Leidraad Risico Inventarisatie deel Gevaarlijke Stoffen (LRI-GS) oktober 2007 VERSIE 3.1
De LRI-GS behandelt de selectiemethodiek voor de inventarisatie en verwerking van risicovolle situaties met gevaarlijke stoffen.
Tab 01 Stationaire situaties Dit onderdeel van de LRI-GS betreft de gevaarlijke stoffen en externe effecten bij stationaire activiteiten.
Opmerking bij versie 3.1 oktober 2007: - Tekstuele wijzigingen ten opzichte van versie 3.0 zijn weergegeven door middel van een gele accentuering. Verwijderde tekst ten opzichte van de vorige versie wordt aangeduid met (..). In de daarop volgende versie zal deze aanduiding zijn verwijderd.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 34
Disclaimer De Leidraad Risico Inventarisatie (LRI) bestaat uit twee delen. Eén hiervan is het deel Gevaarlijke stoffen (GS). Het andere is het deel Overige Ramptypen (OR). De meest recente digitale versie van beide delen is te verkrijgen bij de kennisbank Externe Veiligheid (www.relevant.nl) en via www.risicokaartinvoer.nl Het LRI-GS bestaat uit twee onderdelen: LRI-GS; Stationaire situaties => gepositioneerd in de LRI onder tab01 LRI-GS; Transport situaties => gepositioneerd in de LRI onder de (toekomstige) tab02. Dit onderdeel van de LRI bestaat nog niet. Voor u ligt: LRI-Gevaarlijke Stoffen; Stationaire situaties Alternatieve notatie: LRI-GS; Stationaire Situaties (tab01) In voorliggende tekst wordt dit ook wel aangeduid met de synoniemen: “Leidraad-Gevaarlijke Stoffen”, “Leidraad-GS” en “LRI-GS”. Wanneer alleen de term Leidraad of LRI wordt gebruikt betreft het beide, hierboven, genoemde delen (GS en OR). De LRI-GS is uitsluitend bedoeld als ondersteunend hulpmiddel voor het inventarisatieproces van risicovolle situaties met gevaarlijke stoffen. De LRI-GS is tot stand gekomen door gebruik te maken van expertise van verschillende instanties en van relevante kennisbronnen op het gebied van externe veiligheid. Er is veel zorg besteed aan een correcte tekst en inhoud van de gehele LRI-GS (hoofddocument, bijlagen, groeps- en gevarenkaarten en achtergronddocument). Desondanks kunnen in de tekst of in de gepresenteerde gegevens fouten of onvolkomenheden voorkomen. De ministeries van BZK en van VROM als eigenaren van de Leidraad Risico Inventarisatie (LRI) (beide delen) en de beheerder Advies en ingenieursbureau Oranjewoud/SAVE kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade van welke aard ook, als gevolg van het gebruik van de LRI. Bij constatering van fouten of onvolkomenheden wordt u verzocht deze te melden aan: De contactpersoon van uw Provincie, of Het RIVM, Centrum voor Externe Veiligheid en Vuurwerk te Bilthoven (
[email protected]), of De helpdesk van Infomil (www.infomil.nl).
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 2 van 34
INHOUD
VOORWOORD
BLAD
4
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
INLEIDING Doelstelling Doelgroep Toepassingsgebied Beschrijving van ramptype 4 en 5 Uitgangspunten Drempelwaarden Risicokaart-relevant
7 7 8 8 10 10 11
2 2.1 2.2 2.3 2.3.1 2.3.3 2.4 2.5
SELECTIEMETHODIEK Introductie van de selectiemethodiek Hoofdschema van de selectiemethodiek: van grof naar fijn Toelichting bij de methodiek Lijst 'Geen verhoogd gevaar' Lijst 'Risicokaart-relevant'. Toepassen van de methodiek Wat te doen bij twijfel
17 17 19 21 22 23 24 34
3
BIJLAGEN 1 Stroomschema’s selectiemethodiek 2 Begrippenlijst 3a Bedrijfstyperingenlijst - alfabetich gesorteerd op bedrijfstypering 3b Bedrijfstyperingenlijst - gesorteerd op SBI-aanduiding 4 Voorbeeld-werkwijze voor het samenstellen van de bruto-lijst 5 Groepskaarten 6 Gevarenkaarten 7 Achtergronddocument 8 Invulformulieren RRGS 9 S3b-lijst (Stoffencategorisering) AVIV
35
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 3 van 34
VOORWOORD De Leidraad Risico Inventarisatie (LRI) is een hulpmiddel voor het verzamelen van informatie voor twee registraties die ten grondslag liggen aan de risicokaarten die zijn opgezet volgens de Model-risicokaart. De risicokaarten van alle provincies zijn sinds september 2006 onder andere benaderbaar via de website www.risicokaart.nl. De LRI biedt een methodiek voor het inventariseren en verwerken van gegevens van objecten en situaties die een veiligheidsrisico inhouden en is, ook na het compleet maken van de inventarisatie, een handvat hoe met nieuwe of gewijzigde situaties moet worden omgegaan. Het omvat geen instructie omtrent de wijze hoe de (digitale) registers gevuld moeten worden. Doordat sprake is van twee registers zijn er twee delen van de LRI. Dit zijn: LRI-deel Gevaarlijke Stoffen (kort: LRI-GS) LRI-deel Overige Ramptypen (kort: LRI-OR) De LRI is afgestemd op de ramptypen uit de Leidraad Maatramp, waarin onderscheid gemaakt wordt tussen zogenoemde 'ramptypen'. De Leidraad Maatramp kent 18 ramptypen. Voor de Leidraad Risico Inventarisatie zijn 13 daarvan relevant omdat deze geografisch zijn af te beelden. De opbouw van de LRI is niet gebaseerd op de 13 afbeeldbare ramptypen maar op 11 fysieke zaken die hierin een rol spelen. Het verband tussen ramptypen en deze fysieke zaken staat in het voorwoord van tab 00. De LRI is historisch gegroeid en bestaat uit de volgende 11 (onder)delen: Tab 00 = LRI-OR; Introductie Tab 01 = LRI-GS; Stationaire situaties Tab 02 = LRI-GS; Transport situaties Tab 03 = LRI-OR; Kwetsbare objecten Tab 04 = LRI-OR; Tunnels Tab 05 = LRI-OR; Vliegvelden e.d. Tab 06 = LRI-OR; Waterwegen en water(sport)gebieden Tab 07 = LRI-OR; Wegen en Spoorwegen Tab 08 = LRI-OR; Evenementen- en activiteitenlocaties Tab 09 = LRI-OR; Ondergrond Tab 10 = LRI-OR; Overstromingsgebieden Tab 11 = LRI-OR; (..) Natuurgebied Wanneer de term 'Leidraad' of 'LRI' wordt gebruikt betreft het beide delen (GS en OR samen)en tab 01 en 02 vormt deel GS. De structuur van de LRI staat beeldend in figuur 1.0.1. De tekst die nu voor u ligt betreft (alleen) de 'Leidraad Risico Inventarisatie-deel Gevaarlijke Stoffen'. Kortweg LRI-GS. Deze bestaat uit twee onderdelen. Hierboven zijn zij reeds genoemd: Tab 01 = LRI-GS; Stationaire situaties Tab 02 = LRI-GS; Transport situaties Het onderdeel over transport van gevaarlijke stoffen is nog niet gereed. Ondanks dit worden worden beide onderdelen bedoeld wanneer in voorliggende tekst de volgende termen worden gebruikt: 'Leidraad-Gevaarlijke Stoffen', 'Leidraad-GS' en 'LRI-GS'.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 4 van 34
Leidraad Risico Inventarisatie
Verschillende TAB bladen
TAB 0 OR;
Introductie
TAB 1 Gevaarlijke stoffen (GS);
TAB 2 Gevaarlijke stoffen (GS);
Stationaire Situaties
Transport Situaties
H1 Inleiding en toepassing
H2 Selectiemethodiek
TABTAB TAB TAB TAB TAB TAB 3 11 .. .. .. .. 10 OR; Kwetsbare objecten
H3 Bijlagen
Figuur 1.0.1: Opbouw van de Leidraad Risico Inventarisatie(LRI) en specifiek het deel Gevaarlijke Stoffen (GS) De beide LRI-GS onderdelen die zich bevinden onder tab 1 en tab 2 corresponderen met de ramptypen 4, 5 en 6 van de Leidraad Maatramp. Ramptype 6 ‘ongeval met radioactieve stof’ is overigens nog niet in de LRI-GS uitgewerkt. Het voor u liggende document heeft betrekking op de inventarisatie van gegevens van stationaire activiteiten met gevaarlijke stoffen en is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 1: Inleiding en toepassing; Hoofdstuk 2: De selectiemethodiek van de risico-inventarisatie, waaronder: de doelstelling; de verschillende uit te voeren stappen en de resultaten; Hoofdstuk 3: Bijlagen behorend bij de LRI-GS. Als gevolg van nieuwe inzichten, gebruikservaringen en wijzigingen in regelgeving wordt de LRI regelmatig aangepast. Elke pagina is daarom voorzien van een codering van het betreffende (onder)deel van de LRI inclusief een versienummer en datum.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 5 van 34
Met de publicatie van een nieuwe versie van de LRI vervallen de eerder uitgebrachte versies. De gebruiker wordt verzocht de meest recente versie van de Leidraad te gebruiken. De meest recente digitale versie van beide delen is te verkrijgen bij de kennisbank Externe Veiligheid (www.relevant.nl) en via de site www.risicokaartinvoer.nl. De invoermodule voor het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS) en Overige Ramptypen (ISOR) zijn in deze site sinds eind 2006 samengevoegd.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 6 van 34
1
INLEIDING De Leidraad Risico Inventarisatie (LRI) beschrijft welke Risicosituaties geplaatst behoren te worden op de Risicokaart. Diverse bevoegde gezagen kunnen hiermee bepalen 'wat' moet worden geregistreerd. Tevens is de LRI een handvat 'hoe' de inventarisatie kan worden uitgevoerd. Men kan men met de Leidraad eveneens de registratie actueel houden. De verplichting voor het bevoegd gezag om een aantal omschreven risicosituaties te inventariseren, bepaalde gegevens daarvan vast te stellen en te registreren berust op artikel 6a WRZO (Wet Rampen en Zware Ongevallen)(Ministerie van BZK) en de Wet milieubeheer (artikel 12.12). De uitwerking van de registratieplicht wordt opgenomen in het nog te verschijnen AMvB ‘Registratiebesluit externe veiligheid’ (Ministerie van VROM). De Provincies hebben onder andere tot taak om, mede ten behoeve van de gemeenten, met die gegevens een digitale risicokaart te produceren. Deze risicokaarten zijn onder andere benaderbaar via de website www.risicokaart.nl die sinds 1 april 2005 operationeel is. Vanaf september 2006 staan hier alle provinciale kaarten volgens het landelijke model. Met de risico inventarisatie gevaarlijke stoffen zoals beschreven in deze LRI-GS wordt beoogd inzicht te krijgen in risicovolle situaties met gevaarlijke stoffen. De Relevante gegevens uit deze inventarisatie worden ingevoerd in het betreffende register en actueel gehouden. Met dit inzicht kan verder worden gewerkt aan het verbeteren van de veiligheid van de omgeving. De LRI biedt de inventariseerder de methodieken om de inventarisatie en registratie op een eenduidige en volledig mogelijke wijze uit te voeren. Door toepassing van deze methodieken kan naar het bestuur verantwoording worden afgelegd over de volledigheid van de inventarisatie van risicovolle activiteiten en objecten.
1.1
Doelstelling Doelstelling van de Leidraad Risico Inventarisatie- deel Gevaarlijke Stoffen; Stationaire Situaties (Tab 01): Het geven van een methodiek voor het selecteren en inventariseren van stationaire activiteiten betreffende de ramptypen 4, 5 en 6, en het daaraan toekennen van kenmerken omtrent de aard en de omvang van het gevaar en het risico. Dit zijn kerngegevens die door het bevoegd gezag moeten worden ingevoerd in het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS), op grond van de Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding (WKR) en het toekomstige Registratiebesluit Gevaarlijke stoffen.
De inventarisatie geeft inzicht in de gevaarsaspecten van risicovolle activiteiten en kan gebruikt worden om de omgeving veiliger te maken. Zo kunnen de resultaten gebruikt worden in de ruimtelijke ordening, de vergunningverlening, handhaving en de voorbereiding van de rampenbestrijding. Het is belangrijk dat de inventarisatie geen eenmalige actie is, maar dat deze actueel gehouden wordt.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 7 van 34
De gegevens worden aangeleverd bij het landelijke register RRGS (via www.risicokaartinvoer.nl) en weergegeven op de Risicokaart per provincie. Per provincie is er een publieke Risicokaart en een professionele Risicokaart. Enerzijds omdat in het kader van risicocommunicatie het publiek geen informatie nodig heeft die voor hem geen meerwaarde heeft. Anderzijds geven professionele Hulpverleningsinstanties aan dat zij voor diverse werkzaamheden in de veiligheidsketen over meer gegevens over risicosituaties willen beschikken. Tevens wordt geoordeeld dat sommige gegevens (bijvoorbeeld effectafstanden) niet toegankelijk moeten zijn op het openbare internet uit veiligheidsoverwegingen. De feitelijke invoer in het RRGS wordt in de Leidraad-GS niet verder uitgewerkt. Zie hiervoor de handleiding van het RRGS op de genoemde website. Informeer zonodig bij de provinciale contactpersoon voor dit onderwerp.
1.2
Doelgroep De primaire doelgroep van de 'Leidraad Risico Inventarisatie-Gevaarlijke Stoffen'(LRI-GS) zijn de inventariseerders van het gemeentelijke bevoegd gezag. De gemeentelijke inventariseerders hebben te maken met een aanzienlijke groep inrichtingen en staan gesteld voor de opgave om daaruit de (potentieel) risicovolle inrichtingen te identificeren en daarvan de benodigde informatie over relevante gevaarsaspecten te verzamelen en actueel te houden. Inrichtingen waarvan de Provincie of het Rijk bevoegd gezag is, zijn vaak al als risicovol geselecteerd op basis van bestaande selectiemethoden (bijvoorbeeld het aanwijzingssysteem voor BRZO-inrichtingen). De uiteindelijke gebruikers van de informatie zijn meerdere doelgroepen. Hierbij kan gedacht worden aan instanties die betrokken zijn bij rampbestrijding, planvorming of ruimtelijke ordening, zoals hulpverleningsinstanties (brandweer) of Ruimtelijke Ordeningsafdelingen van overheden. Belangrijke delen van de informatie in het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS), en de Provinciale risicokaarten tevens bedoeld voor raadpleging door het publiek.
1.3
Toepassingsgebied
De Leidraad Risico Inventarisatie-deel Gevaarlijke Stoffen; Stationaire situaties (tab 01) betreft enkel stationaire risicosituaties met gevaarlijke stoffen, niet zijnde nucleaire gevaarlijke stoffen. Het toepassingsgebied van dit onderdeel van de LRI is gevisualiseerd in figuur 1.1.1.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 8 van 34
Risicosituaties m.b.t. de ramptypen 1 t/m 6 en 9 t/m 15 LRI-deel Gevaarlijke Stoffen, ramptype 4, 5 en 6: (invoer van gegevens in RRGS) ramptype 6 (nucleair)
LRI-deel Overige Ramptypen (invoer van gegevens in ISOR) ramptype 2,3,9,10,11, 12, 13, 14 en 15
Stationaire situaties : TAB 01, dit onderdeel van de LRI
stationair
stationair
TAB 02: Transportsituaties (bestaat nog niet)
transport
verkeer /vervoer
ramptypen 4 en 5 (brandbaar/explosief, toxisch)
Figuur 1.1.1:
Toepassingsgebied van LRI-Gevaarlijke Stoffen; Stationaire Situaties
In figuur 1.1.1 is te zien dat risicosituaties met gevaarlijke stoffen gerelateerd zijn aan de 'ramptypen' 4, 5 en 6 van de Leidraad Maatramp (BZK). Risicosituaties die samenhangen met nucleair materiaal (ramptype 6) worden wel in het RRGS en op de risicokaart opgenomen. Dit gebeurt door het specifieke bevoegd gezag (de Rijksoverheid). Daarnaast is een risico-inventarisatie van transportsituaties met gevaarlijke stoffen voorzien. Deze zal worden beschreven onder tab 02. Gegevens over risicosituaties die samenhangen met het vervoer van gevaarlijke stoffen komen van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (AVV – Adviesdienst Verkeer en Vervoer). In principe voeren zij deze gegevens in in het RRGS. Gemeenten kunnen desgewenst daarop plaatselijke aanvullingen aanbrengen. De tot dusverre genoemde risicosituaties met gevaarlijke stoffen worden in de landelijke database RRGS ingevoerd. Deze is bereikbaar via www.risicokaartinvoer.nl en wordt beheerd door het RIVM. Risicosituaties die verband houden met de Overige Ramptypen, worden ingevoerd in het Invoersysteem Overige Risico’s (ISOR), eveneens een landelijke database die wordt beheerd door het IPO namens de gezamenlijke provincies. Bereikbaar via www.risicokaartinvoer.nl. In de LRI-deel Overige Ramptypen tab 0 en tab 3 t/m 11 is beschreven welk inventarisatiewerk nodig is voor de overige ramptypen.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 9 van 34
1.4
Beschrijving van ramptype 4 en 5 De ramptypen 4, 5 hebben betrekking op de volgende ongevallen: ramptype 4
Ongeval met brandbare/explosieve stof
ramptype 5
Ongeval met giftige stof
Het gaat in dit deel van de leidraad om risicosituaties met brandbare, explosieve en/of toxische stoffen in dan wel bij: • opslagen voor gevaarlijke stoffen; • productie van gevaarlijke stoffen; • verwerking van gevaarlijke stoffen; • gebruik van gevaarlijke stoffen; • vervoer gerelateerde inrichtingen, voor zover deze mogelijk een relevant effect buiten de inrichting hebben. ramptype 4
Ongeval met brandbare/explosieve stof
Bij een dreigende explosie, bijvoorbeeld wanneer al brand is ontstaan, kan ontruiming aan de orde zijn in het bedreigde gebied. Mensen die zich bevinden in het effectgebied van een plotseling ongeval met brandbare of explosieve stof kunnen gewond raken door rondvliegende brokstukken (met name glas) of door hitte (straling) of door de drukgolf en instorting. Er kunnen secundaire branden ontstaan.
ramptype 5
Ongeval met giftige stof
Bij een ongeval met een giftige stof kan het aantal slachtoffers zeer groot zijn. Onder de slachtoffers zullen veel mensen zijn met bijvoorbeeld ademhalingsproblemen en huidirritaties. De mogelijkheden om veel personen met ernstige ademhalingsproblemen te helpen, op hetzelfde moment en met evenveel zorg, zijn beperkt. Bovendien zijn de bevolkingsdichtheid en de weersomstandigheden bij een ongeval met giftige stoffen zeer belangrijke parameters. Grofweg kan worden gesteld dat de groep bedreigde personen twee tot tien keer zo groot kan zijn als het feitelijk aantal blootgestelden. Bij (dreigende) grote ongevallen met giftige stoffen moeten daarom veel mensen snel worden gewaarschuwd.
1.5
Uitgangspunten De uitgangspunten voor de LRI- deel Gevaarlijke Stoffen zijn: • de activiteiten die moeten worden geïnventariseerd vallen grotendeels onder het Inrichtingen- en vergunningenbesluit (Ivb) van de Wet milieubeheer (Wm); • de in de volgende paragraaf opgenomen Drempelwaardentabel Risicokaart-relevant 2005 bepaalt welke inrichtingen moeten worden ingevoerd in het Register risicosituaties gevaarlijke stoffen (RRGS), • dit deel van de Leidraad biedt, in aanvulling op de genoemde Drempelwaardentabel, eveneens een, niet-verplicht hulpmiddel, voor het selecteren van de betrokken inrichtingen;
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 10 van 34
•
•
•
dit deel van de Leidraad biedt voorts, via zogenoemde gevarenkaarten basisinformatie waarmee generieke effectafstanden kunnen worden bepaald, alsmede risicoafstanden, voor inrichtingen waarvoor deze gegevens niet op een specifieke wijze beschikbaar zijn; de bedoelde generieke effectafstanden en risicoafstanden houden geen rekening met eventueel aanwezige beveiligingen of beschermingsmaatregelen, bijvoorbeeld vereiste WBDBO (Weerstand tegen BrandDoorslag en BrandOverslag) of maatregelen en voorzieningen voor de bestrijding en beheersing van ongevallen; de effectafstanden zijn gebaseerd op het rapport Effectafstanden Modelrisicokaart (SAVE, december 2002)
Slechts voor een klein deel van de te inventariseren inrichtingen is een kwantitatieve risicoanalyse aanwezig waaruit de voor het RRGS benodigde effectafstanden en risicoafstanden zijn af lezen. Voor enkele groepen inrichtingen geeft het Besluit Externe veiligheid inrichtingen (Bevi) op welke risicoafstand moet worden gehanteerd. Dit betekent dat voor de meeste inrichtingen die in het RRGS moeten worden opgenomen geen specifieke effectafstand en geen specifieke risicoafstand beschikbaar is. Deze Leidraad-GS biedt daarvoor generieke gegevens aan. Deze gegevens zijn enigszins pessimistisch, om er voor te zorgen dat een specifieke berekening in de meerderheid van de gevallen tot een lagere (niet tot een hogere) afstand komt. In tegenstelling tot risicoafstanden, zijn effectafstanden sterk afhankelijk van het gehanteerde criterium en het beschouwde scenario. Voor gebruik in het kader van het RRGS en risicokaarten, is daarom de bepaling van effectafstanden ‘genormaliseerd’ op basis van het rapport Effectafstanden Modelrisicokaart (SAVE, ref . 021640c-L12). Voor een toelichting op en verantwoording van de gehanteerde uitgangspunten wordt verwezen naar het Achtergronddocument in bijlage 6 van deze Leidraad-GS. De volgende paragraaf gaat in op de genoemde Drempelwaardentabel. Opgemerkt moet worden dat de in het RRGS op te nemen gegevens geen bedrijfsgevoelige informatie bevatten. Ondanks dit kan het voorkomen dat bedrijfsgevoelige (vergunnings)informatie (bijvoorbeeld recepturen van stoffen en mengsels) moet worden gebruikt om items (bijv. afstanden) voor het RRGS te genereren. Tevens geldt dat niet alle gegevens die in het RRGS worden ingevoerd zichtbaar zullen worden op de publieke Risicokaart. In principe is dit wel het geval voor de professionele Risicokaart.
1.6
Drempelwaarden Risicokaart-relevant De ministeries van BZK en VROM hebben in overleg met het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een tabel met drempelwaarden vastgesteld die bepaalt wanneer een inrichting ‘Risicokaart-relevant’ is. Deze drempelwaarden geven in feite aan wanneer een Stationaire Risicosituatie met gevaarlijke stoffen een zodanig 'Verhoogd Gevaar' (zie begrippenlijst) heeft dat het relevant wordt geacht dat deze is te zien op de publieke Risicokaart. Het basiscriterium voor deze 'drempelwaarden Risicokaart-relevant' is dat er bij de betreffende hoeveelheid gevaarlijk stof een effectafstand letaal (op basis van 1% letaliteit) van 50 meter of meer mogelijk wordt geacht. Dit basiscriterium gaat niet altijd op. Er zijn stofcategorieën waarbij, uit
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 11 van 34
praktische overwegingen, een andere drempelwaarde is gekozen. De grondslag van de drempelwaarden Risicokaart-relevant is per stofcategorie vermeld in het achtergronddocument (paragraaf. 4.4). Tevens geldt dat de drempelwaarden voor Risicokaart-relevant zo gekozen zijn dat alle situaties die relevant zijn voor de externe veiligheid ook Risicokaart-relevant zijn. Oftewel: de verzameling Risicokaart-relevante situaties met gevaarlijke stoffen is altijd groter dan de verzameling van situaties die relevant zijn voor de externe veiligheid. Wat exact relevant is voor de externe veiligheid zal, op grond van de Wet milieubeheer, worden vastgelegd in het toekomstige Registratiebesluit externe veiligheid. Een belangrijk criterium daarbij is of er een risicocontour van 10-6 voor het plaatsgebonden risico aanwezig kan zijn. Indien deze risicocontour buiten de inrichting ligt heeft dat formele betekenis voor de ruimtelijke ordening; zie onder andere het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Echter ook bij afwezigheid van een 10-6-contour kan er sprake zijn van letale effecten of gezondheidsschade buiten de inrichting. De drempelwaarden Risicokaart-relevant zijn/worden wettelijk verankerd door middel van een ministeriële regeling op grond van de Wet Rampen en Zware Ongevallen (WRZO). Dit houdt in dat inrichtingen c.q. activiteiten vanaf deze drempelwaarden moeten worden geregistreerd, onder andere ten behoeve van de provinciale risicokaarten. Deze registratie vindt plaats in het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS). Figuur 1.1.2 geeft op schematische wijze (kwalitatief) aan hoe verschillende soorten drempelwaarden, met betrekking tot gevaarlijke stoffen in stationaire situaties, zich tot elkaar verhouden. In deze figuur worden meerdere drempelwaarden bij naam genoemd. Alleen de Drempelwaarden Risicokaart-relevant zijn voor deze Leidraad van belang en gespecificeerd (zie figuur 1.1.3). De as waarop de verschillende drempelwaarden staan gemarkeerd vertegenwoordigt een (van links naar rechts) oplopende hoeveelheid gevaarlijke stof. Links van de drempelwaarde Risicokaart-relevant is een gebied aangeduid als 'Facultatief'. Dit duidt aan dat het bevoegd gezag in het RRGS ook inrichtingen mag invoeren die (een hoeveelheid aan gevaarlijke stof hebben die) onder de drempelwaarde Risicokaart-relevant liggen. Dit is een facultatieve invoer die gedaan kan worden op basis van bijvoorbeeld het argument dat het weergeven van de betrokken risicosituatie nuttig wordt geacht voor de professionele (hulp)dienstverleners1. Alle risicosituaties die meer zijn dan een 'gewone brand' zijn voor (hulp)dienstverleners relevant. Drempelwaarden hiervoor kunnen van (veiligheids)regio tot regio verschillen en zijn niet van belang voor deze Leidraad. Wel mag uit de figuur duidelijk zijn dat alle Risicokaart-relevant situaties ook Hulpdienstrelevant relevant zijn.
1
) Versie 1.0 van de LRI-GS hanteerde het begrip ‘Enkel hulpdienstrelevant’ naast de term 'EV-relevant'. Invoering van het begrip Risicokaart-relevant houdt in dat ‘Enkel hulpdienst relevant’ nu geldt naast c.q. onder de drempelwaarde van Risicokaart-relevant. Zie ook voetnoot 3 in dit hoofdstuk.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 12 van 34
Onder
Invoer en in het RRGS (Risicokaart-relevant)
drempelwaarde Risicokaart-
Hulpdienst relevante bedrijven/activiteiten
relevant facultatieve invoer in RRGS
Drempelwaarde Risicokaart-relevant
Drempelwaarde externe veiligheid
PBZO -grens van BRZO
VR-grens van BRZO
Figuur 1.1.2: Schematisch overzicht van de relatie tussen verschillende drempelwaarden ten opzichte van de drempelwaarde voor Risicokaart-relevant. De drempelwaardentabel voor Risicokaart-relevantie is weergegeven in figuur 1.1.3. Bij de indeling van deze drempelwaardenlijst is aangesloten bij: 1. De indeling van gevaarlijke stoffen volgens de Wet milieugevaarlijke stoffen (WMS). 2. De categorie-indeling van inrichtingen zoals die is gehanteerd in het (bestaande) invoersysteem van het RRGS (release 2); Hieronder wordt dit nader toegelicht. Op het moment van uitgave van deze Leidraad-Gevaarlijke Stoffen versie 3.0, is release 2 de beschikbare operationele versie van het RRGS. Deze release is gebaseerd op een eerdere concept van het registratiebesluit. De letters van de stoffencategorieën A tot en met N zoals genoemd in de drempelwaardentabel Risicokaart-relevant (figuur 1.1.3) komen (dus) hiermee overeen. De datastructuur van de provinciale risicokaarten is ook hierop gebaseerd. Wanneer het definitieve registratiebesluit van kracht wordt én tevens het RRGS-systeem in een bijpassende nieuwe release operationeel is, kan op een eventueel gewijzigde categorieindeling2) worden overgegaan.
2
) Het definitieve registratiebesluit zal wellicht een andere indeling hanteren. Met uitzonderling van categorie J, oorspronkelijk getiteld AVR-inrichtingen, zal dat waarschijnlijk geen invloed hebben op de te registreren inrichtingen. Dat is het geval omdat de drempelwaarden bepalend zijn voor de registratieplicht (ex WKR) en het verder alleen om een ‘label’ gaat. Voor de categorie J wordt thans de opvolger van de inmiddels vervallen AVR-regeling gehanteerd. Dat is de ARIE-regeling met de daarbij geldende selectiecriteria.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 13 van 34
In de drempelwaardentabel van figuur 1.1.3 is de categorie N nader uitgewerkt volgens de systematiek van de Wet milieugevaarlijke stoffen. Daardoor is duidelijker dan voorheen3) wanneer sprake is van registratieplicht. Een toelichting op inhoud van de categorieën in figuur 1.1.3 staat in het achtergronddocument paragraaf 4.4. De categorie N kent 24 onderverdelingen. De categorie N24 is een bijzondere omdat de betreffende risicosituatie met gevaarlijke stoffen zich kan voordoen bij aangewezen (parkeer)situaties. Situaties die zowel binnen de inrichtingsgrenzen aanwezig kunnen zijn als in het openbare gebied. Meer hierover in het achtergronddocument (paragraaf 4.4.31).
Hieronder volgen nog drie bijzonderheden in relatie tot het toetsen of een stationaire risicosituatie met gevaarlijke stoffen Risicokaart-relevant is. Dit betreft hoe om te gaan met de vullingsgraad (van tanks), mengsels van stoffen en met stoffen die op zich ongevaarlijk zijn maar bij verbranding toxische producten kunnen opleveren. Vullingsgraad Bij het formuleren van de drempelwaarden (en de gevarenkaarten) is rekening gehouden met de praktische vullingsgraad van tanks. Bijvoorbeeld: een tank van 3000 liter propaan is bij een toetsing aan de drempelwaarden voor Risicokaart-relevant (zie figuur 1.1.3) Risicokaart-relevant. De Categorie 'Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas geeft namelijk een drempelwaarde van > 3000 liter. De drempelwaarden geven in feite 'de waterinhoud' van de betreffende tank of opslag (zie definitie). Het is niet de bedoeling bij toetsing aan de drempelwaarde de maximale praktische vullingsgraad (van bijvoorbeeld 85%) hierbij te betrekken. Mengsels toetsen aan de drempelwaarden Risicokaart-relevant De drempelwaarden Risicokaart-relevant zijn gebaseerd op de werkzame hoeveelheid gevaarlijke stof (de massa). In het geval dat er sprake is van een mengsel van een gevaarlijke stof en een niet gevaarlijke stof (bijvoorbeeld een oplossing van een gevaarlijke stof in water) wordt alleen uitgegaan van de (massa van de) gevaarlijke stof in het mengsel. Voor een mengsel van twee of meer gevaarlijke stoffen, waardoor deze op verschillende wijze kan worden ingedeeld, geldt de laagste van toepassing zijnde drempelwaarde. Zijn de stoffen in het mengsel van dezelfde categorie uit de drempelwaardentabel dan kunnen de massa's ervan bij elkaar worden opgeteld en worden getoetst aan de betreffende drempelwaarde. In het achtergronddocument wordt voor enkele bijzondere gevallen een toelichting gegeven. Zie paragraaf 4.4.22 (gevaarlijke stoffen opgelost in water) en 4.4.23 (ammonia). Ongevaarlijke stoffen met toxische reactieproducten De huidige drempelwaardentabel Risicokaart-relevant geeft in principe alleen drempelwaarden voor stoffen die uit zichzelf al gevaarlijk zijn. Er bestaan ook 'ongevaarlijke stoffen' die 3
) De voorgaande versies van Leidraad-deel Gevaarlijke stoffen bevatten andere drempelwaarden tabellen (zie figuur 1.4.7 en 1.4.8 in het achtergronddocument). Een belangrijk verschil is dat categorie N, daarin minder ver was uitgewerkt, wat tot veel vragen aanleiding gaf. Overigens zijn daarnaast nog enkele drempelwaarden aangepast om een betere aansluiting bij de praktijk te bereiken. Zie verder het achtergronddocument.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 14 van 34
eventueel bij verbranding (toch) een toxische stof kunnen vormen. Evenals stoffen die bij aanraking met water of een zuur een giftig gas kunnen vormen. Zolang voor deze 'ongevaarlijke stoffen' geen drempelwaarden zijn vastgesteld zijn deze stoffen niet Risicokaart-relevant.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 15 van 34
Figuur 1.1.3: Risicokaart-relevante drempelwaarden LTR RB/R Categorie-aanduiding P A RB BRZO
Omschrijving categorie
Risicokaart-relevante drempelwaarde
Inrichtingen waarop het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 van toepassing is
Altijd meenemen
Uitzondering
LPG-tankstations als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit LPG-tankstations milieubeheer Inrichtingen waar verpakte gevaarlijke stoffen in emballage worden opgeslagen
Altijd meenemen In een hoeveelheid ≥ 10.000 kg per opslagplaats
Niet zijnde een inrichting als bedoeld onder A of D Niet zijnde een inrichting als bedoeld onder A of D
Toelichting
B
RB
LPG-tankstations
C1
RB
Opslag verpakte gevaarlijke stoffen
C2
RP
Opslag verpakte gevaarlijke stoffen
Inrichtingen waar verpakte bestrijdingsmiddelen in emballage worden opgeslagen
Hoeveelheid welke ≥ 2.500 kg is per opslagplaats
D
RP
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie
Inrichtingen waarin een koel- of vriesinstallatie aanwezig is
Hoeveelheid welke ≥ 200 kg ammoniak is per installatie
E
RB
Spoorwegemplacement
Spoorwegemplacementen die bestemd zijn voor het rangeren van wagons met gevaarlijke stoffen
Altijd meenemen
F
RP
Vervoersbedrijf
Inrichtingen bestemd voor de opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen (al dan niet in combinatie met andere stoffen en producten). Het betreft verzamelplaatsen waar te vervoeren gevaarlijke stoffen geparkeerd mogen worden.
Hoeveelheid welke ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen is
G1
RB
Consumentenvuurwerk
G2
RB
Professioneelvuurwerk
Inrichtingen waar consumentenvuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen al dan ≥ 10.000 kg niet in combinatie met het bewerken daarvan Inrichtingen waar professioneel (theater-) vuurwerk al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk in Altijd meenemen de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen of bewerkt in de zin van het Vuurwerkbesluit
H
RB
Kernenergiewetbedrijf
Inrichtingen waarop artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet van toepassing is
Altijd meenemen
I
RB
Mijnbouwwetbedrijf
Inrichtingen die krachtens artikel 1 van de Mijnbouwwet zijn aangewezen als mijnbouwwerken
Altijd meenemen
Met uitzondering van in de territoriale zee gelegen inrichtingen
K
RP RB
Inrichtingen waar propaan of een vloeibaar gemaakt brandbaar gas wordt opgeslagen in een reservoir Inrichtingen als bedoeld in categorie 3.1 van bijlage 1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, waar explosieve massa aan munitie aanwezig is
Hoeveelheid welke ≥ 3.000 liter is
L1
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas Munitie
M.u.v. een reservoir waarop CPR 11–1 ‘Het gebruik van propaan op bouwterreinen’ van toepassing is. Met uitzondering van volgens bijlage A van het ADR tot klasse 1.4 behorende patronen dan wel onderdelen daarvan voor vuurwapens met een kaliber van niet meer dan 13,2 mm
L2
RB
Ontplofbare stoffen
Inrichtingen als bedoeld in categorie 3.1 van bijlage 1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, waar ontplofbare stoffen aanwezig zijn
≥ 10 kg
M
RB
Distikstofoxide
Inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met distikstofoxide
≥ 1.250 liter per stuk
N1
RP
Oxiderende gassen
N2
RP
Gasdrukregel- en meetstations
Gassen Inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een oxiderende (vloeibaar gemaakt) gas Inrichtingen waar een gasdrukregel- en meetstation aanwezig is
Hoeveelheid welke ≥ 20.000 liter is (per tank of procesinstallatie) Vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059
N3
RP
Propaan- en butaanvulstations
Inrichtingen waar gasflessen met propaan en/of butaan door middel van een vulstation worden gevuld, indien bij deze inrichting een tank propaan en/of butaan aanwezig is
Hoeveelheid welke ≥ 3.000 liter is (volume van alleen de voorraadtank)
Grens Besluit bouw- en houtbedrijven milieubeheer.
N4
RP
Gasflessendepot
Inrichtingen waar gasflessen worden opgeslagen (gasflessendepot)
Hoeveelheid (som van alle flessen) welke ≥ 10.000 liter is
N5
RP
Zeer giftige gassen
Inrichtingen waar een gasfles, tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een Hoeveelheid welke ≥ 15 liter is (per gasfles, tank, tankwagen, zeer vergiftige (vloeibaar gemaakte) gas boxcontainer of procesinstallatie)
Circa 250 stuks; grens Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer 20 kg
N6
RP
Giftige gassen
Inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een vergiftige (vloeibaar gemaakte) gas
Hoeveelheid welke ≥ 150 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie)
N8
RP
Overige gevaarlijke gassen
Inrichtingen waar een tank, tankwagen boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een gasvormige gevaarlijke stof
Hoeveelheid welke ≥ 20.000 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie)
N9
RP
Licht ontvlambare vloeistoffen
Hoeveelheid welke ≥ 20.000 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie) Hoeveelheid welke ≥ 150.000 liter is (per tank of procesinstallatie) Hoeveelheid welke ≥ 200 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie) Hoeveelheid welke ≥ 2.000 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie) Hoeveelheid welke ≥ 20 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie) Hoeveelheid welke ≥ 200 liter is (per stuk tank of procesinstallatie)
N11 RP
Zeer giftige vloeistoffen
N12 RP
Giftige vloeistoffen
N13 RP
Vloeistoffen die zeer giftige gassen kunnen vormen Vloeistoffen die giftige gassen kunnen vormen
Vloeistoffen Inrichtingen waar een bovengrondse tank, tankwagen boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een (licht) ontvlambare vloeistof Inrichtingen waar een bovengrondse tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof met een vlampunt hoger dan 55 o C inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een zeer giftige vloeistof inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een giftige vloeistof Inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof die zeer vergiftige gassen kan vormen (R32) Inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof die giftige gassen kan vormen (R29 en R31)
N15 RP
Overige gevaarlijke vloeistoffen
Inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeibare gevaarlijke stof
N16 RP
Zeer giftige vaste stof
N17 RP
Giftige vaste stof
N10 RP
N14 RP
Brandbare vloeistoffen
≥ 100 kg netto
Legenda: LTR = Letter ter herkenning van de categorie RB of RP = Drempelwaarde is vastgelegd in het Registratiebesluit (RB) of Regeling provinciale risicokaart (RP)
Ontplofbare stoffen zijn onder meer: organische peroxiden, opslaggroep 1overeenkomstig CPR 3; nitraathoudende meststoffen Type A en B conform CPR 1
Niet zijnde inrichtingen die behoren tot een categorie als aangewezen bijlage I, onder 23.1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
Hoeveelheid welke ≥ 150.000 liter is (per stuk tank of procesinstallatie)
1.250 liter komt overeen met 1000 kg
Geen opslag in gasflessen Categorie C in NEN 1059 vermeldt de volgende kenmerken: 'ontwerpcapaciteit > 6000 m 3/uur en inlaatdruk < 8 bar' of 'alle capaciteiten en inlaatdruk > 8 bar'
Geen opslag in gasflessen
Geen opslag in tanks vallende onder CPR 9-6 Geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15) Niet zijnde benzine, gasolie huisbrandolie, lichte stookolie of afgewerkte olie
Geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15) Geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15)
Geen opslag in emballage Niet zijnde brandbaar of (zeer) vergiftige stof of een stof die die Geen opslag in emballage (zeer) vergiftige gassen kan vormen (R29, 31 of 32)
Vaste stoffen die zeer giftige gassen kunnen vormen
Hoeveelheid welke ≥ 200 kg is (per silo of andere gesloten opslagvoorziening) Hoeveelheid welke ≥ 2.000 kg is (per silo of andere gesloten opslagvoorziening) Hoeveelheid welke ≥ 200 kg is (per silo of andere gesloten opslagvoorziening)
Geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15)
N18 RP
Vaste stoffen Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een zeer vergiftige vaste stof Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een vergiftige vaste stof Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een stof die zeer giftige gassen kan vormen (R32)
N19 RP
Vaste stoffen die giftige gassen kunnen Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal vormen aanwezig is met een stof die giftige gassen kan vormen (R29 en R31)
Hoeveelheid welke ≥ 2.000 kg is (per silo of andere gesloten opslagvoorziening)
Geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15)
N20 RP N21 RP
Overige onbrandbare vaste gevaarlijke Inrichtingen waar een een silo of een andere gesloten opslagvoorziening aanwezig is met een stof onbrandbare vaste gevaarlijke stof Stofexplosie Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening zonder adequate drukontlasting voor losgestort materiaal aanwezig is waar een voor stofexplosie-gevaarlijke atmosfeer aanwezig is
N22 RP
Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3
N23 RP
Brandbare vaste stoffen
N24 RP
Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen
Brandgevaar Inrichtingen waar organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 overeenkomstig PGS8 worden opgeslagen Grote buitenopslagen van fusten, pallets, kratten of vaten waarbij de brandbare stof 50% of minder van het volume inneemt.
3
Hoeveelheid welke ≥ 1.500.000 liter (=1.500 m ) is (per silo of andere opslagvoorziening) Hoeveelheid welke ≥ 100.000 liter (=100 m³) is (per silo of andere opslagvoorziening)
Poeders, geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15) Geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15)
Niet zijnde brandbaar of (zeer) vergiftige stof of een stof die die Geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15) (zeer) vergiftige gassen kan vormen (R29, 31 of 32) Geen opslagplaatsen met verpakte stuifgevoelige producten
2
Het voorwoord van PGS8 stelt dat deze ongewijzigd is ten opzichte van de CPR-richtlijn 3.
Opslagplaats heeft grootte van ≥ 100 m
Hoeveelheid welke ≥ 1000 m2 grondoppervlak is
Wanneer de opslag van brandbare vloeistoffen in emballage onder PGS 15 valt is categorie C1 van toepassing
Overig Aangewezen (parkeer) locaties waar vervoerseenheden beladen met gevaarlijke stoffen worden geparkeerd
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
Voor zover op de aangewezen (parkeer)locatie ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen gelijktijdig aanwezig mag zijn
pag 16 van 34
2
SELECTIEMETHODIEK
In dit hoofdstuk is de structuur en het gebruik van de selectiemethodiek beschreven: • § 2.1 omvat de introductie en de doelstelling van de selectiemethodiek; • § 2.2 beschrijft het principe en de structuur van de methodiek aan de hand van het 'Hoofdschema selectiemethodiek'; • § 2.3 bevat een uitgebreide beschrijving van de selectiemethodiek. Bij de uitleg van de methodiek worden begrippen geïntroduceerd en verklaard; • § 2.4 geeft aan de hand van voorbeelden stap voor stap een toelichting; • § 2.5 geeft aan wat te doen in gevallen van twijfel. Dit hoofdstuk maakt gebruik van bijlagen die in hoofdstuk 3 zijn opgenomen: • Bijlage 1 bevat gedetailleerde stroomschema’s -als uitklapvel- van de selectiemethodiek; • Bijlage 2 geeft een verklaring van gehanteerde begrippen; • Bijlage 3 bevat de zogenoemde bedrijfstyperingenlijst, een onderdeel van de selectiemethodiek; • Bijlage 4 geeft aan op welke wijze een brutolijst kan worden samengesteld; • Bijlage 5 bevat de groepskaarten die eveneens onderdeel uitmaken van de selectiemethode; • Bijlage 6 bevat gevarenkaarten (niet te verwarren met de risicokaart) waarmee de omvang van het gevaar (effectafstanden en risicoafstand) kan worden bepaald, voor zover die niet reeds bekend zijn; • Bijlage 7 bevat het achtergronddocument met daarin o.a. een toelichting op de gevarenkaarten en de drempelwaardentabel Risicokaart-relevant; • Bijlage 8 biedt invulformulieren aan waarop de inventarisatiegegevens kunnen worden opgenomen; • Bijlage 9 in deze bijlage is een lijst (de zogenaamde S3b lijst) opgenomen waarmee gevaarlijke stoffen gecategoriseerd kunnen worden, wat nodig is bij het gebruik van sommige Gevaren kaarten.
2.1
Introductie van de selectiemethodiek
2.1.1
Doelstelling Het doel van de selectiemethode is te bereiken dat alle inrichtingen/activiteiten in beeld komen waarin een hoeveelheid gevaarlijke stof aanwezig die gelijk is of groter dan de drempelwaarde Risicokaart-relevant uit paragraaf 1.6. Echter zonder dit voor alle inrichtingen gedetailleerd te hoeven nagaan. De methode biedt daartoe algemene kennis over de verschillende bedrijfstakken aan, waarmee ook het niet selecteren van inrichtingen (zonder verhoogd gevaar) plausibel gemaakt en gedocumenteerd kan worden. Voor de geselecteerde inrichtingen voorziet de methode in hulpmiddelen waarmee de omvang van het gevaar op generieke wijze kan worden gekwantificeerd. De selectiemethode is dus een hulpmiddel om: a. op een gestructureerde wijze inrichtingen te selecteren waar een hoeveelheid gevaarlijke stoffen van minstens de drempelwaarde Risicokaart-relevant aanwezig kan zijn; b. de selectie en het níet selecteren van inrichtingen te documenteren;
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 17 van 34
c. voor de geselecteerde inrichtingen de aard en omvang van het gevaar/risico in beeld te brengen. De selectiemethode is primair bedoeld voor het inrichtingen die onder gemeentelijk bevoegd gezag vallen. Voor de volgende soorten inrichtingen is de methodiek daarom niet direct bedoeld (al kunnen delen ervan toepasbaar zijn): • Defensie-inrichtingen; • (delen van) inrichtingen die onder de Kernenergiewet vallen; • inrichtingen, die onder de Mijnbouwwet vallen. Opname van deze inrichtingen in het RRGS is uiteraard wel aan de orde. De methode maakt verder gebruik van bestaande selectie- en aanwijzingssystemen zoals voor BRZO-bedrijven, (..), LPG-tankstations (Bevi) en andere besluiten en richtlijnen ingevolge de Wet milieubeheer.
2.1.2
Principe van de methode Uiteindelijk zijn de drempelwaarden Risicokaart-relevant uit paragraaf 1.6 bepalend voor het wel of niet selecteren van een inrichting voor (verplichte) registratie in het RRGS. De hier beschreven selectiemethode voorkomt echter dat daartoe elke inrichting in detail aan de drempelwaardentabel moet worden getoetst en biedt geobjectiveerde basiskennis waarmee een voorselectie plausibel te maken is. De methode werkt in het kort alsvolgt: Inrichtingen (bedrijven) worden getypeerd en gegroepeerd met behulp van een bedrijfstyperingenlijst die aangeeft of er in het algemeen sprake kan zijn van 'verhoogd gevaar'. Vervolgens geven groepskaarten aan welke onderdelen van de drempelwaardentabel voor de betreffende groep specifiek gecontroleerd moeten worden. Daarmee wordt richting gegeven aan het verdere inventarisatiewerk. Zoals gezegd: uiteindelijk is bepalend of bij een inrichting één of meer van de drempelwaarden Risicokaart-relevant wordt gehaald/overschreden. In geval van twijfel blijft dit de maatstaf. De selectiemethode gaat uit van: a. een brutolijst van inrichtingen. Bijlage 4 geeft hoe een brutolijst kan worden samengesteld; b. een bedrijfstyperingenlijst die een indicatie geeft van de mogelijke aanwezigheid van verhoogd gevaar; c. inrichtingen met (mogelijk) verhoogd gevaar worden met behulp van groepskaarten nader beschouwd om te bepalen of ze ‘Risicokaart-relevant’ zijn of Enkel hulpdienstrelevant. Bepalend is of er één of meer drempelwaarden worden gehaald/overschreden. Voor ten minste de Risicokaart-relevante inrichtingen moet de aard en omvang van het gevaar worden bepaald. Wanneer daartoe geen geschikte risicoanalyse of veiligheidsrapport beschikbaar is, wordt teruggevallen op een generieke bepaling met behulp van gevarenkaarten. In figuur 1.2.1 is het beginpunt (brutolijst) en einde (lijst Risicokaart-relevant) van de methode schematisch weergegeven.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 18 van 34
Aansluitend moeten de gegevens van de Risicokaart-relevante bedrijven worden ingevoerd in het RRGS. Voor het uitvoeren van deze laatste activiteit wordt verwezen naar de helpfuncties bij de invoermodule van het RRGS.
Ongestructureerde informatie
Bruto-lijst
Gestructureerde informatie
Activiteiten met verhoogd gevaar
Lijst Lijst Lijst
Lijst
“Geen verhoogd gevaar” gevaar
“Enkel hulpdienst relevant”
Risicokaart-relevant “Externe Lijst Risicokaart Veiligheid Relevant” Relevant” Categorie
Categorie
A t/m M
N en O
locatie, aard en omvang van het risico
Figuur 1.2.1:
2.2
Selectiemethode: van brutolijst naar lijst Risicokaart-relevant
Hoofdschema van de selectiemethodiek: van grof naar fijn
De selectiemethodiek is gebaseerd op een filtering van grof naar fijn. In figuur 1.2.2 is het hoofdschema, in casu de verschillende stappen, activiteiten, hulpmiddelen en resultaten (output), in de vorm van een trechter gepresenteerd. In het algemeen geldt dat wordt aanbevolen om bij het doorlopen van de selectieprocedure gebruik te maken van de kennis over het betrokken bedrijf die bij de plaatselijke (vergunnings- en/of handhavings) ambtenaren aanwezig is.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 19 van 34
Stap
Activiteit en hulpmiddel
1. Groepering
Indeling activiteit in bepaalde groep met bedrijfstyperingenlijst
2. Eerste Selectie
Bepaling wel/geen verhoogd gevaar met bedrijfstyperingenlijst
3. Tweede Selectie
5. Tweede bewerking
Derde bewerking (buiten deze Leidraad)
Lijst “Geen verhoogd gevaar”
Bepaling Enkel hulpdienst - of Risicokaart relevant met selectiecriteria op de groepskaart
Voor alle Risicokaart relevante activiteiten: 4. Eerste bewerking
Resultaat
Bepaling toetsings-, effecten risicoafstanden met gevarenkaart(en) Categorisering conform Registratiebesluit en Regeling provinciale risicokaart
Berekening groepsrisico, Kwantitatieve Risicoanalyse met omgevingsinformatie
Lijst “Enkel hulpdienst relevant”
Lijst “Risicokaartrelevant” Effectafstanden- en risicoafstand Indeling in categorie A–N
Groepsrisico, Kwantitatieve Risicoanalyse
Figuur 1.2.2: Hoofdschema van de selectiemethodiek Groepering en Eerste selectie Zowel de 'groepering' als de 'eerste selectie' wordt uitgevoerd op groepsniveau. Dit houdt in dat de activiteit wordt ingedeeld in één van de groepen op de bedrijfstyperingenlijst. Een 'groep' is een verzameling van activiteiten die qua risico vergelijkbaar is. Met behulp van de bedrijfstyperingenlijst kan vervolgens worden afgelezen of er voor de betreffende activiteit, in casu de groep waarin de activiteit is ingedeeld, sprake is van verhoogd gevaar. Activiteiten zonder verhoogd gevaar worden geplaatst op de lijst 'Geen verhoogd gevaar', overige activiteiten gaan door naar de tweede selectie. Dit impliceert dat de rest van de Brutolijst activiteiten bevat met 'Wel Verhoogd gevaar'. In de begrippenlijst is hiervan een definitie opgenomen. Tweede selectie Voor de resterende groep activiteiten wordt vervolgens op individuele basis bepaald of de activiteit 'Enkel hulpdienstrelevant' dan wel 'Risicokaart-relevant' is. Deze bepaling geschiedt op basis van de drempelwaardentabel voor Risicokaart relevantie (paragraaf 1.6). Activiteiten die niet Risicokaart-relevant zijn worden op de lijst 'Enkel hulpdienstrelevant' geplaatst. De activiteiten die geplaatst zijn op de lijst ‘Enkel hulpdienstrelevant’ worden in
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 20 van 34
deze leidraad niet verder bewerkt. De (regionale) hulpdiensten kunnen de informatie van deze lijst gebruiken en, indien gewenst, verder bewerken. Opgemerkt wordt dat de methodiek in deze leidraad niet ontwikkeld is om tot een volledige lijst ‘Enkel hulpdienstrelevant’ te komen. Eerste en Tweede bewerking Voor de resterende activiteiten, zijnde de Risicokaart relevante activiteiten, worden achtereenvolgens de effect- en risicoafstanden bepaald, en vindt categorisering conform de indeling van het RRGS, release 2 plaats. Wanneer het Registratiebesluit definitief is èn het datasysteem van het RRGS daarop is aangepast, kan op basis van de eventuele nieuwe categorisering worden ingevoerd. Derde bewerking In een later stadium kan blijken dat op grond van bijvoorbeeld Brzo, de milieuvergunning, het Bevi/Revi of een andere regelgeving (..) een aanvullende of kwantitatieve risicoanalyse (QRA) moet worden gemaakt. Ook is het mogelijk dat een berekening van het groepsrisico nodig is. Deze bewerkingen vallen buiten de selectiemethodiek en daarom buiten deze leidraad.
2.3
Toelichting bij de methodiek De selectiemethodiek heeft als vertrekpunt een brutolijst van inrichtingen. Bijlage 4 geeft aan op welke wijze een brutolijst kan worden samengesteld. De brutolijst wordt tijdens het selectieproces uitgesplitst naar de volgende lijsten: - Lijst 'Geen verhoogd gevaar' - Lijst 'Enkel hulpdienst relevant' - Lijst 'Risicokaart-relevant' Figuur 1.2.3 geeft aan hoe deze lijsten zich met elkaar verhouden. In deze figuur is tevens aangegeven welke verdere acties (kunnen) worden uitgevoerd op basis van die lijsten.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 21 van 34
Stappen
Lijsten met bijbehorende vervolgacties
0- vertrekpunt
Brutolijst
Lijst 1-Groepering en 'Geen verhoogd 2-eerste Selectie gevaar'
Rest van Brutolijst ('Wel Verhoogd gevaar') Lijst 'Enkel hulpdienst relevant'
3-tweede Selectie
4-eerste Bewerking
n.v.t.
n.v.t.
'Lijst Risicokaart-relevant'
(Niet Risicokaart-relevant & (Risicokaart-relevant & Wel Hulpdienstrelevant) Ook Hulpdienstrelevant)
Kan (m.b.v. de gevarenkaarten), maar hoeft niet
Generiek afstanden bepalen met de gevarenkaarten
Specifiek op basis van een QRA (..)
5-tweede Bewerking
n.v.t.
n.v.t.
categoriseren volgens release 2 van het RRGS (evt. later volgens een nieuwe release)
Invoeren in RRGS?
n.v.t.
Kan worden ingevoerd in RRGS maar is niet verplicht
JA, verplicht invoeren in RRGS
Figuur 1.2.3: Lijsten als (tussen)resultaten van het inventarisatie proces Hieronder wordt toegelicht wat de betekenis is van de genoemde lijsten.
2.3.1
Lijst 'Geen verhoogd gevaar' Inrichtingen/activiteiten komen op deze lijst wanneer de bedrijfstyperingelijst aangeeft dat ze niet behoeven te worden geselecteerd, dus verder buiten beschouwing kunnen blijven. In de bedrijfstyperingenlijst is bedrijvenkennis van verschillende deskundigen verwerkt over het mogelijk voorkomen van relevante hoeveelheden gevaarlijke stoffen. Indien dat het geval is, wordt aangegeven dat ze verder in de beschouwing moeten worden meegenomen ('eerste selectie = Ja'). In geval van twijfel moet de gebruiker/inventariseerder op eigen initiatief (veiligheidshalve) 'Ja' selecteren. Het begrip 'geen verhoogd gevaar' wordt afgeleid van het voorgaande en is verder niet gedefinieerd. Inrichtingen/activiteiten die op de Lijst 'Geen verhoogd gevaar' staan, worden niet ingevoerd in het RRGS en er behoeven dus geen verdere gegevens voor te worden verzameld. Het kan wel verstandig zijn om de gebruikte basisgegevens in een eigen (gemeentelijke) administratie te
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 22 van 34
bewaren. Met name voor naslag, bijvoorbeeld bij het ontstaan van nieuwe inzichten in de specifieke bedrijfsactiviteiten.
2.3.2
Lijst 'Enkel hulpdienstrelevant' Inrichtingen/activiteiten komen op deze lijst wanneer voldaan is aan de volgende twee voorwaarden: • (op basis van de 1e selectie) is er wel sprake van verhoogd gevaar EN • er wordt geen enkele drempelwaarde voor 'Risicokaart-relevant' overschreden. Inrichtingen/activiteiten op deze lijst hoeven niet in het Register Risicosituaties (RRGS) te worden ingevoerd, maar het mag wel. De betrokken inrichtingen worden niet op de publieke Risicokaart getoond, maar kunnen door geautoriseerde professionele gebruikers wel worden gezien en gebruikt via de professionele Risicokaart. Het kan dus, bijvoorbeeld voor hulpdiensten, relevant zijn om een inrichting op deze lijst toch in te voeren in het RRGS. In dat geval zullen de bewerkingen van stap 4 en 5 uitgevoerd moeten worden die in de volgende paragraaf zijn beschreven.
2.3.3
Lijst 'Risicokaart-relevant'. Op deze lijst staan de inrichtingen c.q. activiteiten waarbij één of meer drempelwaarden voor 'Risicokaart-relevant' worden gehaald of overschreden. (Dit betekent dat deze inrichtingen ook hulpdienstrelevant zijn). De betreffende risicovolle activiteiten moeten worden ingevoerd in het RRGS. Deze inrichtingen worden op de publieke Risicokaart getoond, zodra de betreffende gegevens in het RRGS geautoriseerd zijn. Om dit te bereiken moeten nog enige bewerkingen worden uitgevoerd (stap 4 en 5). Stap 4: Eerste bewerking. Voor deze inrichtingen c.q. risicovolle activiteiten kunnen onder andere worden bepaald: - de afstand van de 10-6 contour van het plaatsgebonden risico gerekend vanaf de bron; - de effectafstand letaal op basis van 1% letaliteit; - de effectafstand voor gezondheidsschade. In verband met de veiligheid is met de inwerkingtreding van het Registratiebesluit (30 maart 2007) gesteld dat de effectafstanden niet meer op de publieke Risicokaart mogen staan. De beide effectafstanden zijn/worden berekend op basis van de uitgangspunten die zijn geformuleerd in het SAVE-rapport: Effectafstanden Model-risicokaart, Ministerie van BZK, SAVE (021640c-L12); in het vervolg 'Rapport Effectafstanden'. Voor het bepalen van bovengenoemde (generieke) afstanden staan de gebruiker/inventariseerder tien gevarenkaarten ter beschikking.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 23 van 34
De gevarenkaarten zijn in het algemeen echter niet van toepassing op inrichtingen die vallen onder het BRZO (zowel VR als PBZO-bedrijven), omdat daarover specifieke informatie beschikbaar hoort te zijn. De voor een inrichting/activiteit toepasselijke groepskaart geeft aan welke gevarenkaart(en) moet(en) worden gebruikt (1 – 10). Gevarenkaart 0 geeft algemene aanwijzingen voor toepassing van de gevarenkaarten. Stap 5: Tweede bewerking Alléén voor de inrichtingen op lijst 'Risicokaart-relevant' wordt een categorie-indeling bepaald, vooralsnog in release 2 van het RRGS: de letteraanduiding A t/m N. De drempelwaardentabel (en derhalve ook elke groepskaart) geeft aanwijzingen over de te hanteren categorie. Wanneer uit meer categorieën gekozen moet worden, verdient het in het algemeen aanbeveling om uit de groep A tot en met M de eerste letter te kiezen die in aanmerking komt (dit geldt in het kader van deze leidraad omdat de categorieën E, H en I nagenoeg niet bij het gemeentelijk bevoegd gezag zullen voorkomen). De categorie N is soms nodig om van een inrichting waarvoor een combinatie van letters geldt, voldoende specifieke gegevens in het RRGS (release 2) te kunnen invoeren.
2.4
Toepassen van de methodiek In deze paragraaf zijn de vijf stappen van de selectiemethodiek afzonderlijk beschreven en toegelicht aan de hand van voorbeelden. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van de in Bijlage 1 opgenomen stroomschema’s, opgenomen als uitklapvel in deze leidraad. In de stroomschema’s zijn de verschillende stappen van de selectiemethodiek gedetailleerd gepresenteerd. Voor een verklaring van de diverse begrippen wordt verwezen naar het voorgaande en naar de begrippenlijst in bijlage 2. De selectiemethodiek bestaat in totaal uit vijf stappen die elkaar logisch opvolgen. Vanuit de inventariseerder gezien wordt het aangeraden om eerst stap 1 en 2 ('groepering' en 'eerste selectie') voor alle activiteiten op de brutolijst te doorlopen. De verzamelde informatie kan dan al in een vroeg stadium worden gebruikt, bijvoorbeeld om 'stippen' op een (concept) risicokaart4. weer te geven. In een later stadium kunnen de effectafstanden en de risicoafstand worden toegevoegd.
Stap 1: Groepering: indelen van een activiteit in een bepaalde groep
Te gebruiken documenten: • Stroomschema 'Groepering en Eerste selectie' (bijlage 1); • Bedrijfstyperingenlijst (bijlage 3).
4
Indien een –concept- risicokaart na stap 1 en 2 wordt gemaakt moeten in dit stadium ook de XY coördinaten van de betreffende activiteit worden ingevoerd (..).
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 24 van 34
Gestart wordt met de brutolijst. In bijlage 4 is aangegeven hoe een uitgebreide brutolijst samengesteld kan worden. De basis voor de brutolijst is in ieder geval het Wminrichtingenbestand van het bevoegd gezag, variërend van van detailhandel tot en met BRZObedrijven. Doordat 8.40 AMvB bedrijven een meldingsplicht hebben aan het bevoegd gezag (gemeente) komen deze bedrijven op de brutolijst te staan. Hoewel een 8.40 AMvB bedrijf in principe NIET Externe Veiligheid-relevant is, kan het bedrijf WEL Risicokaart-relevant zijn. De drempelwaarden voor Risicokaart-relevant liggen immers lager dan voor Externe Veiligheidrelevant. Hetgeen Externe Veiligheid relevant is, is vastgelegd in het Registratiebesluit, Staatsblad 656, november 2006. Het Registratiebesluit is in werking getreden per 30 maart 2007 (Staatsblad 2007 102). In de LRI zijn de drempelwaarden voor gevaarlijke stoffen zoals genoemd in de Regeling provinciale risicokaart en het Registratiebesluit samengevoegd in één tabel. Zie figuur 1.1.3. In deze tabel is gemarkeerd uit welke regelgeving een bepaalde drempelwaarde afkomstig is. Ook bedrijven die onder een ander bevoegd gezag vallen, of activiteiten die niet als inrichting aangemerkt zijn, kunnen aan de brutolijst toegevoegd worden. Hierbij geldt: ‘hoe uitgebreider de brutolijst is hoe kleiner de kans dat een risicovolle activiteit over het hoofd wordt gezien’. Uit welke bestanden, bedrijven en activiteiten de brutolijst wordt samengesteld is afhankelijk van het bevoegd gezag. Alle inrichtingen/activiteiten op de brutolijst (inclusief 8.40 AMvB bedrijven) moeten in een bepaalde groep worden ingedeeld. Dit gebeurt met kolom 3 op de bedrijfstyperingenlijst (zie bijlage 3). De groepering vindt plaats op basis van de betreffende (hoofd) activiteit en het type (de aard) van de betreffende inrichting. Voorbeeld Op de brutolijst staat het geur- en smaakstoffenbedrijf 'Geursma bv'. Op de bedrijfstyperingenlijst staat in kolom 2 het voorbeeld 'Geur- en smaakstoffen productie'. In kolom 3 is af te lezen dat deze activiteit is ingedeeld in de Groep 'Voedingsmiddelen, drank en tabak'. SBI-code
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam
Eerste Selectie Ja
2413
Vervaardiging van overige anorganische basischemicaliën
Grondstoffen voor de chemie
2413x
Zoutzuurproductie
Grondstoffen voor de chemie
2414
Ja
2414x
Vervaardiging van petrochemische produkten en overige organische Grondstoffen voor de chemie basischemicaliën Geur- en smaakstoffenproductie Voedingsmiddelen, drank en tabak
2414x
Methanolproductie
Ja
Ja
Voedingsmiddelen, drank en tabak
Ja
2414x
Petrochemische industrie
Grondstoffen voor de chemie
Ja
2415
Grondstoffen voor de chemie
Ja
2415x
Vervaardiging van meststoffen en daarmee samenhangende stikstofverbindingen Ammoniakproductie
Grondstoffen voor de chemie
Ja
2415x
Kunstmestproductie
Grondstoffen voor de chemie
Ja
2415x
Meststoffen menging
Grondstoffen voor de chemie
Ja
2415x
Meststoffen verwerking
Grondstoffen voor de chemie
Ja
2416
Vervaardiging van kunststof in primaire vorm
Grondstoffen voor de chemie
Ja
Figuur 1.2.4: Voorbeeld bepaling van de groepsnaam met de bedrijfstyperingenlijst
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 25 van 34
2.4.2
Stap 2: Eerste selectie. Bepaling wel/geen verhoogd gevaar Te gebruiken documenten: • Stroomschema 'Groepering en Eerste selectie' (bijlage 1); • Bedrijfstyperingenlijst (bijlage 3). In stap 2 wordt voor inrichtingen in de betreffende groep bepaald of de activiteit in de betreffende groep wel of geen verhoogd gevaar met zich meebrengt: de zogenaamde 'Eerste selectie'. Hulpmiddel bij deze stap is kolom 4 van de bedrijfstyperingenlijst. De eerste selectie vindt dus plaats op basis van de groep waarin de activiteit in stap 1 was ingedeeld. Er zijn twee antwoorden mogelijk: 1. Nee: de activiteit brengt, volgens generieke bedrijfsinformatie, geen verhoogd gevaar met zich mee. De activiteit wordt dan toegevoegd aan de lijst 'Geen verhoogd gevaar'. Deze lijst wordt bewaard, omdat activiteiten die op dit moment niet relevant zijn, dit in de toekomst wel kunnen worden. Dit kan bijvoorbeeld door verandering van de activiteit, verandering van wet- en regelgeving, of op basis van nieuwe inzichten. Door het bewaren van de lijst 'Geen verhoogd gevaar', is het bovendien mogelijk om zo nodig achteraf verantwoording af te leggen voor de gemaakte keuzes; 2. Ja: de activiteit brengt, volgens generieke bedrijfsinformatie, verhoogd gevaar met zich mee en gaat door naar stap 3: de tweede selectie. In de praktijk zullen stap 1 (groepering) en stap 2 (eerste selectie) gelijktijdig worden uitgevoerd. Voorbeeld 1: Tankstation Stel in de brutolijst staat de inrichting 'Nedpetrol tankstation bv'. De bedrijfstyperingenlijst wordt opgeslagen bij tankstations.
SBI-code
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam
Eerste Selectie
5040
Handel in en reparatie van motorfietsen en onderdelen en accessoires daarvan
(Detail)handel en recreatie (overig)
Nee
505
Benzineservicestations
Tankstations
5050
Benzineservicestations
Tankstations
5050x
Benzinestations
Tankstations
Ja
5050x
LPG-stations
Tankstations
Ja
5050x
Tankstations
Tankstations
Ja
51
Groothandel en handelsbemiddeling (niet in auto's en motorfietsen)
Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code
511
Handelsbemiddeling
Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code
5111
Handelsbemiddeling in landbouwproducten, levende dieren, Overige dienstverlening textielgrondstoffen en -halffabrikaten en grondstoffen voor de voedings- en genotmiddelenindustrie
Ja
Nee
Figuur 1.2.5: Voorbeeld Tankstation in bedrijfstyperingenlijst
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 26 van 34
In de bedrijfstyperingenlijst wordt 'Tankstation' in kolom 2 als type bedrijf gevonden. In kolom 3 kan worden afgelezen dat de activiteit is ingedeeld in de groep 'Tankstations'. De groep 'Tankstations' is bij de eerste selectie beoordeeld als 'ja' ten aanzien van verhoogd gevaar. Bij Nedpetrol bv is vermoedelijk dus verhoogd gevaar aanwezig. Nedpetrol bv gaat derhalve door naar stap 3, waarin een beoordeling op individueel niveau plaatsvindt. Voorbeeld 2: Advocatenkantoor Stel in de brutolijst staat Houthoff-Mijnssen advocaten v.o.f. De activiteit ('Advocatuur') is niet direct genoemd in kolom 2 van de bedrijfstyperingenlijst. Omdat elke activiteit aan een bepaalde groep toegekend moet worden is nadere informatie noodzakelijk. Op basis van de beschrijving van de activiteit of inrichting kan met redelijke zekerheid gesteld worden dat deze activiteit valt onder 'Dienstverlening (overig)', geen risico oplevert voor de externe veiligheid en komt op de lijst 'Geen verhoogd gevaar'. Indien een bedrijf of activiteit niet direct gerelateerd kan worden aan een bedrijf uit de bedrijfstyperingenlijst noch aan één van de groepen dan wordt deze beoordeeld als 'ja' ('verhoogd gevaar'), tenzij overduidelijk is dat geen sprake is van verhoogd gevaar. Deze activiteiten gaan dus vrijwel altijd door naar de tweede selectie. Deze bedrijven en activiteiten zijn niet in een groep ingedeeld. In de volgende paragraaf wordt beschreven hoe verdere beoordeling van deze bedrijven en activiteiten plaatsvindt. Op basis van de algemene tabel 'Relevante effecten en gevarenkaarten' die is weergegeven bij alle groepskaarten, kan dan vervolgens worden beoordeeld of deze activiteit ook Risicokaart relevant is en zo ja, welke categorie conform het Registratiebesluit de activiteit kan worden ingedeeld (zie verder 2.3.3.).
2.4.3
Stap 3: Tweede selectie. Keuze tussen Enkel hulpdienst – of Risicokaart relevant Te gebruiken documenten: • Stroomschema 'Tweede selectie' (bijlage 1); • Groepskaart, met name de tabel 'Relevante effecten en gevarenkaarten' (bijlage 5) • Externe data (bijvoorbeeld uit -aanvraag- vergunning Wm). Stap 3 wordt uitgevoerd voor alle activiteiten die zijn beoordeeld als 'verhoogd gevaar'. Dit is bepaald in stap 1 en 2. Na stap 1 en 2 zijn er diverse 8.40 AMvB bedrijven gekenmerkt als 'Wel verhoogd gevaar'. Nog niet is bepaald of een individueel 8.40 AMvB bedrijf 'Enkel hulpdienstrelevant is' of 'Risicokaart-relevant'. Dit vindt plaats in deze tweede selectie. De tweede selectie wordt gestart met het verzamelen van alle relevante data over de gevaarlijke stoffen behorende bij de activiteit, zoals (chemische) naam, hoeveelheden, gevaareigenschappen, etc. Voor het vaststellen of een specifiek 8.40 AMvB bedrijf 'Enkel hulpdienstrelevant' of 'Risicokaartrelevant' is, in de LRI een praktisch handvat opgenomen. Met dit handvat kunnen gemeenten met een groot aantal AMvB inrichtingen veel werk bij de inventarisatie besparen en wordt voorkomen dat iedere gemeente op zijn eigen manier met genoemde 8.40 AMvB problematiek omgaat. Het handvat is in onderstaand kader beschreven. Het handvat is vastgesteld door de Klankbordgroep LRI in juli 2006.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 27 van 34
Handvat bepaling 'Enkel hulpdienstrelevant' bij 8.40 AMvB bedrijven Wanneer een bedrijf (wettelijk) is aangemerkt als AMvB inrichting kan er toch sprake zijn van een drempelwaarde Risicokaart-relevant. Indien het, op basis van fysieke kenmerken van een bedrijf, niet mogelijk is dat een hoeveelheid gevaarlijke stoffen aanwezig is boven één of meer drempelwaarden (van Risicokaart-relevant) dan is dit bedrijf te beschouwen als 'Enkel Hulpdienstrelevant'. Overige 8.40 AMvB bedrijven moeten wel individueel beoordeeld worden op basis van het wel of niet overschrijden van één of meerdere drempelwaarden van Risicokaart-relevant. Het is, zoals bekend, van belang dat keuzes goed worden vastgelegd en dat gezorgd wordt dat deze keuzes via periodieke controle bezoeken worden geborgd!
Na het verzamelen van relevante data over de gevaarlijke stoffen behorende bij de (bedrijfs)activiteiten wordt de activiteit op individueel niveau getoetst met behulp van de groepskaart. De informatie op de groepskaart is informatief van aard. Het doel ervan is om de gebruiker inzicht te geven in de mogelijk aanwezige gevaarsbepalende aspecten ervan. Die informatie helpt de inventariseerder om in de gegevens over het bedrijf gericht te zoeken naar de feitelijk aanwezige gevaarsaspecten.
Op elke groepskaart is in feite de drempelwaardentabel weergegeven. Hierbij is door middel van een (blauwe) accentuering aangegeven welke drempelwaarden in het algemeen bepalend zijn voor de betreffende groep. Dit houdt overigens niet in dat de overige drempelwaarden niet getoetst hoeven te worden (het bedrijf kan bijzonderheden hebben die buiten het algemene profiel van de betreffende groep vallen). Per drempelwaarde wordt getoetst of de betreffende soort stof in minstens die hoeveelheid aanwezig is in de grootste procesmatige, ruimtelijke of organisatorische afbakening (bijvoorbeeld de grootste tank). Voorts kan worden afgelezen welke effecten relevant zijn, en welke gevarenkaart(en) gebruikt moet(en) worden. Per inrichting kunnen één of meer drempelwaarden relevant zijn: 1. 2.
3.
Indien er één stof met één specifieke gevaarseigenschap aanwezig is: toetsing vindt plaats aan de betreffende drempelwaarde. Er zal verwijzing naar één specifieke gevarenkaart plaatsvinden; Indien er verschillende stoffen zijn met elk één specifieke gevaarseigenschap, bijvoorbeeld een toxische stof en een oxiderende stof. Per stof vindt toetsing plaats aan de bijbehorende drempelwaarde. Per stof vindt een verwijzing plaats naar de bijbehorende gevarenkaart; Indien er een stof met meer gevaarseigenschappen aanwezig is, bijvoorbeeld zowel brandbaar als toxisch. Er moet worden getoetst aan de beide drempelwaarden op de groepskaart. Er kunnen voor deze stof meer (twee) gevarenkaarten van toepassing zijn. De gevarenkaart die de grootste afstanden oplevert is bepalend.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 28 van 34
4.
Indien er meer stoffen aanwezig zijn die elk dezelfde gevaarseigenschap hebben: bijvoorbeeld vier verschillende brandbare stoffen. De inhoud van het grootste systeem (procesmatige, ruimtelijke of organisatorische afbakening) wordt getoetst aan de betreffende drempelwaarde.
Voorbeeld 'Janssen Flessengas BV' is in stap 1 ingedeeld in de groep 'Gassen'. De groepskaart 6 'Gassen' is dus van toepassing. In stap 2 is bepaald dat de groep Gassen verhoogd gevaar heeft. In de aanvraag milieuvergunning staat dan Janssen Flessengas BV maximaal 400 kg vergiftige gas opslaat. Dit is tevens de vergunde situatie. U kijkt op de tabel 'Relevante effecten en gevarenkaarten' van de groepskaart 6 Gassen (zie bijlage 5).Figuur 1.2.6 geeft een vereenvoudigd beeld van deze groepskaart.
Eén van de drempelwaarden is 'N6:Vergiftige gassen (meer dan 150 liter per stuk)'. Dit betekent dat er een verhoogd gevaar is, namelijk het gevaar van intoxicatie, zie onderstaand voorbeeld. Met behulp van de aangegeven gevarenkaart 8 '(Zeer) toxische gassen' kunt u de risicoafstand en de effectafstanden bepalen (niet in onderstaand voorbeeld aangegeven; zie daarvoor de volgende stap). Bedrijven en activiteiten die niet in een groep kunnen worden ingedeeld en die in de eerste selectie zijn aangemerkt als 'verhoogd gevaar' moeten worden beoordeeld op basis van de volledige drempelwaardentabel en 'Relevante effecten en gevarenkaarten' die zijn weergegeven op iedere groepskaart. Indien voor een activiteit hoeveelheden gevaarlijke stof aanwezig zijn groter dan of gelijk aan minstens één of meer van de drempelwaarden, is sprake van een Risicokaart-relevante inrichting. Daarvoor worden vervolgens stap 4 en 5 uitgevoerd.
Figuur 1.2.6: Voorbeeld: toetsing aan de drempelwaarde van een als relevant aangemerkt effect.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 29 van 34
2.4.4
Stap 4: Eerste bewerking. Bepaling van effect- en risicoafstanden Te gebruiken documenten: • Stroomschema 'Eerste en Tweede bewerking' (bijlage 1) • Gevarenkaart 2 'Brandbare vloeistoffen' (bijlage 6). In totaal zijn er 10 gevarenkaarten, plus gevarenkaart 0 die algemene aanwijzingen geeft voor het toepassen van de gevarenkaarten. Met de gevarenkaarten kunnen de volgende afstanden worden bepaald: • Effectafstanden voor 1% letaliteit en gezondheidsschade; • Risicoafstand: van de contour voor het plaatsgebonden risico van 10-6. De gevarenkaarten geven ook toetsingsafstanden aan. Deze komen in bepaalde gevallen in de plaats van risicoafstanden. Toetsingsafstanden Toetsingsafstanden zijn afstanden die in wet- en regelgeving zijn vastgelegd. Op elke gevarenkaart is (niet limitatief) aangegeven welke toetsingsafstanden van toepassing zijn voor die betreffende activiteit. Aan de toetsingsafstanden kunnen diverse overwegingen ten grondslag liggen. Voorbeelden van toetsingsafstanden zijn afstanden zoals genoemd in CPR richtlijnen of voortvloeiend uit AMvB’s. Waar van toepassing is (wel compleet) weergegeven welke afstanden worden opgelegd door de Regeling externe veiligheid inrichtingen milieubeheer (Revi). (..) Effectafstanden De effectafstand is de afstand tussen het insluitsysteem, waarbinnen de gevaarlijke stof zich bevindt (bron), en de contour waarop een bepaald effect te verwachten is. Bij 'effecten' kan worden gedacht aan bijvoorbeeld een overdruk, warmtestraling of intoxicatie. De omvang van deze effecten is zodanig dat de brandweer of andere hulpdiensten bij hun optreden hiervan op de hoogte moeten zijn. De effectafstanden zijn noodzakelijk als aanvullende informatie naast de 10-6-contour, die maar een deel van het risicoplaatje weergeeft. Effectafstanden en interpolatie De tabellen van de effectafstanden hebben vrij grote stappen. Daardoor kan het wenselijk zijn tussen de aangeven waarden te interpoleren. Dit is veelal mogelijk. Figuur 1.3.4 in het achtergronddocument geeft exact aan wat mogelijk is. In het algemeen geldt dat bij de hogere waarden een lineaire interpolatie volstaat; aan het begin van de tabel (kleinere waarden) wordt aanbevolen grafisch te interpoleren (de grafiek van de effectafstanden is hier relatief bol).
Opmerkingen met betrekking tot de effectafstand voor 1% letaliteit Het kan voorkomen dat de op de gevarenkaarten opgenomen afstanden kleiner zijn dan de 50 meter die (onder andere) richtinggevend was bij de bepaling van de drempelwaarden. De bepaling van de drempelwaarde vond plaats op groepsniveau, via een globale benadering. Bovendien hebben andere argumenten van praktische aard meegespeeld. De op de gevarenkaart aangegeven effectafstanden zijn weliswaar generiek, maar toch specifieker.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 30 van 34
Dat kan leiden tot afwijkingen van de basisregel dat de drempelwaarde behoort bij een effectafstand letaal (op basis van 1% letaliteit) van circa 50 meter. Risicoafstanden5) De risicoafstand is de afstand tussen het insluitsysteem, waarbinnen zich de gevaarlijke stof bevindt (bron), en de PR-contour van 10-6 per jaar. Deze waarde is een wettelijke grenswaarde voor het PR, zoals vermeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen milieubeheer. De tabel voor de risicoafstand heeft vrij grote stappen. Daardoor kan het wenselijk zijn tussen de aangeven waarden te interpoleren. Dit is toegestaan behalve voor de gevallen waar de contour door Bevi strikt wordt opgegeven. Figuur 1.3.4 in het achtergronddocument geeft exact aan wat mogelijk is. In het algemeen geldt dat bij de hogere waarden een lineaire interpolatie volstaat; aan het begin van de tabel (kleinere waarden) wordt aanbevolen om grafisch te interpoleren (de grafiek van de risicoafstand is hier relatief bol).
Voorbeeld Bij een farmacie productieplant is een opslagtank met 300 m3 ethanol. Farmaceutische industrie is ingedeeld in de groep 'Batchchemie'. Volgens deze groepskaart (zie bijlage 5) wordt het selectiecriterium 'Licht ontvlambare vloeistoffen (meer dan 20.000 liter per stuk) ' met de opslag van 300 m3 ethanol overschreden. Het relevante effect, zoals af te lezen in de tabel 'Relevante effecten en gevarenkaarten' van licht ontvlambare stoffen, is plasbrand. De categorie voor invoer in release 2 van het RRGS is: N(6). Nu moeten met behulp van gevarenkaart 2 'Brandbare Vloeistoffen', de effectafstanden en de risicoafstand worden bepaald. Voor de risicoafstand kan bepalend zijn of er in het Revi een toetsingsafstand is opgegeven. Toetsingafstanden (voorbeeld) Uit gevarenkaart 2, Brandbare vloeistoffen, blijkt dat er in dit geval geen toetsingsafstand van toepassing is. Effectafstanden (voorbeeld) In het blok 'Effectafstanden' op gevarenkaart 2 kan worden afgelezen dat bij een opslag van 300 m3 (globaal 240 ton) de volgende effectafstanden mogelijk zijn: • 1% letaliteit op circa 65 meter; • schadelijk (gezondheidseffect) tot op circa 100 meter. Opgemerkt wordt dat: - (..) 5
)
Opmerking. In de onderhavige selectiemethodiek zijn de effectafstanden en de risicoafstand te beschouwen als indicatieve afstanden. Deze afstanden komen voort uit generieke berekeningen en een relatief pessimistisch scenario. Daarbij kan hooguit gedeeltelijk rekening worden gehouden met eventuele in de inrichting aanwezige specifieke beveiligingsvoorzieningen.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 31 van 34
-
liefst achterhaalt men echter het oppervlak van de tankput waarin de tank staat. Dit geeft de beste indicatie van de effectafstanden.
Gevarenkaart nr. 2 : Brandbare vloeistoffen
Tabel 3: Generieke risicoafstanden Brandbare vloeistoffen K1 en K2
Tankputoppervlak [m2]
Massa inhoud tank [ton]
Volume tank [m3]
Risicoafstand Pr = 10-6 1 tank (bij meer zie Achtergronddocument)
[m]
500 <120> <150> 15 <240> <300> 1.000 20 <480> <600> 2.000 25 <1.200> <1.500> 5.000 40 <2.400> <3.000> 10.000 55 Voor de bepaling van de risicoafstand is het tankput oppervlak bepalend. Indien hierover geen gegevens beschikbaar zijn kan via de indicatieve kolommen Massa-inhoud of Volume een (ruwere) inschatting worden gemaakt van de risicoafstand.
Figuur 1.2.7: Voorbeeld toepassing gevarenkaart 2 voor bepaling van de risicoafstand
Risicoafstand (vervolg van het voorbeeld) In figuur 1.2.7 is het blok Risicoafstanden van gevarenkaart 2 weergegeven. In het blok 'Risicoafstanden' van de gevarenkaart kan worden afgelezen dat bij een opslag van 300 m3 (globaal 240 ton) de volgende risicoafstand te verwachten is: • circa 20 meter. Opgemerkt wordt dat: - (..) - liefst achterhaalt men echter de grootte van het oppervlak van de tankput waarin de tank staat. Dit geeft de beste indicatie van de risicoafstand.
2.4.5
Stap 5: Tweede bewerking. Categorisering conform Release 2 van het RRGS De actuele versie van het datasysteem van het RRGS is bepalend voor de te hanteren categorieindeling. Indien er een 'nieuw' registratiebesluit is, verandert de categorie-indeling wellicht. Dat heeft echter pas betekenis voor de invoer in het systeem wanneer het datasysteem op de nieuwe categorieën is aangepast. De categorie-indeling in release 2 van het RRGS-systeem is de volgende: A. inrichtingen, waarop het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 van toepassing is B. LPG-tankstations;
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 32 van 34
C.
inrichtingen voor het opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen in een hoeveelheid van meer dan 10 ton per opslagplaats, of voor het opslaan van bestrijdingsmiddelen in een hoeveelheid van meer dan 2.500 kg voor zover deze zijn aan te merken als gevaarlijke stof (CPR 15-2 en CPR 15-3 opslagplaatsen); D. inrichtingen waar een koel- of vriesinstallatie aanwezig is met een inhoud van meer dan 1000 kg ammoniak, dan wel met een inhoud van meer dan 200 kg ammoniak indien het plaatsgebonden risico buiten de grens van de inrichting hoger is dan 10-6 per jaar; E. spoorwegemplacementen bestemd voor het rangeren van wagons met gevaarlijke stoffen F. inrichtingen bestemd voor de opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen, al dan niet in combinatie met andere stoffen en producten, voor zover daar meer dan 10 ton gevaarlijke stoffen gelijktijdig aanwezig kan zijn, tenzij het plaatsgebonden risico buiten de grens van de inrichting lager is dan 10-6 per jaar; G. inrichtingen waar meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen of consumentenvuurwerk wordt bewerkt in de zin van het Vuurwerkbesluit of professioneel vuurwerk al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen of bewerkt in de zin van het Vuurwerkbesluit; H. inrichtingen waarop artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet van toepassing is; I. inrichtingen, met uitzondering van in de territoriale zee gelegen inrichtingen, die krachtens artikel 1 van de Mijnbouwwet zijn aangewezen als mijnbouwwerken en waarvan het plaatsgebonden risico buiten de grens van de inrichting hoger is dan 10-6 per jaar; J. inrichtingen waarvoor krachtens artikel 6 van de Arbeidsomstandighedenwet een Aanvullende Risico Inventarisatie en Evaluatie (ARIE) (voorheen Arbeidsveiligheidsrapport) dient te worden opgesteld; K. inrichtingen waar propaan wordt opgeslagen: 1°. in een hoeveelheid groter dan 13 m³; 2°. in een reservoir dat groter is dan 2,0 m³ tenzij het plaatsgebonden risico buiten de grens van de inrichting lager is dan 10-6 per jaar; L. inrichtingen als bedoeld in categorie 3.1 van bijlage 1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, waar meer dan 10 kg ontplofbare stoffen aanwezig is of meer dan 100 kg munitie aanwezig is, met uitzondering van tot klasse 1.4 van het ADR behorende patronen dan wel onderdelen daarvan voor vuurwapens met een kaliber van niet meer dan 13,2 mm of voor schietgereedschap; M. inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met distikstofoxide; N. inrichtingen anders dan bedoeld in de onderdelen A tot en met M6) Na uitvoering van deze stap is bekend welke categorie aan een bepaalde activiteit toegekend is. Het is mogelijk dat een activiteit onder meerdere categorieën binnen het RRGS valt. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat een bedrijf zowel over een ammoniakkoelinstallatie (categorie D) als een chemicaliënopslag (categorie C) beschikt.
6
) In het RRGS, release 2 wordt de categorie N gebruikt bij registratie van situaties op grond van de Regeling provinciale risicokaart, omdat deze situaties nog niet eigen invoerschermen hebben.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 33 van 34
In het Registratiebesluit dat in werking is getreden per 30 maart 2007 wordt geen gebruik meer gemaakt van het aanduiden van categorieën met een letter. Dit zal te zijner tijd ook consequenties hebben voor de invoermodule van de risicokaart. Vooralsnog wordt, om de categorieën op een gemakkelijke wijze aan te kunnen duiden, de letter- en evt. cijferaanduiding gehandhaafd. 2.5
Wat te doen bij twijfel 'Voor de voorliggende situatie geeft de selectiemethodiek geen uitsluitsel' Er zijn uitzonderingen denkbaar die niet precies in de selectiemethodiek passen, of er kunnen in bepaalde situaties vragen rijzen. Bijvoorbeeld: de inventariseerder het gevoel heeft dat vindt dat een activiteit door de selectiemethodiek ten onrechte op de lijst 'Geen verhoogd gevaar' of op de lijst 'Enkel hulpdienstrelevant' wordt geplaatst. In twijfelgevallen moet de activiteit altijd mee worden genomen voor een verdere toetsing aan de betreffende drempelwaarden en de juiste gevarenkaarten. Dit houdt in dat de Eerste - en Tweede bewerking moeten worden uitgevoerd, dat wil zeggen bepaling van effect- en risicoafstanden en de categorisering. Overigens bevat het Achtergrond document nadere informatie over de in de methodiek gemaakte keuzes. 'Wanneer is er verhoogd gevaar?' De bedrijfstyperingenlijst is opgesteld volgens het principe 'Geen verhoogd gevaar, tenzij er geregeld sprake is van een gevaarzetting in de betreffende bedrijfstak'. De inschatting van deskundigen is hierbij bepalend geweest. Op de groepskaarten is op een zelfde wijze door deskundigen geïndiceerd welke drempelwaarden waarschijnlijk kritisch zijn. Deze groepsgewijze inschattingen houden het gevaar in dat een individueel bedrijf met verhoogd gevaar ten onrechte wordt ingedeeld onder 'geen verhoogd gevaar'. Een voorbeeld hiervan is een bosbouwbedrijf (ingedeeld in 'Land en bosbouw') dat meer dan 400 kg bestrijdingsmiddelen in huis blijkt te hebben. Dit laatste wordt in principe aangemerkt als verhoogd gevaar. Dergelijke gevallen zijn met onderhavige selectiemethodiek niet te voorkomen. Indien er aanwijzingen zijn dat een drempelwaarde wordt overschreden, dient dat maatgevend te zijn.,
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 34 van 34
3
BIJLAGEN Bij deze LRI-GS behoren in totaal negen bijlagen, die separaat zijn toegevoegd: 1. bijlage 1 bevat de gedetailleerde stroomschema’s van de selectiemethodiek; 2. bijlage 2 bevat de begrippenlijst; 3. bijlage 3a bevat de bedrijfstyperingenlijst alfabetisch gesorteerd op bedrijfstypering, bijlage 3b bevat de bedrijfstyperingenlijst gesorteerd op SBI-aanduiding; 4. bijlage 4 bevat een voorbeeld werkwijze voor het samenstellen van een bruto-lijst 5. groepskaarten gevarenkaarten 6. 7. achtergronddocument 8. invulformulieren inventarisatiegegevens per RRGS - categorie (versie april 2003). Hetgeen is gebaseerd op release 2 van het datamodel. 9. SB3-lijst (Stoffencategorisering) AVIV
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, hfdtekst, versie 3.1 oktober 2007
pag 35 van 34
BIJLAGE 1
Stroomschema’s selectiemethodiek
In deze bijlage zijn 5 stroomschema’s van de selectiemethodiek opgenomen: 1.1 Groepering en Eerste selectie 1.2 Tweede selectie 1.3 Eerste- en Tweede bewerking 1.4 Afronding Tweede bewerking 1.5 Derde bewerking
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 1, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 6
GROEPERING EN EERSTE SELECTIE Bepalen of bedrijf wel/geen v erhoogd gev aar kan hebben m.b.v . Bedrijf sty peringenlijst
START
S T A P
Bruto lijst (inrichtingenbestand+)
Bedrijfstyperingenlijst
1
------
bedrijfstypen/ v oorbeelden v an
NAW bedrijf
Naam Adres Woonplaats (Ov erig)
Groepering: Bepaal per bedrijf de groepsnaam op basis v an de (kern) activ iteit(en)
groepsnaam Activ iteit
activ iteiten activiteiten
groepsnamen --------beoordeling v erhoogd gev aar (op groepsniv eau)
S T A P 2
Eerste selectie: Is er sprake v an v erhoogd gev aar ?
NEE
JA
STOP INFORMATIE NA EERSTE SELECTIE Data toegev oegd op v oorlopige lijst v an inrichtingen: - NAW (ov erig) - Activ iteit(en) - Groepsnaam - Selectie "v erhoogd gev aar" - (X, Y , coordinaten v oor -concept risicokaart)
NAAR TWEEDE SELECTIE
LRI–gevaarlijke stoffen, bijlage 1, versie 3.1 oktober 2007
Activ iteit toev oegen op lijst "Geen v erhoogd gev aar"
pag 2 van 6
TWEEDE SELECTIE Bepaling of de onderdelen van een bedrijf Enkel hulpdienst - of EV relevant zijn
Enkel Hulpdienst relevant of Risicokaart-relevant zijn
START tweede selectie
Externe bronnen en informatie (Wm vergunningen en overige inrichting gerelateerde informatie)
Inventariseer per activiteit/inrichting: - bedrijfsonderdelen / installaties
Start loop onderdeel
Groepskaart met o.a.:
Gevaarlijke stoffen en eigenschappen: - chemische aanduiding - hoeveelheid - gevaarseigenschap - aard en inhoud van onderdeel (installatie, loods, tank, emballage)
Inventariseer per onderdeel: - gevaarlijke stoffen - compartimentering
Toepassing
---------------
S T A P
Selectiecriteria
Zijn één of meer selectiecriteria relevant ?
NEE
Volgend onderdeel van deze activiteit?
JA
--------------JA
Relevante effecten
3
NEE
Lees relevante effecten en benodigde gevarenkaarten af van de tabel op de groepskaart
Minimaal één selectiecriterium relevant (alle onderdelen)?
--------------Ja
NEE
Tabel met verwijzing naar effecten en gevarenkaarten
Ga naar Eind loop onderdeel
INFORMATIE UIT TWEEDE SELECTIE Per onderdeel: - "Enkel Hulpdienst relevant" - "Risicokaart-relevant"
Activiteit toevoegen op: lijst "Enkel Hulpdienst relevant"
STOP
NAAR EERSTE EN TWEEDE BEWERKING
LRI–gevaarlijke stoffen, bijlage 1, versie 3.1 oktober 2007
pag 3 van 6
EERSTE EN TWEEDE BEWERKING bepalen toetsings, risico- en effectafstanden en categorisering
START eerste - en tweede bewerking per onderdeel Gevarenkaart met o.a.: ---------
S T A P 4
Is specifieke regelgeving van toepassing (gevarenkaart)?
JA
Toetsingsafstand uit wet-, regelgeving
toetsingsafstanden uit wet-, regelgeving en richtlijnen NEE -----------Risicoafstand(en) effectafstanden
Bepaal per relevant effect m.b.v. gevarenkaart: - effectafstand - risicoafstand
--------------
Effectafstand(en) risicoafstanden
Welke categorie is van toepassing?
beschrijving relevante
S T A P
beschrijving relevante categorieën categoriën RRGS in
drempelwaardentabel Ga naar Start loop onderdeel
Bepaal categorie A ... L
Bepaal categorie M ... N
5 A Volgend onderdeel van deze activiteit?
JA
NEE Eind loop onderdeel
INFORMATIE UIT EERSTE EN TWEEDE BEWERKING Per onderdeel - toetsingsafstand(en) - effectafstand(en) - risicoafstand(en) - categorieën RRGS -categorieën van conform drempelwaardentabel
NAAR AFRONDING TWEEDE BEWERKING
LRI–gevaarlijke stoffen, bijlage 1, versie 3.1 oktober 2007
pag 4 van 6
AFRONDING TWEEDE BEWERKING samenvatten van de onderdelen per activiteit
START afronding tweede bewerking
Toetsingsafstand(en)
S T A P
Effectafstand(en)
Risicoafstand(en)
Samenvatten onderdelen per activiteit - toetsingsafstand(en) - effectafstand(en) - risicoafstand(en) - categorieën conform RRGS
-categorieën van drempelwaardentabel
5 B Voeg gegevens voor toekomstige ontsluiting toe: - Bevoegd gezag (BG) - dossier-kenmerk BG - XY-coördinaat
Categorieën A ... N
Voeg reeds beschikbare aanvullende gegevens over de activiteit toe als bijvoorbeeld: - risico-afstanden -risicocontouren uit deQRA QRA
INFORMATIE UIT AFRONDING TWEEDE BEWERKING Per activiteit - Lijst "Enkel hulpdienst relevant" - Lijst "Risicokaart-relevant" - voor "Risicokaart-relevant": gegevens voor presentatie op bv risicokaart
NAAR DERDE BEWERKING
LRI–gevaarlijke stoffen, bijlage 1, versie 3.1 oktober 2007
pag 5 van 6
DERDE BEWERKING (BUITEN DEZE HANDREIKING) maken kwantitatiev e risicoanaly se en berekenen groepsrisico
START derde bewerking
Zijn er meerdere installaties, meerdere selectieciteria en/of meerdere relev ante ef f ecten?
JA
Maak kwantitatiev e risicoanaly se op basis v an eisen in Registratiebesluit
NEE
Data t.b.v . maatgev ende kans
Bereken Groepsrisico
Groepsrisico
Data t.b.v . maatgev ende ef f ecten: - af standen tot woongebieden - bev olkingsdichtheid
INFORMATIE UIT DERDE BEWERKING Per bedrijf : - groepsrisico - kwantitatiev e risicoanaly se
STOP
LRI–gevaarlijke stoffen, bijlage 1, versie 3.1 oktober 2007
pag 6 van 6
BIJLAGE 2
Begrippenlijst
Begrip
Omschrijving
Activiteit
Met activiteit wordt de concrete inrichting, activiteit of het object bedoeld. De activiteit kan op grond van verschillende bronnen worden geïdentificeerd, zoals een BRZO-overzicht, een LPG-lijst, een gedeelte uit de bedrijvengids, meldingen van burgers, aanwezige milieuvergunning, eerder uitgevoerde risicoinventarisaties, etc.In bijlage 4 is aangegeven hoe een zogenaamde brutolijst samengesteld kan worden.. Binnen de reikwijdte van het begrip activiteit vallen: • Inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer; • Stationaire activiteiten en objecten die als gevaarlijke activiteit kunnen worden aangewezen. Hierbij kan gedacht worden aan een parkeerplaats die door het bevoegd gezag is aangewezen als toegestane standplaats voor tankwagens met gevaarlijke stoffen. Maar ook parkeerplaatsen die worden gebruikt door tankwagens met gevaarlijke stoffen. In principe gaat het om afstanden buiten de inrichting (externe afstanden). Gevarenzones c.q. zone-indelingen binnen de inrichting, zoals bijvoorbeeld voor gas- of stofontploffingsgevaar, waarbij veiligheidsafstanden rondom en tussen objecten binnen de inrichting zijn geregeld, zijn buiten beschouwing gelaten. De vraag of een risico- of effectafstand tot buiten de inrichting komt, kan doorgaans alleen in de specifieke situatie worden beantwoord (door de inventariseerder). Daarvoor zijn nodig: de effect- of risicoafstand, de locatie van de gevaarbron en de ligging van de voorgaande ten opzichte van de grens van de inrichting. De methode geeft daarom de risico- en effectafstanden aan ten opzichte van de bron. Inmiddels vervallen, maar tot voor enkele jaren een verplichte rapportage op grond van de Arbo-wet, voor gevallen waar er voor werknemers als gevolg van de activiteiten met gevaarlijke stoffen (processen, opslag, overige handelingen) risico’s kunnen bestaan. Voor bedrijven die op grond van het BRZO VR-plichtig zijn, verviel de verplichting tot het opstellen van een Arbeidsveiligheidsrapport. Zie bij ARIE voor de nieuwe regeling. Aanvullende risico-inventarisatie en –evaluatie. Voor bedrijven die voldoen aan de selectiecriteria hiervoor is een ARIE op grond van het Arbeidsomstandighedenbesluit. Het gaat om bedrijven waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn die een relevant risico voor de betrokken werknemers opleveren.
Afstanden
Arbeidsveiligheidsrapport
ARIE
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 2, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 7
Begrip
Omschrijving
AVR
Arbeidsveiligheidsrapport (vervallen, zie voor uitleg onder Arbeidsveiligheids-rapport) Hulpmiddel bij de eerste selectie op groepsniveau. Aan de hand van deze lijst vindt de handeling typering / groepering / afbeelding plaats. Deze lijst vormt een opsomming van de activiteitengroepen die door het bevoegd gezag als gevaarlijk kunnen worden aangemerkt. Van iedere activiteit is aangegeven welke groepskaart op die activiteit van toepassing is. De brutolijst is een lijst met ongestructureerde informatie, en bevat diverse activiteiten vergaard uit uiteenlopende bronnen. De brutolijst vormt de 'input' voor de selectiemethodiek. In bijlage 4 is aangegeven hoe een brutolijst samengesteld kan worden. Besluit Risico’s Zware Ongevallen. De (inmiddels gewijzigde versie van dit besluit is gepubliceerd in 1999. Op grond van dit besluit kunnen inrichtingen verplicht worden tot het opstellen van een veiligheidsrapport (VR) waarin onder meer zijn opgenomen de externe veiligheidsrisico’s, de arbeidsveiligheidsrisico’s en de risico’s als gevolg van brand. Tevens bevat deze rapportage uitgebreide beschrijvingen van de inrichting, de aanwezige installaties en de aanwezige risicobeheersing maatregelen. Ook het PBZO (Preventie Beleid Zware Ongevallen) en de bijbehorende verplichte rapportages zijn vastgelegd in het BRZO. Categorie zoals benoemd in het concept Registratiebesluit (versie december 2002). Op basis hiervan is release 2 van het RRGS gebouwd. Op het moment van uitgaven van versie 2.0 van deze Leidraad is dat maatgevend voor wat er in het RRGS kan worden ingevoerd. Daarbij wordt onderscheid gemaakt in 15 categorieën (A t/m N). Voorbeelden van categorieën zijn: Categorie B: LPG tankstations Categorie E: Spoorwegemplacementen. Zie voor een volledig overzicht: paragraaf 2.4.5. De in paragraaf 1.6 beschreven selectiecriteria waarmee wordt bepaald of een activiteit/inrichting Risicokaart-relevant is. Dit houdt in dat deze volgens de Wet Kwalititeitsbevordering rampenbestrijding moet worden geregistreerd. Dit geschiedt door middel van invoer in het RRGS-systeem (www.risicoregister.nl) De brutolijst wordt in deze stap verdeeld in activiteiten die doorgaan naar de tweede selectie, en een gedeelte voor activiteiten waarvan wordt verwacht dat ze geen verhoogd gevaar met zich meebrengen. Deze laatste activiteiten komen op de lijst 'Geen verhoogd gevaar'.
Bedrijfstyperingenlijst
Brutolijst
BRZO
Categorie (RRGS)
Drempelwaardentabel Risicokaart-relevant
Eerste selectie
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 2, versie 3.1 oktober 2007
pag 2 van 7
Begrip
Omschrijving
Effectafstand
De effectafstand is de afstand tussen het insluitsysteem, waarbinnen zich de gevaarlijke stof zich bevindt (bron), en de contour waarop een bepaald effect te verwachten is. Bij 'effecten' kan worden gedacht aan bijvoorbeeld een overdruk, warmtestraling of intoxicatie. De methode voor bepaling van de effectafstanden die in het RRGS kunnen worden ingevoerd, is gestandaardiseerd op basis van het SAVE-rapport 'Effectafstanden (model)risicokaart' (ref. 021640c-L12, december 2002). Effectafstanden mogen in verband met veiligheid niet meer op de publieke Risicokaart staan. Er bestaan meerdere effectafstanden. Voor de Risicokaart is het van belang dat de effectafstand letaal, op basis van 1% letaliteit op 50 meter, wordt ingevoerd. In het RRGS kan ook een effectafstand gezondheidsschade worden ingevoerd. (..) De effectafstand gezondheidsschade is de afstand waarbinnen ten gevolge van een incident met een gevaarlijke stof binnen 24 uur opname in een ziekenhuis voor observatie of behandeling nodig is. Externe Veiligheid: een verzamelnaam voor de risico’s die buiten de inrichtingsgrens kunnen optreden. Externe VeiligheidsRapport: verplichte rapportage op grond van het BRZO 1987. Inmiddels vervangen door het VR op grond van het BRZO 1999. Een in versie 3.0 van de leidraad nog niet ingevuld begrip, dat te zijner tijd wordt geconcretiseerd door het registratiebesluit op grond van de Wet milieubeheer. Kaart waarmee op basis van bedrijfsgegevens effectafstanden en de risicoafstand generiek kunnen worden bepaald. Een groep is een verzameling van soortgelijke activiteiten die qua gevaarzetting globaal vergelijkbaar zijn. Indelen van een activiteit in een groep op de bedrijfstyperingenlijst. Kaart aan de hand waarvan een activiteit wordt beoordeeld. Enerzijds zijn op een groepskaart groepsspecifieke gevaarsaspecten weergegeven. Anderzijds wordt op de groepskaart verwezen naar de verschillende gevarenkaarten aan de hand waarvan de activiteit vervolgens moet worden beoordeeld. Cumulatieve kansen per jaar dat (..) in één keer een groep van ten minste 10, 100 of 1000 personen overlijden als rechtstreeks gevolg van de aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting (of transportroute) waarbij een gevaarlijke stof betrokken is.
EV (E)VR
EV-relevant
Gevarenkaart Groep Groepering Groepskaart
Groepsrisico
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 2, versie 3.1 oktober 2007
pag 3 van 7
Begrip
Omschrijving
Hulpdienstrelevant
Risicosituatie waarvan, bij calamiteiten, het relevant is geacht dat hulpdiensten voldoende informatie hebben ten behoeve van hun werkzaamheden. In principe zijn dit alle risicosituaties die meer zijn dan een 'gewone brand'. Alle risicosituaties die Risicokaartrelevant zijn, zijn ook Hulpdienstrelevant. Voor de duidelijkheid: de LRI-GS bevat geen drempelwaarden voor wat Hulpdienstrelevant is en wat niet. Drempelwaarden hiervoor kunnen van (veiligheids)regio tot regio verschillen. Verouderde term voor Plaatsgebonden Risico. Elke door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht Met insluitsysteem wordt over het algemeen een opslagtank, opslaggebouw, silo, installatie etc bedoeld. Bij gascilinders wordt met insluitsysteem bedoeld: de grootste functionele eenheid waarin de cilinders staan. Dit betekent dat de volumes van de betrokken gascilinders bij elkaar worden opgeteld. Bijvoorbeeld het grootste opslagrek of de loods met de grootste opslag. Bij twijfel moeten de verschillende opslagen bij elkaar opgeteld worden. Een installatie is een combinatie van verschillende met elkaar in verbinding staande insluitsystemen waarin bijvoorbeeld een productieproces of opslag plaatsvindt. Een voorbeeld van een installatie is een reactorvat inclusief de bijbehorende doseersystemen, koelsystemen etc. Binnen een inrichting kunnen meerdere installaties aanwezig zijn. Individueel Risico, verouderde term voor Plaatsgebonden Risico. Berekening van het plaatsgebonden risico en/of groepsrisico met behulp van fysisch/chemische modellen, kansbenaderingsmethoden etc. In Nederland zijn standaardmethoden beschreven in diverse CPR-richtlijnen. Gebruikte synoniemen in voorliggend document zijn: 'LeidraadGevaarlijke Stoffen', 'Leidraad-GS' en 'LRI-GS'. Samen met het deel Overige Ramptypen (LRI-OR) vorm het LRI-GS de landelijke Leidraad Risico Inventarisatie (LRI). Voor meer uitleg over de samenhang van deze delen wordt verwezen naar het voorwoord en/of de inleiding. Het LRI-GS geeft een methode voor het inventariseren en selecteren van risicosituaties met gevaarlijke stoffen. Het onderdeel 'Stationaire situaties' is in de LRI opgenomen onder tab 01. Het onderdeel 'Transport situaties' bestaat nog niet maar zal t.z.t. worden opgenomen achter tab 02 van de LRI. De methode in het LRI-GS omvat een instrumentarium bestaande uit o.a. bedrijfstyperingenlijst, groepskaarten en gevarenkaarten.
Individueel risico Inrichting
Insluitsysteem
Installatie
IR Kwantitatieve risicoanalyse
Leidraad-deel Gevaarlijke Stoffen
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 2, versie 3.1 oktober 2007
pag 4 van 7
Begrip
Omschrijving
Lijst 'Enkel hulpdienstrelevant'
De lijst 'Enkel hulpdienstrelevant' is de lijst van activiteiten die zijn beoordeeld als 'verhoogd gevaar', doch niet aangemerkt worden als 'Risicokaart- relevant'. Met andere woorden: wel een mogelijk verhoogd gevaar, maar de drempelwaarden voor Risicokaart-relevant worden niet gehaald. De activiteiten op de brutolijst waarvan op grond van de bedrijfstyperingenlijst en de groepskaarten wordt verwacht dat ze geen verhoogd gevaar met zich meebrengen. Deze activiteiten komen op de lijst 'Geen verhoogd gevaar'. Het resultaat van de methodiek: een lijst van inrichtingen waarbij één of meer drempelwaarden voor Risicokaart-relevantie wordt gehaald of overschreden. Het gaat daarbij om drempelwaarden voor gevaarlijke stoffen of situaties/stoffen die een relevant gevaar kunnen opleveren. Zie de drempelwaardentabel in paragraaf 1.6. Model Risicokaart, het landelijk functioneel ontwerp voor de provinciale risicokaarten (zie Regeling provinciale risicokaart, artikel 8.1) Preventie Beleid Zware Ongevallen. Verplicht in te vullen beleid op grond van het BRZO 1999. Bedrijven geven hiermee aan hoe zij hun risico’s beheersen. Dit beleid geldt zowel voor VRplichtige bedrijven als een groep bedrijven waar op grond van de hoeveelheid stoffen wel een zeker risico is te verwachten doch welke niet VR-plichtig zijn. Risico op een plaats buiten een inrichting of transportroute, uitgedrukt als de kans per jaar dat een persoon, die onafgebroken en onbeschermd op die plaats zou verblijven, overlijdt als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval bij die inrichting of op die transportroute, waarbij een gevaarlijke stof betrokken is. Voorheen werd het plaatsgebonden risico als individueel risico (IR) benoemd. Quantitative Risk Assessment, ofwel kwantitatieve risicoanalyse (zie voor uitleg: Kwantitatieve risicoanalyse) Onderdeel van het RRGS (..). 'Registratiebesluit Externe Veiligheid'. In december 2002 is een concept van dit besluit gepubliceerd. Op grond daarvan is release 2 van het register RRGS gebouwd. Op het moment van utgave van versie 3.1 van deze Leidraad is dat maatgevend voor hetgeen er ingevoerd kan worden in het RRGS-systeem. Het Registratiebesluit is in werking getreden op 30 maart 2007 (Staatsblad 2007 102).
Lijst 'Geen verhoogd gevaar'
Lijst 'Risicokaartrelevant'
MRK
PBZO
Plaatsgebonden risico
QRA Register Registratiebesluit
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 2, versie 3.1 oktober 2007
pag 5 van 7
Begrip
Omschrijving
Risicoafstand
De risicoafstand is de afstand tussen het insluitsysteem, waarbinnen zich de gevaarlijke stof bevindt (bron), en de PR 10-6contour. Deze contour hangt samen met de wettelijke grenswaarde voor het PR van 10-6 per jaar, zoals opgenomen in het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Geografische presentatie van de geïnventariseerde risicosituaties met betrekking tot de ramptypen uit de Leidraad Maatramp. Het bevoegd gezag heeft op grond van de Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding (BZK) de verplichting op provinciaal niveau deze risicokaart in te vullen. Dit gebeurt sinds eind 2006 via één invoersysteem. Dit is bereikbaar via www.risicoregister.nl en/of www.risicokaartinvoer.nl. In het onderdeel RRGS worden de ramptypen met gevaarlijke stoffen ingevuld. In het ISOR de overige ramptypen. Met deze informatie worden de 12 provinciale risicokaarten (PRK) gevuld. Deze PRK's kennen een publieke versie en versie voor professionals. Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS): Landelijk bestand van risicovolle activiteiten, beheerd door het RIVM. Op grond van de Wet Kwaliteitsbevordering rampenbestrijding is het bevoegd gezag verplicht informatie met betrekking tot de op het grondgebied aanwezige risicovolle activiteiten te melden aan het RRGS, indien aan daartoe gestelde criteria (drempelwaarden) is voldaan. Eveneens is het bevoegd gezag verplicht op grond van de Wet Milieubeheer (Wm), hoofstuk 12, titel 12.2 en het Registratiebesluit [40] informatie met betrekking tot de op het grondgebied aanwezige risocovolle activiteiten te melden aan een register. Dit register maakt deel uit van het RRGS. Veel categorieën uit het Registratiebesluit kennen ook een drempelwaarde. Deze drempelwaarden zijn (per definitie) gelijk of hoger gesteld dan de drempelwaarden voor Risicokaartrelevant. Zie bij Drempelwaardentabel Risicokaart-relevant (figuur 1.1.3 in hoofdtekst, tab01 van LRI) De in deze leidraad beschreven methodiek voor de inventarisatie en de verwerking van risicogegevens van stationaire activiteiten. Het toepassen van de selectiemethodiek leidt tot een eenduidige gegevensverzameling voor invulling van de informatie voor zowel het RRGS als de Risicokaart.
Risicokaart
RRGS
Selectiecriterium Selectiemethodiek
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 2, versie 3.1 oktober 2007
pag 6 van 7
Begrip
Omschrijving
Toetsingsafstand
Toetsingsafstanden zijn afstanden die in wet- en regelgeving zijn vastgelegd. Op elke gevarenkaart is aangegeven welke toetsingsafstanden van toepassing zijn voor die betreffende activiteit. Aan de toetsingsafstanden kunnen diverse overwegingen ten grondslag liggen. Voorbeelden van toetsingsafstanden zijn afstanden zoals genoemd in CPRrichtlijnen of voortvloeiend uit AMvB’s. Proces waarbij voor een activiteit wordt bepaald of deze 'Enkel hulpdienstrelevant', dan wel 'Risicokaart-relevant' is. Deze selectie vindt plaats op basis van selectiecriteria die zijn weergegeven op de groepskaart. Activiteiten waarvan op groepsniveau is beoordeeld dat ze mogelijk een relevant gevaar kunnen veroorzaken. Bij ‘verhoogd gevaar’ gelden gevaarsaspecten die groter zijn dan bij een ‘gewone’ brand. Deze beoordeling geschiedt op basis van informatie in de bedrijfstyperingenlijst en groepskaarten. Indien een of meer drempelwaarden voor risicokaart-relevant worden overschreden, is zeker sprake van verhoogd gevaar. De vullingsgraad is de mate waarin een insluitsysteem (zoals een tank) is gevuld. Dit is veelal een percentage van de 'waterinhoud' (zie definitie). Voorbeeld: als een tank een volume (c.q. waterinhoud) heeft van 3.000 liter en volledig gevuld is met vloeibaar gemaakt propaan dan zit in de tank geen 3.000 liter vloeibaar propaan. Er is altijd een gedeelte dat in de gasfase aanwezig is. Stel: de maximale praktische vullingsgraad van deze tank is 85% dan is maximaal 2.550 liter vloeibaar propaan aanwezig en de rest in gasfase. Voor het toetsen aan de drempelwaarden Risicokaart-relevant (en voor het gebruik in de gevarenkaarten) is rekening gehouden met de maximale praktische vullingsgraad, Kortom een tank met een volume van 3.000 liter propaan is bij de toetsing van de drempelwaarde '3.000 liter of meer' dus Risicokaart-relevant. Ook bij het bepalen van afstanden met behulp van de gevarenkaarten moeten deze ontleend worden aan een '3.000 liter propaantank' en niet aan '2.550 liter propaan'.
Tweede selectie
Verhoogd gevaar
Vullingsgraad
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 2, versie 3.1 oktober 2007
pag 7 van 7
Begrip
Omschrijving
Waterinhoud
De waterinhoud van een opslag is het totale volume van deze opslag. Oftewel de maximale hoeveelheid water die in de betreffende opslag past. Deze term is met name gebruikelijk in relatie tot gasflessen maar wordt in de LRI ook wel gebruikt in relatie tot bijvoorbeeld het uitdrukken van het maximale volume van andere insluitsystemen zoals tanks of reservoirs. Het volume van het insluitsysteem wordt dan uitgedrukt in m3 of liter waterinhoud. Voorbeeld: een tank voor vloeibaar gemaakt propaan kan een volume ( c.q. waterinhoud) hebben van 3.000 liter. Bij een maximale vulling is er ook sprake van een gasfase. Bij een maximale praktische vullingsgraad van 85% van deze tank is dan maximaal 2.550 liter vloeibaar propaan aanwezig en de rest in gasfase. Oftewel de 'waterinhoud' (in liter) van de tank is altijd groter dan de hoeveelheid gevaarlijke stof die er in de vloeistoffase maximaal aanwezig kan zijn. Het verschil hiertussen wordt uitgedrukt als de (maximale) vullingsgraad. Zie ook definitie en voorbeeld bij 'vullingsgraad'. De weerstand tegen branddoorslag en brandoverslag, tussen ruimten uitgedrukt in minuten. De WBDBO wordt bepaald volgens NEN 6068, tenzij deze norm niet van toepassing is. Veiligheidsrapport: verplichte rapportage op grond van het BRZO 1999 (zie voor uitleg: BRZO)
WBDBO
VR
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 2, versie 3.1 oktober 2007
pag 8 van 7
BIJLAGE 3
Bedrijfstyperingenlijst
De bedrijfstyperingenlijst wordt reeds vanaf versie 1.0 als een separaat Excel bestand bij dit document geleverd. Het gebruik van de Excel-functionaliteiten vereenvoudigt het opzoeken van de bedrijfstyperingen en/of SBI-codes. De bedrijfstyperingenlijst is twee keer opgenomen. 3a – Bedrijfstyperingenlijst – alfabetisch gesorteerd op bedrijfstypering 3b – Bedrijfstyperingenlijst – gesorteerd op SBI-aanduiding Van diverse bedrijfstypen is in de loop van de tijd (extra) informatie verzameld over bijzondere situaties. De inventariseerder wordt geadviseerd alert te blijven op bijzondere situaties die door deze generieke aanpak wellicht verkeerd beoordeeld zouden kunnen worden. Bij twijfel wordt geadviseerd contact op te nemen met de Provinciale contactpersoon. Deze beschikt waarschijnlijk over de meest recente (extra) informatie over bedrijfsactiviteiten en gevaarlijke stoffen die landelijk beschikbaar is gekomen als gevolg van praktijkervaringen. Er zijn initiatieven bekend om hiervoor t.z.t. een (landelijke) voorziening te treffen zodat de inventariseerder gemakkelijk(er) over dergelijke kennis kan beschikken.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 3, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 1
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
4521 4522
451x 4524 4525 4523 2640x 4000x 1110 2320x 7414 9211 9212 921 6720 7220x 722 7220 2320x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 5155x 454
Aannemersbedrijf algemene burgerlijke en utiliteitsbouw; bouwen van kunstwerken en leggen van kabels en buizen Aannemersbedrijf dakdekken en bouwen van dakconstructies Aannemersbedrijf grondwerk, grondverzetswerk, grondboren, draineerwerk, sloopwerk Aannemersbedrijf natte waterbouw, baggerwerk Aannemersbedrijf overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw,hei- en funderingswerk Aannemersbedrijf wegenbouw Aardewerkproductie (bouw-, grof-) Aardgasstation Aardolie- en aardgaswinning Aardolieverwerking, raffinaderij Accountants, boekhoudbureaus, belastingconsulenten en administratiekantoren Activiteiten op het gebied van film en video Activiteiten op het gebied van film en video Activiteiten op het gebied van film en video Administratiekantoren voor aandelen, hoeklieden en marketmakers, hypotheek- en kredietbemiddeling, bank- en spaaragentschappen Adviesbureau algemeen Adviesbureaus op het gebied van automatisering en systeemhuizen Adviesbureaus op het gebied van automatisering en systeemhuizen Afgewerkte olie verwerking Afvalbewerking (overig) Afvalbreek en zeefinrichting Afvalinzameldepot Afvalinzameling Afvaloverslag Afvalscheiding Afvalshredder Afvalstortplaats Afvalverbranding Afvalvergisting Afvalverwerking Afvalwaterzuivering Afvulstation gasflessen Afwerken van gebouwen (stucadoren, schilderen, glaszetten, timmeren e.d.)
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24)
Selectie Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, K, M, N
Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24)
Ja Ja
C, M, N M, N
Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24)
Ja Ja
M,N C, M, N
Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Gas-, meet- en regelstations (GR5) Mijnbouwwet inrichtingen (GR14)# Grondstoffen voor de chemie (GR8) Dienstverlening (overig)
Ja Ja Ja Ja Ja Nee
M, N C, N M, N A, I, L A, K, L
(Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee. Nee
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Gassen (GR6) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24)
Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, F C, F C, F C, F C, F C, F C, F C, F C, F C, F C, F C, F C, M, N K, M, N M, N
pag 1 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
4543 3430x 0130 011 0111 7511x 803 6512x
Afwerken van vloeren en wanden Airbag productie Akker- en /of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren Akker- en tuinbouw Akkerbouw Algemeen overheidsbestuur Algemeen voortgezet onderwijs Algemene en coöperatieve banken, spaarbanken en effectenkredietinstellingen
Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Kunststof en rubber (GR11) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Dienstverlening (overig)
Selectie Ja Ja Nee n.v.t. Nee *) Nee Nee Nee
652
Dienstverlening (overig)
Nee
2851x 2851x 2851x 2415x 2851x 5233 7420
Algemene en coöperatieve banken, spaarbanken en effectenkredietinstellingen zonder balie Aluminium bewerking Aluminium straalbedrijf Aluminiumslijperij Ammoniakproductie Anodiseerinrichtingen Apotheken Architecten-, ingenieurs- en overige technische ontwerp-, teken- en adviesbureaus
Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Oppervlaktebehandeling (GR17) (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig)
Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee
8512x 900x 2682x 9233 9233x 8040 9262x 9262x 900x 5010x 5010x 5020x 5157 5020x 9261x 1581x 5225 1561x 2640x 9234x
Artsenpraktijk Asbestverwijdering Asfaltinstallatie Attractieparken (algemeen, zonder opslag gevaarlijke stoffen) Attractieparken (met opslag gevaarlijke stoffen) Auto- en motorrijscholen Autocircuits (met opslag brandstoffen) Autocircuits (zonder opslag brandstoffen) Autodemontagebedrijf Autohandel, zonder opslag brandstoffen Autoherstelinrichtingen (zonder opslag brandstoffen) Auto-plaatwerkerij Autosloperij Auto-spuiterij Badinrichting Bakkerij (groot, fabrieksmatig) Bakkerij (winkel, MKB) Bakmeelproductie Baksteenproductie Balletschool
Gezondheidszorggebouwen Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Batchchemie (GR2) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Transport en opslag (GR23) Dienstverlening (overig) Transport en opslag (GR23) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) (Detail)handel en recreatie (overig) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Oppervlaktebehandeling (GR17) Zwembaden, (kunst-) ijsbanen en skibanen (GR28) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) (Detail)handel en recreatie (overig) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Gebouwen met een openbare publieksfunctie
Nee Ja Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Categorie in drempelwaardentabel **) M, N C, L, M, N
A, C, M, N M, N M, N A, M, N M, N
M, N K, M, N C, K, M, N M,N C, K, M, N C, M, N C, M, N C, K, M, N C, K, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N
pag 2 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
2511x 5020x 5226 1582 2852x 5540x 8010x 8021 912 9112 156x 9303 711 8531x 660x 7032 5050x 5050 5050x 9232x 1830 1552 9120 5155x 2420x 266x 7460 900x 1712 1713 1711 1717 171 1714 2330 9252x 1596 6100
Banden regeneratie Bandenservicebedrijven Banketbakkerij Banketfabrieken en vervaardiging van beschuit en biscuit Bankwerkerijen Bars Basisonderwijs voor leerplichtigen en speciaal onderwijs Basisonderwijs voor leerplichtigen en speciaal onderwijs Bedrijfs- en werkgeversorganisaties Bedrijfs-, werkgevers- en beroepsorganisaties Beendermeelfabriek Begrafenisonderneming Beheer van onroerend goed Bejaardentehuis Beleggingsinstellingen, financiële holdings, pensioen BV's, stamrecht BV's e.d. zonder balie Bemiddeling in en beheer van onroerend goed Benzine distributie Benzineservicestations Benzinestations Beoefening van kunst Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont Bereiding van consumptie-ijs, ijsfabriek (geen ijssalons e.d.) Beroepsorganisaties Bestrijdingsmiddelenhandel Bestrijdingsmiddelenindustrie Betonbedrijf Beveiliging en opsporing Bewaarinrichting afval Bewerken en spinnen van kaardwol of kaardwolachtige vezels Bewerken en spinnen van kamwol of kamwolachtige vezels Bewerken en spinnen van katoen of katoenachtige vezels Bewerken en spinnen van overige textielvezels Bewerken en spinnen van textielvezels Bewerken en spinnen van vlas of vlasachtige vezels Bewerking van splijt- en kweekstoffen Bibliotheek Bierbrouwerijen Binnenvaart (transportmodaliteit, niet de inrichting)
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Kunststof en rubber (GR11) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Metaal, productie (GR12) Logies- maaltijden- en drankverstrekking Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Dienstverlening (overig) Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code Gezondheidszorggebouwen Dienstverlening (overig)
Selectie Ja Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee n.v.t. Nee Nee
Dienstverlening (overig) Tankstations (GR21) Tankstations (GR21) Tankstations (GR21) (Detail)handel en recreatie (overig) Textiel, kleding en leer (GR22) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Dienstverlening (overig) Batchchemie (GR2) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Dienstverlening (overig) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Kernenergie-inrichting (GR10)# Gebouwen met een openbare publieksfunctie Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) n.v.t.
Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja n.v.t.
