Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg
Jaarverslag 2007
=\[\iXXcB\ee`jZ\ekildmffi[\>\qfe[_\`[jqfi^ Een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid ingedeeld in de categorie B als bedoeld in de wet van 16 maart 1954, betreffende de controle van sommige instellingen van openbaar nut. Opgericht door de programmawet van 24 december 2002 en gepubliceerd in het Staatsblad van 31 december 2002.
IXX[mXe9\jklli Effectieve leden Voorzitter
Plaatsvervangers
Pierre Gillet
Vertegenwoordigers benoemd door de minister van Volksgezondheid benoemd door de minister van Sociale Zaken de voorzitter van de FOD Volksgezondheid de voorzitter van de FOD Sociale Zekerheid
François Perl
Benoît Collin
Jean-Bernard Gillet
Annick Poncé
Frank Demeyere
Lieven Annemans
Henri De Ridder
Jean-Paul Dercq
Dirk Cuypers*
Chris Decoster
Frank Van Massenhove*
Jan Bertels
de administrateur-generaal van het RIZIV
Jo De Cock*
Benoît Collin
voorgesteld door het Intermutualistisch Agentschap
Raf Mertens
Anne Remacle
Patrick Verertbruggen
Jean-Marc Laasman
Pascal Mertens
Amanda Morel
Jean-Noël Godin
Daniel Désir
voorgesteld door de Ministerraad
Karel Vermeyen
Renaat Schrooten
voorgesteld door de vereniging van ziekenhuizen
x
x
de benoemingen zijn nog lopende
x
x
Marc Moens
Roland Lemye
voorgesteld door de beroepsorganisaties van artsen voorgesteld door de sociale partners aangeduid door de Kamer
Philippe Vandermeeren
Rita Cuypers
Floris Goyens
Anne Vanderstappen
Jef Maes
Paul Palsterman
Yolande Avontroodt
van Volksvertegenwoordigers Regeringscommissaris
Yves Roger *Vice-voorzitters
=\[\iXXcB\ee`jZ\ekildmffi[\>\qfe[_\`[jqfi^B:<
Wetstraat 62 B -1040 Brussel België
Tel: +32 (0)2 287 33 88 Fax: +32 (0)2 287 33 85 Email:
[email protected] Web: http://www.kce.fgov.be 3
Inleiding door de algemene directie
6
Inleiding door de Voorzitter en Vice-voorzitters van de Raad van Bestuur
7
?\kB:< Welke rol speelt het KCE?
8
Hoe wordt de KCE-expertise ontwikkeld en gedeeld?
9
De partnerorganisaties van het KCE
10
De levenscyclus van een KCE-rapport
11
Interview met Natacha Gosseye, secretaresse programmamanagement
15
>ff[:c`e`ZXcGiXZk`Z\
(-
Farmaceutische informatie aan huisartsen
18
Rectumkanker
19
Nationale kankerrichtlijnen
21
Longfunctie testen
22
Klinisch biologische analyses
23
Interview met Patrice Chalon, knowledge manager
23
Testen in de oogheelkunde
24
Voorkomen van hart- en vaatziekten
25
?\Xck_K\Z_efcf^p8jj\jjd\ek HPV-vaccinatie tegen baarmoederhalskanker
4
/
)28
Interview met Irina Cleemput, expert gezondheidseconomie
28
Een Belgisch hadroncentrum
31
‘Drug-eluting’ stents
32
Orthopedische braces
33
Algemene vaccinatie tegen rotavirus
33
Intensiteitsgemoduleerde radiotherapie
34
De lucht uit wondbehandeling
35
Ingeplante defibrillator voor meer risicopatiënten
35
Interview met Frank Hulstaert, arts-expert
36
GRAAG U W MENING , ZIE P. 69-70
*/
Genetische testen
40
Kwaliteit en accreditatie van Belgische ziekenhuizen
42
Revalidatie
43
Verpleegkundige zorg in ziekenhuizen
44
Volwassenen met een niet-aangeboren hersenletsel
44
De geriatrische patiënt
45
Het artsenaanbod in België
46
Vergoeding van medische schade als gevolg van gezondheidszorg
48
Interview met Dominique Paulus, senior arts-expert
49
?\kB:<%%%[ffi[\f^\emXe\ok\ie\d\[\n\ib\ij
,'
De keuze van de onderwerpen en de onderzoeksteams
52
De competentie van de KCE-experts
53
Tijd en geld
54
De onafhankelijkheid van de resultaten
55
Wanneer de studie beëindigd is
56
De Europese vooruitzichten
58
De bekendheid van het KCE
59
:feZclj`\
-'
=`eXeZ`\\cfm\iq`Z_k
-)
G\ijfe\\c >\glYc`Z\\i[\B:<$jkl[`\j
Inhoudsopgave
?\Xck_J\im`Z\jI\j\XiZ_
-+$-, --
5
Inleiding door de algemene directie In ons managementplan, dat in 2003 bij de oprichting van het KCE werd opgesteld en goedgekeurd, werden voor het KCE drie strategische doelstellingen bepaald: het uitvoeren van studies die beleidsbeslissingen in de gezondheidszorg ondersteunen; de ontwikkeling van een wetenschappelijke expertise van hoog niveau ; het communiceren van de resultaten zodat ze door de bevoegde instanties en actoren begrepen, erkend en gebruikt worden. Elk jaar bevat het jaarverslag een overzicht van de gepubliceerde studies die illustreren hoe het KCE de eerste en belangrijkste doelstelling heeft bereikt. De in 2007 beëindigde studies zijn verdeeld over de drie grote onderzoeksdomeinen van het KCE: 7 studies gaan over goede medische praktijk, in 8 andere worden nieuwe medische technologieën beoordeeld en nog 8 andere rapporten hebben betrekking op de organisatie en de financiering van de gezondheidszorg. In onze jaarverslagen proberen we ook de andere doelstellingen te bekijken. In het vorige jaarverslag werd reeds nagegaan in welke mate we de derde doelstelling bereiken. Er werd een analyse gemaakt van de impact van de KCErapporten op verschillende doelgroepen en vooral dan op de beleidsmakers. Dit jaar zetten we de ontwikkeling van onze expertise in de schijnwerpers. Die expertise is niet alleen afhankelijk van de ervaring, de motivatie en de kennis van onze interne medewerkers, maar ook van het extern KCE-netwerk, dat met veel geduld wordt opgebouwd en dat vandaag al erg uitgebreid is. Wie zijn die interne en externe medewerkers? Waarom willen zij met ons samenwerken? Op welke manier werken wij samen? Dit jaarverslag zal hierover een tipje van de sluier oplichten. De interviews en teksten zullen de lezer een idee geven van het enthousiasme en de enorme schat aan kennis van de honderden mensen die elk jaar weer meewerken aan de KCE-projecten. Ze volgen strikte wetenschappelijke procedures die een hoogstaande kwaliteit moeten garanderen en presteren vaak overuren, zonder ze te tellen. Met dit jaarverslag wensen wij daarvoor onze welgemeende dankbaarheid uit te drukken. Dit kennisnetwerk stellen wij ook ter beschikking van de nieuwe regering waarvan de legislatuur in 2008 een aanvang zal nemen. Wij hopen dat deze expertise verder nuttig zal blijven.
Dirk Ramaekers Algemeen Directeur
Jean-Pierre Closon Adjunct Algemeen Directeur
6
Inleiding door de Voorzitter en Vice-voorzitters van de Raad van Bestuur Wij stellen met genoegen vast dat het netwerk van externe experts die meewerken aan de KCE-rapporten groter en meer gevarieerd wordt. Het netwerk slaat een brug tussen verschillende sectoren en disciplines: publiek-privé, intern-extern, universitair-niet universitair, mensen van het terrein-onderzoekers van publieke onderzoeksinstellingen, …. Daarnaast werken steeds meer buitenlandse experts als consultant, onderaannemer of validator met ons samen. Het is belangrijk dat we dat enthousiasme bestendigen door de rol van de wetenschappelijke medewerkers van
De wetgever heeft aan de onderzoekers en de experts die de KCE-studies uitvoeren, een uitzonderlijke wetenschappelijke onafhankelijkheid en werkomstandigheden willen toekennen. Tegelijkertijd heeft hij ervoor gezorgd dat de belangrijkste belangengroepen van de gezondheidssector in de Raad van Bestuur vertegenwoordigd zijn. Het gevaar is reëel dat er op die manier een conflict ontstaat tussen de ‘objectiviteit’ van de rapporten en de complexe en steeds veranderende positie van degenen die ze moeten goedkeuren. Als de geformuleerde beleidsaanbevelingen en de maatregelen die als gevolg van een wetenschappelijk rapport worden genomen niet onmiddellijk aansluiten bij de conclusies van de experts kan dit bij hen ontmoedigend werken
Inleiding
het KCE en die van de Raad van Bestuur duidelijk toe te lichten.
en een gevoel van nutteloosheid veroorzaken. Dit moet absoluut vermeden worden. Het directieteam van het KCE is erin geslaagd om de motivatie bij de interne en externe experts hoog te houden. De Raad van Bestuur, van haar kant, heeft niet alleen de meeste rapporten die haar werden gepresenteerd goedgekeurd maar ook sterk ondersteund. Het is waar dat de Raad bij bepaalde rapporten getuige was van een eerste confrontatie tussen wetenschappelijke ‘evidence’ en onze sociaal-politieke realiteit. Deze discussies kunnen als storend worden ervaren, maar het is de enige manier om te vermijden dat de studies dode letter blijven. Eén van de doelstellingen van het KCE is het openen van het debat over onderwerpen die moeilijk zijn en soms gevoelig liggen. Het is de rol van het KCE om de beleidsmakers objectieve, wetenschappelijke elementen te verschaffen. Het KCE is dus nooit de laatste rechter of arbiter, maar een raadgever die een toegevoegde waarde biedt aan het beslissingsproces. Wij bedanken iedereen die gelooft in de rijkdom van deze discussies en die zijn/haar expertise ter beschikking blijft stellen van het KCE. Wij geloven dat langs deze weg ons gezondheidszorgsysteem echt vooruitgang kan boeken.
Pierre Gillet, Voorzitter van de Raad van Bestuur
Jo De Cock, Vice-voorzitter van de Raad van Bestuur, administrateur-generaal van het RIZIV
Dirk Cuypers, Vice-voorzitter van de Raad van Bestuur, voorzitter FOD Volksgezondheid
Frank Van Massenhove, Vice-voorzitter van de Raad van Bestuur, voorzitter FOD Sociale Zekerheid 7
Waarvoor staat de afkorting KCE? Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg koos voor de afkorting KCE als samentrekking van Kenniscentrum - Centre d’Expertise.
Welke rol speelt het KCE? Het KCE ondersteunt de besluitvormingsprocessen in de gezondheidszorg en ziekteverzekering. Het maakt analyses en voert wetenschappelijke studies uit om de overheid bij te staan in haar beslissingen. Het KCE is niet betrokken bij de besluitvorming zelf, en evenmin bij de uitvoering ervan, maar het heeft wel de opdracht om de weg te wijzen naar de best mogelijke oplossingen. En dit in een context
Het KCE behandelt de volgende onderzoeksdomeinen: n analyse klinische praktijk en ontwikkeling klinische praktijkrichtlijnen (Good Clinical Practice) n evaluatie van medische technologie (Health Technology Assessment) n organisatie en financiering van de gezondheidszorg (Health Services Research)
van een optimaal toegankelijke gezondheidszorg van hoge kwaliteit, rekening houdend met de groei aan noden en de budgettaire beperkingen.
Verderop in dit jaarverslag vindt u een overzicht van de studies die het KCE in 2007 beëindigde. Daarnaast worden bepaalde aspecten van de werking van het KCE nader belicht. Voor bijkomende informatie kan u onze 2 vorige jaarverslagen of onze website www.kce.fgov.be raadplegen.
8
Het KCE-team
Geslacht
Alle KCE-experts zijn universitair ge-
Vrouw
25
Man
20
schoold en vaak houder van een doctoraatsdiploma. Ze werden geselecteerd op basis van hun bekwaamheid in domeinen
Leeftijd
die relevant zijn voor de uitwerking van een doelmatig gezondheidszorgbeleid. Elke expert doorliep een gedegen en objectieve selectieprocedure op basis van competentie en werkt met het KCE op basis van een arbeidsovereenkomst. Een aantal KCE-
20-30
8
30-40
18
40-50
12
50-60
6
60-65
1
Xxx Het KCE
Hoe wordt de KCE-expertise ontwikkeld en gedeeld?
Anciënniteit in jaren bij het KCE
experts combineert zijn/haar job bij het KCE nog met activiteiten in een universiteit of ziekenhuis, een eigen praktijk of een lesopdracht. Zo wordt de voeling met het ‘terrein’ onderhouden. Als garantie voor
0à1
6
1à2
11
2à3
5
3à4
17
4à5
6
hun neutraliteit mogen de interne medewerkers van het KCE wel geen werkzaam-
24 Nederlandstaligen in dienst. Meestal zijn
specialisatie aan en organiseert zelf regel-
heden verrichten buiten het Kenniscen-
de onderzoeksteams taalgemengd.
matig opleidingen en seminaries voor haar medewerkers. Elke expert mag tot 15 %
trum die tot belangenconflicten voor het Door het multidisciplinaire karakter van
van zijn/haar tijd besteden aan opleidingen,
haar team kan het KCE quasi elke vraag be-
zelfstudie en het schrijven van wetenschap-
Momenteel telt het KCE 45 medewerkers,
handelen vanuit een medische, economi-
pelijke artikelen. In 2007 volgden de KCE-
waarvan er 29 (of 64 %) expert zijn. Naast
sche, sociale, juridische en ethische invals-
medewerkers 68 verschillende opleidingen
de voorzitter en de 3 directeurs zijn er 5
hoek. Gecombineerd met een horizontale
in binnen- en buitenland, goed voor een to-
KCE-medewerkers met een staffunctie.
en weinig hiërarchische structuur zijn dit es-
taal van meer dan 216 dagen. Binnen de
Daarnaast geven 8 medewerkers adminis-
sentiële kenmerken van de bedrijfscultuur
organisatie leeft er een cultuur van kennis-
tratieve ondersteuning. 18 KCE-personeels-
van het KCE.
uitwisseling en wordt er met een systeem
KCE kunnen leiden.
van tutors gewerkt. De tutors zijn meer er-
leden zijn deeltijds aan de slag. Het KCE streeft een zo groot mogelijk taalevenwicht
Voortdurende bijscholing
varen experts die hun collega-experts be-
na. Momenteel zijn er 21 Franstaligen en
Het KCE moedigt continue bijscholing en
geleiden en coachen.
9
Delen van expertise
In 2007 publiceerden KCE-experts 25 arti-
volledig uitbesteed aan derden en 30 % ge-
Het KCE draagt ook haar expertise uit: vele
kels in Belgische en buitenlandse weten-
deeltelijk. De KCE-medewerkers zorgen bij
KCE-experts geven op regelmatige basis les
schappelijke tijdschriften.
alle projecten voor de coördinatie, de kwali-
aan universiteiten (K.U.Leuven, UCL, ULB,Vrije
teitscontrole, de redactie van de samenvatting (executive summary) en de bekendmaking
tut Cardijn) en in wetenschappelijke instellin-
Opbouwen van een kennisnetwerk
gen of verenigingen (CEBAM, SSMG, IFEP, ITG,
Voor haar studieprojecten doet het KCE
Het KCE werkt ook samen met universiteiten
het Instituut voor Tropische Geneeskunde…).
vaak beroep op externe expertise uit bin-
en met wetenschappelijke instellingen en ver-
nen- en buitenland. Sinds haar oprichting
enigingen (SSMG, Domus Medica, het Weten-
De KCE-medewerkers zijn in 2007, evenals
werkten al meer dan 750 experts uit een
schappelijk Instituut Volksgezondheid, het In-
de externe experts die hebben meege-
15-tal landen samen met het KCE, soms als
termutualistisch Agentschap, enz.). Het KCE is
werkt aan KCE-studies, naar talrijke (weten-
deelnemer aan een studie, soms als externe
volwaardig lid van of neemt deel aan de acti-
schappelijke) bijeenkomsten gegaan waar ze
expert of als validator. Alleen al in 2007
viteiten
de resultaten van de KCE-studies hebben
werkte het KCE samen met 284 externe
(INAHTA, OESO, CoCANPG, EUnetHTA,...).
voorgesteld en besproken. Ze worden re-
experts. Op die manier bouwt het KCE
gelmatig gevraagd om op te treden als re-
haar kennisnetwerk steeds verder uit.
viewer voor wetenschappelijke tijdschriften
Van de studies die in 2007 aan de Raad van
of voor buitenlandse onderzoeksprojecten.
Bestuur werden gepresenteerd werd 35 %
Universiteit Brussel), hogescholen (HUB, Insti-
aan de beleidsmakers en het grote publiek.
van
internationale
organisaties
De partnerorganisaties van het KCE Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu + commissies (bvb.BAPCOC)
FOD Sociale Zekerheid
De missie van het KCE eist dat het samenwerkt met diverse partners uit de gezondheidszorg om een brug te slaan tussen beleidsmakers en wetenschappers. De
RIZIV + commissies (bvb. NRKP)
KCE
Zorgverleners
Raad van Bestuur van het KCE bestaat uit vertegenwoordigers van de meeste instanties die in België betrokken zijn bij het
Universiteiten Wetenschappelijke Instellingen
Mutualiteiten Intermutualistisch Agentschap
gezondheidszorgbeleid (voor een meer uitgebreide 2004-2005).
Industrie
10
Patiëntenverenigingen
tekst
zie
jaarverslag
De levenscyclus van een KCE-rapport De keuze van de studieonderwerpen Elke burger met interesse voor gezondheidszorg en de organisatie ervan kan op elk ogenblik onderwerpen voor studies voorstellen via het invulformulier op de website van het KCE. De voorstellen komen
2004
2005
2006
Minister van Volksgezondheid en Sociale Zaken
7
8
8
1
RIZIV
5
6
8
17
FOD Volksgezondheid
7
10
5
11
FOD Sociale Zekerheid
1
0
0
0
Commissie Volksgezondheid van de Kamer
5
0
0
0
Universiteit of wetenschappelijke instelling
29
24
33
37
Instituten of ziekenhuizen
20
18
9
14
Privé-organisaties of privépersonen
6
22
35
56
Internationale organisaties
0
2
2
2
80
90
100
138
Totaal
2007
Het KCE
van beleidsmakers, het RIZIV, de FODs Volksgezondheid en Sociale Zekerheid, ziekenfondsen, ziekenhuizen, zorgverstrekkers en universiteiten, maar ook van privépersonen en privé-instellingen.
Verdeling van de onderzoeksonderwerpen volgens de indieners van het voorstel
In maart van elk jaar doet het KCE
mingsproces? Projecten die nauw aansluiten
Volksgezondheid en Sociale Zaken het KCE
via een mailing, persberichten en haar web-
bij de maatschappelijke en politieke actuali-
om een dringende studie uit te voeren, die
site een ultieme oproep naar voorstellen
teit maken dus meer kans omdat ze een di-
oorspronkelijk niet was voorzien in het
voor studies voor het volgende jaar. Op ba-
recte bijdrage kunnen leveren aan de discus-
werkprogramma. In 2007 was dit het geval
sis van de ontvangen voor stellen start het
sie en het beleid. Deze oefening mondt uit
voor de KCE-rapporten ‘Vacuümgeassis-
KCE de voorbereiding van het studiepro-
in een werkprogramma dat in oktober aan
teerde wondbehandeling’ (vol.61) en ‘Ver-
gramma vanaf de maand mei. Het KCE eva-
de Raad van Bestuur ter goedkeuring wordt
goeding van schade als gevolg van gezond-
lueert de prioriteit van de geanonimiseerde
voorgelegd.
heidszorg’ (vol.68). Andere in 2007 door de
voorstellen op basis van een aantal criteria.
Minister gevraagde studies zijn nog lopende:
Is de studie haalbaar in hetzelfde jaar of min-
Elk jaar komen 20 tot 25 studies aan
stens binnen een redelijke termijn? Kunnen
bod. Iedereen kan de lopende studies raad-
de resultaten van de studie leiden tot een
plegen op de website. In 2008 zal het KCE
significante gezondheidswinst of een betere
minstens 20 nieuwe studies opstarten. Som-
besteding van de middelen? Kan de studie
mige zullen pas beëindigd zijn in de loop van
een bijdrage leveren tot het besluitvor-
2009. Regelmatig vraagt de Minister van
‘Vaccinatie tegen Hepatitis A’ en ‘Psychiatrische Transversale Projecten’.
11
De toewijzing van een studie aan externe onderzoekers
gebeurt eerst door een jury - waarin ook
ke adviezen te formuleren zonder een
externe experts zetelen - op basis van
strikte methodologie te volgen die ook an-
Bij de beslissing of een studie in-
specifieke competenties en de weten-
dere gereputeerde internationale organisa-
tern wordt uitgevoerd of wordt uitbe-
schappelijke reputatie van de kandidaten,
ties toepassen. De KCE-teamleden krijgen
steed, houdt het KCE zoveel mogelijk re-
het multidisciplinaire karakter van het on-
een vorming in deze veeleisende en com-
kening met de ervaring, expertise en
derzoeksteam en de ervaring met opere-
plexe methodologie. Een studie duurt 6
interesses van de experts. Het KCE heeft
ren in een netwerk. De opdracht wordt
tot 18 maanden, vanaf de start tot de pu-
niet altijd de nodige expertise in huis of
uiteindelijk toevertrouwd aan de kandi-
blicatie van het rapport op de website van
beschikt niet altijd over voldoende tijd om
daat met de interessantste offerte.
het KCE.
elke studie zelf uit te voeren. Daarom wordt een deel van de studies geheel of
De rol van het KCE stopt echter
Het uitvoeren van de studie
gedeeltelijk uitbesteed. De onderaanne-
Telkens het KCE een vraag krijgt
dracht om wetenschappelijk onderbouwde
ming gebeurt via openbare aanbestedings-
voorgelegd, verzamelt het eerst alle evi-
oplossingen voor te stellen die de huidige
procedures in het Bulletin der Aanbeste-
dence die beschikbaar is over het onder-
toestand verbeteren. Deze beleidsaanbe-
dingen of eventueel in het Publicatieblad
werp. Internationaal is deze werkwijze ge-
velingen worden goedgekeurd door de
van de Europese Gemeenschappen. Bo-
kend als ‘Evidence-Based Health Care’.
Raad van Bestuur en kunnen aanpassingen
vendien worden ze ter informatie gepubli-
Tevens wordt de actuele Belgische situatie
zijn aan de financiering, informatiever-
ceerd op de KCE-website (in de rubriek
geanalyseerd.
strekking, opleiding van zorgverstrekkers of
‘Wetenschappelijke samenwerking’) en
De opeenvolgende studiestappen
reglementering. Alle verzamelde informatie
worden de geïnteresseerden die zich via
in dit wetenschappelijke proces zijn nauw-
wordt samen met de beleidsaanbevelingen
de website hebben geregistreerd op de
keurig vastgelegd. Logisch ook, want het is
gesynthetiseerd in een publiek volledig
hoogte gebracht. De kwalitatieve selectie
vandaag ondenkbaar om wetenschappelij-
toegankelijk rapport.
Download van de KCE-rapporten
12
niet bij dit onderzoek. Het is ook haar op-
Het KCE streeft een hoogstaande
externe medewerkers een verklaring over
ten ‘Onderfinanciering van ziekenhuizen’
belangenconflicten te ondertekenen.
