Kenia Economie
Bron: cross your borders
De economie is cijfers KENIA
NEDERLAND
Totale bevolking
35 miljoen
16,6 miljoen
Bruto nationaal product (BNP)
$ 19,4 miljard
$ 629 miljard
BNP per hoofd van de bevolking
$ 1600
$ 38.618
BNP per hoofd van de bevolking (gecorrigeerd naar koopkracht)
$ 450
$ 30.363
Werkloosheid (officieel)
40%
5,7%
Percentage van de bevolking dat moet rondkomen van een inkomen dat lager ligt dan de armoedegrens: Kenia < 1 dollar per dag, Nederland < 11 dollar per dag
50%
7%
Percentage mensen werkzaam in: - landbouw
75%
3%
25%
97%
Aandeel armste 10% van de bevolking in het Nationaal Inkomen
2%
3,8%
Aandeel rijkste 10% van de bevolking in het Nationaal Inkomen
37,2%
25,1%
Percentage werkzaam in informele sector
34%
13%
Aantal tractoren in de landbouwsector
15.000
150.000
Ontwikkelingshulp
(Ontvangt) $ 367,8 miljard
(Doneert) $ 5,4 miljard
Munteenheid
Keniaanse shilling (KES)
Euro
- industrie & diensten
Inleiding Zoals je in de tabel kunt zien, leeft 50 procent van de Keniaanse bevolking onder de armoedegrens. De helft van de Kenianen heeft dus nauwelijks genoeg geld om rond te komen of leeft zelfs in extreme armoede. Hoe beter de economische ontwikkeling van een land, hoe meer mogelijkheden de mensen hebben om voor inkomsten te zorgen. Eén persoon kan echter weinig aan de economische situatie in het land veranderen. Daarvoor zijn grote inspanningen nodig van de Keniaanse regering, van andere landen en van internationale bedrijven en organisaties.
Kenia - Economie
Ook wordt er in dit informatieboekje ingegaan op de infrastructuur van Kenia. Een goede infrastructuur is een voorwaarde voor een ontwikkelde economie. In een economie is beweging nodig: mensen moeten zich kunnen verplaatsen, goederen moeten ergens geproduceerd kunnen worden en vervolgens vervoerd naar een andere plaats om afgewerkt of verkocht te worden. Ook informatie moet doorgegeven kunnen worden. Bij een gebrekkige infrastructuur wordt de ontwikkeling van een economie dus tegengehouden.
2
Landbouw Kenia is een echte landbouweconomie. Ruim 75% van de bevolking werkt in de landbouw. De meeste boeren produceren voedsel voor zichzelf en voor de lokale markt. Er zijn ook boeren die producten verbouwen die geëxporteerd worden naar het buitenland. Dat zijn vooral koffie, thee, katoen en bloemen. Graan is het enige landbouwproduct dat Kenia importeert, de rest produceert het zelf. De nadruk in de productie ligt op tarwe, ananas, suiker en groenten. Toch brengt het land nog niet voldoende voedsel op voor de Kenianen, want er is voortdurend honger in het land en juist ook onder boeren (zie ook het informatieboekje Gezondheidszorg).
Kenianen verbouwen veel bloemen, voornamelijk in opdracht van Westerse bedrijven. Het is een snel groeiende sector in het land.
De landbouw is erg kwetsbaar in Kenia. Er zijn vaak overstromingen of juist periodes van grote droogte waardoor oogsten mislukken (zie het informatieboekje Natuur en Milieu). Kleine Keniaanse boeren hebben niet de technologie om zich hiertegen te beschermen (bijvoorbeeld irrigatiesystemen om bij droogte het land te bevloeien). Als de oogst mislukt zit er voor de boeren niks anders op dan een heel jaar wachten op de volgende oogst. Ondertussen hebben sommige boeren dan nauwelijks iets om van te leven. Veel Kenianen hebben een klein stukje grond waarop ze groenten verbouwen om zelf te eten, of om te verkopen op de markt. Dit zijn heel kleinschalige landbouwbedrijfjes. Deze boeren zorgen voor het grootste deel voor hun eigen voedsel. Doordat ze hun oogst grotendeels zelf opeten, maken ze geen winst, en hebben ze geen geld om andere dingen te kopen. De helft van mensen op het platteland leeft van minder dan 1 euro per dag.
