Web: www.in-zicht.nl E-mail:
[email protected]
Verslag van de lezing van Evert van de Ven, 15 okt 2008 te Joure, met het thema: Spiritualiteit en airmiles, de grenspost bij “De Nieuwe Aarde” van Eckhart Tolle
Jenny, opent de avond en Tialda leest het volgende verhaal vooraf aan het stiltemoment: “Lunch met God” Geschreven door Mohammed Qasim (Indiase arts uit Dehli) Een kleine jongen wilde God graag ontmoeten. Hij wist dat het een hele lange tocht was, naar waar God woonde, dus pakte hij zijn koffer met koekjes en zes pakken limonade en begon zijn reis. Toen hij zo’n drie huizenblokken ver was, ontmoette hij een oude vrouw. Zij zat in het park zomaar wat te kijken naar een paar duiven. De jongen ging naast haar zitten en deed zijn koffer open. Hij stond op het punt een slok te nemen van zijn limonade toen het hem opviel dat de oude vrouw er hongerig uitzag, dus bood hij haar een koekje aan. Dankbaar nam zij het aan en glimlachte naar hem. Haar glimlach was zo betoverend, dat de jongen die graag weer wou zien, dus bood hij haar limonade aan. En weer glimlachte ze naar hem. De jongen was in de wolken. Zij zaten daar de hele middag te eten en te glimlachen, maar ze zeiden geen enkel woord. Toen de schemer viel realiseerde de jongen zich, hoe moe hij was en hij stond op om te vertrekken, maar toen hij een paar stappen had gedaan draaide hij zich om en rende terug naar de oude vrouw en gaf haar een dikke knuffel. Zij gaf hem haar allermooiste glimlach ooit. Toen de jongen na korte tijd de voordeur van zijn eigen huis open deed, was zijn moeder verrast door de gelukkige uitstraling op zijn gezicht. “Wat heb je vandaag gedaan dat je zo gelukkig heeft gemaakt?” “Ik heb geluncht met God.” En voordat zijn moeder daarop kon antwoorden voegde hij eraan toe: “Weet je? Zij heeft de mooiste glimlach die ik ooit heb gezien!” Ondertussen kwam de oude vrouw, ook stralend van geluk, thuis. Haar zoon was verbaasd over haar vredige gelaatsuitdrukking en vroeg: “Moeder, wat heb je vandaag gedaan, dat je zo gelukkig heeft gemaakt?” Zij antwoordde: “Ik heb koekjes gegeten in het park met God.” Voordat haar zoon antwoordde, voegde ze toe: “Weet je, hij is veel jonger dan ik dacht.” Epiloog van de schrijver: Te vaak onderschatten we de kracht van een aanraking, een glimlach, een vriendelijk woord, een luisterend oor, een gemeend compliment of de geringste daad van zorg die we zelf binnen in ons hebben en waarover we kunnen beschikken, om het leven helmaal een andere kant op te laten gaan. Mensen komen in ons leven om een bepaalde reden, voor een seizoen of voor het hele leven. Omhels hen allen zonder weerga. Bron: Stichting Soefi Beweging Nederland (2003). De Soefi-gedachte. Uitgave december 2003: NKB, Bleiswijk. Evert van de Ven: Evert past voorafgaande aan zijn lezing een stiltemoment toe…. Regelmatig bouwt Evert in de lezing stiltemomenten in. Het grappige van een stiltemoment kan zijn dat je met je aandacht naar binnen gaat. Ook zegt Evert de stiltemomenten te benutten om met mensen in de zaal contact te maken. Tijdens zo'n stiltemoment ervaart hij dat mensen vaak even anders gaan zitten, bijvoorbeeld ietsje naar voren schuiven en
1
denken "toe nou, begin maar!" Hij heeft een stiltemoment wel eens tot zo'n 3 minuten laten oplopen. Daarvan werd zelfs de organisatie onrustig en men begon zich af te vragen of de gehele avond door de inleider met stilte zou worden gevuld.... Het wonderlijke om met een stiltemoment te beginnen zit eigenlijk daarin dat het de mensen helder maakt wat er NU is. En ook wordt er geappelleerd aan de vraag "Wat gaat er komen". “Zal het interessant zijn, zal ik mij erin kunnen herkennen of zal de stof aankleding geven om kritische vragen te stellen?”