m i l i eudefensie magaz i n e ONAFHANKELIJK OPINIEBLAD OVER HET MILIEU – UITGAVE VAN VERENIGING MILIEUDEFENSIE – JAARGANG – NR / – JULI/AUGUSTUS – PRIJS ,
Natuurgebreksziekte Overbevolking Gevaarlijk speelgoed Kleine consumenten Proefjes!
en K
Zomerspecial
Kinderen
en K
in d e r
in d e r
Milieudefensie Magazine nummer 7 juli/augustus 2008.
kinderen
Milieudefensie Magazine is een uitgave van Vereniging Milieudefensie en verschijnt tien maal per jaar. Het blad wordt gemaakt op basis van een onafhankelijk redactiestatuut. De artikelen geven niet noodzakelijk het standpunt weer van de Vereniging Milieudefensie. Wie kopij wil inzenden, wordt verzocht vooraf contact op te nemen met de redactie. Overname van artikelen is mogelijk na overleg met de redactie. Milieudefensie wordt gedrukt op 100% kringlooppapier. redactieadres Postbus 19199, 1000 GD Amsterdam, tel: 020-5507374, Fax: 020-5507310, e-mail:
[email protected], www.milieudefensie.nl. Servicelijn (voor abonnementen, administratie en vragen): 020-6262620. Landelijk bureau Milieudefensie: tel: 020-5507300 redactie Joanne Alting, Freek Kallenberg, Annemarie Opmeer (hoofd) Vaste medewerkers: Vincent Bijlo, Jaap Dirkmaat, Koos Dijksterhuis, Wendy Koops, Ronella Bleijenburg, Liesbeth Sluiter, Michiel Bussink, Han van de Wiel. Redactieraad: Victor van den Belt, Laurens Berentsen, Bart Boon, Kees van den Bosch, Govert Valkenburg, Hansje Kalt, John Verhoeven. Cartoon: Zak, Stevenhagen Cover: ANP AGE fotostock Vormgeving: Ruparo (Joyce Limburg, Ivo Sikkema), Amsterdam Druk: Salland de Lange, Deventer Dit tijdschrift is gedrukt op Reviva Print abonnement Minimaal € 32,50 per jaar; u bent dan tevens lid van Milieudefensie. Opzeggingen dienen schriftelijk te worden opgegeven bij de Milieudefensie Servicelijn, Postbus 19199, 1000 GD Amsterdam. Opzeggen kan tot 1 november voor de eerste helft van het kalenderjaar en tot 1 mei voor de tweede helft van het kalenderjaar. Los verkrijgbaar bij Athenaeum Nieuwscentrum, Spui 14-16, Amsterdam en Selexyz Donner, Lijnbaan 150, Rotterdam. Losse nummers kosten € 3,60 advertenties Tarieven en opgave via Adviesbureau Cadex, Tuin 12, 4307 CH Oosterland (Zld), tel. 0111-643307 / fax 0111-644084,
[email protected] Vormgeving middenpagina: Joeke Honig
8 Fröbelen tegen NDD Wat te doen tegen nature deficit disorder, de ‘natuurgebreksziekte’ waar kinderen tegenwoordig aan lijden? Onderwijzers, onderzoekers en kinderen zelf over de band met de natuur.
kinderen
1 2 G e va a r l i j k spel De huidige normen voorkomen blijkbaar niet dat weekmakers en lood in bijtringen en barbies terechtkomen, om maar te zwijgen over het nieuwste speelgoed, de spelcomputer.
kinderen
1 4 O ver‑ bevolking Minder mensen, beter voor het milieu? De milieubeweging worstelt van oudsher met dit netelige thema, van Paul Watson tot Jan Juffermans.
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
Tom’s moeder
kinderen
24 Kleine consument Van Bob de Bouwer lunchdozen tot Spongebob pasta, kinderen worden steeds vaker direct aangesproken als consument.
Meer
kinderen
7 Column Bijlo
1 8 P r o e f j e s pag i n a ! 20 Consument(jes) 2 8 O p i n i e : n at u u r o n d e rw i j s h e l p t 3 0 M e d i a vo o r d e h e l e fa m i l i e 3 1 P u b l i c at i e s , r e c e n s i e : D e G r o e n e H e m e l 3 2 L o k a a l : C l i m at e B i k i n g vo o r j o n g e r e n 3 5 H a rt e n Z i e l : M a rt i n Hu p ’ s Avo n t u r e n c l u b
Verder
4 ko rt e b e r i c h t e n – c a rt o o n Z A K 5 meer gentech in Nederl and? 6 E n e r g i e n o ta 7 L u c h t k wa l i t e i t 21 Recept 2 4 Wi n k e lt j e M D – c o l u m n D i r k m a at 2 7 O p r o e p e n e n ag e n da – R e g e l a dv e rt e n t i e s – c a rt o o n S t e v e n h ag e n 34 Brieven
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
Volledig overstuur was ik, toen ik als kind voor het eerst op televisie had gezien hoe het regenwoud werd vernietigd. Waarom precies dit me zo aangreep is de vraag, want ellendige verhalen over het milieu hoorde ik genoeg. Ik groeide op in de jaren ’80, de tijd van wegkwijnende bossen, tuinen vol gifgrond en het gat in de ozonlaag. En alsof dat nog niet genoeg was, keken we op tv Seabert, het tekenfilmzeehondje dat elke aflevering opnieuw ontsnapte aan pelsjagers, en het Canadese Danger Bay, waarin een bioloog en zijn gezin milieurampen voorkwamen. Is dit nu iets waar je kinderen tegen moet beschermen, of is het deel van een degelijke opvoeding? Ik vroeg me dit af, toen ik de brochures zag die de EU voor kinderen heeft gemaakt. Daarin worden Tom en het vosje Lila geconfronteerd met uiteenlopende natuur- en milieuproblemen, zoals stroperij en bosbranden. Ergens krijg ik de kriebels van die boekjes. Vooral het boekje ‘Geheimen over het milieu’ is zware kost. Daarin verklapt een man op de stortplaats aan Tom, Lila en
commentaar alle lezertjes van 6 tot 10 jaar de ‘grote geheimen’ van zowel onze afvalberg vol gif, als van het ozongat en ook nog eens van het broeikaseffect. Tom krijgt de taak om het zoveel mogelijk mensen te vertellen. (‘Oh, als mama dit toch zou weten!’ roept Tom uit.) Het lijkt zinnig om westerse kinderen, die toch ook door de reclame-industrie bewerkt worden, milieubewustzijn bij te brengen. Toch doet de boodschap aan kinderen dat zij de wereld moeten redden, me denken aan de manier waarop ouders hun kinderen aansporen topsporter, professor of schoonheidskoningin te worden. De grap is natuurlijk meestal, dat die ouders zelf geen topprestatie hebben neergezet. Het hele discours rond het recht van toekomstige generaties op een groene aarde is geladen met de zware verantwoordelijkheid die nieuwkomers wacht om het beter te doen. Alsof dat het enige is dat de huidige generaties nog weten te verzinnen om het milieu te redden. Niets vertellen dan maar? Afgezien van het feit dat kinderen dit soort dingen soms juist wel willen weten, is het misschien ook niet opvoedkundig verantwoord. Ik zal niet de enige zijn die kromme tenen krijgt, als ik een kind hoor vertellen dat vlees eten niet zielig is, omdat mama heeft gezegd dat alleen heel oude dieren worden doodgemaakt. Dat zal een puberteit worden… Vertrouwen lijkt het sleutelwoord. Wij, degenen die nu leven, die nu opvoeden, die nu stemmen, reizen, consumeren (of consuminderen), wij zijn verantwoordelijk voor onze acties en voor de toekomst die we onze kinderen daarmee bieden. Kinderen zullen vast al mondig zijn, maar zij moeten op ons kunnen vertrouwen om hen te leren wat gezond, beleefd of verantwoordelijk is. Niet andersom. Want, laten we wel wezen, Tom’s moeder weet allang van het broeikaseffect. Maar ze rijdt nog steeds auto. Als hij daar eenmaal achter komt, zou ‘ie wel eens heel weinig motivatie kunnen overhouden om de wereld te redden. Annemarie Opmeer
“LNV opheffen”
Bio-taxi’s in Rotterdam
De Rotterdamse Taxi Centrale (RTC) wil binnen drie tot vier jaar 390 van de in totaal zevenhonderd taxi’s vervangen door voertuigen die rijden op biobenzine of biogas. Daarover hebben de RTC en het Rotterdam Climate Initiative (RCI) half juni afspraken gemaakt. Volgens een woordvoerder van het RCI is de afspraak een eerste stap om meer partijen over de streep te trekken. “Iedereen wacht af wat de ander gaat doen. Eigenaren van grote wagenparken vinden dat er te weinig pomphouders zijn waar ze biobrandstof kunnen tanken. De pompen zeggen op hun beurt dat er nog te weinig bio-auto’s in
Nederland rijden. Op die manier gebeurt er niets.” In de regio Rotterdam zijn op dit moment twee pompen waar schone brandstof kan worden getankt. “Dat moeten er voor eind 2010 tien zijn,” aldus de zegsman. Ook de gemeente heeft toegezegd haar wagens in de komende jaren te vervangen door schone voertuigen. In Nederland rijden momenteel ongeveer drieduizend bio-auto’s rond, waarvan circa duizend in de regio Rotterdam. Uit berekeningen van TNO blijkt dat automobilisten die overstappen op bio hun CO2-uitstoot tot wel 70 procent kunnen terugdringen. (bron: ANP)
ZAK
Een groep van dertig milieuactivisten heeft vrijdag 6 juni in NoordYorkshire in Engeland een kolentrein tot stilstand gebracht en bezet. Vervolgens werd een deel van de lading op het spoor geschept. De twintig wagons lange trein vervoerde steenkool naar Drax, één van de grootste kolencentrales van Europa in midden-Engeland. Een groot spandoek met de tekst ‘Terug in de aarde’ maakte duidelijk waar het de milieuactivisten om te doen was. “Als wij ernst maken met de bestrijding van klimaatverandering, dan moeten wij de kolen in de grond laten zitten en ons richten op duurzame energiebronnen,” aldus de actievoerders. Ze lieten ook weten meer acties te zullen voeren komende zomer. Zo wordt er begin augustus een negen dagen durend Klimaat Actiekamp georganiseerd in Kingsnorth bij de Britse plaats Kent. Aanleiding is de bouw van de eerste nieuwe kolencentrale in dertig jaar tijd, in opdracht van E.ON. Groot-Brittannië wil negen nieuwe kolencentrales bouwen. Oude kolenmijnen worden weer geopend. (Bron: Ravagedigitaal)
Arie Kievit / HH
Britse kolentrein gekaapt
De overheid heeft de afgelopen decennia gefaald om dierenwelzijn en milieuprestaties van de intensieve veehouderij voldoende te verbeteren. Dat concludeert de Algemene Rekenkamer in haar rapport Duurzaamheid intensieve veehouderij. De handhaving van bestaande regelgeving is slecht en wordt niet of nauwelijks geëvalueerd. Europese en nationale doelstellingen op het gebied van natuur, milieu en dierenwelzijn worden waarschijnlijk niet gehaald, of überhaupt niet nageleefd. Ook bij de uitvoering van de Reconstructiewet wordt geconcludeerd dat de “beoogde beleidseffecten nog niet zichtbaar zijn”. Deze wet werd na de varkenspestuitbraak in 1997 ingesteld om onder meer de ammoniakvervuiling in kwetsbare natuurgebieden te verminderen. Volgens de Rekenkamer zijn echter na 2002 “de afname van de emissies gestagneerd” en “de kwetsbare natuur is zodoende nog onvoldoende beschermd”. Volgens Milieudefensie onderstreept dit rapport dat het ministerie van LNV niet in staat is de sector bij te sturen. “Gedane beloftes worden keer op keer niet nageleefd, doelstellingen niet gehaald”, aldus de milieuorganisatie. Gezien dit wanbeleid pleit Milieudefensie voor het opheffen van het Ministerie van Landbouw.
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
Oogje dicht voor ontwikkelingslanden
Meer gentech
Volgens landbouwminister Verburg moeten er lagere normen komen voor voedselveiligheid voor ontwikkelingslanden. Dat concludeerde ze aan het einde van de internationale conferentie over Voedselveiligheid half juni in in Den Haag. Ontwikkelingslanden kunnen vaak niet aan de strenge eisen voldoen en ervaren die als handelsbelemmering met het westen. Een goed voorbeeld daarvan zijn garnalen uit Vietnam die sporen kunnen meedragen van diergeneesmiddelen. Of noten, vijgen en gedroogd fruit uit Turkije, die in zeer geringe mate toxinen kan bevatten. De detectie methode die in de EU en de VS worden gebruikt zijn technologisch zo verfijnd, dat de meters
bij de meest geringe aanwezigheid van dit soort stoffen al uitslaan. Handelsverdragen van de WTO laten volgens minister Verburg echter ruimte om maatwerk af te spreken met de voedselexporterende ontwikkelingslanden. Zo kunnen de normen anders worden gehanteerd en kunnen overgangstermijnen worden afgesproken. Minister Verburg benadrukte dat de voedselveiligheid hoogste prioriteit heeft. Maar ze beloofde de deelnemers van de conferentie om de conclusies door te sturen naar de verschillende internationale organisaties in de hoop dat er een nieuwe balans komt tussen de voedselveiligheid en de handelsmogelijkheden van ontwikkelingslanden.
Europa gebruikt Voetafdruk De Europese Unie heeft voor haar biodiversiteitsbeleid de Mondiale Ecologische Voetafdruk in gebruik genomen. Dat heeft President Barrosso van de Europese Commissie middels een brief aan De Kleine Aarde laten weten. In de brief staat voorts dat overwogen wordt het Voetafdruk-model ook te gaan toepassen op het gebied van hulpbronnengebruik door Europese landen. De Mondiale Voetafdruk drukt in hectares uit hoeveel beslag productie en consumptie leggen op de aarde. Volgens Jan Juffermans,
beleidsmedewerker mondiale duurzaamheid bij De Kleine Aarde, is het voornemen van Europa bijzonder goed nieuws. “Onze hoop is dat de landen van Europa onderling een duurzame competitie aangaan voor het verkleinen van hun Mondiale Voetafdruk. Dat is geen overbodige luxe, want uit het Europa-rapport van het Wereld Natuur Fonds blijkt dat Europa, met slechts 7 procent van de wereldbevolking, 17 procent van de mondiale gebruiksruimte claimt voor haar totale consumptie.”
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
Begin juni verstoorde Greenpeace Nederland in Lelystad een proefveld met gentech maïs NK603 van Monsanto. Actievoerders verspreidden met behulp van een confettikanon een biologisch bloemenmengsel over het proefveld. Volgens Greenpeace wordt de proef daardoor onmogelijk, omdat de bloemen sneller groeien dan de maïsplanten. Een van de argumenten die Greenpeace gebruikt in zijn verzet tegen gentech gewassen is dat in Nederland het aantal experimenten wordt uitgebreid, terwijl de kritiek in Europa op gentech groeit. “Greenpeace vindt dit onaanvaardbaar”, stelt de milieuorganisatie in een persverklaring. Klopt die bewering?
Koploper
“Nee, hij klopt niet”, zegt Huib de Vriend van LIS Consult. De Vriend is zelfstandig adviseur biotechnologie. Hij werkte voor de Stichting Consument en Biotechnologie aan de regelgeving voor voedselveiligheid en de etikettering van genetisch gemodificeerde voedingsmiddelen in Nederland en de EU. Hij verwijst naar gegevens van het Joint Research Centre van de Europese Commissie. Daarin staan alle aangevraagde en vergunde veldproeven in de landen van de Europese Unie opgenomen. Frankrijk en Spanje zijn duidelijk koploper met gentech veldproeven: tussen 1991 en 2006 namen zijn 41 procent van alle veldproeven in de EU voor hun rekening.
Uit het overzicht blijkt dat de hausse aan veldproeven sinds 2001 sterk afneemt, en dat alleen Spanje nog lustig experimenteert. De Spaanse koppositie is volgens De Vriend logisch: “Spanje is het enige land waar al langer op enige schaal commercieel gentechmaïs wordt verbouwd.” Nederland was in 2001 nog even gedeeld koploper met 19 veldproeven, maar sinds dat jaar schommelt het aantal tussen een en zeven. Daarmee is ons land een middenmotor.
