Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1
Plan van aanpak Datum
Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 28 05 09
Versie
2
Opdrachtgever Opdrachtnemer
OCW / Aanvalsplan Laaggeletterdheid CINOP
Contactpersoon
Piet Litjens / Mirella Verspiek
Auteurs
Ellen Pattenier, Carin Spoelstra-Van Dijk, Janneke Roor
Projectnummer
11777.15
Unit
Onderijsinnovatie
Team
Aanvalsplan Laaggeletterdheid
CINOP Postbus 1585 5200 BP ’s-Hertogenbosch Tel: 073-6800800 Fax: 073-6123425 www.cinop.nl
© CINOP 2008 Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoudsopgave Vooraf 1 Achtergrond .................................................................................................... 2 1 Visie op intake ............................................................................................. 4 1.1
De juiste snaar ...................................................................................... 4
1.2
De intake ............................................................................................. 4
2 Competenties van een goede intaker .......................................................... 11 2.1 3
4
Competenties....................................................................................... 11
Het intakeprotocol .................................................................................... 13 3.1
Aanmelding ......................................................................................... 13
3.2
Uitnodiging potentiële deelnemer ............................................................ 14
3.3
Het intakegesprek................................................................................. 15
3.4
Plaatsingsprocedure .............................................................................. 17
Nazorg en verlengde intake....................................................................... 18 4.1
Nazorg: administratief en persoonlijk ....................................................... 18
4.2
Verlengde intake .................................................................................. 18
4.3
Begeleiding door docent......................................................................... 20
4.4
Rol intaker/trajectbegeleider................................................................... 20
5 Vragen ter verheldering, een leidraad ........................................................ 21 5.1
Algemene vragen.................................................................................. 21
5.2
Specifieke vragen ................................................................................. 23
6 Toetsing .................................................................................................... 25 6.1
Voor- en nadelen van toetsing bij intake ................................................... 25
6.2
Het toetsen van het schrijven ................................................................. 26
6.3
Het toetsen van het lezen ...................................................................... 28
Bijlagen 29 Bijlage 1 Voorbeeld uitnodiging intakegesprek .................................................... 29 Bijlage 2 Voorbeeldbrief plaatsingsafspraak tijdens het intakegesprek .................... 30 Bijlage 3 Voorbeeld van een intakeformulier....................................................... 32 Bijlage 4 Waarborg kwaliteit bij de intake .......................................................... 38 Bijlage 5 Instaptoets Spelling .......................................................................... 39 Bijlage 6 Instaptoets Lezen ............................................................................. 44
III
Vooraf In het kader van het project Aanvalsplan Laaggeletterdheid is in 2007 gestart met vorming van een Kenniskring NT1. Het centrale doel van deze kenniskring is om kennis, ervaring, educatieve producten en instrumenten op het gebied van NT1-onderwijs aan volwassenen te bundelen. Er is een klankbordgroep samengesteld en er zijn werkgroepen gestart. Werkgroep 2a heeft zich gericht op het vormgeven van een goede intake voor NT1. Deze werkgroep bestond uit de volgende auteurs: Ellen Pattenier, Carin Spoelstra-van Dijk en Janneke Roor. De inhoudelijke coördinatie lag bij Kiki van Etten en Itie van den Berg; de werkzaamheden van deze werkgroep zijn gemodereerd door Mirella Verspiek. Een eerste concept van dit competentieprofiel is voorgelegd aan de Klankbordgroep NT1 die bestaat uit de volgende specialisten: Ineke van de Craats, Pol Goethals, Pieter de Graaff, Anne Kerkhoff, Folkert Kuiken, Fé te Nuijl. De feedback van de Klankbordgroep is verwerkt in deze tweede versie. We bieden dit digitale instrument aan op de website www.basisvaardigheden.nl. We hopen dat dit instrument opleidingsmanagers, docenten en nascholingsinstituten helpt bij het vaststellen van scholingsbehoeften en het bepalen van (na)scholingsaanbod. We nodigen u uit deze versie te voorzien van aanvullingen en uitbreidingen ter verbetering van de beschikbare tekst. Het is onze intentie om jaarlijks op basis van aangereikte verbeteringssuggesties dit instrument te reviseren. Uw aanvullingen en opmerkingen kunt u richten aan Piet Litjens (
[email protected]) of Elle Langens (
[email protected]) onder vermelding van ‘kknt1 (2a) intake’.
Piet Litjens Projectleider Kenniskring NT1 CINOP – ’s-Hertogenbosch 25 05 09
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
1
Achtergrond Aanvalsplan laaggeletterdheid Anderhalf miljoen Nederlanders hebben moeite met lezen en schrijven. Een aantal van hen is daardoor onvoldoende toegerust voor de eisen die een moderne kenniseconomie stelt aan beheersing van schriftelijke taalvaardigheid. Bovendien kan laaggeletterdheid een bron zijn van sociale, politieke en culturele uitsluiting. In 2005 is door de drie bewindslieden van het Ministerie van OCW een plan ter bestrijding van laaggeletterdheid opgesteld: Van A tot Z betrokken, Aanvalsplan Laaggeletterdheid 2006 - 2010. Dit plan heeft als doelstelling enerzijds het voorkomen van laaggeletterdheid en anderzijds het terugdringen van laaggeletterdheid. Het plan is aan de Tweede Kamer aangeboden en na goedkeuring is begin 2006 de opdracht voor de uitvoering gelegd bij CINOP, Stichting Lezen & Schrijven en Expertisecentrum ETV.nl. Het Aanvalsplan Laaggeletterdheid 2006-2010 zet in op enerzijds het voorkomen en anderzijds het verminderen van laaggeletterdheid. Het voorkomen is er in de eerste plaats op gericht om te bevorderen dat (v)mbo-scholen een actief taalbeleid voeren, zodat lees- en schrijfvaardigheid daar hoog op de agenda komen te staan. Daarnaast gaat het vooral ook om versterking van de competenties die de docenten nodig hebben om adequaat om te kunnen gaan met onderwijsdeelnemers met een gebrekkige taalvaardigheid en om een adequate ondersteuning te kunnen bieden wat betreft de taalontwikkeling van deelnemers. Kenniskring NT1: werkgroepen en klankbordgroep De Kenniskring NT1 is één van de deelprojecten van het Aanvalsplan waarin de nadruk ligt op het verminderen van laaggeletterdheid (zie ook Alfanieuws - nummer 3 – september 2008 – p 21 en 22). Het centrale doel van deze kenniskring is om kennis, ervaring, educatieve producten en instrumenten op het gebied van NT1-onderwijs aan volwassenen te bundelen. In 2008 en 2009 werken we achtereenvolgens in werkgroepen aan een aantal NT1-thema’s. Ook is er een klankbordgroep samengesteld en er zijn werkgroepen gestart. De Klankbordgroep bestaat uit de volgende materiedeskundigen: Ineke van de Craats (Radboud Universiteit Nijmegen), Pol Goethals (ROC Eindhoven), Pieter de Graaf (Alfa-projecten), Anne Kerkhoff (Fontys Hogescholen), Folkert Kuiken (Universiteit van Amsterdam) en Fé te Nuijl (MBO Raad / Stichting Netwerk). In het schema hieronder staan de thema’s die we in 2008 en 2009 uitwerken. We doen dat op twee niveaus: op het A-niveau wordt alle informatie – theoretisch en praktisch – verzameld en beschreven over een onderwerp. Op het B-niveau ontwikkelen we onderwijsmodules met het oog op (na)scholing en training van (nieuwe) docenten NT1. Voor de werkgroepen nodigen we zoveel mogelijk praktijk- en materiedeskundigen uit van diverse roc’s in het land. Via een digitale werkplaats – SharePoint – werken in elke werkgroep drie of vier auteurs aan een thema gedurende een periode van 8 tot 10 weken. Deze ontwikkeling wordt vanuit CINOP inhoudelijk gecoördineerd (Kiki van Etten en Itie van den Berg) en procesmatig gemodereerd (Mirella Verspiek en Sanne Cocx). De kracht van deze werkwijze is dat een goede relatie gelegd kan worden tussen theoretische kennis en informatie en goede voorbeelden en toepassingen uit de praktijk.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
2
Opdrachtgever CINOP
Klankbordgroep
Secretariaat inhoudelijke ondersteuning
Ondersteunend onderzoek werkgroep 1A: competentie profiel NT1
werkgroep 2A: Intake
werkgroep 3A: achtergrond van cursisten
werkgroep 4A: didactiek NT1
werkgroep 5A: begeleiding deelnemers
werkgroep 6A: toetsen en rapporteren
werkgroep 2B: onderwijsmodule
werkgroep 3B: onderwijsmodule
werkgroep 4B: onderwijsmodule
werkgroep 5B: onderwijsmodule
werkgroep 6B: onderwijsmodule
In 2008 hebben vier werkgroepen gefunctioneerd (1A, 2A, 3A en 2B). De klankbordgroep, waarin vertegenwoordigers uit het NT1-veld en diverse universiteiten zitting hebben, denkt mee over de te onderzoeken thema’s, levert feedback op producten die door de Kenniskring worden opgeleverd en formuleert onderzoeksvragen. In de vorm van onderzoeksstages proberen we zoveel mogelijk universitaire studenten aan deze werkgroepen te verbinden. We hopen dat opleidingsmanagers, docenten en nascholingsinstituten via de website www.basisvaardigheden.nl gebruik kunnen maken van deze producten en instrumenten bij het vaststellen van scholingsbehoeften, het bepalen van (na)scholingsaanbod en het verzorgen van goed NT1-onderwijs aan laaggeletterden. We nodigen gebruikers in het NT1-onderwijs uit deze eerste versies te voorzien van aanvullingen en uitbreidingen ter verbetering van de beschikbare tekst. Het is onze intentie om jaarlijks op basis van aangereikte verbeteringssuggesties dit document te reviseren. In dit document staat de uitwerking van werkgroep 2A: Voorstellen voor een goede intake NT1.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
3
1 Visie op intake
De intake is cruciaal voor een goede plaatsing van de - potentiële - deelnemer, voor het succesvol doorlopen van een NT1-traject en om vast te stellen hoe leerbaar iemand is en om een beeld te krijgen van wat de opbrengst kan zijn van een onderwijstraject. Want als de beginsituatie duidelijk is, kun je kijken of er aan het eind progressie is geboekt.
