Kosmisch opvoeden en onderwijzen rondom het tijdvak van burgers en stoommachines Beroepstaakverslag afstudeerfase
Mark Hasper AFMA3 485520
Helemaal aan het eind van het speelplein staan groepjes van twee of drie kinderen een beetje raar te doen: ze springen, klappen, gooien met een bal of staan zelfs op hun handen. Maar verder maken ze geen enkel geluid. Uit de geconcentreerde blikken is goed te zien dat dit niet zomaar een spelletje is. Wellicht heeft het iets te maken met de twee- en drietallen die aan de andere kant van het plein staan. Die kijken aandachtig naar de vreemde taferelen en schrijven om de zoveel tijd iets op een papiertje. Opeens stopt een groepje met schrijven en sprint het op me af: ‘is het “radio”?’ vraagt Merleyn. Het klopt. Merleyn, Thippe en Renee springen blij op en neer. Aan de andere kant van het plein juichen Damo, Siemen en Franka (in stilte) mee. Hier wordt om de Telebokaal 2012 gestreden. De groepjes hebben zelf bedacht hoe ze woordeloos op afstand kunnen communiceren, ze hebben hun ontwerp getest en bijgeschaafd en ze bepalen nu onderling wie daar het beste in is geslaagd. Uiteindelijk kan er maar één groepje de winnaar zijn, en trots de telebokaal op zijn tafel plaatsen. Als de kinderen tijdens de evaluatie helemaal aan het eind van het project zonder uitzondering deze activiteit positief beoordelen, ben ik zelf ook bijzonder trots. http://youtu.be/DHQQtg3z8v8 Kort filmpje van de kinderen die het bericht overbrengen
Foto: Telebokaal.jpg
Inleiding In de loop van de stages die ik heb gelopen tijdens de kernfase heeft het me verschillende keren gefrustreerd dat ik te weinig tijd had om projectmatig of thematisch te werken. Ik heb tijdens die stages geprobeerd om lessen van verschillende vakgebieden aan elkaar te koppelen, maar met één stagedag in de week was het erg moeilijk om de aandacht van de kinderen vast te houden. Bij mijn afstudeerstage had ik het geluk dat mijn mentor juist heel veel belangstelling had voor projectmatig OJW onderwijs. De stageschool was juist bezig om dit soort onderwijs een nieuw impuls te geven. Onder de Montessori noemer van kosmische opvoeding en onderwijs waren ze bezig om de tien tijdvakken van de Rooij as uitgangspunt te nemen bij het ontwerpen van vakoverstijgend en samenhangend onderwijs. Dit was voor mij een uitgelezen kans om zo’n project aan te pakken, en dat heb ik met veel enthousiasme en inzet gedaan. In dit verslag sta ik eerst stil bij de voorbereiding van het project. Vervolgens beschrijf ik de uitwerking van de verschillende lessen en activiteiten. Daarna beschrijf ik het onderzoek dat de kinderen zelf hebben gedaan. Tot slot beschrijf ik de afronding van het project. Link: Competenties en indicatoren Link: Printversie
De voorbereiding Ik begon met de voorbereiding op het project in de weken voor de zomervakantie. Dat was ruim op tijd want het project zelf zou pas na de herfstvakantie van start gaan. Nog vóór de zomervakantie heb ik samen met de kinderen van groep 7 het tijdvak gekozen. In de loop van de zomer heb ik het tijdvak onderzocht en de onderwerpen voor de lessen geselecteerd en uitgewerkt. Uiteindelijk heb ik In de weken voor de herfstvakantie de activiteiten ingepland in het rooster.
Het doel Bij Kosmische opvoeding en onderwijs (KOO) gaat het om de ontwikkeling van attitudes, vaardigheden en kennis door middel van onderwijs op het gebied van natuur, cultuur, ruimte en tijd (Bouwmeester, 2001). Een aantal wezenlijke kenmerken van KOO zijn::
Mark Hasper, 485520, AFMA3
2
-
Het ontwikkelen van gewenste attitudes is belangrijker dan het aanleren van specifieke kennis KOO onderwijs is bij uitstek onderwijs in samenhang. Samenhang tussen de verschillende wereldoriënterende aspecten en samenhang tussen alle leergebieden. De nadruk ligt op uitnodigend onderwijs waarbij de leerkracht de kinderen uitdaagt en inspireert door middel van een goed voorbereide omgeving. De leerkracht kinderen ondersteunt bij hun zelfstandige verwerking door ze middelen aan te bieden waarmee ze hun kennis over de wereld kunnen structureren, classificeren en ordenen.
