KEIZER HADRIANUS Een alternatief portret Publius Aelius Hadrianus (117 tot 138) Geboren in Sevilla Adoptiezoon van Keizer Trajanus MYTISCHE FIGUUR Geprangd tussen het HEIDENDOM en het ontluikende CHRISTENDOM Wetgever Krijgsman en Bouwheer
Pater Dr. JAN DE BRABANDERE o.p. Laureaat van de interuniversitaire Full Bright Competities New York 1962
Hadrianus: een alternatief portret
1
Hadrianus: een alternatief portret Inhoud Inleiding ...................................................................................................................... 3 Hadrianus een egocentrisch figuur ............................................................................. 3 Hadrianus en het christendom .................................................................................... 9 Uitspraken over Hadrianus’ karakter ........................................................................ 12 Pessimisme overheerst ............................................................................................ 14 Hadrianus als grootprater ......................................................................................... 18 Hadrianus en “brood en spelen” ............................................................................... 19 Hadrianus’ dood ....................................................................................................... 20
2
Hadrianus: een alternatief portret Inleiding In dit werk wordt een eerder alternatief beeld opgehangen van keizer Hadrianus. De beschrijving is duidelijk in tegenstelling met het positieve beeld dat Marguerite Yourcenar (1903-1987) beschrijft in haar “mémoires d’Hadrien” Voor dit alternatieve beeld baseren we ons op uittreksels uit de “archivum romanum” gevonden in de Vaticaanse Bibliotheek in Rome. In dit overzicht heb ik jammer genoeg geen bronvermelding geplaatst. Ze nodigen de geïnteresseerde lezer dan ook uit om zelf eens te grasduinen in deze uitgebreide bibliotheek.
In geen geval zijn deze uittreksels bedoeld om een historisch correct beeld te beschrijven van deze keizer. Ze tonen de lezer hoe moeilijk het is om een juiste karakterschets en de innerlijke motivatie van de keizer te adequaat te duiden. Dit geldt in extenso voor elke historische figuur.
Alleszins blijkt eruit dat vele personen een ander beeld hadden van Hadrianus dan Yourcenar1 beschrijft in haar overigens uitstekend meesterwerk.
Hadrianus een egocentrisch figuur Hadrianus, wilde een Rome voor zich alleen, nog groter en indrukwekkender dan het Rome van alle Keizers van de geschiedenis vóór hem. Hij bouwde de Villa ter nagedachtenis van Antinoüs, met wij hij een homofiele verhouding had. Hij schreef 24 gedichten die hij hem opdroeg. Hadrianus, was het “summum” van egocentrisme en was belust op de titel van de belangrijkste van alle Keizers. * *
1
In het eerste deel neemt Yourcenar een vrijzinnig atheïstisch standpunt in. In het tweede deel is haar visie ruimer, humaner en objectiever. Het eerste deel van de “MEMOIRES D’HADRIEN” naar mijn mening langdradig en saai en vraagt volharding voor de lezers. In het tweede deel komt Marguerite Yourcenar meer op dreef, doch neemt een vrije loop met data. Zo heeft HADRIANUS een ontmoeting met een praetoriaan die al 120 jaar overleden is. Een tweede maal is hij in discussie met een senator die 120 jaar later geboren wordt. We vergeven haar deze dichterlijke vrijheid. Het tweede deel levert het bewijs op dat zij beschikt over een rijk schrijverstalent.
3
Hadrianus: een alternatief portret Hadrianus, stelde vast dat Rome van het Colosseum tot het Mausoleum van Augustus uitpuilde van de overdadige bouw woede van alle voorgangers. Er bleef geen halve kilometer meer over voor zijn egoïstische bouwwoede hem zelf ter ere. * * Hadrianus, palmde de 125 hectaren heuvelland in, gelegen op de hoogvlakte op 8 km van Tivoli, de stad met de tienduizend fonteinen, het sieraad van nagenoeg alle voorgangers die leefden van de ene orgie naar de andere en zich uitleefden in een onvoldane wellustige levensstijl. * * Hadrianus, was eens even bloeddorstig als Trajanus en meedogenloos tegenover de eerste Christenen van de catacomben, van Priscilla tot Callistus. Hij bleef een voorbeeld van totale uitgeleefde onvoldaanheid. * * Hadrianus, leek uitgekeken op de ontelbare forums en amfitheaters van de grootste stad van de toenmalige cultuur. Rome stond aan de spits van wetenschap, rechtstructuur en bouwkunde en stak het Griekse Athene naar de kroon. Zij was de hoofdstad van het “denken”, de Griekse beeldhouwkunst, de literatuur en theaterwetenschappen. Rome was een voortdurend concurrent in het steekspel van alle culturele ambities. * * Hadrianus, was meer een dweper dan een genie, die minder gehaat werd dan Caligula en Nero, omwille van een soort tolerantie die hij aanwendde als middel voor zijn populariteit. Hij was een grote Veldheer en bouwde de muur tussen Engeland en Schotland, Het eindpunt van zijn Rijk was Irak. * * Hadrianus, was een bluffer, een man die zocht te domineren. Ditmaal niet meer met wrede praktijken van zijn voorgangers, waar Caligula en Nero door uitmuntten. * * Hadrianus, zocht de opkomende geheime kracht van het idealistische christendom met een eigen methode te overstijgen: een nieuwe stad hem ter ere, met fonteinen en thermen, getooid met prachtige marmeren beelden. Dat alles tot zijn eigen glorie. * *
4
Hadrianus: een alternatief portret Hadrianus, was een inwendig verscheurd man, die genoeg had van alle uithollende praktijken van Eros-tempels en lust-paleizen. In zijn onderbewustzijn voelde hij aan, dat in de strijd met de Christenen hij weleens de grootste verliezer zou worden. * * Hadrianus, was opgevoed door de meest vermaarde leraars, die hem inleidden in de verheven literatuur van Vergilius, Horatius en Lucullus, die hem dwongen tot reciteren van de zoet gevoosde gedichten van de Bucolica. Daardoor muntte hij uit boven alle onbenullige Keizerszonen, die slechts geïnteresseerd waren in liefdes- en seksaangelegenheden. Hadrianus schreef zelf gedichten die gekopieerd waren in de stijl van de grote Romeinse dichters * * Hadrianus, had een grote voorliefde voor de geneeskunde en de architectuur, hij wilde met zijn Villa Adriana een soort geneeskunde faculteit realiseren, die kon wedijveren met de Griekse leerscholen van Korinthe en Athene. * * Hadrianus, was een soort voorloper van de latere Vesalius van de Leuvense universiteit. Vesalius, kreeg verzet met zijn boek “Fabrica Humana” die het aandurfde de toenmalige anatomie te publiceren. Hij werd veroordeeld en ontsnapte nauwelijks aan de terechtstelling. Twaalf eeuwen vroeger kon Hadrianus aan zijn professoren anatomisten “carte blanche” verlenen bij de verkenning van het “Corpus Humanum” zonder restricties of beperkingen. * * Hadrianus, stelde als voorbeeld de grote voorganger Julius Caesar, die het aandurfde een ultieme daad van moed te stellen: toen hij van op zijn paard een zwangere vrouw zag die in ultieme nood verkeerde bij de geboorte van haar kind. Wellicht was het een dwarsligger die voor de vrouw levensgevaarlijk was. Caesar, aarzelde niet om met zijn keizerszwaard een snede te maken en aldus het kind levend te laten geboren worden. Of de vrouw er het leven vanaf bracht is nooit vermeld geworden. * * Hadrianus, had een grote bewondering voor de moed en de durf van Caesar, die meteen het principe gecreëerd had van de “Keizersnede” bij quasi onmogelijke bevallingen. Het bracht hem op het idee van een geneeskundige faculteit te stichten in zijn Villa Adriana, en dit als uitdaging tegenover alle glorievolle keizers van het in weelde exploderende Romeinse Imperium.
