KLARA’S CULTURELE ZOMERTIPS NON-FICTIE Voor u verzameld door de medewerkers van Pompidou: Christophe Vekeman, Gudrun De Geyter, Heleen Debruyne, Sara Debroey, Greet Van Thienen en Chantal Pattyn. Het Koninkrijk van Emmanuel Carrère. Vertaald door Katelijne de Vuyst en Katrien Vandenberghe (De Bezige Bij)
Hoe zijn christenen erin geslaagd om met een volstrekt tegendraadse boodschap als de verrijzenis de wereld te veroveren? Met die prangende vraag schrijft Emmanuel Carrère een even persoonlijk als overwogen speculatief boek over de eerste decennia van het christendom. Carrère praat over zijn periode als gelovige en gaat nu als nieuwsgierige agnost op onderzoek uit. Uit de geschreven bronnen, die dikwijls vol contradicties staan, probeert de scenarist in Carrère zich voor te stellen hoe gebeurtenissen uit de geschriften zich zouden kunnen hebben afgespeeld. Al zijn sympathie gaat daarbij uit naar de evangelist Lucas, die zich als een fijnzinnige Sancho Panza in de omgeving van de fanatieke renegaat Paulus bewoog. Uitstekend vertaald adembenemend giswerk! (GDG)
Goethe. Kunstwerk van het leven. Biografie van Rüdiger Safranski. Vertaald door Mark Wildschut (Atlas Contact)
Hij hield van een vrouw en schreef er brieven over aan een andere. Door erover te schrijven werd zijn werkelijkheid werkelijker, vond Goethe. De biografie van Rüdiger Safranski is een geschenk! Hier wordt niet alleen genereus verteld over het rijke en volle leven van een enorm nieuwsgierig en zeer begaafd schrijver en minister. Safranski schrijft tegelijk de biografie van Duitslands gouden eeuw. Als geen ander kan hij de idealen en hoofdbrekens van de Duitse romantiek uitleggen aan een publiek uit de 21ste eeuw. (GDG)
De schepping van een aards paradijs. Piet Mondriaan 1919-1933 van Léon Hanssen (Querido)
Deze meer dan 500 pagina’s tellende studie over de Parijse jaren van Piet Mondriaan schetst een zeer helder en leesbaar beeld van de kunstenaar die Holland moest ontvluchten om tot zijn neo-plasticisme te komen. Hanssen neemt je mee in zijn denkwereld, van de theosofie van Madame Blavatsky tot zijn hang naar de oosterse denkers. Bovendien zet Hanssen Mondriaan, hoe vergeestelijkt hij ook was, als mens neer. Van zijn stuntelige omgang met vrouwen (Mondriaan had wellicht nooit seks) tot zijn ruzies met Theo Van Doesburg, voorman van De Stijl, zijn fascinatie voor de foxtrot en de jazz en de robotachtige manier waarop hij op deze nieuwe muziek danste. Dit boek leest als een prachtige dwarsdoorsnede van het interbellum in de lichtstad, die niet meer zo avant-gardistisch was als voor WO1, en die Mondriaan nooit zou waarderen. Subliem. (CP)
Madame de Maintenon. 1635-1719. De heimelijke echtgenote van Lodewijk XIV van Hans Bots & Jan Schillings (Vantilt)
Het gebeurde zoals in de Familie Von Trapp. Lodewijks heimelijkste echtgenote, Madame de Maintenon, komt in beeld wanneer ze de zorg op zich neemt van zijn bastaardkinderen. Opvoeden blijft haar lust en leven en met de hulp van de koning zal ze het instituut Saint-Cyr oprichten, waar meisjes van lage adel demoisellesleerden worden. Historicus Hans Bots werkt mee aan de verzamelde briefwisseling van en aan Madame de Maintenon met de vermaarde Franse onderzoeker Marc Fumaroli. Wat dit rijk geïllustreerde boek over haar vertelt komt dus uit de eerste hand. Veel onheil dat Frankrijk en Europa trof, werd ten onrechte aan haar toegeschreven. Maar uit dit bevattelijke overzicht blijkt wel dat ze een belangrijke schakel was tussen de Franse clerus en het toenmalige koningshuis. (GDG)
Pieter Bruegel The Elder. Fall of the Rebel Angels. Art, Knowledge and Politics on the Eve of the Dutch Revolt van Tine Luk Meganck (Silvana Editoriale / Royal Museums of Fine Arts of Belgium)
Een fascinerende studie van kunsthistorica Tine Luk Meganck naar de vele betekenissen die zich ontvouwen in één enkel schilderij van Pieter Bruegel de Oude. In ‘De val van de opstandige engelen’ verknoopt Bruegel het Bijbelse thema over de hoogmoed (de val van de engelen én en passant verwijst hij ook nog naar de Apocalyps) met de politieke spanningen in de Nederlanden rond 1562, het moment waarop hij het werk schilderde. Bovendien zijn de hybride monsters op het schilderij samengesteld uit allerlei voorwerpen die men kon aantreffen in de rariteitenkabinetten waar de geleerden uit Bruegels tijd zo tuk op waren (van Indiaanse vedertooien, gordeldieren, Ottomaanse kromzwaarden, tot exotische flora en muziekinstrumenten) en die getuigden van de toegenomen kennis over de wereld. Een boek dat je anders en beter naar dit duizelingwekkende schilderij -dat in de Brusselse Musea voor Schone Kunsten hangt- doet kijken. (SDB
De stamhouder van Alexander Münninghoff (Prometheus)
Als je Alexander Münninghoff op café zijn levensverhaal zou horen doen, deed je hem af als een bezopen fantast. Zijn oma was een Russische socialiste die het mooie weer maakte in de Letse beau monde, zijn grootvader een gewiekste ondernemer die tijdens WOI spioneerde voor de geallieerden. Een oorlog later vocht zijn vader als onverschrokken Nazi aan het Oostfront. Genoeg materiaal voor zes romans, maar Münninghoff spon er één waanzinnige familiekroniek uit. (HDB)
Oorlogsenthousiasme van Ewoud Kieft (De Bezige Bij)
Wie een beetje murw is geslagen door de vloed aan boeken over de Eerste Wereldoorlog, wordt hier weer klaarwakker van. Ewoud Kieft heeft een voor een historicus verbazend meeslepende pen - hij is daarnaast romancier én