Op de stageschool is KOO op deze manier niet gebruikelijk, en Femke vervult op dit gebied een voortrekkersrol. Zij is bezig met het invullen van KOO op school met de tien tijdvakken van De Rooij als uitgangspunt. Aan elk tijdvak zou zes weken besteed kunnen worden en alle tien zouden in de loop van de twee jaren van de bovenbouw aan bod kunnen komen. Femke had vóór mijn stage al een conceptplan (Cools, 2011) gemaakt waarin ze kaders had gesteld voor de uitwerking van een tijdvak. Dit conceptplan heb ik als uitgangspunt gebruikt. De belangrijkste eisen die het conceptplan stelde waren: - De vier ontwikkellijnen van KOO moeten aan bod komen: natuur, cultuur, ruimte en tijd (Bouwmeester, 2001). Zie link ‘De KOO ontwikkelingslijnen van Bouwmeester’. - De kerndoelen van geschiedenis moeten aan bod komen - Het is mooi als er gebruik wordt gemaakt van de canonvensters - De opdrachten moeten aansluiten bij de intrinsieke motivatie, onderzoekende houding en individuele talenten van de kinderen (meervoudige intelligentie) - Verschillende vakken worden geïntegreerd in het thema - Er moeten coöperatieve werkvormen worden ingezet - Kinderen krijgen de ruimte om hun eigen interesse te volgen (vrije werkkeuze) - De klas wordt op een aantrekkelijke manier ingericht om de kinderen te inspireren (voorbereide omgeving) - Alle documenten en spullen die horen bij het thema moeten worden verzameld in een ‘kosmische kist’, dat om het jaar opnieuw gebruikt kan worden. - Er moet over tien onderwerpen een algemene les worden gegeven. Per week komen twee onderwerpen aan bod. Link: De KOO ontwikkelingslijnen van Bouwmeester Een lijst van de ontwikkelingslijnen van Bouwmeester en de relatie met multiperspectivisch kijken
Naast deze algemene eisen vroeg Femke mij om te kiezen voor de 18e of de 19e eeuw omdat de kinderen hier nog niet veel over hadden geleerd. Feedback Femke: Het conceptbeleidsplan dat ik geschreven had, nam [Mark] graag als uitgangspunt om een kosmisch thema uit te werken. Zo konden mijn team en vooral ik zien, of er met de voorgestelde opzet een thema goed uitgewerkt kon worden. Mark heeft zich grondig voorbereid en naast dit plan ook wat Montessoriliteratuur erbij gepakt en zich verdiept in KOO. Bron: Feedback Femke.pdf
Samen met de kinderen het tijdvak kiezen In mijn verslag van BT democratie heb ik al uitgebreid stil gestaan bij de voordelen van medezeggenschap om de betrokkenheid van de kinderen te vergroten. Omdat ik van Femke wat vrijheid had in de keuze van een tijdvak, leek het mij mooi om de kinderen in die keuze te betrekken. Ik had de zomer nodig om het thema voor te bereiden, maar voor de zomer waren er dertien groep 7 kinderen in de klas die na de zomer nog steeds bij ons in groep 8 zouden zitten. Ik besloot daarom om samen met hun de twee tijdvakken te verkennen en een
Mark Hasper, 485520, AFMA3
3
keuze te maken. Een bijkomend voordeel was dat ik de kinderen kon vragen welke deelonderwerpen in het gekozen tijdvak zij het interessantst vonden. Toevallig had ik een paar weken daarvoor meegekeken met een prezi die Boas (voor de zomer in groep 8) had gemaakt over de zeven wereld wonderen. Ik had wel eens van prezi gehoord, maar er zelf nog nooit wat mee gedaan. Het leek me leuk om deze presentatievorm eens te leren gebruiken. Met mijn ICT achtergrond zou het relatief eenvoudig zijn om het werken met prezi zelfstandig op te pikken, maar ik vroeg Boas of hij het aan me wilde leren. Hiermee wilde ik mijn relatie met hem verbeteren en zijn gevoel van competentie vergroten. Dat pakte goed uit. Boas was erg gemotiveerd om mij les te geven, en heeft me van alles laten zien. Zo kon ik ook een snelle start maken met mijn eigen eerste prezi’s. De inhoud van de prezi’s heb ik bepaald op basis van de kerndoelen, de canon, wikipedia en mijn eigen kennis. Ik maakte eerst een brainstorm document met allerlei onderwerpen om vervolgens een selectie te maken voor de presentatie. Link: Brainstorm 18e en 19e eeuw De brainstorm die ik heb gemaakt ter voorbereiding op de tijdvakpresentaties
http://prezi.com/zxfrq4iivsel/de-18e-eeuw/ Link naar de presentatie over de 18e eeuw
Foto: Prezi 19e eeuw.png http://prezi.com/cswouk8kgoz0/de-19e-eeuw/ Link naar de presentatie over de 19e eeuw
Om de presentaties nog wat te verlevendigen droeg ik bij de 18e eeuw een rococo pruik en bij de 19e eeuw een hoge hoed. Dat zorgde meteen voor een leuke sfeer. Na afloop van de presentaties vroeg ik de kinderen wat ze allemaal leuk hadden gevonden. Het was snel duidelijk dat de meeste kinderen door de 19e eeuw waren geïnspireerd. Stoommachines en de eerste film spraken tot de verbeelding, maar daarnaast ook de evolutie theorie en het werk van Van Gogh. Drie kinderen hadden meer met de 18e eeuw. Daarmee was een keuze voor het tijdvak gemaakt, en had ik ook al wat zicht op de onderwerpen waar de kinderen belangstelling voor hadden. Feedback Femke: De kinderen mochten stemmen nadat Mark beide thema’s gepresenteerd had. Dit verhoogde direct al de betrokkenheid voor het thema. Bron: Feedback Femke.pdf TODO?: handhaven of weg Aansluitend op de presentaties gaf ik een les waarin ik de kinderen uitnodigde om op een positieve manier vooruit te blikken op het volgende schooljaar. Hoe zou het er uit zien als alles ging zoals ze dat wilden? Als voorbeeld schreef ik een stukje over hoe het er uit zou zien als het geschiedenisthema precies zou gaan zoals ik zou willen. Dat stukje sloeg erg leuk aan, en de kinderen applaudisseerden nadat ik het enthousiast had voorgelezen. In combinatie met de prezi’s was dit een mooie manier om de kinderen te betrekken bij het komende project. Link: Positieve verwachtingen rondom het geschiedenisproject.pdf Het stukje waarin ik mijn positieve verwachtingen uitsprak ten aanzien van het geschiedenisproject
Hoe stop je honderd jaar in tien algemene lessen? In de zomervakantie ging ik aan de slag met het uitwerken van het thema. Van Femke had ik de opdracht gekregen om tien onderwerpen te selecteren voor de algemene lessen. In de
Mark Hasper, 485520, AFMA3
4