5
Hadrianus: een alternatief portret * * Hadrianus stootte op een felle kritiek, vooral in de hoogste intellectuele kringen van rechtsgeleerden, Pretorianen en Magistraten die de Codex Romanus in hun blazoen droegen, en de wereld van toen rond de Middellandse Zee beïnvloedden, te beginnen met alle grootsteden in de veroverde gebieden: Lugdunum- Lion – Colonia Agrippina – Keulen – Parijs – Civitas Trevirorum – Trier – Civitas Aventica (Avenches nabij Fribourg in Zwitserland). Schotland= Fort August. * * Hadrianus, die op het kruispunt stond van de Romeinse en de Christelijke Cultuur zette een eindpunt aan de onmenselijke praktijken van een gedegradeerde wereld, die stikte in zijn eigen wellust en immoraliteit. Hij had een afkeer van de taferelen in het Colosseum, waar telkens mensenlevens werden opgeofferd voor een driftig publiek, dat met het signaal “Duimen hoog of duimen laag” beslisten over het afslachten van christelijke martelaren in de arena’s. * * Hadrianus, was een rechtvaardig man met hoogste kwaliteiten en begaafdheden. Tegelijk was zijn hoogste gebrek een grenzeloze ambitie die zich uitte in een bouwwoede en verspilzucht, die de staatsfinanciën tot op de bodem ontledigde voor de realisatie van “zijn” nieuwe Rome, nog luxueuzer en grenzeloos majestueuzer dan het oude Rome: 4 Forums – 2 Amfitheaters – vijvers omgeven door marmeren beelden voor zijn waterspelen – 2 thermen groter dan de 4 Romeinse Paleizen en Tempels – een nieuw Pantheon en nog veel meer o.a. 3 triomfbogen. * * Hadrianus, schrijft naar zijn vriend-geneesheer, Marcus: “Waarde Medicus, In deze brief laat ik alle schrijfvaardigheden vallen om u ongezouten mijn harde waarheid te verkondigen. Marcus, jij bent de grootste leugenaar en onbenul van mijn heel Keizerrijk. Waarom? Omdat jij mij verwijt ernstig ziek te zijn en op weg te zijn naar de dood, dat is een leugen van formaat. Ik wil niet ziek zijn, ergo ik ben niet ziek. Ik wil u niet meer ontmoeten zolang als jij deze uitspraak niet intrekt.” * * Hadrianus, had zich niet verwacht aan een ongezouten antwoord vanwege zijn Medicus Marcus. Hij schrijft: “Keizerlijke Hoogheid, Uw brief heeft mij diep beledigd. Heel Rome prijst mij als de meest bekwame geneesheer. Ik ben bekommerd, niet alleen om de ziekte van het lichaam, maar
6
Hadrianus: een alternatief portret veeleer over alle kwalen van de geest. De geneesheren behelpen zich met aderlatingen en verdovende kruiden. Ik verwerp die praktijken want zij leiden recht naar het graf. Hoogheid, uw trots zal uw ondergang worden, ook al woont gij in uw Rome dat inderdaad uitmunt in grandioze schoonheid.” * * Hadrianus, barst uit in een bui van woede die de hysterie benaderde en antwoordt: “ Marcus, U bent de grootste onbenul van heel mijn koninkrijk, ik heb van u geen lessen te krijgen in intelligentie of bekwaamheid. Bewijs hiervan is, dat je er zelf niet in slaagt een “villa” te bouwen op de Via Appia die u eer aandoet. Uw villa is stijlloos en onpraktisch, goed genoeg als “krot” voor de geringste van al mijn hersenloze slaven. En U durft het aan, mij een dergelijke brief te schrijven, die mij een week lang beroofd heeft van mijn goed humeur en mijn werklust. Ik vergeef je het niet.” * * Hadrianus, werpt de brief van Marcus in het vuur en roept uit: “Deze Marcus vergeet dat ik, Hadrianus, niet kan doodgaan, laat staan doodziek worden. Schreef Hypocrates in zijn memoires niet: “Non totus moriar – Ik sterf niet helemaal.” Welnu, ik wil zelfs niets horen over ziek zijn en nog minder over de dood. * * U, Marcus, heeft mij in een hels humeur gebracht. Alle vrouwen en concubines moeten het ontgelden. Ik haat ze allen, noch hun onhebbelijke lijfgeur, noch hun wulpse kledij kunnen mij bekoren. Ze zijn tekenen van eindeloze degradatie en decadentieMijn enige troost is mijn luit. Zij alleen begrijpt hoezeer die Marcus mij beledigd heeft. Ik schreeuw het uit. Ik, Hadrianus, kan niet doodgaan. Niet alleen mijn geest zal blijven ronddwalen over “mijn” Rome, het juweel van alle Romeinse juwelen, ook mijn pneumatisch lichaam blijft eeuwig bestaan. Ik, Hadrianus, ben onsterfelijk! * * Hadrianus, barst voortdurend uit in hysterische woedebuien. Lucretia en Priscilla, zijn meest geliefde dochters, mijden hem als de pest. Het is zijn gewoonte niet, maar tegenover Minerva is hij uitgevaren met de meest indecente bewoordingen, die haar tot zelfmoordpogingen brengen. Hersenloze hoer die mij zelfs geen zoon hebt kunnen baren, verdwijn uit mijn omgeving, heel uw wezenheid brengt mij alleen tot walging en afkeer. * *
7
