nog vóór Ik als mens geschapen werd, had Hij Mijn voeten bekleed met de macht om onbegrensd over het Hemelse Hof te heersen. Bij Mijn Onbevlekte Ontvangenis werden Mijn voeten bekleed met de macht om de duivelen restloos aan Mij te onderwerpen. Bij Mijn Kroning in de Hemel, na de voltooiing van Mijn aardse reis, werden Mijn voeten gebalsemd als de diepste en unieke verering van Mijn grenzeloze macht over het Hemels Hof, de mensenzielen en de duivelen. Mijn voeten zijn bestemd om de satan te verpletteren onder de druk van Mijn macht. Voor hem zal de ultieme vernedering hieruit bestaan dat zijn macht over de mensheid definitief gebroken zal worden, niet rechtstreeks door een handeling van God, doch onder de voeten van een Vrouw. In Mij zijn alle echte belangen van de hele mensheid verenigd. Elke dag worden deze voeten, symbolen van Goddelijke macht, bevuild door lage wereldse handelingen, gedachten, gevoelens, bestrevingen, verlangens en woorden. Het zicht van Mijn voeten verlamt de satan van angst, omdat hij weet waartoe Mijn wil hen zal gebruiken zodra de mensheid hen ten diepste vereert. (...)”.
maandag 10 april 2006 “De offerande van de meeste aan Mij toegewijde zielen lijkt op woestijngrond. Precies daarom is ook Mijn dorst onlesbaar: Ik ween stromen van tranen over de zielen, doch de stroom van de liefde vanuit de zielen bereikt nauwelijks Mijn Hart, zij wordt uitgestort in de woestijngrond van de wereld. Het hart en de geest van de meeste van Mijn toegewijden zijn zo zeer aan wereldse gevoelens, gedachten en verlangens verpand dat deze zielen vergelijkbaar zijn met een bruidegom die zijn bruid kust doch tezelfdertijd aan een ander denkt. (...)”. Tijdens de avondtoewijding aan Maria worden mij voortdurend beelden getoond over Betanië in contrast met Jeruzalem. Jezus, de apostelen en de heilige vrouwen uit Galilea verbleven de laatste dagen vóór de Passie in Betanië op het grote landgoed van Lazarus. Zij bleven er telkens ’s avonds en ’s nachts, terwijl Jezus en de apostelen overdag naar Jeruzalem trokken voor gebed en prediking. Maria toont mij nu de volgende contrasten:
zaterdag 8 april 2006 “Meesteres van de zielen kan alleen Zij zijn, die alle zwakheden en bekoringen die het leven van de mens bedreigen, heeft overwonnen. Elk ogenblik van Mijn leven heeft de satan onder Mijn voeten gelegen. Niettemin hield hij ook in die positie van totale vernedering niet op, zijn giftige pijlen op Mijn Hart te richten. Vanaf Mijn prille kinderjaren moest hij erkennen dat Ik een buitengewone, absolute macht over hem had. Bij het Kruis van Kalvarie is hem duidelijk geworden dat Ik de Vrouw was die hem eeuwen voordien door de Allerhoogste was voorgesteld als zijn Meesteres voor de eeuwigheid, doch voor wie hij toen weigerde te knielen. Daar, bij het Heilig Kruis, heeft hij de macht van Mijn voet in haar volheid ervaren. De ziel die in de zwaarste beproevingen in het Hart van de Allerhoogste geworteld blijft, heeft macht over alle kwaad. Elke ziel kan de satan verlammen door zich in de ogenblikken van duisternis aan Mijn voeten neer te werpen en te belijden dat Ik haar Meesteres ben. Deze ziel zal delen in Mijn macht, Mijn licht, Mijn heiligheid. Mij in de beproevingen belijden als de Meesteres van de zielen, en zich totaal aan Mij overleveren, vergt een grote rijping in alle deugden. De meeste zielen ontbreekt het daarbij aan liefde, geloof, vertrouwen en nederigheid. Door hun verbeten groei in deze gesteldheden moeten de zielen Mijn troonsbestijging als de Meesteres van de zielen voorbereiden. In het uur van Mijn troonsbestijging zullen alle zielen voor Mij knielen, en het eerste decreet van de Meesteres van de zielen zal dit zijn waardoor de satan en zijn gevolg naar hun oord van gevangenschap onder Mijn voeten verwezen zullen worden. (...)”. 42
BETANIE
JERUZALEM
* vrede van hart
* lijden en onrust
* prachtige landschappen, de geur * gewoel van mensen, en van rozen, fruitbomen in voorgevoel van de geur van lijden en dood bloesem * constante aanvallen op hart, * rust en vrede * geborgenheid en vriendschap (Jezus vindt er het troostende gezelschap van Maria en Lazarus)
geest en lichaam * vijandschap en verraad (Jezus stoot onophoudelijk op de giftige tongen van farizeeën en schriftgeleerden, en de sfeer van het verraad * Jeruzalem is vergelijkbaar met het hol van de satan
* Betanië is vergelijkbaar met het Hart van Maria
43
woensdag 12 april 2006 “Ikzelf heb gedurende die laatste levensdagen van Jezus eveneens zwaar geleden in het Hart, vanwege het vooruitzicht van de gebeurtenissen die op komst waren. Mijn Hart deelde volkomen in het Lijden in Jezus’ Hart, want Ik bezat de gave om in zielen te kijken. Jezus had voor Mij geen geheimen, en ook Zijn Hart was een open boek voor Mij. Zo had de Eeuwige Vader het beschikt, want Ik moest de Medeverlosseres naast Jezus zijn. (...)” Goede Vrijdag 14 april 2006 “Waarlijk nut hebben deze hoogheilige uren van de Passie voor een ziel slechts in de mate waarin zij de Genade van deze uren in zich laat uitwerken door zich totaal open te stellen voor de bewustwording over haar eigen gesteldheid. De Passie moet zodanig worden beleefd dat de ziel op grond van deze beleving zichzelf waarlijk leert kennen, haar zwakheden, haar grenzen en beperkingen leert herkennen en toegeven, al haar banden met het wereldse leert zien als onbelangrijk en ze toevertrouwt aan het Kruis om ze in het hart ter dood te brengen. De banden der wereld in het hart ter dood brengen, betekent dat de ziel weliswaar haar wereldse verplichtingen nakomt, doch deze geen enkele kans meer geeft om haar gevoelswereld en haar verlangens te beheersen. De Genade van de Passie is deze van de Verlossing. Ware Verlossing is bevrijding van alles wat niet op het eeuwig Leven gericht is en aldus nog steeds de weg vrijhoudt naar bekoring, ondeugd en zonde. De gouden weg naar deze bevrijding is deze van het Kruis, de eenmaking van het dagelijks leven en het hele wezen van de ziel met het leven en het wezen van Jezus en Mijzelf. Deze weg wordt op geen enkel ogenblik duidelijker aan de zielen geopenbaard dan in de hoogheilige uren van de Passie. (...)”. “Stille Zaterdag is de drempel van de Opstanding van het Licht. De onmetelijke stroom van de Genade der Verlossing wordt afgerond in Mijn medeverlossende Smarten van Stille Zaterdag. Omdat toewijding in de eerste plaats een zaak is van totale overgave aan Gods Heilsplan voor de zielen, bestaat het wezen van totale toewijding aan Mij uit een totale offerande van de ziel in al haar lijden en beproevingen aan Mij als diegene die dit lijden en deze beproevingen kan heiligen en ze in Gods Heilsplan kan inpassen opdat zij daarin hun juiste plaats zouden innemen om zo veel mogelijk vrucht te dragen. (...) Stille Zaterdag is tevens de dag waarop de doopgeloften worden hernieuwd. Door deze geloften verzaakt de ziel aan alle navolging van het kwaad. Dat is precies de basis voor alle toewijding aan Mij: wie kiest voor een leven in Mijn dienst, verzaakt aan de navolging van Mijn tegenstander, de satan. 44
“Elke ziel kan macht verwerven op Gods Hart, in de mate van haar heiligheid. Hoe heiliger een ziel, des te groter de overeenstemming van haar verlangens met Gods eigen verlangens, en derhalve ook des te groter de macht van haar gebed en voorspraak. Hierin schuilt de basis van Mijn absolute macht: 1. Mijn heiligheid was vanaf Mijn Onbevlekte Ontvangenis volmaakt, en aldus was Mijn wil volmaakt één met deze van God Zelf. 2. God heeft aan Mij vele unieke Mysteries voltrokken, die Mij oneindig boven de toestand van het gewone mens-zijn hebben verheven. 3. God heeft Mij gemaakt met de bedoeling dat Ik Koningin van Hemel en aarde en Meesteres over alles zou zijn. Hij heeft alles onder Mijn voeten gelegd voor alle tijden. Bedenk dat de roep in een ziel om zich aan Mij toe te wijden, een onuitsprekelijke Genade en een buitengewoon voorrecht is. Indien de ziel die Mijn verheven status kent, en weet dat God Mij heeft gesteld op een positie die oneindig verheven is boven al wat leeft, van mensenzielen tot en met de hoogste engelen, Mij desondanks niet trouw weet te dienen en het niet vermag om resoluut voor Mij te kiezen boven alles wat de wereld en het aardse leven toebehoort, begaat deze ziel een zeer grote vergissing en maakt zij zich schuldig aan een gebrek aan liefde jegens haar Meesteres. Begrijp wel dat gebrek aan liefde voor Mij in Gods ogen even pijnlijk is als gebrek aan liefde voor Hem Zelf, omdat Hij Mij tot Zijn Vertegenwoordigster naar de zielen toe heeft gemaakt en Mij heeft bekleed met Zijn macht en ontelbare unieke eigenschappen. Ontrouw van Mijn dienaren jegens Mij is het breken van een Hemels Verbond, en staat in Gods ogen gelijk met afwijzing van een buitengewone Genade: een Genade die, mits zij voluit wordt aanvaard, een gouden sleutel tot de eeuwige gelukzaligheid en tot de redding van anderen betekent. De toegewijde die niet onvoorwaardelijk en in alle omstandigheden voor Mij weet te kiezen, is voor God een dienaar die niet knielt aan de voeten van zijn door God aangestelde Meesteres, wat voor Hem neerkomt op een pijnlijke belediging, een gebrek aan waardering voor Gods goedheid. (...)”. donderdag 6 april 2006 “(...) Mijn voeten zijn door de Allerhoogste gewijd en ten aanschouwen van het hele Hemelse Hof gebalsemd als de symbolen bij uitstek van Mijn macht. Om die reden ook heb Ik je getoond dat de Aartsengel Michaël Mij elke dag de voeten kust ten teken van totale onderwerping van het hele Hemelse Hof aan Mij, want hij, de prins van de engelen, stelt deze handeling in naam van de ontelbare engelenscharen. Reeds toen de Allerhoogste Mij aan de engelen voorstelde als hun Koningin, 41
vrijdag 31 maart 2006 “(...) De mensheid moge tot inkeer komen over Mijn ware wezen, in het besef dat de engelen in hun volkomen zuiverheid de slavernij jegens Mij aanvaarden en ze beminnen als een schat van verrukkingen. De mensenziel die, ondanks haar zondigheid, te trots is om voor Mij te knielen, terwijl zij door de Allerhoogste niet waardig wordt gekeurd om in Mijn Tegenwoordigheid overeind te blijven, volgt de stem van Mijn tegenstander en verwijdert zich ver van het eeuwig Heil”. zaterdag 1 april 2006 “Sommigen zullen in verwarring komen omdat zij menen dat de Meesteres van de zielen streng is, en dit niet past in het beeld dat zij van Maria hebben. Zeg aan de zielen dat Ik steeds hun tedere Moeder zal blijven. Jezus heeft vanop het Kruis Mij aan de zielen gegeven, en de zielen aan Mij, en deze hoogheilige nalatenschap is eeuwigdurend en onverbrekelijk. Nu is het uur aangebroken waarop de Allerhoogste de mensenzielen wil leren wat de engelen reeds vele eeuwen lang weten en aanvaarden: dat ik ook hun Meesteres ben. Over dit gegeven is de strijd tussen Licht en duisternis in werkelijkheid begonnen, want vele engelen zijn opstandig geworden doordat zij het absolute meesterschap van de Vrouw over hen niet konden aanvaarden. Elk lid van de engelenscharen dat niet bereid was om zeer diep aan Mijn voeten neer te knielen en een eed van trouw en onderwerping aan Mij als zijn Meesteres en Koningin af te leggen, werd door de trouwe engelen onder aanvoering van de Aartsengel Michaël uit de Hemel verdreven en in de hel gestort. Sedertdien zijn de engelen die Mij toen aanvaardden als hun Koningin en Meesteres, Mijn trouwste slaven. Dat zijn zij, bij Gods Genade, en zij handelen ernaar tot in de kleinste bijzonderheden. Sedert de zondeval van het eerste mensenpaar zijn de mensenzielen zelf het voorwerp van de strijd tussen Licht en duisternis. Van hen verwacht de Allerhoogste dezelfde trouw jegens Mij als de engelen die hun eed van trouw aan Mij hebben afgelegd. Om de strijd tussen Licht en duisternis, tussen het vooruitzicht van de eeuwige gelukzaligheid enerzijds en de ervaring van alle ellende op aarde anderzijds, tot een goed einde te brengen met de grondvesting van het Rijk van Liefde op aarde, moeten de zielen mij volledig, onbeperkt en onvoorwaardelijk erkennen als hun Meesteres, en Mij tot het uiterste dienen in alle bijzonderheden van hun leven. Om het leven op aarde te zuiveren en te bevrijden van alle ellende, moet de bron van deze ellende, de satan, aan Mijn voeten worden uitgeleverd door Mij waarlijk te erkennen en te aanvaarden als de Meesteres van de zielen”. dinsdag 4 april 2006 40
Een toegewijde die zijn toewijding onvoldoende beleeft, leeft te oppervlakkig en verzinkt spoedig in allerlei ondeugd. (...)”. PASEN 16 april 2006 “Welke wolk is bestand tegen het Licht van de Verrijzenis? Alleen deze van de onwil. Bedenk, Mijn geliefde, dat het vuur van het verlangen in het hart, de zucht naar de ware Liefde, elke nevel oplost en het Licht van de verrezen Christus in zijn volheid in de ziel laat binnentreden. (...)”. “Vandaag is Jezus opgestaan uit het Graf, nadat Hij alle ondeugden en zonden van de mensheid in Zijn Lichaam had getrokken om ze te laten geselen, bespotten en kruisigen. Hij heeft aangetoond hoe de ziel, ontdaan van alle zonde en ondeugd, in ongeschonden toestand verrijst. Deze uitboeting van zonden en ondeugden gaat nog steeds verder, in de Heilige Eucharistie, in Mijn eeuwigdurende Smarten, en in de toegewijde boete en offers van zielen op aarde. Wanneer het lijden toegewijd wordt, sluit het de bruiloft met de Heilige Geest. (...) Bedenk dat de bevrijding, het ware geluk van een wedergeboorte in de Heilige Geest, hoofdzakelijk steunt op een volkomen bloei van de liefde, blijmoedigheid, zachtheid, verdraagzaamheid, mildheid, geduld, soepelheid, en aanvaarding van Gods Plan in de concrete invulling van elke dag. De Heilige Geest maakt vrij van elke verstarring en brengt hierdoor ware vrede en rust in de harten. Op dit fundament van onwankelbaarheid zal Hij Gods Rijk uitbouwen door Mij, de Meesteres van de zielen, de heerschappij te laten uitoefenen over de harten. In Mij hebben Verlossing en Heiliging de volmaakte bruiloft gesloten. (...)”. woensdag 19 april 2006 “Wat menselijk is, is vergankelijk. Wat daarentegen in Gods Waarheid is, is eeuwigdurend. Zo leeft de Christus verder in de Heilige Communie. Zo ook zal Ik voor eeuwig de Meesteres van de zielen zijn. Waarom toch verbaast dit de mensen zozeer? Was Ik niet reeds de ware Meesteres ten tijde van de jonge Kerk na de Hemelvaart van Jezus? Heb Ik Mijn meesterschap niet reeds getoond in ontelbare genezingen, bekeringen en onvergankelijke gunsten? Door de leerlingen van de jonge Kerk werd Ik beschouwd en behandeld als een Koningin, ware Vertegenwoordigster van Gods Wijsheid en macht. Elke ziel, tot en met Petrus, knielde aan Mijn voeten neer, gehoorzaamde elk woord uit Mijn mond en vereerde Mij met de diepste eerbied en liefde. Ikzelf heb Mij teruggetrokken in de nederigheid. Het is God Zelf die heeft doen schitteren wat Hij Mij voor altijd had toevertrouwd. Zo zal het voor eeuwig zijn. Als de Meesteres van de zielen zal veel van Mij geopenbaard worden dat steeds verborgen was, doch door heilige zielen in alle tijden op kracht van de bezieling vanwege de Heilige Geest is herkend en door sommigen onder 45
hen ook is verkondigd. Aan jou heb Ik reeds zoveel over Mijzelf geopenbaard en wil Ik nog veel openbaren. De wereld is nog niet klaar om deze hoogverheven kennis zonder meer te ontvangen en te aanvaarden (...)”. donderdag 20 april 2006 “De Meesteres van de zielen heeft de macht om de eeuwige lente in de zielen te brengen. Zij is Draagster van het Licht van Christus, van de warmte van de echte Goddelijke Liefde, en van het zaad van de veelkleurige en veelsoortige bloemen der deugden. De ziel die zich aan Mij overlevert, ontvangt het ware Goddelijke Leven in zich. In de mate van haar overgave, haar vertrouwen, haar geloof, haar onderwerping en haar bereidheid om met ware en oprechte aanvaarding haar kruis te dragen, zal Ik in deze ziel heersen. Het voedsel dat zij uit Mijn handen ontvangt, zal het sap van de Goddelijke Liefde zijn. Het vuur van Mijn Liefde zal in de ziel alles verbranden wat van de wereld is. Alle onkruid en alle kaf zullen in haar hart verschroeien, en aan Mijn voeten zal zij de ware vrede vinden, het ware geluk van de kinderen Gods”. “Het ware geluk en de volkomen vrede van hart kunnen slechts worden gebouwd op een diepe en oprechte liefde. Wanneer de aan Mij toegewijde ziel alles in haar leven beschouwt als goedgekeurd door Mijn wil, zal zij ook vrede hebben in de beproevingen. Voorwaarde om dit te kunnen, is dat de ziel Mij oprecht en vurig liefheeft. Welke zaligheid zal de ziel door zich heen voelen stromen wanneer zij zich niet langer door de beproeving bedreigd voelt doch deze leert zien als een gebeuren of situatie waarover haar Meesteres macht heeft”. vrijdag 21 april 2006 “Wat brengt een ziel in dwaling? Gebrek aan wortel. De meeste zielen slaan wortel in het wereldse, in de moerasgrond van de genietingen van het lichaam en zijn schijnbehoeften. Wortels die in de aarde vastzitten en hun voedsel daaruit betrekken, zijn zeer broos: zij worden vanuit de aarde aangevreten door het ongedierte van de hartstochten en door de knaagdieren van de bekoringen. De ziel in Mijn dienst mag slechts wortel slaan in het niet-wereldse, in de bodem van Mijn Hart, waar zij haar voedsel kan putten uit niets anders dan de ware Hemelse Liefde. Wie zich met de Liefde voedt, verandert in Liefde. Wie zich met de aarde voedt, verandert in aarde. Dwaling is een gebrek aan wortel in de ware Liefde. De Meesteres van de zielen heeft de aarde, haar ongedierte en haar knaagdieren onder Haar voeten gelegd. Uit Haar stroomt niets dan de Liefde en de Wijsheid van Gods Geest. De ziel die zich aan Mijn voeten toevertrouwt, zal bevrijd worden van alles wat haar wortels aanvreet. In Mij, de machtige Meesteres van de zielen, is vrede, vrijheid 46
de opstandige engelen uit de Hemel. Zo komt het dat op ieder ogenblik een gedeelte van de engelen werkzaam is met allerlei opdrachten jegens de mensheid, een ander gedeelte opdrachten van Gods wege vervult, en een derde gedeelte bezig is, Mij te dienen. God heeft het zo beschikt dat op ieder ogenblik grote aantallen engelen aan Mijn voeten geknield liggen, want God verlangt ononderbroken eerbetuiging aan de Koningin en Meesteres van Hemel en aarde, en ononderbroken eerherstel voor de onoverzienbare scharen van opstandige engelen, de duivelen, die Mij eeuwenlang niet hebben gediend doch integendeel Mijn werken met al hun kracht hebben bestreden. Ik heb het reeds eerder gezegd: hun getal moet gecompenseerd worden, en daartoe heb Ik echte slaven nodig onder de mensenzielen, slaven die tijdens hun leven op aarde in vurige liefde, in totale onderworpenheid en in verlangend lijden aan Mijn voeten liggen en hun leven aan en voor Mij geven. (...)”. “Indien de engelen Mij prijzen met de aanroeping ‘Macht en overwinning zij U’, betekent dit niet dat iemand ook maar het geringste kan toevoegen aan Mijn macht, want deze is reeds onbegrensd. Doch door deze aanroeping kunnen wel de reusachtige schatkamers van Mijn macht geopend worden volgens een Mysterie dat slechts wordt geregeld door de Wetten van Gods Gerechtigheid, waarop Mijn wil een onbegrensde invloed kan uitoefenen. Aan Mij alleen is het gegeven om te beslissen of, hoe, wanneer, hoe lang, voor wie en in welke mate Mijn macht zich voelbaar ontplooit. Teneinde Gods Wet in evenwicht te houden, zijn ver doorgedreven smekingen en akten van onderwerping, liefde en lijden aan Mijn voeten noodzakelijk. Dit is één van de redenen waarom permanent grote aantallen engelen aan Mijn voeten geknield liggen. Geen ogenblik van de dag of de nacht is de Hemel niet vervuld van lofprijzingen aan Mij. Begrijp goed dat de engelen Mij dag en nacht smeken om de genade van inzicht in, en diepe verering van, Mijn macht door mensenzielen. In de Hemel is de openbaring van Mijn macht totaal, zoals onder meer tot uiting komt in het gedrag van de engelen jegens Mij. Op aarde wordt de openbaring van Mijn macht zeer sterk geremd door de onophoudelijke vloed van zonden, die onder de Wet van Gods Gerechtigheid vallen. Indien Ik deze invloeden zou negeren, zou Ik misbruik maken van Mijn macht. Daarom moet Mij door al Mijn dienaren in de diepste zelfvernedering, met de vurigste liefde en in dankbaar aanvaard lijden worden gesmeekt om de volle ontplooiing van Mijn macht, die het ware geluk brengt, en moet Mijn macht geprezen en verheerlijkt worden, niet alleen door de engelen, doch vooral door mensenzielen. (...)”.
