Veranderingen in de zorg
Verandering door nieuwe Wmo
2
1 gezin, 1 plan, 1 regisseur
5
6
Kennismaken met digitale mogelijkheden
1.Hoorn: voor uw zorg en ondersteuning Vanaf 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de ondersteuning van inwoners op het gebied van zorg, welzijn, opvoeden en opgroeien. Dat staat in de nieuwe Jeugdwet en de nieuwe Wet op de maatschappelijke ondersteuning, de Wmo. Voor het uitvoeren van de wetten heeft de gemeente 1.Hoorn opgericht: één punt, dicht bij u in de wijk, waar u met uw vragen rond zorg en ondersteuning terecht kunt. Alle expertise in huis 1.Hoorn kent teams voor de verschillende Binnen 1.Hoorn is er ook een expertiseteam stadsdelen in Hoorn. Er komen drie locaties werkzaam. Dit expertiseteam bestaat uit met teams van 1.Hoorn verdeeld over de deskundigen op het gebied van gedrag, volgende wijken: • Binnenstad/Grote Waal/Hoorn-Noord/ Venenlaankwartier • Kersenboogerd en Bangert en Oosterpolder • Risdam/Nieuwe Steen/Zwaag/Blokker Zo is er altijd hulp in de buurt. De teams bestaan uit deskundigen van verschillende organisaties. Deze teams hebben zich de afgelopen maanden warmgelopen en goed voorbereid. In totaal werken zo’n tachtig professionals samen op het gebied van ouderenzorg, de jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp, de Wmo en ondersteuning aan mensen met een psychische en/of verstandelijke beperking. De teamleden denken graag met u mee over uw vragen en zorgen. Als u een vraag heeft, krijgt u één vaste contact persoon. Deze persoon gaat samen met u op zoek naar een passende oplossing. U krijgt begeleiding en ondersteuning als u dat nodig heeft. Dat kan tijdelijk zijn of voor langere duur. De teamleden weten de weg in de wijk, kunnen naar u toe komen en kennen de lokale Voor iedere ouder kan opvoeden soms en regionale organisaties. Er wordt nauw lastig zijn. De meeste ouders kunnen bij het samengewerkt met diverse instellingen zoals grootbrengen van hun kinderen dan ook het onderwijs, het ziekenhuis, de voorschoolse best een beetje ondersteuning gebruiken. voorzieningen. Natuurlijk wordt er ook Dat is heel normaal. Als moeder was ik samengewerkt met andere deskundigen die soms ook onzeker over de opvoeding van naar de gespecialiseerde zorg kunnen mijn kinderen. Je houdt van je kinderen, verwijzen, zoals huisartsen, jeugdartsen en steunt ze waar je kunt, ook met begrenzen. medisch specialisten.
geriatrie, psychische- of verstandelijke beperking. De medewerkers van 1.Hoorn kunnen deze deskundigen inzetten bij complexe hulpvragen of advies vragen bij inzet van zware en-of specialistische zorg. Op die manier heeft 1.Hoorn alle expertise in huis. 1.Hoorn is dus geen doorgeefluik. Het team biedt ondersteuning en zorg waar dat kan, zo licht mogelijk en zwaardere zorg waar dit nodig is.
de mensen van 1.Hoorn
Zo bereikt u 1.Hoorn E-mail 1.Hoorn is bereikbaar via e-mail
[email protected]. Vermeld uw adres/postcode zodat uw vraag bij het juiste team terechtkomt. Telefoon Vanaf 1 januari 2015 is 1.Hoorn bereikbaar via 0229 252200, het centrale nummer van de gemeente. Website Op de website www.1punthoorn.nl vindt u meer informatie over 1.Hoorn. U vindt er ook een eenvoudig contactformulier om uw vraag aan ons te sturen. Inloopspreekuur Op dit moment kunt u terecht tijdens het inloopspreekuur in de Grote Waal in Wijkcentrum Grote Beer. U bent welkom op dinsdag- en donderdag ochtend tussen 9.00 en 12.00 uur. Het is een inloopspreekuur, maar u kunt ook bellen om een afspraak te maken. In 2015 volgen de inloopspreekuren op de andere locaties.
Samen betrokken bij zorg
Mocht je even iets niet weten, is je eigen omgeving de eerste logische stap om hulp te vragen. Maar soms heeft ook je moeder, buurvrouw of een goede vriend niet het antwoord waar je behoefte aan hebt. Als jouw kind wordt gepest, gedragsproblemen heeft of ziek wordt hoop je dat anderen, bijvoorbeeld een leerkracht of de dokter, kunnen helpen. Helaas voelen veel mensen
Kansen bieden voor werkzoekenden
8
het krijgen van hulp bij de opvoeding als een vorm van falen en wachten ze daarom, vaak ook te lang, met hulp vragen. Ik heb 35 jaar in de jeugdzorg met kinderen en hun gezinnen gewerkt. Vaak hadden gezinnen meerdere problemen en voor ieder probleem was weer een andere indicatie nodig, voor verschillende instellingen en met verschillende hulpverleners. Straks is dat anders: binnen 1.Hoorn werken alle instellingen en mensen die bij de zorg van kinderen betrokken zijn, samen. Zo weten hulpverleners elkaar te vinden en worden ouders en kinderen niet meer van het kastje naar de muur gestuurd. Nel Douw, wethouder Volksgezondheid en Jeugdzorg
Verandering door nieuwe Wmo?
Voor veel mensen blijft zorg in 2015 hetzelfde Vanaf 1 januari 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor een belangrijk deel van de ondersteuning aan mensen zodat zij zo lang mogelijk thuis kunnen blijven wonen. Hierbij gaat het onder andere om begeleiding, huishoudelijke hulp, dagbesteding en kortdurende opvang voor het tijdelijk ontzien van mantelzorgers. Ook ‘beschermd wonen’ valt straks onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid. De zorgverzekeraar regelt de verpleging en verzorging thuis. Mensen die speciale zorg nodig hebben, kunnen terecht in een zorginstelling. Voor iedereen is er straks maatwerk, waarbij uw persoonlijke situatie centraal staat. Weet u al wat er voor u veranderen gaat? Zorg voor elkaar De basisgedachte van de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is dat iedereen de zorg en ondersteuning krijgt die hij/zij nodig heeft. Het is dan handig als hulp en ondersteuning zo dicht mogelijk in de buurt beschikbaar is. Vanaf 1 januari is er daarom 1.Hoorn: één punt dicht bij u in de wijk waar ondersteunende maatschappelijke partijen samenwerken. De professionals van 1.Hoorn kijken samen met u welke hulp nodig is. Zij denken met u mee over mogelijkheden, bijvoorbeeld om een beroep te doen op uw omgeving zoals familie, vrienden en buren. Iedere gemeente krijgt van het Rijk ruimte om eigen keuzes te maken in de uitvoering van de zorg. In september sprak de gemeenteraad van Hoorn zich hierover uit. ‘Wij vinden het als gemeente belangrijk dat de inwoners hun begeleiding en hun zorgaanbieder in 2015 behouden, tenzij hun indicatie eerder afloopt. In dat geval bekijken wij samen met de mensen wat er nodig is’, aldus wethouder Pijl. Uitbetaling persoonsgebonden budget verandert Voor mensen met een persoonsgebonden budget(PGB) is het van belang om te weten dat vanaf 1 januari 2015 de betaling anders verloopt. De Sociale Verzekeringbank (SVB) maakt namens de gemeente het te betalen bedrag over aan de dienstverlener. Dit betekent ook dat het bewijs dat de zorg of dienst daadwerkelijk is geleverd voortaan bij de SVB moet worden aangeleverd. Mensen die momenteel een PGB ontvangen, hebben hierover een brief gekregen.