. Welke vragen er ook mogen opborrelen, op dat moment ben je al niet meer "hier", niet in het "NU". Je bent dan eigenlijk al weer vertrokken. Evert vraagt de aanwezigen zich te realiseren dat ze de komende 60 minuten niets hoeven te doen. Mensen die aantekeningen maken mogen dat rustig blijven doen, maar wanneer hij werkelijk iets gaat zeggen zou het opschrijven niet meer hoeven. Dat onthouden mensen wel. En als het niet "hier" is, dan blijft het wel ergens anders hangen. De aanwezigen mogen zich realiseren dat ze de komende 59 minuten niets hoeven te doen. Alleen maar zitten! De aanwezigen mogen de meest gemakkelijke zithouding aannemen; een houding van totale comfortabiliteit. Bij voorkeur is dat met je rug tegen de rugleuning met beide voeten op de grond en beide handen op de schoot. En realiseer je vervolgens, dat de auto veilig op de parkeerplaats staat, dat de fiets op slot staat en de genoten maaltijd rustig mag zakken, het kopje thee heerlijk was en het kopje koffie nog voortreffelijker smaakt. Of het nu grote of kleine dingen zijn, of het nu gewone of belangrijke mensen zijn die je hebt ontmoet, alle gebeurtenissen, je hele geschiedenis, mag je laten voor wat het is. Het enige waarmee de aanwezigen de komende 57 minuten bezig moeten zijn, is gewoon zitten! En mocht er van de weeromstuit de gedachte bij je opkomen: "oké, maar dan?" Op dat moment heb je in feite de geschiedenis al laten rusten en ben je al weer bezig met de toekomst. Wat gaat het stil zitten mij opleveren? Wat word ik er beter van? Probeer ook al die hoofdhobby's los te laten, zodat je met niets uit het verleden bezig bent en met niets in de toekomst. Dus alleen maar hier precies aanwezig zijn. (stiltemoment) Als je leven je lief is en wanneer je je realiseert dat je leven het meest kostbare is wat je hebt, je beste vriend of vriendin is, neem dan ook de verantwoordelijkheid om je leven lief te hebben, om je leven als het meest kostbare te benaderen en te behandelen. Neem die verantwoordelijkheid dan NU! Wanneer krijg je zicht op je leven? Wanneer krijg je contact met je leven? Dat zijn lastige vragen, maar het antwoord is simpel: NU! Dat 'NU' is het helemaal! "Is dat wel echt zo?, vragen mensen zich dan af". Het antwoord is 'ja', maar het antwoord wordt versterkt met de aanbeveling om je aandacht geheel te concentreren op de ademhaling. Het wonderlijke van de ademhaling is dat je op dit moment niets meer met enige zekerheid kunt zeggen over de ademhaling die pas is geweest. Het is niet meer 'NU'. Je hebt er gewoon geen contact meer mee. Ook over de ademhaling die zo meteen komt, kan niets worden gezegd. Simpelweg omdat daarmee nog geen contact is. Van de ademhaling van 'nu' kan met enige zekerheid worden gezegd hoe die is gekomen en is gegaan. Die ademhaling is nu ervaarbaar. De grote uitdaging is daarom om de geschiedenis los te laten. In die geschiedenis kunnen emotionele sporen zitten, die je negatief kunnen beïnvloeden. Maar dat is niet iets van 'NU'. Wanneer is de hartenklop van je leven voelbaar, het tijdstip om iets van je leven waar te nemen? Dat moment is 'NU', precies zoals je hier zit. Het mag in je hoofd kriebelen, je mag pijntjes in je nek voelen, het eten mag je zwaar vallen of je mag de stilte als aangenaam ervaren, maar dat zijn allemaal dingen van 'NU'. Het wonderlijke van het 'NU' is dat het moeilijk gevonden kan worden. Zo was er eens een Zen -leerling die aan zijn meester vroeg hoe hij het 'NU' kon vinden. De Zen -meester vroeg aan zijn leerling of hij het gezoem van de koeling achter de bar hoorde. De leerling luisterde aandachtig en antwoordde met `ja`. De Zen -meester antwoordde dat de leerling het ´NU´ had ontdekt. De leerling ging juichend en jubelend naar huis; maar na 2 weken bekroop hem de vraag hoe het afgelopen zou zijn wanneer hij het geluid van de koeler niet gehoord zou hebben. Na 6 weken keerde hij naar zijn Zen- meester terug en vroeg aan
2
