierom vraagt. Uw pleegkind heeft recht op vernietiging van of inzage in zijn dossier, maar geen direct recht om het originele dossier te krijgen. Dossiers van onvrijwillig opgenomen psychiatrische pleegkinderen worden tot vijf jaar na ontslag uit een psychiatrische instelling bewaard. Uw pleegkind kan niet voor die tijd om vernietiging vragen.
e. Strafrecht Voor jongeren geldt in principe hetzelfde strafrecht als voor volwassenen. Jongeren onder de 18 vallen onder het jeugdstrafrecht, waarbij de straffen minder zwaar zijn. Zodra uw pleegkind meerderjarig wordt valt hij, als hij een misdrijf of overtreding begaat, onder het volwassenenrecht. Kinderen jonger dan twaalf jaar kunnen niet strafrechtelijk worden vervolgd. Hiervoor bestaat het een speciaal hulpprogramma zonder strafrechters voor 12-minners: Stop. Soms kan een jongere als 18-, 19- en 20-jarige nog zó kinderlijk zijn dat de rechter beslist dat hij onder het jeugdstrafrecht valt.. Ook kan een jongere van 16 of 17 jaar een zodanig ernstig vergrijp heeft gepleegd dat de rechter besluit dat hij onder het volwassenenstrafrecht valt en zwaarder gestraft kan worden
f. Rijbewijs Als uw pleegkind 18 wordt mag hij (als hij geen lichamelijke of geestelijke problemen heeft die van invloed kunnen zijn op zijn rijgedrag) rijlessen nemen en theorie-examen doen. Zodra hij het theoriecertificaat heeft behaald, mag hij praktijkexamen doen.
Beginnerrijbewijs Het beginnerrijbewijs is een gewoon rijbewijs en geldt voor iedereen die voor het eerst een rijbewijs haalt. Beginnende bestuurders moeten in de eerste vijf jaar na ontvangst van het rijbewijs aan Pleegwijzer
April 2008
strengere regels voldoen, omdat zij relatief vaak slachtoffer zijn van een verkeersongeval. Het omzetten van het beginnerrijbewijs naar het gewone rijbewijs gebeurt na vijf jaar automatisch. Voor het begaan van zware verkeersovertredingen krijgt uw pleegkind zogenaamde strafpunten. Als hij binnen vijf jaar drie punten krijgt, wordt het rijbewijs geschorst. Hij moet dan een rijproef en een theorieproef bij het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) afleggen. Als uw pleegkind het onderzoek weigert of voor een proef zakt, wordt het rijbewijs ongeldig verklaard en moet hij het rijexamen opnieuw afleggen.
g. Kiesrecht Iedere Nederlander van 18 jaar en ouder heeft het recht om vertegenwoordigers te kiezen in de Tweede Kamer, de Provinciale Staten, de gemeenteraden en het Europees Parlement. Het kiesrecht omvat actief en passief kiesrecht. Het actief kiesrecht is het recht te stemmen bij verkiezingen. Het passief kiesrecht is het recht, na verkiezingen, lid te kunnen worden van een vertegenwoordigend lichaam. Ook uw pleegkind bezit kiesrecht zodra hij 18 wordt, tenzij hij onder curatele gesteld is.
Pleegwijzer
April 2008