Hadrianus: een alternatief portret Tot zijn slaven brult Hadrianus: “Doe alle narren en dwaze toneelacteurs weg uit mijn omgeving. Ze zijn mij allen tot beuheid en uiterste verveling. Marcus waagt zich een verzoenende brief te schrijven, doch Hadrianus werpt hem in het vuur. Op het brandend document kan hij juist nog één zin lezen. Hoogheid, uw naam blijft eeuwig bestaan.” * * Ook met de hoofdarchitect, Julianus Prior, loopt de verhouding vast: Hadrianus schrijft: “Julianus, Ik had u de opdracht gegeven mijn thermen 2 meters hoger te bouwen dan die van Diocletiaan en Caracalla2, maar jij hebt mij bedrogen.Uw thermen zijn stijlloos en missen iedere inspiratie. Ze zijn toonbeelden van gebrek aan vindingrijkheid en zwierige stijl. Ik ontsla u uit al uw functies,” * * Julianus Prior, was zozeer geschokt en beledigd, dat hij van een hoge stelling neersprong en de dood verkoos boven een verdere keizerlijke belediging van Keizer Hadrianus. De reactie van Hadrianus was koel: “Met zijn zelfmoord heeft hij het bewijs geleverd van totale onbekwaamheid.” * * Hadrianus, verkwijnde, at of dronk bijna niet meer, sliep de hele dag door en speelde al eens tussendoor op zijn luit. “Niemand is er die mij aankan. Ik, Hadrianus, leef in een totaal vacuüm en een wereld van leegte, dwaasheid en onvoldaanheid. Mijn enige vriend is mijn hond Maximiliaan. Hij stoort mij niet met zijn geblaf. Zijn blikken alleen zijn mij tot troost.” * * In het jaar 79 wordt Herculaneum volledig verwoest en onder lava bedolven. Hadrianus, valt in een diepe depressie wanneer hij aan dat rampjaar denkt. Waar zijn dan alle godheden die in hun wellustige paleizen vergaan in hun immorele praktijken? Waar was Eros en Zeus, waar Aphrodite en Minerva? Was hun macht dan pure onmacht bij het uitbarsten van de zeven vulkanen, met de Vesuvius als grootmeester in totale vernietigingskracht?
2
Dit kan onmogelijk een uitspraak zijn van Hadrianus. Caracalla (198 – 217) en Diocletianus (284 -305) zijn immers keizer na Hadrianus (117-138)
8
Hadrianus: een alternatief portret Hadrianus en het christendom Hadrianus, krijgt het relaas van Flavius Josephus (34-100) in handen. “Zie, verzucht Hadrianus, die man wil ik absoluut zo vlug mogelijk ontmoeten. Wat hij schrijft brengt mij een “absolute onrust”. Hij verhaalt over een zekere Jood Jeshua genaamd, die zich tot koning van de Joden uitroept. Hij bewijst dat door wonderlijke genezingen. Met zijn moeder Myriam woont hij in een schamele grot in Nazareth en is omgeven door een twaalftal gezellen, die hem op al zijn preektochten vergezellen. Zij leven sober en voeren strijd tegen alle schijnwaarden. Ze noemen de Romeinse Keizers: “Torens van hebzucht en immoraliteit”, hun goden zijn slechts schijngoden en zijn een verdorven geslacht.” * * Hadrianus, voelt zich schaakmat gesteld tegenover die wonderdoener Jeshua met zijn nieuwe leer van onthechting, verdraagzaamheid en morele zuiverheid. Ik bouw mijn Rome op. Ja zeker, maar het zijn maar stenen gebouwen, tempels voor schijngoden verheven tot lof in het Pantheon; voor helden die slechts uitmunten in schijnwaarden, weinig of niet ontwikkeld of geëngageerd. Het zijn tenslotte nulliteiten. Die Jeshua spreekt mij aan al is hij een jood uit het nietige Nazareth. Als hij doorbreekt dan stort heel het Romeinse Rijk (met Nero en Caligula incluis) in mekaar als een kaartenhuisje. Ik vrees dat Flavius Josephus het bij het juiste eind heeft. Hij voorspelt het einde van “mijn” Rome, mijn Villa Adriana. * * “De Joden met een woesteling Saulus als aanstoker hebben Stephanus gestenigd.”, zo schrijft Flavius Josephus. Was die Stephanus dan een crimineel die het Romeins Imperium op haar grondvesten deed wankelen? Zeker niet, zo oordeelt Hadrianus. Hij sterft met een glimlach op de lippen terwijl hij uitroept: “Ik vergeef.” Geen enkele keizer heeft hem geëvenaard in grootmoedigheid. Stephanus is letterlijk gedragen door een oppermachtige hogere energie. Ik, Hadrianus van Tivoli, benijd die jonge martelaar. * * Hadrianus, is door de lectuur van de geschriften van Flavius Josephus gekomen tot een innerlijke Catharsis en heropleving. Zou er dan werkelijk een “God” bestaan? De Joodse cultuur puilt uit van een God die handelt en bemint, een God die liefde is en de mensen bevrijdt
9
Hadrianus: een alternatief portret uit alle noodsituaties. Hij bevrijdt zijn volk uit de Egyptische ballingschap en laat de zee alle vervolgers verzwelgen om zijn volk volledig in ere te herstellen * * Hadrianus, legt al zijn onhebbelijkheden af en zoekt een verzoening met alle vrouwen in zijn omgeving. Hij schenkt een aquarium-badplaats met mooie slanke atletische figuren omgeven. Dat is zijn bekering en is al een soort excuus voor alle indecente bewoordingen die hij tegenover de vrouwen had geuit. Claudia wordt zijn meest vereerde vriendin. Zij is de enige die kan luisteren en intelligente bemerkingen kan maken, bij zijn zoekende beschouwingen over de diepere zin van het leven. * * Hadrianus, verzoent zich met heel zijn omgeving, te beginnen met diegene die hij vaak onrechtvaardig en te streng had bejegend. Er is een waar mirakel gebeurd na de lectuur van de boodschap van Flavius Josephus. * * Claudia, Cecilia en Lucretia, begrijpen maar moeilijk hoe, Hadrianus, in zo een korte tijd een ander mens is geworden, een andere keizer, een andere, nu niet meer dictatoriale heerser over Villa Adriana. Zijn stem is mild geworden en met genoegen zingt hij hen te ere minneliederen die hij op zijn luit begeleidt. Hoe een mens veranderen kan, ook al is zijn naam Keizer Hadrianus van Tivoli. * * Het is alsof een loodzwaar juk van zijn schouders is weggevallen. Zijn hart, dat zo versteend en liefdeloos overkwam, komt nu over met een beminnelijkheid die vol humor en zelfs vol zelfhumor is vervuld. * * Hadrianus, neemt het besluit om in het grote amfitheater een verzoeningsfeest te houden. Zelfs zijn vroegere tegenstanders en vijanden, die hij ooit de huid vol gescholden (de nieuwe architect en de bouwheer op de eerste plaats) waren ook op dit feest uitgenodigd.
