KOSTEN VAN OCTROOIGEMACHTIGDEN RAPPORT
Utrecht/Amsterdam, juni 2006
mw. dr. B.E. Baarsma (SEO) drs. R.C.D. Berndsen MPA (Berenschot) ir. L.M.H. Bottelberghs (Berenschot) drs. M. de Nooij (SEO) mr. drs. T. van der Rijken (Berenschot)
30423/SEO-rapport 891
KOSTEN VAN OCTROOIGEMACHTIGDEN CONCEPT RAPPORT
INHOUD 1.
INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING ................................................... 6 1.1 1.2 1.3
2.
P ROCEDURES VAN OCTROOIVERWERVING ............................................ 9 B EROEPSREGULERING EN OPLE IDING OCTROOIGEMACHTIGDEN ............ 13 DE MARKT VAN OCTROOIGEMACHTIGDEN ........................................... 18
DE KOSTEN VAN EEN OCTROOIAANVRAGE ........................................24 3.1 3.2 3.3
4.
DOELSTELL ING EN ONDERZOEK SVRAGEN ............................................. 6 O NDERZOEKSMETHODEN ...................................................................7 L EESWIJ ZER .................................................................................... 8
AFBAKENING VAN HET ONDERZOEKSGEBIED .................................... 9 2.1 2.2 2.3
3.
Blz.
P ERSPECTIEF VAN AANVRAGENDE BEDRIJVEN ..................................... 25 P ERSPECTIEF VAN OCTROOIGEMACHTIGDEN ..................................... 40 C ONCLUSIE ................................................................................... 49
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ..................................................... 51 4.1 4.2
C ONCLUSIES ................................................................................... 51 A ANBEVELINGEN ............................................................................. 53
Bijlagen: 1. Literatuur en websites. 2.
Vragenlijst aanvragers.
3.
Vragenlijst octrooigemachtigden.
4.
Deelnemers groepsdiscussie en geïnterviewden.
5.
Samenvatting onderzoek EOB 2004
6.
Uitkomsten panelsessie octrooi-aanvragen.
30423/SEO-rapport 891
2
VOORWOORD
Dit rapport is in opdracht van het ministerie van Economische Zaken opgesteld door Berenschot en SEO Economisch Onderzoek. Het voornaamste doel van het onderzoek is te bekijken in hoeverre sprake is van prijsverschillen bij de inschakeling van een octrooigemachtigde voor het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage in Nederland en de ons omringende landen. Op basis van literatuuronderzoek, interviews en enquêtes is deze vraag beantwoord. Voorop staat hierbij de kwalitatieve analyse. De enquêtes hebben een relatief geringe omvang, waardoor geen statistisch harde conclusies zijn te trekken. De kwantitatieve resultaten vormen vooral een ondersteuning voor de kwalitatieve argumentatie. Het zijn ook met name deze kwalitatieve conclusies die als achtergrond kunnen fungeren bij nieuw in te zetten beleid van het ministerie van Economische Zaken. Barbara Baarsma (SEO Economisch Onderzoek) Ruud Berndsen (Berenschot)
30423/SEO-rapport 891
3
SAMENVATTING Octrooien spelen een belangrijke rol in het Nederlandse innovatiebeleid. Sinds 2004 wordt er extra aandacht geschonken aan het octrooisysteem in Nederland, omdat er een aantal knelpunten naar voren is gebracht dat de kansen voor innovatieverbetering beperkt. In dit kader is door het Ministerie van Economische Zaken aan Berenschot gevraagd onderzoek te doen naar de kosten voor het werven van een octrooi. Het doel van dit onderzoek was het verkrijgen van internationaal vergelijkend inzicht in de kosten van vrije octrooigemachtigden in het verwervingstraject van nationale en Europese octrooien, alsmede in de achterliggende oorzaken van eventuele verschillen. De centrale vraagstelling was derhalve of de inschakeling van een octrooigemachtigde in Nederland voor het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage goedkoper of duurder is dan in de ons omringende landen. Om een verklaring in eventuele verschillen te vinden is gekeken naar activiteiten, kosten en tarieven van de vrije octrooigemachtigden, de marktomvang en –structuur van de vrije octrooigemachtigden, en de beroepsregulering, opleidingsvereisten en wettelijke bepalingen. Berenschot heeft dit onderzoek uitgevoerd in samenwerking met SEO Economisch Onderzoek. De basis van het onderzoek is een enquête onder ruim 1.100 octrooiaanvragers en 500 octrooigemachtigden in Nederland en vijf referentielanden (België, Denemarken, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk). Tevens is een panelsessie gehouden met Nederlandse octrooiaanvragers, zijn er interviews gevoerd met experts op het gebied van octrooiaanvragen, en is er literatuuronderzoek gedaan. De onderzoeksvoortgang is bewaakt door een begeleidingscommissie bestaande uit afgevaardigden van het Ministerie van Economische Zaken en Octrooicentrum Nederland. De belangrijkste conclusie van het onderzoek is dat de kosten van het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage in Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk over het algemeen lager zijn dan in Nederland, België en Denemarken. Daarnaast is het opvallend dat bedrijven en octrooigemachtigden de kosten voor het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage zeer anders inschatten. Volgens bedrijven bedragen deze kosten gemiddeld ongeveer € 8.600,-- tot € 9.000,--, terwijl octrooigemachtigden zelf aangeven gemiddeld € 2.850,-- tot € 4.350,-- te vragen. Dit verschil kan ten dele verklaard worden doordat de aanvragers weinig inzicht hebben in de opbouw van hun factuurbedragen. Een andere (mogelijke) oorzaak voor het geconstateerde verschil is het verschil in vraagwijze naar aanvragers en octrooigemachtigden in dit onderzoek. Op basis van het onderzoek wordt een drietal conclusies getrokken over de oorzaak van kostenverschillen tussen de onderscheiden landen: 1.
In de eerste plaats kunnen de verschillen in beroepsregulering en toelatingseisen an sich niet als enige verklaringsgrond dienen voor verschillen in prijzen voor de dienstverlening van octrooigemachtigden. Doordat de meeste van deze gedragsregels geënt zijn op de Europese, zijn de verschillen beperkt. Groter zijn de verschillen tussen de opleidingssystemen in de verschillende landen. Maar ook hieruit valt niet af te leiden of en in welke mate zij bijdragen aan de onderzochte kosten. Desalniettemin geldt voor octrooigemachtigden – net als voor veel andere vrije beroepsbeoefenaars – dat de vrije werking van de markt mogelijk beperkt wordt door zelfregulering en een wettelijk domeinmonopolie. Dit zou van invloed kunnen zijn op de tarieven die de gemachtigde in rekening brengt.
30423/SEO-rapport 891
4
2.
Ten tweede lijkt de omvang van de markt voor octrooigemachtigden van invloed te zijn op de kosten voor het indienen en opstellen van de aanvrage. Verklaringen liggen mogelijk in het aantal ingediende aanvragen per gemachtigde, of het aantal gemachtigden per inwoner. Van een lineaire causaliteit is echter geen sprake. Nader onderzoek naar andere mogelijk verklarende factoren, zoals de courantheid van de taal, de aanwezigheid van het Europees Octrooibureau of de aard en omvang van de advieswerkzaamheden, is aan te bevelen.
3.
In de derde plaats komt naar voren dat de prijs voor bedrijven van ondergeschikt belang is bij de keuze van een octrooigemachtigde. De reputatie van de gemachtigde en/of het kantoor is daarentegen wel een belangrijke factor in de keuze.
Op basis van de uitgevoerde enquêtes, de groepsdiscussie met Nederlandse octrooiaanvragers, gesprekken met deskundigen en eigen waarnemingen wordt een viertal aanbevelingen gedaan, die aansluiten op de eerder genoemde conclusies. 1.
Een eerste aanbeveling betreft het transparant maken van de kwaliteit van de dienstverlening van octrooigemachtigden. Verbetering van de transparantie kan plaatsvinden op basis van nader onderzoek naar de vraag wat de kwaliteit van de dienstverlening door octrooigemachtigden nu eigenlijk bepaalt. Wanneer meer kwaliteitstransparantie ontstaat, kan prijstransparantie een extra impuls geven aan het terugdringen van de kosten.
2.
In de tweede plaats wordt een onderzoek naar de relatie tussen (zelf)regulering en concurrentiebeperking aanbevolen. Op Europees en nationaal niveau heeft de problematiek van zelfregulering in vrije beroepen op dit moment veel aandacht. Om de oorzaken van de verschillen tussen de landen beter te kunnen duiden is niet alleen onderzoek naar de rol van wettelijke en zelfregulerende afspraken nodig, maar tevens onderzoek naar de mate van concurrentie in Nederland ten opzichte van de vijf andere landen.
3.
Ten derde is er voor de Nederlandse overheid een mogelijkheid om de transparantie te bevorderen door het opzetten van een kennisplatform voor aanvragers van octrooien. Hiermee kunnen ervaringen worden uitgewisseld en kan de vraagzijde worden versterkt. Tevens kan de vraagzijde worden versterkt door een vertegenwoordiging van het bedrijfsleven op te nemen in de organen van de beroepsgroep, zoals dat ook bij accountants het geval is.
4.
Tot slot een aanbeveling met enkele concrete mogelijkheden tot kostenbesparing. Via internet is het eenvoudig om in contact te komen met buitenlandse octrooigemachtigden, zowel binnen als buiten Europa. Zij kunnen tegen lagere tarieven een octrooiaanvrage opstellen, maar hier kleven natuurlijk ook nadelen aan. Natuurlijk kan men ook zelf een octrooiaanvrage opstellen, en alleen het technische werk – zoals het maken van de tekening – door een derde laten doen. De Nederlandse Orde van Uitvinders heeft een overeenkomst gesloten met een octrooibureau om kleine, zelfstandige uitvinders tegemoet te komen in de kosten voor octrooiaanvragen. Verder kunnen MKB-aanvragers bij Octrooicentrum Nederland kostenloos een prefiling-onderzoek laten doen.
30423/SEO-rapport 891
5
1.
INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING
De lidstaten van de Europese Unie (EU) hebben in 2000 in Lissabon afgesproken dat de EU binnen tien jaar de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld moet zijn. Nederland werkt met het nieuwe innovatiebeleid hard mee aan het bereiken van die doelstelling. Maar de ambities van Nederland houden hier niet op. Nederland wil in de komende jaren tot de top van de Europese Unie gaan behoren op het gebied van investeringen in innovatie en onderzoek. De rol van het octrooi in het Innovatiebeleid is meervoudig: •
Het geeft de uitvinder een exclusief recht op exploitatie. Hiermee kunnen investeringen beter worden terugverdiend. Dit moet bedrijven stimuleren te investeren in onderzoek en innovatie.
•
Doordat de octrooiaanvrage openbaar wordt gemaakt, kan de kennis worden gedeeld. Zo kunnen bedrijven door octrooi-informatie bijvoorbeeld op bepaalde ideeën worden gebracht. Ook kan deze informatie bijdragen aan het voorkomen van ‘dubbelingen’ in R&D-inspanningen.
•
Het is een meetinstrument voor Innovatie in Nederland. Omdat investeringen in innovatie niet eenvoudig vast te stellen zijn door de overheid, kan het aantal (toegekende) octrooiaanvragen belangrijk zijn in het meten van de innovatiekracht in het land.
Octrooien spelen met andere woorden een belangrijke rol. Sinds vorig jaar wordt extra aandacht geschonken aan het octrooisysteem in Nederland, omdat er een aantal knelpunten naar voren is gebracht dat de kansen voor innovatieverbetering beperkt. Of ook de kosten voor het verwerven van een octrooi een drempel vormen, wilde het Ministerie van Economische Zaken onderzoeken. Het Ministerie heeft aan Berenschot en SEO Economisch Onderzoek gevraagd dit onderzoek uit te voeren. Zij zijn bijgestaan door prof. mr. ir. A. Louët Feisser, deeltijd hoogleraar aan de Universiteit Twente, met leeropdracht “Bescherming van technische kennis en octrooibeleid”. 1.1
DOELSTELLING EN ONDERZOEKSV RAGEN
Het doel van het onderzoek is het verkrijgen van internationaal vergelijkend inzicht in de kosten van vrije octrooigemachtigden in het verwervingstraject van (nationale en Europese) octrooien en, voor zover van toepassing, de achterliggende oorzaken van eventuele verschillen. De centrale vraagstelling daarbij luidt:
Is de inschakeling van een octrooigemachtigde in Nederland voor het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage (premier depot) goedkoper of duurder dan in de ons omringende landen? Om een verklaring van eventuele verschillen te vinden, dient te worden gekeken naar: •
De activiteiten, kosten en tarieven van de vrije octrooigemachtigden.
•
De marktomvang en –structuur van de vrije octrooigemachtigden.
•
De beroepsregulering, opleidingsvereisten en wettelijke bepalingen.
30423/SEO-rapport 891
6
1.2
O NDERZOEKSMETHODEN
Om aan de doelstellingen, genoemd in de vorige paragraaf, te kunnen voldoen, hebben Berenschot en SEO Economisch Onderzoek gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmethoden. Dit zijn: •
Een enquête onder octrooi-aanvragers. In totaal hebben 1.141 bedrijven uit zes Europese landen1, die in de afgelopen jaren tenminste eenmaal een octrooi hebben aangevraagd een vragenlijst ontvangen. Dit leverde een bruikbare response op van gemiddeld 10,8 procent. De resultaten van deze enquête zijn te vinden in paragraaf 3.1.
•
Een enquête onder octrooigemachtigden. In totaal hebben 500 octrooigemachtigden uit dezelfde zes Europese landen een vragenlijst ontvangen. Dit leverde een bruikbare response op van gemiddeld 14,0 procent. De resultaten hiervan staan hoofdzakelijk in paragraaf 3.2.
•
Een panelsessie met Nederlandse octrooiaanvragers. In totaal zijn 60 Nederlandse bedrijven die in de afgelopen jaren tenminste één octrooiaanvrage hebben ingediend, gevraagd om deel te nemen aan een groepsdiscussie. Hiervan hebben er 19 toegezegd te zullen komen en waarvan er uiteindelijk 11 daadwerkelijk participeerden. Het betrof een gemengde groep (middel)grote en kleine bedrijven, afkomstig uit uiteenlopende sectoren. Een overzicht van de deelnemers aan de panelsessie is te vinden in bijlage 4. De groepsdiscussie vond plaats op 25 januari 2006 en had een tweeledig doel: −
Inzicht verkrijgen in de mogelijke achtergronden van de (toen nog voorlopige) uitkomsten van het enquête-onderzoek.
−
Suggesties verzamelen om de (gepercipieerde) drempelkosten van het octrooisysteem te verlagen en om eventuele andere barrières en tekortkomingen weg te nemen of te reduceren.
De resultaten van de panelsessie zijn op verschillende plaatsen in de tekst verwerkt en zijn in het bijzonder te vinden in paragraaf 3.1. •
Interviews met experts op het gebied van octrooiaanvragen. Deze zijn gebruikt om inzicht te verwerven in het systeem van octrooiverwerving, de mogelijkheden om de kosten hiervan te verlagen, de rol en werkwijze van de Orde van Octrooigemachtigden, de argumenten om voor een bepaalde manier van verwerving te kiezen, et cetera. De verkregen inzichten zijn op verschillende plaatsen in de hoofdstukken verwerkt, met name in hoofdstuk 2. Een overzicht van de geïnterviewde personen is te vinden in bijlage 4.
•
Literatuuronderzoek. Er is veel gebruik gemaakt van jaarverslagen van nationale en internationale octrooicentra en ordes van gemachtigden, maar ook van verscheidene andere publicaties en websites. Een lijst van geraadpleegde literatuur en websites is te vinden in bijlage 1. Het literatuuronderzoek is met name gebruikt om hoofdstuk 2 te kunnen schrijven.
1
Nederland, Duitsland, Frankrijk, Denemarken, België en het Verenigd Koninkrijk.
30423/SEO-rapport 891
7
•
Gesprekken met de begeleidingscommissie. In de verschillende fasen van het onderzoek is overlegd met de begeleidingscommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van het Ministerie van Economische Zaken en Octrooicentrum Nederland. De gesprekken hadden als voornaamste doel een optimale afstemming tussen de opdrachtgever en opdrachtnemer, alsmede bewaking van de voortgang en onderlinge kennisuitwisseling.
1.3
L EESW IJZ ER
Eerst wordt in hoofdstuk 2 het proces van octrooiverwerving beschreven, alsook de marktstructuur van de vrije octrooigemachtigden en de geldende beroepsregels en opleidingseisen. Hierin kan namelijk een verklaring liggen voor kostenverschillen tussen de verschillende landen. De kosten van vrije octrooigemachtigden in het aanvraagtraject, onderzocht aan de hand van een tweetal internationaal uitgezette enquêtes, staan beschreven in hoofdstuk 3. In het vierde hoofdstuk staan de conclusies en aanbevelingen van ons onderzoek.
30423/SEO-rapport 891
8
2.
AFBAKENING VAN HET ONDERZOEKSGEBIED
De bescherming van uitvindingen wordt beheerst door het octrooirecht. Octrooieren kan worden gezien als aanmoediging tot het doen van uitvindingen, de uitvinder krijgt met het octrooi immers een beloning voor zijn werkzaamheden. De openbaarmaking van octrooien zorgt er tevens voor dat de techniek daarop kan voortbouwen2. Het voert te ver om hier diep op het octrooirecht en zijn merites in te gaan. Wel nemen we in dit hoofdstuk kort het proces van octrooiverwerving onder de loep, alsmede de marktstructuur van de vrije octrooigemachtigden en de voor hen geldende beroepsregels en opleidingseisen. 2.1
P ROCEDURES VAN OC TROOIVERW ERV ING
Voor het verkrijgen van een octrooi kunnen verschillende procedures worden doorlopen. Deze procedures kennen een groot aantal overeenkomsten, maar ook een paar belangrijke verschillen. Vanwege de scope van dit onderzoek, wordt ingegaan op de procedures voor het verkrijgen van een nationaal en van een Europees octrooi. Wanneer hier wordt gesproken over de nationale procedure wordt de Nederlandse nationale procedure bedoeld. Deze is gebaseerd op de Rijksoctrooiwet 1995 (ROW 1995). De Europese procedure is gebaseerd op het Europees Octrooiverdrag (EOV), waarbij 31 landen zijn aangesloten. 2.1.1 Nationale en Europese procedures Inhoudelijk zijn er geen andere eisen aan een octrooiaanvrage bij de nationale en de Europese procedure. Op een aantal punten verschillen de procedures echter wel. In deze paragraaf worden de procedures in grote lijnen beschreven, en wordt aangegeven waar de voornaamste verschillen zitten.
