Quickstart Kristof Mertens Product Specialist & Demonstrator Roland Central Europe
1. Music Assistant De Music Assistant is een database van een 700-tal songtitels. Wanneer je een titel selecteert, kiest de E-80 meteen de juiste style en klanken. Deze database kan door de gebruiker worden aangepast naar eigen smaak. Roland Europe biedt via www.rolandkeyboardclub.com gratis User Programs aan om deze Music Assistant uit te breiden.
2. Easy Setting Met deze drie knoppen kan je direct kiezen op welke manier je op je E-80 wil spelen.
-
-
PIANO: Piano over het hele klavier. GUITAR: de Guitar Mode wordt hierdoor geactiveerd. Deze mode laat je toe op het linkergedeelte van de klavier de akkoorden te spelen, terwijl je op het rechterdeel van het klavier strummings of noten kan spelen. ORGAN: Het klavier wordt gesplit in een upper en een lower. Op beide parts hoor je een orgelgeluid (Harmonic Bars) ARR: Het klavier wordt gesplit om met de arranger te kunnen spelen.
-2-
3. Keyboard Mode Met deze twee knoppen kun je kiezen of je met of zonder splitpunt wil spelen. Wanneer je één van de twee knoppen ingedrukt houdt, verschijnt in het display een menu waar je het splitpunt kan instellen. Ook kan je hier een tweede splitpunt activeren. De upper 3 wordt dan uiterst rechts op het klavier gezet. Andere manieren om in dit scherm te komen: - in het hoofddisplay raak je het veld ‘Split’ aan. - via ‘menu’ < ‘split & touch’.
4. Klanken A. Keyboard Part
De E-80 beschikt over 6 realtime parts: 3 upper, 2 lower en een Manual Bass part. Deze kan je aan- en uitzetten door op de onderste rij knoppen “Part On/Off” te drukken. De bovenste rij “Tone Assign” dient om een bepaalde part te selecteren, zodat je de klank van deze part kan veranderen. Ook de octaafinstelling die het in het hoofdscherm ziet, geldt voor de part die hier in het groen oplicht.
-3-
B. Tone Alle klanken die in de E-80 zitten, zijn via de Tone-knoppen op te roepen. De klanken werden in verschillende pagina’s gerangschikt onder 16 categorieën. Bijkomend zie je nog twee knoppen: - ‘Harmonic Bar’, waarmee je de drawbar orgelklank selecteert. De drawbars kunnen worden geselecteerd voor de upper1, lower1 en manual bass. Wanneer je op deze knop drukt, verschijnt in het display de afbeelding van drawbars. Links boven kan je op ‘effects’ drukken om de Rotary te bedienen of distortion toe te voegen. Het switchen van Rotary slow naar fast en vice versa kan door de bender eventjes naar voor te duwen. - ‘SRX Expansion’, waarmee je de klanken van de expansionboards selecteert, mocht er één of twee aanwezig zijn. De klanken van het expansionboard komen ook automatisch onder de 16 tone categorieën terecht.
Standaard geeft de E-80 enkel een selectie van de aanwezige klanken weer. Om alle klanken te kunnen bereiken, doe je volgende handeling eenmalig: - Druk op “Menu” - Kies “Utility” in het scherm - Selecteer: “Startup” links bovenaan in het scherm - Onder “Extended Set Mode” kies je “Extended”
-4-
5. Styles A. Style Net als de tones, werden de 350 interne styles in categorieën onderverdeeld. Wanneer je één van de 12 categorieën selecteert, kan je via het touch screen de verschillende pagina’s doorlopen. Er is ook één ‘custom’ pagina. Deze is door de gebruiker zelf in te vullen met styles afkomstig van het interne of externe geheugen. Externe styles kan je selecteren door in het style display ‘Disk User’ aan te raken.
