KOLENBOER MIES VAN DIJK:
“WAT ZAL HET DEZE WEEK ZIJN: MUSSENBEKKEN OF KATTENKOPPEN?”
Auteur:
Joop van Appeldorn
Uitgaven van:
Heemkundekring Weerderheem
sept. 2009
Nieuwe beroepen komen, oude verdwijnen! Met na me da t laatste gaa t tegenwoordig heel ha rd. We leven op di t moment nou eenmaal in een hele snelle maa tsc happij. Of we dat nou leuk vinden of niet, dat vragen ze ons niet, het overkomt ons gewoon! Mijn zoons zijn bepaald niet meer zo heel piep, maar als ik ze zou vragen wat een ‘kolenboer’ vroeger deed, heb ik zo’n donkerbruin vermoeden da t ze me het antwoord schuldig moeten blijven. Hetzelfde, maar dan andersom, gebeurt ongetwijfeld als mijn zoons aankomen met beroepen als Human Resourc e Manager, Lec tor Mec ha tronica, Technical Process Engineer, Purcha ser of Manager Customer Service en zo kan ik het rijtje met ‘nieuwerwetse’ beroepen nog wel even aanvullen! Ik weet niet hoe het u vergaa t, maa r als ik di t soort personeelsadvertenties in de krant zie, bekruipt mij in ieder geval niet de behoef te om te solliciteren! Maar ja, zo gaa t da t tegenwoordig, nieuwe beroepen komen, oude verdwijnen. Het is trouwens niet alleen die kolenboer die ui t het straa tbeeld is verdwenen, er zijn er meer. Wa t dacht u van de voddenboer, de schillenboer, de scharensliep, de tonnenman of de lantaarnopsteker! Ook deze beroepen zijn er niet meer en ergens ver weg in ons geheugen weten we misschien nog vaag waar het mee te maken had, maa r het fijne weten we er absoluut niet meer van. Vandaar dat we een van die verdwenen beroepen maar eens bi j de kop gaan pakken. Het beroep van ‘kolenboer’ is er dus niet meer. Vanaf begin jaren zestig verdween de vertrouwde kolenboer uit het straatbeeld en dat had alles te maken met de komst van het aardgas.
2
Heemkundekring Weerderheem
Na tuurlijk ging die ontwikkeling niet van de ene op de andere dag, de rol van de kolenboer is ec hter met de komst van het aardgas wel steeds kleiner geworden en zo midden jaren tachtig van de vorige eeuw is het echt defini tief gedaan met deze beste man, althans met zijn kostwinning! Uiteraard kende Valkenswaard ook zo zijn kolenboeren. In de hoogtijdagen waren er maar liefst zo’n tien ac tief in Valkenswaard. Eén daarvan, waarschijnlijk de laatst nog in leven zijnd e kolenboer, hebben wij gesproken en met heel veel plezier lichtte hij voor ons een tipje van de sluier van de gehei men van het vak van ‘kolenboer’. Mies van Dijk, want dat is onze laatste kolenboer waar we uitgebreid mee hebben gesproken, is een enthousiast verteller. Een die er geen doekjes omwindt en wars is van fraaie opgeklopte verhalen. Het begrip: “Die goeie ouwe tijd”, bestaa t in zijn woordenboek niet. “Het was keihard en vooral ook ongezond werken”, aldus Mies en gaande zijn verhaal kan ik niet anders dan zijn gedac hten beamen. Di t verhaal sta mt ui t de tijd da t er nog geen centrale verwarming was. Ieder vertrek in huis had zijn eigen kachel of gewoon helemaal niets. Wa t da t betref t zijn we tegenwoordig toc h wel aardig verwend. Ieder vertrek, hoe klein ook, heef t zijn eigen verwarmingselement en een si mpele d raai aan de knop levert ons in een mum van ti jd aangena me warmte. In de jaren zestig gaan we eerst over op oliestook om vrij snel daarna ‘aan het ga s te gaan’. We ontdekken het schone en in grote hoeveelheden aanwezige aardgas. In juli 1948 vinden we de eerste gasbel bij Coevorden, in 1959 komt Sloc hteren in beeld en het kan niet op. Miljarden kubieke meters aardgas blijken in d e grond te zi tten en ‘het Rijk’ zi t op rozen.