De akoestiek van het grote amfitheater met uitzicht op de stad Tivoli is wonderbaar. Men hoort een speld neervallen op de marmeren vloer. De beste zangers zullen hun mooiste liederen ten gehore brengen ter ere van: *
10
Hadrianus: een alternatief portret * Hadrianus, ontvangt een gezant uit Rome, Severius Agrippa, een echte vriend kan hij hem maar moeilijk noemen. Hij vindt hem eerder saai, zoniet cerebraal, een man met filosofische pretenties. Het gesprek loopt eerder steeg zoals een wagen hobbelig op de Romeinse heirbanen. Twaalf volgelingen van de profeet Jeshua zijn door zijn toedoen aangehouden en opgesloten in de ondergrondse kerkers van het Capitool. Zij worden beschuldigd van onruststokerij en kritiek op de Romeinse maatschappij. Hadrianus, schudt het hoofd en oppert: “Is dat wel een voldoende reden om de zogenaamde misdadigers te beroven van hun vrijheid? * * Severius Agrippa, is een advocaat van de Romeinse Rota, voelt zich nogal tegengesproken door de eigenzinnige Hadrianus, “Hoogheid,Ik kan niet goed begrijpen dat u het geen misdrijf vindt onrust te wekken bij de bevolking.” Hadrianus, een weinig zenuwachtig repliceert: “Ik vermoed dat u, Severius, geïnspireerd bent, zoniet vooringenomen, omdat de oproerlingen volgelingen zijn van de wonderdoener en profeet Jeshua van Nazareth. In feite heb ik mij laten informeren over wat Flavius Josephus over hem schrijft: “Ik vind geen schuld in wat hij leert en beweert.” “Geef toe, Severius, dat onze Romeinse maatschappij zich echt ongedisciplineerd en losbanding gedraagt, niet om fier over te zijn. Ze zijn vaak tot ergernis voor onze Gallische burgers uit de veroveringsgebieden. * * Een slavin biedt de bezoeker een glas wijn aan, de beste van de Toscaanse wijngaarden. “Hoogheid, U hebt de beste wijn van heel het Romeinse Rijk.” Julia, komt het gezelschap vervoegen. Ook zij heeft het relaas van Flavius Josephus gelezen en steekt haar geheime sympathie voor die profeet Jeshua niet onder stoelen of banken. Zij wil van de gezant Severius Agrippa nieuws vernemen over een betwiste figuur, die de laatste tijd in het nieuws komt, een zekere Saulus, die zich openlijk van Joodse schriftgeleerde bekeerd heeft tot de leer van verdraagzaamheid van de profeet Jeshua. * * Hadrianus, is niet erg opgezet met de ongevraagde tussenkomst van zijn dochter. Zij is een zeer zelfstandige en eigenzinnige jonge vrouw, die ooit de rechten van de Romeinse universiteit had bestudeerd.
11
Hadrianus: een alternatief portret Hadrianus, spreekt haar niet onmiddellijk tegen, want hij voelt zich de mindere tegenover zijn dochter als het over het Romeinse Recht gaat. Hij bemerkt dat de gezant zich in zijn nopjes voelt met zijn dochter. Zeer diplomatisch schakelt, Hadrianus, over op een nieuw thema: De architectuur van het aquarium dat volop in opbouw is.