Categorie in drempelwaardentabel **) M, N
D, M, N
D, M, N
B, F, K B, F, K B, F, K C, M, N C, D, M, N C, F, M, N A, C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N H C, D, M, N
pag 3 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
7310x 9220 2682x 0141x 0141x 3663 012x 0112x 5242x 0112x 0112x 1110 0200 900x 453 5247
Biochemisch, biomedisch, chemisch en medisch onderzoekslaboratorium Bioscopen Bitumenproductie Bloembollenbedrijf (algemeen) Bloembollendroog- en prepareerbedrijven Bloemenververijen Bloemkwekerij Bollenteelt Bont be- en verwerking (klein) Boomkwekerij (met meer dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Boomkwekerij (met minder dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Boorinstallatie aardolie- en aardgaswinning Bosbouw en dienstverlening t.b.v. de bosbouw Bouw- en sloopafvalverwerking Bouwinstallatie Bouwmarkt (met grote voorraad gevaarlijke stoffen, b.v. Spuitbussen (GR20))
Batchchemie (GR2) (Detail)handel en recreatie (overig) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) (Detail)handel en recreatie (overig) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Mijnbouwwet inrichtingen (GR14)# Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code Transport en opslag (GR23)
Selectie Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja n.v.t. Ja
5246x 5153x 5113x 45 451x 9261x 753 7530 1581 1591x 7521x 5050x 5540 485 5010x 6321x 5522x 5522x 5522x 5522x 6340 3420
Bouwmarkt (zonder grote voorraad gevaarlijke stoffen) Bouwmaterialen (groothandel) Bouwmaterialen (tussenhandel) Bouwnijverheid Bouwrijp maken van terreinen Bowlingcentra Brandweer Brandweerkazerne Broodfabrieken, brood en banketbakkerijen met verkoop in winkel Brouwerij Buitenlandse zaken (dienstverlening) Bunkerstations Cafés e.d. Call centers, secretariaats- en vertaalwerk Camper- of caravancentrum (verkoop-), zonder opslag brandstoffen Camper- of caravanstalling Camping (algemeen, zonder bijzondere voorzieningen) Camping (met opslag brandbare Gassen) Camping (met zwembad) Camping (zonder opslag Gassen) Cargadoors Carrosseriebouw en vervaardiging van aanhangwagens en opleggers
(Detail)handel en recreatie (overig) Transport en opslag (GR23) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) (Detail)handel en recreatie (overig) Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code Gebouwen met een openbare publieksfunctie Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Tankstations (GR21) Logies- maaltijden- en drankverstrekking Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Transport en opslag (GR23) (Detail)handel en recreatie (overig) Transport en opslag (GR23) Zwembaden, (kunst-) ijsbanen en skibanen (GR28) (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) Metaal, warme verwerking (GR13)
Nee Ja Ja n.v.t. ja Nee n.v.t. Nee Ja Ja Nee Ja Nee Nee Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee Ja
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Batchchemie (GR2)
Categorie in drempelwaardentabel **) C, D, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N A, I, L C, M, N C, M, N
C, M, N C, M, N M, N
C, D, M, N C, D, M, N B, C, K, M, N
K K C, D, M, N
C, M, N
pag 4 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
5020x 9272x 5551 6511x 6512x 6512 0112x 900x 2010x 2851x 9301x 671 900x 7240 7210 1533x 1551x 2811x 8515 6323 9304x 2010x 9252 9251x 8533 8513 2640x 924 725 7250 7522x 7522x 1110 4000x
Carrosseriespuiterij Casino Catering Centrale banken Centrale banken met balie Centrale banken zonder balie Champignonkwekerij Chemisch afvalverwerking Chemisch behandelen van hout, impregneren, creosoteren, wolmaniseren Chemische Oppervlaktebehandeling Chemische wasserij Commissionairs en makelaars in effecten, beleggingsadviseurs e.d. Composteerbedrijven Computercentra, data-entry-, ponsbureaus e.d. Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d. Conservenindustrie (fruit, groenten, vruchten) Conservenindustrie (melk, zuivel) Constructiebedrijf Consultatiebureau's Containercentrum Crematorium Creosootbedrijf Culturele uitleencentra en openbare archieven Culturele uitleencentra, openbare archieven, musea, dieren- en plantentuinen; natuurbehoud Dagverblijf (niet-medisch) Dagverblijven (medisch) Dakpanfabriek Dansschool Databanken Databanken Defensie (GR3)# Defensie (GR3)#-inrichtingen Delfstoffenwinning DeNOx installatie
900x 4000x
Depot bouw- en sloopafval DeSOx installatie
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Oppervlaktebehandeling (GR17) (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Oppervlaktebehandeling (GR17) Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Metaal, warme verwerking (GR13) Gezondheidszorggebouwen Transport en opslag (GR23) Dienstverlening (overig) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie
Dienstverlening (overig) Gezondheidszorggebouwen Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Defensie (GR3)# Defensie (GR3)# Mijnbouwwet inrichtingen (GR14)# Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18)
Eerste Selectie Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
C, D, M, N C, D, M, N M, N M, N C, M, N
C, M, N
Def Def A, I, L A, M, N C, M, N A, M, N
pag 5 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
5211 5262 1120 0142
Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen (geen auto's, motorfietsen en motorbrandstoffen) Detailhandel niet in winkel Dienstverlening t.b.v. de aardolie- en aardgaswinning Dienstverlening t.b.v. het fokken en houden van dieren (excl. veterinaire diensten)
222x 2840x 925 9305 9253 5249x 554 1591 512x 9213x 5248 2121x 2734 4100x
Diepdrukkerij Dieptrekbedrijf Dieren- en plantentuinen; natuurbehoud Dierenasiels en pensions Dierentuin Dierenwinkel Discotheken Distilleerderijen en likeurstokerijen Distributie en opslagbedrijf Distributie van (video)films
15x 2222 222x 2221 742 4000x
Drogerijen voor voedsel Drukkerijen (excl. dagbladen) Drukkerijen en aanverwante activiteiten Drukkerijen van dagbladen Economische onderzoek-, advies- en public relationsbureaus Electriciteitscentrales
4000x
Electriciteitsdistributie
4531 2851x 2851x 6010x 4000x
Elektrotechnische bouwinstallatie Eloxeerinrichting Emailleerinrichtingen Emplacementen Energiebedrijf
1450x 6340x 9272
Ertsproductie Expediteurs, cargadoors en bevrachters; weging en meting Exploitatie van amusements- en speelautomaten
Distributie van gasflessen Dozenvouwbedrijf Draadtrekken uit ijzer en staal Drinkwaterbedrijf
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
(Detail)handel en recreatie (overig)
Selectie Nee
(Detail)handel en recreatie (overig) Overige grondstoffenwinning (GR15) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij
Nee Ja Nee
Batchchemie (GR2) Metaal, productie (GR12) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Dienstverlening (overig) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Transport en opslag (GR23) (Detail)handel en recreatie (overig) Gassen (GR6) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Metaal, productie (GR12) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Spoorwegemplacementen (GR19)# Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Overige grondstoffenwinning (GR15) Transport en opslag (GR23) (Detail)handel en recreatie (overig)
Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Ja Ja Nee Ja
Categorie in drempelwaardentabel **)
C, M, N
C, M, N
C, D, M, N C, M, N C, K, M, N C, M, N C, M, N
Ja Ja Ja Ja Nee Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Ja
C, M, N
Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N E, F C, M, N
Ja Ja Nee
C, M, N F, M, N
C, M, N
pag 6 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Categorie in drempelwaardentabel **)
9261x
Exploitatie van sportaccommodaties (zonder zwembad, opslag gevaarlijke stoffen)
Dienstverlening (overig)
Selectie Nee
9900 9232x 6711
Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee
6511
Extra-territoriale lichamen en organisaties (kantoren) Filmstudio Financiële beurzen, effectenmakelaars, assurantietussenpersonen, administratiekantoren voor aandelen, waarborgfondsen e.d. Financiële instellingen (uitgezonderd verzekeringswezen en pensioenfondsen)
Dienstverlening (overig)
Nee
2020 9304x
Fineermateriaalfabriek Fitnesscentra, sauna's, zonnebanken, massagesalons, bronnenbaden e.d.
Hout, meubels, papier en karton (GR9) (Detail)handel en recreatie (overig)
Ja Nee
9304x 0125 0122 0124 0121 0123 012x 2840x 7310x 7483 7482
(Detail)handel en recreatie (overig) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Metaal, koude verwerking Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig)
Nee Nee *) Nee *) Nee *) Nee *) Nee *) Nee *) Nee Ja Ja Nee
0113 0113 2851x 4000x 4000x 4000x 4000x 4000x 4000x 5151 4000x
Fitnesscentra, zonnebanken, massagesalons (zonder gevaarlijke stoffen) Fokken en houden van overige dieren Fokken en houden van overige graasdieren Fokken en houden van pluimvee Fokken en houden van rundvee Fokken en houden van varkens Fokveebedrijf Forceerbedrijf (metaal) Foto- / filmlaboratoria Fotografie en ontwikkelen van foto's en films Fotografie, pakken en sorteren in loon, secretariaats- en vertaalwerk, zakelijke dienstverlening n.e.g. Fruitteelt (met meer dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Fruitteelt (met minder dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Galvaniseerinrichtingen Gas-, meet- en regelstations Gasdistributie (energiebedrijf) Gasdistributie (industriële Gassen) Gasdrukregel- en meetstation Gashuisje Gasmeetregelstation Gassen (GR6)groothandel Gasturbine centrale
Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N
1110 6511x 7511x 900x
Gaswinning Geldscheppende financiële instellingen Gemeentehuis Gemeentereiniging
Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Oppervlaktebehandeling (GR17) Gas-, meet- en regelstations (GR5) Gas-, meet- en regelstations (GR5) Gassen (GR6) Gas-, meet- en regelstations (GR5) Gas-, meet- en regelstations (GR5) Gas-, meet- en regelstations (GR5) Gassen (GR6) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Mijnbouwwet inrichtingen (GR14)# Dienstverlening (overig) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1)
Ja Nee Nee Ja
A, I, L
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
C, M, N
C, M, N C, M, N
C, M, N M, N M, N F, K, M, N M, N M, N M, N C, F, K, M, N M,N
C, K, M, N
pag 7 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Categorie in drempelwaardentabel **) C, K, M, N C, D, M, N
900x 2442x 6023 5147
Gemeentewerf GeNeesmiddelenproductie Geregeld personenvervoer over de weg Gespecialiseerde groothandel in overige non-food consumentenartikelen n.e.g. (1)
Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig) Transport en opslag (GR23)
Selectie Ja Ja Nee Ja
5148
Gespecialiseerde groothandel in overige non-food consumentenartikelen n.e.g. (2)
Transport en opslag (GR23)
Ja
C, F, M, N
5138 5118 2414x 7523x 8511 8511 8511x 8511x 8520 900x 2751 2753 275 2754 2752 1592x 1592x 3720x 011x 2614x 602x 9261x 6312x 2223 2224 1571x 1533 0112x 0112x 6312x 900x 6312x
Gespecialiseerde groothandel in overige voedings- en genotmiddelen Gespecialiseerde handelsbemiddeling in overige goederen Geur- en smaakstoffenproductie Gevangenis Gezondheids- en welzijnszorg (met opslag Gassen) Gezondheids- en welzijnszorg (zonder opslag Gassen) Gezondheidszorg (met opslag Gassen) Gezondheidszorg (zonder opslag Gassen) Gezondheidszorg ondersteunende activiteiten GFT-afvalopslag Gieten van ijzer Gieten van lichte metalen Gieten van metalen Gieten van overige non-ferrometalen Gieten van staal Gistfabriek Gistproductie Glasrecycling Glastuinbouw Glaswolproductie Goederenvervoer over de weg (transportmodaliteit, niet de inrichting) Golfbaan Graan- en meelopslag Grafische afwerking Grafische reproductie en zetten Grasdrogerij Groente- en fruitverwerking (excl. vervaardiging van sap) Groenteteelt (met meer dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Groenteteelt (met minder dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Gronddepot Grondreiniging Grondsanering
Transport en opslag (GR23) Overige dienstverlening Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Ziekenhuizen (GR27) Gezondheidszorggebouwen Ziekenhuizen (GR27) Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) n.v.t. (Detail)handel en recreatie (overig) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1)
Ja Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja n.v.t. Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja
C, F, M, N
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
C, F, M, N
C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N
C, K, M, N C, M, N C,. M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N K, M, N C, M, N K, M, N
pag 8 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Categorie in drempelwaardentabel **)
(Detail)handel en recreatie (overig) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Selectie Nee Ja Ja
C, M, N C, M, N
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, F, M, N C, F, M, N C, F, M, N C, F, M, N C, F, M, N C, F, M, N C, F, M, N C, F, M, N
Transport en opslag (GR23)
Ja
C, F, M, N
5181 5144x
Groothandel en handelsbemiddeling in auto-onderdelen (geen banden) Groothandel en handelsbemiddeling in banden Groothandel in afval en schroot (metaalschroot, sloopauto's, oud papier, kunststofafval, lompen e.d.) Groothandel in bloemen en planten Groothandel in brandstoffen en andere minerale olieproducten Groothandel in chemicaliën Groothandel in chemische producten Groothandel in computers, kantoormachines en -meubels Groothandel in dranken Groothandel in eieren, spijsoliën en -vetten Groothandel in elektrische huishoudelijke apparaten, audio- en videoapparaten, beeld- en geluidsdragers en verlichtingsartikelen Groothandel in farmaceutische producten, medische en tandheelkundige instrumenten, verpleegartikelen en laboratoriumbenodigdheden Groothandel in gereedschapswerktuigen Groothandel in glas-, porselein- en aardewerk, behang (zonder reinigingsmiddelen)
Transport en opslag (GR23) (Detail)handel en recreatie (overig)
Ja Nee
C, F, M, N
5121x 5131x 5153x 5153 5124 515x 5156x 5142 5141 5137
Groothandel in granen, zaden en veevoeder Groothandel in groenten, fruit en consumptieaardappelen Groothandel in hout Groothandel in hout en bouwmaterialen Groothandel in huiden, vellen en leder Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparaten Groothandel in karton Groothandel in kleding, schoeisel en modeartikelen Groothandel in kledingstoffen, fournituren en huishoudtextiel Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen (geen ruwe tropische producten)
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, F, M, N D, M, N C, F, M, N C, F, M, N C, F, M, N C, F, M, N C, F, M, N C, F, M, N C, F, M, N D, M, N
5171 512x 5123 5164 5165
Groothandel in landbouwmachines, -werktuigen en -tractoren Groothandel in landbouwproducten en levende dieren Groothandel in levende dieren Groothandel in machines voor de bouw Groothandel in machines voor de productie van textiel; naai- en breimachines
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
5162 5152 514x
Groothandel in machines, apparaten en toebehoren Groothandel in metalen en metaalertsen Groothandel in overige consumentenartikelen
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Ja Ja Ja
C, M, N C, F, M, N C, M, N
5030x 5030x 5157x 5122 5151x 515x 5155x 518x 5134 5133x 5143x 5146x
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
pag 9 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
5156x
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Transport en opslag (GR23)
Selectie Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, F, M, N
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N M, N M, N C, F, M, N C, D, F, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, D, M, N C, D, M, N C, F, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N
513x 5139 5144x 5133 521x 5192x
Groothandel in overige intermediaire goederen (grondstoffen, halffabrikaten en ruwe materialen) Groothandel in overige machines en apparaten voor industrie en handel Groothandel in papier Groothandel in papier en karton Groothandel in parfums en cosmetica Groothandel in poedervormige voedingsmiddelen en diepvriesproducten Groothandel in ruwe tabak Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk Groothandel in tabaksproducten w.o. gasaanstekers e.d. Groothandel in verf Groothandel in vlees en vleeswaren, pluimvee, wild en gevogelte (geen levende dieren) Groothandel in voedings- en genotmiddelen Groothandel in voedings- en genotmiddelen algemeen assortiment Groothandel in was-, poets- en reinigingsmiddelen Groothandel in zuivelproducten, eieren, spijsoliën en -vetten Groothandel met een algemeen assortiment Groothandel scheepsbenodigheden w.o. nautische meet- en regelapparatuur
1589x 9261x 5030 5010 5020 5040
Grutterswarenfabriek Gymnastiekzaal Handel in auto-onderdelen en -accessoires (zonder opslag brandstoffen) Handel in en reparatie van auto's (1) autoimporteur Handel in en reparatie van auto's (2) auto-onderdelen Handel in en reparatie van motorfietsen en onderdelen en accessoires daarvan
Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) (Detail)handel en recreatie (overig)
Ja Nee Nee Ja Ja Nee
7020 5112
Handel in onroerend goed Handelsbemiddeling in brandstoffen, ertsen, metalen en chemische producten
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee
5113 5116 5111
Handelsbemiddeling in hout, vlakglas, sanitair en bouwmaterialen Dienstverlening (overig) Handelsbemiddeling in kleding, overig textiel, schoeisel en lederwaren Dienstverlening (overig) Handelsbemiddeling in landbouwproducten, levende dieren, textielgrondstoffen en - Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee
517 5156 5156x 5145 5138x 5125 5136 5135 5155 5132
5114 5115 5117
halffabrikaten en grondstoffen voor de voedings- en genotmiddelenindustrie Handelsbemiddeling in machines, technische benodigdheden, schepen en vliegtuigen Handelsbemiddeling in meubels, huishoudelijke artikelen en ijzerwaren Handelsbemiddeling in voedings- en genotmiddelen
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Dienstverlening (overig)
Nee
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee
C, M, N C, M, N
pag 10 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
5148x 5118x 5249x 8041 7420 2710x 5510x 5510x 5510x 5510 5510 2010x 5153x 2010x 20 6312x 2010x 0141x 0141x 0141 7524 8514 154x 6522 6522x 6523x 6523 9261x 1589x 8511x 8511x 900x 4532 0150 9262x 1591x 5522x 7523x
Hobbymaterialen (groothandel) Hobbymaterialen (tussenhandel) Hobbywinkel met verkoop consumentenVuurwerk (GR26) Hoger onderwijs Holdings (geen financiële holdings) Hoogovens Hotel (geen hotel-restaurant), pension en conferentie-oord Hotel (met zwembad) Hotel (zonder zwembad) Hotel-restaurant Hotels, pensions en conferentie-oorden Houtbewerking (mechanisch) Houtgroothandel HoutimpregNeerbedrijven Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk (excl. meubels) Houtopslag Houtzagerij Hoveniersbedrijven (met meer dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Hoveniersbedrijven (met minder dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Hoveniersbedrijven en dienstverlening t.b.v. de akker- en tuinbouw Huis van bewaring Huisartsenpraktijk Hydrogenering van plantaardige en dierlijke vetten en oliën Hypotheekbanken en bouwfondsen Hypotheekbanken en bouwfondsen Hypotheekbanken en bouwfondsen met balie Hypotheekbanken en bouwfondsen zonder balie IJsbaan Instantproducten levensmiddelen Intramurale gezondheidszorg (met opslag gassen) Intramurale gezondheidszorg (zonder opslag gassen) Inzameldepots (afval) Isolatiewerkzaamheden Jacht Jachthaven (excl. brandstofdistributie) Jeneverstokerij Jeugdherbergen, kamphuizen e.d. Justitie en justitiële diensten
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Transport en opslag (GR23) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Vuurwerk (GR26) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Dienstverlening (overig) Metaal, productie (GR12) (Detail)handel en recreatie (overig) Zwembaden, (kunst-) ijsbanen en skibanen (GR28) (Detail)handel en recreatie (overig) Logies- maaltijden- en drankverstrekking Logies- maaltijden- en drankverstrekking Hout, meubels, papier en karton (GR9) Transport en opslag (GR23) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code
Selectie Ja Ja Ja Nee Nee Ja Nee Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja n.v.t.
Transport en opslag (GR23) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Batchchemie (GR2) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gezondheidszorggebouwen Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen (GR28) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Ziekenhuizen (GR27) Gezondheidszorggebouwen Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij (Detail)handel en recreatie (overig) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) (Detail)handel en recreatie (overig) Gebouwen met een openbare publieksfunctie
Ja Ja Ja Nee Ja Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee Nee Ja Nee Nee
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N C, G, M, N
A C, K, M, N
C, M, N C, M, N C, M, N
C, M, N C, M, N C, K, M, N C, K, M, N
C, M, N
C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N
C, D, M, N
pag 11 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
2661x 1421x 5522 5522 5522 5522 5552 5551x 9302x 9302 011x 011x 7522x 9132 9233x 4000x 7440 8533
Kalkzandsteenbedrijf Kalkzandsteenwinning Kampeerterrein met opslag brandbare gassen Kampeerterreinen (met zwembad of ijsbaan) Kampeerterreinen (zonder zwembad) Kampeerterreinen en overige voorzieningen voor recreatief verblijf n.e.g. Kantines Kantines en catering Kappers en schoonheidsverzorging Kappersbedrijven Kassenbedrijf Kastuinbouwbedrijf Kazerne Kerken Kermisattracties en recreatiecentra Kernenergieinrichting Keuring en controle Kinderopvang, maatschappelijk werk, sociaal-cultureel werk en overig welzijnswerk
Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Overige grondstoffenwinning (GR15) Transport en opslag (GR23) Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen (GR28) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Logies- maaltijden- en drankverstrekking (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Defensie (GR3)# Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Kernenergie-inrichting (GR10)# Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Selectie Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Nee Nee Ja Nee Nee
0142x 9302x 9262x 1422 8512 2754x 1582x 6312x 1586 5248 2731 2733 2732 2030x 7487
KI-station Kledingwasserij Kleiduif-schietbaan Kleiwinning Kliniek (geen ziekenhuis) Klokkengieterij Koekfabriek Koelhuizen Koffiebranderijen en theepakkerijen Kopieerbedrijf Koudtrekken van ijzer en staal Koudvervormen van ijzer en staal Koudwalsen van bandstaal Kozijnfabrikant Kredietinformatie en incasso, organiseren van beurzen, tentoonstellingen e.d.,
Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Batchchemie (GR2) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Overige grondstoffenwinning (GR15) Gezondheidszorggebouwen Metaal, productie (GR12) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Transport en opslag (GR23) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) (Detail)handel en recreatie (overig) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Dienstverlening (overig)
Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Ja Nee
7522 9253 9261x
veilingen, interieur- en modeontwerp, overige zakelijke dienstverlening n.e.g. Krijgsmachtsonderdelen en -terreinen Kunstgalerieën en -expositieruimten, musea en monumentenzorg Kunstijsbaan
Defensie (GR3)# Gebouwen met een openbare publieksfunctie Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen (GR28)
Ja Nee Ja
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, K, M, N C, M, N C, K, M, N
C, K, M, N C, K, M, N Def
H, C, M, N
C, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N
C, M, N
Def C, D, M, N
pag 12 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
6312x 2415x 9261x 2052x 9305 0502 011x 2745x 6311x 6311x 6311 6311x 7310x 2851x 3150x 01 5243 913 9131x 9131x 6601x 6602 6602x 1541x 1542x 5511 6420 4533 1910 6311x 5155x 5050x 6312x 9262x 3130x 7415
Kunstmestopslag Kunstmestproductie Kunstskibaan Kurkfabriek Kuurcentrum,-oord zonder zwembad/sauna Kweken van vis en schaaldieren Kwekerij (algemeen) Kwikdestillatie Laad-, los- en overslagactiviteiten Laad-, los- en overslagactiviteiten en opslag Laad-, los- en overslagactiviteiten en opslag Laadbedrijf Laboratoria Lakken en moffelen Lampenproductie Landbouw, jacht en dienstverlening t.b.v. de landbouw en jacht Leer be- en verwerking (Klein) Levensbeschouwelijke en politieke organisaties, overige ideële organisaties, hobbyclubs Levensbeschouwelijke en politieke organisaties; overige ideële organisaties e.d.; hobbyclubs Levensbeschouwelijke organisaties Levensverzekeringen, naturaverzekeringen en spaarkassen Levensverzekeringen, naturaverzekeringen en spaarkassen met balie Levensverzekeringen, naturaverzekeringen en spaarkassen zonder balie Lijnolieproductie Lijnolieraffinage Logies-, maaltijden- en drankenverstrekking Lokale postdiensten en koeriersdiensten Loodgieters-, fitterswerk; installatie van sanitair, centrale verwarmings- en luchtbehandelingsapparaten Looien en bewerken van leer Losbedrijf LPG-opslag LPG-stations
Luchtscheiding Manege Mantelkabels Markt- en opinieonderzoekbureaus
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Ontplofbare stoffen (GR16) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Zwembaden, (kunst-) ijsbanen en skibanen (GR28) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Dienstverlening (overig) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Batchchemie (GR2) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Batchchemie (GR2) Oppervlaktebehandeling (GR17) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig)
Selectie Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja n.v.t. Nee Nee
Dienstverlening (overig)
Nee
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Logies- maaltijden- en drankverstrekking Dienstverlening (overig) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24)
Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee Ja
Textiel, kleding en leer (GR22) Transport en opslag (GR23) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Tankstations (GR21) Grondstoffen voor de chemie (GR8) (Detail)handel en recreatie (overig) Kunststof en rubber (GR11) Dienstverlening (overig)
Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N A, C, M, N C, D, M, N C, M, N
C, M, N A, C, M, N C, F, D, M, N C, F, D, M, N C, F, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N
C, M, N C, M, N
C, K, M, N C, M, N C, M, N K, M, N B C, M, N C, M, N
pag 13 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Categorie in drempelwaardentabel **)
5262 7310x 8512x 1551x 1571x 1571x 1571x 1450 012x 2415x 2415x 2710x 2851x 2851x 2414x 2010x 3614x 3611x 5248 900x 9000 7523 7523x 6312x 1597 6312x 6312x 9253x 9240 6411 2670 7310x 5119 8534
Markthandel Medisch laboratorium Medische praktijken en semi-murale gezondheidszorg Melkpoederfabriek Mengvoederhandel Mengvoederopslag Mengvoederproductie Mergelwinning Mestbassin Meststoffen menging Meststoffen verwerking Metaalgieterij Metallisatiebedrijf Metalliseerinrichting Methanolproductie Meubelfabriek Meubelspuiterijen (geen zitmeubels) Meubelspuiterijen (zitmeubels) Meubelstoffeerderij Milieudienstverlening (afval e.d.) Milieudienstverlening (kantoor) Militair oefenterrein Militair vliegveld Motopslag Mouterijen Munitiebunker Munitiedepot Museum Muziekschool Nationale postdiensten Natuursteenbewerking Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk Niet-gespecialiseerde handelsbemiddeling Niet-medische dagbehandeling, jeugdzorg (geen huisvesting biedend) en thuiszorg
Dienstverlening (overig) Batchchemie (GR2) Gezondheidszorggebouwen Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Overige grondstoffenwinning (GR15) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Metaal, productie (GR12) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) (Detail)handel en recreatie (overig) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Dienstverlening (overig) Defensie (GR3)# Defensie (GR3)# Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Batchchemie (GR2) Overige dienstverlening Gezondheidszorggebouwen
Selectie Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee
3511
Nieuwbouw en reparatie van schepen (excl. sport- en recreatievaartuigen), baggermaterieel, booreilanden, e.d. Nieuwbouw en reparatie van sport- en recreatievaartuigen Off shore bouw (advies)
Metaal, warme verwerking (GR13)
Ja
C, K, M, N
Metaal, warme verwerking (GR13) Dienstverlening (overig)
Ja Nee
C, K, M, N
3512 9233x
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, K, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N Def Def M, N C, D, M, N Def, L, M, N Def, L, M, N
C, M, N C, D, M, N
pag 14 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
222x 1110 7260 80xx 7310x 7747 6024x 6024 7481 900x 7511x 7511 2851 6312x 6312x 6312x 6713 6712
3720x 9232 9234x 804x 2225 4545 4534 1450 9301x 9305 726 6323 6321 6322 6523x
Offsetdrukkerij Oliewinning Onderhoud en reparatie van computers en kantoormachines Onderwijs Onderzoekscentra Ongediertebestrijdingsdiensten Ongeregeld personenvervoer per autobus Ongeregeld personenvervoer per taxi Ontsmettingsbedrijf Op- en overslagstation afval Openbaar bestuur Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen Oppervlaktebehandeling (GR17) Opslag van diermeel Opslag van munitie Opslag van stoffen (algemeen) Optie- en effectenbeurzen Optie- en effectenbeurzen, commissionairs in effecten, administratiekantoren voor aandelen, hypotheek- en kredietbemiddeling, bank- en spaaragentschappen Opwerking van vloeibare grondstoffen Overig amusement en kunst Overig amusement en kunst n.e.g. Overig onderwijs Overige activiteiten verwant aan de drukkerij Overige afwerking van gebouwen Overige bouwinstallatie Overige delfstoffenwinning Overige dienstverlening (reinigen van kleding en textiel) Overige dienstverlening n.e.g. Overige dienstverlening op het gebied van automatisering Overige dienstverlening voor het vervoer door de lucht n.e.g. (hangars, loodsen zonder opslag van goederen) Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g.(stalling, parkeerterreinen, garages en berging zonder opslag van gasflessen) Overige dienstverlening voor het vervoer over water n.e.g. (stalling, ligplaatsen, loodsen zonder opslag van gasflessen) Overige financiele instellingen
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Batchchemie (GR2) Mijnbouwwet inrichtingen (GR14)# Dienstverlening (overig) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Batchchemie (GR2) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Oppervlaktebehandeling (GR17) Transport en opslag (GR23) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Transport en opslag (GR23) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Selectie Ja Ja Nee Nee Ja Ja Nee Nee Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee
Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) (Detail)handel en recreatie (overig) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Batchchemie (GR2) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Overige grondstoffenwinning (GR15) Textiel, kleding en leer (GR22) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee
Dienstverlening (overig)
Nee
Dienstverlening (overig)
Nee
Dienstverlening (overig)
Nee
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N A, I, L
C, K, M, N C, M, N
C, M, N C, K, M, N
C, M, N C, F, M, N Def, L, M, N C, M, N
C, M, N
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
pag 15 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
6522x
Overige financiele instellingen (excl. verzekeringswezen en pensioenfondsen)
Dienstverlening (overig)
Selectie Nee
52 5172
Overige gespecialiseerde groothandel Overige gespecialiseerde groothandel en groothandel met een algemeen assortiment Overige gezondheidszorg Overige levensbeschouwelijke organisaties Overige metaalbewerking Overige recreatie Overige uitgeverijen Overige welzijnszorg Overige winkels (1) Overige zakelijke dienstverlening Overslagbedrijf (geen rail) Overslagstation (rail) Paardenfokkerij Pakhuis Pakken, sorteren e.d. in loon Palletopslag Papieropslag Parkeervoorzieningen Particuliere huishoudens met persoNeel in loondienst Pensioenfondsen Pensioenfondsen met balie Pensioenfondsen zonder balie Peroxiden Pers- en nieuwsbureaus; journalisten Petrochemische industrie Pilot Plant Plastic be- /verwerking Pluimveeslachterijen PMV gevaarlijk afval PMV Mobiele breker Poedervormige levensmiddelen Polijstinrichtingen Politie met munitieopslag Politie zonder munitieopslag Politieke organisaties Polymeerchemie
Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code Transport en opslag (GR23)
n.v.t. Ja
Gezondheidszorggebouwen Dienstverlening (overig) Metaal, koude verwerking (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) Transport en opslag (GR23) Spoorwegemplacementen (GR19)# Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Transport en opslag (GR23) Dienstverlening (overig) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Grondstoffen voor de chemie (GR8) Batchchemie (GR2) Kunststof en rubber (GR11) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Oppervlaktebehandeling (GR17) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Dienstverlening (overig) Grondstoffen voor de chemie (GR8)
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja
8514x 9133 2852 9271x 2215 8533 5249x 7411 6311x 6312 0122x 6312x 7484 6312x 6312x 6322 9500 6602x 6603 6603x 2414x 9251 2414x 7310x 2524x 1512 900x 900x 1589x 2851x 7525x 7525x 9132 2416x
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Categorie in drempelwaardentabel **)
C, F, M, N
C, F, M, N E, M, N C, F, M, N C, M, N C, M, N
A, C, M, N A, C, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N K, M, N
A, C, M, N
pag 16 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
5050 4100x
Pompstation brandstoffen wegverkeer Pompstation nutsvoorziening
2621x 6412 641x 6411 5263 9233x 2420x 2010 2010x 4000
Porceleinproductie Post- en koeriersdiensten Post- en koeriersdiensten (postpakketten) Post en telecommunicatie Postorderbedrijven Pretparken (algemeen, zonder opslag gevaarlijke stoffen) Pretparken (met opslag gevaarlijke stoffen) Primaire houtbewerking Primaire houtbewerking (drogen, machinale bewerking, verduurzamen) Productie en distributie van elektriciteit, aardgas, stoom en warm water
9213 4512 701x 5155x 7513 7521 1551x 3720x 6312x 6010x 9220x 9220 1542 6010x 7413 7412
Productie van (video)films Proefboren Projectontwikkeling en handel in onroerend goed Propaanopslag Provinciehuis Publiekrechtelijke bedrijfsorganen Puddingpoederfabriek Puinbrekerij Pyrotechnische materialen (opslag, verwerking, bewerking) Raccordement Radio en televisie Radiostudio Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten Rangeerterrein Rechtskundige dienstverlening Rechtskundige dienstverlening, accountants, boekhoudbureaus, belastingconsulenten, markt- en opinieonderzoekbureaus, economische adviesbureaus en holdings Rechtskundige dienstverlening, accountants, boekhoudbureaus, belastingconsulenten, markt- en opninieibureaus, economische adviesbureaus en holdings Reclamebureaus e.d. Recreatiecentrum Recycling bedrijf Regenereren chemische baden
741
7450 9234x 900x 900x
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Tankstations (GR21) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Transport en opslag (GR23) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) (Detail)handel en recreatie (overig) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Dienstverlening (overig) Gassen (GR6) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Spoorwegemplacementen (GR19)# (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Spoorwegemplacementen (GR19)# Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Eerste Selectie Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Nee Nee
Dienstverlening (overig)
Nee
Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Batchchemie (GR2) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1)
Nee Nee Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) B, F, K C, M, N C, M, N
C, M, N C, M, N C, M, N
C, L, M, N C, K, M, N
C, M, N C, K, M, N K, M, N E, F
C, D, M, N E, F
C, M, N C, M, N
pag 17 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
9301x 7470x 6330
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig)
Selectie Ja Ja Nee
634
Reinigen van kleding en textiel Reiniging van gebouwen en transportmiddelen e.d. Reisorgainsaties en overige dienstverlening voor het vervoer van personen door de lucht n.e.g Reisorganisatie en -bemiddeling; informatieverstrekking op het gebied van toerisme
Dienstverlening (overig)
Nee
6340
Reisorganisatie en -bemiddeling; informatieverstrekking op het gebied van toerisme Dienstverlening (overig)
Nee
5271x 527x 5274 5272 5273 2234 2231 223x 2232 7310x 5530x 900x 1513x 4000x
Reparatie van consumentenartikelen (geen auto's en motorfietsen) Reparatie van consumentenartikelen n.e.g. Reparatie van elektrische huishoudelijke apparaten Reparatie van schoeisel en lederwaren Reparatie van uurwerken en juweliersartikelen Reproductie van computermedia Reproductie van geluidsopnamen Reproductie van opgenomen media Reproductie van video-opnamen Research Restaurants, cafetaria's, snackbars e.d. Rioolwaterzuivering Rokerijen (vlees) Rookgasreiniging
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Ja Ja
222x 2513x 3720x 9305x 6603x 351x 900x 3511x 9262x 927x 4544 5273 9302x 9233 930x 2851x
Rotatiedrukkerij Rubberproducten (geen banden) Rubberregeneratie Sauna Schadeverzekeringen Scheepsbouw en -reparatie Scheepsslopers Scheepswerven Schietsport, schietvereninigingen, schutterijen, kleiduivenschieten e.d. Schietvereniging Schilderen en glaszetten Schoenmakerij Schoonheidsinstituten Schouwburg Schutterij Scopeerinrichtingen
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
(Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Overige dienstverlening Overige dienstverlening Overige dienstverlening Overige dienstverlening Batchchemie (GR2) Logies- maaltijden- en drankverstrekking Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen (GR28) Dienstverlening (overig) Metaal, warme verwerking (GR13) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Metaal, warme verwerking (GR13) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Oppervlaktebehandeling (GR17)
Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N
C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, K, M, N C, M, N C, M, N L, M, N C, M, N
L, M, N C, M, N
pag 18 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
6312x 9261x 9261x 3521 1511 151x 5224 2851x 4511 5161x 2840 2840x 2875x 1587x 1589x 900x 7310 2513x 1592x 6021 9261x 9261x 5552x 9271 9261x 51xx 6312x 7482 2872x 7482 5010x 2851x 2710x 752 9261x 6312x 2852x 11x 2682x
Silobedrijven Skelterbanen (met opslag brandstoffen) Skelterbanen (zonder opslag brandstoffen) Slaan van munten en medailles Slachterijen (excl. pluimvee-) Slachterijen en vleesverwerking Slagerij Slijperijen (Oppervlaktebehandeling (GR17)) Slopen van bouwwerken; grondverzet Sloperij met opslag gevaarlijke stoffen Smeden, persen, stampen en profielwalsen van metaal Smederij (groot) Smederij (kunst- en sierwerk) Soeparomafabriek Soepfabriek Sorteerinrichting afvalstoffen Speur- en ontwikkelingswerk Spiritusfabriek Spiritusproductie Spoorwegemplacementen Sport Sporthal Sportkantines Sportscholen Sportveld Springmeesters Springstoffenopslag Spuitbussenopslag Spuitbussenproductie Spuitbussenvulbedrijf Spuiterij (aanhangers en opleggers) Spuiterijen voor metaal (oppervlaktebehandeling) Staalgieterij Stadhuis Stadion Stalling van caravans, caravans met opslag van gasflessen Stansbedrijf Steenkolenmijn Steenwolproductie
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) (Detail)handel en recreatie (overig) Metaal, warme verwerking (GR13) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) (Detail)handel en recreatie (overig) Oppervlaktebehandeling (GR17) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Metaal, productie (GR12) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Metaal, productie (GR12) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Batchchemie (GR2) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Spoorwegemplacementen (GR19)# (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Logies- maaltijden- en drankverstrekking (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Spuitbussen (GR20) Spuitbussen (GR20) Spuitbussen (GR20) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Metaal, productie (GR12) Gebouwen met een openbare publieksfunctie (Detail)handel en recreatie (overig) Transport en opslag (GR23) Metaal, productie (GR12) Mijnbouwwetinrichtingen (GR14)# Batchchemie (GR2)
Eerste Selectie Ja Ja Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Nee Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N B, C, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, K, M, N C, K, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N E, F
L, M, N L, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
K, M, N I, K, M, N C, M, N
pag 19 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
2414x 4000x
Stoffeerderij Stookinstallatie t.b.v. warmte of energiedistributie
2851x 5271 9301x 4541 6312x 5244 5246 5212
Straalbedrijf Straathandel, colportage e.d. Strijkinrichting Stukadoren Stuwadoors Supermarkten (textiel) Supermarkten (woon-; meubels, woningtextiel, vloerbedekking algemeen assortiment) Supermarkten, warenhuizen en dergelijke winkels met een algemeen assortiment
7230 8514x 900x 5050x 9301x 7525 7310 6420 9220 9262 9002x 1730x 631x 9301x 1730 9233x 9232x 2030x 4542 2030x 3720x 3150x 5552 4000x
Systeemontwikkelings-, systeemanalyse- en programmeerdiensten Tandheelkundige praktijken Tank-cleaning Tankstations Tapijtreinigingsbedrijven TBS-kliniek Technisch laboratorium Telecommunicatie Televisiestudio Tennisbanen Terugwinning van metalen Textieldrukkerijen Textielopslag Textielreiniging Textielverdeling Theaters Theaters e.d.; dienstverlening voor kunstbeoefening Timmerbedrijf Timmeren Timmerwerkfabriek TL-buis recycling TL-productie Traiteur Transformatorstations
2030x
Trapfabrikant
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste Selectie Nee Ja
Dienstverlening (overig) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Oppervlaktebehandeling (GR17) (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Transport en opslag (GR23) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig)
Ja Nee Nee Ja Ja Nee Nee
(Detail)handel en recreatie (overig)
Nee
Dienstverlening (overig) Gezondheidszorggebouwen Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Tankstations (GR21) Batchchemie (GR2) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Batchchemie (GR2) Transport en opslag (GR23) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Dienstverlening (overig) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Hout, meubels, papier en karton (GR9)
Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N
C, M, N C, F, M, N
C, M, N B, M, N, C, M, N C, M, N
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
pag 20 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
0112 5249x 5249x 1030 1715
Eerste
Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Dienstverlening (overig) Overige grondstoffenwinning (GR15) Textiel, kleding en leer (GR22)
Selectie Ja Ja Nee Ja Ja
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Logies- maaltijden- en drankverstrekking
Nee
Veehouderij Veembedrijf Veeteelt Veevoederfabriek Verdelgingsbedrijf van ongedierte Verenmeelfabriek Verf- en behangzaak Verfgroothandel Verfspuiterij Verhuur van bouw- en sloopmachines met bedienend persoNeel Verhuur van bouwmachines en -werktuigen Verhuur van computers en kantoormachines Verhuur van en handel in onroerend goed Verhuur van landbouw- en bosbouwmachines en -werktuigen Verhuur van machines en werktuigen Verhuur van onroerend goed Verhuur van onroerend goed (woningbouwvereniging, gemeentelijk woningbedrijf)
Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Transport en opslag (GR23) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Transport en opslag (GR23) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) (Detail)handel en recreatie (overig) Transport en opslag (GR23) Oppervlaktebehandeling (GR17) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Gebouwen met een openbare publieksfunctie
Nee Ja Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Verhuur van overige machines en werktuigen Verhuur van overige roerende goederen Verhuur van personenauto's Verhuur van schepen Verhuur van transportmiddelen (geen personenauto's)
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee Nee Nee
5530
Tuinbouw Tuincentra met opslag bestrijdingsmiddelen Tuincentra zonder opslag bestrijdingsmiddelen Turfwinning Twijnen en voorbewerken van zijde; twijnen en textureren van synthetische of kunstmatige vezelgarens Uitgeverijen van boeken (kantoor) Uitgeverijen van dagbladen (kantoor) Uitgeverijen van geluidsopnamen (kantoor) Uitgeverijen van tijdschriften (kantoor) Uitvaartverzorging, crematoria, mortuaria en begraafplaatsen Uitzendbureaus, uitleenbedrijven, arbeidsbemiddeling, testen, werven en selecteren van persoNeel Vakantiehuisjes, -bungalowparken en overige voorzieningen voor recreatief verblijf
012x 6312x 012x 1571x 7470 156x 5248 5154 2851x 4550 7134 714x 7011 7133 7132 703x 7020x 7140 712x 7121 712x 7122
2211 2212 2214 2213 9303x 7460
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
C, F, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
pag 21 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
7123
Verhuur van transportmiddelen voor vervoer over land (geen personenauto's)
Dienstverlening (overig)
Selectie Nee
7110
Verhuur van transportmiddelen, machines en werktuigen zonder bedienend persoNeel en van overige roerende goederen Verhuur van vliegtuigen Verlichtingsarmaturenproductie Vernieuwen van loopvlakken Verpleeghuis Verplichte sociale verzekeringen Vertinnen (thermisch) Vertoning van films Vervaadiging van grondstoffen voor geNeesmiddelen Vervaardigen van huishoudelijke apparaten Vervaardigen van wapens en munitie Vervaardiging en bewerking van overig glas Vervaardiging en revisie van motoren en turbines (excl. motoren voor vliegtuigen, motorvoertuigen en -fietsen) Vervaardiging van aardappelproducten Vervaardiging van accumulatoren, elektrische elementen en batterijen Vervaardiging van aluminium Vervaardiging van andere niet-gedistilleerde, gegiste dranken Vervaardiging van apparatuur voor de bewaking van industriële processen Vervaardiging van appendages Vervaardiging van artikelen van draad Vervaardiging van artikelen van kurk, riet en vlechtwerk Vervaardiging van audio en video apparatuur Vervaardiging van auto-onderdelen en -accesoires Vervaardiging van auto's Vervaardiging van autostoelen Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiderijen Vervaardiging van basischemicaliën Vervaardiging van bedrijfsinterieurs en -meubels Vervaardiging van behangselpapier Vervaardiging van bindgaren, touw en netten Vervaardiging van blikwaren Vervaardiging van borstelwaren Vervaardiging van bouten, schroeven, moeren, kettingen en veren Vervaardiging van bovenkleding (excl. werkkleding en kleding van leer) Vervaardiging van cement
Dienstverlening (overig)
Nee
Dienstverlening (overig) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Kunststof en rubber (GR11) Gezondheidszorggebouwen Dienstverlening (overig) Oppervlaktebehandeling (GR17) Dienstverlening (overig) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Elektrische machines en apparaten (GR4) Ontplofbare stoffen (GR16) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Elektrische machines en apparaten (GR4)
Nee Ja Ja Nee Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja
Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Elektrische machines en apparaten (GR4) Metaal, productie (GR12) of warme verwerking (GR 13) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Elektrische machines en apparaten (GR4) Elektrische machines en apparaten (GR4) Metaal, productie (GR12) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Elektrische machines en apparaten (GR4) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Textiel, kleding en leer (GR22) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Textiel, kleding en leer (GR22) Metaal, productie (GR12) (Detail)handel en recreatie (overig) Metaal, productie (GR12) Textiel, kleding en leer (GR22) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja
7123 3150x 2512 8532 7530 2851x 9213 2441x 297x 2960 2615 2911 1531 3140 2742 1595 3330 2913 2873 2052 3230 3430 3410 3611x 1587 241x 3612 2124 1752 2872 3662 2874 1822 2651
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Categorie in drempelwaardentabel **)
C, M, N
C, M, N C, D, M, N C, M, N I, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N A,C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
C, M, N C, M, N
pag 22 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
265x 24xx 2466 1594 2310 3002 1585 1571 159x 2741 3161 3210 321x 2971 3150
Vervaardiging van cement, kalk en gips Vervaardiging van chemische producten Vervaardiging van chemische producten n.e.g. Vervaardiging van cider en andere vruchtenwijnen Vervaardiging van cokesovenproducten Vervaardiging van computers Vervaardiging van deegwaren Vervaardiging van diervoeder Vervaardiging van dranken Vervaardiging van edele metalen Vervaardiging van elektrische benodigdheden voor motoren en voertuigen Vervaardiging van elektrische componenten Vervaardiging van elektrische componenten Vervaardiging van elektrische huishoudelijke apparaten Vervaardiging van elektrische lampen en buizen en van verlichtingsbenodigdheden
Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Elektrische machines en apparaten (GR4) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Metaal, productie (GR12) of warme verwerking (GR 13) Elektrische machines en apparaten (GR4) Elektrische machines en apparaten (GR4) Elektrische machines en apparaten (GR4) Elektrische machines en apparaten (GR4) Elektrische machines en apparaten (GR4)
Selectie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N A, C, M, N A, C, M, N C, D, M, N A, C, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
3110
Vervaardiging van elektromotoren en elektrische generatoren en transformatoren
Elektrische machines en apparaten (GR4)
Ja
C, M, N
2463 1592 2441 2442 3542 354x 2020 2464 1532 1770 1760 1588 3130 2862 2940 2721 2653 261 26xx 2614 2863
Vervaardiging van etherische oliën Vervaardiging van ethylalcohol door gisting Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen Vervaardiging van farmaceutische producten (excl. grondstoffen) Vervaardiging van fietsen Vervaardiging van fietsen, motor- en bromfietsen en invalidewagens Vervaardiging van fiNeer- en plaatmaterialen Vervaardiging van fotochemische producten Vervaardiging van fruit en groentesap Vervaardiging van gebreide en gehaakte artikelen Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen Vervaardiging van gehomogeniseerde preparaten en dieetvoeding Vervaardiging van geïsoleerde kabel en draad Vervaardiging van gereedschap Vervaardiging van gereedschapswerktuigen Vervaardiging van gietijzeren buizen Vervaardiging van gips Vervaardiging van glas en glaswerk Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten Vervaardiging van glasvezels Vervaardiging van hang- en sluitwerk
Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Batchchemie (GR2) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Batchchemie (GR2) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Kunststof en rubber (GR11) Metaal, productie (GR12) Elektrische machines en apparaten (GR4) Metaal, warme verwerking (GR13) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Metaal, productie (GR12)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee
C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
pag 23 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
2922 2613 2040 2621 2710 3661 2411x 2411 2921 2465 3543 2623 1722 2652 1723 2123 3001 300x 1721 262x 2640 2630 2630 2822 3613 1820 1810 1830 2412 2744 2461 2461x 2416x 2416 2416x 2523 2420 2932 2931
Vervaardiging van hijs-, hef- en andere transportwerktuigen Vervaardiging van holglas Vervaardiging van houten emballage Vervaardiging van huishoudelijk sieraardewerk Vervaardiging van ijzer en staal van ferro-legeringen (EGKS) Vervaardiging van imitatiesierraden
Vervaardiging van industriële gassen Vervaardiging van industriële gassen Vervaardiging van industriële ovens en branders Vervaardiging van informatiedragers Vervaardiging van invalidewagens Vervaardiging van isolatoren en isolatiemateriaal van keramische stoffen Vervaardiging van kaardwollen of kaardwolachtige vezels Vervaardiging van kalk Vervaardiging van kamwollen of kamwolachtigevezels Vervaardiging van kantoorbenodigdheden van papier Vervaardiging van kantoormachines Vervaardiging van kantoormachines en computers Vervaardiging van katoenen of katoenachtige weefsels Vervaardiging van keramische producten (excl. tegels en plavuizen) Vervaardiging van keramische producten voor de bouw uit gebakken klei Vervaardiging van keramische tegels en plavuizen Vervaardiging van keramische tegels en plavuizen Vervaardiging van ketels en radiatoren voor de centrale verwarming Vervaardiging van keukenmeubels Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) Vervaardiging van kleding van leer Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont Vervaardiging van kleur en verfstoffen Vervaardiging van koper Vervaardiging van kruit en springstoffen Vervaardiging van kruit en springstoffen Vervaardiging van kunsthars Vervaardiging van kunststof in primaire vorm Vervaardiging van kunststof in primaire vorm (geen kunsthars) Vervaardiging van kunststofproducten voor de bouw Vervaardiging van landbouwchemicaliën Vervaardiging van landbouwmachines en - werktuigen (excl. tractoren) Vervaardiging van landbouwtractoren
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Elektrische machines en apparaten (GR4) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Metaal, productie (GR12) of warme verwerking (GR 13) (Detail)handel en recreatie (overig) Gassen (GR6) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Elektrische machines en apparaten (GR4) Batchchemie (GR2) Metaal, warme verwerking (GR13) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Textiel, kleding en leer (GR22) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Textiel, kleding en leer (GR22) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Elektrische machines en apparaten (GR4) Elektrische machines en apparaten (GR4) Textiel, kleding en leer (GR22) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Metaal, warme verwerking (GR13) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Metaal, productie (GR12) of warme verwerking (GR 13) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Elektrische machines en apparaten (GR4) Elektrische machines en apparaten (GR4)
Eerste Selectie Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N A, C, M, N C, K, M, N A, C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N A, L, M, N A, L, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N A, C, M, N C, M, N C, M, N
pag 24 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
1920 1910 2462 2743 2955
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
2415
Vervaardiging van lederwaren (excl. kleding en schoeisel) Textiel, kleding en leer (GR22) Vervaardiging van leer en lederwaren (excl. kleding) Textiel, kleding en leer (GR22) Vervaardiging van lijm- en plakmiddelen Batchchemie (GR2) Vervaardiging van lood, zink en tin Metaal, productie (GR12) Vervaardiging van machines en apparaten voor de productie van papier, karton, Elektrische machines en apparaten (GR4) paier- en kartonwaren Vervaardiging van machines en apparaten voor de productie van textiel, kleding, Elektrische machines en apparaten (GR4) leer en lederwaren Vervaardiging van machines en apparaten voor de productie van voedings- en Elektrische machines en apparaten (GR4) genotsmiddelen Vervaardiging van machines en apparaten voor industriële koeltechniek en Elektrische machines en apparaten (GR4) klimaatregeling Vervaardiging van machines voor de delfstoffenwinning en bouw Elektrische machines en apparaten (GR4) Vervaardiging van machines voor de ijzer- en staalproductie Elektrische machines en apparaten (GR4) Vervaardiging van margarine Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Vervaardiging van matrassen Kunststof en rubber (GR11) Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, orthopedische en prothese- Elektrische machines en apparaten (GR4) artikelen Vervaardiging van meel (excl. zetmeel) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Vervaardiging van meet-, regel- en controle-apparatuur (niet voor de bewaking van Elektrische machines en apparaten (GR4) industriële processen) Vervaardiging van meststoffen en daarmee samenhangende stikstofverbindingen Grondstoffen voor de chemie (GR8)
2811 281x 2812 361x 1598 2664 3541 363 3630 1716 2972 274x 1823 6312x 3340 2624
Vervaardiging van metalen constructiewerken Vervaardiging van metalen constructiewerken, ramen, deuren en kozijnen Vervaardiging van metalen ramen, dueren en kozijnen Vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige goederen n.e.g. Vervaardiging van mineraalwater en frisdranken Vervaardiging van mortel Vervaardiging van motor- en bromfietsen Vervaardiging van muziekinstrumenten Vervaardiging van muziekinstrumenten vervaardiging van naaigarens Vervaardiging van niet-elektrische huishoudelijke apparaten Vervaardiging van non-ferrometalen Vervaardiging van onder- en nachtkleding Vervaardiging van Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Vervaardiging van optische instrumenten, foto- en filmapparatuur Vervaardiging van overig technisch aardewerk
2954 2953 2923 2952 2951 1543 3615 3310 1561 3320
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Metaal, warme verwerking (GR13) Elektrische machines en apparaten (GR4) Elektrische machines en apparaten (GR4) Textiel, kleding en leer (GR22) Elektrische machines en apparaten (GR4) Metaal, warme verwerking (GR13) Textiel, kleding en leer (GR22) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Elektrische machines en apparaten (GR4) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7)
Eerste Selectie Ja Ja Ja Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N C, M, N A, C, M, N C, M, N
Ja
C, M, N
Ja
C, M, N
Ja
C, M, N
Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N
Ja Ja
C, M, N C, M, N
Ja
A, C, M, N
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N L, M, N C, M, N C, M, N
pag 25 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
2413 2051 205x 246x 3162 3663 1824 2956 2924 295x 3614 2682 2625 2745 2745x 2125 2524 287x 2875 1754 3550 1589 2626 1725 2112 2452 2414 154x 2521 2912 2661 266x
Vervaardiging van overige anorganische basischemicaliën Vervaardiging van overige artikelen van hout Vervaardiging van overige artikelen van hout; vervaardiging van artikelen van kurk, riet en vlechtwerk Vervaardiging van overige chemische producten Vervaardiging van overige elektrische benodigdheden n.e.g. Vervaardiging van overige goederen Vervaardiging van overige kleding en toebehoren n.e.g. Vervaardiging van overige machines en apparaten n.e.g. voor specifieke industriële activiteiten Vervaardiging van overige machines en apparaten voor algemeen gebruik n.e.g. en machineonderdelen n.e.g. Vervaardiging van overige machines en apparaten voor specifieke industriële activiteiten Vervaardiging van overige meubels Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten Vervaardiging van overige niet-vuurvaste keramische producten (niet voor de bouw) Vervaardiging van overige non-ferrometalen Vervaardiging van overige non-ferro-metalen, niet zijnde kwik Vervaardiging van overige papier- en kartonwaren Vervaardiging van overige producten van kunststof Vervaardiging van overige producten van metaal (geen machines en transportmiddelen) Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. Vervaardiging van overige textielproducten n.e.g. vervaardiging van overige transportmiddelen n.e.g. Vervaardiging van overige voedingsmiddelen n.e.g. Vervaardiging van overige vuurvaste keramische producten Vervaardiging van overige weefsels Vervaardiging van papier en karton Vervaardiging van parfums en cosmetica Vervaardiging van petrochemische producten en overige organische basischemicaliën Vervaardiging van plantaardige en dierlijke oliën en vetten vervaardiging van platen, folie, buizen en profielen van kunststof Vervaardiging van pompen en compressoren Vervaardiging van producten van beton voor de bouw en van kalkzandsteen Vervaardiging van producten van beton, cement en gips
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Categorie in drempelwaardentabel **) A, C, M, N C, M, N C, M, N
Grondstoffen voor de chemie (GR8) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9)
Selectie Ja Ja Ja
Batchchemie (GR2) Elektrische machines en apparaten (GR4) (Detail)handel en recreatie (overig) Textiel, kleding en leer (GR22) Elektrische machines en apparaten (GR4)
Ja Ja Nee Ja Ja
C, M, N C, M, N
Elektrische machines en apparaten (GR4)
Ja
C, M, N
Elektrische machines en apparaten (GR4)
Ja
C, M, N
Hout, meubels, papier en karton (GR9) Batchchemie (GR2) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7)
Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N
Metaal, productie (GR12) of warme verwerking (GR 13) Metaal, productie (GR12) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Kunststof en rubber (GR11) Metaal, warme verwerking (GR13)
Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Metaal, productie (GR12) Textiel, kleding en leer (GR22) Metaal, warme verwerking (GR13) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Textiel, kleding en leer (GR22) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Batchchemie (GR2) Grondstoffen voor de chemie (GR8)
Nee *) Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N A, C, M, N
Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Kunststof en rubber (GR11) Elektrische machines en apparaten (GR4) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7)
Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
C, M, N C, M, N
pag 26 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
2666 2662 252x 28xx
Vervaardiging van producten van beton, cement en gips (niet voor de bouw) Vervaardiging van producten van gips voor de bouw Vervaardiging van producten van kunststof Vervaardiging van producten van metaal (excl. machines en transportmiddelen)
Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Kunststof en rubber (GR11) Metaal, warme verwerking (GR13)
Selectie Ja Ja Ja Ja
251x 25xx 2665 2111 211x 6312x 3520 2511 2513 1541 2622 2122 3120 2861 286x 1930 2681 3622 365 3650 364 3640 2722 2871 2830 2663 1583 2417 2470 2914 2821 282x
Vervaardiging van producten van rubber Vervaardiging van producten van rubber en kunststof Vervaardiging van producten van vezelcement Vervaardiging van pulp Vervaardiging van pulp, papier en karton Vervaardiging van pyrotechnische materialen Vervaardiging van rollend spoor- en tramwegmaterieel Vervaardiging van rubberbanden Vervaardiging van rubberproducten (excl. banden) Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten Vervaardiging van sanitair aardewerk Vervaardiging van sanitaire en huishoudelijke papierwaren Vervaardiging van schakel- en verdeelinrichtingen Vervaardiging van scharen en bestek Vervaardiging van scharen en bestek, gereedschap en hang- en sluitwerk Vervaardiging van schoeisel Vervaardiging van schuur-, slijp- en polijstmiddelen Vervaardiging van sieraden (excl. imitatie-) Vervaardiging van spellen en speelgoed Vervaardiging van spellen en speelgoed Vervaardiging van sportartikelen Vervaardiging van sportartikelen Vervaardiging van stalen buizen Vervaardiging van stalen vaten, fusten en transportkannen Vervaardiging van stoomketels Vervaardiging van stortklare beton Vervaardiging van suiker Vervaardiging van synthetisch rubber in primaire vorm Vervaardiging van synthetische en kunstmatige vezels Vervaardiging van tandwielen, lagers en andere drijfwerkelementen Vervaardiging van tanks en reservoirs Vervaardiging van tanks en reservoirs en van ketels en radiatoren voor de centrale verwarming Vervaardiging van textiel
Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Ontplofbare stoffen (GR16) (GR16) Metaal, warme verwerking (GR13) Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Elektrische machines en apparaten (GR4) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Textiel, kleding en leer (GR22) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Metaal, warme verwerking (GR13) Elektrische machines en apparaten (GR4) Elektrische machines en apparaten (GR4) Elektrische machines en apparaten (GR4) Elektrische machines en apparaten (GR4) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, productie (GR12) Metaal, warme verwerking (GR13) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Kunststof en rubber (GR11) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Elektrische machines en apparaten (GR4) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee *) Nee *) Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee *) Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N I, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Textiel, kleding en leer (GR22)
Ja
C, M, N
17xx
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
pag 27 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
1740 2030 35xx
Vervaardiging van textielwaren (excl. kleding) Vervaardiging van timmerwerk Vervaardiging van transportmiddelen (excl. auto's, aanhangwagens en opleggers)
Textiel, kleding en leer (GR22) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Metaal, warme verwerking (GR13)
Selectie Ja Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N C, M, N
3350 1571 2430 2522 2121
Vervaardiging van uurwerken Vervaardiging van veevoeder Vervaardiging van verf, lak, vernis, inkt en mastiek Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van kunststof Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van papier en karton; golfpapier en -karton
Elektrische machines en apparaten (GR4) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Kunststof en rubber (GR11) Hout, meubels, papier en karton (GR9)
Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
1753 2611 3530 1751 15xx 1572 1821 1593 2451 245x
Vervaardiging van vilt- en vezelvlies Vervaardiging van vlakglas Vervaardiging van vlieg- en ruimtevaartuigen Vervaardiging van vloerkleden en tapijt Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken Vervaardiging van voer voor huisdieren Vervaardiging van werkkleding Vervaardiging van wijn Vervaardiging van zeep-, was-, reinigings-, en onderhoudsmiddelen Vervaardiging van zeep-, was-, reinigings-, en onderhoudsmiddelen, parfums en cosmetica Vervaardiging van zendapparatuur voor televisie en radio en van apparatuur voor lijntelefonie en -telegrafie Vervaardiging van zetmeel Vervaardiging van zijde of zijdeachtige weefsels Vervaardiging van zitmeubels Vervaardiging van zuivelproducten (excl. consumptie-ijs) Vervoer door de lucht (transportmodaliteit, niet de inrichting) Vervoer over de weg (transportmodaliteit, niet de inrichting) Vervoer over land (spoor) (transportmodaliteit, niet de inrichting) Vervoer over water (transportmodaliteit, niet de inrichting) Vervoer per spoor (emplacement) Vervoer via pijpleidingen (transportmodaliteit, niet de inrichting) Verwerking van cacaobonen en vervaardiging van chocolade en suikerwerk Verwerking van oud papier Verwerking van tabak Verzekeringsbeurzen, assurantietussenpersonen, waarborgfondsen, schade-
Textiel, kleding en leer (GR22) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Metaal, warme verwerking (GR13) Textiel, kleding en leer (GR22) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Textiel, kleding en leer (GR22) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Elektrische machines en apparaten (GR4)
Ja
C, M, N
Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Textiel, kleding en leer (GR22) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Spoorwegemplacementen (GR19)# n.v.t. Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Dienstverlening (overig)
Ja Ja Ja Ja n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Ja n.v.t. Ja Ja Ja Nee
C, D, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N
3220 1562 1724 3611 1551 6200 6020 6010 6100 6010x 603 1584 21x 1600 701x
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
E, F, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
expertise, actuarissen, beheer en administratie van pensioenvermogens
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
pag 28 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Categorie in drempelwaardentabel **)
6601
Verzekeringswezen en pensioenfondsen (geen verplichte sociale verzekeringen)
Dienstverlening (overig)
Selectie Nee
2851x 672
Verzinken (thermisch) Verzkeringsbeurzen, assurantietussenpersonen, waarborgfondsen,
Oppervlaktebehandeling (GR17) Dienstverlening (overig)
Ja Nee
Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Logies- maaltijden- en drankverstrekking Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Batchchemie (GR2) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Metaal, warme verwerking (GR13) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1)
Nee Nee Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja
Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Vuurwerk (GR26) Vuurwerk (GR26) Vuurwerk (GR26) Ontplofbare stoffen (GR16) (Detail)handel en recreatie (overig) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig)
Ja Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja
C, M, N M, N
Ja Ja Nee
C, M, N C, M, N
3710 9003 802xx 2612 2461x 5148x 5250 6312x 5221 4000x
schadeexpertise, actuarissen, beheer en administratie van pensioenvermogens Verzorgingstehuizen Veterinaire diensten Vetharding Vetsmelterij (eetbare dierlijke) Visdrogerij Viskraam (consumptie ter plekke) Vismeelfabriek Visrokerij Visserij Visserij, kweken van vis en schaaldieren Visteeltbedrijf Visverwerking Vlakdrukkerij Vleesafvalbe- en -verwerking Vleesverwerking Voertuigherstelinrichtingen (zonder opslag brandstoffen) Voorbereidend en middelbaar beroepsonderwijs Voorbereiding tot recycling van afval (excl. metaal-) (bouw-en sloop-, rubber-, kunststof-, vliegas-afval), Voorbereiding tot recycling van metaalafval Voormalige stortplaats Voortgezet onderwijs Vormen en bewerken van vlakglas Vuurwerkfabriek Vuurwerkgroothandel Vuurwerkwinkel (detailhandel) Wapenopslag Warenhuizen en dergelijke winkels met een algemeen assortiment Warmtekrachtcentrales
9301x 9302 9302x
Wasserette, wassalons Wasserij en strijkinrichting Wasverzendinrichtingen
8533 8520 1511x 1511x 1520x 5540 156x 1520x 0501 050x 0502x 1520 222x 1511x 1513 5010x 8030 3720
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
C, M, N
C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
C, D, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
C, M, N G, C, M, N G, C, M, N G, C, M, N L, M, N C, M, N
pag 29 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
4100x
Waterbereiding
4100x
Waterdistributie
4100x
Waterwinning
8531x 8531x 9111
Welzijnszorg Welzijnszorg waarbij huisvesting wordt geboden Werkgevers-, werknemers- en beroepsorganisaties; levensbeschouwelijke en politieke organisaties; overige ideële organisaties e.d. Werknemersorganisaties Weven van textiel Winkels gespecialiseerd in overige artikelen Winkels gespecialiseerd in voedings- en genotmiddelen Winkels in aardappelen, groenten en fruit Winkels in boeken, tijdschriften, kantoor- en schoolbenodigdheden Winkels in brood en banket, chocolade en suikerwerk Winkels in dranken Winkels in drogisterij- en medische artikelen Winkels in farmaceutische en medische artikelen, parfums en cosmetica Winkels in ijzerwaren, gereedschappen, verf en bouwmaterialen (doe-hetzelfartikelen) Winkels in kaas, reformartikelen, buitenlandse voedingsmiddelen en voedings- en genotmiddelen n.e.g. Winkels in kleding en modeartikelen Winkels in kledingstoffen, huishoudtextiel, breiwol, handwerken en fournituren
9131 172x 5242 5222 5222x 5249 5224x 5227 523x 5232 5246x 5231 5242x 5242x 5245 5241 5244x 5226 5250x 5223 5222x 5246x 4100
Winkels in meubels, woningtextiel, verlichtings- en huishoudelijke artikelen Winkels in parfums en cosmetica Winkels in schoeisel, lederwaren en reisartikelen Winkels in tabaksproducten Winkels in tweedehands goederen en antiek Winkels in vis Winkels in vlees en vleeswaren, wild en gevogelte Winkels in witgoed, bruingoed, telecommunicatieapparaten, geluidsdragers en muziekinstrumenten Winning en distributie van water
14xx
Winning van zand, grind, klei, zout e.d.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Dienstverlening (overig)
Eerste Selectie Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N
Ja
C, M, N
Ja
C, M, N
Nee Nee Nee
Dienstverlening (overig) Textiel, kleding en leer (GR22) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Spuitbussen (GR20)
Nee Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja
(Detail)handel en recreatie (overig)
Nee
(Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig)
Nee Nee
(Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig)
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Overige grondstoffenwinning (GR15)
Ja
C, M, N
Ja
C, K, M, N
C, M, N
C, M, N
pag 30 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - bedrijfstypering alfabetisch gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
4000x
WKK centrale
2010x 5551 7031 1421 142x 6120 2224x 8512x 3710x 1440 2413x 6321 9262x
Wolmanisering Zalenverhuur (met horeca) Zalenverhuur (zonder horeca) Zand- en grindwinning Zand-, grind- en kleiwinning Zeevaart (transportmodaliteit, geen inrichting) Zetterij Ziekenhuizen Zink-assenverwerking Zoutwinning Zoutzuurproductie Zuivelopslag Zwembad
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Hout, meubels, papier en karton (GR9) (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) Overige grondstoffenwinning (GR15) Overige grondstoffenwinning (GR15) n.v.t. Batchchemie (GR2) Ziekenhuizen (GR27) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Overige grondstoffenwinning (GR15) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Transport en opslag (GR23) Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen (GR28)
Eerste Selectie Ja Ja Nee Nee Ja Ja n.v.t. Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N
C, K, M, N C, K, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N
Legenda Nee*) In principe is dit bedrijfstype niet als een bedrijfstype aan te merken waarbij, als gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen, een 'verhoogd gevaar' aanwezig wordt geacht. In individuele gevallen is het mogelijk dat er wel gevaarlijke stoffen aanwezig zijn. Bij bepaalde bedrijfstypen (bijv. akkerbouwbedrijven (SBI-code 0111) is bekend dat er soms uitschieters kunnen voorkomen met betrekking tot risicovolle activiteiten. Wanneer in een individueel geval toch gevaarlijke stoffen aanwez ig zijn moet de eerste selectie worden afgedaan met 'Ja". Oftewel dit individuele geval moet meegenomen worden in de lijst 'Wel verhoogd gevaar' **) Letteraanduiding van categorieën in drempelwaardentabel voor Risicokaart-relevant (zie figuur 1.1.3 in hoofdtekst van LRI - gevaarlijke stoffen) # Groepskaart is (nog) niet beschikbaar.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3a, versie 3.1 oktober 2007
pag 31 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
01 011 0111 0112 0112x 0112x 0112x 0112x 0112x 0112x 0113 0113 011x 011x 011x 011x 0121 0122 0122x 0123 0124 0125 012x 012x 012x 012x 012x 0130 0141 0141x 0141x 0141x 0141x 0142
Landbouw, jacht en dienstverlening t.b.v. de landbouw en jacht Akker- en tuinbouw Akkerbouw Tuinbouw Bollenteelt Boomkwekerij (met meer dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Boomkwekerij (met minder dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Champignonkwekerij Groenteteelt (met meer dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Groenteteelt (met minder dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Fruitteelt (met meer dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Fruitteelt (met minder dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Glastuinbouw Kassenbedrijf Kastuinbouwbedrijf Kwekerij (algemeen) Fokken en houden van rundvee Fokken en houden van overige graasdieren Paardenfokkerij Fokken en houden van varkens Fokken en houden van pluimvee Fokken en houden van overige dieren Bloemkwekerij Fokveebedrijf Mestbassin Veehouderij Veeteelt Akker- en /of tuinbouw in combinatie met het fokken en houden van dieren Hoveniersbedrijven en dienstverlening t.b.v. de akker- en tuinbouw Bloembollenbedrijf (algemeen) Bloembollendroog- en prepareerbedrijven Hoveniersbedrijven (met meer dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Hoveniersbedrijven (met minder dan 400 kg bestrijdingsmiddelen) Dienstverlening t.b.v. het fokken en houden van dieren (excl. veterinaire diensten)
Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Batchchemie Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij
Selectie n.v.t. n.v.t. Nee *) Ja Ja Ja Nee Ja Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Nee *) Nee *) Nee *) Nee *) Nee *) Nee *) Ja Nee *) Nee *) Nee *) Nee *) Nee *) Ja Ja Ja Ja Nee Nee
0142x 0150 0200 0501
KI-station Jacht Bosbouw en dienstverlening t.b.v. de bosbouw Visserij
Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij
Nee Nee Nee Nee
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Categorie in drempelwaardentabel **)
C, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, K, M, N C, K, M, N C, M, N
C, D, M, N
C, K, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, K, M, N
pag 1 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
0502 0502x 050x 1030 1110 1110 1110 1110 1110 1120 11x 1421 1421x 1422 142x 1440 1450 1450 1450x 14xx 1511 1511x 1511x 1511x 1512 1513 1513x 151x 1520 1520x 1520x 1531 1532 1533 1533x 1541 1541x 1542 1542x
Kweken van vis en schaaldieren Visteeltbedrijf Visserij, kweken van vis en schaaldieren Turfwinning Aardolie- en aardgaswinning Boorinstallatie aardolie- en aardgaswinning Delfstoffenwinning Gaswinning Oliewinning Dienstverlening t.b.v. de aardolie- en aardgaswinning Steenkolenmijn Zand- en grindwinning Kalkzandsteenwinning Kleiwinning Zand-, grind- en kleiwinning Zoutwinning Mergelwinning Overige delfstoffenwinning Ertsproductie Winning van zand, grind, klei, zout e.d. Slachterijen (excl. pluimvee-) Vetharding Vetsmelterij (eetbare dierlijke) Vleesafvalbe- en -verwerking Pluimveeslachterijen Vleesverwerking Rokerijen (vlees) Slachterijen en vleesverwerking Visverwerking Visdrogerij Visrokerij Vervaardiging van aardappelproducten Vervaardiging van fruit en groentesap Groente- en fruitverwerking (excl. vervaardiging van sap) Conservenindustrie (fruit, groenten, vruchten) Vervaardiging van ruwe plantaardige en dierlijke oliën en vetten Lijnolieproductie Raffinage van plantaardige en dierlijke oliën en vetten Lijnolieraffinage
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Overige grondstoffenwinning (GR15) Mijnbouwwet inrichtingen (GR14)# Mijnbouwwet inrichtingen (GR14)# Mijnbouwwet inrichtingen (GR14)# Mijnbouwwet inrichtingen (GR14)# Mijnbouwwet inrichtingen (GR14)# Overige grondstoffenwinning (GR15) Mijnbouwwet inrichtingen (GR14)# Overige grondstoffenwinning (GR15) Overige grondstoffenwinning (GR15) Overige grondstoffenwinning (GR15) Overige grondstoffenwinning (GR15) Mijnbouwwet inrichtingen (GR14)# Overige grondstoffenwinning (GR15) Overige grondstoffenwinning (GR15) Overige grondstoffenwinning (GR15) Overige grondstoffenwinning (GR15) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25)
Eerste Selectie Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **)
C, M, N A, I, L A, I, L A, I, L A, I, L A, I, L C, M, N I, K, M, N C, K, M, N C, K, M, N C, M, N C, K, M, N C, M, N C, K, M, N C, M, N C, M, N C, K, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N
pag 2 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
1543 154x 154x 1551 1551x 1551x 1551x 1552 1561 1561x 1562 156x 156x 156x 1571 1571 1571x 1571x 1571x 1571x 1571x 1572 1581 1581x 1582 1582x 1583 1584 1585 1586 1587 1587x 1588 1589 1589x 1589x 1589x 1589x 1591
Vervaardiging van margarine Hydrogenering van plantaardige en dierlijke vetten en oliën Vervaardiging van plantaardige en dierlijke oliën en vetten Vervaardiging van zuivelproducten (excl. consumptie-ijs) Conservenindustrie (melk, zuivel) Melkpoederfabriek Puddingpoederfabriek Bereiding van consumptie-ijs, ijsfabriek (geen ijssalons e.d.) Vervaardiging van meel (excl. zetmeel) Bakmeelproductie Vervaardiging van zetmeel Beendermeelfabriek Verenmeelfabriek Vismeelfabriek Vervaardiging van diervoeder Vervaardiging van veevoeder Grasdrogerij Mengvoederhandel Mengvoederopslag Mengvoederproductie Veevoederfabriek Vervaardiging van voer voor huisdieren Broodfabrieken, brood en banketbakkerijen met verkoop in winkel Bakkerij (groot, fabrieksmatig) Banketfabrieken en vervaardiging van beschuit en biscuit Koekfabriek Vervaardiging van suiker Verwerking van cacaobonen en vervaardiging van chocolade en suikerwerk Vervaardiging van deegwaren Koffiebranderijen en theepakkerijen Vervaardiging van azijn, specerijen en kruiderijen Soeparomafabriek Vervaardiging van gehomogeniseerde preparaten en dieetvoeding Vervaardiging van overige voedingsmiddelen n.e.g. Grutterswarenfabriek Instantproducten levensmiddelen Poedervormige levensmiddelen Soepfabriek Distilleerderijen en likeurstokerijen
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Batchchemie (GR2) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25)
Eerste Selectie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, D, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N D, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N D, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N
pag 3 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
1591x 1591x 1592 1592x 1592x 1592x 1593 1594 1595 1596 1597 1598 159x 15x 15xx 1600 171 1711 1712 1713 1714 1715 1716 1717 1721 1722 1723 1724 1725 172x 1730 1730x 1740 1751 1752 1753 1754 1760
Brouwerij Jeneverstokerij Vervaardiging van ethylalcohol door gisting Gistfabriek Gistproductie Spiritusproductie Vervaardiging van wijn Vervaardiging van cider en andere vruchtenwijnen Vervaardiging van andere niet-gedistilleerde, gegiste dranken Bierbrouwerijen Mouterijen Vervaardiging van mineraalwater en frisdranken Vervaardiging van dranken Drogerijen voor voedsel Vervaardiging van voedingsmiddelen en dranken Verwerking van tabak Bewerken en spinnen van textielvezels Bewerken en spinnen van katoen of katoenachtige vezels Bewerken en spinnen van kaardwol of kaardwolachtige vezels Bewerken en spinnen van kamwol of kamwolachtige vezels Bewerken en spinnen van vlas of vlasachtige vezels Twijnen en voorbewerken van zijde; twijnen en textureren van synthetische of kunstmatige vezelgarens vervaardiging van naaigarens Bewerken en spinnen van overige textielvezels Vervaardiging van katoenen of katoenachtige weefsels Vervaardiging van kaardwollen of kaardwolachtige vezels Vervaardiging van kamwollen of kamwolachtigevezels Vervaardiging van zijde of zijdeachtige weefsels Vervaardiging van overige weefsels Weven van textiel Textielverdeling Textieldrukkerijen Vervaardiging van textielwaren (excl. kleding) Vervaardiging van vloerkleden en tapijt Vervaardiging van bindgaren, touw en netten Vervaardiging van vilt- en vezelvlies Vervaardiging van overige textielproducten n.e.g. Vervaardiging van gebreide en gehaakte stoffen
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Batchchemie (GR2) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22)
Selectie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
pag 4 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
1770 17xx 1810 1820 1821 1822 1823 1824 1830 1830 1910 1910 1920 1930 20 2010 2010x 2010x 2010x 2010x 2010x 2010x 2010x 2010x 2020 2020 2030 2030x 2030x 2030x 2030x 2040 2051 2052 2052x 205x 2111
Vervaardiging van gebreide en gehaakte artikelen Vervaardiging van textiel Vervaardiging van kleding van leer Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. van leer) Vervaardiging van werkkleding Vervaardiging van bovenkleding (excl. werkkleding en kleding van leer) Vervaardiging van onder- en nachtkleding Vervaardiging van overige kleding en toebehoren n.e.g. Bereiden en verven van bont; vervaardiging van artikelen van bont Vervaardiging van kleding; bereiden en verven van bont Looien en bewerken van leer Vervaardiging van leer en lederwaren (excl. kleding) Vervaardiging van lederwaren (excl. kleding en schoeisel) Vervaardiging van schoeisel Houtindustrie en vervaardiging van artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk (excl. meubels) Primaire houtbewerking Chemisch behandelen van hout, impregneren, creosoteren, wolmaniseren Creosootbedrijf Houtbewerking (mechanisch) Houtimpregneerbedrijven Houtzagerij Meubelfabriek Primaire houtbewerking (drogen, machinale bewerking, verduurzamen) Wolmanisering Fineermateriaalfabriek Vervaardiging van fineer- en plaatmaterialen Vervaardiging van timmerwerk Kozijnfabrikant Timmerbedrijf Timmerwerkfabriek Trapfabrikant Vervaardiging van houten emballage Vervaardiging van overige artikelen van hout Vervaardiging van artikelen van kurk, riet en vlechtwerk Kurkfabriek Vervaardiging van overige artikelen van hout; vervaardiging van artikelen van kurk, riet en vlechtwerk Vervaardiging van pulp
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Textiel, kleding en leer (GR22) Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code
Selectie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja n.v.t.
Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Hout, meubels, papier en karton (GR9)
Ja
C, M, N
pag 5 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
2112 211x 2121
Vervaardiging van papier en karton Hout, meubels, papier en karton (GR9) Vervaardiging van pulp, papier en karton Hout, meubels, papier en karton (GR9) Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van papier en karton; golfpapier en -karton Hout, meubels, papier en karton (GR9)
Selectie Ja Ja Ja
2121x 2122 2123 2124 2125 21x 2211 2212 2213 2214 2215 2221 2222 2223 2224 2224x 2225 222x 222x 222x 222x 222x 2231 2232 2234 223x 2310 2320x 2320x 2330 2411 2411x 2412 2413 2413x
Dozenvouwbedrijf Vervaardiging van sanitaire en huishoudelijke papierwaren Vervaardiging van kantoorbenodigdheden van papier Vervaardiging van behangselpapier Vervaardiging van overige papier- en kartonwaren Verwerking van oud papier Uitgeverijen van boeken (kantoor) Uitgeverijen van dagbladen (kantoor) Uitgeverijen van tijdschriften (kantoor) Uitgeverijen van geluidsopnamen (kantoor) Overige uitgeverijen Drukkerijen van dagbladen Drukkerijen (excl. dagbladen) Grafische afwerking Grafische reproductie en zetten Zetterij Overige activiteiten verwant aan de drukkerij Diepdrukkerij Drukkerijen en aanverwante activiteiten Offsetdrukkerij Rotatiedrukkerij Vlakdrukkerij Reproductie van geluidsopnamen Reproductie van video-opnamen Reproductie van computermedia Reproductie van opgenomen media Vervaardiging van cokesovenproducten Aardolieverwerking, raffinaderij Afgewerkte olie verwerking Bewerking van splijt- en kweekstoffen Vervaardiging van industriële gassen Vervaardiging van industriële gassen Vervaardiging van kleur en verfstoffen Vervaardiging van overige anorganische basischemicaliën Zoutzuurproductie
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Overige dienstverlening Overige dienstverlening Overige dienstverlening Overige dienstverlening Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Kernenergie-inrichting (GR10)# Grondstoffen voor de chemie (GR8) Gassen (GR6) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8)
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
A, C, M, N A, K, L C, F H A, C, M, N C, K, M, N C, M, N A, C, M, N C, M, N
pag 6 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
2414 2414x 2414x 2414x 2414x 2414x 2415 2415x 2415x 2415x 2415x 2416 2416x 2416x 2416x 2417 241x 2420 2420x 2420x 2430 2441 2441x 2442 2442x 2451 2452 245x 2461 2461x 2461x 2462 2463 2464 2465 2466
Vervaardiging van petrochemische producten en overige organische basischemicaliën Geur- en smaakstoffenproductie Methanolproductie Peroxiden Petrochemische industrie Stoffeerderij Vervaardiging van meststoffen en daarmee samenhangende stikstofverbindingen Ammoniakproductie Kunstmestproductie Meststoffen menging Meststoffen verwerking Vervaardiging van kunststof in primaire vorm Polymeerchemie Vervaardiging van kunsthars Vervaardiging van kunststof in primaire vorm (geen kunsthars) Vervaardiging van synthetisch rubber in primaire vorm Vervaardiging van basischemicaliën Vervaardiging van landbouwchemicaliën Bestrijdingsmiddelenindustrie Pretparken (met opslag gevaarlijke stoffen) Vervaardiging van verf, lak, vernis, inkt en mastiek Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen Vervaadiging van grondstoffen voor geneesmiddelen Vervaardiging van farmaceutische producten (excl. grondstoffen) Geneesmiddelenproductie Vervaardiging van zeep-, was-, reinigings-, en onderhoudsmiddelen Vervaardiging van parfums en cosmetica Vervaardiging van zeep-, was-, reinigings-, en onderhoudsmiddelen, parfums en cosmetica Vervaardiging van kruit en springstoffen Vervaardiging van kruit en springstoffen Vuurwerk (GR26)fabriek Vervaardiging van lijm- en plakmiddelen Vervaardiging van etherische oliën Vervaardiging van fotochemische producten Vervaardiging van informatiedragers Vervaardiging van chemische producten n.e.g.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Categorie in drempelwaardentabel **) A, C, M, N
Grondstoffen voor de chemie (GR8)
Selectie Ja
Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Dienstverlening (overig) Grondstoffen voor de chemie (GR8)
Ja Ja Ja Ja Nee Ja
A, C, M, N
Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Transport en opslag (GR23) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
A, M, N A, C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N A, C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N A,C, M, N A, C, M, N A, C, M, N C, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Ontplofbare stoffen (GR16) Ontplofbare stoffen (GR16) Vuurwerk (GR26) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
A, L, M, N A, L, M, N G, C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N A, C, M, N
C, D, M, N C, M, N A, C, M, N A, C, M, N
pag 7 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N A, C, M, N C, M, N M, N
246x 2470 24xx 2511 2511x 2512 2513 2513x 2513x 251x 2521 2522 2523 2524 2524x 252x 25xx 261 2611 2612 2613 2614 2614x 2615 2621 2621x 2622 2623 2624 2625
Vervaardiging van overige chemische producten Vervaardiging van synthetische en kunstmatige vezels Vervaardiging van chemische producten Vervaardiging van rubberbanden Banden regeneratie Vernieuwen van loopvlakken Vervaardiging van rubberproducten (excl. banden) Rubberproducten (geen banden) Spiritusfabriek Vervaardiging van producten van rubber vervaardiging van platen, folie, buizen en profielen van kunststof Vervaardiging van verpakkingsmiddelen van kunststof Vervaardiging van kunststofproducten voor de bouw Vervaardiging van overige producten van kunststof Plastic be- /verwerking Vervaardiging van producten van kunststof Vervaardiging van producten van rubber en kunststof Vervaardiging van glas en glaswerk Vervaardiging van vlakglas Vormen en bewerken van vlakglas Vervaardiging van holglas Vervaardiging van glasvezels Glaswolproductie Vervaardiging en bewerking van overig glas Vervaardiging van huishoudelijk sieraardewerk Porceleinproductie Vervaardiging van sanitair aardewerk Vervaardiging van isolatoren en isolatiemateriaal van keramische stoffen Vervaardiging van overig technisch aardewerk Vervaardiging van overige niet-vuurvaste keramische producten (niet voor de bouw)
Batchchemie (GR2) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Batchchemie (GR2) Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Batchchemie (GR2) Voedingsmiddelen, drank en tabak (GR25) Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7)
Selectie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
2626 262x 2630 2630 2640 2640x 2640x 2640x
Vervaardiging van overige vuurvaste keramische producten Vervaardiging van keramische producten (excl. tegels en plavuizen) Vervaardiging van keramische tegels en plavuizen Vervaardiging van keramische tegels en plavuizen Vervaardiging van keramische producten voor de bouw uit gebakken klei Aardewerkproductie (bouw-, grof-) Baksteenproductie Dakpanfabriek
Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, N C, M, N C, M, N
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
pag 8 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
2651 2652 2653 265x 2661 2661x 2662 2663 2664 2665 2666 266x 266x 2670 2681 2682 2682x 2682x 2682x 26xx 2710 2710x 2710x 2710x 2721 2722 2731 2732 2733 2734 2741 2742 2743 2744 2745 2745x 2745x 274x 275
Vervaardiging van cement Vervaardiging van kalk Vervaardiging van gips Vervaardiging van cement, kalk en gips Vervaardiging van producten van beton voor de bouw en van kalkzandsteen Kalkzandsteenbedrijf Vervaardiging van producten van gips voor de bouw Vervaardiging van stortklare beton Vervaardiging van mortel Vervaardiging van producten van vezelcement Vervaardiging van producten van beton, cement en gips (niet voor de bouw) Betonbedrijf Vervaardiging van producten van beton, cement en gips Natuursteenbewerking Vervaardiging van schuur-, slijp- en polijstmiddelen Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten Asfaltinstallatie Bitumenproductie Steenwolproductie Vervaardiging van glas, aardewerk, cement-, kalk- en gipsproducten Vervaardiging van ijzer en staal van ferro-legeringen (EGKS) Hoogovens Metaalgieterij Staalgieterij Vervaardiging van gietijzeren buizen Vervaardiging van stalen buizen Koudtrekken van ijzer en staal Koudwalsen van bandstaal Koudvervormen van ijzer en staal Draadtrekken uit ijzer en staal Vervaardiging van edele metalen Vervaardiging van aluminium Vervaardiging van lood, zink en tin Vervaardiging van koper Vervaardiging van overige non-ferrometalen Kwikdestillatie Vervaardiging van overige non-ferro-metalen, niet zijnde kwik Vervaardiging van non-ferrometalen Gieten van metalen
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Batchchemie (GR2) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Batchchemie (GR2) Metaal, productie (GR12) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, productie (GR12)
Eerste Selectie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N K, M, N C, M, N C, M, N C, M, N A, C, M, N A C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
C, M, N C, M, N A, C, M, N C, M, N C, M, N A, C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
pag 9 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N C,. M, N C, M, N C, M, N C, M, N M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Metaal, productie (GR12) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13)
Selectie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
2830 2840 2840x 2840x 2840x
Gieten van ijzer Gieten van staal Gieten van lichte metalen Gieten van overige non-ferrometalen Klokkengieterij Vervaardiging van metalen constructiewerken Constructiebedrijf Vervaardiging van metalen ramen, dueren en kozijnen Vervaardiging van metalen constructiewerken, ramen, deuren en kozijnen Vervaardiging van tanks en reservoirs Vervaardiging van ketels en radiatoren voor de centrale verwarming Vervaardiging van tanks en reservoirs en van ketels en radiatoren voor de centrale verwarming Vervaardiging van stoomketels Smeden, persen, stampen en profielwalsen van metaal Dieptrekbedrijf Forceerbedrijf (metaal) Smederij (groot)
Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Metaal, warme verwerking (GR13)
Ja Nee Nee Nee Ja
C, M, N
2851 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2851x 2852
Oppervlaktebehandeling Aluminium bewerking Aluminium straalbedrijf Aluminiumslijperij Anodiseerinrichtingen Chemische oppervlaktebehandeling Eloxeerinrichting Emailleerinrichtingen Galvaniseerinrichtingen Lakken en moffelen Metallisatiebedrijf Metalliseerinrichting Polijstinrichtingen Scopeerinrichtingen Slijperijen (oppervlaktebehandeling) Spuiterijen voor metaal (oppervlaktebehandeling) Straalbedrijf Verfspuiterij Vertinnen (thermisch) Verzinken (thermisch) Overige metaalbewerking
Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Oppervlaktebehandeling (GR17) Metaal, koude verwerking
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee
C, M, N A, C, M, N M, N M, N M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
2751 2752 2753 2754 2754x 2811 2811x 2812 281x 2821 2822 282x
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
C, M, N
pag 10 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
2852x 2852x 2861 2862 2863 286x 2871 2872 2872x 2873 2874 2875 2875x 287x 28xx 2911 2912 2913 2914 2921 2922 2923 2924 2931 2932 2940 2951 2952 2953 2954 2955
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Categorie in drempelwaardentabel **)
Bankwerkerijen Stansbedrijf Vervaardiging van scharen en bestek Vervaardiging van gereedschap Vervaardiging van hang- en sluitwerk Vervaardiging van scharen en bestek, gereedschap en hang- en sluitwerk Vervaardiging van stalen vaten, fusten en transportkannen Vervaardiging van blikwaren Spuitbussenproductie Vervaardiging van artikelen van draad Vervaardiging van bouten, schroeven, moeren, kettingen en veren Vervaardiging van overige producten van metaal n.e.g. Smederij (kunst- en sierwerk) Vervaardiging van overige producten van metaal (geen machines en transportmiddelen) Vervaardiging van producten van metaal (excl. machines en transportmiddelen)
Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Spuitbussen (GR20) Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Metaal, koude verwerking Metaal, warme verwerking (GR13)
Selectie Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee Ja
Metaal, warme verwerking (GR13)
Ja
C, M, N
Vervaardiging en revisie van motoren en turbines (excl. motoren voor vliegtuigen, motorvoertuigen en -fietsen) Vervaardiging van pompen en compressoren Vervaardiging van appendages Vervaardiging van tandwielen, lagers en andere drijfwerkelementen Vervaardiging van industriële ovens en branders Vervaardiging van hijs-, hef- en andere transportwerktuigen Vervaardiging van machines en apparaten voor industriële koeltechniek en klimaatregeling Vervaardiging van overige machines en apparaten voor algemeen gebruik n.e.g. en machineonderdelen n.e.g. Vervaardiging van landbouwtractoren Vervaardiging van landbouwmachines en - werktuigen (excl. tractoren) Vervaardiging van gereedschapswerktuigen Vervaardiging van machines voor de ijzer- en staalproductie Vervaardiging van machines voor de delfstoffenwinning en bouw Vervaardiging van machines en apparaten voor de productie van voedings- en genotsmiddelen Vervaardiging van machines en apparaten voor de productie van textiel, kleding, leer en lederwaren Vervaardiging van machines en apparaten voor de productie van papier, karton, paier- en kartonwaren
Electrische machines en apparaten (GR4)
Ja
C, M, N
Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Electrische machines en apparaten (GR4)
Ja
C, M, N
Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Electrische machines en apparaten (GR4)
Ja
C, M, N
Electrische machines en apparaten (GR4)
Ja
C, M, N
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
C, M, N
C, M, N
pag 11 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
2956
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Electrische machines en apparaten (GR4)
Selectie Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N
Electrische machines en apparaten (GR4)
Ja
C, M, N
Ontplofbare stoffen (GR16) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
I, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Electrische machines en apparaten (GR4) Kunststof en rubber (GR11) Kunststof en rubber (GR11) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4)
Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Ja Ja
C, M, N C, M, N
Ja
C, M, N
Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, D, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
2960 2971 2972 297x 3001 3002 300x 3110
Vervaardiging van overige machines en apparaten n.e.g. voor specifieke industriële activiteiten Vervaardiging van overige machines en apparaten voor specifieke industriële activiteiten Vervaardigen van wapens en munitie Vervaardiging van elektrische huishoudelijke apparaten Vervaardiging van niet-elektrische huishoudelijke apparaten Vervaardigen van huishoudelijke apparaten Vervaardiging van kantoormachines Vervaardiging van computers Vervaardiging van kantoormachines en computers Vervaardiging van elektromotoren en elektrische generatoren en transformatoren
3120 3130 3130x 3140 3150
Vervaardiging van schakel- en verdeelinrichtingen Vervaardiging van geïsoleerde kabel en draad Mantelkabels Vervaardiging van accumulatoren, elektrische elementen en batterijen Vervaardiging van elektrische lampen en buizen en van verlichtingsbenodigdheden
3150x 3150x 3150x 3161 3162 3210 321x 3220
Lampenproductie Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) TL-productie Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Verlichtingsarmaturenproductie Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Vervaardiging van elektrische benodigdheden voor motoren en voertuigen Electrische machines en apparaten (GR4) Vervaardiging van overige elektrische benodigdheden n.e.g. Electrische machines en apparaten (GR4) Vervaardiging van elektrische componenten Electrische machines en apparaten (GR4) Vervaardiging van elektrische componenten Electrische machines en apparaten (GR4) Vervaardiging van zendapparatuur voor televisie en radio en van apparatuur voor Electrische machines en apparaten (GR4) lijntelefonie en -telegrafie Vervaardiging van audio en video apparatuur Electrische machines en apparaten (GR4) Vervaardiging van medische apparaten en instrumenten, orthopedische en prothese- Electrische machines en apparaten (GR4) artikelen Vervaardiging van meet-, regel- en controle-apparatuur (niet voor de bewaking van Electrische machines en apparaten (GR4) industriële processen) Vervaardiging van apparatuur voor de bewaking van industriële processen Electrische machines en apparaten (GR4) Vervaardiging van optische instrumenten, foto- en filmapparatuur Electrische machines en apparaten (GR4) Vervaardiging van uurwerken Electrische machines en apparaten (GR4) Vervaardiging van auto's Metaal, warme verwerking (GR13) Carrosseriebouw en vervaardiging van aanhangwagens en opleggers Metaal, warme verwerking (GR13) Vervaardiging van auto-onderdelen en -accesoires Metaal, warme verwerking (GR13)
295x
3230 3310 3320 3330 3340 3350 3410 3420 3430
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Eerste
pag 12 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
3430x 3511 3511x 3512 351x 3520 3521 3530 3541 3542 3543 354x 3550 35xx
Airbag productie Nieuwbouw en reparatie van schepen (excl. sport- en recreatievaartuigen), baggermaterieel, booreilanden, e.d. Scheepswerven Nieuwbouw en reparatie van sport- en recreatievaartuigen Scheepsbouw en -reparatie Vervaardiging van rollend spoor- en tramwegmaterieel Slaan van munten en medailles Vervaardiging van vlieg- en ruimtevaartuigen Vervaardiging van motor- en bromfietsen Vervaardiging van fietsen Vervaardiging van invalidewagens Vervaardiging van fietsen, motor- en bromfietsen en invalidewagens vervaardiging van overige transportmiddelen n.e.g. Vervaardiging van transportmiddelen (excl. auto's, aanhangwagens en opleggers)
3611 3611x 3611x 3612 3613 3614 3614x 3615 361x 3622 363 3630 364 3640 365 3650 3661 3662 3663 3663 3710 3710x
Vervaardiging van zitmeubels Meubelspuiterijen (zitmeubels) Vervaardiging van autostoelen Vervaardiging van bedrijfsinterieurs en -meubels Vervaardiging van keukenmeubels Vervaardiging van overige meubels Meubelspuiterijen (geen zitmeubels) Vervaardiging van matrassen Vervaardiging van meubels; vervaardiging van overige goederen n.e.g. Vervaardiging van sieraden (excl. imitatie-) Vervaardiging van muziekinstrumenten Vervaardiging van muziekinstrumenten Vervaardiging van sportartikelen Vervaardiging van sportartikelen Vervaardiging van spellen en speelgoed Vervaardiging van spellen en speelgoed Vervaardiging van imitatiesierraden Vervaardiging van borstelwaren Bloemenververijen Vervaardiging van overige goederen Voorbereiding tot recycling van metaalafval Zink-assenverwerking
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Kunststof en rubber (GR11) Metaal, warme verwerking (GR13)
Selectie Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, L, M, N C, K, M, N
Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, K, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Hout, meubels, papier en karton (GR9) Oppervlaktebehandeling (GR17) Textiel, kleding en leer (GR22) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Oppervlaktebehandeling (GR17) Kunststof en rubber (GR11) Hout, meubels, papier en karton (GR9) Metaal, warme verwerking (GR13) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) Electrische machines en apparaten (GR4) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Nee Ja Ja
C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Batchchemie (GR2) (Detail)handel en recreatie (overig) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1)
Eerste
C, D, M, N C, M, N C, M, N
pag 13 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
3720 3720x 3720x 3720x 3720x 3720x 4000
Voorbereiding tot recycling van afval (excl. metaal-) (bouw-en sloop-, rubber-, kunststof-, vliegas-afval), Glasrecycling Opwerking van vloeibare grondstoffen Puinbrekerij Rubberregeneratie TL-buis recycling Productie en distributie van elektriciteit, aardgas, stoom en warm water
4000x 4000x
Aardgasstation DeNOx installatie
4000x
DeSOx installatie
4000x
Electriciteitscentrales
4000x
Electriciteitsdistributie
4000x
Energiebedrijf
4000x 4000x 4000x 4000x 4000x 4000x 4000x
Gas-, meet- en regelstations Gasdistributie (energiebedrijf) Gasdistributie (industriële gassen) Gasdrukregel- en meetstation Gashuisje Gasmeetregelstation Gasturbine centrale
4000x 4000x
Kernenergieinrichting Rookgasreiniging
4000x
Stookinstallatie t.b.v. warmte of energiedistributie
4000x
Transformatorstations
4000x
Warmtekrachtcentrales
4000x
WKK centrale
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Glas, aardewerk, cement, kalk en gips (GR7) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Gas-, meet- en regelstations (GR5) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Gas-, meet- en regelstations (GR5) Gas-, meet- en regelstations (GR5) Gassen (GR6) Gas-, meet- en regelstations (GR5) Gas-, meet- en regelstations (GR5) Gas-, meet- en regelstations (GR5) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Kernenergie-inrichting (GR10)# Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18)
Eerste Selectie Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N
Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, K, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Ja Ja
M, N A, M, N
Ja
A, M, N
Ja
C, M, N
Ja
C, M, N
Ja
C, M, N
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
M, N M, N F, K, M, N M, N M, N M, N M,N
Ja Ja
H, C, M, N C, M, N
Ja
C, M, N
Ja
C, M, N
Ja
C, M, N
Ja
C, M, N
pag 14 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
4100
Winning en distributie van water
4100x
Drinkwaterbedrijf
4100x
Pompstation nutsvoorziening
4100x
Waterbereiding
4100x
Waterdistributie
4100x
Waterwinning
45 4511 4512
4534 454
Bouwnijverheid Slopen van bouwwerken; grondverzet Proefboren Aannemersbedrijf grondwerk, grondverzetswerk, grondboren, draineerwerk, sloopwerk Bouwrijp maken van terreinen Aannemersbedrijf algemene burgerlijke en utiliteitsbouw; bouwen van kunstwerken en leggen van kabels en buizen Aannemersbedrijf dakdekken en bouwen van dakconstructies Aannemersbedrijf wegenbouw Aannemersbedrijf natte waterbouw, baggerwerk Aannemersbedrijf overige gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw,hei- en funderingswerk Bouwinstallatie Elektrotechnische bouwinstallatie Isolatiewerkzaamheden Loodgieters-, fitterswerk; installatie van sanitair, centrale verwarmings- en luchtbehandelingsapparaten Overige bouwinstallatie Afwerken van gebouwen (stucadoren, schilderen, glaszetten, timmeren e.d.)
4541 4542 4543 4544 4545 4550
Stukadoren Timmeren Afwerken van vloeren en wanden Schilderen en glaszetten Overige afwerking van gebouwen Verhuur van bouw- en sloopmachines met bedienend personeel
451x 451x 4521 4522 4523 4524 4525 453 4531 4532 4533
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Selectie Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N
Ja
C, M, N
Ja
C, M, N
Ja
C, M, N
Ja
C, M, N
Ja
C, M, N
n.v.t. Ja Ja Ja
C, K, M, N C, L, M, N M, N
Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24)
ja Ja
M, N C, K, M, N
Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24)
Ja Ja Ja Ja
C, M, N M, N M,N C, M, N
Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24)
n.v.t. Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, K, M, N
Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24)
Ja Ja
C, M, N M, N
Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Productie en distributie van elektricitiet, aardgas, stoom en (afval)water (GR18) Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Ontplofbare stoffen (GR16) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24)
Eerste
pag 15 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
485 5010 5010x 5010x 5010x 5010x 5010x 5020 5020x 5020x 5020x 5020x 5030 5030x 5030x 5040
Call centers, secretariaats- en vertaalwerk Handel in en reparatie van auto's (1) autoimporteur Autohandel, zonder opslag brandstoffen Autoherstelinrichtingen (zonder opslag brandstoffen) Camper- of caravancentrum (verkoop-), zonder opslag brandstoffen Spuiterij (aanhangers en opleggers) Voertuigherstelinrichtingen (zonder opslag brandstoffen) Handel in en reparatie van auto's (2) auto-onderdelen Auto-plaatwerkerij Auto-spuiterij Bandenservicebedrijven Carrosseriespuiterij Handel in auto-onderdelen en -accessoires (zonder opslag brandstoffen) Groothandel en handelsbemiddeling in auto-onderdelen (geen banden) Groothandel en handelsbemiddeling in banden Handel in en reparatie van motorfietsen en onderdelen en accessoires daarvan
Dienstverlening (overig) Metaal, warme verwerking (GR13) (Detail)handel en recreatie (overig) Metaal, warme verwerking (GR13) (Detail)handel en recreatie (overig) Oppervlaktebehandeling (GR17) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Metaal, warme verwerking (GR13) Oppervlaktebehandeling (GR17) (Detail)handel en recreatie (overig) Oppervlaktebehandeling (GR17) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Transport en opslag (GR23) (Detail)handel en recreatie (overig)
Selectie Nee Ja Nee Ja Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Ja Nee Nee Ja Nee
5050 5050 5050x 5050x 5050x 5050x 5050x 5111
Benzineservicestations Pompstation brandstoffen wegverkeer Benzine distributie Benzinestations Bunkerstations LPG-stations Tankstations Handelsbemiddeling in landbouwproducten, levende dieren, textielgrondstoffen en -
Tankstations (GR21) Tankstations (GR21) Tankstations (GR21) Tankstations (GR21) Tankstations (GR21) Tankstations (GR21) Tankstations (GR21) Dienstverlening (overig)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee
5112
halffabrikaten en grondstoffen voor de voedings- en genotmiddelenindustrie Handelsbemiddeling in brandstoffen, ertsen, metalen en chemische producten
Dienstverlening (overig)
Nee
Dienstverlening (overig) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Dienstverlening (overig)
Nee Ja Nee
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Overige dienstverlening Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Overige dienstverlening
Nee Nee Nee Nee Ja Nee
5113 5113x 5114 5115 5116 5117 5118 5118x 5119
Handelsbemiddeling in hout, vlakglas, sanitair en bouwmaterialen Bouwmaterialen (tussenhandel) Handelsbemiddeling in machines, technische benodigdheden, schepen en vliegtuigen Handelsbemiddeling in meubels, huishoudelijke artikelen en ijzerwaren Handelsbemiddeling in kleding, overig textiel, schoeisel en lederwaren Handelsbemiddeling in voedings- en genotmiddelen Gespecialiseerde handelsbemiddeling in overige goederen Hobbymaterialen (tussenhandel) Niet-gespecialiseerde handelsbemiddeling
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, K, M, N C, M, N
C, M, N
B, F, K B, F, K B, F, K B, F, K B, C, K, M, N B B, M, N,
C, M, N
C, M, N
pag 16 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groothandel in granen, zaden en veevoeder Groothandel in bloemen en planten Groothandel in levende dieren Groothandel in huiden, vellen en leder Groothandel in ruwe tabak Distributie en opslagbedrijf Groothandel in landbouwproducten en levende dieren Groothandel in groenten, fruit en consumptieaardappelen Groothandel in vlees en vleeswaren, pluimvee, wild en gevogelte (geen levende dieren) Groothandel in zuivelproducten, eieren, spijsoliën en -vetten Groothandel in eieren, spijsoliën en -vetten Groothandel in dranken Groothandel in tabaksproducten w.o. gasaanstekers e.d. Groothandel in suiker, chocolade en suikerwerk Groothandel in koffie, thee, cacao en specerijen (geen ruwe tropische producten)
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Selectie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, F, M, N C, F, M, N C, M, N C, F, M, N C, M, N C, M, N C, M, N D, M, N C, D, M, N
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, D, M, N C, F, M, N C, F, M, N C, M, N C, M, N D, M, N
Gespecialiseerde groothandel in overige voedings- en genotmiddelen Groothandel in poedervormige voedingsmiddelen en diepvriesproducten Groothandel in voedings- en genotmiddelen algemeen assortiment Groothandel in voedings- en genotmiddelen Groothandel in kledingstoffen, fournituren en huishoudtextiel Groothandel in kleding, schoeisel en modeartikelen Groothandel in elektrische huishoudelijke apparaten, audio- en videoapparaten, beeld- en geluidsdragers en verlichtingsartikelen Groothandel in glas-, porselein- en aardewerk, behang (zonder reinigingsmiddelen)
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, F, M, N C, D, F, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, F, M, N C, F, M, N C, F, M, N
(Detail)handel en recreatie (overig)
Nee
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Ja Ja Ja
C, F, M, N C, F, M, N C, F, M, N
5147
Groothandel in was-, poets- en reinigingsmiddelen Groothandel in parfums en cosmetica Groothandel in farmaceutische producten, medische en tandheelkundige instrumenten, verpleegartikelen en laboratoriumbenodigdheden Gespecialiseerde groothandel in overige non-food consumentenartikelen n.e.g. (1)
Transport en opslag (GR23)
Ja
C, F, M, N
5148
Gespecialiseerde groothandel in overige non-food consumentenartikelen n.e.g. (2)
Transport en opslag (GR23)
Ja
C, F, M, N
5148x 5148x 514x 5151
Hobbymaterialen (groothandel) Vuurwerk (GR26)groothandel Groothandel in overige consumentenartikelen Gassen (GR6)groothandel
Transport en opslag (GR23) Vuurwerk (GR26) Transport en opslag (GR23) Gassen (GR6)
Ja Ja Ja Ja
C, M, N G, C, M, N C, M, N C, F, K, M, N
5121x 5122 5123 5124 5125 512x 512x 5131x 5132 5133 5133x 5134 5135 5136 5137 5138 5138x 5139 513x 5141 5142 5143x 5144x 5144x 5145 5146x
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
pag 17 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groothandel in brandstoffen en andere minerale olieproducten Groothandel in metalen en metaalertsen Groothandel in hout en bouwmaterialen Bouwmaterialen (groothandel) Groothandel in hout Houtgroothandel Verfgroothandel Groothandel in verf Afvulstation gasflessen Bestrijdingsmiddelenhandel Groothandel in chemische producten LPG-opslag Propaanopslag Groothandel in papier Groothandel in karton Groothandel in overige intermediaire goederen (grondstoffen, halffabrikaten en ruwe materialen) Groothandel in papier en karton Autosloperij Groothandel in afval en schroot (metaalschroot, sloopauto's, oud papier, kunststofafval, lompen e.d.) Groothandel in chemicaliën Groothandel in ijzer- en metaalwaren en verwarmingsapparaten Sloperij met opslag gevaarlijke stoffen Groothandel in machines, apparaten en toebehoren Groothandel in machines voor de bouw Groothandel in machines voor de productie van textiel; naai- en breimachines
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Gassen (GR6) Batchchemie (GR2) Transport en opslag (GR23) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Gassen (GR6) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Selectie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
Categorie in drempelwaardentabel **) C, F, M, N C, F, M, N C, F, M, N C, M, N C, F, M, N C, M, N C, M, N C, M, N K, M, N C, F, M, N C, F, M, N K, M, N C, K, M, N M, N C, F, M, N C, F, M, N
Transport en opslag (GR23) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Transport en opslag (GR23)
Ja Ja Ja
M, N C, K, M, N C, M, N
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Ja Ja Ja Ja Ja Ja
C, F, M, N C, F, M, N C, K, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Ja Ja Ja
C, M, N C, M, N C, F, M, N
5181 518x 5192x
Groothandel in overige machines en apparaten voor industrie en handel Groothandel in landbouwmachines, -werktuigen en -tractoren Overige gespecialiseerde groothandel en groothandel met een algemeen assortiment Groothandel in gereedschapswerktuigen Groothandel in computers, kantoormachines en -meubels Groothandel scheepsbenodigheden w.o. nautische meet- en regelapparatuur
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23)
Ja Ja Ja
C, F, M, N C, F, M, N C, D, M, N
51xx 52
Springmeesters Overige gespecialiseerde groothandel
Ontplofbare stoffen (GR16) Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code
Ja n.v.t.
L, M, N
5151x 5152 5153 5153x 5153x 5153x 5154 5155 5155x 5155x 5155x 5155x 5155x 5156 5156x 5156x 5156x 5157 5157x 515x 515x 5161x 5162 5164 5165 517 5171 5172
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
pag 18 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
5211 5212 521x 5221 5222 5222x 5222x 5223 5224 5224x 5225 5226 5226 5227 5231 5232 5233 523x 5241 5242 5242x 5242x 5242x 5243 5244 5244x 5245 5246 5246x 5246x 5246x
Detailhandel en reparatie van consumentenartikelen (geen auto's, motorfietsen en motorbrandstoffen) Supermarkten, warenhuizen en dergelijke winkels met een algemeen assortiment Groothandel met een algemeen assortiment Warenhuizen en dergelijke winkels met een algemeen assortiment Winkels gespecialiseerd in voedings- en genotmiddelen Winkels in aardappelen, groenten en fruit Winkels in vlees en vleeswaren, wild en gevogelte Winkels in vis Slagerij Winkels in brood en banket, chocolade en suikerwerk Bakkerij (winkel, MKB) Banketbakkerij Winkels in tabaksproducten Winkels in dranken Winkels in kaas, reformartikelen, buitenlandse voedingsmiddelen en voedings- en genotmiddelen n.e.g. Winkels in farmaceutische en medische artikelen, parfums en cosmetica Apotheken Winkels in drogisterij- en medische artikelen Winkels in parfums en cosmetica Winkels gespecialiseerd in overige artikelen Bont be- en verwerking (klein) Winkels in kleding en modeartikelen Winkels in kledingstoffen, huishoudtextiel, breiwol, handwerken en fournituren Leer be- en verwerking (Klein) Supermarkten (textiel) Winkels in schoeisel, lederwaren en reisartikelen Winkels in meubels, woningtextiel, verlichtings- en huishoudelijke artikelen Supermarkten (woon-; meubels, woningtextiel, vloerbedekking algemeen assortiment) Bouwmarkt (zonder grote voorraad gevaarlijke stoffen) Winkels in ijzerwaren, gereedschappen, verf en bouwmaterialen (doe-hetzelfartikelen) Winkels in witgoed, bruingoed, telecommunicatieapparaten, geluidsdragers en muziekinstrumenten
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
(Detail)handel en recreatie (overig)
Selectie Nee
(Detail)handel en recreatie (overig)
Nee
Transport en opslag (GR23) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig)
Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
(Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig)
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
(Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig)
Nee Nee Nee Nee Nee
(Detail)handel en recreatie (overig) Spuitbussen (GR20)
Nee Ja
(Detail)handel en recreatie (overig)
Nee
Categorie in drempelwaardentabel **)
C, D, M, N
C, M, N
pag 19 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
5247
Bouwmarkt (met grote voorraad gevaarlijke stoffen, b.v. Spuitbussen (GR20))
Transport en opslag (GR23)
Selectie Ja
5248 5248 5248 5248 5249 5249x 5249x 5249x 5249x 5249x 5250 5250x 5262 5262 5263 5271 5271x 5272 5273 5273 5274 527x 5510 5510 5510x 5510x 5510x 5511 5522 5522 5522 5522 5522x 5522x 5522x 5522x 5522x
Distributie van gasflessen Kopieerbedrijf Meubelstoffeerderij Verf- en behangzaak Winkels in boeken, tijdschriften, kantoor- en schoolbenodigdheden Dierenwinkel Hobbywinkel met verkoop consumentenvuurwerk Overige winkels (1) Tuincentra met opslag bestrijdingsmiddelen Tuincentra zonder opslag bestrijdingsmiddelen Vuurwerk (GR26)winkel (detailhandel) Winkels in tweedehands goederen en antiek Detailhandel niet in winkel Markthandel Postorderbedrijven Straathandel, colportage e.d. Reparatie van consumentenartikelen (geen auto's en motorfietsen) Reparatie van schoeisel en lederwaren Reparatie van uurwerken en juweliersartikelen Schoenmakerij Reparatie van elektrische huishoudelijke apparaten Reparatie van consumentenartikelen n.e.g. Hotel-restaurant Hotels, pensions en conferentie-oorden Hotel (geen hotel-restaurant), pension en conferentie-oord Hotel (met zwembad) Hotel (zonder zwembad) Logies-, maaltijden- en drankenverstrekking Kampeerterrein met opslag brandbare gassen Kampeerterreinen (met zwembad of ijsbaan) Kampeerterreinen (zonder zwembad) Kampeerterreinen en overige voorzieningen voor recreatief verblijf n.e.g. Camping (algemeen, zonder bijzondere voorzieningen) Camping (met opslag brandbare gassen) Camping (met zwembad) Camping (zonder opslag gassen) Jeugdherbergen, kamphuizen e.d.
Gassen (GR6) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Vuurwerk (GR26) (Detail)handel en recreatie (overig) Tuinbouw en (bouw)nijverheid (GR24) Dienstverlening (overig) Vuurwerk (GR26) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Logies- maaltijden- en drankverstrekking Logies- maaltijden- en drankverstrekking (Detail)handel en recreatie (overig) Zwembaden, (kunst-) ijsbanen en skibanen (GR28) (Detail)handel en recreatie (overig) Logies- maaltijden- en drankverstrekking Transport en opslag (GR23) Zwembaden, (kunst-) ijsbanen en skibanen (GR28) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Transport en opslag (GR23) Zwembaden, (kunst-) ijsbanen en skibanen (GR28) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig)
Ja Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Ja Ja Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, K, M, N
C, G, M, N C, M, N G, C, M, N
C, K, M, N
C, M, N C, K, M, N
K C, D, M, N
pag 20 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
5530
Vakantiehuisjes, -bungalowparken en overige voorzieningen voor recreatief verblijf
Logies- maaltijden- en drankverstrekking
Selectie Nee
5530x 554 5540 5540 5540x 5551 5551 5551x 5552 5552 5552x 6010 6010x 6010x 6010x 6010x 6020 6021 6023 6024 6024x 602x 603 6100 6100 6120 6200 6311 6311x 6311x 6311x 6311x 6311x 6312 6312x 6312x 6312x
Restaurants, cafetaria's, snackbars e.d. Discotheken Cafés e.d. Viskraam (consumptie ter plekke) Bars Catering Zalenverhuur (met horeca) Kantines en catering Kantines Traiteur Sportkantines Vervoer over land (spoor) (transportmodaliteit, niet de inrichting) Emplacementen Raccordement Rangeerterrein Vervoer per spoor (emplacement) Vervoer over de weg (transportmodaliteit, niet de inrichting) Spoorwegemplacementen Geregeld personenvervoer over de weg Ongeregeld personenvervoer per taxi Ongeregeld personenvervoer per autobus Goederenvervoer over de weg (transportmodaliteit, niet de inrichting) Vervoer via pijpleidingen (transportmodaliteit, niet de inrichting) Binnenvaart (transportmodaliteit, niet de inrichting) Vervoer over water (transportmodaliteit, niet de inrichting) Zeevaart (transportmodaliteit, geen inrichting) Vervoer door de lucht (transportmodaliteit, niet de inrichting) Laad-, los- en overslagactiviteiten en opslag Laad-, los- en overslagactiviteiten Laad-, los- en overslagactiviteiten en opslag Laadbedrijf Losbedrijf Overslagbedrijf (geen rail) Overslagstation (rail) Graan- en meelopslag Gronddepot Grondsanering
Logies- maaltijden- en drankverstrekking (Detail)handel en recreatie (overig) Logies- maaltijden- en drankverstrekking Logies- maaltijden- en drankverstrekking Logies- maaltijden- en drankverstrekking Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Logies- maaltijden- en drankverstrekking Dienstverlening (overig) Logies- maaltijden- en drankverstrekking n.v.t. Spoorwegemplacementen (GR19)# Spoorwegemplacementen (GR19)# Spoorwegemplacementen (GR19)# Spoorwegemplacementen (GR19)# n.v.t. Spoorwegemplacementen (GR19)# Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Spoorwegemplacementen (GR19)# Ontplofbare stoffen (GR16) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1)
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee n.v.t. Ja Ja Ja Ja n.v.t. Ja Nee Nee Nee n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Categorie in drempelwaardentabel **)
E, F E, F E, F E, F, M, N E, F
C, F, D, M, N C, F, D, M, N C, F, D, M, N C, M, N C, F, M, N E, M, N M, N K, M, N K, M, N
pag 21 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 6312x 631x 6321
Houtopslag Koelhuizen Kunstmestopslag
Luchtscheiding
634
Motopslag Munitiebunker Munitiedepot Opslag van diermeel Opslag van munitie Opslag van stoffen (algemeen) Pakhuis Palletopslag Papieropslag Pyrotechnische materialen (opslag, verwerking, bewerking) Silobedrijven Springstoffenopslag Stalling van caravans, caravans met opslag van gasflessen Stuwadoors Veembedrijf Vervaardiging van Ontplofbare stoffen (GR16) Vervaardiging van pyrotechnische materialen Wapenopslag Textielopslag Overige dienstverlening voor het vervoer over land n.e.g.(stalling, parkeerterreinen, garages en berging zonder opslag van gasflessen) Zuivelopslag Camper- of caravanstalling Overige dienstverlening voor het vervoer over water n.e.g. (stalling, ligplaatsen, loodsen zonder opslag van gasflessen) Parkeervoorzieningen Containercentrum Overige dienstverlening voor het vervoer door de lucht n.e.g. (hangars, loodsen zonder opslag van goederen) Reisorgainsaties en overige dienstverlening voor het vervoer van personen door de lucht n.e.g Reisorganisatie en -bemiddeling; informatieverstrekking op het gebied van toerisme
6340
Cargadoors
6321 6321x 6322 6322 6323 6323 6330
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Ontplofbare stoffen (GR16) Grondstoffen voor de chemie (GR8) Ontplofbare stoffen (GR16) Ontplofbare stoffen (GR16) Ontplofbare stoffen (GR16) Transport en opslag (GR23) Ontplofbare stoffen (GR16) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Ontplofbare stoffen (GR16) Transport en opslag (GR23) Ontplofbare stoffen (GR16) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Ontplofbare stoffen (GR16) Ontplofbare stoffen (GR16) Ontplofbare stoffen (GR16) Transport en opslag (GR23) Dienstverlening (overig)
Selectie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee
Transport en opslag (GR23) Transport en opslag (GR23) Dienstverlening (overig)
Ja Ja Nee
Gebouwen met een openbare publieksfunctie Transport en opslag (GR23) Dienstverlening (overig)
Nee Ja Nee
Dienstverlening (overig)
Nee
Dienstverlening (overig)
Nee
Dienstverlening (overig)
Nee
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, D, M, N C, M, N C, M, N M, N Def, L, M, N Def, L, M, N C, F, M, N Def, L, M, N C, M, N C, F, M, N C, M, N C, M, N K, M, N C, M, N L, M, N K, M, N C, F, M, N C, F, M, N L, M, N I, M, N L, M, N C, M, N
C, D, M, N K
M, N
pag 22 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
6340
Reisorganisatie en -bemiddeling; informatieverstrekking op het gebied van toerisme Dienstverlening (overig)
Selectie Nee
6340x 6411 6411 6412 641x 6420 6420 6511
Expediteurs, cargadoors en bevrachters; weging en meting Nationale postdiensten Post en telecommunicatie Post- en koeriersdiensten Post- en koeriersdiensten (postpakketten) Lokale postdiensten en koeriersdiensten Telecommunicatie Financiële instellingen (uitgezonderd verzekeringswezen en pensioenfondsen)
Transport en opslag (GR23) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Ja Nee Nee Nee nee Nee Nee Nee
6511x 6511x 6512 6512x
Centrale banken Geldscheppende financiële instellingen Centrale banken zonder balie Algemene en coöperatieve banken, spaarbanken en effectenkredietinstellingen
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee Nee
6512x 652
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee
6522 6522x 6522x
Centrale banken met balie Algemene en coöperatieve banken, spaarbanken en effectenkredietinstellingen zonder balie Hypotheekbanken en bouwfondsen Hypotheekbanken en bouwfondsen Overige financiele instellingen (excl. verzekeringswezen en pensioenfondsen)
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee
6523 6523x 6523x 6601
Hypotheekbanken en bouwfondsen zonder balie Hypotheekbanken en bouwfondsen met balie Overige financiele instellingen Verzekeringswezen en pensioenfondsen (geen verplichte sociale verzekeringen)
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee Nee
6601x 6602 6602x 6602x 6603 6603x 6603x 660x
Levensverzekeringen, naturaverzekeringen en spaarkassen Levensverzekeringen, naturaverzekeringen en spaarkassen met balie Levensverzekeringen, naturaverzekeringen en spaarkassen zonder balie Pensioenfondsen Pensioenfondsen met balie Pensioenfondsen zonder balie Schadeverzekeringen Beleggingsinstellingen, financiële holdings, pensioen BV's, stamrecht BV's e.d. zonder balie Commissionairs en makelaars in effecten, beleggingsadviseurs e.d.
