kartel INZET - GROEN
“Samen voor Opwijk”
Programma Verkiezingen 14 oktober 2012 1
Inleiding
In de voorbije legislatuur werden heel wat projecten gerealiseerd of in gang gezet. Maar het beleid is daarmee niet af. We kunnen altijd beter doen, ook al weten we dat het geld niet uit de lucht valt en dat we efficiënt moeten omspringen met de beschikbare middelen. We leggen ons niet neer bij de redenering dat het slecht gaat en we daar niets kunnen aan doen behalve inbinden. Iedereen beseft dat het moeilijke tijden zijn, maar voor ons betekent dit meer dan ooit dat we samen voluit moeten kiezen voor een constructieve samenleving. Het programma van INZET en GROEN is niet geschreven vanuit enige politieke invalshoek, maar vanuit een maatschappelijke bekommernis van mensen die willen meewerken aan een uniek project van een ‘sociaal, leefbaar en dynamisch Opwijk’. De ideale samenleving heeft nog nooit bestaan. Het kan altijd beter. Een beleid voeren is een dynamisch proces. INZET en GROEN zetten in op een beleid waarin met iedereen rekening gehouden wordt. Waar je ook vandaan komt, wat je ook kan, iedereen moet mee kunnen en iedereen moet meedoen. Om samen te werken aan de toekomst. We hebben geen tijd om te blijven stilstaan, en zeker niet om achteruitgang toe te laten. De enige optie is vooruit gaan. Met een gemeentebestuur dat rekening houdt met ieders dromen en problemen.
2
INHOUD Goed bestuur en bekwame bestuurders Sterke bestuurders Een kritische en klantvriendelijke overheid Partnerschap tussen bestuurders, ambtenaren en inwoners Meer verkeersveiligheid en aandacht voor openbaar vervoer Een duurzame samenleving Leefmilieu: een gezonde, groene en duurzame omgeving Beleidsplanning Algemene milieu- en natuurmaatregelen De gemeente vergroenen Blijven investeren in waterzuivering Het afvalbeleid De energie-efficiëntie van overheidsgebouwen verhogen Landbouw Ruimtelijke ordening en huisvesting Het vergunningenbeleid Hoe omgaan met de diverse woonvormen Meer betaalbare huisvesting Woonuitbreidingsgebieden Dorpskernvernieuwing Middenstand, markten en kermissen Tolerant, maar Vlaams Financieel beleid en planning Een sociale modelgemeente Een gevarieerd ouderenbeleid Thuiszorg Het OCMW: regisseur van het welzijnsbeleid Andersvaliden Kinderen en jongeren zijn onze toekomst Onderwijs Sport en recreatie Toerisme Cultureel beleid Veiligheid 3
Goed bestuur en bekwame bestuurders Een sterk en modern lokaal bestuur steunt op actieve lokale burgers, op bekwame ambtenaren en op sterke bestuurders.
Sterke bestuurders Bestuurders met visie die in staat zijn om vanuit de vele, vaak tegenstrijdige, belangen van individuen of bevolkingsgroepen in elk beleidsdossier een nieuwe, toekomstgerichte, duurzame synthese te maken van het algemeen belang. Bestuurders die het lef hebben om op te komen voor de zwakste partijen. Bestuurders die sterk communiceren. Luisteren naar burgers en aandacht hebben voor creatieve ideeën van inwoners. Goed proberen in te schatten wat er echt leeft bij de bevolking. Bestuurders die inzetten op informatie, inspraak en participatie. Bestuurders die bereid zijn om hun beleid te verantwoorden, die adviesraden ernstig nemen. Bestuurders ook die durven neen zeggen tegen overdreven eisen van belangengroepen, tegen vragen van burgers om onwettige toestanden te tolereren en/of te bestendigen. Integere bestuurders die ingaan tegen normvervaging. Bestuurders die behoorlijk omgaan met politieke macht, belangenvermenging vermijden en de beginselen van behoorlijk bestuur ten volle respecteren. Bestuurders die ook de uitwassen van het politiek dienstbetoon willen afbouwen. Bestuurders met persoonlijkheid. Het opnemen van een mandaat is een engagement! Inwoners hebben recht op bestuurders die door hun persoonlijkheid, hun gedrag, hun optreden een voorbeeld zijn om het vertrouwen van de inwoners in de overheid te versterken.
Een kritische en klantvriendelijke overheid. De gemeente moet permanent haar beleid evalueren en zwakke plekken wegwerken. Zelfvoldaanheid kan zeker niet. Het kartel INZET-GROEN pleit voor een klantvriendelijke overheid: een meer toegankelijke en publieksgerichte lokale overheid, een overheid die bureaucratische regeltjes verwerpt, een overheid die blijft investeren in een efficiënte klachtenbehandeling, een overheid die snel antwoord verleent op vragen, klachten of suggesties van inwoners, een overheid die de rechts- en belangenbescherming van burgers ernstig neemt, een overheid die kordaat optreedt tegen inbreuken.
Partnerschap tussen bestuurders, ambtenaren en inwoners De gemeente moet blijven investeren in een sterk ambtenarenkorps. Personeelsleden moeten loyale uitvoerders zijn, maar vooral ook mondige meedenkers. Een wederzijdse vertrouwensrelatie met respect en openheid aan beide kanten: duidelijke afspraken, open interne communicatie, geen verborgen agenda’s, geen passieve of actieve obstructie, maar bereidwilligheid en waardering voor elkaars standpunten. 4
Als van ambtenaren verwacht wordt dat ze onvoorwaardelijk de hun opgedragen taken uitvoeren, mag van de bestuurders verwacht worden dat ze zorgen voor een aangename werksfeer. Het kartel INZET-GROEN pleit voor een duidelijk en innovatief personeelsbeleid waardoor het aanwezige menselijke potentieel optimaal kan worden ingezet en gemotiveerd. Een modern bestuur is niet bang van communicatie. We houden mensen op de hoogte, we luisteren naar mensen en gebruiken creatieve ideeën van mensen. We informeren burgers vooraleer belangrijke projecten worden opgezet. We geven op diverse fora toelichting bij de genomen beleidsbeslissingen. Bestuurders zijn niet bang om het beleid uit te leggen aan de bevolking. Waar mogelijk geven we inwoners inspraak bij het uitwerken van een project. Gemeentelijke adviesraden nemen niet de beslissingen, zij leveren slechts advies. Maar een modern bestuur streeft naar een volwassen relatie met de adviesraden: tijdig dossiers voor advies voorleggen, informatie en toelichting verstrekken bij de beleidskeuzes van de overheid. Het kartel INZET-GROEN wil alle mogelijke communicatiekanalen gebruiken om deze informatie, toelichting of inspraak te realiseren: via de gemeentelijke adviesraden, werkgroepen, ’t Opwijks leven, internet, hoorzittingen, enz. De gemeente heeft nood aan een volwaardig communicatieambtenaar. INZET en GROEN wensen dat het gemeentelijk infoblad wordt behouden, maar vraagt wel dat het blad een meer hedendaags en modern karakter krijgt. Het kartel INZET-GROEN wil ook de mogelijkheid voorzien voor inwoners van de gemeente om gemeenteraadsleden of bestuurders te ontmoeten tijdens een vragenuurtje voorafgaand aan de gemeenteraad. INZET en GROEN willen ook nagaan in welke mate het mogelijk is om een leesbaar publiek verslag te maken van de collegebeslissingen.
