Juridisch kader energieopslag Knelpuntenanalyse -CONCEPT-
Opdrachtgever
SIKB Postbus 420 2800 AK GOUDA T 0182 - 54 06 75 F 0182 - 54 06 76 E
[email protected] Contactpersoon: mr. drs. W. de Koning
Adviseur
IF Technology bv Frombergstraat 1 Postbus 605 6800 AP ARNHEM T 026 - 44 31 541 F 026 - 44 60 153 E
[email protected] Contactpersoon: ir. G. Bakema ir. M.J.B. Koenders
1/56278/MaK 1 september 2006
Inhoudsopgave 1
Inleiding ....................................................................................................................... 3
2
Energieopslag in Nederland ........................................................................................ 4 2.1 Omschrijving techniek........................................................................................ 4 2.2 Groei .................................................................................................................. 5 2.3 Juridisch kader................................................................................................... 6 2.4 Reikwijdte van het onderzoek............................................................................ 7
3
Cases juridische knelpunten ....................................................................................... 8
4
Evaluatie.................................................................................................................... 37
Bijlage: Overzicht van het wettelijk kader
1/56278/MaK
1 september 2006
2
1
Inleiding De Nederlandse overheid streeft naar een aandeel duurzame energie in het totale energieverbruik van 5% in 2010. In 2020 moet het aandeel duurzame energie ten opzichte van 2000 globaal verdrievoudigd zijn tot 10%. Bio-energie, ondergrondse energieopslag met warmtepompen, en windenergie leveren daarin dan de belangrijkste bijdragen. Waar veel duurzame technieken mee geconfronteerd worden is dat het huidige juridisch kader niet altijd aansluit op deze nieuwe ontwikkelingen, of in een aantal gevallen zelfs nieuwe ontwikkelingen blokkeert. Voor ondergrondse energieopslag geldt dat het huidige juridisch kader voornamelijk is gebaseerd op consensus over de uitvoering van de wetgeving tussen het bevoegd gezag en de marktpartijen. Dit werkt tot op heden redelijk goed, echter met de te verwachten sterke groei zal dit op korte termijn gaan knellen. De Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) en SenterNovem hebben het initiatief genomen om bij de ministeries van VROM, EZ en V&W de juridische knelpunten onder de aandacht te brengen. Uit de gesprekken is gebleken dat er duidelijk behoefte is om de juridische problemen inzichtelijk te maken. Het meest geschikte middel hiervoor is een rapport met concrete projecten waarin het juridisch kader voor problemen heeft gezorgd. Het SIKB heeft IF Technology opdracht gegeven voor het maken van een rapport met daarin een aantal voorbeelden die illustratief zijn voor de problemen die er zijn of kunnen ontstaan met betrekking tot het juridisch kader. Als inleiding op de (dertiental) cases is kort de techniek, de groeipotentie en het juridisch kader van ondergrondse energieopslag geschetst. Het rapport eindigt met een analyse van de cases om daarmee aan te geven welke zaken het meest urgent zijn of in de toekomst urgent kunnen worden.
1/56278/MaK
1 september 2006
3
2
Energieopslag in Nederland
2.1
Omschrijving techniek Ondergrondse energieopslag is een duurzame manier om gebouwen te verwarmen en te koelen. De energie wordt opgeslagen en onttrokken uit de bodem met behulp van grondwater (open systemen) of door lussen (gesloten systemen). In figuur 1 zijn de principeschema’s van beide technieken weergegeven. Door toepassing van ondergrondse energieopslag vermindert het energieverbruik en de CO2-uitstoot tot maximaal 80%. Er kleven nauwelijks nadelen aan deze vorm van duurzame energie. De ondergrond is bijna overal in Nederland geschikt, er is amper maatschappelijke weerstand en de effecten op de omgeving zijn minimaal.
Figuur 1
1/56278/MaK
Open systeem (met bronnen) en gesloten systeem (met lussen)
1 september 2006
4
Groei Vanaf eind jaren tachtig van de vorige eeuw zijn in Nederland de eerste energieopslagprojecten gerealiseerd. In eerste instantie betrof het met name projecten in de utiliteitsector en was de energievoorziening voornamelijk gericht op de verstrekking van koeling. Met de succesvolle introductie van de warmtepomp in de jaren negentig heeft ook de warmtevoorziening van gebouwen met energieopslag een vlucht genomen. De markt heeft zich inmiddels verbreed en ook voor de woningbouw, glastuinbouw, industrie en bedrijventerreinen wordt energieopslag inmiddels op brede schaal toegepast. Op dit moment is energieopslag een volwassen techniek die financiëel rendabel is. Ondergrondse energieopslag heeft sinds 1990 een grote vlucht genomen. Tot op heden zijn circa 600 open systemen in Nederland gerealiseerd [Lit. 1]. In figuur 2 is de groei vanaf 1990 weergegeven. In deze grafiek zijn ook de voorlopige cijfers van het CBS over 2005 opgenomen. Het CBS baseert zich daarbij op overzichten uit de provinciale grondwaterregisters, het bestand voor subsidieaanvragen voor de Energie-investeringsaftrek (EIA), en op basis van informatie van een leverancier van energieopslagsystemen waarvoor geen vergunning is aangevraagd. Het totaal aantal gesloten systemen is niet bekend omdat er geen meldings- of registratieplicht is.
571
600 485
500 438
aantal projecten
2.2
400
353
271
300 214
200
100 34 5
0 1988
Figuur 2
1990
1992
1994
1996
1998
2000
2002
2004
2006
Groei van het aantal open systemen (bron: CBS)
Voor de toekomst wordt verwacht dat het aantal energieopslagsystemen verder uitbreidt. Uitgaande van een autonome groei (i.e. gelijk aan de groei van afgelopen jaren) zal het aantal systemen in 2015 en 2020 respectievelijk circa 1300 en 1800 bedragen. Er is echter een aantal katalysatoren die er voor zorgen dat de groei van het aantal systemen groter is dan deze autonome groei:
1/56278/MaK
1 september 2006
5
-
-
-
energieprijzen: bij stijgende energieprijzen, onder andere door schaarste van fossiele brandstoffen, zal er steeds meer aandacht zijn voor duurzame energie. Energieopslag biedt een duurzame en rendabele oplossing voor verwarming en koeling. Met name bij toenemende energieprijzen zal het financieel voordeel groter worden. hogere eisen energiebesparing: de overheid stelt steeds hogere eisen aan de energieprestatie van gebouwen, tijdens processen en in de glastuinbouw. Hierdoor wordt de vraag naar besparende technieken, waaronder energieopslag, groter. schaal- en marktvergroting: door steeds bredere toepassing van energieopslag in diverse marktsegmenten komen er meer en meer (standaard)concepten beschikbaar die financieel interessant(er) zijn. Deze trend heeft zich de afgelopen jaren reeds afgetekend en zal bij vergroting van de markt naar alle waarschijnlijkheid verder doorzetten. Hierdoor komt energieopslag binnen bereik van veel partijen.
De conclusie is dat energieopslag in de bodem in de toekomst als oplossing voor duurzaam verwarmen en koelen een belangrijke rol zal blijven spelen.