loop van vijf weken zou ik elke week twee lessen kunnen geven. Mijn uitgangspunt was de brainstorm die ik had gemaakt voor de prezi van de 19e eeuw. De gebeurtenissen en thema’s uit de 19e eeuw die ik daarin had opgenomen structureerde ik nu door middel van een mindmap. Voor de eerste twee niveaus van de mindmap gebruikte ik de indeling van Bouwmeester (2001). Onderwerpen uit de canon en de kerndoelen markeerde ik met een speciale afbeelding om ze extra op te laten vallen. Foto: Mindmap 19e eeuw klein.png Link: Mindmap 19e eeuw.png De mindmap van de 19e eeuw in hoge resolutie
De mindmap was een ideaal hulpmiddel om te komen tot een keuze van de lesonderwerpen. Het hielp me om het overzicht te houden, en om bij de selectie een balans te vinden tussen de volgende doelen: - De kerndoelen (en eventueel de canon) - De belangstelling van de kinderen (aangegeven na de prezi) - Een balans tussen ontwikkellijnen in de indeling van Bouwmeester (2001). - Mijn eigen belangstelling - Onderlinge samenhang tussen de onderwerpen Ik kwam met de mindmap niet meteen tot een selectie van de tien onderwerpen die ik nodig had. In de eerste instantie had ik zestien onderwerpen die in aanmerking kwamen. Om de uiteindelijke selectie te maken ging ik verder nadenken over de (deel)ontwikkellijnen waarin ik de onderwerpen kon plaatsen: sommige onderwerpen pasten in meerdere ontwikkellijnen afhankelijk van waar het accent werd gelegd. Deze lijst van zestien onderwerpen stuurde ik naar Femke met een voorstel voor de tien die ik zou kiezen. Link: Voorstel algemene lessen De uitwerking van zestien onderwerpen
Foto: Uitwerking onderwerp - koninkrijk Een voorbeeld van de uitwerking van een van de onderwerpen
Naar aanleiding van dit document heeft Femke nog de voorkeur gegeven aan de les over communicatie ten koste van de les over Pasteur. De andere negen onderwerpen bleven zo staan. Feedback Femke: Wat heb je het fantastisch in kaart gebracht allemaal! Je mindmap en lessenschema zijn ook goed bruikbaar om toekomstige thema's overzichtelijk vorm te geven.. Bron: Feedback Femke - Overzicht algemene lessen.pdf
Zo veel ideeën, zo weinig tijd Met de keuze voor de tien onderwerpen was een raamwerk gemaakt voor de indeling van het project. Onder het kopje ‘De Uitwerking’ ga ik verder in op de inhoud van de algemene lessen en de verwerkingsopdrachten. Hieronder sta ik stil bij de manier waarop ik het project heb ingepast in het bestaande weekrooster. Vlak voor de herfstvakantie kwamen Femke en ik bij elkaar om een globale planning te maken voor het project. Een van de eerste conclusies was dat het onmogelijk zou zijn om de lessen, de verwerkingsopdrachten en het eigen onderzoek allemaal plaats te laten vinden naast het reguliere rooster. Onze uitdaging was om zo veel mogelijk van mijn ideeën te
Mark Hasper, 485520, AFMA3
5
verwezenlijken binnen de kaders die door het rooster werden gesteld. We hebben daar verschillende oplossingen voor gevonden: - Ik had enkele verwerkingslessen zo gekozen dat die in de plaats konden worden gegeven van beeldende lessen en een groepsvergadering - Het eigen onderzoek zou voor een groot deel door de kinderen thuis worden uitgevoerd. Het reguliere huiswerk (Nieuwsbegrip XL) zou tijdelijk vervallen. - Enkele verwerkingsopdrachten zouden niet worden ingeroosterd maar deel uitmaken van de weektaak. Kinderen die moeite hadden met tempo konden deze opdrachten laten schieten. Vervolgens heb ik in de herfstvakantie een concrete planning gemaakt van alle activiteiten. In dat rooster nam ik alle 19e eeuw activiteiten op naast een aantal afwijkende onderdelen uit het gewone rooster. Hiermee wist ik wat er moest gebeuren, en wanneer, en kon ik waarborgen dat al mijn plannen ook uitgevoerd konden worden. Link: Planning KOO 19e eeuw.pdf Hoe ik alle activiteiten heb ingepast in het bestaande rooster
De uitwerking In de indeling van Maria Montessori verkeren kinderen van hun negende tot hun twaalfde levensjaar in de fase van de wetenschapper. Het kind wil dan de aard der dingen doorgronden. Het wil oorzaken en gevolgen begrijpen en heeft oog voor de wetmatigheden, structuren en ontwikkelingen in ruimte en tijd (Bouwmeester, 2001). Attitude en aanpak vormen de basis van het kosmische opvoeden en onderwijs. Beleving, verbeeldingskracht, aandacht en verwondering zijn doorslaggevend. Het kind is in kosmische zin bezig als het: - Relaties legt tussen begrippen waarmee het te maken krijgt - Relaties legt tussen delen en gehelen - Relaties in de tijd legt - Relaties in de ruimte legt Kenmerkend voor de didactiek van kosmisch onderwijs is: 1. Onderwijs in samenhang, vakoverstijgend werken 2. Een uitnodigende leeromgeving 3. Er wordt een visie op de gehele kosmos aangeboden 4. Het bieden van structuur (tijdlijnen en tijdvakken, classificaties) Bij de invulling van de algemene lessen en de verwerkingsopdrachten heb ik me door deze visie laten leiden. Hieronder beschrijf ik eerst hoe ik deze visie heb vormgegeven bij de algemene lessen. Vervolgens beschrijf ik de verwerkingsopdrachten die ik heb aangeboden. Tot slot beschrijf ik hoe ik, naast de lessen en de opdrachten, een rijke leeromgeving voor de kinderen heb gecreëerd.
Algemene lessen De algemene les heeft de volgende doelen (Bouwmeester, 2001): - Het richten van de aandacht van de kinderen - De essentie van het onderwerp overbrengen, met een accent op de samenhang van de delen - Ondersteuning van het verhaal door middel van hulp- en leermiddelen - Ruimte voor vragen Daarnaast stond bij de lessen natuurlijk de didactiek van het geschiedenisonderwijs centraal. Een van de belangrijkste doelen van het geschiedenisonderwijs is het plaatsen van
Mark Hasper, 485520, AFMA3
6
historische ‘feiten’ in de context waarin ze gebeurden. Het gaat om de samenhang tussen verschillende feiten die tegelijk plaats vonden, maar nog belangrijkere is het plaatsen van gebeurtenissen in de tijd. Een ander belangrijk aspect van het geschiedenisonderwijs is het aanbieden van rijke en gevarieerde beeldvormers. In dit onderdeel bespreek ik eerst hoe ik de gebeurtenissen in de 19e eeuw heb geplaatst in de tijd. Vervolgens bespreek ik de manier waarop ik allerlei beeldvormers heb gebruikt in de loop van het project. Tot slot bespreek ik kort de spanning tussen de wens om een goed verhaal te vertellen en de opdracht aan de Montessori leerkracht om zijn woorden geteld te laten zijn.