Heemkundekring Weerderheem
3
De sc ha tki st is er goed mee, maar ook de Nederlandse gezinnen oma rmen de schone energiebron en we gaan massaal over op gasverwarming. Da t betekent het einde van de ‘kolenboer’, althans van de man die met de zak op zijn rug langs de huizen gaa t om het kolenhok te vullen. Toch had die kolenkachel ook z’n charmes, zo’n glimmende antracietzwarte kachel met bruinberoete micarui tjes waarachter mysterieus vla mmen likten. Naast d e kachel stond de kolenkit en lag de pook. In de ti jd rond Sinterklaas stonden alle schoenen rond de kac hel. ’s Avonds gevuld met een grote winterpeen en ’s morgens met het bekende suikergoed. Vervolgens a t de fa milie de volgend e dag wortelsta mppot en zolang de kinderen het verband tussen beide zaken nog niet in de ga ten hadden, bleef het voor iedereen een sc hi tterende tijd . Die micarui tjes vereisten overigens een speciale zorg, althans zo heb ik me laten vertellen. Het sc hijnt zo te zijn dat de ec hte ‘poetskonten’ de rui tjes wekelijks met een doekje met oude thee poetsen en het resul taa t moc ht er zijn, al thans volgens de overlevering! Na tuurlijk lijkt dat nu allemaal heel nostalgisch en romanti sch, maar van de andere kant hoorde daar ook de nodige minpuntjes bij. Het gaf bijvoorbeeld de nodige stof, de asla za t iedere dag ra mvol en dus moest iemand die bak dagelijks ledigen! En om te kunnen stoken vroeg ook de kolenkit dagelijks om vulling. Da t was meestal een klus voor de heer des huizes alvorens hij naar het werk toog!
4
Heemkundekring Weerderheem
Dan moest hij naar het kolenhok. Soms, en dan vooral bij de grotere huizen, za t dat hok in de kelder, maar meestal was het een houten hok ergens in de tuin of tegen de ac htergevel van het huis geti mmerd. Om bij onze hoofdpersoon uit te komen, hebben we min of meer noodgedwongen een aanloopje nodig. Want hoe kwa m Mies van Dijk in de kolen terec ht? Da t had alles met zijn vader en zijn grootvader van moederskant te maken en dus beginnen we ons verhaal bij die grootvader. HEIN DUBACH EN MARIA LOOS Zo tegen het einde van de 19e eeuw begint Hein Dubac h (*1868) sa men met zi jn vrouw Maria Loos (*1866) een kolenhandel. Het bed rijf start op de 'Wiemelhoek', de plek waar later de Willem II fabriek zal verschijnen.
Heemkundekring Weerderheem
5
De naa m Dubach is heel bijzonder en we kunnen er niet omheen om daar even bij stil te staan. De overgrootvader van Hein Dubach, Jacob Dubach, ziet het eerste levenslicht in Niederstocken en da t ligt in Zwitserland. Jacob neemt in 1747 dienst in een compagnie van Bea t Ludwig von Wa ttenwyl en vele nakomelingen zullen hem in het Zwitserse leger volgen. Opvallend is dat de meeste van die ‘Dubachjes’ in dat leger een rol als muzikant vervullen. La ter zien we dat muziek de fa milie in de genen zi t, want ook onze Hein zal heel nadrukkelijk de muziek een plaatsje in zijn leven geven. Hij is jarenlang een belangrijke muzikale steunpilaar bij de UNA. In 1931 zet de harmonie hem, sa men met Jan van Daal, uitgebreid in de bloemetjes vanwege hun gouden lidmaa tschap, zoals de foto hiervoor laat zien. De fa milie Dubach behoort oorspronkelijk tot de kleine groep protestanten die Valkenswaard dan rijk is. Johan Hermanus Dubach, de vader van Hein, gaat een van de vier boerderi jen exploi teren die eigendom is van de ‘Maa tsc happij van Welstand’. Deze landelijke protestante organisa tie probeert op d eze manier ook in het roomse zuiden voet aan de grond te kri jgen. De pachters moeten ec hter wel aan een tweetal voorwaarden voldoen, ze moeten meewerken aan de welstand van de plaatselijke kerkelijke gemeente en hun ui terste best doen een kinderrijk gezin te stichten. Da t laatste is na tuurlijk moeilijk te controleren, je kunt nog zo je best doen, het resultaa t moet je maar afwachten. Johan doet ec hter z’n best, er volgen een zestal nakomelingen en de ‘Maa tsc happij van Welstand’ kan tevreden zijn. We begonnen di t relaas over de fa milie Dubach met de opmerking da t Hein, samen met zi jn vrouw, tegen het einde van de 19e eeuw een kolenhandel begint. Ook da t is weer opmerkelijk, want Hein is van beroep sigarenmaker en werkzaa m bij de Gebroeders van Best.
