Land- en Tuinbouw Organisatie Noord
Memo
Aan:
Provinciaal Bestuur en Provinciaal Overleg Noord-Holland
Van:
Evert Lassche
Betreft:
Actuele gebiedszaken
Datum:
April 2008
Regio Noord-Holland-Noord/West-Friesland 1. Waal en Burg (Texel) De verwerving en uitplaatsing van de agrarische bedrijven te Waal en Burg komt in de eindfase. Er zullen nog drie bedrijven verplaatst moeten worden. Voor alle drie de bedrijven is een uitplaatsingslocatie op Texel voorhanden. (informatie: Hans Ghijsels) 2. Landinrichting Texel Op 1 november 2007 heeft Stivas in gezamenlijkheid met Stichting Agrarisch Texel het agrarisch structuuronderzoek Texel gepresenteerd aan de agrarische ondernemers op Texel. De voorzitter van Stivas heeft het rapport aangeboden aan gedeputeerde Moens. Meer dan 80% van de ondernemers op Texel heeft medewerking verleend aan het onderzoek. Er kan derhalve worden geconstateerd dat het draagvlak voor kavelruil hoog is. Stivas, DLG en het Kadaster hebben de aanpak op Texel een pilotstatus gegeven. Op 16 april 2008 heeft gedeputeerde Bond het startsein gegeven om aan de slag te gaan. Met de provincie is afgesproken dat Gedeputeerde Staten een plan van aanpak inclusief begroting zullen vaststellen. (informatie: Hans Ghijsels) 3. Texel probleemgebied Het ministerie van LNV heeft de provincie gevraagd argumenten aan te dragen om Texel aan te wijzen als probleemgebied. Gezamenlijk met de provincie, de LTO Noord afdeling Texel, de agrarische natuurvereniging en de gemeente is deze argumentatie op papier gezet. Gedeputeerde Staten zullen de onderhavige notitie dienen goed te keuren en aan LNV moeten voorleggen. Naar verwachting zal met LNV gesproken moeten worden over de Brusselse situatie. Op Europees niveau is een discussie gaande over de inhoud van de probleemgebiedenverordening. Dit vereist een zorgvuldige gezamenlijke benadering. (informatie: Hans Ghijsels) 4. Hoge Berg-gebied Texel Met gedeputeerde Moens is de afspraak gemaakt het Hoge Berg-gebied te ontgrenzen. Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten doen hiertoe een voorstel. De schapenhouders in het gebied zullen dan op een andere manier financieel moeten worden gecompenseerd. LTO Noord provincie Noord-Holland heeft daartoe, samen met een aantal andere partners, een project gestart. De uitvoering van het project ligt bij LTO Noord Projecten en Paul Terwan. (informatie: Hans Ghijsels) 5. Ganzen op Texel Met Staatsbosbeheer en Natuurmonumenten is overeenstemming om deze zomer de ganzenpopulatie op Texel terug te brengen naar een aanvaardbaar niveau. De gemeente Texel zal hiertoe opdracht geven aan een bedrijf. De afdeling Texel van LTO Noord verzorgt de logistiek. Woordvoerder van het project is de burgemeester. (informatie: Hans Ghijsels)
6. Visie Noordelijk Zandgebied bijna gereed LTO Noord en KAVB werken aan een gebiedsvisie voor het Noordelijk Zandgebied In deze visie staat de ontwikkeling van de bloembollenteelt, akkerbouw en veehouderij centraal. De visie moet tegenwicht bieden aan de vele (potentiële) functiewijzigingen die op het gebied afkomen. De visie zal als bouwsteen worden ingebracht voor de nieuwe Structuurvisie van de provincie Noord-Holland. De opzet is om de visie voor de zomer af te ronden en te presenteren. (informatie: Evert Lassche/Ard Mooij) 7. Kooijhaven Anna Paulowna Voor de planvorming rond het bedrijventerrein Kooijhaven wordt een Milieu Effect Rapportage (MER) opgesteld. LTO Noord en KAVB hebben zich op het standpunt gesteld dat voor een beoogde functiewijziging ook een Landbouw Effect Rapportage (LER) moet worden opgesteld. In de LER moet in ieder geval aandacht zijn voor: waterhuishouding (kwaliteit en kwantiteit), landbouwstructuur, centrumfunctie en landbouwverkeer. In mei 2008 zal overleg plaatsvinden met Witteveen + Bos (opsteller MER) om definitieve afspraken te maken over het opstellen van de LER. (informatie: Ard Mooij) 8. Kustversterking De provincie Noord-Holland en het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier gaan een milieu effect rapportage (MER) opstellen voor respectievelijk de Kop van Noord-Holland en de Hondsbossche en Pettemer Zeewering. In de MER worden de varianten voor de zeewaartse kustversterking nader onderzocht. Ook de strand- en duinzone en het achterland van de zeewering worden in het onderzoek meegenomen. Beide onderzoeken worden dit jaar opgestart en in 2009 afgerond. LTO Noord zal erop toezien dat de landbouwbelangen in het onderzoek worden meegenomen. (informatie: Ard Mooij) 9. MER Westfrisiaweg De provincie heeft een besluit genomen over de MER en het voorkeurstracé van de Westfrisiaweg. De discussie ging vooral over het oostelijke tracé bij Stede Broec/Hoogkarspel. Het voorkeurstracé loopt via een zuidelijke doorsteek bij Hoogkarspel naar Enkhuizen. Niet alle knelpunten die uit het agrarisch structuuronderzoek