Orthopedie Onderzoek
Kijkoperatie van de heup
www.catharinaziekenhuis.nl
Patiëntenvoorlichting
[email protected] Ort/kijkoperatie van de heup/21-02-2010 2
Inhoud Bouw van de heup Waarom een kijkoperatie? De operatie De opname Mogelijke complicaties en risico’s Leefregels na de operatie Wanneer moet u contact opnemen? Tot slot Ruimte voor uw vragen en aantekeningen
4 5 6 7 8 9 9 10 11
3
Onderzoek
Kijkoperatie van de heup U heeft klachten aan uw heup. De orthopeed heeft voorgesteld om een kijkoperatie (artroscopie) van uw heup te doen, om de oorzaak van uw klachten vast te stellen. Bij deze kijkoperatie wordt de binnenkant van uw heupgewricht bekeken. Ook kunnen sommige gevonden afwijkingen tijdens deze ingreep worden verholpen, zoals het verwijderen van botsplinters of los kraakbeen. Artroscopie is Grieks en betekent letterlijk kijken (scopie) in een gewricht (artros). In deze folder vindt u meer informatie de bouw van de heup, hoe en waarom een artroscopie wordt gedaan, voorbereiding op de ingreep en de nazorg. Bouw van de heup Een heup wordt gevormd door een dijbeenbot en het bekken. Het dijbeenbot (femur) heeft een ronde kop (femurkop) die in de heupkom van het bekken past. Dit heet het heupgewricht. De kop en de kom zijn bekleed met kraakbeen. Kraakbeen is glad en soepel en vormt zo een glijdende laag. Rond het heupgewricht zit een zeer stevig gewrichtskapsel. Dit zorgt ervoor dat de kop in de kom blijft. Aan de binnenkant van het kapsel bevindt zich een dun laagje slijmvlies dat het gewrichtsvocht produceert en het gewricht voedt. 4
Rond de heupkom ligt het een ring van bindweefselachtig kraakbeen (labrum). Deze kraakbeenring ligt rondom de rand van de kom en maakt zo
de kom van de heup nog wat dieper. De ring gaat over in het heupkapsel.
Rond het heupgewricht bevinden zich vele spieren. Naast het bewegen van het been dragen deze bij aan de stabiliteit van het gewricht. De heup is een kogelgewricht dat beweeglijkheid in alle richtingen toelaat.
Waarom een kijkoperatie? De gewrichtsdelen van de heup kunnen beschadigd raken door een ongeval of een ziekte. De orthopeed kan een deel van deze beschadigingen vaststellen door lichamelijk onderzoek, röntgenfoto’s of het maken van een MRI-scan. Als dit niet voldoende is om vast te stellen wat er aan de hand is, wordt een artroscopie gedaan. Hierbij kan de orthopeed de oorzaak van uw klachten preciezer vaststellen en hier tegelijkertijd iets
aan doen. Tijdens de artroscopie kan de orthopeed de verschillende gewrichtsonderdelen beoordelen maar niet alle kanten van het heupgewricht zijn te zien. Bij de volgende klachten kan een kijkoperatie van de heup worden gedaan: • pijn in de lies of blijvende klachten van de heup na een ongeval; • een knappend gevoel bij het be wegen, ‘clicks’ genoemd; • blokkeren van het heupgewricht; • minder bewegingsmogelijkheid van het gewricht; De meest voorkomende oorzaken van deze klachten zijn: • losse stukjes bot in het gewricht, een gewrichtmuis genoemd; • flappen kraakbeen die tijdens het bewegen klem komen te zitten in het gewricht; • beschadigingen van de kraakbenige rand van het heupgewricht;
Losliggende stukjes bot of kraakbeen Het kraakbeen is normaal een gladde laag, door slijtage of door een ongeval kunnen er barsten in deze laag ontstaan. Hierdoor kunnen kleine stukjes afbreken en gaan rondzweven in het gewricht. Deze stukjes kunnen pijn en blokkade van het gewricht veroorzaken. De arts kan losliggende stukjes bot of kraakbeen tijdens de 5
kijkoperatie uit het gewricht verwijderen.
Scheur in de kraakbeenring De kraakbeenring (labrum) rond de rand van de heupkom kan scheuren, door een ongeval of slijtage. Dit geeft dan een pijnlijke ‘klik’ in de heup. Hierdoor kan de heup vroegtijdig, of extra slijten. De orthopeed kan tijdens een kijkoperatie de scheur hechten, of de ring verwijderen.
Ontsteking van het heupkapsel Het kapsel van de heup kan ontstoken en geïrriteerd raken, zoals bij reuma. Dit geeft pijn en minder beweeglijkheid van de heup. De arts kan een deel van het geïrriteerde kapsel tijdens een kijkoperatie verwijderen. Ook kan een stukje weefsel worden weggenomen voor onderzoek naar bijvoorbeeld reuma.
