Geschiedenis
2012
3 6 9 13 17 20 25 26 29 31 32 34
Intro Kiezen voor Geschiedenis Opbouw En verder (studeren) ... Studieprogramma Inhoud vakken eerste jaar Weekschema eerste jaar Studieondersteuning Gewikt en gewogen Aan het werk Nog meer info Stadsplan
Kiezen voor geschiedenis
G
eschiedenis blijft het goed doen bij het grote publiek. Historische films zijn populair, geschiedenisboeken worden vaak bestsellers, geschiedkundige televisieprogramma’s halen hoge kijkcijfers. Elk jaar openen nieuwe musea over ons verleden, thematentoonstellingen doen het zeer goed. Bijna elke gemeente heeft haar geschiedkundige kring, lezingen en colloquia trekken vaak veel volk, genealogie en familiekunde zijn immer populair.
www.flwi.UGent.be/onderwijs
Geschiedenis, een wetenschap Voor wie het verleden op een kritische manier wil bevragen en er bijvoorbeeld meer wil uit leren dan lange waslijsten data, feiten en namen, is een wetenschappelijke opleiding in de geschiedenis de aangewezen keuze. Je leert er niet alleen waar en met welke middelen je historische bronnen kan opsporen, je leert het bronnenmateriaal ook op een kritische manier te beoordelen. Samen met de kritiek van de bronnen (heuristiek) leert de geschiedenisstudent de juiste vragen te stellen (wat wil ik weten?) en de juiste methodes te gebruiken (hoe krijg ik de bronnen aan de praat?) om hierna de vrijgekomen informatie te analyseren, te synthetiseren en te evalueren.
De informatie in deze brochure is gebaseerd op de gegevens uit de UGent-studiegids 2011-2012.
Gedrukt met vegetale inkten op FSC-papier
Grafisch ontwerp: www.blauwepeer.be - opmaak: www.johnnybekaert.be - druk en afwerking: www.pureprint.be
en met elektriciteit voor 100 % opgewekt
Fotografie: http://studio-edelweiss.be
uit duurzame CO2-neutrale bronnen.
Durf Denken: dat is het credo van de Universiteit Gent. Kritische en onafhankelijke breinen studeren, onderzoeken, werken aan de Universiteit Gent. Ieder jaar dragen we deze boodschap uit via een creatieve en onderscheidende campagne. Ieder jaar roepen we onszelf en de buitenwereld op om mee te durven denken.
3
Wat belangrijk is bij je studiekeuze is dat je je goed informeert over welke vakken je precies allemaal krijgt, wat de mogelijkheden zijn in het tweede en derde jaar, wat de ‘filosofie’ is van de opleiding en dergelijke. Verschillende brochures, aangeboden tijdens infodagen, en websites (zoals die van de UGent met de studiegids) helpen je hierin al een heel eind op weg. Wietse, masterstudent
4
Wereldvreemd? Met een historische opleiding verwerf je inzicht in het grote verhaal van de menselijke beschaving. Hier is niets wereldvreemds aan. De historicus of historica tracht de vraagstukken van de menselijke samenleving in haar ontstaan, ontwikkeling en samenhang te reconstrueren en beantwoorden. Kennis van verleden en heden gaan altijd samen. Mens en samenleving worden maar begrepen door vroegere en huidige processen en gebeurtenissen met elkaar te verbinden. Daarom is de geschiedenis de sociale wetenschap bij uitstek, niet alleen van het verleden, maar ook van het heden.
Nieuwsgierig en kritisch De geschiedenisopleiding is een academische opleiding en wil daarom historici opleiden met een onderzoeksgerichte attitude en een brede blik op de wereld. De afgestudeerde historicus/a beschikt niet alleen over een goede kennis van de humane en sociale wetenschappen en van de geschiedenis, en over een kritisch inzicht in maatschappelijke processen en structuren. Hij of zij heeft eveneens een wetenschappelijk-kritische houding tegenover het verleden en het heden, kan op zelfstandige basis historisch onderzoek verrichten, kan de resultaten van wetenschappelijk onderzoek (schriftelijk en mondeling) voorstellen aan een breed publiek en kan deelnemen aan het hedendaags maatschappelijk debat.
Opbouw
D
e opleiding tot Bachelor en Master in de geschiedenis wordt georganiseerd door de faculteit Letteren en Wijsbegeerte en duurt vier jaar. Het studieprogramma is opgebouwd rond twee cycli, de bachelor (drie jaar) en de master (één jaar), eventueel aangevuld met een extra master. De opleiding heeft een aanvraag ingediend om de master van 60 studiepunten (één jaar) uit te breiden tot 120 studiepunten (twee jaar). Als die aanvraag wordt goedgekeurd, zullen de studenten die zich inschrijven in de corresponderende bachelor, doorstromen naar de tweejarige master (geldt voor alle Vlaamse universiteiten).
Bachelor Tijdens de drie jaren van de bachelor geschiedenis krijgen de studenten drie soorten vakken: -- kennis- en inzichtsvakken (overzichten van periodes en van de grote themata in de geschiedenis); -- historische praktijkvakken (begeleide ‘oefeningen’ waarin geleerd wordt zelfstandig onderzoek op te zetten en uit te voeren); -- inleidingen in de humane en sociale wetenschappen (niet-historische vakken). De opleiding is een combinatie van hoorcolleges, werkcolleges en begeleide zelfwerkzaamheid. Naarmate de opleiding vordert, worden hoorcolleges afgebouwd en neemt het belang van werkcolleges en eigen onderzoeksinspanningen toe. De zelfstandige ‘historische oefeningen’ zijn hiervan een bekroning.
