2012 - 2013 Laatste aanpassing: 19-07-2012
Welkom op ‘It Harspit’ De basisschool maakt een belangrijk deel uit van het leven van uw kind. Daarom is het van belang dat een school met zorg uitgezocht wordt. U vertrouwt uw kind immers urenlang toe aan de zorg van anderen. Voor u ligt de schoolgids van CBS ‘It Harspit’. Deze gids geeft u informatie over onze school en hoe wij werken. Wij informeren u onder andere over: - De opzet van het onderwijs; - onze visie op het kind, de opvoeding en het onderwijs; - de inhoud van het onderwijs; - de wijze waarop wij de zorg voor de kinderen hebben gerealiseerd; - de waarde die wij toekennen aan een goed contact met u als ouders. Wij willen een zo goed mogelijk beeld geven van de gang van zaken op onze school, zodat u weet wat u van de school kunt verwachten. De schoolgids wordt niet meer standaard aan elk gezin meegegeven. De redenen hiervoor zijn; - gedurende een schooljaar doen zich wijzingen voor. Daardoor is de schoolgids al snel niet meer up-to-date - de kopieerkosten drukken enorm op de schoolbegroting - uit milieuoverwegingen willen we voorkomen dat er veel papier verloren gaat. U kunt de meest recente schoolgids altijd vinden op onze schoolsite www.cbsitharspit.nl Wilt u de schoolgids toch graag schriftelijk ontvangen, dan kunt u dat aanvragen bij de schooldirecteur.
Vanzelfsprekend bent u altijd welkom voor een rondleiding of een toelichting. Vragen of opmerkingen naar aanleiding van de inhoud van deze gids worden op prijs gesteld. U kunt hierover altijd contact opnemen met de locatiedirecteur. Voor specifieke vragen of opmerkingen kunt u contact opnemen met de leerkracht van uw kind. Actuele informatie wordt via de nieuwsbrief ‘Informatief’ bekend gemaakt. Ook kunt u onze website bezoeken! Wij wensen de leerlingen en alle betrokkenen een fijne schooltijd op ‘It Harspit’ toe!
Namens het team en de medezeggenschapsraad, Klaas Jan Visser Schooldirecteur
cbs ‘It Harspit’ P. Walmastraat 8 8625 HE Oppenhuizen tel: 0515 559688 emailadres:
[email protected] website: www.cbsitharspit.nl
2 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
Inhoudsopgave Hoofdstuk
Pagina
1. De school
04
2. Visie cbs It Harspit
05
3. De organisatie van het onderwijs
07
4. De zorg voor de kinderen
14
5. Het personeel
20
6. De ouders
21
7. De ontwikkeling van het onderwijs in de school
24
8. De resultaten van het onderwijs
27
9. Regeling school- en vakantietijden
28
10. Algemene informatie (in alfabetische volgorde)
30
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
Toelating, verwijdering, schorsing, etc. Schoolregels bij conflicthantering Verdeling van de groepen over de personeelsleden Namen, adressen, telefoonnummers Toetskalender Uitstroomgegevens groep 8 Jaarplanning 2012-2013 Vakantieregeling 2012-2013 Verlofregeling Beleidsplan actief burgerschap Bewegingsonderwijs Schoolbeleid ten aanzien van kinderziekten Tussenschoolse opvang en buitenschoolse opvang Centrum voor jeugd en gezin Zuidwest-Fryslân Schoolmaatschappelijk Werk IZO (intern zorgoverleg) Basisonderwijs
3 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
De school
Hoofdstuk 1. 1.1 Situering en schoolgrootte De christelijke basisschool ‘It Harspit’ staat in de P. Walmastraat 8 te Oppenhuizen. Het is een middelgrote school gevestigd achter het multifunctioneel centrum ‘It Harspit’ . Het leerlingaantal schommelt rond de 150 leerlingen die we de komende jaren over 6 of 7 groepen verdelen. Afhankelijk van de verschillende groepsgroottes werken we dus met één of meerdere combinatiegroepen. 1.2 Het team Er zijn 12 groepsleerkrachten. Twee ervan werken fulltime, de anderen werken in deeltijd. Eén van de leerkrachten heeft de interne begeleiding onder haar hoede en één leerkracht is verantwoordelijk voor het ICT-gebeuren. De IB-er is hiervoor 1 ½ dag vrij geroosterd van lesgevende taken. De ICT-er heeft hiervoor geen extra uren. De schooldirecteur werkt fulltime. Hij geeft één dag les. 1.3 Stichting Palludara Basisschool it harspit maakt deel uit van Stichting Palludara. Palludara is een organisatie voor Protestants Christelijk Basisonderwijs in de gemeente Súdwest Fryslân. De stichting is op 1 januari 2011 ontstaan uit een fusie tussen PCBO Wymbritseradiel en Spectrium. Stichting Palludara beheert 17 basisscholen in Sneek, Oppenhuizen Uitwellingerga, IJlst, Abbega, Folsgare, Gaastmeer, Gauw, Heeg, Hommerts-Jutrijp, Nijland, Oosthem, Oudega, Scharnegoutum en Woudsend. De naam Palludara is opgebouwd uit twee Bijbelse termen: "Onderscheiden" (Pallu) en "Parel van wijsheid" (dara).
Deze laatste verwijst naar het voorrecht om jonge mensen naar een bepaald niveau te brengen, zowel wat betreft kennis als op andere ontwikkelingsgebieden. De parel staat tevens symbool voor kwaliteitsonderwijs, een tijdloos sieraad van onschatbare waarde dat continu streng bewaakt dient te worden. Missie: De missie van stichting Palludara beschrijft de kernopdracht van de organisatie. De missie geeft weer wat wij willen bijdragen aan de leerlingen en aan de samenleving als geheel. Hieruit blijkt bovendien welke waarden en normen wij belangrijk vinden. De missie van stichting Palludara luidt: Stichting Palludara is een onderwijsinstelling waarbinnen, vanuit een protestants christelijke levensvisie, de ontwikkelingsmogelijkheden van elk kind centraal staan. De aan ons toevertrouwde leerlingen krijgen door middel van ons onderwijs de mogelijkheid om zich optimaal te ontplooien. Zodat ze later goed kunnen functioneren in een pluriforme maatschappij. Op de scholen van de Stichting wordt alles in het werk gesteld om deze missie in de praktijk waar te maken. Het bevoegd gezag van de Stichting wordt gevormd door de directeur/ bestuurder, dhr. J. Fortuin. Ondersteuning van bestuur en de scholen vindt plaats vanuit het bestuursbureau, dat gevestigd is in IJlst, aan de Roodhemsterweg 7. Onder kantoortijden is het bureau bereikbaar op telefoonnummer: 0515-531826.
4 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
Visie CBS It Harspit
Hoofdstuk 2 2.1. Ons uitgangspunt is: Ons uitgangspunt (missie) is: Wij willen de mogelijkheden van het kind, voor wat betreft hoofd, hart als handen, optimaal ontwikkelen in een veilige en vertrouwde omgeving. Toelichting: Elk kind heeft zijn/haar eigen mogelijkheden. Bij deze individuele mogelijkheden willen we zoveel mogelijk aansluiting vinden om de kinderen verder tot ontwikkeling te kunnen brengen. We onderscheiden hierbij de mogelijkheden van: - het hoofd, wat staat voor: intelligentie/kennis (wat weet ik?), - het hart, wat staat voor: emoties/gevoel (wie ben ik? en wat wil ik?) en - de handen, wat staat voor: praktische vaardigheden/het doen (wat kan ik?). Onze school vindt het belangrijk aandacht te besteden aan de ontwikkeling van alle drie elementen. Dit maakt ons aanbod rijker en completer, waardoor kinderen volledig tot hun recht kunnen komen. 2.2 Visie Vanuit welke visie werken we op It Harspit? Als team hebben we de visie nader geformuleerd vanuit 3 invalshoeken: het kind (1), de opvoeding (2) en het onderwijs (3). 1. Visie op het kind Wij zien elk kind als een uniek individu met een eigen identiteit. Wij accepteren de verschillen tussen kinderen in aanleg, ontwikkeling en gedrag en passen onze benadering en werkwijze hierop aan door goed te observeren en te signaleren. Een kind is kwetsbaar en wij vinden het belangrijk dat een kind goed in zijn of haar vel zit. Het kind moet zich veilig en
gelukkig voelen. Als wij merken dat dat niet zo is, ondernemen we actie. Wij stimuleren zoveel mogelijk de sociaalvaardigheid, zodat het kind leert hoe het het beste met anderen om kan gaan en wat daarbij ‘sociaal handig’ is. Daarnaast stimuleren wij de motivatie, de nieuwsgierigheid, de betrokkenheid, het verantwoordelijkheidsgevoel, de verdraagzaamheid en de zelfstandigheid van het kind. Zo wordt het kind in alle facetten voorbereid op zijn of haar zelfstandig functioneren in de maatschappij.
2. Visie op opvoeding It Harspit biedt een veilig leef- en werkklimaat met een duidelijke structuur en daarin een zekere mate van voorspelbaarheid. Dit geeft veiligheid en vertrouwen. Wij werken hierbij vanuit een sfeer van openheid, eerlijkheid en wederzijds vertrouwen. Er zijn afspraken en regels waar iedereen zich aan moet houden; wij willen hierin vooral ook de zwakkeren beschermen. Een goede wisselwerking tussen school en thuis is een voorwaarde om de opvoeding op school gestalte te geven. School en ouders informeren elkaar en werken zoveel mogelijk samen, dit vanuit het gezamenlijke belang van het kind. De leerkrachten werken vanuit een positieve manier van omgang: door te bemoedigen, complimentjes te geven enz. 5
Schoolgids (uitgave 2012-2013)
We waarderen het kind en stimuleren dat het zich zelf mag c/q kan zijn. Een luisterende houding naar elkaar toe is belangrijk. We geven duidelijke grenzen aan en benaderen elkaar met respect. 3. Visie op onderwijs Wij bieden de kinderen een activerende leeromgeving, waarin ruimte is voor persoonlijke ontwikkeling. De leerkrachten begeleiden de kinderen hierin en geven voldoende uitdaging. Van belang is zoveel mogelijk te differentiëren, dat wil zeggen het onderwijs aan te passen aan de mogelijkheden van het kind in de vorm van ‘onderwijs op maat’. Dit aanpassen aan wat het kind vraagt noemen we adaptief onderwijs. De activiteiten zijn zoveel mogelijk motiverend, passend bij de belevingswereld en de directe leefomgeving van het kind. De kerndoelen van de verschillende vakgebieden houden we hierbij in het oog. Naast de basisvakken vinden we ‘creatieve’ vakken (beeldende vorming, dans, drama, cultuur etc.) eveneens belangrijk (hoofd, hart en handen). We leren de kinderen zo vroeg mogelijk zelfstandig te werken, initiatieven te nemen en verantwoordelijk te zijn voor hun eigen leerproces. Ook het samenwerken in tweetallen of in groepjes zien wij als een meerwaarde voor de ontwikkeling. Belangrijk in het onderwijs is dat een kind leren leuk vindt, dat het leert op een goede manier samen te werken en samen te spelen en dat een kind zovér mogelijk komt. De principes van BAS (Bouwen aan een Adaptieve School) zijn voor ons leidraad: • Relatie: ik ben iemand waar anderen op gesteld zijn • Autonomie: ik ben zelfstandig • Competentie: ik ben iemand die iets kan
2.3 De identiteit van onze school Onze school is een protestantschristelijke school met een open karakter. De christelijke waarden en normen, die door de bijbel worden aangereikt, zijn uitgangspunt in onze manier van omgang en in ons werk. Concreet willen wij, gekoppeld aan de missie van Palludara en It Harspit, de levensbeschouwelijke identiteit vormgeven door:
• •
• • •
• •
•
•
•
•
•
Ons in te zetten voor een prettige en veilige sfeer. De schooldag te beginnen en eindigen met chr. liederen en/of gebed. Het vertellen van bijbelverhalen en spiegelverhalen vanuit Trefwoord Het organiseren van gezamenlijke vieringen rond de chr. feestdagen Een goed contact te onderhouden met de plaatselijke kerk. Samen organiseren van een jaarlijkse school-kerkdienst. Te sparen voor goede doelen / projecten Het geven van speciale lessen in de bovenbouw over wereldgodsdiensten Verantwoordelijkheid te nemen en de kinderen te leren zich verantwoordelijk op te stellen. Openheid, verdraagzaamheid, (zelf)respect en vertrouwen in onze dagelijkse schoolafspraken op te nemen. (Kanjertraining) Speciale lessen te geven in sociale vaardigheden, waardoor kinderen leren hoe je ook moeilijke situaties positief kunt benaderen. (Kanjertraining) Rekening te houden met ieders culturele achtergrond en begaafdheid. Te werken aan een goede wisselwerking tussen ouders en school.
Motto It Harspit, waar ’T OP-timaal presteren EN ’T WELbevinden de aandacht krijgt die een kind verdient!
6 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
We staan open voor kinderen van ouders die de christelijke uitgangspunten niet onderschrijven, maar wij verwachten wel dat zij zich open opstellen en deze uitgangspunten respecteren. Wij vinden dat ieders overtuiging op levensbeschouwelijke gronden en ieders culturele achtergrond gerespecteerd moet worden. Hier vertellen we over en praten we over. Door aandacht te besteden aan verschillende manieren van levensbeschouwing krijgt de brede persoonlijke ontwikkeling van kinderen veel aandacht Zo werken we met elkaar samen aan een school waarin ieder zich veilig, gerespecteerd en geaccepteerd voelt.
2.4
De school als leefgemeenschap De sfeer waarin een kind moet opgroeien is van groot belang om een volwaardig mens te worden. Wij beschouwen de school als een gemeenschap waar kinderen, teamleden en ouders samen de geledingen vormen. Wij hechten grote waarde aan een goede en open omgang met elkaar, waarin je op een positieve manier samenwerkt, elkaar respecteert en ieder in zijn of haar waarde laat. De school dient een plaats te zijn waar kinderen, teamleden en ouders zich veilig en prettig voelen. Een plek waar een sfeer van geborgenheid heerst, een plek waar je jezelf kunt zijn.
7 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
De organisatie van het onderwijs
Hoofdstuk 3
3.3 De kinderen
3.1 De organisatie van de school Op It Harspit werken we volgens het jaarklassensysteem. Dit houdt in dat kinderen een jaar lang in dezelfde groep aan dezelfde leerstof werken. Kinderen die meer kunnen, krijgen naast de basisstof extra leerstof aangeboden; dit noemen we verrijkingsstof. Kinderen die moeite hebben met de basisleerstof, krijgen herhalingsstof en proberen we met extra hulp toch zolang mogelijk bij de groep te houden. Mocht het ook met individuele hulp niet lukken, dan kunnen kinderen op een aangepast niveau gaan werken. Het doubleren van leerlingen proberen we zoveel mogelijk te voorkomen. Toch kan het zijn dat het voor een kind beter is een jaar over te doen om zo met meer zelfvertrouwen aan de ‘leerstof’ te kunnen werken. Wij hanteren hierbij een aantal criteria die ons helpen deze keuze te kunnen beargumenteren. Uiteraard worden hierbij de ouders op een zo vroeg mogelijk tijdstip betrokken. 3.2 Groepering Op school zijn er acht leerjaren. De leerlingen worden over de groepen verdeeld op basis van leeftijd. Dit schooljaar hebben we volgens het leerlingenaantal van de school recht op 7 groepen. Dit betekent dat we ook met combinatiegroepen werken. Ieder jaar wordt bekeken welke groepsverdeling de beste mogelijkheden biedt. Voor het gemak spreken we over een onderbouw (groep 1 en 2), een middenbouw (groep 3,4 en 5) en een bovenbouw(groep 6,7 en 8)
activiteiten
voor
de
3.3.1 Het onderwijs in groep 1 en 2 We starten de dag met spelen aan tafels met ontwikkelingsmateriaal, kinderen kunnen hierbij zelf kiezen wat ze doen. Ouders kunnen dan ook even samen spelen met hun kind. ’s Middags starten we in de kring.
Kleuters leren tijdens hun spel en doen een schat aan ervaringen op. Wij spelen daarop in door te zorgen dat er veel materiaal is waarvan kleuters kunnen leren. We werken vaak met een thema; in 2 à 3 weken werken we op allerlei manieren aan een bepaald onderwerp dat dan centraal staat. In groep 1 en 2 werken we met de methode ‘Schatkist’. De kleuters worden op een breed gebied van taal, lezen en rekenen gestimuleerd in hun ontwikkeling. Alle doelen die de inspectie stelt, komen hierbij aan bod. ‘Schatkist’ is opgebouwd uit: mondelinge taal, woordenschat, beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid en de sociaalemotionele ontwikkeling. ‘Schatkist’ sluit aan bij ‘Veilig leren lezen’ in groep 3. De oudste kleuters bieden we allerlei activiteiten aan die voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven in groep 3. Naast het ‘lerende’ aspect vinden wij met name ook het sociale aspect belangrijk. Kleuters leren met elkaar om te gaan en samen te werken. We werken aan zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Er is aandacht voor gewoontevorming (voorspelbaarheid is
8 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
veiligheid), een goede werkhouding en tijdsbesef. Ook besteden we veel aandacht aan andere vak- en vormingsgebieden zoals: muzikale vorming, dansante vorming, bewegingsonderwijs, godsdienstige vorming, voorbereidend schrijven, Fries, etc. Ook leren de kleuters te werken met de computer; ontwikkelingsspelletjes staan hierbij centraal. Ook bepaalde technieken als knippen, plakken, prikken, worden aangeleerd. Verder werken we met een kiesbord: kinderen kunnen daarop aangeven welk ‘werkje’ ze kiezen. Het planbord geeft de volgorde van de vakgebieden van de dag aan. Ook maken we gebruik van dagritmekaarten. Kiezen en plannen zijn voorwaarden voor het werken in de volgende groepen. 3.3.2. Het onderwijs in de groepen 3 t/m 8 In groep 3 maakt het spelen geleidelijk plaats voor het leren. Tot de herfstvakantie wordt er nog veel (buiten en in de “hoeken”) gespeeld. Het accent ligt in deze groep op het leren lezen, rekenen en schrijven. Natuuronderwijs en de expressievakken zijn eveneens een onderdeel van het programma. In groep 3 wordt voorzichtig gestart met zo nu en dan een formulier (‘taakbrief’) met een dagtaak erop te geven. De kinderen weten zo wat ze die dag moeten doen. Het gemaakte werk wordt afgestreept.
In Groep 4 werken de kinderen al elke dag met een dagtaak. Ook deze groep heeft de vakken rekenen, taal en lezen. Het schrijven wordt steeds kleiner en moet steeds sneller. In deze groep wordt het rekenen o.a. uitgebreid met het vermenigvuldigen (o.a. het aanleren van ‘tafels’. Ook wordt begonnen met het methodisch aanbieden van begrijpend lezen.
In groep 5 en 6 wordt verder geoefend met het vermenigvuldigen. Voor de vakken taal, spelling en rekenen wordt gewerkt met taakbrieven. Op deze taakbrieven worden de uit te voeren taken voor ieder vak aan het niveau van de leerling aangepast. In groep 5 zijn aardrijkskunde en geschiedenis nieuwe vakken. Natuur is niet nieuw, maar techniek is hierbij wel een nieuw onderdeel. Ook wordt nu de opbouw van een werkstuk aangeleerd. Dit doen we door de leerlingen eerst informatieboekjes te laten lezen en verwerken door middel van vragen- en antwoordenkaarten. Vervolgens dient ook een echt werkstuk gemaakt te worden. Daarnaast is in groep 5 ook een spreekbeurt voor het eerst verplicht. Door middel van zelfstandig computergebruik kan voor het maken van werkstukken en spreekbeurten nu ook gebruik worden gemaakt van het programma WORD (uittypen van hoofdstukken) en het internet (informatie zoeken). De leerlingen vanaf groep 5 kunnen tijdens het tutorlezen nu ook zelf tutor zijn. In groep 7 komt het vak Engels erbij. In groep 8 krijgen de kinderen jeugdEHBO. Ook worden de kinderen vertrouwd gemaakt met het maken van huiswerk. Tevens wordt in beide groepen aandacht besteed aan maatschappijleer en geestelijke stromingen. 3.4 Vakgebieden Wij werken met methoden die passen bij onze manier van werken en aansluiten bij de wettelijk vastgestelde onderwijsdoelen. Hieronder geven we een overzicht van de methoden waar wij binnen ons onderwijs gebruik van maken. Godsdienst Voor godsdienst gebruiken we de methode ‘Trefwoord’. In deze methode is een grote rol weggelegd voor de levensbeschouwelijke vorming. Aan de hand van ‘trefwoorden’ , een scheurkalender, bijpassende bijbelverhalen en liederen, gaan wij het jaar rond.