39
3. als Meesteres, om er te heersen. In deze derde hoedanigheid word Ik uiterst zelden toegelaten, want veruit de meeste zielen zijn te zelfzuchtig om Mij te dienen, en te hoogmoedig om voor Mij te knielen telkens Ik Mij in hun tempel vertoon. Zielen bidden voornamelijk tot Mij om Mij iets anders te laten zijn dan één of meer van deze drie hoedanigheden: zij willen Mij slechts als Uitdeelster van stoffelijke gaven en Bevrijdster uit alle lijden. Zeg aan de zielen dat Ik in deze laatste hoedanigheden niet in de werkelijke zin van het woord bij hen op bezoek kom, want een ziel die tot Mij bidt met één van deze beide laatste intenties, nodigt Mij niet in haar leven uit. Er is van die ziel uit naar Mij toe geen liefdesrelatie. Ik kan een ziel slechts het ware geluk brengen wanneer Ik haar mag reinigen, herstellen, genezen en uiteindelijk totaal over en in haar kan heersen en regeren. Daartoe ben Ik geroepen, Ik ben de machtige Meesteres van de zielen”. “Gehoorzaamheid is slechts volkomen, en ontplooit slechts haar verlossende en genadebrengende kracht, in de mate waarin zij bezield wordt door de ware liefde. De gehoorzaamheid van de engelen in de Hemel is volmaakt, niet alleen omdat zij zich bij elke toenadering tot Mij of bij elke benadering van Mij uit naar hen toe, zonder enige aarzeling aan Mijn voeten neerwerpen en zelfs bidden en smeken om Mijn bevelen, in de wetenschap en aanvaarding dat elk woord uit Mijn mond in de Hemel evenzeer wet is als de woorden van God Zelf, doch vooral omdat hun totale onderwerping en onderdanigheid jegens Mij gegrondvest is op een vlekkeloze en vurige liefde voor Mij. Daarom verlang Ik zozeer dat de mensenziel die aan Mijn voeten neerknielt, dit doet omdat zij bezield is met een ware, diepe en oprechte liefde voor Mij. Ware liefde is gesteund op een diep verlangen om elk verlangen van de geliefde te vervullen, zelfs ten koste van eigen leed. Zeg de zielen dat zij deze liefde voor Mij afsmeken van hun engelbewaarder, en via hem van de Heilige Geest”. “(...) De engelen zijn de Hemelse strijdkrachten. Ieder van hen heeft eigen opdrachten, maar elk van deze opdrachten heeft te maken met dienst aan God en Mijzelf, en met de strijd voor de verspreiding van het Licht op aarde en de bestrijding van de duisternis. Ik ben de Aanvoerster, de Koningin en Meesteres van deze Hemelse legers. Een gedeelte van de oneindige, onbegrensde macht die de Allerhoogste Mij heeft gegeven, oefen Ik uit over de engelen en via de engelen. Volgens Mijn wil en Mijn belangen geef Ik hen Mijn bevelen die dienstbaar zijn om Mijn werken op aarde ten uitvoer te helpen brengen, en Ik verwacht van hen blinde en stipte gehoorzaamheid aan Mijn woord. Zij weten dat de geringste ongehoorzaamheid of het geringste teken van gebrek aan onderdanigheid en onderwerping jegens Mij hen door de Allerhoogste kan worden aangerekend als ongehoorzaamheid aan de Goddelijke Wet, en zij weten dat precies dit de oorzaak is geweest voor de verdrijving van 38
en heiligheid. De ziel die zich aan Mij weggeeft, zal gereinigd worden van alle slijk en stof dat haar belet om de levenschenkende bries van de Heilige Geest te voelen, en zal de onmetelijkheid van Gods schatten bezitten. Mijn troonsbestijging in een ziel betekent het einde van haar slavernij. Slaaf te zijn van Maria, betekent de totale vrijheid erven van het Rijk der Hemelen”. “Een groot gedeelte van alle dwaling en ongeloof komt voort uit de hoogmoed. (...)”. zaterdag 22 april 2006 “De onderwerping aan Mij vindt haar volmaaktheid op het toppunt van de liefde, en dit toppunt wordt langs de zuiverste weg bereikt in het lijden. (...) Ik verlang dat zij die zich aan Mij weggeven in totale toewijding, zich geen vragen meer stellen over hun lijden, doch aanvaarden dat Ik hun lichaam beheers in de mate waarin zij Mij dit toelaten door zich daadwerkelijk aan Mij weg te schenken, en afstand te doen van zichzelf om Mijnentwil. Zo wordt lijden tot een vreugde. Niet het lijdende lichaam verheugt zich, wel de diepste kern van de ziel, de troonzaal van je wezen waarin God bij de schepping van je ziel de kiem van de heiligheid heeft gelegd en waarin alle communicatie tussen je ziel en God in beide richtingen bestuurd wordt, tevens de kamer waarin Ik de troon van Mijn Rijk in de ziel bestijg en van waaruit Ik heers en regeer als de Meesteres van je hele wezen. (...)”. zondag 23 april 2006 (Barmhartigheidszondag) “Begroet in Mij de dageraad van de eeuwige Lente. Jezus heeft voor de zielen de ware Liefde, het ware geloof en de ware hoop opnieuw geboren laten worden. Hij heeft dit gedaan door het Lijden in een Lichaam en Bloed dat Hij door Gods beschikking uit Mijn lichaam en bloed had verkregen voor een leven als God en Mens tegelijk. Daarom heeft Hij Mij bekleed met de voltooiing van de Liefde, het geloof en de hoop in de zielen. Christus, de Middagzon, zal door Gods Barmhartigheid worden bekrachtigd in de Dageraad van de Meesteres van de zielen, opdat zij die het ware Licht niet hebben herkend, er opnieuw aan herinnerd zouden worden dat God hen het ware Licht heeft geschonken om hun aandeel te worden voor de eeuwigheid. Maria, de machtige Meesteres van de zielen, is de eerste en grootste erfenis van het Licht van Christus, en zal als de Dageraad schitteren in de prachtigste kleuren die de zielen ooit hebben gezien. Zij zullen zien dat deze Dageraad de macht en de eigenschappen van de Middagzon in zich draagt. Zo zullen ook zij die het volle Licht van de Middagzon niet verdragen, getuigen worden van Gods macht en glorie, in een Licht dat de ogen van hun ziel zal klaarmaken voor de volle Waarheid”. 47
maandag 24 april 2006 “(...) Aan Mijn voeten wordt de slang een worm. Kan een worm je schade berokkenen? Reeds tijdens Mijn leven op aarde heb Ik de satan getemd. Bedenk dat hij door het diepe verlangen van Mijn echte slaven niets méér is dan een speelbal voor Mijn voeten. Geloof totaal in Mij”. “Ten tijde van de ‘Handelingen van de Apostelen’ was de jonge Kerk van Christus nog in vorming. De Leer van Christus was nog jong en moest zijn weg vinden in harten die gewend waren om anders te denken, te voelen en te zien. De eerste christenen hadden een levend voorbeeld nodig om hen in het geloof te verstevigen. De Allerhoogste had Mij beschikt om dat voorbeeld te zijn. Hij bediende Zich daarbij van de onvergelijkbare macht en de unieke eigenschappen waarmee Hij Mij had bekleed. Vele pas bekeerden werden bij hun eerste kennismaking met Mij zo diep geraakt dat zij meenden dat zij een godin vóór zich zagen. Ja, toen reeds oefende Ik Mijn roeping en macht als de Meesteres van de zielen uit. Mijn geliefde, zeg aan de zielen hoe Ik door de eerste christenen benaderd werd. Velen genazen in ziel en lichaam, louter door Mij te zien of te horen. Zij wierpen zich spontaan voor Mij neer en kusten Mij de voeten. Velen waren diep onder de indruk bij het zien van de onderdanigheid en eerbied waarmee de apostelen van Jezus Mij behandelden. Velen namen het ware geloof, het christendom, aan toen zij vernamen dat Ik de Moeder van de Christus was, en getuigden dat de Zoon van deze Vrouw die zozeer schitterde van macht en heiligheid, niemand anders kon zijn geweest dan de Messias. (...) de bevrijding die de Christus in hen [= de zielen] wil voltrekken, kan door Mij voltooid worden. Wie kan Mij weerstaan wanneer Ik iets wil? Noch mens, noch engel, noch duivel. Zeg het hen, want de Kerk van Christus moet nu naar haar wortels terugkeren”. woensdag 26 april 2006 “In hun relatie tot Mij kunnen zielen Mij beschouwen op drie verschillende niveaus, al naargelang zij Mij hoger en zichzelf lager achten: 1. Maria als Dienares: de ziel die Mij ziet als haar Dienares, doet op Mij een beroep om hulp in bepaalde situaties. Zij verwacht van Mij een oplossing voor haar moeilijkheden en beproevingen, en ziet Mij slechts als iemand die verplichtingen heeft jegens haar. Deze ziel rolt weliswaar een loper voor Mij uit, maar doet dit niet om Mij te eren doch om Mijn welwillendheid in stand te houden. 2. Maria als Koningin: de ziel die Mij ziet als Koningin, plaatst Mij op een troon, en erkent in zekere mate Mijn verhevenheid, doch zij plaatst 48
hart tot Mij richten, worden hierdoor letterlijk Hemel en aarde in beroering gebracht, en siddert de hel. (...) Lasterende tongen zullen het ongeloofwaardig achten dat deze lofprijzing, indien zij zo krachtig is, nooit eerder aan de mensheid geopenbaard is. Aan hen zeg Ik: elke echte openbaring gaat over de aarde wanneer Gods tijd daartoe aangebroken is. Ik heb jou uitgekozen om haar openbaar te maken omdat jij jezelf en je hele leven aan Mij hebt opgedragen. Ik heb voor deze missie een ziel nodig die Ik totaal in Mijn macht heb, en die zichzelf helemaal aan Mijn verlangens heeft weggegeven. (...)”. woensdag 29 maart 2006 “Hoe groot toch is het verzet van de duisternis wanneer Ik een ziel “Mijn slaaf” noem, en hoezeer neemt dit verzet nog toe wanneer deze ziel dit aanvaardt. Het is zo door God beschikt dat alle zielen Mijn slaven zijn, doch het uur waarop zij klaar zijn om deze gesteldheid te begrijpen en te aanvaarden, is nog in voorbereiding. Daartoe ben jij geroepen als wegbereider, apostel van de Meesteres van de zielen. Tot dat uur, het uur waarin Mijn volledige openbaring als de Meesteres van de zielen, is aangebroken, geldt als SLAAF VAN MARIA de mens die: 1. de werken van zijn Meesteres op aarde voortzet en in al zijn doen en laten de uitvoering en verwezenlijking van Gods Heilsplan, waarover Ik de leiding heb, bevordert; 2. zijn Meesteres volkomen navolgt in de wijze van leven, spreken, denken, voelen en verlangen, met betrachting van al Mijn deugden; 3. zijn Meesteres blind en absoluut gehoorzaamt met de inzet van heel zijn leven en in totale verloochening van zijn eigen behoeften en verlangens; 4. uitsluitend leeft voor zijn Meesteres en voor niets of niemand buiten Haar, tenzij God; 5. volkomen aanvaardt, Maria’s slaaf te zijn in heel zijn wezen en in elk detail van zijn leven, en zichzelf als niets anders beschouwt dan als Haar slaaf. donderdag 30 maart 2006 “Ik kan de tempel van een ziel bezoeken in drie verschillende hoedanigheden: 1. als Schoonmaakster, om hem te reinigen van de invloeden der wereld, 2. als Reparatrice, om hem te herstellen en om wonden te genezen, 37
als een tapijt van bloemen onder de voeten die zijn voorbestemd om de kop van de satan te verpletteren”. maandag 27 maart 2006 “(...) De volheid van Mijn macht over de hele mensheid zal worden geopenbaard wanneer het voorbeschikte uur daartoe aanbreekt. (...)” “(...) De slavernij van de engelen jegens Mij, hun Koningin en Meesteres, is een vaststaand gegeven. Zij kunnen noch willen ooit nog hun verbond van trouw en gehoorzaamheid aan Mij breken. Daarom heers Ik in de Hemel met soevereine en absolute macht over deze ontelbaren. Hun trouw is zo volmaakt dat zij het als een zware straf ervaren wanneer Ik hen één dag lang geen enkel bevel geef. In hun ogen betekent dit dat Ik oordeel dat zij hun vorige opdracht op onvolkomen wijze hebben uitgevoerd. Zij raken hierover echter niet ontmoedigd, doch zij beschuldigen zichzelf, geknield aan Mijn voeten, en smeken Mij om Mij te mogen dienen. Hoe anders is het gesteld met de meeste mensenzielen die menen dat zij Mij toegewijd zijn. De slavernij van een mensenziel jegens Mij is Mij een veel groter genot dan deze van de engelen. Wanneer Ik een mensenziel roep tot een leven in Mijn totale dienst, is dat een grote uitverkiezing. Wanneer deze oproep aanvaard en volkomen nageleefd wordt, is dit voor de ziel een uitgelezen weg naar vervolmaking. Voor Mijzelf is het een ware verheerlijking van Mijn macht, want de totale navolging van Maria en de gewillige zelfofferande aan Mijn voeten zijn slechts mogelijk door een constante overwinning op de wereld in de ziel. Precies dàt is Mijn roeping: de totale heerschappij over de zielen zodat zij de wereld in zich kunnen overwinnen”. dinsdag 28 maart 2006 “(...) Intense smekingen om de openbaring en ontplooiing van de Mij door God gegeven macht moeten van de zielen uit naar de troon van de Allerhoogste toe stromen, want het is op de grondvesten van Mijn macht dat het Rijk Gods op aarde gefundeerd zal worden. De grondvesting van Gods Rijk op aarde betekent tevens de volle openbaring van Mijn hoedanigheid als de Meesteres van de zielen. (...)”. (Maria onderricht de aanroeping “Macht en overwinning zij U, Maria, Meesteres van Hemel en aarde”, en licht toe): “Velen zullen kritiek uiten tegen deze lofprijzing. Velen zullen niet aannemen dat zij uit Hemelse bron stamt. De satan zal alles in het werk stellen om datgene te laten honen dat hem het meeste schaadt. Wanneer de engelen Mij “Meesteres van Hemel en aarde” noemen, doen zij hiermee niet aan godslastering, wel integendeel: de Allerhoogste Zelf heeft Mij tot Uitvoerster van Zijn macht gemaakt, in de Hemel en op de aarde. Wanneer mensenzielen deze lofprijzing uit hun 36
zich niet volkomen onder Mijn heerschappij: zij bewaart haar hart grotendeels voor zich, en blijft zoveel mogelijk op een afstand van Mij vandaan. 3. Maria als Meesteres: de ziel die Mij ziet als Meesteres, geeft zichzelf volledig aan Mij over of tracht er oprecht naar om dit te doen, en legt zich voor Mijn voeten neer. Zij erkent Mij als haar Gebiedster en Meesteres in alle omstandigheden, en aanvaardt dat Ik over en in haar heers en regeer. Zij is bereid, Mij in alles te gehoorzamen, en zoekt werkelijk toenadering tot Mij: zij opent haar hart voor Mij en levert het totaal aan Mij uit. Zij aanvaardt Mijn wil als haar wet en gebod. Zeer talrijk zijn de zielen die Mij beschouwen en benaderen als hun DIENARES. Deze zielen roepen Mij aan zonder veel vuur. Reeds minder talrijk zijn de zielen die Mij benaderen als hun KONINGIN. Zij erkennen Mijn meesterschap in bepaalde omstandigheden en knielen dan voor Mij omdat zij soms voelen dat dit zo hoort, doch zij betrekken Mij nauwelijks bij de gesteldheden van hun hart. Zeer weinigen beschouwen en benaderen Mij als hun MEESTERES. Voor hen ben Ik niet alleen de Heerseres in alle omstandigheden, Ik ben ook de Meesteres van hun hart, want zij hebben de kern van hun wezen aan Mij weggegeven. Slechts uit deze, zeer kleine, categorie kies Ik Mijn ware slaven, hen die Ik begenadig met het voorrecht, slechts te leven door, met, in en voor het verlangen naar een leven aan Mijn voeten. Deze begenadiging kan Ik geven aan wie Ik wil, doch de Goddelijke Gerechtigheid rechtvaardigt slechts de uitverkiezing van zielen die deze grootste der Genaden aankunnen, ze in hun leven weten in te bouwen, en de volharding, de persoonlijkheid en de levensbeschouwing bezitten om ze met het grootste vuur na te leven en er in de diepste onderwerping aan te beantwoorden. Een leven aan Maria’s voeten is een onvergelijkbare Genade, doch brengt ook een immense verantwoordelijkheid met zich mee. Het is een heilig verbond waaraan slechts zeer weinigen weten te beantwoorden, want de aanvallen van de satan tegen deze zielen zijn ongenadig. Zeg de zielen dat Ik naar méér slaven verlang, en dat zij zich moeten openstellen voor deze Genade door in alle omstandigheden Mij na te volgen in Mijn grote deugden: liefde, zuiverheid, zachtmoedigheid, blijmoedigheid, nederigheid en totale zelfverloochening, en aanvaarding van alle kruisen in overgave en blind vertrouwen. Het is op het fundament van Mijn ware slaven dat het Rijk van de Meesteres van de zielen gegrondvest wordt. (...)”. “Zie, de zielen die Mij beschouwen als hun Dienares, zijn volkomen onbruikbaar voor de grote opdrachten die Ik van Mijn uitverkorenen verlang. De zielen die Mij beschouwen als hun Koningin, kunnen Mij van nut zijn als dienaren voor welbepaalde opdrachten, doch vervallen doorgaans 49
spoedig in onstandvastigheid en zijn daarom onbetrouwbaar voor de behartiging van Mijn noden. Zij houden nog veel voor zichzelf achter en willen nog steeds de zekerheid dat zij zich aan Mijn macht kunnen onttrekken. Zij, daarentegen, die zich met hart en ziel, met geest en lichaam aan Mij weggeven en Mij dienen als hun Meesteres, zijn diegenen in wie Ik Mijn vertrouwen kan stellen voor grote en langdurige opdrachten: zij zijn de enigen die Mij dienen vanuit de kern van hun hart en door wie de ware Liefde stroomt op een meer constante wijze. Zij zijn in hoge mate standvastig in de beproeving. Van hen weet Ik dan ook dat zij berekenbaar zijn omdat zij alles doen wat Ik wil. Telkens wanneer Ik hen nodig heb, liggen zij aan Mijn voeten in het verlangen, Mij alles van zichzelf te geven, omdat zij gedreven worden door een vurige liefde voor Mij. Zij zijn Mijn grote genot, de instrumenten van Mijn macht. Zij hebben hun hart door Mij laten temmen, zodat zij slechts verlangen en nastreven wat Ik wil. Zij leven werkelijk voor Mij, en alleen voor Mij, en wanneer Ik dat wil, sterven zij ook voor Mij. Hun leven is voorbode van Mijn Rijk, en doorlopende verheerlijking van Mijn macht. Volgens Mijn wil onderwerp Ik hen geregeld aan beproevingen, opdat moge blijken dat Zij daadwerkelijk Mijn bezit en eigendom zijn, en hun wil voorgoed onder Mijn voeten hebben gelegd”. donderdag 27 april 2006 “(...) Elke ziel draagt in zich de kiem van Gods Wil. De Allerhoogste heeft deze kiem in elke ziel gelegd opdat zij in staat zou zijn om de richtlijnen en ingevingen van God te kunnen ontvangen. Wanneer jij, als Mijn uitverkoren apostel van de Meesteres van de zielen, je aan Mijn voeten neerwerpt voor een eerbetoon, een lofprijzing, een akte van onderwerping, een liefdesbetuiging of een uiting van dank, en je wijdt deze vlam van liefde toe aan de Meesteres van de zielen in de Goddelijke Wil, dan geldt jouw akte als een bliksemflits die in alle zielen de kiem van de Goddelijke Wil doet oplichten, ook al voelen de meesten dit niet, zodat God en Ikzelf in alle zielen deze lichtpunten kunnen waarnemen. Voor Mij is het dan alsof daadwerkelijk alle mensenzielen zich aan Mijn voeten neerwerpen. (...) De waarde van een dergelijk boeteceremonieel kan geen ziel op aarde bevatten”. “(...) Bedenk: elke akte van onderwerping en gehoorzaamheid aan de Meesteres van de zielen is als goud voor de ziel. (...)". “Gisteren zei Ik je dat slechts uiterst weinigen Mij beschouwen en benaderen als hun Meesteres. Begrijp wel: Meesteres ben Ik, eeuwig en onbetwistbaar, jegens alle zielen, doch de ziel kan pas de voordelen van haar slavernij jegens Mijn Liefde ervaren in de mate waarin zij Mij daadwerkelijk als haar Meesteres erkent en aanvaardt. (...) Leer de zielen dat zij ook zelf hun contacten met Mij horen te bekleden met de 50
de meeste mensenzielen jegens Mij een ware kwelling. Zij trachten Mij hiervoor te troosten door zich nog méér voor Mij te vernederen, doch de pijn blijft, want het mensenkind dat zich nooit voor Mij vernedert, beledigt God Zelf. Zeg de zielen dat Ik door de Allerhoogste Zelf tot hun Meesteres ben gemaakt, en dat Hij van hen verwacht dat zij daar naar handelen. De bevrijding van de mensheid uit haar ellende zou zelfs vandaag nog volkomen plaatsvinden indien in dit uur een groot gedeelte van de zielen zich aan Mijn voeten zou neerwerpen, Mij eerbetoon en eerherstel zou brengen, en Mij zou smeken om de vergiffenis van de Allerhoogste om het grote verzuim, Mij niet te hebben behandeld als de Meesteres van de zielen, Draagster van Goddelijke macht. (...)”. “De zielen zullen begrijpen dat Mijn titel als ‘machtige Meesteres van de zielen’ samenhangt met het wezen van hun Verlossing. Zij moeten erkennen en belijden dat Ik hun Meesteres ben, door de Allerhoogste hiertoe verheven, en dat zij onderworpen zijn aan Mijn macht. Bid opdat de Heilige Geest hen moge begenadigen met het inzicht dat zij niet slechts Mijn macht zouden trachten af te roepen voor hun bevrijding uit stoffelijke noden, doch dat het hun heilige plicht is, Mij te vereren, te belijden en te dienen als hun Meesteres, en de uitwerkingen van Mijn macht af te smeken voor de onvergankelijke noden van de ziel”. “Je bent geroepen om de apostel van de Meesteres van de zielen te zijn. De verheerlijking en het afsmeken van Mijn macht behoren tot je voornaamste opdrachten. Door Mijn macht, dat unieke voorrecht dat de Allerhoogste Mij voor alle eeuwen heeft geschonken, te verheerlijken, ondermijn je de macht van de satan. Verheerlijking van de onoverwinnelijke macht van de Meesteres van de zielen over alles, zet krachten in werking die slechts de engelen en heiligen in de Hemel kennen, en die Ik stap voor stap aan jou openbaar, volgens Mijn wil en de behoeften van Mijn Plan. Verheerlijking van Mijn macht is als een sleutel op de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid, waardoor de gebruikmaking van deze macht verantwoord wordt ten opzichte van de onmetelijke schuld die de mensheid jegens deze Wet op zich draagt. Het is Mij toegestaan, Mijn macht naar eigen goeddunken te gebruiken, doch Ik zou daardoor de schuld van de mensheid nog verzwaren, want de meeste Genaden die Ik haar wil bereiden, verdient zij niet op grond van haar eigen gedragingen. Verheerlijking van Mijn macht, is tevens verheerlijking van de Bron van deze macht, die in het Hart van de Allerheiligste Drievuldigheid ligt. Wanneer Mijn macht niet slechts met woorden doch in akten van de diepste onderwerping, lijden en vurige liefde wordt verheerlijkt door een ziel die zich bij herhaling in volkomen zelfverloochening aan Mijn voeten voor Mij ter aarde werpt, worden hierdoor ongekende Genaden vrijgekocht, wordt de satan in zijn werken verlamd, en wordt de eindfase van zijn definitieve vernedering voorbereid. Verheerlijking van de machtige Meesteres van de zielen is 35
het lijden. Volmaakte trouw aan Mij zal steeds gegrondvest zijn op een ware, diepe liefde voor Mij, een liefde die alles overstijgt. Alleen indien de liefde voor Mij elke andere gewaarwording in de schaduw stelt, zullen Mijn dienaren in staat zijn om hun lijden in vreugde, vrede en dankbaarheid te aanvaarden”. “God heeft Mij de troon bereid van de Koningin en Meesteres over alles. In de Hemel is deze troon zichtbaar. Op aarde kan hij zichtbaar worden voor ogen die daartoe het Licht van de Heilige Geest in zich hebben toegelaten. Mijn troon op aarde wordt gevormd door Mijn trouwe dienaren en liefdesslaven. Op hen ben Ik gezeten in heerlijkheid. Op het fundament van hun woorden en handelingen regeer Ik zichtbaar. In hun leven blijkt Mijn heerschappij. De wonderen die Ik door hen verricht, zijn als de wetten en decreten die Ik vanaf deze troon verkondig, want zij zijn de vervullingen van Gods Wil. Poets nu Mijn troon door alle zielen aan Mijn voeten neer te leggen. Overweeg deze woorden als een verwijzing naar Mijn herscheppende macht”. donderdag 23 maart 2006 “Engelen en mensenzielen zijn onder Mijn heerschappij geplaatst. Ik heb je gezegd dat de engelen zich als Mijn slaven beschouwen en daarover in verrukking verkeren. Slaven heb Ik ook onder de mensenzielen. Mijn slaven zijn zij die zich totaal, in al hun doen, laten, denken, voelen en verlangen aan Mij weggeven, en niets anders verlangen dan Mij toe te behoren en Mij volmaakt te dienen. Hoewel de gehoorzaamheid van de engelen jegens Mij deze van de meeste mensenzielen ver overtreft, zijn Mijn slaven in mensengestalte Mij meer waard dan Mijn Hemelse slaven, omdat de ziel in een menselijk lichaam een veel grotere weerstand moet overwinnen om de slavernij jegens Mij te aanvaarden, en bovenal omdat zij deel heeft aan de voltrekking van het Verlossingsmysterie. (...)”. vrijdag 24 maart 2006 “Toen de Aartsengel Gabriël Mij de Boodschap van de Menswording overbracht, begroette hij Mij met een knieval. Hij is pas opgestaan toen hij Mij opnieuw verliet. Ik was hem bekend als zijn Koningin en Meesteres, en hij herkende in Mij de unieke eigenschappen die de Allerhoogste in Mij had gestort. Voor de engelen ben Ik de Vertegenwoordigster van God. Nooit zouden zij het aandurven, in Mijn Tegenwoordigheid overeind te blijven, noch zouden zij ooit verzuimen om ogenblikkelijk gevolg te geven aan het geringste woord of handgebaar van Mij of één enkele blik uit Mijn ogen. Voor hen ben Ik onbetwistbaar de Meesteres met soevereine macht. Hetzelfde gedrag verwacht God van de mensenzielen. Zalig de weinigen die dit hebben begrepen. Voor de engelen zijn de lauwheid en de onverschilligheid van 34
allerdiepste eerbied. Ik ben de machtige Meesteres van de zielen in de orde der Goddelijke Genade. Wie Mij in deze hoedanigheid benadert, behoort dit te doen in de diepste onderwerping en eerbied, wat betekent dat gedurende een dergelijk contact, voor de ziel niets of niemand anders mag bestaan dan Ik, de Meesteres van de zielen”. vrijdag 28 april 2006 “(...) Met grote verwachting kijkt de Allerhoogste naar zielen die met Mij het hoogheilig verbond aangaan dat hen voorbereidt op een leven in de kern van het Verlossingsmysterie, de strijd voor de voltooiing van Gods Werken en Plannen. Elke gelegenheid waarbij een ziel op aarde een zegenbrengende beproeving met liefde omhelst, wordt in de Hemel geprezen als een wonder van de Voorzienigheid. Als de Meesteres van Gods Voorzienigheid word Ikzelf dag en nacht geprezen voor de grote dingen die Mijn macht tot stand brengt in zielen die het verbond van de totale slavernij jegens Mij hebben getekend als een getuigenis tegen hem die de bron is van alle ellende. Verheug je buitenmate, want onschatbaar groot is de Genade van de bewuste en gewilde deelname aan de laatste en grootste strijd tot voltooiing van Gods Heilsplan: de strijd tussen de Vrouw en de slang, waarbij het meesterschap van de Vrouw bezegeld en verkondigd zal worden in de grondvesting van het Rijk Gods op aarde en de regering van de Meesteres van de zielen over alle zielen. Voor de engelen en heiligen in de Hemel wachten bij de definitieve afkondiging van Mijn volmaakt en totaal meesterschap nog grotere zaligheden. Voor de zielen op aarde die zich voor Mijn voeten neerwerpen, wacht het ware geluk, de ware vrede en tot slot de verheerlijking. Voor de duivelen wacht de restloze vernedering onder Mijn machtige voet. Hemel, aarde en hel zullen beven wanneer de volheid van de Mij door God gegeven macht geopenbaard zal worden. (...) Weet dat het de satan niet is toegestaan om te vernietigen wat Mij in handen is gegeven, noch wat door Mijn handen vorm heeft gekregen. Vrees niet wat mensen doen of zeggen, want hoe groter de schade die zij je willen toebrengen, des te groter je verdienste indien jij de beproevingen door je aanvaarding en liefde laat afstralen op de werken die Ik door jou wil volbrengen. Zo schept de duisternis door haar eigen werken een sterker licht, op voorwaarde dat de duisternis niet met duisternis wordt beantwoord”. zaterdag 29 april 2006 “Heb Ik ooit iets anders in de zielen gebracht dan hoop, vrede en vreugde? De heerschappij van de Meesteres van de zielen kenmerkt zich door een algehele bevrijding van de ziel. Op het ogenblik waarop een hart zich totaal aan Mij overlevert, bestijg Ik er de troon van het Rijk 51
van de Liefde. Mijn eerste regeringsact is de afkondiging van Mijn Grondwet die is opgebouwd op het fundament van de ware Liefde en van alle deugden die uit de Liefde voortvloeien. Mijn eerste verordening vanop de troon is het bevel van Jezus aan de woelige baren van het meer van Galilea: Ik breng in het hart alle stormen tot zwijgen. Alles gehoorzaamt Mij, want Ik heb macht over alles. De enige tegenstand tegen Mij bestaat uit de neiging van de ziel om haar eigen wetten te maken en deze te volgen: de zielen durven of willen zich zo vaak niet voor Mijn wil buigen. Waarom vrezen zij Mij, of waarom vertrouwen zij niet totaal op Mijn macht en Mijn allesvermogende Liefde? Hoeveel tekenen verlangen zij nog om te geloven in Mijn macht, Mijn Liefde en Mijn wil om hen de volmaakte vrede van hart te schenken? (...) Volmaakte overgave aan de Meesteres van de zielen schept volkomen vrede in het hart”. “Zeg aan de zielen dat zij Mij vurig liefhebben, dat zij vurig naar Mij verlangen. Ik zal Mijn schoonheid in hun hart en in de ogen van hun ziel branden, zodat zij betoverd worden, opdat zij alles wat van de wereld is, verachten. (...)”. “(...) Hoe meer de ziel zich voor Mij vernedert, des te meer kan Ik Mij in haar laten gelden als haar ware en absolute Meesteres. Hoe totaler Mijn heerschappij in en over een ziel wordt, des te dieper kan ik graven om uit haar alle wortels te rukken van gesteldheden en invloeden die haar binden aan het wereldse denken, voelen en handelen. Het zijn deze gesteldheden en invloeden die onvrede in het hart brengen, die de ziel in innerlijke strijd brengen en de geest aan verwarring prijsgeven. Wanneer Ik van een ziel verlang dat zij zich voor Mijn voeten neerwerpt, is dit opdat Ik de volheid van Mijn macht over haar zou kunnen laten gelden, om haar binnen de grenzen en voorwaarden van de Wet van Gods Gerechtigheid de algehele bevrijding te kunnen schenken. De ziel zoals God haar heeft bedoeld, is de ziel die de ware vrijheid bezit, opdat zij waarlijk naar Zijn beeld en gelijkenis zou leven en zijn. Zo is de ziel wanneer zij uit Mijn handen komt nadat zij zich totaal heeft overgeleverd aan de macht van de Meesteres van de zielen. (...)”. (over de zielen in het vagevuur): “(...)Velen van hen hebben Mij tijdens hun leven op aarde niet erkend als hun Meesteres, en hebben nooit van harte voor Mij geknield. Weet dat een ziel zich zelfs van de eeuwige gelukzaligheid kan verzekeren door één maal in haar leven op aarde van harte aan Mijn voeten neer te knielen. Dit is één van de grootste doch meest onbekende uitingen van Mijn macht over de zielen: de mate van hun onderdanigheid en Liefde jegens Mij kan beslissen over hun eeuwig lot. Heb Ik niet gezegd dat Ik de volheid van Mijn macht over een ziel kan laten gelden in de mate waarin zij zich voor Mij vernedert?”. 52
leren en hun ziel wil vormen naar Mijn model. Ach, hoezeer verlang Ik dat de zielen hun Meesteres werkelijk leren kennen en Haar in staat stellen om de volheid van Haar macht over hen uit te oefenen. Jij zult Mij dienen om de Wet der Goddelijke Gerechtigheid in zodanige mate genoegdoening te verschaffen dat deze onmetelijke Genade voor de mensheid werkelijkheid kan worden. Mijn Rijk, dat het Rijk van God Zelf is, is op komst, maar het is een Genade die slechts gekocht kan worden door de grootste offers van totale zelfverloochening, onderwerping, lijden en liefde. (...)”. dinsdag 21 maart 2006 “In Mij is de volmaakte Bruiloft gesloten tussen de Godheid en een mensenziel. De Allerhoogste heeft hiervan getuigenis afgelegd jegens de engelen nog vóór Mijn Ontvangenis als mens. Hij heeft dit nogmaals gedaan ter gelegenheid van Mijn Onbevlekte Ontvangenis, bij de Menswording van Zijn Zoon in Mijn schoot, bij Mijn Opneming ten Hemel met ziel en lichaam, bij Mijn Kroning als Koningin van Hemel en aarde, en Hij zal dit nogmaals herhalen wanneer Hij Mij aan de zielen zal voorstellen als Zij die hun Meesteres was vóór alle tijden en dit zal blijven voor alle eeuwen der eeuwen. De ziel die in het Goddelijk Leven opgenomen wil worden op de wijze zoals door de Allerhoogste voorzien, moet dit daarom voorbereiden door Mij in staat te stellen, haar in Mij op te nemen en op Mijn beurt totaal in haar te heersen en te leven. Dit voorrecht komt Mij toe als haar Meesteres en Koningin en Vertegenwoordigster van God, Draagster en Uitvoerster van Zijn macht. De engelen in de Hemel beleven dit Mysterie elke dag in zijn volheid, en Ik schenk dit voorrecht ook reeds aan Mijn uitverkoren slaven in de mate waarin de mensenziel op aarde in staat is om dit voorrecht in zich tot uitwerking te laten brengen. (...)” woensdag 22 maart 2006 “Er zijn vele wijzen waarop Mijn dienaren de satan onder Mijn voeten kunnen leggen. Eén daarvan is de liefde voor het lijden. Menselijk lijden is voor de satan een feest, omdat hij weet dat de meeste van Mijn dienaren Mij in het lijden ontrouw worden. (...) Wanneer je alle lijden beschouwt als een geschenk van Mijn wil, (...) breng je de satan voor Mij op de knieën. Wanneer je Mij dankt en verheerlijkt om je lijden, maak je hem waanzinnig van onmacht. Wanneer je Mij bovendien smeekt om je lijden (...) te bestendigen, leg je hem totaal verlamd als een speelbal onder Mijn voeten. Dàt is de triomf van het kruis zoals Jezus deze aan de christenen heeft willen onderrichten, doch waaraan nauwelijks nog enig belang of geloof wordt gehecht”. “De satan in jezelf overwinnen, betekent in de eerste plaats je eigen lichaam overwinnen, bijvoorbeeld in 33
bewegen om dit struikgewas te breken. Geloof in de macht van Mijn Liefde. Met de aanraking van één vinger kan Ik een bos van kreupelhout laten ontbranden. De vruchtboom die Ik louter voor Mij wil behouden, zal door dit vuur niet vergaan, doch gelouterd worden. Zalig de ziel die haar Meesteres weet te smeken om deze brand”. “(...) de vernedering van de satan: Zijn dagen zijn geteld. Hij is voorbeschikt om Mijn voetbank te worden, maar Ik wil dat Mijn dienaren er getuige van zijn dat Ik macht heb om hem te temmen. Mijn verheerlijking zal volkomen zijn zodra Mijn dienaren hem eigenhandig aan Mij uitleveren, door hun totale overgave, onderwerping, lijden en liefde voor en jegens de Meesteres van de zielen (...)”. “De ziel heeft de neiging om toe te groeien naar diegene die zij liefheeft, en wel des te inniger en volkomener naarmate die liefde echte verering wordt. Zo kunnen geliefden op elkaar gaan gelijken, elkaars eigenschappen en kenmerken beginnen te delen. Zij vloeien als het ware in elkaar over. (...) Ikzelf heb Mij zo intens in de armen van de Allerhoogste geworpen dat Hij in Mij alle plaats innam. Hij heeft Mij totaal met Zichzelf bekleed. Hij is als de Verlosser zelfs één geworden met Mij in Mijn moederschoot. De Vrouw met wie God Zich als Mens één heeft willen maken, heeft de meest verregaande overvloeiing van Zijn kracht en Zijn wezen in Zich ervaren. Hij heeft Mij bekleed met Zijn macht en met de uitwerkingen van Zijn grootste Mysteries. Hij heeft Mij de macht gegeven over al het levende en het levenloze. Hij heeft Mij gemaakt tot Heerseres over alles, Koningin van Hemel en aarde. De engelen, de meest ontwikkelde wezens onder de schepselen, heeft Hij voor de eeuwigheid tot Mijn slaven gemaakt. Zij hebben zich in de diepste verrukking aan Mijn voeten neergeworpen en beschouwen Mij na God als de grootste Bron van hun gelukzaligheid. Indien de mensenzielen wisten welke extases een engel ervaart terwijl hij aan Mijn voeten ligt, inwendig smekend en biddend om uit Mijn mond een bevel te ontvangen, of terwijl hij Mij aanschouwt en Mijn schoonheid prijst met woorden die de hele Hemel in verrukking brengen... Deze verrukkingen kunnen ook de mensenzielen beleven indien zij Mij ten volle erkennen en belijden als hun almachtige Meesteres. Ja, Ik ben almachtig in de orde der Genade, want elk door Mij gesproken woord geldt in de Hemel als een onaantastbare wet. Op Mijn woord stromen ontelbare Genaden en verrukkingen over de aarde en bijkomende zaligheden over de engelen en heiligen. Op Mijn woord zouden ook ontelbare straffen worden toebedeeld, want Gods Gerechtigheid heeft Mij daartoe alle macht geschonken, doch de volmaakte Liefde van Mijn Onbevlekt Hart maakt het Mij onmogelijk om van deze macht gebruik te maken. De Liefde van God Zelf is in Mij tot volmaaktheid gekomen. Alleen Mijn ware, persoonlijke slaven leg Ik geboden, verboden of beperkingen op die zij in bepaalde gevallen als “straffen” kunnen ervaren, omdat Ik hen de ware gehoorzaamheid wil 32
maandag 1 mei 2006 “(...) Algehele vergeving en verzoening tussen de harten betekent: letterlijk alle onkruid in het hart prijsgeven aan Mijn handen, alle slangen tussen het koren prijsgeven aan Mijn voeten, en alle ongedierte in de grond van de ziel laten verdelgen door het parfum van de heiliging door de meest intense toewijding van dit alles aan Mij. Er is geen wijze om het hart beter voor te bereiden op een vruchtbare ontvangst van de Heilige Geest. Algehele vergeving en verzoening betekent: alle wrok, wrevel, bitterheid, onverzoenlijkheid, haat, slechte gedachten en negatieve gevoelens laten ontwortelen. Dit schept in het hart een totale bevrijding en ontspanning. Wanneer Ik een ziel betreed, wil Ik in haar kunnen heersen vanaf het eerste ogenblik, teneinde er Mijn grote werken te kunnen voltrekken. Een ziel vervuld van negatieve gevoelens ten aanzien van medemensen uit verleden of heden is niet een ziel die haar Meesteres ontvangt in vrijheid, vrede en vreugde. De ziel bemoeilijkt Mijn werken in haar zolang zij enig negatief gevoel of herinnering koestert jegens een medemens. Wanneer een ziel van Mij verlossing uit haar ellende verlangt, moet zij Mij willen toebehoren. Zolang zij negatieve gevoelens koestert, dient zij niet Mij, maar de satan. Wat Ik wil, is niet bloemen bij Mijn beeltenis, doch bloemen van oprechte vrede in de harten. Pas dan kunnen de andere bloemen Mij werkelijk troost en vreugde bereiden”. “(...) Van al Mijn toegewijden verlang Ik dat zij hun hart klaarmaken voor algehele zuivering van gevoelens van wrok, wrevel of andere negativiteit jegens hun medemensen die hen ooit iets hebben misdaan of hen hebben gekwetst of benadeeld. Het is hen toegestaan, daarbij concreet aan welbepaalde mensen te denken. Zij zullen Mij dagelijks smeken om de kracht om ware vergeving te kunnen schenken en bevrijd te worden van alle gevoelens die niet verenigbaar zijn met ware naastenliefde. Zeer geschikt zijn aanroepingen zoals Ik deze heb geschonken aan jou, Mijn liefdesslaaf, in het ‘Kroontje voor mijn vijanden’. (...)”. “(...) Vergevingsgezindheid en bereidheid tot volmaakte verzoening jegens alle medemensen is een onvergelijkbaar grote kracht voor de volkomen zuivering van de ziel. In de mate waarin de ziel haar medezielen van harte vergeeft, wordt ook aan haar vergeven. In een ziel die niet of onvoldoende vergevingsgezind is, kan Gods Voorzienigheid ook niet werken, want gebrek aan vergevingsgezindheid vormt een zware hindernis voor de stroming van de ware Liefde, en het is de Liefde die alles in werking stelt. Gods Voorzienigheid is niets anders dan de uitwerking van een ongehinderd stromende Liefde. Vergevingsgezindheid ruimt bovendien elke hindernis op die de satan op levenswegen legt. (...)”. 53
dinsdag 2 mei 2006 “(...) Teken van tegenspraak te zijn, is een uitverkiezing. Het is als een boom te mogen zijn die door een Hemelse hand midden in de woestijn wordt geplant. Deze boom is als een klein paradijs voor de zielen die zich de moeite getroosten om de woestijn te doorkruisen op zoek naar Gods enige Waarheid (...)”. woensdag 3 mei 2006 “Het Rijk Gods wordt gebouwd op het bloed van de martelaren. Hiertoe behoort ook het vele onzichtbare bloed van smarten, beproevingen en pijnen die geleden worden in naam van Jezus Christus en in Mijn dienst. Zelfs al zou je het gevoel krijgen dat je de enige ziel op aarde was die nog voor het goede strijdt, geef ook dan niet op, integendeel. De oppervlakkigheid van de geloofsbeleving onder de christenen is schrijnend. De Christus wordt méér verloochend in Zijn eigen rangen dan daarbuiten. De geest van Judas leeft ook vandaag in ontelbare christenen. (...) De Goddelijke Gerechtigheid schreeuwt om genoegdoening. De redding van talloze zielen, ook onder de zogenaamde christenen, is nu afhankelijk van de uitzonderlijke inzet van de zeer weinigen die Mij hun eeuwige trouw hebben beloofd en die daar ook werkelijk naar leven. Zolang zij aan Mijn voeten liggen, kan Gods Liefde blijven stromen. Wee de mensheid wanneer deze zaligen de zoete kettingen van hun slavernij jegens Mij afleggen. (...)”. “Jezus Christus leeft op aarde verder in de twee grote elementen van Zijn nalatenschap: ten eerste in de Heilige Eucharistie in de geconsacreerde vormen van brood en wijn, en ten tweede in Mij, Zijn Moeder. Het christendom veilig stellen en daardoor de absolute doelstelling van de Leer van Christus, de definitieve grondvesting van Gods Rijk op aarde, tot verwezenlijking brengen, hangt daarom af van twee grote werken: 1. De Kerk van Jezus Christus terugvoeren naar haar wortels: de strikte beleving van de traditionele, oorspronkelijke Leer van Jezus, en binnen de Kerk de strikte eerbiediging van de traditionele liturgie; 2. De christenen het evangeliewoord in herinnering brengen, dat zegt: “en van dat ogenblik af nam de leerling Haar bij zich in huis”. Maria bij zich in huis nemen, betekent: Haar totaal toebehoren, je hele wezen zodanig inrichten dat Zij er werkelijk thuis kan zijn, en zorgen voor al Haar noden. Mijn noden heb Ik je bekend gemaakt. De Allerhoogste wil de toepassing van Mijn heerschappij in alle zielen. (...)