Kleine boerenbedrijven hebben weinig moderne technologie voorhanden. Hierdoor zijn boeren veel meer afhankelijk van weersomstandigheden en halen ze minder uit de grond.
Handel Dumping Keniaanse boeren die hun producten op de lokale markt willen verkopen hebben daar soms grote moeite mee, omdat ze niet kunnen concurreren met de spotgoedkope producten uit rijke landen. Vooral Keniaanse suikerboeren lijden verliezen, door de ‘dumping’ van suiker uit rijke landen. Wat gebeurt er precies? Om te beginnen wordt er in de Verenigde Staten en West Europa teveel geproduceerd, zelfs meer dan wij met z’n allen kunnen eten. De overheid koopt vervolgens die overschotten op, om ervoor te zorgen dat de boeren hun inkomsten behouden. De overheid kan er dan voor kiezen om de producten te vernietigen, of om ze voor spotprijzen te verkopen in ontwikkelingslanden. Dat laatste wordt ‘dumping’ genoemd, en is desastreus voor de economie van een land. De Keniaanse regering heeft geen geld om de boeren daartegen te beschermen. En al zouden ze het willen, de rijke landen verbieden het via regels van machtige internationale organisaties.
Op de foto’s protesteren beroemdheden tegen dumping. Ook BN’ers: via de EU maakt Nederland zich schuldig aan dumping van onder meer suiker en melk. Als gevolg van dumping staan de meeste suikerfabrieken in Kenia stil, terwijl het land de capaciteit heeft om vele tonnen suiker per jaar te produceren.
3
Kenia - Economie
Internationale handelKenia is goed in het produceKenia is goed in het produceren van onder andere katoen en suiker. Daar zou het land veel geld mee kunnen verdienen door het te exporteren. Boeren en handelaren kunnen hun gezin dan beter onderhouden en de regering kan investeren in de ontwikkeling van het land. Hoewel Kenia wel wat geld verdient met de export van katoen en suiker, zou dit veel meer kunnen zijn. Dat dit niet gebeurt, komt omdat de wereldmarkt een onrechtvaardige handelssituatie kent. Mensen uit rijke en machtige landen in de wereld willen zelf graag overal vrij kunnen handelen met producten en diensten waar zij sterk in zijn. Zo kunnen ze immers veel geld verdienen. Maar er zijn ook producten, vooral landbouwproducten zoals katoen, waar boeren uit landen als Kenia goed in zijn. Die zouden dan dus eigenlijk ook vrij mogen worden verhandeld. Maar hier steken de regeringen van rijke landen, waaronder Nederland, een stokje voor. Als de Keniaanse boeren overal hun katoen zouden mogen verkopen, dan zouden boeren uit het Westerse land namelijk hun baan kunnen verliezen. Dus moeten de Keniaanse boeren hiervoor invoerrechten betalen.
(Links) Door de invoerrechten moeten boeren uit ontwikkelingslanden hun prijzen laten stijgen als ze hun producten in Westerse landen willen verkopen. (Rechts) Dankzij de subsidies kunnen boeren uit Westerse landen hun prijzen laten dalen.
Keniaanse boeren kunnen door dit systeem moeilijk verkopen op de internationale markt en zij hebben daardoor minder inkomsten. Over dit probleem kun je meer lezen in het achtergrondartikel op de website van Cross Your Borders.
