Kinderdagverblijf De Berenboot Adres Ploegstraat 1 6532 TV Nijmegen Telefoon (024) 388 24 70 E‐mail
[email protected]
Inhoud 4 4
Welkom bij…
Kinderdagverblijf De Berenboot Hoofdstuk 1
5
Wij stellen ons voor
5
5 5 5 6 6 7 7 8 8
Bijzonder aan onze locatie Gebouw en de tuin Stamgroepen Samenwerking tussen stamgroepen Pedagogisch medewerkers Scholing pedagogisch medewerkers Vierogenprincipe Achterwacht Oudercommissie
Hoofdstuk 2
Praktische informatie
Openingstijden, brengen en halen Klapper Mandje Verzorging en voeding Ziekte en medicijnen Wennen Dagprogramma Huisregels van het kinderdagverblijf Afspraken voor pedagogisch medewerkers, ouders en kinderen Afspraken voor ouders Afspraken voor kinderen Afspraken voor pedagogisch medewerkers Taal
9 9 9 9 9 9 10 10 10 11 11 11 11 12 12
Hoofdstuk 3
14
Pedagogisch werkplan
14
Pedagogische doelen en pedagogisch beleid Pedagogische uitgangspunten Kijken en luisteren naar kinderen Emotionele veiligheid, betrokkenheid en warmte Ritme en structuur Positieve contacten tussen kinderen Respect voor anderen en de omgeving Brede uitdaging en plezier Respect voor autonomie van kinderen Fysieke veiligheid van kinderen Samenwerking met ouders en anderen uit de leefomgeving van kinderen Kind‐volg‐systeem, overdracht en signaleren Ontwikkeling pedagogische kwaliteit Samenwerking
2
14 15 15 16 16 17 17 18 19 19 20 21 21 21
Hoofdstuk 4
Algemene informatie
Plaatsing en interne wachtlijst Flexibele opvang Ruilen van dagen Incidentele opvang Nationale feestdagen Inventarisatie aanwezige kinderen tijdens vakantieperiodes Uitbreiding, wijziging, vermindering van dagdelen of opzegging Overgang van kinderdagverblijf naar buitenschoolse opvang Automatisch einde van de opvang Klachten en klantsignalen Complimenten, wensen en kritiek Omgaan met privacygevoelige informatie HKZ gecertificeerd
3
22 22 22 22 22 22 23 23 23 23 24 24 24 24 24
Welkom bij…
Kinderdagverblijf De Berenboot Dit informatieboekje is voor jullie als ouder(s)/verzorger(s) die gebruik gaan maken van opvang bij kinderdagverblijf De Berenboot. We hopen dat jullie je snel thuis zullen voelen bij ons. Om de start van de opvang zo soepel mogelijk te laten verlopen, vinden wij het belangrijk je te informeren over wie we zijn en wat we doen. Kortom, wat je van ons mag verwachten. We beschrijven de dagelijkse gang van zaken op onze locatie zoals het pedagogisch werkplan. Dit werkplan gaat over de groepen, de pedagogisch medewerkers en op welke manier we werken; volgens welke pedagogisch uitgangspunten. Het is het resultaat van discussies binnen het team. Ook de oudercommissie heeft hierover meegepraat en advies uitgebracht. Tot slot hebben we de algemene praktische informatie verzameld, bijvoorbeeld uitleg over uitbreiding van de overeenkomst of over het kwaliteitscertificaat HKZ. Het pedagogisch werkplan is één jaar geldig. Om te zorgen dat het werkplan actueel blijft, houden we het één keer per jaar kritisch tegen het licht. Dit doen we onder andere op basis van de informatie uit ons kind‐volgsysteem. Als het nodig is vullen we het plan aan of verandert er iets. Veranderingen leggen we voor aan de oudercommissie en bespreken we met hen. Ouders informeren we hierover. Aanpassingen in beleid nemen we zoveel mogelijk mee maar omdat we het één keer per jaar aanpassen kan het gebeuren dat een (deel van de) tekst niet helemaal overeenkomt met de actuele situatie. Op onze website, op de locatiepagina van het kinderdagverblijf, staat de meest actuele versie van dit werkplan. Via het digitale locatienieuws houden wij je op de hoogte van ontwikkelingen of gebeurtenissen bij kinderdagverblijf De Berenboot Voor algemene informatie of vragen over de overeenkomst kun je terecht bij de afdeling Klantrelaties via telefoon (024) 382 26 55 of via e‐mail:
[email protected]. Voor andere vragen, opmerkingen, complimenten of tips kun je terecht bij de pedagogisch medewerkers of ondergetekende. Ik wens jullie een heel plezierige tijd toe bij ons kinderdagverblijf. Trui de Klein (interim) Clustermanager kinderdagverblijf De Berenboot Juni 2014
4
Hoofdstuk 1
Wij stellen ons voor
Bijzonder aan onze locatie Kinderdagverblijf De Berenboot is vlak bij het Goffertpark gelegen, waar we regelmatig naar toe wandelen om te spelen en de dieren op te zoeken. De ingang van de Berenboot kun je van twee kanten bereiken; door het hek aan de Ploegstraat en door het hek aan de Spadestraat. We hebben 5 berengroepen: De Pandaberen, Honingberen, Knuffelberen, Poohberen en de IJsberen. In de Knuffelberen komen de kinderen tot twee jaar, daarna gaan ze naar de Poohberen, waar kinderen vanaf twee jaar terecht kunnen tot ze naar de basisschool gaan. Ook kunnen Knuffelberen doorstromen naar één van drie verticale groepen. In deze groepen komen kinderen vanaf hun babytijd, totdat ze vier worden. Ook vanuit de Pandaberen, IJsberen en Honingberen (verticale groepen) is er de mogelijkheid om geheel of gedeeltelijk door te stromen naar de Poohberen (peutergroep). Bijvoorbeeld als uw kind behoefte heeft aan extra uitdaging. Wanneer je dat wilt kun je dit kenbaar maken bij de pedagogisch medewerker van de groep. Gebouw en de tuin De Berenboot is in een gezellig gebouw, waar de verschillende groepen flink wat ruimte hebben. De ruimte is ingericht voor de leeftijd van de kinderen. In de Knuffelberen is alles laag en makkelijk te bereiken, zodat de kleintjes zelf hun speelgoed kunnen pakken, liggend in de spiegel kunnen kijken en over de vloer kunnen rollen en kruipen. In de verticale groepen is er een rustige speelplek voor de kleintjes en zijn er verschillende hoeken ingericht zodat ook de grotere kinderen kunnen doen wat ze leuk vinden. In de Poohberen komen alleen de grotere kinderen. Daar vind je geen box, maar wel een voorleeshoek, verkleedkleren en allerlei materiaal dat vooral voor de oudere peuters geschikt is. Alle kinderen kunnen makkelijk naar buiten. De Berenboot heeft twee tuinen waar de kinderen naar hartenlust kunnen spelen. En dat doen ze dan ook elke dag wel een keer. In de grote tuin is een zandbak en in beide tuinen is er ruimte om te fietsen, te rennen en met een bal te spelen. Kinderen mogen doen waar ze zin in hebben, en vies worden hoort daar bij. Stamgroepen Op deze locatie komen maximaal achtenzeventig kinderen tegelijkertijd. Alle kinderen, behalve kinderen die gebruik maken van flexibele opvang, zitten in een stamgroep. Er is plaats voor maximaal vijf stamgroepen. In de Knuffelberen en de Poohberen plaatsen we maximaal veertien kinderen, en in de Pandaberen, Honingberen en IJsberen ieder maximaal zestien kinderen. Kinderen worden in met toestemming van ouders maximaal in twee stamgroepen geplaatst. Bij de Pandaberen, Honingberen en IJsberen komen kinderen van nul tot vier jaar. Bij de Knuffelberen komen kinderen van nul tot twee jaar en in de Poohberen kinderen van twee tot vier jaar. Bij de Pandaberen, de IJsberen en de Honingberen is in principe plaats voor maximaal vijf baby’s onder een jaar tegelijkertijd en in de Knuffelberen maximaal acht baby’s onder een jaar. Elke stamgroep heeft een eigen groepsruimte als basis. De ruimte van de groep is geschikt en aangepast aan het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen. Naast de groepsruimtes zijn er ook slaapkamers.
5
Kinderen spelen ook regelmatig buiten de stamgroepsruimte. De gang, de tuin, een andere stamgroep en andere leeftijdsgenootjes bieden andere spelmogelijkheden dan op de eigen groep. Afhankelijk van de situatie maken we hier gebruik van.