Uitspraken over Hadrianus’ karakter “Hadrianus, is een controversieel figuur, spreekt iedereen tegen en wil zich door niemand de les laten lezen. Nero, was een primaire lustmoordenaar, was één van zijn geliefde uitspraken. Hij is de voornaamste ondermijner van het prestige van alle groten uit de Romeinse geschiedenis.” Marcus Aurelius, was een genie, een man van hoogstanding, een denker en filosoof, die zichzelf weleens negatief durfde uit te spreken over het wellustige gedragen van enkele van de goden van het Romeinse Imperium. * * Hadrianus, liep hoog op met Trajanus. Dat was nu eens een man van hoog niveau, een wetgever, een strateeg en veldheer maar meer dan dit alles: een man vol “fair play” die zich niet kon verzoenen met de achteruitstelling van Christenen van kasteloze slaven van de massa die in Trastevere leefde in armoede, doch die dikwijls onder elkaar konden genieten van dansen en spelen vol onschuld. Trajanus, was in feite een volkse keizer die met kop en schouders uitstak boven alle voorgangers. De moord op Ignatius van Antiochië, die hij voor de leeuwen (ad Leones= juridische term) gooide blijft een zwarte vlek op zijn blazoen. * * Hadrianus had een eigen visie op vrouwen. Zijn oordeel was vaak streng en zelfs genadeloos. Zijn uitspraken waren ongenuanceerd pro of contra louter subjectief. Hij vond hun gesprekken ofwel inhoudsloos ofwel onbenullig vol vleierijen en vervelend. Blonde meisjes vond hij dom en hersenloos. Zij zochten alleen om te behagen en bij hem in de gunst te staan. * * Wat dachten de vrouwen over Hadrianus, indien ze ongestraft hun mening uitten over de grote bouwheer-keizer met zijn eigen Rome van en voor hem alleen? Een onaantrekkelijke pestvent die dagen lang zijn eigenzinnige bek niet opendeed. Zijn toon is lusteloos en ongeïnteresseerd en hij beantwoordt zelden op een klaar gestelde vraag. Vaak geeft hij helemaal geen antwoord en laat de vraagsteller, man of vrouw, zonder respect in de
12
Hadrianus: een alternatief portret kou staan of begint hij toonloos iets binnensmonds te neuriën. Ofwel scheldt hij iedereen uit met de meest indecente bewoordingen, ofwel doet hij de moeite niet om zijn eigenzinnige bek open te doen. * * Hadrianus-stad: de opbouw van zijn Villa Adriana, dat is het enige wat in zijn eigenzinnige geest omgaat. Alle culturen en paleizen, van het colosseum tot het pantheon, interesseren hem niet. En alle ontwerpen van Napolitaanse architecten en bouwheren wijst hij nors af, als ze te veel gelijkenis vertonen met de triomfantelijke gebouwen van het oude Rome. Hij wil gebouwen die glanzen door het blanke marmer van Carrara. Zwarte marmer duldt hij niet, dat brengt hem in een weemoedige stemming. Mijn “villa” moet een stralende villa zijn zonder herinnering aan de rest van de wereld. * * Hadrianus, is een randfiguur: een genie enerzijds, een minus habens anderzijds, een vat vol tegenstrijdigheden. Zijn enige totale liefde is zijn eigen ego. Al de andere zijn vijanden van zijn ego. Toch is hij een hooggeprezen veldheer. Hij huldigt het pincipe “homo – homini lupus” iedere “andere” zo man als vrouw, zo jongen, zo meisje, is in zijn ogen een verslindende wolf, zelfs een weerwolf, die aast op moord en vernietiging. * * Hadrianus, gelooft stellig in de teloorgang van het Romeinse Imperium, de totale ondergang staat voor de deur. De ontwaarding van alle waarden is ingetreden. Symbolisch ligt het Romeinse Rijk klaar om door de allesvernietigende vuurgloed van het lava van de uitbarstende Vesuvius te worden verzwolgen. Wie zal ontsnappen? Zelfs niet de zeldzame rechtvaardige Romein. * * “Herculaneum”: Een plotse dodelijke vuurgloed stelde een eind aan het welvarende leven van deze zo levende stad.Versteende getuigen blijven over: De bakker bij zijn oven, de huisvrouw bij haar huistaak voor het koken van de middagmalen voor haar gezin, de badmeester bij zijn baden, de kleermaker bij zijn naaiwerk, twee verliefden in volle seksuele omgang, strikt verenigd en vereeuwigd in één dodelijke omhelzing. * * Het feit dat geen enkele menselijke kracht in staat was om de wereldramp van Herculaneum te beletten, het was het einde van de wereld. Hadrianus, kan de slaap niet vinden. Hij is voor
13
Hadrianus: een alternatief portret iedereen ongenietbaar. Hij voelt zich ondanks alle bouwwoede machteloos. Geen raadgever of geliefde, noch man, noch vrouw, kan hem tot rust brengen en toch gooit, Hadrianus, zijn luit in de vijver van de lusten en schreeuwt het uit in een hels delirium: “Alles is zinloos. De dood is de enige gezel. Hij is mijn hoogste vijand. Ik haat hem!” * * Hadrianus, werd door de meeste inwoners van Lazio gehaat en vermeden. Hij had als onhebbelijke pestvent meer vijanden dan vrienden. De meesten verkozen een ommetje te maken als hij in de buurt was, omwille van zijn brommerige uitvallen en zijn onuitstaanbaar karakter. Ook in zijn liefdesleven was hij nors en onberekenbaar. De knaap Antinoüs was zijn enige passie. Zelfs geslepen vleiers en postjesjagers hadden het moeilijk om een moment uit te kiezen waarop hij zijn eigenzinnigheid opzij legde, met een brommend woord en een onwillig handgebaar schudde hij iedereen af. * * Hadrianus, was een grote vogelliefhebber. Eens had zijn vertrouwde wolfshond één van zijn mooiste goudfazanten doodgebeten en lag het arme dier tussen de rozenstruiken van zijn herbarium. Doria, improviseerde een treurlied gericht tot de gouden, dode vogel: “Vogel die niet mooi mocht zijn, want de dieren waren afgunstig op zijn gouden pluimen.” Zij zong het op zulk een weemoedige toon terwijl ze in mineur zichzelf op de luit begeleidde. Ode aan mijn dode paradijsvogel. Hadrianus, was tot tranen toe ontroerd. * * Doria, werd beloond door, Hadrianus, met een zeldzame omhelzing die slechts weinig vrouwen hadden meegemaakt. Heel de vrouwelijke hofhouding was groen van jaloersheid om deze uitverkiezing door de sentimentele keizer. Een tiran en dictator in ’t algemeen, uitzonderlijk weleens een weke sentimentalist en homofiel. Doria, kon haar gezang op haar manier noteren op perkament en zij schonk op die manier een zeldzaam mooi treurlied ter ere van de wondere Hadrianus.