Het opstellen van een octrooiaanvrage De procedure voor het verkrijgen van een octrooi begint doorgaans met het opstellen van een aanvrage. Het is niet verplicht dit door een octrooigemachtigde te laten doen; in principe mag iedereen deze opstellen. Omdat het uiteindelijke octrooi een juridische status heeft en de economische waarde van een intellectueel eigendom regelt, is de kwaliteit van de aanvrage van groot belang.
octrooigemachtige
Octrooicentrum Nederland
Opstellen Opstellen octrooiaanvrage octrooiaanvrage
indiening indiening octrooiaanvrage octrooiaanvrage
registratie registratie
verzoek verzoek tot tot nieuwheidsnieuwheidsonderzoek onderzoek
uitvoeren uitvoeren nieuwheidsnieuwheidsonderzoek onderzoek
aanpassen aanpassen octrooi octrooi
uitgifte uitgifte nieuwheidsnieuwheidsrapport rapport
verlening verlening octrooi octrooi De voornaamste activiteit bij het opstellen van de octrooiaanvrage is het zodanig formuleren van een uitvindingsgedachte dat een zo groot mogelijke bescherming wordt verkregen, terwijl toch wordt voldaan aan de vereisten van Figuur 1: procedure nationale octrooiverlenieuwheid, inventiviteit en industriële toepasbaarheid. ning. Daarnaast kan er literatuuronderzoek worden gedaan met betrekking tot de nieuwheid, en kunnen er tekeningen worden gemaakt ter verduidelijking van de uitvinding.
2
Mr. L. Wichers Hoeth; Kort begrip van het intellectuele eigendomsrecht. p. 11
30423/SEO-rapport 891
9
Indienen van de octrooiaanvrage Het indienen van een octrooiaanvrage mag alleen door de aanvrager zelf, zijn advocaat of een octrooigemachtigde worden gedaan. Bij het indienen van een octrooiaanvrage is er sprake van een premier depot indien het de eerste indiening betreft voor deze vinding. Als de aanvrage Europees wordt ingediend, terwijl het eerder nationaal is ingediend, is er geen sprake van een premier depot. In dit geval kan prioriteit worden ingeroepen, en geldt de datum van eerste indiening bij de beoordeling op nieuwheid.
Nieuwheidsonderzoek Met betrekking tot het onderzoek naar de stand van de techniek, doorgaans kortweg het nieuwheidsonderzoek genoemd, zijn er duidelijke verschillen tussen de nationale en de Europese procedure. Bij de nationale procedure moet binnen 13 maanden na indiening een verzoek tot nieuwheidsonderzoek worden ingediend, anders zal geen 20-jarig octrooi worden verleend3. Op basis van het nieuwheidsrapport kan de aanvrager ervoor kiezen de octrooiaanvrage aan te passen of aan te laten passen. Bij de Europese procedure wordt altijd een nieuwheidsonderzoek uitgevoerd. In dit geval zal het aanpassen van de octrooiaanvrage, indien nodig, echter vaak pas in de beoordelingsfase plaatsvinden. Het resultaat van het nieuwheidsonderzoek - in beide procedures - is een nieuwheidsrapport. In een dergelijk rapport worden publicaties vermeld die van belang zijn bij de beoordeling van de uitvinding. Indien uit het rapport blijkt dat kans op een goede bescherming van de vinding klein is, kan de aanvrager beslissen met de procedure te stoppen, waarbij geen verdere kosten worden gemaakt.
octrooigemachtige
indiening indiening octrooiaanvrage octrooiaanvrage
Europees Octrooi Bureau registratie registratie
nieuwheidsnieuwheidsonderzoek onderzoek
verzoek verzoek tot tot beoordeling beoordeling
nieuwheidsnieuwheidsrapport rapport
aanpassen aanpassen octrooi octrooi
beoordelen beoordelen door door patent patent examiner examiner
aanwijzen aanwijzen landen landen
verlenen verlenen octrooi octrooi
vertalen vertalen octrooi octrooi
Beoordeling Bij de nationale procedure vindt voorafgaande aan de octrooiverlening geen toetsing op nieuwheid, inventiviteit of industriële toepasbaarheid plaats, en zal het octrooi altijd worden verleend. Bij de Europese procedure vindt deze beoordeling4 wel plaats, namelijk door het Europees
indienen indienen Nationale Nationale aanvragen aanvragen
Figuur 2: procedure Europese octrooiverlening.
Bij de nationale procedure wordt automatisch een 6-jarig octrooi verleend als er binnen 13 maanden geen verzoek voor het uitvoeren van een nieuwheidsonderzoek is ingediend. 4 Officieel moet de indiener een verzoek tot beoordeling doen. Deze beoordeling wordt uitgevoerd door het Europees Octrooibureau (EOB). 3
30423/SEO-rapport 891
10
Octrooibureau (EOB). Wanneer de beoordeling negatief is, zal de indiener de octrooiaanvrage moeten aanpassen of aan moeten alten passen, waarna deze opnieuw zal worden beoordeeld.
Verlening Bij de nationale procedure vindt verlening doorgaans plaats 18 maanden na indiening. De Europese procedure duurt gemiddeld 3 tot 5 jaar. Een reden is dat de beoordeling en de bijkomende correspondentie daarover tussen EOB en aanvrager tijd kosten en dat relatief lange termijnen in acht worden genomen.
Aanwijzen landen & vertaling Nadat in de Europese procedure het octrooi is verleend, moet worden besloten in welke landen men het wil laten gelden, d.w.z. in welke landen men op grond van de Europese verlening een nationaal recht wil krijgen. Het Europese octrooi wordt daartoe geregistreerd bij de nationale instanties van de gekozen landen. Het Europese octrooi zal, op grond van de nationale wetgevingen in de gekozen landen, doorgaans moeten worden vertaald in de taal van elk van deze landen. Veelal wordt voor de nationale procedure een octrooigemachtigde uit het betreffende land ingeschakeld. Het resultaat van een Europese octrooiaanvrage is een bundel van nationale octrooien.
Beroep Indien bij de Europese procedure door het EOB wordt besloten de octrooiaanvrage af te wijzen, kan de aanvrager hiertegen in beroep gaan. Vervolgens zal de uitvinding door de Board of Appeal worden beoordeeld. Het is aan de aanvrager om te beslissen al dan niet in beroep te gaan.
Oppositie Tot 9 maanden na de verlening van een Europees octrooi kunnen derden schriftelijk bezwaar maken tegen die verlening. In de oppositieprocedure wordt de uitvinding opnieuw door het EOB beoordeeld, waarna ze beslist het verleende octrooi te herroepen, te wijzigen of ongewijzigd te laten. Elke partij bij de oppositieprocedure kan tegen deze beslissing in beroep gaan bij de Board of Appeal. 2.1.2 Overige procedures Naast de nationale en Europese procedure bestaat er ook een zogenaamde internationale procedure. Deze procedure is gebaseerd op de Patent Cooperation Treaty (PCT), waarbij wereldwijd 128 landen zijn aangesloten. De internationale procedure voorziet in het uitvoeren van een nieuwheidsonderzoek en een voorlopige beoordeling. Daarna moet de procedure nationaal of regionaal worden voortgezet om daadwerkelijk een octrooi te krijgen in één of meerdere landen die bij het PCT verdrag zijn aangesloten. Hoewel de internationale procedure relatief duur is, heeft zij als voordeel dat slechts eenmaal een nieuwheidsonderzoek hoeft te worden uitgevoerd. Het resultaat van de voorlopige beoordeling op nieuwheid en inventiviteit is niet bindend. Een bijkomend voordeel van de internationale procedure is dat
30423/SEO-rapport 891
11
deze de aanvrager meer tijd geeft om de waarde van zijn aanvrage te bepalen alvorens hij kosten moet maken voor de nationale of regionale procedures. Wil men via de internationale procedure (ook) een octrooi in Nederland verkrijgen, dan kan dat alleen door aansluitend op de internationale procedure de Europese procedure in te gaan en langs die weg een voor Nederland geldig octrooi te krijgen. Men kan niet kiezen voor de nationale procedure. 2.1.3 Rol van de octrooigemachtigde Het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage wordt in de praktijk meestal door een octrooigemachtigde gedaan, ook al is dit wettelijk gezien niet vereist. De aanvrager mag immers ook zelf in zijn eigen land een aanvrage opstellen en indienen. De octrooigemachtigde is een onafhankelijk, wettelijk bevoegd specialist op het terrein van octrooien, merken en modellen. De wetgever heeft aan de octrooigemachtigde een taak opgelegd, omdat er behoefte bestaat aan betrouwbare deskundigen op het gebied van de industriële eigendom. De wet bepaalt dat de octrooigemachtigden exclusief bevoegd zijn octrooiaanvragen voor een ander in te dienen. Er is een uitzondering: advocaten mogen dat ook, maar het komt zelden voor dat zij dat doen, vanwege de technische aard van de aanvragen. Iedereen mag wel zelf zijn eigen octrooiaanvrage indienen, maar alleen octrooigemachtigden en advocaten mogen dat voor een ander doen. Het komt ook wel voor dat iemand die geen octrooigemachtigde is en van mening is dat hij wel een octrooiaanvrage kan opstellen dat voor een ander doet, waarna die ander de octrooiaanvrage zelf indient. Met andere woorden: alleen een octrooigemachtigde kan er een beroep van maken om octrooiaanvragen namens anderen op te stellen, in te dienen en te verdedigen. De rol van de octrooigemachtigde is schematisch in figuur 1 en figuur 2 in paragraaf 2.1 weergegeven. Deze rol komt met name naar voren bij het opstellen van de octrooiaanvrage, het aanpassen van de octrooiaanvrage, het indienen van de aanvrage, het aantekenen van beroep en de verdediging in oppositie. Voor het opstellen van de octrooiaanvrage zal de octrooigemachtigde eerst voldoende informatie moeten vergaren over de uitvinding, om deze zo nauwkeurig als nodig in een omschrijving te vatten. Hiertoe zal de octrooigemachtigde in veel gevallen met de uitvinder spreken, de uitvinding bekijken (indien dit mogelijk en nodig is) en onderzoek doen naar vergelijkbare uitvindingen. In sommige gevallen worden tekeningen gemaakt om de specifieke kenmerken van de uitvinding te verduidelijken. In de nationale procedure kan de octrooigemachtigde naar aanleiding van het nieuwheidsrapport een advies uitbrengen aan de uitvinder over het vervolg van de procedure. De resultaten van het nieuwheidsonderzoek kunnen bijvoorbeeld aanleiding geven tot wijziging van de aanvrage. In de Europese procedure kan het, op grond van het nieuwheidsonderzoek en de beoordeling door de patent examiner van het EOB, noodzakelijk zijn de octrooiaanvrage aan te passen, om uiteindelijk octrooi verleend te krijgen. Hiervoor kan de octrooigemachtigde een gesprek met de patent examiner aangaan, om te bespreken wat er veranderd moet worden om een goede beoordeling te krijgen. Meestal vindt echter uitsluitend een schriftelijke discussie plaats. Bij zowel een beroepsprocedure als bij oppositie is aanwezigheid van een Europees octrooigemachtigde gebruikelijk.
30423/SEO-rapport 891
12
Dit onderzoek beperkt zich tot de kosten die gemoeid zijn met het opstellen van de octrooiaanvrage en het indienen van een premier depot, en het uitbrengen van advies naar aanleiding van het nieuwheidsrapport. Overige kosten die na de eerste indiening door een octrooigemachtigde worden gemaakt, worden volledig buiten beschouwing gelaten. De werkzaamheden in de verdere procedure kunnen immers per geval dusdanig verschillen, dat het zeer lastig is om tot een zinvolle vergelijking te komen. 2.2
B ERO EPSR EGULER ING EN OPL EID ING OC TROOIG EMACHTIGD EN
Voor octrooigemachtigden gelden, naast datgene wat bij wet geregeld is, in ieder land ook nog aparte gedragsregels. In deze paragraaf vergelijken wij de regels van Nederland, Duitsland, Engeland en de Europese regels5. Deze laatste gelden voor veel Europese landen als uitgangspunt, maar dat neemt niet weg dat er toch kleine verschillen zijn tussen de verschillende landen. Daarnaast vergelijken wij in dit hoofdstuk de opleidingstrajecten en –vereisten. Ook daarin kan immers een oorzaak liggen voor verschillen in marktwerking en dientengevolge tarifering. 2.2.1 Nederland ‘Octrooigemachtigde’ is in Nederland een vrij beroep. De titel van octrooigemachtigde alleen mag worden gevoerd door iemand die in het register voor octrooigemachtigden bij Octrooicentrum Nederland is in geschreven. De voorwaarden voor inschrijving zijn het volbrengen van een 3-jarige stage en het succesvol afleggen van het examen voor octrooigemachtigden. Er is een Orde van Octrooigemachtigden, die de status van PBO heeft gekregen en daardoor verordenende bevoegdheid heeft. Deze Orde is belast met de zelfregulering van de beroepsgroep. De gedragsregels van de Orde worden ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en door hem wordt ook de examencommissie benoemd. In het onderstaande is uitgegaan van de Nederlandse gedragsregels die ten tijde van het onderzoek van kracht waren. Per 1 mei 2006 zijn nieuwe gedragsregels in werking treden. Deze nieuwe gedragsregels zijn liberaler dan de oude. Echter, zij kunnen geen verklaring geven voor de kosten van de octrooigemachtigden zoals in dit onderzoek zijn gemeten, om de eenvoudige reden dat zij nog niet van kracht waren. Behalve de zelfregulering stelt ook de wet eisen aan de octrooigemachtigden, namelijk dat zij betrouwbaar en deskundig zijn. De betrouwbaarheid vereist dat de gemachtigde onafhankelijk en naar eer en geweten zijn beroep uitoefent, de deskundigheid wordt gewaarborgd door toelatingseisen te stellen. Een Raad van Toezicht is belast met het toezicht op de beroepsuitoefening van de octrooigemachtigden. Iedere octrooigemachtigde dient zich aan de Gedragsregels te conformeren. Bij de Raad van Toezicht komen jaarlijks circa vijf klachten binnen. De behandeling daarvan is volgens artikel 23s, lid 4 van de RijksOctrooiWet (ROW) openbaar en volgens artikel 23v van diezelfde wet is ook de uitspraak openbaar. Hetzelfde geldt voor zaken die leiden tot
Frankrijk, Denemarken en België zijn wegens gebrek aan snel verkrijgbare informatie buiten de vergelijking gebleven. 5
30423/SEO-rapport 891
13
beroep bij het Gerechtshof. De Orde ontvangt ook klachten over de kosten van de gemachtigde in verhouding tot de geleverde prestatie6. De meeste klachten worden echter eerst door de gemachtigde zelf of diens kantoor opgelost. Het is niet bekend hoeveel dit er zijn. Hieronder zetten wij uiteen welke elementen uit de oude gedrags- en beroepsregels een prijsbepalend effect kunnen hebben, met name doordat zij de concurrentie op de markt voor octrooigemachtigden (mogelijk) beperken.
Concurrentiebeperkende factoren Net als bij veel vrije beroepen is ook bij octrooigemachtigden het principe om elkaar als vakbroeders in plaats van als concurrenten te zien, vastgelegd in de gedragsregels. Zo staat in de gedragsregels (grondregel 5)7 te lezen dat: “De collegialiteit tussen de octrooigemachtigden dient altijd in acht te worden genomen. Deze collegialiteit is noodzakelijk voor het hooghouden van het aanzien van en het vertrouwen in het beroep. Zij wordt betracht onafhankelijk van persoonlijke gevoelens.” Ook zijn er allerlei beperkingen opgelegd aan de mogelijkheden om reclame te maken. Zo mogen de octrooigemachtigden zichzelf niet met hun concurrenten vergelijken. Evenmin mogen octrooigemachtigden commissies geven of aannemen voor het aanbrengen of ontvangen van opdrachten. Wat betreft tarifering zijn er eveneens verschillende beperkingen. Zo mag de octrooigemachtigde zijn honorarium niet laten afhangen van het resultaat van zijn/haar bemoeiingen in een zaak. Evenmin is het octrooigemachtigden toegestaan hun diensten aan te bieden tegen een vooraf vastgesteld honorarium. De Nederlandse gedragsregels zijn overigens in 2003 versoepeld. Daarvóór was het bijvoorbeeld niet toegestaan om potentiële opdrachtgevers rechtstreeks te benaderen of om honoraria of kantoortarieven te publiceren. Een inventarisatie van de websites van de verschillende octrooibureaus leert dat deze regel nog een sterke nawerking lijkt te hebben; nergens worden tarieven of honoraria vermeld.
Opleiding De beroepsopleiding tot Nederlands octrooigemachtigde duurt twee jaar. Het is een parttime opleiding (in totaal ca. 100 dagdelen) met een modulaire opzet. Deze opleiding wordt georganiseerd door de Stichting Beroepsopleiding Octrooigemachtigden, die door de Orde in het leven is geroepen. De praktijk is thans dat iedere aspirant octrooigemachtigde deze opleiding volgt, al is dat formeel niet vereist voor de examens. Deze worden afgelegd door de examencommissie die, op voordracht van de Orde, wordt benoemd door de Minister van Economische Zaken en zowel uit octrooigemachtigden als uit niet-gemachtigden bestaat. Voor de opleiding geldt een aanwezigheidsplicht van minimaal 80% en minimaal 80% van het huiswerk dient tijdig te worden ingeleverd. Bij de start van de opleiding krijgen deelnemers die bij een octrooibureau of octrooiafdeling werkzaam zijn, voorrang boven hen die dat niet zijn, indien een opleiding qua deelnemers vol zit. Een algemene toelatingseis is dat zij een technisch-academische opleiding afgerond hebben. In uitzonderlijke gevallen kan daarvoor een vrijstelling worden verleend. Om inge-
6 7
Bron: interview met dhr. R. Jorritsma Zoals vermeld in de gedragsregels die golden ten tijde van het onderzoek.
30423/SEO-rapport 891
14
schreven te kunnen worden als octrooigemachtigde is minimaal drie jaar werkervaring als aspirant-octrooigemachtigde (stage) vereist. De stage en de opleiding worden doorgaans simultaan gevolgd, waardoor iemand na drie jaar klaar kan zijn. 2.2.2 Duitsland De Duitse gedragsregels lijken op de Nederlandse, maar zijn uitgebreider. Onafhankelijkheid, geheimhouding, zakelijkheid, collegialiteit, etc.; het is allemaal in de Duitse gedragsregels geregeld.
