kempelscan K1-fase Eerste semester
Kempelscan K1-fase
eerste semester
1/6
Didactische competentie Kern 3.1
Didactisch competent – Adaptief omgaan met leerlijnen
De student bereidt systematisch lessen/leeractiviteiten voor, voert deze uit en evalueert ze. De student houdt daarbij rekening met de beginsituatie en het lesdoel.
O
M
V
G
O
M
V
G
De student formuleert lesdoelen in heldere bewoordingen De student formuleert lesdoelen die aansluiten bij de beginsituatie van de leerlingen De student bedenkt activiteiten die leiden tot zijn lesdoel De student houdt bij het bedenken en kiezen van activiteiten rekening met de beginsituatie van de leerlingen De student bereidt de les voor volgens een gestructureerd lesschemaformulier (LSF) De student voert de les uit volgens het lesschemaformulier (LSF) De student registreert knelpunten die het lesverloop beïnvloeden De student laat de voorbereide lesplanning los als de situatie daar om vraagt Na afloop van de les geef hij aan of de ingeschatte beginsituatie en het geformuleerde lesdoel goed waren geformuleerd Na afloop van de les geef hij aan waarom de les goed of minder goed verliep Na afloop van de les geef hij aan of de werkvormen adequaat waren Na afloop van de les kan hij een reeks vervolgactiviteiten benoemen, passend bij de verzorgde activiteit Op basis van een gegeven lesdoel en de beginsituatie van de groep plant hij een reeks lessen en/of leeractiviteiten en voert deze uit De student legt in lesontwerpen relaties tussen verschillende vakgebieden De student registreert de voortgang van de lessenreeks en past zijn planning en uitvoering daarop aan De student gaat flexibel om met instructievormen De student gaat flexibel om met leerinhouden, rekening houdend met het lesdoel De student kan na afloop van een les of leeractiviteit zijn didactische keuzes tijdens de les verantwoorden
De student maakt gebruik van uitgangspunten van schoolvakken en methodes Bij de voorbereiding van de les houdt hij rekening met wat de leerlingen gewend zijn van u De student overlegt met u en is in staat op basis van dit overleg zijn lesontwerp bij te stellen De student bereidt lessen uit methodes die in de groep worden gebruikt voor en voert deze uit De student hanteert de handleiding bij een methodeles Bij de voorbereiding van de les houdt hij rekening met de eigenheid van het schoolvak De student stemt de werkvormen af op de eigenheid van het schoolvak waarvoor hij een les- of leeractiviteit verzorgt Bij de voorbereiding van een lessenreeks maak hij gebruik van vakinhoudelijke kennis die noodzakelijk is om de lessenreeks goed te laten verlopen
Kempelscan K1-fase
eerste semester
2/6
De student is op de hoogte van de leermiddelen die passen bij de methode en hij zet deze adequaat in De student maakt regelmatig gebruik van het schoolbord De student kent de leerlijn binnen de gebruikte methode De student herontwerpt bestaande methodelessen De student houdt bij de voorbereiding en de uitvoering van een les rekening met de doorgaande leerlijnen De student stemt zijn lessen af op de week/maandplanning van de mentor
Kern 3.2
Didactisch competent – Creëren van een leeromgeving die tot leren uitlokt
De student creëert betrokkenheid in een les- of leeractiviteit
O
M
V
G
De student maakt voor, tijdens en na de lessen werk van een goede relatie met de leerlingen De student verwoordt in zijn evaluatie de invloed die zijn relatie met de leerlingen heeft gehad op de betrokkenheid van de leerlingen De student stemt de verbale en non-verbale communicatie af op de groep De student zet didactische middelen in die betrokkenheid vergroten De student zet didactische werkvormen in bij zijn lessen, die leerlingen aanzetten tot activiteit De student kan de invloed benoemen van gehanteerde didactische werkvormen op de betrokkenheid De student is in staat af te wisselen in didactische werkvormen waardoor de betrokkenheid verhoogd kan worden De student zet adequaat ICT in tijdens een les- of leeractiviteit De student houdt rekening met de leefwereld/leefomgeving van de leerlingen in zijn groep De student houdt rekening met de (fictieve) belevingswereld van de leerlingen in zijn groep De student gebruikt de leeromgeving buiten het klaslokaal, als de situatie daar om vraagt De student stelt het niveau van instructie bij als de betrokkenheid van leerlingen te laag is De student stelt werkvormen bij als hij merkt dat de betrokkenheid van leerlingen te laag is
Kempelscan K1-fase
eerste semester
3/6
Organisatorische competentie Kern 4.1
Organisatorisch competent – Zorg dragen voor alle aspecten van klassenmanagement in de eigen groep
De student zorgt voor een overzichtelijke en ordelijke sfeer in zijn lessen met speciale aandacht voor helderheid en continuïteit bij de activiteiten voor de kinderen en zichzelf
O
M
V
G