(vol. 7), ‘Electieve chirurgie’ (vol. 42), ‘Im-
kwaliteit na en een maximale objectiviteit van haar werkzaamheden. Elk stadium van
pact van supplementen’ (vol. 50), ‘vergoe-
De Raad van Bestuur
ding van schade als gevolg van gezond-
het onderzoeksproces wordt onderwor-
De Raad van Bestuur bestaat uit
heidszorg’ (vol.68) en ‘Kwaliteitsindicatoren
pen aan een interne kwaliteitscontrole.
vertegenwoordigers van de overheid en
huisartsen’ (lopende studie 2006-04). Een
Bovendien wordt een rapport op het
van de belangrijkste ‘stakeholders‘ in ge-
tijdelijke weigering houdt in dat het rap-
einde nog eens gevalideerd door meestal
zondheidszorg en ziekteverzekering (sa-
port opnieuw kan worden voorgesteld bij
drie specialisten (validatoren), onder wie
menstelling zie p 3). Ze komt 4 keer per
de volgende bijeenkomst, mits bepaalde
regelmatig een buitenlander, die niet heb-
jaar samen (maart, juni, oktober en de-
aanpassingen, voornamelijk in de beleids-
ben deelgeneomen aan de studie. Dit
cember). Tijdens elke Raad van Bestuur
aanbevelingen worden aangebracht.
komt de objectiviteit ten goede.
worden de afgewerkte rapporten besproken en al dan niet goedgekeurd. De
Belangenconflicten Voor elke medewerker aan een
Raad van Bestuur beslist bij gewone meerderheid.
studie kan een belangenconflict optreden, wanneer hij of zij financiële, professionele
De Raad van Bestuur heeft nog
of andere banden heeft met instellingen of
nooit een rapport definitief geweigerd.
personen van wie de belangen door de
Van de meer dan 70 rapporten werden
rapporten van het Kenniscentrum kunnen
tot nu toe 5 rapporten slechts tijdelijk
beïnvloed worden. Daarom dienen alle
niet gevalideerd. Het gaat om de rappor-
Het KCE
De validatie van het rapport
Download van de KCE-rapporten
13
Publicatie en verspreiding Het KCE is wettelijk verplicht om
Het KCE wil het brede publiek in-
diovasculaire preventie’ (vol.52), ‘HPV-vacci-
een rapport op haar website te publiceren
formeren over haar studies en beleidsaan-
natie’ (vol.64) en ‘Het aanbod van artsen’
binnen de maand na de goedkeuring door
bevelingen. Over elk gepubliceerd rapport
(vol.72, beter bekend als het rapport over
de Raad van Bestuur. De website is voor
sturen we een persbericht naar de alge-
de numerus clausus) konden rekenen op
iedereen toegankelijk en de rapporten
mene en de vakpers en staan we de journa-
grote persbelangstelling, zelfs vanuit het bui-
kunnen gratis worden gedownload. Daar-
listen te woord om meer informatie en in-
tenland. De studies over ‘Locomotorische
naast bestaat er ook de mogelijkheid om
terviews te geven.
revalidatie’ (vol.57), ‘Financiering van ver-
een gedrukte kopie van de rapporten te bestellen.
pleegkundige zorg’ (vol.53) en ‘VacuümgeasIn 2007 verschenen er in totaal 450 artikelen waarin het KCE werd vernoemd
In 2007 werd de KCE-website meer
in de geschreven pers. Daarnaast werden
dan 73 000 maal aangeklikt, met een gemid-
onze experts een 15-tal keer geïnterviewd
delde van 87 bezoekers per dag.
voor radio en tv. De rapporten over ‘Car-
sisteerde wondbehandeling’ (vol.61) vonden dan weer weinig weerklank in de pers.
Impact van de KCE-rapporten Elk rapport brengt in meer of min-
Vlaamse en Franse gemeenschapsregering
twee Herceptin-regimes (12 maand versus
dere mate reacties teweeg van beleidsma-
een project voor colorectale kankers-
9 weken).
kers, rechtstreeks betrokkenen, pers of bur-
creening opgestart. Ze hebben zich hier-
gers. In het vorige jaarverslag hebben we in
voor grotendeels gebaseerd op de aanbe-
een apart hoofdstuk aandacht besteed aan
velingen van het KCE-rapport.
de impact van de KCE-rapporten. In dit
logie heeft een campagne opgestart waarbij ze zich baseert op de aanbevelingen in
jaarverslag wordt bij elke studie, beëindigd
Het rapport over PET-scanners
KCE-rapport vol.31 ‘PSA voor prostaatkan-
in 2007, vermeld in welke mate ze al effect
(vol. 22/2005) werd als basis gebruikt voor
kerscreening’. In het kader van de campag-
heeft gesorteerd. We spreken dan uiteraard
het rapport van ZonMW, de Nederlandse
ne werd er een gids voor huisartsen ont-
over een impact op kortere termijn. Het
organisatie voor gezondheidsonderzoek en
wikkeld : “Het opsporen van prostaatkanker.
meeste voldoening geven natuurlijk de rap-
zorginnovatie.
Welke informatie moet men de patiënt
porten die een blijvende impact of een impact op langere termijn in binnen- of buitenland teweegbrengen.
14
De Belgische vereniging voor Uro-
verschaffen alvorens een PSA-bepaling of Het KCE-rapport over ‘Herceptin
een rectaal toucher uit te voeren ?” Deze
bij vroegtijdige borstkanker’ (vol.34/2006)
handleiding werd aan 30 000 huisartsen
werd door de Nieuw-Zeelandse overheid
bezorgd.
Een voorbeeld hiervan is de KCE-
gebruikt bij de beslissing tot terugbetaling
studie over ‘Colorectale kankerscreening’
van het 9 weken regime en het sponsoren
(vol.45/2006). Begin 2008 hebben de
van een vergelijkende studie tussen de
Interview met NATACHA GOSSEYE,
In uw functie volgt u de studies van het begin tot het einde. Wat is uw rol in het proces?
ling en regel alle administratieve details. Het is wel een uitdaging, want soms worden er ver-
Waarom hebt u gekozen voor een job bij het KCE?
schillende projecten tegelijkertijd opgestart,
Voordien werkte ik bij een bedrijf dat bouw-
Ik werk voor de programmadirecteur en houd
zoals onlangs in januari.
materialen fabriceerde. Op een dag had ik
me bezig met de administratieve opvolging
genoeg van de dictatuur van het zakencijfer en besloot ik te solliciteren in de non-profit
van de openbare aanbestedingen in het Bul-
En éénmaal de studie afgerond is, heeft men u opnieuw nodig…
letin der Aanbestedingen en soms in het Publi-
Inderdaad, want ik bereid dan de presentatie
heb het mij nog niet beklaagd. Integendeel,
catieblad van de Europese Gemeenschappen.
voor de Raad van Bestuur voor, een ander be-
sinds ik hier begonnen ben, heb ik mij
Vervolgens neem ik de verschillende kandida-
langrijk moment in de cyclus van een studie. De
enorm kunnen ontwikkelen. Ik heb een ze-
turen van de inschrijvers in ontvangst en orga-
verzorging van de layout van een rapport is een
kere polyvalentie gekregen en heb geleerd
niseer ik een eerste juryvergadering (fase 1:
aanzienlijk werk. Zowel de opmaak als de verta-
om tijd en stress beter te beheren. Boven-
selectiejury), waar de 3 beste kandidaturen
lingen, de herlezingen en de correcties moeten
dien heb ik de kans om dagelijks mijn Ne-
worden weerhouden. De geselecteerde kandi-
gebeuren volgens een strikte planning. Eventuele
derlands te oefenen …
daten worden dan uitgenodigd om binnen 4
vertragingen moeten zo goed mogelijk worden
tot 5 weken hun offerte in te dienen. Daarna
opgevangen. Ik zie erop toe dat elk lid van de
Is er bij het KCE ook werkdruk?
beleg ik een tweede juryvergadering (fase 2:
Raad van Bestuur op tijd in het bezit is van alle
Ja, natuurlijk! Er zijn regelmatig periodes met
toewijzingsjury). Deze jury zal het project dan
nodige documenten. Ik denk dat de voorberei-
een hoge werkdruk, maar het gaat dan om
toekennen aan de kandidaat van wie de of-
ding van elke Raad van Bestuur grote stress ver-
positieve stress. Het helpt mij om mijn motiva-
ferte het beste beantwoordt aan het lasten-
oorzaakt bij het hele team, op alle niveaus. Maar
tie te behouden en steeds nieuwe uitdagingen
boek. Elke jury is samengesteld uit medewer-
gelukkig heerst er een echte teamgeest.
aan te gaan. De teamgeest is enorm aanwe-
van de projecten. Het begint bij de publicatie
sector. Ik werk nu 2,5 jaar bij het KCE en ik
zig op het KCE en er is een aangename sfeer.
kers van het KCE en externe experts Ik houd me ook bezig met de database van
De directie legt de lat hoog, maar is ook be-
de externe experts. Wij hebben een compe-
grijpend en tolerant. Ondanks hun overvolle
Nadat de studie is toegekend organiseer ik
tentiedocument ontwikkeld dat door elke ex-
agenda staat hun deur altijd open voor de
verschillende vergaderingen met het externe
pert moet worden ingevuld. Als wij dan een
medewerkers.
team, om zo goed mogelijk de planning op te
expert met een welbepaald profiel nodig heb-
volgen die bij de ondertekening van het con-
ben, kunnen wij het gezochte profiel gemak-
tract werd vastgelegd. Ik neem contact op met
kelijk terugvinden. Onze database bevat mo-
de betrokken experts, probeer de agenda’s op
menteel de gegevens van meer dan 750
elkaar af te stemmen, verzorg de briefwisse-
experts en ze groeit dagelijks aan…
gespecialiseerd in het betrokken domein.
Het KCE
secretaresse programmamanagement.
15
Good
Analyse klinische praktijk en ontwikkeling klinische praktijkrichtlijnen (Good Clinical Practice) Evaluatie van medische technologie (Health Technology Assessment) Organisatie en financiering van de gezondheidszorg (Health Services Research)
De evolutie van de kennis – niet alleen in de
met de subtiliteiten van de lokale praktijk. De beste
geneeskunde, ook in andere domeinen – zit op dit
Praktijkrichtlijnen vloeien meestal voort uit multidis-
ogenblik in een stroomversnelling. Men schat dat de
ciplinaire samenwerkingsverbanden, die soepel om-
helft van de kennis die een kandidaat-arts tijdens zijn
kaderd worden door instellingen zoals het KCE.
opleiding verwerft, na tien jaar al achterhaald is. Daar-
Het KCE biedt haar knowhow niet alleen aan
om moet elke praktiserende arts kunnen terugvallen
op het vlak van de opstelling van Praktijkrichtlijnen, het
op extra hulpmiddelen om de meest actuele kennis
behoort ook tot haar taken om te evalueren hoe de
te kunnen toepassen bij de diagnosestelling of de be-
richtlijnen worden toegepast. De experts van het KCE
handeling van een ziekte. Deze hulpmiddelen zijn
observeren daarom regelmatig de geldende praktijken.
gekend als Guidelines of Praktijkrichtlijnen. Er wor-
Ze evalueren ze, vergelijken ze onderling, en trachten
den er steeds meer gepubliceerd, zowel op Belgisch
tot betere conformiteit te komen. Daarbij moeten ze
als op Europees en mondiaal niveau, en over steeds
tegemoetkomen aan de meest hoogstaande kwaliteits-
meer gespecialiseerde onderwerpen. Ze worden op-
standaarden, zoals terecht wordt verwacht door de
gesteld volgens streng genormaliseerde principes, op
patiënten die de zorgen toegediend krijgen en de bur-
basis van regelmatig bijgewerkte wetenschappelijke
gers die bijdragen tot de financiering van de ziektever-
gegevens uit de internationale literatuur.
zekering. Bij dit alles moet gestreefd worden naar een
Het KCE, die deze nauwgezette manier van kennisvergaring in de vingers heeft, werkt regelmatig
Good Clinical Practice
Clinical Practice...
evenwicht tussen de therapeutische vrijheid van de behandelende arts en het collectieve belang.
samen met specialisten ter zake (vaak vertegenwoor-
Deze analyse van de klinische praktijk door
digd door hun wetenschappelijke verenigingen) voor
het KCE kadert in diverse samenwerkingsverbanden
het opstellen van Praktijkrichtlijnen. Opdat een Prak-
met andere Belgische en internationale wetenschap-
tijkrichtlijn aanvaard en geïmplementeerd wordt door
pelijke instellingen en beleidsinstanties die verant-
de praktijkbeoefenaars, moet ze niet alleen rekening
woordelijk zijn voor de promotie van een kwaliteits-
houden met de internationale ‘evidence’, maar ook
volle geneeskunde.
Hier vindt u een overzicht van de studies die het KCE in 2007 beëindigde over Good Clinical Practice. Op de website van het KCE (www.kce.fgov.be) vindt u de integrale versie van deze studie en alle andere rapporten.
17
FARMACEUTISCHE INFORMATIE AAN HUISARTSEN … veel wind en weinig wetenschap!
Op vraag van het RIZIV heeft het KCE de informatie die de huisartsen van de farmaceutische bedrijven ontvangen, nader bekeken. Het gaat om documenten die de artsen op de hoogte brengen van alle nieuwe geneesmiddelen. Maar is de kwaliteit van die informatie voldoende hoog? Het is een relevante vraag, vooral als je weet dat deze documenten voor sommige praktiserende artsen nagenoeg de enige bron van informatie zijn.
De populaire huisartsen De huisartsen zijn de favoriete doelgroep voor deze lawine van informatie:
bale informatie over geneesmiddelen leren
gegevens. De rest bevat vage of niet-gefun-
kennen en voorstellen formuleren om de
deerde wetenschappelijke informatie. Soms
informatie te verbeteren.
is de boodschap zelfs ronduit fout (in 2 %
zij ontvangen gemiddeld 450 aankondigingen per maand, in de vorm van brochures,
van de gevallen) en tegenstrijdig met de ge-
Slogans en emotie
vestigde wetenschappelijke gegevens. De
brieven en advertenties in medische tijd-
Een aantal praktiserende artsen
manier waarop de informatie wordt voor-
schriften. Een meerderheid van de info komt
verzamelde gedurende een maand alle
gesteld maakt dat de huisartsen niet altijd
per post en de laatste tijd ook steeds meer
schriftelijke informatie die ze ontvingen van
het onderscheid zien tussen reclame en ob-
via e-mail. Daarbij komen nog de documen-
de farmaceutische industrie. 896 documen-
jectieve informatie.
ten die door de meer dan drieduizend far-
ten werden in acht etappes grondig onder-
maceutische vertegenwoordigers in België
zocht. Werden geëvalueerd: de slogans, de
worden afgegeven. En er worden ook docu-
tabellen en grafieken, de resultaten die zou-
Interviews afgenomen bij huisartsen
menten verdeeld tijdens de permanente
den worden behaald en de wetenschappe-
tonen aan dat de huisartsen wel degelijk be-
vorming. Deze opleidingen worden zeer
lijke referenties. Deze laatste werden verge-
seffen hoezeer ze gemanipuleerd worden.
vaak georganiseerd - of op z'n minst ge-
leken met de beschikbare ‘evidence’ in de
Ze hebben echter behoefte aan korte en
sponsord - door farmaceutische bedrijven.
medische databases. Tot slot werd nagegaan
praktische informatie, en dat verschaft de
En dit alles is slechts een deel van de mar-
of de referenties wel degelijk de reclameslo-
farmaceutische industrie hen. Ze maken ook
ketingstrategie van de industrie.
gans onderbouwen.
moeilijk een onderscheid tussen de schrifte-
Een dubbelzinnige relatie
lijke informatie en de rol van de medische
18
Voor dit onderzoek werden ver-
Het resultaat: het merendeel van de
vertegenwoordiger: beide zijn erg gerela-
schillende doelstellingen bepaald. Allereerst
boodschappen bevat weinig of geen infor-
teerd. Zo blijken de indicaties die een verte-
een overzicht opstellen van de aard en de
matie die naam waardig. De communicatie
genwoordiger geeft voor een antibioticum
inhoud van de schriftelijke informatie die de
beperkt zich vooral tot de naam van het
soms veel ruimer te zijn dan deze vermeld
Belgische huisartsen ontvangen. Vervolgens
geneesmiddel gecombineerd met een slag-
op de bijsluiter. Deze dubbelzinnige relatie
de informatie vergelijken met de ‘evidence’
zin of een beeld dat inspeelt op emoties.
wordt nog versterkt doordat de artsen af-
(EBM) uit de literatuur. Tenslotte de mening
Nauwelijks een zesde van de bestudeerde
hankelijk zijn van de sponsoring door de in-
en de behoefte van de artsen m.b.t. de glo-
boodschappen stemt overeen met EBM-
dustrie voor hun bijscholing. Dit vindt het
dan ook aan om de voortgezette vorming los te koppelen van farmaceutische spon-
RECTUMKANKER …op naar een standaardisering van de aanpak
soring.
Iedereen zijn taak Het KCE gaat nog verder. De industrie zou een kwaliteitscontrole moeten invoeren. Die zou ervoor moeten zorgen dat de informatie voor artsen duidelijk en eerlijk de klinische resultaten van hun producten vermeldt, kwaliteitsvolle referenties bevat en de belangenconflicten aangeeft van sommige geciteerde experts. Dergelijke procedures bestaan al in bepaalde Belgi-
Rectumkanker is dan wel verwant met darmkanker, maar vereist een zeer specifieke aanpak. In het begin van dit millennium werd deze aanpak geleidelijk aan gepreciseerd in de internationale literatuur. Toch bestaan er in ons land nog altijd grote verschillen tussen de toegepaste behandelingen, waardoor we minder goede resultaten boeken dan in onze buurlanden.
sche ondernemingen, zij zouden gesystematiseerd moeten worden. Eind 2003 werd op nationale schaal een De overheid zou proactieve con-
ambitieus project gelanceerd door enkele chi-
troles van de publicitaire aankondigingen
rurgen die hun praktijken wilden afstemmen op
moeten invoeren en aan het BCFI (Belgisch
EBM. Ze richtten een multidisciplinaire werk-
Centrum van Farmaceutische Informatie,
groep op, PROCARE (PROject on CAncer of
www.bcfi.be), dat een zeer goede reputatie
the REctum), met vertegenwoordigers van alle
geniet, voldoende middelen ter beschikking
wetenschappelijke instellingen die betrokken zijn
moeten stellen zodat het zijn activiteiten
bij deze vorm van kanker. De werkgroep streef-
kan uitbreiden.
de drie doelstellingen na: richtlijnen opstellen op
Good Clinical Practice
KCE ronduit onaanvaardbaar. Het beveelt
basis van de meest recente gegevens uit de inAan de universiteiten wordt ge-
ternationale literatuur; een reeks indicatoren
vraagd hun onderwijsprogramma aan te
voor zorgkwaliteit ontwikkelen om de imple-
passen, zodat de toekomstige zorgverleners
mentatie van deze richtlijnen te beoordelen en
leren op een kritische manier klinische stu-
tot slot gegevens en follow-up van de patiënten
dies en promotionele boodschappen te
registreren in een specifieke databank met feed-
analyseren. Daarbij moeten zij gewezen
back aan elk deelnemend ziekenhuis. Het pro-
worden op het risico op belangenconflicten
ject had tot doel de verschillen tussen de thera-
wanneer een te groot deel van hun weten-
peutische behandelingen te beperken en de
schappelijk onderzoek wordt gefinancierd
kwaliteit van de zorgverlening te verbeteren.
door de industrie. Tenslotte worden de artsenverenigingen ertoe aangespoord om
Multidisciplinaire richtlijnen
hun leden meer aan te moedigen tot kriti-
Voor de eerste twee doelstellingen
sche reflectie en analyse en om objectieve
werd de methodologische ondersteuning van
en kwaliteitsvolle informatie op te stellen.
het KCE gevraagd. De experts van het KCE leverden een bijdrage aan het bibliografisch on-
KCE-rapport vol. 55: Evidence-based inhoud
derzoek en aan de opstelling van een reeks
van geschreven informatie vanuit de
aanbevelingen voor de diagnose, behandeling
farmaceutische industrie aan huisartsen. In
(chirurgie, bestraling, chemotherapie) en opvol-
samenwerking met SSMG en Domus
ging van rectumkanker. De rode draad door-
Medica.
heen deze aanbevelingen is een multidiscipli19
naire benadering, waarbij de expertise van
(bijvoorbeeld het overlevingspercentage) of
tabank de individuele gegevens te verzame-
de gastro-enteroloog, de radioloog, de chi-
specifiek zijn voor een bepaalde discipline
len van alle patiënten met rectumkanker.
rurg, de oncoloog, de radiotherapeut en de
(bijvoorbeeld voor de pathologen het aan-
Deze gegevens, die anoniem worden ge-
patholoog gebundeld wordt. Het spreekt
tal onderzochte klieren, de laterale veilig-
maakt, dienen vervolgens gekoppeld met
voor zich dat de aanbevelingen in een der-
heidsmarge enz.). Ook dit onderzoek ver-
die van het Intermutualistisch Agentschap
gelijk geavanceerd en evoluerend domein
liep in nauwe samenwerking met het KCE.
en de FOD Volksgezondheid. “Zonder deze
regelmatig moeten bijgewerkt worden, om
De definitieve resultaten zullen gepubli-
gegevenskoppeling blijft 90 % van de kwali-
de 3 tot 5 jaar.
ceerd worden in de loop van 2008.
teitsindicatoren ontoegankelijk”, aldus Pro-
Vervolgens legde elke beroeps-
fessor Penninckx. De Stichting Kankerregis-
Een dergelijke samenwerking in het
groep zich actief toe op de implementatie
ter houdt toezicht op deze belangrijke fase,
kader van een bestaand project buiten haar
van de guidelines in de praktijk. De chirur-
onder het nauwlettend oog van het RIZIV
eigen initiatief was redelijk nieuw voor het
gen werkten een gedecentraliseerd systeem
dat hierin een ‘practice’ ziet die herhaald kan
KCE. Maar het werd een zeer positieve er-
uit voor praktische opleidingen met betrek-
worden voor andere types van kanker.
varing. Zoals Professor Freddy Penninckx
king tot operatietechnieken. De opleiding
De registratie ging vorig jaar van
(K.U.Leuven), initiatiefnemer van het project
wordt gegeven door vrijwillige chirurgen
start, op vrijwillige basis. Van de 113 Belgi-
PROCARE, zegt: “Het was voor ons belang-
die zelf onderworpen worden aan een trai-
sche ziekenhuizen nemen er 60 deel aan dit
rijk dat het project verankerd bleef bij de
ning en een buitengewoon strenge evalua-
initiatief, wat heel aanvaardbaar is voor deze
beroepsbeoefenaars uit de praktijk, omdat
tie. De pathologen maakten een didactische
beginfase. Vanwaar de terughoudendheid
de meeste gevallen van rectumkanker be-
cd-rom met uitleg over de vereiste kwali-
van de anderen? Volgens Professor Pen-
handeld worden in niet-universitaire zieken-
teitsindicatoren. De radiotherapeuten gaven
ninckx, die het project in meerdere zieken-
huizen. Een centralisering en een te acade-
een specifieke atlas uit voor de bestraling
huizen ging verdedigen, “moeten de artsen
mische ‘top-down’ benadering wilden we
van het rectum, en momenteel werken ze
overtuigd worden van de anonimiteit van
dus kost wat kost vermijden. Het nadeel
aan een systeem voor de uitwisseling van
de gegevens. Het RIZIV zal enkel toegang
daarbij is natuurlijk dat de beroepsbeoefe-
beeldmateriaal op afstand, bestemd voor
hebben tot de globale evaluatie van de
naars uit de praktijk doorgaans niet vol-
radiotherapeuten die werken in meer afge-
kwaliteitsindicatoren. De feedback zal glo-
doende vertrouwd zijn met de vereisten op
legen centra. Zo zullen deze nagenoeg on-
baal en niet individueel zijn. In de loop van
het vlak van de verzameling van bewijs-
middellijk de mening van een expert kun-
2008 zullen we beginnen met de analyse
krachtige gegevens. Het KCE leverde deze
nen vragen bij moeilijke gevallen.
van de eerste 1 000 gevallen. Zo zullen we
vereiste methodologische complementariteit, en dat was voor iedereen heel nuttig.”
Betrokkenheid van alle specialisaties
een nationaal gemiddelde kunnen bepalen,
Gegevens kruisen en koppelen
dat vergeleken zal worden met het gemiddelde van de 10 best presterende zieken-
In de derde fase van het project
huizen. Zo zullen we te bereiken doelstel-
PROCARE speelt het KCE een minder
lingen kunnen bepalen. En tot slot zullen we
Eens de guidelines gepubliceerd, in
zichtbare, maar toch cruciale rol. Deze rol is
de medewerking van andere landen vragen
augustus 2007, stortte de groep zich op de
voornamelijk gebaseerd op de ervaring van
om een internationale benchmark in te
tweede fase van het project, namelijk de
het KCE met de koppeling van gegevens die
voeren. Zo zullen we het in België bereikte
identificatie van de meest relevante zorg-
afkomstig zijn van verschillende bronnen.
niveau kunnen vergelijken met het niveau
kwaliteitsindicatoren. Deze kunnen van toe-
Het is immers de bedoeling om voor heel
van onze buurlanden, en zullen we weten of
passing zijn op alle betrokken disciplines
België in één enkele zeer gedetailleerde da-
we onze achterstand ingehaald hebben.”
KCE-rapport vol. 69: Kwaliteit van rectale kankerzorg - Fase 1. Een praktijkrichtlijn voor rectale kanker. In samenwerking met UZ Leuven, UCL, UGent, AZ St. Lucas Brugge, Stichting Kankerregister.