9 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
Lezen Er zijn vele manieren van lezen, beginnend in groep 1 en doorgaand naar groep 8. In de kleuterbouw worden veel taalactiviteiten als één geheel aangeboden. De voorwaarden om tot lezen te komen zijn in deze bouw belangrijk. Voor deze voorwaarden wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Schatkist’. Vanaf groep 3 gebruiken we de aanvankelijk leesmethode ‘Veilig leren lezen’. Deze methode biedt veel suggesties voor differentiatie en zelfstandige verwerking op verschillende niveaus. Naast het technisch lezen maken de kinderen ook al kennis met lees- en denkstrategieën voor begrijpend lezen. Voor dit begrijpend lezen gebruiken we sinds 2009-2010 in de groepen 4 t/m 8 de methode ‘Nieuwsbegrip’. Hierin leren de kinderen hoe je op een succesvolle wijze informatie uit een tekst haalt. Als aanvullend materiaal gebruiken we leeskaarten met bijbehorende opdrachten. Voor de leesvaardigheid is ‘kilometers lezen’ belangrijk. In dit kader wordt er na de pauze in elke groep een kwartier gelezen; het stillezen. Kinderen ervaren dat lezen leuk is en oefenen zo hun vaardigheid. De laatste vijf minuten worden ‘moeilijke woorden’ besproken, zodat de woordenschat tevens wordt vergroot. De kinderen die moeite hebben met lezen gaan ‘Ralfi-lezen’, een bepaalde manier van lezen, die het leestempo bevordert. Dit gebeurt in de thuissituatie of met behulp van leesmoeders.
Taal In de onderbouw is veel aandacht voor de taalontwikkeling van de kinderen. Tijdens kringgesprekken, opdrachten en computerprogramma's laten we de kinderen bewust omgaan met de
verschillende vormen van de taalontwikkeling. Vanaf groep 4 gebruiken we sinds 2010-2011 de taalmethode ‘Taal op Maat’. Deze methode heeft de combinatie tussen taal en spelling. Per hoofdstuk en woordpakket worden dezelfde woorden en spellingscategorie aangeboden. Deze koppeling is erg belangrijk. Het is dan niet een losstaand iets, maar je ziet meteen de toepassing van spelling binnen de taal en andersom. Schrijven Voor schrijven gebruiken we voor de groepen 1 t/m 8 de methode ‘Zwart op wit’. Al vanaf de kleutergroepen worden op een speelse manier de fijne motoriek, de juiste zithouding, papierligging, pengreep en schrijfbewegingen aangeleerd. In groep 3 leren de kinderen de kleine letters, cijfers en lees- en rekentekens. In groep 4 t/m 6 leren ze verbindingen tussen de letters te maken en wordt het schrijven meer geautomatiseerd. In groep 7 en 8 ontstaat een persoonlijk handschrift wat functioneel is en waarbij de leesbaarheid goed in het oog wordt gehouden. Rekenen De hele school werkt met de methode ‘Alles Telt’. Groep 1 en 2 volgen de lessen uit de handleiding (map) met bijbehorende werkbladen. Vanaf groep 3 wordt er gewerkt met een leerlingenboek en werkboek. Er zijn jaarlijks 6 blokken – elk bestaande uit 25 lessen - die steeds afgesloten worden met een toets, welke schriftelijk of op de computer kan worden gemaakt. De lessen 5, 10, 15, 20 en 25 zijn herhalingslessen van de tot dan behandelde stof. De overige lessen worden afwisselend klassikaal en zelfstandig behandeld en/of gemaakt. Bij elk blok worden 5 onderdelen op de computer op 4 niveaus aangeboden om extra mee te oefenen. Differentiatie vindt plaats door in de taakbrieven de verplichte stof te verminderen of te vermeerderen. Dit is mede mogelijk door de in de reguliere lessen opgenomen extra stersommen en door de verder- en plussommen (dit zijn respectievelijk herhalings- of verrijkingssommen). Ook computer-werkbladen bieden differentiatie-mogelijkheden. 10
Christelijke basisschool ‘It Harspit’
We maken als school tevens gebruik van het aanbod van de NME uit de gemeente Súdwest-Fryslân.
Wereldoriëntatie Bestaat uit de onderdelen geschiedenis, aardrijkskunde en biologie. Tot en met groep 4 worden deze lessen naar actualiteit (wat leeft er op dat moment bij de kinderen) en naar periode van het jaar gegeven. Vanaf groep 5 gebruiken we hiervoor een methode. Voor geschiedenis wordt de methode ‘Brandaan’ gevolgd. Daarnaast blijft ruimte voor regionale geschiedenis, aandacht voor actuele gebeurtenissen en schooltelevisielessen die bij het programma van de methode passen. Voor aardrijkskunde wordt de methode ‘Meander’ gevolgd. Daarnaast wordt in groep 5 een begin gemaakt met topografie: Inleiding kaart van Nederland, provincies, hoofdsteden en grote steden. In groep 6 wordt de topografie van Noord- en Midden- en ZuidNederland aangeleerd. In groep 7 en 8 komen Europa en de Wereld aan bod. Voor biologie wordt wekelijks het SchoolTV-programma ‘Nieuws uit de Natuur’ gevolgd. Bij dit programma hoort een vierwekelijks lees/werkboekje dat na ieder TV-programma deels klassikaal en deels zelfstandig wordt gelezen en gemaakt. Voor verwerking worden ook werkbladen uit ‘Natuur Buitengewoon’ gebruikt. Aanvullend komt natuur aan de orde bij: spreekbeurten over dieren, excursies, gastlessen en bij werkstukken over natuuronderwerpen.
Verkeer De lessen verkeer zijn vooral gericht op de groepen 4 t/m 7. Iedere week staan de lessen verkeer op het programma. Ons doel van de lessen is om de kinderen bewust te laten worden van de verkeersregels en vooral de veiligheid in het verkeer. Ze moeten zich kunnen redden binnen onze eigen dorpen en aan het eind van de basisschool is het belangrijk dat ze zelfstandig en op een veilige manier naar Sneek kunnen fietsen. Natuurlijk is hieraan verbonden dat ze zich in alle situaties zoveel mogelijk kunnen redden. In groep 4 werken we met de methode ‘Klaar Over’. In groep 5 en 6 werken we met de methode van Veilig Verkeer Nederland ‘Op voeten en fietsen’ in de vorm van een krant. In groep 7 en 8 wordt van VVN de ‘Jeugdverkeerskrant’ gebruikt. Voor groep 7 is er nog een examenwijzer en dit wordt afgesloten met een landelijk centraal verkeersexamen. Fries De meeste kinderen op onze school zijn Friestalig. Doordat ze opgroeien in een cultuur van spontane tweetaligheid is hun kennis van de Nederlandse taal bijna gelijkwaardig aan hun moedertaal. Vanaf hun jongste jeugd volgen ze televisieprogramma’s, die grotendeels Nederlandstalig zijn. Van problemen met het verstaan van een van de beide genoemde talen is geen sprake. Nederlandse kinderen ondervinden evenmin nadelen van de tweetaligheid. Het leren verstaan van het Fries gaat spelenderwijs en onopgemerkt. Op school wordt het kind in eerste instantie opgevangen in zijn/haar moedertaal. Vanaf groep 1 staat het vak Fries verplicht op het lesrooster. Wij gebruiken de allernieuwste methode ‘Studio F’. Met behulp van diverse thema’s wordt de leerstof op verschillende niveaus aangeboden. De nadruk ligt op het leren verstaan en lezen van de Friese taal.
11 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
Engels Omdat de Engelse taal een grotere rol is gaan spelen in het leven van de kinderen, krijgen ze vanaf groep 7 les in de Engels taal. Wij gebruiken de methode ‘Real English Let’s do it’. De nadruk ligt op het kunnen begrijpen van woorden en zinnen en het kunnen toepassen in situaties en op momenten dat de leerling dat wil. Gymnastiek In groep 1 en 2 werken we met de methode ‘Bewegingsonderwijs in het speellokaal’. Eén keer per week hebben we een officiële gymles in dit speellokaal. Groep 3 heeft 1 x per week gymnastiek, de andere groepen 2 x per week. Sinds 2009-2010 gebruiken we een nieuw(e) lesboek/-methode: ‘basislessen bewegingsonderwijs’. De map geeft uitgewerkte lesideeën die vanuit een leerlijn bewegingsonderwijs zijn opgebouwd.
Expressie Hierin vatten we de vakken tekenen, handvaardigheid en muziek samen. De inspiratie en doelen halen we uit verschillende bronnenboeken die op school aanwezig zijn. Voor muziek gebruiken we daarnaast de methode “De Muziekkoning”. Ouders die een bepaalde ‘bekwaamheid’ hebben op dit gebied, nodigen we graag uit om eens één op meerdere lessen te verzorgen. In alle groepen wordt rekening gehouden met de interesses van de kinderen en hun leef- en belevingswereld door het niveau, het tijdstip en het materiaal aan te passen.
Computeronderwijs Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren omgaan met de computer en gaandeweg kennismaken met de mogelijkheden zoals tekstverwerken, informatie opzoeken, e-mailen etc. Verder biedt de software die bij de verschillende methodes behoort extra ondersteuning in de vorm van inoefenen, automatiseren en ontdekken. In groep 1 start het werken met de computer na de kerstvakantie. Waar mogelijk maken we gebruik van computerouders die de kinderen begeleiden. In het ICT-beleidsplan van de school staat beschreven hoe we het computergebruik geleidelijk opbouwen en verder vormgeven. Het digitale schoolbord is een nieuwe ontwikkeling waar de leerkrachten steeds meer gebruik van gaan maken. Bepaalde software, internet of bijv. een prentenboek kan in de klas op het whiteboard getoond worden, zodat er met elkaar naar gekeken kan worden en klassikaal kan worden besproken. De groepen 3 t/m 8 beschikken over een digitaal schoolbord / touchscreen.
12 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
Sociaal emotionele ontwikkeling Onze methode voor sociaal emotionele ontwikkeling is de kanjertraining. Het doel van de training Het doel van de training is dat de kinderen positief over zichzelf en over een ander leren denken. Ze krijgen handvatten aangereikt voor gedrag in allerlei sociale situaties. Ook krijgen ze informatie over hun eigen gedrag, zowel door klasgenoten als door de leerkracht. De typetjes Het principe van de training bestaat uit bewustwording. Met behulp van vier typetjes worden de kinderen bewust gemaakt van vier manieren van reageren. Deze typetjes zijn: Het konijn (gele pet) Is bangig, faalangstig, stil. Het konijn denkt slecht over zichzelf en goed over een ander. Tijger(witte pet) – Is gewoon zichzelf, doet normaal, is te vertrouwen, is aanspreekbaar op zijn/haar gedrag. De tijger denkt goed over zichzelf, en ook goed over een ander.
Aap (rode pet) - Dit is de grapjurk, uitslover, meeloper, aansteller, malloot. De aap denkt niet goed over zichzelf, maar ook niet over een ander.
De pestvogel (zwarte pet) Een uitdager, is bazig, horkerig, pester. De pestvogel denkt (meestal)goed over zichzelf, maar niet goed over een ander. De basis De volgende afspraken vormen de basis voor de kanjertraining. Ze worden als poster in elke klas opgehangen: We vertrouwen elkaar We helpen elkaar Niemand speelt de baas Niemand lacht uit Niemand doet zielig
Wat leren -
de kinderen? Zichzelf voorstellen Luisteren en samenwerken Iets aardigs zeggen Vriendschap Gevoelens herkennen en benoemen Je mening geven, wanneer wel en wanneer niet Vertellen en vragen stellen Nee zeggen, nu wel of niet?
Wat is je bedoeling? In de training wordt vaak aan de kinderen gevraagd: ‘Welke bedoeling heb je met dit gedrag? Is het de bedoeling een ander verdrietig te maken? Nee? Doe dan anders. Is het wel je bedoeling? Dan is dat dus gelukt. Maar je hebt wel een probleem, want je gedrag wordt niet (meer) geaccepteerd. Kinderen willen niet meer met je spelen als je je zo gedraagt.” Vervolgens worden er tips aangereikt door de andere kinderen en de leerkracht. Hoe zien de lessen er uit? In elke groep krijgen de kinderen wekelijks een kanjerles van ongeveer een uur. Elke groep heeft een eigen kanjerboek, wat past bij het niveau van de kinderen. Aan de hand van een leuk vervolgverhaal wordt een situatie aangereikt, besproken, uitgespeeld, geoefend, enz. Hierbij spelen de typetjes met behulp van de petjes een centrale rol. Het kanjerdiploma De kerndoelen van de Kanjertraining zijn terug te vinden in de tekst van het kanjerdiploma: Hier ben ik Het is goed dat ik er ben Er zijn mensen die van mij houden Niet iedereen vindt mij aardig Dat hoeft ook niet Ik luister wel naar kritiek Ik zeg wat ik voel en wat ik denk Doet iemand vervelend tegen mij? Dan haal ik mijn schouders op Doet iemand rot, Dan doe ik niet mee. Ik gedraag me als een kanjer Want ik ben een kanjer 13
Schoolgids (uitgave 2012-2013)
Dit diploma krijgen de kinderen eind groep 8 mee naar huis. Belangrijk Het zal duidelijk zijn, dat de kanjertraining enorm kan bijdragen aan het versterken van het zelfgevoel van onze kinderen. Het zal naar alle kanten merkbaar worden en uiteindelijk energie opleveren. We hopen van harte dat u dit veranderende gedrag thuis positief wilt ondersteunen. De kinderen leren inzien dat het beter is voor jezelf en voor de ander om je goed te gedragen. En iedereen wil toch een kanjer (tijger) zijn! Vanuit de kanjertraining hebben we op school afspraken gemaakt voor conflicthantering. Dit vervangt ons pestprotocol. Hiervoor verwijzen we naar bijlage 2.
14 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
De zorg voor de kinderen
Hoofdstuk 4 4.1 De opvang van nieuwe leerlingen in de school Alle kinderen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar zijn welkom op onze school. U kunt altijd, maar uiterlijk wanneer uw kind 3 jaar en 10 maanden is, contact opnemen met de locatiedirecteur. U ontvangt dan een aanmeldformulier. Dit formulier kan bij de locatiedirecteur ingeleverd worden. Naar behoefte is er gelegenheid een kennismakingsgesprek te plannen met een rondleiding door de school. Dit kennismakingsgesprek vindt in ieder geval plaats bij nieuwe gezinnen. Bij aanmelding ontvangt u tevens een intakeformulier. Dit intakeformulier kunt u thuis invullen en vervolgens, uiterlijk 4 weken voor de plaatsing, met de groepsleerkracht(en) van groep 1 bespreken. De gegevens van uw kind worden dan vastgelegd en eventuele vragen kunnen worden beantwoord. Als uw kind 3 jaar en 11 maanden is, mag uw kind 3 tot 5 dagdelen op school komen om alvast te wennen (‘proefkleuteren’). Deze wenmomenten worden in overleg met u als ouders en de leerkracht van groep 1 geregeld. Ook brengt de peutergroep regelmatig een bezoekje aan groep 1. Zodra kinderen 4 jaar zijn mogen ze naar de basisschool, verplicht is dit nog niet. Komt uw kind een dagdeel niet, dan moet u hem of haar wel afmelden. Vanaf 5 jaar is een kleuter wel leerplichtig, dit betekent dat uw kind dan elke dag naar school moet. Oudere kinderen die worden aangemeld, worden geplaatst in de groep die bij hun leeftijd en ontwikkelingsniveau past. Instroombeleid: Kinderen kunnen, in principe, op ieder moment instromen. Uitzonderingen: -In overleg voor de maand december, in verband met sinterklaas- en kerstactiviteiten. - In overleg indien de instroom kort voor de zomervakantie is.
- Als een groep te groot wordt (over de 30 leerlingen) kan voor een leerlingenstop gekozen worden. De enige uitzondering geldt voor gezinnen die hun kinderen later inschrijven wegens een verhuizing. Dit kan een reden zijn om een groep boven de 30 te laten groeien. 4.2 Zorg voor het jonge kind De meeste kinderen uit onze dorpen komen via de peuterspeelzaal ‘Boartlik begjin’ op de christelijke basisschool It Harspit terecht. Met de peuterspeelzaal onderhouden we een goed contact. Naast de peuterbezoekjes (het wegbrengen van het stoeltje als een peuter 4 jaar wordt) in de klas en op het plein tijdens het buitenspelen, hebben we 2 x per jaar een structureel overleg tussen de leerkrachten van groep 1 en de leiding van de peuterspeelzaal.
In groep 1 vinden wij vrij spel erg belangrijk. Natuurlijk komen ook andere zaken aan de orde. De meeste kinderen kunnen aan het eind van het eerste schooljaar de letters van hun naam zelf schrijven, in ieder geval de eerste letter van de eigen naam. Aan het eind van het schooljaar proberen we de getallen (+ symbool) 1 t/m 6 te kunnen onderscheiden. Dit wordt aangeleerd via telspelletjes en liedjes. We werken en spelen met thema’s. In zowel groep 1 als 2 houden we dezelfde thema’s aan. De uitwerking is voor beide groepen wel verschillend. Wanneer kinderen problemen hebben met het spreken of de taalontwikkeling, worden zij (meestal na screening) doorverwezen naar logopedie. Wij vinden het belangrijk dat de kleuters zich veilig en vertrouwd voelen. We 15
Schoolgids (uitgave 2012-2013)
benaderen hen zoveel mogelijk positief en bieden een vaste structuur. Als kleuters op school komen gaan we ervan uit dat ze zindelijk zijn. De zelfstandigheid en zelfredzaamheid wordt zoveel mogelijk bevorderd. Wij volgen voortdurend, met behulp van o.a. observaties, de ontwikkeling van het kind. Hierover blijven we steeds in contact met de ouders. 4.3
Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen van groep 1 t/m 8 Al vanaf groep 1 wordt gekeken naar de dingen die het kind ‘leert’. We springen op school zoveel mogelijk in op de natuurlijke ontwikkeling van het kind. De ontwikkeling die daarbij plaatsvindt moet wel aan bepaalde eisen voldoen en daarom worden kinderen van jongs af aan geobserveerd en getoetst. Nauwkeurig onderzoek, bijhouden en beoordelen van de individuele vorderingen van leerlingen vinden we heel belangrijk. De resultaten van elke leerling worden bijgehouden door middel van het leerlingvolgsysteem.(zie: 4.3.1) Naast de ontwikkeling van het denken worden kinderen ook gevolgd op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling (relatie met kinderen en leerkracht/zelfstandigheid,etc.),gedragsaspecten met betrekking tot spel en werkopdrachten (concentratie,werkhouding etc.), motorische ontwikkeling en spraak/taalontwikkeling. Wat betreft de laatste twee hebben we regelmatig contact met een logopediste en een kinderfysiotherapeut(e). Ook de schoolarts en schoolverpleegkundige houden de ontwikkeling van de verschillende kinderen mede in de gaten. Twee keer per jaar wordt een lijst voor de sociaal-emotionele ontwikkeling ingevuld. Hierin staat hoe een kind zich heeft ontwikkeld ten aanzien van de volgende aspecten: de ik-situatie, emotioneel, sociaal, het gedrag in verschillende schoolsituaties.
