1
a
2015
Knooppunten Noord-Holland GROU
DRACHT
SNEEK
1 DEN HELDER
2
LEMMER
EMMELOORD
ENKHUIZEN
M
ALKMAAR
3
LELYSTAD
ZWO
6
ZAANDAM
5
4
HAARLEM
9
ALMERE-BUITEN AMSTERDAM
7
8
ALMERE-STAD ALMERE-HAVEN
HARDERWIJK
10 12
11
HILVERSUM
LEIDEN
APELDOORN
AMERSFOORT
SCHEVENINGEN UTRECHT ’S-GRAVENHAGE
ZOETERMEER GOUDA
EDE
Inhoud Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 De belangrijkste vaarregels op binnenwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Op de vaarweg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .4 Communicatie op het water . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .7 Bruggen en sluizen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .8 Veiligheid aan boord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .9 Wat u verder nog moet weten… . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Wellevendheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 10 tips voor de recreatievaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 10 tips voor de beroepsvaart . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 10 tips voor veilig roeien . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Veilig varen op ruim vaarwater . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 1.1 Den Helder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 1.2 De Kooy . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 1.3 Alkmaardermeer en Alkmaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 1.4 Noordzeekanaal ter hoogte van Zaandam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 1.5 Noordzeekanaal met zijkanalen C en D . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 1.6 Omgeving zeesluizen in IJmuiden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27 1.7 Het IJ bij Amsterdam . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29 1.8 Oranjesluizen bij Schellingwoude . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 1.9 Ringvaart Haarlemmermeerpolder bij Cruquius en de T-splitsing met het Spaarne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33 1.10 Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder – Westeinderplassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35 1.11 Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder – Oude Wetering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37 1.12 Kagerplassen – Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39 Colofon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Het auteursrecht op het materiaal van ‘Varen doe je Samen!’ ligt bij de Convenantpartners die bij dit project betrokken zijn. Overname van plaatjes en/of (gedeelten van) teksten is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de Stichting Waterrecreatie Nederland. www.waterrecreatienederland.nl 2
Voorwoord Het bevorderen van de veiligheid voor beroeps- en recreatievaart op dezelfde vaarweg. Dat is kortweg het doel van het project ‘Varen doe je Samen!’. In het kader van dit project zijn tien ‘Knooppuntenboekjes’ uitgegeven. Destijds waren het gedrukte uitgaven – vandaar die aanduiding ‘boekjes’ -, tegenwoordig zijn het uitsluitend digitale publicaties, die u makkelijk kunt downloaden en beschikbaar zijn via de gratis app. Per regio staan hierin de belangrijkste vaarwegknooppunten beschreven en aan de hand van kaarten kunt u zien hoe u de knooppunten op een veilige en vlotte manier kunt passeren. Een knooppunt is een specifieke locatie op de vaarweg waar sprake kan zijn van een verkeersonveilige situatie. De kaarten geven aanbevolen routes aan. Het gaat dus om adviezen, niet om verplichte trajecten. U kunt ook op andere manieren de knooppunten oversteken. Natuurlijk moet u zich houden aan de geldende verkeersregels. Kijk op het water altijd goed om u heen en laat andere vaarweggebruikers duidelijk zien wat u gaat doen, zodat zij op tijd kunnen reageren. Formeel zijn de kaarten in de ‘Knooppuntenboekjes’ niet geschikt voor navigatiedoeleinden. Dat klinkt wat tegenstrijdig voor aanbevolen routes, maar hiermee is bedoeld dat de kaarten een aanvulling zijn op de officiële waterkaarten. Gebruik aan boord altijd de meest recente ANWB-waterkaart en de ANWB-Wateralmanak. ‘Goed zeemanschap’ is een belangrijk artikel (1.04) uit het Binnenvaartpolitiereglement (BPR). Het betekent kortweg dat een schipper schade voorkomt, personen niet in gevaar brengt en een vlotte, veilige vaart niet hindert. Goed zeemanschap begint bij het goed voorbereiden van uw reis. We raden u aan voor vertrek de teksten over de te passeren vaarwegknooppunten te lezen en de kaarten te bestuderen. Op www.varendoejesamen.nl vindt u meer informatie over veilig varen en u kunt er, behalve de overige ‘Knooppuntenboekjes’, diverse folders downloaden: • Veilig het water op! • Veilig langs een veerpont • Spelregels voor een veilige snelle vaart • Reddingsvesten • Varen doe je samen! • Het blauwe bord • Vlot en veilig door sluis en brug • Communicatie op het water • Staande Mast Route 2014 • Roeiers: veilig het water op! • Wat is onderkoeling? • Man overboord! • Veiligheid aan boord • Voorkom motorstoring. Wij zijn geïnteresseerd in uw opmerkingen. Daarmee kunnen we de ‘Knooppuntenboekjes’ zo actueel mogelijk houden. U kunt correcties op de bestaande of suggesties voor nieuwe knooppunten aan ons doorgeven via de website www.varendoejesamen.nl of via
[email protected] De ‘Knooppuntenboekjes’ zijn tot stand gekomen met medewerking van de Convenantpartners (zie het colofon), de Hydrografische Dienst en de Nationale Politie. Namens de samenstellers, Rowena van der Maat Projectleider ‘Varen doe je Samen!’ De makers hebben de ‘Knooppuntenboekjes’ zo zorgvuldig mogelijk samengesteld. Niettemin kunnen er onvolkomenheden voorkomen door zetfouten of door gewijzigde situaties op het water. De gebruiker van de ‘Knooppuntenboekjes’ blijft zelf eindverantwoordelijk voor een veilige vaart. U kunt geen rechten ontlenen aan de inhoud van deze brochure. In alle gevallen wordt verwezen naar de letterlijke tekst van het Binnenvaartpolitiereglement, het Rijnvaartpolitiereglement, BVA 1972 of de plaatselijk geldende reglementen en meest recente kaarten. De Stichting Waterrecreatie Nederland sluit als uitgever van de ‘Knooppuntenboekjes’ aansprakelijkheid voor schade en/of letsel als gevolg van het gebruik van deze uitgaven uit.
3
De belangrijkste vaarregels op binnenwater De vaarregels staan gedetailleerd beschreven in hoofdstuk 6 van het BPR. Hieronder enkele belangrijke regels: • Een klein schip (tot 20 meter) moet in de meeste gevallen voorrang verlenen aan een groot schip (langer dan 20 meter). Veerponten, passagiers- schepen, sleep- en duwboten en vissersschepen die in bedrijf zijn, hebben de rechten van ‘groot’. Ook als ze korter zijn dan 20 meter (voor uitzonderingen zie het BPR). • Een schip dat het hoofdvaarwater op wil varen, moet voorrang verlenen aan een schip dat in de betonde vaargeul aan stuurboordzijde van het hoofdvaarwater vaart. • Een klein motorschip (tot 20 meter) moet voorrang verlenen aan een klein zeilend schip (tot 20 meter) of een roeiboot als hun koersen kruisen en geen van de schepen aan stuurboordwal vaart. Een groot motorschip of een groot zeilschip verleent in deze situatie voorrang aan het schip dat van stuurboord nadert. • Voor kleine motorschepen onderling op ruim water geldt: als hun koersen kruisen en geen van de schepen aan stuurboordwal vaart, krijgt het schip dat van stuurboord nadert voorrang. • Een klein zeilschip met het zeil over bakboord heeft voorrang op een klein zeilschip met het zeil over stuurboord. Varen ze met het zeil over dezelfde boeg, dan moet het loefwaartse schip voorrang verlenen aan het lijwaartse schip. • Wie vanuit een haven of nevenvaarwater een hoofdvaarwater opvaart dan wel oversteekt, of vice versa, moet ervoor zorgen dat andere vaarweggebruikers niet genoodzaakt worden hun koers en snelheid plotseling en in sterke mate te veranderen.
Op de vaarweg Stuurboordwal
Houd op het vaarwater zoveel mogelijk stuurboordwal (rechterkant) aan. Ook in de betonde vaargeul. Zie de hiervoor genoemde belangrijkste vaarregels. Let op: grote schepen mogen in sommige situaties aan bakboordwal (aan de linkerkant) varen. Bijvoorbeeld om sterke stroming te ontwijken of een haven in te varen. Een groot schip dat aan de bakboordwal wil gaan varen, toont een blauw bord met wit flikkerlicht voor tegemoetkomende vaart. Dit betekent stuurboord op stuurboord passeren. Een klein schip passeert dus zoveel mogelijk aan de zijde van het blauwe bord. Uiteraard als de situatie zich daarvoor leent. Op de Westerschelde, het Kanaal van Gent naar Terneuzen en de Eemsmonding is het blauwe bord niet van toepassing. Download de folder ‘Het blauwe bord’ op www.varendoejesamen.nl
Koers en snelheid
Pas uw koers en snelheid op tijd aan als u voorrang verleent aan een ander schip. Laat duidelijk zien welke koers u vaart en geef elkaar de ruimte om te manoeuvreren. Zorg ervoor dat uw schip geen hinderlijke golfslag of zuiging veroorzaakt en voorkom zo gevaarlijke situaties en schade. Een klein schip moet op de motor minstens 6 km/u kunnen varen, op de grotere wateren, rivieren en kanalen.
4
Bekijk ook de video: ‘Plaats op de vaarweg’
Blijf uit de dode hoek!
Als u de stuurhut en de schipper van een vrachtschip niet kunt zien, dan ziet de schipper u ook niet. Hoe groot de dode hoek van een binnenvaartschip is, hangt af van het type schip, de lading, de hoogte van de stuurhut en de afstand van de stuurhut tot het einde van de zichtbelemmering. De dode hoek van een binnenvaartschip kan tot 350 meter groot zijn. Blijf uit de dode hoek! Kijk regelmatig achterom en zorg dat u goed zicht rondom hebt als u achter het roer staat. Vaar zoveel mogelijk aan de rechterkant van het vaarwater. De beschreven situatie geldt op binnenwater; op zee is de dode hoek van beroepsschepen vele malen groter!