2.3
Juridisch kader Huidig wettelijk kader Voor open systemen is de Grondwaterwet het belangrijkste wettelijk kader. Daarnaast zijn de volgende wetten van belang: - Wet Bodembescherming; - Wet Verontreiniging Oppervlaktewater; - Wet Milieubeheer. Voor gesloten systemen zijn de Wet Bodembescherming en de Wet Milieubeheer in beperkte mate van toepassing. Een verdere toelichting op het huidig juridisch kader is weergegeven in bijlage 1. Toekomstig wettelijk kader Op dit moment is er een aantal ontwikkelingen gaande die het wettelijk kader rond energieopslag gaan beïnvloeden: - De Grondwaterwet zal verdwijnen en worden opgenomen in de nieuwe Waterwet. De concept-waterwet is op 29 juli 2005 gepubliceerd. Op 22 december 2005 is de conceptwet door de Ministerraad aanvaard. Het wetsvoorstel ligt nu een aantal maanden ter advisering bij de Raad van State. De planning is dat de wet in 2006 naar de Tweede Kamer wordt verzonden. - In het kader van KWALIBO worden er door het SIKB beoordelingsrichtlijnen geformuleerd voor het realiseren van ondergrondse energieopslagsystemen. - VROM is bezig met een aantal pilots met betrekking tot ondergrondse ruimtelijke ordening. Energieopslag vormt onderdeel van deze pilots. - Vergunningen in het kader van de Waterwet (de Watervergunning) zullen worden ondergebracht in het zogenaamde omgevingsloket. In de praktijk betekent dit dat een afzonderlijke omgevingsvergunning en watervergunning nodig zullen blijven, maar dat deze via één loket kunnen worden aangevraagd.
1/56278/MaK
1 september 2006
6
-
2.4
Een IPO-werkgroep koude-/warmteopslag 1 is op dit moment doende om voor relatief kleine systemen (tot circa 100.000 m³ per jaar) gestandaardiseerde vergunningvoorschriften te ontwikkelen. Het doel is om helderheid en eenduidigheid te verschaffen naar marktpartijen door binnen alle provincies dezelfde set aan vergunningvoorschriften toe te passen.
Reikwijdte van het onderzoek Dit onderzoek behelst zowel de open als de gesloten systemen (zie figuur 3). De open systemen onttrekken energie uit grondwater dat wordt opgepompt door middel van één of meerdere bronnen. De gesloten systemen onttrekken de energie door middel van - bijvoorbeeld - lussen die in de bodem zijn geplaatst (de zogenaamde bodemwarmtewisselaars). doubletten
open systemen
opslagsystemen
monobronnen
recirculatiesystemen
doubletten
ondergrondse energieopslag
monobronnen
verticaal gesloten systemen
warmtewisselaars horizontaal energiepalen
Figuur 3
1
Onderverdeling open- en gesloten systemen
De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van de provincies Overijssel, Drenthe, Utrecht, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg.
1/56278/MaK
1 september 2006
7
3
Cases juridische knelpunten De afgelopen jaren zijn voor ongeveer 500 projecten door de provincies een vergunning in het kader van de Grondwaterwet verleend. De ervaringen met betrekking tot deze vergunningaanvragen vormen de basis voor de analyse van de juridische knelpunten in dit hoofdstuk. Hoewel de cases niet alle knelpunten inzichtelijk maken, is de verwachting op basis van een enquête onder marktpartijen [Lit. 2] - dat met de hier gepresenteerde cases meer dan 90% van de projecten in Nederland zijn gemoeid. De geschetste cases zijn situaties die in werkelijkheid zijn opgetreden. Om de integriteit van opdrachtgevers te waarborgen zijn de cases geanonimiseerd. De cases zijn gerubriceerd in vijf categorieën. Hieronder zijn deze categorieën met de bijbehorende cases opgesomd. Onduidelijkheid in de wetgeving Dit betreft met name knelpunten die zijn ontstaan omdat de wetten zijn gemaakt voordat de techniek van ondergrondse energieopslag bestond. Case 1 – Reikwijdte van de Grondwaterwet Case 2 – Wettelijk kader voor gesloten systemen Case 3 – Reikwijdte van het Lozingenbesluit Wet Bodembescherming Ondergrondse ordening Het huidige toewijzingsprincipe in de Grondwaterwet is gebaseerd op het principe van “’wie het eerst komt, die het eerst pompt”’. Dit principe zorgt in toenemende mate voor juridische ongelijkheid en daarmee voor knelpunten. Case 4 – Interferentie tussen systemen Case 5 – Juridische verankering van masterplannen Case 6 – Juridische geschillen door beperkte ondergrondse ruimte Andere belanghebbenden De ondergrond wordt voor veel meer doelen gebruikt dan alleen ondergrondse energieopslag. De ondoorzichtige en onvolledige afweging tussen de diverse belangen en partijen zorgt op dit moment voor knelpunten. Case 7 – Belangen industriële winningen Case 8 – Belangen drinkwaterwinningen Procedurele zaken De administratieve, procedurele en financiële lasten die gemoeid zijn met een vergunningaanvraag in het kader van de Grondwaterwet, zijn voor het bedrijfsleven één van de hoogste in Nederland [Lit. 3]. Daarnaast zorgen de verschillen tussen de provincies voor rechtsongelijkheid.
1/56278/MaK
1 september 2006
8
Case 9 – Proceduretijd Case 10 – Verschillen in vergunningsvoorschriften tussen provincies Case 11 – MER-plicht Realisatie en beheer Dit betreft problemen die ontstaan zijn door het beperkte toezicht op de aanleg en beheer van gerealiseerde projecten. Case 12 – Milieuschade door ondeuglijk ontworpen systemen Case 13 – Energiebalans in de bodem
1/56278/MaK
1 september 2006
9
1/56278/MaK
1 september 2006
10
Case 1 - Reikwijdte van de Grondwaterwet
geen vergunning grondwaterwet
Categorie
wel vergunning grondwaterwet
Onduidelijkheid in de wetgeving.
Specifieke omschrijving Een kantoor in Haarlem vraagt een vergunning in het kader van de Grondwater aan. Tijdens de aanvraag blijkt dat bij een naastgelegen kantoor in het verleden een monobronsysteem is gerealiseerd. Voor dit systeem is geen vergunning aangevraagd. Onduidelijk is wat de rechten en plichten van beide systemen ten opzichte van elkaar en de Provincie zijn. Algemene omschrijving Bij energieopslagsystemen wordt koude en warmte aan het grondwater toegevoegd. Als deze koude of warmte nodig is wordt door middel van bronnen deze energie er weer uitgehaald. De consensus is dat hiervoor een vergunning in het kader van de Grondwaterwet nodig is. Er is hierover echter geen jurisprudentie van de Raad van State voorhanden. Er zijn energieopslagsystemen waarbij het grondwater niet boven het maaiveld wordt gebracht. Het water wordt hierbij uit de bron opgepompt, enkele meters onder het maaiveld door middel van een warmtewisselaar aan het gebouw afgegeven, om vervolgens weer dieper in de bodem te worden gebracht. Meestal gaat het om monobronnen, soms om doubletsystemen. Omdat het grondwater niet boven het maaiveld uitkomt wordt beweerd dat geen sprake is van “onttrekken van grondwater”. Daarom wordt geen vergunning in het kader van de Grondwaterwet aangevraagd. Ook vindt geen registratie of melding van deze installaties plaats.
1/56278/MaK
1 september 2006
11
Probleemdefinitie
De definities van “onttrekken” en “infiltreren” van grondwater is in de grondwaterwet niet nauwkeurig omschreven. Deze maas in de wet heeft ertoe geleid dat systemen zonder vergunning worden gerealiseerd.
Gevolgen
- Rechtsongelijkheid: geen vergunning, dus ook geen effectenstudie en vergunningvoorschriften met bijkomende kosten. - Geen kwaliteitsborging: er zijn geen vergunningsvoorschriften. - Interferentie met andere systemen: er is geen registratie van deze systemen.
Wetgeving
Grondwaterwet / Waterwet (Ministerie van Verkeer en Waterstaat)
Bevoegd gezag
Provincies
Urgentie
Hoog
Frequentie
2
5 - 30 systemen per jaar 7 - 43% van het totale aantal open systemen in Nederland
Schaalomvang
Nationaal
Toekomstverwachting
In 2020 zijn 500-1000 systemen gerealiseerd zonder vergunning.
Mogelijke oplossingen
- De Waterwet biedt een kans om de definities van “onttrekken” en “infiltreren” te repareren. Deze wet is in december 2005 door de Raad van State aanvaard en wordt op korte termijn aan de Tweede Kamer aangeboden. - Strikte en actieve handhaving door de provincies. - Jurisprudentie door de Raad van State.