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Dienstverlening (overig)
Nee
671
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Categorie in drempelwaardentabel **)
F, M, N
pag 23 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
6711 6712
Financiële beurzen, effectenmakelaars, assurantietussenpersonen, administratiekantoren voor aandelen, waarborgfondsen e.d. Optie- en effectenbeurzen, commissionairs in effecten, administratiekantoren voor
6713 672
aandelen, hypotheek- en kredietbemiddeling, bank- en spaaragentschappen Optie- en effectenbeurzen Verzkeringsbeurzen, assurantietussenpersonen, waarborgfondsen,
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Dienstverlening (overig)
Selectie Nee
Dienstverlening (overig)
Nee
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee
Dienstverlening (overig)
Nee
7011 701x 701x
schadeexpertise, actuarissen, beheer en administratie van pensioenvermogens Administratiekantoren voor aandelen, hoeklieden en marketmakers, hypotheek- en kredietbemiddeling, bank- en spaaragentschappen Verhuur van en handel in onroerend goed Projectontwikkeling en handel in onroerend goed Verzekeringsbeurzen, assurantietussenpersonen, waarborgfondsen, schade-
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee
7020 7020x
expertise, actuarissen, beheer en administratie van pensioenvermogens Handel in onroerend goed Verhuur van onroerend goed (woningbouwvereniging, gemeentelijk woningbedrijf)
Dienstverlening (overig) Gebouwen met een openbare publieksfunctie
Nee Nee
6720
7031 7032 703x 711 7110
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee n.v.t. Nee
7121 7122 7123
Zalenverhuur (zonder horeca) Bemiddeling in en beheer van onroerend goed Verhuur van onroerend goed Beheer van onroerend goed Verhuur van transportmiddelen, machines en werktuigen zonder bedienend personeel en van overige roerende goederen Verhuur van personenauto's Verhuur van transportmiddelen (geen personenauto's) Verhuur van transportmiddelen voor vervoer over land (geen personenauto's)
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee
7123 712x 712x 7132 7133 7134 7140 714x 7210 722
Verhuur van vliegtuigen Verhuur van overige roerende goederen Verhuur van schepen Verhuur van machines en werktuigen Verhuur van landbouw- en bosbouwmachines en -werktuigen Verhuur van bouwmachines en -werktuigen Verhuur van overige machines en werktuigen Verhuur van computers en kantoormachines Computerservice- en informatietechnologiebureaus e.d. Adviesbureaus op het gebied van automatisering en systeemhuizen
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Categorie in drempelwaardentabel **)
pag 24 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig)
Selectie Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee
7413 7414
Adviesbureaus op het gebied van automatisering en systeemhuizen Adviesbureau algemeen Systeemontwikkelings-, systeemanalyse- en programmeerdiensten Computercentra, data-entry-, ponsbureaus e.d. Databanken Databanken Overige dienstverlening op het gebied van automatisering Onderhoud en reparatie van computers en kantoormachines Speur- en ontwikkelingswerk Technisch laboratorium Biochemisch, biomedisch, chemisch en medisch onderzoekslaboratorium Foto- / filmlaboratoria Laboratoria Medisch laboratorium Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk Onderzoekscentra Pilot Plant Research Rechtskundige dienstverlening, accountants, boekhoudbureaus, belastingconsulenten, markt- en opninieibureaus, economische adviesbureaus en holdings Overige zakelijke dienstverlening Rechtskundige dienstverlening, accountants, boekhoudbureaus, belastingconsulenten, markt- en opinieonderzoekbureaus, economische adviesbureaus en holdings Rechtskundige dienstverlening Accountants, boekhoudbureaus, belastingconsulenten en administratiekantoren
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee
7415 742 7420
Markt- en opinieonderzoekbureaus Economische onderzoek-, advies- en public relationsbureaus Architecten-, ingenieurs- en overige technische ontwerp-, teken- en adviesbureaus
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee
7420 7440 7450 7460 7460
Holdings (geen financiële holdings) Keuring en controle Reclamebureaus e.d. Beveiliging en opsporing Uitzendbureaus, uitleenbedrijven, arbeidsbemiddeling, testen, werven en selecteren van personeel Verdelgingsbedrijf van ongedierte
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee Nee Nee
Transport en opslag (GR23)
Ja
7220 7220x 7230 7240 725 7250 726 7260 7310 7310 7310x 7310x 7310x 7310x 7310x 7310x 7310x 7310x 741
7411 7412
7470
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Categorie in drempelwaardentabel **)
C, D, M, N C, M, N C, D, M, N C, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N C, K, M, N C, M, N C, D, M, N
C, M, N
pag 25 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
7470x 7481 7482 7482 7482 7483 7484 7487
Reiniging van gebouwen en transportmiddelen e.d. Ontsmettingsbedrijf Fotografie, pakken en sorteren in loon, secretariaats- en vertaalwerk, zakelijke dienstverlening n.e.g. Spuitbussen (GR20)opslag Spuitbussen (GR20)vulbedrijf Fotografie en ontwikkelen van foto's en films Pakken, sorteren e.d. in loon Kredietinformatie en incasso, organiseren van beurzen, tentoonstellingen e.d.,
7511 7511x 7511x 7511x 7513 752 7521 7521x 7522 7522x 7522x 7522x 7523 7523x 7523x 7523x 7524 7525 7525x 7525x 753 7530 7530 7747 8010x 8021 802xx 803
veilingen, interieur- en modeontwerp, overige zakelijke dienstverlening n.e.g. Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen Algemeen overheidsbestuur Gemeentehuis Openbaar bestuur Provinciehuis Stadhuis Publiekrechtelijke bedrijfsorganen Buitenlandse zaken (dienstverlening) Krijgsmachtsonderdelen en -terreinen Defensie Defensie-inrichtingen Kazerne Militair oefenterrein Gevangenis Justitie en justitiële diensten Militair vliegveld Huis van bewaring TBS-kliniek Politie met munitieopslag Politie zonder munitieopslag Brandweer Brandweerkazerne Verplichte sociale verzekeringen Ongediertebestrijdingsdiensten Basisonderwijs voor leerplichtigen en speciaal onderwijs Basisonderwijs voor leerplichtigen en speciaal onderwijs Voortgezet onderwijs Algemeen voortgezet onderwijs
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig)
Selectie Ja Ja Nee
Spuitbussen (GR20) Spuitbussen (GR20) Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Ja Ja Ja Nee Nee
Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Defensie (GR3)# Defensie (GR3)# Defensie (GR3)# Defensie (GR3)# Defensie (GR3)# Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Defensie (GR3)# Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Ontplofbare stoffen (GR16) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Zoek groepsnaam op basis 4 of 5 digit code Gebouwen met een openbare publieksfunctie Dienstverlening (overig) Batchchemie (GR2) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Ja Nee Nee Ja Nee Nee Ja Nee n.v.t. Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee
Categorie in drempelwaardentabel **) C, M, N C, M, N
C, M, N C, M, N C, M, N
Def Def Def Def Def
Def
K, M, N
C, M, N
pag 26 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
8030 8040 8041 804x 80xx 8511 8511 8511x 8511x 8511x 8511x 8512 8512x 8512x 8512x 8513 8514 8514x 8514x 8515 8520 8520 8531x 8531x 8531x 8532 8533 8533
Voorbereidend en middelbaar beroepsonderwijs Auto- en motorrijscholen Hoger onderwijs Overig onderwijs Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg (met opslag gassen) Gezondheids- en welzijnszorg (zonder opslag gassen) Gezondheidszorg (met opslag gassen) Gezondheidszorg (zonder opslag gassen) Intramurale gezondheidszorg (met opslag gassen) Intramurale gezondheidszorg (zonder opslag gassen) Kliniek (geen ziekenhuis) Artsenpraktijk Medische praktijken en semi-murale gezondheidszorg Ziekenhuizen Dagverblijven (medisch) Huisartsenpraktijk Overige gezondheidszorg Tandheelkundige praktijken Consultatiebureau's Gezondheidszorg ondersteunende activiteiten Veterinaire diensten Bejaardentehuis Welzijnszorg Welzijnszorg waarbij huisvesting wordt geboden Verpleeghuis Dagverblijf (niet-medisch) Kinderopvang, maatschappelijk werk, sociaal-cultureel werk en overig welzijnswerk
Dienstverlening (overig)
Selectie Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Ja Nee Ja Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
8533 8533 8534
Overige welzijnszorg Verzorgingstehuizen Niet-medische dagbehandeling, jeugdzorg (geen huisvesting biedend) en thuiszorg
Dienstverlening (overig) Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen
Nee Nee Nee
9000 9002x 9003 900x 900x 900x
Milieudienstverlening (kantoor) Terugwinning van metalen Voormalige stortplaats Afvalbewerking (overig) Afvalbreek en zeefinrichting Afvalinzameldepot
Dienstverlening (overig) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1)
Nee Ja Ja Ja Ja Ja
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Gebouwen met een openbare publieksfunctie Dienstverlening (overig) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Ziekenhuizen (GR27) Gezondheidszorggebouwen Ziekenhuizen (GR27) Gezondheidszorggebouwen Ziekenhuizen (GR27) Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Ziekenhuizen (GR27) Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen Gezondheidszorggebouwen
Dienstverlening (overig)
Categorie in drempelwaardentabel **)
C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N
C, D, M, N
C, M, N M, N C, F C, F C, F
pag 27 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 900x 9111 9112 912 9120 913 9131
Afvalinzameling Afvaloverslag Afvalscheiding Afvalshredder Afvalstortplaats Afvalverbranding Afvalvergisting Afvalverwerking Afvalwaterzuivering Asbestverwijdering Autodemontagebedrijf Bewaarinrichting afval Bouw- en sloopafvalverwerking Chemisch afvalverwerking Composteerbedrijven Depot bouw- en sloopafval Gemeentereiniging Gemeentewerf GFT-afvalopslag Grondreiniging Inzameldepots (afval) Milieudienstverlening (afval e.d.) Op- en overslagstation afval PMV gevaarlijk afval PMV Mobiele breker Recycling bedrijf Regenereren chemische baden Rioolwaterzuivering Scheepsslopers Sorteerinrichting afvalstoffen Tank-cleaning Werkgevers-, werknemers- en beroepsorganisaties; levensbeschouwelijke en politieke organisaties; overige ideële organisaties e.d. Bedrijfs-, werkgevers- en beroepsorganisaties Bedrijfs- en werkgeversorganisaties Beroepsorganisaties Levensbeschouwelijke en politieke organisaties, overige ideële organisaties, hobbyclubs Werknemersorganisaties
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Batchchemie (GR2) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Afvalbewerking, verwerking en opslag (GR1) Dienstverlening (overig)
Selectie Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Ja Nee
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee Nee
Dienstverlening (overig)
Nee
Categorie in drempelwaardentabel **) C, F C, F C, F C, F C, F C, F C, F C, F C, M, N M, N C, K, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, K, M, N C, K, M, N C, K, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, K, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, K, M, N C, M, N C, M, N
pag 28 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
9131x 9131x 9132 9132 9133 921 9211 9212 9213 9213 9213x 9220 9220 9220 9220x 9232 9232x 9232x 9232x 9233 9233 9233x 9233x 9233x 9233x 9233x 9234x 9234x 9234x 924 9240 925 9251 9251x 9252 9252x 9253
Levensbeschouwelijke en politieke organisaties; overige ideële organisaties e.d.; hobbyclubs Levensbeschouwelijke organisaties Kerken Politieke organisaties Overige levensbeschouwelijke organisaties Activiteiten op het gebied van film en video Activiteiten op het gebied van film en video Activiteiten op het gebied van film en video Productie van (video)films Vertoning van films Distributie van (video)films Bioscopen Radiostudio Televisiestudio Radio en televisie Overig amusement en kunst Beoefening van kunst Filmstudio Theaters e.d.; dienstverlening voor kunstbeoefening Attractieparken (algemeen, zonder opslag gevaarlijke stoffen) Schouwburg Attractieparken (met opslag gevaarlijke stoffen) Kermisattracties en recreatiecentra Off shore bouw (advies) Pretparken (algemeen, zonder opslag gevaarlijke stoffen) Theaters Balletschool Overig amusement en kunst n.e.g. Recreatiecentrum Dansschool Muziekschool Dieren- en plantentuinen; natuurbehoud Pers- en nieuwsbureaus; journalisten Culturele uitleencentra, openbare archieven, musea, dieren- en plantentuinen; natuurbehoud Culturele uitleencentra en openbare archieven Bibliotheek Dierentuin
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
Dienstverlening (overig)
Selectie Nee
Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Gebouwen met een openbare publieksfunctie (Detail)handel en recreatie (overig) Transport en opslag (GR23) (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie
Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee Nee
Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij
Nee Nee Nee
Categorie in drempelwaardentabel **)
C, K, M, N
pag 29 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
9253 9253x 9261x 9261x 9261x
Kunstgalerieën en -expositieruimten, musea en monumentenzorg Museum Badinrichting Bowlingcentra Exploitatie van sportaccommodaties (zonder zwembad, opslag gevaarlijke stoffen)
Gebouwen met een openbare publieksfunctie Gebouwen met een openbare publieksfunctie Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen (GR28) (Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig)
Selectie Nee Nee Ja Nee Nee
9261x 9261x 9261x 9261x 9261x 9261x 9261x 9261x 9261x 9261x 9261x 9262 9262x 9262x 9262x 9262x 9262x 9262x 9262x 9271 9271x 9272 9272x 927x 9301x 9301x 9301x 9301x 9301x 9301x 9301x 9302 9302
Golfbaan Gymnastiekzaal IJsbaan Kunstijsbaan Kunstskibaan Skelterbanen (met opslag brandstoffen) Skelterbanen (zonder opslag brandstoffen) Sport Sporthal Sportveld Stadion Tennisbanen Autocircuits (met opslag brandstoffen) Autocircuits (zonder opslag brandstoffen) Jachthaven (excl. brandstofdistributie) Kleiduif-schietbaan Manege Schietsport, schietvereninigingen, schutterijen, kleiduivenschieten e.d. Zwembad Sportscholen Overige recreatie Exploitatie van amusements- en speelautomaten Casino Schietvereniging Chemische wasserij Overige dienstverlening (reinigen van kleding en textiel) Reinigen van kleding en textiel Strijkinrichting Tapijtreinigingsbedrijven Textielreiniging Wasserette, wassalons Kappersbedrijven Wasserij en strijkinrichting
(Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen (GR28) Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen (GR28) Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen (GR28) Transport en opslag (GR23) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Transport en opslag (GR23) Gebouwen met een openbare publieksfunctie (Detail)handel en recreatie (overig) Ontplofbare stoffen (GR16) (Detail)handel en recreatie (overig) Ontplofbare stoffen (GR16) Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen (GR28) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) (Detail)handel en recreatie (overig) Ontplofbare stoffen (GR16) Batchchemie (GR2) Textiel, kleding en leer (GR22) Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig) Batchchemie (GR2)
Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee Ja Nee Nee Ja Nee Ja Ja Nee Nee Nee Nee Ja Ja Ja Ja Nee Ja Ja Ja Nee Ja
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
Categorie in drempelwaardentabel **)
C, D, M, N
C, D, M, N C, D, M, N C, D, M, N B, C, M, N
M,N
C, M, N C, M, N C, D, M, N
L, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N C, M, N
pag 30 van 31
Bedrijfstyperingenlijst - SBI aanduiding numeriek gesorteerd
SBI-aanduiding / Bedrijfstypering
Groepsnaam (en eventueel groepskaartnummer)
Eerste
9302x 9302x 9302x 9302x 9303 9303x 9304x 9304x
Kappers en schoonheidsverzorging Kledingwasserij Schoonheidsinstituten Wasverzendinrichtingen Begrafenisonderneming Uitvaartverzorging, crematoria, mortuaria en begraafplaatsen Crematorium Fitnesscentra, sauna's, zonnebanken, massagesalons, bronnenbaden e.d.
Dienstverlening (overig) Batchchemie (GR2) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) (Detail)handel en recreatie (overig)
Selectie Nee Ja Nee Nee Nee Nee Nee Nee
9304x 9305 9305 9305 9305x 930x 9500 9900
Fitnesscentra, zonnebanken, massagesalons (zonder gevaarlijke stoffen) Overige dienstverlening n.e.g. Dierenasiels en pensions Kuurcentrum,-oord zonder zwembad/sauna Sauna Schutterij Particuliere huishoudens met personeel in loondienst Extra-territoriale lichamen en organisaties (kantoren)
(Detail)handel en recreatie (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig) Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen (GR28) Ontplofbare stoffen (GR16) Dienstverlening (overig) Dienstverlening (overig)
Nee Nee Nee Nee Ja Ja Nee Nee
Categorie in drempelwaardentabel **)
C, M, N L, M, N
Legenda Nee*) In principe is dit bedrijfstype niet als een bedrijfstype aan te merken waarbij, als gevolg van de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen, een 'verhoogd gevaar' aanwezig wordt geacht. In individuele gevallen is het mogelijk dat er wel gevaarlijke stoffen aanwezig zijn. Bij bepaalde bedrijfstypen (bijv. akkerbouwbedrijven (SBI-code 0111) is bekend dat er soms uitschieters kunnen voorkomen met betrekking tot risicovolle activiteiten. Wanneer in een individueel geval toch gevaarlijke stoffen aanwez ig zijn moet de eerste selectie worden afgedaan met 'Ja". Oftewel dit individuele geval moet meegenomen worden in de lijst 'Wel verhoogd gevaar' **) Letteraanduiding van categorieën in drempelwaardentabel voor Risicokaart-relevant (zie figuur 1.1.3 in hoofdtekst van LRI - gevaarlijke stoffen) # Groepskaart is (nog) niet beschikbaar.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 3b, versie 3.1 oktober 2007
pag 31 van 31
BIJLAGE 4
Voorbeeld-werkwijze voor het samenstellen van de brutolijst
In deze bijlage wordt een voorbeeld-werkwijze beschreven om te komen tot een brutolijst. Let wel, het bevoegd gezag is zelf verantwoordelijk voor de uitgebreidheid van deze brutolijst. Op basis van reeds beschikbare informatie en ervaringen kan gekozen worden voor een andere aanpak. De hier beschreven werkwijze is afgeleid van een voorloper van de Leidraad Risico Inventarisatie-Gevaarlijke Stoffen. Deze was afkomstig van Provincie Zuid-Holland (Fase 1: opsporen, (DGWM/11715, bijlage 2, 2002)).
Inleiding De eerste fase bij de uitvoering van een risico-inventarisatie is het opstellen van een lijst van alle mogelijk risicovolle activiteiten en situaties veroorzaakt door de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen. Het resultaat van deze inspanning is de zogenaamde brutolijst, die als basis dient voor het beoordelen van de risico’s van een activiteit.
Volledig & consistent Van belang is dat de bruto-lijst zo volledig mogelijk is, zodat er geen enkele potentieel risicovolle activiteit*) over het hoofd wordt gezien. Beter te veel informatie dan te weinig is het devies, wat betreft het aantal activiteiten (dus niet de hoeveelheid informatie per activiteit). De omgeving waarin de activiteit plaatsvindt doet niet ter zake; activiteiten die (nu) midden in een weiland plaatsvinden en waar verder niemand hinder van ondervindt moeten wel degelijk worden meegenomen. Hoe meer bronnen voor het samenstellen van de brutolijst worden geraadpleegd, des te completer het overzicht van activiteiten en situaties en des te kleiner de kans dat een verhoogd gevaar over het hoofd wordt gezien. In geval van twijfel dient de betreffende activiteit altijd te worden meegenomen. Bij de beoordeling kan dan worden bepaald of het twijfelgeval al dan niet 'doorgaat naar de volgende ronde'. De brutolijst van mogelijk risicovolle activiteiten en situaties kan samengesteld worden uit het verzamelen en samenvoegen van de volgende gegevens: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Vorige inventarisaties Vergunningenbestanden Wm en gebruiksvergunningen Activiteiten onder een Algemene Maatregel van Bestuur Algemene lijsten met bedrijven Tips van hulpdiensten Meldingen van burgers Veranderende inzichten en incidenten uit het verleden Gegevens op basis van stoffen of processen Overige gemeentelijke overzichten
Hieronder wordt elk van deze bronnen nader toegelicht.
*)
Het woord “activiteit” wordt in verschillende betekenissen gebruikt: concreet geval: mogelijk risicovolle activiteit in de brutolijst (voorbeelden: bedrijf A; situatie B); type: de hoofdactiviteit (bedrijfstype) zoals die in de brutolijst moet worden weergegeven (voorbeelden: LPGtankstation; Textielverwerking); 3. groep: een bepaalde groep van basis-activiteiten die als geheel kan worden verwerkt (voorbeelden: Vervaardiging van voedingsmiddelen, drank en tabak; Transport en opslag; Kantoorgebouwen; Batchchemie).
1. 2.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 4, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
1. Vorige inventarisaties. In het verleden zijn diverse deelinventarisaties gemaakt naar aanleiding van een concreet speerpunt. Bijvoorbeeld de verruiming van de reikwijdte van het BRZO, de invoering van de CPR15, de inspectierondes Opslag bij transportbedrijven. Afhankelijk van de manier waarop de betreffende gegevens zijn opgeslagen zijn deze bestanden meer of minder gemakkelijk in deze inventarisatie mee te nemen. 2. Het vergunningenbestand. De lijst inrichtingen Wet Milieubeheer is in veel gemeenten in een database opgenomen waaruit een selectie te maken is. Op grond van pilots kan worden verwacht dat bij een groot aantal inrichtingen een verhoogd gevaar niet op voorhand is uit te sluiten. Behalve Wm-inrichtingen zijn ook bijvoorbeeld ligplaatsen voor kegelschepen, gastanks voor verwarmingsdoeleinden en dergelijke mogelijk relevante activiteiten. 3. Activiteiten onder een Algemene Maatregel van Bestuur. In elk geval relevant zijn de AMvB’s: Besluit Gasdrukmeet- en regelstationsmilieubeheer, LPGtanks die vallen onder het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer, Besluit glastuinbouw milieubeheer, Besluit opslag en transportbedrijven milieubeheer en het Besluit textielreinigingsbedrijven milieubeheer. In een aantal gevallen zijn complete lijsten van elders te krijgen. Zo hebben energiebedrijven de beschikking over complete lijsten 'gasstations', inclusief een categorie-indeling die tot een snelle selectie leidt. 4. Algemene lijsten met bedrijven Er bestaan diverse algemene lijsten met bedrijven, zoals die van de Kamers van Koophandel. Het voordeel hiervan is dat daarop in principe alle economische activiteiten worden gevonden. Om uit dit soort zeer lange lijsten de juiste kandidaten te halen kan geselecteerd worden via branchecodes als SBI, BIK, VNG (diverse varianten).N.B.: op de VNG-afstandscriteria zoals 'minder dan 30 meter' kan niet worden afgegaan. 5. Tips van diensten Tips van andere diensten: deze hebben vaak een iets andere invalshoek, selectie van activiteiten en opbouw van lijsten. De brandweer kan bijvoorbeeld zicht hebben op ongewoon grote branden, die niet perse als Wm-probleem onderkend zijn, zoals een bandenopslag of loodsencomplex. Hetzelfde geldt voor de Arbeidsinspectie. 6. Meldingen van burgers Meldingen van burgers betreffende gevaarlijke situaties kunnen ook worden meegenomen. Eventuele onterechte gevaarsinschattingen kunnen met behulp van de leidraad beargumenteerd als niet risicorelevant worden gekenschetst. 7. Veranderende inzichten en incidenten uit het verleden Beschrijvingen in de pers en ervaringen van collega’s kunnen soms leiden tot nieuwe inzichten, die nog niet in bijvoorbeeld een Wm-vergunning zijn verwerkt. Het kan daardoor gebeuren dat activiteiten worden geselecteerd terwijl daar geen grond voor is in de bestanden en naamgeving. Een representatief voorbeeld is de ontdekking dat cacaodoppen bij brand blauwzuur geven. Daardoor vallen activiteiten waar ruwe cacao ligt, zoals bakkerijgrondstoffen, pakhuizen van koopmansgoederen en tuincentra, niet langer bij voorbaat af.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 4, versie 3.1 oktober 2007
pag 2 van 3
8. Gegevens op basis van stoffen of processen Er zijn ook inventarisatiemogelijkheden en –resultaten die werken vanuit de gevaarlijke stof. Bijvoorbeeld uitgaande van ammoniumnitraat heeft de Inspectie Milieuhygiene (IMH) alle bedrijven opgespoord die kunstmest zouden kunnen bezitten met (bij verkeerde behandeling) explosieve effecten. Dat is natuurlijk aanmerkelijk efficiënter dan bij elk land- en tuinbouwbedrijf gaan inspecteren op A-kunstmesten. Soortgelijk speurwerk vanuit de stof loopt op dit moment voor chloor en ammoniak. Voor ammoniakkoelinstallaties is door VROM al eerder een lijst gemaakt. Op dezelfde manier kunnen vanuit bepaalde processen gevaarlijke activiteiten worden gevonden. Bijvoorbeeld via (de branchevereniging van) houtveredelaars is opgespoord waar Wolmanzouten voorkomen. Ook propaantanks voor huisverwarming kunnen op deze manier worden opgespoord. In dit geval kunnen de keuringslijsten worden gebruikt: de druktank moet periodiek geïnspecteerd worden. 9. Overige gemeentelijke overzichten In een aantal gemeenten zijn diverse bronnen toegankelijk via dezelfde relationele database, met daarin bijvoorbeeld velden voor inspectie of tekstregels over bijzondere omstandigheden. Met zoekwoorden kunnen dan records worden gevonden die op grond van hoofdindeling als niet gevaarlijk zouden worden aangemerkt. Voorbeelden: kantoorgebouw met opmerking over propaantank; landbouwbedrijf met vermelding grote CPR15-3 opslag; leerhandel die zelf looibaden blijkt te hebben. Hanteerbaarheid Het verzamelen van de basisgegevens, Naam-Adres-Woonplaats (incl. postcode) en bedrijfstypering (omschrijving van de hoofdactiviteit), kost relatief weinig tijd. Om het item in de volgende fase snel en efficiënt in te delen is het van groot belang om de hoofdactiviteit zo nauwkeurig mogelijk te omschrijven, bij voorkeur aan de hand van de zogenaamde bedrijfstyperingenlijst van de Leidraad. Pas wanneer duidelijk is dat meer informatie nodig is voor een definitieve indeling (wel/niet mogelijk 'Risicokaartrelevant') is uitbreiding van de tabel geboden. Op deze manier blijft de inventarisatie hanteerbaar en overzichtelijk. Om te voorkomen dat er al te veel activiteiten op de brutolijst komen die sowieso niet doorgaan naar de volgende ronde dient rekening te worden gehouden met het afstandscriterium: alle effecten die vergelijkbaar zijn met een gewone brand, met een gevaarsafstand van maximaal 20 meter, zijn niet van belang en kunnen worden weggelaten. Het spreekt vanzelf dat woonhuizen met gaskachels of centrale verwarming (met kans op gasontploffing) en personenauto’s met een LPG-tank niet op de lijst thuishoren. Mogelijke problemen Bij het verzamelen van informatie kunnen zich de volgende problemen voordoen: • Naamgeving: inrichtingen kunnen onder verschillende namen geregistreerd staan, of van naam veranderd zijn. Bovendien kunnen namen op verschillende manier gerangschikt zijn: alfabetisch op naam, al of niet met lidwoord, etc.. Om verwarring te voorkomen dient elke inrichting/activiteit dus een unieke code te krijgen. • Inrichtingen kunnen meer dan één keer op de lijst voorkomen omdat ze bij het raadplegen van verschillende bronnen boven zijn gekomen. Dit dient in een vroeg stadium te worden herkend; door het toekennen van een unieke code kan dit probleem worden aangepakt. • Karakterisering: inrichtingen/activiteiten zijn niet altijd direct in een hokje te plaatsen. Toch dient de categorie 'nader in te delen' zo klein mogelijk gehouden te worden om bergen werk in een later stadium te voorkomen. Sommige bedrijven dienen op verscheidene aspecten te worden beoordeeld. Het belangrijkste gevaarsaspect heeft hier voorrang, maar de andere aspecten mogen niet worden veronachtzaamd
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 4, versie 3.1 oktober 2007
pag 3 van 3
BIJLAGE 5
Groepskaarten
Overzicht groepskaarten (op alfabetische volgorde)
GR1: Afvalbewerking, verwerking en opslag GR2: Batchchemie GR3: Defensie #) GR4: Elektrische machines en apparaten GR5: Gas meet- en regelstations GR6: Gassen GR7: Glas, aardewerk, cement, kalk en gips GR8: Grondstoffen voor de chemie GR9: Hout, meubels, papier en karton GR10: Kernenergie-inrichting #) GR11: Kunststof en rubber GR12: Metaal, productie GR13: Metaal, warme verwerking GR14: Mijnbouwwet inrichtingen #) GR15: Overige grondstoffen winning (zand, kalk, mergel, enzovoort) GR16: Ontplofbare stoffen GR17: Oppervlaktebehandeling GR18: Productie en distributie van elektriciteit, aardgas, stoom en (afval)water GR19: Spoorwegemplacementen #) GR20: Spuitbussen GR21: Tankstations GR22: Textiel, kleding en leer GR23: Transport en opslag GR24: Tuinbouw en (bouw) nijverheid GR25: Voedingsmiddelen, drank en tabak GR26: Vuurwerk GR27: Ziekenhuizen GR28: Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen #) Vier groepskaarten zijn (nog) niet beschikbaar. Deze worden wel op de Risicokaart getoond.
De groepskaarten worden als afzonderlijke documenten bij de Leidraad-GS meegeleverd en kunnen (o.a. op www.risicoregister.nl) afzonderlijk worden geactualiseerd. Let bij gebruik van de groepskaarten op het versienummer van de groepskaart.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 1
Groepskaart nr. 1 : Afvalbewerking, verwerking en opslag Toepassing Deze kaart is van toepassing op bedrijven, die afval verzamelen, opslaan, verwerken (storten, verbranden of scheiden) of recyclen. Deze bedrijven kunnen onder de volgende namen zijn geregistreerd: Afgewerkte olieverwerking Afval breek/zeefinrichting, afvaloverslagstation, afvalscheiding, afvalshredder Afvalstortplaats, afvalverbrandingsoven Autosloperij of autodemontage Bouwafval verwerking Chemisch afval verwerking Compostering Gemeentewerf Grondreiniging (procesmatig off-site) Grondreiniging (procesmatig on-site) Inzameldepot (chemisch afval-) KCA-depot (inzameling) Metaalrecycling Opwerking vloeibare grondstoffen Puinbreker PMV Gevaarlijke afval, PMV Mobiele breker (PMV, Provinciale Milieuverordening) Recycling Rubberregeneratie Stortplaats Sorteerinrichting Tl-buisrecycling WCA op en overslag of verwerking Zink(-assen) verwerking
Selectiecriteria Deze groep moet op basis van uiteenlopende selectiecriteria worden beoordeeld afhankelijk van het soort afval dat wordt verwerkt en de processen die op de locatie plaatsvinden. Gevaarlijk afval in opslag (opgeslagen conform CPR 15/PGS15) of in bulk dient op gevaarsaspecten van de stoffen als selectiecriteria te worden beoordeeld. Bij niet gevaarlijk afval dient het brandbaarheidsaspect, het risico van intoxicatie bij brand of het risico van een stofexplosie te worden beoordeeld. Hulpstoffen worden niet veel toegepast, afgezien van brandbare gassen bij metaal verwerking en recycling. Vanwege de diversiteit kunnen op activiteiten in deze groep relatief veel selectiecriteria van toepassing zijn. Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart een aantal, voor deze groep bedrijven typische selectiecriteria, gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Risicokaart relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. In deze groep zijn met name het ontstaan van een brand met (gevaarlijk) afval met intoxicatie als consequentie relevant, waarvoor de gevarenkaart toxische verbrandingsproducten moet worden geraadpleegd. Daarnaast kan een grote brand met afval (vaste stof brand) en in specifieke gevallen ook een stofexplosie plaatsvinden. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van bepaalde informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR01, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 1 : Afvalbewerking, verwerking en opslag Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR01, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 1 : Afvalbewerking, verwerking en opslag Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR01, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 2 : Batchchemie Toepassing Deze kaart is van toepassing voor bedrijven of activiteiten die: - batch-gewijs chemische producten vervaardigen van, dan wel uit een relatief beperkt aantal (chemische) grondstoffen een (grote) verscheidenheid aan eindproducten vervaardigen, dan wel - relatief beperkte hoeveelheden chemicaliën opslaan voor eigen gebruik of processen; - geringe hoeveelheden in zeer grote verscheidenheid gebruiken ten behoeve van research, zoals bijvoorbeeld in laboratoria. Denk bijvoorbeeld aan: - (landbouw) chemicaliën fabrieken, met name de formulering en afvullen; - farmaceutische industrie; - parfumerie en cosmetica; - lijm- en plakmiddelen; - fotochemische productfabrieken; - kunstmatige synthetische garen- en vezelfabrieken; - drukkerij; - houtverduurzaming; - laboratoria; - tankcleaning - chemische wasserij.
Selectiecriteria Kenmerkend voor de (externe) veiligheid in de batchchemie is dat er (relatief): - veel soorten (een breed scala gevaarlijke) producten aanwezig (kunnen) zijn op de inrichting (soms met uitzondering van een bepaalde grondstof die, generiek, als basis voor eindproducten dient), zowel de grondstoffen in het proces; - lage hoeveelheden per product aanwezig zijn of worden bewerkt, en veel opslag van eindproducten - opslag plaatsvindt in kleinere verpakkingseenheden, emballage, of kleine tanks - flexibel en snel wisselend producten pakket, korte levertijden of “just in time’’ leveringen - veel logistieke handelingen De diversiteit van bedrijven en activiteiten in de groep Batchemie maakt dat relatief veel selectiecriteria van toepassing kunnen zijn. Met name de aanwezigheid van het soort gevaarlijke stoffen bepaalt de gevaarseigenschappen, zoals (zeer) toxische stoffen of opslaggebouwen volgens CPR 15-2/PGS 15-2 met een breed scala aan gevaarlijke stoffen. Daarnaast kunnen er gassen in cilinders op de locatie aanwezig zijn die als hulpstoffen bij het proces dienen. Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart een aantal, voor de batchchemie typische selectiecriteria, gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. In de Batchchemie blijken met name de intoxicatie effecten van vrijkomende toxische vloeistoffen relevant en de intoxicatie bij een brand van een opslag voor diverse gevaarlijke stoffen in een CPR 15-2/PGS 15-2 ruimte vanwege toxische verbrandingsproducten. Indien er sprake is van (brandbare) gassen in cilinders op de locatie dienen het overdrukeffect of het effect van de BLEVE bepaald te worden. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van bepaalde informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van de aangegeven effecten worden bepaald. Dit geldt met name voor het (productie) proces, maar ook voor (de opslag van) de eindproducten. Bij calamiteiten, zoals bijvoorbeeld bij het falen van een verpakking of omhulling of een brand komt niet alleen het product zelf vrij, maar kunnen ook gevaarlijke verbrandingsproducten ontstaan van andere opgeslagen producten. Denk bijvoorbeeld aan het ontstaan van een brand met licht ontvlambare producten die de opslag van diverse WMS stoffen (niet toxisch) ontsteekt die bij verbranding wel in toxische verbrandingsproducten resulteren.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR02, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 2 : Batchchemie Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR02, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 2 : Batchchemie Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR02, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 3 : Defensie Toepassing Deze groepskaart is nog niet beschikbaar. Deze groepskaart zal in overleg met de betrokkenen worden opgesteld.
Selectiecriteria
Relevante effecten en gevarenkaarten
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR03, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 3 : Defensie Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR03, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 3 : Defensie Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR03, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 4 : Elektrische machines en apparaten Toepassing Deze kaart is van toepassing op bedrijven die kantoorartikelen, precisieapparatuur en (consumenten) elektronica vervaardigen. Voorbeelden van bedrijven zijn: Apparatenfabriek Audioapparatuurproductie Computerfabriek Kantoormachinefabriek Lampenfabriek Machinefabriek Medische instrumentenindustrie Muziekinstrumentenfabriek Optische industrie Speelgoedfabriek Sport apparatenfabriek Telecomapparatuurproductie Vervaardiging van kantoor- en elektrische machines en apparaten Videoapparatuurproductie Deze bedrijven vervaardigen apparatuur en installaties veelal uit componenten, die elders zijn vervaardigd. Behalve het samenstellen van de apparaten wordt een beperkt aantal aanvullende handelingen verricht waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn.
Selectiecriteria Vanwege het beperkt aantal handelingen waarbij gevaarlijke stoffen betrokken zijn, is meestal slechts een beperkt aantal selectiecriteria van toepassing. Mogelijke selectiecriteria kunnen zijn brandbare tot vloeistof verdichte gassen en overige gassen in drukhouders. Er kan ook sprake zijn van opslag van meer dan 10 ton aan gevaarlijke stoffen waarop de CPR 152/PGS 15-2 van toepassing is. Deze selectiecriteria zijn om het zoekproces te vereenvoudigen op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart, gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan Indien sprak is van brandbare gassen moet de betreffende gevarenkaart worden geraadpleegd. Bij “overige gassen” moet het overdrukeffect en de ermee gepaard gaande scherfwerking worden bepaald. Bij opslag van gevaarlijke goederen in een CPR 15-2/PGS 15-2 loods moet het intoxicatie effect ten gevolge van toxische verbrandingsproducten op de gevarenkaart worden bepaald. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van bepaalde informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR04, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 4 : Elektrische machines en apparaten Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR04, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 4 : Elektrische machines en apparaten Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR04, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 5 : Gasdrukregel- en meetstations Toepassing Deze kaart is van toepassing op alle gas meet- en regelstations. Gas meet- en regelstations zijn als volgt ingedeeld:
Categorie A B C NEN 1059: 1994 C NEN 1059: 2003
Ontwerpcapaciteit Q m03/uur Q ≤ 500 Q ≤ 10 500 < Q ≤ 6000 10 < Q ≤ 6000 6000 < Q 0
Operationele inlaat druk pi bar Pi ≤ 0,2 0,2 < pi ≤8 Pi ≤ 0,2 0,2 < pi ≤8 pi ≤ 8 8 < pi ≤ 100 pi ≤ 16 16 < pi ≤
De categorieën B en C vallen binnen het toepassingsgebied van de NEN 1059. De categorie-indeling A, B of C is aangegeven op het kennisgevingsformulier van de inrichting of opvraagbaar bij de beheerder van de inrichting.
Selectiecriteria Selectiecriterium voor deze groep is de beschikbaarheid van het brandbaar gas dat bij een calamiteit betrokken kan zijn. Voor het selectiecriterium is aangesloten bij de indeling conform de NEN, categorie C, aanvullend op het selectiecriterium voor brandbaar gas (niet tot vloeistof verdicht) dat 100 kg bedraagt. Er zijn twee versies van de NEN 1059 beschikbaar, namelijk de NEN 1059:1994 en de NEN 1059:2003. Op basis van NEN 1059 versie 1994, heeft een station van type C het selectiecriterium: een inlaatdruk die kleiner of gelijk is aan 8 bar en tevens een ontwerpcapaciteit die groter of gelijk is aan 6000 m3 per uur, of een inlaatdruk groter dan 8 bar (maar kleiner dan of gelijk aan 100 bar) (ongeacht de grootte van de ontwerpcapaciteit). Op basis van NEN 1059 versie 2003, heeft een station van type C het selectiecriterium: een inlaatdruk die kleiner of gelijk is aan 16 bar en tevens een ontwerpcapaciteit die groter of gelijk is aan 6000 m3 per uur, of de inlaatdruk is groter dan 16 bar (dan ongeacht de grootte van de ontwerpcapaciteit). Indien het selectiecriterium (categorie C volgens NEN 1059) van toepassing is, dan is het bedrijf “Risicokaart-relevant”, indien het niet van toepassing is dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst-relevant”.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten, indien aan selectiecriteria wordt voldaan. In deze groep is de hoeveelheid beschikbaar, niet tot vloeistof verdicht gas, bepalend voor de mate van het effect, indien het gas ontsteekt. Het effect dat optreedt is een overdrukeffect. Op de betreffende gevarenkaart brandbare gassen kunnen, op basis van de klasse, druk, doorzet, de toetsingsafstanden en de indicatieve afstanden van de effecten en risico’s worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR05, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 5 : Gasdrukregel- en meetstations Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie) 2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR05, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 5 : Gasdrukregel- en meetstations Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR05, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 6 : Gassen Toepassing Deze kaart heeft betrekking op de opslag, het vullen en het scheiden van gassen. Dit is een activiteit in een beperkt aantal bedrijven, denk aan: Opslag en distributie van gasflessen Het vullen van gasflessen Het scheiden van gassen in een scheidingsinstallatie (vaak met toebehorende opslagfaciliteiten). Voor de productie van (industriële) gassen wordt verwezen naar de gevarenkaart 8: “Grondstoffen voor de chemie”
Selectiecriteria In principe kunnen alle selectiecriteria met gassen van toepassing zijn. Bepalend voor de selectiecriteria in deze groep zijn de gevaarseigenschappen van het gas, en in enkele gevallen specifieke wet- en regelgeving (o.a. voor propaan en LPG). Om de effecten op de juiste wijze te kunnen bepalen is er voor de selectiecriteria onderscheid gemaakt in de volgende gassen: toxische gassen en ammoniak propaan LPG brandbare gassen, tot vloeistof verdicht in een drukhouder brandbare gassen, niet tot vloeistof verdicht in een drukhouder overige gassen Om het zoekproces te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart deze selectiecriteria voor diverse gassen gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria op relevantie worden beoordeeld en eventueel getoetst, indien nevenactiviteiten op de locatie worden ontwikkeld. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. Bij de genoemde gassen zijn de volgende effecten het meest relevant: (zeer) toxische gassen en ammoniak - intoxicatie propaan en LPG - BLEVE brandbare gassen, tot vloeistof verdicht in een drukhouder - BLEVE brandbare gassen, niet tot vloeistof verdicht in een drukhouder - overdruk (gaswolkontbranding) overige gassen - overdruk (scherfwerking) Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van de verschillende effecten worden bepaald. Daarnaast zijn toetsingsafstanden voortvloeiend uit wet en regelgeving op de gevarenkaarten aangegeven. Bovengenoemde gevarenkaarten zijn opgesteld voor stationaire opslag in tanks en flessen. Bij luchtscheidingsinstallaties is de hoeveelheid gas, die betrokken kan zijn bij een calamiteit ook afhankelijk van de inhoud van de leidingen en de druk en het debiet van het systeem. Effectafstanden van dergelijke installaties kunnen niet met de gevarenkaart bepaald worden en vereisen separate berekeningen.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR06, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 6 : Gassen Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR06, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 6 : Gassen Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR06, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 7 : Glas, aardewerk, cement, kalk en gips Toepassing Deze kaart is van toepassing op bedrijven die glas, aardewerk, cement, kalk en gips produceren. Kenmerkend voor deze groep is: Vervaardiging van producten uit primaire grondstoffen, zoals kalk, zand, klei en gips een relatief beperkt aantal producten, grondstoffen en hulpstoffen aanwezig op locatie per product worden grote hoeveelheden in bulk opgeslagen, in tanks, silo’s, opslagruimten en in de openlucht het productieproces is energie intensief Enkele voorbeelden van bedrijven zijn: Aardewerkproductie Baksteenproductie Betonbedrijf Cementbedrijf Dakpanfabriek Gipsbedrijf Glasproductie Glasrecycling Glasvezelproductie Glaswolproductie Isolatiematerialen (glas- en steenwol) Kalkbedrijf Kalkzandsteenbedrijf Keramische industrie Porceleinproductie
Selectiecriteria De meeste grondstoffen en eindproducten in deze industrie zijn niet brandbaar. Kenmerkend voor de (externe) veiligheid in deze bedrijven zijn de hulpproducten die aanwezig kunnen zijn en de eventuele opslag van brandstof voor het verhittingsproces. Voor de bewerking, zoals bijvoorbeeld in de glasindustrie, kan bij verschillende productiestappen gebruikt worden gemaakt van gassen. Daarnaast zijn er ruimtes waar mogelijk een stofexplosie zou kunnen ontstaan. Vanwege de diversiteit kunnen op de bedrijven en activiteiten in deze groep relatief veel selectiecriteria van toepassing zijn. Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart de genoemde selectiecriteria gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. In deze groep zijn met name een plasbrand en een stofexplosie, met als gevolg overdruk, typisch relevante effecten. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van bepaalde informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR07, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 7 : Glas, aardewerk, cement, kalk en gips Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR07, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 7 : Glas, aardewerk, cement, kalk en gips Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR07, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 8 : Grondstoffen voor de chemie Toepassing Deze kaart is van toepassing voor bedrijven die grondstoffen voor de chemie vervaardigen. Kenmerkend voor deze groep is: vervaardiging van chemische producten vindt in bulk plaats, vaak in continue productie relatief in aantal weinig verschillende producten, met name grondstoffen en hulpstoffen per product worden grotere hoeveelheden in bulk opgeslagen, bewerkt of verwerkt opslag plaatsvindt in grotere verpakkingseenheden, zoals in tanks, silo’s of opslagruimten relatief weinig logistieke handelingen Enkele voorbeelden van bedrijven zijn: organische en anorganische chemische grondstoffenfabrieken methanol, vetzuren en alkanolenfabrieken kunstmestfabrieken kunstharsfabrieken farmaceutische grondstoffenfabrieken zeep-, was- en reinigingsmiddelen fabrieken
Selectiecriteria De gevaarseigenschappen van de grond en hulpstoffen en de eindproducten bepalen de selectiecriteria. Dit kunnen (licht) ontvlambare vloeistoffen zijn, maar ook toxische en brandbare vloeistoffen en gassen komen voor. Daarnaast kunnen ontplofbare stoffen, zoals organische peroxiden en ammoniumnitraat, aanwezig zijn. Op de bedrijven en activiteiten in deze groep kunnen relatief veel selectiecriteria van toepassing zijn. Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart een aantal, voor deze groep bedrijven typische selectiecriteria, gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. Het specifieke kenmerk van deze groepskaart is met name de grote hoeveelheden, dus relatief grote effecten. Derhalve is naar verwachting ook een relatief langdurige inzet van hulpdiensten noodzakelijk. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van bepaalde informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald. Dit geldt met name voor het (productie) proces, maar ook voor (de opslag van) de eindproducten. Bij calamiteiten, zoals bijvoorbeeld bij het falen van een omhulling, brand of stofexplosie is meestal een grote hoeveelheid van één product is betrokken. Daarnaast kan een calamiteit een andere stof ontsteken die onder normale omstandigheden geen noemenswaardig risico inhoudt, maar bij verbranding toxische verbrandingsproducten oplevert.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR08, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 8 : Grondstoffen voor de chemie Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR08, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 8 : Grondstoffen voor de chemie Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR08, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 9 : Hout, meubels, papier en karton Toepassing Deze kaart is van toepassing op bedrijven die uit grondstoffen papier en karton maken en bedrijven die hout, papier en karton grootschalig verwerken of bewerken. Enkele voorbeelden van bedrijven zijn: Dozenvouwbedrijf Golfkartonfabriek Kartonproductie Papierproductie Papierpulpproductie Vervaardiging van hout, meubels, papier en karton Recycling of verwerking van oud-papier, karton en hout
Selectiecriteria Binnen deze groep is voor de (externe) veiligheid kenmerkend dat er opslag is van een grote hoeveelheid vaste brandbare stof en er kunnen ruimten zijn met een potentieel stofexplosie gevaar. Daarnaast kan de aanwezigheid van een grote hoeveelheid hulpstoffen van het proces bepalend zijn, zoals licht ontvlambare stoffen of overige WMS stoffen. Bij houtvervaardiging kunnen ook activiteiten plaatsvinden die beter onder de noemer van de groepskaart “oppervlaktebehandeling” kunnen vallen. Indien dit het geval is moeten ook de daaraan gerelateerde selectiecriteria getoetst worden. Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart een aantal, voor deze groep bedrijven typische selectiecriteria, gearceerd. Vanwege de diversiteit van deze bedrijven en activiteiten kunnen er relatief veel andere selectiecriteria van toepassing zijn, die ook moeten worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. In deze groep blijken met name een brand met brandbare vaste stof en de stofexplosies typisch relevante effecten. Ook de intoxicatie-effecten van mogelijk aanwezige toxische hulpstoffen dienen beschouwd te worden. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van bepaalde informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR09, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 9 : Hout, meubels, papier en karton Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR09, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 9 : Hout, meubels, papier en karton Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR09, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 10 : Kernenergie-inrichting Toepassing Deze groepskaart is nog niet beschikbaar. Deze groepskaart zal in overleg met de betrokkenen worden opgesteld.
Selectiecriteria
Relevante effecten en gevarenkaarten
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR10, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 10 : Kernenergie-inrichting Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR10, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 10 : Kernenergie-inrichting Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR10, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 11 : Kunststof en rubber Toepassing Deze kaart is van toepassing voor bedrijven die rubbers en/of kunststoffen verwerken tot producten. Denk met name aan de volgende soorten bedrijven: Bandenfabriek Kunststofleidingen productie Kabelfabrieken Folie-productie Kunststofbe-/verwerking Loopvlakvernieuwing Matrasfabrikanten Overige Plastic be/verwerking Overige Rubberbe-/verwerking Bedrijven die grondstoffen voor de kunststofindustrie produceren horen niet bij deze groep, maar op de kaart “Vervaardiging grondstoffen voor de Chemie”
Selectiecriteria Kenmerkende gevaarsbepalende stoffen, die in deze industrie worden gebruikt zijn: Rubberindustrie: de aanwezigheid van oplosmiddelen (voornamelijk wasbenzine) de aanwezigheid van ontvettingsmiddelen (voornamelijk 1,1,1-trichloorethaan) de aanwezigheid van grote hoeveelheden rubber (vaste stoffen) Kunststofindustrie de aanwezigheid van grote hoeveelheden polymeren (LDPE, HDPE, PVC, PP, PS) de aanwezigheid van polyurethaan en polyesterharsen de aanwezigheid van hulpstoffen (weekmakers) opslag van de grondstoffen vindt soms plaats in poedervorm, waardoor kans op stofexplosie aanwezig is matras-schuimproductie waarbij gassen gebruikt kunnen worden zoals pentaan, MDI (methyl di-isocyanaat) Bepalend voor de selectiecriteria zijn de gevaarseigenschappen van genoemde stoffen, toxisch, brandbaar en de hoeveelheid, indien meer dan 10 ton, in een CPR 15-2/PGS 15-2 loods. Daarnaast is een brand in de opslag van de vaste eindproducten van beland als selectiecriterium. Op de bedrijven en activiteiten in deze groep kunnen relatief veel selectiecriteria van toepassing zijn. Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart een aantal, voor deze groep bedrijven typische selectiecriteria, gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om de kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. In deze groep zijn intoxicatie door toxische producten relevant en de effecten van een brand in een CPR 15-2/PGS 15-2 opslag relevant, die toxische verbrandingsproducten als typisch relevant heeft. Een vaste stof brand van eindproducten van kunststof en rubber heeft een warmte effect waarvan de mate op de betreffende gevarenkaart bepaald kan worden. Daarnaast kan een dergelijke brand ook toxische verbrandingsproducten opleveren. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van bepaalde informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR11, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 11 : Kunststof en rubber Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR11, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 11 : Kunststof en rubber Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR11, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 12 : Metaal, productie Toepassing Deze kaart is van toepassing voor bedrijven die uit grondstoffen metaal vervaardigen. Kenmerkend voor deze groep is: Vervaardiging vindt in bulk plaats, vaak 24 uur productie een relatief beperkt aantal producten is aanwezig, met name grondstoffen en hulpstoffen het is een energie intensieve industrie opslag vindt plaats in grotere verpakkingseenheden, zoals in tanks, silo’s of opslagruimten Enkele voorbeelden van bedrijven zijn: Ruwijzer, staalfabrieken, gieterijen en smelterijen Hoogovens Aluminium productie
Selectiecriteria De externe veiligheid van deze bedrijven wordt in verschillende stadia van het proces door verschillende stoffen bepaald. Bij de volgende processen zijn grond-, bij- en hulpstoffen voor de externe veiligheid van belang: Voor het proces en de energievoorziening: de opslag van vaste brandbare stoffen (cokes), vloeibare brandbare stoffen en brandbaar gas; Hulpstoffenbij het proces (o.a. diverse koolwaterstoffen, zoals benzine, diesel) Vrijkomende afvalproducten van cokes/ruwijzer of van het proces (o.a. hoogovengas, en overige gassen (BTEX)) Lucht en waterzuiveringsinstallaties (hulpstoffen o.a. hydrazine of ammoniak voor b.v. De-NOx installaties) Opslag van vaste stoffen in ruimtes met stofexplosiegevaar; In deze groep is een aantal uiteenlopende activiteiten samengebracht, zodat relatief veel selectiecriteria van toepassing kunnen zijn. Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart een aantal, voor deze groep bedrijven typische selectiecriteria, gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om de kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. In deze groep blijken met name de effecten van een brand van belang (een vaste stoffen brand, een plasbrand, dan wel een gaswolkontbranding) of de effecten van een stofexplosie. Indien hierbij toxische stoffen betrokken zijn, bijvoorbeeld ammoniak, moet ook rekening met het intoxificatieeffect gehouden worden. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van bepaalde informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR12, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 12 : Metaal, productie Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR12, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 12 : Metaal, productie Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR12, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 13 : Metaal, warme verwerking Toepassing Deze kaart is van toepassing voor bedrijven die metaal vervaardigen en bewerken met behulp van warme verwerkingsmethoden, met name lassen en verhitten. Voorbeelden van bedrijven zijn: Autoherstelbedrijf (met opslag/distributie brandstoffen) Autoherstelbedrijf (zonder opslag/distributie brandstoffen) Buizenfabriek (metaal) Constructiebedrijf (metaal) Lasbedrijf Scheepswerf Smederij (groot) Thermisch vertinnen Thermisch verzinken Vervaardiging van auto's aanhangwagens en opleggers Vervaardiging van transportmiddelen (niet auto's, etc.)
Selectiecriteria De externe veiligheid van deze bedrijven wordt voor een groot deel bepaald door de brandbare gassen die bij de verwerking (het lassen of verhitten) noodzakelijk zijn en de brandbare vloeistoffen (vloeibare brandstof of oplosmiddelen) die aanwezig zijn op de bedrijfslocatie. Indien sprake is van opslag van diverse gevaarlijke stoffen moet beoordeeld worden of CPR 15-2/PGS 15-2 van toepassing is. Deze selectiecriteria zijn om het zoekproces te vereenvoudigen op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart, gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. Voor de brandbare gassen in drukhouders is de BLEVE het typisch relevante effect, voor brandbare vloeistoffen is de plasbrand het meest relevante effect. Indien de opslag van de gevaarlijke stoffen in een CPR 15-2/PGS 15-2 loods plaatsvindt dient het intoxicatie effect van de toxische verbrandingsproducten op de gevarenkaart CPR 15-2/PGS 15-2 te worden bepaald. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van bepaalde informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR13, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 13 : Metaal, warme verwerking Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR13, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 13 : Metaal, warme verwerking Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR13, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 14 : Mijnbouwwet inrichtingen Toepassing Deze groepskaart is nog niet beschikbaar. Deze groepskaart zal in overleg met de betrokkenen worden opgesteld.
Selectiecriteria
Relevante effecten en gevarenkaarten
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR14, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 14 : Mijnbouwwet inrichtingen Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR14, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 14 : Mijnbouwwet inrichtingen Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR14, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 15 : Overige grondstoffen winning (zand, kalk, mergel, enzovoort) Toepassing Deze kaart is van toepassing op activiteiten van grondstoffenwinning, niet vallend onder de mijnbouwwet, zoals de winning van brongas, kalksteen, grind, zand, klei, schelpen of mengsels daarvan (mergel, kalk enzovoort). Enkele voorbeelden van activiteiten Kalkzandsteenwinning Mergel of kalkgroeve Turfwinning Winning van zand, grind, klei, zout, e.d Het onderzoek naar en het winnen van delfstoffen vallend onder de Mijnbouwwet valt hier niet onder en staat op de groepskaart mijnbouw beschreven. Bij deze vindt vaak winning van delfstoffen middels een boorgat of schachten plaats, zodat de activiteiten vallen onder de Mijnbouwwet.
Selectiecriteria In deze groep bepalen de hulpstoffen die noodzakelijk zijn voor het proces van winning, de selectiecriteria, zoals springstoffen. Om het zoekproces te vereenvoudigen is op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart dit typisch selectiecriterium gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria worden getoetst. Op basis van het selectiecriterium blijkt of het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”, dan wel Risicokaart relevant is.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten, indien aan de selectiecriteria wordt voldaan. Bij explosieven is de massa-explosie, met als bepalend effect de optredende luchtschok (het overdruk effect) en de uitworp van brokstukken het relevante effect. Voor dit selectiecriteria kan op de betreffende gevarenkaart explosieve stoffen en scherfwerking, op basis van informatie over de hoeveelheid springstof, de indicatieve afstand van het effect worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR15, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 15 : Overige grondstoffen winning (zand, kalk, mergel, enzovoort) Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR15, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 15 : Overige grondstoffen winning (zand, kalk, mergel, enzovoort) Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR15, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 16 : Ontplofbare stoffen Toepassing Deze kaart is van toepassing op alle bedrijven en instellingen waar munitie of springstoffen aanwezig kunnen zijn, zoals: Kleiduif-schietbaan Munitie-opslag Peroxiden, opslaggroep 1 Schietbaan Schietinrichting Springstoffen opslag Springstoffabriek Munitiefabriek Munitie depot
Selectiecriteria Bij deze groep is de aanwezigheid van springstoffen of munitie het selectiecriterium. Op basis van het selectiecriterium blijkt of het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”, dan wel Risicokaart relevant is.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten, indien aan de selectiecriteria wordt voldaan. In deze groep is het effect van ontplofbare stoffen een massaexplosie, met als bepalende effecten de optredende luchtschok (het overdruk effect) en de uitworp van brokstukken. Op de betreffende gevarenkaart explosieve stoffen en scherfwerking kunnen op basis van de hoeveelheid springstoffen, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR16, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 16 : Ontplofbare stoffen Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR16, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 16 : Ontplofbare stoffen Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR16, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 17 : Oppervlaktebehandeling Toepassing Deze kaart is van toepassing op bedrijven die het oppervlak van een product behandelen, meestal metaal, soms hout of een kunststof. Deze behandeling kan zijn: het oppervlak schuren of stralen, reinigen, verven, spuiten of coaten, of het oppervlak anderszins fysisch of chemisch bewerken. Kenmerk van deze processen is dat een dragende (vloei)stof nodig is om de behandeling uit te voeren, naast de stof die op het oppervlak wordt op- of aangebracht. Kenmerkend voor deze groep is: De behandeling van oppervlakken vindt meestal batchgewijs plaats; Er is sprake van opslag van diverse hulp(vloei)stoffen in kleinere verpakkingseenheden en tanks; het is een arbeidsintensieve industrie; Het behandelingsproces is een proces met milieu en veiligheidsrisico’s. Enkele voorbeelden van processen in deze bedrijven zijn: Anodiseren Autoplaatwerkerij Chemische oppervlaktebehandeling Eloxeren Email -bedrijf Galvaniseren Lakken- en moffelen Metaaloppervlaktebehandeling Meubelspuiterij Oppervlaktebehandeling Scoperen/schoperen/vlamspuiten (opspuiten van zink) Slijperij Spuiterij Straalbedrijf (Staal)
Selectiecriteria De externe veiligheid van deze bedrijven wordt voor een groot deel bepaald door de hulpstoffen, vaak licht ontvlambare stoffen, die bij de oppervlakte behandeling noodzakelijk zijn. Een ander belangrijk kenmerk is dat – zeer fijn – vrijkomt, waardoor een stofexplosie gevaarlijke atmosfeer kan ontstaan. Dit gebeurt met name ter plaatse van het proces en in afzuig- of filterinstallaties. Hierbij moet, naast bijvoorbeeld poedercoatings, ook gedacht worden aan explosiegevaar in systemen voor (fijn) aluminiumstof, galvaniseren, en verzinken. Bij grotere bedrijven kan de opslag van gevaarlijke stoffen in een CPR 15-2 loods plaats vinden. Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart een aantal, voor deze groep bedrijven typische selectiecriteria, gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om de kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. In deze groep blijken met name de gevolgen van een brand (plasbrand bij grote hoeveelheden) of een stofexplosies relevante effecten. Indien sprake is van opslag van de gevaarlijke stoffen in een CPR 15-2/PGS 15-2 loods dient ook het effect van toxische verbrandingsproducten te worden beoordeeld. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van bepaalde informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR17, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 17 : Oppervlaktebehandeling Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR17, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 17 : Oppervlaktebehandeling Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR17, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 18 : Productie, distributie en verwerking van elektriciteit, aardgas, stoom en (afval)water Toepassing Deze kaart is van toepassing op diverse nutsbedrijvenbedrijven voor elektriciteit, gas, stoom en water. Deze bedrijven kunnen onder de volgende namen zijn geregistreerd: Afvalwaterzuivering Electriciteitscentrale (met DeNOx en DeSOx installatie) Electriciteitsdistributiebedrijf Energiebedrijf Gasdistributiebedrijf Pompstation Gasbehandelingsinstallaties (géén gaswinning; zie daarvoor groepskaart mijnbouw) Rioolwaterzuivering Transformatorstations Warmtekrachtcentrales Waterbereiding Waterdistributie Waterwinning Productie van elektriciteit in een kerncentrale is op deze groepskaart uitgesloten.
Selectiecriteria De centrales die elektriciteit en/of stoom opwekken hebben in principe opslag brandstoffen: gas, olie of kolen. Bij productie van “grijze” energie is de brandstof van natuurlijke oorsprong, en vindt opslag van (brandbare, vaste) stoffen plaats, bijvoorbeeld slib of houtsnippers. In sommige DeNOx installaties wordt ammoniak (toxisch gas) als medium gebruikt. Bedrijven die water winnen, distribueren of zuiveren gebruiken diverse hulpstoffen, bijvoorbeeld chemicaliën om de waterkwaliteit te verbeteren. Bij de winning van drinkwater en zuivering van afvalwater kan methaan vrijkomen. In laatstgenoemde situaties wordt het gas opgeslagen in een gashouder, en kan worden gebruikt als extra brandstof voor bijvoorbeeld een warmtekrachtinstallatie. Bij de distributie van gas moet met name worden gedacht aan gasdrukregel en – meetstations van niet tot vloeistof verdichte gassen. Vanwege de diversiteit kunnen op de bedrijven en activiteiten in deze groep relatief veel selectiecriteria van toepassing. Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart een aantal, voor deze groep bedrijven typische selectiecriteria, gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. In deze groep zijn met name een brand met vaste stoffen (grote brand), vloeistoffen (plasbrand) en gassen, tot vloeistof verdicht en niet tot vloeistof verdicht (BLEVE of het overdrukeffect), relevant en in specifieke gevallen ook een stofexplosie. Toxische hulpstoffen kunnen in de waterwinning of zuivering een intoxicatie effect hebben. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van bepaalde informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR18, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 18 : Productie, distributie en verwerking van elektriciteit, aardgas, stoom en (afval)water Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR18, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 18 : Productie, distributie en verwerking van elektriciteit, aardgas, stoom en (afval)water Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3) 21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
Brandbare vaste stoffen 23 (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m 2)
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR18, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 19 : Spoorwegemplacementen Toepassing Deze groepskaart is nog niet beschikbaar. Deze groepskaart zal in overleg met de betrokkenen worden opgesteld.
Selectiecriteria
Relevante effecten en gevarenkaarten
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR19, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 19 : Spoorwegemplacementen Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR19, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 19 : Spoorwegemplacementen Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR19, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 20 : Spuitbussen Toepassing Deze kaart heeft betrekking op het vullen, de opslag en de verkoop van spuitbussen. Dit is een activiteit in een beperkt aantal bedrijven, denk aan: Spuitbussen productie en afvulinrichtingen Opslag van spuitbussen Kenmerkend voor de risicosituatie van vulinrichtingen is het drijfgas dat wordt gebruikt en de stof waarmee de spuitbus wordt gevuld. Het drijfgas is meestal propaan dat opgeslagen is in een drukhouder. Soms worden andere, inerte niet brandbare gassen gebruikt. De vulling bestaat bijvoorbeeld uit smeermiddelen of verf dat als grondstof in bulktanks of IBC’s is opgeslagen. De grootschalige opslag van spuitbussen kan bij elkaar een grote hoeveelheid gevaarlijk product vertegenwoordigen.
Selectiecriteria Het selectiecriterium is in principe de grootste en totale hoeveelheid stof die aanwezig is in een (doorgaans ruimtelijke) afbakening, bijvoorbeeld in een hal of loods. Dit is dus de totale inhoud van alle spuitbussen tezamen, in die betreffende ruimte, bij elkaar opgeteld. Als geen enkele stof in de spuitbus gevaarseigenschappen bezit (dus niet toxisch of brandbaar), is het selectiecriterium niet van toepassing. Als één van de stoffen in de spuitbus wel gevaarlijk is, wordt de totale inhoud van alle spuitbussen als gevaarlijk beschouwd beschouwd. Doorgaans is een brandbaar (drijf)gas als grondstof aanwezig, bijvoorbeeld in een drukhouder (cilinder). Voor wat betreft vloeistoffen in spuitbussen dienen de betreffende gevaarseigenschappen als maatgevend. De vulling is bij verf en smeermiddelen vaak een brandbare vloeistof. Daarnaast kunnen toxische stoffen in spuitbussen voorkomen. Deze grondstoffen voor de vulling zijn, indien in een hoeveelheid van meer dan 10 ton, vaak in loodsen conform CPR 152/PGS 15-2 opgeslagen. In enkele gevallen worden specifieke eisen of voorwaarden gesteld, afhankelijk van gevaarseigenschappen of “gedrag” van spuitbussen, zoals bijvoorbeeld een hekwerk voor het tegenhouden (en dus beschermen van brandweermensen) van het “wegschieten” bij brand. Op de bedrijven en activiteiten van deze groep kunnen meerdere selectiecriteria van toepassing zijn. Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart een aantal typische selectiecriteria gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria op relevantie worden beoordeeld en eventueel getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. Voor spuitbussen is er geen typisch maatgevend effect. Het effect is vrijwel geheel afhankelijk van de inhoud van de spuitbus. Bij de opslag van spuitbussen kan elke individuele spuitbus exploderen (één en ander afhankelijk van de totale samenstelling van de inhoud van de spuitbus), en kunnen individuele spuitbussen “wegschieten”. Indien opslag van andere stoffen in een CPR 15-2/PGS 15-2 loods plaatsvindt, dienen de afstanden met behulp van de gevarenkaart “Toxische verbrandingsproducten” te worden bepaald. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR20, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 20 : Spuitbussen Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR20, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 20 : Spuitbussen Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR20, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 21 : Tankstations Toepassing Deze groepskaart is van toepassing op tankstations met motorbrandstoffen voor het wegverkeer en voor transport over het water. Dit kunnen zowel tankstations met een LPG installatie als zonder een LPG installatie zijn. Het profiel van deze bedrijven is eenduidig, maar soms vinden ook verkoop- en andere nevenactiviteiten plaats, zoals de verkoop van propaan en reparatie en onderhoud aan motorvoertuigen.
Selectiecriteria De externe veiligheid van deze bedrijven wordt bepaald door de aanwezigheid van brandbare en licht ontvlambare vloeistoffen zoals benzine (een ontvlambare vloeistof) en diesel (en brandbare vloeistof) en door de aanwezigheid van LPG. Deze selectiecriteria zijn om het zoekproces te vereenvoudigen op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart, gearceerd. Zoals genoemd kunnen soms, door verkoop- en nevenactiviteiten, de overige (niet gearceerde) selectiecriteria relevant zijn. Daarom moeten alle selectiecriteria worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. Voor de vloeibare brandstoffen, is dit een plasbrand en voor LPG is het typische effect een BLEVE. Deze effecten kunnen respectievelijk bepaald worden aan de hand van de gevarenkaarten brandbare vloeistoffen en LPG. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van de hoeveelheid, indicatieve afstanden van de genoemde effecten en toetsingsafstanden uit wet- en regelgeving worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR21, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 21 : Tankstations Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR21, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 21 : Tankstations Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR21, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 22 : Textiel, kleding en leer Toepassing Deze kaart is van toepassing op bedrijven die uit grondstoffen textiel en leer produceren en bedrijven die textiel en leer bewerken tot eindproducten. Enkele voorbeelden zijn: Autostoelen produktie Bont be-/verwerking (groot) Kleding van leer, vervaardiging (groot) Kledingfabriek Lederfabriek Lederwarenfabriek Leer be/verwerking (groot) Leerlooierij Schoenenfabriek Spinnerij Textielverwerking Vervaardiging van textiel, kleding en leer Weverij
Selectiecriteria Voor de bedrijven die textiel en leer produceren zijn met name de eigenschappen van de hulpstoffen relevant, zoals (licht) ontvlambare stoffen, toxische stoffen of overige WMS stoffen. Voor de be- en verwerking is de schaal van de opslag van vaste stoffen relevant en de hulpstoffen zoals licht ontvlambare stoffen (lijm in de leer en schoenenindustrie). Deze stoffen, indien in substantiële hoeveelheden meer dan 10 ton, moeten zijn opgeslagen in ruimtes volgens CPR 15-2/PGS 15-2. Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart deze typische selectiecriteria gearceerd. De overige selectiecriteria moeten ook worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. In deze groep blijken met name een vaste stof brand met als relevant effect de warmte straling en een brand met de hulpstoffen in een CPR 15-2/PGS 15-2 loods en de eventuele toxische effecten van de toxische verbrandingsproducten relevant. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van bepaalde informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR22, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 4
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR22, versie 3.1 oktober 2007
pag 2 van 4
Groepskaart nr. 22 : Textiel, kleding en leer Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR22, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 22 : Textiel, kleding en leer Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR22, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 23 : Transport en opslag Toepassing Deze kaart is van toepassing op bedrijven die transport en opslag als kernactiviteit hebben. Ook bedrijven die een andere primaire bedrijfsactiviteit hebben, maar wel opslag van gevaarlijke stoffen hebben, vallen in deze groep. Denk dan bijvoorbeeld aan pretparken of skelterbanen met opslag van (bijvoorbeeld) brandstoffen. Dit kunnen bedrijven zijn die voor anderen goederen opslaan en transporteren, dan wel distributie depots van één productiebedrijf of een keten van detailhandels. De wijze waarop opslag plaatsvindt kan verschillen van goederen in emballage in loodsen als goederen in bulk in de open lucht of in silo’s. Belangrijkste parameter om deze groep te beoordelen is het soort goederen dat opgeslagen wordt. Dit kan variëren van niet brandbare, ongevaarlijke goederen tot WMS geclassificeerde goederen. Enkele voorbeelden van bedrijven zijn: Banden opslag Diermeelopslag Graan/meelopslag Gronddepot Groothandel algemeen Groothandel farmaceutische producten Groothandel in brandstoffen Groothandel in bulkbloemen en planten Groothandel in chemicaliën Groothandel in voedingsmiddelen
-
Groothandel in voedingsmiddelen zonder koeling Houtopslag Inzameldepot (afval-) Pakhuis (algemeen) Palletopslag Papieropslag Stuwadoor Textielopslag Transport bedrijf Bedrijf met opslag brandstoffen
Selectiecriteria Binnen deze groep is voor de (externe) veiligheid kenmerkend dat er opslag is van een grote hoeveelheid vaste of vloeibare brandbare stof. Daarnaast kan er sprake zijn van de opslag van uiteenlopende WMS stoffen, licht ontvlambare, toxische stoffen of overige WMS stoffen in CPR 15-2/PGS 15-2 loodsen. In geval van opslag in koel- en vrieshuizen dient de aanwezigheid van ammoniak in koelinstallaties te worden beschouwd. Ook opslag in silo’s maakt deel uit van deze kaart. Bij opslag van organische stoffen silo’s dient rekening te worden gehouden met het risico van stofexplosie. Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart een aantal, voor deze groep bedrijven relevante selectiecriteria, gearceerd. Vanwege de diversiteit van het soort opslag bij deze bedrijven kunnen er relatief veel andere selectiecriteria van toepassing zijn, die ook moeten worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten, indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. In deze groep blijken met name een brand met vaste of vloeibare stoffen (een vaste stoffen brand en een plasbrand als gevolg), of een stofexplosie als typisch relevant effect, met daarop volgend de effecten van de brand. Indien sprake is van opslag van WMS stoffen in een CPR 15-2/PGS 15-2 opslag dienen de intoxicatie effecten als gevolg van het ontstaan van toxische verbrandingsproducten beoordeeld te worden. Als het selectiecriterium ammoniak van toepassing is, dient het intoxicatie effect te worden beoordeeld. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van bepaalde informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR23, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 23 : Transport en opslag Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR23, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 23 : Transport en opslag Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR23, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 24 : Tuinbouw en bouwnijverheid Toepassing Deze groepskaart is een verzameling van kleinschalige en middelgrote bedrijven in de tuinbouw en bouwnijverheid, waarbij beperkte risico’s spelen. Bij bedrijven, die groter van schaal zijn, dan waarvoor deze kaart is bedoeld, kunnen andere groepskaarten van toepassing zijn, zoals de groepskaart “Vervaardiging van hout, meubels, papier en karton” en groepskaart “Vervaardiging van voedingsmiddelen, drank en tabak”. In de bouwnijverheid kan ook sprake zijn van houtbehandeling, zodat beter de groepskaart “Oppervlaktebehandeling” van toepassing is, en de daaraan gerelateerde selectiecriteria getoetst moeten worden. Enkele voorbeelden van tuinbouwbedrijven waarop deze groepskaart betrekking heeft: Bloembollendroog- en prepareerbedrijven Bollenteelt Champignonkwekerij Glastuinbouw Kassen met - en zonder verwarming Tuinbouw Tuincentrum (grootschalige -) Tuincentrum / kwekerij (kleinschalige -) Enkele voorbeelden van bedrijven die vallen onder bouwnijverheid: Aannemer Bouwmarkt (Grootschalige -) Fineermateriaalfabriek Houtbewerking Installateur (gas en elektra) Jachthaven met diverse voorzieningen Kozijn- en trapfabrikant Loodgieter Meubelfabiek Smederij Timmerbedrijf/man Timmerwerkfabriek
-
Bouwbedrijf Dakdekker Groothandel in hout Houtzagerij Installatiebedrijf Klusbedrijf Kurkfabriek Loonwerkbedrijf Plaatmaterieelfabriek (hout) Timmerfabriek
Selectiecriteria Voor de tuinbouwbedrijven is het selectiecriterium bestrijdingsmiddelen relevant. Voor de bouwbedrijven zijn stofexplosievorming en de hoeveelheid vast brandbaar materiaal dat aanwezig is, relevant. Daarnaast kan de aanwezigheid van een hoeveelheid hulpstoffen bepalend zijn, zoals brandbare gassen. Om het zoekproces te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart de genoemde selectiecriteria gearceerd. Vanwege de diversiteit van deze bedrijven en activiteiten kunnen er andere selectiecriteria van toepassing zijn, die ook moeten worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. In deze groep is met name het ontstaan van een brand relevant, bijvoorbeeld initieel door een stofexplosie of een brandbaar gas met een BLEVE en verdere uitbreiding van de brand naar de opgeslagen vaste stoffen. Bij tuinbouwbedrijven, indien er sprake is van brand in de opslag van bestrijdingsmiddelen, is intoxicatie relevant door het ontstaan van toxische verbrandingsproducten. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van de soort en de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR24, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 24 : Tuinbouw en bouwnijverheid Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR24, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 24 : Tuinbouw en bouwnijverheid Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR24, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 25 : Voedingsmiddelen, drank en tabak Toepassing Deze kaart is van toepassing op bedrijven waar voedingsmiddelen en dranken (alcohol en niet alcoholhoudende dranken) worden geproduceerd, inclusief bedrijven voor het maken van grondstoffen en of halffabrikaten ten behoeve van de voedingsmiddelenindustrie. Enkele voorbeelden van bedrijven: Slachterijen en vetsmelterijen Zuivelfabrieken (gedroogde, geconcentreerde of melkprodukten) Meelfabrieken, bakkerijgrondsttoffen productie en - verwerking Aardappel- en zetmeelfabieken Vervaardiging en raffinage van (plantaardige, dierlijke) oliën en vetten, margarinefabrieken Veevoerfabrieken (destructie, drogerij, en mengvoederproductie) Suikerfabrieken, cacao-industrie, en productie van geur & smaakstoffen Vervaardiging van alcoholhoudende dranken en destillatie
Selectiecriteria De kenmerkende selectiecriteria voor deze groep zijn de brandbaarheid van grondstoffen (alcohol, ethanol), hulpstoffen en eindproducten (denk ook aan de gedestilleerde dranken). Daarnaast kan er bij een aantal van deze bedrijven een stofexplosiegevaar optreden, zoals bij veevoeder - en meelfabrieken. In veel van deze bedrijven komen koelinstallaties voor, soms met separate opslag van ammoniak, een toxisch gas. In bijzondere situaties kunnen ook andere toxische stoffen aanwezig zijn, bijvoorbeeld voor speciale reinigings- of ontsmettingsprocessen. Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart de typische selectiecriteria gearceerd. De overige selectiecriteria moeten ook worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. In deze groep blijken met name een overdrukeffect bij een stofexplosie, en een intoxicatie effect bij ontsnapping van ammoniak of andere toxische stoffen relevant. Indien er sprake is van een grote hoeveelheid brandbare vaste producten moet het warmte effect van de vaste stofbrand worden bepaald. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis van bepaalde informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR25, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 25 : Voedingsmiddelen, drank en tabak Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR25, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 25 : Voedingsmiddelen, drank en tabak Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR25, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 26 : Vuurwerk Toepassing Deze kaart is van toepassing op alle bedrijven die consumenten – en/of professioneel vuurwerk produceren, opslaan, overslaan, distribueren en verkopen. Op vuurwerk is het Vuurwerkbesluit (Vwb) van toepassing. Voor zowel consumenten als professioneel vuurwerk worden in het besluit diverse eisen gesteld. Consumentenvuurwerk wordt gedefinieerd als "vuurwerk bestemd voor particulier gebruik". Daarnaast wordt fop- en schertsvuurwerk onderscheiden als aparte groep consumentenvuurwerk (zoals, booby-traps, trektouwtjes, Bengaalse lucifers, Bengaalse handfakkels, ijsfonteinen en rookbommen) omdat de lading in fop- en schertsvuurwerk (veel) kleiner is dan de lading van het overige consumentenvuurwerk. Voor meer informatie wordt verwezen naar de gevarenkaart 3 “Explosieve stoffen en scherfwerking”.
Selectiecriteria Bij deze groep is er één selectiecriterium: de aanwezigheid van (meer dan 10 kg) ontplofbare stoffen. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: 1 kg consumenten- of professioneel vuurwerk is gelijk aan 1 kg ontplofbare stof: het selectiecriterium is dus 10 kg vuurwerk totaal 10 kg schertsvuurwerk is gelijk aan 1 kg ontplofbare stof: het selectiecriterium is derhalve 100 kg schertsvuurwerk Bij een combinatie van beide soorten vuurwerk moet het totaalgewicht als consumenten - of professioneel vuurwerk worden beschouwd. Op basis van het selectiecriterium blijkt of het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”, dan wel Risicokaart relevant is.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de mogelijke relevante effecten, indien aan selectiecriteria wordt voldaan. In deze groep is maar één selectiecriterium van toepassing en het relevante effect is een massa-explosie met als meest bepalende effecten de optredende luchtschok en scherfwerking. De afstanden kunnen op met behulp van gevarenkaart “Explosieve stoffen en scherfwerking” worden bepaald. Daarnaast zijn op de gevarenkaart de toetsingafstanden uit vuurwerkbesluit (bijlage 3) opgenomen.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR26, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 26 : Vuurwerk Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR26, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 26 : Vuurwerk Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR26, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 27 : Ziekenhuizen Toepassing Deze kaart is van toepassing op ziekenhuizen in het algemeen. Overige gezondheidszorggebouwen en kleine eerste hulpposten zijn uitgesloten van de eerste selectie.
Selectiecriteria Kenmerkend voor ziekenhuizen is de aanwezigheid van gassen in drukhouders. Typische voorbeelden zijn zuurstof, (..), brandbare gassen, en inerte gassen. Daarnaast kan een scala aan vaste - en vloeibare stoffen aanwezig zijn, zoals farmaceutische producten, waardoor bij brand toxische verbrandings - of reactieproducten kunnen ontstaan. Radioactieve stoffen vormen een apart risico vanwege het zogenaamde late stochastisch effect, hetgeen moeilijk vergelijkbaar is met een externe veiligheidsrisico. Het Registratiebesluit sluit lachgas (distikstofoxide) uit als selectie criterium voor ziekenhuizen. Zie inrichtingen en vergunningen besluit Milieubeheer, bijlage 1, Categorie 23.1 Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart een aantal, voor de ziekenhuizen typische selectiecriteria, gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. Voor ziekenhuizen gaat het om de aanwezigheid van zuurstof, brandbare - en niet brandbare gassen, en gevaarlijke stoffen in emballage van meer dan 10 ton. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis specifieke informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR27, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 27 : Ziekenhuizen Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR27, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 27 : Ziekenhuizen Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR27, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
Groepskaart nr. 28 : Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen Toepassing Deze kaart is van toepassing op overdekte en niet-overdekte zwembaden, kunstijsbanen en skibanen. Met name geldt de kaart voor die baden waarbij installaties voor waterbehandeling aanwezig zijn, of zogenaamde circulatiebaden. Zwembaden kunnen voorkomen als zelfstandig zwembad, maar ook als onderdeel van een groter geheel, zoals bijvoorbeeld combinatie of integratie met (subtropische) zwemparadijzen, badhuizen, sporthallen, sauna’s, recreatie- of bungalowparken of hotels. Voor wat betreft kunstijsbanen en skibanen is met name de aanwezigheid van koelinstallaties met ammoniak het belangrijkste criterium. Borstel-, tapijtbanen en andere skibanen waar geen gebruik wordt gemaakt van gevaarlijke stoffen (..) vallen niet onder deze groepskaart.
Selectiecriteria Kenmerkend voor zwembaden is het gebruik van verschillende chemicaliën voor de waterbehandeling, pH-correctie, en zuiveringsdoeleinden, De aanwezige stoffen kunnen zijn: natriumhypochloriet, Calciumhypochloriet, vlokmiddelen zoals polyaluminiumchloride, Trichloor-isocyaanzuur, zoutzuur of zwavelzuur. De bedrijven en activiteiten in deze groep hebben opslag van stoffen, die met name vanwege toxiciteit relevant zijn. Indien sprake is van opslag van diverse niet toxische zwembadchemicaliën is de hoeveelheid aan stoffen in een ruimte het selectie criterium. Indien opslag van meer dan 10 ton plaats vindt moeten de stoffen opgeslagen worden conform CPR 15-2. Bij kunstijsbanen en skibanen is relevant of het koelsysteem functioneert op basis van ammoniak. Ammoniak is bij deze bedrijven het selectiecriterium. Om het zoekproces enigszins te vereenvoudigen zijn op de tabel “Relevante effecten en gevarenkaart” van deze groepskaart een aantal, voor deze groep bedrijven typische selectiecriteria, gearceerd. Overigens moeten ook de overige (niet gearceerde) selectiecriteria worden getoetst. Indien geen van de selectiecriteria relevant blijkt, dan is het bedrijf “Enkel Hulpdienst relevant”. Als één of meerdere selectiecriteria van toepassing zijn, dan is de activiteit Risicokaart relevant.
Relevante effecten en gevarenkaarten De tabel “Relevante effecten en gevarenkaarten” is met name bedoeld om kwalitatief inzicht te geven in de relevante effecten indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. Voor zwembaden gaat het bij gebruik van de chemicaliën niet alleen om de eigenschappen van de stoffen zelf, maar ook om de mogelijke reactieproducten of verbrandingsproducten. Met name geldt dit voor chloorbleekloog (natriumhypochloriet) of verwante stoffen als calcium hypochloriet of isccyaanzuur, waaruit toxische chloorgas kan ontstaan, bij contact met zuur (R31). Daarnaast kunnen bij een brand de opgeslagen zwembadchemicaliën ontsteken, die onder normale omstandigheden irriterend, schadelijk of corrosief zijn, maar bij verbranding toxische verbrandingsproducten opleveren. Deze effecten en de bijbehorende afstanden kunnen met de gevarenkaart toxische verbrandings- en reactieproducten worden bepaald. Het meest relevante effect van ammoniak is de intoxicatie en op de gevarenkaart toxische gassen kunnen de bijbehorende afstanden worden bepaald. Op de betreffende gevarenkaarten kunnen op basis specifieke informatie, doorgaans de hoeveelheid (gevaarlijke) stof, indicatieve afstanden van verschillende effecten worden bepaald.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR28, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Groepskaart nr. 28 : Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Relevant: aankruisen
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
Algemeen A B C
LPG-tankstations (altijd meenemen) 1 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 10.000 kg per opslagplaats)
C
2 Opslag verpakte gevaarlijke stoffen ( ≥ 2.500 kg per opslagplaats)
D
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie ( ≥ 200 kg NH3 per installatie)
E F
Spoorwegemplacement Vervoersbedrijf ( ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen)
G
1 Consumenten vuurwerk ( > 10.000 kg)
G
2 Professioneel vuurwerk (altijd meenemen)
H
Kernenergiewetbedrijf (altijd meenemen)
I
Mijnbouwwetbedrijf
K
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas ( ≥ 3.000 liter)
L
1 Munitie ( ≥ 100 kg netto)
L
2 Ontplofbare stoffen ( ≥ 10 kg)
M
•
BRZO (altijd meenemen)
•
• •
• • • •
• • • •
• •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • •
• • • •
• •
• • • •
• • • •
• • •
• •
•
•
• •
• • •
• •
• •
• •
•
• • • •
•
Distikstofoxide ( ≥ 1.250 liter per stuk)
•
Gassen N
1 Oxiderende gassen ( ≥ 20.000 liter per tank of procesinstallatie)
N
2 Gasdrukregel- en meetstations (vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059)
N
3 Propaan en butaanvulstations (volume van alleen de voorraadtank ≥ 3.000 liter )
N
4 Gasflessendepot (gesommeerde inhoud ≥ 10.000 liter)
N
5 Zeer vergiftige gassen ( ≥ 15 liter)
N
6 Vergiftige gassen ( ≥ 150 liter per stuk)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR28, versie 3.1 oktober 2007
• • • •
• • • •
• • • •
• • • •
pag 2 van 3
Groepskaart nr. 28 : Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen Tabel: Relevante effecten en gevarenkaarten
N
•
8 Overige gevaarlijke gassen ( ≥ 20.000 liter per stuk)
•
•
11. n.t.b.
10. (Zeer) Toxische vloeistoffen
9. Toxische verbrandings en reactieproducten
8. (Zeer) Toxische gassen
7. Stofexplosie
6. Propaan en butaan
5. LPG-tankstations
4. Grote branden
2. Brandbare vloeistoffen
1. Brandbare en oxiderende gassen
Toe te passen gevarenkaarten
Ioniserende straling
Intoxicatie
BLEVE
Overdrukeffect
Brandbevordering
Plasbrand of gasbrand
Vaste stof brand
Opmerkingen 1) maximale hoeveelheid in grootste procesmatige -, ruimtelijke -, of organisatorische afbakening 2) voor vaste organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger 3) voor vloeibare organische peroxiden, opslaggroep 2 en hoger
Relevant: aankruisen
Meest relevante effect
3. Explosieve stoffen en scherfwerking
Selectiecriterium1)
•
Vloeistoffen N
9 Licht ontvlambare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 20.000 liter per stuk)
N
10 Brandbare vloeistoffen in bovengrondse tanks ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
11 Zeer vergiftige vloeistoffen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
12 Vergiftige vloeistoffen ( ≥ 2.000 liter per stuk)
N
13 Vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 20 liter per stuk)
N
14 Vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 liter per stuk)
N
15 Overige gevaarlijke vloeistoffen ( ≥ 150.000 liter per stuk)
N
16 Zeer vergiftige vaste stof ( ≥ 200 kg per stuk)
N
17 Vergiftige vaste stof ( ≥ 2.000 kg per stuk)
N
18 Vaste stoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 200 kg per stuk)
N
19 Vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen ( ≥ 2.000 kg per stuk) Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stof ≥ 1.500.000 liter (1.500 m3) per silo of andere 20 opslagvoorziening
• •
• • • • • • •
• •
• •
• • • •
Vaste stoffen
N N
• • • •
• •
•
3)
•
21 Stofexplosie (met een inhoud van ≥ 100.000 liter (100 m )
•
Brandgevaar N
2 22 Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 ( opslagplaats ≥ 100 m )
N
23
N
Overig Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen 24 gelijktijdig aanwezig per aangewezen (parkeer)locatie) (Radioactieve stoffen: nog vast te stellen)
Brandbare vaste stoffen (brandbare stof ≤ 50% van totale volume en grondoppervlak ≥ 1.000 m2)
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 5, GR28, versie 3.1 oktober 2007
•2 •3
•3
•
•2 •
•
• •
pag 3 van 3
BIJLAGE 6
Gevarenkaarten
In totaal zijn er 11 gevarenkaarten. De eerste gevarenkaart (nummer 0) geeft een algemene toelichting en beknopte gebruiksaanwijzing van de andere 10 gevarenkaarten. GK0: Algemene toelichting op het gebruik van de gevarenkaarten GK1: Brandbare en oxiderende gassen GK2: Brandbare vloeistoffen GK3: Explosieve stoffen en scherfwerking GK4: Grote branden GK5: LPG-tankstations GK6: Propaan GK7: Stofexplosie GK8: (Zeer) Toxische gassen GK9: Toxische Verbrandings- en ontledingsproducten GK10: (Zeer) Toxische vloeistoffen
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 6, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 1
Gevarenkaart nr. 0 Algemene toelichting op het gebruik van de gevarenkaarten Toepassingsgebied gevarenkaarten Met behulp van de gevarenkaarten 1 tot en met 10 kunnen op een generieke wijze risico- en effectafstanden worden bepaald ten behoeve van de Risicokaart. Deze afstanden kunnen worden ingevoerd in het Register Risicosituatie gevaarlijke stoffen (RRGS). De gevarenkaarten zijn bedoeld voor risicobronnen waarvan geen specifiek bepaalde risico- of effectafstand beschikbaar is, of waarvan de beschikbare gegevens niet corresponderen met de uitgangspunten die in de Leidraad Risico Inventarisatie (LRI) gelden. De gevarenkaarten zijn in principe alleen van toepassing voor die stationaire risicosituaties met gevaarlijke stoffen die één of meer drempelwaarden van Risicokaart-relevant overschrijden. De gevarenkaarten zijn niet van toepassing: • bij inrichtingen en installaties die vallen onder het BRZO (zowel VR- als PBZO-bedrijven); • voor vergunningsituaties in het kader van de Wet milieubeheer. Oftewel: de gevarenkaarten zijn niet bedoeld te gebruiken (afgezien van de wettelijke afstanden in de gevarenkaarten) als criteria in het kader van vergunningverlening. De gevarenkaarten zijn niet te gebruiken voor vergunningsituaties omdat de afstanden ruwe schattingen zijn en een indicatief karakter hebben. Zie hiervoor ook het onderstaande intermezzo. In sommige van deze gevallen is het niet noodzakelijk om een Kwantitatieve Risicoanalyse (QRA) te maken en kan toch gebruik worden gemaakt van de gevarenkaarten. De gevarenkaarten zijn niet te beschouwen als een verkorte QRA.
BELANGRIJK: " EFFECT- EN RISICOAFSTANDEN IN DE GEVARENKAARTEN ZIJN INDICATIEF" De effect- en risicoafstanden in de gevarenkaarten zijn indicatief doordat in de gevarenkaarten is gerekend met een generieke, in het kader van de LRI vastgestelde, berekeningswijze. Tevens is in een aantal situaties (met name bij GK8 en GK10) gerekend met voorbeeldstoffen. Doordat de effect- en risicoafstanden generiek zijn vastgesteld kunnen deze in individuele situaties verschillen. Tevens kunnen voor concrete risicosituaties (grote) verschillen optreden in de effect- en risicoafstanden als gevolg van de gehanteerde uitgangspunten en/of de berekeningswijze (bijv. SAFETI). Ondanks het bovenstaande geldt dat sommige risicoafstanden zijn gebaseerd op een formeel besluit. Wanneer dit het geval is, is dit vermeld (zie bijvoorbeeld GK1 (tabel 3a) en G5).
Zie verder: “Uitgangspunten voor het toepassen van de gevarenkaarten”.
Deze gevarenkaart nummer 0 biedt de inventariseerder aanwijzingen voor het gebruik van de gevarenkaarten. Het volgende komt aan de orde: • Op welke situaties hebben de gevarenkaarten betrekking en wat te doen indien er specifieke berekeningen moeten worden uitgevoerd. Zie: “Uitgangspunten voor het toepassen van de gevarenkaarten”. • Welke gegevens zijn nodig om de gevarenkaarten toe te kunnen passen. Zie: “Benodigde gegevens”. • Hoe de inventariseerder de gevarenkaarten moet gebruiken om tot goede maar generieke risico- en effectafstanden te komen. Afstanden die kunnen worden ingevuld in het invoersysteem Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen en die uiteindelijk kunnen worden weergegeven op de Risicokaart. Zie: “Toepassen van de gevarenkaarten”
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 6, GK0, versie 3.1 oktober 2007
pag. 1 van 5
Gevarenkaart nr. 0 Algemene toelichting op het gebruik van de gevarenkaarten Uitgangspunten voor het gebruik van de gevarenkaarten Algemeen De Leidraad Risico Inventarisatie-deel Gevaarlijke Stoffen (kortweg ‘LRI-GS’) is een ondersteunend hulpmiddel bij het inventariseren van risicovolle situaties met gevaarlijke stoffen. De gevarenkaarten zijn alleen te gebruiken bij situaties waarbij sprake is van stationaire activiteiten.
Invoersysteem Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen Hulpdienst relevante bedrijven/activiteiten Facultatief
Toepassingsgebied gevarenkaarten
Drempelwaarde Risicokaart relevant
Drempelwaarde EV-relevant
PBZO-grens van BRZO
Figuur 1: Toepassingsgebied van de gevarenkaarten. Indicatieve bovengrens = PBZO-grens van het BRZO of een specifieke grens vermeld op de gevarenkaart De gevarenkaarten gelden in principe niet voor inrichtingen en installaties die vallen onder de werkingssfeer van het BRZO, dus ook niet voor PBZO-bedrijven. Voor deze activiteiten is het noodzakelijk dat de effect- en risicoafstanden op een andere (specifieke) wijze worden bepaald. Voor de VR-plichtige bedrijven is doorgaans een kwantitatieve risico analyse (QRA) uitgevoerd en een veiligheidsrapport (VR) opgesteld. Voor de PBZO-bedrijven zullen vergelijkbare, enigszins vereenvoudigde berekeningen moeten worden uitgevoerd. De bedoeling is dat hiervoor faciliteiten beschikbaar komen bij de DCMR. De PBZO-grens is echter een indicatieve grens. In gevallen waarbij het niet noodzakelijk is om een QRA te maken, maar de PBZO-grens wordt wel overschreden kan worden teruggevallen op de gevarenkaarten. Voor die gevallen waar er twijfel bestaat of er een QRA dient te worden gemaakt kunt u contact opnemen met de QRA Helpdesk bij de DCMR (tel. 010-2468123; e-mail: [email protected]).
De gevarenkaarten kunnen onder andere worden gebruikt om per risicobron c.q. bronlocatie een 10-6-contour voor het plaatsgebonden risico te bepalen. Overlappende risicocontouren van verschillende risicobronnen kunnen niet zomaar bij elkaar worden opgeteld. Dit vergt in principe een specifieke berekening die niet met de gevarenkaarten kan worden uitgevoerd. Een dergelijke specifieke berekening is echter niet altijd zinvol. Een indicatie voor het uitvoeren van een specifieke risicoberekening is het overlappen van meer dan twee 10-6-contour met name wanneer dit optreedt in de nabijheid van de grens ('het hek') van de inrichting. Ook voor een aantal bijzondere situaties dienen specifieke berekeningen te worden uitgevoerd en zijn de gevarenkaarten niet van toepassing. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van meerdere installaties dicht bij elkaar, waar meerdere gevarenkaarten van toepassing zijn. In dat geval voldoen de afzonderlijke risicoafstanden op de gevarenkaarten niet en dient een integrale berekening te worden gemaakt (QRA) om de werkelijke risicoafstanden te bepalen. Voor de effectafstanden kunnen de gevarenkaarten wel worden gebruikt. Naast de PBZO-grens is op een aantal gevarenkaarten een specifieke bovengrens opgenomen, waarboven de betreffende gevarenkaart niet mag worden toegepast, omdat hiervoor specifieke berekening noodzakelijk is. Dit is bijvoorbeeld het geval voor een LPG-tankstation boven een bepaalde doorzet en voor ammoniak-koelinstallaties boven een bepaalde inhoud.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 6, GK0, versie 3.1 oktober 2007
pag. 2 van 5
Gevarenkaart nr. 0 Algemene toelichting op het gebruik van de gevarenkaarten Drempelwaarden De drempelwaarden geven aan voor welke stoffen en hoeveelheden daarvan, de gevarenkaarten zijn bedoeld. In het Achtergronddocument is in tabel 4.1 een drempelwaardenlijst opgenomen, die tevens verwijst naar de van toepassing zijnde gevarenkaart. In deze lijst zijn twee drempelwaarden vermeld. De drempelwaarde Risicokaart-relevant vormt de ondergrens van hetgeen geregistreerd moet worden ten behoeve van de risicokaart en is tevens de ondergrens van het toepassingsgebied van de gevarenkaarten. De geregistreerde risico- en effectafstanden zijn terug te vinden op de (professionele) Risicokaart. Onder deze drempelwaarde kan een activiteit nog wel hulpdienstrelevant zijn. Gegevens van activiteiten die onder de drempelwaarde blijven, mag men registreren, maar hiertoe is geen verplichting. De gegevens van deze activiteiten zijn enkel bedoeld voor professionele kaarten, en niet voor de publieke Risicokaart. Voor activiteiten onder de drempelwaarde Risicokaart-relevant, mogen de gevarenkaarten echter niet worden gebruikt.
Bijzondere situatie: Een risicosituatie is Risicokaart-relevant maar heeft, met behulp van de gevarenkaarten, een effectafstand die kleiner is dan 50 meter In de praktijk worden Risicokaart-relevante situaties direct geassocieerd met een effectafstand van 50 meter of meer. Dit is echter niet terecht. In paragraaf 1.6 van de hoofdstekst van de LRI is met betrekking tot dit onderwerp het volgende gesteld. 'Naast praktische overwegingen, is bij het bepalen van de Drempelwaarden Risicokaart-relevant richtinggevend geweest of er, op basis van 1% letaliteit, een effectafstand van circa 50 meter of meer mogelijk is '. Als gevolg van deze praktische overwegingen kan een 'Risicokaart-relevante' situatie een effectafstand hebben die kleiner kan zijn dan 50 meter. De effectafstanden die gevonden worden met de gevarenkaarten kunnen kleiner dan 50 meter zijn in de volgende gevallen: • Als volgens de grondslagen van de drempelwaarden Risicokaart-relevant 2005 (paragraaf 4.4 van het Achtergronddocument) een kleinere ondergrens is vastgesteld; • Als in de praktijk is gebleken dat het hanteren van kleinere effectafstanden dan 50 meter voor de gebruikers gewenst is. Vanaf versie 2.1 van de gevarenkaarten is de wens van gebruikers geïntroduceerd, om in (enkele) gevarenkaarten kleinere effectafstanden dan 50 meter te kunnen bepalen om hiermee recht te doen aan regelmatig voorkomende praktijksituaties. Deze effectafstanden van kleiner dan 50 meter mogen (ook) worden ingevoerd in het RRGS. Hierdoor kunnen op de Risicokaart (ook) risicosituaties worden getoond met een effectafstand die kleiner is dan 50 meter. Dit kan verwarring opleveren met situaties die NIET de Drempelwaarde Risicokaart-relevant overschrijden en ook een effectafstand hebben die kleiner is dan 50 meter. Kortom: Wanneer een (bedrijfs)activiteit die op de Risicokaart wordt getoond, overschrijdt deze de drempelwaarde voor Risicokaart-relevant. Het is niet terecht daarmee direct te veronderstellen dat er sprake is van een effectafstand van 50 meter of meer. In een aantal gevallen kan met de Gevarenkaarten een effectafstand van minder dan 50 meter worden vastgesteld. Ondanks dit blijft deze risicosituatie op de Risicokaart getoond. Daarnaast geldt: (..) Hulpdienstrelevante situaties staan op de publieke Risicokaart. Dit komt omdat deze situaties niet allemaal de drempelwaarden voor Risicokaart-relevant overschrijden. In welke mate alle hulpdienstrelevante situaties op de professionele Risicokaarten (zullen) staan aangegeven kan van regio tot regio verschillen. Eén en ander is afhankelijk of in een regio de grens van wel/niet hulpdienstrelevant (zie ook figuur 1 op de vorige pagina) is gestandaardiseerd en/of eenduidig wordt toegepast. Voor de duidelijkheid: deze Leidraad kent ALLEEN de (onder)grens drempelwaarden Risicokaart-relevant voor het inventariseren van risicosituaties met gevaarlijke stoffen in stationaire situaties en het weergeven hiervan op de (publieke) Risicokaart. In (..) het regisratiebesluit staan de drempelwaarden Externe Veiligheid-relevant (EV-relevant) (..). Activiteiten die boven deze drempelwaarden uitkomen worden op grond van risicocriteria specifiek gekenmerkt als externe veiligheid relevant. Alle situaties die 'Externe Veiligheid-relevant' zijn, zijn ook 'Risicokaart-relevant'. Andersom geldt deze relatie niet. Zie ook figuur 1.
Toetsingafstanden Op een aantal gevarenkaarten zijn toetsingsafstanden vermeld. Deze toetsingsafstanden zijn uitsluitend ter informatie opgenomen!; alleen de afstanden tot de meest gevoelige objecten, zoals woningen, worden genoemd. In een aantal gevallen zijn deze afstanden afgeleid van de effectafstanden bij een eventueel ongeval, zoals bijvoorbeeld bij explosieve stoffen (GK3). In andere gevallen komt de toetsingsafstand overeen met de PR-contour 10-6 per jaar. Indien de toetsingsafstand geldt als de wettelijke 10-6 contour, dan is dit specifiek vermeld. In dat geval wordt op de betreffende gevarenkaart bij de risicoafstanden ook specifiek naar de toetsingsafstand verwezen als zijnde de te hanteren risicoafstand. De toetsingsafstanden die vermeld staan in de gevarenkaarten zijn ontleend aan verschillende bronnen, met name aan het Besluit Externe Veiligheid Inrichtingen, aan AmvB’s van de Wet milieubeheer en aan CPR-richtlijnen. Het overzicht van toetsingsafstanden is echter niet gegarandeerd compleet.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 6, GK0, versie 3.1 oktober 2007
pag. 3 van 5
Gevarenkaart nr. 0 Algemene toelichting op het gebruik van de gevarenkaarten Generieke of specifieke bepaling van effect- en risicoafstanden Binnen het hierboven geschetste toepassingsgebied mogen de gevarenkaarten uitsluitend worden toegepast voor het bepalen van de risico- en effectafstanden voor die activiteiten, waarvan op voorhand bekend is dat er geen betere berekeningen beschikbaar zijn. Met behulp van de gevarenkaarten kan dan op een generieke wijze de risicoen effectafstanden worden bepaald (zie: “toepassen van de gevarenkaarten”). Het uitgangspunt daarbij is dat, indien er wel specifiek gerekend zou worden, de berekende risico- en effectafstanden in nagenoeg alle gevallen lager uit zullen vallen dan de generiek bepaalde afstanden. Zoals eerder vermeld is het in sommige gevallen noodzakelijk om de risico- en effectafstanden specifiek te berekenen (net als voor de BRZO-bedrijven). Dit geldt bijvoorbeeld voor LPG-tankstations boven een bepaalde doorzet, waarvoor een wettelijke verplichting is om een QRA uit te voeren. In andere situaties kan het wenselijk zijn om de risico- en effectafstanden specifiek te berekenen, bijvoorbeeld omdat de generiek bepaalde afstand te groot is en mogelijk een sterke overschatting inhoudt. Indien specifiek berekende afstanden beschikbaar zijn moeten deze worden ingevuld in het invoersysteem Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen. De voorwaarden daarbij zijn wel: • dat effectafstanden zijn bepaald conform rapport Effectafstanden voor de Model-Risicokaart (SAVE, in opdracht van het Ministerie van BZK, dec. 2002); • dat de risicoafstand (10-6-contour) is bepaald conform CPR 18.
Benodigde gegevens Als vertrekpunt geldt de lijst met bedrijven/inrichtingen die Risicokaart-relevant zijn en die binnen het toepassingsgebied van de gevarenkaarten vallen. Van deze bedrijven/inrichtingen moeten de risico- en effectafstanden worden bepaald om deze op te nemen in het invoersysteem risicosituaties gevaarlijke stoffen. Uit de eerdere selectiestappen en uit de drempelwaardenlijst blijkt welke gevarenkaart(en) van toepassing is/zijn. Voor het toepassen van een gevarenkaart zijn de onderstaande gegevens nodig: • de gevaarlijke stof(fen): soms de stofnaam, meestal enkel een soortaanduiding; • bij PGS 15-loodsen en opslagen voor Peroxiden: de oppervlakte en het type; • bij opslagen voor brandbare of (zeer) toxische vloeistoffen: bij voorkeur de oppervlakte van de tankput; • (waar van toepassing): de aanwezige hoeveelheid van de gevaarlijke stof(fen); • (waar van toepassing): de inhoud van het (grootste) insluitsysteem of –systemen en het aantal daarvan; • (waar van toepassing): antwoord op de vraag of de doorzet, onder / boven een aangegeven waarde ligt; • (waar van toepassing): antwoord op de vraag of het aantal jaarlijkse leveringen, onder / boven een bepaalde waarde ligt. De gevarenkaart die van toepassing is, geeft nader aan om welke gegevens het in dat geval gaat. De vergunde hoeveelheden / maten zijn in principe bepalend.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 6, GK0, versie 3.1 oktober 2007
pag. 4 van 5
Gevarenkaart nr. 0 Algemene toelichting op het gebruik van de gevarenkaarten Toepassen van de gevarenkaarten Wanneer de gegevens zoals gesteld bij “Benodigde gegevens” correct en compleet zijn kan worden gestart met het bepalen van de risico- en effectafstanden met behulp van de gevarenkaarten. Hierbij kunnen zich twee situaties voordoen. Er wordt voor betreffend bedrijf/inrichting (in de tabel Relevante effecten en gevarenkaarten van de groepskaarten) verwezen naar: • één gevarenkaart; • twee of meer gevarenkaarten. Hieronder wordt beschreven wat in beide gevallen moet worden gedaan.
Toepassen van één gevarenkaart Wanneer één gevarenkaart van toepassing is op een bepaalde (bedrijfs)situatie raadpleegt u de tabellen bij: • effectafstanden; • risicoafstanden. In deze tabellen zal de representant van de situatie herkend moeten worden. Op basis van gegevens als de hoeveelheid in het grootste insluitsysteem, het aantal insluitsystemen en voor vloeistoffen het oppervlak van de tankput, kan uit de tabel worden bepaald welke afstand geldt. Effectafstanden Algemeen: • Voor de professionele Risicokaart is primair de effectafstand letaal (op basis van 1% letaliteit) relevant! Daarnaast is er de effectafstand gezondheidsschade. (..) Beide kunnen optioneel worden ingevoerd. Per Provincie/regionale hulpverleningsdienst kunnen hieromtrent verschillende afspraken gelden. • In de titel van iedere effectafstanden-tabel is aangegeven om welk soort effect het gaat. Van elke stof is aangegeven welk soort effect optreedt: Explosief / Ontvlambaar-brandbaar / Toxisch. Bij sommige stoffen kan een combinatie van deze effecten optreden. Met behulp van de tabellen in de gevarenkaart worden de effectafstand letaal bepaald (op basis van 1% letaliteit) die bij betreffende (bedrijfs)situatie het grootst is. Van de stof die zorgt voor deze grootste effectafstand letaal wordt tevens het soort effect bepaald waarbij dit optreedt. Dit kan zijn: Explosief, Ontvlambaar-Brandbaar of Toxisch. Deze beide gegevens gebruikt worden gebruikt als invoer voor het RRGS. Tevens kan met de gevarenkaarten (ook) effectafstand gezondheidsschade worden bepaald. De in de gevarenkaarten vermelde effectafstanden gezondheidsschade zijn veelal gebaseerd op de alarmeringsgrenswaarde (AGW) van de betreffende stof. De effectafstand gezondheidsschade is normaal gesproken groter dan de effectafstand letaal. Deze twee moeten voor gevaarlijke stoffen niet met elkaar worden verward! De effectafstand letaal en effectafstand gezondheidsschade kunnen (..) optioneel worden ingevoerd in het RRGS. Risico-afstanden Het betreft de afstand van de 10-6-contour (plaatsgebonden risico) die uit een tabel kan worden afgelezen. In de contour zijn diverse scenario’s en effecten verwerkt. Niet in alle gevallen is een risicoafstand van toepassing. Invoersysteem Wanneer de risico- en effectafstanden zijn bepaald, kunnen ze worden ingevoerd in het invoersysteem voor ramptype 4 en 5. De afstanden in de tabellen zijn bepaald ten opzichte van het middelpunt van de beschouwde risicobron (tenzij ander vermeld) en moeten als zodanig in het invoersysteem worden ingevuld. Het is mogelijk om het invoersysteem ook te gebruiken voor activiteiten die onder de drempelwaarde van Risicokaart-relevant blijven. Voor deze situaties mogen de gevarenkaarten, zoals vermeld, niet worden toegepast.
Toepassen van twee of meer gevarenkaarten voor één situatie: Wanneer er voor één (bedrijfs)situatie twee of meer gevarenkaarten van toepassing zijn geldt hetzelfde als beschreven staat in "toepassen van één gevarenkaart" (zie hierboven). U verzamelt per gevarenkaart de risico- en effectafstanden letaal (op basis van 1% letaliteit). De verzamelde set afstanden bewaart u als naslag voor het geval dat deze (bedrijfs)situatie te zijner tijd wijzigt. U vult in het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen (RRGS), ten behoeve van de Risicokaart, verplicht in: • de grootste, met behulp van de verschillende gevarenkaarten gevonden, effectafstand letaal (op basis van 1% letaliteit). Van de stof die zorgt voor deze grootste effectafstand letaal vult u tevens het soort effect in. Dit kan zijn: Explosief, Ontvlambaar-Brandbaar of Toxisch; • de grootste risico-afstand die is gevonden. Indien zich meer dan twee installaties bij elkaar in de buurt bevindt, kan het noodzakelijk zijn een risicoberekening uit te voeren om de gezamenlijke risicoafstand nauwkeuriger te bepalen.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 6, GK0, versie 3.1 oktober 2007
pag. 5 van 5
Gevarenkaart nr. 1 : Brandbare en oxiderende gassen Toepassingsgebied en definities
NB. Achtergrondinformatie m.b.t. de motivatie en verantwoording van keuzes en uitgangspunten voor deze gevarenkaart is opgenomen in het Achtergronddocument, Hoofdstuk 5.1 (brandbare en oxiderende gassen), tenzij een andere bron is vermeld.
Gevarenkaart 1 is alleen van toepassing op inrichtingen met: • tot vloeistof verdichte brandbare gassen • opgeloste brandbare gassen • onder druk niet tot vloeistof verdichte brandbare gassen • oxiderende gassen, bijvoorbeeld zuurstof, behalve (dus niet) op propaan, butaan en LPG. Voor inrichtingen met een LPG-tankstation (GK5), LPG- overig, en propaan of butaan (GK6) wordt verwezen naar de aangegeven gevarenkaart 5 of 6. Deze gevarenkaart geeft voor het toepassingsgebied: o Toetsingsafstanden voor gasdrukregel- en meetstations en voor opslag van zuurstof; o Effectafstanden letaal en gezondheidsschade voor: - tot vloeistof verdichte gassen - niet tot vloeistof verdichte gassen - oxiderende gassen, bijvoorbeeld zuurstof en waterstofperoxide o Risicoafstanden voor brandbare gassen in grote insluitsystemen en in gasflessen, bijvoorbeeld waterstof. (Er zijn nog geen generieke risicoafstanden voor oxiderende gassen).
Een stof wordt als brandbaar gas behandeld indien Tkook < 293 K (20 °C), en deze de WMS-aanduiding F of F+ heeft. In de praktijk vallen de zogenoemde K0-vloeistoffen ook onder het toepassingsgebied van deze kaart Een stof wordt als oxiderend gas behandeld indien R-zin R7, R8 of/en R9 van toepassing is.
Voor het bepalen van de effect- en risicoafstanden moeten de volgende gegevens worden bepaald: Hoeveelheid brandbaar gas in het grootste insluitsysteem Is het gebruik ervan intensief (beladingsfrequentie boven de 5 maal per jaar) Hoeveelheid oxiderende gassen in het grootste insluitsysteem Het aantal opslagtanks (insluitsystemen) met brandbaar gas Voor flessenopslagen: Het aantal gasflessen met brandbare en /of oxiderende gassen
Toetsingsafstanden
Tabel 1a: Toetsingsafstanden Gasdrukregel- en meetstations Categorie cf. NEN 1059
Opstelwijze
Afstand tot woningen (m)
C
Alle stations t/m 40.000 m03/uur Alle stations boven 40.000 m03/uur
15 25
NB: afstanden voor een (semi-)ondergronds station mogen worden gehalveerd indien het gasvoerende deel geheel ondergronds ligt.
Een gasdrukregel- en meetstations valt onder type C indien: • de capaciteit > 6000 m03/uur, is, of • de werkdruk aan de inlaatzijde > 16 bar (bij NEN 1059:2003), of • de werkdruk aan de inlaatzijde > 8 bar (bij NEN 1059:1994) Bron:
Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer, Bijlage 1, onderdeel B, Hoofdstuk 1, Tabel I (Stb. 2001, 487). en NEN 1059:2003 of NEN 1059:1994 voor de definitie van categorie C.
Tabel 1b: Toetsingsafstand voor de opslag van zuurstof De toetsingsafstand voor de opslag van zuurstof van 0,45 m3 tot 100 m3 ( 110 ton) bedraagt 15 meter. Deze afstand is van toepassing op: − Woningen; − Gebouwen waar veel publiek aanwezig kan zijn (theaters, congrescentra of restaurants, etc.); − Verblijfsinrichtingen (hotels, bejaardencentra, ziekenhuizen, etc.); − Onderwijsinrichtingen, zoals scholen of universiteiten; − Gebouwen met brandbare (b.v. houten) constructie; − Gasdrukregel- en meetstations. Bron:
3
e
CPR 5: Vloeibare zuurstof: opslag van 0,45-100 m , 1983, 1 druk, SDU Uitgevers, Den Haag, par. 4.3. 3 (CPR 5 geldt tot 100 m , voor grotere volumes zijn er geen vaste toetsingsafstanden).
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK1, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 4
Gevarenkaart nr. 1 : Brandbare en oxiderende gassen Tabel 1c: Toetsingsafstand voor reservoirs Reservoir [m3]
Afstand tot woningen [m]
Vulpunt, opstelplaats tankwagen
20
> 3 t/m 5
40
> 5 t/m 8
50
> 8 t/m 13
60
Bron: Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer (Bvim), Staatsblad 2001, 487
Effectafstanden 1) Tabel 2a: Effectafstanden voor brandbare -tot vloeistof verdichte- gassen (Explosie) Hoeveelheid in grootste insluitsysteem [kg]
Indicatief volume [m3]
1.000 1.500 2.000 5.000 10.000 20.000 50.000
2 3 4 10 20 40 100
Afstand letaal
Afstand gezondheidsschade
[m] 50 65 75 115 165 235 370
[m] 90 110 120 190 280 390 610
Tabel 2b: Effectafstanden voor brandbare -niet tot vloeistof verdichte- gassen (Explosie) Hoeveelheid in grootste insluitsysteem [kg] 150 200 500 1000 1500 2000
Afstand letaal [m] 20 25 40 50 65 75
Afstand gezondheidsschade [m] 35 40 60 90 110 120
Tabel 2c: Effectafstanden Oxiderende gassen (ontvlambaar – brandbaar) Hoeveelheid grootste insluitsysteem [kg] 1.000 2.000 5.000 10.000 20.000 50.000 1)
Afstand letaal [m]
< 20 < 20 20 30 50 90
De effectafstanden zijn gebaseerd op het SAVE-rapport Effectafstanden Model-Risicokaart'.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK1, versie 3.1 oktober 2007
pag 2 van 4
Gevarenkaart nr. 1 : Brandbare en oxiderende gassen
Risicoafstanden In onderstaande tabellen 3a tot en met 3c zijn de risicoafstanden voor opslag van brandbare gassen vermeld in meters vanaf het vulpunt. De tabellen zijn herleid uit de risicoafstanden-tabellen voor propaan en butaan uit gevarenkaart 6. Voor de achtergrondinformatie wordt verwezen naar paragraaf 5.6. van het achtergronddocument. In de tabellen 3d en 3e staan de risicoafstanden met betrekking tot de opslag in gasflessen. Tabel 3a: Risicoafstanden voor bovengrondse tanks met een reservoir tot 13 m3
Aantal bevoorradingen per jaar
Aftap uit gasfase Risicoafstand PR = 10-6 [m]
Aftap uit vloeistoffase Risicoafstand PR = 10-6 [m]
4x
4x
10 x
20 x
10 x
20 x
Inhoud reservoir [m3] 1
zie Bvim (*)
17
19
21
3
idem
20
20
22
5
idem
20
21
23
8
idem
20
22
24
13
idem
20
23
25
(*) Voor bovengrondse reservoirs tot 13 m3 met een aftap uit de gasfase is het Besluit Voorzieningen en Installaties Milieubeheer van toepassing (zie tabel 1c van deze gevarenkaart). Tabel 3b: Risicoafstanden voor ondergrondse (of ingeterpte) tanks met een reservoir tot 13 m3
Aftap uit gasfase Risicoafstand PR = 10-6 [m]
Aftap uit vloeistoffase Risicoafstand PR = 10-6 [m]
4x
10 x
20 x
4x
10 x
20 x
1
8
9
10
15
18
20
3
9
10
15
16
18
21
5
9
12
19
17
19
22
8
10
14
21
18
20
23
13
10
16
22
18
21
24
Aantal bevoorradingen per jaar Inhoud reservoir [m3]
Tabel 3c: Risicoafstanden voor boven- en ondergrondse (of ingeterpte) tanks met een reservoir vanaf 13 m3 Aftap uit gasfase of vloeistoffase Risicoafstand PR = 10-6 [m] Doorzet:
100 m3 per jaar
300 m3 per jaar
600 m3 per jaar
30/30
40/45
45/50
30/35
40/45
45/55
Inhoud reservoir 3
20 m (onder-/bovengronds) 3
50 m (onder-/bovengronds)
Opmerking: Voor een doorzet van meer dan 600 m3 per jaar of een reservoir van meer dan 50 m3 inhoud is maatwerk nodig.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK1, versie 3.1 oktober 2007
pag 3 van 4
Gevarenkaart nr. 1 : Brandbare en oxiderende gassen
Tabel 3d: Risicoafstanden voor brandbare gassen in gasflessen Opslagcapaciteit Risicoafstand PR = 10-6 [in liters waterinhoud] [in meters vanaf de rand van het compartiment] < 1.000 5 > 1.000 20 Opmerking: Tabel 3d is alleen van toepassing voor dichtgestapelde opslagen van gasflessen met een maximale waterinhoud van 50 liter per fles. Dit betekent dat 20 flessen overeenkomt met 1.000 liter.
Tabel 3e: Risicoafstanden voor oxiderende gassen in gasflessen Opslagcapaciteit Risicoafstand PR = 10-6 [in liters waterinhoud] [in meters vanaf de rand van het compartiment] < 1.000 geen risicoafstand > 1.000 geen risicoafstand Opmerking: Ook bij gasflessen met een verstikkend gas is geen sprake van een risicoafstand.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK1, versie 3.1 oktober 2007
pag 4 van 4
Gevarenkaart nr. 2 : Brandbare vloeistoffen Toepassingsgebied en definities NB. Achtergrondinformatie m.b.t. de motivatie en verantwoording van keuzes en uitgangspunten voor deze gevarenkaart is opgenomen in het Achtergronddocument, Hoofdstuk 5.2 (brandbare vloeistoffen), tenzij een andere bron is vermeld.
Gevarenkaart 2 is alleen van toepassing op inrichtingen met opslagen van brandbare vloeistoffen van Klasse 1 tot en met Klasse 4 in bovengrondse opslagtanks, buiten (>150 m3 ) Voor brandbare vloeistoffen Klasse 0 (K0) wordt verwezen naar gevarenkaart nr. 1. Voor opslag binnen, in emballage zal veelal CPR 15 van toepassing zijn en wordt verwezen naar gevarenkaart nr. 9. Deze gevarenkaart geeft voor het toepassingsgebied: • Generieke effectafstanden voor letaal en gezondheidsschade • Generieke risicoafstanden voor K1 en K2 vloeistoffen. Er zijn geen externe toetsingsafstanden van toepassing voor brandbare vloeistoffen in algemene zin.
Een stof wordt als een brandbare vloeistof beschouwd als Tkook > 293 K en deze stof valt in de klasse 1 t/m 4. Klasse 1 t/m 4 onderscheiden zich door het vlampunt van de vloeistof bij een druk van 1 bar: • Klasse 1 (K1) :licht ontvlambare vloeistoffen, vlampunt lager dan 21°C; • Klasse 2 (K2): ontvlambare vloeistoffen, vlampunt kleiner dan of gelijk aan 55°C, maar niet < 21°C; • Klasse 3 (K3): brandbare vloeistoffen, vlampunt > 55°C en < 100 °C; • Klasse 4 (K4): brandbare vloeistoffen, vlampunt hoger dan of gelijk aan 100 °C. Brandbare vloeistoffen hebben een vergelijkbaar effect gegeven brand, maar verschillende kansen op brand. De risicocontouren van brandbare vloeistoffen behorende tot de klasse K1 en K2 kunnen globaal worden aangeduid. Voor K3 en K4 is het ongebruikelijk risicocontouren te berekenen vanwege de beperkte kans en de tragere brandontwikkeling.
Voor het bepalen van effect- en risicoafstanden is in principe nodig: de grootte van de oppervlakte van de tankput De oppervlakte van de tankput is een belangrijk basisgegeven. Wanneer dit ontbreekt, kan eventueel met behulp van de tankinhoud (in ton of m3 ) een ruwere indicatie van de effect- en de risicoafstand worden verkregen.
Toetsingsafstanden (Er zijn geen externe toetsingsafstanden van toepassing voor brandbare vloeistoffen in het algemeen).
Effectafstanden Tabel 1: Generieke effectafstanden warmtestraling als gevolg van plasbrand (Ontvlambaar- brandbaar) Afstand Oppervlak(van Massa inhoud tank Volume tank Afstand letaal gezondheids 3 de tankput) [ton] [m ] schade [m2] [m] [m] 500 <120> <150> 45 70 1.000 <240> <300> 65 100 2.000 <480> <600> 90 140 5.000 <1.200> <1.500> 145 220 10.000 <2.400> <3.000> 205 320 Voor de bepaling van de effectafstand is het oppervlak van de tankput bepalend. Als dit oppervlak niet bekend is wordt als vuistregel een verhouding van 0,3 tussen tankoppervlak en de inhoud van de grootste tank gehanteerd. Wanneer geen tankput aanwezig is wordt een plasoppervlak gehanteerd van 1.500 m3 (herleid uit het rapport 'Effectafstanden Model-Risicokaart' [21]).
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK2, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 2
Risicoafstanden Tabel 2: Generieke risicoafstanden Brandbare vloeistoffen K1 en K2 Tankput Massa inhoud tank Volume tank oppervlak [ton] [m3] [m2] 500 1.000 2.000 5.000 10.000
<120> <240> <480> <1.200> <2.400>
<150> <300> <600> <1.500> <3.000>
Risicoafstand Pr = 10-6 1 tank (Bij meer: zie Achtergronddocument) [m] 15 20 25 40 55
Voor de bepaling van de risicoafstand is het oppervlak van de tankput bepalend. Als dit oppervlak niet bekend is wordt als vuistregel een verhouding van 0,3 tussen tankoppervlak en de inhoud van de grootste tank gehanteerd. Wanneer geen tankput aanwezig is wordt een plasoppervlak gehanteerd van 1.500 m3 (herleid uit het rapport 'Effectafstanden Model-Risicokaart' [21]).
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK2, versie 3.1 oktober 2007
pag 2 van 2
Gevarenkaart nr. 3 : Explosieve stoffen en scherfwerking Toepassingsgebied en definities NB. Achtergrondinformatie m.b.t. de motivatie en verantwoording van keuzes en uitgangspunten voor deze gevarenkaart is opgenomen in het Achtergronddocument, Hoofdstuk 5.3 (explosieve stoffen en scherfwerking), tenzij een andere bron is vermeld.
Gevarenkaart 3 is alleen van toepassing op inrichtingen met activiteiten met betrekking tot: • ontplofbare stoffen en voorwerpen uit ADR-gevarenklasse 1. Deze klasse omvat onder andere: o (massa) explosieven o consumenten – en professioneel vuurwerk o munitie • explosieve organische peroxiden (opslaggroep 1) • opslagen van gasflessen met inert gas Deze gevarenkaart geeft voor het toepassingsgebied: • Toetsingsafstanden voor vuurwerk en nitraathoudende meststoffen type A1 • Generieke effectafstanden voor letaal en gezondheidsschade Deze kaart bevat geen standaard risicoafstanden. Hiervoor dienen desgewenst berekeningen te worden uitgevoerd, uitgezonderd vuurwerk. Opmerkingen: • Deze kaart geldt niet voor vuurwerkevenementen. • Deze kaart is niet van toepassing op kortstondige opslag of het overslaan van vuurwerk (minder dan 48 uur). Het gaat hier om kortstondige onderbreking van het vervoer naar een vooraf bekende afnemer waarbij het aansluitend vervoer reeds geregeld is. In principe kan deze uitzondering worden gerechtvaardigd, aangezien de gevaarzetting in die gevallen beperkt blijft tot het overslaan als zodanig. Voor de bedoelde inrichtingen, waarbij de tijdelijke opslag een schakel vormt in de vervoersketen, moet het voor de specifieke situatie vereiste veiligheidsniveau via de vergunning - derhalve door maatwerk - worden bereikt. Enkele voorbeelden van de bedoelde inrichtingen: stuwadoorsbedrijven en multi-modale overslagbedrijven. • Voor veiligheidsafstanden tot het publiek bij evenementen met professioneel vuurwerk in de buitenlucht wordt verwezen naar de brief van het Directoraat-Generaal Milieubeheer, directie EV, 13 mei 2002. • Nitraathoudende meststoffen die niet explosief zijn (anders dan categorie A1 meststoffen) zijn niet relevant voor gevarenkaart 3. Bij deze stoffen kunnen bij brand toxische verbrandingsproducten ontstaan, waardoor zij relevant zijn voor gevarenkaart 9. In 2006 wordt de definitieve publicatie verwacht van de 'Afstandentabel CPR 1 opslag'. Hierna zal bezien worden of voor nitraathoudende meststoffen wellicht een eigen gevarenkaart nodig is.
De definitie van een explosie is: een gebeurtenis waarbij een grote hoeveelheid energie in korte tijd vrijkomt, veelal gevolgd door een druk- of schokgolf en de uitworp van brokstukken afkomstig van de bewaarplaats. Bij explosieve stoffen gaat het om “heterogene chemische explosies” in vaste en vloeibare stoffen. Bij dergelijke explosies komt de energie vrij door een chemische reactie, met als bijzonder kenmerk dat brandstof en oxidator vooraf gemengd zijn. Kenmerkend is dat de bedoelde explosies, eenmaal begonnen, zonder verdere toevoer van energie of materie van buitenaf verlopen en dat daarbij zeer snel een reactie-zone door de massa loopt.
Voor het bepalen van de effect- en risicoafstanden zijn de volgende gegevens benodigd: de gevarenklasse van de stof in ADR-transportverpakking netto explosieve massa van die stof respectievelijk:het aantal gasflessen ADR-gevarenklasse 1 is opgedeeld in 6 gevarensubklassen. De effecten bij een calamiteit met stoffen verschillen per gevarensubklasse: Gevarensubklasse 1.1: gevaar voor massa-explosie Gevarensubklasse 1.2: gevaar voor scherfwerking, maar niet voor massa-explosie Gevarensubklasse 1.3: gevaar voor intense hittestraling door massabrand Gevarensubklasse 1.4: gevaar voor hittestraling door brand Gevarensubklasse 1.5: gevaar voor massa-explosie Gevarensubklasse 1.6: gevaar voor intense hittestraling door massabrand Bij gezamenlijke opslag van de subklassen 1.1, 1.2 en 1.3 moet rekening worden gehouden met de effecten die zijn te verwachten bij de totale hoeveelheid van gevarensubklasse 1.1. De netto explosieve massa in gevarensubklassen 1.1 en 1.5 moet voor het berekenen van effectafstanden eerst worden omgerekend naar de equivalente hoeveelheid TNT. Voor subklasse 1.2 kan de netto explosieve massa worden aangehouden
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK3, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 4
Gevarenkaart nr. 3 : Explosieve stoffen en scherfwerking Toetsingsafstanden Vuurwerk Voor consumentenvuurwerk en professioneel vuurwerk gelden de veiligheidsafstanden uit het Vuurwerkbesluit. Bij een inrichting waarin verpakt of onverpakt professioneel vuurwerk, al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk, aanwezig mag zijn dient de veiligheidsafstand zoals genoemd in tabel 1a in acht genomen te worden. Tabel 1a: Toegestane netto explosieve massa per bewaarplaats of bewerkingsruimte Netto explosieve massa per bewaarplaats of bewerkingsruimte [kg]
Veiligheidsafstand tot kwetsbaar object 1) [m]
0-750
400 2)
> 750 – 6.000
800
1) 2)
gemeten vanaf bewaarplaats of bewerkingsruimte tot (geprojecteerd) kwetsbaar object bij munitie heeft dit cijfer een andere betekenis dan voor vuurwerk
Tabel 1b: Inrichtingen waarin totaal minder dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig mag zijn Consumentenvuurwerk [kg]
Veiligheidsafstand tot (geprojecteerd) kwetsbaar object 1) [m]
> 0 – 10.000
8
1)
gemeten vanaf bewaarplaats of bewerkingsruimte tot (geprojecteerd) kwetsbaar object
In de onderstaande tabellen 1c en 1d worden 4 soorten veiligheidsafstanden genoemd. Zie het Vuurwerkbesluit voor een toelichting hierop. De inrichtingen waarop de tabellen 1c en 1d op van toepassing zijn: *) inrichtingen waarin theatervuurwerk al dan niet tezamen met professioneel vuurwerk, als bedoeld in artikel 3.1.4 van het Vuurwerkbesluit, aanwezig mag zijn. Met andere woorden professioneel vuurwerk van de subklasse 1.4 G of 1.4 S of in totaal meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk. Tabel 1c: Voorwaartse, zijwaartse en achterwaartse veiligheid afstanden bij genoemde inrichtingen*) Toegestane hoeveelheid per bufferbewaarplaats [kg] > 0 – 500 > 500 – 1.000 > 1.000 – 2.000 > 2.000 – 3.500 > 3.500 – 5.000 1)
Veiligheidsafstand tot (geprojecteerd) kwetsbaar object 1) [m] voorwaarts zijwaarts achterwaarts 20 20 4 25 20 5 33 25 6 42 31 8 48 36 9
gemeten vanuit de deuropening van een bewaarplaats of een bufferbewaarplaats en bijbehorend vrijwaringsgebied.
