Dienst Terugkeer en Vertrek – Procesprotocol K5
Procesprotocol
K5 Vreemdelingen op wie artikel 1F Vluchtelingenverdrag van toepassing is en hun gezinsleden
Datum
1 augustus 2012
Versie
Definitief, versie 3.3
Doel
Beschrijving van de werkwijze van de DT&V t.a.v. vreemdelingen op wie artikel 1F Vluchtelingenverdrag (Vv) van toepassing is en de bij de DT&V ingestroomde gezinsleden. Het protocol heeft betrekking op 1. de werkwijze van de DT&V t.a.v. vreemdelingen, die de DT&V instromen waarop artikel 1F Vluchtelingenverdrag van toepassing is. 2. binnen de DT&V ingestroomde gezinsleden van de 1F'ers 3. een verzoek van de IND om een ambtsbericht inzake mogelijke frustratie van de familieleden in het terugkeerproces. (sr) administratief medewerkers (bijzonder) vertrek, (sr) regievoerders (bijzonder) vertrek, (sr) medewerkers feitelijk vertrek (UC)
Afbakening
Bedoeld voor
Ingangsdatum
1 augustus 2008
Datum herziening
Ingangsdatum + 1 jaar
Eigenaar procesprotocol
Procesbeheer DT&V
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) Omdat het procesprotocol aan wijzigingen onderhevig kan zijn, vindt één maal per jaar een actualisering plaats.
Pagina 1 van 14
Dienst Terugkeer en Vertrek – Procesprotocol K5
Versiebeheer Datum en versienummer 20080515 0.1 20080602 0.2 20080707 0.3 20080708 0.4 20080715 0.5 20080716 0.6 20080718 0.7 20080729 0.8 20080730 0.9 20080731 20081016 20081022 20081023 20081104 20081111 20081111 20081113 20081114
1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8
20090520 20100315 20100421 20100608
1.9 2.0 2.1 2.2
20100614 20101001 20101004 20110107 20110421
2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
20110629
2.8
20110705 20111231
2.9 3.0
Opmerking Eerste concept / ruwe versie Commentaar verwerkt Commentaar BVB verwerkt. Voorgelegd voor commentaar aan IND, BVB en SIO Commentaar IND, BVB en SIO verwerkt. Voorgelegd aan HSIO Commentaar HSIO verwerkt, voorgelegd aan Bedrijfsvoering Wijzigingen t.b.v. Beheer / IS-TV verwerkt Akkoord Hoofd Bedrijfsvoering, voorlegd aan SIO. Laatste wijzigingen aangepast. Voorleggen aan D. Staf. Deadline verschijnen 1-8-08 Definitief gesteld door D. Staf, op intranet geplaatst. Def. vastgesteld voor 1e versie op Internet Aanvullingen ivm ISTV wijzigingen en communicatie met OM Aanvulling gezinsleden 1F Aanvullingen nav IS-TV overleg met P&C Aanvulling IS-TV, voorgelegd aan BV&B Aangepast door BV&B, voorgelegd aan HSIO Opmerkingen HSIO verwerkt, voorgelegd aan concipiënt Aangepast door SIO, pp wordt op intranet gepubliceerd zodra het proces K5.1 in IS-TV live gaat. Def. vastgesteld voor 2e versie op Internet Def. vastgesteld voor 3e versie op Internet Aangepast door cluster IO n.a.v. besluit DB Aangepast n.a.v. wijzigingsverzoek aan FAB door afdeling bijzonder vertrek en boekingen Opmerkingen IS-TV / Bedrijsvoering verwerkt Def. vastgesteld voor 4e versie op Internet Aangepast m.b.t. een contractpersoon in de bijlage Aangepast n.a.v. hyperlink per activiteit Def. vastgesteld voor 5e versie op Internet + lijst contactpersonen aangepast Aangepast n.a.v. het vervallen van categorie 3 waardoor activiteit 3 ook komt te vervallen Aangepast n.a.v. opmerking afd. Bijzonder Vertrek Def. vastgesteld voor 6e versie op Internet
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) Omdat het procesprotocol aan wijzigingen onderhevig kan zijn, vindt één maal per jaar een actualisering plaats.
Pagina 2 van 14
Dienst Terugkeer en Vertrek – Procesprotocol K5
20120308 20120327 20120801
Datum 31-07-2008
3.1 3.2 3.3
Bijlage contactpersonen 1 F aangepast Bijlage contactpersonen 1F aangepast Def. Vastgesteld voor 7e versie op Internet
Functie Directeur Staf
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) Omdat het procesprotocol aan wijzigingen onderhevig kan zijn, vindt één maal per jaar een actualisering plaats.