Gebeurtenissen uit de 19e eeuw plaatsen in de tijd Een goede beeldvormer om gebeurtenissen te plaatsen in de tijd is de tijdbalk (Pabo Groenewoud, 2010). Na mijn positieve ervaring met prezi leek me dit ook het presentatiemiddel bij uitstek om tijdbalken te maken waarmee ik de algemene lessen kon inleiden en het onderwerp kon plaatsen in de tijd. Prezi vond ik daarvoor geschikt omdat het inzoomen en uitzoomen is ingebouwd in het systeem. Vanuit een balk van de tijd sinds de prehistorie zou ik in kunnen zoomen op de 19e eeuw en het onderwerp van de betreffende les. http://prezi.com/2rkuwpydfutm/tijdlijn/ De prezi tijdbalk
Ondanks dat ik het resultaat mooi vond heb ik de tijdbalk uiteindelijk maar één keer gebruikt. Er waren twee problemen waar ik geen eenvoudige oplossing voor kon vinden - Het kostte elke keer toch even wat tijd om de tijdbalk te laten zien en ik had elke minuut nodig voor de rest van mijn les. - Eigenlijk had ik voor elke les een andere tijdbalk nodig. Een onderwerp als de industriële revolutie laat zich niet overzichtelijk tussen de gebeurtenissen van de algemene tijdbalk plaatsen. Ik heb even overwogen om elke les op te hangen aan een eigen tijdbalk, maar ik was bang dat ik daarmee mezelf te veel in een keurslijf zou dwingen. In plaats van het gebruik van de tijdbalk heb ik tijdens mijn lessen oorzaak – gevolg relaties in de tijd benadrukt. Dit vond ik ook goed aansluiten op een van de uitgangspunten van het komische onderwijs – het behandelen van een onderwerp vanuit de ontwikkellingslijn waarin het plaats vond. De plaatsing van gebeurtenissen in de tijd benoemde ik wel (bijvoorbeeld ‘Aan het begin van de 19e eeuw’), maar ik besteedde meer aandacht aan de relatie tussen de ontwikkelingen voor, in en na de 19e eeuw met betrekking tot het betreffende onderwerp. Hieronder is een voorbereiding op een van de algemene lessen en de bijbehorende presentatie. Link: Lesvoorbereiding - Industriële revolutie.doc De voorbereiding op de les over de industriële revolutie
Link: Presentatie - Industriële revolutie.doc De presentatie bij de les over de industriële revolutie
Tijdens de algemene lessen kregen de kinderen ook de opdacht om aantekeningen te maken in hun projectschriften. Sommige kinderen deden dat heel goed, anderen deden het helemaal niet of met wisselende kwaliteit. Tara maakte over het algemeen goede aantekeningen en vulde die ook nog eens aan met prachtige en nuttige illustraties. Foto: Aantekeningen industriële revolutie.png
Mark Hasper, 485520, AFMA3
7
De aantekeningen die Tara heeft gemaakt bij de les over de industriële revolutie
Ik heb van de kinderen veel positieve feedback gekregen over mijn algemene lessen. Na een aantal van de lessen gingen de kinderen applaudisseren, verschillende kinderen vroegen me wanneer hun onderwerp (zie het kopje ‘De kinderen gaan zelf onderzoeken’) aan de beurt kwam en bij de eindevaluatie kreeg ik veel positief commentaar. Onder andere van Lauke en Hidde. Foto: Feedback kinderen presentaties.png
Beeldvormers uit de 19e eeuw Volgens van der Kooij (1994) is het doel van geschiedenisonderwijs beeldvorming van het verleden. Hij vervolgt met de observatie dat het verleden echter een moeilijk toegankelijk terrein is. Het bestaat niet meer, en wat over is zijn de sporen van het verleden in het heden. Door de sporen van het verleden te onderzoeken is het mogelijk om bij kinderen een beeld op te bouwen van ‘hoe het vroeger was’. De inhoud van dat beeld is grotendeels afhankelijk van de beeldvormers die de leerkracht inzet. Van der Kooij (1994) heeft ook een schema gemaakt warmee hij aangeeft hoe breed het aanbod van beeldvormers kan zijn. Het omvat uiteenlopende primaire en secondaire bronnen (tekst, (bewegend) beeld, geluid), maar daarnaast ook mogelijkheden om het verleden te ervaren. In onderstaand document heb ik het beeldvormngsschema van van der Kooij gebruikt als uitgangspunt om aan te geven welke beeldvormers ik heb ingezet tijdens het project. Link: Beeldvormingsschema 19e eeuw Hieronder toon ik een paar voorbeelden uit mijn presentaties Foto: Presentatieslides.jpg Een selectie van dia’s uit de Powerpoint presentaties. 1) Voorbeelden van evolutionaire aanpassingen uit Nemo. 2) Rechten vastgelegd in de grondwet. 3) Transport voor de 19e eeuw. 4) Hoe is steenkool gevormd. 5) en 6) Machtsverhoudingen in Nederland in de loop van de 19e eeuw.
http://www.youtube.com/watch?v=Kd4jSTBhYDw l'arroseur arrosé: een van de eerste films van de Lumiére broers
http://www.youtube.com/watch?v=xvlxVGFvU30 De playmobil animatie versie van l'arroseur arrosé die ik heb gemaakt.