Tabel 1d: Veiligheidsafstand tot (geprojecteerd) kwetsbaar object bij genoemde inrichtingen*) Grootte van de deuropening van de bewaarplaats [m2] 0 t/m 4 > 4 t/m 6 > 6 t/m 8 1)
Veiligheidsafstand tot (geprojecteerd) kwetsbaar object 1) [m] 20 25 30
gemeten vanaf de bewaarplaats in voorwaartse richting, tot een kwetsbaar object of een geprojecteerd kwetsbaar object
Opmerking: Er is een verschil tussen het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Vuurwerkbesluit met betrekking tot de definitie van (beperkt) kwetsbare objecten. Bron:Vuurwerkbesluit, 22 januari 2002, bijlage 3, Staatsblad 33; Wijziging Vuurwerkbesluit, 16 januari 2004, Staatsblad 26
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK3, versie 3.1 oktober 2007
pag 2 van 4
Gevarenkaart nr. 3 : Explosieve stoffen en scherfwerking Nitraathoudende meststoffen type A1 Tabel 1e: Minimumafstanden voor Nitraathoudende meststoffen type A11) Ammoniumnitraat Tot woonhuizen [kg] [m] 500 270 1.000 270 2.000 270 5.000 270 10.000 317 1)Type A1: Ammoniumnitraat en ammoniumnitraathoudende meststoffen die kunnen detoneren Bron: CPR 1 Nitraathoudende meststoffen, vierde druk 1992, aanhangsel 3
Organische Peroxiden, opslaggroep 1 Tabel 1f: Toetsingsafstanden voor Organische Peroxiden, opslaggroep 1 Opslaggroep 1 = explosief en snel brandend peroxide (type peroxide B en C; brandsnelheid > 300 kg/min). De onderstaande toetsingsafstanden zijn van toepassing bij hoeveelheden groter dan 150 kg. De tabel geeft afstanden op basis van het vloeroppervlak A, aangenomen dat per m2 maximaal 500 kg product wordt opgeslagen. vereiste afstand [m] Veiligheidsvoorzieningen Woningen, e.d. kwetsbare objecten
berekende afstand
maar minimaal:
Geen
36 * A
1/3
25
Beperkt
24 * A1/3
16
1/3
10
Uitgebreid
16 * A
Verklaring van de veiligheidsvoorzieningen: “geen”: voldoet aan de minimumeisen; “beperkt”: is voorts voorzien van een brandbestrijdingssysteem; “uitgebreid”: is tevens voorzien van 60 minuut brandwerende omhulling, 30 min. brandwerende noodontlasting en is drukbestendig. 2 A= oppervlak van de loods in m Bron: CPR 3 Opslag van organische peroxiden , 2e editie, 1997
Effectafstanden De effectafstanden gelden voor hoeveelheden in één bewaarplaats. Indien er meer bewaarplaatsen zijn, dienen deze voldoende onderlinge afstand te hebben om sympathische reacties te voorkomen. Als sympathische reacties optreden, dient de totale hoeveelheid in de betrokken bewaarplaatsen te worden aangehouden om de effectafstand te bepalen. Bij gezamenlijke opslag van de subklassen 1.1, 1.2 en 1.3 moet rekening worden gehouden met de effecten die zijn te verwachten bij de totale hoeveelheid van gevarensubklasse 1. Bij de effectafstanden is de constructie mede bepalend voor de brokstukuitworp en de grootte en richting van de drukgolf. Daarom zijn de gegeven afstanden slechts een indicatie en dienen ze met de nodige omzichtigheid te worden gebruikt. In principe is maatwerk vereist voor het vaststellen van de te verwachten effecten bij een calamiteit met de opslag van ontplofbare stoffen, zeker bij hoeveelheden kleiner dan 500 kg.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK3, versie 3.1 oktober 2007
pag 3 van 4
Gevarenkaart nr. 3 : Explosieve stoffen en scherfwerking Tabel 2a: Effectafstanden voor onbeschermde personen in de buitenlucht voor gevarensubklassen 1.1, 1.2 en 1.5 als functie van de TNT-equivalente hoeveelheid. TNT-equivalenten [kg]
Afstand letaal [m]
≤50 100 200 500 1.000 2.000 5.000 10.000 20.000 50.000
170 185 225 320 335 360 415 460 465 470
Voor gevarensubklasse 1.3 en 1.6 gelden de effectafstanden tot de 1% letaliteit voor personen die zich onbeschermd in de buitenlucht bevinden. Hierbij is rekening gehouden met de mogelijkheid tot vluchten, zodat de blootstellingsduur beperkt wordt tot maximaal 20 seconden. Tabel 2b: Effectafstanden voor onbeschermde personen in de buitenlucht voor gevarensubklassen 1.3 en 1.6 als functie van de netto explosieve massa. netto explosieve massa [kg] 10 50 100 200 500 1.000 2.000 5.000 10.000 20.000 50.000
Afstand letaal [m] 25 25 30 40 50 60 60 60 60 80 130
Voor gevarensubklasse 1.4 is de effectafstand 20 meter. Deze is onafhankelijk van de hoeveelheid. Grotere hoeveelheden verlengen alleen de duur van de brand.
Gasflessen met inert gas Bij een gasflessenopslag met inert gas treedt er alleen scherfwerking op indien de flessen sterk door een externe brand worden aangestraald. Voor gasflessen met inerte gassen is als regel geen sprake van effectafstanden.
Risicoafstanden Vuurwerk Het overheidsbeleid ten aanzien van vuurwerk is gebaseerd op een effectbenadering en niet op een risicobenadering. Zie hiervoor de toelichting bij het Vuurwerkbesluit 22 januari, 2002
Nitraathoudende en explosieve meststoffen Voor nitraathoudende en explosieve meststoffen (categorie A1) zijn geen risicoafstanden opgenomen. Conform CPR 1 is er geen sprake van een risicocontour 10-6 die buiten de betreffende inrichting optreedt.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK3, versie 3.1 oktober 2007
pag 4 van 4
Gevarenkaart nr. 4 : Grote branden Toepassingsgebied en definities NB. Achtergrondinformatie bij deze gevarenkaart is opgenomen in het Achtergronddocument, Hoofdstuk 5.4 (grote branden).
Gevarenkaart 4 is van toepassing op inrichtingen met: • opslag van organische peroxiden (opslaggroep 2 en 3) overeenkomstig CPR 3/PGS 8 waarbij de opslagplaats een grootte heeft van 100 m2 of meer. Organische peroxiden die vallen in opslaggroep 1 worden in de gevarenkaarten behandeld als explosieve stof, zie gevarenkaart 3. Opslaggroepen 4 en 5 zijn weinig gevaarlijk en niet of langzaam brandend en worden derhalve niet op deze gevarenkaart opgenomen.
buitenopslag van pallets, kratten en vergelijkbaar verpakkingsmateriaal (‘fust’), met een oppervlak van meer dan 1000 m2; • gebouwen met brandcompartimenten die groter zijn dan 1000 m2, waar zich een vuurbelasting bevindt van meer dan 60 kg vurenhoutequivalent per vierkante meter (meer dan 1140 MJ/m2); Voor de laatste twee typen inrichtingen binnen het toepassingsgebied van gevarenkaart 4 wordt in de toekomst mogelijk een uitwerking gegeven. •
Voor brandbare gassen (GK 1), brandbare vloeistoffen (GK 2), explosieve stoffen (GK 3), LPG-tankstation(GK 5), LPG -niet zijnde een tankstation-(..), propaan/butaan (GK6)), stofexplosie (GK 7), toxische gassen (GK 8), toxische vloeistoffen (GK 10) wordt verwezen naar de bijbehorende gevarenkaarten. Voor brand van gevaarlijke stoffen, waarbij zich toxische verbrandingsproducten kunnen vormen wordt verwezen naar GK 9: “Toxische verbrandingsen reactieproducten”. Deze gevarenkaart geeft voor het toepassingsgebied alleen: • toetsingsafstanden voor opslagen van organische peroxiden en buitenopslagen; • effectafstanden voor opslagen van organische peroxiden. Voor de andere onderdelen van het toepassingsgebied gelden vooralsnog beperkte effectafstanden tot maximaal 50 meter. Hiervoor is gekozen omdat er sprake is van een ‘normale’, min of meer geleidelijke brandontwikkeling waarbij mensen in de omgeving zich tijdig uit de voeten kunnen maken. In dergelijke gevallen is er geen sprake van risicoafstanden. Dit wordt expliciet aangegeven met “risicoafstand = 0”.
Voor het bepalen van toetsings- en effectafstanden voor opslagen van organische peroxiden is nodig: • de grootte van de vloeroppervlakte waarop organische peroxide zijn opgeslagen.
Toetsingsafstanden Tabel 1a: Toetsingsafstand voor opslag van organische peroxiden De onderstaande toetsingsafstanden zijn ontleend aan CPR 3 en dienen als veiligheidsafstand naar woningen en andere kwetsbare objecten buiten de inrichting en zijn van toepassing op opslagplaatsen waarbij de grootte van de opslagplaats een oppervlak heeft van 100 m2 of meer. De tabel geeft afstanden op basis van het vloeroppervlak A, aangenomen dat per m2 vloeroppervlak maximaal 500 kg product wordt opgeslagen. In alle gevallen gelden de vaste afstanden van opslaggroep 3 als minimum. Veiligheidsvoorzieningen
Opslaggroep 2* [m]
Opslaggroep 3 [m]
16 * A1/3
25
1/3
16
Geen Woningen, e.d. kwetsbare objecten
Beperkt
11 * A
Uitgebreid
7 * A1/3
10
*) de minimumafstanden zijn de vaste afstanden van opslaggroep 3
Verklaring van de opslaggroepen en veiligheidsvoorzieningen: • Opslaggroep 1: • Opslaggroep 2: • Opslaggroep 3: Veiligheidsvoorzieningen: • “geen”: • “beperkt”: • “uitgebreid”:
explosief en snel brandend (type peroxide B en C –brandsnelheid > 300 kg/min); valt onder gevarenkaart 3 zeer gevaarlijk of snel brandend (type peroxide C –brandsnelheid < 300 kg/min, D en E –brandsnelheid > 60 kg/min) gevaarlijk of brand vergelijkbaar met oplosmiddelen (type peroxide D, E –brandsnelheid < 60 kg/min, en type F)
voldoet aan de minimumeisen; is voorts voorzien van een brandbestrijdingssysteem; tevens voorzien van 60 minuut brandwerende omhulling, 30 min. brandwerende noodontlasting en is drukbestendig (opslaggroep 1 en 2) Bron: CPR 3 Opslag van organische peroxiden , 2e editie, 1997 (ongewijzigd in PGS 8)
Tabel 1b: Toetsingsafstand voor buitenopslagen Voor inrichtingen die vallen onder het Besluit opslag- en transportbedrijven of het Besluit bouw- en houtbedrijven van de Wet Milieubeheer, geldt dat ze een zodanig afstand tot de erfgrens moeten hebben, dat er op die grens een warmtestraling van hoogstens 15 kW/m2 kan ontstaan. (De daartoe aan te houden afstand moet specifiek worden berekend.). De minimaal aan te houden afstand tussen een buitenopslag en de erfgrens is in deze gevallen 15 m, of, met een brandwerende muur (WBDBO > 60 min) tussen opslag en erfgrens 7,5 m. Bron: Besluit Opslag- en transportbedrijven milieubeheer (Stb. 278, 2000) en Besluit bouw- en houtbedrijven milieubeheer (Stb. 334, 2000)
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 6, GK4, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 2
Gevarenkaart nr. 4 : Grote branden Effectafstanden
Tabel 2a: Effectafstanden voor opslag van organische peroxiden groep 2 en 3 (Ontvlambaar - brandbaar)
soort effectafstand:
Opslaggroep 2 [m]
Opslaggroep 3 [m]
7 * A1/3
2,5 * A1/3
4,5 * A1/3
1,6 * A1/3
Uitgebreid
3 * A1/3
1,1 * A1/3
Geen
11 * A1/3
4 * A1/3
Beperkt
7 * A1/3
2,5 * A1/3
4,5 * A1/3
1,6 * A1/3
Veiligheids voorzieningen Geen
Letaal
Beperkt
Gezondheidsschade
Uitgebreid
Verklaring van de opslaggroepen, de veiligheidsvoorzieningen en het gebruik van de formule: zie bij tabel 1a. Tabel 2b: Effectafstanden voor overige onderdelen van het toepassingsgebied van deze kaart Voor de overige onderdelen (niet zijnde organische peroxiden) geldt voor de invoer in het systeem: Soort effectafstand (Ontvlambaar – brandbaar)
Effectafstand:
letaal
< 50 m
gezondheidsschade
n.v.t.
Opgemerkt wordt dat in bepaalde gevallen wel effectafstanden > 20 m mogelijk zijn, maar binnen de interpretatie van effectafstanden die is gericht op de externe effecten voor de mens, spelen deze geen rol voor de risicokaart.
Risicoafstanden Risicoafstand voor opslag van organische peroxiden Er is geen generieke waarde voor de afstand van de 10-6- contour voor opslagen van organische peroxiden. Alleen wanneer (in uitzonderlijke situaties) een specifiek bepaalde waarde conform CPR18 beschikbaar is, kan deze in het invoersysteem worden ingevuld. Risicoafstanden voor overige onderdelen van het toepassingsgebied van deze kaart Voor de overige onderdelen (niet zijnde organische peroxiden) wordt in de gebruikelijke benadering geen plaatsgebonden risico bepaald. Voor de afstand van de 10-6- contour moet in het invoersysteem dus niets worden ingevuld.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 6, GK4, versie 3.1 oktober 2007
pag 2 van 2
Gevarenkaart nr. 5 : LPG-tankstations Toepassingsgebied en definities NB. Achtergrondinformatie m.b.t. de motivatie en verantwoording van keuzes en uitgangspunten voor deze gevarenkaart is opgenomen in het Achtergronddocument, Hoofdstuk 5.5 (LPG)
Gevarenkaart 5 is alleen van toepassing op: • LPG tankstations met een doorzet < 1500 m3/ jaar. Een inrichting met LPG, niet zijnde een LPG-tankstation, valt onder het toepassingsgebied van gevarenkaart nr. 6 LPG is een tot vloeistof verdicht gas, en is een mengsel van handelsbutaan en –propaan, dat wordt toegepast als brandstof voor motorvoertuigen. Voor inrichtingen met specifiek de stoffen propaan of butaan is eveneens gevarenkaart nr. 6 van toepassing. Deze gevarenkaart geeft voor het toepassingsgebied: • Toetsingsafstanden • Effectafstanden letaal en gezondheidsschade • Risicoafstanden.
Voor het bepalen van de afstanden zijn de volgende gegevens nodig: • Inhoud van de LPG tank en de beleverende LPG-tankauto • Doorzet van LPG per jaar
Toetsingsafstanden Voor LPG-tankstations zijn op grond van het Besluit externe veiligheid inrichtingen, en de daarbij horende Regeling externe veiligheid inrichtingen met wijziging van 3 april 2007 toetsingsafstanden van toepassing. De toetsingsafstanden voor nieuwe situatie corresponderen met een plaatsgebonden risico van 10-6 en zijn weergegeven in Tabel 1. Onder nieuwe situaties wordt verstaan: • de verlening van een Wm-vergunning voor een LPG-tankstation • en situaties waarin nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien. Voor bestaande situatie wordt verwezen naar het Achtergronddocument. Tabel 1: Toetsingsafstanden met betrekking tot het plaatsgebonden risico LPG-tankstations met ondergronds reservoir (nieuwe situaties) Afstand vanaf LPGvulpunt [m]
Afstand vanaf ondergronds of ingeterpt reservoir [m] 2)
Afstand vanaf afleverzuil [m]
45 m
25 m
15 m
110 m
25 m
Doorzet m3 per jaar doorzet < 1000 m3 per jaar 1) 3
1.000 tot 1500 m per jaar 1) 2)
15 m 3
Dit geldt alleen indien in de milieuvergunning is vastgelegd dat de LPG doorzet minder van 1000 m /jaar bedraagt. Voor LPG-tankstations met een bovengronds reservoir geldt een afstand van 120 meter vanaf dat reservoir tot al dan niet geprojecteerde kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Die afstand geldt ongeacht de doorzet van LPG per jaar.
Bron: Besluit externe veiligheid inrichtingen, 27 mei 2004, en bijbehorende Regeling Bevi, bijlage1, Staatscourant 23 september 2004 en de wijziging hierop, Staatscourant 3 april 2007.
Effectafstanden
Tabel 2: Effectafstand LPG tankauto (explosief –brandbaar) Afstand letaal
1)
Hoeveelheid in grootste insluitsysteem [kg] 1)
Volume [m3]
5.000 10.000 20.000 35.000
10 20 40 70
[m] 115 165 235 310
Afstand gezondheidsschade [m] 190 280 390 510
De inhoud van het grootste insluitsysteem is bepalend voor de effectafstand. Bij een eventuele bovengrondse opslagtank, betekent dit dat de grootste tank (de LPG-tankauto of de opslagtank) bepalend is. Voor ondergrondse en ingeterpte opslagen is de LPG-tankauto altijd bepalend voor de effectafstand.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK5, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 2
Gevarenkaart nr. 5 : LPG-tankstations Risicoafstanden Zie bij ‘Toetsingsafstanden’. De toetsingsafstanden zijn de te hanteren risicoafstanden voor PR = 10-6.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK5, versie 3.1 oktober 2007
pag 2 van 2
Gevarenkaart nr. 6: Propaan en butaan Toepassingsgebied en definities NB. Achtergrondinformatie m.b.t. de motivatie en verantwoording van keuzes en uitgangspunten voor deze gevarenkaart is opgenomen in het achtergronddocument, Hoofdstuk 5.6 (propaan en butaan)
Gevarenkaart 6 is alleen van toepassing op de inrichtingen voor: • opslag van propaan en butaan in opslagtanks, reservoirs en vulstations. • opslag van LPG, niet zijnde een LPG-tankstation Deze gevarenkaart geeft voor het toepassingsgebied: • Toetsingsafstanden voor propaan- en butaanreservoirs • Effectafstanden voor letaal en gezondheidsschade • Risicoafstanden voor propaan en butaan Voor het bepalen van de effect- en risicoafstanden zijn de volgende gegevens nodig: • Inhoud van de opslagtank • Aantal opslagtanks (1 of meer) • Frequentie van vullen tank (aantal keer per jaar)
Toetsingsafstanden
Tabel 1: Toetsingsafstanden voor reservoirs Reservoir [m3]
Afstand tot woningen [m]
Vulpunt, opstelplaats tankwagen
20
> 3 t/m 5
40
> 5 t/m 8
50
> 8 t/m 13
60
Bron: Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer (Bvim), Staatsblad 2001, 487
Effectafstanden Tabel 2: Effectafstand voor propaan-, butaan- en LPG-tanks (Explosief) Hoeveelheid in het grootste insluitsysteem 1) [kg]
Hoeveelheid in grootste insluitsysteem [m3]
Afstand - letaal
Afstand gezondheidsschade
[m]
[m]
1.000
2
50
90
1.500
3
65
110
2.000
4
75
120
5.000
10
120
190
10.000
20
165
280
20.000
40
235
390
50.000
100
370
610
1) Indien de tank meer dan 5 maal per jaar door een tankauto wordt gevuld, is de inhoud van de tankauto maatgevend voor de effectafstand
zie het volgende blad van deze gevarenkaart voor de risicoafstanden
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK6, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 2
Gevarenkaart nr. 6: Propaan en butaan Risicoafstanden In onderstaande tabellen 3a tot en met 3c zijn de afstanden vermeld in meters vanaf het vulpunt. Tabel 3a: Risicoafstanden voor bovengrondse tanks met een reservoir tot 13 m3
Aantal bevoorradingen per jaar
Aftap uit gasfase Risicoafstand PR = 10-6 [m]
Aftap uit vloeistoffase Risicoafstand PR = 10-6 [m]
4x
4x
10 x
20 x
10 x
20 x
Inhoud reservoir [m3] 1
zie Bvim (*)
17
19
21
3
idem
20
20
22
5
idem
20
21
23
8
idem
20
22
24
13
idem
20
23
25
(*) Voor bovengrondse reservoirs tot 13 m3 met een aftap uit de gasfase is het Besluit Voorzieningen en Installaties Milieubeheer van toepassing (zie tabel 1 van deze gevarenkaart). Tabel 3b: Risicoafstanden voor ondergrondse (of ingeterpte) tanks met een reservoir tot 13 m3
Aftap uit gasfase Risicoafstand PR = 10-6 [m]
Aftap uit vloeistoffase Risicoafstand PR = 10-6 [m]
4x
10 x
20 x
4x
10 x
20 x
1
8
9
10
15
18
20
3
9
10
15
16
18
21
5
9
12
19
17
19
22
8
10
14
21
18
20
23
13
10
16
22
18
21
24
Aantal bevoorradingen per jaar Inhoud reservoir [m3]
Tabel 3c: Risicoafstanden voor boven- en ondergrondse (of ingeterpte) tanks met een reservoir vanaf 13 m3
Aftap uit gasfase of vloeistoffase Risicoafstand PR = 10-6 [m] Doorzet:
100 m3 per jaar
300 m3 per jaar
600 m3 per jaar
30/30
40/45
45/50
30/35
40/45
45/55
Inhoud reservoir 20 m3 (onder-/bovengronds) 3
50 m (onder-/bovengronds)
Opmerking: Voor een doorzet van meer dan 600 m3 per jaar of een reservoir van meer dan 50 m3 inhoud is maatwerk nodig.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK6, versie 3.1 oktober 2007
pag 2 van 2
Gevarenkaart nr. 7: Stofexplosie Toepassingsgebied en definities NB. Achtergrondinformatie m.b.t. de motivatie en verantwoording van keuzes en uitgangspunten voor deze gevarenkaart is opgenomen in het achtergronddocument, Hoofdstuk 5.7 (stofexplosie).
Gevarenkaart 7 is alleen van toepassing op inrichtingen waar zich stofexplosies kunnen voordoen in een mengsel van brandstof (fijn verdeeld stof, diameter < 0,5 mm) met een gasvormige oxidator, meestal zuurstof. Hierbij kan worden gedacht aan inrichting voor: • verwerking of bewerking van graan, zetmeel, veevoeder, melkpoeder, suiker, • verwerking of bewerking van verf, farmaceutisch stof, • verwerking van hout, papier, kunststof en fijn metaal (zoals bijvoorbeeld galvaniseren en fijn aluminiumstof). Voor inrichtingen met gevaar voor stofexplosie zijn conform de Wet- en regelgeving de ATEX-richtlijnen van toepassing. Deze schrijven voor dat preventieve voorzieningen moeten worden getroffen voor het voorkomen van stofexplosies in silo's, bunkers, en overige installatieonderdelen en ruimten. Een stofexplosie is binnen een bedrijf dat getroffen wordt een groot probleem. De sterkte van de silo en de mate van voorzieningen die zijn aangebracht bepalen uiteindelijke de effectafstand die tengevolge van de drukopbouw ontstaat. Een stofexplosie is pas buiten het bedrijf echt een probleem indien sprake is van onvoldoende of falende voorzieningen. Onderstaande effectafstanden (letaal en gezondheidsschade) gelden daarom alleen voor die situaties waarbij voorzieningen niet aanwezig zijn, of de aangebrachte voorzieningen falen. Er zijn geen toetsingsafstanden of risicoafstanden van toepassing. Voor het bepalen van de effectafstanden zijn de volgende gegevens nodig: • volume van de grootste silo, bunker, cycloon, of besloten ruimte met stofexplosiegevaar en sterke omhulling; • afwezigheid of twijfel over aanwezigheid van adequate drukontlasting.
Toetsingsafstanden Voor stofexplosies bestaan geen toetsingsafstanden.
Effectafstanden De effect afstanden van een stofexplosie zijn afhankelijk van de soort stof, het volume en de concentratie van de stof. In onderstaande tabel is uitgegaan van stof met een hoge verbrandingswarmte en een maximale mengverhouding van stof met lucht. Bij aanwezigheid en functioneren van voorzieningen blijven de effectafstanden beperkt tot binnen de inrichtingsgrenzen. De afstanden in deze tabel zijn alleen van toepassing, indien sprake is van falen van de voorzieningen. Tabel 1: Effectafstanden stofexplosie als functie van volume (explosief) Maximaal volume in silo, bunker, cycloon 1) 3
1) Het
Afstand - letaal
[m ]
[m]
100 200 500 1.000 2.000 5.000 10.000 20.000 2)
50 60 80 100 140 180 230 300
Afstand gezondheidsschade [m] 120 150 200 250 300 400 500 650
betreft hier een maximaal volume per afzonderlijke opslagmodaliteit wordt om voor volumes > 20.000 m3 de effectafstand specifiek te bepalen.
2) Geadviseerd
Risicoafstanden Er zijn geen generieke risicoafstanden van toepassing, echter ook voor stofexplosies geldt de PR norm van 10-6. Indien silo’s e.d. zijn voorzien van drukontlasting, dan is er praktisch geen 10-6. Indien deze drukontlasting niet aanwezig is kan er wel degelijk sprake zijn van een 10-6-contour. Er zijn nog geen generieke risicoafstanden voor dat geval bepaald.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK7, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 1
Gevarenkaart nr. 8: (Zeer) Toxische gassen Toepassingsgebied en definities NB. Achtergrondinformatie m.b.t. de motivatie en verantwoording van keuzes en uitgangspunten voor deze gevarenkaart is opgenomen in het achtergronddocument, Hoofdstuk 5.8, (Zeer) Toxische gassen.
Gevarenkaart 8 is alleen van toepassing op inrichtingen met activiteiten waarbij: • (zeer) toxische gassen worden bewerkt, verwerkt en/of opgeslagen. Deze gevarenkaart geeft voor het toepassingsgebied: • Toetsingsafstanden voor koel- en vriesinstallaties met ammoniak • Toetsingsafstanden voor gevaarlijke gassen bij chemische wasserijen • Effectafstanden voor letaliteit en gezondheidsschade • Risicoafstanden. Een stof is een (zeer) toxisch gas als de volgende eigenschappen van toepassing zijn: • Tkook < 293 K (20 °C) • LC50inhalatie-rat-1 uur < 105 mg/m3 (Zeer) Toxische gassen kunnen qua toxiciteit sterk van elkaar verschillen. Daarnaast bepalen ook de fysische eigenschappen de reikwijdte van een eventuele toxische wolk. Voor het bepalen van de effect- en risicoafstanden van (zeer) toxische gassen dient/dienen de betrokken stof(fen) eerst te worden ingedeeld in een stofcategorie. Hiervoor dient gebruik te worden gemaakt van de indelingssystematiek S3b (Systematiek voor de indeling van stoffen, AVIV). Voor toxische gassen zijn hiervan vier categorieën relevant: GT2, GT3, GT4 en GT5. U kunt m.b.v. het document StoffencategoriserenS3b.pdf op de website : www.risicoregister.nl de stoffen in de juiste categorie indelen. Tabel 0: Indelingsvoorbeeld van toxische gassen: Categorie
Voorbeelden
GT2
Ethylchloride
GT3
Ammoniak, methylbromide, vinylbromide
GT4
Zwaveldioxide, dichloorsilaan, trimetylamine
GT5
Chloor, stikstofdioxide, fosgeen
Bron: Systematiek voor indeling van stoffen ten behoeve van risicoberekeningen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen, AVIV, Tweede editie 1999.
Voor het bepalen van de effect- en risicoafstanden zijn de volgende gegevens nodig: • Inhoud van het grootste insluitsysteem • Categorie-indeling van het toxisch gas
(zie het volgende blad van deze gevarenkaart voor de toetsingsafstanden)
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK8, versie 3.1 oktober 2007
Pagina 1 van 6
Gevarenkaart nr. 8: (Zeer) Toxische gassen Toetsingsafstanden Koel- / vriesinstallaties en warmtepompen met ammoniak Voor koel- en vriesinstallaties met een inhoud van meer dan 400 kg en minder dan 10.000 kg ammoniak gelden de volgende toetsingsafstanden tot een beperkt kwetsbaar en kwetsbaar object, waarbij er voldaan wordt aan respectievelijk de richt- en grenswaarde van 10–6 per jaar. Tabel 1a geldt voor één koel- en vriesinstallatie met ammoniak als koudemiddel in de machine kamer. Tabel 1b voor meer dan één. Tabel 1a. Afstanden in meters tot al dan niet geprojecteerde kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, waarbij wordt voldaan aan de grenswaarde 10-6 per jaar, c.q. de richtwaarde 10-6 per jaar - bij één installatie
type installatie1
installaties met een maximale werktemperatuurc lager dan - 25 °C
installaties met een maximale werktemperatuurc tussen - 25 °C en - 5 °C
installaties met een maximale werktemperatuurc hoger dan - 5 °C
hoeveelheid ammoniak2
>= 1500 en < 3500 kg >= 3500 kg en < 6000 kg >= 6000 kg en < 8000 kg >= 8000 kg en < 10.000 kg >= 1500 en < 3500 kg >= 3500 kg en < 6000 kg >= 6000 kg en < 8000 kg >= 8000 kg en < 10.000 kg >= 1500 en < 3500 kg >= 3500 kg en < 6000 kg >= 6000 kg en < 8000 kg >= 8000 kg en < 10.000 kg
opstellingsuitvoering3
1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3 1 2 3
afstand (m) vanaf machinekamer bij diameter vloeistofleiding naar verdamper DN50 en <= DN80 -5 -5 35 30 40 65 65 30 45 75 75 30 45 85 85 45 45 50 60 75 75 90 50 65 85 85 100 50 70 85 95 105 45 45 60 70 85 85 95 65 80 95 90 105 50 65 85 105 95 110
afstand (m) vanaf vloeistofleiding 4 bij diameter vloeistofleiding naar verdamper <=DN50 -5 35 25 25 30 30 30 30 55 55 60 60 65 65 55 55 60 60 50 65 65
>DN50 en <=DN80 -5 40 40 40 40 45 45 70 70 80 80 85 85 75 75 85 85 90 90
1
Het betreft installaties die zijn voorzien van een pompbeveiliging, met een maximale werktemperatuur die lager is dan –25 oC, een maximale o o o werktemperatuur tussen –25 C en –5 C, onderscheidenlijk een maximale werktemperatuur die hoger is dan –5 C. Hierbij wordt onder werktemperatuur verstaan de afscheider- of verdampingstemperatuur. Een pompbeveiliging, als bedoeld in de eerste volzin, bestaat per koudemiddelpomp uit een zodanige combinatie van elementen en voorzieningen, dat bij een breuk van de afvoerleiding van de pomp die pomp onmiddellijk buiten werking wordt gesteld, zodat de toevoer van ammoniak naar de leiding wordt afgesneden. 2 De hoeveelheid ammoniak is de totale hoeveelheid ammoniak die in de installatie aanwezig is, inclusief de hoeveelheid in een afscheidervat met minder dan 400 kg ammoniak. 3 Opstellingsuitvoering 1: opstelling waarbij alle ammoniakvoerende onderdelen zijn opgesteld in de machinekamer of in de productieruimte, eventueel met uitzondering van de condensor met verbindend leidingwerk. Laatstgenoemde onderdelen kunnen buiten opgesteld zijn. Opstellingsuitvoering 2: opstelling als bij opstellingsuitvoering 1, met dien verstande dat de leidingen naar en van de verdamper of verdampers met de buitenlucht in verbinding staan. Opstellingsuitvoering 3: opstelling als bij opstellingsuitvoering 2, met dien verstande dat het afscheidervat of vloeistofvat buiten opgesteld zijn. 4 Vloeistofleiding: met de buitenlucht in verbinding staande ammoniakvoerende leidingen naar de verdamper of verdampers. 5
De aanduiding ‘-‘ houdt in dat het plaatsgebonden risico rondom de desbetreffende installatie kleiner is dan 10-6 per jaar en dat geen afstand tot al dan niet geprojecteerde kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten in acht genomen behoeft te worden, onderscheidenlijk daarmee geen rekening gehouden behoeft te worden. Bron: Besluit externe veiligheid inrichtingen, 27 mei 2004, en bijbehorende Regeling Bevi, bijlage1, Staatscourant 23 september 2004 en de wijziging hierop Staatscourant 3 april 2007
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK8, versie 3.1 oktober 2007
Pagina 2 van 6
Gevarenkaart nr. 8: (Zeer) Toxische gassen Tabel 1b. Afstanden in meters tot al dan niet geprojecteerde kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, waarbij wordt voldaan aan de grenswaarde 10-6 per jaar, c.q. de richtwaarde 10-6 per jaar - bij meer dan één installatie
b2 < 3500 kg
inhoud installatie a1 inhoud installatie a1 inhoud installatie a1 < 6000 kg > 6000 kg en < 8000 kg > 8000 kg Zie afstand die in tabel 1a is vermeld bij een zelfde installatie 3 als installatie a, echter met een inhoud die behoort tot de vermeerderd met 10 eerstvolgende hogere inhoudscategorie meter
b2 > 3500 kg
Zie afstand die in tabel 1a is vermeld bij een zelfde installatie 3 als installatie a,
inhoud van installatie
echter met een inhoud die behoort tot de tweede hogere inhoudscategorie 1
vermeerderd met 20 meter
Installatie waarvoor als gevolg van tabel 1a de grootste afstand geldt.
2
Installatie die de grootste inhoud heeft, installatie a niet meegerekend. 3 Installatie van hetzelfde type, met dezelfde opstellingsuitvoering en een vloeistofleiding met dezelfde diameterering
Chemische wasserijen Voor chemische wasserijen wordt in het Besluit textielreinigingsbedrijven milieubeheer een toetsingsafstand genoemd. Indien in een opslagruimte meer dan 2.500 kg gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, dient de afstand tussen de opslagruimte en de dichtstbijzijnde woning tenminste 20 meter te zijn. Bron: Besluit textielreiningsbedrijven Milieubeheer, Staatsblad 2001, 146, pg 15.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK8, versie 3.1 oktober 2007
Pagina 3 van 6
Gevarenkaart nr. 8: (Zeer) Toxische gassen Effectafstanden Onderstaand zijn de tabellen opgenomen met effectafstanden voor de verschillende groepen stoffen. De effectafstanden zijn vastgesteld met een generieke rekenmethode, uitgaande van weersituatie D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s) en een representatieve oppervlakteruwheid Z0 = 1 meter. Rekening moet worden gehouden met het feit dat de afstanden zijn berekend voor één representatieve stof en dat deze afhankelijk van de eigenschappen van de aanwezige stof kunnen verschillen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het achtergronddocument, paragraaf 4.2. Tabel 2a: Effectafstanden GT 2 (toxisch) Hoeveelheid in grootste insluitsysteem [kg]
Afstand - letaal [m]
Afstand - gezondheidsschade [m]
200 500 1.000 2.000 5.000 10.000 20.000 50.000
< 20 < 20 < 20 < 20 < 20 25 35 60
< 50 < 50 < 50 < 50 < 50 60 90 150
Hoeveelheid in grootste insluitsysteem [kg]
Afstand - letaal [m]
Afstand - gezondheidsschade [m]
200 500 1.000 2.000 5.000 10.000 20.000 50.000
20 35 55 80 140 210 320 550
190 340 510 770 1.300 2.000 3.100 5.300
Hoeveelheid in grootste insluitsysteem [kg]
Afstand - letaal [m]
Afstand - gezondheidsschade [m]
200 500 1.000 2.000 5.000 10.000 20.000 50.000
20 35 55 80 140 210 320 550
900 1.600 2.400 3.600 6.200 9.500 >10.000 >10.000
Tabel 2b: Effectafstanden GT 3 (toxisch)
Tabel 2c: Effectafstanden GT 4 (toxisch)
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK8, versie 3.1 oktober 2007
Pagina 4 van 6
Gevarenkaart nr. 8: (Zeer) Toxische gassen Tabel 2d: Effectafstanden GT 5 (toxisch)
Hoeveelheid ingrootste insluitsysteem [kg]
Afstand - letaal [m]
Afstand - gezondheidsschade [m]
20 50 100 200 500 1.000 2.000 5.000
25 40 60 90 160 240 365 630
230 390 600 900 1.600 2.400 3.600 6.200
Risicoafstanden Voor de risicoafstanden van ammoniakkoelinstallaties wordt verwezen naar de toetsingsafstanden. Voor het overige kan gebruik worden gemaakt van onderstaande tabellen met generieke risicoafstanden. De tabellen 3a tot en met 3d geven de afstanden van de 10-6-contour, gerekend vanaf het midden van het betrokken insluitsysteem (tank). Zie het Achtergronddocument voor het geval er zich verschillende insluitsystemen dicht bijeen bevinden. Tabel 3a: Globale risicoafstanden GT 2 Hoeveelheid in het grootste insluitsysteem [kg] 200 500 1.000 2.000 5.000 10.000 20.000 50.000
Risicoafstand PR = 10-6 1 (het grootste) insluitsysteem 0 0 0 0 0 0 0 0
Onderstaand tabel 3b/3c geldt voor een situatie tot maximaal 10 beladingen per jaar. Bij meer dan 10 beladingen per jaar moet een specifieke berekening worden uitgevoerd. Tabel 3b/3c: Globale risicoafstanden GT 3 en GT 4 Hoeveelheid in het grootste insluitsysteem [kg] 200 500 1.000 2.000 5.000 10.000 20.000 50.000
Risicoafstand PR = 10-6 1 (het grootste) insluitsysteem 5 7 15 25 35 50 85 115
(zie blad 5 /5 voor de tabel van GT5)
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK8, versie 3.1 oktober 2007
Pagina 5 van 6
Gevarenkaart nr. 8: (Zeer) Toxische gassen Tabel 3d: Globale risicoafstanden GT 5 Hoeveelheid in het grootste insluitsysteem [kg] 20 50 100 200 500 1.000 2.000 5.000
Risicoafstand PR = 10-6 1 (het grootste) insluitsysteem
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK8, versie 3.1 oktober 2007
<5 8 15 20 25 35 50 75
Pagina 6 van 6
Gevarenkaart nr. 9: Toxische Verbrandings- en reactieproducten Toepassingsgebied en definities NB. Achtergrondinformatie m.b.t. de motivatie en verantwoording van keuzes en uitgangspunten voor deze gevarenkaart is opgenomen in het achtergronddocument, Hoofdstuk 5.9 (Toxische verbrandings- en ontledingsproducten)
Gevarenkaart 9 is alleen van toepassing op: • opslag van gevaarlijke stoffen in emballage (bestaande opslag conform CPR 15-2 en CPR 15-3 en nieuwe opslag conform de met de CPR 15-2 en 15-3 corresponderende hoofdstukken uit PGS 15), indien: o er geen brandbare gevaarlijke stoffen aanwezig zijn met een stikstofgehalte van meer dan 1.5 gewichtsprocent van de totale hoeveelheid aanwezige gevaarlijke stoffen. o het vloeroppervlak van de opslagplaats ten hoogste 2500 m2 bedraagt; o niet meer dan honderd maal per jaar zeer giftige milieugevaarlijke stoffen in de openlucht worden geladen of gelost; o er geen organische peroxiden of nitraathoudende meststoffen aanwezig zijn. • inrichtingen met processen of opslagen waar, bij een mogelijke brand, toxische verbrandingsproducten ontstaan. Voorbeeld: opslag van nitraathoudend meststoffen. Bij nitraathoudende meststoffen is de volgende bijzonderheid te vermelden. Er zijn nitraathoudende meststoffen die explosief zijn (categorie A1 meststoffen).Deze worden behandeld in gevarenkaart 3. De nitraathoudende meststoffen anders dan categorie A1 horen (nu) in gevarenkaart 9. Deze groep is echter nog niet uitgewerkt in afwachting van onder andere de definitieve publicatie van CPR 1 opslag. Hierna zal bezien worden of voor nitraathoudende meststoffen wellicht een eigen gevarenkaart nodig is. • inrichtingen met processen waarbij mogelijk gevaarlijke reactieproducten ontstaan • zwembaden, cyanideopslag en cyanide baden (in de galvanische industrie) Deze gevarenkaart geeft voor het toepassingsgebied: • toetsings- en risicoafstanden voor opslag van gevaarlijke stoffen conform CPR 15-2 en CPR 15-3 • toetsingsafstanden voor zeer vergiftige vloeistof (T +) in vaten • toetsingsafstand voor handelingen met zeer toxische vaste (poedervormige) stoffen (T+) in verpakking • effectafstanden van toxische verbrandingsproducten • effectafstanden van toxische reactieproducten
Voor het bepalen van de effectafstanden en risicoafstanden zijn de volgende gegevens nodig: • CPR-15-loods: Oppervlakte van de opslag (loods) • CPR-15-loods: Beschermingsniveau en aanwezige brandbestrijdingsvoorzieningen • Volume van de chloorbleekloog-tank(s) in zwembaden • Aantal kilo’s in een ruimte (grootste brandcompartiment)
Toetsingsafstanden Toetsingsafstanden voor de opslag van gevaarlijke stoffen en bestrijdingsmiddelen in emballage (CPR 15 inrichtingen) staan beschreven in de CPR15 circulaire (1997) en zijn opgenomen in de ministeriële regeling bij het Besluit externe veiligheid inrichtingen. Deze toetsingsafstanden staan vermeld in Tabel 1c. Voor CPR 15-2 en 15-3 inrichtingen waar niet meer dan honderd maal per jaar zeer giftige producten of preparaten in de openlucht worden gelost en geladen gelden de toetsingsafstanden in Tabel 1a en Tabel 1b, zover die handelingen leiden tot grotere afstanden dan in Tabel 1c. Onder een handeling wordt hierbij verstaan het geheel van aanvoer, opslag en afvoer van een transportverpakking die zeer vergiftige stoffen of preparaten bevat. Indien zakken door middel van krimpfolie of banden op een pallet zijn bevestigd, geldt de pallet als één transportverpakking. Deze toetsingsafstanden in Tabel 1a en Tabel 1b corresponderen met een plaatsgebonden risico van 10-6. De toetsingsafstanden zijn grenswaarde en richtwaarde voor respectievelijk kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten. Tabel 1a: Toetsingafstanden per vat met een zeer vergiftige vloeistof (T+) Inhoud [l] afstand [m] 50 40 100 60 200 75
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK9, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 4
Gevarenkaart nr. 9: Toxische Verbrandings- en reactieproducten Tabel 1b . Toetsingsafstanden per transportverpakking met zeer vergiftige vaste poedervormige stof (T+) b [kg]1 afstand [m] 0,25 50 0,5 65 1 90 2 115 5 175 10 245 1) De bronsterkte volgt uit: b = 0,1*p * a * ƒ10µm, waarin: p: de grootte van de verpakking (kg) a: het gehalte actieve stof ƒ10µm: de fractie van het poeder met een korrelgrootte < 10µm. Bron: Besluit externe veiligheid inrichtingen, 27 mei 2004, en bijbehorende Regeling Bevi, bijlage1, Staatscourant 23, september 2004
Tabel 1c: Toetsingsafstanden CPR 15 inrichtingen in meters tot al dan niet geprojecteerd kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten (grenswaarde, respectievelijk richtwaarde van 10-6 per jaar) bij een gegeven loodsoppervlakte en beschermingsniveau.
Blussysteem
0-100
Oppervlak van de loods [m2] 100200300400200 300 400 500
500600
6001500
15002500
Beschermingsniveau 1 Automatische Sprinklerinstallatie Automatische sproei (de-luge)installatie Automatische gasblusinstallatie Hi-ex inside air Hi-ex installatie met rookluiken Lokale brandweer droog systeem Bedrijfsbrandweer cat. 1 of 2 droog systeem Bedrijfsbrandweer cat. 1 of 2 handbediende deluge Bedrijfsbrandweer cat. 1 ter plaatse blussen
20
20
20
20
20
20
35
50
20
20
20
20
20
20
35
50
1)
20
20
20
20
20
20
-
-1)
20
20
20
20
20
20
20
20
20
20
20
20
20
20
30
- 2)
20
20
20
25 4)
25 4)
- 3)
- 3)
- 3)
20
20
20
25 4)
25 4)
25 4)
100
215
20
20
20
20
20
20
50
95
110
175
240
240
240
240
240
- 2)
Beschermingsniveau 2 Inzetbaar < 6 min. Bedrijfsbrandweer cat. 1 of 2 resp. overheidbrandweer Inzetbaar < 15 min. Bedrijfsbrandweer resp. Overheidsbrandweer
130
190
250
250
250
250
420
- 2)
135
215
290
290
290
290
430
- 2)
165
200
220
235
Beschermingsniveau 3 Beschermingsniveau 3 alle gevallen
65
115
165
1
Dit systeem is alleen geschikt voor een opslagplaats van ten hoogste 600 m2
2
Dit systeem is alleen geschikt voor een opslagplaats van ten hoogste 1500 m2
3 4
165
2
Dit systeem is alleen geschikt voor een opslagplaats van ten hoogste 500 m Die afstand is berekend op basis van brandoverslag
Bron: Besluit externe veiligheid inrichtingen, 27 mei 2004, en bijbehorende Regeling Bevi, bijlage1, Staatscourant 23 september 2004
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK9, versie 3.1 oktober 2007
pag 2 van 4
Gevarenkaart nr. 9: Toxische Verbrandings- en reactieproducten Effectafstanden Opslag van gevaarlijke stoffen in opslagruimten Het meest relevante effect van brand in een opslag van gevaarlijke stoffen is het ontstaan van toxische verbrandingsprodukten. Het vrijkomen van stikstofdioxide is representatief voor de effecten als gevolg van deze toxische verbrandingsproducten. Uitgangspunt bij de effectafstanden in onderstaande tabellen is een brand in het grootste compartiment. Ter verduidelijking wordt vermeld dat de bronsterkte van stikstofdioxide mede afhankelijk is van het maximaal brandoppervlak. In het achtergronddocument (paragraaf 5.9.3) is per blussysteem aangegeven wat het maximaal brandoppervlak is. Zoals opgemerkt in gevarenkaart 0 zijn de effectafstanden indicatief omdat gerekend is met een generieke, in het kader van de LRI vastgestelde, berekeningswijze. Hierdoor wijken de afstanden in de hieronder staande tabellen 2a en 2b af met de afstanden zoals die zijn gehanteerd in het Revi voor het invloedsgebied. Het invloedsgebied kan vergeleken worden met de 1% letaliteits effectafstand. Daarnaast is het mogelijk dat de effectafstanden in tabel 2a en 2b kleiner kunnen zijn dan de toetsingsafstanden in tabel 1c van deze gevarenkaart. Tabel 2a: Effectafstanden toxische verbrandingsproducten (1% letaliteit) Effectafstand [m] voor 1% letaliteit afhankelijk van (maximale) oppervlakte grootste compartiment /loods Maximale Oppervlakte [m2]
20
50
100
200
300
400
500
600
1500
2500
Beschermingsniveau 1 30 30 30 30 30 30 30 30 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20 20
30 30 20 20 20
30 30 20 20 20
30 30 20 20 20
30 30 20 20
30 30 20 -
Blussysteem Automatische sprinkler Automatische deluge-installatie Automatische gasblusinstallatie Automatische hi-ex met inside-air Automatische hi-ex installatie Bedrijfsbrandweer, handbediende deluge-installatie. Overige blussystemen (voor zover van toepassing) (geen automatisch blussysteem)
20 20 20 20 20 20
30
30
30
30
30
30
30
30
30
20
30
50
75
95
110
130
145
250
340
110
130
145
250
340
Beschermingsniveau 2 en 3 20 30 50 75 95
Tabel 2b: Effectafstanden toxische verbrandingsproducten voor gezondheidsschade Effectafstand [m] voor gezondheidsschade afhankelijk van (maximale) oppervlakte grootste compartiment /loods Maximale Oppervlakte [m2]
20
50
100
200
300
400
500
600
1500
2500
Beschermingsniveau 1 175 175 175 175 175 175 175 175 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100 100
175 175 100 100 100
175 175 100 100 100
175 175 100 100 100
175 175 100 100
175 175 100 -
Blussysteem Automatische sprinkler Automatische deluge-installatie Automatische gasblusinstallatie Automatische hi-ex met inside-air Automatische hi-ex installatie Bedrijfsbrandweer, handbediende deluge-installatie. Overige blussystemen (voor zover van toepassing) (geen automatisch blussysteem)
100 100 100 100 100 100
175
175
175
175
175
175
175
175
175
100
175
265
400
510
610
695
775
1345
1830
610
695
775
1345
1830
Beschermingsniveau 2 en 3 100 175 265 400 510
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK9, versie 3.1 oktober 2007
pag 3 van 4
Gevarenkaart nr. 9: Toxische Verbrandings- en reactieproducten Vrijkomen van schadelijke ontledingsproducten Chloorgas in zwembaden Er kan chloorgas vrijkomen wanneer chloorbleekloog (natriumhypochloriet) of vergelijkbare stoffen als calciumhypchoriet en isocyaanzuur in contact komen met zuur; het meeste bij zoutzuur. Hieronder de theoretische effecten van de maximale hoeveelheid chloor die zou kunnen vrijkomen. Tabel 2c: Effectafstanden chloorgas als reactieproduct bij menging van chloorbleekloog en zoutzuur Volume van de grootste tank voor chloorbleekloog [l] 100 200 500 1.000 2.000 5.000 10.000 20.000
Afstand - letaal [m]
Afstand - gezondheidsschade [m]
< 20 20 40 60 90 150 235 355
150 220 380 580 880 1500 2300 3500
Cyaniden in vaste vorm Bij brand van vaste cyanide-verbindingen in opslag, bijvoorbeeld kaliumcyanide, ontstaat het giftige gas NO2. In tabel 2d zijn de effectafstanden daarvan opgenomen. Tabel 2d: Effectafstanden van toxische verbrandingsproducten (NO2) bij brand van cyaniden in vaste vorm Hoeveelheid cyanide in een brandcompartiment [kg]
Afstand - letaal [m]
Afstand - gezondheidsschade [m]
20 30 50 100 200 300 500 1.000 2.000 3.000
< 20 < 20 < 20 25 40 50 60 100 150 190
50 70 90 130 200 260 350 530 800 1000
Cyanide baden Door eventuele doseerfouten kan in de galvanische industrie cyanide vrijkomen. Hiervan zijn geen effecten te verwachten (geen effectafstand). Uitgangspunt hierbij is dat er een afzuiginstallatie is die via een schoorsteen afblaast.
Risicoafstanden Risicoafstand CPR15-loodsen De risicoafstand voor een CPR 15 loods is vermeld bij 'Toetsingsafstanden'. De toetsingafstanden geldt als overeenkomen met PR 10-6 gelden overigens per loods. Indien op een inrichting meer CPR15 loodsen aanwezig zijn, dan zal de feitelijk 10-6 contour een cumulatie zijn van het plaatsgebonden risico van de afzonderlijke loodsen. De cumulatie is geen optelling van afstanden, maar vergt een specifieke risicoberekening (is mede afhankelijk van de onderlinge afstand) Risicoafstand voor zeer toxische vaste stoffen en vloeistoffen De risicoafstanden voor: • transportverpakkingen zeer toxische vaste, poedervormige stoffen (T+) • vaten zeer toxische vloeistof (T+) zijn vermeld bij de Toetsingsafstanden. Deze afstanden gelden als PR 10-6 contour. Zie voor een verdere toelichting het achtergronddocument.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK9, versie 3.1 oktober 2007
pag 4 van 4
Gevarenkaart nr. 10: (Zeer) Toxische vloeistoffen Toepassingsgebied en definities NB. Achtergrondinformatie m.b.t. de motivatie en verantwoording van keuzes en uitgangspunten voor deze gevarenkaart is opgenomen in het achtergronddocument, Hoofdstuk 5.10 (toxische vloeistoffen)
Gevarenkaart 10 is alleen van toepassing voor inrichtingen met activiteiten waarbij: • (zeer) toxische vloeistoffen – niet in emballage – worden bewerkt, verwerkt en/of opgeslagen. Voor (zeer) toxische vloeistoffen in emballage wordt verwezen naar gevarenkaart 9. Deze gevarenkaart geeft voor het toepassinggebied: • Effectafstanden voor letaliteit en gezondheidsschade • Risicoafstanden Een stof is een toxische vloeistof als de volgende eigenschappen van toepassing zijn: • Tkook > 293 K (20 °C) en Tsmelt < 293 K (20 °C) • LC50inhalatie-rat-1 uur < 5 * 103 [ppm] Toxische vloeistoffen kunnen qua toxiciteit sterk van elkaar verschillen. Daarnaast bepalen ook de fysische eigenschappen de reikwijdte van een eventuele toxische dampwolk. Zo kan een zeer toxische vloeistof met een relatief lage dampspanning bij omgevingstemperatuur tot minder grote effectafstanden leiden dan een gemiddeld toxische vloeistof met een veel hogere dampspanning. Voor het bepalen van de effect- en risicoafstanden van toxische vloeistoffen dient/dienen de betrokken stof(fen) eerst te worden ingedeeld in een stofcategorie. Hiervoor dient gebruik te worden gemaakt van de indelingssystematiek S3b (Systematiek voor de indeling van stoffen, AVIV). Voor toxische vloeistoffen zijn er vier relevante categorieën te onderscheiden: LT1, LT2, LT3, en LT4. U kunt m.b.v. het document StoffencategoriserenS3b.pdf op de website www.risicoregister.nl de stoffen in de juiste categorie indelen. Tabel 0: Indelingsvoorbeelden van toxische vloeistoffen Categorie
Voorbeelden
LT1
Acrylnitril, ethyltrichloorsilaan, chlooraceton
LT2
Salpeterzuur, fosfortrichloride, chlooracetylchloride
LT3
Acroleine, broom, fluorwaterstofzuur
LT4
Methylisocyanaat
Voor het bepalen van de effect- en risicoafstanden zijn de volgende gegevens nodig: • Inhoud van het grootste insluitsysteem (eventueel het aantal insluitsystemen) • Categorie-indeling van de toxische vloeistof.
Toetsingsafstanden Voor toxische vloeistoffen, niet in emballage, zijn geen toetsingsafstanden opgenomen. Zie gevarenkaart 9 voor toetsingsafstanden voor vaten zeer toxische vloeistof.
zie het volgende blad van deze gevarenkaart voor de Effectafstanden.
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK10, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 3
Gevarenkaart nr. 10: (Zeer) Toxische vloeistoffen Effectafstanden Onderstaand zijn de tabellen opgenomen met effectafstanden voor de verschillende groepen stoffen. De effectafstanden zijn vastgesteld met een generieke rekenmethode, uitgaande van weersituatie D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s) en een representatieve oppervlakteruwheid Z0 = 1 meter. Rekening moet worden gehouden met het feit dat de afstanden zijn berekend voor één representatieve stof en dat deze afhankelijk van de eigenschappen van de aanwezige stof kunnen verschillen. Voor meer informatie wordt verwezen naar het achtergronddocument, paragraaf 4.2 Tabel 1a: Effectafstanden LT 1 (toxisch) Hoeveelheid in grootste insluitsysteem [kg]
Afstand - letaal [m]
Afstand - gezondheidsschade [m]
2.000 5.000 10.000 20.000 50.000
25 40 65 100 170
180 310 480 720 1.300
Hoeveelheid in grootste insluitsysteem [kg]
Afstand - letaal [m]
Afstand - gezondheidsschade [m]
2.000 5.000 10.000 20.000 50.000
25 40 65 100 170
470 810 1.200 1.900 3.200
Afstand - letaal [m] 50 90 140 210 360
Afstand - gezondheidsschade [m] 1.100 1.800 2.800 4.200 7.200
Tabel 1b: Effectafstanden LT 2 (toxisch)
Tabel 1c: Effectafstanden LT 3 (toxisch) Hoeveelheid in grootste insluitsysteem [kg] 200 500 1.000 2.000 5.000
Tabel 1d: Effectafstanden LT 4 (toxisch) Hoeveelheid in grootste insluitsysteem [kg]
Afstand - letaal [m]
Afstand - gezondheidsschade [m]
200 500 1.000 2.000 5.000
310 540 810 1.200 2.100
870 1.500 2.300 3.500 6.000
(zie blad 3/3 voor de Risicoafstanden)
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK10, versie 3.1 oktober 2007
pag 2 van 3
Gevarenkaart nr. 10: (Zeer) Toxische vloeistoffen Risicoafstanden Generieke risicoafstanden voor LT 1, LT2, LT3 en LT4 zijn opgenomen in de tabellen 2a t/m 2d. Deze afstanden gelden vanaf het midden van de tankput (plas). De oppervlakte van de tankput is het voornaamste gegeven. Bij ontbreken van die informatie kan men eventueel de hoeveelheid van de grootste tank als indicator gebruiken. De tabellen 2a tot en met 2d geven de generieke afstand van de 10-6-contour vanaf het midden van de tankput, voor een put met 1 tank (1 insluitsysteem). Zie het achtergronddocument voor het geval er in de put meer tanks met toxische vloeistoffen staan. Tabel 2a/2b: Globale risicoafstanden voor LT1 en LT2 Hoeveelheid in het grootste insluitsysteem [kg]
Plasoppervlak (tankput) m2
Risicoafstand PR = 10-6 1 insluitsysteem
< ≤2.000 > < 2.001 – 5.000 > < 5.001 – 10.000> <10.001 - 20 000> <20.001 - 50 000>
500 1.000 2.000 5.000 10.000
25 30 50 80 115
Onderstaande tabellen 2c en 2d gelden voor een situatie tot maximaal 10 beladingen per jaar. Tabel 2c: Globale risicoafstanden voor LT3 Hoeveelheid in het grootste insluitsysteem [kg]
Plasoppervlak (tankput) m2
Risicoafstand PR = 10-6 1 insluitsysteem
< ≤200 > < ≤200 > < ≤200 > < 201 – 500 > < 501 – 1.000 > <1.001 – 2.000> <2.001 – 5.000>
10 20 50 100 200 500 1.000
8 20 25 40 50 80 130
Hoeveelheid in het grootste insluitsysteem [kg]
Plasoppervlak (tankput) m2
Risicoafstand PR = 10-6 1 insluitsysteem
< ≤200 > < ≤200 > < ≤200 > < 201 – 500 > < 501 – 1.000 > <1.001 – 2.500> <2.001 – 5.000>
10 20 50
30 45 50 80 120 170 210
Tabel 2d: Globale risicoafstanden voor LT4
100 200 500 1.000
LRI-gevaarlijke stoffen, bijlage 6, GK10, versie 3.1 oktober 2007
pag 3 van 3
BIJLAGE 7
Achtergronddocument
Het achtergronddocument bevat achtergronden bij de Leidraad Risico Inventarisatie- deel Gevaarlijke Stoffen.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 1
Achtergronddocument (AD) VERSIE 3.1, OKTOBER 2007
Achtergrondinformatie bij: de Leidraad Risico Inventarisatie-deel Gevaarlijke Stoffen
Opmerking bij versie 3.1 oktober 2007: - Tekstuele wijzigingen ten opzichte van versie 3.0 zijn weergegeven door middel van een gele accentuering. Verwijderde tekst ten opzichte van de vorige versie wordt aangeduid met (..). In de daarop volgende versie zal deze aanduiding zijn verwijderd.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 92
VOORWOORD Het voor u liggende document bevat achtergronden bij de Leidraad Risico Inventarisatie- deel Gevaarlijke Stoffen (LRI-GS). Dit document geeft een toelichting op (het ontstaan van) de selectiemethodiek en achtergronden van het instrumentarium. Hierbij komen onder andere toelichtingen op de bedrijfstyperingenlijst, groepskaarten en gevarenkaarten aan de orde.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 2 van 93
COLOFON Opdrachtgevers: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Directoraat-Generaal Veiligheid, Directie Crisisbeheersing, Den Haag mede namens: • het Ministerie van VROM; • het Interprovinciaal Overleg (IPO).
Bewerkingen van tekst en cijfermateriaal: Advies- en ingenieursbureau Oranjewoud / SAVE te Deventer nadere informatie: www.oranjewoud.nl en www.save.nl .
Verspreiding van het achtergronddocument en de bijbehorende gevarenkaarten: • via de websites: www.risicokaart.nl, www.risicoregister.nl, en http://risicokaartinvoer.nl • via de kennisbank Externe Veiligheid: www.relevant.nl (sinds 12 december 2006) • (eventueel ook) via de provinciale websites; • in zogenoemde pdf-bestanden (Acrobat-reader, versie 4 of hoger).
Toelichting Toelichting omtrent de Leidraad kunt u verkrijgen bij: • De contactpersoon van uw Provincie, of • Het RIVM, Centrum Externe Veiligheid te Bilthoven ([email protected]), of • De helpdesk van Infomil (www.infomil.nl) Wanneer u onvolkomenheden in de Leidraad aantreft kunt u deze melden bij uw Provinciale contactpersoon, het RIVM of Infomil. Zij zullen er zorg voor dragen dat relevante zaken bij de beheerder Oranjewoud/SAVE wordt gemeld ter verdere verwerking in een volgende versie. Disclaimer voor het achtergronddocument In de hoofdtekst van de LRI-GS staat een disclaimer voor de gehele Leidraad. Onderstaande tekst is een gedeelte hiervan. De reden hiervan is dat in de praktijk het achtergronddocument vaak separaat worden gebruikt. De ministeries van BZK en van VROM als eigenaren van de Leidraad Risico Inventarisatie (LRI) en de beheerder, Advies en ingenieursbureau Oranjewoud/SAVE, kunnen niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade van welke aard ook, als gevolg van het gebruik van de LRI.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 3 van 93
INHOUD
BLAD
VOORWOORD
2
COLOFON
3
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
INLEIDING 5 Aanleiding tot het opstellen van de LRI 5 Aanleiding tot het opstellen van het achtergronddocument 5 Status van 'Leidraad Risico Inventarisatie-Gevaarlijke Stoffen', het achtergronddocument en de gevarenkaarten 5 Begrippen 6 Leeswijzer achtergronddocument 6
2 2.1 2.2
METHODIEK Toepassingsgebied Totstandkoming en ontwikkeling van de selectiemethodiek
3 3.1 3.2 3.3
INSTRUMENTEN Bedrijfstyperingenlijst Groepskaarten Gevarenkaarten
8 8 14 16
4 4.1 4.2 4.3 4.4
MAATGEVENDE EFFECTEN EN SELECTIECRITERIA Uitgangspunten Formules voor berekening van effectafstanden Drempelwaarden Grondslagen van de drempelwaarden Risicokaart-relevant
21 21 22 29 33
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10
GEVARENKAARTEN Brandbare en oxiderende gassen (GK1) Brandbare vloeistoffen (GK2) Explosieve stoffen en scherfwerking (GK3) Grote branden (GK4) LPG-tankstations (GK5) Propaan en butaan (GK6) Stofexplosies (GK7) (Zeer) Toxische gassen (GK8) Toxische verbrandings- en reactieproducten (GK9) (Zeer) Toxische vloeistoffen (GK10)
47 50 57 60 64 67 69 73 75 81 87
REFERENTIELIJST Wetgeving PGS/CPR-publicaties Rapporten Overige
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
7 7 7
92 92 92 92 93
pag 4 van 93
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding tot het opstellen van de LRI
De verplichting voor het bevoegd gezag om een aantal omschreven risicosituaties te inventariseren, bepaalde gegevens daarvan vast te stellen en te registreren berust op artikel 6a van de WRZO (Ministerie van BZK) en de Wet milieubeheer (artikel 12.12). De Leidraad Risico Inventarisatie (LRI) beschrijft welke Risicosituaties geplaatst behoren te worden op de Risicokaart. Diverse bevoegde gezagen kunnen hiermee bepalen 'wat' moet worden geregistreerd. Tevens is de LRI een handvat 'hoe' de inventarisatie kan worden uitgevoerd. Men kan men met de Leidraad eveneens de registratie actueel houden. De LRI bestaat uit twee delen. Eén hiervan is het deel Gevaarlijke stoffen (GS). Het andere is het deel Overige Ramptypen (OR). De LRI-GS bestaat uit twee onderdelen, tab 01 Stationaire situaties met gevaarlijke stoffen en (..) tab 02 transportsituaties met gevaarlijke stoffen. Deze tab02 wordt begin 2008 verwacht. Meer over de opbouw van de (totale) LRI staat aangegeven in de hoofdtekst van de LRI-GS (tab 01).
1.2
Aanleiding tot het opstellen van het achtergronddocument
In de LRI-GS is een methodiek van selectie van risicosituaties met gevaarlijke stoffen geformuleerd samen met een methode om aan deze risicosituaties (generieke) kenmerken (zoals afstanden) toe te kennen ten behoeve van de registratie. Om de methodiek van deze onderdelen kort te formuleren is ervoor gekozen om de verantwoording van de uitgangspunten en gemaakte keuzen niet in de Leidraad-GS en de gevarenkaarten zelf op te nemen, maar in een apart document: het achtergronddocument.
1.3
Status van 'Leidraad Risico Inventarisatie-Gevaarlijke Stoffen', het achtergronddocument en de gevarenkaarten
De in de Leidraad-GS beschreven selectiemethodiek is slechts een hulpmiddelen voor het bevoegd gezag. De Risicokaart-relevante drempelwaarden die in de LRI-GS zijn opgenomen) zijn inmiddels wettelijk verankerd. Deze drempelwaarden staan in figuur 1.1.3, hoofdtekst, tab 01. Tevens zijn deze opgenomen in dit achtergronddocument (figuur 1.4.9). Echter hier is tevens (in het rood) gemarkeerd wat de verschillen zijn ten opzichte van een vorige versie. (..) Van de geselecteerde risicosituatie moet risicoafstanden worden bepaald. Eventueel kunnen ook effectafstanden worden bepaald. Niet van alle risicosituaties met gevaarlijke stoffen zijn deze gegevens specifiek bekend. Overigens geldt dat de effectafstanden op advies van het AIVD niet meer zijn opgenomen in het Registratiebesluit en de Regeling provinciale risicokaart. Daarom zijn deze facultatief geworden en worden ze niet meer op de publieke Risicokaart getoond. De gevarenkaarten bieden de inventariseerder een hulpmiddel voor het op een generieke wijze bepalen (schatten) van deze gegevens, zodat ze ook in het registratiesysteem kunnen worden ingevuld. LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 5 van 93
De methodiek zelf is derhalve slechts een hulpmiddel voor het bevoegd gezag en legt het bevoegd gezag geen verplichtingen op.
1.4
Begrippen
De begrippen die relevant zijn voor de methodiek, zijn opgenomen in de begrippenlijst. Deze is in de Leidraad Risico Inventarisatie- deel Gevaarlijke Stoffen geplaatst als bijlage 2.
1.5
Leeswijzer achtergronddocument
In grote lijnen bestaat het achtergronddocument uit vier delen, die toelichting geven op: • de selectiemethodiek • de instrumenten die tot de selectiemethodiek behoren; • de drempelwaarden die uiteindelijk bepalen welke stationaire risicosituaties Risicokaartrelevant zijn en (verplicht) moeten worden ingevoerd in het RRGS; • de gevarenkaarten. In hoofdstuk 2 wordt alleen aandacht besteed aan het tot stand komen van de methodiek. De methodiek zelf wordt behandeld in hoofdstuk 2 van de hoofdtekst van de LRI-GS. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de instrumenten die zijn ontwikkeld voor de methodiek. De methodiek omvat drie instrumenten die in afzonderlijke paragrafen worden toegelicht. Eerst wordt de totstandkoming van de bedrijfstyperingenlijst behandeld (3.1). Daarna worden de zogenoemde groepskaarten beschouwd (3.2). In de laatste paragraaf worden de gevarenkaarten in algemene zin geïntroduceerd (3.3). Ten aanzien van de kaarten worden zowel algemene opmerkingen inzake de opbouw van de kaart als specifieke zaken over verschillende soorten afstanden. Tevens is een overzicht toegevoegd dat aangeeft in welke tabellen van de gevarenkaarten kan worden geïnterpoleerd en hoe (zie paragraaf 3.2.6, figuur 1.3.4). In hoofdstuk 4 staan maatgevende effecten en selectiecriteria centraal. Deze hebben betrekking op zowel de gevarenkaarten als de drempelwaarden Risicokaart-relevant. In dit hoofdstuk wordt van deze drempelwaarden tevens toegelicht wat de grondslagen zijn. In hoofdstuk 5 tenslotte, worden de gevarenkaarten 1 t/m 10 specifiek toegelicht. Het doel hiervan is tweeledig. Op de eerste plaats het documenteren van de herkomst van de generieke effect- en risico-afstanden die op de gevarenkaarten voorkomen. Verder bevat hoofdstuk 5 informatie die de inventariseerders kan helpen bij het oplossen van interpretatieproblemen. Hoofdstuk 5 veronderstelt overigens dat betrokkenen redelijk zijn ingewerkt op het gebied van de externe veiligheid.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 6 van 93
2
METHODIEK
2.1
Toepassingsgebied
De 'Leidraad Risico Inventarisatie-deel Gevaarlijke Stoffen'. Kortweg LRI-GS bestaat uit twee onderdelen. Dit zijn: LRI-GS; Stationaire situaties => gepositioneerd in de LRI onder tab01 LRI-GS; Transport situaties => gepositioneerd in de LRI onder de (toekomstige) tab02. Dit onderdeel van de LRI bestaat nog niet. De beide LRI-GS onderdelen die zich bevinden onder tab 1 en tab 2 corresponderen met de ramptypen 4, 5 en 6 van de Leidraad Maatramp. Ramptype 6 ‘ongeval met radioactieve stof’ is overigens nog niet in de LRI-GS uitgewerkt. Het achtergronddocument geeft (alleen) informatie over : tab01 LRI-Gevaarlijke Stoffen; Stationaire situaties Aanvulling op de selectiemethodiek voor Transportsituaties wordt begin 2008 verwacht.
2.2
Totstandkoming en ontwikkeling van de selectiemethodiek
De Leidraad en de selectiemethodiek zijn, onder andere, tot stand gekomen aan de hand van interviews met mogelijke gebruikers. Daarnaast is gebruik gemaakt van inhoudelijke kennis van experts op het gebied van externe veiligheid. De verschillende hulpmiddelen die bij de beoordeling gebruikt worden (bedrijfstyperingenlijst en kaarten) zijn niet statisch: deze kunnen en moeten in de loop der jaren verder worden ontwikkeld. Dit kan resulteren in nieuwe groepen op de bedrijfstyperingenlijst en (indien beoordeeld als verhoogd gevaar) nieuwe groepskaarten, Ook zal er sprake zijn van een verfijning van de bestaande groepskaarten en bedrijfstyperingenlijst. Eveneens zal er ontwikkeling van de gevarenkaarten plaats vinden. Op deze wijze kan nauw worden aangesloten bij de meest recente inzichten op het gebied van risico's en effecten en de vigerende wet- en regelgeving. Wanneer inzichten in het risico van een activiteit in algemene zin en/of wet- en regelgeving wordt gewijzigd, verdient het aanbeveling om de methodiek nogmaals te doorlopen om zo de beoordeling (wel of geen verhoogd gevaar, Enkel hulpdienstrelevant of Risicokaart-relevant) actueel te houden. De drempelwaarden voor Risicokaart-relevant zijn in de loop van de tijd gewijzigd. Op 24 augustus 2004 is tussen de Ministeries van BZK, VROM, VNG en het IPO een enigszins aangepaste drempelwaardentabel overeengekomen. Deze is in de LRI-GS versie 1.1 oktober 2004 gepubliceerd als 'Drempelwaarden 2004'. Praktijk ervaringen in 2004-2005 hebben er toe geleid dat de drempelwaardentabel Risicokaart-relevant op onderdelen is aangepast. Deze drempelwaardentabel Risicokaart-relevant is, samen met een verwoording van de grondslagen, opgenomen in de LRI-GS sinds versie 2.0 augustus 2005. In dit achtergronddocument (paragraaf 4.4) staan ook de oude versies van de drempelwaarden (tabel 2003 en tabel 2004). Sinds maart/april zijn het Registratiebesluit externe veiligheid en de Regeling provinciale risicokaart in werking getreden. Dit heeft gemaakt dat formulering van de Risicokaart-relevante drempelwaarden nog eens tegen het licht zijn gehouden. De aangebracht wijzigingen in de drempelwaardentabel staan aangegeven in figuur 1.4.9 van dit achtergronddocument. LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 7 van 93
3
INSTRUMENTEN
Elke bedrijfsactiviteit doorloopt in de selectiemethodiek de volgende stappen: • Stap 1: Groepering, d.w.z. het indelen van de activiteit in een bepaalde groep; • Stap 2: Eerste selectie, waarbij voor elke groep is bepaald of de activiteit 'verhoogd gevaar' met zich meebrengt; • Stap 3: Tweede selectie, waarbij wordt bepaald of de activiteit Enkel hulpdienstrelevant is of externe veiligheidsrelevant; • Stap 4: Eerste bewerking, waarbij toetsings-, effect- en risicoafstanden worden bepaald; • Stap 5: Tweede bewerking, waarbij de RRGS-categorie wordt bepaald In dit hoofdstuk is toegelicht welke instrumenten hiervoor beschikbaar zijn, en wat de achtergronden zijn bij de totstandkoming van deze instrumenten. Met name gaat het dan om: de bedrijfstyperingenlijst: zie paragraaf 3.1; de groepskaarten: zie paragraaf 3.2; de gevarenkaarten: zie paragraaf 3.3.
3.1
Bedrijfstyperingenlijst
3.1.1 Doel De bedrijfstyperingenlijst is een instrument dat wordt gebruikt in stap 1 van de selectiemethodiek. Het doel van de indeling van activiteiten in groepen is het identificeren van potentieel gevaar op groepsniveau om vervolgens een eerste, grove selectie van risicovolle activiteiten te maken. De indeling en beoordeling van de groepen heeft primair plaatsgevonden op basis van kwalitatieve criteria, zoals bijvoorbeeld beschrijvingen in 'BAT reference documents' of het Handboek Milieuvergunningen. 'Kwalitatieve criteria' zijn met name de aan- of afwezigheid van gevaarlijke stoffen. Als gevaarlijke stoffen aanwezig kunnen zijn, vindt vervolgens een beoordeling plaats op basis van de hoeveelheid van deze gevaarlijke stof. Met name is gekeken of de hoeveelheid in algemene zin dusdanig laag (of hoog) is dat effectafstanden van minder (of meer) dan 50 meter niet (of wel) worden overschreden.
3.1.2 Uitgangspunten De 'selectie op groepsniveau' brengt zowel voordelen als nadelen met zich mee. De belangrijkste voordelen zijn dat de eerste selectie zeer eenvoudig is, en dat een grote hoeveelheid activiteiten zonder noemenswaardig gevaar in een vroeg stadium worden afgevoerd. Het gros van de activiteiten op een brutolijst wordt in deze selectiestap afgevoerd naar de lijst 'Geen verhoogd gevaar'. De methodiek blijft hierdoor qua 'aantallen' praktisch hanteerbaar voor de inventariseerder, omdat de methodiek zich richt op de relatief kleine groep activiteiten die verhoogd gevaar met zich meebrengen. Het nadeel van deze generalistische benadering is dat risicovolle activiteiten in een 'geen verhoogd gevaar - groep' met onderhavige selectiemethodiek niet worden geïdentificeerd. Denk bijvoorbeeld aan de groep 'Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij' of 'Gebouwen met een openbare publieksfunctie'. Voorbeelden van activiteiten die als gevolg van deze keuze niét LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 8 van 93
worden geïnventariseerd zijn: een akkerbouwbedrijf met meer dan 400 kg bestrijdingsmiddelen of een bibliotheek met een kleine drukkerij met oplosmiddelen. Om zoveel mogelijk aan dit nadeel tegemoet te komen moet bij twijfel (zoals bij bovenstaande gevallen) een activiteit worden ingedeeld in een groep 'met verhoogd gevaar'. Desondanks blijft het mogelijk dat risicovolle activiteiten onterecht op de lijst 'Geen verhoogd gevaar' komen of staan. Om deze reden wordt door de opstellers en werkgroep (bestaande uit het RIVM en de Provincie Zuid-Holland), betrokken bij de totstandkoming van deze methodiek, aanbevolen om de lijst 'Geen verhoogd gevaar' een bijzondere status mee te geven. Hier wordt mee bedoeld dat activiteiten op deze lijst niét per definitie 'voor altijd' zonder verhoogd gevaar zijn. Veranderende inzichten of wet- en regelgeving kan het mogelijk maken dat opnieuw de lijst moet worden beoordeeld op wel of geen verhoogd gevaar. In combinatie hiermee wordt aanbevolen om de gehanteerde selectiemethodiek, in casu de groepsindeling en beoordeling 'wel/geen verhoogd gevaar' over een bepaalde periode te evalueren en eventueel herzien aan de hand van opgedane ervaringen. Hiertoe is in dit achtergronddocument een beschrijving te geven van de criteria die en rol hebben gespeeld bij de beoordeling op groepsniveau. Ook andere wijzen van groepsindeling zijn overwogen, zoals bijvoorbeeld een indeling in groepen die aansluit bij potentieel gevaarlijke activiteiten in een bedrijf, zoals 'lassen met behulp van brandbare gassen' of 'opslag gevaarlijke stoffen (conform PGS 15)'. Dergelijke methodieken sluiten over het algemeen slecht aan bij de wijze waarop bedrijven in bestanden (op een brutolijst) staan vermeld. Dit zou in de eerste selectie te veel detailonderzoek vergen. Dit detailonderzoek wordt met behulp van de groepskaarten pas in de tweede selectie uitgevoerd, voor een kleinere groep activiteiten (in de eerste selectie zijn de bedrijven zonder verhoogd gevaar immers al afgevallen). Activiteiten of gevaarlijke stoffen bij particulieren zijn in zoverre onderdeel van de inventarisatie (selectiemethodiek en bedrijfstyperingenlijst) als dit bedrijfsmatig gebeurt, en in principe een Wm-vergunning aanwezig is. Denk bijvoorbeeld aan propaantanks. In het inrichtingen en vergunningenbesluit (Ivb) van de Wm zijn bij bepaalde categorieën van inrichtingen minimale hoeveelheden van milieugevaarlijke stoffen genoemd. Wanneer deze minimale hoeveelheden niet worden overschreden wordt de activiteit door de Wm impliciet als niet milieurelevant beschouwd.
3.1.3 Beschrijving De bedrijfstyperingenlijst bevat de meerdere kolommen: • een kolom met voorbeeld activiteiten. Met behulp van het voorbeeld kan op eenvoudige wijze in kolom 2 de corresponderende groep worden afgelezen, dus in welke groep de activiteit per definitie is ingedeeld; • een kolom met groepsnamen: in totaal zijn er 35 groepen; • een kolom met de naam 'eerste selectie' oftewel 'ja' of 'nee' verhoogd gevaar. Bij 27 groepen moet ervan worden uitgegaan dat alle betrokken inrichtingen 'verhoogd gevaar' met zich meebrengen (=ja). De resterende 8 groepen zijn beoordeeld als 'geen verhoogd gevaar' (=nee). In een enkel geval is bij de vermelding 'nee' een voetnoot op genomen waarin wordt gewezen op de mogelijkheid dat dergelijke (bedrijfs)activiteiten in de praktijk soms toch gevaarlijke stoffen hebben opgeslagen of gebruiken. In een derge-
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 9 van 93
lijk geval moet deze (bedrijfs)activiteit wel worden meegenomen en uiteindelijk getoetst aan de drempelwaarden Risicokaart-relevant. De identificatie van groepen en het samenstellen van de bedrijfstyperingenlijst is gebaseerd op de SBI1-indeling (inclusief BIK2) aangevuld met diverse typeringen cq. voorbeelden gebaseerd op een aantal projecten3 die vooraf zijn gegaan aan dit project, en de resultaten van de eerste selectie conform deze landelijke risico-inventarisatiemethodiek in de Provincie Zuid-Holland. De in bijlage 3 van de LRI-GS opgenomen bedrijfstyperingenlijst is op twee wijzen gesorteerd: 3a – Bedrijfstyperingenlijst – alfabetisch gesorteerd op bedrijfstypering 3b – Bedrijfstyperingenlijst – gesorteerd op SBI-aanduiding Van diverse bedrijfstypen is in de loop van de tijd (extra) informatie verzameld over bijzondere situaties. De inventariseerder wordt geadviseerd alert te blijven op bijzondere situaties die door deze generieke aanpak wellicht verkeerd beoordeeld zouden kunnen worden. Bij twijfel wordt geadviseerd contact op te nemen met de Provinciale contactpersoon. Deze is in staat te beschikken over de meest recente (extra) informatie over bedrijfsactiviteiten en gevaarlijke stoffen die landelijk beschikbaar is gekomen als gevolg van praktijkervaringen. Er zijn initiatieven bekend om hiervoor t.z.t. een (landelijke) voorziening te treffen zodat de inventariseerder gemakkelijk(er) over dergelijke kennis kan beschikken
3.1.4 Groepen en activiteiten zonder verhoogd gevaar De overwegingen die geleid hebben tot het oordeel dat activiteiten in een bepaalde groep geen verhoogd gevaar voor de omgeving veroorzaken, zijn weergegeven in 3.1. Algemeen: Bij de bepaling van 'geen verhoogd gevaar' is het Pareto-principe '80/20 regel' toegepast. Dit houdt in dat voor de meeste gevallen in 20% van de tijd 80 % van de werkzaamheden kan worden verricht. Omgekeerd geldt hierbij dat de laatste 20% van de werkzaamheden in veel gevallen 80% van de tijd vergt. Dit is gedaan om de methode praktisch hanteerbaar te houden en niet onnodig veel inrichtingen te inventariseren waar doorgaans geen gevaar van te verwachten is. Het kan dus voorkomen dat in een groep 'geen verhoogd gevaar' toch activiteiten met grotere hoeveelheden gevaarlijke stoffen voorkomen. De inventariseerder zal dit alleen kunnen opmerken als deze specifieke informatie van de inrichting heeft.
1 2 3
SBI=Standaard Bedrijfs Indeling (van Centraal Bureau voor Statistiek). Bedrijfs Indeling KvK (van de Kamers van Koophandel). Met name betreft dit het project 'Risico-inventarisatie Provincie Utrecht', en de inrichtingenlijst zoals gebruikt bij het project 'Registratieplicht' in opdracht van het Ministerie van VROM.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 10 van 93
Activiteiten 'Geen verhoogd gevaar'
Groep
Overwegingen
(Detail) Handel en recreatie (overig)
Externe veiligheidsrisico's zijn door de afwezigheid van gevaarlijke stoffen in principe niet aanwezig ('handel'), of relatief beperkt aanwezig, zodat geen effecten op meer dan 50 meter te verwachten zijn. Voorbeelden van activiteiten met doorgaans kleine hoeveelheden gevaarlijke stoffen zijn campings met een kleine voorraad campinggas, een grafisch bedrijf met een kleine voorraad chemicaliën. Aanverwante activiteiten waar wel grotere hoeveelheden gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, zijn ingedeeld in met name: • batchchemie • zwembaden, (kunst-) ijsbanen en skibanen • tuinbouw en bouwnijverheid
Dienstverlening
Externe veiligheidsrisico's zijn door de afwezigheid van gevaarlijke stoffen in principe niet aanwezig. Het gaat in deze groep met name om gebouwen waar veel mensen aanwezig kunnen zijn, en geen ongevallen met gevaarlijke stoffen conform maatramptype 4, 5 of 6.
Gebouwen met een openbare publieksfunctie
Externe veiligheidsrisico's zijn door de afwezigheid van gevaarlijke stoffen in principe niet aanwezig. Deze groep 'Gebouwen met een publieksfunctie' betreft met name gebouwen, bijvoorbeeld bibliotheek, bioscoop, gevangenis, of stadhuis, met als maatgevend kenmerk de aanwezigheid van veel mensen. De calamiteiten, die zich daar voor kunnen doen, betreffen geen rampen zoals bedoeld in de selectiemethodiek van maatramptype 4, 5 of 6. Twijfel kan ontstaan bij een spoorwegstation waar gevaarlijke goederen gerangeerd worden, op dat moment is de groepskaart 'Emplacementen' van toepassing, zodat de activiteit wel geselecteerd wordt.
Gezondheidszorggebouwen
Gezondheidszorggebouwen komen qua risico's sterk overeen met dienstverlening en gebouwen met een openbare publieksfunctie. Het betreft geen locaties waar ongevallen met gevaarlijke stoffen conform maatramptype 4, 5 of 6 kunnen voorkomen. Ziekenhuizen hebben in principe 'verhoogd gevaar', met name vanwege de mogelijke aanwezigheid van zuurstof, andere (brandbare, inerte) gassen, of opslag van gevaarlijke stoffen (b.v. farmaceutische producten). Daarnaast is radioactiviteit een bijzonder aandachtspunt vanwege het zogenaamde late stochastisch effect. Er is een aparte groepskaart 'Ziekenhuizen' beschikbaar.
Land- en bosbouw, veehouderij en fokkerij
Deze groep betreft bedrijven die weliswaar groot in oppervlak kunnen zijn, maar qua extern veiligheidsrisico niet relevant zijn omdat er geen selectiecriteria van toepassing zijn. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat er in principe minder dan 400 kg bestrijdingsmiddelen aanwezig is, en dat eventuele grotere hoeveelheden hetzij meteen of in ieder geval binnen 24 uur worden verwerkt, bijvoorbeeld uitgestrooid. Onder de groep 'Tuinbouw en (Bouw)bedrijven' en 'Vervaardiging van voedingsmiddelen, drank en tabak', die wel als potentieel gevaarlijk zijn geïdentificeerd, kunnen de agrarische bedrijven vallen die verhoogd gevaarlijk zijn, door een meer (agro)industrieel karakter. De scheiding tussen de bedrijven in de groep Land- en bosbouw en genoemde potentieel gevaarlijke groepen, dient eerder te geschieden op basis van de activiteiten dan op basis van de naam. Dit is ter
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 11 van 93
beoordeling aan degene die de selectie uitvoert. Bij twijfel kan de activiteit bij 'verhoogd gevaar' worden ingedeeld en in de tweede selectie nauwkeurig worden beoordeeld. In de praktijk blijkt dat sommige bedrijven in deze groep toch één of meer gevaarlijke stoffen kunnen bezitten.Wanneer dit bij de plaatselijke (vergunningsof handhavings)ambtenaar bekend is, is het van belang deze bedrijven door te laten gaan naar de tweede selectie en uiteindelijk te toetsen aan de drempelwaarden Risicokaart-relevant. In de bedrijfstyperingenlijst wordt hierop gewezen door een markering 'Nee*'. Logies-, maaltijden- en drankenverstrekking
Externe veiligheidsrisico's zijn door de afwezigheid van gevaarlijke stoffen in principe niet aanwezig (..) of relatief beperkt aanwezig, zodat geen effecten op meer dan 50 meter te verwachten zijn. Deze groep wordt met name gekenmerkt door activiteiten waar veel bezoekers kunnen zijn, maar het soort ramp dat voor deze groep een risico vormt, een brand, sluit niet aan bij de ramptypes 4, 5, en 6 uit de leidraad Maatramp.
Metaal, koude verwerking
In deze bedrijfstak is in principe uitsluitend sprake van koude bewerking en verwerking (vervorming) van metaal. Dit gebeurt doorgans met mechanische methoden en middelen, zoals bijvoorbeeld walsen, persen, stansen, knippen en zetten. In deze bedrijven wordt meestal een beperkte hoeveelheid gevaarlijke stoffen gebruikt, zoals wals en snijolie. Doorgaans is de totale hoeveelheid gevaarlijke stoffen minder dan 10 ton, en minder dan 1.000 kg brandbare gassen. Indien meer activiteiten ontplooid worden, bijvoorbeeld grootschalig ontvetten of lassen, zijn al snel andere groepskaarten, zoals 'Oppervlaktebehandeling' of 'Vervaardiging van metaal, warme verwerking' van toepassing, waarbij in principe wel verhoogd gevaar aanwezig is. Deze scheiding tussen niet gevaarlijke bedrijven en verhoogd gevaarlijke bedrijven, dient eerder te geschieden op basis van de activiteiten dan op basis van de naam. Dit is ter beoordeling aan degene die de selectie uitvoert. Wederom nauwkeurige beoordeling van metaalactiviteiten, om te voorkomen dat de activiteit onterecht in een 'ongevaarlijke' groep wordt ingedeeld.
Figuur 1.3.1:
Overzicht activiteiten 'Geen verhoogd gevaar'
Activiteiten die onder bovengenoemde groepen vallen zullen niet verder worden beoordeeld. Zij zijn immers op voorhand aangemerkt als 'Geen verhoogd gevaar'.
3.1.5 Groepen en activiteiten met verhoogd gevaar De activiteiten die in principe een verhoogd gevaar met zich meebrengen, en derhalve beoordeeld moeten worden, zijn weergegeven in onderstaande tabel. Op de betreffende groepskaart is toegelicht welke uitgangspunten en toepassingsgebied aan de grondslag van elke groepskaart hebben gelegen. Het gaat om de volgende 28 groepskaarten samengevat in tabel 3.2.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 12 van 93
Activiteiten met verhoogd gevaar
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.
Afvalbewerking, verwerking en opslag Batchchemie Defensie #) Elektrische machines en apparaten Gasdrukregel- en meetstations Gassen Glas, aardewerk, cement, kalk en gips Grondstoffen voor de chemie Hout, meubels, papier en karton Kernenergie-inrichting #) Kunststof en rubber Metaal, productie Metaal, warme verwerking Mijnbouwwet inrichtingen #) Overige grondstoffen winning (zand, kalk, mergel, enzovoort) Ontplofbare stoffen Oppervlaktebehandeling Productie, distributie van elektriciteit, aardgas en (afval)water Spoorwegemplacementen #) Spuitbussen Tankstations Textiel, kleding en leer Transport en opslag Tuinbouw en bouwnijverheid Voedingsmiddelen, drank en tabak Vuurwerk Ziekenhuizen Zwembaden, kunstijsbanen en skibanen
Figuur 1.3.2: #)
Overzicht activiteiten met verhoogd gevaar
Vier groepskaarten zijn (nog) niet beschikbaar. (..)
De in figuur 1.3.2 vermelde activiteiten zijn om de volgende redenen als potentieel gevaarlijk aangemerkt: 1. In alle groepen komen bedrijven voor, waar potentieel een ramp met gevaarlijke stoffen kan ontstaan. Of er potentieel sprake is van een relevante mate van schade buiten de inrichting kan in eerste instantie bepaald worden aan de hand van selectiecriteria. De mate waarin deze schade mogelijk is kan aan de hand van de gevarenkaarten worden bepaald. 2. Categorieën A t/m N en Defensie-inrichtingen1 zoals bedoeld in het Registratiebesluit kunnen voorkomen binnen deze activiteiten.
1
De categorie-indeling die in dit document wordt gehanteerd, is afgestemd op de in gebruik zijnde versie van het invoersysteem van het RRGS (= release 2, oktober 2004). Dit komt dus niet noodzakelijkerwijs overeen met de nieuwste versie van het Registratiebesluit [40].
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 13 van 93
3.2
Groepskaarten
3.2.1 Doel Voor elke groep bedrijven met verhoogd gevaar is een groepskaart opgesteld. Het doel van de groepskaart is om de inventariseerder een beeld te geven van de activiteit, en met name de gevaarsbepalende kenmerken, met als doel om hem of haar te helpen de juiste selectiecriteria te selecteren en toe te passen. Op de groepskaart staan diverse typische voorbeelden, een korte toelichting op de groep en de meest voorkomende selectiecriteria. De groepskaart is met name voor ondersteuning van de tweede selectie, waarbij met behulp van selectiecriteria de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen wordt geïnventariseerd. Indien de activiteit aan een selectiecriterium voldoet is er sprake van een activiteit met een Externe Veiligheidsrelevantie en moeten in vervolgstappen toets-, risico- en effectafstanden worden bepaald. Indien het bedrijf aan geen enkel selectiecriterium voldoet is de activiteit 'Enkel hulpdienst relevant'.
3.2.2 Opzet De groepskaart kent de volgende indeling: 1. Toepassing: een omschrijving van bedrijven en activiteiten die in het toepassingsgebied vallen, met een aantal typerende voorbeelden 2. Selectiecriteria: in dit blok zijn de selectiecriteria opgenomen die in deze groep veelvuldig voorkomen. Overschrijding van één of meer selectiecriteria houdt in dat de activiteit relevant is voor (afbeelding op) de Risico-kaart (= selectiecriterium 'Risicokaartrelevant'). In dat geval wordt een effectafstand letaal, op basis van 1% letaliteit, van 50 meter of meer bereikt. Tenzij andere overwegingen hebben meegespeeld. Meer informatie hierover staat bij de grondslagen (paragraaf 4.4) Indien het bedrijf niet op de lijst 'Geen verhoogd gevaar' voorkomt is de activiteit 'Enkel hulpdienst relevant'. 3. Relevante effecten en gevarenkaarten: in dit blok is beschreven welke effecten bij een calamiteit kunnen ontstaan, indien aan bepaalde selectiecriteria wordt voldaan. 4. De tabel 'Relevante effecten en gevarenkaarten'. In deze tabel zijn de voor deze groep typerende selectiecriteria blauw gearceerd en zijn meest relevante effecten af te lezen. Daarnaast is aangegeven met welke gevarenkaarten de relevante toetsings-, effect- en risicoafstanden kunnen worden bepaald. (..)
3.2.3 Aansluiting met de volgende stap Door de sequentie groeps- naar gevarenkaart wordt een logische stap gezet van de activiteit op groepsniveau naar de afstanden die voor individuele activiteiten kunnen gelden. Na beoordeling dat de activiteit op groepsniveau een verhoogd gevaar heeft volgt toetsing van selectiecriteria op individueel niveau. In de tabel op de groepskaart is het meest relevante effect weergegeven dat tot verhoogd gevaar voor de omgeving kan leiden. De toetsings-, risico- en effectafstanden van dit effect kunnen op de aangegeven gevarenkaart worden bepaald.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 14 van 93
Toetsingsafstanden volgend uit wet- en regelgeving, die te maken hebben met een specifieke stof of het effect dat daaruit voortvloeit zijn op de betreffende gevarenkaart aangegeven. Bij eventuele wijziging van deze wet en regelgeving en eventuele afstanden die in deze regelgeving staan vermeld hoeft slechts de betreffende gevarenkaart te worden aangepast. Op deze manier wordt door het voorkomen van meervoudige weergave van gelijke informatie de omvang van de totale methodiek beperkt gehouden.
3.2.4 Bronnen Voor de meeste groepen geldt dat de volgende bronnen zijn gebruikt bij de vaststelling van de omschrijving en toelichting van de groep. Specifieke regelgeving, circulaires en richtlijnen Zie de beschrijvingen van en verwijzingen op de groepskaarten. Publicatiereeks Gevaarlijke stoffen (voorheen CPR-richtlijnen) De Publicatiereeks Gevaarlijke stoffen (PGS-reeks) heeft de CPR-richtlijnen in januari 2006 vervangen 1. De publicaties in de PGS-reeks zijn adviezen aan het bevoegd gezag en worden van kracht als hij de adviezen overneemt in onder meer vergunningen en algemene regels. De PGS-reeks kan worden aangemerkt als (technische) deskundigenrichtlijnen: zij zijn gebaseerd op een specifieke deskundigheid en appelleren aan datgene wat, gelet op de stand van de expertise op een bepaald terrein het meest rationele beleid is. Op grond van artikel 3:2 Awb (Algemene Wet bestuursrecht) moet een bestuursorgaan een inventarisatie maken van alle relevante feiten en belangen. Ingevolge artikel 3:4 Awb moeten die belangen worden afgewogen en moet deze afweging voldoen aan de eis van evenredigheid. Indien een richtlijn als het ware al een norm geeft voor zorgvuldigheid, voor wat in een zaak de relevante belangen zijn en welke nadelen als onevenredig dienen te worden bestempeld, dan zal het bestuursorgaan daar op zijn minst rekening mee moeten houden. Een bepaalde deskundigenrichtlijn zou men dan kunnen zien als een deskundigenadvies op voorhand. Natuurlijk kan een bestuursorgaan daarvan afwijken, maar dan zal hij zich toch vaak moeten kunnen beroepen op contra-expertise om niet in strijd met het motiveringsbeginsel te handelen. Gezien het bovenstaande kan het bevoegd gezag niet voorbijgaan aan relevante deskundigenrichtlijnen. Om deze reden zijn de standaard-afstanden die uit de verschillende PGS-richtlijnen kunnen worden gehaald opgenomen in de methodiek. Opgemerkt moet worden dat voor de in de LRI gehanteerde berekeningen wordt verwezen naar CPR 18 (het "Paarse boek"), versie 1999 (Engelse versie of 2000 Nederlandse versie). Hiervoor is gekozen omdat de vervanger (PGS 3) nog niet formeel is verschenen ten tijde van verschijnen van versie 3.1 van de LRI.
1
Let op: Als gevolg van het opheffen van de Commissie Preventie van Rampen (CPR) zijn de CPRrichtlijnen in 2006 omgezet naar PGS-richtlijnen.(PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen). Opgemerkt moet worden dat een deel van de CPR-richtlijnen direct is omgezet in een PGS. Een ander deel is/wordt in gewijzigde vorm omgezet. Hiervan is de PGS 15 (voormalig CPR 15) reeds van kracht. In dit document is waar nodig de status en geldigheid van specifieke PGS publicaties benoemd.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 15 van 93
Expert beoordeling De groepskaarten groeperen activiteiten op een generiek niveau. Beschrijvingen van bedrijfstakken op een dergelijk algemeen en generiek niveau zijn niet in de literatuur te vinden. Om groepskaarten te maken en relevante selectiecriteria te bepalen op zo'n algemeen niveau, is gebruik gemaakt van expert beoordeling, om goede afstemming te hebben met praktijksituaties. Dit voorkomt groepskaarten die te algemeen zijn en in feite geen aanvullende informatie geven of te specialistisch zijn en slechts voor een zeer beperkt aantal gevallen op gaan.
3.3
Gevarenkaarten
Er zijn 10 inhoudelijke gevarenkaarten, in alfabetische volgorde: 1. Brandbare en oxiderende gassen 2. Brandbare vloeistoffen 3. Explosieve stoffen en scherfwerking 4. Grote branden 5. LPG-tankstations 6. Propaan en butaan 7. Stofexplosie 8. (Zeer) Toxische gassen 9. Toxische verbrandings- en reactieproducten 10. (Zeer) Toxische vloeistoffen. Daarnaast is er in de vorm van Gevarenkaart 0 een algemene toelichting op de systematiek.
3.3.1 Doel Aan de hand van de gevarenkaarten vindt de eerste en tweede bewerking plaats (stap 4 en 5). Met behulp van de gevarenkaarten 1 tot en met 10 kunnen op een generieke wijze risico- en effectafstanden worden bepaald ten behoeve van de Risicokaart en het Register Risicosituatie Gevaarlijke Stoffen. Dit is bedoeld voor risicobronnen waarvan geen specifiek bepaalde risicoof effectafstand beschikbaar is, of waarvan de beschikbare gegevens niet corresponderen met de uitgangspunten die in dit verband gelden. 3.3.2 Algemene opbouw van de gevarenkaarten Elke inhoudelijke gevarenkaart kent de volgende opbouw: • toepassingsgebied en definities; • toetsingsafstanden: meest relevante afstanden uit wetgeving, normen en of richtlijnen; • effectafstanden: bepaald uit de hoeveelheid gevaarlijke stof; • risicoafstanden: de afstand tot de PR = 10-6 contour.
3.3.3 Toepassingsgebied Op elke gevarenkaart staat het specifieke toepassingsgebied vermeld. In het algemeen geldt: De gevarenkaarten richten zich uitsluitend op stationaire activiteiten. De gevarenkaarten zijn in principe niet van toepassing op:
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 16 van 93
inrichtingen en installaties die vallen onder het BRZO (zowel VR- als PBZObedrijven). • vergunningsituaties, zoals bijvoorbeeld in het kader van de Wet milieubeheer. Oftewel: de gevarenkaarten zijn niet bedoeld als criteria in het kader van vergunningverlening. Bijvoorbeeld het bepalen of wel/niet een vergunning nodig is en/of het bepalen van een afstand om in een vergunning op te nemen. Eén en ander afgezien van de wettelijke afstanden in de gevarenkaarten. In sommige van deze gevallen echter, is het niet noodzakelijk om een QRA te maken, en kan toch gebruik worden gemaakt van de gevarenkaarten. •
Verder zijn de gevarenkaarten niet van toepassing op activiteiten die onder de drempelwaarde Risicokaart-relevant blijven. Zie verder: 'Uitgangspunten voor het toepassen van de gevarenkaarten'.
Invoersysteem Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen Hulpdienst relevante bedrijven/activiteiten Facultatief Toepassingsgebied gevarenkaarten
Drempelwaarde Risicokaart relevant
Figuur 1.3.3:
Drempelwaarde EV-relevant
PBZO-grens van BRZO
Toepassingsgebied van de gevarenkaarten in relatie tot de selectie Risicokaart-relevant
3.3.4 Indicatieve bovengrens De bovengrens aan het toepassingsgebied van de gevarenkaarten is in veel gevallen de PBZOgrens van het BRZO en soms een specifieke grens vermeld op de gevarenkaart. De gevarenkaarten gelden in principe niet voor inrichtingen en installaties die vallen onder de werkingssfeer van het BRZO, dus ook niet voor PBZO-bedrijven. Voor deze activiteiten is het noodzakelijk dat de effect- en risicoafstanden op een andere (specifieke) wijze worden bepaald. Voor de VR-plichtige bedrijven is doorgaans een kwantitatieve risico analyse (QRA) uitgevoerd en een veiligheidsrapport (VR) opgesteld. Voor de PBZO-bedrijven zullen vergelijkbare, enigszins vereenvoudigde berekeningen moeten worden uitgevoerd. Er zijn hiervoor faciliteiten beschikbaar bij de DCMR. De PBZO-grens is echter een indicatieve grens. In gevallen waarbij het niet noodzakelijk is om een QRA te maken, maar de PBZO-grens wordt wel overschreden, kan worden teruggevallen op de gevarenkaarten. Voor die gevallen waar twijfel bestaat of er een QRA dient te worden gemaakt kan contact worden opgenomen met de QRA Helpdesk bij de DCMR (tel. 0102468123; e-mail: [email protected]
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 17 van 93
Ook voor een aantal bijzondere situaties dienen specifieke berekeningen te worden uitgevoerd en zijn de gevarenkaarten niet van toepassing. Bijvoorbeeld wanneer er sprake is van meerdere installaties dicht bij elkaar, waar meerdere gevarenkaarten van toepassing zijn. In dat geval voldoen de afzonderlijke risicoafstanden op de gevarenkaarten niet en dient een integrale berekening te worden gemaakt (QRA) om de werkelijke risicoafstanden te bepalen. Voor de effectafstanden kunnen de gevarenkaarten wel worden gebruikt. Naast de PBZO-grens is op een aantal gevarenkaarten een specifieke bovengrens opgenomen, waarboven de betreffende gevarenkaart niet mag worden toegepast, omdat hiervoor specifieke berekening noodzakelijk is. Dit is bijvoorbeeld het geval voor een LPG-tankstation boven een bepaalde doorzet en voor ammoniak-koelinstallaties boven een bepaalde inhoud.
3.3.5 Drempelwaarden De drempelwaarden geven aan voor welke stoffen en hoeveelheden daarvan, de gevarenkaarten zijn bedoeld. In hoofdstuk 4 is de drempelwaardentabel opgenomen, die tevens verwijzen naar de van toepassing zijnde gevarenkaart. De drempelwaarden Risicokaart-relevant vormen de ondergrens van hetgeen geregistreerd moet worden ten behoeve van de Risicokaart en zijn tevens de ondergrens van het toepassingsgebied van de gevarenkaarten. De ingevoerde risico- en effectafstanden zijn terug te vinden zijn op de (professionele) Risicokaart. Op de publieke Risicokaart zijn alleen de risicoafstanden te zien. Onder deze drempelwaarde kan een activiteit nog wel hulpdienstrelevant zijn. Gegevens van activiteiten die onder de drempelwaarde blijven, mag men registreren, maar hiertoe is geen verplichting. De gegevens van deze activiteiten zijn enkel bedoeld voor professionele kaarten, en niet voor de publieke Risicokaart. Voor activiteiten onder de drempelwaarde van Risicokaart-relevant, mogen de gevarenkaarten echter niet worden gebruikt. Met het verschijnen van het Registratiebesluit externe veiligheid (28 november 2006, Ministerie van VrOM [40]) zijn de drempelwaarden voor Externe Veiligheid-relevant (EV-relevant) bepaald. Activiteiten die boven deze drempelwaarden uitkomen worden op grond van risicocriteria specifiek gekenmerkt als Externe veiligheid relevant. De ministeries van BZK en VROM zijn overeengekomen dat ze gezamenlijk zorg dragen voor regelgeving die de registratieplicht boven de drempelwaarde ‘Risicokaart-relevant’ vastlegt.
3.3.6 Generieke of specifieke bepaling afstanden Binnen het hierboven geschetste toepassingsgebied mogen de gevarenkaarten uitsluitend worden toegepast voor het bepalen van de risico- en effectafstanden voor die activiteiten, waarvan op voorhand bekend is dat er geen betere berekeningen beschikbaar zijn. Met behulp van de gevarenkaarten kan dan op een generieke wijze de risico- en effectafstanden worden bepaald. Het uitgangspunt daarbij is dat, indien er wel specifiek gerekend zou worden, de berekende risico- en effectafstanden in grote meerderheid van de gevallen, lager uit zullen komen dan de generiek bepaalde afstanden. In de gevarenkaarten worden generieke risico- en effectafstanden in tabellen weergegeven. Voor de tussenliggende waarden uit deze tabellen geldt in de meeste gevallen dat deze geïnterpoleerd kunnen worden. In figuur 1.3.4 is, per tabel in de gevarenkaarten, aangegeven of het mogelijk is tussenliggende waarden via interpolatie te bepalen. Tevens is aangegeven bij welke tabellen LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 18 van 93
de kolommen gelden als 't/m categorieën'. Wanneer dit het geval is kan niet worden geïnterpoleerd tussen (de waarden van) deze kolommen. • Voorbeeld 1: In tabel 3a van gevarenkaart 1 gelden de kolommen als 't/m categorieën'. Dit betekent dat niet geïnterpoleerd mag worden tussen de kolommen met de waarden: '4x', '10x' en '20x'. Voor 15 bevoorradingen per jaar gelden dus de afstanden in de kolom van '20x'. • Voorbeeld 2: In figuur 1.3.3. is aangegeven dat bij deze tabel 3a van gevarenkaart 1 wel tussen de rijen mag worden geïnterpoleerd. Deze rijen bevatten de verschillende waarden van het inhoud van het reservoir (1, 3,5, 8 of 13 m3). Als in werkelijkheid het reservoir 10m3 is mag de gevonden afstand bij 8 m3 en 13m3 wel worden geïnterpoleerd. In dit geval maakt dit niet veel uit: bij 20x bevoorradingen per jaar is dit respectievelijk een risicoafstand van 24 meter of 25 meter. In principe zou voor 10m3 in deze tabel een risicoafstand uitvloeistoffase gevonden worden van 24,5 meter. Afgerond is dit weer 25 meter. Interpolatie is echter niet mogelijk bij LPG-tankstations, NH3-koelinstallaties en PGS 15 loodsen aangezien het Bevi een andere benaderingswijze hanteert. Zoals eerder vermeld is het in sommige gevallen noodzakelijk om de risico- en effectafstanden specifiek te berekenen (net als voor de BRZO-bedrijven). Dit geldt bijvoorbeeld voor LPGtankstations boven een bepaalde doorzet, waarvoor een wettelijke verplichting is om een QRA uit te voeren. In andere situaties kan het wenselijk zijn om de risico- en effectafstanden specifiek te berekenen, bijvoorbeeld omdat de generiek bepaalde afstand te groot is en mogelijk een sterke overschatting inhoudt. Indien specifiek berekende afstanden beschikbaar zijn moeten deze worden ingevuld in het invoersysteem Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen. De voorwaarden daarbij zijn wel: • dat effectafstanden zijn bepaald conform rapport Effectafstanden Model-risicokaart [21]; • dat de risicoafstand (10-6-contour) is bepaald conform CPR 18 1[18].
1
Hier wordt bedoeld de rekenmethodiek 'Paarse Boek' CPR 18 (1999 Engelse, 2000 Nederlandse versie)
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 19 van 93
Interpolatie mogelijkheden Interpolatie mogelijk Kolom geldt als GK Tabel Tabelnaam tussen rijen? tot en met categorie? 1 1a Toetsingsafstanden Gasdrukregel- en meetstations n.v.t. n.v.t. 1b Toetsingsafstanden voor de opslag van zuurstof n.v.t. n.v.t. 1c Toetsingsafstanden voor reservoirs n.v.t. n.v.t. 2a Effectafstanden voor brandbare- tot vloeistof verdichte gassen (Explosie) ja n.v.t. 2b Effectafstanden voor brandbare- niet tot vloeistof verdichte gassen (Explosie) n.v.t. n.v.t. 2c Effectafstanden Oxiderende gassen (ontvlambaar - brandbaar) ja n.v.t. 3 Risicoafstanden voor bovengrondse tanks met een reservoir tot 13 m 3a ja ja Risicoafstanden voor ondergrondse (of ingeterpte) tanks met een reservoir tot 13 m3 3b ja ja Risicoafstanden voor boven- en ondergrondse (of ingeterpte) tanks met een reservoir vanaf 13 m3 3c ja ja 3d Risicoafstanden voor brandbare gassen in gasflessen n.v.t. n.v.t. 3e Risicoafstanden voor oxiderende gassen in gasflessen n.v.t. n.v.t. 2 1 Generieke effectafstanden warmtestraling als gevolg van plasbrand (Ontvlambaar-brandbaar) ja n.v.t. 2 Generieke risicoafstanden Brandbare vloeistoffen K1 en K2 ja n.v.t. 3 1a Toegestane netto explosieve massa per bewaarplaats of bewerkingsruimte n.v.t. n.v.t. 1b Inrichtingen waarin totaal minder dan 10.000 kg consumentenvuurwerk aanwezig mag zijn n.v.t. n.v.t. 1c Voorwaartse, zijwaartse en achterwaartse veiligheidafstanden bij genoemde inrichtingen n.v.t. n.v.t. 1d Veiligheidsafstand tot (geprojecteerd) kwetsbaar object bij genoemde inrichtingen n.v.t. n.v.t. 1e Minimumafstanden voor Nitraathoudende meststoffen type A1 n.v.t. n.v.t. 1f Toetsingsafstanden voor Organische Peroxiden, opslaggroep 1 n.v.t. n.v.t. 2a Effectafstanden voor onbeschermde personen in de buitenlucht voor gevarensubklassen 1.1, 1.2 en 1.5 als functie van de TNT-equivalente hoeveelheid. ja n.v.t. 2b Effectafstanden voor onbeschermde personen in de buitenlucht voor gevarensubklassen 1.3 en en 1.6 als functie van de netto explosieve massa ja n.v.t. 4 1a Toetsingsafstand voor opslag van organische peroxiden n.v.t. n.v.t. 1b Toetsingsafstand voor buitenopslagen n.v.t. n.v.t. 2a Effectafstanden voor opslag van organische peroxiden groep 2 en 3 (Ontvlambaar-brandbaar) n.v.t. n.v.t. 2b Effectafstanden voor overige onderdelen van het toepassingsgebied van deze kaart n.v.t. n.v.t. 5 1 Toetsingsafstanden LPG-tankstations met ondergronds reservoir ja n.v.t. 2 Effectafstanden LPG tankauto (explosief-brandbaar) ja n.v.t. 6 1 Toetsingsafstand voor reservoirs n.v.t. n.v.t. 2 Effectafstand voor propaan-, butaan-, en LPG-tanks (Explosief) ja n.v.t. 3 Risicoafstanden voor bovengrondse tanks met een reservoir tot 13 m 3a ja ja Risicoafstanden voor ondergrondse (of ingeterpte) tanks met een reservoir tot 13 m3 3b ja ja Risicoafstanden voor boven- en ondergrondse (of ingeterpte) tanks met een reservoir vanaf 13m3 3c ja ja 7 1 Effectafstanden stofexplosie als functie van volume (explosief) ja n.v.t. 8 0 Indelingsvoorbeeld van toxische gassen n.v.t. n.v.t. 1a Afstanden in meters tot al dan niet geprojecteerde kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten, -6 -6 waarbij wordt voldaan aan de grenswaarde 10 per jaar, c.q. de richtwaarde 10 per jaar n.v.t. n.v.t. 1b Idem - bij meer dan één installatie n.v.t. n.v.t. 2a Effectafstanden GT 2 (toxisch) ja n.v.t. 2b Effectafstanden GT 3 (toxisch) ja n.v.t. 2c Effectafstanden GT 4 (toxisch) ja n.v.t. 2d Effectafstanden GT 5 (toxisch) ja n.v.t. 3a Globale risicoafstanden GT 2 ja n.v.t. 3b/3c Globale risicoafstanden GT 3 en GT 4 ja n.v.t. 3d Globale risicoafstanden GT 5 ja n.v.t. 9 1a Toetsingsafstanden per vat met een zeer vergiftige vloeistof (T*) ja n.v.t. 1b Toetsingsafstanden per transportverpakking met zeer vergiftige vaste poedervormige stof (T*) ja n.v.t. 1c Toetsingsafstanden CPR15 inrichtingen in meters tot al dan niet geprojecteerde kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten (grenswaarde, respectievelijk richtwaarde van 10-6 per jaar) bij een gegeven loodsoppervlakte en beschermingsniveau n.v.t. ja 2a Effectafstanden toxische verbrandingsproducten (1% letaliteit) n.v.t. ja 2b Effectafstanden toxische verbrandingsproducten voor gezondheidsschade n.v.t. ja 2c Effectafstanden chloorgas als reactieproduct bij menging van chloorbleekloog en zoutzuur ja n.v.t. Effectafstanden van toxische verbrandingsproducten (NO2) bij brand van cyaniden in vaste vorm 2d ja n.v.t. 10 0 Indelingsvoorbeeld van toxische vloeistoffen n.v.t. n.v.t. 1a Effectafstanden LT1 (toxisch) ja n.v.t. 1b Effectafstanden LT2 (toxisch) ja n.v.t. 1c Effectafstanden LT3 (toxisch) ja n.v.t. 1d Effectafstanden LT4 (toxisch) ja n.v.t. 2a/2b Globale risicoafstanden voor LT1 en LT2 n.v.t. n.v.t. 2c Globale risicoafstanden voor LT3 n.v.t. n.v.t. 2d Globale risicoafstanden voor LT4 n.v.t. n.v.t. Figuur 1.3.4: Bepaling interpolatie mogelijkheden in tabellen van de gevarenkaarten
LRI-gevaarlijke stoffen, tab01, bijlage 7, AD, versie 3.1 oktober 2007
pag 20 van 93
4
MAATGEVENDE EFFECTEN EN SELECTIECRITERIA
In de selectiemethodiek wordt in stap 2 met behulp van –overschrijding van- één of meer selectiecriteria bepaald of een activiteit Risicokaart-relevant is. De daarbij gehanteerde drempelwaarden en hun grondslag worden in dit hoofdstuk toegelicht.
4.1
Uitgangspunten
Mede aan de hand van een generieke berekening van effectafstanden zijn drempelwaarden bepaald voor hetgeen er in het RRGS moet worden opgenomen. Als criterium geldt daarbij in principe dat er een effectafstand letaal, op basis van 1% letaliteit, van 50 of meer meter kan optreden. Dit betekent een effectafstand van 50 meter of meer voor effecten die met 1% kans een dodelijke afloop kunnen hebben, conform [21]. De feitelijke drempelwaarden zijn mede op grond van andere overwegingen bepaald. Voor verschillende stoffen, stofgroepen en situaties zijn drempelwaarden bepaald die rekentechnisch niet exact corresponderen met het criterium van de 50 meter. De afstand tussen de locatie waar onbedoeld gevaarlijke stof kan vrijkomen, tot mogelijke getroffenen zal per situatie verschillen. De voornaamste variabelen hierbij zijn: de eigenschappen van de gevaarlijke stof, de wijze waarop de gevaarlijke stof voorkomt - de aard van zogenoemde insluitsystemen -, het aantal daarvan en de hoeveelheid in het grootste insluitsysteem. De effectafstanden worden conform [21] bepaald (berekend) vanaf de locatie van de gevaarlijk stof binnen de inrichting. Dit staat los van de wijze van presenteren van de effectafstanden. In de presentatie kan het ongewenst zijn de effectafstand te tonen wanneer deze geheel binnen de grenzen van de inrichting blijft. Voor zover de effectafstand er buiten komt, dient bij presentatie minimaal dat deel te worden weergegeven. In het invoersysteem moeten de afstanden echter vanaf de locatie van voorkomen worden ingevoerd zodat de weergave op juiste wijze kan plaatsvinden. In dit document en in de gevarenkaarten wordt de effectafstand daarom gedefinieerd vanaf het midden van de locatie waar de gevaarlijke stof voorkomt. Overigens gaat het om twee soorten effectafstanden: de afstand voor 1% letaliteit (zoals gezegd: basis voor de drempelwaarden) en de effectafstand voor gezondheidsschade. Voor toxische stoffen is de bepaling van de laatste gebaseerd op de zogenoemde alarmerings-grenswaarde (AGW, [23]). Voor de gevolgen van drukbelasting en warmtestraling is bij dat niveau aangesloten en zijn vergelijkbare criteria bepaald [21]. De effectafstanden voor gezondheidsschade zijn altijd groter dan de afstand van 1% letaliteit. In de effectafstanden wordt rekening gehouden met de volgende soorten effecten: • effecten door explosie (explosief; drukbelasting en/of hitte), • warmtebelasting door brandgevaarlijke (brandbare-ontvlambare) stoffen, • vergiftigingsverschijnselen (toxische stoffen). Radiologische effecten worden in de drempelwaarden en effectafstanden niet beschouwd. De selectie van nucleaire inrichtingen vindt op andere wijze plaats; de registratie ervan gebeurt niet door gemeenten. Het Rijk is voor deze situaties bevoegd gezag. Dit betekent dat ramptype 6 (ongevallen met radioactief materiaal) in feite buiten het bereik van dit document valt.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 21 van 93
4.2
Formules voor berekening van effectafstanden
Voor de Model Risicokaart en het (concept) Registratiebesluit externe veiligheid is in opdracht van BZK een methodiek ontwikkeld voor het bepalen van effectafstanden. Dit heeft geleid tot . het SAVE-rapport 'Effectafstanden Model-Risicokaart' [21]. Dat rapport vormt de basis voor de berekeningen van de effectafstanden. Het heeft een rol gespeeld bij de keuze van drempelwaarden (zie de vorige paragrafen) en is ook gebruikt voor het bepalen van de effectafstanden die vermeld zijn op de gevarenkaarten. Voor de volledigheid van dit achtergronddocument wordt een samenvatting gegeven van rapport 'Effectafstanden Model-Risicokaart', met name van de formules daaruit die in dit achtergronddocument een rol spelen. De formules voor de effectafstanden uit referentie[21] hebben betrekking op: • giftige stoffen (toxisch); • brandbare stoffen (ontvlambaar-brandbaar); • explosieve stoffen (explosief). Aanvullend daarop worden aan PGS 8 3 [11] berekeningsgrondslag ontleend voor brand in opslagen met organisch peroxide en aan PGS 15 [15] en aan de Risicoanalyse Methodiek CPR15 [16]voor effectafstanden door toxische verbrandingsproducten. Eerst echter een korte toelichting op het doel van 'Effectafstanden Model-Risicokaart' [21].
4.2.1 Doel van de effectafstanden voor het Register en de Model-risicokaart Effectafstanden zijn afhankelijk van vele factoren. Naast de eigenschappen van de betrokken gevaarlijke stof, zijn dat bijvoorbeeld: • het scenario dat wordt aangehouden voor het vrijkomen van de gevaarlijke stof; • de weersomstandigheden: het weertype, de windrichting en de windsnelheid; • het criterium dat wordt gebruikt om ‘het effect’ te definiëren. Dit houdt in dat men niet zondermeer kan spreken van ‘de effectafstand’; er zijn verschillende effectafstanden afhankelijk van de hiervoor genoemde punten. Er was voor het Register en de Risicokaarten dringend behoefte aan een ‘standaard’ voor dè effectafstand die op risicokaarten wordt gehanteerd. Met andere woorden: de in dat kader te gebruiken effectafstanden zijn in die zin genormeerd dat de berekeningsmethode (scenario, weersomstandigheden en effectcriteria) zijn vastgelegd. Er zijn enkele belangrijke verschillen tussen deze effectafstanden en de (eveneens in te voeren) risicoafstanden van de zogenoemde 10-6-contouren: • In de effectafstanden wordt slechts 1 scenario en 1 weerssituatie als maatgevend gesteld; in de 10-6-contouren worden diverse scenarios’s qua ontsnapping en fysische effecten gehanteerd, alsmede een scala aan weerssituaties. Risicoafstanden zijn in die zin ‘completer’; • In de risicoafstanden wordt echter de kans op het ontstaan van het ongeval en het vervolgens optredende effectscenario meegerekend waardoor er ze geen direct beeld van de effecten meer geven. Er komen situaties voor waar de 10-6-contouren ontbreken, terwijl er bij een ongeval toch grote effecten kunnen zijn. De genormeerdeerde effectafstanden kunnen worden geregisteerd. De registratie van de effectafstand 1% letaliteit is niet (meer) verplicht. Op advies van de AIVD hebben de ministeries van BZK en VROM besloten dat effectafstanden niet (meer) getoond mogen worden op de publieke Risicokaart. De (..) 10-6-contouren moeten worden geregistreerd in het RRGS. LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 22 van 93
Een ‘knelpunt’ daarbij is dat deze gegevens van heel veel risicosituaties nog niet bekend zijn (waren). Om die lacune in te vullen zijn onder andere de gevarenkaarten geïntroduceerd. De effect- en risico-afstanden die op de gevarenkaarten voorkomen, zijn generiek. Dat wil zeggen niet toegespitst op de specifieke situatie, maar een algemene benadering, waarin gebruik gemaakt wordt van aannames van algemene aard. Voor de risico-afstanden zijn de aannames zodanig dat er bij het uitvoeren van een specifieke risicoanalyse waarschijnlijk (in de meeste gevallen) geen grotere risicoafstand wordt gevonden. Dit laatste kan niet zo algemeen worden gesteld voor de effectafstanden. Dat komt doordat de genormeerde effectafstand slechts een enkel scenario omvat en een enkel weerssituatie. Er zijn dus situaties denkbaar waarin een groter effect optreedt. De keuze in [21] van rekenregels, scenario en weersomstandigheid is in combinatie zodanig dat daaruit een redelijk beeld van de mogelijke effecten wordt gegeven. In de rekenregels voor de effectafstanden wordt uiteraard zoveel mogelijk aangesloten bij CPR 18 [18], maar dat kan niet op alle punten omdat het om een effectafstand gaat die een representatief beeld moet geven van een werkelijkheid waarin theoretisch meer scenario’s mogelijk zijn. Ter documentatie van enkele van de algemene uitgangspunten voor de bepaling van effectafstanden in [21] geldt dat gerekend is met weerssituatie D5 (neutraal weer, windsnelheid 5m/sec) en een in het algemeen representatieve oppervlakteruwheid Z0 = 1 m. Voor de bepaling van risicoafstanden is gebruik gemaakt van de meteoconditie die standaard is voor Eindhoven (representatie/pessimistisch voor Nederland), en eveneens van de in het algemeen representatieve oppervlakteruwheid Z0 = 1 m. Let op: risicoafstanden zijn grover (conservatiever) berekend dan effectafstanden en kunnen in bepaalde aangetroffen gevaarlijke situaties, wanneer bepaald met de gevarenkaarten, (te) hoog uitvallen. Het is voor PGS 15-loodsen toegestaan specifieke risicoberekeningen uit te voeren. De uitkomst van een aldus bepaalde specifieke risicoafstand mag uiteraard in de invoermodule worden ingevoerd. Zoals hierboven gezegd zijn effectafstanden afhankelijk van vele factoren. Voor de Risicokaart is indertijd gekozen voor een generieke berekeningswijze. Nu de Risicokaart aan populariteit toeneemt bij meerdere vakgebieden (Externe Veiligheid, Ruimtelijke Ordening, Vergunning verlening etc) komt de vraag om uniformering in uitgangspunten op gang. In principe is de praktijkwens dat alle effectafstanden met één model worden doorgerekend en dat daarbij gelijkwaardige uitgangspunten worden gehanteerd. Omdat met name in de wet- en regelgeving deze gewenste eenduidigheid nog niet aanwezig is, bijvoorbeeld de discussie over effectafstanden in relatie tot de te hanteren invloedsgebieden, is dit nog niet op korte termijn te verwachten. Tot die tijd zullen er diverse verschillende tussen de Risicokaart en andere toepassingen bestaan. Zie voor meer uitleg omtrent deze mogelijke verschillen Gevarenkaart 0.
