Kringloop papier en karton Het systeem van
• inzamelen • herverwerken • monitoring • financiering
Kringloop papier en karton voor niet-verpakkingen van papier en karton Het systeem van • inzamelen • herverwerken • monitoring • financiering
Opzet en gebruik Deze brochure geeft een zo breed mogelijk inzicht in het inzamel- en herverwerkingsysteem voor oudpapier en -karton.
1
I N H O U D S O P G AV E
Voorwoord Recycling en hergebruik van oudpapier Feiten en cijfers Het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton Papiervezelconvenant III Verpakkingenbelasting Uitvoering Afvalfonds, PRN, Nedvang en Belastingdienst 60 jaar inzameling van oudpapier Papiervezelconvenant III De financiering van het systeem Kernpunten Papiervezelconvenant III Papier en karton, de markt en het hergebruik Consumptie, inzameling en hergebruik van papier en karton Vrije marktwerking Verwijderingsfonds Monitoring door stichting Papier Recycling Nederland (PRN) De rollen in het inzameling- en herverwerkingsysteem • De rol van de gemeenten • De rol van oudpapierondernemingen • De rol van Eerste Ontvangers (van papier en karton) Stichting Papier Recycling Nederland (PRN) Stichting Verwijderingsfonds (SVF) Overschotmanagement BV Kwaliteitseisen oudpapier en -karton Certificering oudpapieronderneming Gemeenten en oudpapieronderneming Vrije marktwerking en mededinging Geschillenregeling
2
3 4 4 4 4 5 5 7 9 12 13 14 16 16 17 18 19 19 20 21 23 23 25 25 26 26 27 29
Bijlagen 1 Papiervezelconvenant III (inclusief 2 bijlagen) 2 Spelregels voor het openen en sluiten van het Verwijderingsfonds 3 Protocol ter zake van de vaststelling van de vervuilingsgraad van oudpapier en -karton 4 Protocol ter zake van de vaststelling van de standaard transportkosten 5 Scheidingsregels oudpapier en -karton 6 Definities en begrippen 7 Afkortingen
41 43 44 45 48
Belangrijke adressen Trefwoordenregister
48 51
30 39
Voorwoord van de voorzitter van PRN Voor u ligt het nieuwe uitvoeringsprotocol voor niet-verpakkingen van papier en karton van stichting Papier Recycling Nederland (PRN). Teneinde het voor alle betrokkenen zo overzichtelijk mogelijk te maken vindt u naast deze productie ook het uitvoeringsprotocol voor verpakkingen van papier en karton zoals dat door Nedvang (in de nieuwe gedaante in december 2007 opgericht) is opgesteld en waaraan door PRN en Verpakkingen Recycling Nederland (VRN) wordt medegewerkt. De doelstelling zoals wij die in de afgelopen 10 jaar hebben nagestreefd en verwezenlijkt blijft onveranderd: zorgen dat onder alle marktomstandigheden oudpapier en -karton brongescheiden worden ingezameld zodat die een nieuwe cyclus als product kunnen doorlopen. Kort gezegd: geen afval maar grondstof. Met voldoening zien wij terug op het behaalde inzamelpercentage. Voor niet-verpakkingen boven de 80%! Dat was de basis voor een op 22 mei 2007 met de VNG afgesloten nieuw Papiervezelconvenant. De overeengekomen looptijd daarvan is vier jaar. In samenhang met het Papiervezelconvenant heeft de minister van VROM in december 2007 een algemeen verbindend verklaring vastgesteld waardoor de gehele papier- en kartonketen wordt gebonden. Freeriding en dus oneerlijke concurrentie kan daardoor worden tegengegaan. Met enige trots vermeld ik dat wij erin geslaagd zijn door uiterste efficiency te betrachten met een klein aantal medewerkers de kosten voor het bedrijfsleven laag te houden. In de komende jaren zal alleen een heffing worden opgelegd in geval van een zodanige daling van de marktprijs voor oudpapier en -karton dat daaruit de kosten voor inzameling en bewerking niet meer betaald kunnen worden. Overigens zal een keer in deze periode een heffing plaatsvinden om de apparaatskosten te dekken.
VOORWOORD
De werkingssfeer van dit convenant en de algemeen verbindend verklaring betreft kranten, tijdschriften, boeken en folders van papier en karton evenals sanitaire toepassingen en waardepapieren waarvan wij beseffen dat die niet inzamelbaar zijn. Er is voor de totstandkoming van dit uitvoeringsplan veel werk verzet. Uitgangspunt is geweest het bedrijfsleven zo weinig mogelijk te confronteren met financiële lasten en administratieve rompslomp, terwijl tegelijkertijd toch de door de overheid gestelde doelen moesten worden gerealiseerd. In die opzet menen wij te zijn geslaagd.
3
Prof. H.J. L. Vonhoff Voorzitter PRN & VRN
Recycling en hergebruik oudpapier Feiten & cijfers Van alle gescheiden aangeboden (afval)materialen die bij huishoudens en bedrijven vrijkomen, vormt oudpapier en -karton een groot aandeel. In 2007 werd in totaal 2.730.000 ton oudpapier ingezameld. Het ingezamelde oudpapier uit huishoudens bestaat voor 23% uit gebruikte verpakkingen en 77% uit andere, voornamelijk grafische, producten van papier en karton. Dit zijn vooral kranten, tijdschriften, folders, boeken, catalogi en printerpapier. Al dit ingezamelde oudpapier wordt hergebruikt. Met een gemiddelde van 79% behoort Nederland bij de Europese koplopers in papierrecycling. Voor de productie van nieuw papier en karton is oudpapier een belangrijke grondstof: in Nederland gemaakt nieuw papier en karton bestaat voor ruim 75% uit gerecycled oudpapier en -karton. Besluit beheer verpakkingen en papier en karton, convenant, verpakkingenbelasting Besluit beheer verpakkingen en papier en karton Op 1 januari 2006 is het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton in werking getreden (verder: Besluit). Hiermee is een eind gekomen aan drie opeenvolgende convenanten verpakkingen (1991 t/m 2005). Op grond van het Besluit zijn producenten en importeurs zowel individueel als financieel verantwoordelijk voor de kosten van inzameling en hergebruik van de verpakkingen die zij gebruiken of toevoegen aan hun producten voor de Nederlandse markt (producentenverantwoordelijkheid). Doel van het Besluit is de milieubelasting van verpakkingen en papier en karton door preventie en hergebruik te verminderen. Van alle verpakkingen van alle materiaalsoorten moet 65 procent als materiaal worden hergebruikt. Daarnaast zijn per verpakkingsmateriaal doelstellingen voor hergebruik geformuleerd: voor verpakkingen van papier en karton is de doelstelling 75%. Met het Besluit wordt de EG-richtlijn Verpakking en verpakkingsafval (nr. 94/92/EG, PbEG L 47) in Nederland geïmplementeerd en uitgevoerd. De financiering loopt via de verpakkingenbelasting, die op 1 januari 2008 is ingevoerd. Vanaf 2008 zijn de verpakkingenbelasting, de vergoedingen in het kader van producentenverantwoordelijkheid en de bestrijding van zwerfafval geïntegreerd in één heffing: de verpakkingenbelasting die belastingplichtige bedrijven op aangifte aan de Belastingdienst voldoen. Uit de opbrengst wordt € 115 miljoen in een Afvalfonds gestort. Gemeenten krijgen uit het Afvalfonds vergoedingen voor de inzameling van huishoudelijk verpakkingsafval uitgekeerd. Papiervezelconvenant III Het Besluit kent tevens een wettelijke grondslag voor producentenverantwoordelijkheid voor andere producten van papier en karton (niet-verpakkingen), voornamelijk grafische producten zoals kranten, tijdschriften, folders, boeken, catalogi en printpapier (artikel 5 van het Besluit).
4
De nieuwe afspraken over inzameling en herverwerking van oudpapier en -karton: Papiervezelconvenant III 5
Producentenverantwoordelijkheid voor (producten van) papier en karton niet zijnde verpakkingen is echter niet ingevoerd. Om de succesvolle aanpak van convenanten ook voor de stroom oudpapier van deze producten te continueren, hebben de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Stichting PRN op 22 mei 2007 het Papiervezelconvenant III gesloten. Papiervezelconvenant III geeft gemeenten een afzetgarantieprijs van € 20 per ton voor onbewerkt oudpapier, niet zijnde verpakkingen. Als de opbrengstprijs onder de afzetgarantieprijs zakt, vergoedt PRN het verschil aan gemeenten (met een maximum van € 20 per ton). Het 3de Papiervezelconvenant heeft een looptijd tot en met 2010. Verpakkingenbelasting In het Coalitieakkoord 2007 van het kabinet is een verpakkingenbelasting aangekondigd per 1 januari 2008. Deze nieuwe verpakkingenbelasting maakt onderdeel uit van het Belastingplan 2008 en wordt opgenomen in de Wet belastingen op milieugrondslag (Wbm). Doel van de belasting is het genereren van opbrengsten voor de algemene middelen in de overheidsbegroting en zal naar de mening van het kabinet leiden tot het verminderen van milieubelasting door verpakkingen. De belasting is van toepassing op alle verpakkingen (consumenten- en bedrijfsverpakkingen) en levert € 250 miljoen per jaar op. De uitvoering: Afvalfonds, PRN, Nedvang en Belastingdienst Uitvoering Besluit (verpakkingen) De afspraken over de uitvoering van het ‘Besluit beheer verpakkingen en papier en karton’ zijn vastgelegd in de Raamovereenkomst van 27 juli 2007 tussen het ministerie van VROM, het (verpakkende) bedrijfsleven (Nedvang) en de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG). De overeenkomst heeft een looptijd van vijf jaar (2008 t/m 2012). De Raamovereenkomst is alleen van toepassing op verpakkingen die vrijkomen bij huishoudens (consumentenverpakkingen). Het verpakkende bedrijfsleven blijft te allen tijde verantwoordelijk voor het behalen van de doelstellingen uit het Besluit. Voor vrijgekomen verpakkingen van papier en karton (dat is gemiddeld 23% van de totale huishoudelijke oudpapierstroom) kunnen gemeenten kiezen uit optie A en B. Optie A
De gemeente draagt zorg voor de inzameling en aflevering tot de bewerker. De gemeente is eigenaar van de ingezamelde verpakkingen. De verkoopopbrengst komt geheel ten goede aan de gemeente. Als de opbrengstprijs minder is dan € 40 per 1.000 kg wordt het verschil tot € 40 uit het Afvalfonds aangevuld. Als de transportafstand vanaf de gemeentegrens naar de verwerker meer dan 30 km is, vergoedt het Afvalfonds de gemeente de afstand boven die 30 km met € 0,14 per 1.000 kg per km.
De nieuwe afspraken over inzameling en herverwerking van oudpapier en -karton: Papiervezelconvenant III
Optie B
6
De gemeente draagt zorg voor de inzameling en aflevering tot de bewerker. De gemeente is eigenaar van de ingezamelde verpakkingen. De verkoopopbrengst komt geheel ten goede aan de gemeente. De gemeente ontvangt uit het Afvalfonds een registratievergoeding van € 6,25 per 1.000 kg voor de monitoring van de hoeveelheid ingezamelde papieren en kartonnen verpakkingen (23% van de totale huishoudelijke oudpapierstroom).
Voorts is in de Raamovereenkomst afgesproken dat het verpakkende bedrijfsleven in geval van uitzonderlijke marktomstandigheden (zoals negatieve opbrengstprijzen) een afnamegarantie tegen nulprijs voor het verpakkingendeel in de oudpapierstroom geeft. Het bedrijfsleven zal via één organisatie uitvoering geven aan het Besluit, conform de zogenoemde één loket gedachte, één aanspreekpunt voor gemeenten. Hiertoe is Stichting Nedvang opgericht, een collectief van erkende uitvoeringsorganisaties. In een uitvoeringsprotocol is de praktische uitwerking van de Raamovereenkomst beschreven en wordt de uitvoering van de verschillende taken ten aanzien van de inzameling en scheiding van huishoudelijk verpakkingsafval uitgelegd. Uitvoering Papiervezelconvenant III Stichting PRN voert sinds 1998 het inzamel- en herverwerkingsysteem voor papier en karton uit. Het systeem is vastgelegd in het Papiervezelconvenant en betreft (producten van) papier en karton anders dan verpakkingen (kranten, tijdschriften, printpapier, e.d.). Inning verpakkingenbelasting De verpakkingenbelasting wordt geïnd door het ministerie van Financiën (Belastingdienst). De vergoedingen in het kader van het Besluit en de bijdragen in het kader van het Impulsprogramma Zwerfafval (samen € 115 miljoen per jaar) worden in de verpakkingenbelasting (€ 250 miljoen) geïntegreerd. De dekking van de € 115 miljoen vindt plaats door heffingen bij het verpakkende bedrijfsleven, de producenten/importeurs. Deze heffingen worden geïnd door het ministerie van Financiën (Belastingdienst), samen met de € 250 miljoen verpakkingenbelasting. In totaal gaat het dus om € 365 miljoen per jaar. Voor het jaar 2008 heeft het ministerie van Financiën haar aandeel in de verpakkingenbelastingen gehalveerd van € 250 miljoen naar € 125 miljoen. De tarieven per materiaalsoort zijn dienovereenkomstig eenmalig aangepast. In totaal komt de verpakkingenbelasting in 2008 daarmee uit op € 240 miljoen. De begroting van VROM wordt elk jaar met € 115 verhoogd. Vervolgens stort VROM jaarlijks € 115 miljoen in het Afvalfonds, waaruit inzamelvergoedingen conform de producentenverantwoordelijkheid, en vastgelegd in de Raamovereenkomst, aan gemeenten worden uitgekeerd. Ook het impulsprogramma voor de aanpak van zwerfafval wordt uit dit bedrag gefinancierd (€ 11 miljoen).
