Jeugd Technologie Olympiade vraag 1

elektriciteit

Jeugd Technologie Olympiade vraag 1

Opa zou graag Bob en Ellen in een kruiwagen naar de overkant informatica tekenen mechanica elektronica van de tuin rijden. Opa heeft een zwakke rug en zou natuurlijk niet biotechnolog graag pijn hebben. Op welke manier kost het opa de minste kracht om Bob en Ellen te vervoeren?

 Op manier a  Op manier b  Op manier c

Jeugd Technologie Olympiade vraag 2 Laura houdt een tentoonstelling van haar prachtige kunstwerken. Om de toeschouwers de weg naar de tentoonstelling te tonen, timmerde ze wegwijzers in elkaar. Welke wegwijzer zit het stevigst vast?

a

 Wegwijzer a  Wegwijzer b  Wegwijzer c

b

c

Jeugd Technologie Olympiade vraag 3 Wist je dat een fietsbel verplicht is op elke fiets? Maar heb je al eens een fietsbel uit elkaar gehaald? Ja, dan weet je dat er in de fietsbel soms tandwielen op elkaar inwerken. Maar hoe werken tandwielen nu eigenlijk? Welk tandwiel heeft het hoogste toerental bij een draaiende beweging?

 a. Het rode tandwiel met het grootste aantal tanden.  b. Het groene tandwiel met het kleinste aantal tanden  c. Het groene tandwiel omdat het door het rode en het blauwe aangedreven wordt

Jeugd Technologie Olympiade vraag 4 Je hebt samen met je vriendjes een mooie boomhut gebouwd in de tuin. Nu wil je met een touw en een mand een liftje bouwen om drankjes en hapjes naar boven te trekken. In de schuur vind je hiervoor enkele katrollen, die je aan een balk in het dak of op de vloer van je hut kan bevestigen. Wat is de vlotste manier om de mand naar boven te trekken?

 Op manier a  Op manier b  Op manier c

Jeugd Technologie Olympiade vraag 5 Vader speelt elektrische gitaar. Om te kunnen oefenen heeft hij een verlengsnoer nodig. De versterker van de elektrische gitaar maakt gebruik van een grote hoeveelheid stroom. Welk verlengsnoer raad jij vader aan om te gebruiken?

1

 a. Snoer 1, want daar mag de grootste hoeveelheid stroom doorvloeien.

 b. Snoer 2, want daar mag de grootste hoeveelheid stroom doorvloeien.

 c. Het maakt niet uit. Door beide snoeren mag een grote hoeveelheid stroom vloeien.

2

Jeugd Technologie Olympiade vraag 6 Jo heeft een fiets ontworpen, volledig in plastiek (kunststof ). Die fiets is hierdoor superlicht en daar kan hij dan ook heel snel mee rijden! Graag jouw advies over het monteren van de elektrische stroomkring. Normaal gezien gebruikt men het metalen fietskader als een elektrische geleider. Hoe moet Jo de elektrische stroomkring monteren om het licht te kunnen laten branden?

 a. De montage kan met één draad zoals op de figuur.  b. Het kan niet zoals op de figuur, want er moet nog een extra batterij in het voorlicht gemonteerd worden.

 c. Het kan niet zoals op de figuur, want er moet nog een tweede draad gemonteerd worden tussen dynamo en voorlicht.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 7 De natuur is belangrijk! Het aantal blaadjes dat een plant heeft, beïnvloedt de hoeveelheid water die een plant opneemt. In de 3 bekers zit evenveel water, bedekt met een dun laagje olie dat ervoor zorgt dat er geen water kan verdampen. We laten de bekers enkele dagen staan. Wat kun je vaststellen als je de bekers na enkele dagen met elkaar vergelijkt?

 a. Het waterpeil in beker a is het meest gezakt.  b. Het waterpeil in beker b is het meest gezakt.  c. Het waterpeil in beker c is het meest gezakt.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 8 Deze foto toont een warmtescan van het huis waar Lore samen woont met haar mama, papa en broertje. Een rode en gele kleur betekenen dat het huis op die plaatsen veel warmte verliest, terwijl een groene en blauwe kleur betekenen dat het huis op die plaatsen weinig warmte verliest. Lores kamer is onder het dak. Hoe kan Lore ervoor zorgen dat het dak boven haar kamer op een warmtescan groen kleurt en dus weinig warmte verliest?

 a. Lore kan haar ouders overtuigen om het dak groen te schilderen.

 b. Lore kan haar ouders vragen om een extra

verwarmingstoestel te installeren op haar kamer.