Pagina 3 van 14
Dienst Terugkeer en Vertrek – Procesprotocol K5
Procesprotocol -Inhoudsopgave Pagina Nr. 4 4 5 6 7 9 10 11 11 12 12 12 14
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9
Activiteit/processtap Inhoudsopgave Administratieve afhandeling Te onderscheiden doelgroepen 1F-ers Activiteiten/processtappen voor doelgroepen 1,2 en 3: EU-staat/LP-aanvraag Activiteiten/processtappen voor categorie A (VRIS-protocol) Bezwaar OM tegen uitzetting, categorie B Contact met de afdeling Bijzonder Vertrek en Boekingen (BV&B) Gezinsleden van 1F-ers Gescheiden uitzetten Controle verwijderbaarheid bij feitelijk vertrek Afsluiten proces 1F in IS-TV Toelichting activiteiten
Functionaris
(sr) regievoerder (sr) regievoerder (sr) regievoerder medewerker (sr) regievoerder (sr) regievoerder (sr) regievoerder (sr) regievoerder (sr) regievoerder (sr) regievoerder
vertrek, (sr) administratief medewerker vertrek (bijzonder) vertrek, (sr) administratief (bijzonder) (bijzonder) (bijzonder) (bijzonder) (bijzonder) (bijzonder)
vertrek vertrek vertrek vertrek vertrek vertrek
Administratieve afhandeling Voor elk procesprotocol geldt dat de gebruikelijke administratieve handelingen, zoals vastgelegd in de procesprotocollen A1 t/m A5 + L2, uitgevoerd worden. Algemeen: 1. Het digitale en het fysieke dossier lopen één op één. 2. Alle vreemdeling gerelateerde documenten worden digitaal vastgelegd in Decos. Documenten die digitaal worden aangeleverd hoeven niet meer opnieuw digitaal vastgelegd te worden (zie procesprotocol L2 Scannen). 3. Er wordt een postregistratie beheerd in Decos (zie procesprotocol A1 Registratie vreemdeling gerelateerd document.)
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) Omdat het procesprotocol aan wijzigingen onderhevig kan zijn, vindt één maal per jaar een actualisering plaats.
Pagina 4 van 14
Dienst Terugkeer en Vertrek – Procesprotocol K5
Procesprotocol – Activiteiten Nr. 0
Activiteit/ processtap Te onderscheiden doelgroepen 1F-ers In artikel 1F van het VN vluchtelingenverdrag uit 1951 (hierna Vv) zijn de gronden opgenomen die leiden tot uitsluiting van een vreemdeling van de vluchtelingenstatus en daarmee van de uit het verdrag voortvloeiende bescherming als een ernstig vermoeden bestaat dat de vreemdeling zeer ernstige misdrijven heeft begaan. De volgende doelgroepen 1F Vv zijn van toepassing: 1. vreemdelingen op wie artikel 1F Vv van toepassing is waarbij door de IND een beoordeling heeft plaatsgevonden in het kader van artikel 3EVRM en waarbij is beoordeeld dat artikel 3EVRM niet in de weg staat aan verwijdering naar het land van herkomst. 2. vreemdelingen op wie artikel 1F Vv van toepassing is waarbij door de IND een beoordeling heeft plaatsgevonden in het kader van artikel 3EVRM waarbij is beoordeeld dat artikel 3EVRM een beletsel vormt voor de verwijdering naar het land van herkomst. Daarnaast zijn twee bijzondere categoriën te onderscheiden; A
B
vreemdelingen op wie artikel 1F Vv van toepassing is en waarbij het OM tot vervolging is overgegaan en waarbij een strafrechtelijke veroordeling heeft plaatsgevonden en waar sprak is van verwijderbaarheid (behoudens de nog uit te zitten strafrechtelijke detentie (VRIS-protocol). Zie verder onder 4. vreemdelingen op wie artikel 1F Vv van toepassing is en waarbij het OM bezwaar maakt tegen de verwijdering. Zie verder onder 5.