1.1
De juiste snaar
Als iemand eindelijk, misschien wel na lang twijfelen en jaren van schaamte en problemen, de stap neemt om zich aan te melden voor een lees- en/of schrijfcursus, is het uitermate belangrijk om hem1 op de juiste manier te ontvangen. Het allereerste contact met de school is al van belang. Bij de intake gaat erom de juiste snaar te raken. Omdat deelnemers aan een NT1-traject vaak slechte schoolervaringen hebben, is het goed hen op een niet-schoolse manier te benaderen. Op herbeleving van ervaringen uit het verleden zit niemand te wachten. De eerste kennismaking met het onderwijsinstituut bepaalt in grote mate of de potentiële deelnemer daadwerkelijk zal starten. Iemand die zichzelf kan zijn, zal eerder geneigd zijn te blijven en eventueel voor een vervolgcursus te kiezen. Wil je een deelnemer binnenhalen, dan dient je intake goed te zijn. Een waarborg hiervoor is om een gespecialiseerde intaker te benoemen en een intakeprotocol vast te stellen.
1.2
De intake
Een intake bestaat uit vijf elementen: ·
Persoonlijke aandacht
·
Kennis van en begrip voor situatie en achtergronden
·
Leervragen, motivatie en niveaubepaling
·
Informatieverstrekking
·
Plaatsing
Deze vijf elementen zijn alle onmisbaar in een goede intake en lopen deels door elkaar heen. De plaatsing is uiteraard het laatste element.
1.2.1 Persoonlijke aandacht Hoewel alle elementen van belang zijn, loopt de persoonlijke aandacht als een rode draad door de gehele intake heen. Allereerst moet de intaker in staat zijn zich te verplaatsen in de persoon die hij voor zich heeft: hij stelt de potentiële deelnemer op zijn gemak door een praatje te maken en bijvoorbeeld iets te drinken aan te bieden. Het persoonlijke verhaal van de potentiële deelnemer en diens persoonlijke situatie is op dit moment de focus van de intaker. Door echte aandacht te tonen, de juiste
1
Voor de leesbaarheid van Intake NT1 kiezen wij niet voor het gebruik van de dubbelvorm hij/zij, hem/haar, zijn/haar enzovoort. Bij algemene formuleringen hanteren we de mannelijke vorm. CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
4
lichaamstaal2 en het stellen van de juiste vragen3 krijgt de deelnemer het gevoel: ‘Er is iemand die me snapt en naar me luistert’ (zie paragraaf 5.1 voor voorbeeldvragen). Die persoonlijke aandacht probeer je gedurende de hele intake vast te houden. Ook als er zakelijke aspecten aan de orde zijn, blijf de intaker aandachtig en alert. Altijd kan zich een persoonlijke belemmering of blokkade aandienen waar hij aandacht aan dient te besteden. 1.2.2
Situatie en achtergronden
Om de deelnemer een passend onderwijsaanbod te kunnen doen, heeft de intaker informatie nodig over zijn situatie en achtergrond. Hij vormt zich een goed beeld van zijn schoolloopbaan, zijn werk- en levensverhaal. Hoe meer informatie er bekend is, hoe beter het aanbod voor de deelnemer kan worden afgestemd op de situatie. Verworven competenties Een deelnemer, zeker een volwassene, brengt per definitie zijn levenservaring mee: ervaringen op school, op het werk, in hobby en privé. Deze ‘bagage’ heeft ervoor gezorgd dat hij zich competenties heeft eigen gemaakt die zeer divers kunnen zijn. De een heeft ervaring in een bepaald soort werk en is bijvoorbeeld een goed vakman. De ander heeft bijvoorbeeld handigheid verworven in het toepassen van oplossingsstrategieën, heeft kinderen opgevoed of heeft allerlei soorten werkzaamheden verricht. Dit zijn de zogenaamde eerder verworven competenties. Door deze competenties te expliciteren en te (h)erkennen, ontdekt een deelnemer wat hij feitelijk allemaal al in huis heeft. Het zal in een intake niet mogelijk zijn om alle verworven competenties in kaart te brengen, maar een globale inventarisatie behoort tot de mogelijkheden. Benadrukt dient te worden dat deze ervaringen meetellen, ook al zijn het geen diploma’s. Ze kunnen in een EVC4-traject erkend en mogelijk verzilverd worden. Schoolervaringen Om een goed beeld te krijgen van de deelnemer is informatie over schoolervaringen wezenlijk. De intaker dient te achterhalen hoe het op school ging, waar de deelnemer goed in was, wat hij moeilijk vond, wat voor rollen/taken hij op school vervulde. Het gaat om de herinneringen aan de schooltijd, zowel negatieve als positieve. Vooral vervelende ervaringen kunnen belemmerend werken op het aankomende leerproces. De intaker dient te informeren naar ervaringen of eigenschappen die mogelijk van invloed kunnen zijn op het leren, zoals ‘altijd achter in de klas moeten zitten’ of een negatief zelfbeeld. Mogelijk is bij de deelnemer in een eerder stadium dyslexie of dyscalculie gediagnosticeerd. Het is belangrijk dat de intaker dit navraagt. De intake is ervoor bedoeld om zo goed mogelijk (negatieve en positieve) leerervaringen in kaart te brengen. De intaker kan door dergelijke vragen te stellen heel wat losmaken.
2
We bedoelen hiermee: een vriendelijk gezicht, een open en uitnodigende houding, naar de deelnemer toe gericht, vriendelijke intonatie. 3 Bijvoorbeeld: open vragen zodat er als antwoord meer komt dan enkel ja/nee, begripvolle vragen, praktische vragen en op de juiste momenten doorvragen. Dit laatste is belangrijk. Als intaker moet je niet zelf in gaan vullen, vraag de deelnemer zelf om verheldering en laat hem concrete voorbeelden geven. 4 EVC betekent: erkennen van verworven competenties. Wat iemand al weet en kan, kan bijvoorbeeld letterlijk verzilverd worden in deelcertificaten op weg naar een diploma. CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
5
Het is belangrijk dat de intaker de deelnemer, als dat nodig is, de ruimte geeft om emoties te tonen, waarna de draad weer tactisch opgepakt kan worden. Werk, gezin en omgeving Ook de werk- en gezinssituatie kunnen informatie bieden die van belang is voor het formuleren van passend aanbod en/of de manier van leren van de potentiële deelnemer. De vraag naar mogelijke praktische belemmeringen bij het volgen van een cursus mag zeker niet ontbreken; misschien heeft de deelnemer bijvoorbeeld geen kinderopvang, werkt hij in ploegendienst of is hij niet in het bezit van eigen vervoer. Een ander aspect dat meespeelt in de ontwikkeling en mogelijkheden van de deelnemer is dat de omgeving al dan niet bekend is met zijn ‘probleem’. Een omgeving waar een motiverende, stimulerende prikkel van uitgaat, vormt een totaal andere ontwikkelingscontext voor een deelnemer dan een omgeving die niets mag weten van het probleem. Kortom, tijdens de intake verkent de intaker de omgeving van de deelnemer door vragen te stellen én door goed te luisteren. Tussen neus en lippen door vertelt een deelnemer vaak wel het een en ander. 1.2.3
Leervragen, niveaubepaling en motivatie
Er zit verband tussen leervraag, niveau en motivatie. Het niveau inschatten van een potentiële deelnemer kan de intaker doen op basis van wat hij ziet en hoort, maar ook op basis van meetbare gegevens verkregen uit een toets. Het doel is om een deelnemer op de juiste plek in de juiste groep te plaatsen. De intaker verkent de leerbehoefte en de – vraag en probeert een indruk te krijgen van de motivatie van een deelnemer. Dit is vaak een kwestie van aanvoelen. Vaak zal in de loop van een traject blijken in welke mate een deelnemer gemotiveerd is. Motivatie De leervragen die iemand zelf heeft, hangen sterk samen met zijn motivatie om weer naar school te gaan. Belangrijk voor het vasthouden van de motivatie is of de cursus de deelnemer brengt wat deze wil leren! Een aanbod gericht op de leervraag motiveert enorm. Die leervragen kunnen verbreed of versmald worden gedurende het gesprek of het wordt duidelijk hoe lang of intensief een traject wordt. Het is niet altijd mogelijk om direct tegemoet te komen aan de leervraag tijdens het traject dat gevolgd gaat worden; verwachtingen zijn vaak hoog gespannen. Als dat zo is, is het goed de potentiële deelnemer te informeren over de weg ernaartoe. Welke (tussen)stappen zijn nodig op weg naar realisatie van de leervraag? De intaker dient te vragen wat de deelnemer ervoor over heeft om zijn leervraag te realiseren. Een deelnemer die weet welke stappen nodig zijn om zijn leerdoel te bereiken, is eerder bereid die stappen te nemen; ook al kan die weg langer zijn dan verwacht. Voorbeeld: De krant kunnen lezen is voor iemand met niveau A1(CEF, zie paragraaf 1.2.3 CEF-niveaubeschrijving) geen doel waar meteen aan gewerkt kan worden: kernwoorden en koppen is vooralsnog een tussenstap waar ook nog eens het nodige aan vooraf zal gaan.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
6
Leervraag In een intake is de leervraag leidend: komt de nieuwe deelnemer omdat hij zijn naam wil leren schrijven of om zijn hypotheekakte te kunnen lezen en begrijpen? Wil hij beter functioneren op de arbeidsplek, bij- of nascholen of omzien naar een andere baan? Wil hij minder afhankelijk zijn van partner of familie bij het regelen van geldzaken? Of wil hij In het algemeen meer zelfvertrouwen? Voorbeeld: ‘Ik wil leren schrijven’ is te algemeen, wàt wil iemand leren schrijven en in welke mate: een persoonlijke brief is niet hetzelfde als een e-mailtje en een roman lezen is niet gelijk aan voorlezen uit Nijntje. Met vragen en dóórvragen, kan de leervraag achterhaald worden. Het stellen van de zogenaamde wondervraag kan een goed hulpmiddel zijn om de leervraag helder te krijgen (zie hoofdstuk 5). Als intaker en deelnemer beiden weten wat het leerdoel is, schept dit helderheid over en weer. Bovendien is dit belangrijke informatie voor de toekomstige docent(en) om rekening mee te houden. Uit bovenstaande voorbeeldleervragen blijkt ten eerste de grote diversiteit en ten tweede een samenhang met het niveau van de deelnemer. Niveaubepaling Voor het bepalen van een goede beginsituatie is het noodzakelijk te weten wat iemand kan. De niveaubepaling kan op verschillende manieren tot stand komen: via een uitgebreid intakegesprek, via toetsing en/of andere vorm van assessment. De intaker stelt binnen de instelling vast welke gegevens echt nodig zijn om iemand te kunnen plaatsen. Het is van belang dat nooit getoetst wordt om te toetsen, want - zoals gezegd toetsen kan voor een laaggeletterde heel bedreigend zijn5. Een intaker kan genoeg hebben aan een uitgebreid intakegesprek. Iemands vooropleiding en werk zijn een bron van informatie, maar zijn niet voldoende exact. Toetsen kan soms net een bepaalde zekerheid geven, maar de intaker dient zijn eigen deskundigheid niet te onderschatten. De intaker maakt dus tijdens het intakegesprek altijd de afweging: ‘ga ik wel of niet toetsen?’ Zo ja, dan is de vraag: wat laat de intaker iemand lezen en schrijven? Het is belangrijk maatwerk te leveren en aan te sluiten bij wat de potentiële deelnemer wel of niet aan kan. Een eenvoudige instaptoets is zeker een optie om iets meer specifieke gegevens over het niveau te krijgen. Bijkomend voordeel van een toets is dat de deelnemer deze op een later moment terug kan zien en zijn vorderingen (of stagnaties) kan ontdekken. Voor de school geeft dit inzage in het leerrendement.
