1
Vak XVIII: baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden
Kosten en voordelen van wetenschappelijke manifestaties in de zorgsector De kosten die door farmaceutische bedrijven worden gedragen voor de deelname van zelfstandige zorgverstrekkers (natuurlijke personen of rechtspersonen die werkzaam zijn in de geneeskunde, de tandheelkunde, de artsenijbereidkunde, de verpleegkunde, de paramedische wetenschappers en de diergeneeskunde) aan congressen, seminaries en studiedagen zijn in principe in hoofde van de zorgverstrekkers belastbare voordelen van alle aard en vormen in hoofde van de farmabedrijven aftrekbare kosten voor zover ze gerapporteerd worden op individuele fiches 281.50. De belastbare voordelen van alle aard die aan het brutoinkomen (winsten of baten) van de zorgverstrekkers toegevoegd moeten worden mogen ook onder de aftrekbare beroepskosten worden opgenomen ‘in de mate dat het betrekking heeft op uitgaven die, waren ze door de genieter van het voordeel zelf gedaan, de aard van beroepskosten zouden gehad hebben’ (Com.IB nr. 36/19). Ten aanzien van zulke meerdaagse wetenschappelijke manifestaties waarvoor een visumnummer werd verkregen, geldt sinds 1 januari 2007 een zekere versoepeling wat het bewijs betreft inzake de aftrekbare beroepskosten in hoofde van de zorgverstrekker. Men moet een onderscheid maken naargelang het farmabedrijf ‘rechtstreeks en volledig’, dan wel ‘rechtstreeks en gedeeltelijk’ of nog ‘onrechtstreeks’ tussenkomt in de kosten (Ci.RH. 243/589.859 (AOIF 19/2008) van 29 mei 2008). Eerste hypothese: het farmabedrijf komt rechtstreeks tussen in de bekostiging van de deelname aan een meerdaagse wetenschappelijke manifestatie waarvoor een visum werd verkregen en draagt alle kosten (inzonderheid de inschrijvingskosten, het studiemateriaal, de verplaatsingskosten, de maaltijdkosten en de verblijfkosten). In dat geval moet het volledige bedrag van de tussenkomst dat in hoofde van de zorgverstrekker als een belastbaar voordeel van alle aard wordt aangemerkt, zonder verdere bewijsvoering, als een in beginsel aftrekbare beroepskost worden aangemerkt. Dit bedrag stemt dus in feite overeen met het bedrag dat op de fiche 281.50 (tegenover het visumnummer) als voordeel is vermeld. Aangezien in dit bedrag evenwel ook restaurantkosten (ontbijtkosten, lunchkosten, andere maaltijdkosten …) begrepen zijn, is het gedeelte dat met die kosten overeenstemt uiteraard slechts aftrekbaar ten belope van 69 % (toepassing van art. 53, 8°bis, WIB92). Dit gedeelte mag forfaitair worden bepaald op 8 % van het bedrag van het voordeel (dat in dit geval gelijk is aan de totale kostprijs van het seminarie). Aangezien het farmabedrijf in dit geval volledig tussenkomt in de bekostiging van de deelname aan de wetenschappelijke manifestatie, moet men ervan uitgaan dat de zorgverstrekker in het kader van deze wetenschappelijke manifestatie zelf geen bijkomende beroepskosten meer kan inbrengen, tenzij hij alsnog het beroepsmatig karakter bewijst. In dit verband zal de administratie de volgende vermelde kosten alleszins niet als aftrekbare beroepskosten aanmerken: – alle kosten voor de reis en het verblijf (met inbegrip van hotel- en restaurantkosten) van de echtgenoot, partner … (van de zorgverstrekker); – alle kosten voor ontspannende, toeristische en gastronomische gebeurtenissen die ter gelegenheid van congressen, seminaries ... werden georganiseerd; – alle buitensporige reis- en verblijfkosten, alsmede overdadige hotel- en restaurantkosten. Tweede hypothese: het farmabedrijf komt rechtstreeks, maar slechts gedeeltelijk tussen in de bekostiging van de deelname aan een wetenschappelijke manifestatie (bijvoorbeeld de inschrijvingskosten en de verblijfkosten).