deze `Kent u mij nog?`. ´Jazeker´ antwoordde de Zen -meester en voegde er aan toe dat hij de reden van de komst van zijn leerling hoofdwaarschijnlijk ook wel kende. `Wat denkt u dan wat ik ga vragen`, was de reactie van de leerling. De meester zei ´Wat het antwoord geweest zou zijn wanneer hij het gezoem van de koeler achter de bar niet had gehoord´. ´Ja, dat is het` zei de leerling. De meester antwoordde dat wanneer hij gezegd zou hebben het gezoem van de koeler niet te horen, dat hij dan óók gezegd zou hebben dat hij de toegang tot het `NU´ had gevonden. De leerling reageerde daar verbaasd op en zei dat zo´n antwoord in het land waar hij vandaan kwam, moeilijk uit te leggen is. In die cultuur wordt een zwart-wit antwoord verwacht. `Aha` antwoordde de Zen -meester `Je denkt dat jouw antwoord in mijn antwoord zit.` De leerling zei dat dit in zijn land als de meest normale gang van zaken wordt beschouwd. De meester zei tegen de leerling dat het antwoord in zijn vinger zit. `In uw vinger?`, vroeg de leerling. `Ja´, antwoordde de meester, ´want op het moment dat ik je vroeg of je het gezoem van de koeler achter de bar hoorde, richtte jij je helemaal op, spitste je oren en luisterde je met je hele lijf of je het geluid kon waarnemen. Die vorm van aanwezigheid, het helemaal open zijn, dat is het ´NU´. Voor de resterende 43 minuten worden de aanwezigen door Evert uitgenodigd na te gaan hoe het hier ´NU´ is. Wat `NU` wordt ervaren is het enig echte waarneembare. (stiltemoment) Het aanwezig zijn, het present zijn vormt de toegang tot het ´NU´. Maar er zal op alle fronten geprobeerd worden de aandacht van je op te eisen: 1e. lichaam (pijntje in je nek, roerseltjes in je buik, hoofdpijn en kleine sensaties in je lijf); 2e. gedachten (zoals de fysiotherapeut je nekklachten heeft behandeld is niet bevredigend verlopen, je wilt een afspraak maken met de fysiotherapeut die je buurvrouw zo goed heeft behandeld'; 3e. gevoelens (van blijdschap, verdriet, teleurgesteld zijn in je collega´s op je werk e.d.); 4e. hoofd (oordelen, vooroordelen, kritiek e.d.). Om volledig hier te kunnen zijn moet aan niets worden gedacht. Evert vraagt de aanwezigen of het lukt om 10 seconden de aandacht bij je ademhaling te houden. (stiltemoment). Of dat nu wel of niet is gelukt, de kunst daarbij is of je kunt aangeven wat je gehoord, gevoeld, geroken of gedacht hebt. Of ben je al weer vertrokken van het ´hier en nu´. Het is de kunst om te onderkennen dat je afgeleid bent en op dat moment het ´afgeleid zijn´ weer kunt ombuigen en aandacht kunt besteden aan het ´hier en nu´. Wanneer dat niet lukt, is er eigenlijk geen contact meer met het leven. Dan is men bezig met iets van ´daar en toen´ of met iets van ´daar en straks´. Maar het ´hier en nu´ is compleet. Daaraan hoeft niet toegevoegd of afgedaan worden. Zoals het is, is het precies goed! Wanneer er mensen zijn die denken 'het zal wel, omdat ik het zeg', begint het spel interessant te worden. Eckhart Tolle heeft met het schrijven van zijn boek "De kracht van nu" bij veel mensen een snaar geraakt, waardoor deze is gaan trillen. In dat boek worden mensen uitgenodigd contact te maken met het 'NU'. Maar hoe doe je dat? Eén van de lastigste stappen daarbij is om het niet te doen. Dat is eigenlijk heel ongewoon, omdat mensen het liefst een programma hebben waarin staat wat zij precies moeten doen. Maar een programma dat 'niets doen' voorschrijft is lastig. Want als je in de rust komt, in de buurt van het 'NU' stuitert de aandacht alle kanten op. Hoe dat komt? Omdat we niet de situatie van het helemaal goed zijn, precies zoals het is, kunnen accepteren. Hoe dichter mensen bij het ''hier en nu komen" hoe sterker alles voelbaar wordt (zowel het mooie als het lelijke). Met het prettige zijn we overigens gauw klaar, maar het lastige laten we al gauw voor wat het is. Dat is iets voor "daar en straks." Het zijn onuitputtelijke hobby’s om over de geschiedenis en de toekomst na te denken. Daarmee kun je jaren vooruit. Hoe dichter je bij het "hier en nu" komt, hoe sterker de twee onderwerpen van "daar en toen" en "daar en straks" zich gaan manifesteren. Deze gaan als het ware als magneten aan je trekken.