4.2.2 Toxische stoffen Effectafstanden van intoxicatie door giftige gassen en dampen zijn gebaseerd op uitstroming van de gehele inhoud van een tank of ander insluitsysteem in 10 minuten, alsmede blootstelling gedurende 10 minuten. Daarbij wordt de volgende specifiek voor deze toepassing van de ‘genormeerde effectafstanden’ de volgende formule gehanteerd (bron [21])
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 23 van 93
X =0,78 * (fPd * M/T)0,6 / C 0,67 hierin is: X : effectafstand (m) fPd : correctie voor verdamping: ƒPd = Pd/3 Pd : verzadigingsdampdruk bij 200 C in bara Voor Pd > 3: ƒPd = 1 (volledige verdamping) Voor Pd < 0,1 ƒPd = 0,033 M : uitstroomhoeveelheid (kg) T : uitstroomduur(s) C : maatgevende effectconcentratie (kg/m3)
Er worden naast elkaar twee maatgevende effectconcentraties gehanteerd: - 1% letaliteit op basis van standaard dosis-effect-relaties (‘probit-relatie’) voor dodelijk letsel. Dosis-effect-relaties verschillen per stof en zijn in deze rapportage zoveel mogelijk ontleend aan CPR 18 [18]; - de zogenoemde AGW voor schade aan de lichamelijke gezondheid ontleend aan de publicatie Interventiewaarden gevaarlijke stoffen [23]. Om de effectafstanden van toxische stoffen te kunnen bepalen is het noodzakelijk eerst de effectconcentratie te bepalen voor 1% letaliteit: C1% letaal = {[exp((2,67-a)/b)]/10}1/n Waarbij: a,b en n dimensieloze probitconstanten zijn. De grootte hangt af van de dimensies van de effectconcentratie en de tijd (vaak 'mg/m3', respectievelijk 'minuut'). Voor het uitrekenen van de C1% letaal is er voor gekozen toxische stoffen in te delen volgens de stoffen-indelingssystematiek S3b (AVIV Tweede editie 1999 [22]). De internetsites: http://risicokaartinvoer.nl en www.relevant.nl geven toegang tot een op deze publicatie gebaseerde lijst, waarin verschillende stoffen in de gehanteerde categorieën worden ingedeeld. Toxische gassen Voor toxische gassen worden in de systematiek van S3b vijf categorieën onderscheiden: GT0, GT2, GT3, GT4 en GT5. In praktijk blijken alleen de laatste vier categorieën relevant te (kunnen) zijn voor het register en de risicokaarten. De toxiciteitcategorie van het aanwezige vloeistof wordt bepaald op basis van Tkrit en de LC50, rat, inhalatie, 1 uur . Indien de Tkrit niet bekend is, kan de categorie worden bepaald met behulp van de Tkook. De bepaling van de categorie vindt plaats met behulp van de onderstaande tabel:
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 24 van 93
Tabel 4.1: Definities stofcategorieën toxische gassen LC 50-inh-rat-1uur [ppm] 2
Tkrit [K]
< 10
< 293 >44 400-440 293-400
GT0 GT5 GT5 GT5
Waarbij:
102- 103
103 - 104
104- 5.104
Tkook [K]
GT0 GT4 GT5 GT5
GT0 GT3 GT4 GT5
GT0 GT2 GT3 GT4
< 182 >273 253-273 182- 253
Tkrit= krtische temperatuur bij atm. druk [K] Tkook= kooktemperatuur bij atm. druk [K]
In tabel 4.2 zijn per categorie een aantal voorbeelden gegeven van toxische gassen die tot die categorie behoren. Tabel 4.2: Voorbeelden van enige toxische gassen per categorie: Categorie
Voorbeelden
GT2 GT3 GT4 GT5
ethylchloride ammoniak, methylbromide, vinylbromide zwaveldioxide, dichloorsilaan, trimetylamine chloor, stikstofdioxide, fosgeen
Nogmaals wordt gewezen op kant-en klare indeling van stoffen die kan worden gevonden op de zojuist genoemde website (men hoeft de indeling dus niet zelf te doen, hoogstens bij zeer uitzonderlijke stoffen die niet op de lijst voorkomen). Toxische vloeistoffen Toxische vloeistoffen worden in dezelfde methodiek S3b onderscheiden in zes categorieën: LT1, LT2, LT3, LT4, LT5, en LT6. Voor de generieke toepassing in het kader van het Register en de risicokaarten kunnen alleen de eerste vier van toepassing zijn. LT5 en LT6 omvatten zeer specifieke stoffen, waarvoor een generieke bepaling niet zinvol is. De categorie van de aanwezige vloeistof wordt bepaald op basis van P20 en de LC50, rat, inhalatie, 1 uur . Indien de P20 niet bekend is, kan de categorie worden bepaald met behulp van de Tkook. De bepaling van de categorie vindt plaats met behulp van de onderstaande tabel: Tabel 4.3: Definities stofcategorieën toxische vloeistoffen LC50-rat-inh., 1 uur [ppm] P20
< 10 > 10-50 50-200 200-700 > 700
< 101
101 – 102
102 – 103
LT2 LT3 LT4 LT5 LT6
LT1 LT2 LT3 LT4 LT5
LT1 LT2 LT3 LT4
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
103 – 5,0*103
LT1 LT2 LT3
Tkook
> 373 353-373 323-353 303-323 < 303
pag 25 van 93
Waarbij:
P20= dampspanning bij 20oC [mbar] Tkook= kooktemperatuur bij atm. druk [K]
In tabel 4.4 is per categorie een aantal voorbeelden gegeven van toxische vloeistoffen die tot die categorie behoren.
Tabel 4.4: Voorbeelden van enige toxische vloeistoffen per categorie Categorie
Stof
LT1 LT2
Acrylnitril,ethyltrichloorsilaan, chlooraceton Salpeterzuur, fosfortrichloride, chlooracetylchloride
LT3 LT4
Acroleine, broom, fluorwaterstofzuur Methylisocyanaat
Voor zowel de toxische gassen als de toxische vloeistoffen wordt gewerkt met een voorbeeldstof. Met deze voorbeeldstof wordt uiteindelijk de effectconcentratie voor 1% letaliteit bepaald voor de gehele categorie. Tevens wordt de AGW-waarde van deze voorbeeldstof als effectconcentratie voor gezondheidsschade genomen voor alle stoffen binnen dezelfde categorie. In tabel 4.5 zijn per voorbeeldstof de C1% letaliteit en de AGW-waarde weergegeven. Nogmaals wordt gewezen op kant-en klare indeling van stoffen die kan worden gevonden op de zojuist genoemde website (men hoeft de indeling dus niet zelf te doen, hoogstens bij zeer uitzonderlijke stoffen die niet op de lijst voorkomen). Tabel 4.5: Bepaling van de maatgevende effectconcentratie C1% letaal = {[exp((2,67-a)/b)]/10}1/n Stofnaam
Toxische gassen Ethylchloride Ammoniak Zwaveldioxide Chloor Toxische vloeistoffen Acrylnitril Salpeterzuur Acroleïne Methylisocyanaat
Probitconstanten [-] a b n
Effectconcentratie 1% letaliteit [mg/m3]
AGW waarde [mg/m3]
-20,9 -15,6 -19,2 -6,35
1 1 1 0,5
2 2 2,4 2,75
41511 2933 3474 306
10000 100 10 10
-8,6 -14,03 -4,1 -1,2
1 1 1 1
1,3 2 1 0,7
990 1338 87 9
50 10 1 2
De waarden van de probitconstanten zijn ontleend aan CPR18, respectievelijk Serida [24], met uitzondering van die van ethylchloride. Deze zijn afgeleid uit de L50-waarde (rat) die is opgegeven in Sax's [25].
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 26 van 93
4.2.3 Brandbare en oxiderende gassen, vloeistoffen en explosieve stoffen Branden en ‘explosies’ van brandbare vloeistoffen, brandbare gassen en explosieven kunnen verschillende uitwerkingen op de mens hebben; tabel 4.6 geeft hiervan een overzicht. Tabel 4.6
Overzicht stoffen en meest relevante effecten
Stof
Gebeurtenis
Meest relevant effect
Brandbaar gas (tot vloeistof verdicht) Brandbaar gas (niet tot vloeistof verdicht) Oxiderende gassen
BLEVE Gaswolkexplosie
Overdruk Overdruk
Verhoging van de achtergrondconcentratie (zuurstof) Plasbrand Massa-explosie Stofexplosie
'spontane' lokale branden (o.a. kleding) Warmtestraling Overdruk en scherfwerking Overdruk en scherfwerking
Brandbare vloeistof Explosieve stoffen Fijn explosief stof
Effect op de mens Om helder de relatie te kunnen leggen tussen de calamiteit, de hoeveelheid gevaarlijke stof naar het effect op de mens, moet in eerste instantie worden gedefinieerd welk effect welke impact heeft op de mens. In principe zijn er bij de genoemde calamiteiten, twee effecten relevant: - warmtestraling; - overdruk. Voor het bepalen van de ‘genormeerde’ effectafstanden zijn in [21] de hierna volgende keuzes gemaakt die bij benadering eenzelfde ‘zwaarte’ hebben als de criteria die bij toxische stoffen zij gehanteerd. Opgemerkt wordt dat het daarbij gaat om de effecten voor de mens. Men zou wellicht een relatie willen leggen met de effectafstanden die zijn bepaald in het Instrument Domino-effecten (RIVM, mei 2003) dat is opgesteld voor effecten op technische installaties. Die relatie bestaat niet altijd, mede omdat verschillende uitgangspunten gelden. Op de (eventuele) verschillen tussen het een en het ander is in dit kader geen aandacht besteed.
BLEVE De effectafstanden voor een BLEVE (boiling liquid expanding vapour explosion, welke aan de orde kan zijn bij met name tot vloeistof verdichte brandbare gassen) zijn gebaseerd op de dosiseffect-relaties voor sterfte en voor 1e graads brandwonden, overigens geheel conform [21].
Warmtestraling De schadeafstanden voor warmtestraling zijn gebaseerd op: - 10 kW/m2 voor dodelijk letsel bij brand; - 3 kW/m2 voor schade aan de lichamelijke gezondheid bij brand.
Overdruk De schadeafstanden voor overdruk zijn afgeleid van: - 0,1 bar overdruk voor dodelijk letsel door piekoverdruk bij explosie; - 0.03 bar overdruk voor schade aan de lichamelijke gezondheid door piekoverdruk. LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 27 van 93
Bijbehorende formules voor de betreffende effectafstanden Bron: Effectafstanden Model-risicokaart [21]. BLEVE Effectafstanden BLEVE berekend met formule: Xletaal = 0,00012 * Hc 0,54 * M 0,5 Xgezondheidsschade = 0,0002 * Hc 0,54 * M 0,5 hierin is: Xletaal : effectafstand (m) voor 1% letaliteit Xgezondheidsschade : effectafstand (m) voor schade aan lichamelijke gezondheid M : uitstroomhoeveelheid (kg) Hc : verbrandingswarmte (J/kg) Relatie gebaseerd op Pv=15 bar (Pv =pressure vapor, dampdruk in het insluitsysteem)
Plasbrand Effectafstanden plasbrand berekend met formule: Xletaal Xgezondheidsschade
= 1,8 Dpl, voor 10 kW/m2 = 2,8 Dpl, voor 3 kW/ m2
hierin is: Xletaal : effectafstand (m) voor 1% letaliteit Xgezondheidsschade : effectafstand (m) voor schade aan lichamelijke gezondheid Dpl : plasdiameter (m) relaties gebaseerd op Hc = 4,6.E7 J/kg
Massaexplosie Effectafstanden massa-explosie berekend met formule: Xletaal = 13 * (M)1/3, voor 0,1 bar overdruk Xgezondheidsschade = 32 * (M)1/3, voor 0,03 bar overdruk hierin is: Xletaal : effectafstand (m) voor 1% letaliteit Xgezondheidsschade : effectafstand (m) voor schade aan lichamelijke gezondheid M : explosie massa in (kg).
4.2.4 Grote branden De effectafstanden voor gevarenkaart 4 zijn gebaseerd op CPR 3 Opslag van organische peroxiden ([11], augustus 1997).
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 28 van 93
Er zijn geen effectafstanden opgenomen voor overige grote branden, omdat wordt aangenomen dat de ontwikkeling ervan zodanig geleidelijk is dat mensen zich eraan kunnen onttrekken. Zie voor toelichting en details bij gevarenkaart 4, paragraaf 5.4.
Toxische reactie- en verbrandingsproducten Op gevarenkaart 9 wordt aandacht besteed aan de effectafstanden van enige toxische reactie- en verbrandingsproducten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van enige varianten van hiervoor reeds geïntroduceerde formules voor effectafstanden. De bijzonderheden daarvan komen aan de orde in paragraaf 5.9.
4.3
Drempelwaarden
Tot aan het verschijnen van de versie 2.0 van augustus 2005 van de Leidraad Risico Inventarisatie-deel Gevaarlijke Stoffen werden twee groepen drempelwaarden gehanteerd: a. de drempelwaarden die zijn vermeld in versie 1.0 en 1.1 van de Leidraad Risico Inventarisatie en de bijbehorende groepskaarten; b. drempelwaarden die op 24 augustus 2004 zijn overeengekomen tussen de ministeries van BZK en VROM, de VNG en het IPO. Sinds de versie 2.0 van augustus 2005 van de Leidraad Risico Inventarisatie-deel Gevaarlijke Stoffen is een aangepaste versie van de drempelwaardentabel gereed gekomen; Drempelwaarden Risicokaart-relevant. De Risicokaart-relevante drempelwaarden die in de LRI-GS zijn opgenomen) zijn inmiddels wettelijk verankerd. Deze drempelwaarden staan in figuur 1.1.3, hoofdtekst, tab 01. Deze tabel is als separate file 'LRI-GS Risicokaart-relevante drempelwaarden' onder andere te downloaden via http://risicokaartinvoer.nl. In deze file staat ook figuur 1.4.9. uit het Achtergronddocument. Deze laatste geeft de verschillen aan met de laatste publicatie (in LRI-GS v3.0 december 2006) en de huidige versie. De wijzigingen zijn veelal tekstueel van aard. (..) Sinds de versie 2.0 van het Achtergronddocument zijn, voor het geven van inzicht op de veranderingen, ook de oude drempelwaarden opgenomen. In figuur 1.4.7 zijn de oorspronkelijke drempelwaarden uit 2003 weergegeven. Figuur 1.4.8 bevat de aangepaste drempelwaarden die in 2004 zijn vastgesteld. In de tabellen is duidelijk gemarkeerd dat deze drempelwaarden zijn vervallen en dat nu gebruik gemaakt moet worden van de Drempelwaarden in figuur 1.1.3 (hoofdtekst, tab 01). In de drempelwaardentabel is aangeduid of de drempelwaarde is verankerd in het Registraitiebesluit of de Regeling provinciale risicokaart. Aan elke categorie is (nog steeds) een letter (en eventueel cijfer) toegekend dit dient om de categorie in het LRI gemakkelijk aan te kunnen duiden. Tevens wordt het nog in de invoermodule van http://risicokaartinvoer.nl van deze codering gebruik gemaakt. De categorie-indeling correspondeert (nog steeds) met release 2 van de RRGS-database en het daarbij behorende invoersysteem.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 29 van 93
LET OP: DEZE VERSIE VAN DE DREMPELWAARDEN IS KOMEN TE VERVALLEN. GEBRUIK DE DREMPELWAARDEN in figuur 1.1.3 (hoofdtekst,tab 01) Omschrijving categorie
Drempelwaarde (op basis van 1% letaliteit op 50 meter)
Brandbare vloeistoffen
Licht ontvlambare vloeistoffen (K1 en K2) Brandbare vloeistoffen (K3 en K4)
150 m3 150 m3
Toxische gassen
Zeer toxisch gas R32 stoffen (vormen zeer toxisch gas) Toxische en corrosieve gassen R29 en R32 stoffen (vormen toxisch gas)
20 kg 20 kg 200 kg 200 kg
Toxische vloeistoffen
Zeer toxische vloeistoffen Toxische vloeistoffen
200 kg 2000 kg
Brandbare en niet-brandbare gassen
Propaan LPG Tot vloeistofverdichte brandbare gassen Oxiderende gassen Brandbare gassen (niet tot vloeistof verdicht) Cat C Gasdrukregel en meetstations Overige gassen in grootste houder
1.000 kg 1.000 kg 1.000 kg 1.000 kg 100 kg 100 kg
Explosieve stoffen
Explosieve stoffen Volume met stofexplosie-gevaarlijke atmosfeer Overige Brandbare vaste stoffen Overige WMS stoffen (tox. verbr. prod.) Bestrijdingsmiddelen (tox. verbr. prod.) Emplacementen Radioactieve stoffen Mijnbouwinrichtingen Defensie-inrichtingen Figuur 1.4.7
10 kg 100 m3 1.000 m3 10.000 kg 400 kg 1) 1) 1) 1)
Drempelwaarden 2003 (VERVALLEN)
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 30 van 93
Tabel 1.4.8: Drempelwaardentabel 2004
A
categorie-aanduiding
omschrijving categorie
BRZO
inrichtingen waarop het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 van toepassing is
B C
1
LPG-tankstations opslag verpakte gevaarlijke stoffen
LPG-tankstations als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit LPG-tankstations milieubeheer inrichtingen waar verpakte gevaarlijke stoffen in emballage worden opgeslagen
C
2
opslag verpakte gevaarlijke stoffen
inrichtingen waar verpakte bestrijdingsmiddelen in emballage worden opgeslagen
D
ammoniakkoel- of vriesinstallatie
inrichtingen waarin een koel- of vriesinstallatie aanwezig is
E F
spoorwegemplacement vervoersbedrijf
spoorwegemplacementen die bestemd zijn voor het rangeren van wagons met gevaarlijke stoffen inrichtingen bestemd voor de opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen al dan niet in combinatie met andere stoffen en producten, inrichtingen waar consumentenvuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen al dan niet in combinatie met het bewerken daarvan inrichtingen waar professioneel (theater-) vuurwerk al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen of bewerkt in de zin van het Vuurwerkbesluit inrichtingen waarop artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet van toepassing is
G
1
vuurwerk
G
2
vuurwerk
H
kernenergiewetbedrijf
I J
mijnbouwwetbedrijf ARIE-inrichtingen
K L
1
propaan en (vloeibaar) brandbaar gas munitie
L
2
M
inrichtingen die krachtens artikel 1 van de Mijnbouwwet zijn aangewezen als mijnbouwwerken inrichtingen waarvoor ingevolge het Arbeidsomstandighedenbesluit ??? een aanvullende risico-inventarisatie en – evaluatie (aanvullen a.h.v. Stb. medio febr.) dient te worden opgesteld inrichtingen waar propaan of een vloeibaar gemaakt brandbaar gas wordt opgeslagen in een reservoir
drempelwaarde
uitzondering
in een hoeveelheid van meer dan 10.000 kg per opslagplaats, in een hoeveelheid van meer dan 2.500 kg per opslagplaats met een hoeveelheid van meer dan 200 kg ammoniak per installatie
niet zijnde een inrichting als bedoeld onder A of D niet zijnde een inrichting als bedoeld onder A of D
toelichting
VERVALLEN Let op: Deze versie van de drempelwaarden is komen te vervallen. Gebruik de Drempelwaarden Risicokaart-relevant 2005 (figuur 1.1.3 in de hoofdtekst van de LRI-GS). (..)
voor zover daar meer dan 10.000 kg gevaarlijke stoffen per opslagmodaliteit gelijktijdig aanwezig kan zijn meer dan 10.000 kg
met uitzondering van in de territoriale zee gelegen inrichtingen deze catergorie komt te vervallen! dat groter is dan 3.000 l
inrichtingen als bedoeld in categorie 3.1 van bijlage 1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, waar explosieve massa aan munitie aanwezig is
meer dan 100 kg netto
ontplofbare stoffen
inrichtingen als bedoeld in categorie 3.1 van bijlage 1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, waar ontplofbare stoffen aanwezig zijn
meer dan 10 kg
distikstofoxide
inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met distikstofoxide
meer dan 1.250 l per stuk
m.u.v. een reservoir waarop CPR 11–1 ‘Het gebruik van propaan op bouwterreinen’ van toepassing is. met uitzondering van volgens bijlage A van het ADR tot klasse 1.4 behorende patronen dan wel onderdelen daarvan voor vuurwapens met een kaliber van niet meer dan 13,2 mm ontplofbare stoffen zijn onder meer: organische peroxiden, opslaggroep 1overeenkomstig CPR 3; nitraathoudende meststoffen Type A en B conform CPR 1
niet zijnde inrichtingen die behoren tot een categorie als aangewezen bijlage I, onder 23.1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
1.250 l komt overeen met 1000 kg
N N
1 2
oxiderende gassen gasdrukregel- en meetstations
gassen inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een oxiderende (vloeibaar gemaakt) gas inrichtingen waar een gasdrukregel- en meetstation aanwezig is
meer dan 1.000 l per stuk vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059
geen opslag in gasflessen alleen type C (vroeger type D); ontwerp capaciteit meer dan 6.000 m3 per uur bij een inlaatdruk kleiner of gelijk aan 8 bar, of inlaatdruk hoger dan 8 bar (alle capaciteiten)
N N
3 4
propaan- en butaanvulstations gasflessendepot
inrichtingen waar gasflessen met propaan en/of butaan door middel van een vulstation worden gevuld inrichtingen waar gasflessen worden opgeslagen (gasflessendepot)
vulstations type C en D conform CPR 11-5 gesommeerde inhoud meer dan 10.000 l
N
5
zeer vergiftige gassen
inrichtingen waar een gasfles, tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een zeer vergiftige (vloeibaar gemaakte) gas
15 l
grens Besluit bouw- en houtbedrijven milieubeheer circa 250 stuks; grens Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer 20 kg
N
6
vergiftige gassen
N
7
corrossief gas
N
8
overige gevaarlijke gassen
inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een vergiftige (vloeibaar gemaakte) meer dan 150 l per stuk gas inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een corrosief (vloeibaar gemaakte) meer dan 150 l per stuk gas inrichtingen waar een tank, tankwagen boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een gasvormige gevaarlijke stof meer 20.000 l per stuk
N
9
(zeer(licht)) ontvlambare vloeistoffen
vloeistoffen inrichtingen waar een tank, tankwagen boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een (licht) ontvlambare vloeistof
N N N N
10 11 12 13
onder meer benzinetankstations geen opslag in tanks vallende onder CPR 9-6 geen opslag in emballage geen opslag in emballage geen opslag in emballage
inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof met een vlampunt hoger dan 55o C inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een zeer vergiftige vloeistof inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een vergiftige vloeistof inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof die zeer vergiftige gassen kan vormen (R32) inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof die vergiftige gassen kan vormen (R29 en R31)
meer dan 150.000 l per stuk meer dan 200 l per stuk meer dan 2.000 l per stuk meer dan 20 l per stuk
N
15 overige gevaarlijke vloeistoffen
inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeibare gevaarlijke stof
meer dan 150.000 l per stuk
N
16 zeer vergiftige vaste stof
N N
vaste stoffen inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een zeer vergiftige vaste stof 17 vergiftige vaste stof inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een vergiftige vaste stof 18 vaste stoffen die zeer vergiftige gassen inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een stof die kunnen vormen zeer vergiftige gassen kan vormen (R32)
N
19 vaste stoffen die vergiftige gassen kunnen vormen
N
20 overige onbrandbare vaste gevaarlijke inrichtingen waar een een silo of een andere gesloten opslagvoorziening aanwezig is met een onbrandbare vaste gevaarlijke stof stof 21 stofexplosie inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is waar een voor stofexplosie-gevaarlijke atmosfeer aanwezig is
N
N N
22 organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 23 brandbare vaste stoffen en
inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een stof die vergiftige gassen kan vormen (R29 en R31)
brandgevaar inrichtingen waar organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 overeenkomstig CPR 3 worden opgeslagen inrichtingen waar brandbare vaste stoffen of brandbare vloeistoffen worden opgeslagen
brandbare vloeistoffen in emballage
geen opslag in gasflessen
meer dan 20.000 l per stuk
brandbare vloeistoffen zeer vergiftige vloeistoffen vergiftige vloeistoffen vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen 14 vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen
N
geen opslag in gasflessen
niet zijnde benzine, gasolie huisbrandolie, lichte stookolie of afgewerkte olie
meer dan 200 l per stuk
niet zijnde brandbaar of (zeer) vergiftige stof of een stof die (zeer) vergiftige gassen kan vormen (R29, 31 of 32)
onder meer chloorbleekmiddel; uitgangspunt is dat zwembaden met tanks met chloorbleekmiddel niet vallen onder de werkingssfeer van het Besluit horeca-, sport- en recreatie-inrichtingen milieubeheer; geen opslag in emballage geen opslag in emballage
meer dan 200 kg per stuk
geen opslag in emballage
meer dan 2.000 kg per stuk
geen opslag in emballage
meer dan 200 kg per stuk
geen opslag in emballage
meer dan 2.000 kg per stuk
geen opslag in emballage
1.500 m3 per opslagvoorziening
niet zijnde brandbaar of (zeer) vergiftige stof of een stof die (zeer) vergiftige gassen kan vormen (R29, 31 of 32)
met een inhoud van meer dan 100 m³
geen opslag in emballage geen opslagplaatsen met verpakte stuifgevoelige producten
meer dan 150 kg per opslagplaats 1. met een gemiddelde vuurbelasting van meer dan 60 kg vurenhout per m2 en 2. in een brandcompartiment (zowel binnen een gebouw als buiten) met een oppervlakte van meer dan 1.000 m2
wanneer de opslag van brandbare vloeistoffen in emballage onder CPR 15-2 valt is categorie C1 van toepassing
een brandcompartiment heeft een weerstand tegen branddoorslag of -overslag (WBDBO) van tenminste 60 minuten. Dit kan worden bereikt door bouwkundige voorzieningen (weerstand tegen branddoorslag) of door een vrije afstand (weerstand tegen brandoverslag; minimaal 7,5 meter; Er moeten wel hulpmiddelen ontwikkeld worden om de vuurbelasting eenvoudig te kunnen bepalen.
overig N
24 vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen
inrichtingen waar vervoerseenheden beladen met gevaarlijke stoffen tegelijkertijd worden geparkeerd
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, versie 3.1 oktober 2007
meer dan drie vervoerseenheden anders dan N5 t/m 14
grens Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer Pag 31 van 93
Figuur 1.4.9: Risicokaart-relevante drempelwaarden (met aanduiding wijzigingen) LTR RB/RP
Categorie-aanduiding
Omschrijving categorie
Risicokaart-relevante drempelwaarde
A
RB
BRZO
Inrichtingen waarop het Besluit risico’s zware ongevallen 1999 van toepassing is
Altijd meenemen
B
RB
LPG-tankstations
Altijd meenemen
C1
RB
Opslag verpakte gevaarlijke stoffen
LPG-tankstations als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van het Besluit LPG-tankstations milieubeheer Inrichtingen waar verpakte gevaarlijke stoffen in emballage worden opgeslagen
In een hoeveelheid ≥ 10.000 kg per opslagplaats
Niet zijnde een inrichting als bedoeld onder A of D
C2
RP
Opslag verpakte gevaarlijke stoffen
Inrichtingen waar verpakte bestrijdingsmiddelen in emballage worden opgeslagen
Hoeveelheid welke ≥ 2.500 kg is per opslagplaats
Niet zijnde een inrichting als bedoeld onder A of D
D
RP
Ammoniakkoel- of vriesinstallatie
Inrichtingen waarin een koel- of vriesinstallatie aanwezig is
Hoeveelheid welke ≥ 200 kg ammoniak is per installatie
E
RB
Spoorwegemplacement
Spoorwegemplacementen die bestemd zijn voor het rangeren van wagons met gevaarlijke stoffen
Altijd meenemen
F
RP
Vervoersbedrijf
Inrichtingen bestemd voor de opslag in verband met vervoer van gevaarlijke stoffen (al dan niet in combinatie met andere stoffen en producten). Het betreft verzamelplaatsen waar te vervoeren gevaarlijke stoffen geparkeerd mogen worden.
Voor zover Hoeveelheid welke ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen is per opslagmodaliteit gelijktijdig aanwezig kan zijn
G1
RB
Consumentenvuurwerk
G2
RB
Professioneelvuurwerk
Inrichtingen waar consumentenvuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen al dan ≥ 10.000 kg niet in combinatie met het bewerken daarvan Inrichtingen waar professioneel (theater-) vuurwerk al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk in Altijd meenemen de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen of bewerkt in de zin van het Vuurwerkbesluit
H
RB
Kernenergiewetbedrijf
Inrichtingen waarop artikel 15, onder b, van de Kernenergiewet van toepassing is
Altijd meenemen
I
RB
J
Mijnbouwwetbedrijf
Inrichtingen die krachtens artikel 1 van de Mijnbouwwet zijn aangewezen als mijnbouwwerken
Altijd meenemen
ARIE-inrichtingen
(…)
hoeft niet apart voor Risicokaart geinventariseerd te worden
RP RB
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas Munitie
Inrichtingen waar propaan of een vloeibaar gemaakt brandbaar gas wordt opgeslagen in een reservoir Inrichtingen als bedoeld in categorie 3.1 van bijlage 1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, waar explosieve massa aan munitie aanwezig is
Hoeveelheid welke ≥ 3.000 liter is
L1
L2
RB
Ontplofbare stoffen
Inrichtingen als bedoeld in categorie 3.1 van bijlage 1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer, waar ontplofbare stoffen aanwezig zijn
≥ 10 kg
M
RB
Distikstofoxide
Inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met distikstofoxide
≥ 1.250 liter per stuk
N1
RP
Oxiderende gassen
N2
RP
Gasdrukregel- en meetstations
Gassen Inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een oxiderende (vloeibaar gemaakt) gas Inrichtingen waar een gasdrukregel- en meetstation aanwezig is
Hoeveelheid welke ≥ 20.000 liter is (per tank of procesinstallatie) Vergelijkbaar met categorie C in NEN 1059
N3
RP
Propaan- en butaanvulstations
RP
Gasflessendepot
N5
RP
Zeer giftige gassen
N6
RP
Giftige gassen
N7 N8
RP
corrosief gas Overige gevaarlijke gassen
N9
RP
M.u.v. een reservoir waarop CPR 11–1 ‘Het gebruik van propaan op bouwterreinen’ van toepassing is. Met uitzondering van volgens bijlage A van het ADR tot klasse 1.4 behorende patronen dan wel onderdelen daarvan voor vuurwapens met een kaliber van niet meer dan 13,2 mm
≥ 100 kg netto
Ontplofbare stoffen zijn onder meer: organische peroxiden, opslaggroep 1overeenkomstig CPR 3; nitraathoudende meststoffen Type A en B conform CPR 1
Niet zijnde inrichtingen die behoren tot een categorie als aangewezen bijlage I, onder 23.1 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
1.250 liter komt overeen met 1000 kg
Geen opslag in gasflessen 3
Categorie C in NEN 1059 vermeldt de volgende kenmerken: 'ontwerpcapaciteit > 6000 m /uur en inlaatdruk < 8 bar' of 'alle capaciteiten en inlaatdruk > 8 bar'
Hoeveelheid welke ≥ 3.000 liter is (volume van alleen de voorraadtank) (Gesommeerde inhoud) Hoeveelheid (som van alle flessen) welke ≥ 10.000 liter is Inrichtingen waar een gasfles, tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een Hoeveelheid welke ≥ 15 liter is (per gasfles, tank, tankwagen, zeer vergiftige (vloeibaar gemaakte) gas boxcontainer of procesinstallatie)
Grens Besluit bouw- en houtbedrijven milieubeheer
Geen opslag in gasflessen
N10 RP
Brandbare vloeistoffen
N11 RP
Zeer giftige vloeistoffen
N12 RP
Giftige vloeistoffen
N13 RP
Vloeistoffen die zeer giftige gassen kunnen vormen Vloeistoffen die giftige gassen kunnen vormen
N15 RP
Overige gevaarlijke vloeistoffen
Inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeibare gevaarlijke stof
N16 RP
Zeer giftige vaste stof
N17 RP
Giftige vaste stof
N14 RP
In het rood zijn aangegeven alle wijzigingen in de drempelwaardentabel Risicokaartrelevant tussen LRI-GS versie 3.0 en 3.1 . Tevens geldt: - 'giftige' was in LRI versie 3.0 'vergiftige' , 'liter' was in in LRI versie 3.0 'l' en diverse kleine tekstuele weergaven zijn aangebracht. Aanleiding: eenduidigheid aanbrengen tussen teksten in de LRI en de Regeling provinciale risicokaart (Staatscourant 18 april 2007, nr. 75) waarbij deze Regeling tekstueel als leidend is gesteld. Inhoudelijk zijn er (nog) twee verschillen: in de LRI staat (wel) een drempelwaarde voor de categorie N2 en de categorie omschrijving van N22 maakt melding van de juiste PGS. Op deze twee punten zullen beide documenten t.z.t. in overeenstemming worden gebracht. Legenda: LTR = Letter ter herkenning van de categorie RB of RP = Drempelwaarde is vastgelegd in het Registratiebesluit (RB) of Regeling provinciale risicokaart (RP)
Inrichtingen waar gasflessen met propaan en/of butaan door middel van een vulstation worden gevuld, indien bij deze inrichting een tank propaan en/of butaan aanwezig is Inrichtingen waar gasflessen worden opgeslagen (gasflessendepot)
Inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een vergiftige (vloeibaar gemaakte) gas (…) Inrichtingen waar een tank, tankwagen boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een gasvormige gevaarlijke stof Vloeistoffen Inrichtingen waar een bovengrondse tank, tankwagen boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een (licht) ontvlambare vloeistof Inrichtingen waar een bovengrondse tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof met een vlampunt hoger dan 55 o C inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een zeer giftige vloeistof inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een giftige vloeistof Inrichtingen waar een tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof die zeer vergiftige gassen kan vormen (R32) Inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een vloeistof die giftige gassen kan vormen (R29 en R31)
(zeer(licht)) ontvlambare vloeistoffen
Toelichting
Met uitzondering van in de territoriale zee gelegen inrichtingen
K
N4
Uitzondering
Circa 250 stuks; grens Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer 20 kg
Hoeveelheid welke ≥ 150 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie)(per stuk) hoeft niet apart voor Risicokaart geinventariseerd te worden Hoeveelheid welke ≥ 20.000 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie) (per stuk) Hoeveelheid welke ≥ 20.000 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie) (per stuk) Hoeveelheid welke ≥ 150.000 liter is (per tank of procesinstallatie) (per stuk) Hoeveelheid welke ≥ 200 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie) (per stuk) Hoeveelheid welke ≥ 2.000 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie) (per stuk) Hoeveelheid welke ≥ 20 liter is (per tank, tankwagen, boxcontainer of procesinstallatie) (per stuk) Hoeveelheid welke ≥ 200 liter is (per stuk tank of procesinstallatie) (per stuk)
Hoeveelheid welke ≥ 150.000 liter is (per stuk tank of procesinstallatie)
geen opslag in gasflessen
Geen opslag in tanks vallende onder CPR 9-6 Geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15) Niet zijnde benzine, gasolie huisbrandolie, lichte stookolie of afgewerkte olie
Geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15) Geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15)
Geen opslag in emballage Niet zijnde brandbaar of (zeer) vergiftige stof of een stof die die Geen opslag in emballage (zeer) vergiftige gassen kan vormen (R29, 31 of 32)
Vaste stoffen die zeer giftige gassen kunnen vormen
Hoeveelheid welke ≥ 200 kg is (per silo of andere gesloten opslagvoorziening) (per stuk) Hoeveelheid welke ≥ 2.000 kg is (per silo of andere gesloten opslagvoorziening) (per stuk) Hoeveelheid welke ≥ 200 kg is (per silo of andere gesloten opslagvoorziening) (per stuk)
Geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15)
N18 RP
Vaste stoffen Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een zeer vergiftige vaste stof Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een vergiftige vaste stof Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal aanwezig is met een stof die zeer giftige gassen kan vormen (R32)
N19 RP
Vaste stoffen die giftige gassen kunnen Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening voor losgestort materiaal vormen aanwezig is met een stof die giftige gassen kan vormen (R29 en R31)
Hoeveelheid welke ≥ 2.000 kg is (per silo of andere gesloten opslagvoorziening)
Geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15)
N20 RP
Overige onbrandbare vaste gevaarlijke Inrichtingen waar een een silo of een andere gesloten opslagvoorziening aanwezig is met een stof onbrandbare vaste gevaarlijke stof
N21 RP
Stofexplosie
N22 RP
Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3
N23 RP
Brandbare vaste stoffen
N24 RP
Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen
3
Hoeveelheid welke ≥ 1.500.000 liter (=1.500 m ) is (per silo of andere opslagvoorziening) Inrichtingen waar een silo of een andere gesloten opslagvoorziening zonder adequate drukontlasting Hoeveelheid welke ≥ 100.000 liter (=100 m³) is (per silo of voor losgestort materiaal aanwezig is waar een voor stofexplosie-gevaarlijke atmosfeer aanwezig is andere opslagvoorziening) Brandgevaar Inrichtingen waar organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 overeenkomstig (CPR3) PGS8 worden opgeslagen Grote buitenopslagen van fusten, pallets, kratten of vaten waarbij de brandbare stof 50% of minder van het volume inneemt.
Poeders, geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15) Geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15)
Niet zijnde brandbaar of (zeer) vergiftige stof of een stof die die Geen opslag in emballage (opslag in emballage is CPR/PGS 15) (zeer) vergiftige gassen kan vormen (R29, 31 of 32) Geen opslagplaatsen met verpakte stuifgevoelige producten
2
Het voorwoord van PGS8 stelt dat deze ongewijzigd is ten opzichte van de CPR-richtlijn 3.
Opslagplaats heeft grootte van ≥ 100 m
Hoeveelheid welke ≥ 1000 m2 grondoppervlak is
Wanneer de opslag van brandbare vloeistoffen in emballage onder PGS 15 valt is categorie C1 van toepassing
Overig Aangewezen (parkeer) locaties waar vervoerseenheden beladen met gevaarlijke stoffen worden geparkeerd
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
Voor zover op de aangewezen (parkeer)locatie ≥ 10.000 kg gevaarlijke stoffen gelijktijdig aanwezig mag zijn
pag 32 van 93
4.4
Grondslagen van de drempelwaarden Risicokaart-relevant
In deze paragraaf worden de grondslagen van de drempelwaardentabel Risicokaart-relevant (..) per categorie toegelicht. Maatgevend voor hetgeen er in het RRGS moet worden geregistreerd is de drempelwaardentabel Risicokaart-relevant die in het kader van de Wet Kwaliteitsbevordering rampenbestrijding is/wordt ingevoerd op basis van daarover bereikte overeenstemming tussen de ministeries van VROM en BZK, het IPO en de VNG. In het algemeen heeft een combinatie van de volgende vijf argumenten aanleiding gegeven tot deze drempelwaarden: a. Wanneer voorzien wordt dat het toekomstige Registratiebesluit Risicovolle situaties met gevaarlijke stoffen (Wet milieubeheer) een bepaalde categorie zal bevatten, dan is die uiteraard ook van toepassing in de onderhavige drempelwaarden tabel; b. Wanneer de in dit achtergronddocument beschreven gestandaardiseerde bepalingswijze van de effectafstand letaal, op basis van 1% letaliteit, op een afstand van circa 50 m laat zien, is dat aanleiding tot opname van een bijpassende drempelwaarde in de tabel. Van belang is echter te vermelden dat bij deze motivering van de drempelwaarden gebruik is gemaakt van initiële benaderingen die op categorieën situaties betrekking hebben. Specifieke inrichtingen binnen een bepaalde categorie kunnen heel goed een afwijkende effectafstand hebben; c. Uit praktische overwegingen wordt voor de bepaling van de exacte drempelwaarden bij voorkeur aangesloten bij grenswaarden die in bestaande regelingen worden gehanteerd; d. Overige praktische overwegingen, waaronder aansluiting bij release 2 van het RRGSsysteem (op het moment van uitgave van versie 2.0 van deze Leidraad de operationele release), aansluiting, maar ook verbetering en verduidelijking van de eerdere versie van de drempelwaardentabel welke in versie 1.0 van deze leidraad werd geïntroduceerd; e. De combinatie van argumenten brengt met zich mee dat niet strikt kan worden vastgehouden aan punt b. Het RRGS en de risicokaarten geven, na de correctie invoer van gegevens door het bevoegd gezag, de mate van extern gevaar van inrichtingen aan; dat is immers de kernfunctie van deze voorzieningen. In het onderstaande wordt de genoemde effectafstand letaal voor 1% letaliteit verkort aangeduid als ‘effectafstand letaal’. Het RRGS (Register Risicosituaties Gevaarlijke stoffen) wordt hieronder ook wel ‘het register-GS’ genoemd.
4.4.1 BRZO (Categorie A) Alle BRZO-inrichtingen (PBZO en VR) dienen te worden ingevoerd in het RRGS. Om die reden is in de drempelwaardentabel aangegeven 'altijd meenemen'. Voor deze categorie inrichtingen is een specifieke regeling met een aanwijssystematiek van toepassing, met eigen drempelwaarden. Uitgangspunt voor de Leidraad Risico-Inventarisatiedeel Gevaarlijke stoffen is dat het bevoegd gezag bekend is met deze systematiek. De aanwijzing van inrichtingen die onder het BRZO'99 vallen is geregeld in de artikelen 2 en 4 van het BRZO'99. Denkbaar is overigens dat niet alle BRZO-inrichtingen een effectafstand letaal van 50 meter halen. LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 33 van 93
4.4.2 LPG-tankstations (Categorie B) Op LPG tankstations is het Besluit LPG-tankstations milieubeheer van toepassing. Alle LPGtankstations die onder de werkingsfeer van dit Besluit vallen en alle LPG-tankstations die vergunningsplichtig, zijn dienen te worden ingevoerd in het RRGS. Daarom wordt er geen drempelwaarde voor deze categorie genoemd. Om die reden is in de drempelwaardentabel aangegeven 'altijd meenemen'. 4.4.3 Opslag verpakte gevaarlijk stoffen (Categorie C1 en C2) Bij bepaling van de drempelwaarden is om praktische redenen aangesloten bij de drempels uit de (voormalige) CPR 15 (PGS 15). De drempelwaarde voor de opslag .van verpakte gevaarlijke stoffen in emballage (C1) is voor gevaarlijke stoffen 10.000 kg per opslagplaats. In inrichtingen waar bestrijdingsmiddelen worden opgeslagen (C2) is de drempelwaarde 2.500 kg per opslagplaats. Denkbaar is dat reeds bij kleinere hoeveelheden gevaarlijke stof een effectafstand letaal van 50 meter optreedt. Bijvoorbeeld een effectafstand letaal van meer dan 50 meter kan ontstaan bij de ontleding van 1 ton bestrijdingsmiddel. Onder andere is onderscheid nodig van de in de opslagen aanwezige voorzieningen. Dit onderscheid is niet in de drempelwaarden verwerkt, maar komt tot uiting in de (bepaling van de) specifieke effectafstanden en risicoafstand voor de beschouwde opslag.
4.4.4 Ammoniakkoel- of vriesinstallaties (Categorie D) Voor ammoniak koel- en vriesinstallaties geldt een drempelwaarde van 200 kilogram ammoniak per installatie. Bij 200 kg ammoniak wordt in het algemeen nog geen effectafstand letaal van 50 meter verwacht. Echter door een forse effectafstand voor gezondheidsschade is veiligheidshalve besloten een drempelwaarde van 200 kg te hanteren. Voor een specifieke installatie zijn de risico- en de effectafstand sterk afhankelijk van de uitvoeringsvorm van de installatie.
4.4.5 Spoorwegemplacementen (Categorie E) Alle spoorwegemplacementen die vallen onder de werkingssfeer van de Wet milieubeheer dienen geïnventariseerd te worden. Om die reden is in de drempelwaardentabel aangegeven 'altijd meenemen'. Spoorwegemplacementen vallen onder de Wet milieubeheer op basis van categorie 14 van bijlage I uit het Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer.
4.4.6 Vervoersbedrijf (Categorie F) De drempelwaarde voor vervoersgebonden inrichtingen is een hoeveelheid gevaarlijke stoffen van 10.000 kg per opslagmodaliteit die gelijktijdig aanwezig kan zijn.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 34 van 93
Aangesloten is bij het Besluit opslag en transportbedrijven milieubeheer. In beginsel mag 10.000 kg in een opstelplek staan en 10.000 kg in een vervoermiddel binnen de inrichting. In beide gevallen is een groot aantal stoffen uitgesloten, handhaafbaar uitgedrukt in ADRcategorieën, en kan worden verondersteld dat eventuele ongevallen vergelijkbaar blijven met een grote brand. Bij de 10.000 kg in een transportmiddel horen weliswaar PGS 15 voorzieningen, maar zijn brandbare en toxische stoffen niet langer uitgesloten (zeer toxisch maximaal 5.000 kg). Een vergelijking met categorie C1 leert dat er echter geen reden is een andere drempel aan te houden dan voor C1. Bij zowel categorie C1 als F is bij een opslagmogelijkheid van 10.000 kg een effectafstand van meer dan 50 meter mogelijk.
4.4.7 Vuurwerk (Categorie G1 en G2) Voor inrichtingen waar consumentenvuurwerk (G1) in de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen is de drempelwaarde 10.000 kg vuurwerk. Alle inrichtingen waar professioneel vuurwerk in de zin van het Vuurwerkbesluit wordt opgeslagen, dienen te worden geregistreerd. Om die reden is in de drempelwaardentabel bij G2 aangegeven 'altijd meenemen'. Het criterium voor vuurwerk is de toetsingsafstand. De drempelwaarden zijn te herleiden tot het Vuurwerkbesluit. Voor consumentenvuurwerk geldt tot 10 ton overigens een afstand van 8 meter, daarna springt deze naar 20-48 meter; dus minder dan 50 m.
4.4.8 Kernenergiewetbedrijf (Categorie H) Alle inrichtingen waarop artikel 15, onder b, van de kernenergiewet van toepassing is moeten worden ingevoerd in het RRGS. Om die reden is in de drempelwaardentabel aangegeven 'altijd meenemen'. Het Rijk is voor deze inrichtingen het bevoegd gezag en is verantwoordelijk voor de registratie.
4.4.9 Mijnbouwwetbedrijf (Categorie I) Alle inrichtingen die krachtens artikel 1 van de Mijnbouwwet zijn aangewezen als mijnbouwwerken, dienen te worden ingevoerd en het RRGS. Om die reden is in de drempelwaardentabel aangegeven 'altijd meenemen'. Bijlage 1 uit het Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer geeft voor deze inrichtingen het bevoegd gezag aan; dat is doorgaans niet de gemeente.
4.4.10
ARIE-inrichtingen (Categorie J)
Deze categorie is niet meer Risicokaart relevant en staat om deze reden niet meer in de drempelwaardentabel Risicokaart-relevant (figuur 1.1.3 hoofdtekst, tab01). ARIE staat voor 'Aanvullende risico-inventarisatie en –evaluatie'. Voor bedrijven die voldoen aan de selectiecriteria hiervoor is een ARIE op grond van het Arbeidsomstandighedenbesluit verplicht. Het gaat om bedrijven waar gevaarlijke stoffen aanwezig zijn die een relevant risico voor de betrokken werknemers opleveren. (..) Er zijn ARIE-inrichtingen waarbij de bedrijfsacLRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 35 van 93
tiviteit zodanig is dat er wel een drempelwaarde van een categorie uit de drempelwaardentabel Risicokaart-relevant wordt overschreden. In dergelijke gevallen wordt de betreffende ARIEinrichting wel ingevoerd in het RRGS.
4.4.11
Propaan en (vloeibaar) brandbaar gas (Categorie K)
Inrichtingen waar propaan of een ander vloeibaar gemaakt brandbaar gas wordt opgeslagen in reservoirs van 3.000 liter en groter, dienen ingevoerd te worden in het RRGS. Een effectafstand letaal van 50 m zou overigens reeds bij bovengrondse reservoirs van 1.500 liter kunnen ontstaan. Er zijn echter veel verschillende tanks rond die maat. In de praktijk blijken de meeste daarvan in het buitengebied te staan. Uit praktische overwegingen is gekozen voor 3.000 liter waardoor veel minder relevant inventarisatiewerk wordt voorkomen. Bij een calamiteit met een tank van 1.500 liter in dicht bebouwd gebied kan er echter wel sprake zijn van een vermeldenswaardig gevaar.
4.4.12
Munitie en Ontplofbare stoffen (Categorie L1 en L2)
Inrichtingen, als bedoeld in categorie 3.1 van bijlage 1 van het Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer waar netto 100 kg of meer aan explosieve massa in de vorm van munitie (L1)aanwezig is, dienen ingevoerd te worden in het RRGS. Inrichtingen, als bedoeld in categorie 3.1 van bijlage 1 van het Inrichtingen en vergunningenbesluit milieubeheer waarbij meer dan 10 kg netto aan ontplofbare stoffen (L2) aanwezig is dienen eveneens ingevoerd te worden. Deze drempelwaarden leiden bij de relatief pessimistische benadering van Gevarenkaart 3 beide tot een effectafstand letaal van 60 meter. Om praktische redenen is gekozen om met de drempelwaarden aan te sluiten bij het Inrichtingen en vergunningenbesluit.
4.4.13
Distikstofoxide (Categorie M)
Inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met distikstofoxide met een inhoud van per stuk 1.250 liter of meer dienen te worden ingevoerd in het RRGS. De achtergrond hiervan is dat dit is voorzien in conceptversies van het Registratiebesluit externe veiligheid, vanwege de typering van lachgas als toxisch en explosief. Uit de gevarenkaarten volgt voor 1.250 liter lachgas (circa 1000 kg) een effectafstand letaal van nog geen 20 meter.
4.4.14
Oxiderende gassen (Categorie N1)
Inrichtingen waar een tank of procesinstallatie aanwezig is met een oxiderend gas met een inhoud van per tank 20.000 liter of meer dienen te worden ingevoerd in het RRGS. Deze drempelwaarde komt globaal overeen met een effectafstand letaal van 50 m, zie Gevarenkaart 1 (tabel 2c). Opmerking: in de drempelwaardentabel 2004 (LRI-GS versie 1.0) stond voor deze categorie ten onrechte nog 1 ton als criterium. Met de hierboven vermelde drempelwaarde van 20.000 liter wordt minder relevant inventarisatiewerk voorkomen.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 36 van 93
4.4.15
Gasdrukregel- en meetstations (Categorie N2)
Als drempelwaarde voor registratie van (inrichtingen met ) gasdrukregel- en meetstations wordt gehanteerd: 'vergelijkbaar met categorie C uit NEN1059'. Als een station van type A of B is, kan worden aangenomen dat de effectafstand letaal onder 20 tot 30 meter blijft. Vandaar de keuze van type C als drempelwaarde. De formulering 'vergelijkbaar met type C'is gekozen omdat er stations zijn die op grond van verschillende versies van NEN1059 als een type C zijn aangeduid (in vergunningen of via het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer). De bedoeling is dat beide typen C-stations worden meegenomen. De bedoelde versies van NEN1059 verschillen met name op het punt van de inlaatdruk ( 8 c.q. 16 bar): Op basis van NEN1059 versie 1994, heeft een station van type C: - een inlaatdruk die kleiner of gelijk is dan 8 bar en tevens een ontwerpcapaciteit die groter of gelijk is aan 6000 m3 per uur, of - een inlaatdruk groter dan 8 bar (maar kleiner dan of gelijk aan 100 bar) (ongeacht de grootte van de ontwerpcapaciteit). Op basis van NEN1059 versie 2003, heeft een station van type C: - een inlaatdruk die kleiner of gelijk is aan 16 bar en tevens een ontwerpcapaciteit die groter of gelijk is aan 6000 m3 per uur, of - de inlaatdruk is groter dan 16 bar (dan ongeacht de grootte van de ontwerpcapaciteit). Overigens bieden de gevarenkaarten bij versie 2.0 van deze Leidraad-GS nog geen voorziening voor het berekenen van effect en risico-afstanden bij gasdrukregel- en meetstations. Te voorzien is dat die in een latere versie worden toegevoegd, met mogelijk een onderscheid in externe effecten tussen de beide typen.
4.4.16
Propaan- en butaan vulstations (Categorie N3)
Vulstations zijn onder andere apart in de drempelwaardentabel opgenomen omdat ze een gebruikelijke categorie vormen, zie CPR 11-5. Voor het externe effect ervan gaat het doorgaans om twee aspecten: a. de voorraadtank met propaan of butaan; b. een voorraad aan gevulde gasflessen. In de benadering van de drempelwaardentabel wordt dit in wezen uiteengetrokken: voor punt a wordt aangesloten bij categorie K en voor de flessenvoorraad bij categorie N4.
Toelichting bij punt a: CPR11-5 onderscheidt vulstations van type A, B, C en D, waarbij type A (al) een bovengrondse voorraadtank van 8 m3 kan hebben. Voor dergelijke tanks is in categorie K (zie paragraaf 4.4.11) een drempelwaarde van 3 m3 gesteld (letale effectafstand groter dan 50m). Daarom is voor de vulstations, ongeacht het type, de drempelwaarde bij 3 m3 gelegd. Aanbevolen wordt deze ‘gewoon’ onder categorie K te registreren, behalve wanneer er een relevante flessenvoorraad is. (zie verder onder het volgende punt)
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 37 van 93
Toelichting bij punt b: Voor de hand ligt dat vulstations een voorraad gevulde gasflessen hebben. Dan zijn er als het ware twee risico opleverende ‘installaties’. Categorie N (release 2 van het RRGS) maakt het mogelijk om verschillende installaties (vultank + flessenopslag) te registreren als één inrichting. Indien er bij het vulstation een flessenvoorraad is (die voldoet aan de criteria die onder punt N4 worden genoemd) én een bovengrondse voorraadtank (die voldoet aan het criterium van minstens 3 m3), dan ligt het voor de hand zo’n station te registreren op de zojuist geschetste wijze en het met de categorie N3 te benoemen. Daartoe zijn nadere gegevens voor de flessenopslag te vinden in de volgende paragraaf (Categorie N4). Omgekeerd: wanneer er in het vulstation een ondergrondse voorraadtank is, dan is de flessenvoorraad waarschijnlijk maatgevend en kan de situatie wellicht beter meteen als een enkelvoudig 'N4-geval' worden behandeld.
4.4.17 Gasflessendepot (Categorie N4) Inrichtingen waar gasflessen worden opgeslagen (gasflessendepot) met een gesommeerde inhoud van 10.000 liter of meer dienen te worden ingevoerd in het RRGS. In deze categorie gaat het primair om flessen gevuld met tot vloeistof verdichte brandbare gassen. Wanneer er ook niet-brandbare vloeibaar gemaakte gassen in flessen voorkomen kan de inhoud daarvan worden meegeteld bij toetsing aan de drempelwaarde (een toelichting hierop volgt verderop in paragraaf; na 'scherfwerking'). Scherfwerking is het voornaamste effect bij flessendepots, mits het gaat om flessen tot indicatief 150 l (doorgaans kleinere maten; géén tanks, ‘bombes’ en dergelijke). De effecten van het exploderen van individuele flessen zijn dan relatief beperkt. Scherven kunnen echter tot honderden meters ver komen, maar de trefkans is op afstand zeer laag. In dit geval is er geen bijzondere effectafstand van de directe explosie(s) en daardoor zijn er is bij fysische explosies geen sprake van risicocontouren. Bij gasflessen met brandbare gassen is wel sprake van 10-6contouren ten gevolge van brand (zie Gevarenkaart 1, tabel 3c).
4.4.18
(Zeer) Vergiftige gassen (Categorie N5 en N6)
De drempelwaarden voor deze beide categorieën zijn op indicatieve wijze afgeleid van de richtinggevende letale effectafstand van 50 m, waarbij enige marge is aangehouden. Dat is gedaan omdat er binnen elk van de categorieën grote variaties mogelijk zijn door verschillen in stofeigenschappen. Uitgaande van gecomprimeerde, tot vloeistof verdicht gassen, zijn de drempelwaarden: categorie N4, Zeer toxisch gas: 15 liter; categorie N5, Giftig gas: 150 liter. Bij deze hoeveelheden zal in de grote meerderheid van de gevallen echter geen letale effectafstand van 50 m worden berekend; zie gevarenkaart 8. Voor de feitelijke berekening van effectafstanden en de risicoafstand is overigens het gewicht aan vloeistof nodig. Bij omrekening van volume naar massa is het soortelijk gewicht van de vloeistof relevant. Dit varieert behoorlijk voor de verschillende tot vloeistof gecomprimeerde gassen. Een eerste ruwe indicatie voor deze categorieën, is een soortelijk gewicht van 1 kg/liter. Het verdient echter aanbeveling hiervoor het specifieke soortelijke gewicht op te zoeken.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 38 van 93
4.4.19
Corrosief gas (Categorie N7)
Deze categorie bestaat niet (meer) in de Regeling provinciale risicokaart en staat om deze reden niet meer in de drempelwaardentabel Risicokaart-relevant (figuur 1.1.3 hoofdtekst, tab01). Voor gassen die conform het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen (Stb. 1987, 516) zijn geclassificeerd als bijtend/corrosief geldt dat hierbij geen effectafstand letaal op 50 meter van de inrichtingsgrens te verwachten is. (..) Er zijn echter ook gassen die naast corrosief ook toxisch zijn. Voor deze stoffen kan gelden dat er op basis van de toxiciteit wel effectafstanden basis van 1% letaliteit op 50 meter van de inrichting te verwachten zijn. Voor deze stoffen geldt dat er (wel) een (andere) drempelwaarde van een categorie uit de drempelwaardentabel Risicokaart-relevant (..) wordt overschreden. In dergelijke gevallen wordt de betreffende inrichting wel ingevoerd in het RRGS.
4.4.20
Overige gevaarlijke gassen (Categorie N8)
De WMS-categorie Overige gevaarlijke gassen is voor de volledigheid in de drempelwaardentabel opgenomen, in aanvulling op de onder N1 tot en met N7 genoemde gassen. Voor de stofcategorie Overige gevaarlijke gassen zijn op voorhand geen specifieke effecten te benoemen, maar naar verwachting behoren de effecten ervan tot de minste in de gehele gassengroep. De drempelwaarde is daaraan ontleend (zie N1, oxiderende gassen). De drempelwaarde is derhalve groter of gelijk aan 20.000 liter per tank of vat. Er is om bovenstaande redenen geen specifieke gevarenkaart voor de Overige gevaarlijke gassen. Wanneer een inrichting boven deze drempelwaarde uitkomt, zal men moeten onderzoeken welke gevarenkaart het dichtst de verwachte effecten benadert en daaruit een bij benadering representatieve tabel moeten kiezen, of deskundig advies inroepen. Het is overigens níet de bedoeling dat op de zojuist beschreven wijze op stoffen wordt geselecteerd die in de WMS-systematiek worden aangemerkt als carcinogeen, gevaarlijk voor het milieu en dergelijke. De problematiek daarvan wordt in het geheel niet gevat met begrippen als effectafstand en risicocontour. Biogas In de praktijk blijkt dat veel inventariseerders de totale inhoud van biogasinstallaties aan de drempelwaarde N8 willen toetsen. Biogas komt in de praktijk voor in twee type opslag. 1. Opslag als onbewerkt biogas, veelal in combinatie met een vergister. Deze opslag wordt opslag in een 'ballon' genoemd. Hierbij wordt een overdruk gehanteerd van maximaal 5 mbar. 2. Opslag als bewerkt biogas (ook wel groen gas genoemd). Biogas is hierbij opgewerkt tot bruikbaar gas (vergelijkbaar met aardgas). Na de bewerking en zuivering van het bio gas wordt het groene gas gecomprimeerd en opgeslagen in eenheden van maximaal 5 m3. 1-onbewerkt biogas, veelal in combinatie met een vergister • Een silo of tank voor de opslag van biogas bij veehouders heeft vaak een inhoud die groter is dan de drempelwaarde Risicokaart-relevant voor categorie N8 'Overige gevaarlijke gassen' (> 20.000 liter). Een opslag voor biogas, veelal in combinatie met een vergister is echter niet Risicokaart-relevant. Er is dan ook geen drempelwaarde voor beschikbaar. (..)
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 39 van 93
2-opslag bewerkt biogas (groen gas) In het geval van de opslag van 'groen gas' moet deze plaatsvinden conform PGS 25 'Gecomprimeerd aardgas. Afleverstations voor motorvoertuigen'. Hierin is opgenomen dat de maximale inhoud van gecomprimeerd gas 5 m3 bedraagt en dat de te hanteren veiligheidsafstand 5 meter bedraagt. Niet direct duidelijk is waaruit deze afstand is herleid.In 2006 heeft RIVM nader onderzoek gedaan en hebben zij een effectafstand vastgesteld voor de opslag van 5 m3 van 12 meter. Deze afstand wordt naar verwachting in 2008 opgenomen in een AMvB voor opslag van aardgas. Conclusie bij situatie 2: opslagen van bewerkt biogas (groen gas) zijn niet Risicokaart-relevant. Er is geen drempelwaarde voor vastgesteld.
4.4.21
(Zeer (licht)) ontvlambare vloeistoffen (Categorie N9 en N10)
Het gaat hier om de volgende WMS-categorieën: (Zeer) Licht ontvlambare vloeistoffen (K1/K2), hier categorie N9 genoemd; Brandbare vloeistoffen (K3/K4); in de drempelwaardenlijst aangeduid met N10. De effecten van een eenmaal begonnen vloeistofbrand zijn vergelijkbaar, maar de ontwikkeling ervan verloopt bij K1- en K2-vloeistoffen een stuk makkelijker en sneller dan bij K3- en K4vloeistoffen. Dit leidt ertoe dat er bij K1/K2 wel en bij K3/K4 geen sprake is van een 10-6contour. Ook de bestrijdbaarheid van K1/K2-branden is complexer. Om deze redenen zijn verschillende drempelwaarden gekozen voor K1/K2 versus K3/K4. Het gevolg is wel dat bij de drempelwaarde voor K1/K2 in het algemeen een letale effectafstand van (ver) onder de 50 m wordt berekend. De effectafstanden worden overigens meer bepaald door de grootte van de plasbrand (= de grootte van het oppervlak tankput) dan door de hoeveelheid vloeistof. De effectafstanden en de risicoafstand (voor zover van toepassing) worden berekend met gevarenkaart 2. De betreffende drempelwaarden zijn (gebaseerd op CPR 9-6/PGS 30): N9, de K1/K2-vloeistoffen: ≥ 20.000 liter per tank N10, de K3/K4 vloeistoffen: ≥150.000 liter per tank K0-vloeistoffen Opgemerkt wordt tenslotte dat deze drempelwaarden níet gelden voor de categorie van de K0vloeistoffen. Deze vloeistoffen kunnen voor de duidelijkheid wellicht het beste worden meegenomen onder N, maar dan met een aangepaste drempelwaarde. Omdat de effecten van brand hier gelijkenis kunnen vertonen met die van brandbare gassen, wordt de drempelwaarde voor K0-vloeistoffen ontleend aan paragraaf 4.4.11, categorie K. Dit houdt in dat voor K0-vloeistoffen een drempelwaarde van 3000 liter per tank/vat geldt. De effectafstanden en risicoafstanden voor K0-vloeistoffen kunnen worden bepaald met behulp van gevarenkaart 1.
4.4.22
(Zeer) Vergiftige vloeistoffen (Categorie N11 en N12)
Het gaat hier om de categorieën: N11 Zeer giftige vloeistoffen: drempelwaarde N12 Giftige vloeistoffen: drempelwaarde
≥ 200 liter per vat/tank; ≥ 2000 liter per vat/tank.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 40 van 93
In feite gaat het in beide categorieën om een breed spectrum van stoffen met sterk variërende eigenschappen. Het is niet praktisch daarvoor vele verschillende drempelwaarden te hanteren. De bovenstaande keuze houdt echter in dat er voor bepaalde stoffen bij de drempelwaarde duidelijk meer en bij andere duidelijk minder dan de indicatie van 50 m voor de effectafstand letaal wordt gevonden (zie gevarenkaart 10). Dat is op zich geen probleem: In de praktijk zullen bij de gestelde drempelwaarden niet veel relevante situaties worden gemist. Verder zijn het register en de risicokaarten juist bedoeld om dergelijke verschillen in beeld te brengen. Oplossingen van giftige stoffen In de praktijk blijkt dat inventariseerders diverse toxische vloeistoffen tegenkomen die in feite een oplossing zijn van een toxische stof in water. Het is dan de vraag hoe de drempelwaardentabel moet worden toegepast. Bijvoorbeeld in de galvanische industrie komen dergelijke baden voor van tientallen m3. In principe geldt (ook hier) dat voor het bepalen van Risicokaart-relevant alleen gekeken hoeft te worden naar de massa (in kilogrammen) van de gevaarlijke stof en dat die hoeveelheid moet worden aan de drempelwaarde die voor deze stof geldt.
4.4.23
Vloeistoffen die (zeer) vergiftige gassen kunnen vormen (Categorie N13/N14)
Het gaat hier om de categorieën: N13 Vormt zeer giftige gassen: N14 Vormt giftige gassen:
drempelwaarde drempelwaarde
20 liter per vat/tank; 200 liter per vat/tank.
Bij deze drempelwaarden en bij toepassing van gevarenkaart 8 voor deze vloeistoffen, is de (pessimistische) veronderstelling dat de vloeistof geheel in gevaarlijke gas wordt omgezet. Afhankelijk van de betrokken vloeistof behoeft dat niet het geval te zijn. De toelichtende tekst in de drempelwaardentabel 2005 (versie 2.1 augustus 2006) bij de categorie N14 bleek niet juist te zijn. In versie 3.0 is deze toelichtende tekst uit de drempelwaardentabel verwijderd en is alleen als toelichting vermeldt 'geen opslag in emballage'. Zwembaden Zwembaden met tanks tot 20.000 liter met chloorbleekmiddel vallen wel onder de AMvB Horeca-, Sport- en Recreatie. Een zwembad is hierdoor een voorbeeld van een 8.40 AMvB bedrijf (/inrichting), dat in principe niet Externe Veiligheidrelevant is, maar wel Risicokaartrelevant kan zijn. Immers de drempelwaarde voor deze categorie is bij een zwembad snel overschreden. Vanaf 750 liter chloorbleekloog wordt volgens gevarenkaart 9 (tabel 2c) een effectafstand van 50 meter of meer gevonden. Nochtans zijn zwembaden vanaf de aangegeven drempelwaarde Risicokaart-relevant. Industriële ammonia In de praktijk blijkt dat inventariseerders stuiten op (zeer)giftige)) gassen opgelost in water, bijvoorbeeld het gas ammoniak in water (=ammonia). Dit wordt onder andere gebruikt bij rookgasreinigingsinstallaties en kan daar voorkomen met ruim meer dan 200 liter ammonia. Het is dan de vraag hoe de drempelwaardentabel moet worden toegepast. Bij de categorieen N11 en N12 uit de drempelwaarden is reeds aangegeven dat het algemene principe voor toetsing is dat gekeken moet worden naar de massa (in kilogrammen) van de gevaarlijke stof en dat die
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 41 van 93
hoeveelheid moet worden getoetst aan de drempelwaarde die voor deze stof geldt. Voor industriële ammonia is er dit echter geen juiste benadering. In de industriele praktijk wordt ammonia hoofdzakelijk toegepast als 25% ammoniak-oplossing. Zeker bij DeNOx installaties wordt een oplossing van 25% ammonia toegepast (bron: Infomil/nageschakelde technieken). Volgens de Chemiekaarten 2006 geldt een 25% Ammoniaoplossing niet als giftig. De stof is als niet giftig geclassificeerd omdat de acute toxiciteit lager is dan de waarde die WMS daarvoor hanteert. Dit betekent dat bij blootstelling aan een 25% oplossing geen sprake is van een vrijkomen van ammoniak gassen die een giftige concentratie in de lucht bereiken. Aangezien de categorie N13/N14 juist vloeistoffen die (zeer) vergiftige gassen kunnen vormen betreft zou ammonia niet moeten worden getoetst aan de drempelwaarde van deze categorie. Een opslag van industriële ammonia kan beter worden getoetst aan de drempelwaarde van categorie N15 (overige gevaarlijke vloeistoffen). Dit betekent dat, op basis van de drempelwaarden (..), een opslag van 150.000 liter of meer ammonia Risicokaart-relevant is.
4.4.24
Overige gevaarlijke vloeistoffen (Categorie N15)
De categorie N15, Overige gevaarlijke vloeistoffen, is voor de volledigheid opgenomen, naast de reeds genoemde categorieën N9 tot en met N14. Voor de goede orde: de zeer brandbare en vluchtige K0-vloeistoffen worden níet tot categorie N15 gerekend, maar tot N9 (ze hebben daar een eigen drempelwaarde en worden verder behandeld als gecomprimeerd brandbaar gas). Voor het overige is de verwachting dat de externe effecten van de groep N15 in het algemeen zullen behoren tot de lichtste uit de groep N7 tot en met N14. De drempelwaarde is ontleend aan CPR9-6 en komt overeen met de drempelwaarde van N14 (paragraaf 4.4.20): Drempelwaarde: 150.000 liter per tank/vat. Aandacht voor eventuele bijzondere gevaarsaspecten blijft echter geboden. Voor de effectafstanden en de risicoafstand is voor de groep N15-vloeistoffen geen specifieke gevarenkaart beschikbaar. Men zal voor inrichtingen die op deze drempelwaarde worden geselecteerd uit de beschikbare gevarenkaarten de meest passende moeten zoeken (stofspecifiek). Het is níet de bedoeling dat op de zojuist beschreven wijze op stoffen wordt geselecteerd die in de WMS-systematiek worden aangemerkt als 'carcinogeen', 'gevaarlijk voor het milieu' o.i.d. De problematiek daarvan wordt in het geheel niet gevat met begrippen als effectafstand en risicocontour.
4.4.25
(Zeer) vergiftige vaste stoffen (Categorie N16 en N17)
Het gaat hier om de categorieën: N16 Zeer giftige vaste stof: drempelwaarde 200 kg per silo/opslagvoorziening; N17 Giftige vaste stof: drempelwaarde 2000 kg per silo/opslagvoorziening. In beide gevallen wordt uitsluitend gedoeld op niet-verpakte, fijn-poedervormige stoffen. LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 42 van 93
Voor verpakte vaste stoffen van de hierboven genoemde aard zullen in het algemeen voorzieningen volgens PGS 15 (c.q. PGS 15) vereist zijn. Voor de verpakte stoffen wordt derhalve verwezen naar categorie C1 of C2, zie paragraaf 4.4.3. Een vaste stof moet wel zeer giftig zijn en uit zeer fijn poeder bestaan om op enige afstand een extern gevaar te vormen. Tegelijkertijd zal het slechts zeer incidenteel voorkomen dat hiervoor grote silo’s zijn vergund waarin het materiaal los gestort kan worden. Deze WMS-categorieën zijn derhalve vooral voor de volledigheid in de drempelwaardenlijst opgenomen. De betreffende drempelwaarden zijn ter indicatie ontleend aan die van de vloeistofcategorieën N11 en N12 (paragraaf 4.4.22). Er zijn in deze leidraad nog geen passende generieke effectmodellen beschikbaar waarmee effectafstanden of risicoafstanden zijn te bepalen.. Wel kan worden voor een specifieke benadering gewezen op tabel 1b van Gevarenkaart 9 (toetsingsafstanden met enige rekenkundig houvast). Dit betekent dat deze leidraad voor categorie N16 en N17 geen concrete informatie over de externe gevaarsaspecten kan bieden.
4.4.26
Vaste stoffen die (zeer) giftige gassen kunnen vormen (Categorie N18 en N19)
Het gaat hier om de volgende categorieën vaste stof: N18 Vormt zeer giftige gassen, drempelwaarde 200 kg per silo/opslagvoorziening; N19 Vormt giftige gassen, drempelwaarde 2000 kg per silo/opslagvoorziening. Deze drempelwaarden zijn indicatief en ontleend aan die van N11 en N12, zie paragraaf 4.4.22 en indirect aan N13 en N14: de vloeistoffen die (zeer)giftige gassen kunnen vormen. De filosofie achter dit laatste is dat naar verwachting bij vaste stoffen sprake zal zijn van effecten die een orde (circa een factor 10) minder zijn. Er zijn echter nog geen generieke effectmodellen voor N18 en N19 ontworpen. Dit betekent dat met deze leidraad voor deze categorieën nog geen effectafstanden of risicoafstand te bepalen is.
4.4.27
Overige onbrandbare vaste gevaarlijke stoffen (Categorie N20)
De WMS-categorie Overige onbrandbare, vaste gevaarlijke stoffen is voor de volledigheid in de drempelwaardenlijst opgenomen, in aanvulling op de onder N16 tot en met N19 genoemde vaste stoffen. Voor de stofcategorie Overige onbrandbare, vaste gevaarlijke stof zijn op voorhand geen specifieke effecten te benoemen. De filosofie achter de aangegeven indicatieve drempelwaarde is dat naar verwachting bij vaste stoffen sprake zal zijn van effecten die een orde (circa een factor 10) minder zijn bij de Overige vloeistoffen van categorie N15, zie paragraaf 4.4.24.De drempelwaarde is derhalve 1500.000 liter (1500 m3) per opslagvoorziening. Er is om bovenstaande redenen geen specifieke gevarenkaart voor de Overige onbrandbare, vaste gevaarlijke stof. Wanneer een inrichting boven deze drempelwaarde uitkomt, zal men moeten onderzoeken welke gevarenkaart het dichtst de verwachte effecten benadert en daaruit een bij benadering representatieve tabel moeten kiezen, of deskundig advies inroepen. Het is overigens níet de bedoeling dat op de zojuist beschreven wijze op stoffen wordt geselecteerd die in de WMS-systematiek worden aangemerkt als carcinogeen, gevaarlijk voor het
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 43 van 93
milieu en dergelijke. De problematiek daarvan wordt in het geheel niet gevat met begrippen als effectafstand en risicocontour.
4.4.28
Stofexplosie (Categorie N21)
Hoewel stofexplosies voor een bedrijf desastreus kunnen zijn, vormen ze pas een potentieel extern probleem wanneer: - sprake is van een stevige omhulling (cycloon, bunker, silo), waarin: - brandbare poeders worden gestort/gelost of producten die fijn brandbaar stof vormen, terwijl er zuurstof of een andere oxidator aanwezig is, en ; - de omhulling niet voorzien is van een adequate drukontlasting, of; - de voorziening voor drukontlasting faalt. Voor dergelijke situaties geeft gevarenkaart 7 een generieke indicatie van de mogelijke effectafstanden. In aansluiting op de algemene grondslag voor de drempelwaarden, is daarmee de drempelwaarde voor stofexplosie-gevaarlijke omhullingen bepaald op 100.000 liter (100 m3). Een omhulling is in dit geval een om- en/of gesloten silo, tank, vat of iets dergelijks.
4.4.29
Organische peroxiden, opslaggroep 2 en 3 (Categorie N22)
De drempelwaarde voor selectie van deze opslagen voor peroxiden ligt op 100 m2 per opslag. Op basis van gevarenkaart 4 is daarbij het midden gehouden tussen: - de toetsingsafstand die geldt voor opslaggroep 2 naar woningen en andere kwetsbare objecten; bij 50 m levert dit een grens op van 30 m2 (50 = ongeveer 16 x 301/3); - de vuistregel dat de drempelwaarde ongeveer correspondeert met een letale effectafstand van 50 m, levert echter een grenswaarde van 350 m2 op: 50 = ongeveer 7 x 3501/3). Aangehouden is de in dit geval als praktisch en afdoende beschouwde middenweg die aansluit bij de toetsingsafstand voor opslaggroep 2 met beperkte veiligheidsvoorzieningen. Dit levert de drempelwaarde van 100 m2 (want: 50 = ongeveer 11 x 1001/3). Een gevolg van deze keuze is dat bij geselecteerde opslagen van circa 100 m2 nog géén (1%) letale effectafstand van 50 m wordt gevonden. Die ontstaat pas boven de 350 m2. Opgemerkt wordt dat opslagen met peroxiden van opslaggroep 1 op een geheel andere wijze moeten worden beschouwd, wegens het daar aanwezige explosiegevaar; zie gevarenkaart 3. Bij de bepaling van de drempelwaarde voor die opslagen is een soortgelijke benadering gevolgd (bij de drempelwaarde is daar ook geen effectafstand letaal van 50 m).
4.4.30
Brandbare vaste stoffen (Categorie N23)
Deze categorie is opgenomen omdat bekend is dat buitenopslagen van snel brandende vaste stoffen een bijzonder brandrisico kunnen vormen. Het gaat daarbij om buitenopslagen van brandbare vaste stof, waarbij de brandbare stof (indicatief) 50% of minder van het volume inneemt. De drempelwaarde voor inventarisatie en registratie van dergelijke opslagen is een opslagoppervlakte van 1000 m2. Met deze categorie wordt gedoeld op buitenopslagen van met name fust (kunststof of hout), zoals kratten, pallets en vaten, en opslagen van los gestapeld hout. (Dezelfde materialen opgesteld binnen een gebouw leveren extern een veel gematigder brandverloop). Voor dit soort
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 44 van 93
opslagen zijn geen effectafstanden of risicoafstanden van toepassing, omdat de brandontwikkeling niet zo snel is dat men zich extern niet tijdig uit de voeten kan maken. Een eenmaal ontwikkelde brand in dit soort opslagen kan echter een zeer intense hittestraling opleveren. Daarom zijn in het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer voor dit soort situaties toetsingsafstanden bepaald; zie gevarenkaart 4 en paragraaf 5.4. De drempelwaarde van 1000 m2 is overigens wel cijfermatig gerelateerd aan de stralingscriteria die in de externe veiligheid worden gehanteerd (zie paragraaf 4.3.3) en aan de richtwaarde van 50 m effectafstand. Op 50 m afstand kan bij een opslag van bijvoorbeeld 50 bij 20 m een stralingsniveau van 10 KW/m2 optreden. Het is duidelijk dat hier echter geen sprake is van een effectafstand letaal inde zin van de externe veiligheid, laat staan van een 10-6-contour. Dus voor deze categorie moet géén effectafstand of risicoafstand in het RRGS worden ingevoerd. De genoemde toetsingsafstanden zijn ook níet bedoeld voor invoer in het RRGS.
4.4.31
Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen (Categorie N24)
Deze categorie is volledigheidshalve en voor de duidelijkheid in de drempelwaardentabel opgenomen. Hieraan ligt enerzijds de gedachte ten grondslag dat de betreffende risicosituatie met gevaarlijke stoffen bij (parkeer)situaties zich kan voordoen zonder dat drempelwaarden van andere categorieën wordt overschreden. Anderzijds is het niet de bedoeling om veel extra inventarisatie werk te genereren. Hieronder wordt daarom gespecificeerd wat wel en niet geacht wordt te inventariseren. o
Niet inventariseren: Het is níet de bedoeling dat (parkeer)locaties van (individuele) vervoerseenheden, op bedrijfsterreinen en/of openbaar gebied, worden geïnventariseerd en ingevoerd in het RRGS. Het is ook niet de bedoeling dat bedrijven die onder het Besluit opslag- en transportbedrijven milieubeheer vallen worden geïnventariseerd en/of dat dergelijke bedrijven om deze reden moeten worden ingevoerd in het RRGS.
o
Wel inventariseren: Geïnventariseerd dienen te worden 'aangewezen (parkeer)locaties waar vervoerseenheden beladen met gevaarlijke stoffen geparkeerd mogen worden'. Voor 'aangewezen' kan ook worden gelezen 'vergunde' en/of 'gemelde (en geaccepteerde)' (parkeer)locaties. Dergelijke aangewezen opstel- c.q. parkeerplaatsen kunnen liggen op zowel een bedrijfsterrein als ook op openbare (veelal gemeentelijke) grond.
Wanneer er sprake is van een aangewezen (parkeer)locatie wordt ervan uitgegaan dat deze situatie ten eerste wordt getoetst aan de andere categorieën uit de Drempelwaardentabel Risicokaart-relevant. Let op: dit is dus ongeacht of deze aangewezen locatie zich bevindt op het terrein van een inrichting (c.q. bedrijfsterrein) of op openbare (veelal gemeentelijke) grond. Bij deze 'eerste' toetsing kan blijken dat een 'aangewezen (parkeer)locatie' Risicokaart-relevant is doordat één of meerdere drempelwaarden worden overschreden. Hierbij is te denken aan categorieën zoals: N5 (zeer vergiftige gassen), N6 (vergiftige gassen), N7 (corrosief gas), N8 (overige gevaarlijke stoffen), N9 (zeer (licht)ontvlambare vloeistoffen), N10 (brandbare vloeistoffen), N11 (zeer vergiftige vloeistoffen), N12 (vergiftige vloeistoffen), N13 (vloeistoffen die zeer vergiftige gassen kunnen vormen), N14 (vloeistoffen die vergiftige gassen kunnen vormen).
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 45 van 93
Wanneer geen van de (andere) drempelwaarden (van veelal de in de vorige alinea genoemde categorieën) wordt overschreden kan worden getoetst aan de drempelwaarde van de categorie N24 Geparkeerde vervoerseenheden met gevaarlijke stoffen. Deze drempelwaarde geeft aan dat wanneer er op een aangewezen (parkeer)locatie 10.000 kg of meer aan gevaarlijke stof (gelijktijdig en gesommeerd) aanwezig is, er is van een risicosituatie die Risicokaart-relevant. Deze drempelwaarde is ontleend aan categorie F (vervoersbedrijf).
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 46 van 93
5
GEVARENKAARTEN
In dit hoofdstuk worden voor alle gevarenkaarten de achtergronden van de totstandkoming van de betreffende beschreven. Daarbij komen aan de orde: overwegingen bij het specifieke toepassingsgebied van de kaart; eventuele toetsingsafstanden; effectafstanden, alleen indien deze een aanvulling zijn op hetgeen is beschreven in paragraaf 4.2 Formules voor berekening van effectafstanden; risicoafstanden, welke specifiek worden toegelicht. De paragrafen 5.1 tot en met 5.10 gaan per gevarenkaart specifiek in op deze onderwerpen. Voorafgaand daaraan volgt een korte toelichting op de gevarenkaarten in het algemeen. Algemene toelichting op de gevarenkaarten Ter toelichting op het gebruik van de gevarenkaarten 1 tot en met 10 is een algemene kaart gemaakt: gevarenkaart nr. 0, Algemene toelichting op het gebruik van de gevarenkaarten. Toepassingsgebied Op gevarenkaart 0 zijn de algemene beperkingen aan het toepassingsgebied van de gevarenkaarten vermeld. Ook paragraaf 3.3 ging daarop reeds in. Kortheidshalve wordt daarnaar verwezen Zoals eerder gezegd: De gevarenkaarten zijn een hulpmiddel dat de inventariseerder in staat stelt een effectafstand en een risico-afstand in te vullen voor een groot aantal gevallen waar deze gegevens niet specifiek van bekend zijn. Het gaat dus om generieke afstanden, zie ook paragraaf 3.3. Toetsingsafstanden De toetsingsafstanden die op de gevarenkaarten zijn vermeld, zijn niet noodzakelijk compleet, maar vermeld voor zover ze (mogelijk) een rol spelen bij de interpretatie van de effectafstanden of de risicoafstand. In een aantal gevallen heeft de regelgeving bijvoorbeeld zelf generieke afstanden bepaald. Zo bevat de regeling [2] bij het Besluit externe veiligheid inrichtingen [1] voor enkele categorieën inrichtingen een categorale risicoafstand (afstand van de 10-6-contour), soms met daarbij de vermelding dat geen gebruik mag worden gemaakt van specifiek bepaalde risico-afstanden. In het algemeen echter gaat, zoals beschreven in paragraaf 3.3.6, een specifieke bepaling boven de generieke waarden in de gevarenkaarten, mits de uitgangspunten van die bepaling overeenkomen met degene die voor het register en de risicokaarten zijn aangegeven. Welke gevarenkaart(en) zijn van toepassing? De gevarenkaarten die men bij een specifieke inrichting nodig heeft, kunnen op verschillende wijzen in beeld komen: • uit de groepskaarten; • uit de drempelwaardenlijst in tabel 4.2; • uit het soort inrichting waar het om gaat, voorbeelden: LPG-tankstations, PGS 15 opslagen; • de stof waar men mee te maken heeft, mede aan de hand van de WMS-typering van die stof. Daarbij kan blijken dat men verschillende gevarenkaarten op dezelfde inrichting van toepassing zijn. In principe kijkt men per inrichting naar de risicobronnen zelf. dat zijn in dit geval de
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 47 van 93
plaatsen waar gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen in een hoeveelheid die boven de betreffende drempelwaarde uitkomt. Wat te doen wanneer op één situatie meer gevarenkaarten van toepassing zijn? Gevarenkaart 0 geeft een toelichting op de te volgen procedure. Deze komt er in het kort op neer dat men de van toepassing zijnde kaarten gebruikt en bepaalt welke effectafstand (of risicoafstand) het grootst is. Bij de effectafstanden moet men daarbij wel de effectafstand voor letaal en die voor gezondheidsschade blijven onderscheiden. Men moet aangeven welk effect (explosief / brandbaar / toxisch) bepalend is en vervolgens daarbij de betrokken effectafstanden voor letaal en gezondheidsschade invullen. Hoe werkt een gevarenkaart Gevarenkaart 0 geeft een algemene toelichting op het gebruik van een gevarenkaart. Daarbij wordt aangegeven; • welke gegevens nodig zijn; • hoe daaruit een generieke waarde voor de effectafstand(en) kan worden bepaald • en hoe een generieke waarde voor de risico-afstand (10-6-contour) kan worden gevonden. In principe zijn de gegevens in de Wm-vergunning daarbij leidend. Hoewel er niet zoveel gegevens nodig zijn, kan het toch voorkomen dat de benodigde gegevens ontbreken. Het gaat dan in principe om het maximale gebruik dat gegeven de bedrijfsvoering in de betreffende situatie mogelijk is. Afbakening insluitsysteem De selectie van inrichtingen vindt in eerste instantie vaak plaats op basis van de totale hoeveelheid gevaarlijke stof (per soort). Voor de bepaling van de effectafstanden en de risicoafstanden, wordt uitgegaan van de grootste hoeveelheid gevaarlijke stof (in kg) welke in een ‘insluitsysteem’ voorkomt. Met een insluitsysteem wordt bedoeld de grootste opslag, installatie, tank, silo etcetera. Voor tanks en silo's moet hierbij worden uitgegaan van de maximale inhoud van de tank of silo ('waterinhoud'). Dit betekent concreet dat voor het vaststellen van de hoeveelheid gevaarlijke stof is uitgegaan van de maximale (water)inhoud van het insluitsysteem. Bij een brand in een loods/opslagplaats waarbij toxische verbrandingsproducten vrijkomen is bijvoorbeeld de loods/opslagplaats het 'insluitsysteem'. Situaties waarbij het insluitsysteem niet maatgevend is voor de risico- of effectafstand komen ook voor. Bij uitstroming van toxische en/of brandbare vloeistoffen is de grootte van de plas bepalend voor de effectafstand. In geval van een uitstroming waarbij geen belemmeringen aanwezig voor de volledige verspreiding, bepaalt de volledige uitgestroomde hoeveelheid (= volume van insluitsysteem) de grootte van de plas. Vaker wordt de uitstroming beperkt door de aanwezigheid van een tankput of opvangvoorziening. In dat geval bepaalt de grootte van de opvangvoorziening het oppervlak van de plas en niet het insluitsysteem. Voor de risicoafstanden speelt ook het aantal insluitsystemen een rol. De gevarenkaarten geven de risicoafstand voor een enkel insluitsysteem. verwezen wordt naar de paragrafen 5.1 tot en met 5.10 voor het geval er dicht bij elkaar meer gelijksoortige insluitsystemen aanwezig zijn.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 48 van 93
Voor meervoudige insluitsystemen gaan de gevarenkaarten ervan uit dat de onderlinge afstand verwaarloosbaar is, zodat voor alle met dezelfde locatie wordt gerekend. Wat verwaarloosbaar is, hangt mede af van de omvang van de 10-6-contour van het grootste enkelvoudige systeem. Voor de effectafstanden is doorgaans alleen het grootste insluitsysteem van belang.
Toelichting per gevarenkaart De nu volgende paragrafen gaan in op de bijzonderheden bij (en ook ‘achter’) de gevarenkaarten 1 tot en met 10. Een belangrijk aspect van de toelichtingen is steeds hoe de effectafstanden en risicoafstanden op die kaart zijn tot stand gekomen. Ook wordt ingegaan op de situatie dat er meer gelijksoortige insluitsystemen op korte afstand van elkaar aanwezig zijn. ‘Kort’ is daarbij een relatief begrip. Het gaat om een afstand die duidelijk ligt binnen de aangeven risicoafstand van een enkel insluitsysteem.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 49 van 93
5.1
Brandbare en oxiderende gassen (GK1)
Algemene overwegingen Deze kaart is van toepassing voor brandbare en oxiderende gassen, met uitzondering van propaan, butaan en LPG. Voor de laatstgenoemde gassen zijn specifieke gevarenkaarten aangemaakt, mede omdat deze stoffen veelvuldig voorkomen er specifieke regelgeving (toetsingsafstanden) voor bestaat. Voor LPG-tankstations dient gevarenkaart 5 te worden toegepast. Voor de stoffen propaan en butaan, alsmede voor LPG in andere toepassingen dan bij tankstations, dient gevarenkaart 6 te worden toegepast. Propaan is representatief voor de totale groep brandbare gassen. De effect- en risicoafstanden op gevarenkaart 1 voor 'Brandbare gassen' zijn overigens wel afgeleid van de eigenschappen van propaan. Brandbare vloeistoffen die als K0-vloeistof gelden, worden eveneens als tot vloeistof verdicht gas behandeld.
5.1.1 Toetsingsafstanden In het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer [8] zijn toetsingsafstanden opgenomen voor gasdrukregel- en meetstations. CPR 5 [12] bevat toetsingsafstanden voor de opslag van zuurstof. De genoemde toetsingsafstanden kunnen van belang zijn bij de interpretatie van effecten risico-afstanden, maar zijn daarop niet van directe invloed.
5.1.2 Effectafstanden De verzameling brandbare en oxiderende gassen kent een drieledige onderverdeling: Brandbare gassen, tot vloeistof verdicht (exclusief propaan, butaan en LPG); Brandbare gassen, niet tot vloeistof verdicht; Oxiderende gassen. Tot vloeistof verdichte gassen Het betreft brandbaar gas in drukhouders tot zodanig hoogte samengeperst dat het gas tot vloeistof is gecondenseerd. De hoeveelheid gas in dergelijke houders is beduidend groter dan bij gassen die niet tot vloeistof (kunnen)worden samengeperst. De berekeningen voor de effectafstanden van tot vloeistof verdicht brandbaar gas zijn uitgevoerd met de in paragraaf 4.3.2 besproken formules uit [21]: Xletaal
= 0,00012 * Hc
Xgezondheidsschade = 0,0002 * Hc
0,54
0,54
0,5
*M
met voor Hc 46 MJ/kg
0,5
*M
Het gaat hier om de formules voor een BLEVE, het hierbij te noteren effect is 'Explosief' De effectafstanden voor brandbare tot vloeistof verdichte gassen zijn weergegeven in tabel 5.1a. Op gevarenkaart 1 zijn ze in afgeronde vorm opgenomen; de letale afstanden zijn op veelvouden van 5 afgerond; de afstanden voor gezondheidsschade op tientallen. Het gaat hier om de formules voor een BLEVE, het hierbij te noteren effect is 'Explosief' De effectafstanden voor brandbare tot vloeistof verdichte gassen zijn weergegeven in tabel 5.1a.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 50 van 93
Op gevarenkaart 1 zijn ze in afgeronde vorm opgenomen; de letale afstanden zijn op veelvouden van 5 afgerond; de afstanden voor gezondheidsschade op tientallen. Het is dus niet de bedoeling dat de exacte cijfers uit de tabel 5.1a worden ingevoerd in het systeem. Zie daarvoor de afgeronde cijfers op de gevarenkaart zelf. Tabel 5.1a: Berekende Effectafstanden voor tot vloeistof verdichte brandbare gassen Massa [kg]
X-letaal [m]
X-gezondheidsschade [m]
52 64 74 117 165 233 369
87 106 123 194 275 389 614
1.000 1.500 2.000 5.000 10.000 20.000 50.000
De getallen in bovenstaande tabel dienen enkel ter documentatie van de berekening. De relatie tussen volume aan vloeibaar gas en het gewicht ervan wordt bij benadering gesteld op 500 kg per m3.
Niet tot vloeistof verdichte brandbare gassen De berekeningen voor de effectafstanden van niet tot vloeistof verdicht brandbaar gas zijn bij wijze van benadering uitgevoerd met dezelfde formules als hiervoor. Dit betekent dat het BLEVE-scenario als een pessimistische benadering wordt gehanteerd, hoewel het in de praktijk bij niet tot vloeistof verdichte gassen niet zal voorkomen. Deze benadering stemt overeen met het Effectafstandenrapport [21] dat ook geen specifieke formules voor dit soort gassen geeft. De uitkomsten van de berekening zijn (bij tanks van vergelijkbare grootte) kleiner omdat de hoeveelheid brandbaar gas per volume eenheid lager is. De effectafstanden van brandbare niet tot vloeistof verdichte gassen zijn weergeven in tabel 5.1b. Op gevarenkaart 1 zijn ze wederom in afgeronde vorm opgenomen, en enkel voor zover ze minstens 20 m bedragen voor de afstand van 1% letaal. Het is de bedoeling dat de afgeronde cijfers van de gevarenkaart zelf worden gebruikt. Tabel 5.1b: Berekende Effectafstanden voor niet tot vloeistof verdichte brandbare gassen Massa [kg]
X-letaal [m]
X-gezondheidsschade [m]
50 100 150 200 500 1000
12 16 20 23 37 52
19 27 34 39 61 87
1500
64
106
2000
74
123
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 51 van 93
De relatie tussen de massa van het gas en het volume ervan in een drukhouder, wordt globaal gekarakteriseerd door de algemene gaswet, althans zolang het gaat om onverzadigd (niet condenserend) gas of damp. Van belang daarbij zijn: - de temperatuur. Daarvoor wordt hier een vaste waarde van 290 K aangehouden - de druk p. Deze mag in onderstaande formule gemakshalve in bar (bara) worden ingevoerd; - het molecuulgewicht M, van het gas (dit geeft het gewicht van 1 Kmol gas in kg). De bedoelde relatie is als volgt in formulevorm weer te geven. : Omrekening van kg naar m
3
volume =massa * 8314,41* 290 /(100.000* p * M)
3
Omrekening van m naar kg massa = volume *p * M* 100.000 / (8314,41 * 290)
De uitkomst is dus sterk afhankelijk van de druk en het molecuulgewicht van de gasmoleculen. Het molecuulgewicht moet voor gebruik van deze relaties worden opgezocht; de druk van de gashouder bij maximaal geoorloofd gebruik volgt uit gegevens van de inrichting. Bijzonderheid biogas In paragraaf 4.4.20 staat aangegeven dat er in de praktijk twee typen opslag voorkomen bij biogas. Een opslag onder atmosferische omstandigheden en een opslag onder druk. In deze paragraaf wordt alleen ingegaan op de opslag van onbewerkt biogas onder atmosferische omstandigheden. Dit soort opslag komt veelal voor in combinatie met een vergister. Deze opslag wordt opslag in een 'ballon' genoemd. Hierbij wordt een overdruk gehanteerd van maximaal 5 mbar. Hoewel afwijkend van de algemene systematiek van de Leidraad is ter oriëntatie gerekend aan het bepalen van de effectafstand van biogas. Dit is gedaan met SAFETI-NL. Op basis van CPR18/PGS 3 kunnen hier drie scenario's voorkomen: I - instantaan falen van de ballon, II volledige uitstroom van de ballon door een lekkage in 10 minuten, III- lekkage door een gat van 10 mm. Het meest ongunstige scenario (I) is het scenario waarbij de gasballon ineens totaal vrij komt. Bij de berekening is als uitgangspunt genomen dat het zuiver methaan betreft. Tevens is een grootte van de tank genomen die in de praktijk maximaal voorkomt (3.000 m3) De hoeveelheid biogas, mocht deze tot ontbranding komen, is dan met een grote hitte binnen enkele seconden opgebrand. Wanneer deze wolk eventueel niet direct tot ontbranding komt kan deze zich, afhankelijk van de windsnelheid, verplaatsen. De wolk zal snel stijgen doordat methaan lichter is dan lucht. Hierdoor is het letale effect aan de grond beperkt. Afhankelijk van de windsnelheid verplaatst de wolk zich (bij weerklasse F1,5 = meest ongunstige weerklasse) tot ca 44 meter afstand hemelsbreed en 45 meter hoogte (onderzijde wolk). Bij weerklasse D5 (de meest voorkomende weerklasse in Nederland) kan de wolk zich verplaatsen tot ca 62 meter afstand hemelsbreed en 25 meter hoogte (onderzijde wolk). De afstanden zijn aangegeven ten opzichte van het middelpunt van de opslag. Er is geen letaal effect buiten de wolk. Doordat de wolk zich ruim boven het maaiveld bevindt zal buiten de 50 meter afstand geen letaal effect optreden. Daardoor is biogas niet Risicokaart-relevant. Scenario II waarbij een zodanig groot gat komt dat de inhoud van de biogasballon binnen 10 minuten volledig is ontsnapt heeft ook te maken met het verschijnsel dat er een wolk kan ontstaan die zich snel naar boven verplaatst. Waardoor ook in principe geen letale effecten aan de grond aanwezig kunnen zijn. Bij scenario III is de uitstroom nog kleiner.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 52 van 93
Conclusie De berekening van effectafstanden voor biogas toont aan dat er in geen 1% letaliteit buiten een straal van 50 meter vanaf het middelpunt van de biogasopslag zal voorkomen. Deze afstand geldt ter hoogte van het maaiveld. Effectafstanden van oxiderende gassen De effectafstanden van oxiderende gassen zijn weergegeven in tabel 5.1c. Voor oxiderende gassen is uitgegaan van het optreden van letale effecten bij een verhoging van de achtergrondwaarde van 4% zuurstof in buitenlucht. Een toename van 4% (van 21% naar 25%) leidt tot verdubbeling van de brandsnelheid. Er is dan nog maar weinig nodig om brandbaar materiaal zoals kleding te laten ontbranden; kleine ontstekingsenergieën, zoals statische elektriciteit, zijn voldoende. Het effect is dat personen die dit overkomt ernstige en uitgebreide brandwonden oplopen die als letaal beschouwd moeten worden. Mensen buiten de wolk overkomt niets; mensen die binnen de wolk aanwezig zijn, maar niet in brand geraken (geen extreme zuurstofconcentratie) behoeft ook niets te overkomen. Voor de berekening van de afstand waarop het beschrevene kan gebeuren, kan gebruik worden gemaakt van dezelfde formule als voor de verspreiding (effectafstand) van toxisch gas, zie paragraaf 4.3.1: X =0,78 * (fPd * M/T)0,6 / C 0,67 Voor de concentratie (grenscriterium) wordt ingevuld: +4% van de luchtmassa: 0,04 * 1,2 = 0,048 kg/m3 Voor de uitstroomduur wordt zoals gebruikelijk bij de effectafstand van stationaire installaties 10 minuten (600 seconden) gehanteerd. Dat levert de effectafstanden voor letaal die in tabel 5.1c zijn vermeld. Er is geen (andere) afstand voor gewond in dit geval. Het is overigens de bedoeling dat de afgeronde cijfers van de gevarenkaart zelf worden gebruikt. Tabel 5.1c dient enkel ter documentatie (niet invullen in het invoersysteem). Tabel 5.1c: Berekende Effectafstanden oxiderende gassen (ontvlambaar – brandbaar) Hoeveelheid grootste insluitsysteem [kg] 1.000 2.000 5.000 10.000 20.000 50.000
X letaal [m] 8 12 21 32 49 85
5.1.3 Risicoafstanden (GK1) Als maatgevende stof voor de risicoberekeningen is uitgegaan van een gas dat vergelijkbare eigenschappen heeft als propaan (dat strikt genomen niet in het toepassinggebied van GK 1 valt. Daarnaast zijn specifieke berekeningen uitgevoerd voor waterstof, waar vanwege de opslag in cilinders en afwijkend scenario van toepassing is. Brandbare gassen - algemeen De risicoafstanden zijn berekend voor voorbeeldgas propaan en komen daarom overeen met de rekenmethodiek zoals die bij gevarenkaart 6 is gehanteerd voor het berekenen van risicoafstanden voor opslag van propaan en butaan. Deze methodiek is gebaseerd op het Propaanonderzoek van DNV, aangevuld met RIVM onderzoek en wijkt af van de rekenmethodiek zoals die in de LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 53 van 93
LRI, versie 2.0 augustus 2005 is gehanteerd. De hiermee corresponderende tabellen zijn hieronder opgenomen. Voor de achtergrondinformatie wordt verwezen naar paragraaf 5.6. Tabel 5.1d: Risicoafstanden voor bovengrondse tanks met een reservoir tot 13 m
Aftap gas -6 Risicoafstand PR = 10 [m] Aantal bevoorradingen per jaar
4x
10 x
20 x
3
Aftap vloeistof -6 Risicoafstand PR = 10 [m]
4x
10 x
20 x
3
Inhoud reservoir [m ] 1
zie Bvim (*)
17
19
21
3
idem
20
20
22
5
idem
20
21
23
8
idem
20
22
24
13
idem
20
23
25
(*) Voor bovengrondse reservoirs tot 13 m3 met een aftap uit de gasfase is het Besluit Voorzieningen en Installaties Milieubeheer van toepassing (zie tabel 1c van deze gevarenkaart).
Tabel 5.1e: Risicoafstanden voor ondergrondse (of ingeterpte) tanks met een reservoir tot 13 m3
Aftap gas -6 Risicoafstand PR = 10 [m] Aantal bevoorradingen per jaar
Aftap vloeistof -6 Risicoafstand PR = 10 [m]
4x
10 x
20 x
4x
10 x
20 x
1
8
9
10
15
18
20
3
9
10
15
16
18
21
5
9
12
19
17
19
22
8
10
14
21
18
20
23
13
10
16
22
18
21
24
3
Inhoud reservoir [m ]
Tabel 5.1f: Risicoafstanden voor boven- en ondergrondse (of ingeterpte) tanks met een reservoir 3 vanaf 13 m
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 54 van 93
Aftap uit gasfase of vloeistoffase -6 Risicoafstand PR = 10 [m] 3
Doorzet m per jaar
100
300
600
20 (onder-/bovengronds)
30/30
40/45
45/50
50 (onder-/bovengronds)
30/35
40/45
45/55
3
Inhoud reservoir [m ]
Opmerking: Voor een doorzet van meer dan 600 m3 per jaar of een reservoir van meer dan 50 m3 inhoud is maatwerk nodig. Opslag van brandbare en oxiderende gassen in kleine flessen (voorbeeld waterstof) De risicoafstanden voor gasflessen met oxiderende en brandbare gassen zijn in versie 2.1 van de LRI gewijzigd. Reden hiervoor is de actualisering van de QRA richtlijn met betrekking tot opslag- en opstelplaatsen van gasflessen . Deze richtlijn is opgenomen in de Handleiding Risicoberekeningen BEVI , hoofdstuk gasflessen [37]. De Handleiding Risicoberekeningen is de opvolger van het 'paarseboek' (CPR 18). In de Handleiding wordt aangenomen dat door fysische explosies van gascilinders met (tot vloeistof verdichte) gassen geen letaal letsel optreedt. Voor gasflessen met oxiderende gassen is het scenario fysische explosie maatgevend. Als hierbij geen letaal letsel optreedt betekent dit dat geen risicoafstand wordt berekend en dat deze niet relevant zijn. De risicoafstanden van gasflessen met brandbare gassen zijn vervolgens berekend en opgenomen in tabel 5.1g., Hierbij is gebruik gemaakt van de uitgangspunten in genoemde Handleiding. Voor gasflessen met brandbare gassen geldt het volgende. In geval van een externe brand komt de cilinderinhoud na enige tijd instantaan vrij. Wanneer het om een plasbrand gaat, is het simultaan falen van meerdere cilinders tegelijk niet uit te sluiten. Bij brandbare (tot vloeistof verdichte) gassen leidt dit tot gecumuleerde warmtestraling en grotere effecten. Het simultaan falen van flessen met tot vloeistof verdichte brandbare gassen wordt gemodelleerd als een BLEVE waarvan de massa gelijk is aan die van 5% van de falende cilinders, met een maximum van 10 stuks. Bij het gelijktijdig falen van meer dan 10 cilinders is het optellen van de afzonderlijke effecten - gezien de onderlinge afstand - namelijk niet meer realistisch. Wanneer simultaan falen niet optreedt (scenario’s gevelbrand, brand overig en brand bij inpandige opslag) wordt de BLEVE gemodelleerd als de BLEVE van de grootste gascilinder.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 55 van 93
Tabel 5.1g : Risicoafstanden voor brandbare gassen in gasflessen -6
Opslagcapaciteit 7 [in liters waterinhoud ]
Risicoafstand PR = 10 [in meters vanaf de rand van het compartiment]
< 1.000 > 1.000
5 20
De afstanden voor gasflessen met oxiderende gassen zijn reeds vrijgegeven door RIVM. In de praktijk is er vraag naar herziening en aanpassing van risicoafstanden voor opslag van oxiderende stoffen. Dit kan echter pas gebeuren als het 'herziene paarse boek' formeel is verschenen.
7
De inhoud van de gascilinders met brandbare stoffen wordt bij elkaar opgeteld.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 56 van 93
5.2
Brandbare vloeistoffen (GK2)
De gevarenkaart is alleen van toepassing op K1, K2, K3 en K4-vloeistoffen. K0-vloeistoffen vallen onder gevarenkaart 1 en worden beschouwd als tot vloeistof verdicht gas.
5.2.1 Toetsingsafstanden Er zijn geen externe toetsingsafstanden van toepassing voor brandbare vloeistoffen in het algemeen. De in de diverse PGS-richtlijnen (met name PGS 28, 29 en 30) genoemde afstanden betreffen interne afstanden.
5.2.2 Effectafstanden De effectafstanden zijn berekend met behulp van 'Effectafstanden Model-risicokaart' [21]. Zie paragraaf 4.3.2 voor een toelichting op de werkwijze. Van belang in dit geval is vooral de grootte van de plas die kan ontstaan bij een lekkage. Deze wordt bij stationaire inrichtingen bepaald door de oppervlakte van (meestal) de tankput. Er is in de praktijk geen vaste relatie tussen de grootte van het oppervlak van de tankput en de erin opgeslagen hoeveelheid brandbare vloeistof. Duidelijk is dat de tankput aan de regels voor de opvangcapaciteit moet voldoen, maar dat kan bij verschillende hoogtes van de rand ervan. De berekende effectafstanden zijn weergegeven in tabel 5.2a en in afgeronde vorm op gevarenkaart 2 vermeld. In feite rekenen de formules in [21] met een ronde plas (‘tankput’). De afstanden gelden in elk geval vanaf het midden van de put / plas. Voor de effectafstanden doet het in deze benadering niet ter zake of het een K1, K2, K3 of K4vloeistof betreft. Op de gevarenkaart zijn de afgeronde cijfers weergegeven; deze dienen te worden gebruikt als invoer in het systeem. Onderstaande cijfers zijn alleen ter documentatie. Tabel 5.2a: Effectafstanden vanaf het middelpunt van de tankput /plas Plasoppervlak
Plasdiameter [m]
X-letaal [m]
Xgezondheidsschade [m]
500 1.000 2.000 5.000 10.000
25 36 50 80 113
45 65 90 144 203
70 101 140 224 316
5.2.3 Risicoafstanden (GK2) Voor het bepalen van risicoafstanden voor de opslag van brandbare vloeistoffen tot het scenario voor brandbare vloeistoffen zijn de volgende aannames gedaan. Aanname 1: Opslag onder atmosferische druk De vloeistoffen worden onder atmosferische druk opgeslagen in een 'single containment tank'. Dit is een eenvoudige tank met een relatief hoge uitstromingskans. Dit is een worst case aanname. LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 57 van 93
Aanname 2: Falen van het grootste insluitsystemen Bij opslag in verschillende insluitsystemen wordt ervan uitgegaan dat het grootste insluitsysteem het begeeft Aanname 3: Plasbrand ten gevolge van volledige uitstroming De risicoafstanden voor brandbare vloeistoffen zijn berekend met SAVEII voor K1/K2vloeistoffen in een single containmenttank op basis van de uitgangspunten en scenario's in tabel 5.2b en tabel 5.2c. De faalfrequenties worden bepaald op de in figuur 5.2 aangegeven wijze. Figuur 5.2:Flowschema voor bepaling van de basiskans voor het vrijkomen en ontsteken van brandbare vloeistoffen (K1 en K2) Bepaling van de basis-uitstromingskans (A)
Correctie voor het aantal aanwezige insluitsystemen (B)
Bepaling van de ontstekingskans (C)
Bepaling van de totale kans: A*B*C
Tabel 5.2b: Faalkansen Aantal insluitsystemen
1
2
Basis-uitstroomkans 1.10 (frequentie per jaar) Correctiefactor insluitsysteem 1
-5
Basiskans (frequentie per jaar)
-5
1.10
1.10
5 -5
1.10
2 2.10
10 -5
5 -5
5.10
1.10
-5
10 -5
1.10
-4
Tabel 5.2c: Scenario's (beide overigens leidend tot eenzelfde plas) Scenario's
Uitstroomtijd (sec)
Scenariokans
Ontstekingskans
Continue uitstroming Instantane uitstroming
-
0,5 0,5
0,13 0,13
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 58 van 93
Leidend is ook in dit geval de oppervlakte van de tankput waarin de tank(s) staat / staan. Er is slechts een zeer globale relatie te geven tussen de oppervlakte van tankputten en de grootte van tanks daarbinnen. Duidelijk is dat de tankput de inhoud van de grootste tank moet kunnen bevatten, plus 10% van de inhoud van de overige tanks. Dit kan echter met tankputten van verschillende grootte (hoge of lage rand). Een zeer globale indicatie is een verhouding van 0,3 tussen tankputoppervlak en inhoud van de grootste tank. (Het loont om de juiste oppervlakte van de tankput te kennen.). De resultaten van de berekening van de risicoafstanden (PR=10-6) voor verschillende tankputoppervlakten met en verschillende aantallen insluitsystemen (tanks), zijn weergeven in tabel 5.2d. In deze gevallen gaat het per regel steeds om dezelfde tankput, met daarin een verschillend aantal tanks, wat enkel de kans beïnvloedt. Op basis van de resultaten in tabel 5.2d zijn de risicoafstanden op de gevarenkaart weergegeven; daar echter slechts voor een enkele tank per put. Opgemerkt wordt dat de 10-6 contour bij een enkele tank in de tankput nauwelijks of niet buiten de tankput komt. Pas wanneer het aantal tanks per put toeneemt, komt de contour duidelijk buiten de put. Op de gevarenkaart is de grootte van de tankput als minimummaat voor de 10-6contour aangehouden. Het is de bedoeling dat de afgeronde cijfers worden ingevoerd in het systeem. Bij meer tanks per put kan men aan tabel 5.2d (na afronding) de betreffende generiek risico-afstanden ontlenen. Indien er meer dan 10 insluitsystemen aanwezig zijn dan kan er niet worden geëxtrapoleerd.
Tabel 5.2d
Risicoafstanden brandbare vloeistoffen (vanaf middelpunt tankput) Tankput / plas
Oppervlakte m 500 1.000 2.000 5.000 10.000
*)
2
Aantal insluitsystemen (tanks in tankput)
Fictieve straal (m) 13 18 25 40 56
)
1*
15 15 25 36 50
--> 15 --> 18 (20) --> 25 --> 40 --> 56 (55)
2
5
10
20 30 39 60 78
28 38 54 76 107
33 48 60 88 119
Zie de tekst voor toelichting op de bewerking van de berekende uitkomsten voor 1 tank per put.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 59 van 93
5.3
Explosieve stoffen en scherfwerking (GK3)
5.3.1 Toetsingsafstanden Er zijn toetsingsafstanden op de gevarenkaart opgenomen voor: • zowel consumenten - als voor professioneel vuurwerk; bron:Vuurwerkbesluit [9]; • nitraathoudende meststoffen, type A18; uit PGS 7 [10]; • Organische peroxiden, opslaggroep 1, uit PGS 8 [11]. • Ontplofbare stoffen en voorwerpen uit ADR klasse 1 (behalve vuurwerk) De toetsingsafstanden voor vuurwerk zijn afkomstig uit het Vuurwerkbesluit [9]. In bijlage 3 van het besluit zijn de externe veiligheidsafstanden voor opslagen van vuurwerk opgenomen. In het besluit wordt onderscheid gemaakt tussen professioneel vuurwerk en consumentenvuurwerk. Een belangrijk verschil tussen de eisen aan professioneel vuurwerk en consumentenvuurwerk komt tot uiting in de afstandseisen en de maximaal toegestane hoeveelheden vuurwerk per inrichting. Voor bedrijven met meer dan 750 kg professioneel vuurwerk (netto explosieve massa) al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk, geldt ongeacht of er sprake is van verpakt of onverpakt vuurwerk een afstand van 800 meter tot kwetsbare objecten en geprojecteerde kwetsbare objecten, en een maximum van 6.000 kg vuurwerk per inrichting. Deze strenge aanpak houdt, zoals gezegd, verband met de aanname dat in een dergelijke inrichting massa-explosieve stoffen aanwezig zijn. Voor bedrijven met hoeveelheden van minder dan 750 kg geldt een afstand tot (geprojecteerde) kwetsbare objecten van 400 meter. Voor bedrijven waar niet meer dan 10.000 kg verpakt consumentenvuurwerk wordt opgeslagen, geldt een vaste afstand van 8 meter (gemeten vanaf de deuropening van de bewaarplaats of bufferbewaarplaats) tot (geprojecteerde) kwetsbare objecten. De verpakking moet voldoen aan de eisen die volgens het ADR gelden voor stoffen en voorwerpen die zijn ingedeeld in gevarenklasse 1.4. Bij bedrijven waar meer dan 10.000 kg verpakt consumentenvuurwerk wordt opgeslagen, moet ten minste 20 meter (gemeten vanaf de deuropening van de (buffer)bewaarplaats) ten opzichte van (geprojecteerde) kwetsbare objecten in acht worden genomen. Ook in deze gevallen moet de verpakking zodanig zijn dat het vuurwerk kan worden ingedeeld in klasse 1.4 van het ADR. Onder deze condities geldt een maximum per bewaarplaats van 50.000 kg. Een inrichting kan meer bewaarplaatsen tellen. In het vuurwerkbesluit wordt geen limiet gesteld aan de totale hoeveelheid verpakt consumentenvuurwerk die in een inrichting mag worden opgeslagen.
5.3.2 Effectafstanden In deze versie van de LRI zijn de effectafstanden voor explosieve (zijnde ontplofbare) stoffen aangepast. Reden hiervoor is dat in de vorige versies van de LRI de brokstukuitworp niet voldoende in de effectafstanden was verdisconteerd. Voor hoeveelheden kleiner dan 6.000 kg is het effect van brokstukuitworp bepalend voor de afstand. In deze versie is het effect van brok8
Nitraathoudende meststoffen die niet explosief zijn (niet type A1 meststoffen) zijn niet relevant voor gevarenkaart 3. Gelet op het feit dat bij brand van deze meststoffen giftige gassen vrijkomen, wordt voor deze stoffen verwezen naar Gevarenkaart GK9, 'Het ontstaan van Toxische verbrandingsproducten bij brand'. LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 60 van 93
stukuitworp in de afstanden verdisconteerd. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in grotere effectafstanden. Onderstaande is voor het overige gebaseerd op informatie die is verstrekt door het RIVM. Voor het bepalen van de effectafstanden zijn de volgende gegevens nodig: • de gevarenklasse van de stof in ADR-transportverpakking • netto explosieve massa van die stof De effecten bij een calamiteit met stoffen in één van die gevarensubklassen verschillen en zijn hieronder toegelicht. ADR-gevarenklasse 1 is opgedeeld in 6 gevarensubklassen. • Gevarensubklasse 1.1: gevaar voor massa-explosie • Gevarensubklasse 1.2: gevaar voor scherfwerking, maar niet voor massa-explosie • Gevarensubklasse 1.3: gevaar voor intense hittestraling door massabrand • Gevarensubklasse 1.4: gevaar voor hittestraling door brand • Gevarensubklasse 1.5: gevaar voor massa-explosie • Gevarensubklasse 1.6: gevaar voor intense hittestraling door massabrand Bij gezamenlijke opslag van de subklassen 1.1, 1.2 en 1.3 moet rekening worden gehouden met de effecten die zijn te verwachten bij de totale hoeveelheid van gevarensubklasse 1.1.
Gevarensubklasse 1.1, 1.2 en 1.5 De netto explosieve massa in gevarensubklassen 1.1 en 1.5 moet voor het berekenen van effectafstanden eerst worden omgerekend naar de equivalente hoeveelheid TNT. Voor subklasse 1.2 kan de netto explosieve massa worden aangehouden. De effecten van gevarensubklassen 1.1 en 1.5 komen met elkaar overeen. De effecten van gevarensubklasse 1.2 vallen binnen de effectafstanden voor subklassen 1.1 en 1.5. Daarom zijn deze drie gevarensubklassen samengevoegd. Voor het bepalen van de effectafstanden (1% letaliteit) is gebruik gemaakt van het TNO-rapport ‘Handleiding voor Risk_NL’. Risk_NL [39] is het model dat TNO gebruikt voor de kwantitatieve risicoanalyse van de opslag van munitie bij complexen van het Ministerie van Defensie. In dat model wordt onderscheid gemaakt in het optreden van een schokgolf en de uitworp van brokstukken en fragmenten bij een massa-explosie. Daarnaast is er sprake van warmtestraling, maar dit effect is klein ten opzichte van de andere twee. De schadelijke effecten van de schokgolf voor de mens zijn onder te verdelen in longschade, meesleureffecten, instorting van gebouwen en ruitbreuk. De fragmenten en brokstukken worden in het model over drie massaklassen verdeeld. Op afstand van de bron komen de massaklassen in bepaalde verhoudingen voor. Aan de hand van de verdeling van de massaklassen als functie van de afstand is de kans op letaliteit door de impact op personen berekend. In de voormalige gevarenkaart werden de schadelijke effecten van fragmenten en brokstukken niet meegenomen. Tot opslaghoeveelheden van 6.000 kilogram zijn deze effecten bepalend. De berekende effectafstanden gelden voor hoeveelheden in één bewaarplaats. Indien er meerdere bewaarplaatsen zijn, dienen deze voldoende onderlinge afstand te hebben om sympathische reacties te voorkomen. Het is in het algemeen niet zonder meer te beoordelen of voldoende interne afstand aanwezig is. De afstand is afhankelijk van meerdere factoren, zoals de construcLRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 61 van 93
tie van de bewaarplaats, de positie van de toegangsdeur en welke subgevarenklasse(n) aanwezig is of zijn. Meer informatie hierover is opgenomen in de Allied Ammunition Storage and Transport Publication 1 (AASTP-1). Als sympathische reacties optreden, dient de totale hoeveelheid in de betrokken bewaarplaatsen te worden aangehouden om de effectafstand te bepalen. Bij de effectafstanden is de constructie mede bepalend voor de brokstukuitworp en de grootte en richting van de drukgolf. Daarom zijn de gegeven afstanden slechts een indicatie en dienen ze met de nodige omzichtigheid te worden gebruikt. In principe is maatwerk vereist voor het vaststellen van de te verwachten effecten bij een calamiteit met de opslag van ontplofbare stoffen, zeker bij hoeveelheden kleiner dan 500 kg. Tabel 5.3.a.: Effectafstanden voor onbeschermde personen in de buitenlucht voor gevarensubklassen 1.1, 1.2 en 1.5 als functie van de TNT-equivalente hoeveelheid. TNT-equivalenten
1%-letaliteit
[kg]
[m]
≤50
170
100
185
200
225
500
320
1.000
335
2.000
360
5.000
415
10.000
460
20.000
465
50.000
470
Gevarensubklasse 1.3 en 1.6. Voor gevarensubklasse 1.3 en 1.6 gelden de effectafstanden tot de 1% letaliteit voor personen die zich onbeschermd in de buitenlucht bevinden, waarbij de hittebelasting maatgevend is. Voor de warmtestraling als functie van de hoeveelheid en de afstand tot de bron is de volgende relatie gehanteerd: W = 19*(Q0,82/x2). Hierin is W het warmtestralingsniveau in kW/m2, Q de netto hoeveelheid in kg en x de afstand in meters tot de bron. Bij een blootstellingsduur van 20 seconden aan een warmtestralingsniveau van 10 kW/m2 bedraagt de kans op letaliteit 1%.Hierbij is rekening gehouden met de mogelijkheid tot vluchten, zodat de blootstellingsduur beperkt wordt tot maximaal 20 seconden.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 62 van 93
Tabel 5.3.b.: Effectafstanden voor onbeschermde personen in de buitenlucht voor gevarensubklassen 1.3 en 1.6 als functie van de netto explosieve massa. netto explosieve massa
1%-letaliteit
[kg]
[m]
10
25
50
25
100
30
200
40
500
50
1.000
60
2.000
60
5.000
60
10.000
60
20.000
80
50.000
130
Gevarensubklasse 1.4 De effectafstand van 20 meter voor gevarensubklasse 1.4 is de afstand die standaard wordt gehanteerd. Ook is hij vastgelegd in de Circulaire Opslag ontplofbare stoffen voor civiel gebruik. De afstand van 20 meter is onafhankelijk van de hoeveelheid. Een grotere hoeveelheid leidt alleen tot een langere brandduur.
5.3.3 Risicoafstanden (GK3) Het overheidsbeleid ten aanzien van vuurwerk is effectgericht. De keuze voor een effectgerichte benadering ten aanzien van inrichtingen met vuurwerk houdt verband met de specifieke eigenschappen van vuurwerk en de ervaringen met de vuurwerkramp in Enschede. Sinds 1988 wordt deze effectgerichte benadering ook toegepast bij nieuwe munitieopslagplaatsen van de Krijgsmacht. Voor inrichtingen met ontplofbare stoffen voor civiel gebruik wordt eveneens een effectgerichte benadering toegepast.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 63 van 93
5.4
Grote branden (GK4)
Deze paragraaf geeft achtergrondinformatie bij gevarenkaart 4. Deze kaart heeft in de selectiesystematiek een toepassingsgebied dat breder is dan 'gevaarlijke stoffen'. Na een vermelding van de voor de kaart gebruikte bronnen, wordt daarom eerst in algemene zin op het toepassingsgebeid ingegaan. Daarna volgt op de gebruikelijke wijze achtergrondinformatie bij het cijfermateriaal op de gevarenkaart.
5.4.1 Algemeen en Toepassingsgebied Gevarenkaart 4 heeft evenals de overige gevarenkaarten als doel om: Primair: generieke effectafstanden en risico-afstanden aan te dragen die kunnen worden ingevuld in het invoersysteem van de risicokaart betreffende risicosituaties in verband met gevaarlijke stoffen; Secundair: aanvullende informatie te bieden over van toepassing zijnde (andere) toetsingsafstanden (niet bedoeld voor het genoemde invoersysteem). Gevarenkaart 4 richt zich primair op een deel van de gevallen van ramptype 4. Ramptype 4 betreft: ongevallen met gevaarlijke stoffen van de categorie brandbaar/explosief. Het toepassingsgebied van gevarenkaart 4 is een deel daarvan, namelijk wat overblijft na: Gevarenkaart 5: LPG-tankstations, Gevarenkaart 6: Propaan- en butaanopslagen; Gevarenkaart 1: (overige) Brandbare gassen en oxiderende gassen; Gevarenkaart 3: Explosieve stoffen (inclusief organische peroxiden van zg. opslaggroep 1); Gevarenkaart 2: Brandbare vloeistoffen; Gevarenkaart 9: Toxische verbrandings- en reactie producten Gevarenkaart 4 betreft dus primair een restgroep van grote branden die samenhangen met resterende gevaarlijke stoffen, waaronder met name organische peroxiden van zg opslaggroep 2 en 3. Er zijn, buiten de gevaarlijke stoffen, nog vele andere gevallen van grote brand denkbaar, bijvoorbeeld brand in grote industriecomplexen en andere grote gebouwen. Of brand in buitenopslagen van bijvoorbeeld hout, pallets of 'fust' (kratten en dergelijke). Deze overige branden behoren (anders dan brand in publieksgebouwen, ramptype 10, of natuurbranden, ramptype 15), niet tot een bepaald ramptype. Om die reden wordt in de selectiemethodiek voor die restgroep (via groepskaarten) soms verwezen naar gevarenkaart 4. Voor het invoersysteem van gegevens over ongevallen met gevaarlijke stoffen, is deze restgroep echter niet relevant. Anders gezegd: Effectafstanden zijn alleen van toepassing bij bepaalde gevaarlijke stoffen (zelfs niet bij alle) en risico-afstanden zijn van toepassing bij een nog beperktere groep van risicosituaties met gevaarlijke stoffen. Gevarenkaart 4 levert voor de overige gevallen van het toepassingsgebied dus: 'effectafstand niet van toepassing'. Waar geen effectafstand is in de zin van de risicokaart, kan ook geen risicoafstand van toepassing zijn.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 64 van 93
5.4.2 De hier relevante Effectafstanden in het algemeen De effectafstanden waar het hier om gaat zijn: a. de afstand waarop 1% van aanwezige mensen dodelijk gewond kan raken ('letaal'); b. de afstand waarbinnen ten gevolge van een incident zodanig lichamelijk letsel optreedt dat binnen 24 uur opname in een ziekenhuis nodig is voor observatie of behandeling ('gezondheidsschade'). De hierbij geldende criteria zijn vermeld in de rapportage Effectafstanden [21]. In het geval van brand zijn deze criteria, zie ook in paragraaf 4.3: ad a.: 'letaal' bij blootstelling aan een warmtestraling van 10 KW/ m2; ad b.: 'gezondheidsschade' bij blootstelling aan 3 KW/m2. De veronderstelling daarbij is dat er in het algemeen, voor mensen buiten het risico-object, sprake moet zijn van een plotselinge blootstelling. Dit wordt in de systematiek alleen aannemelijk geacht bij gevaarlijke stoffen die makkelijk en snel kunnen ontbranden. Bij 'gewone' branden is de aanname dat personen die in de omgeving aanwezig zijn voldoende tijd hebben om zich aan de geleidelijk toenemende warmtestraling te onttrekken. Daarom worden voor branden van niet-gevaarlijke stoffen geen effectafstanden bepaald, laat staan risico-afstanden.
5.4.3 De hier relevante toetsingsafstanden in het algemeen De Toetsingsafstanden hebben ook vaak een andere achtergrond, namelijk beschermen van andere objecten, of beschermen van het object met gevaarlijke stoffen zelf. In verschillende bronnen worden hierbij verschillende criteria gehanteerd; vergelijk bijvoorbeeld PGS 8 (Opslag organische peroxiden [11]) en de besluiten [5] en [6]. Aan deze bronnen zijn toetsingsafstanden voor gevarenkaart 4 ontleend. Deze toetsingsafstanden zijn niet bedoeld voor het invoersysteem van gegevens voor ramptype 4. Daarnaast zijn er verschillende andere bronnen die toetsingsinformatie opleveren voor de afstand die in verband met brand tussen objecten moet worden gehanteerd: Bijvoorbeeld het Bouwbesluit [29] waarin voor standaard-brandcompartimenten wordt geëist dat de warmtestraling op buurcompartimenten beperkt blijft tot hoogstens 15 KW/m2. Daarnaast is er onder andere de methode 'Beheersbaarheid van Brand' [26] die wordt gebruikt om gelijkwaardige eisen te stellen aan grotere brandcompartimenten. Daarin wordt gebruik gemaakt van een rekenmethode voor warmtestraling uit PGS 2 en een specifieke normstelling voor de warmtestraling (de publicatie wordt thans overigens vernieuwd). Voor het bepalen of. toetsen van afstanden tussen brandcompartimenten wordt naar de betrokken publicaties verwezen; gevarenkaart 4 geeft hiervan geen samenvatting.