zanger in een rockbandje. In ‘Oorlogsenthousiasme’ legt Kieft uit hoe de intellectuele en artistieke Europese elite in de aanloop naar 1914 warm liep voor een grote, zuiverende oorlog. Een bijzonder verontrustende reis door een tijdsgeest. (HDB)
Event. Filosofie van de gebeurtenis van Slavoj Zizek (Boom)
Wie deze zomer een avontuurlijk boek wil lezen, vol duizelingwekkende bochten langs filosofen, films en de Bijbelse geschiedenis kan terecht bij een filosoof. De Sloveense filosofische superstar Zizek ontleedt de gebeurtenis als iets dat je ontwricht en je leven door elkaar gooit, of zelfs dat van een heel volk, zoals bij een radicale politieke breuk. Van de intens persoonlijke ervaring als verliefdheid tot een nieuwe kunstvorm: Zizek’s rijke denkervaring in een boek gegoten. (GVT)
Onrust. Het leven van Jacob Israël de Haan van Jan Fontijn (De Bezige Bij)
Een met vaart geschreven biografie van de schrijver van de eerste expliciet homoseksuele roman van de Nederlandse letteren, Pijpelijntjes (1904), én de eerste Jood ooit die in Palestina het slachtoffer werd van een door Joden gepleegde politieke moord (1924). Boeiend genoeg, maar het mooiste aan het boek is wel dat het stimuleert om het werk van tijdgenoten van De Haan als Carry van Bruggen, Frederik van Eeden, Frans Coenen, Marcellus Emants en dergelijke nog eens – of voor het eerst – ter hand te nemen. (CV)
An Anthology. Women’s Work is never done van Catherine de Zegher (AsaMER. MER. Paper Kunsthalle)
Catherine de Zegher, sinds twee jaar directeur van het Museum voor Schone Kunsten in Gent, had altijd een bijzondere belangstelling voor het werk van vrouwelijke kunstenaars. Als kunsthistorica en curator met een internationale actieradius verrichtte ze pionierswerk. In dit prachtig uitgegeven boek
verzamelt ze haar gesprekken met een aantal belangwekkende kunstenaars. Van baanbrekers als Nancy Spero, Martha Rosler en Eva Hesse, niet-westerse kunstenaars als Julie Mehretu, Simryn Gill en Gego, tot de namen die heden het mooie weer maken als Joëlle Tuerlinckx, Ellen Gallagher en Ann Veronica Janssens. Opmerkelijk is dat de Zegher ook Anne Teresa Dekeersmaeker opnam, lang voor bekend werd dat ze Wiels zou innemen. De manier van schrijven van de Zegher is circulair, ze danst met haar pen en woorden rond de boodschappen die worden verkondigd. En daarom is haar stijl zeer verwant met de aard van het werk van deze vrouwen, dat zich meer met cirkels dan met straight lines laat associëren. Women’s work is never done, de titel van dit boek, is daarom zeer juist, want ook de cirkel tolt rond en is nooit af en oneindig. Een ontdekking om langzaam te consumeren. (CP)
FICTIE De beste romans van het moment, voor u verzameld door de medewerkers van Pompidou: Christophe Vekeman, Gudrun De Geyter, Heleen Debruyne, en Chantal Pattyn. Babbitt van Sinclair Lewis (Van Oorschot)
De beste roman die ik tot nog toe in 2015 gelezen heb verscheen in 1922 en is van de hand van de enigszins vergeten grootheid Sinclair Lewis, zijnde de eerste Amerikaan ooit die, in 1930, de Nobelprijs Literatuur won. Hoofdfiguur is de iets te dikke, zesenveertigjarige suburbbewoner George F. Babbitt, een huizenverkoper die wanhopig tracht het beste te maken van een leven dat hem af en toe met welhaast kinderlijke geestdrift vervult, maar doorgaans bitter tegenvalt. Geestig, tragisch, top! (CV)
Donker ligt het eiland van Kevin Barry (De Bezige Bij)
De Ierse schrijver Kevin Barry (1969) moet het niet hebben van de ingenieuze plots - hij is eerder een Tsjechov dan een Roald Dahl, zijn verhalen zijn veeleer foto’s dan films -, maar hij weet als geen ander telkens van bij de eerste zin sfeer te creëren en personages neer te zetten die moeiteloos je aandacht vangen en ook vasthouden. Niet zelden leert Barry ons morsige toogplanten kennen, melancholieke Ierse randfiguren, ‘zwaarmoedig als uilen’, en neemt hij ons mee naar kroegen waar ‘de dagen maar niet wilden voorbijgaan, en de nachten sukkelden er zo’n beetje achteraan’. Een ware ontdekking. (CV)
De kunst van het crashen van Peter Verhelst (Prometheus)
Peter Verhelst ging twee jaar geleden drie keer over kop op de E40. Die miraculeuze ontsnapping aan de dood deed de schrijver nadenken over die luttele seconden dat hij het bewustzijn verloor, en dus een deel van zijn leven kwijt speelde. Dat manco (van tijd en ruimte) leverde de roman De Kunst van het crashen (de titel Crash was helaas al door J.J. Ballard ingenomen) op. Dit boek moet je lezen zonder je af te vragen hoe de fact & figures zich tot elkaar verhouden, want Verhelst creëerde weer een schitterende puzzel. Het geniale aan dit boek is de stijl, die Verhelst voor het eerst op de natuur toepast. Zijn ‘Studie van een rennende man’ is meesterlijk. Lees dit boek terwijl je je oogleden nu en dan door de zon laat verblinden, zodat je zelf even buiten bewustzijn raakt, om dan, met oranje en blauwe en roze stippen op je netvlies, dat uit ‘de tijd’ treden bijna fysiek meemaakt. (CP)
De laatste dag van Beppe Fenoglio (De Bezige Bij)
Italiaanse klassieker uit 1969 die net als het eveneens net (her)uitgegeven De mooie zomer van Cesare Pavese leesvoer vormt dat strandliggers aller landen met gemak aan het likkebaarden zal krijgen. De zeer filmisch geschreven novelle, die lijkt te zijn gemonteerd op het ritme van een repeteergeweer, doet sterk denken aan het werk van Amerikaanse hardboiledschrijvers als Ernest Hemingway en James M. Cain en heeft als enige minpunt dat ze zo dun is. (CV)