Behalve dat Kenia producten exporteert (verkoopt) naar het buitenland, importeert het ook goederen. Dat zijn vooral graan en industriële producten. Kenia koopt echter meer dan het verdient. In het schema hieronder is te zien hoe groot het verschil is. 2003
2005
2007
Import
3.886
5.545
7.602
Export
2.423
3.295
3.760
Tekort
1.463
2.250
3.842
Buitenlandse handel (in Amerikaanse dollars)
Industrie en mijnbouw Er is nauwelijks industrie en mijnbouw te vinden in Kenia. Er zijn wel een aantal industriële gebieden rondom de steden Mombasa en Nairobi. De meeste fabrieken hebben te maken met het verwerken van landbouwproducten. Het is echter niet veel en dus moet Kenia de meeste industriële producten uit andere landen importeren. Industriële producten zijn erg duur, wat mede bijdraagt aan het tekort dat je hierboven al in de tabel kon zien. Mijnbouw is er ook nauwelijks in Kenia. In de bodem van Kenia zijn niet veel belangrijke grondstoffen gevonden. Daarnaast ontbreekt het aan kapitaal om flink in mijnbouw (en industrie) te investeren.
Een elektronicawinketje in Kenia. Producten als televisies en fotocamera’s zijn voor Kenianen erg duur. De import verloopt in dollars, maar Kenianen betalen in hun shilling. Doordat de Keniaanse munt een lage waarde heeft ten opzichte van de dollar, zijn de producten in verhouding heel duur.
Kenia - Economie
4
Investeren Om economische vooruitgang te kunnen boeken is investeren van groot belang. Investeren betekent dat je ergens tijd of geld insteekt waarvan je pas op een later moment de vruchten kunt plukken. Door nu op school te zitten investeer je bijvoorbeeld in je eigen toekomst; over een aantal jaar kun je als alles meezit daardoor een goede baan krijgen. Hetzelfde geldt eigenlijk voor een bedrijf of een economie: je moet er eerst geld insteken voordat je er geld uit kunt halen. Omdat de Keniaanse regering zelf niet in staat is voldoende te investeren in haar eigen economie, is het land afhankelijk van investeringen vanuit het buitenland. De afgelopen jaren werd er vrij veel geïnvesteerd in Kenia, maar er zijn nog wel beperkingen: De onrust en het geweld dat uitbrak na de verkiezingen in 2007 schaadde ook de bedrijven daar. Westerlingen vluchtten weg uit het land.
• Politieke instabiliteit. Een investeerder wil er vanuit kunnen gaan dat het rustig blijft in het land en in Kenia is dit niet het geval. • Er is veel bureaucratie: regeltjes waaraan investeerders zich dienen te houden. • Corruptie. Lees hier meer over in het informatieboekje Politiek. • Werkvergunningen zijn schaars voor buitenlanders: het is soms lastig om Kenia binnen te komen en er te werken. • Ook de hoge criminaliteit, de slechte staat van de infrastructuur en de relatief hoge kosten van elektriciteit en water spelen een grote rol.
Bureaucratie Om iets geregeld te krijgen moet je je in Kenia door een oerwoud aan regels en procedures werken. Vaak sluiten de regels en procedures niet goed op elkaar aan of spreken ze elkaar zelfs tegen. Soms zijn de regels ook zo vaag dat ze telkens op verschillende manieren uitgelegd worden.
Schulden Al eerder is opgemerkt dat de Keniaanse regering zelf niet voldoende kan investeren. Dit komt onder andere doordat er zoveel Kenianen in de informele sector werken en de regering daardoor weinig belastinginkomsten heeft. Hierover meer op de volgende pagina. Daarbij komt echter ook nog dat het land hoge schulden heeft aan buitenlandse regeringen en banken. Het grootste deel van deze schulden is ontstaan in de jaren zeventig. Kenia heeft een staatsschuld van 7,4 miljard US dollar. Hierover moet de staat ieder jaar rente betalen. Dit geld kan dan niet geïnvesteerd worden in de economie. De rente is zo hoog, dat de Keniaanse overheid nauwelijks aan het aflossen van de schuld toekomt. Hoge schulden zijn een probleem waar veel ontwikkelingslanden mee te maken hebben. Lees hier meer over op de Cross Your Borders website. Lenen van de burgers Als je het zou opzoeken zul je zien dat de Nederlandse regering een veel hogere staatsschuld heeft dan Kenia. Nederland kan zich echter hogere schulden veroorloven omdat de regering niet alleen geld leent van het buitenland, maar ook van haar eigen burgers. Nederlandse bedrijven en rijke zakenlieden kunnen zelf in de Nederlandse staat investeren door staatsobligaties te kopen. De regering betaalt hierover ook rente. Deze rente wordt van tevoren vastgesteld. De prijs van de staatsobligaties wordt in Nederland bij de staatsschuld opgeteld. In Kenia zijn niet genoeg rijke mensen en grote bedrijven om in de regering te investeren.