Een stoommachine-expert in de klas Foto: Gastspreker stoommachines.jpg De kinderen kijken geboeid toe terwijl Henk zijn stoommachinemodellen demonstreert
Een van de beeldvormers die heb ingezet is die van de gastspreker. De algemene les over stoommachines heb ik niet zelf gegeven. In plaats daarvan heb ik in de zomervakantie contact gezocht met Stoomgroep Holland. Ik kende deze organisatie van een stoombeurs in Wijchen, waar ik had gezien hoe enthousiast stoomhobbyisten konden vertellen over hun machines. In mijn mail vroeg ik of ze iemand kenden die op een basisschool een gastles zou willen verzorgen. Ik had geluk, want Henk Claassen, de hoofdredacteur van het blad van deze groep, bleek in Nijmegen op het Stedelijk Gymnasium les te geven. Hij vond het leuk om bij ons een les te geven. Ik wilde Henk uitnodigen aan het begin van het project omdat hij met zijn persoonlijke verhaal en zijn meegenomen machines de kinderen zou kunnen enthousiasmeren voor hun eigen onderzoek en de rest van het thema (Pabo Groenewoud, 2010). Ik was me er wel van bewust dat het belangrijk was om goede afspraken te maken om aan te sluiten bij de
Mark Hasper, 485520, AFMA3
8
belangstelling en beginsituatie van de kinderen. Ruim van te voren hebben we daarom uitgebreid met elkaar gemaild. Link: Correspondentie Henk Claassen De mails die Henk en ik hebben uitgewisseld, aan het eind bedank ik Henk nog voor zijn mooie les
Toen ik vertelde van mijn plannen leek het Boukje, de leerkracht van de parallelgroep 7 / 8, ook leuk als hij bij haar zijn les zou geven. Dat vond Henk goed. Hij stelde voor dat ik vóór zijn les al iets zou vertellen over stoommachines, en dat ik de kinderen aan zou moedigen om over vragen na te denken. Ik maakte daarvoor een korte presentatie en mailde die naar Henk zodat hij wist wat de beginsituatie van de kinderen zou zijn. Op de dag van de lessen heb ik voor de lunch in mijn eigen groep en die van Boukje deze introductieles gegeven. Link: Presentatie – Stoommachines De korte presentatie die ik gaf ter voorbereiding op de gastles van Henk
De les van Henk sloeg bij de kinderen erg goed aan. Het was natuurlijk prachtig dat hij zijn modellen mee had genomen, en dat hij die liet draaien, maar het was minstens zo belangrijk dat hij met zo veel passie en verstand kon praten over zijn onderwerp. Hij had een goed verhaal voorbereid waarmee hij de les opende, en hij nam ook ruim de tijd om in te gaan op de vragen die de kinderen voor hem hadden. Ik was bijzonder blij verrast dat Peter, een jongen met gedrags- en motivatieproblemen (zie ook BT Pedagogisch volgen), helemaal opging in de les. Dat bleek onder andere uit de vragen die hij tijdens de les stelde en de aantekeningen die hij maakte (onderaan schreef hij, ‘Henk heeft me geïnspireerd. Ik geef hem een 10++. Super, super’). De goede inzet van Peter gaf mij ook de gelegenheid om hem later mondeling en schriftelijk een compliment te geven. Foto: Aantekeningen – Stoommachines De aantekeningen die Peter heeft gemaakt bij de gastles over stoommachines
Een Montessori leerkracht laat zijn woorden geteld zijn Als Montessori leerkracht dien je de instructie te beperken tot dat wat noodzakelijk en voldoende is (Moorman, 1989). Dit wordt kernachtig samengevat in de spreuk ‘Een Montessori leerkracht laat zijn woorden geteld zijn’. Deze opdracht was voor mij moeilijk bij het geven van de algemene lessen. Ik borrelde bij het geven van de lessen vaak over van het enthousiasme en had vaak nog veel meer te vertellen dan wat ik in de presentatie had voorbereid. Als ik het gevoel had dat een groot deel van de kinderen geïnteresseerd waren, of als er vragen uit de groep kwamen, dan ging ik vaak langer door dan de bedoeling was. Dat er ook kinderen waren die hier last van hadden bleek onder andere uit de feedback die ik van Tara kreeg bij de eindevaluatie: Foto: Feedback woorden tellen Tara Dat snap ik ook wel want het luisteren naar een presentatie, hoe sprankelend dan ook, blijft een passieve, leerkracht gestuurde vorm van leren. Ik onderschrijf de Montessori uitgangspunten die stellen dat de leerkracht juist zo veel mogelijk ruimte moet bieden aan het eigen (actieve) initiatief van de kinderen. Bij mijn laatste lessen ging ik daarom nog strenger selecteren bij de voorbereiding, en tijdens de les waken voor de verleiding om onnodig uit te wijden. Het bleef moeilijk, maar het werd wel beter. Feedback Femke: Een aandachtspunt was wel het geregeld teveel aan het woord zijn. Dat lag aan Marks eigen enthousiasme voor het thema [...] Gaandeweg werd hij er wel beter in en tijdens de laatste les gaf hij ook aan de kinderen aan dat hij
Mark Hasper, 485520, AFMA3
9
er echt voor ging het kort en krachtig te houden en dat lukte. Bron: Feedback Femke.pdf
Verwerkingsopdrachten Naast het geven van de algemene lessen heb ik ook verschillende verwerkingsopdrachten aangeboden aan de kinderen. Sommige opdrachten vonden klassikaal plaats in aansluiting op een algemene les, andere opdrachten werden als weektaakopdracht gegeven. Deze opdrachten konden de kinderen zelf inplannen. Bij het ontwerpen van de verwerkingsopdrachten heb ik verschillende doelen nagestreefd: - Variatie in de intelligenties die worden aangesproken (Gardner) - Variatie in de leergebieden - Aansluiting bij de betrokkenheidsfactoren van EGO (zie ook BT democratie) - Ruimte binnen een activiteit om verschillende niveaus te bedienen - Een balans vinden tussen eisen stellen aan het resultaat van een opdracht en de kinderen de vrijheid geven om op hun eigen manier aan die eisen te voldoen - Oog houden voor de verschillende vaardigheden die de kinderen met de activiteiten oefenen: naast productdoelen ook procesdoelen benoemen. In onderstaand document geef ik een overzicht van alle verwerkingsopdrachten. Link: Verwerkingsopdrachten 19e eeuw Feedback Femke: De verwerkingsopdrachten waren ook gevarieerd en gekoppeld aan diverse vakgebieden. O.a.: een communicatie-opdracht (taal), het bepalen van de omtrek/omvang van Nijmeegse stadsmuur en voor de sterkere leerlingen het berekenen van de bevolkingsdichtheid (kaartlezen, meten, rekenen), het bedenken, tekenen en beschrijven van een eigen diersoort n.a.v. de les over evolutie (biologie, taal, tekenen), het maken van een elektrospel n.a.v. de les over elektriciteit (techniek, handvaardigheid). Bron: Feedback Femke.pdf
Elektriciteit Twee van de verwerkingsopdrachten waar ik erg tevreden over was, waren de opdrachten naar aanleiding van de les over elektriciteit. In onderstaand document beschrijf ik deze opdrachten in meer detail: Link: Verwerkingsopdrachten elektriciteit De twee verwerkingsopdrachten rondom het onderwerp elektriciteit
Bij de tweede opdracht maakten de kinderen een elektrospel waarmee je het tellen tot zeven kan oefenen. Het was dan ook extra leuk dat de kinderen met hun gemaakte spel bij de kleuterklas langs konden gaan om het te demonstreren. Manon, de kleuterjuf, was ook enthousiast: […] De kleuters waren enthousiast en ze hingen zowat over elkaar om maar goed te zien hoe het electrospel ging. Je kon de concentratie van de gezichten aflezen. Bedankt Mark voor je leuke idee. Bron: Elektrospel feedback Manon.pdf
Een (virtuele) voorbereide omgeving De voorbereide omgeving is een begrip uit het Montessori onderwijs. Een deel van de definitie van de Nederlandse Montessori vereniging (NMV, z.d.) luidt: Een belangrijke functie die [Maria Montessori] de school toekent, is dat deze kinderen activeert, ofwel hun "innerlijke werkzaamheid" stimuleert. De Mark Hasper, 485520, AFMA3
10
onderwijsgevende kan dit als richtlijn beschouwen voor het voorbereiden van de omgeving. Bouwmeester(2001) geeft aan dit begrip een eigen invulling in het kader van kosmisch onderwijs. Hij formuleert de volgende eisen: - KOO krijgt een plaats in de klas - De omgeving inspireert heterogene groepen - Er wordt veel gebruik gemaakt van primaire bronnen - De leerkracht heeft oog voor nieuwe media - De omgeving bevat middelen die KOO ondersteunen. Bijvoorbeeld: o Tijdlijnen o Kaarten o Meet- en weegmaterialen o Lijsten met richtvragen o Schema’s Ik heb op verschillende manieren geprobeerd om de kinderen een rijke voorbereide omgeving te bieden. In de klas heb ik op het prikbord de ontwikkelingslijnen geïllustreerd met allerlei beeldmateriaal en een aandachtstafel ingericht met boeken en ander materiaal. Op mijn website heb ik rondom de onderwerpen van de algemene lessen verschillende links verzameld en aantrekkelijk gepresenteerd. Ik heb ook geprobeerd om op allerlei kleine manieren de 19e eeuw aan bod te laten komen.