Knockemstiff van Donald Ray Pollock (Karaat)
Een ‘roman in achttien verhalen’ die zich volledig afspeelt in het werkelijk bestaande, meer specifiek in de Amerikaanse staat Ohio gelegen plaatsje uit de titel. Verschenen in december 2014, maar nu pas in mijn bezit beland. Ik heb op dit moment alleen nog maar de eerste twee verhalen gelezen – over whisky
drinken uit een asbak, incest, godsdienstwaanzin en andere geneugten des levens – en heb me stellig voorgenomen om heel, héél zuinig te wezen op de zestien die ik nu nog te goed heb. Knockemstiff is deze zomer hoe dan ook mijn favoriete reisbestemming.(CV)
Een honger van Jamal Ouariachi (Querido)
Met een uitgekiend adoptieprogramma van een twintigtal Ethiopische jongeren wekt Alexander Laszlo publieke belangstelling in eigen land. Na hun opleiding zullen ze een voorhoede vormen om hun land uit de armoede te halen. Maar dat pakt verkeerd uit wanneer één van die jongeren klacht indient wegens pedofilie. Jamal Ouariachi vertelt met een uitwaaierende vaart die aan A.F.Th. Van der Heijden doet denken. Hij kaart daarbij de dubbelzinnigheid van ontwikkelingshulp aan en de taboeïsering van pedofilie. Heikele thema’s. En Ouariachi is een durver. (GDG)
Notities uit de jungle van Hanya Yanagihara (Nieuw Amsterdam)
Van seksueel wangedrag beschuldigde bejaarde wetenschapper blikt vanuit de gevangenis terug op zijn wedervaren op een Micronesisch eiland, waar de geheel van de buitenwereld afgesloten bevolking schildpaddenvlees at dat hen honderden jaren oud deed worden. Een psychologische avonturenroman annex parabel met als voornaamste boodschap: waar het eeuwige leven lonkt, daar loert eindeloze rampspoed om de hoek. (CV)
Onderwaterzwemmer van P.F. Thomése (Atlas Contact)
Het is een uitspraak van Karl Marx dat de geschiedenis zich eerst als tragedie en dan als klucht herhaalt. Voor de veertienjarige verteller begint die geschiedenis
op het einde van de tweede wereldoorlog wanneer hij in het holst van de nacht de rivier overzwemt met zijn vader. Hij bereikt de overkant zonder zijn vader. Het boek vertelt over zijn ontreddering. Levenslang, zouden we eraan kunnen toevoegen. Al krijgt deze meesterlijke elegie in de Afrikaanse jungle een hilarische wending en op Cuba een louterende afloop. Een straffe schrijvercomponist, die Thomése. (GDG)
Liefde bij wijze van spreken van Yves Petry (De Bezige Bij)
Een auto-ongeluk stuurt de levens van drie vrienden een andere kant uit. Een van hen laat zijn schrijfambitie varen en trekt zich als bio-ingenieur terug in de bossen. Zijn zus broedt, nu haar ouders zijn omgekomen, op een nageslacht. Jaren later probeert een jeugdvriend, een schrijver op retour, zicht te krijgen op hun driehoeksverhouding. Liefde lag in eerdere romans van Yves Petry nooit voor de hand. Maar na het lezen van ‘Liefde bij wijze van spreken’ betekent liefde niet meer hetzelfde. Daarnaast is deze fijn geschreven roman een meditatie op de urgentie van het schrijven. (GDG)
Swanns kant op van Marcel Proust. Vertaald uit het Frans en van een nawoord voorzien door Martin de Haan en Rokus Hofstede. (Athenaeum Polak & Van Gennep).
Proust vertalen is om heibel vragen. Rokus Hofstede en Martin de Haan provoceren met een charmeoffensief. Hun in het oog springende vertaling van du côté de chez Swann duidt al meteen beweging en wandeling aan en klinkt even ongewoon als de Franse titel in november 1913, toen Marcel Proust het eerste deel van zijn Recherche liet verschijnen. De vertalers wilden Proust niet zozeer moderniseren maar aantonen dat hij dat vooral niet nodig heeft. Prousts humor en soms vileine scherpzinnigheid in dialogen komt in deze vertaling volop tot haar recht. Eentje nog over Madame de Crécy, Swanns Odette, en we zwijgen erover: ‘da’s me nu eens een vrouwtje dat er gis uitziet, ha, sakkernondeju.’ (GDG)
EXPO Het beste wat u deze zomer kan gaan bekijken. In eigen land dan nog! Voor u verzameld door Chantal Pattyn.
Atopolis. Mons. Tot 18 oktober. Dirk Snauwaert, directeur van Wiels in Brussel, werd door Mons 2015 uitgenodigd om een tentoonstelling te maken in de pas gerestaureerde Manège de Sury. Wie Mons zegt, zegt Borinage. En wie Borinage zegt,
zegt Misère au Borinage, de documentaire die Henri Storck samen met Joris Ivens maakte in 1933. Hierdoor is de Borinage internationaal gestigmatiseerd als een een regio van sociale miserie. Het is één van de eerste plekken waar de industriële revolutie het slechtste van zichzelf liet zien. De uitdaging was om deze stigmata niet te bevestigen maar te ontrafelen. Belangrijk voor de theoretische onderbouw van Atopolis is het denken van Edouard Glissant (Martinique, 1928-2011). Glissant, één van de meest uitdagende zwarte intellectuelen, benaderde globalisering vanuit een cultureel perspectief en bepleitte een radicaal egalitair (en dus universalistisch) model, met als centraal begrip ‘de relatie’. In zijn poging om een esthetica van de mondialisering te schrijven kwam hij bij ‘de relatie’ uit als een systeem van permanente openheid en een permanent in verbinding staan - zonder uitsluitende maatregelen als ethniciteit - van mensen en dingen. Dit kan allemaal wat complex lijken maar het is het niet als je Atopolis bezoekt.