6
Heemkundekring Weerderheem
Sterker nog, Hein is de eerste voorzi tter van de in 1900 opgeric hte ‘Sigarenmakers Vereeniging’. Deze organisa tie behartigt d e ‘zedelijke en maa tschappelijke belangen’ van de sigarenmakers. In di t verband misschien nog opmerkelijker i s, dat de vereniging onder andere kolen aan de leden verkoopt en je kunt je dan afvragen of hier mi ssc hien sprake is van een dubbele petten verhaal als we kijken naar de rol van de voorzi tter! Het gaa t kennelijk goed met de vereniging. In 1904 laten ze een eigen pand neerzetten en da t pand staa t er vandaag de dag nog steed s, namelijk aan de Karel Mollenstraa t Zuid. De huidige uitba ter is café San Remo, de vraag is alleen hoe lang het pand er nog zal staan! Dan blijkt hoe belangrijk de rol van Mw. Dubach, oftewel van Maria Loos i s geweest. In f ei te runt zij de kolenhandel, zij is het zakelijk brein van de onderneming en zo lang het om d e kleinere hoeveel heden gaat die met d e kruiwagen worden afgehaald, staa t zij zelf haar ’mannetje’.
Bij grotere partijen, die met na me d e boeren met paard en kar komen halen, mag Hein bij de sigarenfabriek even verletten en steekt hi j over om een handje te helpen. Het gaa t goed met de kolenhandel. Zo rond 1920 ziet Hein Dubac h kans een stuk grond te kopen aan de Hazestraa t. Met behulp van een zogenaa mde ‘Van Best lening’ realiseert de fa milie een nieuw huis met opslagloods voor de kolen. Heemkundekring Weerderheem
7
Een ‘Van Best lening’ was een geldlening verstrekt door de sigarenfabrikanten Van Best met als voorwaarde da t de kinderen van de geldlener op termijn bij de sigarenfabriek komen werken. Na tuurlijk prachtig, maar je zou het bijna verplichte winkelnering kunnen noemen! Hein Dubach heef t zijn handel inmiddels aardig ui tgebreid. Naast zijn vak van ‘kolenboer’ is hij zich ook bezig gaan houden met een soort groothandel. Hij bezoekt daartoe regel ma tig de kolenmijnen in de Belgische Ardennen en koopt daar treinwagons vol kolen die bestemd zijn voor collega kolenboeren.
Groot voordeel van de nieuwe vestiging aan de Hazestraa t is, da t Hein vanachter de keukentafel in de gaten kan houden wanneer er weer een trein met wagonladingen vol kolen vanuit België Valkenswaard bereikt. Hij tel t d e wagons en weet op die manier, zonder ui t zijn stoel te komen, hoe zijn handel er voor staa t.
8
Heemkundekring Weerderheem
Die zakelijkheid komt toc h vooral van zijn vrouw die Hein op alle fronten in zijn handel steunt. Mevrouw Maria Dubach-Loos is overigens niet alleen heel zakelijk, ze i s ook fysiek een sterke vrouw, zij bereikt na melijk de gezegende leef tijd van 102 jaar! De wagons die wel voor Valkenswaard bestemd zijn, worden door Hezemans op het oude sta tion aan de Spoorstraa t gelost om ze vervolgens in de loods aan de Hazestraat te deponeren. In 1918 sc haf t Hein Dubac h de eerste pla tte kar met paard aan en zoon Johannes Godefridus, of tewel gewoon Sjang (*1892) Dubach is de eerste kolenventer van Valkenswaard. Hij gaa t wekelijks zijn va ste klanten langs om ze te voorzien van de bestelde kolen.