Veilig oversteken goed (over)zicht? is het veilig om over te steken?
het kanaal zijwater
Stel: u komt uit een zijwater en wilt bakboord uit het kanaal op. Neem om te beginnen de tijd als u een kanaal oversteekt. Vaar niet over bakboord het drukke kruispunt over, maar sla eerst ‘rechtsaf ’, met eventueel een uitkijk voorop. U vaart dus een kort stukje aan stuurboordwal. Zodra u voldoende overzicht hebt en het veilig genoeg is, steekt u het kanaal haaks over. U vaart vervolgens weer stuurboordwal in uw gewenste vaarrichting en kunt het kruispunt op een veilige manier oversteken. Doe dit vooral met gematigde snelheid, dan kunt u nog stoppen als het nodig is. Een beroepsschip is sneller bij u dan u denkt.
Open varen
Als u een haveningang wilt invaren, dan kunt u die het best ‘open varen’. Dat wil zeggen: neem de bocht iets ruimer, mits dat geen hinder geeft voor de overige scheepvaart. Door deze koers krijgt u meer overzicht, u kunt in de haveningang kijken. Omgekeerd hebben schippers die de haven verlaten u eerder in het zicht.
5
Foto: Hylke Steensma
Reisvoorbereiding Pleziervaartuigenverzekering
Met een pleziervaartuigenverzekering is aansprakelijkheid verzekerd voor schade die u met uw boot veroorzaakt. U kunt zich ook verzekeren voor schade die aan uw boot wórdt veroorzaakt en voor schade veroorzaakt door van buiten komende onheil, zoals brand, ontploffing en diefstal. Welke spullen aan boord zijn meeverzekerd, staat in de polisvoorwaarden. Onverzekerd rondvaren kan grote financiële gevolgen hebben. Wanneer u aansprakelijk bent voor schade die u bij anderen veroorzaakt, draait u op voor zowel materiële schade als letselschade. De kosten zijn hoog. Met een verzekering loopt u dat risico niet.
Vaarbewijs
In Nederland hebt u een Klein Vaarbewijs nodig voor: • Een schip van 15 tot 25 meter lang dat niet bedrijfsmatig wordt gebruikt. • Een schip tussen de 15 en 20 meter lengte dat voor bedrijfsmatig gebruik is bestemd of bedrijfsmatig wordt gebruikt. • Een sleep- of duwboot die bedrijfsmatig wordt gebruikt om een schip met een lengte van maximaal 20 meter te slepen, langszij mee te voeren of te duwen. • Een waterscooter, jetski, rubberboot of motorboot korter dan 15 meter die harder kan dan 20 kilometer per uur. Er zijn twee niveaus: Klein Vaarbewijs 1 (VB1) - Voor het varen op rivieren, kanalen en meren, inclusief Gouwzee en Randmeren. Maar niet op: Westerschelde, Oosterschelde, IJsselmeer, Markermeer, IJmeer, Waddenzee, Eems en Dollard. Klein Vaarbewijs 2 (VB2) - Voor het varen op alle binnenwateren, dus inclusief Westerschelde, Oosterschelde, IJsselmeer, Markermeer, IJmeer, Waddenzee, Eems en Dollard. Voor het varen op de Noordzee hebt u geen vaarbewijs nodig, maar wel voor het bevaren van de zeehavens. Het behalen van het vaarbewijs is ook nuttig als u een schip vaart waarvoor geen vaarbewijs nodig is. Dan hebt u voldoende basiskennis van de reglementen, wetten en veiligheidsmaatregelen en dat komt de veiligheid ten goede. De Stichting Vamex (Vaarbewijs- en Marifoonexamens) adviseert daarom, ook als u niet onder de vaarbewijsplicht valt, altijd een examen Klein Vaarbewijs I te doen. Meer informatie vindt u op www.vamex.nl
Watersportcursussen
Met tal van watersportcursussen kunt u uw kennis bijspijkeren. Zoals ‘Tochtplanning’ of ‘Theoretische Kustnavigatie’. De organisaties achter ‘Varen doe je Samen!’ raden iedere watersporter aan zich te verdiepen in de theorie en de reglementen. Praktijkcursussen zijn er ook, bijvoorbeeld de cursus ‘Manoeuvreren op de motor’ of ‘Wadvaren’. Educatieve vaartochten laten mensen kennismaken met een vaargebied dat bepaalde vaardigheden vereist. De meeste watersportcursussen, voor zowel zeilals motorboot, volgen het diplomasysteem van de Commissie Watersport Opleidingen (CWO). In de CWO participeren onder andere Hiswa Vereniging, Watersportverbond en ANWB, partners in ‘Varen doe je Samen!’ Meer informatie vindt u op www.cwo.nl 6
Goed voorbereid op reis
Het is belangrijk om goed voorbereid aan uw vaartocht te beginnen. • Controleer voor vertrek uw schip, de brandstofvoorraad en de filters. • Bekijk of beluister de weersverwachting. • Check vaststaande gegevens, zoals het getij. • Zorg voor actuele vaarkaarten. Nuttige informatie over vaargebieden vindt u in verschillende vaarwijzers, vaargidsen en natuurlijk op internet.
Bekijk ook de video: ‘Goed voorbereid op reis’
Rondom vrij uitzicht
Als schipper moet u goed in de rondte kunnen kijken. Dit staat in het BPR beschreven. Het varen met een dichtgebouwde kuip met beslagen ramen is riskant. Bekwaamheid en uitzicht rondom zijn wettelijke bepalingen die voor iedere schipper gelden, onafhankelijk van de vaarbewijsplicht. Bekijk ook de video: ‘Rondom zicht’
Communicatie op het water De marifoon
De marifoon is een zendontvanger voor maritieme communicatie. Hij is in de beroepsvaart onmisbaar. Schippers, verkeersleiders, brugwachters en sluismeesters praten met elkaar via de marifoon. Alle binnenvaartschepen hebben minimaal één marifoon aan boord. Voor kleine schepen is de marifoon niet verplicht, maar wel sterk aanbevolen, zeker op vaarwegen met beroepsvaart. Zonder marifoon mist u veel informatie en andere vaarweggebruikers en verkeersleiders kunnen geen contact met u opnemen. Dat kan leiden tot gevaarlijke situaties. Bovendien kunt u in noodsituaties anderen niet waarschuwen.
Uitluisterplicht
Bekijk ook de video: ‘Onderlinge communicatie’
Als u een marifoon aan boord hebt, moet u in bezit zijn van een bedieningscertificaat, hebt u uitluisterplicht en moet u de marifoon gebruiken. Oefen de bediening en het gebruikte jargon tijdig.
Verkeersbegeleiding en blokkanalen
Op drukke doorgaande vaarwegen zorgen verkeersposten (walstations) voor verkeersbegeleiding. Het stuk vaarweg dat een verkeerspost voor zijn rekening neemt, heet blokgebied. Elke verkeerspost en dus ook elk blokgebied heeft zijn eigen kanaal. Dat staat vermeld op de waterkaart en op borden langs de oevers. Vaart u in zo’n blokgebied, dan bent u verplicht om op dat kanaal uit te luisteren en te communiceren.
Kanaal 10 en 13
Buiten de drukke verkeersbegeleidingsgebieden, dus buiten de blokkanalen, zetten alle schepen hun marifoon op kanaal 10, het algemene nautische kanaal voor binnenwater. Zo kunnen alle schippers oproepen en opgeroepen worden. Op zee zetten alle schepen de marifoon op kanaal 13, het algemene nautische kanaal buitengaats.
Alarmering
Bent u in nood, dan kan de marifoon redding brengen. Gebruik het juiste kanaal: • Kanaal 16. Op zee en het ruime binnenwater (Waddenzee, IJsselmeer, Oosterschelde en Westerschelde) luisteren de Kustwacht en diverse verkeersposten continu uit op dit kanaal. • Blokkanaal. In een verkeersbegeleidingsgebied gebruikt u het blokkanaal. De verkeersbegeleiding luistert dat voortdurend uit. • Kanaal 10. Vaart u niet op zee of ruim binnenwater en niet in een blokgebied, dan gebruikt u kanaal 10.
7
Spelregels bij verkeersbegeleiding
Voor het marifoonverkeer binnen de blokgebieden gelden grondregels. • De verantwoordelijkheid voor een veilige navigatie ligt altijd bij de schipper. • Gedurende de vaart in de marifoonblokgebieden is uitluisteren en communiceren op het desbetreffende marifoonblokkanaal verplicht. Dit geldt ook voor kleine schepen uitgerust met marifoon. • Doelgroepschepen (kegelschepen, bijzondere transporten en een deel van de passagiersvaart) moeten zich melden bij het binnenvaren van een marifoonblokgebied. • Alle schepen, met uitzondering van kleine schepen, moeten zich melden op het marifoonblokkanaal voor: - het in- en uitvaren van een haven of nevenvaarwater - het keren op het vaarwater - het oversteken van het vaarwater. • Het nautisch veiligheidsverkeer tussen schepen onderling en met de verkeersposten moet op het marifoonblokkanaal worden afgewikkeld. • Houd alle communicatie kort en zakelijk. Meldt u zich met scheepsnaam, scheepstype, positie en vaarrichting.
Bruggen en sluizen Samen schutten
Het passeren van sluizen vraagt extra aandacht. Zowel beroeps- als recreatieschippers moeten bij een sluis binnen een beperkte ruimte manoeuvreren. Dat vereist oplettendheid en communicatie met elkaar en met de sluismeesters. Het is zaak rekening met elkaar te houden, zodat de sluispassage vlot en veilig gebeurt. Voordringen is natuurlijk uit den boze, wacht op uw beurt en volg de aanwijzingen van de sluismeester op.
Bekijk ook de video: ‘Samen schutten’
Veilig door sluis en brug • • • • • • • • • •
Maak geen hinderlijke golfslag bij de wachtplaatsen. Wacht voor rood licht. Vaar pas een sluis in (en uit), als dat is toegestaan. Is er een marifoon aan boord, luister deze dan uit (uitluisterplicht) op het ter plaatse geldende marifoonkanaal. Vaartuigen moeten de sluis invaren in volgorde van aankomst. Voor het afmeren op de wachtplaats geldt hetzelfde. Een klein schip moet, als dat mogelijk is, een groot schip voor laten gaan. Houd met een klein schip in de sluis, zo mogelijk, enige afstand van een groot schip. Landvasten moeten in de sluiskolk zo worden gevierd of doorgehaald, dat ze de sluis of andere schepen niet beschadigen. Maak uw schip met voldoende landvasten vast, maar vier ze tijdig bij zakkend water! Trossen vast? Schroef uit! Blijf niet te lang rondjes draaien voor een brug, vaar vlot door als de brug opengaat en laat het wegverkeer niet onnodig wachten. • Ga onder het juiste brugdeel door en let altijd goed op tegenliggers, vooral als er beroepsvaart of ander verkeer aan komt.