Colofon Deze huis-aan-huiskrant over 1.Hoorn is een uitgave van de gemeente Hoorn. Tekst: Mirjam Scholten. Fotografie: Marcel Rob, Gerda Venema, Marc Dorleijn en de Rijksoverheid. Vormgeving: Abovo Media. Drukwerk: De Bondt Grafimedia. Uitgave: december 2014. Blijf op de hoogte van de ontwikkelingen van 1.Hoorn via www.1punthoorn.nl. Voor vragen kunt u contact opnemen met de gemeente via 0229 252200 of mail naar
[email protected].
2
Waar kunt u terecht voor uw zorgaanvraag? Wanneer u vóór 1 januari 2015 een (nieuwe) aanvraag voor zorg heeft, kunt u deze nog op de oude wijze indienen. Vanaf 1 januari 2015 kunt u voor aanvragen van nieuwe indicaties bij de gemeente terecht.
Grote opkomst tijdens informatiebijeenkomst Op maandagavond 10 november organiseerde gemeente Hoorn een informatie bijeenkomst voor inwoners over de nieuwe Wmo. Ruim tweehonderd geïnteresseerden waren aanwezig in het stadhuis.
Dit valt er onder de nieuwe taken van de gemeente: • Begeleiding: Iemand die helpt bij het indelen van de dag. Begeleiding kan individueel zijn of in groepsverband. • Dagbesteding: een zinvolle invulling van de dag onder begeleiding. Ook het vervoer naar de dagbesteding valt vanaf 1 januari 2015 onder de gemeente; • Kortdurend verblijf: Logeren in een instelling voor het tijdelijk ontzien van mantelzorgers (respijtzorg). • Beschermd wonen: Wonen in een accommodatie van een instelling met daarbij behorend toezicht en begeleiding, bestemd voor personen met psychische of psychosociale problemen.
Het persoonsgebonden budget Vanaf 1 januari 2015 wordt het persoonsgebonden budget (PGB) beheerd door het Servicecentrum PGB van de Sociale Verzekeringsbank. Het geld staat daar op de rekening, maar de PGB-houder heeft de regie. Dit zogeheten trekkingsrecht geldt voor iedereen die met ingang van 2015 een PGB krijgt van de gemeente (Wmo en Jeugdzorg) of het zorg kantoor (AWBZ of Wet Langdurige zorg). Wat is het PGB ook alweer? Een budget waarmee mensen hun zorg en/ of huishoudelijke hulp zelf kunnen inkopen, in plaats van die zorg geleverd te krijgen (zorg in natura). Ze moeten wel duidelijk aangeven waarom ze voor een PGB kiezen. Ook moeten ze in staat zijn zelf zorg in te kopen en zorgverleners aan te sturen, óf iemand hiertoe machtigen.
salarisadministratie aan het Servicecentrum PGB uit? Dan worden de betalingen direct vanuit het PGB gedaan. Koopt u zorg in bij een instelling of een zorgverlener van wie het Servicecentrum PGB de salarisadmini stratie niet doet? Vanaf 1 januari 2015 lopen die betalingen via het servicecentrum. U ondertekent de facturen en dient ze in. Dan volgt uitbetaling vanzelf.
Hoe werkt het voortaan? Het zorgkantoor of de gemeente vertelt u of de manier waarop u het budget gaat besteden, is goedgekeurd. Achteraf verantwoording afleggen hoeft niet meer. Het trekkingsrecht stelt het servicecentrum in staat alle betalingen aan uw zorgverleners vooraf te controleren. Besteedt u de
U krijgt elke maand een overzicht van de betalingen en het resterende budget. Het niet bestede budget wordt na afloop van het jaar teruggestort. Het is niet meer mogelijk via een automatische incasso te betalen. Die moet u dan ook stopzetten zodra de laatste betaling over 2014 is gedaan. Als het servicecentrum uw salarisadministratie
doet, gebeurt dit vanzelf. Het service centrum meldt bij de Belastingdienst welke betalingen per zorgverlener vanuit uw PGB zijn gedaan. Hoe zit het met de zorgovereenkomst? Het Servicecentrum PGB bekijkt of u een overeenkomst heeft afgesloten met de zorgverlener of zorginstelling. Zo’n overeenkomst is noodzakelijk. PGB-houders ontvangen in deze tijd een brief met het verzoek de schriftelijke overeenkomst in te dienen. Alleen dan kan in 2015 worden betaald. Wie geen afspraken op papier heeft gezet, moet dit alsnog doen. Misschien klopt de bestaande overeenkomst niet meer helemaal? Maak dan voor de zekerheid samen een nieuwe. Dit kan op basis van een modelovereenkomst die het servicecentrum heeft opgesteld. Kijk voor meer informatie op www.svb.nl www.persaldo.nl
Vragen en misverstanden over de Wmo De nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning legt - nog meer dan de Wmo van 2007 - de nadruk op de eigen kracht van mensen. Een andere benadering van zorg is nodig, gericht op wat de mensen nodig hebben, maar vooral ook wat zij zelf willen. Er is niet één aanpak, één oplossing. Elke gemeente maakt andere keuzes. Hoorn kiest voor teams van professionals (1.Hoorn). Zij bepalen, samen met de bewoners, wat er nodig is aan zorg en hulp. Om een aantal misverstanden uit de wereld te helpen, een kleine toelichting: Ik heb veel inkomen en vermogen, dus krijg ik geen Wmo-ondersteuning. Dit klopt niet. De gemeente mag geen ondersteuning weigeren. De gemeente vraagt wel een eigen bijdrage voor een maatwerkvoorziening. De hoogte van de eigen bijdrage is afhankelijk van inkomen, vermogen, leeftijd en gezinssamenstelling. Kinderen, vrienden en buren worden verplicht mij te helpen. Dit is een misverstand. De mensen in uw omgeving zijn niet verplicht tot helpen. De professional kijkt samen met u naar mogelijkheden waarbij uw sociale netwerk u kan bijstaan. Zodra er gesproken wordt over een mantelzorger, móet er in het gesprek gevraagd worden of deze mantelzorger hulp nodig heeft bij het uitvoeren van de zorgtaken. Als het geld op is, krijg ik geen ondersteuning meer. Dit is onjuist. De Wmo is een zogenaamde openeinderegeling. De gemeente is wettelijk verplicht de ondersteuning te bieden die u nodig heeft.