Westfrisiaweg naar voren zijn gekomen zijn verwerkt in het voorgenomen wegtracé. De Molenweg bij Heerhugowaard dreigt afgesloten te worden. Het Geveland bij Obdam raakt de directe aansluiting op de Braken kwijt. Vermenging van landbouwverkeer en fietsers op de parallelweg aan de oostzijde van de Braken is niet gewenst. Bij Avenhorn kan het landbouwverkeer niet meer de Beemster inrijden. Vanaf Hoorn tot Enkhuizen vindt veel landbouwverkeer plaats op noord-zuid verbindingen. Van belang is dat deze overgangen in stand blijven. Bij het aanpassen van de bestemmingsplannen medio dit jaar wordt duidelijk of de knelpunten meegenomen zijn in het uiteindelijke wegtracé. (informatie: Evert Lassche) 10. SOK Wieringerrandmeer goedgekeurd Ondanks veel protesten en acties vanuit de land- en tuinbouw is de SOK Wieringerrandmeer goedgekeurd door de gemeenten Wieringerland en Wieringen en door Provinciale Staten van Noord-Holland. Daarmee is een einde gekomen aan een langdurig besluitvormingsproces. Het uitgewerkte plan, de zogenaamde Schorrenvariant, is de basis voor de komende planologische procedures. Er is een inventarisatie onder de agrarische grondeigenaren, pachters en huurders over hun toekomstplannen gemaakt. Daaruit is gebleken dat vrijwel alle bedrijven willen doorgaan met hun bedrijfsvoering en daarom willen verplaatsen in de Wieringermeer. Inmiddels wordt door de provincie gewerkt aan een structuurversterkingsplan voor omliggende land- en tuinbouw in de Wieringermeer en op Wieringen. Binnenkort kan de procedure voor de MER/LER en het ontwerpbestemmingsplan op gang komen. (informatie: Evert Lassche) 11. Agrarisch onderzoek bedrijventerrein Jaagweg van start Binnenkort worden voor het regionale bedrijventerrein Jaagweg bij Berkhout de noodzakelijke planologische procedures opgestart. Een onderdeel daarvan is een MER (Milieu Effectrapportage). Op verzoek van LTO Noord wordt inmiddels een agrarisch structuuronderzoek uitgevoerd door Grontmij. Meestal wordt een Landbouw Effect Rapportage uitgevoerd bij de aanleg van zo’n groot bedrijventerrein. Daarin worden de directe en indirecte effecten van de aanleg op de land- en tuinbouw in beeld gebracht. Van
-2-
de benodigde 150 ha landbouwgrond is inmiddels al zo’n 120 ha opgekocht door projectontwikkelaars. Daarmee hebben de meeste betrokken bedrijven reeds gekozen voor bedrijfsverplaatsing of -beëindiging. Vandaar dat LTO Noord van mening is dat volstaan kan worden met een agrarisch structuuronderzoek als onderdeel van de MER. Bij het onderzoek zijn de agrarische bedrijven in het gebied via een begeleidingsgroep benaderd. (informatie: Evert Lassche) 12. Tweede fase Agriport A7 in procedure De eerste fase van Agriport A7 van ongeveer 450 ha glas wordt ontwikkeld door een achttal megabedrijven in de glasgroenteteelt. Reeds vorig jaar is alle uit te geven grond verkocht aan tuinders. Het nabijgelegen glastuinbouwgebied Het Grootslag in West-Friesland van 270 ha netto glas is inmiddels ook volledig verkocht. Agriport A7 en Grootslag versterken elkaar duidelijk. Agriport A7 is daarom inmiddels gestart met de ontwikkeling van de tweede fase langs de A7 richting Middenmeer. Daarbij gaat het om 500 ha glastuinbouw. De benodigde grond daarvoor is inmiddels vrijwel volledig verworven. De planologische procedures, de startnotitie MER/LER en het voorontwerp bestemmingsplan zijn daarvoor in gang gezet. (informatie: Evert Lassche) 13. Programma biomassa Noord-Holland Het samenwerkingsverband NoordWest 8 heeft besloten de agribusiness in het noordelijk deel van de provincie Noord-Holland hoog op de agenda te zetten. Daarvoor is een regiegroep Agro & Co opgericht. Structuurverbetering, ketenversterking in de agribusiness, biovergisting/duurzame energie en ondernemerschap staan centraal. De agrarische sector kan als producent van duurzame energie een belangrijke rol spelen. In de praktijk blijkt dat er veel losse initiatieven bestaan. Met een gezamenlijke aanpak kan dat voorkomen worden. HVC Alkmaar, Grontmij, ATO en LTO Noord hebben een platform opgericht voor de ontwikkeling van duurzame energie uit biomassa. Van daaruit wordt een programma biomassa Noord-Holland opgesteld. (informatie: Evert Lassche) 14. Projectontwikkeling in de Kop van Noord-Holland Er komen te weinig projecten uit de land- en tuinbouw vandaan in de Kop van Noord-Holland. Dat is de conclusie van een aantal bestuurders die eind december bij elkaar zijn geweest rondom lopende programma’s. Er komt een vervolg op het plattelandsontwikkelingsprogramma Leader+. Kleinschalige projecten kunnen vallen onder de nieuwe Leader+. Hierbij kan het gaan om een diverse soorten projecten in het landelijk gebied. Het ILG is vooral bedoeld voor ruimtelijke investeringen in het landelijk gebied. Structuurverbetering van de landbouw is daarbij van belang. Ook de sociaal-economische