De 19e eeuw in de klas Foto: Prikbord 19e eeuw.jpg Het prikbord dat ik in de loop van het project heb aangevuld met beeldmateriaal rondom de ontwikkelingslijnen
Foto: Aandachtstafel 19e eeuw.jpg De aandachtstafel met onder andere boeken, steenkool, de camera obscura, een elektrische schakeling en het transport spel
Door in de loop van het project het prikbord en de aandachtstafel aan te vullen met toepasselijk materiaal zorgde ik ervoor dat de klas in de loop van het project steeds mooier was aangekleed. Allerlei aspecten van de 19e eeuw werden op verschillende manieren in beeld gebracht. Ik heb achteraf wel wat kritische kanttekeningen bij mijn aanpak. Ik merkte dat er niet veel aandacht was voor de inhoud van het prikbord en de aandachtstafel. Het zag er wel mooi uit, maar ik ben er niet van overtuigd dat het de kinderen veel heeft geactiveerd. Ik denk dat ik een volgende keer meer oog zou hebben voor de volgende twee punten: 1. De inhoud moet uitnodigen om er iets mee te doen. Uit zichzelf zijn weinig kinderen gemotiveerd om naar een afbeelding te kijken zonder dat ze gewezen worden op het belang of de betekenis ervan. Misschien is het mogelijk om opdrachten aan de kinderen te geven waar ze de omgeving voor nodig hebben. Misschien kunnen er kleine opdrachten naast de inhoud worden aangeboden die de kinderen tussendoor kunnen doen. 2. Misschien is het mogelijk om de kinderen meer te betrekken bij de invulling van de inhoud van het prikbord en de aandachtstafel. De dingen die zij meenemen, tekenen, schrijven of maken spreken wellicht meer tot de verbeelding dan de dingen die ik aanlever. Op zijn minst zal het kind zelf trots zijn dat zijn werk tentoon wordt gesteld. Ik zag tegen het eind van het project toevallig hoe goed het kon werken als aan deze punten tegemoet word gekomen. Toen zette Friso het behendigheidsspelletje op de aandachtstafel die hij had gemaakt als verwerking van zijn onderzoek naar elektriciteit. Het was leuk voor
Mark Hasper, 485520, AFMA3
11
Friso dat het daar stond, en het was zeker aantrekkelijk voor de andere kinderen om naar te kijken en mee te spelen. Dat gebeurde geregeld tijdens de inloop en in de pauzes. Foto: Behendigheidsspelletje Friso Het behendigheidsspelletje van Friso op de aandachtstafel
Feedback Femke: [De betrokkenheid werd verhoogd door] de stimulerende voorbereide omgeving met het themabord waarop foto’s e.d. geprikt konden worden, de kast met daarop diverse boeken en ander materiaal zoals steenkool of Marks gemaakte en bruikbare camera obscura, de ramen waarop de gemaakte kinderrechtenaffiches kwamen te hangen.. Bron: Feedback Femke.pdf
De 19e eeuw op het web Ik heb voor elk onderwerp van de algemene lessen ook informatie toegevoegd aan mijn website. Aan de statistieken van mijn website was te zien dat de pagina’s van de algemene onderwerpen allemaal verschillende keren bezocht zijn. Mijn vermoeden is dat dit vooral is gedaan in het kader van het zelfstandige onderzoek dat de kinderen hebben gedaan. Ze gingen dan naar informatie over hun onderwerp zoeken op de site. Ik denk dat de kritiekpunten die ik benoem met betrekking tot de inrichting van de klas ook op de website van toepassing zijn. Het is onduidelijk wat de kinderen op de site kunnen vinden en wat ze er mee kunnen doen. Ze hebben zelf ook geen rol gespeeld in de invulling ervan. Bij de inrichting van mijn website rondom de plusrekenlessen heb ik rekening geprobeerd te houden met deze inzichten (zie BT rekenen). http://www.meestermark.nl/19eEeuw/ Het onderdeel van mijn website dat is gewijd aan de 19e eeuw
Kleine activiteiten Het is ook mogelijk om het begrip voorbereide omgeving iets breder te interpreteren. Naast de activiteiten rondom de tien algemene onderwerpen, heb ik tussen de bedrijven door de 19e eeuw op allerlei manieren terug laten komen in de klas: - We hebben vlak voor de herfst- en de kerstvakantie een musical gekeken op basis van de boeken van Charles Dickens (een schrijver uit de 19e eeuw) - Tijdens het fruit eten heb ik voorgelezen uit Zwart Sneeuw, een kinderboek over arbeiders in Limburg tijdens de 19e eeuw - In de aanloop naar de kerstviering heb ik het verhaal van de Gelukkige Prins voorgelezen van Oscar Wilde, een schrijver uit de 19e eeuw - Tijdens de inloop zette ik muziek op van verschillende componisten uit de 19e eeuw: onder andere Beethoven, Wagner, Hoffmann en Liszt - Tijdens een muziekles (van een vakdocent) hebben de kinderen gewerkt met Ode an die Freude van Beethoven - Toen het weekjournaal niet beschikbaar bleek te zijn op uitzending gemist hebben we een klokhuis uitzending gekeken over Vincent van Gogh Al deze activiteiten hadden als doel om het beeld dat de kinderen hadden van de 19e eeuw verder te verrijken en te verbreden.