Het gaa t steeds beter, in 1923 komen er drie houten opslagloodsen bij en in da tzelfde jaar koopt d e firma Dubach de eerste T-Ford bij Driek Jonkers. Heemkundekring Weerderheem
9
‘GORRIS’ VAN DIJK De volgende medewerker duikt in 1928 op. Het is Gregorius, of tewel gewoon Gorris (*1897) van Dijk. Hij trouwt met de oudste dochter van de familie Dubach, na melijk met Hendrika Antoinette (*1890) Dubach en schoonzoon gaa t zich, nadat hij in eerste instanti e als sigarenma ker werkzaam is, ook met de kolenhandel bezig houden. In 1930 komt er een tweede T-Ford bij en dus gaa t het nog steeds goed met de handel! Die stijgende lijn gaa t voort tot aan de Tweede Wereldoorlog. ‘SJANG’ DUBACH In 1933 bereikt Hein Dubac h de gezegende leef tijd van 65 jaar. Hij vindt het dan mooi geweest en stopt met zijn kolenhandel. Zoon Sjang en sc hoonzoon Gorris zoeken beiden hun eigen weg. Sjang begint aan de Hazestraa t, waar nu Alwako zit en Gorri s gaa t naar de Zeelbergseweg. In die tijd komen de kolen voor het grootste gedeel te van de Limburgse mijnen. Overigens was de ‘steenkool’ geen ui tvinding uit die ti jd, alhoewel de mijnen in Limburg dan een hele grote economische factor zijn. Steenkool als brandstof is al bekend in de tijd van de Romeinen. Het winnen van steenkool vind t dan alleen plaa ts als de voorraad dicht aan de oppervlakte is te winnen.
10
Heemkundekring Weerderheem
Het delven via mijnen diep in de grond is dan, ten opzichte van het goedkopere hout, veel te duur en zolang er dus voldoende hout voor de stook is te vinden, staa t de kolenwinning op een heel laag pi tje. In Limburg komt de kolenwinning al in de 13e eeuw voor, de hoeveelheden zijn dan nog mini maal. Rond 1900 begint de aandacht voor de kolenwinning eigenlijk pas ec ht goed op gang te komen. Er komen, naast pa rticuliere, ook staa tsmijnen en da t geef t het belang van de kolenwinning aan. Het is zwaar en ongezond werk en we zien in Limburg in die tijd al zogenaa mde ‘gastarbeiders’ versc hijnen. In 1974 komt een einde aan de kolenwinning in Limburg. Met na me premier Den Uyl speel t bij die beslissing een prominente en bepaald niet benijdenswaardige rol en d e slui ting leid t tot veel en hef tige discussies in het Li mburgse land. Zoeken naar vervangende werkgelegenheid staa t dan centraal en veel bedrijven krijgen speciale rijkssteun als ze bereid zijn in Li mburg voor een stuk werkgelegenheid te zorgen. DSM (Dutch Sta te Mines), DAF (Volvo), de Belastingdienst en het ABP (Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds) zijn voorbeelden van bedrijven die zic h dan in Limburg vestigen.
BRUINKOOL, STEENKOOL, EIERKOLEN EN BRIKETTEN
ANTRACIET,
COKES,
Ze waren er in alle soorten en ma ten en ze hadden allemaal hun eigen functie. Oorspronkelijk waren het allemaal plantenresten die door hoge druk en warmte waren omgevormd tot een fossiele brandstof en de kwaliteit hield verband met de ma te van druk waaraan de plantenresten waren blootgesteld. De bruinkool is het produc t da t het dichtst aan de oppervlakte ligt en dus ook op de meest eenvoudige wijze kan worden gewonnen. Vervolgens vinden we steenkool en het beste produc t i s antraciet.
