2009 ja
Jaarverslag 2013
Inhoudsopgave Jaarverslag 2013 J a a r v e r s l a g 2 0 1 3 .......................................................................................................................................... 1 1.
2.
Inleiding ........................................................................................................................................................... 3
Activiteiten 2013......................................................................................................................................... 6
2.1
Bloedmooi en zielsongelukkig ...................................................................................................... 6
2.3
Goed Kwaad ....................................................................................................................................... 10
2.2 2.4.
2.5. 2.6.
3.
4.
2.7.
6. 7.
8.
Niemand is een Aap ........................................................................................................................ 12 Overige voorstellingen .................................................................................................................. 13
Overige activiteiten ........................................................................................................................ 13
Educatieve activiteiten.................................................................................................................. 14
Spreiding en publieksbereik in 2013................................................................................................ 16
Financieel verslag / jaarrekening 2013........................................................................................... 20
4.1. Toelichting op het financieel resultaat ......................................................................................... 20 4.2.
Eigen inkomsten .............................................................................................................................. 23
4.4.
Toelichting op de balans............................................................................................................... 25
4.3.
5.
Never Never Wonder ........................................................................................................................ 8
Risicobeheersing ............................................................................................................................. 24
Partners en relaties .................................................................................................................................. 25
Personele organisatie .............................................................................................................................. 27
6.1.
Beloningsbeleid................................................................................................................................ 27
Toekomstige ontwikkelingen .............................................................................................................. 28
Verslag van de Raad van Toezicht...................................................................................................... 33
8.1.
Governance Code Cultuur ............................................................................................................ 33
8.3.
Raad van Toezicht als toezichthouder.................................................................................... 33
8.5.
Samenstelling en Nevenfuncties Bestuur per 31 december 2013 .............................. 35
8.2.
Raad van Toezicht als werkgever ............................................................................................. 33
8.4 Samenstelling, Nevenfuncties en Rooster van Aftreden Raad van Toezicht per 3112-2013.............................................................................................................................................................. 34
9.
Ondertekening............................................................................................................................................ 36
2
Jaarverslag Theater Artemis 2013
1. Inleiding 2013 is voor Theater Artemis het eerste jaar van een nieuwe kunstenplanperiode 20132016. Drie overheden – de Rijksoverheid (via het Ministerie van OCW), Provincie NoordBrabant en de Gemeente ’s-Hertogenbosch – kenden aan Artemis een meerjarige subsidie toe voor de komende vier jaar, op basis van het beleidsplan dat in 2012 werd ingediend. Als we spreken over het beleidsplan 2013-2016 bedoelen we het herziene ondernemings- en activiteitenplan dat eind 2012 door de subsidiënten werd vastgesteld. De aanpassing van het oorspronkelijke plan was noodzakelijk nadat de Provincie NoordBrabant besloot de meerjarige subsidie terug te brengen met 40%, waarmee we niet op voldoende meerjarige steun konden rekenen om ons plan ten volle uit te voeren. Om die reden heeft Artemis met ingang van 2013 gemiddeld 25% minder te besteden dan gepland en dan in de periode hiervoor. In het herziene beleidsplan stelde het bestuur het ambitieniveau qua activiteiten naar beneden bij en zag het zich eveneens genoodzaakt tot een personele reorganisatie. Aan het begin van dat jaar onderging het gezelschap een fundamentele verandering. In februari nam Jetse Batelaan de artistieke leiding van Theater Artemis op zich. Na een periode van tien maanden waarin het gezelschap het zonder artistiek leider moest stellen, pakte Batelaan met veel energie de draad op. Als vierde artistiek leider van Artemis ging hij direct aan de slag om het gezelschap op zijn persoonlijke manier invulling te geven - ook al had hij gedurende het hele jaar nog af en toe verplichtingen buiten de deur. Maar sommige verplichtingen konden nog tijdig worden afgezegd en andere, zoals het lesgeven aan de regieopleiding en een aantal gastregies, kon Batelaan net anders organiseren. Zo kon het artistiek leiderschap van Artemis toch het hele jaar onafgebroken zijn aandacht krijgen, ook al was het geen lichte opgave om alles naar tevredenheid te kunnen blijven combineren. Vóór de komst van Batelaan had Artemis uiteraard al activiteiten gepland en waren ook hier evenzeer verplichtingen aangegaan. De verkoop van het nieuwe seizoen 2013-2014 was aan het begin van het jaar zo goed als afgerond en voor de zomer stond een nieuwe festivalproductie gepland. Dramaturg Peter Anthonissen en zakelijk leider Maurice Dujardin, daarbij op de achtergrond ondersteund door een kleine raad van deskundigen, hadden gezorgd dat Artemis in bedrijf bleef en producties doorgang konden vinden nadat Floor Huygen in april 2012 haar functie als artistiek leider - naar later bleek voorgoed - moest neerleggen.
Inhoudelijk is het beleidsplan ondanks de wisseling van de wacht op artistieke leiding momenteel nog niet gewijzigd. In de loop van de komende periode zal dit plan zich snel
3
evolueren, als gevolg van een nieuwe artistieke koers die Artemis onder leiding van Jetse Batelaan gaandeweg inzet. Dan gaat het om de aard van de activiteiten en vanuit welke visie deze tot stand komen, maar vervolgens ook om de context waarbinnen dat werk zich afspeelt. De vier inhoudelijke lijnen die we hebben ingezet 1, zullen plaats maken voor nieuwe pijlers, die vragen om nieuwe antwoorden op vragen als: ‘voor welk publiek en op welke plaats zijn wij actief’? Met de verschuiving van onze focus zullen we onze visie en beleid op educatie, publieksbereik, nationale en internationale positie en talentontwikkeling gaan herformuleren. Maar daarvoor is het aan het eind van 2013 nog te vroeg. Zoals dit jaarverslag laat zien was 2013 vooral een overgangsjaar waarin we een begin maakten met het uitvoeren van het beleidsplan en tegelijkertijd eerste stappen zetten op weg naar een nieuwe koers. We zijn van mening dat we er goed in geslaagd zijn daarin die balans te bewaken. Doordat Jetse Batelaan inhoudelijk vaak al een belangrijk stempel wist te drukken op de producties die voor zijn komst gepland stonden, kon het contrast tussen het ‘oude’ en het ‘nieuwe’ Artemis bovendien relatief klein blijven. Zo was Batelaan intensief betrokken in de voorbereidende gesprekken tussen makers en schrijvers van de zomerproductie Never Never Wonder en koos hij Sanne Nouws als gastregisseur voor Goed Kwaad.
Afgelopen jaar bracht Theater Artemis drie nieuwe producties uit: Bloedmooi en zielsongelukkig: Mirjam Koen regisseerde een nieuwe tekst van Jeroen Olyslaegers gebaseerd op de mythe van Psyché en Eros voor een publiek van alle leeftijden vanaf dertien jaar, Never Never Wonder, een voorstelling van en met Fabian Jansen voor Theaterfestival Boulevard over het leven van Peter Llewelyn Davies, die model stond voor Peter Pan, en Goed Kwaad, een nieuwe tekst van Erik-Ward Geerlings in regie van de net afgestudeerde Sanne Nouws in ons mobiele Wagenspel-theater voor (school) kinderen tussen 6 en 9 jaar oud.
Naast deze nieuwe voorstellingen ging de Wagenspel-productie Niemand is een Aap (2011) in het voorjaar voor de tweede keer in reprise. Daarnaast keerden twee producties heel even terug: Priemgeval (2005) speelden twee voorstellingen in Londen en Bath (UK), van Reis van een Rus (2010) gaven we één uitvoering, in Nederland.
Rondom de twee Wagenspelproducties organiseerden we een uitgebreid educatief traject in samenwerking met expertisecentrum Kunstbalie en Fontys Hogeschool voor de Kunsten. Voor alle basisschoolleerlingen die een voorstelling in ons mobiele theater bezochten (ca. 6.700) gaven we workshops op school. Aan het eind van het jaar brachten we bovendien een Wagenspel-tekstbundel uit, met daarin de drie teksten die Erik-Ward Geerlings schreef voor de drie producties die we in dit verband hebben uitgebracht. Deze bundel werd uitgegeven door Uitgeverij IT&FB.
1
WAGENSPEL – mobiel theater voor basisschoolkinderen van 6 – 9 jaar, FAMILIEVOORSTELLINGEN – in kleine of middelgrote zaal –vanaf ca. 7 jaar, FESTIVALVOORSTELLINGEN – locatievoorstellingen voor wisselende leeftijdsgrenzen en ONVERWOESTBARE VERHALEN – middelgrote zaal – voor alle leeftijden vanaf ca. 13 jaar.
4
FINANCIEEL RESULTAAT EN BALANSPOSITIE Het boekjaar werd afgesloten met een positief resultaat van € 20.967. Begroot werd een negatief resultaat van ruim 73 duizend euro. Verderop (paragraaf 4.1) worden in een toelichting op het resultaat de belangrijkste oorzaken van het verschil uiteengezet.
De begroting die in de jaarrekening wordt gebruikt, werd op 5 november 2012 door de Raad van Toezicht vastgesteld als primaire begroting. Deze wijkt af van de gemiddelde meerjarenbegroting 2013-2016 zoals deze in december 2012 is ingediend bij Ministerie van OCW, Provincie Noord-Brabant en de Gemeente ’s-Hertogenbosch. In 2013 werd de overgang gemaakt naar een begroting die structureel lager ligt dan in de jaren hiervoor. Dat verklaart het tekort dat aanvankelijk werd begroot. Uiteindelijk werd het jaar met een licht positief resultaat afgesloten doordat het Ministerie van OCW de gemaakte frictiekosten vergoedde met een frictiesubsidie en doordat de Gemeente ’sHertogenbosch middels een transitiesubsidie deze overgang heeft willen ondersteunen.
Het eigen vermogen per 31 december 2013 bedraagt € 63.745, waarvan € 12.985 is ondergebracht in een bestemmingsfonds OCW en een bestemmingsreserve OCW 20092012. Het opgebouwde eigen vermogen wordt in de komende jaren aangewend voor activiteiten die voortvloeien uit het beleidsplan 2013-2016. Theater Artemis wordt ook de komende drie jaar meerjarig ondersteund door het Ministerie van OCW in het kader van de culturele Basisinfrastructuur en door de Provincie Noord-Brabant, in het kader van de Subsidieregeling infrastructuur professionele kunsten 2013-2016. Daarnaast kan Artemis ook voor de komende jaren een huisvestingssubsidie tegemoet zien vanuit de Gemeente ’s-Hertogenbosch. PRESTATIES In totaal werden vorig jaar 146 uitvoeringen gegeven. Daarmee is in 2013 ruimschoots voldaan aan de prestatienorm van gemiddeld 130 voorstellingen per jaar.
Buiten de reguliere voorstellingen werden 412 educatieve activiteiten georganiseerd. In paragraaf 2.7. worden de educatieve activiteiten nader toegelicht.
De spreiding van de voorstellingen (vrije voorstellingen en schoolvoorstellingen samen) was in 2013 als volgt: 22% van de voorstellingen werd gespeeld in de standplaats (in 2012: 15%), 64% in de regio Brabant (in 2012: 39%), 11% in de rest van Nederland (in 2012: 31%) en 2% vond plaats in het buitenland (in 201: 14%).