B. Style Control Onder ‘Style Control’ vind je alle knoppen die te maken hebben met het afspelen van een style. Hier kan je kiezen welke intro of ending je wilt horen en welke variatie je wilt gebruiken. Over de intro’s en endings van de interne styles: - Intro 1/Ending 1: bestaat altijd uit 1 maat. - Intro 2/Ending 2: intro en ending zonder akkoordprogressie. De speler kan zelf het akkoordenschema bepalen terwijl de intro/ending loopt. - Intro 3/Ending 3: intro en ending zonder melodie. De speler kan zelf improviseren terwijl de intro/ending loopt. - Intro 4/Ending 4: Langere en volledige intro/ending. Wanneer de knop ‘AUTO FILL IN’ aanstaat, wordt er een maat fill in ingevoegd wanneer je van variatie verandert, of wanneer je nog eens op de variatie drukt die op dat moment speelt.
-5-
C. One Touch Bij elke interne style horen 4 One Touch Programs. Vanuit de fabriek werden een aantal klankcombinaties geprogrammeerd die goed bij een bepaalde style passen. Deze voorgeprogrammeerde instellingen maken het mogelijk snel van de ene klank naar de andere te gaan. One Touch-instellingen kunnen door de gebruiker worden aangepast. Ook voor de custom styles (cfr. Hoofdstuk 5-A. Style) kunnen One Touch-instellingen gemaakt worden. Dit wil zeggen dat je als gebruiker voor 120 van je eigen styles One Touch-klanken kan maken! One Touch-instellingen worden bewaard in de style zelf. Mocht je dus “one touch” settings aanpassen, moet je ook de style weer bewaren om de instellingen te behouden.
D. Cover & Makeup Tools Cover en Makeup Tools zijn unieke functies, die je toelaten in een handomdraai styles of MIDI-files te orchestreren. De Cover functie biedt 30 verschillende arrangementen. Laat een style spelen, druk vervolgens op “Cover”, zodat je in het diplay ziet staan: ‘Style Cover’ (mocht er ‘Song Cover’ staan, druk dan een tweede keer op ‘Cover’). Nu zijn er 5 pagina’s met elk 6 mogelijkheden. Kies bijvoorbeeld eens ‘Live Band’. Meteen hoor je dat het hele arrangement van de style verandert. De noten van de style blijven dezelfde, enkel de instrumenten veranderen. Je kunt de volledige style aanpassen, of enkel de drums of de bas. De Makeup Tools laten je toe om heel gedetailleerd te gaan editen. Zo kan je voor elke track van de style of in de MIDI-file andere instrumenten kiezen, effecten veranderen, filters gebruiken, volumes instellen. Voor de drumtrack is het zelfs mogelijk voor elk instrument van die track parameters te veranderen. Wil je liever een snaredrum uit een andere drumset? Geen probleem!
-6-
Een voorbeeld: -
Kies een style, bijvoorbeeld de ‘Analogue Beat’ uit de 16 Beat groep en laat deze gewoon lopen op een C-akkoord. Druk op ‘Cover’. Kies ‘Acoustic 1’. Druk nu op ‘Makeup Tools’. Op pagina 1 zie je de drums staan (V-Jazz Brush) Druk in het display op ‘Solo’. Enkel de drums spelen nog. Druk op ‘Drum Instrument Edit’. Nu hoor je enkel de basdrum nog. Ga naar pagina 15 (70 New Shaker1). Hiervan willen we een tamboerijn maken. Druk dus op ’70 New Shaker 1’ zodat het oplicht. Draai vervolgens het tempowiel naar links, tot je op plaats 54 de tamboerijn tegenkomt. Druk weer op ‘Solo’ om deze uit te schakelen. Als je nu het veldje ‘Volume’ aanraakt, kan je het geluidsniveau van deze tamboerijn regelen, zodat het mooi mast in de mix van de nieuwe style. Het volume van de andere druminstrumenten verandert niet.
Deze nieuwe style kan nu worden opgeslagen in het interne geheugen of op de externe kaart. Cover en Makeup Tools kunnen ook gebruikt worden voor user styles. Iedereen kan dus zijn eigen collectie styles weer helemaal opfrissen, zonder iets van MIDI te kennen. Hetzelfde kan je doen met MIDI-files. De tijd dat elke MIDI-file hetzelfde klinkt, is dus voorgoed voorbij.
-7-
6. Mixer De 9 sliders onder het display doen niet enkel dienst als drawbars. Ze kunnen ook dienst doen als mixer. Onder de sliders selecteer je welke parts ze beïnvloeden: realtime, style, of song parts. Links onder de slider selecteer je welke parameter ze moeten veranderen: volume, panpot (plaatsing van de klank in het stereobeeld), reverb, of chorus.