Pessimisme overheerst Hadrianus, was nog geen vijftig jaar toen hij reeds buien doormaakte van hysterische uitlatingen, die aankondigden dat hij niet lang zou genieten van “zijn” roemrijke stad, Villa Adriana. Alle bijgeroepen geneesheren hadden alle last om een middel te vinden om hem op te
14
Hadrianus: een alternatief portret beuren of te genezen. Zelfs, Lucianos, geneesheer met wereldfaam werd de laan uitgestuurd. Hadrianus, schold hem uit: “U kunt nog minder dan de domste van al mijn slaven.” * * Hadrianus, wil niet toegeven, Hadrianus wil niet sterven. Een bezoekende astronoom uit Caïro heeft hem het hoofd op hol gebracht. Het heelal dat is mijn toekomstige woning, zo had Ben Youssef Arcaz gezegd. Nooit tevoren had Hadrianus enige belangstelling gehad voor sterrenkunde, die wetenschap zou hem storen in zijn egocentrisme. Ik ben de grootste, zo redeneerde hij bij zichzelf. Er kan geen God zijn voor wie ik me zou moeten neerbuigen. Geen enkele godheid heeft een stad gebouwd, die de vergelijking kan doorstaan met mijn Villa Adriana. * * Hadrianus, was niet erg opgezet met waarzeggers, toekomstvoorspellers en sterrenwichelaars. Hij wil het gesprek met de Egyptische astronoom kort maken. Hij had een zeer slechte ervaring met een Etruskische ziener, die voorspelde dat zijn dagen waren geteld en dat van Villa Adriana alleen de stenen zouden overblijven, meestal als een massale puinhoop. Hadrianus zette de ziener prompt aan de deur, hij kon die man niet luchten. * * Hadrianus, lag er hele nachten van wakker, na het conflict met de Etruskische ziener. Met de luit in de hand staarde hij naar de heldere hemel met de honderden zoniet duizenden sterren. Nu en dan danste een meteoriet in een flits doorheen het zo ordelijke raderwerk van de sterren. Hij bleef bij zichzelf piekeren, zou er misschien toch een god bestaan die heel dat sterrengewemel beheerst? Dat zou een wezenheid zijn van geweldige grootheid en dimensie. Hij zou nietig zijn met een dergelijke machtige god als concurrent. * * Zou heel dat firmament dan tot niets dienen, nutteloos zijn voor alle bewoners van het Romeinse Imperium? In die gedachten voelde Hadrianus zich schaakmat geplaatst, futiel en onbenullig. Alle godheden van het Romeinse Rijk vervielen in het niets tegenover een god, die zulk universum als zijn imperium zou hebben.Hadrianus, verdrukte al deze sombere overpeinzingen met een stevige beker Toscaanse wijn. * * Onderstel dat er levende wezens zouden bestaan op één of andere ster. Zou die dan dezelfde lichamelijke vormen hebben zoals alle mensen op aarde?
15
Hadrianus: een alternatief portret Misschien hadden ze maar één oog op het voorhoofd zoals de reusachtige cyclopen, een soort wezen dat alles kent en alles overtreft in kracht, zoniet in dwingelandij of almacht. Hadrianus, viel in slaap in een roes van dronkenschap, dat was het enige dat hem kon doen ontsnappen uit alle onbeantwoorde vragen van de astronomie en de wijsbegeerte. * * Hadrianus, was de grootste in egocentrisme en eigenwaan, de grootste in kleinmenselijkheid en lusteloosheid, een monster vol verheerlijking van zichzelf. Ongenuanceerd grootmeester in de dictatuur, Hadrianus, de man van ijdelheid en zelfverheerlijking, klein als mens. * * Hadrianus, kreeg een perkament doorgestuurd van de rector van de school van de retorica van Rome, Flavius Albertus. Een geschrift van een joodse profeet en wijsgeer-Isaïas. Hij liet het onmiddellijk verbranden, want hij voelde het aan, als een aanval op zijn zelfverheerlijking. De waarheid is geweld aangedaan op het publieke forum. * * Wee aan hen die het kwade verheffen tot het goede en het goede degraderen tot het kwade. Zij noemen de duisternis: het licht en het licht verwerpen ze tot: duisternis. Hadrianus, barstte uit in een hysterische bui van woede. Ik laat onmiddellijk die scherpschutter, Flavius Albertus, in de boeien slaan, zodat hij niet meer in staat zal zijn, om de hetze tegen mijn persoon met absolute onbeleefdheid de laten gedijen. * * Twee, drie dagen was, Hadrianus, in een rothumeur en schold al zijn medewerkers de huid vol: de beeldhouwers, de architecten en uitvoerders van de tempel van de rede. Hadrianus, riep uit: “Ze werken mij allemaal tegen, er is niemand die mij gehoorzaamt of opvolgt.” Zelfs zijn barbier werd het paleis uitgezet. Door de zenuwachtigheid van Hadrianus had hij hem een bloedende kwetsuur bezorgd, een wonde aan zijn rechterwang. Voortaan liet, Hadrianus, zijn baard groeien, louter uit protest tegen al zijn zogenaamde medewerkers. * * Hadrianus, wilde zijn “Villa” in opbouw ontvluchten, en ontbood de ruiterijmeester om een reis naar het zuiden doorheen Calabria te doen, tot bij de vroegere consul Meno, de regisseur van grootse spelen en theaterstukken.