5
Meer verkeersveiligheid en aandacht voor openbaar vervoer Iedereen is wel eens een zwakke weggebruiker. Iedereen is er dan ook bij gebaat dat zwakke weggebruikers de openbare ruimte terug krijgen. Iedereen wil snel en veilig geraken waar zij of hij wil zijn. Daarom geven we voorrang aan vervoer dat dat mogelijk maakt. INZET en GROEN willen daarbij meer aandacht voor voetgangers, fietsers en de gebruikers van het openbaar vervoer. Het kartel INZET-GROEN wil ijveren voor een ambitieuze en duurzame mobiliteit, op maat van onze inwoners. We volgen het STOP-principe: eerst stappen, dan trappen (de fiets), dan openbaar vervoer en dan pas de personenwagen. Met nieuwe, aangename voetgangersvriendelijke omgevingen creëren we ontmoetingsplaatsen voor mensen. Voor korte verplaatsingen blijft de fiets het duurzaamste vervoermiddel. We bouwen dan ook een beleid uit dat de rol van de fiets herwaardeert. INZET en Groen wensen dat alle woonstraten opnieuw veilige straten worden, ook al zijn die woonstraten ondertussen geëvolueerd naar doorgangsstraten. Hoe willen we dit aanpakken? ° In zoveel mogelijk straten moeten voetpaden worden aangelegd. We willen de kwaliteit van de bestaande voetgangersvoorzieningen nauwgezet in kaart brengen en verbeteren. Jaarlijks moet er op de gemeentelijke begroting een post worden voorbehouden voor de herstelling of heraanleg van bestaande voetpaden en de aanleg van nieuwe voetpaden. ° We breiden de bestaande fietsvoorzieningen uit en investeren in het ontplooien van een fietsnetwerk dat samenhangend, direct, aantrekkelijk, veilig en comfortabel is. We willen uiteraard prioriteit verlenen aan een circuit van veilige voetgangers- en fietsroutes naar school. ° De fietsverbinding langsheen het spoor tussen Opwijk, Merchtem en Asse (de ‘OMAfietsroute’) moet in volgende jaren wordt gerealiseerd. ° We wensen in volgende bestuursperiode de ondertunneling van de Leirekensroute ter hoogte van de Steenweg Brussel-Dendermonde te realiseren. ° Het Vlaamse Gewest moet werk maken van de fietspaden langsheen de N211 (Steenweg op Vilvoorde en Klei). De volgende bestuursploeg moet zijn contacten op Vlaams niveau gebruiken om het Vlaamse Gewest tot actie te verplichten, niet alleen voor deze fietspaden, maar ook ten aanzien van een veilige oplossing voor het kruispunt Steenweg op Merchtem/Klei/Steenweg op Vilvoorde. ° We wensen de mogelijke inrichting van een fietspad te onderzoeken in een aantal straten: Eeksken, Gildelaan, Kloosterstraat, enz. ° In sommige straten in onze dorpscentra, waar de ruimte voor een fietspad ontbreekt, kunnen ‘fietsstraten’ worden ingericht. In een fietsstraat heeft elke fietser voorrang en is het 6
autoverkeer ondergeschikt aan het fietsverkeer. Auto’s zijn er te gast. Zo moeten ze achter de fietser blijven rijden. ° Op publieke plaatsen, zoals aan bushokjes, winkels, enz. moeten veilige parkeerplaatsen komen voor fietsen. ° In bepaalde straten kan het doorgaand autoverkeer best verboden worden, ondermeer door het aanbrengen van obstakels op de weg waardoor alleen nog fietsers en landbouwvoertuigen doorgang krijgen. Mogelijke straten hiervoor: Baardegemstraat, Specht, Kapenberg, enz., ° Vooral de snelheid van het autoverkeer zorgt voor een onveiligheidsgevoel bij vele mensen. Daarom willen we maatregelen nemen om deze snelheid te beperken door: - het aanleggen van specifieke straatinrichting: asverschuivingen in de weg, verkeerseilandjes, enz. die autobestuurders aanmoedigen om trager te rijden. - waar direct geen aangepaste straatinrichting mogelijk is, kan gewerkt worden met modulaire verkeerskussens. In de vorige bestuursperiode heeft INZET een voorstel gedaan dat verder moet worden uitgevoerd. - regelmatige verkeerscontroles. ° De herschikking van verkeersstromen. °Aangepaste snelheidsreglementering. Ondertussen werd al beslist om in Opwijk een ‘zoneringsplan 30-50-70’ in te voeren. Na de invoering van de ‘zoneborden 50’, moeten de verblijfsgebieden worden aangeduid waarin het statuut van zone 30, woonerf of voetgangerszone wordt toegekend. INZET en GROEN wensen het gebruik van het openbaar vervoer te stimuleren. ° De heraanleg van de stationsomgeving, die dankzij INZET door de gemeente, DE LIJN en de NMBS werd goedgekeurd en recent werd opgestart, kadert hierin. Om het gebruik van het station te promoten bij meer en meer mensen willen we vooral de omgeving, het comfort, het gebruiksgemak verbeteren: een grote en veilige fietsenstalling, camerabewaking in fietsenstalling en op parking, doortrekking van Leirekensroute voor het station, meer en betere autoparkeerplaatsen, veilige draaicirkel voor de bussen van DE LIJN met aparte busperrons, groenvoorzieningen, aangepaste verlichting, enz. ° Als eenmaal de herinrichting van de stationsomgeving een feit is, moeten gesprekken worden aangegaan met DE LIJN om het station uit te bouwen tot regionaal knooppunt voor de bussen van DE LIJN, waardoor op termijn ook de frequentie van de bussen kan worden verhoogd. ° Samen met DE LIJN moet de gemeente nagaan op welke manier het gebruik van de bus als verplaatsingsmiddel kan worden aangemoedigd: financiële tegemoetkomingen, derdebetalersregeling, voldoende overdekte bushaltes, veilige fietsenstallingen aan bushokjes, voldoende frequentie van de bussen, promotieacties, duidelijke informatie
7
Een duurzame samenleving Het rapport van de Verenigde Naties dat woensdag 6 juni 2012 werd gepresenteerd schetst een onthutsend beeld over de staat van de aarde. Onze planeet is doodziek. In 1992 sloten in Rio De Janeiro vertegenwoordigers van 172 regeringen onder leiding van de Verenigde naties akkoorden die het milieu moesten redden. Twintig jaar later ligt de analyse voor van wat dat heeft opgeleverd. Bitter weinig zo toont het VN-Milieujaarprogramma. Het wordt tijd dat de wereldleiders hun verantwoordelijkheid opnemen. De uitdaging ligt erin economie, ecologie en het sociale met elkaar te verzoenen: door duurzaam te produceren en te consumeren, klimaatvriendelijke energiebronnen te gebruiken en een rechtvaardige verdeling op wereldvlak van het gebruik van de natuurlijke hulpbronnen.
Maar niet alleen de wereldleiders moeten hun verantwoordelijkheid opnemen. Ook op lokaal vlak moeten we inspanningen leveren die de schade aan onze planeet beperken. ° Het kartel INZET-GROEN ondersteunt het ‘intern milieuzorgsysteem’ dat binnen de eigen gemeentelijke administratie werd opgezet. ° Zowel INZET als GROEN wensen dat het gemeentebestuur milieucriteria opneemt bij openbare aanbestedingen. Ook bij de aankoop van kantoormateriaal, papier, wagens, enz. moeten zoveel als mogelijk milieucriteria worden gehanteerd ° Het kartel INZET-GROEN wenst dat de gemeente blijvende inspanningen doet om zijn eigen energieverbruik te verminderen. Zie hierover verder het onderdeel “We verhogen de energie-efficiëntie van overheidsgebouwen” onder de titel “Leefmilieu: een groene en duurzame omgeving”. ° We menen dat de gemeente blijvend de bevolking moet sensibiliseren om energiemaatregelen te nemen, om zuinig om te springen met drinkwater, om drinkwater niet langer te verspillen om de auto te wassen of het gazon te besproeien. ° Op vlak van mobiliteit willen we duidelijk het ‘STOP’ principe promoten en realiseren binnen de gemeente: zie hoger onder “Meer verkeersveiligheid en aandacht voor openbaar vervoer”. Regelmatig weerkerende sensibiliserende acties naar de bevolking moeten helpen om stap voor stap een andere mentaliteit te bekomen inzake mobiliteit: een minder vervuilende mobiliteit. We menen zelfs dat het gemeentebestuur hierin een voorbeeldfunctie heeft. ° Eerlijke handel (fair trade) is een voorwaarde voor duurzame ontwikkeling in het Zuiden. Eerlijke handel wint terrein omdat meer en meer mensen ook meer ethisch willen handelen in hun koopgedrag. Maar het blijft nog steeds een beperkte afzetmarkt. De gemeente kan fair trade een steuntje verlenen door zelf eerlijke producten aan te kopen, door fair trade te promoten bij de bevolking, door fair trade producten te gebruiken op gemeentelijke feesten, door het bekomen van het label ‘fair trade gemeente’. ° De gemeente ondersteunt een Noord-Zuidbeleid in de gemeente. De gemeentelijke Raad voor Ontwikkelingssamenwerking (het Derdewereldhuis op dit moment) blijft een 8
gemeentelijke adviesraad in alle aangelegenheden die te maken hebben met het NoordZuidbeleid. De gemeente blijft een apart en voldoende hoog budget voorzien voor de ondersteuning van sensibiliserende acties en initiatieven voor de lokale bevolking, voor de ondersteuning van activiteiten van Noord-Zuidverenigingen, voor de ondersteuning van projecten in het Zuiden. ° Noord-Zuid gelinkte thema’s kunnen ook in de programmatie van de jeugddienst, de speelpleinwerking, het cultuuraanbod of in de bibliotheek opgenomen worden. ° In de beschikbare gemeentelijke communicatiekanalen moet ruimte worden gemaakt voor de Noord-Zuidproblematiek, voor fair trade ,voor de klimaatcrisis, voor de milieubedreigingen, enz. ° we organiseren een vegetarische dag in gemeentelijke scholen en overheidsinstellingen om mensen te doen nadenken over de herkomst van vlees en over de gevolgen van onze vleesconsumptie. Want (vaker) vegetarisch eten levert heel wat voordelen op: het verkleint onze ecologische voetafdruk, is gezonder en goedkoper.
9
Leefmilieu: een gezonde, groene en duurzame omgeving Van de natuur kunnen genieten is een basisrecht. De mondiale klimaatcrisis drukt ons met de neus op de feiten: als we niet duurzaam omgaan met onze energiebronnen en water-, lucht- en bodemvervuiling niet bestrijden, wordt de schade enorm. Zorg dragen voor het leefmilieu in de buurt betekent ook een aangename omgeving om te wonen. Door vandaag aandacht te hebben voor groen, door water-, lucht- en bodemverontreiniging te beperken of te vermijden en beter om te gaan met afval, kunnen we ook morgen nog van onze buurt genieten.
Beleidsplanning De opmaak van een gemeentelijk milieubeleidsplan is niet langer verplicht gesteld door de hogere overheid. Toch vindt het kartel INZET-GROEN dat de volgende bestuursploeg moet werken aan de opmaak van een nieuw milieubeleidsplan, waarin geactualiseerde doelstellingen voor het milieubeleid in de volgende jaren worden opgenomen. De opmaak van een dergelijk plan is noodzakelijk om alle milieuthema’s (water, afval, hinder, bodem, natuur, …) in beeld te brengen, ze vanuit verschillende invalshoeken (gebiedsgericht, doelgroepen, kosten en financiering) te benaderen, krachtlijnen vast te leggen en waar nodig op oordeelkundige wijze prioriteiten te bepalen.
Algemene milieu- en natuurmaatregelen ° Groen en ademruimte zijn een basisrecht. We streven ernaar om op tien minuten wandelen van ieder huis een park, pleintje of ander groen hoekje te voorzien. ° We blijven erkende natuurverenigingen steunen bij aankopen van waardevolle natuurgebieden in de gemeente. ° We blijven actief participeren in de werking van het Regionaal Landschap Groene Corridor en in de Bosgroep van het regionaal landschap. ° We ondernemen diverse acties in het kader van de biodiversiteit. Het recent door de gemeenteraad goedgekeurde charter inzake biodiversiteit tussen gemeente en Natuurpunt is daarvoor een goede leidraad.