Concurrentiebeperkende factoren In Duitsland geldt een verbod op vergelijkende reclame. Verder wordt in de gedragsregels de eis gesteld dat de reclame van de octrooigemachtigde juist, objectief en controleerbaar is. Dat gaat verder dan de Nederlandse gedragsregels. In de Duitse gedragsregels is niets geregeld over resultaatafhankelijke beloning of een vooraf vastgesteld honorarium. Wel staat vermeld dat het is toegestaan een voorschot te rekenen, mits dit de totale verwachtte vergoeding niet overstijgt.
Opleiding Een aanstelling bij een octrooibureau en een technische achtergrond is vereist om aan de opleiding te mogen beginnen. De opleiding duurt in totaal minimaal 34 maanden en bestaat uit een stage bij het octrooibureau (26 maanden), gezamenlijke practica (eens per maand), een universitaire studie “Recht für Patentanwalte” (2 jaar) en een stage bij het Duitse octrooicentrum (2 maanden) en het patentgerechtshof (6 maanden). De opleiding wordt afgesloten met een schriftelijk en een mondeling staatsexamen. Vorig jaar deden hieraan 165 kandidaten mee, waarvan er slechts twee niet slaagden. In de jaren daarvoor was het slagingspercentage iets lager, maar nog altijd zeer hoog. Op de website www.kandidatentreff.de is een online marktplaats voor vraag naar en aanbod van stageplaatsen te vinden. 2.2.3 Verenigd Koninkrijk De regels bestaan allereerst uit een paar algemene aanwijzingen voor de beroepsuitoefening (competent, plichtsgetrouw, objectief en het belang van de cliënt voorop, zonder het publieke vertrouwen in het systeem in gevaar te brengen), gevolgd door enkele korte regels, die in een aparte bijlage worden toegelicht. Voor procederende octrooigemachtigden gelden veel uitgebreidere gedragsregels dan voor octrooigemachtigden die zich alleen met het indienen van aanvragen bezighouden.
Concurrentiebeperkende factoren Reclame is toegestaan, mits deze eerlijk, eerbiedwaardig en accuraat is. Onder deze voorwaarden is vergelijkende reclame dus ook toegestaan. Over honorering staat in de Britse gedragsregels niets vermeld.
30423/SEO-rapport 891
15
Opleiding De opleiding tot octrooigemachtigde (patent agent) kan aan verschillende instituten worden gevolgd en duurt enkele jaren. De cursisten dienen twee examenrondes te doorstaan. Overigens is het ook mogelijk om zonder opleiding als octrooigemachtigde (patent attorney of solicitor) te werken. Deze groep valt onder de regulering van de Law Society. 2.2.4 Europa De ca. 8.000 Europese octrooigemachtigden uit 31 landen worden vertegenwoordigd door het European Patent Institute (EPI). Dit instituut draagt onder meer zorg voor de gedragsregels voor Europees Octrooigemachtigden. Deze gedragsregels kennen 7 artikelen en beslaan slechts twee pagina’s. Ze zien toe op het voorkomen van belangenverstrengeling, collegialiteit en optimale behartiging van de belangen van de cliënt.
Concurrentiebeperkende factoren Reclame is in beginsel toegestaan, mits waar, objectief en in overeenstemming met algemene beginselen zoals integriteit. Het verbod op vergelijkende reclame is overigens op last van een beschikking van de Europese Commissie8 uit de gedragsregels voor Europees gemachtigden geschrapt. Daarin stelt de Commissie dat het verbod op vergelijkende reclame de mededinging tussen de leden van de beroepsgroep beperkt.9 En dat is strijdig met het Europese mededingingsrecht. In afzonderlijke Lidstaten mag het wel verboden worden, wanneer van een grensoverschrijdende markt geen sprake is.10 Over honorering wordt in de EPI-gedragsregels niets gezegd, behalve dat het vragen van voorschotten nadrukkelijk is toegestaan.
Opleiding De opleiding tot Europees octrooigemachtigde duurt 3 tot 5 jaar en kan modulair gevolgd worden. Een technische en juridische achtergrond zijn vereist, alsmede 3 of 6 jaar werkervaring (afhankelijk van de vooropleiding). De opleiding tot Europees gemachtigde wordt doorgaans gevolgd na de opleiding tot nationaal gemachtigde, al is dat niet vereist.
Zaak IV/36.147, PB.L 106/p. 14 - 27 (23 april 1999) Idem, overweging 39 10 Ibidem, overweging 42 8
9
30423/SEO-rapport 891
16
In 2005 legden 660 kandidaten het examen tot Europees Octrooigemachtigde af, waarvan er 228 slaagden (iets meer dan een derde). De examens worden afgenomen door het Europees Octrooibureau, dus niet door het EPI. Tabel 1 hieronder geeft het aantal kandidaten en de slagingspercentages in 2005 van de in ons onderzoek betrokken landen: Tabel 1: Kandidaten en slagingspercentage examen Europees gemachtigde
Aantal kandidaten
Slagingspercentage
Nederland
33
49
Verenigd Koninkrijk
147
46
Frankrijk
77
39
België
18
33
Duitsland
227
30
Denemarken
21
29
Bron: Jaarverslag Europees Octrooibureau, 2005
2.2.5 Conclusies De officiële gedragsregels voor de octrooigemachtigden in Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk kunnen niet zonder meer eventuele prijsverschillen verklaren. Aangezien de meeste gedragsregels in Europa geënt zijn op de Europese gedragsregels, zijn de verschillen beperkt. Wel valt op dat in Nederland specifiek een verbod op resultaatafhankelijke of vaste beloning is opgenomen. Tevens is het Britse systeem liberaler dan het Duitse en Nederlandse systeem. Wij wijzen er nogmaals op dat er per mei 2006 in Nederland soepeler gedragsregels van kracht zullen worden. Dat er op papier weinig verschillen zijn, wil niet zeggen dat de gedragsregels in de verschillende landen ook allemaal op dezelfde manier worden nageleefd. Verschillen in ‘informele gedragsregels’ geven wellicht een betere verklaring voor verschillen in prijs. In het kader van dit onderzoek zijn die echter niet onderzocht. Groter zijn de verschillen tussen de opleidingssystemen in de verschillende landen. Zo is er in Duitsland maar één universiteit waar het juridische deel van de opleiding gevolgd kan worden en dienen bovendien drie stages gelopen te worden. Het aanbod van stageplaatsen is in Duitsland transparant en is te vinden op een openbare website.
30423/SEO-rapport 891
17
In onderstaande tabel vatten wij de gedragsregels per land kort samen: Tabel 2: gedragsregels per land
Nederland (oud)
Nederland (nieuw)
Duitsland
Ver. Koninkrijk EU
ja
nee
ja
nee
nee
Verbod op aannemen of – ja bieden commissies
nee
nee
nee
nee
“No-cure, no pay”-verbod
ja
nee
nee
nee
nee
“Fixed price”-verbod
ja
nee
nee
nee
nee
Gemaximeerd voorschot
nee
nee
ja
nee
nee
Duur opleiding
2 jaar
2 jaar
2 jaar
variabel
3 – 5 jaar
Duur stage(s)
36 maanden 36 maanden 34 maanden variabel
3 of 6 jaar
Toetredingsbeperking
ja
ja
Verbod op vergelijkende reclame
ja
ja
nee
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
2.3
DE MARK T VAN OCTROO IGEMACHTIGDEN
2.3.1 Inleiding In deze paragraaf wordt de markt van dienstverlening door gemachtigden in Nederland en de omringende landen onder de loep genomen. De vergelijking heeft betrekking op het aantal octrooigemachtigden en het aantal aanvragen en geeft aan of het aantal octrooigemachtigde per miljoen inwoners relatief laag/hoog is en of in een land per gemachtigde relatief veel/weinig aanvragen worden gedaan. De verhouding tussen het aantal gemachtigden (aanbod) en het aantal aanvragen (vraag) kan mogelijk een verklaring zijn voor prijsverschillen tussen verschillende landen. Tijdens ons onderzoek is gebleken, dat het verkrijgen van eenduidige en goed vergelijkbare cijfers zeer lastig is. Publicaties met het aantal octrooiaanvragen zijn niet altijd onderling vergelijkbaar tussen verschillende nationale instanties, het Europees Octrooibureau en de World Intellectueal Property Organisation (WIPO). Een probleem is dat niet specifiek vermeld wordt of het gaat om een premier depot, waardoor ingediende aanvragen bij zowel de nationale, Europese als internationale cijfers meegeteld kunnen worden. We hebben de hieronder genoemde cijfers daarom laten verifiëren door Octrooicentrum Nederland, dat gespecialiseerd is op dit vlak. In het jaarverslag van het Europees Octrooibureau worden bij het aantal aanmeldingen tevens de PCT-aanmeldingen vermeld die in de Europese fase zijn opgenomen. Dezelfde aanmeldingen zijn ook al door de WIPO geregistreerd als aanvrage. Derhalve kunnen deze niet zonder meer bij elkaar worden opgeteld. De cijfers in tabel 3 zijn hiervoor gecorrigeerd. Het is niet mogelijk om uit de gepubliceerde cijfers te achterhalen of het premier depots betreft, of aanvragen waarvoor prioriteit is ingeroepen. Daardoor kunnen er nog steeds aanvragen dubbel worden geteld, en kan het totaal aantal premier depots in werkelijkheid lager zijn dan het totaal aantal aanvragen dat hier is vermeld.
30423/SEO-rapport 891
18
Tabel 3: kengetallen m.b.t. het aantal octrooigemachtigden en octrooiaanvragen per land
Nederland 11
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
VK
12
131
1.520
Octrooi-gemachtigden
445
2.422
673
Inwoners (miljoen)
16,4
82,4
60,7
5,4
10,4
60,4
GDP (Eurostat)
500
2245
1697
209
300
1770
Europese aanvragen13
137
3.759
13.056
4.453
326
1.024
1.481
14
4.235
15.262
5.179
1.045
828
5.041
Aanvragen totaal
10.393
76.766
23.862
3.218
2.488
25.433
PCT aanvragen
Bron: diversen (zie voetnoten), bewerking Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
Om de cijfers goed te kunnen vergelijken, is telkens uitgegaan van het aantal aanvragen dat uit het land zelf afkomstig is. De gedachte hierachter is dat in dit geval de kans groter is dat octrooiaanvrage ook in het land zelf is opgesteld. Het is namelijk ook mogelijk dat een Europese aanvrage in één van de genoemde landen wordt ingediend, terwijl deze uit een ander land – vaak buiten Europa – afkomstig is. In 2004 was ongeveer 37% van de Europese octrooiaanvragen afkomstig uit landen buiten Europa (zie tabel 4).
Totaal van industriegemachtigden én vrije gemachtigden, opgave door de nationale Ordes van Octrooigemachtigden in januari 2006. 12 Het precieze aantal is niet bekend, want in Denemarken is geen autorisatie vereist voor octrooigemachtigden en een register bestaat derhalve niet 13 Aantal ingediende aanvragen in 2004 dat niet is overgegaan naar een PCT aanvrage. Bron: Annual Report 2004, European Patent Office 14 Bronnen: § Nederland, Duitsland, Frankrijk, Engeland en Denemarken: PCT Statistical Indicators Report. Annual Statistics 1978-2004, as at April 2005. WIPO § België: Statistical Data Query, PCT International Applications, website wipo: http://www.wipo.int 11
30423/SEO-rapport 891
19
Tabel 4: herkomst van Europese octrooiaanvragen in 2004.
aantal aanvragen
% van totaal
Nederland
3.759
3,9%
Duitsland
13.056
13,4%
België
1.024
1,1%
Frankrijk
4.453
4,6%
VK
1.481
1,5%
326
0,3%
Europa overig
32.174
33,0%
Europa totaal
61.189
62,8%
Japan
8.591
8,8%
Verenigde Staten
22.496
23,1%
Overig
5.125
5,3%
Totaal
97.401
100,0%
Denemarken
Bron: Annual report 2004, European Patent Office.
2.3.2 Octrooiaanvragen per land Het aantal octrooiaanvragen per inwoner kan worden gebruikt als indicator voor de mate van innovativiteit in een land. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het aantal octrooiaanvragen sterk kan worden beïnvloed door de aanwezigheid van grote industrie en multinationals. In de eerste plaats voeren grote industrie en multinationals veelal een zeer strategisch octrooibeleid. Dit beleid heeft niet alleen het beschermen van uitvindingen tot doel, maar ook het creëren van standaarden, cross-licensing en het afschrikken van concurrenten. In de tweede plaats kunnen via een multinational octrooiaanvragen worden ingediend in een ander land. Zo krijgen alle aanvragen van Philips als land van herkomst Nederland, ook wanneer de vinding niet in Nederland is gedaan. Ook is er een groot aantal Japanse en Amerikaanse bedrijven met een vestiging in Duitsland, die Europese octrooiaanvragen in Duitsland indienen. Dit kan te maken hebben met de aanwezigheid van het hoofdkantoor van het Europees Octrooibureau in München.
30423/SEO-rapport 891
20
Om het aantal octrooiaanvragen per land goed te kunnen vergelijken, zijn de cijfers geconverteerd naar aantal octrooiaanvragen per 1 miljoen inwoners. In tabel 5 zijn deze cijfers per land uitgesplitst naar nationale, Europese en internationale aanvragen. Tabel 5: aantal Nationale, Europese en Internationale aanvragen per 1 miljoen inwoners per land (2004). Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
VK
Nationaal
146
588
235
340
61
313
Europees
229
158
73
60
99
25
Nationaal + Europees
375
746
308
400
160
337
Internationaal
258
185
85
192
80
83
Totaal
633
931
393
592
240
420
Bron: diversen, bewerking Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
In tabel 5 valt te zien dat in Duitsland, Frankrijk, Engeland en Denemarken het aantal nationale aanvragen per inwoner hoger is dan het aantal Europese aanvragen per inwoner. In Nederland en België is dit juist andersom. Hetzelfde geldt bij de vergelijking tussen het aantal nationale en internationale aanvragen. Dit betekent in ieder geval dat in Nederland en België (relatief) meer aanvragen direct via de Europese of PCT procedure worden ingediend. Hiermee wordt gekozen voor een relatief korte route (zie paragraaf 2.1). Eén van de factoren die van belang zijn bij de landenkeuze voor een octrooiaanvrage, is de omvang van de markt van het betreffende land. Dit is een mogelijke verklaring voor het relatief hoge aantal nationale octrooiaanvragen in Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Het relatief hoge aantal nationale aanvragen in Denemarken is echter niet met dit argument te verklaren. Wat betreft het totaal aantal aanvragen per inwoner staat Duitsland bovenaan, gevolgd door Nederland en Denemarken. Frankrijk en Engeland staan ongeveer op één lijn, en België sluit de rij. Dit getal wordt in Nederland sterk beïnvloed door het hoge aantal aanvragen van Philips. Ook Duitsland en Denemarken hebben te maken met een aantal grote bedrijven die een groot deel van de aanvragen voor hun rekening nemen. 2.3.3 Octrooigemachtigden per land Bij het vaststellen van het aantal octrooigemachtigden per land is gebruik gemaakt van de cijfers die door nationale Ordes van octrooigemachtigden aan ons zijn verschaft. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de bevoegdheden en status van octrooigemachtigden in de onderzochte landen verschillen. Zo bestaat er in Duitsland een verschil tussen een patentanwalt en een patentassessor. De laatstgenoemde heeft niet dezelfde bevoegdheden als de patentanwalt, is voornamelijk werkzaam als industriegemachtigde en mag namens zijn werkgever in beperkte mate voor derden optreden. We hebben er voor eenduidigheid voor gekozen de cijfers te gebruiken die wij van de nationale Ordes hebben gekregen. Dit betekent dat in sommige landen niet alle personen zijn meegeteld die zich in de industrie bezig houden met het opstellen van octrooien.
30423/SEO-rapport 891
21
In tabel 6 staat per land het aantal octrooigemachtigden per 1 miljoen inwoners gegeven. Hierin valt onder meer op dat het aantal octrooigemachtigden in Duitsland het hoogste is van de zes genoemde landen. In Engeland en Denemarken is het aantal octrooigemachtigden iets lager dan in Nederland, in België en Frankrijk is dit aantal fors lager. Tabel 6: aantal octrooigemachtigden per 1 miljoen inwoners
Octrooigemachtigden per 1 miljoen inwoners Nederland
27
Duitsland
29
België
13
Frankrijk
11
Engeland
25
Denemarken
25
Bron: diversen, bewerking Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
2.3.4 Octrooiaanvragen per octrooigemachtigde Wanneer we de gegevens over het aantal octrooiaanvragen en het aantal octrooigemachtigden per land samenvoegen, kunnen we het aantal octrooiaanvragen per gemachtigde berekenen. In tabel 7 valt te zien dat Frankrijk en Duitsland het hoogste aantal octrooiaanvragen per gemachtigde hebben. Nederland en Denemarken zitten in de middenmoot, en België en het Verenigd Koninkrijk staan onderaan. Tabel 7: aantal ingediende octrooiaanvragen per gemachtigde, volgens de kengetallen (tabel 3).
Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
VK
Nationaal
5,4
20,0
21,1
13,5
4,9
12,4
Europees
8,4
5,4
6,6
2,4
7,8
1,0
Internationaal
9,5
6,3
7,7
7,6
6,3
3,3
23,4
31,7
35,5
23,5
19,0
16,7
Totaal
Bron: diversen, bewerking Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
We kunnen deze tabel niet gebruiken als generieke maatstaf voor productiviteit, omdat verschillende factoren van invloed zijn op deze cijfers die er niet eenvoudig uitgefilterd kunnen worden. Bovendien verrichten octrooigemachtigden ook andere werkzaamheden dan het opstellen van octrooiaanvragen. In de enquête die wij hebben uitgezet onder octrooigemachtigden, vroegen wij ook naar het aantal aanvragen per gemachtigde. De resultaten zijn weergegeven in tabel 8. Opmerkelijk is dat eigenlijk alleen de inschatting van de Nederlandse gemachtigden overeenkomt met de berekening op basis van de officiële cijfers. Ook hier springt het hoge aantal aanvragen van de Franse gemachtigden in het oog. De inschatting van de gemachtigden is in alle landen hoger dan het ‘officiële’ cijfer.