Fluctuaties
Herman van Bekkem van Greenpeace geeft dit per e-mail toe: “(Na 2001) is een daling ingezet, die het laatste jaar weer omhoog gaat. In 2006 werden maar 2 proeven aangevraagd (...). In 2007 waren dat er 7 (...).” Volgens Van Bekkem moet je kijken naar het aantal veldproeven per hoofd van de bevolking of per oppervlakte landbouwgrond. Dan komt Nederland volgens hem minder positief uit de bus. Secretaris Frank van der Wilk van de Commissie Genetische Modificatie (COGEM) bevestigt De Vriends lezing. “Er zijn wel kleine fluctuaties in de veldproeven, maar zeker geen toename.” Dat Greenpeace een toename ziet, kan volgens Van der Wilk te maken hebben met het feit dat veel verleende vergunningen meerdere jaren geldig zijn en daardoor meerdere keren worden geteld. Han van de Wiel
Het is de hoogste tijd dat Al Gore weer eens naar Europa komt, om te beginnen naar Nederland. Het vorige maand gepresenteerde Energierapport 2008 doet namelijk net of er geen klimaatprobleem is. H a n va n d e Wi e l
H
et meest illustratief voor de blinde vlek die het rapport heeft voor klimaatverandering is dat het Energierapport 2008 van het ministerie van Economisch Zaken uitgaat van een vermindering van de CO2uitstoot van 50 procent in 2050, ten opzichte van 1990. Willem Verhaak, campagneleider Klimaat van Milieudefensie: “Het klimaatpanel van de VN, het IPCC, gaat uit van een reductie van 80 tot 90 procent in 2050. Het kabinet lijkt dit klimaatdoel los te laten. Dat is schokkend.” Het Energierapport is vooral een inspiratieloos, verplicht nummer, waarin alle opties worden genoemd en omzichtig open gehouden en waarin het kabinet nalaat een sturende rol voor zichzelf op te eisen. In het licht van klimaatverandering is dat onbegrijpelijk en onverantwoord. Verhaak: “Alle pijlen zouden op duurzame energiebronnen gericht moeten worden. Als het kabinet echt inzet op energie uit zon en wind, bijvoorbeeld door alle daken vol te leggen met zonnepanelen, kan Nederland een koploper worden op dit gebied. Er wordt te veel gedacht vanuit de bestaande kaders.” Het Wereld Natuur Fonds laat zich in vergelijkbare bewoordingen uit: het
Energierapport blijft steken in mooie beloftes, “terwijl het tijd wordt om knopen door te hakken.”
Kernenergie
Het openhouden van alle opties betekent volgens Verhaak dat in de praktijk de weg van de minste weerstand wordt gevolgd. “Het kabinet kiest om die reden voor kolencentrales, in combinatie met de opslag van CO2. Natuurlijk zijn er voorlopig fossiele brandstoffen nodig in de energiemix. Maar waarom kolen? Wij zouden daar aardgas voor willen reserveren. Gas stoot bij verbranding veel minder CO2 uit dan kolen en is heel geschikt als achtervang
onveilig en zadelt toekomstige generaties op met levensgevaarlijk afval. De inherent veilige kerncentrale (de vierde generatie) is op zijn vroegst in 2030 beschikbaar en bestaat nu alleen nog op de tekentafel. Daarmee is het afvalprobleem evenmin opgelost. Het is dus ook geen ‘tussenoplossing’, zoals vaak wordt gezegd. En de PvdA laat het op dit punt volledig lopen.”
Schamel bedrag
Is het Energierapport louter kommer en kwel? Dat nou ook niet, meent Milieudefensie. Positief is dat het kabinet tot 2011 bijna 7,5 miljard euro uit het Fonds Economische Structuurversterking (FES) beschikbaar wil stellen voor duurzame energiebronnen. Hiervoor moet eerst de FESwet worden aangepast. Het sinds 1995 bestaande FES is gevuld met aardgasbaten en beoogt investeringsprojecten te financieren die de economische structuur versterken en van nationaal belang zijn. Die 7,5 miljard euro lijkt veel, zegt Stichting Natuur en Milieu in een reactie op de plannen, “maar is afgezet tegen de aardgasbaten van ongeveer 40 miljard euro in dezelfde periode een schamel bedrag.” n
J oa n n e A lt i n g
“Stuitend en inspiratieloos”
bij duurzame energieproductie: in tegenstelling tot kolen – en kernenergie - is aardgas razendsnel in te zetten om elektriciteit te produceren tijdens een piekvraag of als het aanbod van duurzame elektriciteit tijdelijk minder is of wegvalt. Vandaar dat wij graag zien dat het huidige gebruik van gas en de verkoop aan het buitenland worden gematigd.” Het afvangen van CO2 bij kolencentrales en het opslaan van dit gas in lege aardgasvelden staat nog in de kinderschoenen. Milieudefensie vindt het end-of-pipe-technologie, waar geen overheidsgeld naar toe moet. Stichting Natuur en Milieu noemt het “stuitend” dat het kabinet inzet op meer kolencentrales, omdat duurzame keuzes daardoor uitblijven. Kernenergie speelt een prominente rol in het Energie rapport. Weliswaar neemt dit kabinet geen beslissing over kernenergie in Nederland, maar dat belet het ministerie van Economische Zaken niet al flink uit te pakken over de noodzaak van kernenergie in de energiemix, al blijft het rapport steeds net aan de veilige kant van de lijn. Onbegrijpelijk, meent Verhaak. “Kernenergie is duur,
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
Amsterdam wil vieze auto’s en bestelauto’s weren binnen de Ring A10. Het is een van de maatregelen om de uitstoot van fijnstof te verminderen. Haalt het wat uit? H a n va n d e Wi e l
E
en ding is duidelijk, er is alle reden voor maatregelen. Toch zit het de gemeente Amsterdam niet mee, want geen van hun maatregelen lijkt nog te werken. Uit de jaarrapportage van de GGD Amsterdam blijkt dat de Amsterdamse luchtkwaliteit tussen 1999 en 2007 niet is verbeterd. De concentraties fijnstof en stikstofoxide zijn hetzelfde gebleven. Alleen de invoering van de 80-kilometermaatregel op de A10-west (eind 2005) heeft enig effect gehad, maar voor de hele periode 1999-2007 is ook in dit meetstation geen sprake van een significante daling. Een goede reden voor de nieuwste maatregel vanaf 2009: het weren van vieze auto’s? Bert van Wee, professor Transport en Logistiek aan de TU Delft, waarschuwt voor maatregelen die er alleen op zijn gericht om de norm te halen. “Dat heb ik wel eens normfetisjisme genoemd, want de gezondheid schiet er vrijwel niks mee op. Er bestaat geen no-effectlevel voor fijnstof: net onder de norm is vrijwel even schadelijk als net erboven.” Van Wee vindt het wel begrijpelijk dat Amsterdam maatregelen neemt, want een gemeente kan verder niet zo veel. “Het
is gemakkelijker vervuilende auto’s te weren dan de elektriciteitscentrale van de buurgemeente aan te pakken.” Het gerenommeerde Fraunhofer Institut uit Dresden heeft in 2005 aangetoond dat het weer (windsnelheid, luchtvochtigheid, neerslag) een veel groter effect heeft op de gemeten hoeveelheid fijnstof dan verkeersmaatregelen. Generieke maatregelen liggen
Het weer heeft meer effect dan het verkeer dus meer voor de hand dan het invoeren van een milieuzone voor sommige typen auto’s. Toch waarschuwt Van Wee er voor alle fijnstofemissies op een hoop te gooien. “Er is veel achtergrondbelasting, dat klopt. Natuurlijk fijnstof, zoals van zeezout, is een grote bron. Maar er is alle reden te veronderstellen dat natuurlijk fijnstof veel minder schadelijk is voor de gezondheid dan fijnstof dat van verkeer komt. We beginnen er pas net iets van te begrijpen.” n
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
dige burger geworden. Werd halfleeg onlangs is. Tebeslist veel enthousidat de ouderen H a nmeebetalen va n d e aan Wihun easme l eigen gaan voor AOW, de vanaf kabinetsplannen 1 januari 2009 gaan kinderen meebetalen aandone, hun eigen kinderbijslag. is not al te veel kritiek Gelijke eder jaar monniken, rond Prinsjesgelijke betekent kappen.dat Dat leert dag worstelen ze al vroegnatuurde waarde ze enniet van langer geld inzien. milieuorganisaties Je kunt het immers metserieuze het maar een keer uitgeven. gespreksMaar dat is slechts een van een reeks partners zijn. maatregelen die de regering De meeste voor ogen heeft. kiezen voor Zoals ik net al schreef, het de kind gulden stoot veel CO2 uit, te veel. Datmiddenweg: kan zo niet blijven doorgaan. Kinderen, er zitten zo bere-
I
michiel wijnbergh
Norm fetisjisme
Reageren op de plannen van Prinsjesdag is als Bosdarwinisme vanouds voor kortvoor was het kind onbelast. Het dartelde onbeeenTot dilemma natuurvangen rond in al dan niet vrije natuur of betonjungle. Het en milieuorganisaties. Is deed niets anders dan CO2 uitstoten, geld kosten en lief of het glas half agressief zijn. vol of half Die tijden voorbij. Het dilemma kind isof anno het 2008 glas halfvol een volwaarof leeg? Eenzijn overzicht.
vincent bijlo kende onlangs het Tuktoyaktuk Instituut ter smelting van de poolkappen, zijn verantwoordelijk voor een stijging van de zeespiegel met 3 centimeter per jaar! Het kind dient dus gecompenseerd te worden. Daarom zullen toekomstige ouders verplicht worden per kind per jaar een boom te planten in het Kinderbos. Dit bos zal, als wij het Tuktoyaktuk Instituut mogen geloven, de omvang moeten krijgen van 0,732159 x de provincie Utrecht, willen alle kindertjes van Nederland gecompenseerd kunnen worden. In het Kinderbos kunnen de milieuvervuilende kinderen, als ze de schoolgaande leeftijd hebben bereikt, allerhande kennis opdoen over de natuur. Ze kunnen dan bijvoorbeeld empirisch toetsen welke planten en vruchten en paddenstoelen giftig zijn en welke niet. Of ze kunnen gedurende een paar dagen barrevoets en zonder kleding en gameboy een bosoverlevingstocht maken. Zo ontstaat, aldus de regering, een soort postnatale embryoselectie. Alleen de handigste en slimste kinderen zullen overleven. Mij persoonlijk gaat dit bosdarwinisme veel en veel te ver. Mij lijkt het verstandiger helemaal geen kinderen te nemen, of te krijgen, zoals sommige mensen zeggen. Dan kan men onbeperkt genieten van verre vliegvakanties, het rijgenot van een Hummer, drie wasdrogers, twee terraskachels, een motormaaier en een bladblazer. Het kind, daar moet je van afblijven, dat mag onze rekeningen nooit betalen. Let the children play.
en K
en K
in d e r
Fröbelen met pissebedden
in d e r
Overgewicht, ADHD, depressie: het zijn slechts enkele symptomen van de ‘natuurgebreksziekte’ waaraan veel kinderen lijden. Maar het bewustzijn daarover lijkt toe te
“E
lke kind sterk en stevig om te genieten van zon, wind en regen. De roos zal er niet naar streven om een lelie te worden, noch zal het viooltje de clematis nabootsen, maar ieder kind moet op zijn eigen wijze zo mooi mogelijk zijn en een eigen bijdrage leveren aan de wording van de tuin als geheel.” Zo zei de Duitse pedagoog Friederich
nemen. “Voor kinderen is biodiversiteit niet zo interessant.”
Michiel Bussink
Michiel Bussink
IVN-Natuurvriend Tom Waterlander
Dol op padden stoelen en boomkikkers
Een vriendje van hem zat er ook bij, daarom is Tom Waterlander uit Deventer (10) vorig jaar bij de IVN-natuurvriendenclub gegaan. “Omdat ze leuke dingen doen. Wilgen knotten, riet maaien in de sloot, paddenstoelen zoeken, naar de steengroeve gaan.” Eén keer in de maand gaat de groep van zo’n twaalf kinderen in de leeftijd van 8 tot 13 jaar op pad. Hij leert van alles bij de groep, maar veel dingen wist hij eigenlijk al. Hij kan zo nog opnoemen welke paddenstoelen hij vond tijdens
een tocht van de groep in het bos, afgelopen herfst: “Stinkzwam, aardappelbovist, eekhoorntjesbrood, sponszwam, mycena, heksenboleet.” Bij biologieles gebruikt de juf Toms werkboek om die van de andere kinderen na te kijken. “Hoe weet je dat toch allemaal”, vragen kinderen. “Van mijn vader, met hem ga ik in de herfst het bos in. Hij heeft vroeger alle paddenstoelen uit zijn hoofd geleerd.” Nu hebben Tom en zijn vader een nieuwe passie: de zeldzame boomkikkers. “Laatst hebben we er bij een poeltje wel tien gevonden.” Bang om zijn handen uit de mouwen te steken is Tom niet. Hij ging eens in een sloot riet maaien met IVN-groep. Lachend vertelt Tom: “Ik was zó nat en vies, dat ze me helemaal in folie hebben ingepakt voordat iemand me in de auto mee naar huis wilde nemen”. Amfibieën, paddenstoelen en gesteenten en edelstenen zijn Toms favorieten. Onlangs bezocht Toms groep een steengroeve waar ze op zoek gingen naar fossielen: “Daar vond ik twee pootafdrukken van een raptor (dinosaurus, red.).” Met vogels heeft Tom niet zoveel, al heeft hij wel een keer een ijsvogeltje midden in de wijk gezien. De IVN-jeugdgroep in Deventer is op zoek naar nieuwe begeleiders. “Hopelijk vinden ze die, want dan gaan we er mee door.” (MB)
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
Het zit er niet meer in voor kinderen. Door autoverkeer en verstedelijking, computers en televisies, regels, onderwijs, stress, angst, hekken en schuttingen. En dat is erg, volgens Louv, en wel zo erg dat het een ziekte is: nature-deficit-disorder, oftewel natuurgebreksaandoening. Overgewicht is uiteraard een symptoom van die ziekte, maar ook aandoeningen als ADHD, andere gedragsstoornissen, angst en depressies bij kinderen kunnen verband houden met een gebrek aan groene omgang. Uiteindelijk kan die zelfs ontaarden in angst voor de natuur: ‘ecofobie’. Opmerkelijk genoeg is de milieubeweging volgens Louv mede schuldig aan het ontstaan van een dergelijke overdreven angst: door doemverhalen over klimaatverandering, verdwijnende bossen en bedreigde zeehondjes associëren kinderen natuur met rampspoed en angst, in plaats van met plezier en verwondering. En de natuurbeschermingsbewe-
ging draagt ook een steentje bij door het plaatsen van hekken en de ge- en verbodsbordjes die echte natuurbeleving met al je zintuigen onmogelijk maken.
Hangjongeren
Of het door Louvs boek komt is moeilijk hard te maken, maar sinds het verschijnen van Het laatste kind in het bos, gaat er een golfje van groene-kinderenbewustzijn door het land. Minister Verburg van landbouw en natuurbehoud zei dat “scharrelkinderen nodig waren om hangjongeren te voorkomen”. Een coalitie met onder andere Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer lanceerde op initiatief van stichting wAarde samen De Nationale Uitdaging, om het onderwerp ‘kinderen en groen’ onder de aandacht van de Tweede-Kamer te brengen, en onlangs kwam de Raad voor het Landelijk Gebied met het advies Groen opgroeien! voor een groener jeugdbeleid van het kabinet.
Michiel Bussink
Fröbel het, grondlegger van het fröbelen (“vrijblijvend creatief bezig zijn”). Maar ook de oprichter van de oudste bekende kleuterschool in 1837, die hij later omdoopte tot ‘Kindergarten’: een tuin van kinderen, voor kinderen, zodat de kleintjes maar mochten groeien als kool. Volgens Fröbel was tuinieren een belangrijke manier om kinderen betrokken te maken bij planten en de wereld waarin die leven. Een hedendaagse Fröbel, maar dan met een flink alarmerende boodschap is de Amerikaan Richard Louv. Zijn boek Het laatste kind in het bos. Hoe we onze kinderen weer in contact brengen met de natuur, is in de Verenigde Staten een bestseller en ook de Nederlandse vertaling beleefde sinds zijn verschijnen vorig jaar al zijn tweede druk. Kinderen komen niet of nauwelijks meer in het groen, beschrijft Louv. Rondstruinen door bossen en parken, hutten bouwen, bramen plukken en dieren besluipen.