Al bijna 60 jaar inzameling oudpapier OPK: een waardevolle secundaire grondstof Al sinds de vijftiger jaren van de vorige eeuw - bijna 60 jaar wordt oudpapier en -karton (OPK) als secundaire grondstof gebruikt door de papier- en kartonindustrie. OPK is een goed voorbeeld van wat afvalmateriaal voor de één is, een economisch waardevolle en belangrijke grondstof voor de ander is. Dit betekent dat het sluiten van de kringloop economisch wordt gedreven, hetgeen een essentiële succesfactor is voor het resultaat dat de schakels in de kringloopketen en andere belanghebbenden nastreven. Nederland behoort met 79% inzameling en hergebruik tot de Europese koplopers in papierrecycling. Inzameling via fijnmazig netwerk De feitelijke inzameling vindt plaats door (sport)verenigingen, scholen, kerken, charitatieve instellingen, e.d., die een deel van de opbrengst van het OPK mogen houden. Zij werken samen met de gemeenten, die de inzameling vaak subsidiëren. Daarnaast vindt gescheiden inzameling plaats via milieuparkjes waar de burgers hun oudpapier in een container deponeren. Het vergaarde oudpapier wordt gereinigd, gesorteerd, gebaald en tegen geldende marktprijzen verkocht aan de papierindustrie. De inzameling is een intensieve activiteit, die via een fijnmazig netwerk wordt uitgevoerd. Gemeenten vrij in hoe zij OPK (laten) inzamelen Uitsluitend de inzamelkosten van OPK (brongescheiden) uit huishoudens tot het overdrachtspunt (waar de bedrijfsmatige overname plaatsvindt) zijn voor rekening van de gemeenten. Dit vloeit voort uit de wettelijke zorgplicht van gemeenten voor inzameling van huishoudelijke afvalstoffen (artikel 10.21 Wet milieubeheer). Gemeenten zijn vrij om te bepalen hoe het oudpapier wordt ingezameld: via OPK-containers, door middel van een haalsysteem al dan niet met minicontainers, door inschakeling van sportclubs, verenigingen, scholen en kerken e.d. Verder is met de gemeenten overeengekomen dat zij onder geen enkele omstandigheid geld zullen toegeven aan de oudpapieronderneming (de minimum prijs is nul), terwijl deze op haar beurt aan de gemeenten de garantie heeft afgegeven dat afname van OPK te allen tijde zal plaatsvinden.
7
Grillige wereldmarkt vereist aanpak gericht op meer evenwicht OPK-markt is mondiaal en onvoorspelbaar Oudpapier is sinds enkele decennia een commodity, de prijs komt tot stand door vraag en aanbod, en het gaat om grote hoeveelheden oudpapier. Als commodity is oudpapier en de markt daarvoor in toenemende mate afhankelijk van mondiale invloeden. De ontwikkelingen op de oudpapiermarkt kunnen een grillig verloop vertonen. Zij worden gekenmerkt door grote en/of snelle veranderingen in vraag en aanbod, met schoksgewijze prijsschommelingen en - verschillen als gevolg van tekorten en overschotten. Deze kenmerken maken het inzamel- en herverwerkingsysteem kwetsbaar. Wereldwijd stijgt de consumptie van nieuw papier en karton net als het hergebruik van oudpapier. Vanuit Europa wordt veel oudpapier naar vooral zuidoost Azië geëxporteerd. In Azië in papier en karton verpakte producten die in grote hoeveelheden in Europa en Amerika worden afgezet, leveren hier een belangrijk exportoverschot aan oudpapier (verpakkingsmateriaal) op. Om aan de vraag naar grondstof voor nieuwe verpakkingen van papier en karton te kunnen voldoen, importeert Azië veel oudpapier uit Europa en Amerika. Zo wordt de OPK-kringloop mondiaal gesloten. Binnen de EU zijn ook verschuivingen gaande. De export - en tevens de inzameling en het hergebruik - vanuit Duitsland naar andere EU-landen is toegenomen. Groeit de vraag van de oudpapiermarkt met schokken, de inzameling neemt van nature meer geleidelijk toe. Door ingrijpen van de politiek is echter van een evenwichtige ontwikkeling van het aanbod van oudpapier geen sprake meer. De marktprijzen voor OPK worden tegenwoordig meer bepaald door nationale wetgeving en inzamelijver dan door de conjunctuur. Dit gebeurt in combinatie met schoksgewijze groei in het hergebruik en wordt versterkt door de sterke groei in oudpapierstromen tussen de continenten. Gevolgen voor het inzamel- en herverwerkingsysteem in Nederland Een andere essentiële succesfactor voor het goed functioneren van het systeem, naast de eerder genoemde economische drijfveren, is een min of meer constante toevoer van oudpapier en -karton. Dit geldt zowel voor gemeenten (ongeacht wie voor de feitelijke inzameling zorgt) als de oudpapierondernemingen en de papier- en kartonindustrie. Gemeenten maken gebruik van de diensten van de oudpapierondernemingen voor de afzet van het door hen brongescheiden ingezamelde oudpapier. Zolang de marktprijs voor oudpapier op een goed niveau ligt - dan is er voldoende marktvraag - zijn er geen financiële- en afzetproblemen. Heeft het ingezamelde OPK een lage of zelfs geen economische waarde (onvoldoende marktvraag), dan lopen gemeenten het risico dat zij de oudpapierondernemingen (hun afnemers) moeten bijbetalen om van het OPK af te komen. Op hun beurt moeten de oudpapierondernemingen het OPK opslaan omdat zij geen afzetmogelijkheden hebben, en betere tijden afwachten. Bij een langere periode van onvoldoende marktvraag raken de opslagplaatsen voor oudpapier vol, en leidt dit er automatisch toe dat de oudpapierinzameling uit huishoudens inzakt.
8
Meer evenwicht in vraag en aanbod OPK Dit is slecht voor de gemeenten, omdat het OPK dan niet meer brongescheiden wordt ingezameld en met het restafval wordt verwijderd. Gemeenten zijn wettelijk verplicht huishoudelijk afval in te zamelen. Verwijdering met het restafval kost de gemeenten inzamel- en verbrandingskosten van € 150 à € 200 per ton. Bovendien zijn er dan geen inkomsten meer uit de verkoop van het OPK. Ook voor de oudpapierondernemingen en de oudpapier verwerkende industrie is dit een slechte zaak, zij hebben te maken met een tekort aan hun secundaire grondstof oudpapier. Na een dergelijke dip in de brongescheiden inzameling in huishoudens duurt het lang voor de inzameling weer herstelt en op het oude niveau terug is. Papiervezelconvenant III zorgt voor meer stabiliteit in het belang van alle schakels in de keten.
Het Papiervezelconvenant III Al tien jaar succesvolle zelfregulering Het Papiervezelconvenant is een goed voorbeeld van zelfregulering door het betreffende bedrijfsleven, actief in de papier- en kartonketen, en bestaat en functioneert al tien jaar, met aantoonbaar resultaat tegen lage kosten. Definitie papier en karton Tot 'papier en karton' behoren al het papier en karton en/of kant en klare producten van papier en karton, niet zijnde verpakkingen, die op de Nederlandse markt worden gebracht. Een product van papier/karton is een product, niet zijnde een verpakking, waarbij de gewichtscomponent papier en/of karton het zwaarste deelmateriaal is. Het Papiervezelconvenant omvat al het onder deze definitie vallend papier en karton. Inzameling en afzet OPK gewaarborgd onder alle marktomstandigheden Stichting Papier Recycling Nederland (PRN) voert sinds 1998 het inzamel- en herverwerkingsysteem voor papier en karton uit. Het systeem is vastgelegd in het derde Papiervezelconvenant. Dit is een convenant tussen PRN en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Het doel van het systeem is de inzameling van brongescheiden oudpapier uit huishoudens te waarborgen en te optimaliseren, ook in tijden van lage marktprijzen voor oudpapier. Door het systeem van PRN worden gemeenten die een overeenkomst met PRN hebben gevrijwaard van de kosten die voortvloeien uit de bewerking (reinigen, sorteren etc.) en opslag van het ingezamelde oudpapier. Het Papiervezelconvenant II was van kracht tot en met 31 december 2006. Dit convenant was gesloten in het kader van het Convenant Verpakkingen III. Met ingang van 1 januari 2006 is het ‘’Besluit beheer verpakkingen en papier en karton’’ van kracht. Artikel 5 van het Besluit (grafische toepassingen van papier en karton) is niet in werking getreden. Om de succesvolle
9
aanpak van convenanten te continueren - ook voor oudpapier dat geen verpakking is - hebben de VNG en PRN op 22 mei 2007 het Papiervezelconvenant III gesloten. Dit convenant heeft een looptijd tot en met 2010. Afnamegarantie voor aangesloten gemeenten Het systeem werkt als volgt. Gemeenten schakelen oudpapierondernemingen in om het oudpapier in hun verzorgingsgebied af te nemen en/of in te zamelen. Oudpapierondernemingen maken voor de gemeenten kosten om de afvalstroom oudpapier en -karton te bewerken teneinde deze geschikt te maken als secundaire grondstof voor de productie van nieuw papier en karton. Deze bewerkingskosten betreffen kosten voor inname, wegen, reiniging, sortering naar papiersoort, balen, opslag en transport van het ingezamelde OPK. De gemeenten die een overeenkomst met PRN hebben, hebben de garantie dat het in hun gemeente ingezamelde OPK altijd, dus onder àlle omstandigheden wordt afgenomen - ook wanneer de bewerkingskosten hoger zijn dan de opbrengst van het OPK- derhalve bij een ketendeficit. De oudpapierindustrie maakt deze afnamegarantie waar namens PRN. Door middel van een overeenkomst met PRN treden de oudpapierondernemingen toe tot het systeem. De bij PRN aangesloten gemeenten hebben een afnamegarantie en blijven dus nooit zitten met het ingezamelde oudpapier. Bovendien worden zij gevrijwaard van negatieve opbrengsten als de marktprijs (de verkoopprijs van de oudpapieronderneming aan zijn afnemer) lager is dan de bewerkingskosten. Papiervezelconvenant III geeft bij haar aangesloten gemeenten een afzetgarantieprijs van € 20 per ton voor onbewerkt oudpapier (voor het niet-verpakkingen deel). Dat wil zeggen dat als de opbrengstprijs onder € 20 per ton zakt, PRN het verschil aan gemeenten vergoedt (tot een maximum van € 20 per ton). Gemeenten die toetreden tot het systeem sluiten daartoe op vrijwillige basis een samenwerkingsovereenkomst met PRN (binnen de gezamenlijke uitvoeringsorganisatie Nedvang). De gemeenten zullen dan vervolgens zelf een contract aangaan met een oudpapieronderneming (vrije marktwerking) die ook tot het systeem van PRN (en Nedvang) is toegetreden en binnen of dichtbij die gemeente is gevestigd. Dekking in tijden van deficiten: afzetgarantieprijs en bewerkingskosten De oudpapierondernemingen maken altijd bewerkingskosten. Die kosten, samen met de € 20 per ton afzetgarantieprijs, hebben een relatie met de marktprijs van het OPK dat gesorteerd en schoon is, dus na alle bewerkingen door de oudpapieronderneming. De marktprijs is de verkoopprijs van de oudpapieronderneming aan zijn afnemer. De afzetgarantieprijs en de bewerkingskosten bepalen samen de totale financiële dekking die nodig is in tijden van deficiten (afzetgarantieprijs + bewerkingskosten > internationale marktprijs). Dit bedrag is tevens het maximaal door PRN te vergoeden risico. Doordat PRN tot de
10
bewerkingskosten van het OPK aan de oudpapierondernemingen compenseert, komen die kosten dus niet voor rekening van de gemeenten. Zodra derhalve de internationale marktprijs van het bewerkte OPK onder de som van de afzetgarantieprijs en de bewerkingskosten zakt is er een deficit en voorziet het systeem van PRN in de financiering daarvan. De bewerkingskosten worden aan de oudpapierondernemingen uitgekeerd, dit loopt volgens eis van de NMa via de gemeenten. En de gemeenten ontvangen de afzetgarantieprijs (€ 20 per 1.000 kg). Beide uitkeringen zijn per 1.000 kilogram en gemaximeerd. Voorts ontvangen alleen gemeenten die bij PRN zijn aangesloten de vergoeding, en alleen voor het niet-verpakkingendeel van de oudpapierstroom (77%). Zo is de financiële én de oudpapierkringloop van het PRN-systeem rond. Vergoeding van transportkosten Sluit een gemeente een overeenkomst met een gecertificeerde oudpapieronderneming die binnen de gemeentegrens is gevestigd, dan zijn de transportkosten tot die oudpapieronderneming voor rekening van die gemeente. Is er echter geen gecertificeerde oudpapieronderneming binnen de gemeentegrenzen, dan zal de keten de transportkosten van de gemeentegrens tot de dichtstbijzijnde gecertificeerde oudpapieronderneming vergoeden, indien en voor zover het totaalresultaat van de OPK-overdracht van gemeente naar keten negatief is. Voorwaarde is steeds dat de oudpapieronderneming moet zijn toegetreden tot het in het Papiervezelconvenant beschreven systeem. Gemeenten zijn overigens vrij zelf te bepalen of ze zullen toetreden tot het systeem van PRN (en Nedvang). Doet een gemeente dat niet, dan zijn voor die gemeente de afnamegarantie en de afzetgarantieprijs uiteraard niet van toepassing. Een sluitend monitoringsysteem In het kader van de uitvoering van het Papiervezelconvenant III monitort PRN de afzet van nieuw papier en karton, dit is het halffabricaat voor grafische producten van papier en karton, inclusief kant en klare producten van papier en karton. Ook monitort PRN (Nedvang) de inzameling en het hergebruik van oudpapier en -karton. Het systeem is sluitend, omdat de aangesloten gemeenten aan PRN opgeven welke oudpapieronderneming hun OPK inzamelt, en de oudpapierondernemingen opgeven voor welke gemeenten zij inzamelen. De kosten van het Nederlandse systeem Het Nederlandse inzamel- en verwerkingsysteem wijkt af van inzamelsystemen in andere West-Europese landen. Het grote voordeel van het systeem in Nederland is, dat indien sprake is van een normale markt de sector slechts beperkte financiële bijdragen hoeft op te brengen. In bijvoorbeeld Duitsland, met het DSD-systeem, ligt dat volstrekt anders: via de ‘Grüne Punkt’ wordt continu fors bijgedragen om het veel duurder opgezette inzamelsysteem te kunnen financieren. Doorberekening van de groene-puntkosten in de prijzen leidt tot aantasting van de koopkracht van de consument, hetgeen men in Nederland heeft willen voorkomen.
11
De voordelen voor de schakels in de keten De voordelen voor de direct betrokken partijen zijn: • De oudpapierinzameling wordt niet verstoord en blijft in stand (en kan groeien); • Het hergebruikpercentage voor papier en karton blijft op niveau (en kan toenemen); • De gemeenten zijn verzekerd van een gegarandeerde minimum opbrengstprijs voor het niet-verpakkingendeel (€ 20 per 1.000 kg); • De gemeenten vermijden extra AVI-kosten door minder kilogrammen in het restafval; • De aansluiting bij PRN (Nedvang) is gratis. De aangesloten gemeenten en oudpapierondernemingen zijn wel verplicht aan de maandelijkse monitoring mee te doen; • De gemeenten zijn onder alle marktomstandigheden verzekerd van een permanente afname van het brongescheiden ingezamelde oudpapier; • De oudpapierondernemingen en de oudpapierverwerkende industrie hebben zekerheid van regelmatig aanbod van oudpapier, de secundaire grondstof voor hun producten.
