RAPPORT VAN BEVINDINGEN DEFINITIEF FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT Bij Vereniging Scholen der Evangelische Broedergemeente te Zeist
Plaats Bestuursnummer Onderzoeksnummer Edocs nummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : : :
Utrecht 29577 282182 4551012 februari– maart 2015 4 mei 2015
Inhoud 1
Inleiding 3
2
Bevindingen 5
3
Toezichtarrangement financiële continuïteit 7
Bijlage 1
Zienswijze van het bestuur 8
Pagina 2 van 8
1
Inleiding De Inspectie van het Onderwijs (hierna: de inspectie) heeft tussen februari en maart 2015 onderzoek verricht naar de financiële positie van Vereniging Scholen der Evangelische Broedergemeente. Aanleiding voor het onderzoek was een signaal over de financiële positie van het bestuur. Onderzoeksopzet Het onderzoek bestond uit een analyse van de jaarrekening 2013 en de van het bestuur ontvangen financiële gegevens. Tijdens het onderzoek beoordeelde de inspectie de financiële positie van het bestuur, met als leidende vraag of de financiële continuïteit van het onderwijs binnen afzienbare termijn in het geding is. Toezichtkader De inspectie is bij haar onderzoek uitgegaan van de Beleidsregel Financieel toezicht po en vo 2011, inclusief de aanpassingen toegelicht in de sectorale nieuwsbrieven en tevens vermeld op www.onderwijsinspectie.nl. Het onderzoek is niet te kwalificeren als een accountantsonderzoek. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek naar de financiële positie. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement.
Pagina 3 van 8
2
Bevindingen
2.1 Kengetallen In de volgende tabel staan de signaleringswaarden waarmee de inspectie de jaarcijfers van onderwijsbesturen/onderwijsinstellingen vergelijkt in haar jaarlijkse risicoanalyse, afgezet tegen de kengetallen over 2011, 2012 en 2013: Basis onderwijs
Liquiditeit (current ratio) Solvabiliteit 2 Rentabiliteit
2011
2012
2013
≤ 0,30 laatste 3 jaar negatief
6,07 0,86
5,41 0,85
2,79 0,76
2,6%
-5,5%
-2,4%
≥ 0,95
86%
93%
86%
≥ 0,90
81%
87%
81%
<0
30%
25%
12%
≤ 1,0
Personele lasten/ Rijksbijdrage Personele lasten/ totale baten Financiële buffer
Alle kengetallen blijven boven de signaleringswaarden. De kengetallen laten de afgelopen jaren een dalende trend zien. Het laatste jaar gaat de terugloop iets harder, hetgeen te verklaren valt uit de extra investeringen die het bestuur in 2013 heeft gedaan. 2.2 Overige bevindingen De Vereniging Scholen der Evangelische Broedergemeente in Zeist beheert één basisschool, de Comeniusschool. Het vrijwillige bestuur kent een uitvoerend en een toezichthoudend gedeelte. Het bestuur lijkt (afgezien van een in 2013 nieuw aangetreden penningmeester) redelijk stabiel. De directie is ambulant; de formatie van zowel directeur als adjunct-directeur is in 2013 aangepast. Het aantal leerlingen van het bestuur schommelde de afgelopen jaren tussen de 350 en 363, maar is het laatste jaar gedaald naar 350 per 1 oktober 2014. Dat terwijl het bestuur uitgaat van een stabiel aantal van 363. In het jaarverslag 2014 en de begroting 2015 wordt de terugloop van het aantal leerlingen door het bestuur verklaard doordat ouders hun kinderen (in tegenstelling tot de afspraken) op meerdere scholen aanmelden. Dat omdat meer scholen met wachtlijsten werken. Dan zie je dat op het laatste moment sommige aanmeldingen ingetrokken worden. Het bestuur heeft daarop de procedure aangescherpt en brengt duidelijker in beeld wat de status van de aanmelding is; daarmee verwacht het bestuur dit effect in de toekomst te voorkomen. Het bestuur houdt dan ook vast aan de verwachting van een stabiel aantal van rond de 363 leerlingen voor de komende jaren. In 2013 is het schoolgebouw verbouwd; deze verbouwing is gefinancierd door de gemeente. Het bestuur heeft wel extra geïnvesteerd in de inrichting en de infrastructuur (digiborden). Daarnaast is in 2013 ook extra geïnvesteerd in scholing van personeel en leermiddelen. Deze uitgaven hebben er toe geleid dat het exploitatieresultaat in 2013 ondanks de aanvullende middelen in de rijksbijdrage negatiever uitviel dan begroot was.
Pagina 5 van 8
De op 16 maart 2015 ontvangen concept jaarrekening 2014 laat een positief exploitatieresultaat van € 30.087,- zien terwijl een verlies van € 7.686,- was begroot. Zowel de liquiditeit als de solvabiliteit verbeteren zich ultimo 2014 ten opzichte van 2013. Ultimo 2014 is er sprake van een eigen vermogen van bijna €600.000 en liquide middelen van bijna €485.000. In de op 16 maart 2015 ontvangen meerjarenbegroting voor 2015 tot en met 2017 worden negatieve exploitatieresultaten verwacht van respectievelijk € 31.944, € 47.460 en € 25.749. Daarbij wordt uitgegaan van een stabiel aantal leerlingen (363) en een (nagenoeg) stabiele formatie. Het bestuur geeft aan dat dit vraagt om maatregelen en schrijft hierover in het (voorlopige) jaarverslag 2014 (16 maart 2015): “Alle personeelsleden hebben een vaste aanstelling. Er is dus geen sprake van een flexibele schil. Hierdoor is het moeilijk om de formatie te doen krimpen zonder dat het financiële consequenties heeft. De personeelslast overschrijdt de hoogte van de bekostiging. Omdat het leerlingenaantal voor de komende jaren gelijk blijft, is het niet mogelijk personeel in het risicodragend deel van de formatie (RDDF) te plaatsen. Er wordt gezocht naar alternatieve maatregelen om de personeelslast te verlagen zoals het verzoek aan medewerkers om vrijwillig formatie in te leveren en zich vrijwillig beschikbaar te stellen voor een outplacement traject.” Hiermee geeft het bestuur aan bewust bezig te zijn met mogelijke bedreigingen voor de financiële positie van de Vereniging en waar nodig maatregelen te nemen. De financiële positie van het bestuur ultimo 2014 is dusdanig dat de genoemde ontwikkelingen met de verwachte -relatief geringe- negatieve exploitatieresultaten de financiële continuïteit binnen afzienbare termijn niet in het geding brengt.
Pagina 6 van 8
3
Toezichtarrangement financiële continuïteit Basistoezicht De bevindingen in hoofdstuk 2 geven geen aanleiding tot het aanpassen van het financiële continuïteitstoezicht. De inspectie handhaaft dan ook het basisarrangement bij dit bestuur.
Pagina 7 van 8
Bijlage 1 Zienswijze van het bestuur Het bestuur heeft op 30 april 2015 laten weten verder geen opmerkingen te hebben bij het rapport.
Pagina 8 van 8