Voor vreemdeling-gebonden vragen aan de IND over de verwijderbaarheid van 1F-ers, zowel afvallers van de Regeling als 1F-ers die vallen onder de VW2000, kan worden gemaild naar de IND. Het betreft hier expliciet het verzoek aan de IND om te berichten of een 1F-er niet alleen verwijderbaar is, maar ook of verwijdering naar het land van herkomst aan de orde is, indien dit niet uit het overdrachtsdossier blijkt. Dit geldt eveneens voor de verwijderbaarheid in relatie tot een door de IND geslagen ongewenstverklaring. De IND zal antwoorden: Betrokkene is wel/niet verwijderbaar en kan wel/niet worden uitgezet naar het land van herkomst. Hierbij kunnen tevens bijzonderheden worden vermeld. Een van de bijzonderheden kan zijn dat de door de IND aangeleverde status verwijderbaarheid niet overeen komt met de BVV-status én wat de reden van deze afwijking is. Gelet op mogelijk gewijzigde omstandigheden in het land van herkomst kan op enig moment sprake zijn van een nieuwe toets 3EVRM door de IND. De IND zal bij een indicatie dat 3EVRM beletsel is komen te vervallen een herbeoordeling maken. Het is dan ook noodzakelijk om met enige regelmaat - eens per half jaar - een controle uit te voeren bij de IND of er wellicht nog immer sprake is van een 3EVRM-beletsel voor verwijdering naar het land van herkomst (zie tevens procesprotocol J3 Verwijderbaarheidscheck). Dossierstukken uit het IND dossiers van 1F vreemdelingen kunnen worden opgevraagd bij de IND.
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) Omdat het procesprotocol aan wijzigingen onderhevig kan zijn, vindt één maal per jaar een actualisering plaats.
Pagina 5 van 14
Dienst Terugkeer en Vertrek – Procesprotocol K5
ICT ondersteuning
Functionaris
Nr.
Activiteit/ processtap
1
Activiteiten/processtappen voor doelgroepen 1, 2 en 3:
1.1
Het overdrachtsdossier wordt door de IND verzonden naar de regionale afdeling van de directie Voorbereiden Vertrek, waaronder de vreemdeling, gelet op zijn woonplaats, valt.
(sr) regievoerder vertrek
1.2
Indien het een vreemdeling betreft die in vreemdelingenbewaring verblijft, dan wordt op de bewaringslocatie, waar de vreemdeling verblijft, een overdrachtsdossier van de in vreemdelingenbewaringstellende Vp ontvangen. Indien de vreemdeling reeds binnen de DT&V bekend is, dan vraagt directie Bewaring het DT&V dossier op bij de directie Voorbereiden Vertrek danwel bij het Semi Statisch Archief. Zie tevens procesprotocol A2 Aanmaken en vormen (nieuw) vertrekdossier en procesprotocol A4 Dossierverkeer en archivering. Uit het overdrachtsdossier blijkt dat het een zgn. '1-Fer' is. Ter completering van het vertrekdossier wordt - indien zulks nog niet is geschied - aan de IND gevraagd ook een overdrachtsdossier van betrokkene samen te stellen en toe te zenden aan de DT&Vbewaringslocatie. Opmerking cq verwijzing als de 1F vreemdeling uit de bewaring gaat vanwege opheffing door de rechtbank, dan stroomt het dossier niet uit (betrokkene wordt dus niet aangezegd NL te verlaten) maar er wordt altijd contact gezocht met de van toepassing zijnde lokatie Voorbereiden Vertrek. Het dossier gaat dus van de locatie Bewaring naar de afdeling Voorbereiden vertrek.
(sr) regievoerder vertrek
1.3
Voor de beoordeling van het overdrachtsdossier, het completeren van het dossier (binnen 5 werkdagen) en het aanmaken van het vertrekdossier: zie procesprotocollen A2 Aanmaken vertrekdossier en A3 Beoordelen overdrachtsdossier.
Zie procesprotocollen A1 – A4 m.b.t. aanmaken, vorming en behandeling van een Vertrekdossier.
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) Omdat het procesprotocol aan wijzigingen onderhevig kan zijn, vindt één maal per jaar een actualisering plaats.
(sr) administratief medewerker
Pagina 6 van 14
Dienst Terugkeer en Vertrek – Procesprotocol K5
Nr.
Activiteit/ processtap
ICT ondersteuning
Functionaris
1.4
De administratief medewerker voert het vertrekdossier op in IS-TV. In IS-TV wordt direct het label 1F aan de zaak gehangen. Beoordelen overdrachtsdossier. Verder de volgende stappen: • Registratie; • Beoordelen overdrachtsdossier op vorm en inhoud en evt. laten completeren door IND; • Bij ‘Bijzonderheden van een vertrekprocedure’ in IS-TV 1F in scherm aangeven. • Het proces K5.1 Artikel 1F vluchtelingenverdrag als onderdeel van de vertrekprocedure wordt in IS-TV opgevoerd • Dossier wordt ingedeeld op een regievoerder; Bijzondere aandacht wordt besteed aan een juiste en volledige registratie van die in Nederland verblijvend gezinsleden, die eveneens tot de caseload van de DT&V behoren. De regievoerder toetst en controleert bij de IND voor deze categorie van vreemdelingen of de beoordeling dat artikel 3EVRM een beletsel vormt voor de terugkeer naar het land van herkomst nog steeds geldt. Deze toetsing/controle vindt alleen plaats door de regievoerder, indien uit het overdrachtsdossier niet blijkt of dit element al is beoordeeld.