5
Kenia - Economie
Arbeid Diensten bij. Schoenen poetsen op straat, safari tours verkopen aan toeristen, de weg naar een waterval wijzen of een uurtje op een auto passen. Je kunt het zo gek niet bedenken. Maar er zijn ook vastere beroepen, zoals taxichauffeurs, hotelbedienden en gidsen.
Veel Kenianen die geen boer zijn, werken in de dienstensector. Hierin vindt je baantjes als taxichauffeur en hotelbediende (commerciële diensten), maar ook verplegers en leraren (niet-commerciële diensten). De dienstensector is erg aan het groeien de laatste jaren. Er komen meer ziekenhuizen en scholen en daardoor ook meer baantjes voor verplegers en leraren. De commerciële diensten groeien echter het hardst. Dit komt vooral door de groei van toerisme. Hier zitten veel eenmalige en slecht betaalde baantjes
Toch zijn ook deze laatstgenoemde banen vrij kwetsbaar. Iedereen is afhankelijk van toeristen en toeristen komen niet altijd. Als er bijvoorbeeld politieke onrust is, of als er een natuurramp is gebeurd, dan blijven toeristen soms voor een lange tijd weg.
Veel banen binnen de dienstensector zijn te vinden in het toerisme. De Keniaanse stranden en wildparken trekken ieder jaar honderdduizenden bezoekers en er wordt jaarlijks een miljard dollar mee verdiend. Het toerisme staat of valt echter met het imago van het land. Toen er eind 2007 gevechten uitbraken (zie het informatieboekje Politiek) nam het aantal toeristen flink af. Het trekt nu weer bij, maar het imago van Kenia als veilig en stabiel land is wel geschaad.
Informele sector Een groot deel van de Keniaanse beroepsbevolking (de mensen die kunnen werken) werkt in de informele sector. Deze mensen staan bij de overheid niet geregistreerd als werkenden en betalen dus ook geen inkomstenbelasting. In Nederland heet dit zwart werken en is het verboden. In Kenia is het aantal mensen dat zwart werkt echter zo groot, dat het moeilijk te verbieden is. De beroepsbevolking van Kenia telt 11 miljoen mensen, 4,1 miljoen daarvan werkt in de informele sector.
Zwart werk is niet alleen moeilijk te verbieden in Kenia omdat het zoveel voorkomt, maar ook omdat er gewoon niet zoveel formele banen zijn. In Kenia is veel werkloosheid, slechts 1,4 miljoen mensen hebben een formele baan. Volgens officiële cijfers is 40% van de Keniaanse bevolking werkloos. Als we daar het geschatte aantal zwartwerkers vanaf trekken, blijft er ongeveer 25% over die helemaal geen baan heeft.
Het lastige van deze grote informele sector is dat de regering hierdoor veel geld aan inkomstenbelasting misloopt. Hier komt nog bij dat de meeste mensen op het platteland ook geen belasting betalen. Deze mensen hebben vaak geen geld en ze werken vooral voor zichzelf. Veel van deze mensen staan ook niet geregistreerd bij de regering, zoals Nederlanders allemaal geregistreerd staan bij de burgerlijke stand. Zij kunnen dus ook niet opgeroepen worden om belasting te betalen. In de informele sector vind je ongeschoolde baantjes waar je weinig mee verdient, zoals straatverkoper.