Eén van de kunstenaars die met het gedachtengoed van Glissant aan het werk ging is de Zwitser Thomas Hirschhorn. Zijn enorme installatie illustreert op een sublieme manier alle tentakels van het denken van Glissant. Je mag er zelfs je eigen bijdrage aan toevoegen. Nog een hoogtepunt, weliswaar uit 2008, is de installatie van onze Belg in MexicoFrancis Alÿs. Hij liet aan de twee kanten van de straat van Gibraltar, in Tarifa en in Tanger, twee groepen kinderen de zee in gaan. Met in hun handjes een schoen waarop een zeiltje is bevestigd. Het werk lijkt naïef, maar het is overdonderend in zijn speelsheid. Alÿs laat er ook wat schilderijtjes zien. En de rij schoentjes met zeil staan zichzelf in een spiegel te bekijken. Snauwaert haalde een aantal kunstenaars met internationale portee binnen. Nog een subliem werk is dat van El Anatsui (Ghana, 1944) die op de Biennale van Venetië onlangs met de Gouden Leeuw werd bekroond. El Anatsui, die
vanuit Nigeria opereert, en daar nogal wat mensen aan het werk zet, hing er één van zijn kolossale zeilen op. Het werk bestaat uit de dekseltjes die de dopjes van whiskyflessen sieren, en uit metalen plaatjes, en al die zaken werden met koperdraad aaneengenaaid. Je gelooft je ogen niet. Ik ging ook totaal overstag voor de bijdrage van Jack Whitten (Bessemer, Alabama, 1939) die voor Atopolis zijn grootste werk ooit creëerde. Het is een soort altaarstuk geworden. Voor Edouard Glissant. Een mens zou er van gaan knielen. Maar er mag ook gelachen worden op Atopolis. Adrian Melis (Havana, 1985) plaatst een aantal kritische kanttekeningen bij leven en werken in Cuba. Ik vertel niets, ontdek het zelf! En koop een droom van een Cubaan! Een ontdekking: de serie foto’s van Vincen Beekman (Brussel, 1973). Hij trok op met locals. Vierde hun verjaardagsfeestjes, ging met hen naar zee. De kitsch-factor is hoog, maar dit is documentaire fotografie die nergens veroordeelt. Beekman kreeg als het ware een solo in Atopolis. Mooi! Atopolis is van een zeer hoog niveau. Snauwaert toont een aantal kunstenaars die ook op de Biennale van Venetië (Thomas Hirschhorn, Huma Bhabha, Saadane Afif, Vincent Meessen) te zien zijn, maar beweert dat hij al twee jaar geleden de afspraken maakte. En ik geloof hem! Mons mag blij zijn met zo’n toptentoonstelling.
Lili Dujourie. Plooien in de Tijd. SMAK, Museum voor Schone Kunsten (Gent) & Mu.ZEE (Oostende) Tot 4 oktober. Nadenkend over het werk van Lili Dujourie (1941), die eindelijk de waardering krijgt die ze verdient in dit land met twee tentoonstellingen, in het SMAK en MuZEE, én een presentatie in het MSK, kom ik tot een paradoxale vaststelling. Haar oeuvre, waaraan ze bouwde sinds 1967, schijnt uit een aantal tegenstellingen te bestaan: hard/ zacht, beweeglijk/ stilstaand, kleurrijk/ zwart wit, sculpturaal/ plat … maar net door die breuklijnen komt het tot een
verpletterend en harmonisch evenwicht.Ik was een twintiger toen ik voor het eerst een video van haar zag. En ik was verkocht, op dezelfde manier als toen ik voor het eerst Marguerite Duras las, of La Traviata van Verdi (een opera die haar trouwens zou inspireren tot een van haar werken uit fluweel, net als Tosca van Puccini) zag.
Dat dit bestond: dat verzoende me het leven. In dat werk, een video (één van de ‘Hommage à’) filmde ze zichzelf, naakt tussen de lakens, terwijl ze alle poses van de in de kunstgeschiedenis uitgebeelde vrouwen aannam. Pas later leerde ik haar baanbrekende werk ‘Amerikaans Imperialisme’ (1971) kennen, waarmee ze een krachtig statement maakte over het toen vigerende minimalisme. Dat minimalisme was, achteraf bekeken, ook een quasi exclusief mannelijke aangelegenheid, zoals de rest van de kunstwereld in die tijden. Het is trouwens één van de oorzaken dat haar werk te weinig bekend is. Mannen houden van vrouwen, maar niet als ze te krachtig zijn en tegenspreken. Dujourie bleef al die tijd hardnekkig aan haar oeuvre bouwen, consistent in zijn veelzijdigheid. Later maakte ik kennis met haar sculpturen van fluweel. Met vaak: rood, blauw en groen: de kleuren die de Vlaamse primitieven zo vaak bezigden, met alle symboliek van dien. Er is geen medium dat Dujourie onaangeraakt (video, fotografie, dia, papier, marmer, graniet, spiegel, gips, klei, fluweel, staal, papier-maché) liet. Ze is radicaal, zonder te kiezen. Ze schreef zich in geen enkele stroming in. Maar de hele kunstgeschiedenis zindert mee in haar werk. Of zoals ze zelf zegt: haar werk is de lichamelijke verwerking van alles wat ze in haar leven zag. Zonder hiërarchie.
