Kwalificatiedossier MBO: Veiligheid en vakmanschap Profiel(en): • • • •
Aankomend Aankomend Aankomend Aankomend
medewerker grondoptreden medewerker maritiem onderofficier grondoptreden onderofficier maritiem
Dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest. Opleidingsdomein: Veiligheid en sport Crebonummer(s):
Penvoerder: ECABO Ontwikkeld door: Laura Vleeming Vastgesteld door: Het bestuur van ECABO op advies van de Paritaire commissie beroepsonderwijs bedrijfsleven ECABO d.d. 28-11-2012 te Amersfoort
© Stichting SBB 2002-2013. Gebruik van gegevens en teksten is met bronvermelding vrijelijk toegestaan. Commercieel gebruik van deze gegevens is niet toegestaan. De disclaimer van toepassing op dit document is te lezen op www.kwalificatiesmbo.nl.
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Inhoudsopgave LEESWIJZER ....................................................................................................................................................... 5 OVERZICHT VAN HET KWALIFICATIEDOSSIER ................................................................................................ 6 BASIS .................................................................................................................................................................. 8 1 2
Typering van de beroepen ............................................................................................................................ 8 Beroepsgerichte basistaken ......................................................................................................................... 10 2. 1
2. 1.1
Werkproces: Bereidt een militaire opdracht voor ........................................................................... 13
2. 1.2
Werkproces: Maakt en houdt zich inzetgereed .............................................................................. 14
2. 1.3
Werkproces: Maakt en houdt zijn uitrusting/materiaal inzetgereed ................................................. 15
2. 1.4
Werkproces: Draagt bij aan de beveiliging van de veilige plaats ..................................................... 17
2. 1.5
Werkproces: Treedt op bij incidenten en calamiteiten .................................................................... 18
2. 1.6
Werkproces: Evalueert zijn optreden ............................................................................................ 20
2. 2
3
Kerntaak: Handhaaft zich in de militair "veilige" omgeving .................................................................... 10
Kerntaak: Voert coördinerende taken uit ............................................................................................. 22
2. 2.1
Werkproces: Informeert de teamleden over het plan ..................................................................... 24
2. 2.2
Werkproces: Geeft de teamleden aanwijzingen ............................................................................. 25
Algemene basistaken .................................................................................................................................. 28
PROFIEL ............................................................................................................................................................ 29 1
Profiel: Aankomend medewerker grondoptreden ......................................................................................... 29 1.1
2
1.1.1
Werkproces: Richt checkpoints, roadblocks, base-wachten en posten in ........................................... 30
1.1.2
Werkproces: Voert werkzaamheden uit op checkpoints, roadblocks, base-wachten en posten ............ 31
1.1.3
Werkproces: Voert sociale patrouilles uit ....................................................................................... 31
1.1.4
Werkproces: Voert verkenningspatrouilles uit ................................................................................. 32
Profiel: Aankomend medewerker maritiem .................................................................................................. 33 2.1
3
Kerntaak: Handhaaft zich buiten de militair "veilige" omgeving .............................................................. 29
Kerntaak: Voert nautische en algemene scheepstaken uit ...................................................................... 34
2.1.1
Werkproces: Assisteert bij het laden en lossen van goederen ......................................................... 35
2.1.2
Werkproces: Assisteert bij het reisklaar maken van de varende eenheid .......................................... 35
2.1.3
Werkproces: Assisteert bij het afmeren, ontmeren en ankeren van de varende eenheid ................... 36
2.1.4
Werkproces: Vaart met kleine vaartuigen ....................................................................................... 36
2.1.5
Werkproces: Voert brugwerkzaamheden uit .................................................................................. 37
2.1.6
Werkproces: Bezet en verzorgt de militaire en civiele verbindingen ................................................. 37
Profiel: Aankomend onderofficier grondoptreden ......................................................................................... 39 3.1
Kerntaak: Geeft leiding ....................................................................................................................... 39
3.1.1
Werkproces: Ontwikkelt een plan voor een teamopdracht en geeft dit uit ....................................... 40
3.1.2
Werkproces: Stuurt het team aan ................................................................................................ 41
3.1.3
Werkproces: Evalueert de uitvoering van het plan met het team .................................................... 42
3.2
Kerntaak: Werkt zijn team op .............................................................................................................. 43
3.2.1
Werkproces: Bereidt instructie, training en/of begeleidingsgesprekken voor ..................................... 44
Pagina 3 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
3.2.2
Werkproces: Voert instructie training en/of begeleidingsgesprekken uit ............................................ 44
3.2.3
Werkproces: Begeleidt ongewenste individuele en groepsprocessen ................................................ 45
3.2.4
Werkproces: Toets en evalueert de resultaten ................................................................................ 46
3.3
4
Kerntaak: Handhaaft zich buiten de militair "veilige" omgeving .............................................................. 47
3.3.1
Werkproces: Richt checkpoints, roadblocks, base-wachten en posten in ........................................... 48
3.3.2
Werkproces: Voert werkzaamheden uit op checkpoints, roadblocks, base-wachten en posten ............ 48
3.3.3
Werkproces: Voert sociale patrouilles uit ....................................................................................... 49
3.3.4
Werkproces: Voert verkenningspatrouilles uit ................................................................................. 50
Profiel: Aankomend onderofficier maritiem .................................................................................................. 51 4.1
Kerntaak: Geeft leiding ....................................................................................................................... 52
4.1.1
Werkproces: Ontwikkelt een plan voor een teamopdracht en geeft dit uit ....................................... 53
4.1.2
Werkproces: Stuurt het team aan ................................................................................................ 54
4.1.3
Werkproces: Evalueert de uitvoering van het plan met het team .................................................... 54
4.2
Kerntaak: Werkt zijn team op .............................................................................................................. 56
4.2.1
Werkproces: Bereidt instructie, training en/of begeleidingsgesprekken voor ..................................... 56
4.2.2
Werkproces: Voert instructie training en/of begeleidingsgesprekken uit ............................................ 57
4.2.3
Werkproces: Begeleidt ongewenste individuele en groepsprocessen ................................................ 58
4.2.4
Werkproces: Toets en evalueert de resultaten ................................................................................ 58
4.3
Kerntaak: Voert nautische en algemene scheepstaken uit ...................................................................... 60
4.3.1
Werkproces: Assisteert en coördineert bij het laden en lossen van goederen .................................... 61
4.3.2
Werkproces: Assisteert en coördineert bij het reisklaar maken van de varende eenheid ..................... 62
4.3.3 Werkproces: Assisteert en coördineert bij het afmeren, ontmeren en ankeren van de varende eenheid ................................................................................................................................................................ 62 4.3.4
Werkproces: Vaart met kleine vaartuigen en coördineert hierbij ....................................................... 63
4.3.5
Werkproces: Voert brugwerkzaamheden uit en coördineert hierbij ................................................... 63
4.3.6
Werkproces: Ontvangt en verzendt berichten over militaire of civiele spraakverbindingen ................. 64
4.3.7
Werkproces: Plant en bedient de civiele radioverbindingen tijdens de reis ....................................... 64
KEUZE ............................................................................................................................................................... 66 1 2
Mogelijke keuzetaken ................................................................................................................................. 66 Criteria voor keuzetaken ............................................................................................................................. 66
VERANTWOORDINGSINFORMATIE ................................................................................................................. 66 AANVULLENDE INFORMATIE ........................................................................................................................... 66
Pagina 4 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
LEESWIJZER Dit kwalificatiedossier bevat de diploma-eisen voor één of meerdere mbo-opleidingen. Deze eisen geven samen weer wat de gediplomeerde moet kunnen als hij of zij op de arbeidsmarkt start of verder studeert. Het mbo-diploma bevat drie onderdelen: 1.
De basis, die gevormd wordt door: a. De beroepsgerichte basistaken, waarvan de diploma-eisen door de paritaire commissie(s) zijn gevalideerd. Dit zijn de gemeenschappelijke kerntaken en werkprocessen voor het gehele kwalificatiedossier. Deze gemeenschappelijke taken kennen soms wel differentiaties per profiel, deze 'beheersingsvoorschriften' zijn dan uitgewerkt in de rechterkolom van de kerntaak of het werkproces. b. De algemene basistaken, waarvan de diploma-eisen door de landelijke overheid zijn geformuleerd. Dit zijn de taaltaak, rekentaak en loopbaan- & burgerschapstaak.
2.
De profielen, waarvan de diploma-eisen door de paritaire commissie(s) zijn gevalideerd. Dit zijn de kerntaken en/of werkprocessen waarop de beroepen in dit kwalificatiedossier van elkaar verschillen.
3.
De keuzedelen, waarvan de diploma-eisen eveneens door de paritaire commissie(s) zijn gevalideerd. Dit zijn kerntaken binnen het diploma die de arbeidsmarktrelevantie vergroten of de doorstroom naar een vervolgstudie vergemakkelijken.
Dit kwalificatiedossier bevat een beschrijving van de kwalificatie-eisen voor de basis en de profielen. Het kwalificatiedossier bevat verder een verwijzing naar de mogelijke keuzes. Ook is beschreven aan welke criteria nieuw te ontwikkelen keuzes moeten voldoen. Dit kwalificatiedossier bevat ook een verwijzing naar verantwoordingsinformatie. Dit is geen onderdeel van het diploma. Het betreft informatie over: Onderliggende beroepscompetentieprofielen en arbeidsmarktinformatie Loopbaanperspectief en ontwikkelingen in de sector Certificeerbare eenheden Afspraken rondom examinering De betrokkenen bij het kwalificatiedossier, discussiepunten en oordeel van docenten en andere gebruikers Indien beschikbaar bevat dit kwalificatiedossier ook een verwijzing naar aanvullende informatie zoals: Publieksgerichte brochures over het kwalificatiedossier Informatie voor leerlingen over beroepenoriëntatie en studiekeuze
Pagina 5 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
OVERZICHT VAN HET KWALIFICATIEDOSSIER Naam profiel
Wettelijke beroepsvereisten
P1
Aankomend medewerker grondoptreden
Nee
P2
Aankomend medewerker maritiem
Nee
P3
Aankomend onderofficier grondoptreden
Nee
P4
Aankomend onderofficier maritiem
Nee
De verwantschap tussen de verschillende profielen in dit kwalificatiedossier bevindt zich op de volgende beroepsgerichte kerntaken en werkprocessen: Kerntaak 1 Handhaaft zich in de militair "veilige" omgeving 1.1
Bereidt een militaire opdracht voor
1.2
Maakt en houdt zich inzetgereed
1.3
Maakt en houdt zijn uitrusting/materiaal inzetgereed
1.4
Draagt bij aan de beveiliging van de veilige plaats
1.5
Treedt op bij incidenten en calamiteiten
1.6
Evalueert zijn optreden
Kerntaak 2 Voert coördinerende taken uit 2.1
Informeert de teamleden over het plan
2.2
Geeft de teamleden aanwijzingen
De profielen in dit kwalificatiedossier hebben de volgende kerntaken: Profiel 1 Aankomend medewerker grondoptreden Profielkerntaak
Werkproces
Kerntaak 1 Handhaaft zich buiten de militair "veilige" omgeving
1.1
Richt checkpoints, roadblocks, base-wachten en posten in
1.2 Voert werkzaamheden uit op checkpoints, roadblocks, base-wachten en posten 1.3
Voert sociale patrouilles uit
1.4
Voert verkenningspatrouilles uit
Profiel 2 Aankomend medewerker maritiem Profielkerntaak
Werkproces
Kerntaak 1 Voert nautische en algemene scheepstaken uit
1.1
Assisteert bij het laden en lossen van goederen
1.2
Assisteert bij het reisklaar maken van de varende eenheid
1.3
Assisteert bij het afmeren, ontmeren en ankeren van de varende eenheid
1.4
Vaart met kleine vaartuigen
1.5
Voert brugwerkzaamheden uit
1.6
Bezet en verzorgt de militaire en civiele verbindingen
Pagina 6 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Profiel 3 Aankomend onderofficier grondoptreden Profielkerntaak
Werkproces
Kerntaak 1
1.1
Ontwikkelt een plan voor een teamopdracht en geeft dit uit
1.2
Stuurt het team aan
1.3
Evalueert de uitvoering van het plan met het team
2.1
Bereidt instructie, training en/of begeleidingsgesprekken voor
2.2
Voert instructie training en/of begeleidingsgesprekken uit
2.3
Begeleidt ongewenste individuele en groepsprocessen
2.4
Toets en evalueert de resultaten
3.1
Richt checkpoints, roadblocks, base-wachten en posten in
Kerntaak 2
Geeft leiding
Werkt zijn team op
Kerntaak 3 Handhaaft zich buiten de militair "veilige" omgeving
3.2 Voert werkzaamheden uit op checkpoints, roadblocks, base-wachten en posten 3.3
Voert sociale patrouilles uit
3.4
Voert verkenningspatrouilles uit
Profiel 4 Aankomend onderofficier maritiem Profielkerntaak
Werkproces
Kerntaak 1
1.1
Ontwikkelt een plan voor een teamopdracht en geeft dit uit
1.2
Stuurt het team aan
1.3
Evalueert de uitvoering van het plan met het team
2.1
Bereidt instructie, training en/of begeleidingsgesprekken voor
2.2
Voert instructie training en/of begeleidingsgesprekken uit
2.3
Begeleidt ongewenste individuele en groepsprocessen
2.4
Toets en evalueert de resultaten
3.1
Assisteert en coördineert bij het laden en lossen van goederen
3.2
Assisteert en coördineert bij het reisklaar maken van de varende eenheid
Kerntaak 2
Geeft leiding
Werkt zijn team op
Kerntaak 3 Voert nautische en algemene scheepstaken uit
3.3 Assisteert en coördineert bij het afmeren, ontmeren en ankeren van de varende eenheid 3.4
Vaart met kleine vaartuigen en coördineert hierbij
3.5
Voert brugwerkzaamheden uit en coördineert hierbij
3.6
Ontvangt en verzendt berichten over militaire of civiele spraakverbindingen
3.7
Plant en bedient de civiele radioverbindingen tijdens de reis
Pagina 7 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
BASIS 1. Typering van de beroepengroep Dit kwalificatiedossier bevat het pakket van eisen beschreven voor het diploma Veiligheid en vakmanschap met de volgende profielen: Naam profiel
Mbo-niveau
EQF / NLQF niveau
Typering opleiding
Aankomend medewerker grondoptreden
2
2
basisberoepsopleiding
Aankomend medewerker maritiem
2
2
basisberoepsopleiding
Aankomend onderofficier grondoptreden
3
3
vakopleiding
Aankomend onderofficier maritiem
3
3
vakopleiding
Typerende beroepshouding De aankomend militair moet zich gedragen conform de gedragscode van Defensie, de militaire disciplinaire eisen en de militaire hiërarchie. Hij moet gevechtsbereid zijn. Verder is het belangrijk dat hij in zijn toekomstige functie bij Defensie onder verschillende (extreme) omstandigheden en met gevaar voor eigen leven, zijn taken kan blijven uitvoeren. Voor de uitvoering van de werkzaamheden is het belangrijk dat de aankomend militair zowel goed kan samenwerken als zelfstandig kan functioneren en dat hij fysiek en mentaal fit is. Daarnaast moet hij ethisch bewust zijn. Dat betekent dat hij in zijn gedrag en houding onder andere de voor de Defensie geldende regels, waarden en normen naleeft. Ook is het belangrijk dat hij de wil heeft om te leren. Hij moet de bereidheid tonen tot het aannemen van instructies en verbetervoorstellen om zich verder te ontwikkelen. Het is van belang dat hij waakzaam en alert blijft, ook tijdens monotone en routinematige werkzaamheden. Verder moet hij het geen bezwaar vinden langere tijd van huis te zijn. Op alle Defensiewerknemers zijn de onderstaande drie competenties uit de competentieset van Defensie van toepassing: Initiatief: het onderkennen van kansen en er naar handelen. Liever uit zichzelf beginnen dan afwachten. Samenwerken: draagt bij aan een gezamenlijk resultaat met andere personen of groepen, ook wanneer dit niet van direct persoonlijk belang is. Verantwoordelijk: Accepteren van de gevolgen van eigen handelen, beslissingen en gemaakte afspraken. Dit betreft tevens de eigen verantwoordelijkheid over de mentale/fysieke inzetbaarheid.
Context Aan militairen worden hoge eisen gesteld. Zij worden over de gehele wereld ingezet, onder zeer uiteenlopende omstandigheden. Militairen dragen een uniform en dat brengt verplichtingen met zich mee en dat vereist een professionele beroepshouding. De kwalificatie Veiligheid en vakmanschap bereidt voor op een loopbaan bij Defensie. De gediplomeerde aankomend medewerker (grondoptreden/maritiem)/aankomend onderofficier (grondoptreden/maritiem) kan, indien hij aan de veiligheids-, keurings- en selectie-eisen voldoet, als militair worden aangesteld en bij één van de defensieonderdelen gaan werken. Het Ministerie van Defensie bestaat uit een Bestuursstaf, de Defensie Materieel Organisatie, het Commando Diensten Centra en vier operationele commando's: Zeestrijdkrachten, Landstrijdkrachten, Luchtstrijdkrachten en Marechaussee. Aankomende militairen (1) zullen in de eerste plaats gaan werken bij één van de operationele commando's. Eenmaal aangesteld bij Defensie en ingedeeld bij één van de operationele commando's volgt hij (2) eerst een algemene basisopleiding en vervolgens een functieopleiding. Afhankelijk van het gekozen profiel- en keuze deel ontwikkelt hij zich verder richting grondoptreden- of maritieme functies. Hij kan, afhankelijk van het gekozen profieldeel zijn loopbaan starten in verschillende functies: soldaat, matroos, marinier, korporaal of sergeant. De functies waarin hij terecht kan komen zijn zeer divers, van operationele (gevechts of varende )functies tot technische of logistieke functies. De aankomende militair werkt en leeft in een binnenlandse of buitenlandse militaire omgeving en voert taken uit op bijvoorbeeld kazernes, aan boord van een varende eenheid en in het (militaire) veld.
Pagina 8 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Aanvullende eisen: -Een Sport Medisch Advies (SMA) maakt onderdeel uit van de intake- en aanmeldingsprocedure bij het ROC. Een positieve uitkomst is noodzakelijk om geplaatst te kunnen worden op een BPV plek bij Defensie. -De leerling moet een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) bezitten om geplaatst te kunnen worden op BPV plek bij Defensie. -Voor meer informatie over toelating tot de opleiding zie http://veva.nl -Om als militair aangesteld te worden bij Defensie moet iemand voldoen aan de door Defensie gestelde aanstellingseisen. Voor meer informatie, zie: www.werkenbijdefensie.nl/keuringen
1 Aankomend militairen zijn gediplomeerde leerlingen Veiligheid en vakmanschap die voldoen aan de veiligheids-, keurings- en selectie-eisen van Defensie. 2 Daar waar wordt verwezen naar de leerling wordt in dit document i.v.m. de leesbaarheid hij gebruikt, maar wordt zowel hij als zij bedoeld. Aard van de werkzaamheden De aankomend militair voert militaire vaardigheden uit, zoals zich inzet gereed maken en houden of het optreden bij incidenten en calamiteiten. Daarnaast voeren zij afhankelijk van het gekozen profiel een aantal specialistische militaire taken uit. De aankomend militair werkt in teamverband en voert ook werkzaamheden zelfstandig uit. Hij ontvangt opdrachten van en legt verantwoording af aan de leidinggevende. Hij krijgt zo nodig aanwijzingen voor de aanpak van de opdrachten en de randvoorwaarden waarbinnen de opdrachten uitgevoerd moeten worden. Na instructies van de leidinggevende voert hij opdrachten met het team uit. Ook moet hij (verzoek/opdracht) aanwijzingen geven aan zijn teamleden. Het is afhankelijk van het gekozen profiel hoe zwaar/uitgebreid de coördinerende/leidinggevende rol is. De taken van de aankomend onderofficier bevinden zich op de scheidslijn tussen bevelvoering en uitvoering (middenkader). Hij is degene die zijn team aanstuurt en leiding geeft tijdens de uitvoering van de opdrachten. Tevens is hij de stuwende kracht binnen het team. Hij is tijdens de uitvoering van opdrachten verantwoordelijk voor de werkzaamheden die zijn teamleden uitvoeren. Hij corrigeert, begeleidt en adviseert hen inhoudelijk en geeft hen instructie en training. Hij draagt verantwoordelijkheid voor resultaten van een afgebakend takenpakket en voor het resultaat van het routinewerk van anderen. De vakkennis en vaardigheden die de aankomend militair moet beheersen hebben betrekking op het functioneren in teamverband bij Defensie, zorgen voor een goede fysieke en mentale conditie en op het voorkomen en beheersen van risico’s. Elementen als spanning, onverwachte en voortdurend wisselende omstandigheden bepalen geregeld zijn optreden. Van hem wordt verwacht , dat hij gedurende een inzet daarop snel en adequaat reageert met het juiste gedrag. Resultaat van het beroep De aankomend militair heeft als onderdeel van een team een bijdrage geleverd aan de drie hoofdtaken van de Nederlandse krijgsmacht. Deze hoofdtaken zijn: * wereldwijd een bijdrage leveren aan vrede, veiligheid en stabiliteit; * het verdedigen van het Nederlandse grondgebied en dat van de NAVO-bondgenoten; * ondersteuning van civiele autoriteiten bij rechtshandhaving, rampenbestrijding en humanitaire hulp, zowel internationaal als nationaal.