De operatie Een kijkoperatie van de heup gebeurt onder algehele verdoving (narcose). De operatie vindt plaats op een speciale operatietafel en met behulp van röntgendoorlichting. Bij de arthroscopie kijkt de orthopeed met een dunne buis (scoop) in de heup. De arthroscoop heeft een doorsnede van 4mm en bevat een zeer kleine camera met licht. Het beeld dat de camera maakt, verschijnt op een monitor. Zo kan de orthopedisch chirurg in het gewricht kijken. De operatie wordt uitgevoerd via 2 of 3 kleine sneetjes zo groot als een knoopsgat. Via een sneetje gaat de kijkbuis (artroscoop) naar binnen. Via de andere sneetjes brengt de orthopeed instrumenten in zoals haakjes en schaartjes, om bijvoorbeeld losse stukjes bot te verwijderen.
Slijtage van de heup In het beginstadium van heupslijtage (artrose) kan de orthopeed het kraakbeen van de heup tijdens een kijkoperatie bijwerken, net als bij een versleten knie. Dit kan (tijdelijk) een verbetering van de klachten geven en het plaatsen van een kunstheup mogelijk uitstellen.
6
Pre-operatieve screening Voordat u wordt opgenomen wordt u voor onderzoek van uw algemene gezondheid doorverwezen naar de polikliniek pre-operatieve screening (PPOS, 1e etage, route 30). Hiervoor is geen afspraak nodig en dit kunt u meestal ook dezelfde dag doen. Op deze polikliniek moet u een vragenlijst over uw medische geschiedenis invullen. Een arts stelt u aanvullende vragen over bijvoorbeeld uw gezond-
heid, medicijngebruik, allergieën, doorgemaakte ziekten en eerdere operaties. Als er iets niet helemaal duidelijk is, of u heeft aanvullende vragen, vraag het dan gerust. Ook worden afspraken met u gemaakt voor eventuele aanvullende onderzoeken, zoals een ECG (hartfilmpje), bloedonderzoek en soms röntgenfoto’s van de longen. Het is ook mogelijk dat u op advies van de arts wordt doorverwezen naar de internist, cardioloog of longarts voor verder onderzoek. Dit is afhankelijk van uw leeftijd en medische geschiedenis.
De opname Voor deze operatie wordt u opgenomen op de afdeling Kortverblijf en Dagverpleging. Meestal kunt u dezelfde dag naar huis. Meer informatie over een opname vindt u in het boekje ‘Opnamewijzer’.
Voorbereiding De onderstaande voorbereidingen zijn belangrijk voor een goed verloop van uw operatie: • Op de dag van de operatie komt u nuchter naar het ziekenhuis. Nuchter betekent dat u vanaf 24.00 uur de avond ervóór niets meer mag eten, drinken of roken. • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen? Bespreek dit dan vóór
uw opname met uw behandelend arts en/of de anesthesist. Deze medicijnen kunnen tijdens en na de operatie meer bloedverlies geven. • Na de operatie mag u zelf geen auto besturen. Regel daarom liefst van te voren dat iemand u kan komen ophalen. • De verpleging onthaart het operatiegebied als dit nodig is ter voorbereiding op uw operatie. Doe dit niet zelf van tevoren! Dit kan wondjes of uitslag veroorzaken en een reden zijn om u niet te kunnen opereren. • Als u na de operatie gebruik moet maken van krukken, hoort u dat van de orthopeed. U kunt de krukken, op vertoon van een geldig legitimatiebewijs lenen bij een thuiszorgwinkel. Neem de krukken mee op de dag van uw opname.
De operatie Voordat u naar de operatiekamer gaat, krijgt u op de verpleegafdeling voorbereidende middelen (premedicatie) voor de narcose. Tijdens de operatie draagt u een operatiejasje dat u op de afdeling alvast aantrekt. Een verpleegkundige brengt u naar de voorbereidingsruimte van de operatieafdeling. Op de operatiekamer krijgt u een infuus in de arm waardoor medicamen7
ten gegeven kunnen worden. Ook wordt bewakingsapparatuur aangesloten, waardoor uw lichaamsfuncties zoals bloeddruk, hart en ademhaling tijdens de operatie goed in de gaten gehouden kunnen.
Na de operatie Na de ingreep blijft u in de uitslaapruimte (verkoeverkamer) van de operatieafdeling tot u goed wakker bent en alle controles (van onder andere bloeddruk, hartslag, ademhaling en pijn) goed zijn. Een verpleegkundige haalt u weer op en brengt u weer terug naar de afdeling. De verpleegkundigen controleren regelmatig uw hartslag, bloeddruk en de wondjes. Na de operatie kunt u pijn hebben en misselijk zijn. Vertel het de verpleegkundigen als u hier last van heeft. Zij kunnen u hiervoor de juiste medicijnen geven. Na de operatie heeft u een infuus in uw arm. Het infuus zorgt ervoor dat u voldoende vocht krijgt. Een verpleegkundige verwijdert het infuus in de loop van de dag/avond, als u zelf weer kunt eten en drinken en uw bloeddruk en dergelijke zijn onder controle. Meestal kunt u aan het einde van de middag of tegen de avond weer naar huis.