4.3.1 Het leerlingvolgsysteem Op It Harspit volgen we de ontwikkeling van elk individueel kind. Gegevens uit observaties en periodieke toetsen helpen
ons het lesgeven af te stemmen op de ontwikkelingsbehoeften van de kinderen. Enerzijds worden de ontwikkelingen getoetst met bij de lesmethode behorende toetsen, anderzijds zijn er de landelijk ontwikkelde toetsen (de zgn. methode onafhankelijke toetsen). Dit vormt het leerlingvolgsysteem. In het leerlingvolgsysteem brengt de leerkracht de vorderingen van de leerlingen in kaart en registreert ze in de leerlingenmap. Deze mappen gaan ieder nieuw schooljaar met de groep mee naar de volgende groepsleerkracht. Van iedere zorgleerling is er tevens een leerling-dossier aanwezig, waarin gegevens staan die belangrijk zijn voor het functioneren op school, bijv.: de thuissituatie, gegevens van onderzoeken, belangrijke informatie uit gesprekken met ouders, eventuele medische gegevens etc. Dit dossier wordt op een veilige plek bewaard. Ouders kunnen dit dossier ten allen tijde inzien. We volgen de methodeonafhankelijke toetsen, de zogenaamde Cito-toetsen, via de toetskalender (zie BIJLAGE 6). De sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind wordt twee keer per jaar gevolgd door het invullen van een observatielijst (Eduforce) en het maken van een sociogram (wat is de positie van het kind in de groep). De interne begeleider (IB-er) beheert het leerlingvolgsysteem en bewaart de toetsuitslagen. Haar taak is ook om te zorgen dat kinderen die extra hulp nodig hebben ook daadwerkelijk worden geholpen. Ook bij het aanvragen van een psychologisch onderzoek is zij degene die de procedure in gang zet en het stappenplan bewaakt. Onze interne begeleider heet Titia Bruinsma. 4.3.2 Rapportage naar de ouders toe Tijdens de 10-minutengesprekken kunnen de vorderingen, de werkhouding en het gedrag van uw kind worden besproken met de leerkracht(en). Vanzelfsprekend kunt u na schooltijd altijd eventuele problemen onmiddellijk bespreken met de leerkrachten. Indien 16
Christelijke basisschool ‘It Harspit’
nodig wordt er een extra afspraak gepland. De leerlingen ontvangen twee keer per jaar een rapport. Het is een ‘groeirapport’, wat inhoudt dat elk jaar het nieuwe rapport wordt bijgevoegd. Gedurende de schoolloopbaan zullen de te beoordelen onderwerpen zich uitbreiden. Eind januari/begin februari ontvangen de ouders van de kinderen van groep 2 t/m 8 het winterrapport. In juni/juli volgt het zomerrapport, de kinderen van groep 1 krijgen dan ook hun eerste rapport mee naar huis. De groepen 1 en 2 krijgen naast het rapport een ‘verzamelboek’ mee: dit is een plakboek waarin de werkjes van de kinderen zijn verzameld. Na twee jaar is het verzamelboek vol en mogen de kinderen het houden.
klassenwerk van de leerlingen, door observaties en methodegebonden- en methodeonafhankelijke toetsen. Deze laatste zijn de eerder genoemde toetsen van ons leerlingvolgsysteem. De vorderingen van de kinderen worden besproken tijdens de zogenaamde leerling-bespreking (3 x per jaar). De kinderen die extra zorg nodig hebben staan hierbij centraal.
4.4 Zorgverbreding We geven de zorgverbreding concreet gestalte door aandacht te schenken aan de onderwijsleersituatie. We bekijken hoe we de instructie, de organisatie of het gebruik van bepaalde materialen beter kunnen inzetten. We werken bijv. met een aparte instructietafel, de opdrachten worden waar mogelijk gedifferentieerd (uitgaand van verschillende niveaus) aangeboden, we voeren regelmatig begeleidende gesprekjes met de kinderen enz. Bovengenoemde sluit aan bij de zogenaamde 1-zorgroute. Vanuit het beleid van deze route werken we vanaf het schooljaar 2010-2011 met groepsplannen voor rekenen. Deze groepplannen worden in de hierop volgende jaren uitgebreid met andere vakgebieden. In de zorg voor leerlingen worden in het algemeen vier fasen onderscheiden: Signaleren= opsporen van risicoleerlingen Diagnosticeren= doen van onderzoek Remediëren= speciale begeleiding bieden Evaluatie van de effecten van de begeleiding
4.4.2 Speciale begeleiding (diagnosticeren en remediëren) Tijdens de leerling-bespreking wordt besproken hoe die extra zorg het beste gestalte kan krijgen. De uitkomsten van de leerling-bespreking kunnen leiden tot het nemen van speciale maatregels, bijv. met betrekking tot het aanbieden van de leerstof of begeleiding van gedrag. Wanneer na overleg blijkt dat een leerling hulp nodig heeft, wordt een handelingsplan (=hulpplan) opgesteld. U wordt hiervan als ouder altijd op de hoogte gesteld door de leerkracht en/of de interne begeleider. In het handelingsplan staat precies omschreven welke hulp de leerkracht het kind kan bieden. De leerkracht biedt, meestal in de klas, directe hulp aan bij het proces en registreert de aangeboden activiteiten en resultaten van de leerlingen. De zorg voor kinderen heeft betrekking op kinderen met leeren/of gedragsproblemen, maar tevens gaat het ook om zorg voor (hoog)begaafde kinderen. Kinderen die zeer goede resultaten behalen, wordt leerstof aangeboden die van hen meer inzicht vraagt. We proberen voor deze kinderen de leerstof uitdagend te houden. Ook voor hoogbegaafde kinderen worden handelingsplannen opgesteld in verband met het aanbieden van verdiepingswerk. Criteria voor het opstellen en uitvoeren van een handelingsplan zijn: Kinderen die een D/E-score hebben gehaald op één van de Cito-toetsen Kinderen die op grond van hun gedrag extra begeleiding nodig hebben
4.4.1 Signalering De leerkracht signaleert door middel van het bekijken van het dagelijks
4.4.3 Evalueren Als de periode van het handelingsplan is afgelopen wordt aangegeven wat de 17
Schoolgids (uitgave 2012-2013)
extra hulp heeft uitgewezen en wat de verdere stappen zullen zijn. Ook hierover worden de ouders altijd geïnformeerd. Soms worden ook met ouders afspraken gemaakt over hulpverlening thuis. Wij streven ernaar om de ouders goed te betrekken en te informeren met betrekking tot bovenstaande proces. De ouders kunnen zelf altijd contact met de groepsleerkracht opnemen. 4.4.4 Verdere stappen Wanneer, na evaluatie van handelingsplannen, blijkt dat de resultaten te veel achterblijven, wordt dit besproken met de ouders en wordt toestemming gevraagd voor een extern onderzoek. Het kind wordt dan aangemeld bij het ‘zorgteam’ van het samenwerkingsverband Weer-SamenNaar-School Zuidwest Friesland waar wij deel van uitmaken. Dit zorgteam adviseert in de verdere begeleiding (een psychologisch onderzoek behoort tot de mogelijkheden). De aanvraag voor een dergelijk onderzoek wordt door de interne begeleider geregeld. Dit gaat via een stappenplan met verschillende zorgvarianten, dat op school ter inzage ligt. Het zou kunnen zijn dat in bijzondere gevallen de leerling wordt doorverwezen naar het Speciaal Onderwijs 4.4.5 Consultatieve Leerling Begeleiding (CLB) CLB houdt in dat er op school een orthopedagoog of psycholoog komt, die de leerkrachten begeleidt door middel van gesprekken over werkproblemen die de leerkracht met leerlingen ondervindt. Daarnaast kan de CLB-er, om problemen helder te krijgen, observaties of videoopnames in de klas verrichten. Vanuit de werkproblemen worden praktische adviezen gegeven. Doelen van CLB: helpen bij oplossen van werkproblemen, het vergroten van de professionaliteit van de leerkracht op het gebied van de leerlingenzorg, handelingsgericht kunnen werken. Onze CLB-er heet Janneke Majoor en is aangesloten bij de Súdwester in Sneek. 4.4.6 Doubleren Soms is het beter voor het kind om een schooljaar over te doen. Mocht hiervan
sprake zijn bij uw kind dan zal de betreffende leerkracht hierover vroegtijdig contact met u opnemen. De school is eindverantwoordelijk voor deze beslissing en heeft dan ook het laatste woord in de keuze voor wel of niet doubleren. We hanteren de volgende procedure: - De leerkracht heeft de betreffende leerling ingebracht bij leerlingbesprekingen. Bevindingen en verslagen worden toegevoegd aan het leerlingdossier. - De leerkracht dient uiterlijk in februari zijn/haar twijfels over overgaan laten horen aan de ouders/verzorgers. - In dat gesprek wordt een stappenplan met een tijdspad afgesproken over de komende periode tot de definitieve beslissing. - De definitieve beslissing is gebaseerd op de vastgestelde criteria. Deze liggen ter inzage op school. - Er worden notities / verslagen gemaakt van de gesprekken met de ouders. Deze worden toegevoegd aan het leerlingdossier. - Bij het eindgesprek wordt de ouders/verzorgers gevraagd om het verslag voor akkoord te ondertekenen. De ouders/verzorgers ontvangen een kopie van het verslag. - De ib-er is verantwoordelijk voor het begeleidingstraject, de eindverantwoordelijkheid ligt bij de schooldirecteur. We hanteren op school vastgestelde criteria bij de keuze voor een eventuele doublure. Ook een eventuele kleuterverlenging wordt gerekend tot een doublure en ook hiervoor gelden specifieke criteria. Ons beleid op doubleren is op te vragen bij de locatiedirecteur. 4.4.7 Speciaal Onderwijs Indien de ouders, school en psycholoog tot de conclusie zijn gekomen dat het kind recht heeft op speciaal onderwijs, vindt aanmelding plaats bij het P.C.L. (Permanente Commissie Leerlingenzorg). 18
Christelijke basisschool ‘It Harspit’
Deze commissie beoordeelt of deze aanmelding terecht is en geeft zonodig een beschikking af. Hiervoor moeten de ouders en de school een aanmeldingsformulier invullen. N.b.: Een kind die bij aanmelding al een beschikking heeft voor het speciaal onderwijs wordt niet tot onze school toegelaten. Een enkele keer komt het voor dat kinderen vanuit het Speciaal Onderwijs worden teruggeplaatst op It Harspit. In goed overleg met de ouders en de school voor SO wordt dan een terugkeerplan opgesteld. 4.5 Leerling Gebonden Financiering (LGF) Vanaf 1 augustus 2003 staat CBS It Harspit in principe open voor kinderen met een handicap. Onder gehandicapte leerlingen verstaan we: slechtziende kinderen, kinderen met spraak/taalproblemen, lichamelijken/of geestelijk gehandicapte kinderen, zeer moeilijk lerende kinderen, zeer moeilijk opvoedbare kinderen etc. Indien een gehandicapte leerling op onze school wordt aangemeld zal er in ieder geval sprake moeten zijn van leerling gebonden financiering (LGF). Deze kinderen krijgen een zogenaamd ‘rugzakje’ mee. Hierin zit een bedrag voor onderwijsdoelen (bijv. de inzet van een onderwijsassistent) en een bedrag voor onderwijsmaterialen die ingezet moeten worden voor extra begeleiding die het kind nodig heeft. Onze school is bereid een kind met een ‘rugzakje’ toe te laten, mits wij de voorwaarden kunnen scheppen om het kind op een verantwoorde wijze op te vangen en wij de gewenste zorg kunnen bieden. Op It Harspit zal er altijd een zorgvuldige afweging worden gemaakt ten aanzien van: 1. wat heeft het kind aan extra begeleiding nodig 2. wat zijn de mogelijkheden van onze school 3. welke externe hulp is hierbij mogelijk en noodzakelijk Als we besluiten tot toelating zal er op basis van een plan van aanpak dat met de ouders en de begeleider van het Regionale Expertice Centrum Fryslan
(REC) is samengesteld, gehandeld worden. Voor deze leerlingen krijgen we ambulante begeleiding in de vorm van observaties, begeleidingsgesprekken etc. vanuit het REC. 4.6 Onderwijs aan zieke kinderen Een langdurige of ernstige ziekte is ingrijpend in het leven van een kind. Het is van belang een zieke leerling zoveel mogelijk bij de dagelijkse gang van zaken te betrekken. Als zieke kinderen in een ziekenhuis zijn opgenomen of thuis verblijven, langer dan twee weken, ligt de verantwoordelijkheid voor het onderwijs primair bij de school. Zowel de school als de ouders kunnen voor begeleiding van het zieke kind contact opnemen met de schoolbegeleidingsdienst Cedin. 4.7 Orthotheek Voor onze leerkrachten hebben we een orthotheek ingericht. Deze bevindt zich in de kamer van de interne begeleiders. Hierin bevinden zich boeken en leer- en hulpmiddelen, die we gebruiken bij de begeleiding van kinderen met speciale problemen. 4.8
Van basisschool naar Voortgezet Onderwijs In het laatste leerjaar wordt natuurlijk veel gesproken over het vervolgonderwijs. Er moet goed worden nagedacht over een keuze voor het vervolgonderwijs. In groep 7 wordt hiermee al begonnen door eind groep 7 deel te nemen aan de Cito-entreetoets. Ook wordt in groep 7 bekeken welke leerlingen in aanmerking zouden kunnen komen voor Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO). Deze leerlingen worden hiervoor in groep 8 (november) getoetst. Op de informatieavond aan het begin van het schooljaar worden ouders van groep 8 voorgelicht over de wijze waarop de begeleiding en verwijzing naar het VO plaatsvindt. In januari worden alle ouders van groep 8 uitgenodigd een ouderavond te
19 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
bezoeken. Er wordt informatie gegeven over: • De eindtoets basisonderwijs van het Cito. • De vormen van Voortgezet Onderwijs (VO) Verder zijn er; • ‘Open dagen’ die de scholen in de omgeving organiseren. • Boekjes (o.a. “Kiezen na de basisschool”) en brochures die ieder jaar verschijnen. In februari neemt groep 8 deel aan de Eindtoets Basisonderwijs van het Cito. In maart vindt dan overleg plaats tussen de leerkracht, de ouders en eventueel het kind. Het aanmeldingsformulier wordt ingevuld, zonodig voorzien van een aanvullend formulier. De ouders beslissen uiteindelijk over de aanmelding van het VO. Wordt een kind op een school geplaatst dat afwijkt van het schooladvies, dan blijft het schooladvies op het aanmeldingsformulier staan. Dit advies wordt dus niet gewijzigd. De schoolkeuze moet voor 1 april geregeld zijn. 4.9 De Plusbus Eén van de speerpunten van onze school is meer- en hoogbegaafdheid. Naast de aandacht voor kinderen die achterblijven in de lesstof of gedragsproblemen hebben, verdient ook deze groep kinderen meer aandacht. We willen binnen onze school hoogbegaafdheid herkennen en erkennen. Dit betekent dat we ons gaan ontwikkelen in het herkennen van hoogbegaafde kinderen en hen vervolgens ook een passend aanbod gaan bieden. Dit kan zowel binnen de school als daar buiten. In de groepen 4 t/m 7 worden testen afgenomen bij potentiële hoogbegaafde kinderen. Ook zijn er gesprekken met de betreffende ouders. Als de kinderen bij de doelgroep horen worden ze aangemeld voor de Plusbus. De plus staat voor leerlingen die meer mogelijkheden qua intelligentie hebben dan andere kinderen. De bus staat voor het feit dat deze leerlingen naar een andere school moeten om les op hun niveau te krijgen. Worden ze toegelaten tot de centrale plusklas die de stichting Palludara in het leven heeft geroepen,
dan gaan ze één dagdeel per week naar de Simon Havingaschool. Voor deze kinderen is het een uitdaging zich te meten met anderen. Op de Simon Havingaschool krijgen deze leerlingen verrijking; het maken van power points en filosoferen staan centraal. Maar ze krijgen ook huiswerk mee dat ze weer moeten maken bij ons op “It Harspit”. Op “It Harspit” proberen we deze kinderen eerder te signaleren. Volgend schooljaar gaat het team daarom in samenwerking met Jan Kuipers (van de dienstverlenende organisatie Cedin) aan de slag met het item meer- en hoogbegaafdheid. Locatie Simon Havingaschool Griend 20 8604 AS Sneek 515 - 416387
4.10 Vertrek naar een andere basisschool Wanneer kinderen een andere basisschool gaan bezoeken, wordt een onderwijskundig rapport meegegeven, dat wordt ingevuld door de leerkracht. De nieuwe school kan zo lezen hoe ver de leerling in de verschillende leermethodes is en hoe de school tot nu toe doorlopen is. De datum van het uitschrijfformulier moet overeenkomen met de datum van het inschrijfformulier van de nieuwe school. 4.11 Schorsing en/of verwijdering Het bevoegd gezag beslist, na advies van de directie, over het schorsen of verwijderen van een leerling van onze school. Binnen onze stichting beschikking we over een schorsing/verwijdering beleid. 4.12 Pesten Op school werken we vanaf 2010-2011 in alle groepen met de kanjertraining. Dit is onze methode voor sociaal – emotionele ontwikkeling. Bij deze methode hebben we een protocol conflicthantering gemaakt, waarmee we pesten zo goed mogelijk willen ondervangen. We doen dit vooral door de gepeste kinderen weerbaarder te maken. In BIJLAGE 2 kunt u ons protocol vinden.
20 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
Het personeel
Hoofdstuk 5 5.1 Inzet personeel De meeste leerkrachten hebben geen volledige baan, zodat het voor kan komen dat twee leerkrachten verantwoordelijk zijn voor een groep. Dit gebeurt op een dusdanige wijze dat het een overzichtelijke indeling blijft voor de kinderen. Zie voor verdeling van de klassen BIJLAGE 4. De namen en adressen van de leerkrachten treft u aan in de BIJLAGE 5. 5.2 Overleg en taakverdeling De leerkrachten vormen samen een team die veelvuldig met elkaar overleggen. We vergaderen volgens een schema, soms met het complete team, vaak met de mensen die werken op de vergaderdag en daarbij is soms een onderverdeling in collega’s onderbouw en bovenbouw. Zo blijven we betrokken en op de hoogte van algemene en specifieke schoolzaken. Er is een door het team gedragen taakverdeling, waarvan sommige taken per schooljaar wisselen. Dit is terug te vinden in het zogenaamde taakbeleid. De taken van de interne begeleider (I.B.-er Titia Bruinsma) zijn (gedeeltelijk) vrijgesteld, dat wil zeggen dat er extra uren tegenover staan waarin zij geen lesgevende taken heeft. 5.3 Wijze van vervanging Er zijn verschillende omstandigheden waardoor een leerkracht niet aanwezig kan zijn op school, bijv. door ziekte, ADV, nascholing of andere redenen voor verlof. Er kan dan inval geregeld worden. In eerste instantie benaderen we de eigen parttimers, daarna wordt de invallijst geraadpleegd. Indien de lijst met invalleerkrachten niet meer toereikend is, dan kan het zijn dat wij u verzoeken uw kind thuis te houden. Met behulp van een ‘telefoonboom’ per groep is het mogelijk om u in een kort tijdsbestek op de hoogte te brengen van onvoorziene omstandigheden of ziekte van een leerkracht.
5.4 Onderwijsassistenten Sinds de tijd van de ‘rugzakjes’ (zie hoofdstuk 4: Zorg voor de kinderen) is er extra assistentie voor zorgleerlingen mogelijk in en buiten de groep. De onderwijsassistenten verzorgen dit. Daarnaast hebben we dit schooljaar extra ondersteuning van een onderwijsassistent in groep 4/5. 5.5 Stagiaires Onze school staat open voor stagiaires. Wij willen hen graag in de gelegenheid stellen ervaring op te doen. In de praktijk en hen te begeleiden bij hun lesopdrachten. Wij werken met stagiaires van de PABO Windesheim uit Zwolle, van de PABO Stenden uit Leeuwarden en met stagiaires van de Friese Poort Sneek. De studenten van de PABO moeten lesopdrachten uitvoeren. De studenten van de Friese Poort verrichten meer assisterende werkzaamheden. De stagiaire moet redelijk zelfstandig kunnen functioneren. De leerkracht heeft en houdt de leiding en de verantwoordelijkheid. Er is ook ruimte voor een LIO-stage (leraar in opleiding). Deze stagiaire neemt een deel van de week de lessen over van de leerkracht. 5.6 Nascholing Scholing is niet weg te denken in het onderwijs. Kwaliteit van onderwijs heeft alles te maken met scholing van leerkrachten. Er wordt in de eerste plaats gekeken naar wat nodig is in onze onderwijsorganisatie en vervolgens naar eigen voorkeuren. Teamscholing is soms ook wenselijk. Wij volgen als team de BAS-cursus. Per jaar volgen een aantal van de leerkrachten een individuele cursus. Leerkrachten dienen zich ook te verdiepen in de vakliteratuur. Zo blijven we op de hoogte van de ontwikkelingen in het onderwijs.