Pagina 9 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
2. Beroepsgerichte basistaken Kerntaak 1 Handhaaft zich in de militair "veilige" omgeving Complexiteit De aankomend militair voert deze werkzaamheden uit in de militair "veilige" omgeving*. Hij werkt vaak onder tijdsdruk en soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden. Het uitvoeren van werkzaamheden kan zowel plaatsvinden op land (in alle mogelijke terreinconfiguraties), op en vanaf zee, bij dag als bij duisternis, onder alle weersomstandigheden en onder primitieve omstandigheden. Het type uit te voeren taken alsmede de vereiste uitrusting kunnen hierdoor per inzet verschillen. Hij moet hier flexibel mee om kunnen gaan. In geval van gebrek aan materialen en middelen vereist de uitvoering van de werkzaamheden een improviserend vermogen. Verder moet de aankomend militair afwegen waar hij het meest nodig is. Soms moet hij een belangrijke activiteit onderbreken voor een andere activiteit die nog belangrijker is. Hij overlegt hierbij zo mogelijk met zijn leidinggevende. Ook moet hij gedurende langere tijd (maar niet voortdurend) onder zwaardere fysieke en mentale omstandigheden en in teamverband kunnen functioneren. Hij draagt bij optreden (te voet) regelmatig zijn (persoonlijke/gevechts)uitrusting op zijn lichaam mee.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: De aankomend medewerker grondoptreden handelt voornamelijk volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert met name routinematige werkzaamheden uit. Bij wisselende of onverwachte omstandigheden probeert hij eerst zelf een (standaard) oplossing te bedenken en schakelt hij op tijd de hulp in van de leidinggevende. Soms wordt er van hem een geringe mate eigen interpretatie vereist en beroep gedaan op zijn oplossingsgerichtheid. Hij voert eenvoudige en praktische militaire vaardigheden uit. Hij voert dit werk uit door toepassing van algemene militaire basiskennis en vaardigheden en de ontvangen instructies.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: De aankomend medewerker maritiem handelt voornamelijk volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert met name routinematige werkzaamheden uit. Bij wisselende of onverwachte omstandigheden probeert hij eerst zelf een (standaard) oplossing te bedenken en schakelt hij op tijd de hulp in van de leidinggevende. Soms wordt er van hem een geringe mate eigen interpretatie vereist en beroep gedaan op zijn oplossingsgerichtheid. Hij Toelichting: *De militair “veilige” omgeving of de “veilige plaats” kan er voert eenvoudige en praktische militaire vaardigheden uit. Hij voert dit werk uit door toepassing van algemene verschillend uitzien. Afhankelijk van de duur van het militaire basiskennis en vaardigheden en de ontvangen verblijf en de grootte van de eenheid wordt een “veilige plaats” ingericht. Bij een meerdaagse patrouille betreft dit instructies. een plaats die beschermd ligt en goed beveiligd kan Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier worden. In dat geval is de “veilige plaats” klein en maken grondoptreden: er maar weinig mensen en voor korte duur gebruik van. De aankomend onderofficier grondoptreden werkt voor Als Nederland besluit om voor een langere periode een een deel volgens geformaliseerde procedures/instructies. militaire operatie in het buitenland uit te voeren waar 1500 Hij voert ook complexe, specialistische militaire personen aan deelnemen beslaat de “veilige plaats” een werkzaamheden uit. Bij deze werkzaamheden is eigen groot gebied. Binnen deze “veilige plaats” zijn alle interpretatie en tactisch en strategisch inzicht vereist. Hij voorzieningen aanwezig die je in een klein dorp kan vinden moet hierbij een beroep doen op zijn oplossingsgerichtheid zoals eetgelegenheden, sportfaciliteiten enzovoorts. Ook en zijn specialistische militaire kennis. een militair vaartuig of "seabase" in of nabij het Ook herkent hij afwijkingen van de normale situatie en inzetgebied heeft de functie van een “veilige plaats”. Er zijn externe verstoringen en onderneemt hij hierop actie. dus veel vormen van een “veilige plaats” met verschillende Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier benamingen zoals: basiskamp, (sea)base, compound, onderkomen, kazerne, schip, verzamelgebied, etc. Binnen maritiem: de “veilige plaats” worden een aantal deeltaken (klokrond De aankomend onderofficier maritiem werkt voor een deel volgens geformaliseerde procedures/instructies. of 24/7) uitgevoerd. Hij voert ook complexe, specialistische militaire werkzaamheden uit. Bij deze werkzaamheden is eigen interpretatie en tactisch en strategisch inzicht vereist. Hij moet hierbij een beroep doen op zijn oplossingsgerichtheid en zijn specialistische militaire kennis. Ook herkent hij afwijkingen van de normale situatie en externe verstoringen en onderneemt hij hierop actie. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De aankomend militair voert zijn werkzaamheden in teamverband uit. Hij werkt samen met teamleden en
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden:
Pagina 10 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
leidinggevende en voert ook werkzaamheden zelfstandig uit of in een buddysysteem. Hij ontvangt opdrachten van en legt verantwoording af aan de leidinggevende. Hij krijgt zo nodig aanwijzingen voor de aanpak van de opdrachten en de randvoorwaarden waarbinnen de opdrachten uitgevoerd moeten worden.
De werkzaamheden van de aankomend medewerker grondoptreden zijn uitvoerend van aard. Hij werkt samen met zijn medeteamleden of buddy aan een opdracht. Defensie werkt met een buddysysteem. Dit houdt in dat hij er bij al zijn werkzaamheden op let dat het goed gaat (fysiek en mentaal) met zijn buddy en zijn tenue, uitrusting en bepakking in orde zijn. Hij werkt altijd in opdracht van zijn leidinggevende. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de leidinggevende. Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: De werkzaamheden van de aankomend medewerker maritiem zijn uitvoerend van aard. Hij werkt samen met zijn medeteamleden of bemanningslid aan een opdracht. Defensie werkt met een buddysysteem. Dit houdt in dat hij er bij al zijn werkzaamheden op let dat het goed gaat (fysiek en mentaal) met zijn bemanningslid en zijn tenue, uitrusting en bepakking in orde zijn. Hij werkt altijd in opdracht van zijn leidinggevende. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de leidinggevende. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: De taken van de aankomend onderofficier grondoptreden bevinden zich op de scheidslijn tussen bevelvoering en uitvoering (middenkadermanagement). Hij is degene die zijn teamleden aanstuurt en leiding geeft tijdens de uitvoering van de opdrachten. Tevens is hij de stuwende kracht binnen het team. Hij is tijdens de uitvoering van opdrachten verantwoordelijk voor de werkzaamheden die zijn teamleden uitvoeren. Hij corrigeert, begeleidt en adviseert hen inhoudelijk. Hij moet onder alle omstandigheden optreden als commandant op het lagere uitvoeringsniveau en het vermogen hebben op de juiste wijze om te gaan met zijn team. Ook moet hij soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden zorg dragen voor de veiligheid van zijn teamleden. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: De taken van de aankomend onderofficier maritiem bevinden zich op de scheidslijn tussen bevelvoering en uitvoering (middenkadermanagement). Hij is degene die zijn teamleden aanstuurt en leiding geeft tijdens de uitvoering van de opdrachten. Tevens is hij de stuwende kracht binnen het team. Hij is tijdens de uitvoering van opdrachten verantwoordelijk voor de werkzaamheden die zijn teamleden uitvoeren. Hij corrigeert, begeleidt en adviseert hen inhoudelijk. Hij moet onder alle omstandigheden optreden als leidinggevende of commandant op het lagere uitvoeringsniveau en het vermogen hebben op de juiste wijze om te gaan met zijn team. Ook moet hij soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden zorg dragen voor de veiligheid van zijn teamleden.
Vakkennis -
Kent de doelen, leden en hoofdactiviteiten van de NAVO en VN en de passage uit de grondwet over Defensie
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden:
Pagina 11 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
-
-
Heeft kennis van gebruiksmogelijkheden, werking en functionaliteit van (letale en minder-letale) wapens Heeft kennis van persoonlijke- en groepswapens Heeft kennis van (samenwerking met) International Organisations (IO's), Non Gouvernementele Organisations (NGO's) en humanitaire hulpverleningsorganisaties Kent van (de gevolgen van) Toxic Industrial Materials (TIM) Kent de hoofdtaken van Defensie Heeft kennis van humanitair oorlogsrecht Heeft kennis van militair tuchtrecht Kent de kenmerken van en werkzaamheden binnen verschillende posten (observatie-, waarnemings- en luisterpost)
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem:
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: -
Kent de definitie leidinggeven uit de beleidsvisie onderofficier Kent de relatie tussen werk- en leefklimaat en ziekteverzuim en actiebereidheid Heeft kennis van commandovoeringprocedures
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: -
Kent de definitie leidinggeven uit de beleidsvisie onderofficier Heeft kennis van commandovoeringprocedures Kent de relatie tussen werk- en leefklimaat en ziekteverzuim en actiebereidheid
Vaardigheden -
-
-
Past de gedragscode Defensie toe Zorgt voor een basisconditie die beter is dan de minimale eisen van Defensie (de Defensie conditieproef) Past navigatie/plaatsbepaling toe (kaartlezen, kompas, gps en geïmproviseerde middelen) Past de juiste verplaatsingsmethoden toe Past het ethisch bewustwordingsmodel (EBM) toe Hanteert trainingsleer en trainingsschema's Past hygiëne en preventieve geneeskunde (HPG) toe Past zelf hulp kameraden hulp (ZHKH) toe Past ammunition awareness (AAW) toe Past het NATO spellingsalfabet toe Gebruikt reddingsmiddelen (reddingsvlotten, zwemvesten) Kan zich zwemmend redden Past Basic Search toe: Search Aware en/of Patrol Search Past bedrijfsinstructies en procedures voor het optreden bij incidenten en calamiteiten toe (m.b.t. brand, averij, ongevallen en/of veelvoorkomende criminaliteit) Past brandpreventie toe Maakt verantwoord gebruik (vanuit de functie) van communicatiemiddelen en (social) media Formuleert en stelt persoonlijke verbeterpunten vast (evt. vastleggen in POP) Gebruikt technische handleidingen (als naslagwerk) Gebruikt sjormateriaal en voert schiemanswerkzaamheden uit (knopen en splitsen) Past wettelijke regels, procedures en (veiligheidsregels-) voorschriften van Defensie toe Past omgangsnormen van Defensie toe (aanspreken met de juiste rang en/of stand) Hanteert reflectie- en evaluatietechnieken van Defensie
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: -
Past Engelse taal taal toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren A2+, lezen A2+, gesprekken voeren A2, spreken A2, schrijven A2; niveau STANAG Engels: listening 1, speaking 1, reading 1, writing 1)
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: -
Past Engelse taal taal toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren A2+, lezen A2+, gesprekken voeren A2, spreken A2, schrijven A2; niveau STANAG Engels: listening 1, speaking 1, reading 1, writing 1)
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: -
-
Hanteert plannings- en besluitvormingsprocedures Past Engelse taal toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren B1, lezen B1, gesprekken voeren B1, spreken A2, schrijven B1; niveau STANAG Engels: listening 2, speaking 2, reading 1, writing 1) Geeft een waarschuwingsbevel uit
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: -
Hanteert plannings- en besluitvormingsprocedures Past Engelse taal toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren B1, lezen B1, gesprekken voeren B1, spreken A2, schrijven B1; niveau STANAG Engels: listening 2, speaking 2, reading 1, writing 1)
Pagina 12 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
-
Past geweldsinstructies en Rules of Engagement toe (ROE) Past beschermende maatregelen tegen chemische, biologische, radiologische en nucleaire middelen toe (CBRN)
-
Geeft een waarschuwingsbevel uit
Werkproces 1.1 Bereidt een militaire opdracht voor Omschrijving De aankomend militair ontvangt van zijn leidinggevende een afgebakende opdracht. Hij bereidt de opdracht samen met zijn buddy/bemanningslid of teamleden voor. Hij verzamelt daartoe hulpmiddelen, materialen en informatie. Hij maakt in opdracht van zijn leidinggevende een lijst met aandachtpunten en de te hanteren werkwijze.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: Hij stelt vragen. Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Hij stelt vragen. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Hij stelt vragen ter verduidelijking en/of bij ontbrekende informatie. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: Hij stelt vragen ter verduidelijking en/of bij ontbrekende informatie.
Resultaat Alle voor de opdracht relevante hulpmiddelen, materialen en informatie zijn verzameld.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden:
De opdracht is begrepen.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: De opdracht is geanalyseerd. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: De opdracht is geanalyseerd.
Gedrag Luistert aandachtig, neemt de tijd en laat zijn leidinggevende uitpraten als hij een opdracht ontvangt. Handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Volgt de van de leidinggevende ontvangen opdrachten zonder tegenspraak op. Houdt zich aan de methoden en procedures van Defensie. (Instructies en procedures opvolgen, Ethisch en integer handelen, Aandacht en begrip tonen)
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: Stemt voortdurend af met zijn buddy of medeteamleden. Stelt uit zichzelf vragen en deelt (pro)actief informatie. (Samenwerken en overleggen) Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Stemt voortdurend af met zijn bemanningsleden. Stelt uit zichzelf vragen en deelt (pro)actief informatie. (Samenwerken en overleggen) Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Neemt zelf het initiatief om concrete en heldere vragen te stellen ter verduidelijking van de opdracht als informatie ontbreekt of voor hem onduidelijk is. Ordent de informatie uit de ontvangen opdracht
Pagina 13 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.1 Bereidt een militaire opdracht voor systematisch en samenhangend. Plant en regelt volgens het BOB model (Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming) (Beslissen en activiteiten initiëren, Plannen en organiseren) Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: Neemt zelf het initiatief om concrete en heldere vragen te stellen ter verduidelijking van de opdracht als informatie ontbreekt of voor hem onduidelijk is. Ordent de informatie uit de ontvangen opdracht systematisch en samenhangend. Plant en regelt volgens het BOB model (Beeldvorming, Oordeelsvorming en Besluitvorming) (Beslissen en activiteiten initiëren, Plannen en organiseren) Werkproces 1.2 Maakt en houdt zich inzetgereed Omschrijving De aankomend militair weet zich in de militair veilige omgeving te handhaven. Hij zorgt voor een veilige situatie en zijn persoonlijke veiligheid. Hij attendeert zijn buddy/bemanningslid en/of anderen op onveilige situaties of handelingen. Hij zorgt ervoor dat hij mentaal en fysiek fit is en blijft. Hij besteedt aandacht aan persoonlijke hygiëne en het verzorgen van zijn lichaam. Hij voorkomt en bestrijdt stress en hanteert een gezonde leefstijl. Hij neemt de voorgeschreven preventieve maatregelen. Hij traint zijn kracht en uithoudingsvermogen door sport, door middel van vormende (groeps)activiteiten en andere fysieke (groeps) opdrachten. Tijdens en na een opwerkperiode neemt hij deel aan fysieke testen. Hij schat zijn eigen kunnen in, merkt blessures op en laat deze zo nodig behandelen. Hij let er ook op dat zijn teamleden bovenstaande handelingen uitvoeren. Wanneer zij dit niet doen spreekt hij hen hierop aan. Wanneer hij te water raakt weet hij zichzelf te redden of drijvende te houden.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: Hij traint zijn uithoudingsvermogen tevens door, verplaatsingen te voet en (snel)marsen. Hij verplaatst zich, zowel individueel als samen met zijn buddy en/of anderen, over een in meer of mindere mate geconditioneerd terrein. Hij neemt in het gebied waar en geeft informatie door. Indien noodzakelijk bouwt hij een onderkomen/schuilbivak. Hij betrekt het onderkomen/schuilbivak alleen, samen met zijn buddy en/of anderen al dan niet onder leiding van een leidinggevende, om te rusten, te recupereren en te reorganiseren. Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Hij traint zijn uithoudingsvermogen tevens door, verplaatsingen te voet en (snel)marsen. Hij verplaatst zich, zowel individueel als samen met zijn buddy en/of anderen, over een in meer of mindere mate geconditioneerd terrein. Hij neemt in het gebied waar en geeft informatie door. Indien noodzakelijk bouwt hij een onderkomen/schuilbivak. Hij betrekt het onderkomen/schuilbivak alleen, samen met zijn buddy en/of anderen al dan niet onder leiding van een leidinggevende, om te rusten, te recupereren en te reorganiseren. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem:
Resultaat De aankomend militair beschikt over de vereiste conditie (fysiek en mentaal).
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden:
Signaleert bij zichzelf en zijn teamleden tijdig knelpunten
Pagina 14 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.2 Maakt en houdt zich inzetgereed op fysiek en mentaal gebied en onderneemt passende actie.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem:
Handhaaft zich in een veilige situatie.
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem:
Gedrag Is actief in de samenwerking, zowel fysiek als mentaal. Schat zijn eigen kunnen nauwkeurig in, merkt eventuele blessures op tijd op en (laat) ze effectief behandelen en streeft naar spoedig herstel. Beoordeelt de situatie op correcte wijze en creëert een veilige omgeving. Bouwt zijn conditie op conform zijn persoonlijk trainingsprogramma en zoekt hierbij zijn fysieke en mentale grenzen op en verlegt deze telkens. Houdt zich aan de voorgeschreven procedures en (veiligheid) voorschriften van Defensie. Blijft gedurende een lange periode inzet/doorzettingsvermogen tonen ook bij eerder falen, zonder daarbij aansporing nodig te hebben. Laat zich niet meeslepen door (irreële) gevoelens. (Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen, Gedrevenheid en ambitie tonen, Samenwerken en overleggen, Materialen en middelen inzetten, Met druk en tegenslag omgaan)
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: Wanneer hij merkt dat zijn buddy of medeteamleden het fysiek of mentaal moeilijk hebben, bespreekt hij dit direct met hem op openhartige en constructieve wijze. (Samenwerken en overleggen) Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Wanneer hij merkt dat zijn bemanningslid of medeteamleden het fysiek of mentaal moeilijk hebben, bespreekt hij dit direct met hem op openhartige en constructieve wijze. (Samenwerken en overleggen) Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Neemt zelfstandig en op tijd de beslissingen die moeten leiden tot het handhaven in de operationele omgeving. Weegt bij het nemen van die beslissingen in zeer korte tijd de verschillende scenario’s en risico’s af. Signaleert wanneer zijn teamleden het moeilijk hebben en steunt hen bij het zoeken naar een oplossing. Toont bezorgdheid over het fysieke en mentale welzijn van zijn teamleden. (Aandacht en begrip tonen, Beslissen en activiteiten initiëren) Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: Neemt zelfstandig en op tijd de beslissingen die moeten leiden tot het handhaven in de operationele omgeving. Weegt bij het nemen van die beslissingen in zeer korte tijd de verschillende scenario’s en risico’s af. Signaleert wanneer zijn teamleden het moeilijk hebben en steunt hen bij het zoeken naar een oplossing. Toont bezorgdheid over het fysieke en mentale welzijn van zijn teamleden. (Aandacht en begrip tonen, Beslissen en activiteiten initiëren)
Werkproces 1.3 Maakt en houdt zijn uitrusting/materiaal inzetgereed Omschrijving De aankomend militair voert het basisonderhoud uit aan zijn (basis)gevechtsuitrusting en de gebruikte materialen
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden:
Pagina 15 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.3 Maakt en houdt zijn uitrusting/materiaal inzetgereed en (beschermings- en reddings)middelen van zijn team. Hij inspecteert zijn uiterlijk voorkomen en de samenstelling van tenue, uitrusting en/of bepakking. Hij controleert de aanwezigheid van bescheiden, gereedschappen en/of toebehoren. Hij controleert de werking van de middelen, constateert slijtage en defecten. Bij voorkeur lost hij problemen zelf op door (kleine)gebreken te repareren of door bijvoorbeeld ontbrekende materialen uit het magazijn op te halen. Hij controleert waar nodig het peil van de verschillende bedrijfsvloeistoffen. Tevens controleert hij of de materialen (incl. beschermings- en reddingsmiddelen) juist zijn beladen en inzetbaar zijn voor de actie. De resultaten van zijn controles meldt hij aan zijn leidinggevende. Gebreken die hij niet zelf kan of mag oplossen, noteert hij en meldt hij aan zijn leidinggevende. Hij bergt het gebruikte materiaal op. Hij administreert de verrichte onderhouds- en reparatiewerkzaamheden, het klusafval en/of de voorraad onderhoudsmateriaal en milieubelastende stoffen. Hij controleert de aanwezigheid van onderhoudsmiddelen. Hij geeft aan de leidinggevende aan als onderhoudsmateriaal niet beschikbaar is. Toelichting: Wapens maken in dit KD geen deel uit van de (basis)gevechtsuitrusting.
Hij stelt zijn (basis)gevechtsuitrusting op uniforme wijze samen en maakt deze gebruiksgereed. Hij voert functiecontroles uit. Voor aanvang van de uitvoering van een opdracht controleert hij zijn uitrusting en of hij volledig ‘opgetopt' is.
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Hij stelt zijn (basis)gevechtsuitrusting op uniforme wijze samen en maakt deze gebruiksgereed. Hij voert functiecontroles uit. Voor aanvang van de uitvoering van een opdracht controleert hij zijn uitrusting en of hij volledig ‘opgetopt' is. Bij storingen schakelt hij een vaktechnisch expert in. Als herstel niet kan plaatsvinden voor het volgende optreden, bepaalt hij de herverdeling van de middelen. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: Bij storingen schakelt hij een vaktechnisch expert in. Als herstel niet kan plaatsvinden voor het volgende optreden, bepaalt hij de herverdeling van de middelen.
Resultaat Het materiaal, de beschermingsmiddelen, het tenue, de uitrusting en bepakking zijn gecontroleerd, onderhouden en gereed gemaakt voor inzet.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem:
Gedrag Stemt zijn werkzaamheden regelmatig af met zijn teamleden, zodat de taakverdeling helder is en de gezamenlijke werkzaamheden efficiënt verlopen.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden:
Geeft tijdens onderhoudswerkzaamheden gesignaleerde problemen en onveilige situaties tijdig en uit zichzelf door aan zijn leidinggevende. Noteert nauwkeurig en in correcte termen de verrichte werkzaamheden, het klusafval en/of de voorraad onderhoudsmateriaal en milieubelastende stoffen. Is bedreven en accuraat in het met zijn handen uitvoeren van verschillende onderhoud- en reparatiewerkzaamheden en bedient apparaten en instrumenten op een precieze en bedreven manier.
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Zorgt bij complexere problemen er uit zichzelf voor dat experts over alle relevante informatie beschikken. Signaleert en rapporteert op tijd gebreken en tekorten. Lost gebreken en tekorten zo snel mogelijk op of zorgt ervoor dat anderen dat doen.
Gebruikt bij elke opdracht, afhankelijk van de voorraad, de best passende materialen en (hulp)middelen. Is goed op de hoogte van veel voorkomende gebreken. Onderhoudt materialen en (beschermings- en
Pagina 16 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.3 Maakt en houdt zijn uitrusting/materiaal inzetgereed reddings)middelen zorgvuldig. Maakt zonodig op geïmproviseerde en effectieve wijze gebruik van de beschikbare middelen. Houdt zich nauwgezet aan de opdracht van zijn leidinggevende, voorgeschreven procedures, onderhoudskaarten, milieueisen en (veiligheid)voorschriften.
(Plannen en organiseren, Samenwerken en overleggen, Formuleren en rapporteren) Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: Zorgt bij complexere problemen er uit zichzelf voor dat experts over alle relevante informatie beschikken. Signaleert en rapporteert op tijd gebreken en tekorten.
Lost gebreken en tekorten zo snel mogelijk op of zorgt Herstelt (ook)onder druk nauwkeurig, geconcentreerd en ervoor dat anderen dat doen. snel. (Materialen en middelen inzetten, Instructies en procedures opvolgen, Samenwerken en overleggen, Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid toepassen, Met druk en tegenslag omgaan) (Plannen en organiseren, Samenwerken en overleggen, Formuleren en rapporteren) Werkproces 1.4 Draagt bij aan de beveiliging van de veilige plaats Omschrijving De aankomend militair voert op/bij de veilige plaats toeen uitgangscontroles, wacht-, observatie- en openings-, brand-, en/of sluitrondes uit. Hij voert de afgesproken controlerende werkzaamheden uit op locaties en bij objecten met een belangrijke infrastructurele waarde. Hij controleert legitimatiebewijzen. Hij neemt bezittingen zonodig in bewaring of weigert de toegang, zodat zijn eigen veiligheid en die van anderen niet in gevaar komt. Daarnaast verwijst hij bezoekers door en spreekt hen aan als zij de veiligheid in gevaar brengen. Wanneer hij een situatie constateert die de veiligheid in gevaar kan brengen, neemt hij maatregelen om risico's te beperken of weg te nemen. Hij meldt opvallende zaken en onveilige situaties aan zijn leidinggevende. Hij spreekt collega’s aan op de naleving van huisregels en relevante andere wetgeving. Als hij gevoelige gegevens aantreft zorgt hij ervoor dat die niet in verkeerde handen vallen. Hij rapporteert en draagt zijn dienst over.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: De aankomend medewerker grondoptreden rapporteert mondeling. Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: De aankomend medewerker maritiem voert tevens boarding operaties uit. Hij rapporteert mondeling. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: De aankomende onderofficier grondoptreden stelt schriftelijke rapportages op. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: De aankomend onderofficier maritiem voert tevens boarding operaties uit. Hij stelt schriftelijke rapportages op.