3
Maar die enige die sturing kan geven om in het "hier en nu" te blijven ben je zelf. Door jezelf de vraag te stellen of je hier nu bewust aanwezig bent of dat je al weer bent afgeleid. Voor 99,9% van de dag zijn we bezig met het verleden en de toekomst en maar heel even met het "hier en nu" (stiltemoment) Alleen in het "hier en nu" kun je iets van je leven ervaren, kun je even de mallemolen waarin je zit even stop zetten. Het is net als in een flipperkast, wanneer de kogel na heel veel heen en weer springen even tot rust komt. Dat is het moment waarop je jezelf even een moment rust gunt. Hoe doe je dat? Door de vinger omhoog te steken en tegen je zelf gaan zeggen dat je die kant echt niet op gaat, maar dat je aanwezig wilt zijn op de plek van jouw keuze. Dat is vanavond hier op deze plek op jouw stoel. Het is daarbij heel belangrijk je te realiseren dat je niet alleen een hoofd heb, maar ook een lijf. Dat hele lijf, met alle daarin aanwezige cellen, stelt je in staat om precies waar te nemen hoe het "hier en nu" is. We zijn geneigd het "hier en nu" altijd met ons hoofd, ons denken, waar te nemen. Maar er zijn nog veel meer subtiele dingen waar te nemen dan alleen met ons hoofd. De verbinding met ons lijf zijn we enigszins vergeten. Het gezegde "leven als een kip zonder kop" kan gevoegelijk worden omgedraaid. We leven vandaag de dag steeds meer als een "kop zonder kip". Hoewel er onder ons hoofd een geweldig mooi lichaam zit, maar een andere functie dan dat het lijf ons ergens naar toe kan brengen, hebben we eigenlijk niet met het lichaam. Het lijf kan wel wat pijntjes en kwaaltjes hebben, maar daarmee houdt de connectie met ons lijf eigenlijk wel op. (stiltemoment) Welk verband bestaat er nu met de airmiles? Evert vertelt dat hij tot zijn grote genoegen werkt in Amsterdam aan het hoofd van de P.C. Hoofdstraat in het centrum `De Roos` vlakbij het Vondelpark. Daar worden dit soort lezingen en cursussen georganiseerd. Op korte afstand van `De Roos` loopt de crême-de-la-crême van ons land te hopen of ze hun huidige status zullen kunnen behouden. Maar al dat mooie wat we in de afgelopen jaren hebben ontwikkeld kan altijd in een ander jasje worden gegoten. Zo is bijvoorbeeld de stap van Tolle naar het Boeddhisme een heel kleine. En wanneer we om ons heen kijken is het Boeddhisme al aardig in onze cultuur doorgedrongen: Boeddha-afbeeldingen op kringlooppapier, kleine Boeddhabeeldjes als hebbedingetjes, Boeddhabeelden als tuinobject. Maar daarmee wordt eigenlijk ‘een gevoelen’ vertaald, waarvan we na verloop van tijd zeggen: `dat is het eigenlijk toch niet!` Het moment waarop we tot dat besef komen ligt altijd in het `hier en nu`. Wanneer je enigszins begint te begrijpen hoe het leven er uit ziet, wanneer je inziet hoe je door beide magneten heen en weer wordt getrokken, dan kom je tot rust. In die rust ervaar je dezelfde rust als in de momenten waarop het in deze ruimte stil wordt. Begrijpt u dat? Is dat voor u het `NU`? De commercie zal nu altijd zijn best doen daarop in te spelen dat je graag wil horen hoe je het crême-de-la-crême kunt bereiken. Je bent dat toch waard, nietwaar? En er is ook altijd wel een club te vinden waar je bij moet horen. Anders mis je toch echt iets! Wanneer je enigszins de rust begint te ervaren als iets wat je in lange tijd niet hebt meegemaakt, is er altijd wel iets dat die vredigheid in je verdacht maakt. `Was je hier nu naar op zoek?