CHILD OCCUPATIONAL SELF-ASSESSMENT COSA 2.2 NL Workshop Kansen voor Kinderen 2016
Jane O’Brien Marjon ten Velden
Opleiding Ergotherapie Faculteit Gezondheid
Opzet workshop • Welkom • Inleiding op de COSA 2.2 • Invullen van COSA zelfevaluatie • Voorbeelden • Dialoog • Interpretatie MOHO & bevindingen voor interventie
• Oefenen door Doen in subgroepjes • Plenaire samenvatting / feedback • Conclusie en Take home message 2
Wat is de COSA ? • Cliëntgecentreerd instrument voor zelfevaluatie en resultaatmeting • Brengt visie van het kind in kaart; 7 – 18 jaar – Eigen gevoel van handelingscompetentie – Het belang van dagelijkse activiteiten • 25 items met betrekking tot handelingen – Zelfzorg, spel en vrije tijd, leren • Betrekt het kind bij de interventieplanning • Gebaseerd op het Model Of Human Occupation 3
COSA Vernieuwd COSA Manual 2.2 (Kramer et al, 2014) COSA 2.2 NL (2016) is Nederlandse versie van herziene Amerikaanse COSA 2.2
• Onderbouwt het gebruik van de COSA als evidencebased meetinstrument door Ergotherapeuten • Maakt mogelijk voor jeugd om hun visie te delen tijdens interventieplanning • Toegenomen culturele relevantie en in gesprek gaan zal therapeutische verstandhouding tussen therapeut en kinderen verbeteren 4
Veranderingen in COSA 2.2 1. Nieuwe evidence 2. Rechten van de jeugd: “Niets over ons, zonder ons” 3. Bewustwording en integratie van culturele diversiteit 4. Aanpassingen voor toegankelijkheid van de COSA 5. In gesprek gaan (dialoog) 6. Therapeutisch redeneren 7. Tips voor het bijhouden van resultaten met behulp van de COSA (GAS, POMP) 8. Nieuw Formulier Handelingsprofiel
5
Nieuw – in gesprek gaan (dialoog) met het kind (ten Velden et al., 2013)
Voorbeeldvragen om het kind aan te moedigen hardop na te denken “Vertel me waar je allemaal aan denkt , terwijl je een vraag leest.”
Voorbeeld van doorvraag-vragen gebaseerd op observaties “Ik zag dat je aarzelde (glimlachte/fronste) toen je deze vraag zag – waar dacht je aan?”
“Waar dacht je aan toen je die score koos?”
“Je tikt veel met je potlood – hoe voel je je nu?”
Voorbeeld follow-up vragen over specifieke items “Kan je me meer vertellen over hoe je deze activiteit voor elkaar krijgt?” “Kan je mij een voorbeeld geven over hoe je [activiteit] uitvoert.”
“Wat denk je; wat maakt dat “Bedenk dat dit is wat jij het voor jou moeilijk is om vindt – er is geen goede [activiteit] uit te voeren?” of foute reactie.”
6
Nieuw – COSA en therapeutisch redeneren • Inzicht in hoe COSA reacties weerspiegeling kunnen zijn van Wil • Interpreteren van hoge/lage competentie scores • Interpreteren van hoge/lage belangrijkheids scores
Anticipate possibilities
Interpret the experience
Choose what to do
Experience the activity
Figure 10-1: Volitional Process (modified from Kielhofner, 2008)
7
Nieuw – kritische reflectie op professionele aannames Stap 1: Wat zijn mijn aannames over dit kind? Stap 2: Wat zijn de potentiele consequenties van deze aannames? Stap 3: Alternatieven voor mijn aannames bepalen.