Het kartel INZET – GROEN wil de gemeente vergroenen. Dat doen we ook in onze straten en dorpskernen, door onder meer: ° in elk nieuw woonproject groene minimumstandaarden op te leggen. Dat kan een pleintje zijn met een mooie boom, een brede groene wandeldreef, natuurlijk ogende infiltratievoorzieningen voor regenwater. ° in zoveel mogelijk straten aangepaste straatbomen te voorzien. Niet alleen in nieuw aangelegde straten of vernieuwde straten, maar ook in bestaande straten moet nagegaan worden of bijkomende aanplantingen van aangepaste straatbomen mogelijk zijn. Een aantal voorbeelden: Nanovestraat, Droeshoutstraat, Steenweg op Vilvoorde, Mazelstraat, Konkelgoed, enz. 10
° ook in verloren straathoekjes te zorgen voor aangepaste bomen. ° de gemeentelijke perkjes langsheen de openbare weg te herwaarderen met standplaatsgeschikte en onderhoudsvriendelijke beplanting. De gemeentelijke perkjes moeten goed worden onderhouden. ° de openbare ruimte te onderhouden zonder gebruik te maken van chemische bestrijdingsmiddelen. ° Het kartel INZET-GROEN wenst ook ruimte te zoeken voor de aanleg van volkstuintjes. Met de duurdere en kleinere bouwgronden hebben vele mensen niet meer de mogelijkheid een tuintje aan te leggen waarin ze zelf aan de slag kunnen om wat groenten en fruit te kweken. Hetzelfde geldt natuurlijk nog meer voor mensen die in een appartement wonen. Nochtans is er vraag naar een dergelijke vorm van ontspanning. Bovendien brengt het ons dichter bij de natuur. En, werken in een volkstuintje brengt mensen ook dichter bij elkaar. Dat doen we ook in het landelijke gebied, met respect voor het landschap, de landbouw en de open ruimte, door: ° de weinige bosgebieden in Opwijk verder uit te breiden. Momenteel werden ongeveer 7 hectaren aangekocht. Het gemeentelijk milieubeleidsplan voorziet minstens 10 hectaren bijkomende bebossing. Zelfs daarmee zitten we nog niet aan het Vlaamse gemiddelde. ° de aanleg van kleine landschapselementen in het landelijk gebied en tussen de bosgebieden. ° de verbinding te realiseren tussen de bronbossen en het Kravaal-bos via kleine landschapselementen. ° actief mee te werken aan het strategisch project Erembald-Kravaal. Dit project beoogt de vergroening van het gebied tussen Erembald (Erembald is de verzamelnaam voor een versnipperd boslandschap in de buurt van Erembodegem en Aalst. Erembald was de middeleeuwse naam voor Erembodegem) en het Kravaal door: - de uitbreiding van Erembald * en het Kravaal - de vergroening van de beekvalleien in dit gebied - verbindingen te realiseren tussen de vele kleine bosgebieden in dit gebied ° herstel van historische relicten ° herwaardering van specifieke groene zones (historische parken, abdijdomeinen, enz.). ° bijkomende toeristische faciliteiten aan te bieden voor wandelaars en fietsers. *
° de resterende open kouters zoveel mogelijk te beschermen tegen bijkomende bebouwing. In dat kader werden recent al twee RUP’s (ruimtelijke uitvoeringsplannen) goedgekeurd: het RUP Brabantse Beek en het RUP Landschappelijke Overgang. Meer specifiek moet de
11
opportuniteit worden onderzocht van de opmaak van een ruimtelijk uitvoeringsplan ‘open ruimte’ voor de nog niet beschermde open ruimtegebieden. ° de gemeentelijke bos- en natuurgebieden ecologisch verantwoord te (laten) beheren. Dergelijk ecologisch verantwoord bosbeheer moet ook gepromoot worden bij private boseigenaars in Opwijk. ° onze beekvalleien te herwaarderen, voldoende ruimte geven aan natuurlijke oevers, bij te dragen aan de zorg voor zuiver water (zie verder het onderdeel ‘waterbeleid’). ° de herwaardering van de voetwegen en de landwegen. ° de inrichting van het waterbekken aan de Brabantse beek (ter hoogte van het Eeksken) voor passieve recreatie. ° diverse maatregelen te nemen om mensen meer kansen te geven om te genieten van de natuur en het landschap: openstelling voor wandelaars van minder kwetsbare natuur- en bosgebieden, georganiseerde wandelingen, plaatsing van zitbanken, deelname aan themadagen (zoals Dag van het Park, Week van het Bos, enz.).
Blijven investeren in waterzuivering. ° Vandaag halen we in Opwijk een zuiveringsgraad van ongeveer 69 %. De doelstelling moet zijn om in volgende bestuursperiode een zuiveringsgraad te bekomen van 80 à 85 %. ° Bij de aanleg of grondige vernieuwing van straten wordt gezorgd voor een gescheiden rioleringsstelsel en gescheiden afkoppeling op individueel perceel, zoals bijvoorbeeld gebeurd is in de recente projecten van Steenweg op Merchtem en Doortstraat. ° Het studiewerk voor verscheidene rioleringsprojecten in Opwijk is achter de rug of ver afgerond. Deze projecten moeten in de volgende bestuursperiode worden gerealiseerd: het rioleringsproject Hulst, het rioleringsproject Kalkestraat/Groenstraat/Diepenbroek, het rioleringsproject Droeshoutstraat, het rioleringsproject Broekstraat. Telkens gaat het daar over een gescheiden rioleringsstelsel (één riolering voor afvalwaters die aangesloten wordt op de collector en een riolering voor de hemelwaters die verbonden wordt met een gracht of een beek) en een gescheiden afkoppeling op individueel perceel. Voor elk van die projecten beschikt de gemeente over een principiële subsidiëringsbelofte. De gemeentelijke kost voor eventuele werken aan de bovenbouw (nieuwe wegenis en andere infrastructuur) moeten gefinancierd worden via het TMVW-voorstel van INTERVIA (d.i. een prefinancieringssysteem van TMVW). ° waar mogelijk gaan we ingebuisde grachten opnieuw openen. Open grachten hebben immers een grote waterbergingscapaciteit. Ook in nieuwe woonprojecten moet goed aandacht worden besteed aan de waterhuishouding en moeten maatregelen zoals infiltratie, open grachten, waterbuffering, enz. worden overwogen. We moeten zoveel mogelijk vermijden dat er nog gebouwd wordt in overstromingsgevoelige zones.
12
Het afvalbeleid ° We blijven verder investeren in een selectieve afvalinzameling. ° Met de uitbreiding van het containerpark zullen we het containerpark indelen in twee gedeelten: een betalend gedeelte voor alle niet direct of moeilijk recycleerbare afvalfracties en een niet- betalend gedeelte voor alle recycleerbare afvalfracties.De Opwijkse compostmeesters krijgen ook een eigen en betere plaats, waardoor demonstraties inzake thuis composteren makkelijker worden. ° Meer dan in het verleden willen we in de toekomst inzetten op afvalpreventie. Diverse acties moeten helpen om onze afvalberg te verkleinen. Het is beter afval te voorkomen. We moeten vooral zorgen dat de ‘restfractie’, het gewone huisvuil dus, verkleint. Dit vuil kan niet worden gerecycleerd en moet verwerkt worden in verbrandingsovens, wat peperduur is voor de gemeente. ° In bepaalde wijken willen we ook, in samenspraak met de bewoners, experimenten inzake buurtcomposteren lanceren. ° Sluikstorten moet verder worden bestreden. We blijven de vrijwilligers die regelmatig sluikstort inzamelen logistiek ondersteunen. ° Milieubeleid vereist ook objectieve waakzaamheid voor de naleving van de milieuwetgeving en de indijking van de milieuhinder.
Verhogen van de energie-efficiëntie van overheidsgebouwen ° In de voorbije bestuursperiode werden al diverse maatregelen genomen in het kader van het verhogen van de energie-efficiëntie van overheidsgebouwen. Ter voorbereiding van al die maatregelen werd binnen de gemeentelijke administratie een ‘energiecommissie’ opgericht bestaande uit vertegenwoordigers van de afdeling infrastructuur, gebouwen en milieudienst. INZET en GROEN stellen voor dat deze commissie verdere maatregelen uitwerkt ter beperking van de energieuitgaven van de gemeente. ° De gemeente moet ook op regelmatige wijze informatie en toelichting geven aan haarinwoners om hen te stimuleren om eveneens maatregelen te nemen voor de beperking van hun energieverbruik. ° De gemeente is in de bestuursperiode 2006-2012 ook lid geworden van het Fonds voor de Globale Reductie van het Energieverbruik (FGRE). Dat fonds verschaft goedkope leningen aan mensen die daarmee maatregelen kunnen nemen ter beperking van hun energieverbruik. De gemeente moet actief hierin blijven participeren en vooral appèl doen op de lagere inkomensgroepen opdat ook zij, via deze goedkope leningformule, in staat zouden zijn om hun energiefactuur te verlichten.
13
Landbouw Streven naar duurzame landbouw is belangrijk. Het draagt bij tot een groter maatschappelijk draagvlak. Duurzame landbouw staat zowel voor economisch efficiënt werken als voor een ecologisch en sociaal aanvaardbare bedrijfsvoering. Dergelijke landbouw draagt bij tot een leefbaar platteland, tot biologische diversiteit, voldoende voedsel aan eerlijke prijzen en een aanvaardbaar inkomen voor de landbouwer.