Resultaat Het inzet-, woon/werkgebied, de verblijfslocatie, werkruimtes, technische centrale en infrastructuur of de varende eenheid zijn zo goed mogelijk beschermd tegen beveiligings- en veiligheidsrisico’s.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden:
De eigen veiligheid, die van collega’s en van anderen is geborgd.
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Korte en bondige rapportages zijn opgesteld ten dienste van de eigen organisatie en eventuele derden.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem:
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: Korte en bondige rapportages zijn opgesteld ten dienste van de eigen organisatie en eventuele derden.
Pagina 17 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.4 Draagt bij aan de beveiliging van de veilige plaats Gedrag Maakt weloverwogen de keuze wel of niet te handelen bij het constateren van onregelmatigheden, houdt hierbij rekening met mogelijke risico’s en kan achteraf zijn keuze op een verantwoorde manier onderbouwen.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: Geeft to the point een volledige mondelinge rapportage/overdracht.
Treedt kordaat op, neemt beslissingen en blijft hierbij.
Geeft aan collega’s, anderen en overtreders van huisregels en andere wetgeving snel duidelijke aanwijzingen in voor hen begrijpelijke taal/formulering, zodat zij weten wat er van hen verwacht wordt (zowel in het Nederlands, als zonodig in eenvoudig maar duidelijk Engels). (Formuleren en rapporteren)
Informeert tijdig teamleden en indien van toepassing relevante medewerkers van andere afdelingen over (preventieve) beveiligingsmaatregelen of geconstateerde onregelmatigheden. Overlegt met de leidinggevende als hij zelf bepaalde maatregelen niet kan treffen of als hij zijn post niet mag verlaten.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Geeft to the point een volledige mondelinge rapportage/overdracht.
Gaat discreet om met vertrouwelijke gegevens.
Geeft aan collega’s, anderen en overtreders van huisregels Neemt opvallende en onopvallende zaken op scherpe wijze en andere wetgeving snel duidelijke aanwijzingen in voor hen begrijpelijke taal/formulering, zodat zij weten wat er waar. van hen verwacht wordt (zowel in het Nederlands, als Laat zich niet verleiden tot overtreding van de (huis)regels zonodig in eenvoudig maar duidelijk Engels). (Formuleren en rapporteren) en de wet. Signaleert snel afwijkingen van de normale situatie die risico’s vormen voor de veiligheid. Volgt consequent geldende veiligheidsvoorschriften, instructies en wettelijke richtlijnen. Toont discipline, ook als er langdurig niets gebeurt. Blijft bij toegangs- en uitgangscontroles ook bij weerstand kalm en onverstoorbaar (Beslissen en activiteiten initiëren, Samenwerken en overleggen, Ethisch en integer handelen, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen, Met druk en tegenslag omgaan)
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Geeft aanwijzingen op een manier dat mensen zijn aanwijzingen opvolgen (zowel in het Nederlands, als zonodig in eenvoudig maar duidelijk Engels). Schrijft korte en bondige specifieke en algemene rapporten volgens bedrijfsrichtlijnen die bruikbaar zijn voor de eigen organisatie en voor derden. (Aansturen, Formuleren en rapporteren) Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: Geeft aanwijzingen op een manier dat mensen zijn aanwijzingen opvolgen (zowel in het Nederlands, als zonodig in eenvoudig maar duidelijk Engels). Schrijft korte en bondige specifieke en algemene rapporten volgens bedrijfsrichtlijnen die bruikbaar zijn voor de eigen organisatie en voor derden. (Aansturen, Formuleren en rapporteren)
Werkproces 1.5 Treedt op bij incidenten en calamiteiten Omschrijving De aankomend militair is alert op situaties die kunnen leiden tot een calamiteit/incident. Hij treft bij een incident of calamiteit alle noodzakelijke maatregelen die zijn eigen veiligheid, die van de/het slachtoffer(s) en die van anderen waarborgen. Hij instrueert slachtoffers en andere betrokkenen. Hij zet zo mogelijk het gebied af en onderhoudt met behulp van communicatiemiddelen contact met zijn leidinggevende en met (externe) hulpdiensten. Hij beoordeelt als hulpverlener de toestand van het slachtoffer, verricht levensreddende handelingen,
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Bij inzet van een CBRN middel of een incident met TIM’s stelt de aankomend onderofficier grondoptreden de mate
Pagina 18 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.5 Treedt op bij incidenten en calamiteiten behandelt letsels en hij voorkomt dan wel beperkt verslechtering in zowel de lichamelijke als de geestelijke toestand van het slachtoffer. Hij neemt preventieve maatregelen ter voorkoming van brand. Hij is alert op brandgevaarlijke situaties. Bij het ontdekken van een beginnende brand gaat hij over tot brandbestrijding. Hij is alert op en neemt preventieve beschermingsmaatregelen bij de inzet van Chemische, Biologische, Radiologische en Nucleaire middelen (CBRN) en tegen de gevolgen van Toxic Industrial Materials (TIM). Bij inzet van een middel past hij de persoonlijke reactiedrills toe. Als de dreiging voorbij is, zorgt hij, indien nodig, voor persoonlijke ontsmetting. Hij is alert op de aanwezigheid van munitie, explosieven, mijnen en Improvised Explosive Devices (IED's). Hij maakt bij het opsporen eventueel gebruik van speciale hulpmiddelen. Hij reageert op IED's tot op het niveau van Search Aware. Wanneer hij munitie, explosieven en/of mijnen signaleert dan markeert hij de plaats daarvan en meldt aan zijn leidinggevende de aanwezigheid en de precieze ligging van de munitie/mijnen.
van besmetting vast en/of verwijderd de geconstateerde besmetting.
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: De aankomend onderofficier maritiem is alert op de bij de sluittoestand behorende sluitdiscipline. Bij brandbestrijding met groot materieel treedt de hij op als straalvoerder en slangengeleider. Bij inzet van een CBRN middel of een incident met TIM’s stelt hij de mate van besmetting vast en/of verwijderd de geconstateerde besmetting.
Resultaat De juiste maatregelen zijn getroffen, er is zoveel mogelijk rust ontstaan.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden:
Er is zo weinig mogelijk materiële en immateriële schade ontstaan.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem:
De juiste preventieve (bescherming)maatregelen zijn genomen bij de inzet van CBRN en tegen de gevolgen van TIM.
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden:
Tegen achtergebleven munitie, mijnen en/of IED’s zijn de juiste (bescherming)maatregelen genomen.
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem:
Gedrag Treedt resoluut, doortastend, effectief, kalm en met zelfvertrouwen op bij incidenten en/of calamiteiten en laat zich niet meeslepen door emoties van zichzelf en slachtoffers. Neemt zo weinig mogelijk onnodig risico.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: Geeft slachtoffers en anderen snel duidelijke aanwijzingen in voor hen begrijpelijke taal/formulering, zo nodig in het Engels, zodat zij weten wat er van hen verwacht wordt. (Formuleren en rapporteren)
Is actief in de samenwerking, zowel fysiek als mentaal.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Geeft slachtoffers en anderen snel duidelijke aanwijzingen in voor hen begrijpelijke taal/formulering, zo nodig in het Engels, zodat zij weten wat er van hen verwacht wordt. (Formuleren en rapporteren)
Meldt het incident en/of de aanwezigheid en precieze ligging van de munitie, explosieven, mijnen en/of IED(s) snel en nauwkeurig aan de leidinggevende (zo nodig in het Engels).
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Houdt overzicht op de situatie, toont overwicht en geeft duidelijke aanwijzingen aan zijn teamleden slachtoffer(s) en anderen, zo nodig in het Engels. (Aansturen)
Reageert alert op een ongeval, neemt snel de situatie van het slachtoffer in zich op, herkent de lichamelijke
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem:
Deelt informatie direct en to-the-point met zijn buddy/bemannings- of teamleden en leidinggevende, zowel tijdens als na een incident of calamiteit. (zo nodig in het Engels).
Pagina 19 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.5 Treedt op bij incidenten en calamiteiten stoornissen die direct invloed hebben op de vitale lichaamsfuncties en neemt de noodzakelijke eerste hulp maatregelen.
Houdt overzicht op de situatie, toont overwicht en geeft duidelijke aanwijzingen aan zijn teamleden, slachtoffer(s) en anderen, zo nodig in het Engels. (Aansturen)
Merkt achtergebleven munitie, explosieven, mijnen en/of IED(s) snel op en markeert deze vlot en op de juiste wijze. Houdt overzicht op de situatie. Bepaalt snel (zowel preventief als na afloop) de drills die hij toepast en past (preventief) beschermende drills zo effectief mogelijk toe. Kiest op basis van de omstandigheden en beschikbaarheid snel geschikte materialen en (hulp)middelen en zet de materialen en (hulpmiddelen) effectief en verantwoord in. Maakt indien nodig op geïmproviseerde wijze gebruik van (hulp)middelen en materialen. Gaat bewust om met het gebruik van communicatiemiddelen en (social) media en kent de risico’s hiervan. Houdt zich bij het treffen van de maatregelen aan de voorgeschreven procedures (incl. arbo en milieu) en (veiligheid)voorschriften van Defensie.
(Beslissen en activiteiten initiëren, Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Materialen en middelen inzetten, Met druk en tegenslag omgaan, Formuleren en rapporteren, Instructies en procedures opvolgen) Werkproces 1.6 Evalueert zijn optreden Omschrijving De aankomend militair participeert actief in de evaluatie van het optreden. Hij verwoordt wat goed en fout is gegaan tijdens het proces en in relatie tot het resultaat. Hij bespreekt met name zijn eigen ervaring, betrokkenheid en persoonlijke acties. Daarnaast gaat hij in op de ervaring, betrokkenheid en acties van zijn teamleden. Hij vraagt op eigen initiatief feedback aan zijn buddy/bemanningslid of teamleden en leidinggevende. Hij stelt samen met zijn teamleden en leidinggevende verbeterpunten op.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem:
Resultaat De aankomend militair heeft een substantiële bijdrage geleverd aan de evaluatie van de opdracht.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden:
De eigen verbeterpunten en die van het team zijn de aankomend militair bekend.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden:
Pagina 20 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.6 Evalueert zijn optreden Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: Gedrag Handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Past de feedbackregels correct toe. Geeft tijdens de evaluatie constructieve feedback aan zijn teamleden. Toont motivatie om te leren. Neemt geen defensieve houding tijdens de evaluatie. (Samenwerken en overleggen, Leren, Met druk en tegenslag omgaan, Ethisch en integer handelen)
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: Stelt uit zichzelf vragen en deelt actief informatie met medeteamleden. (Samenwerken en overleggen) Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Stelt uit zichzelf vragen en deelt actief informatie met medeteamleden. (Samenwerken en overleggen) Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Bespreekt oprecht en constructief sterke en zwakke punten van het optreden, van zichzelf en van teamleden. (Samenwerken en overleggen) Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: Bespreekt oprecht en constructief sterke en zwakke punten van het optreden, van zichzelf en van teamleden. (Samenwerken en overleggen)
Pagina 21 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Kerntaak 2 Voert coördinerende taken uit Complexiteit De aankomend militair werkt vaak onder tijdsdruk en soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden. Het uitvoeren van werkzaamheden kan zowel plaatsvinden op land (in alle mogelijke terreinconfiguraties), op en vanaf zee, bij dag als bij duisternis, onder alle weersomstandigheden en onder primitieve omstandigheden. Het type uit te voeren taken alsmede de vereiste uitrusting kunnen hierdoor per inzet verschillen. Hij moet hier flexibel mee om kunnen gaan. In geval van gebrek aan materialen en middelen vereist de uitvoering van de werkzaamheden een improviserend vermogen. Verder moet de aankomend militair afwegen waar hij het meest nodig is. Soms moet hij een belangrijke activiteit onderbreken voor een andere activiteit die nog belangrijker is. Hij overlegt hierbij zo mogelijk met zijn leidinggevende. Ook moet hij gedurende langere tijd (maar niet voortdurend) onder zwaardere fysieke en mentale omstandigheden en in teamverband kunnen functioneren. Hij draagt bij optreden (te voet) regelmatig zijn (persoonlijke/gevechts)uitrusting op zijn lichaam mee.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: De aankomend medewerker grondoptreden handelt voornamelijk volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert met name routinematige werkzaamheden uit. Bij wisselende of onverwachte omstandigheden probeert hij eerst zelf een (standaard) oplossing te bedenken en schakelt hij op tijd de hulp in van de leidinggevende. Soms wordt er van hem een geringe mate eigen interpretatie vereist en beroep gedaan op zijn oplossingsgerichtheid. Hij voert eenvoudige en praktische coördinerende taken uit. Hij voert dit werk uit door toepassing van algemene basiskennis omtrent het coördineren van werkzaamheden en de ontvangen instructies.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: De aankomend medewerker maritiem handelt voornamelijk volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert met name routinematige werkzaamheden uit. Bij wisselende of onverwachte omstandigheden probeert hij eerst zelf een (standaard) oplossing te bedenken en Het betreft hier het coördineren van (militaire) opdrachten schakelt hij op tijd de hulp in van de leidinggevende. Soms en tijdens reguliere werkzaamheden, zoals geformuleerd in wordt er van hem een geringe mate eigen interpretatie vereist en beroep gedaan op zijn oplossingsgerichtheid. taak 1 en profieldeel. Hij voert eenvoudige en praktische coördinerende taken uit. Hij voert dit werk uit door toepassing van algemene basiskennis omtrent het coördineren van werkzaamheden en de ontvangen instructies. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: De aankomend onderofficier grondoptreden werkt voor een deel volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert ook complexe, specialistische coördinerende taken uit. Bij deze werkzaamheden is eigen interpretatie en tactisch en strategisch inzicht vereist. Hij moet hierbij een beroep doen op zijn oplossingsgerichtheid en zijn specialistische militaire kennis. Ook herkent hij afwijkingen van de normale situatie en externe verstoringen en onderneemt hij hierop actie.
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: De aankomend onderofficier maritiem werkt voor een deel volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert ook complexe, specialistische coördinerende taken uit. Bij deze werkzaamheden is eigen interpretatie en tactisch en strategisch inzicht vereist. Hij moet hierbij een beroep doen op zijn oplossingsgerichtheid en zijn specialistische militaire kennis. Ook herkent hij afwijkingen van de normale situatie en externe verstoringen en onderneemt hij hierop actie.
Pagina 22 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De aankomend militair voert zijn werkzaamheden in teamverband uit. Hij werkt samen met teamleden en leidinggevende en voert ook werkzaamheden zelfstandig uit of in een buddysysteem. Dit houdt in dat de aankomend militair bij al zijn werkzaamheden erop let dat het goed gaat (fysiek en mentaal) met zijn buddy of bemanningslid (niveau 2) of zijn teamleden (niveau 3) en zijn/hun tenue, uitrusting en bepakking in orde zijn. Hij ontvangt opdrachten van en legt verantwoording af aan de leidinggevende. Hij krijgt zo nodig aanwijzingen voor de aanpak van de opdrachten en de randvoorwaarden waarbinnen de opdrachten uitgevoerd moeten worden.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: De aankomend medewerker grondoptreden werkt altijd in opdracht van zijn leidinggevende. Hij heeft echter ook een coördinerende rol op een laag niveau. Hij geeft op verzoek van zijn leidinggevende zijn medeteamleden aanwijzingen binnen een gesloten en kortdurende opdracht of hij ondersteunt zijn leidinggevende hierbij. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de leidinggevende Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: De aankomend medewerker maritem werkt altijd in opdracht van zijn leidinggevende. Hij heeft echter ook een coördinerende rol op een laag niveau. Hij geeft op verzoek van zijn leidinggevende zijn medeteamleden of bemanningslid aanwijzingen binnen een gesloten en kortdurende opdracht of hij ondersteunt zijn leidinggevende hierbij. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de leidinggevende Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: De taken van de aankomend onderofficier grondoptreden bevinden zich op de scheidslijn tussen bevelvoering en uitvoering (middenkadermanagement). Hij is degene die zijn teamleden aanstuurt en leiding geeft tijdens de uitvoering van de opdrachten. Tevens is hij de stuwende kracht binnen het team. Hij is tijdens de uitvoering van opdrachten verantwoordelijk voor de werkzaamheden die zijn teamleden uitvoeren. Hij corrigeert, begeleidt en adviseert hen inhoudelijk. Hij moet onder alle omstandigheden optreden als commandant op het lagere uitvoeringsniveau en het vermogen hebben op de juiste wijze om te gaan met zijn team. Ook moet hij soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden zorg dragen voor de veiligheid van zijn teamleden. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: De taken van de aankomend onderofficier maritiem bevinden zich op de scheidslijn tussen bevelvoering en uitvoering (middenkadermanagement). Hij is degene die zijn teamleden aanstuurt en leiding geeft tijdens de uitvoering van de opdrachten. Tevens is hij de stuwende kracht binnen het team. Hij is tijdens de uitvoering van opdrachten verantwoordelijk voor de werkzaamheden die zijn teamleden uitvoeren. Hij corrigeert, begeleidt en adviseert hen inhoudelijk. Hij moet onder alle omstandigheden optreden als leidinggevende of commandant op het lagere uitvoeringsniveau en het vermogen hebben op de juiste wijze om te gaan met zijn team. Ook moet hij soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden zorg dragen voor de veiligheid van zijn teamleden.
Vakkennis -
Heeft kennis van observeren en beïnvloeden van groepsprocessen
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden:
Pagina 23 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem:
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden:
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem:
Vaardigheden -
Past het ethisch bewustwordingsmodel (EBM) toe Hanteert plannings- en besluitvormingsprocedures Past omgangsnormen van Defensie toe (aanspreken met de juiste rang en/of stand) Past sociale vaardigheden toe
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: -
Past Engelse taal taal toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren A2+, lezen A2+, gesprekken voeren A2, spreken A2, schrijven A2; niveau STANAG Engels: listening 1, speaking 1, reading 1, writing 1)
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: -
Past Engelse taal taal toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren A2+, lezen A2+, gesprekken voeren A2, spreken A2, schrijven A2; niveau STANAG Engels: listening 1, speaking 1, reading 1, writing 1)
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: -
-
Past Engelse taal toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren B1, lezen B1, gesprekken voeren B1, spreken A2, schrijven B1; niveau STANAG Engels: listening 2, speaking 2, reading 1, writing 1) Geeft een waarschuwingsbevel uit
Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: -
-
Past Engelse taal toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren B1, lezen B1, gesprekken voeren B1, spreken A2, schrijven B1; niveau STANAG Engels: listening 2, speaking 2, reading 1, writing 1) Geeft een waarschuwingsbevel uit
Werkproces 2.1 Informeert de teamleden over het plan Omschrijving De aankomend militair legt het doel van de opdracht uit en Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker licht de werkwijze toe. Hij geeft zonodig de taakverdeling grondoptreden: door. Hij informeert zijn buddy of medeteamleden
Pagina 24 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 2.1 Informeert de teamleden over het plan Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Hij informeert zijn bemanningslid of medeteamleden Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Hij communiceert dit als leidinggevende aan zijn team. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: Hij communiceert dit als leidinggevende aan zijn team. Resultaat Het plan en de taakverdeling is mondeling en conform de procedures aan het team gecommuniceerd.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden:
De teamleden weten wat zij moeten doen.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem:
Gedrag Handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Deelt alle relevante aspecten van het plan mee. Informeert de teamleden in chronologische volgorde. Gebruikt bij het informeren begrijpelijke en duidelijke taal. Komt snel tot de kern van de opdracht. Houdt zich bij de communicatie over het plan aan de procedures van Defensie. (Formuleren en rapporteren, Instructies en procedures opvolgen, Ethisch en integer handelen)
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: Hij informeert zijn buddy of medeteamleden over alle relevante aspecten van het plan. (Samenwerken en overleggen) Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Hij informeert zijn buddy of medeteamleden over alle relevante aspecten van het plan. (Samenwerken en overleggen) Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Geeft met overtuiging eenduidige instructies over de uit te voeren opdracht c.q. geeft een bevel uit aan zijn team. (Aansturen) Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: Geeft met overtuiging eenduidige instructies over de uit te voeren opdracht c.q. geeft een bevel uit aan zijn team. (Aansturen)
Werkproces 2.2 Geeft de teamleden aanwijzingen Omschrijving De aankomend militair geeft zijn teamleden aanwijzingen tijdens de voorbereiding, de uitvoering en de afwikkeling van het plan en/of tijdens reguliere werkzaamheden. Hij herkent externe verstoringen die de uitvoering ondermijnen en speelt hierop in.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: Bij veranderende eisen/omstandigheden vraagt de aankomend medewerker grondoptreden aanvullende informatie/opdrachten of komt met aanvullende suggesties indien de situatie dit toelaat. Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem:
Pagina 25 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 2.2 Geeft de teamleden aanwijzingen Bij veranderende eisen/omstandigheden vraagt de aankomend medewerker maritiem aanvullende informatie/opdrachten of komt met aanvullende suggesties indien de situatie dit toelaat. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: De aankomend onderofficier grondoptreden komt bij verstoringen met een alternatief plan. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: De aankomend onderofficier maritiem komt bij verstoringen met een alternatief plan. Resultaat Er is een substantiële bijdrage geleverd aan de uitvoering van het plan/reguliere werkzaamheden.
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden:
De aankomend militair heeft correct en tijdig ingespeeld op Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: externe verstoringen. Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: Gedrag Gaat uit zichzelf over tot actie. Neemt zonder uiterlijke twijfel de juiste beslissingen. Handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Blijft rustig handelen in gevaarlijke situaties. Herstelt snel van tegenslagen. Speelt flexibel en effectief in op externe verstoringen, veranderende eisen en omstandigheden. Laat zich niet meeslepen door emoties van zichzelf en zijn teamleden. (Beslissen en activiteiten initiëren, Met druk en tegenslag omgaan, Ethisch en integer handelen)
Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker grondoptreden: Weegt correct diverse scenario’s en risico’s af. Geeft zijn buddy of medeteamleden snel duidelijke aanwijzingen, zodat zij weten wat er van hen verwacht wordt. (Beslissen en activiteiten initiëren, Formuleren en rapporteren) Beheersingsvoorschrift Aankomend medewerker maritiem: Weegt correct diverse scenario’s en risico’s af. Geeft zijn medeteamleden snel duidelijke aanwijzingen, zodat zij weten wat er van hen verwacht wordt. (Beslissen en activiteiten initiëren, Formuleren en rapporteren) Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier grondoptreden: Neemt op tijd de juiste beslissingen op basis van afwegingen van diverse scenario’s die hij in korte tijd overziet. Geeft aanwijzingen op zo’n manier dat zijn teamleden zijn aanwijzingen opvolgen (zowel in het Nederlands, als zonodig in eenvoudig maar duidelijk Engels). Houdt steeds het gewenste resultaat voor en verlegt bij veranderende eisen en omstandigheden op tijd de prioriteiten.