54
daar alle roerselen van hart, geest, ziel en lichaam zonder enige terughoudendheid aan Mijn voeten neer te leggen. Ik verlang dat de zielen geen enkele verrukking meer tot leven laten komen buiten deze, Mijn heerschappij in zich te zien stralen als de middagzon en Mijn macht over zich te voelen en te koesteren als een onbetaalbare schat. Mijn Rijk is het Rijk van het Kruis vanaf hetwelk Mijn Zoon Jezus Christus de hele mensheid, alle zielen, aan Mij heeft gegeven”. donderdag 9 maart 2006 “(...) De komst van Gods Rijk op aarde zal zijn als de troonsbestijging van de machtige Meesteres van de zielen als Heerseres over de mensheid. Op die dag zullen alle engelen en alle mensenzielen aan Mijn voeten, en alle duivelen onder Mijn voeten liggen, als de absolute verheerlijking van Mijn macht en als de trofee van Mijn overwinning. Op die dag zullen de zielen Mij kennen in Mijn verheerlijkte, door God voorbeschikte grootheid (...)”. zaterdag 18 maart 2006 “(...) Ik wil dat je weet dat in alle eeuwen ontelbare zielen gedurende lange tijd in het vagevuur hebben gezucht omdat zij zich tijdens hun leven op aarde nooit aan Mijn voeten hadden neergeworpen. Mijn macht is zo groot dat een ziel van de eeuwige verdoeming gered kan worden door zich één maal tijdens haar leven op aarde met vuur aan Mijn voeten voor Mij te vernederen. Op dit ogenblik verblijven ontelbare zielen in het vagevuur, mede omdat zij Mij hebben versmaad en Mijn macht hebben miskend. Gods Gerechtigheid is streng voor zielen die Mijn grootheid negeren, betwisten of bestrijden. God wil de zielen aan Mijn voeten zien omdat Ik Draagster ben van Zijn macht en van Zijn grootste Mysteries. Zeg aan de zielen dat zij zich voor Mij vernederen en Mij aanroepen als hun Meesteres en Koningin. Indien zij deze woorden aanvaarden en ernaar leven, zullen zij zichzelf daardoor redden. Boet voor hen die Mij niet willen erkennen als hun Meesteres, opdat zij zich tenminste in hun stervensuur aan Mijn voeten neerwerpen, desnoods in de geest, wanneer Ik Mij aan hen zal openbaren met een teken van Mijn macht die slechts overtroffen wordt door de scheppende macht van God. (...)”. maandag 20 maart 2006 “Zoals een lentezon zullen Mijn woorden de vruchten in de zielen doen rijpen. Zij die overwoekerd zijn door het dorre struikgewas van wereldse gevoelens en gedachten, hebben zich voor de zon van Mijn Liefde afgesloten. Jouw volkomen overgave aan Mijn voeten zal Mijn voet ertoe 31
woensdag 1 maart 2006 (Aswoensdag) “Van Mijn toegewijden verlang Ik gedurende deze vastentijd dat zij zich totaal aan Mij overleveren opdat Ik hen kan maken tot Mijn engelen. Ik wil hen diep in hun hart onderrichten in de woestijn van versterving aan zichzelf. Ik heb hun lichaam nodig als Mijn onverdeeld bezit, als werktuig waarmee Ik Genaden voor de zielen kan bereiden. Ik wil hun geest ledigen van alles wat werelds is. Hun hart wil Ik voorbereiden op de bruiloft met de ware Liefde op Goede Vrijdag, en hun ziel op een nieuwe Lente bij de Verrijzenis. Jij zult het slachtoffer van Mijn Liefde blijven. (...) vrijdag 3 maart 2006 “De mens is blootgesteld aan zovele verwarrende en onreine invloeden dat hij vaak het gevoel heeft dat zijn hart leeft in een dicht web dat verlamt, wurgt, en de ziel vervuilt. Deze gevoelens mogen niet verward worden met enige onzuiverheid of zonde van binnenuit. Ook Jezus heeft gelijkaardige gevoelens gehad in de Hof van Gethsemani: Hij was ten prooi aan een verstikkende droefheid over de onreinheid van de mensheid van alle tijden. Nochtans was Hijzelf het onschuldigste Lam. (...)”. zaterdag 4 maart 2006 “Ik ben de Meesteres van de zielen. Een ziel kan delen in de vruchten en uitwerkingen van Mijn meesterschap in de mate van haar bereidheid om zich met hart en ziel aan Mijn voeten neer te werpen. Daartoe moet zij bereid zijn om zich los te maken uit de greep van de wereldse invloeden en gehechtheden. Mijn belangen moeten haar tot bron van vreugde zijn, zoals dit het geval is voor de engelen in de Hemel. In elke tempel waar Ik werkelijk heers, waait een wind die de stormen der wereld doet luwen: de wind van Gods Geest. Deze wind is als een verrukkelijke bries op een zomeravond, een strelende wind die leven brengt, die opwekt, en die drager is van het dronkenmakende parfum van de Bloem van het Hemels Hof, een bries die drager is van Gods Woorden van Leven. Zoals je Meesteres in jouw hart spreekt en Zich aan jou vertoont, zo wil Zij dat in al Haar tempels kunnen doen. Overeenkomstig de Wet van de Genade kan Zij dit echter slechts ten uitvoer brengen in de mate waarin een tempel zijn muren laat bekleden met het banier van Haar macht en heerschappij: het blauwe banier waarop de heilige naam van de Onbevlekte Koningin van Hemel en aarde staat gegrift met gouden letters van vuur. Mijn heerschappij in een zielentempel wordt pas volkomen op de dag waarop alle relikwieën uit het aardse leven in zijn voorhof worden verbrand in het vuur van het verlangen naar Mijn troonsbestijging voor het altaar van haar hart, en van het verlangen om 30
(...) Hoe groter het getal der zielen die zich waarlijk en duurzaam aan Mijn voeten neerwerpen, des te groter zal de druk van Mijn machtige voet op de kop van de slang worden. (...)”. vrijdag 5 mei 2006 “De Allerhoogste heeft Mij gemaakt tot de Hoedster van Zijn Goddelijk Lam. Deze opdracht blijf Ik vervullen voor alle lammeren die uit het Lam Gods zijn voortgekomen. Hoezeer lijdt Mijn Hart onder de vaststelling dat Ik in deze tijden méér wolven dan lammeren moet hoeden. Mijn geliefde, het Goddelijk Lam heb Ik eerst in, en daarna op Mijn schoot gedragen en gekoesterd. Hetzelfde herhaalt zich met de zielen die zich volmaakt aan Mij weggeven. Wolven, echter, laten zich niet op de schoot dragen: zij volgen slechts hun eigen wetten, deze van de roofzucht en het eigenbelang. De Meesteres van de zielen is ertoe geroepen, de wolven te temmen met de zweep van de Hemelse Liefde, hen door de Genade te herscheppen tot lammeren, en hen dan op Haar schoot te nemen om hen te onderrichten in de ware navolging van het Lam Gods”. “Ik ben de Bloem der bloemen. In Mij heeft God alle heerlijkheden van de zichtbare en onzichtbare schepping verenigd. Mijn reinheid en schoonheid is vergelijkbaar met een kleed dat uit een oneindig aantal lagen bestaat: telkens een laagje wordt weggeslagen, openbaart zich een nieuw laagje van een andere kleur en stof, en zelfs indien gedurende duizend jaren elke dag duizend laagjes werden weggeslagen, zouden nog steeds niet alle mysteries van Mijn schoonheid en onbevlekte heiligheid zijn onthuld. Ik ben als een Bloem die nooit verwelkt en wier geur de eeuwigheid doordringt als een verrukkingbrengend parfum dat alles beheerst waarmee het in aanraking komt. De ziel die dit parfum verafschuwt omdat het zich niet met haar gesteldheid laat verenigen, zal het nooit ruiken noch erdoor verrukt worden. Deze ziel zal zich niet openen voor de eindeloze stromen van Genaden die van Mijn heiligheid over de zielen uitstromen. De ziel die dit parfum begeert, zal ermee besprenkeld worden in de mate waarin zij deze Goddelijke essence waardiger wordt. De Tuin der Mysteries van Maria kan op deze aarde niet volkomen doorgrond worden. Het Mysterie van Mijn heiligheid en schoonheid is zo machtig dat alle engelen en heiligen eeuwigdurend in verrukking aan Mijn voeten kunnen liggen, bedwelmd en betoverd door steeds nieuwe openbaringen ervan. Dit Mysterie is oneindig zoals God Zelf, want het is in Zijn Bron geschapen en is bedoeld om er voor de eeuwigheid te blijven uitstromen. Daarom is Mijn heerlijkheid als een eeuwigdurende, eindeloze stroming: tegelijkertijd reeds volkomen en toch zichzelf onophoudelijk verder vermenigvuldigend. Elke mensenziel die het Rijk der Hemelen betreedt, werpt zich aan Mijn voeten neer en belijdt Mij in de diepste verrukking als 55
haar Koningin en Meesteres, want uit Mij stralen de verrukkingen die God in Mij heeft gelegd in een mate die alle andere verrukkingen van de Hemel samen duizendvoudig overtreft. Elke ziel in de gelukzaligheid van de Hemel krijgt er aandeel in, op zeer uiteenlopende wijzen. Zalig de zielen die reeds op aarde Mijn slaven willen zijn. Smeek Mij in je boeteofferande van alle mensenzielen aan Mij, dat één druppel uit de oceaan van Mijn heerlijkheden over de mensheid gesprenkeld mag worden, en zeer velen zullen reeds de kiem ontvangen van de Genade om Mij te belijden als de ware Meesteres van de zielen. Bedenk dat deze ene druppel reeds zo kostbaar, zo Goddelijk is, dat de mensheid niet de vereiste staat van genade bezit om dit genot in de zielen te rechtvaardigen, en dat de Wet der Goddelijke Gerechtigheid daarom veel lijden, vurige liefde en de diepste akten van onderwerping jegens Mij verlangt om deze Genade te kunnen toekennen. Geef je dus totaal aan Mij, tot bekering van velen. (...)”. zaterdag 6 mei 2006 “Zeg aan de arme kudde van Jezus dat zij niet willoos overgeleverd is aan de macht van de satan. Net zoals Ik Mijn macht als de Meesteres van de zielen pas ten volle kan ontplooien in de mate waarin de ziel zich werkelijk aan Mij geeft, kan ook de satan slechts zijn vernietigende macht ontplooien in de mate waarin de ziel zich aan hem geeft. Uit God stroomt niets dan Leven. De satan daarentegen, is als een magneet die alle leven uit de ziel wegtrekt, zodat zij zieker en zieker wordt, steeds minder levenslust en levenskracht vertoont, en in bepaalde gevallen totaal niet meer levensvatbaar is. Naarmate het leven uit de ziel wegvloeit, krijgt zij het moeilijker om het Licht te volgen. Dat komt doordat het wegvloeien van het leven uit de ziel een compensatie zoekt in het najagen van behoeften die schijnbaar nieuw leven in de ziel brengen doch in werkelijkheid slechts de macht van het materiële verhogen: de lichamelijke lusten en de behoeften aan alles wat met geld verkregen kan worden, maken zich dan tot machthebbers in de ziel. In werkelijkheid zijn dit de machtsmiddelen waarmee hij regeert die de tiran der tirannen is: de satan. Ik bezit de macht om zijn zweep onder Mijn voeten te leggen en te houden. Zeg aan de zielen dat Ik slechts wacht op hun smekingen tot Mij, de ware Meesteres van de zielen, om de macht en de heerschappij over hen in handen te nemen en hen te bevrijden uit de koorts der bekoringen die gepaard gaat met de ziekte van de ziel. Zeg dat zij Mij veelvuldig en met volle kracht aanroepen met de woorden: ‘Maria, onbevlekte Meesteres van de zielen, bevrijd mij van alles wat mijn ziel bedreigt, want ik wil U toebehoren. Schenk Mij het ware Leven’. Deze woorden, tot Mij gericht vanuit een hart dat waarlijk verlangt naar het ware Leven, zullen de volheid van Mijn macht ontbinden”. 56
houdt, zal Mijn geur verspreiden en trekken van Mijn schoonheid verwerven. Zij zal harten in verrukking brengen en zielen winnen voor de Koningin van de Hemelse Bloemen: Maria, de Meesteres van de zielen”. vrijdag 24 februari 2006 “De Liefde kan afgemeten worden aan de bereidheid om lichamelijke kruisen te dragen, omdat lijden een zekere vernietiging van het lichamelijke betekent, en de ware Liefde een kracht is die de ziel totaal buiten het lichaam trekt en het hele wezen van de mens boven zichzelf doet uitstijgen”. maandag 27 februari 2006 “Het raderwerk van Gods Mysteries is voor de menselijke geest niet doorzichtig, omdat zowel de radertjes als hun onderlinge verbindingen deel uitmaken van verschillende lagen van een werkelijkheid die voor de mens niet waarneembaar zijn. Zo moet je het begrijpen wanneer Ik zeg dat alles een verschil maakt: elke versterving, elk offertje, elk onderdeeltje van je boetedoening, elk schietgebedje in vurige liefde tot God of tot Mij gericht, dit alles maakt een verschil. Laat geen ziel zichzelf misleiden in de waan dat iets nutteloos is omdat zij de uitwerking daarvan niet voor haar ogen kan waarnemen. De satan maakt misbruik van het menselijk onvermogen om de volle realiteit van het bovennatuurlijk leven te zien zoals zij werkelijk is. Dit onvermogen ligt aan de basis van elke achteruitgang in de strijdlust, van elke ontmoediging, van elke onverschilligheid. Geloof in Mij als de Meesteres van de zielen. Op grond van elke inspanning van Mijn getrouwen put Ik krachten uit de Bron van het Goddelijk Leven en leid Ik deze krachten doorheen de vele banen en kanalen die voor de mens nog niet zichtbaar zijn. Zo breng Ik wonderen tot stand. Vele daarvan blijven onzichtbaar en verborgen zolang jullie op aarde leven. Groot zal jullie verwondering zijn op de dag waarop jullie de openbaring zullen ontvangen van de volheid van Gods werkelijkheid. Groot zal dan ook de verbazing der mensen zijn over de ware toedracht van Mijn macht. (Maria spreekt nu als het ware dromerig): Ja, ook de meest verstarden zullen dan voor Mij op de knieën gaan, want God zal hen Mijn heerlijkheid openbaren, zoals Hij dit ooit aan de engelen deed. Groot is Mijn vreugde over elke ziel die zich reeds op aarde voor Mij neerwerpt, want van deze kan Ik jegens God getuigen dat zij reeds in de toestand der aardse verblinding Mijn meesterschap als waarheid heeft aangenomen”.
29
God Zelf. Daarom beheers Ik elke Goddelijke kracht, omdat Mijn Liefde volmaakt is. Dit is de betekenis van Mijn uitspraak dat Mij alle macht is gegeven. Wat Ik wil, wordt automatisch door God Zelf bekrachtigd. Geen enkele mensenziel heeft ooit dit voorrecht genoten, het is eenmalig. Daarom ben Ik in de volheid van het woord de machtige Meesteres van de zielen. Weet echter, dat elke mensenziel macht kan krijgen over de stroming van de Goddelijke krachten, naarmate zij de volmaaktheid in de Liefde benadert door vrijer te worden van zonde. Om deze reden is het gebed van een heilige ziel zo krachtig. Eén ding slechts kan de uitwerkingen van de voorspraak van een heilige afremmen: de mogelijkheid dat op het ogenblik van deze voorspraak Gods uur nog niet is aangebroken. (...)”. woensdag 22 februari 2006 “Dit is de tijd van goedmaking van alles wat ooit de Wet van Gods Gerechtigheid heeft gebroken (...)” “De Allerhoogste heeft voor Mij, Zijn boven alles geliefde Dochter en Meesteres van de zielen, een drievoudige kroning bestemd: de eerste heeft plaatsgevonden toen Hij Mij aan de voltallige schare van de engelen voorstelde als de Meesteres en Koningin van al het geschapene, van de engelen en de mensen, ook al waren de mensen toen nog niet geschapen en bestond ook Ikzelf dus nog niet in een stoffelijk lichaam. De tweede kroning heeft plaatsgevonden na Mijn Tenhemelopneming. Toen werd de kroning als het ware uitgebreid tot Mijn stoffelijk lichaam, dat volmaakt heilig had geleefd. De derde kroning is voorzien als de afkondiging door God Zelf van Mijn hoedanigheid en waardigheid als Meesteres van de zielen”. donderdag 23 februari 2006 “Elke knieval voor Mij is als een rode roos (...) Hoevele rozen zijn nodig om deze mensheid opnieuw kleur te geven! Hoevele rozen verwelken omdat zij terecht komen in grond die verziekt is en die niet bereid is om het voedsel der Genade in zich op te nemen. Wat maakt een roos mooi, krachtig en vruchtbaar? De deugden van blijmoedigheid, zachtmoedigheid, geduld, mildheid, verdraagzaamheid, oprechtheid, gelijkmoedigheid, vertrouwen, zuiverheid van hart en mond, vurige en zelfverloochenende liefde, aanvaard en bemind lijden, boetvaardigheid, offerbereidheid, totale onderwerping aan Gods Wil en aan Mijn wil, nederigheid, ingetogenheid, eenvoud, vergevingsgezindheid, totale overgave aan Mij, en aanvaarding van alles wat op de levensweg komt als beschikkingen uit Mijn Hart en geschenken uit Mijn handen. De roos die zich voedt uit grond die deze stoffen rijkelijk in zich heeft opgenomen en deze in stand 28
“Vandaag is de eerste zaterdag van de maand. Het is Mijn dag, symbool voor de overwinning van Mijn Onbevlekte Ontvangenis op alle kwaad. Daarom wil Ik de zielen speciaal onderrichten opdat Mijn werken in hen een vruchtbare bodem mogen vinden. Welke tekenen wijzen erop dat een ziel bezig is, het ware Leven te verliezen, en dus de ziekte in zich draagt? Zij brokkelt af in haar drie grootste pijlers: de Liefde, het geloof en de hoop. 1. Zij verliest de ware LIEFDE: de ziel wordt onverschillig, zelfzuchtig, stelt zichzelf en haar eigen behoeften in het middelpunt van haar bestrevingen, valt ten prooi aan afgunst, nijd, jaloersheid, haat, wrok, wrevel, wordt onverzoenlijk, kan moeilijk vergeven, wordt ongevoelig voor de noden en het lijden van haar medemens. Zij ziet haar medemens gemakkelijk als een concurrent of een struikelblok. Er ontstaat een neiging tot hoogmoed, zelfverering en eigenliefde. De ziel verliest de zachtmoedigheid, de zin voor tact, de eerbied voor haar medemens, de verdraagzaamheid, de mildheid. Zij neigt tot het spreken van kwetsende woorden, sarcasme, spot, laster, roddel, verdachtmaking. De ziel wordt wraakzuchtig, laat zich snel verleiden tot ruzie, woordentwist en alle vormen van onvrede, agressiviteit en hardvochtigheid. Zij neigt ertoe, behagen te scheppen in het leed van haar medemens, en zelf haar medemens leed of schade te berokkenen door bedrog, leugen, en toe-eigening van dingen die haar niet toekomen. Zij neigt ertoe, haar medemensen te bespelen in hun gevoelens om daar zelf beter van te worden. Zij verliest ook het respect voor dieren en natuur. 2. Zij verliest het GELOOF: de ziel keert zich steeds méér naar de wereld toe en houdt steeds minder rekening met het leven van de ziel, het Eeuwig Leven. Zij twijfelt aan het bestaan en de werking van God en Zijn Voorzienigheid, gelooft ook niet echt in het bestaan en de werking van de satan, de zonde en de bekoring, of houdt met dit alles weinig rekening. De behoeften van het lichaam en de ijdele glorie van vergankelijke dingen worden tot middelpunt van haar leven en verlangens, en de ziel leeft alleen nog voor het wereldse. Zij valt ten prooi aan allerlei uitingen van onzuiverheid, doordat zij elke controle vanwege Gods Gerechtigheid negeert of miskent. Zij neigt ook tot ongeduld door het gevoel dat de mens beter alles zelf regelt dan te vertrouwen op een onzichtbare kracht in zijn leven. Zij raakt snel geïrriteerd doordat zij in alle beproevingen weinig of geen houvast vindt in het bovenwereldse. Zij neigt ook tot roekeloosheid en onvoorzichtigheid doordat zij zelfs ten koste van alles zo veel mogelijk uit het leven wil halen tot bevrediging van haar genotzucht. De ziel aanvaardt niet gemakkelijk haar kruisen en beproevingen, en komt snel in protest en ontevredenheid. Zij klaagt over vele dingen, als uiting van ontevredenheid met haar lot. De ziel vertoont ook de 57
neiging om de christelijke leerstellingen uit te leggen op een wijze die haar gedrag en denkwijze moet goedpraten. Zij wordt heel gemakkelijk misleid en als het ware betoverd door allerlei dwaling in haar leven en in de Kerk. 3. Zij verliest de HOOP: de toekomst verliest haar aantrekkingskracht, het leven verliest zijn zin en zijn doel, de ziel valt ten prooi aan wanhoop, vertwijfeling, ontmoediging, bijt zich gemakkelijk vast in teleurstellingen, begint te neigen tot neerslachtigheid en tot zelfbeklag, verliest de geestdrift om zich voor het goede en het welzijn van de eigen ziel en haar medemensen in te zetten. Zij verliest de blijmoedigheid en komt hierdoor over als mat en onbezield. De ziel neigt ertoe, overmatig met haar verleden bezig te zijn, en wordt daarbij ofwel melancholisch ofwel angstig. Zij neigt steeds méér tot zonde vanwege een gevoel dat zij toch niet in staat is om te verbeteren. Niet al deze tekenen komen onmiddellijk in hun volle duidelijkheid tot uiting. Het gif van de satan sluipt en sijpelt soms langzaam, en de uitwerking ervan kan afgeremd worden zolang de ziel nog enigszins openstaat voor de influisteringen van Gods Geest. Heel vaak blijkt het beginnend verval onder meer uit een gebrek aan liefde tot Mij en geloof en vertrouwen in Mij. De Meesteres van de zielen heeft alle macht om de satan onder Haar voeten te vernederen en te verlammen. Om deze reden wordt zijn gif ook in de eerste plaats ingespoten in die zielenvezels die nog gevoelig zijn voor de uitwerkingen van Mijn macht. Waarschuw de zielen voor deze gevaarlijke dwaling”. “De enige weg terug naar het Licht voor een ziel die langere tijd onder de invloed van het gif van werelds denken en voelen is geweest en hierdoor sterk is verzwakt in liefde, geloof en hoop, bestaat hierin dat in haar het verlangen wordt gewekt om opnieuw voeling te krijgen met Gods enige en eeuwigdurende Waarheid: de Leer van Jezus Christus. Alleen dan kan de Heilige Geest opnieuw een open deur vinden om Zijn Werken in deze ziel te hervatten. Prent de zielen in dat de sleutel tot hun bevrijding uit alle ellende, onvrede, radeloosheid en verlies van zingeving aan hun leven in Mijn handen ligt. Een ziel die tot Mij komt, levert Mij hierdoor het materiaal waarmee Ik de wegen bouw langs dewelke zij kan ontsnappen uit de gevangenis die de satan rond haar heeft gebouwd, en die bestaat uit de muren van de uitzichtloosheid, de prikkeldraad van allerlei misleidingen en bekoringen, en de wachttorens van andere zielen die eveneens in de valstrikken der wereld zijn getrapt en hierdoor de ziel verhinderen om terug te keren naar haar vrijheid. Ja, een gevangen ziel houdt op haar beurt andere zielen gevangen. Zo vormt de satan zijn slaven: het gif van zijn onvrede verspreidt zich van ziel tot ziel, en schept in al deze zielen de vrees dat hun terugkeer naar het Licht bij hun medemens zal overkomen als verraad. Laat Mij je liefde zo volkomen 58
christen weet dat de satan de tegenstander is van alle goeds, van alle Liefde. Hem dienen zij nochtans zonder enige remming, en doorgaans geloven zij in zijn invloed omdat zij daarvan de uitingen kunnen zien. Waarom geloven zij dan niet in de oneindig veel grotere macht van de Vrouw die hem met één akte van Haar wil onder Haar voeten kan leggen? Zeg hen dat Ik wacht op hun totale overgave, toewijding, onderwerping en liefde om Mijn macht te openbaren”. “(...) Mijn macht geldt in de Hemel, op aarde, en over de duivelen. Binnen deze drie machtsgebieden word Ik alleen in de Hemel gediend in overeenstemming met de Wil van God. De Wet van Gods Gerechtigheid zal pas vervuld worden wanneer ook Mijn macht over mensen en duivelen zich ten volle zal kunnen openbaren. Alleen de strijdende kerk op aarde kan dit bekomen. Indien de liefde van de mensenzielen tot hun Meesteres onvoldoende groot is om Haar dit eerbetoon te brengen, mogen zij dan begrijpen dat de openbaring van Mijn macht niet alleen de volheid van Mijn heerlijkheid zal laten stralen, doch ook de bevrijding van de mensheid uit zonde, kwaad en ellende zal brengen. Daarom verlang Ik, in overeenstemming met Gods Wil, de zielen aan Mijn voeten te zien, opdat Ik de duivelen voorgoed kan temmen en verlammen. De macht is in Mijn handen, zeg de zielen dat zij Mij smeken om haar uit te oefenen in haar volheid. (...)”. “(...) De ziel in een mensenlichaam is onderhevig aan lichamelijke pijnen en vermoeidheden, en staat voortdurend onder de bedreiging van ontelbare bekoringen. Voor een engel is Mijn meesterschap vanzelfsprekend, voor een gevallen engel is zij een gegeven dat voor eeuwig afgezworen is, maar voor de mensenziel op aarde is zij een barrière die slechts met veel moeite overwonnen wordt. De mens aan de voeten van de Vrouw als zijn Meesteres: dit is slechts denkbaar voor de ziel die de Genade ten volle aanvaardt. Het vereist een vurige liefde, de diepste nederigheid en een heldhaftige gehoorzaamheid”. maandag 20 februari 2006 “God is almachtig. Hij is de oorsprong van alle dingen, de Bron van alle levenskracht. Hij heeft het zo beschikt dat ook Mijn macht absoluut en totaal is, in de orde van de Genade. Dit betekent dat ook Mijn woord wet is, omdat Mijn Hart in volmaakte eenheid is met de Godheid. Ik heb nooit gezondigd. Zonde berooft de mensenziel van elke scheppende invloed. Dit betekent dat elke ziel de uitwerkingen van de kracht van God Zelf kan beïnvloeden naarmate die ziel zuiverder is, vrijer van zonde, heiliger. Vrij-zijn van zonde, betekent volgroeid zijn in de Liefde als koningin van alle deugden. De Liefde regeert alle krachten in de ziel. Mijn macht is absoluut omdat Ik door totale vrijwaring van alle zonde voor eeuwig volmaakt ben in de Liefde. De Liefde is het wezen van de kracht van 27