2
Uitgaande van een groei van 70 open systemen per jaar. Dit is de gemiddelde groei gedurende de afgelopen vijf jaar volgens het CBS. In deze case is het minimum derhalve 5/70 = 7% en het maximum 30/70 = 43%. Deze berekeningswijze wordt voor alle cases gehanteerd.
1/56278/MaK
1 september 2006
12
Case 2 - Wettelijk kader gesloten systemen
koud geen vergunning
Categorie
warm wel vergunning
Onduidelijkheid in de wetgeving.
Specifieke omschrijving Een kantorenpark in Delft vraagt vergunning aan in het kader van de Grondwaterwet, krijgt een vergunning en realiseert. Tijdens de uitvoering blijkt dat een direct nabijgelegen woonwijk gebruik maakt van een energieopslag met bodemwarmtewisselaars in hetzelfde watervoerend pakket. Zeer waarschijnlijk gaan systemen elkaar negatief beïnvloeden. Dit laatste systeem is niet vergunningplichtig. Onduidelijk is wat de rechten en plichten van beide systemen ten opzichte van elkaar en de Provincie zijn. Algemene omschrijving Gesloten energieopslagsystemen (o.a bodemwarmtewisselaars) onttrekken en infiltreren geen grondwater, maar transporteren de energie door middel van geleiding middels een gesloten lussensysteem in de bodem. Deze systemen nemen wel een stuk ondergrondse ruimte in en gebruiken dit voor het opslaan van energie. De systemen vallen echter onder geen enkel vergunningenstelsel behalve wanneer ze gemaakt gaan worden in bodembeschermingsgebieden (dan is een ontheffing om te mogen boren nodig). Opdrachtgevers kiezen steeds vaker voor dergelijke systemen vanwege de korte doorlooptijd en de lage vergunningenlast. Probleemdefinitie
Er ontbreekt een wettelijk kader voor het ingebruiknemen van de ondergrond voor het opslaan van energie met behulp van gesloten systemen.
Gevolgen
- Rechtsongelijkheid: geen vergunning, dus ook geen effectenstudie en vergunningvoorschriften met bijkomende kosten.
1/56278/MaK
1 september 2006
13
- Geen kwaliteitsborging: er zijn geen vergunningsvoorschriften. - Interferentie met andere systemen: er is geen registratie van deze systemen. Wetgeving
Ontbreekt, alleen Zorgplicht in het kader van de Wet Bodembescherming (Ministerie van VROM), soms de Wet Milieubeheer voor de installatie (Ministerie van VROM).
Bevoegd gezag
Ontbreekt, eventueel provincies (Wbb) en gemeenten (Wm)
Urgentie
Hoog
Frequentie
20 - 100 systemen per jaar (onbekend vanwege het ontbreken van registratie) 20 - 60% van het totale aantal bodemenergiesystemen in Nederland
Schaalomvang
Nationaal
Toekomstverwachting
In 2020 zijn 1000-3000 systemen gerealiseerd zonder vergunning.
Mogelijke oplossingen
Maak een AMVB bodemenergie die zowel onder de Waterwet als de Wet milieubeheer valt. De AMVB bodemenergie geldt voor alle ondergrondse energieopslagsystemen.
1/56278/MaK
1 september 2006
14
Case 3 – Reikwijdte van het Lozingenbesluit Wbb
Onttrekkingsbron
Infiltratiebron
Koud
Ontheffing lozingenbesluit noodzakelijk
Categorie
Warm
Geen ontheffing lozingenbesluit nodig
Onduidelijkheid in de wetgeving.
Specifieke omschrijving Een appartementencomplex in Deventer vraagt een vergunning aan voor een energieopslagsysteem waarbij het grondwater het hele jaar dezelfde kant op wordt gepompt (energieopslag/recirculatie). De Provincie eist naast een vergunning Grondwater ook een ontheffing in het kader van het Lozingenbesluit. Degelijke ontheffingen zijn echter van tijdelijk aard (10 jaar). Algemene omschrijving Enkele provincies (niet allemaal) eisen dat energieopslag/recirculatiesystemen een ontheffing aanvragen in het kader van het Lozingenbesluit van de Wet bodembescherming. In de toelichting bij het Lozingbesluit staat echter dat deze alleen geldt voor het definitief in de bodem brengen van vloeistoffen Bij energieopslag wordt echter hetzelfde grondwater onttrokken en geïnfiltreerd. Provincies interpreteren het Lozingenbesluit naar eigen inzicht. Energieopslag wordt hiermee belast met een tijdelijk en onzeker vergunningtraject. Probleemdefinitie
Onduidelijkheid over de juridische status van het Lozingenbesluit voor energieopslagsystemen die werken volgens het recirculatieprincipe.
Gevolgen
-
Wetgeving
1/56278/MaK
Systemen worden niet gerealiseerd omdat opdrachtgevers niet investeren in systemen met een tijdelijke vergunning. Extra administratieve lasten. Rechtsongelijkheid tussen diverse locaties in Nederland.
Wet Bodembescherming (ministerie van VROM)
1 september 2006
15
Bevoegd gezag
Provincies
Urgentie
Midden
Frequentie
1 - 5 systemen per jaar <7% van het totale aantal open systemen in Nederland
Schaalomvang
Enkele provincies
Toekomstverwachting
Energieopslag/recirculatie wordt met name veel toegepast bij industrieen. Het lozingenbesluit kan sterk belemmerd zijn voor de toepassing van energieopslag in deze sector.
Mogelijke oplossingen
Regel in de Wet Bodembescherming dat alle energieopslagsystemen vrijgesteld worden van het Lozingenbesluit.
1/56278/MaK
1 september 2006
16
Case 4 – Interferentie tussen systemen
Warm
Koud
Koud
Koud
Warm
Warm
Categorie
Ondergrondse ordening.
Specifieke omschrijving
De zuid-as is een van de drukbebouwste kantoorlocaties van Nederland. Energieopslag wordt vanaf de ontwikkelingen van de eerste kantoren op deze locatie toegepast. Doordat de kantoren veelal hoog en energie-intensief zijn, is er veelal meer (ondergrondse) ruimte dan het eigen perceel nodig voor energieopslag. Dit betekent dat ook ruimte onder nabijgelegen gebouwen ingenomen wordt. Dit beperkt de mogelijkheden om energieopslag toe te passen bij nieuw te ontwikkelen kantoren.
Algemene omschrijving
De beoordeling van een nieuw vergunningaanvraag Grondwaterwet vindt plaatst op basis van de effecten van dit systeem op bestaande belangen. Deze belangen kunnen zijn: reeds bestaande energieopslagsystemen of drinkwaterwinningen, funderingen, flora en fauna. Wat hierin niet meegenomen wordt zijn toekomstige belangen. Dit kan er toe leiden dat iemand die een vergunning aanvraagt in een intensief bebouwde omgeving de mogelijkheden voor andere toekomstige gebruikers beperkt of in een aantal gevallen onmogelijk maakt. De verwachting is dat ontwikkelende partijen in de toekomst in een zeer vroege fase tot een vergunningaanvraag zullen overgaan om alvast maar hun ondergrondse ruimte te “claimen”.
Probleemdefinitie
In de huidige toekenning van een vergunning Grondwaterwet kan in zeer beperkte mate rekening worden gehouden met toekomstige belangen.
1/56278/MaK
1 september 2006
17
Gevolgen
-
-
-
In drukbebouwde gebieden wordt de ondergrond niet optimaal gebruikt waardoor hier gebouwen niet voorzien kunnen worden van energieopslag. Hierdoor gaat potentiele energiebesparing en CO2-emissiereductie verloren. Partijen gaan door het in een zeer vroeg stadium aanvragen van te grote (niet noodzakelijk voor hun gebouw) systemen, ondergrondse ruimte “claimen”. Wellicht met het idee om in later stadium rechten te gaan verkopen. Rechtsongelijkheid tussen huidige en toekomstige gebruikers.