Pagina 26 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 2.2 Geeft de teamleden aanwijzingen (Beslissen en activiteiten initiëren, Aansturen, Plannen en organiseren) Beheersingsvoorschrift Aankomend onderofficier maritiem: Neemt op tijd de juiste beslissingen op basis van afwegingen van diverse scenario’s die hij in korte tijd overziet. Geeft aanwijzingen op zo’n manier dat zijn teamleden zijn aanwijzingen opvolgen (zowel in het Nederlands, als zonodig in eenvoudig maar duidelijk Engels). Houdt steeds het gewenste resultaat voor en verlegt bij veranderende eisen en omstandigheden op tijd de prioriteiten. (Beslissen en activiteiten initiëren, Aansturen, Plannen en organiseren)
Pagina 27 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
3. Algemene basistaken De kwalificatie-eisen voor de algemene basistaken zijn vastgelegd in het Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen. Ze zijn te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl. Taaltaak Nederlands Het referentieniveau 2F is van toepassing op de entréekwalificatie en de niveaus 2 en 3. Het referentieniveau 3F is van toepassing op niveau 4. Rekentaak Het referentieniveau 2F is van toepassing op de entréekwalificatie en de niveaus 2 en 3. Het referentieniveau 3F is van toepassing op niveau 4. Loopbaan- en burgerschapstaak Deze is beschreven in het document Loopbaan en Burgerschap.
Pagina 28 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
PROFIEL(EN) Profiel 1 Aankomend medewerker grondoptreden Mbo-Niveau 2 Typering van het beroep De aankomend medewerker grondoptreden voert militaire taken uit op kazernes en in het (militaire) veld, in het binnen- en in het buitenland. Hij moet over een uitstekende fysieke en mentale conditie beschikken. De werkzaamheden die hij uitvoert zijn uitvoerend van aard. Hij voert met name routinematige werkzaamheden uit en werkt voornamelijk volgens geformaliseerde instructies/procedures. Hij heeft ook een coördinerende rol op een laag niveau, zie taak 2 (voert coördinerende taken uit). De eindverantwoordelijkheid ligt echter altijd bij de leidinggevende.
Kritische beroepssituatie(s): Centraal in het werk van de aankomend medewerker grondoptreden staan werkzaamheden die ervoor zorgdragen dat hij zich handhaaft in de militaire “veilige” omgeving. Het resultaat hiervan is dat hijzelf en zijn materiaal en uitrusting gereed zijn en blijven voor inzet. Hiervoor traint hij zijn kracht en uithoudingsvermogen, zorgt hij goed voor zichzelf (fysiek en mentaal), onderhoudt hij zijn uitrusting/materiaal, herkent hij onveilige situaties en weet hij welke maatregelen hij vervolgens moet nemen. Om deze werkzaamheden correct uit te voeren moet hij beschikken over voldoende militaire basiskennis, vaardigheden en de juiste houding. Hij is alert op en neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen inzetbaarheid/veiligheid en die van zijn buddy. Als het nodig is nodig spreekt hij zijn buddy hierop aan. Dit doet hij met een gedreven, constructieve en zorgvuldige instelling. Het is van belang dat hij zich houdt aan procedures en ontvangen instructies en handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Tevens is het van belang dat hij actief is in de samenwerking en dat hij als de situatie het toelaat uit zichzelf overgaat tot actie. Ook is het belangrijk dat hij gedurende lange tijd, bij tegenslagen en gevaarlijke situaties doorzettingsvermogen blijft tonen en effectief presteert. Tenslotte maakt hij als de situatie erom vraagt op geïmproviseerde wijze gebruik van beschikbare materialen. Wettelijke beroepsvereisten Nee Branchevereisten Nee Kerntaak 1 Handhaaft zich buiten de militair "veilige" omgeving Complexiteit De aankomend medewerker grondoptreden werkt vaak onder tijdsdruk en soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden. Het uitvoeren van werkzaamheden kan plaatsvinden in alle mogelijke terreinconfiguraties, bij dag als bij duisternis, onder alle weersomstandigheden en onder primitieve omstandigheden. Het type uit te voeren taken alsmede de vereiste uitrusting kunnen hierdoor per inzet verschillen. Hij moet hier flexibel mee om kunnen gaan. In geval van gebrek aan materialen en middelen vereist de uitvoering van de werkzaamheden een improviserend vermogen. Verder moet de aankomend militair afwegen waar hij het meest nodig is. Soms moet hij een belangrijke activiteit onderbreken voor een andere activiteit die nog belangrijker is. Hij overlegt hierbij zo mogelijk met zijn leidinggevende. Ook moet hij gedurende langere tijd (maar niet voortdurend) onder zwaardere fysieke en mentale omstandigheden en in teamverband kunnen functioneren. Hij draagt bij optreden (te voet) regelmatig zijn (persoonlijke/gevechts)uitrusting op zijn lichaam mee. Hij handelt voornamelijk volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert met name routinematige werkzaamheden uit. Bij wisselende of onverwachte omstandigheden probeert hij eerst zelf een (standaard) oplossing te bedenken en schakelt hij op tijd de hulp in van de leidinggevende. Soms wordt er van hem een geringe mate eigen interpretatie vereist en beroep gedaan op zijn oplossingsgerichtheid.
Pagina 29 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Kerntaak 1 Handhaaft zich buiten de militair "veilige" omgeving Hij voert eenvoudige en praktische militaire taken uit. Hij voert dit werk uit door toepassing van algemene militaire basiskennis en vaardigheden en de ontvangen instructies. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De aankomend medewerker grondoptreden voert zijn werkzaamheden in teamverband uit. Hij werkt samen met medeteamleden en leidinggevende en voert ook werkzaamheden zelfstandig uit. Defensie werkt met een buddysysteem. Dit houdt in dat de hij bij al zijn werkzaamheden erop let dat het goed gaat (fysiek en mentaal) met zijn buddy en tenue, uitrusting en bepakking van zijn buddy in orde zijn. Hij ontvangt opdrachten van en legt verantwoording af aan de leidinggevende. Hij krijgt zo nodig aanwijzingen voor de aanpak van de opdrachten en de randvoorwaarden waarbinnen de opdrachten uitgevoerd moeten worden. De werkzaamheden van de aankomend medewerker grondoptreden zijn uitvoerend van aard. Hij werkt samen met zijn medeteamleden aan een opdracht. Hij werkt altijd in opdracht van zijn leidinggevende. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de leidinggevende. Vakkennis -
Heeft kennis van (samenwerking met) International Organisations (IO's), Non Gouvernementele Organisations (NGO's) en humanitaire hulpverleningsorganisaties Kent het begrip cultureel erfgoed en de bijbehorende implicaties Heeft kennis van gebruiksmogelijkheden, werking en functionaliteit van (letale en minder-letale) wapens Heeft kennis van persoonlijke- en groepswapens Heeft kennis van richtregels voor schuttersvaardigheden (schiethouding, richten, afstandschatten, ademhaling, drukken) Kent de kenmerken van de belangrijkste wereldgoddiensten, hoofdstromingen, culturen en (tribale) samenlevingen in relatie tot optreden van Defensie Kent de kenmerken van en werkzaamheden binnen verschillende posten (observatie-, waarnemings- en luisterpost)
Vaardigheden -
Past Basic Search toe: Search Aware en/of Patrol Search Past het ethisch bewustwordingsmodel (EBM) toe Past navigatie/plaatsbepaling toe (kaartlezen, kompas, gps en geïmproviseerde middelen) Past contactdrills, gevechtsdrills en/of Quick reactionforcedrills toe Past geweldsinstructies en Rules of Engagement toe (ROE) Bereidt de opdrachten verdediging, vertragend gevecht, gebiedsbeveiliging/bewaking, veiligheidsbezetting en/of optreden in verstedelijk gebied voor, voert deze uit en evalueert deze Werkt conform de dienstdoende Alert State Herkent verschillende typen eigen en vijandelijke voertuigen, vliegtuigen, helikopters, schepen en onderzeeboten (zowel civiel als militair) Past zonodig offensieve acties toe
Werkproces 1.1 Richt checkpoints, roadblocks, base-wachten en posten in Omschrijving De aankomend medewerker grondoptreden ontvangt een opdracht voor het aanleggen van checkpoints, roadblocks, base-wachten en/of posten, hij bereidt zijn opdracht voor, voert deze uit en evalueert de opdracht. Hij verzamelt samen met zijn medeteamleden de benodigde materialen. Vervolgens verplaatst hij zich naar de opgedragen locatie. Hij bouwt op locatie samen met zijn medeteamleden de checkpoints, roadblocks en posten op en richt ze in. Resultaat Checkpoints, roadblocks, base-wachten en/of posten zijn op een geschikte locatie en volgens de eisen ingericht. Gedrag Stemt zijn handelingen tijdens het inrichten op tijd en regelmatig met zijn medeteamleden af. Bepaalt of berekent bij het bouwen en inrichten snel en nauwkeurig de constructie en de materialen die per (bouw)stap nodig zijn.
Pagina 30 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.1 Richt checkpoints, roadblocks, base-wachten en posten in Verzamelt per (inrichtings)opdracht de juiste materialen en middelen en bouwt snel een stevige constructie. Zet per opdracht de materialen en middelen op juiste wijze in en zonodig op creatieve wijze. Volgt de instructies van zijn leidinggevende op en houdt zich bij het inrichten aan de “een derde regeling” en overige eisen die Defensie stelt aan het inrichten van checkpoints, roadblocks en posten. (Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Materialen en middelen inzetten, Instructies en procedures opvolgen) Werkproces 1.2 Voert werkzaamheden uit op checkpoints, roadblocks, base-wachten en posten Omschrijving De aankomend medewerker grondoptreden ontvangt een opdracht voor het uitvoeren van werkzaamheden op checkpoints, roadblocks, base-wachten en/of posten. Hij bereidt de opdracht voor, voert de opdracht uit en evalueert deze. Hij vervult de rol van aanhoudploeg, controleploeg, doorzoekingsploeg, dekkingsploeg en/of reserve. Hij voert de werkzaamheden uit met zijn buddy en/of medeteamleden. Hij geeft en stopteken en vraagt om een legitimatie en vraagt de persoon waarvoor hij komt. Hij maakt een keuze de persoon door te laten, terug te sturen of nader onderzoek te verrichten. Resultaat De checkpoints, roadblocks, base-wachten en/of posten zijn zo goed mogelijk beschermd tegen beveiligings- en veiligheidsrisico’s. Het inzetgebied is veilig. Gedrag Maakt weloverwogen een keuze wel of niet te handelen bij het constateren van onregelmatigheden en houdt hierbij rekening met mogelijke risico’s en kan achteraf zijn keuze op een verantwoorde manier onderbouwen. Treedt ook bij weerstand kalm en kordaat op, neemt beslissing en blijft hierbij. Informeert teamleden en anderen to-the- point over beveiligingsmaatregelen. Overlegt met de leidinggevende als hij zelf bepaalde maatregelen niet kan treffen of als hij zijn post niet mag verlaten. Signaleert snel bedreigende situaties en afwijkingen van de normale situatie die risico’s vormen voor de veiligheid. Onthoudt de waargenomen informatie volledig. Volgt nauwgezet en drilmatig de standaardinstructies voor het doorzoeken, de geldende veiligheidsvoorschriften, instructies en wettelijke richtlijnen op. Blijft tijdens zijn werkzaamheden gedurende lange tijd stressbestendig en geconcentreerd, ook onder zware omstandigheden. (Beslissen en activiteiten initiëren, Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen, Met druk en tegenslag omgaan) Werkproces 1.3 Voert sociale patrouilles uit Omschrijving De aankomend medewerker grondoptreden ontvangt een opdracht voor het uitvoeren van een sociale patrouille, hij bereidt zijn opdracht voor, voert deze uit en evalueert de opdracht. Hij verplaatst zich samen met zijn medeteamleden. Hij verzamelt tijdens deze verplaatsing gegevens over het land, de bevolking, de infrastructuur en de samenstelling Opposing Militant Forces (OMF), die van invloed kunnen zijn op de veiligheid van (toekomstige) acties. Hij observeert de plaatselijke bevolking. Hij meldt de verzamelde informatie aan zijn leidinggevende.
Pagina 31 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.3 Voert sociale patrouilles uit Resultaat Betrouwbare informatie over de omgeving en bevolking is verzameld. De verzamelde informatie is teruggekoppeld aan de leidinggevende. Gedrag Gaat discreet en respectvol om met de gebruiken, normen en waarden van de andere cultuur. Rapporteert alle relevante informatie to the point aan zijn leidinggevende. Toont voortdurend aan dat hij beschikt over een goed richtinggevoel. Neemt alle relevante informatie scherp op en onthoudt deze volledig. Blijft tijdens sociale patrouilles gedurende lange tijd stressbestendig en geconcentreerd, ook onder zware omstandigheden en verliest zijn doel nooit uit het oog. Toont voortdurend durf bij het aangaan van (onverwachte) confrontaties. (Ethisch en integer handelen, Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid toepassen, Met druk en tegenslag omgaan) Werkproces 1.4 Voert verkenningspatrouilles uit Omschrijving De aankomend medewerker grondoptreden ontvangt een opdracht voor het uitvoeren van een verkenningspatrouille, hij bereidt zijn opdracht voor, voert deze uit en evalueert de opdracht. Hij verzamelt tijdens deze verplaatsing met zijn medeteamleden gegevens over een object, een gebied of een route, die van invloed kunnen zijn op de veiligheid van (toekomstige) acties. Hij probeert vijandcontact te vermijden. Hij meldt de verzamelde informatie aan zijn leidinggevende. Tevens stelt hij voor, tijdens en na een verkenningspatrouille zijn voorraad water, voedsel, munitie, brandstof en persoonlijke en algemene uitrustingsstukken vast. Hij geeft deze standen door aan zijn leidinggevende. Resultaat Betrouwbare informatie over de omgeving is verzameld. De voorraad benodigde middelen is op peil. Gedrag Rapporteert alle relevante informatie to the point aan zijn leidinggevende. Toont voortdurend aan dat hij beschikt over een goed richtinggevoel. Voorkomt dat hij wordt opgemerkt door de vijand. Neemt alle relevante informatie scherp op en onthoudt deze volledig. Blijft tijdens verkenningspatrouilles gedurende lange tijd stressbestendig, positief, productief en geconcentreerd, ook onder zware omstandigheden en verliest hierbij zijn doel nooit uit het oog. Toont voortdurend durf bij het aangaan van (onverwachte) confrontaties. Laat zich niet meeslepen door (irreële) gevoelens. (Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid toepassen, Met druk en tegenslag omgaan)
Pagina 32 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Profiel 2 Aankomend medewerker maritiem Mbo-Niveau 2 Typering van het beroep De aankomend medewerker maritiem voert als matroos operationele dienst taken uit aan boord van een varende eenheid, in het binnen- en in het buitenland. Hij moet over een goede fysieke en mentale conditie beschikken. De werkzaamheden die hij uitvoert zijn uitvoerend van aard. Hij voert met name routinematige werkzaamheden uit en werkt voornamelijk volgens geformaliseerde instructies/procedures. Hij heeft ook een coördinerende rol op een laag niveau, zie taak 2 (voert coördinerende taken uit). De eindverantwoordelijkheid ligt echter altijd bij de leidinggevende. Kritische beroepssituatie(s): Centraal in het werk van de aankomend medewerker maritiem staan werkzaamheden die ervoor zorgdragen dat hij zich handhaaft in de militaire “veilige” omgeving. Het resultaat hiervan is dat hijzelf en zijn materiaal en uitrusting gereed zijn en blijven voor inzet. Hiervoor traint hij zijn kracht en uithoudingsvermogen, zorgt hij goed voor zichzelf (fysiek en mentaal), onderhoudt hij zijn uitrusting/materiaal, herkent hij onveilige situaties en weet hij welke maatregelen hij vervolgens moet nemen. Om deze werkzaamheden correct uit te voeren moet hij beschikken over voldoende militaire basiskennis, vaardigheden en de juiste houding. Hij is alert op en neemt verantwoordelijkheid voor zijn eigen inzetbaarheid/veiligheid en die van zijn bemanningslid. Als het nodig is nodig spreekt hij zijn bemanningslid hierop aan. Dit doet hij met een gedreven, constructieve en zorgvuldige instelling. Het is van belang dat hij zich houdt aan procedures en ontvangen instructies en handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Tevens is het van belang dat hij actief is in de samenwerking en dat hij als de situatie het toelaat uit zichzelf overgaat tot actie. Ook is het belangrijk dat hij gedurende lange tijd, bij tegenslagen en gevaarlijke situaties doorzettingsvermogen blijft tonen en effectief presteert. Tenslotte maakt hij als de situatie erom vraagt op geïmproviseerde wijze gebruik van beschikbare materialen. Wettelijke beroepsvereisten Nee Branchevereisten Ja Toelichting branchevereisten Vaarbewijs 1. Deze branche vereiste komt aan de orde bij kerntaak 1 (Voert nautische en algemene scheepstaken uit) uit het profieldeel en dan bij werkproces 1.4 (Vaart met kleine vaartuigen). De examenkosten voor het vaarbewijs 1 worden door Defensie betaald. De wetgeving waar deze branche-eis op berust is: -Binnenvaartwet, Hoofdstuk 3, Paragraaf 4, artikelen 25-35 (Vaarbewijzen) = betreffende Wet -Binnenvaartbesluit, Hoofdstuk 3, Paragraaf 3, artikelen 13-24a (Vaarbewijs) = bijbehorende Algemene Maatregel van Bestuur -Binnenvaartregeling, Hoofdstuk 7, Paragraaf 1, artikelen 7.1-7.9b = onderliggende regeling Marifoon (officiële naam van het certificaat: basiscertificaat marifonie) Deze branche vereiste komt aan de orde bij kerntaak 1 (Voert nautische en algemene scheepstaken uit) uit het profieldeel en dan bij werkproces 1.5 (Voert brugwerkzaamheden uit). De wetgeving waar deze branche-eis op berust is: Telecommunicatiewet, Hoofdstuk 3 • Frequentiebesluit o Examenregeling frequentiegebruik 2008, Paragraaf 3, artikelen 12-18(=MARCOM A, - B en basiscertificaat marifonie)
Pagina 33 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Kerntaak 1 Voert nautische en algemene scheepstaken uit Complexiteit De aankomend medewerker maritiem werkt vaak onder tijdsdruk en soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden. Het uitvoeren van werkzaamheden kan plaatsvinden in alle mogelijke configuraties op en vanaf zee, zowel bij dag als bij duisternis, onder alle weersomstandigheden en onder primitieve omstandigheden. Het type uit te voeren taken alsmede de vereiste uitrusting kunnen hierdoor per inzet verschillen. Hij moet hier flexibel mee om kunnen gaan. In geval van gebrek aan materialen en middelen vereist de uitvoering van de werkzaamheden een improviserend vermogen. Verder moet de aankomend militair afwegen waar hij het meest nodig is. Soms moet hij een belangrijke activiteit onderbreken voor een andere activiteit die nog belangrijker is. Hij overlegt hierbij zo mogelijk met zijn leidinggevende. Ook moet hij gedurende langere tijd (maar niet voortdurend) onder zwaardere fysieke en mentale omstandigheden en in teamverband kunnen functioneren. Tevens moet hij tijdens zijn verblijf op de varende eenheid kunnen leven in kleine ruimtes, met een beperkte mate van privacy. Hij handelt voornamelijk volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert met name routinematige werkzaamheden uit. Bij wisselende of onverwachte omstandigheden probeert hij eerst zelf een (standaard) oplossing te bedenken en schakelt hij op tijd de hulp in van de leidinggevende. Soms wordt er van hem een geringe mate eigen interpretatie vereist en beroep gedaan op zijn oplossingsgerichtheid. Hij voert eenvoudige en praktische nautische en algemene scheepstaken uit. Hij voert dit werk uit door toepassing van algemene nautische militaire basiskennis en vaardigheden en de ontvangen instructies. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De aankomend medewerker maritiem voert zijn werkzaamheden in teamverband uit. Hij werkt samen met medeteamleden en leidinggevende en voert ook werkzaamheden zelfstandig uit. Hij ontvangt opdrachten van en legt verantwoording af aan de leidinggevende. Hij krijgt zo nodig aanwijzingen voor de aanpak van de opdrachten en de randvoorwaarden waarbinnen de opdrachten uitgevoerd moeten worden. De werkzaamheden van de aankomend medewerker maritiem zijn uitvoerend van aard. Hij werkt samen met zijn medeteamleden aan een opdracht. Hij werkt altijd in opdracht van zijn leidinggevende. De eindverantwoordelijkheid ligt altijd bij de leidinggevende. Vakkennis -
Kent de bewakingsregels van elektrische systemen en de regels van brandbeveiliging in de technische centrale Heeft kennis van boarding- en/of beveiligingsdetachement Heeft kennis van Nuclear, Biological and Chemical Defence (NBCD) Heeft kennis van de internationale rechtsorde op zee Heeft kennis van de toegangscontroles uit op de valreep Kent (vaar)eigenschappen en activiteiten van kleine vaartuigen (Rigid-Hulled Inflatable Boat en rubberboot) Heeft kennis van reinigings- en verfmaterialen Kent de regels omtrent bevoorrading binnenliggend Kent de regels omtrent het afzetten van een veilig werkgebied Heeft kennis van de mogelijkheden, beperkingen en veiligheidsvoorschriften omtrent een heftruck Heeft kennis van nautische wet- en regelgeving Kent veelvoorkomende onveilige situaties Kent de gebruiksregels en inzet van staatsietrap, valreep en loodsladder Heeft kennis van optische tekens in de civiele scheepvaart Heeft kennis van het spil Kent benodigde materialen, middelen en bevestigingstechnieken voor het meren en ankeren Kent diverse rollen/functies/taken/bevoegdheden op of in relatie tot de brug (waaronder de officier van de wacht en de commandocentrale) Kent de regels en voorschriften bij het uitvoeren van de ankerwacht Kent de werkwijze t.a.v. vaststellen terrein- en weersituaties Kent het begrip 'situational awareness' Heeft kennis van radartechniek
Vaardigheden -
Past het NATO spellingsalfabet toe Past navigatie/plaatsbepaling toe (kaartlezen, kompas, gps en geïmproviseerde middelen)
Pagina 34 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Kerntaak 1 Voert nautische en algemene scheepstaken uit -
Gebruikt reddingsmiddelen (reddingsvlotten, zwemvesten) Past averijbestrijding toe Gebruikt sjormateriaal en voert schiemanswerkzaamheden uit (knopen en splitsen) Bedient hijskraan Past het stuwplan toe Gebruikt voortstuwings- en besturingsmogelijkheden Herkent verschillende typen eigen en vijandelijke voertuigen, vliegtuigen, helikopters, schepen en onderzeeboten (zowel civiel als militair) Gebruikt roer-, stuur- en vaartcommando’s Maakt koers- en vaartberekeningen Past Engelse taal taal toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren A2+, lezen A2+, gesprekken voeren A2, spreken A2, schrijven A2; niveau STANAG Engels: listening 1, speaking 1, reading 1, writing 1) Vaart met vaartuigen waarvoor vaarbewijs 1 benodigd is (inclusief vaarbewijs 1) Gebruikt juiste voiceprocedures op civiele en militaire kanalen Gebruikt nautisch Engels (woorden/begrippen passend bij ERK/STANAG niveau van profiel) Gebruikt maritieme communicatie (incl. marifoon) Logt communicatie in een journaal Gebruikt veiligheids- en beschermingsmiddelen (o.a. life-seizings, helmen, maskers, veiligheidschoenen) Gebruikt verschillende tuigages en hulpwerktuigen
Werkproces 1.1 Assisteert bij het laden en lossen van goederen Omschrijving De aankomend medewerker maritiem assisteert in opdracht van zijn leidinggevende bij het laad- en of losklaar maken van de varende eenheid. Hij maakt de laadruimtes leeg, schoon en gereed voor een volgende lading. Hij werkt het stuwplan af en waarschuwt indien nodig zijn leidinggevende. Resultaat De varende eenheid is conform procedures snel, veilig en stabiel geladen/gelost. De laadruimtes zijn opgeruimd en schoon. Gedrag Stemt uit zichzelf zijn werkzaamheden af met de leidinggevende en andere bemanningsleden bij het laden en lossen. Meldt uit zichzelf onveilige situaties aan zijn leidinggevende. Laat zien dat hij weet welke werkzaamheden uitgevoerd moeten worden voor het laden/lossen van de specifieke lading en voert de benodigde handelingen efficiënt uit. Gebruikt de juiste hulpwerktuigen bij het laden/lossen en is op de hoogte van de werking van deze hulpwerktuigen. Werkt conform de laad- en losprocedures en ontvangen instructies. Handelt conform de ontvangen instructies. (Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Materialen en middelen inzetten, Instructies en procedures opvolgen) Werkproces 1.2 Assisteert bij het reisklaar maken van de varende eenheid Omschrijving De aankomend medewerker maritiem maakt voor vertrek naar zee in opdracht van zijn leidinggevende de varende eenheid reisklaar. Hij controleert de aanwezigheid, bruikbaarheid, het waterdicht zijn en het zeevast staan van zaken aan boord. Eventuele problemen lost hij op en/of geeft hij door aan zijn leidinggevende. Resultaat De varende eenheid is veilig en snel reisklaar gemaakt.
