Kleur aan Groen Ontwikkelkader voor de activering van het groenblauwe raamwerk
CONCEPT 19 februari 2013
2
Inhoudsopgave Inhoudsopgave
3
Inleiding
4
Uitnodiging Activering Groenblauw Raamwerk Garden City Borgen groenblauw raamwerk: bevestigd in visies en kaders Ontwikkelkader: ruimte bieden
Het groenblauwe raamwerk van Almere Verbinding van stad en land Groenblauw raamwerk Kaart Groenblauw Raamwerk met landschapstypes Betekenis voor Almere Essentie
4 6 7 8 8
9 9 9 10 12 12
Opgaven voor het groenblauwe raamwerk
13
Verbeteren van de gebruiksmogelijkheden Verbeteren toegankelijkheid en bereikbaarheid Verbeteren van verankering en herkenbaarheid Vergroten van de belevingswaarde en identiteit Zorgvuldige inpassing van stedelijke functies en bijzondere woon- en werkmilieus Behouden, omvormen en nieuw aanleggen
13 14 14 15 15
Ontwikkelkader Ontwikkelprincipes Landschapstypes: specifieke kenmerken en gebruik Overzicht landschapstypes Beoordeling en begeleiding Beheer en identiteit Andere relevante beleidskaders
16
17 17 18 21 22 24 24
Literatuur
28
Colofon
29
3
1 Inleiding Almere biedt ruimte. Door de velden, parken en grachten in en om de wijken. Maar ook doordat de stad nog jong is en kan groeien. Veel Almeerders hebben zich om die reden hier gevestigd. En besloten om te blijven. Almere is hún stad geworden. Ze hebben zich de stad toegeëigend en geven daar op eigen wijze kleur aan. Daarbij zien ze de ruimte als kwaliteit, om te genieten van de natuur, te bewegen of varen én als kans om hun stad zelf te vormen. Dit ontwikkelkader speelt daar op in. Het nodigt bewoners en ondernemers uit om het groen en het water te verrijken met hun ideeën, zodat de inrichting en gebruiksmogelijkheden worden versterkt. Dat past bij het Almere van vandaag en borduurt voort op de ideologie uit de begintijd. Beleving en gebruik van het groen en blauw zijn voor iedereen anders. Er zijn bijvoorbeeld vele manieren om natuur te beleven: struinend door het riet, starend uit het raam, zwetend in een veldrace, gezellig op het terras of tijdens een spectaculaire theatervoorstelling. Het één hoeft het ander niet uit te sluiten. Voor elke beleving is plaats in Almere. Allemaal zijn ze gebaat bij een fraaie, robuuste en toegankelijke buitenruimte.
Uitnodiging De actuele visies en kaders voor de toekomstige groei en ontwikkeling van Almere (Structuurplan Almere 2010, concept Structuurvisie Almere 2.0, Almere Principles, Growing Green Cities) benadrukken dat het voortzetten van het meerkernige stadsconcept en de doorontwikkeling van het landschap belangrijke voorwaarden zijn voor een zich duurzaam ontwikkelende stad. Daarbij bestaat meer dan ooit het besef dat een levende stad alleen tot stand komt samen met bewoners en andere gebruikers. De openbare ruimte krijgt meer betekenis als mensen betrokken zijn bij de inrichting ervan. Nu is vaak onduidelijk op welke manier burgers, ondernemers en instituten hun ideeën kunnen verwezenlijken in het groen, waardoor initiatieven soms uitblijven of stranden. Dit ontwikkelkader is bedoeld als eerste stap in het mogelijk maken van initiatieven in de groene ruimte. Het geeft de mogelijkheden aan voor de doorontwikkeling van het groen en het water in en om de stad. Het sluit in principe geen vormen van gebruik uit. Veel is mogelijk, mits het past bij het karakter van de omgeving en daar een positieve bijdrage aan levert. Daarbij geeft de aanwezigheid van verschillende landschapstypes richting aan vorm en gebruik. Inspirerende voorbeelden (binnen en buiten Almere) laten dat zien. De Kemphaan, de Eemhof, of (verder van huis) de Efteling en het Kröller-Müller Museum zijn niet meer los van hun bosrijke omgeving voor te stellen. Zij ontlenen er mede hun identiteit aan. Een zorgvuldige inpassing en instandhouding van de bosomgeving zijn belangrijke onderdelen van de bedrijfsvoering. Dat geldt ook voor kleinschaliger initiatieven als een klimbos of een pannenkoekenhuis. Welke initiatieven zich in Almere aan zullen dienen is nog niet bekend. Voor een deel zullen het bekende en voor de hand liggende ideeën zijn. Voor een deel zullen het verrassende en onbekende voorstellen zijn. De uitdaging zal zijn om er de kracht van te zien en er vervolgens een geschikte plek en vorm voor te vinden. Er is echter meer nodig om werkelijk uitnodigend te zijn. Handelend vanuit het Almere Principle ‘Mensen Maken de Stad’ helpen lage drempels, een faciliterende overheid en eenvoudige en transparante richtlijnen om de kansen te benutten die kunnen leiden tot meer differentiatie en een beter gebruik van de groenblauwe ruimte van Almere.
4
5
Activering Groenblauw Raamwerk Landgoed Almere (themanummer februari 2011) toonde eerder al op welke manieren het groen geactiveerd kan worden, zodat sprake kan zijn van een meer krachtige relatie tussen stad en landschap. Landgoed Almere moderniseert Howard’s Garden City. Het laat zien hoe het groen opnieuw een bredere betekenis kan krijgen. Door nieuwe combinaties te ontwikkelen tussen bijvoorbeeld groenblauw en gezondheid, kunst, landbouw of energie. Daartoe worden ondernemers en bewoners(groepen) uitgedaagd om het landschap werkelijk te activeren, bijvoorbeeld door een tuinderij, een zorglandgoed, een stadslandbouw- of recreatiebedrijf te realiseren. Op die manier wordt de groene ruimte gebruikt in de stadskringloop en ontstaat een meer zelfvoorzienende stad.
Landgoed Almere, 2011
In de aanloop naar de Floriade 2022 zal Almere deze ambitie realiseren. De komende tien jaar werkt Almere aan de transformatie van Garden City naar Green City. Green City is een begrip dat wereldwijd aan betekenis wint. Het sluit naadloos aan op het gedachtegoed van Landgoed Almere. In essentie gaat het om het borgen van de kwaliteit van leven van stadsbewoners. Naast sec het groen gaat het ook om de vele andere betekenissen die het groen vertegenwoordigt: om de functionele en productieve kant, om kwesties als voedsel- en energievoorziening, waterhuishouding en logistiek. Almere ziet een belangrijke rol voor zichzelf weggelegd in het verbreden en verdiepen van het Green City gedachtegoed. Dit gebeurt onder de noemer Growing Green Cities.
6
Garden City Het idee dat Almere een groene stad is, is niet nieuw. Dat geldt ook voor het streven om de groene ruimte integraal onderdeel te laten zijn van de stad. ‘De peetvaders van Almere’ legden in de jaren zeventig de basis daarvoor. Geïnspireerd door het Garden City Model (Ebenezer Howard, 1898) bouwden ze een meerkernige stad waarin de verschillende kernen worden omgeven door royale groene en waterrijke gebieden. Een stad waarin de verbinding van stad en land van begin af aan uitgangspunt is geweest. Daardoor is Almere opvallend groen met bossen, parken, rietkragen, plassen en plantsoenen. De ‘forumfunctie’, de mogelijkheid om anderen in de publieke ruimte te ontmoeten, werd vanaf het allereerste ontwerp van de stad gezien als een belangrijk voordeel van de meerkernige opzet.