° De landbouw blijft in Opwijk een economische sector die moet behouden worden. ° De landbouwers zijn ook belangrijke actoren in het behoud van het open landschap. De bescherming van het agrarisch gebied zou kunnen worden ondersteund door de opmaak van ruimtelijk uitvoeringsplan ‘open ruimte’. ° Door de globalisering worden familiale bedrijven ernstig bedreigd. Familiale bedrijven zijn meer en meer het slachtoffer van grote industrieel- agrarische groepen die het monopolie bezitten op granen en de prijzen bepalen, die voor boeren amper leefbaar zijn. De drukkingsprijzen die grote warenhuisketens hanteren voor voedingsproducten zijn een even grote bedreiging voor het leefbaar houden van de boerenstiel. ° Deze problemen kunnen maar degelijk worden opgelost op Europees niveau of op wereldniveau, maar als gemeente hebben we wel de mogelijkheden om de rechtstreekse verkoop van de boer aan de inwoners te faciliteren. Dat zou de boer toelaten om een faire prijs te bedingen voor zijn producten. ° Conflicten tussen landbouworganisaties en milieuorganisaties, tussen de gemeentelijke landbouwraad en de gemeentelijke milieuraad moeten vermeden worden door het geregeld organiseren van overleg. Dat overleg moet ertoe leiden dat beide partijen respect opbrengen voor elkaars standpunten en dat milieubeslissingen zoveel mogelijk in consensus worden genomen. ° Bij aankopen van percelen voor bebossing of natuurontwikkeling zal de gemeente zoveel als mogelijk rekening houden met de bedrijfseconomische waarde van de percelen. Bij voorkeur komen alleen die percelen in aanmerking die minder waardevol zijn voor landbouwers. ° De aankopen van percelen voor bebossing in de zones die vastgelegd werden in de bosstudie kunnen evenwel niet worden betwist. De bosstudie is een in opdracht van de gemeente opgemaakte studie voor bosuitbreiding (2003), onder begeleiding van een stuurgroep met vertegenwoordigers van de verschillende relevante overheden en sectoren. De in die studie afgebakende zones voor bosuitbreiding situeren zich rond de belangrijkste in Opwijk gelegen boskernen: Dokkene, Trot en Broevink. Ook de aankoop van weliswaar bedrijfseconomisch minder waardevolle terreinen in het kader van het strategisch project Erembald-Kravaal moet kunnen. ° Vrijwillige maatregelen op landbouwgronden die het milieu, de natuur of het landschap ten goede komen, verdienen gepromoot te worden. Het kan gaan om maatregelen voor 14
akkervogels, het beheer van perceelsranden, het aanleggen of onderhouden van kleine landschapselementen, het natuurvriendelijk beheren van graslanden (t.b.v. botanisch waardevolle graslanden) of agromilieumaatregelen zoals groenbedekking. Indien ze genomen worden in uitvoering van beheersovereenkomsten, genereren deze maatregelen een aanvullend inkomen. Sommige van die maatregelen kunnen bovendien een positief effect hebben op de oogsten. Landbouw en natuurontwikkeling kunnen een win-winsituatie uitmaken. In de volgende jaren moeten de inspanningen worden verhoogd om terzake beheersovereenkomsten af te sluiten met de landbouwers. ° Bermen en grachten moeten regelmatig onderhouden worden. Voetwegen en landwegen moeten geregeld worden onderhouden. Verharding van voetwegen of landwegen moet zoveel mogelijk worden vermeden.
15
Ruimtelijke ordening en huisvesting Een groene en duurzame omgeving: dat is het kader waarbinnen ruimtelijke ordening in Opwijk moet worden gerealiseerd. Het aantal inwoners in de gemeente is aanzienlijk gegroeid in de laatste jaren. Dat stelt specifieke eisen op vlak van ruimtelijke ordening en huisvesting. Opwijk is een landelijke gemeente die een stukje verstedelijkt is. Willen we het landelijke karakter bewaren, dan zullen we een sterk beleid moeten voeren inzake leefmilieu en een creatief en streng beleid inzake het verstedelijkte deel uitwerken. Economische en sociale omstandigheden zijn veranderd en er is vraag en nood aan diverse woonvormen. Wij moeten hier ordelijk en planmatig mee omgaan.
Het vergunningenbeleid ° De gemeente voldoet aan alle voorwaarden voor de ontvoogding. Ontvoogding van de gemeente op het vlak van het vergunningenbeleid zal echter maar een succesverhaal worden door de beslissingen van integere en standvastige bestuurders. Vergunningen moeten immers voldoen aan de algemene bepalingen van het decreet, zoals de verenigbaarheid van het bouwproject met de goede ruimtelijke ordening, en aan de specifieke bepalingen die gelden voor de zone waarin het voorwerp van de betrokken vergunning gelegen is (zoals stedenbouwkundige verordeningen, verkavelingsverordeningen of ruimtelijke uitvoeringsplannen). Bestuurders moeten bestand zijn tegen alle soorten interventies om correcte vergunningen af te leveren, om inbreuken te beteugelen en desnoods, indien toch nodig, de gepaste maatregelen tegen deze inbreuken te nemen. ° Manifeste overtredingen van de afgeleverde vergunning moeten gesanctioneerd worden.
Hoe omgaan met de diverse woonvormen? ° In de voorbije bestuursperiode werd de perimeter afgebakend waarbinnen nog meergezinswoningen toegelaten werden: alleen nog meergezinswoningen in het centrum van het hoofddorp en in beperkte mate ook in het centrale deel van Nijverseel. Tot op heden lukt het om de vergunning voor meergezinswoningen te beperken tot deze perimeter. INZET en GROEN menen dat dit beleid moet worden verdergezet. en dat men moet zoeken naar de juiste juridische onderbouwing van dat beleid. ° Ook werden voor het centrum van de gemeente diverse ruimtelijke uitvoeringsplannen gemaakt. In die ruimtelijke uitvoeringsplannen wordt de hele problematiek van meergezinswoningen en aantal bouwlagen en woonlagen op een coherente en logische manier (ook juridisch) geregeld. De problematiek van meergezinswoningen, bouwlagen en woonlagen kan de gemeente perfect regelen in een ruimtelijk uitvoeringsplan. De regeling over het al of niet verlenen van een toestemming voor meergezinswoningen in woongebied, dat gelegen is buiten de zones waarvoor een ruimtelijk uitvoeringsplan is opgemaakt, behoeft een juridische onderbouw. 16
° Zoals vandaag al geregeld is in een aantal ruimtelijke uitvoeringsplannen moeten er ook in de toekomst verder beperkingen worden opgelegd aan de al te uitbundige of volumineuze geveluitbouwen en dakuitbouwen voor woningen. ° Nieuwe verkavelingen moeten een minimale groenindex respecteren. Te verharden oppervlakten worden zoveel als mogelijk ingericht met waterdoorlatende materialen. ° Om de parkeerdruk op de straat minimaal te beperken moet de bestaande regeling rond de ondergrondse parkeerplaatsen bij meergezinswoningen worden behouden (ondergronds parkeren vanaf meer dan drie appartementen). ° Om voldoende parkeerplaatsen op de straat vrij te houden mag slechts een beperkt deel van de voortuin worden ingenomen voor parkeerruimte. ° Bij meergezinswoningen worden minimumstandaarden inzake wooncomfort in acht genomen: elke woongelegenheid binnen een meergezinswoning moet minimum 80 m² netto vloeroppervlakte hebben en elke woongelegenheid moet een voldoende buitenterras hebben. ° Grote verkavelingprojecten moeten ‘gefaseerd’ ontwikkeld worden.
Meer betaalbare huisvesting ° Meer sociale huisvesting. De gemeente Opwijk heeft in voorbije decennia een grote achterstand opgebouwd inzake sociale woningen. Het grond- en pandendecreet geeft de gemeente instrumenten om deze achterstand weg te werken. In Opwijk is dat bijzonder moeilijk omdat de gemeente zelf omzeggens geen eigendommen heeft in het woongebied die in aanmerking komen voor sociale huisvesting. Voor de realisatie van de doelstellingen van het grond- en pandendecreet (en dus het inhalen van de achterstand inzake sociale woningen) zijn we in Opwijk bijna volledig afhankelijk van private ontwikkelaars. Om die reden leggen we private ontwikkelaars momenteel de verplichting op om minimaal 15 % van de in aanmerking komende kavels voor te behouden voor sociale huisvesting. Die verplichting moet behouden blijven. ° Het bindend sociaal objectief voor Opwijk, opgelegd door de hogere overheid, becijfert de huidige achterstand van de gemeente inzake sociale huisvesting: - tegen 2020 moeten 85 sociale huurwoningen worden gerealiseerd. - In de periode 2013-2025 moet een bijkomende inhaalbeweging worden gerealiseerd van 27 sociale huurwoningen (omdat het aantal sociale woningen minder dan 3 % bedraagt van het totaal aantal huishoudens in Opwijk). - tegen 2020 moeten ook 48 sociale koopwoningen worden gerealiseerd. ° INZET en GROEN rekenen erop dat de sociale huisvestingsmaatschappij een nieuw sociaal huisvestingsproject realiseert in de zone tussen Oude Pastoriedreef en Kattestraat.
17
° INZET en GROEN zijn nog steeds voorstander van de oprichting van een grondregie of grondbank. Dat de gemeente geen eigen nuttige eigendommen heeft in het woongebied is vooral het gevolg van het feit dat de gemeente in het verleden nooit zo’n ‘grondregie’ of ‘grondbank’ heeft opgericht om beetje bij beetje eigendommen te verwerven. ° De grote uitdaging voor volgende jaren bestaat er ook in om sociale huisvestingsmaatschappijen te vinden die voldoende creatieve inspanningen willen leveren in de gemeente inzake sociale huisvesting. ° De bestaande voorrangsregel voor Opwijkenaren of mensen die voldoende lang in Opwijk wonen bij de toewijzing van sociale huurwoningen moet worden behouden. ° Naast pure sociale huisvesting, moet er ook extra aandacht gaan naar ‘meer betaalbare huisvesting’. De prijzen voor bouwgronden of woningen in Opwijk zijn veel te duur. Daarom stellen we voor om meer samen te werken met bouwactoren of promotoren die bereid zijn om samen met de gemeente te werken aan meer betaalbare huisvesting. ° De gemeente moet blijven optreden tegen leegstaande en verkrotte woningen. ° Opwijk maakt sinds afgelopen bestuursperiode deel uit van het Regionaal Woonbeleid Noord West Brabant. Door deze samenwerking kan de gemeente bijvoorbeeld een woonconsulent te werk stellen. Het kartel INZET-GROEN vindt dit samenwerkingsverband belangrijk en wil dit ook in de toekomst verder ondersteunen. ° Iedereen wenst zolang mogelijk in de eigen omgeving, in eigen huis te blijven wonen. De woningen zijn echter niet altijd aangepast om dit mogelijk te maken. De gemeente moet mensen blijven informeren over mogelijke aanpassingen in de woning.
Woonuitbreidingsgebieden. ° Door onze tekorten inzake sociale huisvesting levert het decreet Grond- en Pandendecreet een risico op een ongewenste of chaotische invulling van onze woonuitbreidingsgebieden: eenieder (bouwbedrijven, projectontwikkelaars, particuliere investeerders) kan een vergunning bekomen voor het bouwen van woningen in woonuitbreidingsgebied als dat gelinkt wordt aan het tekort van de gemeente inzake sociale huisvesting. De aanvrager moet daarvoor enkel beschikken over een principieel akkoord van de deputatie. Om ongewenste inrichtingen te vermijden wordt best een Ruimtelijk Uitvoeringsplan gemaakt dat een meer evenwichtige inrichting voorziet. Dat is vooral het probleem in het woonuitbreidingsgebied Meerweg (site ten Noorden van het Station) en in mindere mate in het woonuitbreidingsgebied De Bunders. Het kartel INZET-GROEN wenst immers enkele voorwaarden te verbinden aan de realisatie van de woonuitbreidingsgebieden: - het moet gaan over een gefaseerde uitvoering. Elkjaar mogen slechts een beperkt aantal kavels worden aangesneden. Op die manier zorgen we ervoor dat er 18
gedurende vele jaren een minimaal (en hopelijk) betaalbaar aanbod aan kavels of woningen bestaat voor de Opwijkse gezinnen. - aangezien de woonuitbreidingsgebieden gelegen zijn aan de rand van het dorpscentrum moet ook een belangrijke groenindex worden voorzien. - een belangrijk deel van het gebied moet worden voorbehouden voor sociale huisvesting en bescheiden huisvesting. - het moet gaan om kleine kavels (maximum 4 are groot). In de mate van het mogelijke zou een regeling moeten worden gevonden waardoor alleen mensen die nog geen eigenaar zijn van een onroerend goed in aanmerking komen voor de aankoop van de percelen of de woningen in dit gebied.