2
Vak XVIII: baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden
Het farmabedrijf moet aan elke zorgverstrekker een lijst bezorgen met de omschrijving en het bedrag van de kosten waarvoor het is tussengekomen. Het bedrag dat op de fiche 281.50 (tegenover het visumnummer) als voordeel is vermeld, mag tezelfdertijd, zonder verdere bewijsvoering, bij de zorgverstrekker als een in beginsel aftrekbare beroepskost worden aangemerkt. Als in de gedeeltelijke tussenkomst echter restaurantkosten (ontbijtkosten, lunchkosten, andere maaltijdkosten …) begrepen zijn, moet het bedrag van die kosten worden afgezonderd om het aftrekbare bedrag van de beroepskosten te bepalen (toepassing van art. 53, 8°bis, WIB92). Het saldo van de tussenkomst is integraal aftrekbaar als beroepskost. Als het eigenlijke bedrag van de restaurantkosten niet kan vastgesteld worden, mag ook hier worden aangenomen dat 8 % van het totale bedrag van de kosten voor het seminarie (kosten ten laste genomen door het bedrijf + kosten gedragen door de zorgverstrekker) betrekking heeft op restaurantkosten. Voor het gedeelte van de kosten die de zorgverstrekker in deze hypothese zelf heeft gedragen, moet hij volgens de gewone regels aantonen of, en in welke mate ze als beroepskosten aftrekbaar zijn. Derde hypothese: het farmabedrijf komt onrechtstreeks, geheel of gedeeltelijk, tussen in de bekostiging van de deelname aan een wetenschappelijke manifestatie. In dit geval komt een farmabedrijf, op vraag van de zorgverstrekker, geheel of gedeeltelijk tussen in de kosten die de zorgverstrekker heeft voor het bijwonen van een meerdaagse wetenschappelijke manifestatie. De tussenkomst door het farmabedrijf wordt op de fiche 281.50 samen met het visumnummer als een te belasten voordeel van alle aard vermeld. In deze hypothese gelden dezelfde versoepelingen als in de twee vorige hypothesen. Maar aangezien de kosten in eerste instantie door de zorgverstrekker zelf gemaakt werden en naderhand, aan de hand van de voorgelegde bewijsmiddelen, geheel of gedeeltelijk terugbetaald werden door het farmabedrijf, beschikt de zorgverstrekker zelf over de nodige informatie en bewijsmiddelen voor de kosten die verbonden zijn aan die wetenschappelijke manifestatie. Merk op dat voor wetenschappelijke manifestaties van één dag (zonder overnachting) er geen administratieve versoepeling geldt. Verlenging van het verblijf Het komt voor dat een zorgverstrekker zijn verblijf in verband met de wetenschappelijke manifestatie voor privédoeleinden (toerisme) met één of meer dagen wil verlengen. Het farmabedrijf mag de daarmee gepaard gaande kosten niet ten laste nemen. De zorgverstrekker moet met andere woorden steeds alle kosten die verbonden zijn aan een verlenging van zijn verblijf (bijkomende verplaatsingskosten, hotel- en ontbijtkosten, maaltijdkosten, sociale en culturele activiteiten enz.) zelf dragen. Die kosten zijn in geen geval als beroepskosten aftrekbaar. De kosten van de verplaatsing naar de locatie waar de manifestatie doorgaat en terug, mogen, in geval van verlenging van het verblijf, evenwel toch integraal door het farmabedrijf ten laste worden genomen als: – die kosten niet meer bedragen dan de kosten die betaald zouden moeten worden mocht de zorgverstrekker zijn verblijf niet verlengd hebben – én op voorwaarde dat de duur van de verlenging accessoir blijft ten opzichte van de duur van de wetenschappelijke manifestatie.
3
Vak XVIII: baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden
Om uit te maken of een verlenging van het verblijf al dan niet accessoir blijft ten opzichte van de eigenlijke wetenschappelijke manifestatie, heeft de vzw Mdeon (die belast is met het uitreiken van de visums) de hiernavolgende tabel ter beschikking gesteld. Duur van de manifestatie (in dagen)
De verlenging is accessoir als deze maximum (in dagen) duurt
1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7
1 1,5 2 2 2,5 3 3,5 4 4 4,5 5 5,5
Deze tabel mag op fiscaal vlak als een ernstige norm worden beschouwd. Als de verlenging van het verblijf niet als accessoir kan worden beschouwd, moet de tussenkomst van het farmabedrijf in de verplaatsingskosten als volgt worden beperkt: de totale verplaatsingskost (heen en terug) moet worden vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan de officiële duur (in dagen) van de manifestatie, en waarvan de noemer gelijk is aan de totale duur (eveneens in dagen) van het (verlengde) verblijf. Die beperking heeft evenwel geen invloed op de berekening van het aandeel van de restaurantkosten. Dat bedraagt nog steeds 8 % van de volledige kosten van de wetenschappelijke manifestatie (inbegrepen de integrale reiskosten, heen en terug, naar de locatie waar de manifestatie plaatsvindt). Inbreuken Als achteraf blijkt dat de tussenkomst voor een wetenschappelijke manifestatie waarvoor een visumnummer werd verkregen, uiteindelijk niet aan de gestelde voorwaarden voldeed, of plaatsvond zonder visumnummer, blijft de tussenkomst in hoofde van de zorgverstrekker een belastbaar voordeel. Op het vlak van de beroepskosten kleeft aan het toegekende voordeel evenwel een feitelijk vermoeden dat het om privé- of overdreven uitgaven gaat, die in hoofde van de zorgverstrekker niet als beroepskosten aftrekbaar zijn, tenzij de zorgverstrekker het tegendeel bewijst. In hoofde van het farmabedrijf heeft de tussenkomst dan een ongeoorloofd karakter dat in strijd is met de openbare orde en kan die tussenkomst dus niet als aftrekbare beroepskosten ten name van dat bedrijf aangemerkt worden.