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Garden City (Diagram 7), 1898
Koester diversiteit Verbind plaats en context Combineer stad en natuur Anticipeer op verandering Blijf innoveren Ontwerp gezonde systemen Mensen maken de stad
Almere Principles, 2008
In de ogen van de peetvaders van Almere, maar ook Ebenezer Howard zouden het groen en het water een levendig onderdeel van de stad zijn, vol activiteit: “In zijn ‘Diagram 7’ toont Howard zeven volmaakt ronde tuinsteden die samen een ‘Group of Slumless Smokeless Cities’ vormen. Het groen dringt daarin door tot in het hart van de stad, terwijl zich in het ommeland tal van stedelijke functies bevinden” (...) “Dat zijn niet alleen boerderijen, tuinderijen, bossen, volkstuinen en drinkwaterreservoirs die rechtstreeks aan de stad leveren (!), maar ook herstellingsoorden en tehuizen voor wezen, blinden, doven, alcoholisten en epileptici. Het groen is niet leeg maar boordevol” (Almere Principles, 2008). In de Almere Principles is de oorspronkelijke bedoeling van de peetvaders onder andere vertaald in het principe ‘Combineer Stad en Natuur’: “Om de stad betekenis te geven, zullen wij bewust streven naar unieke en bestendige combinaties van het stedelijke en het natuurlijke weefsel, en naar een verhoogd besef van de menselijke verbondenheid met de natuur (….)”. Zo wil Almere verstedelijken: niet ten koste van de natuur, maar met de natuur.
7
Borgen groenblauw raamwerk: bevestigd in visies en kaders
2010
na 2010
afronden oorspronkelijke opgave
GROENBLAUW RAAMWERK 2010
voorsorteren op schaalsprong
stadscentrum kantorengebied stadsdeelcentrum centrumrand bedrijventerrein glastuinbouwgebied suburbane wijk villawijk woon- en/of werklandschap waterfront toeristisch-recreatief concentratiepunt
LEGENDA
STEDELIJKE MILIEUS
2010 afronden oorspronkelijke opgave
toeristisch-recreatief
2010
na 2010
afronden oorspronkelijke opgave
stedelijk gebied
Structuurplan Almere 2010
GROENBLAUW RAAMWERK 2010
voorsorteren op schaalsprong
stadscentrum kantorengebied stadsdeelcentrum centrumrand bedrijventerrein glastuinbouwgebied suburbane wijk villawijk woon- en/of werklandschap waterfront toeristisch-recreatief concentratiepunt
strategische knoop
stedelijk gebied
LEGENDA
toeristisch-recreatief concentratiepunt
na 2010
afronden oorspronkelijke opgave
groenblauw raamwerk
groenblauwe verbinding
met een doorkijk naar 2030 (zie ook plankaart)
0
2010 afronden oorspronkelijke opgave
stadscentrum kantorengebied stadsdeelcentrum centrumrand bedrijventerrein glastuinbouwgebied suburbane wijk villawijk woon- en/of werklandschap waterfront toeristisch-recreatief concentratiepunt
na 2010
GROENBLAUW RAAMWERK 2010
voorsorteren op schaalsprong strategische knoop
toeristisch-recreatief concentratiepunt park parkbos plantages natuurgebied landbouwgebied natuurplas open water vaargeul regionaal water stedelijk water sluis waterkering
afronden oorspronkelijke opgave
na 2010
INFRASTRUCTUUR
voorsorteren op schaalsprong
Ontwikkelkader: ruimte bieden stedelijk gebied
groenblauw raamwerk
groenblauwe verbinding
2010
0,5
1
1,5
2
2,5 km
groenblauw raamwerk
groenblauwe verbinding waterberging
0
2010 afronden oorspronkelijke opgave
autosnelweg
Structuurplan Almere 2010
STEDELIJKE MILIEUS
INFRASTRUCTUUR
voorsorteren op schaalsprong
waterberging
raillijn intercitystation sneltreinstation stoptreinstation busbaan stedelijke fietsroute veer
0,5
1
1,5
2
waterberging
2010
afronden oorspronk
raillijn intercitystation sneltreinstation stoptreinstation busbaan stedelijke fietsroute veer gemeentegrens
na 2010 voorsorteren op schaalsprong stadsautoweg/autosnelweg raillijn
25 september 2003
strategische knoop
gemeentegrens
Structuurplan Almere 2010, 2003
na 2010
afronden oorspronkelijke opgave
voorsorteren op schaalsprong
autosnelweg stadsautoweg stadsweg raillijn intercitystation sneltreinstation stoptreinstation busbaan stedelijke fietsroute veer
stadsautoweg/autosnelweg raillijn
25 september 2003
strategische knoop
gemeentegrens
Structuurplan Almere 2010
8
afronden oorspr
2,5 km
Het bestaande groenbeleid blijkt niet toereikend voor de gewenste doorontwikkeling van het groen en blauw. Dit ontwikkelkader vervangt het voorgaande groenbeleid (Almere Parkstad Structuurplan Almere 2010 met een doorkijk 2030 (zie ook plankaart) in Groen (2009)). Het is opgesteld vanuit de essentie van de groene (2003) ennaar Almere Levend stad Almere en de ambitie om bewoners en ondernemers de ruimte te geven bij de realisatie van Structuurplan Almere 2010 stad 97 hun ideeën. Om de gewenste, volgende stap in de ontwikkeling van de groene én blauwe Almere te kunnen zetten, heeft het ontwikkelkader een uitnodigend karakter. Het wil vooral initiatieven en participatie bij ontwikkeling en beheer stimuleren. Het gaat daarom niet uit van beperkingen, maar van mogelijkheden. Het geeft aan hoe initiatieven een plaats kunnen krijgen in de groenblauwe ruimte en deze daarmee kunnen verfraaien en versterken. Almere kan zo verder ontwikkelen in de richting die door Ebenezer Howard en in diens voetsporen de peetvaders van Almere is aangegeven. Door ruimte te bieden. LEGENDA
INFRASTRUCTUUR
voorsorteren op schaalsprong
plantages natuurgebied landbouwgebied natuurplas open water vaargeul regionaal water stedelijk water sluis waterkering
park met eenparkbos doorkijk naar 2030 (zie ook plankaart)stadsautoweg stadsweg plantages natuurgebied landbouwgebied natuurplas open water vaargeul regionaal water stedelijk water sluis waterkering
na 2010
afronden oorspronkelijke opgave
toeristisch-recreatief concentratiepunt park parkbos plantages natuurgebied landbouwgebied natuurplas open water vaargeul regionaal water stedelijk water sluis waterkering
autosnelweg concentratiepunt met een doorkijk naar 2030 (zie ook plankaart)stadsautoweg park stadsweg parkbos
strategische knoop
LEGENDA
STEDELIJKE MILIEUS
stedelijk gebied
GROENBLAUW RAAMWERK 2010
voorsorteren op schaalsprong
stadscentrum kantorengebied stadsdeelcentrum centrumrand bedrijventerrein glastuinbouwgebied suburbane wijk villawijk woon- en/of werklandschap waterfront toeristisch-recreatief concentratiepunt
strategische knoop
Structuurplan Almere 2010
na 2010
Structuurplan Almere 2010
Structuurplan Almere 2010
met een doorkijk naar 2030
STEDELIJKE MILIEUS
met een doorkijk naar 2030
Het Structuurplan Almere 2010 (2003) en, meer recent, de Concept Structuurvisie Almere 2.0 (2009) kiezen het vertrouwde stadsconcept als uitgangspunt. Het groen en water zijn en blijven dé fysieke dragers van de meerkernige stad. Uitgangspunt is om datgene wat Almere als stad zo herkenbaar en aantrekkelijk maakt te behouden. Daarbij worden wel een aantal opgaven gesignaleerd. De groene ruimte wordt nog maar beperkt gebruikt. De differentiatie van het groen en het toevoegen van passende functies die de groene kwaliteit versterken worden gezien als belangrijke opgaven: “De gebruikswaarde van de huidige groenstructuur voor de mens is nog te gering. Bovendien is de invulling van het groen in Almere op veel plaatsen identiek. Juist de groenstructuur met haar potentieel aanwezige diversiteit is echter een van de belangrijkste middelen om variatie in de stad te brengen. Een veelzijdige stad kent een rijk palet aan groene functies: tuinen, parken, parkbossen, stadsparken, bossen, natuurgebieden, enzovoorts. Binnen deze groene functies is ruimte voor verschillende (groengerelateerde) programma’s.” (Structuurplan Almere 2010, 2003).