vitalisering van het landelijk gebied valt hieronder. Voor grootschalige projecten biedt het Waddenfonds mogelijkheden. Versterking van de land- en tuinbouw en duurzame energie op en rond de Waddeneilanden valt hier ook onder. LTO Noord neemt het initiatief om vanuit de basis met ondernemers meer aan projectontwikkeling te doen. De leden in Noord-Holland-Noord zijn aangeschreven om te komen met projectideeën. (informatie: Evert Lassche) 15. Kavelruil Zijpe en Anna Paulowna van start LTO Noord heeft namens de afdelingen Zijpe en Anna Paulowna aan Stivas De Noordkop gevraagd voor elk van de gebieden Zijpe en Anna Paulowna een werkgroep kavelruil op te starten. Die zijn inmiddels opgestart. Daarmee komt er een vervolg op het agrarisch structuuronderzoek waarbij is gebleken dat er mogelijkheden zijn voor kavelruilen. Het gebied komt daarmee in beweging. Dat komt zowel de agrarische structuur als de gebiedsontwikkeling ten goede. Vorig jaar zijn er enquêtes uitgevoerd onder de agrarische bedrijven in de gemeenten Zijpe en Anna Paulowna. De uitkomsten van deze onderzoeken zijn vervolgens gepresenteerd aan de bedrijven die hebben deelgenomen aan het onderzoek. Concrete kansen voor kavelruil zijn aan de orde geweest. De conclusies zijn op hoofdlijnen onderschreven door de aanwezigen. (informatie: Evert Lassche)
-3-
16. Grondwateronttrekking Het Grootslag voor klimaat en gietwater De startnotitie MER grondwateronttrekking Het Grootslag voor klimaat- en gietwatervoorziening lag tot 1 februari ter visie. LTO Noord afdeling West-Friesland heeft de initiatiefnemers verzocht de invloed van grondwateronttrekking op het huidige fijnmazige watersysteem in de omgeving te onderzoeken. In de nabije omgeving van het plangebied liggen diverse grondgebonden land- en tuinbouwbedrijven. Een goede kwantitatieve en kwalitatieve watervoorziening is voor deze bedrijven van groot belang. In de globale beschrijving van de effecten wordt vermeld dat door het onttrekken en infiltreren van grondwater de stijghoogte en grondwaterstand in de omgeving wordt beïnvloed. Veranderingen in stijghoogte kunnen gevolgen hebben voor de uitwisseling tussen grond- en oppervlaktewater en tussen grondwater in verschillende watervoerende lagen. Gezien de diverse voorkomende teelten op de omliggende bedrijven is het van groot belang dat eventuele veranderingen in het huidige grondwater- en oppervlaktewatersysteem volledig in beeld worden gebracht. Het huidige watersysteem is fijnmazig opgezet met verschillende grondwater- en oppervlaktewaterniveaus. Een kleine verandering in waterniveau en waterkwaliteit kan grote invloed hebben op deze bedrijven. (informatie: Evert Lassche) 17. Waterbergingen West-Friesland Het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier wil op een aantal plaatsen waterbergingen realiseren. Dat betreft bij de Kolk van Dussen, het Drachterveld ten oosten van Hoorn, bij de Blokdijk en aan de Burg. J. Zijpweg. De grond daarvoor is inmiddels aangekocht en voor de gebieden is een inrichtingsplan gemaakt dat via een artikel 19-procedure of een wijzigingsprocedure in de inspraak is gebracht. De uit te graven grond wordt deels gebruikt voor de versterking van de dijk Hoorn-Enkhuizen. LTO Noord wil dat de bestemming van de grond in de waterbergingen zoveel mogelijk agrarisch blijft met een zogenaamde droge waterberging. Er moet zoveel mogelijk sprake zijn van agrarisch beheer van het gebied. Jacht op schadelijk wild moet mogelijk blijven en er moet een regeling komen voor eventuele schade bij de omliggende bedrijven. De betrokken gemeenten en de provincie hebben toegezegd planologische medewerking te verlenen aan de waterbergingen. De waterberging bij de Burg J. Zijpweg gaat voorlopig niet door omdat de grond niet geschikt is voor de dijk. (informatie Evert Lassche) 18. Afsluiting Noorderweg in Twisk LTO Noord afdeling West-Friesland heeft bij de gemeente Noorder-Koggenland en de provincie opheldering gevraagd over de mogelijke afsluiting van de Noorderweg in Twisk. De Noorderweg wordt intensief gebruikt door het lokale agrarische verkeer. Zowel rechtdoorgaand verkeer over de Dijkweg naar de Koggenrandweg als het linksaf slaande verkeer de Dijkweg oprijdend wordt mogelijk geschrapt. Diverse bedrijven in Twisk en omgeving huren land in de Wieringermeer en maken daarom gebruik van de mogelijkheid om de Dijkweg over te steken om door het dijkgat de Koggenrandweg op te rijden. Volwaardige aansluiting op de Dijkweg voorkomt onnodig agrarisch verkeer door de linten van Twisk en Opperdoes. Het provinciale beleid is juist om agrarische verkeersbewegingen te verminderen door onder meer bedrijven uit linten te plaatsen. (informatie: Evert Lassche) 19. Structuurplan Harenkarspel en landbouwstructuuronderzoek Het structuurplan van de gemeente Harenkarspel is niet goedgekeurd door de gemeenteraad. De