Door meermaals op de “Song” of “Style”-knop te drukken, selecteer je de verschillende parts van de MIDI-file of van de Style. Bovenaan het scherm zie je de verschillende instrumenten van elke part. Door op het icoontje te drukken kan je het corresponderende instrument muten (uitzetten). Belangrijk: In de Stylemixer, heb je twee verschillende mixers: een makkelijke en een uitgebreide. De makkelijke mixer heet “User Program Style Mixer”. Hierin kan je enkel de part-volumes instellen. Deze instellingen worden bewaard in de User Programs (zie volgende pagina). In de uitgebreide mixer kan je volumes, panning (links-rechts verhouding) reverb en chorus per instrument instellen. Wanneer je hier iets verandert, moet dit worden opgeslagen als een User Style (eigen bewerkte style).
-8-
7. User Program Een User Program is een geheugenplaats waar je alle instellingen zoals klanken, styles, effecten, volumes, pedaalinstellingen, … kan vastleggen. De E-80 heeft 144 van deze geheugenplaatsen. Wanneer deze 144 plaatsen volledig ingevuld zijn, kan je al deze User Programs als een User Program Set wegschrijven naar het interne of externe geheugen. Vervolgens kan de gebruiker opnieuw beginnen aan een volgende set van 144 User Programs. Dit kan praktisch onbeperkt herhaald worden. In theorie kan je tot 80.000 User Programs bewaren. Alle User Programs die in de E-80 worden bewaard, komen automatisch in een alfabetische lijst te staan. Hierover later meer in hoofdstuk 8.
A. List Wanneer je op de knop ‘List’ drukt, krijg je in het display – net als bij tones en styles – de lijst van alle beschikbare User Programs te zien, onderverdeeld in 18 pagina’s van 8 User Programs. Om een User Program te selecteren raak je gewoon de titel aan, of druk je op de corresponderende knop. Om een User Program vast te leggen, raak je eerst het veldje ‘write’ aan, zodat dit rood oplicht. Vervolgens kies je een plaats waar je het User Program wil zetten en geef je het een naam. Wanneer je ten slotte op ‘Execute” drukt, wordt het User Program bewaard in het interne geheugen. Wanneer er al een User Program bestaat met dezelfde naam, vraagt de E-80 of dit mag worden vervangen door het nieuwe. Het is ook best mogelijk dat de E-80 de melding geeft: ‘Internal Memory Protected’. Om deze protectie uit te schakelen, zet je de schakelaar achteraan het keyboard in de positie met de afbeelding van het losse slotje.
-9-
B. Hold Het kan zijn, dat je bepaalde parameters van een User Program niet wil oproepen. Bijvoorbeeld wanneer je wel de klanken van het volgende User Program wil oproepen, maar niet de style. Je wilt gewoon blijven spelen met de style die op dit moment speelt. Om dit te bereiken, houd je de knop ‘Hold’ even ingedrukt, tot je in het scherm ‘Hold Settings’ terechtkomt. In dit geval kies je om de style te behouden, dus je vinkt je veld ‘style’ aan. Je drukt ten slotte nogmaals op ‘Hold’ om de functie te activeren. C. Backup maken Het is aan te raden regelmatig een backup te maken van je User Programs. Mocht er ooit iets foutlopen met je E-80, heb je nog altijd je User Programs op een diskette of kaart. Een backup maken doe je zo: - druk op ‘Disk & Media’ - kies ‘Save’ en ‘User Program Set’ - Geef een naam aan de User Program Set - Selecteer waar je de backup wil plaatsen: het interne geheugen of de externe kaart. Om naar een externe kaart te kunnen schrijven, moet deze uiteraard wel aanwezig en geformatteerd zijn. - Druk op ‘Execute’. Een backup weer inladen doe je zo: - druk op ‘Disk & Media’ - kies ‘Load’ en ‘User Program Set’ - Selecteer de set die je wilt inladen. - Druk op ‘Execute’.