Kenia - Economie
6
Werkgelegenheid Het vinden van werk is moeilijk voor zowel geschoolde als ongeschoolde Kenianen. Als ze een baan vinden worden ze vaak slecht betaald, terwijl ze hele lange dagen maken. Vooral ongeschoolde mensen komen ook vaak terecht in heel zwaar en soms gevaarlijk werk waarbij de arbeidsomstandigheden zeer slecht zijn. Een voorbeeld van werk onder slechte omstandigheden, is het werken op plantages. De arbeiders wonen meestal op de plantages, in heel kleine huisjes met soms maar één toilet voor wel 50 mensen. Op plantages wordt ook vaak gewerkt met gif, om ongedierte te doden. Dit gif kan ook gevaarlijk zijn voor mensen. Aan Keniaanse arbeiders wordt niet altijd verteld hoe ze met het gif moeten werken, waardoor ze soms ziek worden. Steeds meer mensen van het platteland vertrekken naar de steden op zoek naar werk. Er is echter niet genoeg werk en velen belanden in armoede: werkloosheid en wonen in de sloppenwijken.
Volgens schattingen werken ongeveer 1,9 miljoen Keniaanse kinderen. Veel kinderen werken in huishoudens of de landbouw. Kinderen maken vaak lange werkdagen, waardoor ze geen mogelijkheden hebben om te spelen, zich te ontspannen of onderwijs te volgen. Daarbij doen ze het werk dat anders door volwassenen zou kunnen worden gedaan, die nu werkloos zijn. Voor het werk dat kinderen doen krijgen ze vaak maar een zeer geringe vergoeding.
De infrastructuur in cijfers
Oppervlakte land
KENIA
NEDERLAND
580.367 km²
33.883 km2
Lengte verharde wegennet
totaal per 10.000 km2
36.356 km 630 km
105.000 km 33.882 km
Lengte spoorwegennet
totaal per 10.000 km2
2.800 km 48 km
2.808 km 829 km
Lengte waterwegennet
0 km
5.046 km
Aantal havens
3
12
Electriciteitsgebruik per inwoner per jaar
125 kWh
6.321 kWh
Aantal mensen dat schoon drinkwater bij huis heeft
89% 46%
100%
Aantal mobiele telefoons
6,5 miljoen
15,8 miljoen
Internetgebruikers
2,77 miljoen 7,9%
10,9 miljoen 66,3%
stad platteland
totaal als % van de bevolking
7
Kenia - Economie
Vervoer en transport Voor internationaal transport kan Kenia wel de zee gebruiken. Er zijn een aantal grote havens in de stad Mombasa. Deze havens lopen echter qua modernisering erg achter op de rest van de wereld. Ook klagen buitenlandse bedrijven vaak dat de organisatie er erg slecht geregeld is.
Als je in Kenia op vakantie gaat, zul je het idee krijgen dat de infrastructuur in goede conditie is. Rijke toeristen kunnen gebruik maken van verschillende luchthavens en reizen met transport dat in handen is van reisorganisaties. Voor de Kenianen zelf is het minder goed geregeld. Wegen zijn de belangrijkste transportaders, 70% van het goederenvervoer gaat over wegen. Maar het wegennet is weinig uitgebreid en is in veel gebieden niet verhard. Vroeger werd er ook veel gebruik gemaakt van treinen voor het vervoer van mensen en goederen. Tegenwoordig worden deze echter nog maar weinig gebruikt. Dit komt onder andere door het feit dat de spoorwegen erg slecht beheerd worden door verschillende spoorwegmaatschappijen. Vervoer en transport over de weg is vaak goedkoper en veiliger. Zware vrachtwagens zijn echter niet goed voor de wegen en veroorzaken op den duur veel schade.
Er is een belangrijke oorzaak van de slechte ontwikkeling en onderhoud van de infrastructuur. Deze is dat bedrijven die zich hiermee bezig houden vaak de enige zijn en nauwelijks concurrentie ervaren. Veel bedrijven, zoals de spoorwegmaatschappij, hebben een monopoliepositie. Dit houdt in dat er geen ander bedrijf is dat hetzelfde doet als zij. Hierdoor zijn ze niet gemotiveerd om goed werk te verrichten. Tegenwoordig komen verbeteringen aan de Keniaanse infrastructuur vooral tot stand door (buitenlandse) projecten die opgezet worden met geld van donateurs.