Samenwerking tussen stamgroepen Open deuren momenten Om het aanbod aan kinderen uit te breiden kunnen kinderen als ze dat graag willen een kijkje nemen buiten hun eigen stamgroep. Soms willen de kinderen graag in een andere stamgroep spelen en soms organiseren we een activiteit voor een bepaalde leeftijdsgroep. Soms maken we van de hal een speelruimte. We sluiten deze dan gedeeltelijk af met een hekje en leggen er alle klimkussens neer, zodat de kinderen die willen daar veilig kunnen ravotten. Ook is de pauzeruimte geschikt gemaakt om een activiteit te doen. Daar maken dan vooral de oudere peuters gebruik van. Groepjes kinderen met dezelfde interesse kunnen samenspelen, vriendjes, broertjes en zusjes kunnen elkaar gemakkelijk opzoeken. Soms willen kinderen graag meedoen met een activiteit, spelen en/of mee eten bij een andere groep. Dat mag, als het aantal kinderen in de groep daarmee niet te groot wordt. Het komt soms voor dat we met veel kinderen samen een activiteit doen. Afhankelijk van het aantal kinderen van een stamgroep dat hieraan meedoet, zorgen we ervoor dat hierbij één of meer vertrouwde pedagogisch medewerkers uit de eigen stamgroep zijn. Samengevoegde groep Op sommige momenten of dagen zijn er zo weinig kinderen op de stamgroepen dat het praktischer, veiliger en efficiënter is om de stamgroepen samen te voegen. We doen dit aan het begin en het eind van de dag, en op andere momenten dat het aantal kinderen dat aanwezig is dat toe laat. Bijvoorbeeld tijdens schoolvakanties of op rustige dagen zoals de woensdag en de vrijdag. Samengevoegde groepen worden zoveel mogelijk samengesteld uit vaste combinaties van stamgroepen. De samengevoegde groepen die een halve dag of langer duren (meestal op woensdag en vrijdag) hebben in principe iedere woensdag of vrijdag dezelfde groepssamenstelling. Ook werken we hierbij zo mogelijk met een vast personeelsrooster. Pedagogisch medewerkers Bij kinderdagverblijf De Berenboot werken elf pedagogisch medewerkers en zes invalkrachten. Zij zijn gekwalificeerd volgens de cao Kinderopvang. Het aantal pedagogisch medewerkers dat tegelijkertijd aanwezig is, hangt af van het aantal en de leeftijd van de kinderen die komen. We baseren ons hierbij op de regeling van de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen. Aan het begin en eind van de dag zijn er minder pedagogisch medewerkers. Elke stamgroep heeft in principe vertrouwde pedagogisch medewerkers die iedere week op dezelfde dagen werken. In de gangen hangen foto’s van de pedagogisch medewerkers en de invalkrachten die in de groepen werken. De invalkrachten werken in principe in alle groepen. Op het whitebord schrijven we op wie wanneer werkt. Soms is er een stagiaire in de groep. De opleiding die een stagiaire volgt en het niveau dat hij of zij hierin bereikt heeft, bepaalt de mate waarin zij of hij ondersteuning mag bieden bij het activiteitenaanbod en de begeleiding van de kinderen. De stagiaires zijn in principe boventallig (extra). De stagiaire (pedagogisch werk) doet onder begeleiding van de pedagogisch medewerker mee aan alle onderdelen van het programma. Afhankelijk van de vorderingen in de stage neemt zij het initiatief bij de kring, bereidt ze het activiteitenprogramma mee voor en begeleidt zij de activiteiten. Een stagiaire oefent met het kind‐volg‐systeem. Daarnaast verricht de stagiaire allerhande voorkomende 6
ondersteunende taken. Als de clustermanager en de werkbegeleider vinden dat de stagiaire in staat is om onder toezicht zelfstandig verantwoordelijk te zijn voor de groep, kan zij, incidenteel en onder vastgestelde voorwaarden uit de cao Kinderopvang, worden ingezet naast een gediplomeerd pedagogisch medewerker. Op de Berenboot komt ‘tante Alie’ elke donderdagochtend voorlezen. Zij komt op iedere groep voorlezen uit verschillende voorleesboeken, met popjes, knuffels en andere attributen die bij het boekje passen. De kinderen genieten daar enorm van, en tante Alie ook! Deze vrijwilliger is boventallig (extra). Een vrijwilliger tekent een vrijwilligersverklaring en heeft een Verklaring Omtrent Gedrag (volgens het vrijwilligersbeleid KION).
Scholing pedagogisch medewerkers Alle pedagogisch medewerkers zijn geschoold op het gebied van veiligheid en pedagogiek. Zij hebben allemaal een basistraining kinder‐EHBO gehad en daarnaast is een aantal van hen aangesteld als bedrijfshulpverlener. Bij alle locaties zijn actuele evacuatieplannen en doen ze, in samenwerking met de brandweer, brandoefeningen. Soms zijn ze hier vooraf van op de hoogte maar soms is een oefening onaangekondigd. Nieuwe pedagogisch medewerkers worden ingewerkt op de locatie en krijgen een basisscholing over bijvoorbeeld het pedagogische handelen en het signaleren van kindermishandeling en huiselijk geweld. Er is een scholingsbudget dat we heel divers in kunnen zetten voor een specifieke scholingsbehoefte zoals bijvoorbeeld Video Interactie Begeleiding. Hierbij filmen we de interactie tussen pedagogisch medewerkers en kinderen en bespreken dit na. Een ander voorbeeld zijn workshops en werkochtenden die de afdeling Pedagogiek & Kwaliteit ontwikkelt en verschillende modules door middel van E‐learning. Vierogenprincipe Vanaf 1 juli 2013 is dit principe verplicht voor kinderen van nul tot vier jaar. Dit betekent dat op elk moment de reële kans bestaat dat er een volwassene meekijkt of meeluistert met de beroepskracht. Dit houdt in dat we ervoor zorgen dat pedagogisch medewerkers in een groep altijd gezien of gehoord kunnen worden. Op de Berenboot is er in principe nooit een pedagogisch medewerker alleen met de kinderen in huis. We openen en sluiten altijd met twee volwassenen en tijdens pauzetijden zijn er meerdere volwassenen in huis die ieder moment in de groepen kunnen binnenlopen. Aan het begin van de dag, wanneer twee pedagogisch medewerkers de dag beginnen, lopen steeds ouders binnen om hun kind te komen brengen. Aan het eind van de dag, wanneer er gezien het kleine aantal kinderen dat aanwezig is, er één pedagogisch medewerker nodig is, is er altijd een tweede volwassene in huis. Dat kan de schoonmaakster ‐, een stagiaire ‐ of de clustermanager zijn. Voor de schoonmaakster of een stagiaire kan het moeilijk zijn een pedagogisch medewerker aan te spreken. Zij kunnen altijd bij de clustermanager terecht voor overleg. Het moment dat stagiaire of schoonmaakster achterwacht is, is ook het moment dat ouders de kinderen komen brengen of halen. Er kan dus ieder moment iemand binnenlopen. Als extra maatregelen denken we bijvoorbeeld aan deuren met glas, en ramen in de muren, zodat op ieder moment iemand in de groep kan kijken. Het is al zo dat er ieder moment iemand de groep binnen kan lopen. Verder hebben we een open aanspreekcultuur. We zijn ons bewust van de kwetsbaarheid van de kinderen en hebben de afspraak dat we signalen van ontoelaatbaar gedrag met elkaar bespreken en de clustermanager daarvan op de hoogte brengen. We nemen alle signalen van kinderen, ouders of collega’s serieus. Het welzijn van het kind staat centraal. Er zullen, naast het bespreken van de signalen , zo nodig passende maatregelen worden genomen. De uitwerking van het vierogenprincipe en de maatregelen die we hierbij nemen hebben we besproken met de oudercommissie. 7
Achterwacht In situaties dat er op ons kinderdagverblijf heel weinig kinderen aanwezig zijn en één pedagogisch medewerker voldoet, is er altijd een tweede volwassene in het pand, dit kan de schoonmaakster of een stagiaire zijn. In situaties dat er slechts één beroepskracht in het kinderdagverblijf wordt ingezet en er mag worden afgeweken van de beroepskracht‐kindratio, zoals tijdens pauzes en aan het begin en eind van de dag, is er altijd een tweede volwassene in het gebouw aanwezig. We openen altijd met minimaal 2 medewerkers en aan het eind van de dag kan een stagiaire, clustermanager of schoonmaakster als tweede volwassene aanwezig zijn. Deze volwassene is altijd minimaal 18 jaar. Oudercommissie Alle locaties hebben een oudercommissie. Zij zijn het klankbord van de ouders en nauw betrokken bij het opstellen en evalueren van bijvoorbeeld dit pedagogisch werkplan en de veiligheid‐ en gezondheidsplannen van de locatie. Daarnaast organiseert de oudercommissie in samenwerking met ons themabijeenkomsten voor alle ouders en helpen ze met de voorbereiding en uitvoering van allerlei activiteiten. Voor onderwerpen die je onder de aandacht van de commissie wilt brengen kun je gebruik maken van het postvak of een e‐mail sturen. Het e‐mailadres vind je op de locatiepagina en in de gang hangt een postbak voor de OC. We vinden het erg belangrijk dat ouders meedenken en ‐praten over de kwaliteit van de opvang. Je kunt hier een bijdrage aan leveren door zitting te nemen in de oudercommissie waardoor je direct betrokken bent bij beleid, kwaliteit en continuïteit van de opvang van je kind.