 c. Lore kan haar ouders helpen met het isoleren van het dak.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 9 Tijdens een hevige storm is het kippenhok van Trui stuk gewaaid. Trui heeft een nieuw kippenhok gekocht. Ze wil het nieuwe hok verstevigen zodat het niet meer stuk kan waaien. Hoe kan Trui de rechthoekige delen van het nieuwe kippenhok het best verstevigen?

a

 Op manier a  Op manier b  Op manier c

b

c

Jeugd Technologie Olympiade vraag 10 Omar haalt water uit de rivier om zijn familie van water te voorzien. Het rivierwater is vervuild. Omar denkt een trucje te kennen om van het vervuilde rivierwater helder water te maken. Hij giet het vervuilde rivierwater in een grote kom. Daarna plaatst hij in het midden van de grote kom een kleinere kom. Over de grote kom spant hij plasticfolie en in het midden legt hij een aantal knikkers zodat de plasticfolie doorbuigt boven de kleinere kom. Dan plaatst hij alles in de zon. ’s Avonds kijkt Omar naar het resultaat.

Is Omar zijn trucje om helder water te maken gelukt?

 a. Ja, in de kleine kom vindt hij helder water.  b. Ja, in de grote kom vindt hij helder water.  c. Neen, in de kleine en grote kom vindt hij vervuild rivierwater.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 11 Als je een vaste stof zoals suiker wil oplossen in een vloeistof, speelt de temperatuur van de vloeistof een belangrijke rol. Zo moet een kok bijvoorbeeld 1 koffielepel suiker oplossen in een glas water om een lekkere taart te bereiden.

Lost suiker best op in koud of in heet water?

 a. De suiker lost best op in het koude water.  b. De suiker lost even goed op in koud als in heet water.  c. De suiker lost best op in het hete water.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 12 In frisdrank zit een bepaald gas dat zorgt voor prik. Als je een fles vult met bakpoeder en azijn en daarna afsluit met een kurk, ontstaat datzelfde gas. Door dat gas vliegt de kurk van de fles de lucht in, net als een raket die wordt gelanceerd. Eens proberen? Welk gas zit in frisdrank met prik?

 a. Zuurstof  b. Koolstofdioxide  c. Waterstofgas

Jeugd Technologie Olympiade vraag 13 Jan wil een zaklamp die veel licht geeft. Hij vraagt zich af of het aantal batterijen hierbij een rol speelt. Met een experiment wil Jan testen wat er gebeurt met de lichtsterkte van een lampje, wanneer een extra batterij in de stroomkring wordt opgenomen. In een eerste proefopstelling verbindt hij twee batterijen met een lampje en in een tweede proefopstelling voegt hij een derde batterij toe. Het lampje is bestand tegen een spanning van maximum 24 V; de batterijen leveren elk een spanning van 4,5 V. Proefopstelling 1

Proefopstelling 2

Welk lampje ziet Jan het felst branden?

 a. Het lampje in proefopstelling 1 brandt het felst.  b. Het lampje in proefopstelling 2 brandt het felst.  c. De lampjes in proefopstelling 1 en 2 branden beide even fel.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 14 De buren gaan op reis. De buurman gebruikt een trucje om tijdens hun afwezigheid dieven af te schrikken. Wanneer een dief op de deurmat stapt, dan gaat er een alarm af. Het trucje van de buurman bestaat uit een stroomkring. Welk onderdeel van de stroomkring verstopt de buurman onder de deurmat, zodat het alarm enkel geluid maakt wanneer een dief op de deurmat stapt?

 a. Schakelaar  b. Batterij  c. Alarm

Jeugd Technologie Olympiade vraag 15 Het poolijs smelt. Onderzoekers willen weten of ijsberen hierdoor steeds meer moeten zwemmen. Ze binden 50 ijsberen een halsband om, voorzien van een elektronisch toestel. Met dit elektronisch toestel kunnen de onderzoekers de weg volgen die de ijsberen afleggen door het water en op het land. Uit het onderzoek blijkt dat ijsberen steeds langere afstanden moeten zwemmen. Welk elektronisch toestel werd gebruikt in dit onderzoek?

 a. Scanner  b. GPS  c. iPod

Jeugd Technologie Olympiade vraag 16 Flor stopt met televisiekijken en gaat slapen. Hij vergeet echter de televisie uit te zetten. Zijn papa roept hem terug en vertelt Flor dat hij de televisie nog moet uitzetten.