Heemkundekring Weerderheem
11
Da t is de meest vaste soort, ligt het diepst in onze aardkloot en is daarom ook aan de meeste druk onderhevig geweest. Het zal duidelijk zijn, deze factoren maken antraciet dan ook tot het meest dure product. Cokes is veelal in gebruik bij de hoogovens en is een reduc tiemiddel bij de produc tie van ijzer. In la tere jaren zien we de cokes ook in zwang komen bij het stoken van de centrale verwarming. Als we pra ten over onze gewone huis-, tuin-, en keuken kolenboer dan moeten we toc h vooral aan de eierkolen en antraciet denken. De eierkolen waren het goedkoopst en eigenlijk was da t het allerminste produc t, een soort restant da t ze maakten van kolengruis geperst in lichte teer of pek. Die eierkolen gingen in een zak van een halve mud, of tewel 35 kilo, op de nek van de wagen naar het kolenhok. Vooral als de zon scheen was dat echt link werk. Die zon werkte op die teer waarin de eierkolen verpakt za ten en dan had je zo de vellen in je nek hangen. Veel kolenboeren hebben aan dat ma teriaal ook huidaandoeningen overgehouden. Naast zwaar werk, was het dus ook nog ongezond. Overigens was het voor de oplettende passant al snel duidelijk wat er zoal gestookt werd. Als de straa t gesierd werd door een vettige gelige walm kon je er gif op innemen da t er eierkolen in de keukenkachel za ten! Die ei erkolen waren er vervolgens ook nog eens in verschillende ma ten maar ook de antraciet kende zi jn ‘ma ten’ en wel in de categorieën 1 t/ m 5. Na men als ‘mussenbekken’ en ‘kattenkoppen’ komen voor in het dagelijks vocabulaire van de kolenboer. Bi j het doorsnee huishouden was de antraciet voor de mooie haard in de huiska mer en de eierkolen zorgden vooral voor een warme keuken.
12
Heemkundekring Weerderheem
Tot slot kennen we nog de briket. Eigenlijk is dit een vergelijkbaar product als de eierkool. Ook hier is sprake van een geperste va ste brandstof. De briket was er in drie soorten, afhankelijk van het ma teriaal. Zo kenden we briketten van bruinkool, van steenkool en zelfs van geperst hout. De functie van alle soorten was gelijkluidend, namelijk het vuurtje brandend houden. Briketten hadden namelijk d e eigenschap da t ze lang bleven gloeien. Het zal niemand verbazen da t die kolenboer er niet alti jd even fris bij liep. Het kolengruis zorgde voor een zwarte sluier die stilaan in d e huid kroop en het was een hele klus om ’s avond s weer spic & span aan de dis te versc hijnen.
Heemkundekring Weerderheem
13
Daar kwam nog bij da t de wasplaats in die tijd meestal ergens bui ten op het erf aan de pomp was en we kunnen ons allemaal voorstellen wat dat betekende. Zeker als we bedenken da t het juist hartje winter was als er ec ht hurry-up gewerkt moest worden. Dan breekt d e Tweede Wereldoorlog uit. De aanvoer van kolen levert steed s grotere problemen op en de vrachtauto’s zi jn zaken waar de Dui tsers al vrij snel het oog op laten vallen. De paarden ma ken hun opwachting, maar het zal duidelijk zijn, het is behelpen. Zeker als we bedenken da t het bepaald niet d e beste paarden zijn. Het zijn afgekeurde dekhengsten waar de kolenboer het mee moet doen. Di t plaatje, da t helaas niet al te best van kwalitei t is, wilde ik u toc h niet onthouden. Het zijn de zonen Mies en Theo van Dijk, die als kleine mannen, met paard en wagen op de Kleine Markt kolen afleveren. Vanwege de verminderde aanvoer gaan de kolen op de bon, zoals zoveel zaken die van levensbelang zijn voor de bevolking. Hout diende als redelijk alterna tief en de gemeente, in de persoon van Peerke d e Scha tter, bood bussel tjes hout voor de bevolking aan. De kolenboer moc ht met paard en wagen voor het transport zorgen om op die manier te proberen de bevolking toch nog van enige warmte te voorzien. Met een paar bussel tjes hout is het echter snel gedaan, wat dat betref t geven kolen na tuurlijk veel langer warmte af. Maar ja, het is na tuurlijk nog altijd beter dan niets! Dan volgt op 17 september 1944 de bevri jding van Valkenswaard. De winter is weer aanstaande en dus moet er snel weer nieuwe aanvoer komen, want over een paar maanden moet de kac hel weer branden.