Bij ‘Bijzonderheden’ van een vertrekprocedure in IS-TV bij indicaties 1F, aangeven: a) 1F, 3 EVRM nog niet bekend
(sr) administratief medewerker
1.5
Opvoeren proces K5.1 Artikel 1F vluchtelingenverdrag als onderdeel avn de vertrekprocedure. Uitvoeren stap REG 1F als onderdeel van het proces K5.1 Artikel 1F vluchtelingenverdrag
Bij ‘Bijzonderheden’ van een vertrekprocedure in IS-TV bij indicaties 1F, wijzigen in; a) 1F, 3 EVRM niet van toepassing , of b) 1F, 3 EVRM van toepasssing
(sr) regievoerder vertrek
Tevens opvoeren J3.1 indien (-) niet verwijderbaar is. Zie procesprotocol J3 verwijderbaarheidscheck. 1.6
1.7
2 2.1
De vertrekopties worden aan de hand van de informatie op LAVIN beoordeeld door de regievoerder. De regievoerder stelt het vertrekplan op en onderhoudt dit vertrekplan: zie procesprotocol B1 Opstellen en onderhoud en afsluiten vertrekplan De regievoerder voert vertrekgesprekken met de vreemdeling: Zie procesprotocol B2 (Vertrek-) gesprekken. EU-staat / LP-aanvraag Voor wat betreft het gebruik van een EU-staat ten behoeve van het vertrek van de vreemdeling uit Nederland wordt verwezen naar 6.2 van dit procesprotocol en procesprotocol C4 Gebruik en aanmaken van een EU-staat.
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) Omdat het procesprotocol aan wijzigingen onderhevig kan zijn, vindt één maal per jaar een actualisering plaats.
(sr) regievoerder vertrek
(sr) regievoerder vertrek
(sr) regievoerder vertrek
Pagina 7 van 14
Dienst Terugkeer en Vertrek – Procesprotocol K5
Nr.
Activiteit/ processtap
2.2
T.b.v. zaken zónder 3EVRM-beletsel. Indien er geen andere vertrekmogelijkheden zijn, start de regievoerder samen met de vreemdeling een aanvraag LP op. Op het formulier ‘Laissez Passer–Opdracht’, zoals deze in LAVIN staat en welke bij iedere LP-aanvraag wordt ingevuld en gevoegd wordt bij de eigenlijke LP-aanvraag, wordt aangegeven dat het gaat om een vreemdeling vallend onder de doelgroep 1F, zodat de afdeling LP hiervan op de hoogte is. Voor de aanvraag van een (vervangend) reisdocument wordt verwezen naar de procesprotocollen C6.0 – C6.3 Laissez Passer. T.b.v. zaken mét 3 EVRM-beletsel Ook hier geldt, nog méér dan zaken vallend onder 2.2, dat door de regievoerder getoetst dient te worden op alternatieve vertrekmogelijkheden. Betrokkene mag tenslotte o.g.v. 3EVRM niet door de overheid worden uitgezet naar het land van herkomst. Zelfstandig vertrek naar het land van herkomst, al dan niet na bemiddeling van de overheid dan wel IOM, is slechts een optie met de volledige (schriftelijke) instemming van de vreemdeling. Het opstarten van een LP-aanvraag voor het betreffende land is alleen na (schriftelijke) instemming van de vreemdeling mogelijk. Zie verder procesprotocollen C6.0 – C6.3 Laissez Passer. Indien er geen directe alternatieve vertrekmogelijkheden naar derde landen aanwezig zijn en indien de vreemdeling niet naar zijn land van herkomst wenst terug te keren, dan dient de inspanning van de vreemdeling gericht te zijn op het regelen van zijn vertrek naar een derde land. Dossierstudie is van groot belang om te beoordelen of er aanknopingspunten zijn voor landen van eerder verblijf. De regievoerder kan ook in overleg treden met de afdeling Bijzonder Vertrek en Boekingen om te bezien, welke opties qua hervestiging in een derde land aan de vreemdeling zouden kunnen worden voorgelegd. Zie voor het leggen van contact met de afdeling Bijzonder Vertrek en Boekingen nr 6.1 van dit protocol. 1F-vreemdelingen, waarop artikel 3EVRM van toepassing is en waar géén vertrekopties naar een derde land aanwezig zijn en waarbij op grond van de OVR de voorzieningen van rijkswege zijn gestopt (en ook de meldplicht) stromen NIET uit de caseload van de DT&V.