Schutten van zoet naar zout
Maak altijd eerst achter vast, als u van zoet naar zout schut. Ook als de wind op de kop staat. U hebt namelijk stroom mee in de sluis. De kracht van het water op het water zijn groter dan die van de wind.
Voor het eerst naar zee
Als u voor het eerst naar zee gaat, neem daar dan de tijd voor. Zorg dat u minimaal de avond voor vertrek in de buurt van de sluis bent. Luister via de marifoon naar de desbetreffende verkeerspost. U hoort dan alvast informatie over mogelijke werkzaamheden, verplaatste betonning, afwijkende waterstand, et cetera en kunt die gegevens in alle rust verwerken.
8
Foto: Hanneke de Boer
Veiligheid aan boord Schip, bemanning en uitrusting
Veiligheid heeft betrekking op schip, bemanning en uitrusting. Het is ook een kwestie van mentaliteit; u moet er voortdurend oog voor hebben. Veiligheid aan boord begint al voor het varen, met uw tochtvoorbereiding. De veiligheidsuitrusting moet op orde zijn. Wat er aan boord aanwezig moet zijn, hangt af van het soort boot en het type vaarwater. Via de website www.varendoejesamen.nl kunt u een folder downloaden met daarin de (minimum) uitrusting die nodig is voor een veilige vaart. Goed zeemanschap is de grondregel (BPR artikel 1.04). Het betekent dat een schipper schade voorkomt, personen niet in gevaar brengt en een vlotte, veilige vaart niet hindert. Vrij vertaald: als het niet kan zoals het moet, dan moet het maar zoals het kan. Een paar punten: • Ken de (uitwijk)regels en reageer tijdig; ook bij het zien van de A-vlag (duikers te water). Let onder alle omstandigheden op uw eigen zichtbaarheid en uitzicht. • Onderken zowel de vaardigheden als de beperkingen van uw opvarenden, in het bijzonder bij slechte weersomstandigheden en vaarcondities. • Vertel uw gasten aan boord altijd over veiligheid: wijs ze op de plaats en het gebruik van de EHBO-kist, noodsignalen, reddingsvesten, brandblussers en communicatiemiddelen. Waarschuw voor gevaren als onder spanning staande trossen en lijnen. • Laat uw noodsignalen, EHBO-middelen en brandblusapparatuur regelmatig keuren. • Luister regelmatig naar de weerberichten en handel hiernaar. • U moet de van kracht zijnde vaarreglementen aan boord hebben. • Zorg voor recente kaarten van het vaargebied en werk ze bij. • Denk altijd aan uw snelheid en zorg dat andere schepen geen last hebben van uw hek- en boeggolven. Houd voldoende afstand.
Draag een reddingsvest
Draag op het water een reddingsvest, ook als u een geoefend zwemmer bent. Het gevaar van overboord vallen is altijd aanwezig. De Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij komt ieder jaar ongeveer twintig keer in actie voor opvarenden die overboord zijn geslagen. Soms komt die hulp te laat. Te water raken is levensbedreigend. In het koude water raken drenkelingen snel onderkoeld. Met een reddingsvest draait een drenkeling binnen een paar seconden op zijn rug en de kraag ondersteunt het hoofd. Zo’n vest kan uw leven redden. Daarom wil de KNRM bevorderen dat iedereen aan boord van een schip een goed werkend, passend reddingsvest draagt, dat op de juiste wijze is bevestigd en geschikt is voor de omstandigheden.
Alcoholpromillage
Het toegestane alcoholpromillage voor schippers en iedereen die een schip bestuurt bedraagt 0,5 promille. Dit geldt zowel voor beroeps- als recreatievaarders. Iedereen die een schip bestuurt moet scherp en alert zijn. Buitengewone opsporingsambtenaren van vaarwegbeheerders en politie zijn bevoegd om bij overtreding boetes uit te delen. De politiebeambten houden ook alcoholcontroles. 9
Wat u verder nog moet weten… Alle vaarweginformatie op één site
Op de site www.vaarweginformatie.nl is alle informatie over de beschikbaarheid van de vaarwegen gebundeld. En er is meer, u kunt gratis een persoonlijk abonnement nemen op specifieke updates en per vaargebied gegevens verzamelen. De website is ook via uw mobiele telefoon of tablet te raadplegen.
Vervoer van gevaarlijke stoffen
Binnenvaartschepen geladen met gevaarlijke stoffen (brandbaar, giftig of explosief), tonen een, twee of drie blauwe kegels of lichten. Zeeschepen die van en naar zee varen, voeren een rode vlag of rood licht. Houd voldoende afstand tot deze schepen en gebruik geen open vuur in hun nabijheid. Bij het schutten volgt het sluispersoneel de BPR-regels en de instructies voor het schutten van kegelschepen.
Mist en radar
In het BPR staan vaarwegen en havens waar u bij slecht zicht niet mag varen zonder typegoedgekeurde radar. Volgens nieuwe regelgeving is varen zonder radar tijdens beperkt zicht verboden. U moet dan de dichtstbijzijnde geschikte ligplaats opzoeken. Let op: u kunt een bekeuring krijgen voor het varen zonder radar bij slecht zicht! Een klein varend of geankerd vaartuig moet bij zowel slecht zicht als ’s nachts op de drukke vaarroutes een radarreflector voeren. Naast de gewone radarreflectoren zijn ‘actieve’ varianten verkrijgbaar, die de signalen van schepen met radar versterkt terugsturen. Neem ’s nachts of tijdens slecht zicht contact op met de betreffende verkeerspost en vraag desnoods begeleiding aan. Vertrouwt u als watersporter de weersomstandigheden niet, vaar dan niet uit.
Staandemastroute
De staandemastroute is een veilige doorgaande route voor zeil- en motorboten met een opbouwhoogte van meer dan 6 meter. Een alternatief voor bijvoorbeeld een tocht over zee. De staandemastroute wordt bevaren door zowel de recreatievaart als de beroepsvaart. U passeert dikwijls drukke scheepvaartknooppunten. De brochure ‘Staande Mast Route’ van Rijkswaterstaat biedt praktische informatie die nodig is voor een goede reisvoorbereiding en voor een vlotte en veilige vaartocht. U kunt de brochure downloaden op www.varendoejesamen.nl
Aandacht voor de motor
Lege accu’s, verstopte filters en vervuilde brandstoftanks zorgen dikwijls voor motorstoringen. Zeker in het begin van het vaarseizoen moeten redders vaak watersporters met motorstoring te hulp schieten. Bacteriegroei in de dieseltank gedurende het winterseizoen is een probleem. Daarom de volgende tips: • Maak uw tank vóór het vaarseizoen schoon. • Zorg voor schone filters. • Ontlucht de motor na vervanging van de filters. • Controleer het oliepeil van de motor geregeld. • Laad de accu’s op. • En: vaar met een volle tank. • Check ook het koelwater! Vuil in de aanvoer of een defecte impeller (schoepenrad) kan tot een oververhitte motor leiden. • Zorg voor gereedschap en gangbare reserveonderdelen aan boord. • Volg een cursus dieseltechniek. Dan leert u in een dag brandstoffilters en de impeller vervangen, olie verversen en de motor winterklaar maken. Op www.watersportcalamiteitendraaiboek.nl ziet u hoe u kunt handelen in noodsituaties. Op www.varendoejesamen.nl kunt u de folder ‘Voorkom Motorstoring’ downloaden.
Motorstoring
Valt uw motor uit tijdens het varen op binnenwater, probeer dan voor anker te gaan of – als dat nog lukt - af te meren, om een aanvaring te voorkomen. Waarschuw een verkeerspost, houd uitkijk en maak andere schepen duidelijk dat u niet kunt manoeuvreren, bijvoorbeeld met geluidsseinen.
10
Foto: Hylke Steensma
11
Foto: Hylke Steensma
Zwemmen kan niet overal
Er geldt een verbod voor zwemmen in de rivier. Het BPR artikel 8.08 ‘Watersport zonder schip’ zegt onder andere: 1. Een persoon die zwemt (…) moet voldoende afstand houden van een varend schip of een varend drijvend voorwerp (…). 2. Zwemmen, watersport zonder gebruik te maken van een schip en onderwatersport zijn verboden: • Op een wachtplaats of in de nabijheid van een brug, een sluis of een stuw. • In gedeelten van de vaarweg bestemd voor de doorgaande scheepvaart. • In routes van veerponten. • In havens en nabij de ingangen daarvan. • In de nabijheid van meergelegenheden. • In gebieden aangewezen voor snelvaren of waterskiën. • In de door de bevoegde autoriteit aangewezen gebieden. 3. De bevoegde autoriteit kan vrijstelling of ontheffing verlenen van het tweede lid.
Gevaren
Golfslag, zuiging en stroming kunnen gevaarlijk zijn voor zwemmers. Hetzelfde geldt voor een lage watertemperatuur. Zwemmen bij bruggen, sluizen en stuwen is verboden. Daarom mag u nooit vanaf een brug, sluis of stuw springen of duiken. Hetzelfde geldt voor steigers, kades en remmingswerk. Bovendien is het levensgevaarlijk! Geschikte zwemlocaties vindt u op www.zwemwaterlocatie.nl Waterbeheerders controleren de waterkwaliteit van officiële zwemwaterlocaties.