Gemeenteambtenaren hebben te weinig kennis van de zorg om te bepalen wat ik nodig heb. Ja, dat klopt. Daarom bestaan de teams van 1.Hoorn niet uit ambtenaren maar uit zorgprofessionals. Zij hebben veel ervaring en kunnen bovendien gebruikmaken van de deskundigheid van zowel de overige teamleden als experts. De gemeente krijgt de beschikking over mijn medische dossier. Dit is onjuist. De gemeente mag alleen medische gegevens bekijken als u daarvoor toestemming geeft en alleen als het voor uw hulpaanvraag belangrijk is. Bovendien hebben alle artsen medisch beroepsgeheim. Om de continuïteit van de zorg te garanderen, ontvangt de gemeente dit najaar een eenmalige gegevensoverdracht. Dit gaat om een beperkt aantal gegevens, zoals het soort hulp dat wordt geleverd. Deze gegevens zijn nodig om de zorgverleners te kunnen betalen.
Op www.1punthoorn.nl vindt u een uitgebreide pagina met vraag en antwoord over de Wmo.
Het gesprek bij u thuis Wanneer u de medewerkers van 1.Hoorn benadert met een hulpvraag, kunnen zij indien nodig naar u toe komen. Samen met u wordt er dan gezocht naar een passende oplossing voor uw vraag of zorg. Arno Wals voert zulke gesprekken bij mensen thuis. Hij weet alles over de lokale en regionale mogelijkheden. Oplossingen dichterbij brengen Arno Wals vertelt: ‘als wij bij mensen thuis komen voor een gesprek, bekijken wij wat de hulpvraag van iemand is. Vaak hebben mensen een concrete voorziening voor ogen, zoals een scootmobiel. Toch kan er in ons gesprek een andere oplossing uitkomen. Wordt de scootmobiel alleen gebruikt voor af en toe een rit naar het ziekenhuis? Dan ligt de autodienst van het Steunpunt Zorg voor Welzijn meer voor de hand. Ik let goed op verborgen vragen. Iemand kan eenzaam zijn, rouwen om een overledene of er kan een nare familieruzie spelen. Dan vraag ik bijvoorbeeld of ik het familielid mag bellen, om een oplossing dichterbij te brengen.’ Iets betekenen voor mensen ‘Als ik vraag of mensen kinderen hebben, krijg ik vaak als antwoord: ‘Ja, maar die wonen niet in Hoorn. Ze hebben het druk. Ik wil hen niet tot last zijn.’ Maar kinderen willen wel degelijk helpen, ze kunnen alleen niet dagelijks langskomen. Dan kan een digitale oplossing zoals skypen een oplossing zijn voor prettig dagelijks contact. Arno merkt dat hij echt iets kan betekenen. Mensen die maar moeilijk de eindjes aan elkaar knopen, wijst hij op WonenPlus, de voedselbank of de tweedehandskledingwinkel. Mist men sociaal contact of wil iemand meer de deur uit? Dan noemt hij bijvoorbeeld de Zonnebloem. Heeft een alleenstaande man zijn been gebroken en niemand die hem kan helpen? Dan kan de oplossing voor het probleem kortdurende zorg zijn.
dus geld hebben. Ze vragen bij de gemeente een scootmobiel aan want dat doet toch iedereen? Zo werkt het niet. Het is nodig dat we met z’n allen anders denken. En wie die denkomslag maakt, ervaart dat het prettig is zijn zaken zelf te kunnen regelen en onafhankelijk te zijn. Het is mijn taak mensen hiervan bewust te maken. Nog een voorbeeld: Wie een zittend, inactief bestaan leidt, kan steeds minder. Ik attendeer die persoon dan op de Sportservice. Met aangepast sporten wordt men fitter en kan men meer, ook in het huishouden. Kortom, mensen moeten zelf meer doen en kunnen tegelijkertijd ook veel zelf. Ik help hen alleen op weg.’ Alles draait om wensen van bewoners ‘Ik leg mijn normen niet op. Als de woning niet brandschoon is, maar niet zo vuil dat er ongedierte rondloopt, is dit pas een probleem als de bewoner het zo ervaart. Ik denk weleens dat iemand eenzaam is. Dan blijkt dát niet het probleem te zijn, maar wel dat men vaker een luchtje zou willen scheppen maar niet zelfstandig de deur uitkan. Dan zit de oplossing dus in die hoek. Alles gaat om de wensen van de bewoners.’
Prettig om eigen zaken te regelen ‘De vanzelfsprekendheid van voorzieningen is er niet meer. We gaan uit van iemands eigen mogelijkheden. Als het nodig is door ons ondersteund. Ik kom wel bij mensen die hun auto of elektrische fiets hebben verkocht en
We hebben elkaar nodig We worden in Nederland met elkaar steeds ouder en we blijven langer thuis wonen. Dat is op zich mooi. Dat betekent wel dat goede huisvesting en zorg beschikbaar moeten zijn. Vanuit de gemeente draag ik er met mijn collega’s graag aan bij dat dit mogelijk is. We herkennen allemaal uit eigen ervaring of die van ouders of bekenden dat een paar uur ondersteuning in bijvoorbeeld het huishouden het verschil al kan maken. Ook waar het gaat om iemand die bijna geheel zelfstandig is, maar die net dat beetje ondersteuning bij iets praktisch niet kan missen. Met dat beetje hulp lukt het veel mensen goed om regie te houden in hun eigen leven.
Samenwerking met huisartsen De gemeente en huisartsen hebben het afgelopen jaar veel gesproken over de samenwerking vanaf 2015. Carine den Boer, huisarts en GGZ-kaderarts: ‘De goede wil is er, maar feit is dat we verschillende rollen en verantwoordelijkheden hebben. We moeten partners worden die met elkaar meedenken. We werken nu aan het vertrouwen in elkaar en het kennisnemen van elkaars deskundigheid. En dat kost tijd, vandaar het vele overleggen. Belangrijk aandachtspunt voor huisartsen is het waarborgen van de geheimhouding van patiëntgegevens. Niet alleen door de zorgverleners, maar ook door een goed bewaakt computersysteem. Dat moet helemaal in orde zijn.’