Scouts Tess Poll en Silke Boerkamp
Sporen zoeken en primitief koken milieudefensie magazine 7/8 – 2008
Tess (10) en Silke (15) zijn nog bezweet van de GPS-fietstocht die ze hebben gemaakt. Tess is sinds twee of drie jaar en Silke al tien jaar bij de Gelre Groep Scouting in Twello. “We moesten heel lang fietsen”, vertelt Tess. Toch is het ze gelukt om als een van de eersten weer terug te komen op de boerderij van de scouting. De groep bestaat uit zo’n honderdvijftig kinderen, in verschillende groepen voor de leeftijd van vijf (‘De Bevers’) tot acht-
tien plus (‘De Stam’). Plezier, samenwerken, grenzen verleggen, leiding geven, daaraan wordt gewerkt bij de Scouting Gelre groep. “En minstens zo belangrijk: de natuur. Geen beter leven dan buitenleven. En daar moet je zuinig op zijn”, vertelt de website. Tess en Silke vinden het leuk bij de Scouting. “Vooral in de zomer zijn we heel veel buiten. We doen levend Stratego of Master Mind in het bos. Dan heb je alleen maar bomen om je heen”, vertelt Tess. Ze leren van alles bij de scouting: knopen maken, via een touwenparcours door de bomen slingeren, sporen zoeken. “We hebben een keer op de hei allerlei sporen van dieren gezocht. Met gips maakten we dan afdrukken van bijvoorbeeld de sporen van een ree”, vertelt Silke. Behalve met de GPS hebben ze ook geleerd met een kaart een route te lopen. En op zomerkamp doen ze altijd, wat ze noemen ‘primitief koken’. Met zo weinig mogelijk middelen, moeten ze in een gat in de grond een maaltijd zien klaar te maken. Nee, brandnetels hebben ze niet gegeten. “Maar als je je hebt geprikt aan de brandnetel, kun je met de weegbree de pijn wegnemen”, weet Silke te vertellen. “En op een vuur stokbroodjes bakken”, vertelt Tess, “ook heel leuk.” (MB)
blijkt uit Van den Boorns onderzoek. “Er groeit een generatie op zonder natuurbeleving”, concludeert Jana Verboom die bij het Wageningse instituut Alterra onderzoek deed naar kinderen en natuur. “Dat is zorgelijk voor de toekomst. Mensen die nu actief zijn in de natuur- en milieubeweging, hadden als kind een band met de natuur. En onderzoek heeft aangetoond dat natuurervaringen in de kindertijd leiden tot milieubewust gedrag.”
te richten en dat groen onderdeel te maken van de speelruimte voor kinderen. Soms moeten regels juist minder streng, bijvoorbeeld bij speelplaatsen. Speeltuinen en -toestellen moeten aan zulke strenge regels voldoen, dat een boom om in te klimmen eigenlijk al het stempel ‘gevaarlijk en verboden’ krijgt. De raad stelt dan ook voor “kritisch te kijken naar belemmerende regelgeving bij speelomgevingen, bijvoorbeeld door het collectief afkopen van aansprakelijkheid.” De raad ziet verder graag dat in het hele land de scholen schooltuinen beginnen en dat scouting, natuurorganisaties, boeren en volkstuinverenigingen een rol krijgen in de naschoolse opvang. Het is niet zo dat er helemaal bij nul hoeft te worden begonnen met groene scholen en speelplekken. Inmiddels zijn er op zo’n veertig plaatsen in Nederland schoolpleinen en speelplaatsen waar de
Aansprakelijkheid
De vraag is wat te doen? Hoe de vicieuze cirkel te doorbreken? “Je moet op twee niveaus werken: top-down via regels en bottom-up via allerlei lokale groepjes”, volgens Verboom. Wat die regels betreft: de Raad voor het Landelijk Gebied adviseert bijvoorbeeld ‘een groennorm’ voor bij de bouw van scholen: de verplichting om minimaal de helft van de buitenruimte van een school ‘groen’ in
Michiel Bussink
Veel van wat Louv in zijn boek over Amerikaanse kinderen schrijft, gaat ook op voor de Nederlandse. Die indruk bestond al wel, maar werd onlangs bevestigd door onderzoek van Celine van den Boorn van de Vrije Universiteit in Amsterdam onder stadse en dorpse kinderen van tien tot dertien jaar. Nederlandse kinderen tonen de laatste twintig jaar steeds minder interesse voor de natuur. Ze gaan minder de natuur in en blijven er korter. Media, school, ouders en de woonomgeving worden door Van den Boorn als schuldigen aangewezen. De woonomgeving is minder groen, ouders gaan met kinderen minder naar buiten, één op de drie leerlingen is nog nooit met de klas de natuur in geweest en een ruime meerderheid van de kinderen hangt meer dan twee uur per dag voor of achter televisie en computer. Kinderen in de stad hebben een nóg meer afstandelijke verhouding met de natuur dan die in de dorpen,
Wildzoeker Marit Pleune
Lekker rustig in het bos
10
Sinds een jaar is Marit Pleune (14) uit Zutphen lid van Wildzoekers, de jongerennatuurclub van Natuurmonumenten en de Vogelbescherming “Mijn vader werkt bij Natuurmonumenten en liet me het blad van Wildzoekers zien: het leek me heel leuk.” Marit heeft tot nu toe één keer met een activiteit van de Wildzoekers meegedaan. “Om aan eten te komen, moest je eerst tokkelen over het water.” De dingen die
ze over de natuur weet, wist ze al voordat ze bij de Wildzoekers kwam. “Ik ken alle bomen, zie het verschil tussen de sporen van een ree, hert, wild zwijn of een hond. Ik weet niet zoveel van vogels, maar herken wel een specht of een buizerd. Ik heb dat niet bewust geleerd. Ik weet het gewoon.” Dat komt vooral doordat ze het grootste deel van haar leven woonde op het Kootwijkerzand. “Midden in het bos. Dat was heel fijn, maar toch te ver, je kon niet zo maar naar de winkel of iets afspreken met een vriendinnetje.” Vandaar dat ze nu toch in de stad woont. Al is het bos dichtbij. Daar laat ze twee keer per week de hond van iemand anders uit, als baantje. “Lekker rustig. Als ik wandel, zit ik niet zo in mijn denkhoofd.” Ze houdt meer van dieren dan van planten (“maar niet van insecten”). “Eén van mijn zussen heeft meer met planten, mijn andere zussen interesseert natuur niet zoveel.” Dat ze van dieren houdt, betekent ook dat ze bijvoorbeeld alleen make-up koopt die dierproefvrij is. “Vlees eet ik niet omdat ik allergisch ben voor allerlei dingen. Anders zou ik het wel eten, want ik vind het lekker. Maar dan zou ik er op staan dat het biologisch is.” (MB)
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
krijgen kinderen hooguit een rationele band met natuur, meent Verboom: “De tv en computer staan los van het echte leven. Daar ontwikkel je geen verantwoordelijkheidsgevoel mee. Alleen als je een persoonlijke band krijgt, legt dat een basis voor milieubewust gedrag.” Met de scholieren naar buiten dus, het groen in om plantjes en beestjes te zien, te ruiken, te voelen en te proeven. Zoals Jac. P. Thijsse, grondlegger van de natuurbeweging in Nederland, dat begin vorige eeuw deed met zijn leerlingen. Probleem is dat er in Nederland steeds minder groen is, en dit is bovendien doorsneden door asfalt en beton. “Maar juist voor kinderen heb je geen grote oppervlakten wilde natuur nodig”, zegt Verboom. “Een kind van vier maak je al blij met een pissebed. Als je één stoeptegel oplicht, heb je al beestjes. Dat hoeven geen zeldzame beestjes te zijn: kinderen vinden biodiversiteit niet zo
interessant. Ze moeten wel de boom in kunnen.”
Sneeuwbaleffect
De vraag is of die sympathieke groene kinderprojectjes niet wat marginaal zijn in het licht van de grote-mensen-samenleving. Waar de harde belangen van economische groei, filebestrijding en projectontwikkelaars vaak aan het langste eind trekken. “Apart zijn het marginale projecten, initiatieven en ideeën. Maar alles bij elkaar kan er een sneeuwbaleffect optreden, zeker als mensen zien dat kinderen er blij en gezonder van worden”, hoopt Verboom. Zodat niet langer veel kinderen iets wordt onthouden wat volgens de negentiende eeuwse Duitse pedagoog Fröbel cruciaal was. Door in de Kindergarten in de weer te zijn met plantjes, beestjes en bomen ervaren kinderen iets van wat hij noemde Lebensganzheit: de diepere wetten van het leven. n
Liesbeth Sluiter
steriele wipkip is vervangen door boomstronken, bloembedden, modderpoelen en struikgewas. In het handboek Vrij spel voor natuur en kinderen, dat ook vorig jaar verscheen, staat een groot aantal voorbeelden in binnen en buitenland van groene kinderoases. Voorbeeldplekken, die inspirerend werken voor elders, hoopt Verboom. Maar behalve de buitenkant van de school, is ook het onderwijs in de klas zelf een probleem, volgens Verboom. “De overheid heeft weinig grip op wat scholen doen. Het is dus heel erg afhankelijk van de individuele school wat ze aan natuur doen.” Voor veel scholen is een uurtje voor de tv met boompjes en beestjes de enige vorm van natuureducatie. “Ik heb meegemaakt dat kinderen binnen bezig waren met een werkblad over paddenstoelen, terwijl buiten het hele bos vol stond met paddenstoelen.” Met tv, computer en werkbladen
Rangers Céline en Julian Veltman
WNF-sokken en een junglekamer milieudefensie magazine 7/8 – 2008
Céline (12) en Julian (10) Veltman zijn Rangers van het Wereld Natuur Fonds, waarvoor hun moeder werkt. Céline: ‘Een Ranger helpt het WNF, in kindervorm.’ Julian: ‘Wij doen mee met alle activiteiten en tentoontenstellingen. Wij zijn zó erg lid dat we zelfs WNF-sokken hebben. En we hebben een blad, TamTam, vol spelletjes, en een poster en een strip.’ Céline: ‘Ik werd ooit voor tv als eerste van duizend kinderen als orang oetang geschminkt, voor een actie om hem te
redden.’ Julian: ‘En ik mocht als eerste de zee in rennen, om schildpadden te redden geloof ik. Nu zijn we bezig voor de ijsbeer. De Noordpool smelt steeds kleiner, maar de ijsbeer zinkt als hij twee dagen niet kan staan.’ Céline: ‘We hebben ook een echte beer gezien, in Canada. Dat was echt geweldig. Mijn lievelingsdier is een draak, daarna alle reptielen behalve de schildpad, die is te sloom. Dan de haai, en roofvogels. Ik heb een junglekamer, met heel veel knuffels. Zelf hebben we geen dieren, o ja toch wel. Eerst hadden we kikkerdril, maar alle kikkervisjes waren doodgegaan. Behalve één, die hebben we helemaal verzorgd in onze hut, maar hij werd spierwit en zijn tong hing uit zijn bek. Vanmorgen is hij overleden. Dat vond ik wel moeilijk. Toen hebben we twee nieuwe kikkertjes gevangen.’ Julian: ‘Voor mij betekent de natuur alle dieren die vrij kunnen leven. En de bossen. Ik vind het erg dat mensen alles weghalen en bomen kappen voor hout. Waarom kweken ze geen bomen?’ Céline: ‘Voor mij is de natuur eigenlijk alles. Wij ook. Maar wij zijn slimmer dan dieren en kunnen meer, daarom vervuilen we ook meer. We moeten minder van de wereld gebruiken.’ Julian: ‘Dan zouden de dodo’s er nog zijn.’ (LS)
11
en K
in d e r
Gevaarlijke spelletjes
in d
Weekmakers, conserveermiddelen, lood. Regelmatig worden in kinderspeelgoed gevaarlijke stoffen gevonden. Voor belangenorganisaties heeft speelgoed geen prioriteit. H a rry P e rré e
B
arbie’s dream puppy en dream kitty kunnen heel lief kijken. Het hondje (lichtbruin met rode halsband) maakt deel uit van de Barbie Dream Puppy House Playset en het poesje (Siamees met roze halsband) van de Barbie Dream Kitty Condo Playset. Maar sep-
12
tember vorig jaar verloren de blikken van puppy en kitten in één klap hun onschuld toen speelgoedfabrikant Mattel de plastic beestjes terugriep. In de verf zat meer lood dan toegestaan. Dreumesen die dream puppy of dream kitty dagelijks aflebberen of in de mond stoppen, zouden daarmee te veel lood binnenkrijgen. Dat gold trouwens ook voor
een handvol andere Barbie-accessoires en een speelgoedtrein. Mattel riep die maand wereldwijd 844 duizend stuks speelgoed terug. In Nederland waren er al 34 duizend van verkocht. Een maand eerder had Mattel al andere producten teruggehaald vanwege een te hoog loodgehalte in de verf. Dat roept de vraag op of we meer gif in speelgoed moeten vrezen.
Voldoende
“Kennelijk kan er heel veel speelgoed op de markt komen zonder dat de overheid merkt dat er iets mee mis is. Het overheidstoezicht is buitengewoon gering”, oordeelde hoogleraar milieukunde Lucas Reijnders destijds in een uitzending
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
van Netwerk. “Men laat het over aan de fabrikanten. De grote fabrikanten vinden nog wel eens wat, maar er zijn een heleboel fabrikanten die niet kijken of er iets mis is. Dat doet vrezen dat er van alles op de markt is zonder dat vaststaat of het op het punt van stoffen in orde is.” In diezelfde uitzending zond de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA), die verantwoordelijk is voor het toezicht op speelgoed, een ambivalente boodschap uit. “Wij kunnen voldoende garanderen dat wat u koopt in de winkel allemaal veilig is”, zei VWA-directeur Dirk Meijer. Maar hij gaf tegelijkertijd aan dat de VWA zich vooral richt op weekmakers en conserveermiddelen, omdat de risico’s van deze stoffen voor kinderen hoger zijn. Loodhoudende verf achtte de VWA minder gevaarlijk. Dat VWA-toezicht op weekmakers en conserveermiddelen vindt steekproefsgewijs plaats. In 2007 testte de overheidsdienst tweehonderd stuks speelgoed op chemische aspecten. In 53 gevallen overschreed het speelgoed de wettelijke normen en trof de dienst een maatregel. Welke maatregel is onduidelijk. De VWA zegt hierover in de loop van dit jaar te rapporteren. Dit jaar is het aantal controles op chemische aspecten opgevoerd naar 375.
“De normen voor lood en cadmium kloppen niet” Blijft hoogleraar Reijnders bij zijn standpunt van vorig jaar dat het toezicht te gering is? “Er wordt nu, na alle heisa, meer gecontroleerd, niet alleen in Nederland, ook in andere Europese landen”, geeft hij aan. “Dat helpt natuurlijk wel. De pakkans is groter. En bedrijven hebben serieus gekeken naar hun toeleveranciers. Er zijn er heel veel uitgevlogen. Aan de andere kant heeft China orde op zaken gesteld. Het gemeenschappelijk effect is dat de situatie beduidend beter is.” Maar voor juichen is het nog te vroeg. “Globaal geldt dat zelfs als je je strikt aan de blootstellingsnormen van lood houdt, er toch schade optreedt. Met name bij kinderen”, aldus Reijnders. Hij wijst daarbij op onderzoek uit de VS. Daar is de blootstelling aan lood veel lager (voormilieudefensie magazine 7/8 – 2008
Spelcomputers zijn volgens de EU geen speelgoed. al doordat veel eerder lood uit benzine is verbannen) maar werden niettemin schadelijke effecten aangetoond. Onderzoek wees onder andere uit dat kinderen met een hoger gehalte lood in hun bloed slechtere leerprestaties hebben. “De normen die wij hanteren in Europa worden afgeleid van een maximaal toelaatbaar gehalte in het lichaam”, zegt Reijnders. “Mijn punt is dat dat maximaal gehalte niet deugt. Dat geldt voor lood, maar ook voor een stof als cadmium.” Geldt dat ook voor weekmakers, waarvoor Europa de normen vorig jaar heeft aangescherpt? “Daar moet nog verder onderzoek voor komen om te zien of dat voldoende veilig is.”
Joysticks
Belangenorganisaties liggen echter niet wakker van de chemische stoffen in kinderspeelgoed. “Speelgoed? Wij doen daar niet zo heel veel mee”, zegt de woordvoerster van de Consumentenbond. Helemaal niks, zo blijkt na doorvragen. Ook bij Goede Waar & Co, de vereniging voor mens- dier- en milieuvriendelijk consumeren, heeft kinderspeelgoed het prioriteitenlijstje niet gehaald. De organisatie beperkt zich tot onderzoek naar voeding, kleding en toerisme, laat een woordvoerster weten. Bij Greenpeace heeft speelgoed wel jarenlang op het actielijstje gestaan. De milieuorganisatie ageerde vooral tegen het gebruik van weekmakers in speelgoed. Die worden toegevoegd aan plastics (zoals PVC) om ze zacht te maken. Maar na jarenlang actievoeren heeft Europa de regels voor het gebruik van weekmakers aangescherpt (zie kader). “Nu de weekmakers verboden zijn, zijn we gestopt met de campagne voor speelgoed”, laat Kim Schoppink van Greenpeace weten. Wel blijven spelcomputers zoals Wii, Playstation 3 en de X-box 360 een doorn in het oog van Greenpeace. “Daar hebben we pas geleden onderzoek naar gedaan. In die apparaten zitten weekmakers, vooral in kabels en joysticks.” De EU-regels voor weekmakers zijn hier niet van toepassing omdat ze de computerspelletjes niet als speelgoed zien.
Nu komen giftige stoffen in computers nauwelijks vrij tijdens het gebruik (een gamende tiener zal niet snel op kabels of joysticks kauwen), maar vooral in de afvalfase. Menige spelcomputer wordt niet goed gerecycled. Een deel komt in een verbrandingsoven terecht waardoor schadelijk stoffen in het afvalslib of in de lucht belanden. Het grootste probleem is de export van afgedankte elektronica naar ontwikkelingslanden. Daar haalt de bevolking ze met de hand uit elkaar, op zoek naar vooral koper en aluminium.