8
Hoofdstuk 2
Praktische informatie
Openingstijden, brengen en halen Het kinderdagverblijf is op werkdagen geopend van 7.00 tot 19.00 uur. Tussen 7.00 uur en 8.00 uur en 18.00 en 19.00 uur maak je gebruik van verlengde opvang. Dit kan per half uur, maar moet altijd via Klantrelaties of incidenteel via een aanvraag geregeld worden. Voor de rust in de stamgroep vinden wij het prettig dat je je zoveel mogelijk houdt aan de vaste breng‐ en haaltijden. De breng‐ en haaltijden voor de ‘halvedag‐kinderen’ zijn 8.00 en 13.00 uur voor de ochtendkinderen en 13.00 en 18.00 uur voor de middagkinderen. De kinderen die hele dagen komen breng je tussen 8.00 en 9.00 uur en je haalt ze weer op tussen 15.30 en 18.00 uur. In overleg met de pedagogisch medewerker kun je je kind incidenteel later brengen of eerder ophalen. De voordeur is gesloten, deze is te openen met een cijfercode die je krijgt bij het intakegesprek. Eens in de zoveel tijd veranderen we de code. Je krijgt daarvan dan schriftelijk bericht. Klapper Van het kinderdagverblijf krijg je een babyklapper. Deze klapper gebruiken we samen met jou om belangrijke informatie uit te wisselen. Dit doen we tot jouw kind één jaar is. Hierin staat bijvoorbeeld het voedingsschema, het slaapritme en de manier waarop je kind het liefst getroost wordt. De pedagogisch medewerker schrijft in de klapper hoe de dag van je kind verlopen is. Het is fijn als je zelf ook regelmatig iets schrijft, bijvoorbeeld hoe laat je kind die dag de eerste voeding heeft gehad of dat hij/zij goed of slecht heeft geslapen tijdens de nacht. Je kunt hiervoor de klapper mee naar huis nemen en het de volgende opvangdag in het mandje van je kind leggen. De oudere kinderen hebben geen klappertje meer. De overdracht tussen ouder en pedagogisch medewerker is mondeling bij het brengen en halen. Daarnaast staat er op het whitebord in de gang wat we ‘vandaag’ gedaan hebben. En op de daglijsten noteren we de slaaptijden en andere bijzonderheden van ieder kind. Mandje Elk kind heeft op zijn/haar stamgroep een eigen mandje. Hierin kun je de pyjama en/of slaapzak, eventueel pantoffels, knuffel, speen en de klapper kwijt. De pedagogisch medewerker zal eventuele post aan jou in het mandje van je kind leggen. De peuters van de Poohberen hebben allemaal een eigen postbakje. Daarin vind je de post en de knutsels van je kind. Verzorging en voeding We hechten veel waarde aan de gezondheid van de kinderen die naar het kinderdagverblijf komen. Onze uitganspunten zijn de richtlijnen van de GGD die gebaseerd zijn op de adviezen van het Voedingscentrum. Op onze website vind je informatie over bijvoorbeeld de voeding die kinderen bij ons krijgen, over traktaties, verschonen en zindelijk worden, slapen en nog veel meer. Ook kun je hier lezen hoe we kinderen stimuleren zichzelf aan en uit te kleden, te eten, naar de wc te gaan, enzovoort. Op de Berenboot maken we wat betreft de voeding wel eens een uitzondering. Soms bakken we pannenkoeken, of trakteert een van de pedagogisch medewerker op
9
poffertjes bij de lunch. Met sinterklaas zijn er pepernoten. Als je kind jarig is mag het ook trakteren. We maken er altijd een feestje van. Het is fijn als je je kind een ‘gezonde’ traktatie mee geeft. We hebben een placemat met allerlei leuke ideeën en ook op internet is heel veel informatie ter inspiratie te vinden.
Ziekte en medicijnen Als je kind ziek wordt nemen we contact met je op en informeren we je hoe het met je kind gaat. Afhankelijk van diverse factoren (moment van de dag, hoogte van de koorts, gedrag van je kind, besmettingsgevaar voor andere kinderen) kijken we wat er op dat moment nodig is en spreken we af of en wanneer je je kind op komt halen. Een belangrijke leidraad daarbij zijn de richtlijnen over gezondheid en infecties van de Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. Bij kinderen die extra medische zorg nodig hebben en bijvoorbeeld standaard medicijnen gebruiken, maken we concrete afspraken met de ouders. Wij volgen daarbij ons protocol ‘Medisch handelen en toedienen van medicijnen’. Meer informatie hierover vind je op onze website. Wennen We besteden extra aandacht aan nieuwe kinderen en hun ouders. We vinden het belangrijk dat ze zich snel thuis voelen. Op de website vind je hierover meer informatie. We helpen nieuwe kinderen door ze in het begin extra aandacht te geven. We laten alles zien; het speelgoed, de slaapkamer, de wc’tjes. We laten de kinderen kennis maken met elkaar. Tijdens tafelmomenten, voordat we fruit gaan eten bijvoorbeeld, laten we de kinderen bewust contact maken. We zingen een liedje: Goedemorgen Lionel, wat fijn je weer te zien, wie zit er naast je, weet jij dat misschien? Op deze manier vestigen we even de aandacht op ieder kind, leren de kinderen elkaars namen kennen. We praten met elkaar over thuis, wat je leuk vindt, wat je graag eet, waar je op vakantie bent geweest en al die andere dingen die belangrijk en leuk zijn om met elkaar te delen. We houden nieuwe kinderen extra in de gaten, geven het een extra knuffel of aai over de bol, en kijken goed of het zich op zijn / haar gemak voelt. Het is voor je kind fijn als het iets van thuis heeft, een knuffel of doekje. We leggen deze in het mandje en bieden het aan als je kind er behoefte aan heeft. Bijvoorbeeld als het erg verdrietig , of niet lekker is. Dagprogramma We werken met een dagprogramma. De dag is geordend naar dagelijks terugkerende gebeurtenissen en zorgroutines die voor kinderen herkenbaar zijn. Deze programma’s geven een indruk hoe de dag er bij ons kinderdagverblijf uit ziet. De tijden zijn een indicatie. – We zijn open vanaf 7.00 uur. Je brengt je kind naar het kinderdagverblijf. Je kunt informatie uitwisselen met de pedagogisch medewerker en nog even met je kind spelen voordat je afscheid neemt. – De kinderen kunnen vrij spelen tot 9.30 uur. – ± 9.30 – 10.00 uur: Aan tafel zingen we liedjes, eten fruit en drinken water / thee / sap. Daarna is het tijd voor het verschonen van de luier, het potje of de wc. – ± 10.30 – 11.30 uur: Als de allerkleinsten op bed liggen doen we met de anderen een activiteit, spelen we buiten of kunnen de kinderen vrij spelen. – ± 11.30 – 13.00 uur: We dekken de tafel, zingen liedjes en de broodmaaltijd kan beginnen. Daarna weer verschonen, potje of wc en tijd voor het middagslaapje. – ± 13.00 – 15.00 uur: De grotere kinderen, die hier behoefte aan hebben, geven we de gelegenheid te rusten. Daarna doen we met hen een activiteit of is het tijd voor vrij spel. De jongere kinderen worden wakker uit hun middagslaap. – ± 15.00 – 15.30 uur: We gaan aan tafel voor sap en yoghurt met een biscuitje of soepstengel. We zingen samen met de kinderen, kletsen wat of lezen voor.
10
– ± 15.30 – 18.00 uur: Tijd voor een activiteit, buitenspel of vrij spelen. – ± vanaf 15.30 uur: We eten en drinken soms nog wat en lezen voor en/of de kinderen spelen zelf. Je komt je kind ophalen. Na overleg vooraf kun je je kind eerder dan 15.30 uur ophalen. ± 17.00 uur: We eten groenten; paprika, wortel, tomaat, druif. Je kind kiest zelf wat het lekker vindt. De kinderen die nog geen jaar oud zijn en / of gebruik maken van de verlengde opvang kunnen hun warme maaltijd op De Berenboot eten. Je kunt een maaltijd meegeven, wij maken het eten warm en gaan aan tafel eten. Je kunt overleggen met de pedagogisch medewerker wat je wensen zijn en mogelijk is. – 19.00 uur: We sluiten de deuren van het kinderdagverblijf.