30423/SEO-rapport 891
22
Tabel 8: Het aantal ingediende octrooiaanvragen per gemachtigde in 2004 (volgens de gemachtigden zelf)
Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
VK
Totaal
Nationale aanvragen (premier depots)
9,2
21,5
38,5
12,2
20,1
4,9
15,4
Europese aanvragen
9,7
12,6
23,5
15,0
10,9
20,0
17,3
PCT-aanvragen
5,8
5,9
13,0
8,9
4,0
4,2
6,2
Totaal
25
40
75
36
35
29
39
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
2.3.5 Conclusies Door verschillen in registratie van octrooiaanvragen en gemachtigden in de verschillende landen is het niet eenvoudig om goed vergelijkbare cijfers boven water te krijgen. Zo is niet altijd geregistreerd of het om premier depots gaat, waardoor dubbeltellingen kunnen optreden in de registraties van nationale, Europese en PCT aanvragen. Door de verschillende routes die kunnen worden gevolgd voor het aanvragen van octrooien in verschillende landen, wordt een vergelijking nog eens extra bemoeilijkt. En dan zijn er nog de multinationals die octrooiaanvragen indienen in een ander land dan het land waarin ze worden opgesteld. Desondanks kunnen we concluderen dat er grote verschillen zitten in het aantal octrooigemachtigden per miljoen inwoners per land. Dit is mogelijk ten dele te verklaren door het hebben van een grote thuismarkt (Duitsland, Frankrijk, VK), de aanwezigheid van het Europees Octrooibureau (Duitsland), de courantheid van de taal (VK) of de aanwezigheid van veel industrie (Duitsland, Denemarken). Ook het aantal aanvragen per gemachtigde per jaar lijkt sterk uiteen te lopen in de verschillende landen, zowel volgens de macro cijfers als volgens de octrooigemachtigden zelf. Hiervoor zijn verschillende verklaringen mogelijk, bijvoorbeeld dat het aanbod van gemachtigden niet snel kan inspelen op veranderingen in de vraag. Het duurt immers minimaal enkele jaren om een opleiding tot octrooigemachtigde af te ronden (zie de paragrafen over opleiding en regelgeving). Daarnaast zijn er verschillen in het takenpakket van octrooigemachtigden in de verschillende landen. De kengetallen in deze paragraaf laten zien dat het aantal octrooigemachtigden per inwoner in Nederland ongeveer op één lijn ligt met Duitsland, Engeland en Denemarken. België en Frankrijk scoren beduidend lager. Het aantal ingediende aanvragen per octrooigemachtigden is het hoogst in Duitsland en Frankrijk; Nederland lijkt hier een gemiddelde positie in te nemen.
30423/SEO-rapport 891
23
3.
DE KOSTEN VAN EEN OCTROOIAANVRAGE
Er zijn recent verschillende onderzoeken gedaan naar de kosten van een octrooiaanvrage. Een eerste onderzoek is in 2004 uitgevoerd door het bureau Roland Berger, in opdracht van het Europees Octrooibureau. Een korte samenvatting van dit onderzoek is opgenomen als bijlage van dit rapport (zie bijlage 5). De resultaten van een tweede onderzoek wordt binnenkort openbaar. Het gaat om een onderzoek dat door KPMG voor het Ministerie van Economische Zaken is uitgevoerd. Het onderzoek betreft een telefonische enquête onder 801 bedrijven in het kader van de evaluatie van de Rijksoctrooiwet 1995. Uit dit onderzoek blijkt dat de cumulatieve indienings- en instandhoudingskosten in de eerste jaren van de looptijd van een octrooi relatief laag zijn, maar dat Nederland daarna absoluut gezien tot de duurdere landen behoort in vergelijking met EU-25 landen. Ten slotte komt in de meest recente ‘European Trend Chart on Innovation’ naar voren dat de totale kosten van een octrooi relatief hoog zijn in Nederland (“the cost of patents is rather high”).15 Deze hoge kosten zouden verklaard kunnen worden door relatief hoge kosten van een aanvrage. De kosten van een octrooiaanvrage bestaan uit verschillende kostenposten, waaronder de kosten die een aanvragend bedrijf zelf maakt bij het voorbereiden en verwerken van de aanvraag, te betalen proceduretaksen, instandhoudingstaksen en tot slot de kostenpost die in dit rapport centraal staat: de kosten van het inhuren van een octrooigemachtigde. In dit hoofdstuk bespreken we de resultaten van de door Berenschot/SEO Economisch Onderzoek uitgevoerde enquête onder zowel bedrijven (paragraaf 3.3.1) als octrooigemachtigden (paragraaf 3.2). In deze enquête staan de kosten van een octrooigemachtigde bij de eerste indiening van een aanvrage (premier depot) centraal.16 De vragenlijsten zijn opgenomen in de bijlagen 2 en 3. Omdat we de enquête hebben uitgezet in zowel Nederland als in de ons omringende landen, kunnen we de kosten van Nederland met die van deze landen vergelijken.
Opbouw steekproef bedrijven en gemachtigden. Octrooicentrum Nederland heeft voor dit onderzoek een dataset gemaakt met adresgegevens van ruim 1.100 bedrijven die vanaf 2002 tot eind 2005 een octrooi hadden aangevraagd dat tevens al gepubliceerd was. Het streven was om 200 bedrijven per land te hebben. Omdat er voor sommige landen niet zoveel bedrijven met een gepubliceerde octrooiaanvrage voorkomen in dit register, is de lijst aangevuld met meer bedrijven voor die landen waar dit mogelijk was. Octrooicentrum Nederland heeft dit gedaan op basis van het register van Europese aanvragen (op basis van nationale registers was binnen het onderzoek niet mogelijk). De allergrootste aanvragers zijn uit de dataset verwijderd omdat deze meestal werken met interne gemachtigden.
Ibidem, p. 5. In de vragenlijst voor bedrijven is niet het begrip ‘ premier depot’ gebruikt, omdat dit voor veel bedrijven een weinig toegankelijk begrip is. Daarentegen is naar ‘het totaalbedrag op de meest recente factuur die u heeft ontvangen voor het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage’ gevraagd. Dit kan mogelijk afwijkingen veroorzaken in de uitkomsten van de twee enquêtes, doordat bijvoorbeeld taksen, advieswerk en vertaalkosten door de aanvragers als kosten worden opgevoerd en door de gemachtigden niet. 15
16
30423/SEO-rapport 891
24
Een andere beperking betreft de omvang van de bruto steekproef die binnen het onderzoek mogelijk was. Ondanks het feit dat de respons gemiddeld tot hoog was voor een enquête onder bedrijven, betekent dit dat de celvulling niet altijd groot genoeg is om stevige uitspraken op te baseren. Dit laten we in de tabellen in dit hoofdstuk tot uitdrukking komen door voor elke kosteninschatting een betrouwbaarheidsinterval op te nemen. Omdat het gemiddelde wordt berekend op basis van soms sterk uiteenlopende waarden is niet zeker dat het echte gemiddelde gelijk is aan het gemiddelde dat op basis van de steekproef wordt uitgerekend. Het betrouwbaarheidsinterval geeft een range waarin het echte gemiddelde met 95 procent zekerheid ligt. Dit interval wordt berekend op basis van het steekproefgemiddelde, de standaarddeviatie, en het aantal waarnemingen. De grenzen ervan zijn steeds realistisch gehouden. Dat wil zeggen alle bedragen zijn groter dan 0, en alle percentages liggen tussen 0 en 100. De standaard deviatie is een uitdrukking van de onnauwkeurigheid van de gebruikte schattingsmethode en geeft de spreiding van de coëfficiënt aan. De Nederlandse octrooigemachtigden die zijn aangeschreven zijn afkomstig uit het openbare register van de Nederlandse orde. Voor de andere landen is hiervoor het register van het European Patent Office geraadpleegd. Per kantoor is een octrooigemachtigde aangeschreven, zo mogelijk één van de partners. Voor de landen die meer dan 100 kantoren hebben, zijn de octrooigemachtigden geselecteerd op de beginletter van hun achternaam (beginnend bij A), totdat er 100 kantoren waren geselecteerd. 3.1
P ERSP ECTIEF VAN AANVRAGENDE BEDR IJV EN
In totaal hebben wij 1.141 bedrijven in Duitsland, Frankrijk, Denemarken, België, het Verenigd Koninkrijk (VK) en Nederland benaderd. De respons was, zeker voor een onderzoek onder bedrijven, hoog te noemen.17 Alleen de respons in het Verenigd Koninkrijk bleef met slechts 5,3% achter. De tabellen 9 en 10 geven de steekproefomvang en respons weer in aantallen respectievelijk percentages. Tabel 9: Steekproefomvang en respons in aantallen
Respons
Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
VK
Totaal
Verstuurd
127
267
193
179
53
322
1.141
Teruggestuurd
41
41
24
25
24
17
172
Volledig ingevuld
36
40
22
22
23
16
159
waarvan met inhuur octrooigemachtigde
34
24
17
18
18
12
123
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
17
Bij de berekening van de respons is geen rekening gehouden met onbezorgbare post.
30423/SEO-rapport 891
25
Tabel 10: Steekproefomvang en respons in percentages
Respons procentueel
Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
VK
Totaal
Teruggestuurd
32,3%
15,4%
12,4%
14,0%
45,3%
5,3%
15,1%
Volledig ingevuld
28,3%
15,0%
11,4%
12,3%
43,4%
5,0%
13,9%
waarvan met inhuur octrooigemachtigde
26,8%
9,0%
8,8%
10,1%
34,0%
3,7%
10,8%
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
De netto steekproef omvat 159 volledig ingevulde vragenlijsten, waarvan er 123 bruikbaar waren voor het onderzoek, omdat bij die bedrijven een externe gemachtigde is ingeschakeld. Alvorens op de kosten in te gaan (zie paragraaf 3.1.4 tot en met 3.1.7), behandelen we hieronder eerst enkele algemene achtergrondvragen. Achtereenvolgens komen aan bod: •
Het aantal aangevraagde octrooien (paragraaf 3.1.1).
•
De inzet van een eigen of een externe octrooigemachtigde (paragraaf 3.1.2).
•
Het zoeken van een octrooigemachtigde (paragraaf 3.1.3).
3.1.1 Het aantal aangevraagde octrooien Uit de antwoorden op de vraag voor hoeveel uitvindingen de respondent de afgelopen vijf jaar octrooi aan heeft gevraagd, blijkt dat in Frankrijk en Duitsland relatief veel octrooien per respondent werden aangevraagd: 85% respectievelijk 75% van de Duitse respectievelijk Franse respondenten heeft in de afgelopen 5 jaar meer dan 5 octrooien aangevraagd tegen 65% gemiddeld voor de steekproef. Nederland neemt een middenpositie is als het gaat om het aantal aangevraagde octrooien per bedrijf. Minder dan 1 op de 10 Nederlandse respondenten vroeg 1 octrooi aan in de afgelopen 5 jaar, bijna 4 op de 10 tussen de 2 en 5 octrooien en een ruime meerderheid meer dan 5. Tabel 11: Het aantal octrooiaanvragen in de afgelopen vijf jaar
Nederland
Duitsland
3 (7%)
2-5 meer dan vijf
1
Frankrijk
Denemarken
België
VK
Totaal
0 (0%)
1 (4%)
2 (8%)
2 (8%)
0 (0%)
8 (5%)
15 (37%)
6 (15%)
5 (21%)
8 (33%)
10 (42%)
8 (44%)
52 (30%)
23 (56%)
35 (85%)
18 (75%)
14 (58%)
12 (50%)
10 (56%)
112 (65%)
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
30423/SEO-rapport 891
26
3.1.2 De inzet van een eigen of een extern octrooigemachtigde Zoals we aangaven in hoofdstuk twee, heeft een bedrijf dat een octrooiaanvrage wil indienen de facto twee mogelijkheden: zelf doen of overlaten aan een octrooigemachtigde. Indien gebruik wordt gemaakt van de dienstverlening van een octrooigemachtigde is er nog de keuze tussen uitbesteden aan een externe octrooigemachtigde of het in dienst nemen van een eigen octrooigemachtigde (inbesteden). Uit ons onderzoek komt naar voren dat Nederland met 98% van de aanvragen koploper is wat betreft de mate van uitbesteden. In alle andere onderzochte landen wordt meer inbesteed aan een octrooigemachtigde in loondienst. Bovendien wordt in Nederland (net als in Denemarken, België en het VK) nagenoeg nooit een aanvrage zelf verzorgt, terwijl dat in Frankrijk en Duitsland wel gebeurt. Deze percentages kunnen een wat vertekend beeld geven vanwege een selectie-effect (doordat velen de vragenlijst na vraag 2 (maak geen gebruik van (extern) octrooigemachtigde) niet terugsturen). Dit geldt echter voor alle landen, waardoor het verschil met Nederland wel relevant is. Tabel 12: Wordt de octrooiaanvrage uitbesteed (aan een extern octrooigemachtigde)?18
Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
VK
Totaal
Ja
39 (98%)
25 (63%)
19 (79%)
21 (84%)
19 (79%)
14 (78%)
137 (79%)
Nee, eigen octrooigemachtigde
1 (3%)
12 (30%)
1 (4%)
4 (16%)
5 (21%)
4 (22%)
27 (16%)
Nee, zelf doen
0 (0%)
3 (8%)
4 (17%)
0 (0%)
0 (0%)
0 (0%)
7 (5%)
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
De aantallen in deze en een aantal van de andere tabellen zijn groter dan het aantal volledig ingevulde enquête formulieren, indien mogelijk zijn ook niet volledig ingevulde vragenlijsten gebruikt. 18
30423/SEO-rapport 891
27
3.1.3 Het zoeken van een octrooigemachtigde Aan de bedrijven die een externe octrooigemachtigde inhuurden, is gevraagd hoe zij deze hebben geselecteerd. Tabel 13 toont dat veruit de belangrijkste categorie de eerder opgedane ervaring is. Kennelijk wordt in praktijk weinig overgestapt naar een andere aanbieder indien men eenmaal heeft gekozen voor een bepaalde octrooigemachtigde of een bepaald kantoor. De tweede informatiebron waar uit geput wordt tijdens de zoektocht naar een octrooigemachtigde is ervaring van andere bedrijven (mond op mond reclame). Intermediairs, telefoongidsen, brancheorganisaties en internet spelen allemaal nauwelijks een rol. Frankrijk is het enige land waar een iets meer gemengd beeld naar voren komt. Tabel 13: Hoe vond de aanvrager de octrooigemachtigde? (meer antwoorden mogelijk)
Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
VK
Totaal
26 (76%)
19 (79%)
10 (59%)
14 (78%)
16 (89%)
9 (75%)
94 (66%)
Via een professionele intermediair
0 (0%)
1 (4%)
3 (18%)
0 (0%)
0 (0%)
1 (8%)
5 (3%)
Via mijn brancheorganisatie
1 (3%)
0 (0%)
1 (6%)
0 (0%)
0 (0%)
1 (8%)
3 (2%)
Via de brancheorganisatie van octrooigemachtigden
0 (0%)
1 (4%)
1 (6%)
0 (0%)
0 (0%)
0 (0%)
2 (1%)
Via telefoonboek, gouden gids of zoekmachine op internet
0 (0%)
0 (0%)
1 (6%)
1 (6%)
1 (6%)
0 (0%)
3 (2%)
Via de website van een octrooiverleningsinstantie
0 (0%)
0 (0%)
0 (0%)
0 (0%)
0 (0%)
1 (8%)
1 (1%)
Via mond op mond reclame
6 (18%)
6 (25%)
1 (6%)
5 (28%)
2 (11%)
2 (17%)
22 (15%)
Anders
5 (15%)
2 (8%)
1 (6%)
3 (17%)
1 (6%)
1 (8%)
13 (9%)
Ik heb eerder zaken met deze octrooigemachtigde gedaan
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
30423/SEO-rapport 891
28
In tabel 14 hebben we de antwoorden op de vraag over het aantal octrooiaanvragen in de afgelopen 5 jaar (zie paragraaf 3.1.1) gekruist met het de informatiebronnen bij het zoeken van een octrooigemachtigde. Zoals te verwachten valt, is de eerder opgedane ervaring nog sterker van belang indien veel octrooiaanvragen zijn gedaan (bijna 77% indien een bedrijf meer dan 5 aanvragen deed in de afgelopen 5 jaar versus 33,3% indien 1 aanvraag per bedrijf werd gedaan). Het omgekeerde geldt voor mond op mond reclame: bedrijven met 1 aanvrage in de afgelopen 5 jaar gaan vaker af op wat anderen voor ervaring opdeden. Voor deze bedrijven geldt ook dat het telefoonboek en de zoekmachine een belangrijke informatiebron zijn bij de keuze van een octrooigemachtigde.
Tabel 14: De gebruikte bronnen om een octrooigemachtigde te vinden gedifferentieerd naar het aantal octrooiaanvragen in de afgelopen 5 jaar (percentages tellen per kolom op tot 100%)
Voor hoeveel uitvindingen heeft u de afgelopen vijf jaar octrooi aangevraagd? 1
2-5
>5
Totaal
33,3
55,1
76,8
65,7
Via een professionele intermediair
8,3
6,1
1,2
3,5
Via de eigen brancheorganisatie
0,0
4,1
1,2
2,1
Via de brancheorganisatie van octrooigemachtigden
0,0
4,1
0,0
1,4
Via telefoonboek, Gouden Gids of zoekmachine op internet
8,3
0,0
2,4
2,1
Via de website van een octrooiverleningsinstantie
0,0
2,0
0,0
0,7
Via mond op mond reclame
33,3
20,4
9,8
15,4
Anders
16,7
8,2
8,5
9,1
Hoe heeft u uw octrooigemachtigde gevonden? Eerder zaken met deze octrooigemachtigde gedaan
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
30423/SEO-rapport 891
29
Bij het kiezen van een octrooigemachtigde speelt de geoffreerde prijs een ondergeschikte rol. Hetzelfde geldt voor de nabijheid van het kantoor van de octrooigemachtigde. Het belangrijkst blijkt de reputatie van het kantoor te zijn, gevolgd door de indruk die de octrooigemachtigde als persoon maakt. Tabel 15 vat dit keuzegedrag samen. Het feit dat de reputatie van een octrooigemachtigde (of het kantoor) een zeer belangrijke keuzefactor is, komt na tabel 14 niet als een verrassing. Wat wel verbazing wekt, is de marginale rol die de (geoffreerde) prijs speelt in het keuzegedrag. Dat wil overigens niet zeggen dat de prijs niet als een probleem wordt ervaren, zo bleek uit de groepsdiscussie met de aanvragers. Alleen in de beginfase – de eerste opdracht voor een gemachtigde – wordt nog wel eens onderhandeld over (onderdelen van) de prijs. Zo blijkt het in sommige gevallen mogelijk om over het uurtarief te onderhandelen, maar kan ook een maximum budget worden afgesproken. Het onderhandelen kan ook uitbesteed worden aan een professionele intermediair. Tabel 15: Wat was doorslaggevend bij de keuze voor een octrooigemachtigde? (omdat er meer antwoorden mogelijk zijn, tellen de percentages per kolom niet op tot 100)
Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken België
De persoon van de octrooigemachtigde
23 (68%)
13 (54%)
8 (47%)
11 (61%)
De reputatie van het kantoor
20 (59%)
15 (63%)
11 (65%)
De nabijheid van het kantoor
5 (15%)
7 (29%)
De (geoffreerde) prijs voor het opstellen en indienen van de octrooiaanvrage
1 (3%)
6 (25%)
VK
Totaal
9 (50%)
3 (25%)
67 (54%)
8 (44%)
15 (83%)
5 (83%)
74 (60%)
3 (18%)
2 (11%)
0 (0%)
4 (0%)
21 (17%)
3 (18%)
0 (0%)
5 (28%)
5 (42%)
20 (16%)
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
30423/SEO-rapport 891
30
In tabel 16 hebben we de doorslaggevende factoren uit tabel 15 gekruist met het aantal octrooiaanvragen in de afgelopen 5 jaar (zie paragraaf 3.1.1). Opvallend is dat bedrijven die slechts één aanvrage hadden in de afgelopen 5 jaar de prijs in geen enkel geval als doorslaggevend zien. Verder blijkt dat partijen die veel aanvragen indienden in de afgelopen 5 jaar niet op basis van de reputatie één bepaalde octrooigemachtigde kiezen, maar op basis van de reputatie van het kantoor en ook de nabijheid van dat kantoor (bij veel aanvragen is de reistijd uiteraard steeds belangrijker). Tabel 16: De doorslaggevende factoren bij de keuze van een octrooigemachtigde gedifferentieerd naar het aantal octrooiaanvragen in de afgelopen 5 jaar (percentages tellen per kolom op tot 100%)
Voor hoeveel uitvindingen heeft u de afgelopen vijf jaar octrooi aangevraagd? Wat was doorslaggevend voor de keuze voor uw octrooigemachtigde?