“Speelgoed? Daar doen we niet zoveel mee.” Vaak worden de computers daarvoor verbrand of in zuur opgelost. Schoppink: “Daar komen dioxines of giftige dampen bij vrij. Zo krijg je een hele mix van schadelijke chemicaliën in het milieu waar mensen en kinderen aan worden blootgesteld.” n
Wel of niet in de mond Nemen kinderen het speelgoed wel of niet in de mond? Het antwoord op die vraag bepaalt welke stoffen er in het speelgoed mogen zitten. Sinds 16 januari 2007 heeft Europa het gebruik van een zestal ftalaten (weekmakers) in speelgoed aan banden gelegd. Zachte speelgoedonderdelen mogen maximaal 0.1 procent van deze weekmakers bevatten. Voor di-ethylhexylftalaat (DEHP), dibutylftalaat (DBP) en benzylbutylftalaat (BBP) geldt de norm voor alle onderdelen van het speelgoed. Voor di-isononylftalaat (DINP), di-isodecylftalaat (DICP) en di-n-octylftalaat (DNOP) geldt de norm alleen voor speelgoed dat door kinderen in de mond kan worden genomen. De regels voor speelgoed liggen vast in de Europese speelgoedrichtlijn, die in Nederland is uitgewerkt in de Warenwet en het Warenwetbesluit speelgoed.
13
en K
in d e r
Grenzen aan de bevolkingsgroei Minder mensen goed voor het milieu?
in d
Bevolkingsproblematiek was ooit een duidelijk thema in de milieubeweging, maar onproblematisch was het nooit.
“H
Annemarie Opmeer
et soort land dat een groeiend aantal mensen wil, is minder bevolkt, meer gedecentraliseerd, minder industrieel, agrarischer.” Zo begint David Brower, oprichter 14
van Friends of the Earth, het voorwoord van de essaybundel Progress as if survival mattered, uit 1977. De bundel met verhalen over dreigende catastrofes is nu en dan vermakelijk gedateerd, soms verrassend actueel, maar stemt vooral me-
lancholisch. Wat een strijdbaarheid. En ook, wat een pessimisme. Bijvoorbeeld over de landbouw, die toen nog geen varkensflats, biobrandstof of gentech kende. Het zou allemaal nog veel erger worden. Een ding valt op. Toen, veel meer dan nu, waagde men het te zeggen dat een met minder mensen bevolkte wereld iets was om actief naar te streven. Onproblematisch bleek dit niet, want het thema raakt aan een aantal netelige kwesties: immigratie, wereldvoedselproblematiek, vrouwenrechten, globalisering, recht op economische ontwikkeling voor arme landen, eerlijke verdeling van welvaart. Voor milieudefensie magazine 7/8 – 2008
Verklede durex-mederkers delen condooms uit in Seoul. Door familieplanning daalde het geboortecijfer in Zuid Korea de afgelopen veertig jaar significant.
Groei dat de Club van Rome in 1972 uitgaf, voorspelde een dreigende catastrofe door een groeiende wereldbevolking en haar groeiende wensen. Om te illustreren hoezeer het bevolkingsvraagstuk destijds ingebed was in de discussie over milieu, verwijst Van Dieren naar, inderdaad, David Brower en naar het biologenechtpaar Paul en Anne Ehrlich. Zij schreven een groot aantal boeken over de naderende bevolkingsexplosie. The Population Bomb (1968) is het bekendst. Volgens de Ehrlichs is de impact op het milieu het resultaat van bevolkingsaantal, consumptie per hoofd, en de ‘techno-
AFp
De nieuwe generatie milieuactivisten schuwt het onderwerp niet
Brower en anderen met hem, zou het een cruciaal punt binnen de milieubeweging vormen. Tot op de dag van vandaag.
Inventiviteit
“Ooit was het wetenschappelijk verantwoord en politiek correct om het over bevolkingsproblematiek te hebben”, zegt Wouter van Dieren, Nederlands lid van de Club van Rome. “Maar het werd al snel gegijzeld door rechtse groepen die het thema inzetten voor hun eigen retoriek. De ecologische argumenten zijn daarbij geheel verdwenen.” Van Dieren betreurt dat. Het rapport Grenzen aan de milieudefensie magazine 7/8 – 2008
logische factor’, die de impact eventueel kan verkleinen. De draagkracht van een gebied is dus afhankelijk van de inventiviteit waarmee men omgaat met natuurlijke hulpbronnen. De voorspelling van de Club van Rome, dat tegen het jaar 1992 de (destijds bekende) oliereserves op zouden zijn, en van de Ehrlichs dat er (uitgaande van de toenmalige stand van zaken) van 1970 tot 1985 grote problemen met de wereldvoedselvoorziening zou zijn, hebben toch niet geleid tot de gevreesde wereldwijde olietekorten en hongersnoden, dankzij die vindingrijkheid. Ehrlich en De Club van Rome vinden dit echter geen oplossing. Zij gaan uit van een opvatting die we al kennen uit 1786, van Thomas Malthus, namelijk dat de wereldbevolking exponentieel toeneemt - volgens Malthus in reactie op grotere welvaart - terwijl dat voor hulpbronnen niet het geval zal zijn. Of dit waar is, is vaak betwist. Volgens de berekeningen van de VN zal de wereldbevolking, die nu 6,5 miljard is, namelijk stabiliseren op zo’n 9 miljard in 2050. Vooral doordat
vrouwen kunnen kiezen voor een lager kindertal, juist dankzij toenemende welvaart en ontwikkeling. Dus een draagkrachtprobleem zag de milieubeweging nog wel ontstaan. Het vinden van oplossingen zorgde voor verdeeldheid. Terwijl een milieuactivist als Barry Commoner technologie juist het probleem vond, zag iemand als Brower het krijgen van kinderen als een misdaad.
Hongersnood
Brower is geen uitzondering onder de oudgedienden van de milieubeweging. Langs dezelfde lijn dacht en denkt David Foreman, mede-oprichter van het radicale Earth First! en schrijver van de sabotagegids Ecodefense. In 2003 startte hij de denktank The Rewilding Institute en zijn tekst over bevolking en biodiversiteit op de website laat geen twijfel bestaan over zijn wens tot minder mensen. Paul Watson, ooit betrokken bij Greenpeace en later oprichter van diens radicale broertje Sea Shepard, is nog zo’n donkergroene activist die de wereldbevolking graag zou zien krimpen. En dan is er nog Edward Goldsmith, een oprichter van de Britse Ecology Party en het groene opinieblad The Ecologist. Hij publiceerde in 1972 samen met zijn collega’s de utopische klassieker Blueprint for Survival. Hierin pleiten ze onder andere voor een stabiel, veel lager bevolkingsaantal. Blueprint besloeg het gehele januarinummer van The Ecologist en werd herdrukt als boek. Milieudefensie vertaalde het datzelfde jaar nog en wijdde het gehele eerste nummer van Milieudefensie Magazine eraan. Daarin onder andere een pleidooi voor gratis anticonceptie, sterilisatie en abortus. Eerder al gaf de vereniging de Nederlandse vertaling van The Population Bomb uit. Voor geen van allen bleek hun standpunt onproblematisch. Het algemene misantropische element, waar veel mensen al niet warm van worden, ging vaak gepaard met steun aan abortus, afwijzen van de (al dan niet duurzame) ontwikkeling en vooral van immigratie. Want, zo redeneerde men, arme mensen die naar het westen komen, adopteren ook ons consumptiepatroon. David Brower was ook ooit bestuurslid van Amerika’s oudste milieuorganisatie de Sierra Club, maar vertrok er nadat zijn voorgestelde standpunt over het inperken van immigratie verworpen werd. Het EarthFirst! van David Foreman had de acht principes van de groene filoso1
fie Deep Ecology geadopteerd, waarvan principe nummer vijf een lager bevolkingsaantal bepleitte. Maar Foremans opvatting dat hongersnood blijkbaar een natuurlijk mechanisme was om de bevolkingsaanwas in toom te houden, zorgde voor een diep wantrouwen ten opzichte van Deep Ecology. Goldsmith werd ook een controversiële figuur voor zowel links als rechts, dankzij zijn radicale steun voor de natuur en afkeer van vrijhandel, gecombineerd met zijn hiërarchische visie op sociale en natuurlijke orde en zijn ideeën over immigratie. De steun van Goldsmith en de Ehrlichs aan Deep Ecology maakte de zaak er niet beter op. Deep Ecology-filosoof Arne Naess nam dan ook expliciet afstand van Goldsmiths’ visie en stelde niet te willen spreken over het simpele ‘overbevolking’ maar over het complexere en gelokaliseerde begrip ‘toenemende bevolkingsdruk’.
Comeback
Wellicht lijdt Paul Watson, de compromisloze zeeman, nog het minst onder dit thema. Ondanks zijn standpunt werd hij in 2003 bestuurslid van diezelfde, ooit weigerachtige Sierra Club. In 2002 ging Ben Zuckerman, een professor met dezelfde ideeën, hem voor – expliciet gesteund door de stichter van Earth Day, senator Gaylord Nelson. Is ‘overbevolking en milieu’ aan een comeback bezig? Misschien was het zelfs nooit weg. En er is meer dan alleen de Club van Tien miljoen, die zich vooral op nationaal niveau richt en stelt zich niet te willen associë-
ren met rechts gedachtegoed, maar wel immigratie wil beperken. In een van de laatste bulletins van de Erasmus Liga, de Nederlandse afdeling van de Club van Rome, schreef mevrouw Van Noordwijk Van Veen er een uitgebreid stuk over. “Het is altijd een taboe geweest door een aantal religieuze opvattingen, maar daar heb ik me nooit veel van aangetrokken”, zegt de standvastige dame op leeftijd. Haar visie is dat voor het westen consumptie het probleem is en in ontwikkelingslanden vooral bevolkingsgroei. Ze pleit voor het verminderen van de westerse consumptie en, vooral, voor familieplanning voor en onderwijs aan meisjes in ontwikkelingslanden. “Ontwikkelingslanden hoeven voor
pakt.” Wellicht is dat niet denkbeeldig. De nieuwe generatie milieuactivisten schuwt het onderwerp niet. Op de jongerenconferentie YouPEC deze maand gaf
“Bevolkingsgroei is niet direct het terrein van de milieubeweging”
De beste remedie tegen hoge geboortecijfers is een eerlijke verdeling van welvaart. een betere levensstandaard niet opnieuw onze fouten te maken. Nu ik mijn activiteiten ga verminderen voor de Liga wilde ik dit als afscheid nog eens ter sprake brengen.” Met de Evert Vermeerstichting, van de PvdA, zou ze praten over een mogelijk congres over het onderwerp, maar door omstandigheden ging dat niet door. “Ik hoop dat een jonger iemand het op-
Geboortecijfer
1,0 2,0
Een aantal rijke landen, waaronder Nederland, hebben een laag geboortecijfer, maar een hoge bevolkingsdichtheid. 16
W i k i p e dia
3,0 4,0 5,0 6,0 7,0
Afrika heeft juist een hoog geboortecijfer, maar een lage bevolkingsdichtheid.
spreker Martin de Wolf, zelf ook slechts dertig jaar, een lezing over de complexe relatie tussen bevolkingsdynamiek en hulpbronnenschaarste. En vrij onverwacht is er nog iemand die liever een stabiele wereldbevolking ziet: ons nieuwe milieuicoon Al Gore. Ook onder biologen, zoals primatoloog Jane Goodall en natuuronderzoeker David Attenborough, lijkt het momenteel niet zo’n problematisch onderwerp. De populaire evolutionair bioloog Jared Diamond onderzocht in zijn boek Collapse hoe de combinatie tussen bevolkingsgroei en slecht management in het verleden ecologische en maatschappelijke ineenstortingen veroorzaakten. Minder bekend is wellicht dat het Wereldnatuurfonds momenteel in kwetsbare regio’s een actief beleid met onderwijs en vrijwillige geboortebeperking voert. “Bij De Kleine Aarde is het onderwerp nooit weggeweest”, bevestigt ook Jan Juffermans. Onlangs schreef hij over overbevolking en de mondiale voetafdruk in een themanummer van Civis Mundi, door sommigen een nieuw-rechts blad genoemd. Maar Juffermans vindt dat het thema niet per definitie in die hoek thuishoort. De mondiale voetafdruk toont volgens hem dat er wel degelijk sprake is van menselijke overbevolking. “We gebruiken sinds ongeveer 1987 meer dan de aarde ons duurzaam kan geven en overschrijden daarmee de draagkracht. Het beschikbare stukje aarde voor ieder krimpt ook nog eens als de bevolking toeneemt.” Hij vindt dan ook dat zowel onze consumptie als onze bevolkingsgroei een stuk minder zouden moeten. Juffermans pleit voor een Global Deal, een koppeling van het klimaatvraagstuk aan versnelde ontwikkeling op basis van rechten, dat ook een vrijwillig gekozen daling van het geboortecijfer zal bevorderen. “Groei en CO2-uitstoot milieudefensie magazine 7/8 – 2008
Bevolkingsdichtheid
W i k i p e dia
rende periode vlak voor het invoeren van de 1-kindpolitiek. Veel van de dichtstbevolkte landen zijn niet arm, maar rijk en hebben bovendien een stagnerende bevolking. Haar cijfers laten zien dat de beste remedie tegen hoge geboortecijfers juist niet een van de catastrofes van Brower c.s. is, maar eerlijke verdeling van welvaart. Zij pleit voor landhervormingen, regionalisering van de economie en vrouwenrechten.
kun je nog wel loskoppelen, maar ruimte blijf je nodig hebben, daar kun je niet omheen.” Momenteel vindt Juffermans dat vooral westerlingen, met hun grote ruimtebeslag, in aantal zouden moeten krimpen en dat toenemende welvaart in ontwikkelingslanden juist, afhankelijk van waarin men dit investeert, een kleinere voetafdruk kan betekenen. Van immigratie naar het westen ziet hij het probleem niet zo. “De meeste immigranten hebben een kleinere voetafdruk dan autochtone Nederlanders. Zij leven veel bewuster en bescheidener en verdienen gemiddeld ook minder.”