2.3
ICT ondersteuning
Functionaris (sr) regievoerder vertrek
Indien toetsing na 6 maanden aangeeft dat 3EVRM geen beletsel meer vormt, label wijzigen en vermelding hiervan in journaal
(sr) regievoerder vertrek
Bij ‘Bijzonderheden’ van een vertrekprocedure in IS-TV bij indicaties 1F, aangeven: a) 1F, 3 EVRM van toepasssing
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) Omdat het procesprotocol aan wijzigingen onderhevig kan zijn, vindt één maal per jaar een actualisering plaats.
Pagina 8 van 14
Dienst Terugkeer en Vertrek – Procesprotocol K5
Nr.
Activiteit/ processtap
ICT ondersteuning
Functionaris
Bij ‘Bijzonderheden’ van een vertrekprocedure in IS-TV bij indicatie aangeven dat het een VRIS zaak betreft.
(sr) regievoerder vertrek (VRIS), (sr) regievoerder bijzonder vertrek
Voor deze categorie van 1-F'ers geldt dat de DT&V twee keer per jaar (eens in de zes maanden) bij de IND controleert of de beoordeling dat artikel 3EVRM nog immer een beletsel vormt voor de gedwongen terugkeer naar het land van herkomst. Aansluitend op de controle bij de IND wordt de 1F-vreemdeling uitgenodigd voor een vertrekgesprek (twee keer per jaar). Het vertrekgesprek vindt zoveel mogelijk plaats in een locatie van de DT&V of een bureau van politie. Indien de IND op enig moment van oordeel is dat artikel 3 EVRM geen beletsel vormt voor de gedwongen terugkeer naar het land van herkomst, dan kan worden overgegaan tot verwijdering naar het land van herkomst. Zie verder 2.2 en de procesprotocollen C6.0 – C6.3 Laissez Passer. 3 3.1
Activiteiten/processtappen voor categorie A (VRIS-protocol) Het betreft hier een vreemdeling op wie artikel 1F Vv van toepassing is en waarbij het OM tot vervolging is overgegaan en waarbij de vreemdeling is veroordeeld tot een strafrechtelijke detentie en deze detentie uitzit, én die niet rechtmatig in Nederland verblijft en dus verwijderbaar is (behoudens de nog uit te zitten strafrechtelijke detentie). De administratief medewerker van de DT&V ontvangt van de Vp het overdrachtsdossier. De regievoerder krijgt hierbij tevens de op dat moment bekende einddatum van de strafrechtelijke detentie van de Vp. (nb. Voor de verwijderbaarheid gaat de Vp bij de IND de vreemdelingrechtelijke status van de vreemdeling na). Van een vreemdeling die rechtmatig verblijf heeft in Nederland tijdens de strafrechtdetentie, wordt het overdrachtsdossier van de Vp dus pas overgedragen aan de DT&V nadat het rechtmatig verblijf van de vreemdeling is beëindigd. Zie voorts procesprotocol K1 Vreemdelingen in de strafrechtketen (VRIS).
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) Omdat het procesprotocol aan wijzigingen onderhevig kan zijn, vindt één maal per jaar een actualisering plaats.
Pagina 9 van 14
Dienst Terugkeer en Vertrek – Procesprotocol K5
Nr.
Activiteit/ processtap
ICT ondersteuning
Functionaris
3.2
De regievoerder toetst en controleert bij de IND voor deze categorie van vreemdelingen of de beoordeling dat artikel 3EVRM een beletsel vormt voor de terugkeer naar het land van herkomst nog steeds geldt. Deze toetsing/controle vindt alleen plaats door de (sr) regievoerder vertrek, indien uit het overdrachtsdossier niet blijkt of zulks het geval is. Zie stap 0 voor het speciale IND-emailadres.
Bij ‘Bijzonderheden van een vertrekprocedure in IS-TV wijzigen 1 F label in; a) 1F, 3 EVRM niet van toepassing , of b) 1F, 3 EVRM van toepasssing
(sr) regievoerder vertrek, (VRIS)
Tevens opvoeren J3.1 indien (-) niet verwijderbaar. Zie procesprotocol J3 verwijderbaarheidscheck. 3.3
3.4 3.5
3.6 3.7
4 4.1
Voor de beoordeling van het overdrachtsdossier, het completeren van het dossier en het aanmaken van het vertrekdossier: zie procesprotocollen A2 Aanmaken vertrekdossier en A3 Beoordelen overdrachtsdossier. De administratief medewerker voert het vertrekdossier op in IS-TV, zie procesprotocol A1 vreemdeling gerelateerde documenten.
Zie procesprotocollen A1 – A4 m.b.t. aanmaken, vorming en behandeling van een Vertrekdossier.