Het totaal aantal bezoekers (10.724) lag in 2013 lager dan het verwachte aantal van 15.589. Kort gezegd werd dit veroorzaakt door het feit dat we afgelopen jaar maar één theatertournee speelden en we veel voorstellingen speelden voor kleine
5
publieksaantallen – bijvoorbeeld in ons mobiele theater. De verdeling van de uitvoeringen en het bezoek naar regio wordt duidelijk uit het prestatie-overzicht. In paragraaf 3 worden de afzet, de spreiding en het publieksbereik nader toegelicht.
2. Activiteiten 2013 Theater Artemis bracht afgelopen jaar drie nieuwe theaterproducties uit en bracht een Wagenspel-productie in reprise. Daarnaast werden enkele producties gedurende een korte periode hernomen en ontplooiden we een groot aantal diverse educatieve projecten zoals workshops. Twee producties waren gericht op een publiek van 12 á 13 jaar en ouder, de twee andere producties waren toegankelijk voor kinderen in de basisschoolleeftijd. We werkten intensief samen met partners, waaronder onze kernpodia, festivals, expertisecentra voor cultuureducatie en onderwijsinstellingen. Al met al wist Artemis afgelopen jaar de voorgenomen activiteiten naar voldoening te realiseren en werden goede inhoudelijke resultaten geboekt. NIEUWE THEATERPRODUCTIES
2.1
Bloedmooi en zielsongelukkig
Mannen leggen rozen aan Psychés voordeur. Ze is té mooi, wordt er over haar gezegd. Als verward pubermeisje weet Psyché zich geen raad met al die aandacht. Zij wil dood - hoe sneller, hoe liever. Daar ligt een schone taak voor Eros, maar ook hij vindt Psyché te mooi voor de dood en verschijnt onzichtbaar in de nacht om haar te beminnen. Samen ontdekken ze hemel en aarde. Tot het Psyché begint te dagen wie haar minnaar werkelijk is. Bloedmooi en zielsongelukkig is het vierde ‘onverwoestbare verhaal’ dat Artemis maakte voor een publiek van vele leeftijden van dertien jaar en ouder. Ze werd in het najaar van 2011 opgezet als de volgende voorstelling die Floor Huygen en Jeroen Olyslaegers samen zouden maken, na het succes van Woeste hoogten, rusteloze zielen (2009).
Olyslaegers en Huygen kozen voor de mythe van Eros en Psyché. In het oude Griekenland stonden Eros, god van de liefde, en het meisje Psyché symbool voor huwelijkstrouw. De Latijnse schrijver Apuleius gaf er zijn eigen interpretatie aan. Hij schreef een verhaal over volwassenwording: Psyché maakt stapsgewijs een leerproces door, ze wordt ingewijd in het leven. De mythe was populair in de renaissance en de barok, toen het vaak voorkwam in beeldende kunst, muziek, toneel en opera. Recente theaterversies zijn echter zeldzaam.
6
Vanwege ziekte moest Floor in de zomer van 2012 haar werk als artistiek leider en regisseur van het gezelschap voorgoed neerleggen. Artemis droeg de regie van Bloedmooi en zielsongelukkig over aan Mirjam Koen, artistiek leider van het voormalige Onafhankelijk Toneel in Rotterdam (O.T.). Op dat moment kon Koen nog van betekenis zijn in de ontwikkeling van de tekst, als klankbord fungeren voor Jeroen Olyslaegers, tegelijk was zij ook op tijd aan boord om de cast compleet te maken. Ze vroeg twee actrices die haar na aan het hart liggen: Marlies Heuer (meervoudig winnaar van de Theo d’Or) en Romana Vrede (vaste speler en maker bij O.T. sinds 2009). De cast bestond verder uit Mattias Van de Vijver en Jamie Grant, die in 2011 afstudeerden aan de Toneelacademie Maastricht en eerder bij Artemis te zien waren in Het portret van Dorian Gray (2011). Actrices Eva Meijering en Roos Netjes studeerden in de zomer van 2013 af aan de ArtEZ Toneelschool (Arnhem).
Net als bij Don Quichot en zijnen ijzeren wil (2007) en Woeste hoogten, rusteloze zielen (2009) slaagde Jeroen Olyslaegers erin om een klassiek verhaal op een tijdloze wijze te bewerken zodat het in het hier en nu herkenbaar werd. Trouw aan de missie van Theater Artemis onder Floor Huygen, bevatte de tekst aanknopingspunten voor vele leeftijden, met aan de ene kant de ijdele, spilzieke Venus en aan de andere kant de nukkige en onzekere Eros en Psyché. Brechtje Zwaneveld merkte in NRC Handelsblad op dat de bekende thema’s van Artemis, “zoals ijdelheid en volwassen worden via de pijn van de liefde, indringend in beeld en spel gevangen” werden.
Gastregisseur Mirjam Koen stond voor de uitdaging om een project dat door anderen opgezet was, met een ploeg die ze slechts voor een klein deel zelf had samengesteld, in goede banen te leiden. Het was zeer knap van haar hoe ze daarin slaagde. Enerzijds bleef ze, bijvoorbeeld in de sprookjesachtige, opera-achtige aanpak (waarin een centrale rol was weggelegd voor de muziek van de Engelse barokcomponist Charles Avison), trouw aan zichzelf. Anderzijds wist ze zich in te schrijven in het parcours dat Floor Huygen de jaren voordien met de zogenaamde onverwoestbare verhalen bij Artemis had uitgezet. Koens enscenering zat wat strakker in de vorm dan Huygens regies, maar sprak jong en oud aan. De publieke appeal was, ondanks het eeuwenoude bronmateriaal, zeer groot.
In navolging van onder meer Bert Luppes en Betty Schuurman, maakte met Marlies Heuer opnieuw een groot Nederlands acteur bij Artemis haar opwachting. Wat in het Nederlandse jeugdtheater nog steeds geen vanzelfsprekendheid is. Zij zette een gedenkwaardige Venus neer, en was tevens, samen met Romana Vrede, een groot inspirator voor de vier jongere acteurs in de cast. Met vormgever Michiel Van Cauwelaert en kostuumontwerpster Dorien de Jonge tekenden twee gezichten die de afgelopen jaren vaak bij Artemis aan het werk waren, opnieuw present.
De reacties van pers en publiek waren overwegend enthousiast. Vanuit onderwijsinstellingen mochten we overwegend tevreden en positieve reacties ontvangen. Middelbare scholen die de voorstelling bezochten en daar vaak een educatief project dat we aanboden aan koppelden, konden de voorstelling thematisch aansluiten op andere vakken, zoals de klassieke vakken en geschiedenis.
7
TEKST Jeroen Olyslaegers NAAR Apuleius SPEL Jamie Grant, Marlies Heuer, Eva Meijering (stage), Roos Netjes (stage), Mattias Van de Vijver, Romana Vrede REGIE Mirjam Koen REGIE-ASSISTENTIE Ursul Braaksma (stage) SCENOGRAFIE Michiel Van Cauwelaert KOSTUUMS Dorien de Jonge DRAMATURGIE Peter Anthonissen DRAMATURGIE-ASSISTENTIE Marleen Molendijk (stage)
Theater voor alle leeftijden vanaf 13 jaar. Première: 26 januari 2013. Speelperiode: 24 januari t/m 28 maart 2013. Aantal voorstellingen: 27, waarvan 0 besloten schoolvoorstellingen. Aantal bezoekers: 3.932. Zaalbezetting: 49%.
2.2
Never Never Wonder
In 2009 maakte Fabian Jansen bij Artemis de voorstelling ’s-Heerskinderen (Theaterfestival Boulevard en Oerol) over het opgroeien in het Leger des Heils, een deels autobiografisch verhaal. Jeroen van den Berg baseerde zijn theatertekst op de jeugdherinneringen die Jansen destijds aan hem vertelde. Al snel na deze succesvolle locatievoorstelling ontstond het plan Fabian te vragen terug te keren om een nieuwe festivalproductie te maken. Dat werd Never Never Wonder, opnieuw een samenwerking met Van den Berg.
Ook voor deze voorstelling greep Fabian terug naar zijn jeugd: als kind wist hij zeker dat hij kon vliegen. Hoe meer mensen hem tegenspraken, hoe groter zijn vertrouwen in zijn eigen vliegkunst werd. Eigenlijk is dat het omgekeerde van wat Peter Llewelyn Davies, de figuur die in het stuk centraal staat, meemaakte. Peter Llewelyn Davies is de geschiedenis ingegaan als “de echte Peter Pan” – het jongetje waarop de Britse schrijver J.M. Barrie (1860-1937) het personage van Peter Pan baseerde. Llewelyn Davies ging er zijn hele leven onder gebukt. In de eerste plaats omdat Barrie zich niet zomaar op hem inspireerde, in de tweede plaats omdat zijn leven veel minder rooskleurig verliep dan het sprookjesbestaan dat de buitenwereld hem - als Peter Pan - toeschreef.
In 1932 ontmoette Peter Alice Liddell, de vrouw die Lewis Carroll tot het beroemde Alice’s Adventures in Wonderland (1865) inspireerde. Ook al stonden beiden als kind model voor literaire iconen, de manier waarop ze hiermee omsprongen, was zeer verschillend. Alice leek zich veel makkelijker te verzoenen met haar ongekozen roem. Jansen werd gegrepen door de geschiedenissen van deze figuren. Toen bleek dat Peter en Alice elkaar in het echt hebben ontmoet, ontstond het idee voor een theatervoorstelling, als pleidooi voor de fantasie. Jansen kroop in de huid van Peter en speelde samen met een kleine cast kinderen, die symbool staat voor de verloren jeugd. Never Never Wonder speelde enkel op Theaterfestival Boulevard, in het hele gebouw van Theater Artemis. Het bleek qua planning van het gezelschap niet haalbaar op meerdere
8
festivals te staan. Wel bestaat de mogelijkheid dat deze bijzondere locatieproductie in de nabije toekomst hernomen wordt.
Never Never Wonder werd zoals gezegd door deels dezelfde ploeg gemaakt als de succesvoorstelling ’s-Heerskinderen (2009). Meer echter dan toen, bleek het voor Fabian Jansen en schrijver Jeroen van den Berg niet zo gemakkelijk om een gezamenlijke invalshoek tot het materiaal te vinden. Fabian Jansen werd vooral aangetrokken door de fantasiewerelden van Peter Pan en Alice, terwijl Jeroen van den Berg dramatische mogelijkheden zag in de discrepantie tussen de sprookjeswereld waarin Peter Llewelyn Davies opgroeide en de tragische wendingen die diens eigen leven namen. In de voorstelling bleek het uiteindelijk best mogelijk deze beide hand in hand te laten gaan. De fantasie zat vooral in de opzet van de productie, het drama in de inhoud en de tekst. Net als bij Floor Huygens Mouchette (2010), werd het Artemisgebouw als locatie ingezet. De voorstelling begon in de repetitieruimte van Artemis, op de eerste etage, waarna het publiek naar de benedenverdieping werd geleid, en via een minitheatertje in de foyer in de eigenlijke zaal belandde. Daar was door vormgever Maze de Boer een decor gecreëerd dat zowel aan Londen als New York refereerde en waarin onder meer een heus waterkanaal was verwerkt.