Valse oplossing
“Onbegrijpelijk”, vindt Juffermans de huidige houding van de milieubeweging. De situatie is immers veel te ernstig om niet ook bevolking in het verhaal te betrekken. Wouter van Dieren, Club van Rome, vindt dit zelfs “actieloos en lam”: “Een onderwerp als het Nederlandse ruimtebeslag, dat volgens mij gebaseerd is op een verkeerde demografische analyse, zou erg gebaat zijn bij een discussie over bevolkingsopbouw.” Nu is er veel veranderd bij Milieudefensie sinds 1972. Aan ruimtegebruik en de Nederlandse demografie besteedt men juist nog wel aandacht, zegt adjunct-directeur Kees Kodde. Maar, stelt hij, mondiaal gezien veroorzaakt vooral ongelijke welvaartsverdeling een probleem. “Niet alleen overconsumptie, ook onderconsumptie kan milieuschade veroorzaken. Mensen zonder land of energiebronnen zullen erosiegevoelige grond bewerken of bossen kappen.” Bevolkingsaantal is weliswaar een belangrijke variabele in de rekensommen, maar, zegt Kodde, “bemilieudefensie magazine 7/8 – 2008
volkingsgroei is een symptoom van ontwikkelingsproblematiek en een gebrek aan vrouwenrechten, niet direct het terrein van de milieubeweging. En de bulk van de schade wordt veroorzaakt door de rijkste twintig procent van de wereldbevolking. Daarom kunnen we ons beter richten op overconsumptie.” Susan George, auteur van het in 1976 verschenen boek over honger How the other
“De meeste immigranten hebben een kleinere voetafdruk dan autochtone Nederlanders” half dies, drukt zich een stuk sterker uit. Volgens haar is honger geen plaag, maar een schande en zijn zowel honger als bevolkingsgroei symptomen van de scheve verhoudingen in de wereld. George vindt de groene revolutie een valse oplossing, die de honger niet oplost en de afhankelijkheid van de derde wereld vergroot. Ten faveure van de dichtbevolkte rijke landen, die hun landbehoefte exporteren. Dat klinkt als de mondiale voetafdruk van Juffermans, maar ook bevolkingspolitiek is, wat George betreft, volledig misplaatst. Onder arme mensen in India heeft een jarenlange, heftige overheidscampagne nauwelijks effect, terwijl in China de grootste daling in het geboortecijfer plaatsvond in een welva-
Gemakzuchtig
Voor- en tegenstanders in het debat zijn niet gemakkelijk in duidelijke ideologische hokjes te plaatsen. Niet alleen linkse socialisten protesteren tegen de schuld aan de milieucrisis die arme landen zo in de schoenen geschoven krijgen. Enfant terrible van de milieubeweging, klimaatscepticus Bjorn Lomborg, is een goed voorbeeld van hoe ook technologisch optimisten bevolkingspolitiek veroordelen. Naast het argument dat de bevolking op veel plekken binnenkort zal dalen, geloven zij sterk in technologische oplossingen. Zij vinden bevolkingspolitiek bovendien een niet te verantwoorden inbreuk op de persoonlijke vrijheid. Veel weerstand is daarnaast te vinden in religieuze hoek, die het gebrek aan respect voor het menselijk ongeboren leven onacceptabel vindt. Econoom Jaap van Duijn, auteur van De Groei Voorbij, heeft nog een interessante toevoeging aan het debat. Het eenzijdige streven naar economische groei dat we in Nederland aanhangen, stelt hij, kan een krimpende bevolking niet aan. “In 1964 hadden we volledige werkgelegenheid. Maar economische groei vraagt om bevolkingsgroei.” Dus waren toen, en zijn ook nu, arbeidsmigranten de ‘oplossing’. “Uitermate egoïstisch”, noemt Van Duijn deze ontwikkeling, en veel te gemakszuchtig. “Wij halen die mensen naar ons land om voor ons te werken, terwijl we rijk genoeg zijn. Hun eigen land zit vervolgens zonder vakmensen.” Dit groeidenken is hem eigenlijk vreemd. “In mijn economieboeken kwam dat helemaal niet voor, wij hadden het over conjuncturen, golfbewegingen.” Volgens de econoom is het tijd dat het westen het krappe, materiële groeidenken laat varen en nu eens echt leert omgaan met stabiliteit, in economie én in bevolkingsaantal. n
17
D r u kk e r l e t o p
H i e r kom e n de u i
i t k l a p pa g i n a ' s
de kleine consument
Schone luiers Eco-garderobe Gordijnen, pannenlappen, tafelkleden, oma’s bloemetjesjurken: de twee Rotterdamse meiden van www.metzonderjas.nl verwerken alle oude stoffen die ze kunnen vinden tot de meest geweldige kinderkleertjes, slabbetjes, tassen en knuffels. Vrij unieke spulletjes, die ook nog eens heel betaalbaar zijn. Niet alleen milieuvriendelijk, maar ook aangenaam voor de kwetsbare kinderhuid is kleding van natuurlijke materialen. Vooral biologische katoen, dat mondjesmaat steeds meer in de rekken van grote winkelketens hangt, is volop te vinden. Ongemerkt kopen modebewuste ouders eco-katoen als ze voor de populaire Imps & Elfs-kleding gaan, onder andere te koop bij de Bijenkorf. Geroemd om de zachte materialen en en goede kwaliteit. Op www. wolfpak.nl zijn onder meer schattige kimonojurkjes en truitjes met retro-boorden te vinden. Iets minder trendy, maar wel degelijk is de kleding voor baby’s, kinderen en volwassenen van www.ecotex.nl. Wol is ook een zeer geschikt materiaal. Voor ouders en kind biedt www.wolletjewinterlok.nl met name ondergoed, maar ook voor mutsjes, dekens, slaapzakken en luierbroekjes of andere babybenodigdheden van katoen (draagdoeken, voedings-bh’s) kun je er terecht. Op www. schaapskleren.nl een soortgelijk aanbod, alleen is wol vaak verweven met zijde. Hennepkleding voor kleintjes is nog niet erg bon ton. De online winkel natuurstoffen.nl biedt wel leuke hennep kindergympen voor nog geen 25 euro. Benieuwd hoe verantwoord de geijkte leveranciers scoren op sociaal en milieugebied? Op www.kledingchecker.nl staan de resultaten van een onderzoek van Goede Waar & Co naar de materialen die bekende merken voor hun kleding gebruiken. Het enige echte kindermerk dat er tussen staat - Oilily – scoort enorm laag. Net als de meeste andere bekende merken overigens. WK
20
Jarenlang was de strijd tussen de wegwerp- en wasbare luier onbeslist: uit onderzoeken bleek de belasting voor het milieu zo ongeveer om het even. Dit voorjaar presenteerde Milieu Centraal nieuwe gegevens. De organisatie bekeek het totale plaatje waarbij ook zaken als watergebruik bij de productie en het effect van bestrijdingsmiddelen werden meegerekend. Wat blijkt? De wasbare luier is anderhalf keer minder belastend dan een wegwerpluier. Als je de wasdroger niet gebruikt zelfs tweeënhalf keer. Een zeer belangrijke prikkel – namelijk de financiële – sprak al in het voordeel van de herbruikbare luier, vooral als ze ook door volgende kinderen worden gedragen. Toch trekt dit weinig mensen over de streep, net als het voordeel dat het kroost meestal eerder zindelijk is, of dat het beter is voor hun huid. Het is de vraag of de milieuvriendelijkheid een overtuigend argument is om te switchen. Gebruiksgemak, dat is waarom het draait. Daar lijkt het echter al lang goed mee te zitten. Ook wasbare luiers zijn doorgaans al voorgevormd en ongeveer net als een luier om te doen (met klittenband of drukknopen). Bij de meeste modellen moet er nog apart inlegpapier in voor de ergste smeerboel (biologisch afbreekbaar dus gewoon door het toilet te spoelen) en een speciaal broekje eroverheen tegen eventueel doorlekken. Dat geldt niet voor de All in One-systemen, waarbij de buitenkant waterproof is. Naast biologische
katoen (gewone heeft slechte productiemethoden) wordt ook kunstvezel, bamboe en zelfs hennep gebruikt. In tegenstelling tot de laatste twee heeft kunstvezel (zonder droger!) een heel korte droogtijd: circa zes uur tegen twaalf bij katoen en 24 bij hennep en bamboe. Zoals deze rubriek vorige maand berichtte is een van de voordelen van bamboe dat het antibacterieel is. Bovendien is het zacht, wat van hennep niet gezegd kan worden. De verkoop verloopt vooral online. Een bekende Nederlandse distributeur is www.kaatjekatoen.nl. Er zijn verbazingwekkend veel producenten, blijkt op katoenenluiers.startpagina.nl. Daar vind je ook websites waar je je eigen luier kunt samenstellen uit allerlei materialen met hippe kleuren en prints. Diaper cutting heet dit in de VS. Onder andere te bestellen via www.dekleinehand.nl. Het sympathieke familiebedrijf www.stormopzolder.nl biedt naast allerlei moois voor kinderen ook patronen aan om zelf luiers te maken! Wie toch liever aan de wegwerpluier blijft, kan sinds kort voor geheel marktconforme prijzen terecht bij Etos voor Nature Babycare: een luier van maïs, hout en tarwe die voor zeventig procent afbreekbaar is (normaal is dat 20 à 30 procent). Het enige bedrijf dat wegwerpluiers recyclede, Knowaste, is sinds vorig jaar failliet. Wendy Koops
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
de kleine consument
Gerecyclede knuffels Speelgoed van gerecycled materiaal kennen we allemaal: de bekende autootjes, vrachtwagens en vliegtuigjes van oude frisdrankblikjes, plastic en andere afvalmaterialen die in iedere wereldwinkel te koop zijn. Voor baby’s niet echt geschikt en voor wat oudere kinderen misschien ook wat al te kwetsbaar. De van onder andere oude truien genaaide knuffels van eco-artware daarentegen zijn echt om mee te spelen en bovendien stuk voor stuk uniek. Nadeel is dat ze helemaal uit de VS moeten komen (online te bestellen), dus ga eerst even langs bij de Kringloopwinkel! www.eco-artware.com/catalog/toys.php
FSC-speelgoed Leuk houten speelgoed is er in overvloed (bijvoorbeeld op www.hetspeelgoedhemeltje. nl), maar speeltuig met een FSC-keurmerk is er bedroevend weinig. Altijd goed is het constructiespeelgoed van onbehandeld hout van Varis (o.a. via www.ecobos.be en www. speland.nl): bouwdozen waarmee knikkerbanen, vliegtuigen, kastelen, poppenmeubels en hele steden kunnen worden gemaakt. Trauffer (www.typicalswiss.nl) heeft een stal en allerlei boerderijdieren in de aanbieding. Via www. kleinemensenwensen.nl zijn aardige kinderkeukens te bestellen van FSC-hout. Zonder keurmerk maar wel van hout zijn de prachtige bouwpakketten op zonnenergie (www.ikwilzonneenergie.nl). Met een beetje hulp kunnen kinderen vanaf acht zelf een vliegtuig, helikopter, fiets of draaimolen in elkaar zetten. Of er ook gevlogen wordt is niet helemaal duidelijk. Waarschijnlijk gaat alleen de propeller draaien.
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
Toekomstige herinneringen De zomer is een reis door de tijd. Naar heden en verleden, op golfjes herinnering. Aangeblazen door bloeiende geuren van buiten, die zoetjes binnenfietsen. Het fris plezante van de vlierbloesem in mei, onschuldig nog. Zwaarder en zwoeler brachten later wolken jasmijn ons verder weg én verlangen. Pasgemaaid junigras van weilanden, weilanden, weilanden; arcadisch wordt er gehooid en gestoeid door kruidig groen. Dan de midzomernachtschemering die de kamperfoelie doet rieken, zinnenprikkelend: voor adolescente meisjes was het destijds verboden om een takje kamperfoelie mee de slaapkamer in te nemen, wegens gevaar van erotisch dromen. De hoogzomervervulling komt van het grootse majestueuze geuren van de lindebloesems. “Ik heb de linde heilig doen verklaren, die ik gedurig voor een vrouw aanzie (Gerrit Achterberg)”. De reuk, ons meest gevoelige zintuig, laat zich niet sturen. Terwijl je in de winter buiten niks ruikt, opent het zomerse ruiken deuren in je bewustzijn, naar sferen die je vergeten was. Naar kindertijden onder de bomen; solitaire tochten op de fiets; verliefde handen in het gras. Wat zou je nu toch reizen naar ver weg, in bussen, treinen, vliegtuigen, auto’s, zoals het schijnt te horen? Wat zoek je dáár wat hier niet te vinden is, hier in je innerlijk, geopend door vlier, hooi, kamperfoelie, linde? Innerlijke werelden die zich moeizaam laten omschrijven, maar rijk zijn en voldoende. Terwijl het externe
reizen zoeken is, zoeken naar, ja wat? Geuren ook, oh ja natuurlijk. Voor toekomstige herinneringen. De geur van wilde tijm en oregano in de ruige mediterrane weilanden. De zwaar ademende bosluchten van het Zwarte Woud. Het zilte zeezout van zeeën in veelvoud. De vismarktjes in Arhus, Hull, Portimao, Marseille. De vis van Marseille verwerkt in bouillabaisse, de zomerse vissoep in duizenden varianten. Van vis die niet stinkt: want steeds vaker met goedkeuringsstempel van het Marine Stewardship Council (MSC). Al zal voor menig schattige viskraam de keurmerkenbureaucratie te hoog gegrepen zijn. Onze eigen vissoep. Fruit twee uien, drie teentjes uitgeperste knoflook een pepertje of wat sambal in paar flinke scheuten olijfolie. Voeg een liter visbouillon en vierhonderd gram tomatenblokjes toe (verse tomaten eerst even ontvellen, uit blik kan ook), plus een stuk eko-sinaasappelschil, laurierblaadje, bosje tijm. Laat twintig minuten zachtjes koken. Voeg 500 gram stevige witte vis (kies op www.goedevis. nl) in stukken toe. Laat twee minuten zachtjes koken. Voeg dan 750 gram gare mosselen en 200 gram gare garnalen toe. Laat de soep heet worden. Eet met peterselie en geroosterd brood. Neem de tijd, proef en ruik en je maakt vanzelf een zomerse reis naar geheime plekken. Michiel Bussink www.michielbussink.nl
21
de kleine consument
Veilig nest
Alternatieve babydoos Zwitsal, Pampers en Nutrilon. Het zijn de producten waar aspirant-ouders via al dan niet blije babydozen al vroeg mee in aanraking komen en door tijdgebrek en uit gemakzucht soms aan blijven hangen. Als tegenhanger is er nu de ABC-doos, een manier om kennis te maken met duurzame producten en informatie daarover. Een initiatief van het door een moeder, kind en kleinkind gerunde Miss Tiddels’ winkeltje, waar u o.a. terecht kunt voor wollen en katoenen producten voor moeder en kind en mooie, biologische en eerlijke cadeau’s en pakketten. www.abc-doos.nl, www.misstiddels.nl
Bij het inrichten van de kinderkamer breken veel ouders hun hoofd vooral over de kleurcombinaties; wordt het niet te zoet, schattig of rolbevestigend?. Over veiligheid wordt natuurlijk wel nagedacht, met name over het gevaar van wiegedood, maar lang niet iedereen is zich bewust van de kwalijke luchten die verf, tapijt, behang en beddengoed uitwasemen. Tips over het zo gezond mogelijk inrichten van de kamer staan op www.veilignest.nl. De winkelketen Lavital (in Hoorn, Uden, Rijswijk en Nijkerk) verkoopt matrasjes en beddengoed van biologische katoen en wol. Hun ecomeubilair heeft geen FSC-keurmerk maar is onbehandeld. Ze verkopen composteerbare, gifvrije verf. Overigens heeft Prénatal wel een kinderkamer met FSC-keurmerk in de aanbieding. Zoek naar het type Ikke.
Speelgoedmaïs Het is niet de bedoeling dat ze er fanatiek van gaan eten (doelgroep is dus vanaf drie jaar), maar als kinderen een stukje PlayMaïs doorslikken is er geen man overboord. Dit speelgoed is namelijk écht
gemaakt van maïszetmeel. Door ze nat te maken, kleven de stukjes aan elkaar. Omdat het gemakkelijk buigbaar is, kan er van alles met het uiteindelijk weer composteerbare materiaal worden gemaakt. Er zijn boekjes waar je
ideeën op kunt doen of speciale bouwpaketten om een kasteel, circus, draak of dierenboerderij in elkaar te knutselen. Ook leuk: spelletjes met spelfiguren die je zelf kunt maken. www.playmais.com
Biohapjes Hét merk voor biologische kindervoeding (babyvoeding, pap en potjesvoeding) is Biobim. Op de site en de producten staat een uitgebreide allergenenlijst. Smaakmakers als zout en suiker (het laatste in grote hoeveelheden in gangbare potjesvoeding) worden niet gebruikt. Nadeel is dat het alleen verkrijgbaar is bij natuurwinkels. Wel in de super-
22
markt te koop is de nieuwe biologische lijn van Olvarit. Prijzen van kindervoeding lopen enorm uiteen. Wie kiest voor hypoallergene babyvoeding is met Biobim goedkoper uit, maar meestal is het duurder. Potjes Biobim en Olvarit ontlopen elkaar niet veel. Tegen zelf een prakje maken kan geen enkel potje op. www. biobim.com
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
Nu te koop in de Milieudefensie winkel
Time’s up, thumbs up!
Laat zien dat het nú tijd is voor een Klimaatwet! - man S/M/L - vrouw classic S/M/L - vrouw mouwloos S/M/L (strak, 5% elasthaan) Natuurlijk gemaakt van EKO-katoen.
` 13,50
vrouw mouwloos S/M/L
man S/M/L
vrouw S/M/L
Loesje t-shirt “Ik pik het niet langer” ` 10,00 Natuurlijk gemaakt van 100% EKO-katoen.