mensen een passend antwoord op hun vraag te vinden is. Door samen te kijken naar wat iemand écht nodig heeft. Soms zullen we dan kijken naar de vraag achter de vraag en misschien samen tot een verrassend antwoord komen. Michiel Pijl, wethouder Welzijn WMO/Awbz - zorg en ouderenbeleid
We hebben elkaar nodig, vrienden, mantelzorgers, vrijwilligers. Zo vraagt dementie vaak veel van de omgeving, zeker van een partner. Het kan veel onmacht en frustratie met zich mee brengen. Ik heb veel respect voor mensen die hier dagelijks mee te maken hebben. Mantelzorgers kiezen niet voor deze situatie. Met heel veel betrokken mensen zorgen we ervoor dat er voor al die
3
De nieuwe Jeugdwet:
veranderingen in ondersteuning kind en ouder In de nieuwe Jeugdwet is de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg neergelegd bij de gemeente. De gemeente was al verantwoordelijk voor de preventieve jeugdhulp zoals de consultatiebureaus, het schoolmaatschappelijk werk en de opvoedspreekuren. Vanaf 1 januari 2015 komen daar de zorg en ondersteuning voor jeugd en gezin bij. De gemeente moet vormgeven aan de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugd reclassering. In Hoorn zijn er zo’n tweeduizend kinderen die contact hebben met jeugdhulp, voor eenvoudige vragen tot en met zware, specialistische zorg. Juist antwoord op ondersteuningsvragen Een belangrijke voorwaarde voor ongestoord opgroeien is een goede thuissituatie. De meeste kinderen en jongeren weten niet beter dan dat dit normaal is. Ouders hebben de verantwoordelijkheid om hun kinderen op te voeden, te verzorgen en hen veiligheid te bieden. Daarin staan zij niet alleen. Ook mensen uit hun sociale omgeving zoals familie, vrienden, school en sportvereniging kunnen een actieve rol spelen bij het opgroeien en opvoeden van kinderen en jongeren. Er zijn echter situaties waar ongestoord opgroeien niet vanzelfsprekend is. Er kunnen medische, sociaal-emotionele of psychische redenen bij kinderen of hun ouders zijn die het ongestoord opgroeien of opvoeden belemmeren. Soms zijn die van tijdelijke, soms van structurele aard. In die situaties bieden de sociale omgeving, overheid en maatschappelijke organisaties ondersteuning. Die ondersteuning is er op dit moment al. Toch ervaren vrijwel alle betrokkenen dat het huidige jeugdstelsel niet het juiste antwoord geeft op ondersteuningsvragen van kinderen en hun ouders. Waarom de nieuwe Jeugdwet? De huidige manier van werken is ingewikkeld en duur geworden. Vooral voor kinderen en ouders is het niet duidelijk genoeg waar en waarvoor zij begeleiding, ondersteuning of zorg kunnen krijgen. Ook overheid en zorgorganisaties ervaren het huidige stelsel van jeugdzorg als onoverzichtelijk en hierdoor kostbaar. Het komt voor dat meer dan dertig professionals met één gezin bezig zijn zonder dat ze dit van elkaar weten. Dat gaat op den duur niet goed. Het Rijk heeft
daarom besloten om de verantwoordelijkheid (inhoudelijk en financieel) voor vrijwel alle zorg voor jeugd naar de gemeenten over te hevelen. De gemeente staat dicht bij haar inwoners en is daardoor vaak beter in staat om de ondersteuningsvragen van haar inwoners te beantwoorden. Hulp dichtbij In onze gemeente wordt er vanaf 1 januari 2015 vanuit 1.Hoorn samen met de hulpvrager uitgezocht wat iemand zelf kan en welke ondersteuning er nodig is. Gezinnen krijgen te maken met één contactpersoon die de zorg coördineert. Gezinnen houden zoveel mogelijk zelf de regie, waarbij zij uiteraard de nodige ondersteuning kunnen krijgen om hun problemen op te lossen. Het gaat er vooral om dat gezinnen en kinderen de hulp die ze krijgen, dichtbij en zonder problemen ervaren.
De gemeente is voor de jeugd onder de 18 jaar (en in enkele gevallen tot 23 jaar) verantwoordelijk voor: • het versterken van het opvoedkundig klimaat in gezinnen, wijken, buurten, scholen en kinderopvang • het voorzien in een kwalitatief en kwantitatief toereikend aanbod van jeugdhulp • het adviseren over en het bepalen en inzetten van de aangewezen vorm van jeugdhulp • het adviseren van professionals met zorgen over een kind
• het adviseren van kinderen en jongeren met vragen en problemen • het doen van een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming als een kinderbeschermingsmaatregel nodig is • het compenseren van beperkingen in de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van kinderen en jongeren • het voorzien in een toereikend aanbod van gecertificeerde instellingen • het voorzien in maatregelen om kindermishandeling te voorkomen
Dit valt niet onder de gemeentelijke verantwoordelijkheid: • De zorg voor kinderen met ernstige verstandelijke, lichamelijke of meervoudige beperkingen wordt ondergebracht in de Wet langdurige zorg (Wlz). • Behandeling van jeugd onder de 18 jaar met een zintuiglijke beperking is vanaf 2015 onderdeel van de Zorgverzekeringswet (Zvw).
Vormen van jeugdzorg Ambulante jeugdhulp. Thuishulp, gericht op gezinnen met kinderen met problemen zoals spijbelen, ruzie met ouders of een lichte depressiviteit. Eigen kracht. Dit principe in het jeugdbeleid draait om meedoen en alles wat mensen zelf kunnen. Kinderen en ouders houden zo veel mogelijk zelf de regie. Jeugdgezondheidszorg. De publieke gezondheidszorg voor kinderen en jeugd tussen 0 en 19 jaar. Jeugd-GGZ. De geestelijke gezondheidszorg biedt hulp aan kinderen en jeugdigen met een psychische aandoening die zo ernstig kan zijn dat zij hierdoor in hun ontwikkeling worden bedreigd.
4
Voor jeugd met een beperking. Kinderen en jongeren die tot nu toe op grond van de AWBZ ondersteuning en zorg ontvangen. Een deel van deze zeer diverse groep valt onder de Jeugdwet. De gemeente is verantwoordelijk voor de zorg en ondersteuning. JeugdzorgPlus. Een intensieve vorm van jeugd- en opvoedhulp voor jeugdigen die ernstige gedragsproblemen hebben en zich aan de noodzakelijke behandeling dreigen te onttrekken. Pleegzorg. Een kind woont tijdelijk in een ander gezin, omdat de problemen in het eigen gezin niet kunnen worden opgelost. Residentiële jeugdhulp. Kinderen en jeugdigen verblijven op vrijwillige of gedwongen basis, (tijdelijk) dag en nacht buiten hun eigen omgeving.
1 gezin, 1 plan, 1 regisseur Bij een gezin met moeilijkheden spelen meestal meer problemen binnen verschillende leefgebieden. Denk bijvoorbeeld aan opvoeding, school of inkomen. Deze problemen worden met de werkwijze ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’ niet apart aangepakt, maar als één samenhangend geheel. Met die insteek gaan gezinnen en professionals om tafel om vragen te stellen en beantwoorden. Samen met de gezins leden worden er problemen benoemd, doelen vastgesteld en een plan van aanpak gemaakt. Het gezin staat centraal, de contactpersoon van 1.Hoorn (regisseur) ondersteunt het gezin hierbij en coördineert waar nodig, samen de hulpverleners die al betrokken zijn bij dit gezin. Jessica van der Bilt, manager gebiedsgericht werken in Hoorn: ´Het is een goede ontwikkeling: niet praten óver mensen maar praten mét en in bijzijn van de mensen. Iets waar mensen soms nog wel aan moeten wennen.´ Regisseur Het woord regisseur verwijst naar de professional die contactpersoon voor het gezin is, maar ook naar de persoon die om hulp vraagt. Jessica van der Bilt: ‘We willen voorkomen dat mensen de regie over hun leven kwijtraken. Daarvoor is het nodig dat er geen schotten zitten tussen de verschillende zorgpartijen die met het gezin te maken hebben. In de praktijk kunnen tal van organisaties betrokken zijn bij de hulp en ondersteuning aan gezinnen als zij op meer gebieden problemen hebben. Het is van
groot belang voor deze gezinnen dat alle hulp en ondersteuning op elkaar wordt afgestemd. Dus geen twintig hulp- en dienstverleners die zich met één gezin bezig houden zonder met elkaar af te stemmen.’ Door de werkwijze ‘1 gezin, 1 plan, 1 regisseur’ vindt er afstemming plaats, wordt overlap voorkomen, hebben gezinnen 1 plan en wordt er 1 contactpersoon aangewezen. Pilot 1628 in Kersenboogerd Jessica van der Bilt geeft een voorbeeld: ‘Stel dat een gezin uit huis moet worden gezet wegens opgelopen huurschuld. De kinderen worden met hun moeder in een opvang ondergebracht, vader gaat naar een kennis elders in het land. Het gezin raakt ontwricht, kinderen krijgen problemen op school etc. Hoe kunnen we dit anders regelen? Welke nieuwe wegen kunnen wij bewandelen met gezinnen om veel problemen te voorkomen en ook geld te besparen? Over dit soort en nog veel meer zaken wordt nagedacht binnen de pilot 1628 in de Kersenboogerd. We noemen dit de ‘doorbraakmethode’.