De financiering van het systeem Heffing alléén bij lage oudpapierprijzen De van PRN onafhankelijke Stichting Verwijderingsfonds (SVF) beheert het fonds dat noodzakelijk is om de recyclingdoelstellingen van het Papiervezelconvenant III te halen. SVF bepaalt of sprake is van een ketendeficit. Als dat het geval is, ontvangen gemeenten tot € 20 per 1.000 kg (de afzetgarantieprijs voor niet-verpakkingen) en wordt de oudpapierindustrie gecompenseerd voor het afnemen van oudpapier van de bij PRN aangesloten gemeenten terwijl er geen of zelfs een negatieve opbrengst is. Het fonds zorgt voor de inning van de afvalbeheersbijdragen bij alle eerste ontvangers van nieuw papier en karton, of kant en klare producten van papier en karton, niet zijnde verpakkingen. De deelnemers (‘de eerste ontvangers’) van PRN betalen aan het fonds zodra dat wordt aangesproken. Zij financieren het systeem door betaling van een heffing per kilogram papier en karton, die weer wordt doorberekend aan de klant (zakelijk of consument). Er wordt een heffing opgelegd in geval van een deficit, dus in tijden van lage oudpapierprijzen (en bij een transportdeficit en voor de beheerskosten van PRN). PRN vertegenwoordigt brancheorganisaties en hun lidondernemingen die als eerste ontvanger producten van papier en karton op de Nederlandse markt afzetten. Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) De Overeenkomst inzake de Afvalbeheersbijdrage 2006 voor toepassingen van Papier en Karton vormt de basis voor de heffing van afvalbeheersbijdragen. Deze afvalbeheersbijdragen zijn bestemd voor de uitvoering van de verplichtingen van PRN ingevolge het Papiervezelconvenant III ter zake van met name mogelijke ketendeficiten in de papier- en kartonketen en mogelijke gemeentelijke transportdeficiten. De genoemde Overeenkomst is op 21 december
12
2007 algemeen verbindend verklaard op basis van artikel 15.37 Wet milieubeheer. De Algemeen Verbindend Verklaring is geldig tot en met 31 december 2011. Kernpunten PRN systeem/Papiervezelconvenant III • De gemeenten intensiveren de inzameling van oudpapier en -karton bij de huishoudens; • Gemeenten en gecertificeerde oudpapierondernemingen kunnen zich vrijwillig aansluiten bij PRN (en Nedvang); • De aangesloten gemeenten leveren (verkopen) hun oudpapier en -karton aan een aangesloten (en VPGI gecertificeerde) oudpapieronderneming ter bewerking; • PRN geeft een afnamegarantie af voor het in die gemeenten ingezamelde huishoudelijk oudpapier en -karton, niet zijnde verpakkingen (dat is 77% van de totale huishoudelijke oudpapierstroom); • Wanneer de internationale marktprijs van oudpapier te laag is om de kosten van een oudpapieronderneming voor het innemen, reinigen, sorteren, bewerken, inbalen, opslaan en transporteren naar de papierfabriek (alles samen: de standaardverwerkingskosten) alsmede de afzetgarantieprijs voor gemeenten te kunnen dekken, is sprake van een tekort (deficit). Een tekort wordt door Stichting Verwijderingsfonds vastgesteld op basis van de vooraf vastgestelde standaard verwerkingskosten van de oudpapierindustrie en de afzetgarantieprijs van € 20 / ton. • Bij een tekort (deficit) treedt het fonds van Stichting Verwijderingsfonds in werking dat het verschil tussen de som van de standaardverwerkingskosten en de afzetgarantieprijs aan gemeenten en de door de afnemers (papier- en kartonfabrieken en export) betaalde internationale marktprijs vergoedt. De hoogte van de vergoeding wordt door het Verwijderingsfonds bepaald. De maximale hoogte van de vergoeding is de som van de standaardverwerkingskosten en de afzetgarantieprijs (€ 20 per ton); • De gemeente heeft op basis hiervan recht op een maximale vergoeding uit het afvalfonds van € 20 per ton (voor de categorie niet-verpakkingen); • De oudpapieronderneming vraagt op dezelfde basis een toebetaling aan de gemeente. De gemeente declareert deze toebetaling aan de Stichting Verwijderingsfonds. De gemeente keert dit bedrag uit aan de oudpapieronderneming (kassiersfunctie gemeente). De toebetaling is hoogstens gelijk aan de standaardverwerkingskosten; • Het Verwijderingsfonds vergoedt onder bepaalde voorwaarden tevens aan de gemeenten de transportkosten vanaf de gemeentegrens tot de dichtstbijzijnde bij PRN aangesloten oudpapieronderneming als er binnen de betreffende gemeente geen (VPGI gecertificeerde) oudpapieronderneming is; • Het Verwijderingsfonds vergoedt aan PRN de kosten van organisatie en beheer (systeemkosten) van PRN voor zover die worden opgebracht door organisaties van wie de leden in voorkomend geval een afvalbeheersbijdrage betalen;
13
• Het Verwijderingsfonds wordt gevoed door bijdragen van de ondernemingen die als eerste papier en karton, niet zijnde verpakkingen, bewerkt of onbewerkt, op de Nederlandse markt brengen (eerste ontvangers), alsmede ondernemingen die als eerste geïmporteerde producten, halffabricaten of kant en klare producten, niet zijnde verpakkingen, van papier en karton op de Nederlandse markt brengen; • De eerste ontvangers en aangesloten gemeenten en bedrijven zijn gehouden onder alle omstandigheden aan het monitoringsysteem deel te nemen. In perioden dat het verwijderingsfonds moet uitkeren, wordt van de eerste ontvangers een afvalbeheersbijdrage verlangd voor de categorie niet-verpakkingen van papier en karton; • PRN (en Nedvang) is belast met de monitoring van het gehele inzameling- en herverwerkingsysteem. Bedrijven zijn op grond van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) verplicht hieraan medewerking te verlenen; • Stichting Verwijderingsfonds is belast met het vaststellen van de duur en het aanvangstijdstip, het innen en het beheer van de afvalbeheersbijdragen (heffingen). Voorts zorgt zij voor het vaststellen van de hoogte en het uitbetalen van de afvalbeheersvergoedingen; • Wanneer de afzet van Nederlands oudpapier en -karton in binnen- of buitenland blokkeert, treedt de BV Overschotmanagement in werking om de overschotten op te nemen van de categorie niet-verpakkingen in het gemeentelijke oudpapier; • Papier- en kartonfabrikanten betalen altijd marktprijzen.
Papier en karton: de markt en het hergebruik (2007) Zo’n 15% is niet herbruikbaar In Nederland wordt op jaarbasis (2007) voor alle toepassingen in totaal bijna 3,5 miljoen ton nieuw papier en karton verbruikt. Daarvan wordt ruim 2,7 miljoen ton ingezameld als oudpapier en -karton, zowel bij huishoudens (ruim 1,2 miljoen ton) als bij de industrie, kantoren en winkels (1,5 miljoen ton). Resteert ongeveer 0,8 miljoen ton, verdeeld over duurzaam papier dat niet in de afvalstroom komt (zoals boeken, waardepapieren, archiefmateriaal en behang) en alle hygiënische toepassingen (zoals sanitair papier). Er blijft minder dan 0,3 miljoen ton over die tot nu toe niet als grondstof wordt hergebruikt. De kringloop is dus nog niet geheel gesloten. Dat is overigens goed te verklaren omdat niet al het gebruikte papier en karton kan worden ingezameld. Zoals waardepapieren, boeken, sanitairpapier of behang: bij elkaar is dat ongeveer 15% van het totale verbruik. Bepaalde soorten papier kunnen nu eenmaal niet of mogen uit hygiënisch oogpunt niet worden ingezameld. Vloeistofdichte verpakkingen van karton (b.v. drankenkartons) worden via een gescheiden systeem beperkt ingezameld. Van wat wel inzamelbaar is (85%), is de doelstelling van de overheid 75% in te zamelen en her te gebruiken.
14
Wettelijke inzamelplicht gemeenten De gescheiden inzameling van oudpapier en -karton bij huishoudens behoort tot de verantwoordelijkheid van de gemeenten. In 2005 kwam van het huishoudelijke papierverbruik ruim 60 kg per huishouden terug via inzameling. Wanneer de inzamelinspanning door de gemeenten wordt vergroot en het publiek (nog) bewuster wordt gemaakt, kan deze hoeveelheid zodanig worden verhoogd dat de streefnorm van 75% van het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton binnen bereik komt. Oudpapier uit de KWDI-sector Niet alleen huishoudens verwijderen regelmatig hoeveelheden oudpapier en -karton. Ook winkelbedrijven moeten zich ontdoen van voornamelijk (transport)verpakkingen en in kantoren worden grote hoeveelheden kopieer- en printerpapier verbruikt. Oudpapier en -karton van kantoren, winkelbedrijven, dienstverlening en industrie (de KWDI-sector) wordt al grotendeels gescheiden ingezameld. In 2007 kwam circa 55% van al het in ons land ingezamelde oudpapier en -karton uit deze sector. Voor het bedrijfsleven geldt een aparte verplichting om van oudpapier en -karton af te komen. De inzameling gebeurt voor rekening van de ontdoener, dat wil zeggen de bedrijven. Op basis van strikte maatregelen blijft dat specifieke OPK in de keten en wordt het hergebruikt. Dat gebeurt voor eigen rekening van het bedrijfsleven, maar levert afhankelijk van de marktvraag en de kwaliteit ook geld op. Er is zonder meer sprake van volledige marktwerking. Bij de (kleinere) winkels en (kleinere) kantoren belanden gebruikte kantoorpapieren en transportverpakkingen voor een deel nog in de algemene (grijze) afvalstroom en kan de inzameling dus nog worden verbeterd. Overigens heeft PRN ook voor de KWDI-sector een afnamegarantie afgegeven. De doelstelling is uiteindelijk 75% van het inzamelbare OPK voor herverwerking in te zamelen.
15
Consumptie, inzameling en hergebruik van papier en karton (2007) Nieuw op de markt gebracht: 3.462.000 ton Ingezameld totaal: 2.730.000 ton Waarvan ingezameld uit huishoudens: 1.230.000 ton • 283.000 ton verpakkingen (23%), en • 947.000 ton grafische producten (77%), zoals kranten, tijdschriften, folders Waarvan ingezameld uit bedrijven: 1.500.000 ton • 858.000 ton verpakkingen (57%), en • 642.000 ton grafische producten (43%), zoals kopieerpapier, tijdschriften, folders Hergebruikt (papiervezel): 2.730.000 ton (dit is 79% van de hoeveelheid nieuw op de markt)
Vrije marktwerking Systeem goedgekeurd door de NMa De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) ziet er op toe dat de verwerking van OPK vanaf de oudpapieronderneming volgens marktprincipes blijft plaatsvinden. Het systeem van PRN heeft op 10 december 2003 de goedkeuring van de NMa ontvangen. De vrije marktwerking mag niet worden verstoord door wat men noemt ‘gedwongen winkelnering’. De oudpapieronderneming is daardoor vrij om ingezameld materiaal te verkopen waarheen men wil, aan wie men wil, en tegen marktconforme prijzen. En het scheiden van ingezameld oudpapier en -karton in verpakkingen en niet-verpakkingen mag wel, maar hoeft niet. Periodiek vastgestelde internationale marktprijs en standaard verwerkingskosten Daarbij doen zich echter twee problemen voor. De papierfabrikanten betalen (Europees zo niet wereldwijd bepaalde) marktprijzen en er bestaat uiteraard een verschil tussen de marktprijs en de verwerkingskosten van de oudpapieronderneming. Is de marktprijs te laag voor de oudpapieronderneming om zelfs maar zijn kosten te dragen, dan zou deze de afname van OPK van de gemeente moeten beëindigen. Dan ontstaat er een breuk in de keten. Daarom gaat men in
16
het systeem uit van een periodiek vastgestelde internationale marktprijs en standaard verwerkingskosten plus afzetgarantieprijs (€ 20 / ton). Is sprake van een negatief saldo van die drie ‘prijzen’, een tekort bij de oudpapieronderneming en dus van een ketendeficit, dan is het Verwijderingsfonds aanspreekbaar voor aanzuivering die plaatsvindt aan en via de gemeenten. Uiteraard onder voorwaarden, zie onder Stichting Verwijderingsfonds (SVF). Het Verwijderingsfonds is ook aanspreekbaar voor de vergoeding van transportkosten en voor de systeemkosten (kosten van organisatie en beheer) van PRN, voor zover die worden opgebracht door organisaties van wie de leden volgens het gestelde in voorkomend geval een afvalbeheersbijdrage betalen. Vangnetconstructie voor volumeprobleem tijdens recessie Het tweede probleem betreft de noodzaak om marktconforme verwerking en niet-marktconforme inzameling op elkaar te laten aansluiten. Er zou namelijk een volumeprobleem (overschot) kunnen ontstaan door optredende recessie. Dan zullen de papierfabrieken als verwerkers van OPK hun productie verminderen, als gevolg waarvan de oudpapierindustrie volloopt, en niemand meer inkoopt (nog los van de prijsvorming). Om die ongewenste situatie te voorkomen, heeft de NMa toegestaan dat een 'vangnet' is opgezet. De papierindustrie heeft zich verplicht dan toch OPK af te nemen door middel van de BV Overschotmanagement: het materiaal wordt in afwachting van betere tijden opgeslagen (of verkocht of in het uiterste geval verbrand met energieterugwinning). De kosten van het beheer van het feitelijke overschot aan OPK neemt de papierindustrie voor haar rekening. Voorwaarde is wel dat in een periode van schaarste - het omgekeerde geval - de oudpapieronderneming verplicht is materiaal eerst aan te bieden aan de Nederlandse papierindustrie, die zal inkopen tegen een prijs die men elders ook zou kunnen krijgen (‘right of first refusal’).
Verwijderingsfonds Afvalbeheersbijdrage (of: heffing) Om het Verwijderingsfonds in staat te stellen zijn taak - namelijk de inzameling van OPK garanderen- uit te voeren wordt een afvalbeheersbijdrage geheven op nieuw papier en karton en geïmporteerde (kant en klare) producten van papier en karton, in beide gevallen voor de categorie niet-verpakkingen. De omvang van de afvalbeheersbijdrage wordt vastgesteld door het bestuur van Stichting Verwijderingsfonds. Deze bijdrage wordt betaald door de eerste ontvangers van nieuw papier en karton in Nederland. De afvalbeheersbijdrage op nieuw papier en karton voor de Nederlandse markt is door een besluit van 21 december 2007 van het ministerie van VROM algemeen verbindend verklaard. Dit betekent dat alle ondernemingen die als eerste ontvanger optreden, de afvalbeheersbijdrage moeten betalen, ook als ze geen lid zijn van de organisaties die het derde Papiervezelconvenant hebben ondertekend.