Tegeltje(s) E5,50
Nep tattoo’s E1,00
T-shirt E15,00
Proud to be a Non Flying Dutchman Verzend- en administratiekosten ` 2,00
Rapporten (gratis te bestellen)
• • • • • • • • •
Jaarverslag 2007 - juni 08 Zit het wel goed (deel 4) - mei 08 Factsheets The people of Nigeria vs. Shell - mei 08 Het mysterie van de verdwenen vrachtauto’s - mei 08 Tijd voor een krachtige klimaatwet - februari 08 Luchtvaart en het klimaat. Problemen en oplossingen nader bekeken - september 2007 Luchtvaart in een energiezuinige EU: Hoe het emissiehandelssysteem voor de luchtvaart verbeterd moet worden - september 2007 Boeren met toekomst - maart 2007 Use your profit to clean up your mess. Report on how Shell should fund local solutions for environmental and social destruction caused by its projects - februari 2007
Een wolkje aan de lucht Als m’n ogen naar de horizon staren, zien ze kopjes schuim op rollende golven. Meer zie je eerst niet, maar dan weet je het zeker! Regelmatig flitst er een wolkje in het zonlicht, boven de golven uit en daalt er weer in neer. De catamaran maakt vaart en zet koers op dat ene witte wolkje, maar dan is er nog een wolkje naast, en nog een. Ze komen snel dichterbij tot we vlakbij, met de motor stationair draaiend, dobberen op de golven van de Atlantische Oceaan. Ik hoor de kracht waarmee de wolkendamp de hemel worden ingespoten en krijg een koptelefoon op m’n hoofd gezet. Mijn gehoor stelt zich open voor het diepzeegeruis, waar doorheen het ritmische geklik tot een werveling van klikjes aanzwelt. Mijn hartenwens is vervult: ik kijk en luister naar walvissen. Twaalf van die kolossen liggen naast elkaar uit te puffen na een inspannende duik de diepte in. Op eigen kracht duiken ze dieper dan wij kunnen en blijven drie kwartier onder water, waar ze in complete duisternis hun prooi vinden. Potvissen zijn sociale dieren. Ze leven - wat de vrouwtjes en jongen betreft
jaap dirkmaat - in groepen. De mannen zien we die middag ook. Ze komen maar voor één ding: imponeren, om een niet uitwisbare indruk te maken op de vrouwtjes! Daarvoor komen ze het water uit, draaien om hun as en storten met donderend geraas er weer in terug. Maar alles is uitwisbaar. De golven wissen de beroering in het water, ontstaan bij het terugvallen, geduldig weer uit. Ik kijk weer naar de 12 potvissen voor mij, die meedeinen op de trage golven. Voortdurend spuiten ze wolkjes uit, scheef naar voren met een afwijking naar links. Dan stijgt het ritme van de spuitwolkjes en komen de ruggen een voor een, of in paren, boven water, gevolgd door de staart en verdwijnen ze bijna loodrecht de diepte in. De onderzoekers hebben op dit moment gewacht en knippen met hun camera’s om iedere staart op de foto te krijgen, zodat ze vergeleken kunnen worden op een wereldwijd bijgehouden website. Want iedere potvis heeft zijn eigen staart en die is anders dan die van iedere andere potvis. Tientallen miljoenen jaren bestaan ze al en al die tijd komen de mannen uit het koude noorden naar het zuiden naar de vrouwtjes, die met hun jongen vanwege de kou niet noordelijker gaan. Hier paren ze dan. Na een onvoorstelbaar wrede walvisjacht staan ze nu voor een veel grotere uitdaging: de klimaatsverandering te overleven. Jaap Dirkmaat Directeur Vereniging Nederlands Cultuurlandschap
Wilt u één of meerdere producten of rapporten op deze pagina bestellen, belt u dan met de Milieudefensie Servicelijn 020 6262 620 of mail naar
[email protected] en vermeld duidelijk uw naam, adres, bestelling en eventuele maat. Meer informatie, producten en de downloads van de rapporten vindt u op onze site, www.milieudefensie.nl
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
23
en K
in d e r in d
‘K
De jacht op het kind Kinderen hebben steeds meer te vertellen over de dagelijkse aankopen. Bedrijven spelen hier met slimme reclamecampagnes op in. Moet kinderreclame verboden worden? Freek Kallenberg
unnen wij het maken? Nou en of?’ Welke jonge ouder kent deze yell uit tv-serie Bob de Bouwer niet? Bob is immers niet alleen de hoofdpersoon uit een populaire animatiefilm, maar siert ook menige zak snoep, tube tandpasta, broodtrommel, schooltas, dekbedovertrek en zelfs het volledige interieur van kinderkamers. Tijdens het doen van de dagelijkse boodschappen zorgt Bob dan ook voor veel gezeur van het eigen kroost om toch tenminste één 24
product met daarop zijn beeltenis aan te schaffen. Dát is natuurlijk precies wat producenten willen. In de supermarkt vind je daarom naast Bob de Bouwer tandpasta ook de Spongebob Squarepants macaroni, K3 drinkbekers en Kabouter Plop-koekjes. Jonge kinderen zien de grens tussen gewone programma’s en commercials nog niet, zo blijkt uit onderzoek van het kenniscentrum Reklame Rakkers. Het gebruik van televisiehelden in commercials en op verpakkingen van produc-
ten maakt dit verschil nog diffuser. De op de commerciële zenders vertoonde tekenfilms, en programma’s als het door de bekende rapper Yes-r gepresenteerde Hihi met Sisi op de kinderzender Nickelodeon, zijn zo in feite programmalange commercials. Bij de publieke omroepen is voor deze vorm van commerciële televisie nog geen plaats. Maar ook daar wordt ruim 4,3 procent van de zendtijd aan reclame besteed.
Trendsetters
Deze inspanningen blijven niet onbeloond. Kinderen die vaker reclame zien, vragen hun ouders vaker om geadverteerde producten. Dagelijkse onderhandelingen en gezeur over de aankoop van producten zijn het gevolg. Mede hierdoor hebben kinderen een steeds grotere stem in het consumptiegedrag van gezinnen. Niet alleen over de aankoop van milieudefensie magazine 7/8 – 2008
verlangens van kinderen in kaart te brengen, worden doorlopend online enquêtes afgenomen, jonge trendsetters geïnterviewd en gezinnen thuis bezocht voor uitgebreide observaties van het dagelijkse gezinsleven. Op deze manier ontwikkelen adverteerders steeds verfijnde-
M i s c ha K e i j s e r / H H
“Verbod op televisiereclame is zinloos”
voedsel, speelgoed en tijdschriften, ook over dagjes uit, vakantiebestemmingen, de aanschaf van computers en mobieltjes hebben kinderen veel te vertellen. In totaal zijn kinderen tot 12 jaar via de invloed op de aankopen van hun ouders goed voor een omzet van ruim 1,5 miljard euro per jaar. Zelf zijn ze ook niet onbemiddeld, blijkt uit het onderzoek Jongeren 2007 van het in kinderen en jongeren gespecialiseerde marktonderzoekbureau Qrius. De 1,8 miljoen kinderen tussen de 4 en 11 jaar gaven vorig jaar 192 miljoen euro uit. Kinderen van 12 tot 14 jaar hadden al 323 miljoen te besteden. Kinderen zijn dus een interessante doelgroep voor adverteerders. Sinds een jaar of tien hebben marketingsbureaus met klinkende namen als Combat, Kidwise, Kidbizz en Keesie zich dan ook vol overgave op de consumentenmarkt voor 4 tot 18-jarigen gestort. Om de wensen en milieudefensie magazine 7/8 – 2008
re strategieën om de kinderconsument aan te spreken. Niet als volwassenen-inwording maar als kids: een zelfredzame, mondige en geëmancipeerde groep met een eigen taal, eigen communicatiemiddelen en eigen producten. Verliep de communicatie met kinderen vroeger nog via de ouders, de huidige generatie kinderen wordt rechtstreeks en via meerdere kanalen benaderd. Met de komst van de commerciële omroepen, speciale kinderzenders, internet en de mobiele telefoon zijn de kids op elk gewenst moment en overal te bereiken. Het bedrijfsleven speelt daar slim op in en creëert multimediale communicatiecampagnes die bestaan uit radio- en televisieprogramma’s gecombineerd met evenementen en verkiezingen waarbij stemmen via SMS worden verstuurd met bijpassende websites. Ouders die hun kind tegen commercie willen beschermen, rest geen andere optie dan de tv de deur uit te doen. De computer kan er overigens gelijk achter‑ aan, want ook op internet is de jacht op de kinderconsument in volle gang. Middels virale campagnes worden trendsettende kinderen gerekruteerd om nieuwe producten bij andere kinderen te promoten. Fabrikanten van snoepgoed, frisdanken en kinderspeelgoed hebben steeds vaker een eigen website met leuke spelletjes. Kinderen blijven hierdoor langer hangen, zien de producten en dat leidt weer tot extra omzet, zo is de gedachte.
Verbod
In de Verenigde Staten, waar deze ontwikkeling al veel langer gaande is, maakt een groeiende groep ouders zich zorgen over het dagelijkse reclamebombardement waarmee corporate America haar kroost bestookt. Amerikaanse kinderen
krijgen wekelijks gemiddeld 38 uur commerciële media over zich heen – een volle werkweek aan televisie kijken, radio luisteren, tijdschriften lezen en internetten. Ook op school, waar Coca Cola en Pepsi strijden om een plek in de kantine, is de commercie doorgedrongen. Campagnes als de Campaign for a CommercialFree Childhood en de door de voormalig groene presidentskandidaat Ralph Nader opgerichte Commercial Alert, pleiten daarom voor een heuse Parent’s Bill of Rights die ouders wettelijke bescherming moet bieden tegen de pogingen van het bedrijfsleven om haar kinderen te verpesten met commerciële uitingen. Ook in Nederland neemt de weerstand tegen kinderreclame op tv en internet toe. Volgens een onderzoek van Intomart uit 2003 wil meer van de helft van de bevolking tv-reclame gericht op kinderen tot 6 jaar verbieden. Een groot deel legt de grens zelfs bij 12 jaar. Het kenniscentrum Reklame Rakkers, dat zich richt op het ‘creëren van commercieel bewustzijn’ bij kinderen, vindt het tegengaan van televisiereclame zinloos. Volgens woordvoerder Liesbeth Hop wordt de wereld niet meer reclamevrij. Je kunt beter investeren in bewustwording van ouders en kinderen zodat ze onderscheid leren maken tussen reclame en neutrale informatie, zo meent Hop. Moniek Buijzen, communicatiewetenschapper aan de Universiteit van Amsterdam en gespecialiseerd in de ontwik-
“Conflicten en confrontaties over aankopen worden vermeden” keling van het kind tot consument, is het met haar eens. “We leven in een commerciële maatschappij waarvan televisiereclame maar een klein deel uitmaakt”, zegt Buijzen. “Als televisiereclame verboden wordt, zijn er genoeg andere manieren om kinderen te bereiken.” Bovendien is het volgens haar de vraag of zo’n verbod wenselijk is. “Wil je kinderen laten opgroeien in een commercieel vacuüm en op hun twaalfde het diepe ingooien? Uit onderzoek blijkt dat kinderen die door hun ouders afgeschermd worden 25
van reclame, soms gevoeliger zijn voor reclame-effecten dan andere kinderen. Het is veel effectiever om kinderen te leren om gaan met reclame en ze weerbaar te maken.” Daarvoor zijn volgens Buijzen verschillende manieren. “Je kunt uitleggen dat reclame ervoor bedoeld is te zorgen dat je dat product leuk gaat vinden en wil hebben en dat daar bepaalde trucs voor gebruikt worden. Het is ook heel effectief om als ouder gewoon je eigen mening te geven. Zeg bijvoorbeeld ‘Wat een stomme pop!’ Je gaat dan als het ware een tegenoffensief aan en de mening van de ouder kan zwaar wegen.” Volgens Buijzen zijn de effecten van reclame minder sterk in gezinnen waar aandacht wordt besteed aan algemene consumentenopvoeding, over de waarde van geld bijvoorbeeld en het vergelijken en evalueren van pro-
“Zeg bijvoorbeeld ‘Wat een stomme pop!” ducten. “Het leren omgaan met reclame hoort bij het opgroeien. Ouders kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Daar hebben ze zelf ook baat bij.” Het probleem is dat ouders vaak onzeker zijn over hun rol. Buijzen: “De commerciële druk is de afgelopen decennia zo toegenomen dat veel ouders niet meer weten hoe deze het hoofd te bieden. Bovendien heerst in hedendaagse gezinnen steeds meer onzekerheid over opvoeding en omgang met kinderen. Door het toenemende aantal tweeverdieners, echtscheidingen en eenoudergezinnen, spenderen ouders steeds minder tijd aan hun kinderen. De tijd die samen wordt doorgebracht moet harmonieus en gezellig zijn. Conflicten en confrontaties over aankopen worden zoveel mogelijk vermeden.”
Overgewicht
De roep om een verbod op televisiereclame voor kinderen werd eind vorig jaar weer actueel in de discussie over overgewicht. Het aantal kinderen met obesitas neemt als gevolg van ongezonde voeding schrikbarend toe. De op kinderen gerichte reclame, waarvan het leeuwendeel valt onder de ‘Big Five’: snoep, snacks, 26
“De eetgewoonten van ouders bepalen wat kinderen naar binnen werken” frisdank, toetjes en fastfoodrestaurants, zou hier mede schuldig aan zijn. Paul Rosenmöller bepleitte als voorzitter van het Convenant Overgewicht daarom een verbod op snoepreclame rond kinderprogramma’s. De Consumentenbond en de Hartstichting steunden zijn oproep. De levensmiddelenindustrie, zelf ook lid van het Convenant Overgewicht, noemde het voorstel regelrechte onzin. Volgens brancheorganisatie FNLI heeft reclame nauwelijks invloed op het koopgedrag van de consument en het overgewicht van kinderen. Andere zaken zoals eetpatronen in het gezin en genetische factoren hebben een veel grotere invloed. Volgens Buijzen is het ingewikkelder. “Reclame heeft natuurlijk wel effect. Uit onderzoek is herhaaldelijk gebleken dat kinderen die worden blootgesteld aan reclames voor bepaalde voedingsmiddelen die producten vaker uitkiezen en zelfs lekkerder vinden dan vergelijkbare producten waarvoor niet is geadverteerd.” Maar, zo benadrukt Buijzen, “dat betekent niet dat reclame voor ongezonde voeding de oorzaak is van overgewicht. Vooral de eetgewoonten van de ouders bepalen wat kinderen dagelijks naar binnen werken. Ouders die zelf gezond eten en die met kinderen praten over wat wel en niet gezond is, kunnen de invloed van reclame tot nul terugbrengen”, aldus Buijzen.
Reclamecode
Toch erkent ook Buijzen dat er grenzen zijn aan de weerbaarheid van kinderen tegen reclame. Sommige marketingtechnieken blijven moeilijk te doorzien. En het gebruik van televisiehelden als Bob de Bouwer in reclames maakt het onderscheid tussen programma’s en reclames minder duidelijk. Ook internetreclame en sponsoring zijn moeilijker als reclame te herkennen. Volgens de stichting Mijn Kind Online moeten daarom de bestaande wetgeving en gedragsregels worden aangescherpt. Uit het begin dit jaar gepubliceerde rapport Gratis maar niet heus, blijkt dat er onder reclamemakers
zelf nauwelijks discussie plaatsvindt over welke reclamevormen ethisch acceptabel zijn. De Reclamecode, die voorschrijft waaraan reclame mag voldoen, lijken ze niet te kennen. De SP- kamerleden Marianne Langkamp en Arda Gerkens hebben minister Rouvoet naar aanleiding van het rapport gevraagd de regels van internetreclame aan te scherpen. Het is de vraag of dit zal gebeuren. De overheid vertrouwt tot nu toe op het zelfregulerend vermogen van het bedrijfsleven. Volgens Remco Pijpers van de Kind Online is dit gezien de bevindingen in Gratis maar niet heus “wellicht voorbarig”. Eind vorig jaar kondigden elf grote Europese producenten van voeding en frisdranken aan hun reclame gericht op kinderen aan te passen. Hun boodschappen gericht op kinderen onder de 12 jaar zullen alleen nog verantwoord geachte producten betreffen. Uiterlijk eind 2008 willen de ondernemingen hun reclamebeleid hebben aangepast. Buijzen is sceptisch: “De toekomst moet uitwijzen of de goede bedoelingen van de sector worden waargemaakt, of dat het slechts pogingen zijn het geschonden imago op te poetsen en overheidsingrijpen te voorkomen.” n
De zeurfactor Zeuren en dreinen helpt. De meeste kinderen hebben dat haarfijn in de gaten. Bijna de helft van de speelgoedaankopen, bezoekjes aan pretparken of films, zijn het gevolg van effectief dreinen. Hier blijft het niet bij. Ook de vakantiebestemming of het type auto wordt mede bepaald door de kinderen. Dit blijkt uit de Nag Factor Study uit 2004, een onderzoek naar zeurgedrag van kinderen verricht door het Amerikaans marketingbureau Initiative Media North America. Doel van de studie is adverteerders handvatten te geven om kinderen effectiever te leren zeuren. De studie deelt ouders in vier categorieën in: krenten (bezwijken niet snel voor gezeur), verwenners (makkelijk scoren, impulsieve geldverspillers), maatjes (doetjes, ook makkelijk scoren) en ruziezoekers (geven niet graag toe, maar gaan vaak toch door de knieën).
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
oproepen & agenda Mijzenfestival
5 augustus t/m 10 augustus Van concerten tussen de koeien tot dans in het weiland. Van windauto tot vliegerworkshops en nachtwandelingen in de natuur. Bezoekers verplaatsen zich gratis met bootjes, huifkarren, lopend of op witte fietsen. Diverse locaties, Mijzenpolder, West-Friesland (NH). Info: www.mijzen.nl.
Festival Landjuweel
14 augustus t/m 17 augustus Het meest eigenzinnige festival van Nederland, op Ruigoord. Thema’s: duurzaamheid en alternatieve technieken. Heel veel cultuur, muziek, theater en een uitgebreid workshopprogramma. Info: www.landjuweelfestival.nl.
De Groene Maand
De hele maand september organiseert het IVN in samenwerking met vele andere organisaties tal van natuuractiviteiten door het hele land. Info: www.groenemaand.nl.
Duurzame Dinsdag
dinsdag 2 september Dit jaar voor de tiende keer, dus extra feestelijk. Het ‘duurzame koffertje’ gevuld met ideeën uit de samenleving, wordt aangeboden aan een vertegenwoordiger van de regering. Jaarthema: water en mobiliteit. Dit jaar ook de eerste ‘duurzame lintjesregen’. Duurzame ideeën indienen kan tot 1 augustus. Info IVN: www. duurzamedinsdag.nl.
Mondiaal Milieucafé
Woensdag 17 september, 20.00 - 22.00 uur Een debatavond met als onderwerp “Duurzaam kopen” in Theater Bouwkunde, Deventer. Organisatie Deventer Milieudefensie Netwerk, Saxion Hogescholen en COS Overijssel. Toegang gratis. Info: Rix Kijne 0570 617308, rixkijne@ hotmail.com
Zelf actief worden voor Milieudefensie? Kijk op: www.milieudefensie.nl/doemee/vrijwilligerswerk Meer informatie over het oprichten van een lokale vrijwilligersgroep van Milieudefensie? Bel 020 62 62 620 of mail:
[email protected]
Actieve Ledendag!