Dieper graven In deze brochure ligt de nadruk op de bacheloropleiding en op het eerste jaar van die bachelor in het bijzonder. Een vlotte start is immers cruciaal. Het eerste jaar van een universitaire opleiding is echter vaak vrij algemeen en de vakspecialisatie gebeurt pas in de daaropvolgende bachelorjaren of in de master. Het is daarom ook altijd interessant om het vakkenpakket van de verdere jaren grondig te bekijken. Dat kan via de website www.opleidingen.UGent.be (in de rechterkolom kun je naar de opleiding van je keuze gaan en kijken wat elk vak inhoudt). Net die vakken zullen het gezicht van je opleiding bepalen en geven een beeld van wat je later écht te wachten staat.
5
1ste jaar bachelor
BACHELOR 180 studiepunten
2de jaar bachelor
3de jaar bachelor
MASTER-NA-MASTER -- archivistiek: erfgoed- en hedendaags documentbeheer -- literatuurwetenschappen -- theaterwetenschappen -- meertalige bedrijfs communicatie -- Linguistics -- Conflict and Development e.a.
6
>> Een minortraject
MASTER 60 studiepunten
vast pakket basisvakken
KEUZEVAKKEN op basis van chronologie / regio / thema MINOR archeologie, de klassieke traditie, economie en bedrijfskunde, kunstwetenschappen, politieke en sociale wetenschappen, recht of een andere minor na goedkeuring van de faculteit
master
specialisatie op basis van chronologie / regio / thema
Specifieke lerarenopleiding
Doctoraat
Postgraduaatsopleidingen
Permanente vorming
ANDERE MASTERS Via verkorte bachelor -- wijsbegeerte -- moraalwetenschappen
Via voorbereidingsprogramma -- Taal- en letterkunde: N/E/F/D/Lat/Scan/Gr (na minor in één van die talen) -- vergelijkende moderne letterkunde -- historische taal- en letterkunde -- kunstwetenschappen -- archeologie -- geografie -- sociologie -- politieke wetenschappen -- EU-studies -- communicatiewetenschappen -- rechten (na minor recht) -- algemene economie -- bedrijfseconomie -- stedenbouw en ruimtelijke planning (na master) e.a.
De student volgt in de bacheloropleiding naast de ‘major’ geschiedenis een bijkomend traject, de zogenaamde ‘minor’. Een minor is een coherente groep van opleidingsonderdelen uit een andere discipline, die als verbreding van de eigen opleiding beschouwd kan worden. De meeste problemen in onze samenleving zijn immers zo complex geworden dat ze niet meer door één vakspecialist kunnen worden opgelost, maar veeleer door een interdisciplinair team. Als nieuwe generaties afgestudeerden in de toekomst goed gewapend willen zijn om interdisciplinair te werken en met die complexe realiteit te kunnen omgaan, dan is het noodzakelijk dat ze zich tijdens hun opleiding niet alleen verdiepen in hun eigen studiegebied, maar dat ze ook oog krijgen voor één of meerdere aangrenzende vakgebieden. De bacheloropleiding in de geschiedenis biedt een minor aan van 30 studiepunten, waarvan 15 in het tweede jaar worden opgenomen en 15 in het derde jaar. Dankzij dit minortraject kan de bachelor of master geschiedenis met een verkort traject ook instromen in een andere masteropleiding. De student kan kiezen uit de volgende preferentiële minors: kunstwetenschappen, archeologie, politieke en sociale wetenschappen, de klassieke traditie, recht, economie en bedrijfskunde.
De opleiding geschiedenis geeft je een brede basis. Je leert uit een massa informatie de essentie te halen en informatie te verzamelen en te synthetiseren. Je hebt ook een grote vrijheid (vanaf het tweede jaar) om zelf vakken te kiezen. Dunja, 2de jaar bachelor
De preferentiële minors werden geselecteerd op basis van hun meerwaarde voor de hoofdopleiding. Bovendien krijg je bij de preferentiële minors de garantie dat die perfect aansluiten op het studieprogramma. Er is echter ook de mogelijkheid om af te wijken van de preferentiële minors en een andere keuze te maken uit de uitgebreide lijst van minors in de faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Dit moet vooraf met de trajectbegeleider van de faculteit besproken worden. Meer informatie is te vinden op www.flwi.UGent.be/minors.
7
Internationalisering
>> Eerste jaar bachelor In het eerste jaar bachelor volgen de studenten vijf algemene vakken. Dit zijn inleidingen op enkele essentiële menswetenschappen ( Wijsbegeerte, Kunst en Literatuur) en twee historische basisvakken (Historische Kritiek en Wereldgeschiedenis). Daarnaast worden zes algemene historische introducties gedoceerd: vijf periodegebonden vakken (Pre-en Protohistorie of Geschiedenis van het Oude Nabije Oosten, Klassieke Oudheid, Middeleeuwen, Vroegmoderne Tijd en Moderne en Hedendaagse Tijd), een regiogebonden vak (Geschiedenis van België) en een thematisch vak (Ecologische Geschiedenis). In het vak Historische Praktijk 1 krijgen de studenten algemene en periodegebonden inleidingen op de geschiedbeoefening. Hierin leren ze stap voor stap zelfstandig en kritisch te werken. Die praktijkopleiding wordt aangevuld met een eerste oefening.
Het eerste jaar is bijzonder goed verlopen, veel beter dan verwacht zelfs. In het begin is het heel moeilijk in te schatten hoeveel je precies moet studeren, hoe de vragen gesteld zullen worden, hoe streng er verbeterd wordt ... De professoren helpen je hier wel bij door voorbeeldvragen te geven. Volgens mij is het belangrijk ervoor te zorgen dat je steeds de structuur van je cursus goed doorhebt en verbanden kan leggen. Het is beter van je hele cursus de grote lijnen te kennen dan alle details te studeren en dan niet klaar te geraken. Zorg er ook voor dat je tijdens het academiejaar reeds al je cursussen grondig hebt doorgenomen. Door herhaling heb je immers de grootste kans op succes. De moeilijkste vakken van het eerste jaar vond ik pre- en protohistorie en historische kritiek. Voor die vakken is er toch wat blokwerk vereist.