Wellevendheid Uit een enquête onder de leden van het Platform Waterrecreatie blijkt dat het gedrag van sommige waterrecreanten grote ergernis geeft. Daarom heeft het Platform Waterrecreatie een ‘gedragscode’ opgesteld. De gedachte daarbij is: ‘Wie de schoen past, trekke hem aan.’ Het Platform Waterrecreatie is van mening dat u mede-watergebruikers kan en mag wijzen op veronachtzaming van deze gedragscode, tenzij uw eigen veiligheid daardoor in gevaar komt. Hieronder een aantal punten, de gehele gedragscode staat op www.npvw.nl • Bied hulp in geval van nood. • Maak geen onnodig lawaai, geluid draagt ver op het water. • Sta andere schepen toe langszij te komen (bij voorkeur kop aan kont); loop over het voordek van uw buurman om aan wal te komen. • Neem andermans trossen aan bij het afmeren. • Denk aan uw snelheid en pas deze aan de omstandigheden van het vaarwater aan. Een te hoge hekgolf veroorzaakt overlast en kan schade veroorzaken. • Zorg voor correcte vlagvoering; haal de natievlag neer bij zonsondergang. • Gooi geen afval overboord en loos geen vuil- en bilgewater. • Verstoor geen dieren in natuurgebieden, betreed geen rust- en broedgebieden. 12
Foto: Hans Nunnikhoven
10 tips voor de recreatievaart
10 tips voor de beroepsvaart
1. Begin met een goede voorbereiding: Zorg ervoor dat uw schip en bemanning klaar zijn voor de reis en dat u voldoende informatie hebt over de wateren die u gaat bevaren. Ga alleen varen als het zicht goed is! 2. Zien en gezien worden: Zorg ervoor dat u altijd goed zichtbaar bent én dat u zelf onbelemmerd om u heen kunt kijken. Kijk regelmatig achterom, zodat u oplopende schepen tijdig ziet. Een mast met vlag vergroot uw zichtbaarheid. Geluidsseinen moet u kunnen horen. 3. Motor aan boord, noodzaak: Een klein vaartuig moet een motor hebben en daarmee een snelheid kunnen handhaven van ten minste 6 km/u ten opzichte van het water. 4. Geef ze de ruimte, vaar langs de rechteroever: Vaar zoveel mogelijk langs de rechteroever en geef binnenvaartschepen de ruimte, vooral in de bochten! 5. Regels blauw bord met wit flikkerlicht: Wanneer een schip een blauw bord met wit flikkerlicht voert, passeer dan bij voorkeur aan de zijde van het blauwe bord. 6. Vaar een duidelijke koers: Laat andere schepen met uw koers duidelijk zien wat u van plan bent. 7. Blijf uit de dode hoek. Een vrachtschip kan een dode hoek hebben (maximaal 350 m), waardoor de schipper u niet ziet. 8. Let op ‘snelverkeer’: Op sommige plekken mogen motorboten sneller varen dan 20 km per uur. 9. Pas uw snelheid aan: Zorg dat kleinere schepen, geladen vrachtschepen en afgemeerde vaartuigen geen hinder hebben van uw hek- en boeggolf. 10. Gebruik de marifoon: Vaar met de marifoon aan en gebruik deze om onduidelijke en gevaarlijke situaties te voorkomen.
1. Trossen vast? Schroeven uit!: Dan hebben watersporters in de sluis geen last van uw schroefwater. 2. Gebruik de marifoon: Gebruik de marifoon om onduidelijke en gevaarlijke situaties te voorkomen. 3. Gevaar? Geef een geluidssein: Wijs kleine schepen zo nodig op gevaar, geef een lange stoot op de hoorn. 4. Pas uw snelheid aan: Pas uw snelheid op tijd aan, zodat u kleinere schepen niet hindert of in gevaar brengt. 5. Geef elkaar de ruimte: Bij het oplopen en passeren moeten alle schepen – klein én groot – elkaar voldoende ruimte geven. Wees hoffelijk en geef de kleine schepen ook de ruimte. 6. Denk aan de dode hoek: Zorg dat u rondom vrij zicht hebt. Uw dode hoek mag niet groter zijn dan 350 meter. 7. Gebruik het blauwe bord met verstand: Sommige watersporters kennen de betekenis en de werking van het blauwe bord niet. Gun ze dan de stuurboordwal. 8. Wees een heer in het verkeer: Denk niet ‘ze gaan wel opzij’; laat watersporters zien hoe het hoort. Geef ze het goede voorbeeld. 9. Drukte? Plaats een uitkijk: Zet een uitkijk op het voorschip als het druk is met kleine vaartuigen. Die uitkijk kan u informeren en waarschuwen. 10. Toon uw vakmanschap en professionaliteit: U bent een professional met ervaring en vakmanschap. Bewijs dat en help de recreatievaart bij het samen varen.
13
10 tips voor veilig roeien
1. Kijk regelmatig achterom: Als roeier kijkt u in de richting waar u vandaan komt. In een ongestuurde roeiboot is het dus van levensbelang dat u regelmatig omkijkt in de vaarrichting. Binnenvaartschepen varen sneller dan u denkt, soms 20 km/uur. In specifieke gebieden mogen speedboten sneller varen. 2. Draag fel gekleurde kleding: Doordat u laag op het water vaart, valt u in uw roeiboot slecht op. Met fel gekleurde (oranje of gele) kleding bent u aanzienlijk beter zichtbaar. Wel zo veilig. 3. Vaar zo dicht mogelijk langs de oever: Geef beroepsvaart en andere vaarweggebruikers de ruimte en vaar dicht langs de oever. Houd hierbij wel rekening met vissers langs de kant, voorzover de scheepvaart dit toelaat. 4. Denk aan de dode hoek: De dode hoek van de beroepsvaart kan oplopen tot 350 meter. Binnen die dode hoek kunnen schippers u niet zien. Neem altijd het zekere voor het onzekere en pas uw koers en snelheid tijdig aan, zodat u zichtbaar blijft. Als u de stuurhut kunt zien, kan de schipper u ook zien. 5. Vaar een duidelijke koers: Laat tijdig zien wat u van plan bent, vaar geen zigzag koers en verander niet onverwacht van koers. Als u op grote afstand recht voor een naderend schip uit vaart, verminder dan niet plotseling uw snelheid. Geef de beroepsvaart de ruimte. Vooral in de buurt van bochten en in- en uitvaarten van havens hebben beroepsvaarders extra ruimte nodig en kunnen zij zuiging en golfslag niet altijd voorkomen. Lig dus niet stil in bochten of in de nabijheid van havenmondingen. 6. Laat schepen passeren: Blijf niet roeien naast of vlak voor de overige scheepvaart. Als schepen u naderen of u voorbij willen varen, werk dan mee. Maak voldoende ruimte en minder uw snelheid, maar niet plotseling. Hoe sneller het schip is gepasseerd, hoe eerder u weer veilig kunt roeien. Roei alleen naast elkaar als er geen andere schepen in de buurt zijn.
7. Blijf extra alert bij het invaren van vaarwegen: Uw roeiboot ligt laag op het water. Hierdoor kan het voorkomen dat u bij het uitvaren van een haven – bijvoorbeeld door de ligging van kribben – pas wordt gezien als u al in het vaarwater bent. Op een kanaal kan het veiliger zijn om de roeiboot pas te water te laten of hem er uit te halen als er geen varende schepen meer in de buurt zijn. U hebt dan geen last van zuiging en golfslag en kunt veiliger in- of uitstappen. 8. Roei alleen bij goed zicht: Bij slecht zicht varen beroepsschippers met behulp van radar en marifoon. Ze spreken bijvoorbeeld via de marifoon af hoe ze elkaar passeren. Dit kunnen ze met u niet doen. Bovendien zijn roeiboten slecht zichtbaar op de radar. Roei daarom alleen bij een zicht van minimaal 500 meter. Ga niet schuilen voor de regen onder een brug, want dan bent u op het radarbeeld zeker niet te zien. Vaar altijd met verlichting als het donker is. Denk nooit: ‘ze zien me wel’! 9. Aandachtsein: Schippers kunnen bij dreigend gevaar met de luchthoorn een aandachtsein geven. Dat is een lange stoot van ongeveer 4 seconden. Zo’n signaal kan voor u bestemd zijn. Reageer dan alert en geef andere vaarweggebruikers de ruimte. Beter nog: probeer deze aandachtseinen te voorkomen. 10. Leer de regels: De vaarregels voor kleine vaartuigen in het Binnenvaart- en het Rijnvaartpolitiereglement moet u als roeier goed kennen. Dan kunt u beter inspelen op de omstandigheden. Het is belangrijk dat u de betekenis van verkeerstekens en geluidsseinen kent. Het halen van het Klein Vaarbewijs kan hierbij helpen. Wie heeft voorrang? Op het water gelden andere regels dan op de weg. De basisregel luidt: handel altijd zo, dat een aanvaring wordt voorkomen. Als roeier bent u een kwetsbare gebruiker van de vaarwegen. Geef de overige vaart voldoende ruimte, ook in het belang van uw eigen veiligheid. 14
Veilig varen op ruim vaarwater Aandachtspunten voor de binnenvaart
Binnenvaartschepen varen geregeld op ruim vaarwater zoals het IJsselmeer, de Waddenzee en de Zeeuwse en Zuid-Hollandse stromen. Het vraagt om een goede voorbereiding, want die verkleint de kans op incidenten. De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft, samen met Rijkswaterstaat en de branche (Koninklijke Schuttevaer, Rijn en IJssel, Kantoor Binnenvaart, Centraal Bureau voor de Rijn- en Binnenvaart en de Christelijke Bond van Ondernemers in de Binnenvaart), aandachtspunten opgesteld voor het veilig varen op ruim vaarwater. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Zijn noodprocedures beschikbaar en bekend bij de bemanning? Zijn reddingsboeien en zwemvesten voor iedere opvarende beschikbaar en klaar voor gebruik? Is de bijboot onmiddellijk gebruiksklaar? Zijn er actuele vaarkaarten aan boord en kan in geval van nood de juiste positie worden opgegeven? Zijn de meest recente weersverwachting, het getijde en de verwachte golfhoogten bekend? Is de navigatieapparatuur (zoals radar, marifoon, dieptemeter, enz.) getest en in goede staat? Zijn losse uitrustingsstukken aan dek geborgd tegen wegspoelen? Zijn losse materialen, uitrustingsstukken, meubilair en apparatuur in onderdeks gelegen ruimten en verblijven voldoende geborgd tegen verschuiven en omvallen? 9. Zijn de ramen sterk genoeg of zijn de blinden aangebracht? 10. Zijn alle ramen, deuren, patrijspoorten en ‘schijnlichten’ op het voor- en achterschip, van accommodaties, machinekamers en magazijnen gesloten en geborgd? 11. Zijn alle toegangen tot voor- en achterpiek gesloten en geborgd? 12. Zijn alle openingen naar de kettingbak op voor- en achterschip waterdicht gemaakt en is hierbij de mogelijkheid voor een noodval van de ankers voorzien? 13. Zijn alle overige openingen en doorvoeringen die vanaf dek naar ruimten onder dek leiden waterdicht gemaakt? 14. Zijn er maatregelen genomen om instroom via ontluchtingsopeningen van brandstof-, smeerolie-, drinkwater- of sloptanks te voorkomen? 15. Is de roefrandafdichting naar de ondergelegen ruimten in orde en op lekkage gecontroleerd? 16. Zijn de waterzakken van de brandstoftanks afgetapt? 17. Is er zorg voor gedragen dat de motoren en hulpaggregaten tijdens de vaart voldoende brandstof en lucht krijgen? 18. Zijn de aanwezige bilge-alarmen op hun juiste werking gecontroleerd? 19. Zijn de afsluiters van het lenssysteem geplaatst op lenzen?