Zaterdag 11 oktober, 10.30 – 21.30 uur Ben je vrijwilliger bij Milieudefensie, of wil je het worden? Kom dan naar de Actieve Ledendag in Amersfoort! Hier hoor je alles over de bruisende najaarsactiviteiten van Milieudefensie en Jongeren Milieu Actief, en er staan allerlei leuke workshops op het programma. In september wordt het definitieve programma bekendgemaakt; zie www.milieudefensie.nl. Info:
[email protected] of de Servicelijn: 020 - 6262 620
Campagneraad
zaterdag 13 september, 10:30 tot 15:30 uur Meepraten over de campagne Ruimte en Landschap? Dat kan, in de Kargadoor in Utrecht. Info yvonne.van.putten@milieudefensie. nl of mona.osman@milieudefensie. nl,tel. 020-5507300
Regeladvertenties Ook een regeladvertentie plaatsen? € 5,50 per regel. Uitsluitend aanleveren via de website van Milieudefensie: www.milieudefensie.nl/publicaties/magazine/ regeladvertenties OBILOT NATUURTEXTIEL Sinds 1982 in Zutphen, winkel voor mode en basics van biokatoen, Demeterwol, hennep, linnen etc. biologisch babyuitzet, goed advies Groenmarkt 1, 0575-517091 www.obilot.nl WWW.TWEEDEHANDSLUNDIA.NL Oók inkoop/inruil Lundia-onderdelen Amsterdam, Rotterdam & Apeldoorn LEUKE ANTI KERNENERGIE ACTIVIST Zoekt Kamer In Amsterdam. Mail:
[email protected]
Milieumarkt Eindhoven
zondag 7 september Milieumarkt met veel infokramen van natuur- en milieuorganisaties. Jaarthema: In een duurzaam licht. Zie: www.mecehv.nl.
Week van de Vooruitgang 2008
S t e v e n ha g e n
14 t/m 22 september De Week van de Vooruitgang is de Nederlandse versie van de European Mobility Week. In deze week wordt wandelen, fietsen, openbaar vervoer, kritisch autogebruik en anders omgaan met mobiliteit gepromoot. De Week van de Vooruitgang is een samenwerking tussen verschillende partners. Info: www. weekvandevooruitgang.nl.
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
27
en K
e K
in d e r
opinie
Natuuronderwijs noodzakelijk
in d e r
Kinderen moeten op jonge leeftijd in aanraking komen met natuur en milieu. Scholen doen hier veel te weinig aan, vindt: P et r a Ja n se n
A
an de slootkant staat een schoolklas. De kinderen zijn druk bezig met schepnetjes en emmers. “Kijk dit is een schaatsenrijder. Dat betekent dat het water heel schoon is!” roept een meisje met een zoekkaart in haar hand. Na afloop gaan de kinderen terug naar de klas. Ze praten over wat nu eigenlijk schoon water is. Is dat water uit de kraan, water in het zwembad of een sloot met waterdiertjes zoals een schaatsenrijder? Hoe belangrijk is schoon water en wat kun je zelf doen om water schoon te houden? Deze activiteit is zomaar een voorbeeld van natuur- en milieueducatie. Helaas komen maar weinig scholen aan dit soort activiteiten toe. Is dat een probleem? Veldwerk Nederland, het landelijke kennis- en praktijkcentrum voor natuureducatie, vindt van wel.
Natuurtekort
Jongeren komen steeds verder af te staan van natuur en milieu. Zo blijkt uit verschillende onderzoeken. Meer dan de helft van de jongeren komt zelden of nooit in een beschermd natuurgebied. En ruim tweederde komt maar een paar keer per jaar of zelfs nog minder in het bos. Kinderen spelen steeds minder buiten, maar zitten binnen achter de computer of voor de tv. Zo groeit een generatie op die steeds minder in contact komt met de natuur. Dat levert verschillende problemen op. De Amerikaanse Richard Louv spreekt zelfs van een ‘natuurtekort’ wat bij28
draagt aan bijvoorbeeld concentratieverlies en overgewicht. Daarnaast realiseren we ons steeds meer dat er grote veranderingen nodig zijn voor een duurzame samenleving. Willen we dat de kinderen van nu als volwassenen een bijdrage leveren aan een duurzame toekomst, dan moeten we hiervoor in hun jeugd al een basis leggen. Door natuur- en milieuonderwijs op school en daarbuiten. Organisaties voor natuur- en milieueducatie proberen al jarenlang kinderen liefde voor natuur en milieu bij te brengen. Ze doen dit met activiteiten als slootonderzoek, afval ruimen in de buurt, kleine beestjes vangen of milieuzorg op school. Kinderen zelf vinden dit vaak erg leuk. Maar de activiteiten zijn er niet alleen op gericht om kinderen een leuke tijd te bezorgen. De gedachte erachter is dat dit soort activiteiten positief bijdraagt aan hun kennis, houding en gedrag ten aanzien van natuur en milieu op latere leeftijd. Medewerkers natuur- en milieueducatie weten uit eigen ervaringen dat natuuractiviteiten impact hebben. Kinderen die op schoolkamp zijn geweest op het veldwerkcentrum het Woldhuis in Apeldoorn kunnen zich dat jaren later nog feilloos herinneren. Tijdens het kamp zijn ze bezig met bomen zagen, onderzoek doen, kampvuur maken en reeën spotten. Activiteiten die diepe indruk maken. Toch komen dit soort activiteiten steeds meer onder druk te staan. Beleidsmakers, politici en scholen willen
‘bewijzen’ zien dat natuur- en milieueducatie effect heeft.
Bewijsmateriaal
Om aan deze vraag naar ‘bewijsmateriaal’ voldoen, is Veldwerk Nederland in 2004 samen met de universiteiten van Wageningen en Utrecht gestart met een onderzoek naar langetermijneffecten van natuur- en milieueducatie. Uit dit grootschalige onderzoek onder 725 oud-leerlingen van 22 basisscholen blijkt dat natuur- en milieuonderwijs op de school leidt tot meer kennis en een positievere houding en gedrag ten aanzien van natuur en milieu op latere leeftijd. Mensen die op school veel natuur- en milieuonderwijs hebben gehad komen later vaker in de natuur, weten meer van natuur en milieu en handelen milieuvriendelijker. Natuur- en milieueducatie op de basisschool is dus niet alleen leuk voor kinderen, maar draagt aantoonbaar bij aan een duurzame samenleving. Bovendien blijkt uit diverse onderzoeken dat natuuronderwijs op school het zelfvertrouwen en de zelfstandigheid van kinderen stimuleert. Ook kunnen ze beter samenwerken en zijn ze meer betrokken bij hun omgeving. En bij jonge kinderen draagt in de natuur bezig zijn bij aan de motorische en zintuiglijke ontwikkeling en het ruimtelijk inzicht. Natuur- en milieueducatie heeft dus veel meer positieve effecten.
Overspoeld
Scholen besteden er echter niet genoeg tijd aan. Dat is de scholen ook niet (alleen) te verwijten. Zo is natuur- en milieueducatie wel opgenomen in de kerndoelen voor het basisonderwijs, maar dat is geen garantie voor de uitvoering ervan. Bij de Cito-toets wordt niet getoetst op natuur- en milieuedumilieudefensie magazine 7/8 – 2008
s y lv i a w e v e
catie en ook de inspectie kijkt hier nauwelijks naar. Scholen worden door de overheid dus niet gestimuleerd om aandacht te besteden aan natuuronderwijs. Het tegenovergestelde zelfs. De overheid roept zelf het hardst dat taal en rekenen het belangrijkste zijn. Daarnaast ontbreekt het leerkrachten vaak aan tijd, ervaring, materialen of geschikte locaties om natuur- en milieueducatie (buiten) te organiseren. Veel leerkrachten kunnen, willen of durven niet met hun klas naar buiten. Ze krijgen daarvoor in hun opleiding op de pabo ook onvoldoende handvatten mee. En de aandacht voor natuuronderwijs op de pabo neemt alleen meer af. Maar de last kan en hoeft niet alleen op de schouders van de scholen te worden gelegd. Scholen worden immers al overspoeld met maatschappelijke problemen waar zij aandacht aan moeten besteden. Hier spelen de natuur- en milieueducatie-organisaties een belangrijke rol. Zij kunnen scholen veel werk uit handen nemen door ondersteuning in de vorm van kennis, begeleiding, materialen en locaties. Maar dan moeten ze wel de middelen daarvoor krijgen. Natuur- en milieueducatie in Nedermilieudefensie magazine 7/8 – 2008
land wordt grotendeels uitgevoerd door lokale centra die onderdeel zijn van de gemeente. Gemeenten hebben echter de afgelopen jaren zoveel moeten bezuinigen dat ze veel niet-wettelijke taken, zoals natuur- en milieueducatie, hebben geschrapt. De laatste jaren zijn daardoor al meerdere centra verdwenen.
Ondersteuning
Veldwerk Nederland vindt dat ingezet moet worden op meer en betere scholing van (toekomstige) leerkrachten. Belangrijk is dus dat er op de pabo voldoende tijd en aandacht komt voor natuur- en milieueducatie en buitenwerk. Voor de huidige leerkrachten moet er voldoende tijd en budget beschikbaar komen voor nascholing. Daarnaast is het van belang dat de aanwezige natuur- en milieueducatie-infrastructuur benut wordt om natuur- en milieuonderwijs op scholen te ondersteunen. In Nederland zijn er landelijke, provinciale en in vrijwel alle grote gemeenten lokale natuur- en milieueducatie organisaties. Zij kunnen op allerlei manieren scholen faciliteren, bijvoorbeeld met lesmateriaal, begeleiding en locaties. Ook Veldwerk Nederland kan ondersteuning
bieden bij natuureducatieve activiteiten. In deze tijd moet natuur- en milieueducatie een structurele plek krijgen in het onderwijs. Nu het belang van een duurzame samenleving steeds duidelijker wordt en aantoonbaar is bewezen dat natuur- en milieuonderwijs op school hieraan bijdraagt, is natuur- en milieueducatie onmisbaar in het onderwijs. En de voorzieningen zijn er. Vrijwel overal in Nederland zijn er organisaties die natuuren milieueducatie professioneel en met hart en ziel vormgeven. Onderwijs en overheid hebben geen excuus meer om hier geen gebruik van te maken. n Petra Jansen is projectleider bij de stichting Veldwerk Nederland www.veldwerknederland.nl
De opiniepagina’s bieden plaats aan betogende stukken, die debat over milieu en de milieubeweging stimuleren. De redactie onthoudt zich van het steunen of afkeuren van de tentoongespreide mening. Reacties of nieuwe discussiestukken ontvangen we graag op
[email protected]
29
en K
en K
in d e r
media
er
Internet Jong geleerd...
Verschillende dieren-, milieu- en natuurorganisaties hebben een speciale club voor kinderen. Zo heeft de Dierenbescherming Kids for Animals, het Wereld Natuurfonds de Bamboeclub en is er Greenpeace Kids. Vooral de site van Greenpeace biedt veel informatie, voor de onvermijdelijke spreekbeurt, maar ook over wat je zelf kunt doen. Alle sites hebben natuurlijk acties, prijsvragen, games en zijn dus een bezoekje waard. www.bamboeclub.nl, www.kidsforanimals.nl, www.greenpeace.org/kidsnederland/
F i l m f e s t i va l
Wereld Water Film Festival
D i g i ta l e t v Dier en natuur Kinderen van nul tot veertien en zelfs volwassenen kunnen hun hart ophalen bij Dier en natuur tv, een van de zeventien digitale kanalen van de publieke omroep. Voor twaalf-plussers een recalcitrante tiener die tegen zijn zin kennis maakt met allerlei duurzame, groene fenomenen. Voor de allerkleinsten poppenspel en boerderijdieren. Zo heeft iedere leeftijdsgroep zijn eigen programma’s. ’s Avonds wordt het beste uit het archief van de
publieke omroep vertoond. Het kanaal is online en via sommige kabelaanbieders te bekijken. Bezoek sowieso de website voor alle leuke extra’s: video’s on demand over huis-, boerderij- en wilde dieren, prijsvragen, games, aandacht voor dierenasiels, vermiste dieren en goede doelen. Dier en natuur tv, via www.dntv.nl of (alleen bij bepaalde aanbieders/ pakketten) op Nederland 4 bij de AVRO.
Het Haagse Omniversum staat deze zomer in het teken van water. Tien indrukwekkende grootbeeldfilms belichten verschillende aspecten van de bron van ons bestaan. Veel aandacht voor het onderwaterleven in Dolphins, Whales, Deep Sea en Coral Reef Adventure. Er wordt ingezoomd op de rivieren de Nijl, de Amazone en de Colorado (die de Grand Canyon doorkruist) en de Alpen als belangrijk Europees waterreservoir. Verder de ontroerende zoektocht van een Afrikaanse olifantenfamilie naar water. Een film over de wetlands rond New Orleans en de orkaan Katrina die daar heeft gewoed
wordt helaas alleen in het Engels vertoond. Op bepaalde dagen zijn er speciale activiteiten: test de kwaliteit van water uit je eigen buurt of onderzoek de kans dat het daar overstroomt. Op 2 augustus is er zelfs een supersurvivalbaan. Veel plezier! Wereld Water Film Festival, tot en met 31 augustus in het Omniversum (www. omniversum.nl) ism. Museon (www. museon.nl).
Te n t o o n s t e l l i n g ZOOM Safari Een tentoonstelling over een halve eeuw natuurfilms. Op het eerste gezicht niet iets om je gezin mee naartoe te slepen. Niets ten nadele van de prachtfilms van Bert Haanstra of Hugo van Lawick, maar voor kinderen lijken ze wat al te zware kost. Bij ZOOM Safari kunnen ze zich echter verplaatsen in de filmers zelf. Zo proeven ze de
30
sfeer van de savanne en ervaren ze hoe het is als er een kudde trompetterende olifanten langs je tentje stampvoet. Kinderen kunnen een scène monteren van beesten die elkaar besluipen en achtervolgen, of proberen een Klokhuis-item te presenteren terwijl ze voor een brullende leeuw staan. Naast fragmenten van allerhande filmers in den vreemde is er ook overzicht van televisieprogramma’s over de
Hollandse flora en fauna (met de onvolprezen Jan Wolkers), aandacht voor webcams als Big Broeder, amateurfilmers op YouTube en het dier in zijn relatie tot de mens als kijkcijferkanon in een serie als Skippy of een programma als Waku Waku. ZOOM Safari is tot en met 4 januari te zien in het Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum. Meer informatie via www.beeldengeluid.nl/zoomsafari
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
recensie
Vies worden Het enthousiasme van zijn twee zoons bracht regisseur Roel van Dalen ertoe een documentaire te maken over het laatste dienstjaar van Bert Ydema, de meester die hen de wereld van het tuinieren liet ontdekken. Opdat niet alle kennis van deze groene onderwijzer verloren gaat is ook een door Ydema zelf geschreven boek de Groene Hemel verschenen. Gelukkig is de gelijknamige documentaire op dvd bijgeleverd. Hoewel het boek aansprekend geïllustreerd is met vrolijk tuinierende kinderen en closeups van bloemen en groenten, komt de passie van de schoolmeester in bewegend beeld veel duidelijker naar voren. Je voelt de warme interactie met de kinderen en zijn grote liefde voor de tuin, en beleeft mee hoe wonderlijk het is dat de kale aarde langzaam wordt omgetoverd in een veldje vol welig tierend plantenleven. Meester Bert stopt dan wel, maar met de expertise in dit boek kunnen ouders zelf een kindertuin aanleggen. Van het herkennen van de soort grond en het vruchtbaar maken daarvan tot het verspenen en oogsten; het staat zo eenvoudig beschreven dat ook wat oudere kinderen het (goeddeels) kunnen begrijpen. Overal blijkt uit dat de schrijver zich jarenlang in scholieren heeft verplaatst. Hij geeft tips om de werking van de natuur inzichtelijk te maken, zoals het bouwen van een wormenhotel. Of om het tuinieren gemakkelijker te maken: geef een fel kleurtje aan het tuingereedschap zodat het niet kwijt raakt. Als geen ander weet hij dat het kindergeduld eindig is, vandaar een lijstje met snel opkomende groenten. Tegelijk wil hij de milieudefensie magazine 7/8 – 2008
jeugd graag bijbrengen dat doorzettingsvermogen (al dat nare onkruid wieden) uiteindelijk wordt beloond. Bijvoorbeeld als ze ’s avonds aan tafel hun zelfverbouwde groenten verorberen of een bos bloemen uit eigen tuin mee naar huis nemen. Steeds borrelen zijn opvoedkundige theorieën naar boven. Het is hem bijvoorbeeld een gruwel dat kinderen tegenwoordig niet vies mogen worden. Hierdoor hebben ze geen weerstand en zien de natuur als iets engs. Dit soort inzichten zijn met dezelfde eenvoud beschreven als de manier waarop hij het aan de kinderen uitlegt. Dat wringt af en toe. Wat het jonge publiek kan inspireren en op de goede weg helpen, is zo op papier toch wat te dun. Ook de steeds terugkerende kaders, als tip of onder het kopje ‘Meester Bert legt uit’ hebben niet altijd een meerwaarde. Echt een boek dat hoort bij de praktijk, dus, en waarmee ouder en kind samen aan de slag moeten. De Groene Hemel – Kindertuinen. Bert Ydema, 2008. Kosmos Uitgevers. Gebonden, met dvd, 144 pagina’s, €22,50. ISBN 978 90 215 3407 7
:
ACTIE
Milieudefensie geeft drie exemplaren van de Groene Hemel met DVD weg! Mail naar
[email protected] o.v.v. de Groene Hemel.