Huisregels van het kinderdagverblijf Het kinderdagverblijf heeft algemene regels en afspraken voor pedagogisch medewerkers, ouders en kinderen. In principe houdt iedereen zich hieraan. Soms is een pedagogisch medewerker soepeler met regels als dat in een specifieke situatie kan. Het is de taak van de pedagogisch medewerkers en ouders (als ze aanwezig zijn) om kinderen bij het nakomen van de regels te helpen. Afspraken voor pedagogisch medewerkers, ouders en kinderen – We gaan met respect om met elkaar, met speelgoed, materialen, meubels en andere spullen in de ruimte. Ook buiten geldt deze regel. – Ongepast taalgebruik is niet toegestaan. Dit geldt voor pedagogisch medewerkers, ouders en kinderen. We spreken elkaar, de ouders en de kinderen daar op aan. Als kinderen vaak ongepaste woorden gebruiken dan bespreken we dit met de ouders. – Als we binnen komen begroeten we elkaar en als we weggaan nemen we afscheid. We zorgen er allemaal voor dat deuren en hekjes gesloten blijven, voor de veiligheid. Op de centrale toegangsdeur zit een codeslot. De ouders en de medewerkers van De Berenboot hebben de code. We zorgen er voor dat de kinderen niet bij gevaarlijke spullen, zoals sigaretten of scherpe voorwerpen, kunnen komen. Afspraken voor ouders – Als je kind, om welke reden dan ook, later of helemaal niet naar het kinderdag verblijf komt, dan horen we dat graag vóór 9.00 uur. – Als iemand anders dan jezelf of je partner het kind komt halen, dan willen wij dit van te voren weten. Wij geven je kind uiteraard niet aan onbekenden mee. – Als je door omstandigheden, bijvoorbeeld door drukte op de weg, je kind niet op tijd kan komen halen, dan zorg je ervoor dat iemand anders je kind op tijd kan ophalen en je geeft dit door aan de pedagogisch medewerker. – Als je aanwezig bent, heb je zelf de verantwoording voor het gedrag van je kind. Als je een maxi‐cosi meebrengt, die je graag op De Berenboot wil laten, zet deze dan op een veilige plaats. Het mag de doorgang niet belemmeren. Maxi‐cosi’s kunnen worden opgehangen aan de daarvoor bestemde haken. Afspraken voor kinderen – De kinderen nemen in principe geen speelgoed mee van thuis. We kunnen daar in overleg met ouders een uitzondering op maken, bijvoorbeeld als je kind jarig is en heel graag wil laten zien wat het gekregen heeft. Als het speelgoed gevaar oplevert leggen we het meegebrachte speelgoed weg. We zijn niet verantwoordelijk als het eigen speelgoed kapot gaat of kwijt raakt. – Als een kind naar de wc is geweest, wast hij/zij daarna de handen. – Voor het eten wassen alle kinderen hun handen. Na het eten poetsen de kinderen hun handen en monden met een washandje.
11
Rennen en lawaai maken mag buiten. Binnen lopen we gewoon en praten we rustig, behalve als we een spel doen waar dit niet bij kan. De pedagogisch medewerkers helpen de kinderen dit te onthouden. We laten de kinderen zo veel mogelijk zelf op de commode klimmen via het trapje. Dit mogen ze alleen met toestemming van de pedagogisch medewerker.
Afspraken voor pedagogisch medewerkers – Het aankleedkussen maken we na iedere verschoning schoon. – De ruimtes luchten we een aantal keer per dag. – Kinderen spelen nooit zonder toezicht van de pedagogisch medewerker buiten. Het kan zijn dat oudere kinderen al vast alleen naar buiten gaan en de pedagogisch medewerker binnen nog even een kind verschoont of iets opruimt. De pedagogisch medewerker houdt dan toezicht via het raam en heeft de deur of het raam open staan, waardoor zij ook hoort wat er buiten gebeurt. Bij ongevallen en calamiteiten brengen we eerst kinderen in veiligheid. Daarna bellen we zo snel mogelijk de ouders. We zorgen er voor dat de situatie voor de kinderen veilig is in alle ruimtes waar ze verblijven. Kinderen zijn niet alleen in een ruimte die daarvoor niet geschikt is, zoals het washok, of het voorraadhok. Kinderen komen daar alleen samen met een pedagogisch medewerker. Taal Bij het kinderdagverblijf is de spreek‐ en schrijftaal Nederlands.
12
13
Hoofdstuk 3
Pedagogisch werkplan
Pedagogische doelen en pedagogisch beleid In ons pedagogisch werkplan zijn de pedagogische doelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen herkenbaar. Bovendien valt dit plan binnen het pedagogisch beleidskader, dat bestaat uit het Kindbeeld en de pedagogische uitgangspunten, en binnen het pedagogisch beleid van de kinderdagverblijven. Pedagogische doelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen – Bieden van emotionele veiligheid – Mogelijkheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie – Mogelijkheid tot het ontwikkelen van sociale competentie – Overdracht waarden en normen Kindbeeld Ieder kind is uniek, heeft een eigen karakter en mogelijkheden. Elk kind heeft recht op respect voor dit eigene. De manier waarop een kind zich ontplooit, is mede afhankelijk van de mensen en de wereld om hem heen. Om zich te kunnen ontwikkelen, heeft een kind zowel veiligheid als uitdaging nodig. Een kind zoekt de veiligheid in relaties met opvoeders, broertjes en zusjes, vriendjes. De structuur die een kind ervaart, zorgt ervoor dat hij weet waar hij aan toe is. Vanuit deze veilige basis onderzoekt een kind zijn omgeving. Hij is een ontdekkingsreiziger die voortdurend nieuwe ervaringen opdoet. Soms alleen, vaak samen met anderen. Pedagogische uitgangspunten – Kijken en luisteren naar kinderen – Emotionele veiligheid, betrokkenheid en warmte – Ritme en structuur – Positieve contacten tussen kinderen – Respect voor anderen en de omgeving – Brede uitdaging en plezier – Respect voor autonomie van kinderen – Fysieke veiligheid van kinderen – Samenwerking met ouders en anderen uit de leefomgeving van kinderen Pedagogische uitgangspunten en doelen Wet kinderopvang kwaliteit peuterspeelzalen Onze pedagogische uitgangspunten rangschikken we onder de pedagogische doelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen (Wkkp). Het uitgangspunt ‘Kijken en luisteren naar kinderen’ is van toepassing is op alle Wkkp‐doelen. Doel Wkkp: – Emotionele veiligheid Onze uitgangspunten: – We bieden emotionele veiligheid, betrokkenheid en warmte – We bieden ritme en structuur – We werken samen met ouders en anderen uit de leefomgeving van de kinderen – Kijken en luisteren naar kinderen staan centraal 14
Doel Wkkp: Onze uitgangspunten:
Doelen Wkkp: Onze uitgangspunten:
– Mogelijkheid tot het ontwikkelen van persoonlijke competentie – We bieden brede uitdaging en plezier – We hebben respect voor autonomie van de kinderen – We bewaken de fysieke veiligheid van de kinderen – Kijken en luisteren naar kinderen staan centraal – – – –
Mogelijkheid tot het ontwikkelen van sociale competentie Overdracht waarden en normen We bevorderen positieve contacten tussen kinderen We stimuleren kinderen respect te hebben voor anderen en hun omgeving – Kijken en luisteren naar kinderen staan centraal
Pedagogische uitgangspunten Onze pedagogische uitgangspunten zijn uitgewerkt in het algemeen pedagogisch beleid van de kinderdagverblijven. Dit staat op onze website. Dit beleid geldt ook voor ons. In dit werkplan gaan we het algemeen pedagogisch beleid niet herhalen. We beperken ons tot een korte toelichting op de pedagogische uitgangspunten en geven concrete voorbeelden hoe we deze bij onze locatie realiseren. Jaarlijks kijken we of deze voorbeelden nog passen bij onze werkwijze en passen we ze zo nodig aan. Kijken en luisteren naar kinderen Wil een kind zich bij ons prettig voelen en zich kunnen ontwikkelen, dan moeten we zijn behoeften kennen en hierop inspelen. Om dit maatwerk te kunnen realiseren, moeten we het kind goed begrijpen. We kijken en luisteren goed naar kinderen. We proberen te begrijpen wat kinderen ons niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk ‘vertellen’. Dit doen we eigenlijk de hele dag door. Het is de basis van ons pedagogisch aanbod: ons pedagogisch handelen, de inrichting van de ruimtes, de materialen, thema’s, de opzet van de activiteiten, structuur, ritme en verzorging. Dit geldt zowel voor individuele kinderen als voor de groep in zijn geheel. Voorbeelden uit onze praktijk Kinderen willen niet altijd meedoen met een activiteit. We proberen ze er wel bij te betrekken, maar als een kind geen zin heeft om iets te doen hoeft dat ook niet per se. We gaan bijvoorbeeld elke dag naar buiten. De meeste kinderen vinden dat heerlijk, maar soms is er een klein aantal kinderen dat liever binnen blijft. Als de situatie het toelaat blijft een van de pedagogisch medewerkers binnen en gaat met die kinderen een andere activiteit doen. Sommige kinderen mogen ook alleen binnen spelen als de pedagogisch medewerker daar voldoende toezicht op kan houden. De buitenspeelplaats is vanuit alle groepen (met uitzondering van De Knuffelberen) te zien, de binnenruimtes dus ook. Er zijn grote ramen en deze staan op een kier, zodat er ook toezicht is door te luisteren. En soms is het andersom. Dan is er binnen een activiteit en willen kinderen graag buiten spelen. Als er voldoende toezicht is, kan dat. We eten altijd aan tafel, met een eigen bordje, de kinderen die het kunnen mogen zelf hun boterham smeren. Maar als het lekker weer is en de kinderen zijn fijn aan het spelen, of we zijn naar het Goffertpark gewandeld, of er is een andere leuke reden, dan wijken we daar van af en gaan we picknicken. Sommige kinderen vinden het moeilijk om lang aan tafel te zitten. We helpen de kinderen daarbij door hen zelf brood te laten smeren, iets uit de koelkast te pakken of op een andere manier de energie kwijt te kunnen. Soms spelen de kinderen anders met het speelgoed dan waarvoor het bedoeld is. We zeggen dan niet meteen ‘dat mag niet’ maar wachten even af wat ze gaan doen. Ze maken bijvoorbeeld de hele huishoek leeg. ‘Hee, wat zijn jullie aan het doen?’ 15
Dan kan het antwoord van de kinderen zijn ‘Wij gaan verhuizen’ Dat is gericht spel en iets anders dan zomaar de huishoek leegmaken. De kinderen gaan allemaal rond dezelfde tijd naar de wc. We wachten dan samen op de gang. Stil zitten wachten is moeilijk en saai. We maken van die momenten gebruik om een gesprekje te voeren, een spelletje te doen, we maken grapjes en hebben aandacht voor hen.