21 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
De ouders
Hoofdstuk 6 6.1 Betrokkenheid van ouders Wij vinden het belangrijk dat u betrokken bent bij wat uw kind op school doet. Dit begint met enthousiast reageren op werkjes die in de onderbouw worden gemaakt of het luisteren naar liedjes die worden gezongen. Het geeft de kinderen een extra stimulans als ouders informeren naar het schoolwerk en het welbevinden van het kind. Als er eens wat is kunt u er direct op inspelen en contact opnemen met de leerkracht. In de praktijk is de stap naar de leerkrachten in de onderbouw gemakkelijker, omdat de jongste kinderen dagelijks naar school gebracht worden. Maar de stap naar de leerkrachten van de bovenbouw of de directie is niet groter. Als u iets wilt vragen, opmerken of een reactie wilt geven, doe het. Het is goed dat onderwijs en opvoeding op elkaar aansluiten. Wij proberen de drempel voor ouders om in school te komen laag te houden. U bent dus van harte welkom op school als er vragen zijn. Ook eventuele problemen horen we liever van uzelf. ’s Ochtends vanaf 8.15 uur zijn de deuren los voor de ouders. U kunt dan persoonlijk contact hebben met de groepsleerkracht. 6.2 Informatievoorziening Om u als ouders op de hoogte te houden met de dagelijkse gang van zaken geeft de school iedere laatste vrijdag van de maand een nieuwsbrief ‘Informatief’ uit. Mocht dit een vrije dag zijn, dan verschijnt de nieuwsbrief een week eerder. Het wordt ter herkenning op geel papier afgedrukt. Verder verschijnt 2 x per jaar een schoolkrant met leerlingenwerk, spelletjes en achtergrondinformatie. Ook de website (harspit.spectrium.nl) proberen we actueel te houden. U kunt hier wetenswaardigheden van elke groep lezen en u kunt genieten van foto’s,
gemaakt tijdens verschillende activiteiten. Daarnaast kunt u ook de nieuwsbrief en de meegegeven brieven terugvinden op de site. Twee keer per jaar krijgen de kinderen een rapport mee naar huis. In februari (net voor de 10-minutengesprekken) en in juni/juli (aan het eind van het schooljaar). De kinderen van groep 1 krijgen alleen in juni/juli een rapport. Voor de ouders van de kinderen uit groep 8 vindt er een adviesgesprek plaats over de keuze van het vervolgonderwijs. Meestal vinden deze gesprekken plaats in maart. Indien gewenst is er na schooltijd meestal wel tijd om even wat aan de leerkracht te vragen of om een afspraak te maken voor een gesprek. 6.3
Informatieavonden en gesprekken Aan het begin van het schooljaar wordt er in elke groep een informatieavond gehouden. Drie keer per jaar, in oktober/ november, februari en juni/juli zijn er 10-minuten gesprekken op school. U kunt dan met de leerkracht(en) de voortgang, eventuele vragen of problemen bespreken. We maken onderscheid tussen 10 – minuten gesprekken en zorggesprekken. Als u (grote) zorg heeft over de vorderingen of het welbevinden van uw kind, dan zijn de 10 – minuten gesprekken daar geen geschikt moment voor. U kunt voor een specifiek zorggesprek persoonlijk contact opnemen met de groepsleerkracht(en) Hij/zij maakt dan een andere afspraak met u. Het kan zo zijn dat de leerkracht zelf persoonlijk contact met u opneemt. Los van deze vaste momenten, kunt u altijd een gesprek aanvragen met de leerkracht en / of schooldirecteur. Minimaal één keer per jaar (meestal in maart) wordt er een ouderavond rond een bepaald thema georganiseerd. 22
Christelijke basisschool ‘It Harspit’
6.4 Ouderactiviteiten Wij stellen het zeer op prijs als ouders bereid zijn om mee te helpen bij activiteiten op school. Ouders kunnen helpen bij o.a.: vieringen, schoolreisjes en excursies, sport- en speldagen, ‘Ralfi’ lezen, computerhulp, kleine klusjes, avondvierdaagse, etc. Aan het begin van het schooljaar kunt u zich opgeven via de activiteitenlijst (blauwe briefje). Aan het eind van het schooljaar krijgen alle vrijwilligers een kleine blijk van waardering.
6.5 Inspraak en ondersteuning Op onze school hebben we een ouderraad en een medezeggenschapsraad, samengesteld uit leerkrachten en ouders van onze school. Ook is er een activiteitencommissie voor het regelen van praktische zaken. U kunt de namen, adressen en telefoonnummers van deze ouders vinden in BIJLAGE 5. 6.5.1 Medezeggenschapsraad De medezeggenschapsraad is een wettelijk ingesteld overlegorgaan tussen school, ouders en bestuur. In de raad hebben drie ouders en drie leerkrachten zitting. Het deel van de raad bestaande uit ouders wordt de oudergeleding genoemd en het deel van de raad bestaande uit leerkrachten wordt personeelsgeleding genoemd. Het bevoegd gezag (het bestuur) bepaalt het beleid, dat vervolgens door de MR wordt getoetst. Dit gebeurt door middel van instemmings-, advies- en initiatiefrecht. De zaken waar de MR zich mee bezig houdt zijn o.a.: schoolplan, schoolgids, zorgplan, formatieplan, personeelsbeleid en begroting. Verder kan de MR initiatieven indienen bij het bestuur. De
medezeggenschapsraad vertegenwoordigt daarbij de belangen van het personeel en de ouders. Een andere taak van de MR is het bevorderen van openheid tussen school en ouders. Notulen en andere belangrijke stukken worden gepubliceerd op onze website. De vergaderingen zijn openbaar en vinden plaats in de personeelskamer op school om 20.00 uur. Deze vergaderingen zijn voor alle ouders toegankelijk. Wilt u ook eens aanwezig zijn, dan graag dit van tevoren melden bij de secretaris. De datum voor de volgende vergadering wordt gemeld op het prikbord van de MR. Het blijft voor de MR belangrijk te weten wat er bij de ouders leeft, want de ouders zijn de achterban van de MR. Wij hopen dan ook, dat u met uw suggesties de leden van de MR weet te vinden. 6.5.2 Ouderraad De ouderraad bestaat uit minimaal 5 leden. Dit zijn ouders van schoolgaande kinderen die door de ouders gekozen zijn. De ouderraad kiest uit haar midden een voorzitter, secretaris en een penningmeester. In principe vergadert de ouderraad één keer in de 2 maanden. De zittingsduur van de leden is drie jaar, maar men kan zich eenmaal herkiesbaar stellen voor nog een periode van drie jaar. De taken van de ouderraad zijn: - adviseren aan de M.R., met name over aangelegenheden die de ouders in het bijzonder aangaan. - het verlenen van medewerking aan binnen- en buitenschoolse activiteiten. - fungeren als klankbord voor de schooldirecteur Notulen en andere belangrijke stukken worden gepubliceerd op onze website. 6.5.3 Activiteitencommissie Voor de uitwerking van de praktische zaken is een speciale activiteiten commissie samengesteld. De deelnemers aan deze commissie hoeven niet beslist ouders van schoolgaande kinderen te zijn. De doelstelling is: Op aanvraag van de leerkrachten en/of de MR het mede organiseren en/of uitvoeren van activiteiten. Voorbeelden van enkele activiteiten waarbij hulp nodig zal zijn: 23
Schoolgids (uitgave 2012-2013)
bloemschikken, boeken kaften, speelgoed herstellen, Sinterklaasfeest, kerstfeest, etc. Een ieder die (zelfs al is het maar af en toe) gelegenheid heeft om de school hierin te helpen kan zich aanmelden voor deze commissie. 6.6 Klachtenregeling Bij een klacht is de eerste stap overleg met de eigen leerkracht. Mocht dit niet het gewenste resultaat opleveren, dan is overleg met de directeur de volgende stap. Komt u hierbij ook niet tot een oplossing, dan kunt u zich richten tot de contactpersoon van de school. De contactpersoon heeft een bemiddelende functie. Bij ongewenst resultaat kunt u doorverwezen worden naar een vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersonen kunnen de klacht via bemiddeling zelf proberen op te lossen of u begeleiden bij een verdere procedure. U komt dan mogelijk terecht bij de landelijke klachtencommissie of een andere instantie (zoals bijvoorbeeld de vertrouwensinspecteur, justitie, etc.) Op school ligt het model klachtenregeling voor het basisonderwijs ter inzage. contactpersoon: mevr. G. Loopstra Tsjerkebuorren 36 8625 HD Oppenhuizen tel.0515-559845 vertrouwenspersonen: Dhr. S. Alkema Noardein 16 8625 TJ Oppenhuizen
Mevr. S. Kooij-Jacobsma Ooievaarslaan 16 8601 XN Sneek Landelijke Klachtencommissie primair en voortgezet onderwijs Postbus 694 2270 AR Voorburg tel: 070-3861697 fax: 070-3481230 email:
[email protected] Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: Meldpunt vertrouwensinspecteurs 0900 - 1113111 6.7 Schoolverzekering De school heeft een verzekeringspakket afgesloten, bestaande uit een ongevallenverzekering en een aansprakelijkheidsverzekering. Alle leerlingen zijn verzekerd vanaf 1 uur voor en 1 uur na schooltijd. Schoolreizen en excursies zijn meeverzekerd. Ook de betrokkenen bij schoolactiviteiten (leerlingen, personeel, stagiaires en vrijwilligers) zijn verzekerd. De school is niet aansprakelijk voor toegebrachte schade door onrechtmatig handelen door een leerling. Daar is de leerling (de ouders) in de eerste plaats zelf voor verantwoordelijk. Het is dus van belang dat ouders zelf een particuliere aansprakelijkheidsverzekering hebben afgesloten.
24 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
De ontwikkeling van het onderwijs in de school
Hoofdstuk 7 7.1
Activiteiten ter verbetering van het onderwijs in de school We zijn als schoolteam voortdurend bezig het onderwijs op onze school te verbeteren en aan te passen aan de hedendaagse normen. Wij doen dit o.a. op de volgende wijze: - Het onderwijs wordt zodanig ingericht dat de leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen. - Het onderwijs richt zich op de emotionele- en de verstandelijke ontwikkeling, op het verwerven van de noodzakelijke kennis en attitudes, en op het verwerven van sociale-, culturele-, creatieveen lichamelijke vaardigheden. - Als team willen wij gerichter leren kijken naar de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze kinderen en willen we problemen waar mogelijk voorkomen en/of zo snel mogelijk opsporen. - Wij proberen de deskundigheid, die vereist is om verantwoord onderwijs in al zijn aspecten te kunnen geven, op peil te houden en te verbeteren. De teamleden volgen regelmatig (bij)scholing. - Bij het lesgeven maken we gebruik van moderne leerboeken, spelmaterialen en hulpmiddelen. De methoden voldoen aan de kerndoelen. Er wordt gewerkt met methoden en/of leermiddelen die rekening houden met de verschillen tussen onze leerlingen. - Wij stellen ons ten doel kwalitatief goed onderwijs te verzorgen en gaan zorgvuldig om met leerlingen die extra aandacht en zorg verdienen. - Met behulp van het leerlingvolgsysteem worden de ontwikkelingen van individuele
-
-
-
-
leerlingen gevolgd om zorg op maat te geven. Door middel van o.a. functioneringsgesprekken, groepsbezoeken, gesprekken met elkaar en teamvergaderingen proberen we als team te werken aan een goede onderwijskwaliteit. Als team streven we ernaar dat er op een professionele manier met de kinderen kan worden gewerkt. In ons schoolplan (2007-2011) hebben we aangegeven welke activiteiten we nog verder nemen om het onderwijs te verbeteren. Als team zijn we regelmatig bezig de ingevoerde onderwijsvernieuwing te evalueren. Als kwaliteitmeetinstrumenten gebruiken we o.a. het kwaliteitzorgsysteem van Spectrium (afgerond in 2007), de borgingsdocumenten van BAS (zie 7.2) en de verbeterdocumenten van het tevredenheidsonderzoek ‘de POspiegel’ (Besturenraad).
7.2 BAS (Bouwen aan een Adaptieve School) Sinds oktober 2006 zijn wij gestart met het BAS-traject in samenwerking met het Seminarium voor Orthopedagogiek. Dit is een traject van ongeveer vier jaar, waarin steeds een onderdeel (een ‘cel’) van de totale kwaliteitsaspecten van de basisschool worden besproken, geïmplementeerd (ingevoerd) en worden geborgd / vastgelegd. Vier vragen staan hierbij centraal: - wat kan de school doen om de doeltreffendheid van het onderwijs te verbeteren? (effectiviteit) - hoe kan de school omgaan met de verschillen in de groep? (differentiatie) - op welke manier kan de differentiatie worden georganiseerd? (organisatie) - hoe kunnen de kinderen zelf actief betrokken worden bij het onderwijs? (zelfsturing)
25 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
Adaptief onderwijs is aanpassen aan wat het kind vraagt. Een kind groéit wanneer je rekening houdt met drie belangrijke behoeftes: • Relatie: ik ben iemand waar anderen op gesteld zijn • Autonomie: ik ben zelfstandig • Competentie: ik ben iemand die iets kan Daarbij zijn drie leerkrachtaspecten van groot belang: o Interactie: de manier waarop je omgaat met het kind (relatie) o Groepsmanagement: de manier waarop je de groep organiseert (autonomie) o Instructie: de manier van uitleggen (competentie) Dit kan alleen als kinderen vanuit de omgeving (school / thuis): Vertrouwen krijgen Uitdaging krijgen Ondersteuning krijgen In 2006-2007 hebben we vooral aan regels / afspraken en de zelfstandige leerhouding van de kinderen gewerkt. In 2007-2008 zijn we o.a. met groepsvorming en communicatie bezig geweest. In 2008-2009 is de interactie leerkracht-leerling, de schriftelijke communicatie en het samenwerkend leren aan de orde geweest. In 2009-2010 is de nadruk gelegd op het werken vanuit de 1-zorgroute. Hierbij is een format ontwikkeld voor het werken met groepsplannen. In de komende jaren zal het werken met groepsplannen steeds meer gestalte krijgen. Bouwen aan een adaptieve school is een zaak waar de gehele schoolorganisatie bij betrokken is en er wordt daarom veel waarde gehecht aan het gezamenlijk ontwikkelingsproces van het hele team. Het vernieuwen van het onderwijs en de school is een langdurig proces met vele fasen en lagen. We proberen het geleerde bij ons op school te realiseren en in de komende jaren stevig te verankeren in het onderwijs aan onze school.
7.3
Zorg voor de relatie school en omgeving De school is geen eiland, maar staat midden in de samenleving. Allereerst werken we veelvuldig en intensief samen met de andere christelijke scholen binnen onze vereniging Spectrium. Daarnaast is er twee keer per jaar overleg met de scholen in de gemeente Wymbritseradiel. Wij hebben contacten met de dorpsvereniging Top en Twel, werken samen met het MFC (dorpshuis) ‘It Harspit’. Verder hebben we contacten met de plaatselijke kerk over o.a. de Kerk-School-Gezinsdienst (één keer per jaar). Verder hebben we regelmatig overleg met de peuterspeelzaal ‘ Boartlik begjin’ en de kinderopvanginstelling Sisa met betrekking tot de tussen- en naschoolseopvang. GGD Zuidwest-Friesland organiseert de gezondheidsonderzoeken in groep 2 en 7. We hebben hierbij contact met de schoolarts en de schoolverpleegkundige. Alle vijf-jarigen krijgen een logopedische screening op school, hierover houden we contact met de logopediste. Een kinderfysiotherapeute komt één keer per week een middag op school om ter plaatse kinderen te behandelen. Cedin is de schoolbegeleidingsdienst van Noord-Nederland, hier kunnen we gebruik van maken wat betreft scholing en andere onderwijskundige zaken. Ook maken we gebruik van het Ortho Pedagogisch Didactisch Centrum (OPDC), de Súdwester te Sneek. Via dit orgaan worden de psychologische onderzoeken aangevraagd en wordt ambulante zorg geboden voor de zorgleerlingen van onze school. Verder zijn er contacten met de verschillende stagescholen (Windesheim, Friese Poort, etc.). Ook zijn er contacten met culturele instellingen, muziekscholen, bibliotheek, etc.
26 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
7.4 Concrete plannen We werken binnen onze Stichting Palludara met “jaarplannen”. In dit jaarplan worden alle schoolontwikkelingen beschreven, die in het huidige schooljaar aan bod komen. Aan het eind van het schooljaar worden deze ontwikkelingen geëvalueerd en wordt er een nieuw jaarplan gemaakt. Op onze website www.cbsitharspit.nl kunt u onder het kopje “schoolbeleid” het onderdeel “schooljaarplan” vinden. Daar kunt u terecht voor de schoolontwikkelingen van het afgelopen jaar en die van het huidige schooljaar.
27 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
De resultaten van het onderwijs
Hoofdstuk 8 8.1 Inleiding Om te beoordelen of een school goed of slecht is, kunnen we niet alleen kijken naar het aantal kinderen dat naar de HAVO of VWO gaat, of het aantal zittenblijvers, of het aantal kinderen dat wordt doorverwezen naar het speciaal onderwijs (SO). Deze aantallen zijn immers ook afhankelijk van de talenten en mogelijkheden van de kinderen. Ook datgene wat de kinderen van thuis meekrijgen is hierbij van invloed. 8.2
Gebruik van het leerlingvolgsysteem en de cito -eindtoets Voortdurend proberen wij de zorg voor ons onderwijs te bewaken en daar te verbeteren waar dat nodig is. Wij gebruiken het leerlingvolgsysteem (LVS) als een middel om de ontwikkelingen van leerlingen stelselmatig te volgen: uit de resultaten valt af te lezen of een kind boven, op of onder het gemiddelde niveau scoort. Voor de school is het dus ook een evaluatie-instrument op het gegeven onderwijs. Zie voor het toetsschema van het LVS BIJLAGE 5 Voor het vergelijken van de eindresultaten met het landelijke gemiddelde maken we gebruik van de cito – eindtoets. Deze wordt begin februari afgenomen in groep 8. 8.3 Resultaten en acties De meeste LVS – groepsgemiddelden, die in het schooljaar 2011-2012 zijn behaald, scoren (ruim) boven de normen die door de onderwijsinspectie zijn gesteld. De volgende groepsonderdelen vielen echter uit: technisch lezen groep 3, rekenen groep 6 en begrijpend lezen groep 5 en groep 6. Door middel van groepsactieplannen wordt hier in het komende jaar extra aandacht aan besteed. Bij de jaarevaluatie is geconcludeerd dat schoolbreed de het onderdelen spelling en woordenschat extra aandacht nodig hebben.
We zullen dit doen m.b.v. onze nieuwe taal- en spellingmethode “Taal op Maat” en remediërende materialen. De uitslag van de cito - eindtoets 2012 zat met een score van 539,5 ruim boven het landelijk gemiddelde van 535,1. Volgens de inspectienormen scoorden we dit schooljaar hier een “goed”. De individuele scores van de leerlingen zijn volgens verwachting, gezien het lvs - cito van de afgelopen jaren. Vanuit de analyse van de cito eindtoets kwamen de volgende punten naar voren: Taal: Taal heeft net als vorig jaar goed gescoord. Alle onderdelen zitten (ruim) boven het landelijk gemiddelde. Alleen woordenschat blijft extra aandacht vragen. Rekenen: Ook rekenen scoort net als vorig jaar goed en ruim boven het landelijk gemiddelde. Geen actiepunten. Studievaardigheden: Gemiddeld zit ook dit onderdeel ruim boven het landelijk gemiddelde. Hier zijn geen actiepunten. Wereldoriëntatie: Het onderdeel scoort ook ruim boven het landelijk gemiddelde. De huidige groep 8 heeft in mei 2012, als voorloper op de eindtoets, de citoentreetoets gemaakt. De verwachtingen voor de eindtoets 2013 zijn dat de groep ruim boven het landelijk gemiddelde zal gaan scoren. De groep zal naast de hierboven genoemde aandachtspunten extra aandacht besteden aan spelling van niet-werkwoorden. De tussen- en eindresultaten over een periode van 3 jaar zijn in overeenstemming met hetgeen op basis van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. Voor de verdeling van de leerlingen van groep 8 naar verschillende vormen in het voortgezet onderwijs verwijzen we naar BIJLAGE 6
28 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
Regeling school- en vakantietijden
Hoofdstuk 9 9.1 Schooltijden Groep 1 t/m 4 Ochtend: 8.30 uur – 12.00 uur Middag: 13.15 uur – 15.15 uur Vrijdagmiddag géén school Groep 5 t/m 8 Ochtend: 8.30 uur – 12.00 uur Middag: 13.15 uur – 15.15 uur De kinderen van groep 1 en 2 eten rond 10.15 uur fruit in de kring. De pauze voor de kinderen van groep 3 t/m 8 is van 10.15 uur – 10.30 uur. Om 10.10 uur mag het fruit alvast in het lokaal of in de gang worden opgegeten. Omdat de onderbouw een aantal uren meer naar school gaan dan wettelijk is vereist en de kinderen zo over de 8 basisschooljaren meer uren maken, zijn alle groepen dit jaar drie keer een extra dag vrij tijdens de BAS-bijeenkomsten. Zie de jaarkalender BIJLAGE 7 en 8. 9.2 Regels voor begin en einde schooltijd Vanaf 8.25 uur ’s ochtends en vanaf 13.10 ’s middags gaan de deuren open en kunnen de leerlingen van groep 1 en 2 in de klas gebracht worden. Voor groep 3 geldt dit, tot de herfstvakantie, alleen voor de ochtenden. De bel gaat om 8.25 uur en 13.10 uur, zodat de lessen op tijd kunnen beginnen.