97
Structuurplan Alme
2 Het groenblauwe raamwerk van Almere Verbinding van stad en land De aanwezigheid van zoveel bijzonder groen en water heeft Almere allereerst te danken aan haar ligging op het scharnierpunt van verschillende landschappen. De stad ligt precies op de grens van hoog en laag Nederland en op de bodem van de ‘binnenzee’ van IJsselmeer en Markermeer. De eerste ontwerpers van Almere hebben deze bijzondere ligging aangegrepen als kans en inspiratie in de vormgeving van de nieuwe stad in de polder. Almere werd vormgegeven als stadsgewest bestaande uit meerdere kernen, gelegen in een nieuw aan te leggen landschap. Al vroeg in de planvorming, eind jaren zeventig, werden ideeën over de buitenruimte uitgewerkt in de nota ‘De Buitenruimte van Almere’. Deze nota werd nooit formeel vastgesteld, maar is nog altijd een inspiratiebron voor de ontwikkeling van de groene ruimte van Almere. Op basis van dit document werd de ruimte tussen de toekomstige kernen ingeplant en werden op strategische plekken zandwinplassen omgevormd naar recreatieplassen. Deze beplantingen en plassen vormen de bruidsschat van Almere. In de nota Buitenruimte werd als één van de karakteristieken voor de buitenruimte opgenomen: “de buitenruimte moet ruimte bieden voor functies die voor een zo breed mogelijk scala van gebruikerscategorieën uit Almere van belang zijn, op een gemakkelijk overbrugbare afstand van de woongebieden (…) (en) moet ruimte bieden voor een ontwikkeling die stimulansen oplevert voor initiatieven van mensen”. Het groen en water in en rond de stad zijn enthousiast omarmd en, in vijfendertig jaar tijd, is het groene karakter het visitekaartje van Almere geworden. De gure, kale polderstad met stakige boompjes in de bermen groeide snel uit tot de groene stad die het vandaag de dag is. Almere heeft zich verankerd en verscholen in de bossen, parken en rietvelden die tot diep in de stad doordringen.
Groenblauw raamwerk Het totale groenareaal in Almere bestaat uit het groenblauwe raamwerk tússen de wijken en het kleinschalige groen dat aanwezig is ín de verschillende wijken. Het groenblauwe raamwerk bevat de natte natuurgebieden en plassen in het buitengebied en de grote landschappelijke structuren die de stad en het ommeland met elkaar verbinden en de tussenruimte van de meerkernige stad vormen. Ook de grote parken en de identiteitsdragers van het landschap in de wijken behoren tot het raamwerk. De contour van het groenblauwe raamwerk is weergegeven op de kaart op de volgende bladzijde1. De kaart toont ook de variatie in landschapstypes en de lijnvormige identiteitsdragers. De landschapstypes zijn: moeras en natte natuur, bos, water, park en voorzieningenpark (sportparken, begraafplaatsen, stadsweides etc.). De identiteitsdragers zijn: de dijk, de structuurdragende watergangen met oevers en de radiale recreatieve routes. Zij zorgen voor de samenhang tussen het groen en de stad. Het overig groen bepaalt in belangrijke mate het karakter van de verschillende buurten en wijken. Naast het vele kleinschalige groen dat vooral is bedoeld om woonbuurten te verfraaien, zijn er diverse plantsoenen, veldjes en bosstroken waarvan het gebruik meegroeit met haar bewoners en de wensen en behoeftes die in de buurt leven. Dit buurt- en wijkgroen valt buiten het raamwerk. 1 De kaart zelf is geen toetsingskader. De kaart geeft de begrenzing van het groenblauwe raamwerk weer. Dit is het gebied waarbinnen getoetst wordt aan de ontwikkelprincipes. De kaart wordt periodiek aangepast en voorgelegd aan de raad.
9
Groenblauw Raamwerk met landschapstypes
Groenblauw raamwerk Almere versie februari 2013 landschapstype park voorzieningenpark moeras en natte natuur bos water voorgenomen uitbreiding groenblauw raamwerk transformatie naar bebouwd gebied
identiteitsdrager recreatieve verbinding waterverbinding dijk Versie februari 2013. Deze kaart is onderdeel van het ontwikkelkader voor de activering van het groenblauwe raamwerk ‘Kleur aan Groen’. Kleur aan Groen sluit in principe geen ontwikkelingen of functies uit. Mits inpassing plaatsvindt aan de hand van de ontwikkelprincipes.
10
0
2,5 2 , km m
11
Betekenis voor Almere Het raamwerk heeft, door zijn doorlopende opzet en aansluiting op de buitengebieden, een belangrijke waarde voor de stad en de regio in zowel recreatief als natuurlijk opzicht. Voor de bewoners van Almere is er altijd bos, park of water dichtbij. Daar kunnen zij wandelen, fietsen, varen, spelen, sporten en van de natuur genieten. Het vergroot de gezondheid. De aanwezigheid van natuur en landschap vermindert stress. Daarnaast heeft het raamwerk grote voordelen in de ontwikkeling van de jonge stad Almere. Het verdeelt de stad in verschillende stadsdelen, die zich met een eigen identiteit en dynamiek kunnen ontwikkelen. Het maakt bovendien een voortgaande groei van de stad mogelijk doordat het reserveringsruimte biedt voor stedelijke functies die vooraf niet waren voorzien. Bovenal is het groenblauwe raamwerk er voor de stad en haar bewoners. Het is er om gebruikt te worden! Er kan worden gespeeld en geluierd. Het biedt ruimte voor bezinning en voor flaneren. Er kan worden uitgepakt voor een tijdelijke activiteit zoals een sporttoernooi of kunstexpositie en met geduld worden gewerkt aan stadsakkers en tuinen.
Essentie Om de kwaliteiten van het groenblauwe raamwerk te borgen en in te bedden in de verdere groei van Almere is het nodig de essentie van het landschap te benoemen. Wat zijn de kernwaarden voor de stad, haar bewoners en bezoekers? Dit vormt het toekomstperspectief. Het raamwerk: 1 2 3 4 5
12
Is de ruimtelijke drager van de garden city Almere. Het vormt een continu en robuust netwerk van groengebieden en watergangen tussen de woonwijken. - Het brengt groen, water en natuur dichtbij elke bewoner; - Het raamwerk maakt een gefaseerde groei van deze nieuwe stad mogelijk; - Het draagt bij aan gezonde populaties van plant en dier doordat het brongebieden aan elkaar koppelt. Is er voor de stad en haar bewoners. Het is er om gebruikt te worden. - Het bevat (recreatieve) bestemmingen en stedelijke momenten; - Het bevat een doorgaand netwerk van watergangen, openbare paden en routes; - Bewoners participeren in de inrichting en het beheer van het raamwerk. Is verbonden met de stad. - Vanuit de stad is het raamwerk goed bereikbaar; - De overgang tussen raamwerk en stad is herkenbaar; - Bewoners en ondernemers voelen zich betrokken bij het raamwerk. Geeft Almere identiteit. - De verbinding van stad en natuur maakt Almere onderscheidend ten opzichte van andere steden in de regio; - De aanwezigheid van verschillende landschapstypen geeft de stadsdelen een eigen gezicht. Bevat reserveringsruimte voor onvoorziene (gebouwde) stedelijke functies. - Het biedt ruimte aan de voortgaande ontwikkeling van de stad.