5
Niet elke instelling vindt toetsen per definitie thuishoren in een intake, vanwege mogelijk negatieve ‘bijwerkingen’ voor de deelnemer. CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
7
CEF-niveaus
CEF-niveaus Begrijpen Luisteren
Lezen
Spreken Productie
Interactie
Ik kan de
Ik kan teksten
Ik kan uitingen op
hoofdpunten
begrijpen die
een simpele manier situaties aan die zich
begrijpen wanneer in hoofdzakelijk bestaan aan elkaar
Ik kan de meeste kunnen voordoen
Schrijven Ik kan eenvoudige samenhangende tekst schrijven over
duidelijk
uit hoogfrequente,
verbinden, zodat ik tijdens een reis in een onderwerpen die
uitgesproken
alledaagse of aan mijn ervaringen en
standaarddialect
werk gerelateerde
gebeurtenissen,
betreffende taal wordt persoonlijk belang
wordt gesproken
taal. Ik kan de
mijn dromen,
gesproken. Ik kan
zijn. Ik kan
over vertrouwde
beschrijving van
verwachtingen en
onvoorbereid
persoonlijke brieven
zaken die ik
gebeurtenissen,
ambities kan
deelnemen aan een
schrijven waarin ik
gebied waar de
regelmatig tegenkom gevoelens en wensen beschrijven. Ik kan gesprek over op mijn werk,
in persoonlijke brieven in het kort redenen onderwerpen die
school, vrije tijd,
begrijpen.
en verklaringen
vertrouwd zijn, of
geven voor mijn
mijn persoonlijke
hoofdpunten van
meningen en
belangstelling hebben
veel radio- of tv-
plannen. Ik kan een of die betrekking
programma's over
verhaal vertellen, of hebben op het
actuele zaken of over
de plot van een
dagelijks leven
onderwerpen van
boek of film
(bijvoorbeeld familie,
persoonlijk of
weergeven en mijn
hobby's, werk, reizen
beroepsmatig belang
reacties beschrijven. en actuele
B1 enz. Ik kan de
begrijpen, wanneer
vertrouwd of van
mijn ervaringen en indrukken beschrijf.
gebeurtenissen).
er betrekkelijk langzaam en duidelijk gesproken wordt.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
8
Ik kan een reeks
Ik kan communiceren Ik kan korte,
meest frequente
eenvoudige teksten
uitdrukkingen en
over eenvoudige en
eenvoudige notities
woorden begrijpen
lezen. Ik kan
zinnen gebruiken
alledaagse taken die
en boodschappen
die betrekking
specifieke
om in eenvoudige
een eenvoudige en
opschrijven. Ik kan
Ik kan zinnen en de Ik kan zeer korte
bewoordingen mijn
directe uitwisseling
een zeer eenvoudige
die van direct
informatie vinden in
familie en andere
van informatie over
persoonlijke brief
persoonlijk belang
eenvoudige,
mensen,
vertrouwde
schrijven,
zijn (bijvoorbeeld
alledaagse teksten
leefomstandigheden, onderwerpen en
hebben op gebieden voorspelbare
basisinformatie over zoals advertenties, A2
mijn opleiding en mijn huidige of
Ik kan zeer korte
mezelf en mijn
folders, menu's en
familie, winkelen,
dienstregelingen en ik meest recente baan sociale gesprekken
plaatselijke
kan korte,
te beschrijven.
gewoonlijk niet
kan de belangrijkste persoonlijke brieven
voldoende begrip om
begrijpen.
bedanken.
aan, alhoewel ik
omgeving, werk). Ik eenvoudige, punten in korte,
bijvoorbeeld om
activiteiten betreffen. iemand voor iets te
het gesprek
duidelijke
zelfstandig gaande te
eenvoudige
houden.
boodschappen en aankondigingen volgen. Ik kan vertrouwde
Ik kan vertrouwde
Ik kan eenvoudige
Ik kan deelnemen aan Ik kan een korte,
woorden en
namen, woorden en
uitdrukkingen en
een eenvoudig
basiszinnen
zeer eenvoudige
eenvoudige
zinnen gebruiken
gesprek, wanneer de ansichtkaart
begrijpen die mezelf, zinnen begrijpen,
om mijn
gesprekspartner
mijn familie en
bijvoorbeeld in
woonomgeving en
bereid is om zaken in bijvoorbeeld voor
directe concrete
mededelingen, op
de mensen die ik
een langzamer
schrijven, het zenden van
omgeving betreffen, posters en in catalogi. ken, te beschrijven. spreektempo te
vakantiegroeten. Ik
wanneer de mensen
herhalen of opnieuw
kan op formulieren
langzaam en
te formuleren en mij
persoonlijke details
helpt bij het
invullen,
A1 duidelijk spreken.
formuleren van wat ik bijvoorbeeld mijn probeer te zeggen. Ik naam, nationaliteit kan eenvoudige
en adres noteren op
vragen stellen en
een
beantwoorden die een hotelinschrijvingsfor directe behoefte of
mulier.
zeer vertrouwde onderwerpen betreffen.
1.2.4
Informatieverstrekking
Als iemand zich meldt voor een intake, betekent dat niet dat hij precies weet wat een roc is. Waarschijnlijk komt hij er voor het eerst en heeft hij geen idee wat hem staat te wachten. Het is van belang dat de intaker vertelt hoe het roc het onderwijs aan volwassenen organiseert en dat een roc het taalonderwijs anders aanpakt dan de basisschool.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
9
Aanbod algemeen en specifiek De intaker vertelt over het roc in het algemeen en over het cursusaanbod van de afdeling Educatie in bijzonder. Welke cursussen zijn er mogelijk en wat is het doel van de afzonderlijke cursussen. Het is voor de potentiële deelnemer belangrijk op de hoogte te zijn van alle mogelijkheden van het aanbod van de instelling. Tip: als er een folder is over de cursus, neem die dan samen door en geef die vervolgens mee. De intaker schetst een mogelijk traject: inhoud, duur en lesfrequentie, de kosten. Ook vertelt hij over de werkwijze binnen de cursus. In een roc gaat er anders aan toe dan wat de deelnemer nog ‘van vroeger’ kent: docenten werken anders, er is cursistbegeleiding en ook van deelnemers wordt inzet en eigen initiatief in het leren verwacht6. Dit kan positief vallen, maar ook tegenvallen. Probeer dit laatste te voorkomen door wederzijdse verwachtingen te verhelderen. Tot slot worden de huisregels aan de orde gesteld en praktische zaken als plaats en tijdstip van de lessen en benodigdheden. Tip: check of alle informatie goed is overgekomen en begrepen is. 1.2.5
Plaatsing
Tot slot is plaatsing aan de orde, het passende aanbod. De intaker geeft aan welk aanbod het beste past bij de leervraag en -doelen en vraagt de deelnemer of die keuze aansluit bij zijn wensen. Eventuele andere mogelijkheden worden op haalbaarheid bekeken. Vul als intaker de keuze niet automatisch in, maar laat de deelnemer zelf een keuze maken; hij bepaalt uiteindelijk de eigen leerroute! Markeer dit keuzemoment duidelijk. Heeft de nieuwe deelnemer daadwerkelijk een aanbod gekozen, dan kan de intaker overgaan tot het maken van concrete afspraken over plaatsing, data, locatie en betaling. Het onderdeel afspraken maken is cruciaal voor een goed verloop van het traject. Laat duidelijk weten en zo mogelijk zien wat een onderwijsinstelling (trainingsinstituut) precies biedt en ook wat er verwacht wordt van de deelnemer. Voorlopige plaatsing De hierboven beschreven procedure betreft een reguliere intake. Het verdient aanbeveling een procedure voor verlengde intake te hanteren: een zogenaamde proefperiode. Niet om iemand daarna de deur te wijzen, maar wel om in de gaten te houden of iemand inderdaad op de juiste plek, in de juiste groep en in het juiste traject zit. Een verlengde intake waarborgt een ‘eerste volgen’ van de deelnemer. Na deze periode kan met zekerheid vastgesteld worden of een deelnemer goed geplaatst is of dat bijstelling gewenst is. Een verdere uitwerking van de verlengde intake staat beschreven in hoofdstuk 4.
6
Bijvoorbeeld: regelmatig verwoorden wát je wil leren.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
10
2
Competenties van een goede intaker
Uit het vorige hoofdstuk blijkt dat de intake een cruciaal moment is in iemands hernieuwde schoolloopbaan. De functie van intaker vraagt specifieke expertise. Algemeen gezegd is een intaker een persoon met empathie, met respect voor de medemens. Iemand die de kunst van het vragen en doorvragen verstaat en aan wie enig relativeringsvermogen niet vreemd is. Praktisch ingesteld zijn en met beide benen op de grond staan, zijn eigenschappen die van pas komen. Het spreekwoord: ‘Spreken is zilver en zwijgen is goud’ is voor intakegesprekken een belangrijk motto. De intaker zal veelpraters beleefd proberen af te remmen met bijvoorbeeld gerichte vragen en zal moeite moeten doen om zwijgzame deelnemers veiligheid te bieden om hen te stimuleren om een en ander te vertellen. Een intaker is niet voortdurend zelf aan het woord en waakt ervoor het verhaal van de deelnemer al in te vullen gedurende de intake. Hij geeft de potentiële deelnemer de ruimte om met zijn verhaal te komen.
2.1
Competenties
Hieronder zetten we de belangrijkste competenties op een rij waarover een intaker moet beschikken. Allereerst noemen we de competenties met betrekking tot het bepalen van de leerbehoefte en de leervragen en vervolgens de competenties die gericht zijn op plaatsing van deelnemers. Competenties gericht op bepalen van leerbehoeften en leervragen: ·
ervaring met (werken met) de doelgroep;
·
kwaliteiten van laaggeletterden herkennen;
·
inlevingsvermogen;
·
iemand op zijn gemak kunnen stellen;
·
rekening houden met en aansluiten bij de belevingswereld van de potentiële
·
aansluiten bij het taalgebruik van de potentiële deelnemer en het eigen taalgebruik
·
feeling hebben voor en aansluiten bij non-verbale communicatie;
·
kunnen luisteren;
·
kunnen doorvragen (de vraag achter de vraag);
·
structuur kunnen aanbrengen in een gesprek;
·
kunnen samenvatten;
·
verwachtingen, motivatie, sturingskracht van de deelnemer in beeld brengen, terug
deelnemer; kunnen aanpassen;
kunnen koppelen; ·
motiverend kunnen reageren op verwachtingen.