1
2-5
>5
Totaal
De persoon van de octrooigemachtigde
44,4
38,2
0,0
36,8
De reputatie van het kantoor
33,3
40,0
45,2
40,7
De nabijheid van het kantoor
22,2
12,7
52,7
11,5
De (geoffreerde) prijs voor het opstellen en indienen van de octrooiaanvrage
0,0
9,1
2,2
11,0
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
Uit de panelsessie met de aanvragers kwam naar voren dat de persoon van de gemachtigde voor de meeste aanvragers belangrijker blijkt te zijn dan het kantoor waar deze werkt. Met name de specialiteit en de specifieke kennis van de gemachtigde spelen een belangrijke rol in het keuzeproces. Om die reden blijven veel aanvragers hun gemachtigde trouw: “Zo gaat de kennis, opgedaan bij eerdere aanvragen, niet verloren”, aldus enkele aanvragers. Bij gebrek aan eigen ervaring spelen ervaringen van anderen een belangrijke rol. De aanvragers waren het erover eens dat er een database zou moeten komen waarin de exacte specialisaties (dus meer dan ‘chemie’ of ‘werktuigbouw’) van de gemachtigden staan. Overigens is op www.uitvinders.nl voor een beperkt aantal gemachtigden al een begin voor een dergelijke database gemaakt.
30423/SEO-rapport 891
31
3.1.4 De kosten van een octrooiaanvrage We zijn nu aangekomen bij de kern van de enquête, namelijk het bepalen van de kosten van de inhuur van een octrooigemachtigde. Aan de aanvragers is gevraagd het totaalbedrag op de meest recente factuur voor het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage op te geven. In dit bedrag zijn (mogelijk) ook taksen, advies- en vertaalkosten inbegrepen, zoals blijkt uit de uitsplitsing (paragraaf 3.1.6). Uit tabel 17 en figuur 3 komt naar voren dat bedrijven in Nederland na België en Denemarken het hoogste factuurbedrag opgeven. De factuurbedragen van octrooigemachtigden in de grote landen liggen beduidend lager (tussen de € 2.230,-- en € 3.690,-- lager). Gemiddeld brengt een octrooigemachtigde circa € 8.640,-in rekening. De conclusie dat grote landen goedkoper zijn dan kleine landen lijkt aannemelijk, ondanks het feit dat de betrouwbaarheidsintervallen voor een deel overlappen. Alle bedragen in deze paragraaf en verder zijn exclusief BTW19.
Tabel 17: Het gemiddelde factuurbedrag (in euro) dat een octrooigemachtigde in rekening brengt voor een octrooiaanvrage (premier depot)
Gemiddelde
Standaard deviatie
Ondergrens betrouwbaarheidsinterval
Bovengrens betrouwbaarheidsinterval
Aantal
Nederland
9.678
6.121
7.757
11.599
39
Duitsland
7.379
8.626
3.853
10.904
23
Frankrijk
6.688
3.407
5.068
8.307
17
Denemarken
9.789
4.813
7.625
11.953
19
België
10.241
7.478
6.786
13.696
18
VK
5.985
3.258
4.059
7.910
11
Totaal
8.638
6.307
7.541
9.735
127
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
19
Voor de omrekening van Deense kronen en Britse ponden zijn de volgende wisselkoersen gebruikt: 1 Deense kroon = € 0,1342, 1 Britse pond = € 1,46 (jaarkoers van 2005 volgens DNB).
30423/SEO-rapport 891
32
Figuur 3: Het gemiddelde factuurbedrag dat een octrooigemachtigde rekent voor een octrooiaanvrage 1 2 .0 0 0
1 0 .0 0 0
8 .0 0 0
6 .0 0 0
4 .0 0 0
2 .0 0 0
0 1 Tot a al
B elg ië
D e n em a rk e n
N e d e rlan d
D u it s la n d
F ra nk rijk
UK
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
30423/SEO-rapport 891
33
3.1.5 De kosten van een octrooiaanvrage gedifferentieerd naar soort aanvraag In deze paragraaf splitsen we het gefactureerde bedrag uit voor verschillende soorten aanvragen: • •
De kosten van een nationale octrooiaanvrage (tabel 18), een Europese octrooiaanvrage (tabel 19), een internationale (PCT) octrooiaanvrage (tabel 20) en een overige octrooiaanvrage (niet nationaal en niet Europees; tabel 22). De kosten van een chemische of biotechnologische octrooiaanvrage versus overige soorten octrooiaanvragen (tabel 21).
Tabel 18: De kosten van een nationale octrooiaanvrage
Gemiddelde
Standaard deviatie
Ondergrens betrouwbaarheidsinterval
Bovengrens betrouwbaarheidsinterval
Aantal
Nederland
7.741
3.554
6.052
9.431
17
Duitsland
4.369
1.972
2.908
5.830
7
Frankrijk
4.975
1.866
3.593
6.357
7
Denemarken
9.156
3.443
6.770
11.542
8
VK
6.081
3.773
3.467
8.696
8
Totaal20
6.748
3.453
5.771
7.725
48
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
Tabel 19: De kosten van een Europese octrooiaanvrage
Gemiddelde
Standaard deviatie
Ondergrens betrouwbaarheidsinterval
Bovengrens betrouwbaarheidsinterval
Aantal
Nederland
11.943
6.878
7.879
16.008
11
Duitsland
8.434
9.918
498
16.370
6
Frankrijk
7.972
4.408
4.445
11.499
6
Denemarken
9.964
7.662
2.455
17.473
4
België
9.583
4.697
6.329
12.838
8
9.742
6.555
7.601
11.884
36
21
Totaal
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
Hierin is ook de enkele waarneming uit België meegenomen. Deze is in de tabel niet weergegeven, omdat dat statistisch minder relevante informatie oplevert. 21 Hierin is ook de enkele waarneming uit het VK meegenomen. Deze is in de tabel niet weergegeven, omdat dat statistisch minder relevante informatie oplevert. 20
30423/SEO-rapport 891
34
Het gemiddelde bedrag voor een Europese aanvrage volgens onze enquête (€ 9.740,--) komt sterk in de buurt van het gemiddelde bedrag waar Roland Berger Market Research in augustus 2004 op uitkwam. Volgens dit onderzoek bedroegen de gemiddelde kosten voor een Europese aanvrage (exclusief taksen) € 9.360,--. Een beknopte samenvatting van dit onderzoek is te vinden in bijlage 5. Tabel 20: De kosten van een internationale (PCT) octrooiaanvrage
Gemiddelde
Standaard deviatie
Ondergrens betrouwbaarheidsinterval
Bovengrens betrouwbaarheidsinterval
Aantal
Nederland
8.946
5.854
5.122
12.771
9
Duitsland
11.701
11.827
2.940
20.463
7
Frankrijk
7.667
4.034
3.102
12.232
3
Denemarken
11.088
5.977
5.848
16.327
5
België
7.686
3.781
4.660
10.711
6
VK
6.398
1.886
3.785
9.012
2
Total
9.368
6.867
6.989
11.747
32
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
De bovenstaande tabellen zijn vanwege de kleine steekproefaantallen niet altijd eenduidig te interpreteren. Om de lezer een volledig beeld te geven, zijn de tabellen toch afgebeeld. De conclusies zijn gebaseerd op het geaggregeerde beeld. Zo is de conclusie dat grote landen goedkoper zijn dan kleine landen ook hier te rechtvaardigen, ondanks het feit dat de betrouwbaarheidsintervallen voor een deel overlappen. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het achterwege blijven van vertalingskosten in de grote landen. Ook geven de tabellen aan dat nationale aanvragen goedkoper zijn dan internationale en dat Europese aanvragen duurder zijn dan internationale PCT aanvragen. Tabel 21 laat zien dat in de meeste landen de kosten van een chemische of biotechnologische octrooiaanvrage hoger zijn dan overige soorten octrooiaanvragen (technisch eenvoudige, werktuigbouwkundige of elektrotechnische aanvragen). Nederland en Duitsland vormen hierop echter een uitzondering. Dit wordt mogelijk verklaard door de ruime betrouwbaarheidsintervallen alsmede door het aandeel van de grote industrie in deze aanvragen en doordat elektro/ICT zaken erg bewerkelijk kunnen zijn (bewerkelijker dan een eenvoudige chemische aanvraag) en dat er in Nederland en Duitsland meer van dergelijke bewerkelijker elektro/ICT aanvragen wordt ingediend. Deze grote bedrijven hebben zelf octrooigemachtigden in dienst die de aanvrage voorbereiden, waardoor door de vrije gemachtigde minder werk hoeft te worden verricht.
30423/SEO-rapport 891
35
Tabel 21 De kosten van een chemische of biotechnologische octrooiaanvrage versus overige soorten octrooiaanvragen
Chemische of biotechnologische
Ander soort uitvinding
Gemiddelde
Ondergrens betr.h. interval
Bovengrens betr.h. interval
Aantal
Gemiddelde
Ondergrens betr. interval
Bovengrens betr. interval
Aantal
Nederland
8.882
6.371
11.394
13
10.076
7.463
12.689
26
Duitsland
3.632
2.815
4.450
3
7.941
3.934
11.947
20
Frankrijk
12.529
11.843
13.214
2
5.909
4.502
7.315
15
Denemarken
10.454
8.420
12.489
4
9.611
6.900
12.322
15
België
11.295
5.076
17.513
4
9.940
5.769
14.111
14
VK
7.963
6.003
9.923
4
4.854
2.332
7.377
7
Totaal
9.009
7.453
10.565
30
8.523
7.167
9.879
97
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
Tabel 22, tot slot, vat de kosten voor verschillende octrooiaanvragen voor Nederland samen. De kosten voor nationale, Europese en internationale aanvragen, alsook de andersoortige aanvragen zijn in Nederland (en Denemarken en België) hoger dan het gemiddelde van de drie grote landen. Tabel 22 De kosten voor verschillende octrooiaanvragen voor Nederland op een rijtje
Nederland
Gemiddelde
Ondergrens betrouwbaarheidsinterval
Bovengrens betrouwbaarheidsinterval
Aantal
Nationaal
7.741
6.052
9.431
17
Europese aanvraag
11.943
7.879
16.008
11
Internationale (PCT) aanvraag
8.946
5.122
12.771
9
Overig
5.950
-
-
1
Chemische of biotechnologische
8.882
6.371
11.394
13
Ander soort uitvinding
10.076
7.463
12.689
26
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
We hebben in het onderzoek geen onderscheid kunnen maken tussen de kosten die een MKB-bedrijf en een groot bedrijf maken. Uit het eerder besproken onderzoek van Roland Berger Market Research blijkt dat er MKB-bedrijven voor een Europese aanvrage zo’n 12% meer kwijt zijn aan octrooigemachtigden en vertaalkosten dan grote bedrijven.
30423/SEO-rapport 891
36
3.1.6 De kosten uitgesplitst over verschillende posten We vroegen bedrijven of zij de kosten die de octrooigemachtigde in rekening bracht, konden opsplitsen over verschillende kostenposten. Dat bleek slechts in een beperkt aantal gevallen mogelijk. Dit omdat de factuur van de octrooigemachtigde vaak niet was uitgesplitst over verschillende kostenposten. De respons bleek niet voldoende om per land een opsplitsing te geven. Over de gehele steekproef kunnen we de volgende verdeling over kostenposten geven: Kosten opstellen octrooiaanvrage
68%
Kosten tekening
3%
Kosten vertaling (niet de vertalingkosten na Europese procedure)
1%
Kosten van een (inter)nationaal nieuwheidonderzoek
6%
Taksen Andere kosten
17% 5%
Aan het opstellen van de aanvrage zijn veruit de meeste kosten verbonden, gevolgd door de taksen. In hoeverre dit een getrouw beeld van de werkelijkheid geeft, valt gezien het geringe aantal waarnemingen moeilijk te zeggen. 3.1.7 Percepties over de kosten Behalve het kostenniveau in euro’s is ook de perceptie van dit kostenniveau een belangrijk gegeven voor dit onderzoek. We vroegen aan bedrijven of het gefactureerde bedrag afweek van het door de respondent verwachte bedrag (tabel 23) en of de respondent tevreden was over de manier waarop de octrooigemachtigde de aanvrager informeerde over de mogelijke bescherming van de uitvinding en de kosten die in het kader daarvan (nog) kunnen optreden (tabel 24). Bij veruit de meeste bedrijven (69%) waren de kosten in overeenstemming met de verwachting en met name de Belgische bedrijven zaten er zelden naast. Eén op de vijf bedrijven vond de factuur hoger dan verwacht en één op tien vond dat veel hoger. Nagenoeg geen enkel bedrijf vond de kosten lager dan gedacht. Het feit dat uit tabel 23 naar voren komt dat de verwachting grotendeels overeenkomt met de werkelijke kosten zegt niet dat aanvragers de kosten niet als te hoog percipiëren. Zo bleek uit het groepsgesprek met de Nederlandse bedrijven dat zij de kosten wel degelijk als (te) hoog ervaren. Voor de grotere bedrijven beslaan de octrooikosten zo’n 10% van het R&D-budget en lopen in de tonnen euro’s, afhankelijk van het aantal aanvragen dat jaarlijks wordt gedaan, het aantal octrooien dat in totaal in stand wordt gehouden en het aantal landen waar deze octrooien van kracht zijn. Voor sommige kleinere bedrijven worden juist de aanvragekosten als hoog ervaren, omdat deze kosten voor de baten uitgaan en dus voorgefinancierd moeten worden. Dit wordt ook bevestigd in het onderzoek van KPMG: “[…] het beeld uit deze enquête dat de kosten voor het inschakelen van octrooigemachtigden hoog gevonden worden. Bij het MKB leidt dit er mede toe dat er eerder de neiging bestaat een uitvinding geheim te houden. Vooral voor minder draagkrachtige bedrijven en instellingen zijn de hoge kosten die gemoeid zijn met het inschakelen van een octrooigemachtigde een
30423/SEO-rapport 891
37
significante drempel.”22. Uit de KPMG enquête blijkt dat meer dan driekwart van de ondervraagde bedrijven de kosten aan de hoge of veel te hoge kant vindt. De financiering van de octrooiverwerving geschiedt grofweg op 2 manieren. Ofwel er is een bepaald budget voor vastgesteld, ofwel de kosten gaan rechtstreeks ten laste van het resultaat. De grotere bedrijven evalueren jaarlijks hun hele octrooiportefeuille en maken per octrooi de keuze om het te verlengen of te laten vervallen23.
22 23
p. 29, concept rapportage Bron: groepsdiscussie met aanvragende bedrijven, 25 januari 2006
30423/SEO-rapport 891
38
Tabel 23 zegt alleen dat de aanvragers – bijvoorbeeld door eerdere ervaring (zie tabel 13) of op basis van een goede offerte – goed zijn geïnformeerd over de hoogte van de kosten. Uit het groepsgesprek blijkt echter dat de transparantie wat betreft kwaliteit niet groot is. Het is zelfs zo dat bedrijven liever niet overstappen omdat zij – vanuit een risico-averse houding – liever vasthouden aan het kwaliteitsniveau dat zij nu ervaren in plaats van de gok nemen en overstappen – bijvoorbeeld door te kiezen voor een onbekende octrooigemachtigde die een lagere prijs biedt – naar een octrooigemachtigde die mogelijk een lagere kwaliteit levert. Tabel 23 Week het gefactureerde bedrag af van door de aanvrager verwachte bedrag?
Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
VK
Totaal
Bedrag was lager dan verwacht
1 (3%)
0 (0%)
0 (0%)
1 (5%)
0 (0%)
0 (0%)
2 (2%)
Bedrag was zoals verwacht
22 (63%)
19 (76%)
13 (76%)
13 (68%)
17 (89%)
7 (58%)
91 (69%)
Bedrag was hoger dan verwacht
8 (23%)
5 (20%)
3 (18%)
2 (11%)
2 (11%)
4 (33%)
24 (20%)
Bedrag was veel hoger dan verwacht
4 (11%)
1 (4%)
1 (6%)
3 (16%)
0 (0%)
1 (8%)
10 (10%)
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
Tabel 24 toont dat de meeste bedrijven tevreden (70%) tot zeer tevreden (23%) zijn over de manier waarop de octrooigemachtigde de aanvrager informeerde over de mogelijke bescherming van de uitvinding en de kosten die in het kader daarvan (nog) kunnen optreden. In totaal was 7% hierover ontevreden en geen enkel bedrijf zeer ontevreden. Nederlandse bedrijven zijn relatief vaker tevreden dan buitenlandse bedrijven. Tabel 24 De tevredenheid over de manier waarop de octrooigemachtigde de aanvrager informeerde over de mogelijke bescherming van de uitvinding en de kosten die in het kader daarvan (nog) kunnen optreden?
Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
VK
Totaal
zeer tevreden
4 (12%)
9 (36%)
4 (24%)
5 (26%)
6 (32%)
1 (8%)
29 (23%)
tevreden
29 (85%)
13 (52%)
12 (71%)
12 (63%)
13 (68%)
10 (77%)
89 (70%)
ontevreden
1 (3%)
3 (12%)
1 (6%)
2 (11%)
0 (0%)
2 (15%)
9 (7%)
zeer ontevreden
0 (0%)
0 (0%)
0 (0%)
0 (0%)
0 (0%)
0 (0%)
0 (0%)
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
30423/SEO-rapport 891
39
3.2
P ERSP ECTIEF VAN OC TROOIG EMACHTIGD EN
Behalve bedrijven die octrooien aanvragen, ondervroegen we ook octrooigemachtigden. De bruto steekproef omvat 500 octrooigemachtigden in Duitsland, Frankrijk, Denemarken, België, het Verenigd Koninkrijk (VK) en Nederland. De respons was wederom hoog te noemen. Alle responspercentages komen boven de 10% uit en in Nederland komen we zelfs op meer dan 34% uit (tabel 25).24 De netto steekproef omvat 91 teruggestuurde vragenlijsten, waarvan er 70 volledig waren ingevuld en dus bruikbaar zijn voor het onderzoek. Ook in deze enquête staat het in kaart brengen van de kosten van het inhuren van een octrooigemachtigde centraal. Net als in de vorige paragraaf gaan we hier echter eerst in op enkele achtergrondvragen die we de octrooigemachtigden voorlegden. In de deze paragraaf komen achtereenvolgens aan bod: •
Informatie over het kantoor (aantal ingediende en geweigerde aanvragen en soort octrooien in 2004) (paragraaf 3.2.1).
•
De prijzen van octrooiaanvragen voor verschillende zaken (paragraaf 3.2.2).
•
De uurbesteding en -beloning per octrooiaanvrage (paragraaf 3.2.3).
•
De kosten van een nieuwheidsonderzoek (paragraaf 3.2.4).
•
De kosten van een tekening (paragraaf 3.2.5).
•
De kosten van een vertaling (paragraaf 3.2.6).
De in deze paragraaf genoemde bedragen zijn allemaal exclusief BTW. Tabel 25 Steekproefomvang en respons in aantallen
Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
VK
Totaal
Verstuurd
83
100
100
53
64
100
500
Ingevuld
18
21
9
5
6
11
70
21,7%
21,0%
9,0%
9,4%
9,4%
11,0%
14,0%
Ingevuld (%)
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
In de steekproef voor Nederland gaf 88% van de octrooigemachtigden aan te werken als eenpitter (kantoor met 1 octrooigemachtigde), gevolgd door het VK met 50%, België en Denemarken met elk 33%, Duitsland met 28% en Frankrijk met 25%. In werkelijkheid is een veel kleiner percentage van de Nederlandse vrije octrooigemachtigden werkzaam als eenpitter. Dat komt deels door de selectie; alleen kantoren zijn aangeschreven niet octrooigemachtigden.
24
Bij de berekening van de response is geen rekening gehouden met onbezorgbare post.
30423/SEO-rapport 891
40
3.2.1 Ingediende en geweigerde aanvragen en soort octrooien per kantoor Uit tabel 26 blijkt dat Nederlandse octrooigemachtigden een gemiddelde verdeling van het aantal octrooien over verschillende soorten aanvragen heeft. Het beeld in tabel 26 wijkt soms af van het beeld van tabel 5. Wij hebben daarvoor geen verklaring. Tabel 26 De procentuele verdeling van het aantal aangevraagde octrooien over verschillende soorten aanvragen in 2004
Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
VK
Totaal
Nationale aanvragen (premier depots)
39%
54%
49%
34%
57%
17%
39%
Europese aanvragen
42%
31%
33%
42%
32%
68%
45%
PCT-aanvragen
19%
15%
18%
24%
11%
14%
16%
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
We vroegen de octrooigemachtigden welk deel van de verzoeken om een octrooiaanvrage te verzorgen door het kantoor zijn geweigerd, vanwege het feit dat een zinvolle octrooiaanvrage niet mogelijk lijkt. In Denemarken gebeurt dit het vaakst, bij bijna een kwart van de verzoeken. In de overige onderzochte landen niet erg vaak, namelijk in minder dan 1 op de 10 verzoeken. Tabel 27 Percentage verzoeken geweigerd door kantoor vanwege ontbreken mogelijkheid zinvolle octrooiaanvrage in 2004
Gemiddelde
Standaard deviatie
Ondergrens betr.heidsinterval
Bovengrens betr.heidsinterval
Aantal
Nederland
9,8%
9,6
3,5
16,1
9
Duitsland
8,1%
6,2
5,4
10,8
20
Frankrijk
13,2%
17,8
0,9
25,5
8
Denemarken
23,3%
17,6
3,5
43,2
3
België
8,3%
8,8
0
16,9
4
VK
14,0%
10,4
7,2
20,8
9
Totaal
10,9%
10,7
8,0
13,8
53
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
3.2.2 De prijzen van octrooiaanvragen voor verschillende zaken In de tabel 28 en 29 staan de prijzen die octrooigemachtigden in verschillende landen rekenen voor ‘technisch eenvoudige, werktuigbouwkundige of elektrotechnische zaken’ en voor ‘chemische of biotechnologische zaken’. Vanwege de complexiteit van de zaken zijn deze laatste volgens de octrooigemachtigden in alle landen duurder. Tabel 30 geeft de verschillen in meer detail weer.
30423/SEO-rapport 891
41
Nederland bevindt zich volgens de opgave van de octrooigemachtigden dicht in de buurt van het gemiddelde (steeds circa € 300,-- daarboven). Denemarken is voor beide soort octrooien steeds veruit het duurst (€ 2.500,-- tot € 3.500,-- per aanvrage duurder). De in de vorige paragraaf geldende conclusie dat de drie grote landen steeds het goedkoopst zijn geldt ook op basis van deze tabellen. Indien we tabel 28 en 29 vergelijken met de door de bedrijven ingevulde factuurbedragen (tabel 12) dan zien we een enorm verschil van enkele duizenden euro’s. Bedrijven geven aan dat ze gemiddeld afhankelijk van het soort zaak zo’n € 8.600,-- tot € 9.000,-- per aanvrage betalen, terwijl de octrooigemachtigden zelf aangeven € 2.850,-- tot € 4.350,-- te vragen. Dit kan ten dele verklaard worden doordat de aanvragers mogelijk moeilijk kunnen aangeven welk bedrag zij betalen voor de inspanningen van de gemachtigde en welk bedrag voor indieningstaksen en dergelijke. Maar zelfs gecorrigeerd voor taksen blijft het verschil opmerkelijk. Tabel 28 Het bedrag (in euro) dat een kantoor gemiddeld factureert voor het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage voor een technisch eenvoudige, werktuigbouwkundige of elektrotechnische zaak (premier depot) in 2004
Gemiddelde
Standaard deviatie
Ondergrens betr.heidsinterval
Bovengrens betr.heidsinterval
Aantal
Nederland
3.126
1.168
2.554
3.698
16
Duitsland
2.348
921
1.945
2.752
20
Frankrijk
2.702
877
2.000
3.404
6
Denemarken
5.391
1.758
3.984
6.797
6
België
2.822
964
2.051
3.593
6
VK
1.956
1.286
1.159
2.753
10
Totaal
2.844
1.428
2.494
3.194
64
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
Tabel 29 Het bedrag dat een kantoor gemiddeld factureert voor het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage voor een chemische of biotechnologische zaak (premier depot) in 2004
Gemiddelde
Standaard deviatie
Ondergrens betr.heidsinterval
Bovengrens betr.heidsinterval
Aantal
Nederland
4.663
1.582
3.491
5.834
7
Duitsland
3.835
1.641
2.763
4.906
9
Frankrijk
2.756
1.835
957
4.554
4
Denemarken
7.968
3.337
4.698
11.238
4
België
4.120
1.402
2.747
5.493
4
VK
3.729
2.634
1.778
5.680
7
Totaal
4.361
2.401
3.565
5.156
35
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
30423/SEO-rapport 891
42
Tabel 30 geeft weer hoeveel hoger de prijs van het opstellen van een chemische of biotechnologische aanvraag is dan het opstellen van een aanvraag voor een technisch eenvoudige, werktuigbouwkundige of elektrotechnische zaak. In Nederland is het opstellen van een chemische aanvraag gemiddeld 49 procent duurder dan die van een andersoortige vinding. Als de prijzen worden vergeleken bij de octrooibureaus die beide type aanvrage opstellen, dan blijkt dat de aanvrage voor een chemische vinding in Nederland 51 procent duurder is dan voor andere vindingen. Nederland is daarmee gemiddeld. Tabel 30 Het prijsverschil (in procenten) voor het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage voor een technisch eenvoudige versus een chemische of biotechnologische zaak (premier depot) in 2004
Het verschil in prijs voor bureaus waarvoor beide prijzen bekend zijn
Verschil in gemiddelde prijs (alle bureaus)
Gemid delde
Standaard deviatie
Ondergrens betrouwbaarheidsinterval
Bovengrens betrouwbaarheidsinterval
Aantal
Nederland
49
51
51
6
95
5
Duitsland
63
52
35
26
78
7
Frankrijk
2
21
30
0
81
1
Denemarken
48
50
25
26
75
4
België
46
22
21
1
43
4
VK
91
62
74
0
134
4
Totaal
53
47
45
30
65
25
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
30423/SEO-rapport 891
43
3.2.3 De uurbesteding en -beloning per octrooiaanvrage tot aan de indiening In de enquête vroegen we de octrooigemachtigden hoeveel tijd zij gemiddeld per octrooiaanvrage (premier depot) besteden tot aan de indiening. In figuur 4 en 5 zijn de resultaten weergegeven voor een technisch eenvoudige, werktuigbouwkundige of elektrotechnische zaak respectievelijk voor een chemische of biotechnologische zaak. Het feit dat een Deense octrooigemachtigde het meest in rekening brengt en een Britse octrooigemachtigde het minst (zie tabel 28) komt ook terug in hun urenbesteding in figuur 4.
Figuur 4: De urenbesteding per octrooiaanvrage (premier depot) tot aan de indiening voor een technisch eenvoudige, werktuigbouwkundige of elektrotechnische zaak in 2004 30
25
20
15
10
5
0 Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
United Kingdom
Communicatie met de opdrachtgever Het opstellen van de aanvraag Eigen onderzoek naar de stand van de techniek Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
30423/SEO-rapport 891
44
In figuur 5 hangen de hoge Deense prijzen ook weer samen met de hoge urenbesteding. Duitse octrooigemachtigden besteden relatief veel uren voor hun aanvrage. Franse, Belgische en Britse octrooigemachtigden besteden het minste uren tot aan de indiening. Nederlandse octrooigemachtigden zitten hier weer net boven.
Figuur 5: De urenbesteding per octrooiaanvrage (premier depot) tot aan de indiening voor een chemische of biotechnologische zaak in 2004 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
United Kingdom
Communicatie met de opdrachtgever Het opstellen van de aanvraag Eigen onderzoek naar de stand van de techniek Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
Uit de voorgaande tabellen en figuren is nu het uurloon voor een octrooigemachtigde per aanvrage te bepalen (zie tabel 31 en figuur 6). In beide gevallen is het Nederlandse uurtarief tot de indiening het hoogst van de 6 landen. Zoals we in figuur 4 en 5 zagen, komt dit niet omdat Nederlandse octrooigemachtigden relatief weinig uren besteden. Wel zijn Nederlandse octrooigemachtigden relatief duur (tabel 28 en 29).
30423/SEO-rapport 891
45
Tabel 31: Het uurloon per octrooiaanvrage (premier depot) tot aan de indiening voor verschillende zaken in 2004
Technisch eenvoudige zaken, Werktuigbouwkunde, Elektrotechniek
Chemie of Biotechnologie
Nederland
230 euro
297 euro
Duitsland
183 euro
184 euro
Frankrijk
159 euro
140 euro
Denemarken
209 euro
176 euro
België
160 euro
214 euro
VK
214 euro
252 euro
Totaal
197 euro
213 euro
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
Figuur 6: Het uurloon per octrooiaanvrage (premier depot) tot aan de indiening voor verschillende zaken in 2004 (in euro)
350 300 250 200 150 100 50 0 Nederland
Duitsland
Frankrijk
Denemarken
België
United Kingdom
Technisch eenvoudige zaken, Werktuigbouw kunde, Elektrotechniek Chemie of Biotechnologie
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
30423/SEO-rapport 891
46
3.2.4 De kosten van een nieuwheidsonderzoek Octrooigemachtigden gaven in de enquête aan welk bedrag zij gemiddeld factureren voor het geven van een door de cliënt gevraagd schriftelijk advies met betrekking tot de nieuwheid van een vinding. Een dergelijk advies geeft het bedrijf dat overweegt een octrooi aan te vragen gedegen inzicht in de beschermingsmogelijkheden die een octrooi zal bieden. De Deense prijsverschillen die we op basis van de enquête vinden (en waarbij met name de lage prijs voor chemische of biotechnologische zaken opvalt), kunnen wij niet nader verklaren. In alle landen behalve Denemarken is een nieuwheidsonderzoek duurder voor chemische en biotechnologische octrooien. Een nieuwheidsonderzoek is het duurst in Duitsland (technisch eenvoudige, werktuigbouwkundige of elektrotechnische zaken) en het VK (chemische zaken). Het aantal uren dat aan het onderzoek wordt besteed, loopt niet synchroon met de prijs die ervoor gerekend wordt. Onduidelijk is waardoor dit komt.
Tabel 32: De gemiddelde kosten van een schriftelijk advies m.b.t. het nieuwheidsonderzoek voor verschillende zaken in 2004 (in euro)
Technisch eenvoudige zaken, werktuigbouwkunde of elektrotechniek
Chemie of biotechnologie
Prijs
Uurbesteding
Prijs
Uurbesteding
Nederland
567
3
733
3
Duitsland
807
3
851
3
Frankrijk
625
4
706
4
Denemarken
654
4
202
8
België
240
4
400
8
VK
641
2
992
3
Totaal
589
3
648
5
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
30423/SEO-rapport 891
47
3.2.5 De kosten van een tekening Het vervaardigen van een tekening die bij de octrooiaanvrage wordt gevoegd, kost gemiddeld zo’n € 235,--. In Denemarken is het vervaardigen van een tekening het duurst en in Frankrijk het goedkoopst. Tabel 33: Kunt u aangeven wat het maken van een tekening gemiddeld kost? (in euro)
Gemiddelde
Standaard deviatie
Ondergrens betrouwbaarheidsinterval
Bovengrens betrouwbaarheidsinterval
Aantal
Nederland
330
271
177
483
12
Duitsland
167
215
70
264
19
Frankrijk
86
69
18
154
4
Denemarken
346
441
0
778
4
België
216
121
97
335
4
VK
299
538
0
697
7
Totaal
235
304
151
319
50
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
3.2.6 De kosten van een vertaling In de enquête is aan octrooigemachtigde in kleine landen tevens gevraagd naar het maken van vertalingen. 63 Procent van de Nederlandse kantoren besteedt dit uit. Tabel 28 geeft inzicht in de kosten voor het maken van een vertaling. De kosten in Nederland liggen met circa 20 eurocent per vertaald woord in tussen de Belgische en Deense kosten. In Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk spelen vertalingen nauwelijks een rol, omdat octrooiaanvragen bij het Europees Octrooibureau in het Engels, Duits en Frans ingediend mogen worden. Tabel 34: Hoeveel rekent uw kantoor voor vertalingen (in eurocent per woord)?
Gemiddelde (eurocent per woord)
Standaard deviatie
Ondergrens betrouwbaarheidsinterval
Bovengrens betrouwbaarheidsinterval
Aantal
Nederland
21
5
18
23
16
Denemarken
28
13
15
41
4
België
17
3
14
20
3
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
30423/SEO-rapport 891
48
3.3
C ONCLUSIE
De kosten van het inhuren van een octrooigemachtigde verschillen sterk al naar gelang een bedrijf of een octrooigemachtigde deze kosten inschat (zie tabel 35). Bedrijven geven aan dat ze gemiddeld afhankelijk van het soort zaak zo’n € 8.600,-- tot € 9.000,-- per aanvrage betalen, terwijl de octrooigemachtigden zelf aangeven € 2.850,-- tot € 4.350,-- te vragen. Dit kan ten dele verklaard worden doordat de aanvragers mogelijk moeilijk kunnen aangeven welk bedrag zij betalen voor het opstellen en indienen van de aanvrage en welk bedrag voor bijvoorbeeld indieningstaksen, advieswerk en vertaalkosten. Maar zelfs gecorrigeerd voor deze factoren blijft het verschil opmerkelijk. Wij kunnen dit verschil op basis van de ons bekende bronnen niet verklaren. De door ons gevonden bedragen komen voor bedrijven overeen met de gemiddelde bedragen waar Roland Berger Market Research in augustus 2004 op uitkwam. Volgens dit onderzoek bedroegen de gemiddelde kosten voor een Europese aanvrage (exclusief taksen) € 9.360,--. KPMG vindt in het kader van de evaluatie van de Rijksoctrooiwet echter een lager gemiddelde voor de kosten van een octrooigemachtigde, namelijk € 3.000,-- – een bedrag dat dicht aan ligt tegen onze uitkomst op basis van de respons van octrooigemachtigden. Tabel 35: De kosten voor verschillende octrooiaanvragen voor Nederland (vergelijking bedrijven en octrooigemachtigden) (in euro)
Gemiddelde volgens Nederlandse bedrijven
Gemiddelde volgens Nederlandse octrooigemachtigden
Gemiddelde voor Nederland
Gemiddelde over de 6 landen
Gemiddelde voor Nederland
Gemiddelde over de 6 landen
Ongedifferentieerd
9.678
8.638
-
-
Nationaal
7.741
6.748
-
-
Europese aanvraag
11.943
9.742
-
-
Internationale (PCT) aanvraag
8.946
9.368
-
-
Chemische of biotechnologische aanvraag
8.882
9.009
4.663
4.361
Ander soort uitvinding
10.076
8.523
3.126
2.844
Bron: Berenschot/SEO Economisch Onderzoek
De hoofdconclusie die op basis van de steekproef getrokken kan worden is dat de kosten van een vrije octrooigemachtigde voor het opstellen en indienen van een premier depot in de Frankrijk, Duitsland en het VK over het algemeen lager zijn dan in Nederland, Denemarken en België. Ook is duidelijk geworden dat de (geoffreerde) prijs geen belangrijke keuzefactor is. De reputatie van de octrooigemachtigde en/of het kantoor zijn daarentegen wel doorslaggevende keuzefactoren. Ook bij het zoeken naar een octrooigemachtigde speelt deze reputatie de belangrijkste rol: een bedrijf vindt een octrooigemachtigde door eerder opgedane ervaring en mond op mond reclame.