20
... borstkanker aan de beurt
Sinds vorig jaar is het College voor Oncologie begonnen met het ontwikkelen van een aantal nationale Praktijkrichtlijnen die, op basis van recentste wetenschappelijke inzichten, bepalen hoe een aantal kankers het best wordt opgespoord en behandeld. Dit werk, uitgevoerd met de methodologische medewerking van het KCE, had in 2007 betrekking op borstkanker, een ziekte waarmee in ons land 1 op 9 vrouwen tijdens hun leven worden geconfronteerd. Borstkanker is een van de meest bestudeerde kankers ter wereld. Daardoor is de overvloed aan gepubliceerde studies
Good Clinical Practice
NATIONALE KANKERRICHTLIJNEN
zo groot, dat het voor artsen moeilijk wordt om er hun weg nog in terug te vinden. Dit is iets wat Joan Vlayen het meest is opgevallen. Deze arts-expert van het KCE selecteerde uit een indrukwekkende hoop wetenschappelijke literatuur de meest recente en meest
heren1_menu/oncologie1_menu/richtlijnenkli-
hormonale therapie - worden eveneens
betrouwbare publicaties. Vervolgens toetste
nischepraktijk1_hide/richtlijnenklinischeprak-
besproken in het document. De tekst dringt
een groep multidisciplinaire experts, aange-
tijk1_docs/breast%20cancer%20v1.2007%20
erop aan dat de behandeling wordt uitge-
steld door het College voor Oncologie, deze
(en)_8.pdf)
voerd in multidisciplinaire borstklinieken
wetenschappelijke ‘evidence’ aan de klinische praktijk, op basis van een inmiddels goed
waar borstkankerspecialisten, radiologen en De richtlijnen hebben betrekking
pathologen samenwerken. Zonder de ver-
op het opsporen, het diagnosticeren, het
pleegkundigen gespecialiseerd in het infor-
behandelen en het opvolgen van de ver-
meren en ondersteunen van patiënten te
De huidige richtlijnen vormen niet
schillende vormen van borstkanker. Voor
vergeten. Een behandeling van borstkanker
alleen een synthese van de vandaag be-
de opsporing wordt bij vrouwen tussen de
is immers meestal van vrij lange duur en pa-
staande kennis, maar houden ook rekening
50 en 69 jaar om de twee jaar een mam-
tiënt en zorgteam moeten samen moeilijke
met de terreinkennis van een groot aantal
mografie aangeraden. Bij een vermoeden
beslissingen nemen.
Belgische specialisten. De Praktijkrichtlijn zal
van de aanwezigheid van tumoren moet
de volgende 5 jaar in ons land als norm gel-
een bevestiging volgen door middel van
den. Daarna zal hij opnieuw moeten wor-
klinisch onderzoek, medische beeldvorming
den geactualiseerd. Hij is online toegankelijk
(mammografie en echografie) en biopsie
KCE-rapport vol. 63:Wetenschappelijke
voor de zorgverleners die met deze com-
(via een chirurgische ingreep of een kijk-
ondersteuning van het College voor Oncologie:
plexe problematiek te maken hebben en
operatie). Vrouwen bij wie borstkanker in
een richtlijn voor de opname met borstkanker.
voor het grote publiek. (https://portal.health.
de familie voorkomt moeten apart wor-
In samenwerking met UZ Leuven, CHU
fgov.be/pls/por tal/docs/page/internet_pg/
den opgevolgd.
Sant-Pierre, Institut Bordet, CHU Liège, UZ
werkende methodologie.
homepage_menu/gezondheidzorg1_menu/
De belangrijkste behandelingen -
overlegstructuren1_menu/collegesvangenees-
chirurgie, radiotherapie, chemo- en/of anti-
Gent, UZ Brussel en het College voor Oncologie.
21
LONGFUNCTIE TESTEN …samen in dezelfde richting blazen
Ademhalingsziekten zoals astma en
De beroepsbeoefenaars uit de
tig worden geacht op basis van de nieuwe
chronisch obstructief longlijden (in de volks-
praktijk beschikken nu over precieze algorit-
aanbevelingen. Zo zou een specifieke code
mond ‘chronische bronchitis’ genoemd) ko-
men voor de diagnose en de follow-up van
bijvoorbeeld overeenstemmen met de diag-
men veel voor. Om de diagnose te stellen
elke pathologie. Zo wordt bijvoorbeeld
nosestelling van chronische bronchitis, en
en om daarna de doeltreffendheid van de
voor patiënten met chronische hoest enkel
enkel de nuttig geachte testen omvatten.
behandeling te beoordelen, moeten bepaal-
een spirometrie en een meting van de to-
Een dergelijk systeem zou bovendien het
de parameters van de longfunctie gemeten
tale longcapaciteit aanbevolen. Als men ech-
gebruik van nieuwe technieken bevorderen.
worden aan de hand van testen. De be-
ter vermoedt dat er sprake is van astma, zal
Het KCE beveelt ook aan om de huidige
kendste test is de spirometrie: de patiënt
ook een provocatietest worden aangeraden
nomenclatuur van de testen te herwerken.
blaast in een toestel dat een eventuele
die nagaat of de patiënt bij het inademen
De nomenclatuur stemt immers niet langer
luchtwegvernauwing opspoort. Een andere
van een irriterend gas een luchtwegvernau-
overeen met wat men terugvindt in de up-
gangbare test is de meting van de diffusieca-
wing krijgt.
to-date wetenschappelijke literatuur. Som-
paciteit, waarbij men nagaat hoe de longen
Het KCE wees er eveneens op dat
mige definities zijn vaag en kunnen bij art-
het huidige systeem voor de terugbetaling
sen verwarring scheppen. Een duidelijkere
De laatste tien jaar is het gebruik
van de testen niet optimaal is. Het RIZIV
formulering van deze codes door het RIZIV
van deze testen met 20 % gestegen. Som-
vergoedt de arts immers afzonderlijk voor
zou een goede zaak zijn.
mige verdubbelden zelfs in aantal. Men kan
elke test, wat een stimulans kan zijn om
zich terecht afvragen of deze toename wel
meer testen uit te voeren. Een globale te-
degelijk overeenstemt met een toename
rugbetaling zou beter zijn: een soort van
KCE-rapport vol. 60: Longfunctietesten bij
van de behoeften. Zo wordt het bijvoor-
forfait voor de verschillende testen die nut-
volwassenen.
zuurstof opnemen.
beeld redelijk courant om een combinatie van 4 of 5 testen voor te schrijven, terwijl er in werkelijkheid slechts één test noodzakelijk is. Op vraag van het RIZIV onderzocht het KCE de wetenschappelijke bewijzen over het nut van de zes belangrijkste longfunctietesten. Dit was een moeilijke taak, omdat recent onderzoek op dit vlak schaars is en omdat de meeste artikels dateren van de jaren ‘60 en ‘70. Op basis van dit literatuuroverzicht formuleerde een panel van longspecialisten en huisartsen vervolgens aanbevelingen voor het juiste gebruik van deze testen in de praktijk. Dit rapport kan echt baanbrekend worden genoemd.
22
… met gezond verstand te gebruiken We kunnen ons de geneeskundepraktijk niet voorstellen
Niet alleen het aantal testen vormt een probleem, maar
zonder de klinische biologie. De laboratoriumanalyses staan meer-
ook de keuze van de test. Bij de opvolging van een diabeticus be-
maals centraal bij de conclusies die de arts trekt, of het nu is om
velen de internationale richtlijnen 9 analyses aan. Het KCE stelt vast
een diagnose te stellen, een chronisch zieke patiënt op te volgen, te
dat de Belgische huisartsen er in dat geval gemiddeld 13 aanvragen
oordelen over de werkzaamheid van een behandeling of in het
... maar dat slechts 20 % van die aanvragen de 9 aanbevolen testen
kader van een medische ‘check-up’.
bevatten.
Deze analyses worden echter niet altijd weldoordacht ge-
Het KCE bestudeerde ook de maatregelen die andere lan-
vraagd en hun kost weegt zwaar op het gezondheidszorgbudget. In
den nemen om dit probleem op te lossen. In de eerste plaats
samenwerking met 164 huisartsen en 5 privé-laboratoria voerde
moeten de huisartsen onafhankelijke en recente informatie ont-
het KCE hierover een prospectief onderzoek. Het blijkt dat tal van
vangen, bijvoorbeeld via nationale richtlijnen die bepaalde testen
vaak aangevraagde analyses nauwelijks nut hebben. Hun eenheids-
aanbevelen op basis van symptomen of klachten van de patiënt. De
prijs is over het algemeen niet zo hoog, maar door hun grote aantal
wetenschappelijke verenigingen van huisartsen zouden het opstel-
vormen ze wel een grote kost.
len van dergelijke richtlijnen als een prioriteit moeten beschouwen.
Zo is een telling van de bloedplaatjes, die in meer dan helft
Vervolgens kan de toepassing van deze richtlijnen in de dagelijkse
van de gevallen wordt aangevraagd, in 95 % niet echt nodig. An-
praktijk aangemoedigd worden door de huisartsen regelmatig een
dere tests, zoals een bepaling van het totale proteïnegehalte, van
feedback te geven. Daarnaast zouden de aanvraagformulieren rati-
stollingsfactoren of van chloor in het bloed worden bijna altijd zon-
oneler moeten opgesteld worden. Tenslotte zouden systemen ter
der geldige reden aangevraagd. Zonder twijfel uit gewoonte. Bijna
ondersteuning van het medische besluitvormingsproces kunnen
een tiende van alle testen gebeurt in het kader van een ‘check-up’,
opgenomen worden in de softwareprogramma’s voor medisch
en deze zijn strikt medisch gezien zelden nodig. In dat geval zijn
dossierbeheer.
Good Clinical Practice
KLINISCH BIOLOGISCHE ANALYSES
40% van de 21 analyses die gemiddeld worden aangevraagd nutteloos, zelfs als men de wetenschappelijke aanbevelingen ruim
KCE-rapport vol. 59: Klinisch biologische analyses in de
interpreteert.
huisartsengeneeskunde. In samenwerking met UGent.
Interview met PATRICE CHALON, knowledge manager
Wat houdt de functie van ‘knowledge manager’ precies in? Het werk van een knowledge manager of een expert in kennisbeheer is zeer ruim en tegelijkertijd zeer specifiek. Bij het KCE bestaat mijn taak uit documentair opzoekingswerk en het beheer van de impliciete en expliciete kennis
waaronder ook het management van de bi-
bezighoud met literatuuronderzoek. Daar-
bliotheek valt. Ik beheer ook de website, in
naast ondersteun ik de interne en externe
samenwerking met de communicatieverant-
experts bij de identificatie van nuttige databa-
woordelijke.
ses, de formulering van onderzoeksvragen en de aanpassing van de vraag aan de onder-
In een organisatie zoals het KCE speelt kennismanagement een centrale rol. Op welk niveau neemt u deel aan de studies?
zoeksmotor, het computerprogramma dat de
Ik ben betrokken bij bepaalde etappes door-
wijze worden gemaakt en de onderzoeksstra-
heen de projecten, waarbij ik mij bijvoorbeeld
tegie moet systematisch genoteerd worden.
databank(en) doorzoekt. Voor mij is het documenteren van de onderzoeksstrategie van groot belang: elke keuze moet op een bewuste
23
Een validator moet immers in staat zijn om
referentieboeken in een gedrukte versie nodig
schilt. Er bestaan informaticasystemen die het
ze nadien ook toe te passen, om zo tot het-
hadden (wij bezitten er nu ongeveer 1 000),
opslaan van de impliciete kennis als doel heb-
zelfde resultaat te komen.
maar omdat het comfortabeler leest, kozen
ben, maar vandaag gebeurt kennisbeheer
Alle experts van het KCE moeten deze onder-
de experts ook voor gedrukte versies van
vooral via verspreiding.Wij gebruiken hiervoor
zoeksmethodologie beheersen. Sommige ex-
sommige wetenschappelijke tijdschriften.
bij het KCE verschillende methoden: de op-
perts kennen ze door gebruik, dus door ze toe
richting van gemengde onderzoeksteams
te passen. Andere, die recenter zijn afgestu-
Een ander aspect van uw werk be-
waar een junior een senior ontmoet, de orga-
deerd, hebben soms al een specifieke oplei-
treft het beheer van de expliciete
nisatie van seminaries en opleidingen en het
ding gekregen tijdens hun universitaire studies.
systeem van ‘tutorship’: een senior begeleidt
Hoe dan ook krijgt elke interne expert binnen
en impliciete kennis. Wat betekent dat juist?
het KCE een specifieke opleiding zodat ieder-
De expliciete kennis bestaat uit de referentie-
gebeurt in coördinatie met de personeelsver-
een zich op dezelfde standaarden baseert.
documenten die worden gebruikt voor de stu-
antwoordelijke, de programmadirecteur en de
dies, de artikelen, de verslagen, de boeken en
algemene directie.
een junior bij zijn continue bijscholing. Dit alles
U beheert eveneens de bibliotheek. Wat vindt men zoal in de bibliotheek van het KCE?
alle wetenschappelijke procedures die de wijzen. Deze procedures moeten trouwens
U werkt dus in een gebied dat altijd in beweging is…
Bij mijn aankomst stond onze bibliotheek vol
regelmatig geactualiseerd worden.
Ja, dat klopt, in deze job is er nooit routine. Ze
KCE-experts raadplegen en waarnaar ze ver-
met mooie, maar lege rekken. Ik heb de biblio-
omvat zoveel verschillende taken en alles is
theek dus van nul kunnen opstarten: een
En de impliciete kennis?
constant in beweging. Er zijn altijd nieuwe pro-
mooie uitdaging! Er werd een werkgroep op-
Dit is de kennis die zich in het hoofd van de
jecten en nieuwe werkgroepen waaraan ik
gericht die een abonnement op 16 weten-
mensen bevindt. Ze wordt niet expliciet uitge-
deelneem.We hebben net ons extranet veran-
schappelijke tijdschriften voorstelde, waaron-
drukt en soms kan je die kennis zelfs niet op-
derd en dat heeft een impact op de organisa-
der 5 Belgische. Daarnaast hebben we
schrijven. 2 mensen die zich baseren op het-
tie van de documenten en de gewoonten van
toegang tot 7 internationale bibliografische
zelfde keukenrecept (= expliciete kennis)
de gebruikers. Alles verandert continu. En dat
bestanden en 2 digitale bibliotheken: CEBAM
bereiden toch niet exact hetzelfde gerecht.
is onvermijdelijk.
en VDIC. Zelf was ik van mening dat we enkel
Dat komt doordat hun impliciete kennis ver-
TESTEN IN DE OOGHEELKUNDE … van dichterbij te bekijken voordat ze gebruikt worden!
24
De oftalmologie is een discipline die enorme vorderingen
over de doelmatigheid van deze testen. Met het oog hierop nodigde
maakt. Dat is een goede zaak, want het aantal oogziekten zal waar-
het KCE een panel van vermaarde oftalmologen uit. Vijf testen wer-
schijnlijk toenemen met de vergrijzing van de bevolking. Diabetische
den op de proef gesteld volgens de analysemethodologie van het
retinopathie, cataract, leeftijdsgebonden maculadegeneratie en glau-
KCE. Het ging om enkele van de meest courant gebruikte oogonder-
coom zijn daarvan de belangrijkste voorbeelden.
zoeken, waarvan de indicaties echter enkele problemen stelden.
In België beschikken oftalmologen over 24 terugbetaalde di-
Voor elke test werd een volledig documentair onderzoek
agnostische testen, alsook over enkele andere, zeer nieuwe, (nog) niet
uitgevoerd. De meest relevante artikels werden uitgekozen, en de
terugbetaalde testen. Tot dusver heeft men zich nog nooit gebogen
kwaliteit ervan werd geëvalueerd door de experts van het KCE. Tot
VOORKOMEN VAN HARTEN VAATZIEKTEN In ons land wordt een derde van het aantal sterfgevallen
ten of het gebruik van voedingssupplementen effectief zijn om hart-
veroorzaakt door cardiovasculaire problemen. Iedereen denkt on-
en vaataandoeningen te voorkomen. Toch blijft een gezonde, even-
middellijk aan een hartinfarct, maar men mag de hersenbloedingen
wichtige voeding zeker aan te raden, onder andere omdat daardoor
of aandoeningen van de andere bloedvaten niet vergeten. Cardio-
ook een reeks andere ziektes worden voorkomen.
vasculaire aandoeningen maken bovendien een belangrijk aandeel
Van de preventieve geneesmiddelen scoort een lage dosis
van de chronische ziekten uit. Preventie van cardiovasculaire aan-
aspirine het beste op gebied van kosteneffectiviteit. De vaak voor-
doeningen moet dan ook een van de belangrijkste doelstellingen
geschreven cholesterolverlagende middelen of statines zijn nauwe-
van de huisartsen zijn.
lijks kosteneffectief als primaire preventie, dus bij mensen die nooit
De KCE-studie gaat alleen over primaire preventie, dit is
een hartprobleem hebben gehad.
preventie met als doel aandoeningen te vermijden bij gezonde
Het bestaan van een cardiovasculair risico moet trouwens
mensen, … de meerderheid van de bevolking met andere woorden.
globaal bekeken worden en niet op basis van één geïsoleerde factor.
Vanuit commercieel oogpunt betekent dit een ‘markt’ van honderd-
Iemand met een hoog cholesterolgehalte bijvoorbeeld loopt niet
duizenden personen. Ontsnappen aan reclame voor voedselsup-
noodzakelijk een hoog risico op een hart- en vaatziekte. Dat risico
plementen, cholesteroltesten, enz. is vandaag onmogelijk geworden.
neemt wel aanzienlijk toe als het hoge cholesterolgehalte gepaard
Daarbij worden artsen nog overstelpt met publiciteit voor een
gaat met een hoge bloeddruk of met suikerziekte. De hoofdvraag
steeds groeiend aantal geneesmiddelen.
blijft wie in aanmerking komt voor primaire preventie en vanaf welk
Hoe het kaf van het koren scheiden? Wat heeft zijn nut al
risiconiveau. Het antwoord is meer van beleidsmatige dan van me-
bewezen? Welke maatregelen zijn kosteneffectief en zijn het waard
dische aard. Daarom wenst het KCE hierover geen uitspraak te
om te worden gefinancierd door de gemeenschap? Het KCE heeft
doen. Het dringt wel aan op een breed maatschappelijk debat over
dit uitgebreide domein bestudeerd, om uiteindelijk een rapport te
de kwestie.
Good Clinical Practice
... stoppen met roken is de meest efficiënte maatregel
publiceren dat bij de diverse stakeholders stof deed opwaaien. Zonder enige twijfel is stoppen met roken de meest doeltreffende preventieve maatregel, los van de kostenfactor. Van alle diëten verlagen alleen degene die het eten van verzadigde vetten
KCE-rapport vol.52: Rapid assesment: primaire cardiovasculaire
beperken het risico op hart- en vaatziekten, op voorwaarde dat ze
preventie in de praktijk van de huisarts in België. In samenwerking
strikt gevolgd worden. Er bestaat geen enkel bewijs dat andere dië-
met Domus Medica.
slot werden deze bewijskrachtige gegevens door de klinische ex-
mogelijkheid biedt om de aanwezigheid van infraklinische letsels op
perts gewogen op basis van de dagelijkse praktijk. Zo kwam men
te sporen vóór refractieve corneachirurgie. Dit systeem lijkt veelbe-
uiteindelijk tot aanbevelingen die concreet en gemakkelijk toepas-
lovend, maar er zijn nog onvoldoende bewijskrachtige gegevens om
baar zijn. Nu is het aan de beroepsgroep om het initiatief over te
de terugbetaling bij deze indicatie te rechtvaardigen.
nemen en deze aanbevelingen uit te breiden tot andere testen, en natuurlijk ook om de aanbevelingen te implementeren.
Voor de andere drie geëvalueerde testen, de telling van endotheelcellen, de fluoresceïne-angiografie en de indocyanine-
Voor twee van de vijf testen meent het KCE dat er gewacht
groen-angiografie, hebben de experts de indicaties en de omstan-
moet worden tot er meer bewijskrachtige gegevens gepubliceerd
digheden verduidelijkt waarin de testen idealiter worden uitge-
worden. Zo is de optische coherentietomografie een onderzoek
voerd.
dat gesofisticeerde apparatuur vereist en dat geëist wordt om de terugbetaling te rechtvaardigen van een nieuwe behandeling voor
KCE-rapport vol. 71: Aanbevelingen voor het gebruik van vijf
maculadegeneratie. Deze test heeft echter nooit zijn relevantie be-
oftalmologische testen in de klinische praktijk. In samenwerking met
wezen voor deze pathologie. De andere ‘afgewezen’ test is een
ULB, Universiteit Antwerpen, UGent, K.U.Leuven, SBO en AOB, en de
gloednieuw systeem dat Scheimpflug wordt genoemd en dat de
Universiteit van Bristol (VK). 25
Health
Analyse klinische praktijk en ontwikkeling klinische praktijkrichtlijnen (Good Clinical Practice) Evaluatie van medische technologie (Health Technology Assessment) Organisatie en financiering van de gezondheidszorg (Health Services Research)
Health Technology Assessment
Technology Assessment… De toenemende vergrijzing vormt een grote uitdaging
onzeker is? Te lang wachten met de introductie kan levensred-
voor het budget van de gezondheidszorg. Wat minder goed ge-
dende behandelingen aan de patiënten ontzeggen. Te snel intro-
weten is, is dat de constante toevloed aan nieuwe medische tech-
duceren kan leiden tot belangrijke risico’s voor de patiënt en een
nologieën en behandelingen een nog grotere uitdaging vormt
ontsporing van het budget van de ziekteverzekering.
voor een doelmatige verdeling van de beperkte middelen. De
De industrie heeft een wat ambigue relatie met HTA. De
markt wordt overspoeld met meestal zeer dure technologieën,
producent van een nieuw geneesmiddel, toestel of technologie
behandelingen en geneesmiddelen die door hun producenten
ziet in HTA een mechanisme dat de marktintroductie van zijn
vaak als innovatief en veelbelovend worden voorgesteld. Maar is
product kan vertragen. Een positief HTA is anderzijds een enorme
dat ook werkelijk het geval? En bieden ze voldoende meerwaarde
stimulans. Een goede samenwerking tussen industrie en HTA-
voor de prijs die ervoor gevraagd wordt? Een kritische analyse of
onderzoekswereld biedt voor beiden voordelen. Als ze samen-
een Health Technology Assessment (HTA) moet een antwoord
werken, kunnen ze wetenschappelijke gegevens efficiënter gebrui-
op deze vragen geven.
ken of klinische studies optimaliseren tijdens de ontwerpfase.
In het kader van een HTA wordt nagegaan of een tech-
Bovendien draagt een succesvol HTA-onderzoek bij tot een bre-
nologie of product veilig en werkzaam is. Het is evident dat ze
der en duurzamer gebruik van het nieuwe product. Voor de pro-
niet schadelijk mogen zijn. En bij de patiënt moet er een verbe-
ducent kan dat op lange termijn waardecreërend zijn.
tering merkbaar zijn in vergelijking met geen of de klassieke behandeling.
Het KCE bouwde het HTA-luik uit tot één van de belangrijke pijlers van haar opdracht. Niet als middel om besparingen in
Wat vaak controverse veroorzaakt is het aspect van de
de gezondheidssector te rechtvaardigen of een rem te zetten op
kosten-effectiviteit van de onderzochte technologie of behande-
de toepassing van nieuwe technologie. Wel om de overheid bij te
ling. Hierbij gaan de onderzoekers na of de gezondheidswinst in
staan in haar zoektocht naar meerwaarde voor de patiënt en het
verhouding staat tot de kost, met andere woorden, of de techno-
doelmatig gebruik van beschikbare middelen. Daarbij hoeft inno-
logie of behandeling een betaalbare meerwaarde biedt.
vatie niet noodzakelijk te leiden tot een peperdure gezondheids-
In de praktijk kan HTA dus voor een dilemma zorgen: hoe
zorg. Innovatie betekent ook betere én goedkopere producten
gaat de ziekteverzekering om met een veelbelovende, innovatieve
voortbrengen. Met haar HTA-onderzoek wil het KCE bijdragen
technologie waar de nodige bewijskracht veelal nog beperkt of
tot een optimale inzet van de beperkte beschikbare middelen.
Hier vindt u een overzicht van de studies die het KCE in 2007 beëindigde over Health Technology Assessment. Op de website van het KCE (www.kce.fgov.be) vindt u de integrale versie van deze studie en alle andere rapporten.