Pagina 35 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.2 Assisteert bij het reisklaar maken van de varende eenheid Gedrag Stemt uit zichzelf zijn werkzaamheden af met de leidinggevende en andere bemanningsleden bij het reisklaar maken. Meldt uit zichzelf onveilige situaties en problemen tijdig aan zijn leidinggevende. Lost problemen en onveilige situaties op door zaken aan boord te repareren, door op te ruimen en/of door zaken stevig te bevestigen. Werkt tijdens het reisklaar maken volgens de procedures en conform de ontvangen instructies. (Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen) Werkproces 1.3 Assisteert bij het afmeren, ontmeren en ankeren van de varende eenheid Omschrijving De aankomend medewerker maritiem assisteert in opdracht van zijn leidinggevende bij het afmeren, ontmeren en/of ankeren van de varende eenheid. Hij bedient het spil bij het meren, ankeren of, indien nodig, het ophalen/neerlaten van de toegangsmiddelen (staatsietrap, valreep, loodsladder). Bij het afmeren maakt hij de trossen vast en controleert hij het resultaat. Bij het ontmeren maakt hij trossen in volgorde los. Bij het ten anker gaan controleert hij of het anker houdt. Ook verzorgt hij de optische tekens. Hij waarschuwt indien nodig zijn leidinggevende. Resultaat De varende eenheid is zonder schade en op betrouwbare wijze afgemeerd/ontmeerd of geankerd/anker op gegaan. De trossen liggen in goede staat gereed voor meren en ankeren. Gedrag Meldt onveilige situaties en problemen tijdig aan zijn leidinggevende. Maakt op correcte en betrouwbare wijze de trossen vast/los bij het meren en ankeren. Hanteert bij het meren en ankeren de juiste volgorde. Controleert bij het meren en ankeren zorgvuldig het resultaat. Houdt bij het meren en ankeren rekening met de veiligheid van zichzelf en medeopvarenden. Werkt bij het meren en ankeren volgens de procedures en conform de ontvangen instructies. Verzorgt de optische tekens conform de voorschriften. (Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen) Werkproces 1.4 Vaart met kleine vaartuigen Omschrijving De aankomend medewerker maritiem vaart in opdracht van de leidinggevende met kleine vaartuigen als RHIB of rubberboot. Hij bedient de hijskraan voor het strijken/hijsen van de kleine vaartuigen. Hij ondersteunt de leidinggevende en andere bemanningsleden met het vaartuig bij diverse gezamenlijke activiteiten. Hij vaart, manoeuvreert en (ont)meert het vaartuig en vervoert personen en/of materialen. Resultaat Het kleine vaartuig is op veilige wijze gestreken/gehesen. Personen, goederen en/of (zware) onderdelen zijn veilig vervoerd. Gedrag Stemt uit zichzelf zijn werkzaamheden bij het varen af met de leidinggevende en andere bemanningsleden.
Pagina 36 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.4 Vaart met kleine vaartuigen Communiceert helder over zijn werkzaamheden. Bestuurt, manoeuvreert en (ont)meert de RHIB of rubberboot rustig, veilig en zeer precies en schat afstanden goed in. Verdeelt personen en materialen evenwichtig. Gebruikt bij het varen met RHIB of rubberboot de juiste persoonlijke bescherming- en reddingsmiddelen. Werkt bij het varen met RHIB of rubberboot conform de procedures en ontvangen instructies. (Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen, Materialen en middelen inzetten) Werkproces 1.5 Voert brugwerkzaamheden uit Omschrijving De aankomend medewerker maritiem voert brugwerkzaamheden en radarwaarnemingen uit. Op de brug ondersteunt de officier van de wacht bij navigatie. Hij meldt scheepvaart, vliegtuigen, obstakels, navigatietekens en/of gevaren aan zijn leidinggevende en aan de commandocentrale. Hij luistert uit naar maritieme radioverbindingen en bedient deze in overleg met zijn leidinggevende. Hij waarschuwt zijn leidinggevende tevens in gevallen van twijfel, bij gevaar van schade en in onverwachte en plotseling wijzigende omstandigheden. Tevens gebruikt en bedient hij de navigatieradar. Hij zorgt voor de initiële detectie van lucht- en bovenwatercontacten. Hij verwerkt de gevechtsinformatie in het computersysteem. Hij meldt waarnemingen aan de leidinggevende. Hij bewaakt de status van brugapparatuur en meldt storingen aan zijn leidinggevende. Resultaat De varende eenheid is veilig en zonder complicaties op zijn bestemming aangekomen. Lucht- en bovenwatercontacten zijn gedetecteerd en gerapporteerd. Gedrag Meldt bij brugwerkzaamheden de commandocentrale en leidinggevende zorgvuldig en to the point alle waargenomen scheepvaart, vliegtuigen, obstakels, navigatietekens en/of andere gevaren. Meldt to the point en zo nodig in het Engels alle waargenomen lucht- en bovenwatercontacten en storingen aan zijn leidinggevende en overige bemanningsleden. Signaleert bij brugwerkzaamheden snel afwijkingen op de normale situatie en abnormale patronen die risico’s vormen voor de veiligheid. Ziet correct de onderlinge samenhang tussen signalen en bewegingen uit de omgeving. Vormt snel en zeer precies een correct beeld van de lucht- en bovenwatercontacten in de omgeving (situational awareness). Houdt zich bij het uitvoeren van brugwerkzaamheden aan procedures en ontvangen instructies. Gebruikt de radarapparatuur secuur en volgens de voorgeschreven procedures, zodat de omgeving optimaal in kaart wordt gebracht en schade aan de apparatuur wordt voorkomen. (Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen) Werkproces 1.6 Bezet en verzorgt de militaire en civiele verbindingen Omschrijving De aankomend medewerker maritiem bezet de militaire en civiele verbindingen. Hij ontvangt en verzendt berichten via een voiceverbinding in de Engelse taal (nautisch Engels). Hij logt deze communicatie in een journaal. Hij voorziet de leidinggevende van informatie over de voortgang van de berichtgeving. Hij bereidt in opdracht van zijn leidinggevende noodberichten voor en verzendt deze.
Pagina 37 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.6 Bezet en verzorgt de militaire en civiele verbindingen Resultaat De militaire en civiele voicecommunicatie is soepel en volgens planning verlopen. Gedrag Geeft problemen tijdig door aan teamleden of leidinggevende. Communiceert op de correcte wijze, brengt de boodschap volledig over en gebruikt de juiste (maritieme) woorden (zonodig in nautisch Engels). Logt correct de uitgewisselde informatie in een journaal. (Samenwerken en overleggen, Formuleren en rapporteren)
Pagina 38 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Profiel 3 Aankomend onderofficier grondoptreden Mbo-Niveau 3 Typering van het beroep De aankomend onderofficier grondoptreden voert militaire taken uit op kazernes en in het (militaire) veld, in het binnen- en in het buitenland. Hij moet over een uitstekende fysieke en mentale conditie beschikken. De aankomend onderofficier grondoptreden moet binnen het team verschillende rollen kunnen aannemen: als vakman, als leider en als instructeur. De taken van de aankomend onderofficier bevinden zich op de scheidslijn tussen bevelvoering en uitvoering (middenkadermanagement). Hij moet zich ervan bewust zijn dat hij door zijn gedrag en handelen het team tot voorbeeld is. Hij moet onder alle omstandigheden optreden als commandant op het lagere uitvoeringsniveau en het vermogen hebben op de juiste wijze om te gaan met zijn team. Ook moet hij soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden zorg dragen voor de veiligheid van zijn teamleden. Hij werkt voor een deel volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert ook complexe, specialistische militaire werkzaamheden uit. Bij deze werkzaamheden is eigen interpretatie en tactisch en strategisch inzicht vereist.
Kritische beroepssituatie(s): Centraal in het werk van de aankomend onderofficier grondoptreden staan werkzaamheden die ervoor zorgdragen dat zijn team goed functioneert. Het resultaat hiervan is dat zijn teamleden weten welke werkzaamheden zij moeten uitvoeren en dat zij gemotiveerd zijn en blijven om deze werkzaamheden uit te voeren. Hij is de stuwende kracht binnen het team en moet kunnen functioneren als leider en als vakman. Om deze werkzaamheden correct uit te voeren moet hij beschikken over voldoende specialistische militaire kennis, vaardigheden en de juiste houding. Hij moet zijn teamleden opdrachten kunnen geven die helder, motiverend en uitdagend zijn en ervoor zorgen dat zijn teamleden zijn aanwijzingen opvolgen. Ook motiveert en stimuleert hij zijn teamleden om zich verder te ontwikkelen. Het is van belang dat hij uit zichzelf over gaat tot actie waarbij hij zich houdt aan procedures en handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Hij moet zich ervan bewust zijn dat hij door zijn gedrag en handelen het team tot voorbeeld is. Verder is het belangrijk dat hij gedurende lange tijd, bij tegenslagen en gevaarlijke situaties doorzettingsvermogen blijft tonen en effectief presteert. Tenslotte maakt hij als de situatie erom vraagt op geïmproviseerde wijze gebruik van beschikbare materialen. Wettelijke beroepsvereisten Nee Branchevereisten Nee Kerntaak 1 Geeft leiding Complexiteit De aankomend onderofficier grondoptreden werkt vaak onder tijdsdruk en soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden. Het uitvoeren van werkzaamheden kan zowel plaatsvinden op land (in alle mogelijke terreinconfiguraties), op en vanaf zee, bij dag als bij duisternis, onder alle weersomstandigheden en onder primitieve omstandigheden. Het type uit te voeren taken alsmede de vereiste uitrusting kunnen hierdoor per inzet verschillen. Hij moet hier flexibel mee om kunnen gaan. In geval van gebrek aan materialen en middelen vereist de uitvoering van de werkzaamheden een improviserend vermogen. Verder moet de aankomend militair afwegen waar hij het meest nodig is. Soms moet hij een belangrijke activiteit onderbreken voor een andere activiteit die nog belangrijker is. Hij overlegt hierbij zo mogelijk met zijn leidinggevende. Ook moet hij gedurende langere tijd (maar niet voortdurend) onder zwaardere fysieke en mentale omstandigheden en in teamverband kunnen functioneren. Hij draagt bij optreden (te voet) regelmatig zijn (persoonlijke/gevechts)uitrusting
Pagina 39 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Kerntaak 1 Geeft leiding op zijn lichaam mee. De aankomend onderofficier grondoptreden werkt voor een deel volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert ook complexe, specialistische leidinggevende taken uit. Bij deze werkzaamheden is eigen interpretatie en tactisch en strategisch inzicht vereist. Hij moet hierbij een beroep doen op zijn expertise, oplossingsgerichtheid en zijn specialistische militaire kennis. Ook herkent hij afwijkingen van de normale situatie en externe verstoringen en onderneemt hij hierop actie. Het betreft hier het leiding geven tijdens (militaire) opdrachten en reguliere werkzaamheden, zoals geformuleerd in kerntaak 1 en profieldeel. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De aankomend onderofficier grondoptreden voert zijn werkzaamheden in teamverband uit. Hij werkt samen met teamleden en leidinggevende en voert ook werkzaamheden zelfstandig uit. Defensie werkt met een buddysysteem. Dit houdt in dat de hij bij al zijn werkzaamheden erop let dat het goed gaat (fysiek en mentaal) met zijn teamleden en hun tenue, uitrusting en bepakking in orde zijn. Hij ontvangt opdrachten van en legt verantwoording af aan de leidinggevende. Hij krijgt zo nodig aanwijzingen voor de aanpak van de opdrachten en de randvoorwaarden waarbinnen de opdrachten uitgevoerd moeten worden. De taken van de aankomend onderofficier bevinden zich op de scheidslijn tussen bevelvoering en uitvoering (middenkadermanagement).Hij is degene die zijn teamleden aanstuurt en leiding geeft tijdens de uitvoering van de opdrachten. Tevens is hij de stuwende kracht binnen het team. Hij is tijdens de uitvoering van opdrachten verantwoordelijk voor de werkzaamheden die zijn teamleden uitvoeren. Hij corrigeert, begeleidt en adviseert hen inhoudelijk. Hij moet onder alle omstandigheden optreden als commandant op het lagere uitvoeringsniveau en het vermogen hebben op de juiste wijze om te gaan met zijn team. Ook moet hij soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden zorg dragen voor de veiligheid van zijn teamleden. Vakkennis -
Kent de sociale en communicatieve processen die een rol spelen bij samenwerken en het opwerken van het team Heeft kennis van groepsontwikkelingsfases in een praktijksituatie Kent de definitie leidinggeven uit de beleidsvisie onderofficier
Vaardigheden -
Formuleert en stelt persoonlijke verbeterpunten vast (evt. vastleggen in POP) Past Engelse taal toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren B1, lezen B1, gesprekken voeren B1, spreken A2, schrijven B1; niveau STANAG Engels: listening 2, speaking 2, reading 1, writing 1) Past het ethisch bewustwordingsmodel (EBM) toe Hanteert plannings- en besluitvormingsprocedures Past omgangsnormen van Defensie toe (aanspreken met de juiste rang en/of stand) Hanteert reflectie- en evaluatietechnieken van Defensie Past het integriteitsbeleid toe Observeert en beïnvloedt groepsprocessen (o.a. strategieën voor omgaan met weerstand) Past gespreksmodellen en gesprekstechnieken toe (intake- , begeleidings- en coachingsgesprekken) Past leermeesterschap toe (opvangen en begeleiden van nieuwe medewerkers, inzicht in toepassen van methoden praktijkleren en leidinggeven aan een groep in een praktijksituatie) Past processen die een rol spelen bij het samenwerken en leidinggeven toe Past communicatieve processen toe die een rol spelen bij samenwerken en leiderschap. Voert gesprekken met leidinggevenden en medewerkers Hanteert het BOB model (Beeldvorming, Oordeelsvorming, Besluitvorming) Hanteert trainingsschema’s, opleidings- en trainingsplannen en stelt deze op Past wettelijke regels, procedures en (veiligheidsregels-) voorschriften van Defensie toe
Werkproces 1.1 Ontwikkelt een plan voor een teamopdracht en geeft dit uit Omschrijving De aankomend onderofficier grondoptreden ontvangt een mondelinge en/of schriftelijke opdracht. Hij beoordeelt alle factoren die van invloed zijn op de opdracht en brengt de risico’s in kaart. Hij stelt één of meer mogelijke wijzen van optreden vast. Hij formuleert een voorlopig plan of besluit en maakt een taakverdeling. Hij toetst dit voorlopig plan of besluit aan de actuele situatie. Hij presenteert het voorlopig plan aan de opdrachtgever. Vervolgens neemt hij een
Pagina 40 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.1 Ontwikkelt een plan voor een teamopdracht en geeft dit uit besluit en schrijft hij samenhangend en in chronologische volgorde een bevel. Resultaat Een voorlopig plan of besluit is correct geformuleerd en getoetst. Een besluit is genomen en een correct bevel is opgesteld. De taken zijn verdeeld. Gedrag Weegt de verschillende wijzen van optreden gedegen tegen elkaar af en kan zijn keuze achteraf onderbouwen. Benoemt de belangrijkste factoren en alle mogelijke veiligheidsrisico’s. Legt op tijd en helder vast welke oplossing de voorkeur heeft. Schrijft het bevel to the point en in chronologische volgorde (incl. werkzaamheden, veiligheidsbepalingen, andere regelingen en personele en materiële middelen). Formuleert mondeling to the point en in chronologische volgorde het voorlopige plan. Handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Stelt nauwkeurig de benodigde personele en materiële middelen vast en controleert tijdig beschikbaarheid hiervan. Maakt een taakverdeling en houdt bij het verdelen van de taken rekening met de capaciteiten van zijn teamleden. (Beslissen en activiteiten initiëren, Formuleren en rapporteren, Plannen en organiseren, Ethisch en integer handelen) Werkproces 1.2 Stuurt het team aan Omschrijving De aankomend onderofficier grondoptreden controleert bij aanvang van de uitvoering van het plan en/of tijdens reguliere werkzaamheden of zijn teamleden alle hulpmiddelen en materialen hebben verzameld die nodig zijn. Hij controleert tevens of alle hulpmiddelen en materialen tijdens de uitvoering zoals gepland worden ingezet. Hij stuurt de teamleden aan door het geven van instructies en aanwijzingen en hij controleert de voortgang. Hij bewaakt het (groeps)proces en het resultaat tijdens voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de opdracht. Resultaat Het plan en/of de reguliere werkzaamheden zijn met succes en conform de eisen uitgevoerd. Controle heeft plaatsgevonden op de verzamelde hulpmiddelen en materialen. Gedrag Geeft uit zichzelf zijn teamleden krachtige eenduidige aanwijzingen en zet ze aan tot actie. Spreekt zijn teamleden zo snel mogelijk aan op inefficiënt en risicovol optreden. Treedt kordaat op als zijn teamleden zijn aanwijzingen niet opvolgen. Controleert nauwkeurig de verzamelde materialen en hulpmiddelen en het gebruik hiervan. Handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Bewaakt continue de voortgang van het plan/de werkzaamheden in relatie tot de tijd. Blijft effectief en rustig handelen en laat zich niet meeslepen door emoties van zichzelf en zijn teamleden bij externe
Pagina 41 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.2 Stuurt het team aan verstoringen en gevaarlijke situaties. Herstelt snel van tegenslagen. Speelt flexibel in op veranderende eisen en omstandigheden. (Beslissen en activiteiten initiëren, Aansturen, Plannen en organiseren, Met druk en tegenslag omgaan, Ethisch en integer handelen) Werkproces 1.3 Evalueert de uitvoering van het plan met het team Omschrijving De aankomend onderofficier grondoptreden leidt de evaluatie van het optreden van zijn team. Deze evaluatie wordt uitgevoerd door middel van een gestructureerde evaluatie in een veilige omgeving. De evaluatie vindt meestal na afloop plaats, maar de aankomend onderofficier kan ook tussentijds hiertoe beslissen als hier aanleiding voor is en de situatie dit toelaat. Hij geeft een oordeel over de uitkomst en het verloop en over de ervaring, betrokkenheid en persoonlijke acties van zijn teamleden. Hij koppelt eventueel op verzoek van zijn leidinggevende de bevindingen uit de evaluatie mondeling en/of schriftelijk terug. Tevens reflecteert hij op zijn eigen optreden als leidinggevende. Hij stelt sterke- en verbeterpunten vast. Hij vraagt begeleiding aan zijn leidinggevende als hij er niet zelf uitkomt. Bij een volgend optreden past hij deze nieuwe inzichten toe. Resultaat Sterke punten en verbeterpunten van het groepsoptreden zijn correct vastgesteld. Sterke punten en verbeterpunten van het leidinggeven zijn correct vastgesteld. Hoe de ontwikkeldoelen met betrekking tot het leidinggeven bereikt worden, is correct aangegeven. Gedrag Signaleert wanneer zijn teamleden het moeilijk hebben en reageert op gepaste wijze. Geeft zijn teamleden de tijd om een reactie te geven. Is zich bewust van zijn voorbeeldfunctie tijdens het uitgevoerde plan en de evaluatie. Benoemt en bespreekt oprecht en constructief sterke en zwakke punten van het groepsoptreden en van individuele teamleden. Bewaakt een goede onderlinge verstandhouding tussen de teamleden. Handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Koppelt alle relevante informatie uit de evaluatie to the point terug als zijn leidinggevende hierom vraagt. Overziet het uitgevoerde optreden snel en correct. Geeft duidelijk de gevolgen van bepaalde acties of van een passieve houding aan en geeft hanteerbare en begrijpelijke verbetersuggesties. Beoordeelt zijn optreden als leidinggevende aan de hand van verbeterpunten en sterke punten en formuleert concrete, meetbare en haalbare verbeterdoelen. Staat open voor feedback (positief/negatief) en neemt bij het ontvangen van kritiek geen defensieve houding aan. (Aandacht en begrip tonen, Samenwerken en overleggen, Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid toepassen, Leren, Met druk en tegenslag omgaan, Ethisch en integer handelen)