besluitvorming over het structuurplan heeft zelfs geleid tot een bestuurscrisis. Door het niet vaststellen van het structuurplan is de vestiging van het voorkeursrecht niet bestendigd. Op verzoek van de LTO Noord afdeling Groot-Geestmerambacht voert Stivas een landbouwstructuuronderzoek uit in de gemeente Harenkarspel. Het onderzoek moet medio april 2008 worden afgerond. De resultaten van het onderzoek kunnen gebruikt worden bij de ‘herstart’ van het traject om tot een nieuwe structuurvisie te komen. (informatie: Ard Mooij) 20. Wateropgave Noordelijk Zandgebied Op ambtelijk niveau is LTO Noord in gesprek met het hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier omtrent de kwantitatieve wateropgave voor het bollenconcentratiegebied in de Noordkop. (informatie: Hans Ghijsels)
-4-
21. Buitengebied Schagen Het bestemmingsplan ‘Landelijk Gebied’ van de gemeente Schagen maakt perceelsvergroting mogelijk tot maximaal 3-6 hectare. In de praktijk is het realiseren van perceelsvergroting moeilijk. De aanvullende eisen van de gemeente op het gebied van lengte-breedteverhouding, het verkavelingspatroon en de grillige perceelsvormen in Schagen zijn hier debet aan. De LTO Noord afdeling Groot-Geestmerambacht is al geruime tijd met de verantwoordelijk wethouder in overleg om tot een verruiming van de regelgeving voor perceelsvergroting te komen. Als bouwsteen voor dit overleg hebben alle agrarische ondernemers in Schagen de wensen op het gebied van perceelsvergroting aangegeven. Momenteel worden deze wensen besproken met een cultuurhistorisch adviesbureau. Laatstgenoemd bureau zal, mede op basis van de gesprekken met de agrarische ondernemers, een advies voor de wethouder voorbereiden. Dit advies zal met de belanghebbende partijen worden besproken alvorens het vervolgtraject naar de politiek wordt opgestart. In het najaar van 2008 zal een besluit genomen moeten worden inzake de problematiek van de perceelsvergrotingen. (informatie: Ard Mooij) 22. Koelwaterleiding kernreactor Petten Een aantal grondeigenaren hebben LTO Noord gevraagd bijstand te verlenen in een nieuw af te sluiten zakelijk recht-contract met de eigenaar van de reactor. De huidige contracten zijn per 1 augustus 2007 vervallen. LTO Noord heeft een jurist beschikbaar gesteld. De kosten worden verhaald op de reactoreigenaar. (informatie: Hans Ghijsels)
Regio Noord-Holland-Midden/Noord-Holland-Zuid 23. Westflank, Park 21 en Ontwikkelingsbeeld Haarlemmermeer Als uitwerking van de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek is de planvoorbereiding voor de Westflank Haarlemmermeer gestart. In de Westflank liggen vanuit de gebiedsuitwerking vooral ambities op het gebied van wonen, natuur/recreatie, water en infrastructuur. Het doel is om in 2008 te komen tot een bestuursovereenkomst waarin partijen afspraken maken over de inrichting van de Westflank. Parallel aan de planvorming voor de Westflank is gestart met het opstellen van een Masterplan Park 21. Het zogenaamde ‘park van de 21e eeuw’ heeft een omvang van ca. 800 ha en is gelegen tussen Hoofddorp en Nieuw-Vennep. Het Masterplan moet in 2009 aan de gemeenteraad ter goedkeuring worden voorgelegd en moet uitsluitsel geven over inrichting, uitvoering en financiering. Aansluitend aan de planvoorbereiding voor de Westflank en Park 21 bereidt de gemeente Haarlemmermeer een ruimtelijk structuurplan voor. In dit structuurplan wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkeling vastgelegd als bouwsteen voor de nieuwe generatie bestemmingsplannen. De LTO Noord afdeling Haarlemmermeer heeft zich op het standpunt gesteld dat de beoogde functiewijzigingen (ook ACT) op de landbouwkundige consequenties moeten worden getoetst. Aan de partijen die verantwoordelijk zijn voor het ruimtelijk kader waarbinnen de functiewijzigingen een plek moeten krijgen is meegedeeld dat een Landbouw Effect Rapportage opgesteld moet worden. Daarbij is de voorkeur uitgesproken voor het uitvoeren van een landbouwstructuuronderzoek gevolgd door het opstellen van een LER. (informatie: Ard Mooij) 24. Wateraanvoer Bergen-Egmond-Schoorl In het Tijdverdrijfslaangebied in Egmond aan den Hoef wordt gewerkt aan de installatie van het wateraanvoersysteem. De aanvoerleidingen liggen deels in de grond. Met de bouw van het gemaal wordt binnenkort gestart. Momenteel wordt de uitvoering van het wateraanvoerplan in Bakkum en omgeving voorbereid. De ‘ervaringsdeskundigen’ uit het Tijdverdrijfslaangebied hebben kortgeleden hun ervaringen gedeeld met de bollenkwekers uit Bakkum en omgeving. Binnenkort start DLG het formele voorlichtingstraject voor de zogenaamde 2e fase van het wateraanvoerplan.(informatie: Ard Mooij)
-5-