donderdag 16 februari 2006 “Alle christenen noemen Mij ‘Koningin’, doch hoe zeldzaam zijn zij die daadwerkelijk in Mijn macht en Mijn koninklijke waardigheid geloven, en nog zeldzamer zijn zij die Mij de kans geven om in hun dagelijks leven te heersen zoals Mij dit gegeven is. Elke tempel die begunstigd wordt met de aanraking van Mijn voet, wordt getuige van wonderen van Liefde. De Meesteres van de zielen is Meesteres van de Liefde: Zij heerst en regeert door, met en over de kracht van God Zelf op aarde, en het wezen van deze kracht is de Liefde. Daarom zeg Ik dat Ik diepe verrukking, vervoering en genot ervaar wanneer Ik werkelijk heers over en in een ziel: Mijn vervoering ontspringt uit de beleving van een intense stroom van Liefde. Wanneer de stroom van Mijn Liefde in een ziel wordt beantwoord door een intense, vurige, zelfverloochenende liefde vanuit deze ziel naar Mij toe, stroomt de Liefde in een ononderbroken kringloop van vuur. (...)” vrijdag 15 februari 2006 “(...) Hoezeer verlang Ik dat al Mijn toegewijden Mij deze kans zouden geven: dat zij elk ogenblik van de dag zo intens naar Mij zouden verlangen dat Ik voor elke taak op hun weg Mijn Liefde en kracht in hen zou kunnen uitstorten. God heeft Mij tot Meesteres over alle zielen gemaakt opdat Ik alle harten zou regeren, totaal, onvoorwaardelijk, eeuwigdurend, en zonder de geringste tegenstand vanwege hen die door deze Goddelijke beschikking aan Mijn voeten zijn gelegd. Hoeveel weerstand ervaar Ik echter zelfs in hen die zich aan Mij hebben toegewijd. Leer hen hoe zij in alles met Mij kunnen en moeten leven, hoezeer Mijn macht hen kan vrijwaren van ellende, en hoezeer Ik hen kan bevrijden. Mijn heerschappij over de engelen is Mij een genot, Mijn macht over de duivelen is als voedsel voor Mijn Hart, doch welke verrukking ervaar Ik wanneer Ik Mijn macht over een mensenziel kan voelen. Het is de mensenziel die het voorwerp uitmaakt van het Verlossingsmysterie. Het is daarom de mensenziel die Ik werkelijk totaal wil beheersen, want haar is het die Ik met Jezus wil verenigen, opdat Kalvarie geen legende, doch vruchtbare werkelijkheid in hen kan worden”. zaterdag 18 februari 2006 “Velen twijfelen aan Mijn macht. Zij moeten ze wel aanvaarden wanneer Zij de uitingen ervan zien in een lichamelijke genezing of een stoffelijke gunst, doch zij nemen niet aan dat Ik macht heb over mensen, over zielen. Zij schrikken ervoor terug om Mij hun “Meesteres” te noemen. Nochtans is Mij de macht gegeven om over alle zielen te heersen. Ieder 26
maken dat je hart in staat is om regenbogen te vormen boven de wolken van de zielen die menen dat hun gevangenschap eeuwigdurend moet zijn. Zeg het hen: in Mij is redding, Ik kan de zon laten opgaan boven hun muren, Ik kan hun prikkeldraad veranderen in hagen van rozen, en Ik kan de wachttorens veranderen in heiligen die hen de weg naar de vrijheid kunnen wijzen”. “Mij is de macht gegeven om de zielen naar de volle beleving van de Leer van Jezus Christus te leiden, de Heilige Geest over hen af te roepen, en hun hart zodanig te zuiveren dat in hen het brandhout klaargemaakt kan worden voor het vuur van de ware Liefde. Dit brandhout zal bestaan uit hun kruisen en beproevingen van elke dag, en uit de ondeugden die zij onder invloed van Mijn macht zullen leren verafschuwen. Ja, de Meesteres van de zielen is de Brug: Zij kan elke ziel over de kolkende stroom der bekoringen en dwalingen leiden naar de ware Liefde, het diepe geloof en de bevrijdende hoop die in God Zelf hun oorsprong vinden. Zeg het hen: Ik ben hun Meesteres, en Ik ben almachtig in de orde der Genade, want niets dat ooit door Gods hand is geschapen, kan zich aan Mijn macht onttrekken. Alles wat Ik vraag, is ware liefde voor Mij, geloof in Mijn macht, en hoop op Mijn tussenkomst zodra Gods uur, zoals beschikt door Zijn Voorzienigheid, daartoe is aangebroken”. maandag 8 mei 2006 “Laat de zielen niet bevreesd worden wanneer Ik hen oproep tot volmaakte overgave aan Mij. ‘Engel van Maria zijn’, betekent niet dat zij niet meer mogen toegeven aan de ware behoeften van hun lichamelijk leven. Het betekent wel dat zij hun hele gevoels- en denkwereld moeten laten leiden door Mijn wil, door intens te verlangen naar Mijn totaal en absoluut meesterschap in hen, en dat zij hun lichamelijke behoeften met vertrouwen onder Mijn voeten moeten leggen opdat Ik er volmaakt over zou heersen en Ik de gelegenheid zou krijgen om te beslissen wat Ik wel of niet in hen wil behouden”. dinsdag 9 mei 2006 “(...) De ziel die zelf actief bezig blijft met het scheppen van allerlei afwikkelingen voor haar leven, vergeet Mijn macht, die alles voor haar kan regelen op Mijn uur. Totale overgave aan Mij betekent: datgene wat nodig of nuttig wordt geacht voor het eigen leven, aan Mijn voeten leggen met liefde, vertrouwen, geloof, geduld en diepe vreugde in het hart. Een ziel die dit betracht, leeft in een gesteldheid van ware innerlijke vrede. Deze gesteldheid is voor Mij als een magneet die stromen van Genade uit Mijn Hart aanzuigt. (...)” 59
“De Allerhoogste heeft alle zielen aan Mij toevertrouwd. Mij is de macht gegeven om in alle zielen te heersen in de mate waarin zij bereid zijn om met Mijn Plannen mee te werken. Mij is ook het vermogen geschonken om alle zielen volmaakt te doorgronden. Je kunt het zo beschouwen, dat Ik met alle harten verbonden ben door fijne kanalen. Naarmate een hart zich inniger met Mij laat verenigen, stroomt méér licht doorheen het kanaal tussen dat hart en Mij. Ontelbare van deze verbindingskanalen blijven donker. Uitermate zeldzaam zijn de kanalen die werkelijk schitteren. Dat is het geval tussen Mij en Mijn zo zeldzame ware liefdesslaven. Help Mij, Mijn Rijk als Meesteres van de zielen voor te bereiden door alle kanalen in vuur en vlam te zetten. (...)”. “De kenmerken van de ware slaaf van Maria zitten verscholen in de vorming die Ik jou sedert een zestal maanden met de grootste intensiteit laat ondergaan: Mijn ware slaaf laat zich kneden tot volmaaktheid in de liefde, het lijden en de onderwerping. Dit zijn de drie vlammen die het kanaal vanuit de ziel naar de Meesteres “brandbaar” houden: 1. Liefde: Mijn ware slaaf brandt van liefde tot Mij, en geeft deze liefde ook gestalte in zijn omgang met zijn medezielen, door oprechte naastenliefde, voorkomendheid, verdraagzaamheid, mildheid, zachtmoedigheid, zuiverheid van hart en mond, en onvoorwaardelijke vergevingsgezindheid. 2. Lijden: Mijn ware slaaf aanvaardt alle beproevingen met liefde en dankbaarheid, in de wetenschap dat deze gesteldheid Mij boven alles behaagt, dat zij heil en zegen over de zielen brengt, en dat zij het fundament van het Rijk van de Meesteres van de zielen helpt bouwen. 3. Onderwerping: Mijn ware slaaf leeft en sterft uitsluitend voor Mij en voor de verwezenlijking van Mijn Werken, die deze van God Zelf zijn. Totale, volmaakte onderwerping komt tot uiting in de bereidheid om alles te doen wat Ik verlang, en in de onvoorwaardelijke overgave aan Mijn beschikkingen in elk detail van het leven, want deze beschikkingen ontspringen uit het Hart van de Heilige Geest. woensdag 10 mei 2006 “De staat van genade van de zielen als geheel is uitermate bedenkelijk geworden. Daarom kan de wereld niet langer gered worden door gebeden alleen. Een zeer groot gedeelte van de gebeden wordt mechanisch, zonder veel gevoel of liefde, verricht. Bovendien stroomt ook die andere grote voedingsbron van de Genaden, de Heilige Eucharistie, niet meer onbelemmerd, want vele Genaden gaan hier verloren doordat de traditionele liturgie op grote schaal ontwricht wordt. Daarom zei Ik je reeds eerder dat de mensheid twee zeer grote 60
“Plaatsvervangend lijden is als een kringloop van water: overtollig water op een zielenakker verdampt onder invloed van de zon van de naastenliefde, en wordt dan als regen van Genaden over andere akkers gelost. (...)”. “Elke zielenakker ontvangt de regen der Genade. Indien de ziel deze Genade onvoldoende in zich opneemt, of indien in het hart onvrede of droefheid ontstaat, of lijden dat niet verwerkt kan worden, komt het water boven het oppervlak te staan. In dit geval moet de akker ontlast worden of hij verzuurt. De mooiste vorm van ontlasting is deze van het plaatsvervangend lijden dat door een andere ziel op zich genomen wordt. Dit is één van de grootste geschenken van Gods Barmhartigheid”. dinsdag 14 februari 2006 “Zeg de zielen dat Ik pas waarlijk als hun Meesteres kan werken voor zover zij Mij aanvaarden en erkennen als Meesteres over alle details van hun dagelijks leven. De onderwerping kan pas volmaakt worden in de beproeving. (...)”. “Overgave is volmaakt zodra een situatie met vreugde wordt aanvaard louter omdat zij Mij dient. (...)”. “Zij die op aarde hun hele leven totaal aan Mij hebben gegeven, zullen op Mijn verlangen ook het Eeuwig Leven ononderbroken aan Mijn voeten doorbrengen. Mij in de Hemel zonder onderbreking te dienen, stort in de ziel verrukkingen die geen mens ten volle kan begrijpen. (...)”. woensdag 15 februari 2006 “(...) Mijn macht is onbegrensd. De Allerhoogste Zelf heeft Mij voorbestemd tot Meesteres over alles. Buiten God Zelf vermag niets of niemand ook maar het geringste tegen Mijn woord. In de Hemel ligt alles met vreugde aan Mijn voeten. Elke blik uit Mijn ogen geldt voor de engelen en heiligen als een bevel dat zij noch kunnen noch willen weerstaan. Ook de duivelen kan Ik aan Mijn voeten gebieden telkens Ik dit verlang. Zij willen Mij niet gehoorzamen, doch kunnen niet anders, want in Mij is de macht van de Allerhoogste gelegd. Hoezeer toch maakt de mensheid zichzelf te schande: terwijl in de Hemel niets dan ontzag en onderdanigheid jegens Mij wordt gevonden, en de hel beeft van angst en vrees voor Mij, dringt in mensenharten weinig door van de schittering van Mijn kroon. (Maria begint nu als het ware dromerig te klinken). Reeds begint Mijn macht zich te openbaren in zeldzame zielen die zich totaal aan Mij hebben gegeven. Niets bezit een groter vermogen om de schatkamers der heiliging open te breken, dan de bewustwording van Mijn verheven roeping als de onaantastbare, machtige Meesteres van de zielen. (...)”.
25
opwelt, stelt de kracht van God Zelf in werking. Elke blik uit Mijn ogen is voor de engelen een bevel. Daarom kan Ik in de hele schepping, in de Hemel, op de aarde en onder de aarde, alles bekomen wat Ik wil en op het ogenblik waarop Ik het wil, zonder enige belemmering. Om die reden heb Ik je eerder gezegd dat alle Genade van God in Mijn macht is gelegd. Geen enkel schepsel is in staat om de uitwerkingen van Mijn wil te weerstaan. Niettemin kan de stroming van Mijn macht slechts zichtbaar aan de dag treden zodra zij betaald wordt met het vurige lijden, de brandende liefde en de restloze onderwerping van een ziel. De stroming van Mijn macht moet “betaald” worden omdat zij in haar wezen en in haar effecten een stroming van de grootste Genade is. De mensheid is door de lawines van niet-gebiechte en/of niet-uitgeboete zonden van alle eeuwen belast met een onoverzienbare last van schulden tegenover de Goddelijke Gerechtigheid. Deze last moet vergoed worden door leden van de mensheid zelf. Deze vergoeding gebeurt door gebed, offers, boete, de beoefening van de deugden, de intense beleving van totale toewijding aan Mij. De dragers van deze vergoedende kracht zijn de liefde, het lijden en de onderwerping en gehoorzaamheid, dit alles bezield door het ware vuur van een hart dat zich totaal en onvoorwaardelijk wegschenkt. Indien dit alles aan Mijn voeten wordt gelegd, verhoogt de kracht ervan in zeer hoge mate. (...)”. vrijdag 10 februari 2006 Ik ben de machtige Meesteres van de zielen. In Mij is de macht om te heersen over alles wat de werken der schepping bedreigt. In Mij is ook de macht om te regeren over alles wat Ik uit het stof wil verheffen tot nieuw zaad voor de tuinen der Hemelen. Waar Mijn voeten de grond raken, vlucht de winter voor het Rijk van de Eeuwige Lente dat Mijn Rijk zal zijn. Koningin was Ik in Gods Hart reeds vóór de tijd begon. Als Meesteres over het Rijk van de voltooide Verlossing zal Ik opstaan. De verzuchtingen van Gods Geest zullen aan de harten de macht en de heerschappij van Zijn maagdelijke Bruid over de zielen verkondigen. (...)”. zaterdag 11 februari 2006 “Voor de betaling van genaden beschikt de mens over een hemels betaalmiddel: het lijden. Wanneer dit betaalmiddel niet wordt gehanteerd in een gesteldheid van liefde en gehoorzaamheid, is het vals geld zonder waarde. Het geheel van lijden, liefde en gehoorzaamheid of onderwerping komt tot stand in een hart dat volkomen geopend is voor de stroming der Genade uit de Bron van het ware Leven”. zondag 12 februari 2006 24
behoeften heeft (Maria verwijst hier naar de openbaring van 3 mei): de terugkeer naar de oorspronkelijke staat van de Kerk van Christus, en een intense toewijding aan Mijzelf. Geef Mij niet slechts gebeden, Ik wil zielen. Laat Mij de troon bestijgen als Meesteres van de zielen, en de mensheid zal een explosie van Mijn macht ervaren die haar zal tonen wat er gebeurt wanneer het kwaad van de aardbodem verbannen wordt: de regering van Maria in de harten betekent het einde van alle leed. De eerste stap die hiertoe noodzakelijk is, is Mijn troonsbestijging in de zielen afzonderlijk. Wanneer Ik in een ziel de troon bestijg, leg Ik daar de satan onder Mijn voeten en begin dan het grote werk van uitzuivering van alle gesteldheden in denken en voelen. De door Mij beheerste ziel wordt draagster van het ware Licht, en wordt zachtmoedig, blijmoedig, vreugdevol, hoopvol, vertrouwvol, vrij van alle angst en vrees, behulpzaam, een bron van bemoediging en een zon voor haar medemensen. Zij ontwikkelt een afkeer van alles wat duister of negatief is, onzuiver of liefdeloos. De ware heerschappij van Maria in de ziel schept ware vrede, ontspannen gelatenheid en een diepe zin voor overgave. Dit is wat Ik nodig heb: zielen die zich volmaakt aan Mij overgeven. Zij zijn Mijn ware werktuigen, en naarmate zij Mij volkomener toegewijd zijn, worden zij Mijn echte dienaren en uiteindelijk Mijn ware slaven. Voor Mijn slaven ben Ik alles. Zij leven slechts voor Mij, en gehoorzamen Mij zelfs vóór Ik hen Mijn verlangens uitdrukkelijk kenbaar maak, omdat zij zodanig in Mij overvloeien en zo zeer voor Mij ontvankelijk zijn, dat zij automatisch meer en meer in overeenstemming leven met Mijn wil. De echte slaaf heeft in zekere zin geen bevelen meer nodig, want de vurige liefde dwingt hem ertoe, met niets anders meer begaan te zijn dan met het vervullen van alle verlangens van zijn Meesteres. De uitverkiezing van Mijn liefdesslaven is een buitengewone Genade. (...)”. donderdag 11 mei 2006 “Elke zonde brengt een smet op de ziel. Je zou dit kunnen vergelijken met een wonde waarop zich een litteken vormt. Op de plaats van een litteken ondervindt de bloedstroom een hindernis. In de ziel ontstaat een wonde door de zonde. Elke zonde berust op een tekortkoming, dus een belemmering, in de ware liefde, en veroorzaakt op haar beurt een verdere belemmering in de doorstroming van de ware liefde. De liefde is de draagster van Gods kracht, het ware Leven, zoals in het stoffelijk lichaam het bloed de drager is van voedsel en zuurstof voor de cellen”. vrijdag 12 mei 2006 “De mensheid leeft in zware staat van ongenade. Elke genade die in deze omstandigheden aan de zielen wordt verleend, moet worden 61
betaald uit verschillende bronnen: liefde, geofferd lijden, akten van gehoorzaamheid en verheerlijking, akten van eerherstel, en heilige eredienst. Een zeer groot aandeel in de aanvulling van de schatkamer der genaden wordt geleverd door Mijzelf, de Meesteres van de zielen. Van Mijn dienaren, en vooral van Mijn slaven, verlang Ik intense medewerking hierbij, met de inzet van hun hele leven. (...)”. zaterdag 13 mei 2006 “Zeer vele zielen begrijpen niet echt waarom of wanneer zij behoren te knielen. Knielen is een uitdrukking van zelfvernedering: de knielende maakt zich zichtbaar kleiner. Wanneer je, zoals Ik jou van meet af aan heb opgedragen, diep neerknielt, met het voorhoofd tot tegen de grond, breng je op symbolische wijze je geest en je hart zo laag mogelijk tegen de aarde, waarmee je Mij in werkelijkheid zegt: ‘Tegenover U ben ik niets méér dan stof voor Uw voeten’. Knielen is een diep eerbetoon. God heeft het zo beschikt dat door een dergelijk eerbetoon schuld jegens de Goddelijke Gerechtigheid vergoed kan worden. Elke zonde of nalatigheid jegens God of de schepping legt een bepaalde mate van schuld op de zondige of nalatige ziel en op de mensheid als geheel, een schuld tegenover God, de Schepper van alle zielen en van alle dingen. Wanneer moet een ziel neerknielen? Bij elk contact met het Goddelijke, want het is jegens God dat de ziel schulden maakt, en ook schulden jegens een medeziel zijn uiteindelijk in wezen steeds schulden jegens God Zelf. De ziel is eerbied verschuldigd tegenover alles wat heilig is, omdat het heilige door Gods hand is aangeraakt om het volkomen te maken in Zijn dienst. Knielen echter, verlangt God slechts uitdrukkelijk ten overstaan van de Godheid Zelf en voor Mij, Maria. Het is de meeste zielen niet bekend dat zij voor Mij moeten knielen. De ziel die om redenen van lichamelijk beletsel niet in staat is om daadwerkelijk te kielen, behoort haar hart en geest aan Mijn voeten te leggen als een knieling in de geest, want het zijn in de eerste plaats hart en geest die zichzelf moeten vernederen. Waarom moet de ziel voor Mij knielen? 1. Omdat Ik als enige wezen buiten God bekleed ben met Goddelijke eigenschappen: Ik ben Draagster van Goddelijke macht, Goddelijke Wijsheid en de volmaakte Liefde, en Ik ben de enige onbevlekt ontvangen ziel, wat aan Mijn wezen een Goddelijke zuiverheid heeft verleend. 2. Omdat Ik door God uitdrukkelijk verheven ben tot Koningin van Hemel en aarde, en Hij al het zichtbare en onzichtbare onder Mijn voeten heeft gelegd.
62
maagdelijkheid van lichaam, hart, geest en mond is het krachtigste middel om de treden naar Mijn voeten toe te reinigen en rein te houden. Gedenk dat in alle stof en slijk de slang huist. Zij verafschuwt de geur van Hemelse reinheid. Een reine tempel beneemt haar de adem. (...)”. “(...) De liefdestroom die van God over Zijn schepping uitgaat, moet na het volbrengen van een volkomen kringloop naar Hem terugvloeien in de vormen van gebed, boetedoening, offers, eredienst, beoefening van alle deugden, en aanbidding. Een zeer groot volume van de aanbidding jegens God bestaat uit de verheerlijking, vanwege mensenzielen, van Mijn macht, omdat Mijn wezen en de daarmee verbonden macht één van de grootste wonderwerken en uitingen van Gods heerlijkheid, goedheid en Liefde vormt. Ik ben de machtige Meesteres van de zielen omdat God Mij ver boven alle zielen heeft verheven. Gods Gerechtigheid verlangt dat Mij hiervoor het passende eerbetoon wordt gegeven. Mijn macht is zo omvattend dat Ik door een eenvoudige akte van Mijn wil alle gevallen engelen aan Mijn voeten kan dwingen, doch het ware eerherstel, de ware goedmaking, kan slechts gebeuren door zielen die dit willen, uit liefde. De gevallen engelen kennen de liefde niet meer, en hebben een eeuwigdurend verbond van haat en strijd tegen Mij gesloten. (...) Alle engelen in het Rijk der Hemelen hebben zich aan Mijn dienst gegeven en gedragen zich als Mijn slaven in de diepste verrukking. Hoezeer verlang Ik, deze onderwerping eveneens bij méér mensenzielen terug te mogen vinden, want Ik ben de machtige Meesteres van alle zielen. Mijn macht is onbegrensd en Mijn meesterschap absoluut en onbetwistbaar. (...)”. dinsdag 7 februari 2006 “Ik heb je reeds meermaals gesproken over de opstandige engelen. Zij hebben het rijk van de satan gegrondvest. (...) Het getal van de akten van onderwerping en gehoorzaamheid en het getal van de diensten die Mij, hun door God aangestelde Meesteres, hierdoor ontzegd zijn, kan geen mens becijferen. De Allerhoogste beschouwt dit als één van de grootste beledigingen die Mij doorheen de eeuwen zijn aangedaan, en dit zal zo blijven tot in de eeuwigheid. (...)”. donderdag 9 februari 2006 “Telkens je iets van Mij verkrijgt, wil Ik dat je Mij onmiddellijk dankt, geknield. Bedenk dat elke genade een uiting is van de stroom van Gods Liefde. Dankzegging maakt het mogelijk dat deze stroom verdergeleid wordt, waardoor de Wet van Gods Gerechtigheid genoegdoening verkrijgt. (...)”. “Mijn macht over alle zielen is absoluut, totaal en onbegrensd. Elk woord dat Ik uitspreek en elk verlangen dat in Mijn Hart 23
zaterdag 4 februari 2006 “Ik ben de enige mensenziel die vanaf haar ontvangenis tot in de eeuwigheid nooit anders dan absoluut volmaakt is geweest. Om deze reden ligt het volkomen in de lijn van Gods Wet dat Ik in de laatste tijden Meesteres over alle zielen zou zijn. De voorbereiding van de mensheid op de overgang naar het Rijk Gods op aarde moest door een mensenziel geleid worden. Dit is het meesterschap dat Mij in handen is gelegd: de voltooiing van de Verlossing in die zielen, en de heerschappij over alle zielen en over alle bronnen van verwoesting voor de wortels van Gods Rijk op aarde. Dit alles is onder Mijn voeten gelegd, opdat een mensenziel de mensheid terug zou voeren naar haar oorsprong bij God. Daarom is Mij alle macht gegeven. Die zielen moeten de Allerhoogste hun verlangen naar deze genade der genaden kenbaar maken door zich voor Mijn voeten neer te werpen en te belijden dat Ik hun Meesteres ben. Zij die thans de satan aanbidden in alle verleidingen der wereld, zullen aan Mijn voeten Mijn macht verheerlijken. Zo is het beschikt. Voor velen echter zal het besef van Mijn heerschappij over de prins der wereld te laat komen, omdat zij zich tegen dit besef zijn blijven verzetten, zoals hun meester dat zelf van meet af aan heeft gedaan. Zeg de zielen dat zij slechts aan Mijn voeten Verlossing vinden. Het is God Zelf die alle zielen aan Mijn voeten wil (...)”. [Maria verkondigt mij Haar vijf grote intenties]: 1. Goedmaking van de weigering van de opstandige engelen om Mij voor de eeuwigheid te erkennen als hun Meesteres, zich aan Mijn voeten neer te werpen en Mij te dienen in volmaakte gehoorzaamheid. 2. Eerherstel voor alle zonden van alle tijden. 3. Eerherstel voor alle heiligschennissen jegens God en Mijzelf. 4. Bevordering van de totale toewijding van zielen aan Mij, en de strikte naleving van deze toewijding door deze zielen. 5. Mijn erkenning door de zielen als hun machtige Meesteres. Maak deze intenties kenbaar, en roep de zielen op tot vurig gebed, offers en boetedoening om tot de verwezenlijking van deze intenties bij te dragen”. maandag 6 februari 2006 “Aanschouw Mijn troon van Hemelse reinheid. De treden onder en vóór Mijn voeten stralen Mijn heiligheid, zuiverheid en macht uit. Elke gehechtheid van Mijn dienaren aan wereldse invloeden en behoeften werpt stof en slijk op deze treden. (...) De betrachting van de 22
3. Omdat God Mij heeft aangesteld tot Meesteres van alle zielen, met een onbegrensde macht. Alles wat Ik wil, wordt door God verwezenlijkt, omdat Mijn wil volmaakt overeenstemt met Gods Wil. Als Middelares en Voorspreekster heb Ik een onoverzienbare macht over alles en over alle zielen. 4. Omdat Ik het enige wezen ben dat van God de totale beschikking heeft gekregen over zielen van Haar eigen keuze. Ik heb het recht en de macht ontvangen om zielen voor Mijzelf voor te behouden als Mijn slaven, slaven van Mijn Liefde, en totaal en soeverein over hen te heersen. Jij bent één van hen die door Mij zijn uitgekozen voor Mijn persoonlijke dienst. 5. Omdat Ik door God aangesteld ben tot Uitvoerster van Zijn Heilsplan. Vooral in deze laatste tijden ben Ik bestemd om de definitieve overwinning over de duivelen te voltrekken. Hiertoe staan alle engelen Mij ter beschikking, evenals, op rechtstreekse wijze, de zielen die daartoe door God zijn voorbestemd, en op onrechtstreekse wijze alle andere zielen, want alle mensenzielen worden geacht, mee te werken aan de verwezenlijking van Gods Plannen. Ik heb het bevel over de uitvoering ervan, en beschik over de aanwending van alles wat daartoe bijdraagt: boeten, offers, toegewijde beproevingen en lijden, gebeden, akten van verheerlijking, eerherstel en gehoorzaamheid”. “(...) de begroetingen die Ik van de engelen ontvang: Zij werpen zich aan Mijn voeten neer, met het gelaat ter aarde, richten zich pas op wanneer Ik hen dat uitdrukkelijk opdraag, blijven diep geknield voor Mij liggen zolang Ik dat wil, richten slechts het woord tot Mij om Mij te verheerlijken, te prijzen, Mijn verhevenheden te bezingen, Mij te danken, of Mij te smeken om gunsten voor mensenzielen of om de toelating om een opdracht uit te voeren. In tegenstelling tot mensenzielen worden de engelen deze akten van de diepste onderwerping niet moe, integendeel, het is hun grootste verrukking, Mij urenlang te smeken. Geen bevel uit Mijn mond te ontvangen, is voor hen een straf, en in deze toestand vernederen zij zich nog dieper voor Mij, in een vurig verlangen om Mij te mogen dienen. (...) Indien de mensenzielen de engelen konden aanschouwen in hun slaafse doch zo vurige onderdanigheid jegens Mij, zouden zij een ander begrip krijgen van jouw totale zelfgave aan Mij. Zalig zij die deze openbaringen in hun leven en in hun denkwereld weten in te bouwen”. “Wat geeft een ziel macht? Omdat God de Bron van alle kracht is, ontwikkelt een ziel macht in de mate waarin haar wil, haar verlangens en haar bestrevingen méér in overeenstemming zijn met deze van God Zelf. De ziel bereikt deze volkomen overeenstemming bij haar intrede in de Hemel, omdat zij dan een volkomen kennis verwerft van de Eeuwige Waarheid en van de Wil van God, en zij bij haar intrede in de eeuwige 63
gelukzaligheid volkomen gezuiverd is van alles wat haar van Gods Wil kan doen afwijken. Om deze reden bezit een heilige in de Hemel macht op het Hart van God. Dit geldt ook voor zielen die reeds tijdens hun leven op aarde een hoge graad van heiligheid bereiken. Wat is dan het verschil tussen de heiligen en Mij? Waarom wordt Mijn macht door geen enkele heilige geëvenaard, en kan dit ook nooit het geval zijn?
van de kruisdraging was Zij Mijn grote stuwende kracht. (...) De zielen waren het voorwerp van Mijn Lijden (...) maar het was de aanblik van Mijn Vader in de Hemel en van Mijn Moeder, die Mij vooruitbrandde”.