Wat moet Flor doen om de televisie zo weinig mogelijk elektriciteit te laten verbruiken?

 a. De televisie met de afstandsbediening in slaapstand zetten.  b. De televisie uitzetten met de drukknop op het televisietoestel.

 c. Het maakt geen verschil of de televisie in slaapstand staat of met de drukknop uitgezet is.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 17 Tante Kaat kan niet zo goed met de computer werken. Ine zal haar helpen en ziet op de computer van haar tante een aantal mappen met informatie staan.

Hoe werkt zo’n mappenstructuur precies?

 a. Als Ine de map Groen opent

dan ziet ze de mappen Aardbei en Kiwi.

 b. De map Appel zit in de map Geel.  c. Als Ine de map Aardbei opent

dan ziet ze de mappen Groen en Rood.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 18 Saar is vandaag bij haar mama en morgen gaat ze naar haar papa voor de rest van het weekend. Haar huiswerk op computer is niet af en Saar zal morgen bij haar papa verder moeten werken. Met welk hulpmiddeltje kan ze haar huiswerk meenemen om het bij haar papa op de computer af te werken?

 a. Met een Bluetooth systeem  b. Met een USB-stick  c. Met een modem

Jeugd Technologie Olympiade vraag 19 Warre en Joris zitten in een cabine van het reuzenrad op de kermis. Het reuzenrad draait aan de hand van twee tandwielen en een motor. De motor doet tandwiel 1 draaien in wijzerzin. Tandwiel 1 is verbonden met tandwiel 2 door een ketting. Tandwiel 2 brengt het reuzenrad in beweging. Welke beweging maakt het reuzenrad waarop Warre en Joris zitten?

 a. Het reuzenrad draait in tegenwijzerzin.  b. Het reuzenrad draait in dezelfde richting als tandwiel 1.  c. Het reuzenrad draait in de andere richting als tandwiel 2.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 20 Heb je al eens geprobeerd een walnoot te kraken tussen je vingers? Waarschijnlijk lukte dit niet. Met een notenkraker lukt het natuurlijk veel beter. Maar waar plaats je je handen nu het best op de notenkraker?

 a. Je plaatst je handen best dicht bij de noot.  b. Je plaatst je handen best zo ver mogelijk van de noot.  c. Het maakt niet uit waar je je handen plaatst.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 21 Eva en Miet zitten beiden op de wip. Ze zijn even zwaar. Dat betekent dat de wip in evenwicht is. Stel nu dat Eva een zware rugzak omdoet. Hoe kunnen Eva en Miet dan de wipplank terug in evenwicht brengen?

 a. Eva moet meer opschuiven naar het midden van de wip.  b. Miet moet meer opschuiven naar het midden van de wip.  c. Eva en Miet moeten meer opschuiven naar het midden van de wip.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 22 De aarde warmt op. Hierdoor wordt het voor ijsberen steeds moeilijker om veilig op jacht te gaan. Het poolijs wordt dunner en kan breken onder hun gewicht. Gelukkig kunnen ijsberen een eindje zwemmen. Hoe zouden ijsberen zich het best over het ijs verplaatsen om er niet door te zakken?

 1. De ijsberen stappen best op de toppen van hun poten.  2. De ijsberen stappen best zoals ze anders doen, namelijk op hun 4 poten.

 3. De ijsberen glijden best over het ijs op hun buik.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 23 Kamiel heeft twee honden, Cisse en Otto. Ze zitten beide in dezelfde kamer. De grootste hond is de stoutste hond.

Welke hond is de grootste en dus ook de stoutste?

 a. Cisse is de grootste.  b. Cisse en Otto zijn even groot.  c. Otto is de grootste.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 24 Je kan met papier een kubus maken door onderstaande vorm uit te knippen en daarna dicht te vouwen. Welke figuur vind je op het bovenste vlak van deze dichtgevouwen kubus? En op de rechterzijde?

Opengevouwen kubus

 a.  b.  c.

Dichtgevouwen kubus

Bovenaan: ster

Rechts: wolk

Bovenaan: wolk

Rechts: hart

Bovenaan: bloem

Rechts: ster

Jeugd Technologie Olympiade vraag 25 Loes, Peter en Kato zitten elk in een identieke luchtballon. Hun vriend Stijn staat op de grond en kijkt naar de ballonnen. Hij ziet een grote ballon, een kleine ballon en een heel kleine ballon.