4
Vak XVIII: baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden VOORBEELD
Een chirurg wordt door een farmaceutisch bedrijf uitgenodigd om gedurende drie dagen deel te nemen aan een wetenschappelijk congres in Rome. Het farmabedrijf zal rechtstreeks en volledig alle kosten dragen voor de deelname van de chirurg aan het congres, inzonderheid betreft het de inschrijvingskosten, de verplaatsingskosten, de verblijfkosten en de maaltijdkosten, waarvan de totale kostprijs 3 000,00 EUR per deelnemer bedraagt (inclusief 500,00 EUR voor het vliegtuigticket inclusief transfers). Vooraleer zijn deelname te bevestigen, richtte de chirurg een uitdrukkelijk verzoek tot het farmabedrijf om vergezeld te worden van zijn echtgenote. Ook verzocht hij om zijn verblijf ten private titel en op eigen kosten met drie dagen te verlengen voor een privébezoek aan de stad. Geraamde kostprijs: 2 000,00 EUR. De tussenkomst van het farmabedrijf in de verplaatsingskosten moet worden beperkt tot 3/6 van de totale kostprijs, zijnde 250 EUR (500 × 3/6). De overige verplaatsingskosten (250 EUR) zijn voor rekening van de chirurg. Voor de deelname van de chirurg aan het wetenschappelijk congres mag het farmabedrijf dus slechts 2 750,00 EUR (3 000,00 – 250,00) ten laste nemen. Het farmabedrijf stelt op naam van de chirurg een individuele fiche 281.50 op met vermelding van het visumnummer en het voordeel van alle aard ten bedrage van 2 750,00 EUR. De chirurg moet het bedrag van 2 750,00 EUR in zijn ontvangsten opnemen. Het bedrag dat effectief als beroepskost mag worden afgetrokken, wordt als volgt bepaald: – restaurantkosten: 3 000,00 EUR (zijnde de totale prijs voor deelname aan het wetenschappelijk congres) × 8 % = 240,00 EUR, waarvan aftrekbaar 69 % (toepassing art. 53, 8°bis, WIB92), hetzij 240 × 69 %= 165,60 EUR; – andere kosten: 2 750,00 EUR (totale tussenkomst van het farmabedrijf) - 240 EUR (zijnde de restaurantkosten) = 2 510,00 EUR, integraal aftrekbaar; – bedrag van de aftrekbare beroepskosten: 165,60 + 2 510,00 = 2 675,60 EUR. De reis- en verblijfkosten van zijn echtgenote en de verlenging van zijn eigen verblijf (in totaal 2 000,00 EUR) verhoogd met de niet door het farmabedrijf ten laste genomen verplaatsingskosten (250,00 EUR) worden als persoonlijke uitgaven aangemerkt die niet aftrekbaar zijn.
Specifiek voor de baten vermelden we nog de volgende bedenkingen: – Veel behalers van baten zijn geen btw-belastingplichtigen of zijn vrijgesteld. Aangezien zij de betaalde btw niet kunnen recupereren, moet de btw bij hen als beroepskost worden aanvaard, in de mate dat de btw betrekking heeft op beroepsuitgaven. VOORBEELD
Onderhoudsfactuur personenwagen: 200,00 EUR + 42,00 EUR btw Recht op aftrek btw: 0,00 Bij de directe belasting in beroepskosten: 242,00 EUR × beroepsmatig percentage (in de veronderstelling dat alle verplaatsingen zuivere beroepsverplaatsingen zijn, en dus geen woon-werkverplaatsingen).
5
Vak XVIII: baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden
Oefening Jan (geneesheer) werd door een farmaceutisch bedrijf uitgenodigd om gedurende twee dagen deel te nemen aan een wetenschappelijk congres in Parijs. Het farmabedrijf ontvangt een visumnummer voor deze wetenschappelijke manifestatie. Vooraleer zijn deelname te bevestigen, richtte Jan een uitdrukkelijk verzoek tot het farmabedrijf om zijn verblijf ten private titel en op eigen kosten met drie dagen te verlengen voor een privébezoek aan de stad. Geraamde kostprijs voor de verlenging: 750,00 EUR. Het farmabedrijf heeft rechtstreeks en volledig alle ‘toegelaten’ kosten gedragen inzake de deelname van Jan aan het congres. De totale kostprijs per deelnemer bedraagt 2 500,00 EUR en omvat de inschrijvingskosten, de verplaatsingskosten (vliegtuigticket inclusief transfers = 400,00 EUR), de verblijfkosten en de maaltijdkosten. Gevraagd: wat is de weerslag op Jans ontvangsten en op zijn werkelijke kosten van zijn deelname aan het congres?