1. Omdat de overeenstemming van Mijn wil met Gods Wil absoluut, volmaakt en totaal was vanaf Mijn Ontvangenis. Dit is bij geen enkele heilige het geval, en kan ook nooit het geval zijn.
“(...) Zie, de erfzonde heeft de mensenzielen, die bedoeld waren als onschuldige lammeren, vergiftigd met het bloed van wolven. Door de totale, restloze, onvoorwaardelijke en alleronderdanigste zelfofferande van de ziel aan Mijn voeten, in de vurigste liefde en bedekt met de verlossende dauw van het met vuur aanvaarde lijden, kan Ik het wolvenbloed tot de laatste druppel veranderen in het bloed van een lam om de ziel volkomen heilig te maken. Zo wordt de ziel in Mijn handen omgevormd naar de gelijkenis met het Lam Gods. In de ziel als lam is niets dan liefde, zachtheid, gehoorzaamheid, volgzaamheid en verlangen naar de stem, de handen en de voeten van de Meesteres, die de ziel naar de Plaats van Bestemming geleidt”.
2. Omdat de macht van een ziel ook bepaald wordt door haar verdiensten, en Mijn verdiensten deze van alle heiligen ver overtreffen. Verdiensten zijn de effecten van handelingen, woorden, offers, gebeden, gedachten, verlangens en bestrevingen, die bijdragen tot de verwezenlijking van Gods Plannen met de zielen. Door Mijn Moederschap over de Verlosser alleen reeds, overtreffen Mijn verdiensten deze van alle andere zielen. 3. Omdat Ik als enige ziel onbevlekt ontvangen ben. De Onbevlekte Ontvangenis maakt Mijn ziel tot een spiegel van God, en werkt als het ware als een magneet die zonder ophouden de eigenschappen van God Zelf naar Mij toetrekt en in Mij laat overstromen. 4. Omdat Ik door een wilsbeschikking van de Allerhoogste voor alle tijden onbereikbaar boven alles en alle zielen verheven ben. De engelen, die de Waarheid van God en de ware toedracht van Zijn Wetten kennen, begrijpen volkomen de grondslagen van Mijn onaantastbare macht over alle zielen, en nooit zou bij hen de gedachte rijzen om zich daaraan te onttrekken. De opstandige engelen hebben dat wèl gedaan, en zijn uit de Hemel verstoten. Hun lot heeft de engelen nog dieper doordrongen van Mijn macht. Bovendien zijn zij getuigen geweest van het feit dat God talloze nieuwe, voordien onbestaande, heerlijkheden heeft ontsloten om Mij daarmee te bekleden, opdat Mijn koningschap nog méér zou schitteren. De gelukzaligen leren deze waarheden geleidelijk kennen bij hun intrede in de Hemel. Verder openbaar Ik ze aan wie Ik wil: Mijn trouwste slaven, zij die een buitengewone opdracht voor Mij te vervullen hebben. Omdat Mijn macht gebouwd is op eigenschappen die uniek zijn buiten het wezen van God Zelf, verlangt de Allerhoogste dat Mij passend eerbetoon en blinde gehoorzaamheid worden bewezen. Mijn titel ‘machtige Meesteres van de zielen’ behelst in wezen een eerbetoon aan de Goddelijke eigenschappen waarmee Ik ben bekleed. Deze titel drukt beter dan al Mijn vroegere titels uit hoe hoog God Mij boven alles verheven heeft”.
64
woensdag 1 februari 2006
vrijdag 3 februari 2006 “Een ziel is ofwel totaal van Mij, ofwel helemaal niet van Mij. Ofwel dient zij Mij met heel haar wezen en met heel haar leven, ofwel dient zij Mij niet, want wie niet echt verlangt om zijn opdracht als Mijn dienaar tot het uiterste toe te volbrengen, is voor Mij onberekenbaar: te allen tijde kan zij zich van mij afwenden om de werken der wereld te voltrekken, die uiteindelijk de satan tot ontwerper hebben. Wie de satan aanvaardt als meester, kan niet tevens Mij volkomen als Meesteres dienen. Daarom wil Ik de zielen die zich aan Mij toewijden, beproeven op hun bereidheid om in de diepste onderwerping aan Mijn voeten te liggen, op hun verlangen om Mij te dienen met de inzet van al hun krachten, en op hun liefde die dit alles mogelijk maakt. Ik wil weten of zij Mij werkelijk benaderen als hun Meesteres of slechts als een toevlucht in hun moeilijkheden. Voor de zielen die Mij beschouwen en erkennen als hun Meesteres ben Ik alles, en wil Ikzelf ook alles zijn. (...) Een ziel die in staat blijkt om Mij ook in brandende liefde te gehoorzamen wanneer het doel van Mijn bevelen voor haar niet zichtbaar is en Mijn bevelen haar zelfs onberekenbaar kunnen toeschijnen, beschouw Ik als Mijn ware dienaar. In deze ziel stort Ik een sap dat voor haar zal zijn als de brandstof voor het onblusbaar vuur van haar trouw, haar onderwerping en haar brandend verlangen om Mij te dienen in alles en in alle tijden. De middelen waarmee Ik Mijn macht over een ziel kan laten gelden, zijn onuitputtelijk, doch de volheid van Mijn macht ontplooi Ik slechts in de ziel die in zich de zalige vreugde van de vrijwillige onderwerping laat rijpen. Mijn grenzeloze macht schenkt Mij slechts genoegen wanneer zij tot ontplooiing kan komen in de ziel die Mij volmaakt wil toebehoren”. 21
dragen doordat zij uit geen andere bron meer put dan uit deze van God Zelf. Zo leidt heiligheid naar de volkomen harmonie van het leven met de door God bedoelde zijnstoestand van de mens. Heiligheid is de ultieme vrucht van de totale zelfgave van Mijn dienaar aan Mij. Ik kan deze genade der genaden schenken aan wie Ik wil, maar uiterst zeldzaam zijn zij die deze gave willen aanvaarden met de offers die erbij horen. Nietaanvaarding van de Goddelijke genade van de heiligheid is voor God als een ernstige belediging. Daarom vorm en kneed Ik de ziel slechts in de volheid van de heiligheid in de mate waarin zij Mij heeft aangetoond dat zij bereid is om zich tot het uiterste te geven in de strijd tegen zichzelf. Geloof, vertrouwen, geduld, blijmoedigheid, zachtmoedigheid en absolute zelfverloochening zijn hiertoe de eerste vereisten. De grootste wegen naar de heiligheid heb Ik je geleerd: de vurige Liefde, het aanvaarde lijden dat zelfs als vreugde wordt ervaren, en de totale onderwerping zoals een slaaf. (...) Slechts in de allerdiepste zelfvernedering worden de sporen der wereld in het hart, in de geest, in de ziel en zelfs in het lichaam getemd. (...)” zaterdag 28 januari 2006 “(...) Hoe beklemd voel je je bij de vaststelling dat de zielen die vrezen, Mij te erkennen als hun Meesteres uit vrees dat Ik hen van hun vrijheid zal beroven door hen als Mijn dienaar of zelfs als Mijn slaaf te beschouwen, precies diegenen zijn die zichzelf het meest tot slaaf maken: zij hebben zich voor de satan ter aarde geworpen en erkennen hem als hun meester. Zij zijn zich hiervan niet bewust omdat zij menen, hem niet te zien. Nochtans zien zij hem zonder ophouden in alle banden die hen aan de wereld vastbinden: aloude gewoonten, hun verleden, allerlei verslavingen, allerlei onreinheden die dagelijks op hen afkomen, de immer razende stormen van hun eigen lichamelijke behoeften, en alle vormen van genot en gemakzucht die zij aanbidden als even zovele afgoden. Dat zijn de ware slaven onder de mensheid: zij die huiveren om Mij te groeten als hun Meesteres. Ik wil dat jij met je leven getuigt van de zaligheden van het absolute meesterschap van Maria in een ziel. Mijn macht, die de slaven van de wereld niet kennen en die zij, indien zij erover horen, verafschuwen, wend Ik tot niets anders aan dan tot hun bevrijding. Slaaf van Maria te zijn, is de grootste uitverkiezing, want Mijn slaven dienen een Meesteres die de absolute vrijheid schenkt: deze van de heiligheid. Zij die zichzelf aan Mijn macht overleveren, zullen delen in Mijn grote overwinning”. dinsdag 31 januari 2006
zondag 14 mei 2006 (Moederdag) “Mijn Goddelijk Moederschap was naar de mensen toe reeds een voorafspiegeling van Mijn hoedanigheid als de Meesteres van de zielen. Jezus was God en Mens tegelijk. Gedurende Zijn verborgen leven bleef Zijn Goddelijke natuur naar buiten toe op de achtergrond. Gevolg gevend aan een Goddelijke beschikking, stelde Hij gedurende dertig jaren Zijn ziel vrijwillig onder Mijn meesterschap. Hij was het toonbeeld van gehoorzaamheid, onderdanigheid, volgzaamheid. Hij gedroeg Zich jegens Mij als het ware als een Dienaar. Zelfs tijdens Zijn Openbaar Leven, toen Zijn Goddelijke natuur geopenbaard werd, was Hij tijdens de ogenblikken van persoonlijk contact met Mij onder vier ogen nog even gehoorzaam jegens Mij. Zijn apostelen volgden Zijn voorbeeld. Zelfs voor de oudsten onder hen was Ik de Moeder maar ook de Meesteres, en dat zou vooral na de Hemelvaart van Jezus ten volle tot uitdrukking komen. Het heeft steeds een diepe indruk op de apostelen gemaakt dat Jezus Mij niet gewoon als een Moeder benaderde. Diegene onder hen die het diepst doordrongen was van Gods Geest, Johannes, wierp zich bij zijn eerste ontmoeting met Mij voor Mijn voeten neer en kuste Mijn voeten. Hij stond pas op toen Ik hem bij de arm nam en hem aanspoorde om overeind te komen. De blik in zijn ogen maakte een diepe indruk op de omstaanders. Hij had begrepen dat God Mij tot een ongewone roeping had bestemd. Hij was ook diegene die Mij sedertdien het vaakst aansprak als “Meesteres”. Ook binnen het huisje van Nazareth werd Ik vereerd als een koningin. Hoewel Ik de Heilige Jozef als het hoofd van ons gezinnetje beschouwde, koesterde hij voor Mij een buitengewone verering en beschouwde hij Mij in werkelijkheid als de Meesteres van zijn ziel, zelfs reeds toen Ik nog een jong meisje was. Mijn geliefde, de ziel die zich waarlijk door Gods Geest laat bezielen, doorschouwt Gods Waarheid en ziet verder dan de oppervlakte. Onder de zielen die Mij tijdens Mijn leven op aarde ontmoetten, waren het deze welke de roep tot de heiligheid beantwoordden, die Mij te voet vielen en Mij beschouwden als hun ware Meesteres. Dat was het geval met de apostelen, waarvan dit bij Johannes als eerste in de hoogste mate het geval was. Dat was ook zo met Maria Magdalena na haar bekering. Dat is ook nog met anderen het geval geweest. Zo is het ook in deze tijd: zij die zich openstellen voor Gods Waarheid en voor Zijn Plannen, zijn ook diegenen die Mij het eerst erkennen als de ware Meesteres van de zielen. Zij zijn het, die na Mijn intrede in hun hart Mijn Aanwezigheid het eerst aanvoelen als een kracht die hen waarlijk beheerst en die hun ziel kan openen voor het ware Leven. De zielen kunnen zich openen door Mij te benaderen als hun ware Moeder, zodat Ik daadwerkelijk voor hun heil kan zorgen. Aanvaarden dat Ik waarlijk hun Meesteres ben, gaat echter verder: als Meesteres van de ziel maak Ik haar tot Mijn eigendom en valt
Jezus: “Het gebeurt zelden dat Mijn Moeder en jouw Meesteres het eerbetoon ontvangt dat passend is in Mijn ogen. Gedurende de lasten 20
65
zij binnen het volle bereik van Mijn macht, zodat Ik haar groei volkomen kan leiden”.
woord uit Mijn mond is voor God als een zomerbries die een veld van bloemen streelt. (...) Grote dingen zullen de zielen nog zien, in de mate waarin zij Mij aanvaarden als hun Meesteres”.
maandag 15 mei 2006 “De openbaring van Mijn macht aan de zielen zal gebeuren vanaf de berg van de intenties die Ik door de eeuwen heen onder Mijn voeten heb gelegd of door engelen, heiligen of op aarde levende zielen onder Mijn voeten heb laten leggen. De berg van alles wat door Mijn macht overwonnen is, is hoger dan de hoogte van alle bergen op aarde samen. Mijn verheven luister schittert precies hierdoor, dat alles wat onder Mijn voeten wordt gelegd, gelouterd wordt. Wat niet te redden is, wordt er verpulverd, al het overige wordt gevoed door Mijn onbevlekte heiligheid en opgericht tot nieuw leven. Alles wat levend onder Mijn voeten vandaan komt, behoort totaal en volkomen Mij toe. Dit is ook het eerste wat Ik doe met hen die Ik uitkies en vorm tot Mijn slaven: Ik leg hun hele wezen, hun denken en voelen, onder Mijn voeten, zuiver het tot Mijn dienst, en maak het restloos tot Mijn bezit en eigendom om volgens Mijn wil ingezet te worden”. “Na alle eerbetoon dat Mij is ontzegd door de weigering van de opstandige engelen om Mij te dienen en voor Mij te knielen, is het gelijkaardig verzuim vanwege de mensenzielen doorheen de eeuwen gevolgd. Daarbij komen nog alle heiligschennissen jegens Mij. Alle gebrek aan eerbetoon jegens Mij vanwege de mensenzielen zou reeds volstaan opdat het mensengeslacht er door de Wet van Gods Gerechtigheid toe veroordeeld zou worden om tot stof te worden herleid. Zo groot is jullie Meesteres in de ogen van de Allerhoogste. Slechts de verdiensten van Mijn eeuwigdurende Smarten en de eerherstellende handelingen en eerherstellend lijden en boete vanwege Mijn dienaren doen hierbij nog dienst als bliksemafleiders. (...)”. “In Mijn Hart zijn de stromen van Liefde en de stromen van Smart steeds één geweest. Wanneer de Liefde opvlamt, vlamt tevens de Smart op, want elke opflakkering van de Liefde laat het hart begrijpen hoe weinig de ware Liefde beantwoord wordt en hoe diep zij door de mensheid reeds gekwetst is. Zo ook laat elke opflakkering van de Smart tevens de Liefde opflakkeren, want Smart die op de juiste wijze wordt aanvaard en gedragen, wakkert de Liefde aan jegens Diegene met en voor wie men deze Smart draagt: God, of Mijzelf. Begrijp dit wel: in Mij zijn de Liefde en de Smart steeds volkomen geweest, doch in hen die één van hart worden met Mij, voltrekt zich een trapsgewijze ontwikkeling waarbij de ervaring en doorleving van Liefde en Smart op steeds hogere niveaus worden gebracht. Zij worden steeds vuriger in de Liefde en in de Smart tegelijk. Met elke beproeving die Ik voor Mijn dienaren toelaat, stort Ik tevens stromen van Liefde in hun hart, en zo ook vloeien met nieuwe 66
dinsdag 24 januari 2006 “Ik wil een zeer vurige kern van dienaren, die bereid zijn om alles voor Mij te doen en te laten, al naargelang Ik dat van hen vraag. Hiertoe is nodig dat zij Mij tot het uiterste liefhebben, bereid zijn om voor Mij te lijden op de wijze en met de intensiteit die Ik wil, en dat zij zich totaal en blindelings aan Mij onderwerpen. Alleen in de ziel die Mij innig liefheeft, alles voor Mij wil lijden, en volmaakt aan Mij onderdanig is, kan Ik werkelijk leven en heersen als absolute Meesteres. Deze ziel zal de volheid van Mijn macht ervaren, en de onvoorspelbare wonderen die Mijn macht in haar kan voltrekken. (...)” woensdag 25 januari 2006 “Telkens een ziel zondigt, telkens een aan Mij toegewijde ziel verzuimt om Mij te gehoorzamen of te dienen, treedt een nieuwe verstoring van het evenwicht in de schepping op, want dit alles zijn storingen in de stroming van de Liefde, die de ware levenskracht is, de kracht van God Zelf. (...)” vrijdag 27 januari 2006 “Als Meesteres van de zielen wil Ik Mijn ware dienaren heilig. Mijn ware dienaren zijn zij die zich totaal aan Mij hebben toegewijd en hierdoor geacht worden, volkomen voor Mij te leven en Mij te dienen in al hun doen en laten. Wat is heiligheid? Heiligheid is zo vervuld worden van Gods Licht dat alle duisternis steeds sterker teruggedrongen wordt en ook elk verlangen naar een handeling, woord, gedachte of gevoel dat de duisternis kan dienen, verdwijnt. Heiligheid is Licht in het hart, waardoor de gevoelswereld totaal op God en de dingen van de eeuwigheid gericht wordt. Heiligheid is Licht in de geest, waardoor het verstand als vanzelf de ware zin der dingen begint te begrijpen. Heiligheid is Licht in het lichaam, waardoor het levensprincipe in het lichaam streeft naar de reinheid die overeenstemt met deze van de mens in de oorspronkelijke staat van genade vóór de zondeval. Heiligheid is Licht in de ogen, waardoor deze getrokken worden door de dingen die bezield zijn door de ware Liefde en het ware Leven, en afgestoten worden door alles wat duisternis in zich draagt. Heiligheid is Licht in de mond, waardoor slechts woorden die Gods Liefde dragen, als zoet worden ervaren. Heiligheid is Licht in de ziel, waardoor zij de volheid van het Leven in zich begint te 19
tijdloze voltrekt. Hoe kan de ziel het genot kennen van een eeuwigheid aan Mijn voeten, indien zij ook in de stoffelijke werkelijkheid niet gelooft in, noch verlangt naar, een leven aan Mijn voeten? (...) Wie het stoffelijke aan Mij overlevert, geeft Mij ook zijn ziel in handen”. zaterdag 21 januari 2006 “(...) Zo zal [je Meesteres] als Meesteres van de zielen Haar Rijk grondvesten met vuur en bloemen, met Liefde en deugd. De zielen die dit vuur en deze bloemen in zich zullen opnemen, zullen aan Mijn voeten liggen als slaven van de Liefde. De Liefde is de macht van God Zelf. Alles wat niet Liefde is, zal voor Mij vluchten. Deze vlucht zal geen einde kennen, want wie de Meesteres van de ware Liefde zoekt te ontvluchten, zal nooit de ware vrede vinden. De slang van alle kwaad zal elke grond schuwen die door Mijn voeten is aangeraakt. Sidderen zal zij voor Mij, ja dat doet zij nu reeds, want de heilige geur van Mijn voeten brengt haar in ademnood. Zij zal verlamd worden bij de aanblik van Mijn ogen, want het vuur van God stroomt uit Mij. Opdat zij herinnerd worde aan de macht van Haar die zij reeds verafschuwde vóór de tijd der mensenzielen begon, verlang Ik instrumenten van Mijn macht, zielen die zich voor Mij neerwerpen als een getuigenis tegen de slang, zielen wier hart en tong Ik zal bekleden met het vuur van Mijn Hart. Zo zal het vuur dat op Golgotha is aangestoken, de wereld veroveren. Geen spelonk zal ontsnappen aan zijn warmte noch aan de straling van zijn licht. Zo zal Ik de duisternis der harten overwinnen. (...)”. maandag 23 januari 2006 “Ik ben de verzegelde Bron uit Gods Tuin. Oneindige verborgen schatten borrelen uit Mij op. Deze schatten wachten op dorstige zielen, zielen die verlangen naar het ene kostbare goud: hun heiliging. Daartoe ben Ik bestemd: de Meesteres van de zielen wil zielen klaarmaken voor Gods Rijk van vrede, liefde en totale overwinning op de duisternis. (...) De funderingen van Mijn Rijk, dat Gods Rijk is, zullen gebouwd worden met stenen van vuur, brandende tempels van liefde. In dit vuur, dat zijn oorsprong vindt in Mijn Hart, zal alles wat niet in overeenstemming is met Gods Plannen, tot as verbranden. Nieuw leven zal uit deze as verrijzen. (...) De mensenziel die zichzelf laat opbranden in het vuur van Mijn Hart, zal meer vermogen dan de serafijnen, want zij zal de oneindige meerwaarde van het lijden bezitten, dat geen engel bezit. Door de volmaakte liefde en nederigheid als deze van de engelen aan te vullen met Mijn oneindige Smarten, is Mijn macht volkomen geworden. Volg Mij na, en breek het hoogste der Hemelen open door de volkomen offerande van jezelf in eenheid met Mij. (...) Door de eindeloosheid van Mijn Liefde, Mijn Smarten en Mijn nederigheid is ook Mijn macht eindeloos. Elk 18
stromen van Liefde tevens nieuwe Smarten of een diepere beleving van de Smart in hen over. Zo kun je letterlijk spreken van ‘verwondingen van Liefde’ en van ‘vurige Smart’. Eén worden met het Hart van Maria, betekent de intrede in een Mysterie van uitersten die in golven naar elkaar toe kunnen vloeien om op hun toppunt te versmelten: de diepste Smarten en de vurigste verrukkingen van Liefde en gelukzaligheid smelten samen tot één vuur dat het hart verteert. (...) Totale overgave aan de Meesteres van de zielen veronderstelt: het hart laten voorbereiden op de uiterste Liefde door de grondigste reiniging, zuivering en loutering, en tevens aanvaarding van elk kruis dat Ik voor de aan Mij toegewijde ziel toelaat. De beide zijn niet van elkaar te scheiden”. dinsdag 16 mei 2006 “Alle heerlijkheden uit Gods hand zijn in Mij verenigd. In al het geschapene, engel, mensenziel, dier, plant of niet-levende materie, bestaat geen enkele heerlijkheid die niet ook in Mij aanwezig is in haar heiligste en meest volmaakte vorm. Ja, in Mij zijn zelfs talloze heerlijkheden die buiten Mij in geen enkel element van Gods Schepping terug te vinden zijn. De Allerhoogste heeft letterlijk voor Mij alleen nieuwe hemelen ontsloten. Al deze heerlijkheden zijn bronnen van Genaden, omdat zij eeuwigdurende akten van verheerlijking jegens Gods grootheid vormen. Mijn Tegenwoordigheid vormt een levende, nooit opdrogende bron van glorie aan God. De ziel die zich aan Mijn voeten neerwerpt met ware verachting van zichzelf, kan uit de genadebronnen van Mijn heerlijkheden drinken, want deze ziel vernedert zichzelf in de aanbidding van Gods Glorie, die uit Mijn voeten stroomt in golven van Goddelijke macht en heiligheid. Vurige liefde en de diepste onderwerping en onderdanigheid jegens Mij zijn als magneten die Gods Genaden naar de ziel toe trekken. Zij maken de ziel tot een spons die de Genaden en de heiligheid in zich opzuigt waarvan in Mij onuitputtelijke bronnen zijn ontsloten. Ik ben “vol van Genade”. (...)". “Wanneer de ziel Mij tot begin van de dag begroet als haar soevereine Meesteres, en zichzelf met liefdesvuur en diep verlangen naar Mij totaal aan Mij overlevert, begroet zij Mij in wezen als de opgaande zon, de bron waaruit zij die dag haar levenskracht zal putten, de warmte die haar doorheen alle beproevingen zal voeren, en het licht dat haar op de weg naar haar Schepper zal begeleiden. Zij zal dan de stralen van de opgaande zon in de kern van haar hele wezen voelen overvloeien. Zo zal zij vanaf de eerste zonnestralen van de dag steeds intenser één worden met de Liefde van God Zelf. In Mij wordt zij één met Christus, het Licht der wereld. Slaaf zijn van de Meesteres van de zielen, betekent volkomen dienstbaarheid aan Gods Plannen, en aldus eenwording met Gods Wil, 67
die de dragende kracht van alle Leven is, één met de Liefde, de brandstof voor het Eeuwig Leven”. “Gods heerlijkheid en glorie zijn volmaakt, oneindig en alomvattend. Niets kan er iets aan toevoegen, noch er afbreuk aan doen. Aan Mijn heerlijkheid en glorie kan evenmin ook maar iets toegevoegd worden, althans niet door de zielen. De Allerhoogste heeft het zo beschikt dat Mijn heerlijkheid en glorie tegelijk voltooid zijn en toch ononderbroken verder uitgebreid worden, vergelijkbaar met de steeds uitdeinende kringen rond de plaats in het water waarin een steentje wordt geworpen. Dit alles is Mysterie. Waarom dan verlangt de Allerhoogste een ononderbroken eerbetoon aan Mijn heerlijkheden en glorie? Omdat elk eerbetoon aan Mij, de Meesteres van de zielen, een akte van aanbidding van de glorie van God Zelf vormt. In Mij, Gods Meesterwerk, wordt de Schepper Zelf aanbeden. Daarom heeft elke akte van diepe zelfvernedering aan Mijn voeten een reddend effect op de zielen, en bezit zij de kracht om de Goddelijke Gerechtigheid te vergoeden. Slechts zeer weinigen hebben de keuze aanvaard om Mijn slaaf te zijn en hun leven op te offeren voor de dienst aan Mijn voeten. Dat komt doordat Mijn heerlijkheden te weinig bekend zijn. Zo heeft de Allerhoogste het totnogtoe beschikt, omdat de volledige openbaring van Mijn glorie door de Heilige Geest de verdiensten van de zielen zou verminderen. De grootste verdiensten kan de mensheid verwerven door gehoor te geven aan de openbaringen die Ik thans geef, omdat Gods uur daartoe aangebroken is. Zo berust de verspreiding van, en het geloof in, deze bovennatuurlijke kennis op een vrijwillige aanvaarding ervan door de zielen. Indien deze kennis door de Heilige Geest in alle zielen werd gestort, zou de mensheid weinig verdiensten verwerven door zich aan Mij te geven in totale slavernij. Indien zij dit geleidelijk doet door het voorbeeld te volgen van de zeldzame zielen die door Mij hiertoe geroepen zijn, zullen de Genaden stromen in onstuitbare golven. Deze Genaden moeten dan echter afgekocht worden door stromen van liefde, lijden en onderwerping. Begrijp de onpeilbare diepgang van je levensopdracht. De heerlijkheden van de Meesteres van de zielen zijn zo onmetelijk dat zij slechts geopenbaard kunnen worden en slechts kunnen overvloeien in de zielen indien sommigen onder hen zichzelf volkomen aan Mij opofferen in een totale, onvoorwaardelijke, eeuwigdurende en zelfverloochenende slavernij aan de voeten van Haar die door God is verheven boven alles dat buiten Hem Zelf staat, en indien de zelfofferande van Mijn slaven in zich de offerande van alle zielen sluit. Vergeet daarom nooit, Mij al je offeranden te brengen in naam van alle zielen van alle tijden”. “Wanneer Ik in een ziel heers, verbouw Ik haar helemaal tot een tempel waarin Ik Mij thuis voel. Alles wat van die ziel uitgaat, gaat dan door Mij. Wanneer zij een beproeving opoffert, wordt deze in werkelijkheid aan 68
herinnert Mij aan de Hemel, aan het Land bij de Bron van alle Leven. Dat wil de Meesteres van de zielen in deze wereld tot stand brengen: bloeiende tuinen van deugd en heiligheid. Daarom wil Ik zielen vanuit dewelke Ik Mijn Rijk kan uitbreiden, zielen die door Mij zo heilig worden gemaakt dat het parfum van hun deugden vele andere zieletuinen naar Mij doet verlangen. Deze heilige tuinen van Mijn uitverkiezing zal Ik zozeer op Mij verliefd maken dat zij niets meer zien, horen, voelen of ruiken dan Mij. (...)”. maandag 16 januari 2006 “Laat het onzichtbaar bloed van je lijden overvloeien in het Bloed van het Nieuwe en Altijddurende Verbond, opdat het verlossing moge brengen. De tranen van Mijn eeuwigdurende Smarten stromen zonder ophouden met dit Bloed over de zielen. Dit Bloed is de drager van Gods Genaden. Als Middelares van alle Genaden geef Ik er richting aan. (...)” “Lijden is steeds als een vuur, doch dit vuur kan twee vormen aannemen. Lijden dat niet opgeofferd, aanvaard, toegewijd wordt, is een vuur dat de ziel verteert tot zij eronder wegkwijnt. Lijden daarentegen, dat aanvaard, toegewijd en bemind wordt, is een vlam die de ziel verteert in het eeuwigdurende vuur van de Liefde. Dit lijden maakt de ziel heilig, en laat haar warmte en haar licht steeds toenemen. Dit is het vuur dat verlost, heiligt, herschept en geneest. Dit is het lijden dat Mij behaagt en Mijn voeten verwarmt”. “(...) Het leven in, met en voor Mij is leven in een andere dimensie: deze van het bovennatuurlijke, waarin Gods Mysteries zich ten einde toe voltrekken. Precies daarom bewerkt volmaakte overgave aan Mij de totale bevrijding van de ziel: zij vloeit over in de bovenaardse werkelijkheid als smeltwater van sneeuw op een akker: hoe krachtiger de zon van de liefde straalt, des te sneller verdwijnt de sneeuw en lijkt hij totaal in de bodem te verdwijnen. Zo ook verdwijnt de ziel in Mijn bovenaardse werkelijkheid onder de machtige stralen van Mijn Liefde die ook in het eigen hart elke andere emotie verdringt. Dat is de absolute heerschappij van de Meesteres van de zielen. (...)”. donderdag 19 januari 2006 “(...) De Meesteres van de zielen ploegt, zaait en begiet in de tijd die Haar door de zielen vergund wordt. Hoeveel talrijker zijn de uren die de zielen afstaan aan de invloeden van de wereld. Hoe weinig ogenblikken hebben zij over voor hun Meesteres. Hoe gering is hun belangstelling voor het Hemelse zaad dat Ik in hen wil zaaien. Hoe kan Ik in hen het tijdloze, onvergankelijke beheersen, indien zij niet eerst het tijdelijke, het vergankelijke, aan Mij onderwerpen? Zij moeten eerst begrijpen en voelen dat het vergankelijke onbelangrijk is, opdat zij het aan Mij afstaan, en Ik hen daarna kan laten delen in Mijn werkelijkheid, die zich in het 17
zaterdag 7 januari 2006 “Ik ben Meesteres van de Voorzienigheid. Ik bezit de macht om levenswegen te hertekenen door Mijn beschikking over Gods Genaden. Dat is wat Ik in het bijzonder doe met Mijn trouwste dienaren: Ik stuur de route van hun leven bij volgens het nut daarvan voor Mijn Plannen. Zalig zij die Mij daartoe de volle vrijheid laten. De ziel die Mij deze vrijheid ontzegt, straft zichzelf, want zij staat haar eigen geluk in de weg. Als Meesteres van de zielen kan Ik harten en geesten zodanig vormen dat zij uit zichzelf gaan verlangen naar bepaalde veranderingen in hun gedrag en in hun reacties, zodat zij steeds méér nauwgezet datgene volbrengen wat Ik wil. (...) Ik kan zielen herscheppen tot afstralingen van Mijzelf. Welke schatten huizen in de totale navolging van Mij. Ik verlang zozeer, Mijn eigen Hart en geest uit te storten in Mijn vurigste dienaren, opdat hun handen en hun woorden Mijn werken op aarde verderzetten. Laten zij nooit vergeten dat het ware Leven slechts bloeit in de schaduw van het Kruis en aan de voeten van Haar die door God is gemaakt tot de Meesteres van de zielen, die het voorrecht heeft genoten om een totale macht te verwerven op het Hart van de Allerhoogste”. “Het is de heilige plicht van elke ziel, haar kruis te aanvaarden (...)”.