3 Opgaven voor het groenblauwe raamwerk De bewoners van Almere houden van het groen en water in hun stad. Ze participeren in beheer en hebben ideeën voor activiteiten en ondernemingen. Dit ontwikkelkader speelt daar op in. Het nodigt initiatiefnemers uit om het raamwerk te verrijken met hun ideeën, zodat de inrichting en gebruiksmogelijkheden worden versterkt. Het is van belang om juist nu de kwaliteit van de parken, bossen en wateren te benutten en zichtbaar te maken. De druk op de ruimte door stedelijke functies wordt groter naarmate de stad zich verder ontwikkelt. Het raamwerk kan aan betekenis winnen door naast ‘groen’ te zijn ook ruimte te bieden aan stedelijke functies waardoor het sterker met de stad wordt verbonden. Daarnaast kan het raamwerk nog winnen aan herkenbaarheid, vindbaarheid en toegankelijkheid. Het grootste deel van de groei van de stad zal plaatsvinden buiten de bestaande buurten en wijken. Daarbij is de groei voor Almere niet alleen een kwantitatieve, maar juist ook een kwalitatieve opgave. De bouw van nieuwe woningen zal voortdurend in balans moeten zijn met de ontwikkeling van werkgelegenheid, infrastructuur en landschap. Dat betekent dat nieuwe groengebieden worden aangelegd, maar ook dat bestaande bossen de kwaliteitsimpuls krijgen waar ze al enige tijd op wachten. In de bestaande stad vormt groot onderhoud een kans om een kwaliteitsslag te maken, zowel voor wijk- en buurtgroen als voor het groenblauwe raamwerk. Daarbij wordt steeds meer samengewerkt met maatschappelijke partners of bewonersgroepen, zodat aansluiting op hedendaagse behoeften plaatsvindt. Deze samenwerking creëert bovendien betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Wanneer bewoners, groenbeheerders en -ontwerpers gezamenlijk de gewenste inrichting bepalen, vormgeven en in stand houden verandert het “gemeenteplantsoen” daadwerkelijk in de “tuinkamer van de buurt”. De groenidentiteiten (zoals opgetekend in het rapport ‘Visie groenidentiteiten Almere’, 2012) bieden voor deze transformatie een bruikbaar inspiratiekader. Zowel in de nog te realiseren groengebieden als in het bestaande groenblauwe raamwerk is ruimte voor initiatieven van burgers, ondernemers en maatschappelijke instellingen. Zij creëren en geven betekenis aan onderscheidende plekken in het groen en blauw. Daarnaast liggen er opgaven om samenhang te vinden en om de bereikbaarheid en toegankelijkheid te verbeteren. Ook die opgaven worden zoveel mogelijk in samenwerking gerealiseerd. Daartoe zal de gemeente in de eerste plaats initiatiefnemers faciliteren en daar waar nodig ook samen met hen co-creëren. De volgende opgaven staan centraal bij de verdere ontwikkeling van het groen en het blauw in de stad.
Verbeteren van de gebruiksmogelijkheden Prioriteit heeft het verbeteren van de gebruiksmogelijkheden van het groenblauwe raamwerk. Daartoe kunnen nieuwe programma’s aan het raamwerk worden toegevoegd. Dat kan variëren van een vlindertuin tot een pannenkoekenhuis. Daarbij is ruimte voor stedelijke momenten: plekken als bijvoorbeeld de Kemphaan, waar de initiatieven de gebruikswaarde van het groen versterken en optimaal kan worden aangesloten bij de (veranderende) wensen en behoeften vanuit de samenleving.
13
De rijkdom aan groen en water biedt de mogelijkheid om het landschap meer dan voorheen productief te maken. Bijvoorbeeld voor productie van voedsel in de stad. Hiermee krijgt het landschap naast haar betekenis voor recreatie, natuur en beleving een extra maatschappelijke betekenis en draagt het bij aan een grotere zelfvoorzienendheid van de stad en het oplossen van klimaatvraagstukken. Het gaat hierbij om de gezonde systemen van duurzame energieproductie, waterberging en mineralenkringloop. Bijzondere aandacht is nodig voor het verbeteren van het recreatief gebruik van het waterstelsel en het vergroten van de ecologische samenhang door de aanleg van verbindingszones, bij voorkeur in samenhang met voornoemde functies.
Verbeteren toegankelijkheid en bereikbaarheid Om het gebruik van het raamwerk te versterken is het ook nodig de toegankelijkheid en bereikbaarheid ervan te verbeteren. De toegankelijkheid kan worden vergroot door de aanleg van nieuwe fiets- en wandelpaden (inclusief bruggen) in de groengebieden. De bereikbaarheid wordt vergroot met nieuwe toegangspaden vanuit de woonwijken of door de aanleg van herkenbare parkeerplaatsen langs de dreven. Daarbij is het creëren van een veilige omgeving uitgangspunt. Strategische interventies, zoals het opknappen of aanpassen van wandel- en fietspaden of het omvormen van onveilig groen, kunnen daaraan bijdragen.
Verbeteren van verankering en herkenbaarheid Het groenblauwe raamwerk is niet optimaal verankerd in de stad. De groengebieden zijn vaak niet van buitenaf herkenbaar. Ze liggen verscholen achter dichte singels van bosplantsoen. Vanaf de doorgaande wegen zijn de waterpartijen, speelweides en horecavoorzieningen niet zichtbaar. Ook vanuit de wijken zijn de groengebieden niet altijd zichtbaar. Vaak ligt de woonbebouwing met de achterkant naar de parken. Alleen de direct aanwonenden profiteren zo van het groen. Een verbetering van de verankering kan plaatsvinden door het vergroten van de herkenbaarheid door bijvoorbeeld het creëren van zicht op karakteristieke gebiedselementen, goede bewegwijzering, het realiseren van toegangspoorten aan de doorgaande wegen en vanuit de wijken en de oriëntatie van gebouwen op het raamwerk. Ook de versterking van de fysieke verbinding tussen stad en groengebieden met extra fiets- en wandelroutes draagt bij aan een betere verankering van het groen in de stad. Daarnaast zal het raamwerk ruimte moeten bieden voor het (gemeenschappelijk) ontplooien van activiteiten, waardoor mensen zich meer zullen identificeren met het raamwerk.
14
Vergroten van de belevingswaarde en identiteit Het Almeerse groen wordt grotendeels gekenmerkt door snelgroeiende boomsoorten, veelal populieren, en op kleigrond goed gedijende, natuurlijke beplanting. Het is dertig jaar geleden geplant, met het doel op korte termijn beschutting te leveren. Inmiddels zijn de populieren niet meer weg te denken uit Almere. Het idee van grootschalige vervanging van de snelgroeiers heeft daarom plaatsgemaakt voor het koesteren van deze bomen en het voornemen ze alleen te vervangen waar de veiligheid hierom vraagt. In de oudste wijken van Almere is de natuurlijke en weelderige beplanting zo kenmerkend, dat ook daar vervanging afbreuk zou doen aan de groene identiteit. Het is de kunst om deze kenmerken, die (onbedoeld) zijn ontstaan, te koesteren en tegelijkertijd de eenvormigheid die dit veroorzaakt te doorbreken. De resultaten van de enquête Blauwgroene Stad uit 2008 laat zien dat de bewoners van Almere het groen hoog waarderen en er regelmatig gebruik van maken. Tegelijkertijd geven de bewoners aan ontevreden te zijn over het groenonderhoud in de wijk. Een flink aantal van hen vindt dat er te weinig afwisseling en variatie aanwezig is in de beplanting. Groenonderhoud, variatie en attractiviteit kunnen dus beter in de ogen van de Almeerder. Het behouden en versterken van de eigen identiteit en diversiteit binnen de gebieden, maar ook tussen de gebieden onderling, zal de belevingswaarde van het Almeerse groen verhogen en is dan ook één van kernopgaven in het groenbeheer voor de groengebieden in en om de stad. In de beheervisie (vastgesteld december 2012) wordt nadrukkelijk aandacht gevraagd voor het vergroten van de betrokkenheid van de gebruikers van de openbare ruimte en het groen. Bij het beheer van het groen wordt de betekenis ervan voor de maatschappij van groter belang. Door middel van het innovatieprogramma `Excellent Partnerschap´ wordt ruimte geboden aan burgers die verantwoordelijkheid willen nemen bij het beheer van de openbare ruimte. Ze worden gestimuleerd om actief mee te denken en te werken aan inrichting en beheer.