30423/SEO-rapport 891
49
Verder bleek dat de aanvragers – bijvoorbeeld door eerdere ervaring of op basis van een goede offerte – goed zijn geïnformeerd over de hoogte van de kosten alsmede dat Nederlandse bedrijven vaker dan gemiddeld tevreden zijn over de manier waarop de octrooigemachtigde de aanvrager informeerde over de mogelijke bescherming van de uitvinding en de kosten die in het kader daarvan (nog) kunnen optreden.
30423/SEO-rapport 891
50
4.
4.1
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
C ONCLUSIES
De hoofdconclusie die op basis van de steekproef getrokken kan worden is dat de kosten van een vrije octrooigemachtigde voor het opstellen en indienen van een premier depot in Frankrijk, Duitsland en het VK over het algemeen lager zijn dan in Nederland, Denemarken en België. Op basis van ons onderzoek komen we tot de algemene conclusie dat de kosten van een octrooiaanvrage in Nederland relatief hoog zijn, althans boven het gemiddelde van de 6 onderzochte landen liggen. De bedrijven in de onderzochte landen geven aan dat ze gemiddeld € 8.600,-- tot € 9.000,-per aanvrage aan octrooigemachtigden betalen. De octrooigemachtigden in de onderscheiden landen geven aan dat zij gemiddeld € 2.850,-- tot € 4.350,-- per aanvrage in rekening brengen. Dit verschil kan ten dele verklaard worden doordat de aanvragers weinig inzicht hebben in de opbouw van factuurbedragen. Hierdoor kunnen zij niet of moeilijk aangeven welke kosten zij maken voor het premier depot en welke voor overige werkzaamheden en taksen. Relevant daarbij is een onderscheid in kosten van de gemachtigde (gemiddeld 68% van de kosten), indieningstaksen (gemiddeld 17% van de kosten) en andere kosten, zoals advieswerk. Een andere (mogelijke) oorzaak voor het geconstateerde verschil is het verschil in vraagwijze naar aanvragers en octrooigemachtigden in dit onderzoek: aan bedrijven is gevraagd naar het totaalbedrag op de meest recente factuur voor het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage, en aan de octrooigemachtigden is gevraagd wat zij gemiddeld factureren voor het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage. Het is van belang dat aanvragende bedrijven zich realiseren dat zij niet alleen de kosten van het uitbesteden van de aanvrage kwijt zijn, maar zelf ook kosten zullen moeten maken om de aanvrage voor te bereiden en te assisteren bij de aanvrage zelf. Volgens het onderzoek van Roland Berger bedragen deze interne kosten bijna € 6.000,--. Op basis van ons onderzoek kunnen we verder een drietal conclusies trekken over de oorzaak van kostenverschillen tussen de onderscheiden landen. •
Verschillen in beroepsregulering en toelatingseisen.
Aangezien de meeste gedragsregels in Europa geënt zijn op de Europese gedragsregels, zijn de verschillen hierin beperkt. Uit onze beknopte vergelijking van de institutionele omgeving blijkt dat de Nederlandse situatie ergens tussen de meer liberale Britse en de meer gereguleerde Duitse markt ligt. In de oude Nederlandse regelgeving is bijvoorbeeld specifiek een verbod op resultaatafhankelijke of vaste beloning vastgelegd, maar is geen sprake van een gemaximeerd voorschot. Overigens zijn inmiddels in Nederland nieuwe, meer liberale gedragsregels van kracht. De door ons aangetroffen verschillen in de officiële gedragsregels voor de octrooigemachtigden in Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk alsmede in de opleidingssystemen van deze landen, kunnen an sich niet dienen als enige verklaringsgrond voor verschillen in prijzen voor de dienstverlening van octrooigemachtigden. Institutionele verschillen kunnen desalniettemin een rol spelen. Net als voor veel andere vrije beroepsbeoefenaars geldt ook voor octrooigemachtigden dat de vrije werking van de markt mogelijk beperkt
30423/SEO-rapport 891
51
wordt door zelfregulering en een wettelijk domeinmonopolie. Deze beperktere marktwerking kan van invloed zijn op de tarieven die een octrooigemachtigde in rekening brengt. •
De omvang van de markt.
Er bestaan grote verschillen in het aantal octrooigemachtigden per miljoen inwoners per land. In Nederland zijn per inwoner relatief veel octrooigemachtigden actief. Ook het aantal ingediende aanvragen per gemachtigde per jaar loopt sterk uiteen in de verschillende landen. Dit is ten dele te verklaren door de aanwezigheid van een grote thuismarkt (Duitsland, Frankrijk, VK), de aanwezigheid van het Europees Octrooibureau (Duitsland), de courantheid van de taal25 (VK), de aanwezigheid van veel industrie (Duitsland, Denemarken), of de aard en omvang van het advieswerk. In Nederland worden per gemachtigde relatief weinig aanvragen ingediend. Nader onderzoek op deze aspecten is echter nodig om de positie van Nederland ten opzichte van andere landen te duiden. •
Mogelijk dat kwaliteitsintransparantie maakt dat de prijs geen belangrijke keuzefactor is.
De (geoffreerde) prijs blijkt bij het selecteren van een octrooigemachtigde geen belangrijke keuzefactor. De reputatie van de octrooigemachtigde en/of het kantoor zijn de doorslaggevende keuzefactoren. Bedrijven vinden een octrooigemachtigde door eerder opgedane ervaring en mond op mond reclame. De markt ervaart men als weinig transparant. Zoals gezegd kunnen we op basis van ons onderzoek concluderen dat de kosten van een octrooiaanvrage in Nederland relatief hoog zijn, althans hoger liggen dan het gemiddelde van de 6 onderzochte landen. Belangrijk is om te constateren dat de relatief hoge kosten niet het enige probleem vormen als het gaat om de vraag hoe belemmeringen voor bedrijven, die een octrooiaanvrage overwegen, uit de weg kunnen worden geruimd. Immers, ons onderzoek geeft ook aan dat de geoffreerde prijs een bescheiden rol speelt. Alhoewel dit niet zomaar uit ons onderzoek blijkt, is het wellicht zo dat bedrijven een hoge prijs als een teken van goede kwaliteit zien, en daarom bereid zijn een hoge prijs te betalen. Dit verschijnsel treedt over het algemeen op in markten die “kwaliteitsintransparant” zijn. In dat soort markten is er weinig druk op aanbieders om hun prijzen laag te houden. De meeste afnemers blijken “repeat buyers” te zijn die in staat moeten worden geacht om kwaliteit – mits transparant – zelf te beoordelen (bijna tweederde van de bedrijven heeft al eerder zaken gedaan met de octrooigemachtigde aan wie ze recent zaken voorlegden).
De courantheid van de taal is van belang voor bijvoorbeeld Amerikaanse aanvragers, die liefst zaken doen met Engelstalige octrooigemachtigden 25
30423/SEO-rapport 891
52
4.2
A ANBEV ELINGEN
De aanbevelingen die we hieronder bespreken zijn gebaseerd op de uitgevoerde enquêtes, de groepsdiscussie met Nederlandse octrooiaanvragers, gesprekken met deskundigen en eigen waarnemingen. De aanbevelingen sluiten aan op de voorgaande conclusies met betrekking tot de kosten van kwaliteitsintransparantie en beroepsregulering. 4.2.1 Vergroot de transparantie Een eerste aanbeveling betreft het transparant maken van de kwaliteit van de dienstverlening van octrooigemachtigden. Aanvullend onderzoek kan aantonen wat de kwaliteit van de dienstverlening door octrooigemachtigden nu eigenlijk bepaalt en hoe dat gemeten kan worden. Wanneer meer kwaliteitstransparantie ontstaat, kan prijstransparantie een extra impuls geven aan het terugdringen van de kosten. Prijstransparantie zonder kwaliteitstransparantie zal dat effect naar alle waarschijnlijkheid niet sorteren, zo is gebleken op de markt voor de notarissen. 4.2.2 Onderzoek de rol van verschillen in beroepsregulering en toelatingsseisen Voortbordurend op het voorgaande is een (vergelijkend) onderzoek naar de relatie tussen (zelf)regulering een concurrentiebeperking aan te bevelen. In hoeverre wordt de concurrentie door bestaande regelgeving beperkt? Is er sprake van een prijsbestendigend effect in dit verband? Zijn er onderdelen van de regelgeving die (zoals reeds gerealiseerd in het VK) kunnen worden afgeschaft? Op Europees en nationaal niveau heeft de problematiek van zelfregulering in vrije beroepen op dit moment veel aandacht. Wij menen dat ons onderzoek voldoende aanleiding geeft om de dienstverlening van octrooigemachtigden daarbij te betrekken. Om de oorzaken van de verschillen tussen de landen beter te kunnen duiden is niet alleen onderzoek naar de rol van wettelijke en zelfregulerende afspraken nodig, maar tevens onderzoek naar de mate van concurrentie in Nederland t.o.v. de andere 5 landen. 4.2.3 Versterk de vraagzijde Daarnaast denken wij dat er voor de Nederlandse overheid een mogelijkheid is om transparantie te (laten) bevorderen door middel van het opzetten van een kennisplatform voor aanvragers (grootbedrijf en MKB), om ervaringen uit te wisselen en zo de vraagzijde te versterken. Wij hebben duidelijke signalen ontvangen dat het oprichten van een kennisplatform positief door het bedrijfsleven zal worden ontvangen. VNO-NCW en MKB Nederland zouden hierbij een belangrijke rol kunnen spelen. Daarnaast is er een mogelijkheid om de vraagzijde te versterken door het opnemen van een vertegenwoordiging van het bedrijfsleven in de organen van de beroepsgroep (en daarmee bedoelen we niet octrooigemachtigden, maar de afnemers van octrooigemachtigden). Zo zitten in het bestuur van het NIVRA bijvoorbeeld zowel controlerend accountants als financieel managers en controllers.
30423/SEO-rapport 891
53
4.2.4 Bespaar kosten Voor wie overigens wil bezuinigen op de kosten van octrooiaanvragen bestaan er enkele concrete mogelijkheden. Dankzij het internet is het relatief eenvoudig geworden om in contact te komen met buitenlandse octrooigemachtigden, die tegen lagere tarieven technisch goede aanvragen kunnen opstellen. Voor het indienen van Europese aanvragen kan eenvoudig een Europees gemachtigde uit een ander Europees land worden ingeschakeld, hetgeen in de praktijk ook veel wordt gedaan, met name door grote bedrijven als Philips. Wie nog lagere tarieven zoekt, kan zich wenden tot octrooigemachtigden in India. Zij kunnen voor een bedrag van € 1.000,-- tot € 2.000,-- een complete aanvrage opstellen, inclusief tekeningen. Een nadeel is dat deze octrooigemachtigden alleen aanvragen in het Engels kunnen opstellen, waardoor het alleen voor Europese of PCT-aanvragen zinvol is. Een ander nadeel is dat je de vinding niet kunt laten zien. Ook kunnen kosten worden bespaard door zelf een opzet voor de aanvrage te maken alvorens naar een octrooigemachtigde te stappen en de technische tekening te laten maken door een ‘vrije’ tekenaar, dat wil zeggen niet gebonden aan een bepaald octrooibureau. De Nederlandse Orde van Uitvinders (NOVU) heeft een overeenkomst gesloten met het Nederlands Octrooibureau (NOB) om kleine, zelfstandige uitvinders tegemoet te komen in hun kosten voor octrooiaanvrage. De uitvinder vult zelf, met hulp van de NOVU, een vast format voor de octrooiaanvrage in. Het NOB kan vervolgens de aanvrage indienen voor € 500,-- (excl. taksen). Voorwaarde is wel dat er na een jaar een ‘goede’ aanvrage wordt ingediend, opgesteld door het NOB. Tenslotte kunnen aanvragers uit het MKB bij Octrooicentrum Nederland Momenteel kosteloos twee soorten prefiling onderzoeken laten verrichten, namelijk een verkennend onderzoek (voor begin van ontwikkelingsfase) en een stand der techniekonderzoek (als reeds een product ontwikkeld is). Deze onderzoeken kunnen een MKB-er kosten besparen. Ofwel omdat deze aan het begin van een ontwikkelingstraject zijn onderzoeksinspanningen beter kan richten ofwel omdat deze beter kan inschatten of octrooibescherming verstandig is.
30423/SEO-rapport 891
54
BIJLAGE 1 LITERATUUR EN WEBSITES
30423/SEO-rapport 891
BIJLAGE 1: LITERATUUR EN WEBSITES G ERAADPLEEGDE LITERATUUR •
Akerlof, G. (1970). The market for lemons: Quality, uncertainty and the market mechanism, in: Quarterly Journal of Economics, 84(3), pp. 488-500.
•
Biermans, Maarten en Joost Poort (2006), Kennisverwerving in de maakindustrie, SEO Economisch Onderzoek, onderzoek in opdracht van Stichting voor Industriebeleid en Communicatie, rapport nr. 856, Amsterdam.
•
European Commission (2005), European Trend Chart on Innovation - Annual Innovation Policy Trends and Appraisal Report - The Netherlands 2004-2005, Enterprise Directorate-General A publication from the Innovation/SMEs Programme (http://trendchart.cordis.lu/reports/documents/Country_Report_Netherlands_2005. pdf).
•
KPMG (2006), Evaluatie Rijksoctrooiwet 1995.
•
Louët Feisser, A.A.A. (2003). Octrooibescherming, Handboek voor het Midden- en Kleinbedrijf.
•
Roland Berger Market Research (2005), Study on the cost of patenting, with an introduction by European Patent Office.
•
Stephen, F.H. & Love, J.H. (1996). Regulation of the legal profession. Discussion paper, 5860. Glasgow: University of Strathclyde.
•
Wichers Hoeth, L. (2000). Kort begrip van het intellectuele eigendomsrecht. W.E.J. Tjeenk Willink.
30423/SEO-rapport 891
1
G ERAADPLEEGDE WEBSITES Websites van nationale octrooibureaus Nederland:
http://www.octrooicentrum.nl/ :
•
Beschrijving procedures en bescherming.
•
Jaarverslagen, formulieren, brochures.
•
Woordenlijst.
Duitsland:
http://www.dpma.de :
•
Vereisten voor het worden van octrooigemachtigde.
•
Beschrijving procedures en bescherming.
•
Taksen e.d.
•
Formulieren.
Denemarken: http://www.dkpto.dk (Engelstalige deel van de site) : •
Beschrijving procedures en bescherming.
•
Taksen e.d.
Frankrijk:
http://www.inpi.fr :
•
Zoekfunctie voor octrooigemachtigden (per département).
•
Beschrijving procedures en bescherming.
•
Taksen e.d.
•
Formulieren.
•
Statistieken.
30423/SEO-rapport 891
2
Engeland:
http://www.patent.gov.uk/ :
•
Relevante wet- en regelgeving.
•
Gedragscodes octrooigemachtigden, handboeken en toetsingsrichtlijnen.
•
Beschrijving procedures en bescherming.
•
Taksen e.d.
•
Formulieren.
•
Woordenlijst.
•
Statistieken.
België: http://mineco.fgov.be/homepull_nl.htm : •
Relevante wet- en regelgeving.
•
Lijst van erkende octrooigemachtigden (!).
•
Beschrijving procedures en bescherming.
•
Taksen e.d.
•
Formulieren.
•
Statistieken.
Websites van Ordes van Octrooigemachtigden Nederland:
www.octrooigemachtigde.nl :
•
Beschrijving octrooigemachtigde.
•
Gedragsregels.
•
Informatie over Europese aanvrage.
•
Zoekfunctie voor octrooigemachtigden (per postcode of plaats).
Duitsland:
www.patentanwaltskammer.de :
•
Gedrags- en beroepsregels octrooigemachtigden.
•
Beschrijving verschillende intellectuele eigendomsrechten. http://www.bundesverband-patentanwaelte.de :
•
Lijst van aangesloten octrooigemachtigden.
30423/SEO-rapport 891
3
Engeland:
http://www.cipa.org.uk/pages/home :
•
Beschrijving procedures en bescherming.
•
Gedrags- en beroepsregels octrooigemachtigden.
Europa: •
http://www.patentepi.com :
Gedragsregels Europees octrooigemachtigden.
Internationale websites World Intellectual Property Organization: www.wipo.org : •
Statistieken.
•
Wetgeving van alle aangesloten landen.
Europees Octrooibureau: www.epo.org : •
Wet- en regelgeving.
•
Jaarverslagen.
•
Statistieken.
•
Taksen e.d.
30423/SEO-rapport 891
4
Overige sites per land Nederland:
http://www.novu.nl http://www.novuster.nl http://www.uitvinders.nl
België: http://www.law.kuleuven.ac.be/cir/publications/octrooien.htm#15 Engeland:
http://www.ip-institute.org.uk/
Duitsland:
http://www.kandidatentreff.de/ :
•
Opleidingsvereisten octrooigemachtigden http://www.bmwi-softwarepaket.de/pmc/pc/text/2/ :
•
Beschrijving procedures en bescherming.
Europa:
http://www.europa.eu.int
NB: De lijst van geraadpleegde websites is niet uitputtend.
30423/SEO-rapport 891
5
BIJLAGE 2 VRAGENLIJST AANVRAGERS
30423/SEO-rapport 891
BIJLAGE 2: VRAGENLIJST AANVRAGERS
Aan:
…………
Geachte heer/mevrouw,
In het kader van het innovatiebeleid van het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken wordt er internationaal vergelijkend onderzoek gedaan naar de kosten voor octrooiverwerving. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door Berenschot en SEO Economisch Onderzoek. Omdat er recent een octrooiaanvrage van uw bedrijf gepubliceerd is, nodigen wij u uit de bijgevoegde vragenlijst in te vullen. De beantwoording van de vragen zal slechts enkele minuten in beslag nemen. Als u geïnteresseerd bent, kunnen wij u een samenvatting van de resultaten van ons onderzoek toesturen. Naar verwachting zullen de resultaten eind januari 2006 beschikbaar zijn. U kunt daartoe uw adresgegevens op het vragenformulier invullen. Uw antwoorden zullen vertrouwelijk worden behandeld en er zullen geen individuele antwoorden aan de opdrachtgever noch aan derden worden verstrekt. SEO Economisch Onderzoek zal de antwoorden aggregeren en bewerken voordat deze naar het Ministerie gaan. N.B. U blijft dus anoniem. De ingevulde vragenlijst kunt u terugsturen naar SEO, waarbij u gebruik kunt maken van bijgevoegde, gefrankeerde enveloppe of u kunt deze faxen naar 020-525 16 86. Wij hopen dat u dit binnen twee weken kunt doen. Mocht u vragen hebben dan kunt u Michiel de Nooij benaderen via
[email protected] of via 020-5251662. Ook indien u niet alle vragen kunt of wilt beantwoorden, stellen wij het zeer op prijs als u de vragenlijst zoveel mogelijk ingevuld aan ons wilt retourneren. Kunt u, indien mogelijk, ook een kopie van uw laatste factuur meesturen of –faxen?