5.4.4 Toetsingsafstanden (specifiek) Voor de opslagen voor organische peroxiden gelden diverse in- en externe afstandseisen gebaseerd op warmtestraling. De gevarenkaart richt zich op de afstanden tot externe objecten. Aan PGS 8 [11] zijn rekenregels ontleend voor de afstand tussen een opslaggebouw voor organische peroxiden en externe woningen, externe kantoren en andere kwetsbare externe objecten. De op gevarenkaart 4 vermelde cijfers zijn van toepassing op opslaggroep 2 en 3. Opslaggroep 1 wordt beschouwd als explosief. Bij vergelijkbare hoeveelheden overheerst daar de drukgolf het effect van de warmtestraling. Schade door een drukgolf valt niet onder deze gevarenkaart. LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 65 van 93
Voor opslaggroep 4 en 5 geldt een deel van de algemene eisen, maar omdat deze groepen in het algemeen als weinig gevaarlijk worden beschouwd, wordt hier enkel verwezen naar PGS 8 [11]. De vermelde toetsingsafstanden voor opslaggroep 2 en 3 zijn gebaseerd op het criterium dat op de bedoelde kwetsbare objecten buiten de erfafscheiding geen hogere warmtestraling mag optreden dan 1 kW/m2. Dit is veiligheidshalve een streng criterium. Het komt er op neer dat bij een brand in de opslag, buurobjecten nauwelijks meer warmtestraling mogen ontvangen dan op een hete zomerdag. Aan de besluiten [5] en [6] zijn aan te houden afstanden ontleend die eveneens gericht zijn op bescherming van externe objecten. Het daartoe gehanteerde criterium is echter bepaald ter plaatse van de erfgrens, waardoor onafhankelijkheid van de verdere omgeving ontstaat. Het stralingscriterium op de erfgrens is 15 KW/m2. De toetsing vergt een specifieke berekening. Veiligheidshalve moeten brandbare buitenopslagen in elk geval minstens 7,5 meter van de erfgrens geplaatst zijn. De hier vermelde toetsingsafstanden moeten niet worden ingevuld in het invoersysteem en dienen enkel ter informatie.
5.4.5 Effectafstanden (specifiek) Op grond van de algemene beschouwing hierboven, zijn binnen het toepassingsgebied van gevarenkaart 4 enkel effectafstanden van toepassing voor opslaggebouwen voor organische peroxiden van opslaggroep 2 en 3. Getoetst wordt daarbij aan respectievelijk 10 en 3 kW/m2 voor 'letaal' en 'gezondheidsschade'. (..). Voor opslaggroep 2 volgen ze rechtstreeks uit tabel 4 in PGS 8 [11] voor type 3 objecten/ opslaggroep 2, voor de genoemde stralingsniveaus. Voor de effectafstand doet het niet direct ter zake dat PGS 8 deze criteria laat gelden voor objecten binnen het terrein. De criteria zijn bepalend. Voor opslaggroep 3 volgen de formules direct uit de formules voor het geval 'geen veiligheidsvoorzieningen'. De formules voor de overige gevallen ('Beperkt' en 'Uitgebreid': zijn afgeleid met dezelfde verhoudingsgetallen als bij opslaggroep 2. Bij invoer van de waarden voor de effectafstand die uit de betreffende formules volgen, moet in het invoersysteem als soort effect worden aangegeven: 'Ontvlambaar - Brandbaar'
5.4.6 Risicoafstanden (GK4) Er zijn geen generieke risicoafstanden bepaald voor opslagen van organische peroxiden. In voorkomende gevallen kan eventueel gebruik worden gemaakt van een beschikbare waarde die op basis van PGS 2 (ref. [18]dus volgens standaard uitgangspunten) is bepaald. Indien geen cijfer beschikbaar is voor de afstand van de 10-6-contour, wordt er niets voor de risicoafstand in het invoersysteem ingevuld. Voor de overige onderdelen van het toepassingsgebied van gevarenkaart 4 zijn geen risicoafstanden van toepassing en dient dus niets voor de afstand van de 10-6-contour te worden ingevuld.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 66 van 93
5.5
LPG-tankstations (GK5)
5.5.1 Toetsingsafstanden In de Regeling bij het Besluit externe veiligheid inrichtingen [2] zijn toetsingsafstanden opgenomen voor LPG tankstations. Deze afstanden zijn direct op de gevarenkaart overgenomen. Opgemerkt moet worden dat de Revi is gewijzigd in de Staatscourant van 3 april 2007 (nr. 66 Wijziging Regeling externe veiligheid inrichtingen). De wijziging is van kracht vanaf 1 juli 2007. In de gewijzigde Revi is, met betrekking tot LPG-tankstation, een aanvullende tabel met gewijzigde risicoafstanden opgenomen (tabel 2a in bijlage 1 van de Revi). De afstanden zijn in tabel 5.5a integraal overgenomen. Tabel 5.5a (= tabel 2a uit het Revi). Afstanden in meters tot kwetsbare objecten, waarbij wordt voldaan aan de grenswaarde 10-6 per jaar.
Afstand tot vulpunt Doorzet per jaar [m3]
Afstand vanaf onder-
Afstand vanaf aflever-
grondse of ingeterpt
zuil
reservoir [m]
[m]
[m]
1.000 - 1.500
40
25
15
500-1.000
35
25
15
< 500
25
25
15
De gewijzigde risicoafstanden, zoals hierboven genoemd in tabel 5a zijn tot 2010 alleen van toepassing op bestaande situaties. Voor nieuwe situaties is op 1 juli 2007 niets gewijzigd. Hiervoor gelden de vigerende risicoafstanden zoals opgenomen in tabel 1 van bijlage 1 bij de Revi. Dit is tevens tabel 1 in de gevarenkaart 5. Onder nieuwe situaties wordt verstaan: • de verlening van een Wm-vergunning voor een LPG-tankstation • en situaties waarin nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zijn voorzien. Bij de inventarisatie in invoering van risicobronnen in het RRGS is het niet altijd duidelijk met welke situatie men rekening moet houden. Bij een LPG-tankstation kan zowel sprake zijn van een nieuwe situatie (bijvoorbeeld bij woningbouw) als van een bestaande situatie Dit betekent dat sprake kan zijn van twee verschillende toetsingsafstanden. Gelet hierop wordt in het LRI vooralsnog uitgegaan van ongewijzigde risicoafstanden van de Revi en is tabel 2a uit het Revi niet opgenomen in gevarenkaart 5. Voor de vergelijkbaarheid met de risicoafstanden (gebaseerd op PR=10-6) en gezien het feit dat op termijn alle activiteiten moeten voldoen aan PR=10-6, is op de gevarenkaart alleen de toetsingsafstand voor PR=10-6 gepresenteerd.
5.5.2 Effectafstanden De effectafstanden voor LPG zijn bepaald met behulp van de formules voor BLEVE, welke zijn besproken in paragraaf 4.3.2. = 0,00012 * Hc 0,54 * M0,5 Voor Hc is een waarde van 46 MJ/kg gehanteerd. Xletaal LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 67 van 93
Xgezondheidsschade
=
0,0002 * Hc 0,54 * M0,5
In tabel 5.5a zijn de berekende effectafstanden voor een LPG tank(auto) weergegeven. Deze getallen dienen ter documentatie. In het invoersysteem moeten de afgeronde cijfers van de gevarenkaart worden opgenomen. Tabel 5.5a: Effectafstand LPG tank(auto) (explosief –brandbaar) Hoeveelheid grootste insluitsysteem [kg]
Volume
X letaal
X gezondheidsschade
[m3]
[m]
[m]
5.000
10
117
194
10.000
20
165
275
20.000
40
233
389
35.000
70
308
514
In het Bevi / Revi is voor het invloedsgebied van LPG-tankststions een afstand opgenomen van 150 meter rondom het vulpunt. Hoewel de grootte van het invloedsgebied in het algemeen wordt bepaald door de effectafstand (letaal), wijkt het Bevi / Revi bij LPG-tankstation hiervan af. Het invloedsgebied wordt gebruikt bij de berekening van het groepsrisico in een QRA. Voor het invoeren van de effectafstanden voor LPG-tankstations in het RRGS moet de effectafstand worden gebruikt conform tabel 5.5a, overeenkomend met tabel 2 van gevarenkaart 5. Opmerking (december 2006): het Bevi/Revi is (nog) aan verandering onderhevig (naar verwachting medio 2007).
5.5.3 Risicoafstanden Risicoafstanden voor LPG-tankstations zijn gebaseerd op de Regeling bij het Besluit externe veiligheid inrichtingen [2]. De daarin aangegeven toetsingsafstanden moeten als generieke risicoafstanden worden beschouwd.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 68 van 93
5.6
Propaan en butaan (GK6)
Algemene afwegingen en keuzes De kaart is van toepassing voor de opslag van propaan en butaan in tanks. De kaart geldt feitelijk voor alle opslagsituaties (dus ook op bouwterreinen, bij particulieren (mits vallend onder het Ivb van de Wm) en vulstations voor spuitbussen), echter met dien verstande dat de ondergrens voor deze opslag 1000 kg (selectiecriterium) is. Er is voor deze situaties een groot aantal PGSpublicaties van toepassing (waaronder PGS 19 t/m 24). Externe toetsingsafstanden zijn beperkt voorhanden.
Toetsingsafstanden De toetsingsafstanden voor de opslag in bovengrondse reservoirs vloeien direct voort uit het Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer [8]. De afstanden zijn 10-6 risicoafstanden (PR). Ze zijn herleid uit de Integrale Nota LPG uit 1984 en gebaseerd op de inzichten van die periode.
Effectafstanden De effectafstanden voor propaan en butaan zijn bepaald met behulp van de formules voor een BLEVE, welke zijn besproken in paragraaf 4.3.2. Het vertrekpunt daarbij is dat het gaat om onder druk tot vloeistof verdichte opslag. Xletaal = 0,00012 * Hc 0,54 * M0,5 Xgezondheidsschade = 0,0002 * Hc 0,54 * M0,5 Het betreft dus effecten van het type 'explosie/brandbaar' (termen uit het invoersysteem). De berekende effectafstanden zijn ook representatief (worst case) voor butaan. In tabel 5.6a zijn de berekende effectafstanden weergegeven; ze zijn in afgeronde vorm op gevarenkaart 6 vermeld. De afgeronde cijfers moeten in het invoersysteem worden gebruikt. Tabel 5.6a: Effectafstanden propaan/butaan Massa
X letaal
X gezondheidsschade
[kg]
[m]
[m]
1.000
52
87
1.500
64
106
2.000
74
123
5.000
117
194
10.000
165
275
20.000
233
389
50.000
369
614
Risicoafstanden De risicoafstanden in deze versie 2.1 van de LRI-Gevaarlijke Stoffen is gewijzigd ten opzichte van de LRI-GS versie 2.0. Reden hiervoor is dat in de eerdere versie, bij het vaststellen van de afstanden, onvoldoende rekening is gehouden met de bevoorrading door tankauto's. Het is gebleken dat de bevoorrading van brandbare gassen het risico grotendeels bepaalt. Deze kennis
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 69 van 93
is gebaseerd op het rapport 'Onderzoek QRA propaanopslag' ([33] onderzoek van DNV uit december 2002 met aanvulling van het RIVM [34] en [36]). In het kader van de herziening van de 8.40 AMvB's, heeft het RIVM (CEV) de in dit onderzoek genoemde afstanden met het nieuwe rekenprogramma SAFETI-NL nader berekend. Uiteindelijk heeft dit geleid tot de in gevarenkaart 6 opgenomen risicoafstanden. Opgemerkt moet worden dat deze afstanden eveneens zijn opgenomen in gevarenkaart 1, als maatgevende afstanden voor opslag van brandbare gassen in het algemeen. In onderstaande toelichting zijn de in cursief weergegeven tekstdelen afkomstig van het rapport 'Afstandentabel propaanreservoirs met een inhoud van 0,15 t/m 50 m3 ', 24 juli 2006, 263/06 CEV Rie/pbz-58, D. Riedstra, Centrum Externe Veiligheid (RIVM)([36]. (begin citaat uit ([36]) '…….In het kader van de herziening van de 8.40 AMvB’s zijn de risicoafstanden uit het Onderzoek QRA Propaanopslag9 tegen het licht gehouden. Omdat er in een aantal gevallen twijfels zijn gerezen over de gerapporteerde 10-6 afstanden, zijn met SAFETI-NL (versie 6.51) nieuwe berekeningen uitgevoerd. Daarbij zijn grotendeels dezelfde uitgangspunten gehanteerd als in het bovengenoemde onderzoek. Tevens zijn ook berekeningen uitgevoerd voor propaanreservoirs die niet onder de 8.40 AMvB Besluit Voorzieningen en Installaties Milieubeheer vallen, zoals ondergrondse (of ingeterpte) reservoirs en reservoirs met een inhoud groter dan 13 m3. In deze memo zijn de meest relevante uitgangspunten op een rij gezet 1. Risicoafstanden en maximaal toelaatbare personendichtheden voor propaanreservoirs met een inhoud tot maximaal 13 m3 Reservoir Als uitgangspunt is een reservoir met een maximaal toegestane vullingsgraad van 85% gehanteerd. In het onderzoek uit 2002 werd met drie vullinggraden gerekend (39%, 62% en 85%). Indien propaan vanuit de vloeistoffase aan het reservoir wordt onttrokken, is uitgegaan van een bovengrondse leiding met een lengte van 20 meter en een diameter van 32 mm. Wanneer propaan vanuit de dampfase aan het reservoir wordt onttrokken, is uitgegaan van een bovengrondse gasleiding met een lengte van 15 meter en een diameter van 20 mm. Tankauto: Bevoorrading vindt plaats wanneer het reservoir nog voor 15% is gevuld. Per lossing wordt dus 70% van de tankinhoud gelost. De tankauto heeft een inhoud van maximaal 25 m3 (10.600 kg). Reservoirs met een inhoud t/m 13 m3 worden veelal niet door grotere tankauto’s bevoorraad. Voor de verladingsduur is bij de kleinste reservoirs afgeweken van de standaard duur van 30 minuten per lossing, aangezien deze tijdsduur niet reëel wordt geacht. Voor de verladingsduur is een gemiddeld pompdebiet van 300 liter per minuut gehanteerd plus een ‘toeslag’ van 5 minuten per lossing voor het aan- en afkoppelen. De maximale verladingsduur bedraagt echter niet meer dan 30 minuten. De tankauto wordt gelost via een slang met een diameter van 1,25 inch (32 mm), waarbij de standaard faalkansen uit het ‘paarse boek’ zijn gehanteerd. De kans op een BLEVE van de tankauto bedraagt net als in het onderzoek uit 2002 (en tevens gehanteerd voor LPG tankstations) 1,3x10-6 per 100 verladingen, waarbij o.a. rekening is 9
Onderzoek QRA Propaanopslag, DNV december 2002; met aanvulling van 5 maart 2003 (RIVM briefnr. 132).
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 70 van 93
gehouden met de kans op een brand in de omgeving van de tankauto. Voor de tankauto zijn drie vullingsgraden gehanteerd: 33%, 67% en 100%10. De barstdruk bedraagt 19,25 bar (overdruk). Op basis van deze uitgangspunten zijn PR 10-6 afstanden (resp. tabel 1 en 2) berekend voor zowel bovengrondse als ondergrondse of ingeterpte reservoirs met aftap uit de gasfase en de vloeistoffase (i.e. zonder en met bovengrondse vloeistofleiding), bij drie verschillende bevoorradingsregimes: 4, 10 en 20 bevoorradingen per jaar: Tabel 1: PR 10-6 per jaar BOVENGRONDSE reservoirs [in meters vanaf het vulpunt]
Aftap uit GASfase Aantal bevoorradingen per jaar Inhoud reservoir [m3] 1 3 5 8
13
Aftap uit VLOEISTOFfase
4x
10x
20x
4x
10x
20x
8 9 10 12 12
10 12 15 17 19
14 19 21 22 23
17 20 20 20 20
19 20 21 22 23
21 22 23 24 25
Tabel 2: PR 10-6 per jaar ONDERGRONDSE of INGETERPTE reservoirs [in meters vanaf het vulpunt]
Aftap uit GASfase Aantal bevoorradingen per jaar Inhoud reservoir [m3] 1 3 5 8
13
Aftap uit VLOEISTOFfase
4x
10x
20x
4x
10x
20x
8 9 9 10 10
9 10 12 14 16
10 15 19 21 22
15 16 17 18 18
18 18 19 20 21
20 21 22 23 24
Wat opvalt is dat de resultaten voor ondergrondse of ingeterpte reservoirs nauwelijks verschillen met die van bovengrondse reservoirs. Bij de berekeningen zijn de scenario’s met betrekking tot het reservoir, de tankauto, de slang en de leidingen op één en dezelfde locatie gelokaliseerd, terwijl er in de praktijk enige afstand tussen deze uitstroomlocaties zal zijn. De ligging van de PR 10-6 contour kan hierdoor worden beïnvloed. Ook zullen de leidingen niet altijd bovengronds liggen (vooral gasleidingen). Met name bij reservoirs waarbij het propaan vanuit de vloeistoffase wordt onttrokken (vloeistofleiding), heeft dit een aanzienlijke invloed op de berekende 10-6 afstand. Bij potentiële knelpunten11 blijft derhalve maatwerk nodig door middel van een QRA (tenminste voor zover het reservoir niet onder de AMvB valt).
10
11
De vervolgkans op een BLEVE van een 33%, 67% en 100% gevulde tankauto bedraagt respectievelijk 49%, 33% en 18%. Er is sprake van potentieel knelpunt bij een klein verschil in afstand tot een (beperkt) kwetsbaar object en waarde in de tabellen.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 71 van 93
2. Risicoafstanden voor propaanreservoirs met een inhoud vanaf 13 m3 Voor boven- en ondergrondse (of ingeterpte) reservoirs met een inhoud vanaf 13 m3 zijn grotendeels dezelfde uitgangspunten gehanteerd als voor de kleinere reservoirs met uitzondering van: - de vullingsgraad van het reservoir: 90%; - de grootte van de tankauto: inhoud 26.700 kg (ca. 60 m3); - de diameter van de slang: 50 mm (2 inch) in plaats van 32 mm (1,25 inch) en - de verladingsduur: 0,5 uur per lossing van 14,3 m3. Deze aanname is identiek aan die voor LPG tankstations waarbij per 500 m3 doorzet wordt uitgegaan van 35 lossingen. Verder zijn alleen berekeningen uitgevoerd voor reservoirs met een inhoud van 20 en 50 m3 bij een doorzet van 100, 300 en 600 m3 per jaar. Bij grotere reservoirs12 is maatwerk nodig vanwege mogelijk veel hogere doorzetten dan hierboven genoemd, afwijkende laad- en lostijden en tenslotte de dimensies van het leidingwerk inclusief slangen of eventuele laad/losarmen. In tabel 4 zijn de risicoafstanden weergegeven, waarbij de afstanden (grotendeels) onafhankelijk zijn van het feit of het propaan vanuit de gas- of de vloeistoffase aan het reservoir wordt onttrokken: Tabel 4:
PR 10-6 per jaar voor zowel BOVEN- als ONDERGRONDSE (of ingeterpte) RESERVOIRS [in meters vanaf het vulpunt]
Aftap uit gasfase of vloeistoffase Doorzet Inhoud reservoir [m3] 20 (ondergronds / bovengronds) 50 (ondergronds / bovengronds)
100 m3/jaar
300 m3/jaar
600 m3/jaar
30/30 30/35
40/45 40/45
45/50 45/55
(eind citaat uit ([36] )
Bovenstaande informatie is overgenomen in de gevarenkaarten 1 en 6. Hierbij zijn een paar bijzonderheden te vermelden. • Hoewel in berekeningen bij tabel 1 en 2 gemaakt zijn voor 4x, 10x en 20x bevoorradingen per jaar moeten deze in de gevarenkaarten 1 en 6 worden geïnterpreteerd als 'tot en met' afbakeningen. Hetgeen overigens geldt bij de meeste indelingen in de gevarenkaarten tenzij anders is aangeven. • Voorbeeld. Wanneer wordt gezocht naar de risicoafstand van 15x bevoorrading per jaar moet gekeken worden in de kolom van 20x bevoorradingen per jaar.
12
In het Onderzoek QRA Propaanopslag is ook gerekend met (bovengrondse) reservoirs met een inhoud van 80 en 110 m3 (vanaf 110 m3 is een inrichting BRZO-plichtig).
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 72 van 93
5.7
Stofexplosies (GK7)
Stofexplosies kunnen in bedrijven waarin brandbaar stof aanwezig is grote schade toerichten. Zolang de betrokken (fabrieks)hal zwakke onderdelen levert, zoals normaal het geval is, vindt er weinig drukopbouw plaats. De externe effecten van een stofexplosie zijn dan relatief beperkt. Bij stofexplosies in relatief sterke omhullingen (silo's, cyclonen e.d.) kan wel grote drukopbouw plaatsvinden, althans wanneer er geen voorziening is aangebracht. Een bedrijf moet voldoen aan de ATEX-richtlijnen op grond van het Arbobesluit. Dit betekent dat het bedrijf de gevaren voor stofexplosie moet inventariseren en waar nodig voorzieningen moeten treffen ter voorkoming hiervan. Voorzieningen kunnen brongericht zijn (wegnemen van de bron of ontstekingsbron) of effectgericht (beperken van drukopbouw). Een in de praktijk veel gehanteerde voorziening is het aanbrengen van een drukontlasting op silo's en dergelijke. Hierdoor wordt de drukopbouw bij een stofexplosie gereduceerd. De drukontlasting is veelal aan de bovenzijde aangebracht. Een stofexplosie in de silo leidt dan tot een steekvlam naar boven, die normaal gesproken geen direct extern gevaar voor personen oplevert. In de praktijk blijkt dat na het aanbrengen van een voorziening de effecten in geval van een stofexplosie beperkt blijven tot binnen de inrichting. Uit ervaring is gebleken dat dit het geval is bij 99 % van de bedrijven. In die situaties waarbij de voorziening faalt, zal de explosie er toe leiden dat de omhulling (silo, cycloon, e.d.) barst. Dit heeft een drukgolf tot gevolg, plus een steekvlam. Voor het directe externe effect is de drukgolf bepalend. Voor de situatie waarbij de voorziening faalt zijn onderstaande effectafstanden van toepassing. 5.7.1 Toetsingsafstanden Voor stofexplosies bestaan geen toetsingsafstanden.
5.7.2 Effectafstanden Net als bij massa-explosie zijn effecten van stofexplosie gebaseerd op de omrekening van energie naar TNT-equivalentie. De berekening van de overdruk gaat uit van het instantaan falen van een silo. In de silo is een stofwolk verondersteld met een 'optimale' concentratie en mengverhouding met lucht van 200 g/m3. Voor het bepalen van de overdruk is de volgende formule [39] gebruikt, welke geldt voor een 'Fuel/Air Explosive': D= 0,15 x (0,1 x massa x Hc)1/3] Hierin is: D: massa: Hc:
Afstand tot 1 psi contour [m], teruggerekend naar 0,1 bar overdruk Volume van de silo [m3] x 0,2 [kg/m3] Verbrandingswarmte [J/kg], gesteld op 40 MJ/kg (b.v. rubber - of kunststof)
Voor de berekening van de 0,03 bar contour is gebruik gemaakt van een constante (factor 30/17 ten opzichte van 0,1 bar overdrukcontour). Deze constante is afgeleid van formule TNT explosies (PGS 2, [14]):
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 73 van 93
Log P = 0,208 x (Log X)2 – 2,036 x Log X + 1,035 met X = R / M1/3 hierin is: P X R M
: overdruk (bar) : geschaalde afstand (m/kg1/3) : afstand (m) : massa (kg TNT)
Dit heeft geleid tot de in tabel 5.7a vermelde effectafstanden (zie de volgende bladzijde). Tabel 5.7a: Effectafstanden van stofexplosies in silo's e .d. zonder drukontlasting Maximaal volume in silo, bunker, cycloon
X letaal
[m3]
[m]
X gezondheidsschade [m]
100
50
120
200
60
150
500
80
200
1.000
100
250
2.000
140
300
5.000
180
400
10.000
230
500
20.000 1)
300
650
5.7.3 Risicoafstanden (GK7) Er zijn (nog) geen generieke risicoafstanden voor stofexplosies beschikbaar.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 74 van 93
5.8
(Zeer) Toxische gassen (GK8)
5.8.1 Toetsingsafstanden (..) De Regeling bij het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Revi) met wijziging van 3 april 2007 geeft toetsingsafstanden specifiek voor koel- en vriesinstallaties met ammoniak. Deze toetsingsafstanden zijn afstanden waarbij voldaan wordt aan de PR = 10-6. Opgemerkt moet worden dat met de wijziging van de Revi de afstandstabellen van toepassing zijn op zowel nieuwe als bestaande installaties. Daarnaast moet worden opgemerkt dat in de tabel onderscheid is gemaakt in de diameter van de vloeistofleiding naar verdamper. Tot slot geldt dat de Revi is uitgebreid met een extra tabel voor toetsingsafstanden voor situaties waarbij sprake is van meer dan één koel- en vriesinstallatie met ammoniak als koudemiddel in een machinekamer. De wijziging van de Revi is ingegaan op 1 juli 2007. Voor chemische wasserijen wordt in het Besluit textielreinigingsbedrijven milieubeheer een toetsingsafstand genoemd. Indien in een opslagruimte meer dan 2.500 kg gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, dient de afstand tussen de opslagruimte en de dichtstbijzijnde woning tenminste 20 meter te zijn.
5.8.2 Effectafstanden In paragraaf 4.2.2 is ingegaan op de indelingssystematiek die moet worden toegepast op toxische gassen. In paragraaf 4.2.2 is de berekening van effectafstanden van toxische stoffen beschreven en is de maatgevende en generieke berekeningswijze in de LRI vastgesteld, waarbij wordt uitgegaan van een weersituatie D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s). Met behulp van de formule uit [21] X =0,78 * (fPd * M/T)0,6 / C 0,67 zijn de effectafstanden voor de vier relevante categorieën berekend. Deze zijn weergegeven in tabel 5.8a, 5.8b, 5.8c en 5.8d. De daarbij gehanteerde stofgegevens zijn vermeld in paragraaf 4.2.2., tabel 4.6. Bij de berekeningen moet worden opgemerkt dat gerekend is met voorbeeldstoffen, die als indicator gelden voor de categorie. De op basis hiervan berekende effectafstanden gelden daarom als indicatief. De effectafstanden (kunnen) verschillen, afhankelijk van de specificaties van de stof. De in gevarenkaart 8 opgenomen afstanden zijn de op 5- en 10- tallen afgeronde waarden van onderstaande waarden.
Tabel 5.8a: Effectafstand GT2, voorbeeldstof ethylchloride Massa [kg]
X-letaal [m]
200
2
6
500
4
10
1000
6
15
2000
9
22
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
X-gezondheidsschade [m]
pag 75 van 93
5000
15
39
10000
23
58
20000
34
89
50000
59
153
Tabel 5.8b: Berekende effectafstand GT3 (voorbeeldstof =ammoniak) Massa [kg]
X-letaal [m]
X-gezondheidsschade [m]
200
20
193
500
35
335
1000
53
507
2000
80
769
5000
139
1332
10000
210
2019
20000
318
3061
50000
551
5304
(zie de toelichtende tekst)
De voorbeeldstof van de groep GT4, volgens het systeem S3b [22] is dat zwaveldioxide, heeft een probitfunctie die de probitfunctie van ammoniak kruist. Dit leidt ertoe dat de effectafstand voor 1% letaliteit van SO2 net iets lager uitkomt dan men zou verwachten. Om voor GT4 geen vertekend beeld te verkrijgen zijn hier (als minimum) de effectafstanden van de groep GT3 overgenomen. In de betreffende kolom van tabel 5.8c is dit weergegeven, inclusief de uiteindelijke afrondingsstap. Omdat de AGW’s van de beide besproken voorbeeldstoffen aanzienlijk verschillen, vertonen de effectafstanden voor gezondheidsschade direct een wezenlijk verschil; vergelijk tabel 5.8b en 5.8c. Tabel 5.8c: Berekende effectafstand GT4 (voorbeeldstof zwaveldioxide) Massa [kg]
X-letaal [m]
X-gezondheidsschade [m]
200
18 --->
20 --->
20
903
500
31 --->
35 --->
35
1565
1000
47 --->
53 --->
55
2372
2000
71 --->
80 --->
80
3596
5000
124 --->
139 --->
140
6231
10000
187 --->
210 --->
210
9445
20000
284 --->
318 --->
320
14316
50000
492 --->
551 --->
550
24808
Opgemerkt wordt dat de AGW-waarden (gezondheidsschade) voor Chloor en zwaveldioxide gelijk zijn. Dit leidt ertoe dat de waarden in de kolommen 'X-gezondheidsschade' van tabel 5.8c en 5.8d in feite overeenkomen. Dit blijkt althans wanneer men ze afleest bij dezelfde massawaarden. Tabel 5.8d: Effectafstand GT5 (voorbeeldstof chloor) Massa [kg]
X-letaal [m]
X-gezondheidsschade [m]
20
23
227
50
40
393
100
60
596
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 76 van 93
200
91
903
500
158
1565
1000
240
2372
2000
364
3596
5000
630
6231
Bovenstaande tabellen dienen enkel ter documentatie. Voor het invoersysteem moeten de afgeronde waarden van de eigenlijke gevarenkaart worden gebruikt.
5.8.3 Risicoafstanden (GK8) In het kader van deze methodiek is zijn voor de 4 reeds genoemde voorbeeldstoffen risicoafstanden berekend. Deze voorbeeldstoffen zijn representatief voor de categorieën GT2 (voorbeeldstof: ethyleenchloride); GT3 (voorbeeldstof: ammoniak); GT4 (voorbeeldstof: zwaveldioxide); GT5 (voorbeeldstof: chloor). Met betrekking tot het scenario voor toxische gassen zijn de volgende aannames gedaan. Aanname 1: Opslag als vloeistof verdicht gas Aangenomen wordt dat de gassen overwegend onder druk worden opgeslagen (tot vloeistof verdicht gas). Gekoelde opslag van gassen worden buiten beschouwing gelaten, daar deze wijze van opslag voornamelijk voor grote hoeveelheden wordt gebruikt, waarvoor doorgaans reeds een VR-plicht op grond van het BRZO 1999 (Stb. 1999, 234) geldt. Aanname2: Toxische wolk bij uitstroom in 10 minuten Als maatgevend scenario wordt het ontstaan van een toxische wolk bij een uitstroom van 10 minuten gekozen. Dit scenario heeft een relatief grote kans en een relatief groot effect en kan derhalve als representatief voor toxische gassen gelden. Aanname 3: Extensief gebruik Bij de berekeningen is uitgegaan van een situatie met een belading tot maximaal 10 keer per jaar. Voor de bepaling van de kans zijn de stappen doorlopen, zoals weergegeven in figuur 5.3. In tabel 5.8e en 5.8f zijn verdere basisgegevens weergegeven. De berekeningen zijn uitgevoerd met het programma SAVE II.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 77 van 93
Figuur 5.3: Flowschema kansbepaling voor ontsnappingsscenario's van toxisch gas Bepaling van de Basis-uitstromingskans (A)
Correctie voor het aantal aanwezige insluitsystemen (B)
Bepaling van de totale kans: A*B
Figuur 5.8e: Gehanteerde basisfrequenties voor ontsnappingsscenario's van toxisch gas Scenario's
Uitstroomtijd
Overige parameters
Continue uitstroming
0,5 * 10-6
600 sec.
100% verdamping
Instantane uitstroming
0,5 * 10-6
-
flashfractie conform Xi-tabel CPR 18
Totale uitstroming
-5
1 * 10
De overige in de berekening gehanteerde stofgerelateerde gegevens zijn vermeld in tabel 5.8g.
Tabel 5.8.f: Enige aanvullende gegevens in verband met de uitgevoerde dispensatieberekening Stof
Luchtinmenging
Dampdichtheid
(bronsterkte (kg/sec) x …)
kg/m3
ethylchloride
* 15
1,2
ammoniak
* 15
1,4
zwaveldioxide
* 14
1,4
chloor
* 4,9
1,6
Bij de berekeningen moet worden opgemerkt dat gerekend is met voorbeeldstoffen, die als indicator gelden voor de categorie. De op basis hiervan berekende resulterende risicoafstanden, zijn opgenomen in de tabellen 5.8g t/m 5.8j gelden daarom als indicatief. De afstanden (kunnen) verschillen, afhankelijk van de specificaties van de stof. De in gevarenkaart 8 opgenomen afstanden zijn de op 5- en 10- tallen afgeronde waarden uit de 1e kolom van genoemde tabellen. Deze waarden zijn opgenomen in de tabellen 3a tot en met 3d van gevarenkaart 8.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 78 van 93
Tabel 5.8g: Risicoafstand GT 2 (Ethylchloride) Massa
Aantal insluitsystemen
[kg}
1
2
5
10
200
-
-
-
-
500
-
-
-
-
1000
-
-
-
-
2000
-
-
-
-
5000
-
-
-
-
10000
-
-
-
x
20000
-
-
x
x
50000
-
x
x
x
x=PBZO grens
Opgemerkt wordt dat de voorbeeldstof voor stofcategorie GT2 geen 10-6-contour laat zien; zelfs niet bij 20 insluitsystemen. Dit wordt veroorzaakt door de frequenties van de gehanteerde scenario’s in combinatie met de eigenschappen van de voorbeeldstof.
Tabel 5.8h: Risicoafstand GT 3 (Ammoniak) Massa
Aantal insluitsystemen
[kg}
1
200
5
8
17
20
500
7
18
22
27
1000
15
22
29
37
2000
22
29
43
55
2
5
10
5000
33
45
69
85
10000
50
73
100
x
20000
86
95
x
x
50000
115
x
x
x
x=PBZO grens
De voorbeeldstof van de groep GT4, volgens het systeem S3b [22] is dat zwaveldioxide, heeft een probitfunctie die de probitfunctie van ammoniak kruist. Dit leidt ertoe dat de risicoafstand van SO2 net iets lager uitkomt dan men zou verwachten. Om voor GT4 geen vertekend beeld te verkrijgen zijn hier (als minimum) de risicoafstanden van de groep GT3 overgenomen. In de kolom voor 1 insluitsysteem van tabel 5.8i is dit weergegeven, inclusief de uiteindelijke afrondingsstap. Inde andere kolommen zijn de voor GT4 berekende waarden wel gehandhaafd. De inventariseerder wordt geadviseerd dezelfde lijn te volgen en de aangegeven getallen na de gebruikelijke afronding in het systeem in te voeren.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 79 van 93
Tabel 5.8i: Risicoafstand GT 4 (Zwaveldioxide) Massa
Aantal insluitsystemen
[kg} 200
1 3
--->
2
5
10
5
5
14
18
500
7
--->
7
15
20
26
1.000
15
--->
15
20
26
33
2.000
20
--->
22
25
38
50
5.000
28
--->
33
40
63
84
10.000
40
--->
50
59
93
x
20.000
60
--->
86
85
x
x
50.000
97
--->
115
x
x
x
x=PBZO grens
Tabel 5.8j: Risicoafstand GT 5 (Chloor) Massa
Aantal insluitsystemen
[kg}
1
2
5
10
20
4
10
21
28
50
8
18
30
40
100
13
22
40
55
200
18
28
55
80
83
118
500
25
48
1.000
35
68
2.000
50
95
x
x
5.000
73
x
x
x
x
x=PBZO grens
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 80 van 93
5.9
Toxische verbrandings- en reactieproducten (GK9)
5.9.1 Algemene afwegingen en keuzes Deze kaart is bedoeld voor die situaties waar als gevolg van brand en/of (onbeheerste) chemische omzetting stoffen kunnen vrijkomen die tot risico's en effecten voor de omgeving leiden. Op de kaart worden de volgende twee situaties onderscheiden, die overigens wel voor één activiteit van toepassing kunnen zijn: • Opslag van gevaarlijke stoffen in emballage waar door brand toxische verbrandingsproducten kunnen ontstaan; • Processen waarbij toxische reactieproducten kunnen vrijkomen. De specifieke keuzes en afwegingen voor deze twee situaties worden in het onderstaande verder uitgewerkt. Hierbij wordt opgemerkt dat naast het ontstaan van toxische verbrandingsproducten door gevaarlijke stoffen er ook toxische verbrandingsproducten kunnen ontstaan bij de verbranding van bijvoorbeeld cacao (doppen), kunststoffen als polyamides en kunstmestopslagen. Indien in de milieuvergunning het begrip 'PGS 15' niet voorkomt wil dit dus niet zeggen dat er geen mogelijkheid bestaat dat er toxische verbrandingsproducten ontstaan.
5.9.2 Toetsingsafstanden De Regeling externe veiligheid inrichtingen [2], geeft toetsingsafstanden voor de opslag van gevaarlijke goederen conform PGS 15 en voor de opslag van bestrijdingsmiddelen conform PGS 15. De afstand is afhankelijk van het aanwezige brandbestrijdingssysteem en van het oppervlak van de opslagloods. De in de regeling Revi vermelde afstanden moeten worden beschouwd als een contour van een plaatsgebonden risico van PR=10-6, ook al is de vermelde ondergrens van 20 meter oorspronkelijk gebaseerd op bereikbaarheidseisen voor de brandweer en het voorkomen van brandoverslag. Voorts zijn toetsingsafstanden opgenomen voor handelingen met verpakkingen waarin zich zeer toxische vaste (poedervormige) stoffen (T+) en zeer vergiftige vloeistoffen (T+). Deze zijn eveneens ontleend aan de regeling Revi [2].
5.9.3 Effectafstand PGS 15-loodsen Berekening bronsterkte(s) Als er een brand uitbreekt in een opslag waar diverse (vaste) stoffen opgeslagen liggen waarin bijvoorbeeld stikstof, halogenen of zwavel voorkomen, dan kunnen er bij verbranding toxische verbrandingsproducten ontstaan, zoals stikstofdioxide (NO2), waterstofchloride (HCl), fosgeen (COCl2) en zwaveldioxide (SO2). Voor de berekening wordt aangesloten bij [16], waarin de effect- en risicoafstanden worden berekend op basis van de vorming van NO2. Het maximale stikstofgehalte van de opgeslagen stoffen is daarbij 1,5 gewichtsprocent stikstof (N), omdat boven de 1,5 gewichtsprocent een specifiek QRA gemaakt moet worden.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 81 van 93
De bronsterkte m van de NO2 wolk is afhankelijk van η (de hoeveelheid NO2 die wordt gevormd per verbrande kilo stof) en de brandsnelheid B0 (hoeveelheid stof verbrand in kilo per seconde).
m
= η
NO
2
⋅ B
0
Voor iedere stof is de hoeveelheid gevormd NO2 per verbrande kilo stof te berekenen aan de hand van het gemiddeld aantal stikstof atomen per molecuul n en het gemiddeld molecuulgewicht M.
η
NO
2
=
0 , 35 ⋅ n ⋅ 46 M
De brandsnelheid is te bepalen aan de hand van de gebruikelijke vaste factor (fixfactor) en het brandende oppervlak A, hierbij wordt aangenomen dat de brand oppervlakte beperkt is (en dus niet zuurstof beperkt. Dit is een conservatieve aanname).
B0 = 0,025 ⋅ A
[kg/m2/s]
De vergelijking voor de bronsterkte wordt derhalve:
m
=
0 , 35
⋅ n ⋅ 46 M
⋅ 0 , 025
⋅ A
Bij de veronderstelde uitgangspunten (maximaal 1,5 gewichts% N) komt dit komt overeen met een maximale bronsterkte m, welke afhankelijk is van het oppervlak (A) van de brand:
m = 0,35 ⋅
0,015 ⋅ 46 ⋅ 0,025 ⋅ A = 0,00043125 ⋅ A 14
Oppervlakte van de brand In de PGS 15 circulaire worden de volgende oppervlaktes aangehouden: 20, 50, 100, 300, 900, 1500 en 2500 m2. De kans dat het brandende oppervlak ook de maximale grootte zal bereiken is gekoppeld aan de werking van de blussystemen die in de opslag aanwezig zijn. Conform de risicoanalyse methodiek PGS 15 [16] is credit gegeven aan de eventueel aanwezige blussystemen. Afhankelijk van het toegepaste blussysteem, is een gereduceerde brandoppervlakte bepaald, waarbij de kans dat de brand kleiner is dan deze oppervlakte > 75% is. Hierbij worden 8 brandblussystemen gehanteerd, zoals bedoeld in de PGS 15 circulaire: Automatische sprinkler maximaal oppervlak: 50 m2 Automatische deluge-installatie maximaal oppervlak: 50 m2 Automatische gasblusinstallatie maximaal oppervlak: 20 m2 Lokale brandweer met droog deluge-systeem maximaal oppervlak: 300 m2 Automatische hi-ex installatie maximaal oppervlak: 20 m2 Automatische hi-ex met inside air maximaal oppervlak: 20 m2 Bedrijfsbrandweer met handbediende deluge-installatie maximaal oppervlak: 50 m2 Bedrijfsbrandweer met droog systeem maximaal oppervlak: 300 m2
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 82 van 93
Resultaat berekening bronsterkte(s) De op basis van bovenstaande formule berekende bronsterktes voor NO2 zijn, afhankelijk van oppervlakte en toegepast blussysteem, weergegeven in tabel 5.9a. Tabel 5.9a
Bronsterkte NO2, afhankelijk van blussysteem en oppervlak opslagruimte
Blussysteem
Bronsterkte afhankelijk van oppervlakte loods/compartiment [kg/s]
Oppervlakte [m2]
20
Geen
0,009
Automatische sprinkler
0,009
Automatische deluge-installatie
0,009
0,02
Zie 50 m2
Automatische gasblusinstallatie
0,009
Zie 20 m2
Lokale brandweer met droog deluge-systeem
0,009
0,02
50
100
200
300
400
500
600
1500
2500
0,02
0,04
0,09
0,13
0,17
0,22
0,26
0,65
1,1
0,02
Zie 50 m2
0,13
0,17
0,22
n.v.t.
0,04
0,09
2
Automatische hi-ex installatie
0,009
Zie 20 m
Automatische hi-ex met inside-air
0,009
Zie 20 m2
Bedrijfsbrandweer met handbediende deluge-installatie
0,009
0,02
Zie 50 m2
Bedrijfsbrandweer met droog systeem
0,009
0,02
0,04
0,09
0,13
0,17
0,22
0,26
0,65
1,1
Bedrijfsbrandweer, ter plaatse blussen (binnenaanval)
0,009
0,02
0,04
0,09
0,13
0,17
0,22
0,26
0,65
n.v.t.
Uitvoering van bijbehorende effectberekeningen De berekening is uitgevoerd met behulp van onderstaande formule uit 'Effectafstanden Modelrisicokaart' [21]: X = 0,78 * (M/T) 0,6 / C 0.67 hierin is: X : effectafstand (m) C : effectconcentratie (kg/m3) voor M/T zijn de bronsterktes uit tabel 5.9a ingevuld
De probitconstanten voor NO2 zijn conform CPR18 (a=-18,6, b=1, n=3,7 [mg/m3, minuten]). Op basis hiervan is de grensconcentratie voor 1% letaliteit berekend als 125 mg/m3 (30 min). Voor NO2 is de AGW-waarde 10 mg/m3 [23]. Op basis hiervan is de afstand voor schade aan de lichamelijke gezondheid berekend.
5.9.4 Effectafstanden van toxische reactieproducten Toxische reactieproducten kunnen vrijkomen bij ongewenste menging of het versneld optreden van een reactie (run-a-way). In het kader van deze methodiek voert het te ver alle mogelijke ongewenste toxische reactieproducten te benoemen en hiervoor risico- en effectafstanden af te leiden. Voor een tweetal situaties die op meer plaatsen kunnen voorkomen zijn effectafstanden afgeleid: • Het vrijkomen van chloorgas bij zwembaden; • Het vrijkomen van blauwzuur respectievelijk NO2 bij de verhitting van kaliumcyanide.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 83 van 93
Het vrijkomen van chloorgas bij zwembaden Het vrijkomen van chloorgas kan optreden wanneer chloorbleekloog in contact komt met zuur. Chloorbleekloog is een oplossing in water van natriumhypochloriet (NaOCl) met 150g/l aan actief chloor). Bij zwembaden wordt tevens zoutzuur gebruikt voor het beheersen van de waterkwaliteit. De sterkste daartoe gebruikte zoutzuurconcentratie bevat 30 gewichtsprocent HCl per liter. Door 1 liter chloorbleekloog te mengen met 0,5 liter zoutzuur (30%) ontstaat de ongunstigste combinatie waarbij er ca 300 gr chloor uit een liter bleekloog kan ontstaan. Daarvoor moet dan de bleekloogtank voor 2/3 gevuld zijn en worden ‘afgetankt’ met zoutzuur. Dat levert overigens een zeer heftige reactie op. Voor dit geval is de formule voor de effectafstand van toxische gassen [21] van toepassing, waarbij Fpd=1 (dampvormig vrijkomen) en T de standaardwaarde heeft (10 min.= 600 sec).
waarin hier:
X
= 0,78 * (Fpd * M/T) 0,6 / C 0.67;
M
= 0,3 kg chloor keer 2/3 inhoud (liters) van de tank (chloorbleekloog) dus = 0,2 kg chloor per liter tankinhoud.
De hierbij benodigde giftigheidscijfers van chloor zijn reeds vermeld in tabel 4.6: de concentratie voor 1% letaliteit is 306 mg/m3, terwijl de AGW-waarde (gezondheidsschade) 10 mg/m3 bedraagt. Tabel 5.9b geeft de berekende effectafstanden voor het onbedoeld plotseling vrijkomen van chloorgas uit tanks voor chloorbleekloog bij zwembaden. De cijfers hieruit zijn in afgeronde vorm opgenomen in gevarenkaart 9, tabel 2c. Het is de bedoeling dat de afgeronde cijfers voor het invoersysteem worden gebruikt. Tabel 5.9b
Effectafstanden bij tanks voor chloorbleekloog (zwembaden)
Inhoud van de grootste tank voor
Afstand 1%-letaal
Afstand gezondheidsschade
[m]
[m]
100
15
146
200
22
221
500
39
384
1.000
59
582
2.000
89
881
bleekloog in liters [l]
5.000
154
1527
10.000
234
2315
20.000
355
3509
Het ontstaan van stikstofdioxide ten gevolge van brand van opslag van cyanide-verbindingen in vaste vorm Het ontstaan van het giftige gas stikstofdioxiden is vooral denkbaar bij verhitting van cyanideverbindingen, zoals bij opslag van kaliumcyanaat (KCN). Bij verhitting van KCN kan per 100 kg theoretisch maximaal 41,4 kg blauwzuur (HCN) ontstaan. Blauwzuur is zeer brandbaar en zal bij een brand (warmtebron) worden omgezet in met name NO2, dat zeer giftig is. Bij volledige omzetting ontstaat theoretisch circa 71 kg. Praktisch gezien, ligt de omzetting bepaald niet op 100%; volgens de PGS 15-systematiek [16] geldt hiervoor een efficiëntiefactor van 35%. Dit betekent dat 100kg KCN zou worden omgezet in 24,7 kg NO2. LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 84 van 93
De verdere bepaling volgt in grote lijnen de rekensystematiek voor de effectafstanden bij PGSloodsen die zojuist behandeld is (paragraaf 5.9.3). Ook hier wordt gerekend met een blootstelling en bronduur van 30 minuten. De gehanteerde formule is een variant van de formule voor toxische gassen en dampen uit [21], namelijk: X = 0,78 * (Q) 0,6 / C 0.67 De bronsterkte (Q) hierin is het aantal kg NO2-omzetting, gedeeld door de bronduur (1800 sec). De probitconstanten van NO2 zijn a=-18,6; b=1; n=3,7 [mg/m3, minuten]. Op basis hiervan bedraagt de concentratie voor 1% letaliteit bij een blootstellingsduur van 1800 sec: 125 mg/m3. De AGW-waarde is overigens slechts 10 mg/m3; deze is relevant voor de effectafstand voor schade aan de lichamelijke gezondheid. De uitkomsten van de berekening van de effectafstanden zijn vermeld in tabel 5.9c. Tabel 5.9c:
Berekende effectafstanden voor het vrijkomen van zeer giftige gas NO2 bij onbedoelde verhitting van kaliumcyanide
Hoeveelheid cyanide in
Hoeveelheid daaruit
grootste insluitsysteem
voortkomend NO2
X letaal
X gezondheidsschade
[kg]
[kg], afgerond
[m]
[m]
10
2,5
6
33
20
4,9
9
51
30
7,4
12
65
50
12,4
16
88
100
24,7
25
133
200
49,4
37
202
300
74,1
47
258 350
500
123,5
64
1.000
247,0
98
530
2.000
494,0
148
804
3.000
741,0
189
1025
Deze uitkomsten zijn in afgeronde vorm gepresenteerd in tabel 2d van gevarenkaart 9. Het is de bedoeling dat de daarin vermelde waarden worden gebruikt. Voor de letale effectafstand worden geen waarden gehanteerd die lager zijn dan 20m. Het vrijkomen van cyanide (blauwzuur) bij cyanidebaden Het zeer giftige en brandbare cyanide kan bij de galvanische industrie vrijkomen als gevolg van doseerfouten in cyanidebaden. Bij onbedoelde toevoeging van een cyanideoplossing aan een zuurbeitsbad komt blauwzuurgas vrij. De risico's en effecten hiervan zijn beschreven in een notitie van het RIVM 'Externe Veiligheidsrisico's galvaniseerbedrijven', xelionnummer 139, van 3 januari 2005 [35]. De in deze notitie gehanteerde scenario's zijn gebaseerd op de PGS 15. Uit de notitie blijkt dat bij het onbedoeld toevoegen van kleine hoeveelheden cyanide in een beitszuurbad, geen letale effecten op leefniveau worden berekend. Derhalve is geen sprake van risicocontouren (10-6). Voorwaarde hierbij is dat een schoorsteen aanwezig is die de vrijkomende gassen op hoogte afvoert naar buiten. Gelet op bovenstaande zijn geen effectafstanden en risicoafstanden voor dit scenario opgenomen in gevarenkaart 9.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 85 van 93
5.9.5 Risicoafstanden (GK9) De generieke risicoafstanden komen op grond van de regelgeving overeen met de toetsingsafstanden; zie paragraaf 5.9.1.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 86 van 93
5.10 (Zeer) Toxische vloeistoffen (GK10)
5.10.1 Toetsingsafstanden In de concept Regeling bij het Besluit externe veiligheid inrichtingen zijn toetsingswaarden opgenomen voor zeer giftige vloeistoffen. Deze toetsingswaarden komen overeen met afstanden waarbij voldaan wordt aan PR = 10-6 en kunnen als generieke 10-6 contour worden gebruikt.
5.10.2 Effectafstanden In paragraaf 4.2.2 is ingegaan op de indelingssystematiek die moet worden toegepast op toxische gassen. In paragraaf 4.2.2 is de berekening van effectafstanden van toxische stoffen beschreven en is de maatgevende en generieke berekeningswijze in de LRI vastgesteld, waarbij wordt uitgegaan van een weersituatie D5 (neutraal weer, windsnelheid 5 m/s). Met behulp van de formule uit [21] X =0,78 * (fPd * M/T)0,6 / C 0,67 en de stofgegevens uit tabel 4.5, zijn de effectafstanden voor de drie relevante categorieën LT2, LT3 en LT4 berekend. Deze effectafstanden zijn weergegeven in tabel 5.10a, 5.10b en 5.10c. Deze tabellen vormen de basis voor corresponderende tabellen van de gevarenkaart. Bij de berekeningen moet worden opgemerkt dat gerekend is met voorbeeldstoffen, die als indicator gelden voor de categorie. De op basis hiervan berekende resulterende effectafstanden gelden daarom als indicatief. De effectafstanden (kunnen) verschillen, afhankelijk van de specificaties van de stof. De in gevarenkaart 10 opgenomen afstanden zijn de afgeronde waarden van onderstaande waarden.
Tabel 5.10a: Effectafstand LT1 (voorbeeldstof Acrilnitril) Massa [kg]
X-letaal [m]
X-gezondheidsschade [m]
1.000
16
119
2.000
24
181
5.000
42
313
10.000
64
475
20.000
97
720
50.000
169
1248
Tabel 5.10b: Effectafstand LT2 (voorbeeldstof Salpeterzuur) Massa [kg]
X-letaal [m]
X-gezondheidsschade [m]
1.000
12
--->
16
306
2.000
17
--->
24
464
5.000
30
--->
42
805
10.000
46
--->
64
1220
20.000
70
--->
97
1849
50.000
121
--->
169
3204
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 87 van 93
De voorbeeldstof van de groep LT2, volgens het systeem S3b [22] is dat salpeterzuur, heeft een probitfunctie die ‘onder’ de probitfunctie van acrylnitril ligt. Dit leidt ertoe dat de effectafstand voor 1% letaliteit van salpeterzuur lager uitkomt dan men zou verwachten. Om voor LT2 geen vertekend beeld te verkrijgen zijn hier (als minimum) de effectafstanden van de groep LT1 overgenomen. In de betreffende kolom van tabel 5.10b is dit weergegeven, exclusief de uiteindelijke afrondingsstap. Omdat de AGW’s van de beide besproken voorbeeldstoffen aanzienlijk verschillen, vertonen de effectafstanden voor gezondheidsschade direct een wezenlijk verschil; vergelijk tabel 5.10a en 5.10b. Dit zijn bijzonderheden die worden gedicteerd door het indelingssysteem in combinatie met de bijbehorende voorbeeldstoffen. Ondanks deze bijzonderheid is er niet voor gekozen om andere voorbeeldstoffen te hanteren en/of een ander indelingssysteem. Tabel 5.10c: Effectafstand LT3 (voorbeeldstof Acroleïne) Massa [kg]
X-letaal [m]
X-gezondheidsschade [m]
100
35
690
200
52
1046
500
91
1813
1.000
138
2748
2.000
209
4166
5.000
362
7218
Tabel 5.10d: Effectafstand LT4 (voorbeeldstof Methylisocyanaat) Massa [kg]
5.10.3
X-letaal [m]
X-gezondheidsschade [m]
20
77
218
50
134
377
100
203
572
200
308
867
500
533
1502
1000
808
2276
2000
1224
3450
5000
2122
5978
Risicoafstanden (GK10)
Voor de 3 genoemde voorbeeldstoffen zijn risicoafstanden berekend, die als representatief gelden voor: LT1 (acrylnitril), LT2 (salpeterzuur), LT3 (acroleïne) en LT4 (methylisocyanaat). Omtrent de scenario's voor het vrijkomen van toxische vloeistoffen zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: De vloeistoffen worden onder atmosferische druk opgeslagen in een 'single containment tank'. Dit is een eenvoudige tank met een hoge uitstromingskans. Dit is een pessimistische aanname. Bij de berekeningen is uitgegaan van een situatie met van extensief gebruik, waarbij een belading plaatsvindt tot maximaal 10 keer per jaar. Voor het bepalen van de effectkant van het risico is bepalend hoe groot het oppervlak is van de plas die ontstaat bij falen van het insluitsysteem (tank, vat). LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 88 van 93
Aangenomen is dat de plasgrootte wordt bepaald door een tankput of opvangbak. De oppervlakte daarvan is 'leidend'. Er is een globale (zeer variabele) relatie tussen die oppervlakte en de hoeveelheid in het (grootste) insluitsysteem. Eventueel kan men (zeer indicatief) die relatie gebruiken wanneer de oppervlakte van de tankput/opvangbak niet bekend is. Voor de effectkant (div. scenario's) van het risico is de volgende aanpak gehanteerd: De bronsterkte volgt uit plasverdamping ('non boiling pool') bij een oppervlaktetemperatuur van 288 K. Uitgegaan wordt van een bronhoogte van 1 m. Voor de dampdichtheid is met 1,2 kg/m3 gerekend; de gehanteerde windsnelheid voor de verdamping is 4 m/sec; voor de dispersie is de eerder genoemde complete meteostatistiek gebruikt. De uitstroomtijd is in feite niet relevant(voor zover relevant); de blootstellingstijd wel; deze is 1800 sec.(30 min). De kanszijde van het risico is gebaseerd op een uitstroomfrequentie (continu, incl. instantaan) van 1.10-5 ('single containment tank'). De 10-6 afstand is gemeten vanaf het midden van de plas (put) in NO-ZW richting (meestal de ongunstigste). Verder is de procedure van figuur 5.4 gevolgd voor het bepalen van de uitstromingskansen bij enkelvoudige en meervoudige insluitsystemen met dezelfde soort toxische vloeistof. Figuur 5.4
Flowschema bepaling risico's toxische vloeistof
Bepaling van de Basis-uitstromingskans (A)
Correctie voor het aantal aanwezige insluitsystemen (B)
Bepaling van de totale kans: A*B (..)
De uitkomsten zijn weergegeven in tabel 5.10e t/m h. Het uitgangspunt voor de onderstaande resultaattabellen is natuurlijk dat de onderscheiden insluitsystemen in dezelfde bak / tankput staan. Bij de berekeningen moet worden opgemerkt dat gerekend is met voorbeeldstoffen, die als indicator gelden voor de categorie. De op basis hiervan berekende resulterende risicoafstanden, gelden daarom als indicatief. De afstanden (kunnen) verschillen, afhankelijk van de specificaties van de stof. De in gevarenkaart 10 opgenomen afstanden zijn de op 5- en 10- tallen afgeronde waarden van onderstaande waarden.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 89 van 93
Tabel 5.10e: Risicoafstand LT1 (voorbeeldstof Acrylnitryl) plas / put
Aantal insluitsystemen
2
m (straal)
1
2
5
10
500 (r=13)
23
33
52
72
1.000 (r=18)
30
50
78
105 160
2.000 (r=25)
48
70
118
5.000 (r= 40)
78
122
205
280
10.000 (r= 56)
115
180
290
400
Tabel 5.10f: Risicoafstand LT2 (voorbeeldstof Salpeterzuur) plas / put
Aantal insluitsystemen
m2 (straal)
1
2
5
10
500 (r=13)
5
--->
23
7
17
19
1.000 (r=18)
8
--->
30
17
20
24 34
2.000 (r=25)
18
--->
48
23
28
5.000 (r= 40)
27
--->
78
33
50
69
10.000 (r= 56)
34
--->
115
48
71
88
De voorbeeldstof van de groep LT2, volgens S3b [22] is dat salpeterzuur, heeft een probitfunctie die ‘onder’ de probitfunctie van acrylnitril ligt. Dit leidt ertoe dat de risicoafstand van salpeterzuur lager uitkomt dan men zou verwachten. Om voor LT2 geen vertekend beeld te verkrijgen zijn hier (als minimum) de risicoafstanden van de groep LT1 overgenomen. In de kolom voor 1 insluitsysteem van tabel 5.10f is dit weergegeven, exclusief de uiteindelijke afrondingsstap. In de andere kolommen zijn de voor LT2 berekende waarden wel gehandhaafd. De inventariseerder wordt geadviseerd dezelfde lijn te volgen en de aangegeven getallen na de gebruikelijke afronding in het systeem in te voeren. Tabel 5.10g: Risicoafstand LT3 (voorbeeldstof Acroleïne) plas / put 2
Aantal insluitsystemen
m (straal)
1
2
5
10
10 (r= 2)
8
25
46
70
20 (r= 3)
21
35
75
110
50 (r= 4)
25
50
100
155
100 (r= 6)
40
80
160
243
200 (r=8)
50
105
240
355
500 (r=13)
80
175
380
575
1.000 (r=18)
125
250
550
850
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 90 van 93
Tabel 5.10h: Risicoafstand LT4 (voorbeeldstof Methylisocyanaat) plas / put 2
Aantal insluitsystemen
m (straal)
1
2
5
10
10 (r= 2)
28
76
100
365
20 (r= 3)
45
118
330
575
50 (r= 4)
50
160
445
785
100 (r= 6)
80
240
675
1180
200 (r=8)
115
330
910
1650
500 (r=13)
165
550
1550
2800
1.000 (r=18)
210
750
2250
3950
De bovenstaande tabellen zijn primair bedoeld ter documentatie. Maar tevens zijn ze bruikbaar om de risicoafstanden te bepalen van tankputten waarin meer dan één tank staat (ervan uitgaande dat het om een vergelijkbare stofcategorie gaat). De gebruiker wordt geadviseerd de afstanden op de in dit document gebruikelijke wijze af te ronden.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 91 van 93
REFERENTIELIJST
Wetgeving [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8] [9]
Besluit externe veiligheid inrichtingen (Stb 250, 2004) Regeling externe veiligheid inrichtingen (Stb 183, 2004) Besluit risico’s Zware ongevallen BRZO Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (Stb 26, 2004) Besluit Opslag- en transportbedrijven milieubeheer (Stb 278, 2000) Besluit bouw- en houtbedrijven (Stb 334, 2000) Besluit textielreinigingsbedrijven milieubeheer (Stb 146, 2001) Besluit voorzieningen en installaties milieubeheer (Stb 487, 2001) Vuurwerkbesluit (Stb 33, 2002) PGS/CPR-publicaties
Let op: Als gevolg van het opheffen van de Commissie Preventie van Rampen (CPR) zijn de CPR-richtlijnen omgezet naar PGS-richtlijnen.(PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen). De corresponerende PGS nummers zijn hieronder aangegeven. (NB: waar in de tekst expliciet CPR 18 is vermeld, betekent dit dat de gegevens afkomstig zijn van de CPR 18 versie 2001) [10] [11] [12] [14] [15] [16] [17] [18] [19] [20]
PGS 7 (CPR 1) Nitraathoudende meststoffen, 4de druk, 1992 PGS 8 (CPR 3) Opslag van organische peroxides, 2e editie, augustus 1997 PGS 9 (CPR 5) Vloeibare zuurstof:opslag van 0,45-100 m3, 1e druk, 1983 PGS 2 (CPR 14E) Methods for the calculation of physical effects, 3rd edition, 1997 PGS 15 (CPR 15-2) Opslag gevaarlijke stoffen, chemische afvalstoffen en bestrijdingsmiddelen in emballage; opslag van grote hoeveelheden (>10 ton), 1e druk 1991; Risico-analyse methodiek CPR-15 bedrijven, Min van VROM, DGM, oktober 1997 (referentie vervallen) PGS 3 (CPR 18) Handleiding voor de uitvoering van risicoanalyses, 1e druk, 2001 CPR 18E, Quideliness for quantitative risk assessment, first edition, 1999 CPR 20, RIB, Rapport Informatie-eisen Brzo, 1e druk 1999 Rapporten
[21] Effectafstanden Model-risicokaart, Ministerie van BZK, SAVE (021640c-L12), dec. 2002 [22] Systematiek voor indeling van stoffen ten behoeve van risicoberekeningen bij het vervoer van gevaarlijke stoffen, AVIV, 2e editie, 1999 ('S3b')
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 92 van 93
Overige [23] Interventiewaarden gevaarlijke stoffen, Nr. 8, ministerie van VROM en ministerie van BZK [24] Serida, uitgave RIVM, versie 2002 [25] Sax's Dangerous properties of Industrial Materials, eighth edition [26] Reken - /beslismodel Beheersbaarheid van Brand, ministerie van BZK, 1995 [27] NEN 1059:2003, Gasdrukregel- en -meetstations [28] Risicoanalyse Scott Specialty Gases BV; TNO; 1992 [29] Bouwbesluit 2003 [30] BIA Report Combustion and explosion characteristics of dust, 13/97 [31] NFPA 68, Guide for venting of deflagrations, [32] V27 Stofontploffingen [33] Onderzoek QRA Propaanopslag, Det Norske Veritas i.o.v. RIVM, december 2002 [34] Aanvulling op eindrapport 'Onderzoek QRA Propaanopslag' brief RIVM, 5 maart 2003, nr. 132/03 CEV [35] Extern Veiligheidsrisico's galvaniseerbedrijven, 3 januari 2005, RIVM (xelionnummer 139) [36] Afstandentabel propaanreservoirs met een inhoud van 0,15 t/m 50 m3, 24 juli 2006, 263/06 CEV Rie/pbz-58 [37] Handleiding Risicoberekening BEVI - Hoofdstuk gasflessen. concept van 25 april 2006. [38] TNO-rapport ‘Handleiding voor Risk_NL’. Risk_NL [39] Internet beschrijving van een Fuel/Air Explosive (FAE) volgens het FAS (= Federation of American Scientist) gebaseerd op 'A New Set of Blast Curves from Vapor Cloud Explosion', Process Safety Progress, winter 1999, Vol. 18, no. 4. [40] Registratiebesluit externe veiligheid, Staatsblad 656, 28 november 2006, Ministerie van VROM. In werking getreden per 30 maart 2007 (Staatsblad 2007 102). [41] Regeling provinciale risicokaart, Staatscourant 18 april 2007, nr 75.
LRI-gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 7, AD, 3.1 oktober 2007
pag 93 van 93
BIJLAGE 8
Invulformulieren inventarisatiegegevens per categorie Registratiebesluit (versie april 2003)
De invulformulieren zijn een weergave van de invoerschermen van het Register risicosituaties gevaarlijke stoffen (RRGS). Via de invoerschermen kunnen de gevraagde gegevens in het RRGS worden ingevuld. Elke RRGS-categorie heeft een eigen invulformulier. De vragen op de invoerschermen kunnen wijzigen, waardoor ook de invulformulieren moeten worden aangepast. Let op: De invulformulieren in deze bijlage zijn aan veranderingen onderhevig als gevolg van ontwikkelingen van het Registratiebesluit. Dit kan betekenen dat niet alle vragen al in deze weergave zijn opgenomen. Het beheer van deze invulformulieren ligt bij de beheerder van het RRGS, het RIVM. De invulformulieren zijn via www.risicoregister.nl als pdf-document beschikbaar. De huidige versie is van april 2003.
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 8, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 1
,QYXOIRUPXOLHUHQEHKRUHQGHELMGHOHLGUDDG5LVLFRLQYHQWDULVDWLH HQKHW5HJLVWHU5LVLFRVLWXDWLHV*HYDDUOLMNH6WRIIHQ55*6 Inhoudsopgave invulformulieren gegevens inrichtingen en installaties Algemeen Informatie over de Inrichting Vestigingsplaats aangeven op kaart Effectafstanden Plaatsgebonden Risico’s Groepsrisico’s Totale opslag stoffen Gegevens voor de PRK A. B. B. D. E. F. G. H. I. J. K. L. M. N. -
&DWHJRULHsQ,QULFKWLQJHQ Besluit Risico’s Zware Ongevallen LPG-Tankstation CPR 15-2/3 Ammoniak Koelinstallatie Spoorwegemplacement Vervoer Vuurwerk Kernenergie Mijnbouw AVR Propaan Munitie Overig Letaal Overig Gewond Defensie
2 3 3 3 3 3 3 4 5 6 8 10 12 13 15 16 17 18 19 21 22 23 24
1
Versie 1.3 24 april 2003
$/*(0((1 ,1)250$7,(29(5'(,15,&+7,1* ,QULFKWLQJ Bevoegd Gezag Naam Inrichting Vroegere naam Inrichting Bezoekadres: Straat, Huisnummer Postcode Plaats Gemeente (!) (!) (!) (!) (!)
Tijdelijke inrichting Vervaldatum tijdelijke inrichting
ja/nee (dd-mm-jjjj)
ID-nummer PRK ID-nummer Bevoegd Gezag ID-nummer Specifiek BG Code Hoofdactiviteit (SBI/BIK) Kadastrale aanduiding inrichting locatie
,QULFKWLQJKRXGHU Naam Inrichtinghouder Vestigingsplaats Inrichtinghouder 9HUJXQQLQJJHJHYHQV Wm Vergunning Wm Vergunningnummer Wm Veranderingsvergunning Wm Veranderingsvergunning referentie (!) (!)
ja/nee
datum:
(dd-mm-jjjj)
ja/nee
datum:
(dd-mm-jjjj)
Arbeidsveiligheidsrapport Verplicht Arbeidsveiligheidsrapport Aanwezig
ja/nee ja/nee
datum:
(dd-mm-jjjj)
Risicoanalyse Verplicht Risicoanalyse Gemaakt Type risicoanalyse Risicoanalyse Datum
ja/nee ja/nee QRA/MCA/anders nl: (dd-mm-jjjj)
Veiligheidsrapport Aanwezig
ja/nee
datum:
(dd-mm-jjjj)
Overige Informatie
2
Versie 1.3 24 april 2003
9(67,*,1*63/$$76$$1*(9(123.$$57
!!'HYHVWLJLQJVSODDWVPRHWGLJLWDDORSGHNDDUWZRUGHQLQJHWHNHQG
())(&7$)67$1'(1 Effectbepaling Datum specifieke berekening effectbepaling
Generiek/ Specifiek (dd-mm-jjjj)
Effectafstand dodelijk (1% letaliteit) Maatgevend scenario effectafstand dodelijk (1% letaliteit) (Maak een keuze)
Effectafstand gewond-ziekenhuisopname < 24 uur Maatgevend scenario effectafstand gewond (Maak een keuze)
3/$$76*(%21'(15,6,&2 6 (!) PR Bepaling (!) Datum specifieke berekening (!) Plaatsgebonden Risicocontour 10-5/jr (!) Plaatsgebonden Risicocontour 10-6/jr Plaatsgebonden Risicocontour 10-7/jr Plaatsgebonden Risicocontour 10-8/jr *52(365,6,&2 6 Gegevens invoeren middels
[m] Explosief/ Ontvlambaar-Brandbaar/ Toxisch [m] Explosief/ Ontvlambaar-Brandbaar/ Toxisch
Generiek/ Specifiek (dd-mm-jjjj) [m] [m] [m] [m]
GR-curve/ Gemiddelde Bevolkingsdichtheid
0LGGHOV*URHSVULVLFRFXUYH Groepsrisico curve
Frequentie (kans/jaar)
Aantal doden
1 2 3 4 5 6 7 8 Groepsrisico curve/tabel bron Klasse-indeling groepsrisico
Datum:
(!) (!) (!) (!)
0LGGHOV*HPLGGHOGH%HYRONLQJVGLFKWKHLG Max. toegestane bevolkingsdichtheid binnen gebied R10-5 en R1% Max. toegestane bevolkingsdichtheid binnen gebied R10-6 en R1% Bevolkingsdichtheid in gebied R10-5 en R1% Bevolkingsdichtheid in gebied R10-6 en R1%
(!)
Groepsrisico overschrijding?
(dd-mm-jjjj)
[pers/ha] [pers/ha] [pers/ha] [pers/ha] ja/nee
727$/(236/$*672))(1 Totale vergunde opslagcapaciteit gevaarlijke stoffen (niet-bestrijdingsmiddelen) voor gehele inrichting Totale vergunde opslagcapaciteit van bestrijdingsmiddelen voor gehele inrichting 3
[ton]
[ton]
Versie 1.3 24 april 2003
*(*(9(169225'(35. Wvo Vergunning Wvo Vergunningnummer Wvo Bevoegd Gezag
ja/nee
datum:
(dd-mm-jjjj)
Kew Vergunning Kew Vergunningnummer
ja/nee
datum:
(dd-mm-jjjj)
Gebruiksvergunning Gebruiksvergunning Nummer
ja/nee
datum:
(dd-mm-jjjj)
Rampbestrijdingsplan Verplicht Rampbestrijdingsplan Aanwezig Rampbestrijdingsplan Referentie
ja/nee ja/nee
datum:
(dd-mm-jjjj)
Bedrijfsnoodplan Verplicht Bedrijfsnoodplan Aanwezig Bedrijfsnoodplan Referentie
ja/nee ja/nee
datum:
(dd-mm-jjjj)
Aanvalsplan Brandweer Aanwezig Bedrijfsbrandweer Verplicht Bedrijfsbrandweer Verplicht Wm Bedrijfsbrandweer Aanwezig
ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
datum:
(dd-mm-jjjj)
Veiligheidszorgsysteem Verplicht Veiligheidszorgsysteem Aanwezig Type Veiligheidszorgsysteem
ja/nee ja/nee VBS(Brzo)/ VCA/ ISO 14.001/ OSHAS 18.001/ anders, nl:
Dominoeffect Nabuur Inrichtingen
ja/nee
(Maak een keuze)
4
Versie 1.3 24 april 2003
$
%(6/8,75,6,&2 6=:$5(21*(9$//(1
,QULFKWLQJQLYHDX (!) Veiligheidsrapport Verplicht Veiligheidsrapport Aanwezig
ja/nee ja/nee
datum:
,QGLHQ95QLHWYHUSOLFKW PBZO-document referentie Datum PBZO-document
(!) (!)
(dd-mm-jjjj)
(dd-mm-jjjj)
LQVWDOODWLHQLYHDX (!) Naam of code van installatie (!) ID installatie in PRK (!)
Geografische coördinaten installatie: RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat
(!)
Type installatie (Maak een keuze)
6WRIJHJHYHQVLQVWDOODWLH Stofnaam
Opslag/ Verlading-laad-los/ Procesinstallatie (hoofdproces)/ Procesinstallatie (utillity of nevenproces)/ Zelfstandige plant CAS-nummer
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
5
Maatgevend risico? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Maatgevend effect? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Versie 1.3 24 april 2003
%
/3*7$1.67$7,21
,QULFKWLQJQLYHDX (!) Jaardoorzet LPG Jaardoorzet LPG bepaald op jaar/periode: ,QVWDOODWLHQLYHDX/3*YXOSXQW Naam of code van installatie (!) ID LPG-vulpunt in PRK (!) Geografische coördinaten installatie:
3
[m ]
Vulpunt RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat
(!) (!) (!) (!)
PR Bepaling Datum specifieke berekening PR 10-5/jaar voor dit vulpunt PR 10-6/jaar voor dit vulpunt
Generiek/ Specifiek (dd-mm-jjjj) [m] [m]
(!) (!)
Effectbepaling Datum specifieke berekening effectbepaling Effectafstand dodelijk (1% letaliteit) Maatgevend scenario effectafstand dodelijk (1% letaliteit)
(!) (!)
Effectafstand gewond-ziekenhuisopname < 24 uur Maatgevend scenario effectafstand gewond
Generiek/ Specifiek (dd-mm-jjjj) [m] Explosief/ Ontvlambaar-Brandbaar/ Toxisch [m] Explosief/ Ontvlambaar-Brandbaar/ Toxisch
(Maak een keuze)
(Maak een keuze)
GR-gegevens invoeren middels
GR-curve/ Gemiddelde Bevolkingsdichtheid
*5JHJHYHQVPLGGHOV*URHSVULVLFRFXUYH Groepsrisico curve
Frequentie (kans/jaar)
Aantal doden
1 2 3 4 5 6 7 8 Groepsrisico curve/tabel bron Klasse-indeling groepsrisico
Datum:
(!) (!) (!) (!)
*5JHJHYHQVPLGGHOV*HPLGGHOGH%HYRONLQJVGLFKWKHLG Max. toegestane bevolkingsdichtheid binnen gebied R10-5 en R1% Max. toegestane bevolkingsdichtheid binnen gebied R10-6 en R1% Bevolkingsdichtheid in gebied R10-5 en R1% Bevolkingsdichtheid in gebied R10-6 en R1%
(!)
Groepsrisico overschrijding?
(dd-mm-jjjj)
[pers/ha] [pers/ha] [pers/ha] [pers/ha] ja/nee
6
Versie 1.3 24 april 2003
,QVWDOODWLHQLYHDX/3*UHVHUYRLU Naam of code van installatie (!) ID LPG-reservoir in PRK (!) Geografische coördinaten installatie:
LPG-reservoir RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat
LPG-reservoir bovengronds? LPG-reservoir grootte waterinhoud (!) (!)
ja/nee
PR 10-5/jaar voor dit reservoir PR 10-6/jaar voor dit reservoir
[m] [m]
,QVWDOODWLHQLYHDX/3*DIOHYHULQVWDOODWLH Naam of code van installatie (!) ID LPG-afleverinstallatie in PRK (!) Geografische coördinaten installatie:
(!) (!)
3
[m ]
LPG-afleverinstallatie RDM x-coördinaat: RDM y-coördinaat:
PR 10-5/jaar voor deze afleverinstallatie PR 10-6/jaar voor deze afleverinstallatie
7
[m] [m]
Versie 1.3 24 april 2003
&
&35
,QULFKWLQJQLYHDX Gemiddelde hoeveelheid aanwezige gevaarlijke stoffen (niet-bestrijdingsmiddelen) voor gehele inrichting Gemiddelde hoeveelheid aanwezige bestrijdingsmiddelen voor gehele inrichting Gemiddelde hoeveelheid aanwezige zeer aquatoxische stoffen (R50, R51)
[ton] [ton] [ton]
Aantal opslagplaatsen gasflessen ,QVWDOODWLHQLYHDX (!) Naam of code van installatie (!) ID installatie in PRK (!)
Geografische coördinaten installatie:
RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat
Type installatie Opslagcapaciteit
Opslaggebouw/ Vatenpark [ton]
(!)
Oppervlakte CPR 15-2/CPR 15-3 opslagplaats
0 - 100/ 100 - 200/ 200 - 300/ 300 - 400/ 400 - 500/ 500 - 600/ 2 600 -1500/ 1500 - 2500 [m ]
(!)
Beschermingsniveau CPR 15-1/CPR 15-3 opslagloods
Beschermingsniveau 1 (hoog)/ Beschermingsniveau 2 (middel)/ Beschermingsniveau 3 (laag)
(Maak een keuze)
(Maak een keuze)
(!)
Toegepast brandbestrijdingssysteem
automatische gasblus-installatie/ automatische sprinkler-installatie/ automatische sproei- (deluge-)installatie/ bedrijfsbrandweer cat. 1 of 2; handbediende deluge/ bedrijfsbrandweer cat. 1 of 2 dan wel overheidsbrandweer inzetbaar < 6 min./ bedrijfsbrandweer cat. 1; ter plaatse blussen/ bedrijfsbrandweer dan wel overheidsbrandweer inzetbaar < 15 min./ hi-ex installatie inside air/ hi-ex installatie met rookluiken/ lokale brandweer; droog systeem
Kwantitatieve risico-analyse gemaakt?
ja/nee
(!) (!)
PR bepaling Datum specifieke PR berekening
Generiek/ Specifiek [dd-mm-jjjj]
(!) (!) (!) (!)
PR 10-5/jaar voor inrichting PR 10-6/jaar voor inrichting PR 10-7/jaar voor inrichting PR 10-8/jaar voor inrichting
(Maak een keuze)
[m] [m] [m] [m]
8
Versie 1.3 24 april 2003
(!) (!)
Effectafstand dodelijk (1% letaliteit) Maatgevend scenario effectafstand dodelijk (1% letaliteit)
[m] Explosief/ Ontvlambaar-Brandbaar/ Toxisch [m] Explosief/ Ontvlambaar-Brandbaar/ Toxisch
(Maak een keuze)
(!) (!)
Effectafstand gewond-ziekenhuisopname < 24 uur Maatgevend scenario effectafstand gewond (Maak een keuze)
GR-gegevens invoeren middels
GR-curve/ Gemiddelde Bevolkingsdichtheid
0LGGHOV*URHSVULVLFRFXUYH Groepsrisico curve
Frequentie (kans/jaar) 1 2 3 4 5 6 7 8
-
Groepsrisico curve/tabel bron Klasse-indeling groepsrisico
Datum:
(!) (!) (!) (!)
0LGGHOV*HPLGGHOGH%HYRONLQJVGLFKWKHLG Max. toegestane bevolkingsdichtheid binnen gebied R10-5 en R1% Max. toegestane bevolkingsdichtheid binnen gebied R10-6 en R1% Bevolkingsdichtheid in gebied R10-5 en R1% Bevolkingsdichtheid in gebied R10-6 en R1%
(!)
Groepsrisico overschrijding?
6WRIJHJHYHQVLQVWDOODWLH Stofnaam
Aantal doden
(dd-mm-jjjj)
[pers/ha] [pers/ha] [pers/ha] [pers/ha] ja/nee
CAS-nummer
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
9
Maatgevend risico?
Maatgevend effect?
ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Versie 1.3 24 april 2003
'
$0021,$..2(/,167$//$7,(
,QULFKWLQJQLYHDX Instructie NH3-calamiteit aanwezig? (!) Instructie NH3-calamiteit verplicht?
ja/nee ja/nee
,QVWDOODWLHQLYHDX Naam of code van installatie (!) ID installatie in PRK (!)
Geografische coördinaten installatie:
RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat
(!)
Ammoniakkoelinstallatie grootte/inhoud NH3 Type installatie
zelfstandige plant/ procesinstallatie (hoofdproces)/ procesinstallatie (utility of nevenproces)
(Maak een keuze)
(!)
[ton]
(!)
Inblokvoorziening aanwezig? Ammoniak vernietigingsinstallatie aanwezig? Plaats ammoniakkoelinstallatie
ja/nee ja/nee Buiten/ Inpandig
(!) (!)
PR bepaling Datum specifieke PR berekening
Generiek/ Specifiek (dd-mm-jjjj)
(!) (!) (!) (!)
PR 10-5/jaar voor inrichting PR 10-6/jaar voor inrichting PR 10-7/jaar voor inrichting PR 10-8/jaar voor inrichting
[m] [m] [m] [m]
(!)
Effectafstand dodelijk (1% letaliteit) Maatgevend scenario effectafstand dodelijk (1% letaliteit)
(!)
Effectafstand gewond-ziekenhuisopname < 24 uur Maatgevend scenario effectafstand gewond
[m] Explosief/ Ontvlambaar-Brandbaar/ Toxisch [m] Explosief/ Ontvlambaar-Brandbaar/ Toxisch
(Maak een keuze)
(Maak een keuze)
GR-gegevens invoeren middels
GR-curve/ Gemiddelde Bevolkingsdichtheid
*5JHJHYHQVPLGGHOV*URHSVULVLFRFXUYH Groepsrisico curve
Frequentie (kans/jaar) 1 2 3 4 5 6 7 8
Groepsrisico curve/tabel bron Klasse-indeling groepsrisico
Aantal doden Datum:
10
(dd-mm-jjjj)
Versie 1.3 24 april 2003
(!) (!) (!) (!)
*5JHJHYHQVPLGGHOV*HPLGGHOGH%HYRONLQJVGLFKWKHLG Max. toegestane bevolkingsdichtheid binnen gebied R10-5 en R1% Max. toegestane bevolkingsdichtheid binnen gebied R10-6 en R1% Bevolkingsdichtheid in gebied R10-5 en R1% Bevolkingsdichtheid in gebied R10-6 en R1%
(!)
Groepsrisico overschrijding?
[pers/ha] [pers/ha] [pers/ha] [pers/ha] ja/nee
11
Versie 1.3 24 april 2003
(
63225:(*(03/$&(0(17
,QVWDOODWLHQLYHDX Naam of code van vervoersstroom ID installatie in PRK (!)
Geografische coördinaten installatie:
RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat
Treinaantallen per jaar Wagenaantallen per jaar 6WRIJHJHYHQV Stofnaam
CAS-nummer
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
12
Maatgevend risico? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Maatgevend effect? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Versie 1.3 24 april 2003
)
9(592(5
6SHFLILHNHLQIRUPDWLHRYHU YHUYRHUVLQULFKWLQJHQ Gemiddelde hoeveelheid aanwezige zeer aquatoxische stoffen (R50, R51) in QLHW-CPR 15 loodsen Gemiddelde hoeveelheid aanwezige gevaarlijke stoffen in QLHW- CPR 15 loodsen Totale vergunde opslagcapaciteit gevaarlijke stoffen in QLHW- CPR 15 loodsen
[ton] [ton] [ton]
6SHFLILHNHLQIRUPDWLHRYHUGHLQVWDOODWLH Naam of code van installatie (!) ID installatie in PRK (!)
Geografische coördinaten installatie:
RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat
Type installatie
Gemarkeerde opslagvloer/ Opslaggebouw 3-zijdig, zonder dak/ Gesloten opslaggebouw
(Maak een keuze)
Opslagcapaciteit
[ton]
Oppervlakte
0 - 100/ 100 - 200/ 200 - 300/ 300 - 400/ 400 - 500/ 500 - 600/ 2 600 -1500/ 1500 - 2500 [m ]
Toegepast brandbestrijdingssysteem
automatische gasblus-installatie/ automatische sprinkler-installatie/ automatische sproei- (deluge-)installatie/ bedrijfsbrandweer cat. 1 of 2; handbediende deluge/ bedrijfsbrandweer cat. 1 of 2 dan wel overheidsbrandweer inzetbaar < 6 min./ bedrijfsbrandweer cat. 1;ter plaatse blussen/ bedrijfsbrandweer dan wel overheidsbrandweer inzetbaar < 15 min./ hi-ex installatie inside air/ hi-ex installatie met rookluiken/ lokale brandweer;droog systeem
Kwantitatieve risico-analyse gemaakt?
ja/nee
PR bepaling Datum specifieke PR berekening
Generiek/ Specifiek (dd-mm-jjjj)
(Maak een keuze)
(Maak een keuze)
(!) (!) (!) (!)
PR 10-5/jaar voor inrichting PR 10-6/jaar voor inrichting PR 10-7/jaar voor inrichting PR 10-8/jaar voor inrichting
[m] [m] [m] [m]
13
Versie 1.3 24 april 2003
Effectbepaling Datum specifieke berekening effectbepaling
Generiek/ Specifiek (dd-mm-jjjj)
(!) (!)
Effectafstand dodelijk (1% letaliteit) Maatgevend scenario effectafstand dodelijk (1% letaliteit)
(!) (!)
Effectafstand gewond-ziekenhuisopname < 24 uur Maatgevend scenario effectafstand gewond
(Maak een keuze)
(Maak een keuze)
GR-gegevens invoeren middels
[m] Explosief/ Ontvlambaar-Brandbaar/ Toxisch [m] Explosief/ Ontvlambaar-Brandbaar/ Toxisch
GR-curve/ Gemiddelde Bevolkingsdichtheid
*5JHJHYHQVPLGGHOV*URHSVULVLFRFXUYH Groepsrisico curve
Frequentie (kans/jaar) 1 2 3 4 5 6 7 8
Groepsrisico curve/tabel bron Klasse-indeling groepsrisico
Aantal doden Datum:
(!) (!) (!) (!)
*5JHJHYHQVPLGGHOV*HPLGGHOGH%HYRONLQJVGLFKWKHLG Max. toegestane bevolkingsdichtheid binnen gebied R10-5 en R1% Max. toegestane bevolkingsdichtheid binnen gebied R10-6 en R1% Bevolkingsdichtheid in gebied R10-5 en R1% Bevolkingsdichtheid in gebied R10-6 en R1%
(!)
Groepsrisico overschrijding?
6WRIJHJHYHQVLQVWDOODWLH Stofnaam
(dd-mm-jjjj)
[pers/ha] [pers/ha] [pers/ha] [pers/ha] ja/nee
CAS-nummer
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
14
Maatgevend risico? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Maatgevend effect? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Versie 1.3 24 april 2003
*
9885:(5.
,QULFKWLQJQLYHDX Soort vuurwerk:
professioneel vuurwerk/ consumentenvuurwerk
3URIHVVLRQHHOYXXUZHUN Veiligheidsafstand professioneel vuurwerk
[m]
Totale vergunde opslagcapaciteit professioneel vuurwerk verpakt en onverpakt, al dan niet tezamen met consumentenvuurwerk, voor gehele inrichting
[kg]
Waarvan: Kg verpakt vuurwerk Kg onverpakt vuurwerk Kg professioneel vuurwerk Kg consumentenvuurwerk
[kg] [kg] [kg] [kg]
Aantal bewaarplaatsen professioneel vuurwerk Kwantitatieve risico-analyse gemaakt? &RQVXPHQWHQYXXUZHUN Totale vergunde opslagcapaciteit consumentenvuurwerk (verpakt en onverpakt), gehele inrichting Aantal bewaarplaatsen consumentenvuurwerk Aantal bufferbewaarplaatsen consumentenvuurwerk
ja/nee
[kg]
,QVWDOODWLHQLYHDX &RQVXPHQWHQYXXUZHUN (!) Geografische coördinaten installatie: RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat Type installatie Toegestane hoeveelheid consumentenvuurwerk Veiligheidsafstand
(!)
6WRIJHJHYHQVLQVWDOODWLH &RQVXPHQWHQYXXUZHUN Stofnaam
CAS-nummer
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
15
Bewaarplaats/ Bufferbewaarplaats [kg] [m]
Maatgevend risico? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Maatgevend effect? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Versie 1.3 24 april 2003
+
.(51(1(5*,(
,QULFKWLQJQLYHDX Evacuatieafstand kernongeval kerncentrale
[m]
,QVWDOODWLHQLYHDX Naam of code van installatie (!) ID installatie in PRK (!) Geografische coördinaten installatie: RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat Type installatie (Maak een keuze)
6WRIJHJHYHQVLQVWDOODWLH Stofnaam
Opslag/ Verlading-laad-los/ Procesinstallatie (hoofdproces)/ Procesinstallatie (utility of nevenproces)/ Zelfstandige plant CAS-nummer
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
16
Maatgevend risico? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Maatgevend effect? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Versie 1.3 24 april 2003
,
0,-1%28:
,QVWDOODWLHQLYHDX Naam of code van installatie (!) ID installatie in PRK (!) Geografische coördinaten installatie:
Type installatie (Maak een keuze)
RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat
Opslag/ Verlading-laad-los/ Procesinstallatie (hoofdproces)/ Procesinstallatie (utility of nevenproces)/ Zelfstandige plant
Typering installatie door Staatstoezicht op de Mijnen (Maak een keuze)
6WRIJHJHYHQVLQVWDOODWLH Stofnaam
Casnummer
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
17
Grote installatie/ Middelgrote installatie/ Kleine installatie/ Bijzondere installatie/ Knooppunt buisleiding Maatgevend risico? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Maatgevend effect? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Versie 1.3 24 april 2003
-
$95
,QULFKWLQJQLYHDX Risicoinventarisatie en evaluatie (RI&E) uitgevoerd? ja/nee Datum RI&E ,QVWDOODWLHQLYHDX Naam of code van installatie Geografische coördinaten installatie:
(dd-mm-jjjj)
RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat
18
Versie 1.3 24 april 2003
.
3523$$1
,QVWDOODWLHQLYHDX Naam of code van vulpunt (!) ID installatie in PRK (!) Geografische coördinaten vulpunt:
RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat
Type installatie
Vulpunt - opstelplaats tankauto/ Propaanreservoir
(Maak een keuze)
(!)
3
Propaantank grootte waterinhoud
[m ]
Propaantank in de bouw? Toepassingsdoel propaan Toepassingsgebied propaan
ja/nee brandstof/ koeling woning/ recreatiewoning-recreatiepark/ procesinstallatie 3 [m ] [aantal/jaar]
(Maak een keuze)
Jaarverbruik propaan Vulfrequentie propaantank Propaantanks bovengronds of ondergronds/ingeterpt? Wordt propaan uit het reservoir ontrokken in de gasfase of vloeistoffase? Is er een sproei-installatie aanwezig?
Bovengronds/ Ondergronds-ingeterpt gasfase/ vloeistoffase ja/nee
Kwantitatieve risico-analyse gemaakt?
ja/nee
(!) (!)
PR bepaling Datum specifieke PR berekening
Generiek/ Specifiek (dd-mm-jjjj)
(!) (!) (!) (!)
PR 10-5/jaar voor inrichting PR 10-6/jaar voor inrichting PR 10-7/jaar voor inrichting PR 10-8/jaar voor inrichting
(!) (!)
Effectbepaling Datum specifieke berekening effectbepaling
(!) (!)
Effectafstand dodelijk (1% letaliteit) Maatgevend scenario effectafstand dodelijk (1% letaliteit)
(!) (!)
Effectafstand gewond-ziekenhuisopname < 24 uur Maatgevend scenario effectafstand gewond
[m] [m] [m] [m] Generiek/ Specifiek (dd-mm-jjjj)
(Maak een keuze)
(Maak een keuze)
GR-gegevens invoeren middels
[m] Explosief/ Ontvlambaar-Brandbaar/ Toxisch [m] Explosief/ Ontvlambaar-Brandbaar Toxisch
GR-curve/ Gemiddelde Bevolkingsdichtheid
*5JHJHYHQVPLGGHOV*URHSVULVLFRFXUYH Groepsrisico curve
Frequentie (kans/jaar) 1 2 3 4
19
Aantal doden Versie 1.3 24 april 2003
5 6 7 8 Groepsrisico curve/tabel bron Klasse-indeling groepsrisico
Datum:
(!) (!) (!) (!)
*5JHJHYHQVPLGGHOV*HPLGGHOGH%HYRONLQJVGLFKWKHLG Max. toegestane bevolkingsdichtheid binnen gebied R10-5 en R1% Max. toegestane bevolkingsdichtheid binnen gebied R10-6 en R1% Bevolkingsdichtheid in gebied R10-5 en R1% Bevolkingsdichtheid in gebied R10-6 en R1%
(!)
Groepsrisico overschrijding?
(dd-mm-jjjj)
[pers/ha] [pers/ha] [pers/ha] [pers/ha] ja/nee
20
Versie 1.3 24 april 2003
/
081,7,(
,QULFKWLQJQLYHDX Totale vergunde hoeveelheid ontplofbare stoffen in gehele inrichting, exclusief munitie Totale vergunde hoeveelheid munitie in gehele inrichting
[kg] [kg]
,QVWDOODWLHQLYHDX Naam of code van installatie (!) ID installatie in PRK (!)
Geografische coördinaten installatie:
Type installatie Hoeveelheid ontplofbare stoffen Hoeveelheid munitie Type/omschrijving munitie 6WRIJHJHYHQVLQVWDOODWLH Stofnaam
RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat Opslag/ Verlading-Laad-los [kg] [kg]
Casnummer
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
21
Maatgevend risico? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Maatgevend effect? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Versie 1.3 24 april 2003
0
29(5,*/(7$$/
,QVWDOODWLHQLYHDX Naam of code van installatie (!) ID installatie in PRK (!)
Geografische coördinaten installatie: RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat Type installatie (Maak een keuze)
6WRIJHJHYHQVLQVWDOODWLH Stofnaam
Opslag/ Verlading-laad-los/ Procesinstallatie (hoofdproces)/ Procesinstallatie (utillity of nevenproces)/ Zelfstandige plant CAS-nummer
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
22
Maatgevend risico? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Maatgevend effect? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Versie 1.3 24 april 2003
1
29(5,**(:21'
,QVWDOODWLHQLYHDX Naam of code van installatie (!) ID installatie in PRK (!)
Geografische coördinaten installatie: RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat Type installatie (Maak een keuze)
6WRIJHJHYHQVLQVWDOODWLH Stofnaam
Opslag/ Verlading-laad-los/ Procesinstallatie (hoofdproces)/ Procesinstallatie (utillity of nevenproces)/ Zelfstandige plant CAS-nummer
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
23
Maatgevend risico? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Maatgevend effect? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Versie 1.3 24 april 2003
'()(16,(
,QULFKWLQJQLYHDX (!) Contour A-zone (!) Contour B-zone (!) Contour C-zone
!!'H]HFRQWRXUPRHWGLJLWDDORSGHNDDUWZRUGHQLQJHWHNHQG !!'H]HFRQWRXUPRHWGLJLWDDORSGHNDDUWZRUGHQLQJHWHNHQG !!'H]HFRQWRXUPRHWGLJLWDDORSGHNDDUWZRUGHQLQJHWHNHQG
,QVWDOODWLHQLYHDX Naam of code van installatie ID Provinciale Risicokaart Geografische coördinaten installatie: RDM x-coördinaat RDM y-coördinaat Type installatie
(Maak een keuze)
6WRIJHJHYHQVLQVWDOODWLH Stofnaam
Opslag/ Verlading-laad-los/ Procesinstallatie (hoofdproces)/ Procesinstallatie (utillity of nevenproces)/ Zelfstandige plant CAS-nummer
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
24
Maatgevend risico? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Maatgevend effect? ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee ja/nee
Versie 1.3 24 april 2003
BIJLAGE 9
S3b-lijst (Stoffencategorisering) AVIV
Deze lijst met Stoffencategorisering is behulpzaam bij het werken met de gevarenkaarten (bijlage 6). De lijst wordt beheerd/actueel gehouden door derden (AVIV).
LRI–gevaarlijke stoffen, tab 01, bijlage 9, versie 3.1 oktober 2007
pag 1 van 1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
1
Gesorteerd op VN-nummer VN
GEVI
RCL1999b
con1999b Naam
1001 239
GF3
Acetyleen, opgelost (ethyn, opgelost)
1002 20
GNR
Lucht, samengeperst (perslucht)
1003 225
GNR
Lucht, sterk gekoeld, vloeibaar
1005 268
GT3
Ammoniak, watervrij
1006 20
GNR
Argon, samengeperst
1008 268
GT0
Boortrifluoride, samengeperst
1009 20
GNR
Broomtrifluormethaan (koelgas R 13B1)
1010 239
GF2
1,2-Butadieen, gestabiliseerd
1010 239
GF2
1,3-Butadieen, gestabiliseerd
1010 239
GF2
1011 23
GF2
Mengsels van 1,3-butadieen en koolwaterstoffen, gestabiliseerd Butaan
1012 23
GF2
1-Buteen
1012 23
GF2
cis-2-Buteen
1012 23
GF2
Mengsels van butenen
1012 23
GF2
trans-2-Buteen
1013 20
GNR
Kooldioxide (koolstofdioxide) (koolzuur)
1014 25
GNR
1015 20
GNR
1016 263
GF0/GT0
1017 268
GT5
Mengsel van zuurstof en kooldioxide, samengeperst (max. 30% kooldioxide) Mengsel van kooldioxide en distikstofoxide (mengsel van koolstofdioxide en distikstofdioxide) (mengsel van koolzuur en lachgas) Koolmonoxide, samengeperst (koolstofmonoxide, samengeperst) Chloor
1018 20
GNR
Chloordifluormethaan (koelgas R 22)
1020 20
GNR
Chloorpentafluorethaan (koelgas R 115)
1021 20
GNR
1-Chloor-1,2,2,2-tetrafluorethaan (koelgas R 124)
1022 20
GNR
Chloortrifluormethaan (koelgas R 13)
1023 263
GF0/GT0
Stadsgas, samengeperst
1026 263
GF3/GT5
Dicyaan
1027 23
GF3
Cyclopropaan
1028 20
GNR
Dichloordifluormethaan (koelgas R 12)
1029 20
GNR
Dichloorfluormethaan (koelgas R 21)
1030 23
GF3
1,1-Difluorethaan (koelgas R 152a)
1032 23
GF2/GT4
Dimethylamine, watervrij
1033 23
GF2
Dimethylether
1035 23
GF3
Ethaan
1036 23
GF1/GT3
Ethylamine
1037 23
GF1/GT2
Ethylchloride
1038 223
GF0
Ethyleen, sterk gekoeld, vloeibaar (etheen, sterk gekoeld, vloeibaar)
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
2
con1999b Naam
1039 23
GF2
Ethylmethylether
1040 263
GF1/GT3
Ethyleenoxide
1040 263
GF1/GT3
Ethyleenoxide met stikstof
1041 239
GF*/GT*
1044 20
NR
Mengsel van ethyleenoxide en kooldioxide (mengsel van ethyleenoxide en koolstofdioxide)(Mengsel van ethyleenoxide en koolzuur) met meer dan 9% maar ten hoogste 87% ethyleenoxide Brandblusapparaten
1045 265
GT0
Fluor, samengeperst
1046 20
GNR
Helium, samengeperst
1048 268
GT5
Waterstofbromide, watervrij (broomwaterstof, watervrij)
1049 23
GF0
Waterstof, samengeperst
1050 268
GT5
1051 663
LF2/LT4
1052 886
LT3
Waterstofchloride, watervrij (chloorwaterstof, watervrij) -1
Cyaanwaterstof, gestabiliseerd Fluorwaterstof, watervrij
1053 263
GF3/GT5
Waterstofsulfide (zwavelwaterstof)
1055 23
GF2
Isobuteen
1056 20
GNR
Krypton, samengeperst
1057 23
NR
Aanstekers
1057 23
NR
Navulpatronen voor aanstekers
1058 20
GNR
1060 239
GF3
1061 23
GF2/GT4
Vloeibaar gemaakte gassen, niet brandbaar, onder een atmosfeer van stikstof, kool(stof)dioxide of lucht Mengsel van methylacetyleen en propadieen, gestabiliseerd (mengsel P1 en P2) Methylamine, watervrij
1062 26
GT3
Methylbromide
1063 23
GF2/GT3
Methylchloride (koelgas R 40)
1064 263
GF1/GT3
Methylmercaptaan
1065 20
GNR
Neon, samengeperst
1066 20
GNR
Stikstof, samengeperst
1067 265
GT5
Distikstoftetroxide (stikstofdioxide)
1069 268
GT5
Nitrosylchloride
1070 25
GNR
Distikstofoxide (lachgas)
1071 263
GF0/GT0
Oliegas, samengeperst (petroleumgas, samengeperst)
1072 25
GNR
Zuurstof, samengeperst
1073 225
GNR
Zuurstof, sterk gekoeld, vloeibaar
1075 23
GF3
Petroleumgassen, vloeibaar gemaakt
1076 268
GT5
Fosgeen
1077 23
GF3
Propeen (propyleen)
1078 20
GNR
Koelgas, n.e.g. (mengsel F1, F2, F3)
1079 268
GT4
Zwaveldioxide
1080 20
GNR
Zwavelhexafluoride
1081 239
GF3
Tetrafluorethyleen, gestabiliseerd
1082 263
GF3/GT5
Chloortrifluorethyleen, gestabiliseerd (chloortrifluoretheen, gestabiliseerd)
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
3
con1999b Naam
1083 23
GF2/GT4
Trimethylamine, watervrij
1085 239
GF1/GT3
Vinylbromide, gestabiliseerd
1086 239
GF2
Vinylchloride, gestabiliseerd
1087 239
GF1/GT3
Vinylmethylether, gestabiliseerd
1088 33
LF2
1089 33
LF2
-1
Aceetaldehyde (ethanal)
Acetal (1,1-diethoxyethaan)
1090 33
LF2
-1
Aceton
1091 33
LF2
Acetonoliën
1092 663
LF2/LT3
Acroleine, gestabiliseerd
1093 336
LF2/LT1
Acrylnitril, gestabiliseerd
1098 663
LF1/LT1
-1
Allylalcohol
1099 336
LF2/LT1
DW
Allylbromide
1100 336
LF2/LT2
Allylchloride
1104 30
LF1
Amylacetaten
1105 30
LF1
Pentanolen
1105 33
LF2
Pentanolen
1106 338
LF2/LT*
-1
Amylaminen (n-amylamine, tert-amylamine)
1106 38
LF1
-1
Amylamine (sec-amylamine)
1107 33
LF2
Amylchloriden
1108 33
LF2
Penteen-1 (n-amyleen)
1109 30
LF1
Amylformiaten
1110 30
LF1
n-Amylmethylketon
1111 33
LF2
Amylmercaptanen
1112 30
LF1
Amylnitraten
1113 33
LF2
Amylnitrieten
1114 33
LF2
Benzeen
1120 30
LF1
Butanolen
1120 33
LF2
Butanolen
1123 30
LF1
Butylacetaten
1123 33
LF2
Butylacetaten
1125 338
LF2/LT1
-1
n-Butylamine
DW
1-Broombutaan (n-butylbromide)
1126 33
LF2
1127 33
LF2
Chloorbutanen (butylchloriden)
1128 33
LF2
n-Butylformiaat
1129 33
LF2
Butyraldehyde
1130 30
LF1
Kamferolie
1131 336
LF2
1133 30
LF1
1133 33
LF2
1134 30
LF1
DW
Chloorbenzeen (fenylchloride)
1135 663
LF1
-1
Ethyleenchloorhydrine (2-chloorethanol)
1136 30
LF1
Koolteerdestillaten
1136 33
LF2
Koolteerdestillaten
DW
Koolstofdisulfide (zwavelkoolstof) Lijmen Lijmen
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
1139 30
RCL1999b
4
con1999b Naam
LF1
Beschermlak, oplossing
1139 33
LF2
Beschermlak, oplossing
1143 663
LF2/LT1
Crotonaldehyde, gestabiliseerd
1144 339
LF2
Crotonyleen (butyn-2)
1145 33
LF2
Cyclohexaan
1146 33
LF2
Cyclopentaan
1147 30
LF1
Decahydronaftaleen (decaline)
1148 30
LF1
-1
1148 33
LF2
-1
1149 30
LF1
1150 33
LF2
DW
1,2-Dichloorethyleen
1152 30
LF1
DW
Dichloorpentanen
1153 30
LF1
1154 338
LF2
Diacetonalcohol, chemisch zuiver Diacetonalcohol, technisch Dibutylethers
Ethyleenglycoldiethylether (1,2-diethoxyethaan) -1
Diethylamine
1155 33
LF2
Diethylether (ethylether)
1156 33
LF2
Diethylketon
1157 30
LF1
Diisobutylketon
1158 338
LF2/LT1
1159 33
LF2
1160 338
LF2
-1
Dimethylamine, oplossing in water
1161 33
LF2
DW
Dimethylcarbonaat
1162 X338
LF2/LT2
LTW
Dimethyldichloorsilaan
1163 663
LF2/LT2
-1
Dimethylhydrazine, asymmetrisch
1164 33
LF2
1165 33
LF2
-1
Dioxaan
1166 33
LF2
-1
Dioxolaan
1167 339
LF2
Divinylether, gestabiliseerd
1169 30
LF1
Extracten, aromatisch, vloeibaar
-1
Diisopropylamine Diisopropylether
Dimethylsulfide
1169 33
LF2
1170 30
LF1
-1
Extracten, aromatisch, vloeibaar
1170 33
LF2
-1
1170 33
LF2
-1
1171 30
LF1
-1
1172 30
LF1
Ethyleenglycolmonoethyletheracetaat (2-ethoxyethylacetaat)
1173 33
LF2
Ethylacetaat
1175 33
LF2
Ethylbenzeen
1176 33
LF2
Triethylboraat
1177 30
LF1
Ethylbutylacetaat
1178 33
LF2
2-Ethylbutyraldehyde
1179 33
LF2
Ethylbutylether
1180 30
LF1
Ethylbutyraat
1181 63
LF1/LT*
DW
Ethanol, oplossing (ethylalcohol, oplossing), met meer dan 24 vol.-% en ten hoogste 70 vol.-% alcohol Ethanol (ethylalcohol) Ethanol, oplossing (ethylalcohol, oplossing), waterige oplossing met meer dan 70 vol.-% alcohol Ethyleenglycolmonoethylether (2-ethoxyethanol)
Ethylchlooracetaat
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
5
RCL1999b
con1999b Naam
LF2/LT2
DW
Ethylchloorformiaat
1183 X338
LF2/LT*
LFW/LTW
Ethyldichloorsilaan
1184 336
LF2
DW
Ethyleendichloride (1,2-dichloorethaan)
1185 663
LF2/LT3
-1
Ethyleenimine, gestabiliseerd
1182 663
1188 30
LF1
-1
Ethyleenglycolmonomethylether (2-methoxyethanol)
1189 30
LF1
-1
Ethyleenglycolmonomethyletheracetaat
1190 33
LF2
Ethylformiaat
1191 30
LF1
Octylaldehyden (ethylhexaldehyden) (2-ethylhexaldehyde, 3-ethylhexaldehyde) Ethyllactaat
1192 30
LF1
1193 33
LF2
-1
Methylethylketon (ethylmethylketon)
1194 336
LF2/LT*
Ethylnitriet, oplossing
1195 33
LF2
Ethylpropionaat
1196 X338
LF2/LT1
1197 30
LF1
Extracten, smaakstoffen, vloeibaar
1197 33
LF2
Extracten, smaakstoffen, vloeibaar
LTW
Ethyltrichloorsilaan
1198 38
LF1
-1
Formaldehyde, oplossing, brandbaar
1199 63
LF1
DW
Furaldehyden (furfural)
1201 30
LF1
Foezelolie
1201 33
LF2
Foezelolie
1202 30
LF1
Dieselolie
1202 30
LF1
Gasolie
1202 30
LF1
Stookolie, lichte
1203 33
LF2
1204 33
LF2
1206 33
LF2
Benzine (motorbrandstof) DW
Nitroglycerine, oplossing in alcohol Heptanen
1207 30
LF1
Hexaldehyde
1208 33
LF2
Hexanen
1210 30
LF1
Drukinkt
1210 33
LF2
Drukinkt
1212 30
LF1
Isobutanol (isobutylalcohol)
1213 33
LF2
Isobutylacetaat
1214 338
LF2/LT1
1216 33
LF2
Isooctenen
1218 339
LF2
Isopreen, gestabiliseerd
1219 33
LF2
-1
Isobutylamine
-1
Isopropanol (isopropylalcohol)
1220 33
LF2
1221 338
LF2/LT2
-1
Isopropylamine
Isopropylacetaat
1222 33
LF2
DW
Isopropylnitraat
1223 30
LF1
Kerosine
1224 30
LF1
Ketonen, n.e.g.
1224 33
LF2
Ketonen, n.e.g.
1228 336
LF2/LT*
Mercaptanen, mengsel, vloeibaar, brandbaar, giftig, n.e.g.
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
1228 336
RCL1999b
6
con1999b Naam
LF2/LT*
Mercaptanen, vloeibaar, brandbaar, giftig, n.e.g.
1228 36
LF1
Mercaptanen, mengsel, vloeibaar, brandbaar, giftig, n.e.g.
1228 36
LF1
Mercaptanen, vloeibaar, brandbaar, giftig, n.e.g.
1229
30
LF1
Mesityloxide
1230
336
LF2
1231
33
LF2
Methylacetaat
1233
30
LF1
Methylamylacetaat
1234
33
LF2
Methylal (dimethoxymethaan)
-1
-1
Methanol
1235
338
LF2
1237
33
LF2
Methylamine, oplossing in water
1238
663
LF2/LT3
1239
663
LF2/LT3
DW
Methylchloormethylether
1242
X338
LF2/LT3
LFW/LTW
Methyldichloorsilaan
1243
33
LF2
Methylbutyraat DW
Methylchloorformiaat
Methylformiaat
1244
663
LF2/LT2
1245
33
LF2
-1
Methylhydrazine Methylisobutylketon
1246
339
LF2
Methylisopropenylketon, gestabiliseerd
1247
339
LF2
Methylmethacrylaat, monomeer, gestabiliseerd
1248
33
LF2
Methylpropionaat
1249
33
LF2
Methylpropylketon
1250
X338
LF2/LT2
LTW
Methyltrichloorsilaan
1251
639
LF2
-1
Methylvinylketon, gestabiliseerd
1259
663
LF2/LT4
DW
Nikkeltetracarbonyl
1261
33
LF2
DW
Nitromethaan
1262
33
LF2
Octanen
1263
30
LF1
Verf
1263
30
LF1
Verf-verwante producten
1263
33
LF2
Verf
1263
33
LF2
Verf-verwante producten
1264
30
LF1
Paraldehyde
1265
33
LF2
Pentanen, vloeibaar (isopentaan)
1265
33
LF2
Pentanen, vloeibaar (n-pentaan)
1266
30
LF1
Parfumerieproducten
1266
33
LF2
Parfumerieproducten
1267
30
LF1
Ruwe aardolie
1267
33
LF2
Ruwe aardolie
1268
30
LF1
Aardoliedestillaten, n.e.g.
1268
30
LF1
Aardolieproducten, n.e.g.
1268
33
LF2
Aardoliedestillaten, n.e.g.
1268
33
LF2
Aardolieproducten, n.e.g.
1272
30
LF1
Pijnolie
1274
30
LF1
-1
n-Propanol (n-propylalcohol)
1274
33
LF2
-1
n-Propanol (n-propylalcohol)
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
1275
33
LF2
1276
33
LF2
1277
338
LF2/LT2
1278
33
LF2
7
con1999b Naam Propionaldehyde n-Propylacetaat -1
Propylamine 1-Chloorpropaan (propylchloride)
1279
33
LF2
1280
33
LF2
DW
Propyleenoxide
1281
33
LF2
Propylformiaten
1282
33
LF2
1286
30
LF1
Harsolie
1286
33
LF2
Harsolie
1287
30
LF1
Rubbersolutie
-1
Propyleendichloride (1,2-dichloorpropaan)
Pyridine
1287
33
LF2
Rubbersolutie
1288
30
LF1
Leisteenolie
1288
33
LF2
Leisteenolie
1289
338
LF2
Natriummethylaat, oplossing in alcohol
1289
38
LF1
Natriummethylaat, oplossing in alcohol
1292
30
LF1
Tetraethylsilicaat
1293
30
LF1
-1 -1
Tincturen, medicinale
1293
33
LF2
1294
33
LF2
Tincturen, medicinale
1295
X338
LF2/LT2
LFW/LTW
Trichloorsilaan (silicochloroform)
1296
338
LF2
-1
Triethylamine
1297
338
LF2
-1
Trimethylamine, oplossing in water
1297
338
LF2/LT2
-1
Trimethylamine, oplossing in water
1297
38
LF1/LT2
-1
Trimethylamine, oplossing in water
1298
X338
LF2/LT1
LTW
Trimethylchloorsilaan
1299
30
LF1
Terpentijn
1300
30
LF1
Kunstterpentijn (white spirit)
Tolueen
1300
33
LF2
Kunstterpentijn (white spirit)
1301
339
LF2
Vinylacetaat, gestabiliseerd
1302
339
LF2
Vinylethylether, gestabiliseerd
1303
339
LF2
1304
339
LF2
1305
X338
LF2/LT2
1306
30
LF1
DW
Vinylideenchloride, gestabiliseerd (1,1-dichloorethyleen, gestabiliseerd) Vinylisobutylether, gestabiliseerd
LTW
Vinyltrichloorsilaan, gestabiliseerd Houtconserveringsmiddelen, vloeibaar
1306
33
LF2
Houtconserveringsmiddelen, vloeibaar
1307
30
LF1
Xylenen
1307
33
LF2
Xylenen
1308
30
LF1
Zirkonium, gesuspendeerd in een brandbare vloeistof
1308
33
LF2
Zirkonium, gesuspendeerd in een brandbare vloeistof
1309
40
NR
Aluminiumpoeder, gecoat
1310
40
NR
Ammoniumpikraat, bevochtigd
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
8
GEVI
RCL1999b
con1999b Naam
1312
40
NR
Borneol
1313
40
NR
Calciumresinaat
1314
40
NR
Calciumresinaat, gesmolten en gestold
1318
40
NR
Kobaltresinaat, neergeslagen
1320
46
NR
Dinitrofenol, bevochtigd
1321
46
NR
Dinitrofenolaten, bevochtigd
1322
40
NR
Dinitroresorcinol, bevochtigd
1323
40
NR
Ferrocerium
1324
40
NR
Films met een basis van nitrocellulose
1325
40
NR
Brandbare organische vaste stof, n.e.g.
1326
40
NR
Hafniumpoeder, bevochtigd
1328
40
NR
1330
40
NR
-1
Mangaanresinaat
Hexamethyleentetramine
1331
40
NR
Wrijvingslucifers
1332
40
NR
Metaldehyde
1333
40
NR
Cerium
1334
40
NR
Naftaleen, geraffineerd
1334
40
NR
Naftaleen, ruw
1336
40
NR
Nitroguanidine (pikriet), bevochtigd
1337
40
NR
Zetmeelnitraat, bevochtigd
1338
40
NR
Fosfor, rode, amorf
1339
40
NR
Fosforheptasulfide (P4S7)
1340
423
NR
Fosforpentasulfide (P2S5)
1341
40
NR
Fosforsesquisulfide (P4S3)
1343
40
NR
Fosfortrisulfide (P4S6)
1344
40
NR
Trinitrofenol, bevochtigd
1345
40
NR
Rubberafval
1345
40
NR
Rubberresten
1346
40
NR
1347
40
NR
1348
46
NR
Siliciumpoeder, amorf -1
Zilverpikraat, bevochtigd Natriumdinitro-o-cresolaat, bevochtigd
1349
40
NR
Natriumpikramaat, bevochtigd
1350
40
NR
Zwavel
1352
40
NR
Titaanpoeder, bevochtigd
1353
40
NR
1353
40
NR
1354
40
NR
Vezels, geïmpregneerd met zwak genitreerde nitrocellulose, n.e.g. Weefsels, geïmpregneerd met zwak genitreerde nitrocellulose, n.e.g. Trinitrobenzeen, bevochtigd
1355
40
NR
Trinitrobenzoëzuur, bevochtigd
1356
40
NR
Trinitrotolueen (TNT), bevochtigd
1357
40
NR
Ureumnitraat, bevochtigd
1358
40
NR
Zirkoniumpoeder, bevochtigd
1360
X462
NR
SFW
Calciumfosfide
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
9
GEVI
RCL1999b
con1999b Naam
1361
40
NR
Kool
1361
40
NR
Roet
1362
40
NR
Kool, geactiveerd
1363
40
NR
Copra
1364
40
NR
Katoenafval, oliehoudend
1365
40
NR
Katoen, vochtig
1366
X333
NR
1369
40
NR
1370
X333
NR
1373
40
NR
1373
40
NR
1374
40
NR
LFW
Diethylzink p-Nitrosodimethylaniline
LFW
Dimethylzink Vezels van dierlijke, plantaardige of synthetische oorsprong, n.e.g. Weefsels van dierlijke, plantaardige of synthetische oorsprong, n.e.g. Vismeel (visafval), niet gestabiliseerd
1376
40
NR
IJzeroxide, afgewerkt
1376
40
NR
IJzerspons, afgewerkt
1378
40
NR
Metaalkatalysator, bevochtigd
1379
40
NR
Papier, behandeld met onverzadigde oliën
1380
333
NR
Pentaboraan
1381
46
NR
Fosfor, wit of geel, droog
1381
46
NR
Fosfor, wit of geel, in oplossing
1381
46
NR
1382
40
NR
-1
Kaliumsulfide met minder dan 30% kristalwater
Fosfor, wit of geel, onder water
1382
40
NR
-1
Kaliumsulfide, watervrij
1383
43
NR
Pyrofoor metaal, n.e.g.
1383
43
NR
Pyrofore legering, n.e.g.
1384
40
NR
Natriumdithioniet
1385
40
NR
Natriumsulfide met minder dan 30% kristalwater
1385
40
NR
Natriumsulfide, watervrij
1386
40
NR
Oliezaadkoeken
1389
X423
NR
SFW
Amalgaam van alkalimetalen
1390
423
NR
SFW
Alkalimetaalamiden
1391
X423
NR
SFW
1391
X423
NR
SFW
1392
X423
NR
SFW
Dispersie van aardalkalimetalen *) indien vlampunt ten hoogste 61 oC bedraagt Dispersie van alkalimetalen *) indien vlampunt ten hoogste 61 oC bedraagt Amalgaam van aardalkalimetalen
1393
423
NR
SFW
Legering van aardalkalimetalen, n.e.g.
1394
423
NR
SFW
Aluminiumcarbide
1395
462
NR
SFW
Aluminiumferrosiliciumpoeder
1396
423
NR
SFW
Aluminiumpoeder, niet gecoat
1397
X462
NR
SFW
Aluminiumfosfide
1398
423
NR
SFW
Aluminiumsiliciumpoeder, niet gecoat
1400
423
NR
SFW
Barium
1401
423
NR
SFW
Calcium
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
10
GEVI
RCL1999b
con1999b Naam
423
NR
SFW
Calciumcarbide
1403
423
NR
STW
Calciumcyaanamide
1404
X423
NR
SFW
Calciumhydride
1405
423
NR
SFW
Calciumsilicide
1407
X423
NR
SFW
Cesium
1408
462
NR
SFW
Ferrosilicium
1409
423
NR
SFW
Metaalhydriden, reactief met water, n.e.g.
1409
X423
NR
1410
X423
NR
SFW
Lithiumaluminiumhydride
1411
X423
NR
SFW
Lithiumaluminiumhydride in ether
1413
X423
NR
SFW
Lithiumboorhydride
1414
X423
NR
SFW
Lithiumhydride
1415
X423
NR
SFW
Lithium
1417
423
NR
SFW
Lithiumsilicium
1418
423
NR
SFW
Magnesiumpoeder
1418
423
NR
SFW
Poeder van magnesiumlegeringen
1419
X462
NR
SFW
Magnesiumaluminiumfosfide
1420
X423
NR
SFW
Metallische legeringen van kalium
1421
X423
NR
SFW
Legering van alkalimetalen, vloeibaar, n.e.g.
1422
X423
NR
SFW
Legeringen van kalium en natrium
1423
X423
NR
SFW
Rubidium
1402
Metaalhydriden, reactief met water, n.e.g.
1426
X423
NR
SFW
Natriumboorhydride
1427
X423
NR
SFW
Natriumhydride
1428
X423
NR
SFW
Natrium
1431
48
NR
1432
X462
NR
STW
Natriumfosfide
1433
X462
NR
STW
Tinfosfiden
1435
423
NR
SFW
Zinkas
1436
423
NR
SFW
Zinkpoeder
1436
423
NR
SFW
Zinkstof
1436
X423
NR
Natriummethylaat
Zinkpoeder
1436
X423
NR
Zinkstof
1437
40
NR
Zirkoniumhydride
1438
50
NR
Aluminiumnitraat
1439
50
NR
Ammoniumdichromaat
1442
50
NR
Ammoniumperchloraat
1444
50
NR
1445
56
NR
1446
56
NR
1447
56
NR
1448
56
NR
1449
56
NR
1450
50
NR
-1
Ammoniumpersulfaat Bariumchloraat Bariumnitraat
-1
Bariumperchloraat Bariumpermanganaat Bariumperoxide
-1
Anorganische bromaten, n.e.g.
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
11
GEVI
RCL1999b
con1999b Naam
1451
50
NR
1452
50
NR
1453
50
NR
1454
50
NR
-1
Calciumnitraat
1455
50
NR
-1
Calciumperchloraat
1456
50
NR
-1
Calciumpermanganaat
1457
50
NR
Calciumperoxide
1458
50
NR
Chloraat en boraat, mengsel
1459
50
NR
Chloraat en magnesiumchloride, mengsel
1461
50
NR
Anorganische chloraten, n.e.g.
1462
50
NR
Anorganische chlorieten, n.e.g.
Cesiumnitraat -1
Calciumchloraat Calciumchloriet
1463
58
NR
1465
50
NR
-1
Didymiumnitraat
Chroomtrioxide, watervrij (chroomzuur, vast)
1466
50
NR
IJzer(III)nitraat
1467
50
NR
Guanidinenitraat
1469
56
NR
Loodnitraat
1470
56
NR
1471
50
NR
-1
Loodperchloraat Lithiumhypochloriet, droog
1471
50
NR
Lithiumhypochloriet, mengsel
1472
50
NR
Lithiumperoxide
1473
50
NR
Magnesiumbromaat
1474
50
NR
-1
Magnesiumnitraat
1475
50
NR
-1
Magnesiumperchloraat
1476
50
NR
Magnesiumperoxide
1477
50
NR
Anorganische nitraten, n.e.g.
1479
50
NR
Oxiderende vaste stof, n.e.g.
1479
55
NR
Oxiderende vaste stof, n.e.g.
1481
50
NR
Anorganische perchloraten, n.e.g.
1482
50
NR
Anorganische permanganaten, n.e.g.
1483
50
NR
Anorganische peroxiden, n.e.g.
1484
50
NR
Kaliumbromaat
1485
50
NR
Kaliumchloraat
1486
50
NR
Kaliumnitraat
1487
50
NR
-1 -1
Kaliumnitraat en natriumnitriet, mengsel
1488
50
NR
1489
50
NR
Kaliumperchloraat
Kaliumnitriet
1490
50
NR
Kaliumpermanganaat
1491
55
NR
Kaliumperoxide
1492
50
NR
1493
50
NR
1494
50
NR
1495
50
NR
-1
Natriumchloraat
1496
50
NR
-1
Natriumchloriet
Kaliumpersulfaat -1
Zilvernitraat Natriumbromaat
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN 1498
GEVI
RCL1999b
50
NR
12
con1999b Naam Natriumnitraat
1499
50
NR
1500
56
NR
-1
1502
50
NR
-1 -1
Natriumnitraat en kaliumnitraat, mengsel Natriumnitriet Natriumperchloraat
1503
50
NR
1504
55
NR
1505
50
NR
-1
Natriumpersulfaat
1506
50
NR
-1
Strontiumchloraat
1507
50
NR
-1
Strontiumnitraat
1508
50
NR
-1
Strontiumperchloraat
1509
50
NR
1510
559
NR
DW
Tetranitromethaan
1511
58
NR
-1
Ureumwaterstofperoxide
1512
50
NR
1513
50
NR
-1
Zinkchloraat
1514
50
NR
-1
Zinknitraat
1515
50
NR
Zinkpermanganaat
1516
50
NR
Zinkperoxide
1517
40
NR
1541
669
LNR
1544
60
NR
Natriumpermanganaat Natriumperoxide
Strontiumperoxide
Zinkammoniumnitriet
Zirkoniumpikramaat, bevochtigd -1
Acetoncyaanhydrine, gestabiliseerd Alkaloïden, vast, n.e.g.
1544
60
NR
Alkaloïdezouten, vast, n.e.g.
1544
66
NR
Alkaloïden, vast, n.e.g.
1544
66
NR
Alkaloïdezouten, vast, n.e.g.
1545
639
LF1/LT2
Allylisothiocyanaat, gestabiliseerd
1546
60
SNR
Ammoniumarsenaat
1547
60
LNR
Aniline
1548
60
SNR
1549
60
SNR
Anorganische antimoonverbinding, vast, n.e.g.
1550
60
SNR
Antimoonlactaat
1551
60
SNR
Antimoon-kaliumtartraat
1553
66
LT*
-1
Arseenzuur, vloeibaar
1554
60
SNR
-1
Arseenzuur, vast
1555
60
SNR
Arseenbromide
1556
60
LT*
Arseenverbinding, vloeibaar, n.e.g.
1556
66
LT*
Arseenverbinding, vloeibaar, n.e.g.
1557
60
SNR
Arseenverbinding, vast, n.e.g.
1557
66
SNR
Arseenverbinding, vast, n.e.g.
-1
Anilinehydrochloride
1558
60
SNR
1559
60
SNR
-1
Arseenpentoxide
Arseen
1560
66
LT*
DW
Arseentrichloride
1561
60
SNR
Arseentrioxide
1562
60
SNR
Arseenstof
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
13
GEVI
RCL1999b
con1999b Naam
1564
60
SNR
Bariumverbinding, n.e.g.
1565
66
STW
Bariumcyanide
1566
60
SNR
Berylliumverbinding, n.e.g.
1567
64
SNR
Berylliumpoeder
1569
63
LF1/LT1
1570
66
NR
DW
Brucine
1571
46
NR
Bariumazide, bevochtigd
1572
60
LT*
1573
60
SNR
Calciumarsenaat
1574
60
SNR
Calciumarsenaat en calciumarseniet, mengsel, vast
1575
66
STW
Calciumcyanide
-1
Broomaceton
Kakodylzuur
1577
60
SNR
Chloordinitrobenzenen
1578
60
SNR
Chloornitrobenzenen
1579
60
SNR
4-Chloor-o-toluidine-hydrochloride
1580
66
LT2
1581
26
GT*
Mengsel van chloorpikrine en methylbromide
1582
26
GT*
Mengsel van chloorpikrine en methylchloride
1583
60
LT*
DW DW
DW
Chloorpikrine
Chloorpikrine, mengsel, n.e.g.