Wetgeving
Grondwaterwet / Waterwet (ministerie van V & W)
Bevoegd gezag
Provincies
Urgentie
Hoog
Frequentie
5 - 10 systemen per jaar 7 - 14% van het totale aantal open systemen in Nederland
Schaalomvang
Nationaal
Toekomstverwachting
Op dit moment speelt het probleem van interferentie op een zestal locaties in Nederland; de verwachting is dat dit er in 2030 minimaal 50 zullen zijn [Lit. 4].
Mogelijke oplossingen
Maak als Provincie een masterplan voor het gebruik van de ondergrond in intensief bebouwde gebieden. Toets alle vergunningaanvragen aan dit masterplan.
1/56278/MaK
1 september 2006
18
Case 5 – Juridische verankering masterplannen
Warm
Categorie
Koud
Koud
Warm
Warm
Koud
Ondergrondse ordening.
Specifieke omschrijving Het Sciencepark is een nieuwe kantoorlocatie die de komende jaren verder wordt ontwikkeld. De verwachting is dat veel gebouwen gebruik willen gaan maken van ondergrondse energieopslag. Om de ondergrond zo optimaal mogelijk te kunnen gebruiken heeft de provincie een masterplan ondergrond laten maken. De provincie toetst elke aanvraag aan dit masterplan. Doordat het masterplan geen duidelijke juridische status heeft is het onduidelijk of de provincie vergunningen mag weigeren indien deze niet voldoet aan dit masterplan. Ook is niet duidelijk of aanvragers mogen afwijken van de voorwaarden in het masterplan. Algemene omschrijving Met een masterplan proberen provincies in de toekomst meer grip te krijgen op het ordenen van de ondergrond. Provincies zijn nog zoekende of en hoe dit masterplan juridisch te verankeren. Probleemdefinitie
Onduidelijke juridische status van een masterplan ondergrondse energieopslag.
Gevolgen
Provincies krijgen onvoldoende grip op de groei van energieopslag of het (ongewenste) oneigenlijk gebruik van de ondergrond (zie ook case 4).
Wetgeving
Grondwaterwet / Waterwet (ministerie van V & W), Grondwaterverordeningen (provincies), Waterhuishoudingsplannen (provincies)
Bevoegd gezag
Provincies
Urgentie
Midden
1/56278/MaK
1 september 2006
19
Frequentie
5 - 10 systemen per jaar 7 - 14% van het totale aantal open systemen in Nederland
Schaalomvang
Nationaal
Toekomstverwachting
Op dit moment zijn twee masterplannen gemaakt. De verwachting is dat dit komende periode sterk gaat stijgen omdat de belangstelling bij provincies en projectontwikkelaars groot is.
Mogelijke oplossingen
Geef in het Waterhuishoudingsplan aan dat de provincie voor bepaalde locaties masterplannen kan verlangen. Leg vervolgens vervaardigde masterplannen als provinciale beleidsregel vast door Gedeputeerde Staten.
1/56278/MaK
1 september 2006
20
Case 6 – Juridische geschillen door beperkte ruimte
Koud
Warm
Koud
Oude situatie: één systeem
Categorie
Warm
Koud
Warm
Nieuwe situatie: nieuw systeem naast bestaand systeem
Ondergrondse ordening.
Specifieke omschrijving Een kantoor in Den Haag heeft al tien jaar een vergunning voor een energieopslagsysteem. Recentelijk heeft de provincie vergunning verleend aan een direct nabijgelegen kantoor. Tijdens de aanvraag heeft de bestaande vergunninghouder bezwaar aangetekend. Provincie heeft dit bezwaar ongegrond verklaard. In tweede termijn is opnieuw bezwaar aangetekend. Om een verdere juridische procedure (lees: een beroep bij de Raad van State) te voorkomen heeft de nieuwe vergunningaanvrager besloten de huidige vergunninghouder schadevergoeding te betalen voor de te verwachten thermische rendementsverliezen. Algemene omschrijving Het aantal energieopslagsystemen neemt sterk toe waardoor ook vaker nabijgelegen systemen elkaar zullen gaan beïnvloeden. Provincies hebben in toenemende mate moeite om te beoordelen of en in welke mate systemen elkaar beïnvloeden en welke schade hierdoor ontstaat. Verder zullen huidige vergunninghouders vaker bezwaar gaan maken tegen nieuwe vergunningen om hun rechten nog nadrukkelijker naar voren te brengen. Probleemdefinitie
Intensiever gebruik van de ondergrond leidt tot meer beroepsprocedures en wellicht de roep om “beschermingszones” rond energieopslag.
Gevolgen
-
Het vaker voorkomen van juridische procedures. Het beperken van de mogelijkheden van toekomstige gebruikers indien er “beschermingszones” worden ingesteld. Juridische procedures bij de Raad van State kunnen leiden tot jurisprudentie die afwijkt van de huidige praktijk waardoor de sterke groei belemmerd kan worden.
Wetgeving
Grondwaterwet / Waterwet (ministerie van V & W)
Bevoegd gezag
Provincies
Urgentie
Hoog
1/56278/MaK
1 september 2006
21
Frequentie
2 - 5 systemen per jaar < 7 % van het totale aantal open systemen in Nederland
Schaalomvang
Nationaal
Toekomstverwachting
Op dit moment komt dit probleem nog relatief weinig voor. De verwachting is dat dit op korte termijn sterk kan gaan groeien (zie ook case 7).
Mogelijke oplossingen
-
-
-
1/56278/MaK
Het maken van grotere collectieve systemen die aangelegd en beheerd worden door energie- of waterbedrijven en warmte en koude leveren aan individuele gebruikers. Wellicht dat Provincies dit in hun beleid kunnen opnemen. Het ontwikkelen van een eenduidige schadevergoedingsregeling. Hiermee moet duidelijk worden wat onder schade wordt verstaan en welke vergoeding hiervoor betaald moet worden. Het maken van masterplannen (zie case 4 en 5).
1 september 2006
22
Case 7 – Belangen industriële winningen
Koud
Categorie
Warm
Industriële waterwinning
Andere belangen.
Specifieke omschrijving Een kantoor in Den Bosch heeft een vergunning aangevraagd voor een energieopslagsysteem. Een nabijgelegen industrieële ondernemer maakt bezwaar omdat zij vrezen dat hun drinkwaterwinning in de toekomst mogelijk negatief beïnvloed gaat worden. Bezwaarprocedures zijn opgestart, maar partijen zijn er in overleg met Provincie uitgekomen. Probleem is uitgebreid in de media besproken. Algemene omschrijving Rond drinkwaterwinning van waterleidingbedrijven ligt een grondwaterbeschermingsgebied. Dit geldt niet voor industrieën die water van drinkwaterkwaliteit nodig hebben voor hun productieproces. De industrie is bezig om bij de overheid ook beschermingszones af te dwingen op basis van de Kaderrichtlijn Water. Dit betekent dat andere belanghebbenden (lees energieopslag) minder gebruik kunnen maken van de ondergrond. Probleemdefinitie
Meer gebruikers van de ondergrond gaan bescherming rond hun inrichtingen eisen. Dit beperkt onnodig het gebruik van de ondergrond voor andere doelen.
Gevolgen
-
Wetgeving
1/56278/MaK
Beperking gebruik ondergrond voor energieopslag Juridische procedures van bestaande energieopslagsystemen die in de nabijheid liggen van industrieën. Negatieve publiciteit rond vergunningsprocedures.
Grondwaterwet / Waterwet (ministerie van V & W), Kaderrichtlijn Water
1 september 2006
23
(EU).
Bevoegd gezag
Provincies
Urgentie
Midden
Frequentie
2 - 5 systemen per jaar < 7 % van het totale aantal open systemen in Nederland
Schaalomvang
Nationaal
Toekomstverwachting
Op dit moment komt dit probleem nog relatief weinig voor. De verwachting is wanneer tot beschermingszones zou worden overgegaan het probleem sterk gaat groeien.