Zorgvuldige inpassing van stedelijke functies en bijzondere woon- en werkmilieus Het groenblauw raamwerk van Almere biedt ook ruimte voor (gebouwde) voorzieningen die het lokale belang van de naastgelegen woonwijk ontstijgen. In de praktijk blijkt het vaak moeilijk om in het groenblauw raamwerk te bouwen, door verzet van omwonenden. Toch is het van belang voor de stad en het groenblauw raamwerk om vestiging van stedelijke functies ook in het groen mogelijk te maken. Met het verstrijken van de tijd heeft de stad een groeiende behoefte aan locaties voor dergelijke voorzieningen en zal het raamwerk steeds meer de invulling krijgen die de peetvaders er aan toegedicht hadden. Voorzieningen kunnen immers een toegevoegde waarde leveren aan het landschap, mits ze in gebruik en uitstraling aansluiten bij de omgeving. De doorontwikkeling van de bestaande stad levert een terugkerende wens om ook woningen en bedrijven te vestigen in het groenblauw raamwerk. Indien, vanuit andere overwegingen, wordt overgegaan tot de realisatie van woon- en werkbebouwing, zal deze een kwalitatieve bijdrage moeten leveren aan het groenblauw raamwerk. Gedacht kan worden aan het creëren van nieuwe, onderscheidende woon- en werkconcepten in een groene omgeving. Daarvoor is een zorgvuldige ruimtelijke inpassing nodig met aandacht voor de omvang van de locatie, de oriëntatie van de bebouwing op het landschap en het garanderen van doorgaande recreatieve en landschappelijke verbindingen.
15
Behouden, omvormen en nieuw aanleggen De basisgedachte van een continu groenblauw raamwerk is nog altijd duidelijk terug te vinden in de Almeerse stadsplattegrond, maar staat regelmatig onder druk. Het raamwerk biedt een robuuste structuur van natuurlijke en recreatieve elementen die de woonomgeving verbinden met het buitengebied en vormt daarmee een kernkwaliteit voor Almere. Het in stand houden en verbeteren van deze natuurlijke en recreatieve routes is een belangrijke opgave in de doorontwikkeling van het groenblauwe raamwerk. Het raamwerk heeft ook betekenis voor de planten en dieren die er leven. Een deel van het landschap bestaat uit ecologische hoofdstructuur en het Europese Natura 2000-netwerk en heeft daarmee een juridisch beschermde natuurstatus. Om plant en dier in de stad te krijgen en te houden, is in het Ecologisch Masterplan de ecologische structuur geschetst. Het vormt de haarvaten van het nationale en internationale netwerk van natuurgebieden en brengt plant en dier tot aan de voordeur. Deze natuurlijke biodiversiteit vormt een belangrijk onderdeel van het groene imago van Almere. Bij de ontwikkeling van de stad blijkt er een wederkerigheid te bestaan tussen de identiteit van de stadsdelen en het raamwerk dat de stadsdelen van elkaar scheidt. Het raamwerk is essentieel voor de zelfstandige ontwikkeling en identiteitsvorming van de stadsdelen. Andersom beïnvloeden de stadsdelen de identiteit van het raamwerk. Bij een verdere groei van de stad zal ook de druk op het bestaande landschap toenemen. Wanneer zorgvuldig met die druk wordt omgegaan, kunnen de unieke kwaliteiten van het groenblauwe raamwerk worden geborgd en kan dit zelfs uitgroeien tot een attractiever landschap met nieuwe, bij het karakter van de uitbreiding passende, gebruiksmogelijkheden. De verbetering van de kwaliteit en de gebruiksmogelijkheden van het landschap zal steeds tijdig moeten plaatsvinden en gelijkwaardig zijn aan de nieuwe stedelijke ontwikkelingen. Behalve dat dit voor Almere een unieke kans is om een nieuw palet aan gebruiksmogelijkheden en woon- en werkmilieus toe te voegen, zal het ook een grote bijdrage leveren aan het versterken van het groenblauwe imago. Op basis van de concept Structuurvisie Almere 2.0 zijn tussen rijk, provincie en gemeente werkafspraken gemaakt die zijn vastgelegd in het ‘Integraal Afspraken Kader Almere’ (IAK). Daarbij gaat het om de aanleg van nieuw landschap aan de oostzijde van Almere (700 ha) en de versterking van het bestaande landschap (600 ha). Vanwege de lange ontwikkeltijd van Almere 2.0 verloopt ook de ontwikkeling van het groenblauwe raamwerk gefaseerd. De eerste tranche van de ontwikkelgebieden omvat het zuidelijke deel van de Pampushout, de Almeerderhout en het landschapspark Eemvallei. Afspraken over de ontwikkeling van deze drie gebieden en bijbehorende ontwikkel- en financieringsstrategieën zijn met de groene partners vastgelegd in de Intentieovereenkomst Uitwerking IAK Programma Groenblauw (december 2011).
16
4 Ontwikkelkader Initiatieven in het groen zijn divers van aard en kunnen op verschillende wijze bijdragen aan de betekenis van het groen. Hier hoort een uitnodigend speelveld met bijbehorende spelregels bij dat ruimte biedt aan een breed scala aan ontwikkelingen, zonder daarbij de essentie van het raamwerk uit het oog te verliezen. Op basis daarvan en afhankelijk van de plek (landschapstype) wordt de initiatiefnemer begeleid aan de hand van een set ontwikkelprincipes voor ruimtelijke inpassing, zoals weergegeven in dit hoofdstuk.
Ontwikkelprincipes De wenselijkheid van een activiteit of vestiging in het groen wordt afgewogen op basis van de in hoofdstuk 2 beschreven essentie van het groenblauwe raamwerk. De essentie vormt het toekomstperspectief. Dit ontwikkelkader sluit in principe geen ontwikkelingen of functies uit. Elk initiatief in het groenblauwe raamwerk is mogelijk mits het een positieve bijdrage levert aan de essentie en de geformuleerde opgaven. En mits het zorgvuldig wordt ingepast. Dat geldt voor bekende groene functies als natuureducatie, recreatie, cultuur, horeca en buitenevenementen. En uiteraard voor sport, stadslandbouw en begraven. Maar ook voor functies als zorg, leisure, onderwijs, wonen en werken. In aanvulling op de essentie gelden ontwikkelprincipes. Ze zijn gericht op een zorgvuldige inpassing en het verkrijgen van een optimale kwaliteitsbijdrage aan het groen en blauw. De principes gelden zowel voor ongebouwde als voor gebouwde initiatieven, infrastructuur en parkeren. Ook bij functiewijziging zullen wenselijkheid en inpassing worden beoordeeld. Ontwikkelprincipes bij de activering van het groenblauwe raamwerk 1
Iedere ontwikkeling in het raamwerk dient bij te dragen aan de versterking van de essentie en tenminste één van de geformuleerde opgaven.
2
De locatie is zoveel als mogelijk openbaar toegankelijk.
3
De continuïteit van het raamwerk blijft gewaarborgd.
4
De nieuwe invulling is ruimtelijk en functioneel georiënteerd op haar omgeving.*
5
De nieuwe invulling draagt bij aan de identiteit van haar omgeving.*
6
De locatie is voldoende bereikbaar voor bezoekers.
7
Het landschap is bereikbaar vanuit de locatie.