27
HPV-VACCINATIE TEGEN BAARMOEDERHALSKANKER ... screening blijft belangrijk
Dankzij screening is het aantal gevallen van baarmoederhalskanker in België sterk gedaald. Er
28
zelden of nooit een uitstrijkje wordt ge-
deze infecties is onschuldig en veroor-
nomen.
zaakt geen symptomen. Meestal verdwijnt
is wel nog
Dankzij de screening worden in
een HPV-infectie spontaan, zonder dat de
ruimte voor verbetering. Een aantal
België jaarlijks 1 400 gevallen van baar-
besmette persoon iets heeft gemerkt.
vrouwen wordt overscreend: ze laten
moederhalskanker vermeden. Toch wordt
Sommige types veroorzaken genitale
meer dan 1 maal om de 3 jaar een uit-
de diagnose jaarlijks nog bij ongeveer 600
wratten (types 6 en 11) of letsels aan de
strijkje nemen, wat niet nodig is als er
vrouwen gesteld, en meer dan een derde
baarmoederhals (o.a. de types 16 en 18).
nooit een afwijking werd vastgesteld.
zal er ook aan overlijden. Het is een kan-
Deze laatste kunnen na jaren aanleiding
Anderen worden onvoldoende bereikt
ker die door een veel voorkomend virus
geven tot baarmoederhalskanker.
door de preventiecampagnes en laten
veroorzaakt wordt, het Humaan Papilloma
zich te weinig onderzoeken door hun
Virus (HPV). Van het HPV-virus bestaan er
huisar ts of gynaecoloog. KCE-rappor t
meer dan 100 types. Het wordt overge-
Tegen HPV zijn nu twee vaccins
vol. 38 van 2006 vermeldt dat bij 41 %
dragen door seksueel contact met een
beschikbaar, Gardasil® van Sanofi Pasteur
van de vrouwen tussen 25 en 64 jaar
besmette persoon. Een groot deel van
MSD en Cervarix® van GlaxoSmithKline.
‘Op gezondheid staat geen prijs’ is een gezegde dat haaks staat op wat een gezondheidseconoom in het dagelijkse leven doet.
Ik ga in een gezondheidseconomisch rapport
In België heeft inderdaad de redenering lang
uitdrukt. Wellicht is dat niet de beste manier
standgehouden dat er over de prijs van ge-
om zo’n rapport te lezen.
zondheid niet kon worden gediscussieerd.
Dat is zelfs helemaal de verkeerde manier om
Daardoor hebben we gigantische behoeften
zo’n rapport te interpreteren! In de studie over
gecreëerd op het vlak van gezondheid. Boven-
HPV-vaccinatie werd bijvoorbeeld berekend
Interview met IRINA CLEEMPUT,
dien leven we in een samenleving met een
dat de kostprijs per gewonnen gezond levens-
expert gezondheidseconomie
nooit gezien aanbod aan nieuwe medische
jaar rond de € 14 000 bedraagt als het vaccin
interventies en innovaties, en die hebben een
levenslange bescherming zou bieden. Een der-
steeds hogere kostprijs. Die vraag en aanbod
gelijk getal is echter nooit zwart/wit. Allereerst
botsen steeds vaker op een overheid die het
moet men er zich van bewust zijn dat er enige
budget voor de gezondheidszorg niet wil laten
onderzekerheid in die berekening zit. Omdat
ontsporen. Weliswaar groeien de middelen
we niet steeds over alle informatie beschikken,
jaar na jaar, maar uiteindelijk zijn er grenzen
moeten we vaak economische modellen ge-
aan het budget. Dat brengt automatisch met
bruiken om de ratio kostprijs/gezondheidswinst
zich mee dat we keuzes moeten maken, dat
te bereken. In die modellen worden veronder-
we moeten zoeken naar de ‘best value for
stellingen gemaakt, bijvoorbeeld over de duur
money’ of de grootste gezondheidswinst voor
van bescherming door het HPV-vaccin. Deze
elke geïnvesteerde euro. Met gezondheidseco-
veronderstellingen veroorzaken een marge op
nomische evaluaties proberen we die keuzes
de berekende uitkomsten. We geven dan ook
wetenschappelijk te onderbouwen.
steeds de grootte van die onzekerheid mee.
Beschermd met een prik
steeds onmiddellijk op zoek naar dat ene getal dat de ‘kostprijs per gewonnen gezond levensjaar’ (QALY) van een medische interventie
wel de doeltreffendheid als de kosteneffec-
16 en 18. Gardasil® is ook gericht tegen
tiviteit van HPV-vaccinatie sterk afhankelijk
de types 6 en 11 die genitale wratten ver-
zijn van een aantal voorwaarden. Het vaccin
Een tweede voorwaarde is dat
oorzaken. Sinds november 2007 wordt
beschermt niet tegen alle HPV-soorten die
de vaccinatie moet gebeuren voordat de
door het RIZIV terugbetaald
baarmoederhalskanker veroorzaken. Hoe
vrouw met het seksueel overdraagbare
voor meisjes tussen 12 en 15 jaar. Van de
groot het deel vermeden baarmoederhals-
HPV wordt besmet. Bij vrouwen die
totaalprijs van € 412 (voor de 3 nodige
kankers juist is, is onbekend. Het KCE stelt
reeds besmet zijn met HPV heeft vacci-
vaccinaties) moet de burger dan nog
vast dat er na vaccinatie van nog niet be-
natie geen aangetoond effect. Dit wil
€ 31,80 uit eigen zak betalen. De terugbe-
smette vrouwen, slechts 46 % minder pre-
zeggen dat HPV-vaccinatie het best ge-
talingsaanvraag voor Cervarix loopt nog.
cancereuse letsels aan de baarmoederhals
beur t voor het eerste seksueel contact.
Het KCE onderzocht de werkzaam-
vastgesteld werden. Screening op baarmoe-
Dit is ook de reden waarom de terugbe-
heid van deze vaccins, de kosteneffectiviteit
derhalskanker blijft dus heel belangrijk. Een
taling beperkt wordt tot meisjes tussen
en de impact op het budget van de ziekte-
daling in screeningsdeelname kan het vacci-
12 en 15 jaar oud.
verzekering. Uit de KCE-studie blijkt dat zo-
natievoordeel volledig teniet doen.
Een tweede aspect is de variabiliteit in de ge-
termijn. We hebben hier op het KCE ook alle-
hanteerde methodologie van de economische
Hoe ben je eigenlijk in dit onderzoeksdomein terecht gekomen?
evaluatie: niet elke benadering leidt tot dezelf-
Ik volgde algemene economische wetenschap-
strijken, de beleidsimpact van de rapporten
de uitkomst. Bovendien moet je het eindresul-
pen aan de K.U.Leuven en in het derde jaar
toeneemt. Het rapport over de PET-scanners
taat in een ‘relatieve context’ bekijken. Door de
konden we een vak over gezondheidsecono-
is een voorbeeld waar er echt op het terrein
kosten-effectiviteitsratio's van verschillende in-
mie kiezen. Het was een domein in volle ont-
gebruik van gemaakt is. Een bijkomend argu-
terventies met elkaar te vergelijken, kan je
wikkeling … en ik was meteen verkocht. Ik
ment om bij het KCE te werken, is de multidis-
de relatieve meerwaarde van medische inter-
werkte me doorheen de lijst met ‘aanbevolen
ciplinariteit en de vlakke structuur van de
venties voor elke geïnvesteerde euro afwegen.
literatuur’ en de titularis van dat vak, prof. Ke-
projectteams. Je werkt samen met artsen, so-
Op die manier is de beleidsmaker objectief
steloot, merkte mijn interesse. Ze vroeg of ik
ciologen, economisten, juristen, data-analysten,
geïnformeerd zodat hij of zij op een rationele
bij haar wilde doctoreren. Net toen mijn doc-
enzovoort. Dat is een heel rijke ervaring. Bo-
manier de middelen kan verdelen.
toraat af was, werd het KCE opgericht.
vendien doet iedereen gelijkaardig werk bin-
Gardasil
®
®
Health Technology Assessment
Doelgroep en duur bescherming
Beide vaccins zijn gericht tegen de types
maal de indruk dat naarmate de jaren ver-
nen een projectteam, of je nu junior-expert,
Een rationeel gezondheidsbeleid dat dan voornamelijk op economische argumenten is gebaseerd?
expert of senior-expert bent. Ieder draagt bij
Nee helemaal niet, want een goed Health
Waarom koos je voor het KCE boven een onderzoekscarrière aan de universiteit of een job in de industrie?
Technology Assessment schetst een globaal
De studies van het KCE hebben een beleids-
een belangrijke opportuniteit om mijn inte-
beeld van de technologie, dus ook van de pa-
voorbereidend doel, voor mij betekent dat
resse in HTA verder uit te bouwen en zo bij te
tiënten, en van organisatorische en ethische
méér dan een academische studie met vaak
dragen tot een bredere bewustwording van
aspecten die daarbij komen kijken. Precies dat
een minder rechtstreeks concreet doel, buiten
het nut van HTA in België.
globale beeld kan maken dat de beleidsmaker
het publiceren van een wetenschappelijk arti-
bereid is om voor een bepaalde interventie
kel. De impact van dergelijke artikels uit zich
toch een hogere prijs te betalen.
eerder onrechtstreeks en vaak pas op langere
aan een project vanuit zijn specifieke expertise en op basis van zijn niveau van expertise. Voor mij betekende de oprichting van het KCE
29
30
Een derde voorwaarde is dat het
alle 12-jarige meisjes zou neerkomen op
vinden om zich regelmatig te laten scree-
vaccin voldoende lang bescherming moet
€ 24 miljoen per jaar. Een deel van dit be-
nen. Chris De Laet, senior arts-exper t en
bieden. De bescherming is aangetoond
drag kan gerecupereerd worden door de
projectleider van de studie: “Ik heb de in-
tot 5 jaar na vaccinatie maar gegevens op
screening van baarmoederhalskanker, die
druk dat onze boodschap dat screening
langere termijn zijn er nog niet. Bij levens-
ongeveer € 50 miljoen per jaar kost, beter
absoluut moest blijven gebeuren, eventu-
lange bescherming door het vaccin zou-
te organiseren. Daarnaast pleit het KCE
eel gecombineerd met een vaccinatie, ge-
den in principe de helft van de baarmoe-
voor één centraal register voor screening
lukkig overal goed doorgedrongen is”. In
derhalskankers op termijn voorkomen
en vaccinatie, gekoppeld aan de gegevens
februari zal Chris De Laet deelnemen aan
kunnen worden en de kost per ‘gewon-
van het Kankerregister.
een panel in het Vlaams Parlement voor
nen gezond levensjaar’ (QALY) zou dan
Het KCE-rapport kreeg een grote
een discussie over vaccinatie. Wordt zeker
€ 14 000 bedragen. Als de beschermings-
belangstelling van pers en stakeholders en
duur beperkt zou zijn voorspelt het KCE
is sinds de publicatie niet meer uit de ac-
een kleinere daling van het aantal gevallen
tualiteit geweest. Het gaat duidelijk om
van baarmoederhalskanker. In dit geval
een onderwerp dat beroert en waarbij
kosten de verwachte gezondheidsvoorde-
belangen niet altijd gelijk lopen. Het KCE
len € 33 000 per ‘gewonnen gezond le-
was vooral bezorgd dat het vaccin bij ge-
vensjaar’.
vaccineerde vrouwen een onterecht ge-
KCE-rapport vol. 64: HPV vaccinatie ter
Het budget voor een veralge-
voel van veiligheid zou veroorzaken, waar-
preventie van baarmoederhalskanker in
meend HPV-vaccinatieprogramma voor
door ze het niet meer nodig zouden
België
nog vervolgd...
… met een tekort aan patiënten Wereldwijd bieden een 30-tal centra
ken. Dat kan risicovol zijn bij diep liggende
centra en de uitbreiding van bestaande cen-
hadrontherapie aan. Dit is een vorm van niet-
tumoren of indien de tumor dicht bij een
tra, verwacht het KCE echter dat op korte
radioactieve
waarbij
stralingsgevoelig orgaan ligt zoals de ogen of
termijn voldoende capaciteit vrijkomt. Zo
kwaadaardige tumoren nauwkeuriger be-
bestralingstherapie
het ruggenmerg. De stralenbundels van pro-
gaat in 2008 het nieuwe Heidelbergse kool-
straald worden in vergelijking met de klassieke
tonen of koolstofionen bij hadrontherapie
stofion- en protoncentrum van start en in
radiotherapie. Hadrontherapie is echter pe-
geven hun energie veel plaatselijker en inten-
2010 wordt het nieuwe centrum in Essen
perduur want de techniek kan alleen worden
ser vrij, zodat omliggende weefsels gespaard
operationeel. Beide instellingen verwachten
uitgevoerd in een gespecialiseerd centrum
blijven.
Belgische patiënten te kunnen behandelen. In
met een hooggeschoold team van fysici, ingenieurs, informatici, artsen en verpleegkundi-
hetzelfde jaar wordt ook het nieuwe kool-
Waar is de evidence?
stofion- en protoncentrum in Lyon opge-
gen. In Duitsland, Frankrijk, Zwitserland en het
Achilleshiel in het opzet is echter het
Verenigd Koninkrijk zijn al dergelijke centra
gebrek aan overtuigende evidence dat pro-
Het budget voor behandeling van
actief, evenals in Japan en de Verenigde Staten.
ton- of koolstofiontherapie ook in de praktijk
deze 51 patiënten (inclusief reis- en verblijfs-
Is er ook in België plaats voor een centrum
resulteert in verbeterde locale controle, ziek-
kosten) wordt geschat op een maximum van
voor hadrontherapie?
start.
tevrije overlevingsgraad of algemene overle-
€ 1,7 miljoen, een fractie van de kostprijs van
Diverse partijen hebben in het verle-
vingsgraad ten opzichte van traditionele ra-
een Belgisch hadroncentrum. Wel pleit het
den een lans gebroken voor de bouw van
diotherapie. Alhoewel er ondertussen al
KCE voor een standaardprocedure die voor-
een centrum. Na onderzoek komt het KCE
meer dan 50 000 patiënten werden behan-
afgaande betaling kan voorzien en vlotte toe-
echter tot een andere conclusie: op dit ogen-
deld met hadrontherapie, vond het KCE
gang tot behandeling garandeert. Een centraal
blik komen er jaarlijks slechts enkele tientallen
slechts twee bescheiden studies die pleiten in
comité dient te worden opgericht dat de
Belgische kankerpatiënten in aanmerking voor
het voordeel van protontherapie. De thera-
aanvragen van Belgische radiotherapeuten
hadrontherapie. Dit kleine aantal kan de
pie blijkt vooral nuttig voor de behandeling
centraliseert en de patiënten selecteert. Deze
bouw van een centrum met een jaarlijkse ca-
van welbepaalde tumoren van het oog, de
commissie moet er zich eveneens van verge-
paciteit van 900 patiënten en een jaarbudget
speekselklieren en de schedelbasis.Voor deze
wissen dat elke behandeling wordt opgeno-
van € 28 miljoen niet rechtvaardigen. Een klei-
beperkte groepen van tumoren gaat het in
men in een geregistreerde klinische studie.
ner centrum bouwen is vanwege de hoge
België vandaag over maximum 51 patiënten.
exploitatiekost al evenmin een optie.
Voor de meer recent gestarte koolstofiont-
Minder schade Hadrontherapie is een experimentele techniek waarbij hoog-energetische bunkort bestaat er ook een variant met kool-
Deur op een kier
herapie, waarmee ondertussen wereldwijd al
Alhoewel een Belgisch hadroncen-
3 500 patiënten werden behandeld, zijn zelfs
trum ten laste van de ziekteverzekering moei-
nog geen gerandomiseerde gecontroleerde
lijk te verantwoorden is, merkt het KCE op
klinische studies gestart.
dat in de context van het stimuleren van bio-
dels van niet-radioactieve protonen (of sinds
Health Technology Assessment
EEN BELGISCH HADRONCENTRUM
medisch onderzoek en innovatie, of onder-
Goedkoper alternatief
steuning van lokale industriële partners, een
stofionen) op de tumor worden geprojec-
Aangezien er op dit ogenblik zo wei-
investering in de ontwikkeling van deze veel-
teerd. Dat zou voordelen moeten hebben
nig patiënten in aanmerking komen, ging het
belovende technologie toch kan overwogen
ten opzichte van klassieke radiotherapie,
KCE na in hoeverre Belgische patiënten in de
worden. Hiervoor dienen echter wel aange-
waarmee in België jaarlijks zowat 30 000 pa-
buitenlandse centra terecht zouden kunnen.
paste financiële bronnen te worden aange-
tiënten worden behandeld. Alhoewel traditio-
Voor oogmelanoma blijken de bestaande Eu-
sproken.
nele radiotherapie vrij doeltreffend is voor de
ropese centra over meer dan voldoende ca-
grote meerderheid van de patiënten, heeft
paciteit te beschikken om alle betreffende
het ook zijn beperkingen. Niet alleen het
Belgische oogpatiënten te behandelen. Voor
kwaadaardige tumorweefsel wordt bestraald,
behandeling van andere tumoren is er mo-
ook gezonde weefsels voor en achter de tu-
menteel weinig beschikbare capaciteit. Dankzij
mor krijgen een fikse dosis straling te verwer-
de constructie van nieuwe grote behandel-
KCE-rapport vol. 67: Hadrontherapie. 31
‘DRUG-ELUTING’ STENTS … veel duurder en zijn ze wel beter?
Coronaire hartziekte is een fre-
talen oppervlak en een buitensporige weef-
Niettemin worden elk jaar wereldwijd twee
quente aandoening in Europa, bij zowel
selgroei in en rond de stent, het zogenaam-
miljoen hartpatiënten behandeld met deze
vrouwen als mannen. Ze wordt veroorzaakt
de ‘in-stent restenose’. Het eerste probleem
technieken. De keuze blijkt nog te vaak af te
door een vernauwing van de kransslagaders,
wordt meestal voorkomen met geneesmid-
hangen van de persoonlijke voorkeur van
de bloedvaten die het hart voorzien van
delen, voor de tweede moeilijkheid werd
de behandelende cardioloog.
bloed en zuurstof. Een ernstige vernauwing
een nieuw type stent ontwikkeld die niet
Verder stelt het KCE vast dat de
van een kransslagader stond tot het begin
alleen de slagader openhoudt, maar bijko-
drug-eluting stent het risico op restenose
van de jaren tachtig synoniem voor een
mend ook nog geneesmiddelen vrijgeeft
vermindert en daardoor ook de behoefte
open hartoperatie. Sindsdien raakte het op-
(drug-eluting stents) om te vermijden dat
aan een tweede ingreep. Er is evenwel geen
heffen van een vernauwing met een ballon-
het letsel opnieuw dichtgroeit.
bewijs dat deze stent het risico op overlij-
verwijding steeds meer ingeburgerd. Vanaf
Het KCE onderzocht de werkzaam-
den of op een hartinfarct verlaagt ten op-
de jaren negentig kwam daar het plaatsen
heid en de kosteneffectiviteit van deze nieu-
zichte van de gewone metalen stent. Het
van een klein metalen veertje (een stent) bij
we stents en meent dat het vaak nog ondui-
gezondheidsvoordeel door het vermijden
om de slagader langer open te houden.
delijk is welk type behandeling de voorkeur
van restenose is dan ook klein en van korte
Deze stent deed echter weer andere pro-
verdient voor een bepaalde patiënt: ballon-
duur. Bovendien is er op lange termijn een
blemen ontstaan zoals de vorming van
verwijding alleen, of gecombineerd met een
iets grotere kans op een zeldzame maar be-
bloedstolsels aan het lichaamsvreemde me-
stent die al of niet een geneesmiddel afgeeft.
langrijke acute verstopping van de kransslagader waardoor de patiënt een langdurige nabehandeling met bloedverdunnende medicatie moet volgen. De mogelijke gezondheidswinst van drug-eluting stents is dan ook eerder beperkt. Toch kosten drug-eluting stents meer dan het dubbele van klassieke stents. “Duurder dan de klassieke stents en nauwelijks gezondheidswinst”, luidt dan ook de kernachtige samenvatting van senior arts-expert Chris De Laet. Als in België elke patiënt een terugbetaalde ‘drug-eluting’ stent zou krijgen, betekent dit een jaarlijkse meerkost van minstens € 12 miljoen zonder noemenswaardige gezondheidswinst. Daarom beveelt het KCE aan om de terugbetaling van de drug-eluting stents naar beneden aan te passen, meer naar het prijsniveau van de gewone stents, temeer daar ziekenhuizen vandaag al aanzienlijke kortingen krijgen.
KCE-rapport vol. 66: Drug eluting stents in België. In samenwerking met Universiteit Antwerpen. 32
... gebruik en prijsbepaling lopen mank
Braces zijn hulpmiddelen die spieren of gewrichten ondersteunen of in een
aal of laten de prijsconcurrentie tussen de
worden door het bedrag dat de zorgverle-
zorgverzekeraars spelen.
ner ontvangt op te splitsen in een honora-
vaste positie houden, bijvoorbeeld na een
De terugbetaling van de braces
rium voor zijn/haar diensten en de product-
ongeval of een operatie. Ze kunnen uit een
hangt in België ook niet af van hun werk-
kost van de brace. Een gelijkaardige opdeling
soepele stof bestaan, maar ook uit hard
zaamheid, veiligheid of kosteneffectiviteit.
werd ook door het KCE voorgesteld in het
plastic of zelfs metaal. Jaarlijks geeft de ziek-
Zo zijn buiten de ziekenhuizen alleen de
rapport over tandprothesen (vol.10) en
teverzekering € 10 miljoen uit aan geprefa-
harde halskragen nuttig en dan nog alleen
stomamateriaal (vol. 21). In januari 2008
briceerde halskragen en aan pols- en
voor bepaalde patiënten met een halswer-
werd het KCE uitgenodigd om de inhoud
kniesteunen. De patiënt betaalt daarnaast
velbreuk. Polsbraces helpen alleen bij car-
van het rapport aan de bevoegde diensten
nog een eigen bijdrage die voor een knie-
paletunnelsyndroom, reumatoïde artritis en
van het RIZIV toe te lichten. Dirk Van den
brace al gauw oploopt tot enkele honder-
artrose van de hand. Enkel bij artrose aan
Steen, KCE-expert economische analyse en
den euro’s.
het binnenste kniecompartiment en bepaal-
co-auteur: “Het KCE-rapport over braces
In vergelijking met het buitenland
de letsels aan ligamenten en kruisbanden
illustreert mooi hoe buitenlandse voorbeel-
betalen de Belgen een hoge prijs voor de
van de knie kunnen harde kniebraces een
den kunnen aanzetten tot een kostenbespa-
meest verkochte braces, gemiddeld 25 % tot
correct hulpmiddel zijn.
rend beleid.”
44 % meer. Deze hogere tarieven worden
Er is dus behoefte aan meer
waarschijnlijk veroorzaakt doordat de Belgi-
prijstransparantie, marktwerking en een juist
sche ziekteverzekering het grootste deel van
gebruik van deze braces. Om de prijs in Bel-
de kostprijs betaalt en ze de fabrikanten van
gië meer te drukken zouden regelmatige
orthopedisch materiaal niet genoeg onder
internationale
druk zet. Andere landen gebruiken publieke
openbare aanbestedingen een goede zaak
materiaal in België. In samenwerking met
aanbestedingen voor orthopedisch materi-
zijn. Meer prijstransparantie kan verkregen
K.U.Leuven en Deloitte Consulting.
prijsvergelijkingen
en/of
Xxx Health Technology Assessment
ORTHOPEDISCHE BRACES
KCE-rapport vol. 56: Orthopedisch
ALGEMENE VACCINATIE TEGEN ROTAVIRUS … duur met weinig gezondheidswinst
De eerste jaren van hun leven komen kinderen in aanraking met een aantal
het rotavirus, in tegenstelling tot verzwakte
Ondertussen had het RIZIV al beslist om de
kinderen in ontwikkelingslanden.
beide vaccins voorgeschreven door huisarts
virussen en bacteriën. Meestal ongemerkt,
Er werden recent twee nieuwe ora-
of pediater terug te betalen. 60 % tot 80 %
soms met ziekte als gevolg. Het rotavirus is
le rotavirusvaccins ontwikkeld en uitgebreid
van de Belgische baby’s wordt op die manier
één van die ongewenste bezoekers. Diarree
getest. Ze zijn bedoeld voor zuigelingen jon-
gevaccineerd tegen het rotavirus. Van de
is het belangrijkste symptoom, vervelend,
ger dan 6 maanden oud. De Hoge Gezond-
kostprijs van ongeveer € 155 per kind neemt
maar meestal onschuldig. In de ergste geval-
heidsraad bevestigde dat beide vaccins veilig
het RIZIV € 134 tot € 140 op zich.
len kan het uitdroging veroorzaken en dan
en werkzaam zijn, maar vond dat meer com-
Het KCE berekende voor alle Belgi-
kan een ziekenhuisopname van enkele da-
plete Belgische gegevens moesten verza-
sche zuigelingen de kostprijs van deze vacci-
gen nodig zijn. In België overlijden gezonde
meld worden en verwerkt tot een kostenef-
natie, de vermindering van hospitalisaties en
kinderen bijna nooit aan een infectie door
fectiviteitsanalyse, wat het KCE heeft gedaan.
consultaties en de winst in levenskwaliteit 33
voor kind en ouders. De kostprijs wordt tus-
de overheid immers vaak een grote korting
komen dan in de huidige situatie en worden
sen € 50 000 en € 68 000 per gewonnen
op de vaccinprijs bedingen, omdat ze het
er meer baby’s gevaccineerd. Wat niet weg-
‘gezond’ levensjaar (of ‘Quality-Adjusted Life
vaccin in grote hoeveelheden aankoopt. Zo
neemt dat helemaal geen rotavirusvaccinatie
Year-QALY’) geschat. Een eerder beperkte
zou de kost voor de overheid toch lager uit-
nog kosteneffectiever zou zijn...
gezondheidswinst dus, met een hoge kostprijs. Even vergelijken: het pneumokokkenvaccin, dat recent werd toegevoegd aan het vaccinatieprogramma, kost ongeveer € 10 000 per gewonnen gezond levensjaar. Het rotavirusvaccin werd voorlopig nog niet opgenomen in het aanbevolen basisvaccinatieschema. Ondanks de beperkte gezondheidswinst zou het voor de gemeen-
KCE-rapport vol. 54: Kosten-
schap toch voordeliger zijn om de rotavac-
effectiviteitsanalyse van rotavirus vaccinatie
cinatie eraan toe te voegen in plaats van de
van zuigelingen in België. In samenwerking
huidige terugbetaling van het vaccin via het
met Universiteit Antwerpen, Christelijke
RIZIV. Bij een georganiseerde vaccinatie kan
Mutualiteit,WIV en K.U.Leuven.