Net als bij ’s-Heerskinderen slaagde Fabian Jansen erin om een breed publiek van jong en oud met zijn verbeeldingswereld te raken. Een andere parallel was de aanwezigheid van niet-professionelen op scène. Bij ’s-Heerskinderen ging het om amateurmusici, bij Never Never Wonder om een wisselende cast van drie kinderen die hij als geen ander wist te enthousiasmeren om mee te gaan in zijn verhaal. De allicht mooiste scène van de voorstelling was diegene waarin Fabian als een groot kind achter de kinderen aansjokte en doorging met het schreeuwen van aanmoedigingsleuzen op een moment dat zij al lang hadden opgehouden: een sprekend beeld voor de verloren jeugd van Peter Llewelyn Davies die al op jonge leeftijd een oude ziel had – ook al werd hij door de buitenwereld voor eens en voor altijd als de “echte Peter Pan” versleten. VAN EN MET Fabian Jansen TEKST Jeroen van den Berg EINDREGIE An Hackselmans SPEL Fabian Jansen en (in wisselende samenstelling) Jorg Blijdestijn, Maurits van Brakel, Timo Dries, Lou Hitters, Resi van der Loo, Liselot van de Voort TONEELBEELD Maze de Boer KOSTUUMS Dorien de Jonge DRAMATURGIE Peter Anthonissen COACH Jetse Batelaan KINDERBEGELEIDING Ronia Hitipeuw Theater voor alle leeftijden vanaf 12 jaar. Première: 2 augustus 2013. Speelperiode: 1 t/m 11 augustus 2013. Aantal voorstellingen: 9, waarvan 0 besloten schoolvoorstellingen. Aantal bezoekers: 709. Zaalbezetting: 98%
9
2.3
Goed Kwaad
Goed Kwaad is de derde theatervoorstelling die Artemis produceerde onder de noemer Wagenspel. Wagenspel is een educatief theaterproject, in 2011 ontstaan vanuit de wens om kinderen in het basisonderwijs een laagdrempelige en intensieve theaterervaring mee te geven. Kleinschalig en dicht op de huid. We brengen een voorstelling in een mobiele theaterwagen die naar dorpen en stadswijken rijdt en vlakbij scholen halt houdt. In de wagen is plaats voor twee klassen. Alle leerlingen die de voorstelling bezoeken, nemen deel aan twee workshops op school: een inleidende workshop die hen vertrouwd wil maken met het medium theater, en een afrondende workshop waarmee we al spelenderwijs terugblikken op de kijkervaring. Ruim elfduizend kinderen namen eerder al deel aan één van de eerste twee Wagenspel-edities voordat we in de zomer van 2013 startten met een derde productie.
Waar Wagenspel 1: Niemand is een aap vertrok vanuit het idee van de regisseur (Ted Keijser) en Wagenspel 2: ZINg! begon met een idee van de decorontwerper (Herbert Janse) startten we dit keer bij de schrijver die ook de eerste twee Wagenspelteksten voor zijn rekening nam: Erik-Ward Geerlings. Geerlings kwam met het gegeven van goed en kwaad, in zijn ogen een relevant onderwerp voor kinderen in de leeftijd van zes tot acht jaar. Goed Kwaad gaat over groepsgedrag, over machtsspelletjes op het schoolplein, over de baas spelen en over het verschil tussen liegen en doen alsof. Allemaal dingen die kinderen van een jaar of zeven al kennen en in hun dagelijkse leefwereld om zich heen zien gebeuren. Een man komt 54 ½ keer het toneel op. Het is dezelfde man, maar toch is hij ook steeds iemand anders. In Goed Kwaad speelt Niek in zijn eentje een klas vol pestkoppen en meelopers, uitdagers en uitlokkers, waaghalzen en lafbekken. In de klas mag heel veel niet, maar het meeste gebeurt toch, want in deze groep heeft nooit iemand het gedaan. En als alles gelogen is, dan is alles even waar.
Sanne Nouws (1986) regisseerde de voorstelling. Zij werd gekozen door Jetse Batelaan, die kort na zijn aantreden bij Artemis aanschoof bij de inhoudelijke gesprekken en haar heeft aangedragen. Sanne studeerde aan de Fontys Hogeschool Academie voor Drama in Tilburg, waar ze in 2008 haar diploma behaalde. In 2013 studeerde ze cum laude af aan de Regieopleiding van de Amsterdamse Toneelschool. Sanne maakt levensecht theater. Ze werkt graag met en vanuit een locatie en ziet het als haar taak als regisseur om een doelgericht, creatief onderzoeksproces te organiseren: “Ik weet wat ik wil vertellen en wat mij raakt, welke ervaring ik wil delen met het publiek. Maar ik kan en wil niet voorspellen hoe de creatie zich zal ontwikkelen.” In het samenwerken met ontwerpers, schrijvers en acteurs werkt ze zo collectief mogelijk. Voor Goed Kwaad werkte ze intensief samen met de jonge scenografe Liesje Knobel, die net als Sanne afgelopen jaar afstudeerde.
Goed Kwaad zal als productie worden hernomen in seizoen 2014-2015, het vervolg van het concept Wagenspel in de periode daarna echter is voorlopig onduidelijk. Aangezien Artemis met de komst van een nieuwe artistiek leider een inhoudelijke koerswijziging
10
doormaakt, besloten we met Goed Kwaad een voorlopig punt achter Wagenspel te zetten. Erik-Ward Geerlings schreef met zijn drie Wagenspelteksten feitelijk een trilogie die we nu hebben kunnen samenbrengen in een tekstbundel. Met deze teksten kunnen anderen er mee aan de slag gaan, al dan niet in onderwijsverband. De bundel werd in november gepubliceerd door Uitgeverij International Film & Theatre Books en is sindsdien te koop. We stuurden dit boek als kerstcadeautje naar alle scholen die Wagenspel in hun programma hebben gehad.
Erik-Ward Geerlings schreef een sprankelende tekst met meer dan een dozijn personages voor één acteur (Niek van der Horst) en een politieagent (Lottie de Bruijn). “Niek van der Horst stuntelt, sjeest, schuifelt, giechelt, trekt een grimas. Zijn motoriek wisselt van houterig naar smooth en van verlegen naar onbevreesd. Met een verbluffend gemak en geraffineerde subtiliteit speelt hij in zijn eentje een hele schoolklas,” zo schreef Brechtje Zwaneveld op theaterkrant.nl. Binnen de klas ging Geerlings’ aandacht vooral naar de tweestrijd tussen Frits, die zich “Dr. Elf” noemt, en Nieto. De manipulatieve Frits tracht de hele klas tegen de leerkrachten op te zetten. Nieto weigert dit spelletje mee te spelen, maar is ook de eerste die naar geweld grijpt, door Frits neer te slaan.
Goed Kwaad was voor schoolklassen een spannende voorstelling, omdat ze in een klas speelt en zo de leerlingen een spiegel voorhield, maar ook omdat ze daarbinnen alle gekende verhoudingen op zijn kop zette. Verdient Frits enige sympathie als slachtoffer van Nieto, of heeft Nieto voldoende redenen om het recht in eigen hand te nemen? De opkomst van de politieagent zorgde voor bijkomende morele consternatie. De vertegenwoordiger van het gezag bleek er niet voor terug te deinzen om op zijn beurt Frits hard aan te pakken. Voor te kleine kinderen was Goed Kwaad minder geschikt. In samenspraak met Kunstbalie besloten we uiteindelijk om de kleine reeks voorstellingen voor groepen 3 aan het eind van de tournee niet te spelen. De voorstelling werkte echter uitstekend voor kinderen van zeven jaar en ouder en slaagde er in om zogenaamd gekende waarheden op een even speelse als stoute manier in vraag te stellen. Voor regisseur Sanne Nouws was Goed Kwaad haar eerste professionele voorstelling na haar einddiploma te hebben behaald. Ze toonde zich als een doordacht en intelligent regisseur, die ervaren acteurs als Niek van der Horst en Lottie de Bruijn wist te inspireren. Met vormgeefster Liesje Knobel vormde ze een geslaagd duo. Uit de systematische omkering van het verwachte, op vormelijk zowel als inhoudelijk vlak, sprak in Goed Kwaad de invloed van Jetse Batelaan als coach.
TEKST Erik-Ward Geerlings REGIE Sanne Nouws SPEL Niek van der Horst, Lottie de Bruijn SCENOGRAFIE Liesje Knobel DRAMATURGIE Peter Anthonissen COACH Jetse Batelaan Theater voor alle leeftijden vanaf 7 jaar. Première: 27 september 2013. Speelperiode: 23 september t/m 21 november 2013.
11
Aantal voorstellingen: 61, waarvan 60 besloten schoolvoorstellingen. Aantal bezoekers: 3.251, waarvan 3.137 leerlingen basisonderwijs. Zaalbezetting: 94%. REPRISES
2.4. Niemand is een Aap Niemand is een aap werd in 2011 uitgebracht als eerste Wagenspel-voorstelling en speelde in het voorjaar van 2013 een derde speelreeks, voornamelijk voor scholen.
Regisseur Ted Keijser maakte destijds als eerste maker een voorstelling in de door ons tot rijdende theaterzaal omgebouwde trailer. Met zijn ambachtelijke aanpak en zijn achtergrond in commedia dell’arte en circus was Ted Keijser de aangewezen persoon om kinderen te verwonderen met het medium theater.
Niemand is een aap is een voorstelling die bol staat van de fantasie en het spelplezier. Doordat het jonge publiek aan weerszijden van het speelvlak zit, blijft de afstand tot de spelers zeer klein. Inhoudelijk heeft de voorstelling veel te bieden. Schrijver Erik-Ward Geerlings inspireerde zich op de familiegeschiedenis van Ted Keijser én op het Bijbelverhaal over Kaïn en Abel. Hij schreef een intens verhaal over de jaloezie tussen twee broers, die het beiden goed willen doen in het leven. Keijser wist deze vertelling op een verrassend luchtige en ontroerende manier vorm te geven. Opnieuw kregen alle kinderen die deze voorstelling via school bezochten, vooraf een theaterworkshop die er vooral op uit was hen zelf te laten spelen. Direct werd de link met de voorstelling gelegd. Dit keer was er geen afsluitende workshop. Inmiddels kenden we de werking van de voorstelling dermate goed dat een andere educatieve afronding, een themakrant die in de les door de leerkracht kon worden gebruikt, een prima alternatief bleek te zijn. TEKST Erik-Ward Geerlings REGIE Ted Keijser SPEL Charlotte de Moel, Heike Wisse, Sacha Muller VORMGEVING Herbert Janse KOSTUUMS Dorien de Jonge
Theater voor alle leeftijden vanaf 7 jaar. Première: 19 maart 2011. Speelperiode: 12 maart t/m 24 april 2013. Aantal voorstellingen: 46, waarvan 44 besloten schoolvoorstellingen. Aantal bezoekers: 2.297, waarvan 2.230 leerlingen basisonderwijs. Zaalbezetting: 89%.
12
2.5. Overige voorstellingen Naast bovengenoemde vier producties werd nog een tweetal voorstellingen die al langer op het repertoire staan eenmalig of voor een korte reeks hernomen:
Priemgeval (Prime) speelde in februari twee voorstellingen in Engeland. Deze voorstelling over de leeftijd van elf jaar speelt al enkele jaren op (inter)nationale festivals. Theatre Royal in Bath nodigde ons uit voor een jeugdtheaterfestival en organiseerde voor ons een tweede uitvoering in het South Bank Centre in Londen, eveneens in het kader van een jeugdfestival. Reis van een Rus, een aangrijpende voorstelling over het lot van een jonge Russische muzikant, werd in maart in Rijswijk gespeeld in het kader van een inspiratiedag van Dedicon, een organisatie die lectuur produceert voor mensen met een leeshandicap.