De groepen 1 en 2 worden om 12.00 uur en 15.15 uur door de leerkracht naar buiten gebracht, naar het hek. De overige groepen gaan zelf naar buiten. U kunt ze bij het hek bij de fietsenhokken opvangen. De klassenhulpen blijven maximaal een kwartier langer om het lokaal op te ruimen. Nablijven gebeurt alleen ’s middags, als dit langer dan een kwartier is (om bijv. werk af te maken), worden de ouders hierover geïnformeerd. 9.3 Vakantieperiode Vakantie buiten de schoolvakanties: er wordt in principe geen extra vakantie gegeven. Afwijken van de schoolvakanties kan alleen door middel van een schriftelijk verzoek aan de directie. De reden moet voldoen aan criteria voor ontheffing van de leerplichtwet. Een standaard formulier en de regelgeving zijn verkrijgbaar bij de directeur. (zie tevens 9.4) Wanneer men hiervan afwijkt zal dit worden aangegeven bij de leerplichtambtenaar, hetgeen wordt aangemerkt als ongeoorloofd schoolverzuim. De vakantieperiodes van het huidige schooljaar kunt u vinden in BIJLAGE 8. 9.4 Leerplicht en verlofregeling Kinderen komen vanaf hun vierde verjaardag naar de basisschool. Uw kind is leerplichtig op de eerste dag van de nieuwe maand volgend op de dag dat het vijf jaar wordt. Als u vrijaf voor uw kind wenst, verzoeken wij dit tijdig met de directie te overleggen. Deze is namelijk gebonden aan de wettelijke verlofregeling (zie BIJLAGE 10). Mocht u gebruik willen maken van vakantieverlof, buiten de reguliere schoolvakanties, dan dient u een werkgever/zelfstandige verklaring aan te leveren.
Maandagochtend is er voor de hele school een meeloopkwartier, vanaf 8.25 uur tot 8.40 uur. De lessen eindigen vijf minuten voor de eindtijd, zodat de kinderen op tijd uit school komen.
Regelmatig krijgt de school een vraag voor verlof in verband met een ‘weekend vakantiepark’ . Dit mag indien het beperkt wordt tot één keer per schooljaar een vrijdagmiddag en maandagmorgen of een hele dag. 29
Schoolgids (uitgave 2012-2013)
Buiten deze regels is extra verlof niet toegestaan. Voor alle aanvragen van extra verlof dient gebruik te worden gemaakt van de aanvraagformulieren (zie BIJLAGE 10) Om hier controle op uit te oefenen wordt in alle groepen een afwezigheidregistratie gehanteerd. Wanneer kinderen zonder bericht van verhindering afwezig zijn, wordt er uiterlijk een half uur na aanvang contact opgenomen met eventueel broertje of zusje of met de ouders /verzorgers (thuis). Nadere informatie. Wanneer u naar aanleiding van het bovenstaande meer informatie wenst, kunt u contact opnemen met de directeur van de school of met de leerplichtambtenaar van de gemeente Súdwest-Fryslân. 9.5 Ziekmelden Ziekte dient u te melden vóór schooltijd van 8.15 uur tot 8.30 uur of van 13.00 uur tot 13.15 uur. U kunt ook een broertje of zusje een briefje meegeven. Als de groepsleerkracht een kwartier na aanvang van de lessen nog geen bericht van afmelding heeft ontvangen, zal contact met de ouders worden opgenomen. 9.6 Calamiteiten Bij calamiteiten volgen wij de adviezen van de regionale omroep. Indien het openbaar vervoer wegens (weers)omstandigheden niet rijdt dan volgen wij de adviezen van open/gesloten zijn van de school. Bij sluiting van de school bellen de groepsleerkrachten volgens de telefoonboom de gezinnen (ouders) van de school. Het besluit van open/gesloten zijn van de school zal zo mogelijk rond 8.00 uur worden genomen.
30 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
Algemene informatie (in alfabetische volgorde) Hoofdstuk 10 Aanmelding Zie 4.1 Acties In september doen we mee aan Jantje Beton. De opbrengst is bestemd voor het schoolplein. Daarnaast doen we ieder schooljaar in november mee aan de actie Schoenmaatjes. Activiteiten. Gedurende het schooljaar worden er verschillende activiteiten georganiseerd, zoals sportdag, schaatswedstrijden, dorpsfeesten e.d., Indien nodig vragen we hierbij de hulp van ouders. Actief Burgerschap. Vanaf 1 september 2006 zijn de scholen verplicht aandacht te besteden aan het thema ‘burgerschap’. Zie hiervoor ook de nieuwe kerndoelen. In de wet op het primair onderwijs staat nu dat het onderwijs: • er van uit gaat dat leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving • gericht is op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie • gericht is op het kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten Zie voor een verdere uitwerking het ‘Beleidsplan Burgerschap’ van It Harspit, BIJLAGE 11 Bereikbaarheid directie. De schooldirecteur, is op maandag t/m vrijdag (onder voorbehoud) telefonisch bereikbaar. Ook kan er een afspraak gemaakt worden op die dagen. Bewegingsonderwijs Dit vindt plaats in de gymzaal (groep 3 t/m 8) of in het speellokaal (groep 1 t/m 3) Het dragen van gymkleding; korte broek, shirt en gymschoenen, is verplicht!
(In groep 1 volstaat een hemdje en (onder)broekje) Voor het schema bewegingsonderwijs, zie BIJLAGE 11. Bibliotheek Sinds februari 2009 is er een uitleenpunt van de bibliotheek, de zogenaamde ‘lytse byb’, in het MFC gevestigd. De kinderen uit groep 1 en 2 kunnen, eventueel onder begeleiding van één van hun ouders, op maandagmiddag van 13.15- 13.45 uur terecht in de lytse byb. Vanaf groep 3 gaan de kinderen na 13.45 uur zelfstandig, volgens een rooster, onder lestijd naar de lytse byb. De uitleen van de boeken voor kinderen is gratis. De lytse byb sluit om 15.15 uur. Ook volwassen leden zijn op deze maandagmiddag welkom. Calamiteiten Mochten er zich calamiteiten (noodsituaties) voordoen op school, dan hanteren wij ons noodplan. Bij een ontruiming volgen wij ons ontruimingsplan. Het kan ook voorkomen dat wij door een onveilige buitensituatie verplicht binnen moeten blijven. In beide gevallen nemen wij als school contact op met de ouders. Pas als de leerkracht bij de hoofd-BHV-er alle leerlingen afgemeld heeft mogen kinderen meegegeven worden aan ouders of mogen kinderen naar huis gaan. Dit om te voorkomen dat het niet duidelijk is waar een kind zich bevindt. Via de website www.topentwelonline.nl zullen wij u zo goed mogelijk op de hoogte houden. Cultuurnetwerk. Onze school participeert in het Cultuurnetwerk van de gemeente Súdwest Fryslân voor bezoeken aan musea, tentoonstellingen, kunst en cultuur. De coördinatie hiervan is in handen van het Centrum voor de Kunsten in Sneek.
31 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
Elk jaar is het aanbod gerelateerd aan een bepaald thema. Uit dit aanbod zullen we een keuze maken voor de leerlingen.
eigen risico. Tevens vragen wij u om kinderen zo weinig mogelijk met de auto naar school te brengen.
Diefstal Het kan voorkomen dat kinderen spullen van andere kinderen of van school bewust mee naar huis nemen. Als u merkt, dat uw kind iets thuis heeft wat niet van hem of haar is, wilt u dit dan direct doorgeven aan de groepsleerkracht? Als de groeps-leerkracht merkt dat een kind iets bewust heeft meegenomen, dan neemt hij/ zij altijd even contact op met de ouders.
Fysiotherapie Elke dinsdagochtend is kinderfysiotherapeute Irma Stoepker op school aanwezig (in de koffiekamer) voor motorische observaties en behandelingen. Het nummer van haar praktijk in Sneek is: 0515- 415708.
Eten in de pauze en trakteren Rond 10.15 uur is er in de groepen 1 en 2 fruitpauze. De kinderen kunnen dan hun meegebrachte fruit opeten. De groepen 3 t/m 8 krijgen om 10.10 uur gelegenheid het fruit op te eten en om te drinken. Om 10.15 uur begint de pleinpauze. Het is de bedoeling dat de kinderen geen eten en drinken mee naar buiten hoeven te nemen. We pleiten op school voor gezond voedsel. Daarom adviseren wij om geen snoep mee te geven! Het komt soms voor dat de kinderen teveel eten of drinken meekrijgen. In dat geval krijgen de kinderen dat mee terug naar huis. Als een leerling zijn/haar verjaardag viert mag hij/zij trakteren op school. Deze traktatie is alleen bedoeld voor leerlingen uit de eigen groep. De leerling ontvangt een verjaardagskaart en krijgt daarop een felicitatie van de leerkrachten. De leerling kan voor de leerkrachten een traktatie meenemen. We verbieden niet dat er op snoep wordt getrakteerd. We pleiten echter wel voor een gezonde traktatie. Er bestaan verschillende websites met leuke gezonde ideeën, zoals www.gezondtrakteren.nl
Fietsen Onze fietsenstallingen op school hebben een beperkt aantal plaatsen. Daarom vragen wij u, kinderen die op loopafstand wonen liefst niet met de fiets naar school te laten gaan. Fietsen dienen op slot te staan in de fietsenstalling, het stallen is ook voor
Gevonden voorwerpen Regelmatig blijven er wel eens spullen liggen op school. Het is handig om zoveel mogelijk overal een naam op te zetten. Voor de naamloze spullen staat er een ton met ‘gevonden voorwerpen’ erop, tegenover de deur van de koffiekamer. Wilt u hier regelmatig in kijken? Wat niet opgehaald wordt, wordt na elke weekvakantie weggedaan. Inspectie van het onderwijs: Het rapport over het laatste bezoek van de inspectie aan de CBS ‘It Harspit’ kunt u vinden op het internetadres van de onderwijsinspectie: www.onderwijsinspectie.nl Voor vragen over onderwijs kunt u terecht bij postbus 51 (tel. 0800 – 8051 gratis) Jeugdbladen. Aan het begin of aan het eind van een schooljaar krijgen de kinderen informatie mee naar huis over verschillende jeugdbladen. Abonnementen worden via de school verspreid. Jeugdgezondheidszorg De jeugdgezondheidszorg volgt de gezondheid en ontwikkeling van kinderen van 0-19 jaar. De GGD is partner binnen het Centrum voor Jeugd en Gezin. Alle kinderen ontvangen op 5-jarige leeftijd en in groep 7 een uitnodiging voor een gezondheidsonderzoek door de doktersassistent, arts of verpleegkundige. Voorafgaand aan het onderzoek ontvangen de ouders/verzorgers een vragenlijst. 5-jarige kinderen Dit onderzoek bestaat uit een uitgebreid lichamelijk onderzoek en een gesprek over opvoeding, gedrag en gezondheid, zoals groei, motoriek, spraak en taal. 32
Christelijke basisschool ‘It Harspit’
Groep 7 Dit is een onderzoek van de lichamelijke groei en een gesprek over opvoeding, gedrag, sociale ontwikkeling. Ouders, kinderen of de school (in overleg met ouders) kunnen bij vragen of zorgen altijd terecht bij de jeugdgezondheidszorg voor een extra onderzoek of gesprek. U kunt zelf contact opnemen met de jeugdarts of –verpleegkundige van GGD Fryslân Jeugdgezondheidszorg via 088 22 99 444. Jeugd EHBO. In groep 8 wordt een tiental lessen gegeven door een bevoegd instructeur van de ‘Koninklijke Nederlandse Vereniging van EHBO’ afdeling Sneek. De kosten van het lesboekje zijn voor de leerling. De overige kosten worden door de schoolvereniging vergoed.
Kerk-school-gezinsdienst Eén keer per jaar wordt er een kerkschool-gezinsdienst georganiseerd. Dit gebeurt in samenwerking met de plaatselijke PKN-kerk. Kinderen hebben een actieve rol in deze dienst. In de klas worden de liedjes al geoefend en er wordt aandacht geschonken aan het thema. U bent van harte welkom bij deze dienst. U krijgt hiervoor een uitnodiging. Kinderziekten In BIJLAGE 13 kunt u ons beleid ten aanzien van kinderziekten vinden. Logopedie. Ieder jaar, aan het begin van het nieuwe schoolseizoen, vindt er een screening plaats van 5-jarigen door de logopediste. Vooraf wordt toestemming gevraagd aan de ouders door middel van een formulier. De kinderen brengen op school een bezoekje aan de zogenaamde “praatjuf”. Door middel van een brief
wordt u op de hoogte gebracht van de resultaten. Het kan zijn dat kinderen een logopedische behandeling nodig hebben, hierover beslissen de ouders zelf en kan eventueel contact worden gezocht met de plaatselijke logopediste. (mevr. M. Snijders-Bloksma, Eastwei 8 Uitwellingerga, telefoon 0515-559446). Nieuwsbrief Om u van het laatste nieuws op de hoogte te houden en eventuele wijzigingen door te geven, hebben wij een maandelijkse nieuwsbrief ‘Informatief’. Elke jongste van het gezin krijgt deze elke laatste vrijdag van de maand mee naar huis. Ook staat de Informatief op de website. Ontruimingsplan. Bij een eventuele calamiteit wordt door het personeel gehandeld volgens het draaiboek ‘ontruimingsplan’. De kinderen worden zo snel mogelijk onder begeleiding van de leerkrachten naar buiten geleid waarna de ouders zo spoedig mogelijk worden opgebeld om hun kind(eren) op te halen. Bij de deuren hangen de snelste vluchtroutes. Wat moet voorkomen worden:neem nooit zonder dit te melden aan de groepsleerkracht uw kind(eren) mee naar huis. Er zou onnodige paniek om een vermist kind kunnen ontstaan. In ieder geval één keer per jaar is er een zogenaamde ontruimingsoefening. Ouderbijdrage Er wordt een ouderbijdrage van 30 euro per kind gevraagd. Deze ouderbijdrage is vrijwillig. De ouderbijdrage wordt besteed aan activiteiten als Sinterklaas, Kerst en andere bijzondere dagen en bijzondere activiteiten. De ouderbijdrage wordt per bank geïnd. Daarnaast worden er soms nog extra bijdragen gevraagd voor activiteiten zoals schoolreis/kamp, reiskosten en excursies. Deze bijdragen worden per keer aan de ouders gevraagd. Mochten ouders problemen hebben met betaling van de ouderbijdragen en extra bijdragen, dan kunnen ze zich wenden tot de directeur van de school of de penningmeester van de ouderraad. 33
Schoolgids (uitgave 2012-2013)
Ouderwerkgroep hoofdluis. Na elke weekvakantie controleert een groep ouders in alle groepen op hoofdluis. Wordt er hoofdluis gevonden in een bepaalde groep, dan krijgen deze kinderen een briefje mee naar huis. De ouders, van de kinderen waarbij de hoofdluis geconstateerd is, worden door de contactpersonen van de werkgroep benaderd. Na een week wordt de betreffende groep weer gecontroleerd. Voor alle kinderen is een luizentas verplicht. Elk kind krijgt eenmalig een luizentas. Als deze tas kapot is vragen we u om het te repareren. Als dit niet meer lukt kunt u een nieuwe tas kopen voor €1,00. Contactpersonen van de werkgroep zijn: Gea Gras (559337) en Nienke van der Veen (559425) Op onze schoolsite kunt u het schoolbeleid voor de hoofdluiscontrole vinden. Bij vragen over dit onderwerp kunt u bij hen terecht of de jeugdgezondheidszorg van de GGD Fryslân, tel. 058-2334334.
Pleinwacht Op het bovenbouwplein loopt er voor schooltijd (8.15 – 8.25 uur) een leerkracht op het plein. Tijdens de pauze zijn er twee leerkrachten op het plein. Na schooltijd (12.00 uur en 15.15 uur) staat er een leerkracht bij de fietsenhokken. Kinderen zijn 10 minuten voor schooltijd welkom op het plein. Bij regen mogen de kinderen maar 5 minuten eerder naar binnen (8.20 uur). Stuur uw kind(eren) bij slecht weer dan ook niet te vroeg naar school! Projectgeld Iedere maandagochtend wordt er geld ingezameld voor een door het team vastgesteld project.( Bv.; Novib, Ronald Mac Donald Kinderfonds,Wereldkinderen, KiKa, enz.) Per schooljaar wordt er voor
4 verschillende projecten gespaard. In de nieuwsbrief kunt u lezen hoeveel geld er naar welk doel is gegaan. Ook ouders kunnen projecten aandragen. In een even jaar wordt in de periode herfstvakantie - kerstvakantie gespaard voor ‘Kinderpostzegels’ en in een oneven jaar voor ‘Plan voor Water’. Schoolreis De MR heeft zich in het kader van het veiligheidsbeleid uitgesproken over het leerlingenvervoer. (zie vervoersbeleid) Voor het schoolreisje (mei/juni) betekent dit dat er voor afstanden boven de 15 km en / of een reis met meerdere groepen een bus wordt gehuurd. De buskosten zijn in de afgelopen jaren erg gestegen en bedragen ongeveer 75% van het totale schoolreisbedrag. De bedragen zullen derhalve, ongeacht de bestemming, rond de € 25,00 schommelen. We hebben afgesproken met de MR dat € 25,00 het maximum zal zijn wat wij zullen vragen. Er zal bij het uitzoeken van de schoolreis gestreefd worden naar een lager bedrag. Het uitstapje van de kleutergroepen zal anders georganiseerd worden en dit bedrag zal dan ook lager zijn. Zodra de bedragen bekend zijn, ontvangt u ruim voor het schoolreisje een brief met daarop het bedrag, zodat u er alvast rekening mee kunt houden. Voor het schoolkamp van groep 8 gelden andere afspraken. De leerkracht van groep 8 neemt hiervoor tijdig contact op met de betreffende ouders .
Schoolmateriaal Als kinderen schoolspullen opzettelijk vernielen of kwijtraken, worden de kosten voor vervanging in rekening gebracht bij de ouders. 34
Christelijke basisschool ‘It Harspit’
Sponsoring. Het staat de school vrij om sponsoring toe te laten op school, mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Deze voorwaarden staan in het sponsorbeleid (op school ter inzage). De school laat kinderen niet voor commerciële doeleinden actie voeren, waar een tegenprestatie voor wordt gevraagd. Wat betreft de ‘reclame’ die meegegeven wordt, worden er geen folders e.d meegegeven die voor commerciële doeleinden geschikt zijn. Educatieve reclame (bijv. abonnementen op kindertijdschriften) wordt mondjesmaat meegegeven. (Tand)artsbezoek. Bezoek aan een arts of tandarts dient zoveel mogelijk buiten de schooluren plaats te vinden! Is dit niet in te passen dan graag op de middag plannen. Typecursus. Voor groep 7 en 8 is er de mogelijkheid een typecursus te volgen bij verschillende aanbieders. Deze typecursus wordt bij voldoende deelname na schooltijd in school of in het M.F.C. ‘It Harspit’ gegeven. Tussenschoolse opvang (TSO) Voor de kinderen is er de mogelijkheid om op school over te blijven (behalve op woensdag). Het overblijven voor vast overblijfkinderen kost €2,25 per keer en is geregeld via kinderopvanginstelling Sisa. Incidentele overblijvers betalen € 2,75. Op school zijn informatie brochures aanwezig. Contactpersoon is Anneke van der Werf (559119). zie verder BIJLAGE 13. Verjaardagen. Bij een verjaardag hoort een traktatie. Een gezonde traktatie kan ook erg lekker zijn en dit willen we graag stimuleren! Kinderen uit groep 1 en 2 vinden het vaak leuk om voor een jarige wat te kleuren. Dit willen we beperken tot jarige vaders, moeders, pake’s en beppe’s en opa’s en oma’s.
Verkeersdiploma. Groep 7 doet een theoretisch verkeersexamen. Groep 8 wordt een praktische proef in Sneek afgenomen, georganiseerd door de Gemeente.