Het eigen onderzoek Naast de lessen en de opdrachten die ik heb verzorgd kregen de kinderen ook de ruimte om binnen het project een eigen onderzoek uit te voeren. Uit verschillende bronnen blijkt dat het belangrijk is om kinderen de ruimte te geven om zelf richting te geven aan de inhoud van het onderwijs. In de Montessori literatuur wordt dit vrije werkkeuze genoemd: de leerkracht dient Mark Hasper, 485520, AFMA3
12
ruimte te bieden aan de ‘vitale kracht van de individu’ (NVM, z.d.). Vanuit de literatuur rondom het leergebied OJW wordt het uitvoeren van eigen onderzoek door de kinderen een ‘activerende werkvorm’ genoemd (Pabo Groenewoud, 2010). Tot slot is een van de betrokkenheidsfactoren van EGO het leerlingeninitiatief (Laevers, 1987). En probleem was dat we maar weinig tijd in het rooster hadden om de kinderen te begeleiden bij het doen van hun onderzoek. Om dat op te lossen kozen Femke en ik voor de volgende organisatie vorm: - De kinderen werken in groepjes van drie of vier aan één onderzoek. Zo is de begeleiding voor mij overzichtelijk. - Het opstarten van het onderzoek doe ik klassikaal: ik introduceer de onderwerpen en stel de groepjes samen op basis van de voorkeur van de kinderen - Als de groepjes zijn samengesteld geef ik klassikaal een les waarin de kinderen onderzoeksvragen formuleren rondom hun onderwerp - Na deze les krijgen de kinderen de huiswerkopdracht om bronnen op internet te zoeken waar ze informatie vinden dat is gerelateerd aan hun onderzoeksvraag. - Nadat deze opdracht is uitgevoerd krijgen de kinderen meer vrijheid om op hun eigen manier vorm te geven aan het onderzoek. Het doel is om het onderzoek na drie weken in de klas te presenteren. Daarbij is de presentatievorm helemaal vrij. Het is de bedoeling dat de kinderen vooral thuis werken. Om daar tijd voor te maken vervalt de reguliere huiswerk opdracht. - Ik maak elke week tijd om elk groepje tien minuten te begeleiden. Zo kan ik de voortgang bewaken en op allerlei manieren ondersteunen.
Groepjes maken Voordat de kinderen konden beginnen met hun eigen onderzoek moesten ze in een groep worden ingedeeld en een onderwerp hebben. Ik wilde groepjes van drie of vier kinderen maken omdat de begeleiding dan organisatorisch te behappen was en omdat deze groepsgrootte volgens de OJW vakdocent gunstig is voor het samenwerken. Ik wilde de groepjes maken op basis van gedeelde interesse in een onderwerp en eventueel vriendschapsrelaties. Zo verwachtte ik de meeste kans dat de samenwerking goed zou verlopen. Dat was extra belangrijk omdat veel van het werk thuis plaats moest vinden. Ik zou dan niet aanwezig zijn om te bemiddelen bij eventuele samenwerkingsproblemen. Later zou blijken dat er bij twee groepen toch samenwerkingsproblemen zouden ontstaan. Daar schrijf ik meer over onder het kopje ‘Begeleiding’. Om de kinderen de mogelijkheid te geven om geïnformeerd een onderwerp te kiezen gaf ik een korte presentatie over elk van de onderwerpen van de algemene lessen. Ik was van te voren wel bang was dat het moeilijk zou zijn voor de kinderen om hun aandacht voor negen presentaties vast te houden. Daarom schreef ik voor elk onderwerp een persoonlijk verhaal van iemand uit de 19e eeuw. Zo verwachtte ik beter aan te sluiten bij de belangstelling van de kinderen (Pabo Groenewoud, 2010). Op het digibord liet ik een portret of foto zien terwijl ik het verhaaltje voorlas vanuit zijn of haar perspectief. Link: Presentatie - Onderzoeksonderwerpen De presentatie van de onderzoeksonderwerpen, met negen persoonlijke verhalen van mensen uit de 19e eeuw
Ik had een werkblad gemaakt waar de kinderen hun voorkeursonderwerpen op aan konden geven . Ze mochten van mij ook aangeven of er kinderen waren waar ze graag mee samen wilden werken. Deze bladen nam ik mee naar huis en de volgende dag kon ik de groepjes presenteren. Acht groepjes waren makkelijk te maken, maar er bleven drie meiden over die niet makkelijk in een groep te plaatsen waren. Met hun ging ik in gesprek. Ze mochten zich individueel aansluiten bij een van de andere groepen of ze mochten met zijn drieën een
Mark Hasper, 485520, AFMA3
13
onderwerp kiezen. Na wat heen en weer gepraat, onderling en met mij, kozen ze samen voor het onderwerp ‘Emancipatie’.