2.6. Overige activiteiten
Huiskamer Samen met Boulevard, Het Zuidelijk Toneel, Matzer Theaterproducties en Dans Brabant organiseerden we, in De Verkadefabriek, opnieuw een editie van De Huiskamer, waarin makers en maken centraal stonden. In negen edities brachten we telkens een beginnende maker die op het festival te zien was samen met een ‘meester’ die hem of haar inspireert of tot voorbeeld is. Zo kon het kleine maar geïnteresseerde festivalpubliek kennis maken met makers als Lucas De Man, Fabian Jansen en schrijfster Magne van den Berg, die in gesprek gingen met hun ‘voorbeelden’ Wim Opbrouck, Yolande Bertsch en Judith Herzberg. Dat alles onder de inspirerende en gedreven leiding van presentator Andrea van Pol. Stadstuin
Voor Theaterfestival Boulevard stelden we in augustus opnieuw onze stadstuin open als terras. Hier konden bezoekers van het festival even uitblazen en een hapje eten en een glaasje drinken. Dj’s luisterden de zomerse sfeer op en opnieuw was onze tuin een oase van rust én een inspirerende en ongedwongen ontmoetingsplek. Natuurlijk was dit de ‘openlucht-foyer’ voor Never Never Wonder en andere nabij gelegen voorstellingen in het festivalprogramma, maar vooral voor gezinnen was het the place to be - omdat kinderen zich naar hartenlust kunnen uitleven met speelgoed en zelfs in een heus zwembad.
13
2.7. Educatieve activiteiten Het jaar 2013 was opnieuw een bijzonder druk en goed jaar voor de educatieve activiteiten van Artemis. We verzorgden in totaal 412 workshops voor kinderen van basisscholen en jongeren in het voortgezet onderwijs en gaven twee inleidingen.
In verreweg de meeste gevallen stonden de workshops in het teken van een van de voorstellingen die we in 2013 speelden –vooral Wagenspelvoorstellingen. Voor de workshops van Goed Kwaad (Wagenspel 3) werkten we opnieuw nauw samen met de Fontys Academie voor Drama. Derdejaarsstudenten van deze opleiding bedachten en gaven - na een uitvoerige introductie in theatereducatie en onder begeleiding van de artistieke en educatieve afdeling van Artemis - workshops aan kinderen op school. Ook studenten aan de ArtEZ Hogeschool voor de kunsten werkten mee aan de educatie bij Bloedmooi en Zielsongelukkig en bij Niemand is een aap. Inmiddels beschikken we bovendien over een pool van professionele dramadocenten die voor Artemis en voor Het Zuidelijk Toneel veel dramalessen verzorgen. Zij namen een deel van de Goed Kwaad workshops voor hun rekening en verzorgden alle workshops voor Niemand is een Aap. We evalueerden beide Wagenspel-trajecten met de samenwerkingspartners Kunstbalie en Fontys. Via bezoeken aan lokale werkgroepen vooraf en na afloop was er een goed contact met schoolbestuurders en leerkrachten. Zij beoordeelden het project na afloop en gaven ons inzage in de ervaringen van de leerlingen die de voorstelling bezochten en deelnamen aan de workshops. De reflectie van scholen zelf is een belangrijk instrument dat helpt om toekomstige educatieve activiteiten vorm te geven.
Jongeren tussen 12 en 18 jaar bereikten we, voornamelijk in groepsverband, opnieuw via de vrije voorstellingen van Bloedmooi en zielsongelukkig. In samenspraak met de theaters zorgden we voor een goede balans tussen de reguliere theaterbezoekers en groepen scholieren. Om de individuele kijkervaring te bevorderen boden we scholen verschillende educatieve trajecten aan, zoals workshops en inleidingen. We pasten deze steeds aan het niveau en interesse van de leerlingen aan: VMBO, HAVO, VWO, maar ook MBOopleidingen maakten gebruik van het aanbod. Het klassieke thema sprak scholen aan. We legden de link naar beeldende kunst, naar mythologie en naar theatrale elementen. Voor een gymnasium in Breda bedachten we een hele dag die in het teken van de voorstelling stond, waaraan ook de eigen docenten een bijdrage leverden.
In samenwerking met Parktheater Eindhoven en Het Zuidelijk Toneel verzorgden we voor de derde keer workshops op een theaterdag voor een Eindhovense basisschool. Ook in Den Bosch verzorgden we workshops in het kader van SJOK- en UITLOKdagen, dagen in het teken van kennismaking met Bossche culturele instellingen voor VMBO en HAVO/VWO scholieren. Voor dergelijke workshops gebruikten we Artemis-voorstellingen als inspiratiebron, maar we zetten ze los van die voorstelling in, zodat ze dienen als een meer algemene theaterworkshop. Een goede mogelijkheid voor scholieren om op een actieve manier met ons werk kennis te maken. Ook met voortgezet onderwijs instellingen wisselden we van gedachten over de inhoudelijke voortgang van projecten en evalueerden we in vele gevallen de samenwerking.
14
2013 was ook het beginjaar voor de regeling Cultuureducatie met Kwaliteit. In Brabant hebben zowel provinciaal expertisecentrum Kunstbalie als B5 (de bureaus voor kunsteducatie van de vijf grote Brabantse steden) een aanvraag gedaan bij het Fonds voor Cultuurparticipatie en gehonoreerd gekregen. Theater Artemis is op een aantal manieren betrokken bij de opzet van deze regeling in Noord-Brabant. Zo nodigde Bureau Babel (één van de B5-instellingen) ons uit om een theaterroute te helpen ontwikkelen voor leerkrachten. Een korte cursus die leerkrachten uit het basisonderwijs handvaten geeft om met hun klas theater te kunnen bezoeken, te bekijken en na te bespreken. In 2013 ontwikkelden we deze route voor bovenbouwleerkrachten en voerden we deze voor de eerste keer uit. In de komende jaren gaan we verder voor midden- en onderbouw.
Kunstbalie vroeg ons om in het kader van Cultuurloper (de naam van het Cultuureducatie met Kwaliteit-project) na te denken wat wij, als Brabantse culturele instelling, graag zouden willen ontwikkelen in relatie tot het onderwijs. Het kon gaan om een meerjarige samenwerking met één school of juist om een eenmalig project met een langdurige en brede uitwerking. We bedachten hiervoor twee projecten. In het eerste project willen we op termijn met een Brabantse basisschool in een aantal weken een nieuw geloof uitvinden: met alle leeftijden in verticale werkgroepen, geleid door kunstenaars uit verschillende disciplines en met een processie als slotmanifestatie. We leggen alle vorderingen minutieus vast en ontwikkelen we zo een projectmethode die kan worden overgedragen naar andere scholen, met andere samenwerkende kunstenaars. Het tweede project heeft als doel de deskundigheid van leerkrachten te bevorderen en wil hen zelf in staat stellen dramalessen te verzorgen, als voorbereiding op het bezoeken van een voorstelling. We zetten onze expertise in en trainen de leerkrachten die via Kunstbalie met hun klas een theatervoorstelling gaan bezoeken.
In 2014 worden deze projecten verder uitgewerkt en wordt hiervoor hopelijk snel het startsein gegeven.
In het kader van de samenwerking met Kunstbalie en Het Zuidelijk Toneel startten we gesprekken over Got2Act, een project waarbij HZT en Artemis gezamenlijk een hele dag neerstrijken op een middelbare school en daar theater centraal stellen. Met een voorstelling die de gezelschappen beurtelings produceren maar ook met inleidingen, workshops, guerrilla’s, koppelingen met andere vakken et cetera. De pilotfase voor dit project vindt plaats in het voorjaar van 2014. In het voorjaar van 2015 komt Got2Act volledig van de grond.
15
3. Spreiding en publieksbereik in 2013
PUBLIEKSBEREIK De zaalbezettingsgraad was met 68,5% in 2013 lager dan in 2012 (73,7%). Dit had vooral te maken met de lage bezetting van de middenzaalvoorstelling Bloedmooi en zielsongelukkig (48%). Gemiddeld was deze tournee minder goed bezocht dan bijvoorbeeld de reprise van Woeste hoogten, rusteloze zielen in het zelfde circuit (in 2012: 72%). De Wagenspelvoorstellingen waren vanzelfsprekend goed bezet, vanwege het feit dat er bijna exclusief schoolvoorstellingen van werden gegeven. Ook de festivalproductie Never Never Wonder was zo goed als volledig uitverkocht. We bereikten minder publiek dan vorig jaar (10.742 tegenover 18.636) en minder dan we gemiddeld voor de komende periode verwachten (15.589). Dit heeft vooral te maken met het feit dat slechts één voorstelling een theatertournee kende, die relatief kort speelde (Bloedmooi en zielsongelukkig, 27 uitvoeringen). De meeste voorstellingen speelden in ons mobiele theater die slechts een capaciteit kent van 55 á 60 bezoekers. Festivalvoorstelling Never Never Wonder speelde ook een korte reeks voor een kleine capaciteit. Dat we in het najaar geen theatertournee planden, had ook te maken met de wisseling van de wacht op het gebied van artistieke leiding. Liever wilden we de handen vrij houden om op basis van de nieuw in te zetten koers volop uit te pakken in theaters en op festivals, met ingang van 2014. De output in de tweede helft van het jaar was om die reden kleiner dan in het verleden en kleiner dan de komende jaren het geval zal zijn. Door minder dan gemiddeld tourneevoorstellingen te spelen in Nederland en Vlaanderen, bereikten we vooral daar – buiten onze regio – minder bezoekers dan verwacht. Met de verwachting komende jaren fors meer buiten de regio te spelen dan in 2013, zal ook ons publieksbereik daar veel groter kunnen zijn.
AFZET EN SPREIDING De spreiding van voorstellingen in 2013 laat zien dat we maar liefst 86% van onze voorstellingen in de Provincie Noord-Brabant, inclusief de standplaats ’s-Hertogenbosch, speelden. 11% speelden we in de rest van Nederland en 3% in het buitenland. Ook dat heeft uiteraard te maken met het feit dat Artemis veel minder dan anders te zien was op de podia. De speelbeurten in de eigen regio zijn voor het overgrote deel besloten schoolvoorstellingen. In komende jaren, wanneer we opnieuw meer reizen door Nederland en Vlaanderen en meer op festivals te zien zullen zien, zullen we een spreidingsbeeld zien dat beter klopt bij onze verwachting: 20% in ’s-Hertogenbosch, 40% in de rest van de Provincie Noord-Brabant, 25% in de rest van Nederland en 15% in het buitenland.