Emotionele veiligheid, betrokkenheid en warmte We proberen een open, warme sfeer te creëren waarin kinderen zich prettig en op hun gemak voelen. We nemen kinderen serieus. We laten merken dat we het fijn vinden dat hij/zij er is. We zijn geïnteresseerd in wat een kind bezighoudt en stimuleren zijn of haar inbreng. Het geven van positieve aandacht, waardering en stimulans vinden we belangrijk. We zijn er op attent dat we alle kinderen zien en horen. Waar nodig bieden we hulp, bescherming en steun. Voorbeelden uit onze praktijk We groeten de kinderen elke dag bij binnenkomst en voordat we fruit gaan eten nog een keer extra. Dan hebben we oog voor ieder kind, door het liedje dat we al eerder beschreven. We laten de kinderen de naam van het kind dat naast hen zit noemen. En er ontstaan gesprekjes. Ieder kind heeft eigen behoeftes, een eigen tempo, eigen rituelen. We houden daar zo veel mogelijk rekening mee. Kinderen willen soms graag alleen spelen. Dat mag. Kinderen mogen kiezen met welke andere kinderen ze willen spelen en ze hoeven niet per se met alle activiteiten mee te doen. Als een kind verdrietig is troosten we het door het op schoot te nemen en met het kind te praten. We benoemen het verdriet, en een kind mag best even huilen. Als we merken dat het blijft hangen in een bui, dan helpen we hem of haar daar weer uit. Door bijvoorbeeld te zeggen: ” je bent heel verdrietig he? Dat snap ik wel, maar nu ben je even klaar met huilen.” Soms maken kinderen ruzie, dat helpt hen voor zichzelf op te komen en duidelijk te maken wat ze wel of niet willen. Ruzie is niet leuk, maar het is ook niet erg. We laten de kinderen zelf een oplossing zoeken, vaak lukt dat ook. Soms hebben ze even hulp nodig. Dan vragen we de kinderen te verwoorden wat er is gebeurd en helpen hen een oplossing vinden. Als we kinderen verschonen of de fles geven maken we gebruik van dat moment om even heel gericht aandacht te geven. We benoemen wat we doen, kriebelen de blote buik, praten zachtjes tegen de baby die in de arm ligt te drinken. We wisselen vrij spel en begeleid spel af. Als de kinderen vrij spelen blijven we in de buurt en kijken we wat ze doen. Zo kunnen ze hun eigen fantasie uitleven en zijn we er als het nodig is. Ritme en structuur Structuur biedt een kind houvast. Een belangrijk houvast voor de kinderen zijn de vertrouwde gezichten om zich heen, van pedagogisch medewerkers en kinderen. In een groep werken in principe vertrouwde pedagogisch medewerkers volgens een wekelijks terugkerend rooster. Zo leren de kinderen en de pedagogisch medewerkers elkaar goed kennen. Ook de andere kinderen in de groep zijn na verloop van tijd bekend en vertrouwd. Elke groep heeft een eigen, vertrouwde groepsruimte. Als een kind hieraan toe is, kan een kind de groep als uitvalsbasis gebruiken bij het ontdekken van de rest van het kinderdagverblijf. Zo leert het kind ook andere pedagogisch medewerkers en andere kinderen van het kinderdagverblijf kennen. Houvast komt ook terug in het ritme en programma van de ochtend, middag of dag, de regels en afspraken, rituelen en in de inrichting. De structuur die we bieden, hangt af van de situatie, het ontwikkelingsniveau en de behoeften van de kinderen. 16
Voorbeelden uit onze praktijk De groepen werken met een min of meer vast dagritme dat is opgebouwd rond de eet en slaaptijden. Dat is voor de kinderen heel duidelijk. We hebben voor de verschillende momenten van de dag liedjes die we dagelijks herhalen. Voor het opruimen, voor het fruit eten, voor het brood eten. De kinderen leren ze kennen en hebben daardoor houvast. We werken met ‘leidster 1 ‐2 of 1‐2‐3’. De kinderen worden in groepjes door één pedagogisch medewerker op de dag verzorgd en begeleid. We verdelen de kinderen per leeftijd. Elke dag kijken we even samen welk weer het is. Dan hangen we een zonnetje, wolkje, regenbui op de dag. We hebben zo veel mogelijk een vast weekritme waarop pedagogisch medewerker in de groep aanwezig is. Er hangen foto’s in de gang en ook is te zien wie er vandaag werkt.
Positieve contacten tussen kinderen Samendoen en samenspelen is leuk en ondersteunt de ontwikkeling. Kinderen kijken naar elkaar, leren van en met elkaar, stimuleren elkaar. Vanaf jonge leeftijd zoeken kinderen contact. We stimuleren onderling positief contact en samenspel. We richten de aandacht van kinderen op elkaar, schaffen materialen aan die samenspel bevorderen, we richten de ruimte zo in dat kinderen ongestoord in groepjes kunnen spelen en doen activiteiten in kleine of grote groep. Waar nodig begeleiden we contacten tussen kinderen. Zo krijgen ze de kans van en met elkaar te leren. Voorbeelden uit onze praktijk De kinderen bepalen zelf wat ze doen op een dag. De meeste kinderen vinden het heel leuk om samen iets te doen. We gaan bijvoorbeeld samen de stoeikussens uit de opbergruimte halen. De kinderen maken een treintje, ieder kind een kussen en zo schuiven we de kussens samen door de gang naar de groepsruimte. Dat alleen al is een spel, en daarna lekker samen klauteren en klimmen We doen samen een spelletje. We leggen 3 kleuren hoepels op de grond en geven de kinderen een bak met allerlei kleuren duploblokken. Ze mogen de kleuren samen in de hoepel van dezelfde kleur leggen. We geven de kinderen de ruimte om elkaar te vertellen wat ze meemaken. We helpen hen daarbij door de aandacht te vestigen op het kind dat iets vertelt, te herhalen wat het vertelt, aan een ander kind te vragen of hij dat ook wel eens heeft gezien / gedaan. Dat kan aan tafel zijn, maar ook als de kinderen met elkaar spelen. Kinderen doen vaak een rollenspel met de verkleedkleren, in de bouwhoek of in de huishoek. We begeleiden hen zo nodig om het samen op te lossen als er ruzietjes (dreigen te) ontstaan. Buiten spelen de kinderen van alle groepen met elkaar. Samen zandkastelen bouwen en samen met de duwkar. De oudere peuters leren zo ook rekening houden met de kleintjes, die nog niet zo snel zijn of die lekker met het zand willen scheppen en het niet fijn vinden als de grotere kinderen alle ruimte innemen. De kinderen moeten hierbij geholpen worden. Dat doen we door te benoemen wat er gebeurt. Respect voor anderen en de omgeving We vinden het belangrijk dat een kind zich waarden, normen en gebruikelijke omgangsvormen eigen maakt, zodat het onderdeel is van de gemeenschap waarin het leeft. Voorbeelden uit onze praktijk Soms kijkt een kind niet zo goed uit en staat per ongeluk op de vingers van een ander kind. We hebben aandacht voor beide kinderen. We troosten het kind dat pijn heeft, vertellen het andere kind wat er gebeurd is, dat het niet expres gebeurt maar dat het wel pijn doet. En dan kun je even sorry zeggen 17
Kinderen mogen best boos zijn, soms heeft het daar ook reden toe. Een kind kan heel boos worden als iets niet lukt, of als iemand in de weg zit. Boos worden mag, maar wel met respect. We leren de kinderen dat ze elkaar geen pijn mogen doen, dat ze geen spullen kapot mogen maken en dat ze niet mogen gooien met iets. Als we met elkaar aan tafel zitten leren we dat het fijn is als je elkaar laat uitpraten. Na het weekend willen de kinderen graag vertellen wat ze hebben meegemaakt. Ieder kind wil graag iets vertellen en mag dat in eigen tempo doen. De andere kinderen wachten dan even, we luisteren naar elkaar. We hebben wel eens dieren op De Berenboot. Een konijn, vis, kikkervisjes. Als er dieren zijn verzorgen we die samen. De kinderen mogen om de beurt voer geven, of helpen bij de verzorging. Een van de kinderen zit op de tractor, en een ander kind wil dat ook graag. We leren kinderen te vragen of het ook op de tractor mag. ‘Als jij 3 rondjes op de tractor bent geweest, mag ik dan even?’ We leren de kinderen ‘nee’ te zeggen, of ‘dat vind ik niet leuk’ als er iets gebeurt dat zij niet willen of niet leuk vinden. We laten ze er heel bewust bij benoemen wat ze niet willen of niet leuk vinden. ‘Ik vind het niet leuk dat jij achter mij aan rent, ik wil graag zelf rondlopen’ We vinden wel eens kriebelbeestjes buiten of binnen. Als we ze niet binnen willen, dan zetten we ze voorzichtig buiten. We maken geen beestjes dood. Het is wel heel leuk om te bekijken hoe ze er uit zien en hoe ze bewegen.
