Ontwerpbesluit besluit Projectplan Verbetering Laakkade fase 3a/ 3 Laakverbreding/ Laakzone fase A
1
Projectbeschrijving 1.1 Wat wordt aangelegd of gewijzigd? De Laakkades moeten voldoen aan de gestelde veiligheidsnormen uit de provinciale Waterverordening. Het waterschap voert hiervoor het project Verbetering Laakkade fase 3a in combinatie met de maatregelen uit het project “Laakzone fase A” van de gemeente Amersfoort uit.. D&H hebben in april 2010 een programma vastgesteld waarin verbetering van de Laakkaden is opgenomen. Fase 1 en Fase 2 van de kadeverbetering kade zijn van 2008 tot 2011 uitgevoerd Fase 3a 3 betreft het resterende deel. Fase 3b wordt voorbereid en getrokken door gemeente Amersfoort en Ontwikkelingsbedrijf Vathorst in verband met de inpassing in het plan Vathorst. Op de volgende pagina is in figuur 1 weergegeven waar de verschillende fasen van de verbetering Laakkade zijn weergeven.
1
Figuur 1 Fasering kadverbetering Laak
Fase 1
Fase 2
Fase 3b Fase 3 a
Fase 2
2
De Laakkade moet op de gewenste hoogte worden gebracht en de juiste sterkte krijgen conform de geldende veiligheidsnormen. Ook moet ten behoeve van de normen voor het Nationaal Bestuursakkoord Water de Laak voldoen aan een minimale breedte van 7 meter. Ook wordt een natuurvriendelijke oever aangelegd. Voor de recreatieve vaarwegfunctie vraagt de gemeente een extra breedte tot ongeveer 12 meter. De verbreding en de verbetering worden gelijkertijd gerealiseerd. Het huidige openbare fietspad, gelegen naast de huidige kade, wordt op de nieuwe verbeterde kade gerealiseerd. De uitgangspunten voor het ontwerp (normhoogte) van de kade zijn weergegeven in bijlage 1 (MHW ontwerp laakkade fase 3). De afmetingen van de Laak als primaire watergang en de Laakkade als regionale waterkering worden vastgelegd in de Legger. De betreffende kadastrale percelen zijn weergegeven op de tekening in bijlage 4 en bijlage 5 inclusief bijbehorende lijst met eigenaren en belanghebbende pachters. De toekomstige afmetingen van de nieuwe kade, de verbrede Laak met bijbehorende bouwwerken (bruggen, beschoeiing, e.d.) en ligging fietspad zijn weergegeven in een definitief ontwerp. Dit ontwerp is als bijlage aan dit projectplan toegevoegd (bijlage 2 Definitief Ontwerp). 1.2 Hoe wordt het project uitgevoerd? Waterschap Vallei en Veluwe neemt de maatregelen om invulling te geven aan de doelstelling: Verbetering waterveiligheid en bestrijding wateroverlast en de doelstelling: Recreatie. Voor de kadeverbetering is grondverbetering nodig. Vrijkomend materiaal zal deels worden hergebruikt als deklaag en in de nieuwe op en afritten, niet bruikbare grond wordt afgevoerd. Voor de kadeverbetering wordt zand en klei aangevoerd en het nieuwe kadelichaam verwerkt. De meest zuidelijke brug op het traject Bunschoterweg tot de knik wordt verwijderd. De overige 2 bruggen worden vervangen door nieuwe bruggen. Gedurende het werk realiseren wij 2 tijdelijke noodbruggen om de ontsluitingen van de woningen op het adres Achterduyst 1, 3 en 4 te Nijkerk te garanderen. Omdat het fietspad en daarmee de onsluiting Laakweg naar de agrarische percelen bovenop de kade wordt gerealiseerd, wordt voorzien in nieuwe op- en afritten om de percelen goed te kunnen ontsluiten. De gemaakte afspraken met grondeigenaren en gebruikers over de op en afritten zijn in het ontwerp meegenomen. De werkzaamheden worden aanbesteed door het waterschap onder begeleiding van een adviesbureau en uitgevoerd door een gespecialiseerde aannemer in kadeverbetering. Deze voert de werkzaamheden uit met behulp van rupskranen en/of mobiele kranen. Transport van grond en materialen vindt plaats door middel van vrachtwagens en trekkers met kiepkarren.Tevens zal de aanemer op het perceel kadastraal bekend BST01
3
N430 (gelegen op de knik van de Laak) een tijdelijk werkterrein met bouwkeet en materiaalopslag inrichten met ontsluiting richting de Zevenhuizerstraat.Na oplevering van het werk zal het perceel worden heringericht. 