In alle opleidingen bestaan er samenwerkingsprogramma’s met partneruniversiteiten. Een deel van je studietijd doorbrengen aan een buitenlandse universiteit is een unieke kans. Het bekendste uitwisselingsprogramma is wellicht ‘Erasmus’ waarbij beurzen ter beschikking worden gesteld binnen de Europese Unie. Soms kan je al vanaf het derde bachelorjaar een semester of een jaar ‘op Erasmus gaan’. De studieperiodes worden integraal in rekening gebracht voor je normale studieloopbaan zodat je geen studievertraging oploopt. Op die manier geef je een extra dimensie aan je studie en behaal je een Vlaams diploma met Europese allure. Een aantal opleidingen voorziet ook uitwisselingen buiten Europa en buitenlandse stages behoren eveneens tot de mogelijkheden.
Tina, 3de jaar bachelor
9
Of Arts… Om de internationale herkenbaarheid te vergroten, luidt de officiële titel op het diploma ‘Bachelor/Master of Arts in de geschiedenis’.
Masterproef De master eindigt met een master proef. Het is een persoonlijk wetenschappelijk werk over een onderwerp naar keuze. Die keuze gebeurt in overleg met de promotor, dat is de professor die het werk begeleidt, samen met de wetenschappelijke staf. Het is de zelfstandige uitwerking van een wetenschappelijk onderwerp en houdt een zekere verdere specialisatie in, een element waarnaar tijdens een sollicitatie dikwijls wordt gevraagd. De masterproef is een belangrijk en omvangrijk onderdeel van de masteropleiding.
10
>> Tweede jaar bachelor In het tweede jaar volgt nog één regiogebonden overzichtsvak (Geschiedenis van de Nederlanden). De nadruk ligt op de historische methodes en paleografie, op de heuristiek en op een keuze van twee historische oefeningen (Historische Praktijk 2). Daarnaast kiest de student een minortraject voor 15 studiepunten (zie hoger).
>> Derde jaar bachelor In het laatste jaar bachelor ligt de klemtoon op de thematische analyse (Economische geschiedenis, Sociaal-politieke geschiedenis, Cultuurgeschiedenis, Mondiale processen). Daarnaast wordt de historiografie kritisch ontleed, wordt de methodologische opleiding en het minortraject afgerond (nog eens 15 studiepunten). De kroon op de bacheloropleiding is de ‘onderzoekspaper’ (Historische Praktijk 3), waarin de student onder begeleiding van een promotor op een zelfstandige wijze een individueel onderzoeksproject uitwerkt. Hier komen de verworven competenties (kennis, inzicht, vraagstelling, bronnenkritiek, methoden, analyse, synthese) samen.
Master De echte vakspecialisatie gebeurt in de masteropleiding. De student kiest voor een onderzoeksproject in een bepaalde periode (bv. middeleeuwen), in een bepaald thema (bv. stadsgeschiedenis) of in een bepaalde regio (bv. geschiedenis van Afrika). De opleiding is geconcentreerd rond de masterproef, het zelfstandig afstudeerwerk. Vakken en werkcolleges sluiten aan bij de gekozen invalshoek.
En verder (studeren) ... Niet-aansluitende master Na het afronden van een bacheloropleiding volgen de meeste studenten de rechtstreeks aansluitende master. Het is nog steeds de meest voor de hand liggende keuze. Een spoorwissel is echter ook mogelijk … Een aantal bachelordiploma’s kan doorstromen naar een masteropleiding in een ander (min of meer aanverwant) studiedomein. In sommige gevallen kan je onmiddellijk naar die master. Je kan de overstap soms ook voorbereiden door bv. in de bachelor een verbredende minor te kiezen. Kies je voor een vakgebied dat minder nauw aanleunt bij je bachelor, dan zal je je kennisniveau moeten bijwerken via een voorbereidingsprogramma. Op die manier verwerf je een brede waaier aan competenties en ben je goed gewapend om interdisciplinair te werken binnen onze complexe samenleving.
Master-na-master Wie al een masteropleiding achter de rug heeft en de opgedane kennis nog wil verbreden of verdiepen, kan kiezen voor een master-na-masteropleiding (ManaMa). Je kan die onmiddellijk na het afstuderen volgen of later. Een ManaMa bestaat doorgaans uit 60 studiepunten en wordt vaak al gecombineerd met een eerste job. Een master na master (ManaMa) eindigt net als een initiële master (ManaBa) met een masterproef.
11
Specifieke Lerarenopleiding De specifieke lerarenopleiding (SLO) leidt tot het diploma van leraar. Het diploma geeft officiële onderwijs bevoegdheid voor de tweede en de derde graad van het secundair onderwijs. De opleiding legt echter ook een basis voor een ruimere educatieve vorming met het oog op een lesopdracht in het hoger onderwijs (profes sionele bachelors). Met dat diploma kan je ook opleidingen geven in bedrijven en andere educatieve sectoren. De opleiding steunt op algemeen pedagogisch-didactisch gerichte cursussen en op de vakdidactiek van de eigen studierichting. Studenten leren er de begrippen, redeneringen en processen uit het eigen vakgebied vertalen naar leerlingen toe. De opleiding heeft een studieomvang van 60 studiepunten, waarvan 30 studiepunten theorie en 30 studiepunten praktijk.
In het schema bij de rubriek ‘Opbouw’ vind je een paar voorbeelden van specifieke vervolgopleidingen.
Sommige masteropleidingen (van minstens 120 studiepunten) voorzien in hun structuur de mogelijkheid om tot 30 studiepunten van het theoretische gedeelte op te nemen. De praktijk bestaat uit stage: dat kan een klassieke stage zijn (oefeningen en stage in scholen) of een (betaalde) ingroei- of LIO (Leraar-In-Opleiding)-baan.