(sr) administratief medewerker (VRIS)
De vertrekopties worden beoordeeld door de regievoerder. Zie LAVIN voor het beoordelen van de vertrekopties. De regievoerder stelt het vertrekplan op en onderhoudt dit vertrekplan: zie procesprotocol B1 Opstellen en onderhoud en afsluiten vertrekplan. De regievoerder voert vertrekgesprekken met de vreemdeling: Zie procesprotocol B2 (Vertrek-) gesprekken. Zie voor wat betreft de optie van het al dan niet aanvragen van een EU-staat of het opstarten van een LP-aanvraag de stappen 2.1, 2.2 en 2.3 van dit protocol. Bezwaar OM tegen uitzetting, categorie B Het OM kan bezwaar maken tegen de uitzetting. In overleg tussen het OM en de DT&V wordt op het geeigende niveau een besluit genomen over de voortgang in het vertrekproces. Zie tevens Toelichting van dit protocol, onder 0
(sr) administratief medewerker (VRIS)
(sr) regievoerder vertrek (VRIS)
(sr) regievoerder vertrek (VRIS) (sr) regievoerder vertrek (VRIS)
Aangeven bij proces 1F dat het OM bezwaar maakt tegen uitzetting en in het journaal vermelden wat de uitkomst is van het overleg OM - DT&V. (aktie Bijzonder vertrek)
(sr) regievoerder bijzonder vertrek, (sr) regievoerder vertrek (VRIS)
Uitvoeren stap REG 1F als onderdeel van het proces K5.1 Artikel 1F vluchtelingenverdrag.
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) Omdat het procesprotocol aan wijzigingen onderhevig kan zijn, vindt één maal per jaar een actualisering plaats.
Pagina 10 van 14
Dienst Terugkeer en Vertrek – Procesprotocol K5
Nr.
Activiteit/ processtap
ICT ondersteuning
Functionaris
5 5.1
Contact met de afdeling Bijzonder Vertrek en Boekingen (BV&B) De afdeling Bijzonder Vertrek en Boekingen heeft een sturende en coördinerende rol, waarbij de nadruk ligt op een monitorfunctie in de voortgang en terugkeer van deze doelgroep. Er zijn binnen de directies Bewaring/VRIS en Voorbereiden Vertrek contactpersonen 1F aangesteld. Communicatie met en sturing van de afdeling Bijzonder Vertrek en Boekingen verloopt uitsluitend via deze contactpersonen.
Communicatie tussen (sr) regievoerder BV&B en de contactpersonen 1F verloopt via IS-TV door middel van het doorsturen in IS-TV van de processtap “Reg verzoek om bijstand BV” Vertrek van het proces K5 Artikel 1F Vluchtelingenverdrag
(sr) regievoerder vertrek (VRIS) en medewerker BV&B
5.2
5.3
6 6.1
6.2
Individuele, dossiergebonden vragen en/of verzoeken om bemiddeling van de regievoerder kunnen na overleg met de contactpersonen 1F bij BV&B worden voorgelegd via IS-TV, deelproces: verzoek om advies van / actie door BV&B ihkv 1F. Het gaat hier met name om die individuele gevallen waarbij door het plegen van extra inzet belemmeringen kunnen worden weggenomen. In het bijzonder kan deze afdeling ondersteunen bij het opmaken van een EU-staat, bij onderzoeken opvang in derde landen, bij medisch complexe zaken, met advies over gescheiden uitzetten en zo nodig het boeken van vluchten. De DT&V-contactpersonen 1F zien toe op een juiste verwerking in ISTV door de regievoerders. Met name de labeling 1F en de wijze van uitstroom in IS-TV zijn hierbij van groot belang. Beantwoording door de afdeling Bijzonder Vertrek en Boekingen van een verzoek om advies/actie vindt eveneens plaats via het IS-TVdeelproces. Gezinsleden van 1F-ers Voor binnen de DT&V ingestroomde gezinsleden van 1F-ers geldt het volgende: Het is mogelijk dat een gezinslid van de 1F vreemdeling zich in de caseload van de DT&V bevindt. Voor dit gezinslid wordt eveneens een vertrekprocedure opgevoerd en worden de gebruikelijke vertrekhandelingen verricht. Opgemerkt wordt, dat deze perso(o)n(en) niet het 1F-label wordt toegekend. Ook in deze situatie dient bij de IND een verwijderbaarheidscheck conform het voorgeschrevene onder 0 van dit protocol te worden uitgevoerd. Er kan een situatie ontstaan dat de IND, ten aanzien van het bij de DT&V ingestroomde gezinslid in het kader van een toelatingsprocedure,
Lijst met ontactpersonen 1F binnen verschillende locaties bijgevoegd.
Uitvoerenprocesstap “REG verzoek om (sr) regievoerder vertrek bijstand BV” als onderdeel van het proces (VRIS), (sr) regievoerder K5.1 Artikel 1F vluchtelingenverdrag. bijzonder vertrek Stuur de processtap door naar de contactpersoon 1F.
