Lijst bloedspiegels (TDM/toxicologie), 000850.17 In onderstaande tabel worden de volgende gegevens weergegeven: Naam: naam van de bepaling Monster: hoeveelheid en soort monster dat nodig is voor het uitvoeren van de bepaling Afnametijdstip: informatie over het tijdstip waarop het monster afgenomen moet worden Therapeutisch: de therapeutische waarde van het middel Toxisch: waarde waarboven toxische verschijnselen kunnen optreden Opmerkingen: eventuele aanvullende informatie Bepaling op: dag waarop de bepaling in de routine wordt uitgevoerd (NB dagelijks betekent op werkdagen) In overleg: bepaling alleen na overleg met SAHZ; dit zijn over het algemeen bepalingen die door een extern lab worden bepaald Spoedbepalingen, bepalingen buiten werktijd en toxicologische bepalingen alleen na overleg met SAHZ Bereikbaarheid Laboratorium SAHZ: binnen kantooruren 023 5464008 of buiten kantooruren via portier ziekenhuis Naam
Monster
Afname tijdstip
Aceton
1 ml serum
Aluminium
1 ml serum
Amfetamines
1 ml urine
Amikacine dal
1 ml serum Vlak voor toediening. 1 ml serum 0,5 uur na inlopen infuus. 1 ml serum Tijdstip van afname is niet kritisch. 1 ml serum 10-14 uur na inname
Amikacine top Amiodaron
Amitryptiline
Blz. 1/12
Therapeutisch (mg/l)
0 – 20 µg/l
0–5
Toxisch (mg/l) 200 150 µg/l
10
Opmerkingen
Bepaling op
Halfwaardetijd sterk afhankelijk van concentratie. Bij dialyse patiënten acceptabel tot 0,07 mg/L. Bij afname contact met glas vermijden; afnemen in kunststof buis. Uitslag in µg/l. Screening. Cut-off waarde 1 mg/l. Bij kreat <2,0 mmol/l negatieve uitslag niet betrouwbaar (urine mogelijk verdund/ vervangen door andere vloeistof). Spiegel bepalen voor en na tweede gift
In overleg
45 – 60 Amiodaron: 1,0-2,5 Somspiegel: 1,0-4 0,1 – 0,3
Dinsdag (om de week)
Dagelijks
In overleg In overleg
Amiodaron >2,5 Na het bereiken van de steadySomspiegel >4 state (2-3 maanden) kan een spiegel bepaald worden. 0,4 Spiegel kan 1 week na het bereiken van de
Maandag
Dinsdag – vrijdag
Lijst bloedspiegels (TDM/toxicologie), 000850.17 Naam
Monster
Afname tijdstip
Therapeutisch (mg/l)
Toxisch (mg/l)
Opmerkingen
Bepaling op
onderhoudsdosering worden bepaald. Referentiewaarde is incl. metaboliet nortryptiline (t1/2 = 18 – 56 uur). Aripiprazol
1 ml serum Dalspiegel
Arseen
5 ml urine
Azathioprine
Barbituraten
3 ml heparine bloed 1 ml urine
Benzodiazepines
1 ml urine
Bupropion
serum
0,225 – 1,5
Cadmium
2 ml EDTAbloed 1 ml urine
0 – 0,0065
Cannabis
0,5
8
Niet belangrijk 6-TGN 600 - 1200 pmol/8*10 rbc 8 6-MMP < 5700 pmol/8*10 rbc Ratio 6TGN/6MMP 2 - 10
Carbamazepine
1 ml serum Vlak voor toediening.
Ciclosporine
3 ml EDTA- Dalspiegel, bij bloed voorkeur voor
Blz. 2/12
0,1 – 0,3
6TGN > 1200 6MMP > 5700
0,05 (chronisch 0,015)
4 – 12
12
100 – 400 µg/l
400 µg/l
In overleg Toxiciteit sterk afhankelijk van verbinding. Referentiewaarde Dervieux methode
In overleg In overleg
Screening.
In overleg
Screening. Cut-off waarde 200 µg/l Bij kreat <2,0 mmol/l negatieve uitslag niet betrouwbaar (urine mogelijk verdund/ vervangen door andere vloeistof). Referentiewaarde is inclusief metaboliet hydroxybupropion Gebruik voor bloedafname een EDTA-buis. Screening. Cut-off waarde 50 µg/l Bij kreat <2,0 mmol/l negatieve uitslag niet betrouwbaar (urine mogelijk verdund/ vervangen door andere vloeistof). Gezien de enzyminductie is het zinvol pas 2-4 weken na start een spiegel te bepalen. Gebruik voor bloedafname een EDTA buis.