Wij danken u bij voorbaat hartelijk voor uw medewerking.
Dit onderzoek wordt verricht in opdracht van: Vragenlijst ondernemers
30423/SEO-rapport 891
7
1)
Voor hoeveel uitvindingen heeft u de afgelopen vijf jaar octrooi aangevraagd? q
1
q
2-5
q
Meer dan 5
2) Maakt u bij het aanvragen van octrooien gebruik van een externe octrooigemachtigde (d.w.z. niet in loondienst van uw bedrijf)? q
Ja
q
Nee, mijn octrooiaanvragen worden opgesteld door een interne octrooigemachtigde.
q
Nee, mijn octrooiaanvragen stel ik zelf op.
Indien u deze vragen met ‘nee’ heeft beantwoord, hoeft u de overige vragen niet in te vullen. Wij verzoeken u desalniettemin deze vragenlijst te retourneren. Hartelijk dank voor uw medewerking.
3)
Wat is het totaalbedrag op de meest recente factuur die u heeft ontvangen voor het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage? ________________ euro
4) Wat voor aanvrage betrof dit?
5)
q
Nederlandse octrooiaanvrage
q
Europese octrooiaanvrage
q
Internationale (PCT) octrooiaanvrage
q
Overige octrooiaanvrage, namelijk, ________________
Voor wat voor type uitvinding heeft u deze octrooiaanvrage ingediend? q
Chemische of biotechnologische uitvinding
q
Ander soort uitvinding
6) Is de rekening gespecificeerd? q
Nee
q
Ja,
30423/SEO-rapport 891
8
Indien u deze vraag met ‘ja’ heeft beantwoordt, kunt u dan hieronder aangeven hoeveel de afzonderlijke onderdelen gekost hebben (voor zover van toepassing)? •
Kosten opstellen octrooiaanvrage
______ euro
•
Kosten tekening
______ euro
•
Kosten vertaling
______ euro
•
Kosten van een (inter)nationaal nieuwheidonderzoek
______ euro
•
Taksen
______ euro
•
Andere kosten
______ euro
Indien er andere kosten waren, kunt u dan aangeven waarop deze kosten betrekking hadden? _________________________________________________________________ _________________________________________________________________
7) Zijn bovenstaande bedragen inclusief of exclusief BTW? q
Inclusief BTW
q
Exclusief BTW
8) Week het gefactureerde bedrag af van het door u verwachte bedrag? q
Ja, het was lager dan ik verwachtte
q
Nee, het was ongeveer wat ik verwachtte
q
Ja, het was iets hoger dan ik verwachtte
q
Ja, het was veel hoger dan ik verwachtte
9) Bent u tevreden over de manier waarop uw octrooigemachtigde u informeerde over de mogelijke bescherming van uw uitvinding en de kosten die in het kader daarvan (nog) kunnen optreden? q
Ja, zeer tevreden
q
Ja, tevreden
q
Nee, ontevreden
q
Nee, zeer ontevreden
10) Hoe heeft u uw octrooigemachtigde gevonden? q
Ik heb eerder zaken met deze octrooigemachtigde gedaan
q
Via een professionele intermediair
30423/SEO-rapport 891
9
q
Via mijn brancheorganisatie
q
Via de brancheorganisatie van octrooigemachtigden
q
Via telefoonboek, gouden gids of zoekmachine op internet
q
Via de website van een octrooiverleningsinstantie
q
Via mond op mond reclame
q
Anders, namelijk ________________
11) Wat was doorslaggevend voor de keuze voor uw octrooigemachtigde? (meer antwoorden mogelijk) q
De persoon van de octrooigemachtigde
q
De reputatie van het kantoor
q
De nabijheid van het kantoor
q
De (geoffreerde) prijs voor het opstellen en indienen van de aanvrage de octrooiaanvrage
Indien u de samenvatting van het onderzoek wilt ontvangen, kunt u hieronder uw gegevens invullen:
Naam:
Adres:
Poscode:
Plaats:
Land:
30423/SEO-rapport 891
10
BIJLAGE 3 VRAGENLIJST OCTROOIGEMACHTIGDEN
30423/SEO-rapport 891
BIJLAGE 3: VRAGENLIJST OCTROOIGEMACHTIGDEN
Aan:
Octrooibureau ……. t.a.v. ir. …………
Geachte collega,
In opdracht van het Nederlandse ministerie van Economische zaken voeren Berenschot en SEO Economisch Onderzoek een onderzoek uit naar de kosten van het aanvragen van een octrooi. Dit onderzoek beperkt zich niet tot Nederland; ook Denemarken, Duitsland, Engeland, Frankrijk en België worden erbij betrokken, zodat een internationale vergelijking kan worden gemaakt. Wij beperken het onderzoek tot de kosten van het opstellen/indienen van een ‘premier depot’ en het adviseren naar aanleiding van een nieuwheidsrapport. Het gaat om de bedragen die u gemiddeld aan uw cliënt factureert voor de betreffende werkzaamheden. Wij hebben de vragen zodanig geformuleerd, dat u slechts weinig tijd kwijt bent aan de beantwoording. Als u geïnteresseerd bent, kunnen wij u de uitkomst van ons onderzoek toesturen zodra deze gereed is. Naar verwachting zal dat eind januari het geval zijn. Uw antwoorden zullen vertrouwelijk worden behandeld en er zullen geen individuele antwoorden aan de opdrachtgever noch aan derden worden verstrekt. SEO Economisch Onderzoek zal de antwoorden aggregeren en bewerken voordat deze naar de opdrachtgever gaan. De ingevulde vragenlijst kunt u terugsturen naar Michiel de Nooij, waarbij u gebruik kunt maken van bijgaande gefrankeerde enveloppe of per fax 020-525 16 86. Wij hopen dat u dit binnen twee weken kunt doen. Mocht u vragen hebben dan kunt u hem benaderen via
[email protected] (bij voorkeur in het Engels) of via +31-20-5251662. Ook indien u niet alle vragen kunt of wilt beantwoorden, stellen wij het zeer op prijs als u de vragenlijst zoveel mogelijk ingevuld aan ons wilt retourneren.
Berenschot B.V., SEO Economisch Onderzoek en ondergetekende danken u bij voorbaat voor uw medewerking. Prof. mr. ir. Arnold Louët Feisser Octrooigemachtigde en hoogleraar aan de Universiteit Twente.
30423/SEO-rapport 891
12
1. Hoeveel octrooigemachtigden werken bij uw kantoor?
_______ octrooigemachtigden
2. Hoeveel octrooiaanvragen heeft uw kantoor in 2004 ingediend?
_______ nationale aanvragen (premier depots) _______ Europese aanvragen _______ PCT-aanvragen
3. Kunt u aangeven welk bedrag uw kantoor gemiddeld factureert (bijvoorbeeld het gemiddelde over de laatste 10 octrooiaanvragen) voor het opstellen en indienen van een octrooiaanvrage (premier depot) voor elk van de volgende gebieden? Gemiddeld factuurbedrag _______ euro •
Technisch eenvoudige zaken, werktuigbouwkunde of elektrotechniek • Chemie of biotechnologie 4. Zijn deze bovenstaande bedragen
_______ euro o o o
5. Zijn deze bovenstaande bedragen
o o
Inclusief de kosten van een nieuwheidonderzoek (nationaal type) Inclusief de kosten van een nieuwheidonderzoek (internationaal type) Exclusief de kosten van een nieuwheidonderzoek Inclusief BTW Exclusief BTW
6. Kunt u aangeven hoeveel tijd u gemiddeld per octrooiaanvrage (premier depot) besteedt tot aan de indiening? Kunt u hierbij onderscheid maken tussen de twee aangegeven clusters van onderwerpen? Technisch eenvoudige zaken Werktuigbouwkunde Elektrotechniek Chemie of _______ uur Biotechnologie • Eigen onderzoek naar de stand van de techniek _______ uur _______ uur • Het opstellen van de aanvraag _______ uur _______ uur • Communicatie met de opdrachtgever _______ uur _______ uur • Overig 1: ________________________ _______ uur _______ uur • Overig 2: ________________________ _______ uur 7. Welk bedrag factureert uw kantoor gemiddeld voor het geven van een door uw cliënt gevraagd schriftelijk advies met betrekking tot het nieuwheidsrapport, welk advies uw cliënt gedegen inzicht geeft in de beschermingsmogelijkheden die zijn octrooi zal bieden?
• •
Technisch eenvoudige zaken, werktuigbouwkunde of elektrotechniek Chemie of biotechnologie
Gemiddeld factuurbedrag voor het advies _______ euro
Tijd die een gemachtigde hieraan besteed _______ uur
_______ euro
_______ uur
8. Kunt u aangeven wat het maken van een tekening gemiddeld kost?
_______ euro
9. Wanneer u in het kader van een octrooiaanvrage een vertaling nodig heeft van de eigen taal naar het Engels, maakt
o
30423/SEO-rapport 891
Mijn kantoor maakt die zelf
13
uw kantoor die dan zelf of besteedt u dat uit?
o
Mijn kantoor besteedt dat uit
10. Hoeveel rekent uw kantoor voor vertalingen?
_______ eurocent per woord
11 Hoeveel procent van de verzoeken om een octrooiaanvrage te verzorgen worden door u (of uw kantoor) geweigerd, omdat een zinvolle octrooiaanvrage niet mogelijk lijkt?
_______ %
Tot slot 12. Heeft u nog opmerkingen en/of suggesties?
o
Ja, ik ontvang graag de uitkomst van dit onderzoek. Deze kunt u sturen naar: ________________________________________________ ________________________________________________ ________________________________________________ ________________________________________________ ________________________________________________
30423/SEO-rapport 891
14
BIJLAGE 4 DEELNEMERS GROEPSDISCUSSIE EN GEÏNTERVIEWDEN
30423/SEO-rapport 891
BIJLAGE 4: DEELNEMERS GROEPSDISCUSSIE EN GEÏNTERVIEWDEN DEELNEMERS GROEPSDISCUSSIE
25 JANUARI 2006
Naam
Naam bedrijf
Soort product
H. Reezigt
Kobato Polytechnologie B.V.
Polymeren
M. Kortekaas
Kraton Polymers Research, B.V. Elastymeren
H. Venrooij
Fico B.V.
Machines voor chips-fabricage
P. Dannenberg
Fico B.V.
Machines voor chips-fabricage
R. van Vlimmeren
Otb Group B.V.
Machines voor zonnecellenen displayfabricage
M. Upperman
Inalfa Roof Systems Group B.V. Autodaksystemen
J. van der Hoeven
IHC Holland N.V.
Baggerschepen, heimachines, afdichtingen
W. Kraaykamp
4DOffice
Modulair
verankeringssys-
teem G. Veldhoen
Perfix International B.V.
Bevestigingsmechanisme
B. Veldhoen
Perfix International B.V.
Bevestigingsmechanisme
L. van Noorden
Diolen
Coatings, polyester, nylon
G EÏNTERVIEWDE EXPERTS •
Wouter Pijzel; directeur van de Nederlandse Orde van Uitvinders.
•
Dr. Ruurd Jorritsma; octrooigemachtigde bij het Nederlandsch Octrooibureau en voorzitter van de contactgroep Vrije Gemacht van de Orde van Octrooigemachtigden.
•
Lieuwe Boersma; patent officer van de TU Delft.
•
Maarten Schoenmaker; clustermanager bij Philips Intellectual Property & Standards en penningmeester van de Orde van Octrooigemachtigden.
•
Ir. Philip Detiger; Purchasing Manager Intellectual Property Services, Philips.
•
Dr. P.M. Breepoel; senior patent counsel bij DSM, voorzitter van de Orde van Octrooigemachtigden.
30423/SEO-rapport 891
16
BIJLAGE 5 SAMENVATTING ONDERZOEK EOB 2004
30423/SEO-rapport 891
BIJLAGE 5: SAMENVATTING ONDERZOEK EOB 2004 In een rapport van Roland Berger Market Research voor het Europees Octrooibureau (EOB) wordt het kostenniveau van octrooiaanvragen in 2004 onderzocht onder 253 Europese, Amerikaanse en Japanse bedrijven die hun aanvragen in 2002/3 deden. Omdat deze kosten voor inflatie en taksverhogingen zijn gecorrigeerd, zijn de resultaten indicatief voor 2004. EPO vervaardigde op basis van dit onderzoek de volgende inschatting van de kosten voor een Europese octrooiaanvrage26: •
In-house kosten voor het bedrijf dat de octrooiaanvrage doet − Voorbereiden (excl. R&D) − Verwerken
2.700 euro 3.250 euro
•
Professionele vertegenwoordiging bij EPO (kosten octrooigemachtigde) − Voorbereiden − Verwerken − Vertalen (alleen de claims)
3.900 euro 5.200 euro 530 euro
•
EPO taksen
•
Vertaal- en gerelateerde kosten − Vertaling − Octrooigemachtigde: geldigheid bepalen − Publicatie tarieven
•
Vernieuwingstarieven (betaald aan nationale octrooibureaus) en gerelateerde kosten − Vernieuwingstarieven (jaar 5 tot en met 10) − Octrooigemachtigde: betaling vernieuwingstarieven
• •
Totale kosten, exclusief in-house kosten Totale kosten, inclusief in-house kosten
5.950 euro
9.630 euro
4.400 euro 3.400 euro 2.850 euro 400 euro
5.600 euro
6.650 euro
10.900 euro
5.300 euro 31.600 euro 37.500 euro
Euro-direct octrooi met looptijd van 10 jaar, bestaande uit 18 pagina’s (waarvan 11 pagina’s beschrijving, 3 pagina’s claims en 4 pagina’s met tekeningen), 10 claims, geldigheid van het octrooi in 6 landen (Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Italië, Spanje en Zwitserland).
26
30423/SEO-rapport 891
18
BIJLAGE 6 UITKOMSTEN PANELSESSIE OCTROOI-AANVRAGERS
30423/SEO-rapport 891
BIJLAGE 6: UITKOMSTEN PANELSESSIE OCTROOI-AANVRAGERS Hieronder staan de belangrijkste bevindingen uit de panelsessie met de octrooiaanvragers op 25 januari 2006. De deelnemers gaven met behulp van stroken aan hoe zij tot de keuze voor een gemachtigde kwamen, hoe de contractvorming verliep en hoe zij financiering regelden. Over deze opmerkingen werd vervolgens in twee groepen gediscussieerd. Kennismaking en keuze voor gemachtigde •
Ervaringen van derden.
•
Keuze meer voor de persoon dan voor het bureau. (meeverhuisd naar ander bureau).
•
Na diverse gesprekken en natrekken van referenties gekozen voor de meest betrouwbare.
•
Positieve ervaringen in combinatie met technisch/juridische expertise.
•
Referentie. Klein bureau.
•
Via KvK, die doorverwees naar Syntens, die doorverwees naar een gemachtigde.
•
Vertrek collega naar specialistisch bureau.
•
Na een aantal aanvragen een afweging/evaluatie. Gekozen voor vaste relatie i.v.m. specifieke kennisopbouw.
•
Eén die niet voor de concurrent werkt.
•
Kennis van de gemachtigde (opleiding en ervaring).
•
Bekend met het bureau.
•
Algemene introductie over octrooien en licenties.
•
Er moet een database komen.
Samenvattend: De persoon van de gemachtigde blijkt voor de meeste aanvragers belangrijker te zijn dan het kantoor waar deze werkt. Met name de specialiteit en de specifieke kennis van de gemachtigde spelen een belangrijke rol in het keuzeproces. Om die reden blijven veel aanvragers hun gemachtigde trouw. Zo gaat de kennis, opgedaan bij eerdere aanvragen, niet verloren of erger: naar een concurrent. Bij gebrek aan eigen ervaring spelen ervaringen van anderen een belangrijke rol. De aanvragers zijn het erover eens dat er een database zou moeten komen waarin de exacte specialisaties (dus meer dan ‘chemie’ of ‘werktuigbouw’) van de gemachtigden staan. Overigens is op www.uitvinders.nl voor een beperkt aantal gemachtigden al een begin voor een dergelijke database gemaakt.
30423/SEO-rapport 891
20
Contractvorming •
Geen onderhandelingen, vaste prijsafspraak.
•
Niet onderhandeld. Variabele prijs. Wel onderhandeld over overnamekosten portefeuille.
•
Richtprijs voor de aanvrage: € 6.500,-- – € 7.000,--.
•
“Marktconform.” Prijs/kwaliteit-verhouding NIET inzichtelijk.
•
In het begin uurtarieven afgesproken. Daarna monitoring van de kosten per aanvrage.
•
Maintenance.
•
Eén jaarbudget voor de hele portefeuille.
•
Uurprijs (onderhandelbaar)
•
Via een search bureau (bijv. Vermeulen Patent & Int., Danish Patent Office, NERAC).
•
Vooronderzoek door uitvinder om kosten te drukken.
•
Inschatting van slagingskans.
•
Maximale prijs afspreken.
Samenvattend: In de beginfase – de eerste opdracht voor een gemachtigde – wordt nog wel eens onderhandeld over (onderdelen van) de prijs. Zo blijkt het in sommige gevallen mogelijk om over het uurtarief te onderhandelen, maar kan ook een maximum budget worden afgesproken. Het onderhandelen kan ook uitbesteed worden aan een professionele intermediair.
30423/SEO-rapport 891
21
Financiering •
Jaarlijkse patentportefeuille-evaluatie (2X).
•
Jaarlijks budget wordt beheerd in IP-systeem. Onderbouwd.
•
Ten laste van het resultaat. (3X).
•
Wat is de steun van de overheid bij de ondersteuning van innovaties? Met name financiering van: −
Octrooiverwerving.
−
In de markt zetten.
Want de kosten gaan voor de baten uit! •
Decentraal besloten en gefinancierd ten laste van de winst.
•
Onderdeel van het R&D-budget.
•
Kosten uitstellen.
•
Octrooi-inkomsten zijn van beperkte betekenis (als % van de omzet).
Samenvattend: De financiering van de octrooiverwerving geschiedt grofweg op 2 manieren. Ofwel er is een bepaald budget voor vastgesteld, ofwel de kosten gaan rechtstreeks ten laste van het resultaat. De grotere bedrijven evalueren jaarlijks hun hele patentportefeuille en maken per octrooi de keuze om het te verlengen of te laten vervallen.
30423/SEO-rapport 891
22