Dorpskernvernieuwing ° Een leuk aantrekkelijk centrum, met een breed aanbod aan winkels en horeca, is een belangrijke troef voor Opwijk. Overleg met de lokale middenstandsraad moet ervoor zorgen dat handelsactiviteiten in de kern opnieuw meer kansen krijgen. ° Stap voor stap moeten ‘verouderde’ wijken geherwaardeerd worden. Vaak gaat het om een veelvoud van kleine ingrepen die relatief weinig kosten meebrengen. We denken dan aan wijken zoals Konkelgoed, Providentiawijk Hollestraat, Bunderstraat, Nijverseel centrum, enz. ° In een volgende bestuursperiode verdient ook de site van Singel, kerkplein en aangrenzende straten een evenwichtige, veilige en creatieve herwaardering. Met evenwichtig bedoelen we dat naast voldoende parkingmogelijkheden, ook aandacht gaat naar de publieke ruimte (voetgangerszone, ingroening van de site, enz.). ° Ook het dorpsplein in Mazenzele moet grondig geherwaardeerd worden in de volgende bestuursperiode. Zowel voor het dorpsplein in Mazenzele, als voor de site rond Singel en Kerkplein in Opwijk werd intussen al een opdracht voor de opmaak van een inrichtingsplan toevertrouwd aan een ontwerper.
19
Middenstand, markten en kermissen Plaatselijke handel blijft belangrijk voor een gemeente zoals Opwijk. Men zal actief moeten zoeken naar instrumenten om nieuwe handelsvestigingen aan te trekken in het dorpscentrum van de gemeente. De blijvende herwaardering van het dorpscentrum en de optimalisering van het parkeerbeleid zullen daarbij een essentiële rol spelen. Maar ook diverse andere initiatieven zullen nodig zijn om de lokale economie een ondersteuning te bieden. Kleine bedrijven in de woonzone zijn aanvaardbaar. Maar als de bedrijven groter worden of willen uitbreiden moet een hervestiging mogelijk zijn. De gemeente moet nagaan of het mogelijk is om gemeentelijke belastingen te verminderen of af te schaffen die de oprichting van een handelsonderneming of de aanwerving van personeel bemoeilijken. De gemeente kan promotieacties van de lokale handelaars ondersteunen. De gemeente moet tijdig en goed communiceren over geplande wegenwerken of andere evenementen die de toegang tot bepaalde handelszaken voor korte of lange tijd belemmeren. De gemeente moet de wekelijkse markt beter promoten. De herwaardering van de kermissen moet worden verder gezet. Binnen de budgettaire mogelijkheden moet ook ondersteuning komen voor de herwaardering van wijkkermissen.
20
Tolerant, maar Vlaams Het kartel INZET-GROEN pleit voor een verdraagzame samenleving. Verdraagzaamheid tegenover ieders overtuiging, tegenover migranten, tegenover anderstaligen. Maar INZET en GROEN vragen tevens van iedere inwoner van de gemeente respect te hebben voor het Vlaamse karakter van de gemeente. Anderstalige inwijkelingen moeten worden aangemoedigd om Nederlands te leren zodat hun integratiemogelijkheden in de Opwijkse samenleving vergroten. Vrijwillige initiatieven verdienen maximale ondersteuning. Ook de taalcursussen voor migranten, georganiseerd door het OCMW, dienen te worden verder gezet. Maar de gemeente moet ook proberen om de door de overheid voorziene instrumenten, zoals de ‘inburgeringscursussen’, in Opwijk te voorzien. Scholen hebben in deze zeker een signaalfunctie. De gemeentelijke instanties moeten zich in hun contacten met de burgers houden aan de wettelijke verplichting om enkel de Nederlandse taal te gebruiken. Verenigingen moeten worden aangemoedigd om ook anderstaligen in hun werking te betrekken. In het woonbeleid zullen we, waar mogelijk, zorg dragen dat er geen aanzetten gebeuren tot verdere anderstalige inwijking in de gemeente. Met bouwpromotoren zullen afspraken worden gemaakt om alleen publiciteit te voeren in het Nederlands. Afspraken met bouwpromotoren moeten ertoe leiden dat woningen of kavels zoveel als mogelijk kunnen worden voorbehouden aan mensen die een band hebben met de gemeente. De gemeente moet bij de Vlaamse overheid tussenkomen om te zorgen dat de Vlaamse initiatieven in de “Rand” ook kunnen gelden in Opwijk.
21
Financieel beleid en planning De hemel beloven is makkelijker gezegd dan gedaan. In Opwijk liggen nog voor tientallen miljoenen euro’s nuttige projecten te wachten op uitvoering: dorpskernvernieuwing, verkeersveiligheid, onderwijs, rioleringsprojecten, huisvesting, wegenwerken, milieu-investeringen, culture en sportinfrastructuur, sociale verzuchtingen, enz. ° Goed plannen en keuzes maken is dus de boodschap ° Ondanks het grote investeringsvolume in vorige bestuursperiode kan deze periode worden afgesloten met batig saldo. Er werden voldoende reserves aangelegd om grote projecten die nog doorlopen in volgende periode, zoals de inrichting van openluchtsportinfrastructuur op de Vetweyde of de herwaardering van de stationsomgeving, te betalen in volgende jaren. Uiteraard zal het investeringsvolume in de volgende bestuursperiode beperkter zijn indien we de schuld niet willen laten oplopen. ° Het kartel INZET-GROEN wenst in volgende bestuursperiode: - geen verhoging van de directe belastingen (opcentiemen op personenbelasting of opcentiemen op onroerende voorheffing), - maximaal beroep te doen op overheidssubsidies, - meer dan voorheen een meer realistische kostprijs aan te rekenen voor bepaalde dienstverlenende activiteiten van de gemeente en dit in alle beleidsdomeinen, - blijvende aandacht schenken aan zuinig beheren en tegengaan van kleine ‘verspillingen’. Vele tientallen kleine verspillingen maken samen een bedrag dat beter kan aangewend worden voor bepaalde investeringen. ° Ook al wordt de investeringsruimte in de volgende jaren beperkter, toch blijven noodzakelijke investeringen mogelijk. Een niet-limitatieve opsomming van enkele belangrijke investeringen: -
° wegen- en rioleringswerken Ringlaan. Bij de aanleg van de Steenweg op Merchtem hebben we van de Vlaamse Milieumaatschappij de belofte gekregen om 75 % tot 100 % subsidie te bekomen voor de aanleg van het gescheiden rioleringsstelsel, op voorwaarde dat in een volgende bestuursfase het dossier van de Ringlaan zou worden aangepakt. Ook hier zijn de rioleringswerken betoelaagd en gedekt door de normale financiering via Aqua-Rio (TMVW), maar er volgt een belangrijke kost voor de bovenbouw die volledig voor de gemeente is. Deze meerkost kan echter gespreid worden over een periode van 50 jaren volgens het principe van INTERVIA.
-
° verdere rioleringswerken gedekt door subsidies en begrepen in de normale financiering van AQUA-RIO (TMVW), maar met een belangrijke gemeentelijke kost voor de bovenbouw. Die kosten kunnen gespreid worden via het systeem van INTERVIA: 22
o rioleringswerken Droeshoutstraat, Perreveld. o rioleringswerken Kalkestraat, Groenstraat, Diepenbroek o rioleringsproject Broekstraat -
Aquafin-collector Mazenzele-Waaienberg. In principe vallen deze werken volledig ten laste van Aquafin. De kans bestaat echter dat ter gelegenheid van deze werken ook een aantal kleine clusters uit het waterplan worden aangepakt. De realisatie van deze kleine clusters valt echter ook grotendeels binnen de normale financiering van AquaRio (TMVW).
-
herwaardering dorpscentrum Opwijk (site van Singel en Kerkplein)
-
herwaardering van dorpsplein Mazenzele.
-
de ondertunneling van Leireken ter hoogte van de Steenweg op Dendermonde en de aanpassing van de fietspaden. Dit project heeft geen belangrijke meerkost voor de gemeente: de ondertunneling zelf is voor 100 % gesubsidieerd, de aanpassing van de fietspaden is ten belope van 80 % gesubsidieerd.
-
fietspad langsheen Gildelaan (Mazenzele) en/of Eeksken. Geen van beide straten ligt op het provinciaal fietsroutenetwerk en kunnen dus niet genieten van subsidies uit het fietsfonds.
-
de OMA-fietsroute. De realisatie van deze fietsroute is ook ten belope van 80 % gefinancierd door het fietsfonds.
-
milieu-investeringen genieten in principe een tegemoetkoming van de overheid (meestal 60 % tot 80 %).
-
een jaarlijks programma voor vernieuwing, herstel of inrichting van voetpaden.
-
een nieuwe of vernieuwde fuifzaal op de site van de Sint-Pauluszaal.
-
een nieuwe, grotere ruimte voor het IBO.
23
Een sociale modelgemeente Het kartel INZET-GROEN heeft de ambitie om van Opwijk een sociale modelgemeente te maken. Een gemeente waarin niemand aan zijn lot wordt overgelaten, waarin gepaste zorg wordt verstrekt aan al wie in nood zit: ouderen, mindervaliden, kansarmen. Op sociaal vlak werden in de voorbije jaren al een aantal belangrijke initiatieven genomen: de realisatie van het sociaal huis, de beslissing om 34 bijkomende serviceflats te maken op de campus van het oude rustoord, de oprichting van een gemeentelijke seniorenraad, het sociaal seniorenrestaurant, enz. Het kartel INZET-GROEN wenst dat al deze initiatieven worden behouden.