Pagina 42 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Kerntaak 2 Werkt zijn team op Complexiteit De aankomend onderofficier grondoptreden werkt vaak onder tijdsdruk en soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden. Het uitvoeren van werkzaamheden kan zowel plaatsvinden op land (in alle mogelijke terreinconfiguraties), op en vanaf zee, bij dag als bij duisternis, onder alle weersomstandigheden en onder primitieve omstandigheden. Het type uit te voeren taken alsmede de vereiste uitrusting kunnen hierdoor per inzet verschillen. Hij moet hier flexibel mee om kunnen gaan. In geval van gebrek aan materialen en middelen vereist de uitvoering van de werkzaamheden een improviserend vermogen. Verder moet de aankomend militair afwegen waar hij het meest nodig is. Soms moet hij een belangrijke activiteit onderbreken voor een andere activiteit die nog belangrijker is. Hij overlegt hierbij zo mogelijk met zijn leidinggevende. Ook moet hij gedurende langere tijd (maar niet voortdurend) onder zwaardere fysieke en mentale omstandigheden en in teamverband kunnen functioneren. Hij draagt bij optreden (te voet) regelmatig zijn (persoonlijke/gevechts)uitrusting op zijn lichaam mee. De aankomend onderofficier grondoptreden werkt voor een deel volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert ook complexe, specialistische instructie- en trainingstaken uit. Bij deze werkzaamheden is eigen interpretatie en tactisch en strategisch inzicht vereist. Hij moet hierbij een beroep doen op zijn oplossingsgerichtheid en zijn specialistische militaire kennis. Ook herkent hij afwijkingen van de normale situatie en externe verstoringen en onderneemt hij hierop actie. Het betreft hier het opwerken van de eenheid in de rol van instructeur tijdens (militaire) opdrachten en reguliere werkzaamheden, zoals geformuleerd in taak 1 of het profieldeel in het kader van militaire exercitie en ceremoniële taken. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De aankomend onderofficier grondoptreden voert zijn werkzaamheden in teamverband uit. Hij werkt samen met teamleden en leidinggevende en voert ook werkzaamheden zelfstandig uit. Defensie werkt met een buddysysteem. Dit houdt in dat de hij bij al zijn werkzaamheden erop let dat het goed gaat (fysiek en mentaal) met zijn teamleden en hun tenue, uitrusting en bepakking in orde zijn. Hij ontvangt opdrachten van en legt verantwoording af aan de leidinggevende. Hij krijgt zo nodig aanwijzingen voor de aanpak van de opdrachten en de randvoorwaarden waarbinnen de opdrachten uitgevoerd moeten worden. De taken van de aankomend onderofficier bevinden zich op de scheidslijn tussen bevelvoering en uitvoering (middenkadermanagement). Hij is degene die zijn teamleden aanstuurt en leiding geeft tijdens de uitvoering van de opdrachten. Tevens is hij de stuwende kracht binnen het team. Hij is tijdens de uitvoering van opdrachten verantwoordelijk voor de werkzaamheden die zijn teamleden uitvoeren. Hij corrigeert, begeleidt en adviseert hen inhoudelijk en geeft hen instructie en training. Hij moet onder alle omstandigheden optreden als commandant op het lagere uitvoeringsniveau en het vermogen hebben op de juiste wijze om te gaan met zijn team. Ook moet hij soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden zorg dragen voor de veiligheid van zijn teamleden. Vakkennis -
Kent de sociale en communicatieve processen die een rol spelen bij samenwerken en het opwerken van het team Heeft kennis van groepsontwikkelingsfases in een praktijksituatie Kent de hoofdtaken van Defensie
Vaardigheden -
Hanteert reflectie- en evaluatietechnieken van Defensie Past leermeesterschap toe (opvangen en begeleiden van nieuwe medewerkers, inzicht in toepassen van methoden praktijkleren en leidinggeven aan een groep in een praktijksituatie) Past skills en drills toe Geeft instructie (theorie en vaardigheid) en past didactische werkvormen toe (voordrachtsvorm en opdrachtsvorm) Hanteert het BOB model (Beeldvorming, Oordeelsvorming, Besluitvorming) Past gespreksmodellen en gesprekstechnieken toe (intake- , begeleidings- en coachingsgesprekken) Hanteert trainingsschema’s, opleidings- en trainingsplannen en stelt deze op
Pagina 43 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 2.1 Bereidt instructie, training en/of begeleidingsgesprekken voor Omschrijving De aankomend onderofficier grondoptreden signaleert prestatieproblemen van individu, teamleden of team. Hij maakt een keuze tussen het geven van instructie of training of het voeren van een individueel gesprek. Hij definieert leerdoelen. Hij neemt deze op in een lesplan waarin hij ook maatregelen voor het didactisch handelen beschrijft. Voor een training stelt hij een plan van aanpak op. Hierin vult hij oefendoelen, benodigdheden en randvoorwaarden voor het optreden in. Daarna verzamelt hij de benodigde leer- en hulpmiddelen en (les)materialen. Vervolgens communiceert hij het plan van aanpak in de vorm van een bevel aan zijn team. Resultaat Een juiste keuze uit instructie, training of een individueel gesprek is gemaakt. De benodigde leer- en hulpmiddelen, (les)materialen zijn voor een les aanwezig. Gedrag Kiest weloverwogen voor een instructie, training of een individueel gesprek en zet de daarbij passende vervolgactiviteiten in (bepalen doelen, kiezen passend opleidings- of trainingsmateriaal). Herkent ontwikkelmogelijkheden en heeft oog voor de ontwikkelbehoefte van de medewerker. Start op tijd met het opwerken van zijn team. Stelt zich continue op de hoogte van veranderende omstandigheden. Plant activiteiten in een logische volgorde in de tijd en legt de volgorde en de geschatte benodigde tijd vast in het plan. Borgt de beschikbaarheid van benodigde mensen en materialen. Bouwt zijn lessen/trainingen op volgens voor de organisatie bewezen succesvolle methoden en vastgestelde opleidingsen trainingsplannen. (Plannen en organiseren, Instructies en procedures opvolgen, Beslissen en activiteiten initiëren, Begeleiden, Vakdeskundigheid toepassen) Werkproces 2.2 Voert instructie training en/of begeleidingsgesprekken uit Omschrijving De aankomend onderofficier grondoptreden werkt op basis van beschreven opleidings- en trainingsplannen zijn team op naar een inzetgereed niveau. Hij draagt kennis, vaardigheden, houdingsaspecten en/of ervaring(en) over aan zijn team. Hij traint hen in tactisch optreden, operationele taken, militaire exercitie en/of ceremoniële taken. Hij traint met hen diverse skills en drills. Ook traint en onderhoudt hij de fysieke en/of mentale fitheid van zijn team. Hij grijpt in bij onveilige situaties en bij ongewenst gedrag. Hij voert zo snel mogelijk na plaatsing een persoonlijk en individueel gesprek met iedere nieuwe medewerker en bespreekt de wederzijdse verwachtingen. Vervolgens voert hij periodiek begeleidingsgesprekken met de medewerker. Bij (prestatie)problemen bespreekt hij het waargenomen gedrag in dit gesprek met de medewerker. Hij maakt specifieke afspraken over in de toekomst te bestendigen en te verbeteren gedrag. Tevens voert hij functioneringsgesprekken. Resultaat Het team is opgewerkt tot inzetgereed niveau. Verschillende soorten gesprekken met individuele medewerkers zijn gevoerd conform de geldende procedures en gespreksmodellen. Gedrag Geeft in een helder gesprek de medewerker aan wat de doelen en prioriteiten van de organisatie zijn, is in dit gesprek duidelijk en open over de bedoelingen van het gesprek en maakt duidelijke, specifieke, meetbare en haalbare afspraken over het gedrag van de medewerker.
Pagina 44 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 2.2 Voert instructie training en/of begeleidingsgesprekken uit Zorgt dat door een zekere houding en effectief stemgebruik dat de teamleden luisteren en zijn gezag aanvaarden. Spoort zijn teamleden aan zichzelf verder te ontwikkelen en geeft heldere, eenduidige instructies en aanwijzingen over activiteiten, de doelen en de te volgen aanpak. Geeft de medewerker op tijd en binnen de mogelijkheden die zijn functie biedt, ondersteuning in het fysieke en mentale welzijn. Luistert aandachtig naar de medewerker en reageert adequaat op de bijdrage van teamleden tijdens de les, training en/of gesprek. Motiveert en ontwikkelt het team/individu door op het juiste moment feedback en adviezen ter verbetering te geven, door telkens uitdagende en haalbare opdrachten te verstrekken. Koppelt waargenomen gedrag op constructieve wijze terug aan de medewerker. Handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Stelt zich continue op de hoogte van veranderende omstandigheden. Houdt zich bij het voeren van de gesprekken aan de daarvoor geldende gespreksmodellen. (Aansturen, Begeleiden, Instructies en procedures opvolgen, Aandacht en begrip tonen, Ethisch en integer handelen, Plannen en organiseren) Werkproces 2.3 Begeleidt ongewenste individuele en groepsprocessen Omschrijving De aankomend onderofficier grondoptreden neemt bij lichte verstoringen en/of kleine prestatieproblemen van individu of team ter plekke één of meerdere teamleden apart, geeft aanwijzingen ter verbetering en bespreekt oorzaken die het functioneren belemmeren. Resultaat Prestatieproblemen van individu zijn opgelost. Gedrag Geeft in een helder gesprek de medewerker aan wat de doelen en prioriteiten van de organisatie zijn, is in dit gesprek duidelijk en open over de verwachtingen en eisen die aan de medewerker worden gesteld en over de bedoelingen van het gesprek. Spoort zijn teamleden aan zichzelf verder te ontwikkel en adviseert zijn teamleden op overtuigende wijze over de te volgen aanpak. Geeft de medewerker op tijd en binnen de mogelijkheden die zijn functie biedt, ondersteuning in het fysieke en mentale welzijn. Motiveert en ontwikkelt de medewerker/het team door telkens op het juiste moment feedback en adviezen ter verbetering te geven en uitdagende en haalbare opdrachten te verstrekken. Luistert aandachtig naar de medewerker. Is zich bewust van zijn voorbeeldfunctie. Handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. (Aansturen, Begeleiden, Aandacht en begrip tonen, Ethisch en integer handelen)
Pagina 45 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 2.4 Toets en evalueert de resultaten Omschrijving De aankomend onderofficier grondoptreden bewaakt of zijn team aan de gestelde eindeisen voldoet. Tijdens het optreden dat volgt op een instructie/trainig observeert en bewaakt hij het leergedrag van zijn team. Hij grijpt in bij onveilige situaties en bij ongewenst gedrag. Hij verstrekt de medewerker informatie over de effectiviteit van zijn taakvervulling en legt bevindingen schriftelijk vast. Resultaat Prestatieproblemen van individu, teamleden of team worden tijdig geconstateerd. Bevindingen zijn schriftelijk en in het juiste format vastgelegd. Gedrag Zet zich er actief voor in dat zijn team volledig voldoet aan de kwaliteitseisen van inzetbaarheid van de organisatie. Legt de bevindingen uit het functioneringsgesprek nauwkeurig en conform het besprokene schriftelijke vast en houdt zich daarbij strikt aan het format. Signaleert op tijd wanneer zijn team of teamleden ondersteuning of extra training nodig hebben. Controleert op tijd of zijn eigen activiteiten en die van zijn teamleden nog op schema zijn of dat hij activiteiten moet bijstellen. Vergelijkt continue de organisatie-eisen met het niveau van zijn team en/of individuele teamleden. (Aansturen, Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid toepassen, Plannen en organiseren, Instructies en procedures opvolgen)
Pagina 46 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Kerntaak 3 Handhaaft zich buiten de militair "veilige" omgeving Complexiteit De aankomend onderofficier grondoptreden werkt vaak onder tijdsdruk en soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden. Het uitvoeren van werkzaamheden kan plaatsvinden in alle mogelijke terreinconfiguraties, zowel bij dag als bij duisternis, onder alle weersomstandigheden en onder primitieve omstandigheden. Het type uit te voeren taken alsmede de vereiste uitrusting kunnen hierdoor per inzet verschillen. Hij moet hier flexibel mee om kunnen gaan. In geval van gebrek aan materialen en middelen vereist de uitvoering van de werkzaamheden een improviserend vermogen. Verder moet de aankomend militair afwegen waar hij het meest nodig is. Soms moet hij een belangrijke activiteit onderbreken voor een andere activiteit die nog belangrijker is. Hij overlegt hierbij zo mogelijk met zijn leidinggevende. Ook moet hij gedurende langere tijd (maar niet voortdurend) onder zwaardere fysieke en mentale omstandigheden en in teamverband kunnen functioneren. Hij draagt bij optreden (te voet) regelmatig zijn (persoonlijke/gevechts)uitrusting op zijn lichaam mee. De aankomend onderofficier grondoptreden werkt voor een deel volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert ook complexe, specialistische militairen taken uit. Bij deze werkzaamheden is eigen interpretatie en tactisch en strategisch inzicht vereist. Hij moet hierbij een beroep doen op zijn oplossingsgerichtheid en zijn specialistische militaire kennis. Ook herkent hij afwijkingen van de normale situatie en externe verstoringen en onderneemt hij hierop actie.
Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De aankomend onderofficier grondoptreden voert zijn werkzaamheden in teamverband uit. Hij werkt samen met teamleden en leidinggevende en voert ook werkzaamheden zelfstandig uit. Defensie werkt met een buddysysteem. Dit houdt in dat de hij bij al zijn werkzaamheden erop let dat het goed gaat (fysiek en mentaal) met zijn teamleden en hun tenue, uitrusting en bepakking in orde zijn. Hij ontvangt opdrachten van en legt verantwoording af aan de leidinggevende. Hij krijgt zo nodig aanwijzingen voor de aanpak van de opdrachten en de randvoorwaarden waarbinnen de opdrachten uitgevoerd moeten worden. De taken van de aankomend onderofficier bevinden zich op de scheidslijn tussen bevelvoering en uitvoering (middenkadermanagement).Hij is degene die zijn teamleden aanstuurt en leiding geeft tijdens de uitvoering van de opdrachten. Tevens is hij de stuwende kracht binnen het team. Hij is tijdens de uitvoering van opdrachten verantwoordelijk voor de werkzaamheden die zijn teamleden uitvoeren. Hij corrigeert, begeleidt en adviseert hen inhoudelijk. Hij moet onder alle omstandigheden optreden als commandant op het lagere uitvoeringsniveau en het vermogen hebben op de juiste wijze om te gaan met zijn team. Ook moet hij soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden zorg dragen voor de veiligheid van zijn teamleden. Vakkennis -
Heeft kennis van (samenwerking met) International Organisations (IO's), Non Gouvernementele Organisations (NGO's) en humanitaire hulpverleningsorganisaties Kent het begrip cultureel erfgoed en de bijbehorende implicaties Heeft kennis van gebruiksmogelijkheden, werking en functionaliteit van (letale en minder-letale) wapens Heeft kennis van persoonlijke- en groepswapens Heeft kennis van richtregels voor schuttersvaardigheden (schiethouding, richten, afstandschatten, ademhaling, drukken) Kent de kenmerken van de belangrijkste wereldgoddiensten, hoofdstromingen, culturen en (tribale) samenlevingen in relatie tot optreden van Defensie Kent de kenmerken van en werkzaamheden binnen verschillende posten (observatie-, waarnemings- en luisterpost)
Vaardigheden -
Past Basic Search toe: Search Aware en/of Patrol Search Past het ethisch bewustwordingsmodel (EBM) toe Past navigatie/plaatsbepaling toe (kaartlezen, kompas, gps en geïmproviseerde middelen) Past geweldsinstructies en Rules of Engagement toe (ROE) Werkt conform de dienstdoende Alert State Bereidt de opdrachten verdediging, vertragend gevecht, gebiedsbeveiliging/bewaking, veiligheidsbezetting en/of optreden in verstedelijk gebied voor, voert deze uit en evalueert deze Past contactdrills, gevechtsdrills en/of Quick reactionforcedrills toe
Pagina 47 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Kerntaak 3 Handhaaft zich buiten de militair "veilige" omgeving -
Herkent verschillende typen eigen en vijandelijke voertuigen, vliegtuigen, helikopters, schepen en onderzeeboten (zowel civiel als militair) Past omgangsnormen in verschillende culturen toe Past zonodig offensieve acties toe
Werkproces 3.1 Richt checkpoints, roadblocks, base-wachten en posten in Omschrijving De aankomend onderofficier grondoptreden ontvangt een opdracht voor het aanleggen van checkpoints, roadblocks, base-wachten en/of posten, hij bereidt zijn opdracht voor, voert deze uit en evalueert de opdracht. Hij bepaalt een geschikte locatie. Hij verzamelt samen met zijn teamleden de benodigde materialen. Vervolgens verplaatst hij zich naar de locatie. Hij bouwt op locatie samen met zijn teamleden de checkpoints, roadblocks en posten op en richt ze in. Hij controleert daarna of de posten voorzien zijn van de juiste hulpmiddelen. Vervolgens verstrekt hij zijn teamleden op de posten informatie over de vijand, de eigen troepen, de opdracht en de plaats van de locatie binnen het grotere geheel van beveiliging. Resultaat Checkpoints, roadblocks, base-wachten en/of posten zijn op een geschikte locatie en volgens de eisen ingericht. De teamleden op de posten zijn van de juiste informatie voorzien. Gedrag Controleert nauwkeurig of de teamleden de posten hebben voorzien van de benodigde hulpmiddelen. Verstrekt zijn teamleden op de post alle relevante informatie. Stemt zijn handelingen tijdens het inrichten op tijd en regelmatig met zijn teamleden af. Bepaalt in korte tijd een geschikte locatie in het gebied voor het inrichten van een post, checkpoint, roadblock en/of base-wacht. Bepaalt of berekent bij het bouwen en inrichten snel en nauwkeurig de constructie en de materialen die per (bouw)stap nodig zijn. Verzamelt per (inrichtings)opdracht de juiste materialen en middelen en bouwt snel een stevige constructie. Zet per opdracht de materialen en middelen op juiste wijze in en zonodig op creatieve wijze. Volgt de instructies van zijn leidinggevende op en houdt zich bij het inrichten aan de “een derde regeling” en overige eisen die Defensie stelt aan het inrichten van checkpoints, roadblocks en posten. (Aansturen, Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Materialen en middelen inzetten, Instructies en procedures opvolgen) Werkproces 3.2 Voert werkzaamheden uit op checkpoints, roadblocks, base-wachten en posten Omschrijving De aankomend onderofficier grondoptreden ontvangt een opdracht voor het uitvoeren van werkzaamheden op checkpoints, roadblocks, base-wachten en/of posten met zijn team, hij bereidt de opdracht voor, voert de opdracht uit en evalueert deze. Hij vervult de rol van aanhoudploeg, controleploeg, doorzoekingsploeg, dekkingsploeg en/of reserve. Hij voert de werkzaamheden uit met zijn team, buddy en/of teamleden. Hij geeft een stopteken en laat de persoon zich legitimeren en vraagt de persoon waarvoor hij komt. Hij maakt een keuze de persoon door te laten, terug te sturen of nader onderzoek te verrichten. Resultaat De checkpoints, roadblocks, base-wachten en/of posten zijn zo goed mogelijk beschermd tegen beveiligings- en veiligheidsrisico’s. Het inzetgebied is veilig.