17
Heffing niet permanent, alleen bij deficiten Er is in Nederland voor toepassingen van papier en karton -niet zijnde verpakkingen- geen sprake van een permanente heffing voor de verwijdering van mogelijke overschotten. Alleen als het nodig is, dat wil zeggen wanneer er tijdelijk sprake is van een deficit (tekort), is financiering wenselijk. Er hoeft dus geen geld te worden opgebracht voor een fonds met onbestede, rustende middelen. De papiergroothandel vervult centrale incassorol Een bijzondere rol is weggelegd voor de papiergroothandel die nieuw papier en karton op grote schaal onbewerkt doorverkoopt aan derden (meestal drukkerijen). De bij PRN aangesloten papiergroothandel functioneert daarom ten aanzien van het nog te verwerken papier en karton als een ‘doorgeefluik’ en int de afvalbeheersbijdrage bij haar afnemers namens het Verwijderingsfonds. Zij vervult zo een centrale incassorol. Gemeenten: controleur en kassier De gemeenten vervullen in het systeem een dubbele rol, namelijk die van controleur en kassier. Het Verwijderingsfonds bepaalt of sprake is van een deficit en de hoogte en de duur ervan. De gemeente betaalt dan in het kader van de hierboven beschreven vangnetconstructie het vastgestelde tekort per kilogram uit aan de oudpapieronderneming en declareert dit vervolgens bij het Verwijderingsfonds. Het is dus zaak dat de gemeenten controle kunnen uitoefenen op de oudpapieronderneming.
Monitoring door PRN (Nedvang) Nauwgezette monitoring nieuw op de markt en ingezameld papier en karton Zowel de controle op de realisering van de verplichtingen die in het Papiervezelconvenant zijn aangegaan, als de controle op de gang van zaken rond het Verwijderingsfonds vraagt om het nauwgezet bijhouden van de papier- en kartonstromen door de papieren kartonketen. Het gaat specifiek om zowel de hoeveelheden ingezameld en verwerkt oudpapier en -karton als om de hoeveelheden door eerste ontvangers op de Nederlandse markt gebracht nieuw papier en karton en kant en klare producten van papier en karton. De gemeenten, de oudpapierondernemingen en de industrie die zijn aangesloten bij PRN (en Nedvang) verplichten zich periodiek een aantal kerngegevens te verstrekken. De eerste ontvangers zijn verplicht ieder kwartaal hun gegevens bij PRN aan te leveren. Dit is van essentieel belang voor een continu waterdicht monitoringsysteem. De eisen voor certificering van de oudpapierondernemingen zijn dan ook vooral gericht op het borgen van deze monitoring in hun administratie.
18
Een belangrijke taak van PRN is het voortdurend op de hoogte zijn van de stromen oudpapier en -karton, zowel wat de hoeveelheden betreft als de afzetrichting. De oudpapierondernemingen verstrekken (per gemeente) maandelijks gegevens over de ingezamelde hoeveelheid OPK uit huishoudens en uit de KWDI-sector. Daarmee kan inzicht worden verkregen of aan de doelstellingen van het Papiervezelconvenant wordt voldaan. Voorts doen de oudpapierondernemingen opgave van de afgezette hoeveelheden bont- en ontinktingspapier. Gemeenten verstrekken maandelijks gegevens over de ingezamelde hoeveelheden oudpapier en -karton uit de huishoudens (PRN/Nedvang-WasteTool). Daardoor ontstaat inzicht in de normale omvang van de huishoudelijke inzameling. Ook wordt ‘grensverkeer’ tussen gemeenten voorkomen, evenals het vermengen van OPK uit de KWDI-sector met de huishoudelijke oudpapierstromen. Ondernemingen verplicht deel te nemen aan monitoringsysteem Om haar monitoringtaak goed uit te kunnen voeren heeft PRN een systeem opgezet. Alle betrokken ondernemingen zijn verplicht aan de monitoring deel te nemen. Ten aanzien van de monitoring in verband met het functioneren van het Verwijderingsfonds geldt dat - in het kader van de Algemeen Verbindend Verklaring - zij ook verplicht zijn hun hoeveelheden aan PRN te verstrekken wanneer zij geen lid zijn van een organisatie die het Papiervezelconvenant heeft ondertekend.
De rollen in het inzameling- en herverwerkingsysteem De rol van gemeenten Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de organisatie en de kosten van de inzameling van OPK bij de huishoudens. Huishoudens zijn alle percelen ten aanzien waarvoor krachtens artikel 10.21 van de Wet milieubeheer een verplichting tot het inzamelen van huishoudelijke afvalstoffen geldt. Gemeenten gaan een overeenkomst aan met PRN (en het Verwijderingsfonds) en sluiten een contract met een gecertificeerde oudpapieronderneming die eveneens bij PRN is aangesloten. Bij het systeem aangesloten en door de gemeenten geselecteerde oudpapierondernemingen moeten bij voorkeur om de drie jaar in de gelegenheid worden gesteld mee te dingen naar een contract. Het staat de gemeenten overigens vrij om niet toe te treden tot PRN. In dat geval kan geen sprake zijn van een afnamegarantie, afzetprijsgarantie of vrijwaring van deficiten. Gemeenten geven een leveringsgarantie aan PRN. Daarmee accepteren zij dat altijd en onder alle omstandigheden het bij de huishoudens ingezamelde OPK, niet zijnde verpakkingen, op een overdrachtspunt aan de oudpapieronderneming moet worden overgedragen. Gemeenten dragen zorg voor de aanlevering van schoon en droog OPK. Hiervoor opgestelde
19
kwaliteitsnormen zijn vastgelegd in contracten tussen gemeenten en oudpapierindustrie. Gemeenten stellen alles in het werk om te voorkomen dat OPK uit de KWDI-sector wordt vermengd met het OPK van de huishoudens. Dit is essentieel voor de monitoring, en voor de eventuele vergoedingen uit het Verwijderingsfonds. Ten behoeve van de monitoring voert iedere gemeente een administratie van het volume van de inzameling. De administratie van de inzameling bij huishoudens is zorgvuldig gescheiden van die bij de KWDI-sector. Het gaat immers voornamelijk om het vastleggen van het volume van de inzameling uit huishoudens. PRN zal op grond hiervan permanent zicht hebben op de groei van de inzameling. Maatgevend zijn de weegdocumenten. Het ingezamelde OPK zal altijd via een geijkte weegbrug moeten worden overgedragen. Weging zal altijd moeten gebeuren door een beëdigd weger die ook het weegdocument (weegbriefje) tekent. De gemeenten beschikken over deze documenten op basis waarvan de administratie wordt gevoerd. Ter stimulering van de inzameling geven de gemeenten voorlichting aan het publiek over de producten van papier en karton die voor inzameling in aanmerking komen. De rol van oudpapierondernemingen De oudpapieronderneming sluit enerzijds een deelnemingsovereenkomst met PRN (Nedvang) en onderhoudt anderzijds een zakelijke relatie met de (bij PRN/Nedvang aangesloten) gemeente. Deze zakelijke relatie is gebaseerd op leveringscontracten met in beginsel een looptijd van maximaal drie jaar. In deze contracten regelen partijen de kwaliteit en de mate van toegestane vervuiling van het OPK, de beschikbaarstelling van inzamelmiddelen (containers e.d.), de frequentie van wisselen van die middelen, de relatie tot de inzamelaars (verenigingen, clubs, scholen e.d.), en alle overige zaken die normaal tussen oudpapierondernemingen en gemeenten per contract worden geregeld. De oudpapieronderneming weegt al het van de gemeente(n) ontvangen uit huishoudens afkomstige oudpapier en -karton. Dit gebeurt onder verantwoordelijkheid van een beëdigd weger op een geijkte weegschaal. De weegbriefjes, met daarop duidelijk de naam van de gemeente vermeld, worden door de weger getekend. De weegbriefjes dienen voor de administratie van het betreffende bedrijf, de gemeente(n), PRN (en Nedvang) en het Verwijderingsfonds. De gemeente bewaart de weegbriefjes. Oudpapierondernemingen bepalen bij overdracht van het OPK door de gemeente(n) de vervuilingsgraad naar aard en oorsprong. Ingeval van bovenmatige vervuiling met productvreemde materialen of te hoog vochtgehalte, verrekenen zij met de gemeente(n) de kosten van de verwijdering van de vervuiling en het door die vervuilingen en/of te hoge vocht te weinig ontvangen papiervezelmateriaal. Doorgaans wordt in de contracten de overdrachtsprijs (of de ‘opbrengstprijs’) geregeld. Wanneer daar aanleiding voor is kan de overdrachtsprijs worden aangepast aan internationaal veranderende prijsniveaus. De prijsvorming tussen gemeenten en betrokken oudpapieronderne-
20
mingen blijft daarbij volledig vrij. De afzetgarantieprijs van € 20 per 1.000 kg als minimum is uitgangspunt van het systeem. De oudpapieronderneming bewerkt al het ingezamelde OPK, sorteert eventueel de door haar gewenste soorten (bijvoorbeeld grafisch papier, ontinktingspapier, karton) en verkoopt die soorten zonder enige beperking vrijelijk op de (internationale) markten. NB: de oudpapieronderneming zal aan de bij het systeem aangesloten papier- en kartonfabrikanten in tijden van schaarste voorrang toekennen in de levering van OPK, uiteraard tegen geldende marktprijzen. In feite is sprake van een beperkte aanbiedingsplicht (‘right of first refusal’). De oudpapieronderneming treedt in het kader van de afnamegarantie door PRN naar de gemeenten op namens de keten. Het bedrijf geeft uitvoering aan die afnamegarantie door onder alle omstandigheden OPK van de gemeenten af te nemen. Op haar beurt kan de oudpapieronderneming onder alle omstandigheden in gedefinieerde overschotsituaties terugvallen op de door de BV Overschotmanagement namens de papieren kartonindustrie afgegeven afnamegarantie. De oudpapieronderneming vervult ook een belangrijke taak bij de inzameling van OPK uit de KWDI-sector. De onderneming die verkiest niet tot het systeem toe te treden, kan een rol blijven vervullen in die sector en is dus niet alleen afhankelijk van de huishoudelijke inzameling.
De rol van eerste ontvangers Bijdrageplichtige: de eerste ontvanger De afvalbeheersbijdrage voor niet-verpakkingen wordt afgedragen door de eerste ontvangers. Onder eerste ontvanger wordt verstaan elke ondernemer die in het kader van de uitoefening van zijn beroep of bedrijf als eerste in Nederland nieuw papier en karton, niet zijnde verpakkingen, uit binnen- of buitenland afneemt, dat door hem bewerkt of onbewerkt op de Nederlandse markt wordt afgezet. Dit zijn: • grafische ondernemingen (drukkers en uitgevers) • papiergroothandelaren • fabrikanten van displaymaterialen • behangselpapierfabrikanten • fabrikanten van hygiënische papierproducten • fabrikanten van kantoor- en schoolartikelen. • elke ondernemer die in het kader van zijn beroep of bedrijf kant-en-klare producten van nieuw papier en karton importeert die door hem op de Nederlandse markt worden afgezet. De bij PRN aangesloten papiergroothandelaren vormen een uitzondering op de regel. Zij vervullen een speciale administratieve- en incassofunctie in het systeem.
21
Wettelijk verplichte deelname monitoringsysteem De rijksoverheid heeft de eerste ontvangers die deel uitmaken van de papier- en kartonketen wettelijk verplicht aan het monitoringsysteem deel te nemen. De monitoring houdt in dat de betrokken ondernemingen per kwartaal aan PRN gegevens moeten verstrekken over de door hen voor afzet in Nederland ingekochte tonnages papier en karton, niet zijnde verpakkingen. Dat zijn alle inkopen onder aftrek van exporthoeveelheden. Indien de eerste ontvangers nog te verwerken nieuw papier en karton inkopen via een bij PRN aangesloten groothandel, dan verzorgt de groothandel de monitoring aan PRN. PRN heeft een geheimhoudingsplicht met betrekking tot individuele bedrijfsgegevens. Inning afvalbeheersbijdrage Een afvalbeheersbijdrage (voor niet-verpakkingen) wordt geïnd: • in geval van een ketendeficit (standaard verwerkingskosten + € 20 ten opzichte van de internationale marktprijs), voor zover het deficit de som van de standaard verwerkingskosten en de afzetgarantieprijs niet te boven gaat; of • in geval van een transportdeficit van gemeenten; en/of • ter dekking van de systeemkosten van PRN en het Verwijderingsfonds (SVF). Ten aanzien van het ketendeficit en het transportdeficit geldt de verplichting tot afdracht van de afvalbeheersbijdrage voor de hoeveelheid uit Nederlandse huishoudens ingezameld OPK van de bij PRN (en Nedvang) aangesloten gemeenten. De afvalbeheersbijdrage wordt omgeslagen op basis van de door de eerste ontvangers in de heffingsperiode ingekochte tonnages nieuw papier en karton en kant en klare producten van papier en karton (beide alleen voor de categorie niet verpakkingen), voor zover die door hen op de Nederlandse markt worden afgezet. De hoogte van deze heffing is afhankelijk van de omvang van het totale deficit en wordt bepaald door Stichting Verwijderingsfonds. De transportbijdrage en de systeembijdrage zijn verschuldigd over een door Stichting Verwijderingsfonds vast te stellen afdrachtperiode, zodra de noodzaak van afdracht volgens een besluit van Stichting Verwijderingsfonds wordt vastgesteld. Daarbij wordt rekening gehouden met de mogelijke omstandigheid dat de geringe hoogte van de respectievelijke bijdragen de voor partijen aan afdracht verbonden administratieve kosten niet rechtvaardigt. De afvalbeheersbijdrage wordt in principe door de eerste ontvangers afgedragen. Kopen de eerste ontvangers nog te verwerken papier en karton in via een bij PRN aangesloten papiergroothandel, dan wordt de afvalbeheersbijdrage namens hen door die papiergroothandel aan Stichting Verwijderingsfonds afgedragen. In dit geval betalen de individuele ondernemingen de voor hen af te dragen afvalbeheersbijdrage (over de door hen individueel afgenomen hoeveelheid papier en karton) aan de papiergroothandel.