(sr) medewerker bijzonder vertrek.
DT&V rapporteert op verzoek van de IND, in het kader van het aanvullende beleid t.a.v. gezinsleden van 1F-ers, of in individuele gevallen sprake is geweest van aantoonbaar vertrek en/of frustratie van vertrek
(sr) regievoerder bijzonder vertrek (sr) regievoerder vertrek (VRIS)
Toetsing vastleggen in het journaal in ISTV
(sr) regievoerder vertrek
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) Omdat het procesprotocol aan wijzigingen onderhevig kan zijn, vindt één maal per jaar een actualisering plaats.
Pagina 11 van 14
Dienst Terugkeer en Vertrek – Procesprotocol K5
Nr.
7 7.1
8 8.1
9 9.1
9.2
Activiteit/ processtap aan de DT&V verzoekt om aan te geven of het betreffende gezinslid het vertrekproces (aantoonbaar) frustreert of heeft gefrustreerd. De regievoerder stelt hiernaar een onderzoek in en beantwoordt de IND door middel van een ambtsbericht. Voordat het ambtsbericht wordt gezonden naar de IND-aanvrager stuurt de regievoerder het ambtsbericht visie vooraf aan DT&V/SIO. Voor nadere uitleg hieromtrent zie Toelichting activiteiten. Gescheiden uitzetten In beginsel kan worden overgegaan tot het scheiden van een gezin bij uitzetting, omdat hier sprake is van contra-indicaties (ongewenstverklaring en 1F) Zie tevens procesprotocol D8 Scheiden van gezinnen bij uitzetting Controle verwijderbaarheid bij feitelijk vertrek De controle verwijderbaarheid bij feitelijk vertrek wordt verzonden aan de IND zie verder procesprotocol J3 Verwijderbaarheidscheck punt 7.1 Indien betrokkene niet verwijderbaar blijkt te zijn, wordt proces J 3.1ingevuld. Afsluiten proces 1 F in IS-TV Het proces 1F kan uitsluitend worden afgesloten door een van de aanspreekpunten 1F. Bij afwezigheid van een aanspreekpunt, kan het proces door een ander aanspreekpunt worden afgesloten.
ICT ondersteuning
Functionaris
Aangeven dat sprake is van gescheiden uitzetting. Uitvoeren stap REG 1F als onderdeel van het proces K5.1 Artikel 1F vluchtelingenverdrag
(sr) regievoerder (bijzonder) vertrek
Invulling J3.1, zie procesprotocol J3 Verwijderbaarheidscheck
(sr) regievoerder vertrek (VRIS), (sr) regievoerder bijzonder vertrek
Bij uitstroom uit de DT&V dient het (sr) regievoerder vertrek proces 1 F in IS-TV te worden afgesloten. Doorsturen proces K5.1 Artikel 1F vluchtelingenverdrag naar aanspreekpunt 1 F. Voordat tot afsluiting wordt overgegaan dienen de uitstroomwaardes te Afsluiten proces K5.1 Artikel 1F Aanspreekpunt 1F worden gecontroleerd door het aanspreekpunt 1F. Vervolgens afsluiten vluchtelingenverdrag proces K5.1 Artikel 1F vluchtelingenverdrag.
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) Omdat het procesprotocol aan wijzigingen onderhevig kan zijn, vindt één maal per jaar een actualisering plaats.
Pagina 12 van 14
Dienst Terugkeer en Vertrek – Procesprotocol K5
Procesprotocol – Toelichting activiteiten Nr.
Activiteit/ processtap
0 0
Algemeen Vreemdelingen op wie artikel 1F Vv van toepassing is genieten binnen de DT&V prioriteit en blijven in de caseload. Mocht een 1F-er in bewaring zitten en door de rechtbank wordt de bewaring opgegeven, dan stroomt de bewuste 1F-er weer het proces van Voorbereiden Vertrek in. De contactpersoon 1F van de betreffende bewaringslokatie neemt in deze zaken altijd contact op met de contactpersoon 1F van de lokatie Voorbereiden Vertrek De coördinatie bij de DT&V is belegd bij de Afdeling Bijzonder Vertrek en Boekingen t.a.v. alle 1F-ers: • Vreemdelingen op wie artikel 1F Vv van toepassing is worden doorgaans ambtshalve ongewenst verklaard. t.a.v. 1-F doelgroep 2: Deze groep vreemdelingen kan niet worden uitgezet naar het land van herkomst maar op hen rust wel de verplichting om uit Nederland te vertrekken. De vaststelling dat gedwongen terugkeer een schending van artikel 3EVRM oplevert, leidt dus slechts tot een verbod op verwijdering naar het land van herkomst. Indien de vreemdeling alsnog zelfstandig wenst terug te keren naar zijn land van herkomst dan is dit uiteraard mogelijk. In het directieberaad van 30 maart 2010 is het volgende vastgesteld: De categorie OVR verklaarde 1F-vreemdelingen, waarop artikel 3 EVRM van toepassing is en waar géén vertrekopties naar een derde land aanwezig zijn en waarbij op grond van de OVR de voorzieningen van rijkswege zijn gestopt (en ook de meldplicht) stromen niet uit de caseload van de DT&V. Deze categorie 1F-vreemdelingen worden blijvend opgeroepen om zich halfjaarlijks en ná controle bij de IND met betrekking tot 3 EVRM bij de DT&V locatie te melden voor een vertrekgesprek. Van dit vertrekgesprek wordt vastgelegd wat de 1F-vreemdeling heeft ondernomen om aan zijn vertrekplicht te voldoen.