Hoe goed het wegennet is, verschilt enorm per regio. In het meer verstedelijkte gebied rondom de hoofdstad en het noordwesten van het land is het wegennet vrij goed ontwikkeld. In het noorden, noordoosten en het kustgebied zijn echter maar erg weinig verharde wegen en gebruiken mensen eenvoudige manieren van transport.
Voorzieningen Energie en electriciteit Bij de infrastructuur horen ook elektriciteitscentrales, drinkwaterinstallaties en rioleringssystemen. Veel Kenianen kunnen geen gebruik maken van deze voorzieningen. Vooral in plattelandsgebieden en sloppenwijken zijn er weinig voorzieningen. Laten we eerst eens kijken naar de elektriciteitsvoorzieningen. De afwezigheid van steenkool, aardgas en aardolie in Kenia is problematisch voor de eigen energievoorziening. Voor energie is het land grotendeels (voor 70%) afhankelijk van geïmporteerde aardolie. Dit is natuurlijk veel duurder en onzekerder dan wanneer je de grondstoffen in je eigen land kunt delven.
Kenia - Economie
Een van de vele dorpen in Kenia waar simpelweg de infrastructuur voor water, elektriciteit en riolering ontbreekt.
8
Kenia kan wel zelf elektriciteit opwekken. De meeste elektriciteit (ongeveer 70%) wordt opgewekt in waterkrachtcentrales. Er liggen vijf grote waterkrachtcentrales aan de rivier Tana. Deze centrales leveren echter niet altijd een constante hoeveelheid elektriciteit. Door droogte en slecht georganiseerde onderhoudswerkzaamheden, werken sommige centrales vaak slechts op halve kracht. Arme gezinnen proberen geld te verdienen door bomen te kappen en het hout te verkopen als energiebron. Jaarlijks verdwijnen er op deze manier zeer veel hectares aan bos (zie het informatieboekje Natuur en Milieu).
Probeer je het dagelijks leven van de gemiddelde Keniaan voor te stellen: geen waterleiding, geen lampen, geen wasmachine, geen magnetron… Deze levenswijze heeft voordelen, want het is bijvoorbeeld minder energieverspillend. Dagelijkse activiteiten zoals koken en water halen, nemen echter wel veel tijd in beslag, vooral van meisjes en vrouwen.
Watervoorziening De droogtes waar Kenia mee te maken heeft worden niet altijd veroorzaakt door een echt gebrek aan water, maar soms ook door een gebrek aan bereikbaar water. Water is te vinden op de vreemdste plekken, waar je het helemaal niet verwacht. Zo bevinden zich in de woestijn vaak grote waterreservoirs onder de grond. Om toegang te krijgen tot dat water moet je echter wel weten waar het zit, hoe je het kunt bereiken en hoe je het eventueel op kunt slaan. Je kunt je voorstellen dat dit erg ingewikkeld is, en dat in Kenia door de lage economische ontwikkeling de mogelijkheden om dit te doen beperkt zijn. In Kenia zijn wel een aantal projecten aan de gang om grote wateropslagplaatsen te creëren in de droge gebieden. Dit gebeurt echter voornamelijk door buitenlandse projectontwikkelaars, met buitenlands geld. Soms maakt het deel uit van de ontwikkelingshulp. De projecten zijn kleinschalig en bieden hulp aan kleine groepen mensen.
Communicatiemiddelen Hoewel nog steeds veel Kenianen verstoten blijven van informatie door het ontbreken van telefoonlijnen en kabels, zorgen draadloos internet en mobiele telefonie ervoor dat het steeds beter gaat. Kenia is een van de meest ontwikkelde landen wat betreft internet in het deel van Afrika onder de Sahara. 1 op de 84 inwoners heeft de kans tenminste één keer in de paar maanden toegang te hebben tot internet. Dit zijn wel grotendeels bewoners van steden. En ook hier moeten mensen het nog vooral hebben van de internetcafés, omdat nog bijna niemand thuis internet heeft. Dit komt omdat er nog te weinig geld en mogelijkheden zijn om internet overal aan te sluiten. Mobiele telefonie wordt steeds gebruikelijk en belangrijker, ook op het platteland van Kenia.
9
Kenia - Economie