22
Stichting Papier Recycling Nederland Het inzamel- en herverwerkingsysteem, vastgelegd in het Papiervezelconvenant, wordt uitgevoerd door PRN (Stichting Papier Recycling Nederland). Via de bij haar aangesloten organisaties vertegenwoordigt PRN meer dan 70% van het aantal eerste ontvangers van nieuw papier en karton en kant en klare producten van papier en karton. Bij PRN zijn aangesloten: • Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier- en Kartonfabrieken (Kon. VNP) • Stichting Leveranciers van Hygiënische Papierproducten (SLHP) • Vereniging van Papier Groothandelaren (VPG) • Nederlands Uitgeversverbond (NUV) • Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen (KVGO) • Federatie Nederlandse Oudpapier Industrie (FNOI)
Stichting Verwijderingsfonds (SVF) Afvalbeheersvergoedingen maken deficiten ongedaan Onder bepaalde omstandigheden kunnen deficiten (tekorten) ontstaan die de inname, reiniging, sortering, opslag en het transport van oudpapier en -karton onrendabel maken. Door te lage marktprijzen kan de inzameling stagneren, met als gevolg dat oudpapier en -karton toch in het restafval belandt. Voor het welslagen van het inzamel- en herverwerkingsysteem is het daarom noodzakelijk de nadelige gevolgen voor het milieu van eventuele overschotten in de keten te voorkomen. Dat kan door in dergelijke marktomstandigheden een vergoeding uit te keren aan de oudpapierondernemingen voor reinigings-, sorterings-, opslag- en/of bewerkingshandelingen. Deze vergoeding kan maximaal de hoogte van de standaard verwerkingskosten bedragen. Fondsbeheer en hoe werkt het fonds Een verwijderingsfonds is onderdeel van het inzamel- en herverwerkingsysteem. De onafhankelijke Stichting Verwijderingsfonds (SVF) beheert het fonds. De afvalbeheersbijdrage wordt aan dit fonds afgedragen. De vergoedingen uit het verwijderingsfonds worden gefinancierd door afdracht van een afvalbeheersbijdrage voor nieuw papier en karton (halffabricaat) of kant-enklare producten van papier en karton die voor verbruik in Nederland worden afgezet. De eerste ontvangers van nieuw papier en karton dragen de afvalbeheersbijdrage af aan het verwijderingsfonds. Om administratieve redenen wordt de afvalbeheersbijdrage die de afnemers van de bij PRN aangesloten papiergroothandel (zoals veel leden van de KVGO) verschuldigd zijn namens deze door de aangesloten papiergroothandelaren aan Stichting Verwijderingsfonds afgedragen. Uiteraard voor zover bedoelde afnemers van nog te verwerken nieuw papier en karton via groothandelaren inkopen.
23
De afvalbeheersbijdrage: een heffing De hoogte van de afvalbeheersbijdrage wordt bepaald aan de hand van de hoogte van de afvalbeheersvergoeding, de situatie met betrekking tot declarabele transportkosten buiten de gemeentegrens en de systeemkosten van PRN en SVF, alsmede aan de hand van de hoeveelheid ingezameld oudpapier en –karton (niet zijnde verpakkingen) uit Nederlandse huishoudens. De afvalbeheersbijdrage: drie delen De totale afvalbeheersbijdrage kan uit drie delen bestaan: 1 de afvalbeheersbijdrage met betrekking tot het ketendeficit 2 de transportbijdrage 3 de systeembijdrage. Ad 1. De afvalbeheersbijdrage met betrekking tot het ketendeficit wordt bij besluit van Stichting Verwijderingsfonds bepaald aan de hand van de formules die zijn vermeld in de Algemeen Verbindend Verklaring. Ad 2. De hoogte van de transportbijdrage wordt bij besluit van Stichting Verwijderingsfonds bepaald. De transportbijdrage is gelijk aan het door Stichting Verwijderingsfonds over een bepaalde periode vastgestelde transportdeficit, gedeeld door de totale papier- en kartonafzet in Nederland in de vastgestelde afdrachtperiode (in cent per kilo), niet zijnde verpakkingen. Ad 3. De hoogte van de systeembijdrage wordt bij besluit van Stichting Verwijderingsfonds vastgesteld. De systeembijdrage is gelijk aan de door Stichting Verwijderingsfonds over een bepaalde periode vastgestelde systeemkosten, gedeeld door de totale papier- en kartonafzet in Nederland in de vastgestelde afdrachtperiode (in cent per kilo), niet zijnde verpakkingen. Afvalbeheersvergoeding In situaties waarin het Verwijderingsfonds in werking treedt (d.w.z. geopend is), zullen de gemeenten de door het fondsbestuur vastgestelde maximale 'toebetaling' (afvalbeheersvergoeding) aan de gecontracteerde oudpapieronderneming(en) moeten uitbetalen. Deze ‘toebetaling’ is van toepassing voor het niet-verpakkingendeel in de huishoudelijke oudpapierstroom (77%). De gemeenten kunnen de door hen, uitsluitend op deze basis, gedane betalingen vervolgens declareren bij het Verwijderingsfonds. Verwijdering overschotten De verwijdering van overschotten wordt nadrukkelijk niet gefinancierd uit dit fonds, maar komt geheel voor rekening en risico van de bij het inzamel- en verwerkingssysteem aangesloten papier- en kartonindustrie, door middel van de BV Overschotmanagement.
24
BV Overschotmanagement Indien PRN vaststelt dat geen afzet van OPK tegen de geldende marktprijzen meer mogelijk is in binnen- en buitenland, dan treedt de BV Overschotmanagement in werking. Het werkt als volgt en geldt specifiek voor de categorie niet-verpakkingen in de huishoudelijke oudpapierstroom (dat is 77% van het totaal). In de uitzonderlijke situatie dat het oudpapier en -karton dus 'niet meer beweegt', meldt de betrokken oudpapieronderneming de betreffende hoeveelheid aan bij het door de FNOI ingestelde meldpunt (alleen ongesorteerd inzamelbont uit huishoudens). Het meldpunt onderzoekt of er inderdaad geen afzetmogelijkheden meer gevonden kunnen worden. Als dat zo is, meldt men de betrokken partij oudpapier en -karton aan bij het meldpunt van de BV Overschotmanagement. Wanneer ook dit meldpunt vaststelt dat er geen afzetmogelijkheden zijn, neemt de BV Overschotmanagement het aldus aangeboden ongesorteerde inzamelbont over. Daarbij worden de noodzakelijke kosten van de oudpapieronderneming voor inname, reiniging, persen tot balen en transport naar de BV Overschotmanagement vergoed (met uitsluiting van alle andere kosten waaronder die voor sorteren). De kosten van eventuele langdurige opslag, export overzee e.d. komen voor rekening van de BV Overschotmanagement.
Kwaliteitseisen oudpapier en -karton Kwaliteitseisen (generiek) Gemeenten moeten ervoor zorgen dat het gescheiden ingezamelde en aangeboden oudpapier en -karton aan de kwaliteitseisen voldoet die in het Papiervezelconvenant en de bijlagen 1 en 2 zijn opgenomen. Deze eisen zijn: • droog, schoon en scheurbaar (d.w.z. zonder laagjes kunststof); • maximaal 10% (absoluut) vocht; • maximaal 5% productvreemde vervuiling. Producteigen vervuiling: rekening keten Producteigen vervuiling is al het niet-papiervezelmateriaal dat tijdens het productieproces op of aan papier of karton vast wordt aangebracht. Bijvoorbeeld: vensters in enveloppen, nietjes in brochures en lijmruggen in boeken en catalogi. Producteigen vervuiling is een verantwoordelijkheid van de papier- en kartonketen. Als meer dan 5% producteigen vervuiling in een aangeleverde partij wordt aangetroffen, mag de oudpapieronderneming deze partij weigeren. Productvreemde vervuiling en te hoog vochtpercentage: rekening gemeente Productvreemde vervuiling is al het niet-papiervezelmateriaal dat tijdens het gebruik van het product of daarna in de afvalfase aan dat product wordt toegevoegd. Bijvoorbeeld mechanieken in ordners, kunststof coatings, metaal, kunststof en verontreinigd papier. De maximale
25
toegestane hoeveelheid productvreemde vervuiling bedraagt 5%. De kosten van het scheiden van productvreemde vervuiling zijn voor rekening van de gemeente. Het toegestane (absolute) vochtpercentage mag niet meer dan 10% van de aangeboden gewichtshoeveelheid uitmaken. Als een aangeleverde partij een hoger vochtpercentage heeft mag de oudpapieronderneming deze partij weigeren. Wordt de partij alsnog afgenomen dan wordt de gewichtshoeveelheid vocht boven 10% verrekend.
Certificering oudpapieronderneming De oudpapieronderneming die OPK uit huishoudelijke inzameling wil verwerken afkomstig uit gemeenten die bij PRN (en Nedvang) zijn aangesloten, moet zich aansluiten bij PRN (en Nedvang). Het contract heeft een minimum looptijd van vijf jaar. Voorwaarde voor aansluiting is dat de oudpapieronderneming is gecertificeerd volgens de normen van een erkenningsregeling (VPGI) van de Federatie Nederlandse Oudpapier Industrie (FNOI). Niet voldoen aan deze certificeringeis is een ontbindende voorwaarde in het aansluitcontract. Het doel van de certificering van de FNOI is: 1 de inzameling en herverwerking van OPK door de oudpapieronderneming wordt aantoonbaar fraudebestendig gemaakt door eisen te stellen aan de bedrijfsvoering en verantwoording van de monitoringgegevens; 2 per gemeente wordt een goede monitoring mogelijk gemaakt van de volumestromen van OPK uit huishoudens. De belangrijkste eisen voor certificering zijn: • de inkomende stromen OPK moeten worden gewogen door een door de Kamer van Koophandel beëdigd weger; • de inkomende stromen OPK moeten worden gewogen met een geijkte, elektronische weegbrug; • een eenvoudig controleerbare indeling van de oudpapier en -kartonsoorten d.m.v. vaste coderingen in de administratie aan de inkoop- en de verkoopzijde; • een jaarlijkse accountantscontrole van de volumeadministratie en de aan PRN (Nedvang) opgegeven volumestromen OPK.
Gemeenten en oudpapieronderneming De samenwerking tussen de bij PRN (en Nedvang) aangesloten gemeenten en oudpapierondernemingen wordt vastgelegd in een leveringscontract. Voor optimale marktwerking wordt een contracttermijn van niet meer dan drie jaar geadviseerd. In het leveringscontract worden de gebruikelijke contractuele verplichtingen over en weer opgenomen.
26
Teneinde een juiste werking van het inzameling- en herverwerkingsysteem te bevorderen zijn de volgende aspecten in de deelnemingsovereenkomst met PRN en het Verwijderingsfonds vastgelegd: • afnamegarantie door de oudpapieronderneming(en) • afspraken over de kosten bij een deficit • afspraken over het overdrachtspunt (zie hierna) • maximum vervuilingsgraad en vochtpercentage van aangeleverd OPK • zorgvuldige fysieke en administratieve scheiding tussen huishoudelijk OPK en uit de KWDIsector afkomstig OPK. PRN (Nedvang) informeert gemeenten die zich aansluiten over de bij PRN (en Nedvang) aangesloten oudpapierondernemingen. Deze ondernemingen kunnen een afnamegarantie afgeven voor al het huishoudelijk ingezameld oudpapier en -karton, niet zijnde verpakkingen. De gemeente heeft de financiële verantwoordelijkheid tot het punt waar het OPK de oudpapieronderneming binnenkomt (overdrachtspunt). De gemeente moet het ingezamelde OPK leveren aan een bij PRN aangesloten (VPGI gecertificeerde) oudpapieronderneming. Het staat de gemeente uiteraard vrij de inzameling en het transport uit te besteden aan een oudpapieronderneming. De kosten van transport naar de oudpapieronderneming komen voor rekening van de gemeente. Is er geen aangesloten (gecertificeerde) oudpapieronderneming binnen de gemeente, dan komen de transportkosten vanaf de gemeentegrens voor rekening van het Verwijderingsfonds, omdat de kosten anders zouden leiden tot een negatieve opbrengst voor de gemeente. Besluit een gemeente tot levering aan een oudpapieronderneming die niet de dichtstbijzijnde is, dan komen de extra kosten van transport naar de verder weggelegen oudpapieronderneming voor rekening van die gemeente (zie bijlage Protocol ter zake van de vaststelling van de standaard transportkosten).
Vrije marktwerking en mededinging Alle in deze brochure beschreven maatregelen moeten uiteraard passen binnen de kaders van het mededingingsbeleid en de Europese mededingingsregels. De NMa heeft geen bezwaar tegen het systeem. De door het Verwijderingsfonds vastgestelde Overeenkomst inzake de verwijderingsbijdrage voor papier en karton 1997 is aangemeld bij de Europese Commissie met het verzoek om een negatieve verklaring op basis van artikel 85, derde lid, van het EG-verdrag. De vrije marktwerking en vrije prijsvorming blijven in het inzameling- en herverwerkingsysteem een overwegende rol spelen.
27
Vrije marktwerking bestaat: • tussen oudpapierondernemingen en gemeenten. (Opbrengst-) Prijzen ontstaan uit onderhandelingen zouden onder omstandigheden ook negatief kunnen zijn, d.w.z. dat de oudpapieronderneming aan gemeenten geld vraagt voor het OPK. Dan kan er onder bepaalde voorwaarden -via het daarvoor afgesproken mechanisme voor het bepalen van de standaard verwerkingskosten- sprake zijn van vrijwaring van gemeenten van door Stichting Verwijderingsfonds (SVF) vastgestelde deficiten; • tussen oudpapierondernemingen en papier- en kartonindustrie. Prijzen worden vrij onderhandeld en zijn afgeleid van internationale marktprijzen; • tussen papier- en kartonindustrie en verwerkers. Prijzen voor oudpapier ontstaan uit vrije onderhandelingen; • tussen verwerkers en hun afnemers (van drukwerk). Prijzen voor drukwerk ontstaan uit vrije onderhandelingen. De doorberekening van eventuele afvalbeheersbijdragen is onderworpen aan vrije onderhandelingen. De aangesloten (en VPGI gecertificeerde) oudpapierondernemingen en gemeenten zijn vrij met iedere andere aangesloten partij contracten af te sluiten. Vrije marktwerking speelt zich af op alle niveaus in de keten. De prijsvorming is geheel onderworpen aan onderhandelingen tussen partijen. Ook het doorberekenen van de door de eerste ontvangers betaalde afvalbeheersbijdragen aan hun afnemers (voor niet-verpakkingen) is onderworpen aan onderhandelingen en dus aan marktwerking. De doorberekening van de afvalbeheersbijdrage past binnen het Nederlandse milieubeleid, waarin het begrip 'ketenverantwoordelijkheid' immers een cruciale rol speelt om het noodzakelijke draagvlak voor milieumaatregelen te realiseren. Wanneer zich een periode van schaarste voordoet, hebben de oudpapierondernemingen een beperkte leveringsplicht aan de papier- en kartonindustrie. Er is sprake van schaarste wanneer bij de oudpapieronderneming en bij de papierindustrie de voorraden OPK minder zijn dan 10 dagen verbruiksequivalenten. In die situatie moeten de oudpapierondernemingen de Nederlandse papierindustrie de gelegenheid bieden om een bod uit te brengen op het OPK dat de oudpapierindustrie wenst te exporteren. Is dat bod even hoog of hoger dan geboden in de export, dan is men verplicht te leveren aan de desbetreffende Nederlandse fabrikant. De procedure geldt niet voor de partijen waarvoor vaste (buitenlandse) contracten zijn afgesloten.