Tanker
20. Zijn alle toegangen tot kofferdammen gesloten en geborgd? 21. Zijn ladingtanks en in de ladingzone gelegen sloptanks voldoende waterdicht gemaakt om instroom van overkomend water te voorkomen?
Droge lading
22. Is de lading voldoende vastgezet en geborgd? 23. Is er zorg voor gedragen dat de lading niet kan verschuiven? 24. Zijn de laadruimten afdoende afgesloten tegen indringen van overkomend vast water? 25. Zijn lensputten en lensleidingen in de ruimen schoon en open?
Personenvervoer
26. Is er een passagierslijst? 27. Zijn de bergplaatsen voor reddingsmiddelen toegankelijk en open? 28. Is de bar ‘zeevast’ gemaakt? Gebroken glaswerk is gevaarlijk. 29. Is de kombuis ‘zeevast’ gemaakt? Beugels om kooktoestellen zodat hete pannen niet kunnen schuiven? 30. Is de intercom voor bemannings- en passagiersruimtes gebruiksklaar? 31. Zijn de passagiers geïnformeerd over de tijd en mate van verwachte beweging van het schip, om paniek en onbehagen te voorkomen? 32. Zijn de dekstoelen en tafels geborgd tegen schuiven en / of wegwaaien? 15
1.1 8º
Marsdiep
Q
Veerhaven
ISO8s MH8
BB
Helders Marine Museum
ISO2s
BB
één 1 91º
BB
Q
ISO2s
VHF 14 Zeedoksluis BB W20 L35
BB
FL5s
OCC5s
Lichte n in
BB
ISO4s MH6
20
Veer naar Texel
OCC5s
Kantoor ANWB
MarinehavenWillemsoord
D64
D28-80 OCC5s
VHF 18
VVV
539b Vice-adm. Moormanbrug BB H22.2 W180 OCC5s
VHF 14 539c Van Kinsbergenbrug BB H16.8 W170 Burgemeester Visserbrug BB H35.8 W170
e w eu Ni iep D
VHF
D4
5
539d 22
Phoenix
Wachtsteiger
Wachtsteiger 539a Koopvaardersschutsluis VHF 2x BB D53.5 22 W160 L850
D33
De Helsdeur
Industriehaven (Westoever)
De Schooten
Uitwateringssluis (doorvaart verboden)
Legenda aanbevolen vaarroute kaart is niet geschikt voor navigatiedoeleinden
D35
16
Foto: Havendienst Den Helder
1.1 Den Helder Als u Den Helder binnenvaart vanaf het Noordhollandsch Kanaal, kunt u bakboord uit richting de binnenhavens in het centrum, of stuurboord uit richting de Koopvaardersschutsluis en de buitenhaven. Doet u dat laatste, dan moet u zich melden bij de Koopvaardersschutsluis op marifoonkanaal 22 of bij de wachtsteiger aan bakboordzijde van de sluis. U moet oversteken om de steiger te bereiken, let daarom goed op naderende scheepvaart. De Koopvaardersschutsluis is een grote, hoge zeesluis. Meestal staat er veel wind in de sluis en is er een flink niveauverschil. Let bij het uitvaren van de sluis ook op de overgang van zoet naar zout water die een rare stroming kan geven. Na de sluis vaart u richting de Vice-Admiraal Moormanbrug (marifoonkanaal 18). Na deze brug komt u in de Marinehaven Willemsoord. Let u hier goed op en kijk om u heen, vrachtschepen varen snel. U passeert onder andere een laad- en loskade met bevoorradingsschepen voor de offshore. Deze schepen verwisselen vaak van plaats en drijven dan voor de Zeedoksluis. De recreatievaart moet wachten totdat de ze weer aan de kant liggen. Aan bakboordzijde kunt u via de Zeedoksluis en beweegbare brug naar de jachthaven in het Willemsdok. De sluis wordt op vaste tijden bediend. De sluiswachter is bereikbaar via marifoonkanaal 14. Komt u vanuit de jachthaven en de Zeedoksluis (van binnen naar buiten), dan geeft de sluiswachter pas een vrije doorgang nadat er overleg is geweest met de verkeerscentrale voor een veilige doorvaart door de haven. Dit in verband met het regelmatig verhalen van offshoreschepen. Bij het uitvaren van de sluis moet u zich melden op marifoonkanaal 62. In de Marinehaven Willemsoord ziet u aan stuurboord de marineschepen liggen en aan het eind van het water ligt aan bakboord de jachthaven van de Koninklijke Marine Jacht Club. Let bij het invaren op de stroming, de ingang is niet erg ruim. De havendienst van Den Helder is bereikbaar via marifoonkanaal 14. Hoofdstuk 13 van het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) beschrijft enkele bijzondere bepalingen voor de scheepvaart van, naar en in de haven van Den Helder. Het gaat onder andere over verboden handelingen op de rede van Den Helder en in het havengebied, het verbod om de marinehaven te Willemsoord anders te bevaren dan noodzakelijk voor de rechtstreekse doorvaart, en een tijdelijk vaarverbod in de marinehaven en de rede van Den Helder. Den Helder wordt ook beschreven in de ‘Knooppuntenboekjes’ over de Waddenzee en de Nederlandse Noordzeekust. 17
Regionale vaarwegbeheerders:
N25 D35
1.2 Helihaven
76
Bal al
ana
ndk
gza
VHF 20 Kooybrug BB H74 W153 (vast ged. H82)
539 VHF 20 538 Kooysluis BB H36 D34 W100 L700
75
De Kooy
3x 24 uur
3x
Ba
lgz
N9
74
540 Spoorbrug Koegras
BB H29.5-25 W153 (vast ged. H34 W50)
73
Kan
aal
Blauwe Keet
hol la
nds
ch
72
No
ord
Breezand
Noorderhaven (Psych. Inr.)
Anna Paulowna Legenda
Polderaanbevolen vaarroute
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
71
Gelderse-
18
a
1.2 De Kooy Let in het Noordhollandsch Kanaal tussen kilometerraai 71 en 72 op de kabelveerpont. Wacht absoluut tot de flikkerlamp op de paal aan stuurboord gedoofd is, anders hangt er een staalkabel over het water die u slecht kunt zien. Na de veerpont komt u bij de Spoorbrug Koegras. Voor bediening kunt u zich melden door de knop op de meldsteiger in te drukken of via de telefoon: 072- 5198557. Na de Kooybrug komt u bij de splitsing met het Balgzandkanaal, het vaarwater naar het Amstelmeer. De binnenbocht aan stuurboordzijde is hier ondiep. Let op beroeps- en recreatievaart die vanuit de Kooysluis bakboord uit richting Alkmaar, of stuurboord uit richting Den Helder wil varen. Zet indien nodig een uitkijk voorop. Tussen de Kooybrug en Den Helder ligt aan stuurboordzijde een industrieterrein waar regelmatig beroepsschepen afvaren en afmeren. Houd hier rekening mee. De centrale meldpost bij de Kooysluis bedient ook verschillende bruggen over het Noordhollandsch Kanaal, het Balgzandkanaal en over het Kanaal Stolpen - Schagen. De sluis- en brugwachter is bereikbaar via marifoonkanaal 20.
19
Regionale vaarwegbeheerder:
ISO6s
Hempolder
Kalverstraat
ISO6s
ISO6s
Gat op de Meer
Schulpstuw (staat open) D45 W465
Nes
ISO6s
ISO2s
D17-18
Dodde
(2x)
(4x)
Door zandwinning zijn grote diepteverschillen ontstaan
Zeer lage duiker
Akersloot
JH Alkmaarse R & ZV
JH Sander
JH 't Hoorntje
JH WV Akersloot
JW Verduin JH Laamens
ISO2s
La
20
D6
D34
eer
D200-300
Saskerlei
D30
Koge rpo kana lderal
D180
La n
g
ondiep ver e so
D35
Alkmaarder
ISO6s
31
Deilings
30
4x24 uur
4x24 uur
1
2
4x
VV
Schutsluis D10 W32 L106 4x24 uur
Woudhaven
H420
Schulpstuw (staat open)
4x24 uur
4x24 uur
4x24 uur
554
VHF Kogerpolderbrug 20 BB H44.5 W155
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
nge M
1.3 Legenda aanbevolen vaarroute
C
H28 B
Vuil
Foto: Dik van Veldhuizen
1.3 Alkmaardermeer en Alkmaar Varend richting Alkmaar moet u na het passeren van de Beatrixbrug in de Tapsloot letten op beroepsvaart die via de Nauernasche Vaart (Zijkanaal D) naar het Noordzeekanaal vaart. Stuurboord uit gaat het hoofdvaarwater via Markenbinnen naar het Alkmaardermeer. Binnen de betonning is voldoende diepgang op het Alkmaardermeer, daarbuiten is het op sommige plaatsen ondiep. De brugwachter van de Beatrixbrug is bereikbaar via marifoonkanaal 18. In de Tapsloot zijn enkele losplaatsen voor de beroepsvaart. Houd hier rekening mee. De Markervaart Noord en het Kogerpolderkanaal zijn voornamelijk in gebruik als verbinding tussen de Zaan en het Noordhollandsch Kanaal. Via marifoonkanaal 20 kunt u bij de op afstand bediende Kogerpolderbrug informeren of er scheepvaart in de buurt is. De Markervaart is smal met veel recreatievaart, vaar de ingang goed open. ‘Open varen’ wil zeggen: neem de bocht iets ruimer zodat u meer overzicht hebt, mits dat geen hinder geeft voor de overige scheepvaart. Aan het eind van het Alkmaardermeer kunt u stuurboord uit via het Gat op de Meer het Noordhollandsch Kanaal op. Let op de geel betonde ondiepten aan weerszijden. Na het passeren van de openstaande Schulpstuw komt u langs een veerpont. Let ook op beroepsvaart van en naar Purmerend (Noordhollandsch Kanaal). Voor de Leeghwaterbrug voor Alkmaar ligt aan bakboordzijde een industrieterrein waar regelmatig beroepsschepen afvaren en afmeren. Na de Leeghwaterbrug gaat het Noordhollandsch Kanaal bij Nautisch Centrum Nicolaas Witsen bakboord uit richting het centrum van Alkmaar. Het vaarwater door het centrum heeft veel bochten. Tip: zet een uitkijk op de boeg als een bocht onoverzichtelijk is.