INTENSITEITSGEMODULEERDE RADIOTHERAPIE … minder nevenwerkingen maar wat op termijn?
34
Intensiteitsgemoduleerde radiothera-
ren en jongere personen lopen een - theore-
Of IMRT kosteneffectief is, weet nie-
pie (IMRT – intensity modulated radio the-
tisch hoger - risico op nieuwe tumoren
mand. Er bestaan onvoldoende bruikbare
rapy) is een vorm van kankerbestraling waar-
veroorzaakt door de straling. De totale stra-
gegevens over. Het KCE heeft wel berekend
bij de straling beter gericht wordt op de
lingsdosis bij IMRT kan immers hoger zijn dan
dat indien artsen in België hals-, hoofd-, pros-
tumor en er dus minder omringend gezond
bij klassieke radiotherapie zodat een verbete-
taat - en borstkanker in de toekomst routine-
weefsel beschadigd raakt. Bijvoorbeeld bij
ring van hardware en software een goede
matig met IMRT zouden behandelen, dit voor
hoofd- en halskanker worden de speekselklie-
zaak zou zijn.
het RIZIV een jaarlijkse meeruitgave tot € 20
ren meer gespaard met minder droogheid in
Gezien IMRT voor hoofd- en hals-
de mond tot gevolg, bij de bestraling van
kanker nog volop in onderzoek is, raadt het
prostaatkanker is het risico op bloedingen in
KCE het gebruik van IMRT voor deze aandoe-
de endeldarm minder hoog, terwijl een deel
ningen aan in een beperkt aantal centra met
van de patiënten met borstkanker minder last
een hoge expertise die bij voorkeur actief
zou hebben van huidirritatie. Op dit ogenblik
deelnemen aan wetenschappelijk onderzoek
gebruikt meer dan de helft van de 24 radio-
over IMRT. In het algemeen zijn er ook meer
therapiecentra in België al IMRT-toestellen.
vergelijkende lange termijn gegevens nodig
miljoen zou betekenen.
Toch blijkt uit de KCE-studie dat niet
van patiënten die werden behandeld met die
alle vragen rond IMRT al zijn beantwoord,
bestralingstechniek. Enkel op die manier wordt
met name de effecten op langere termijn blij-
een mogelijk overlevingsvoordeel ten opzichte
KCE-rapport vol. 62: Intensiteitsgemoduleerde
ken nog te weinig bestudeerd. Vooral kinde-
van klassieke radiotherapie duidelijk.
radiotherapie (IMRT).
… gecontroleerde klinische studies gevraagd!
Een toenemend aantal Belgische ziekenhuizen past reeds
currenten bieden nu reeds vergelijkbaar materiaal aan voor minder
vacuümgeassisteerde behandeling van chronische en acute wonden
dan een derde van de prijs. Hospitaalmateriaal dat vrij verkrijgbaar is
toe: de wonde wordt eerst afgedekt met een sponsachtig verband
in de handel zou de prijzen nog verder kunnen drukken.
en een zelfklevende folie waarna een speciale vacuümpomp een
In tegenstelling tot Nederland is er geen specifieke terug-
onderdruk creëert. Hierdoor wordt het wondvocht afgezogen, de
betaling voor deze vorm van wondbehandeling in België. Andere
doorbloeding bevorderd en zou het genezingsproces versnellen.
landen zoals Frankrijk verwierpen een dergelijke aanvraag tot terug-
Bij artsen verschillen de opinies over deze behandeling:
betaling bij gebrek aan klinische evidence. Een beperking van de
sommigen zijn enthousiast terwijl anderen waarschuwen voor een
terugbetaling van vacuümgeassisteerde wondbehandeling tot gese-
onoordeelkundig en wijdverspreid gebruik ervan. Het KCE conclu-
lecteerde patiënten lijkt op dit ogenblik echter niet mogelijk, gezien
deert dat er onvoldoende betrouwbare wetenschappelijke bewij-
de moeilijkheid om de patiëntengroepen die er het meeste baat bij
zen bestaan die de werkzaamheid en veiligheid van deze behande-
hebben, af te lijnen.
ling ondersteunen. Bij een beperkt aantal patiënten lijkt de techniek
De studie werd opgepikt door de gespecialiseerde buiten-
veelbelovend, maar op voorhand bepalen welke patiënten er baat
landse pers, oa. het Nederlandse vakblad voor verpleegkundigen
bij hebben, blijkt een moeilijke opgave. Het KCE raadt de techniek
‘Nursing’. Belangrijker is misschien de impact van de studie op de
dan ook niet resoluut af, maar arts-expert Jeanine Gailly noemt het
firma’s die deze devices op de markt brengen. Alvast één bedrijf
“frustrerend om vast te stellen hoe weinig goede wetenschappelijke
heeft bij het KCE geïnformeerd naar de criteria waaraan weten-
ondersteuning gevonden wordt voor bepaalde therapieën.”
schappelijke studies moeten voldoen om als ‘goed’ bestempeld te
Op dit ogenblik kan men onmogelijk de kosteneffectiviteit van deze relatief dure techniek inschatten. Gebaseerd op de prijzen
Health Technology Assessment
DE LUCHT UIT WONDBEHANDELING
worden, met de bedoeling een dergelijke studie in de nabije toekomst op te starten.
voor kant-en-klaar materiaal zoals toegepast door de marktleider, komt de materiaalkost voor een week vacuümbehandeling in het ziekenhuis op meer dan € 500. Een hoge winstmarge is een mogelijke verklaring voor deze prijzen, gezien ze niet te verklaren zijn door
KCE-rapport vol. 61: Vacuümgeassisteerde wondbehandeling: een
belangrijke uitgaven voor onderzoek en ontwikkeling. Sommige con-
rapid assessment.
INGEPLANTE DEFIBRILLATOR VOOR MEER RISICOPATIËNTEN … (te) hoge prijs voor een kloppend hart
Jaarlijks overlijden in België 15 000 mensen aan een plotse
Tot nu toe werden deze toestellen vooral geïmplanteerd bij
hartstilstand. De effectiefste manier om de dood te vermijden is een
patiënten die al een hartstilstand hadden overleefd. Voor deze
elektrische shock (defibrillatie) toedienen binnen de paar minuten na
groep wordt het nut van deze medische interventie niet in vraag
het bewustzijnsverlies. Meestal komt die hulp te laat. Daarom ontstond
gesteld. De cardiologen vragen nu echter ook een preventieve ICD-
het idee om van de succesvolle uitwendige defibrillator een implan-
inplanting bij patiënten met een verhoogd risico op plotse hartdood
teerbare miniatuurversie te maken die onder de huid wordt ingeplant
terugbetaalbaar te maken. Een ICD lijkt immers een eenvoudige
zoals een pacemaker. Het apparaat, ICD-genoemd (Implantable Car-
manier om plotse hartdood te voorkomen. Maar wat zijn de bud-
dioverter Defibrillator), volgt continu de hartslag en bij een stilstand
gettaire consequenties van die vraag en kleven er alleen maar voor-
geeft het een elektrische shock zodat het hartritme herstelt.
delen aan ICD’s? 35
Het KCE dook in de wetenschappelijke literatuur en zette
KCE. Bovendien zijn er voor de drager nadelen verbonden aan een
zich aan het rekenen. De achilleshiel van de voorgestelde preven-
ICD. Het toestel moet regelmatig gecontroleerd worden, het geeft
tieve ICD-therapie blijkt de selectie van de patiënten die ervoor in
soms onnodig elektroshocks (bij 14 % van de dragers), om de vier
aanmerking komen. Uit placebo-gecontroleerde klinische studies
tot vijf jaar is een vervanging nodig en er worden beperkingen op-
blijkt immers dat in de primaire preventie een ICD de jaarlijkse kans
gelegd bij autorijden.
op overlijden verlaagt van 8 % naar 6 %. Dit betekent dat men in
Indien de overheid toch zou ingaan op de vraag van de
deze risicogroep bij 50 mensen een ICD moet implanteren om een
cardiologen zullen jaarlijks 2 000 bijkomende implantaties worden
jaar later het leven van één mens verlengd te hebben. “Van de 100
uitgevoerd, schat het KCE. De budgetimpact hiervan op langere
patiënten bij wie een ICD wordt ingeplant, zal hij slechts bij 20 van
termijn wordt berekend op meer dan € 150 miljoen per jaar, bijna
nut zijn. De meeste patiënten die hem krijgen, gebruiken hem dus
1 % van het totale budget van de ziekteverzekering. Het KCE con-
niet”, meent cardioloog Hans van Brabandt die art-expert is bij het
cludeert dan ook dat een eventuele uitbreiding van het gebruik van
Interview met FRANK HULSTAERT, arts-expert
Het grootste deel van uw carrière bracht u door in de industrie, vandaag bent u als arts-expert verbonden aan het KCE, een overheidsinstelling. Waarom die carrièreswitch?
recht: eerst bij Becton Dickinson, een fabri-
pert, maar met de uitbouw van een klinisch
kant van medisch materiaal en in vitro di-
departement kwamen daar steeds meer
agnostica, vervolgens vijf jaar in de
managementaspecten bij. Nu bevind ik me
farmaceutische industrie bij Sandoz/Novar-
terug in de luxepositie van expert die zich
tis en tot slot als medisch directeur bij In-
van management weinig moet aantrekken.
In feite was ik in de wieg gelegd om ingeni-
nogenetics. Vier jaar geleden zocht ik een
Al jeuken mijn handen soms wel, moet ik
eur te worden. Toen ik besloot om genees-
nieuwe uitdaging nadat de directie van In-
toegeven. Bovendien vallen ook de financiële
kunde te studeren, was dat een totale ver-
nogenetics enkele strategische beslissingen
aspecten best mee: het KCE betaalt behoor-
rassing voor sommigen in mijn omgeving. De
nam die niet strookten met mijn ideeën. Die
lijk, alleen de extra’s van de industrie ont-
wiskunde, informatica en data-analyse heb-
nieuwe uitdaging werd het KCE.
breken. Waar ik vroeger met de bedrijfsauto in de file zou staan, neem ik nu de trein.
ben me echter nooit losgelaten: nog tijdens
Ook dat word je na enige tijd wel gewoon.
Commodore 64 statistische programma’s te
Was dat toch geen stap terug? Zeker financieel?
schrijven voor een eerste analyse van een
Nee, naar mijn gevoel niet. Ik kan mijn bre-
Op welke manier is uw ervaring in de far-
studie rond de preventie van coronaire hart-
de ervaring in de evaluatie van nieuwe me-
maceutische industrie van pas gekomen
ziekten. Later heb ik nog een master infor-
dische technologieën en geneesmiddelen
voor het KCE?
matica behaald en een master biostatistiek
heel goed gebruiken. Aanvankelijk bekleedde
Weinig collega's binnen het Kenniscentrum
gevolgd. Al snel kwam ik in de industrie te-
ik bij Innogenetics ook een functie als ex-
hebben ‘hands on’-ervaring met de ontwik-
mijn opleiding geneeskunde zat ik op een
36
van publieke financiële middelen. De resultaten van het rapport werden voorgesteld op de ‘Akkoordraad’, een comité dat afgevaardigden van het RIZIV, de mutualiteiten en de implantatiecentra verenigt en waar wordt beslist over de indicaties voor terugbetaling van defibrillatoren.Tevens werd er uitgebreid overleg gepleegd met de industrie over een eventuele verlenging van de garantieperiode van de toestellen. KCE-rapport vol. 58: De implanteerbare defibrillator. In samenwerking met Intermutualistisch Agentschap en RIZIV.
keling en registratie van nieuwe geneesmid-
of Europese context evalueren, maar we be-
die 'competent authorities' om de studies
delen of devices, of kennen de regelgeving
schikken meestal alleen over wat in de we-
en eindpunten vast te leggen. Ook HTA-
voor het op de markt brengen van deze
tenschappelijke vakbladen wordt gepubli-
agentschappen hebben mijns inziens de
producten, of weten hun weg te vinden in
ceerd. Die informatie is zeer beperkt als je
plicht om de bedrijven van bij het begin van
de doolhof van de FDA en EMEA (respec-
weet wat er allemaal nodig is voor een FDA-
de productontwikkeling advies te geven rond
tievelijk de registratieautoriteiten in de VS
registratiedossier. Toch zijn voor het verant-
patiëntenpopulaties, eindpunten, studieduur,
en Europa). Een HTA-autoriteit maakt im-
woord inpassen van een nieuwe test of the-
en het geneesmiddel of de behandeling
mers haar evaluatie pas op het ogenblik
rapie in de routinepraktijk en het uitvoeren
waarmee het nieuw geneesmiddel best ver-
dat heel de ontwikkeling en registratie al
van correcte gezondheidseconomische ana-
geleken wordt. Dit zou natuurlijk best sa-
voorbij is. Wie echter zicht heeft op de hele
lyses soms andere studies nodig dan voor
men met EMEA in Europa worden uitge-
ontwikkelingsketen, kan naar mijn aanvoe-
productregistratie. Dit leidt soms tot frustra-
bouwd. Nu gebeurt dit niet, met een
len sneller alle elementen bij elkaar bren-
tie bij de industrie.
verhoogd risico op een commerciële misluk-
gen wat leidt tot een beter Health Techno-
king tot gevolg. Vooral voor innovatieve geneesmiddelen en devices lijkt me dit meer
ken. In het huidige internettijdperk kan dat
Pleit u er dan voor om HTA-instellingen als het KCE vroeger te betrekken in de ontwikkelingscyclus van nieuwe geneesmiddelen en devices?
toch niet langer een probleem zijn.
Gezien het toenemende belang van gezond-
zondheidszorg, neemt alleen maar toe.
Het grootste probleem is dat slechts een
heidseconomische studies voor de vergoe-
beperkt deel van de ingediende registratie-
ding van geneesmiddelen en devices, lijkt
gegevens worden bekend gemaakt aan de
het me essentieel dat men binnen de indus-
buitenwereld. Als HTA-instellingen toegang
trie zo vroeg mogelijk een goed zicht heeft
zouden hebben tot het registratiedossier
op de eindpunten die moeten bereikt wor-
zouden ze ook meer als volwaardige part-
den voor een product om vergoedbaar te
ner aanzien worden. De overheid verlangt
zijn. Nu ligt de focus op productregistratie
wel dat we de toepassing van een nieuw
(‘efficacy’ en ‘safety’) en zal het bedrijf tij-
geneesmiddel of technologie in de Belgische
dens de ontwikkeling enkel consulteren met
logy Assessment. HTA-specialisten hoor je vaak klagen over de moeilijkheid om aan gegevens te gera-
Xxx Health Technology Assessment
deze toestellen zou neerkomen op een weinig efficiënte besteding
dan gewenst. Op termijn zal dat ook voor de industrie een meerwaarde betekenen, want de kans dat hun nieuwe producten ook werkelijk geïntegreerd raken in de ge-
37
Health
Analyse klinische praktijk en ontwikkeling klinische praktijkrichtlijnen (Good Clinical Practice) Evaluatie van medische technologie (Health Technology Assessment) Organisatie en financiering van de gezondheidszorg (Health Services Research)
38
Op welke manier kunnen we de Belgische gezond-
onderzoekt hoe mensen toegang krijgen tot gezondheidszorg,
heidszorg het best organiseren en financieren? Hoe houden
en wat er met die patiënten gebeurt als gevolg van die zorg.
we in de toekomst gezondheidszorg betaalbaar? Heeft ieder-
De belangrijkste doelen van HSR zijn de meest effectieve
een gelijke toegang tot gezondheidszorg? Welke doelen stelt
manieren vinden om de gezondheidszorg te organiseren, ma-
de Belgische gezondheidszorg zich en worden die doelen be-
nagen en financieren, om hoogkwalitatieve zorg te brengen,
reikt? … Het zijn vragen waarop het KCE een antwoord zoekt
het aantal medische fouten te reduceren en de veiligheid van
in het onderzoeksluik ‘Health Services Research’ (HSR).
de patiënten te verhogen.’
HSR omvat een veelheid aan aspecten over de orga-
De onderzoeksonderwerpen in het HSR-domein zijn
nisatie van de gezondheidszorg. Een mogelijke definitie van
doorgaans complex en multidimensioneel. Bovendien liggen
HSR werd in 2000 opgesteld door de Academy for Health
de onderwerpen op het snijvlak van diverse wetenschappe-
Services Research and Health Policy: ‘HSR is een multidiscipli-
lijke disciplines: geneeskunde, economie, politieke weten-
nair onderzoeksveld dat zich toelegt op de sociale factoren,
schappen, sociologie, epidemiologie, biostatistiek, manage-
financieringssystemen, organisatiestructuren en -processen,
ment en psychologie. Deze projecten vragen dan ook een
gezondheidstechnologie, persoonlijke houdingen, gedragingen
variëteit aan onderzoeksstrategieën uitgevoerd door een
en percepties die een invloed hebben op de gezondheids-
multidisciplinair onderzoeksteam.
zorg, de kwaliteit en kostprijs van de zorg en tot slot op onze
Met het HSR-luik hoopt het KCE op wetenschappe-
gezondheid en welzijn in het algemeen. Het HSR-onder-
lijk onderzoek gebaseerde elementen aan te reiken om een
zoeksdomein heeft betrekking op individuen, families, organi-
goed bestuur en organisatie van onze Belgische gezondheids-
saties, instituten, bevolkingsgroepen en gemeenschappen.’
zorg mogelijk te maken. Een zorg die van hoge kwaliteit
Een licht afwijkende definitie werd in 2002 opgesteld door het Agency for Healthcare Research and Quality: ‘HSR
Health Services Research
Services Research...
moet zijn en voor zoveel mogelijk mensen toegankelijk is aan een betaalbare prijs.
Hier vindt u een overzicht van de studies die het KCE in 2007 beëindigde over Health Services Research. Op de website van het KCE (www.kce.fgov.be) vindt u de integrale versie van deze studie en alle andere rapporten.
39
GENETISCHE TESTEN …financiering en organisatie onder de loep
Op dit moment zijn er meer dan
van een defect gen zijn of tot een risico-
maar doen ook aan ‘genetische counseling’.
5 000 erfelijke aandoeningen gekend. Ze
groep behoren, kunnen in het begin van de
Bij counseling wordt het nut van genetische
worden veroorzaakt door een afwijking in
zwangerschap een genetisch onderzoek
testen vooraf besproken, worden de onder-
de genen en kunnen van generatie op ge-
laten doen op weefsel van het ongeboren
zoeksresultaten uitgelegd en krijgen de be-
neratie worden doorgegeven. Chromo-
kind. Bij een zeer ernstig gezondheidspro-
trokkenen psychologische begeleiding bij de
soomonderzoek en DNA-testen helpen bij
bleem van het kind kunnen de ouders
verwerking van minder goed nieuws. Het is
het stellen van een diagnose of bij het in-
eventueel beslissen om de zwangerschap
een essentieel deel van de opdracht van de
schatten van de kans dat iemand een be-
af te breken.
Centra. De impact van een genetische test
paalde ziekte zal krijgen. Vooral bij erfelijke vormen van bepaalde spierziekten, borst-
40
is vaak groot: het resultaat kan niet alleen
Testen en counselen
het leven van één individu veranderen, maar
kanker en darmkanker is dit risico goed te
De diagnose van genetische aan-
ook dat van koppels, gezinnen of families, en
bepalen en kunnen preventieve maatrege-
doeningen gebeuren in ons land door acht
dit over meerdere generaties. Deskundige
len gepast zijn. Als de ziekte dan effectief
Centra voor Menselijke Erfelijkheid, waarvan
counseling vormt een belangrijk houvast
wordt vastgesteld kan ze in een vroeg sta-
zeven verbonden zijn aan een universitair
voor de betrokkenen.
dium worden behandeld.
ziekenhuis. Een aantal van die centra en ge-
Hoge volumes
De genetica speelt ook een be-
netici behoren tot de wereldtop. Ze spelen
langrijke rol bij prenataal onderzoek. Men-
een belangrijke maatschappelijke rol. Ze
20 jaar na de oprichting van de
sen die een erfelijke ziekte hebben, drager
voeren niet alleen genetische testen uit,
Centra voor Menselijke Erfelijkheid bekeek
slag, maar ze zorgen voor slechts 2 % van
en uitgaven. De Centra voeren jaarlijks on-
de inkomsten. Omdat ze verlieslatend zijn,
De genetica evolueert in sneltrein-
geveer 200 000 testen uit op 60 000 tot
zijn de ziekenhuisdirecties geneigd deze
vaart. De medische wetenschap ontrafelt
75 000 personen. Per inwoner worden er
activiteiten te beperken of stiefmoederlijk
de genetische basis van steeds meer aan-
in België ongeveer dubbel zo veel DNA-
te behandelen. Hierdoor kan de continuï-
doeningen en het aantal mogelijke testen
testen uitgevoerd als in de buurlanden, al-
teit van de counselingactiviteiten in het
neemt steeds toe.Voordat sommige Centra
hoewel de cijfers soms moeilijk vergelijk-
gedrang komen. Michel Huybrechts, arts-
nieuwe testen invoeren, moet eerst hun kli-
baar
op
expert bij het KCE: “Zoals in een aantal
nische nut en kosteffectiviteit grondiger be-
hemochromatose (een ziekte veroorzaakt
andere takken van de gezondheidszorg
keken worden. Voor zeldzame genetische
door een opstapeling van ijzer), stollings-
zien we dat de intellectuele prestaties zo-
aandoeningen is meer samenwerking nodig,
problemen en screening voor mucovisci-
als counseling ten onrechte financieel on-
niet alleen tussen de Centra in ons land
dose zorgen voor grote volumes.
dergewaardeerd worden ten opzichte van
maar ook op Europees niveau.
zijn.