25. Luchtverontreinigingsschade te Heemskerk Een aantal tuinders te Heemskerk claimen luchtverontreinigingsschade aan hun gewassen. Corus schijnt de veroorzaker te zijn. Vorig jaar is Corus een minnelijke schikking met de tuinders overeen gekomen. Ondertussen is zeer recent wederom een aantal schadegevallen bekend geworden. Samen met Corus en Plant International zal worden bezien wat er aan de hand is. (informatie: Hans Ghijsels) 26. Huisvuilcentrale Alkmaar De huisvuilcentrale Alkmaar is in samenspraak met LTO Noord provincie Noord-Holland 15 jaar biomonitoring aan het evalueren. De evaluatie zal worden verwoord in een rapportage met aanbevelingen. Er wordt nog nagedacht over de presentatie van de evaluatie. (informatie: Hans Ghijsels) 27. Wonen in het Groen Het plan ‘Wonen in het Groen’ voorziet in de bouw van 2.000-2.400 woningen, een aansluiting op de A9 en een reconstructie van het landelijk gebied. De planvorming voor het landelijk gebied is aangegeven in het Ruimtelijk Plan Landelijk Gebied (RPLG). Voor een volwaardige landbouw is in het 2.000 hectare grote plangebied geen ruimte gereserveerd. Het plan is eenzijdig gericht op de realisatie van natuur en recreatie, gefinancierd vanuit de opbrengst van de woningbouwontwikkeling. Het Stivasonderzoek in de gemeente Castricum heeft aangetoond dat de doelstellingen van Wonen in het Groen haaks staan op de gewenste ontwikkelingsrichting van de agrarische sector. LTO Noord heeft derhalve geëist dat in het RPLG een landbouwparagraaf wordt opgenomen. Kort geleden heeft hierover overleg plaatsgevonden met de verantwoordelijke overheden. Op basis van dit overleg is de afspraak gemaakt dat tegemoet gekomen wordt aan de eis van LTO Noord en het RPLG wordt aangevuld met een landbouwparagraaf. LTO Noord heeft onlangs ingestemd met de inhoud van de landbouwparagraaf. In deze paragraaf zijn de conclusies van het Stivasonderzoek alsmede de LER opgenomen. Besluitvorming over het RPLG wordt in 2008 verwacht. (informatie: Ard Mooij) 28. Samenwerken in het Groen Voor het buitengebied van Castricum is/wordt door verschillende organisaties een veelheid aan plannen en initiatieven ontwikkeld. In opdracht van de gemeente Castricum is medio 2004 het project Samenwerken in het Groen (SWIG) gestart met als doel alle initiatieven in het buitengebied te bundelen. Deze projectenbundel is afgerond en inmiddels door de stuurgroep SWIG vastgesteld. Met ondersteuning van de Gebiedscommissie ILG Noord-Kennemerland wordt de projectenbundel ‘gescreend’ op direct uitvoerbare projecten. Doelstelling is om voor de projecten die uit de screening komen de uitvoering in gang te zetten. De ILG-gebiedscommissie heeft in 2008 uren gereserveerd voor de inzet van DLG ter ondersteuning van de projectuitvoering. (informatie: Ard Mooij) 29. Kadernota Buitengebied C astricum In de gemeente Castricum wordt een Kadernota Buitengebied voorbereid. De Kadernota wordt vervolgens uitgewerkt in een bestemmingsplan voor het totale buitengebied van Castricum. LTO Noord is gevraagd deel te nemen in een externe klankbordgroep die het opstellen van de kadernota zal begeleiden. (informatie: Ard Mooij). 30. Structuuronderzoek Bergen De gemeente Bergen gaat een nieuwe gebiedsvisie opstellen. Als bouwsteen voor deze gebiedsvisie wordt een agrarisch structuuronderzoek uitgevoerd. In het kader van dit onderzoek heeft Stivas inmiddels ca. 200 bedrijven bezocht. De eerste resultaten van het onderzoek worden in april 2008 verwacht. Als pilot wordt de economische paragraaf in het structuuronderzoek opgemaakt door de afdeling Kennis en Onderzoek van Rabobank Nederland. Het doel is om te bezien of door het in beeld brengen van het economisch belang van de agrarische sector, de sector ruimtelijk goed op de kaart gezet kan worden. (informatie: Ard Mooij) 31. Kust tot Kust LTO Noord heeft gereageerd op de partiële wijziging van het Gebiedsplan Noord-Holland Midden (Kust tot Kust). Niet de voorgestelde wijzigingen in het Gebiedsplan maar het proces en het vervolg waren voor LTO Noord aanleiding om te reageren. Ten aanzien van het proces is opgemerkt dat het partiële wijzigingsplan zonder ruggespraak met het gebied tot stand is gekomen. LTO Noord heeft daarbij aangetekend dat bij het -6-
opstellen van (gewijzigde) gebiedsplannen te allen tijde het gebied moet worden geconsulteerd. Ten aanzien van het vervolg van Kust tot Kust heeft LTO Noord aangegeven dat van onvrijwillig begrenzen geen sprake kan zijn. De door Gedeputeerde Staten vastgestelde kaders voor de begrenzing van Kust tot Kust, waaronder begrenzen met draagvlak, zijn voor LTO Noord nog steeds van toepassing. (informatie: Ard Mooij) 32. Kwaliteitsnet Landbouwverkeer De regio Noord-Kennemerland wordt gekenmerkt door aaneengesloten stedelijke concentraties en een groot landelijk gebied. Door uitbreiding van de bebouwing en de opwaardering van het wegennet zijn de noord-zuiden oost-westverbindingen voor het landbouwverkeer de afgelopen periode verslechterd. Recent is voor de regio