16
Hadrianus: een alternatief portret Reggio-Calabria was het eindpunt van de reis. Nauwelijks onderweg kwam een bode te paard melden, dat de stad Reggio geteisterd was door een nietssparende aardbeving. Hadrianus, zag er een teken in dat hij maar best terugkeerde naar zijn “Villa”. * * Hadrianus, verzucht: “oef, weerom van uit de hoek van de zogenaamde volgelingen van die wonderbare mirakelman Jeshua. Ik zou die man eens persoonlijk willen ontmoeten, maar waarschijnlijk is hij reeds lang in het rijk van de legenden beland, zijn zogenaamd eeuwig koninkrijk. Het moest weleens waar zijn, dan verzinken wij allen in het volkomen niets en zullen alleen de puinen overeind blijven van mijn Villa Adriana. De consul Celsus, overhandigt aan, Hadrianus, het perkament:“Celsus, wat heb jij mij weer wijs te maken” verzucht hij. Hadrianus, die door een kwaadaardig cataract halfblind is geworden leest moeizaam het perkament. Die oogkwaal maakt hem wrokkig en humeurig. Het lijkt hem dat hij voortdurend moet kijken over een hinderlijke muur. “Zelfs oogartsen”, verzucht hij, vermogen niets, behalve valse hoop geven. Zijn dag is weerom nagenoeg verknoeid. * * Jij, die de ene ware God niet kent en zelfs niet wil kennen, overweeg deze woorden die ingegeven zijn door de hoogste van alle geesten: “De Heilige Geest”. Nonsens bromt, Hadrianus, er bestaan geen geesten, laat staan geen Heilige Geest. Ik heb nooit zulk een Heilige Geest gezien of gehoord, dat hoort allemaal tot het wazige rijk van de fantasie en het is het domein van dwepers, die niet met beide voeten op de grond staan. * * En toch leest, Hadrianus, met veel moeite: “en zo je God wil kennen tracht geen raadsels op te lossen. Kijk liever om je heen en je zult hem zien spelen met kinderen. Je zult hem zien glimlachen in de bloemen en je zult zijn handen zien oprijzen en wuiven in de bomen.” * * Hadrianus, voelt zich schaakmat gezet met de dood. Tegen die sombere kerel is niets aan te vangen. Hij heeft altijd het laatste woord. Als er een God bestaat, dan zijn wij de grootste van alle verliezers, want God heeft de “dood” als zijn sterkste wapen in handen. Tegen het schaakmat van God vervalt alles tot niets. Finitum, het einde van alle verwachtingen. “Punctum Finale!, Hadrianus. * *
17
Hadrianus: een alternatief portret Hadrianus, krijgsman met schitterende uitrusting, had in feite maar een klein hartje, wanneer hij voor de barbaarse ruwe vijanden stond. Hij bleef liever in de achterhoede en was ten dode bevreesd wanneer hij zwaar gewonde strijders op de grond zag neerstorten, met afgerukte ledematen en bloederige kwetsuren. Liever blies hij de aftocht dan verder bloedvergieten, en de nutteloze gevechten die tenslotte niets opleverden dan de oneer, een vijand niet te kunnen verslaan. Hij was een lemen Goliath met een klein hartje. Hij bepaalde de grenzen van het “Imperium, tot Bulgarije, Noord-Schotland en heel de Middellandse wereld, Noord-Irak en Mesopotamïe. ”Necplusultra” Hier en niet daarbuiten. *
Hadrianus als grootprater Hadrianus, was sterker in stoere bewoordingen en scheldwoorden dan in een logische dialectiek. In die zin had hij zogoed als niets overgehouden van de lessen in logica, van zijn professoren en opvoeders van de beroemdste filosofische scholen van Rome. Hij was een onaandachtige leerling die er maar half bij was, als hooggeleerde professoren tevergeefs poogden hem enige schoolse wijsheid bij te brengen. In de publieke disputen verloor hij vlug de draad van de redenering en kwam hij als “minus habens” op het rapport. * * Hadrianus, had een grote mond. Hij was een bluffer en schoonprater die altijd het laatste woord had. Eens hij een belangrijke ontmoeting met magistraten en consuls moest hij het slotwoord uitspreken en de conclusies bepalen van het debat. Hij geraakte niet uit zijn woorden en stotterde met onverstaanbare bewoordingen: “Ik dank u allen, heren magistraten en consuls, voor de interessante avond, die deze avond zeer interessant was. Het kon niet anders dan een interessante avond worden.” De toehoorders bedwongen een verdoken glimlach. Een groot licht is onze “Hadrianus” niet dachten ze bij zichzelf. * * Hadrianus, wandelde liever alleen in het licht van de maneschijn. Zijn luit droeg hij bij zich, om bij het gefluit van nachtegalen en merels, een paar akkoorden te tokkelen. Hij speelde voor zichzelf, want zelfs de vrouwen waren niet ontroerd door zijn getokkel: “zij brengen mij uit mijn inspiratie, met al hun gekakel en babbelpartijen.” Men ontvluchtte liever zijn gezelschap want ze waren hem meer dan beu. Hij was een complete eenzaat vol eigenwaan. *
18
Hadrianus: een alternatief portret * Hadrianus, was in feite steeds onvolwassen gebleven. Een al te groot moedercomplex was daar de oorzaak van. Zijn moeder was zijn afgod. Voor zijn vader had hij geen affectie. Hij vond hem nors en onvriendelijk, een man die zich nooit kon inleven in zijn kinderlijke naïeve gedachten. Hij was liever in het gezelschap van zijn kleine zusjes, met wie hij spelletjes speelde vol onschuld. Aldus was, Hadrianus, een moederskindje gebleven tot onmin van zijn al te autoritaire stiefvader Trajanus: een kind zonder talenten of sprankelende woorden.
Hadrianus en “brood en spelen” Tot slotakkoord wil, Hadrianus, een fenomenaal waterfestijn houden, bij de voltooiing van het wondermooie aquarium. Het wordt een waterfestijn met tientallen galjoenen schepen vol met triomfantelijke uitgedoste krijgers: het elitekorps van de onoverwinnelijke Hadrianus. Onder het geschetter van bazuinen en hoornen schuiven de schepen het aquarium binnen. Hadrianus, is ditmaal in een goede bui van zelfvoldaanheid. * * Het moet een zeeslag worden van twee rivaliserende gevechtsgroepen. Er zullen doden vallen want het zijn geen schijngevechten. Er worden vuurpijlen afgeschoten en met tientallen worden de krijgers dodelijk getroffen of zwaar verbrand. Hadrianus, is voldaan van het gruwelijk spektakel. Enkele vrouwen en concubines vallen in bezwijming bij het zien van dergelijke gruwelijkheden. Alleen Doria blijft aan de zijde van Hadrianus, terwijl zij een triomfantelijk lied zingt: zijn grootste glorie ter ere. Geen god kan hem in gootheid evenaren! * * De gruwelijke waterspelen duren tot het morgenrood aan de horizon verschijnt. Het is een chaos van belang: doden en gekwetsten. Maar, Hadrianus, heeft zich onthouden van alle zware alcoholische dranken, om tenvolle te kunnen genieten van “zijn” spektakel. U, Hadrianus, bent de hoogste van alle godheden: zingt Doria, geen enkele kan uw grootheid evenaren. * *
19
Hadrianus: een alternatief portret Hadrianus’ dood Tegen alle verwachtingen in wordt het, het slotakkoord van Hadrianus’ ontstuimig bestaan, hij besluit duidelijk er een eind aan te maken. Hij ontbiedt zijn ruiterijmeester die hem zijn mooiste volbloed moet brengen. Hij wil alleen, na het avondmaal, de duisternis intrekken: “Terminillo”, de hoogste berg die steeds met sneeuw bedekt is tegemoet. Arm paard Povevo Cavallo. Dit wordt zijn eenzame gottesdämnerung, duidelijk en gewild. Alleen Doria, weet iets van af van zijn somber plan. * * De volgende morgen vinden herders, die de nacht bij hun kudden op de flank van de Terminillo hadden doorgebracht, het verscheurde lichaam van de grote Keizer Hadrianus. Hij had zich met zijn paard van een hoge rots, honderden meter diep, neergestort tijdens de midzomernacht van het jaar 138. Zijn paard was de enige deelgenoot en lotgenoot in zijn dood: de dood die voor hem de enige uitweg was, alle glorie ten spijt. Villa Adriana vervalt van de mooiste van alle villa’s tot een ruïne. Dit is het einde van een glorieus epos.