Nieuw – Scoreformulier zonder symbolen
9
Nieuw – COSA Handelingsprofiel
10
Nieuw – Overzicht van mogelijke aanpassingen (Kramer et al., 2012)
Aanpassing Planning Manier van
aanbiedene
Accommo dations (Kramer et al.,
Manier van reageren
Voorbeelden • Timing • Afnemen in delen • Verduidelijking: o Voorbeelden en demonstraties o Anders formuleren van woorden o Plaatjes en symbolen • Visueel-perceptuele alternatieven: o Hardop lezen o Verminderen van visuele input • Uitnodigend format • Niet-geschreven versie • Keuzemogelijkheden vereenvoudigen
11
COSA afnemen: Algemene aanwijzingen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
leg uit hoe de COSA-items zijn georganiseerd leg de categorieën en de symbolen uit leg uit hoe te reageren wanneer een item niet van toepassing is mag het kind het item overslaan stel het kind gerust benadruk dat er geen “goed” of “fout” is “moeite hebben” of “niet belangrijk vinden” is niet gelijk aan “slecht” of “verkeerd” voorbeeld item 12
Invullen Scoreformulier met / zonder symbolen • leg het kind de COSA uit • scores Competentie en Belangrijkheid gecombineerd per item of afzonderlijk bepaald door het kind • kind gebruikt “Voorbeeld item” om schaalverdeling Competentie en Belangrijkheid te oefenen • kind vult formulier in, therapeut ondersteunt en is alert op frustratie
13
Invullen Kaart Sorteer-versie Geschikt voor kind dat moeite heeft met invullen COSA-formulier Therapeut noteert reacties op blanco COSA formulier zonder symbolen
1. leg het kind de COSA uit 2. leg de kaartjes met Competentie beoordelingen neer Laagste onderaan/hoogste bovenaan 3. kind pakt item kaart 4. doorgaan tot alle items beoordeeld zijn 5. leg de kaartjes met Belangrijkheid boordelingen neer 6. kind pakt item kaart 7. doorgaan tot alle items beoordeeld zijn
14
Oefenen met COSA in sub-groepjes • Kies een casus • Selecteer in overleg met het kind de meest geschikte versie van de COSA en neem deze af • Oefen met dialoog: heb een gesprek • Ga met het kind doelen voor interventie opstellen • Geef per sub-groepje een korte terugkoppeling (pitch) • Vragen/discussiepunten • Afsluiting en Take home message
15
Oefenen door Doen
Einde Workshop
Dank Veel dank aan alle kinderen en therapeuten Speciale dank aan Mette en Inge voor hun Nederlandse COSA film Ook dank aan de Nederlandse studenten: Mireille Pasop Iris Chaigneau Feline Hielkema Mitchel de Jong
Merel Brouwer Anneloes Keesmaat Jessica Huijgen Maaike Kaslander
Referenties Kielhofner, G. (Ed.). (2008). Model of Human Occupation: Theory and application (4th ed.). Baltimore, MD: Lippincott, Williams and Wilkins. Kramer, J., ten Velden, M., Kafkes, A., Basu, S., Federico, J., & Kielhofner, G. (2014). Child Occupational Self Assessment (version 2.2). Model of Human Occupation. Chicago, IL: Clearinghouse. Kramer, J., Heckmann, S., & Bell-Walker, M. (2012). Accommodations and therapeutic techniques used during the administration of the Child Occupational Self Assessment. British Journal of Occupational Therapy, 75(11), 495-502. O'Brien, J., Bergeron, A., Duprey, H., Olver, C., & St. Onge, H. (2009). Children with disabilities and their parents' views of occupational participation needs. Occupational Therapy in Mental Health, 25(2), 164-180. doi:10.1080/01642120902859196 O'Brien, J., Asselin, E., Fortier, K., Janzegers, R., Lagueux, B., & Silcox, C. (2010). Using therapeutic reasoning to apply the Model of Human Occupation in pediatric occupational therapy practice. Journal of Occupational Therapy, Schools, and Early Intervention, 3(4), 348-365. Ohl, A. M., Crook, E., MacSaveny, D., & McLaughlin, A. (2015). Brief Report—Test–retest reliability of the Child Occupational Self-Assessment (COSA). American Journal of Occupational Therapy, 69, 6902350010. http://dx.doi.org/10.5014/ajot.2015.014290 ten Velden, M., Couldrick, L., Kinébanian, A., & Sadlo, G. (2013). Dutch children's perspectives on the constructs of the Child Occupational Self-Assessment (COSA). OTJR: Occupation, Participation and Health, 33(1), 50-58.