Noord-Kennemerland een regionale bereikbaarheidsvisie opgesteld. In deze visie hebben de Kamer van Koophandel en LTO Noord met succes de goede doorstroming van het landbouwverkeer op de kaart gezet. Het gevolg hiervan is dat binnenkort wordt gestart met het project Kwaliteitsnet Landbouwverkeer. Via dit project moet de routering van het landbouwverkeer worden geborgd om de doorstroming te verbeteren en omrijbewegingen te beperken. De resultaten van het project moeten in juli 2008 beschikbaar zijn. (informatie: Ard Mooij) 33. Amstelgroen Als onderdeel van het ‘recreatieproject’ Amstelgroen moet in de Bovenkerkerpolder oorspronkelijk 120 ha landbouwgrond begrensd worden. Om de belangen van de agrarische ondernemers te borgen is een Landbouw Effect Rapportage (LER) opgesteld. Op basis van de uitkomsten van de LER is besloten om 60 hectare direct te begrenzen. De resterende 60 hectare moeten verspreid door de polder een plek krijgen: de zogenaamde vliegende hectares. Gedeputeerde Staten hebben recent besloten dat 30 ‘vliegende hectares’ gekoppeld worden aan de natuurcompensatie voor de N201. LTO Noord is bijzonder content met het besluit van Gedeputeerde Staten om deze compensatielocatie voor meervoudig ruimtegebruik in te zetten. Het betekent dat nog 30 vliegende hectares in het agrarisch gebied worden ingevuld. In overleg met de leden in de Bovenkerkerpolder gaat LTO Noord voor de resterende 30 hectares een voorstel uitwerken. (informatie: Ard Mooij) 34. Groene Uitweg Binnen de Groene Uitweg wordt gewerkt aan een plan van aanpak om voor de Vechtstreek een vrijwillige grootschalige planmatige kavelruil op te starten. Met gedeputeerde Bond vindt hierover overleg plaats. Gedeputeerde Staten zullen het plan van aanpak goedkeuren waarna Stivas, DLG en Kadaster aan de slag kunnen. (informatie: Hans Ghijsels) 35. Laag Holland - In het ILG-uitvoeringsprogramma is vastgelegd dat geheel Laag Holland in aanmerking komt voor vrijwillige planmatige kavelruil. - Voor 2008 is € 1,8 miljoen extra beschikbaar voor weidevogelbeheer. - De Eilandspolder verkrijgt een herstart. (informatie: Hans Ghijsels) 36. Hoogspanningsmasten door de Haarlemmermeer Het kabinet heeft bekend gemaakt een nieuw hoogspanningsnet te willen aanleggen vanaf Beverwijk tot aan Wateringen. Ondertussen is hierop gereageerd. Naast de tracékeuze is de vergoedingssystematiek voor LTO Noord een kwestie van aandacht. De onderhandelingen met Tennet over een vergoedingsstelsel zijn afgerond. Het onderhandelingsresultaat zal worden voorgelegd aan de afdelingen. Tennet heeft LTO Nederland gevraagd zitting te nemen in een Schadecommissie. Deze commissie maakt een handleiding voor taxateurs en rentmeesters.(informatie: Hans Ghijsels)
-7-
Algemeen 37. Structuurvisie Noord-Holland Op 31 januari 2008 is door Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten de aftrap gedaan voor het opstellen van de provinciale Structuurvisie. De Structuurvisie is geënt op de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening en zal de bestaande streekplannen Noord-Holland Noord en Noord-Holland Zuid vervangen. Voor het opstellen van de Structuurvisie is een ambitieus tijdpad geschetst: - Bezoeken aan de diverse regio’s: april-juni 2008 - Concept-ontwerp Structuurvisie: zomer 2008 - Bezoeken aan de diverse regio’s: september-december 2008 - Ontwerp-Structuurvisie: januari 2009 - Vaststelling Structuurvisie: maart 2009 Als speerpunten voor de visie zijn onder meer benoemd: veranderende rol landbouw, metropoolregio Amsterdam, waterberging en -kwaliteit, bedrijventerreinen, verrommeling, toerisme & vrije tijd en kansen in vrijkomende bedrijfsgebouwen. Vanuit LTO Noord zal als bouwsteen voor de Structuurvisie een ‘speerpunten-notitie’ worden ingebracht. Tevens zal de agrarische sector in Noord-Holland bij het projectteam van de Structuurvisie worden geïntroduceerd via een excursie. Inmiddels is bekend geworden dat de provincie Noord-Holland een ‘landbouwstructuuronderzoek’ gaat uitvoeren als bouwsteen voor de provinciale Structuurvisie. Uit het onderzoek moet duidelijk worden welke landbouwgebieden ruimtelijk ‘beschermd’ moeten worden tegen functiewijzingen. (informatie: Ard Mooij). 