God aangeboden in de gouden, geparfumeerde Kelk van Mijn Hart, schitterend van heiligheid. Alles wat aan God aangeboden wordt vanuit het Hart van de Koningin van Hemel en aarde, wordt door Hem waargenomen als een parfum van aanbidding, en zet Goddelijke krachten in werking. Laat de zielen begrijpen hoe groot het is, elke dagelijkse beproeving aan Mijn voeten neer te leggen met de woorden ‘Maria, machtige Meesteres van de zielen, ik leg dit kruis aan Uw voeten neer’. Mijn geliefde, toen Ik te Lourdes verscheen, was elk van Mijn voeten getooid met een roos. Een bloem is symbool van leven en van schoonheid. De roos, als koningin van de bloemen, is bovendien symbool van liefde. Aan Mijn voeten wordt alles opgewekt tot Hemels Leven en veranderd in ware Liefde. Mijn voeten zijn ook symbolen van heiligheid en macht. Uit Mijn voeten vloeien stromen van Genade van kracht en bevrijding. Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis. De wereldbol is onder Mijn voeten gelegd omdat Ik macht heb over alles. Alle kwaad zal tot gevangene van Mijn voeten worden, en alles wat naar God verlangt, zal aan Mijn voeten opgericht worden. Verwaarloos deze kennis niet. De Meesteres van de zielen is geroepen om Leven in de zielen te brengen”. woensdag 17 mei 2006
woensdag 11 januari 2006 “Spreek de volgende aanroeping voor Mij uit telkens Ik je daartoe oproep: Maria, mijn Meesteres, ik breng U eerherstel voor de weigering van de opstandige engelen om U te dienen. “Ontelbaar zijn de akten van dienstbaarheid, gehoorzaamheid en verheerlijking die aan Mij, en in Mij aan God, zijn ontzegd door de weigering van de opstandige engelen om zich voor de eeuwigheid aan Mij te onderwerpen. Dit eerherstel moet van de aarde naar de Hemel opstijgen. Zo wil het Gods Gerechtigheid (...)”.“Door de Genade van totale toewijding van mensenzielen aan Mij, heeft de Allerhoogste een mogelijkheid geschapen om het getal van de gevallen engelen te beginnen compenseren. (...)”. zaterdag 14 januari 2006 “Overal waar Ik Mijn intrek wil nemen, strooi Ik zaad van Mijn eigen bloemen, opdat Ik Mij er thuis zou voelen. Een bloem is symbool voor het Leven. Mijn bloemen zijn de deugden. Elke deugd vertegenwoordigt een deeltje van Gods levenskracht. Hoe sterker een ziel de deugden in zich tot rijping weet te brengen, des te groter is haar levenskracht. In haar is het zaad uitgerijpt tot volwaardige bloemen. Een heilige ziel is als een bloementuin: zij fascineert door haar schoonheid, zij betovert door haar geuren, en haar innerlijk leven is zo rijk geschakeerd dat het zelfs voor Mij een verrukking is om erin te kuieren en haar te verzorgen. Zij 16
“De Meesteres van de zielen bouwt tempels opnieuw op nadat Zij de oude muren heeft afgebroken. Dit is één van de grootste uitingen van Mijn herscheppende macht. De zielentempels waarin de Meesteres van de zielen waarlijk leeft en heerst, kunnen nooit rechtop blijven indien zij opgebouwd zouden worden met de oude stenen van menselijk, werelds denken, voelen en verlangen. Bij Mijn intrede in een zielentempel begin Ik alles af te breken wat niet in overeenstemming is met Mijn Plannen, en trek Ik tezelfdertijd nieuwe muren op die bestaan uit stenen van Hemelse makelij: zij zijn opgebouwd uit onvergankelijke Liefde, onaantastbaar voor de invloeden der wereld op voorwaarde dat de ziel Mijn heerschappij totaal en onvoorwaardelijk aanvaardt. In de mate waarin Mijn heerschappij in de tempel groeit, en Ik er langer op de troon kan zetelen, wordt de lucht er dieper doordrongen van Mijn heilige, zoetgeurende adem, die de stenen steviger en steviger maakt. De geur van Mijn adem schrikt de slangen van de bekoringen en de insecten van de dwaling en misleiding af, zodat de hele tempel waarlijk een Hemels paleis wordt”. “Drie dingen zijn nodig om de tempelmuren, werk van Mijn handen, sterk te houden en ze te doen schitteren tot getuigenis tegen de duisternis: 1. het Sacrament van de Biecht, waardoor de muren gereinigd worden van alle stof en van alle invretende invloeden vanuit de wereld. 2. het Sacrament van de Heilige Communie, dat de muren sterk houdt door rechtstreeks Goddelijke kracht. 69
3. de totale overgave aan Mij, de Meesteres van de zielen, waardoor de muren bekleed blijven met prachtige gordijnen die bestaan uit het heiligste Licht uit Mijn Hart, dat alle duisternis afschrikt.” “Wanneer Ik een zielentempel betreed, ga Ik na in welke mate de ziel bereid is om zich aan Mijn heerschappij te onderwerpen. De ziel wordt niet in de wereld gezonden voor het nalopen van wereldse genietingen, comfort en gemak, doch om er haar bijdrage te leveren tot de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken. Hiertoe moet de ziel leren wat deze Plannen en Werken inhouden, door zich open te stellen voor de Heilige Geest en naar Zijn inwerking te verlangen. Vervolgens moet zij zich inspannen om haar bijdrage te leveren, volgens haar vermogens, talenten en roeping. Niemand kan haar hierbij beter leiden dan Ik. Daartoe is het noodzakelijk dat de ziel Mij aanvaardt als haar Meesteres. De ziel kan slechts één Meesteres hebben: Maria, de door God voorbestemde Meesteres van de zielen, Vertegenwoordigster van God Zelf. Zodra Ik in de tempel op de troon wordt toegelaten, wil Ik er de alleenheerschappij: Mijn wil wordt er de enige wet, de wetten van het werelds gedrag en het werelds denken worden nietig verklaard, Mijn macht wordt er de enige regering. De ziel moet zichzelf wegcijferen, voor Mij neerknielen en zich volkomen aan Mij onderwerpen. Waar Mijn wil wet is, heerst de ware Hemelse Liefde. Zodra de ziel aan Mijn voeten ligt, begin Ik het echte werk in haar: Ik richt haar tempel opnieuw in, volgens Mijn verlangens en noden. De muren tussen de vele kamers breek Ik één vóór één af, zodat de hele tempel doordrongen wordt van dezelfde lucht: het parfum van Mijn Liefde, zuiverheid en heiligheid. Ik richt deze tempel zodanig in dat hij geen enkel privévertrek meer herbergt waarin de ziel zich onder invloed van bekoringen zou kunnen terugtrekken in een poging om zich aan Mijn toezicht en meesterschap te onttrekken. Het enige privévertrek dat Ik er soms toesta, is het bruidsvertrek dat Ikzelf er kan inrichten indien Ik de ziel wil roepen tot een zeer intieme relatie met Mij omdat zij Mij in een dergelijke relatie het beste kan dienen. Dit bruidsvertrek behoort dan niet de ziel toe, doch Mij alleen, want het is het vertrek waar Mijn macht zich het sterkst laat voelen. Om deze reden zijn de zeldzame zielen die door Mij geroepen worden tot de mystieke bruiloft, zo totaal en zo streng aan Mijn macht onderworpen dat zij bij uitstek Mijn slaven zijn. Zij leven niet meer zelf, Ik zet in hen Mijn leven verder in de meest absolute zin van het woord. In de tempel waarin Ik heers, is alles van Mij, en in elk hoekje van de tempel wordt de ziel beheerst door de uitwerkingen van Mijn macht. Het Rijk van de Meesteres van de zielen is geen dictatuur: het is een Rijk van volmaakt geluk en volmaakte vrede. De ziel wordt niet door Mij op de knieën gedwongen, zij legt zichzelf voor Mijn voeten neer zodra zij heeft gevoeld en begrepen wat Mijn meesterschap in haar teweeg brengt. Zalig de ziel die Mij smeekt om de zoete kettingen van de 70
zijnstoestand van de heiligheid, de zuiverheid, de ware vrede, het ware geluk, de volmaakte vrijheid. Voel hoe je ziel al het andere loslaat als een bedding van slijk die door een bergstroom weggespoeld wordt om niets achter te laten dan kristalhelder water waarin het Goddelijk Licht weerspiegeld wordt. (...)”. donderdag 5 januari 2006 “Ik ben de Meesteres van de zielen. Mij is macht gegeven om alles te veranderen, te herscheppen. Daarom verlang Ik zozeer dat alles aan Mij toegewijd wordt. Wanneer iets onder Mijn voeten wordt gelegd, verandert het onherroepelijk. Wat in overeenstemming is met Gods Plan, wordt onder Mijn voeten geheiligd. Wat niet in overeenstemming is met Gods Plan, wordt onder Mijn voeten vernietigd. Zo heb Ik de macht om nieuw Leven te geven, en om datgene wat Leven bedreigt, aan banden te leggen. Indien de zielen de macht van toewijding aan Mij zouden begrijpen, zouden zij alles aan Mijn voeten leggen, ook zichzelf. Dan zou Ik werkelijk over alles kunnen heersen, en zou Mijn Rijk zich spoedig uitbreiden. Dan zouden de zielen begrijpen dat alle ellende die zij ervaren, de vrucht is van onwetendheid en hoogmoed. Daarom wil Ik dat jij de onwetendheid bestrijdt en de hoogmoed aanklaagt. Leer de zielen Maria kennen, en leer hen dat Maria hun Meesteres is. Slechts wanneer zij Mij kennen, kunnen zij Mij waarlijk liefhebben. De echte kennis over Maria zal een getuigenis worden tegen hun hoogmoed. (...) Leer de zielen dat Ik dorst heb naar de openbaring van Mijn absoluut meesterschap over hen, opdat Ik hen waarlijk kan bevrijden”. “Het menselijk lichaam is een product van de aarde. Telkens je voor Mij neerknielt, onderwerp je op symbolische wijze de wereld aan Mij. Wanneer je daarbij met je voorhoofd de grond raakt, onderwerp je ook op symbolische wijze je geest, en bij uitbreiding alle mensengeesten, aan Mij. Wanneer je je daarbij totaal laat wegglijden in de zee van de vurigste Liefde, belijd je Mij dat ook je hart onder Mijn heerschappij is gelegd. (...) Met de rijkste bloemen in Mijn ziel ben Ik onbevlekt ontvangen, op de rijkste bloemen van Mijn ware en trouwste dienaren zal Ik de volheid van Mijn macht ontplooien. (...)”. “God verlangt elke ziel bij Zich in het Eeuwig Leven. Een ziel waarover Ik ten volle kan heersen, gaat nooit verloren. Daarom is Mijn erkenning als Meesteres van de zielen een voorwaarde voor de bevrijding van alle zielen. Dit is de enige weg naar de algehele overwinning van het Licht over de duisternis. Deze overwinning is reeds vastgesteld voor alle eeuwen. Aan de zielen is nu de weg bekendgemaakt. Zij hebben de vrijheid om hem te gaan, door zich aan Mijn voeten te vernederen. Heb je niet gemerkt dat Ik nooit iets eis? (...)”.
15
vrijdag 30 december 2005 “(...) Als Meesteres van de zielen ben Ik ook Meesteres van het leven. Die macht is Mij in handen gegeven. Het is door deze macht dat Ik in deze laatste tijden de dood onder Mijn voeten onwerkzaam zal maken. Ik heb de Bron van het Leven aan de wereld gegeven als Mens. In deze tijden ben Ik bezig, het ware Leven aan de zielen te geven door de Genaden waarover de Bron van het Leven Mij alle macht heeft gegeven. Zeg daarom aan de zielen dat hun liefde tot hun Schepper en Verlosser niet volkomen is zolang zij zich niet aan Mijn voeten vernederd hebben. (...)”. “Mensen stellen zich wel eens de vraag waarom God Zich zo vaak laat smeken, en waarom Ik Mij zo vaak laat smeken, en waarom Wij niet steeds verhoring schenken na het eerste verzoek. Weet dat God het zo beschouwt dat, wanneer een ziel langdurig tot Hem of tot Mij smeekt, het dan is alsof dezelfde smeking door een veelvoud van zielen verricht is. Dat verhoogt de kracht van de smeking, en daarom het “recht” op de Genade van verhoring. (...) Leer de biddende zielen dat, wanneer zij grote dingen van Mij verlangen, zij in de eerste plaats zuiver, rein en heilig moeten zijn in gedachten, gevoelens, lichaam, woorden, verlangens, bestrevingen en zielsgesteldheid. Elke onzuiverheid vertraagt de pijlen van hun smekingen en laat ze daardoor minder diep in Mijn Hart binnendringen. Mijn macht over jou is totaal en absoluut. Een ziel kan ook macht over Mijn Hart verwerven, in de mate waarin zij heilig is”. maandag 2 januari 2006 “De wereld en de mensheid zijn aan Mijn macht onderworpen. Daarom word Ik wel eens afgebeeld als staande op de wereldbol: God heeft Zijn Schepping onder Mijn voeten gelegd. Om die reden vraag Ik je zo vaak dat je Mijn voeten zou verwarmen met het vuur uit je hart. De mensheid voelt zo vaak als ijs onder Mijn voeten. Zoveel Goddelijke warmte stroomt uit Mijn voeten over de zielen, doch hoe intens is de koude die zij Mij teruggeeft. (...)”. woensdag 4 januari 2006 “Nu lijd je voor Mij, met een hart dat brandt van liefde, en in een houding van de diepste onderwerping aan Mij. Begrijp welke macht hiervan uitgaat: Liefde - lijden - gehoorzaamheid: met deze drie woorden kan het leven van Jezus op aarde, evenals Mijn eigen leven op aarde, volmaakt omschreven en samengevat worden. (...) Liefde, lijden, en onderwerping aan de Hemelse macht: wat gebeurt er wanneer deze drie gesteldheden samengevoegd worden in de ziel, op een zodanige wijze dat niets anders meer in deze ziel vertegenwoordigd is? Zij beleeft de 14
slavernij jegens Mij, de Meesteres van de zielen. In en door jou zal Ik dit bewijzen". donderdag 18 mei 2006 “Beleef de gouden regel: hoe kleiner de ziel zich aan Mijn voeten maakt, en hoe méér zij doordrongen is van Haar nietigheid ten overstaan van Mijn onbegrensde macht, des te groter zullen de weldaden zijn die Ik over haar zal uitstorten, omdat Ik dan alle ruimte in haar kan vullen. Zo zijn de prachtigste Genaden méér weggelegd voor Mijn slaven dan voor Mijn dienaren, méér voor Mijn dienaren dan voor hen die Mij slechts kennen voor hun eigen belangen, en in de minste mate zijn zij beschikt voor hen die Mijn grootheid bestrijden. Indien deze laatsten echter niettemin deelachtig worden aan een grote Genade, is dit omdat hun bekering Mij dient: het besef van hun dwaling zal hen aan Mijn voeten brengen en Mijn verhevenheid in alle luister doen schitteren. Ik beschik over middelen om Mijn bestrijders in een oogwenk tot Mijn slaven te maken. Deze wonderen moeten echter door veel lijden, de vurigste liefde en intense akten van onderwerping vanwege Mijn getrouwen worden vergoed. Zo wil het de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid”. “Eerherstellende boete is noodzakelijk opdat de Genaden over de zielen mogen blijven stromen. Vele zielen beschouwen eerherstel als nutteloos of overbodig, als een weinig zinvolle compensatie voor gebeurtenissen of verzuimen uit het verleden, of een activiteit die weinig te maken heeft het werkelijke leven van vandaag. Dat is een grote vergissing. Elke heiligschennis, elke nalatigheid in eerbetoon aan God of aan Mij, blokkeert een deeltje van de stroom der Genaden naar de zielen toe, doordat de Goddelijke Gerechtigheid beledigd wordt. Deze beledigingen zijn als wonden die genezen moeten worden, zoals lekken die gedicht moeten worden. Dit moet gebeuren door eerherstellende boete en gebeden”. “Mijn geliefde, Ik ben de Onbevlekte Ontvangenis. Ik ben de enige ziel die door God in een lichaam op aarde is gezonden zonder draagster te zijn van de erfzonde. Adam en Eva, de eerste mensenzielen, waren bij hun schepping eveneens onbevlekt. God legde hen in het Aards Paradijs één beperking op. Zij werden door de satan bekoord om deze beperking naast zich neer te leggen, en gingen op deze bekoring in. De zonde die zij hierdoor bedreven, was de eerste zonde van het menselijk geslacht. Zij bedreven de zonde van ongehoorzaamheid jegens Gods Wet, want zij overtraden het enige verbod dat God hen had opgelegd. Deze zonde bracht zware schade toe aan hun ziel, want er trad hierdoor een plotse breuk op in de overeenstemming tussen de verlangens van God en de verlangens van de mensenziel. De mens verloor dus het element van de gelijkenis met God dat hem als een erfrecht was gegeven. Hierdoor werd 71
de overerving van dit recht op de gelijkenis met Gods beeld in de mensenzielen van geslacht op geslacht, voorgoed verbroken. Wij spreken hier van de erfzonde. Alleen in Mijn ziel werd deze breuk opgeheven: Mijn ziel werd volmaakt heilig en ongeschonden in een lichaam gestort, zodat zij haar volkomen gelijkenis met het beeld van God bewaarde. Hierin ligt de eerste basis voor Mijn verhevenheid en Mijn macht. Ik ben het eerste schepsel waarin de doorstroming van de Liefde steeds volmaakt en ongestoord is geweest. Omdat alle deugden uiteindelijk uit de Liefde ontspringen, en alle deugden samen de graad van heiligheid bepalen, betekent dit dat Mijn ziel als enige volmaakt heilig was. Doordat in Mij de eenheid van verlangens met deze van God Zelf volmaakt was van bij Mijn Ontvangenis, was Mijn wil identiek met Gods Wil. Deze volmaakte en absolute eenheid van wil, samen met de volmaakte doorstroming van de Liefde tussen God en Mij in de beide richtingen, heeft Mij verhinderd om gedurende Mijn hele leven op aarde ook maar de geringste zonde te bedrijven. Bedenk hierbij dat de Liefde het wezen van de Goddelijke kracht is, en dat Gods Wil de motor is waardoor deze kracht in werking wordt gesteld, en je zult begrijpen dat Mijn Onbevlekte Ontvangenis Mij méér Goddelijk dan menselijk maakt. Daarom ben Ik terecht voorbestemd om de Meesteres van de zielen te zijn. Een ziel die geen enkele verwonding heeft opgelopen, noch bij haar ontvangenis noch daarna, is een ziel die vrij is van elke menselijke zwakheid, dus een ziel die werkelijk deel heeft aan alles wat Goddelijk is. Elke ziel draagt een Goddelijk element in zich, doch moet een harde strijd leveren om dit element tot volle ontplooiing te laten komen. In Mijn ziel is dit Goddelijk element steeds het enige werkzame geweest. Ook Ik ben door de satan bekoord en zwaar aangevallen, doch Ik voelde niet de behoefte om de volmaakte kringloop van de Goddelijke Liefde te verlaten. Mijn verdienste heeft hieruit bestaan dat Ik Mijn Hart ononderbroken heb opengesteld om de eindeloze stromen van Goddelijke Genaden waaraan Ik deel had, naar alle gewonde mensenzielen af te leiden opdat de hele mensheid de door de erfzonde ontstane kloof met Gods Hart zou kunnen overbruggen. Mijn Moederschap over de Christus, de Verlosser, maakt wezenlijk deel uit van deze levensopdracht”. vrijdag 19 mei 2006 “Er heersen veel negatieve gevoelens jegens Mij. Vele zielen zijn onverschillig. Velen komen tot Mij in de hoop dat Ik hun kruisen zal wegnemen. Anderen benijden Mij, in de mening dat alles Mij in de schoot is gestort. Weliswaar heb Ik reeds tijdens Mijn leven op aarde gedeeld in de uitwerkingen van de onmetelijke heerlijkheden waarmee God Mij had bekleed. Niettemin heb Ik in Mijn Hart geleden in een mate die het menselijk bevattingsvermogen overstijgt. Mijn kruis was dat van de 72
vrijdag 23 december 2005 “Hemelse Bruiloft met Mij is de uiterste vorm van toewijding aan Mij. Hemelse Bruiloft is niet louter “Mij toebehoren”, het is “volkomen in Mij overvloeien”. Dat is slechts mogelijk wanneer Ik dat uitdrukkelijk wil en het in Gods Plan past. (...)” dinsdag 27 december 2005 “Nevelslierten dringen in de harten binnen, en vertroebelen er de waarneming van het Licht van Gods Wil. Leer de zielen dat niet deze nevels de ware realiteit vormen, doch Gods Licht. Niettemin zijn het vooral deze nevels die het gedrag van de mens richting geven. Zeg hen dat zij zich tot Mij wenden. Ik ben de Meesteres van de zielen. Ik bezit de macht om elke nevel op te lossen door Mijn intrede in een hart. Zonder ophouden ademt Mijn Hart het vuur van Gods Liefde uit. Zelfs niet de zon bezit het vermogen om nevel zo snel te ontbinden als het vuur van Mijn Liefde dit kan, maar de ziel moet Mijn Hart voldoende beminnen om Mij toe te staan, in haar Mijn troon te vestigen. Zeg de zielen dat zij zich niet laten leiden door hun droefheden en door de verontreinigde waarneming van de werkelijkheid. Mijn macht is Liefde, en Mijn Liefde is hun bevrijding. De enige voorwaarde om het Licht en de warmte van Mijn macht en Mijn Liefde in hun leven van elke dag te ervaren, is hun zuiverheid van gedachten en gevoelens. Om de Waarheid te zien zoals zij is, en Gods Licht in hun leven te schouwen, moeten zij de ramen van hun tempel poetsen. Indien zij dit niet kunnen, moeten ze Mij vragen om het in hen te doen. Ik kan het, door een eenvoudige akte van Mijn wil, zodra zij de deur van hun tempel openen door hun verlangen naar Mij, en Mijn troon in hun tempel inhuldigen door hun smekingen tot Mij”. woensdag 28 december 2005 “Verzamel Mij schatten van eerherstel door je diepe zelfvernederingen voor Mij. De wereld kent noch begrijpt de waarde van deze diepste verering voor Mij. De wereld schouwt niet de onzichtbare krachten die uit de Bron van het Goddelijk Leven over de zielen stromen telkens een mensenziel in vurige liefde aan Mijn voeten neerknielt. Verlies geen tijd. Elke eerherstellende handeling en elke lofprijzing aan Mij brengt het Rijk Gods een stap dichter bij de zielen. (...) Als een minziek meisje op zoek naar haar geliefde, ijl Ik door de velden van Gods aarde, speurend naar de zielen waarnaar Ik verlang om samen met Mij de verrukkingen der eeuwige lente te genieten. Help Mij zoeken”.
13
over de satan uitoefen. De satan ligt voor alle eeuwen onder Mijn voeten, Mijn overwinning op hem staat reeds vast vanaf het ogenblik waarop God Mij aan hem heeft voorgesteld als zijn Koningin en Meesteres terwijl hij nog een engel was, maar Ik wil ook de mensenzielen aan Mijn voeten zien, zoals de Allerhoogste het verlangt, door totale en doorleefde toewijding aan Mij. Geef Mij zielen als bodem waarop Ik Mijn Rijk als Meesteres van de zielen kan grondvesten, opdat Ik als Koningin van de Eindtijd het Rijk Gods op aarde kan afkondigen. De totaal vernederde duivel onder Mijn machtige voet, en een leger van dienaren aan Mijn voeten, zullen de trofeeën van Mijn macht zijn. Dan zullen de zielen ervaren waarom Ik de Koningin van de Liefde word genoemd”. “Gehoorzaamheid zonder liefde, is weinig méér dan een ontzielde vervulling van wat men aanvoelt als een plicht of als een bevel dat men niet kan omzeilen. De enige gehoorzaamheid die Mij bevalt, is deze welke geboren wordt uit een diepe liefde (...)”. donderdag 22 december 2005 “(...) Ik ben de machtige Meesteres van alle zielen, doch slechts een nietig klein aantal zielen erkent Mij als Meesteres. Behalve God zijn alle wezens, alle dingen, alle zielen aan Mij onderworpen, in de Hemel, op aarde en onder de aarde. In de Hemel word Ik met schroomvolle eerbied begroet, gediend en geprezen. Behalve God ligt het hele, onoverzienbare Hemelse Hof aan Mijn voeten. In de hel word Ik vervloekt en gehaat. Op aarde word Ik miskend, geminacht en verwaarloosd. Velen beminnen Mij, doch zeldzaam zijn zij die aan Mijn voeten liggen. (...) Wanneer een ziel van de strijdende Kerk Mij al Mijn macht over haar lichamelijk lijden in haar laat uitwerken, betekent dit haar volkomen onderwerping aan Mij. Daardoor poetst zij de gouden scepter van Mijn macht over de wereld, zodat zijn schittering de kracht van de duisternis verlamt. Indien de zielen Mij benaderen met onverschilligheid, gebrek aan eerbied en met een klein geloof in Mijn macht, vind Ik niet de drijfveer om van Mijn troon op te staan als de Koningin die ontzag wekt. Indien zij Mij daarentegen benaderen als de Meesteres met macht over alles, dan zal Ik hen ook aantonen dat Ik daadwerkelijk macht over alles heb. (...) De liefdesslavernij jegens Maria kan de mensheid bevrijden, want in Mijn slaaf wordt de satan ten diepste vernederd. (...)”.
volmaaktheid in de Liefde. Inderdaad, volmaakte Liefde gaat gepaard met volmaakt lijden, want hoe vuriger de Liefde, des te gevoeliger wordt het hart voor de onvoorstelbare verwondingen die aan Gods Hart worden toegebracht door de ontelbare zonden van de mensheid, dag na dag, jaar na jaar, eeuw na eeuw. Miljarden en miljarden beledigingen, heiligschennissen, kwetsuren, onverschilligheden, ondankbaarheden. Ik heb ze allemaal gevoeld. Wanneer Ik Meesteres van de zielen ben, is dat ook omdat Ik de enige ziel ben die het menselijk hart en de menselijke geest, de menselijke verlangens en alle mogelijke vormen van bekoring, misleiding, dwaling en verleiding door en door heeft doorgrond. Mij is alles geopenbaard. De Allerhoogste heeft Mij deze kennis ingestort, en heeft Mij een innerlijke blik geschonken die alles ziet. Ik bezat deze gaven reeds toen Ik nog op aarde leefde, zelfs reeds als heel jong meisje. Mijn geliefde, het vergt een volmaakte Liefde om onder de last van deze bovennatuurlijke kennis en inzichten nog met mensen te kunnen omgaan en elk ogenblik van de dag voor de mensheid te blijven bidden, offeren en boeten. Ja, Ik heb een leven geleid van onvergelijkbaar veel boetedoening. De onmetelijkheid van Mijn levenskruis ging schuil achter Mijn aangeboren zachtmoedigheid en blijmoedigheid. Wat mensen die Mij ontmoetten, vóór zich zagen, was een vrouw die straalde van tederheid, zachtheid, blijheid, voorkomendheid, behulpzaamheid. Velen waren op de eerste blik diep onder de indruk van Mijn voorkomen, omdat de overmaat van Goddelijke Liefde uit Mijn ziel over hen heen stroomde. Achter Mijn zachte, lichtjes weemoedige, van Liefde stralende ogen zat het kruis der wereld verborgen. Ik heb dit kruis Mijn leven lang gedragen in Mijn Hart, Jezus heeft het uitgeboet in Zijn Lichaam èn in Zijn Hart. Ook Ik heb veel geleden in Mijn lichaam, want alle hartenpijnen zochten uitwegen in lichamelijke ongesteldheden en vermoeidheden. Niettemin merkten weinigen hier iets van, want de mantel der Goddelijke Liefde verleende Mij een Hemelse uitstraling, een zachte schoonheid die betoverde. Mijn geliefde, de mensheid begrijpt de ware diepgang van Mijn titel als Moeder van Smarten niet. Evenmin begrijpt zij waar Ik “het recht vandaan haal om Mij de Meesteres van de zielen te laten noemen”. Het is de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid die voor Mij deze titel heeft voorzien. Het zijn de menselijke kortzichtigheid en het schrijnend gebrek aan kennis van Gods Waarheid, die dit verzet in de mensenharten opwerpen. De vrouw neigt er soms toe, zich te verzetten tegen Mijn meesterschap uit een zekere afgunst omdat een geslachtsgenote zoveel macht heeft en zo onmetelijk hoog boven alles verheven is. De man verzet zich omdat hij het als een vernedering en een oneer ervaart, aan de voeten van een vrouw te moeten neerknielen en totaal in Haar macht te zijn.