Haar hele oeuvre wordt gekenmerkt door perfectie en sensualiteit. Zelfs als ze marmer of graniet gebruikt. Ik was zowel in het SMAK als in MuZEE totaal verrukt door een serie werken met papier, die ze begin jaren 70 maakte. Dujourie roept een hele wereld op door een aantal snippers uit tijdschriften aan een voor de rest lege muur te hangen. In Oostende is een reeks werken te
zien die alleen uit bont gekleurde vellen papier bestaat. Ik moest aan Matisse denken, voor wiens Cut Outs ik vorige zomer in Tate Modern stond. Zo mooi en zo heerlijk intuïtief. Of is het schijn? Dujourie is een kunstenaar die alle tragedies van dit leven in een vorm heeft gegoten. Terwijl ze in veel van haar werken aan de kunstgeschiedenis refereert, en nooit over de emotionele content van haar kunst praat, word ik altijd totaal gegrepen en ben ik geroerd. Ik was, na twee zalen in het SMAK, al buiten adem. Ook omdat ik werken zag die zelden werden getoond. Als ik de schrijvers over haar werk lees, moet ik vooral buiten het werk kijken, en wijst de kunstenaar ons op de afwezigheid van de dingen. Maar dat is het nu net, dat haar kunst mij ergens ver van dat werk vandaan brengt. Met mijn neus op de feiten. Alleen de beste kunstenaars kunnen dat. Ik hoop dat SMAK & MuZEE haar oeuvre eindelijk de internationale renommée kunnen bezorgen die Lili Dujourie verdient. Volgens de curatoren leg je het bezoek best af op één dag, terwijl je van Gent naar Oostende rijdt. Waarmee je letterlijk in de zee stapt. De zee van Lili.
Jan Fabre. Stigmata. Acties & Performances. 1976-2013. M HKA, Antwerpen. Tot 26 juli. Bouche B in het Muhka! Germano Celant, ja, de grote curator die ook een biennale van Venetië op zijn naam heeft staan, maakte een schitterend boek en een tentoonstelling over de acties en performances van Jan Fabre. De tentoonstelling, die uit het Maxxi in Rome komt, is werkelijk subliem. Op zo'n 100 tafels zijn alle acties van Fabre gedocumenteerd. Ertussen: beelden. Van Jan, met Jan, over Jan. Aan de muren: pakkende teksten die de praktijk van Jan duidelijk maken. Ik keek mijn ogen uit, want ik was 8 toen Jantje, die in zich in ’t geheim aan de Academie had ingeschreven, zijn eerste performances deed.
Zoals met zijn neus in het tramspoor meer dan vier uur het traject Groenplaats7de Olympiade laan afleggen. Of drie uur lang in de Amsterdamse hoerenbuurt de zin ‘L'art gratte au coeur de la vie!’ scanderen. Op video’s kan je de meeste
van zijn performances bekijken. Ook de reprises ervan. Zoals Fabre die in een pak (met bolhoed) vol spijkers met schuurpapier zijn benen te lijf gaat. Tot bloedens toe. Jan is dan ook de krijger van de schoonheid. In zijn woorden: I will never betray beauty! Uit de film ‘Doctor Fabre will cure you’. En daar wil hij al zijn haar voor afscheren, de wolken meten, zichzelf in een pak van rundsteaks hullen en voor bloeden. Samen met Marina Abramomic bijvoorbeeld. Zij de virgin, Jan de warrior. Ik vind dit één van de beste tentoonstellingen die ik ooit over Jans werk zag. Het wordt eens te meer duidelijk dat alles wat hij onderneemt in het theater of de beeldende kunst vanuit deze acties kan worden verklaard. En hoe hij als kunstenaar zich vooral door wetenschappers liet inspireren. Het is één groot zelfportret. Indrukwekkend en verhelderend. De perfecte voorbereiding op het 24 uur durende Mount Olympus dat deze zomer in première gaat en op 6 december in het Concertgebouw in Brugge te zien zal zijn.
Jef Geys. SMAK, Gent. Tot 6 september 2015. In het SMAK is een heel bijzondere tentoonstelling met werk van onze hardnekkig zwijgende Kempenaar Jef Geys te zien. De man die ik nooit mag interviewen omdat hij daar niet van houdt. Maar ik ga beaat naar al zijn tentoonstellingen gaan kijken. Als hij ooit toehapt, ben ik een geïnformeerde vrouw. Twee jaar geleden maakte hij het Belgische Paviljoen op de Biennale tot een indrukwekkende ervaring. Heden in Gent. En ik ontdekte zo veel dat ik nog niet kende. Geys stelt er een stuk uit zijn enorme archief tentoon. In plastic mapjes aan de muur gehangen. En al zijn opbergmappen achter een bak plexi. Heerlijk zijn zijn dentellekeskoffieonderleggers) in papier. Met kriebels en tekeningen over de actualiteit van de dag. Ze geven een onwaarschijnlijke inkijk in het denken van onze kunstenaar uit Balen, die ‘s ochtends bij een kop koffie zijn gedachten over de krantenkoppen uit De Gazet van Antwerpen, De Morgen of Het Belang van Limburg noteert. Prachtig is zijn plattegrond in gekleurde tape van het Museum voor Schone Kunsten aan de overkant van het SMAK. Nooit gerealiseerd, staat er op het kaartje.
Geys is een conceptueel kunstenaar die het leven omarmt. Zo blijkt uit al die documenten. En dan te weten dat deze tentoonstelling ontstond nadat Iris Paschalidis , hoofd collectie van het SMAK, na jaren geleden door Jef Geys uitgenodigd te zijn gewest voor een kop koffie, uiteindelijk naar Balen trok. Met een tentoonstelling als resultaat. En een nieuwe aflevering van Het Kempisch Informatiedagblad. Te koop voor 3 euro. Zo kennen we Geys weer.