Mogelijke oplossingen
-
1/56278/MaK
Het voorkomen van industriële beschermingszones. Het maken van bestemmingsplannen voor de ondergrond. Deze bestemmingsplannen moeten gelinkt zijn aan andere plannen met betrekking tot de ondergrond (bijvoorbeeld waterhuishoudingsplannen).
1 september 2006
24
Case 8 – Belangen drinkwaterwinningen
Koud
Warm
80meter - mv
Drinkwaterwinning
Drinkwaterwinning Energieopslagtoegestaan
Categorie
Koud
Warm
Energieopslagniet toegestaan
Andere belangen.
Specifieke omschrijving Een winkelcentrum in Breda vraagt een vergunning aan voor een energieopslagsysteem in Breda. De vergunning wordt door de Provincie geweigerd omdat de aanvrager het systeem wil realiseren in lagen die dieper dan 80 meter beneden maaiveld liggen. Dit beleid geldt voor heel Noord-Brabant. Aanvrager maakt bezwaar maar dit wordt ongegrond verklaard. Omdat er in dit gebied geen geschikte watervoerende lagen boven de 80 meter liggen, moet de aanvrager overgaan tot een conventioneel (lees niet duurzaam) systeem. Algemene omschrijving 4% van de Nederlandse ondergrond bestaat uit beschermingszones rond drinkwaterwinningen. In deze gebieden is energieopslag veelal niet toegestaan. Enkele provincies gaan hier nog een stap verder en sluiten volledige watervoerende lagen uit voor andere toepassingen dan drinkwaterwinning. In gebieden waar geen andere watervoerende lagen aanwezig zijn, kan derhalve geen energieopslag worden gerealiseerd. Hiermee wordt potentiële energiebesparing en CO2emissiereductie misgelopen. Probleemdefinitie
De provincie sluit een deel van de ondergrond uit voor toepassingen die geen drinkwaterbelang hebben.
Gevolgen
-
Beperking gebruik ondergrond voor energieopslag (minder energiebesparing en CO2-emissiereductie). Duurdere energieopslagsystemen omdat ze gemaakt moeten gaan worden in minder geschikte lagen.
Wetgeving
Grondwaterwet / Waterwet (ministerie van V & W), Waterhuishoudingsplannen (provincies)
Bevoegd gezag
Provincies
Urgentie
Midden
1/56278/MaK
1 september 2006
25
Frequentie
20 - 30 systemen per jaar 29 - 43% van het totale aantal systemen in Nederland
Schaalomvang
Een drietal provincies
Toekomstverwachting
De trend is dat provincies meer vertrouwen krijgen in de techniek van energieopslag en daardoor bepaalde watervoerende lagen weer vrijgeven voor energieopslag.
Mogelijke oplossingen
Het met uitzondering van grondwaterbeschermingsgebieden vrijgeven van alle watervoerende lagen voor energieopslag. Voordat een dergelijk besluit genomen kan worden is het raadzaam de ervaringen met energieopslag en de relatie met grondwaterkwaliteit nogmaals op een rij te zetten.
1/56278/MaK
1 september 2006
26
Case 9 – Proceduretijd
7,5 maanden
Koud
Koud
Warm Vergunningaanvraag
Categorie
Warm realisatie
Procedurele zaken.
Specifieke omschrijving Een kantoor in Geldermalsen heeft besloten om een energieopslagsysteem aan te laten leggen. Gezien de krappe bouwplanning besluiten zij het systeem wel aan te leggen maar geen vergunning aan te vragen. In een later stadium hebben zij alsnog vergunning aangevraagd en gekregen. Algemene omschrijving De vergunningprocedure voor de Grondwaterwet neemt circa 7,5 maanden in beslag. Voor grotere bouwprojecten is dat geen probleem omdat daarbij de voorbereidingstijd lang is. Voor kleine projecten is de doorlooptijd beperkt. Vanwege planningsproblemen besluit men vaak geen energieopslagsysteem aan te leggen of er voor te kiezen geen vergunning aan te vragen maar het systeem wel aan te leggen. Probleemdefinitie
De vergunningsprocedure van circa 7,5 maanden is te lang voor bouwprojecten met een korte doorlooptijd.
Gevolgen
-
-
Energieopslag wordt hierdoor beperkt toegepast voor kleine ge2 bouwen (< 2500 m ), terwijl deze gebouwen een belangrijke groei markt zijn voor energieopslag. De ontstaan van illegale systemen. Geen kwaliteitsborging.
Wetgeving
Grondwaterwet / Waterwet (ministerie van V & W)
Bevoegd gezag
Provincies
Urgentie
Midden
Frequentie
25 - 30 systemen per jaar 36 - 43% van het totale aantal open systemen in Nederland
Schaalomvang
Nationaal
1/56278/MaK
1 september 2006
27
Toekomstverwachting
Het strengere bouwbesluit dwingt ontwikkelaars meer gebruik te maken van duurzame technieken zoals ondergrondse energieopslag. Voor de markt van kleine kantoren en woonwijken zal de vergunningsprocedure in toenemende mate belemmerd zijn.
Mogelijke oplossingen
Maak kleine systemen meldings- of registratieplichtig in plaats van vergunningplichtig.
1/56278/MaK
1 september 2006
28
Case 10 – Verschillen vergunningsvoorschriften
Koud
Koud
Warm geen meetbuis
Categorie
Warm Wel meetbuizen
Procedurele zaken.
Specifieke omschrijving Een ontwikkelaar die zowel systemen in Noord-Holland als in Flevoland realiseert wordt geconfronteerd met sterke verschillen in vergunningvoorschriften. Gevolg is dat door zeer intensieve monitoringskosten een systeem in Flevoland zich minder snel terugverdiend dan in NoordHolland. Ontwikkelaar maakt bezwaar in Flevoland, maar dit wordt ongegrond verklaard. Algemene omschrijving De provincies bepalen zelfstandig welke voorschriften er worden gekoppeld aan een vergunning Grondwaterwet. Hoewel de geohydrologische situatie tot variabele vergunningvoorschriften kan leiden, lopen de voorwaarden zeer sterk uiteen. Marktpartijen maken in toenemende mate bezwaar tegen vergunningseisen omdat vaak niet duidelijk is wat het doel is van de resultaten van de diverse voorschriften. Ook blijkt dat er vaak niet of nauwelijks of wordt gehandhaafd. Probleemdefinitie
De vergunningsvoorschriften verschillen sterk per provincie
Gevolgen
-
-
De financieel rentabiliteit kan door de zeer hoge vergunningseisen zodanig laag worden dat partijen besluiten geen energieopslagsysteem aan te leggen. Toenemende bezwaarprocedures om vergunningseisen te verkleinen. Rechtsongelijkheid tussen diverse provincies.
Wetgeving
Grondwaterwet / Waterwet (ministerie van V & W)
Bevoegd gezag
Provincies
1/56278/MaK
1 september 2006
29
Urgentie
Midden
Frequentie
25 - 30 systemen per jaar 36 - 43% van het totale aantal open systemen in Nederland
Schaalomvang
Enkele provincies
Toekomstverwachting
Provincies zijn bezig vergunningvoorschriften met elkaar te vergelijken. (harmonisatie). Indien het resultaat hiervan is dat in de nieuwe gezamenlijke set de strengste eisen overblijven, heeft dat een sterk negatief effect op de rentabiliteit van energieopslag.
Mogelijke oplossingen
Harmonisatie van de vergunningvoorschriften op basis van ervaringen en metingen uit het verleden. Let op dat er niet gemeten wordt om het meten.
1/56278/MaK
1 september 2006
30
Case 11 – MER-plicht
Koud
K
Warm
K
Alleen vergunning grondwaterwet nodig
Categorie
K
W
W
W
Vergunning grondwaterwet- en MER plicht
Procedurele zaken.