21
Regionale vaarwegbeheerder:
1.4
H35.9
3x 24 uur
Zaandam teri Wa
562 Beatrixbrug BB H29.4 W120 H27.5
VHF 20
Go uw
JH WV De Remming
ng
561 Sluis en BB Wilhelmina H25-29 D31.2 W115 L1200
2x
2x BB H27
KV De Geuzen
H27
H27.9
H22.9 William Pontbrug BB H32 W85
o Vo an
D1
0
rza
H28 W80
H30 W90
Ou
de
Ha
H29.6 W114.7
H23.1 W59.6
560a
ve
D15
n
BB H65 560 VHF 20
RV ZZV
Dr. J.M. den Uylbrug BB H65 W170 (vast ged. H71 W240)
JH Hierro
D20
na
ka
Zij
Isaac Baart
al
Scheepswerven
Haven
G
D9 0
17
Dirk Metselaar Haven
0
D9
18
JH Kokernoot WV Bruynzeel
Noord
zeeka
naal
19
18
Reyni
aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
ven U ha ssel ve inc n x-
Legenda
erszha
22
van Jan khaven eec Rieb
Carel
Fabriek
19
Petroleumhaven
Foto: Paul van der Drift
1.4 Noordzeekanaal ter hoogte van Zaandam Het Noordzeekanaal wordt bevaren door grote en snelle beroepsvaart, waaronder cruiseschepen van 300 meter en bulkschepen van 350 meter lang en 45 meter breed! Daarnaast is er ook veel recreatievaart, want de zogeheten alternatieve staandemastroute (via de Braassemermeer, Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder, het Spaarne en Zijkanaal C) loopt door dit gebied, richting het IJsselmeer. Kijk regelmatig achterom als u over het Noordzeekanaal vaart. Komend vanaf het Noordzeekanaal vaart u tussen de borden 18 en 19 in noordelijke richting naar Zaandam (Zijkanaal G). De ingang moet u goed open varen. Voor de Wilhelminabrug en -sluis is aan bakboord een kade waar haven- en sluisgeld betaald moet worden. Als u hier wilt aanleggen, moet u oversteken, let dus goed op naderende schepen. Hetzelfde geldt als u wegvaart van deze kade. Na de Coenbrug in Koog aan de Zaan begint het mooiste gedeelte van de route. Oude Zaanse huizen en de molens waar de Zaanstreek zo bekend om staat. Let op: buiten de betonning is weinig diepgang. Op de Voorzaan (Noordzeekanaal tot de Wilhelminasluis) moet een klein geankerd of een klein varend vaartuig ’s nachts en bij slecht zicht voorzien zijn van een radarreflector.
Met staande mast naar Den Helder via Alkmaar
Het traject van Amsterdam naar Den Helder via Alkmaar is eigenlijk geen staandemastroute, maar is wel op dezelfde manier bevaarbaar. Een prima alternatief om binnendoor naar Den Helder te varen als het weer wat slechter is. Ook als u met een motorboot vaart, is dit een mooie route.
23
Regionale vaarwegbeheerder:
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
Legenda
aanbevolen vaarroute
24
D11
(4x)
582 BB H69.2 W140
D70
D12
Fabriek
583 Schutsluis en BB H23.5 K+RV D44 W120 L1009 Spaarndam JH De Rietpol Scheepswerf
Fabriek
H369
9
OCC5s
WV IJmond
Buitenhuizen
ka
j
Zi
10
VHF 3
D150
Fabriek
erweg
Noord
C al Wachtsteiger na
BB H60 W140
VHF 18 581
Wachtsteiger
al
9
na
ka
Spaarndam
Aanmeren alleen met toestemming
BB doorvaart alleen voor vergunninghouders
al B
D50
D25
Palen
ana
H16 W57
Zijk
Part. steiger
ee
dz
8
Spaarnwoude
FAC
or
No
11
VHF 68
11
D20
Wachtsteiger
JH Café De Vlonder JH Nau-er-na
Wachtsteiger
Nauerna
H6
H11.8 W110 W50
12
Groote Braak
12
kaAlas n e Terminal hav
eekan aal
Noord z
559a 20 Nauernaschebrug BB H35 W120
VHF
559 Sluis en BB H27 D24 W56.5 L270
H180
13
D8
loo Vaars
Ame
Sluis staat open
De Dammers
A9
Meerpalen
n
aa
ob
ot
Ka n
slo
5
Reef
D3
Kruithaven
Zi
7
D39
k Blo jkana al D
7 t
1.5
D150
ri ven kaha
Afrika haven
Foto: Hylke Steensma
1.5 Noordzeekanaal met zijkanalen C en D Het Noordzeekanaal is een breed vaarwater met steile oevers, waardoor het over de gehele breedte bevaarbaar is. Het Noordzeekanaal wordt bevaren door grote en snelle beroepsvaart. Er is ook veel recreatievaart, vanwege de twee staandemastroutes van en naar het IJsselmeer. De westelijke route loopt via Zijkanaal C, het Spaarne, de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder en de Braassemermeer. Het oostelijke traject gaat door Amsterdam via het Westerkanaal en de Kostverlorenvaart en komt uit in De Nieuwe Meer en de Ringvaart bij Schiphol. Daarnaast geeft zijkanaal D toegang tot de Nauernasche Vaart richting Alkmaardermeer. Als u moet wachten voor de brug over Zijkanaal C, meert u dan af aan de wachtsteiger voor de brug. Draai geen rondjes op het Noordzeekanaal, in verband met passerende scheepvaart. Op het Zijkanaal C moet een klein varend of geankerd vaartuig ‘s nachts en bij slecht zicht een radarreflector te voeren. Marifoongebieden Noordzeekanaal IJmuiden: VHF 22 Sluizen IJmuiden VHF 61 IJmuiden Aanloop VHF 74 Seaport Marina Noordzeekanaal: VHF 3 Verkeersdienst Noordzeekanaal (van de IJmuider sluizen tot km 14.8) VHF 4 Haven Amsterdam (km 14.8 tot Schellingwoude) VHF 31 Amsterdam Marina VHF 60 Schellingwoude (Vanaf boeien IJ-10 en IJ-3) (Telefoonnummer Haven Amsterdam: 020-5234600) Beverwijk
VHF
71
VHF
5 mijl zone
Zaandam
Informatie VTS en ondersteunende VHF kanalen
VHF
Infokanaal
Sluis IJmuiden
VHF
VHF
61
N oo
3
rdz
e ek
Verkeersdienst Noordzeekanaal
an a
al
Zijkanaal D
18
4
Sector Schellingwoude
VHF
Oranjesluis
VHF
Haven Amsterdam
Willem I Sluis
H et
IJ
60 e n IJ Buit
ve
Post Schellingwoude
n
Westerkeersluis
n
ve
ve
ha
ha
ika
tha
ika er
es W
Am
Afr
12
VHF
4 Zijkanaal C
VHF
Haven Amsterdam
3
Verkeersdienst Noordzeekanaal
VHF Seaport Marina
Infokanaal Noordhollandsch kanaal
kmr 14.8
VHF
Haven IJmuiden Zeehaven IJmuiden
Wilhelminasluis
20
Haven Beverwijk
22
n
VHF
IJmuiden
Oosterdoks ingang
VHF
60
7
sterd
am
-Rij
nka
naa
l
l
VHF
Am
ste
Noordzee
Sector Schellingwoude Am
Kostver lor enva
ar t
74
Amsterdam
30
0
60 33
0
Verkeersdienst IJmuiden
Rozenoordbrug
300
90
Haarlem
VHF 120
270
Rin gv 0
aa rt
15
24
Duivendrechtse Vaart
69 Nieuwe meer
0 210
180
VHF
69
VHF
Info Sector Schellingwoude
25
Regionale vaarwegbeheerder:
66
IJmeer
26
580a Kleine Sluis
4
Buitenhaven
Voor Buitenhaven, rede en havens IJmuiden zie zeekaart nr. nl 124, 125 en 1631 of de kaart voor kusten binnenwateren nr. 1801. Uitgave Chef der Hydrografie, Koninklijke Marine.