Competenties die gericht zijn op plaatsing van deelnemers: ·
kunnen inschatten van de situatie (hoever kan ik gaan: toets afnemen of niet? andere
·
kennis van het totale aanbod educatie;
·
kennis van passend aanbod elders (zowel intern als extern);
·
kennis van de sociale kaart (iemand goed kunnen adviseren en doorverwijzen);
leervragen boven tafel halen of niet? een of meerdere dagdelen ineens aanbieden?);
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
11
·
iemand op de juiste plek kunnen plaatsen.
Als er sprake is van een opdrachtgever - bijvoorbeeld bij inkooptrajecten - dan is het nodig om de specifieke wensen in kaart te brengen. Voor deze specifieke situatie onderscheiden we de volgende competenties: ·
Inzicht in concrete leerwensen, uitstroomdoelen en productovereenkomst en kunnen inschatten van de haalbaarheid daarvan.
·
Begin- en eindtermen van individuele deelnemers kunnen inschatten, plaatsen en indien nodig adviseren.
·
Kunnen communiceren met opdrachtgevers vanuit verschillende disciplines (gemeente, welzijnsinstellingen, bedrijfsleven enzovoort).
·
Het schrijven van een trajectplan.
·
De weg kennen binnen de instelling voor zaken als offertes en contracten.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
12
3
Het intakeprotocol
In deze paragraaf doen we voorstellen voor een intakeprotocol. De intaker krijgt hiermee een overzicht van de gang van zaken rond de intakeprocedure. Tussen aanmelding en plaatsing van een deelnemer liggen verschillende contactmomenten. Ze horen allemaal thuis in een intakeprotocol. De contactmomenten die we in dit hoofdstuk beschrijven zijn: aanmelding, uitnodiging, intakegesprek en plaatsingsprocedure.
3.1
Aanmelding
Aanmelding kan plaatsvinden naar aanleiding van mond-tot-mondreclame, een advertentie, persbericht, redactioneel stuk in dag- of weekblad, folder enzovoort.7 Een informatiestand op markten en in bibliotheken kan ook een bron zijn evenals een tvprogramma of tv-spotje. Tot slot is er nog de doorverwijzing of aanmelding via een inkooptraject. Een potentiële deelnemer kan zich op verschillende manieren aanmelden: ·
telefonisch;
·
persoonlijk aan de balie/receptie;
·
schriftelijk met een bon uit krant/folder;
·
per e-mail;
·
e-mail via de landelijke bellijn 0800- 023 44 44;
·
indirect via werkgever of andere doorverwijzer.
Tip: het is wenselijk om een aanmelding of een afspraak voor een intakegesprek altijd schriftelijk te bevestigen. De aanmelding van deelnemers kan een eigen initiatief zijn en dus vrijwillig plaatsvinden (zelfmelder), maar kan ook het initiatief zijn van de directe omgeving van een deelnemer (hij is gestuurd). Ook komt het voor dat er sprake is van een verplichting. In dit laatste geval bedoelen we verplichte deelname die door een werkgever, gemeente of andere doorverwijzende instantie (inkooptraject) gevraagd of geëist wordt. Indien gewenst kan de receptionist van bijvoorbeeld het roc de eerste informatie verstrekken: ·
naam intaker;
·
de tijden dat de intaker bereikbaar is;
·
beschrijven van intakeprocedure;
·
overzicht totale cursusaanbod;
·
openingstijden leslocatie;
·
informatie geven/toesturen: brochure/folder/flyer.
7
Vermeld altijd de naam van de intaker(s) of contactpersoon in advertenties, flyers enzovoort. Dat geeft houvast om te weten naar wie iemand moet vragen. Bovendien voorkom je daarmee dat verkeerd wordt doorverwezen en de potentiële deelnemer verstrikt raakt in bureaucratische of administratieve handelingen en afhaakt. CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
13
Als een instelling ervoor kiest om de receptionist de eerste informatie te laten verstrekken, dan is het van belang dat deze op de hoogte is van: ·
de doelgroep laaggeletterden (taboe en schaamte);
·
cursusaanbod voor de doelgroep;
·
de wervingsactiviteiten;
·
werktijden van de intaker(s).
Het eerste contact met de potentiële deelnemer is van cruciaal belang voor diens beslissing om te starten. De receptionist moet dan bijvoorbeeld ook weten dat een aanmelding voor een computercursus in feite een vraag naar een cursus Nederlands kan zijn. De baliemedewerker verwijst bij twijfel altijd door naar de intaker. Na aanmelding wordt de intaker meteen op de hoogte gebracht, schriftelijk of telefonisch. Als dat nodig is, is direct oproepen van intaker een optie. Een en ander hangt af van de huisregels omtrent het intakeprotocol.
3.2
Uitnodiging potentiële deelnemer
Na aanmelding wordt de potentiële deelnemer zo snel mogelijk - bij voorkeur binnen een week - uitgenodigd voor een intakegesprek. Dit is belangrijk, want deelnemers aan NT1trajecten niveau 0-3 lopen vaak al langer met het plan om zich aan te melden. Ze hebben hiervoor een hoge drempel moeten nemen. Als niet snel gehoor wordt gegeven aan dit initiatief, dan zullen de motivatie en de behoefte weer wegebben of kunnen de angst en schaamte opnieuw de overhand nemen. Daarom zal een roc een heldere, strakke en haalbare uitnodigingsprocedure moeten hebben. Deze procedure is waterdicht en zorgvuldig. Van belang is bijvoorbeeld dat er altijd een achterwacht is ingeval een intaker afwezig is. Voorkomen moet worden dat een deelnemer moet wachten of voor een gesloten loket komt. Afspraken hieromtrent kunnen bijvoorbeeld zijn: ·
een telefonisch of aan de balie gemaakte afspraak wordt schriftelijk bevestigd (zie bijlage 1).
·
een aanmelding via de landelijke bellijn wordt verwerkt door de intaker/contactpersoon van de instelling; bij voorkeur telefonisch en rekening houdend met de wens van de aanmelder. (Dit kan aangetekend staan op het aanmeldingsregistratieformulier: schriftelijk – telefonisch oproepen).
·
een schriftelijke aanmelding/aanvraag wordt bij voorkeur telefonisch en anders in een schriftelijke uitnodiging verwerkt (zie bijlage 1).
Hieronder enkele aandachtspunten voor de intaker: ·
Controleer altijd of de potentiële deelnemer zich al eerder heeft aangemeld of al eerder op les is geweest. Als dit zo is, vraag dan bij de administratie het dossier op en vraag informatie bij de collega die hem lesgegeven heeft. Dit vergemakkelijkt het gesprek en de plaatsing.
·
Zorg voor een afsprakensysteem waarbij een collega-intaker, bij eventuele afwezigheid van de intaker, de afspraken overneemt of afbelt en zo mogelijk direct een nieuwe afspraak maakt, opnieuw gevolgd door een schriftelijke bevestiging.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
14
3.3
Het intakegesprek
Bij binnenkomst wordt de potentiële deelnemer vriendelijk en representatief ontvangen (receptie/balie): hij wordt op zijn gemak gesteld met een praatje en een kopje koffie/thee. De plek voor het gesprek is rustig, liefst met een warme uitstraling. De opstelling tijdens het intakegesprek doet er ook toe: het is belangrijk dat de intaker nooit plaatsneemt tegenover de potentiële deelnemer, gescheiden door een tafel; geprobeerd moet worden zo weinig mogelijk afstand te scheppen zonder bedreigend te worden. De intaker zorgt dat de deelnemer niet met zijn rug naar de deur zit. Dat kan voor onrust zorgen: een deelnemer wil weten wat er gaande is, wie er eventueel binnenkomt.
3.3.1 Algemeen Een gesprek kent drie fasen: de opening, de kern en de afronding. De opening en de afronding zijn vrij algemeen van aard. De kern zal altijd een actie-reactie-gesprek zijn: informatie krijgen en geven. De kern is in dit geval het inschattingsgesprek met de inventarisatie van leervragen. De intaker bewaakt hierbij wel altijd het doel en zorgt dat deze drie elementen aan de orde komen: ·
situatie en achtergronden (zie ook paragraaf 1.2.2);
·
leervragen, motivatie en niveaubepaling (zie ook paragraaf 1.2.3);
·
informatieverstrekking (zie ook paragraaf 1.2.4).
Tip: verpak de gespreksleidraad (hoofdstuk 5) in een bureaulegger of placematmodel, waardoor deze tijdens het gesprek onopvallend aanwezig is.
3.3.2 Fase 1 De opening De intaker neemt de tijd voor het gesprek om de potentiële deelnemer op zijn gemak te stellen: hij stelt zichzelf voor en vraag of de reis goed verlopen is, begint over het weer. Kortom, hij valt niet met de deur in huis maar begint pas over het eigenlijke doel van dit gesprek als de eerste spanning weg is. De intaker schroomt niet de gast indien mogelijk aan te spreken in zijn vertrouwde taalgebruik (bijvoorbeeld dialect en geen jargon). Ook benadrukt de intaker dat het gesprek vertrouwelijk is, dat alleen die gegevens naar de docent gaan waarvoor de deelnemer toestemming geeft (zie ook paragraaf 5.1). De intaker legt hierna het doel en de opzet van het gesprek uit en geeft een indicatie aan van hoelang het gesprek gaat duren. Hij stelt vervolgens de volgende punten ter sprake: ·
algemene achtergrond van de basiseducatie;
·
globale inventarisatie van leerwensen;
·
algemene informatie over leermogelijkheden;
·
informatie over inschrijfprocedure, eigen eindbeslissingsrecht en verantwoordelijkheid van de deelnemer.
3.3.3 Fase 2 De kern 1 Situatie en achtergronden (zie ook paragraaf 1.2.2). Inventariseren en vaststellen van vooropleiding, verworven competenties en eventuele problemen (dyslexie en dyscalculie). Zie voor concrete vragen de gespreksleidraad van hoofdstuk 5. CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
15
2
Leervragen, motivatie en niveaubepaling (zie ook paragraaf 1.2.3). Inventariseren van leerwensen/motivatie en beschikbaarheid. Daarnaast beslist de intaker hoe hij het niveau gaat bepalen: door gerichte vragen te stellen en/of eventueel een instaptoets af te nemen.