Dagelijks
In overleg In overleg Dagelijks
Dagelijks
Dagelijks
Lijst bloedspiegels (TDM/toxicologie), 000850.17 Naam
Monster
Afname tijdstip
Therapeutisch (mg/l)
Toxisch (mg/l)
de ochtenddosis. Citalopram
1 ml serum Dalspiegel
0,05 – 0,20
0,40
Clobazam
1 ml serum
0,03 – 0,4
3
Desm 0,3 - 3 0,2 – 0,4
12 0,6
1 ml serum Vlak voor toediening 1 ml serum
0,02 – 0,07
0,1
0,25 – 0,8
2
1 ml serum 12 uur na inname
0,35 – 0,70
1
Desmethyl-clobazam Clomipramine 1 ml serum 10-14 uur na inname Clonazepam Clorazepinezuur
Clozapine
Desmethylclozapine Cocaïne 1 ml urine
Uitslag in µg/l. Spiegel afhankelijk van type aandoening en transplantatie. Spiegel is inclusief metaboliet desmethylcitalopram
Bepaling op
In overleg Dinsdag
Referentiewaarde is incl. metaboliet desmethylclomipramine. Gezien grote variatie in klaring kan bepaling zinvol zijn. Spiegel is van nordazepam. Na orale toediening direct omzetting in nordazepam. Tevens uitslagen van oxazepam en temazepam. Alcohol potentieert sterk clozapine effect.
Maandag donderdag
Screening. Cut-off waarde 300 µg/l Bij kreat <2,0 mmol/l negatieve uitslag niet betrouwbaar (urine mogelijk verdund/ vervangen door andere vloeistof). Het metabolisme vertoont de eerste 9 maanden na de geboorte een grote verandering Gezien grote variatie in klaring kan bepaling zinvol zijn. Monster 1 week na bereiken onderhoudsdosering afnemen.
Dagelijks
In overleg In overleg
Dagelijks
0,6 mg/l
Coffeïne
0,5 ml serum
Desipramine
1 ml serum Dalspiegel.
Blz. 3/12
Opmerkingen
Vlak voor toediening.
8 – 20
50
0,11 – 0,25
0,5
In overleg
Dagelijks
Lijst bloedspiegels (TDM/toxicologie), 000850.17 Naam
Monster
Afname tijdstip
Diazepam
1 ml serum
Digoxine
1 ml serum 6-24 uur na inname (voorkeur 1112 uur na inname) 1 ml serum Afname voor toediening. 40 ml urine
Disopyramide Diuretica Dosulepine Doxepine
1 ml serum 10-14 uur na inname 1 ml serum
Endoxifen
1 ml serum; invriezen
Ethanol
1 ml plasma
Ethosuximide
1 ml serum Vlak voor toediening.
Ethyleenglycol
1 ml serum
Ethylglucuronide (EtG)
1 ml urine
Blz. 4/12
Therapeutisch (mg/l) 0,25 – 0,5 (stat.epilepticus) 0,12 – 0,25 (anx.) 1 – 1,5 (eclampsie, tetanus) 0,5 – 2,0 µg/l
2 – 4(5)
Toxisch (mg/l) 5
2,5 µg/l
Opmerkingen Therapeutische spiegels afhankelijk van indicatie.
In overleg
Uitslag in µg/l. Let op kaliumspiegel bij overdosering
Dagelijks
7
0,1 – 0,3
0,5
0,1 – 0,25
0,4
> 5,9 µg/l
0 – 25
1000
40 – 100
250
200
Bepaling op
In overleg Screening op verschillende verbindingen Referentiewaarde is inclusief metaboliet northiaden Referentiewaarde is inclusief metaboliet nordoxepine. Uitslag in µg/l. Endoxifen is metaboliet van tamoxifen Ethanol wordt doorgaans door Medial bepaald. Afname in lithiumheparine buis. Omrekenen naar volbloed. Gezien grote variatie in klaring kan bepaling zinvol zijn. 1 – 2 weken na start therapie monster afnemen. Toxicologie Screening. Test op metaboliet ethanol. Is geschikt om max 3 etmalen later gebruik van alcohol aan te tonen. Concentratie sterk afhankelijk van kreat.