8
De nieuwe invulling conflicteert niet met het kenmerkende gebruik van het landschapstype.**
9
De ruimtelijke inpassing en vormgeving van nieuwe bebouwing in het raamwerk worden getoetst door welstand/ het kwaliteitsteam.
* **
Voor de ruimtelijke inpassing is ter inspiratie het document Visie Groenidentiteiten Almere (2012) beschikbaar. De kaart is afgebeeld op blz.24. Zie specifieke kenmerken en gebruik landschapstypes op de volgende bladzijdes.
17
Het ontwikkelkader richt zich op de versterking van het groenblauwe raamwerk en de gebruiksmogelijkheden ervan. Daarnaast bestaan andere belangen en beleidskaders. Bij de vestiging van een initiatief zal altijd een integrale afweging op wenselijkheid plaatsvinden. Voor de inpassing gelden in alle gevallen de ontwikkelprincipes. De toepassing van de ontwikkelprincipes is voor een deel afhankelijk van het landschapstype. De onderscheiden landschapstypes verschillen in ruimtelijk absorptievermogen en de gebieden verschillen in grootte. In een bos is het zicht van nature beperkt door de vele boomstammen en onderbegroeiing. In een moerasgebied is vrij zicht over een veel grotere afstand mogelijk. Een gebouw is daardoor in een moerasgebied al snel storend. Een bosgebied kan relatief veel (gebouwd) programma in zich opnemen zonder afbreuk te doen aan het boskarakter. De ruimtelijke kenmerken, de betekenis en het kenmerkende gebruik per landschapstype worden hierna benoemd.
Landschapstypes: specifieke kenmerken en gebruik Bos Ruimtelijke kenmerken en betekenis Bos is een vegetatie die voornamelijk uit bomen bestaat met een ondergroei van planten en struiken. Almere kent loofbossen met verschillende identiteiten. De meest voorkomende zijn nat bos met wilg, hallenbos met populier, dicht stakenbos met es en gelaagd bos met es, eik en een struiklaag. Door de dichte beplanting worden bossen ruimtelijk getypeerd als dichte gebieden. Het zicht wordt beperkt door de boomstammen en de kruidlaag. Hierdoor kunnen zij relatief veel bezoekers en programma in zich opnemen zonder dat dit op afstand zichtbaar is. (In een hallenbos zonder kruidlaag is dit veel minder het geval dan in een gelaagd bos.) De bossen van Almere liggen overwegend buiten de ringweg, aan de randen van de bestaande en nieuwe stadsdelen. Het zijn robuuste structuren die de natuurlijke tegenhanger van het stedelijk gebied vormen. Het zijn belangrijke schakels in het recreatieve netwerk. Een groot deel van de bossen behoort tot de ecologische hoofdstructuur (EHS).1 Kenmerkend gebruik Het kenmerkende gebruik van de bossen wordt gevormd door natuurbeleving, wandelen, fietsen, natuureducatie, recreatie en cultuur. Doordat de bossen vaak een groot oppervlak beslaan bieden ze ruimte aan programma’s voor buitenrecreatie van een grote schaal en omvang. Park Ruimtelijke kenmerken en betekenis Een park is een ontworpen en aangelegd groen gebied met een overwegend recreatieve functie. Een park bevat vrijwel altijd bomen, open weides, vijvers en paden met daarnaast vaak elementen zoals zitbanken, kunstwerken en plantenborders. Almere kent parken met verschillende identiteiten. De meest voorkomende zijn polderpark, Engels park, natuurlijk park en waterpark.
18
1 (Voor natuurgebieden die zijn begrensd als EHS gelden aanvullende voorwaarden (zie Spelregels EHS 2010, Ecologisch Masterplan 2006, Flora- en Faunawet))
De parken hebben een kleinere afmeting en schaal dan de bossen en moerasgebieden. Ruimtelijk worden ze getypeerd door een afwisseling van dichte beplanting en open weides en wateroppervlakken. Programma’s in de open parkdelen zijn al van afstand zichtbaar. De dichte parkdelen zijn beperkt in afmeting. Daardoor is programma (gebouwd en ongebouwd) al snel beeldbepalend in een park en is het van belang extra zorg te besteden aan ontwerp en inpassing. De parken zijn tussen de woonwijken gelegen en zijn een onderdeel van het dagelijks leven van veel omwonenden. Meer dan de bossen hebben de bewoners zich de parken toegeëigend. Zij waarderen de parken om hun groene en natuurlijke karakter. Kenmerkend gebruik Het kenmerkende gebruik van de parken wordt gevormd door wandelen, fietsen, spel, tijdelijke activiteiten, eten&drinken en cultuur. Doordat de parken vaak een beperkt oppervlak en open karakter hebben bieden ze bij voorkeur ruimte aan programma’s van een kleine schaal en omvang. Voorzieningenpark Ruimtelijke kenmerken en betekenis De voorzieningenparken zijn de groengebieden (en het water) in de stad die zijn afgebakend en ingericht voor sport, stadslandbouw, begraven & herdenken, evenementen of (jacht)havens. De voorzieningenparken bevatten een groen casco bestaande uit lanen en bosplantsoen waarbinnen zich velden bevinden voor specifiek gebruik. Ze liggen vaak in een stads- of parkrand en zijn onderdeel van de groenstructuur en het recreatieve netwerk. Kenmerkend gebruik Het kenmerkende gebruik van de voorzieningenparken is divers en wordt gevormd door sport, stadslandbouw, begraven & herdenken, evenementen of (jacht)havens. In principe zijn de ‘velden’ gericht op het uitsluitend gebruik door één van de basisfuncties. Het casco van lanen en bosplantsoen is onderdeel van het recreatieve netwerk en bevat paden die wandelen en fietsen mogelijk maken. Moeras en rietland Ruimtelijke kenmerken en betekenis Een moeras is een overgangsgebied tussen water en land. In feite betreft het een tussenfase in de ontwikkeling. Deze wordt in stand gehouden door dieren of mensen (bijvoorbeeld begrazing door ganzen). Het moeras en rietland bevinden zich aan de noordzijde van Almere. Het betreft de natte graslanden, de Lepelaarplassen en het Wilgenbos. Deze sluiten aan op de Oostvaardersplassen. Ook het Kromslootpark aan de zuidwestzijde van Almere bestaat uit moeras en rietland. Een aanzienlijk deel van het moeras en rietland is onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS)2 of heeft zelfs de status Natura 2000. Door hun unieke soortenrijkdom kennen deze gebieden (inter) nationale bekendheid. Daarmee vormen ze een bijzonder visitekaartje van Almere. Een groot deel van deze gebieden heeft door het ontbreken van opgaande beplanting een open karakter. Het zicht wordt over grote afstanden nauwelijks belemmerd. Dit wordt nog versterkt doordat deze gebieden in Almere vaak vanaf de hoger gelegen dijk gezien worden. Een uitzondering vormen de wilgenbossen. Deze hebben een dicht ruimtelijk karakter. Een aandachtspunt vormt het zicht in rietland: op ooghoogte is het zicht zeer beperkt, alles wat daar boven uitstijgt valt op. 2 Voor natuurgebieden die zijn begrensd als EHS gelden aanvullende voorwaarden (zie Spelregels EHS 2010, Ecologisch Masterplan 2006, Flora- en Faunawet)
19
Kenmerkend gebruik De moerasgebieden en natte graslanden en bossen vervullen primair een rol voor de natuur. Het zijn brongebieden voor planten en dieren. Het belangrijkste gebruik voor de mens wordt gevormd door natuurbeleving. Ook bieden ze ruimte aan wandelen, fietsen, natuureducatie en tijdelijke op natuurbeleving gerichte activiteiten. Daarnaast is het denkbaar dat een programma dat even uniek is als dit landschap als icoon voor Almere een plek kan vinden in dit landschapstype. Water Ruimtelijke kenmerken en betekenis Het water in en om Almere symboliseert de ligging van de stad in de polder. Grote wateroppervlakken als de Noorderplassen en het Weerwater kennen een grote mate van openheid. Programma’s op het water zijn vanaf het gehele oppervlak en vanuit alle randen zichtbaar. De zichtbaarheid van programma’s in de oever is afhankelijk van de aanwezige beplanting of bebouwing aan de oever. Kenmerkend gebruik Het kenmerkende gebruik van de plassen, watergangen en hun oevers wordt gevormd door natuurbeleving, varen, zwemmen, recreatie en sport. In de oevers bevinden zich prachtige plekken voor eten&drinken en cultuur (incl. bijbehorende bebouwing). 3 Groenblauwe identiteitsdragers Naast de grote vlakvormige landschapstypen bestaan er een aantal lijnvormige elementen die in belangrijke mate bijdragen aan de groene uitstraling en dooradering van Almere. Het gaat om de dijk, de groene radiale routes en de grachten met hun oevers in de wijken. Ook daarvoor geldt dit ontwikkelkader. Transformatiegebieden Op de kaart met landschapstypes zijn transformatiegebieden aangegeven. Het betreft locaties die bebouwd zullen worden en waarvoor reeds ontwikkelingsplannen zijn vastgesteld. Sommige locaties zullen al binnen enkele jaren transformeren andere pas op langere termijn.