Horn ( 2 ) 30s
W110
W180
W250
W475
Q
VHF 74
ISO4s
n 100 .5º
ISO8s12m9M
n inéé
Lichte
BB H60 D35
580a Zuidersluis
3
Q
D100
BB H60 D58
580a Middensluis
2
Bij zicht minder dan 400 meter wordt onder dit licht een wit mistlicht FL3sec ontstoken
D150
580a Noordersluis
1
IJM3SPM2
L1100
L1080
L2250
L4000
VHF 22
ISO6s
Q NK1-ZK2
Ym o hav nden
Afmetingen van sluizen en bruggen in IJmuiden t.o.v. NAP
VHF 12
ISO4s
ISO3s
(3x)
3
4
s OCC4.5
ISO2 s
2
n aal
VHF 22
1
ISO6 s
2
ISO2 s
VHF 3
ANWB/VVV
Toe leid kan ingsaal
1e Rijk binne snhave H56-74 n
H72-74
Staalh aven
IJmuiden
Q
1
Spuikanaal
ISO3s
Hoogovenhaven
s ISO2
Buiten Toeleidingsk a
s ISO3
65º één n i jn
Dok
Li
ha ve n
ers
Vis s
av en
FL5s
Douane
ISO8s
gh
rin
Ha
Lijn in D200
IJmuiden zeehaven
ISO8s
º één 77
VHF 61
Sector IJmuiden-haven
Tata Steel
1.6 Legenda gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
aanbevolen vaarroute
3e
1.6 Omgeving zeesluizen in IJmuiden Het Noordzeesluizencomplex in IJmuiden is de toegangspoort tot de Amsterdamse haven en het Noordzeekanaalgebied. Het is een druk bevaren gebied. Het complex bestaat uit vier schutsluizen: Noordersluis, Middensluis, Zuidersluis en Kleine Sluis. De Kleine Sluis is voornamelijk voor recreatievaart bedoeld, in de zomer uitsluitend voor recreatievaart. De Middensluis wordt bij bijzondere omstandigheden gebruikt voor het schutten van recreatievaart. Het is van groot belang dat de recreatievaart stuurboordwal houdt. Het opvaren naar de sluis gaat in de volgorde van groot naar klein (zee-, binnen- en recreatievaart). Bij twijfel over de volgorde van uitvaren bij de sluis kunt u de sluisdienst op marifoonkanaal 22 oproepen. Zeehaven IJmuiden is bereikbaar via marifoonkanaal 12. De Vissershaven, Haringhaven en IJmondhaven zijn niet voor jachten bestemd.
Westgaand - richting open zee
Voor het schutten door het sluizencomplex moet de scheepvaart zich ter hoogte van de pontfuik in Velsen per marifoon melden bij de verkeersdienst Noordzeekanaal op kanaal 3. In de Velserkom aangekomen moet u als recreatievaarder loodrecht oversteken, om uw weg te vervolgen richting de Kleine- en de Zuidersluis. Dit moet u doen in overleg met de verkeersdienst op marifoonkanaal 3. Bij het naderen van de sluis moet u zich melden op marifoonkanaal 22 voor het schutten. Het is af te raden om tussen Forteiland IJmuiden in de monding van het Noordzeekanaal en het sluiscomplex door te varen. Pleziervaart gebruikt het Zuiderkanaal ten zuiden van het Fort Eiland. Na het uitvaren van de sluis moet vooral de recreatievaart stuurboordwal houden ten zuiden van het Forteiland. De route richting Seaport Marina IJmuiden bepaalt u in overleg met de verkeersdienst IJmuiden haven op marifoonkanaal 61.
Oostgaand - richting Amsterdam
Vanaf zee komend moet de scheepvaart zich melden voor het schutten bij de verkeersdienst IJmuiden haven op marifoonkanaal 61. De aanlooproute van het sluizencomplex voor de recreatievaart ligt ten zuiden van het Forteiland. Bij het naderen van de sluis meldt u zich voor het schutten op marifoonkanaal 22. Na het verlaten van de sluizen moet de scheepvaart stuurboordwal houden. Let hier ook goed op de veerpont. Verkeersbegeleiding op het Noordzeekanaal gebeurt vanaf verkeerstorens op het havenhoofd in IJmuiden, op het Sluisleidingscentrum in IJmuiden en in het Havengebouw Amsterdam. Voor marifoonkanalen en blokgebieden zie het kaartje op pagina 25.
27
Regionale vaarwegbeheerder:
28
H32
H24
Havenkantoor H27 H46
(2x)
ISO6 s 6
ISO6 s 4
H25.5 W72
ISO6 s 8
H22
t
es
l-w
aa
an
ltk
se
v. Ha s
C.S.
5x
J.
H22
2x BB H51 719e
WV Dok & S.
579 20 Willem I sluizen D16.8 W53 L490 D51 W147.5 L640
VHF
BB H16 W120
IJ-tunnel
ten IJ Afgeslo
20
BB H41 W150 578 VHF
3x H16
IJhav en
J. Schaefferbrug H73
ZV Aeolus
577 BB H41 W150 VHF (vast ged. 20 H44.2 W153.5)
D40
Westerdok
H24
(3x)
BB H26.4
D6
ISO6 s IJ5
ISO6 s 2
D3 0
Voor recreatievaart en binnenvaart heeft Haven Amsterdam noordelijk van de rode boeien tussen de IJ6 en IJ2 op het IJ een secundaire vaarweg aangelegd. De secundaire vaarweg heeft een vaardiepte van 5 meter en een breedte van gemiddeld 80 meter. Let op: deze vaargeul staat niet op deze detailkaart.
612cb BB H27
612cc Westerkan. sluis D36 W120 L1550 (staat open) BB H60
BB H36 612cd
VHF 22
Houthaven
.
rkan
Wes te
D20
D30
VHF 68
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
H16
Wachtsteiger WV De Waterkering
VHF 60
11
10
1.7 Legenda aanbevolen vaarroute
D30
Foto: Hylke Steensma
1.7 Het IJ bij Amsterdam Het IJ (formeel: het Afgesloten IJ, zie kaart) bij Amsterdam is een onoverzichtelijk en druk bevaren gebied, vanwege de vele veerponten, de aanlegplaatsen van cruiseschepen, de rondvaartboten en de doorgaande route voor de beroepsvaart. Het is van groot belang voor de recreatievaart om stuurboordwal te houden. Zo maakt u uw vaarroute aan de andere scheepvaart duidelijk. Buiten de betonde vaargeul is er voldoende diepgang voor de recreatievaart. Let op: op een deel van het IJ ligt recreatiebetonning. U bent verplicht deze route te volgen. Iedere schipper moet uitermate goed opletten, voortdurend om zich heen kijken en zo nodig vaart minderen. Wie een marifoon heeft, moet uitluisteren op kanaal 4. Bij de monding van de IJ-haven ligt de Passenger Terminal Amsterdam, waar enorme cruiseschepen afmeren. In de buurt van het Centraal Station kiezen ook veel passagiersschepen (binnenvaart) een ligplaats. U moet hier zeer alert op zijn. De staandemastroute komt via de Houthaven in het IJ uit. De Amstelroute komt uit op het Oosterdok. Vanaf het noorden mondt het Noordhollandsch Kanaal via de Willemsluizen in het IJ uit. De recreatievaart moet hier loodrecht oversteken, evenwijdig aan de route van de pont ‘IJ-veer’ (Centraal Station – Amsterdam Noord vice versa). Er zijn in deze omgeving enkele passantenhavens. Zie de Wateralmanak deel 2 met vaargegevens.
Amsterdam Marina en Oude Houthaven
Aan de noordoever van het IJ, oostelijk van de dokken van Shipdock, ligt de jachthaven Amsterdam Marina. Een drijvende golfbreker scheidt deze jachthaven van de vaarweg en er zijn twee invaarten. De marina ligt aan een druk bevaren route met veel beroepsvaart, dus let goed op als u de haven uitvaart. Wie naar de overkant wil, moet de vaarweg recht oversteken. Schuin tegenover Amsterdam Marina liggen de Oude Houthaven en de Kostverlorenvaart, onderdeel van de staandemastroute. Wilt u vanuit de Oude Houthaven in westelijke richting varen, dan moet u de vaarweg eerst recht oversteken. Vaart u vanuit de Oude Houthaven in oostelijke richting, dan moet u rekening houden met de gevaarlijke ondiepte bij de Silodam. Deze ondiepte is duidelijk afgebakend met bijzondere markering. Houd op het IJ goed stuurboordwal. Ter hoogte van het Centraal Station zit een knik. Als u die niet goed volgt, vaart u ineens toch in het midden. De Havendienst van Amsterdam heeft een folder ‘Veilig varen’. Hierin staan tips voor veilig varen op het Afgesloten IJ en het Noordzeekanaal. Ga voor de folder naar www.amsterdamports.nl 29
Regionale vaarwegbeheerder:
IJhav
VHF 68
en
11
10
Legenda
gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
aanbevolen vaarroute
30
2x H27
3x H23
H22.4
H22 W66
(6x)
VHF 60
H28
D10
2x H26 W115
D42
K
Wachtsteiger
2x H26 W115
Entrepothaven
D35
w Spoor
H25
17
16
sin egbas
Ertshaven
15
13
Let op: kijk eerst achterom voordat u oversteekt, in verband met achteropkomend verkeer!
14
12
naal
Zijka
H80
19
18
AK1 EH2 ISO2s
ISO4s 37
H93
Q
Scouting
Piet Heintunnel
VHF 66 Verkeerspost Schellingwoude
Wachtsteiger
Speedboten JH
H89
Wachtsteiger
Zeeburgerbrug H90
ISO4 s P25
D6
LFL10s P26
D4
D3 5
LF10s P23
Woonboten
Zeeburgertunnel
Schellingwoude
Schellingwouderbrug 580aa BB H69-77
WV De Zuiderzee 3x24 uur
3. D35 W135 L700 4. Pr. Willem Alexandersluis D35 W230 L2000
VHF 1. D35 W135 L700 18 2. D35 W175 L900
Oranjesluizen 580 Sluiskolken van noord naar zuid
1.8
1.8 Oranjesluizen bij Schellingwoude Ten noorden van het KNSM- en Java-eiland moet de recreatievaart de zogenaamde ‘fietspaden’ volgen, speciale vaarroutes voor de watersport. Deze liggen zowel aan de zuid- als aan de noordkant van de vaargeul en zijn aangegeven met aanvullende markering (recreatiebetonning). Het Oranjesluizencomplex bestaat uit vier schutsluizen: de Noordersluis, de Middensluis, de Zuidersluis en de Prins Willem Alexandersluis (PWA). De beroepsvaart en de recreatievaart worden hier gescheiden; de PWA (gelegen aan de zuidkant) wordt uitsluitend voor de beroepsvaart ingezet en de Noordersluis alleen voor de recreatievaart. In het hoogseizoen wordt de recreatievaart indien nodig ook door de Midden- en Zuidersluis geschut. De recreatievaart moet zich opstellen in de jachtenfuiken (wachtplaatsen) nabij de Noordersluis. Voor het aanmelden van het schutten en tijdens het schutten gebruikt u marifoonkanaal 18 van verkeers- en sluisdienst Schellingwoude. Aan de noordzijde van Schellingwouderbrug loopt een vaargeul onder de vaste zijoverspanningen van de brug door. Deze vaargeul is speciaal aangelegd voor de recreatievaart met beperkte masthoogte. De recreatievaart die geen gebruik hoeft te maken van het beweegbare gedeelte van de brug, wordt aanbevolen om deze vaargeul te nemen. Hij wordt aangeduid door het bord ‘SPORT’.