Zoals in hoofdstuk 1 al te lezen is, is het de taak van de intaker om een passend aanbod vast te stellen, op het juiste niveau. Dat kan door te vragen en/of te toetsen. Of het toetsen gelijk al bij de intake gebeurt, hangt af van de intakeprocedure binnen de instelling. De ene school doet dit wel, de andere neemt bijvoorbeeld pas een toets af in de eerste les of tijdens de verlengde intake. Voor alle onderstaande vakgebieden probeert de intaker - door middel van vragen en door voorbeeldsituaties te schetsen - te achterhalen wat leerwens en niveau is. We hebben het hier over de intake voor NT1, maar ervaring leert dat potentiële deelnemers leerwensen hebben op uiteenlopend gebied. Eenmaal de stap naar school weer genomen, blijkt de leerbehoefte groot. Bij de onderdelen rekenen, Engels en digitale vaardigheden tast de intaker de behoefte naar meer scholing af. Het kan gaan om cursussen na of naast het NT1-aanbod. Het gaat om een globale niveaubepaling voor deze vakken. In geval van twijfel bij de intaker over het niveau van de deelnemer is het wenselijk een vervolgafspraak (eventueel met de betrokken docent) te maken. Lezen en schrijven Voor vragen ter verheldering van de leerwens zie hoofdstuk 5, vragen bij lezen en schrijven (paragraaf 5.2.1). Indien nodig kan de intaker in plaats van een toets af te nemen de potentiële deelnemer een stukje laten lezen en schrijven. Observatie tijdens het schrijven van de potentiële deelnemer verschaft belangrijke informatie. Als het in zo’n situatie toch nodig is om iets uitgebreider te toetsen, lees dan verder bij het hoofdstuk 6: Toetsen. Tip: toets tijdens een intakesessie nooit in een groep. Rekenen, basis Engels, digitale vaardigheden Laat de deelnemer vertellen wat hij moeilijk vindt aan deze vakken, waar hij tegenaan loopt (zie paragraaf 5.2 voor voorbeeldvragen). 3
Na deze leervragen- en niveau-inventarisatie is het laatste element van ‘de kern’ aan de orde: Informatieverstrekking (zie ook paragraaf 1.2.4). In dit deel van het gesprek geeft de intaker praktische informatie over:
·
cursusaanbod, mogelijkheden en lestijden;
·
kostenaspect, huisregels, administratieve verplichtingen en indien nodig andere afspraken;
·
(indien relevant) instellingen of instanties buiten de eigen instelling.
Tip: wees altijd eerlijk als een potentiële deelnemer vraagt hoelang het scholingstraject duurt.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
16
3.3.4 Fase 3 Afronding van het gesprek In deze fase vertaalt de intaker de wensen van de deelnemer terug in een mogelijk aanbod. Hij maakt afspraken over het startmoment en zet ze op papier. Het inschrijfformulier wordt ingevuld in het bijzijn van de nieuwe deelnemer of in samenwerking. De intaker laat, als dat mogelijk is, het leslokaal/-gebouw zien en stel - als daar gelegenheid toe is - de nieuwe deelnemer voor aan zijn docent en/of de groep. Dit verlaagt wellicht de drempel om de volgende keer binnen te stappen. De intaker geeft de nieuwe deelnemer een plaatsingsafspraak mee (zie bijlage 2). Indien de potentiële deelnemer wordt doorverwezen, probeert de intaker ook altijd wat schriftelijk materiaal mee te geven of een telefoonnummer waarop hij meer informatie kan krijgen. Niet gekomen Als een potentiële deelnemer niet reageert op een uitnodiging, neemt de intaker direct opnieuw contact op om te achterhalen wat de oorzaak van het verzuim is. Geef niet direct op – een aanmelding is immers een signaal, een vraag om hulp. De intaker helpt de aanvrager over de drempel heen en maakt een nieuwe afspraak. Zo nodig kan dit nogmaals herhaald worden. Pas na herhaalde pogingen (afhankelijk van de reactie) zal een intaker het als verantwoordelijke moeten laten rusten.
3.4
Plaatsingsprocedure
Bij voorkeur wordt de deelnemer tijdens de afronding van het intakegesprek direct door de intaker geplaatst aan de hand van de verkregen gegevens. Als directe plaatsing niet mogelijk is, omdat de intaker eerst wil overleggen met derden (bijvoorbeeld de docent), maakt hij een duidelijke afspraak over de verdere procedure en berichtgeving. Tussen intakegesprek en startmoment zou idealiter niet meer dan een week moeten zitten. Het is een kwestie van ‘het ijzer smeden wanneer het heet is’. Dit om het risico te verminderen dat de motivatie en de behoefte bij de nieuwe deelnemer wegebben en dat angst en schaamte opspelen. Tip: overweeg ook eens de mogelijkheid voor een proefles: laat de potentiële deelnemer eerst een les bijwonen en sluit daarna de plaatsingsprocedure af.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
17
4
Nazorg en verlengde intake
De nazorg van een aanmelding heeft een administratieve en een persoonlijke component. De administratieve afhandeling van de aanmelding en het persoonlijke volgen van de deelnemer na plaatsing moeten beide zorgvuldig verlopen.
4.1
Nazorg: administratief en persoonlijk
De administratieve verwerking zal bij ieder instelling anders verlopen. Het is zaak dat de docent van tevoren op de hoogte wordt gebracht van de plaatsing en dat hij relevante gegevens van de nieuwe deelnemer krijgt om zich te kunnen voorbereiden op diens komst. We hebben het dan over de juiste NAW8-gegevens, het (ingeschatte) niveau van de deelnemer en - als de deelnemer is getoetst - de toetsgegevens. Na plaatsing is het belangrijk de nieuwe deelnemer niet uit het oog te verliezen. Een instelling dient een goede nazorgstructuur te hebben. Bij voorkeur is de intaker ook de trajectbegeleider. Het is goed om binnen het roc één of twee personen te hebben waar deelnemers met al hun vragen terecht kunnen. Er zijn verschillende mogelijkheden om de juiste plaatsing van een deelnemer te waarborgen: de verlengde intake, de begeleiding door de docent en de trajectbegeleiding.
4.2
Verlengde intake
Tijdens de verlengde intake wordt de nieuwe deelnemer gevolgd gedurende een korte periode waarin: ·
hij (hernieuwd) kennis maakt met leren: de deelnemer moet kennismaken met de docent en de instelling, kennismaken met de groep en de werkwijze, eigen leervragen (h)erkennen en benoemen bij ‘lotgenoten’, (opnieuw) leren leren, motivatie leren vasthouden, vasthouden aan regelmaat en leervragen eventueel bijstellen;
·
de docent en cursistbegeleider een beter zicht krijgen op leervermogen, verworven competenties en deficiënties van de deelnemer.
Tijdens de verlengde intake is het beter mogelijk om het juiste niveau te bepalen, zodat verkeerde plaatsing van de deelnemer voorkomen kan worden. Er kan getoetst worden, leerstijlen worden vastgesteld en definitieve keuzes gemaakt voor een leerweg en eventuele leermiddelen of methode. Er wordt gewerkt aan studievaardigheden en communicatieve vaardigheden, er is voldoende aandacht voor het uitwisselen van ervaringen en problemen, verworven competenties worden nader bekeken en hiaten vastgesteld en/of gerelativeerd. Verder is er aandacht voor vormen van samenwerken en leren van en aan elkaar. Door het beantwoorden van de volgende vragen kan een tijdens de intake voorgesteld - traject worden vastgesteld of bijgesteld: ·
is het juiste traject gekozen?
·
is de juiste groep gekozen?
·
is voorkennis juist ingeschat?
·
is de echte leervraag helder geworden?
8
NAW: naam, adres- en woonplaatsgegevens.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
18
De verlengde intake kan op verschillende manieren worden vorm gegeven. We bespreken hier twee vormen: de startersgroep en de reguliere groep.
4.2.1 Startersgroep Bij een grote instelling is het vaak mogelijk een aparte groep voor nieuwe deelnemers te starten: een startersgroep of wachtkamergroep. In zo’n groep worden alle instromers gedurende een door de instelling vastgestelde periode (bij voorkeur 6-8 weken) geplaatst om samen aan de eerder genoemde vaardigheden te werken. De deelnemers worden voorbereid op de, voor hen vaak nieuwe, manier van lesgeven. Voordelen De voordelen van deze organisatievorm zijn: ·
De deelnemer krijgt voldoende ruimte om ervaringen te delen: iedereen in de verlengde intake heeft dezelfde angsten (onder meer drempelvrees en schaamte). De wachtkamergroep biedt de mogelijkheid om hier specifiek aandacht aan te besteden.
·
De deelnemer krijgt voldoende tijd om te wennen: hij went aan de manier van lesgeven en kan zijn verwachtingen bijstellen.
·
De reguliere groepen hebben geen last van voortdurende instroom van nieuwe deelnemers.
·
Eventuele uitval vindt plaats in de verlengde intake en niet in de bestaande groepen.
·
Vanuit de verlengde intake is het gemakkelijker om de deelnemer in een andere groep, een ander aanbod en dergelijke te plaatsen (bijvoorbeeld Opfris Nederlands).
Nadelen De nadelen van deze organisatievorm zijn: ·
met instroom moet gewacht worden totdat er een nieuwe groep start;
·
de deelnemer moet na de verlengde intake (en dus net gewend) weer naar een andere groep en opnieuw acclimatiseren. Hieraan zal dan ook speciale aandacht geschonken moeten worden.
4.2.2
Reguliere groep
Door organisatorische omstandigheden zal vaak gekozen worden voor verlengde intake binnen een reguliere groep. Nieuwe deelnemers worden direct in de meest geschikt geachte groep geplaatst. Gedurende een door de instelling vastgestelde periode (bij voorkeur 6-8 weken) wordt de deelnemer extra gevolgd door de intaker/cursistbegeleider samen met de docent. De docent besteedt extra aandacht aan eerder genoemde vaardigheden (zie paragraaf 4.2) en houdingsaspecten. De intaker/cursistbegeleider informeert op gezette tijden bij de deelnemer en de docent naar ervaringen en bevindingen in de groep. Aan de hand van observaties van de docent, toetsgegevens of prestaties en gesprekken wordt het definitieve traject vastgesteld. Voordeel Het pluspunt van deze organisatievorm is dat permanente instroom mogelijk is en dat een deelnemer meestal niet meer naar een andere groep hoeft. Nadeel
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
19
Minpunt is dat er vaak minder aandacht is voor sleutelvaardigheden9 (die veelal in groepsverband het beste tot hun recht komt) en voor het delen van ervaringen.
4.3
Begeleiding door docent
Er moeten duidelijke afspraken gemaakt worden over de voortgangsbewaking van de deelnemer. Wie doet wat in dit verband? Wat is de taak van de docent en wat van de trajectbegeleider? De docent is na plaatsing de directe contactpersoon vanuit de instelling met de deelnemer. De deelnemer moet in eerste instantie altijd terecht kunnen bij zijn docent. Deze moet op zijn beurt weten wanneer hij kan/moet doorverwijzen naar de trajectbegeleiding. In geval van twijfel kan de docent overleggen met de begeleider over doorverwijzing buiten de instelling.