In overleg In overleg In overleg In overleg
In overleg
In overleg
In overleg In overleg
Lijst bloedspiegels (TDM/toxicologie), 000850.17 Naam
Monster
Afname tijdstip
Therapeutisch (mg/l)
Toxisch (mg/l)
Cut-off waarde 57 mg/mol kreat. Bij kreat <2,0 mmol/l negatieve uitslag niet betrouwbaar (urine mogelijk verdund/ vervangen door andere vloeistof). Uitslag in µg/l. Referentiewaarde is afhankelijk van indicatie Gezien grote variatie in klaring kan bepaling zinvol zijn. Twee weken na start therapie spiegel bepalen. Gezien de grote variatie in klaring en het optreden van verzadigingskinetiek, is spiegelbepaling aan te raden. Vier dagen na start therapie een bloedmonster afnemen. Spiegels zijn dalspiegels.
Bepaling op
Everolimus
EDTA
Fenobarbital
1 ml serum Vlak voor toediening.
10 – 40
50
Fenytoïne
1 ml serum Vlak voor toediening.
8 – 20 (totaal) 0,5 – 2 (vrij)
20
Flecaïnide
1 ml serum Vlak voor toediening. 1 ml serum
0,2 - 1
1
30 - 50
100
25 – 50
50
In overleg
75 – 100
100
In overleg
Flucloxacilline Flucytosine dal Flucytosine top
Dalspiegel
Opmerkingen
1 ml serum Vlak voor toediening. 1 ml serum 0,5 uur na gift.
Flufenazine
1 ml serum
0,5 – 2 µg/l
10 µg/l
Fluoxetine
1 ml serum 10-24 uur na inname (voorkeur 12 uur na inname)
0,15 – 0,5
1,5
Flupentixol
1 ml serum
1 – 20 µg/l
Blz. 5/12
Referentiewaarde bij continu infuus
In overleg
Dagelijks
Dagelijks
In overleg In overleg
Uitslag in µg/l.
In overleg
Referentiewaarde is inclusief metaboliet norfluoxetine. Verband tussen spiegel en effect is onduidelijk. Bepaling met name gericht op therapietrouw (pas na vier weken bepalen). Uitslag in µg/l.
In overleg
In overleg
Lijst bloedspiegels (TDM/toxicologie), 000850.17 Naam Fluvoxamine
Monster
Afname tijdstip 1 ml serum 10-24 uur na inname (voorkeur 12 uur na inname).
Therapeutisch (mg/l) 0,05 – 0,25
Toxisch (mg/l) 0,65
Gabapentine
1 ml serum Dalspiegel
2 – 20
25
Gammahydroxy boterzuur (GHB)
1 ml serum
0–1
150
Gammahydroxy boterzuur (GHB)
1 ml urine
10 mg/l
> 10 mg/l
Gentamicine dal (1 x daags)
1 ml serum Vlak voor toediening.
0 – 0,5 (1)
2
Gentamicine top (1 x daags)
1 ml serum 0,5 uur na inlopen infuus
15 – 20 endocarditis: 10 – 12 (icm beta lactamantibiotica)
Blz. 6/12
Opmerkingen
Bepaling op
Het verband tussen plasmaspiegel en werkzaamheid is onduidelijk. Bepaling is m.n. gericht op het vaststellen van therapietrouw. 1 Week na start therapie spiegel bepalen.
Dinsdag
In overleg 25-75 mg/l: conc. na gebruik bij houseparty’s. 50-150 mg/l: slaap, spontane bewegingen. 150-250 mg/l: coma, reageert op pijnprikkels. > 250 mg/l: diep coma, niet reagerend op pijnprikkels, ernstige ademhalingsdepressie. Fysiologisch tot 10 mg/l in urine. Gebruik langer aantoonbaar dan in plasma/serum. Bloedspiegel bepalen voor en na tweede gift. Vul op aanvraagformulier duidelijk het tijdstip van de bloedafname, dosering, tijdstip laatste dosering, lengte en gewicht van de patiënt in. Bloedspiegel bepalen voor en na tweede gift. Vul op aanvraagformulier duidelijk het tijdstip van de bloedafname, dosering, tijdstip laatste dosering, lengte en gewicht van de patiënt in.