1583
66
LT*
1585
60
SNR
Koperacetoarseniet
Chloorpikrine, mengsel, n.e.g.
1586
60
SNR
Koperarseniet
1587
60
STW
STW
Kopercyanide
1588
60
STW
STW
Cyaniden, anorganisch, vast, n.e.g.
1588
66
STW
Cyaniden, anorganisch, vast, n.e.g.
1589
268
GT4
Cyaanchloride, gestabiliseerd (chloorcyaan, gestabiliseerd)
1590
60
SNR
Dichlooranilinen
1591
60
LNR
DW
o-Dichloorbenzeen
1593
60
LNR
DW
Dichloormethaan (methyleenchloride)
1594
60
LNR
DW
Diethylsulfaat
1595
668
LT2
DW
Dimethylsulfaat
1596
60
SNR
Dinitroanilinen
1597
60
SNR
Dinitrobenzenen
1598
60
SNR
Dinitro-o-cresol
1599
60
LNR
Dinitrofenol, oplossing
1600
60
SNR
1601
60
SNR
Desinfectiemiddel, vast, giftig, n.e.g.
1601
66
SNR
Desinfectiemiddel, vast, giftig, n.e.g.
1602
60
LT*
Kleurstof, vloeibaar, giftig, n.e.g.
1602
60
LT*
Tussenproduct voor kleurstof, vloeibaar, giftig, n.e.g.
1602
66
LT*
Kleurstof, vloeibaar, giftig, n.e.g.
1602
66
LT*
Tussenproduct voor kleurstof, vloeibaar, giftig, n.e.g.
DW
Dinitrotoluenen, gesmolten
1603
63
LF1/LT1
DW
Ethylbroomacetaat
1604
83
LF1
-1
Ethyleendiamine
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN 1605
14
GEVI
RCL1999b
con1999b Naam
66
LNR
DW
Ethyleendibromide (1,2-dibroomethaan)
1606
60
SNR
IJzer(III)arsenaat
1607
60
SNR
IJzer(III)arseniet
1608
60
SNR
IJzer(II)arsenaat
1611
60
LT*
1612
26
GT0
1613
663
LF2/LT3
-1
Cyaanwaterstof, oplossing in water (cyaanwaterstofzuur)
1614
663
LF2/LT4
-1
1616
60
SNR
Cyaanwaterstof, gestabiliseerd, geabsorbeerd door een inerte poreuze stof Loodacetaat
1617
60
SNR
Loodarsenaten
1618
60
SNR
Loodarsenieten
1620
60
STW
1621
60
SNR
London Purple
1622
60
SNR
Magnesiumarsenaat
1623
60
SNR
Kwik(II)arsenaat
DW
Hexaethyltetrafosfaat Mengsel van hexaethyltetrafosfaat en samengeperst gas
STW
Loodcyanide
1624
60
SNR
1625
60
SNR
-1
Kwik(II)nitraat
Kwik(II)chloride
1626
66
STW
STW
Kalium-kwikcyanide
1627
60
SNR
Kwik(I)nitraat
1629
60
SNR
Kwikacetaat
1630
60
SNR
Ammonium-kwikchloride
1631
60
SNR
Kwikbenzoaat
1634
60
SNR
1636
60
STW
1637
60
SNR
Kwikgluconaat
1638
60
SNR
Kwikjodide
1639
60
SNR
Kwiknucleaat
1640
60
SNR
Kwikoleaat
1641
60
SNR
1642
60
STW
1643
60
SNR
Kalium-kwikjodide
1644
60
SNR
Kwiksalicylaat
Kwikbromiden STW
Kwikcyanide
Kwikoxide STW
Kwikoxycyanide, geflegmatiseerd
1645
60
SNR
Kwik(II)sulfaat
1646
60
SNR
Kwikthiocyanaat
1647
66
LT*
Methylbromide en ethyleendibromide, mengsel, vloeibaar
1648
33
LF2
-1
Acetonitril (methylcyanide)
1649
66
LT1
DW
1650
60
SNR
Antiklopmiddel voor motorbrandstof, (tetraethyllood, tetramethyllood) beta-Naftylamine
1651
60
LT*
Naftylthioureum
1652
60
SNR
1653
60
STW
STW
Nikkelcyanide
Naftylureum
1654
60
NR
-1
Nicotine
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
15
GEVI
RCL1999b
con1999b Naam
1655
60
NR
-1
Nicotinepreparaat, vast, n.e.g.
1655
60
NR
-1
Nicotineverbinding, vast, n.e.g.
1655
66
NR
-1
Nicotinepreparaat, vast, n.e.g.
1655
66
NR
-1
Nicotineverbinding, vast, n.e.g.
1656
60
NR
-1
Nicotinehydrochloride
1656
60
NR
-1
Nicotinehydrochloride, oplossing
1657
60
NR
-1
Nicotinesalicylaat
1658
60
NR
-1
Nicotinesulfaat, oplossing
1658
60
NR
-1
Nicotinesulfaat, vast
1659
60
NR
-1
Nicotinetartraat
1660
265
GT0
1661
60
SNR
1662
60
LNR
1663
60
SNR
Nitrofenolen (o-, m-, p-)
1664
60
LNR
Nitrotoluenen (o-, m-, p-)
Stikstofmonoxide, samengeperst, (stikstofoxide, samengeperst) Nitroanilinen (o-, m-, p-) DW
Nitrobenzeen
1665
60
LNR
1669
60
LT*
DW
Pentachloorethaan
Nitroxylenen (o-, m-, p-)
1670
66
LT1
DW
Perchloormethylmercaptaan
DW
Fenylcarbylaminechloride
1671
60
SNR
1672
66
LT2
Fenol, vast
1673
60
SNR
Fenyleendiaminen (o-, m-, p-)
1674
60
SNR
Fenylkwikacetaat
1677
60
SNR
-1
Kaliumarsenaat
1678
60
SNR
-1
Kaliumarseniet
1679
60
STW
-1
Kaliumkoper(I)cyanide
1680
66
STW
STW
Kaliumcyanide
1683
60
SNR
1684
60
STW
STW
Zilvercyanide
1685
60
SNR
-1
Natriumarsenaat
1686
60
LT*
-1
Natriumarseniet, oplossing in water
1687
60
LTW
LTW
Natriumazide
1688
60
SNR
-1
Natriumkakodylaat
1689
66
STW
-1
Natriumcyanide
1690
60
SNR
Natriumfluoride
1691
60
SNR
Strontiumarseniet
Zilverarseniet
1692
66
NR
Strychnine
1692
66
NR
Strychninezouten
1693
60
Traangasingrediënt, n.e.g.
1693
66
LT*
Traangasingrediënt, n.e.g.
1694
66
SNR
Broombenzylcyanide
1695
663
LF2/LT1
1697
60
SNR
DW
Chlooraceton, gestabiliseerd Chlooracetofenon (fenacylchloride)
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
16
GEVI
RCL1999b
con1999b Naam
1698
66
SNR
Difenylaminochloorarsine
1699
60
SNR
Difenylchloorarsine
1700
60
SNR
Traangaskaarsen
1701
60
LT*
DW DW
Xylylbromide
1702
60
LNR
1704
60
LT*
Tetraethyldithiopyrofosfaat
1,1,2,2-Tetrachloorethaan (acetyleentetrachloride)
1707
60
SNR
Thalliumverbinding, n.e.g.
1708
60
LNR
Toluidinen
1709
60
SNR
1710
60
LNR
1711
60
LNR
Xylidinen
1712
60
SNR
Zinkarsenaat
1712
60
SNR
Zinkarsenaat en zinkarseniet, mengsel
1712
60
SNR
Zinkarseniet
1713
66
STW
STW
Zinkcyanide
1714
X462
NR
STW
Zinkfosfide
1715
83
LF1
DW
Azijnzuuranhydride
1716
80
LT*
DW
Acetylbromide
1717
X338
LF2/LT2
LTW
Acetylchloride
1718
80
LNR
DW
Butylfosfaat
1719
80
LNR
2,4-Tolueendiamine DW
Trichloorethyleen
Bijtende alkalische vloeistof, n.e.g.
1722
668
LF1/LT*
DW
Allylchloorformiaat
1723
338
LF2/LT*
DW
Allyljodide
1724
X839
LF1/LT*
LTW
Allyltrichloorsilaan, gestabiliseerd
1725
80
SNR
STW
Aluminiumbromide, watervrij
1726
80
SNR
STW
Aluminiumchloride, watervrij
1727
80
SNR
STW
1728
X80
LT*
LTW
Ammoniumwaterstofdifluoride, vast (ammoniumbifluoride, vast) Amyltrichloorsilaan
1729
80
LT*
DW
Anisoylchloride
1730
X80
LT*
LTW
Antimoonpentachloride, vloeibaar
1731
80
LT*
LTW
Antimoonpentachloride, oplossing
1732
86
LT1
DW
Antimoonpentafluoride
1733
80
SNR
STW
Antimoontrichloride
1736
80
LT*
DW
Benzoylchloride
1737
68
LT*
DW
Benzylbromide
1738
68
LNR
DW
Benzylchloride
1739
88
LT*
DW
Benzylchloorformiaat
1740
80
SNR
STW
Waterstofdifluoriden, n.e.g.
1741
268
GT3
Boortrichloride
1742
80
LT*
Boortrifluoride-azijnzuur-complex
1743
80
LT*
Boortrifluoride-propionzuur-complex
1744
886
LT3
DW
Broom
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
17
GEVI
RCL1999b
con1999b Naam
1744
886
LT3
DW
Broom, oplossing
1745
568
LT*
DW
Broompentafluoride
1746
568
LT1
DW
Broomtrifluoride
1747
X83
LF1/LT*
LTW
Butyltrichloorsilaan
1748
50
NR
Calciumhypochloriet, droog
1748
50
NR
Calciumhypochloriet, droog, mengsel
1749
265
GT*
Chloortrifluoride
1750
68
LNR
-1
Chloorazijnzuur, oplossing
1751
68
SNR
-1
Chloorazijnzuur, vast
1752
668
LT2
LTW
Chlooracetylchloride
1753
X80
LT*
LTW
Chloorfenyltrichloorsilaan
1754
X88
LT*
LTW
Chloorsulfonzuur
1755
80
LNR
-1
Chroomzuur, oplossing
1756
80
SNR
STW
Chroom(III)fluoride, vast (chroomtrifluoride, vast)
1757
80
LT*
-1
Chroom(III)fluoride, oplossing (chroomtrifluoride, oplossing)
1758
X88
LT*
LTW
Chroomoxychloride (chromylchloride)
1759
80
SNR
Bijtende vaste stof, n.e.g.
1759
88
SNR
Bijtende vaste stof, n.e.g.
1760
80
LT*
Bijtende vloeistof, n.e.g.
1760
88
LT*
Bijtende vloeistof, n.e.g.
1761
86
LT*
-1
Koperethyleendiamine, oplossing
1762
X80
LT*
LTW
Cyclohexenyltrichloorsilaan
1763
X80
LT*
LTW
Cyclohexyltrichloorsilaan
1764
80
LT*
-1
Dichloorazijnzuur
1765
X80
LT*
LTW
Dichlooracetylchloride
1766
X80
LT*
LTW
Dichloorfenyltrichloorsilaan
1767
X83
LF1/LT*
LTW
Diethyldichloorsilaan
1768
80
LT*
DW
Difluorfosforzuur, watervrij
1769
X80
LT*
LTW
1770
80
SNR
1771
X80
LT*
LTW STW
1773
80
SNR
1774
80
NR
1775
80
LT1
Difenyldichloorsilaan Difenylbroommethaan Dodecyltrichloorsilaan IJzer(III)chloride, watervrij (ijzertrichloride, watervrij) Vullingen voor brandblussers
-1
Fluorboorzuur
1776
80
LT*
-1
Fluorfosforzuur, watervrij
1777
88
LT*
DW
Fluorsulfonzuur
1778
80
LT*
DW
Silicofluorwaterstofzuur
1779
80
LF1
-1
Mierezuur
1780
80
LNR
DW
Fumarylchloride
1781
X80
LT*
LTW
Hexadecyltrichloorsilaan
1782
80
SNR
-1
Hexafluorfosforzuur
1783
80
LNR
-1
Hexamethyleendiamine, oplossing
1784
X80
LT*
LTW
Hexyltrichloorsilaan
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
18
GEVI
RCL1999b
con1999b Naam
1786
886
LT3
-1
Mengsel van fluorwaterstofzuur en zwavelzuur
1787
80
LNR
-1
Joodwaterstofzuur
1788
80
LNR
-1
Broomwaterstofzuur
1789
80
LNR
-1
Chloorwaterstofzuur (zoutzuur)
1790
86
LT*
-1
Fluorwaterstofzuur, met ten hoogste 60% fluorwaterstof
1790
886
LT3
-1
1790
886
LT3
-1
Fluorwaterstofzuur, met meer dan 60% maar ten hoogste 85% fluorwaterstof Fluorwaterstofzuur, met meer dan 85% fluorwaterstof
1791
80
LNR
1792
80
LT*
1793
80
LNR
Isopropylfosfaat
1794
80
SNR
Loodsulfaat met meer dan 3% vrij zuur
1796
80
LT1
1796
885
1798
Hypochloriet, oplossing LTW
-1
Joodmonochloride
Nitreerzuurmengsel met ten hoogste 50% salpeterzuur
LT2
-1
Nitreerzuurmengsel met meer dan 50% salpeterzuur
LT1
-1
Mengsel van salpeterzuur en zoutzuur: zie rn. 801, cf. 3
1799
X80
STW
STW
Nonyltrichloorsilaan
1800
X80
STW
STW
Octadecyltrichloorsilaan
1801
X80
STW
STW
Octyltrichloorsilaan
1802
85
LNR
-1
Perchloorzuur, oplossing in water
1803
80
LNR
-1
Fenolsulfonzuur, vloeibaar
1804
X80
LNR
LTW
Fenyltrichloorsilaan
1805
80
LNR
-1
Fosforzuur
1806
80
SNR
STW
Fosforpentachloride
1807
80
SNR
1808
X80
LNR
LTW
Fosfortribromide
1809
668
LT2
LTW
Fosfortrichloride
1810
X80
LT1
LTW
Fosforoxychloride
1811
86
SNR
STW
Kaliumwaterstofdifluoride (kaliumbifluoride)
1812
60
SNR
Fosforpentoxide (fosforzuuranhydride)
Kaliumfluoride
1813
80
SNR
-1
Kaliumhydroxide, vast (caustische potas)
1814
80
LNR
-1
Kaliumhydroxide, oplossing (kaliloog)
1815
338
LF2/LT2
DW
Propionylchloride
1816
X83
LF1/LT1
LTW
Propyltrichloorsilaan
1817
X80
LT*
LTW
Pyrosulfurylchloride
1818
X80
LNR
LTW
Siliciumtetrachloride
1819
80
LNR
-1
Natriumaluminaat, oplossing
1823
80
SNR
-1
Natriumhydroxide, vast (caustische soda)
1824
80
LNR
-1
Natriumhydroxide, oplossing (natronloog)
1825
80
SNR
1826
80
LT1
-1
1826
885
LT2
-1
1827
X80
LT1
LTW
Natriummonoxide (natriumoxide) Nitreerzuurmengsel, afgewerkt, met ten hoogste 50% salpeterzuur Nitreerzuurmengsel, afgewerkt, met meer dan 50% salpeterzuur Tintetrachloride, watervrij
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN 1828
19
GEVI
RCL1999b
con1999b Naam
X88
LT*
LTW
Zwavelchloriden
1829 1829
X88
LT3
LTW
1830
80
LNR
-1
Zwaveltrioxide, (zwavelzuuranhydride), niet gestabiliseerd (zonder inhibitor): zie rn. 801, cf. 1a) Zwaveltrioxide, gestabiliseerd (zwavelzuuranhydride, gestabiliseerd) Zwavelzuur met meer dan 51% zuur
1831
X886
LNR
-1
Zwavelzuur, rokend (oleum)
1832
80
LNR
-1
Zwavelzuur, afgewerkt
1833
80
LNR
-1
Zwaveligzuur
1834
X88
LT1
LTW
Sulfurylchloride
1835
80
SNR
-1
Tetramethylammoniumhydroxide
1836
X88
LT*
LTW
Thionylchloride
1837
X80
LT*
LTW
Thiofosforylchloride
1838
X80
LT*
LTW
Titaantetrachloride
1839
80
SNR
-1
Trichloorazijnzuur
1840
80
LNR
-1
Zinkchloride, oplossing
1841
90
SNR
-1
Aceetaldehydeammoniak
1843
60
SNR
1845
Ammoniumdinitro-o-cresolaat
SNR
Kooldioxide, vast (droogijs): zie rn. 900 (3)
1846
60
LNR
DW
Tetrachloorkoolstof
1847
80
SNR
-1
Kaliumsulfide, gehydrateerd met ten minste 30% kristalwater
1848
80
LF1
-1
Propionzuur
1849
80
SNR
1851
60
NR
Natriumsulfide, gehydrateerd met ten minste 30% kristalwater Medicament, vloeibaar, giftig, n.e.g.
1854
43
NR
Bariumlegeringen, pyrofoor
1855
43
NR
Calcium, pyrofoor
1855
43
NR
Calciumlegeringen, pyrofoor
1858
20
GNR
Hexafluorpropeen (koelgas R 1216)
1859
268
GT0
Siliciumtetrafluoride, samengeperst
1860
239
GF3
Vinylfluoride, gestabiliseerd
1862
33
LF2
Ethylcrotonaat
1863
30
LF1
Brandstof voor straalvliegtuigen
1863
33
LF2
Brandstof voor straalvliegtuigen
1865
33
LF2
1866
30
LF1
DW
n-Propylnitraat Hars, oplossing
1866
33
LF2
Hars, oplossing
1868
46
NR
Decaboraan
1869
40
NR
Magnesium
1869
40
NR
1870
X423
NR
1871
40
NR
Titaanhydride
1872
56
NR
Looddioxide
1873
558
NR
Magnesiumlegeringen SFW
-1
Kaliumboorhydride
Perchloorzuur, oplossing in water met meer dan 50% massa-% doch ten hoogste 72 massa-% zuur
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN 1884
GEVI
RCL1999b
60
SNR
20
con1999b Naam Bariumoxide
1885
60
SNR
1886
60
LT*
DW
Benzylideenchloride
Benzidine
1887
60
LNR
DW
Broomchloormethaan
DW
1888
60
LNR
1889
668
LT3
1891
60
LT*
DW
Ethylbromide
1892
66
LT2
DW
Ethyldichloorarsine
1894
60
SNR
Fenylkwikhydroxide
1895
60
SNR
Fenylkwiknitraat
1897
60
LNR
DW
Tetrachloorethyleen (perchloorethyleen)
1898
80
LT*
DW
Acetyljodide
1902
80
LNR
Diisooctylfosfaat
1903
80
LT*
Desinfectiemiddel, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
1903
88
LT*
1905
88
SNR
-1
Seleenzuur
1906
80
LNR
-1
Afvalzwavelzuur
1907
80
SNR
-1
Natronkalk
1908
80
LNR
-1
1910
Chloroform Cyaanbromide
Desinfectiemiddel, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
Chloriet, oplossing
SNR
Calciumoxide: zie rn. 800 (9)
1911
263
GF0/GT0
Diboraan, samengeperst
1912
23
GF*/GT*
Mengsel van methylchloride en dichloormethaan
1913
22
GNR
Neon, sterk gekoeld, vloeibaar
1914
30
LF1
Butylpropionaten
1915
30
LF1
1916
63
LF1
1917
339
LF2
Ethylacrylaat, gestabiliseerd
1918
30
LF1
Isopropylbenzeen (cumeen)
Cyclohexanon DW
2,2'-Dichloordiethylether
1919
339
LF2
Methylacrylaat, gestabiliseerd
1920
30
LF1
Nonanen
1921
336
LF2/LT2
-1
Propyleenimine, gestabiliseerd
1922
338
LF2
-1
Pyrrolidine
1923
40
NR
Calciumdithioniet
1928
X323
LF*
Methylmagnesiumbromide in ethylether
1929
40
NR
Kaliumdithioniet
1931
90
SNR
Zinkdithioniet
1932
40
NR
Zirkoniumafval
1935
60
LTW
LTW
Cyanide, oplossing, n.e.g.
1935
66
LTW
LTW
Cyanide, oplossing, n.e.g.
1938
80
SNR
-1
Broomazijnzuur
1939
80
SNR
STW
Fosforoxybromide
1940
80
LNR
-1
Thioglycolzuur
1941
90
LT*
DW
Dibroomdifluormethaan (difluordibroommethaan)
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
21
GEVI
RCL1999b
con1999b Naam
1942
50
NR
-1
1944
40
NR
Veiligheidslucifers
1945
40
NR
Waslucifers
1950
20
NR
Spuitbussen (aërosolen)
1950
23
NR
Spuitbussen (aërosolen)
1950
25
NR
Spuitbussen (aërosolen)
1950
26
NR
Spuitbussen (aërosolen)
1950
263
NR
Spuitbussen (aërosolen)
1950
265
NR
Spuitbussen (aërosolen)
1950
268
NR
Spuitbussen (aërosolen)
1951
22
GNR
Argon, sterk gekoeld, vloeibaar
1952
20
GNR
1953
263
GF0/GT0
Mengsel van ethyleenoxide en kooldioxide (mengsel van ethyleenoxide en koolstofdioxide)(mengsel van ethyleenoxide en koolzuur) met ten hoogste 9% ethyleenoxide Samengeperst gas, giftig, brandbaar, n.e.g.
1954
23
GF0
Samengeperst gas, brandbaar, n.e.g.
1955
26
GT0
Samengeperst gas, giftig, n.e.g.
1956
20
GNR
Samengeperst gas, n.e.g.
Ammoniumnitraat
1957
23
GF0
Deuterium, samengeperst
1958
20
GNR
1,2-Dichloor-1,1,2,2-tetrafluorethaan (koelgas R 114)
1959
239
GF3
1,1-Difluorethyleen (1,1-difluoretheen) (koelgas R 1132a)
1961
223
GF0
Ethaan, sterk gekoeld, vloeibaar
1962
23
GF0
Ethyleen, samengeperst (etheen, samengeperst)
1963
22
GNR
Helium, sterk gekoeld, vloeibaar
1964 23
GF0
Mengsel van koolwaterstofgassen, samengeperst, n.e.g.
1965 23
GF3
1966 223
GF0
Mengsel van koolwaterstofgassen, vloeibaar gemaakt, n.e.g. (mengsel A, A 01, A 02, A 0, A 1, B 1, B 2, B, C, butaan, propaan) Waterstof, sterk gekoeld, vloeibaar
1967 26
GT*
Insecticide gas, giftig, n.e.g.
1968 20
GNR
Insecticide gas, n.e.g.
1969 23
GF2
Isobutaan
1970 22
GNR
Krypton, sterk gekoeld, vloeibaar
1971 23
GF0
Aardgas, samengeperst
1971 23
GF0
Methaan, samengeperst
1972 223
GF0
Aardgas, sterk gekoeld, vloeibaar
1972 223
GF0
Methaan, sterk gekoeld, vloeibaar
1973 20
GNR
1974 20
GNR
Mengsel van chloordifluormethaan en chloorpentafluorethaan (koelgas R 502) Broomchloordifluormethaan (koelgas R 12B1)
1975 265
GT*
1976 20
GNR
Mengsel van stikstofmonoxide en distikstoftetroxide (mengsel van stikstofmonoxide en stikstofdioxide) Octafluorcyclobutaan (koelgas RC 318)
1977 22
GNR
Stikstof, sterk gekoeld, vloeibaar
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
22
con1999b Naam
1978 23
GF3
Propaan
1979 20
GNR
Mengsel van edelgassen, samengeperst
1980 20
GNR
Mengsel van edelgassen en zuurstof, samengeperst
1981 20
GNR
Mengsel van edelgassen en stikstof, samengeperst
1982 20
GNR
1983 20
GNR
Tetrafluormethaan, samengeperst (koelgas R 14, samengeperst) 1-Chloor-2,2,2-trifluorethaan (koelgas R 133a)
1984 20
GNR
Trifluormethaan (koelgas R 23)
1986 336
LF2
-1
Alcoholen, brandbaar, giftig, n.e.g.
1986 336
LF2/LT*
-1
Alcoholen, brandbaar, giftig, n.e.g.
1986 36
LF1
-1
Alcoholen, brandbaar, giftig, n.e.g.
1987 30
LF1
Alcoholen, brandbaar, n.e.g.
1987 33
LF2
Alcoholen, brandbaar, n.e.g.
1988 336
LF2
Aldehyden, brandbaar, giftig, n.e.g.
1988 336
LF2/LT*
Aldehyden, brandbaar, giftig, n.e.g.
1988 36
LF1
Aldehyden, brandbaar, giftig, n.e.g.
1989 30
LF1
1989 33
LF2
1989 33
LF2
-1
Aldehyden, brandbaar, n.e.g.
1990 90
LNR
DW
Benzaldehyde
1991 336
LF2/LT2
Chloropreen, gestabiliseerd
1992 336
LF2/LT1
Brandbare vloeistof, giftig, n.e.g.
1992 36
LF1/LT1
Brandbare vloeistof, giftig, n.e.g.
1993 30
LF1
Brandbare vloeistof, n.e.g.
1993 33
LF2
Brandbare vloeistof, n.e.g.
1994 663
LF2/LT1
DW
IJzerpentacarbonyl
1999 30
LF1
DW
Teer, vloeibaar
1999 33
LF2
DW
Teer, vloeibaar
2000 40
NR
-1
Aldehyden, brandbaar, n.e.g. Aldehyden, brandbaar, n.e.g.
Celluloid
2001 40
NR
Kobaltnaftenaatpoeder
2002 40
NR
Celluloidafval
2003 X333
NR
LFW
Metaalalkylen, reactief met water, n.e.g.
2003 X333
NR
LFW
Metaalarylen, reactief met water, n.e.g.
2004 40
NR
Magnesiumdiamide
2005 X333
NR
Difenylmagnesium
2006 40
NR
2008 40
NR
Kunststoffen op basis van nitrocellulose, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g. Zirkoniumpoeder, droog
2008 43
NR
Zirkoniumpoeder, droog
2009 40
NR
Zirkonium, droog
2010 X423
NR
SFW
Magnesiumhydride
2011 X462
NR
SFW
Magnesiumfosfide
2012 X462
NR
SFW
Kaliumfosfide
2013 X462
NR
SFW
Strontiumfosfide
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
23
RCL1999b
con1999b Naam
2014 58
NR
-1
Waterstofperoxide, oplossing in water
2015 559
NR
-1
Waterstofperoxide, gestabiliseerd
2015 559
NR
-1
Waterstofperoxide, oplossing in water, gestabiliseerd
2016 60
NR
Munitie, giftig, niet ontplofbaar
2017 60
NR
Munitie, traanverwekkend, niet ontplofbaar
2018 60
SNR
Chlooranilinen, vast
2019 60
LNR
2020 60
SNR
DW
Chlooranilinen, vloeibaar Chloorfenolen, vast
2021 60
LNR
DW
Chloorfenolen, vloeibaar
2022 68
LNR
-1
Cresylzuur
2023 63
LF1/LT1
DW
Epichloorhydrine
2024 60
LT*
Kwikverbinding, vloeibaar, n.e.g.
2024 66
LT*
Kwikverbinding, vloeibaar, n.e.g.
2025 60
SNR
Kwikverbinding, vast, n.e.g.
2025 66
SNR
Kwikverbinding, vast, n.e.g.
2026 60
SNR
Fenylkwikverbinding, n.e.g.
2026 66
SNR
Fenylkwikverbinding, n.e.g.
2027 60
SNR
-1
Natriumarseniet, vast
2028 80
NR
2029 886
LF1/LT2
-1
Hydrazine, watervrij
Rookbommen, niet ontplofbaar
2030 86
LF1/LT*
-1
2030 86
LF1/LT*
-1
Hydrazine, oplossing in water, met ten minste 37 massa-% en ten hoogste 64 massa-% hydrazine Hydrazinehydraat
2031 80
LT2
DW
Salpeterzuur met ten hoogste 70% zuur
2031 885
LT2
DW
Salpeterzuur met meer dan 70% zuur
2032 856
LT2
DW
Salpeterzuur, roodrokend
2033 80
SNR
Kaliummonoxide (kaliumoxide)
2034 23
GF0
Mengsel van waterstof en methaan, samengeperst
2035 23
GF3
1,1,1-Trifluorethaan (koelgas R 143a)
2036 20
GNR
Xenon, samengeperst
2037 20
NR
Houders, klein, met gas (gaspatronen)
2037 23
NR
Houders, klein, met gas (gaspatronen)
2037 25
NR
Houders, klein, met gas (gaspatronen)
2037 26
NR
Houders, klein, met gas (gaspatronen)
2037 263
NR
Houders, klein, met gas (gaspatronen)
2037 265
NR
Houders, klein, met gas (gaspatronen)
2037 268
NR
Houders, klein, met gas (gaspatronen)
2038 60
SNR
Dinitrotoluenen
2044 23
GF1
2,2-Dimethylpropaan
2045 33
LF2
Isobutyraldehyde
2046 30
LF1
Cymenen (o-, m-, p-) (methylisopropylbenzenen)
2047 30
LF1
DW
Dichloorpropenen
2047 33
LF2
DW
Dichloorpropenen
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
2048 30
RCL1999b
24
con1999b Naam
LF1
Dicyclopentadieen
2049 30
LF1
Diethylbenzenen (o-, m-, p-)
2050 33
LF2
Diisobutyleen, isomere verbindingen
2051 83
LF1
-1
2-Dimethylaminoethanol
2052 30
LF1
Dipenteen (limoneen)
2053 30
LF1
Methylisobutylcarbinol (methylamylalcohol)
2054 30
LF1
2055 39
LF1
2056 33
LF2
2057 30
LF1
Tripropyleen (propyleen trimeer)
2057 33
LF2
Tripropyleen (propyleen trimeer)
2058 33
LF2
Valeraldehyde
2059 30
LF1
Nitrocellulose, oplossing, brandbaar
2059 33
LF2
Nitrocellulose, oplossing, brandbaar
2067 50
NR
-1
Ammoniumnitraathoudende meststoffen, type A1
2068 50
NR
-1
Ammoniumnitraathoudende meststoffen, type A2
2069 50
NR
-1
Ammoniumnitraathoudende meststoffen, type A3
2070 50
NR
-1
Ammoniumnitraathoudende meststoffen, type A4
-1
Morfoline
-1
Styreen monomeer, gestabiliseerd monomeer, gestabiliseerd) Tetrahydrofuran
(vinylbenzeen
2071
SNR
-1
Ammoniumnitraathoudende meststoffen: zie rn. 900 (3)
2072
NR
-1
Ammoniumnitraathoudende meststoffen: zie rn. 501, cf. 21c)
2073 20
GT3
2074 60
SNR
-1
Ammoniak, oplossing in water, met een dichtheid bij 15oC lager dan 0,880 kg/l, met meer dan 35% doch ten hoogste 50% ammoniak Acrylamide
2075 69
LT*
DW
Chloraal, watervrij, gestabiliseerd
2076 68
LNR
Cresolen (o-, m-, p-)
2077 60
SNR
2078 60
LT1
DW
2,4-Tolueendiisocyanaat en mengsels van isomeren
2079 80
LNR
-1
Diethyleentriamine
2186
alfa-Naftylamine
2188 263
GF3/GT5
Chloorwaterstof, sterk gekoeld, vloeibaar gemaakt: zie rn. 201, cf. 3 TC Kooldioxide, sterk gekoeld, vloeibaar (koolstofdioxide, sterk gekoeld, vloeibaar)(koolzuur, sterk gekoeld, vloeibaar) Arseenwaterstof (arsine)
2189 263
GF1/GT4
Dichloorsilaan
2190 265
GT0
Zuurstofdifluoride, samengeperst
2191 26
GT3
Sulfurylfluoride
2192 263
GF3/GT5
Germaanwaterstof (germaan)
2193 20
GNR
2194 268
GT*
Hexafluorethaan, samengeperst (koelgas R 116, samengeperst) Seleenhexafluoride
2187 22
GNR
2195 268
GT*
Telluurhexafluoride
2196 268
GT4
Wolfraamhexafluoride
2197 268
GT4
Waterstofjodide, watervrij (joodwaterstof, watervrij)
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
2198 268
RCL1999b
25
con1999b Naam
GT0
Fosforpentafluoride, samengeperst
2199 263
GF3/GT5
Fosforwaterstof (fosfine)
2200 239
GF3
Propadieen, gestabiliseerd
2201 225
GNR
2202 263
GF3/GT5
Distikstofoxide, sterk gekoeld, vloeibaar (lachgas, sterk gekoeld, vloeibaar) Waterstofselenide, watervrij (seleenwaterstof, watervrij)
2203 23
GF0/GT0
Siliciumwaterstof, samengeperst (silaan, samengeperst)
2204 263
GF3/GT5
Carbonylsulfide
2205 60
LNR
Adiponitril
2206 60
LT*
Isocyanaat, oplossing, giftig, n.e.g.
2206 60
LT*
Isocyanaten, giftig, n.e.g.
2208 50
NR
Calciumhypochloriet, droog, mengsel
2209 80
LNR
-1
2210 40
NR
Formaldehyde, oplossing, met ten minste 25% formaldehyde Maneb (mangaan-ethyleen-1,2-bis-dithiocarbamaat)
2210 40
NR
Maneb-preparaten
2211 90
SNR
Expandeerbare polymeerkorrels
2212 90
SNR
Asbest, blauw (crocidoliet)
2212 90
SNR
Asbest, bruin (amosiet, mysoriet)
2213 40
NR
Paraformaldehyde
2214 80
SNR
2215 80
SNR
Ftaalzuuranhydride met meer dan 0,05% maleïnezuuranhydride Maleïnezuuranhydride
2216
SNR
Visafval (vismeel), gestabiliseerd: zie rn. 900 (3)
2217 40
NR
Oliezaadkoeken
2218 839
LF1
2219 30
LF1
Allylglycidylether
2222 30
LF1
Anisol (fenylmethylether)
2224 60
LNR
Benzonitril
2225 80
LNR
DW
Benzeensulfonylchloride
2226 80
LT1
DW
Benzotrichloride (trichloormethylbenzeen)
2227 39
LF1
-1
Acrylzuur, gestabiliseerd
n-Butylmethacrylaat, gestabiliseerd
2232 66
LT2
-1
2-Chloorethanal (chlooraceetaldehyde)
2233 60
SNR
-1
Chlooranisidinen
2234 30
LF1
DW
Chloorbenzotrifluoriden (o-, m-, p-)
2235 60
SNR
Chloorbenzylchloriden
2236 60
SNR
3-Chloor-4-methylfenylisocyanaat
2237 60
SNR
Chloornitroanilinen
2238 30
LF1
2239 60
SNR
2240 88
LNR
2241 33
LF2
Cycloheptaan
2242 33
LF2
Cyclohepteen
2243 30
LF1
Cyclohexylacetaat
DW
Chloortoluenen (o-, m-, p-) Chloortoluidinen
DW
Chroomzwavelzuur
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
2244 30
RCL1999b
26
con1999b Naam
LF1
Cyclopentanol
2245 30
LF1
Cyclopentanon
2246 33
LF2
Cyclopenteen
2247 30
LF1
n-Decaan
2248 83
LF1
2249
LF1/LT1
2250 60
SNR
Dichloorfenylisocyanaten
2251 339
LF2
2252 33
LF2
Bicyclo-[2,2,1]-heptadieen-2,5, gestabiliseerd (norbornadieen-2,5, gestabiliseerd) 1,2-Dimethoxyethaan
2253 60
LNR
N,N-Dimethylaniline
2254 40
NR
Stormlucifers
2256 33
LF2
Cyclohexeen
Di-n-butylamine DW
-1
Dichloormethylether, symmetrisch: zie rn. 601, cf. 26a)
2257 X423
NR
SFW
Kalium
2258 83
LF1
-1
1,2-Propyleendiamine
2259 80
LNR
-1
Triethyleentetramine
2260 38
LF1
Tripropylamine
2261 60
SNR
Xylenolen
2262 80
LT*
2263 33
LF2
Dimethylcyclohexanen
2264 83
LF1
N,N-Dimethylcyclohexylamine
2265 30
LF1
2266 338
LF2/LT*
2267 68
LT*
DW
Dimethylthiofosforylchloride
2269 80
LT*
-1
3,3'-Iminobispropylamine (dipropyleentriamine)
2270 338
LF2/LT*
-1
Ethylamine, oplossing in water
2271 30
LF1
Ethylamylketonen
2272 60
LNR
N-Ethylaniline
2273 60
LNR
2-Ethylaniline
2274 60
LNR
N-Ethyl-N-benzylaniline
2275 30
LF1
2-Ethylbutanol
2276 38
LF1
2-Ethylhexylamine
2277 339
LF2
Ethylmethacrylaat
2278 33
LF2
2279 60
LNR
DW
Hexachloorbutadieen
2280 80
SNR
-1
Hexamethyleendiamine, vast
2281 60
LNR
DW
2282 30
LF1
Hexanolen
2283 39
LF1
Isobutylmethacrylaat, gestabiliseerd
2284 336
LF2
2285 63
LF1/LT*
2286 30
LF1
Pentamethylheptaan (isododecaan)
2287 33
LF2
Isoheptenen
DW
-1
N,N-Dimethylcarbamoylchloride
N,N-Dimethylformamide N,N-Dimethylpropylamine (dimethyl-N-propylamine)
n-Hepteen
Hexamethyleendiisocyanaat
Isobutyronitril DW
Isocyanatobenzotrifluoriden
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
2288 33
RCL1999b
27
con1999b Naam
LF2
Isohexenen
2289 80
LT*
-1
Isoforondiamine
2290 60
LT*
DW
2291 60
SNR
-1
Isoforondiisocyanaat (3-isocyanatomethyl-3,5,5trimethylcyclohexylisocyanaat) Loodverbinding, oplosbaar, n.e.g.
2293 30
LF1
2294 60
LNR
2295 663
LF1/LT*
2296 33
LF2
Methylcyclohexaan
2297 30
LF1
Methylcyclohexanonen
2298 33
LF2
Methylcyclopentaan
2299 60
LT*
2300 60
LNR
4-Methoxy-4-methylpentaan-2-on N-Methylaniline DW
DW
Methylchlooracetaat
Methyldichlooracetaat 2-Methyl-5-ethylpyridine
2301 33
LF2
2-Methylfuran
2302 30
LF1
5-Methylhexaan-2-on
2303 30
LF1
Isopropenylbenzeen
2304 44
NR
2305 80
SNR
Naftaleen, gesmolten
2306 60
SNR
2307 60
LNR
2308 X80
SNR
Nitrosylzwavelzuur
2309 33
LF2
Octadienen
2310 36
LF1
2,4-Pentaandion (acetylaceton)
2311 60
LNR
2312 60
SNR
2313 30
LF1
-1
Picolinen (methylpyridinen)
2315 90
LNR
DW
Polychloorbifenylen
2316 66
STW
-1
Natriumkoper(I)cyanide, vast
2317 66
LTW
-1
Natriumkoper(I)cyanide, oplossing
2318 40
NR
-1
Natriumwaterstofsulfide met minder dan 25% kristalwater
2319 30
LF1
2320 80
LNR
-1
Tetraethyleenpentamine
2321 60
LT*
DW
Trichloorbenzenen, vloeibaar
2322 60
LT*
DW
Trichloorbuteen
2323 30
LF1
Triethylfosfiet
2324 30
LF1
Triisobutyleen
-1
Nitrobenzeensulfonzuur Nitrobenzotrifluoriden
DW
DW
3-Nitro-4-chloorbenzotrifluoride
Fenetidinen Fenol, gesmolten
Terpeen-koolwaterstoffen, n.e.g.
2325 30
LF1
1,3,5-Trimethylbenzeen (mesityleen)
2326 80
LT*
Trimethylcyclohexylamine
2327 80
LT*
2328 60
LT*
2329 30
LF1
2330 30
LF1
2331 80
SNR
-1
Trimethylhexamethyleendiaminen
DW
Trimethylhexamethyleendiisocyanaat en mengsels van isomeren Trimethylfosfiet Undecaan
STW
Zinkchloride, watervrij
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
2332 30
28
RCL1999b
con1999b Naam
LF1
-1
Acetaldoxime
-1
Allylamine
2333 336
LF2/LT*
2334 663
LF2/LT3
2335 336
LF2/LT*
Allylacetaat Allylethylether
2336 336
LF2
2337 663
LF1/LT1
DW
Fenylmercaptaan (thiofenol)
Allylformiaat
2338 33
LF2
DW
Benzotrifluoride
2339 33
LF2
DW
2-Broombutaan
2340 33
LF2
DW
2-Broomethylethylether
2341 30
LF1
DW
1-Broom-3-methylbutaan
2342 33
LF2
DW
Broommethylpropanen
2343 33
LF2
DW
2-Broompentaan
2344 30
LF1
DW
Broompropanen
2344 33
LF2
DW
Broompropanen
2345 33
LF2
DW
3-Broompropyn
2346 33
LF2
Butaandion (diacetyl)
2347 33
LF2
Butylmercaptanen
2348 39
LF1
Butylacrylaten, gestabiliseerd
2350 33
LF2
Butylmethylether
2351 30
LF1
Butylnitrieten
2351 33
LF2
-1
Butylnitrieten
2352 339
LF2
Butylvinylether, gestabiliseerd
2353 338
LF2/LT*
Butyrylchloride
2354 336
LF2/LT*
DW
Chloormethylethylether
-1
Cyclohexylamine
2356 33
LF2
2357 83
LF1
2-Chloorpropaan (isopropylchloride)
2358 33
LF2
Cyclooctatetraeen
2359 338
LF2/LT*
Diallylamine
2360 336
LF2/LT*
Diallylether
2361 38
LF1/LT*
Diisobutylamine
2362 33
LF2
DW
1,1-Dichloorethaan (ethylideenchloride)
2363 33
LF2
Ethylmercaptaan
2364 30
LF1
n-Propylbenzeen
2366 30
LF1
Diethylcarbonaat (ethylcarbonaat)
2367 33
LF2
alfa-Methylvaleraldehyde
2368 30
LF1
alfa-Pineen
2370 33
LF2
Hexeen-1
2371 33
LF2
Isopentenen
2372 33
LF2
2373 33
LF2
-1
Diethoxymethaan
1,2-Bis-(dimethylamino)-ethaan
2374 33
LF2
3,3-Diethoxypropeen
2375 33
LF2
Diethylsulfide
2376 33
LF2
2,3-Dihydropyran
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
29
RCL1999b
con1999b Naam
2377 33
LF2
-1
1,1-Dimethoxyethaan
2378 336
LF2/LT*
2-Dimethylaminoacetonitril
2379 338
LF2/LT*
1,3-Dimethylbutylamine
2380 33
LF2
Dimethyldiethoxysilaan
2381 33
LF2
DW
Dimethyldisulfide
2382 663
LF2/LT*
-1
Dimethylhydrazine, symmetrisch
2383 338
LF2
Dipropylamine
2384 33
LF2
Di-n-propylether
2385 33
LF2
Ethylisobutyraat
2386 338
LF2/LT*
1-Ethylpiperidine
2387 33
LF2
Fluorbenzeen
2388 33
LF2
Fluortoluenen
2389 33
LF2
Furan
2390 33
LF2
DW
2-Joodbutaan
2391 33
LF2
DW
Joodmethylpropanen
2392 30
LF1
DW
Joodpropanen
2393 33
LF2
Isobutylformiaat
2394 33
LF2
Isobutylpropionaat
2395 338
LF2
Isobutyrylchloride
2396 336
LF2/LT2
Methacrylaldehyde, gestabiliseerd
2397 33
LF2
3-Methylbutaan-2-on
2398 33
LF2
2399 338
LF2/LT*
Methyl-tert-butylether
2400 33
LF2
2401 883
LF1
2402 33
LF2
Propaanthiolen (propylmercaptanen)
2403 33
LF2
Isopropenylacetaat
2404 336
LF2/LT*
2405 30
LF1
Isopropylbutyraat
2406 33
LF2
Isopropylisobutyraat
2407 663
LF2
2409 33
LF2
2410 33
LF2
2411 336
LF2/LT*
2412 33
LF2
2413 30
LF1
DW
Tetrapropylorthotitanaat
2414 33
LF2
DW
Thiofeen
2416 33
LF2
-1
1-Methylpiperidine Methylisovaleraat
-1
-1
DW
Piperidine
Propionitril
Isopropylchloorformiaat Isopropylpropionaat
-1
1,2,3,6-Tetrahydropyridine Butyronitril Tetrahydrothiofeen
Trimethylboraat
2417 268
GT0
Carbonylfluoride, samengeperst
2418 268
GT5
Zwaveltetrafluoride
2419 23
GF2
Broomtrifluorethyleen (broomtrifluoretheen)
2420 268
GT*
Hexafluoraceton
2421
GT*
Distikstoftrioxide: zie rn. 201, cf. 2 TOC
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
30
con1999b Naam
2422 20
GNR
Octafluoro-2-buteen (koelgas R 1318)
2424 20
GNR
2426 59
NR
2427 50
NR
Ammoniumnitraat, vloeibaar, warme geconcentreerde oplossing Kaliumchloraat, oplossing in water
2428 50
NR
Natriumchloraat, oplossing in water
2428 50
NR
2429 50
NR
2429 50
NR
2430 80
SNR
Alkylfenolen, vast, n.e.g.
2430 88
SNR
Alkylfenolen, vast, n.e.g.
2431 60
LNR
2432 60
LNR
2433 60
LT*
2434 X80
STW
STW
Dibenzyldichloorsilaan
2435 X80
LT*
DW
Ethylfenyldichloorsilaan
2436 33
LF2
-1
Thioazijnzuur
2437 X80
LT*
LFW
Methylfenyldichloorsilaan
2438 663
LF2/LT*
Octafluorpropaan (koelgas R 218) -1
-1
Natriumchloraat, oplossing in water Calciumchloraat, oplossing in water
-1
DW
Calciumchloraat, oplossing in water
Anisidinen N,N-Diethylaniline Chloornitrotoluenen
Trimethylacetylchloride (pivaloylchloride)
2439 80
SNR
STW
Natriumwaterstofdifluoride (natriumbifluoride)
2440 80
SNR
STW
Tintetrachloride-pentahydraat
2441 48
NR
Titaantrichloride, mengsels, pyrofoor
2441 48
NR
Titaantrichloride, pyrofoor
2442 X80
LT1
LTW
Trichlooracetylchloride
2443 80
LT*
LTW
Vanadiumoxytrichloride
2444 X88
LT*
LTW
Vanadiumtetrachloride
2445 X333
NR
LFW
Lithiumalkylen
2446 60
SNR
Nitrocresolen
2447 446
NR
Fosfor, geel, gesmolten
2447 446
NR
Fosfor, wit, gesmolten
2448 44
NR
Zwavel, gesmolten
2451 25
GT0
Stikstoftrifluoride, samengeperst
2452 239
GF1
Ethylacetyleen, gestabiliseerd
2453 23
GF3
Ethylfluoride (koelgas R 161)
2454 23
GF3
Methylfluoride (koelgas R 41)
2455
VERBOD
Methylnitriet: zie rn. 201, cf. 2 A
2456 33
LF2
2-Chloorpropeen
2457 33
LF2
2,3-Dimethylbutaan
2458 33
LF2
Hexadienen
2459 33
LF2
2-Methylbuteen-1
2460 33
LF2
2-Methylbuteen-2
2461 33
LF2
Methylpentadienen
2463 X423
NR
SFW
Aluminiumhydride
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
2464 56
RCL1999b
31
con1999b Naam
NR
Berylliumnitraat
2465 50
NR
Dichloorisocyanuurzure zouten
2465 50
NR
Dichloorisocyanuurzuur, droog
2466 55
NR
2468 50
NR
2469 50
NR
2470 60
LNR
Fenylacetonitril, vloeibaar (benzylcyanide)
2471 66
SNR
Osmiumtetroxide
-1
Kaliumsuperoxide
-1
Zinkbromaat
Trichloorisocyanuurzuur, droog
2473 60
SNR
-1
Natriumarsanilaat
2474 60
LT*
DW
Thiofosgeen
2475 80
SNR
STW
Vanadiumtrichloride
2477 663
LF1/LT*
DW
Methylisothiocyanaat
2478 336
LF2/LT*
Isocyanaat, oplossing, brandbaar, giftig, n.e.g.
2478 336
LF2/LT*
Isocyanaten, brandbaar, giftig, n.e.g. *
2478 36
LF1/LT*
Isocyanaat, oplossing, brandbaar, giftig, n.e.g.
2478 36
LF1/LT*
Isocyanaten, brandbaar, giftig, n.e.g. *
2480 663
LF2/LT4
Methylisocyanaat
2481 336
LF2/LT4
Ethylisocyanaat
2482 663
LF2/LT*
n-Propylisocyanaat
2483 336
LF2/LT*
Isopropylisocyanaat
2484 663
LF2/LT*
tert-Butylisocyanaat
2485 663
LF2/LT1
n-Butylisocyanaat
2486 336
LF2/LT3
Isobutylisocyanaat
2487 663
LF1/LT*
2488 663
LF1/LT2
2490 60
LT*
DW
Dichloorisopropylether
2491 80
LNR
-1
Ethanolamine
2491 80
LT*
-1
Ethanolamine, oplossing
2493 338
LF2/LT*
-1
Hexamethyleenimine
2495 568
LT1
DW
Joodpentafluoride
2496 80
LNR
2498 30
LF1
2501 60
LNR
-1
Tris-(1-aziridinyl)-fosfineoxide, oplossing
2501 60
LT*
-1
Tris-(1-aziridinyl)-fosfineoxide, oplossing
2502 83
LF1/LT*
2503 80
SNR
STW
Zirkoniumtetrachloride
2504 60
LT*
DW
Tetrabroomethaan (acetyleentetrabromide)
2505 60
SNR
DW
Fenylisocyanaat Cyclohexylisocyanaat
Propionzuuranhydride 1,2,3,6-Tetrahydrobenzaldehyde
Valerylchloride (valeriaanzuurchloride)
Ammoniumfluoride
2506 80
SNR
-1
Ammoniumwaterstofsulfaat (ammoniumbisulfaat)
2507 80
SNR
-1
Hexachloorplatinazuur, vast
2508 80
SNR
STW
Molybdeenpentachloride
2509 80
SNR
-1
Kaliumwaterstofsulfaat (kaliumbisulfaat)
2511 80
LNR
-1
alfa-Chloorpropionzuur
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
2512 60
RCL1999b
32
con1999b Naam
LNR
Aminofenolen (o-, m-, p-)
2513 X80
LT*
LTW
Broomacetylbromide
2514 30
LF1
DW
Broombenzeen
2515 60
LNR
DW
Bromoform
2516 60
SNR
Tetrabroomkoolstof
2517 23
GF2
1-Chloor-1,1-difluorethaan (koelgas R 142b)
2518 60
LT*
1,5,9-Cyclododecatrieen
2520 30
LF1
Cyclooctadienen
2521 663
LF1
DW
Diketeen, gestabiliseerd+D1815
2522 69
LNR
-1
2-Dimethylaminoethylmethacrylaat
2524 30
LF1
2525 60
LNR
DW
Ethyloxalaat
2526 38
LF1/LT*
-1
Furfurylamine
2527 39
LF1
Isobutylacrylaat, gestabiliseerd
2528 30
LF1
Isobutylisobutyraat
2529 38
LF1
Isoboterzuur
2530 38
LF1/LT*
Isoboterzuuranhydride
2531 89
LNR
Methacrylzuur, gestabiliseerd
2533 60
LT*
2534 263
GF1/GT4
2535 338
LF2/LT*
2536 33
LF2
Methyltetrahydrofuran
2538 40
NR
Nitronaftaleen
2541 30
LF1
Terpinoleen
2542 60
LNR
Tributylamine
2545 40
NR
Hafniumpoeder, droog
2545 43
NR
Hafniumpoeder, droog
2546 40
NR
Titaanpoeder, droog
2546 43
NR
Titaanpoeder, droog
2547 55
NR
Natriumsuperoxide
2548 265
GT*
Chloorpentafluoride
Ethylorthoformiaat
DW
Methyltrichlooracetaat Methylchloorsilaan
-1
-1
4-Methylmorfoline (N-methylmorfoline)
2552 60
SNR
2554 33
LF2
Hexafluoraceton-hydraat Methylallylchloride
2555 40
NR
Nitrocellulose met water
2556 40
NR
Nitrocellulose met alcohol
2557 40
NR
2558 663
LF1/LT*
DW
Nitrocellulose, mengsel, met of zonder plastificeermiddel, met of zonder pigment Epibroomhydrine
2560 30
LF1
-1
2-Methylpentanol-2
2561 33
LF2
2564 80
LF1
-1
Trichloorazijnzuur, oplossing
2565 80
LT*
Dicyclohexylamine
2567 60
SNR
Natriumpentachloorfenolaat
3-Methylbuteen-1 (isoamyleen-1) (isopropylethyleen)
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
2570 60
RCL1999b
33
con1999b Naam
SNR
Cadmiumverbinding
2570 66
SNR
2571 80
LNR
DW
Cadmiumverbinding Alkylzwavelzuren
2572 60
LNR
DW
Fenylhydrazine
2573 56
NR
2574 60
LT*
2576 80
LT*
2577 80
LT*
Thalliumchloraat DW
Tricresylfosfaat met meer dan 3% van het ortho-isomeer Fosforoxybromide, gesmolten
DW
Fenylacetylchloride
-1
Piperazine (diethyleendiamine)
2578 80
SNR
2579 80
SNR
Fosfortrioxide
2580 80
LNR
Aluminiumbromide, oplossing
2581 80
LNR
Aluminiumchloride, oplossing
2582 80
LNR
IJzer(III)chloride, oplossing
2583 80
SNR
-1
Alkylsulfonzuren, vast, met meer dan 5% vrij zwavelzuur
2583 80
SNR
-1
Arylsulfonzuren, vast, met meer dan 5% vrij zwavelzuur
2584 80
LNR
-1
2584 80
LNR
-1
Alkylsulfonzuren, vloeibaar, met meer dan 5% vrij zwavelzuur Arylsulfonzuren, vloeibaar, met meer dan 5% vrij zwavelzuur
2585 80
SNR
-1
Alkylsulfonzuren, vast, met ten hoogste 5% vrij zwavelzuur
2585 80
SNR
-1
Arylsulfonzuren, vast, met ten hoogste 5% vrij zwavelzuur
2586 80
LNR
-1
2586 80
LNR
-1
2587 60
SNR
Alkylsulfonzuren, vloeibaar, met ten hoogste 5% vrij zwavelzuur Arylsulfonzuren, vloeibaar, met ten hoogste 5% vrij zwavelzuur Benzochinon
2588 60
SNR
Pesticide, vast, giftig, n.e.g.
2588 66
SNR
Pesticide, vast, giftig, n.e.g.
2589 63
LF*/LT*
Vinylchlooracetaat
2590 90
SNR
Asbest, wit (chrysotiel, actinoliet, anthofylliet, tremoliet)
2591 22
GNR
Xenon, sterk gekoeld, vloeibaar
2599 20
GNR
2600 263
GF0/GT0
2601 23
GF1
Azeotropisch mengsel van chloortrifluormethaan en trifluormethaan (koelgas R 503) Mengsel van koolmonoxide en waterstof, samengeperst (mengsel van koolstofmonoxide en waterstof, samengeperst)(synthesegas, Fischer-Tropschgas, watergas) Cyclobutaan
2602 20
GNR
2603 336
LF2/LT*
Azeotropisch mengsel van dichloordifluormethaan en 1,1difluorethaan (koelgas R 500) Cycloheptatrieen
2604 883
LT*
2605 336
LF2/LT*
DW
Methoxymethylisocyanaat
2606 663
LF2/LT1
Methylorthosilicaat (tetramethoxysilaan) -1
Boortrifluoride-diethyletheraat (boortrifluoride-ether-complex)
2607 39
LF1
2608 30
LF1
Nitropropanen
Acroleine dimeer, gestabiliseerd
2609 60
LNR
Triallylboraat
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
2610 38
RCL1999b
34
con1999b Naam
LF1/LT*
Triallylamine
2611 63
LF1/LT*
2612 33
LF2
-1
1-Chloorpropanol-2 Methylpropylether
2614 30
LF1
Methylallylalcohol
2615 33
LF2
Ethylpropylether
2616 30
LF1
Triisopropylboraat
2616 33
LF2
Triisopropylboraat
2617 30
LF1
Methylcyclohexanolen
2618 39
LF1
Vinyltoluenen, gestabiliseerd (o-, m-, p-)
2619 83
LF1
Benzyldimethylamine
2620 30
LF1
Amylbutyraten
2621 30
LF1
-1
Acetylmethylcarbinol
2622 336
LF2/LT*
-1
Glycidaldehyde
2623 40
NR
2624 423
NR
SFW
Magnesiumsilicide
2626 50
NR
-1
Chloorzuur, oplossing in water
2627 50
NR
2628 66
SNR
-1
2629 66
SNR
-1
2630 66
SNR
Selenaten
2630 66
SNR
Selenieten
2642 66
SNR
-1
Fluorazijnzuur
2643 60
LT*
DW
Methylbroomacetaat
2644 66
LT2
DW
Methyljodide
Vuuraanmakers (vast)
Anorganische nitrieten, n.e.g. Kaliumfluoracetaat Natriumfluoracetaat
2645 60
SNR
2646 66
LT2
Fenacylbromide (omega-broomacetofenon)
2647 60
SNR
Malonitril
2648 60
LT*
1,2-Dibroombutanon-3
2649 60
SNR
-1
1,3-Dichlooraceton
2650 60
SNR
DW
1,1-Dichloor-1-nitroethaan
2651 60
SNR
4,4'-Diaminodifenylmethaan
2653 60
LT*
Benzyljodide
2655 60
SNR
Kaliumfluorosilicaat
2656 60
LNR
2657 60
SNR
2659 60
SNR
2660 60
SNR
2661 60
LT*
2662 60
SNR
2664 60
LT*
2667 60
LT*
2668 63
LF1/LT*
2669 60
SNR
DW
DW
Hexachloorcyclopentadieen
Chinoline Seleendisulfide
-1
Natriumchlooracetaat Mononitrotoluidinen
DW
Hexachlooraceton Hydrochinon
DW
Dibroommethaan Butyltoluenen
DW
Chlooracetonitril Chloorcresolen
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
35
con1999b Naam
2670 80
SNR
Cyanuurchloride
2671 60
SNR
2672 80
LNR
2673 60
SNR
Ammoniak, oplossing in water, met meer dan 10% maar ten hoogste 35% ammoniak 2-Amino-4-chloorfenol
2674 60
SNR
Natriumfluorosilicaat
-1
Aminopyridinen (o-, m-, p-)
2676 263
GF3/GT5
Antimoonwaterstof (stibine)
2676 263
GF3/GT5
Stibine (antimoonwaterstof)
2677 80
LNR
-1
Rubidiumhydroxide, oplossing
2678 80
SNR
-1
Rubidiumhydroxide
2679 80
LNR
Lithiumhydroxide, oplossing
2680 80
SNR
Lithiumhydroxide-monohydraat
2681 80
LNR
-1
Cesiumhydroxide, oplossing
2682 80
SNR
-1
Cesiumhydroxide
2683 86
LF*/LT*
-1
Ammoniumsulfide, oplossing
2684 38
LF1/LT*
-1
3-(Diethylamino)-propylamine
2685 83
LF1
-1
N,N-Diethylethyleendiamine
2686 83
LF1
-1
2-Diethylaminoethanol
2687 40
NR
2688 60
LT*
DW
1-Broom-3-chloorpropaan
2689 60
LT*
-1
Glycerol-alfa-monochloorhydrine
2690 60
SNR
-1
N,n-Butylimidazool
2691 80
SNR
STW
Fosforpentabromide
2692 X88
LT2
LTW
Boortribromide
2693 80
LNR
Waterstofsulfieten, oplossing in water, n.e.g.
2698 80
SNR
2699 88
LT*
Tetrahydroftaalzuuranhydriden met meer dan 0,05% maleïnezuuranhydride Trifluorazijnzuur
Dicyclohexylammoniumnitriet
-1
2705 80
LT*
1-Pentol (3-methylpenteen-2-yn-4-ol-1)
2707 30
LF1
Dimethyldioxanen
2707 33
LF2
Dimethyldioxanen
2709 30
LF1
Butylbenzenen
2710 30
LF1
Dipropylketon
2713 60
SNR
Acridine
2714 40
NR
Zinkresinaat
2715 40
NR
Aluminiumresinaat
2716 60
SNR
2717 40
NR
2719 56
NR
2720 50
NR
-1
Chroomnitraat
2721 50
NR
-1
Koperchloraat
-1
Butyndiol-1,4 Kamfer Bariumbromaat
2722 50
NR
Lithiumnitraat
2723 50
NR
Magnesiumchloraat
2724 50
NR
-1
Mangaannitraat
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
2725 50
36
RCL1999b
con1999b Naam
NR
-1
Nikkelnitraat
2726 50
NR
Nikkelnitriet
2727 65
SNR
Thalliumnitraat
2728 50
NR
2729 60
LT*
Hexachloorbenzeen
2730 60
LNR
Nitroanisol
2732 60
SNR
Nitrobroombenzeen
2733 338
LF2
Polyaminen, brandbaar, bijtend, n.e.g. *
2733 338
LF2
-1
Aminen, brandbaar, bijtend, n.e.g.
2733 338
LF2/LT*
-1
Aminen, brandbaar, bijtend, n.e.g.
2733 38
LF1
-1
Zirkoniumnitraat
Polyaminen, brandbaar, bijtend, n.e.g. *
2733 38
LF1
-1
Aminen, brandbaar, bijtend, n.e.g.
2734 83
LF1
-1
Aminen, vloeibaar, bijtend, brandbaar, n.e.g.
2734 83
LF1
-1
Polyaminen, vloeibaar, bijtend, brandbaar, n.e.g.
2734 883
LF1
-1
Aminen, vloeibaar, bijtend, brandbaar, n.e.g.
2734 883
LF1
-1
Polyaminen, vloeibaar, bijtend, brandbaar, n.e.g.
2735 80
LT*
-1
Aminen, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
2735 80
LT*
-1
Polyaminen, vloeibaar, bijtend, n.e.g. *
2735 88
LT*
-1
Aminen, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
2735 88
LT*
-1
Polyaminen, vloeibaar, bijtend, n.e.g. *
2738 60
LNR
2739 80
LF1
2740 668
LF1/LT*
2741 56
NR
N-Butylaniline Boterzuuranhydride DW
n-Propylchloorformiaat Bariumhypochloriet
2742 638
LF*/LT*
2743 638
LF1/LT*
Chloorformiaten, giftig, bijtend, brandbaar, n.e.g.
2744 638
LF*/LT*
2745 68
LT*
DW
Chloormethylchloorformiaat
2746 68
LT*
DW
Fenylchloorformiaat
2747 60
LT*
DW
tert-Butylcyclohexylchloorformiaat
2748 68
LT*
DW
n-Butylchloorformiaat Cyclobutylchloorformiaat
2-Ethylhexylchloorformiaat
2749 33
LF2
2750 60
LT*
DW
1,3-Dichloorpropanol-2 (alfa-dichloorhydrine)
Tetramethylsilaan
2751 80
LT*
DW
Diethylthiofosforylchloride
2752 30
LF1
1,2-Epoxy-3-ethoxypropaan
2753 60
SNR
N-Ethylbenzyltoluidinen
2754 60
LNR
N-Ethyltoluidinen
2757 60
SNR
Pesticide, carbamaat, vast, giftig
2757 66
SNR
Pesticide, carbamaat, vast, giftig
2758 336
LF2/LT*
Pesticide, carbamaat, vloeibaar, brandbaar, giftig
2759 60
SNR
Pesticide, arseenverbinding, vast, giftig
2759 66
SNR
Pesticide, arseenverbinding, vast, giftig
2760 336
LF2/LT*
Pesticide, arseenverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
2761 60
RCL1999b
37
con1999b Naam
SNR
Pesticide, organische chloorverbinding, vast, giftig
2761 66
SNR
2762 336
LF2/LT*
2763 60
SNR
Pesticide, organische chloorverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig Pesticide, triazineverbinding, vast, giftig
Pesticide, organische chloorverbinding, vast, giftig
2763 66
SNR
Pesticide, triazineverbinding, vast, giftig
2764 336
LF2/LT*
Pesticide, triazineverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig
2771 60
SNR
Pesticide, thiocarbamaat, vast, giftig
2771 66
SNR
Pesticide, thiocarbamaat, vast, giftig
2772 336
LF2/LT*
Pesticide, thiocarbamaat, vloeibaar, brandbaar, giftig
2775 60
SNR
Pesticide, koperverbinding, vast, giftig
2775 66
SNR
Pesticide, koperverbinding, vast, giftig
2776 336
LF2/LT*
Pesticide, koperverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig
2777 60
SNR
Pesticide, kwikverbinding, vast, giftig
2777 66
SNR
Pesticide, kwikverbinding, vast, giftig
2778 336
LF2/LT*
Pesticide, kwikverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig
2779 60
SNR
Pesticide, met gesubstitueerd nitrofenol, vast, giftig
2779 66
SNR
Pesticide, met gesubstitueerd nitrofenol, vast, giftig
2780 336
LF2/LT*
2781 60
SNR
Pesticide, met gesubstitueerd nitrofenol, vloeibaar, brandbaar, giftig Pesticide, bipyridiliumverbinding, vast, giftig
DW
-1
2781 66
SNR
Pesticide, bipyridiliumverbinding, vast, giftig
2782 336
LF2/LT*
Pesticide, bipyridiliumverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig
2783 60
SNR
Pesticide, organische fosforverbinding, vast, giftig
2783 66
SNR
Pesticide, organische fosforverbinding, vast, giftig
2784 336
LF2/LT*
2785 60
LT*
Pesticide, organische fosforverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig 4-Thiapentanal (3-methylmercaptopropionaldehyde)
2786 60
SNR
-1
Pesticide, organische tinverbinding, vast, giftig
2786 66
SNR
Pesticide, organische tinverbinding, vast, giftig
2787 336
LF2/LT*
2788 60
LT*
Pesticide, organische tinverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig Organische tinverbinding, vloeibaar, n.e.g.
2788 66
LT*
Organische tinverbinding, vloeibaar, n.e.g.
2789 83
LF1
-1
Azijnzuur, oplossing met meer dan 80 massa-% zuur
2789 83
LF1
-1
IJsazijn (azijnzuur)
2790 80
LNR
-1
2790 80
LNR
-1
2793 40
NR
Azijnzuur, oplossing, met meer dan 10 massa-% maar minder dan 50 massa-% zuur Azijnzuur, oplossing, met ten minste 50 massa-% en ten hoogste 80 massa-% zuur Boorspanen, freesspanen of draaispanen van ferrometalen
2794 80
NR
Accumulatoren (batterijen), nat, gevuld met zure elektrolyt
2795 80
NR
2796 80
LNR
-1
Accumulatoren (batterijen), nat, gevuld met alkalische elektrolyt Accumulatorvloeistof, zuur (elektrolyt voor batterijen, zuur)
2796 80
LNR
-1
Zwavelzuur met ten hoogste 51% zuur
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
38
con1999b Naam
2797 80
LNR
2798 80
LT*
DW
Accumulatorvloeistof, alkalisch (elektrolyt voor batterijen, alkalisch) Fenylfosfordichloride
2799 80
LT*
DW
Fenylfosforthiodichloride
2800 80
NR
Accumulatoren (batterijen), nat, van het gesloten type
2801 80
LT*
Kleurstof, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
2801 80
LT*
Tussenproduct voor kleurstof, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
2801 88
LT*
Kleurstof, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
2801 88
LT*
Tussenproduct voor kleurstof, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
2802 80
SNR
2803 80
SNR
2805 423
NR
SFW
Lithiumhydride, vast, gietstukken
2806 X423
NR
SFW
Lithiumnitride
2809 80
LT*
DW
Kwik
2810 60
LT*
DW
Giftige organische vloeistof, n.e.g.
STW
Koperchloride Gallium
2807
Gemagnetiseerd materiaal: zie rn. 900 (3)
2810 66
LT*
Giftige organische vloeistof, n.e.g.
2811 60
SNR
Giftige organische vaste stof, n.e.g.
2811 66
SNR
Giftige organische vaste stof, n.e.g.
2812
Natriumaluminaat: zie rn. 800 (9)
2813 423
NR
SFW
Met water reactieve vaste stof, n.e.g.
2813 X423
NR
Met water reactieve vaste stof, n.e.g.
2814 606
NR
2815 80
LT*
-1
Infectueuze stof, gevaarlijk voor mensen (besmettelijke stof, gevaarlijk voor mensen) N-Aminoethylpiperazine
2817 86
LT*
2818 86
LT*
-1
Ammoniumwaterstofdifluoride, oplossing (ammoniumbifluoride, oplossing) Ammoniumpolysulfide, oplossing
2819 80
SNR
2820 80
LNR
2821 60
LNR
2822 60
LNR
2823 80
SNR
2826 83
LF1/LT*
2829 80
LNR
2830 423
NR
SFW
2831 60
LNR
DW
1,1,1-Trichloorethaan
2834 80
SNR
-1
Fosforigzuur
2835 423
NR
SFW
Natriumaluminiumhydride
2837 80
LNR
2837 80
LT*
2838 339
LF2
Waterstofsulfaten, oplossing in water (bisulfaten, oplossing in water) Waterstofsulfaten, oplossing in water (bisulfaten, oplossing in water) Vinylbutyraat, gestabiliseerd
2839 60
LNR
3-Hydroxybutyraldehyde (aldol)
Amylfosfaat -1
Boterzuur Fenol, oplossing
DW
2-Chloorpyridine Crotonzuur
DW
Ethylchloorthioformiaat Capronzuur Lithiumferrosilicium
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
39
RCL1999b
con1999b Naam
2839 60
LNR
-1
2840 30
LF1
Butyraldoxime
2841 36
LF1/LT*
Di-n-amylamine
2842 30
LF1
DW
Nitroethaan
2844 423
NR
SFW
Calciummangaansilicide
2845 333
NR
Pyrofore organische vloeistof, n.e.g.
2846 43
NR
Pyrofore organische vaste stof, n.e.g. *
2849 60
LT*
Aldol (3-hydroxybutyraldehyde)
DW
3-Chloorpropanol-1
DW
Boortrifluoride-dihydraat
2850 30
LF1
2851 80
LT*
Tetrapropyleen (propyleen tetrameer)
2852 40
NR
Dipicrylsulfide, bevochtigd, =< 500g
2853 60
SNR
Magnesiumfluorosilicaat
2854 60
SNR
Ammoniumfluorosilicaat
2855 60
SNR
-1
Zinkfluorosilicaat
2856 60
SNR
Fluorosilicaten, n.e.g.
2857 20
NR
Koelmachines
2858 40
NR
Zirkonium, droog
2859 60
SNR
Ammoniummetavanadaat
2861 60
SNR
Ammoniumpolyvanadaat
2862 60
SNR
Vanadiumpentoxide
2863 60
SNR
-1
Natriumammoniumvanadaat
2864 60
SNR
Kaliummetavanadaat
2865 80
SNR
Hydroxylaminesulfaat
2869 80
SNR
2870 X333
NR
Aluminiumboorhydride
2870 X333
NR
Aluminiumboorhydride in apparaten
2871 60
SNR
Antimoonpoeder
2872 60
LT*
2873 60
LNR
2874 60
LNR
2875 60
SNR
2876 60
SNR
2878 40
NR
Titaanspons, granulaat
2878 40
NR
Titaanspons, poeder
STW
DW
Titaantrichloride, mengsel
Dibroomchloorpropanen Dibutylaminoethanol
-1
Furfurylalcohol Hexachlorofeen
-1
LTW
Resorcinol
2879 X886
LT*
2880 50
NR
Calciumhypochloriet, gehydrateerd
Seleenoxychloride (seleenoxydichloride)
2880 50
NR
Calciumhypochloriet, gehydrateerd, mengsel
2881 40
NR
Metaalkatalysator, droog
2881 43
NR
Metaalkatalysator, droog
2900 606
NR
2901 265
GT*
Infectueuze stof, gevaarlijk voor dieren (besmettelijke stof, gevaarlijk voor dieren) Broomchloride
2902 60
LT*
Pesticide, vloeibaar, giftig, n.e.g.
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
2902 66
LT*
40
con1999b Naam Pesticide, vloeibaar, giftig, n.e.g.
2903 63
LF*/LT*
Pesticide, vloeibaar, giftig, brandbaar, n.e.g.
2903 663
LF*/LT*
Pesticide, vloeibaar, giftig, brandbaar, n.e.g.
2904 80
LNR
-1
Chloorfenolaten, vloeibaar
2904 80
LNR
-1
Fenolaten, vloeibaar
2905 80
SNR
-1
Chloorfenolaten, vast
2905 80
SNR
-1
Fenolaten, vast
2907 40
NR
Isosorbidedinitraat, mengsel
2920 83
LF*/LT*
Bijtende vloeistof, brandbaar, n.e.g.
2920 883
LF*/LT*
Bijtende vloeistof, brandbaar, n.e.g.
2921 84
SF
Bijtende vaste stof, brandbaar, n.e.g. *
2921 884
SF
Bijtende vaste stof, brandbaar, n.e.g. *
2922 86
LT*
Bijtende vloeistof, giftig, n.e.g.
2922 886
LT*
Bijtende vloeistof, giftig, n.e.g.
2923 86
SNR
Bijtende vaste stof, giftig, n.e.g.
2923 886
SNR
Bijtende vaste stof, giftig, n.e.g.
2924 338
LF2
Brandbare vloeistof, bijtend, n.e.g.
2924 338
LF2/LT1
Brandbare vloeistof, bijtend, n.e.g.
2924 38
LF1
Brandbare vloeistof, bijtend, n.e.g.
2925 48
NR
Brandbare organische vaste stof, bijtend, n.e.g.
2926 46
NR
Brandbare organische vaste stof, giftig, n.e.g.
2927 668
LT*
Giftige organische vloeistof, bijtend, n.e.g.
2927 68
LT*
Giftige organische vloeistof, bijtend, n.e.g.
2928 668
SNR
Giftige organische vaste stof, bijtend, n.e.g.
2928 68
SNR
Giftige organische vaste stof, bijtend, n.e.g.
2929 63
LF*/LT*
Giftige organische vloeistof, brandbaar, n.e.g.
2929 663
LF*/LT*
Giftige organische vloeistof, brandbaar, n.e.g.
2929 663
LF2/LT*
Giftige organische vloeistof, brandbaar, n.e.g.
2930 64
SNR
Giftige organische vaste stof, brandbaar, n.e.g.
2930 664
SNR
Giftige organische vaste stof, brandbaar, n.e.g.
2931 60
SNR
Vanadylsulfaat
2933 30
LF1
2934 30
LF1
DW
Methyl-2-chloorpropionaat
2935 30
LF1
DW
2936 60
LT*
-1
2937 60
SNR
alfa-Methylbenzylalcohol
2940 40
NR
9-Fosfabicyclononanen (cyclooctadieenfosfinen)
2941 60
LNR
DW
2942 60
LNR
DW
2-Trifluormethylaniline
2943 30
LF1
-1
Tetrahydrofurfurylamine
2945 338
LF2/LT*
-1
N-Methylbutylamine
Isopropyl-2-chloorpropionaat Ethyl-2-chloorpropionaat Thiomelkzuur
Fluoranilinen
2946 60
LNR
-1
2-Amino-5-diethylaminopentaan
2947 30
LF1
DW
Isopropylchlooracetaat
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
41
RCL1999b
con1999b Naam
2948 60
LT*
DW
3-Trifluormethylaniline
2949 80
LT*
-1
2950 423
NR
SFW
Natriumwaterstofsulfide, gehydrateerd met ten minste 25% kristalwater Magnesiumkorrels, gecoat
2956 40
NR
2965 382
LF2/LT*
LTW
Boortrifluoride-dimethyletheraat
2966 60
LT*
-1
Thioglycol (mercaptoethanol)
2967 80
SNR
2968 423
NR
SFW
2968 423
NR
SFW
2969 90
NR
Ricinuskoeken
2969 90
NR
Ricinusmeel
2969 90
NR
Ricinusvlokken
2969 90
NR
2983 336
LF2/LT*
-1
2984 50
NR
-1
2985 X338
LF*/LT*
5-tert-Butyl-2,4,6-trinitro-m-xyleen (muskus-xyleen)
Sulfaminezuur (aminosulfonzuur) Maneb (mangaan-ethyleen-1,2-bis-dithiocarbamaat), gestabiliseerd Maneb-preparaten, gestabiliseerd
Ricinuszaad Ethyleenoxide en propyleenoxide, mengsel met ten hoogste 30% ethyleenoxide Waterstofperoxide, oplossing Chloorsilanen, brandbaar, bijtend, n.e.g.
2986 X83
LF*/LT*
LTW
Chloorsilanen, bijtend, brandbaar, n.e.g.
2987 X80
LT*
LTW
Chloorsilanen, bijtend, n.e.g.
2988 X338
LF2/LT*
LTW
Chloorsilanen, reactief met water, brandbaar, bijtend, n.e.g.
2989 40
NR
Loodfosfiet, dibasisch
2990 90
NR
Reddingsmiddelen, automatisch opblaasbaar
2991 63
LF*/LT*
Pesticide, carbamaat, vloeibaar, giftig, brandbaar
2991 663
LF*/LT*
Pesticide, carbamaat, vloeibaar, giftig, brandbaar
2992 60
LT*
Pesticide, carbamaat, vloeibaar, giftig
2992 66
LT*
Pesticide, carbamaat, vloeibaar, giftig
2993 63
LF*/LT*
Pesticide, arseenverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
2993 663
LF*/LT*
Pesticide, arseenverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
2994 60
LT*
Pesticide, arseenverbinding, vloeibaar, giftig
2994 66
LT*
Pesticide, arseenverbinding, vloeibaar, giftig
2995 63
LF*/LT*
2995 663
LF*/LT*
2996 60
LT*
Pesticide, organische chloorverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, organische chloorverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, organische chloorverbinding, vloeibaar, giftig
2996 66
LT*
Pesticide, organische chloorverbinding, vloeibaar, giftig
2997 63
LF*/LT*
Pesticide, triazineverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
2997 663
LF*/LT*
Pesticide, triazineverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
2998 60
LT*
Pesticide, triazineverbinding, vloeibaar, giftig
2998 66
LT*
Pesticide, triazineverbinding, vloeibaar, giftig
3005 63
LF*/LT*
Pesticide, dithiocarbamaat, vloeibaar, giftig, brandbaar
3005 663
LF*/LT*
Pesticide, dithiocarbamaat, vloeibaar, giftig, brandbaar
3006 60
LT*
Pesticide, dithiocarbamaat, vloeibaar, giftig
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
42
con1999b Naam
3006 66
LT*
Pesticide, dithiocarbamaat, vloeibaar, giftig
3009 63
LF*/LT*
Pesticide, koperverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3009 663
LF*/LT*
Pesticide, koperverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3010 60
LT*
Pesticide, koperverbinding, vloeibaar, giftig
3010 66
LT*
Pesticide, koperverbinding, vloeibaar, giftig
3011 63
LF*/LT*
Pesticide, kwikverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3011 663
LF*/LT*
Pesticide, kwikverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3012 60
LT*
Pesticide, kwikverbinding, vloeibaar, giftig
3012 66
LT*
Pesticide, kwikverbinding, vloeibaar, giftig
3013 63
LF*/LT*
3013 663
LF*/LT*
3014 60
LT*
Pesticide, met gesubstitueerd nitrofenol, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, met gesubstitueerd nitrofenol, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, met gesubstitueerd nitrofenol, vloeibaar, giftig
3014 66
LT*
Pesticide, met gesubstitueerd nitrofenol, vloeibaar, giftig
3015 63
LF*/LT*
Pesticide, bipyridiliumverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3015 663
LF*/LT*
Pesticide, bipyridiliumverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3016 60
LT*
Pesticide, bipyridiliumverbinding, vloeibaar, giftig
3016 66
LT*
Pesticide, bipyridiliumverbinding, vloeibaar, giftig
3017 63
LF*/LT*
3017 663
LF*/LT*
3018 60
LT*
Pesticide, organische fosforverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, organische fosforverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, organische fosforverbinding, vloeibaar, giftig
3018 66
LT*
Pesticide, organische fosforverbinding, vloeibaar, giftig
3019 63
LF*/LT*
3019 663
LF*/LT*
3020 60
LT*
Pesticide, organische tinverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, organische tinverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, organische tinverbinding, vloeibaar, giftig
3020 66
LT*
Pesticide, organische tinverbinding, vloeibaar, giftig
3021 336
LF2/LT*
Pesticide, vloeibaar, brandbaar, giftig, n.e.g.
3022 339
LF2
1,2-Butyleenoxide, gestabiliseerd
3023 663
LF1/LT*
2-Methyl-2-heptaanthiol
3024 336
LF2/LT*
Pesticide, cumarineverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig
3025 63
LF*/LT*
Pesticide, cumarineverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3025 663
LF*/LT*
Pesticide, cumarineverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3026 60
LT*
Pesticide, cumarineverbinding, vloeibaar, giftig
3026 66
LT*
Pesticide, cumarineverbinding, vloeibaar, giftig
3027 60
SNR
Pesticide, cumarineverbinding, vast, giftig
3027 66
SNR
Pesticide, cumarineverbinding, vast, giftig
3028 80
NR
3048 642
LTW
3049 X333
NR
Metaalalkylhalogeniden, reactief met water, n.e.g.
3049 X333
NR
Metaalarylhalogeniden, reactief met water, n.e.g.
Accumulatoren (batterijen), droog, met vast kaliumhydroxide LTW
Aluminiumfosfide, pesticide
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
3050 X333
43
RCL1999b
con1999b Naam
NR
LFW
Metaalalkylhydriden, reactief met water, n.e.g.
3050 X333
NR
LFW
Metaalarylhydriden, reactief met water, n.e.g.
3051 X333
NR
LFW
Aluminiumalkylen
3052 X333
NR
LFW
Aluminiumalkylhalogeniden
3053 X333
NR
LFW
3054 30
LF1
3055 80
LNR
3056 30
LF1
3057 268
GT*
3064 33
LF2
DW
Nitroglycerine, oplossing in alcohol
3065 30
LF1
-1
3065 33
LF2
-1
Alcoholische dranken met meer dan 24 vol.-% en ten hoogste 70 vol.-% alcohol Alcoholische dranken met meer dan 70 vol.-% alcohol
3066 80
LNR
Verf
3066 80
LNR
Verf-verwante producten
3070 20
GNR
Mengsel van ethyleenoxide en dichloordifluormethaan
Magnesiumalkylen Cyclohexylmercaptaan
-1
2-(2-Aminoethoxy)ethanol n-Heptaldehyde Trifluoracetylchloride
3071 63
LF*/LT*
Mercaptanen, mengsel, vloeibaar, giftig, brandbaar, n.e.g.
3071 63
LF*/LT*
Mercaptanen, vloeibaar, giftig, brandbaar, n.e.g.
3072 90
NR
Reddingsmiddelen, niet automatisch opblaasbaar
3073 638
LF*/LT*
Vinylpyridinen, gestabiliseerd
3076 X333
NR
Aluminiumalkylhydriden
3077 90
SNR
Milieugevaarlijke vaste stof, n.e.g.
3078 423
NR
3079 336
LF2/LT*
Methacrylnitril, gestabiliseerd+D2462
3080 63
LF1/LT*
Isocyanaat, oplossing, giftig, brandbaar, n.e.g.
3080 63
LF1/LT*
Isocyanaten, giftig, brandbaar, n.e.g. *
SFW
Cerium
3082 90
LNR
Milieugevaarlijke vloeistof, n.e.g.
3083 265
GT*
Perchlorylfluoride
3084 85
SNR
Bijtende vaste stof, oxiderend, n.e.g. *
3084 885
SNR
Bijtende vaste stof, oxiderend, n.e.g. *
3085 558
NR
Oxiderende vaste stof, bijtend, n.e.g. *
3085 58
NR
Oxiderende vaste stof, bijtend, n.e.g. *
3086 65
SNR
Giftige vaste stof, oxiderend, n.e.g.
3086 665
SNR
Giftige vaste stof, oxiderend, n.e.g.
3087 556
NR
Oxiderende vaste stof, giftig, n.e.g.
3087 56
NR
Oxiderende vaste stof, giftig, n.e.g.
3088 40
NR
Voor zelfverhitting vatbare, organische vaste stof, n.e.g.
3089 40
NR
Brandbaar metaalpoeder, n.e.g.
3090 90
NR
Lithiumbatterijen
3091 90
NR
Lithiumbatterijen in apparatuur
3091 90
NR
Lithiumbatterijen, verpakt met apparatuur
3092 30
LF1
3093 85
LT*
-1
1-Methoxy-2-propanol Bijtende vloeistof, oxiderend, n.e.g.
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
44
con1999b Naam
3093 885
LT*
Bijtende vloeistof, oxiderend, n.e.g.
3094 823
LFW
3095 84
SNR
Bijtende vaste stof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.
3095 884
SNR
Bijtende vaste stof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.
LFW
Bijtende vloeistof, reactief met water, n.e.g.
3096 842
SFW
3096 842
SFW
Bijtende vaste stof, reactief met water, n.e.g.
3097
NR
Brandbare vaste stof, oxiderend, n.e.g.: zie rn. 400 (11)
3098 558
NR
Oxiderende vloeistof, bijtend, n.e.g.
3098 58
NR
Oxiderende vloeistof, bijtend, n.e.g.
3099 556
NR
Oxiderende vloeistof, giftig, n.e.g.
3099 56
NR
Oxiderende vloeistof, giftig, n.e.g.
3100
NR
3101 539
NR
Oxiderende vaste stof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.: zie rn. 500 (12) Organisch peroxide, type B, vloeibaar
3102 539
NR
Organisch peroxide, type B, vast
3103 539
NR
Organisch peroxide, type C, vloeibaar
SFW
Bijtende vaste stof, reactief met water, n.e.g.
3104 539
NR
Organisch peroxide, type C, vast
3105 539
NR
Organisch peroxide, type D, vloeibaar
3106 539
NR
Organisch peroxide, type D, vast
3107 539
NR
Organisch peroxide, type E, vloeibaar
3108 539
NR
Organisch peroxide, type E, vast
3109 539
NR
Organisch peroxide, type F, vloeibaar
3110 539
NR
Organisch peroxide, type F, vast
3111
NR
3112
NR
3113
NR
3114
NR
3115
NR
3116
NR
3117
NR
3118
NR
3119
NR
Organisch peroxide, type B, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type B, vast, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type C, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type C, vast, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type D, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type D, vast, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type E, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type E, vast, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type F, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
45
con1999b Naam
3120
NR
3121
NR
3122 65
LT*
Organisch peroxide, type F, vast, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Oxiderende vaste stof, met water reactief, n.e.g.: zie rn. 500 (12) Giftige vloeistof, oxiderend, n.e.g.
3122 665
LT*
Giftige vloeistof, oxiderend, n.e.g.
3123 623
LT*
3124 64
SNR
LFW
Giftige vaste stof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.
Giftige vloeistof, reactief met water, n.e.g.
3124 664
SNR
Giftige vaste stof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.
3125 642
SFW
SFW
Giftige vaste stof, reactief met water, n.e.g.
3126 48
NR
STW
3127
NR
3128 46
NR
STW
3129 382
NR
LFW
Voor zelfverhitting vatbare, organische vaste stof, bijtend, n.e.g. Voor zelfverhitting vatbare stof, oxiderend, n.e.g.: zie rn. 430 (11) Voor zelfverhitting vatbare, organische vaste stof, giftig, n.e.g. Met water reactieve vloeistof, bijtend, n.e.g.
3129 X382
NR
LFW
Met water reactieve vloeistof, bijtend, n.e.g.
3130 362
NR
LFW
Met water reactieve vloeistof, giftig, n.e.g.
3130 X362
NR
LFW
Met water reactieve vloeistof, giftig, n.e.g.
3131 482
NR
SFW
Met water reactieve vaste stof, bijtend, n.e.g.
SFW
3131 X482
NR
Met water reactieve vaste stof, bijtend, n.e.g.
3132
NR
3133
NR
3134 462
NR
Met water reactieve vaste stof, brandbaar, n.e.g.: zie rn. 470 (11) Met water reactieve vaste stof, oxiderend, n.e.g.: zie rn. 470 (11) Met water reactieve vaste stof, giftig, n.e.g.
3134 X462
NR
Met water reactieve vaste stof, giftig, n.e.g.
3135
NR
3136 22
GNR
Met water reactieve vaste stof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.: zie rn. 470 (11) Trifluormethaan, sterk gekoeld, vloeibaar
3137
NR
Oxiderende vaste stof, brandbaar, n.e.g.: zie rn. 500 (12)
3138 223
GF0
3139 50
NR
Mengsel van ethyleen, acetyleen en propyleen, sterk gekoeld, vloeibaar (mengsel van etheen, ethyn en propeen, sterk gekoeld, vloeibaar) Oxiderende vloeistof, n.e.g.
3139 55
NR
Oxiderende vloeistof, n.e.g.
3140 60
NR
Alkaloïden, vloeibaar, n.e.g.
3140 60
NR
Alkaloïdezouten, vloeibaar, n.e.g.
3140 66
NR
Alkaloïden, vloeibaar, n.e.g.
3140 66
NR
Alkaloïdezouten, vloeibaar, n.e.g.
3141 60
LT*
Anorganische antimoonverbinding, vloeibaar, n.e.g.
3142 60
LT*
Desinfectiemiddel, vloeibaar, giftig, n.e.g.
3142 66
LT*
Desinfectiemiddel, vloeibaar, giftig, n.e.g.
3143 60
SNR
Kleurstof, vast, giftig, n.e.g.
3143 60
SNR
Tussenproduct voor kleurstof, vast, giftig, n.e.g.
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
3143 66
RCL1999b
46
con1999b Naam
SNR
Kleurstof, vast, giftig, n.e.g.
3143 66
SNR
3144 60
NR
-1
Nicotinepreparaat, vloeibaar, n.e.g.
Tussenproduct voor kleurstof, vast, giftig, n.e.g.
3144 60
NR
-1
Nicotineverbinding, vloeibaar, n.e.g.
3144 66
NR
-1
Nicotinepreparaat, vloeibaar, n.e.g.
3144 66
NR
-1
Nicotineverbinding, vloeibaar, n.e.g.
3145 80
LNR
Alkylfenolen, vloeibaar, n.e.g.
3145 88
LNR
Alkylfenolen, vloeibaar, n.e.g.
3146 60
SNR
Organische tinverbinding, vast, n.e.g. *
3146 66
SNR
Organische tinverbinding, vast, n.e.g. *
3147 80
SNR
Kleurstof, vast, bijtend, n.e.g.
3147 80
SNR
Tussenproduct voor kleurstof, vast, bijtend, n.e.g.
3147 88
SNR
Kleurstof, vast, bijtend, n.e.g.
3147 88
SNR
Tussenproduct voor kleurstof, vast, bijtend, n.e.g.
3148 323
NR
LFW
Met water reactieve vloeistof, n.e.g.
3148 X323
NR
LFW
Met water reactieve vloeistof, n.e.g.
3149 58
NR
3150 23
NR
Waterstofperoxide en peroxyazijnzuur, mengsel, gestabiliseerd Apparaten, klein, met koolwaterstofgas
3150 23
NR
Navulpatronen met koolwaterstofgas voor kleine apparaten
3151 90
NR
Polyhalogeenbifenylen, vloeibaar
3151 90
NR
Polyhalogeenterfenylen, vloeibaar
3152 90
NR
Polyhalogeenterfenylen, vast
3152 90
SNR
Polyhalogeenbifenylen, vast
3153 23
GF3
Perfluor(methylvinyl)ether
3154 23
GF1
Perfluor(ethylvinyl)ether
3155 60
LT*
Pentachloorfenol
3156 25
GNR
Samengeperst gas, oxiderend, n.e.g.
3157 25
GNR
Vloeibaar gemaakt gas, oxiderend, n.e.g.
3158 22
GNR
Sterk gekoeld, vloeibaar gas, n.e.g.
3159 20
GNR
1,1,1,2-Tetrafluorethaan (koelgas R 134a)
3160 263
GF*/GT*
Vloeibaar gemaakt gas, giftig, brandbaar, n.e.g.
3161 23
GF*
Vloeibaar gemaakt gas, brandbaar, n.e.g.
3162 26
GT*
Vloeibaar gemaakt gas, giftig, n.e.g.
3163 20
GNR
Vloeibaar gemaakt gas, n.e.g.
3164 20
NR
Voorwerpen onder hydraulische druk
3164 20
NR
Voorwerpen onder pneumatische druk
3165 336
NR
3166
NR
3167 23
NR
Brandstofreservoir voor hydraulisch aggregaat voor vliegtuigen Verbrandingsmotoren, ook indien ingebouwd in machines of voertuigen: zie rn. 900 (3) Gasmonster, drukloos, brandbaar, n.e.g.
3168 263
NR
Gasmonster, drukloos, giftig, brandbaar, n.e.g.
3169 26
NR
Gasmonster, drukloos, giftig, n.e.g.
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
3170 423
RCL1999b NR
47
con1999b Naam Bijproducten van de aluminiumfabricage
3170 423
NR
Bijproducten van het omsmelten van aluminium
3171
NR
3172 60
NR
Voertuig of apparaat met accuvoeding (met vloeibaar elektroliet): zie rn. 900 (3) Toxinen, gewonnen uit levende organismen, n.e.g.
3172 66
NR
Toxinen, gewonnen uit levende organismen, n.e.g.
3174 40
NR
Titaandisulfide
3175 40
NR
Vaste stoffen, die brandbare vloeistoffen bevatten, n.e.g.
3176 44
NR
Brandbare organische vaste stof, gesmolten, n.e.g.
3178 40
NR
Brandbare anorganische vaste stof, n.e.g.
3179 46
NR
Brandbare anorganische vaste stof, giftig, n.e.g.
3180 48
NR
Brandbare anorganische vaste stof, bijtend, n.e.g.
3181 40
NR
3182 40
NR
Brandbare metaalzouten van organische verbindingen, n.e.g. Brandbare metaalhydriden, n.e.g.
3183 30
NR
Voor zelfverhitting vatbare, organische vloeistof, n.e.g.
3184 36
NR
Voor zelfverhitting vatbare, organische vloeistof, giftig, n.e.g.
3185 38
NR
3186 30
NR
Voor zelfverhitting vatbare, organische vloeistof, bijtend, n.e.g. Voor zelfverhitting vatbare, anorganische vloeistof, n.e.g.
3187 36
NR
3188 38
NR
3189 40
NR
Voor zelfverhitting vatbare, anorganische vloeistof, giftig, n.e.g. Voor zelfverhitting vatbare, anorganische vloeistof, bijtend, n.e.g. Voor zelfverhitting vatbaar metaalpoeder, n.e.g.
3190 40
NR
Voor zelfverhitting vatbare, anorganische vaste stof, n.e.g.
3191 46
NR
3192 48
NR
3194 333
NR
Voor zelfverhitting vatbare, anorganische vaste stof, giftig, n.e.g. Voor zelfverhitting vatbare, anorganische vaste stof, bijtend, n.e.g. Pyrofore anorganische vloeistof, n.e.g.
3200 43
NR
Pyrofore anorganische vaste stof, n.e.g.
3203 X333
NR
3205 40
NR
Pyrofore metaalorganische verbinding, reactief met water, n.e.g. Alcoholaten van aardalkalimetalen, n.e.g.
3206 48
NR
3207 323
LF*
3207 323
LF*
3207 323
LF*
3207 X323
LF*
3207 X323
LF*
3207 X323
LF*
Alcoholaten van alkalimetalen, voor zelfverhitting vatbaar, bijtend, n.e.g. Metaalorganische verbinding, dispersie, reactief met water, brandbaar, n.e.g. Metaalorganische verbinding, oplossing, reactief met water, brandbaar, n.e.g. Metaalorganische verbinding, reactief met water, brandbaar, n.e.g. Metaalorganische verbinding, dispersie, reactief met water, brandbaar, n.e.g. Metaalorganische verbinding, oplossing, reactief met water, brandbaar, n.e.g. Metaalorganische verbinding, reactief met water, brandbaar, n.e.g.
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
48
con1999b Naam
3208 423
NR
Metallische stof, reactief met water, n.e.g.
3208 X423
NR
Metallische stof, reactief met water, n.e.g.
3209 423
NR
3209 X423
NR
3210 50
NR
Metallische stof, reactief met water, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g. Metallische stof, reactief met water, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g. Anorganische chloraten, oplossing in water, n.e.g.
3211 50
NR
Anorganische perchloraten, oplossing in water, n.e.g.
3212 50
NR
Anorganische hypochlorieten, n.e.g.
3213 50
NR
Anorganische bromaten, oplossing in water, n.e.g.
3214 50
NR
Anorganische permanganaten, oplossing in water, n.e.g.
3215 50
NR
Anorganische persulfaten, n.e.g.
3216 50
NR
Anorganische persulfaten, oplossing in water, n.e.g.
3218 50
NR
Anorganische nitraten, oplossing in water, n.e.g.
3219 50
NR
Anorganische nitrieten, oplossing in water, n.e.g.
3220 20
GNR
Pentafluorethaan (koelgas R 125)
3221 40
NR
Zelfontledende vloeistof, type B
3222 40
NR
Zelfontledende vaste stof, type B
3223 40
NR
Zelfontledende vloeistof, type C
3224 40
NR
Zelfontledende vaste stof, type C
3225 40
NR
Zelfontledende vloeistof, type D
3226 40
NR
Zelfontledende vaste stof, type D
3227 40
NR
Zelfontledende vloeistof, type E
3228 40
NR
Zelfontledende vaste stof, type E
3229 40
NR
Zelfontledende vloeistof, type F
3230 40
NR
Zelfontledende vaste stof, type F
3231
NR
3232
NR
3233
NR
3234
NR
3235
NR
3236
NR
3237
NR
3238
NR
3239
NR
3240
NR
Zelfontledende vloeistof, type B, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vaste stof, type B, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vloeistof, type C, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vaste stof, type C, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vloeistof, type D, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vaste stof, type D, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vloeistof, type E, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vaste stof, type E, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vloeistof, type F, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vaste stof, type F, met
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
49
con1999b Naam
3241 40
NR
temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking 2-Broom-2-nitropropaan-1,3-diol
3242 40
NR
Azodicarbonamide
3243 60
NR
Vaste stoffen die giftige vloeistof bevatten, n.e.g.
3244 80
NR
Vaste stoffen die bijtende vloeistof bevatten, n.e.g.
3245 90
NR
3246 668
Genetisch gemodificeerde micro-organismen Methaansulfonylchloride
3247 50
NR
Natriumperoxoboraat, watervrij
3248 336
LF2/LT*
Medicament, vloeibaar, brandbaar, giftig, n.e.g.
3248 36
LF1
Medicament, vloeibaar, brandbaar, giftig, n.e.g.
3249 60
NR
Medicament, vast, giftig, n.e.g.
3250 68
SNR
Chloorazijnzuur, gesmolten
3251 40
NR
Isosorbide-5-mononitraat
3252 23
GF*
Difluormethaan (koelgas R 32)
3253 80
SNR
Dinatriumtrioxosilicaat (natriummetasilicaat)
3256 30
LF1
Verwarmde vloeistof, brandbaar, n.e.g. *
3257 99
LNR
Verwarmde vloeistof, n.e.g.
3258 99
SNR
Verwarmde vaste stof, n.e.g.
3259 80
SNR
Aminen, vast, bijtend, n.e.g.
3259 80
SNR
Polyaminen, vast, bijtend, n.e.g.
3259 88
SNR
Aminen, vast, bijtend, n.e.g.
3259 88
SNR
Polyaminen, vast, bijtend, n.e.g.
3260 80
SNR
Bijtende zure anorganische vaste stof, n.e.g.
3260 88
SNR
Bijtende zure anorganische vaste stof, n.e.g.
3261 80
SNR
Bijtende zure organische vaste stof, n.e.g.
3261 88
SNR
Bijtende zure organische vaste stof, n.e.g.
3262 80
SNR
Bijtende basische anorganische vaste stof, n.e.g.
3262 88
SNR
Bijtende basische anorganische vaste stof, n.e.g.
3263 80
SNR
Bijtende basische organische vaste stof, n.e.g.
3263 88
SNR
Bijtende basische organische vaste stof, n.e.g.
3264 80
LNR
Bijtende zure anorganische vloeistof, n.e.g.
3264 88
LNR
Bijtende zure anorganische vloeistof, n.e.g.
3265 80
LNR
Bijtende zure organische vloeistof, n.e.g.
3265 88
LNR
Bijtende zure organische vloeistof, n.e.g.
3266 80
LNR
Bijtende basische anorganische vloeistof, n.e.g.
3266 88
LNR
Bijtende basische anorganische vloeistof, n.e.g.
3267 80
LNR
Bijtende basische organische vloeistof, n.e.g.
3267 88
LNR
Bijtende basische organische vloeistof, n.e.g.
3268 90
NR
Aanspaninrichtingen voor veiligheidsgordels
3268 90
NR
Airbagmodules
3268 90
NR
Gasgeneratoren (voor airbags)
3269 30
LF1
Polyesterhars-kit
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
50
con1999b Naam
3269 33
LF2
Polyesterhars-kit
3270 40
NR
Membraanfilters van nitrocellulose
3271 30
LF1
Ethers, n.e.g.
3271 33
LF2
Ethers, n.e.g.
3272 30
LF1
Esters, n.e.g.
3272 33
LF2
Esters, n.e.g.
3273 336
LF2
Nitrilen, brandbaar, giftig, n.e.g.
3274 338
LF2
Alcoholaten, oplossing, n.e.g.
3275 63
LF1/LT*
Nitrilen, giftig, brandbaar, n.e.g.
3275 663
LF1/LT*
Nitrilen, giftig, brandbaar, n.e.g.
3276 60 3276 66
Nitrilen, giftig, n.e.g. LNR
Nitrilen, giftig, n.e.g.
3277 68
Chloorformiaten, giftig, bijtend, n.e.g.
3278 60
LT*
Organische fosforverbinding, giftig, n.e.g.
3278 66
LT*
Organische fosforverbinding, giftig, n.e.g.
3279 63
LF1/LT*
Organische fosforverbinding, giftig, brandbaar, n.e.g.
3279 663
LF1/LT*
Organische fosforverbinding, giftig, brandbaar, n.e.g.
3279 663
LF2/LT*
Organische fosforverbinding, giftig, brandbaar, n.e.g.
3280 60
Organische arseenverbinding, n.e.g.
3280 66
Organische arseenverbinding, n.e.g.
3281 60
Metaalcarbonylen, n.e.g.
3281 66
Metaalcarbonylen, n.e.g.
3282 60
Metaalorganische verbinding, giftig, n.e.g.
3282 66
Metaalorganische verbinding, giftig, n.e.g.
3283 60
SNR
Seleenverbinding, n.e.g.
3283 66
SNR
Seleenverbinding, n.e.g.
3284 60
Telluurverbinding, n.e.g.
3285 60
SNR
Vanadiumverbinding, n.e.g.
3286 368
LF2/LT*
Brandbare vloeistof, giftig, bijtend, n.e.g.
3287 60
LT*
Giftige anorganische vloeistof, n.e.g. *
3287 66
LT*
Giftige anorganische vloeistof, n.e.g. *
3288 60
SNR
Giftige anorganische vaste stof, n.e.g.
3288 66
SNR
Giftige anorganische vaste stof, n.e.g.
3289 668
LT*
Giftige anorganische vloeistof, bijtend, n.e.g.
3289 68
LT*
Giftige anorganische vloeistof, bijtend, n.e.g.
3290 668
SNR
Giftige anorganische vaste stof, bijtend, n.e.g.
3290 68
SNR
Giftige anorganische vaste stof, bijtend, n.e.g.
3291 606
NR
Ziekenhuisafval, ongespecificeerd, n.e.g.
3292 423
NR
Natriumbatterijen
3292 423
NR
Natriumcellen
3293 60
LT*
3294 663
LF2/LT3
Hydrazine, oplossing in water, met ten hoogste 37 massa-% hydrazine Cyaanwaterstof, oplossing in alcohol
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
3295 30
RCL1999b LF1
51
con1999b Naam Koolwaterstoffen, vloeibaar, n.e.g.
3295 33
LF2
Koolwaterstoffen, vloeibaar, n.e.g.
3296 20
GNR
Heptafluorpropaan (koelgas R 227)
3297 20
GNR
Mengsel van ethyleenoxide en chloortetrafluorethaan
3298 20
GNR
Mengsel van ethyleenoxide en pentafluorethaan
3299 20
GNR
Mengsel van ethyleenoxide en tetrafluorethaan
3300 263
GF*/GT*
3301 84
LNR
Mengsel van ethyleenoxide en kooldioxide (mengsel van ethyleenoxide en koolstofdioxide)(Mengsel van ethyleenoxide en koolzuur) met meer dan 87 % ethyleenoxide Bijtende vloeistof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.
3301 884
LNR
Bijtende vloeistof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.
3302 60
2-Dimethylaminoethylacrylaat
3303 265
GT0
Samengeperst gas, giftig, oxiderend, n.e.g.
3304 268
GT0
Samengeperst gas, giftig, bijtend, n.e.g.
3305 263
GF0/GT0
Samengeperst gas, giftig, brandbaar, bijtend, n.e.g.
3306 265
GT0
Samengeperst gas, giftig, oxiderend, bijtend, n.e.g.
3307 265
GT*
Vloeibaar gemaakt gas, giftig, oxiderend, n.e.g.
3308 268
GT*
Vloeibaar gemaakt gas, giftig, bijtend, n.e.g.
3309 263
GF*/GT*
Vloeibaar gemaakt gas, gifig, brandbaar, bijtend, n.e.g.
3310 265
GT*
Vloeibaar gemaakt gas, giftig, oxiderend, bijtend, n.e.g.
3311 225
GNR
Sterk gekoeld, vloeibaar gas, oxiderend, n.e.g.
3312 223
GF0
Sterk gekoeld, vloeibaar gas, brandbaar n.e.g.
3313 40
NR
Voor zelfverhitting vatbare, organische pigmenten
3314 90
NR
Kunststof persmassa
3315 66
NR
Monster van chemische stof, giftig
3316 90
NR
Chemische reagentiaset
3316 90
NR
Set voor eerste hulp
3317 40
NR
2-Amino-4,6-dinitrofenol, bevochtigd
3318 268
GT3
3319 40
NR
3320 80
LNR
Ammoniak, oplossing in water, met een dichtheid bij 15oC lager dan 0,880kg/l, met meer dan 50% ammoniak Nitroglycerine, mengsel, gedesensibiliseerd, vast, n.e.g., met meer dan 2 massa-%, maar minder dan 10 massa-% nitroglycerine: zie rn. 401,hoofdstuk C, Opmerking 2 Natriumboorhydride en natriumhydroxide, oplossing
3336 30
LF1
Vloeistof, onderworpen aan de voorschriften voor de luchtvaart, n.e.g.: zie rn. 900 (3) Vaste stof, onderworpen aan de voorschriften voor de luchtvaart, n.e.g.: zie rn. 900 (3) Mercaptanen, mengsel, vloeibaar, brandbaar, n.e.g.
3336 30
LF1
Mercaptanen, vloeibaar, brandbaar, n.e.g.
3336 33
LF2
Mercaptanen, mengsel, vloeibaar, brandbaar, n.e.g.
3336 33
LF2
Mercaptanen, vloeibaar, brandbaar, n.e.g.
3337 20
GNR
3338 20
GNR
Koelgas R 404A (pentafluorethaan, 1,1,1-trifluorethaan en 1,1,1,2-tetrafluorethaan, zeotropisch mengsel met ca. 44% pentafluorethaan en 52% 1,1,1-trifluorethaan) Koelgas R 407A (difluormethaan, pentafluorethaan en
3334 3335
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
VN
GEVI
RCL1999b
52
con1999b Naam
3341 40
NR
1,1,1,2-tetrafluorethaan, zeotropisch mengsel met ca. 20% difluormethaan en 40% pentafluorethaan) Koelgas R 407B (difluormethaan, pentafluorethaan en 1,1,1,2-tetrafluorethaan, zeotropisch mengsel met ca. 10% difluormethaan en 70% pentafluorethaan) Koelgas R 407C (difluormethaan, pentafluorethaan en 1,1,1,2-tetrafluorethaan, zeotropisch mengsel met ca. 23% difluormethaan en 25% pentafluorethaan) Thioureumdioxide
3342 40
NR
Xanthaten
3339 20
GNR
3340 20
GNR
3343 30/33
3344 44
NR
3345 60
SNR
Nitroglycerine, mengsel, gedesensibiliseerd, vloeibaar, brandbaar, n.e.g., met ten hoogste 30 massa-% nitroglycerine: zie rn. 300 (9) Pentaerythriettetranitraat (pentaerythritoltetranitraat, PETN), mengsel, gedesensibiliseerd, vast, n.e.g., met meer dan 10 massa-% maar ten ten hoogste 20 massa-% PETN: zie rn. 401, hoofdstuk C, Opmerking 2 Pesticide, fenoxyazijnzuurderivaat, vast, giftig
3345 66
SNR
Pesticide, fenoxyazijnzuurderivaat, vast, giftig
3346 336
LF2/LT*
3347 63
LF*/LT*
3347 663
LF*/LT*
3348 60
LT*
Pesticide, fenoxyazijnzuurderivaat, vloeibaar, brandbaar, giftig Pesticide, fenoxyazijnzuurderivaat, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, fenoxyazijnzuurderivaat, vloeibaar, brandbaar, giftig Pesticide, fenoxyazijnzuurderivaat, vloeibaar, giftig
3348 66
LT*
Pesticide, fenoxyazijnzuurderivaat, vloeibaar, giftig
3349 60
SNR
Pesticide, pyrethroïde, vast, giftig
3349 66
SNR
Pesticide, pyrethroïde, vast, giftig
3350 336
LF2/LT*
Pesticide, pyrethroïde, vloeibaar, brandbaar, giftig
3350 36
LF2/LT*
Pesticide, pyrethroïde, vloeibaar, brandbaar, giftig
3351 63
LF*/LT*
Pesticide, pyrethroïde, vloeibaar, giftig, brandbaar
3351 663
LF*/LT*
Pesticide, pyrethroïde, vloeibaar, giftig, brandbaar
3352 60
LT*
Pesticide, pyrethroïde, vloeibaar, giftig
3352 66
LT*
Pesticide, pyrethroïde, vloeibaar, giftig
3353 20
NR
3353 20
NR
Aanspaninrichtingen voor veiligheidsgordels, samengeperst gas Airbagmodules, samengeperst gas
3353 20
NR
Gasgeneratoren (voor airbags), samengeperst gas
3354 23
GF*
Insecticide, gas, brandbaar, n.e.g.
3355 263
GF*/GT*
Insecticide, gas, giftig, brandbaar, n.e.g.
3356 50
NR
Zuurstofgenerator, chemisch
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
53
Gesorteerd op stofnaam Naam
VN
GEVI
RCL1999b
1,1,1,2-Tetrafluorethaan (koelgas R 134a)
3159
20
GNR
1,1,1-Trichloorethaan
2831
60
LNR
1,1,1-Trifluorethaan (koelgas R 143a)
2035
23
GF3
con1999b DW
1,1,2,2-Tetrachloorethaan (acetyleentetrachloride)
1702
60
LNR
DW
1,1-Dichloor-1-nitroethaan
2650
60
SNR
DW
1,1-Dichloorethaan (ethylideenchloride)
2362
33
LF2
DW
1,1-Difluorethaan (koelgas R 152a)
1030
23
GF3
1,1-Difluorethyleen (1,1-difluoretheen) (koelgas R 1132a)
1959
239
GF3
1,1-Dimethoxyethaan
2377
33
LF2
1,2,3,6-Tetrahydrobenzaldehyde
2498
30
LF1
-1
1,2,3,6-Tetrahydropyridine
2410
33
LF2
-1
1,2-Bis-(dimethylamino)-ethaan
2372
33
LF2
-1
1,2-Butadieen, gestabiliseerd
1010
239
GF2
1,2-Butyleenoxide, gestabiliseerd
3022
339
LF2
1,2-Dibroombutanon-3
2648
60
LT*
1,2-Dichloor-1,1,2,2-tetrafluorethaan (koelgas R 114)
1958
20
GNR
1,2-Dichloorethyleen
1150
33
LF2
DW
1,2-Dimethoxyethaan
2252
33
LF2
-1
1,2-Epoxy-3-ethoxypropaan
2752
30
LF1
1,2-Propyleendiamine
2258
83
LF1
1,3,5-Trimethylbenzeen (mesityleen)
2325
30
LF1
1,3-Butadieen, gestabiliseerd
1010
239
GF2
1,3-Dichlooraceton
2649
60
SNR
-1
1,3-Dichloorpropanol-2 (alfa-dichloorhydrine)
2750
60
LT*
DW
1,3-Dimethylbutylamine
2379
338
LF2/LT*
1,5,9-Cyclododecatrieen
2518
60
LT*
1-Broom-3-chloorpropaan
2688
60
LT*
DW
1-Broom-3-methylbutaan
2341
30
LF1
DW
1-Broombutaan (n-butylbromide)
1126
33
LF2
DW
1-Buteen
1012
23
GF2
1-Chloor-1,1-difluorethaan (koelgas R 142b)
2517
23
GF2
1-Chloor-1,2,2,2-tetrafluorethaan (koelgas R 124)
1021
20
GNR
1-Chloor-2,2,2-trifluorethaan (koelgas R 133a)
1983
20
GNR
1-Chloorpropaan (propylchloride)
1278
33
LF2
1-Chloorpropanol-2
2611
63
LF1/LT*
1-Ethylpiperidine
2386
338
LF2/LT*
1-Methoxy-2-propanol
3092
30
LF1
-1 -1
1-Methylpiperidine
2399
338
LF2/LT*
1-Pentol (3-methylpenteen-2-yn-4-ol-1)
2705
80
LT*
2-(2-Aminoethoxy)ethanol
3055
80
LNR
-1
-1
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam 2,2'-Dichloordiethylether
54
VN 1916
GEVI
RCL1999b
con1999b
63
LF1
DW
2,2-Dimethylpropaan
2044
23
GF1
2,3-Dihydropyran
2376
33
LF2
2,3-Dimethylbutaan
2457
33
LF2
2,4-Pentaandion (acetylaceton)
2310
36
LF1
2,4-Tolueendiamine
1709
60
SNR
2,4-Tolueendiisocyanaat en mengsels van isomeren
2078
60
LT1
2-Amino-4,6-dinitrofenol, bevochtigd
3317
40
NR
DW
2-Amino-4-chloorfenol
2673
60
SNR
2-Amino-5-diethylaminopentaan
2946
60
LNR
2-Broom-2-nitropropaan-1,3-diol
3241
40
NR
2-Broombutaan
2339
33
LF2
DW
2-Broomethylethylether
2340
33
LF2
DW
2-Broompentaan
2343
33
LF2
DW -1
-1
2-Chloorethanal (chlooraceetaldehyde)
2232
66
LT2
2-Chloorpropaan (isopropylchloride)
2356
33
LF2
2-Chloorpropeen
2456
33
LF2
2-Chloorpyridine
2822
60
LNR
DW
2-Diethylaminoethanol
2686
83
LF1
-1
2-Dimethylaminoacetonitril
2378
336
LF2/LT*
2-Dimethylaminoethanol
2051
83
LF1
-1 -1
2-Dimethylaminoethylacrylaat
3302
60
2-Dimethylaminoethylmethacrylaat
2522
69
LNR
2-Ethylaniline
2273
60
LNR
2-Ethylbutanol
2275
30
LF1
2-Ethylbutyraldehyde
1178
33
LF2
2-Ethylhexylamine
2276
38
LF1
2-Ethylhexylchloorformiaat
2748
68
LT*
2-Joodbutaan
2390
33
LF2
2-Methyl-2-heptaanthiol
3023
663
LF1/LT*
2-Methyl-5-ethylpyridine
2300
60
LNR
2-Methylbuteen-1
2459
33
LF2
2-Methylbuteen-2
2460
33
LF2
2-Methylfuran
2301
33
LF2
DW
2-Methylpentanol-2
2560
30
LF1
-1
2-Trifluormethylaniline
2942
60
LNR
DW
3-(Diethylamino)-propylamine
2684
38
LF1/LT*
-1
3,3-Diethoxypropeen
2374
33
LF2
3,3'-Iminobispropylamine (dipropyleentriamine)
2269
80
LT*
-1
3-Broompropyn
2345
33
LF2
DW
3-Chloor-4-methylfenylisocyanaat
2236
60
SNR
3-Chloorpropanol-1
2849
60
LT*
3-Hydroxybutyraldehyde (aldol)
2839
60
LNR
DW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
55
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b
3-Methylbutaan-2-on
2397
33
LF2
3-Methylbuteen-1 (isoamyleen-1) (isopropylethyleen)
2561
33
LF2
3-Nitro-4-chloorbenzotrifluoride
2307
60
LNR
DW
3-Trifluormethylaniline
2948
60
LT*
DW
4,4'-Diaminodifenylmethaan
2651
60
SNR
4-Chloor-o-toluidine-hydrochloride
1579
60
SNR
4-Methoxy-4-methylpentaan-2-on
2293
30
LF1
4-Methylmorfoline (N-methylmorfoline)
2535
338
LF2/LT*
-1
4-Thiapentanal (3-methylmercaptopropionaldehyde)
2785
60
LT*
-1
5-Methylhexaan-2-on
2302
30
LF1
5-tert-Butyl-2,4,6-trinitro-m-xyleen (muskus-xyleen)
2956
40
NR
9-Fosfabicyclononanen (cyclooctadieenfosfinen)
2940
40
NR
Aanspaninrichtingen voor veiligheidsgordels
3268
90
NR
Aanspaninrichtingen voor veiligheidsgordels, samengeperst gas Aanstekers
3353
20
NR
1057
23
NR
Aardgas, samengeperst
1971
23
GF0
Aardgas, sterk gekoeld, vloeibaar
1972
223
GF0
Aardoliedestillaten, n.e.g.
1268
30
LF1
Aardoliedestillaten, n.e.g.
1268
33
LF2
Aardolieproducten, n.e.g.
1268
30
LF1
Aardolieproducten, n.e.g.
1268
33
LF2
Accumulatoren (batterijen), droog, met vast kaliumhydroxide
3028
80
NR
Accumulatoren (batterijen), nat, gevuld met alkalische elektrolyt Accumulatoren (batterijen), nat, gevuld met zure elektrolyt
2795
80
NR
2794
80
NR
Accumulatoren (batterijen), nat, van het gesloten type
2800
80
NR
Accumulatorvloeistof, alkalisch (elektrolyt voor batterijen, alkalisch) Accumulatorvloeistof, zuur (elektrolyt voor batterijen, zuur)
2797
80
LNR
2796
80
LNR
-1
Aceetaldehyde (ethanal)
1089
33
LF2
-1
Aceetaldehydeammoniak
1841
90
SNR
-1
Acetal (1,1-diethoxyethaan)
1088
33
LF2
Acetaldoxime
2332
30
LF1
-1
Aceton
1090
33
LF2
-1
Acetoncyaanhydrine, gestabiliseerd
1541
669
LNR
-1
Acetonitril (methylcyanide)
1648
33
LF2
-1
Acetonoliën
1091
33
LF2
Acetylbromide
1716
80
LT*
DW
Acetylchloride
1717
X338
LF2/LT2
LTW
Acetyleen, opgelost (ethyn, opgelost)
1001
239
GF3
Acetyljodide
1898
80
LT*
DW
Acetylmethylcarbinol
2621
30
LF1
-1
Acridine
2713
60
SNR
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
56
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b -1
Acroleine dimeer, gestabiliseerd
2607
39
LF1
Acroleine, gestabiliseerd
1092
663
LF2/LT3
Acrylamide
2074
60
SNR
Acrylnitril, gestabiliseerd
1093
336
LF2/LT1
Acrylzuur, gestabiliseerd
2218
839
LF1
Adiponitril
2205
60
LNR
Afvalzwavelzuur
1906
80
LNR
Airbagmodules
3268
90
NR
-1 -1 -1
Airbagmodules, samengeperst gas
3353
20
NR
Alcoholaten van aardalkalimetalen, n.e.g.
3205
40
NR
Alcoholaten van alkalimetalen, voor zelfverhitting vatbaar, bijtend, n.e.g. Alcoholaten, oplossing, n.e.g.
3206
48
NR
3274
338
LF2
Alcoholen, brandbaar, giftig, n.e.g.
1986
336
LF2
-1
Alcoholen, brandbaar, giftig, n.e.g.
1986
336
LF2/LT*
-1
Alcoholen, brandbaar, giftig, n.e.g.
1986
36
LF1
-1
Alcoholen, brandbaar, n.e.g.
1987
30
LF1
Alcoholen, brandbaar, n.e.g.
1987
33
LF2
Alcoholische dranken met meer dan 24 vol.-% en ten hoogste 70 vol.-% alcohol Alcoholische dranken met meer dan 70 vol.-% alcohol
3065
30
LF1
-1
3065
33
LF2
-1
Aldehyden, brandbaar, giftig, n.e.g.
1988
336
LF2
Aldehyden, brandbaar, giftig, n.e.g.
1988
336
LF2/LT*
Aldehyden, brandbaar, giftig, n.e.g.
1988
36
LF1
Aldehyden, brandbaar, n.e.g.
1989
30
LF1
Aldehyden, brandbaar, n.e.g.
1989
33
LF2
Aldehyden, brandbaar, n.e.g.
1989
33
LF2
-1
Aldol (3-hydroxybutyraldehyde)
2839
60
LNR
-1
alfa-Chloorpropionzuur
2511
80
LNR
-1
alfa-Methylbenzylalcohol
2937
60
SNR
alfa-Methylvaleraldehyde
2367
33
LF2
alfa-Naftylamine
2077
60
SNR
alfa-Pineen
2368
30
LF1
Alkalimetaalamiden
1390
423
NR
Alkaloïden, vast, n.e.g.
1544
60
NR
Alkaloïden, vast, n.e.g.
1544
66
NR
Alkaloïden, vloeibaar, n.e.g.
3140
60
NR
Alkaloïden, vloeibaar, n.e.g.
3140
66
NR
Alkaloïdezouten, vast, n.e.g.
1544
60
NR
Alkaloïdezouten, vast, n.e.g.
1544
66
NR
Alkaloïdezouten, vloeibaar, n.e.g.
3140
60
NR
Alkaloïdezouten, vloeibaar, n.e.g.
3140
66
NR
Alkylfenolen, vast, n.e.g.
2430
80
SNR
Alkylfenolen, vast, n.e.g.
2430
88
SNR
-1
SFW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
57
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b
Alkylfenolen, vloeibaar, n.e.g.
3145
80
LNR
Alkylfenolen, vloeibaar, n.e.g.
3145
88
LNR
Alkylsulfonzuren, vast, met meer dan 5% vrij zwavelzuur
2583
80
SNR
-1
Alkylsulfonzuren, vast, met ten hoogste 5% vrij zwavelzuur
2585
80
SNR
-1
Alkylsulfonzuren, vloeibaar, met meer dan 5% vrij zwavelzuur Alkylsulfonzuren, vloeibaar, met ten hoogste 5% vrij zwavelzuur Alkylzwavelzuren
2584
80
LNR
-1
2586
80
LNR
-1
2571
80
LNR
DW
Allylacetaat
2333
336
LF2/LT*
Allylalcohol
1098
663
LF1/LT1
-1
Allylamine
2334
663
LF2/LT3
-1
Allylbromide
1099
336
LF2/LT1
DW
Allylchloorformiaat
1722
668
LF1/LT*
DW
Allylchloride
1100
336
LF2/LT2
Allylethylether
2335
336
LF2/LT*
Allylformiaat
2336
336
LF2
Allylglycidylether
2219
30
LF1
Allylisothiocyanaat, gestabiliseerd
1545
639
LF1/LT2
Allyljodide
1723
338
LF2/LT*
DW
Allyltrichloorsilaan, gestabiliseerd
1724
X839
LF1/LT*
LTW
Aluminiumalkylen
3051
X333
NR
LFW
Aluminiumalkylhalogeniden
3052
X333
NR
LFW
Aluminiumalkylhydriden
3076
X333
NR
Aluminiumboorhydride
2870
X333
NR
Aluminiumboorhydride in apparaten
2870
X333
NR
Aluminiumbromide, oplossing
2580
80
LNR
Aluminiumbromide, watervrij
1725
80
SNR
STW
Aluminiumcarbide
1394
423
NR
SFW
Aluminiumchloride, oplossing
2581
80
LNR
Aluminiumchloride, watervrij
1726
80
SNR
STW
Aluminiumferrosiliciumpoeder
1395
462
NR
SFW
Aluminiumfosfide
1397
X462
NR
SFW
Aluminiumfosfide, pesticide
3048
642
LTW
LTW SFW
Aluminiumhydride
2463
X423
NR
Aluminiumnitraat
1438
50
NR
Aluminiumpoeder, gecoat
1309
40
NR
Aluminiumpoeder, niet gecoat
1396
423
NR
Aluminiumresinaat
2715
40
NR
Aluminiumsiliciumpoeder, niet gecoat
1398
423
NR
SFW
Amalgaam van aardalkalimetalen
1392
X423
NR
SFW
Amalgaam van alkalimetalen
1389
X423
NR
SFW
Aminen, brandbaar, bijtend, n.e.g.
2733
338
LF2
-1
Aminen, brandbaar, bijtend, n.e.g.
2733
338
LF2/LT*
-1
SFW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
58
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b -1
Aminen, brandbaar, bijtend, n.e.g.
2733
38
LF1
Aminen, vast, bijtend, n.e.g.
3259
80
SNR
Aminen, vast, bijtend, n.e.g.
3259
88
SNR
Aminen, vloeibaar, bijtend, brandbaar, n.e.g.
2734
83
LF1
-1
Aminen, vloeibaar, bijtend, brandbaar, n.e.g.