Verkeersveiligheidsplan.
Vervoersbeleid. In het schooljaar 2010-2011 is het vervoersbeleid met de MR besproken. De volgende afspraken zijn gemaakt: - Afstanden tot +/- 15 km worden per auto, grotere afstanden per bus/touringcar afgelegd. Voor het vervoer per auto geldt uiteraard de checklist autovervoer. Voor schoolreisjes en uitstapjes met meerdere groepen worden bussen gehuurd. (Bij het schoolkamp van groep 8 wordt jaarlijks bekeken of busvervoer haalbaar is, i.v.m. de kosten. Mits de betreffende ouders unaniem kiezen voor privéauto’s, kan daar voor gekozen worden. De voorkeur gaat echter uit naar busvervoer)
Uitstapjes/culturele activiteiten het liefst binnen school of anders binnen gemeentegrenzen laten plaatsvinden. - Maximaal 2 uitstapjes/excursies per jaar én groep. - Kosten voor entree worden uit de cultuurpot bekostigd, de kosten van vervoer komen voor rekening ouders. In het geval dat kinderen per auto vervoerd worden gelden de afspraken, die door de MR zijn vastgesteld: -
35 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
Checklist autovervoer 0 De bestuurder heeft een inzittendenverzekering. 0 De gordel moet om. Geen gordels aanwezig, geen kinderen vervoeren. Het aantal gordels bepaalt het aantal kinderen. 0 Kinderen van 12 jaar en ouder mogen op de voorstoel plaatsnemen. Dit geldt ook voor kinderen die 1,50 meter of groter zijn. 0 Voor zowel de voorstoel als de achterbank geldt dat kinderen kleiner dan 135 cm een zittingverhoger nodig hebben. 0 Ouders hebben indien nodig een routebeschrijving. 0 Kinderen stappen uit aan de kant van het trottoir. Verzekeringen. Het schoolbestuur, personeel en kinderen zijn collectief verzekerd voor gevallen van schade. De collectieve verzekering geldt ook voor op school meehelpende ouders, zoals bijvoorbeeld de leesmoeders en de computermedewerkers(sters). Ouders zijn in principe aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door hun kind(eren). Verzuimpreventie Teneinde onrechtmatig schoolverzuim te voorkomen worden de leerplicht- en verlofregels, opgesteld door de leerplichtambtenaar, afgedrukt in BIJLAGE 10.
Buiten deze regels is extra vakantie of verlof niet toegestaan. Om hier contrôle op uit te oefenen wordt in alle groepen een afwezigheidsregistratie gehanteerd. Wanneer kinderen zonder bericht van verhindering afwezig zijn, wordt er dezelfde morgen/middag contact opgenomen met eventueel broertje of zusje of met de ouders/verzorgers(thuis). Vooren naschoolse opvang (Buitenschoolse Opvang: BSO) Sinds het schooljaar 2007-2008 moet de school de aansluiting met buitenschoolse opvang organiseren. Ook hierin maken we gebruik van kinderopvanginstelling Sisa. De netto kosten per uur zijn afhankelijk van uw salaris. Afhankelijk van het aantal kinderen wordt de BSO via gastouderopvang of op een locatie in de buurt van de school georganiseerd. Op school zijn informatie brochures aanwezig. zie verder BIJLAGE 13. Ziekmelden. Voor schooltijd van 8.15 uur tot 8.30 uur, of van 13.00 uur tot 13.15 uur. telefoon: 559688. U kunt ook broertje of zusje een briefje meegeven. Zoekraken kleding. Er staat een ton met gevonden voorwerpen onder de kapstok van het personeel.
36 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
BIJLAGE 1 Toelating, verwijdering, schorsing, verwijzing en tussentijds verlaten van leerlingen Toelating Scholen voor bijzonder onderwijs mogen een toelatingsbeleid voeren. In de wet is alleen geregeld dat de toelating niet afhankelijk mag zijn van een geldelijke bijdrage van ouders. Wij zijn een christelijke school. Wij verwachten van ouders dat zij onze identiteit op z’n minst respecteren. Wanneer dit niet mogelijk blijkt, kunnen wij de aangemelde leerling helaas niet toelaten. Verwijdering We hopen dat het nooit nodig zal zijn om een leerling gedwongen van school te verwijderen. Toch doet zich soms een situatie voor wanneer verwijdering de enige oplossing is. Denkt u aan ernstig en herhaaldelijk wangedrag van een leerling of van de ouders. Voor verwijdering is in de Wet op het Primair Onderwijs een zeer zorgvuldige procedure voorgeschreven. Bij verwijdering zijn ook altijd de inspectie van het onderwijs en de leerplichtambtenaar betrokken. Kort samengevat komt de procedure er op neer dat het bestuur van de school in uiterste instantie een besluit tot verwijdering kan nemen. Hierover moeten de ouders en de betrokken groepsleraar worden gehoord. Daarna wordt een definitief besluit schriftelijk aan de ouders meegedeeld. De ouders hebben dan zes weken de tijd om bezwaar aan te tekenen bij het bestuur. Als de ouders bezwaar maken moeten ze opnieuw worden gehoord, waarna het bestuur een beslissing neemt over het bezwaarschrift. Eventueel kunnen ouders daarna beroep aantekenen bij de rechtbank. Een verwijdering kan pas definitief ingaan als de school ook kan aantonen dat er minimaal gedurende 8 weken is gezocht naar een andere school voor de leerling. Schorsing Soms kan het nodig zijn om een leerling te schorsen gedurende een korte periode. Hierover zal ook altijd overleg met Inspectie en leerplichtambtenaar plaatsvinden. De redenen voor schorsing kunnen dezelfde zijn als die bij verwijdering. Schorsing is meestal de laatste stap voor verwijdering. Verwijzing is geen verwijdering Dit misverstand moeten we hier wegnemen. We spreken over verwijdering wanneer een leerling wegens wangedrag niet meer is te handhaven. Verwijzing wil zeggen dat een leerling wordt geplaatst op het speciaal onderwijs, omdat hij of zij daar beter kan worden geholpen. Ook voor verwijzing geldt een procedure die wettelijk is voorgeschreven. Overleg met de ouders en een onderzoek door een verwijzingscommissie maken hiervan deel uit. Voor verwijzing naar het speciaal onderwijs is altijd de medewerking van de ouders nodig. Tussentijds verlaten van de basisschool. Voor kinderen die tijdens hun basisschooljaren van basisschool veranderen of naar een school voor speciaal basisonderwijs gaan, wordt een onderwijskundig rapport gemaakt en opgestuurd naar de ontvangende school. De ouders ontvangen hier een afschrift van.
37 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
BIJLAGE 2 Schoolregels van cbs It Harspit bij conflicthantering
(november 2011)
De 5 basisregels van de Kanjertraining zijn voor ons het uitgangspunt. Dit zijn: 1 We vertrouwen elkaar; 2 We helpen elkaar; 3 Niemand speelt de baas; 4 Niemand lacht uit; 5 Niemand doet zielig. Van het kind of de kinderen die willen dat het ongewenste gedrag stopt, wordt verwacht dat ze zeggen “STOP”. 1. Als een kind, nadat het woord STOP één keer is genoemd, nog niet stopt, wordt dit gemeld bij een leerkracht. De leerkracht spreekt de betreffende leerling hierop aan. De leerkracht vraagt nadrukkelijk of het de bedoeling is dat hij/zij een ander pijn / verdriet wil doen. Als het antwoord ja is, wordt het kind naar zijn/haar eigen lokaal gestuurd. Het voorval wordt door de leerkracht gemeld aan de groepsleerkracht. De groepsleerkracht en de betreffende leerkracht die de straf gegeven heeft gaat een gesprek met de leerling en eventueel met de ouders voeren. Bevindt het kind zich al in het eigen lokaal, dan wordt het kind na het gesprek apart gezet in het klaslokaal of op de gang. Is het antwoord nee, dan geeft de leerkracht aan dat dit de laatste waarschuwing is. De leerkracht meldt dit bij de groepsleerkracht. Deze geeft het kind een gele kaart. 2. Bij herhaling wordt een kind naar binnen gestuurd of in klassensituatie apart gezet. ( Met herhaling wordt bedoeld dat het binnen een week weer plaatsvindt. Dit geldt ook als met het ongewenste gedrag andere kinderen als de eerst genoemden benadeeld worden) *1 De gele kaart wordt dan omgezet in een rode kaart. Het kind blijft dan die pauze en de eerstvolgende pauze binnen. De groepsleerkracht zorgt dat er werk in de groep op een vaste plek klaar ligt. Deze straffen zijn groepsspecifiek. 3. Bij fysiek en/of grof verbaal geweld gaat meteen punt 2 in werking. Dit is ter beoordeling aan de leerkracht. Als het gepeste kind zelf als reactie ook fysiek en/of grof verbaal geweld toepast, dan gaat ook voor dit kind punt 2 in werking! 4. Per geval kan de groepsleerkracht ervoor kiezen om na het conflict contact op te nemen met de ouders om uitleg te geven en/of een gesprek aan te vragen. De afspraak is dat een groepsleerkracht in ieder geval de ouders inlicht en een gesprek aangaat als een kind drie keer over de schreef is gegaan. 5. Wanneer er weer een herhaling plaatsvindt, komt er een gesprek met groepsleerkracht, kind, ouders en directie. Hier wordt gewezen op de regels en de gevolgen van het stelselmatig overtreden van de regels (time-out, schorsing, verwijdering) 6. Bij herhaling van punt 5 wordt het verwijderingbeleid van de Stichting Palludara gevolgd. (zie schoolgids) *1= In de groepen 1 en 2 wordt niet met een gele / rode kaart gewerkt. De kinderen gaan daar even op het “strafbankje”.
38 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
BIJLAGE 3 Verdeling van de groepen over de personeelsleden 2012-2013.
Teamfoto cbs It Harspit schooljaar 2011-2012
Recente foto volgt!
Bovenste rij (van links naar rechts) Gerben Joustra (groep 8), Klaas Jan Visser (schooldirecteur, groep 6 en groep 8), Boy Bruno(groep 7), Brechtsje Feenstra (groep 7), Siebrig Kootstra (groep 2), Titia Bruinsma (IB-er en groep 5), Mary-Marije Sierdsma (groep 5), Tea van der Wal (groep 5) en Antina de Boer (groep 1). Onderste rij (van links naar rechts) Dirk Klaren (groep 6), Sief Bekking (groep 3/4), Ytje Wijbrandi (groep 1) en Sietske Yska (groep 2) Op deze foto ontbreken Martine Steensma (groep 3) en de onderwijsassistenten Hennie Kamstra, Tjitske Span en Henriëtte Kleinsmit. Hieronder kunt u de betreffende leerkrachten vinden. Hieronder volgt de weekindeling. Sietske Yska Siebrig Kootstra Martine Steensma Titia Bruinsma Klaas Jan Visser Brechtsje Feenstra Gerben Joustra
Antina de Boer Ytsje Wijbrandi Geartsje Tjeerdema Tea van der Wal Dirk Klaren Boy Bruno Antina de Boer
Groep Groep Groep Groep Groep Groep Groep
1/2 A 1/2 B 3 4/5 6 7 8
39 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
Weekindeling van de betreffende leerkrachten: Groep 1/2 A 1/2 B 3 4/5 6 7 8
Ma.mo Sietske Yska Siebrig Kootstra Martine Steensma Titia Bruinsma Klaas Jan Visser Brechtsje Feenstra Gerben Joustra
Ma.mi Sietske Yska Siebrig Kootstra Martine Steensma Titia Bruinsma Klaas Jan Visser Brechtsje Feenstra Gerben Joustra
Di.mo Sietske Yska Siebrig Kootstra Martine Steensma Titia Bruinsma Dirk Klaren Brechtsje Feenstra Gerben Joustra
Di.mi Sietske Yska Siebrig Kootstra Martine Steensma Titia Bruinsma Dirk Klaren Brechtsje Feenstra Gerben Joustra
Woe Antina de Boer Ytsje Wijbrandi Martine Steensma Tea van der Wal Dirk Klaren Brechtsje Feenstra Gerben Joustra
Do.mo Antina de Boer Ytsje Wijbrandi Geartsje Tjeerdema Tea van der Wal Dirk Klaren Boy Bruno Gerben Joustra
Do.mi Antina de Boer Ytsje Wijbrandi Geartsje Tjeerdema Tea van der Wal Dirk Klaren Boy Bruno Gerben Joustra
Vrij.mo. Antina de Boer Ytsje Wijbrandi Geartsje Tjeerdema Tea van der Wal Dirk Klaren Boy Bruno Gerben Joustra
Vrij.mi -------
------Tea van der Wal Dirk Klaren Boy Bruno Antina de Boer
Titia Bruinsma voert haar IB – taken uit op woensdag en donderdag. Klaas Jan Visser voert zijn directie taken uit op dinsdag t/m vrijdagochtend. Onze onderwijsassistenten zijn: Henriëtte Kleinsmit (begeleiding rugzakleerlingen) Tsjitske Span (begeleiding rugzakleerling) Hennie Kamstra (groep 4/5) Zij wordt tot de kerstvakantie vervangen door Ragnhild Wielheesen, i.v.m. bevalling- en ouderschapsverlof.
40 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
BIJLAGE 4 Namen, adressen en telefoonnummers 2012/2013 Naam
Adres
Woonplaats
Telefoon
Chr. Basisschool ‘It Harspit’
P.Walmastrjitte 8
8625 HE Oppenhuizen
0515-559688
Namen, adressen en functies onderwijzend personeel (Directeur, Leerkracht, Onderwijsassistent) Naam
Adres
Woonplaats
Telefoon
KJ. Visser (Dir.) G. Tjeerdema (L.K.) A. de Boer (L.K.) T. Bruinsma-Koopmans (L.K.) B. Bruno (L.K.) B. Feenstra-Plantinga(L.K.) G. Joustra (L.K.) D. Klaren (L.K.) S. Kootstra-v.d.Tempel (L.K.) M. Steensma–v.d Weerd(L.K.) T. van der Wal (L.K.) S. Yska-Sterkenburgh (L.K.) Y. Wijbrandi (L.K.) T. Span-Wynia (O.A.) H. Kleinsmit (O.A.) H. Kamstra (O.A.)
De Dobbe 7 Tsjerkegrêft 2a Gele Lis 60 Hearedyk 67 W. Barentszstraat 4a Eastwei 50 Wetterkamp 17 Zeskanter 16 Roefke 17 S.v.Galemawei 29 A. Altstraat 28 Botniastrjitte 6 Julianastraat 19 Buorren 49 Albadastins 13 Fjurlanswei 7
8561 8771 8607 8735 8561 8606 8501 8608 8502 9022 8701 8771 8651 8624 8925 8495
0514-604801 0515-569746 06-47571700 0515-332230 06-30601145 0515-559924 0513-418174 0515-422128 0513-415931 058-2501038 0515-852522 0515-569447 0515-857302 0515-559550 058-2672864 0566-631621
EJ Balk SJ Nijland HB Sneek HP Itens CN Balk JZ Sneek PK Joure ZM Sneek BV Joure AC Mantgum DA Bolsward SB Nijland AJ IJlst TM Uitwellingerga CM Leeuwarden NR Aldeboarn
Namen, adressen en functies van de leden van de MedeZeggenschapRaad Naam
Functie
Adres
R. Veldman C. Fennema B. de Jager S. Kootstra D. Klaren T. Bruinsma
voorzitter secretaris lid teamlid teamlid teamlid
Zwolsmanweg 18 H.Bulthuisweg 17 H.S. Reinardastr.21 Roefke 17 Zeskanter 16 Hearedyk 67
Woonplaats 8606 8606 8625 8502 8608 8735
KC Sneek KB Sneek HL Oppenhuizen BV Joure ZM Sneek HP Itens
Telefoon 0515-431470 0515-426642 0515-558000 0513-415931 0515-422128 0515-332230
Namen, adressen en functies van de leden van de ouderraad Naam H. Buter S. van Deene T. de Jong T. Eppinga S. van Netten
Functie voorzitter penningm. algemeen algemeen algemeen
Adres
Woonplaats
Telefoon
Langebaen 8 Broerstrjitte 4 Sjuwedijk 12 Noardein 85 De Bou 17
8624 8625 8624 8625 8625
06 22368673 0515-422181 0515-559897 0515-427668 0515-559592
TC Uitwellingerga JA Oppenhuizen TV Uitwellingerga TG Oppenhuizen JB Oppenhuizen
Namen en adressen van de coördinatoren van de Activiteiten Commissie Naam
Adres
Woonplaats
Telefoon
J. Veldman T. Brouwer S. Lanting
Zwolsmanweg 18 Pontdyk 2 Bonningastraat 30
8606 KC Sneek 8526 DX Boornzwaag 8625 HJ Oppenhuizen
0515-431470 0515-559291 0515-559101
41 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
BIJLAGE 5 Toetskalender voor methode –onafhankelijke toetsen
Okt/ Nov.
Jan.
Februari / maart Groep 8
2012-2013
april
Mei
Cito Rekenen
Groep 3 t /m 7
Cito Begrijpend Lezen DMT-toets (Technisch Lezen) /AVI Cito spelling
Groep 4 t /m 7
Groep 8
Groep 3,4
Groep 3 t/m 8
Groep 8
Groep 3 t/m 7
Wintersignalering Groep 3
Groep 3 t /m 7
Cito Taal voor kleuters Cito Rekenen voor kleuters
HerfstGroep signalering 3 t /m 8 groep 3 (na kern 3) Groep 1 en 2
Cito Entreetoets Cito eindtoets Kanjer Leerlingvolgsysteem
Groep 3 t/m 7
Groep 1 en 2
Groep 1 en 2
Cito Screening Groep 2 en beginnende 3 geletterdheid
Juni
Groep 1 en 2 Groep 3
Groep 2 en 3 Groep 7
Groep 3
Groep 7
5, 6 en 7 febr. Groep 8 Groep 1 t/m 8 Leerkrachten
Groep 1 t/m 8 Leerkrachte n
Groep 5 t/m 8 Leerlingen Groep 5 t/m 8 Leerlingen
42 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
BIJLAGE 6 Uitstroomgegevens groep 8 De uitstroom van de leerlingen aan het eind van groep 8 naar de diverse scholen van het voortgezet onderwijs verliep in de genoemde jaren als volgt: 2007 ( 16 leerlingen in groep 8) 12,5% LWOO / VMBO b/k 12,5% VMBO b/k 25% VMBO g/t 50% HAVO / VWO 2008 (14 leerlingen in groep 8) 7% LWOO / VMBO bk 14% VMBO b/k 29% VMBO g/t 50% HAVO / VWO 2009 (15 leerlingen in groep 8) 6% LWOO / VMBO bk 40 % VMBO g/t 14 % VMBO g/t / HAVO 26 % HAVO / VWO 14 % VWO + 2010 ( 9 leerlingen in groep 8) 11 % LWOO / VMBO bk 33 % VMBO g/t 33 % HAVO 11 % HAVO / VWO 11 % VWO + 2011 ( 19 leerlingen in groep 8) 0% LWOO / VMBO bk 21 % VMBO g/t 47 % HAVO 21 % VWO 11 % VWO + 2012 (28 leerlingen in groep 8) 18 % LWOO / VMBO bk 14% VMBO g/t 61 % HAVO / VWO 7% Gymnasium / VWO +
LWOO VMBO-b/k VMBO-g/t HAVO VWO VWO +
=Leerweg Ondersteunend Onderwijs =Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs- basis kadergericht =Voorbereidend Middelbaar Beroepsonderwijs- gemengd theoretisch =Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs =Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs = Atheneum / Gymnasium
43 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
BIJLAGE 7 Jaarplanning 2012- 2013 DATUM 03-09-12 05-09-12 10-09-12 12 t/m 26-9-12 17,18,19,20-09-12 20-09-12 29-09-12 04-10-12 3 t/m 13-10-12
ACTIVITEIT Eerste schooldag Hoofdluiscontrole OR /MR Jantje Beton Loterij Informatieavonden Sportmiddag (reservedatum 27-09-12) Schoolplein en klusjes dag Dierendag Kinderboekenweek ’Hallo Wereld’ Tevens schoolproject 11-10-12 Afsluiting project kinderboekenweek 19-10-12 Leerlingenpanel 22 t/m 26-10-12 Herfstvakantie 29-10-12 Studiedag Onderbouwleerkr. Groep 1 t/m 4 vrij! 29-10 t/m 09-11-12 Welbevinding gesprekken met leerlingen 31-10-12 Hoofdluiscontrole Begin-11-12 Ontruiming TSO November -12 Actie Schoenmaatjes 01-11-12 Schoolkrant 05-11-12 OR /MR 13-11-12 Studiemiddag Team Alle groepen 12.00 uur vrij! 20-11-12 Schoonmaakavond 1 27 en 29-11-12 10 minuten contactmiddag en avond 05-12-12 Sinterklaasfeest 17-12-12 OR / MR 20-12-12 Kerstviering met ouders 24-12-12 t/m 4-1-13 Kerstvakantie 15-01-13 Informatieavond gr. 8 16 t/m 25-01-13 CITO-toetsen 16-01-13 Nationaal voorleesontbijt (groep 1 t/m 5) 16 t/m 26-01-13 Nationale voorleesdagen 17-01-13 Studiedag Onderbouwleerkr. Groep 1 t/m 4 vrij! 01-02-13 Leerlingenpanel 05 t/m 07-02-13 Cito-eindtoets 10-02-13 Afsluiting kerk–gezin-schooldienst 11-02-13 OR / MR 15-02-13 Rapport 1 15-02-13 Harspit Talentenjacht 18 t/m 22-02-13 Voorjaarsvakantie 27-02-13 Hoofdluiscontrole 05 en 07-03-13 10 minuten contactmiddag en avond 06-03-13 Studiedag Stichting Palludara Alle groepen vrij! midden maart -13 oudergesprekken VO 14-03-13 Schoonmaakavond 2 20-03-13 Ouderavond met gastspreker 25-03-13 OR/MR 28-03-13 (do.) Studiemiddag Team Alle groepen 12.00 uur vrij! 29-03 t/m 01-04-13 Paasvakantie 02-04-13 Studiedag Onderbouwleerkr. Groep 1 t/m 4 vrij! 44 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
17-04-13 20-04-13 25-04-13 26-04-13 29-04 t/m 10-05-13 04-05-13 20-05-13 21 t/m 29-05-13 27-05-13 27 t/m 29-05-13 30-05-13 31-05-13 03-06 t/m 06-06-13 14-06-13 21-06-13 24-06-13 25 en 27–06-13 28-06-13 01-07-13 02-07-13 05-07-13 08-07-13 t/m 16-08-13
Schoolvoetbal (reservedatum 24-04-13) Schoolplein en klusjes dag Schoolkrant Leerlingenpanel Meivakantie + Hemelvaartvakantie Dodenherdenking Pinkstervakantie Cito-toetsen OR/MR Schoolkamp Schoolreisjes groep 1 t/m 7 Schoolfotograaf Avondvierdaagse Oranjefeest Studiedag Onderbouwleerkr. Groep 1 t/m 4 vrij! Rapport 2 10 min. contactmiddag en avond Vrijwilligersochtend Schoonmaakavond 3 Musical en afscheidsavond Afsluiting schooljaar Zomervakantie
BIJLAGE 8 Vakantieregeling 2012-2013 *De vakanties lopen niet altijd parallel met het voortgezet onderwijs
Herfstvakantie Kerstvakantie Voorjaarsvakantie Paasvakantie Meivakantie + Hemelvaart Pinksteren Zomervakantie
22-10 t/m 24-12 t/m 18-02 t/m 29-03 t/m 29-04 t/m 20-05 t/m 08-07 t/m
26-10 04-01 22-02 01-04 10-05 20-05 16-08
2012 2013 2013 2013 2013 2013 2013
Extra vrije dagen: In de jaarplanning van bijlage 7 kunt u de extra vrije dagen / studiedagen vinden.