Brede uitdaging en plezier We vinden het belangrijk kinderen uit te dagen. We zorgen ervoor dat het aanbod aansluit bij de beleving, niveau, interesse, ideeën en leefwereld van kinderen. Zo’n aanbod vergroot hun betrokkenheid en plezier bij activiteiten. Betrokkenheid is voorwaarde voor leren en ontwikkeling. We zorgen ervoor dat in ons aanbod alle ontwikkelingsgebieden aan bod komen. We hebben de ruimte ingericht met gezellige en uitdagende speelhoeken waar kinderen ongestoord met een groepje of alleen kunnen spelen. Regelmatig kunnen kinderen ook buiten de ‘eigen’ groepsruimte terecht: in de speelhal, gang, in andere groepsruimtes, buiten. Natuurlijk doen we regelmatig allerlei activiteiten; met een klein groepje of juist met z’n allen. Vaak doen we dit aan de hand van een thema. We stimuleren kinderen om mee te doen. Sommigen hebben het nodig om hierbij even (letterlijk of figuurlijk) bij de hand genomen te worden. We vinden het belangrijk dat de kinderen bij ons de kans krijgen om allerlei verschillende ervaringen op te doen om zich zo te kunnen ontwikkelen. Voorbeelden uit onze praktijk We verzinnen verschillende activiteiten voor de kinderen die uitdagend zijn. Op de Poohberen hebben we wel eens kikkerdril. Dat is leuk om te volgen, eerst is het een zwart bolletje, dan krijgt het een staartje en begint het te bewegen en na nog een tijdje heeft het 4 pootjes en wordt het een kikkertje. Als het echt kikkertjes zijn, brengen we ze terug naar de sloot. Want binnen kunnen geen kikkers wonen. Kinderen vinden verven vaak erg leuk. Vooral als het met de handen mag, en soms zelf met het hele lijf. We hebben ook waterverf waarmee de grotere kinderen zonder veel begeleiding zelf kunnen verven. Er zijn momenten dat we verven als activiteit aanbieden maar ze kunnen er ook zelf voor kiezen. Buiten is van alles te beleven. Het Goffertpark is dichtbij en we hebben een zespersoons wandelwagen. Het is leuk om met z’n allen naar de kinderboerderij te gaan en naar de dieren te gaan kijken. Soms is er een lesdag met vragenkaarten die ook voor de peuters erg leuk zijn. We kunnen ook naar de natuurspeeltuin in de buurt. Dat kan natuurlijk alleen als er voldoende medewerkers mee kunnen. In de herfst nemen we dozen mee en verzamelen we eikels, bladeren en takjes. Als we terug zijn in de groep bekijken we de vondsten en maken we een natuurschaal. 18
Respect voor autonomie van kinderen Kinderen mogen eigen keuzes maken en ‘zelf doen’. We stimuleren ze actief om dingen zelf te proberen en respecteren de eigen ideeën en oplossingen van de kinderen. Dit draagt bij aan het zelfvertrouwen en het gevoel van eigenwaarde van kinderen. Voorbeelden uit onze praktijk In de grote tuin hebben we een klimmuur. Peuters mogen daar op klimmen als de situatie dat toe laat. Ze vinden het erg leuk en zijn er heel trots op als zij dat zelf kunnen. Kinderen hebben vriendjes in de groep, en soms een duidelijke voorkeur. Kinderen mogen meestal kiezen naast wie ze graag willen zitten. Soms kiezen de pedagogisch medewerker wie naast wie zit, dat kan belangrijk zijn voor de rust in de groep. Het meeste speelgoed is vrij toegankelijk. Het zit in manden die ze zelf kunnen pakken en er hangt een plaatje op wat er in zit. Sommig speelgoed staat hoger, bijvoorbeeld omdat er kleine onderdelen aan zitten, zodat het niet veilig is voor de kleintjes of gemakkelijk kwijt raakt. Kinderen weten wel in welke kast spullen zijn opgeborgen. Dan vragen ze ‘mag ik iets uit de grote kast ?’ Ook dan mogen ze kiezen. Als kinderen nog niet zindelijk zijn nemen we ze meestal op vaste momenten mee naar de wc / verschonen we de luier. De kinderen die wel zelf naar de wc gaan mogen dat ook zelf en op hun eigen moment. We stimuleren ze wel om voor het buitenspelen (bijvoorbeeld) te gaan plassen. Kinderen die er aan toe zijn mogen dingen zoveel mogelijk zelf doen. Bijvoorbeeld zelf brood smeren, de schoenen aan of uit trekken, aan‐ of uitkleden . We helpen hen er bij door ze te leren hoe het moet. – Wij stimuleren de grotere kinderen om zichzelf aan en uit te kleden. We laten ze zelf ontdekken hoe ze dit het beste kunnen doen. Soms trekken ze bijvoorbeeld eerst de schoenen aan voordat de broek aan is maar merken al snel genoeg dat dit niet handig is. We bieden als dat nodig is. We stimuleren dat de kinderen elkaar helpen. We geven de kinderen positieve feedback en complimenten. – Kinderen mogen vanaf ongeveer twee jaar zelf hun boterham smeren. De oudsten mogen, als ze dit willen, soms drinken inschenken. Ondanks dat dit wel eens mis gaat, voelen de kinderen zich dan ‘groot’, blij en trots. – We stimuleren kinderen zelf oplossingen te bedenken voor ‘problemen’ zoals: Hoe krijg ik die bal door dat gaatje? Waar hoort dit puzzelstukje? Ik wil met die auto spelen! Hoe kom ik bij die plank? In plaats van het probleem op te lossen, stimuleren we het kind een eigen oplossing te zoeken. Als het nodig is helpen we hierbij. Een mogelijke reactie van ons zou kunnen zijn: “Lukt het niet? Tja, wat nu? Kun je het misschien ook op een andere manier doen?” Fysieke veiligheid van kinderen We doen zoveel mogelijk om ernstige ongelukken te voorkomen. De fysieke omgeving waar de kinderen verblijven is veilig en hygiënisch. Ook regels dragen bij aan deze fysieke veiligheid. Regels voor pedagogisch medewerkers zijn vastgelegd in werkinstructies. Meer informatie over fysieke veiligheid vind je op onze website. Veel inspanningen zijn gericht op een fysiek veilige omgeving. Maar we willen en kunnen kinderen niet overal tegen beschermen. Ontwikkelen betekent ook ruimte, de wereld mogen ontdekken, leren met vallen en opstaan. Kleine ongelukjes, zoals schrammen of builen, horen hierbij. We leren kinderen stap voor stap omgaan met situaties die zij spannend vinden zoals van een glijbaan glijden, ergens vanaf springen of in een boom klimmen. Zo leren ze ook hun eigen grenzen kennen en verleggen. 19
Voorbeelden uit onze praktijk Buiten in de grote tuin, is een muurtje waar de kinderen op kunnen klimmen. De groten kunnen dat al, maar voor de kleintjes is het nog te moeilijk. De grotere kinderen mogen er op klimmen als er voldoende toezicht kan zijn. Ze hebben dan stevige schoenen aan en ze kunnen niet over hun eigen kleren struikelen. Dus klimmen op blote voeten, met slippertjes en een wijde rok of broek aan, mogen de kinderen niet. Alle deuren hebben een hoge klink, of kunnen met een schuifje worden afgesloten zodat kinderen niet in een onbewaakt ogenblik op een onveilige plaats kunnen komen. We wijzen elkaar er op als we vergeten te sluiten. Hete koffie en thee zetten we op een voor kinderen onbereikbare plaats. Als de kinderen theedrinken is deze altijd afgekoeld (lauw). Met de stapstenen in de tuin, of op de boomstronk doen we een evenwichtspel. Sommige kinderen kunnen dat zelf, maar we blijven er altijd bij. De kinderen die het nodig hebben geven we een hand. De kinderen hebben buiten meestal schoenen aan. Met blote voeten in de zandbak is lekker, maar daarbuiten gaan de schoenen weer aan. Als er een ongelukje gebeurt, melden we dat door middel van een ongevallenregistratieformulier. We staan er dan even bewust bij stil en nemen zo nodig maatregelen om te voorkomen dat het nog een keer gebeurt. We vragen de ouders in de herfst voor de kinderen sloffen mee te geven. De schoenen gaan binnen vaak uit en met sloffen aan glijden de kinderen minder snel uit en blijft de vloer schoner.