Oostgaand richting IJsselmeer
Ter hoogte van de boeien Y10 en Y11 op het IJ luistert u uit op marifoonkanaal 60 bij de verkeers- en sluisdienst Schellingwoude. Voor het schutten meldt u zich als recreatievaarder op marifoonkanaal 18, wanneer u vaart ter hoogte van boei Y13 op het IJ of ter hoogte van het lozingskanaal op het Amsterdam-Rijnkanaal (Shell Bunkerstation). Wie geen marifoon heeft, meldt zich voor een schutting via de intercom op de remming van de wachtplaats. Als u naar de Oranjesluizen vaart voor een schutting richting IJsselmeer, dan moet u bij oversteekplaats voor de recreatievaart oversteken (ter hoogte van de rode Y14 en groene Y15). Let op: kijk eerst achterom voordat u oversteekt, in verband met achteropkomend verkeer! Bij de Noordersluis kunt u aan de wachtsteiger gaan liggen, totdat u kunt schutten. Na het schutten blijft u aan langs de bakboordwal varen tot na de brug; daarna steekt u ter hoogte van de Zeeburgertunnel het Buiten-IJ loodrecht over, om uw weg langs de stuurboordzijde van de vaarweg te vervolgen. De recreatievaart moet zo mogelijk op marifoonkanaal 60 bereikbaar blijven tot het Vuurtoreneiland (het einde van de strekdam).
Westgaand richting Amsterdam
Vanaf het Vuurtoreneiland (het begin van de strekdam) luistert u uit op marifoonkanaal 60 bij de sector Schellingwoude. Op het Buiten-IJ is het verplicht de stuurboordzijde van de betonde vaarweg te volgen. Ter hoogte van de Zeeburgertunnel meldt de scheepvaart zich zo mogelijk voor de schutting op marifoonkanaal 18. Wie geen marifoon heeft, meldt zich voor een schutting via de intercom op de remming van de wachtplaats. Na de schutting moet u zo mogelijk bereikbaar zijn op marifoonkanaal 60 tot aan de sectorgrens van de boeien Y10 en Y11 in het IJ (overgaan op marifoonkanaal 4) of tot aan de Zeeburgerverkeersbrug over het Amsterdam - Rijnkanaal (overgaan op marifoonkanaal 10). Als u na de sluizen richting Utrecht wilt, dan moet u ter hoogte van het droogdok van de Oranjewerf het IJ oversteken richting het Amsterdam-Rijnkanaal. Knooppunten op het Amsterdam-Rijnkanaal staan beschreven in het gelijknamige ‘Knooppuntenboekje 1c’.
Zuidgaand richting Amsterdam-Rijnkanaal
Voor de Ertshaven, Spoorwegbassin en Entrepothaven zijn meerdere groene boeien geplaatst als afscheiding voor de uitvarende recreatievaart. Dit om te voorkomen dat zij vanuit de genoemde havenbekkens de doorgaande hoofdvaarweg opvaren. Ook is naast de betonning die de hoofdvaarweg aangeeft, aan zowel de noord- als zuidzijde van de reguliere betonning voor de recreatievaart - het zogenaamde ‘fietspad’ - uitgebreid. Ook is een tweetal oversteeklocaties voor de recreatievaart aangewezen, deze locaties worden middels borden aangegeven.
31
Regionale vaarwegbeheerder:
1.9
Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
32
Foto: Heleen Kolijn
1.9 Ringvaart Haarlemmermeerpolder bij Cruquius en de T-splitsing met het Spaarne Dit scheepvaartknooppunt ligt ten zuiden van Haarlem bij het oude stoomgemaal de Cruquius. De beroepsvaart vaart het knooppunt zoveel mogelijk open en de recreatievaart houdt stuurboordwal. Let op met een staande mast: de Cruquiusbrug kan niet helemaal worden geopend, de brugklep hangt gedeeltelijk boven het vaarwater. De beroepsschippers melden zich ongeveer 250 meter voor de Cruquiusbrug via marifoonkanaal 18 bij de brugwachter en geven aan vanuit welke richting ze komen en wat de bestemming is. Als de schepen bij mist op radar varen, melden zij zich hier ook op marifoonkanaal 10. Schepen in de richting van Haarlem moeten zich na het invaren van het Spaarne voor doorvaart melden bij de Havendienst van Haarlem via marifoonkanaal 18 en doorgeven wanneer er een opening van de Schouwbroekerbrug nodig is. De doorvaarthoogte van deze brug in gesloten toestand is 4,45 meter.
33
Regionale vaarwegbeheerder:
1.10
Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
34
Foto: Weisteinderplassen Aalsmeer Magazine 2009
1.10 Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder – Westeinderplassen De Blauwe Beugel is een onderdeel van de Westeinderplassen. Dit punt ligt bij Rijsenhout en het maakt de vaarweg van de Ringvaart hier breder. Komt u als recreatievaarder vanuit de richting Schiphol/Amsterdam, dan kun u het beste stuurboordwal houden, omdat de invaart hier onoverzichtelijk is. Ter hoogte van de Blauwe Beugel en iets oostelijker - bij Rijsenhout - steken vrijvarende veerpontjes de Ringvaart over. De beroepsvaart meldt zich, vanuit zuidelijke richting varend, ter hoogte van het pontje van Rijsenhout en vanuit noordelijke richting halverwege op de Blauwe Beugel op marifoonkanaal 10. De beroepsschippers spreken meestal met elkaar af wie er doorkomt en wie wacht. Elkaar passeren is op het smalle stuk van de Ringvaart bij Aalsmeer namelijk lastig. Dat wachten gebeurt meestal op de Blauwe Beugel.
35
Regionale vaarwegbeheerder:
1.11
max 3 x 24 uur
max 3 x 24 uur
Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
36
1.11 Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder – Oude Wetering Dit scheepvaartknooppunt ligt op de provinciegrens van Zuid-Holland en Noord-Holland. Het knooppunt is vrij ruim, maar aan de westelijke zijde beperkt de bebouwing het zicht. De Weteringbrug over de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder, pal aan de westkant van dit scheepvaartknooppunt, heeft geen marifoon. Dit vaartraject is onderdeel van de staandemastroute. De beroepsvaart meldt zich ruim voor het knooppunt op marifoonkanaal 10. Ook hier moet de recreatievaart stuurboordwal houden en afhankelijk van de te kiezen vaarrichting zo veel mogelijk het knooppunt open varen. Het is van groot belang dat u aan de overige scheepvaart duidelijk maakt wat uw koers is. Iedere schipper moet goed opletten, voortdurend om zich heen kijken en eventueel vaart minderen. De route wordt druk bevaren door de beroepsvaart, waaronder rondvaartboten, en recreatievaart. Uitluisteren doet u hier op marifoonkanaal 10.
37
Regionale vaarwegbeheerder:
1.12
Legenda aanbevolen vaarroute gebruik aan boord voor uw navigatie niet deze kaartjes, maar altijd de meest recente waterkaarten
38
1.12 Kagerplassen – Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder Dit scheepvaartknooppunt ligt eveneens op de provinciegrens van Zuid- en Noord-Holland. De vaargeul aan de noordzijde van de Kagerplassen loopt via het ’s-Gravenwater en komt uit op de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Dit vaartraject is onderdeel van de alternatieve staandemastroute (west-variant via Haarlem). Het knooppunt is vrij ruim en overzichtelijk in westelijke richting van de Ringvaart (Hillegom - Haarlem), maar onoverzichtelijk voor het scheepvaartverkeer dat de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder in oostelijke richting (Amsterdam) wil opdraaien. De verkeerssituatie is hier complex, onder andere door de aanwezigheid van een vrij varende veerpont en schepen die dit knooppunt gebruiken om te keren. De beroepsvaart volgt voornamelijk het vaartraject Kagerplassen (vaargeul) - westelijke route Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Vanuit de Kagerplassen meldt de beroepsvaart zich bij de scheepswerf Royal Van Lent en geeft aan de Ringvaart op te draaien. Komende vanaf de Ringvaart richting Amsterdam meldt de beroepsvaart zich voor de Kaagpont met vermelding van de gewenste vaarrichting op marifoonkanaal 10. Ook hier geldt: laat aan de overige scheepvaart duidelijk zien wat uw koers is. Let goed op, kijk om u heen en minder zo nodig vaart. Uitluisteren doet u op marifoonkanaal 10. U moet erop bedacht zijn dat beroepsvaart, waaronder veel rondvaartboten, van verscheidene kanten kan komen en dat een veerpont de vaarweg kruist. U kunt het beste zo veel mogelijk stuurboordwal houden en afhankelijk van de te kiezen vaarrichting het knooppunt open varen.
39
Regionale vaarwegbeheerder:
Colofon
Meer informatie over het project ‘Varen doe je Samen!’ vindt u op www.varendoejesamen.nl Uitgave Stichting Waterrecreatie Nederland Eindredactie: Redactiebureau Voortvarend, Hoofddorp Vormgeving: Hoge Bomen, Rotterdam
Bron kaarten: ANWB, Dienst der Hydrografie en Stentec Software Bron foto’s: Rijkswaterstaat, tenzij anders vermeld Downloads De ‘Knooppuntenboekjes’ zijn als PDF-bestand te downloaden van de website www.varendoejesamen.nl en staan ook in de gratis VDJS App. Maart 2015 Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.
Het project ‘Varen doe je Samen!’
Op 4 september 2007 tekende staatssecretaris Huizinga van Verkeer en Waterstaat het convenant ‘Varen doe je Samen!’ Doel is de risico’s beperken voor beroeps- en recreatievaart in hetzelfde vaarwater. Goede voorlichting is een belangrijk instrument van het project. Daartoe is er de website www.varendoejesamen.nl en worden folders en de ‘Knooppuntenboekjes’ uitgegeven. Onderstaande partijen hebben het convenant ondertekend.
met medewerking van
40