Doctoraat Doctoreren is een doorgedreven vorm van specialisatie rond een bepaald onderwerp in een bepaald onderzoeksdomein. Na een intensieve periode van origineel wetenschappelijk onderzoek schrijf je de resultaten neer in een proefschrift dat je verdedigt voor de examenjury. Na slagen krijg je de titel van doctor. Het is de hoogste graad die kan worden uitgereikt door een Vlaamse universiteit. Basisvoorwaarde is uiteraard een diepgaande interesse voor een bepaald vakgebied, gekoppeld aan een brede maatschappelijke belangstelling én de bereidheid om je een aantal jaren in te zetten voor vernieuwend wetenschappelijk onderzoek.
12
13
De meeste doctorandi zijn in die periode tewerkgesteld aan de universiteit als wetenschappelijk medewerker of in het kader van één of ander onderzoeksproject. Een hoge graad van expertise en de gepaste omkadering zijn alvast aanwezig. Een doctoraatstitel kan een belangrijke troef zijn voor leidinggevende en creatieve (research)functies, niet in het minst door de internationale ervaring die de doctoraatsstudent opbouwt. De titel van doctor is ook een voorwaarde voor wie een academische carrière binnen de universiteit of een andere wetenschappelijke instelling ambieert.
Postgraduaat Een aantal opleidingstrajecten voorziet een verdere professionele vorming na het voltooien van een bachelor- of masteropleiding. Die postgraduaatsopleidingen verdiepen of verbreden een aantal competenties en omvatten ten minste 20 studiepunten. Na afloop van een postgraduaatsopleiding krijg je een postgraduaatsgetuigschrift of bv. een diploma met bepaalde beroepstitel.
Permanente vorming Alle opleidingsprogramma’s die niet leiden tot een formeel diploma zijn gebundeld onder de term ‘permanente vorming’. De programma’s zijn zeer uiteenlopend qua omvang en duur. Ook de toelatingsvoorwaarden zijn erg verschillend afhankelijk van de opleiding.
1ste jaar Bachelor geschiedenis OPLEIDINGSONDERDEEL
SP
SEM
GEMEENSCHAPPELIJKE VAKKEN Overzicht van de historische kritiek
3
1
Inleiding tot de wereldgeschiedenis
3
2
Historisch overzicht van de wijsbegeerte
3
1
Inleiding tot de voornaamste moderne literaturen
3
1
Visuele cultuur: Kunst in historische context
3
2
OPLEIDINGSSPECIFIEKE VAKKEN Geschiedenis van de Klassieke Oudheid
5
2
Geschiedenis van de Middeleeuwen
5
2
Geschiedenis van de vroegmoderne tijd
5
1
Geschiedenis van de moderne en hedendaagse tijd
5
2
- Pre- en protohistorie
5
1
- Geschiedenis van het Oude Nabije Oosten
5
1
Geschiedenis van België
5
2
Ecologische geschiedenis
5
1
Historische praktijk 1: algemene inleiding tot de geschiedbeoefening
5
1
5
J
Eén vak te kiezen uit:
Eén ‘oefening’ te kiezen uit: Historische praktijk 1:
Semestersysteem Alle opleidingen zijn georganiseerd volgens het semestersysteem. Dat wil zeggen dat het academiejaar opgesplitst is in twee semesters. Het is een stimulans om regelmatig te werken vanaf het begin van het academiejaar. Elk semester eindigt met de examens over de vakken van dat semester. Zo krijg je al halfweg het academiejaar feedback over je vorderingen, je manier van werken enz. Een heel beperkt aantal vakken wordt nog gedoceerd over de twee semesters heen (jaarvakken). Meestal gaat het dan om zgn. integratievakken zoals masterproef, projecten, seminariewerken … Studiepunten Studiepunten (sp) verwijzen naar de omvang van een vak/opleiding. Elk ‘jaar’ bestaat uit 60 sp verdeeld over de verschillende vakken. Bij het bepalen van het aantal studiepunten wordt niet alleen rekening gehouden met het aantal uren les, oefeningen, practica … maar ook met de tijd die nodig is om alles te verwerken. Meer details over de verhouding aantal uren les/ oefeningen/practica/persoonlijke verwerking … vind je op www.studiegids.UGent.be. Ga via de faculteit en je opleiding naar het vak van je keuze.
- Klassieke oudheid - Middeleeuwen - Vroegmoderne tijd - Moderne en hedendaagse tijd 14
15 15
2de jaar Bachelor geschiedenis OPLEIDINGSONDERDEEL
SP
SEM
Geschiedenis van de Nederlanden
5
2
MINOR
Methodologie van de geschiedenis: paleografie met tekstverklaring
5
J
Een minor te kiezen uit:
OPLEIDINGSONDERDEEL
- Klassieke Oudheid
5
1
- Archeologie: module 1 - Inleiding - Kunstwetenschappen - De klassieke traditie - Politieke en sociale wetenschappen - Recht - Economie en bedrijfskunde of een andere minor uit het aanbod van de faculteit
- Middeleeuwen
5
1
KEUZEVAK
- Vroegmoderne tijd
5
1
Te kiezen uit de facultaire lijst of extra vakken uit de gekozen minor
- Moderne en hedendaagse tijd
5
1
- Klassieke Oudheid
5
J
- Middeleeuwen
5
J
- Vroegmoderne tijd
5
J
- Moderne en hedendaagse tijd
5
J
- Ecologische geschiedenis
5
J
Tendenzen in de historiografie
5
2
Databeheer en statistiek voor historici
5
1
Twee vakken te kiezen uit: Historische praktijk 2: Heuristiek:
SP SEM
15
5
Twee vakken te kiezen uit: Historische praktijk 2: Oefening:
16
17
3de jaar Bachelor geschiedenis OPLEIDINGSONDERDEEL
SP
Mondiale processen in historisch perspectief
5
2
Historische methodes
5
2
Sociaal-politieke geschiedenis
5
1
Cultuurgeschiedenis
5
2
Historische economie
5
1
Economische geschiedenis
5
1
Historische praktijk 3: Onderzoekspaper
10
J
MINOR
15
aansluitende module uit de minor gekozen in Ba2 KEUZEVAK Te kiezen uit de facultaire lijst of extra vakken uit de gekozen minor
18 18
SEM
5
Na de bachelor Een korte beschrijving van de inhoud van de rechtstreeks aan sluitende master(s) vind je in deze bachelorbrochure onder ‘opbouw’. Het concrete vakkenpakket kan je raadplegen via de website www.opleidingen.UGent.be. Afzonderlijke brochures over de masteropleidingen, gebundeld per faculteit, zijn op eenvoudige aanvraag te verkrijgen bij het Adviescentrum voor Studenten.