Specifieke omschrijving Een kantorenpark in Eindhoven wil een groot collectief energieopslagsysteem aanleggen en vraagt hiervoor een vergunning Grondwaterwet 3 aan. Omdat het systeem boven de 3.000.000 m /jaar zit moet de Merprocedure worden gevolgd. Deze procedure zorgt voor aanzienlijke vertraging van de totstandkoming van het project en voor een sterke groei van de kosten. Het systeem doorloopt een procedure van circa twee jaar en wordt uiteindelijk vergund. Algemene omschrijving Energieopslagsystemen die meer dan 1.500.000 m3/jaar verpompen 3 zijn mer-beoordelingsplichtig; boven de 3.000.000 m /jaar is men altijd mer-plichtig. De mer-procedure duurt in het meest gunstigste geval circa 1,5 jaar en leidt tot een extra kostenpost tussen de € 50.000,= en € 100.000,=. De effecten van koude-/warmteopslag op de omgeving zijn echter significant kleiner dan bij “gewone” grondwateronttrekkingen omdat bij koude-/warmteopslag op geringe afstand al het water weer wordt teruggevoerd in de bodem. Hierdoor treedt een compensatieeffect op. Probleemdefinitie
De Mer-plicht zorgt voor extra financiële en organisatorische problemen voor grootschalige energieopslagsystemen.
Gevolgen
-
Wetgeving
Wet Milieubeheer & MER-Besluit (VROM), Grondwaterwet / Waterwet (ministerie van V & W)
Bevoegd gezag
Provincies
Urgentie
Laag
Frequentie
1 - 3 systemen per jaar
1/56278/MaK
Planningsproblemen waardoor systemen niet gerealiseerd worden. Er wordt vaak gekozen om meerdere kleine systemen aan te leggen. Deze zijn economisch en technisch minder aantrekkelijk.
1 september 2006
31
(< 4 %) van het totale aantal systemen in Nederland
Schaalomvang
Nationaal
Toekomstverwachting
Provincies stimuleren de toepassing van grote collectieve systemen omdat hiermee de ondergrond efficiënter kan worden benut. De Merplicht kan dit streven tegenwerken.
Mogelijke oplossingen
-
1/56278/MaK
Vergroot de grenzen voor de MER-plicht en de MERbeoordelingsplicht voor koude-/warmteopslagsystemen. Schaf de Mer-plicht voor energieopslagsystemen geheel af (voor 2000 was er geen Mer-plicht indien het water binnen 500 meter afstand weer word teruggevoerd in de bodem).
1 september 2006
32
Case 12 – Milieuschade door ondeuglijk ontwerp
zoet zout zoet zout Verzilting in het 3e jaar
1e jaar
Categorie
Realisatie en beheer.
Specifieke omschrijving Een woonwijk in Den Haag heeft een vergunning voor een energieopslagsysteem. Omdat het systeem zich in een watervoerende laag bevindt waar zowel zoet als zout grondwater aanwezig is, zijn strenge eisen gesteld om verzilting te voorkomen. Na enkele jaren treden er ten gevolge van het aantrekken van zout grondwater corrosieproblemen op. Het systeem wordt stilgelegd en aangepast (filters in een dieper watervoerend pakket). De Provincie geeft hiervoor een nieuwe vergunning af. Algemene omschrijving Het aantal kwaliteitseisen die op dit moment aan energieopslagsystemen wordt gesteld is beperkt. Dit maakt het voor iedereen, los van kennis en ervaring, mogelijk systemen te ontwerpen en aan te leggen. Het gevaar bestaat dat systemen hierdoor onzorgvuldig worden aangelegd en dat hierdoor (onherstelbare) milieuschade kan ontstaan. Probleemdefinitie
Er worden zeer beperkte kwaliteitseisen gesteld aan uitvoerende partijen.
Gevolgen
-
Wetgeving
Grondwaterwet / Waterwet (ministerie van V & W), Wet Bodembescherming (ministerie van VROM)
Bevoegd gezag
Provincies
Urgentie
Hoog
1/56278/MaK
Milieuhygiënische schade. Negatieve publiciteit.
1 september 2006
33
Frequentie
1 - 5 systemen per jaar (<5 %) van het totale aantal open systemen in Nederland
Schaalomvang
Nationaal
Toekomstverwachting
Een groeiende markt voor energieopslag trekt veel partijen aan die geen verstand van zaken hebben waardoor het gevaar bestaat dat er meer schadegevallen kunnen ontstaan. Hierdoor kan de gehele markt negatief worden beïnvloed.
Mogelijke oplossingen
-
-
1/56278/MaK
Certificeer bedrijven die systemen ontwerpen en aanleggen. Het SIKB ontwikkelt een protocol voor mechanisch boren. De juridische verankering ontbreekt nog (bijvoorbeeld een AMvB Bodemenergie). Verplicht systemen te laten keuren voordat ze in gebruik genomen mogen worden (KIWA-keur is beschikbaar: KC 116, KIWA, 2006).
1 september 2006
34
Case 13 – Energiebalans in de bodem
W
W
K In balans (na 1 jaar)
K
Uit balans door koude winters (na 3 jaar)
Categorie
Realisatie en beheer.
Specifieke omschrijving
Een hotel in den Haag heeft een vergunning voor een energieopslagsysteem. Na een aantal jaren blijkt dat er meer warmte in de bodem wordt gebracht dan dat er wordt onttrokken. Het hotel past zijn systeem aan, maar wordt geconfronteerd met het feit dat het bevoegd gezag hen verplicht ook het warmteoverschot uit het verleden te vernietigen. Deze vernietiging van warmte kan alleen plaatsvinden door exceptioneel hoge kosten. Het hotel besluit voorlopig niets te doen omdat de thermisch balans geen formele vergunningsvoorschrift is.
Algemene omschrijving
Het principe van energieopslag is dat er net zoveel energie in de bodem wordt gestopt dan er wordt uitgehaald. In de praktijk is dit onmogelijk omdat er rendementsverliezen in de bodem optreden en omdat er voor bepaalde toepassingen meer warmte dan koude (of andersom) nodig is. De Grondwaterwet kan in principe niets zeggen over waterkwaliteitsproblemen, maar men beroept zich vaak op het Lozingenbesluit van de Wet Bodembescherming. Jarenlange metingen en laboratoriumonderzoek hebben aangetoond dat er voor lage temperatuuropslag geen aantoonbare gevolgen zijn voor de grondwaterkwaliteit [Lit. 5].
Probleemdefinitie
Onduidelijkheid over de juridisch status van eisen met betrekking tot de thermisch balans.
Gevolgen
-
1/56278/MaK
1 september 2006
Hoge kosten om thermische balans te herstellen. Juridische geschillen.
35
Wetgeving
Grondwaterwet / Waterwet (ministerie van V & W), Wet Bodembescherming (ministerie van VROM)
Bevoegd gezag
VROM en V&W
Urgentie
Hoog
Frequentie
40 - 50 systemen per jaar 60 à 70% van het totale aantal open systemen in Nederland heeft een vorm van thermische onbalans
Schaalomvang
Nationaal
Toekomstverwachting
Door klimaatveranderingen worden op dit moment met name de oudere energieopslagsystemen getroffen door een onbalans situatie. Nieuwe systemen kunnen hier gedeeltelijk op in spelen.
Mogelijke oplossingen
-
-
-
1/56278/MaK
1 september 2006
Stel een onderzoek in naar alle aspecten van de energiebalans (milieu, duurzaamheid, financiëel, technisch, juridisch, ondergrondse ruimte). Betrek hierin ook de ervaringen van gerealiseerde projecten. Neem als voorschrift in de vergunning Grondwaterwet een cumulatieve balans van 25% gedurende 10 jaar op. Sluit energieopslag - en daarmee ook een energetische onbalans - geheel uit van de werkingssfeer van het Lozingenbesluit Wbb.