12
73
Slechts de ogen van verlichte zielen zullen de uitstraling van Mijn Goddelijke gaven herkennen”. “(...) Genaden kunnen pas ten volle vrucht dragen naarmate de ziel dieper doorheen de daarbij horende beproevingen reist. De ware vruchten der Genade groeien in een boomgaard die de ziel pas bereikt via een weg van grind en doornen. Ik ben de Opzichtster van deze boomgaard. De maat van de liefde van de ziel tot Mij zal bepalend zijn voor haar volharding en haar wil om deze moeilijke reis te voltooien”. Myriam: “Mijn lieve Meesteres, was U Zich reeds tijdens Uw aardse leven bewust van Uw verhevenheid?” Maria: “Ja, hoewel deze kennis Mij niet in haar volle omvang ineens ten volle bewust werd gemaakt. Ik merkte reeds als heel jong meisje dat Ik macht had over vele dingen. Ik merkte ook dat Ik onbeperkte macht had over engelen. Deze begroetten Mij steeds geknield, en wierpen zich bij elk contact voor Mijn voeten neer, waarbij zij tot op de grond vooroverbogen. Zij gehoorzaamden zonder enige aarzeling elk woord dat Ik sprak. Ik bezat ook een volkomen macht om wonderen te verrichten. Ik stond hier niet bij stil, omdat het Mij normaal toescheen dat er een volkomen overvloeiing bestond tussen God en Mijzelf. Intussen heersten in Mij een volmaakte nederigheid en eenvoud, waardoor Ik nooit Mijn vermogens beschouwde als uitingen van “macht”. In Mij heerste een spontane overtuiging dat Ik Mijn vermogens volmaakt moest beheersen teneinde geen onevenwicht te scheppen in de uitvoering van Gods Heilsplan. Ik wist dat, indien Ik dit wilde, slechts één woord uit Mijn mond volstond om vele dingen in een oogwenk te veranderen. Ja, Ik wist diep in Mijn Hart dat de hele schepping aan Mijn voeten lag, doch Ik wist eveneens dat het oneindig veel méér voldoening gaf om de dingen die Ik verlangde, af te dwingen via de normale weg van de Wet der Goddelijke Gerechtigheid, door gebed en boete. Voor Mij was dit vanzelfsprekend, omdat Ik door gebed en boete uiting kon geven aan Mijn allesverterende Liefde voor God en voor de zielen. Indien Ik Mijn verlangens had bevredigd door wonderen te verrichten, waartoe Ik nochtans de volle en absolute macht bezat, zou het Mij hebben geleken alsof Ik Mij gedroeg als een godin. Dat wilde Ik niet. Ik wist dat Iemand anders bestemd was om als middelpunt van alle bestrevingen in de zielen deze taak op Zich te nemen: de Messias. Later, bij de Aankondiging door de Aartsengel Gabriël, begreep Ik dat Ik de Messias ter wereld zou brengen, en dat Mijn macht berustte op deze unieke voorbestemming”. “Door Mijn weigering, Mijn hele aardse leven lang, om te zwichten voor de talloze bekoringen en aanvallen vanwege de satan, behield Ik Mijn absolute macht over hem. Deze macht ontving Ik reeds ver vóór Mijn Ontvangenis, toen God het ontwerp van Mijn ziel aan de engelen voorstelde, en een gedeelte van de engelen weigerden om Mij als hun 74
“Je staat niet machteloos tegen de satan. Je draagt het machtigste wapen uit Gods hand binnen in jou: je Meesteres en Hemelse Geliefde. Al wat je hoeft te doen, is Mij met vuur te zeggen dat je Mij steeds en voor altijd volmaakt toebehoort. Zo wek je het Hemels vuur van Mijn Liefde, en de vlam die Ik in je hart opwek, zal de satan verblinden. Breng hem tot Mij. Je grenzeloos vertrouwen in Mij levert hem verlamd over aan Mijn macht, je vurige liefde bindt hem, en je vurige onderwerping aan Mij legt hem onder Mijn voet. Je smekingen verhogen de druk van Mijn voet op zijn nek. De soms langdurige weerstand van zijn aanvallen tegenover je overgave aan Mij is niet steeds een maat voor zijn kracht, Mijn geliefde, hij wordt mede bepaald door Mijn wil om je te beproeven op je blinde en totale overgave aan Mij. Wanneer je hem aan Mij hebt overgeleverd, hem hebt gebonden en hem onder Mijn voet hebt gelegd, kan Ik het als passend oordelen om Mijn voet met hem te laten spelen, zodat hij het gevoel krijgt, enigszins bevrijd te worden, en hij van die gelegenheid gebruik maakt om je opnieuw te belagen. Op dat ogenblik zijn Mijn ogen op jou gevestigd. Indien Ik je zou zien weifelen, zou je Mij bedroeven door je gebrek aan totaal vertrouwen op Mijn macht, en kan Ik verkiezen om de speelbal van Mijn voet los te laten. Wanneer je Mij je blinde overgave bewijst door onophoudelijke smekingen terwijl je voor Mijn voeten geknield blijft liggen, wek je daardoor Mijn wil om je belager onder Mijn voet te verlammen en hem na deze bestraffing te verjagen. Prijs daarom onophoudelijk Mijn macht, ook terwijl je zwaar wordt beproefd”. dinsdag 20 december 2005 “(...) Telkens jij jezelf totaal vernedert aan Mijn voeten, lever je daardoor je hele wezen, dus ook alles wat jou aan de wereld zou kunnen binden, over aan Mijn macht. Door God wordt dit telkens aangerekend als een overwinning op de duivel. De totale zelfofferande van een mens aan Mij, de machtige Meesteres van de zielen, is tevens een uitlevering van de duivel en zijn werken aan Mij. (...) De Allerhoogste heeft het zo beschikt dat Ik de satan elke nederlaag die hij in een mensenziel lijdt, op soevereine wijze zou laten voelen. Daarom dwing Ik hem tot zelfvernedering aan Mijn voeten, opdat hij door de ervaring van zijn machteloosheid zou belijden dat hij overwonnen is door Mijn absolute macht over een mensenziel. Elke overwinning op de satan is een Genade, die je slechts kunt bekomen door Mij. Zeg de zielen dat zij Mij erkennen en prijzen als de machtige Meesteres van de zielen, en erkennen dat Mijn macht hen van de satan bevrijdt. De Allerhoogste verlangt dat Ik op soevereine wijze Mijn onoverwinnelijke macht over de satan zou tonen. Ik wil dat de zielen eerst en vooral Mijn macht over hen erkennen, alvorens te verkrijgen dat Ik haar ten volle 11
van Mijn macht, niet alleen met woorden maar vooral met daden van totale onderwerping aan Mij, breekt één van de schakels van de vrijwel eindeloze ketting waarmee de satan de mensheid vastbindt in zijn kerkers van de wereld, het materialisme, de hoogmoed, de onzedigheid. Indien de mensheid haar bevrijding uit de ellende verlangt, moet zij aan Mijn voeten komen. Zo wil het de Allerhoogste. (...)”. zondag 18 december 2005 “Als Meesteres van de zielen ben Ik het geschenk bij uitstek vanwege Gods Barmhartigheid. De Eeuwige Liefde heeft sedert het Lijden en de Kruisdood van Mijn Zoon zelden zo intens gestraald als in deze laatste tijden. Zij balt zich nu samen in Mij, de Vrouw die de Belofte van de nieuwe lente ook via jou aan de mensheid wil brengen. Doordat de Allerhoogste de erkenning verlangt van de Draagster van Zijn Goddelijke macht in Haar hoedanigheid van Meesteres van de zielen, en doordat Hij de onderwerping van mensenzielen aan Mij verlangt, geef Ik in deze hoedanigheid en door de uitoefening van de onvergelijkbare macht die Mij is gegeven, aan de mensheid de kans om vele schulden jegens de Goddelijke Gerechtigheid af te betalen. Hierdoor zal de Bron van de Goddelijke Liefde ontsloten worden om in nooit geziene stromen over de mensheid neer te komen. Zo zal de mensheid deze Bron leren kennen als de ware Bron van alle Leven, en zij zal moeten begrijpen dat Ik dit als Meesteres van de zielen voor haar heb bekomen. Ik verwijs de zielen naar het Kruis van Jezus Christus, van waarop Mijn Zoon Mij aan de mens, en de mens aan Mij heeft gegeven. Jezus heeft voorzien dat de zielen Mij nodig zouden hebben om de vrucht van Zijn Kruisdood in zich tot volvoering te kunnen brengen. Ik ben de Gids op de kruisweg van elk mensenleven, maar Ik word zelden herkend noch erkend. Ik kom de zielen herinneren aan de verlossende macht van het Kruis, ook van het kruis in elk leven, en die macht vindt haar voortzetting en voltooiing in de zielen door de erkenning van Mijn meesterschap over hen, want dit meesterschap is Mij door God geschonken. Ik ben Maria, de Medeverlosseres naast de gekruisigde Verlosser. God Zelf heeft Mij bekleed met alle macht om als Zijn Vertegenwoordigster de zielen te bevrijden en de grondvesting van Zijn Rijk op aarde te voltrekken via de soevereine uitoefening van Mijn macht. De ziel die niet bereid is om zich aan Mijn voeten neer te werpen, miskent hierdoor de door God uitverkoren weg waarop de verlossende macht van de Christus tot haar wil doordringen, en miskent aldus één van de grootste Goddelijke Mysteries”. maandag 19 december 2005 10
Meesteres te erkennen. Hun aanvoerder, Lucifer, later de satan genoemd, was dus reeds voorbestemd om in Mijn macht te zijn. Na Mijn Onbevlekte Ontvangenis werd hij in Mij geconfronteerd met een ziel over dewelke hij geen enkele invloed kreeg. Hij zag tevens hoeveel engelen God in Mijn dienst had gesteld, en stelde met verbazing en woede tegelijk vast hoe deze Mij zo stipt, zo totaal en zo onvoorwaardelijk gehoorzaamden alsof zij Mijn slaven waren. Het was hem lange tijd niet bekend dat Ik diegene was die ertoe was voorbestemd om zijn Meesteres te zijn. Pas toen de ware missie van Jezus hem duidelijk werd, zeer kort vóór de Kruisdood, begreep hij dat Ik de Vrouw was voor wie door de Allerhoogste Zelf de heerschappij over de zielen was beschikt. Mijn macht over de satan is absoluut en totaal gebleven. Thans nadert het uur waarin hij daadwerkelijk en voor het oog van alle zielen door Mijzelf gedwongen zal worden om zich aan Mijn voeten neer te werpen en Mij het eerbetoon te brengen dat hij zovele eeuwen geleden heeft geweigerd, te brengen. Mijn macht zal schitteren in haar volle Goddelijke luister wanneer de satan voor het oog van alle zielen, door Mij aan Mijn voeten gedwongen zal worden, voor aller oren diep voor Mij geknield zal belijden dat Ik zijn Meesteres ben en dat hij het is geweest die Gods grootheid en Mijn macht door alle tijden heen heeft bestreden en zielen ertoe heeft aangezet om niet in Mijn macht te geloven, en dan onder Mijn voeten gelegd zal worden om in de diepste vernedering vertrapt en van al zijn invloed ontdaan zal worden, zodat alle zielen zullen zien en belijden dat Ik de machtige Meesteres van de zielen ben. Dit zal het uur zijn waarop God Zelf Mij voor alle eeuwen in ere zal herstellen ten aanschouwen van alle zielen, omdat in Mij alle volmaaktheid van Zijn heerlijkheden heeft geheerst sedert het ontwerp van Mijn ziel in Zijn Geest voltooid werd”. “(...) de wereld is in de wurggreep van de satan, doch de wereld is Mij samen met de meester van zijn verderf tot voetbank gegeven. (...) zaterdag 20 mei 2006 “Wat is absolute en onvoorwaardelijke trouw aan de Meesteres van de zielen? Het is de gesteldheid waardoor de ziel haar handtekening plaatst onder het verbond dat God heeft geschapen als een toegangsakte tot de eeuwige gelukzaligheid. Deze handtekening wordt geplaatst met gouden letters, in de inkt van het lijden en met de pen van het liefdesvuur. Dit verbond, dit heilig contract, leg Ik de ziel voor bij elke beproeving. Ontelbaar zijn de zielen die dit contract bij elke beproeving onder Mijn ogen in stukken scheuren als een getuigenis tegen Mijn Liefde (...)”. “De satan maakt misbruik van de onwetendheid van de zielen ten aanzien van Gods Waarheid, en van het feit dat zij daardoor gemakkelijk misleid worden. Zo leidt hij zielen naar het geloven in, en verkondigen 75
van, de dingen die zijn plannen dienen. Zo leidt hij eveneens zielen naar vurig verzet tegen Mijn woorden. Wanneer jij de Waarheid openbaart die Ik jou heb medegedeeld, zal hij alles in het werk stellen om jouw woorden aan de schandpaal te nagelen. Indien hij dit niet zou doen, zouden jouw woorden hem zware schade toebrengen. Weet daarom dat de satan velen tegen jou zal ophitsen en hen de leugen zal doen verspreiden dat de door jou op schrift gestelde openbaringen ongeloofwaardig, ja van de duivel afkomstig zijn. Heeft Jezus niet in het Evangelie gezegd dat het rijk van de duivel niet stand kan houden wanneer de duivel zijn eigen werken vernietigt, bijvoorbeeld wanneer hij een ziel de macht en de opdracht zou geven om een duivel uit te drijven? Hoe zou jij dan de duivel kunnen dienen door zijn grote Tegenstandster, Maria, de Meesteres van de zielen, te verheerlijken en Haar grootheid met zoveel vuur te verkondigen? Prijs je zalig om deze laster en leugens, want uitgerekend zij wijzen erop hoezeer je Mijn werken doet en Mijn woorden spreekt en openbaart”. “De zielen beleven thans de tijd van de schijnoverwinningen van de satan, die de wereld zozeer in zijn greep heeft dat hij de ware meester van de mensheid lijkt. Om die reden verwekken Hemelse woorden in deze tijd zoveel opschudding en worden zij tot ware stenen des aanstoots. Mijn tegenstander, de meester van verwarring en leugen, maakt misbruik van de onvrede in vele harten om ongelukkigen zijn stenen in de hand te leggen waarmee zij Mijn werktuigen stenigen. Jouw enige zorg moet deze zijn, jezelf te offeren voor hun uiteindelijke bekering, opdat zij het licht van inzicht mogen verkrijgen. Bedenk dat de eerste verlichte werktuigen voor de zaak van God nooit het grote Licht uit het oog verloren, dat het Paradijs zelfs zichtbaar voor hun ogen opende toen zij op het punt stonden, hun laatste offer voor hun vervolgers te brengen. Ik ben de Meesteres van de zielen. Wat God heeft beschikt, zal in vervulling gaan. Het zaad dat Ik via jou in de zielen uitstort, zal de vruchten opleveren waartoe het is bestemd. Indien het wordt toevertrouwd aan akkers die het versmaden, zal het op de vleugels van de Heilige Geest overgebracht worden naar grond die wel gehoorzaamt aan Gods Wet. Knielen zullen alle zielen voor Mij. Zalig zij die het doen uit liefde, en uit gehoorzaamheid aan Gods Geest, en niet in het uur van hun oordeel, uit rouwmoedigheid”. zondag 21 mei 2006 “(...) De engelen geven Mij weliswaar volmaakte Liefde en volmaakte onderwerping en gehoorzaamheid, doch slechts de mensenziel kan Mij lijden schenken. Hoe dierbaar is Mij het lijden van Mijn getrouwen, wanneer zij ernaar verlangen zoals Jezus naar Zijn Kruis verlangde, en
76
deze aanroeping met vuur te blijven herhalen, zou Ik de satan bevelen om aan Mijn voeten te blijven liggen. Dit zou de totale bevrijding van de mensheid uit alle kwaad en ellende betekenen. De Allerhoogste verlangt in deze laatste tijden de openbaring van de onbegrensde en soevereine macht van Maria, de Onbevlekte Ontvangenis, als Meesteres van de zielen. Hij wil de macht openbaren die Ik uitoefen over de mensenzielen en over de satan en zijn gevolg. (...) Het past bij de heerschappij die God Mij heeft verleend, dat de satan door de mensenzielen vóór Mijn voeten wordt neergelegd opdat Ik hem tot Mijn eeuwige slaaf zou maken. Dat is hij reeds van in den beginne, door een Goddelijk Wilsbesluit, doch het gebrek aan verering vanwege de mensenzielen voor hun Meesteres heeft God ervan weerhouden om de slavernij van de satan jegens Mij zichtbaar te maken omdat de mensheid deze gunst nog niet heeft verdiend. Aanvaard de sleutel op de deur tot de openbaring van Mijn macht. De Allerhoogste wil de mensheid aan Mijn voeten zien. Ik was de nederigste van de mensenzielen, geheel aan God gegeven. Daarom wil God dat de mensenzielen zich nu aan Mij onderwerpen, als de ultieme ketting om de satan te binden. De Allerhoogste heeft Mijn voeten gezalfd tot de instrumenten die de Goddelijke macht op aarde openbaar zullen maken. Zij zullen de ketenen van de zielen verbreken. Daarom wil Ik dat de zielen Mij aan mijn voeten aanroepen als de “machtige Meesteres van de zielen”. De Allerhoogste zal echter oordelen over de gesteldheid van het hart wanneer een mensenziel niet in staat is om deze akte van onderwerping voor Mij te verrichten. (...)”. vrijdag 16 december 2005 “(...) Ik vorm jou tot een voorafbeelding van de rol die God voor de mens van de allerlaatste tijden heeft bestemd: deze van de allerhoogste verering aan Mijn voeten als machtige Meesteres van de zielen. Gods Genade van bevrijding van de mensheid wacht op de erkenning van Mij als Meesteres van de zielen. De Meesteres met Goddelijke macht hoort benaderd te worden met de diepste deemoed. (...)” zaterdag 17 december 2005 “(...) Elke akte van vurige en liefdevolle onderwerping jegens Mij wekt Gods welbehagen op een onvergelijkbare wijze, want Ik heb je gezegd dat Hij in deze laatste tijden de mensheid aan Mijn voeten wil zien. Begrijp zo hoeveel Liefde en welke kracht van Goddelijk Leven over de mensheid uitgestort kan worden naarmate méér mensenzielen zich aan Mijn voeten neerwerpen en Mij erkennen en prijzen als machtige Meesteres van de zielen. De Allerhoogste heeft Mij bekleed met alle macht over Zijn Heilsplan. Daarom wil Hij deze macht verheerlijkt en geprezen zien in Mij, de Draagster van Gods macht. Met elke erkenning 9
woensdag 14 december 2005 “Mijn macht openbaart zich langs de volgende kanalen: 1. Ik oefen macht uit via Mijn geest, op grond van Mijn volmaakte kennis van Gods Waarheid, die Mij het vermogen schenkt om Gods Heilsplan op volkomen wijze te leiden en te besturen. 2. Ik oefen macht uit via Mijn mond, door de onbegrensde kracht van Mijn voorspraak bij God voor de zondige mens, de dwalende, de misleide, de mens die lijdt in de ziel. 3. Ik oefen macht uit via Mijn Hart, dat een vuurhaard is van de volmaakte Goddelijke Liefde, de ware levenskracht van de hele schepping. De herscheppende macht waarover Ik beschik, ontspringt uit Mijn Hart, want daar is ook de zetel van Mijn wil, die de volheid van Gods Wil behelst. 4. Ik oefen macht uit via Mijn handen, waaruit alle Genaden uit de Goddelijke Schatkamers stromen. Door Mijn soevereine beschikking over alle Genaden heb Ik macht over de levensweg van zielen. 5. Ik oefen macht uit via Mijn voeten, waarmee Ik heers over de satan, de zonde, de bekoringen, alle beproevingen die Mij toegewijd worden, en alle invloeden en sporen van de wereld in hen die zich volkomen aan Mij geven. Uit Mijn voeten stroomt de macht van bevrijding van de zielen uit de greep van het kwaad, en de macht van de grondvesting van Gods Rijk op aarde. Omdat God Mij de leiding over de vestiging van Zijn Rijk heeft gegeven, verlangt Hij dat alle zielen zich aan Mijn voeten vernederen als het enige passende eerbetoon aan de Koningin van Hemel en aarde en de Meesteres van de zielen. (...)”. donderdag 15 december 2005 “(...) Ik heb je de aanroeping van de laatste tijden geleerd: “Maria, machtige Meesteres van de zielen, ik vertrouw op U”. Ik wil dat deze aanroeping tot Mij wordt gericht in vurige liefde en in een gesteldheid van totale onderwerping. Zij is daarom het krachtigst wanneer Zij wordt uitgesproken terwijl de ziel aan Mijn voeten geknield is. Zeg je broeders en zusters in Jezus en Maria dat deze aanroeping de sleutel tot de Triomf van Maria en de vestiging van Gods Rijk op aarde in zich sluit. Sedert de zondeval worden de mensenzielen onophoudelijk door de duivel vernederd. Mijn aanroeping stelt de mensenzielen in staat om op hun beurt de duivel te vernederen, want Ik dwing hem om zich aan Mijn voeten neer te werpen wanneer deze aanroeping door een mensenhart met liefde en zelfvernedering tot Mij wordt gericht. Indien de mensenzielen zich in kettingen van Licht aan elkaar zouden sluiten om 8
in de diepste onderwerping en liefde die hun hart voor Mij laat verteren. Dit is een gouden Genade waarom Mij zo zelden wordt gesmeekt. (...)”. “(...) Zijn de engelen niet oneindig veel deugdzamer dan de meeste mensenzielen? Zij genieten de eeuwigdurende aanschouwing van Gods Aanschijn en verkeren in de volmaakte gelukzaligheid. Niettemin zijn zij door de Allerhoogste tot Mijn slaven gemaakt, want zij staan ononderbroken in Mijn dienst en zijn gebonden door een heilige eed van trouw, gehoorzaamheid en volmaakte onderwerping jegens Mij. Zij voeren stipt al Mijn bevelen uit ten gunste van het mensengeslacht. Zij doen dit echter niet alleen omdat Ik hen tot Meesteres ben gegeven, doch uit volmaakte Liefde tot Mij. Ook zij zijn slaven van Mijn Liefde. Ook elke mensenziel is geroepen tot de slavernij jegens Mij, in dienst van het Plan van Heil dat God jegens de mensheid heeft beschikt en waarover Ik de leiding en de uitvoeringsmacht bezit. Wanneer de ziel de eeuwige gelukzaligheid van de Hemel mag binnengaan, zal zij ook slaaf van Maria zijn. De enige zielen die nooit Mijn slaven zullen zijn, zijn deze welke zichzelf verdoemen voor de eeuwigheid. Zij zullen een andere meester hebben, die hen zal regeren met een scepter van eeuwigdurende kwelling en haat. Zalig de ziel die Mijn roep tot een leven aan Mijn voeten tijdens haar aardse leven beantwoordt. Haar verdienste zal onmetelijk zijn. De uitverkiezing als slaaf van Maria, de machtige Meesteres van de zielen, is zo groot, dat zelfs de engelen niet weten hoe zij dit Mysterie moeten bevatten. Zij, de engelen, zijn verrukt over elke mensenziel die zich voor de eeuwigheid aan Mijn voeten neerwerpt en zichzelf op Mijn uitnodiging belijdt als slaaf van Maria, want zij weten dat de verdienste van de mensenziel die deze hoedanigheid met vuur aanvaardt en beleeft, oneindig veel groter is dan de verdienste van de engelen, die door een Goddelijk Wilsbesluit van nature Mijn slaven zijn, ook al beantwoorden zij deze lotsbestemming met volmaakte Liefde. Het vervult de engelen met de grootste verbazing wanneer een mensenziel, die op aarde ten prooi is aan eindeloze beproevingen en de vreselijke invloeden van de satan en zijn gevolg, zich aan Mijn voeten neerwerpt voor een leven van slavernij aan hun Meesteres en Koningin. Zij verheugen zich erover dat de Schepper hierdoor een weg heeft voorzien om de natuur der mensenzielen en de natuur der engelen dichter bij elkaar te brengen. Ja, slaaf te zijn van Maria, is een onmetelijk voorrecht, dat zich pas echt verwezenlijkt in de mate waarin Mijn slaaf de natuur van de engel in zich tot bloei laat komen. (...)” “Indien het voor de engelen een onpeilbaar diepe bron van verrukking en verwondering is, vast te stellen dat Ik onder de mensenzielen slaven vorm, en de meest getrouwen onder deze zielen Mijn slaaf blijven voor de eeuwigheid en deze uitverkiezing met diepe dankbaarheid aanvaarden en naleven, hoe moeilijk is het dan voor verblinde mensenzielen om te bevatten dat in hun midden leden van hun eigen 77
mensengeslacht verkeren, die daadwerkelijk leven als slaaf van Maria? Het moge de zielen duidelijk zijn dat dit Mysterie geen andere verklaring heeft dan deze, dat Ik de macht bezit om in zielen een zodanige mate van Liefde te wekken dat deze hun leven en wezen totaal en onvoorwaardelijk onder Mijn voeten leggen. Zij leven voor Mij, zij sterven voor Mij, zij gehoorzamen elk woord en elke verzuchting van Mij, en het zou hun dood betekenen indien zij het gevoel mochten krijgen dat Ik hun diensten niet tot nut kan maken voor de verwezenlijking van Mijn werken. De ziel die niet begrijpt dat een mensenziel een leven als Mijn slaaf kan leiden en betrachten, heeft ook de ware Liefde niet begrepen. De ziel echter, die de uitverkiezing van een medeziel tot slaaf van Maria bestrijdt, bespot, belastert of ongeloofwaardig zoekt te maken, maakt zich schuldig aan belediging van Gods Barmhartigheid en van Mij, de Meesteres van de zielen. Een dergelijk ziel verkondigt hierdoor dat zij niet gelooft in Mijn macht, noch in Gods Plan van Bestemming voor de mensheid. Ik herhaal dat Ik bestemd ben voor de volmaakte heerschappij over alle zielen in Gods Rijk op aarde”. maandag 22 mei 2006 “De ziel die in Mijn dienst treedt, wordt door Mij omhuld met het kleed van Mijn Rijk. Daartoe wordt deze ziel eerst binnengeleid in Mijn voorhof, waar zij ontdaan wordt van haar oude kleren. In deze voorhof leert zij haar eerste lessen over datgene wat zij kan verwachten wanneer zij zichzelf voorgoed aan Mij wil weggeven. Ontdaan van haar oude kleren, haar sterkste wereldse verlangens, wordt zij dan, aan Mijn voeten geknield, omhuld met het kleed van het Hof van de Meesteres van de zielen. Dit is een licht kleed dat de ziel niet belast of hindert, doch streelt en verwarmt, en waarvan de geur haar regelmatig aan haar Meesteres zal herinneren. Mijn ware getrouwen zal Ik hieraan herkennen, dat de lelie die Ik in hun kleed heb gebrand, steeds méér zal schitteren, want zij zal tot leven komen door hun liefde en hun zuiverheid. Deze zielen zullen Mij verheerlijken door de geur van hun aanwezigheid bij Mijn troon". dinsdag 23 mei 2006 (feestdag Moeder van de Eucharistie) “Ik word vandaag gevierd als de Moeder, de Koningin, van de Eucharistie. Het behoort tot Mijn vele taken, te waken over de erfenis van Mijn Goddelijke Zoon in de Sacramenten. De onmetelijke Genaden die God heeft verbonden met de Heilige Eucharistie zoals Jezus deze oorspronkelijk heeft ingesteld, worden in deze tijd grotendeels versmaad. Het modernisme in de Kerk is een scherpe doorn in Mijn Smartvol Hart, en verzwaart het Kruis dat Jezus nog dagelijks draagt voor de wereld. De mens wil wijzer zijn dan de Eeuwige Wijsheid. Hoe kan de mens zijn God aanbidden door de door Hem ingestelde woorden en handelingen 78
geschonken die dag en nacht bij Mijn troon waakt, verlangend om Mij te dienen. Dàt is Mijn overwinning en de volheid van Mijn gelukzaligheid: Mij is de macht gegeven om het Rijk van Liefde te bouwen met heilige stenen: de harten van de slaven van Maria. Zij zijn het, die de muur van licht rond de slang zullen sluiten, zodat hun Meesteres haar voor hun ogen kan vernederen voor alle tijden. In de aanschouwing van Mijn verpletterende macht als Meesteres van de zielen, zullen ook de ruïnen van vervallen tempels zich oprichten in het verlangen naar Mijn inwoning. De tempels echter, waarin de slang een hol heeft gebouwd en waarvan de muren afbrokkelen onder haar slijm, zullen Mijn macht verachten en Mijn voeten bespuwen als een aanstoot. De verblindende schittering van Mijn schoonheid zal hun puin verdrogen, en het onkruid zal hun funderingen overwoekeren. Ik ben de Koningin van de Goddelijke Liefde. Mijn heerschappij heiligt de harten die Mij beminnen en bereid zijn om voor eeuwig aan Mijn voeten te liggen, doch zij die Mij haten en Mijn meesterschap niet erkennen, zullen zichzelf verdoemen, want zij zullen Gods toorn opwekken en hun ziel zal Mijn macht belijden als een getuigenis tegen hun hoogmoed (...)”. zondag 11 december 2005 “(...) Onder de schepselen is niemand ooit een grotere aanstoot geweest voor de wereld en de satan dan Ik. De satan heeft Mij van in den beginne gehaat vanwege Mijn macht over hem. Ik, een vrouw met mensenbloed, werd hem door God voorgesteld als zijn Meesteres. De Allerhoogste eiste van meet af aan totale onderwerping van ieder wezen aan Mij. Hij verwacht dit nog méér in deze tijden, nu Zijn Heilsplan zich in alle bijzonderheden uitwerkt. Ik ben de Uitvoerster van dat Plan. Daarom verwacht God nu méér dan ooit dat de strijdende Kerk Mij erkent en belijdt als de Meesteres van de zielen. Mij zo te noemen, is een kaakslag aan de satan. Totale onderwerping van een ziel aan Maria maakt hem waanzinnig van machteloosheid. Zeg aan de zielen dat, telkens zij Mij met liefde en de diepste verering aanroepen als “machtige Meesteres van de zielen”, Ik de duivel gebied om aan Mijn voeten neer te knielen. Zo dwing Ik de prins van de hoogmoed om zich totaal te vernederen voor Haar die hij zozeer haat. (...) Wat de afkeer voor de liefdesslavernij jegens Mij betreft, tracht de satan in de ziel van de man afschuw te storten voor het absolute meesterschap van een vrouw, en in de ziel van de vrouw tracht hij afgunst te storten jegens de Vrouw die een dergelijke onbegrensde macht tentoon kan spreiden (...)”. “Mijn Hart is Gods Schatkamer. Alle rijkdommen van de Hemel zijn in Mijn Hart gelegd. Mijn wil, die de Wil van God Zelf is, bedient de deur van Mijn Hart om Genaden over zielen te storten (...)”. 7