28
Geschillenregelingen Nakoming Papiervezelconvenant Geschillen over de nakoming van de in Papiervezelconvenant III opgenomen verplichtingen die niet in onderling overleg kunnen worden opgelost, worden voorgelegd aan een arbitragecommissie, overeenkomstig het Reglement van het Nederlandse Arbitrage Instituut (NAI). De arbitragecommissie zal bestaan uit drie arbiters, van wie er één wordt aangewezen door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), één door PRN en één door partijen gezamenlijk. De arbitragecommissie gaat in ieder geval na of het geschil wordt veroorzaakt door omstandigheden die partijen al dan niet zijn aan te rekenen. Er is sprake van een geschil indien één der partijen dit bij aangetekende brief aan de ander te kennen geeft. De aanwijzing van de arbitragecommissie vindt plaats binnen 30 dagen na de ontvangst van een dergelijk schrijven. Overeenkomst met oudpapieronderneming Wanneer een gemeente er niet in slaagt binnen twee maanden na ondertekening van de deelnemingsovereenkomst een leveringsovereenkomst te sluiten met een deelnemende oudpapieronderneming, kan deze gemeente een beroep doen op een commissie, bestaande uit vertegenwoordigers van NVRD, FNOI, VNG en PRN (Nedvang). De commissie zal binnen één maand uitspraak doen. Mocht dit niet tot resultaat leiden dan treft PRN maatregelen.
29
Bijlage 1 Papiervezelconvenant III
Partijen, 1 De VERENIGING VAN NEDERLANDSE GEMEENTEN, te dezen vertegenwoordigd door mevrouw S. E. Korthuis, hierna te noemen: “de VNG”; en 2 De STICHTING PAPIER RECYCLING NEDERLAND, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door haar voorzitter de heer H.J.L. Vonhoff, als organisatie die is opgericht ten behoeve van ondernemingen en organisaties van ondernemingen (zie voor een overzicht Bijlage 3, Achterban van PRN) die hetzij: a papier/karton, produceren (papier- en kartonproducenten); b papier/karton verder verwerken tot grafische en aanverwante producten, (drukkers, uitgevers); c papier/karton verder verwerken tot andere producten (alle overige papier- en kartonverwerkende industrieën); d papier/karton en/of producten van papier/karton verhandelen; e oudpapier of -karton, inzamelen, bewerken, opslaan, transporteren en verhandelen (oudpapierondernemingen), hierna te noemen: “PRN”; Overwegende, Feiten • dat tot 31 december 2006 een in het kader van het Convenant Verpakkingen III gesloten Papiervezelconvenant II van kracht was; • dat met ingang van 1 januari 2006 het “Besluit beheer verpakkingen en papier en karton” (hierna: het “Besluit”) van kracht is en dat daarom geen vierde Convenant Verpakkingen tot stand zal komen;
BIJL AGE 1
• dat artikel 5 van het Besluit niet in werking is getreden.
30
Omstandigheden • dat partijen, in het licht van de niet-inwerkingtreding van artikel 5 van het Besluit voor papier en karton, niet-zijnde verpakkingen, afspraken wensen te maken in dit 3de
Papiervezelconvenant teneinde de succesvolle aanpak door middel van convenanten te continueren. Verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
§ 1. Definities, reikwijdte en preventie
BIJL AGE 1
Artikel 1, definities In dit convenant wordt verstaan onder:
31
a standaardverwerkingskosten: is de som van de kosten voor reiniging, sortering, bewerking, opslag en transport naar de afnemers van oudpapier en -karton. Deze kosten worden in opdracht van de Stichting Verwijderingsfonds per convenantsperiode door een onafhankelijke accountant vastgesteld en jaarlijks geïndexeerd; b afzetgarantieprijs: is de door PRN met gemeenten overeengekomen vergoeding van € 20,- per 1.000 kg; c ketendeficit: het negatieve saldo van de op enig moment actuele berekende internationale marktprijs voor oudpapier en -karton minus de door of namens PRN periodiek vastgestelde standaardverwerkingskosten voor sortering, bewerking, opslag en transport naar de afnemers van oudpapier en -karton en de door PRN met gemeenten overeengekomen afzetgarantieprijs; d transportdeficit: de kosten van bij PRN aangesloten gemeenten, waarbinnen geen bij PRN aangesloten oudpapieronderneming aanwezig is, voor transport van oudpapier en -karton vanaf de gemeentegrens naar de dichtstbijzijnde bij PRN aangesloten oudpapieronderneming, voorzover deze kosten leiden tot een opbrengst voor de desbetreffende gemeenten lager dan de afzetgarantieprijs, gemaximeerd door Stichting Verwijderingsfonds volgens het “Protocol ter zake van de vaststelling van de standaard transportkosten”; e papier/karton: al het papier en karton en/of producten van papier en karton, niet zijnde verpakkingen, die op de Nederlandse markt worden gebracht; f product van papier/karton: product, niet zijnde een verpakking, waarbij de gewichtscomponent papier en/of karton het zwaarste deelmateriaal is; g overdrachtspunt: de weegbrug op het terrein van een gecertificeerde oudpapieronderneming die is aangesloten bij PRN;
h producteigen vervuiling: al het niet-papiervezel materiaal zoals aangegeven in Bijlage 2 (Producteigen en productvreemde vervuiling), dat tijdens het productieproces van het product op of aan het papier of karton wordt gebracht en dat een wezenlijk onderdeel uitmaakt van het product; i productvreemde vervuiling: al het niet-papiervezel materiaal zoals aangegeven in Bijlage 2 (Producteigen en productvreemde vervuiling) en niet behorend tot de producteigen vervuiling, dat tijdens het gebruik of in de afvalfase van het product wordt toegevoegd. Artikel 2, reikwijdte Dit convenant heeft betrekking op al het papier/karton, niet zijnde verpakkingen, dat in Nederland op de markt wordt gebracht, met uitzondering van datgene dat wordt uitgevoerd uit Nederland.
§ 2. Inzameling van papier en karton Artikel 3, gescheiden inzameling 1 De VNG zal gemeenten stimuleren hun gescheiden inzameling van oudpapier en -karton uit particuliere huishoudens zodanig te continueren en te optimaliseren dat jaarlijks tenminste wordt voldaan aan de 75%-doelstelling uit het niet in werking getreden artikel 5 van het Besluit. Deze stimulans bestaat uit het informeren van gemeenten over de mogelijkheden van best practices, voorlichtingsmateriaal (eventueel ter beschikking gesteld door PRN) en inzamelmethoden. Dit zal veelal via het Internet gebeuren en - waar mogelijk - in samenwerking met SenterNovem; 2 PRN bevordert op haar beurt door het geven van voorlichting dat bedrijven uit de kantoren-, winkel-, diensten- en industriesector, oudpapier en -karton, niet zijnde verpakkingen, scheiden, gescheiden houden en gescheiden aanbieden, voorzover dat redelijkerwijs mogelijk is.
§ 3 Overdracht en kwaliteitseisen
BIJL AGE 1
Artikel 4, overdracht papier en karton
32
De VNG bevordert door het geven van voorlichting en het beschikbaar stellen van informatie dat gemeenten al het gescheiden ingezamelde oudpapier en -karton afkomstig uit particuliere huishoudens, gescheiden houden en gescheiden aanbieden aan een overdrachtspunt.
Artikel 5, aansluiting 1 De VNG bevordert door het geven van voorlichting en beschikbaar stellen van informatie dat gemeenten zich aansluiten bij het systeem van PRN, zoals dat is beschreven in de brochure “Kringloop papier en karton. Het systeem van inzamelen en herverwerken. De monitoring en financiering daarvan” (2e herziene druk, die door PRN in een nieuwe druk zal worden geactualiseerd), door middel van het aangaan van een deelnemingsovereenkomst met PRN; 2 PRN draagt er zorg voor dat gemeenten zich zonder belemmering kunnen aansluiten bij het systeem van PRN en stelt daarbij geen nadere eisen of verplichtingen anders dan in dit convenant of de deelnemingsovereenkomst en bijlagen daarbij is overeengekomen; 3 Een gemeente kan zich echter niet aansluiten, indien sprake is van een ketendeficit en/of sprake is van een voor de individuele gemeente geldend transportdeficit. Artikel 6, kwaliteitseisen De gemeenten dienen er zorg voor te dragen dat het gescheiden ingezamelde en aangeboden oudpapier en -karton, niet zijnde verpakkingen, voldoet aan de in Bijlage 1 (Kwaliteitseisen) gestelde eisen.
§ 4 Afname Artikel 7, algemene afnamegarantie 1 PRN zal zich ertoe inspannen dat haar achterban contracten zal sluiten met gemeenten op basis waarvan al het gescheiden aangeboden oudpapier en -karton, dat voldoet aan de kwaliteitseisen in Bijlage 1 (Kwaliteitseisen), zal worden afgenomen door haar achterban; 2 Het in het eerste lid genoemde oudpapier en -karton dient te worden aangeboden bij een overdrachtspunt.
BIJL AGE 1
Artikel 8, afname huishoudelijk oudpapier en -karton, niet zijnde verpakkingen 1 Onverminderd het bepaalde in artikel 7 draagt PRN er zorg voor dat een ketendeficit en/of transportdeficit dat optreedt niet voor rekening van een bij haar aangesloten gemeente komt, mits deze gemeente een overeenkomst heeft met een bij PRN aangesloten oudpapieronderneming; 2 De vergoeding voor een dergelijk deficit aan de gemeenten heeft uitsluitend betrekking op het grafische deel van de huishoudelijke oudpapierstroom, welke thans overeenkomt met 77 gewichtsprocent van het totaal;
33
3 VNG en PRN zullen in onderling overleg een methode vaststellen op basis waarvan jaarlijks op objectieve basis het aandeel niet-verpakkingen in de oudpapierstroom kan worden vastgesteld. Hierdoor kan een administratieve verdeling worden gemaakt naar verpakkingspapier - dat valt onder artikel 4 van het Besluit - en papier en karton niet-zijnde verpakkingen dat valt onder dit 3de Papiervezelconvenant; 4 In afwijking van het eerste lid zijn de kosten die een oudpapieronderneming heeft voor het scheiden van productvreemde vervuiling, bedoeld in Bijlage 2 (Producteigen en productvreemde vervuiling), uit het gescheiden ingezamelde en gescheiden aangeboden oudpapier en -karton uit huishoudens, en het verdere beheer daarvan, voor rekening van een gemeente.
§ 5. Materiaalhergebruik Artikel 9, materiaalhergebruik PRN verplicht zich om op jaarbasis ten minste 75 gewichtsprocent van de totale hoeveelheid in Nederland nieuw op de markt gebracht papier en karton, niet zijnde verpakkingen, als materiaal te hergebruiken voorzover zij het hiervoor benodigde materiaal in voldoende mate gescheiden krijgt aangeboden volgens de kwaliteitseisen, bedoeld in Bijlage 1 (Kwaliteitseisen).
§ 6. Monitoring Artikel 10, monitoringsysteem PRN verplicht zich om ten behoeve van de voortgang en de controle op de uitvoering van dit convenant het bestaande PRN-monitoringsysteem in stand te houden.
BIJL AGE 1
Artikel 11, gegevens papier en karton, niet zijnde verpakkingen 1 PRN verzamelt de voor het monitoringsysteem benodigde gegevens met betrekking tot: a de hoeveelheid op de Nederlandse markt gebracht papier en karton, niet zijnde verpakkingen, in het voorgaande kalenderjaar; b de hoeveelheid als materiaal hergebruikt oudpapier en -karton, niet zijnde verpakkingen, afkomstig uit particuliere huishoudens, in het voorgaande kalenderjaar; c de hoeveelheid als materiaal hergebruikt oud papier en -karton, niet zijnde verpakkingen, niet afkomstig uit particuliere huishoudens, in het voorgaande kalenderjaar.
34
Artikel 12, monitoringverslag papier en karton, niet zijnde verpakkingen PRN levert jaarlijks voor 1 augustus, en voor de eerste maal vóór 1 augustus 2007, de resultaten van de monitoring van het voorafgaande kalenderjaar. Omdat PRN in de periode tot
1 januari 2007 geen onderscheid heeft gemaakt tussen verpakkingen en niet-verpakkingen, zal voor het jaar 2006 worden gerapporteerd over alle papier en karton (verpakkingen en niet-verpakkingen tezamen). Omdat dit convenant in het jaar 2006 nog niet van kracht was, worden gegevens over dat jaar uitsluitend ter informatie verstrekt. Artikel 13, rapportage VNG 1 De VNG brengt voor 1 augustus 2007 en vervolgens ieder jaar voor 1 augustus over het voorafgaande kalenderjaar verslag uit aan PRN; 2 Het verslag bevat in elk geval een overzicht van de activiteiten die door de VNG zijn ondernomen en zullen worden ondernomen om de nakoming van de verplichtingen die zijn opgenomen in dit convenant te (blijven) realiseren.
§ 8. Overige onderwerpen Artikel 14, voorlichting Partijen stellen, waar nodig, een voorlichtingsprogramma op en voeren dit uit ten behoeve van het realiseren van de doelstellingen en maatregelen van dit convenant en stemmen dit programma af op de voorlichtingsprogramma’s over andere onderdelen van het convenant. Artikel 15, overleg met de VNG PRN en de VNG overleggen ten minste ieder halfjaar over de uitvoering van de op hen gezamenlijk van toepassing zijnde bepalingen uit dit convenant.
BIJL AGE 1
Artikel 16, geschillenbeslechting 1 Partijen zullen steeds trachten geschillen over de nakoming van dit convenant in onderling overleg op te lossen; 2 Iedere partij is gerechtigd een geschil voor te leggen aan een arbitragecommissie, benoemd overeenkomstig het Reglement van het Nederlandse Arbitrage Instituut (NAI); 3 De arbitrage vindt plaats te Den Haag. De arbitragecommissie zal bestaan uit drie arbiters, van wie er één wordt aangewezen door de VNG, één door PRN en één door partijen gezamenlijk. Een dergelijke aanwijzing vindt plaats binnen 30 dagen na het verstrijken van het moment, bedoeld in het vierde lid. De arbitragecommissie beslist naar redelijkheid en billijkheid; 4 Er is sprake van een geschil indien één der partijen dit bij aangetekende brief aan de andere partij te kennen geeft.