Facing Time. Rops/ Fabre. Ropsmuseum en andere plekken in Namen. Tot 30 augustus. Rops en Fabre, dat zijn vier handen op 1 buik. Wat Jan Fabre deelt met de meester uit Namen is die fascinatie voor eros & thanatos. In het Ropsmuseum, die heerlijke plek, gaat Fabre met zijn neus op de Pornocrates (met de naakte vrouw die een varken aan de leiband houdt) van Félicien Rops staan. De combinatie van hun tekeningen is heel geslaagd. In de tuin buiten zit Jan in zijn bad. Hij bewaakt ook de citadel van de stad. En het dak van het theater. En hij nam het complete Maison de la Culture in! Maar een hoogtepunt is zijn installatie in de barokke Eglise Saint-Cloud. Ja, de kerk waar Charles Baudelaire het begaf! In 1866. Wellicht een inzinking ten gevolge van de syfilis waar hij aan leed. Maar op welke tegel gebeurde het? Lees daarom de roman Les Derniers Jours de Charles Baudelaire (1988, Grasset) van BernardHenri Lévy (in het kort: BHL) die op de opening zijn liefde voor zowel Rops, Fabre als Namen uitsprak en, stank voor dank, een aantal weken later een taart in het gezicht kreeg door ‘entarteur’ Noël Godin. Een mens moet er wat voor over hebben om elke dag als BHL door ‘t leven te gaan.
Inspirations. Dries Van Noten. Momu, Antwerpen. Tot 31 augustus. Tienduizenden mensen bezochten sinds de opening op 12 februari de tentoonstelling waarmee Dries Van Noten een inkijk in zijn persoonlijke en artistieke universum geeft. Het is (maar ik zag Alexander McQueen nog niet in Londen!) de beste modetentoonstelling die ik ooit zag. Dat komt omdat het ook
geen modetentoonstelling volgens het boekje is. En al zeker geen retrospectieve. Van Noten laat in zijn creatieve brein kijken. En daar hoort film, punk, etnografica van overal ter wereld, silhouetten van collega-couturiers (Chanel, Balenciaga, …) en heel veel beeldende kunst bij. De Rothko uit het Boymans Van Beuningen in Rotterdam is subliem. Net als de werken van Thierry De Cordier, Yves Klein enElisabeth Peyton. De presentatie van deze tentoonstelling is trouwens uniek. Niet te missen!
Stephan Vanfleteren. Fotografiemuseum, Charleroi. Tot 6 december. Van Fleteren heeft iets met Charleroi. Hij bezocht le pays noir lang geleden al als persfotograaf en hij geraakte in de ban van de bizarre mix van verval maar ook van de overlevingsdrang van de Caroliens. In opdracht van Mons 2015 trok Van Fleteren opnieuw naar Charleroi. Hij ging er op zijn favoriete terril zitten, dronk pinten met de locals en maakte een serie ijzingwekkende portretten. Van mensen en dingen. En van kleine mensen vooral, die de stad van burgemeester Paul Magnette, onlangs in een hevig gevecht met de winnaar van World Press Photo verwikkeld, doen leven in zijn grauwheid. Het boek is prachtig: Il est clair que le gris est noir. Bij Hannibal.
The Flat Field Works. Andrea Zittel. Midddelheim Museum, Antwerpen. Tot 27 september. De Amerikaanse Andrea Zittel denkt na over hoe wij ons in de ruimte en in een samenleving gedragen. Toen ze in New York aankwam was ze zo arm dat ze met een aantal platen een mini-onderkomen voor zichzelf creëerde. In dat werk zit de crux van haar hele oeuvre. Ondertussen woont en werkt ze in Joshua Tree Park en verdient ze genoeg om een hele ploeg aan het werk te houden. Haar werk zit tussen kunst en design in, want Zittel maakt ook tapijten en gebruiksvoorwerpen. Maar altijd gaat het over de sociale rol die kunst kan innemen. Voor de Hortiflora maakte ze The Flat Field Works. Het lijken lage sokkels waarop doorgaans kunst wordt geplaatst, maar er staat niets op, want
je mag er zelf gaan op zitten, gitaar spelen, lezen, … in het Braempaviljoen is een sublieme presentatie te zien met tapijten en werk op papier.
Pass. Mullem, Huise, Wannegem-Lede. Tot 5 juli. Kris Martin en Jan Hoet Jr. maakten een verrassende tentoonstelling in een stukje bucolisch Vlaanderen, even af de N60 die naar Oudenaarde leidt. Mullem is ook het dorp waar Martin woont. Neem je fiets mee of trek stevige schoenen aan voor een artistieke wandeling, met een paar beestig goede werken onderweg! Subliem was de blauw geschilderde balk (Über-Nacht) die Thierry de Cordier in het altaar van een kerk ophing. Net als de bijbels die Pascale Marthine Tayou in houten koranstandaarden legde. En de werken van op papier van David Claerbout (zo weten we weer wat een uitstekende tekenaar hij is!) in een sacristie. Tussen miswijn en kazuifel. Zoek de sculptuur van Michael Borremans in een kapelletje. Indrukwekkend is de betonnen kubus die Mattieu Ronsse ergens in ’ t veld neerpootte. Binnenin is ’t alsof je zijn atelier binnenstapt. Nog straf: Bag drop & Fender van Joris van de Moortel, het werk van Adriaan Verwée, de serie van Dirk Braeckman, een foto van Tine Guns op de gevel van een kerk en een bronzen ad valvas-bord van Kris Martin zelf.