Vooral
de
testen
De inkomsten van de Centra be-
de technische prestaties.”
van € 35 miljoen betaald werd door het
Zoals in andere sectoren bestaat er een tendens naar kwaliteitsverbetering met
droegen ruim € 45 miljoen in 2005, waar-
Naar de realiteit …
Health Services Research
… en samenwerking
het KCE hun activiteiten en hun inkomsten
behulp van standaarden zoals ISO-accredi-
RIZIV, wat een verdubbeling betekent op
Toen de Centra werden opgericht
tering. De invoering van een systeem om
10 jaar tijd. De inkomsten vanuit het RI-
kregen de genetische testen een aparte no-
kwaliteit te garanderen moet ook voor de
ZIV komen vooral uit het chromosoom-
menclatuur als vergoedingsbasis, zonder
Centra een prioriteit zijn. Het zou mee
onderzoek en de DNA-testen, en slechts
veel beperkingen. 20 jaar later is een aan-
moeten helpen om gevalideerde testresul-
voor een klein deel uit de counselingacti-
passing van de tarieven voor terugbetaling
taten tijdig en op een uniforme manier te
viteit.
aan de realiteit nodig, door de counseling
rapporteren.
beter te vergoeden en door voor de DNA
Discrepanties
testen een meer genuanceerde en dikwijls
Een vergelijking van de inkomsten
lagere terugbetaling te voorzien. De Centra
met de kosten van de Centra toont twee
hadden vroeger ook al gewezen op de
duidelijke discrepanties aan. De inkomsten
noodzaak van een aanpassing aan de reali-
betaald door het RIZIV per DNA test be-
teit en nu zijn binnen het RIZIV ook de eer-
dragen uniform € 300, terwijl de kostprijs
ste concrete stappen gezet naar herziening
per test sterk varieert. Voor een aantal tes-
van deze nomenclatuur.
ten met groot volume is de kost zelfs gedaald tot € 30 per test door de evolutie
… met meer transparantie
van de technologie. Andere testen zijn dan
De onderzoekers stelden vast dat
weer veel duurder dan wat het RIZIV te-
de Centra vaak geen duidelijk overzicht
rugbetaalt.
hebben van de uitgevoerde en aangereken-
Een tweede discrepantie betreft
de testen. Meer transparantie naar de over-
de te lage vergoeding die de Centra ont-
heid is noodzakelijk. Zoniet riskeren de ge-
vangen voor genetische counseling. Noch-
netische testen een geplafonneerd budget,
tans is counseling onmisbaar en veel ge-
zoals bij de klassieke labotesten. Voor meer
vraagd: in 2005 kregen ongeveer 10 000
transparantie stelt het KCE voor dat elk
KCE-rapport vol. 65: Organisatie en
personen of families counseling in de Cen-
Centrum jaarlijks een rapport met een fi-
financiering van genetische diagnostiek in
tra. De counselingactiviteiten nemen 15
nancieel overzicht en een complete lijst van
België. In samenwerking met Yellow Window
tot 20 % van de tijd van de Centra in be-
uitgevoerde testen zou publiceren.
Management Consultants. 41
KWALITEIT EN ACCREDITATIE VAN BELGISCHE ZIEKENHUIZEN … elk ziekenhuis een Michelinster?
Hoewel België vaak geprezen wordt
den geven de meeste systemen de voor-
welk niveau (federaal of regionaal) ze een
om zijn uitstekende gezondheidszorg, is er
keur
als
accreditatie voor ziekenhuizen wil organise-
van het systematisch meten van de kwaliteit
referentie boven ISO of EFQM. De stan-
ren. Dat zorgt niet alleen voor meer effici-
van die gezondheidszorg tot nog toe weinig
daarden voor de programma’s dekken
entie, maar vermijdt bovendien bevoegd-
sprake. Laat staan dat de Belgische gezond-
doorgaans alle processen binnen een zie-
heidsconflicten.
heidszorg een bijpassend overkoepelend
kenhuis.Toch vertonen die standaarden veel
kwaliteitssysteem kent. In de sector van de
variëteit in spreiding en diepgang, bovendien
ziekenhuizen lopen er al enkele initiatieven
zijn ze vooral gericht op organisatorische
tot kwaliteitsverbetering, maar het gaat eer-
zaken
aan
het
‘accreditatiemodel’
der om losstaande, individuele projecten. huisaccreditering ontbreken nog.
Meerwaarde kritisch bekeken
Europese vergelijking
nium leert dat accreditatie een waardevol
Een globale visie op en aanpak van zieken-
De ervaring van het laatste decenGezien de Europese stand van za-
middel is om in de ziekenhuizen een dyna-
ken, achtte het KCE de tijd rijp om na te
miek van kwaliteitsverbetering op gang te
gaan of de invoering van een Belgisch ac-
brengen. Het blijkt echter veel moeilijker
credatiesysteem voor ziekenhuizen haalbaar
om aan te tonen dat accreditatie werkelijke
is. In de studie werden drie pijlers uitgezet:
impact heeft op kwalitatieve en kwantita-
een internationale vergelijking van bestaan-
tieve maatstaven als het voorkomen van
de accreditatieprogramma’s in de Europese
ziekenhuisinfecties, het aantal ingrepen per
lidstaten, het aantonen van de effectiviteit
jaar van een bepaalde soort, patiënttevre-
van accreditatie en een haalbaarheidsstudie
denheid en -kennis, zorgcontinuïteit, accu-
voor de Belgische context.
raatheid van diagnose, enzovoort. Het KCE
Van de 18 onderzochte Europese
stelt dan ook vast dat, ondanks de tijd en
lidstaten, kennen Bulgarije, Duitsland, Fin-
het geld besteed aan deze programma’s,
land, Frankrijk, Ierland, Italië, Letland, Luxem-
onderzoeksresultaten geen bewijs leveren
burg, Nederland, Polen, Portugal, Spanje, de
van de effectiviteit van bestaande Europese
Tsjechische Republiek en het Verenigd Ko-
accreditatieprogramma’s, noch is er evi-
ninkrijk al een accreditatieprogramma voor
dence om de gebruikte standaarden voor
hun ziekenhuizen. De meeste van deze lan-
accreditatie te ondersteunen.
den hebben een nationaal programma. Het Verenigd Koninkrijk, Spanje en Italië hebben regionale programma’s.
42
Wat aan te bevelen? Vanuit die conclusies kan het KCE
Deze programma’s zijn uitgegroeid
geen éénduidige aanbeveling formuleren of
tot instrumenten om verantwoording af te
België een accreditatieprogramma voor zie-
leggen aan het publiek en aan de regule-
kenhuizen moet opzetten. Indien de over-
rende en financierende instanties. De na-
heid echter wenst om zo’n programma te
druk verschuift steeds meer van het louter
implementeren, dan kan dit rapport een
KCE-rapport vol. 70: Vergelijkende studie
bereiken van een bepaald kwaliteitsniveau
nuttige leidraad vormen. Als eerste stap in
van ziekenhuisaccrediteringsprogramma’s in
naar een proces van continue kwaliteitsver-
het besluitvormingsproces moet de Belgi-
Europa. In samenwerking met Eurogroup
betering. Bij het ontwikkelen van standaar-
sche overheid in ieder geval vastleggen op
Consulting, UZ Antwerpen.
… anders organiseren en financieren
Wie een zwaar ongeval of een be-
teit en het gebrek aan standaardisatie in
gezondheid en de mutualiteiten, het consul-
roerte heeft gehad, een nieuwe heup kreeg
behandelingsprotocollen aan. Denk maar
teren van eerdere Belgische studies over dit
ingeplant of aan een chronische ziekte als MS
aan het leren stappen na het plaatsen van
onderwerp, het bevragen van revalidatieart-
lijdt, komt vaak terecht in een programma
een heupprothese: op één plaats gebeurt
sen, komt het KCE tot de conclusie dat een
voor revalidatie. Dat heeft de bedoeling om
dat monodisciplinair door één kinesithera-
reorganisatie van de locomotorische revali-
de vermogens (lichamelijk, geestelijk, sociaal,
peut, op een andere plaats wordt systema-
datie in België niet zal lukken met enkele
beroepsmatig, …) van de patiënt tot de
tisch een multidisciplinair team ingezet. An-
snelle, lukrake ingrepen in de reglementering.
hoogst mogelijke graad op te drijven of in
derzijds komen ernstige ruggenmergletsels
Het zal een werk van langere adem worden
stand te houden.
dan weer niet steeds in gespecialiseerde be-
waarbij in de eerste plaats een coherente visie op de actuele verschuivingen in de revalidatiesector moet worden uitgewerkt. We staan echter niet alleen. In alle bestudeerde landen - Nederland, Frankrijk, Duitsland, Zweden en de USA - zijn hervormingen in de revalidatiesector aan de gang. Daarbij wordt gestreefd naar een duidelijk
Health Services Research
REVALIDATIE
revalidatieconcept. Centraal staan telkens de noden van de patiënt, het bestaan van verschillende revalidatiefases en overeenkomstige revalidatieorganisaties, en het voorzien van continuïteit tussen de verschillende fases. Een volledig uitgewerkt concept voor de postacute revalidatiesector dat al deze nieuwe concepten incorporeert is echter nog nergens volledig in voege. In oktober 2007 werd dit rapport voorgesteld op de ‘American Congress of Rehabilitation Medicine’ in Washington, VS.
Revalidatie is in de ogen van veel
handelequipes terecht. Ook de parallelle en
beleidsmakers een ‘complexe’ sector omdat
overlappende terugbetalingssystemen lei-
haar organisatie als onbegrijpelijk en on-
den tot verwarring en ondoelmatige inzet
doorzichtig wordt ervaren en daarom ook
van middelen. Bovendien blijken geconven-
moeilijk bestuurbaar is. Het blijkt inderdaad
tioneerde revalidatiecentra ongelijk gespreid
KCE-rapport vol. 57: Organisatie en
niet eenvoudig om een overzicht te krijgen
over het land.
financiering van musculoskeletale en
van alle mogelijke revalidatie-instellingen,
Na het bestuderen van de weten-
neurologische revalidatie in België. In
zorgverleners en activiteiten. Meerdere stu-
schappelijke literatuur over diverse aspecten
samenwerking met UZ Leuven,Vrije
dies uit het verleden, waaronder enkele van
van revalidatie,
Universiteit Brussel, Universiteit Antwerpen,
het KCE, toonden de enorme zorgvariabili-
sche gegevens via het RIZIV, de FOD Volks-
het verzamelen van Belgi-
Deloitte. 43
VERPLEEGKUNDIGE ZORG IN ZIEKENHUIZEN …nieuwe regels om het budget beter te verdelen Het ‘budget van financiële middelen’ dat de ziekenhuizen
bijvoorbeeld Nederland, Frankrijk en Zwitserland. Bovendien wer-
ontvangen, moet in essentie de kosten voor het verblijf en de ver-
den verpleegkundige gegevens gekoppeld aan pathologiegegevens
pleging dekken. De grootte van dat budget is gebaseerd op een
van de patiënten. De impact van het model op het hele systeem
aantal parameters zoals het aantal ligdagen, het soort en de ernst
van ziekenhuisfinanciering kon nog niet worden getest, maar het
van de aandoeningen waaraan de patiënten lijden, de geneesmid-
rapport stelt de beleidsmaker wel in staat om te beoordelen of dit
delen die patiënten krijgen, enzovoort. België is een van de weinige
nieuwe systeem een interessante optie is.
landen waar ook een aantal parameters voor verpleegkundige zorg
Tot slot toetste het KCE ook de huidige verpleegkundige
meetellen in de ziekenhuisfinanciering. Het huidige systeem is ech-
praktijk aan wat volgens de wetenschap verantwoorde zorg is (‘Evi-
ter al 20 jaar oud en niet aangepast aan de noden van deze tijd.
dence-based nursing’). Deze oefening opent mogelijkheden om in
Is er een alternatief? Ja, stelt het KCE, maar het is een moei-
de toekomst de kwaliteit en doelmatigheid van de verpleegkundige
lijke oefening om correct te bepalen hoeveel verpleegkundigen
zorg te verbeteren. Wetenschappelijk onderzoek in de verpleeg-
nodig zijn om aan de zorgbehoefte van een patiënt te voldoen en
kunde is relatief schaars en nog onvoldoende aanwezig in de oplei-
welke kosten dat met zich meebrengt. Het nieuwe KCE-model
ding. Ook hieraan moet een impuls worden gegeven.
gaat uit van de ‘minimaal verpleegkundige gegevens’, en komt tegemoet aan een aantal tekortkomingen van het huidige systeem. De gebruikte ‘wegingen’ in het model werden gevalideerd tegen 112 echte klinische cases. De beschikbaarheid van deze cases is een
KCE-rapport vol. 53: Financiering van verpleegkundige
belangrijke troef van de studie, omdat dit toelaat Belgische noden
zorg in ziekenhuizen. In samenwerking met K.U.Leuven,
aan verpleegkundige ‘staffing’ internationaal te evalueren tegenover
UZ Leuven en ULg.
VOLWASSENEN MET EEN NIET-AANGEBOREN HERSENLETSEL … in een rusthuis horen de meesten zeker niet thuis
44
Ongeveer de helft van de 2 000 Belgen tussen 18 en 65
van hen in een opvang terecht komen die voor een veel oudere
met een niet-aangeboren hersenletsel verblijft in een rust- en ver-
leeftijdscategorie is bestemd. Vooral het probleem van de lange
zorgingstehuis (RVT). Het KCE meent dat ze daar, wegens hun
wachtlijsten in de gehandicaptensector dient prioritair aangepakt te
jonge leeftijd, niet thuishoren. In de context van een RVT is het im-
worden.
mers niet evident om voor deze mensen aangepaste dagactiviteiten
Wanneer de overheid er toch voor opteert om de opvang
te organiseren en hen te laten genieten van voldoende sociale con-
van jonge mensen met een hersenletsel in RVT’s te bestendigen,
tacten. Ook de begeleiding van psychische of psychiatrische proble-
dient ze een oplossing te zoeken voor een aantal knelpunten. Naar
men is niet evident. De persoonlijke bijdrage is bovendien in een
het voorbeeld van Nederland zou men specifieke eenheden met
RVT ook duurder dan in de gehandicaptensector. In principe zou-
gescheiden leefgroepen kunnen creëren met aangepaste infrastruc-
den personen tussen 18 en 65 jaar met een niet-aangeboren her-
tuur en personeel. Het KCE schat dat voor 400 van de 1000 jonge
senletsel volledig onder de verantwoordelijkheid van de gehandi-
personen met een hersenletsel die nu in een RVT zijn onderge-
captensector moeten vallen, meent het KCE.
bracht, dergelijke aangepaste plaatsen dringend nodig zijn.
De overheden moeten daarom dringend adequate zorg
Het KCE bepleit ook een aangepaste opvang voor bepaal-
voorzien voor deze mensen, of minstens voorkomen dat nog meer
de subgroepen, zoals mensen met ernstige gedrags- of zware licha-
melijke problemen die intensieve verpleegkundige en medische daag zijn instellingen terughoudend om deze personen op te nemen. Voor patiënten die thuis verzorgd worden is er vraag naar bijkomende professionele thuisondersteuning, tijdelijke ontlasting van mantelzorgers door de organisatie van kort- en nachtopvang en uitbreiding van het aantal dagcentra. De resultaten van deze studie werden op 30 maart 2007 voorgesteld op het symposium ‘Zorg voor patiënten met een NietAangeboren Hersenletsel in permanent vegetatieve status en minimaal responsieve status in België: Een aangepast netwerk.’ Het rapport wordt ook in april 2008 gepresenteerd op “the Seventh World Congress on Brain Injury” dat plaats heeft in Lissabon.
KCE-rapport vol. 51: Chronische zorgbehoeften bij personen met
Xxx Health Services Research
zorg vereisen, en mensen met degeneratieve aandoeningen. Van-
een niet-aangeboren hersenletsel (NAH) tussen 18 en 65 jaar. In samenwerking met UZ Gent, Ziekenhuis Inkendaal, Vrije Universiteit Brussel, Geneeskundige Stichting Koningin Elisabeth.
DE GERIATRISCHE PATIËNT ... zorgen en financiering op maat
Vandaag is 1 op de 5 mensen ouder dan 60 jaar. In 2030 zal
als doel een zo groot mogelijke levenskwaliteit en autonomie voor
dat 1 op de 3 zijn. Het is een van de grote uitdagingen voor de
de oudere te behouden of terug te winnen. Door middel van snel-
maatschappij om deze groeiende groep senioren een goede zorg
le, eenvoudige en betrouwbare testen kunnen deze kwetsbare pa-
en levenskwaliteit te bieden.
tiënten opgespoord worden. De testen zijn algemeen aanvaard
In 2007 legde de Belgische wetgeving het kader van een zorgprogramma voor de geriatrische patiënt vast. Op vraag van de FOD Volksgezondheid concretiseerde het KCE enkele punten van dit programma.
door de medische wetenschappelijke wereld, maar hun gebruiksvriendelijkheid op het terrein moet verder worden nagegaan. Volgens de norm van 5 bedden voor 1 000 inwoners ouder dan 65 jaar zijn er in België 2 000 geriatrische bedden in zieken-
Om aangepaste zorg in het ziekenhuis te verzekeren, zou-
huizen te weinig. Een aantal geriatrische patiënten is noodgedwon-
den patiënten met een geriatrisch profiel reeds van bij hun opname
gen op andere afdelingen gehospitaliseerd. Toch zouden ze, indien
moeten worden geïdentificeerd. Christian Léonard, KCE-expert
nodig, een geriatrische behandeling moeten kunnen krijgen. Het
economische analyse en projectleider: “Niet alle bejaarde patiënten
zorgprogramma voorziet in de organisatie van een interne ‘liaison-
zijn automatisch geriatrische patiënten. Geriatrische patiënten wor-
functie’ in elk ziekenhuis. Dat betekent dat geriatrische patiënten
den niet alleen geïdentificeerd op basis van hun leeftijd, maar ook
worden opgevolgd door een gespecialiseerd geriatrisch team ook
en vooral op basis van een (mogelijk) verlies van autonomie.” De
als zij op andere afdelingen worden verzorgd. De KCE-studie beves-
snelle identificatie is in het belang van de patiënten: geriatrische
tigt het nut van deze liaisonfunctie en omschrijft haar nog meer in
zorg is aangepast aan hun specifieke medische behoeften. Het heeft
detail in haar rapport. 45
De huidige financiering in België houdt niet voldoende rekening met de specifieke behoeften van de geriatrische patiënt.
daarbij de administratieve belasting van het medisch personeel tot een minimum.
Het KCE heeft verschillende instrumenten voor een meer accurate berekening van de financiering van de geriatrische diensten bekeken. Aggir Socios Pathos komt eruit als het instrument dat
KCE Rapport vol 73: Financiering van het zorgprogramma voor de
het meeste rekening houdt met de specifieke werklast van de
geriatrische patiënt in algemene ziekenhuizen. In samenwerking
zorgverleners en de sociale context van de patiënt. Het beperkt
met UCL en ULB.
HET ARTSENAANBOD IN BELGIË ... te veel, te weinig of precies genoeg?
46
In 1997 startte de Belgische over-
wordt er geen rekening mee gehouden:
als ‘praktiserend arts’, een arts die jaarlijks
heid met de beperking van het aantal art-
werkuren en migraties van artsen, tech-
minstens 1 contact met minstens 50 pati-
sen. Het doel was de kosten voor ge-
nologische vooruitgang, ziektetrends, or-
enten heeft. De laatste jaren daalde het
zondheidszorg onder controle te houden,
ganisatie van artsenpraktijken, enz. Dit al-
aantal praktiserende huisartsen met 7 %
de zorgkwaliteit te garanderen en het
les heeft nochtans een impact op de
terwijl het aantal specialisten stabiel
evenwicht te bewaren tussen de artsen-
productiviteit van de artsen.
bleef.
dichtheid van de twee Gemeenschappen.
Meer dan een vierde van de quo-
Een ander aandachtspunt zijn de
Als argument voor de numerus clausus
ta voor huisartsen wordt niet ingevuld,
buitenlandse artsen. De openstelling van
wordt vaak het fenomeen van de aanbod-
vooral langs Vlaamse kant. Het aantal
de Europese grenzen en de erkenning van
gestuurde vraag ingeroepen. Dat feno-
nieuwe specialisten overschrijdt dan weer
andere Europese diploma’s in België zorgt
meen betekent dat artsen bij hun patiën-
de quota met bijna 20 %, een fenomeen
voor een toename van buitenlandse ar t-
ten meer zullen aansturen op bijkomende
dat het meest uitgesproken is langs Frans-
sen in België (12 % van de nieuwe ar tsen
consultaties, om zeker te zijn van een vol-
talige kant.
in 2006). Ze kunnen zich in België onbe-
doende inkomen. Het KCE onderzocht of
Volgens de ramingen zullen de
perkt specialiseren en vestigen. Deze be-
dit fenomeen bestaat bij de ambulante
huidige quota het verschil in artsendicht-
langrijke impact op het artsenaanbod zou
medische praktijk van huisartsen en spe-
heid tussen de twee Gemeenschappen in
bij de vaststelling en herziening van de
cialisten. Het doet zich in België bij de
theorie geleidelijk wegwerken tegen 2030
quota ook moeten meespelen. Het KCE
specialisten inderdaad voor. Bij de huisart-
(huisartsen) en 2040 (specialisten) en het
keek ook naar het buitenland. Frankrijk en
sen is het bestaan van een aanbodge-
totale aantal artsen stabiliseren tot het
Nederland, die al langer een numerus
stuurde vraag minder overtuigend.
niveau van de Vlaamse Gemeenschap, dat
clausus hadden ingevoerd, kampen van-
De quota worden elk jaar herzien
geldt als maatstaf. Nieuwe trends zullen in
daag met een tekort aan dokters. Zij ver-
op basis van een advies van de Belgische
de toekomst het medisch aanbod wijzi-
hogen nu het aantal toegelaten studenten
Planningcommissie Medisch Aanbod. Om
gen, zoals de vergrijzing en de vervrouwe-
en artsen.
te oordelen over de quota maakt de Plan-
lijking van het medisch beroep. Een derde
Co-auteur Sabine Stordeur, KCE-
ningcommissie een schatting van het aan-
van de praktiserende artsen is nu een
expert Clinical and Health Services Re-
tal praktiserende artsen. En daar wringt
vrouw. Bij de jongere generatie bedraagt
search: “De planning van het medisch aan-
het schoentje. Allereerst is het geen sine-
dit aandeel al het dubbele. Bijna de helft
bod is niet enkel een kwestie van het
cure om de nodige data te verkrijgen.
van de praktiserende artsen is ouder dan
aantal arbeidskrachten. Het omvat ook
Vervolgens zijn bij de berekening bepaal-
vijftig. Slechts 65 % van de geregistreerde
het vastleggen van de gewenste mix aan
de essentiële gegevens niet gekend of
artsen kan trouwens worden beschouwd
competenties, de mate van beschikbaar-
Federale databank van de beoefenaars
dienstverlening, de financiering van het
van de gezondheidszorg sneller op de
gezondheidszorgsysteem, enz. Daarom
sporen worden gezet mét betere en meer
zou het beter zijn een nationaal kader
geactualiseerde gegevens. De planning
voor de planning van het artsenaanbod
moet flexibel gebeuren en moet aange-
verder te ontwikkelen, binnen de bestaan-
past zijn aan een snel veranderend ge-
de Planningcommissie. Er moeten geïnte-
zondheidszorgsysteem”.
greerde, Evidence-based beslissingen worden genomen die zijn gebaseerd op
KCE-rapport vol.72: Het aanbod van
voldoende betrouwbare gegevens en so-
artsen in België. Huidige toestand en
lide methodologieën. In dit kader moet de
toekomstige uitdagingen.
Xxx Health Services Research
heid en toegankelijkheid van medische
47
VERGOEDING VAN MEDISCHE SCHADE ALS GEVOLG VAN GEZONDHEIDSZORG ...fifty-fifty verdeling tussen overheid en privé sector
De slachtoffers van schade ver-
Om te komen tot een correcte
oorzaakt door medische handelingen
verdeling van de kostprijs tussen de
moeten straks in principe de fout van de
maatschappijen en het fonds hebben de
ar ts of verzorger niet meer bewijzen om
actuarissen van Reacfin zich gebaseerd
aanspraak te kunnen maken op een
op het principe van de actuariële neutra-
schadevergoeding. De nieuwe wet van
liteit. Je moet de verdeelsleutel zo vast-
15 mei 2007 voorziet namelijk een scha-
leggen dat de balans risico/rendement
devergoeding zodra er schade kan wor-
voor de verzekeraar bij de overgang naar
den aangetoond.
het nieuwe systeem niet verander t. Uit
De nieuwe wet voorziet een ver-
de berekeningen blijkt dat deze stabiliteit
zekeringssysteem van ar tsen of andere
verzekerd is als het Fonds 50 % van de
zorgverstrekkers bij privé verzekerings-
schadevergoedingen op zich neemt.
maatschappijen. Om een verhoging van
Deze berekening is slechts een
de premies voor de ar tsen te vermijden
schatting, gebaseerd op statistieken en
zal er ook een deel van de schadever-
hypotheses.
goedingen worden betaald via een over-
De realiteit kan natuurlijk afwij-
heidsfonds, het ‘Fonds voor de vergoe-
ken van het model ontwikkeld in de
ding van ongevallen bij gezondheidszorg’.