´ Is dat het bijwonen van deze lezing? alleen maar luisteren? is dat het nu helemaal? Word ik hier gelukkig van? Het is maar saai en biedt weinig leven in de brouwerij. Van het traag spreken door de inleider en van de ingelaste stiltemomenten wordt je alleen maar moe. Je hele denken wordt deze avond beheerst door vragen. (stiltemoment) Het grootste obstakel wat je nu kunt nemen is het wegnemen van de weerstand tegen dit “NU”, omdat je heel iets anders van deze avond had voorgesteld. Wanneer het geloof in de weerstand tegen het “NU” steeds sterker wordt, zul je het “NU” altijd weer gaan loslaten. Evert stelt de aanwezigen de vraag of het mogelijk is de laatste 10 minuten voor de pauze zo door te brengen, dat ze zich helemaal aanwezig voelen. Vervolgens jezelf de vraag te stellen of dit nu precies datgene is wat de inleider de gehele avond probeert duidelijk te maken. Dat het wat jou betreft niet anders zou hoeven. Ten diepste gaat het erom of je “ja” kunt zeggen tegen de situatie waarin je nu verkeert. Het “NU” kunnen zien en voelen.
4
Misschien zou je het wel willen, maar er treden nog kleine storingen op die je graag anders zou willen hebben. Daarbij kom je altijd in gevecht met jezelf. Je zou graag een leven leiden zonder die storinkjes. Maar die dingen horen nu eenmaal bij jou, of je het nu leuk vindt of niet. Dat “vechten” mondt tenslotte uit in een wonderbaarlijk fenomeen in de vorm van het hebben van een voorstelling hoe je denkt gelukkig te worden. De meest basale vraag is daarom ook: “hoe leef je eigenlijk?” Wij mensen leven niet in het besef van wat er is, maar vanuit de hoop zo gelukkig mogelijk te worden. Daardoor leven we voortdurend in een schijnwereld. Gelukkig kunnen we van de kredietcrisis leren waaruit de schijnwereld de afgelopen 10 à 15 jaar was opgebouwd. Velen dachten dat geluk maakbaar was. Maar nu wordt er wereldbreed gezegd: “Verhip, het zit toch ander in elkaar!” Het meest wonderlijke citaat hoorde Evert deze week van minster Wouter Bos: “Het kernprobleem is dat de bankiers producten verkopen die ze niet meer snapten”. Wanneer de journalisten dan verbaasd reageren: “Oh, zit dat zo” dan wordt in feite het probleem doorgeschoven naar ons allemaal. Aanvankelijk werd er om de mooiste geluksfakkel heen gedanst en gehost. Het valt in het groot niemand op dat er een product verkocht wordt wat niemand snapt. Het wordt product wordt klakkeloos als een goed product geaccepteerd met een “Oh, zit dat zo”. Iedereen probeert je ervan te overtuigen als je dit doet, dat crèmepje neemt, die auto koopt of dat huis, dat je dan gelukkiger leeft. “Oké, als jij het zegt!” is dan vaak in 99,9% van de gevallen de reactie vanuit de bevolking. Gelukkig zijn er steeds meer mensen die zich achter het oor krabben. Is het een kwartier stil zitten op een stoel om naar een lezing te luisteren nu echt leven? Wij werken keihard, zo hard dat die hardwerkers na het volgen van 5 meditatielessen zeggen het niet meer prettig te vinden en de meditatielessen voor gezien houden onder de verzuchting er zo moe van te worden. “Nee, power-yoga of krachttraining is iets veel beters voor mij!” Maar na een aantal van die lessen wordt er opnieuw geklaagd en wordt er verzucht dat het gehele lijf stijf staat van de spierpijn. Ook dan wordt er gestopt door gebruik te maken van het excuus dat eigenlijk krachttrainingen niets zijn voor een modern Westers mens. Een paar duizend jaar geleden moesten mensen heel hard werken, maar dat hoeft in deze moderne tijd niet meer. Kom nou! Een aantal decennia hebben