38. Onderzoek agrarische bouwpercelen Bij de vaststelling van het gewijzigde streekplan Noord-Holland Zuid is een motie aangenomen met de strekking dat Gedeputeerde Staten onderzoek moeten doen naar de gewenste omvang van agrarische bouwpercelen. De achtergrond van deze motie is de thans door de provincie Noord-Holland geadviseerde omvang (1 ha) die niet meer toereikend is om de ontwikkeling van de agrarische sector te faciliteren. Ambtelijk is bij de provincie een start gemaakt om tot een nieuw beleidsvoorstel voor de omvang van agrarische bouwpercelen te komen. Op 1 april 2008 heeft LTO Noord de visie omtrent de toekomstige ontwikkeling van de agrarische sector in relatie tot de omvang van bouwpercelen bij de betrokken ambtenaren onder de aandacht gebracht. Het overleg zal op 20 mei a.s. worden vervolgd. Op dat moment moet er zicht zijn op een conceptvoorstel. (informatie: Ard Mooij) 39. Ruimte voor Ruimte Het beleidskader Ruimte voor Ruimte is in januari 2008 van kracht geworden. De keus is gemaakt om geen ‘sloopnomen’ in de regeling op te nemen. Het leveren van maatwerk staat centraal. De compensatie wordt bepaald op basis van een exploitatieopzet gekoppeld aan een beeld-kwaliteitsplan. Op voorhand is aangegeven dat de initiatiefnemer ‘in redelijkheid moet kunnen verdienen’ aan ruimte voor ruimte. Er wordt alleen gecompenseerd in de vorm van woningen, waarbij de compensatielocatie bij voorkeur moet aansluiten bij bestaand bebouwd gebied. De nieuwe regeling maakt ook bedrijfsverplaatsing mogelijk. Om er op bedrijfsniveau daadwerkelijk gebruik van te kunnen maken moet het beleidskader allereerst worden verankerd in het gemeentelijk beleid. Tezamen met de provincie Noord-Holland wordt een traject voorbereid om te bewerkstelligen dat het beleidskader draagvlak verkrijgt op gemeentelijk niveau en uiteindelijk wordt vastgelegd in het gemeentelijk beleid. (informatie: Ard Mooij) 40. Bestemmingsplannen De afgelopen periode is aandacht besteed aan de volgende bestemmingsplannen: * Haarlem - Westelijk Tuinbouwgebied Op 4 maart 2008 hebben Gedeputeerde Staten een besluit genomen over het bestemmingsplan ‘Binnenduinrand’ van de gemeente Haarlem. In dit bestemmingsplan spitst de discussie zich toe op de inplementatie van de Ecologische Hoofdstructuur. Zeer tegen de wens van LTO Noord heeft de gemeente -8-
Haarlem (op advies van DLG!!!) het agrarisch productiegebied voorzien van een natuurbestemming zonder dat deze gronden voor de natuurfunctie zijn verworven. LTO Noord heeft zich van meet af aan tegen deze bestemmingswijze verzet. De gemeente (en ook DLG!!) zijn meermaals gewezen op de afspraken die met de provincie zijn gemaakt over de wijze waarop de ecologische hoofdstructuur moet worden geïmplementeerd: bestemming volgt eigendom. De gemeente Haarlem heeft de standpuntbepaling van LTO Noord stelselmatig genegeerd. Dat heeft ertoe geleid dat het ‘vraagstuk’ op het bordje van de provincie werd gelegd. Tegen de verdrukking in (motie linkse partijen om bestemmingsplan goed te keuren) hebben Gedeputeerde Staten de rug rechtgehouden en de afspraken over de implementatie van de Ecologische Hoofdstructuur gerespecteerd. Gedeputeerde Staten hebben goedkeuring onthouden aan de natuurbestemming in het agrarisch gebied en de gemeente Haarlem gesommeerd om het bestemmingsplan op dit onderdeel te repareren. Genoemd besluit van Gedeputeerde Staten is zeer belangrijk en benadrukt nogmaals dat agrarische gronden binnen de Ecologische Hoofdstructuur alleen dan voor de natuurfunctie bestemd mogen worden als ze voor deze functie verworven zijn. (informatie: Ard Mooij) * Beverwijk - ontwerp bestemmingsplan ‘De Buitenlanden’ Op het ontwerp is een zienswijze ingediend. In het bestemmingsplan is een recreatieve bestemming opgenomen. Gevraagd is om de agrarische bestemming te behouden. De recreatieve bestemming dient pas te worden opgenomen indien de gronden daadwerkelijk zijn verworven. Voorts wordt gevreesd voor nadelige effecten op de naburige agrarische percelen die de agrarische bestemming blijven behouden. In het bestemmingsplan wordt voorzien in het realiseren van een baggerdepot binnen de recreatieve bestemming hetgeen vreemd is. Ten aanzien van het baggerdepot zijn tevens geen voorschriften opgenomen. * Haarlem - ontwerp bestemmingsplan ‘Schalkwijkerweg’ Op genoemd ontwerp is een zienswijze ingediend. In het bestemmingsplan worden gronden met de agrarische bestemming omgezet in een natuurbestemming. Omzetting heeft nadelige gevolgen voor het in het bestemmingsplan gelegen agrarisch bedrijf. Voorts dienen de bouwmogelijkheden (bouwblok, bouwhoogtes) in voldoende mate ook voor de toekomst voldoende ruimte te bieden. * Schermer - voorontwerp bestemmingsplan ‘Dorpskernen’ Op het voorontwerp is een reactie gegeven waarbij is gevraagd om het bestemmingsplan aan te passen voor wat betreft bouwhoogtes. Nu is een maximale goothoogte opgenomen van 4 meter. Gelet op de ontwikkelingen met betrekking tot onder andere de serrestallen is gevraagd om een maximale goothoogte van 7 meter. * Aalsmeer - voorontwerp bestemmingsplan ‘Noordvork’ Betreft de ontwikkeling van een wegtracé Noordvork in de Stommeerderpolder. Geen noodzaak aanwezig om op het voorontwerp te reageren. 