Pagina 48 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 3.2 Voert werkzaamheden uit op checkpoints, roadblocks, base-wachten en posten Gedrag Maakt weloverwogen een keuze wel of niet te handelen bij het constateren van onregelmatigheden en houdt hierbij rekening met mogelijke risico’s en kan achteraf zijn keuze op een verantwoorde manier onderbouwen. Treedt ook bij weerstand kalm en kordaat op, neemt beslissing en blijft hierbij. Informeert uit zich zelf teamleden en anderen to-the-point over beveiligingsmaatregelen. Overlegt met de leidinggevende als hij zelf bepaalde maatregelen niet kan treffen of als hij zijn post niet mag verlaten. Signaleert snel bedreigende situaties en afwijkingen van de normale situatie die risico’s vormen voor de veiligheid. Onthoudt de waargenomen informatie volledig. Volgt nauwgezet en drilmatig de standaardinstructies voor het doorzoeken, de geldende veiligheidsvoorschriften, instructies en wettelijke richtlijnen op. Blijft tijdens zijn werkzaamheden gedurende lange tijd stressbestendig en geconcentreerd, ook onder zware omstandigheden. (Beslissen en activiteiten initiëren, Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen, Met druk en tegenslag omgaan, Aansturen) Werkproces 3.3 Voert sociale patrouilles uit Omschrijving De aankomend onderofficier grondoptreden ontvangt een opdracht voor het uitvoeren van een sociale patrouille, hij bereidt zijn opdracht voor, voert deze uit en evalueert de opdracht. Hij verzamelt tijdens deze verplaatsing gegevens over het land, de bevolking, de infrastructuur en de samenstelling Opposing Militant Forces (OMF), die van invloed kunnen zijn op de veiligheid van (toekomstige) acties. Om deze informatie te verzamelen maakt hij en onderhoudt hij contact met de plaatselijke bevolking. Hij communiceert en onderhandelt met hen in hun eigen taal of via een tolk. Hij meldt de verzamelde informatie aan zijn leidinggevende. Resultaat Betrouwbare informatie over de omgeving en bevolking is verzameld. De verzamelde informatie is teruggekoppeld aan de leidinggevende. Er is contact gelegd met de bevolking. Gedrag Gaat discreet en respectvol om met de gebruiken, normen en waarden van de andere cultuur. Communiceert eerlijk en open met de lokale bevolking, al dan niet via een tolk. Gebruikt bij communicatie met de bevolking korte zinnen en eenvoudige woorden en uitdrukkingen, zo nodig in het Engels. Rapporteert alle relevante informatie to the point aan zijn leidinggevende. Toont voortdurend aan dat hij beschikt over een goed richtinggevoel. Neemt alle relevante informatie scherp op en onthoudt deze volledig. Blijft tijdens sociale patrouilles gedurende lange tijd stressbestendig en geconcentreerd, ook onder zware omstandigheden en verliest hierbij zijn doel nooit uit het oog. Toont voortdurend durf bij het aangaan van (onverwachte) confrontaties. (Ethisch en integer handelen, Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid toepassen, Met druk en tegenslag omgaan)
Pagina 49 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 3.4 Voert verkenningspatrouilles uit Omschrijving De aankomend onderofficier grondoptreden ontvangt een opdracht voor het uitvoeren van een verkenningspatrouille, hij bereidt zijn opdracht voor, voert deze uit en evalueert de opdracht. Hij verzamelt tijdens deze verplaatsing met zijn teamleden gegevens over een object, een gebied of een route, die van invloed kunnen zijn op de veiligheid van (toekomstige) acties. Hij probeert vijandcontact te vermijden. Hij meldt de verzamelde informatie aan zijn leidinggevende. Tevens stelt hij voor, tijdens en na een verkenningspatrouille zijn voorraad water, voedsel, munitie, brandstof en persoonlijke en algemene uitrustingsstukken vast. Hij geeft deze standen door aan zijn leidinggevende. Na afloop van een verkenningspatrouille vraagt hij bovendien bij het hogere niveau aanvulling op de beschikbare hoeveelheden, zodat alle teamleden weer volledig bevoorraad zijn voor een nieuwe opdracht. Als het niet mogelijk is de bevoorrading volledig aan te vullen, bepaalt hij aan de hand van de volgende actie, hoe de beschikbare middelen worden ingezet/verdeeld. Resultaat Betrouwbare informatie over de omgeving is verzameld. De voorraad benodigde middelen is op peil. In de beschikbare middelen is een verdeling gemaakt voorafgaand aan de actie. Gedrag Rapporteert alle relevante informatie to the point aan zijn leidinggevende. Toont voortdurend aan dat hij beschikt over een goed richtinggevoel. Voorkomt dat hij wordt opgemerkt door de vijand. Neemt alle relevante informatie scherp op en onthoudt deze volledig. Zorgt op tijd voor het vaststellen, registreren, doorgeven, aanvullen en herverdelen van zijn eigen voorraad/uitrusting en die van zijn team. Blijft gedurende lange tijd stressbestendig, positief, productief en geconcentreerd, ook onder zware omstandigheden en verliest hierbij zijn doel nooit uit het oog. Toont voortdurend durf bij het aangaan van (onverwachte) confrontaties. Laat zich niet meeslepen door (irreële) gevoelens. (Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid toepassen, Plannen en organiseren, Met druk en tegenslag omgaan)
Pagina 50 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Profiel 4 Aankomend onderofficier maritiem Mbo-Niveau 3 Typering van het beroep De aankomend onderofficier maritiem voert als bijvoorbeeld korporaal taken uit aan boord van een varende eenheid, in het binnen- en in het buitenland. Hij moet over een goede fysieke en mentale conditie beschikken. De aankomend onderofficier maritiem moet binnen het team verschillende rollen kunnen aannemen: als vakman, als leider en als instructeur/leermeester. De taken van de aankomend onderofficier bevinden zich op de scheidslijn tussen bevelvoering en uitvoering (middenkadermanagement). Hij moet zich ervan bewust zijn dat hij door zijn gedrag en handelen het team tot voorbeeld is. Hij moet onder alle omstandigheden optreden als leidinggevende op het lagere uitvoeringsniveau en het vermogen hebben op de juiste wijze om te gaan met zijn team. Ook moet hij soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden zorg dragen voor de veiligheid van zijn teamleden. Hij werkt voor een deel volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert ook complexe, specialistische militaire werkzaamheden uit. Bij deze werkzaamheden is eigen interpretatie en tactisch en strategisch inzicht vereist. Daarnaast treedt hij op als baksmeester/leermeester. Een baksmeester is een voorbeeld voor de matrozen, grijpt in bij problemen in de slaap- en leefruimten en ziet toe op de orde en netheid van zijn ‘bak'. Kritische beroepssituatie(s): Centraal in het werk van de aankomend onderofficier maritiem staan werkzaamheden die ervoor zorgdragen dat zijn team goed functioneert. Het resultaat hiervan is dat zijn teamleden weten welke werkzaamheden zij moeten uitvoeren en dat zij gemotiveerd zijn en blijven om deze werkzaamheden uit te voeren. Hij is de stuwende kracht binnen het team en moet kunnen functioneren als leider en als vakman. Om deze werkzaamheden correct uit te voeren moet hij beschikken over voldoende specialistische militaire kennis, vaardigheden en de juiste houding. Hij moet zijn teamleden opdrachten kunnen geven die helder, motiverend en uitdagend zijn en ervoor zorgen dat zijn teamleden zijn aanwijzingen opvolgen. Ook motiveert en stimuleert hij zijn teamleden om zich verder te ontwikkelen. Het is van belang dat hij uit zichzelf over gaat tot actie waarbij hij zich houdt aan procedures en handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Hij moet zich ervan bewust zijn dat hij door zijn gedrag en handelen het team tot voorbeeld is. Verder is het belangrijk dat hij gedurende lange tijd, bij tegenslagen en gevaarlijke situaties doorzettingsvermogen blijft tonen en effectief presteert. Tenslotte maakt hij als de situatie erom vraagt op geïmproviseerde wijze gebruik van beschikbare materialen. Wettelijke beroepsvereisten Nee Branchevereisten Ja Toelichting branchevereisten Vaarbewijs 2 Deze branche vereiste komt aan de orde bij kerntaak 3 (Voert nautische en algemene scheepstaken uit) uit het profieldeel en dan bij werkproces 3.4 (Vaart met kleine vaartuigen en coördineert hierbij). De examenkosten voor het vaarbewijs 2 worden door Defensie betaald. De wetgeving waar deze branche-eis op berust is: • Binnenvaartwet, Hoofdstuk 3, Paragraaf 4, artikelen 25-35 (Vaarbewijzen) = betreffende Wet • Binnenvaartbesluit, Hoofdstuk 3, Paragraaf 3, artikelen 13-24a (Vaarbewijs) = bijbehorende Algemene Maatregel van Bestuur • Binnenvaartregeling, Hoofdstuk 7, Paragraaf 1, artikelen 7.1-7.9b = onderliggende regeling MARCOM B (officiële naam van het certificaat: Restricted Operator’s Certificate)
Pagina 51 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Profiel 4 Aankomend onderofficier maritiem Deze branche vereiste komt aan de orde bij kerntaak 3 (Voert nautische en algemene scheepstaken uit) uit het profieldeel en dan bij werkproces 3.5 (Voert brugwerkzaamheden uit en coördineert hierbij). De wetgeving waar deze branche-eis op berust is: Telecommunicatiewet, Hoofdstuk 3 • Frequentiebesluit o Examenregeling frequentiegebruik 2008, Paragraaf 3, artikelen 12-18 (=MARCOM A, -B en basiscertificaat marifonie) STCW Code, Part B, Chapter IV • Restricted Operator’s Certificate (=MARCOM B) (SOLAS, Chapter IV, Regulation 16 is het bovenliggend verdrag met verwijzing naar STCW)
Kerntaak 1 Geeft leiding Complexiteit De aankomend onderofficier maritiem werkt vaak onder tijdsdruk en soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden. Het uitvoeren van werkzaamheden kan zowel plaatsvinden op land (in alle mogelijke terreinconfiguraties), op en vanaf zee, bij dag als bij duisternis, onder alle weersomstandigheden en onder primitieve omstandigheden. Het type uit te voeren taken alsmede de vereiste uitrusting kunnen hierdoor per inzet verschillen. Hij moet hier flexibel mee om kunnen gaan. In geval van gebrek aan materialen en middelen vereist de uitvoering van de werkzaamheden een improviserend vermogen. Verder moet de aankomend militair afwegen waar hij het meest nodig is. Soms moet hij een belangrijke activiteit onderbreken voor een andere activiteit die nog belangrijker is. Hij overlegt hierbij zo mogelijk met zijn leidinggevende. Ook moet hij gedurende langere tijd (maar niet voortdurend) onder zwaardere fysieke en mentale omstandigheden en in teamverband kunnen functioneren. De aankomend onderofficier maritiem werkt voor een deel volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert ook complexe, specialistische leidinggevende taken uit. Bij deze werkzaamheden is eigen interpretatie en tactisch en strategisch inzicht vereist. Hij moet hierbij een beroep doen op zijn expertise, oplossingsgerichtheid en zijn specialistische militaire kennis. Ook herkent hij afwijkingen van de normale situatie en externe verstoringen en onderneemt hij hierop actie. Het betreft hier het leiding geven tijdens(militaire) opdrachten en reguliere werkzaamheden, zoals geformuleerd in kerntaak 1 of het profieldeel. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De aankomend onderofficier maritiem voert zijn werkzaamheden o.a. in teamverband uit. Hij werkt samen met teamleden en leidinggevende en voert ook werkzaamheden zelfstandig uit. Defensie werkt met een buddysysteem. Dit houdt in dat de hij bij al zijn werkzaamheden erop let dat het goed gaat (fysiek en mentaal) met zijn teamleden en hun tenue, en uitrusting in orde zijn. Hij ontvangt opdrachten van en legt verantwoording af aan de leidinggevende. Hij krijgt zo nodig aanwijzingen voor de aanpak van de opdrachten en de randvoorwaarden waarbinnen de opdrachten uitgevoerd moeten worden. De taken van de aankomend onderofficier bevinden zich op de scheidslijn tussen bevelvoering en uitvoering (middenkadermanagement).Hij is degene die zijn teamleden aanstuurt en leiding geeft tijdens de uitvoering van de opdrachten. Tevens is hij de stuwende kracht binnen het team. Hij is tijdens de uitvoering van opdrachten verantwoordelijk voor de werkzaamheden die zijn teamleden uitvoeren. Hij corrigeert, begeleidt en adviseert hen inhoudelijk. Hij moet onder alle omstandigheden optreden als leidinggevende op het lagere uitvoeringsniveau en het vermogen hebben op de juiste wijze om te gaan met zijn team. Ook moet hij soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden zorg dragen voor de veiligheid van zijn teamleden. Vakkennis -
Kent de sociale en communicatieve processen die een rol spelen bij samenwerken en het opwerken van het team Heeft kennis van groepsontwikkelingsfases in een praktijksituatie Kent de definitie leidinggeven uit de beleidsvisie onderofficier
Vaardigheden
Pagina 52 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Kerntaak 1 Geeft leiding -
Formuleert en stelt persoonlijke verbeterpunten vast (evt. vastleggen in POP) Past Engelse taal toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren B1, lezen B1, gesprekken voeren B1, spreken A2, schrijven B1; niveau STANAG Engels: listening 2, speaking 2, reading 1, writing 1) Past het ethisch bewustwordingsmodel (EBM) toe Hanteert plannings- en besluitvormingsprocedures Past omgangsnormen van Defensie toe (aanspreken met de juiste rang en/of stand) Hanteert reflectie- en evaluatietechnieken van Defensie Past het integriteitsbeleid toe Observeert en beïnvloedt groepsprocessen (o.a. strategieën voor omgaan met weerstand) Past gespreksmodellen en gesprekstechnieken toe (intake- , begeleidings- en coachingsgesprekken) Hanteert trainingsschema’s, opleidings- en trainingsplannen en stelt deze op Past leermeesterschap toe (opvangen en begeleiden van nieuwe medewerkers, inzicht in toepassen van methoden praktijkleren en leidinggeven aan een groep in een praktijksituatie) Past processen die een rol spelen bij het samenwerken en leidinggeven toe Past communicatieve processen toe die een rol spelen bij samenwerken en leiderschap. Voert gesprekken met leidinggevenden en medewerkers Hanteert het BOB model (Beeldvorming, Oordeelsvorming, Besluitvorming) Gebruikt nautisch Engels (woorden/begrippen passend bij ERK/STANAG niveau van profiel) Past wettelijke regels, procedures en (veiligheidsregels-) voorschriften van Defensie toe
Werkproces 1.1 Ontwikkelt een plan voor een teamopdracht en geeft dit uit Omschrijving De aankomend onderofficier maritiem ontvangt een mondelinge en/of schriftelijke opdracht. Hij beoordeelt alle factoren die van invloed zijn op de opdracht en brengt de risico’s in kaart. Hij stelt één of meer mogelijke wijzen van optreden vast. Hij formuleert een voorlopig plan of besluit en maakt een taakverdeling. Hij toetst dit voorlopig plan of besluit aan de actuele situatie. Hij presenteert het voorlopig plan aan de opdrachtgever. Vervolgens neemt hij een besluit en schrijft hij samenhangend en in chronologische volgorde een bevel. Resultaat Een voorlopig plan of besluit is correct geformuleerd en getoetst. Een besluit is genomen en een correct bevel is opgesteld. De taken zijn verdeeld. Gedrag Weegt de verschillende wijzen van optreden gedegen tegen elkaar af en kan zijn keuze achteraf onderbouwen. Benoemt de belangrijkste factoren en alle mogelijke veiligheidsrisico’s. Legt op tijd en helder vast welke oplossing de voorkeur heeft. Schrijft het bevel to the point en in chronologische volgorde (incl. werkzaamheden, veiligheidsbepalingen, andere regelingen en personele en materiële middelen). Formuleert mondeling to the point en in chronologische volgorde het voorlopige plan. Handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Stelt nauwkeurig de benodigde personele en materiële middelen vast en controleert tijdig beschikbaarheid hiervan. Maakt een taakverdeling en houdt bij het verdelen van de taken rekening met de capaciteiten van zijn teamleden. (Beslissen en activiteiten initiëren, Formuleren en rapporteren, Plannen en organiseren, Ethisch en integer handelen)
Pagina 53 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.2 Stuurt het team aan Omschrijving De aankomend onderofficier maritiem controleert bij aanvang van de uitvoering van het plan en/of tijdens reguliere werkzaamheden of zijn teamleden alle hulpmiddelen en materialen hebben verzameld die nodig zijn. Hij controleert tevens of alle hulpmiddelen en materialen tijdens de uitvoering zoals gepland worden ingezet. Hij stuurt de teamleden aan door het geven van instructies en aanwijzingen en hij controleert de voortgang. Hij bewaakt het (groeps)proces en het resultaat tijdens de voorbereiding, uitvoering en evaluatie van de opdracht. Resultaat Het plan en/of de reguliere werkzaamheden zijn met succes en conform de eisen uitgevoerd. Controle heeft plaatsgevonden op de verzamelde hulpmiddelen en materialen. Gedrag Geeft uit zichzelf zijn teamleden krachtige eenduidige aanwijzingen en zet ze aan tot actie. Spreekt zijn teamleden zo snel mogelijk aan op inefficiënt en risicovol optreden. Treedt kordaat op als zijn teamleden zijn aanwijzingen niet opvolgen. Controleert nauwkeurig de verzamelde materialen en hulpmiddelen en het gebruik hiervan. Handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Bewaakt continue de voortgang van het plan/de werkzaamheden in relatie tot de tijd. Blijft effectief en rustig handelen en laat zich niet meeslepen door emoties van zichzelf en zijn teamleden bij externe verstoringen en gevaarlijke situaties. Herstelt snel van tegenslagen. Speelt flexibel in op veranderende eisen en omstandigheden. (Beslissen en activiteiten initiëren, Aansturen, Plannen en organiseren, Met druk en tegenslag omgaan, Ethisch en integer handelen) Werkproces 1.3 Evalueert de uitvoering van het plan met het team Omschrijving De aankomend onderofficier maritiem leidt de evaluatie van het optreden van zijn team. Deze evaluatie wordt uitgevoerd door middel van een gestructureerde evaluatie in een veilige omgeving. De evaluatie vindt meestal na afloop plaats, maar de aankomend onderofficier kan ook tussentijds hiertoe beslissen als hier aanleiding voor is en de situatie dit toelaat. Hij geeft een oordeel over de uitkomst en het verloop en over de ervaring, betrokkenheid en persoonlijke acties van zijn teamleden. Hij koppelt eventueel op verzoek van zijn leidinggevende de bevindingen uit de evaluatie mondeling en/of schriftelijk terug. Tevens reflecteert hij op zijn eigen optreden als leidinggevende. Hij stelt sterke- en verbeterpunten vast. Hij vraagt begeleiding aan zijn leidinggevende als hij er niet zelf uitkomt. Bij een volgend optreden past hij deze nieuwe inzichten toe. Resultaat Sterke punten en verbeterpunten van het groepsoptreden zijn correct vastgesteld. Sterke punten en verbeterpunten van het leidinggeven zijn correct vastgesteld. Hoe de ontwikkeldoelen met betrekking tot het leidinggeven bereikt worden, is correct aangegeven. Gedrag Signaleert wanneer zijn teamleden het moeilijk hebben en reageert op gepaste wijze.
Pagina 54 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 1.3 Evalueert de uitvoering van het plan met het team Geeft zijn teamleden de tijd om een reactie te geven. Is zich bewust van zijn voorbeeldfunctie tijdens het uitgevoerde plan en de evaluatie. Benoemt en bespreekt oprecht en constructief sterke en zwakke punten van het groepsoptreden en van individuele teamleden. Bewaakt een goede onderlinge verstandhouding tussen de teamleden. Handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Koppelt alle relevante informatie uit de evaluatie to the point terug als zijn leidinggevende hierom vraagt. Overziet het uitgevoerde optreden snel en correct. Geeft duidelijk de gevolgen van bepaalde acties of van een passieve houding aan en geeft hanteerbare en begrijpelijke verbetersuggesties. Beoordeelt zijn optreden als leidinggevende aan de hand van verbeterpunten en sterke punten en formuleert concrete, meetbare en haalbare verbeterdoelen. Staat open voor feedback (positief/negatief) en neemt bij het ontvangen van kritiek geen defensieve houding aan. (Aandacht en begrip tonen, Samenwerken en overleggen, Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid toepassen, Leren, Met druk en tegenslag omgaan, Ethisch en integer handelen)
Pagina 55 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Kerntaak 2 Werkt zijn team op Complexiteit De aankomend onderofficier maritiem werkt vaak onder tijdsdruk en soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden. Het uitvoeren van werkzaamheden kan zowel plaatsvinden op land (in alle mogelijke terreinconfiguraties), op en vanaf zee, bij dag als bij duisternis, onder alle weersomstandigheden en onder primitieve omstandigheden. Het type uit te voeren taken alsmede de vereiste uitrusting kunnen hierdoor per inzet verschillen. Hij moet hier flexibel mee om kunnen gaan. In geval van gebrek aan materialen en middelen vereist de uitvoering van de werkzaamheden een improviserend vermogen. Verder moet hij afwegen waar hij het meest nodig is. Soms moet hij een belangrijke activiteit onderbreken voor een andere activiteit die nog belangrijker is. Hij overlegt hierbij zo mogelijk met zijn leidinggevende. Ook moet hij gedurende langere tijd (maar niet voortdurend) onder zwaardere fysieke en mentale omstandigheden en in teamverband kunnen functioneren. De aankomend onderofficier maritiem werkt voor een deel volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert ook complexe, specialistische instructie- en trainingstaken uit. Bij deze werkzaamheden is eigen interpretatie en tactisch en strategisch inzicht vereist. Hij moet hierbij een beroep doen op zijn oplossingsgerichtheid en zijn specialistische militaire kennis. Ook herkent hij afwijkingen van de normale situatie en externe verstoringen en onderneemt hij hierop actie. Het betreft hier het opwerken van de eenheid in de rol van instructeur tijdens (militaire) opdrachten en reguliere werkzaamheden, zoals geformuleerd in taak 1, profieldeel of in het kader van militaire exercitie en ceremoniële taken. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De aankomend onderofficier maritiem voert zijn werkzaamheden in teamverband uit. Hij werkt samen met teamleden en leidinggevende en voert ook werkzaamheden zelfstandig uit. Defensie werkt met een buddysysteem. Dit houdt in dat de hij bij al zijn werkzaamheden erop let dat het goed gaat (fysiek en mentaal) met zijn teamleden en hun tenue, uitrusting en bepakking in orde zijn. Hij ontvangt opdrachten van en legt verantwoording af aan de leidinggevende. Hij krijgt zo nodig aanwijzingen voor de aanpak van de opdrachten en de randvoorwaarden waarbinnen de opdrachten uitgevoerd moeten worden. De taken van de aankomend onderofficier bevinden zich op de scheidslijn tussen bevelvoering en uitvoering (middenkadermanagement). Hij is degene die zijn teamleden aanstuurt en leiding geeft tijdens de uitvoering van de opdrachten. Tevens is hij de stuwende kracht binnen het team. Hij is tijdens de uitvoering van opdrachten verantwoordelijk voor de werkzaamheden die zijn teamleden uitvoeren. Hij corrigeert, begeleidt en adviseert hen inhoudelijk en geeft hen instructie en training. Hij moet onder alle omstandigheden optreden als leidinggevende op het lagere uitvoeringsniveau en het vermogen hebben op de juiste wijze om te gaan met zijn team. Ook moet hij soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden zorg dragen voor de veiligheid van zijn teamleden. Vakkennis -
Heeft kennis van groepsontwikkelingsfases in een praktijksituatie Kent de sociale en communicatieve processen die een rol spelen bij samenwerken en het opwerken van het team Kent de hoofdtaken van Defensie
Vaardigheden -
Hanteert het BOB model (Beeldvorming, Oordeelsvorming, Besluitvorming) Past leermeesterschap toe (opvangen en begeleiden van nieuwe medewerkers, inzicht in toepassen van methoden praktijkleren en leidinggeven aan een groep in een praktijksituatie) Hanteert reflectie- en evaluatietechnieken van Defensie Past skills en drills toe Past gespreksmodellen en gesprekstechnieken toe (intake- , begeleidings- en coachingsgesprekken) Hanteert trainingsschema’s, opleidings- en trainingsplannen en stelt deze op
Werkproces 2.1 Bereidt instructie, training en/of begeleidingsgesprekken voor Omschrijving De aankomend onderofficier maritiem signaleert prestatieproblemen van individu, teamleden of team. Hij maakt een keuze tussen het geven van instructie of training of het voeren van een individueel gesprek. Hij definieert leerdoelen. Hij neemt deze op in een lesplan waarin hij ook maatregelen voor het didactisch handelen beschrijft. Voor een training
Pagina 56 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 2.1 Bereidt instructie, training en/of begeleidingsgesprekken voor stelt hij een plan van aanpak op. Hierin vult hij oefendoelen, benodigdheden en randvoorwaarden voor het optreden in. Daarna verzamelt hij de benodigde leer- en hulpmiddelen en (les)materialen. Vervolgens communiceert hij het plan van aanpak in de vorm van een bevel aan zijn team. Resultaat Een juiste keuze uit instructie, training of een individueel gesprek is gemaakt. De benodigde leer- en hulpmiddelen, (les)materialen zijn voor een les aanwezig. Gedrag Kiest weloverwogen voor een instructie, training of een individueel gesprek en zet de daarbij passende vervolgactiviteiten in (bepalen doelen, kiezen passend opleidings- of trainingsmateriaal). Herkent ontwikkelmogelijkheden en heeft oog voor de ontwikkelbehoefte van de medewerker. Start op tijd met het opwerken van zijn team. Stelt zich continue op de hoogte van veranderende omstandigheden. Plant activiteiten in een logische volgorde in de tijd en legt de volgorde en de geschatte benodigde tijd vast in het plan. Borgt de beschikbaarheid van benodigde mensen en materialen. Bouwt zijn lessen/trainingen op volgens voor de organisatie bewezen succesvolle methoden en vastgestelde opleidingsen trainingsplannen. (Plannen en organiseren, Instructies en procedures opvolgen, Beslissen en activiteiten initiëren, Begeleiden, Vakdeskundigheid toepassen) Werkproces 2.2 Voert instructie training en/of begeleidingsgesprekken uit Omschrijving De aankomend onderofficier maritiem werkt op basis van beschreven opleidings- en trainingsplannen zijn team op naar een inzetgereed niveau. Hij draagt kennis, vaardigheden, houdingsaspecten en/of ervaring(en) over aan zijn team. Hij traint hen in tactisch optreden, operationele taken, militaire exercitie en/of ceremoniële taken. Hij traint met hen diverse skills en drills. Ook traint en onderhoudt hij de fysieke en/of mentale fitheid van zijn team. Hij grijpt in bij onveilige situaties en bij ongewenst gedrag. Hij voert zo snel mogelijk na plaatsing een persoonlijk en individueel gesprek met iedere nieuwe medewerker en bespreekt de wederzijdse verwachtingen. Vervolgens voert hij periodiek begeleidingsgesprekken met de medewerker. Bij (prestatie)problemen bespreekt hij het waargenomen gedrag in dit gesprek met de medewerker. Hij maakt specifieke afspraken over in de toekomst te bestendigen en te verbeteren gedrag. Tevens voert hij functioneringsgesprekken. Resultaat Het team is opgewerkt tot inzetgereed niveau. Verschillende soorten gesprekken met individuele medewerkers zijn gevoerd conform de geldende procedures en gespreksmodellen. Gedrag Geeft in een helder gesprek de medewerker aan wat de doelen en prioriteiten van de organisatie zijn, is in dit gesprek duidelijk en open over de bedoelingen van het gesprek en maakt duidelijke, specifieke, meetbare en haalbare afspraken over het gedrag van de medewerker. Zorgt dat door een zekere houding en effectief stemgebruik dat de teamleden luisteren en zijn gezag aanvaarden. Spoort zijn teamleden aan zichzelf verder te ontwikkelen en geeft heldere, eenduidige instructies en aanwijzingen over activiteiten, de doelen en de te volgen aanpak.