een ochtend helpt in het wijkcentrum in de buurt. Zo komen gezinsleden uit hun rol als slachtoffer. Ze werken aan zelfvertrouwen en eigen kracht. Het familieplan Een belangrijk onderdeel van de nieuwe Jeugdwet is het familieplan. Het wordt aangemoedigd dat gezinnen hun eigen plan maken met hun omgeving. Zo werken zij zo zelfstandig mogelijk aan een oplossing voor hun moeilijkheden. 1.Hoorn kan gezinnen ondersteunen om hun eigen plan te maken. Mariëlle had de moed dit te doen. Nu heeft ze de regie in haar leven terug. Lees meer over haar ervaringen.
Een nieuwe methode vraagt om een intensieve en nieuwe manier van samenwerking met o.a. schuldhulpverlening, woningstichting en politie. Van het gezin wordt ook iets verwacht. Er wordt gekeken naar wat zij zelf kunnen doen of betekenen voor zichzelf en voor een ander in de buurt. In vaktermen noemen we dit ‘wederkerigheid’. Een vrijwilliger helpt een moeder bij haar administratie terwijl de moeder zelf
Van familiegroepsplan naar netwerkbijeenkomst Koplopers Marije Verdonk is schoolmaatschappelijk werker, consulent bij MEE en een van de professionals van 1.Hoorn op het gebied van Jeugd: ‘In april 2014 is de pilot Koploper in de school gestart. Daarin zijn professionals met maatschappelijk werk als achtergrond de verbindende schakel tussen het Horizoncollege/ d’Ampte en 1. Hoorn. Deze professionals zijn het aanspreekpunt voor de mentor en het interne zorgteam als een leerling problemen heeft.’ Betere en snellere zorg voor leerlingen De pilot is een manier om verder uit te vinden hoe de nieuwe manier van samenwerken het beste georganiseerd kan worden. Marije: ‘Het gaat erom zo snel mogelijk met de mentor, de ouders en natuurlijk de leerling in gesprek te gaan over wat er speelt en gebeuren moet. Daardoor begeeft de school zich niet onnodig op het terrein van de jeugdzorg. Wij voorkomen ‘ruis’, werken met korte lijnen, zonder onnodig te problematiseren. Ik ervaar inmiddels het voordeel van deze werkwijze: hulp kan sneller en effectiever worden ingezet.’
Soms kom je in een situatie terecht waarvan je nooit had verwacht dat dat je zou over komen. Het kan dan zijn dat je om hulp moet vragen. Hulp van vrienden en soms zelfs van kennissen. Dit overkwam Mariëlle. Ze vertelt haar persoonlijke verhaal. ‘Ik zag echt geen oplossing voor de situatie waar ik in zat. Ik wilde weer voor mijn dochtertje kunnen zorgen. Een vriendin bracht me op het idee om zelf met een plan te komen. Zo’n plan bleek later een familiegroepsplan te heten. Ik liet me overtuigen, want ik wilde niets liever dan mijn doel bereiken. Samen gingen we zitten en maakten we dit plan. Om dit uit te kunnen voeren, had ik de hulp en bereidheid van heel veel mensen nodig. Dat kon echt niet anders. Eerst benaderde ik enkele vrienden. Die stonden, ieder naar zijn eigen mogelijkheden, gelukkig graag voor me klaar. Maar dat was nog niet genoeg. Er was meer nodig. Met pijn in mijn buik heb ik een paar collega’s en een paar kennissen in vertrouwen genomen. Ik heb mijn verhaal gedeeld en uitgelegd waarom ik hun hulp nodig had. Mezelf zo kwetsbaar opstellen, mijn verhaal vertellen, leek zo’n grote opgave. Maar toen ik eenmaal over die drempel heen durfde te gaan, voelde ik veel steun. Dat gaf me kracht en vertrouwen. Zonder dat ik me daarvan bewust was, liet ik die mensen merken dat ze voor mij bijzonder waren en dat ik ze vertrouwde. Ik maakte samen met mijn vriendin een rooster
waarin we voor de hele week hulp van mensen uit mijn netwerk hebben ingepland. Toen kwam de netwerkbijeenkomst die bij zo’n familiegroepsplan hoort. Iedereen was hiervoor uitgenodigd. Het lukte bijna alle mensen om aanwezig te zijn. Dat was heel speciaal, het gaf me een enorm gevoel van zelfvertrouwen. Ik presenteerde daar het plan aan de medewerkers van jeugdbescherming. Kleine ‘problemen’ die naar boven kwamen, werden ter plekke opgelost doordat mensen direct konden reageren. Aan het eind van de bijeenkomst was het plan helemaal waterdicht. Er was geen speld meer tussen te krijgen. Ik was trots, erg geëmotioneerd en zó dankbaar. Mijn doel was bereikt: nog diezelfde week mocht mijn dochtertje weer bij me wonen.’