Woensdag
Woensdag
Dagelijks
Dagelijks
Lijst bloedspiegels (TDM/toxicologie), 000850.17 Naam Haloperidol
Monster
Afname tijdstip 1 ml serum 12-24 uur na inname
Heroinederivaten (opiaten)
1 ml urine
Ibuprofen
1 ml serum
Imipramine
1 ml serum 10-14 uur na inname
Isoniazide dal
1 ml serum 6 uur na dosis
Isoniazide top Kinidine
1 ml serum 1 uur na inname 1 ml serum Dalspiegel
Koper
1 ml serum
Kwik
5 ml EDTAbloed
Blz. 7/12
Therapeutisch (mg/l) 1 – 15 µg/l
Toxisch (mg/l) 20 µg/l
23 – 38
200
0,15 – 0,3
0,5
-
>15
2,5 - 5
>15
2,5 – 5
8
Volwassenen 11 – 23 µmol/l Pasgeborene 8 – 11 µmol/l Prematuren 3 – 8 µmol/l 0 – 0,01
0,1
Opmerkingen
Bepaling op
Uitslag in µg/l. Gezien grote variatie in klaring kan bepaling zinvol zijn. Monster 1 week na bereiken onderhoudsdosering afnemen. Er is geen eenduidige relatie tussen serumconcentratie en ernst bijwerkingen. Screening. Cut-off waarde 300 µg/l Bij kreat <2,0 mmol/l negatieve uitslag niet betrouwbaar (urine mogelijk verdund/ vervangen door andere vloeistof).
In overleg
Dagelijks
In overleg Referentiewaarde is inclusief metaboliet desipramine. Gezien grote variatie in klaring kan bepaling zinvol zijn. Monster 1 week na bereiken onderhoudsdosering afnemen. LA: langzame acetyleerders SA: snelle acetyleerders
Dagelijks
In overleg In overleg
Bij orale therapie: 24 uur na start spiegel bepalen. Eenheid in µmol/l. Waarde is verhoogd bij zwangerschap en bij gebruik orale anticonceptiva
Gebruik voor bloedafname een EDTA-buis.
In overleg Dinsdag (om de week)
In overleg
Lijst bloedspiegels (TDM/toxicologie), 000850.17 Naam Lamotrigine
Afname tijdstip 1 ml serum Dalspiegel
Laxantia
40 ml urine
Levetiracetam
1 ml serum Dalspiegel
5 – 25
Lithium
1 ml serum 12 uur na inname.
0,6 – 1,2 (1,5) mmol/l
Lood
100 µl EDTAbloed
Maprotiline
1 ml serum 10-14 uur na inname
Mercaptopurine
Methadon
3 ml heparine bloed 1 ml urine
Methanol
1 ml serum
Methotrexaat
1 ml serum 24, 48 en 72 uur na beëindigen infuus.
Blz. 8/12
Monster
Therapeutisch (mg/l)
Toxisch (mg/l) >20
2,5-15
Opmerkingen
Bepaling op Maandag
Screening op anthrachinonlaxantia en didesacetylbisacodyl.
In overleg
In overleg 1,5 mmol/l
Volwassene < 1 µmol/l Kinderen < 0,5 µmol/l 0,10 – 0,40
0,75
8
Niet belangrijk 6-TGN 600 - 1200 pmol/8*10 rbc 8 6-MMP < 5700 pmol/8*10 rbc Ratio 6TGN/6MMP 2 - 10
Eenheid in mmol/l. Bij aanvang therapie twee maal per week spiegels controleren. Bij stabiele situatie een of twee maal per maand controleren. Eenheid in µmol/l
Dagelijks
Dinsdag (om de week)
In overleg
6TGN > 1200 6MMP > 5700
Referentiewaarde is inclusief metaboliet desmethylmaprotiline. Toxische effecten zijn gerelateerd aan serumconcentratie; > 0,8 mg/l kan cardiotoxiciteit optreden. Referentiewaarde Dervieux methode
Dagelijks
200
Screening. Cut-off waarde 300 µg/l Bij kreat <2,0 mmol/l negatieve uitslag niet betrouwbaar (urine mogelijk verdund/ vervangen door andere vloeistof). Toxicologie
Top:1 mmol/l (osteosarcoom) 5 µmol/l (24 uur) Top: 0,1 mmol/l (longtumoren) 1 µmol/l Top: 10 µmol/l (lymfomen) (48 uur) Top: 1 µmol/l (chorio-carcinoom) 0,1 µmol/l (72 uur)
Spiegels zijn afhankelijk van indicatie. Spiegels (3) bepalen na beëindigen infuus (zie afnametijdstip).