3 Voor waterlopen en open water die zijn begrensd als EHS gelden aanvullende voorwaarden (zie Kaderrichtlijn Water, Maatwerkovereenkomst Water 2010, Spelregels EHS 2010, Ecologisch Masterplan 2006, Flora- en Faunawet)
20
Overzicht landschapstypes
Bos
Park
Voorzieningenpark
Moeras en rietland
Water
Definitie
Ruimtelijk Kenmerkend absorptievermogen gebruik
Korrelgrootte programma’s
Status
Vegetatie die voornamelijk uit bomen bestaat met een ondergroei van planten en struiken.
Groot.
Natuurbeleving, wandelen, fietsen, natuureducatie, recreatie en cultuur.
middel, groot
Een aanzienlijk deel is onderdeel van de EHS.
Een ontworpen en aangelegd groen gebied met een overwegend recreatieve functie.
Variabel.
Wandelen, fietsen, spel, tijdelijke activiteiten, eten&drinken en cultuur
klein
Een groen casco bestaande uit lanen en bosplantsoen waarbinnen zich velden bevinden voor specifiek gebruik.
Groot.
Sport, stadslandbouw, begraven & herdenken, evenementen, jacht-havens.
middel, groot
Een overgangsgebied tussen water en land, met lage vegetaties als gras, bies en riet, soms met struiken en bomen.
Zeer beperkt.
Natuur, natuurbeleving, wandelen, fietsen, natuureducatie en tijdelijke (op natuurbeleving gerichte) activiteiten.
klein
Het open water en de oevers van meren, plassen en vaarten.
Beperkt.
Natuurbeleving, varen, zwemmen, recreatie, sport, eten&drinken en cultuur.
klein, middel
Bos is een dicht landschap door de dichte beplanting van bomen en kruidlaag.
Parken kennen een afwisseling van open en dichte vegetaties. Daarmee varieert het ruimtelijk absorbtievermogen.
Mits het casco van opgaande beplanting wordt gehandhaafd, kunnen de open gebieden een groot programma in zich opnemen.
Moeras en rietland zijn overwegend open gebieden door de lage beplanting.
Grote wateroppervlakken kennen een grote mate van openheid door het ontbreken van opgaande beplanting of bebouwing.
Bij kap is boscompensatie verplicht.
Een aanzienlijk deel is onderdeel van de EHS. Een aanzienlijk deel heeft Natura2000status.
Een aanzienlijk deel is onderdeel van de EHS. IJmeer en Markermeer hebben Natura2000-status.
21
Beoordeling en begeleiding Een initiatief voor een activiteit of vestiging in het groenblauwe raamwerk wordt gemeld bij het gebiedsteam of het ondernemersloket. Na het intakegesprek (en een eventueel vervolggesprek) wordt het initiatief beoordeeld op wenselijkheid en (indien mogelijk) begeleid naar realisatie. Daarbij worden voorwaarden gesteld aan de inpassing. Om het karakter van het groenblauwe raamwerk te bewaren, worden functies gestimuleerd die de natuurwaarde of de recreatieve gebruikswaarde ondersteunen. Voorliggend ontwikkelkader concentreert zich op advisering op twee punten: 1. Wenselijkheid: Afweging van de wenselijkheid van vestiging van het initiatief binnen de grenzen van het groenblauwe raamwerk op basis van de essentie van het groenblauwe raamwerk. 2. Condities voor inpassing: Het stellen van voorwaarden aan de inpassing van het initiatief. Dit gebeurt op basis van ontwikkelprincipes. En is mede afhankelijk van het landschapstype. Alleen voor initiatieven binnen het groenblauwe raamwerk is dit ontwikkelkader richtinggevend. Dit geldt voor elke initiatiefnemer in het groen, zowel overheid, burger, ondernemer als instellingen. Voor initiatieven buiten het raamwerk is het maatschappelijk nut en noodzaak van doorslaggevende betekenis bij de afweging. De groene identiteiten van het gebied kunnen als inspirerend kader dienen bij inpassing. Een initiatief doorloopt binnen de gemeentelijke organisatie globaal onderstaande route.
Situatie 1 initiatief ontstaat
Initiatief
Intake
Realisatie
activiteit of beheerparticipatie
gebiedsteam
met gebiedsorganisatie
Bijvoorbeeld: bloembollen planten
Situatie 2
vestiging *
Realisatie
uitwisseling informatie passend binnen bestemmingsplan
ondernemersloket
Realisatie
met gebiedsorganisatie
Bijvoorbeeld; stadsakker, pannenkoekenhuis afwijkende bestemming
Haalbaarheidsstudie door MidOffice
* waarbij terrein onttrokken wordt aan de openbare ruimte (door bijvoorbeeld omheining of bebouwing).
22
Realisatie
met gebiedsorganisatie
Een initiatief komt binnen bij het gebiedsteam of het ondernemersloket. Daar vindt een intakegesprek plaats. In dat gesprek wordt onder andere bekeken of het initiatief past binnen het bestemmingsplan. Een plan dat niet past binnen het bestemmingsplan volgt een uitvoeriger traject. Het wordt getoetst op haalbaarheid en integraal afgewogen. Dit gebeurt in de MidOffice van het ondernemersloket en wordt gedocumenteerd. Afwijken van het bestemmingsplan is op grond van de Wabo mogelijk indien de activiteit niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat4. Dit ontwikkelkader kan de argumentatie voor die ruimtelijke onderbouwing leveren. In het proces worden de ontwikkelprincipes op verschillende momenten gehanteerd. 1. In de haalbaarheidsstudie. Door de MidOffice van het Ondernemersloket. - In de MidOffice vindt een integrale afweging plaats, met advisering van alle relevante disciplines. Als onderdeel daarvan toetst een landschapsadviseur de wenselijkheid op basis van voorliggend ontwikkelkader en (indien relevant) op basis van de ontwikkelkaders uit het IAK Programma Groenblauw 2.0. Dit advies kan argumentatie leveren om af te wijken van het bestemmingsplan. Daarnaast worden de condities voor inpassing geformuleerd. 2. In de voorbereiding van de realisatie. Door de gemeentelijke gebiedsorganisatie. - De principes geven de randvoorwaarden voor inpassing. - Het inrichtingsplan wordt begeleid door de gebiedsorganisatie en getoetst door het SVSB5. - De beheerconsequenties en bijbehorende maatregelen worden in beeld gebracht. - Indien het een bouwwerk betreft vindt ook toetsing plaats door de welstandscommissie/ het Q-team. - Daarnaast worden de (bestemmings)planprocedures doorlopen. Het gebiedsteam kan, eventueel aangevuld met een groene gebiedsregisseur, aan de voor- en achterkant van het proces initiatieven begeleiden en stimuleren door ze aan te moedigen, relaties te leggen en kennisuitwisseling mogelijk te maken. Voor een aanzienlijk deel van het groenblauwe raamwerk geldt dat niet de gemeente, maar Staatsbosbeheer, Stichting Flevo-landschap of het Waterschap Zuiderzeeland eigenaar zijn van de grond (zie kaart blz. 27). Voor die gebieden gaan gemeente en eigenaar/ beheerder een samenwerking aan bij de activering van het groen en blauw. Initiatieven kunnen zowel gemeld worden bij de eigenaar/ beheerder als bij de gemeente. In beide gevallen is dit ontwikkelkader met de ontwikkelprincipes kaderstellend. In aanvulling daarop gelden eventuele gebiedsplannen als richtinggevend.