Een gevarieerd ouderenbeleid. ° Een actief ouderenbeleid betekent dat we rekening houden met alle senioren, en niet alleen met ouderen die in een probleemsituatie verkeren. Een actief ouderenbeleid mag zich niet beperken tot alleen ouderenzorg (thuiszorg, rustoord of serviceflats), maar moet ook gaan over maatregelen op alle terreinen die ouderen aangaan: inkomen, zorg, wonen, mobiliteit, veiligheid, vereenzaming, participatie, ontspanning, educatie, enz. ° Een gevarieerd aanbod betekent meer kansen scheppen voor senioren om samen dingen te doen: niet alleen koffietafels organiseren, maar ook culturele uitstappen, museumbezoeken, stadsbezoeken, bijwonen van concerten, sportieve evenementen, spelnamiddagen, geheugentraining, informatiemomenten over allerhande thema’s (gezonde voeding, geneesmiddelengebruik, muziekgeschiedenis, enz.). Het ware mooi indien de verschillende seniorenbonden, die elk op hun terrein goed werk leveren, meer zouden samenwerken om dit gevarieerd aanbod tot stand te brengen. De gemeente moet die samenwerking bevorderen en aanmoedigen. ° Het kartel INZET – GROEN wenst dat de gemeentelijke seniorenraad verder blijft bestaan omdat dit de kans biedt om een seniorenbeleid uit te werken dat vertrekt van de ervaring en de behoeften van senioren. ° Via de seniorenraad detecteren we permanent signalen en tekorten. Opmerkingen van de gemeentelijke seniorenraad rond algemene problemen moeten sneller opgepikt worden door het bestuur: onveiligheid op de openbare weg (putjes, verhoogde borduren, gebrek aan zebrapaden, enz.), tekort aan specifieke culturele programmatie voor ouderen, enz. ° Goede, klare en leesbare informatie is voor iedereen belangrijk, maar vooral senioren hebben daar behoefte aan. ° De gemeente kan specifieke vorming organiseren rond dementie, rijvaardigheid, nieuwe technologieën (digitalisering van T.V., internet, nieuwe sociale media), enz.
24
° Mobiliteit en toegankelijkheid van senioren is een belangrijk aandachtspunt.Topprioriteit hierbij is de aanpak van de verouderde perrons aan het station. De gemeente moet blijven aandringen bij de NMBS om dit probleem aan te pakken. ° Het verder uitbouwen van een netwerk van veilige en goed onderhouden fiets- en voetpaden. Op diverse plaatsen moeten rustbanken worden aangebracht. ° Toegankelijke voetpaden voor rolstoelgebruikers: afgeschuinde boordstenen, vrije voetpaden, … ° Het gemeentebestuur moet, in samenwerking met de seniorenraad, de sportraad en de sportdienst, de voorwaarden scheppen om senioren aan te zetten tot bewegen. Het regelmatig organiseren van sport- en sportel-activiteiten voor senioren is daarbij een uitstekend middel. ° Onderzoek in Opwijk wijst uit dat heel wat senioren vereenzamen. Bijzondere inspanningen zijn nodig om daar tegenin te gaan: het project ‘buren helpen buren’ is een uitstekend middel dat ondersteuning verdient (sociaal huis). Mantelzorg en vrijwilligerswerk moeten worden aangemoedigd. Buurtwerking en buurtfeesten kunnen helpen. ° Heel wat senioren kampen ook met armoede. Zie verder onder het item: “mensen in armoede mogen we niet laten vallen”.
Thuiszorg ° Ouderen willen zolang mogelijk thuis blijven wonen, maar vaak is de woning niet meer aangepast aan hun nieuwe levensomstandigheden. De gemeente moet nagaan in welke mate senioren financieel kunnen worden geholpen bij aanpassingen aan de verouderde woning. ° Samen met de wens zolang mogelijk thuis te blijven wonen, is er de vraag om , indien mogelijk, ook thuis verzorgd te worden. Thuiszorg vinden moet efficiënter worden georganiseerd. Ook de gemeente en het OCMW kunnen daarbij helpen. Initiatieven zoals poetshulp (OCMW) moeten zeker behouden blijven. Gemeente en OCMW moeten zorgen voor een klimaat waarin thuiszorg meer kansen krijgt: samenwerking bevorderen tussen verpleegkundigen en tussen verpleegkundigen en de andere professionele verzorgenden (gezinshulp, poetshulp, bejaardenhelpsters). Artsen, verpleegkundigen, kinesisten zijn allemaal betrokken acteurs, maar vaak los van elkaar. We brengen al deze betrokkenen regelmatig samen om gezamenlijk overleg te plegen. ° De aanduiding van een zorgbemiddelaar: een persoon die als aanspreekpunt kan fungeren, die bekwaam is om verschillende zorgverstrekkers samen te brengen, rond het probleem van een zorgbehoevende. Mogelijk kan in een eerste fase het sociaal huis die rol opnemen.
25
Het OCMW: de regisseur van het welzijnsbeleid. ° Een zorgzame gemeente wil voorkomen dat mensen die nood hebben aan zorg, opvang en bijstand, door de mazen van het net vallen. ° Het kartel INZET-GROEN meent dat het sociaal beleidsplan van de gemeente een waardevol document is om de sociale dienstverlening in onze gemeente stelselmatig te verbeteren. ° De dagprijs die mensen moeten betalen in het rustoord of in de serviceflats moet betaalbaar blijven voor iedereen. Brute prijsstijgingen moeten worden vermeden, aanpassingen aan de evolutie van de gezondheidsindex blijven mogelijk. ° Voor al zijn taken moet het OCMW steeds kunnen rekenen op voldoende middelen. ° Mensen in armoede mogen we niet laten vallen. -
Kinderarmoede is onaanvaardbaar in een rijke samenleving als de onze. Ook in Opwijk kiest geen enkel kind ervoor om geboren te worden in een arm gezin. Kinderen die kansen missen, lopen vaak onherroepelijk achterstand op. Het bestrijden van kinderarmoede is geen verhaal van rijke gezinnen die vrijgevig zijn ten aanzien van arme gezinnen, maar een verhaal dat mensen duidelijk maakt dat iedereen gebaat is bij de goede opvoeding en ondersteuning van alle kinderen. - Waar mogelijk moeten schepenen binnen hun eigen bevoegdheden initiatieven nemen die armoede bij kinderen vermindert. - We geven een geboortepremie aan jonge arme gezinnen. We stellen voor dat het OCMW criteria opstelt om dat onderscheid te kunnen maken. - We betrekken verenigingen die mensen in armoede ondersteunen bij het lokale beleid en ondersteunen waar mogelijk hun projecten. - We maken een sociale foto van onze gemeente. Met behulp van lokale armoedeindicatoren, zetten we gerichte acties op, die onderzoeken welke nood de meest kwetsbaren hebben. - We ondersteunen mensen in armoede bij de opvoeding van hun kinderen. We richten een ontmoetingsruimte in, waar kansarmen terecht kunnen voor deskundig opvoedingsadvies, of voor informele ontmoetingen met andere ouders. - We stimuleren de kennis van onze taal en begeleiden en betrekken ouders bij het onderwijs. De organisatie van taalcursussen door het OCMW kan ook hier hulpzaam werken. Binnen het gemeentelijk onderwijs maken we extra ruimte voor participatie van kansarme gezinnen. We motiveren alle ouderraden van alle scholen om drempelverlagende initiatieven te nemen, die maken dat ouders van kansarme kinderen mee hun zegje doen over het schoolbeleid. - We sporen verdoken armoede op. Het OCMW heeft in samenwerking met andere gemeentelijke diensten (onderwijs, wijkagenten, enz.) een unieke rol in het opsporen van stille of verdoken armoede. 26
-
we verkleinen de kloof tussen kansrijke en kansarme groepen, op het vlak van werkgelegenheid, onderwijs, huisvesting, cultuur, jeugd, sport en vrije tijd.
° Schulden stapelen zich op. We helpen mensen om beter om te gaan met hun beschikbaar budget en hun schulden weg te werken door via het OCMW aan schuldhulpverlening te doen. ° Het Sociaal Huis, een gezamenlijk initiatief van OCMW en gemeente. Het kartel INZET-GROEN wil de werking van het sociaal huis “De Wegwijzer” verder uitbouwen. “De Wegwijzer” moet een geïntegreerd gemeentelijk huis voor sociale dienstverlening worden met een informatieve functie, een loketfunctie en een doorwijsfunctie. Op termijn kan het Sociaal Huis ook een zorgbemiddelaar worden: een aanspreekpunt, dat bekwaam is om verschillende instanties of zorgverstrekkers samen te brengen rond het probleem van een persoon of een kind (bijvoorbeeld in het kader van acties tegen kinderarmoede). We hopen dat de nieuwe locatie voor De Wegwijzer zal zorgen voor een betere bekendheid en dat het initiatief van een laagdrempelige dienstverlening hierdoor versterkt wordt. ° Sociale tewerkstelling. Gemeente en OCMW moeten blijven inspanningen leveren om moeilijke groepen te begeleiden naar duurzame tewerkstelling. Het opzetten van eigen sociale tewerkstellingsprojecten, zoals de tewerkstellingscel, moet worden verder gezet en uitgebreid. Het kartel INZET-GROEN ondersteunt de initiatieven op het vlak van sociale tewerkstelling door de groep INTRO die tijdens de legislatuur 2006-2012 een regionaal opleidingscentrum gevestigd hebben in de oude jongensschool in Nijverseel. Mensen die, ondanks alles, niet in aanmerking komen om in het normale arbeidscircuit terecht te komen, mogen immers niet aan hun lot worden overgelaten. Ook zij moeten de kans krijgen om maatschappelijk nuttig werk te krijgen. INZET en GROEN appreciëren ook dat het sociaal economieproject van PRO NATURA huisvesting gevonden heeft in Opwijk (in een deel van de gebouwen van het industriecomplex in de Doortstraat). Momenteel hebben ze de zekerheid om daar drie jaren te mogen blijven. We hopen dat ze ook nadien blijvend in Opwijk terecht kunnen. ° In de concurrentiële markt van de dienstencheques houden het PWA (Plaatselijk werkgelegenheidsagentschap) en het dienstenchequebedrijf, sinds 2010 ook bekend onder de naam ‘Picobello’, goed stand. Door haar huisvesting in het sociale huis ‘De Wegwijzer’ is een doorgedreven samenwerking met de poetsdienst van het OCMW mogelijk. Mensen die poetshulp nodig hebben kunnen voortaan rekenen op één aanspreekpunt.