1.3 Welke voorzieningen worden getroffen om nadelige gevolgen ongedaan te maken of te beperken? De geplande maatregelen hebben geen nadelige effecten op de waterhuishouding in de omgeving. Het verbreden van de Laak heeft tot gevolg dat er bovenstrooms in het stroomgebied van de Laak (omgeving Nijkerkerveen) minder wateroverlast zal optreden. De huidige teensloten langs de waterkering die tevens voor afwatering van de aangrenzende percelen zorgen, komen in de nieuwe situatie weer terug. De waterpeilen in de teensloten blijven ongewijzigd. Het project heeft dus geen effecten op de waterhuishouding in de directe omgeving. Door het verhogen en verbreden van de kade voldoet de kade aan de normering en draagt daarmee bij aan een grotere veiligheid tegen overstromingen en wateroverlast voor de directe omgeving. Tijdens de onderhandelingen in het kader van de grondverwerving zijn met de aanliggende eigenaren overeenkomsten gesloten over het gebruik van tijdelijke werkstroken. Conform de overeenkomst ontvangen de eigenaren een vergoeding na oplevering van de werkzaamheden. Uit Flora en Fauna onderzoek is gebleken dat de de kleine modderkruiper aanwezig is in het plangebied. Voor deze soort zal dan ook voorafgaand aan de uitvoering een ontheffing worden aangevraagd en volgens een op te stellen werkprotocol worden gewerkt. De tijdelijke negatieve effecten op (weide)vogels die optreden als gevolg van de aanlegwerkzaamheden kunnen relatief eenvoudig worden opgeheven door de werkzaamheden buiten het broedseizoen uit te voeren. Voor de in de Laak aanwezig (beschermde) vissoorten betekenen de werkzaamheden uiteindelijk een verbetering van het habitat. Tijdens de aanlegwerkzaamheden kunnen echter wel negatieve effecten op (beschermde) vissoorten optreden. Deze effecten worden weggenomen door te werken volgens het ecologisch werkprotocol. Voor de vogelsoorten waarvoor de Laak en het aangrenzende weidevogelgebied van belang is (in relatie tot de EHS-doelen/ Natura 2000), kan worden geconcludeerd dat significant negatieve effecten op de wezenlijke kenmerken en waarden zullen optreden aangezien een areaal van 1,04 hectare weidevogelgebied verdwijnt door de verbreding/verbetering van de Laak en een groot deel (39,30 hectare) van de polder ten noorden van de Laak aan een hogere intensiteit van recreatieve verstoring zal worden blootgesteld.
4
Provincie Gelderland heeft aangegeven dat het verlies van oppervlak gemitigeerd kan worden door de kwaliteit van landbouwgrond met weidevogelfunctie ten noorden van de Bunschoterweg in de polders van Natura 2000-gebied Arkemheen, te verbeteren. Inmiddels is hiervoor een nieuw areaal agrarische gronden aangewezen om te wijzigen naar een weidevogelfunctie. De percelen zijn inmiddels verworven. Als gevolg van dit projectplan is geen financiële schade voorzien die de uitvoering van het project in de weg zou kunnen staan. Belanghebbenden die onverhoopt toch schade lijden, kunnen verzoeken om schadevergoeding. Zie daarvoor de bekendmaking. 1.4 Legger, beheer en onderhoud
Naar aanleiding van dit projectplan dient de legger gewijzigd te worden. Ter toelichting: de legger bestaat uit kaarten en teksten; in de legger vindt de juridische vastlegging plaats van zaken als de ligging, vorm, afmeting en constructie van wateren of waterkeringen. Ook worden daarin de zogeheten kunstwerken vermeld zoals bruggen, stuwen en duikers. De legger is bepalend voor de verplichtingen over en weer tussen het waterschap en burgers op het gebied van de instandhouding van de waterstaatswerken. Zo blijkt bijvoorbeeld uit de legger waar de diverse keurzones geografisch gelegen zijn. In deze keurzones gelden er regels voor diverse activiteiten. Deze regels zijn vastgelegd in de keur en houden bijvoorbeeld in dat er niet gegraven mag worden zonder vergunning van het waterschap (watervergunning). Ook kunnen in de legger onderhoudsverplichtingen worden geregeld. Voor deze leggerwijziging wordt een apart besluit genomen. Dit projectplan heeft tot gevolg dat het beheer en onderhoud als volgt zal wijzigen: Het onderhoud van de zuidelijke kade zal machinaal worden uitgevoerd in plaats van begrazing door schapen in verband met de aanwezigheid van het utilitaire fietspad. Onderhoud van de Laak zal varend worden uitgevoerd door middel van een maaiboot in plaats van rijdend. Samenwerking De opdrachtgever en trekker voor de realisatie van het project is Waterschap Vallei en Veluwe. Het project staat onder leiding van een projectleider van de afdeling Projectrealisatie. In januari 2010 heeft D&H een bestuursovereenkomst met diverse partijen ondertekend over de realisatie van het project Laakzone (bijlage 3). Daarin is de bereidheid van het waterschap vastgelegd om de noodzakelijke kadeverbetering langs de Laak te koppelen aan het project Laakzone. Belanghebbende grondeigenaren en –gebruikers zijn door medewerkers van het waterschap voorafgaand geinformeerd over de beoogde maatregelen.