14
Heemkundekring Weerderheem
De Engelse bevri jders zien het belang van de kolenhandel in en stellen legervoertuigen ter besc hikking om het transport weer op gang te krijgen. Omda t de treinen nog niet opti maal rijd en, gaat Gorri s van Dijk de kolen zelf met de vrachtwagen in Li mburg halen. Ook di t plaa tje is niet al te sc herp, vandaar maar even de ‘vertaling’ van wat er op het portier staa t: F.G.v.Dijk, Zeelberg 52, tel. 73, Valkenswaard. Het zal duidelijk zijn, het bedrijf is inmiddels verhuisd naar de Zeelbergseweg! Eerder noemden we Sjang Dubach, de zoon van Hein Dubach die in de Hazestraa t zijn eigen weg ging. Het gezin van Sjang was ‘gezegend’ met maar liefst zeven dochters maa r geen enkele zoon. Toc h kreeg Sjang regel ma tig hulp van zijn kinderen. Doc hters Jo en Miet Dubach schrokken er na melijk niet voor terug om, in noodgevallen, de vrachtauto te pakken en kolen te laden of te lossen. Menige treinwagon vol kolen is in die tijd door de beide dochters van z’n vrac htje verlost. Bij Sjang zien we nog een ander familietrekje terugkomen. Ook hij is muzikant zoal vele voorvaderen en ook hij is jarenlang trouw lid van de UNA.
Heemkundekring Weerderheem
15
Het korps van di t plaatje dat in 1947 in het Overijsselse Diepenhei m met een vette eerste plaa ts op een concours scoort, herbergt die ‘Dubachjes’. Het zijn Fried en Hend rik Dubach en op de voorste rij helemaal rec hts gehurkt prijkt onze Sjang Dubac h.
MIES VAN DIJK De volgende genera tie dient zich aan. Micha ël van Dijk, in het dagelijks leven gewoon Mies, volgt in 1950 zijn vader, Gorris van Di jk, in het bedrijf op. De kolenaanvoer gaa t nog steeds mondjesmaa t terwijl de vraag steed s maar toeneemt. De Li mburgse mijnen kunnen bij lange na niet aan de vraag voldoen en gelukkig gaan ook de Duitse mijnen weer hun prodic tie opvoeren. Valkenswaard groei t in die tijd ook gestaag. In 1934 heten we met heel veel toeters en bellen de 10.000ste inwoner van Valkenswaard welkom. In 1950 ziet de 15.000ste het levenslicht en in 1961 zijn we in Valkenswaard zowaar met 20.000 inwoners.
16
Heemkundekring Weerderheem
Opmerkelijk i s dan de verwachting die het gemeentebestuur ter gelegenheid van deze 20.000ste ui tspreekt. “Valkenswaard zal
uitgroeien tot een gemeente die een eigen plaats in het stadsgewest zal krijgen als een gezonde stad van 50.000 inwoners”. Da t aantal inwoners kunnen we inmiddels naar het ri jk der fabelen verbannen. Alhoewel we ook op een gegeven moment nog de 30.000 hebben bereikt, mogen we onze handjes sa menknijpen als we die 30.000 kunnen behouden. Al bijna tien jaar lang vergrijst de gemeente Valkenswaard zoals dat zo mooi in de volksmond heet. Da t vergrijzen doen we overigens overal, in Valkenswaard is dat ec hter vele malen sterker dan in andere gemeenten omda t we vooral ontgroenen, of tewel, onze jeugd trekt weg en da t heef t enorm grote gevolgen.
Ieder nieuw huis heef t een sc hoorsteen en ieder nieuw gezin heef t behoef te aan warmte en dus aan kolen.