36
4
Evaluatie
Van elke van de dertien cases is bepaald hoe groot de urgentie is (laag, midden en hoog). Ook is bepaald voor welk percentage van de systemen het betreffende probleem optreedt. Op basis hiervan is een een prioriteitenlijst gemaakt waarin onderscheid is gemaakt in eerste instantie op basis van urgentie en in tweede instantie op basis van het percentage dat het probleem optreedt 3 . In tabel 4.1 is het resultaat weergegeven. Tabel 4.1
Prioriteitenlijst op basis van urgentie en frequentie van optreden
caseomschrijving nummer 13 2 1 4 6 12 9 10 8 5 7 3 11
urgentie
energiebalans wettelijk kader gesloten systemen
hoog hoog hoog hoog hoog hoog midden midden midden midden midden midden laag
reikwijdte grondwaterwet interferentie tussen systemen juridische geschillen ondergrond milieuschade ondeuglijke systemen proceduretijd verschillen vergunningsvoorschriften belangen drinkwaterwinningen juridische verankering masterplannen belangen industriële winningen reikwijdte lozingenbesluit Wbb MER-plicht
% van alle systemen (gemiddeld) 65 40 25 11 5 4 40 39 36 11 5 4 2
Uit tabel 4.1 volgt dat er zes juridische cases zijn met hoge urgentie. Om deze “top 6” problemen op te lossen kunnen de hierna volgende acties worden ondernomen.
Energiebalans Er heerst veel onduidelijkheid over de energiebalans, zowel bij marktpartijen als bij vergunningverleners. Daarom wordt aanbevolen om een onderzoek te starten naar alle aspecten van de energiebalans. Dit betreft o.a. milieuhygiënische-, duurzaamheids-, financiële-, technische- en juridische aspecten. Ook moet worden onderzocht hoe groot de impact is op de ondergrondse ruimte. Doel van het onderzoek is te bepalen wat het nut en de noodzaak van een balans is, en in hoeverre in de vergunning Grondwaterwet hieraan eisen moeten worden gesteld. Het onderzoek kan op IPO-niveau worden uitgevoerd, of op ministerieel niveau. Het ministerie van VROM is daarvoor de aangewezen partij in verband met het bodemaspect. Zeer belangrijk ook is om energieopslag (en daarmee de energetische onbalans) uit te sluiten van de werkingssfeer van het Lozingenbesluit Wbb.
3
Het percentage betreft de gemiddelde frequentie dat het probleem optreedt (gemiddelde van het minimum en maximum zoals voor iedere case is opgegeven).
1/56278/MaK
1 september 2006
37
Dit kan worden bereikt door de Wet Bodembescherming aan te passen (ministerie van VROM).
Wettelijk kader gesloten systemen Doordat er geen wettelijk kader voor gesloten systemen aanwezig is ontstaan veel problemen. De belangrijkste is misschien wel het feit dat er geen enkele kwaliteitsborging plaatsvindt. Hierdoor kunnen ongecontroleerd grondboringen plaatsvinden. Daarnaast vindt er geen melding of registratie plaats, waardoor onbekend is waar deze systemen zich bevinden. Hierdoor treedt ongewenste interferentie met andere systemen op. Om dit probleem op te lossen wordt aanbevolen een AMvB bodemenergie te creëren die zowel onder de Waterwet als de Wet milieubeheer/Wet Bodembescherming valt. Hierdoor kunnen kwaliteitseisen aan gesloten systemen worden gesteld, en vindt er registratie plaats. Om dit te bereiken moeten zowel het ministerie van VROM als van V&W overleg voeren en de betreffende wetten aanpassen.
Reikwijdte van de Grondwaterwet De nieuwe Waterwet die eerdaags aan de Tweede Kamer zal worden aangeboden biedt een uitstekende kans om helder te maken wanneer er wel en niet een vergunning benodigd is voor de toepassing van energieopslag. Hiertoe dienen de definities van “onttrekken” en “infiltreren” te worden aangepast. Om dit te bereiken zal het Ministerie van V&W de Waterwet moeten aanpassen. Ook kan door middel van een AMvB Bodemenergie (zoals hierboven reeds genoemd) duidelijkheid worden verschaft over de reikwijdte van de Waterwet. Een dergelijke AMvB heeft bovendien het voordeel dat kleine systemen gevrijwaard kunnen worden van de vergunningsplicht. Hierdoor neemt de administratieve last voor zowel de provincies als het bedrijfsleven met enkele tientallen procenten af. Gezien de grote groei van het aantal systemen een welkom initiatief.
Interferentie tussen systemen Er gaat veel potentiële energiebesparing en CO2-emissiereductie verloren doordat nieuwe systemen niet kunnen worden gerealiseerd door rechten van bestaande systemen. Om dit te voorkomen kunnen van bepaalde gebieden masterplannen voor de ondergrond worden gemaakt. Deze masterplannen beperken zich tot energieopslag, maar eventueel kunnen ook andere ondergrondse functies worden toegevoegd. Omdat de provincies het bevoegd gezag zijn voor energieopslag, zijn zij ook de aangewezen partij om te bepalen waar masterplannen nodig zijn. Ook kunnen zij opdracht geven om zelf - of door derden masterplannen te vervaardigen. Het masterplan bevat voorwaarden met betrekking tot bronlocaties, filterdiepten, maximale debieten, etc. Op basis van het masterplan worden vervolgens voorwaarden aan vergunningen Grondwaterwet verbonden. Juridische verankering van masterplannen kan plaatsvinden door deze als beleidsregel te laten bekrachtigen door Gedeputeerde Staten.
1/56278/MaK
1 september 2006
38
Juridische geschillen door beperkte ondergrondse ruimte Om juridische geschillen over het gebruik van de ondergrond te voorkomen kunnen provincies in hun beleid bepalen dat de voorkeur uitgaat naar grotere, collectieve systemen. Deze systemen kunnen aangelegd en beheerd worden door energie- of waterbedrijven die warmte en koude leveren aan individuele gebruikers. De provincie dient hierbij een sterk faciliterende rol op zich te nemen, omdat er veel actoren betrokken zijn en de verschillende processen zeer gecompliceerd zijn. Men moet er echter voor waken dat kleine systemen niet geheel worden verboden, omdat hiermee veel projecten geen doorgang zullen vinden. Ook is het van belang dat een eenduidige schadevergoedingsregeling wordt ontwikkeld door de provincies. Hiermee moet duidelijk worden wat onder schade wordt verstaan, en welke vergoeding hiervoor betaald moet worden. Tenslotte zijn masterplannen een goede manier om de ondergrond voor energieopslag te ordenen.
Milieuschade door ondeuglijke systemen Door de zeer beperkte kwaliteitseisen die gesteld worden aan uitvoerende partijen kan milieuhygiënische schade optreden en dit genereert negatieve publiciteit rondom energieopslag. Om dit te verbeteren wordt aanbevolen om bedrijven die systemen ontwerpen en aanleggen te certificeren. Het SIKB ontwikkelt een protocol voor mechanisch boren. De juridische verankering kan plaatsvinden in bijvoorbeeld een AMvB Bodemenergie. Ook kunnen systemen worden gekeurd voordat ze in gebruik genomen mogen worden. Hiervoor is de KIWA-keur KC 116 beschikbaar.
1/56278/MaK
1 september 2006
39
Literatuur [1]
Centraal Bureau voor de Statistiek, 2005 - Duurzame energie in Nederland 2004. ISBN-nummer: 90-357-3066-6. Voorburg/Heerlen.
[2]
IF Technology, 2006 - Juridisch Kader Bodemenergie. Knelpunten en oplossingen vanuit markt en overheid. Arnhem.
[3]
SIRA consulting, 2005 - Kosten en effecten van vergunningverlening, inventarisatie naar de kenmerken van 77 vergunningstelsels. Nieuwegein.
[4]
IF Technology, 2006 - Interferentie Ondergrondse Energieopslag. Arnhem.
[5]
IF Technology, 2004 - Temperatuureffecten op grondwaterkwaliteit. Samenvatting bestaande kennis. Rapport in opdracht van NOVEM. Arnhem.