45 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
BIJLAGE 9
Verlofregeling
CBS It Harspit P. Walmastrjitte 8 8625 HE Oppenhuizen Aanvraagformulier verlof en/of vakantie Lees vooraf ook de toelichting op de volgende pagina. Gegevens van de aanvrager: ouders(s) / verzorger(s) Naam aanvrager : _____________________________________________________ Adres
: ______________________________ telefoon: ______________
Postcode
: _______________ Woonplaats: ___________________________
Gegevens van de leerplichtige leerling(en) voor wie vrijstelling wordt gevraagd: Naam
: __________________________ geb. datum: _______________ groep: ______
Naam
: __________________________ geb. datum: _______________ groep: ______
Naam
: __________________________ geb. datum: _______________ groep: ______
Naam
: __________________________ geb. datum: _______________ groep: ______
Het verlof geldt voor de periode van …………………… t/m ………………………… 20… Het betreft verlof wegens: O vakantieverlof zoals bedoeld in art. 13a van de Leerplichtwet Ondergetekende verklaart hierbij dat hij/zij vanwege de specifieke aard van zijn/haar beroep niet in de gelegenheid is om tijdens de vastgestelde schoolvakanties met zijn/haar bovengenoemde kinderen op vakantie te gaan. Een werkgeversverklaring inzake de verhindering wegens beroep of eigen verklaring zelfstandigen bijvoegen. O extra verlof, zoals bedoeld in art. 14 van de Leerplichtwet, reden: _________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________________ _______________________________________________ Ondertekening
datum: ___________________
handtekening: _________________________
In te vullen door de directie van de school: De aanvraag betreft: O geoorloofd verlof O ongeoorloofd verlof Toelichting: __________________________________________________________________________________________ ____________________________________________________ Handtekening directeur:
_________________________
Datum: ____________________
46 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
TOELICHTING 1
Vakantieverlof Vrijstelling van het schoolbezoek kan niet worden toegestaan voor verlenging van de schoolvakanties. Een vakantie buiten de vastgestelde schoolvakanties is uitsluitend mogelijk wanneer één van de ouders/verzorgers vanwege de specifieke aard van zijn/haar beroep niet in de gelegenheid is om tijdens de vastgestelde schoolvakantie met zijn/haar kinderen op vakantie te gaan. Dat moet blijken uit een gewaarmerkte (niet voorbedrukte) verklaring van de werkgever (zie volgende pagina) of, als die ouder/verzorger een zelfstandige is, uit een eigen verklaring. Vrijstelling wordt niet toegestaan als de betrokken ouder in de aangegeven periode geen vakantie opneemt en de vrijstelling wordt evenmin toegestaan als de opgegeven periode tijdens de eerste twee weken van het schooljaar valt. De periode van vrijstelling bedraagt maximaal twee schoolweken. Er kan slechts 1x per schooljaar een beroep op deze vrijstellingsmogelijkheid worden gedaan. Bij twee verzoeken van ieder één week wordt een van de verzoeken afgewezen. Vakanties waarvoor geen toestemming is verleend, worden aan de leerplichtambtenaar gemeld
2
Extra verlof, gewichtige omstandigheden Voorwaarden: - Voor het voldoen van wettelijke verplichtingen. - Voor verhuizing. - Voor het bijwonen van huwelijk, begrafenis, huwelijks- of ambtsjubileum van naaste familie. - Bij ernstige ziekte van ouders / gezinsleden. - Voor andere naar het oordeel van de directie belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof.
3
Extra verlof, gewichtige omstandigheden meer dan 10 schooldagen per cursusjaar: Een verzoek om extra verlof voor meer dan 10 schooldagen per cursusjaar wordt door de directie van de school voorgelegd aan de leerplichtambtenaar van de gemeente. Voorwaarde: De ouders/verzorgers kunnen een verklaring van een arts of maatschappelijk werker overleggen, waaruit blijkt dat een verlof noodzakelijk is op grond van de medische of sociale indicatie betreffende een van de gezinsleden.
Belangrijk De directeur van de school is verplicht de leerplichtambtenaar van de gemeente vermoedelijk ongeoorloofd verzuim te melden. Tegen ouders/verzorgers die hun kind(eren) zonder toestemming van school houden, kan proces-verbaal worden opgemaakt. Bezwaar De termijn voor het indienen van een bezwaarschrift bedraagt zes weken na dagtekening van deze brief. Een bezwaarschrift moet zijn ondertekend, van een datum zijn voorzien en vermelden: - uw naam en adres; - omschrijving van het bestreden besluit; - gronden van bezwaar; Speciale regelingen In spoedeisende gevallen kan, nadat het bezwaar is ingediend, aan de voorzieningenrechter van de arrondissementsrechtbank om een voorlopige voorziening worden gevraagd. U kunt in uw bezwaarschrift ook vragen rechtstreeks beroep te mogen instellen. In beide gevallen is griffierecht verschuldigd.
47 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
CBS It Harspit P. Walmastrjitte 8 8625 HE Oppenhuizen betreft: Vakantieverklaring werkgever/zelfstandige (behoort bij een verzoek vakantie buiten schoolvakantie) 1.
Ondergetekende verklaart dat _____________________________________
(voornaam en achternaam werknemer)
_____________________________________
(adres werknemer)
_____________________________________
(postcode en woonplaats werknemer)
bij hem/haar in dienstverband werkt en door de specifieke aard van zijn/haar beroep geen vakantieverlof kan nemen in de voor zijn/haar leerplichtige kind(eren) geldende schoolvakanties. Om deze reden heb ik hem/haar vakantieverlof verleend gedurende de hieronder bij punt 2 te noemen periode.
hij/zij als zelfstandige een beroep uitoefent door de specifieke aard waarvan het hem/haar niet mogelijk is vakantie te nemen in de voor zijn/haar leerplichtige kind(eren) geldende schoolvakanties. Hij/zij is om die reden er op aangewezen vakantie op te nemen in de hieronder bij punt 2 te noemen periode.
(aankruisen wat van toepassing is) 2.
Gegevens van het verlof: Periode van ____________________ tot ___________________________
3.
Aanduiding van de specifieke aard van het uitgeoefende beroep en van de reden waarom daarmee samenhangende werkzaamheden verhinderen vakantie tijdens de vastgestelde schoolvakanties op te nemen.
4.
Ondertekening naam bedrijf / zelfstandige: adres, postcode en woonplaats: telefoon (privé of werk): datum:
handtekening: __________________________
Toelichting Volgens de leerplichtwet kunnen leerplichtige leerlingen van de schoolbezoekplicht worden vrijgesteld om buiten de voor de school vastgestelde vakanties met hun ouders/verzorgers op vakantie te gaan als de specifieke aard van het beroep van een van die ouders/verzorgers verhindert, dat die ouder/verzorger tijdens de schoolvakantie vakantie opneemt. Volgens artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht kan degene die valselijk een verklaring opmaakt of een verklaring vervalst die als bewijs van enig feit moet dienen, worden gestraft met 6 jaar gevangenisstraf of een boete van de vijfde categorie.
48 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
BIJLAGE 10 Beleidsplan actief burgerschap Vanaf 1 september 2006 zijn de scholen verplicht aandacht te besteden aan het thema ‘burgerschap’. Zie hiervoor ook de nieuwe kerndoelen. In de wet op het primair onderwijs staat nu dat het onderwijs: • er van uit gaat dat leerlingen opgroeien in een multiculturele samenleving • gericht is op het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie • gericht is op het kennismaken met verschillende achtergronden en culturen van leeftijdsgenoten Visie CBS ‘It Harspit’: Binnen onze school zien we burgerschap niet als een vak apart, maar een manier van omgaan met kinderen en lesgeven, waarbij kinderen uitgedaagd worden om na te denken over hun rol als burger in de Nederlandse samenleving. (participatie) Aandacht besteden aan burgerschap betekent kinderen het belang leren van democratie, participatie en identiteit in de Nederlandse samenleving. Deze samenleving kent veel verschillende culturen en religies (identiteit) en juist daarom is het van belang kinderen al vroeg hun verantwoordelijkheid in deze democratische samenleving te leren nemen. Binnen onze school onderscheiden we 6 niveaus waarop burgerschap gestalte krijgt. 1. Identiteitsvorming aan de hand van levensbeschouwing Vanuit onze Christelijke levenshouding besteden wij aandacht aan gebed, verhalen, Christelijke vieringen. Onze identiteit komt verder tot uiting in manier waarop we met elkaar omgaan. 2. De school als samenleving Onze school is een gemeenschap op zichzelf, waar kinderen leren omgaan met de diversiteit en ingewikkelde verhoudingen in de samenleving. Omgaan met elkaar in een veilige sfeer is een belangrijke voorwaarde. Binnen dit kader hanteren we school-en groepsregels en zijn wij medeverantwoordelijk voor elkaar, het materiaal en ons schoolgebouw. 3. De school als pedagogisch normatief instituut. We vinden het van groot belang het normbesef bij onze kinderen ook op school te ontwikkelen. Wel zijn we ons ervan bewust dat hier ook een grote taak voor de ouders is weggelegd. Discriminerende opmerkingen worden niet getolereerd. In de groepen wordt gesproken over meningen en opvattingen. We leren de kinderen ook verantwoordelijk te zijn voor de eigen mening. 4. De school middenin de samenleving Onze school is geen eiland in de samenleving, maar wil juist in de wijk (of dorpsgemeenschap) een rol spelen. Maatschappelijke betrokkenheid wordt hierdoor vergroot. Er zijn contacten met (sport)verenigingen, kerken, dorpshuis enz. Leerlingen zijn bij deze contacten vaak actief betrokken. Kinderen zetten zich o.a vrijwillig in voor acties, een voorbeeld hiervan is de actie van de stichting kinderpostzegels of “Schaatsen voor water”. 5. Kennis van en discussie over politieke en maatschappelijke praktijken. Hier gaat het om het verwerven van de kennis hoe een democratisch systeem in elkaar zit. We maken veel gebruik van de actuele gebeurtenissen. Een niet te missen kans is altijd het bespreken van onze democratie ten tijde van verkiezingen.
49 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
Daarnaast besteden (oorlogs)geweld.
we
aandacht
aan
het
herdenken
van
slachtoffers
van
6. Europees en wereldburgerschap. Burgerschapsvorming heeft niet alleen te maken met burger zijn in Nederland, maar ook met het samenleven in Europa en de wereld. We kijken op verschillende manieren over de grens om zo bij leerlingen het besef te ontwikkelen dat we niet alleen in Nederland maar in breder verband leven. Burgerschap komt op de volgende wijzen in de praktijk structureel aan bod: 1. Bij het vormingsgebied godsdienstige vorming, waarbij we de methode ‘Trefwoord’ gebruiken 2. Bij het vakgebied aardrijkskunde waarbij we de methode ‘Geobas’ gebruiken 3. Bij het vakgebied geschiedenis waarbij we de methode ‘Wijzer door de tijd’ gebruiken 4. Bij andere wereldoriënterende vakken als natuur (NME) en verkeer 5. Maandelijks werken met de materialen van het tijdschrift Sam Sam. Samen met de docentenhandleiding bevordert Sam Sam kennis en begrip voor andere culturen 6. Bij het gebruik van de boekenserie ‘Kijk en beleef’ voor de onderbouw 7. Met behulp van de programma’s van schooltv en Teleac. Voorbeelden hiervan zijn: Koekeloere (gr.1,2) Huisje, Boompje, Beestje (gr. 3,4) Nieuws uit de Natuur (gr.5,6) Schooltv- weekjournaal (gr. 7,8) Het gebruik van de genoemde methoden en het inpassen van de schooltv-programma’s in de lessen is een goede garantie dat burgerschap in voldoende mate, structureel op onze school aan bod komt. Binnen actief burgerschap onderscheiden we de drie elementen: participatie, democratie en identiteit. Participatie vinden we terug in: 1. helpen opruimen – lokaal aanvegen 2. verantwoordelijkheden geven in de klas – taken 3. geld inzamelen voor een goed doel 4. kaart – bezoek zieke leerlingen / ouders 5. leesmentor voor leerlingen uit een lagere klas 6. buurtacties (leefbaarheid), zoals ‘Himmeldei’ 7. acties om plein ‘op te leuken’; flesseninzamelactie Democratie vinden we terug in: 1. gemengde werkgroepjes 2. deelname in klassenkring 3. afspraken en groeps- en schoolregels samen maken 4. anti-pestaanpak 5. samen problemen oplossen en besluiten nemen 6. groepswerk 7. Anne Frank-krant 8. vrijheid vieren en kransleggen (4/5 mei) 9. activiteiten m.b.t. verkiezingen / Prinsjesdag
50 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
Identiteit vinden we terug in: 1. feesten met religieuze achtergrond vieren 2. klassenprojecten over geestelijke stromingen 3. eigen omgeving leren kennen 4. samenwerken met verschillende kinderen Door gebruik te maken van methodes en losse materialen komt actief burgerschap en sociale integratie structureel aan de orde. Hiernaast staan jaarlijkse acties op het programma, zoals Kinderpostzegels, schaatsen voor Water / Actie Schoenendoos (om en om) en zendingsprojecten. Indien nodig, bij rampen bijv., worden ook nog andere acties gevoerd. Deze acties staan niet van te voren gepland. Verder doet de bovenbouw regelmatig mee aan anti-vandalisme projecten zoals bijv. het project ‘Loop niet mee’. Ook wordt tijdens de lessen ingegaan op actuele gebeurtenissen. Dit kan uitgaan van de leerlingen of leerkrachten. Jaarlijks wordt geëvalueerd op welke wijze burgerschap en integratie aan de orde zijn geweest. Op bovengenoemde wijze wordt de uitkomst verantwoord.
BIJLAGE 11 Bewegingsonderwijs
2012-2013
In de gymzaal: maandag:
14.15 uur -15.15 uur
> gr 6
dinsdag: dinsdag:
13.15 uur -14.15 uur 14.15 uur -15.15 uur
> gr 4/5 > gr 8
donderdag: donderdag: donderdag: donderdag:
08.30 11.00 13.15 14.15
> > > >
vrijdag: vrijdag:
10.30 uur –11.30 uur 13.15 uur –14.15 uur
uur uur uur uur
–09.30 uur -12.00 uur -14.15 uur -15.15 uur
gr gr gr gr
7 4/5 6 8
> gr 3 > gr 7
In het speellokaal: dinsdag: woensdag: woensdag:
14.15 uur –15.15 uur 09.15 uur -10.00 uur 11.00 uur -11.45 uur
> gr 3 > gr 1/2 A > gr 1/2 B
51 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
BIJLAGE 12 Schoolbeleid van cbs It Harspit ten aanzien van kinderziekten Wat te doen bij zieke kinderen? Wanneer kunnen zieke kinderen naar school en wanneer moeten zij thuisblijven? Dit is een vraag waar wij regelmatig mee te maken krijgen. Soms ontstaat er verzuim als ouders/verzorgers snel geneigd zijn hun kind thuis te houden. Anderzijds gebeurt het ook dat een kind naar school komt en ziek blijkt te zijn. Bij verzuim door ziekte spelen de volgende argumenten een rol: • de gezondheid en het welbevinden van het kind (1) • de schoolprestaties van het kind (2) • de gezondheid van de andere kinderen (3) 1. De gezondheid en het welbevinden van het kind De gezondheid van het (in lichte mate) zieke kind is minder snel in het geding dan velen denken. Voor kinderen met verhoging (tot 38º C.) is het bijvoorbeeld niet schadelijk buiten te spelen. De meeste licht zieke kinderen kunnen best meedoen met de activiteiten. Het ongemak dat ze daarbij ervaren bijvoorbeeld als zij een snotneus hebben of licht pijn, hoeft helemaal niet groter te zijn dan wanneer ze thuis waren gebleven. Regelmatig maken de ouders/verzorgers zich zorgen over de lichamelijke kwetsbaarheid van hun kind. Zij hebben dan soms de neiging voorzichtig aan te doen. Verzuim is zinnig als aan te geven is dat thuisblijven voordeel biedt boven naar school gaan. Als het kind op school duidelijk merkbaar ziek wordt en de leerkracht meent dat het kind medische hulp nodig heeft, dient deze de ouders/verzorgers uiteraard direct te waarschuwen. Van elk kind moeten telefoonnummers op school bekend zijn. Bij de inschatting van de noodzaak ouders/verzorgers te waarschuwen, zullen wij terecht vaak aan de veilige kant blijven. Voorop staat geen risico te nemen. 2. De schoolprestaties van het kind Bij alle kinderen, maar vooral bij een kind met leermoeilijkheden, is veelvuldig of langdurig schoolverzuim uiteraard nadelig. Als de oorzaak van het verzuim niet duidelijk is of als de medische mogelijkheden om het verzuim te verminderen niet duidelijk zijn, is het onze taak dit tijdig met de opvoeders te bespreken. Eventueel kan hierbij de hulp ingeroepen worden van de jeugdarts van de GGD. 3. De gezondheid van de andere kinderen Bij besmettelijke ziekten kan, in bepaalde gevallen, de gezondheid van de andere kinderen in het gedrang komen wanneer het zieke kind de school bezoekt. Veel besmettelijke ziekten worden al overgedragen in de incubatietijd, zodat wering van een kind dat al ziek is vaak niet zinvol is. Bij veel ziekten, zoals onder meer verkoudheid, is het in het algemeen niet mogelijk en ook niet noodzakelijk om besmetting te voorkomen. In uitzonderingsgevallen kan een kind door een aandoening of medische behandeling extra kwetsbaar zijn voor een bepaalde ziekte. Het is dan soms zinvoller het kwetsbare kind tijdelijk thuis te houden dan het zieke kind te weren (overleg met huisarts). Overigens is het de verantwoordelijkheid van de ouders/verzorgers van een dergelijk kwetsbaar kind ons hiervan op de hoogte te brengen. Het gaat hierbij niet om kinderen die ‘snel kou vatten’, maar om bijzondere, specialistische ziektebeelden!