KCE-studie. Dit mag geen argument zijn
Dit Fonds zal worden gefinancierd door
om het nieuwe systeem niet toe te pas-
de overheid en het RIZIV. De regering
sen. De kostprijs en de verdeelsleutel
vroeg aan het KCE om ieders aandeel te
kunnen namelijk jaarlijks worden herzien
berekenen, om dus een verdeelsleutel
op basis van nieuwe gegevens. Het KCE
voor te stellen tussen de bijdrage van
dringt daarom aan op een goede opvol-
het Fonds en dat van de verzekerings-
ging en regelmatige aanpassingen. Nor-
maatschappijen.
maal moest de nieuwe wet van 15 mei
In haar rappor t schat het KCE
2007 op 1 januari 2008 van kracht wor-
eerst opnieuw de kostprijs van het nieu-
den, maar onlangs werd dit met een jaar
we systeem in. Hierbij baseer t het zich
uitgesteld. Er was namelijk nog geen re-
op recentere statistieken van de verze-
gering om voor de noodzakelijke uitvoe-
keraars en houdt het rekening met het
ringsbesluiten te zorgen.
feit dat de wet alleen maar voorziet in een aanvullende schadevergoeding. Dat betekent dat aan het slachtoffer enkel de kosten zullen worden vergoed die niet
48
ten laste zijn van de sociale zekerheid.
KCE-rapport vol. 68: Vergoeding van
Deze twee nieuwe elementen veroorza-
schade als gevolg van gezondheidszorg -
ken een daling van de vorige geschatte
Fase IV: Verdeelsleutel tussen het Fonds en
jaarlijkse kostprijs: die bedraagt nu bijna
de verzekeraars. In samenwerking met
€ 61 miljoen.
Reacfin.
senior arts-expert
U was eerst praktiserend huisarts
problemen worden op een brede manier
zoek in arbeidsgeneeskunde te kennen. An-
en nu bent u senior arts-expert bij het KCE. Waarom deze carrièrewending?
benaderd. In de meerderheid van mijn pro-
derzijds moet iedereen een totaaloverzicht
jecten wordt de organisatie van de gezond-
van het werk behouden. Maar het duurt
heidszorg bestudeerd. Een complex domein,
toch twee tot drie maanden om te begrijpen
De geneeskunde op het terrein beviel me
want men moet met verschillende contextu-
hoe de anderen werken en hoe men comple-
enorm, maar ik miste een beetje de weten-
ele factoren rekening houden en de Belgi-
mentair kan zijn. Dit werk in teamverband is
schappelijke dimensie. Na enkele jaren heb
sche situatie wordt slechts zelden belicht in
zowel een uitdaging als een verrijking.
ik dan besloten om een master in volksge-
de bestaande literatuur. Momenteel werk ik
zondheid in Londen te volgen. Vervolgens
aan een studie over de loopbaankeuze van
vloeide het ene voort uit het andere: een
de huisartsen en de organisatie van de pal-
doctoraat, een functie aan het Wetenschap-
liatieve zorg. Voor dit laatste project zullen
Is het u al overkomen dat een van uw studies niet door de Raad van Bestuur werd goedgekeurd?
pelijk Instituut voor Volksgezondheid en een
wij de zorgverleners in ziekenhuizen, in de
Ja, zonder dat daarbij het wetenschappelijke
betrekking aan de UCL om onderzoek in
thuiszorg en in rust- en verzorgingstehuizen
werk van het team ter discussie werd ge-
huisartsgeneeskunde op te starten. Uiteinde-
interviewen. Dit helpt ons om de realiteit op
steld. Het is meestal de implementatie van
lijk heb ik in 2004, net na de oprichting van
het terrein beter af te bakenen.
de aanbevelingen van het KCE die een probleem zijn. In dat geval moeten wij de con-
het KCE, de kans gekregen om toe te treden
clusies van de studie op een andere manier
het soort werk heb gevonden waarnaar ik
Welke onderwerpen behandelt u het liefste?
op zoek was.
Ik houd vooral van de projecten die met ex-
wij ook rekening houden met de belangen
terne teams worden uitgevoerd, ongeacht
die in de Raad van Bestuur worden verte-
Wat waardeert u het meest aan het KCE?
het onderwerp. Ik word vaak betrokken bij
genwoordigd.
Ik heb het gevoel dat ik permanent in vor-
teams die mensen van alle domeinen bijeen-
ming ben: het contact met en de constante
brengen. Voor de studie over chronische lage
uitwisseling tussen uiteenlopende disciplines,
rugpijn (vol.48) uit 2006 bestond de werk-
de ontdekking van nieuwe domeinen … Zo
groep uit een specialist fysische geneeskun-
En wanneer het rapport sterk op de korrel wordt genomen door de pers of door de zorgverleners op het terrein?
moet ik bijvoorbeeld de analyse van gegevens
de, een anesthesist, een huisarts, een expert
Onze aanbevelingen zijn conform de weten-
combineren met ethische en economische
data-analyse en twee specialisten arbeidsge-
schappelijke literatuur maar ze kunnen te-
aspecten. Hoewel al onze aanbevelingen niet
neeskunde. Een bijzonder team! Het was
genstrijdig zijn met bepaalde praktijken. Dit
gevolgd kunnen worden, geeft het ook vol-
een beetje een lange trein met veel wagons
kan soms venijnige reacties veroorzaken.
doening dat ik mijn steentje kan bijdragen
naar het juiste station rijden. We kwamen
Maar ik ben me bewust van wat er op het
tot het Belgische gezondheidszorgbeleid.
één keer per maand samen, vanuit Luik,
spel staat. De kennis van de clinici is die van
Brussel en Limburg. Ik zag ook elke groep
individuele patiënten. Wij zijn actief op het
Bent u gespecialiseerd in een bepaald soort studie?
afzonderlijk, afhankelijk van de vooruitgang
domein van de volksgezondheid: wij verdedi-
van het onderzoek. Men moet ook het juiste
gen de belangen van 10 miljoen Belgen. Net
Neen, het KCE kent ons de studies toe in
evenwicht vinden. Enerzijds interesseert het
die botsing tussen het belang van een indivi-
functie van onze bevoegdheden, onze voor-
niet iedereen om bijvoorbeeld het detail van
duele patiënt en dat van een bevolking, is
keur en onze ervaring. De gezondheidszorg-
de sleutelwoorden voor het literatuuronder-
vaak de voedingsbodem voor conflicten.
tot hun team en ik geloof dat ik hier precies
Xxx Health Services Research
Interview met Dominique PAULUS
vertalen naar het terrein. En daarbij moeten
projecten met grote en multidisciplinaire
49
Het KCE …
De sobere, marineblauwe omslag van een KCE-rapport omsluit elke keer opnieuw het resultaat van een brede en intense bundeling van kennis en deskundigheid. Niet alleen
Het KCE door de ogen van…
door de ogen van externe medewerkers deskundigheid binnen het KCE maar ook, en zelfs vooral, van erbuiten. Sinds haar oprichting heeft het KCE een netwerk opgebouwd van meer dan 700 wetenschappelijke medewerkers. Deze Belgische en buitenlandse experts nemen op verschillende niveaus deel aan KCE-studies: als externe expert, validator of onderaannemer. Ter gelegenheid van dit jaarverslag brachten wij enkele van hen rond de tafel. De bedoeling: hen van gedachten laten wisselen over hun ervaringen met het KCE, zonder daarbij een blad voor de mond te nemen.
Deelnemers aan rondetafel 1:
Deelnemers aan rondetafel 2:
ü Dr. Elizabeth Van Eycken (directeur Kankerregister)
ü Dr. Jos De Smedt (Domus Medica)
ü Prof. Philippe Beutels (gezondheidseconomie,
ü Prof. Lieven Annemans (gezondheidseconomie,
Universiteit Antwerpen) ü Prof. Geert Molenberghs (biostatistiek, UHasselt en K.U.Leuven) ü De heer Pascal Garel (CEO van de European Hospital and Healthcare Federation) ü Dr. Pascal Meeus (RIZIV)
UGent en Vrije Universiteit Brussel) ü De heer Joeri Guillaume (studiedienst Socialistische Mutualiteiten en IMA) ü Dr. Michel Vanhalewyn (SSMG) ü Prof. Henri Nielens (sportgeneeskunde, UCL) ü De heer Hans Debruyne (Deloitte)
ü Prof.Victor Legrand (cardiologie, Ulg)
De rondetafels werden begeleid door externe moderatoren zonder binding met het KCE. Zij zijn ook verantwoordelijk voor de verslaggeving. Het verslag en de quotes werden gevalideerd door de deelnemers. Het gesprek werd opgebouwd rond de ‘levenscyclus van een project’ (zie pagina 11), maar ook ervaringen en opinies over andere aspecten van het KCE kwamen aan bod. Het doel van de rondetafels was niet om tot een consensus te komen, de weergegeven opinies werden dan ook niet altijd door alle deelnemers gedeeld. 51
De keuze van de onderwerpen en de onderzoeksteams Een objectieve selectie?
programma, elk trimester bijvoorbeeld, zo-
euze externe experts die niet altijd geneigd
De meerderheid van de deelnemers vindt
dat de prioriteitenlijst kan aangepast wor-
zijn om veranderingsprocessen in het des-
de jaarlijkse selectieprocedure van de stu-
den aan de actualiteit.
betreffende domein te ondernemen.
dieonderwerpen zeer gedetailleerd uitge-
52
Het gebeurt ook dat sommige projecten
werkt en de evaluatiecriteria duidelijk. Min-
Te academisch?
niet geselecteerd worden omdat ze metho-
der duidelijk vinden ze de interpretatie van
Bovendien wordt er bij de selectie van de
dologisch onvoldoende ontwikkeld zijn -
die criteria door het KCE en de concrete
projecten niet altijd gezorgd voor een even-
soms door juryleden zelfs afgedaan als ‘niet
toepassing ervan. Ze hebben de indruk dat
wicht tussen theorie en praktijk. Bepaalde
wetenschappelijk gefundeerd’ - terwijl de
de belangen of activiteiten van de KCE-ex-
deelnemers zijn van mening dat het KCE te
basisvraag toch heel relevant kan zijn voor
perts, die de onderwerpen volgens priori-
veel academische benaderingen voortrekt
de gezondheidszorg. In zulke gevallen zou
teit rangschikken voor de Raad van Bestuur,
ten koste van andere werkwijzen. De stu-
het KCE zelf het initiatief moeten nemen
soms de uiteindelijke selectie van de projec-
dies zijn met andere woorden te veel geba-
om de leemtes op te vullen en het project-
ten beïnvloeden.
seerd op mooie conceptuele modellen die
voorstel te verbeteren.
Enkele deelnemers stellen voor om te ver-
soms moeilijk te implementeren zijn op het
melden door wie de onderwerpen werden
terrein. Een aantal van de projecten zou dan
voorgesteld, of om minstens mee te delen
ook op een meer pragmatische manier
Dialoog met de onderaannemers
of de vraag uit de publieke of de privésec-
moeten benaderd worden, op voorwaarde
Het KCE zou er belang bij hebben om,
tor komt. Anderen vinden dat als de indie-
dat de nodige gegevens natuurlijk voorhan-
voor bepaalde projecten, niet systematisch
ner van de studievraag bekend wordt
den zijn.
openbare aanbestedingsprocedures uit te
gemaakt, er een risico bestaat dat de objec-
Tevens wordt opgemerkt dat men bij de
schrijven, maar een competitieve dialoog-
tiviteit van de selectie in vraag zal worden
selectie van de medische experts te elitair
procedure in werking te stellen. Dit zou
gesteld. De huidige procedure garandeert,
te werk zou gaan. De experts zouden wor-
meer ruimte laten voor een uitwisseling van
toch in theorie, de ernst en integriteit van
den gekozen op basis van hun academische
standpunten over de uitwerking van het
de selecties.
bekendheid en publicatielijst. Daardoor
project en over te gebruiken methodes met
De rol van de Raad van Bestuur roept ook
worden paramedici, zoals kinesitherapeuten,
verschillende kandidaat-onderaannemers.
vragen op: een aantal leden van de RvB se-
verpleegkundigen, lesgevers in de gezond-
Bepaalde onderaannemers beschikken over
lecteert ontegensprekelijk de voorgestelde
heidszorg …, de facto opzijgeschoven. Als
een bijzondere expertise in een bepaald do-
onderwerpen op basis van hun relevantie,
de studie gaat over strikt medische onder-
mein. Om die reden werken ze regelmatig
wetenschappelijke waarde en/of hun me-
werpen is dat minder erg, toch hebben
samen met KCE. Waarom wordt er niet met
thodologie. De motivatie van andere leden
sommige deelnemers twijfels over de rele-
hen aan een meer langdurige (contractuele)
zou daarentegen onmiskenbaar ideologisch
vantie van de conclusies en aanbevelingen
relatie gewerkt? Het huidige proces verplicht
zijn. Dit risico van belangenvermenging bij
van academische experts, hoe eminent ook,
hen om ieder jaar complexe offertes in te
de selectie van de onderwerpen en het
over vragen rond zorgtrajecten, multidisci-
dienen, zonder de minste zekerheid dat ze
vastleggen van het werkprogramma is niet
plinaire aanpak, enz. Net zo worden onder-
het contract krijgen. Vooral voor degenen
gunstig voor het KCE. En het ontbreken van
werpen over logistiek en personeelsbeheer
met wie het KCE regelmatig contracten van
de motivering bij de weigering van een on-
in de gezondheidszorg niet vaak geselec-
korte termijn met zeer strikte afleverings-
derwerp maakt het selectieproces onvol-
teerd omdat die geen beroep doen op aca-
data afsluit, is deze situatie moeilijk.
doende transparant.
demische expertise. Er kunnen trouwens
Andere deelnemers vinden daarentegen
Ook de vraag over de aansluiting van de
ook vragen worden gesteld bij de onpartij-
dat het huidige projectgerichte financie-
onderwerpen op de actualiteit - hetzij de
digheid van die expertise, aangezien som-
ringsprincipe de beste garantie is dat de
wetenschappelijke, hetzij de politieke -
mige experts intensief bij de in vraag ge-
studies gefocust blijven op de kernvraag en
wordt gesteld. Zou de selectieronde voor
stelde systemen betrokken zijn.
dat de resultaten binnen de toegewezen
nieuwe studieonderwerpen niet vaker moe-
Deze elitaire keuze wordt nog eens ver-
tijd worden geleverd.
ten plaatsgrijpen? Sommige deelnemers
sterkt door het validatieproces waarbij ook
suggereren een periodieke revisie van het
beroep wordt gedaan op de meest prestigi-
Het blijft niettemin absoluut noodzakelijk
pect van de KCE-projecten. Dit is voor vele
dat het KCE bepaalde studies intern blijft
deelnemers een ontdekking geweest: de visie
uitvoeren. Het zorgt ervoor dat de experts
van een economist is zeer verschillend van
hun ervaring kunnen vergroten en hun pro-
die van een clinicus, of die van een epidemio-
jectmanagementcapaciteiten verder kunnen
loog. Het zorgt voor een verruiming van
ontwikkelen.
horizonten. Toch vragen de deelnemers aan het KCE een betere coördinatie van zulke
De methodologie
ambitieuze projecten. Multidiscipline is zeer
Alle deelnemers maken dankbaar gebruik
goed … op voorwaarde dat er voldoende
van de methodologische kennis van het KCE:
wordt gecoördineerd. Die coördinatie is een
De interne expertise van het KCE is onte-
de bibliografische onderzoeksprocedures, de
discipline op zich en behelst talrijke aspecten:
gensprekelijk van een zeer hoog niveau en
uitwisselingen met personen uit andere do-
verzekeren dat binnen hetzelfde project de
groeit continu. Toch is ze misschien nog
meinen en instellingen, het verplicht delen
gebruikte terminologie en woordkeuze voor
steeds te academisch gericht, naar de smaak
van de resultaten, het respect voor doelstel-
alle protagonisten dezelfde betekenis heeft,
van sommigen. Daardoor is er niet altijd ge-
lingen en deadlines,... Het zijn nieuwe vaardig-
kan ernstige misverstanden tussen de samen-
noeg voeling met het terrein.
heden voor veel van hen. Zelfs als sommigen
werkende equipes vermijden; vanaf het begin
De capaciteiten van de KCE-experts om
eerst de indruk hadden dat ze de controle
van een studieproject een precies onder-
een project te leiden en te coördineren
over hun eigen inbreng verloren zagen gaan,
zoekskader en tijdsschema opstellen en niet
verschillen nog sterk van persoon tot per-
zijn ze het er allemaal over eens dat het glo-
vertrouwen op toeval en de goede wil van
soon. Het is nochtans een van de belangrijk-
baal beeld uiteindelijk positief en leerrijk is.
de onderaannemer, vermijdt dubbelwerk en
De coördinatie van de projecten
ste voorwaarden voor het slagen van een
Het KCE door de ogen van…
De competentie van de KCE-experts
het ontstaan van inhoudelijke leemtes; het
studie. Conflictsituaties kunnen ook ont-
Het beheer van gegevens
regelmatig bezoeken van de equipes en het
staan als er in de loop van het project on-
De uitzonderlijke bijdrage van het KCE aan
grondig plannen van de verdeling van het
verwacht personen wisselen die deel uitma-
het specifieke domein van gegevensbeheer
werk tussen de equipes; er moet op worden
ken van de interne of externe equipe of als
werd herhaaldelijk vernoemd. Ons land be-
toegezien dat de ene discipline geen over-
de KCE-medewerkers onderling niet op de-
schikt over een grote rijkdom aan gezond-
wicht krijgt op de andere; enzovoort.
zelfde golflengte zitten.
heidsstatistieken, maar deze worden afge-
In dit kader kan men zich ook vragen stel-
Bepaalde externe experts vinden het jam-
schermd door de verschillende organisaties
len bij de wens van het KCE om de projec-
mer dat ze soms veel te laat bij een project
die ze bijhouden. De grote bezorgdheid over
ten zoveel mogelijk te laten uitvoeren door
worden betrokken, of dat ze te lang zonder
de bescherming van het privéleven is daar een
een brede, multidisciplinaire groep van on-
nieuws bleven in de loop van het project.
van de oorzaken van, maar dit mag niet zor-
derzoekers. Dat leidt niet altijd tot de
Daardoor moeten sommige studies in de
gen voor inertie. Een grote verdienste van het
grootste doeltreffendheid. Als dergelijke
eindfase nog worden bijgesteld. Meer tus-
KCE is dat ze de houders van de gegevens
multidisciplinaire samenwerking de globale
sentijdse evaluaties over de kwaliteit van
heeft overtuigd van het belang en de moge-
expertise binnen het onderzoeksteam ver-
het gerealiseerde werk zijn wenselijk. Dit
lijkheid om deze data uit te wisselen, mét eer-
betert en verrijkt, is er zeker een meer-
blijkt zeer constructief te zijn, zowel voor de
bied voor de bescherming van de privacy. Het
waarde. Maar soms moeten door die mul-
onderzoekers als voor de validatoren.
KCE kon zich hiervoor beroepen op de hef-
tidisciplinariteit
Bij de studies die aan externen worden uit-
bomen voorzien in haar oprichtingswet van
worden geleverd op het vlak van coördina-
besteed, hoeft het KCE het interne manage-
24 december 2002. Deze evolutie zorgt voor
tie, zeker als het gaat om een samenwer-
ment van dit project niet te leiden, vinden
een grote sprong voorwaarts in de verschil-
king tussen onderzoeksteams met sterk
de deelnemers. Deze taak is de verant-
lende domeinen van de gezondheidszorg.
verschillende werkmethodes of benaderin-
woordelijkheid van de onderaannemer, die
enorme
inspanningen
gen. Het gebeurt dan ook niet zelden dat
daarin voldoende vrijheid moet krijgen. De
Multidisciplinair
hierdoor de opleveringstermijnen niet wor-
rol van het KCE zou dan meer die van su-
De externe medewerkers worden ook ge-
den gerespecteerd en/of de initiële onder-
pervisor van het project moeten zijn.
confronteerd met het multidisciplinaire as-
zoeksvragen worden afgezwakt. 53
Tijd en geld Het KCE werkt met zeer precieze en …. zeer korte dead-
En de middelen? Die zijn zeer precies berekend, zeggen de
lines, daarover zijn alle aanwezige experts het eens. Dat is natuurlijk
deelnemers, zonder dat er aan kwaliteit wordt ingeboet. Elke ex-
uit efficiëntie, om te vermijden dat de projecten een eeuwigheid in
terne equipe is vrij om voor te stellen wat ze denkt te kunnen rea-
beslag nemen. Of zoals een van de deelnemers het formuleert:
liseren binnen de vastgelegde termijn en het vooropgestelde bud-
“werk gedraagt zich volgens de gaswet: het neemt het volume in
get. Vanwege de concurrentie om een studieopdracht binnen te
waarover het beschikt! Als men 6 maanden de tijd krijgt, dan zal het
halen, worden soms bij het indienen van de offerte te enthousiaste
werk 6 maanden duren, als men minder tijd heeft, dan zal het min-
beloftes gedaan: de onderzoeksteams schatten vooraf niet altijd
der lang duren.” Toch is er een grens, waarschuwen sommigen, te
goed in hoeveel inspanningen een studie zal vragen. Gelukkig blijft
strikte deadlines kunnen in de weg staan van een professionele
het altijd mogelijk om een bijkomende investering te vragen. Als het
behandeling van de onderzoeksvragen.
KCE de vraag gerechtvaardigd vindt, wordt het extra budget meest-
Bij elk nieuw project slaagt het KCE er volgens de meeste
al toegekend.
deelnemers in een zeer evenwichtig onderzoeksteam met een grote
Laatste element: soms is het frustrerend dat omwille van
bekwaamheid samen te brengen. Sommige deelnemers betreuren
tijdsgebrek de potentiële rijkdom van de databanken niet tot op de
wel dat ze te weinig autonomie en flexibiliteit krijgen bij hun onder-
bodem kan uitgespit worden. Zeker als je rekening houdt met het
zoek, omdat de planning en de deadlines soms primeren boven de
dikwijls unieke karakter van de databanken waarover het KCE kan
inhoud, de diepgang en de kwaliteit.Voor meerdere deelnemers zou
beschikken dankzij de wettelijke privileges die aan het KCE zijn toe-
een beetje meer flexibiliteit in de timing een enorm verschil maken.
gekend. Ondanks de bevredigende kwaliteit van het eindproduct
Bovendien, menen sommige deelnemers te weten, zouden heel wat
laat deze ‘onderexploitatie’ dikwijls een bittere nasmaak bij de on-
projecten vertraging oplopen om minder nobele redenen…. Men
derzoeksequipes na.
kan niet met twee maten en twee gewichten meten.
PASCAL MEEUS :
54
PASCAL GAREL :
De rijkdom aan statistische gegevens in ons land
Het KCE moet een hoofdrolspeler worden in
bestaat al van voor de oprichting van het KCE,
EUnetHTA. Er zijn echter veel instellingen, vooral re-
maar de databanken waren verspreid en afge-
gionale, die ook hun plaatsje willen afdwingen. Dat
schermd. Ook zonder het KCE zou er zeker vooruit-
schept verwarring en leidt tot belangenconflicten.
gang zijn geboekt, maar de specifieke bijdrage van het Kenniscentrum
Indien het KCE er echter in slaagt om zich een uitstekende reputatie
is dat ze alle actoren van de gezondheidszorg heeft getoond hoe deze
te verwerven, zullen haar studies ook een invloed hebben op Europese
massa aan gegevens optimaal kan worden georganiseerd en toegan-
beslissingen. Toch zou het fout zijn om alles in te zetten op die Euro-
kelijk gemaakt. Door het KCE werd de uitwisseling van gegevens mo-
pese dimensie, want de onderwerpen die slaan op de specificiteit van
gelijk, iets wat voordien ondenkbaar was.We zijn er nog niet helemaal,
de Belgische gezondheidszorg moeten Belgisch blijven, en niemand kan
maar er zijn al grote stappen vooruit gezet.
beter een antwoord bieden op deze vragen dan de Belgen zelf.
De objectiviteit van de onderzoekers
Het valideren van de studies
Het KCE hecht veel belang aan mogelijke belangenconflic-
Het externe validatieproces is een ander belangrijk ken-
ten. De deelnemers zijn het er roerend over eens dat de manier
merk van de werking van het KCE. Elk rapport wordt gevalideerd
waarop het KCE hiermee omgaat, aansluit bij de meest veeleisende
door drie externe experts waaronder vaak ook een buitenlands
internationale standaarden. En zelfs al is geen enkel systeem perfect,
expert. Deze validatie beperkt zich niet tot het lezen en goedkeu-
dan nog is het duidelijk dat de onafhankelijkheid van de onderzoe-
ren van een dossier, maar is een echte confrontatie tussen de ex-
kers een prioriteit is voor het KCE. Het Kenniscentrum kon dan ook
terne validatoren en de auteurs van de studie.
nog nooit op een nalatigheid worden betrapt.