- 10 -
8. Finder
Via ‘Song’, ‘Style’, of ‘User Program’ onder de Finder, krijg je directe toegang tot de verschillende geheugenplaatsen. Voor User Programs kan dit heel makkelijk zijn. Je bent niet meer verplicht een andere User Program Set in te laden om een bepaalde User op te roepen. Onder de Finder heb je immers een alfabetische lijst van alle User Programs die je ooit hebt bewaard.
9. D-Beam De D-Beam controller is een infrarood ‘oog’ dat bewegingen die erboven gebeuren, kan waarnemen. Je kunt deze controller gebruiken om instrumenten te spelen, parts te muten, songs of styles te starten, fade in of fade out, … De functie van de D-Beam controller kan je instellen door één van de knoppen onder het oog ingedrukt te houden. Deze instelling wordt opgeslagen in User Programs.
- 11 -
10.
Recorder A. 16-track sequencer
De E-80 beschikt over de makkelijkste 16 track sequencer ooit. Via de ‘Song Finder’ kies je een MIDI-file en je drukt op de knop ’16-TRK SEQ. Meteen kom je in het volgende scherm:
Iemand die meer met sequencers werkt, herkent onmiddellijk de lay-out. Links kan je bepaalde instrumenten selecteren, in solo mode zetten of muten. Rechts heb je volgende keuzes: - Track Edit: Quantize, events kopiëren, deleten, velocity aanpassen, … - Micro Edit: Vergelijkbaar met een Event List, die we kennen uit software sequencers, met bank select, program changes, control changes, en uiteraard alle note events. - Master Track: Globale instellingen zoals maatsoort, tempo, … - Initialize Song: Dit dient om het geheugen van de sequencer helemaal leeg te maken.
- 12 -
B. Mark & Jump Het is mogelijk in een MIDI-file 4 markers te plaatsen. Meestal zullen deze gezet worden in het begin van een strofe, refrein, bridge en einde. Zodoende kan men wanneer men aan het einde van de MIDI-file komt, terugkeren naar een strofe of refrein. Dankzij deze markers is de muzikant niet meer gebonden aan de structuur van een MIDI-file, maar kan hij vrij manoeuvreren binnen een song.
C. Lyrics & Score De E-80 kan op het display lyrics en scores (partituren) van MIDI-files weergeven. Kies via de Song Finder een MIDI-file met lyrics (bijvoorbeeld ‘Amazing Grace’, standaard op elke G-70), druk op ‘play’ in de recordersectie en druk vervolgens op ‘lyrics & score’. Je ziet in het display dat de lyrics de song volgen. Ook de akkoorden van de MIDI-file worden weergegeven. Dit is ook het scherm dat men ziet wanneer men via de Video Output, een TV scherm of beamer aansluit. Met de ‘Zoom’-functie kan je de tekst uitvergroten. Via ‘Options’ kan je de kleuren van de achtergrond en de tekst veranderen, alsook zelf teksten importeren (.txt-files, te maken met Microsoft Word), teksten synchroniseren met een bestaande MIDI-file, of teksten exporteren om ze te openen op de computer. Als je in het lyrics display op ‘score’ drukt, zie je het notenschrift van bepaalde tracks. Ook hier kan je zoomen, en via ‘Options’ kiezen welke track(s) je wilt bekijken en in welke sleutel.
- 13 -
11.