4
6
Vreemdelingen op wie artikel 1F Vv van toepassing is en waarbij het OM bezwaar maakt tegen de verwijdering. Over het wederzijds informeren van dergelijke gevallen zijn op 17 juli 2008 werkafspraken gemaakt tussen Bijzonder Vertrek en Boekingen en het OM Nationale Recherche in Rotterdam.De communicatie tussen het OM en de DT&V verloopt via de coördinator 1F van Bijzonder Vertrek en Boekingen. Het OM bericht de coördinator indien het OM bezwaar maakt tegen de feitelijke uitzetting. Beleid gezinsleden en artikel 1F Vluchtelingenverdrag: Gezinsleden van een 1F vreemdeling, komen o.g.v. art. 3.77 en 3.107 Vb in beginsel niet in aanmerking voor een verblijfsvergunning. Het betreft hier dus contra-indicaties die niet samenhangen met de persoonlijke gedragingen of eigenschappen van het ‘gezinslid’ zelf, maar van de vreemdeling aan wie reeds verblijf is geweigerd. In deze gevallen bestaat, gelet op het openbare orde belang, ook ernstig bezwaar tegen het verblijf van betrokken gezinsleden. Indien het gezinslid van de 1F vreemdeling meent op eigen gronden een verblijfsvergunning aan te vragen, is de IND verantwoordelijk voor de afhandeling hiervan. De IND beoordeelt onder meer op de contra-indicatie.
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) Omdat het procesprotocol aan wijzigingen onderhevig kan zijn, vindt één maal per jaar een actualisering plaats.
Pagina 13 van 14
Dienst Terugkeer en Vertrek – Procesprotocol K5
Nr.
Activiteit/ processtap De contra-indicatie van een gezinslid van een 1F-vreemdeling vervalt 1. indien sprake is van een verbroken gezinsband: 2. indien sprake is van langdurig ononderbroken verblijf in Nederland. Hiertoe is niet relevant of er nog sprake is van een gezinsband met de 1F-er a. gerekend vanaf de datum van de eerste asielaanvraag en sprake is van een tijdsverloop van ten minste tien jaren b. vanaf de datum van de eerste asielaanvraag is sprake van ononderbroken verblijf in Nederland c. er is géén sprake geweest van frustratie van het vertrekproces
7
Dit laatste element kán voor nader onderzoek voorgelegd worden aan de DT&V, en wel in die situatie dat de vreemdeling reeds de DT&V is ingestroomd. Is zulks niet het geval dan zal de IND zelf - op basis van het IND-dossier - een dergelijke controle uitvoeren. Een door de DT&V gegeven antwoord op de vraag of er sprake is van frustratie van het vertrekproces wordt vastgelegd in een DT&V-ambtsbericht. Een voorbeeld wat onder frustratie van het vertrekproces zou kunnen worden verstaan is door het niet verschijnen op LP-presentatie, het onjuist invullen van LP-aanvraagformulieren, de LP-presentatie op andere wijze frustreren. Het niet voldoen aan de opgelegde vertrekplicht dan wel het indienen van vervolg-toelatingsaanvragen worden in deze situatie niet beschouwd als (aantoonbare) frustratie. Zo nodig kan de regievoerder een dergelijke zaak op de gebruikelijke wijze als formatvraag voorleggen aan de Staf Inhoudelijke Ondersteuning, zie procesprotocol S3 Inhoudelijke vragen primair proces. Het uitgangspunt van beleid is dat gezinnen zo min mogelijk worden gescheiden. Zie hiervoor A4 VC2000
Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V) Omdat het procesprotocol aan wijzigingen onderhevig kan zijn, vindt één maal per jaar een actualisering plaats.
Pagina 14 van 14