Samenwerking met ouders en anderen uit de leefomgeving van kinderen Ouders zijn eindverantwoordelijk voor de opvoeding van hun kind(eren). Daarom informeren we jullie over hoe we werken en welke keuzes we maken. Ouders zijn informatiebron en gesprekspartner als het gaat om de ontwikkeling van hun kind. Waar mogelijk stemmen we met hen af. Elke locatie heeft een oudercommissie. Voor een uitgebreidere toelichting op contacten met ouders en oudercommissie kun je terecht op onze website. Waar mogelijk werken we samen met de basisschool bij ons in de buurt. Zo dragen we bijvoorbeeld, van ieder kind dat naar school gaat, informatie over hoe het op het kinderdagverblijf ging. Uiteraard na toestemming van de ouders. Voorbeelden uit onze praktijk We spreken de ouders elke dag bij het brengen en halen en we houden zo veel mogelijk rekening met de wensen en ideeën. We betrekken ouders eventueel bij activiteiten die we organiseren en ouders kunnen altijd in overleg met ons komen kijken wat we doen op een dag. Soms hebben ouders ideeën die niet bij onze dagelijkse praktijk passen. Dat kan van alles zijn zoals wensen voor voeding, activiteiten, ideeën over het wel of niet vieren van feestdagen. We bespreken deze verschillen met het team en met de ouders. We nemen besluiten in het belang van de kinderen. Soms gaat het belang van de groep voor, soms het belang van een individueel kind. De Berenboot organiseert ieder jaar een zomerfeest. Alle ouders zijn hartelijk welkom en de ouders van de oudercommissie zijn actief betrokken bij de voorbereiding en de uitvoering daarvan. Soms komt een ouder, opa of oma iets doen. Tijdens een kerstviering hadden we ooit een muzikale opa. Hij kwam als ‘Piet Piraat’ bij ons optreden. We bespreken veel met de ouders. Als er zorgen zijn over een kind is dit extra belangrijk. Wanneer een ouder de Nederlandse taal niet goed beheerst, vragen we er zo mogelijk een tolk bij.
20
Kind‐volg‐systeem, overdracht en signaleren Natuurlijk houden we zorgvuldig in de gaten hoe het met de kinderen gaat. Als het nodig is, passen we daar onze manier van omgang met een kind of een groep kinderen op aan. Hiernaast volgen we het welbevinden, de ontwikkeling en het functioneren van de groep met behulp van de methode ‘Kijk op kinderen’. Ook ouders zijn hierbij betrokken. Informatie hierover is te vinden op onze website. Bij de overgang naar de basisschool dragen we relevante informatie over het kind over aan school. Zo kan school vanaf het begin goed inspelen op het kind. De overdracht vindt plaats via een overdrachtsformulier. Deze informatie lichten we in een persoonlijk gesprek of via de telefoon toe. Natuurlijk is er alleen een overdracht na toestemming van de ouders. Soms zijn de ouders zelf ook aanwezig bij het overdrachtsgesprek. In de gemeente Nijmegen en de gemeente Heumen vragen we de ouders om zelf ook een overdrachtsformulier voor school in te vullen. Het komt soms voor dat we ons zorgen maken over de ontwikkeling of gedrag van een kind. In dat geval bespreken we onze zorgen zo snel mogelijk met de ouders. We handelen dan op basis van een stappenplan. Hiervoor hebben we verschillende protocollen onder andere het ‘Signaleringsprotocol’ en, ‘Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld’. Meer informatie vind je op onze website. Pedagogisch medewerkers kunnen, als ze zich zorgen maken over de ontwikkeling en gedrag van een kind, ondersteuning krijgen van een zorgcoördinator. Zij denkt mee met de pedagogisch medewerkers, kan als het zinvol is het kind observeren en daarna bespreken in een multidisciplinair zorgteam. Ook kan ze pedagogisch medewerkers en ouders adviseren over de aanpak of te nemen stappen. Ontwikkeling pedagogische kwaliteit Jaarlijks besteden we extra aandacht aan een van de pedagogische doelen uit de Wet kinderopvang en kwaliteit peuterspeelzalen. Dit doen we door het meten van twee van onze pedagogische uitgangspunten. We hebben enkele pedagogisch medewerkers opgeleid om bij meerdere locaties als ‘aandachtsfunctionaris pedagogiek’ de teams en clustermanager daarbij te ondersteunen. Zij maken aan het begin van het jaar een nulmeting van de pedagogische kwaliteit bij elke groep van de locatie. Op basis van de resultaten voeren zij, samen met het team en de clustermanager, verbeteracties uit. Aan het eind van het jaar volgt een tweede meting om te zien of de gestelde doelen behaald zijn. De afdeling Pedagogiek & Kwaliteit ontwikkelt voortdurend workshops en ‘pedagogisch aanbod voor teams op maat’. Hiermee scholen we pedagogisch medewerkers op specifieke onderwerpen als blijkt uit de meting dat hier extra aandacht voor nodig is. In 2014 meten we het pedagogische doel: emotionele veiligheid. Hierbij gaan we onder andere ritme en structuur op de groepen, de interactie tussen pedagogisch medewerkers en kinderen en het contact met de ouders meten. De clustermanager informeert de oudercommissie over de resultaten van nulmeting (eerste meting), over de actiepunten en de resultaten van de tweede meting aan het eind van het jaar. Via de (digitale) nieuwsbrief brengen we ouders hiervan op de hoogte. Wil je hier meer over weten dan kun je terecht bij de clustermanager. Samenwerking Samenwerking binnen cluster Binnen het cluster ‘de Goffert hoort ook peutergroep en bso De Willem. Op dit moment zijn daar verschillende clustermanagers. Er is wel contact, en zo nodig weten we elkaar te vinden. We hebben contacten met de collega kindercentra. We wisselen praktische en inhoudelijke informatie uit en ‘delen’ elkaars invalkrachten 21
Hoofdstuk 4
Algemene informatie
Plaatsing en interne wachtlijst De afdeling Klantrelaties regelt de plaatsing. Het kan voorkomen dat we je (tijdelijk) andere of minder dagdelen hebben geboden dan je aanvankelijk hebt aangevraagd. Via de interne wachtlijst zal de medewerker van de afdeling Klantrelaties de gewenste dagen of de uitbreiding van dag(del)en inplannen. Mocht je na verloop van tijd op andere dagen of meer opvang nodig hebben dan kun je deze afdeling vragen om je hiervoor in te plannen. Je vult dan via de website online een mutatieformulier in. Als je liever een papieren exemplaar gebruikt dan liggen deze bij de locatie of je download en print het formulier via onze website. Je vult de gewenste dag(del)en in en stuurt het naar het adres dat onderaan op het formulier staat. Flexibele opvang Bij elke locatie kunnen we een beperkt aantal kinderen met een overeenkomst voor flexibele opvang plaatsen. Met een flexibele overeenkomst neem je op wisselende dag(del)en in de maand opvang af. Deze opvang is bedoeld voor ouders met een onregelmatig werkrooster. Je sluit een overeenkomst af met een minimum van gemiddeld één dagdeel per week. Drie weken voor het begin van elke maand lever je een ‘aanvraagformulier flexibele opvang’ in met daarop de dag(del)en van de gewenste opvang aan de hand van je rooster en vervolgens plannen wij op het kinderdagverblijf je kind in. De opvang proberen we zoveel mogelijk in dezelfde stamgroep in te plannen maar we kunnen dit niet helemaal garanderen. Het aanvraagformulier is bij alle locaties beschikbaar maar je kunt het ook downloaden en printen via onze website. Bij te laat inleveren van het formulier vervalt het automatisch recht. Beoordeling vindt dan plaats op basis van beschikbare ruimte/personeel, dezelfde criteria als bij incidentele opvang. Voor meer informatie over een overeenkomst voor flexibele opvang kun je terecht bij de afdeling Klantrelaties. Ruilen van dagen Als je een dag(deel) wilt ruilen dan vul je het formulier ‘ Aanvraag ruilen opvang’ in en geeft dit af bij de pedagogisch medewerker. Dit formulier is beschikbaar bij alle locaties of je kunt het zelf downloaden en printen via onze website. De pedagogisch medewerkers en clustermanager zullen hun uiterste best doen om aan je wens tegemoet te komen. Het kan echter voorkomen dat we door een kort tijdsbestek of hoge bezetting in de stamgroep je wens niet kunnen vervullen. De reden van afwijzing zullen we altijd toelichten. Het antwoord op de aanvraag krijg je van de pedagogisch medewerker. De richtlijnen voor ruilen staan op de achterkant van het aanvraagformulier en op onze website. Aan ruilen zijn geen kosten verbonden. Wij zijn ons ervan bewust dat deze service niet altijd tot tevredenheid kan worden gehonoreerd. Zeker bij de locaties waar de stamgroepen het maximum toegestane aantal kinderen opvangen. We willen ten alle tijden kwaliteit leveren en vanzelfsprekend volgens de wettelijke eisen werken. Wij vragen daarom je begrip wanneer de pedagogisch medewerker of clustermanager niet aan je verzoek kan voldoen. Incidentele opvang Incidentele opvang kun je aanvragen als je een dag(deel) extra nodig hebt, dus méér uren dan vastgelegd in de overeenkomst. Het ‘Aanvraagformulier incidentele opvang’ is bij alle
22
locaties aanwezig maar je kunt het ook downloaden en printen via onze website. Dit ingevulde formulier geef je af bij de pedagogisch medewerker en zij zal je laten weten of het mogelijk is. Als wij je kind extra kunnen opvangen krijg je achteraf een aparte factuur. De kosten hiervoor kun je nakijken op de website op het tariefoverzicht. Soms is het niet mogelijk om je kind in de eigen stamgroep in te plannen voor de extra opvang. Eventueel kijken we of er plaats is in een andere stamgroep maar dan leggen we je de keus voor. Als je er mee akkoord gaat dan zal de vertrouwde pedagogisch medewerker van de ‘eigen’ groep ervoor zorgen dat de benodigde informatie over jouw kind bij de andere groep bekend is. Voorwaarden voor incidentele opvang staan op de achterkant van het aanvraagformulier en op onze website.