Inhoud vakken eerste jaar >> Historisch overzicht van de wijsbegeerte Dit vak geeft de studenten een overzicht van de grote wijsgerige problemen en van de voornaamste strekkingen in de wijsbegeerte doorheen de geschiedenis. Daartoe worden de voornaamste, typische begrippen van het wijsgerige denken behandeld. De studenten doorlopen de historische ontwikkeling van de filosofie, die beschouwd wordt als de voedingsbodem van het hedendaagse denken. Op die manier krijgen ze een beter inzicht in het huidige wijsgerige denken. Dit vak is dan ook zo opgevat dat enkele voorname wijsgerige stromingen uit het verleden worden onderzocht naar hun relevantie voor het denken van onze tijd.
Het moment waarop het verschil tussen secundair en hoger onderwijs voor het eerst duidelijk werd, was volgens mij bij de examens en meer bepaald de manier van vraagstelling. Ken, 2de jaar bachelor
>> Inleiding tot de voornaamste moderne literaturen Dit opleidingsonderdeel maakt de studenten vertrouwd met de literaire terminologie en de belangrijkste literaire stromingen in de wereldliteratuur vanaf de Middeleeuwen tot vandaag, ingedeeld in zes delen: Middeleeuwen, Renaissance, Barok/Classicisme, 18de eeuw, 19de eeuw en 20ste eeuw. Elk deel bevat een cultuurhistorische situering, een overzicht van literaire kenmerken en een bespreking van de voornaamste literaire exponenten van de stroming. Daarnaast wordt er een reeks van gecanoniseerde teksten besproken die representatief zijn voor de bestudeerde literaire stromingen.
19
>> Visuele cultuur: Kunst in historische context Dit basisvak geeft een contextuele inleiding op de geschiedenis van de Westerse visuele cultuur, in het bijzonder de beeldende kunst, vanaf circa 1400 tot heden. Aan de hand van hoogtepunten uit de kunstgeschiedenis worden conceptuele, methodologische en theoretische vraagstukken over beeldcultuur in haar maatschappelijke context uitgediept. Bijzondere aandacht gaat uit naar de historische, literaire, filosofische en socio-economische verbanden. Het opleidingsonderdeel heeft als doel (1) de (flexibele) grenzen van de visuele cultuur af te bakenen en (2) de specificiteit van het beeld als betekenisdrager te definiëren.
>> Overzicht van de historische kritiek De studenten nemen een kijk achter de schermen over de verschillende fasen in het ontstaan van historische studies. Wat is een bron? Hoe spoort men de bronnen op? Hoe verloopt het echtheidsproces? Welke kritische teksten kan je gebruiken alvorens je kan overgaan tot het confronteren van de verschillende getuigenissen om over éénzelfde gebeurtenis de grootst mogelijke zekerheid te krijgen? De cursus biedt elementen aan om tegenstrijdigheden in dossiers, in informatie kritisch te kunnen behandelen en om een methodologie op te bouwen voor uiteenlopende menswetenschappen. In het tweede deel van de cursus krijgen de studenten inzicht in de historische synthese, meer bepaald in de verschillende visies op de geschiedenis die in de loop der eeuwen bestonden. Aan de hand van concrete, actuele casussen worden de theoretische uitgangspunten getoetst en geïllustreerd.
>> Inleiding tot tot de wereldgeschiedenis In dit vak worden de studenten vertrouwd gemaakt met ‘het mondiale perspectief’ binnen de sociale wetenschappen. Dit gebeurt in drie stappen: a) inzicht in de wijze waarop het perspectief van de wereldgeschiedenis in het verleden werd uitgebouwd, b) kennis van de diverse manieren waarop een wereldgeschiedenis kan worden opgebouwd, c) kritische reflectie over de plaats van de mondiale samenleving binnen historische en sociaalwetenschappelijke verklaringsmodellen.
20
21
>> Geschiedenis van de klassieke oudheid
>> Pre- en protohistorie
Overzicht van de samenleving, economie, instellingen, politiek, cultuur en religie van de Klassieke Oudheid, de beschavingen van Griekenland en Rome.
Diachroon chronologisch overzicht van de pre- en protohistorische periodes, industrieën en culturen van Europa, met nadruk op West-Europa in het Paleolithicum, het Mesolithicum, het Neolithicum, de bronstijd en de ijzertijd.
>> Geschiedenis van de middeleeuwen Overzicht van de samenleving, economie, instellingen, politiek, cultuur en religie van de middeleeuwen. De periode die wordt belicht, loopt vanaf de val van het Romeinse Rijk (begin 5de eeuw) en de inval van de Germanen tot omstreeks 1500.
>> Geschiedenis van de vroegmoderne tijd Overzicht van de samenleving, economie, instellingen, politiek, cultuur en religie van Europa in de periode van de 16de tot de 18de eeuw. Tevens wordt aandacht besteed aan de impact van de ‘grote ontdekkingen’ en de overzeese kolonisatie.