mensen hard achter de “airmiles” aangelopen, totdat het lichaam tegen de kop zei: “je zoekt het maar uit!” We weten wat dat betekent: Stress en nog eens stress. Evert adviseert de mensen daarom minstens één maal per dag zelf uit te nodigen om present te zijn en je af te vragen: “hoe zit ik in mijn lijf en wat spookt er allemaal rond in mijn hoofd.” Misschien kun je dan jezelf de verplichting opleggen niet meer in de denkhobby’s (verleden en toekomst) te verzanden, maar bij het “hier en nu” te blijven. Hoogstwaarschijnlijk heeft dan iedereen dezelfde ervaring als de Zen –leerling. Op den duur zal een brede lach op je gezicht waarneembaar zijn. Hoe meer je in staat bent om jezelf te ontslaan van allerlei gedoe, hoe beter je het nutteloze ervan gaat inzien en hoe gek je eigenlijk bent. Alleen dat zeggen we niet tegen mekaar ……Bovendien is een beetje gek doen ook nog best lekker ook! “Hier en nu” is ongecompliceerd en dus heel eenvoudig. Mensen die perfectionisten zijn of strebers denken niet tot rust te kunnen komen. Hetzelfde geldt voor verdrietige of teleurgestelde mensen. Al de situaties waarin deze mensen verkeren zijn gewoon niet waar. Ze geven n.l. niet weer wie je echt bent. Hoogstens geeft het aan wat je voelt of wat je doet. De inleider geeft de aanwezigen in overweging zich af te vragen of ze perfectionistisch zijn of doen. Als je dat verschil kunt waarnemen en voelen en dus weet dat je anders bent dan je doet, kun je ervoor kiezen iets geheel anders te gaan doen. Iets creatiefs bijvoorbeeld. PAUZE Iemand in de zaal vraagt: Welke rol spelen mijn zintuigen bij het zijn in het nu. Begint het met het bewustzijn van dit
5
warme theeglas in mijn handen, de geur van de thee, de stoel waar ik op zit, kijken naar jou en de plooien van het gordijn achter je en de kan water in mijn ooghoek? De inleider zegt dat er de laatste tijd een nieuw woord is bedacht voor meditatie: mindfulness. De Amerikaan Dr. Jon Kabat-Zinn heeft een speciale methode ontwikkeld en daaraan de naam mindfulness gegeven. Mindfulness is kort gezegd aandachtig zijn. Mensen die apert op meditatie tegen zijn, gaan plotseling mindfulness doen. Op zich is dat een prestatie van Jon Kabat-Zinn, maar het is nog uitzonderlijker dat hij daarmee bolwerken als ziekenhuizen en universiteiten wist binnen te komen. Daardoor heeft mindfulness een plek gekregen in de Westerse cultuur. De eerste stap van mindfulness is de uitnodiging om waar te nemen wat je waarneemt. Thee ruiken, een glas voelen, warmte ervaren enz. Lukt het je om de aandacht daar te houden waar je graag wilt zijn. Lukt het je om met je aandacht bij je adem te zijn. Het zal je opvallen dat je aandacht alle kanten op stuitert. Mindfulness is een prachtige methode om je aandacht te focussen op dat wat is, op het hier en nu. In de eerste plaats is het al bijzonder lastig om je aandacht ergens op te focussen. De aandacht blijkt dan overal achter aan te huppelen. Als een losgebroken os, aap of kind. Meestal wordt achter datgene aangehuppeld wat het leukste is. Een mooi muziekgeluid of een prachtige stem. Heb je een heerlijk gevoel in je buik, dan ga je met dat gevoel mee. Er spelen zich in het hoofd en het lijf zoveel prettige dingen af, dat er genoeg keuze is om ergens achteraan te gaan huppelen. Mindfulness is eigenlijk niets anders dan het oefenen in het voorkomen afgeleid te raken wanneer ik een glas wil pakken, een boek wil lezen enz. enz. Het is dan de kunst om te zien met hoeveel afleiding je wordt