1/56278/MaK
1 september 2006
40
Bijlage
Overzicht van het wettelijk kader
Grondwaterwet (Gww) De Grondwaterwet uit 1984 reguleert de verdeling van grondwater met het oog op een optimaal gebruik door de verschillende daaraan verbonden belangen. De Grondwaterwet schrijft voor dat iedere grondwateronttrekking en infiltratie geregistreerd moet worden bij het bevoegd gezag. Dit houdt in dat de onttrekkingslocatie moet worden aangemeld en dat opgave van de jaarlijkse verplaatste grondwaterhoeveelheden dient plaats te vinden. Elke onttrekking of infiltratie groter dan 10 m³/h is in het kader van de Grondwaterwet vergunningplichtig, tenzij sprake is van een noodvoorziening. De Provincie is het bevoegd gezag. De proceduretijd is vastgelegd in de Algemene Wet Bestuursrecht en bedraagt maximaal 7,5 maanden. De Grondwaterwet is de belangrijkste wet voor de open systemen. Bijna in alle gevallen is voor het verplaatsen van grondwater ten behoeve van het opslaan en onttrekken van energie een grondwatervergunning vereist. De provincies zijn bevoegd om door middel van haar beleidsplannen en verordeningen aanvullende eisen voor de grondwatervergunning op te stellen. Hierdoor treden grote verschillen op tussen provincies onderling met betrekking tot de vergunningverlening.
Wet bodembescherming (Wbb) De bescherming en sanering van de bodem is geregeld in de Wet bodembescherming. Deze wet bevat voorwaarden die kunnen worden verbonden aan het verrichten van handelingen in de bodem. De Wbb kent geen vergunningplicht. De voorwaarden ter bescherming van de bodem worden voor het grootste gedeelte uitgewerkt in AMvB’s (algemene maatregel van bestuur). In de meeste gevallen is de gemeente het bevoegd gezag. Bij het boren van bronnen dient de zogenaamde Zorgplicht (artikel 13) in acht te worden genomen. Deze zorgplicht houdt in dat een ieder die handelingen op of in de bodem verricht, gehouden is zorgvuldig te zijn en accuraat op te treden. Wanneer door onzorgvuldig handelen schade aan het milieu wordt toegebracht, kan op basis van de zorgplicht dit toch strafbaar worden gesteld ook al is er geen specifieke norm overtreden. Onder bepaalde voorwaarden en voor specifieke concepten is in enkele provincies een ontheffing in het kader van het Lozingenbesluit van de Wet Bodembescherming nodig. In die provincies zijn eisen gesteld aan de positionering van bronlocaties. Kan aan deze eisen niet worden voldaan dan is het Lozingenbesluit van toepassing. Het betreft hier recirculatiesystemen, waarbij gedurende het hele jaar grondwater uit een onttrekkingsbron wordt onttrokken en teruggevoerd in een infiltratiebron. De stromingsrichting in het grondwatersysteem is hierdoor in een jaar altijd gelijk. Deze extra voorwaarde en wetgeving leidt voor marktpartijen tot onzekerheid.
Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo) De Wet Verontreiniging Oppervlaktewater heeft als doel het bestrijden en het voorkomen van verontreiniging van oppervlaktewateren met het oog op de verschillende functies die deze wateren in onze samenleving vervullen. Het in het oppervlaktewater brengen van afvalstoffen, verontreinigde of schadelijke stoffen, in welke vorm dan ook, vereist een ontheffing of vergunning in het kader van de Wvo. Er zijn twee overheidsinstanties belast met de uitvoering van de Wvo. Dit zijn het Rijk voor de rijkswateren en de waterschappen
1/56278/MaK
1 september 2006
voor de regionale wateren. De proceduretijd voor een Wvo-vergunning is vastgelegd in de Algemene Wet Bestuursrecht en bedraagt maximaal 7,5 maanden. Bij grondwatersystemen is de Wvo alleen van toepassing indien grondwater wordt geloosd op het oppervlaktewater (bij het ontwikkelen van de bronnen bij de aanleg van het systeem, of bij spuiacties voor onderhoudswerkzaamheden). De waterbeheerder heeft een grens voor het lozingendebiet ingesteld, waarboven de lozing vergunningplichtig is. Ligt de lozing onder de grens dan is een meldingsplicht van kracht. Dit dient altijd voorafgaand aan de werkzaamheden met de waterbeheerder te worden overlegd.
Wet milieubeheer (Wm) De Wet Milieubeheer is een integrale milieuwet, die de gevolgen van één activiteit op verschillende sectoren van het milieu reguleert. Wanneer een activiteit bedreigend is voor het milieu dient een vergunning in het kader van de Wet Milieubeheer te worden aangevraagd. In deze milieuvergunning worden beperkingen en voorschriften opgenomen waarmee de aantasting van het milieu ten gevolge van de activiteit wordt beperkt. Doorgaans is de gemeente het bevoegd gezag. Onder bepaalde omstandigheden ligt de bevoegdheid echter bij de Provincie of het Ministerie van VROM. De proceduretijd voor een Wm-vergunning is vastgelegd in de Algemene Wet Bestuursrecht en bedraagt maximaal 7,5 maanden. Voor open systemen geldt dat bij lozing van grondwater op het riool (bij het ontwikkelen van de bronnen bij de aanleg van het systeem, of bij spuiacties voor onderhoudswerkzaamheden) een ontheffing of een vergunning moet worden aangevraagd in het kader van de Wet Milieubeheer. Het bevoegd gezag is de Gemeente. Het te lozen grondwater wordt namelijk gezien als bedrijfsafvalwater. In toenemende mate vraagt dit aspect aandacht gezien het feit dat gemeenten strakker handhaven en de milieueisen aanscherpen. Er is op dit moment geen duidelijke plaats voor energieopslagsystemen binnen de Wet Milieubeheer, waar dit gezien de milieuvoordelen wel op zijn plaats is. In het specifieke geval dat de bronnen van het grondwatersysteem binnen het grondwaterbeschermingsgebied of de boringsvrije zone van een drinkwaterwinning worden geplaatst, is voor het boren van de bronnen ook een ontheffing in het kader van de Provinciale Milieuverordening nodig. In de praktijk komt dit nauwelijks voor, omdat in het kader van de Grondwaterwet vaak verboden wordt om binnen deze gebieden grondwater te verplaatsen.
Overige wetgeving De overige wetten en regelingen die van toepassing kunnen zijn op open systemen zijn: - Woningwet (plaatsen van de putbehuizing); - Algemene politieverordening (aanleg van leidingen in gemeentegrond); - Wet Beheer Waterstaatswerken (aanleg van leidingen in Rijksgrond); - Natuurwetten (Vogelrichtlijn, Habitatrichtlijn, Natuurbeschermingswet, Flora- en Faunawet); - Verdrag van Valetta (bescherming van archeologische waarden); - Spoorwegwet (aanleg van een systeem nabij het spoor). Deze opsomming is vermoedelijk niet volledig, in specifieke omstandigheden kunnen andere wetten en regelingen van toepassing zijn.
1/56278/MaK
1 september 2006
Wetgeving gesloten systemen Bij gesloten systemen is wettelijk kader beperkt aanwezig. Alleen de Wet Bodembescherming en de Wet Milieubeheer kunnen van toepassing zijn. - De Wet bodembescherming: deze wet is te allen tijde van toepassing bij de grondboringen. Dan dient de Zorgplicht (artikel 13) in acht te worden genomen. - Wet Milieubeheer: gesloten systemen kunnen in het kader van de Wet Milieubeheer worden beschouwd als (onderdeel van) een inrichting. In de praktijk vormt het systeem slechts een klein onderdeel van de totale inrichting en heeft deze geen invloed op de inhoud van de milieuvergunning die benodigd is. Wel is een ontheffing nodig als de boringen binnen het grondwaterbeschermingsgebied of de boringsvrije zone van een drinkwaterwinning plaatsvinden (Provinciale Milieuverordening).
1/56278/MaK
1 september 2006