4 De gemeenteraad van Almere heeft bij besluit van 6 januari 2011 (RV-91/2010) als standpunt ingenomen dat bij een aanvraag om een omgevingsvergunning waarvoor wordt afgeweken van het bestemmingsplan een ‘verklaring van geen bedenkingen’ door de raad niet is vereist. Wel heeft de gemeenteraad hieraan de eis van een ‘voorhangprocedure’ verbonden. Dit houdt in dat de raad in de gelegenheid wordt gesteld de aanvraag omgevingsvergunning te agenderen voor bespreking met het college. 5 Het SVSB (Stedenbouw Verkeer en Stedelijk Beheer) overleg is een adviesorgaan van de diensten DSO en SB dat ondermeer inrichtingsplannen toetst aan de verplichte eisen en voorwaarden op het gebied van civiel, kabels en leidingen en waterhuishouding, verlichting, groen, verkeer en vervoer, brandweer en politiekeurmerk.
23
Kaartbeeld Visie Groenidentiteiten Almere, 2012
Beheer en identiteit Beheer heeft een belangrijke rol in het ontwikkelen van het aanwezige groen en water naar een aantrekkelijk en rijk geschakeerd landschap. De beherende instantie geeft daarbij nadere invulling aan de ruimtelijke verschijningsvorm van de beplantingen. Voor het stedelijk groen is de ruimtelijke verschijningsvorm opgetekend als de groenidentiteit in het rapport ‘Visie Groenidentiteiten Almere’ (2012). Vaak is de identiteit nog terug te voeren op de oorspronkelijke ontwerpgedachte voor de wijk of het stadsdeel. Deze karakteristieken dienen als inspiratiekader bij herinrichting en omvorming van de groene ruimte.
Andere relevante beleidskaders Dit ontwikkelkader is vooral gericht op het versterken van de gebruiksmogelijkheden van het groenblauwe raamwerk voor de stad. Daarnaast bestaan beleidskaders die gericht zijn op het beschermen van natuurwaarden en bijzondere landschapselementen. Voor een aantal onderdelen van het groenblauwe raamwerk bestaan bovendien gebiedsplannen (ontwikkel-, realisatie- en beheerplannen). Bij de realisatie van initiatieven gelden al deze kaders.
24
Ecologische structuur Almere legenda Indicatie gewenste aanvulling groen blauw casco brongebieden
nat droog
ecologische verbindingszone bestaand ecologische verbindingszone aan te vullen knelpunten
Ecologische structuur Almere legenda Indicatie gewenste aanvulling groen blauw casco brongebieden
nat droog
ecologische verbindingszone bestaand ecologische verbindingszone aan te vullen knelpunten
7 december 2005 DSO afd. Stedenbouw en Landschap
Ecologisch Masterplan, 2006 Ecologisch Masterplan
Hieronder zijn ze op een rij gezet: • Boswet: deze bepaalt dat bos dat verdwijnt gecompenseerd dient te worden (zie kaart blz. 26). • Regelgeving EHS: deze legt de begrenzing van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) vast en benoemt de natuurwaarden van de begrensde gebieden. Bij ontwikkeling binnen de EHS gelden de spelregels EHS. Onderdeel daarvan is een kwalitatieve en kwantitatieve compensatie in geval van aantasting van natuurwaarden (zie kaart blz. 26). • Ecologisch Masterplan (2006): hierin worden de stappen omschreven die nodig zijn voor het realiseren van een robuust ecologisch functionerend systeem in de stad. De uitgangspunten zijn in kaart verbeeld als Ecologische structuur van Almere. Hierbij worden droge en natte brongebieden onderscheiden, onderling verbonden door (bestaande en te ontwikkelen) ecologische verbindingszones. Deze structuur kan gezien worden als de haarvaten van het nationale (Ecologische Hoofd Structuur) en internationale (Natura 2000) ecologische structuur. • Nota Archeologische Monumentenzorg (2009): legt de kaders vast voor de archeologische monumentenzorg in Almere. Hierin wordt aangegeven waar archeologisch onderzoek verplicht is en hoe om te gaan met behoudenswaardige vindplaatsen, inclusief wettelijk beEcologisch Masterplan schermde monumenten (zie kaart blz.27 voor acheologie in Almere). • IAK Programma Groenblauw: in het kader van RRAAM zijn afspraken vastgelegd over de realisatie en doorontwikkeling van 14 groengebieden. Deze zijn vastgelegd in het IAK (2009) en de Intentieovereenkomst IAK Programma Groenblauw (2011). • Gebiedsplannen, zoals Realisatieplan Almeerderhout (nog niet vastgesteld), Ontwikkelingsplan Pampushout (nog niet vastgesteld). 7 december 2005 DSO afd. Stedenbouw en Landschap
25
Bebouwde-komgrens Boswet
17:14
Pagina 2
OMGEVINGSPLAN FLEVOLAND 2006
Ecologische hoofdstructuur
Ecologische verbinding Zoekgebied robuuste ecologische verbinding met Gelderland Groen-blauwe zone OostvaardersWold Natura 2000 gebied Wetlands Milieutekort verdroging Prioritair gebied Waardevol gebied Overige EHS Gebied begrensd als nieuwe natuur Provinciegrens
Ecologische Hoofdstructuur uit Omgevingsplan Flevoland 26
Figuur 16
Archeologie Almere
Eigendomskaart Almere 27
Literatuur Garden Cities of Tomorrow (1902), Ebenezer Howard De Buitenruimte van Almere (1976), werkdocument, RIJP EHS/Natura 2000 (2003/2009), Rijk Almere Parkstad (2003), gemeente Almere Ecologisch Masterplan (2006), gemeente Almere Almere Principles (2008), gemeente Almere / McDonough en Braungart Structuurplan Almere 2010 (2003), gemeente Almere Integraal Afsprakenkader Almere 2.0 (IAK) (2009), gemeente Almere/ provincie Flevoland/ Rijk Concept Structuurvisie Almere 2.0 (2009), gemeente Almere Almere Levend in Groen (2009), gemeente Almere Themabericht Landgoed Almere (2011), gemeente Almere Intentieovereenkomst uitwerking IAK programma groenblauw (2011), RRAAM Themabericht Het groenblauwe raamwerk van Almere 2.0 (2011), RRAAM Visie Groenidentiteiten Almere (2012), werkdocument, gemeente Almere Growing Green Cities (2012), gemeente Almere Beheervisie (2012), gemeente Almere
28
Colofon Bestuurlijk opdrachtgever: wethouder Beheer en Leefomgeving: Ed Anker Ambtelijk opdrachtgever: adjunct directeur Beleid en Organisatie: Gerda Blom Kernteam (gemeente Almere): Hester Kersten, DSO Peter Post, SB Linda Rijnboutt, DSO Marcel Stolk, DSO Paul Wilhelmus, PBS Gemeente Almere februari 2013 CONCEPT
29