52 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
Weren van kinderen Het is mogelijk dat in bepaalde gevallen kinderen geweerd moeten worden van de school, bijvoorbeeld wanneer de risico’s voor andere kinderen te groot zijn. Als school zijn wij genoodzaakt de kinderen bij de volgende gevallen te weren: • Bij diarree met bloed en slijm • Bij difterie zolang de kweek positief is • Kinderen met krentenbaard wanneer de wondjes nog open zijn en de blaasjes nog niet zijn ingedroogd • Kinderen met open TBC • Kinderen met waterpokken bij wie de wondjes nog open zijn • Kinderen met ringworm waarbij de ringworm op een plek zit die niet bedekt wordt door kleding. • Bij een constatering van hoofdluis wordt direct contact opgenomen met de ouders/verzorgers en wordt hen verzocht het kind op te halen en gelijk te behandelen. Melden van kinderziekten De volgende gevallen zijn wij verplicht te melden aan de GGD indien er 3 of meer meldingen zijn. Ook de ouders brengen wij hiervan op de hoogte: • krentenbaard • mazelen • kinkhoest • hersenvliesontsteking • diarree: als het bij meer dan 2 kinderen per groep ernstig is • rode hond • bof • koortslip: bij meer dan 2 kinderen op school • legionella • papegaaienziekte • geelzucht • polio • ringworm (huidinfectie): bij meerdere gevallen • roodvonk: bij meerdere gevallen • schurft • tetanus • TBC • Zwemmerseczeem: bij meerdere gevallen • tinea capilus (schimmelinfectie): bij meerdere gevallen Overige opmerkingen In geval van Kinkhoest zullen wij hoogzwangere vrouwen adviseren om buiten de school te blijven.We zullen dan tevens ouders van ongevaccineerde baby’s adviseren hun baby buiten de school te houden. In geval van Rode Hond op school zullen wij zwangere vrouwen waarschuwen en adviseren om buiten de school te blijven. We raden ouders van pasgeborenen onder de vier weken aan hun baby niet in contact te laten komen met iemand die een koortslip heeft. Voor ons beleid t.a.v. hoofdluis verwijzen wij naar de bestaande tekst in H10 van deze schoolgids.
53 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
BIJLAGE 13 Tussenschoolse opvang en buitenschoolseopvang
Wilt u uw kind tussen de middag op school laten overblijven? Dat kan altijd: op onze school is in samenwerking met Sisa op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag tussenschoolse opvang (TSO). Uw kind is (na opgave) altijd welkom! Twee mogelijkheden U kunt op twee manieren van tussenschoolse opvang gebruik maken: Vast: Uw kind maakt minimaal éénmaal per week gebruik van tussenschoolse opvang op (en) vooraf vastgestelde dag(en); Incidenteel: Uw kind maakt incidenteel gebruik van de tussenschoolse opvang. Vriendelijk verzoek: wilt u incidentele tussenschoolse opvang tenminste 24 uur vooraf aanmelden? Wat gebeurt er? Tussenschoolse opvang betekent voor uw kind: even uit de schoolsfeer zijn. Meestal is het letterlijk en figuurlijk even ‘een frisse neus’ halen. Hoewel de periode tussen de middag beperkt is, nemen we ruim de tijd voor het samen eten en drinken en voor ‘even vrij’. De één heeft daarbij behoefte aan rust, een tijdschrift of een praatje, terwijl een ander zich even uit wil leven en graag voetbalt of rent. Het kan allemaal. Groepssamenstelling en -leiding Als richtlijn voor de groepsleiding geldt: één leidster per tien kinderen. Sisa werkt met een vaste groepsleiding, die goed bekend is op de school en met de kinderen. Contact ouders Omdat de tussenschoolse opvang tussen de middag plaatsvindt, is er vaak geen dagelijks contact met ouders. Maar uiteraard kunt u altijd bellen of (liefst na telefonische afspraak) langskomen als u even wilt bijpraten over uw kind en/of de tussenschoolse opvang. Inschrijven Zowel voor vaste als voor incidentele opvang moet uw kind vooraf bij Sisa zijn aangemeld. Gebruik hiervoor het inschrijfformulier dat u via de website van Sisa kunt downloaden (www.sisa.nu). U kunt het formulier ook telefonisch opvragen bij Sisa, tel 0566 – 623450. Na ontvangst van uw inschrijving stuurt Sisa u zo snel mogelijk een bevestiging van ontvangst en plaatsing. Wat regelt u met de Tussenschoolse opvang Wilt u uw kind een keer afmelden i.v.m. ziekte of andere afwezigheid of wilt u uw kind een keer extra naar de TSO laten komen dan kunt u dit kenbaar maken via telefoonnummer van de vrijwilligers van de TSO: 06 - 57677020 Indien de telefoon niet wordt opgenomen dan kunt u uw boodschap inspreken. De TSO vrijwilligers zullen uw mededeling afluisteren en verwerken. Kosten en betalen De tarieven voor tussenschoolse opvang zijn per keer: Voor vaste opvang € 1,75 Voor incidentele opvang € 2,25 Eenmalige inschrijfkosten bij Sisa: € 7 per gezin.
54 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
Facturering en betaling Sisa factureert de vaste TSO maandelijks en de incidentele TSO per kwartaal achteraf. Voor beider gemak stimuleert Sisa het gebruik van automatische incasso. Uw betaling wordt daarmee rond de 20ste van de maand geïnd. Wanneer u ervoor kiest niet automatisch te betalen, wordt per factuur € 2,- administratiekosten in rekening gebracht. Sisa: Groots met Klein Sisa verzorgt niet alleen tussenschoolse opvang, maar is ook is in een groot deel van Friesland actief met kinderdagopvang, buitenschoolse opvang en gastouderopvang. Sisa staat voor: - Hart voor uw kinderen. - Professionele kwaliteit. - Eén adres voor alle vormen van kinderopvang. - Plezierige opvang. - Veilig en goed. Meer weten? Kijk op www.sisa.nu of vraag via 0566–623450 een folder aan.
Buitenschoolse opvang Sisa is momenteel bezig te onderzoeken waar precies de behoeftes liggen met betrekking tot buitenschoolse opvang (ook wel naschoolse opvang genoemd) liggen. Heeft u belangstelling of wilt u meer informatie belt u dan met bovenstaande adres.
55 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
BIJLAGE 14
Intern Zorgoverleg Misschien heeft u in de krant of andere media al eens iets gelezen over de Centra voor Jeugd en Gezin. Een aantal jaren geleden is er landelijk besloten om ervoor te zorgen dat iedere ouder, ieder kind of jongere, makkelijk toegang moet hebben tot informatie, advies of hulp op het moment dat dit nodig is. Iedereen heeft tenslotte wel eens een vraag over opvoeding of over het gedrag of de ontwikkeling van een kind, jongere. Veel vragen stel je in je eigen omgeving, in je familie, bij vrienden, bij de leerkracht. Soms is dat niet genoeg. Daarom moet iedere gemeente regelen dat er een Centrum voor Jeugd en Gezin is waar ouders die vragen kunnen stellen. In de meeste Centra voor Jeugd en Gezin wordt er nauw samengewerkt tussen de scholen, de Jeugdgezondheidszorg en het Schoolmaatschappelijk Werk. Dat is op onze school ook het geval. De verpleegkundige van de JGZ en de schoolmaatschappelijk werker hebben regelmatig overleg met de intern begeleider om eventuele zorgen over een kind te bespreken. Dat wordt op scholen het intern zorgoverleg genoemd (IZO). U wordt daar als ouder van op de hoogte gebracht (als u wilt kunt u erbij aansluiten) en natuurlijk wordt er ook met u gesproken. De leerkracht kan advies vragen, maar u als ouder ook. Een vraag kan gaan over de lichamelijke ontwikkeling, de sociale ontwikkeling, emotionele problemen, gedrag; kortom alles waar een kind (jongere) of gezin mee te maken kan krijgen thuis, op school of in de vrije tijd. Onze gezamenlijke inzet is altijd dat alle kinderen zich goed ontwikkelen en dat we bij zorgen, samen met u, tot een goede aanpak zullen komen. Verwijsindex: Er zijn in Fryslân veel organisaties die zich inzetten voor het welzijn van kinderen. Maar soms weten ze van elkaar niet goed wie hulp verleent aan welk kind of gezin. Dat is jammer, want hulp werkt pas echt als instellingen met elkaar afstemmen en de problemen samen met u oplossen. Om de afstemming te bereiken is in Fryslân de Verwijsindex ingevoerd. De verwijsindex is een hulpmiddel om snel de hulp of ondersteuning op gang te brengen. De beroepskracht van de school of instelling koppelt zijn naam aan die van uw kind. Zo laat hij aan andere instellingen zien dat hij betrokken is bij uw kind. Geeft een beroepskracht van een andere instelling ook een signaal af over uw kind, dan worden deze beroepskrachten aan elkaar gekoppeld in een match. Zij bespreken dan samen met u hoe ze uw kind het beste kunnen helpen. De betrokken beroepskrachten kunnen elkaar nu sneller vinden en zo beter hun aanpak op uw kind afstemmen. De verwijsindex, is alleen toegankelijk voor beroepskrachten die via hun instelling bevoegd zijn om een signaal af te geven over een kind waarover ze zich zorgen maken. Onze IB-er: Onze SMW-er: Onze verpleegkundige JGZ: www.cjg-zwf.nl 0900-254 1 254
56 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
Bijlage 15 Schoolmaatschappelijk Werk Mijn naam is Minne Aartsma en ik ben als schoolmaatschappelijk werker betrokken bij de school. Wanneer u vragen of zorgen heeft over uw kind kan ik mogelijk iets voor u betekenen. Afhankelijk van de vraag kan ik met u meedenken, advies geven, kortdurende ondersteuning bieden of doorverwijzen naar passende hulp. Het kan om verschillende situaties gaan, bijvoorbeeld als uw kind: gepest wordt of geen vriendjes heeft erg druk of juist erg stil is moeite heeft met uw scheiding verdrietig is omdat iemand in de omgeving is overleden moeizaam naar bed wil Het schoolmaatschappelijk werk werkt samen met de intern begeleider van uw school. Mocht u contact met mij willen, dan kunt dit aangeven bij de intern begeleider. Daarnaast ben ik ook rechtstreeks telefonisch en per e-mail bereikbaar. Mijn contactgegevens staan hieronder. Er zijn geen kosten verbonden aan het schoolmaatschappelijk werk. Wie weet tot ziens! Minne Aartsma CJG Schoolmaatschappelijk werker Timpaan Welzijn bezoekadres: Stationsstraat 5 Sneek postadres: Postbus 312 8600 AH Sneek T 0515 421313 M 06 52630943 I www.timpaanwelzijn.nl E
[email protected]
57 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
Bijlage 16
Informatie over IZO basisonderwijs Inleiding In het ontwerp CJG ZWF is gekozen voor een (contact)structuur dicht bij de vindplaatsen van kinderen. In de plaats van de gemeentelijke netwerken/buurtnetwerken komt het Intern Zorgoverleg (IZO). School is de belangrijkste vindplaats van kinderen en jeugd, daar moet de zorgstructuur versterkt worden met als doel vroegsignalering. Dit gebeurt wanneer er op elke school een intern zorgteam is, minimaal bestaande uit de intern begeleider (IB’er), de sociaal verpleegkundige (JGZ) en de schoolmaatschappelijk werker (SMW). Het overleg wordt het Intern Zorgoverleg (IZO) genoemd. Door het IZO ontstaat er afstemming tussen ouders, het onderwijs en de professionals (de zgn. zorgdriehoek). Het IZO is geen doel op zich maar een hulpmiddel om het kind (en het gezin) in een zo vroeg mogelijk stadium passende hulp te bieden. Algemene informatie over het Intern Zorgoverleg Uitgangspunten samenwerking Bij het vormgeven van de samenwerking tussen school, JGZ en SMW wordt uitgegaan van drie uitgangspunten: 1. Kinderen, ouders en het onderwijs moeten baat hebben bij de samenwerking. De hulp moet laagdrempelig, toegankelijk en preventief zijn. 2. Overleg bevordert de samenwerking: men leert elkaar kennen, persoonlijk maar ook vakinhoudelijk. 3. Verwijzingen moeten snel op de goede plaats terechtkomen: er moet geen nieuwe tussenlaag ontstaan. Door de samenwerking tussen de IB’er, de JGZ en het SMW kan er doelmatiger en efficiënter gewerkt worden en kan overlap voorkomen worden. De meerwaarde van de samenwerking ligt vooral in het beter gebruik maken van elkaar deskundigheid, waardoor de kwaliteit van de advisering en begeleiding verbetert (korte lijnen, snelle acties). De nadruk komt te liggen op preventief werken en laagdrempelige hulp. Functies en rollen IZO Vaste deelnemers aan het interne zorgteam zijn in ieder geval de intern begeleider, de sociaal verpleegkundige en de schoolmaatschappelijk werker. Iedere deelnemer brengt zijn specifieke expertise mee. • Schoolmaatschappelijk werker: De schoolmaatschappelijk werker heeft een brugfunctie tussen leerling, ouders, school en hulpverleningsinstellingen. De schoolmaatschappelijk werker heeft vooral expertise op het gebied van psychosociale problematiek bij een kind en/of het gezin (o.a. opvoedingsvragen, gezinsinteracties, rouwverwerking). Taken; signaleren, consultatie bieden, informatie en advies geven, kortdurende hulpverlening en doorverwijzen. • Sociaal verpleegkundige: De sociaal verpleegkundige heeft vooral expertise op het terrein van de lichamelijke en sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind. Ze kan zich richten op extra onderzoek (evt. door JGZ arts), gesprekken met ouders (o.a. lichaamsverzorging, opvoeding) en advisering van de leerkracht. Ook geeft de sociaal verpleegkundige voorlichting aan groepen ouders en kinderen.
58 Christelijke basisschool ‘It Harspit’
• Intern begeleider: De intern begeleider is in de school degene die verantwoordelijk is voor de leerlingenzorg en die de leerkrachten in hun werk begeleidt. Hij/zij organiseert, coördineert en bewaakt de leerlingenzorg. De IB’er is belast met het uitvoeren van begeleidingstaken op leerkrachtniveau. Het is een overweging om ouders uit te nodigen voor de bespreking van hun kind tijdens het IZO. Dit in het kader van goed partnerschap met ouders. Ouders zijn niet alleen een zeer belangrijke informatiebron, maar maken ook een groot deel uit van de oplossingen en aanpak. De manier waarop ouders betrokken worden kan per situatie verschillen en vraagt om maatwerk. Indeling problematiek/werksoort Als leidraad voor het bepalen welke problematiek thuishoort bij de JGZ en het SMW kan onderstaand schema gebruikt worden. Problematiek die in - Problematiek - Problematiek die in principe principe thuishoort bij waarover altijd thuishoort bij SMW (bij JGZ (bij twijfel: overleg) overleg moet twijfel: overleg) plaatsvinden Zindelijkheidsproblemen Slaapproblemen Rouwproblematiek/verliesVermoeidheid (plotseling) veranderend verwerking Hoofdpijn, groeipijn, gedrag Gezins-/systeemproblematiek, buikpijn Schoolbeleving/motivatie/ zoals: Motoriek en verzuim - scheiding spraak/taalontwikkeling Opvoedingsvragen bij - zieke ouders Chronische ziekte, ontwikkelingsstoornissen - verwaarlozing medicatie Pestproblematiek - opvoedingsproblematiek Gewicht, lengte, eten, Afwijkend/opvallend seksualiteit gedrag Psycho-sociale problematiek bij Concentratie- en individuele kinderen aandachtsproblema-tiek Inbreng IZO Inbreng bij het IZO kan plaatsvinden door: - Ouders. - De IB’er. Wanneer een kind problemen heeft, is de leerkracht/docent vaak de eerste die het opvalt. Hij/zij brengt de problemen onder de aandacht bij de IB’er. Indien er ook na het interveniëren van de IB’er onvoldoende resultaten zijn, komt het interne zorgteam in zicht. Richtlijnen voor de IB’er om een kind in te brengen in het IZO: o zorgen of vragen bij een kind (variërend van een niet pluis gevoel tot ernstige en al langer spelende zorgen) o een overleg tussen de leerkracht en de IB’er heeft onvoldoende opgeleverd o men krijgt als school onvoldoende zicht op wat er speelt o het contact met ouders is goed maar men houdt (gedeelde) zorgen o het contact met ouders is moeizaam, het lukt niet om op dezelfde golflengte te komen o men heeft vragen ‘ wat nu wijs is’ ten opzichte van het kind (en gezin) om hen verder te helpen o de situatie is op school beheersbaar maar er komen signalen dat het buiten school niet goed gaat, bijvoorbeeld in de thuissituatie of in de buurt o er zijn vermoedens of signalen die wijzen op gedrags- en ontwikkelingsproblemen - de JGZ. De bevindingen uit het schoolonderzoek kan o.a. aanleiding zijn om een kind in te brengen tijdens het IZO. - de SMW’er. Het contact met het kind of de ouders geeft aanleiding om de casus te willen bespreken in het IZO. 59 Schoolgids (uitgave 2012-2013)
Het is het streven dat signalen zo vroeg mogelijk ingebracht worden zodat de nadruk komt te liggen bij preventie en voegsignalering. Gegevensuitwisseling Het instrument ‘Samenwerken in de jeugdketen, een instrument voor gegevensuitwisseling’ van het Ministerie van VWS dient als hulpmiddel voor het uitwisselen van gegevens. De hoofdregel is dat de professional altijd vertelt wat hij doet aan ouders. In dit geval dat het kind besproken gaat worden in het IZO en de reden waarom. Er wordt daarbij gefocust op instemming. Mochten de ouders bezwaren hebben tegen het bespreken in het IZO dan volgt hierover een gesprek. Vervolgens weegt de professional de bezwaren van de ouders af tegen de zorgen die hij heeft en neemt daar een beslissing in. Deze afweging bestaat uit de volgende vragen; Is dit de minst ingrijpende maatregel? Is er een verhouding tussen de maatregel en het doel? Is de meest geschikte maatregel getroffen? Is er een evident belang (dringend gezondheidsbelang, ontstaat er een ernstig nadeel, al dan niet gecombineerd met ernstige overlast)? De antwoorden op bovenstaande vragen en de hieraan verbonden conclusie moet worden vastgelegd in het dossier/registratiesysteem en natuurlijk worden gecommuniceerd met ouders. Niets doen kan alleen een keuze zijn zolang dit beargumenteerd kan worden. In zeer uitzonderlijke gevallen, situaties die een ernstige bedreiging vormen voor de veiligheid van het kind, biedt de wet mogelijkheden om zonder dat ouders hiervan in kennis zijn gesteld een kind te bespreken. In de praktijk werkt men dan toe naar een zorgmelding bij Bureau Jeugdzorg/het AMK. Hoe dan ook zullen de signalen/zorgen en de vervolgactie op enig moment besproken dienen te worden met ouders. Procesmanager CJG Naast de JGZ en het SMW is de procesmanager kernpartner in het CJG. Bij enkelvoudige problematiek lost het interne zorgteam het op. Bij meervoudige complexe problematiek komt de procesmanager in beeld. De procesmanager kan door professionals geconsulteerd worden over een casus. Er wordt dan een (hulpverlenings)lijn uitgezet (hoe te handelen, welke partij erbij betrokken dient te worden, wie is waar verantwoordelijk voor, toezichthouder verwijsindex). Zo nodig belegt de procesmanager een collateraal overleg met ouders en alle betrokken zorg- en dienstverleners om te komen tot één kind (gezin), één plan. De procesmanager heeft geen zitting in het IZO.
60 Christelijke basisschool ‘It Harspit’