Vocal Harmonist
De Vocal Harmonist laat je toe – mits aansluiting van een microfoon op de daartoe speciaal voorziene microfooningang – effecten en harmonieën toe te voegen aan je eigen stem. Met de knop uiterst rechts kan je het ingangsniveau van de microfoon afstellen. Het is uiterst belangrijk dat dit zorgvuldig gebeurt. Het rode lampje mag nooit gaan branden, want dit gaat een vervormd geluid veroorzaken. We bekijken de knoppen van links naar rechts: - Voice: met deze draaiknop kan je het volume van je eigen stem regelen. - Talk: Wanneer je deze aanzet, verdwijnen alle effecten van je stem. Dit is makkelijk wanneer je tussendoor iets wil zeggen door de microfoon. Ook het volume van het keyboard kan worden verminderd wanneer de ‘talk’ actief is. Instellingen maken kan door de ‘Talk’-knop even ingedrukt te houden. - Auto Pitch: Automatisch wordt alles wat er door de microfoon wordt gezegd, op een bepaalde toonhoogte gezet. Deze toonhoogte kan worden aangegeven door de melodielijn van een MIDI-file of door het klavier. Zelfs vibrato kan aan de stem worden toegevoegd. Alweer: de knop even ingedrukt houden brengt ons tot het maken van instellingen. - Voice Fx: Je kunt je eigen stem helemaal vervormen met deze knop. U raadt het al: knop even ingedrukt houden om de verschillende effecttypes te selecteren. - Singer: Automatisch worden de meest gebruikte effecten toegevoegd om met een mooi geluid te kunnen zingen: compressor, noise gate, reverb en delay. - Harmony: hiermee regelt men het volume van de bijgevoegde harmony. - Small: Hiermee kan je één of twee stemmen bij je eigen stem voegen. - Ensemble: Hiermee kan je drie of vier stemmen bij je eigen stem voegen. - Vocoder, je stem wordt vervormd naar een robotachtige klank. Wordt vooral gebruikt in moderne muziek(dance, R&B, …) - Effect: hiermee kan je direct de hoeveelheid effect regelen. Een Vocal Harmonist is niet altijd even makkelijk te gebruiken. De E-80 heeft heel wat presets, die perfect bruikbaar zijn. Oefenen met een hoofdtelefoon kan heel leerrijk zijn. Bij live gebruik zijn goede monitors onontbeerlijk.
- 14 -
12.
Effects
Een groot deel van de klank van een keyboard wordt bepaald door effecten. De E-80 heeft tal van effect processors aan boord: - Keyboard Effect: Reverb, chorus en een multieffect (Mfx). Door op ‘Edit te drukken kan je deze effecten veranderen. Onder de chorus effecten zit ook een delay, die automatisch aan het tempo van de arranger wordt aangepast. - Style/song effects: Reverb en chorus (+ delay), 3x Multi-effects voor de style- of song parts. - Mastering Tools: Net voor de output gaat het totale geluid door een EQ en door een compressor. Dit zorgt voor een compact en mooi geluid. - Audio Effects: speciale DSP voor het signaal dat via de audio input binnenkomt. Je kunt bijvoorbeeld een CD-speler of sampler aansluiten op de input van de E-80 en de interne effecten van de E-80 hiervoor gebruiken. - Speaker Modeling: Speakersimulatie voor de interne speakers. Ook de digitale Bass Enhancer kan hier worden ingesteld. - Rotary, distortion, leakage, … voor het orgelgeluid (Harmonic Bars) - Compressor, noise gate, reverb, delay voor de microfooningang - Vocoder, harmony, reverb, chorus, delay voor de Harmonist-functie
- 15 -
13.
Disk & Media Alles wat te maken heeft met het gebruik van geheugen, zij het intern, extern, of floppy, vinden we onder deze knop. Je kunt hier songs, styles, User Program sets of MIDI sets laden, bewaren op een kaartje, deleten (wissen) of een andere naam geven. Ook het formatteren van de externe kaart gebeurt hier. De E-80 is niet uitgerust met een harddisk en wel om verschillende redenen: - Een harddisk is magnetisch en dus niet erg goed voor de audio signalen die door een instrument lopen. - Een harddisk beweegt en is dus kwetsbaar bij vervoer. - Een harddisk moet vaak weer opstarten en is dus vrij traag.
Roland verkoos dus SSD-geheugen. Dit is elektrisch, niet bewegend en veel sneller. Intern is er al 64 MB beschikbaar, goed voor zo’n 1300 MIDI-files. Mocht dit niet voldoende zijn, kan het geheugen worden uitgebreid door middel van Compact Flash, Smart Media, SD card, memory stick, … Alles mits de juiste adapter. Je kunt tot 4 GB kaarten gebruiken.
Compact Flash kaart met CF-adapter
- 16 -
14.