16
De afzet van vrije voorstellingen aan podia verliep in 2013 minder dan in de jaren hiervoor. De middenzaalproductie Bloedmooi en zielsongelukkig, een vierde in een rij van overwegend succesvolle onverwoestbare verhalen voor een gemengd publiek van theaterbezoekers en jongeren, werd minder goed afgenomen tegen minder gunstige financiële voorwaarden. Het bleek lastiger om redelijke prijsafspraken te maken en we hoorden vaak dat er voor jeugd- en jongerenprogrammering steeds minder ruimte en budget is. Voor een deel verklaren we de moeizame afzet en publieksbereik ook door de wisseling van de wacht van artistiek leider. Het succes van de afgelopen jaren was gefundeerd op de artistieke koers die Floor Huygen vanaf 2005 had ingezet, een koers die vooral de laatste jaren haar vruchten begon af te werpen. Seizoen 2012-2013 was een overgangsseizoen waarin Artemis op weg ging naar een toekomst die noodzakelijkerwijs nog niet helder was. Wel moet worden opgemerkt dat we veel goodwill proefden bij afnemers, die Artemis ook los van de artistieke koers als betrouwbaar partner zien die garant staat voor aanbod van hoge kwaliteit. Op de komst van Jetse Batelaan werd door podia, festivals en andere instellingen waarmee we werken overigens zeer positief gereageerd, men ziet de toekomst van Artemis onder zijn leiding met veel vertrouwen tegemoet.
We speelden weinig internationaal. Door het grote aandeel van Wagenspel speelden we vooral in onze eigen regio. Ondanks de tekst van Jeroen Olyslaegers vonden Vlaamse afnemers Bloedmooi en zielsongelukkig ‘niet Vlaams genoeg’ om op te nemen in hun aanbod – terwijl we Woeste hoogten, rusteloze zielen in twee tournees 28 keer in België opvoerden, 35% van het totaal aantal voorstellingen. Op de twee uitvoeringen van Priemgeval in Groot-Brittannië na speelden we niet buiten het Nederlandse taalgebied. Eerdere jaren was Artemis met grote regelmaat te zien op buitenlandse festivals. Ook hier speelt de overgang op artistiek gebied een rol. Internationale partners zagen een Artemis dat inhoudelijk aan het veranderen was en namen een meer afwachtende houding aan. Het gezelschap ondertussen besloot als eerste nationaal en regionaal een begin te maken met het uitzetten van een nieuwe koers. In komende jaren zullen zich, zeker gezien de internationale reputatie van Batelaan, opnieuw veel kansen in het buitenland voordoen. De afzet van schoolvoorstellingen in het kader van Wagenspel, aan bemiddelingsinstanties en marktplaatsen in Noord-Brabant, bleek opnieuw buitengewoon gunstig. Het in de ogen van velen bijzondere en effectieve concept van Wagenspel wekt een grote en groeiende belangstelling. Kunstbalie bood Wagenspel 1 een derde keer aan en ging met ons opnieuw in zee voor Wagenspel 3 (Goed Kwaad).
PRESTATIEOVERZICHT Het prestatie-overzicht is overgenomen uit de jaarrekening en hanteert het model dat het Ministerie van OCW heeft vastgesteld. In dit overzicht staan de verwachte prestaties vermeld (kolom Activiteitenplan) naast de daadwerkelijke resultaten op dit vlak.
17
2013 Aantal
Activiteitenplan Aantal bezoeken
Aantal
Aantal bezoeken
Totaal aantal producties
6
10.742
4
15.589
Nieuwe eigen producties
3
7.892
3
3
2.850
1
Totaal aantal uitvoeringen
146
10.742
130
15.589
Waarvan in de standplaats
32
2.344
22
2.975
Waarvan buiten de standplaats*
110
7.635
89
9.311
Waarvan in het buitenland
4
763
19
3.303
Aantal schooluitvoeringen**
104
5.421
63
5.231
Aantal schooluitvoeringen PO
104
5.421
58
4.020
5
1.211
Waarvan grote zaal (vanaf 400 zitplaatsen) Reprises Waarvan grote zaal (vanaf 400 zitplaatsen) Nieuwe co-producties Waarvan grote zaal (vanaf 400 zitplaatsen) Reprise co-producties Waarvan grote zaal (vanaf 400 zitplaatsen)
Aantal schooluitvoeringen VO Aantal jeugduitvoeringen
42
5.321
68
10.358
Totaal aantal uitvoeringen per productie
24
1.790
33
3.897
Totaal aantal educatieve activiteiten
412
10.265
294
7.574
Lezingen en inleidingen
2
35
0
0
* Ter aanvulling: de aantallen uitvoeringen buiten de standplaats kunnen als volgt worden uitgesplitst: Regio Noord-Brabant
94
5.549
60
4.264
Rest van Nederland
16
2.086
30
5.047
Totaal
110
7.635
89
9.311
** Ter aanvulling: de aantallen schooluitvoeringen kunnen als volgt worden uitgesplitst: Standplaats
15
727
7
905
Regio Noord-Brabant
89
4.694
50
3.111
Rest van Nederland
0
0
4
859
Buitenland
0
0
2
356
Totaal
104
5.421
63
5.231
18
KOPPELING MET SUBSIDIEVOORWAARDEN In de periode 2013-2016 heeft Theater Artemis te maken met een aantal verschillende prestatie-eisen, die de (meerjarige) subsidienten als subsidievoorwaarden stellen. Deze zijn gebaseerd op het herziene meerjaren-activiteitenplan. Ministerie van OCW: Gemiddeld aantal bezoeken totaal: Gemiddeld aantal bezoekende scholieren totaal: Waarvan scholieren PO: Waarvan scholieren VO:
15.589 5.231 4.020 1.211
Provincie Noord-Brabant: Artemis, als ontvanger van subsidie voor de functie Productie gericht op jeugd, gericht op de sector Theater, dient in de periode 2013-2016 jaarlijks: - Tenminste twee nieuwe producties te realiseren, - Samen te werken met meerdere presenterende instellingen en met primair- en voortgezet onderwijsinstellingen in de provincie Noord-Brabant. Gemeente ’s-Hertogenbosch: Indicatoren voor 2013: - Aantal voorstellingen in ’s-Hertogenbosch: 28 - Aantal bezoekers in ’s-Hertogenbosch: 3.300 N.a.v. deze prestatie-eisen valt op te merken dat het aantal bereikte scholieren in het voortgezet onderwijs nihil is. Het gaat hier echter alleen om schoolbezoek in besloten uitvoeringen. Met de Bloedmooi en zielsongelukkig bereikten we groepsgewijs wel degelijk veel middelbare scholieren (ruim 700). Deze tellen mee als publiek van de vrije voorstellingen (‘jeugduitvoeringen’). We verwachten in komende jaren met regelmaat besloten schoolvoorstellingen te geven voor het voortgezet onderwijs. Het totaal aantal bezoekers was in 2013 lager dan verwacht. De redenen hiervoor zijn uitgelegd onder Publieksbereik.
Het aantal bezoekers in ’s-Hertogenbosch was iets lager dan verwacht, terwijl we juist meer voorstellingen in onze standplaats speelden dan gedacht. Ook dat had te maken met het feit dat de capaciteit van veel van onze voorstellingen beperkt was – de meeste voorstellingen in ’s-Hertogenbosch gaven we in ons mobiele theater of in onze kleine theaterzaal (tijdens Boulevard).
Er is geen aanleiding om te verwachten dat we in de komende jaren de prestatie-eisen over de periode 2013-2016 niet zullen realiseren. Met ingang van 2014 zullen we een inhaalslag maken t.a.v. de niet-behaalde prestaties in 2013.
19
4. Financieel verslag / jaarrekening 2013 4.1. Toelichting op het financieel resultaat INLEIDING In november 2012 werd de begroting 2013 door de Raad van Toezicht vastgesteld. Deze begroting was gebaseerd op de herziene gemiddelde meerjarenbegroting 2013-2016 zoals ingediend bij Ministerie van OCW en Provincie Noord-Brabant en liet een tekort zien van ruim 73.000 euro. Met ingang van de nieuwe kunstenplanperiode nam het budget van Artemis af met bijna 25%, door een gedeeltelijke subsidiebeëindiging van ruim 2 ton. Het jaar 2013 was een overgangsjaar in die zin dat de ambities in het beleidsplan met ingang van dat jaar naar beneden werden bijgesteld, wat ook een personele reorganisatie inhield. Er was aan het eind van 2012 nog geen duidelijk zicht op dekking van de kosten die met deze reorganisatie gepaard gingen.
Ook de activiteiten, zoals in het beleidsplan geformuleerd, moesten worden bijgesteld. We planden minder producties en minder voorstellingen, de tijd tussen premières door zou gemiddeld langer worden. Het was nauwelijks mogelijk om deze bijstelling al per direct door te voeren: de grote middenzaalproductie Bloedmooi & Zielsongelukkig was al lang gepland en stond op het punt te worden uitgebracht, ook voor andere producties, zoals een nieuwe reeks Wagenspelvoorstellingen voor basisscholieren in Noord-Brabant, waren al geruime tijd afspraken gemaakt.
De wisseling van de wacht op het terrein van de artistieke leiding was ook van invloed op het activiteitenplan. Waar mogelijk pasten we de omvang van geplande producties in 2013 aan, zonder in te leveren op kwaliteit. Zo ontstond ruimte voor nieuwe initiatieven in 2014 die de signatuur van Jetse Batelaan dragen. Een aantal van deze activiteiten werden in 2013 al voorbereid en al deels bekostigd.
Een transitiesubsidie van de Gemeente ’s-Hertogenbosch en frictiesubsidie van het Ministerie van OCW zorgden ervoor dat 2013 geen jaar van stilstand werd. Mede dankzij deze middelen werden de reorganisatie en de bijstelling van het plan succesvol doorgevoerd en konden we onze positie – vooral in de stad – stevig op peil houden. Aan het eind van het jaar lagen we op koers met het opbouwen van een ‘nieuw’ Theater Artemis. De jaarrekening 2013 werd op 21 maart 2014 goedgekeurd door de Raad van Toezicht.
20
LASTEN
A.
Beheerslasten (106% t.o.v. de begroting)
1. Personeel (106% t.o.v. de begroting) Salarissen vallen hoger uit door het uitkeren van beëindigingsvergoedingen die verband houden met de reorganisatie per 1 juli 2013. De werkgeverslasten (sociale premies en pensioenpremies) vielen echter lager uit dan verwacht. Premies voor de verzuimverzekering verliepen overigens eerst via het pensioenfonds maar worden nu direct afgedragen (opgenomen onder overige personeelskosten). 2.
Materieel (105% t.o.v. de begroting)
Huisvestingkosten: het onderhoud aan gebouw en techniek valt hoger uit door investeringen in de foyer en door de aanschaf van (vervangende) apparatuur en gereedschappen t.b.v. de werkplaats. Onderhoudscontracten voor installaties zijn gestegen ten opzichte van eerdere jaren. Kantoorkosten: door overstap van zowel vaste als mobiele telefonie zijn besparingen gerealiseerd op telefoonkosten. (Juridische) adviezen in verband met de reorganisatie (frictiekosten) zijn gestegen in verband met de reorganisatie vorig jaar. Een aantal meevallers staat in de overige algemene bedrijfslasten opgenomen, zoals een nagekomen premiekorting op pensioenen. B.
Activiteitslasten (102% t.o.v. de begroting)
1.
Personeel (102% t.o.v. de begroting)
Voor het vaste personeel (1,7% lager dan begroot) geldt grotendeels hetzelfde als bij het personeel beheer: door het uitkeren van beëindigingvergoedingen zijn de brutosalarissen hoger, de werkgeverspremies daarentegen vallen iets lager uit dan verwacht. De totale salariskosten artistieke leiding waren wel iets hoger dan begroot. De arbeidsovereenkomst van Batelaan werd bijna het gehele jaar uitgebreid met 0,1 fte, wat mogelijk werd gemaakt door detachering aan derden.