Vragen en misverstanden over jeugdzorg Op www.1punthoorn.nl vindt u een uitgebreide pagina met vraag en antwoord over de jeugdzorg vanaf 1 januari 2015. Kinderen, vrienden en buren worden verplicht mij te helpen. Dit is een misverstand. De mensen in uw omgeving zijn niet verplicht tot helpen. De professional kijkt samen met u naar mogelijkheden waarbij uw sociale netwerk u kan bijstaan. De gemeente krijgt de beschikking over mijn medische dossier. Dit is onjuist. De gemeente mag alleen medische gegevens bekijken als u daarvoor toestemming geeft en alleen als het voor uw hulpaanvraag belangrijk is. Bovendien hebben alle artsen medisch beroepsgeheim. Om de continuïteit van de zorg te garanderen, ontvangt de gemeente dit najaar een eenmalige gegevensoverdracht. Dit gaat om een beperkt aantal gegevens, zoals het soort hulp dat wordt geleverd. Deze gegevens zijn nodig om de zorgverleners te kunnen betalen. Mijn indicatie loopt eind dit jaar af. Wanneer en waar moet ik een nieuwe aanvragen? Voor de zorg die tot 15 februari 2015 loopt, kunt u nog bij het CIZ terecht voor een indicatie. Die moet dan wel in 2014 worden aangevraagd. Daarna wordt de indicatie afgehandeld door 1.Hoorn. Mijn zoon krijgt jeugdzorg, hoe zit het met het recht op die zorg in 2015? Als deze zorg tot in 2015 doorloopt, blijft u nog maximaal één jaar recht houden op de zorg die uw kind nu ontvangt. Dit geldt overigens ook voor jongeren die op 31 december 2014 op een wachtlijst voor jeugdzorg staan. Zij houden het recht op de afgesproken hulp. Wat is een ouderbijdrage? Als een kind buiten het eigen gezin wordt verzorgd en opgevoed, of als het kind voor een dagdeel buitenshuis verblijft, dan wordt er een ouder bijdrage geheven. (Stief)ouders zijn verplicht te voorzien in het onderhoud van hun (stief)kinderen. Deze onderhoudsplicht blijft bestaan, ook als het kind buiten het gezin verblijft. (Stief) ouders betalen dan een bijdrage in de kosten van de jeugdhulp. Het maakt hierbij niet uit of dit met of zonder hun toestemming gebeurt. Hoe wordt de ouderbijdrage geïnd? Vanaf 1 januari 2015 gaat het CAK (Centraal Administratie Kantoor) voor gemeenten de vaststelling en de inning van ouderbijdragen uitvoeren. De gegevens worden door de gemeenten aangeleverd.
5
Op afstand dichtbij
Bewoners maken kennis met digitale mogelijkheden thuis Met het project ‘Op afstand dichtbij’ maken bewoners in Risdam-Zuid op een gemakkelijke manier kennis met domotica; digitale toepassingen om het wonen prettiger en veiliger te maken en wanneer nodig zorg op afstand te kunnen ontvangen. De gemeente Hoorn wil met dit project bereiken dat iedereen, los van leeftijd of beperking, comfortabel en veilig kan wonen, met of zonder zorg. Domotica kan daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Als mensen gewend zijn aan het gebruik van domotica, is later de stap naar zorg op afstand niet groot meer. Het bestrijden van eenzaamheid en het gebruik maken van het eigen sociale netwerk van mensen is ook in het project opgenomen. In ‘Op afstand dichtbij’ werken gemeente en woningcorporatie Intermaris, Omring, WIlgaerden en welzijns- en hulporganisaties en bedrijfsleven samen. Het beroepsonderwijs is er ook bij betrokken. Het project wordt financieel ondersteund door Provincie Noord-Holland. Zorg uitstellen Veel ouderen denken pas na over oplossingen ‘voor de toekomst’ op het moment dat er een probleem aandient. Toch worden zij geacht zich voor te bereiden op een oude dag waarop zij zelfstandig kunnen blijven wonen en de zorgverlening zo lang mogelijk buiten de deur kunnen houden. Digitale oplossingen brengen deze doelen dichterbij. In Risdam gaan zo´n twintig huishoudens dit ervaren. Zij hebben zich op uitnodiging van de gemeente voor het project aangemeld. De bewoners konden kiezen uit zeven toepassingen: • beeldbellen • cameratoezicht bij de voordeur • rook- en/of gasmelding • personenalarmering (inclusief signaleren bij vallen) en • centrale bediening van apparaten • sociale begeleiding (meekijken in agenda door eigen contacten) • zorg op afstand (pilot uitgevoerd door Omring)
Wat is domotica? Bij domotica gaat het om het totaal van huisautomatisering: elektronische toepassingen voor functies zoals verwarmen, ventileren en verlichten én het gebruik van diensten vanuit de woonomgeving (bijvoorbeeld alarmeren, telefoneren, televisiekijken). Liefst op elke gewenste plek en op elk gewenst tijdstip. Met een gemakkelijke bediening en desgewenst op afstand. Maar het gaat niet alleen om integratie van techniek en bediening in de woning, maar ook om de dienstverlening van buitenaf naar de woning. De mogelijkheden van domotica strekken veel verder dan de toepassingen waarvoor in het project ‘op afstand dichtbij’ is gekozen. Hierin gaat het slechts om de basis van diensten die het langer zelfstandig wonen ondersteunen. Binnenkort kunt u meer over het project ‘Op afstand dichtbij’ lezen via www.1punthoorn.nl.
Hans en Dini de Bruijn:
‘Dit komt goed van pas’ Veertig jaar geleden kwamen Hans (77) en Dini (78) de Bruijn in de Breeuwer wonen. Het was er een oase van rust en dat was het twintig jaar later nog toen hun huis aan groot onderhoud toe was. Dini had destijds ernstige rugklachten. Konden ze misschien niet beter omzien naar een woning zonder trappen? Ze gingen na of het plaatsen van een traplift mogelijk was en dat bleek het geval. Daardoor konden ze, zoals ze tegen elkaar zeiden, ‘hier lekker blijven wonen’.
Domotica aan het Keern
Toen Hans en Dini vorig jaar hoorden over ‘Op afstand dichtbij’, waren ze gezond en fit. Ze gaven zich op, meer uit interesse dan omdat ze concrete voorzorgsmaatregelen wilden nemen voor hun oude dag. Al realiseerde het paar zich wel dat de situatie zomaar zou kunnen veranderen. En dat was ook zo. Dini is inmiddels ernstig ziek. ‘Nu komt die traplift er’, zegt ze laconiek. De domoticamogelijkheden komen goed van pas. Ze kozen er drie. Ze hadden al rookmelders, maar nog geen koolmonoxidemelders, dus die gaan er komen. Verder komt er valdetectie met alarmering. Dat is heel fijn nu Dini niet meer goed kan lopen. Ook verwelkomde het echtpaar de optie van een camera waarmee je kunt zien wie er aan de deur is, gecombineerd met de mogelijkheid om de voordeur vanuit de woonkamer te ontgrendelen.
6
Op een tablet kan het echtpaar de Bruijn zien wie er aanbelt. De voordeur kan er ook mee ontgrendeld worden.
Comfortabel en veilig wonen en de digitale diensten die hierbij passen, vragen om een goed functionerend digitaal netwerk in de woning. Een nieuwe oplossing hiervoor is het gebruik van glas- en plastic-vezels in plaats van de oude koperen kabels. Woningcorporatie Intermaris plaatst in een aantal woningen in het nieuwe complex Het Keren aan het Keern plastic optical fiber (POF). Bij deze optische communicatie wordt licht gebruikt in plaats van elektriciteit. Een speciale adapter in het stopcontact zet een optisch signaal om in het juiste signaal voor een apparaat/toepassing. Deze pilot wordt samen met Domotica Platform Nederland vorm gegeven.
In verbinding met elkaar Maria van Nuland is opbouwwerker ouderen bij Stichting Netwerk in de Kersenboogerd. Zij zegt: ‘1.Hoorn sluit aan bij hoe wij hier al werken, in verbinding met elkaar. Het sluit ook aan op de manier zoals ik tegen de maatschappij aankijk. Ik geloof erg in dingen samendoen. Hier in de wijk hebben we het project Stand by: organisaties en bewoners ondersteunen samen mensen in de knel op allerlei gebied, zoals armoedebestrijding.
