KRESNETI VIERING
BROEDERGEMEENTE ZEIST COMITÉ SURINAAMSE CONTACT-AVONDEN
-
2
-
Welkomstwoord Komt allen tezamen, jubelend van vreugde: komt nu, o komt nu naar Bethlehem Ziet nu de Vorst der engelen hier geboren. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning!
Votum, groet en dagteksten 1. O yu breiti ten, o yu switi ten! O yu blesi ten, Kresneti! Krestes na pasi, wi no mu lasi! Breiti, breiti un alamal’. 2. O verblijdende, heilverspreidende, vredebrengende vreugdetijd! Ook des hemels koren doen hun loflied horen. Jubel, jubel nu, o christenheid!
****************** 1. Den Yerusalèm pikin ben de prèise Yeises nen. Den pikin tu fu wi ten, den de moksi nanga den! We kon si, pikin de singi krin, we kon si, pikin de singi krin. Hosiana! Hosiana! Hosiana fu David pikin! 2. Owrusuma èn pikin, moksi prèise, singi krin! Wi lofsingi dyaso musu piki yandaso! We kon si, pikin de singi krin, we kon si, pikin de singi krin. Hosiana! Hosiana! Hosiana fu David pikin!
-
3
-
Schriftlezing Lucas 2:1–7 1 En het geschiedde in die dagen, dat er een bevel uitging vanwege keizer Augustus, dat het gehele rijk moest worden ingeschreven. 2 Deze inschrijving had voor het eerst plaats, toen Quirinius het bewind over Syrie voerde. 3 En zij gingen allen op reis om zich te laten inschrijven, ieder naar zijn eigen stad. 4 Ook Jozef trok op van Galilea, uit de stad Nazaret, naar Judea, naar de stad van David, die Betlehem heet, omdat hij uit het huis en het geslacht van David was, 5 om zich te laten inschrijven met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, welke zwanger was. 6 En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden, dat zij baren zou, 7 en zij baarde haar eerstgeboren zoon en wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een kribbe, omdat voor hen geen plaats was in de herberg.
1. Stille nacht, heilige nacht! Davids zoon, lang verwacht, die miljoenen eens zaligen zal, wordt geboren in Bethlehems stal, Hij, der schepselen Heer! Hij, der schepselen Heer! 2. Stille nacht, heilige nacht! Heil en vree wordt gebracht aan een wereld, verloren in schuld. Gods belofte wordt heerlijk vervuld. Amen, Gode zij de eer! Amen, Gode zij de eer!
Schriftlezing Lucas 2:8–14 8 En er waren herders in diezelfde landstreek, die zich ophielden in het veld en des nachts de wacht hielden over hun kudde. 9 En opeens stond een engel des Heren bij hen en de heerlijkheid des Heren omstraalde hen, en zij vreesden met grote vreze. 10 En de engel zeide tot hen: Weest niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die heel het volk zal ten deel vallen: 11 U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. 12 En dit zij u het teken: Gij zult een kind vinden in doeken gewikkeld en liggende in een kribbe.
-
4
-
13 En plotseling was er bij de engel een grote hemelse legermacht, die God loofde, zeggende: 14 Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens.
1. Heerlijk klonk het lied der Eng'len, in het veld van Ephrata: ere zij God in de hoge, looft de Heer, Halleluja! Vrede zal op aarde dagen, God heeft in de mens behagen; zalig, die naar vrede vragen, Jezus geeft die, hoort Zijn stem. 2. Jezus kwam op aarde neder als een kindje klein en teer; maar, hoe arm Hij toen mocht wezen, Hij was aller Hoofd en Heer. Vrede zal op aarde dagen, God heeft in de mens behagen; zalig, die naar vrede vragen, Jezus geeft die, hoort Zijn stem.
Schriftlezing Lucas 2:15–20 15 En het geschiedde, toen de engelen van hen heengevaren waren naar de hemel, dat de herders tot elkander spraken: Laten wij dan naar Betlehem gaan om te zien hetgeen geschied is en ons door de Here is bekendgemaakt. 16 En zij gingen haastig en vonden Maria en Jozef, en het kind liggende in de kribbe. 17 En toen zij het gezien hadden, maakten zij bekend hetgeen tot hen gesproken was over dit kind. 18 En allen, die ervan hoorden, verbaasden zich over hetgeen door de herders tot hen gezegd werd. 19 Doch Maria bewaarde al deze woorden, die overwegende in haar hart. 20 En de herders keerden terug, God lovende en prijzende om alles wat zij hadden gehoord en gezien, gelijk het hun gezegd was.
-
5
-
1. Son hèrder ben de na Bètlehèm sei, den luku den skapu, di heimel kon opo, wan Èngel kon tyari wan nyunsu gi den. 2. A kon na den sei, A taki: “No krei! Un ala mu firi wan bigi prisiri. Na Yepiman kon na grontapu tide”. 3. Den hèrder no drai, den teki na rai, den opo, den suku, den feni, den luku na switi Pikin, èn den ati nyanprei. 4. O Gadopikin! O Sumapikin! O Yeises, wi Masra, wi Borgu, wi Datra, o Yeises, wi Kownu, wi lobi Yu krin.
-
6
-
Overdenking Midden in de winternacht ging de hemel open. Die ons 't heil der wereld bracht, antwoordt op ons hopen. Elke vogel zingt zijn lied, herders waarom zingt gij niet? Laat de citer slaan, blaast de fluiten aan. Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen: Christus is geboren.
****************** 1. Now Kresneti kisi! Switi ten fu blesi, fa mi lobi yu! Ke, na sowan yuru yu de kon fufuru ala ati tru. 2. Now mi kon fu suku, èn mi de go luku te na Betlehem. Yeises, mi mu sabi, dan mi sil’ sa abi trowst’ fu alaten. 3. Wan Pikin mi feni te na baki ini, dape A didon. Wan fruwondrusani! Tru, na tori grani! Gado srefi kon. 4. Gado srefi meki Engelsten kon preiki evangelium. Glori te na tapu! Fri kon na grontapu! Gado ati bun!
-
7
-
Gebed 1. Morgenster na donkre nacht, die de wereld vreugde bracht, Kindje klein, laat uw schijn lichten diep in ’t harte mijn! 2. Wan krin deistèr opo de, eri kondre de nyanprei! Kon na wi, skèin gi wi! Switi Yeises kon na wi! 3. Da krin gloriskèin fu Yu wini son èn mun fu tru! Gloriwan, Yu wawan brenki leki dusun son!
Slotwoord Ere zij God, ere zij God, in de hoge, in de hoge, in de hoge! Vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Ere zij God in de hoge, ere zij God in de hoge. Vrede op aarde, vrede op aarde, vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen, in de mensen een welbehagen, in de mensen een welbehagen, een welbehagen. Ere zij God, ere zij God, in de hoge, in de hoge, in de hoge! Vrede op aarde, vrede op aarde, in de mensen een welbehagen. Amen. Amen