2734
883
LF1
-1
Aminen, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
2735
80
LT*
-1
Aminen, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
2735
88
LT*
-1
Aminofenolen (o-, m-, p-)
2512
60
LNR
Aminopyridinen (o-, m-, p-)
2671
60
SNR
Ammoniak, oplossing in water, met een dichtheid bij 15oC lager dan 0,880 kg/l, met meer dan 35% doch ten hoogste 50% ammoniak Ammoniak, oplossing in water, met een dichtheid bij 15oC lager dan 0,880kg/l, met meer dan 50% ammoniak Ammoniak, oplossing in water, met meer dan 10% maar ten hoogste 35% ammoniak Ammoniak, watervrij
2073
20
GT3
3318
268
GT3
2672
80
LNR
1005
268
GT3
Ammoniumarsenaat
1546
60
SNR
Ammoniumdichromaat
1439
50
NR
Ammoniumdinitro-o-cresolaat
1843
60
SNR
Ammoniumfluoride
2505
60
SNR
Ammoniumfluorosilicaat
2854
60
SNR
Ammonium-kwikchloride
1630
60
SNR
Ammoniummetavanadaat
2859
60
SNR
Ammoniumnitraat
1942
50
NR
-1
Ammoniumnitraat, vloeibaar, warme geconcentreerde oplossing Ammoniumnitraathoudende meststoffen, type A1
2426
59
NR
-1
2067
50
NR
-1
Ammoniumnitraathoudende meststoffen, type A2
2068
50
NR
-1
Ammoniumnitraathoudende meststoffen, type A3
2069
50
NR
-1
Ammoniumnitraathoudende meststoffen, type A4
2070
50
NR
-1
Ammoniumnitraathoudende meststoffen: zie rn. 501, cf. 21c)
2072
NR
-1
Ammoniumnitraathoudende meststoffen: zie rn. 900 (3)
2071
SNR
-1
Ammoniumperchloraat
1442
50
NR
Ammoniumpersulfaat
1444
50
NR
Ammoniumpikraat, bevochtigd
1310
40
NR
Ammoniumpolysulfide, oplossing
2818
86
LT*
Ammoniumpolyvanadaat
2861
60
SNR
Ammoniumsulfide, oplossing
2683
86
LF*/LT*
Ammoniumwaterstofdifluoride, oplossing (ammoniumbifluoride, oplossing) Ammoniumwaterstofdifluoride, vast (ammoniumbifluoride, vast) Ammoniumwaterstofsulfaat (ammoniumbisulfaat)
2817
86
LT*
1727
80
SNR
STW
2506
80
SNR
-1
Amylacetaten
1104
30
LF1
Amylamine (sec-amylamine)
1106
38
LF1
-1
-1 -1 -1
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
59
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b -1
Amylaminen (n-amylamine, tert-amylamine)
1106
338
LF2/LT*
Amylbutyraten
2620
30
LF1
Amylchloriden
1107
33
LF2
Amylformiaten
1109
30
LF1
Amylfosfaat
2819
80
SNR
Amylmercaptanen
1111
33
LF2
Amylnitraten
1112
30
LF1
Amylnitrieten
1113
33
LF2
Amyltrichloorsilaan
1728
X80
LT*
Aniline
1547
60
LNR
Anilinehydrochloride
1548
60
SNR
-1 DW
Anisidinen
2431
60
LNR
Anisol (fenylmethylether)
2222
30
LF1
Anisoylchloride
1729
80
LT*
Anorganische antimoonverbinding, vast, n.e.g.
1549
60
SNR
Anorganische antimoonverbinding, vloeibaar, n.e.g.
3141
60
LT*
Anorganische bromaten, n.e.g.
1450
50
NR
Anorganische bromaten, oplossing in water, n.e.g.
3213
50
NR
Anorganische chloraten, n.e.g.
1461
50
NR
Anorganische chloraten, oplossing in water, n.e.g.
3210
50
NR
Anorganische chlorieten, n.e.g.
1462
50
NR
Anorganische hypochlorieten, n.e.g.
3212
50
NR
Anorganische nitraten, n.e.g.
1477
50
NR
Anorganische nitraten, oplossing in water, n.e.g.
3218
50
NR
Anorganische nitrieten, n.e.g.
2627
50
NR
Anorganische nitrieten, oplossing in water, n.e.g.
3219
50
NR
Anorganische perchloraten, n.e.g.
1481
50
NR
Anorganische perchloraten, oplossing in water, n.e.g.
3211
50
NR
Anorganische permanganaten, n.e.g.
1482
50
NR
Anorganische permanganaten, oplossing in water, n.e.g.
3214
50
NR
Anorganische peroxiden, n.e.g.
1483
50
NR
Anorganische persulfaten, n.e.g.
3215
50
NR
Anorganische persulfaten, oplossing in water, n.e.g.
3216
50
NR
Antiklopmiddel voor motorbrandstof, (tetraethyllood, tetramethyllood) Antimoon-kaliumtartraat
1649
66
LT1
1551
60
SNR
LTW
DW
-1
DW
Antimoonlactaat
1550
60
SNR
Antimoonpentachloride, oplossing
1731
80
LT*
LTW
Antimoonpentachloride, vloeibaar
1730
X80
LT*
LTW
Antimoonpentafluoride
1732
86
LT1
DW
Antimoonpoeder
2871
60
SNR
Antimoontrichloride
1733
80
SNR
Antimoonwaterstof (stibine)
2676
263
GF3/GT5
STW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Apparaten, klein, met koolwaterstofgas
60
VN 3150
GEVI
RCL1999b
23
NR
Argon, samengeperst
1006
20
GNR
Argon, sterk gekoeld, vloeibaar
1951
22
GNR
Arseen
1558
60
SNR
Arseenbromide
1555
60
SNR
Arseenpentoxide
1559
60
SNR
Arseenstof
1562
60
SNR
Arseentrichloride
1560
66
LT*
con1999b
-1 DW
Arseentrioxide
1561
60
SNR
Arseenverbinding, vast, n.e.g.
1557
60
SNR
Arseenverbinding, vast, n.e.g.
1557
66
SNR
Arseenverbinding, vloeibaar, n.e.g.
1556
60
LT*
Arseenverbinding, vloeibaar, n.e.g.
1556
66
LT*
Arseenwaterstof (arsine)
2188
263
GF3/GT5
Arseenzuur, vast
1554
60
SNR
-1
Arseenzuur, vloeibaar
1553
66
LT*
-1
Arylsulfonzuren, vast, met meer dan 5% vrij zwavelzuur
2583
80
SNR
-1
Arylsulfonzuren, vast, met ten hoogste 5% vrij zwavelzuur
2585
80
SNR
-1
Arylsulfonzuren, vloeibaar, met meer dan 5% vrij zwavelzuur
2584
80
LNR
-1
Arylsulfonzuren, vloeibaar, met ten hoogste 5% vrij zwavelzuur Asbest, blauw (crocidoliet)
2586
80
LNR
-1
2212
90
SNR
Asbest, bruin (amosiet, mysoriet)
2212
90
SNR
Asbest, wit (chrysotiel, actinoliet, anthofylliet, tremoliet)
2590
90
SNR
Azeotropisch mengsel van chloortrifluormethaan en trifluormethaan (koelgas R 503) Azeotropisch mengsel van dichloordifluormethaan en 1,1difluorethaan (koelgas R 500) Azijnzuur, oplossing met meer dan 80 massa-% zuur
2599
20
GNR
2602
20
GNR
2789
83
LF1
-1
2790
80
LNR
-1
Azijnzuur, oplossing, met meer dan 10 massa-% maar minder dan 50 massa-% zuur Azijnzuur, oplossing, met ten minste 50 massa-% en ten hoogste 80 massa-% zuur Azijnzuuranhydride
2790
80
LNR
-1
1715
83
LF1
DW
Azodicarbonamide
3242
40
NR
Barium
1400
423
NR
Bariumazide, bevochtigd
1571
46
NR
Bariumbromaat
2719
56
NR
Bariumchloraat
1445
56
NR
Bariumcyanide
1565
66
STW
Bariumhypochloriet
2741
56
NR
Bariumlegeringen, pyrofoor
1854
43
NR
Bariumnitraat
1446
56
NR
Bariumoxide
1884
60
SNR
Bariumperchloraat
1447
56
NR
SFW
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
61
GEVI
RCL1999b
1448
56
NR
Bariumperoxide
1449
56
NR
Bariumverbinding, n.e.g.
1564
60
SNR
Benzaldehyde
1990
90
LNR
Bariumpermanganaat
VN
Benzeen
1114
33
LF2
Benzeensulfonylchloride
2225
80
LNR
Benzidine
1885
60
SNR
Benzine (motorbrandstof)
1203
33
LF2
con1999b
DW DW
Benzochinon
2587
60
SNR
Benzonitril
2224
60
LNR
Benzotrichloride (trichloormethylbenzeen)
2226
80
LT1
Benzotrifluoride
2338
33
LF2
DW
Benzoylchloride
1736
80
LT*
DW
Benzylbromide
1737
68
LT*
DW
Benzylchloorformiaat
1739
88
LT*
DW
Benzylchloride
1738
68
LNR
DW
Benzyldimethylamine
2619
83
LF1
Benzylideenchloride
1886
60
LT*
Benzyljodide
2653
60
LT*
Berylliumnitraat
2464
56
NR
Berylliumpoeder
1567
64
SNR
Berylliumverbinding, n.e.g.
1566
60
SNR
Beschermlak, oplossing
1139
30
LF1
Beschermlak, oplossing
1139
33
LF2
beta-Naftylamine
1650
60
SNR
Bicyclo-[2,2,1]-heptadieen-2,5, gestabiliseerd (norbornadieen-2,5, gestabiliseerd) Bijproducten van de aluminiumfabricage
2251
339
LF2
3170
423
NR
Bijproducten van het omsmelten van aluminium
3170
423
NR
Bijtende alkalische vloeistof, n.e.g.
1719
80
LNR
Bijtende basische anorganische vaste stof, n.e.g.
3262
80
SNR
Bijtende basische anorganische vaste stof, n.e.g.
3262
88
SNR
Bijtende basische anorganische vloeistof, n.e.g.
3266
80
LNR
Bijtende basische anorganische vloeistof, n.e.g.
3266
88
LNR
Bijtende basische organische vaste stof, n.e.g.
3263
80
SNR
Bijtende basische organische vaste stof, n.e.g.
3263
88
SNR
Bijtende basische organische vloeistof, n.e.g.
3267
80
LNR
Bijtende basische organische vloeistof, n.e.g.
3267
88
LNR
Bijtende vaste stof, brandbaar, n.e.g. *
2921
84
SF
Bijtende vaste stof, brandbaar, n.e.g. *
2921
884
SF
Bijtende vaste stof, giftig, n.e.g.
2923
86
SNR
Bijtende vaste stof, giftig, n.e.g.
2923
886
SNR
Bijtende vaste stof, n.e.g.
1759
80
SNR
DW
DW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Bijtende vaste stof, n.e.g.
62
VN 1759
GEVI
RCL1999b
88
SNR
Bijtende vaste stof, oxiderend, n.e.g. *
3084
85
SNR
Bijtende vaste stof, oxiderend, n.e.g. *
3084
885
SNR
Bijtende vaste stof, reactief met water, n.e.g.
3096
842
SFW
Bijtende vaste stof, reactief met water, n.e.g.
3096
842
SFW
Bijtende vaste stof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.
3095
84
SNR
Bijtende vaste stof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.
3095
884
SNR
Bijtende vloeistof, brandbaar, n.e.g.
2920
83
LF*/LT*
Bijtende vloeistof, brandbaar, n.e.g.
2920
883
LF*/LT*
Bijtende vloeistof, giftig, n.e.g.
2922
86
LT*
Bijtende vloeistof, giftig, n.e.g.
2922
886
LT*
Bijtende vloeistof, n.e.g.
1760
80
LT*
Bijtende vloeistof, n.e.g.
1760
88
LT*
Bijtende vloeistof, oxiderend, n.e.g.
3093
85
LT*
Bijtende vloeistof, oxiderend, n.e.g.
3093
885
LT*
Bijtende vloeistof, reactief met water, n.e.g.
3094
823
LFW
Bijtende vloeistof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.
3301
84
LNR
Bijtende vloeistof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.
3301
884
LNR
Bijtende zure anorganische vaste stof, n.e.g.
3260
80
SNR
Bijtende zure anorganische vaste stof, n.e.g.
3260
88
SNR
Bijtende zure anorganische vloeistof, n.e.g.
3264
80
LNR
Bijtende zure anorganische vloeistof, n.e.g.
3264
88
LNR
Bijtende zure organische vaste stof, n.e.g.
3261
80
SNR
Bijtende zure organische vaste stof, n.e.g.
3261
88
SNR
Bijtende zure organische vloeistof, n.e.g.
3265
80
LNR
Bijtende zure organische vloeistof, n.e.g.
3265
88
LNR
Boorspanen, freesspanen of draaispanen van ferrometalen
2793
40
NR
Boortribromide
2692
X88
LT2
Boortrichloride
1741
268
GT3
Boortrifluoride, samengeperst
1008
268
GT0
Boortrifluoride-azijnzuur-complex
1742
80
LT*
con1999b
SFW
LFW
LTW
Boortrifluoride-diethyletheraat (boortrifluoride-ether-complex)
2604
883
LT*
DW
Boortrifluoride-dihydraat
2851
80
LT*
DW
Boortrifluoride-dimethyletheraat
2965
382
LF2/LT*
LTW
Boortrifluoride-propionzuur-complex
1743
80
LT*
Borneol
1312
40
NR
Boterzuur
2820
80
LNR
Boterzuuranhydride
2739
80
LF1
Brandbaar metaalpoeder, n.e.g.
3089
40
NR
Brandbare anorganische vaste stof, bijtend, n.e.g.
3180
48
NR
Brandbare anorganische vaste stof, giftig, n.e.g.
3179
46
NR
Brandbare anorganische vaste stof, n.e.g.
3178
40
NR
Brandbare metaalhydriden, n.e.g.
3182
40
NR
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
63
VN
GEVI
RCL1999b
Brandbare metaalzouten van organische verbindingen, n.e.g. Brandbare organische vaste stof, bijtend, n.e.g.
3181
40
NR
2925
48
NR
Brandbare organische vaste stof, gesmolten, n.e.g.
3176
44
NR
Brandbare organische vaste stof, giftig, n.e.g.
2926
46
NR
Brandbare organische vaste stof, n.e.g.
1325
40
NR
con1999b
Brandbare vaste stof, oxiderend, n.e.g.: zie rn. 400 (11)
3097
Brandbare vloeistof, bijtend, n.e.g.
2924
338
LF2
NR
Brandbare vloeistof, bijtend, n.e.g.
2924
338
LF2/LT1
Brandbare vloeistof, bijtend, n.e.g.
2924
38
LF1
Brandbare vloeistof, giftig, bijtend, n.e.g.
3286
368
LF2/LT*
Brandbare vloeistof, giftig, n.e.g.
1992
336
LF2/LT1
Brandbare vloeistof, giftig, n.e.g.
1992
36
LF1/LT1
Brandbare vloeistof, n.e.g.
1993
30
LF1
Brandbare vloeistof, n.e.g.
1993
33
LF2
Brandblusapparaten
1044
20
NR
Brandstof voor straalvliegtuigen
1863
30
LF1
Brandstof voor straalvliegtuigen
1863
33
LF2
Brandstofreservoir voor hydraulisch aggregaat voor vliegtuigen Bromoform
3165
336
NR
2515
60
LNR
DW
Broom
1744
886
LT3
DW
Broom, oplossing
1744
886
LT3
DW
Broomaceton
1569
63
LF1/LT1
DW
Broomacetylbromide
2513
X80
LT*
LTW
Broomazijnzuur
1938
80
SNR
-1
Broombenzeen
2514
30
LF1
DW
Broombenzylcyanide
1694
66
SNR
Broomchloordifluormethaan (koelgas R 12B1)
1974
20
GNR
Broomchloormethaan
1887
60
LNR
Broomchloride
2901
265
GT*
DW
Broommethylpropanen
2342
33
LF2
DW
Broompentafluoride
1745
568
LT*
DW
Broompropanen
2344
30
LF1
DW
Broompropanen
2344
33
LF2
DW
Broomtrifluorethyleen (broomtrifluoretheen)
2419
23
GF2
Broomtrifluoride
1746
568
LT1
Broomtrifluormethaan (koelgas R 13B1)
1009
20
GNR
Broomwaterstofzuur
1788
80
LNR
Brucine
1570
66
NR
Butaan
1011
23
GF2
Butaandion (diacetyl)
2346
33
LF2
Butanolen
1120
30
LF1
Butanolen
1120
33
LF2
DW -1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Butylacetaten
64
VN 1123
GEVI
RCL1999b
30
LF1
Butylacetaten
1123
33
LF2
Butylacrylaten, gestabiliseerd
2348
39
LF1
Butylbenzenen
2709
30
LF1
Butylfosfaat
1718
80
LNR
Butylmercaptanen
2347
33
LF2
Butylmethylether
2350
33
LF2
Butylnitrieten
2351
30
LF1
Butylnitrieten
2351
33
LF2
Butylpropionaten
1914
30
LF1
Butyltoluenen
2667
60
LT*
Butyltrichloorsilaan
1747
X83
LF1/LT*
Butylvinylether, gestabiliseerd
2352
339
LF2
Butyndiol-1,4
2716
60
SNR
Butyraldehyde
1129
33
LF2
Butyraldoxime
2840
30
LF1
Butyronitril
2411
336
LF2/LT*
Butyrylchloride
2353
338
LF2/LT*
Cadmiumverbinding
2570
60
SNR
Cadmiumverbinding
2570
66
SNR
Calcium
1401
423
NR
Calcium, pyrofoor
1855
43
NR
Calciumarsenaat
1573
60
SNR
Calciumarsenaat en calciumarseniet, mengsel, vast
1574
60
SNR
con1999b
DW
-1
LTW -1
SFW
Calciumcarbide
1402
423
NR
SFW
Calciumchloraat
1452
50
NR
-1
Calciumchloraat, oplossing in water
2429
50
NR
Calciumchloraat, oplossing in water
2429
50
NR
Calciumchloriet
1453
50
NR
Calciumcyaanamide
1403
423
NR
Calciumcyanide
1575
66
STW
-1 STW
Calciumdithioniet
1923
40
NR
Calciumfosfide
1360
X462
NR
SFW
Calciumhydride
1404
X423
NR
SFW
Calciumhypochloriet, droog
1748
50
NR
Calciumhypochloriet, droog, mengsel
1748
50
NR
Calciumhypochloriet, droog, mengsel
2208
50
NR
Calciumhypochloriet, gehydrateerd
2880
50
NR
Calciumhypochloriet, gehydrateerd, mengsel
2880
50
NR
Calciumlegeringen, pyrofoor
1855
43
NR
Calciummangaansilicide
2844
423
NR
SFW
Calciumnitraat
1454
50
NR
-1
Calciumoxide: zie rn. 800 (9)
1910
SNR
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Calciumperchloraat
65
VN 1455
GEVI
RCL1999b
con1999b
50
NR
-1 -1
Calciumpermanganaat
1456
50
NR
Calciumperoxide
1457
50
NR
Calciumresinaat
1313
40
NR
Calciumresinaat, gesmolten en gestold
1314
40
NR
Calciumsilicide
1405
423
NR
Capronzuur
2829
80
LNR
Carbonylfluoride, samengeperst
2417
268
GT0
SFW
Carbonylsulfide
2204
263
GF3/GT5
Celluloid
2000
40
NR
Celluloidafval
2002
40
NR
Cerium
1333
40
NR
Cerium
3078
423
NR
SFW
Cesium
1407
X423
NR
SFW
Cesiumhydroxide
2682
80
SNR
-1
Cesiumhydroxide, oplossing
2681
80
LNR
-1
Cesiumnitraat
1451
50
NR
Chemische reagentiaset
3316
90
NR
Chinoline
2656
60
LNR
Chloor
1017
268
GT5
Chlooracetofenon (fenacylchloride)
1697
60
SNR
DW
Chlooraceton, gestabiliseerd
1695
663
LF2/LT1
DW
Chlooracetonitril
2668
63
LF1/LT*
DW
Chlooracetylchloride
1752
668
LT2
LTW
Chlooranilinen, vast
2018
60
SNR
Chlooranilinen, vloeibaar
2019
60
LNR
DW
Chlooranisidinen
2233
60
SNR
-1
Chloorazijnzuur, gesmolten
3250
68
SNR
Chloorazijnzuur, oplossing
1750
68
LNR
-1
Chloorazijnzuur, vast
1751
68
SNR
-1
Chloorbenzeen (fenylchloride)
1134
30
LF1
DW
Chloorbenzotrifluoriden (o-, m-, p-)
2234
30
LF1
DW
Chloorbenzylchloriden
2235
60
SNR
Chloorbutanen (butylchloriden)
1127
33
LF2
Chloorcresolen
2669
60
SNR
Chloordifluormethaan (koelgas R 22)
1018
20
GNR
Chloordinitrobenzenen
1577
60
SNR
Chloorfenolaten, vast
2905
80
SNR
-1
Chloorfenolaten, vloeibaar
2904
80
LNR
-1
Chloorfenolen, vast
2020
60
SNR
Chloorfenolen, vloeibaar
2021
60
LNR
DW
Chloorfenyltrichloorsilaan
1753
X80
LT*
LTW
Chloorformiaten, giftig, bijtend, brandbaar, n.e.g.
2742
638
LF*/LT*
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
66
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b
Chloorformiaten, giftig, bijtend, n.e.g.
3277
68
Chloormethylchloorformiaat
2745
68
LT*
DW
Chloormethylethylether
2354
336
LF2/LT*
DW
Chloornitroanilinen
2237
60
SNR
Chloornitrobenzenen
1578
60
SNR
Chloornitrotoluenen
2433
60
LT*
Chloorpentafluorethaan (koelgas R 115)
1020
20
GNR
Chloorpentafluoride
2548
265
GT*
Chloorpikrine
1580
66
LT2
DW
Chloorpikrine, mengsel, n.e.g.
1583
60
LT*
DW
Chloorpikrine, mengsel, n.e.g.
1583
66
LT*
DW
Chloorsilanen, bijtend, brandbaar, n.e.g.
2986
X83
LF*/LT*
LTW
Chloorsilanen, bijtend, n.e.g.
2987
X80
LT*
LTW
Chloorsilanen, brandbaar, bijtend, n.e.g.
2985
X338
LF*/LT*
Chloorsilanen, reactief met water, brandbaar, bijtend, n.e.g.
2988
X338
LF2/LT*
LTW
Chloorsulfonzuur
1754
X88
LT*
LTW
Chloortoluenen (o-, m-, p-)
2238
30
LF1
DW
Chloortoluidinen
2239
60
SNR
Chloortrifluorethyleen, gestabiliseerd (chloortrifluoretheen, gestabiliseerd) Chloortrifluoride
1082
263
GF3/GT5
1749
265
GT*
Chloortrifluormethaan (koelgas R 13)
1022
20
GNR
Chloorwaterstof, sterk gekoeld, vloeibaar gemaakt: zie rn. 201, cf. 3 TC Chloorwaterstofzuur (zoutzuur)
2186 1789
80
LNR
-1
Chloorzuur, oplossing in water
2626
50
NR
-1
Chloraal, watervrij, gestabiliseerd
2075
69
LT*
DW
Chloraat en boraat, mengsel
1458
50
NR
Chloraat en magnesiumchloride, mengsel
1459
50
NR
Chloriet, oplossing
1908
80
LNR
-1
Chloroform
1888
60
LNR
DW
Chloropreen, gestabiliseerd
1991
336
LF2/LT2
Chroom(III)fluoride, oplossing (chroomtrifluoride, oplossing)
1757
80
LT*
-1
Chroom(III)fluoride, vast (chroomtrifluoride, vast)
1756
80
SNR
STW
Chroomnitraat
2720
50
NR
-1
Chroomoxychloride (chromylchloride)
1758
X88
LT*
LTW
Chroomtrioxide, watervrij (chroomzuur, vast)
1463
58
NR
-1
Chroomzuur, oplossing
1755
80
LNR
-1
Chroomzwavelzuur
2240
88
LNR
DW
cis-2-Buteen
1012
23
GF2
Copra
1363
40
NR
Cresolen (o-, m-, p-)
2076
68
LNR
Cresylzuur
2022
68
LNR
Crotonaldehyde, gestabiliseerd
1143
663
LF2/LT1
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
67
VN
GEVI
RCL1999b
Crotonyleen (butyn-2)
1144
339
LF2
Crotonzuur
2823
80
SNR
Cyaanbromide
1889
668
LT3
Cyaanchloride, gestabiliseerd (chloorcyaan, gestabiliseerd)
1589
268
GT4
con1999b
Cyaanwaterstof, gestabiliseerd
1051
663
LF2/LT4
-1
Cyaanwaterstof, gestabiliseerd, geabsorbeerd door een inerte poreuze stof Cyaanwaterstof, oplossing in alcohol
1614
663
LF2/LT4
-1
3294
663
LF2/LT3
-1
Cyaanwaterstof, oplossing in water (cyaanwaterstofzuur)
1613
663
LF2/LT3
-1
Cyanide, oplossing, n.e.g.
1935
60
LTW
LTW
Cyanide, oplossing, n.e.g.
1935
66
LTW
LTW
Cyaniden, anorganisch, vast, n.e.g.
1588
60
STW
STW
Cyaniden, anorganisch, vast, n.e.g.
1588
66
STW
Cyanuurchloride
2670
80
SNR
Cyclobutaan
2601
23
GF1
Cyclobutylchloorformiaat
2744
638
LF*/LT*
Cycloheptaan
2241
33
LF2
Cycloheptatrieen
2603
336
LF2/LT*
Cyclohepteen
2242
33
LF2
Cyclohexaan
1145
33
LF2
Cyclohexanon
1915
30
LF1
Cyclohexeen
2256
33
LF2
Cyclohexenyltrichloorsilaan
1762
X80
LT*
Cyclohexylacetaat
2243
30
LF1
Cyclohexylamine
2357
83
LF1
Cyclohexylisocyanaat
2488
663
LF1/LT2
Cyclohexylmercaptaan
3054
30
LF1
Cyclohexyltrichloorsilaan
1763
X80
LT*
Cyclooctadienen
2520
30
LF1
Cyclooctatetraeen
2358
33
LF2
Cyclopentaan
1146
33
LF2
Cyclopentanol
2244
30
LF1
Cyclopentanon
2245
30
LF1
Cyclopenteen
2246
33
LF2
Cyclopropaan
1027
23
GF3
Cymenen (o-, m-, p-) (methylisopropylbenzenen)
2046
30
LF1
Decaboraan
1868
46
NR
Decahydronaftaleen (decaline)
1147
30
LF1
Desinfectiemiddel, vast, giftig, n.e.g.
1601
60
SNR
Desinfectiemiddel, vast, giftig, n.e.g.
1601
66
SNR
Desinfectiemiddel, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
1903
80
LT*
Desinfectiemiddel, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
1903
88
LT*
Desinfectiemiddel, vloeibaar, giftig, n.e.g.
3142
60
LT*
LTW -1
LTW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Desinfectiemiddel, vloeibaar, giftig, n.e.g.
68
VN 3142
GEVI
RCL1999b
66
LT*
con1999b
Deuterium, samengeperst
1957
23
GF0
Diacetonalcohol, chemisch zuiver
1148
30
LF1
-1
Diacetonalcohol, technisch
1148
33
LF2
-1
Diallylamine
2359
338
LF2/LT*
Diallylether
2360
336
LF2/LT*
Dibenzyldichloorsilaan
2434
X80
STW
Diboraan, samengeperst
1911
263
GF0/GT0
STW
Dibroomchloorpropanen
2872
60
LT*
DW
Dibroomdifluormethaan (difluordibroommethaan)
1941
90
LT*
DW
Dibroommethaan
2664
60
LT*
DW
Dibutylaminoethanol
2873
60
LNR
Dibutylethers
1149
30
LF1
Dichlooracetylchloride
1765
X80
LT*
LTW
Dichlooranilinen
1590
60
SNR
Dichloorazijnzuur
1764
80
LT*
Dichloordifluormethaan (koelgas R 12)
1028
20
GNR
Dichloorfenylisocyanaten
2250
60
SNR
Dichloorfenyltrichloorsilaan
1766
X80
LT*
Dichloorfluormethaan (koelgas R 21)
1029
20
GNR
Dichloorisocyanuurzure zouten
2465
50
NR
Dichloorisocyanuurzuur, droog
2465
50
NR
Dichloorisopropylether
2490
60
LT*
DW
Dichloormethaan (methyleenchloride)
1593
60
LNR
DW
Dichloormethylether, symmetrisch: zie rn. 601, cf. 26a)
2249
LF1/LT1
DW
Dichloorpentanen
1152
30
LF1
DW
Dichloorpropenen
2047
30
LF1
DW
Dichloorpropenen
2047
33
LF2
DW
Dichloorsilaan
2189
263
GF1/GT4
Dicyaan
1026
263
GF3/GT5
Dicyclohexylamine
2565
80
LT*
Dicyclohexylammoniumnitriet
2687
40
NR
Dicyclopentadieen
2048
30
LF1
Didymiumnitraat
1465
50
NR
Dieselolie
1202
30
LF1
Diethoxymethaan
2373
33
LF2
Diethylamine
1154
338
LF2
Diethylbenzenen (o-, m-, p-)
2049
30
LF1
-1
LTW
-1
Diethylcarbonaat (ethylcarbonaat)
2366
30
LF1
Diethyldichloorsilaan
1767
X83
LF1/LT*
LTW
Diethyleentriamine
2079
80
LNR
-1
Diethylether (ethylether)
1155
33
LF2
Diethylketon
1156
33
LF2
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
69
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b DW
Diethylsulfaat
1594
60
LNR
Diethylsulfide
2375
33
LF2
Diethylthiofosforylchloride
2751
80
LT*
DW
Diethylzink
1366
X333
NR
LFW
Difenylaminochloorarsine
1698
66
SNR
Difenylbroommethaan
1770
80
SNR
Difenylchloorarsine
1699
60
SNR
Difenyldichloorsilaan
1769
X80
LT*
Difenylmagnesium
2005
X333
NR
Difluorfosforzuur, watervrij
1768
80
LT*
Difluormethaan (koelgas R 32)
3252
23
GF*
LTW DW
Diisobutylamine
2361
38
LF1/LT*
Diisobutyleen, isomere verbindingen
2050
33
LF2
Diisobutylketon
1157
30
LF1
Diisooctylfosfaat
1902
80
LNR
Diisopropylamine
1158
338
LF2/LT1
Diisopropylether
1159
33
LF2
Diketeen, gestabiliseerd+D1815
2521
663
LF1
DW -1
Dimethylamine, oplossing in water
1160
338
LF2
Dimethylamine, watervrij
1032
23
GF2/GT4
Dimethylcarbonaat
1161
33
LF2
Dimethylcyclohexanen
2263
33
LF2
Dimethyldichloorsilaan
1162
X338
LF2/LT2
Dimethyldiethoxysilaan
2380
33
LF2
Dimethyldioxanen
2707
30
LF1
Dimethyldioxanen
2707
33
LF2
Dimethyldisulfide
2381
33
LF2
Dimethylether
1033
23
GF2
-1
DW LTW
DW
Dimethylhydrazine, asymmetrisch
1163
663
LF2/LT2
-1
Dimethylhydrazine, symmetrisch
2382
663
LF2/LT*
-1
Dimethylsulfaat
1595
668
LT2
DW
Dimethylsulfide
1164
33
LF2
Dimethylthiofosforylchloride
2267
68
LT*
DW
Dimethylzink
1370
X333
NR
LFW
Di-n-amylamine
2841
36
LF1/LT*
Dinatriumtrioxosilicaat (natriummetasilicaat)
3253
80
SNR
Di-n-butylamine
2248
83
LF1
Dinitroanilinen
1596
60
SNR
Dinitrobenzenen
1597
60
SNR
Dinitrofenol, bevochtigd
1320
46
NR
Dinitrofenol, oplossing
1599
60
LNR
Dinitrofenolaten, bevochtigd
1321
46
NR
Dinitro-o-cresol
1598
60
SNR
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Dinitroresorcinol, bevochtigd
70
VN 1322
GEVI
RCL1999b
40
NR
Dinitrotoluenen
2038
60
SNR
Dinitrotoluenen, gesmolten
1600
60
SNR
Di-n-propylether
2384
33
LF2
con1999b
DW
Dioxaan
1165
33
LF2
-1
Dioxolaan
1166
33
LF2
-1
Dipenteen (limoneen)
2052
30
LF1
Dipicrylsulfide, bevochtigd, =< 500g
2852
40
NR
Dipropylamine
2383
338
LF2
Dipropylketon
2710
30
LF1
Dispersie van aardalkalimetalen *) indien vlampunt ten hoogste 61 oC bedraagt Dispersie van alkalimetalen *) indien vlampunt ten hoogste 61 oC bedraagt Distikstofoxide (lachgas)
1391
X423
NR
SFW
1391
X423
NR
SFW
1070
25
GNR
Distikstofoxide, sterk gekoeld, vloeibaar (lachgas, sterk gekoeld, vloeibaar) Distikstoftetroxide (stikstofdioxide)
2201
225
GNR
1067
265
GT5
Distikstoftrioxide: zie rn. 201, cf. 2 TOC
2421
GT*
Divinylether, gestabiliseerd
1167
339
LF2
Dodecyltrichloorsilaan
1771
X80
LT*
Drukinkt
1210
30
LF1
Drukinkt
1210
33
LF2
LTW
Epibroomhydrine
2558
663
LF1/LT*
DW
Epichloorhydrine
2023
63
LF1/LT1
DW
Esters, n.e.g.
3272
30
LF1
Esters, n.e.g.
3272
33
LF2
Ethaan
1035
23
GF3
Ethaan, sterk gekoeld, vloeibaar
1961
223
GF0
Ethanol (ethylalcohol)
1170
33
LF2
-1
Ethanol, oplossing (ethylalcohol, oplossing), met meer dan 24 vol.-% en ten hoogste 70 vol.-% alcohol Ethanol, oplossing (ethylalcohol, oplossing), waterige oplossing met meer dan 70 vol.-% alcohol Ethanolamine
1170
30
LF1
-1
1170
33
LF2
-1
2491
80
LNR
-1
Ethanolamine, oplossing
2491
80
LT*
-1
Ethers, n.e.g.
3271
30
LF1
Ethers, n.e.g.
3271
33
LF2
Ethyl-2-chloorpropionaat
2935
30
LF1
Ethylacetaat
1173
33
LF2
Ethylacetyleen, gestabiliseerd
2452
239
GF1
Ethylacrylaat, gestabiliseerd
1917
339
LF2
Ethylamine
1036
23
GF1/GT3
Ethylamine, oplossing in water
2270
338
LF2/LT*
Ethylamylketonen
2271
30
LF1
DW
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Ethylbenzeen
71
VN 1175
GEVI
RCL1999b
33
LF2
con1999b
Ethylbromide
1891
60
LT*
DW
Ethylbroomacetaat
1603
63
LF1/LT1
DW
Ethylbutylacetaat
1177
30
LF1
Ethylbutylether
1179
33
LF2
Ethylbutyraat
1180
30
LF1
Ethylchlooracetaat
1181
63
LF1/LT*
DW
Ethylchloorformiaat
1182
663
LF2/LT2
DW
Ethylchloorthioformiaat
2826
83
LF1/LT*
DW
Ethylchloride
1037
23
GF1/GT2
Ethylcrotonaat
1862
33
LF2
Ethyldichloorarsine
1892
66
LT2
DW
Ethyldichloorsilaan
1183
X338
LF2/LT*
LFW/LTW
Ethyleen, samengeperst (etheen, samengeperst)
1962
23
GF0
Ethyleen, sterk gekoeld, vloeibaar (etheen, sterk gekoeld, vloeibaar) Ethyleenchloorhydrine (2-chloorethanol)
1038
223
GF0
1135
663
LF1
-1
Ethyleendiamine
1604
83
LF1
-1
Ethyleendibromide (1,2-dibroomethaan)
1605
66
LNR
DW
Ethyleendichloride (1,2-dichloorethaan)
1184
336
LF2
DW
Ethyleenglycoldiethylether (1,2-diethoxyethaan)
1153
30
LF1
Ethyleenglycolmonoethylether (2-ethoxyethanol)
1171
30
LF1
Ethyleenglycolmonoethyletheracetaat (2-ethoxyethylacetaat)
1172
30
LF1
Ethyleenglycolmonomethylether (2-methoxyethanol)
1188
30
LF1
-1
Ethyleenglycolmonomethyletheracetaat
1189
30
LF1
-1
Ethyleenimine, gestabiliseerd
1185
663
LF2/LT3
-1
Ethyleenoxide
1040
263
GF1/GT3
Ethyleenoxide en propyleenoxide, mengsel met ten hoogste 30% ethyleenoxide Ethyleenoxide met stikstof
2983
336
LF2/LT*
1040
263
GF1/GT3
Ethylfenyldichloorsilaan
2435
X80
LT*
Ethylfluoride (koelgas R 161)
2453
23
GF3
Ethylformiaat
1190
33
LF2
Ethylisobutyraat
2385
33
LF2
Ethylisocyanaat
2481
336
LF2/LT4
Ethyllactaat
1192
30
LF1
Ethylmercaptaan
2363
33
LF2
Ethylmethacrylaat
2277
339
LF2
Ethylmethylether
1039
23
GF2
Ethylnitriet, oplossing
1194
336
LF2/LT*
Ethylorthoformiaat
2524
30
LF1
Ethyloxalaat
2525
60
LNR
Ethylpropionaat
1195
33
LF2
Ethylpropylether
2615
33
LF2
-1
-1
DW
-1
DW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Ethyltrichloorsilaan
72
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b
1196
X338
LF2/LT1
LTW
Expandeerbare polymeerkorrels
2211
90
SNR
Extracten, aromatisch, vloeibaar
1169
30
LF1
Extracten, aromatisch, vloeibaar
1169
33
LF2
Extracten, smaakstoffen, vloeibaar
1197
30
LF1
Extracten, smaakstoffen, vloeibaar
1197
33
LF2
Fenacylbromide (omega-broomacetofenon)
2645
60
SNR
Fenetidinen
2311
60
LNR
Fenol, gesmolten
2312
60
SNR
Fenol, oplossing
2821
60
LNR
Fenol, vast
1671
60
SNR
DW
Fenolaten, vast
2905
80
SNR
-1
Fenolaten, vloeibaar
2904
80
LNR
-1
Fenolsulfonzuur, vloeibaar
1803
80
LNR
-1
Fenylacetonitril, vloeibaar (benzylcyanide)
2470
60
LNR
Fenylacetylchloride
2577
80
LT*
DW
Fenylcarbylaminechloride
1672
66
LT2
DW
Fenylchloorformiaat
2746
68
LT*
DW
Fenyleendiaminen (o-, m-, p-)
1673
60
SNR
Fenylfosfordichloride
2798
80
LT*
DW
Fenylfosforthiodichloride
2799
80
LT*
DW
Fenylhydrazine
2572
60
LNR
DW
Fenylisocyanaat
2487
663
LF1/LT*
DW
Fenylkwikacetaat
1674
60
SNR
Fenylkwikhydroxide
1894
60
SNR
Fenylkwiknitraat
1895
60
SNR
Fenylkwikverbinding, n.e.g.
2026
60
SNR
Fenylkwikverbinding, n.e.g.
2026
66
SNR
Fenylmercaptaan (thiofenol)
2337
663
LF1/LT1
DW
Fenyltrichloorsilaan
1804
X80
LNR
LTW
Ferrocerium
1323
40
NR
Ferrosilicium
1408
462
NR
Films met een basis van nitrocellulose
1324
40
NR
Fluor, samengeperst
1045
265
GT0
Fluoranilinen
2941
60
LNR
DW
Fluorazijnzuur
2642
66
SNR
-1
Fluorbenzeen
2387
33
LF2
Fluorboorzuur
1775
80
LT1
-1
Fluorfosforzuur, watervrij
1776
80
LT*
-1
Fluorosilicaten, n.e.g.
2856
60
SNR
Fluorsulfonzuur
1777
88
LT*
Fluortoluenen
2388
33
LF2
Fluorwaterstof, watervrij
1052
886
LT3
SFW
DW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
73
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b
Fluorwaterstofzuur, met meer dan 60% maar ten hoogste 85% fluorwaterstof Fluorwaterstofzuur, met meer dan 85% fluorwaterstof
1790
886
LT3
-1
1790
886
LT3
-1
Fluorwaterstofzuur, met ten hoogste 60% fluorwaterstof
1790
86
LT*
-1
Foezelolie
1201
30
LF1
Foezelolie
1201
33
LF2
Formaldehyde, oplossing, brandbaar
1198
38
LF1
-1
Formaldehyde, oplossing, met ten minste 25% formaldehyde Fosfor, geel, gesmolten
2209
80
LNR
-1
2447
446
NR
Fosfor, rode, amorf
1338
40
NR
Fosfor, wit of geel, droog
1381
46
NR
Fosfor, wit of geel, in oplossing
1381
46
NR
Fosfor, wit of geel, onder water
1381
46
NR
Fosfor, wit, gesmolten
2447
446
NR
Fosforheptasulfide (P4S7)
1339
40
NR
Fosforigzuur
2834
80
SNR
-1
Fosforoxybromide
1939
80
SNR
STW
Fosforoxybromide, gesmolten
2576
80
LT*
Fosforoxychloride
1810
X80
LT1
LTW
Fosforpentabromide
2691
80
SNR
STW STW
Fosforpentachloride
1806
80
SNR
Fosforpentafluoride, samengeperst
2198
268
GT0
Fosforpentasulfide (P2S5)
1340
423
NR
Fosforpentoxide (fosforzuuranhydride)
1807
80
SNR
Fosforsesquisulfide (P4S3)
1341
40
NR
Fosfortribromide
1808
X80
LNR
LTW
Fosfortrichloride
1809
668
LT2
LTW
Fosfortrioxide
2578
80
SNR
Fosfortrisulfide (P4S6)
1343
40
NR
Fosforwaterstof (fosfine)
2199
263
GF3/GT5
Fosforzuur
1805
80
LNR
Fosgeen
1076
268
GT5
Ftaalzuuranhydride met meer dan 0,05% maleïnezuuranhydride Fumarylchloride
2214
80
SNR
1780
80
LNR
DW
Furaldehyden (furfural)
1199
63
LF1
DW
Furan
2389
33
LF2
Furfurylalcohol
2874
60
LNR
-1
Furfurylamine
2526
38
LF1/LT*
-1
Gallium
2803
80
SNR
Gasgeneratoren (voor airbags)
3268
90
NR
Gasgeneratoren (voor airbags), samengeperst gas
3353
20
NR
Gasmonster, drukloos, brandbaar, n.e.g.
3167
23
NR
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
74
VN
GEVI
RCL1999b NR
Gasmonster, drukloos, giftig, brandbaar, n.e.g.
3168
263
Gasmonster, drukloos, giftig, n.e.g.
3169
26
NR
Gasolie
1202
30
LF1
Gemagnetiseerd materiaal: zie rn. 900 (3)
2807
Genetisch gemodificeerde micro-organismen
3245
90
NR
Germaanwaterstof (germaan)
2192
263
GF3/GT5
Giftige anorganische vaste stof, bijtend, n.e.g.
3290
668
SNR
Giftige anorganische vaste stof, bijtend, n.e.g.
3290
68
SNR
Giftige anorganische vaste stof, n.e.g.
3288
60
SNR
Giftige anorganische vaste stof, n.e.g.
3288
66
SNR
Giftige anorganische vloeistof, bijtend, n.e.g.
3289
668
LT*
Giftige anorganische vloeistof, bijtend, n.e.g.
3289
68
LT*
Giftige anorganische vloeistof, n.e.g. *
3287
60
LT*
Giftige anorganische vloeistof, n.e.g. *
3287
66
LT*
Giftige organische vaste stof, bijtend, n.e.g.
2928
668
SNR
Giftige organische vaste stof, bijtend, n.e.g.
2928
68
SNR
Giftige organische vaste stof, brandbaar, n.e.g.
2930
64
SNR
Giftige organische vaste stof, brandbaar, n.e.g.
2930
664
SNR
Giftige organische vaste stof, n.e.g.
2811
60
SNR
Giftige organische vaste stof, n.e.g.
2811
66
SNR
Giftige organische vloeistof, bijtend, n.e.g.
2927
668
LT*
Giftige organische vloeistof, bijtend, n.e.g.
2927
68
LT*
Giftige organische vloeistof, brandbaar, n.e.g.
2929
63
LF*/LT*
Giftige organische vloeistof, brandbaar, n.e.g.
2929
663
LF*/LT*
Giftige organische vloeistof, brandbaar, n.e.g.
2929
663
LF2/LT*
Giftige organische vloeistof, n.e.g.
2810
60
LT*
Giftige organische vloeistof, n.e.g.
2810
66
LT*
Giftige vaste stof, oxiderend, n.e.g.
3086
65
SNR
Giftige vaste stof, oxiderend, n.e.g.
3086
665
SNR
Giftige vaste stof, reactief met water, n.e.g.
3125
642
SFW
Giftige vaste stof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.
3124
64
SNR
con1999b
DW
SFW
Giftige vaste stof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.
3124
664
SNR
Giftige vloeistof, oxiderend, n.e.g.
3122
65
LT*
Giftige vloeistof, oxiderend, n.e.g.
3122
665
LT*
Giftige vloeistof, reactief met water, n.e.g.
3123
623
LT*
LFW
Glycerol-alfa-monochloorhydrine
2689
60
LT*
-1
Glycidaldehyde
2622
336
LF2/LT*
-1
Guanidinenitraat
1467
50
NR
Hafniumpoeder, bevochtigd
1326
40
NR
Hafniumpoeder, droog
2545
40
NR
Hafniumpoeder, droog
2545
43
NR
Hars, oplossing
1866
30
LF1
Hars, oplossing
1866
33
LF2
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Harsolie
75
VN 1286
GEVI
RCL1999b
30
LF1
Harsolie
1286
33
LF2
Helium, samengeperst
1046
20
GNR
Helium, sterk gekoeld, vloeibaar
1963
22
GNR
Heptafluorpropaan (koelgas R 227)
3296
20
GNR
Heptanen
1206
33
LF2
Hexachlooraceton
2661
60
LT*
Hexachloorbenzeen
2729
60
LT*
con1999b
DW
Hexachloorbutadieen
2279
60
LNR
DW
Hexachloorcyclopentadieen
2646
66
LT2
DW
Hexachloorplatinazuur, vast
2507
80
SNR
-1
Hexachlorofeen
2875
60
SNR
Hexadecyltrichloorsilaan
1781
X80
LT*
Hexadienen
2458
33
LF2
LTW
Hexaethyltetrafosfaat
1611
60
LT*
Hexafluoraceton
2420
268
GT*
Hexafluoraceton-hydraat
2552
60
SNR
Hexafluorethaan, samengeperst (koelgas R 116, samengeperst) Hexafluorfosforzuur
2193
20
GNR
1782
80
SNR
Hexafluorpropeen (koelgas R 1216)
1858
20
GNR
Hexaldehyde
1207
30
LF1
Hexamethyleendiamine, oplossing
1783
80
LNR
Hexamethyleendiamine, vast
2280
80
SNR
-1
Hexamethyleendiisocyanaat
2281
60
LNR
DW
Hexamethyleenimine
2493
338
LF2/LT*
-1
Hexamethyleentetramine
1328
40
NR
-1
Hexanen
1208
33
LF2
Hexanolen
2282
30
LF1
Hexeen-1
2370
33
LF2
Hexyltrichloorsilaan
1784
X80
LT*
Houders, klein, met gas (gaspatronen)
2037
20
NR
Houders, klein, met gas (gaspatronen)
2037
23
NR
Houders, klein, met gas (gaspatronen)
2037
25
NR
Houders, klein, met gas (gaspatronen)
2037
26
NR
Houders, klein, met gas (gaspatronen)
2037
263
NR
Houders, klein, met gas (gaspatronen)
2037
265
NR
Houders, klein, met gas (gaspatronen)
2037
268
NR
Houtconserveringsmiddelen, vloeibaar
1306
30
LF1
Houtconserveringsmiddelen, vloeibaar
1306
33
LF2
Hydrazine, oplossing in water, met ten hoogste 37 massa-% hydrazine Hydrazine, oplossing in water, met ten minste 37 massa-% en ten hoogste 64 massa-% hydrazine
3293
60
LT*
2030
86
LF1/LT*
DW -1
-1
-1
LTW
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
76
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b
Hydrazine, watervrij
2029
886
LF1/LT2
-1
Hydrazinehydraat
2030
86
LF1/LT*
-1
Hydrochinon
2662
60
SNR
Hydroxylaminesulfaat
2865
80
SNR
Hypochloriet, oplossing
1791
80
LNR
IJsazijn (azijnzuur)
2789
83
LF1
IJzer(II)arsenaat
1608
60
SNR
IJzer(III)arsenaat
1606
60
SNR
IJzer(III)arseniet
1607
60
SNR
IJzer(III)chloride, oplossing
2582
80
LNR
IJzer(III)chloride, watervrij (ijzertrichloride, watervrij)
1773
80
SNR
IJzer(III)nitraat
1466
50
NR
IJzeroxide, afgewerkt
1376
40
NR
IJzerpentacarbonyl
1994
663
LF2/LT1
IJzerspons, afgewerkt
1376
40
NR
Infectueuze stof, gevaarlijk voor dieren (besmettelijke stof, gevaarlijk voor dieren) Infectueuze stof, gevaarlijk voor mensen (besmettelijke stof, gevaarlijk voor mensen) Insecticide gas, giftig, n.e.g.
2900
606
NR
2814
606
NR
1967
26
GT*
Insecticide gas, n.e.g.
1968
20
GNR
Insecticide, gas, brandbaar, n.e.g.
3354
23
GF*
Insecticide, gas, giftig, brandbaar, n.e.g.
3355
263
GF*/GT*
Isoboterzuur
2529
38
LF1
Isoboterzuuranhydride
2530
38
LF1/LT*
Isobutaan
1969
23
GF2
Isobutanol (isobutylalcohol)
1212
30
LF1
Isobuteen
1055
23
GF2
Isobutylacetaat
1213
33
LF2
Isobutylacrylaat, gestabiliseerd
2527
39
LF1
Isobutylamine
1214
338
LF2/LT1
Isobutylformiaat
2393
33
LF2
Isobutylisobutyraat
2528
30
LF1
Isobutylisocyanaat
2486
336
LF2/LT3
Isobutylmethacrylaat, gestabiliseerd
2283
39
LF1
Isobutylpropionaat
2394
33
LF2
Isobutyraldehyde
2045
33
LF2
Isobutyronitril
2284
336
LF2
Isobutyrylchloride
2395
338
LF2
Isocyanaat, oplossing, brandbaar, giftig, n.e.g.
2478
336
LF2/LT*
Isocyanaat, oplossing, brandbaar, giftig, n.e.g.
2478
36
LF1/LT*
Isocyanaat, oplossing, giftig, brandbaar, n.e.g.
3080
63
LF1/LT*
Isocyanaat, oplossing, giftig, n.e.g.
2206
60
LT*
Isocyanaten, brandbaar, giftig, n.e.g. *
2478
336
LF2/LT*
-1
STW
DW
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Isocyanaten, brandbaar, giftig, n.e.g. *
77
VN 2478
GEVI
RCL1999b
36
LF1/LT*
con1999b
Isocyanaten, giftig, brandbaar, n.e.g. *
3080
63
LF1/LT*
Isocyanaten, giftig, n.e.g.
2206
60
LT*
Isocyanatobenzotrifluoriden
2285
63
LF1/LT*
DW
Isoforondiamine
2289
80
LT*
-1
Isoforondiisocyanaat (3-isocyanatomethyl-3,5,5trimethylcyclohexylisocyanaat) Isoheptenen
2290
60
LT*
DW
2287
33
LF2
Isohexenen
2288
33
LF2
Isooctenen
1216
33
LF2
Isopentenen
2371
33
LF2
Isopreen, gestabiliseerd
1218
339
LF2
Isopropanol (isopropylalcohol)
1219
33
LF2
Isopropenylacetaat
2403
33
LF2
Isopropenylbenzeen
2303
30
LF1
Isopropyl-2-chloorpropionaat
2934
30
LF1
Isopropylacetaat
1220
33
LF2
Isopropylamine
1221
338
LF2/LT2
Isopropylbenzeen (cumeen)
1918
30
LF1
-1
-1
Isopropylbutyraat
2405
30
LF1
Isopropylchlooracetaat
2947
30
LF1
DW
Isopropylchloorformiaat
2407
663
LF2
DW
Isopropylfosfaat
1793
80
LNR
Isopropylisobutyraat
2406
33
LF2
Isopropylisocyanaat
2483
336
LF2/LT*
Isopropylnitraat
1222
33
LF2
DW
Isopropylpropionaat
2409
33
LF2
Isosorbide-5-mononitraat
3251
40
NR
Isosorbidedinitraat, mengsel
2907
40
NR
Joodmethylpropanen
2391
33
LF2
DW
Joodmonochloride
1792
80
LT*
LTW
Joodpentafluoride
2495
568
LT1
DW
Joodpropanen
2392
30
LF1
DW
Joodwaterstofzuur
1787
80
LNR
-1
Kakodylzuur
1572
60
LT*
-1
Kalium
2257
X423
NR
SFW
Kaliumarsenaat
1677
60
SNR
-1
Kaliumarseniet
1678
60
SNR
-1
Kaliumboorhydride
1870
X423
NR
SFW
Kaliumbromaat
1484
50
NR
Kaliumchloraat
1485
50
NR
Kaliumchloraat, oplossing in water
2427
50
NR
Kaliumcyanide
1680
66
STW
STW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
78
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b
Kaliumdithioniet
1929
40
NR
Kaliumfluoracetaat
2628
66
SNR
Kaliumfluoride
1812
60
SNR
Kaliumfluorosilicaat
2655
60
SNR
Kaliumfosfide
2012
X462
NR
SFW
Kaliumhydroxide, oplossing (kaliloog)
1814
80
LNR
-1
Kaliumhydroxide, vast (caustische potas)
1813
80
SNR
-1
Kaliumkoper(I)cyanide
1679
60
STW
-1 STW
-1
Kalium-kwikcyanide
1626
66
STW
Kalium-kwikjodide
1643
60
SNR
Kaliummetavanadaat
2864
60
SNR
Kaliummonoxide (kaliumoxide)
2033
80
SNR
Kaliumnitraat
1486
50
NR
Kaliumnitraat en natriumnitriet, mengsel
1487
50
NR
-1
Kaliumnitriet
1488
50
NR
-1
Kaliumperchloraat
1489
50
NR
Kaliumpermanganaat
1490
50
NR
Kaliumperoxide
1491
55
NR
Kaliumpersulfaat
1492
50
NR
Kaliumsulfide met minder dan 30% kristalwater
1382
40
NR
-1
Kaliumsulfide, gehydrateerd met ten minste 30% kristalwater
1847
80
SNR
-1
Kaliumsulfide, watervrij
1382
40
NR
-1
Kaliumsuperoxide
2466
55
NR
-1
Kaliumwaterstofdifluoride (kaliumbifluoride)
1811
86
SNR
STW
Kaliumwaterstofsulfaat (kaliumbisulfaat)
2509
80
SNR
-1
Kamfer
2717
40
NR
Kamferolie
1130
30
LF1
Katoen, vochtig
1365
40
NR
Katoenafval, oliehoudend
1364
40
NR
Kerosine
1223
30
LF1
Ketonen, n.e.g.
1224
30
LF1
Ketonen, n.e.g.
1224
33
LF2
Kleurstof, vast, bijtend, n.e.g.
3147
80
SNR
Kleurstof, vast, bijtend, n.e.g.
3147
88
SNR
Kleurstof, vast, giftig, n.e.g.
3143
60
SNR
Kleurstof, vast, giftig, n.e.g.
3143
66
SNR
Kleurstof, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
2801
80
LT*
Kleurstof, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
2801
88
LT*
Kleurstof, vloeibaar, giftig, n.e.g.
1602
60
LT*
Kleurstof, vloeibaar, giftig, n.e.g.
1602
66
LT*
Kobaltnaftenaatpoeder
2001
40
NR
Kobaltresinaat, neergeslagen
1318
40
NR
Koelgas R 404A (pentafluorethaan, 1,1,1-trifluorethaan en
3337
20
GNR
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
79
VN
GEVI
RCL1999b
3338
20
GNR
3339
20
GNR
1,1,1,2-tetrafluorethaan, zeotropisch mengsel met ca. 44% pentafluorethaan en 52% 1,1,1-trifluorethaan) Koelgas R 407A (difluormethaan, pentafluorethaan en 1,1,1,2-tetrafluorethaan, zeotropisch mengsel met ca. 20% difluormethaan en 40% pentafluorethaan) Koelgas R 407B (difluormethaan, pentafluorethaan en 1,1,1,2-tetrafluorethaan, zeotropisch mengsel met ca. 10% difluormethaan en 70% pentafluorethaan) Koelgas R 407C (difluormethaan, pentafluorethaan en 1,1,1,2-tetrafluorethaan, zeotropisch mengsel met ca. 23% difluormethaan en 25% pentafluorethaan) Koelgas, n.e.g. (mengsel F1, F2, F3)
3340
20
GNR
1078
20
GNR
Koelmachines
2857
20
NR
Kool
1361
40
NR
Kool, geactiveerd
1362
40
NR
Kooldioxide (koolstofdioxide) (koolzuur)
1013
20
GNR
Kooldioxide, sterk gekoeld, vloeibaar (koolstofdioxide, sterk gekoeld, vloeibaar)(koolzuur, sterk gekoeld, vloeibaar) Kooldioxide, vast (droogijs): zie rn. 900 (3)
2187
22
GNR
1845
con1999b
SNR
Koolmonoxide, samengeperst (koolstofmonoxide, samengeperst) Koolstofdisulfide (zwavelkoolstof)
1016
263
GF0/GT0
1131
336
LF2
Koolteerdestillaten
1136
30
LF1
Koolteerdestillaten
1136
33
LF2
Koolwaterstoffen, vloeibaar, n.e.g.
3295
30
LF1
Koolwaterstoffen, vloeibaar, n.e.g.
3295
33
LF2
Koperacetoarseniet
1585
60
SNR
Koperarseniet
1586
60
SNR
Koperchloraat
2721
50
NR
Koperchloride
2802
80
SNR
STW
Kopercyanide
1587
60
STW
STW
Koperethyleendiamine, oplossing
1761
86
LT*
-1
Krypton, samengeperst
1056
20
GNR
Krypton, sterk gekoeld, vloeibaar
1970
22
GNR
Kunststof persmassa
3314
90
NR
Kunststoffen op basis van nitrocellulose, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g. Kunstterpentijn (white spirit)
2006
40
NR
1300
30
LF1
Kunstterpentijn (white spirit)
1300
33
LF2
Kwik
2809
80
LT*
Kwik(I)nitraat
1627
60
SNR
Kwik(II)arsenaat
1623
60
SNR
Kwik(II)chloride
1624
60
SNR
Kwik(II)nitraat
1625
60
SNR
Kwik(II)sulfaat
1645
60
SNR
Kwikacetaat
1629
60
SNR
Kwikbenzoaat
1631
60
SNR
DW
-1
DW
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Kwikbromiden
80
VN 1634
GEVI
RCL1999b
60
SNR
Kwikcyanide
1636
60
STW
Kwikgluconaat
1637
60
SNR
Kwikjodide
1638
60
SNR
Kwiknucleaat
1639
60
SNR
Kwikoleaat
1640
60
SNR
Kwikoxide
1641
60
SNR
Kwikoxycyanide, geflegmatiseerd
1642
60
STW
Kwiksalicylaat
1644
60
SNR
Kwikthiocyanaat
1646
60
SNR
Kwikverbinding, vast, n.e.g.
2025
60
SNR
Kwikverbinding, vast, n.e.g.
2025
66
SNR
Kwikverbinding, vloeibaar, n.e.g.
2024
60
LT*
Kwikverbinding, vloeibaar, n.e.g.
2024
66
LT*
con1999b STW
STW
Legering van aardalkalimetalen, n.e.g.
1393
423
NR
SFW
Legering van alkalimetalen, vloeibaar, n.e.g.
1421
X423
NR
SFW
Legeringen van kalium en natrium
1422
X423
NR
SFW
Leisteenolie
1288
30
LF1
Leisteenolie
1288
33
LF2
Lijmen
1133
30
LF1
Lijmen
1133
33
LF2
Lithium
1415
X423
NR
SFW
Lithiumalkylen
2445
X333
NR
LFW
Lithiumaluminiumhydride
1410
X423
NR
SFW
Lithiumaluminiumhydride in ether
1411
X423
NR
SFW
Lithiumbatterijen
3090
90
NR
Lithiumbatterijen in apparatuur
3091
90
NR
Lithiumbatterijen, verpakt met apparatuur
3091
90
NR
Lithiumboorhydride
1413
X423
NR
SFW
Lithiumferrosilicium
2830
423
NR
SFW
Lithiumhydride
1414
X423
NR
SFW
Lithiumhydride, vast, gietstukken
2805
423
NR
SFW
Lithiumhydroxide, oplossing
2679
80
LNR
Lithiumhydroxide-monohydraat
2680
80
SNR
Lithiumhypochloriet, droog
1471
50
NR
Lithiumhypochloriet, mengsel
1471
50
NR
Lithiumnitraat
2722
50
NR
Lithiumnitride
2806
X423
NR
Lithiumperoxide
1472
50
NR
Lithiumsilicium
1417
423
NR
London Purple
1621
60
SNR
Loodacetaat
1616
60
SNR
Loodarsenaten
1617
60
SNR
SFW SFW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
81
Naam
VN
Loodarsenieten
1618
GEVI
RCL1999b
60
SNR
Loodcyanide
1620
60
STW
Looddioxide
1872
56
NR
Loodfosfiet, dibasisch
2989
40
NR
Loodnitraat
1469
56
NR
Loodperchloraat
1470
56
NR
Loodsulfaat met meer dan 3% vrij zuur
1794
80
SNR
Loodverbinding, oplosbaar, n.e.g.
2291
60
SNR
Lucht, samengeperst (perslucht)
1002
20
GNR
Lucht, sterk gekoeld, vloeibaar
1003
225
GNR
Magnesium
1869
40
NR
con1999b STW
-1 -1
Magnesiumalkylen
3053
X333
NR
LFW
Magnesiumaluminiumfosfide
1419
X462
NR
SFW
Magnesiumarsenaat
1622
60
SNR
Magnesiumbromaat
1473
50
NR
Magnesiumchloraat
2723
50
NR
Magnesiumdiamide
2004
40
NR
Magnesiumfluorosilicaat
2853
60
SNR
Magnesiumfosfide
2011
X462
NR
SFW
Magnesiumhydride
2010
X423
NR
SFW
Magnesiumkorrels, gecoat
2950
423
NR
SFW
Magnesiumlegeringen
1869
40
NR
Magnesiumnitraat
1474
50
NR
-1
Magnesiumperchloraat
1475
50
NR
-1
Magnesiumperoxide
1476
50
NR
Magnesiumpoeder
1418
423
NR
SFW
Magnesiumsilicide
2624
423
NR
SFW
Maleïnezuuranhydride
2215
80
SNR
Malonitril
2647
60
SNR
Maneb (mangaan-ethyleen-1,2-bis-dithiocarbamaat)
2210
40
NR
Maneb (mangaan-ethyleen-1,2-bis-dithiocarbamaat), gestabiliseerd Maneb-preparaten
2968
423
NR
2210
40
NR
Maneb-preparaten, gestabiliseerd
2968
423
NR
SFW
Mangaannitraat
2724
50
NR
-1
Mangaanresinaat
1330
40
NR
Medicament, vast, giftig, n.e.g.
3249
60
NR
Medicament, vloeibaar, brandbaar, giftig, n.e.g.
3248
336
LF2/LT*
Medicament, vloeibaar, brandbaar, giftig, n.e.g.
3248
36
LF1
Medicament, vloeibaar, giftig, n.e.g.
1851
60
NR
Membraanfilters van nitrocellulose
3270
40
NR
1973
20
GNR
1581
26
GT*
Mengsel van chloordifluormethaan chloorpentafluorethaan (koelgas R 502) Mengsel van chloorpikrine en methylbromide
en
SFW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Mengsel van chloorpikrine en methylchloride
82
VN 1582
GEVI
RCL1999b
26
GT*
Mengsel van edelgassen en stikstof, samengeperst
1981
20
GNR
Mengsel van edelgassen en zuurstof, samengeperst
1980
20
GNR
Mengsel van edelgassen, samengeperst
1979
20
GNR
Mengsel van ethyleen, acetyleen en propyleen, sterk gekoeld, vloeibaar (mengsel van etheen, ethyn en propeen, sterk gekoeld, vloeibaar) Mengsel van ethyleenoxide en chloortetrafluorethaan
3138
223
GF0
3297
20
GNR
Mengsel van ethyleenoxide en dichloordifluormethaan
3070
20
GNR
Mengsel van ethyleenoxide en kooldioxide (mengsel van ethyleenoxide en koolstofdioxide)(Mengsel van ethyleenoxide en koolzuur) met meer dan 9% maar ten hoogste 87% ethyleenoxide Mengsel van ethyleenoxide en kooldioxide (mengsel van ethyleenoxide en koolstofdioxide)(mengsel van ethyleenoxide en koolzuur) met ten hoogste 9% ethyleenoxide Mengsel van ethyleenoxide en kooldioxide (mengsel van ethyleenoxide en koolstofdioxide)(Mengsel van ethyleenoxide en koolzuur) met meer dan 87 % ethyleenoxide Mengsel van ethyleenoxide en pentafluorethaan
1041
239
GF*/GT*
1952
20
GNR
3300
263
GF*/GT*
3298
20
GNR
Mengsel van ethyleenoxide en tetrafluorethaan
3299
20
GNR
Mengsel van fluorwaterstofzuur en zwavelzuur
1786
886
LT3
Mengsel van hexaethyltetrafosfaat en samengeperst gas
1612
26
GT0
Mengsel van kooldioxide en distikstofoxide (mengsel van koolstofdioxide en distikstofdioxide) (mengsel van koolzuur en lachgas) Mengsel van koolmonoxide en waterstof, samengeperst (mengsel van koolstofmonoxide en waterstof, samengeperst)(synthesegas, Fischer-Tropschgas, watergas) Mengsel van koolwaterstofgassen, samengeperst, n.e.g.
1015
20
GNR
2600
263
GF0/GT0
1964
23
GF0
Mengsel van koolwaterstofgassen, vloeibaar gemaakt, n.e.g. (mengsel A, A 01, A 02, A 0, A 1, B 1, B 2, B, C, butaan, propaan) Mengsel van methylacetyleen en propadieen, gestabiliseerd (mengsel P1 en P2) Mengsel van methylchloride en dichloormethaan
1965
23
GF3
1060
239
GF3
1912
23
GF*/GT*
Mengsel van salpeterzuur en zoutzuur: zie rn. 801, cf. 3
1798
Mengsel van stikstofmonoxide en distikstoftetroxide (mengsel van stikstofmonoxide en stikstofdioxide) Mengsel van waterstof en methaan, samengeperst
1975
265
GT*
2034
23
GF0
1014
25
GNR
1010
239
GF2
1012
23
GF2
Mengsel van zuurstof en kooldioxide, samengeperst (max. 30% kooldioxide) Mengsels van 1,3-butadieen en koolwaterstoffen, gestabiliseerd Mengsels van butenen
LT1
Mercaptanen, mengsel, vloeibaar, brandbaar, giftig, n.e.g.
1228
336
LF2/LT*
Mercaptanen, mengsel, vloeibaar, brandbaar, giftig, n.e.g.
1228
36
LF1
Mercaptanen, mengsel, vloeibaar, brandbaar, n.e.g.
3336
30
LF1
con1999b
-1
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Mercaptanen, mengsel, vloeibaar, brandbaar, n.e.g.
83
VN 3336
GEVI
RCL1999b
33
LF2
Mercaptanen, mengsel, vloeibaar, giftig, brandbaar, n.e.g.
3071
63
LF*/LT*
Mercaptanen, vloeibaar, brandbaar, giftig, n.e.g.
1228
336
LF2/LT*
Mercaptanen, vloeibaar, brandbaar, giftig, n.e.g.
1228
36
LF1
Mercaptanen, vloeibaar, brandbaar, n.e.g.
3336
30
LF1
Mercaptanen, vloeibaar, brandbaar, n.e.g.
3336
33
LF2
Mercaptanen, vloeibaar, giftig, brandbaar, n.e.g.
3071
63
LF*/LT*
Mesityloxide
1229
30
LF1
con1999b
Met water reactieve vaste stof, bijtend, n.e.g.
3131
482
NR
Met water reactieve vaste stof, bijtend, n.e.g.
3131
X482
NR
SFW
Met water reactieve vaste stof, brandbaar, n.e.g.: zie rn. 470 (11) Met water reactieve vaste stof, giftig, n.e.g.
3132 3134
462
NR
Met water reactieve vaste stof, giftig, n.e.g.
3134
X462
NR
Met water reactieve vaste stof, n.e.g.
2813
423
NR
Met water reactieve vaste stof, n.e.g.
2813
X423
NR
Met water reactieve vaste stof, oxiderend, n.e.g.: zie rn. 470 (11) Met water reactieve vaste stof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.: zie rn. 470 (11) Met water reactieve vloeistof, bijtend, n.e.g.
3133
NR
3135
NR
3129
382
NR
LFW
Met water reactieve vloeistof, bijtend, n.e.g.
3129
X382
NR
LFW
Met water reactieve vloeistof, giftig, n.e.g.
3130
362
NR
LFW
Met water reactieve vloeistof, giftig, n.e.g.
3130
X362
NR
LFW
Met water reactieve vloeistof, n.e.g.
3148
323
NR
LFW
Met water reactieve vloeistof, n.e.g.
3148
X323
NR
LFW LFW
NR SFW SFW
Metaalalkylen, reactief met water, n.e.g.
2003
X333
NR
Metaalalkylhalogeniden, reactief met water, n.e.g.
3049
X333
NR
Metaalalkylhydriden, reactief met water, n.e.g.
3050
X333
NR
LFW
Metaalarylen, reactief met water, n.e.g.
2003
X333
NR
LFW
Metaalarylhalogeniden, reactief met water, n.e.g.
3049
X333
NR
Metaalarylhydriden, reactief met water, n.e.g.
3050
X333
NR
LFW
Metaalcarbonylen, n.e.g.
3281
60
Metaalcarbonylen, n.e.g.
3281
66
Metaalhydriden, reactief met water, n.e.g.
1409
423
NR
SFW
Metaalhydriden, reactief met water, n.e.g.
1409
X423
NR
Metaalkatalysator, bevochtigd
1378
40
NR
Metaalkatalysator, droog
2881
40
NR
Metaalkatalysator, droog
2881
43
NR
Metaalorganische verbinding, dispersie, reactief met water, brandbaar, n.e.g. Metaalorganische verbinding, dispersie, reactief met water, brandbaar, n.e.g. Metaalorganische verbinding, giftig, n.e.g.
3207
323
LF*
3207
X323
LF*
3282
60
Metaalorganische verbinding, giftig, n.e.g.
3282
66
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
84
VN
GEVI
RCL1999b
3207
323
LF*
3207
X323
LF*
3207
323
LF*
Metaalorganische verbinding, oplossing, reactief met water, brandbaar, n.e.g. Metaalorganische verbinding, oplossing, reactief met water, brandbaar, n.e.g. Metaalorganische verbinding, reactief met water, brandbaar, n.e.g. Metaalorganische verbinding, reactief met water, brandbaar, n.e.g. Metaldehyde
3207
X323
LF*
1332
40
NR
Metallische legeringen van kalium
1420
X423
NR
Metallische stof, reactief met water, n.e.g.
3208
423
NR
Metallische stof, reactief met water, n.e.g.
3208
X423
NR
Metallische stof, reactief met water, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g. Metallische stof, reactief met water, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g. Methaan, samengeperst
3209
423
NR
3209
X423
NR
1971
23
GF0
Methaan, sterk gekoeld, vloeibaar
1972
223
GF0
Methaansulfonylchloride
3246
668
Methacrylaldehyde, gestabiliseerd
2396
336
LF2/LT2
Methacrylnitril, gestabiliseerd+D2462
3079
336
LF2/LT*
Methacrylzuur, gestabiliseerd
2531
89
LNR
Methanol
1230
336
LF2
Methoxymethylisocyanaat
2605
336
LF2/LT*
Methyl-2-chloorpropionaat
2933
30
LF1
Methylacetaat
1231
33
LF2
Methylacrylaat, gestabiliseerd
1919
339
LF2
Methylal (dimethoxymethaan)
1234
33
LF2
Methylallylalcohol
2614
30
LF1
Methylallylchloride
2554
33
LF2
Methylamine, oplossing in water
1235
338
LF2
Methylamine, watervrij
1061
23
GF2/GT4
Methylamylacetaat
1233
30
LF1
Methylbromide
1062
26
GT3
Methylbromide en ethyleendibromide, mengsel, vloeibaar
1647
66
LT*
Methylbroomacetaat
2643
60
LT*
Methylbutyraat
1237
33
LF2
con1999b
SFW
-1 DW
-1
DW
Methylchlooracetaat
2295
663
LF1/LT*
DW
Methylchloorformiaat
1238
663
LF2/LT3
DW
Methylchloormethylether
1239
663
LF2/LT3
DW
Methylchloorsilaan
2534
263
GF1/GT4
Methylchloride (koelgas R 40)
1063
23
GF2/GT3
Methylcyclohexaan
2296
33
LF2
Methylcyclohexanolen
2617
30
LF1
Methylcyclohexanonen
2297
30
LF1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
85
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b
Methylcyclopentaan
2298
33
LF2
Methyldichlooracetaat
2299
60
LT*
DW
Methyldichloorsilaan
1242
X338
LF2/LT3
LFW/LTW
Methylethylketon (ethylmethylketon)
1193
33
LF2
Methylfenyldichloorsilaan
2437
X80
LT*
Methylfluoride (koelgas R 41)
2454
23
GF3
Methylformiaat
1243
33
LF2
Methylhydrazine
1244
663
LF2/LT2
Methylisobutylcarbinol (methylamylalcohol)
2053
30
LF1
Methylisobutylketon
1245
33
LF2
Methylisocyanaat
2480
663
LF2/LT4
Methylisopropenylketon, gestabiliseerd
1246
339
LF2
Methylisothiocyanaat
2477
663
LF1/LT*
Methylisovaleraat
2400
33
LF2
Methyljodide
2644
66
LT2
Methylmagnesiumbromide in ethylether
1928
X323
LF*
Methylmercaptaan
1064
263
GF1/GT3
Methylmethacrylaat, monomeer, gestabiliseerd
1247
339
LF2
Methylnitriet: zie rn. 201, cf. 2 A
2455
Methylorthosilicaat (tetramethoxysilaan)
2606
663
LF2/LT1
Methylpentadienen
2461
33
LF2
LFW
-1
DW DW
VERBOD
Methylpropionaat
1248
33
LF2
Methylpropylether
2612
33
LF2
Methylpropylketon
1249
33
LF2
Methyl-tert-butylether
2398
33
LF2
Methyltetrahydrofuran
2536
33
LF2
Methyltrichlooracetaat
2533
60
LT*
DW
Methyltrichloorsilaan
1250
X338
LF2/LT2
LTW
Methylvinylketon, gestabiliseerd
1251
639
LF2
-1
Mierezuur
1779
80
LF1
-1
Milieugevaarlijke vaste stof, n.e.g.
3077
90
SNR
Milieugevaarlijke vloeistof, n.e.g.
3082
90
LNR
Molybdeenpentachloride
2508
80
SNR
Mononitrotoluidinen
2660
60
SNR
Monster van chemische stof, giftig
3315
66
NR
Morfoline
2054
30
LF1
Munitie, giftig, niet ontplofbaar
2016
60
NR
Munitie, traanverwekkend, niet ontplofbaar
2017
60
NR
N,n-Butylimidazool
2690
60
SNR
N,N-Diethylaniline
2432
60
LNR
N,N-Diethylethyleendiamine
2685
83
LF1
N,N-Dimethylaniline
2253
60
LNR
N,N-Dimethylcarbamoylchloride
2262
80
LT*
STW
-1
-1 -1 DW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
86
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b
N,N-Dimethylcyclohexylamine
2264
83
LF1
N,N-Dimethylformamide
2265
30
LF1
N,N-Dimethylpropylamine (dimethyl-N-propylamine)
2266
338
LF2/LT*
Naftaleen, geraffineerd
1334
40
NR
Naftaleen, gesmolten
2304
44
NR
Naftaleen, ruw
1334
40
NR
Naftylthioureum
1651
60
LT*
Naftylureum
1652
60
SNR
N-Aminoethylpiperazine
2815
80
LT*
n-Amylmethylketon
1110
30
LF1
Natrium
1428
X423
NR
SFW
Natriumaluminaat, oplossing
1819
80
LNR
-1
Natriumaluminaat: zie rn. 800 (9)
2812
Natriumaluminiumhydride
2835
423
NR
SFW
Natriumammoniumvanadaat
2863
60
SNR
-1
Natriumarsanilaat
2473
60
SNR
-1
Natriumarsenaat
1685
60
SNR
-1
Natriumarseniet, oplossing in water
1686
60
LT*
-1
Natriumarseniet, vast
2027
60
SNR
-1
Natriumazide
1687
60
LTW
LTW
Natriumbatterijen
3292
423
NR
Natriumboorhydride
1426
X423
NR
Natriumboorhydride en natriumhydroxide, oplossing
3320
80
LNR
Natriumbromaat
1494
50
NR
Natriumcellen
3292
423
NR
Natriumchlooracetaat
2659
60
SNR
-1
Natriumchloraat
1495
50
NR
-1
Natriumchloraat, oplossing in water
2428
50
NR
-1
-1
SFW
Natriumchloraat, oplossing in water
2428
50
NR
-1
Natriumchloriet
1496
50
NR
-1
Natriumcyanide
1689
66
STW
-1
Natriumdinitro-o-cresolaat, bevochtigd
1348
46
NR
Natriumdithioniet
1384
40
NR
Natriumfluoracetaat
2629
66
SNR
-1
Natriumfluoride
1690
60
SNR
Natriumfluorosilicaat
2674
60
SNR
Natriumfosfide
1432
X462
NR
STW
Natriumhydride
1427
X423
NR
SFW
Natriumhydroxide, oplossing (natronloog)
1824
80
LNR
-1
Natriumhydroxide, vast (caustische soda)
1823
80
SNR
-1
Natriumkakodylaat
1688
60
SNR
-1
Natriumkoper(I)cyanide, oplossing
2317
66
LTW
-1
Natriumkoper(I)cyanide, vast
2316
66
STW
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
87
VN
GEVI
RCL1999b NR
Natriummethylaat
1431
48
Natriummethylaat, oplossing in alcohol
1289
338
LF2
Natriummethylaat, oplossing in alcohol
1289
38
LF1
Natriummonoxide (natriumoxide)
1825
80
SNR
con1999b
Natriumnitraat
1498
50
NR
Natriumnitraat en kaliumnitraat, mengsel
1499
50
NR
Natriumnitriet
1500
56
NR
Natriumpentachloorfenolaat
2567
60
SNR
Natriumperchloraat
1502
50
NR
-1
Natriumpermanganaat
1503
50
NR
-1
Natriumperoxide
1504
55
NR
Natriumperoxoboraat, watervrij
3247
50
NR
Natriumpersulfaat
1505
50
NR
Natriumpikramaat, bevochtigd
1349
40
NR
Natriumsulfide met minder dan 30% kristalwater
1385
40
NR
Natriumsulfide, gehydrateerd met ten minste 30% kristalwater Natriumsulfide, watervrij
1849
80
SNR
1385
40
NR
Natriumsuperoxide
2547
55
NR
-1
-1
Natriumwaterstofdifluoride (natriumbifluoride)
2439
80
SNR
STW
Natriumwaterstofsulfide met minder dan 25% kristalwater
2318
40
NR
-1
Natriumwaterstofsulfide, gehydrateerd met ten minste 25% kristalwater Natronkalk
2949
80
LT*
-1
1907
80
SNR
-1
Navulpatronen met koolwaterstofgas voor kleine apparaten
3150
23
NR
Navulpatronen voor aanstekers
1057
23
NR
n-Butylamine
1125
338
LF2/LT1
N-Butylaniline
2738
60
LNR
n-Butylchloorformiaat
2743
638
LF1/LT*
n-Butylformiaat
1128
33
LF2
n-Butylisocyanaat
2485
663
LF2/LT1
n-Butylmethacrylaat, gestabiliseerd
2227
39
LF1
n-Decaan
2247
30
LF1
Neon, samengeperst
1065
20
GNR
Neon, sterk gekoeld, vloeibaar
1913
22
GNR
N-Ethylaniline
2272
60
LNR
N-Ethylbenzyltoluidinen
2753
60
SNR
N-Ethyl-N-benzylaniline
2274
60
LNR
N-Ethyltoluidinen
2754
60
LNR
n-Heptaldehyde
3056
30
LF1
n-Hepteen
2278
33
LF2
-1 DW
Nicotine
1654
60
NR
-1
Nicotinehydrochloride
1656
60
NR
-1
Nicotinehydrochloride, oplossing
1656
60
NR
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Nicotinepreparaat, vast, n.e.g.
88
VN 1655
GEVI
RCL1999b
con1999b
60
NR
-1
Nicotinepreparaat, vast, n.e.g.
1655
66
NR
-1
Nicotinepreparaat, vloeibaar, n.e.g.
3144
60
NR
-1
Nicotinepreparaat, vloeibaar, n.e.g.
3144
66
NR
-1
Nicotinesalicylaat
1657
60
NR
-1
Nicotinesulfaat, oplossing
1658
60
NR
-1
Nicotinesulfaat, vast
1658
60
NR
-1
Nicotinetartraat
1659
60
NR
-1
Nicotineverbinding, vast, n.e.g.
1655
60
NR
-1
Nicotineverbinding, vast, n.e.g.
1655
66
NR
-1
Nicotineverbinding, vloeibaar, n.e.g.
3144
60
NR
-1
Nicotineverbinding, vloeibaar, n.e.g.
3144
66
NR
-1
Nikkelcyanide
1653
60
STW
STW
Nikkelnitraat
2725
50
NR
-1
Nikkelnitriet
2726
50
NR
Nikkeltetracarbonyl
1259
663
LF2/LT4
DW
Nitreerzuurmengsel met meer dan 50% salpeterzuur
1796
885
LT2
-1
Nitreerzuurmengsel met ten hoogste 50% salpeterzuur
1796
80
LT1
-1
Nitreerzuurmengsel, afgewerkt, met meer dan 50% salpeterzuur Nitreerzuurmengsel, afgewerkt, met ten hoogste 50% salpeterzuur Nitrilen, brandbaar, giftig, n.e.g.
1826
885
LT2
-1
1826
80
LT1
-1
3273
336
LF2
Nitrilen, giftig, brandbaar, n.e.g.
3275
63
LF1/LT*
Nitrilen, giftig, brandbaar, n.e.g.
3275
663
LF1/LT*
Nitrilen, giftig, n.e.g.
3276
60
Nitrilen, giftig, n.e.g.
3276
66
LNR
Nitroanilinen (o-, m-, p-)
1661
60
SNR
Nitroanisol
2730
60
LNR
Nitrobenzeen
1662
60
LNR
DW
Nitrobenzeensulfonzuur
2305
80
SNR
-1
Nitrobenzotrifluoriden
2306
60
SNR
Nitrobroombenzeen
2732
60
SNR
Nitrocellulose met alcohol
2556
40
NR
Nitrocellulose met water
2555
40
NR
Nitrocellulose, mengsel, met of zonder plastificeermiddel, met of zonder pigment Nitrocellulose, oplossing, brandbaar
2557
40
NR
2059
30
LF1
Nitrocellulose, oplossing, brandbaar
2059
33
LF2
Nitrocresolen
2446
60
SNR
Nitroethaan
2842
30
LF1
Nitrofenolen (o-, m-, p-)
1663
60
SNR
Nitroglycerine, mengsel, gedesensibiliseerd, vast, n.e.g., met meer dan 2 massa-%, maar minder dan 10 massa-% nitroglycerine: zie rn. 401,hoofdstuk C, Opmerking 2
3319
40
NR
DW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
89
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b
Nitroglycerine, mengsel, gedesensibiliseerd, vloeibaar, brandbaar, n.e.g., met ten hoogste 30 massa-% nitroglycerine: zie rn. 300 (9) Nitroglycerine, oplossing in alcohol
3343
30/33
1204
33
LF2
DW
Nitroglycerine, oplossing in alcohol
3064
33
LF2
DW
Nitroguanidine (pikriet), bevochtigd
1336
40
NR
Nitromethaan
1261
33
LF2
Nitronaftaleen
2538
40
NR
Nitropropanen
2608
30
LF1
Nitrosylchloride
1069
268
GT5
Nitrosylzwavelzuur
2308
X80
SNR
Nitrotoluenen (o-, m-, p-)
1664
60
LNR
Nitroxylenen (o-, m-, p-)
1665
60
LNR
N-Methylaniline
2294
60
LNR
N-Methylbutylamine
2945
338
LF2/LT*
Nonanen
1920
30
LF1
DW
-1
Nonyltrichloorsilaan
1799
X80
STW
STW
n-Propanol (n-propylalcohol)
1274
30
LF1
-1
n-Propanol (n-propylalcohol)
1274
33
LF2
-1
n-Propylacetaat
1276
33
LF2
n-Propylbenzeen
2364
30
LF1
n-Propylchloorformiaat
2740
668
LF1/LT*
DW
n-Propylisocyanaat
2482
663
LF2/LT*
n-Propylnitraat
1865
33
LF2
DW
Octadecyltrichloorsilaan
1800
X80
STW
STW
Octadienen
2309
33
LF2
Octafluorcyclobutaan (koelgas RC 318)
1976
20
GNR
Octafluoro-2-buteen (koelgas R 1318)
2422
20
GNR
Octafluorpropaan (koelgas R 218)
2424
20
GNR
Octanen
1262
33
LF2
Octylaldehyden (ethylhexaldehyden) (2-ethylhexaldehyde, 3-ethylhexaldehyde) Octyltrichloorsilaan
1191
30
LF1
1801
X80
STW
STW
o-Dichloorbenzeen
1591
60
LNR
DW
Oliegas, samengeperst (petroleumgas, samengeperst)
1071
263
GF0/GT0
Oliezaadkoeken
1386
40
NR
Oliezaadkoeken
2217
40
NR
Organisch peroxide, type B, vast
3102
539
NR
Organisch peroxide, type B, vast, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type B, vloeibaar
3112
Organisch peroxide, type B, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking
3101 3111
NR
539
NR NR
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
90
VN
Organisch peroxide, type C, vast
3104
Organisch peroxide, type C, vast, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type C, vloeibaar
3114
Organisch peroxide, type C, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type D, vast Organisch peroxide, type D, vast, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type D, vloeibaar Organisch peroxide, type D, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type E, vast Organisch peroxide, type E, vast, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type E, vloeibaar Organisch peroxide, type E, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type F, vast Organisch peroxide, type F, vast, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organisch peroxide, type F, vloeibaar
3103
GEVI
RCL1999b
539
NR NR
539
3113
3106
NR
539
3116
3105
539
539
539
NR NR
539
3120
3109
NR NR
3117
3110
NR NR
3118
3107
NR NR
3115
3108
NR
NR NR
539
NR
Organisch peroxide, type F, vloeibaar, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 551, hoofdstuk A, Opmerking Organische arseenverbinding, n.e.g.
3280
60
Organische arseenverbinding, n.e.g.
3280
66
Organische fosforverbinding, giftig, brandbaar, n.e.g.
3279
63
LF1/LT*
Organische fosforverbinding, giftig, brandbaar, n.e.g.
3279
663
LF1/LT*
Organische fosforverbinding, giftig, brandbaar, n.e.g.
3279
663
LF2/LT*
Organische fosforverbinding, giftig, n.e.g.
3278
60
LT*
Organische fosforverbinding, giftig, n.e.g.
3278
66
LT*
Organische tinverbinding, vast, n.e.g. *
3146
60
SNR
Organische tinverbinding, vast, n.e.g. *
3146
66
SNR
Organische tinverbinding, vloeibaar, n.e.g.
2788
60
LT*
Organische tinverbinding, vloeibaar, n.e.g.
2788
66
LT*
Osmiumtetroxide
2471
66
SNR
Oxiderende vaste stof, bijtend, n.e.g. *
3085
558
NR
Oxiderende vaste stof, bijtend, n.e.g. *
3085
58
NR
Oxiderende vaste stof, brandbaar, n.e.g.: zie rn. 500 (12)
3137
Oxiderende vaste stof, giftig, n.e.g.
3087
556
NR
Oxiderende vaste stof, giftig, n.e.g.
3087
56
NR
3119
NR
NR
con1999b
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
91
VN
GEVI
3121
RCL1999b
Oxiderende vaste stof, met water reactief, n.e.g.: zie rn. 500 (12) Oxiderende vaste stof, n.e.g.
1479
50
NR
Oxiderende vaste stof, n.e.g.
1479
55
NR
Oxiderende vaste stof, voor zelfverhitting vatbaar, n.e.g.: zie rn. 500 (12) Oxiderende vloeistof, bijtend, n.e.g.
3100 3098
558
NR
Oxiderende vloeistof, bijtend, n.e.g.
3098
58
NR
Oxiderende vloeistof, giftig, n.e.g.
3099
556
NR
Oxiderende vloeistof, giftig, n.e.g.
3099
56
NR
Oxiderende vloeistof, n.e.g.
3139
50
NR
Oxiderende vloeistof, n.e.g.
3139
55
NR
Papier, behandeld met onverzadigde oliën
1379
40
NR
Paraformaldehyde
2213
40
NR
con1999b
NR
NR
Paraldehyde
1264
30
LF1
Parfumerieproducten
1266
30
LF1
Parfumerieproducten
1266
33
LF2
Pentaboraan
1380
333
NR
Pentachloorethaan
1669
60
LT*
Pentachloorfenol
3155
60
LT*
Pentaerythriettetranitraat (pentaerythritoltetranitraat, PETN), mengsel, gedesensibiliseerd, vast, n.e.g., met meer dan 10 massa-% maar ten ten hoogste 20 massa-% PETN: zie rn. 401, hoofdstuk C, Opmerking 2 Pentafluorethaan (koelgas R 125)
3344
44
NR
3220
20
GNR
DW
Pentamethylheptaan (isododecaan)
2286
30
LF1
Pentanen, vloeibaar (isopentaan)
1265
33
LF2
Pentanen, vloeibaar (n-pentaan)
1265
33
LF2
Pentanolen
1105
30
LF1
Pentanolen
1105
33
LF2
Penteen-1 (n-amyleen)
1108
33
LF2
Perchloormethylmercaptaan
1670
66
LT1
Perchloorzuur, oplossing in water
1802
85
LNR
-1
Perchloorzuur, oplossing in water met meer dan 50% massa-% doch ten hoogste 72 massa-% zuur Perchlorylfluoride
1873
558
NR
-1
3083
265
GT*
Perfluor(ethylvinyl)ether
3154
23
GF1
Perfluor(methylvinyl)ether
3153
23
GF3
Pesticide, arseenverbinding, vast, giftig
2759
60
SNR
Pesticide, arseenverbinding, vast, giftig
2759
66
SNR
Pesticide, arseenverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig
2760
336
LF2/LT*
Pesticide, arseenverbinding, vloeibaar, giftig
2994
60
LT*
Pesticide, arseenverbinding, vloeibaar, giftig
2994
66
LT*
Pesticide, arseenverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
2993
63
LF*/LT*
Pesticide, arseenverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
2993
663
LF*/LT*
DW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
92
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b
60
SNR
-1
Pesticide, bipyridiliumverbinding, vast, giftig
2781
Pesticide, bipyridiliumverbinding, vast, giftig
2781
66
SNR
Pesticide, bipyridiliumverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig
2782
336
LF2/LT*
Pesticide, bipyridiliumverbinding, vloeibaar, giftig
3016
60
LT*
Pesticide, bipyridiliumverbinding, vloeibaar, giftig
3016
66
LT*
Pesticide, bipyridiliumverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3015
63
LF*/LT*
Pesticide, bipyridiliumverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3015
663
LF*/LT*
Pesticide, carbamaat, vast, giftig
2757
60
SNR
Pesticide, carbamaat, vast, giftig
2757
66
SNR
Pesticide, carbamaat, vloeibaar, brandbaar, giftig
2758
336
LF2/LT*
Pesticide, carbamaat, vloeibaar, giftig
2992
60
LT*
Pesticide, carbamaat, vloeibaar, giftig
2992
66
LT*
Pesticide, carbamaat, vloeibaar, giftig, brandbaar
2991
63
LF*/LT*
Pesticide, carbamaat, vloeibaar, giftig, brandbaar
2991
663
LF*/LT*
Pesticide, cumarineverbinding, vast, giftig
3027
60
SNR
Pesticide, cumarineverbinding, vast, giftig
3027
66
SNR
Pesticide, cumarineverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig
3024
336
LF2/LT*
Pesticide, cumarineverbinding, vloeibaar, giftig
3026
60
LT*
Pesticide, cumarineverbinding, vloeibaar, giftig
3026
66
LT*
Pesticide, cumarineverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3025
63
LF*/LT*
Pesticide, cumarineverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3025
663
LF*/LT*
Pesticide, dithiocarbamaat, vloeibaar, giftig
3006
60
LT*
Pesticide, dithiocarbamaat, vloeibaar, giftig
3006
66
LT*
Pesticide, dithiocarbamaat, vloeibaar, giftig, brandbaar
3005
63
LF*/LT*
Pesticide, dithiocarbamaat, vloeibaar, giftig, brandbaar
3005
663
LF*/LT*
Pesticide, fenoxyazijnzuurderivaat, vast, giftig
3345
60
SNR
Pesticide, fenoxyazijnzuurderivaat, vast, giftig
3345
66
SNR
Pesticide, fenoxyazijnzuurderivaat, vloeibaar, brandbaar, giftig Pesticide, fenoxyazijnzuurderivaat, vloeibaar, brandbaar, giftig Pesticide, fenoxyazijnzuurderivaat, vloeibaar, giftig
3346
336
LF2/LT*
3347
663
LF*/LT*
3348
60
LT*
Pesticide, fenoxyazijnzuurderivaat, vloeibaar, giftig
3348
66
LT*
Pesticide, fenoxyazijnzuurderivaat, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, koperverbinding, vast, giftig
3347
63
LF*/LT*
2775
60
SNR
Pesticide, koperverbinding, vast, giftig
2775
66
SNR
Pesticide, koperverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig
2776
336
LF2/LT*
Pesticide, koperverbinding, vloeibaar, giftig
3010
60
LT*
Pesticide, koperverbinding, vloeibaar, giftig
3010
66
LT*
Pesticide, koperverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3009
63
LF*/LT*
Pesticide, koperverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3009
663
LF*/LT*
Pesticide, kwikverbinding, vast, giftig
2777
60
SNR
Pesticide, kwikverbinding, vast, giftig
2777
66
SNR
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
93
VN
GEVI
RCL1999b
Pesticide, kwikverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig
2778
336
LF2/LT*
Pesticide, kwikverbinding, vloeibaar, giftig
3012
60
LT*
Pesticide, kwikverbinding, vloeibaar, giftig
3012
66
LT*
Pesticide, kwikverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3011
63
LF*/LT*
Pesticide, kwikverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
3011
663
LF*/LT*
Pesticide, met gesubstitueerd nitrofenol, vast, giftig
2779
60
SNR
Pesticide, met gesubstitueerd nitrofenol, vast, giftig
2779
66
SNR
Pesticide, met gesubstitueerd nitrofenol, vloeibaar, brandbaar, giftig Pesticide, met gesubstitueerd nitrofenol, vloeibaar, giftig
2780
336
LF2/LT*
3014
60
LT*
Pesticide, met gesubstitueerd nitrofenol, vloeibaar, giftig
3014
66
LT*
Pesticide, met gesubstitueerd nitrofenol, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, met gesubstitueerd nitrofenol, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, organische chloorverbinding, vast, giftig
3013
63
LF*/LT*
3013
663
LF*/LT*
2761
60
SNR
Pesticide, organische chloorverbinding, vast, giftig
2761
66
SNR
Pesticide, organische chloorverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig Pesticide, organische chloorverbinding, vloeibaar, giftig
2762
336
LF2/LT*
2996
60
LT*
Pesticide, organische chloorverbinding, vloeibaar, giftig
2996
66
LT*
Pesticide, organische chloorverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, organische chloorverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, organische fosforverbinding, vast, giftig
2995
63
LF*/LT*
2995
663
LF*/LT*
2783
60
SNR
Pesticide, organische fosforverbinding, vast, giftig
2783
66
SNR
Pesticide, organische fosforverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig Pesticide, organische fosforverbinding, vloeibaar, giftig
2784
336
LF2/LT*
3018
60
LT*
Pesticide, organische fosforverbinding, vloeibaar, giftig
3018
66
LT*
Pesticide, organische fosforverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, organische fosforverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, organische tinverbinding, vast, giftig
3017
63
LF*/LT*
3017
663
LF*/LT*
2786
60
SNR
Pesticide, organische tinverbinding, vast, giftig
2786
66
SNR
Pesticide, organische tinverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig Pesticide, organische tinverbinding, vloeibaar, giftig
2787
336
LF2/LT*
3020
60
LT*
Pesticide, organische tinverbinding, vloeibaar, giftig
3020
66
LT*
Pesticide, organische tinverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, organische tinverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar Pesticide, pyrethroïde, vast, giftig
3019
63
LF*/LT*
3019
663
LF*/LT*
3349
60
SNR
Pesticide, pyrethroïde, vast, giftig
3349
66
SNR
Pesticide, pyrethroïde, vloeibaar, brandbaar, giftig
3350
336
LF2/LT*
con1999b
DW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
94
VN
GEVI
RCL1999b
Pesticide, pyrethroïde, vloeibaar, brandbaar, giftig
3350
36
LF2/LT*
Pesticide, pyrethroïde, vloeibaar, giftig
3352
60
LT*
Pesticide, pyrethroïde, vloeibaar, giftig
3352
66
LT*
Pesticide, pyrethroïde, vloeibaar, giftig, brandbaar
3351
63
LF*/LT*
Pesticide, pyrethroïde, vloeibaar, giftig, brandbaar
3351
663
LF*/LT*
Pesticide, thiocarbamaat, vast, giftig
2771
60
SNR
Pesticide, thiocarbamaat, vast, giftig
2771
66
SNR
Pesticide, thiocarbamaat, vloeibaar, brandbaar, giftig
2772
336
LF2/LT*
Pesticide, triazineverbinding, vast, giftig
2763
60
SNR
Pesticide, triazineverbinding, vast, giftig
2763
66
SNR
Pesticide, triazineverbinding, vloeibaar, brandbaar, giftig
2764
336
LF2/LT*
Pesticide, triazineverbinding, vloeibaar, giftig
2998
60
LT*
Pesticide, triazineverbinding, vloeibaar, giftig
2998
66
LT*
Pesticide, triazineverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
2997
63
LF*/LT*
Pesticide, triazineverbinding, vloeibaar, giftig, brandbaar
2997
663
LF*/LT*
Pesticide, vast, giftig, n.e.g.
2588
60
SNR
Pesticide, vast, giftig, n.e.g.
2588
66
SNR
Pesticide, vloeibaar, brandbaar, giftig, n.e.g.
3021
336
LF2/LT*
Pesticide, vloeibaar, giftig, brandbaar, n.e.g.
2903
63
LF*/LT*
Pesticide, vloeibaar, giftig, brandbaar, n.e.g.
2903
663
LF*/LT*
Pesticide, vloeibaar, giftig, n.e.g.
2902
60
LT*
Pesticide, vloeibaar, giftig, n.e.g.
2902
66
LT*
Petroleumgassen, vloeibaar gemaakt
1075
23
GF3
Picolinen (methylpyridinen)
2313
30
LF1
con1999b
-1
Pijnolie
1272
30
LF1
Piperazine (diethyleendiamine)
2579
80
SNR
-1
Piperidine
2401
883
LF1
-1
p-Nitrosodimethylaniline
1369
40
NR
Poeder van magnesiumlegeringen
1418
423
NR
Polyaminen, brandbaar, bijtend, n.e.g. *
2733
338
LF2
SFW
Polyaminen, brandbaar, bijtend, n.e.g. *
2733
38
LF1
Polyaminen, vast, bijtend, n.e.g.
3259
80
SNR
Polyaminen, vast, bijtend, n.e.g.
3259
88
SNR
Polyaminen, vloeibaar, bijtend, brandbaar, n.e.g.
2734
83
LF1
-1
Polyaminen, vloeibaar, bijtend, brandbaar, n.e.g.
2734
883
LF1
-1
Polyaminen, vloeibaar, bijtend, n.e.g. *
2735
80
LT*
-1
Polyaminen, vloeibaar, bijtend, n.e.g. *
2735
88
LT*
-1
Polychloorbifenylen
2315
90
LNR
DW
Polyesterhars-kit
3269
30
LF1
Polyesterhars-kit
3269
33
LF2
Polyhalogeenbifenylen, vast
3152
90
SNR
Polyhalogeenbifenylen, vloeibaar
3151
90
NR
Polyhalogeenterfenylen, vast
3152
90
NR
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Polyhalogeenterfenylen, vloeibaar
95
VN 3151
GEVI
RCL1999b
90
NR
Propaan
1978
23
GF3
Propaanthiolen (propylmercaptanen)
2402
33
LF2
Propadieen, gestabiliseerd
2200
239
GF3
con1999b
Propeen (propyleen)
1077
23
GF3
Propionaldehyde
1275
33
LF2
Propionitril
2404
336
LF2/LT*
-1
Propionylchloride
1815
338
LF2/LT2
DW
Propionzuur
1848
80
LF1
-1
Propionzuuranhydride
2496
80
LNR
Propylamine
1277
338
LF2/LT2
-1
Propyleendichloride (1,2-dichloorpropaan)
1279
33
LF2
DW
Propyleenimine, gestabiliseerd
1921
336
LF2/LT2
-1
Propyleenoxide
1280
33
LF2
Propylformiaten
1281
33
LF2
Propyltrichloorsilaan
1816
X83
LF1/LT1
LTW
Pyridine
1282
33
LF2
-1
Pyrofoor metaal, n.e.g.
1383
43
NR
Pyrofore anorganische vaste stof, n.e.g.
3200
43
NR
Pyrofore anorganische vloeistof, n.e.g.
3194
333
NR
Pyrofore legering, n.e.g.
1383
43
NR
Pyrofore metaalorganische verbinding, reactief met water, n.e.g. Pyrofore organische vaste stof, n.e.g. *
3203
X333
NR
2846
43
NR
Pyrofore organische vloeistof, n.e.g.
2845
333
NR
Pyrosulfurylchloride
1817
X80
LT*
LTW -1
Pyrrolidine
1922
338
LF2
Reddingsmiddelen, automatisch opblaasbaar
2990
90
NR
Reddingsmiddelen, niet automatisch opblaasbaar
3072
90
NR
Resorcinol
2876
60
SNR
Ricinuskoeken
2969
90
NR
Ricinusmeel
2969
90
NR
Ricinusvlokken
2969
90
NR
Ricinuszaad
2969
90
NR
Roet
1361
40
NR
Rookbommen, niet ontplofbaar
2028
80
NR
-1
Rubberafval
1345
40
NR
Rubberresten
1345
40
NR
Rubbersolutie
1287
30
LF1
Rubbersolutie
1287
33
LF2
Rubidium
1423
X423
NR
SFW
Rubidiumhydroxide
2678
80
SNR
-1
Rubidiumhydroxide, oplossing
2677
80
LNR
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam Ruwe aardolie
96
VN 1267
GEVI
RCL1999b
30
LF1
con1999b
Ruwe aardolie
1267
33
LF2
Salpeterzuur met meer dan 70% zuur
2031
885
LT2
DW
Salpeterzuur met ten hoogste 70% zuur
2031
80
LT2
DW
Salpeterzuur, roodrokend
2032
856
LT2
DW
Samengeperst gas, brandbaar, n.e.g.
1954
23
GF0
Samengeperst gas, giftig, bijtend, n.e.g.
3304
268
GT0
Samengeperst gas, giftig, brandbaar, bijtend, n.e.g.
3305
263
GF0/GT0
Samengeperst gas, giftig, brandbaar, n.e.g.
1953
263
GF0/GT0
Samengeperst gas, giftig, n.e.g.
1955
26
GT0
Samengeperst gas, giftig, oxiderend, bijtend, n.e.g.
3306
265
GT0
Samengeperst gas, giftig, oxiderend, n.e.g.
3303
265
GT0
Samengeperst gas, n.e.g.
1956
20
GNR
Samengeperst gas, oxiderend, n.e.g.
3156
25
GNR
Seleendisulfide
2657
60
SNR
Seleenhexafluoride
2194
268
GT*
Seleenoxychloride (seleenoxydichloride)
2879
X886
LT*
Seleenverbinding, n.e.g.
3283
60
SNR
Seleenverbinding, n.e.g.
3283
66
SNR
Seleenzuur
1905
88
SNR
Selenaten
2630
66
SNR
Selenieten
2630
66
SNR
Set voor eerste hulp
3316
90
NR
Siliciumpoeder, amorf
1346
40
NR
Siliciumtetrachloride
1818
X80
LNR
Siliciumtetrafluoride, samengeperst
1859
268
GT0
Siliciumwaterstof, samengeperst (silaan, samengeperst)
2203
23
GF0/GT0
Silicofluorwaterstofzuur
1778
80
LT*
Spuitbussen (aërosolen)
1950
20
NR
Spuitbussen (aërosolen)
1950
23
NR
Spuitbussen (aërosolen)
1950
25
NR
Spuitbussen (aërosolen)
1950
26
NR
Spuitbussen (aërosolen)
1950
263
NR
Spuitbussen (aërosolen)
1950
265
NR
Spuitbussen (aërosolen)
1950
268
NR
Stadsgas, samengeperst
1023
263
GF0/GT0
Sterk gekoeld, vloeibaar gas, brandbaar n.e.g.
3312
223
GF0
Sterk gekoeld, vloeibaar gas, n.e.g.
3158
22
GNR
Sterk gekoeld, vloeibaar gas, oxiderend, n.e.g.
3311
225
GNR
Stibine (antimoonwaterstof)
2676
263
GF3/GT5
Stikstof, samengeperst
1066
20
GNR
Stikstof, sterk gekoeld, vloeibaar
1977
22
GNR
Stikstofmonoxide, samengeperst, (stikstofoxide,
1660
265
GT0
LTW
-1
LTW
DW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
97
Naam
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b
samengeperst) Stikstoftrifluoride, samengeperst
2451
25
GT0
Stookolie, lichte
1202
30
LF1
Stormlucifers
2254
40
NR
Strontiumarseniet
1691
60
SNR
Strontiumchloraat
1506
50
NR
-1
Strontiumfosfide
2013
X462
NR
SFW
Strontiumnitraat
1507
50
NR
-1
Strontiumperchloraat
1508
50
NR
-1
Strontiumperoxide
1509
50
NR
Strychnine
1692
66
NR
1692
66
NR
2055
39
LF1
2967
80
SNR
Sulfurylchloride
1834
X88
LT1
Sulfurylfluoride
2191
26
GT3
Teer, vloeibaar
1999
30
LF1
DW
Teer, vloeibaar
1999
33
LF2
DW
Telluurhexafluoride
2195
268
GT*
Telluurverbinding, n.e.g.
3284
60
Terpeen-koolwaterstoffen, n.e.g.
2319
30
LF1
Terpentijn
1299
30
LF1
Strychninezouten Styreen monomeer, gestabiliseerd monomeer, gestabiliseerd) Sulfaminezuur (aminosulfonzuur)
(vinylbenzeen
LTW
Terpinoleen
2541
30
LF1
tert-Butylcyclohexylchloorformiaat
2747
60
LT*
tert-Butylisocyanaat
2484
663
LF2/LT*
Tetrabroomethaan (acetyleentetrabromide)
2504
60
LT*
Tetrabroomkoolstof
2516
60
SNR
Tetrachloorethyleen (perchloorethyleen)
1897
60
LNR
DW
Tetrachloorkoolstof
1846
60
LNR
DW
Tetraethyldithiopyrofosfaat
1704
60
LT*
Tetraethyleenpentamine
2320
80
LNR
Tetraethylsilicaat
1292
30
LF1
Tetrafluorethyleen, gestabiliseerd Tetrafluormethaan, samengeperst (koelgas R samengeperst) Tetrahydroftaalzuuranhydriden met meer dan 0,05% maleïnezuuranhydride Tetrahydrofuran
14,
DW DW
-1
1081
239
GF3
1982
20
GNR
2698
80
SNR
2056
33
LF2
-1 -1
Tetrahydrofurfurylamine
2943
30
LF1
Tetrahydrothiofeen
2412
33
LF2
Tetramethylammoniumhydroxide
1835
80
SNR
Tetramethylsilaan
2749
33
LF2
Tetranitromethaan
1510
559
NR
-1 DW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
98
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b
Tetrapropyleen (propyleen tetrameer)
2850
30
LF1
Tetrapropylorthotitanaat
2413
30
LF1
Thalliumchloraat
2573
56
NR
Thalliumnitraat
2727
65
SNR
Thalliumverbinding, n.e.g.
1707
60
SNR
Thioazijnzuur
2436
33
LF2
-1
Thiofeen
2414
33
LF2
DW
Thiofosforylchloride
1837
X80
LT*
LTW
Thiofosgeen
2474
60
LT*
DW
Thioglycol (mercaptoethanol)
2966
60
LT*
-1
Thioglycolzuur
1940
80
LNR
-1
DW
Thiomelkzuur
2936
60
LT*
-1
Thionylchloride
1836
X88
LT*
LTW
Thioureumdioxide
3341
40
NR
Tincturen, medicinale
1293
30
LF1
-1
Tincturen, medicinale
1293
33
LF2
-1
Tinfosfiden
1433
X462
NR
STW
Tintetrachloride, watervrij
1827
X80
LT1
LTW
Tintetrachloride-pentahydraat
2440
80
SNR
STW
Titaandisulfide
3174
40
NR
Titaanhydride
1871
40
NR
Titaanpoeder, bevochtigd
1352
40
NR
Titaanpoeder, droog
2546
40
NR
Titaanpoeder, droog
2546
43
NR
Titaanspons, granulaat
2878
40
NR
Titaanspons, poeder
2878
40
NR
Titaantetrachloride
1838
X80
LT*
LTW
Titaantrichloride, mengsel
2869
80
SNR
STW
Titaantrichloride, mengsels, pyrofoor
2441
48
NR
Titaantrichloride, pyrofoor
2441
48
NR
Tolueen
1294
33
LF2
Toluidinen
1708
60
LNR
Toxinen, gewonnen uit levende organismen, n.e.g.
3172
60
NR
Toxinen, gewonnen uit levende organismen, n.e.g.
3172
66
NR
Traangasingrediënt, n.e.g.
1693
60
Traangasingrediënt, n.e.g.
1693
66
LT*
Traangaskaarsen
1700
60
SNR
trans-2-Buteen
1012
23
GF2
Triallylamine
2610
38
LF1/LT*
Triallylboraat
2609
60
LNR
Tributylamine
2542
60
LNR
Trichlooracetylchloride
2442
X80
LT1
LTW
Trichloorazijnzuur
1839
80
SNR
-1
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
99
VN
GEVI
RCL1999b
con1999b
80
LF1
-1
Trichloorazijnzuur, oplossing
2564
Trichloorbenzenen, vloeibaar
2321
60
LT*
DW
Trichloorbuteen
2322
60
LT*
DW
Trichloorethyleen
1710
60
LNR
DW
Trichloorisocyanuurzuur, droog
2468
50
NR
Trichloorsilaan (silicochloroform)
1295
X338
LF2/LT2
LFW/LTW
Tricresylfosfaat met meer dan 3% van het ortho-isomeer
2574
60
LT*
DW
Triethylamine
1296
338
LF2
-1
Triethylboraat
1176
33
LF2
Triethyleentetramine
2259
80
LNR
Triethylfosfiet
2323
30
LF1
Trifluoracetylchloride
3057
268
GT*
Trifluorazijnzuur
2699
88
LT*
Trifluormethaan (koelgas R 23)
1984
20
GNR
-1
-1
Trifluormethaan, sterk gekoeld, vloeibaar
3136
22
GNR
Triisobutyleen
2324
30
LF1
Triisopropylboraat
2616
30
LF1
Triisopropylboraat
2616
33
LF2
Trimethylacetylchloride (pivaloylchloride)
2438
663
LF2/LT*
Trimethylamine, oplossing in water
1297
338
LF2
-1
Trimethylamine, oplossing in water
1297
338
LF2/LT2
-1 -1
Trimethylamine, oplossing in water
1297
38
LF1/LT2
Trimethylamine, watervrij
1083
23
GF2/GT4
Trimethylboraat
2416
33
LF2
Trimethylchloorsilaan
1298
X338
LF2/LT1
Trimethylcyclohexylamine
2326
80
LT*
Trimethylfosfiet
2329
30
LF1
DW
Trimethylhexamethyleendiaminen
2327
80
LT*
-1
Trimethylhexamethyleendiisocyanaat en mengsels van isomeren Trinitrobenzeen, bevochtigd
2328
60
LT*
1354
40
NR
Trinitrobenzoëzuur, bevochtigd
1355
40
NR
Trinitrofenol, bevochtigd
1344
40
NR
Trinitrotolueen (TNT), bevochtigd
1356
40
NR
Tripropylamine
2260
38
LF1
Tripropyleen (propyleen trimeer)
2057
30
LF1
LTW
Tripropyleen (propyleen trimeer)
2057
33
LF2
Tris-(1-aziridinyl)-fosfineoxide, oplossing
2501
60
LNR
-1
Tris-(1-aziridinyl)-fosfineoxide, oplossing
2501
60
LT*
-1
Tussenproduct voor kleurstof, vast, bijtend, n.e.g.
3147
80
SNR
Tussenproduct voor kleurstof, vast, bijtend, n.e.g.
3147
88
SNR
Tussenproduct voor kleurstof, vast, giftig, n.e.g.
3143
60
SNR
Tussenproduct voor kleurstof, vast, giftig, n.e.g.
3143
66
SNR
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
100
VN
GEVI
RCL1999b
Tussenproduct voor kleurstof, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
2801
80
LT*
Tussenproduct voor kleurstof, vloeibaar, bijtend, n.e.g.
2801
88
LT*
Tussenproduct voor kleurstof, vloeibaar, giftig, n.e.g.
1602
60
LT*
Tussenproduct voor kleurstof, vloeibaar, giftig, n.e.g.
1602
66
LT*
con1999b
Undecaan
2330
30
LF1
Ureumnitraat, bevochtigd
1357
40
NR
Ureumwaterstofperoxide
1511
58
NR
Valeraldehyde
2058
33
LF2
Valerylchloride (valeriaanzuurchloride)
2502
83
LF1/LT*
Vanadiumoxytrichloride
2443
80
LT*
Vanadiumpentoxide
2862
60
SNR
Vanadiumtetrachloride
2444
X88
LT*
LTW
Vanadiumtrichloride
2475
80
SNR
STW
Vanadiumverbinding, n.e.g.
3285
60
SNR
Vanadylsulfaat
2931
60
SNR
Vaste stof, onderworpen aan de voorschriften voor de luchtvaart, n.e.g.: zie rn. 900 (3) Vaste stoffen die bijtende vloeistof bevatten, n.e.g.
3335 3244
80
NR
Vaste stoffen die giftige vloeistof bevatten, n.e.g.
3243
60
NR
Vaste stoffen, die brandbare vloeistoffen bevatten, n.e.g.
3175
40
NR
Veiligheidslucifers
1944
40
NR
Verbrandingsmotoren, ook indien ingebouwd in machines of voertuigen: zie rn. 900 (3) Verf
3166 1263
Verf
1263
33
LF2
Verf
3066
80
LNR
Verf-verwante producten
1263
30
LF1
Verf-verwante producten
1263
33
LF2
Verf-verwante producten
3066
80
LNR
Verwarmde vaste stof, n.e.g.
3258
99
SNR
Verwarmde vloeistof, brandbaar, n.e.g. *
3256
30
LF1
Verwarmde vloeistof, n.e.g.
3257
99
LNR
Vezels van dierlijke, plantaardige of synthetische oorsprong, n.e.g. Vezels, geïmpregneerd met zwak genitreerde nitrocellulose, n.e.g. Vinylacetaat, gestabiliseerd
1373
40
NR
1353
40
NR
1301
339
LF2
-1
LTW
NR 30
LF1
Vinylbromide, gestabiliseerd
1085
239
GF1/GT3
Vinylbutyraat, gestabiliseerd
2838
339
LF2
Vinylchlooracetaat
2589
63
LF*/LT*
Vinylchloride, gestabiliseerd
1086
239
GF2
Vinylethylether, gestabiliseerd
1302
339
LF2
Vinylfluoride, gestabiliseerd
1860
239
GF3
Vinylideenchloride, gestabiliseerd (1,1-dichloorethyleen, gestabiliseerd)
1303
339
LF2
DW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
101
VN
GEVI
RCL1999b
339
LF2
Vinylisobutylether, gestabiliseerd
1304
Vinylmethylether, gestabiliseerd
1087
239
GF1/GT3
Vinylpyridinen, gestabiliseerd
3073
638
LF*/LT*
Vinyltoluenen, gestabiliseerd (o-, m-, p-)
2618
39
LF1
Vinyltrichloorsilaan, gestabiliseerd
1305
X338
LF2/LT2
Visafval (vismeel), gestabiliseerd: zie rn. 900 (3)
2216
Vismeel (visafval), niet gestabiliseerd
1374
40
NR
Vloeibaar gemaakt gas, brandbaar, n.e.g.
3161
23
GF*
LTW
SNR
Vloeibaar gemaakt gas, gifig, brandbaar, bijtend, n.e.g.
3309
263
GF*/GT*
Vloeibaar gemaakt gas, giftig, bijtend, n.e.g.
3308
268
GT*
Vloeibaar gemaakt gas, giftig, brandbaar, n.e.g.
3160
263
GF*/GT*
Vloeibaar gemaakt gas, giftig, n.e.g.
3162
26
GT*
Vloeibaar gemaakt gas, giftig, oxiderend, bijtend, n.e.g.
3310
265
GT*
Vloeibaar gemaakt gas, giftig, oxiderend, n.e.g.
3307
265
GT*
Vloeibaar gemaakt gas, n.e.g.
3163
20
GNR
Vloeibaar gemaakt gas, oxiderend, n.e.g.
3157
25
GNR
Vloeibaar gemaakte gassen, niet brandbaar, onder een atmosfeer van stikstof, kool(stof)dioxide of lucht Vloeistof, onderworpen aan de voorschriften voor de luchtvaart, n.e.g.: zie rn. 900 (3) Voertuig of apparaat met accuvoeding (met vloeibaar elektroliet): zie rn. 900 (3) Voor zelfverhitting vatbaar metaalpoeder, n.e.g.
1058
20
GNR
Voor zelfverhitting vatbare stof, oxiderend, n.e.g.: zie rn. 430 (11) Voor zelfverhitting vatbare, anorganische vaste stof, bijtend, n.e.g. Voor zelfverhitting vatbare, anorganische vaste stof, giftig, n.e.g. Voor zelfverhitting vatbare, anorganische vaste stof, n.e.g.
con1999b
3334 3171 3189
NR 40
3127
NR NR
3192
48
NR
3191
46
NR
3190
40
NR
3188
38
NR NR
Voor zelfverhitting vatbare, anorganische vloeistof, bijtend, n.e.g. Voor zelfverhitting vatbare, anorganische vloeistof, giftig, n.e.g. Voor zelfverhitting vatbare, anorganische vloeistof, n.e.g.
3187
36
3186
30
NR
Voor zelfverhitting vatbare, organische pigmenten
3313
40
NR
Voor zelfverhitting vatbare, organische vaste stof, bijtend, n.e.g. Voor zelfverhitting vatbare, organische vaste stof, giftig, n.e.g. Voor zelfverhitting vatbare, organische vaste stof, n.e.g.
3126
48
NR
STW
3128
46
NR
STW
3088
40
NR
Voor zelfverhitting vatbare, organische vloeistof, bijtend, n.e.g. Voor zelfverhitting vatbare, organische vloeistof, giftig, n.e.g.
3185
38
NR
3184
36
NR
Voor zelfverhitting vatbare, organische vloeistof, n.e.g.
3183
30
NR
Voorwerpen onder hydraulische druk
3164
20
NR
Voorwerpen onder pneumatische druk
3164
20
NR
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
102
VN
GEVI
RCL1999b
Vullingen voor brandblussers
1774
80
NR
Vuuraanmakers (vast)
2623
40
NR
Waslucifers
1945
40
NR
Waterstof, samengeperst
1049
23
GF0
con1999b
Waterstof, sterk gekoeld, vloeibaar
1966
223
GF0
Waterstofbromide, watervrij (broomwaterstof, watervrij)
1048
268
GT5
Waterstofchloride, watervrij (chloorwaterstof, watervrij)
1050
268
GT5
Waterstofdifluoriden, n.e.g.
1740
80
SNR
Waterstofjodide, watervrij (joodwaterstof, watervrij)
2197
268
GT4
Waterstofperoxide en peroxyazijnzuur, mengsel, gestabiliseerd Waterstofperoxide, gestabiliseerd
3149
58
NR
2015
559
NR
-1
Waterstofperoxide, oplossing
2984
50
NR
-1
Waterstofperoxide, oplossing in water
2014
58
NR
-1
Waterstofperoxide, oplossing in water, gestabiliseerd
2015
559
NR
-1
Waterstofselenide, watervrij (seleenwaterstof, watervrij)
2202
263
GF3/GT5
Waterstofsulfaten, oplossing in water (bisulfaten, oplossing in water) Waterstofsulfaten, oplossing in water (bisulfaten, oplossing in water) Waterstofsulfide (zwavelwaterstof)
2837
80
LNR
2837
80
LT*
1053
263
GF3/GT5
Waterstofsulfieten, oplossing in water, n.e.g.
2693
80
LNR
Weefsels van dierlijke, plantaardige of synthetische oorsprong, n.e.g. Weefsels, geïmpregneerd met zwak genitreerde nitrocellulose, n.e.g. Wolfraamhexafluoride
1373
40
NR
1353
40
NR
2196
268
GT4
Wrijvingslucifers
1331
40
NR
Xanthaten
3342
40
NR
Xenon, samengeperst
2036
20
GNR
Xenon, sterk gekoeld, vloeibaar
2591
22
GNR
Xylenen
1307
30
LF1
Xylenen
1307
33
LF2
Xylenolen
2261
60
SNR
Xylidinen
1711
60
LNR
Xylylbromide
1701
60
LT*
Zelfontledende vaste stof, type B
3222
40
NR
Zelfontledende vaste stof, type B, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vaste stof, type C
3232
Zelfontledende vaste stof, type C, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vaste stof, type D Zelfontledende vaste stof, type D, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E,
3224
NR
40
3234
3226 3236
NR NR
40
NR NR
STW
DW
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
103
VN
GEVI
RCL1999b
40
NR
con1999b
Opmerking Zelfontledende vaste stof, type E
3228
Zelfontledende vaste stof, type E, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vaste stof, type F
3238
Zelfontledende vaste stof, type F, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vloeistof, type B Zelfontledende vloeistof, type B, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vloeistof, type C Zelfontledende vloeistof, type C, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vloeistof, type D Zelfontledende vloeistof, type D, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vloeistof, type E Zelfontledende vloeistof, type E, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zelfontledende vloeistof, type F
3230
NR
40
3240
3221
NR
40
3231 3223
40
40
NR NR
40
3237 3229
NR NR
3235 3227
NR NR
3233 3225
NR
NR NR
40
3239
NR
Zelfontledende vloeistof, type F, met temperatuurbeheersing (ADR): zie rn. 401, hoofdstuk E, Opmerking Zetmeelnitraat, bevochtigd
NR
1337
Ziekenhuisafval, ongespecificeerd, n.e.g.
3291
606
NR
Zilverarseniet
1683
60
SNR
Zilvercyanide
1684
60
STW
STW
Zilvernitraat
1493
50
NR
-1
Zilverpikraat, bevochtigd
1347
40
NR
-1
Zinkammoniumnitriet
1512
50
NR
Zinkarsenaat
1712
60
SNR
Zinkarsenaat en zinkarseniet, mengsel
1712
60
SNR
Zinkarseniet
1712
60
SNR
Zinkas
1435
423
NR
SFW
40
NR
Zinkbromaat
2469
50
NR
-1
Zinkchloraat
1513
50
NR
-1
Zinkchloride, oplossing
1840
80
LNR
-1
Zinkchloride, watervrij
2331
80
SNR
STW
Zinkcyanide
1713
66
STW
STW
Zinkdithioniet
1931
90
SNR
Zinkfluorosilicaat
2855
60
SNR
-1
Zinkfosfide
1714
X462
NR
STW
Zinknitraat
1514
50
NR
-1
Zinkpermanganaat
1515
50
NR
Zinkperoxide
1516
50
NR
Lijst 2. Stofindeling volgens methodiek II
Naam
104
GEVI
RCL1999b
con1999b
1436
423
NR
SFW
Zinkpoeder
1436
X423
NR
Zinkresinaat
2714
40
NR
Zinkstof
1436
423
NR
Zinkstof
1436
X423
NR
Zirkonium, droog
2009
40
NR
Zirkonium, droog
2858
40
NR
Zirkonium, gesuspendeerd in een brandbare vloeistof
1308
30
LF1
Zinkpoeder
VN
Zirkonium, gesuspendeerd in een brandbare vloeistof
1308
33
LF2
Zirkoniumafval
1932
40
NR
Zirkoniumhydride
1437
40
NR
Zirkoniumnitraat
2728
50
NR
Zirkoniumpikramaat, bevochtigd
1517
40
NR
Zirkoniumpoeder, bevochtigd
1358
40
NR
Zirkoniumpoeder, droog
2008
40
NR
Zirkoniumpoeder, droog
2008
43
NR
Zirkoniumtetrachloride
2503
80
SNR
Zuurstof, samengeperst
1072
25
GNR
Zuurstof, sterk gekoeld, vloeibaar
1073
225
GNR
Zuurstofdifluoride, samengeperst
2190
265
GT0
Zuurstofgenerator, chemisch
3356
50
NR
SFW
-1
STW
Zwavel
1350
40
NR
Zwavel, gesmolten
2448
44
NR
Zwavelchloriden
1828
X88
LT*
Zwaveldioxide
1079
268
GT4
Zwavelhexafluoride
1080
20
GNR
Zwaveligzuur
1833
80
LNR
Zwaveltetrafluoride
2418
268
GT5
Zwaveltrioxide, (zwavelzuuranhydride), niet gestabiliseerd (zonder inhibitor): zie rn. 801, cf. 1a) Zwaveltrioxide, gestabiliseerd (zwavelzuuranhydride, gestabiliseerd) Zwavelzuur met meer dan 51% zuur
1829 1829
X88
LT3
LTW
1830
80
LNR
-1
Zwavelzuur met ten hoogste 51% zuur
2796
80
LNR
-1
LTW
-1
Zwavelzuur, afgewerkt
1832
80
LNR
-1
Zwavelzuur, rokend (oleum)
1831
X886
LNR
-1