Pagina 57 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 2.2 Voert instructie training en/of begeleidingsgesprekken uit Geeft de medewerker op tijd en binnen de mogelijkheden die zijn functie biedt, ondersteuning in het fysieke en mentale welzijn. Luistert aandachtig naar de medewerker en reageert adequaat op de bijdrage van teamleden tijdens de les, training en/of gesprek. Motiveert en ontwikkelt het team/individu door op het juiste moment feedback en adviezen ter verbetering te geven, door telkens uitdagende en haalbare opdrachten te verstrekken. Koppelt waargenomen gedrag op constructieve wijze terug aan de medewerker. Handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. Stelt zich continue op de hoogte van veranderende omstandigheden. Houdt zich bij het voeren van de gesprekken aan de daarvoor geldende gespreksmodellen. (Aansturen, Begeleiden, Plannen en organiseren, Aandacht en begrip tonen, Ethisch en integer handelen, Instructies en procedures opvolgen) Werkproces 2.3 Begeleidt ongewenste individuele en groepsprocessen Omschrijving De aankomend onderofficier maritiem neemt bij lichte verstoringen en/of kleine prestatieproblemen van individu of team ter plekke één of meerdere teamleden apart, geeft aanwijzingen ter verbetering en bespreekt oorzaken die het functioneren belemmeren. Resultaat Prestatieproblemen van individu zijn opgelost. Gedrag Geeft in een helder gesprek de medewerker aan wat de doelen en prioriteiten van de organisatie zijn, is in dit gesprek duidelijk en open over de verwachtingen en eisen die aan de medewerker worden gesteld en over de bedoelingen van het gesprek. Spoort zijn teamleden aan zichzelf verder te ontwikkel en adviseert zijn teamleden op overtuigende wijze over de te volgen aanpak. Geeft de medewerker op tijd en binnen de mogelijkheden die zijn functie biedt, ondersteuning in het fysieke en mentale welzijn. Motiveert en ontwikkelt de medewerker/het team door telkens op het juiste moment feedback en adviezen ter verbetering te geven en uitdagende en haalbare opdrachten te verstrekken. Luistert aandachtig naar de medewerker. Is zich bewust van zijn voorbeeldfunctie. Handelt conform de beroepsethiek en beroepshouding die passend is bij zijn rol/functie. (Aansturen, Begeleiden, Aandacht en begrip tonen, Ethisch en integer handelen) Werkproces 2.4 Toets en evalueert de resultaten Omschrijving De aankomend onderofficier maritiem bewaakt of zijn team aan de gestelde eindeisen voldoet. Tijdens het optreden dat volgt op een instructie/trainig observeert en bewaakt hij het leergedrag van zijn team. Hij grijpt in bij onveilige situaties en bij ongewenst gedrag. Hij verstrekt de medewerker informatie over de effectiviteit van zijn taakvervulling en legt bevindingen schriftelijk vast.
Pagina 58 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 2.4 Toets en evalueert de resultaten Resultaat Prestatieproblemen van individu, teamleden of team worden tijdig geconstateerd. Bevindingen zijn schriftelijk en in het juiste format vastgelegd. Gedrag Zet zich er actief voor in dat zijn team volledig voldoet aan de kwaliteitseisen van inzetbaarheid van de organisatie. Legt de bevindingen uit het functioneringsgesprek nauwkeurig en conform het besprokene schriftelijke vast en houdt zich daarbij strikt aan het format. Signaleert op tijd wanneer zijn team of teamleden ondersteuning of extra training nodig hebben. Controleert op tijd of zijn eigen activiteiten en die van zijn teamleden nog op schema zijn of dat hij activiteiten moet bijstellen. Vergelijkt continue de organisatie-eisen met het niveau van zijn team en/of individuele teamleden. (Aansturen, Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid toepassen, Plannen en organiseren, Instructies en procedures opvolgen)
Pagina 59 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Kerntaak 3 Voert nautische en algemene scheepstaken uit Complexiteit De aankomend onderofficier maritiem werkt vaak onder tijdsdruk en soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden. Het uitvoeren van werkzaamheden kan plaatsvinden in alle mogelijke configuraties op en vanaf zee, zowel bij dag als bij duisternis, onder alle weersomstandigheden en onder primitieve omstandigheden. Het type uit te voeren taken alsmede de vereiste uitrusting kunnen hierdoor per inzet verschillen. Hij moet hier flexibel mee om kunnen gaan. In geval van gebrek aan materialen en middelen vereist de uitvoering van de werkzaamheden een improviserend vermogen. Verder moet de aankomend militair afwegen waar hij het meest nodig is. Soms moet hij een belangrijke activiteit onderbreken voor een andere activiteit die nog belangrijker is. Hij overlegt hierbij zo mogelijk met zijn leidinggevende. Ook moet hij gedurende langere tijd (maar niet voortdurend) onder zwaardere fysieke en mentale omstandigheden en in teamverband kunnen functioneren.Tevens moet hij tijdens zijn verblijf op de varende eenheid kunnen leven in kleine ruimtes, met een beperkte mate van privacy. Hij werkt voor een deel volgens geformaliseerde procedures/instructies. Hij voert ook specialistische en complexe nautische en algemene scheepstaken uit. Bij deze werkzaamheden is eigen interpretatie en tactisch en strategisch inzicht vereist. Hij moet hierbij een beroep doen op zijn oplossingsgerichtheid en zijn specialistische kennis. Ook herkent hij afwijkingen van de normale situatie en externe verstoringen en onderneemt hij hierop actie. Verantwoordelijkheid en zelfstandigheid De aankomend onderofficier maritiem voert zijn werkzaamheden in teamverband uit. Hij werkt samen met teamleden en leidinggevende en voert ook werkzaamheden zelfstandig uit. Hij ontvangt opdrachten van en legt verantwoording af aan de leidinggevende. Hij krijgt zo nodig aanwijzingen voor de aanpak van de opdrachten en de randvoorwaarden waarbinnen de opdrachten uitgevoerd moeten worden. De taken van de aankomend onderofficier maritiem bevinden zich op de scheidslijn tussen bevelvoering en uitvoering (middenkadermanagement).Hij is degene die zijn teamleden aanstuurt en leiding geeft tijdens de uitvoering van de opdrachten. Tevens is hij de stuwende kracht binnen het team. Hij is tijdens de uitvoering van opdrachten verantwoordelijk voor de werkzaamheden die zijn teamleden uitvoeren. Hij corrigeert, begeleidt en adviseert hen inhoudelijk. Hij moet onder alle omstandigheden optreden als leidinggevende op het lagere uitvoeringsniveau en het vermogen hebben op de juiste wijze om te gaan met zijn team. Ook moet hij soms in (levens)bedreigende en stressvolle omstandigheden zorg dragen voor de veiligheid van zijn teamleden. Vakkennis -
Kent de bewakingsregels van elektrische systemen en de regels van brandbeveiliging in de technische centrale Heeft kennis van boarding- en/of beveiligingsdetachement Heeft kennis van Nuclear, Biological and Chemical Defence (NBCD) Heeft kennis van de internationale rechtsorde op zee Heeft kennis van de toegangscontroles uit op de valreep Kent (vaar)eigenschappen en activiteiten van kleine vaartuigen (Rigid-Hulled Inflatable Boat en rubberboot) Heeft kennis van reinigings- en verfmaterialen Kent de regels omtrent het afzetten van een veilig werkgebied Heeft kennis van de mogelijkheden, beperkingen en veiligheidsvoorschriften omtrent een heftruck Heeft kennis van nautische wet- en regelgeving Kent veelvoorkomende onveilige situaties Kent de gebruiksregels en inzet van staatsietrap, valreep en loodsladder Heeft kennis van optische tekens in de civiele scheepvaart Heeft kennis van het spil Kent benodigde materialen, middelen en bevestigingstechnieken voor het meren en ankeren Kent diverse rollen/functies/taken/bevoegdheden op of in relatie tot de brug (waaronder de officier van de wacht en de commandocentrale) Kent de regels en voorschriften bij het uitvoeren van de ankerwacht Kent de werkwijze t.a.v. vaststellen terrein- en weersituaties Kent het begrip 'situational awareness' Heeft kennis van radartechniek Kent de regels omtrent bevoorrading binnenliggend
Vaardigheden
Pagina 60 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Kerntaak 3 Voert nautische en algemene scheepstaken uit -
Past Engelse taal toe in de militaire context (niveau ERK: luisteren B1, lezen B1, gesprekken voeren B1, spreken A2, schrijven B1; niveau STANAG Engels: listening 2, speaking 2, reading 1, writing 1) Past het NATO spellingsalfabet toe Past navigatie/plaatsbepaling toe (kaartlezen, kompas, gps en geïmproviseerde middelen) Gebruikt reddingsmiddelen (reddingsvlotten, zwemvesten) Past averijbestrijding toe Gebruikt sjormateriaal en voert schiemanswerkzaamheden uit (knopen en splitsen) Bedient hijskraan Past het stuwplan toe Gebruikt voortstuwings- en besturingsmogelijkheden Herkent verschillende typen eigen en vijandelijke voertuigen, vliegtuigen, helikopters, schepen en onderzeeboten (zowel civiel als militair) Gebruikt roer-, stuur- en vaartcommando’s Maakt koers- en vaartberekeningen Actualiseert zeekaarten Zendt en ontvangt berichten (radiocommunicatie) Gebruikt Global Maritime Distress and Safety System (GMDSS) apparatuur (Very High Frequency, Medium Frequency, satelliettelefonie en telex) Gebruikt maritieme communicatie (incl. MARCOM B) Gebruikt juiste voiceprocedures op civiele en militaire kanalen Gebruikt nautisch Engels (woorden/begrippen passend bij ERK/STANAG niveau van profiel) Logt communicatie in een journaal Vaart met vaartuigen waarvoor vaarbewijs 2 benodigd is (inclusief vaarbewijs 2) Gebruikt Standard Marine Communication Phrases (SMCP) Gebruikt veiligheids- en beschermingsmiddelen (o.a. life-seizings, helmen, maskers, veiligheidschoenen) Gebruikt verschillende tuigages en hulpwerktuigen
Werkproces 3.1 Assisteert en coördineert bij het laden en lossen van goederen Omschrijving De aankomend onderofficier maritiem assisteert en coördineert in opdracht van zijn leidinggevende bij het laad- en of losklaar maken van de varende eenheid en geeft leiding aan zijn teamleden. Hij maakt de laadruimtes leeg, schoon en gereed voor een volgende lading. Hij werkt het stuwplan af en waarschuwt indien nodig zijn leidinggevende. Resultaat De varende eenheid is conform procedures snel, veilig en stabiel geladen/gelost. De laadruimtes zijn opgeruimd en schoon. Gedrag Geeft zijn teamleden kordaat duidelijke aanwijzingen. Stemt uit zichzelf zijn werkzaamheden af met de leidinggevende bij het laden en lossen. Meldt uit zichzelf onveilige situaties aan zijn leidinggevende. Laat zien dat hij weet welke werkzaamheden uitgevoerd moeten worden voor het laden/lossen van de specifieke lading en voert de benodigde handelingen efficiënt uit. Gebruikt de juiste hulpwerktuigen bij het laden/lossen en is op de hoogte van de werking van deze hulpwerktuigen. Zorgt ervoor dat de werkzaamheden goed op elkaar afgestemd zijn. Werkt conform de laad- en losprocedures en ontvangen instructies. (Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Materialen en middelen inzetten, Instructies en procedures opvolgen, Aansturen, Plannen en organiseren)
Pagina 61 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 3.2 Assisteert en coördineert bij het reisklaar maken van de varende eenheid Omschrijving De aankomend onderofficier maritiem maakt voor vertrek naar zee in opdracht van zijn leidinggevende de varende eenheid reisklaar en geeft hierbij leiding aan zijn teamleden. Hij controleert de aanwezigheid, bruikbaarheid, het waterdicht zijn en het zeevast staan van zaken aan boord. Eventuele problemen lost hij op en/of geeft hij door aan zijn leidinggevende. Resultaat De varende eenheid is veilig en snel reisklaar gemaakt. Gedrag Geeft zijn teamleden kordaat duidelijke aanwijzingen. Stemt uit zichzelf zijn werkzaamheden af met de leidinggevende bij het reisklaar maken. Meldt onveilige situaties en problemen tijdig aan zijn leidinggevende. Lost problemen en onveilige situaties op door zaken aan boord te repareren, door op te ruimen en/of door zaken stevig te bevestigen. Zorgt ervoor dat de werkzaamheden goed op elkaar afgestemd zijn. Werkt tijdens het reisklaar maken volgens de procedures en conform de ontvangen instructies. (Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen, Aansturen, Plannen en organiseren) Werkproces 3.3 Assisteert en coördineert bij het afmeren, ontmeren en ankeren van de varende eenheid Omschrijving De aankomend onderofficier maritiem assisteert en coördineert in opdracht van zijn leidinggevende bij het afmeren, ontmeren en/of ankeren van de varende eenheid en geeft hierbij leiding aan zijn teamleden. Hij bedient het spil bij het meren, ankeren of, indien nodig, het ophalen/neerlaten van de toegangsmiddelen (staatsietrap, valreep, loodsladder). Bij het afmeren maakt hij de trossen vast en controleert hij het resultaat. Bij het ontmeren maakt hij trossen in volgorde los. Bij het ten anker gaan controleert hij of het anker houdt. Ook verzorgt hij de optische tekens. Hij waarschuwt indien nodig zijn leidinggevende. Resultaat De varende eenheid is zonder schade en op betrouwbare wijze afgemeerd/ontmeerd of geankerd/anker op gegaan. De trossen liggen in goede staat gereed voor meren en ankeren. Gedrag Geeft zijn teamleden kordaat duidelijke aanwijzingen. Meldt onveilige situaties en problemen tijdig aan zijn leidinggevende. Maakt op correcte en betrouwbare wijze de trossen vast/los bij het meren en ankeren. Hanteert bij het meren en ankeren de juiste volgorde. Controleert bij het meren en ankeren zorgvuldig het resultaat. Houdt bij het meren en ankeren rekening met de veiligheid van zichzelf en medeopvarenden. Zorgt ervoor dat de werkzaamheden goed op elkaar afgestemd zijn. Werkt bij het meren en ankeren volgens de procedures en conform de ontvangen instructies. Verzorgt de optische tekens conform de voorschriften. (Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen, Aansturen, Plannen en organiseren)
Pagina 62 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 3.4 Vaart met kleine vaartuigen en coördineert hierbij Omschrijving De aankomend onderofficier maritiem vaart in opdracht van de leidinggevende met kleine vaartuigen als RHIB of rubberboot. Hij bedient de hijskraan voor het strijken/hijsen van de kleine vaartuigen. Hij ondersteunt de leidinggevende en geeft leiding aan zijn teamleden tijdens het gebruik van kleine vaartuigen. Hij vaart, manoeuvreert en (ont)meert het vaartuig en vervoert personen en/of materialen. Resultaat Het kleine vaartuig is op veilige wijze gestreken/gehesen. Personen, goederen en/of (zware) onderdelen zijn veilig vervoerd. Gedrag Geeft zijn teamleden kordaat duidelijke aanwijzingen. Stemt uit zichzelf zijn werkzaamheden bij het varen af met de leidinggevende. Communiceert helder over zijn werkzaamheden. Bestuurt, manoeuvreert en (ont)meert de RHIB of rubberboot rustig, veilig en zeer precies en schat afstanden goed in. Verdeelt personen en materialen evenwichtig. Gebruikt bij het varen met RHIB of rubberboot de juiste persoonlijke bescherming- en reddingsmiddelen. Zorgt ervoor dat de werkzaamheden goed op elkaar afgestemd zijn. Werkt bij het varen met RHIB of rubberboot conform de procedures en ontvangen instructies. (Samenwerken en overleggen, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen, Aansturen, Plannen en organiseren, Materialen en middelen inzetten) Werkproces 3.5 Voert brugwerkzaamheden uit en coördineert hierbij Omschrijving De aankomend onderofficier maritiem voert brugwerkzaamheden en radarwaarnemingen uit. Op de brug ondersteunt de officier van de wacht bij navigatie. Hij meldt scheepvaart, vliegtuigen, obstakels, navigatietekens en gevaren aan zijn leidinggevende en aan de commandocentrale. Hij waarschuwt zijn leidinggevende tevens in gevallen van twijfel, bij gevaar van schade en in onverwachte en plotseling wijzigende omstandigheden. Tevens gebruikt en bedient hij de radar. Hij zorgt voor de initiële detectie van lucht- en bovenwatercontacten. Hij verwerkt de gevechtsinformatie in het computersysteem. Hij meldt waarnemingen (zonodig in het Engels) aan de leidinggevende. Hij bewaakt de status van apparatuur waarvoor hij verantwoordelijk is en meldt storingen aan zijn leidinggevende. Hij adviseert het commando tevens over de instellingen van de (rand)apparatuur. Resultaat De varende eenheid is veilig en zonder complicaties op zijn bestemming aangekomen. Lucht- en bovenwatercontacten zijn gedetecteerd en gerapporteerd. Gedrag Geeft zijn teamleden kordaat duidelijke aanwijzingen. Meldt bij brugwerkzaamheden de commandocentrale en leidinggevende zorgvuldig en to the point alle waargenomen scheepvaart, vliegtuigen, obstakels, navigatietekens en/of andere gevaren. Meldt to the point en zo nodig in het Engels alle waargenomen lucht- en bovenwatercontacten en storingen aan zijn leidinggevende en overige bemanningsleden. Voorziet het commando van helder advies over de juiste instellingen van de radarapparatuur.
Pagina 63 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 3.5 Voert brugwerkzaamheden uit en coördineert hierbij Signaleert bij brugwerkzaamheden snel afwijkingen op de normale situatie en abnormale patronen die risico’s vormen voor de veiligheid. Ziet correct de onderlinge samenhang tussen signalen en bewegingen uit de omgeving. Vormt snel en zeer precies een correct beeld van de lucht- en bovenwatercontacten in de omgeving (situational awareness). Zorgt ervoor dat de werkzaamheden goed op elkaar afgestemd zijn. Houdt zich bij het uitvoeren van brugwerkzaamheden aan procedures en ontvangen instructies. Gebruikt de radarapparatuur secuur en volgens de voorgeschreven procedures, zodat de omgeving optimaal in kaart wordt gebracht en schade aan de apparatuur wordt voorkomen. (Formuleren en rapporteren, Vakdeskundigheid toepassen, Instructies en procedures opvolgen, Aansturen, Plannen en organiseren) Werkproces 3.6 Ontvangt en verzendt berichten over militaire of civiele spraakverbindingen Omschrijving De aankomend onderofficier maritiem bezet en bewaakt de militaire en civiele verbindingen. Hij ontvangt en verzendt zelfstandig berichten via een tweeweg voice verbinding in de Engelse taal. Hij logt deze communicatie in een journaal. Hij voorziet de leidinggevende van informatie over de voortgang van de berichtgeving. Hij bereidt in opdracht van zijn leidinggevende noodberichten voor en verzendt deze. Resultaat Het civiel en tactisch militair berichtenverkeer is soepel en volgens planning verlopen. Precieze registratie van inzet, gebruik en status van de verbindingsapparatuur heeft plaatsgevonden. Gedrag Geeft problemen tijdig door. Communiceert zelfstandig op de correcte wijze, brengt de boodschap volledig over en gebruikt de juiste (maritieme) woorden (zonodig in nautisch Engels). Logt correct de uitgewisselde communicatie in een journaal. Kiest zelfstandig de juiste middelen voor het tot stand brengen van civiele verbindingen. (Samenwerken en overleggen, Formuleren en rapporteren, Materialen en middelen inzetten) Werkproces 3.7 Plant en bedient de civiele radioverbindingen tijdens de reis Omschrijving De aankomend onderofficier maritiem maakt zelfstandig een planning voor de civiele radioverbindingen tijdens de reis. Hij bedient zelfstandig de GMDSS apparatuur en communiceert met de aanwezige walstations. Hij verzendt en ontvangt nood-, spoed- en veiligheidsoproepen. Hij registreert de inzet, het gebruik en de status van de GMDSS verbindingsapparatuur. Resultaat Het civiele berichtenverkeer is soepel en volgens planning verlopen. Er heeft precieze registratie plaatsgevonden van inzet, gebruik en status van de apparatuur. Gedrag Communiceert zelfstandig volgens SMCP en MARCOM B snel en to the point met het walstation (incl. MARCOM B). Maakt zelfstandig een keuze voor inzet van de geschikte verbindingsapparatuur.
Pagina 64 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
Werkproces 3.7 Plant en bedient de civiele radioverbindingen tijdens de reis Zorgt ervoor dat de werkzaamheden goed op elkaar afgestemd zijn. Werkt conform de procedures en ontvangen instructies. (Materialen en middelen inzetten, Instructies en procedures opvolgen, Samenwerken en overleggen, Plannen en organiseren)
Pagina 65 van 66
Kwalificatiedossier Veiligheid en vakmanschap, dit dossier is een conceptversie en is vrijgegeven ten behoeve van de praktijktest.
KEUZE 1. Mogelijke keuzedelen De voor dit kwalificatiedossier relevante keuzedelen zijn te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl.
2. Criteria voor keuzedelen De criteria voor nieuw te ontwikkelen keuzedelen zijn: • • • •
Relevantie voor de arbeidsmarkt en/of relevantie voor (verwante) doorstroom Passend binnen het format Bekendheid bij het betreffende kenniscentrum Gelegitimeerd door betreffende onderwijs en bedrijfsleven
VERANTWOORDINGSINFORMATIE De verantwoordingsinformatie voor dit kwalificatiedossier is te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl. Het betreft informatie over: • • • • • • • • • •
Onderliggende beroepscompetentieprofielen en andere brondocumenten Macrodoelmatigheid Wettelijke beroepsvereisten Examenafspraken Studie- en loopbaanperspectief Trends en ontwikkelingen Onderhoudsagenda Betrokkenen Afwijkende NLQF inschaling (indien van toepassing) Afwijking nominale studieduur mbo-4 opleiding (indien van toepassing)
AANVULLENDE INFORMATIE De aanvullende informatie voor dit kwalificatiedossier is te vinden op www.kwalificatiesmbo.nl. Het kan bijvoorbeeld betreffen: • •
Publieksgerichte brochure Beroepeninformatie
Pagina 66 van 66