De kosten voor tijdelijke personeel zijn nagenoeg gelijk aan de begroting, maar binnen de verschillende producties valt een aantal verschuivingen op. Met de voorstellingen die gepland stonden ten tijde van het vaststellen van de begroting waren uiteindelijk minder kosten gemoeid. Kosten voor gastregie Bloedmooi & Zielsongelukkig (december 2012-januari 2013) werden volledig voldaan in boekjaar 2012, terwijl deze deels wel in 2013 werden begroot. De personeelskosten voor Never Never Wonder waren lager dan begroot, door het terugbrengen van de omvang van deze zomerproductie. Het artistieke team was kleiner, we werkten niet met twee acteurs maar met één acteur en een aantal kinderen. De personeelskosten voor Goed Kwaad waren iets hoger - aanvankelijk planden we een cast van één speler, een tweede speler bleek toch
21
essentieel. Per saldo bespaarden we bijna 14% op loonkosten voor de producties die tijdens de vaststelling van de begroting in november 2012 gepland stonden. Hiertegenover staan intensiveringen die ongeveer eenzelfde omvang hebben van producties die later werden toegevoegd aan het activiteitenplan: korte reprises (Priemgeval en Reis van een Rus) en drie (co-) producties die begin 2014 uitkomen en al repetitie- en voorbereidingstijd hebben eind 2013 (De dag dat de papegaai zelf iets wilde zeggen, Bekdichtzitstil en De man die alles weet). 2.
Materieel (102% t.o.v. de begroting)
Wat betreft vaste kosten valt op te merken dat de algemene marketingkosten ca. 20% hoger uitvielen dan begroot. Er werden meer uitgaven gedaan in verband met een uitgebreide seizoenscampagne. Hiermee werd de komst van Jetse Batelaan gelanceerd en werden de producties van het nieuwe seizoen 2013-2014 onder de aandacht gebracht. Deze meerkosten werden deels bekostigd vanuit een in 2012 opgebouwde buffer, in dat jaar bracht Artemis geen seizoensbrochure uit.
Wat voor de personele productiekosten geldt, geldt grosso modo ook voor de materiële productiekosten: de totale kosten voor producties die gepland stonden op 1 januari vielen ruim 25% lager uit, ruim 50.000 euro. Voor Bloedmooi & Zielsongelukkig (première januari 2013) geldt dat een groot deel van de begrote voorbereidingskosten al zijn gemaakt in boekjaar 2012. Productiekosten voor Never Never Wonder pakten lager uit door een kleinere opzet en kortere speelperiode, en door efficiënter te plannen qua vervoer en verblijf konden de kosten van Wagenspelproducties Niemand is een Aap en Goed Kwaad beperkt blijven. Educatiekosten voor Goed Kwaad waren hoger door het publiceren van een tekstbundel van alle Wagenspelteksten. Deze publicatie was voor fondsen een belangrijk argument om opnieuw bij te dragen aan een Wagenspelproject. Ongeveer hetzelfde bedrag als de besparing op geplande producties werd lopende het jaar besteed aan nagekomen korte reprises (Priemgeval en Reis van een Rus) en vooral aan de voorbereiding en eerste repetitieperiode van voorstellingen die in 2014 worden uitgebracht. Het gaat hier om productiekosten voor De man die alles weet, co-productie met Maas TD in regie van Jetse Batelaan die ten tijde van de begroting nog niet gepland was. De dag dat de papegaai zelf iets wilde zeggen kende daarnaast een eerste repetitiefase in het najaar en ook voor Bekdichtzitstil (première februari 2014) zijn eerste productiekosten gemaakt. De inkoop horeca – vooral tijdens Festival Boulevard - pakte twee keer zo hoog uit, maar tegelijk was er sprake van een meer dan verdubbeling van de horeca-opbrengsten. Tenslotte staan onder de overige productiekosten enkele nagekomen kosten opgenomen voor producties in eerdere jaren.
22
BATEN
A.
OPBRENGSTEN (124% t.o.v. de begroting)
De publieksinkomsten vielen ruim 14% lager uit. Belangrijke oorzaak hiervoor was de tegenvallende opbrengsten voor Bloedmooi & Zielsongelukkig. De uitkoopsommen waren lager en met 48% was de zaalbezetting aanzienlijk lager dan van vergelijkbare middenzaalproducties die Artemis in de afgelopen jaren uitbracht, terwijl we nu vaker op partagebasis speelden. Een andere reden was dat Never Never Wonder slechts op één zomerfestival te zien was – Theaterfestival Boulevard – en dus minder opbracht. Tegenover de tegenvallers staan de opbrengsten van speelbeurten van Priemgeval en Reis van een Rus, die later gepland werden. De horeca opbrengsten vallen hoger uit vooral door de succesvolle editie van de Artemis stadstuin in augustus, tijdens Boulevard. Ook zijn er coproductiebijdragen die we ontvingen van partners die met ons de Huiskamer organiseerden, tijdens Boulevard 2012. Vooral de vergoedingen voor uitleen van personeel zorgen voor fors hogere indirecte opbrengsten. Dit heeft vooral te maken met detacheringen van artistiek leider Jetse Batelaan, die in januari 2013 aantrad maar nog het gehele jaar veel activiteiten voor derden verrichte. Ook verzorgde Artemis voor Gemeente ’s-Hertogenbosch het beheer van het naburige Pand 18, waar ruimtes worden verhuurd voor repetities, cursussen en festivals. Ook de verhuur van de eigen ruimtes leverden meer op dan begroot. In 2013 zijn we begonnen meer werk te maken van het exploiteren van onze theaterzaal en repetitiestudio, voor theaterverenigingen en festivals maar ook voor commerciële partijen. B.
BIJDRAGEN (110% t.o.v. de begroting)
De meerjarige subsidies zijn nagenoeg gelijk aan de begroting. De incidentele publieke bijdragen zijn gestegen door de transitiesubsidie van de Gemeente ’s-Hertogenbosch van 44.000 euro en de frictiesubsidie van Ministerie van OCW van ruim 56 duizend euro. Beide subsidies zijn volledig aangewend voor de doelen waarmee ze toegekend zijn. De incidentele private bijdragen vallen ca. 15% lager uit dan verwacht. Deze bijdragen hadden alle tot doel de educatieve omkadering van de productie Goed Kwaad (Wagenspel 3) en de publicatie van een Wagenspel-tekstbundel te steunen.
4.2. Eigen inkomsten
In 2013 heeft Artemis € 201.510 aan eigen inkomsten behaald. In relatieve zin (ten opzichte van het totaal aan structurele subsidies) bedraagt het eigen
23
inkomstenpercentage afgelopen jaar: 22,2%, hoger dan de norm die aan het begin van 2013-2016 gold en ook hoger dan de norm waar Artemis aan het eind van dit kunstenplan aan moet voldoen (21,5%). De eigen inkomsten bestaan voor 2/3 deel uit directe inkomsten, met name publieksinkomsten uit voorstellingen, educatieve activiteiten en horeca-opbrengsten. Ongeveer een kwart van de eigen inkomsten bestaat uit indirecte opbrengsten. Het gaat hier om opbrengsten uit zaalverhuur en uit detachering van personeel. Het resterende deel (ca. 8%) is afkomstig uit private financiering.
Naar verwachting zal Artemis volgend jaar tenminste evenveel eigen inkomsten realiseren. Een groter aandeel van de inkomsten zal dan bestaan uit directe publieksinkomsten, vanwege de aard en omvang van het activiteitenplan 2014.
4.3. Risicobeheersing
Bij de planning van activiteiten gaat Artemis uit van het meerjarenbeleidsplan 20132016, waarin een gemiddelde output van verschillende soorten producties is aangegeven. Middels de meerjarige subsidies is grotendeels al dekking gevonden voor de jaarlijkse activiteitenplannen met bijbehorende begrotingen. Daarnaast moet het gezelschap zich inspannen om de begrote eigen inkomsten, waaronder opbrengsten uit kaartverkoop, zaalverhuur, private financiering en andere bronnen, te realiseren. Uiteraard zijn deze inkomsten minder zeker en zijn ze sterk gebonden aan activiteiten. Definitieve projectbegrotingen en –planningen worden echter pas vastgesteld wanneer daar voldoende dekking voor is gevonden. De resultaten van de verkoop van voorstellingen zijn vaak minimaal een half jaar voor aanvang van de productie bekend en kunnen de uiteindelijke opzet van een productie nog beïnvloeden.
Aan de kostenkant zijn deugdelijke interne procedures afgesproken om binnen vastgestelde budgetten te opereren - beperkte onvoorziene en noodzakelijke uitgaven daargelaten. De werkelijke opbrengsten van activiteiten zijn goed in te schatten, aangezien nog veel voorstellingen op basis van vooraf overeengekomen uitkoop- of garantiesommen worden gespeeld. Momenteel is minder dan 10 procent van de publieksinkomsten afkomstig uit recettes of partages, wat het risico goed beheersbaar maakt. Artemis maakt telkens bij het vaststellen van projectbegrotingen een bescheiden raming van deze variabele opbrengsten om tegenvallers op voorhand op te vangen. Door op deze manier financiële risico’s beheersbaar te houden kan worden voorkomen dat eventuele tegenvallers leiden tot een bijstelling van toekomstige projecten.
In de loop van 2014 zal Artemis stappen zetten om structureel meer externe financiering te genereren. Daarmee kan het verdienmodel meer in balans komen en is de stichting minder kwetsbaar voor tegenvallende financiering van projecten.
24
4.4. Toelichting op de balans ACTIVA De materiele vaste activa zijn afgenomen als gevolg van de afschrijvingen. Op het vlak van videotechniek is er investering van een nieuwe videocamera gedaan aangezien de oude aan vervanging toe was. De vorderingen zijn afgenomen en bestaan vooral uit een klein aantal debiteuren en vorderingen van fondsengelden. De liquide middelen zijn iets gestegen. Belangrijk om te vermelden is dat Artemis in 2013 is overgestapt van Deutsche Bank naar ABN AMRO bank. Deutsche Bank gaf aan niet langer MKB-klanten te willen hebben, waarop we terugkeerden bij ABN AMRO. PASSIVA De kortlopende schulden zijn afgenomen ten opzichte van vorig jaar, met name door het voldaan van een aantal uit eerdere jaren nog te betalen kosten en door een lager saldo aan openstaande crediteuren.
Van het positieve resultaat werd 56% toegevoegd aan de algemene reserve die hiermee toenam tot een bedrag van € 50.760. Conform de subsidievoorwaarden van het Ministerie van OCW werd 44% - te weten het aandeel van het subsidie OCW van de totale baten – toegevoegd aan een nieuw bestemmingsfonds OCW (voor de periode 20132016). Een klein saldo van 4.326 euro staat conform de regelgeving in een apart bestemmingsfonds OCW 2009-2012 aangezien deze reserve werd opgebouwd in de vorige beleidsperiode.