Nationale feestdagen Op de website staan de feestdagen waarop het kinderdagverblijf gesloten is. Inventarisatie aanwezige kinderen tijdens vakantieperiodes Ook tijdens vakantieperiodes is je kind van harte welkom. Voorafgaand aan zo’n periode inventariseert het kinderdagverblijf of je kind aanwezig is of niet. De ervaring leert namelijk dat tijdens de zomer‐ en Kerstvakantie vaak minder kinderen aanwezig zijn. Voor deze inventarisatie krijg je ruim van tevoren van ons een brief met het verzoek om aan te geven wanneer je kind er wel en niet zal zijn en de brief weer aan ons retour te geven. Na deze opgave gaan we ervan uit dat je kind dan ook daadwerkelijk komt. Wijzigingen die pas bekend zijn na het invullen van de inventarisatie horen we graag zo snel mogelijk. Heb je buiten je vastgelegde overeenkomst extra opvang nodig tijdens de vakantieperiode, dan kun je incidentele opvang aanvragen. De informatie over welke kinderen wanneer aanwezig zijn hebben wij nodig om: – te zorgen voor een optimale personele bezetting volgens de wettelijke eisen en soms is het gewenst om groepen samen te voegen; – een vakantierooster te maken voor de pedagogisch medewerkers, inclusief de inzet van (vaste) invalkrachten. Uitbreiding, wijziging, vermindering van dagdelen of opzegging Mocht je de dag(del)en waarop je kind gebruik maakt van de opvang willen uitbreiden, wijzigen/verminderen of de plaats helemaal opzeggen dan kan je dit op verschillende manieren doen; – Door een ‘Aanvraag mutaties’ in te vullen en deze opsturen naar het adres dat onder aan het formulier staat. Dit formulier is beschikbaar bij alle locaties en je kunt het desgewenst zelf downloaden en printen via ‘downloads’ op de website. – Door op de website de button ‘geef een wijziging door’ aan te klikken en daar het formulier in te vullen en online te versturen. Als je het aantal dag(del)en wilt verminderen of de hele plaats op wilt zeggen, houdt dan rekening met de opzegtermijn van één maand vanaf de datum van opzegging. Overgang van kinderdagverblijf naar buitenschoolse opvang Vanaf drie jaar kun je je kind inschrijven voor de buitenschoolse opvang. Je krijgt rond de derde verjaardag van je kind een informatiepakket thuisgestuurd over de buitenschoolse opvang met daarbij een inschrijfformulier. Je kunt je kind ook al vóór het derde levensjaar inschrijven maar hij/zij komt daarmee niet eerder op de wachtlijst.
23
Automatisch einde van de opvang De opvang van je kind stopt automatisch in de maand waarin hij/zij vier jaar wordt. Wil je hiervan afwijken, bijvoorbeeld omdat je kind nog niet direct naar de basisschool kan, dan vraag je via e‐mail een ‘verlenging van de plaats’ aan. Deze aanvraag dien je vijf maanden voorafgaand aan de vierde verjaardag van je kind in bij de afdeling Klantrelaties. In alle andere gevallen geldt de opzegtermijn van één maand. Je hebt recht op kinderopvangtoeslag tot en met de dag vóórdat je kind 4 jaar wordt. Op de dag van de 4e verjaardag is er geen opvang meer. Over het recht op kinderopvangtoeslag tijdens een overbruggingsperiode, zoals hierboven genoemd, kun je informatie krijgen bij de afdeling Klantrelaties. Klachten en klantsignalen Als je klachten hebt of niet tevreden bent over bepaalde zaken, dan vinden wij het prettig als je dit aankaart bij één van de pedagogisch medewerkers of de pedagogisch medewerker met wie je een probleem hebt. Lost dit je klacht of probleem niet op dan kun je bij de clustermanager terecht. Kan ook de clustermanager niets voor je doen, dan kun je je klacht schriftelijk neerleggen bij het management. Ook bestaat de mogelijkheid een onafhankelijke externe klachtencommissie te raadplegen. Jouw klacht behandelen we volgens een vastgesteld reglement dat is beschreven in de folder ‘Een klacht is voor ons een kans’. Deze folder ligt bij elke locatie en is te lezen op onze website. Natuurlijk hopen wij dat we bij klachten of problemen via een gesprek er samen met je uit kunnen komen. Complimenten, wensen en kritiek We verzamelen actief alle signalen die ouders geven over verschillende onderwerpen. Deze signalen bespreken we zowel in het teamoverleg als in het managementoverleg. Daar waar nodig en mogelijk, op basis van deze klantsignalen, verbeteren we onze dienstverlening in de breedste zin van het woord. Signalen van ouders, zowel kritiek als complimenten, gaan zo niet verloren. Op onze website staat een formulier waar je je wens, compliment of kritiek kunt melden. Omgaan met privacygevoelige informatie De Wet bescherming persoonsgegevens schrijft voor hoe wij moeten omgaan met privacygevoelige informatie. Dat betekent onder andere dat we bij het kinderdagverblijf informatie over kinderen en ouders in een afgesloten kast bewaren. HKZ gecertificeerd We zijn voortdurend bezig met de kwaliteit van onze dienstverlening. Dit komt onder andere tot uiting in het feit dat de kinderdagverblijven (nadat zij één jaar open én gecontroleerd zijn) het HKZ keurmerk hebben. HKZ staat voor Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector. Het HKZ keurmerk laat zien dat een organisatie een goed kwaliteitsmanagementsysteem heeft. Dit betekent dat we het werk zodanig georganiseerd hebben dat aan alle voorwaarden is voldaan om optimale zorg te kunnen leveren aan de kinderen en hun ouders. De eisen die HKZ aan het kwaliteitsmanagementsysteem stelt, zijn tot stand gekomen in overleg met diverse partijen uit de kinderopvangbranche. Om het keurmerk te kunnen behalen hebben we onder meer onze werkprocessen beschreven in een digitaal kwaliteitshandboek, zijn de taken en verantwoordelijkheden vastgelegd, zijn afspraken gemaakt en richtlijnen opgesteld hoe we in bepaalde situaties moeten handelen. Dit geeft ons duidelijkheid in ons werk en voorkomt het maken van fouten. Meer informatie over het HKZ keurmerk vind je in de folder ‘Altijd opvang. Altijd in de buurt. Altijd goed.’ die bij alle locaties ligt en te lezen is op onze website.
24