Daarbij wordt gewerkt aan blijvende gedragsverandering. Ik hamer altijd op de eigen verantwoordelijkheid. Je kunt wel op anderen leunen, maar je kunt zelf ook iets doen. Als je bijvoorbeeld een oude moeder hebt die weinig meer kan, kun je zelf toch ook iets voor haar betekenen? Met de zorgveranderingen zal niet alles in één keer helemaal vlekkeloos gaan. Het stelt mij gerust dat 2015 een overgangsjaar is, waarin we met elkaar de omslag kunnen maken.’
Weinig nodig om iemand te steunen José is een vrijwilliger in hart en ziel. Zij vertelt: ‘Een tijdje samen oplopen met mensen die het zwaar hebben als gevolg van een groot verlies, dat is wat ik als vrijwilliger doe. Luisteren, gedachten helpen ordenen, meeleven. In feite is er maar weinig nodig om iemand te steunen. Dit vrijwilligerswerk is heel bevredigend. Ik heb echt het idee iets voor een ander te kunnen betekenen.
stimuleer ze om aanspraak te doen op hun netwerk van familie, vrienden en buren. De hulp van de buren in de tuin kan een goede aanleiding om ze op de koffie uit te nodigen. Mensen in nood kunnen het zich bijna niet voorstellen dat hun omgeving wel degelijk wil helpen. Alleen weten mensen in de omgeving niet altijd goed hoe zij kunnen helpen. Het is dus belangrijk dat het van twee kanten komt.
Als rouwende persoon voel je je al snel klein en ben je bang je omgeving tot last te zijn. Veel mensen zijn geneigd zich af te sluiten. De kinderen hebben het immers druk. Vrienden nodig je maar niet uit want die hebben vast geen zin in de treurwilg die je nu bent. De heg groeit alle kanten op, maar je durft de buren niet om hulp te vragen. Of je bent een beetje bozig: ze zíen toch dat de haag gesnoeid moet worden?
Tot de ontdekking komen Ooit kwam ik bij een mevrouw thuis die weduwe was geworden. Toen ontdekte zij dat ze nauwelijks kennissen had, laat staan vrienden. Zij en haar man - kinderloos - hadden genoeg aan elkaar en werkten allebei. We hebben mooie gesprekken gehad samen waardoor ze uiteindelijk tot de ontdekking kwam dat ze eigenlijk helemaal geen zin meer had in haar baan, waarin het vooral om winst maken ging. Mevrouw ging als vrijwilliger aan het werk en bloeide op. Het deed haar erg goed, ze kreeg weer gevoel van eigenwaarde. Het was ook een mooie gelegenheid om nieuwe sociale contacten te leggen.’
Twee kanten Door het gesprek aan te gaan en vragen te stellen, lukt het me dikwijls mensen wat meer uit het raam te laten kijken. En hen te laten inzien dat ze een eigen kracht hebben, net als vóór het verlies. Ik
Zoekt u een vrijwilliger?
Wilt u aan de slag als zorgvrijwilliger?
Alles over mantelzorg De regio Westfriesland telt naar schatting zo’n 30.000 mantelzorgers. U kent vast wel iemand; een familielid, een buurman of een goede bekende die al jarenlang dag-in-dag-uit zorgt voor een familielid, vriend of vriendin. Of misschien bent uzelf ook mantelzorger? De website http://www.ikzorg.nu is ontwikkeld om u van dienst te zijn en bevat informatie over geldzaken, inschakelen van een vrijwilliger, het aanpassen van uw woning, adviezen hoe u uw werk kunt blijven combineren met uw zorgtaken en nog veel meer.
Iedereen kan weleens wat hulp gebruiken, variërend van eenmalig, een enkele keer tot aan langdurige hulp. Hulp bij de boodschappen of in de tuin, samen sportief bezig zijn of er even tussen uit, er is een heleboel mogelijk. De experts van Vrijwilligerspunt koppelen hulpvragers en vrijwilligers aan elkaar. Maak eenvoudig en gratis gebruik van deze mogelijkheid via www.vrijwilligerspunt.com/poule-zorgvrijwilliger. Laagdrempelig Vrijwilligerspunt, De Wering, Omring en MEE Noord-West Holland hebben het project ‘Poule zorgvrijwilliger’ opgezet. Hiermee kunnen hulpvragers en mensen die een ander willen helpen elkaar op een laagdrempelige manier vinden. Het is een goede manier om vraag en aanbod van vrijwillige hulp in de regio Westfriesland beter op elkaar af te stemmen. Dus zoekt u hulp of wilt u graag uw hulp aanbieden? Kijk dan voor meer informatie op www.vrijwilligerspunt.nl.
De website http://www.ikzorg.nu is een initiatief van de zeven samenwerkende Westfriese gemeenten en wordt ondersteund door verschillende organisaties die samen het Kennis Platform Mantelzorg West-Friesland vormen.
Uitleg digitale wereld dankzij unieke samenwerking Momenteel is er een project waarbij ouderen in Risdam een maatje kunnen krijgen om (beter) te leren omgaan met digitale media. Het zijn leerlingen van het Horizoncollege die aan hen worden gekoppeld, zodra er een wederzijdse klik blijkt te zijn. Het idee achter dit project is om ouderen met een bepaalde vraag of behoefte via jongeren meer bekend te maken met de mogelijkheden van de ‘digitale wereld’. Ze kunnen uitleg krijgen over wat er allemaal mogelijk is. Ouderen leren bijvoorbeeld ook hoe zij makkelijk contact kunnen maken met elkaar via een tablet of laptop. Met dit project hopen de betrokken medewerkers op een prettige wijze bij te dragen aan een gevoel van sociale veiligheid van inwoners. Zo kan er waar mogelijk een sociaal isolement doorbroken of voorkomen worden.
7
Gelukkig niet in de bijstand Fred Roemer (39) heeft een arbeidsverleden dat klinkt als een klok. Toch raakte hij door pech werkloos. Na anderhalf jaar hoopvol solliciteren zat hij nóg thuis. Toen zijn WW-uitkering ten einde liep en de bijstand akelig dichtbij kwam, sprak hij met een werkcoach van de gemeente. Zij begreep niet dat Fred, met zijn staat van dienst, geen werk kon vinden. Fred werd in contact gebracht met wasserij Azea aan De Corantijn. Fred is aangenomen. Hij werkt van maandag tot en met donderdag als chauffeur, vrijdags op de werkvloer. Hij straalt het uit: ‘Ik heb het
naar mijn zin in deze afwisselende baan. Gelukkig ben ik niet in de bijstand beland.’ Directeur Mike Jansen is ook tevreden: ‘Het gaat prima. Azea vindt het vanzelfsprekend om mensen die moeilijk aan het werk komen, een plek te geven. We hebben ook medewerkers met een beperking, bijvoorbeeld iemand met autisme. Je moet hem niet uit zijn ritme halen, maar hij draait volwaardig mee. Ook hebben we stageplekken voor ZMOK-jongeren. Dat gaat goed. En, het werkt in ons voordeel. Klanten verlangen ook dat we maatschappelijk ondernemen. Het is echt een pluspunt.’