Kleine volwassenen Een paraplu wordt een regenponcho, een sjaal wordt een truitje en een spijkerbroek een jeansjurkje. Was een oude wollen trui eens veel te heet, en zie, een kindermaatje! Oude kleding van volwassenen vermaken tot kinderkleding blijkt helemaal niet zo moeilijk. Het boek Cool Baby geeft een aantal handige steken, naaitips en acht simpele patronen. En het raad je vooral aan: wees niet bang, lekker aan de slag, mislukken bestaat niet. En dankzij de kleurige foto’s zou je dat bijna geloven. Cool Baby. Baja Freeman. 64 pag. Gottmer/Becht, Haarlem, 2008. ISBN 9789023012139. Prijs: €15,-.
publicaties Tuinpiraten Flink dik is Het Grote Vriendelijke en Ondeugende boek voor Tuinpiraten wel. Maar ook nogal saai vormgegeven. En dat is jammer. Want hoe een superkatapult, kompas, verrekijker, periscoop of barometer te maken, is wel informatie die van levensbelang is voor opgroeiende tuinpiraten. Toch blijft men al lezend niet echt plakken in het karig met lijntekeningen geïllustreerde, bruingroene boek. Wellicht een goede inspiratiebron voor ouders. Het Grote Vriendelijke en Ondeugende boek voor Tuinpiraten. 220 pag. House of Knowledge, Dutch Filmworks bv, 2008. ISBN 9789085105398. Prijs: €19,95
Vrij spel Volwassenen en zeker onderwijzers zullen veel hebben aan Vrij Spel voor Natuur en Kinderen. Het dikke, uitgebreid met fotomateriaal geïllustreerde boek geeft een theoretisch kader voor denken over milieu-educatie en een praktisch handvat met talloze inspirerende projecten. Het bevat een flink hoofdstuk over Nederlandse scholen, een overzicht van schoolnatuurtuinen, natuurspeelbossen en Milieu Educatie Centra door heel Nederland, voorbeelden uit België, Duitsland, Zwitserland en Engeland, en een gigantische hoeveelheid ideeën voor praktische invulling, inclusief tips voor financiering en veiligheid, en literatuurlijst. Op de website www. springzaad.nl worden doorlopend mutaties bijgehouden en aanvullende informatie gepubliceerd. Vrij spel voor natuur en kinderen. Willy Leufgen en Marianne van Lier. 251 pag. Jan van Arkel, 2008. ISBN 9789062244706. Prijs: €20,-.
1
L okale actie
Fietsen tegen klimaatverandering
en K
in d e r in d e
Gino en Michael aan het trainen
Griezelig dicht bij de rand van het schooldak staat een fiets. De ramen van alle lokalen zijn afgeplakt met loterijbiljetten waar een laserstraal teksten op tekent. Het Oranje college in Wijk en Aalburg staat de één na laatste schoolweek in het teken van een grote klimaatactie. J o a n n e A lt i n g
H
et volume van de muziek wijst de weg. Door de opengeslagen buitendeuren schuifelen de leerlingen van VMBO 2 de aula in. Bevinden we ons nog op planeet aarde? De spetterende special effects van een futuristische lasershow zijn hallucinerend. Dan gaat het licht aan, docent Henk van Noorloos pakt de micro32
foon. “Weten jullie dat dit een diode laser is en dat die 90 procent energiezuiniger is dan een gasdiode?” Hij haalt een leerlinge naar voren. “Bonita, vorig jaar ben jij met het team van Edukans een week naar India geweest. Kan jij ons vertellen of het geld dat wij vorig jaar hebben opgehaald de jongeren daar heeft geholpen?” Bonita vertelt
dat de mensen eerst op open vuurtjes in hun huis kookten en nu kookkacheltjes met een schoorsteen hebben. “Het eerste wat opvalt in India is hoe erg het er stinkt. Ik heb daar ook een school bezocht en met een meisje gepraat. Zij was heel blij dat ze naar school kon en niet hoefde te werken.”
Origineel
In het midden van de aula staan twee fietsen op een rollenbank. Via dynamo’s wordt de geleverde energie in accu’s opgeslagen. Frits Kruiswijk van Edukans heeft het net opgenomen tegen zijn collega. “Dat viel nog niet mee”, constateert hij. “Jullie weten misschien al dat Edukans dit jaar tien jaar bestaat. Inmiddels
werken we met 45 scholen samen, maar deze school is de meest bijzondere. Henk, je moet wel knetter zijn om zoiets orgineels te bedenken!” “Wij hebben heel bijzondere leerlingen”, reageert Van Noorloos laconiek. De stichting Edukans gelooft in scholing als meest duurzame vorm van ontwikkeling en zet zich verspreid over acht landen in voor kinderen die niet naar school kunnen, vanwege armoede, oorlog, handicap, discriminatie of aids. Een recent onderzoek wees uit dat het meedoen aan een project van Edukans wezenlijk bijdraagt aan een mentaliteitsverandering van scholieren in Nederland. “Vooral bij VMBO-leerlingen slaan de Edukans-projecten goed aan,” vertelt Kruiswijk. “Als je goed uitlegt waar het om gaat en wat
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
Indiase open stookplaats
eduKAns
Henk van Noorloos en Bonita
titel strijden. Ex-leerling en wereldkampioen wielrennen Marianne Vos is ook aanwezig. “Het record ligt nu op 5600 kilojoule”, begint Van Noorloos. “Wat is een joule?” Niemand weet het, met een doorgewinterd grapje zoekt Van Noorloos een slachtoffer. “Hé Wim, hoe heet jij?” Ook Wim weet niet wat een joule is. De finalisten worden aangemoedigd door hun klas-
foto van het beeld zal tijdens de Olympische Spelen in de krant komen. Dan mag iedereen er via een internetveiling op bieden.” De opbrengst gaat natuurlijk naar India. Wat denkt u, als Marianne Vos dit jaar wederom kampioen wordt, zou haar borstbeeld bij u in de hal dan geen indruk maken op uw vrienden? n www.edukans.nl, biedingen op www.mariannevos.com
dakloze jongeren op om deze kacheltjes te bouwen.
Climate Biking
De leerlingen van het Willem van Oranje College zijn al drie dagen op pad om zelfgebakken pannenkoeken te verkopen. Wel 3500 klimaat loterijbiljetten hebben ze verkocht en wekenlang is er in de aula gefietst. “Niet dat er veel vooruitgang in zit, de fietsen staan vast”, grapt Van
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
eduKAns
landbouwplastic geïmproviseerde huisjes gebouwd. De huisjes zijn vier bij twee meter. “Ik vroeg de leerlingen wie er een kamer had die kleiner was”, vertelt van Cappelle. “Geen van allen! Ik vertel ze dat in zo’n ruimte een heel gezin woont, daar eten ze, slapen ze, maar daar koken ze ook.” In het ene huisje brandt een open vuurtje. In het andere huisje staat een uiterst simpel oventje van
genoten. “Marco, een vraagje: ben je al gestopt met roken? Jongens, als Marco niet wint stopt hij vanavond met roken.” Marco wint! Marianne Vos overhandigt hem de wisseltrofee waar onder andere een band uit haar fiets in is verwerkt. Dan mag Vos nog een beeld onthullen dat door een kunstenares van haar is gemaakt. Van Noorloos besluit het officiële deel. “Een
eduKAns
eduKAns
een paar bakstenen, afgedekt met een ijzeren kookplaatje en een schoorsteenpijp naar buiten. De afgelopen dagen konden de leerlingen hier drie in de pan bakken. De pannenkoeken op het open vuur waren wel sneller klaar, maar het kostte veel meer brandhout en het huisje stond vol rook. Heel ongezond. Zeker als je daar ook nog eens in slaapt. Edukans leidt in India
eduKAns
kinderen in andere landen nodig hebben, steken ze de handen uit de mouwen en gaan ze ervoor.” Naast het idee om zoveel mogelijk geld op te halen, doen leerlingen en medewerkers een oproep aan de wereld om samen in actie te komen tegen de dreigende klimaatverandering. Docent Aad van Cappelle heeft op het plein twee van
Noorloos. “Het gaat erom zoveel mogelijk elektrische stroom bij elkaar te trappen.” Van Noorloos heeft zelfs het NOC aangeschreven met het verzoek Climate Biking als onderdeel op te nemen van de Olympische Spelen. “Een ultiem voorbeeld van het promoten van duurzame energie in combinatie met sport.” De winnaars van de afgelopen week gaan vanavond om de
Het te veilen beeld van wielrenkampioene Marianne Vos
Brieven
De redactie houdt zich het recht voor brieven te selecteren en in te korten. Het magazine verschijnt ook op internet. Reageren kan via e-mail:
[email protected], of per post: postbus 19199, 1000 GD, Amsterdam.
Prikkelende onzin In navolging van Vincent Bijlo gaat Liesbeth Sluiter op de cabareteske tour over brandnetelkleding in MDM nummer 6. In een ingezonden brief noemt ze feiten die ze uit de eerste hand van mij zou hebben. Zoals: “Het overgrote deel van de brandnetels wordt in Litouwen geteeld, onder andere vanwege de lage loonkosten.” Feit is dat in Litouwen 5 hectare brandnetels groeien, in Tsjechië 5 hectare en in Nederland 60 hectare. Ik zou
volgens Liesbeth ook gezegd hebben dat er maximaal 10 – 12 % brandnetelvezel in de stof zat. Echter, ook toen al zat er tot 30 % vezel in de stof. Ze schrijft dat er in de Noordoostpolder Poolse vrouwen op de machines zaten en vervolgt met een zinsnede van mij dat “eerlijke arbeids-verhoudingen in de globale economie geen prioriteit zijn”. Beste Liesbeth, wat bedoel je hiermee te zeggen? Als uitsmijter prikkelt Liesbeth de verbeelding van de lezers met een zin over jonge meisjes
in China, die geen cent meer verdienen door brandnetelkleding. Liesbeth heeft nu een punt, want het is in Europa waar onze kleding wordt gemaakt. Dat het gelukkig toch steeds beter gaat met de meiden in China komt omdat ze wel steeds meer fototoestellen, koelkasten, televisies, pc’s en andere spulletjes maken voor mensen zoals Liesbeth Sluiter. Bob Crébas, Kraggenburg
a dv e rt e n t i e s
Figts
nodigg
gggg gg ggg gggggg
ggggg
Want voor elke Colorbike gaat ook één fiets naar een kind in een ontwikkelingsland. Jij je fiets, een kind zijn toekomst. Kijk op www.colorbike.nl voor meer informaae.
tel.: 0111-643307 / fax: 0111-644084 Tuin 12, 4307 CH Oosterland
[email protected] / www.cadex.nl
De Postcode Loterij helpt! Milieudefensie is al sinds 1996 partner van de Nationale Postcode Loterij, de grootste goede doelen loterij van Nederland. Met steun van de Foto: zilveren maan, Lars Soerink/FN
Postcode Loterij zet Milieudefensie zich in voor het landschap, een gezonde landbouw en een goed klimaat. Voor € 9,00 per lot speelt u al mee. Meld u aan via 0909-0033 (15 cpm) of ga naar www.postcodeloterij.nl Alvast hartelijk dank voor uw deelname.
Mijlpalen in herinneringen
hart en ziel
Kwaliteitsbewaking
www.avonturenclub.com
milieudefensie magazine 7/8 – 2008
Hup gelooft in het concept. Hij is een doeboek aan het samenstellen voor mensen die ook een avonturenclub willen opzetten, die zouden dan een training kunnen volgen. “Los ruw materiaal, zoals takken, is het enige wat je nodig hebt, en een rafelrand met liefst
in d e r
en K
ik kan het ook eens gaan proberen.” Op de jaarlijkse ‘Dag van het park’ ging hij maar vast in een stalletje staan met foldertjes. Hij had er ook een circuitje bij bedacht waarmee je een diploma kon halen, daar deden zo’n tweehonderd kinderen aan mee. “Dertig inschrijvingen had ik aan het eind van de dag.” De week daarop ging de Avonturenclub van start. Al is hij bioloog, hij noemt het expres geen ‘natuurclub’. Zelf heeft hij aan al die namen van bloemetjes en bijtjes bij wijze van spreken een broertje dood. “Wat vinden kinderen nou leuk in de natuur, lekker ravotten, spuwen, vuurtje stoken, katapult maken, pijl en boogje, verstoppertje, maar dan zonder vrijbuten want
en K
“Ik dacht, hier kan ik heel lang van dromen, maar
dan zit je niet lekker in je plekje. Mijn doel was dat elke middag een mijlpaal moest zijn in hun herinnering”. Tegen de kinderen zegt hij: “Ik wil wel van jullie op aankunnen, want ik ga steeds gevaarlijkere dingen met jullie doen waar jullie elkaar bij nodig hebben.” Veertig weken per jaar, dus met alle seizoenen; “dan krijgen ze een echt clubgevoel.”
wat water.” Belangrijk is dat er een kwaliteitsbewaking blijft, zodat het geen voetballen en kleuren gaat worden. “En af en toe moet er een aanklooimiddag tussen zitten. Sommige kinderen zeggen dan letterlijk ‘dit is de leukste middag die we gehad hebben’. Dan zijn ze zo uren bezig om te verzinnen hoe ze een ladder over een sloot krijgen en of ze daar wel overheen kunnen.” Het verbaast Hup hoe weinig vaardigheden kinderen tussen de 8 en 12 jaar hebben. “Alleen een knoop leggen is al moeilijk. Door zulke ervaringen verander je. Al maak je dit als kind maar een jaar mee, je krijgt er een avontuurlijke instelling van.” n
J o a n n e A lt i n g
J o a n n e A lt i n g
Avonturenclub
Soms trekt een ouder wit weg, bijvoorbeeld als Martin Hup vertelt dat hun kind talent heeft om met een bijl te hakken. “Het is een uitdaging hoever je met de kinderen kan komen” zegt hij over zijn Avonturenclub “en de samenhorigheid.”
in d e r
W
aar vroeger langs het spoor naar Haarlem de gasfabriek van Amsterdam stond, ligt nu een stadspark dat de concurrentie met het Vondelpark makkelijk aan kan. Aan de rand herbergt het park ruige en moerasachtige stukken. Verbaasd constateerde Martin Hup dat je op deze avontuurlijke plekken bijna geen spelende kinderen ziet. Twee jaar geleden startte hij zijn Avonturenclub en tevens stuurde hij de wethouder een voorstel om een natuurspeeltuin in het park te ontwikkelen. “In Rotterdam heb je de Speeldernis, daar komen ruim twintigduizend kinderen per jaar.” Hup’s plan staat inmiddels op de begroting. Zijn grote wens is dat er geld komt voor een team met twee coördinatoren, die van alles organiseren. “Je kunt wel meer dingen op een terrein zetten maar daardoor komen er niet meer kinderen.”
35
Méér rente op uw spaarkapitaal is voortaan kinderspel… Met het nieuwe ASN Méérsparen. Aan kinderarbeid wil de ASN Bank geen cent verdienen. En aan andere vormen van uitbuiting al evenmin. Als grootste duurzame bank van Nederland investeren wij al bijna een halve eeuw met groot respect voor mens, dier en milieu. En als spaarder verdient u daar een prima rente mee. Het nieuwe ASN Méérsparen is daarvan het jongste bewijs. Een spaarrekening die over bedragen vanaf € 20.000,- een rente geeft van 4%. U kunt storten en opnemen wanneer u maar wilt. Zonder boetes of beperkingen. Alleen wanneer u minder spaart dan € 20.000,- verandert er iets. De rente gaat dan naar 2% totdat uw spaargeld weer is aangevuld tot € 20.000,- of méér. Wie méér spaart, heeft dus méér rente. En er is meer. Want de ASN Bank steunt via ASN Méérsparen diverse organisaties die kinderarbeid de wereld uit willen helpen. Ga daarom ASN Méérsparen en stort vóór 1 september 2008 minimaal € 20.000,- op uw nieuwe rekening. U ontvangt dan gratis het indrukwekkende fotoboek ‘Een wereld voor kinderen - Opgroeien sparen zonder kinderarbeid’ van fotograaf en schrijver Peter de Ruiter. U bent voor ASN Méérsparen welkom op www.asnbank.nl. Ons gratis telefoonnummer is: 0800 - 0380. *Rente per 2 juni 2008. Zie voorwaarden. Wijzigingen voorbehouden.
Rendement voor u + rendement voor de wereld = dubbel rendement
De ASN Bank is geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en heeft een vergunning van de Nederlandsche Bank N.V. Op tegoeden van klanten bij de ASN Bank is het depositogarantiestelsel van toepassing.