In overleg
In overleg Dagelijks
Lijst bloedspiegels (TDM/toxicologie), 000850.17 Naam
Monster
Afname tijdstip
Therapeutisch (mg/l)
Toxisch (mg/l) 0,3
Opmerkingen
Bepaling op
Referentiewaarde is inclusief metaboliet desmethylmianserine. Referentiewaarde is inclusief metaboliet desmethylmirtazapine. Referentiewaarde van ZALV Dal 0,4 – 1; top 1,5 – 5.
In overleg
Mianserine
1 ml serum
0,04 – 0,125
Mirtazapine
1 ml serum
0,05 – 0,3
Moclobemide
1 ml serum Vlak voor toediening. EDTA dal
0,4 – 1
> 0,829
> 1,5
0,05 – 0,15
0,25
Olanzapine
Heparine dal plasma 1 ml serum 10-14 uur na inname 1 ml serum
0,02 – 0,08
0,1
In overleg
Oxazepam
1 ml serum
(0,1) 1 – 2
3
In overleg
Oxcarbazepine
1 ml serum
7 – 35
50
Paliperidon
1 ml serum
0,02 – 0,06
0,12
Paracetamol
1 ml serum 4 uur na inname.
10 – 20
100
Paroxetine
1 ml serum Dalspiegel.
0,02 – 0,20
0,3
Perfenazine
1 ml serum
0,8 – 2,4 µg/l
Periciazine
1 ml serum
Pimozide
1 ml serum
Mycofenolzuur Nilotinib Nortriptyline
Blz. 9/12
5 > 15
Referentiewaarde afhankelijk van transplantatie
In overleg
In overleg In overleg In overleg
Spiegel 1 week na bereiken van onderhoudsdosering bepalen.
Spiegel is van metaboliet 10-OHoxcarbazepine. Er is geen duidelijke relatie tussen spiegel en effect. Spiegel is van 9-OH risperidon
Dinsdag - vrijdag
Maandag
In overleg
20 µg/l
Toxicologie. Afhankelijk van innametijdstip. Gebruik nomogram van RumackMatthew. Verband tussen spiegel en effect is onduidelijk. Bepaling met name gericht op therapietrouw (pas na vier dagen afnemen). Uitslag in µg/l.
In overleg
In overleg
5 – 30 µg/l
30 µg/l
Uitslag in µg/l.
In overleg
10 – 20 µg/l
20 µg/l
Uitslag in µg/l.
In overleg
In overleg
Lijst bloedspiegels (TDM/toxicologie), 000850.17 Naam
Monster
Afname tijdstip
Therapeutisch (mg/l)
Pipamperon
1 ml serum
0,1 – 0,4
Toxisch (mg/l) 0,5
Primidon
1 ml serum Vlak voor toediening.
10 – 15
15
Procaïnamide
1 ml serum Zie opmerkingen.
4 – 8 (aritmiën)
8 – 16 (PA); afhankelijk indicatie
10 – 15 (premature ventr. Complexen)
en > 30 (NAPA)
Propafenon
1 ml serum
Quetiapine
1 ml serum Vlak voor toediening / inname 1 ml serum Vlak voor toediening. 1 ml serum 3 uur na
Rifampicine dal Rifampicine top
Blz. 10/12
(0,2)0,4 – 1,1(1,6)
1,1
0,05 – 0,70
1,8
0–1 4 – 10
Opmerkingen
Bepaling op
Gezien grote variatie in klaring is bepaling van spiegel noodzakelijk. Spiegel na twee weken bepalen. Wordt deels omgezet in fenobarbital en deels in PEMA; beide zijn farmacologisch actief. Cumulatie fenobarbital 1 – 2 maal (monotherapie) tot 2 – 5 maal (combinatie) spiegel primidon. Bepaling primidon en fenobarbital. N-acetylprocainamide (NAPA) is metaboliet van procainamide (PA). Afname 12 – 18 uur na start en voor eerstvolgende dosis bij patiënten met goede nierfunctie en 48 – 72 uur na start en voor eerstvolgende dosis bij patiënten met slechte nierfunctie. Bepaling procaïnamide en NAPA. Bij spiegel > 1,1 mg/l toename neurologische bijwerkingen. Metaboliet hydroxypropafenon is even sterk of zelfs sterker werkzaam. LM: langzame metaboliseerders
In overleg
In overleg
In overleg
In overleg
Maandag donderdag In overleg
>12
In overleg
Lijst bloedspiegels (TDM/toxicologie), 000850.17 Naam
Monster
Afname tijdstip inname
Therapeutisch (mg/l)
Toxisch (mg/l)
Risperidon
1 ml serum
0,02 – 0,06
0,12
Salicylzuur
1 ml serum
50 – 100 (AP) 150 – 200 (A) 200 – 300 (AI)
400
Screening tricyclische antidepressiva Sertraline
1 ml serum
1 ml serum
Sirolimus
EDTA
Sulfamethoxazol
1 ml serum
Tacrolimus
1 ml EDTA- Dalspiegel bloed 1 ml serum Vlak voor toediening.