eeuwige zondeloosheid. Deze beide eigenschappen hebben Mijn wezen doen beantwoorden aan het ideaalbeeld van het “zijn en leven naar Gods gelijkenis”: Ik ben een schepsel, en dus niet Goddelijk van nature. God heeft Mij echter “vergoddelijkt” in de orde van de Genade. Dit betekent dat Hij Mij het unieke voorrecht heeft geschonken om Zijn wezen zodanig dicht te benaderen dat, ofschoon Ik geen aandeel heb in Zijn Goddelijk wezen, Ik niettemin ben bekleed met de trekken van Zijn wezen, alsook met de macht die met deze trekken verbonden is. Het Godsbeeld zoals dit onder de christenen bekend is, heeft totnogtoe niet toegelaten dat Mijn wezen zou worden beschouwd als drager van deze Goddelijke macht, omdat Ik een schepsel ben uit Gods hand. Aan jou openbaar Ik dit gegeven als Waarheid. Neen, het is geen heiligschennis noch ketterij, te geloven dat Maria, de Onbevlekte Moeder van Christus, bekleed is met Goddelijke macht. Jezus Zelf verlangt naar het uur waarop elke ziel zich aan Mijn voeten zou neerwerpen en in Mij Gods grootheid zou verheerlijken. De mens die ernaar streeft, Jezus de volheid van Zijn vreugde als God te laten ervaren, moge bedenken dat hij Hem dit geschenk slechts kan geven door voor Mij op de knieën te gaan en Mij te erkennen als zijn Meesteres, Vertegenwoordigster van God en volmaakt Instrument van Zijn macht. Jou draag Ik op, de harten voor te bereiden op het ontvangen en belijden van deze Waarheid. Maria is de soevereine Meesteres van de zielen. (...)”. zaterdag 10 december 2005 “(...) De slang leeft van het bloed van mensenharten. Daarom bijt zij bij voorkeur in het gemoedsleven. Haar gif verspreidt gevoelens van onrust, onvrede, haat, afgunst, ontmoediging, droefgeestigheid, onverschilligheid, verdriet dat moeilijk geneest. Ik ben het Geneesmiddel door God bereid voor deze laatste tijden. Zalig het hart dat Mij in zich uitnodigt: de aanraking van Mijn voet op zijn bodem geneest elke wonde. De ketenen van het verleden met zijn herinneringen breken reeds door de zachte bries van Mijn nadering. De stralen van Mijn ogen branden elke smet weg met het Hemelse vuur van de Heilige Geest die Mij overal vergezelt. God wil dat de Koningin van Zijn Hemel en de Meesteres van de zielen in een hart ontvangen wordt met zuivere, verlangende liefde: de ware Liefde is als een sierlijk tapijt dat Mijn voeten streelt en warmt wanneer zij de tempel van een hart betreden. Zo is de Liefde een eerbetoon dat Mij naar de troon van dat hart leidt. Wanneer het hart waarlijk naar Mij verlangt, voel Ik dit aan als een wassing van Mijn voeten. Wanneer dat hart ook nog een leven in de volheid van de deugden betracht, is dit voor Mij als een beker wijn die de Koningin wordt aangeboden. Indien, tot slot, dat hart zich totaal en onvoorwaardelijk aan Mij toewijdt en deze toewijding van harte beleeft, wordt Mij een slaaf 6
ten dele te negeren en ten dele te vervangen door woorden en handelingen die op de behoeften van de mens gericht zijn? De mens is bezig, God uit Zijn eigen Kerk te verbannen. De Goddelijke Gerechtigheid verlangt hiervoor vergoeding, want de verwatering en ontwrichting van de Heilige Eucharistie vormt een grote bron van ellende voor de mensheid, die ongemerkt bezig is, de Kerk aan satans voeten te leggen. Waar is de liefde in de harten van priesters die de Kerk lenen tot een eredienst die de gelovigen berooft van de overgrote stroom van Genaden die Jezus in Zijn traditionele Eucharistie heeft gelegd? Hoe willen zij zo de satan uit zijn rijk op aarde verbannen en het door Jezus beloofde Rijk Gods op aarde voorbereiden? Ik verlang dat de mensheid niet langer het Offer van Golgotha versmaadt, want de Heilige Eucharistie is bedoeld om dit Offer der offers waardig voort te zetten zolang de wereld duurt. (...)” “In Gods Hart ben Ik reeds de ware Meesteres van de wereld sedert Hij Mijn ziel in Zijn gedachten had. Hij heeft de wereld reeds vóór Mijn Ontvangenis onder Mijn voeten gelegd. De wereld heeft Mijn voeten verkleumd door het gebrek aan liefde in de zielen. (...)”. woensdag 24 mei 2006 (feest MARIA HULP DER CHRISTENEN) “Ik ben de machtige Hulp der Christenen. Het christendom is steeds voorwerp geweest van hevige vervolgingen, omdat de Leer van Jezus Christus de enige Waarheid van God behelst en daardoor de grote steen des aanstoots vormt voor de satan en zijn gevolg op aarde. Alles wat drager is van het ware Licht van God, en hierdoor in strijd is met de dwalingen, misleidingen, verblinding en leugens die door de satan geïnspireerd worden, wordt het voorwerp van laster, verdachtmaking, vervolging en genadeloze bestrijding. Ik ben de Meesteres van de zielen, de Vrouw aan wie alle macht is gegeven voor de uitvoering van Gods Plan van Heil voor de zielen. Om Mijn Rijk te vestigen, is Mij door de Allerhoogste de beschikking gegeven over Zijn macht, over de engelen, en over mensenzielen die Ikzelf uitverkies om hen te vormen en te kneden tot Mijn slaven op aarde. Op hen berust de taak, met inzet van al hun werken en woorden de vervolgers van het christendom onder de voeten van hun Meesteres te leggen opdat Zij hen onder de invloed van Haar onbegrensde macht tot inzicht en bekering kan brengen. Doordat de mensheid zeer ver is afgedwaald van de koers die God voor haar had voorzien, zijn zware inspanningen nodig om haar opnieuw bij te sturen. Ik heb je de Eeuwige Waarheid geschonken om deze in geschriften te verkondigen. Ik blijf haar in jou uitbreiden. (...)”. “Ik ben de Hulp der Christenen. Hoe weinig christenen maken een juist gebruik van Mijn macht. Hoe kan de ziel Mijn onbegrensde macht in haar leven tot volle ontplooiing laten komen? Door in de eerste plaats zichzelf 79
helemaal aan Mij te geven, al Haar doen en laten op Mijn noden af te stemmen, rotsvast in Mij te geloven, en haar liefde tot Mij zodanig te laten ontwikkelen dat zij liever aan Mij geeft dan van Mij te willen krijgen. Hoe intenser een ziel Mij liefheeft, des te méér zal Ik Mijn macht aanwenden om haar veel méér te geven dan zij kan vragen. Ik heb alle macht gekregen om alles te geven wat Ik wil, doch de Wijsheid, die in Mij volmaakt is, legt Mij de beperkingen op die worden gesteld door de Wet van de Goddelijke Gerechtigheid: hoe groter de zondenlast van de mensheid als geheel of van een ziel op zich, des te minder verantwoord is het volgens de Eeuwige Wijsheid dat Ik ononderbroken buitensporige Genaden over de zielen zou afroepen. Daarom verlang Ik zware inspanningen van hen die geroepen zijn om Mijn ware slaven te zijn: hoe méér dezen zichzelf aan Mijn voeten vernederen in ware zelfverloochening, hoe méér zij Mij smeken in ware onzelfzuchtigheid, hoe vuriger zij hun liefde over Mijn voeten uitstorten in zeeën van vuur, en hoe méér zij Mijn voeten strelen met het vuur van hun lijden en van het verlangen om alles voor Mij te lijden, des te méér kan Ik echte wonderen verantwoorden. Ik heb alle macht om soeverein te beslissen waarvoor Ik alle offers van Mijn slaven gebruik. Vergeet nooit: de sleutel tot Mijn Hart is de Liefde. Naarmate de liefde tot Mij vuriger wordt, zal de ziel de uitwerkingen van Mijn macht ervaren. (...)”. “(...) De christenen kunnen Mijn machtige hand ertoe bewegen, de sleutel om te draaien in de onmetelijke schatkist der Genaden die Ik in Mijn Hart draag. De eerste vereiste is deze, dat zij zich aan Mijn voeten neerwerpen in het vuur van de liefde, en dat zij elk ogenblik van de dag aan Mij geven in totale en doorleefde toewijding. Indien de christenen zouden beseffen dat Mijn macht oneindig en onbegrensd is, en zij hun leven, hun gebed, hun offers en hun dienst aan Mij daarnaar zouden richten, zouden zij een ware wedergeboorte van het christendom en een totale heropleving van hun eigen geluk en vrede ervaren”. “Ook al is Mijn macht onbegrensd, en kan Ik in een oogwenk alles veranderen volgens Mijn wil, toch kan de Hulp der Christenen de christenen slechts werkelijk helpen voor zover zij hun deuren voor Mij openstellen. Elke ziel heeft een vrije keuze, maar bepaalt daardoor ook haar eigen lot voor de eeuwigheid. De ziel die op aarde weigert, voor Mij te knielen, zal het in het uur van haar oordeel moeten doen, doch zal ook de gevolgen van haar weigering dragen, want de Goddelijke Gerechtigheid heeft in Haar Wet geschreven dat alle zielen zullen knielen aan de voeten van de Vrouw die door God tot Meesteres van de zielen is gemaakt. De ziel die op aarde wèl voor Mij knielt, in een gesteldheid van oprechte onderdanigheid en liefde, stelt daardoor haar akker open voor het zaad van Mijn macht. Dit zaad is drager van het ware geluk en van de eeuwige gelukzaligheid. Maria, de Hulp der Christenen, kan alles, maar Zij moet hiertoe bij de christen de oprechte 80
de Liefde en Gods Wil. Ik ben de Vrouw, in Mij ligt de vrucht van het Rijk, en daarom de macht van de overwinning van het Licht (...)“ “De pijnen van Jezus en Mijn Smarten moeten in hun volheid aangevuld worden door opgeofferd lijden in menselijke lichamen en mensenharten. Mijn onbegrensde macht verlangt, zich als een explosie over de zielen uit te storten voor hun bevrijding, doch zij mag dit slechts doen in de mate waarin de mensheid lijden offert aan Mijn Smartvol Hart (...)”. “Het lijden is de bouwgrond waarop Ik, de Meesteres en Koningin van de zielen, Mijn paleis in je ziel optrek. Gehoorzaamheid, aanvaarding, overgave, nederigheid en zuiverheid zijn de stenen, de Liefde is het cement. Schenk mij de grond, de stenen en het cement, want Ik ben de Meesteres van de werken. Zij voltrekken zich volgens Mijn woord. Het is de Genade die het paleis zelf zal opbouwen. Herinner je dat alle Genade van God in Mijn macht is gelegd”. woensdag 7 december 2005 “De wereld is een tranendal, een oord van lijden. Elk lijden is een bloem. Hoeveel bloemen staan op de velden te verwelken. Hoezeer verlangt Mijn Moederhart naar deze bloemen. Pluk ze voor Mij, vóór ze verwelken. Leg ze vóór Mijn voeten neer, opdat Ik ze tot leven wek voor eeuwig. In Mijn Hart, en daar alleen, worden de rozen van het lijden geheiligd tot eeuwig Leven. Verheug Mij, kus Mijn voeten door toewijding van alle lijden. Laat Mij de vreugde smaken dat uitgestrekte bloemenvelden voor Mijn voeten uitgespreid worden, door toewijding van alle leed in hart en lichaam. Ik ben Koningin van de Hemelse Bloemen. Geef Mij tempels van harten en tuinen van smartenbloemen. Alle velden die niet onder Mijn voeten uitgespreid worden, vergaan tot dorre akkers, vol onkruid, waartussen de slang zich verbergt”. “De Goddelijke macht komt tot uiting in drie grote componenten: de scheppende, de verlossende en de heiligende macht. De scheppende macht van God is de unieke eigenschap door dewelke alleen de Eeuwige Vader Zich manifesteert. De verlossende macht is toevertrouwd aan de Zoon, Jezus Christus, terwijl de heiligende macht het werkterrein is van de Heilige Geest. God heeft Mij als enig schepsel bekleed met Zijn macht. Als Medeverlosseres heb Ik deel gekregen aan de verlossende macht, als Bruid van de Heilige Geest heb Ik deel aan de heiligende macht. De scheppende macht berust bij de Vader. In het bijzonder voor deze eindtijd heeft God Mij bekleed met de herscheppende macht: Ik bezit de soevereine macht om leven te herscheppen, met andere woorden: te veranderen of te genezen. Totnogtoe is aan de mensheid niet als dusdanig geopenbaard dat Ik, Maria, deze macht bezit en het eeuwigdurend recht heb ontvangen om haar uit te oefenen op soevereine wijze, dit wil zeggen volgens Mijn eigen wil. Dit voorrecht geniet Ik op kracht van Mijn Onbevlekte Ontvangenis en van Mijn 5
“Het is Gods Wil dat Ik in dit uur aan de mensheid bekend word als de Meesteres van de zielen. Ik heb jou uitgekozen om Mij in woord en schrift te belijden als je soevereine Meesteres, in al je handelingen en woorden, in het voorbeeld van je dagelijks leven, elk uur van elke dag en iedere nacht. Als Meesteres van de zielen zal de oneindige macht geopenbaard worden die God Mij over de zielen heeft gegeven en waardoor Ik het Spiegelbeeld van God zal zijn in de harten. Ik regeer de harten die Mij volkomen toegewijd zijn. Ik pleeg Mijn macht uit te oefenen in het verborgene, omdat de wereld niet klaar was om Mijn soevereine macht te erkennen. Jou heb Ik geroepen, en vorm Ik, om Mijn macht uit de schaduw te laten treden. Elke ziel aan wie Ik Mij door jou wil openbaren, zal in jouw wezen en in alles wat van jou uitgaat, een openbaring van Mijn onbegrensde macht ontvangen. Zo zul jij de grondvesten van Mijn Rijk helpen bouwen. Als Meesteres van de zielen wil Ik de harten klaarmaken voor het Rijk dat Mijn Zoon op aarde heeft gepredikt en waarvan Hij de standaard in de aarde heeft geplant in Zijn Kruis. Zo wil Ik het werkelijke Goddelijke Leven in de zielen brengen. Mijn macht zal herscheppen wat in puin ligt, want Ik ben de Brug tussen Hemel en aarde (...)” vrijdag 2 december 2005 “(...) de totale ontplooiing van Mijn macht in een lid van de strijdende Kerk is een grote verheerlijking aan God, en biedt Mij de zeldzame kans om het Mysterie van de heiliging volkomen te ontvouwen. Ik heb je geroepen tot een leven aan Mijn voeten om jou het geheim van het volmaakte geluk mede te delen: de eenwording met Maria, de Spiegel van Gods Heerlijkheid (...)”
bereidheid aantreffen om uit Haar hand alle nodige weldaden te aanvaarden”. “Wie de christenen en het christendom vervolgt, vervolgt in werkelijkheid Jezus Zelf. Zo zei Mijn Zoon het reeds tot Saul, later Paulus genaamd, op weg naar Damascus. Vervolging komt op vele wijzen tot uitdrukking. Uiteindelijk komt het er steeds op neer dat hij die vervolgt, het de christen moeilijk maakt om zijn christen-zijn te beleven zoals Jezus dit verwacht en zoals zijn roeping het hem ingeeft. Dit gebeurt door kritiek, laster, verdachtmaking, spot, discriminatie op allerlei wijzen, en door pogingen om de vervolgde voor te stellen als een ziel die Gods Waarheid geweld aandoet, terwijl deze ziel juist strijdt voor de bevordering en uitbreiding van de kennis en beleving van die Waarheid onder de zielen. Om dit doel te bereiken, schuwt de vervolger geen enkel middel: leugens, dwaalleer, misleiding van zielen die weinig diepgang hebben in hun spirituele beleving en hierdoor gevoelig zijn voor leugens over de vervolgde en zijn uitspraken, handelingen, levensstijl of geschriften. De vervolger deinst er zelfs niet voor terug om zich te bedienen van zogenaamde uitlatingen van Jezus of Mijzelf, om de vervolgde ongeloofwaardig te laten lijken. De christelijke Leer is van meet af aan een struikelblok geweest voor hen die willen leven zonder enige beperking in de bevrediging van werelds genot. Doordat een dergelijke levensstijl ook met kracht in de rangen van de christenen zelf is binnengeslopen, gebeuren de vervolgingen niet zelden vanuit de rangen van de talloze zogenaamde christenen tegen hun broeders die veel vuriger zijn dan zij. Leg in het bijzonder deze categorie van vervolgers, zij die een zekere christelijke basis hebben doch in hun hele levenswijze op drift geslagen zijn, onder Mijn voeten, want zij drijven de scherpste doornen in Mijn Smartvol Hart en slaan de langste spijkers doorheen de handen en voeten van Jezus”.
zaterdag 3 december 2005 “Ik heb je geleerd dat alle leven dat aan God welgevallig is, geschapen wordt door de vereniging van de Goddelijke levenskracht uit de Bron van de Goddelijke Wil als mannelijk principe, met de Goddelijke Liefde als vrouwelijk principe. De vrouwelijke macht (de Liefde) moet aanwezig zijn en klaar om de mannelijke macht (de Wil) te ontvangen. Zo wordt de Liefde bevrucht door Gods Wil om nieuw leven te scheppen. Zo gaat het bij elk wonder uit Gods hand. (...) God verlangt meer zielen die zich totaal overleveren aan MIJN macht, want Hij wil dat Zijn Rijk er komt op MIJN woord, omdat Ik de kroon van Zijn Hart ben, de Brug tussen Hemel en aarde. Het wonder der wonderen, Gods Rijk op aarde, zal er komen wanneer mensenzielen Mijn Liefde in zich tot volmaaktheid weten te brengen en de tussenkomst van Gods Wil afsmeken. Gods jawoord zal weerklinken zodra Ik als Koningin van Hemel en aarde en Meesteres van de zielen de volheid van Mijn macht afroep over deze vereniging tussen 4
vrijdag 26 mei 2006 “(...) Zie, wat uit Mijn handen komt, volgt de Wetten van God. Kijk Mij aan, in Mij is de Wet van het Goddelijk Leven tot volmaaktheid gekomen. In Mij zijn bladeren, die beschutting verlenen en verkoeling brengen. In Mij zijn bloesems, die de geur der volmaakte heiligheid verspreiden. In Mij zijn ook de eeuwigdurende vruchten, die voeden en verrukking en het ware Leven schenken. (...) het vuur, de Liefde, de Wijsheid en de macht van de Allerhoogste stromen door Mijn handen en voeten, omdat Hij de Bronnen van het ware Leven in Mijn Hart gekopieerd heeft om de zielen te regeren. Ik ben de Meesteres van de zielen. Ik heb macht om bloesems te vormen, macht om vruchten te baren, en macht om elke zielenbodem te zuiveren door het gif der wereld in Mijn wortels te zuigen
81
opdat het in aanraking met het sap van Eeuwig Leven vernietigd zou worden”. “Waarom toch schrikt het zielen zozeer af, zich totaal aan Mij over te geven en slechts te leven voor de vervulling van Mijn wil? Weten zij dan niet dat zij dan het ware Leven vinden, doordat zij dan putten uit de Bronnen die God in Mij heeft gelegd? Het leven in Mijn dienst is zwaar, maar de ziel, de ware kern van het mens-zijn, beleeft dan het paradijs op aarde. Aan Mijn voeten, in volkomen zelfverloochening om Mij te dienen, proeft de ziel het water dat onophoudelijk stroomt tussen God Zelf en Mijn Hart. De ziel leert dan de wereld te zien vanuit Mijn Hart, en leert daardoor hoe onbelangrijk alles in haar leven is in vergelijking met het alomvattende Plan dat God met dat alles heeft. (...)”. zaterdag 27 mei APOSTELEN)
2006:
(feest
MARIA
KONINGIN
VAN
DE
“Ik ben de Koningin van de apostelen. Jezus was de Messias, de Gezondene van de Vader. Hij heeft de enige Eeuwige Waarheid van God, de Leer van Gods Wet, onder de zielen gezaaid. Een apostel is een ziel die uitgezonden wordt om van die Waarheid te getuigen in woord en leven. Ik was in werkelijkheid de eerste Apostel van Christus. Ik was ook de enige die Gods Waarheid in haar volheid bezat. (...)”. “De ziel bestaat uit een aantal lagen, of ‘verdiepingen’, die zich in feite als het ware door elkaar heen kunnen bewegen. Het is in de diepste kern van de ziel dat God de kiem van de heiligheid heeft gelegd, als een uitnodiging voor het menselijk schepsel om de reis van de zelfontplooiing nooit op te geven. In deze diepste kern zoek Ik Mijn troon als Meesteres van de ziel te vestigen. In die kern wordt ook Hemelse Bruiloft gesloten tussen Jezus of Mijzelf en de ziel indien deze tot die weg is geroepen. Het is ook in deze kern dat Jezus na de Heilige Communie zoekt neer te dalen. De diepste, heilige, kern van de ziel wordt door de overgrote meerderheid van de zielen nooit ontdekt. De contacten met alle aardse invloeden, beelden, woorden, geluiden, situaties, alsook eigen herinneringen, verbeelding, fantasieën, gedachten en andere factoren, leggen stof en slijk omheen de ziel en vermengen zich in en tussen alle lagen ervan. Hierdoor wordt de heiliging een moeilijk proces, en wel des te moeilijker naarmate de ziel vasthoudt aan wereldse gewoonten, genietingen, herinneringen, gesteldheden, manieren van denken, schijnbehoeften. Heiliging van de ziel is daarom in de eerste plaats een zaak van zuivering: alle stof en slijk moet uitgegraven en verwijderd worden. Dit gebeurt door gebed, offers, boetedoening, betrachting van een leven in alle deugden, en gebruikmaking van de heilige Sacramenten in diep geloof en eerbied. De ziel kan dit niet alleen. Zuivering is enigszins zoals het graven van een tunnel naar de kern van 82
weggelaten, die betrekking heeft op private richtlijnen, opdrachten of kennisgevingen voor “Myriam van Nazareth” persoonlijk. Een andere soort selectie was reeds gebeurd voor het opstellen van het bundel De Boomgaard van Maria. Het verschil met de selectie voor deze Publieke Openbaringen ligt hierin, dat De Boomgaard van Maria bestaat uit de openbaringen die rechtstreeks verband houden met onderrichtingen voor praktisch dagelijks gebruik, die in dat bundel bovendien aangevuld worden met toelichtingen met het oog op een diepe praktische vorming van zielen in de toepassing van de christelijke Leer in hun dagelijks leven. Deze Publieke Openbaringen van Maria als de Meesteres van de zielen echter, bestaat uit alle voor publicatie vrijgegeven openbaringen, met inbegrip van een gedeelte van deze over de glorie en macht van Maria en over diverse Mysteries. Daarom mag deze selectie worden beschouwd als een volledige weergave van de Boodschap die de Meesteres van de zielen aan alle zielen kenbaar verlangt te maken. De Liefde dwingt mij, nog één voorbereidende opmerking te maken: Maria spreekt vaak over de “slaven van Maria”. Deze term mag niemand afschrikken. Ten eerste heb ik de Meesteres van de zielen deze woorden nooit anders horen uitspreken dan met een bekoorlijk zachte, van liefde ontvlamde stem, en ten tweede bedoelt Maria hiermee de zielen die gehoor geven aan wat Zij “de grootste genade” noemt: zij die hun hele leven willen leiden in totale zelfopoffering voor Maria en al Haar instructies. Maria behandelt Haar “slaven” allerminst als verwerpelijke zielen op wie Zij neerkijkt, doch integendeel als diamanten die Zij inzet om de genade van de bekroning van de totale bevrijding der mensheid af te kopen. De “slaven” zijn voor Maria de zielen die hun Meesteres zo totaal dienen in elk detail van hun leven, dat Zij bereid is om Zichzelf totaal in hen uit te storten. Lees de term “slaaf” in deze openbaringen daarom slechts met een brandend hart. Dit eerste deel bevat alle publieke openbaringen vanaf 26 november 2005 tot eind oktober 2006. De publieke openbaringen vanaf Allerheiligen 2006 zullen binnen afzienbare tijd het voorwerp uitmaken van publicatie in Publieke Openbaringen van Maria als de Meesteres van de zielen – deel 2. In dienst van de Meesteres van de zielen, Uw “Myriam” – juli 2008
zaterdag 26 november 2005 3
PUBLIEKE OPENBARINGEN VAN MARIA als de MEESTERES VAN DE ZIELEN gegeven aan “Myriam van Nazareth” MDA Maria Domina Animarum (Maria Meesteres van de Zielen) Sedert de lente van 1997 manifesteert de Allerheiligste Maagd Maria Zich via mystieke weg aan “Myriam van Nazareth”. Op 26 november 2005 noemde Zij Zichzelf voor de eerste maal de Meesteres van de zielen. In deze hoedanigheid begon Maria vanaf die dag zeer veelvuldige richtlijnen en openbaringen te geven, die aanvankelijk hoofdzakelijk bedoeld bleken voor de vorming van “Myriam van Nazareth” tot profeet van de Meesteres van de zielen en apostel van de macht van Maria, zoals de Koningin des Hemels Haar “Myriam” voortaan noemde. Deze persoonlijke richtlijnen hielden grotendeels verband met oefeningen en disciplines in strikte gehoorzaamheid en onderwerping jegens Maria. Spoedig volgden steeds veelvuldiger ook openbaringen die bestemd waren voor alle zielen. Deze openbaringen staan grotendeels in verband met geloofsverdieping, verdieping van de kennis van vele vergeten of slechts oppervlakkig gekende punten van de christelijke Leer en hun toepassing in de praktijk van het dagelijks leven, achtergronden bij stellingen uit het Evangelie teneinde deze concreet in het leven te kunnen toepassen, en met nooit eerder geopenbaarde Waarheden over Goddelijke Mysteries, de aard, eigenschappen en buitengewone macht en glorie van Maria en Haar ultieme roeping als Meesteres van alle zielen. In dit verband werden aan “Myriam” ook vele openbaringen geschonken over Maria’s relatie tot de duivels. Dit alles wordt geopenbaard in gesproken woorden en in talrijke visioenen. Om redenen van bescherming van Haar “apostel” of “profeet” gaf de Meesteres van de zielen in het voorjaar van 2008 de opdracht, al deze openbaringen, die op dat ogenblik reeds ruim 1100 bladzijden omvatten, de vele private vormingsrichtlijnen, private opdrachten, en de vele visioenen over de onvoorstelbare glorie en macht van Maria, volgens Haar strikte richtlijnen te onderscheiden te beschouwen als PRIVATE leringen, bestemd voor de diepe vorming van “Myriam” in dienst van de Meesteres van de zielen. Als resultaat van deze selectie worden slechts de door Maria Zelf voor PUBLIEKE verspreiding vrijgegeven tekstgedeelten samengebracht in de verzameling waarvan het eerste deel nu vóór U ligt. Op elke plaats in deze verzameling waarin U het teken (...) ontmoet, is een passage uit de oorspronkelijke tekst 2
de ziel om deze te bevrijden. Hierbij moeten onderweg alle aarde, stof, slijk en onreinheden verwijderd worden. Dit verwijderen gebeurt door toewijding ervan aan Mij: het uitdrukkelijk opdragen van elke verontreinigende situatie en gebeurtenis van het leven in verleden en heden, en van elke verontreinigende herinnering, gedachte, gevoel, gesteldheid, beproeving, elk element uit het dagelijks leven dat onvrede in het hart kan brengen of tot ondeugd of zonde aanleiding kan geven. Het uiteindelijk doel van het graaf- en zuiveringswerk is het blootleggen van de kern van de ziel, opdat de heilige kiem nieuwe zuurstof zou krijgen: de adem van de Heilige Geest. De stuwende kracht van al dit graaf- en opruimingswerk is de Liefde. Ik heb onbegrensde macht over dit hele proces, doch het is noodzakelijk dat de ziel Mij toelaat om Mijn macht in haar te ontplooien, door haar inspanningen op drie gebieden: - onthechting van al het aardse dat niet strikt levensnoodzakelijk is, en van alle ballast uit haar verleden; - beheersing van haar geest: gedachten, verbeelding, fantasieën, gepieker en herinneringen; en - zelfverloochening, de bereidheid om haar eigen belangen achterop te stellen bij deze van God, van Mij, en van de naasten. Ziedaar de sleutels tot de opening van de deur tot de diepste kamer van de ziel, de kern die oorspronkelijk is geschapen en bedoeld als het heiligdom, het tabernakel van de ziel. Zodra Mij deze drie bereidheden in handen worden gegeven (onthechting van al het aardse, beheersing van de geest, en zelfverloochening) kan Ik Mij van Mijn troon verheffen en Mijn wet in de ziel afkondigen. De zo zeldzame heiligen onder de zielen zijn deze welke in hun spirituele ontwikkeling ver gevorderd zijn op de reis naar hun tabernakel, en die een tunnel hebben gegraven die het volle Licht van de Heilige Geest ononderbroken in dat tabernakel laten schijnen. Zij zijn het, in wie de grootheid van Maria kan schitteren en in wie de kracht van de Heilige Communie haar volheid bereikt”.
83
OPENBARINGEN VAN DE HEILIGE MAAGD MARIA als de
MACHTIGE MEESTERES VAN DE ZIELEN
In het kader van Haar onderrichtingen in © Copyright 2008: Deze heilige boodschappen zijn een vrije publicatie. Daarom werd door Myriam van Nazareth toegestaan, kopieën te maken onder voorwaarde dat de tekst op geen enkele manier wordt veranderd en alleen mag doorgeven worden zonder financieel gewin.
TOTALE MARIATOEWIJDING, VOLMAAKTE GEHOORZAAMHEID en VOLMAAKTE ZELFOFFERANDE AAN MARIA 26 november 2005 – 27 mei 2006
Apostolaat „Myriam van Nazareth“ Postbus 50 15 59, D-50975 Keulen Duitsland
Deel 1
Verdere teksten www.myriam-van-nazareth.net e-mail:
[email protected]
Gegeven door Maria aan “Myriam van Nazareth” (pseud.)
giften voor het apostolaat „Myriam van Nazareth“: Apostolat • Deutsche Bank • BLZ 37070060 • Konto-Nr. 3646445 Für Überweisungen aus dem Ausland: BIC: DEUTDEDKXXX , IBAN: DE66370700600364644500
Deze Openbaringen zijn bedoeld tot voorbereiding van de Triomf van de Onbevlekte Ontvangenis over alle kwaad door de Volkomen heerschappij van Maria over alle zielen, tot grondvesting van Gods Rijk op aarde.
05.01.2010
84