>> Geschiedenis van de moderne en hedendaagse tijd Overzicht van de samenleving, economie, instellingen, politiek, cultuur en religie van Europa vanaf het einde van de 18de eeuw tot vandaag. Een chronologisch overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen sinds het einde van het Ancien Régime, met nadruk op de Westerse ontwikkeling in relatie tot de evolutie in Afrika, Azië en Zuid-Amerika, wordt gevolgd door de analyse van de historische achtergrond van 3 tot 6 thema’s die aansluiten bij belangrijke actuele gebeurtenissen of ontwikkelingen.
>> Ecologische geschiedenis In dit vak worden de studenten vertrouwd gemaakt met de steeds wisselende verhouding tussen mens en natuur doorheen de geschiedenis. Hoe heeft de mens de natuur beïnvloed en, omgekeerd, hoe heeft, doorheen de geschiedenis, de natuur invloed gehad op de menselijke samenleving? De benadering is holistisch, periodeoverschrijdend en interdisciplinair van aard.
>> Historische praktijk: algemene inleiding tot de geschiedbeoefening Dit vak wil de studenten vertrouwd maken met de beginselen van de historische praktijk en het historisch onderzoek. Dit gebeurt door de studenten een aantal onderzoeksvaardigheden bij te brengen waar verder op gebouwd wordt tijdens de opleiding. In concreto wordt aandacht besteed aan het ontwikkelen van een probleemstellende houding bij de student, het ontwikkelen van een zoekstrategie in functie van het verzamelen van literatuur, het correct verwijzen naar literatuur en bronnen en de mondelinge en schrifte lijke rapportering van de onderzoeksresultaten. Naast een algemene tijdperkoverschrijdende inleiding volgen diverse periodegebonden uitdiepingen. Ten slotte werkt de student een eerste oefening uit.
>> Geschiedenis van België In dit vak maken de studenten kennis met de krachtlijnen van de Belgische geschiedenis vanaf 1830. Ze krijgen een inzicht in de voornaamste historische processen die vorm gaven aan de actuele politieke, sociale, economische en culturele situatie van het land. De studenten worden vertrouwd gemaakt met de drie voornaamste breuklijnen (levensbeschouwelijk – sociaaleconomisch – taal/communautair) in de geschiedenis van België en leren hoe die breuklijnen de actuele samenleving vorm hebben gegeven.
22
23
Weekschema eerste jaar 1ste semester MAANDAG
2de semester DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
8 u
8 u
9 u
9 u
10 u
Overzicht historische kritiek
Pre- en protohistorie
11 u
DONDERDAG
VRIJDAG
Geschiedenis van de Middeleeuwen Kwantitatieve methodes
Historische praktijk I* Visuele cultuur: Kunst in historische context
13 u
14 u
Historisch overzicht wijsbegeerte
15 u
Historische praktijk I: Inleiding
14 u Kwantitatieve methodes
16 u
18 u
WOENSDAG
10 u
12 u
13 u
17 u
DINSDAG
11 u Historische praktijk I
12 u
Ecologische geschiedenis
Kwantitatieve methodes
Geschiedenis vroegmoderne tijd
Inleiding voornaamste moderne literaturen
Moderne en hedendaagse tijd
Historische praktijk: Middeleeuwen*
17 u 18 u
Inleiding tot de wereldgeschiedenis
Geschiedenis van België
15 u 16 u
Dit schema geldt als model, wijzigingen kunnen ieder jaar voorkomen; uren en dagen kunnen variëren naargelang van de groepsindeling
24
MAANDAG
Moderne en hedendaagse tijd
Geschiedenis van de Klassieke Oudheid
* in groepen; na elk lesblok van anderhalf uur is een kwartier pauze voorzien.
25
Ik heb mij ook een nieuwe studiemethode moeten aanmeten: daarvoor ben ik te rade gegaan bij de studiebegeleiders van het monitoraat. Jorien, 2de jaar bachelor
Studieondersteuning
B
eginnen aan universitaire studies betekent een grote verandering en aanpassing. Niet alleen is de groep studenten groter, het is vooral de hoeveelheid stof die omvangrijker is. Als student moet je bijgevolg beschikken over een flinke portie zelfstandigheid en doorzettingsvermogen. Dat is niet voor iedereen even gemakkelijk. Allerlei initiatieven met betrekking tot studieondersteuning begeleiden je in dat proces.
Onderwijs Studeren begint in de les. In de lessen verneem je wat er van je verwacht wordt en hoe dat geëvalueerd zal worden. Je krijgt extra uitleg en illustraties die je inzicht zullen bevorderen. Je kunt vragen stellen bij de lesgevers (voor, tijdens en na de colleges) of bij de assistenten. Voor ieder vak is er een specifiek begeleidingsaanbod: vraagbaak, werkcolleges, spreekuren, computeroefeningen ... Hier verloopt de ondersteuning in kleinere groepen of zelfs individueel. De Universiteit Gent beschikt ook over een digitale leeromgeving onder de naam Minerva. Op die manier kan je op elk moment van de dag lesmateriaal of leeropdrachten bekijken of downloaden, opdrachten inleveren, online toetsen maken, communiceren met je lesgever en medestudenten … Een pc met internetaansluiting volstaat om in de digitale leeromgeving te stappen. Dat kan via je eigen pc thuis of op kot, of in één van de pc-klassen van de Universiteit Gent.
Monitoraat Het monitoraat van de faculteit is een vertrouwelijk en vlot toegankelijk aanspreekpunt voor alle studenten. De studiebegeleiders en trajectbegeleider van het monitoraat nemen initiatieven om het studeren vlotter en efficiënter te laten verlopen.