Liberated Subject: Present Tense. Stichting De 11 Lijnen. Oudenburg. Tot 11 juli. Alleen op vrijdag, zaterdag en zondag. Of op afspraak. www.de11lijnen.com. De 11 lijnen is een privé-stichting van twee artsen, die een hoeve uit 1690 met een prachtig uitzicht op de polders in Oudenburg lieten verbouwen door Alvaro Siza. In een aparte ruimte kan je deze bijzonder boeiende tentoonstelling bekijken die enkel werk van kunstenaars uit Afrika of de diaspora laat zien. Centraal staat een ensemble van de in 2002 overleden Zuid-Afrikaan Ernest Macoba, die in 1938 naar Parijs trok en zelfs lid van Cobra werd (en waarover ook een kunstwerk gaat in het Begisch paviljoen op de Biennale van Venetië)
Daarrond: werken van de generatie na Mancoba. In veel werk komt de identiteitsvraag aan bod, net als nationalisme, kolonialisme en globalisering. Schitterend is een film van een paar minuten van de Marokkaanse Française Yto Barrada. Ook het werk van Jack Whitten is bijzonder. Ik viel als een blok voor een schilderij van Lynette Yiadom Boakye, van Ghanese afkomst en vanaf begin juni te zien in The Serpentine in Londen.
Nog een ontdekking zijn de werken van Portia Zvavahera (Zimbabwe) en Nicholas Hlobo (Zuid-Afrika). Ze gaan wonderwel samen met het werk ‘Black diamonds’ van de bij ons welbekende Pascale Marthine Tayou (Kameroen) - nog tot half mei in The Serpentine - , dat verwijst naar de handel in bloeddiamanten, een schilderij vanMarlene Dumas en één van Julie Mehretu, de diplomatieke koffers van Mechac Gaba, werk van Theaster Gates en Robin Rhode. Een ontdekking. En by the way: werk van Whitten en Barrada is ook te zien op Atopolis deze zomer in Mons!
ZOMERFESTIVALS KLASSIEK & JAZZ Voor u samengesteld door Liesbet Vereertbrugghen. B-Classic Festival Van Vlaanderen Made in Tongeren van vr 26 juni t.e.m. zo 5 juli 2015 Een festival volgens de ‘pressure cooking’-formule: een 50-tal musici verblijven samen in Tongeren. Dagelijks repeteren ze nieuwe werken, in wisselende combinaties. Op het einde van elke dag gaan ze het podium op voor een buitengewoon concert met een éénmalige chemie. Het thema is CLASH!, het Parijs van de periode 1870-1914.
Ma-Festival Early Music in Bruges - Festival van Vlaanderen van vr 31 juli t.e.m. zo 9 augustus
Het thema OMNIA VANITAS. Alles is ijdelheid, in de dubbele betekenis van het woord: ijdelheid en vergankelijkheid. Levert een waaier aan ontroerende, troostende en soms komische muziek op. Met o.m. Dunedin Consort, Jean Rondeau, Capriccio Stravagante Renaissance orchestra, Vox Luminis, Cappella Amsterdam, Aton’&Armide, B’rock, Ensemble Correspondences …
Laus Polyphoniae Festival van Vlaanderen Antwerpen van wo 19 tot zo 30 augustus Thema: Petrus Alamire. Meerstemmigheid in beeld. De muziekhandschriften van Petrus Alamire behoren tot de mooiste verluchte manuscripten van de late middeleeuwen. Heel de wereld van Alamire komt tot leven met meer dan honderd activiteiten op verschillende locaties in de historische stad. Bijhorend ook een tentoonstelling in de kathedraal van Antwerpen. Festival Midis/Minimes – Brussel, Leuven, heel de zomer Een hele zomer korte concerten over de middag aan een lage ticketprijs. De programmering met vooral jonge musici en ensembles. Concerten in het conservatorium van Brussel. Maar sinds 2002ook in Leuven met een afgeleide: De Zomer van Sint-Pieter. MUSICA SACRA – Rosario Bever, vr 14 en za 15 augustus Er is meer dan één festival met die naam. Maar er is slechts één festival dat je als bezoeker onderdompelt in een totaalervaring. Van bij het krieken van de dag tot het vallen van de nacht, twee etmalen lang heilzaam voedsel voor geest en lichaam. Voor alles is gezorgd: hier kom je om zorgeloos te genieten. En geen zintuig blijft onberoerd. Deze zomer een minifestival met alleen Psallentes en Aquarius op het programma. Musica Mundi - Genval van zo 19 juli tot zo 2 aug Een kamermuziekcursus en festival voor internationaal jong talent van 10 tot 18 jaar. Dit initiatief werd enerzijds opgericht om deze jonge en unieke persoonlijkheden te laten groeien, en anderzijds om hen de kans te geven mensen te ontmoeten die de top al hebben bereikt. Enkele van de artiesten waarmee het ‘Musica Mundi International chamber music course and Festival’ kan uitpakken, zijn Maxim Vengerov, Mischa Maisky, Gidon Kremer, Ivry Gitlis, Katia & Marielle Labèque, Heinrich Schiff, Leif Ove Andsnes, Paul Badura-Skoda,
Itamar Golan, King’s Singers, Petersen string quartet, Talich string quartet, St.Petersburg string quartet, om er maar een paar te noemen.
Cultuurstad Mons 2015 – Bergen, heel de zomer Voor Orlandus Lassus, de vernieuwende componist uit de 16de eeuw, wereldster in heel Europa, én afkomstig van Mons, is het wachten tot in het najaar. Koren, van kinderkoren tot een koor van 800 liefhebbers, gerenommeerde muzikanten van klassiek tot de hedendaagse muziek, pop- en rockmuzikanten: in het najaar van 2015 zingen ze allemaal een hele week Lassus. Het muzikale programma wordt omkaderd met een tentoonstelling, publicaties en conferenties. De ontmoeting tussen muzikale werelden is een bewuste keuze van Mons 2015. Met twee concertzalen worden de muren tussen klassiek en variété, barok en hedendaagse gesloopt. Intussen draait deze zomer de cultuurstad op volle toeren met her en der ook een interessant klassiek concert. Jazz Middelheim – Antwerpen, Park den Brandt, van do 13 tot zo 16 augustus Centrale thema’s: Legendarische Jazzalbums, Belgisch toptalent en de bakermat van de jazz: de stad New Orleans. Met o.m. TaxiWars, Joe Lovano & Chris Potter, Sax Supreme, Archie Shepp, Jason Moran, Bill Frisell, Louis Sclavis.