Andersvaliden ° De gemeente heeft het voorstel van INZET om in Opwijk een instelling voor gehandicapten uit te bouwen niet aanvaard. In de plaats is er een opstalrecht verleend aan Zonnelied uit Roosdaal om 12 andersvaliden te huisvesten in de Millenniumstraat. Zonder dit initiatief in de Millenniumstraat te minimaliseren, betreuren INZET en GROEN
27
deze beslissing omdat Noord-West Brabant blijft kampen met een tekort aan opvangplaatsen voor gehandicapten. Daarenboven kan zo’n initiatief ook rekenen op toelagen die de hele werking van zo’n instelling dekken. Een dergelijke instelling voldoet niet alleen aan een sociale en medische behoefte, maar realiseert ook vele lokale tewerkstelling. Het idee om in Opwijk een instelling voor gehandicapten te maken moet volgens ons verder worden onderzocht. ° Gezinnen met andersvaliden behoren tot de meest fragiele gezinnen, die zich vaak mis begrepen voelen, er vaak alleen voor staan, alles zelf moeten achterna lopen en vaak van kastje naar de muur worden gestuurd. Het kartel INZET-GROEN meent dat er een zekere deskundigheid moet groeien ten aanzien van de rechten van andersvaliden in de verschillende diensten (eigen gemeentelijke diensten, sociaal huis, OCMW). ° Personen met een handicap moeten kansen krijgen om te doen wat anderen doen: - mensen met een handicap kunnen met de nodige aanpassingen een gewone woning betrekken. Ook in de sociale huisvesting moeten mensen met een handicap terecht kunnen, ook al vergt dit kleine woningaanpassingen (zoals bijvoorbeeld een traplift). - mensen met een handicap moeten betrokken worden bij het lokale verenigingsleven. De gemeente kan een bijzondere financiering toekennen aan de verenigingen die op dat vlak inspanningen leveren.
28
Kinderen en jongeren zijn onze toekomst De laatste jaren zijn heel wat jonge gezinnen zich komen vestigen in onze gemeente. Jonge gezinnen betekent kinderen en jongeren. Een grote groep in onze samenleving waar we rekening moeten mee houden. Zij zijn immers onze toekomst. ° Een toenemend aantal kinderen en jongeren heeft natuurlijk zijn gevolgen. Zo voldoen bepaalde voorzieningen nauwelijks aan deze gevolgen. De buitenschoolse opvang (IBO) ‘t Sloeberke in de Schoolstraat barst uit haar voegen. Ook de naschoolse opvang in Droeshout, Nijverseel en vooral Mazenzele tellen een toenemend aantal gebruikers. Het kartel INZET-GROEN wil een nieuwe locatie zoeken voor het IBO en wil dat hiervoor ook bijkomend personeel wordt aangeworven. Degelijke en betaalbare kinderopvang is een prioriteit voor INZET en GROEN. ° De kinderopvang van het OCMW moet verder gezet worden en verdient zelfs meer promotie. Door het feit dat de prijs voor deze kinderopvang rekening houdt met het inkomen van de ouders, zijn ook alleenstaande ouders of mensen die het financieel moeilijker hebben, in staat om kinderopvang te betalen. ° ‘Elk kind kost een huis’, wordt er wel eens gezegd. En het begint al bij de geboorte.
Pampers nemen een hele hap uit het budget. Voor mensen die het financieel moeilijk hebben is het zelfs een te grote hap. INZET en GROEN willen daarom een ‘pamperbank’ oprichten. Jonge ouders kunnen hun overschot aan pampers naar de ‘pamperbank’ brengen. Het OCMW zorgt ervoor dat de pampers verdeeld worden onder de ouders die het financieel moeilijk hebben. ° De Opwijkse jeugdverenigingen bezorgen wekelijks aan honderden kinderen een leuke tijd. Dit is vrijwilligerswerk van de zuiverste soort en dat vergeten we soms. INZET en GROEN vinden dan ook dat het gemeentebestuur de nodige ondersteuning moet blijven bieden. Zowel de bestaande financiële als de logistieke ondersteuning moeten verder worden gezet. Daarenboven moet de gemeente ook een partner zijn in de verbetering van de jeugdlokalen. ° De jeugdlokalen die eigendom zijn van de gemeente moeten verder worden aangepakt. ° De gemeente verleent subsidies wanneer het gaat om lokalen waarvan de gemeente geen eigenaar is. ° Het engagement van de betrokken partners om een nieuw functioneel en comfortabel jeugdheem te bouwen moet worden uitgevoerd. ° Jeugdhuis Nijdrop is tot ver buiten de gemeentegrenzen bekend. INZET en GROEN hopen dat NIJDROP in de toekomst even veel aandacht zal besteden aan zijn rol als jeugdhuis als aan zijn rol van erkend muziekcentrum. ° Jongeren moeten kunnen fuiven in de eigen gemeente. Jammer genoeg is de enige echte fuifzaal een vergane glorie. Het kartel INZET-GROEN wil dat het gemeentebestuur 29
de nodige middelen investeert om van de Sint-Pauluszaal opnieuw een degelijke fuifzaal te maken. ° In Opwijk zijn er in de laatste jaren heel wat speelterreinen aangelegd. In de volgende jaren zal de focus vooral liggen op het herwaarderen van de bestaande speelterreinen. Bij elke verkaveling van enige omvang moet vooraf geëvalueerd worden of er nieuwe speelterreinen kunnen worden ingeplant. ° Daarnaast wil het kartel de mogelijkheid onderzoeken om voor de kinderen op het domein van het Hof ten Hemelrijk een klein park met neerhofdieren in te richten. ° Vanaf 2013 verplicht de Vlaamse overheid de gemeenten niet langer om een jeugdbeleidsplan op te maken. Het kartel INZET-GROEN meent echter dat de bevraging van alle jeugdverenigingen, die aan het opstellen van een jeugdbeleidsplan voorafgaat, erg belangrijk is om te weten te komen wat er bij de Opwijkse kinderen en jongeren leeft. Het kartel INZET-GROEN wil dus ook in de toekomst een jeugdbeleidsplan blijven opmaken. ° Vele jongeren in onze gemeente sluiten niet aan bij de traditionele jeugdverenigingen. Ook voor hen moet een platform gecreëerd worden waar ze kunnen mee discussiëren over hun leefomgeving. De Opwijkse jeugdraad moet in deze een actieve rol opnemen. ° De leefwereld van kinderen en jongeren beperkt zich niet tot het eigenlijke jeugdwerk. Ook in andere beleidsdomeinen (ruimtelijke ordening, mobiliteit, milieu, cultuur, sport, enz.) moeten jongeren kunnen meepraten. In die zin blijft het belangrijk dat in elke gemeentelijke adviesraad ook jongeren zitting hebben en dat jongeren ook vertegenwoordigd zijn in organen zoals de GECORO (gemeentelijke Commissie voor ruimtelijke ordening), de verkeersadviesraad, enz.).
30
Onderwijs Het kartel INZET-GROEN meent dat elk kind in Opwijk recht heeft op kleuter- en basisonderwijs in de eigen gemeente. De toename van het aantal inwoners in de gemeente brengt uiteraard ook mee dat meer kinderen beroep doen op onderwijs in de gemeente. Deze aangroei van de schoolbevolking en het principe van de vrijheid van onderwijs maken dat alle scholen een inspanning zullen moeten doen om het aanbod aan te passen aan die de groeiende nood. Omdat voor ons de kwaliteit van het onderwijs belangrijk is, pleiten we hier duidelijk niet voor grotere klassen. We pleiten wel voor bijkomende schoolinfrastructuur om aan de behoeften te voldoen. ° Voor het kartel INZET-GROEN is de hoofddoelstelling goed onderwijs, ongeacht de school. ° Als inrichtende macht voor de gemeentescholen wenst het kartel INZET-GROEN dat de gemeentescholen elk jaar kunnen rekenen op voldoende werkingsmiddelen. Toch menen we tevens dat alle onderwijsnetten door de gemeente op voet van gelijkheid worden behandeld. ° Het eigen gemeentelijk onderwijs moet het goede voorbeeld geven en echt pluralistisch onderwijs verstrekken, waarin alle filosofische, ideologische en religieuze overtuigingen op gelijke voet worden gerespecteerd. Een gemeentelijke onderwijs staat open voor alle leerlingen. ° We menen dat alle scholen, maar vooral de gemeentelijke scholen, een inspanning moeten doen om kinderen uit arme gezinnen extra ondersteuning te bieden. ° Het kartel INZET-GROEN ondersteunt ook de verdere werking van de muziekacademie en de tekenacademie. Maar ook hier vragen we extra inspanningen om kinderen uit arme gezinnen en uit migrantenmilieus extra ondersteuning te bieden. ° Scholen moeten verder aangemoedigd worden om zelf of in samenwerking met de gemeente initiatieven of acties te ondernemen met betrekking tot thema’s zoals verkeer, milieu, vrede, enz. ° Vele scholen beschikken over een uitgebreide en aangepaste schoolinfrastructuur die ideaal ook door anderen zou moeten kunnen worden gebruikt. De gemeente kan scholen aanmoedigen om samen met verenigingen, via een convenant, een samenwerkingsmodel af te spreken voor het gebruik van de schoolinfrastructuur. ° Het kartel INZET-GROEN wenst blijvend aandacht te besteden aan de verkeersveiligheid in de omgeving van de scholen. Ook de aanlooproutes naar de scholen moeten voor de kinderen veiliger worden. Meer kinderen moeten de kans krijgen om te voet of met de fiets naar school te kunnen. In die zin pleiten we ook voor het voortbestaan van buurtschooltjes.