omgeven. Van meditatie wordt vaak gezegd dat het een methode is om met denken te stoppen. Dat is onjuist, want wie zo mediteert, zit verkrampt op een kussentje om denken te voorkomen. Het is realistischer om ervan uit te gaan dat je bij mediteren gewoon blijft denken, maar dat je de kunst verstaat om in al die gedachten niet mee te gaan. Zintuigen zijn bij meditatie heel belangrijk, zoals bij deze lezing. De eerste stap die je zet is de aandacht blijven focussen op datgene wat je hoort. Idem bij wat je ziet. Focussen van aandacht heeft als voordeel dat alles wat je aandacht probeert af te leiden, je langs je heen laat glijden. Als voorbeeld noemt Evert een feestparty. Als je als deelnemer aan die party alles wilt controleren (het gesprek in je eigen groepje, maar ook wat er in andere groepjes is gezegd en bovendien goed in de gaten wilt houden dat de consumptie jouw neus niet voorbij gaan), dan is het hard werken. Maar omdat iedereen het zo doet wordt het niet gek gevonden. Eigenlijk zou iedereen zichzelf de basale vraag moeten stellen: waarom mag ik er zijn? Zo door de jaren heen heeft ieder mensen op basis van opvoeding, onderwijs, maatschappij zijn eigen ego ontwikkeld en kan zeggen: dit ben ik! Er is ontzettend veel waarnemingskracht voor nodig om te ontdekken wie je eigenlijk bent en waar je in het leven staat. Een gezonde dosis humor is daarbij heel belangrijk. De scheidslijn tussen wat normaal en abnormaal wordt gevonden is beslist arbitrair. Mensen die een afwijkend gedrag vertonen worden als gevolg van dat abnormale gedrag vaak afgeschreven. Mensen die in de ogen van anderen normaal doen en daarom menen te denken dat ze er mogen zijn vanwege datgene wat ze doen, hoeven niet echt zo te zijn. Door minstens één maal daags je aandacht te vestigen op je ademhaling, knip je jezelf letterlijk en figuurlijk even los van alles wat er in je hoofd speelt en van wat je in je lijf voelt. Dat kan tot gevolg hebben dat deze houding naar meer gaat smaken. Evert zegt dat hij zich dit gedrag heeft aangemeten en op elke nieuwe situatie, waarin hij komt, dit vooraf even toepast. Daarmee wordt bereikt dat je veel dichter bij degene komt te staan met wie je op dat moment omgaat. Als je dat namelijk niet doet heeft dat vaak tot gevolg dat je dingen doet die ergens anders thuishoren. Het lijkt zo simpel om te doen, maar als je het probeert zul je ervaren hoe moeilijk het is om het goed uit te voeren. Wanneer je kijkt naar een bloem, focus je dan ook op die bloem. Als je naar muziek luistert, focus je daar dan ook op. Vervolgens zou je jezelf moeten toestaan om over datgene wat je waarneemt niets te zeggen. Evert illustreert dat aan het bekijken van vakantiefoto´s. Al gauw gaat het daarbij over het benoemen van allerlei wetenswaardigheden over mensen, steden, landstreken, veldslagen,
6
Koninklijke families enz.enz. Ook worden daardoor reacties van vrienden uitgelokt, die er ook zijn geweest of nog een mooiere plek in de buurt hadden gevonden enz. enz. Het gaat dan niet meer om de foto´s te bekijken, maar in feite om ´niets´. Wanneer je met je ene hand over de rug en de palm van de andere hand strijkt, voel je verschil. Maar het is moeilijk om dat verschil te omschrijven. Evert van de Ven zegt dat de clou van zijn lezing te maken heeft met het `hier en nu´. Dat kan worden beoefend door bijvoorbeeld een cursus mindfulness te volgend of ervaringen uit te wisselen op de avond, die St.