Heemkundekring Weerderheem
17
De sterke toena me van de vraag naar kolen had na tuurlijk niet alleen met d e groei van het aantal inwoners te maken, maar ook met een stijgende behoef te aan comfort. Die toena me blijkt onder andere heel nadrukkelijk ui t de stijging van de omzet. Als Mi es in 1953 het bed rijf van zijn vader overneemt, draait de handel met een omzet van 450 ton, in d e loop der jaren neemt die toe tot een top van 4500 ton begin jaren zestig. Om aan de sti jgende vraag te kunnen voldoen, betrekt Mies zijn kolen zelfs ui t Zuid Afrika. Mies bezoekt wekelijks zo’n 575 gezinnen om te zorgen da t er gestookt kan worden. Natuurlijk hebben we het dan over de wintermaanden, dan moet het kolenhok iedere keer weer gevuld zijn zoda t de kachel ongestoord kan branden. Maar ook zomers bezoekt Mies veel van zijn klanten. Hij verkoopt dan een soort ‘zegels’ waarmee de klanten in de winter hun kolen kunnen betalen. Op die manier zi jn de kosten voor de mensen wa t gespreid en komen ze wat gema kkelijker de winter door.
18
Heemkundekring Weerderheem
Naast die gezinnen zijn er na tuurlijk ook nog d e nodige bedri jven die er warmpjes bij willen zitten en ook die zien Mies wekelijks met veel plezier komen. Tegen de tijd da t het ging winteren, wilden alle klanten hun kolenhok gevuld hebben. Door de bank genomen was het kolenhok met ac ht tot tien zakken kolen tot de nok gevuld, maar om da t voor elkaar te krijgen moest Mies ieder jaar alle zeilen bijzetten. Niet alleen het bedienen van al die klanten was steed s weer een hele zorg, problema ti scher was echter om voldoende kolen in huis te krijgen. Da t was dan ook vooral de tijd da t Mies de mijnen in Li mburg, België en ook in Dui tsland afstroopte om te zorgen da t hij al zijn klanten naar tevredenheid kon bedienen.
Een van die vaste klanten van Mies van Dijk was de fa milie Van Best aan de Leenderweg. Ook de villa ‘Zonnekant’, en dan vooral zijn inwoners, hadden behoef te aan comfortabele warmte en dus zorgde Mies er voor dat de kolenkelder steed s goed gevuld was.
Heemkundekring Weerderheem
19
Die kolenkelder was bereikbaar via een luik in de gevel aan de voorzijde van het pand. Da t schi tterende pand staa t er (gelukkig) nog steed s maar dat luik is tegenwoordig niet meer in gebruik en ook niet meer zichtbaar. Het i s er echter nog steeds en wel achter die groene struiken rec hts direc t naast de ga rage. Mies brac ht wekelijks zi jn lading en via het luik vulde hij de kolenkelder. Als alles naar tevredenheid van Mw. Van Best-Wiegersma was afgeleverd, kon Mies met de (gezegelde) rekening naar de sigarenfabriek zoda t de heer Frans van Best de sc hade contant kon voldoen. Mies moc ht dan het kantoor van de heer Van Best betreden waar hij achter een houten hekje zijn opwachting maakte. Van Best had op zijn kantoor een groene brandkast waaruit de rekening werd voldaan. Vaste prik was iedere week da t Mies van Dijk, als ex traa tje, een sigaar in z’n mond kreeg geduwd die ook terstond door de heer Van Best in hoogsteigen persoon in brand werd gestoken of Mies da t nou leuk vond of niet. En Mies vond da t helemaal niet leuk, want hij had een gruwelijke hekel aan roken. Maar ja, voor een goede klant moest je wat over hebben en dus verliet Mies steeds weer opnieuw, al rokend en vriendelijk lachend, het kantoor van Frans van Best om daarna de sigaar heel snel ergens in d e bosjes te la ten verdwijnen. Mies gaat aan het einde van de ri t nog enige tijd ‘in de olie’, maar da t is slechts van korte duur. Een kolenboer is nou eenmaal een kolenboer en daar maak je niet zo een, twee, drie een petroleummanneke van!
20
Heemkundekring Weerderheem