Theofylline
Referentiewaarde is inclusief metaboliet 9-hydroxyrisperidon. AP: antipyretisch A: analgetisch AI: anti inflammatoir Bij intoxicatie
0,05 – 0,25 Dalspiegel
4 -12 (1e 3 maanden) 12 -20 40 - 60
> 20
In overleg Dagelijks
In overleg
5 – 15 µg/l
20 µg/l
5 – 15 (20)
20
In overleg In overleg
1 ml serum
1 – 12 (30)
35
Thiopental
1 ml serum
20 –40
50
Thioridazine
1 ml serum
0,75 – 1,5
3
0,5 – 1,0
2
Tobramycine dal (1 x 1 ml serum Vlak voor daags) toediening
Bepaling op
In overleg
Thiocyanaat
Blz. 11/12
Opmerkingen
Uitslag in µg/l.
In overleg
Bij i.v. therapie: eerstvolgende ochtend na start een spiegel bepalen. Altijd gewicht, comedicatie, oplaad- en onderhoudsdosis vermelden. Bij orale therapie: 2 dagen na start spiegel bepalen. Toxicologie. Thiocyanaat ontstaat als ontledingsproduct van nitroprusside. Thiopenthal wordt deels omgezet in pentobarbital Referentiewaarde is inclusief metabolieten mesoridazine en sulforidazine. Vul op aanvraagformulier duidelijk het tijdstip van de bloedafname, dosering, tijdstip laatste dosering,
Dagelijks
In overleg
In overleg In overleg
Dagelijks
Lijst bloedspiegels (TDM/toxicologie), 000850.17 Naam
Monster
Afname tijdstip
Therapeutisch (mg/l)
Toxisch (mg/l)
Tobramycine top (1 x daags)
1 ml serum 0,5 uur na inlopen infuus.
15 – 20
25
Topiramaat
1 ml serum
2 – 20
25
Trazodon
1 ml serum
0,5 – 2,5
4
Valproïnezuur
1 ml serum 10-14 uur na inname.
50 – 100
120
Vancomycine dal
1 ml serum Vlak voor toediening.
10 – 20
Vancomycine top
1 ml serum 1 uur na inlopen van infuus.
Venlafaxine
1 ml serum
0,1 – 0,4
1
Vigabatrine
1 ml serum
5 – 20
40
Voriconazol
1 ml serum Dalspiegel
Zink
1 ml serum
10 –18 µmol/l
Zuclopentixol
1 ml serum
0,01 – 0,05
Blz. 12/12
1(2) – 6
0,15
Opmerkingen lengte en gewicht van de patiënt in. Vul op aanvraagformulier duidelijk het tijdstip van de bloedafname, dosering, tijdstip laatste dosering, lengte en gewicht van de patiënt in.
Bepaling op
Dagelijks
In overleg Eliminatie is bifasisch
In overleg
Bij absences tot 120 mg/l. Spiegel 3 dagen na start bepalen. Valproïnezuur kent grote variatie in klaring. Vul op aanvraagformulier duidelijk het tijdstip van de bloedafname, dosering, tijdstip laatste dosering, lengte en gewicht van de patiënt in. Vul op aanvraagformulier duidelijk het tijdstip van de bloedafname, dosering, tijdstip laatste dosering, lengte en gewicht van de patiënt in. Referentiewaarde is inclusief metaboliet desvenlafaxine. Er is geen direct verband tussen plasmaspiegel en werkzaamheid. TDM alleen van toepassing bij Aspergillus species die gevoelig zijn voor voriconazol. Eenheid in µmol/l
Dagelijks
Referentiewaarde van eterne
Dagelijks
Dagelijks
In overleg In overleg In overleg
Dinsdag In overleg