- Inzicht op 24 november a.s. organiseert. Daar steek je het meeste van op. Ook het boek van Eckhart Tolle lezen en in een klein groepje gaan bespreken is heel nuttig. Het wonderlijke is namelijk dat je wel iets moet doen om te ontdekken dat je niets hoeft te doen. Wanneer iemand tijdsproblemen heeft dan zal het rustig gaan zitten niet helpen de problemen op te lossen. De essentie van deze lezing is dat je bij jezelf weer een plek moet gaan ontdekken/gaan herkennen die ongecompliceerd is, d.w.z. dat je jezelf voor een ogenblik los kunt maken van het probleem. Wanneer je dat niet kunt, dan heb je geen probleem, maar dan BEN je het probleem zelf. Alle problemen (frustratie en verdriet) vallen dan met in jouw persoon samen. Als er sprake is van dat samenvallen, dan kan in feite deze lezing mensen die het zo ervaren bijzonder boos maken. (Evert verwijst hierbij naar een vraag die hem deze avond schriftelijk heeft bereikt). Wanneer je eigenlijk je eigen probleem bent, dan vind je in feite nergens rust. Er is een probleem, waarover je niet wilt of kunt praten, want het vreet je helemaal op. Toch moet er in deze situaties ruimte worden gevonden om het probleem waar te nemen, om in te zien dat je het probleem hebt, maar het niet zelf BENT. In feite moet je dan stuurman worden van je eigen probleem. Blijft het probleem met jezelf samenvallen, dan kun je niets anders doen dan het beste er van hopen. Maar je mag je wel afvragen of het nu wel echt zo bent of dat het iets is wat je hebt. Of is het iets wat je doet. Vanuit een breed perspectief bekeken leven we in een tijd waarin ontzettend veel op het spel staat. Als je voor jezelf geen helderheid hebt over datgene wat je beweegt, ontbreekt het je aan een kompas om een weg te vinden. Je zult dan van de ene emotie naar een andere worden geslingerd. Maar wanneer je de verantwoordelijkheid kunt nemen om je leven lief te hebben en voor jezelf kan zorgen, dan is de kans van samenvallen met je probleem heel gering. In tijden van rust kun je gaan trainen om het beschadigde dak te gaan repareren. Zonder training is het moeilijk leven in deze woelige tijd. Er is de laatste tijd zoveel veranderd, dat deze veranderingen de vraag rechtvaardigt hoe de wereld er over 10 jaar uit zal zien. Van mensen van wie algemeen werd gedacht, dat zij de zaakjes aardig voor elkaar hadden, blijkt nu dat er een visie ontbreekt. Kerken lopen leeg, politieke partijen versplinteren. Het individualisme is toegenomen. Daardoor is de noodzaak om weer te komen tot een hernieuwd collectief kompas duidelijk geworden. Het moet bepaald niet uitgesloten worden dat het individualisme op zijn retour is. Er moeten nieuwe verbindingen worden aangegaan tussen groepen en instituten die vandaag de dag op een eiland leven. Daarbij is uniek en afzonderlijk denken nuttig om een goed collectief kompas te krijgen, maar de grondhouding daarbij moet zijn: zoeken naar wat mensen verbindt en niet wat hen scheidt. Dat alles dient plaats te vinden in een open dialoog en discussie. Door daaraan mee te doen zul je ervaren hoe je in de wereld mag staan. Dat er ruimte is om je te manifesteren en dat je met iedereen in die ruimte onlosmakelijk verbonden bent. Wanneer je wel met de één wilt communiceren, maar niet met de ander, maak je jouw eigen speelruimte kleiner. De tijd dat je eigen ik victorie kraait, die tijd is voorbij. In zo´n situatie vraagt de kip aan de kop: houd je gemak een beetje. Besef dat we allen in principe samenleven en lever daaraan een positieve bijdrage. Verslag: E. Kim
7