4.4
Rol intaker/trajectbegeleider
De rol van intaker en trajectbegeleider kan bij een en dezelfde persoon liggen; de intake is als het ware de eerste stap van een traject. De intaker/trajectbegeleider zorgt dat de gegevens van de deelnemer goed worden aangeleverd aan de docent. Hij heeft op gezette tijden een voortgangsgesprek met de deelnemer en legt nieuwe afspraken vast in het dossier. Hij bewaakt het proces van plaatsing, de voortgang, door- en uitstroom. Daarnaast heeft hij regelmatig overleg met de docent over de voortgang van de deelnemer.
9
Sleutelvaardigheden zijn studievaardigheden, sociale en communicatieve vaardigheden.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
20
5 Vragen ter verheldering, een leidraad
Vragen zijn een hulpmiddel om tijdens de intake een goed beeld te krijgen van de potentiële deelnemer. Goede vragen stellen en correct doorvragen is een vaardigheid op zich. In dit hoofdstuk worden vragen opgesomd die in de praktijk frequent voorkomen: ze variëren van ‘social talk’ in het kader van iemand op zijn gemak stellen tot vragen om het niveau te kunnen inschatten. De hulpvragen zijn per onderdeel geordend. Uit dit hoofdstuk kan de intaker een gespreksleidraad samenstellen die bij hem én bij de situatie past. Zo zal bijvoorbeeld de ‘wondervraag’ niet voor elke persoon geschikt zijn. De intaker noteert in steekwoorden de antwoorden van de deelnemer. Het gaat om de hoofdlijnen. Het zijn allemaal zaken die ertoe kunnen bijdragen om leerdoel en niveau in te schatten. Tip: beslis van tevoren of alles in de u-vorm of in de je/jij wordt gesteld. Dit laatste werkt drempelverlagend, maar de intaker vraagt altijd even toestemming aan de potentiële deelnemer om te tutoyeren. Standaard hanteren van de u-vorm kan een keuze van de instelling zijn.
5.1
Algemene vragen
Opening van het gesprek Kennismaking: de intaker stelt zichzelf voor en laat de deelnemer zich voorstellen. Heeft u het makkelijk kunnen vinden? Heeft u een goede reis gehad? Wat wilt u drinken? Hoe bent u aan ons adres gekomen? Motivatie/leerwensen Wat wilt u leren? Wat zou u willen kunnen lezen of schrijven? Kunt u een voorbeeld geven? Wat zijn uw toekomstplannen? Wat wilt u aan het eind van de cursus geleerd hebben? Weet uw omgeving/familie dat u moeite hebt met lezen en schrijven? Hoe reageren zij daarop? Hoe vinden ze het dat u naar onze cursus wilt komen? Doet u het voor hen of voor uzelf? Zijn er in uw familie meer mensen met lees- en schrijfproblemen? Wat wilt u na de cursus gaan doen? Waarom wilt u deze cursus volgen? ·
kansen op werk vergroten;
·
ander/beter werk willen;
·
werk willen behouden;
·
opstap naar een andere cursus;
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
21
·
meer zelfvertrouwen krijgen;
·
kinderen helpen met hun huiswerk;
·
zinvolle tijdsbesteding;
·
gezelligheid/contacten zoeken/onderhouden via internet;
·
kleinkinderen voorlezen;
·
anders: …………………………….
Leergeschiedenis Welke scholen heeft u bezocht? Bent u vaak van school veranderd? In welke vakken was u goed? Welke vakken vond u moeilijk? Kunt u een voorbeeld geven? Vanaf welke klas begonnen de problemen? Bent u wel eens getest? Zo ja, had u er wat aan? Wie heeft u getest? Heeft u een eigenschap die invloed kan hebben op uw leren? Is er iets waardoor u moeilijk leert? Leerervaring op school of cursus Hoe beviel het u op school? Wat vond u leuk en wat niet? Heeft u weleens een andere cursus gevolgd? Zo, ja welke? Hoe vond u dat? Heeft u de cursus afgemaakt? Zo, nee waarom niet? (De intaker kan nu misschien voorkomen dat hij niet weer in dezelfde situatie belandt.) Werkervaring Hoe oud was u toen u ging werken? Heeft u momenteel werk? Betaald of onbetaald? Zo ja, parttime/fulltime/ ploegendienst? Heeft u lezen en schrijven nodig voor uw werk? (kan een extra motivatie zijn) Bevalt uw werk? Ja of nee, waarom wel/niet? Kijkt u met plezier terug op uw arbeidsverleden? Zo ja of nee, waarom wel/niet? Vrije tijd Heeft u nog hobby’s of doet u vrijwilligerswerk? Heeft u lezen en schrijven nodig voor uw hobby of vrijwilligerswerk? (kan een extra motivatie zijn) Dagelijks leven Komt u vaak in situaties waarbij u moet lezen en schrijven? Is lezen en schrijven voor u een probleem? (Probeer tot de kern te komen.) Heeft u kinderen? Leeftijden/uitwonend? Hebben uw kinderen ook last van woordblindheid, moeite met lezen? Gezondheid Heeft u opmerkingen over uw gezondheid, die belangrijk zijn om te weten? Zijn er volgens u nog belemmeringen om de cursus te kunnen volgen?
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
22
Beschikbaarheid Op welke dagen/dagdelen? Wilt u huiswerk maken? Hoeveel tijd kunt u daaraan besteden? Wondervraag Een andere manier om achter de leerwensen te komen is de zogenaamde Wondervraag: “Mag ik u een vraag stellen die misschien een beetje vreemd is. Stel dat u straks naar bed gaat en terwijl u slaapt, gebeurt er een wonder: u kunt lezen en schrijven. U wordt wakker, wat zijn dan de dingen waaraan u merkt dat er een wonder is gebeurd… - wat zou u dan allemaal kunnen? - wat is er anders? - wat merkt uw partner? - wat merken uw kinderen? Geef steeds positieve feedback en vraag door: ”Hoe merkt u dat?” Vervolgvraag Als een deelnemer komt met antwoorden als: ‘ik zou de krant dan kunnen lezen en veel beter weten wat er gebeurt in de wereld,’ vraagt de intaker vervolgens: “Wat is de eerste stap die u kunt zetten om dat doel te bereiken?”
5.2
Specifieke vragen
Ook hier noteert de intaker weer in steekwoorden de antwoorden van de deelnemer. Het gaat om de hoofdlijnen. Het zijn allemaal punten die ertoe bij kunnen dragen om leerdoel en niveau in te schatten.
5.2.1 Vragen specifiek voor lezen en schrijven ·
Leest u weleens? Lukt dat? Wat leest u? (ondertiteling op televisie en bij films / een
·
Gebruikt u wel eens een computer? (bijvoorbeeld om informatie op te zoeken /
·
Vindt u dat de ondertiteling te snel gaat?
·
Leest u weleens de advertenties, kunt u die goed lezen en begrijpen?
·
Wat zou u graag kunnen lezen? (een krant / tijdschrift / reclame / leesboek /
·
Kunt u werkbriefjes lezen en invullen?
·
Vult u weleens een formulier in? Zo, ja wat voor formulier?
·
De informatie die u thuis krijgt van gemeente en zo, kunt u die goed lezen en
·
Schrijft u weleens?
·
Wat vindt u moeilijk met schrijven?
·
Wat zou u graag kunnen schrijven? (een brief / kort briefje / kaart /
krant / tijdschrift / reclame / leesboek / stripboek / kinderboek / …?) spelletjes / e-mailen / marktplaatsbezoek/ … ?)(leerdoelen)
stripboek / kinderboek?)(leerdoelen)
begrijpen?
boodschappenlijstje / …?) (leerdoelen)
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
23
5.2.2 Vragen specifiek voor rekenen ·
Vindt u het moeilijk om uit te rekenen wat u moet betalen als u bij V&D ziet staan 20% korting?
·
Kunt u inschatten wat u moet betalen als u boodschappen doet? En kunt u narekenen of u genoeg terugkrijgt?
·
Kunt u een eigen huishoudboekje bijhouden?
·
Kunt u recepten lezen en begrijpt u de informatie daarin?
·
Kunt u uitrekenen hoeveel rollen behang u nodig hebt als u gaat behangen / of verf als u gaat verven / of stof als u gordijnen wilt maken? (vraag afstemmen op de persoon)
·
Zou u willen begrijpen hoe uw (klein)kinderen op school rekenen?
·
Hebt u rekenen nodig op het werk? Zo ja, wat hebt u daar nodig? (Denk aan tellen magazijn; meten - hovenierswerk; omgaan met geld - winkel/kassa; wegen – werk in de zorg).
5.2.3 Vragen specifiek voor digitale vaardigheden ·
Heeft u wel eens met een computer gewerkt? De (beginners)cursus die wij geven is voor mensen die nog nooit met een computer hebben gewerkt. Of kunt u er al wat mee? Zo ja, wat dan? (inschatten of het gaat om een beginnerscursus of een verdieping)
·
Weet u waar u overal computers tegenkomt in het dagelijks leven (denk aan
·
Waar denkt u straks een computer voor te gaan gebruiken?
·
Wat hoopt u straks allemaal te kunnen?
treinkaartjesautomaat, bibliotheek) en kunt u daarmee omgaan?
5.2.4 Vragen specifiek voor Engels ·
Heeft u al eens Engelse les gehad? (de rest van dit aandachtspunt is afhankelijk van
·
De beginnerscursus Engels die wij verzorgen is voor mensen die nog nooit Engels
het aanbod binnen de instelling) hebben gehad. Het begint met dingen als: “Goedendag, hoe heet u en waar woont u?” ·
10
De gevorderdengroep is voor mensen die al eerder een cursus Engels (hier of elders) hebben gevolgd.
·
11
De groep voor mensen die het graag wat rustiger aandoen, begint net als de beginnerscursus helemaal bij 0, maar in die groep wordt meer herhaald, er is meer aandacht voor begrijpen en uitspraak. Het gaat allemaal wat langzamer.
12
·
Die reclames van tegenwoordig zijn allemaal in het Engels net of we dat allemaal
·
Om ons heen horen we steeds meer Engelse woorden. Vindt u dat lastig en wilt u
·
Gaat u wel eens op vakantie naar het buitenland? Zou u daar graag wat
vroeger op school hebben gehad. Denkt u ook weleens waar hebben ze het over? daar meer van weten? gemakkelijker boodschappen willen doen of een kop koffie bestellen? 10
Ter informatie en toelichting: er wordt gewerkt op basis van CEF-niveaus A1, zie paragraaf 1.2.3 bij CEF-niveaus. 11 Toelichting voor insiders: er wordt gewerkt naar CEF-niveau A2 en mogelijk voor luisteren, lezen en spreken naar B1, zie paragraaf 1.2.3 bij CEF-niveaus.) 12 (Toelichting voor insiders: deze groep is met name voor langzame leerders/exanalfabeten/mensen met een licht verstandelijke beperking - er wordt gewerkt naar CEF-niveau A1min – het is een voortraject.)