>> De studiebegeleiders –– begeleiden een aantal vakken in het eerste jaar bachelor inhoudelijk, je kan bij hen terecht met vragen over de leerstof; –– bieden individuele en/of groepsessies aan over studiemethode en studieplanning, examens afleggen, evalueren en bijsturen … en zijn dus het aanspreekpunt voor al je vragen rond studieaanpak; –– helpen je zoeken naar oplossingen voor zaken waardoor je studie minder wil vlotten (concentratieproblemen, faalangst, uitstelgedrag … ).
>> De trajectbegeleider –– geeft je individueel advies over je persoonlijk studietraject en studievoortgang; –– begeleidt en geeft informatie bij de keuzemomenten tijdens je studieloopbaan (afstudeerrichting, minor/major …), mogelijkheden i.v.m. GIT (geïndividualiseerd traject), aanvragen van een creditcontract, spreiding van studies enz.; –– helpt je bij heroriëntering (overstap naar andere opleiding).
Studieloopbaanadvies Het Adviescentrum voor Studenten is het centrale aanspreekpunt van de Universiteit Gent voor informatie en advies in verband met de diverse aspecten van de studieloopbaan zowel voor, tijdens als na je universitaire studie. Je kan er ook terecht voor begeleiding bij specifieke studieproblemen en persoonlijke/psychologische problemen.
26
27
Gewikt en gewogen
B
ij veel studenten leeft nog altijd de idee dat een opleiding tot historicus vooral geheugenwerk vereist. Ten onrechte. Het komt er veeleer op aan een duidelijk inzicht te krijgen in de samenhang van de historische gebeurtenissen. Dit krijg je niet zozeer door het blokken van veel boekenwijsheid, maar vooral met de nodige nieuwsgierigheid. Het historisch werk heeft daarom veel weg van detectivewerk. Vragen, zoeken, analyseren, interpreteren, daar draait het om.
Gefascineerd door het verleden
Toelating Een diploma van het secundair onderwijs geeft rechtstreeks toegang tot de bacheloropleiding (behalve voor de opleidingen Geneeskunde en Tandheelkunde). Wie hierover niet beschikt, neemt best tijdig contact op met het Adviescentrum voor Studenten voor meer informatie over afwijkende toelatingsvoorwaarden.
Om de opleiding met succes te volgen moet je eerst en vooral gefascineerd zijn door het verleden. Je wordt verondersteld een ruime belangstelling te koesteren voor al wat te maken heeft met geschiedenis, omwille van het verleden zelf, maar ook omdat je de structuren van je eigen tijd beter wilt leren begrijpen. De student geschiedenis wil weten, niet alleen wat er is gebeurd, maar vooral ook waarom.
Belangstelling voor talen Aangezien de meeste historische bronnen geschreven bronnen zijn, heeft de studie bovendien een filologische inslag. Aanleg en belangstelling voor (vreemde) talen zijn dan ook belangrijke eigenschappen voor iemand die geschiedenis gaat studeren. Tijdens de opleiding wordt trouwens geregeld een beroep gedaan op je passieve kennis van het Frans en Engels, soms Spaans en Duits. Als je kiest voor de periode Klassieke Oudheid of Middeleeuwen is enige kennis van het Latijn bovendien een voordeel. De opleiding biedt je de mogelijkheid om via een minortraject (basis)kennis van het Oudgrieks en het Latijn te verwerven of je bestaande kennis bij te spijkeren.
28
29
Academisch competent?! In het hoger onderwijs vindt een langzame verschuiving plaats van kennisgericht opleiden naar competentiegericht begeleiden en beoordelen. Ook in de academische opleidingen is meer en meer aandacht voor algemene competenties. Hiermee worden zaken bedoeld zoals het verwerken van informatie, creativiteit, communiceren, probleemoplossend denken … Aan de universiteit wordt uiteraard veel aandacht besteed aan de wetenschappelijke competenties. Je wordt ondergedompeld in de wereld van wetenschappelijk onderzoek en je leert hoe complexe theoretische en/of concrete problemen vanuit wetenschappelijke achtergrond worden benaderd. Dit zijn competenties die in heel veel werksituaties van onmisbaar belang zijn en die de eigenheid van een academisch diploma bepalen. Diploma’s blijven uiteraard belangrijk maar bij sollicitaties wordt er steeds meer gepeild naar die achterliggende competenties.
Ik raakte reeds heel jong geïnteresseerd in geschiedenis. Aanvankelijk wou ik dan ook die opleiding volgen na mijn middelbaar. Maar velen uit mijn omgeving vroegen zich af “Wat ben je daar nu mee?”. Ik begon te twijfelen en koos uiteindelijk om iets anders te gaan studeren aan de UGent. Geschiedenis bleef mij echter boeien en mijn studies liepen niet van een leien dakje. Ik besloot dus om toch geschiedenis te gaan studeren. Ik informeerde mij bij leeftijdsgenoten die wel voor geschiedenis hadden gekozen en ik bladerde door cursussen. De doorslag was uiteindelijk de passie en de interesse voor het verleden. Geschiedenis kan je in mijn ogen enkel studeren als het verleden je boeit.
Aan het werk Niet alleen onderwijs Lang geleden kwam het merendeel van de afgestudeerde historici terecht in het onderwijs. Vandaag de dag beperkt dit aantal zich tot een vijfde van de afgestudeerden. Andere traditionele sectoren van ‘historische tewerkstelling’ zijn het wetenschappelijk onderzoek (vaak via een doctoraatsstudie) en het archiefwezen (er wordt een eigen, interuniversitaire master aangeboden).