Figuur 1: plattegrond Villa Hadriani Tivoli
20
Hadrianus: een alternatief portret
Figuur 2: De dood van Hadrianus (schets De Brabandere J.)
21
Hadrianus: een alternatief portret Slotbeschouwing. De Griekse erfenis Grieken brachten het zuivere filosofische denken tot stand en produceerden de grootste kunstwerken ter wereld, vooral in de beeldhouwkunst, de architectuur, de toneelkunst met Sophocles als absolute grootmeester. Zij zetten de inrichting van de stad Polis op veilige grondvesten: De staatsbestuurlijke inrichtingen zoals: het gerecht, de magistratuur, de senaat en de volksvertegenwoordiging. * * Een eigenaardig feit is, dat buiten Europese Culturen zoals: de Chinese, de Indische even ver stonden als de Romeinse en de Griekse. Doch er was helemaal geen enkele communicatie. Zij wisten gewoonweg niets af van mekaars bestaan. De doorbraak zou vrij lang op zich laten wachten, met de ontdekking van de nieuwe wereld door Columbus en de doorbraak van Dzjengis Kahn vanuit Mongolië. Ieder continent leefde in een splendid isolation alsof ze ieder op een afzonderlijke planeet leefden. De Ming-Dynastieën zijn daarvan de beste illustratie. * * Vergeten wij niet dat de intellectuele Chinees al dagelijks zijn dagblad las, als de Europese volkeren nog woonden in de grotten bij de rivieren en in berenhuiden gekleed waren. Met de Griekse en Romeinse culturen was de evolutie veel efficiënter. De Grieken bezaten peripatetische scholen waarbij professoren al wandelend over de Agora (maktplaats) hun wijsheid meedeelden en een geweldig aanzien en gezag hadden bij de bevolking. Olumpos was reeds vanouds het absolute middelpunt van alle sportbeoefeningen: de marathon van 42 km was de juiste afstand tussen Athene en Sparta. * * De eerste marathonloper die de afstand van 42 km aflegde kon voor het altaar van de sport uitroepen: “Erika, ik heb gewonnen.” Meteen viel de moedige atleet morsdood, maar het startzijn was gegeven voor de sportgeschiedenis. Degenen die tenvolle genoten van het Griekse erfdeel waren ongetwijfeld de Romeinen, met hun eerder empirisch ingestelde mentaliteit. Een helder voorbeeld hiertoe is, hoe de Romeinen bij de rechtspraak de beschuldigde in staat stelde, om zijn eventuele onschuld te bewijzen door een advocatus i.a.w. een bijgeroepene verdediger bij te halen. * *
22
Hadrianus: een alternatief portret De Griekse cultuur verzwakte door corruptie, homofilie, en ging eraan ten onder, hoewel zij aan het avondland de grootste werken naliet: “Oedipus-koning” als één van de beste voorbeelden, een theaterstuk dat nu nog hedendaagse auteurs inspireert. De architectuur van het Parthenon bleef van alle bouwwerken een voorbeeld van evenwicht en volmaaktheid. Het beeld van volmaakte schoonheid van de Venus van Milo gold als de volmaakte canon in de beeldhouwkunst. Het idee van de “Eidos” is heel de geschiedenis door, als het model en ideaalbeeld van alle intellectuele beschouwingen.
Hadrianus en de overgang van heidendom naar christendom Uit het leven en de tragische dood van Hadrianus zijn veel lessen en conclusies te trekken. Hij leefde in een tussenperiode van de twee grote culturen: het Romeinse keizerrijk met al zijn hoogten en laagten en het ontluikende Christendom. Onder Keizer Constantijn met Keizerin Helena en dochten Constantia breekt een totaal nieuwe tijd aan, het ontluikende Christendom, dat zou uitmunten met alle lessen die men van de Romeinse Cultuur had kunnen trekken. In 313 roept Keizer Constantijn het Christendom uit tot staatsgodsdienst. * * Het kerkelijk recht met zijn fundamentele inzichten was als ’t ware een kopij van het Romeinse recht. De structuur van het Romeinse recht zou onder Keizer Constantijn openbloeien tot een model van evenwicht en rotsvaste waarden, om het kerkelijk recht en de polis samen met de vestiging van de staatsfinanciën op rotsvaste gronden uit te bouwen, met zin voor subjectieve belevingen tot objectieve waarden: - recht tot inspraak - recht tot zelfverdediging De dicasteriums en bestuursorganen waren geboren. * * Het Romeinse Rijk bloedde dood door gebrek aan transcendentie, het was uitgedeind in de overdaad van de Eros-cultuur, de zedelijke losbandigheid en de totale ontlediging van de hoge ethische en humane waarden. Onsterfelijk en onuitputtelijk was de grootmacht van de structuren voor de politica: basis van de bestuurspolitiek en de rechtsmacht die tot op heden het fundament is en blijft van een gezonde democratie. * *
23
Hadrianus: een alternatief portret Het onluikende Christendom bracht een nieuwe geboorte van de West-Europese cultuur met Keizer Constantijn als boegbeeld en Eidos als modelbeeld. Het letterspel van het woord Roma is veelbetekenend: roma – mora – omar – maro – roam – maor – amor: Het mondt uit op het belangrijke begrip: roma – amor. De zegenpraal van de naastenliefde, de godsliefde, de triomf van het gezin en de familie, alles wordt gedomineerd door het hoogste begrip: Amor – De Liefde. * *
Figuur 3: Sfeerbeeld Tivoli
24