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
24
6 Toetsing
Het is van belang om roc-breed of per locatie af te spreken of er wel of niet getoetst zal worden tijdens de intake (zie ook paragraaf 1.2.3), roc-breed of per locatie. Toetsen bij de intake gebeurt met een instaptoets. Dit is een korte toets waarmee de intaker in grote lijnen een niveau kan aangeven. Een dergelijke toets kan men beschouwen als een aanvulling of bevestiging van de gegevens die inmiddels verzameld zijn tijdens het gesprek. Het is ook denkbaar dat de instelling de intaker vrij laat in deze beslissing.
6.1
Voor- en nadelen van toetsing bij intake
De ervaringen over het inzetten van een toets in de intakefase zijn wisselend. De voordelen van toetsing gedurende de intake zijn dat het ingeschatte niveau wordt bevestigd of bijgesteld. Men kan reeds aanwezige kennis en vaardigheden op het gebied van lezen, schrijven of rekenen aantonen. Het geeft de potentiële deelnemer en de toekomstige docent zicht op het startniveau. Na een bepaalde periode heeft de intaker of de docent NT1 de mogelijkheid om toetsresultaten met elkaar te vergelijken en de ontwikkeling te volgen. Het kan zijn dat het beheersingsniveau van diverse vakgebieden sterk uit elkaar ligt. Dat blijkt dan uit de toets. De deelnemer kan bijvoorbeeld veel beter lezen dan schrijven of andersom. De docent kan daarmee rekening houden. De intaker kan met concrete resultaten iemand beter indelen in een groep. Toetsing kent ook nadelen. Meten is weliswaar weten, maar dit is niet altijd zo betrouwbaar als het lijkt. De nadelen van toetsing zijn dat het vervelende of zelfs traumatische herinneringen kan oproepen. Potentiële deelnemers hebben vaak een nare schoolcarrière achter de rug. Ook is het een gegeven dat toetsen altijd slechts een momentopname zijn; de deelnemer kan zijn dag niet hebben. Een volgend nadeel is dat het intakegesprek al dermate inspannend kan zijn voor iemand, dat een toets er niet meer bij kan. Tot slot moet de intaker bedenken dat ieder mens zijn eigen sterke kanten heeft. Die haal je niet naar boven door een en dezelfde toets toe te passen op elke deelnemer. Dat kan de bedoeling niet zijn. Als de intaker besluit om te toetsen, presenteert hij de toets zo positief mogelijk en hij vraagt bijvoorbeeld of er onoverkomelijke bezwaren zijn. Het is van belang uit te leggen waarom hij een toets wilt afnemen. De intaker benoemt duidelijk dat het gaat om vast te stellen wat iemand allemaal al wél kan in plaats van er fout gaat en wat iemand niet kan. Dit om onnodige (en dus saaie) leerstof te voorkomen. Ook kan hiermee een te lang traject voorkomen worden: ·
“We gaan kijken wat u allemaal kunt.”
·
“Ik wil graag een beeld hebben van wat u op dit moment weet, dan kijken we over een half jaar of u vooruit gegaan bent.”
De intaker benadrukt dat het de eerste stap is op weg naar het wegwerken van de problemen.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
25
De hieronder beschreven toetsen zijn instaptoetsen. In de bijlagen 5 en 6 hebben we er voor de onderdelen spelling en lezen enkele opgenomen. Ze geven duidelijk aan of iemand technisch kan lezen en hoe iemand een tekst aanpakt als hij globaal en begrijpend leest. In 5 minuten tijd krijg je al een behoorlijk beeld is de ervaring met dergelijke toetsen. Vervolgtoetsen, diagnostische toetsen en eindtoetsen bij de intake zijn in dit hoofdstuk niet aan de orde.
6.2
Het toetsen van het schrijven
Hieronder staan twee opdrachten die de intaker de potentiële deelnemer kan laten maken. Bij twijfel aan iemands niveau altijd beginnen met opdracht 1. Als het idee ontstaat dat iemand analfabeet is, vraagt de intaker gerust of hij moeite heeft met het schrijven van zijn naam en/of adres. Of, legt het kaartje voor hem neer en vraagt of hij op het kaartje het woord naam/adres kan herkennen en of hij dit zou kunnen invullen of bied aan om hem te helpen. De intaker laat hem vervolgens zijn naam invullen en kijkt hoe het verder gaat. Indien nog niet genoeg gegevens zijn verzameld, moet opdracht 2 ook afgenomen worden. Als de intaker tijdens het intakegesprek inschat dat de deelnemer redelijk kan schrijven, legt hij hem direct opdracht 2 voor.
6.2.1 Schrijven, opdracht 1 Laat de deelnemer zelf zijn naam/adres invullen op het inschrijfkaartje (zie voorbeeld). Bekijk gelijk of hij de kopjes naam/adres enzovoorts kan lezen of dat hij raadt. Heeft hij problemen met lezen van de kopjes, dan kun je hem qua lezen direct indelen
Logo van je eigen instelling Naam:………………………………………………..…m/v Adres:………………………………………………………. Postcode:££££ ££ Woonplaats: ……………. c Ik heb belangstelling voor de cursus, omdat: ………………………………………………………..……… ………………………………………………………..……... ………………………………………………….…….……...
Als het schrijven van naam/adres heel veel moeite kost, dan stoppen met schrijven en de persoon indelen op weg naar A1. Dicteer eventueel (spellend) alleen de woorden ‘lezen’ en ‘schrijven’ of de zin ‘ik wil leren lezen en schrijven’. Doe dit in ieder geval als je merkt dat hij het graag wil afmaken.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
26
Gaat dit redelijk of de deelnemer vindt het leuk, laat hem dan vervolgens de zin: Ik heb belangstelling voor de cursus, omdat: zelf aanvullen. Op basis van de volgende fouten kun je hem indelen in op weg naar A1/op weg naar A2/op weg naar B1. schema 1: beoordeling invullen gegevens op weg naar a1
op weg naar a2
op weg naar b1
invullen naam
fouten
geen fouten
geen fouten
invullen adres
fouten
geen fouten
geen fouten
postcode/woonplaats
fouten
geen fouten
geen fouten
m/v en c
fouten
geen fouten
geen fouten
Je ziet dat je tot de globale indeling < A1 en > A1 komt. Of iemand op weg naar A2 of B1 is, wordt hiermee niet duidelijk. Daarvoor moet er nog even verder getoetst worden.
6.2.2 Schrijven, opdracht 2 Laat de deelnemer een briefje schrijven aan de docent over wat hij graag wil leren. Leg uit dat je dit briefje daadwerkelijk gebruikt ter informatie voor de docent. Je wilt dus graag veel fouten zien. Want als er geen fouten in zouden zitten, hoeft de deelnemer ook niet naar de cursus Nederlands te komen. Dit briefje gebruiken we vervolgens voor de foutenanalyse om de deelnemer te kunnen indelen in de niveaus. Je kunt ‘briefje aan de docent’ ook vervangen door ‘tekstje over iets wat zo juist in de intake is verteld’: ·
zijn hobby;
·
zijn kinderen/kleinkinderen;
·
zijn vakantie;
·
zijn vrijwilligerswerk;
·
werk;
·
enzovoort.
Het maakt niet uit waarover iemand iets schrijft, want elk schrijfproduct is geschikt voor de foutenanalyse. schema 2: beoordeling schrijfniveau problemen met
< a1
< a2
< b1
klankzuivere klank-
ja
ja
grotendeels
open/gesloten lettergrepen
ja
ja
nee
hoofdletters en punten
ja
nee
nee
met s/z, f/v enz.
ja
nee
nee
ei/ij
ja
nee
nee
interpunctie
ja
ja
grotendeels
letterkoppeling
correct
correct aaneenschrijven van woorden
ja
ja
ja
de woordvolgorde van de zin
ja
grotendeels
correct
correct de werkwoordvormen
ja
ja
grotendeels correct
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
27
de zinsopbouw
geen tot kort
korte zinnen
langere zinnen met voeg- en verbindingswoord en
6.3
Het toetsen van het lezen
De intaker kan voor het lezen allerlei teksten gebruiken om iemands leesniveau in te schatten: van de Startkrant of een makkelijk-lezenboekje tot een reclametekstje. Als hij eerst schrijven heeft afgenomen, weet hij in ieder geval al of iemand helemaal/bijna analfabeet is.
6.3.1 Inschatting leesniveau Laat de deelnemer iets lezen wat op het inschrijfformulier staat. Kijk of hij met je mee leest. Laat hem iets lezen uit de advertentie van je roc, het cursusboekje, een flyer of de krant. Een tekst uit het lesmateriaal waarmee hij zal gaan werken, is ook een goede mogelijkheid. Hoe maak je nu een inschatting van het leesniveau naar aanleiding van het gelezen stuk(je) tekst? Laat de deelnemer terugvertellen wat hij heeft gelezen om een inschatting te maken over zijn begrijpend lezen. Om het globaal lezen te testen hoeft hij alleen de grote lijn te weten of in het geval van een flyer/folder aan te kunnen duiden welke info je waar kunt lezen. Voor technisch lezen let je erop of iemand spellend leest of gokt. Ook het tempo is een indicatie voor het niveau. Hieronder volgt een richtlijn om iemand in te delen: Schema 3: Richtlijnen beoordeling lezen < A1
< A2
< B1
ja
nee
nee
traag/zeer traag
redelijk
vlot
Globaal lezen
moeizaam
redelijk
goed
Begrijpend lezen
moeizaam
redelijk
goed
Technisch lezen Spellend Technisch lezen Tempo
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
28
Bijlagen Bijlage 1 Voorbeeld uitnodiging intakegesprek
Gebruik eenvoudig taalgebruik. De instelling kan ook een brief hanteren. Het belangrijkste is dat de tekst kort en duidelijk is.