In alle lagen van de samenleving Steeds meer afgestudeerden in de geschiedenis zoeken een job buiten de traditionele historische sectoren. De afgestudeerde bachelor/master geschiedenis kan door de brede contouren en de wetenschappelijke diepgang van de opleiding zijn/haar kennis en vaardigheden gebruiken in tal van niet-historische opleidingen en beroepen. Historici stromen opvallend vlot door in allerlei bijkomende opleidingen, zoals cultuurwetenschappen, archiefwetenschappen, communicatiewetenschappen, sociale wetenschappen. Door de introductie van het minortraject in de bachelor geschiedenis wordt de mogelijkheid om meerdere opleidingen te combineren nog vergroot. Historici vinden eveneens relatief gemakkelijk hun weg in het beroepsleven. De meer dan 4 000 afgestudeerde historici van de Universiteit Gent vinden we terug in alle lagen van het maatschappelijke leven: onderwijs, cultuur, administratie, journalistiek, wetenschappelijk onderzoek, diplomatie, sociale sector, uitgeverijen, banken en verzekeringen. Het polyvalente, flexibele en kritische karakter van de vorming biedt hier zeker een duidelijk voordeel.
Detlef, 2de jaar bachelor
30
31
Nog meer info Opleidingsaanbod UGent www.opleidingen.UGent.be Adviescentrum voor Studenten www.UGent.be/adviescentrum
>> De regionale studie-infodagen (sid-ins) In alle Vlaamse provincies worden door scholen en Centra voor Leerlingenbegeleiding, op initiatief van het departement Onderwijs van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, speciale studie-informatiedagen georganiseerd. Ook de Universiteit Gent is daarop aanwezig met een aantal studieadviseurs en medewerkers uit de faculteiten.
>> De brochures Over elke bacheloropleiding van de Universiteit Gent bestaat een gedetailleerde brochure. De informatie over de masteropleidingen is gebundeld in afzonderlijke brochures per faculteit. Alle brochures kunnen op eenvoudige aanvraag verkregen worden in het Adviescentrum voor Studenten of via de website geraadpleegd worden (www.opleidingen.UGent.be ga naar de opleiding van je keuze via de rechterbalk).
>> De infodagen aan de universiteit De Universiteit Gent organiseert voor iedere opleiding een afzonderlijke infodag. Je kan ter plaatse de opleiding beter leren kennen. Door het contact met professoren, assistenten of ouderejaars kan je nagaan of je verwachtingen wel kloppen. Boven alles krijg je een beeld van wat je écht te wachten staat. Ook voor ouders worden er speciale infodagen georganiseerd. Een folder (incl. inschrijvingsstrook) kan je verkrijgen in je Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB), via het Adviescentrum voor Studenten of op de website (www.opleidingen.UGent.be > infodagen).
32
>> Het Adviescentrum voor Studenten Universiteit Gent Blijven er na een bezoek aan de sid-ins en infodagen en na het doornemen van de documentatie nog vragen over of wens je een persoonlijk gesprek, dan kan dat op het Adviescentrum. De studieadviseurs staan ter beschikking van toekomstige studenten en hun ouders. Voor een uitgebreide babbel is het wel wenselijk vooraf een afspraak te maken.
>> De Universiteit Gent op internet Up-to-date informatie over de Universiteit Gent kan je op elektronische wijze raadplegen. Wil je meer weten over een bepaalde vakgroep of over het onderzoek dat daar wordt verricht, wil je de exacte studie programma’s kennen van alle opleidingen of ben je nog volop aan het zoeken en wil je in een notendop de verschillende kenmerken van de opleidingen raadplegen? Neem dan je surfplank en vereer ons met een bezoekje: www.UGent.be.
>> Documentatie Straks student in Gent: algemene kennismakingsbrochure voor de toekomstige student Infodagen: data + inschrijvingsformulier voor de infodagen per opleiding; nieuwe versie december Wonen in Gent: info over huisvesting; nieuwe versie januari Vlot van start: info over vakantiecursussen en inschrijvingsmodaliteiten; nieuwe versie januari Centen voor Studenten: info over studiefinanciering, sociaaljuridisch statuut …; nieuwe versie februari.
33
2 30
2, 7
G
Adviescentrum voor Studenten Station Gent Sint-Pieters
Belangrijkste leslokalen eerste jaar bachelor Geschiedenis
Stadsplan
WE EST EEN EMS DELG HUN
34 E40-BRUS SEL
35
faculteitsgebouwen 2, 7 Letteren en Wijsbegeerte 12 Rechtsgeleerdheid 12 Politieke en Sociale Wetenschappen 16 Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 4 Economie en Bedrijfskunde 18, 19, 23 Wetenschappen 3, 8, 24 Ingenieurswetenschappen en Architectuur 15 Bio-ingenieurswetenschappen 21 Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen 17 Hoger Instituut voor Lichamelijke Opvoeding 20 Farmaceutische Wetenschappen 26 Diergeneeskunde
7
2
Voor alle verdere inlichtingen:
Adviescentrum voor Studenten Directie Onderwijsaangelegenheden Afdeling Studieloopbaanadvies Sint-Pietersnieuwstraat 33, 9000 Gent T 09 331 00 31 -
[email protected] www.UGent.be/adviescentrum
Geschiedenis Informatiebrochure bacheloropleidingen aan de Universiteit Gent 2012
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33
Wijsbegeerte, Moraalwetenschappen Taal- en letterkunde: twee talen Oosterse talen en culturen Oost-Europese talen en culturen Afrikaanse talen en culturen Geschiedenis Kunstwetenschappen Archeologie Rechten Criminologie Politieke wetenschappen, Communicatiewetenschappen, Sociologie Psychologie Pedagogische wetenschappen Economie, Toegepaste economie, Handelsingenieur Wiskunde Fysica en sterrenkunde Informatica Chemie Biologie Biochemie en biotechnologie Geologie Geografie en geomatica Burgerlijk ingenieur Burgerlijk ingenieur-architect Bio-ingenieur Geneeskunde Tandheelkunde Logopedie, Audiologie Biomedische wetenschappen Lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen Revalidatiewetenschappen en kinesitherapie (i.s.m. Arteveldehogeschool) Farmacie Diergeneeskunde