31
Sport en recreatie Topsport en competitiesport zijn belangrijk, maar voor INZET-GROEN is het nog belangrijker dat alle mensen kunnen genieten van een breed aanbod aan sportmogelijkheden. ° Er is in de gemeenteraad al veel inkt gevloeid over de inrichting van openlucht sportinfrastructuur. Ook al was de Vetweyde niet de ideale plaats voor de inrichting van de openlucht sportinfrastructuur, toch werd een project voor sportinfrastructuur op de Vetweyde goedgekeurd door de gemeenteraad. INZET heeft dit voorstel aanvaard omdat het ging om een zeer evenwichtig voorstel waarin de verdere ontwikkeling van de natuur in het gebied samengaat met de oprichting van sportinfrastructuur. Het kartel INZET-GROEN wenst dat dit evenwicht wordt gerespecteerd en dat ook de voorziene maatregelen inzake de waterhuishouding worden nageleefd. ° Op de Vetweyde komen twee voetbalvelden. Het kartel INZET-GROEN eist dat beide voetbalverenigingen, SK Opwijk en Eendracht Mazenzele, onderlinge afspraken moeten maken voor het gebruik van het tweede veld in kunststofgras. ° Met het goedgekeurde RUP voor de voetbalterreinen van Eendracht Mazenzele is ook voor die club een einde gekomen aan de onzekerheid of de zonevreemdheid van de terreinen. De gemeente moet de club in beperkte mate ondersteunen bij de uitbouw van een degelijke infrastructuur. In het bijzonder wenst het kartel INZET-GROEN dat Eendracht Mazenzele moet kunnen genieten van dezelfde investeringssteun die in het verleden werd toegekend aan SK Opwijk. ° Naast de openlucht sportinfrastructuur, moet in de volgende jaren aandacht gaan naar de infrastructuur voor de zaalsporten. In het RUP (ruimtelijk uitvoeringsplan) Karenveld voorzien we alleszins een zone voor sportlandschap waarin de bouw van een sportloods tot de mogelijkheden behoort. ° De gemeente moet scholen aanmoedigen om hun infrastructuur ter beschikking te stellen van sportverenigingen. ° Het recreatief sporten verdient meer aandacht. Daarbij gaat het bijzonder over het onderhouden, herstellen en herwaarderen van voetwegen, over veilige voetpaden en fietspaden, over duidelijke bewegwijzering, over voldoende ‘rustpunten’ (rustbank, picknicktafel, enz.), over minimale sportvoorzieningen in diverse wijken (speelveld voor de kleinsten, petanquebanen voor de ouderen , een basketring, enz.). Het kartel INZETGROEN wenst dat de sportdienst van de gemeente regelmatig competitievrije sportevenementen inricht, waarbij alle leeftijden worden geviseerd. ° Sportclubs hebben vaak ook een belangrijke jeugdwerking. Daarom steunt het kartel INZET-GROEN de financiële ondersteuning van de jeugdwerking in de sportclubs. ° De aanleg van een gemeentelijk zwembad is financieel niet haalbaar voor Opwijk. INZET en GROEN willen wel onderzoeken of het geen haalbare kaart is om de inwoners van Opwijk in de naburige gemeenten te laten zwemmen tegen een gunsttarief. 32
Toerisme De gemeente Opwijk heeft een toeristische dienst en infopunt toerisme op de site van het gemeenschapscentrum. ° Ook al zijn we geen Damme en liggen we niet in de Vlaamse Ardennen, toch heeft ook een gemeente als Opwijk een aantal toeristische troeven die beter moeten worden benut. ° Belangrijke fietsroutes lopen doorheen Opwijk (Ros Beiaardroute, Leirekensroute,) of snijden de gemeente op één of andere uithoek (Land van Asse-route, Eddy Merckx-route, Molenbeekroute) of liggen in de onmiddellijke buurt van de gemeente (Faluintjesroute, Keure-route, Walschapsroute, enz.).Opwijk is opgenomen in het fietsroutenetwerk Brabantse Kouters, dat op zijn beurt aansluit op andere fietsroutenetwerken.Een toeristische dienst zou het gebruik van die routes permanent moeten promoten en/of zelf activeren. ° Door het beter promoten van de toeristische troeven, Brabantse Kouters,…) zouden we zelfs kunnen hopen op de toekomstige ontwikkeling van kleinschalig verblijfstoerisme in Opwijk. Het zou nieuwe mogelijkheden, nieuwe functies, nieuwe jobs kunnen teweeg brengen in de gemeente. ° Niet alleen fietsroutes spelen daarin een rol, ook de vele wandelmogelijkheden, de nabijheid van Kravaal, enz., kunnen in deze een rol spelen.
33
Cultureel beleid Cultureel beleid staat aan het einde van het ons programma: niet omdat we cultuur onbelangrijk vinden, integendeel. Cultuur is voor het kartel INZET-GROEN een middel tegen verzuring en isolement. ° Opwijk heeft een rijke culturele traditie: vele socio-culturele verenigingen, een actief gemeenschapscentrum, een jeugd- en muziekcentrum in Nijdrop, een harmonie en diverse zangkoren, een wereldwinkel, een Amnesty-groep, een gemeentelijk archief, een openbare bibliotheek, meerdere toneelverenigingen, enz. Maar de participatie van de bevolking aan dat alles kan beter. Vele verenigingen hebben het moeilijk of zijn reeds verdwenen in vorige jaren. ° Om de participatie van de bevolking aan het culturele leven te vergroten pleit het kartel INZET-GROEN voor het behoud van de cultuurcheque. ° Om de verenigingen te steunen kan er nog veel meer samenwerking groeien tussen het gemeenschapscentrum en de verenigingen. In onze gemeente zou het cultuurbeleid veel meer moeten worden uitgewerkt in samenwerking met de verenigingen. Niet alleen het gemeenschapscentrum moet een omgeving scheppen waarin het dynamische van de verenigingen goed gedijt en waarin culturele initiatieven van verenigingen worden aangemoedigd. Dat is ten andere ook de filosofie van het lokale cultuurdecreet. ° Een cultuurbeleidscoördinator is méér dan de ‘directeur’ van het gemeenschapscentrum. Voor INZET-GROEN coördineert de coördinator het hele culturele gebeuren in de gemeente: de culturele werking van de verenigingen, de bibliotheek, het gemeentelijk archief, erfgoed en monumenten, de werking van de gemeentelijke cultuurraad, het muziekonderwijs en het tekenonderwijs, de eigen programmatie van het gemeenschapscentrum. ° In een volgende bestuursperiode worden een aantal culturele reglementen best herbekeken. We denken dan aan de infrastructuur compenserende betoelaging, de subsidie voor vernieuwende culturele initiatieven, enz. ° In de nabije toekomst is de opmaak van een cultuurbeleidsplan niet meer verplicht. Toch pleit het kartel INZET-GROEN voor de opmaak van een cultuurbeleidsplan omdat dit toelaat om een ruime bevraging te organiseren bij diverse groepen en individuen en omdat dit tevens een werkkader biedt voor de bestuurders en de ambtenaren. ° Het kartel INZET-GROEN verwacht dat ook de gemeentelijke bibliotheek in volgende jaren voldoende werkingsmiddelen verkrijgt. INZET en GROEN menen dat de bibliotheek moet blijven werken aan drempelverlagende initiatieven om de participatie te vergroten. ° Het bestaan en de werking van het gemeentelijk archief moeten beter bekend worden gemaakt bij de bevolking. Particulieren, verenigingen, organisaties, scholen moeten worden gesensibiliseerd om niets te vernietigen en om oude documenten in bewaring te geven aan het gemeentelijk archief. Het gemeentelijk archief moet ook een nieuwe huisvesting krijgen in een gedeelte van de gemeentelijke loods in de Doortstraat. 34
° Wat de gemeentelijke culturele infrastructuur betreft moeten we afstappen van het “polyvalente” gebruik van elke zaal. Zalen moeten een meer specifieke bestemming krijgen. ° De mogelijkheid tot uitbreiding van de schuur in het gemeenschapscentrum moet verder onderzocht worden.
35
Veiligheid Veiligheid is een basisrecht voor elke inwoner van Opwijk. ° Veiligheid is veel meer dan alleen politiezorg. Alle aspecten van onveiligheid moeten worden in acht genomen. ° Het onveiligheidsgevoel van mensen heeft zeker te maken met angst voor alle vormen van criminaliteit en vandalisme. Het kartel INZET-GROEN meent dat de politie voldoende aanwezig moet zijn in de gemeente om deze inbreuken te verminderen en te beteugelen. ° Maar het onveiligheidsgevoel van mensen heeft ook te maken met andere fenomenen: de verloedering van de omgeving, sluikstorting, verkeersagressie, snelheid autoverkeer, nachtlawaai, onbetaalbaar worden van bepaalde voorzieningen voor bepaalde groepen, door voortdurende milieuhinder, de verminderde sociale controle, enz. ° Een goed veiligheidsbeleid betekent dus ook werken aan de leefbaarheid van de gemeente. Een gemeente moet ook goed luisteren naar de gevoelens van onveiligheid die leven bij mensen. ° Sinds kort gebeurt de politiezorg in een nieuwe omgeving (politiezone). Het kartel INZETGROEN meent dat de gemeente moeten blijven aandringen op een betere dienstverlening naar de bevolking. Politiezorg moet zichtbaar zijn in de gemeente. ° Het kartel INZET-GROEN steunt nog steeds de beslissing om de fietsbrigade van de politie te huisvesten in Opwijk, maar dringt er toch op aan dat deze fietsbrigade wel degelijk de taken kan vervullen die voor haar voorzien werden. ° We vragen meer politiecontrole op diverse vlakken om de leefbaarheid in onze gemeente te verbeteren. ° Ook het gebruik van de gemeentelijke administratieve sancties voor diverse kleine verkeesrinbreuken moet toenemen. °Om opnieuw meer sociale controle te krijgen in bepaalde wijken of ten aanzien van bepaalde groepen wensen we aan te dringen bij de overheid om een stadswacht of straathoekwerker te krijgen.
36
Een gemeente waarin iedereen telt. Opwijk, een kleine gemeente weliswaar, maar een gemeente waarin iedereen meetelt: elke inwoner, elke wijk. Opwijk, een gemeente waarin gezocht wordt naar de meest menselijke oplossing voor elk probleem en dit steeds in samenspraak met de bevolking Opwijk, waar het aangenaam leven en wonen is voor iedereen. Dat is ons engagement:
kartel INZET-GROEN Met uw steun zullen we daar hard voor werken.
37