De student komt ordelijk en goed georganiseerd over De lessenaar is tijdens zijn lessen ordelijk en netjes opgeruimd De student maakt duidelijke afspraken met de leerlingen De student maakt in overleg met leerlingen afspraken De student is duidelijk in wat hij bedoelt met “stil” en “rustig” werken De student hanteert regels op een consequente wijze De student hanteert regels op een positieve wijze De student maakt gebruik van de geldende regels van de groep De student houdt bij het hanteren van regels rekening met de fysieke veiligheid van leerlingen De student stelt een adequate tijdsplanning op (weergegeven in het lesschemaformulier) De student volgt tijdens lessen en leeractiviteiten een adequate tijdsplanning De student vermijdt lesonderbrekingen De student benoemt in zijn lesvoorbereiding knelpunten en mogelijke acties De student reageert adequaat op toevallige gebeurtenissen De student kiest procedures en organisatievormen die een positief effect hebben op het verloop van leeractiviteiten De student kiest procedures en organisatievormen die een positief effect hebben op de effectieve leertijd (minstens voor een deel van de leerlingen) De student zorgt ervoor dat leerlingen weten wat ze moeten doen na of aan het einde van de les De student zorgt voor soepele overgangen tussen twee lesactiviteiten De student zorgt voor voldoende ontspanning voor leerlingen tussen twee lesactiviteiten Door zijn positie in de groep houdt hij overzicht over de groep De leerlingen kunnen hem allemaal goed zien als hij iets uitlegt De student reageert alert op ordeverstoringen De student weet wat er in de klas speelt en hij kan daarop anticiperen De student laat leerlingen weten dat hij correct gedrag waarneemt en waardeert De student spreidt de aandacht over de hele groep De student corrigeert van dichtbij
Kempelscan K1-fase
eerste semester
4/6
De student corrigeert door middel van zijn verbale en non-verbale communicatie De student maakt afspraken met leerlingen over het gebruik van leermiddelen en materialen De student zet tijdig leermiddelen en materialen klaar De student zorgt voor een kleine voorraad reserve gebruiksmaterialen die van pas kunnen komen tijdens de les De student gaat effectief om met de mogelijkheden die de ruimte biedt De student wijzigt de indeling van de klas als dat het lesverloop positief beïnvloedt De student houdt bij de indeling van de klas rekening met duidelijk en niet storende looproutes De student verantwoordt achteraf gemaakte keuzes en overziet de consequenties voor het verloop van de les De student verantwoordt achteraf gemaakte keuzes en overziet de consequenties voor de effectieve leertijd
Kern 4.2 Organisatorisch competent – Zorg dragen voor organisatorische aspecten op schoolniveau. De student draagt vanuit betrokkenheid en zijn rol als aanstaande leerkracht bij aan de uitvoering van organisatorische afspraken op schoolniveau De student informeert actief naar afspraken op schoolniveau, die van belang kunnen zijn voor zijn stagegroep De student geeft er in zijn handelen in de klas en daarbuiten blijk van de regels en afspraken van de school te kennen De student geeft er in zijn handelen blijk van de regels en afspraken rondom de inrichting van de klas en de school te kennen De student spreekt, indien nodig, leerlingen op een positieve manier aan om hen te wijzen op schoolregels De student oriënteert zich op geplande activiteiten buiten het klaslokaal waarbij hij aanwezig kan zijn De student informeert naar de organisatorische aspecten van geplande activiteiten buiten het klaslokaal De student bespreekt zijn mogelijke aanwezigheid en rol bij activiteiten buiten het klaslokaal De student bespreekt achteraf met u het verloop van activiteiten buiten het klaslokaal en zijn bijdrage daaraan
Kempelscan K1-fase
eerste semester
O
M
V
G
5/6
Beroepshouding en reflectievermogen De student beroepshouding past bij zijn rol als aankomend leraar
O
M
V
G
O
M
V
G
De student houdt zich aan afspraken De student zet zich in voor een goede samenwerking met u De student toont inzet en betrokkenheid bij alle schoolactiviteiten De student is op tijd op school en in de klas aanwezig De student neemt begeleidingsadviezen serieus De student heeft een geïnteresseerde en lerende houding De student stelt zich in het schoolteam open en toegankelijk op De student betrekt u op eigen initiatief bij zijn voorbereidingen en evaluaties De student betrekt u bij de onderbouwing van zijn lessen De student is geïnteresseerd in de uitgangspunten, de visie van de school De student bespreekt vooraf zijn planning voor stageactiviteiten met u De student neemt initiatieven in activiteiten die toenemen in complexiteit en duur De schriftelijke voorbereiding en verslaglegging van de student zijn goed verzorgd en actueel De student kleedt zich gepast en ziet er verzorgd uit De student handelt naar in de school geldende waarden en normen De student laat in zijn handelen zien op de hoogte te zijn van geschreven en ongeschreven regels op schoolniveau
De student is in staat te reflecteren op zijn handelen De student is in staat na afloop van een eigen lesactiviteit te formuleren wat er goed ging De student is in staat na afloop van een eigen lesactiviteit knelpunten te formuleren De student is in staat na afloop van een eigen lesactiviteit leerpunten te formuleren De student is in staat de overgang tussen lesactiviteiten kritisch te beschouwen De student is in staat de relatie tussen lesactiviteiten te kannen ver(ant)woorden De student is in staat om aandachtspunten voor zichzelf te formuleren naar aanleiding van het handelen van u. De student is in staat om aandachtspunten te formuleren op basis van zijn beroepsbeeld De student is in staat om bij aandachtspunten bijpassende actiepunten te formuleren De student is in staat stageopdrachten te koppelen aan kritische kernen (van competenties) De student is in staat om kritische kernen (van competenties) te vertalen in activiteiten De student is in staat een relatie te leggen tussen zijn handelen en zijn beroepsidentiteit
Kempelscan K1-fase
eerste semester
6/6