35
Artikel 17, wijziging Indien blijkt dat de in dit convenant opgenomen doelstellingen of onderdelen daarvan redelijkerwijs niet kunnen worden bereikt, kunnen partijen de artikelen die betrekking hebben op die doelstellingen met wederzijds goedvinden wijzigen of opzeggen. Voor het overige blijft het convenant onverminderd voortbestaan. Artikel 18, Bijlagen De bij dit convenant gevoegde Bijlagen 1 (Kwaliteitseisen), 2 (Producteigen en productvreemde vervuiling) en 3 (Achterban van PRN) maken onlosmakelijk deel uit van dit convenant. Artikel 19, inwerkingtreding 1 Dit convenant treedt in werking met terugwerkende kracht tot 1 januari 2007 en eindigt op 31 december 2010; 2 In afwijking van het gestelde in het eerste lid, treden de artikelen 4 tot en met 8 eerst in werking, indien een Overeenkomst Afvalbeheersbijdrage Papier en Karton door de Minister van VROM, algemeen verbindend is verklaard en voor zolang deze algemeen verbindendverklaring van kracht is; 3 Dit convenant kan door PRN worden opgezegd, indien de Minister van VROM de Overeenkomst Afvalbeheersbijdrage Papier en Karton, genoemd in het tweede lid, niet voor 1 augustus 2007 algemeen verbindend heeft verklaard; 4 Dit convenant vervalt tevens bij inwerkingtreding van artikel 5 van het Besluit. Artikel 20, aansluiting gemeenten en oudpapierondernemingen Met inachtneming van artikel 5, derde lid, dient binnen 3 maanden na de datum van algemeen verbindend verklaring van het in artikel 19 bedoelde: 1 aan gemeenten en oudpapierondernemingen de mogelijkheid geboden te zijn om zich aan te sluiten bij PRN, en: 2 aan gemeenten de mogelijkheid geboden te zijn om een overeenkomst aan te gaan met een bij PRN aangesloten oudpapieronderneming onder de in artikel 7 genoemde voorwaarden. Artikel 21, overeenkomst naar burgerlijk recht Dit convenant heeft kracht van overeenkomst naar Nederlands burgerlijk recht.
BIJL AGE 1
Aldus overeengekomen en getekend in tweevoud te 's-Gravenhage op 22 mei 2007,
36
namens de VNG: mr. S.E. Korthuis
namens PRN: prof. H.J.L. Vonhoff
Bijlage 1 Kwaliteitseisen • Het aan een bij de Stichting Papier Recycling Nederland (hierna: PRN) aangesloten onderneming aangeboden oudpapier en -karton, niet zijnde verpakkingen, dient droog, schoon en scheurbaar te zijn; • Het aan een bij PRN aangesloten oudpapieronderneming aangeboden oudpapier en -karton, niet zijnde verpakkingen, mag niet meer dan 10% vervuiling en/of vocht bevatten. De aangeboden partij oudpapier en -karton wordt bij overstijging van dit percentage geweigerd; • Gemeenten streven ernaar de productvreemde vervuiling van het gescheiden ingezamelde en aangeboden oudpapier en -karton, niet zijnde verpakkingen, zo laag mogelijk te laten zijn;
B I J L AG E 1 - O N D E R D E E L VA N B I J L AG E 1
• De kosten voor het scheiden van productvreemde vervuiling zijn voor rekening van de gemeente.
37
Bijlage 2 Producteigen en productvreemde vervuiling A Onder producteigen vervuiling wordt verstaan: Al het niet -papiervezel materiaal dat tijdens het productieproces van het papieren of kartonnen product, niet zijnde verpakkingen, op of aan het papier of karton vast wordt aangebracht en dat een wezenlijk onderdeel uitmaakt van dat product. Voorbeelden • vensters in enveloppen • het garen waarmee een boek gebonden is • de lijmrug van een kladblok • de nietjes in een brochure
B I J L AG E 2 - O N D E R D E E L VA N B I J L AG E 1
B Onder productvreemde vervuiling wordt verstaan: Al het niet -papiervezel materiaal, niet behorend tot de producteigen vervuiling, dat tijdens het gebruik of in de afvalfase van het papieren of kartonnen product, aan dat product wordt toegevoegd of dat niet schoon en droog is en niet herbruikbaar is.
38
Voorbeelden a Alle objecten die geen vast onderdeel uitmaken van het papieren of kartonnen product en die bestaan uit bijvoorbeeld: • metaal (zoals paperclips en binders) • kunsstof (zoals piepschuim, geplastificeerd papier, zichtmappen, binders) • steenachtig materiaal (zoals aardewerk, tegeltjes) • hout • textiel • leder • voedselresten b Papier en karton dat niet schoon en droog is, zoals: • verontreinigd papier (bv papier gebruikt bij schilderwerk, koffiefilters, papier tussen vleeswaren en deels verbrand papier) • drankenkartons voor zuivel en frisdranken • verpakkingen van vloeibare wasmiddelen en wasverzachter (deels ook laminaten) • geplastificeerd papier en karton, bv voor diepvriesproducten c Niet-inzamelbare en niet -herbruikbare papieren, zoals: • sanitair papier (zoals zakdoekjes, keukenpapier en toiletpapier) • behang (en vinyl behang) • doorslagpapier • foto’s
Bijlage 2 Spelregels voor het openen en sluiten van het Verwijderingsfonds (voor papier en karton niet zijnde verpakkingen)
BIJL AGE 2
De spelregels zijn een praktische leidraad bij het openen en sluiten van het Verwijderingsfonds. Aan deze spelregels kunnen geen rechten worden ontleend. In geval van twijfel of onduidelijkheid met betrekking tot de afspraken die zijn vastgelegd in Papiervezelconvenant III, de algemeen verbindend verklaarde Overeenkomst inzake de verwijderingsbijdrage voor papier en karton 2006 en de zogenaamde deelnemingsovereenkomsten, zijn de teksten van laatstgenoemde documenten bepalend.
39
1 Deze spelregels zijn een uitwerking van artikel 2 van de statuten van de Stichting Verwijderingsfonds, waarin de bestuursvergaderingen en bestuursbesluiten zijn geregeld. 2 Het algemeen bestuur van het Verwijderingsfonds stelt vast of sprake is van een ketendeficit. Deze besluitvorming vindt plaats op voorstel van een daarvoor geïnstalleerde commissie. 3 De genoemde commissie bepaalt periodiek, maar ten minste vier keer per jaar, de voor het afvalbeheerssysteem geldende internationale marktprijs van het oudpapier en -karton volgens een door het bestuur goedgekeurde methodiek. 4 De commissie komt in ieder geval bijeen als het bestuur vergadert, en verder zo vaak als één der deelnemers in de commissie dit noodzakelijk acht omdat de marktomstandigheden zich zodanig wijzigen dat dit mogelijke gevolgen heeft voor de hoogte van het deficit. 5 Het bestuur bepaalt aan de hand van de berekeningen van de commissie en de hoogte van de som van de vastgestelde standaard verwerkingskosten van een gemiddelde oudpapieronderneming en de afzetgarantieprijs of sprake is van een ketendeficit en wat de hoogte hiervan is. 6 Aan de hand van het vastgestelde ketendeficit stelt het bestuur de hoogte van de afvalbeheersvergoeding vast. Het bestuur stelt tevens de ingangs- en beëindigingsdatum van de afvalbeheersvergoeding vast. 7 Het besluit tot openen van het Verwijderingsfonds met betrekking tot de afvalbeheersvergoeding kan pas worden genomen wanneer minimaal gedurende één maand sprake is van een ketendeficit. De afvalbeheersvergoeding gaat in en eindigt per de eerste van de maand volgend op de maand waarin het bestuursbesluit is genomen. In verband met de vertraging van één maand met betrekking tot de opening van het fonds zal het fonds na afloop van een ketendeficit gedurende één maand geopend blijven voor de afvalbeheersvergoeding. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten en aangesloten gemeenten worden bericht binnen twee werkdagen na de desbetreffende besluiten van het bestuur.
8 Aangesloten gemeenten kunnen de vastgestelde afvalbeheersvergoeding maandelijks achteraf bij het Verwijderingsfonds declareren op basis van overzichten van weegbriefjes die zijn ontvangen van bij PRN (en Nedvang) aangesloten oudpapierondernemingen waarmee deze gemeenten een contract hebben gesloten. De over een maand gedeclareerde afvalbeheersvergoeding zal uiterlijk op de laatste werkdag van de maand volgend op de declaratie aan de gemeente worden uitgekeerd. Van de afvalbeheersvergoeding hebben gemeenten recht op maximaal € 20 per 1.000 kg, zij keren het resterende deel van de afvalbeheersvergoeding uit aan de rechthebbende oudpapierondernemingen. 9 De vergoeding voor transportkosten, voortvloeiende uit artikel 8 lid 2 van Papiervezelconvenant III, waar gemeenten onder bepaalde omstandigheden aanspraak op kunnen maken, worden tevens maandelijks achteraf door de gemeenten bij het Verwijderingsfonds gedeclareerd op basis van het Protocol terzake van de vaststelling van de standaard transportkosten. De gedeclareerde transportkosten worden uiterlijk binnen zestig dagen na declaratie aan de gemeente vergoed. 10 Het bestuur bepaalt de hoogte van de afvalbeheersbijdragen onder meer aan de hand van: • de afvalbeheersvergoedingen; • de vergoeding voor transportkosten van de gemeentegrens naar de dichtstbijzijnde gecertificeerde oudpapieronderneming; • de systeemkosten: de kosten van organisatie en beheer voorzover deze worden betaald door brancheorganisaties, waarvan de leden afvalbeheersbijdragen betalen. 11 Tevens stelt het bestuur de ingangs- en beëindigingsdatum van de afvalbeheersbijdrage vast. De bijdrage gaat in en eindigt per de eerste van de maand volgend op de maand waarin het bestuursbesluit is genomen. De periode tussen deze datum en het bestuursbesluit is bij voorkeur niet korter dan twee weken. Partijen hebben daardoor de gelegenheid de noodzakelijke administratieve voorbereidingen te treffen. De afvalbeheersbijdrage wordt geheven gedurende een kwartaal of een veelvoud daarvan. 12 De voor een kwartaal vastgestelde afvalbeheersbijdrage wordt twee weken na afloop van een kwartaal aan de eerste ontvangers in rekening gebracht op basis van de over dat kwartaal ontvangen monitoringgegevens. Eerste ontvangers die hun inkopen doen bij bij PRN aangesloten papiergroothandelaren zijn al gedurende het kwartaal door de papiergroothandel aangeslagen voor de door hen af te dragen afvalbeheersbijdrage. Deze wordt apart op de factuur van de groothandel vermeld. De papiergroothandel draagt de bijdrage vervolgens aan het Verwijderingsfonds af.
40
Bijlage 3 Protocol ter zake van de vaststelling van de vervuilingsgraad van oudpapier en -karton Het van toepassing zijnde artikel van de deelnemingsovereenkomst met de gemeenten verplicht PRN met instemming van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een protocol vast te stellen ter zake van de vaststelling van het vervuilingspercentage van bij huishoudens ingezameld oudpapier en -karton. Dit protocol wordt door de onderstaande artikelen gevormd. 1 Het vaststellen van de verontreinigingsgraad geschiedt op het overdrachtspunt. 2 De aanbieders (of gemeenten) streven er naar het percentage vervuiling, bestaande uit producteigen en productvreemde vervuiling, onder de 5% te brengen. 3 Bij een vervuilingsgraad van meer dan 10% mag de betrokken oudpapieronderneming de aangeboden partij oudpapier en -karton weigeren. 4 De vervuilingsgraad wordt mede beïnvloed door het gehanteerde inzamelsysteem. Zowel bij het inzamelen met grotere inzamelmiddelen als bij gemeenten met een Diftar-systeem en het daarmee verbonden ontwijkgedrag, kan de productvreemde vervuiling hoger dan gebruikelijk zijn. Ook is van invloed of de inzameling in een grootstedelijk gebied of in een kleinstedelijk gebied plaatsvindt. Rekening houdend met deze factoren kan ten behoeve van de verrekening van de vervuiling een indeling worden gemaakt in gemeenten met een laag, gemiddeld, of hoog vervuilingsniveau. Hierbij kunnen de volgende percentages worden vastgesteld: • laag: • gemiddeld: • hoog:
0 tot 2% 2 tot 4% 4 tot 6%
5 Het niveau van de gemiddelde vervuiling ten behoeve van de indeling in bovenstaand artikel wordt voor de eerste keer bij het afsluiten van de leveringsovereenkomst tussen partijen en daarna eenmaal per jaar opnieuw vastgesteld.
41
6 Uitgaande van een aangeboden hoeveelheid in een periode van een maand van 10 ton, door een aanbieder namens een bij PRN (Nedvang) aangesloten gemeente - idem van afvoer- en transportkosten van productvreemde vervuiling van € 150 per ton vuil, idem van sorteer/zuiveringskosten van de productvreemde vervuiling van € 6,60 per ton oudpapier en -karton - kan het volgende schema voor de berekening van de verwijderingskosten worden gemaakt:
Vervuilingsgraad
Tonnen Hoeveelheid oudpapier en -karton Hoeveelheid vervuiling Kosten Sorteer- en zuiveringskosten € 6,60 per ton oudpapier en -karton Afvoerkosten € 150,00 per ton vuil Te verrekenen verwijderingskosten
Laag 0-2%
Gemiddeld 2-4%
Hoog 4-6%
10 0,2
10 0,4
10 0,6
€
€
€
66,00 30,00 96,00
66,00 60,00 126,00
66,00 90,00 156,00
BIJL AGE 3
7 Het gescheiden ingezamelde en aan een bij PRN aangesloten oudpapieronderneming aangeboden oudpapier en -karton dient schoon, droog en scheurbaar te zijn. Met betrekking tot de eis ‘droog’ is de volgende bepaling van toepassing: het (absolute) vochtpercentage mag niet meer dan 10% van de aangeboden gewichtshoeveelheid oudpapier uitmaken.
42
Bijlage 4 Protocol ter zake van de vaststelling van de standaard transportkosten Het betreffende artikel van de deelnemingovereenkomst met gemeenten verplicht de Stichting Verwijderingsfonds met instemming van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten een protocol ter zake van de vaststelling van transportkosten te maken, voorzover deze transportkosten betrekking hebben op oudpapier en -karton -niet zijnde verpakkingen- dat vanaf de gemeentegrens van een bij de PRN (en Nedvang) aangesloten gemeente naar het dichtstbijzijnde overdrachtspunt wordt getransporteerd, indien dat niet binnen het grondgebied van de aangesloten gemeente is gevestigd. Dit protocol wordt door de onderstaande artikelen gevormd.