41. Input LTO Noord en Stivas in ILG Er zijn zeven gebiedscommissies voor het Investeringsbudget Landelijk Gebied opgericht. Met name de agrarische structuurverbetering blijkt moeilijk op de agenda te krijgen. LTO Noord is daarover ontevreden en heeft dat inmiddels op diverse plaatsen kenbaar gemaakt. In het ILG zijn onder meer de rijksdoelen opgenomen voor natuur, recreatie, landbouw en milieu. Structuurversterking van de agrarische sector moet daarin ook een speerpunt zijn. Inmiddels zijn door de gebiedscommissies zogenaamde uitvoeringsstrategieplannen gemaakt. LTO Noord en Stivas hebben voor een deel met succes via een gezamenlijke lobby voor agrarische structuurverbetering in de uitvoeringsplannen gepleit. (informatie: Evert Lassche) 42. Beheerplannen Noord-Holland Natura 2000 In totaal zijn vorig jaar 7.000 zienswijzen naar aanleiding van de eerste tranche Natura 2000 ingediend bij LNV. Daarvan zijn bijna 1.000 zienswijzen ingediend vanuit Noord-Holland en de Waddeneilanden. De komende drie jaren dienen er voor deze gebieden beheerplannen gemaakt te worden. Inmiddels is duidelijk dat zowel reactie op de zienswijzen als de start van de beheerplannen vertraagd is. Bij Natura 2000 zijn volgens LTO Noord ambitieuze concept-natuurdoelen geformuleerd. Bij het maken van de beheerplannen wordt duidelijk wat de gevolgen daarvan zijn voor de agrarische bedrijven in de vorm van een pakket aan maatregelen. LTO Noord wil daarom eerst via beheerplannen inzicht verkrijgen in de gevolgen voordat de doelen definitief vastgesteld worden. -9-
De provincies hebben van LNV de mogelijkheid gekregen om beheerplannen te maken voor de Natura 2000gebieden voordat de natuurdoelen worden vastgesteld. LTO Noord Noord-Holland heeft samen met de natuurbeschermingsorganisaties bij de provincie Noord-Holland gepleit om daar op in te spelen voor de veenweidegebieden in Laag Holland, Oostelijke Vechtplassen en Naardermeer. De provincie heeft dat verzoek overgenomen. Voor het gebied Schoorlse Duinen is LNV de aangewezen instantie om een beheerplan te maken. Daar is zij mee gestart. Rijkswaterstaat is gestart met het maken van de plannen rond het IJsselmeer en Markermeer. In de loop van dit jaar krijgen al diegenen die een zienswijze hebben ingediend een reactie van LNV. (informatie: Evert Lassche) 43. Waterschapsverkiezingen HHNK Het bedrijfsleven in Noord-Holland heeft besloten om te komen tot een zogenaamde ondernemerslijst bij de waterschapsverkiezingen in november 2008 in het gebied van HHNK. In het werkgebied van hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier richten LTO Noord, VNO-NCW en de Kamer van Koophandel Noordwest Holland de ondernemerslijst op. Het personenstelsel verdwijnt. Daarvoor komen zogenaamde geborgde zetels en zetels voor ingezetenen in de plaats. Bij HHNK zijn er 7 geborgde zetels. Deze worden via een transparante procedure benoemd door het Bosschap, Kamers van Koophandel en LTO Noord. Bij LTO Noord kunnen kandidaten zich tot 15 april aanmelden. Bij HHNK zijn er 23 vrije zetels. Deze worden gekozen via een lijstenstelsel zoals dat in de politiek gebruikelijk is. Rechtspersonen kunnen een lijst indienen met kandidaten. Dat kunnen politieke partijen zijn maar ook daarvoor opgerichte belangenverenigingen, zoals een ondernemerspartij. (inforrmatie: Evert Lassche) 44. Herijking EHS Er moet nog 4.500 ha natuur worden gerealiseerd in Noord-Holland voor de Ecologische Hoofdstructuur. Van de bestaande begrensde hectares wordt ongeveer 600 ha ontgrensd. Daarvoor in de plaats komen andere hectares. Bij het herijkingsproces is sprake van herbegrenzen op landbouwgrond. Om die reden is het van groot belang dat het landbouwbelang ook een wezenlijk onderdeel is van het besluitvormingsproces. We moeten helaas constateren dat het landbouwbelang thans geen onderdeel is van het voorgenomen convenant tussen de provincie en natuurbeschermingsorganisaties. De herbegrenzing bestaat uit het ontgrenzen van ecologisch niet, respectievelijk minder, effectieve hectares en het begrenzen op plaatsen met een hoger ecologisch rendement. De totale oppervlakte EHS blijft daarbij gelijk. LTO Noord is van mening dat herijking van de EHS op dezelfde uitgangspunten gestoeld moet zijn als in het verleden. Dat wil zeggen: voldoende draagvlak, vrijwillig begrenzen, geen consequenties voor de bestemming, geen schaduwwerking, haalbaar, betaalbaar e.d. Met een gebiedsgerichte aanpak kan in samenspraak met de betrokken ondernemers gezocht worden naar oplossingen. In het verleden hebben de subcommissies van het POL bewezen te kunnen komen met gebiedsplannen met draagvlak. Daarom pleit LTO Noord voor een vergelijkbare procesaanpak bij de herijking EHS. LTO Noord heeft de provincie verzocht om zodanige procesafspraken te maken bij de herijking dat het belang van de agrarische sector tot zijn recht komt en er voldoende draagvlak blijft bestaan voor natuurbeleid in de agrarische sector. Van belang is toe te werken naar win-win situaties, bijvoorbeeld tegelijkertijd herijking van de EHS en versterking van de landbouwstructuur. (informatie: Evert Lassche)
- 10 -