Gent Jazz – Bijlokesite Gent van 10-18 juli Met o.m. Van Morrison, Abdullah Ibrahim, Gregory Porter, Tony Bennett&Lady gaga, Melanie de Biasio, Andreya Triana…
Brosella Folk and Jazz festival - Osseghem Park (bij Atomium) Brussel, za 11 en zo 12 juli Mag er ook bij al was het maar omdat Zefiro Torna & Frank Vaganée Trio met hun Scattered Rhymes ook uitgenodigd zijn. Verder op zaterdag: April Verch Band, Lolomis, Martha Tilston, S.A.R.S, … en op zondag: Ulf Wakenius, Guillaume Perret & The Electric Epic, Frank Deruytter's Oto-Machine, Juan Garcia-Herreros 'Snow Owl', Antoine Pierre Urbex,...
CD’S KLASSIEK Voor u geselecteerd door Bart Tijskens
Rameau - The Sound of Light Referentie: Sony Classical 0888750145024 Uitvoerders: Musica Aeterna o.l.v. Teodor Currentzis Programma: Jean-Philippe Rameau: fragmenten uit o.m. Les Fêtes d'hébé; Zoroastre, Naïs, Dardanus; Les Indes Galantes; Castor et Pollux Klara’s10: 24-01-2015
Manuel de Falla - Luis Fernando Pérez Carlo Rizzi Referentie: Mirare MIR 219 Uitvoerders: Luis Fernando Perez, piano; Basque National Orchestra o.l.v. Carlo Rizzi Programma: Manuel de Falla: Nachten in de Spaanse tuinen - El sombrero de tres picos - Fantasia Bética - El amor brujo (pianosuite) Klara’s 10: 07-02-2015 Vilde Frang - Mozart Referentie: Warner Classics 0825646276776 Uitvoerders: Vilde Frang (viool); Arcangelo o.l.v. Jonathan Cohen Programma: W.A. Mozart: Vioolconcerto nr. 1 in Bes KV207; Vioolconcerto nr. 5 in A KV219; Sinfonia Concertante in Es KV364 Klara’s 10: 14-02-2015
Brahms - Serenades Gewandhausorchester - Riccardo Chailly Referentie: Decca 478 6675 Uitvoerders: Gewandhausorchester o.l.v. Riccardo Chailly Programma: Johannes Brahms: Serenade nr.1 in D voor orkest op.11 - Serenade nr.2 in A voor orkest op.16 Klara’s 10: 21-02-2015
The Vivaldi Album Referentie: Deutsche Grammophon 4794017 Uitvoerders: Avi Avital (mandoline; Venice Baroque Orchestra Programma: Antonio Vivaldi: Concerto op.3 nr.6 'Con Violino Solo obligato' RV 356; Concerto voor luit en twee violen in D RV 93; Concerto in C RV425; Concerto in C RV443 Largo; Triosonate voor viool, luit en b.c. in C RV 82; Concerto De Zomer uit de Vier Seizoenen RV315 - Traditioneel Venetiaans: La biondina in gondoleta (met tenor Juan Diego Flórez) Klara’s 10: 28-03-2015 Boccherini - Cello Concerto, Quintettes & Sextet - Accademia Ottoboni Referentie: Zig-Zag Territoires ZZT360 Uitvoerders: Marco Ceccato, cello; Manuel Granatiero, fluit; Francesco Romano, gitaar; Accademia Ottoboni Programma: Luigi Boccherini: Celloconcerto, kwintetten en sextet Ingevoerd: 23-05-2015
Cipriano de Rore - Sacred Sounds Referentie: Klara/ Warner Classics Uitvoerders: Ensemble Currende o.l.v. Erik Van Nevel Programma: Cipriano de Rore Ingevoerd: 11-04-2015
Brahms - The Hungarian Connection Andreas Ottensamer Referentie: DG 4811409 Uitvoerders: Andreas Ottensamer (klarinet); Leonidas Kavakos (viool)Antoine Tamestit (altviool); Christoph and Stephan Koncz (viool, cello); Ödon Rácz (contrabas); Predrag Tomic (accordeon) & Oskar Ökrös (cimbalom) Programma: Brahms: klarinetkwintet in b op. 115; Hongaarse dans nr. 7 -Brahms/Reményi: Hongaarse dans nr. 1 in g -- Brahms/Borzó: Isteni Csardas; Ein kleiner, hübscher Vogel nahm den Flug op. 52 nr. 6 -- Traditioneel: dansen uit Transsylvanië -- Leo Weiner: Busulo Juhasz; Csurdongolo Schubert - Works for Four Hands Vol. 1 Jan Vermeulen & Veerle Peeters Referentie: Etcetera KTC-1501 Uitvoerders: Jan Vermeulen & Veerle Peeters (Piano Tröndlin, Leipzig 18251830) Programma: Franz Schubert: Duo in a Lebensstürme D947; Divertissement à la hongroise in g D818; Trois Marches Militaires D733; Deutscher mit zwei Trios
D618; Zwei Ländler D618 Ingevoerd: 07-02-2015
CD’S JAZZ Voor u verzameld door Joris Preckler
Keith Jarrett: Creation (2015) ECM
Jose James: I had The Blues (2015) Blue Note
Lady in Satin: The Centennial Edition » Billie Holiday (orig.1959 released 04/0215) Columbia
TAXIWARS (Tom Barman & Robin Verheyen) (2015) Impulse/ Universal
Charlie Haden & Gonzalo Rubalcaba: Tokyo Adagio (released 2015) Impulse
John Coltrane: A Love Supreme 50th anniversary (1965) Impulse
Black Fire! New Spirits! BOOK & CD: Images of A Revolution : Radical Jazz in the USA 1960-75 (2014-5) Soul Jazz Records
Herbie Hancock: Maiden Voyage (1965) Blue Note
Chet Baker Trio: Crystal Bells 30th anniversary CD release (1985) Igloo
Cecile McLorin: Salvant Woman Child (2013-4) Mack Avenue