Luchtballon Loes

Luchtballon Peter

Welke luchtballon vliegt het laagst?

 a. Luchtballon van Loes  b. Luchtballon van Peter  c. Luchtballon van Kato

Luchtballon Kato

Jeugd Technologie Olympiade vraag 26 In België maken we gebruik van een ‘AZERTY’ toetsenbord, terwijl in heel wat andere landen een ‘QWERTY’ toetsenbord wordt gebruikt. Dat zorgt soms voor verwarring. Weet je vanwaar deze namen AZERTY en QWERTY afkomstig zijn?

 a. De namen zijn afgeleid van de volgorde van bepaalde toetsen op de toetsenborden.

 b. De namen zijn afgeleid van de uitvinders van de toetsenborden.

 c. De namen zijn afgeleid van de eerste computers waarop de toetsenborden werden gebruikt.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 27 Miro brengt met zijn klas een bezoekje aan het belfort van Brugge. Hoog in het belfort bevindt zich de beiaard, die bestaat uit vele klokken. De klokken hangen netjes gerangschikt van groot naar klein. Welke klok moet Miro aanslaan om de hoogste toon te krijgen?

 a. De grootste klok  b. De kleinste klok  c. De dikste klok

Jeugd Technologie Olympiade vraag 28 Jürgen is een groene jongen en plaatst op het dak van zijn huis een zonneboiler. De zonnestraling wordt door een vloeistof opgenomen om warm water te maken. In welk kleur verft Jürgen de zonneboiler het beste om zoveel mogelijk warmte uit de zonnestraling te halen?

 a. Wit  b. Groen  c. Zwart

Jeugd Technologie Olympiade vraag 29 Als je een bloem in de woonkamer plaatst, is er kans dat die na een tijdje scheef begint te groeien. Waarom groeit de bloem na een tijdje scheef?

 a. De bloem groeit naar het licht toe dat door het raam valt.  b. De bloem staat boven de verwarming en groeit naar de warmte toe.

 c. De bloem krijgt te weinig water en is aan het verwelken.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 30 Jessica wil haar grote broer, die veraf woont, verrassen met een e-mail. Ze maakt hiervoor eerst een emailadres aan en kiest een paswoord. Welk paswoord zou Jessica het best kiezen?

 a. “pop”, want dat kan Jessica gemakkelijk onthouden.  b. “plp”, want dit is een onbestaand woord en dus minder gemakkelijk te raden door anderen.

 c. “plopperdeplop”, want een lang paswoord is veiliger dan een kort.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 31 Fien krijgt op het einde van het 6de leerjaar een nieuwe fiets. Dat is goed voor het milieu en dat schiet goed op in het drukke stadsverkeer. De verlichting werkt met een naafdynamo. Zo’n dynamo werkt veel beter dan een dynamo die tegen je fietswiel meedraait, want de naafdynamo slipt immers niet bij nat weer of vriesweer. Ondertussen zit Fien in het secundair onderwijs en rijdt ze elke dag met haar vriendinnen naar school. Als ze in het donker rijdt, werkt de verlichting van haar fiets altijd en ze moet er zelfs niet echt harder voor trappen. Als ze even stopt, aan een rood licht bijvoorbeeld, blijft het voorlicht nog enkele minuten licht geven. Hoe komt het dat het voorlicht kan blijven branden als de fiets stilstaat?

 a. Omdat er nog altijd elektrische stroom onderweg is van de naafdynamo naar het achterlicht.

 b. Omdat er in het voorlicht enkele elektronische bouwstenen zitten die ervoor zorgen dat er elektrische energie kan worden opgeslagen. Die energie wordt dan gebruikt als de dynamo stilstaat.

 c. Als de fiets van Fien stilstaat blijft er in de naafdynamo nog iets ronddraaien. Daardoor kan de naafdynamo nog even elektrische energie leveren.

Jeugd Technologie Olympiade vraag 32

Drinkbaar water is onmisbaar! We moeten er zuinig mee omspringen. Toch denken we daar niet altijd over na, wanneer we de kraan opendraaien. Wat is het verband tussen de toren op de figuur en onze waterkraan thuis?

 a. Dit is een watertoren. Deze is bovenaan open. Als het

regent, vangt hij water op. Dit water kan je vervolgens gebruiken om bijvoorbeeld de planten in de tuin te besproeien.

 b. Dit is een watertoren. In deze toren wordt water opgeslagen door de watermaatschappij. Als jij thuis de kraan open- draait, stroomt er water uit, dat van deze toren komt.

 c. Deze toren heeft helemaal niets met water te maken. Hij werd vroeger gebruikt om heel ver in de omgeving te kunnen kijken naar watervoorraden.