Geachte mevrouw, meneer ……………………………………
Op ………….dag…………………….om ……………….…uur heeft u een afspraak met ……………………………… [adres instelling] Cinop
…………………………………………….(eventuele opmerkingen)
Pettelaarpark 1 5216 PC ’sHertogenbosch Telefoonnummer Email adres
)
Kunt u niet, bel dan naar: [telefoonnummer invullen]
Wilt u inschrijven? Neem dan mee: geldig paspoort of ID-kaart /pasfoto
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
29
Bijlage 2 Voorbeeldbrief plaatsingsafspraak tijdens het intakegesprek
plaatsnaam, ... – .... - 2008 Beste mevrouw ...../ meneer .....,
Vanaf (dag, datum maand) gaat u een cursus volgen: Groep:
.......................
lestijd : …………… uur tot …………….uur Lokaal : ........................ Docent: ........................ Afbellen: vóór de les
)
Kosten: Cursus per jaar € …,… (zonder boeken) Materiaal: € …., …. U hebt nog nodig voor inschrijving: c Uittreksel gemeentelijke basisadministratie personen (verkrijgbaar bij het gemeentehuis) c BSN (Burger Service nummer) c 1 pasfoto c Bank- of gironummer c Kopie van een geldig paspoort of ID-kaart Zonder deze gegevens kunnen wij u niet inschrijven en mag u niet starten! Naam intaker ………………………………………………………….. Adres …………………………………………………………………… Postcode plaatsnaam ………………………………………………… CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
30
)……………. Fax ……………………………
@
……………………..
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
31
Bijlage 3 Voorbeeld van een intakeformulier Dossier Basiscursus Nederlands: Achternaam
niv. A1/A2/B1
:
………………………………………………………………………………………………………………. Voornaam
:
………………………………………………………………………………………………………………. Adres
:
………………………………………………………………………………………………………………. PC + Woonplaats
:
………………………………………………………………………………………………………………. Telefoonnummer(s)
:
………………………………………………………………………………………………………………. Geboortedatum
:
te
………………………………………………………………………………………………………………. Geslacht: 0 man 0 vrouw
Woonsituatie:
Datum Intake
:
Intaker /Trajectbegeleider
:
Startdatum Traject
:
Verwijzende instantie
:
Contactpersoon
:
Telefoonnummer
:
Betalende instantie
:
Sofinummer: Werkgever
O niet van toepassing Naam werkgever: Contactpersoon:
Ingeschreven bij het CWI Uitkering
0 nee 0 ja, voor werkzaamheden als: 0 nee 0 ja, instantie:
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
contactpersoon:
32
Uitstroom: Datum: Reden: Resultaat:
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
33
Intakeformulier Basisvaardigheden Gegevens van:
Hoe bent u met onze instelling in contact gekomen?
Gezondheid en beperkingen Is er iets m.b.t. uw gezondheid wat de school moet weten? (lichamelijke beperkingen, ziekte, medicijnen, allergieën) Zijn er omstandigheden waarmee de school rekening moet houden?
Toelichting:
Opleidingsgegevens:
Opleidingen: Van/tot/jar Soort school / en onderwijs
Vakken examen/niveau Bepaalde richting
Klassen
Diploma
Cursussen Soort cursus
Organisatie Contactpersoo n
Duur/ datum
Eerder volwassenenonderwijs gevolgd? vak behaald niveau wanneer
0 ja
Doel cursus
Resultaat/ bewijs
0 nee certificaat
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
34
0 NT2 ……………………….. 0 NT1 ……………………….. 0 anders ………………………..
……..
0 ja 0 nee
……..
0 ja 0 nee
……..
0 ja 0 nee
Rijbewijs 0 nee 0 ja
Werkervaring : betaald en onbetaald (vrijwilligerswerk)
Naam bedrijf/instelling en plaats Periode Functie, werkzaamheden Reden evt. opzegging
Uitstroomdoel: Leerwensen, leerdoel:
Op welke dagen/ dagdelen kunt u niet komen? Leest u wel eens?
regelmatig soms
nooit
krant tijdschrift reclame stripboek kinderboek verhaal internet e-mail marktplaats Schrijft u wel eens? CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
35
Wat vindt u moeilijk?
Toetsresultaten intake:
Datum Welke afnam vaardigheid e
Naam toets/ niveau
Resultaten
Conclusie / advies
Technisch lezen
Begrijpend Lezen
Spelling
Schrijven
Rekenen
Engels
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
36
Computervaardigheden
Opmerkingen, afspraken, bijzonderheden:
Vervolg intakegesprek (enkele maanden na startdatum):
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
37
Bijlage 4 Waarborg kwaliteit bij de intake
Bij deze waarborg gaat het om zaken die je kunt regelen voor en na het intakegesprek om dit zo goed mogelijk te laten verlopen en zo veel mogelijk kwaliteit te waarborgen. Voor het gesprek
Na het gesprek
* Procedure
* De afspraak opschrijven op een kaart en meegeven
* Gespreksleidraad * Plaatsingscheck door docent * Inschrijfformulier Goed bekijken of de vragen relevant zijn voor je ze stelt
* Bij de docent na ongeveer een maand navragen of de plaatsing juist was
* Checklist voor tijdens het gesprek * Deskundigheidsbevordering: - cursus culturele communicatie - literatuur lezen - cursus gesprekstechniek - intervisie (intaketeam)
* Het regelmatig houden van deelnemerbesprekingen met de docenten over o.a.: - plaatsing - uitval - absentie
* Tolk Nederlandse Gebarentaal regelen i.v.m. intake van dove deelnemer
* Intaketeambesprekingen over o.a.: - plaatsing - niet gekomen kandidaten
* Duidelijk op de uitnodiging vermelden wat het doel is en de tijdsduur
* Een boekje met informatie over de instelling zoals: cursusgeld/lestijden/presentieregeling/ regels/enz. in verschillende talen (om mee te geven)
* Er respect voor hebben als een kandidaat iemand mee wil nemen tijdens het gesprek * Zorgen voor een prettige ruimte
* Dossier laten aanmaken door de administratie
* Zorgen voor een goede ontvangst voor het gesprek
* Gegevens laten verwerken in de computer door de administratie
* Afspraken maken wat te doen als een kandidaat niet komt (opnieuw oproepen)
* Informatie over de kandidaat doorgeven aan de desbetreffende docent
* Criteria van de cursussen helder hebben CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
38
Bijlage 5 Instaptoets Spelling
Niveau A1: toetsblad 1 en 2; Niveau A2: toetsblad 3; Niveau B1: toetsblad 4
Toetsblad 1 - spelling Naam: Datum: ------------------------------------------------------------------------------
__________
_____________
_______________
________________ ________________
________________
_______________ ___________
_________________
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
39
_______________ ________________
_______________
Toetsblad 2 - spelling Naam: Datum: -------------------------------------------------------------------------------
1. schrijf na man raam loop riem -
2. dictee 1.
------------------------------------------------------------------------------------------------
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
40
2.
------------------------------------------------------------------------------------------------
3.
------------------------------------------------------------------------------------------------
4. -----------------------------------------------------------------------------------------------
Toetsblad 3 - spelling Naam: Datum: ------------------------------------------------------------------------------1 dictee 1. -------------------------------------------------------------------
1.
2. --------------------------------------------------------------------
2.
3. --------------------------------------------------------------------
3.
4. --------------------------------------------------------------------
4.
1. ----------------------------------2. ----------------------------------3. ----------------------------------4. ----------------------------------2. vul in 1. Ga je mee naar ons ----------------------- ? CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
41
2. Doe jij de ----------------------- even dicht? 3. Ik ----------------- dat niet gedaan. 4. Kom ------------------weer eens langs. 5. Hij loopt op de --------------------------. 3 dictee 1. ---------------------------------------------------------------------------------------------2. ---------------------------------------------------------------------------------------------3. ---------------------------------------------------------------------------------------------4. ----------------------------------------------------------------------------------------------
Toetsblad 4 - spelling Naam: Datum: ------------------------------------------------------------------------------1. dictee 1. ------------------------------------------------------------------------------------------2. ------------------------------------------------------------------------------------------3. ------------------------------------------------------------------------------------------4. ------------------------------------------------------------------------------------------5. ------------------------------------------------------------------------------------------6. ------------------------------------------------------------------------------------------7. -------------------------------------------------------------------------------------------
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
42
2. zelf schrijven
q
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
43
Bijlage 6 Instaptoets Lezen
Toets 1 niveau A1 Toets 2 niveau A2 Toets 3 niveau B1
Leestoets 1 Naam: Datum:
Oefening 1
Oefening 2
man
lees
dik
boot
zes
ijs
bal
fijn
taart
trein
gas
ziek
pop
haast
tuin
poes
vuur
raam
boom
worst
je
klok
mus
Het is 10 uur. Ik doe mijn jas aan en ga de deur uit. Ik loop naar de bus. Daar komt de bus al.
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
44
Oefening 3 lopen
vrolijk
voeten
woning
muren
vogeltje
ratten
zeventig
slapen
vanavond
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
45
Leestoets 2 Naam: Datum:
Oefening 1 1. Vandaag trekt de mist op. 2. Piet gaat om tien uur eten. 3. Een kilo prei kost € 1,49. 4. Mijn telefoon is gevallen. 5. Het nummer is 612080. 6. Is het waar dat 67 meer is dan 75?
Oefening 2 Het is vrijdag, zo rond half vijf. Ik krijg vanavond bezoek en heb nog niets in huis. Ik stap dus snel op mijn fiets om wat boodschappen te halen. Het is heel druk in de winkel. Als ik mijn wagentje vol heb, ga ik in de rij staan. Ik wil betalen met mijn pinpas. Als ik mijn pasje door het apparaatje heb gehaald, moet ik mijn pincode intikken. Maar ik weet hem niet meer! Hoe ik ook denk, ik kan er niet opkomen. En ik heb niet genoeg contant geld bij me. Ik voel dat ik een rood hoofd krijg! Er staat een lange rij mensen achter me…..
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
46
Leestoets 3 Naam: Datum:
Fietsvakanties In geen land ter wereld zijn zoveel fietsvakanties mogelijk als in Nederland. Op veel plaatsen staan huurfietsen klaar. Bij hotels of stations, op kampeerterreinen of bij jachthavens. Maar we hoeven ons natuurlijk niet tot Nederland te beperken. Overal waar in Europa rustige wegen zijn, zijn fietsvakanties te maken. Bij de verkeersbureaus of VVV’s weten ze alles over de mooiste tochten in binnen- en buitenland. Vaak zijn in het buitenland ook ter plaatse fietsen te huur, maar natuurlijk kan een fietsvakantie ook met de eigen fiets worden gemaakt. Fietsen in het buitenland kan heel leuk zijn, fietsen naar het buitenland is minder leuk. Daarom werd de fietsbus uitgevonden: een gewone bus met aanhanger, waarop de fietsen vervoerd worden. Kan het nog gemakkelijker?
Vragen: 1. Zijn overal ter wereld fietsvakanties mogelijk? 2. Kun je in het buitenland altijd fietsen huren? 3. Waarom werd de fietsbus uitgevonden?
CINOP - Kenniskring NT1: Voorstellen voor een goede intake NT1 – PL/MV – 28 05 09
47