5. Partners en relaties
Theater Artemis werkte afgelopen jaar op structurele basis samen met een aantal ‘spelers’ in de eigen regio: • Podia en festivals: De Verkadefabriek (kerngezelschap), Theaterfestival Boulevard (artistieke partner), Parktheater Eindhoven, Chassé Theater Breda, Theaters Tilburg en de NweVorst Tilburg (kernpodia) • Educatie: Kunstbalie (Noord-Brabant), Bureau Babel (’s-Hertogenbosch), Centrum voor de Kunsten Eindhoven • Culturele instellingen in ’s-Hertogenbosch, verenigd in directieoverleg DOCIS • Regionale partners in de Basisinfrastructuur en de Brabantse culturele hoofdstructuur, binnen C10: lid van deze vereniging in oprichting voor kunst en cultuur in Brabant • Samenwerkingsprojecten met podiumkunstinstellingen in de regionale BIS: Het Zuidelijk Toneel, De Stilte
25
•
Opleidingen: samenwerkingsverband met Fontys Academie voor Drama (Tilburg) – stageplaatsen dramadocenten
Op nationaal niveau: • Lid van Nederlandse Associatie voor Podiumkunsten, lid en deelvoorzitter van Platform jeugdproducenten, lid van de cao commissie theater (KAV) • Lid van KIJKUIT, collectief marketingplatform voor jeugdproducenten, lid van de kopgroep • Lid van Kunsten ’92 • Kernpodia en festivals: partner van Theater Bellevue (Amsterdam), Theater de Krakeling (Amsterdam), Rotterdamse Schouwburg, Stadsschouwburg Utrecht, Tweetakt Festival (Utrecht), Theater aan het Spui (Den Haag), Oerol Festival (Terschelling) • Samenwerkingsverband met Toneelacademie Maastricht (o.a. gastlessen en stageplaatsen), Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten (gastregie, mentorschap) en ArtEZ Arnhem (stageplaatsen educatie en dramadocent)
26
6. Personele organisatie Het subsidieverlies noodzaakte het bestuur van de stichting tot een personele reorganisatie die op 1 juli 2013 werd doorgevoerd. Ten opzichte van het beleidsplan 2013-2016 nam de organisatie structureel af van 10,3 naar 8,5 fte. De vaste personele bezetting bestond vorig jaar uit 8,7 fte. In 2014 zal de formatie nog afnemen aangezien pas dan een volledig jaar wordt gewerkt met een kleinere vaste bezetting.
Samenstelling vaste personele bezetting per 31 december 2013: BEHEER
2,6 fte
ACTIVITEITEN
6,1 fte
ZAKELIJKE LEIDING / BESTUURDER: Maurice Dujardin SECRETARIAAT EN ADMINISTRATIE: Remke van der Hilst GEBOUWBEHEER: Henk Claassen HUISHOUDING: Dorrie van de Griendt ARTISTIEKE LEIDING / BESTUURDER: Jetse Batelaan DRAMATURG: Peter Anthonissen MARKETING EN VERKOOP: Annemiek de Goey PUBLICITEIT: Faye Danaë Leijtens EDUCATIE: Erica van de Kerkhof PRODUCTIELEIDING: Marijn van Raak TECHNIEK EN DECORBOUW: Dik Beets TECHNIEK: Maarten Blom Totaal
6.1. Beloningsbeleid
0,9 fte 0,7 fte 0,6 fte 0,4 fte
1,0 fte 0,6 fte 0,9 fte 0,6 fte 0,6 fte 0,8 fte 0,8 fte 0,8 fte 8,7 fte
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Stichting Theater Artemis is een rechtspersoon die jaarlijks een totale subsidie ontvangt die meer dan 50% bedraagt van de totale inkomsten. Daarmee valt de stichting onder de WNT. Het beloningsbeleid dat de Raad van Toezicht heeft vastgesteld bepaalt de salarissen van het met de dagelijkse leiding belast bestuur alsmede de vergoedingen die leden van de Raad van Toezicht kunnen ontvangen.
27
Theater Artemis is voor het beloningsbeleid van haar medewerkers gehouden aan de cao Nederlands Theater. Alle werknemers met uitzondering van het bestuur (als directie) ontvangen een salaris conform de afspraken gemaakt binnen deze cao. De salariëring van het bestuur volgt een interne richtlijn die in principe is gebaseerd op inschaling binnen schaal 9 van de cao. Het salaris en vergoedingen die het bestuur ontvangt staan vermeld in de jaarrekening en vallen binnen de wettelijke normen die zijn vastgelegd in de WNT. Buiten het bestuur zijn er binnen de stichting geen topfunctionarissen werkzaam. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
7. Toekomstige ontwikkelingen In 2014 vervolgt Artemis de ontwikkeling van een nieuwe inhoudelijke koers. Aan het begin van dat jaar heeft Jetse Batelaan niet langer verplichtingen elders en kan hij zich volledig richten op het artistiek leiderschap van zijn gezelschap. Dat begint met De Man die alles weet, een coproductie met Maas Theater en Dans uit Rotterdam, voor iedereen vanaf vier jaar (première 31 januari 2014, tournee tot 28 mei). Direct daarna pakt Batelaan de repetities voor De dag dat de papegaai zelf iets wilde zeggen op, na in oktober-november 2013 hier al een eerste reeks aan gewerkt te hebben. Deze voorstelling, voor alle leeftijden vanaf veertien jaar, is Jetse’s debuutvoorstelling bij Theater Artemis en gaat op 4 april 2014 in première in De Verkadefabriek in ’s-Hertogenbosch. De dag dat de papegaai zelf iets wilde zeggen speelt vervolgens tot 4 mei ruim twintig voorstellingen en zal worden hernomen in het seizoen 2014-2015.
In de tijd daartussen gaat een andere voorstelling in première: Bekdichtzitstil, een coproductie met Theater Antigone uit Kortrijk (B). Deze voorstelling over drukke en onhandelbare kinderen voor iedereen vanaf acht jaar gaat op 14 februari 2014 in première en speelt ruim 75 voorstellingen in Nederland en Vlaanderen, waarvan ongeveer de helft besloten schoolvoorstellingen. Qua aard en opzet komt deze productie voort uit de vorige artistieke koers van het gezelschap, maar toch past deze om een aantal redenen goed bij het soort theater dat we ons voor de toekomst kunnen voorstellen.
De tweede helft van het seizoen 2013-2014 is daarmee intensief te noemen: we spelen tussen januari en juli ongeveer even veel voorstellingen als we gemiddeld in deze periode jaarlijks verwachten te spelen. De verkoop voor het seizoen daarna is bij schrijven van dit verslag niet niet afgerond. We spreken de verwachting uit ook in dat seizoen voldoende voorstellingen te verkopen, naar verwachting komen we uit op tenminste 140 voorstellingen van drie producties, waarvan twee reprises. Wat dit betekent voor de verwachte publieksinkomsten in 2014-2015 is momenteel nog niet helemaal duidelijk. Wel kan worden opgemerkt dat de financiële voorwaarden die we overeenkomen met
28
podia gemiddeld ongunstiger zijn, we spelen vaker op basis van partage met een relatief lage garantiesom. We houden de vinger aan de pols wat betreft deze ontwikkelingen en zullen hier op verschillende manieren met regelmaat aandacht aan besteden. In persoonlijke gesprekken met programmeurs van festivals en podia bespreken we de nieuwe koers van Artemis maar ook de voorwaarden waaronder zij onze voorstellingen afnemen. De positie van Artemis in het podiumkunstenbestel zal gaan verschuiven, volgend op de inhoudelijke koerswijziging. In het voorjaar van 2014 herformuleren we onze toekomstige activiteiten en stellen we op dit vlak ons meerjarenbeleid bij. Ook op het niveau van educatie ontwikkelt ons gezelschap zich. Onze educatieve aanpak moet zich opnieuw gaan verhouden tot onze inhoudelijke identiteit, reden om op korte termijn hiertoe nieuw beleid uit te werken en in werking te stellen. Bijstellingen maken we bewust binnen de context van externe ontwikkelingen, zowel in de markt van het onderwijsveld als in de markt van podia en festivals. Immers de sector waarin Artemis werkzaam is maakt een enorme ontwikkeling door en maakt dat de toekomst verre van voorspelbaar is. Over de veranderingen die we (willen gaan) doormaken gaan we op constructieve wijze in gesprek met stakeholders. Daarmee doelen we als eerste op de overheden die Artemis ondersteunen, maar ook op partners als podia, onderwijsinstellingen en anderen met wie we samenwerken. Ook zal het bestuur het personeel van Theater Artemis continu op de hoogte houden van deze ontwikkelingen en medewerkers vragen hierover actief mee te denken.
De inhoudelijke koerswijziging die Artemis doormaakt zal in de loop van 2014 ook zichtbaar worden gemaakt in nieuwe communicatie-uitingen. We vragen grafisch vormgevers om samen met ons het ‘nieuwe Artemis’ te vangen in een nieuwe identiteit die ons uitstekend past en op de toekomst is voorbereid. De identiteit uit zich o.a. in een nieuwe website en in een anders samengestelde mix aan marketingmiddelen. In de tweede helft van 2014 zal dit proces naar verwachting gerealiseerd zijn.
Tenslotte, zoals ook in de toelichting op de jaarrekening vermeld, zetten we vanaf volgend jaar stappen om ons verdienmodel te versterken. Dat doen we in gezamenlijkheid met Het Zuidelijk Toneel. We laten ons begeleiden door Courante, die voor de beide gezelschappen mogelijkheden onderzoekt om structureel en projectmatig meer private middelen te verwerven. Over de eerste resultaten hiervan kunnen we naar verwachting in het volgend jaarverslag rapporteren.