USB
De USB-verbinding is een belangrijke feature van de E-80. Deze dient niet enkel om data te kopiëren van de E-80 naar de computer (of omgekeerd), maar ze kan ook dienen als MIDI-verbinding. Eerst bekijken we de data transfer: - Verbind de E-80 met een USB kabel aan de computer - Druk op ‘menu’ en kies in het display ‘USB Data Strorage’. - Nu kan je kiezen of je het interne geheugen (64 MB SSD) of het externe geheugen (PC Card) wil verbinden. Maak je keuze. - De E-80 maakt verbinding en automatisch herkent de computer de E-80 als een externe schijf. Heel erg belangrijk: Het interne geheugen of een op de E-80 geformatteerde schijf hebben een gestructureerde indeling. Wanneer je bepaalde files via de computer naar het geheugen van de E80 wil schrijven, is het van erg groot belang dat je alle files in de juiste folder plaatst. Nieuwe MIDIfiles plaats je bijvoorbeeld niet in de map ‘songs’, maar wel in de map ‘Put New Songs Here’. Na de transfer maakt de E-80 zelf een nieuwe database en plaatst hij ze zelf in de map ‘song’. Hetzelfde geldt voor styles en user programs. Om de USB-verbinding als MIDI-verbinding te gebruiken, moet je eerst in de E-80 deze functie activeren. Hiervoor druk je op ‘menu’ en kiest vervolgens ‘MIDI’. Wanneer je nu de verbinding maakt, vraagt de computer om de driver te installeren die op de bijgeleverde CD-ROM staat.
- 17 -
15.
Connecties
Van links naar rechts: - Metronoom output met volumeregeling. Dit kan handig zijn wanneer je met een drummer wil meespelen. De drummer krijgt dan een kliktrack van de E-80 door zijn hoofdtelefoon om monitor. - External Source/Audio In: hierop kan je een CD/MP3-speler, sampler of tweede klavier aansluiten. Zoals eerder vermeld kan dit signaal door een aparte effectprocessor worden gestuurd en op het frontpaneel van de E-80 kan je het volume van deze externe bron regelen. - Microfoon input: hierop kan je zowel een jack (ongebalanceerd) als een XLRstekker (gebalanceerd) aansluiten. Met de switch kan je kiezen of je op lijnsignaal of op microfoonsignaal wil werken. Dankzij de line input en de stereo output kan je de vocal effectprocessor ook als extern effectapparaat gebruiken via een send/return van de mengtafel. - Output Main: audio output
- 18 -
Van links naar rechts - FC-7 aansluiting: hierop kan je de Roland FC-7 pedalenbak aansluiten. Deze heeft 7 pedaaltjes die elk afzonderlijk in te stellen zijn. De instellingen van de pedaaltjes doe je via ‘Menu’ < ‘Foot Controllers’ < ‘FC-7’. Simpelweg door één van de pedaaltjes in het display aan te raken, zie je de functie verschijnen. Deze instellingen worden bewaard per User Program Set, en niet voor elk User Program apart. - Hold footswitch: hierop kan je een DP-2, DP-8 of DP-10 aansluiten. Deze pedaal zorgt voor de sustain- of hold-functie - Foot Switch: hierop kan je een DP-2 of FS-5U aansluiten. Je kunt hier allerlei functies aan toewijzen als bediening van de arranger, rotary slow/fast, user program up/down of bediening van de vocal harmonist. - Foot Pedal: hierop kan je een EV-5 of EV-7 aansluiten als volumepedaal. Je kunt het globale volume regelen, of het volume van bepaalde parts. De functies van deze drie pedaaltjes zijn in te stellen via ‘Menu’ < Foot Controllers’ en worden bewaard per User Program. De functie kan dus per User Program verschillen. -
MIDI In/Out/Thru: verbinding met andere instrumenten of met de computer kan via deze MIDI jacks. Mocht je via MIDI willen verbinden met de computer, heb je wel een MIDI-interface nodig, zoals de UM-1X van Edirol. USB: zoals hierboven al vermeld, kan deze dienen als MIDI-verbinding met de computer of om data (songs, styles, …) te zenden/ontvangen. PCM/CIA Card Slot: zoals hierboven al vermeld, kan je hier het geheugen mee uitbreiden tot maximaal 4 GB. Aan te raden medium is Compact Flash, wegens niet te duur en betrouwbaar. Switch om protectie van het geheugen in of uit te schakelen. Wanneer deze protectie is ingeschakeld, is het niet mogelijk om User Programs te bewaren of iets naar een geheugenplaats te schrijven. Video Output: afficheert de lyrics en akkoorden op een TV-scherm.
- 19 -
Bezoek online: www.rolandkeyboardclub.com
- 20 -