Samenwerken met Google applications Met het onderzoek van de kinderen had ik, naast het bevorderen van de vrije werkkeuze, ook een tweede doel. Ik wilde onderzoeken in hoeverre google applications gebruikt kon worden door de kinderen bij het samenwerken en het presenteren. Google applications is een verzameling van gratis programma’s die via het internet beschikbaar worden gesteld door Google. Het bestaat onder andere uit een mail- en chatprogramma, een tekstverwerker en een presentatieprogramma. Deze programma’s lenen zich heel mooi voor het samenwerken op afstand. Enerzijds omdat er met de mail en de chat gecommuniceerd kan worden. Anderzijds omdat alle programma’s het toestaan dat er tegelijk door verschillende mensen in het zelfde document wordt gewerkt. Voordat ik Google applications introduceerde in de klas wilde ik de ouders hierover te informeren. Ik wilde ze laten weten wat we gingen doen, dat ik het gebruik in de gaten zou houden en dat ze eventueel aan mochten geven dat ze niet wilden dat hun kind hiermee werkte. Gelukkig waren er geen ouders die bezwaar hadden, en kreeg ik alleen positieve reacties. Link: Brief aan ouders over google De brief waarin ik de ouders vraag om toestemming voor hun kind om met Google te werken
.Vervolgens wilde ik de kinderen stapsgewijs met deze technologieën kennis laten maken. Zo zouden ze hiermee vanuit thuis hun gezamenlijke onderzoek kunnen coördineren en eventueel presenteren. Daarvoor ontwierp ik een kleine leerlijn Google applications. Stap 1 – De mail In de eerste stap gaf ik de kinderen allemaal google accounts (om technische redenen moest één account door drie kinderen worden gedeeld). Ze kregen vervolgens de huiswerkopdracht om hun mail te checken en de vraag die daar stond te beantwoorden (zie de opdracht ‘Partnering vragen rondom het koninkrijk’ in het document ‘Verwerkingsopdrachten KOO 19e eeuw’ voor meer details). Om de kinderen te ondersteunen heb ik een youtube filmpje gemaakt met een opname van het computerscherm en mijn stem. In het filmpje voer ik de handelingen uit die zij ook uit moeten voeren: inloggen, mail openen, vraag lezen, antwoord opzoeken, mail beantwoorden. http://youtu.be/fptpTT7faaM Het instructiefilmpje waarin ik laat zien hoe de kinderen de opdracht uit kunnen voeren
Foto: Afscheidskaartje ICT Op een afscheidskaartje schrijft Tara dat ze nu weet hoe ze kan mailen
Stap 2 – Het samenwerkingsdocument In de tweede stap maakte ik voor elk onderzoeksgroepje een samenwerkingsdocument aan. Dit was een tekstverwerkingsdocument waar de leden van het groepje hun gezamenlijke onderzoek in konden opslaan. Het document maakte ik aan na de les waarin de groepjes hun voorkennis over hun onderwerp in kaart hadden gebracht en hun onderzoeksvragen hadden geformuleerd. In het document plakte ik de ingescande voorkennismindmap en maakte ik voor elk groepslid een kopje waaronder ze konden werken zonder elkaar in de weg te zitten. Ik mailde de link naar het document naar alle kinderen toe zodat ze deze makkelijk zouden kunnen vinden. De volgende dag gaf ik de kinderen de huiswerkopdracht om hun onderzoeksvraag in te typen in het document en daarnaast drie links naar internetbronnen waar ze informatie over hun vraag hadden gevonden.
Mark Hasper, 485520, AFMA3
14
https://docs.google.com/document/d/1y8SMm1EC0RWg7IG5HF82hXYq-TYo1-2WulEoTJeT0s/edit?usp=sharing Het samenwerkingsdocument van Kaya, Julie en Franka
Stap 3 – Begeleiding Na de huiswerkopdracht met de vragen kregen de kinderen veel meer ruimte om het onderzoek op hun eigen manier vorm te geven. Ik gaf geen opdrachten meer aan de hele klas, maar ging in begeleidingsbijeenkomsten met de losse groepjes in op hun vragen en voortgang. Bij deze begeleiding kon ik ook ondersteuning bieden bij het werken met Google applications. Stap 4 – Presentatie Vier van de groepjes kozen er voor om een Google presentatie te maken. Voor hun maakte ik de presentatie aan en gaf ik tijdens de begeleiding wat tips in het gebruik. Eigenlijk was dat al nauwelijks nodig. Ondertussen waren de kinderen al zo handig geworden, dat ze dit nieuwe programma zelfstandig eigen konden maken. https://docs.google.com/presentation/d/1O4dZOeJCjN7s62elyJ7833OZCo5gO5eh5tHA4dPdPY/edit?usp=sharing De presentatie over evolutie
Het was erg mooi om te zien hoe het gebruik van deze digitale leermiddelen de kinderen motiveerden en inspireerden. Naast de mooie samenwerkingsdocumenten en presentaties werd er spontaan door de kinderen op allerlei andere manieren gebruik gemaakt van de nieuwe mogelijkheden. - Lauke ging met me chatten toen ze hulp nodig had met het plakken van een afbeelding - Kaya en Julie gebruikte FaceTime op de IPad om met elkaar te praten terwijl ze werkten in het samenwerkingsdocument - Puck mailde me in het weekend omdat ze was vergeten te zeggen dat ze ’s maandagochtend een tandartsafspraak had. - Renee mailde me in het weekend omdat het niet lukte om haar onderdeel van de presentatie goed voor te bereiden - Allerlei kinderen gebruikte de chat en mail mogelijkheden van Google om met elkaar te communiceren, soms over het werk, soms voor de gezelligheid - Één groepje heeft een eigen website gemaakt: http://stoommachines.jouwweb.nl/
Het eigen onderzoek begeleiden Nadat de kinderen hun onderzoeksvragen hadden geformuleerd en beantwoord brak een periode van drie weken aan waarin ze konden werken aan het uitdiepen van het onderwerp en de voorbereiden op de presentatie. Dat moesten ze vooral thuis doen. Ik had elke week 10 minuten tijd om elk groepje te begeleiden. Bij deze begeleiding probeerde ik een balans te vinden tussen het stellen van eisen aan de kinderen, en het geven van vrijheid om op hun eigen manier te werk te gaan. De manier waarop ik begeleidde was ook weer afhankelijk van de kinderen. Sommige groepjes waren heel onafhankelijk, gemotiveerd en borrelde over van de goede ideeën. Bij deze groepjes kon ik de initiatieven van de kinderen volgen, en kon ik met vragen de kinderen stimuleren om hun onderzoek te verdiepen. Er waren ook groepjes waar een of meer kinderen minder betrokken waren, en waar ik het nodig vond om meer te leiden, bijvoorbeeld door duidelijke eisen te stellen. Hieronder staan links naar twee filmpjes van begeleidingsbijeenkomsten. Ik zit steeds met de kinderen van één groepje achter de computer waar we het samenwerkingsdocument op open hebben staan. In het eerste filmpje is het groepje van communicatie aan de beurt; ze hebben goed gewerkt aan de onderzoeksvragen en hebben al allerlei goede ideeën. In het
Mark Hasper, 485520, AFMA3
15