8
Mogelijke complicaties en risico’s Zoals bij elke operatie bestaat ook bij een kijkoperatie van de heup het risico dat een infectie of nabloeding . Deze kans is erg klein. U krijgt tijdens de operatie mogelijk antibiotica om een infectie te voorkomen.
Zenuwbeschadiging Bij deze operatie kan een huidzenuw beschadigd raken omdat er sneden in de huid worden gemaakt. Dit geeft een doof gevoel in een gedeelte van de huid van de schaamlip bij vrouwen en het scrotum bij mannen. Deze klachten zijn meestal van tijdelijke aard en verdwijnen in de loop van de tijd meestal vanzelf. Tijdens de ingreep wordt aan het te opereren been getrokken, om ruimte te maken in het gewricht. Hierdoor kunnen de zenuwen in dat gebied tijdelijk minder goed werken. Dit kan wat krachtsvermindering in het bovenbeen en/of gevoelsstoornissen in de lies veroorzaken. Bij mannen kan dit een voorbijgaande erectiestoornis geven
Leefregels na de operatie Het is belangrijk dat u zich na de operatie aan de onderstaande leefregels houdt:
Verzorging van de wond • De pleister mag u de vijfde dag na de operatie zelf verwijderen. Een nieuwe pleister is alleen nodig als de wondjes nog doorlekken. • U mag pas douchen of baden nadat de hechtingen verwijderd zijn. Dit gebeurt tijdens de eerste controle op de polikliniek, twee weken na de operatie.
Belasting van de heup Hoeveel u mag lopen is afhankelijk van de ingreep. De Orthopeed bespreekt dit met u op de afdeling, voordat u naar huis gaat.
Gebruik krukken Gebruik uw krukken minimaal 2 weken, tenzij uw arts dit anders voorschrijft.
Fietsen en autorijden We raden u aan de eerste twee weken niet te fietsen of zelf auto te rijden. Overleg hierover met de orthopeed. Dit is namelijk afhankelijk van wat er tijdens de ingreep is gebeurd.
Pijn De anesthesioloog heeft u pijnstillende medicijnen voorgeschreven, voor ná de operatie. Deze krijgt u mee van de afdeling Kortverblijf en Dagverpleging. We adviseren u om deze medicijnen de eerste en tweede dag thuis, op vaste tijden in te nemen. Daarna kunt u de pijnstilling afbouwen afhankelijk van de pijn. Hiervoor kunt u paracetamol gebruiken, die u zelf in huis moet halen. De gebruikelijke dosering voor volwassenen is 3x daags 1000 mg. Als het nodig is mag u 1000 mg per dag extra innemen, zodat de maximale dosering voor volwassenen 4000 mg per dag is.
Sporten, werk en andere activiteiten Overleg met uw orthopeed wanneer het weer verantwoord is om te werken, sporten of andere lichamelijke activiteiten te doen. Dit is ook weer afhankelijk van de ingreep die bij u is gedaan, het werk en de sport die u doet en het (eventuele) ongemak dat u nog van de ingreep heeft.
Wanneer moet u contact opnemen? U dient contact op te nemen met de polikliniek Orthopedie, als een van de onderstaande problemen ontstaan. In overleg met uw behandelend arts 9
wordt dan bekeken wat er eventueel moet gebeuren: • als de wond ernstig gaat nabloeden (lekken) • als de wond rood of dik wordt; • als uw heup of onderbeen dik wordt en/of meer pijn gaat doen; • als u niet meer op het geopereerde been kunt staan, terwijl dit van tevoren wel goed mogelijk was; • als u temperatuur verhoging krijgt boven de 38 graden en zich daarbij niet goed voelt; U kunt de polikliniek Orthopedie bereiken tijdens kantooruren. Daarbuiten moet u in bovenstaande gevallen contact opnemen met de afdeling Spoedeisende Hulp.
Controle Na twee weken komt u terug op het poliklinisch spreekuur bij de nurse practitioner of arts assistent. Deze controleert de wond, verwijdert de hechtingen en neemt de operatie en nabehandeling met u door. Na 6 weken komt u bij uw behandelend orthopeed op controle.
Tot slot Hebt u na het lezen van deze folder nog vragen? Aarzel dan niet om te bellen naar de receptie van de polikliniek Orthopedie. Dit nummer kunt 10
u eveneens (tijdig) bellen als u om dringende redenen uw afspraak niet kunt nakomen. Voor verdere informatie kunt u ook de volgende websites bekijken: • www.cze.nl • www.orthopaedie.nl Belangrijke telefoonnummers: • Polikliniek Orthopedie 040-239 7180 • Afdeling Spoedeisende Hulp 040-238 9600
Ruimte voor uw vragen en aantekeningen
11
Michelangelolaan 2 – 5623 EJ Eindhoven Postbus 1350 – 5602 ZA Eindhoven