BIJL AGE 4
1 Transport vindt plaats met een container op een vrachtwagen, of met een kraakperswagen. 2 Alleen de kilometers tussen de gemeentegrens en de dichtstbijzijnde deelnemende oudpapieronderneming worden gerekend. Door het toetreden van nieuwe oudpapierondernemingen tot PRN kan de plaats van de dichtstbijzijnde deelnemende oudpapieronderneming zich gedurende de looptijd van de overeenkomst wijzigen. 3 Alleen de te rijden kilometers van de gemeentegrens naar het overdrachtspunt tellen. (Kosten van laden en lossen worden immers ook gemaakt wanneer er wel een oudpapieronderneming binnen de gemeentegrens aanwezig is.) 4 De berekening moet uitgaan van een normale belading (volle vracht). 5 Er van uitgaande dat: • een container een lading kan bevatten van 2 ton tot maximaal 6 ton; • het reëel is uit te gaan van een normale belading van een container met 5 ton; • een kraakperswagen onder normale omstandigheden 7 ton kan laden; • het reëel is van de normale belading van 7 ton voor een kraakperswagen uit te gaan; • de kosten van een vrachtwagen met container € 1,40 per kilometer bedragen; • de kosten van een kraakperswagen € 1,96 per kilometer bedragen, kunnen de standaard transportkosten per ton/km worden vastgesteld op € 0,28 per km (5 ton à € 1,40 per km en 7 ton à € 1,96 per km).
43
BIJL AGE 5
Scheidingsregels oudpapier en -karton voor huishoudens
44
Bijlage 6 Definities en begrippen Officieel vastgelegd in de Algemeen Verbindend Verklaring (van de Overeenkomst inzake de verwijderingsbijdrage voor papier en karton 2006). Eerste ontvanger Elke ondernemer die in het kader van de uitoefening van zijn beroep of bedrijf als eerste in Nederland nog te verwerken papier en karton -niet zijnde verpakkingen- afneemt met het doel dit bewerkt of onbewerkt op de Nederlandse markt af te zetten, zoals grafische ondernemingen, fabrikanten van displaymaterialen, papiergroothandelaren, fabrikanten van hygiënische papierproducten en fabrikanten van kantoor- en schoolartikelen, alsmede elke ondernemer die in het kader van zijn beroep of bedrijf kant-en-klare producten van papier en karton -niet zijnde verpakkingen- bestemd voor gebruik in Nederland importeert. Afzetgarantieprijs De door PRN met gemeenten overeengekomen gegarandeerde vergoeding aan gemeenten van € 20,- per 1.000 kg voor brongescheiden ingezameld oudpapier en - karton uit huishoudens (categorie niet-verpakkingen). Ketendeficit Het negatieve saldo van de op enig moment actuele berekende internationale marktprijs voor oudpapier en -karton minus de som van de door of namens PRN periodiek vastgestelde standaardverwerkingskosten voor reiniging, sortering, bewerking, opslag en transport naar de afnemers van oudpapier en -karton en de door PRN met gemeenten overeengekomen afzetgarantieprijs. Papier en karton Al het nieuwe papier en karton en/of producten van papier en karton, niet zijnde verpakkingen, dat voor verwerking en gebruik in Nederland wordt afgezet.
BIJL AGE 6
Papiergroothandel Elke ondernemer in Nederland die direct van papier- en kartonfabrikanten in Nederland of in het buitenland papier en karton afneemt met het doel dit door te verkopen aan Nederlandse verwerkers van papier en karton.
45
Afvalbeheersbijdrage Het bedrag dat op grond van de overeenkomst dient te worden afgedragen aan de Stichting Verwijderingsfonds. De afvalbeheersbijdrage betreft alle niet-verpakkingstoepassingen (vooral
grafische en hygiënische toepassingen) van papier en karton, zowel halffabricaten als kant-enklare producten. Afvalbeheersvergoeding voor de gemeente De vergoeding die in het kader van het inzamel- en verwerkingsysteem voor oudpapier en -karton (niet zijnde verpakkingen) uit het Verwijderingsfonds aan gemeenten wordt uitgekeerd ter suppletie van een deficit. Afvalbeheersvergoeding voor de oudpapieronderneming De vergoeding die in het kader van het inzamel- en verwerkingsysteem voor oudpapier en -karton (niet zijnde verpakkingen) uit het Verwijderingsfonds via gemeenten wordt uitgekeerd aan oudpapierondernemingen ter suppletie van een deficit. Standaardverwerkingskosten De periodiek op basis van indexaties aangepaste som van de kosten van inname, weging, reiniging, sortering, bewerking, opslag en transport naar de afnemers van oudpapier en -karton van een theoretische, efficiënte, middelgrote oudpapieronderneming, vastgesteld op basis van een verwerkingskostenonderzoek dat een keer per convenantsperiode in opdracht van de Stichting Verwijderingsfonds wordt uitgevoerd door onafhankelijke deskundigen. Internationale marktprijs De prijs voor oudpapier en -karton op internationale markten zoals die gekend kan worden uit openbare publicaties en marktgegevens.
BIJL AGE 6
Inzamelbaar oudpapier en -karton Alle oudpapier en -karton uit Nederlandse huishoudens, niet zijnde verpakkingen, met uitzondering van zodanig oudpapier en -karton dat naar bestemming of volgens de geldende stand der techniek naar zijn aard niet recyclebaar is, zoals papier en karton gebruikt in sanitaire producten of behang en zwerfvuil.
46
Transportdeficit De kosten van bij PRN aangesloten gemeenten waarbinnen geen bij PRN aangesloten oudpapieronderneming aanwezig is, voor transport van oudpapier en -karton -niet zijnde verpakkingen- vanaf de gemeentegrens naar de dichtstbijzijnde bij PRN aangesloten oudpapieronderneming, voorzover deze kosten leiden tot een negatieve opbrengst voor de desbetreffende gemeenten, zoals gemaximeerd door de Stichting Verwijderingsfonds in het met instemming van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten vastgestelde Protocol terzake van de vaststelling van de standaard verwerkingskosten.
Transportbijdrage Het bedrag dat op grond van de overeenkomst ter compensatie van het transportdeficit dient te worden afgedragen aan de Stichting Verwijderingsfonds. Transportvergoeding De vergoeding die in het kader van het inzamel- en verwerkingsysteem voor oudpapier en -karton -niet zijnde verpakkingen- uit het Verwijderingsfonds wordt uitgekeerd aan gemeenten ter suppletie van het transportdeficit. Systeemkosten De kosten voor het onderzoek met betrekking tot en de ontwikkeling van het afvalbeheerssysteem voor oudpapier en -karton - niet zijnde verpakkingen - alsmede de investeringskosten, de logistieke kosten en de organisatorische kosten van de Stichting PRN en de Stichting Verwijderingsfonds.
BIJL AGE 6
Systeembijdrage Het bedrag dat op grond van de overeenkomst ter compensatie van de systeemkosten dient te worden afgedragen aan de Stichting Verwijderingsfonds.
47
Bijlage 7 Afkortingen AVV CBL EZ Financiën FNOI IPO Kon. VNP KVGO KWDI-sector Nedvang NMa NUV NVRD OPK PRN SLHP SVF VNG VPG VPGI VROM
Algemeen Verbindend Verklaring Centraal Bureau Levensmiddelenhandel Ministerie van Economische Zaken Ministerie van Financiën Federatie Nederlandse Oudpapier Industrie Inter-Provinciaal Overleg Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier- en Kartonfabrieken Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen Kantoren-, Winkels-, Diensten- en Industriesector Stichting Nederland van Afval naar Grondstof Nederlandse Mededingingsautoriteit Nederlands Uitgevers Verbond Nederlandse Vereniging van Reinigings Directeuren Oudpapier en -karton Stichting Papier Recycling Nederland Stichting van Leveranciers van Hygiënische Papierproducten Stichting Verwijderingsfonds Vereniging van Nederlandse Gemeenten Vereniging van Papier Groothandelaren Certificeringsinstituut (Vereniging Productbewaking Grafische Industrie) Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Belangrijke adressen
BIJL AGE 7
Federatie Nederlandse Oudpapier Industrie (FNOI) Laan van Copes van Cattenburch 79, Postbus 85612, 2508 CH Den Haag T (070) 312 39 15 F (070) 363 63 48 www.fnoi.nl
48
Koninklijk Verbond van Grafische Ondernemingen (KVGO) Startbaan 10, Postbus 220, 1180 AE Amstelveen T (020) 543 56 78 F (020) 543 54 75 www.kvgo.nl
Koninklijke Vereniging van Nederlandse Papier- en Kartonfabrieken (Kon. VNP) Kruisweg 761, Postbus 731, 2130 AS Hoofddorp T (020) 654 30 50 F (020) 654 30 64 www.vnp-online.nl Milieu Centraal Herculesplein 357, 3584 AA Utrecht T (030) 230 50 70 F (030) 230 50 71 www.milieucentraal.nl Nederlands Uitgeversverbond (NUV) Hogehilweg 6, Postbus 12040, 1101 AA Amsterdam Zuid-Oost T (020) 430 91 50 F (020) 430 91 99 www.nuv.nl SenterNovem Uitvoering Afvalbeheer Catharijnesingel 55, Postbus 19015, 3501 DA Utrecht T (030) 234 35 53 F (030) 234 22 60 www.uitvoeringafvalbeheer.nl
BIJL AGE 7
Stichting Leveranciers van Hygiënische Papierproducten (SLHP) Kruisweg 761, 2132 NE Hoofddorp T (020) 654 30 50 F (020) 654 30 64
49
Stichting Nedvang Schorpioenstraat 290 / 4e étage Ingang Kantoren A - Alexandrium I, 3067 KW Rotterdam Postbus 8724, 3009 AS Rotterdam T (010) 420 61 61 F (010) 420 17 02 www.nedvang.nl
Stichting Papier Recycling Nederland (PRN) Kruisweg 761, Postbus 735, 2130 AS Hoofddorp T helpdesk (020) 654 09 80 (10.00-12.00 en 14.00-16.00 uur) F (020) 654 09 87 www.prn.nl Stichting Verwijderingsfonds (SVF) Kruisweg 761, Postbus 735, 2130 AS Hoofddorp T helpdesk (020) 654 09 80 (10.00-12.00 en 14.00-16.00 uur) F (020) 654 09 87 www.prn.nl Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) Koningin Marialaan 15-17, 2595 GA Den Haag (n.b.: tijdelijk adres) Postbus 30435, 2500 GK Den Haag T (070) 373 83 93 F (070) 363 56 82 www.vng.nl Vereniging van Papiergroothandelaren (VPG) De Malietoren, Bezuidenhoutseweg 12 Postbus 93002, 2509 AA Den Haag T (070) 349 07 50 F (070) 349 07 75
BIJL AGE 7
VPGI, kwaliteitscentrum voor de communicatie-industrie Startbaan 5 D, Postbus 9051, 1180 MB Amstelveen T (020) 456 08 29 F (020) 456 07 85 www.vpgi.nl
50
VROM, Ministerie van Directoraat-generaal Milieubeheer Directie Afvalstoffen / IPC 645 Rijnstraat 8, Postbus 30945, 2500 EZ Den Haag T (070) 339 41 50 F (070) 339 12 84 www.vrom.nl
Trefwoordenregister Afnamegarantie Afvalbeheersbijdrage Afvalbeheersvergoeding Afvalfonds Afzetgarantieprijs AVV (Algemeen Verbindend Verklaring)
6, 10, 27 12, 17, 21 t/m 24, 28, 45 46 4, 5, 13 5, 10, 11, 13, 17, 31, 45 12, 14, 19, 24, 45
Besluit (beheer verpakkingen en papier en karton) Bewerkingskosten Coalitieakkoord Convenant Deficit (tekort) FNOI Gemeente KWDI - sector Marktprijs (internationale-) Minicontainers Nedvang NMa Opbrengstprijs Oudpapier en -karton (OPK) Oudpapieronderneming(en) Overdrachtsprijs Overschotmanagement (- B.V.)
BIJL AGE 7
Papiergroothandel Papierrecycling Papiervezelconvenant III PRN Producentenverantwoordelijkheid
51
4, 5, 9, 15 10 5 4 10, 13, 23, 31, 45 25, 26, 29
5, 6, 7, 10 t/m 13, 15, 16, 18, 19, 20, 22, 25, 26, 27 15, 19, 20, 21 8, 11, 16, 28, 46 7 5, 6, 11, 12, 14, 18, 19, 20, 22, 26, 27, 29 16, 17 5 7, 8, 9, 11, 15, 17, 19, 20, 21, 25 t/m 28 7, 8, 9, 10, 11, 13, 16 t/m 21, 26, 27, 28, 34 20 14, 17, 25 18, 21, 22, 23, 45 4 4, 5, 6, 9, 10, 12, 13, 17, 19, 29, 30, 34 5, 6, 9 t/m 14, 16 t/m 27, 29, 32, 33 4, 5
Raamovereenkomst Standaardverwerkingskosten Stichting Verwijderingsfonds (SVF) Systeemkosten Transportkosten
BIJL AGE 7
Verpakkingenbelasting Vervuilingsgraad VNG VROM
52
6 13, 16, 17, 31, 46 12, 13, 14, 17, 18, 19, 20, 22, 23, 28 17 11, 22, 24, 43, 47 4, 5 41, 42 5, 9, 10, 29, 32 t/m 35, 43 6, 17
Dit is een uitgave van: Stichting Papier Recycling Nederland (PRN) Postbus 735 2130 AS Hoofddorp Kruisweg 761 2132 NE Hoofddorp T (020) 654 09 89 F (020) 654 09 87
[email protected] www.prn.nl PRN telefonische helpdesk (020) 654 09 80 (10.00-12.00 en 14.00-16.00 uur) Samenstelling Wienus van Oosterum en Marguerite Ruys Ontwerp en vormgeving KlasseOntwerp, Linda van de Klashorst Druk Gedrukt door Drukkerij Zuidam & Zonen BV te Woerden Gedrukt op gerecycled papier Omslag: 200 grams wit silk 9-Life Binnenwerk: 115 grams wit silk 9-Life Oplage: 3.000 ex. 1e druk, juli 2008
COLOFON
© Auteursrecht Stichting PRN 2008
De inhoud van deze brochure is met zorg samengesteld. De samenstellers zijn evenwel niet aansprakelijk voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Bovendien kunnen zich inmiddels detailwijzigingen hebben voorgedaan. Aan de (informatieve) tekst kunnen dan ook geen rechten worden ontleend.
Stichting Papier Recycling Nederland Kruisweg 761 Postbus 735 2130 AS Hoofddorp T (020) 654 09 89 F (020) 654 09 87