Iedereen aan de slag Met de Participatiewet komt er per 1 januari 2015 één regeling voor iedereen die kan werken maar daarbij ondersteuning nodig heeft. De gemeente is voortaan verantwoordelijk. De Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en een deel van de Wajong (voor mensen die op jonge leeftijd een langdurige ziekte of handicap hebben gekregen) worden in de nieuwe wet samengevoegd. De gemeente Hoorn heeft extra geld vrijgemaakt om ervoor te zorgen dat meer mensen aan het werk komen: € 600.000 in 2015 en vanaf 2017 € 700.000 per jaar. De Participatiewet heeft als doel zoveel mogelijk mensen aan het werk te helpen, met niet de beperking als uitgangspunt, maar dat wat mensen wél kunnen. Met de juiste ondersteuning kunnen zij - al dan niet op een reguliere arbeidsplaats - aan het werk gaan. Wie geen reguliere baan vindt, kan toch in de samenleving participeren. Met werk in een aangepaste, beschutte omgeving. Men kan ook aan de gang als vrijwilliger. Wie echt niet aan de slag komt, ontvangt zo lang dat nodig is een uitkering. Het UWV stelt vast of iemand in staat is het wettelijk minimumloon te verdienen, en of bij iemand beschut werk voor de hand ligt. Om de wet goed te kunnen uitvoeren hebben de gemeente Hoorn, zes andere Westfriese gemeenten en Op/maat een nieuwe organisatie opgericht: WerkSaam Westfriesland. Werkzoekenden in de regio hebben vanaf 1 januari 2015 alleen nog te maken met óf het UWV óf WerkSaam Westfriesland.
Wat gaat er veranderen? Wsw-werknemers De sociale werkvoorziening gaat op in WerkSaam. De mensen die nu een dienstbetrekking hebben bij de sociale werkvoorziening, houden hun wettelijke rechten en plichten. De mensen op de wachtlijst vallen automatisch onder de Participatiewet. Er wordt bekeken wat voor hen de beste voorziening is. Wajongers Voor iedereen die nu al Wajong ontvangt en bij wie het UWV volledig en duurzaam arbeidsongeschiktheid vastgesteld heeft, verandert er niets. Zij behouden hun volledige uitkering van het UWV. Huidige Wajongers mét arbeids vermogen ontvangen vanaf 2018 een lagere uitkering van het UWV: 70% van het wettelijk minimumloon in plaats van 75%. Het inkomen van een partner, spaargeld en ander vermogen, en de kostendelersnorm hebben geen invloed. Nieuwe jonggehandicapten die kunnen werken, gaan vanaf 1 januari 2015 niet meer
8
naar het UWV voor inkomensondersteuning, maar melden zich bij WerkSaam. Jonggehandicapten die helemaal nooit kunnen werken, kunnen een beroep doen op de Wajong bij het UWV. Mensen met een bijstandsuitkering Bewoners met een bijstandsuitkering hebben voortaan met WerkSaam te maken. WerkSaam begeleidt hen op de weg naar werk. De overheid maakt de hoogte van de uitkering meer passend bij hun leefsituatie. Werkzoekenden die vanaf 1 januari 2015 een uitkering aanvragen, krijgen een lagere uitkering als zij onder één dak wonen met andere mensen boven de 21 jaar, met wie zij hun woonkosten kunnen delen. Dat is de kostendelersnorm. Wie op 31 december 2014 een bijstandsuitkering ontvangt en deel uitmaakt van een meer persoonshuishouden, krijgt hier pas per 1 juli 2015 mee te maken. De gemeentelijke toeslagen op de basisbijstandsnorm en de gemeentelijke verlagingen vervallen.
Fred en zijn chef Ronald Jansen.
WerkSaam Westfriesland brengt werkzoekenden en bedrijfsleven bij elkaar Een intensieve samenwerking met het bedrijfsleven is essentieel. WerkSaam Westfriesland biedt werkgevers het maatwerk dat zij wensen. Bij WerkSaam werken straks zo’n honderd medewerkers vanuit de samenwerkende gemeenten om mensen die niet gemakkelijk aan het werk komen, een reguliere baan te bezorgen. Met leerwerkbedrijf Op/maat is daarmee al veel ervaring opgedaan. Marjolijn Dölle, vanaf 1 januari 2015 directeur van WerkSaam: ‘De afgelopen jaren hebben alleen al vierhonderd mensen met een indicatie voor een sociale werkvoorziening een plaats op de arbeidsmarkt gekregen. Dat is landelijk gezien veel. WerkSaam zet zich ervoor in dat iedereen aan de slag kan.’
de komende jaren vele duizenden banen extra te creëren, zijn de per regio onderling verschillende subsidieregelingen gelijkgetrokken. Verder is er subsidie als iemand minder arbeidsvermogen heeft. En er is de mogelijkheid van proefplaatsing: iemand werkt tijdelijk met behoud van uitkering. ‘Harrie helpt’ is een training die werkgevers ondersteunt bij het omgaan met mensen met een beperking. Dölle: ‘Ik ben optimistisch. Werkgevers zijn van goede wil. Met de dienstverlening van WerkSaam kunnen zij direct hun voordeel doen.’ WerkSaam Westfriesland, vanaf 1 januari 2015: Dampten 26 1624 NR Hoorn
Voordelen voor bedrijfsleven WerkSaam effent voor werkgevers de weg om mensen met een beperking aan te nemen. Samenwerking met het UWV zorgt ervoor dat bekend is welke mogelijkheden een werkzoekende heeft. Verder helpen diverse maatregelen. In ruil voor de landelijke belofte van het bedrijfsleven om
Kansen bieden voor werkzoekenden Het zal je maar gebeuren dat je je baan kwijt raakt, terwijl je je gezin moet onderhouden en iedere maand de hypotheek of huur moet betalen. Zoiets bezorgt je veel zorgen. In deze tijd is het niet eenvoudig om weer aan het werk te komen. Ik ken de voorbeelden van mensen die keihard hun best doen, maar toch niet aan het werk komen en daardoor uiteindelijk in de bijstand belanden. Het is voor mensen niet alleen een financieel probleem, maar veel meer dan dat. Je bent je sociale contacten kwijt, het gevoel dat je meetelt wordt aangetast en ook de regelmaat hoor ik vaak als een groot gemis. Iedereen heeft het recht om mee te doen en mee te tellen. Daarom staan we voor de belangrijke opgave om meer mensen aan
het werk te helpen. Als gemeente hebben we daarvoor, ondanks de bezuinigingen, extra geld vrijgemaakt. Voor jongeren, 50-plussers en mensen met een arbeidshandicap is het extra moeilijk. Deze groepen verdienen extra aandacht. WerkSaam helpt iedereen die noodgedwongen een beroep moet doen op een uitkering en een steun in de rug nodig heeft om weer aan de slag te komen. WerkSaam werkt daarbij intensief samen met werkgevers uit de regio voor bijvoorbeeld leerwerkplekken, proefplaatsingen of een plaatsingsbonus voor het aannemen van jonge werkzoekenden. Ik ben blij om te zien dat er steeds meer werkgevers zijn die deze kansen graag bieden aan mensen die werk zoeken. Judith de Jong, wethouder Sociale Zaken en Werkgelegenheid