29
ACTIVITEITENPLAN 2014
Bekdichtzitstil Theatervoorstelling voor een publiek vanaf 8 jaar. Coproductie met Theater Antigone (Kortrijk, B). kleine zaaltournee in Nederland en Vlaanderen van 12 februari 2014 t/m 16 mei 2014. Verwacht aantal uitvoeringen: 72. TEKST en REGIE RAVEN RUËLL SPEL JAN SOBRIE, SOPHIE WARNANT, BERDINE NUSSELDER TONEELBEELD LEO DE NIJS KOSTUUMS LIESBET SWINGS ANTHONISSEN
DRAMATURGIE PETER
De dag dat de papegaai zelf iets wilde zeggen Theatervoorstelling voor een publiek vanaf 14 jaar. Kleine tot middelgrote zaaltournee in Nederland en Vlaanderen van 2 april t/m 3 mei 2014. Verwacht aantal uitvoeringen: 22 CONCEPT EN REGIE JETSE BATELAAN SPEL MARIJN BRUSSAARD, SIEGER BALGON, ESTHER SNELDER, JUVAT WESTENDORP / GUIDO SPEK EN ANDEREN TONEELBEELD THEUN MOSK
KOSTUUMS LIESBET SWINGS DRAMATURG PETER ANTHONISSEN
Wagenspel 3: GOED KWAAD Wagenspelvoorstelling voor een publiek vanaf 7 jaar. Reprise in mobiel theater – tournee 13 september t/m 1 december 2014. Begeleidende workshops op school voorafgaand en na afloop van voorstellingsbezoek. Verwacht aantal uitvoeringen: 80. TEKST ERIK-WARD GEERLINGS REGIE SANNE NOUWS COACHING JETSE BATELAAN
TONEELBEELD LIESJE KNOBEL SPEL NIEK VAN DER HORST, LOTTIE DE BRUYN I.S.M KUNSTBALIE, BUREAU BABEL, FONTYS ACADEMIE VOOR DRAMA
Bonte Avond van Bodybuilders In samenwerking met RO Theater. Reprise Theaterfestival Boulevard – augustus 2014. Verwacht aantal uitvoeringen: 6. REGIE JETSE BATELAAN MET FERINIO ASANDIKROMO, SAMIR BAPTISTA ALVES, RAFFAËL
ROBERTO FERNANDES, DEXTER VAN HERWAARDEN, ADAM LOPES FILIPE, HANNAH VAN LUNTEREN, DANIËL MONTEIRO, LUCIANO MONTEIRO, DWAYNE WATERVAL TEKSTBIJDRAGEN DON DUYNS DRAMATURGIE TOBIAS KOKKELMANS
De man die alles weet Theatervoorstelling voor een publiek vanaf 4 jaar. Coproductie met Maas Theater en Dans (Rotterdam). Kleine zaaltournee van speelperiode van 31 januari t/m 28 mei 2014. Verwacht aantal uitvoeringen: 46. CONCEPT/REGIE JETSE BATELAAN SPEL RENÉ VAN ’T HOF, TJEBBE ROELOFS LIVE MUZIEK
KEIMPE DE JONG DECOR HESTER JOLINK KOSTUUMS LIESBET SWINGS LICHT GÉ WEGMAN
30
Ja ja ja jullie hebben hele mooie spulletjes Theatervoorstelling voor een publiek vanaf 10 jaar. Kleine zaaltournee in Nederland en Vlaanderen van 14 november t/m 2 februari 2015. Verwacht aantal uitvoeringen: 45 CONCEPT EN REGIE JETSE BATELAAN SPEL HANS LEENDERTSE EN ANDEREN TONEELBEELD THEUN MOSK
31
BEGROTING 2014 Bekdichtzitstil
Papegaai
bodybuilders Ja ja ja ‘14
Goed Kwaad
Publieksinkomsten voorstellingen
96.426
24.725
15.000
30.000
Publieksinkomsten educatie
1.500
3.000
Alg./ overig
TOTAAL
BATEN OPBRENGSTEN DIRECTE opbrengsten
Publieksinkomsten horeca
30.938 1.500
197.089 2.500
20.000
20.000
Sponsorinkomsten
4.000
Coproductiebijdragen
52.138-
overig directe opbrengsten
-
totaal directe opbrengsten
45.789
8.500
4.000 52.138-
2.500
2.500
9.000
179.951
Zaalhuur
4.000
4.000
Uitleenvergoedingen
10.000
10.000
Overige indirecte opbrengsten
2.500
2.500
16.500
16.500
Subsidie OCW CuNo
533.153
533.153
Provincie N-Brabant
301.500
301.500
Gemeente 's-Hertogenbosch
76.255
76.255
27.725
35.000
32.438
30.000
INDIRECTE opbrengsten
totaal indirecte opbrengsten
-
-
-
-
-
BIJDRAGEN
Incidentele bijdragen Publiek
2.500
5.000
3.000
10.500
Incidentele bijdragen Privaat
-
5.000
3.000
8.000
totaal bijdragen
2.500
-
-
-
10.000
916.908
929.408
TOTAAL DER BATEN
48.289
27.725
35.000
32.438
40.000
942.408
1.125.859
personeelskosten
-
-
-
-
-
157.491
157.491
materiële lasten
-
-
-
-
-
143.279
143.279
totaal beheerlasten
-
-
-
-
-
300.770
300.770
personeelskosten
21.200
50.081
15.204
59.827
31.809
380.797
558.917
materiële lasten
61.700
58.466
33.650
51.615
19.150
38.691
263.272
totaal activiteitenlasten
82.900
108.547
48.854
111.442
50.959
419.487
822.189
TOTAAL DER LASTEN
82.900
108.547
48.854
111.442
50.959
720.257
1.122.959
TOTAAL DER BATEN
48.289
27.725
35.000
32.438
40.000
942.408
1.125.859
resultaat
34.612-
80.822-
13.854-
79.005-
10.959-
222.150
2.900
1.500
1.500
223.650
4.400
LASTEN BEHEERSLASTEN
ACTIVITEITSLASTEN
rentebaten BATEN/LASTEN RESULTAAT
34.612-
80.822-
13.854-
79.005-
10.959-
32
8. Verslag van de Raad van Toezicht 8.1. Governance Code Cultuur In 2011 maakte Stichting Theater Artemis de overstap van een Bestuur + Directiemodel naar een Raad van Toezichtmodel. Conform de Code Cultural Governance werd een reglement RvT en een directiereglement opgesteld en werden per 14 april 2011 nieuwe statuten opgesteld. Naast de statutaire bepalingen en de beide reglementen staat op de website van de Stichting informatie op hoofdlijnen vermeld over het besturen van de stichting en het toezicht hierop. Middels dit verslag wordt daarnaast jaarlijks openheid van zaken gegeven over de werkzaamheden van de Raad van Toezicht in het betreffende jaar. Met dit alles past de stichting de principes en aanbevelingen in het kader van Governance Code Cultuur volledig toe.
8.2. Raad van Toezicht als werkgever
De Raad van Toezicht is werkgever van het bestuur. Jaarlijks voert een delegatie van de Raad, waaronder de voorzitter, functionerings- en beoordelingsgesprekken met de beide bestuursleden / directeuren. Op basis van dit traject stelt de RvT de beloning van het bestuur vast, passend bij het bezoldigingsbeleid (zie paragraaf 6.1.).
8.3. Raad van Toezicht als toezichthouder
De Raad van Toezicht heeft in 2013 vijf maal vergaderd. Eenmaal is vergaderd in afwezigheid van het bestuur, op dat moment is het functioneren van het bestuur besproken en is ook het functioneren van de Raad zelf geëvalueerd. De Raad van Toezicht stelde de jaarrekening 2012 en de begroting 2014 vast. Andere besluiten die werden genomen was het benoemen van Jetse Batelaan als nieuwe artistiek leider / bestuurder en het benoemen van twee nieuwe toezichthouders (Joop Mols en Mark Timmer). Het lid van de RvT belast met financiële zaken voerde samen met de zakelijk leider een voortgangsgesprek met de registeraccountant. In dat gesprek werd de controle van het boekjaar 2012 geëvalueerd en werden hernieuwde afspraken gemaakt m.b.t. de controle van het boekjaar 2013.
De wervingsprocedure voor een nieuwe artistiek leider was een belangrijke activiteit van de RvT aan het begin van vorig jaar. Ook werd veel aandacht besteed aan de (personele) reorganisatie die het bestuur halverwege het jaar doorvoerde. Met het aanstellen van twee nieuwe toezichthouders kon in de tweede helft van 2013 een begin worden gemaakt met strategische discussies over de onderwerpen ‘positionering in het bestel’ en ’cultuureducatie’. Volgend op de benoeming van een nieuwe artistiek leider gaf de RvT de
33
opdracht aan het bestuur deze discussies te voeren als opmaat naar een bijstelling van het beleidsplan 2013-2016. Aan het eind van het jaar was deze ontwikkeling nog in volle gang. Naar verwachting kan de RvT halverwege het jaar 2014 een beleidswijziging zoals door het bestuur voorgesteld op hoofdlijnen vaststellen.
In de vergaderingen werden ontwikkelingen binnen Artemis uitvoerig besproken en informeerde het bestuur de Raad middels kwartaalrapportages over de financiële stand van zaken. Ook tussen de vergaderingen door was er veel contact tussen het dagelijkse bestuur en de Raad van Toezicht. Informeel waren er met regelmaat contactmomenten, o.a. bij voorstellingen.
Bezoldiging
De leden van de Raad van Toezicht ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Zij hebben wel recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening van hun functie gemaakte kosten.
8.4
Samenstelling, Nevenfuncties en Rooster van Aftreden Raad van Toezicht per 31-12-2013
Dhr. R.W.M. (Ruud) Rottier Voorzitter Bestuurslid per 01.05.2002 Voorzitter Bestuur per 01.01.2009 Voorzitter Raad van Toezicht per 01.07.2010 Aftreden uiterlijk per 30.04.2014
Functie: zelfstandig adviseur en eigenaar, Dubbel-R Advisering, ‘s-Hertogenbosch Andere nevenfuncties: - Lid Raad van de Commissarissen BrabantWonen - Lid Raad van Commissarissen Zorggoed Brabant - Lid Raad van Commissarissen Zorggoed Brabant 2 - Lid Raad van Toezicht Bibliotheek De Meierij
Dhr. J. (Jan) van der Maale Profiel: financieel Penningmeester / bestuurslid per 12.12.2007 Lid Raad van Toezicht per 01.07.2010 Herbenoeming mogelijk per 01.07.2014 Aftreden uiterlijk per 11.12.2015
Functie: regiodirecteur Deutsche Bank Nederland N.V. Andere nevenfuncties: geen.
34
Dhr. M. (Mark) Timmer Profiel: artistiek-inhoudelijk Lid Raad van Toezicht per 17.08.2013 Eenmalige herbenoeming mogelijk per 17.08.2017 Aftreden uiterlijk 16.08.2021
Functie: artistiek directeur Theater Frascati, Amsterdam Andere nevenfuncties: - Lid Raad van Toezicht, Ro Theater, Rotterdam - Bestuurslid, Festival Something Raw, Amsterdam - Bestuurslid, Vooropleiding Amsterdam - Lid Raad van advies, De Theaterschool, AHK, Amsterdam
Dhr. J.J.M. (Joop) Mols Profiel: cultuureducatie Lid Raad van Toezicht per 13.05.2013 Eenmalige herbenoeming mogelijk per 13.05.2017 Aftreden uiterlijk per 12.05.2021
Functie: adviseur cultuureducatie en culturele infrastructuur, EDU-ART, Arnhem Andere nevenfuncties: - Freelance regisseur - Directeur / bestuurder Cultuur Educatief Collectief, Ooij VACATURE profiel juridisch - personeel (ingevuld per 01.01.2014, door Mw. P.C.H.M. (Ellen) Schuit.
8.5. Samenstelling en Nevenfuncties Bestuur per 31 december 2013 Dhr. M.P.J. (Maurice) Dujardin Directeur / zakelijk leider Gezamenlijk bevoegd bestuurslid per 14.04.2011 In dienst voor onbepaalde tijd per 21.06.2006
Nevenfuncties: - Bestuurslid, Stichting TAC, Eindhoven - Penningmeester, Stichting DansBrabant, Tilburg - Voorzitter, Platform jeugdproducenten NAPK, Amsterdam - Commissielid, Commissie Arbeidsvoorwaarden, NAPK, Amsterdam
35
Dhr. J. (Jetse) Batelaan Directeur / artistiek leider Gezamenlijk bevoegd bestuurslid per 21.01.2013 In dienst voor onbepaalde tijd per 21.01.2013
Nevenfuncties: - Lid afstudeercommissie Regieopleiding, Theaterschool AHK, Amsterdam - Bestuurslid Stichting Kassys
9. Ondertekening Aldus opgemaakt te ’s-Hertogenbosch, 21 maart 2013 Voor akkoord,
Dhr. M.P.J. Dujardin, Zakelijk leider / bestuurder
Dhr. J. Batelaan, Artistiek leider / bestuurder
Dhr. R. W. M. Rottier, Voorzitter Raad van Toezicht
36