5
Toetsing Waterwet
De toepassing van de Waterwet is gericht op: a. het voorkomen en waar nodig beperking van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met b. bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen en c. vervulling van maatschappelijke functies door watersystemen. Conclusie: Ad a. De maatregelen zijn gericht op het vergroten van de veiligheid tegen overstromingen en het verminderen van wateroverlast. Ad b. De maatregel draagt, door de aanleg van een natuurvriendelijke oever, bij aan de verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van het water in de Laak. Ad c. De verbreding van de Laak en het toestaan van een vaarwaterfunctie in de Laak geven een invulling aan de recreatieve functie van de Laak.
2
Uitvoerbaarheid 2.1 Samenhang met ander beleid
Het projectplan is afgestemd met de projectgroep Laakzone waarin de verschillende vertegenwoordigers van de betrokken gemeenten zitting hebben. Binnen de projectgroep vind de bestuurlijke afstemming plaats van het gemeentelijk en provinciaal beleid in relatie tot het project. 2.2 Planologische inpassing
Op grond van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) moet zowel voor de maatregelen op grondgebied van gemeente Amersfoort als van gemeente Nijkerk een bestemmingsplan wijziging worden doorlopen. Voor beide bestemmingsplanwijzigingen is de procedure gestart en worden naar verwachting eind 2013 afgerond. Voor de maatregelen op het grondgebied van de gemeente Bunschoten word een aanlegvergunning aangevraagd.
2.3 Hydrologisch/waterstaatkundig onderzoek De uitgangspunten voor het ontwerp (normhoogte) zijn weergegeven in bijlage 1 (MHW ontwerp laakkade fase 3) Overig onderzoek en vergunningen Verder zijn de volgende onderzoeken, overige vergunningen en besluiten van belang: • Ontgrondingsvergunning zal, indien nodig, op basis van reeds uitgevoerd bodemonderzoek voorafgaand aan de werkzaamheden bij de betreffende provincie worden aangevraagd; • Onderzoek naar archeologisch waarden. In de directe omgeving van de Laak bevinden zich geen monumenten. Het dichtstbijzijnde monument, de hofstede “De Pol” aan de oostzijde van de Laak ter hoogte van km 0,25 m ligt op circa 100 m uit de Laak. Er is geen effect te verwachten op dit monument. Verder is 2.4
6
•
•
•
•
geen sprake van archeologische vindplaatsen of plaatsen met een hoge archeologische waarde. Hiervan gaat geen invloed uit op de verdere uitwerking van het ontwerp; Ontheffing Flora en Faunawet zal op basis van uitgevoerd Flora en Fauna onderzoek voorafgaand aan de werkzaamheden bij de Dienst Regelingen / Ministerie van Economische zaken worden aangevraagd; Melding Natuurbeschermingswet 1998/ Natura 2000 op basis van de uitgevoerde EHS toets en de genomen besluiten ten aanzien van natuurcompensatie zal voorafgaand aan de werkzaamheden een melding bij de Provincie Gelderland worden gedaan Omgevingsvergunning zal voor zover noodzakelijk voorafgaand aan de werkzaamheden bij de gemeente Amersfoort, Nijkerk en Bunschoten worden aangevraagd; Melding grondverzet Besluit Bodemkwaliteit. Op basis van uitgevoerd bodemonderzoek zal grondwerk worden aangemeld bij bodemloket;
2.5 Planning Werkzaamheden worden uitgevoerd vanaf medio 2014 tot eind 2015.
3
Procedure / juridische aspecten
Wettelijk kader Dit besluit betreft een projectplan als bedoeld in artikel 5.4 van de Waterwet. Bevoegdheid Het algemeen bestuur is bevoegd tot het nemen van dit besluit in verband met artikel 7, aanhef en sub c van de Organisatieverordening Waterschap Vallei en Veluwe 2013. Inspraakprocedure Dit besluit is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Voor de mogelijkheid om een zienswijze over het ontwerpbesluit te geven of voor het instellen van bezwaar/beroep tegen het definitieve besluit, zie de bekendmaking.
4
Contactpersoon uitvoering Voor vragen over het project kunt u contact opnemen met Dhr. E. de Graaf (projectleider), tel: 06 21841664 Dhr. R. van de Braak (projectmedewerker), tel: 06 54277738 Voor vragen over de procedure of voor juridische vragen kunt u contact opnemen met Mevr. M.A. Burggraaf-Suur, tel: 06 21576927
7
5
Bijlagen 1. 2. 3. 4. 5.
MHW Ontwerp Laakkade fase 3 Definitief Ontwerp Bestuursovereenkomst Laakzone Overzichtstekening kadastrale percelen (incl eigenarenlijst) Overzichtstekening pachters
8