Volgens de deelnemers aan deze rondetafels zijn deze dis-
Hebben de deelnemers misschien de indruk dat het KCE
cussies openhartig en zelfs pittig. Aan een validator die te toegefelijk
zich ten opzichte van de onderaannemers gedraagt als een bemoei-
is, zal het KCE onmiddellijk vragen om zich kritischer op te stellen.
zuchtige schoonmoeder? Het antwoord is opnieuw unaniem: je
De aanwezige validatoren vinden het wel jammer dat ze dikwijls
wordt aanvankelijk wel verrast door de strikte deadlines die het
weinig tijd krijgen om het te evalueren document grondig te analy-
KCE oplegt en hoe sterk hun inmenging is op het vlak van de on-
seren. Sommigen betreuren eveneens het gebrek aan feedback
derzoeksmethodologie. Maar het KCE respecteert de inhoud van
over hun bijdrage: werden hun opmerkingen in aanmerking geno-
het onderzoek, vindt iedereen, in alle fasen van het project. “Men
men bij het formuleren van de aanbevelingen? Werd de studie uit-
moedigt constant onze objectiviteit aan. Externen - zelfs mensen
eindelijk geaccepteerd? Deze dingen werpen een schaduw op de
met een commercieel profiel - worden op de vergaderingen uitge-
rol van de validator, zelfs als men weet dat de goedkeuring van een
nodigd om ons een zo globaal mogelijk beeld te geven van het te
studie door de Raad van Bestuur niet enkel afhangt van de weten-
onderzoeken probleem.” Als er al wordt bijgestuurd, is dat eerder
schappelijke waarde (zie verder) van de onderzoeksresultaten.
het geval in het begin, bij de keuze van de experts. Alle deelnemers
De deelnemers stellen ook vast dat de validatoren vaak de
geven niettemin toe dat de onderzoeksequipes worden samenge-
auteurs van de studie persoonlijk kennen, wat hun objectiviteit kan
steld op basis van competenties en niet op basis van politieke in-
beïnvloeden. België is immers een klein land .... Meer buitenlandse
vloed of evenwicht tussen de universiteiten. Maar ze voegen er aan
validatoren inschakelen, zou hiervoor een goede oplossing kunnen
toe dat ze niet altijd begrijpen hoe men tot de samenstelling van
zijn, maar voor studies die de organisatie van de Belgische gezond-
bepaalde teams is gekomen.
heidszorg behandelen, is dat vaak moeilijk.
MICHEL VANHALEWYN :
Het KCE door de ogen van…
De onafhankelijkheid van de resultaten
HENRI NIELENS :
Veel onderwerpen die door het KCE worden gese-
Het KCE zou een belangrijkere plaats kunnen inne-
lecteerd, bevinden zich in ’een ideologie van exper-
men bij het informeren van het grote publiek. Men
tise’, terwijl meer praktisch gerichte onderzoek-
ziet op websites van befaamde instellingen zoals de
stopics bijna automatisch aan de kant worden
Mayo-kliniek, naast de teksten voor professionelen,
geschoven. Het is dus niet verwonderlijk dat de practici van het ter-
ook een webpagina bestemd voor het grote publiek. Die teksten zijn in
rein zich soms weinig aangesproken voelen door de KCE-rapporten.
een zeer begrijpelijke taal geschreven. Ik vind dit ook een belangrijke
Alles wat te maken heeft met de intermenselijke relaties, de medi-
opdracht voor het KCE . Er zijn immers vaak grote verschillen tussen het
sche cultuur, … is zeer moeilijk door een expert te onderzoeken. Zo
persbericht dat door het KCE wordt opgesteld bij de publicatie van een
voert het KCE momenteel een project uit over palliatieve zorg. En
studierapport, en wat er uiteindelijk in de pers verschijnt. Daarom denk
wat gaan ze dan onderzoeken? De kosten! De ethiek en de kwaliteit
ik dat het vertalen van de onderzoeksresultaten naar een toegankelijke
van de gezondheidszorg zullen wederom minder aan bod komen.
tekst voor het grote publiek echt een surplus zou kunnen betekenen.
55
Wanneer de studie beëindigd is… Het schrijven van conclusies en aanbevelingen
een sterk politiek geladen karakter. De RvB
evaluatie moet uitgevoerd worden door
neemt dus geen beslissing op basis van de
mensen met expertise in het betrokken do-
Even ter herinnering: de auteurs
wetenschappelijke waarde van een rapport,
mein, met maatregelen die hun neutraliteit
van de studie schrijven de conclusies, het
maar in functie van de aanvaardbaarheid en
garanderen. Het is niet de rol van de RvB
KCE schrijft de aanbevelingen. Volgens de
haalbaarheid binnen de Belgisch context.
om deze assessment te herdoen. ‘Appraisal’
meesten is dat de beste manier om de on-
De ‘onderhandelingen’ rond de goedkeuring
beantwoordt meer aan de rol die is weg-
afhankelijkheid van het KCE te vrijwaren.
van een rapport worden niet openbaar ge-
gelegd voor de beslissingnemers en de le-
Het KCE kan op die manier enige afstand
maakt, wat volgens sommigen de objectivi-
den van de RvB omdat appraisal vooral een
nemen van de meningen van de weten-
teit van het afgeleverde rapport verzwakt.
waardeoordeel omvat.
schappelijke auteurs. Het kan uit de weten-
Iedereen is er zich volop van be-
Het KCE moet verder belang blij-
schappelijke conclusies de aanbevelingen op
wust dat de presentatie van het rapport
ven hechten aan wetenschappelijke nauw-
een objectievere manier afleiden en formu-
aan de RvB een kritiek ogenblik is. Dan krijgt
keurigheid en hopen dat dit een blijvende
leren.Volgens de deelnemers is deze aanpak
de ‘buitenwereld’ immers voor het eerst
inspiratie vormt voor beleidsdiscussies en
ook de gemakkelijkste oplossing voor hen ...
toegang tot de resultaten van een onder-
-beslissingen. Dit is de beste manier voor
de aanbevelingen van het KCE worden im-
zoeksrapport. Tot dan hing er rond het rap-
het KCE om haar geloofwaardigheid te be-
mers niet altijd met enthousiasme aan-
port eerder een sfeer van ‘idealisme’ en
houden. Sommigen merken ook op dat de
vaard.
‘theorie’. Het is echter een illusie te denken
instellingen die op de RvB vertegenwoor-
dat de rapporten zomaar kunnen geïmple-
digd zijn, juist omwille van die aanwezigheid
menteerd worden zonder rekening te hou-
ook gemakkelijker rapporten aanvaarden:
den met de politieke, sociale en economi-
”Ik denk dat we met sommige kleine grijze
Het is geen geheim dat de Raad
sche context van ons land. In dit verband
zones in het proces moeten leren leven,
van Bestuur (RvB) is samengesteld uit de
wordt in de Angelsaksische wereld een on-
want dat is de prijs die we moeten betalen
vertegenwoordigers van de belangrijkste
derscheid gemaakt tussen ‘assessment’ en
om de beleidsmakers de rapporten te laten
actoren binnen de gezondheidszorg. Hun
’appraisal’. Assessment is de evaluatie van de
accepteren”. Anderen voegen hieraan toe
belangen zijn zeer uiteenlopend en hebben
kwaliteit van de uitgevoerde studie. Deze
dat dit zelfs de prijs van de democratie is.
De rol van de Raad van Bestuur
VICTOR LEGRAND : Clinici hebben niet vaak de gelegenheid om ideeën
JOERI GUILLAUME :
uit te wisselen met mensen van andere disciplines,
56
zoals statistici, epidemiologen. Door samen te werken
Soms blijven de KCE-studies teveel op een acade-
met het KCE stel je automatisch je geest open voor
misch niveau hangen en is er te weinig voeling met
andere standpunten. Een ander opmerkelijk aspect aan de samenwer-
de situatie op het ‘terrein’. Dat weerspiegelt zich ook in de taalkeuze
king met het KCE is de toegang die je krijgt tot hun enorme capaciteit
van de rapporten. Het lijkt me niet te verdedigen dat rapporten die
om gegevens te verwerken.Van op ons eigen kleine niveau zijn we niet in
inspelen op de Belgische context en die een grote weerslag hebben op
staat zulke massa’s gegevens te beheren. Daar is de knowhow van het
het dagelijks functioneren van de gezondheidszorg, grotendeels in het
KCE voor nodig.
Engels zijn opgesteld.
maal gebruikt omdat sommige beslissingen
Toch zijn er studies, menen sommi-
moeten genomen worden op verschillende
gen, die te weinig impact hebben op het
Zelfs al is een rapport aanvaard
machtsniveaus, in een gecoördineerd beleid
beleid omdat er eigenlijk geen echte rele-
door de Raad van Bestuur, dan nog is de
en met de verplichting van ‘goed bestuur’.
vante en toepasbare conclusies werden ge-
buit niet binnen. Het KCE wil immers dat
Dit laatste begrip vraagt een gemeenschap-
formuleerd. Sommige rapporten komen
haar rapporten stof zijn voor discussie tus-
pelijke verantwoordelijkheid ten opzichte
niet verder dan een analyse van de com-
sen de diverse actoren in het Belgische ge-
van de maatschappelijke uitdagingen, en die
plexiteit van de situatie. Vaak blijven die stu-
zondheidszorgbeleid, eerder dan dat ze stof
is er niet altijd. Om dit wel te bereiken
dies en hun besluiten in een academische
vergaren op een boekenplank in één of an-
”moet er een volledige ‘re-engineering’ ko-
sfeer hangen en geven ze niet echt een ant-
der kabinet. Het is dan ook jammer dat niet
men van het Belgische gezondheidszorgbe-
woord op de concrete beleidsvraag die ge-
alle rapporten de impact creëren of de aan-
leid…”, meende een deelnemer.
steld werd.
dacht krijgen die men er van verwachtte.
Moet het KCE in haar studies mis-
Misschien moet het te bereiken
Veel deelnemers vinden dat de communica-
schien diepgaander ingaan op de haalbaar-
doel anders geformuleerd worden? In plaats
tielijnen tussen het KCE en de beleidsma-
heid van haar aanbevelingen in een Belgi-
van de resultaten voor te stellen als dé aan-
kers kunnen verbeterd worden. De autori-
sche context? De meeste deelnemers
bevelingen gebaseerd op hét wetenschap-
teiten houden nog te weinig rekening met
menen dat dit buiten de opdracht van het
pelijk onderzoek, zou het KCE beter werken
de resultaten van de studies, vaak omdat de
KCE valt: het KCE doet niet aan actieonder-
met ‘mogelijke scenario’s’ die rekening hou-
termijn tussen de publicatie van het rapport
zoek en het is evenmin verantwoordelijk
den met een aantal nog onbekende ele-
en de te nemen overheidsbeslissing te kort
voor de implementatie van de resultaten
menten. Het doel zou dan kunnen zijn om
is. Maar ook omdat de overheid zich dikwijls
van haar rapporten. Het Kenniscentrum
een reeks ’oplossingen’ voor te stellen die
laat beïnvloeden door de pers en de pu-
werd opgericht om een wetenschappelijke
ook rekening houden met de prijs en de
blieke opinie. Als voorbeeld wordt gezond-
objectieve basis te geven aan beslissingen
gevolgen van elk scenario. Dit zou leiden tot
heidspreventie aangehaald. Hoewel ons land
die voordien te veel door specifieke belan-
een rijker politiek debat met een grotere
beschikt over een rijkdom aan kennis en
gen werden beïnvloed. Wanneer het KCE
didactische waarde voor de media en het
deskundigheid terzake, is een solide preven-
vandaag een rapport publiceert weet ieder-
grote publiek.
tiepolitiek blijkbaar onmogelijk. Zelfs al blijkt
een dat dit het resultaat is van een objectief
het nut ervan duidelijk uit de wetenschap-
proces. Deze legitimiteit werd sinds de op-
pelijke besluiten en de ’evidence’. De rap-
richting van het KCE nog nooit beschaamd
porten worden bovendien niet altijd opti-
en dit moet absoluut zo blijven.
Het KCE door de ogen van…
De implementatie van de resultaten
GEERT MOLENBERGHS : PHILIPPE BEUTELS :
Mijn oorspronkelijke mening over het KCE heb ik moeten herzien. Aanvankelijk vreesde ik dat het nog
In België worden de meeste gezondheidseconomi-
meer versnippering van bevoegdheden in de hand
sche evaluaties uitgevoerd voor de Commissie Tege-
zou werken. Na 4 jaar werking blijkt het een visio-
moetkoming Geneesmiddelen van het RIZIV. Meestal verrichten consul-
nair initiatief met een sterke leiding, hooggekwalificeerde medewerkers
tants voor de industrie deze evaluaties en in het verleden bleken die
en een steeds groter wordende impact. Het is uiteraard logisch dat niet
niet altijd kwalitatief in orde. Het KCE speelt dan ook een heel belang-
elke studie wordt vertaald in concreet beleid. Andere beleidsoverwegin-
rijke rol om, samen met het RIZIV en de belangrijkste Belgische experts
gen kunnen inderdaad ook meespelen.Wie zijn wij als wetenschappers
ter zake, standaard guidelines voor deze evaluaties uit te werken en op
om te beweren dat we altijd moeten gevolgd worden.
te leggen.
57
De Europese vooruitzichten Voor het KCE is een bekendheid die zich tot België be-
zijn, om er een rol in te spelen. Daarbij moet men voorkomen dat
perkt, onvoldoende. Zeker in een Europees gezondheidszorgland-
zo'n Europese structuur niet tot verlamming van de nationale cen-
schap dat in volle opbouw is. Het KCE móét internationaal zichtbaar
tra leidt.
zijn. Alleen op die manier kan het uitgroeien tot een hoofdrolspeler
Het KCE moet ook haar banden met andere nationale of
op het niveau van bijvoorbeeld EuNetHA, het Europese netwerk
regionale organisaties versterken om de rapporten over specifieke
van Technology Assessment agentschappen. Het is nog te vroeg om
Belgische kwesties nog meer geloofwaardigheid te geven. Want de
te voorspellen hoe de gezondheidszorg zich in een Europese con-
vergelijking met wat er gebeurt in andere landen zal meer en meer
text zal organiseren. Als zij naar supranationale autoriteiten evolu-
gebruikt worden als argument in de rapporten. Ondanks al deze
eert, zoals de Amerikaanse National Institutes of Health (NIH) of
inspanningen tot internationalisatie mag het KCE echter haar Belgi-
de Food and Drug Administration (FDA), die volledig geïntegreerd
sche verankering niet verliezen. Want het werd in de eerste plaats
zijn in het Amerikaanse gezondheidssysteem, zou een Kenniscen-
opgericht opdat ons land zou beschikken over een instelling die kan
trum op Europees niveau ook van een dergelijke omvang moeten
functioneren in de complexe Belgische context.
ELIZABETH VAN EYCKEN : De PROCARE-groep (PROject on CAncer of the
JOS DE SMEDT : Als wetenschappelijke huisartsenvereniging geloven
Rectum, een multidisciplinaire werkgroep van art-
wij heel sterk in het project KCE. Het Kenniscen-
sen) heeft kunnen steunen op de methodologische expertise van het
trum levert belangrijke elementen om het handelen van huisartsen
KCE, onder meer bij de uitvoering van de literatuurstudie, het opstel-
nog beter te funderen op een goede wetenschappelijke basis. Ook op
len van de klinische richtlijnen en de kwaliteitsindicatoren. Deze sa-
het vlak van de beleidsvorming in de gezondheidszorg hoop ik dat de
menwerking was één van de sleutels tot het succes van het project.
invloed van het KCE nog verder kan uitgroeien, bijvoorbeeld tot wat het Rekenhof betekent voor andere beleidsdomeinen.
LIEVEN ANNEMANS :
HANS DEBRUYNE:
Zal het KCE over vijf jaar nog het ‘Kenniscentrum
De ‘health care’-sector zal in de toekomst worden
voor de Gezondheidszorg’ zijn of het ‘Kenniscen-
opengebroken.Vandaag is het in hoofdzaak een na-
trum voor de Gezondheid’. De gezondheid van de
tionale sector, morgen een veel ruimere Europese of
bevolking wordt immers niet alleen bepaald door
zelfs mondiale markt met steeds meer concurren-
de medische zorg maar ook door levensstijl, preventie, sociaalecono-
tie. In die markt zullen grote farmabedrijven en verzekeringsmaat-
mische en culturele factoren, milieu enzovoort. In een ideale wereld
schappijen aan invloed winnen. Om ons daar tegen te wapenen zal
zou het KCE zich ook met deze aspecten van gezondheid moeten
het Kenniscentrum verder moeten uitgebouwd worden en zullen Tech-
bezighouden.
nology Assessment instellingen meer op internationale schaal moeten functioneren. Naast het uitvoeren van eerder fragmentarische, korte termijnprojecten - zoals nu nog teveel het geval is - zullen ze beleidsmakers scenario’s moeten aanreiken met lange termijnbeleidsopties voor de organisatie van de gezondheidszorg.
58
Bij het medisch korps
Bij het grote publiek
Dit is een zwak punt: de informatie van het KCE bereikt de
De rapporten via de pers toegankelijk maken voor het
mensen van het terrein nog onvoldoende. Ofschoon haar bekend-
grote publiek is een belangrijke hefboom om de bevolking te sensi-
heid jaarlijks toeneemt blijft het KCE onbekend bij veel clinici. Zij
biliseren voor een goed beheer van de gezondheidszorg. Het KCE
beschouwen het KCE als de zoveelste parastatale die de invoer van
moet zich echter bewust zijn van het belang van genuanceerde en
nieuwe medische technologie afremt of als een soort Big Brother
goed gedoseerde informatie in alle omstandigheden. Het is niet
die hun nu al streng gecontroleerde praktijk, mee in het oog
gemakkelijk om in een persbericht het juiste evenwicht te vinden
houdt.
tussen het brengen van nieuws om journalisten ‘warm te maken’ en Op het gebied van informatieverstrekking aan artsen kan
de wezenlijke inhoud van het rapport.
het KCE niet op tegen de communicatiemiddelen waarover de in-
Sommige deelnemers denken dat het nuttig zou zijn om
dustrie beschikt. Het KCE heeft geen afgevaardigden die de rap-
niet alleen de auteurs van de studie bij de redactie van het persbe-
porten van het KCE in de dokterspraktijken komen toelichten.
richt te betrekken, maar ook de personen op wie het resultaat van
Moeilijk in te beelden overigens … Er bestaan nochtans alternatie-
de studie een impact zal hebben. Tenslotte heeft het niveau van
ven om de impact van de rapporten in de dagelijkse praktijk te la-
‘vulgarisatie’ ook zijn belang: een te technische tekst zal niet door de
ten toenemen. Het KCE zou bij de publicatie van een studie een
media worden overgenomen, zelfs al is de inhoud belangrijk voor
reeks kant-en-klare slides ter beschikking kunnen stellen aan de
de burger.
Lokale Kwaliteitsgroepen (LOK’s) of de medische onderwijsinstan-
Het KCE zou meer moeten nadenken over de manier
ties. Of men zou meer in peer-reviewed tijdschriften kunnen publi-
waarop ze het grote publiek wil informeren. Die rol zou nog veel
ceren. En waarom niet jaarlijks een congres organiseren over nieu-
breder kunnen zijn. Vandaag zou men verder kunnen gaan dan het
we ontwikkelingen inzake kosteneffectiviteit en de organisatie van
eenvoudig vertalen van de rapporten in een toegankelijke taal. De
gezondheidszorgsystemen? De samenwerking met CEBAM kan
burgers verdienen objectieve en onafhankelijke informatie over hun
ook worden uitgebreid. Het CEBAM werd opgericht voor mensen
gezondheidszorg.
Het KCE door de ogen van…
De bekendheid van het KCE
actief binnen de gezondheidszorg om bibliografisch onderzoek te vergemakkelijken en hen te sensibiliseren voor Evidence-based medicine. CEBAM zou de taal van de KCE-rapporten toegankelijk kunnen maken voor de zorgverleners op het terrein. In de opleiding van de toekomstige professionals van de gezondheidszorg moet er meer plaats komen voor reflectie over gezondheidseconomie. De studenten moeten meer gesensibiliseerd worden voor wetenschappelijke kritiek, statistieken en epidemiologie. Ze moeten het raderwerk van het besluitvormingsproces van ons land leren kennen. Met de vernieuwde opleidingen begint dat allemaal vorm te krijgen, maar er is nog tijdig nog om de resultaten op het terrein te kunnen beoordelen.
59
60
Conclusie In dit jaarverslag staat de ‘interne impact’ van het KCE centraal: welk beeld hebben de eigen medewerkers en de externe experts, die aan onze rapporten hebben meegewerkt, van het KCE? Dat ‘interne imago’ is een aandachtspunt, evenzeer als de invloed van het KCE op de gezondheidszorg en het beleid (externe impact). Dat laatste aspect kreeg in het vorige jaarverslag al ruime aandacht. De onderzoeksmethodologieën die de voorbije jaren ontwikkeld werden, de capaciteit om de tot nu toe onderbenutte data te verzamelen en innovatief te gebruiken, en de trots kan terugkijken. Daartegenover zijn er, op basis van de verzamelde getuigenissen, domeinen waarin het KCE nog kan verbeteren: de transparantie van de procedures om onderwerpen te prioriteren, de criteria voor selectie van experts, de soms te academische benadering en de mogelijks te eenvoudige of te weinig genuanceerde aanbevelingen. Het KCE is gevoelig zowel voor lofbetuigingen als voor constructieve kritiek. Het is nu zaak om de positieve verworvenheden te behouden en te werken aan de punten van kritiek. De draagwijdte van sommige uitdagingen is daarbij niet te onderschatten. Zoals bepaalde aandoeningen of interventies stiefmoederlijk worden behandeld door een gebrek
Conclusie
multidisciplinaire benadering van de meeste studies, zijn verworvenheden waarop het KCE
aan investeringen in klinisch toegepast onderzoek, blijven bepaalde onderzoeksonderwerpen braakliggend terrein door een gebrek aan solide methoden of gevalideerde gegevens. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ze voor altijd in de koelkast mogen blijven liggen. De belangrijkste conclusie van dit rapport is echter dat zoveel competente mensen investeren in ‘het project KCE’. Door hun enthousiasme en de verzamelde kennis heeft het KCE een eervolle plaats kunnen innemen tussen andere kennisinstellingen die dezelfde doelstellingen nastreven en die vaak in veel grotere landen werkzaam zijn. We hopen dat dit jaarverslag toont dat het KCE een lerende organisatie is, steeds op zoek naar meer kwaliteit en betere dienstverlening. Tot slot is een welgemeend woord van respect en appreciatie voor de vele interne en externe medewerkers op zijn plaats. Zonder hun bijdrage zou er geen sprake zijn van een KCE.
61
=`eXeZ`\\cFm\iq`Z_k
BALANS (31 DECEMBER) ACTIVA Vaste activa
PASSIVA 2006
2007
2006
190.097
184.405 Eigen vermogen
Immateriële vaste activa
Overgedragen winst
2007
14.094.791 16.514.839 14.094.791
16.514.839
1.302.990
988.958
Leveranciers
150.766
317.621
Te ontvangen facturen
666.790
271.307
-25
-56.269
135.000
86.300
Plannen en studies Concessies, licenties Materiële vaste activa Gebouwen Uitrusting en kantoormat. Informaticamaterieel Financiële vaste activa
64.594
32.297
18.117
10.688
106.986
141.020
399
399 Schulden Schulden op ten hoogste één jaar
Vlottende activa
15.207.684
17.319.393
Schuldvorderingen op ten hoogste één jaar Te innen opbrengsten
6.506.000
6.604.000 Schulden m.b.t. bezold.en soc lasten Voorheffing RSZ Bezoldigingen
Liquide middelen De Post Standaard kassen
Diverse inhoudingen op netto 8.701.249
10.709.538
435
82
Provisie vakantiegeld Groepsverzekering Andere sociale schulden
Overlopende rekeningen
2.658 Overige schulden
Over te dragen kosten
3.114
TOTAAL ACTIVA
62
15.397.781
Betalingen onderweg
17.503.798 TOTAAL PASSIVA
3.433 -1.365 245.000
370.000
45.000 6.000 52.391 15.397.781 17.503.798
2006 BEDRIJFSOPBRENGSTEN
2007
8.774.848
8.858.781
8.767.681
8.850.545
7.167
8.236
5.672.668
6.448.404
1.429.529
1.512.423
305.826
427.973
documentatie
55.136
56.954
communicatie
20.282
14.646
andere kantoorkosten en benodigdheden
92.619
105.579
consultants en externe experten
116.871
149.046
diensten en consultants informatica
227.045
131.332
52.901
54.714
Opleiding
18.251
34.648
Verplaatsings -en onthaalkosten
30.110
24.225
Presentiegeld
15.000
6.000
Bezoldigingen
2.128.646
2.689.965
RSZ-bijdragen
667.792
756.662
Verzekeringen voor het personeel
191.472
218.619
65.533
96.739
9.334
9.810
32.297
32.297
74 Andere bedrijfsopbrengsten Subsidies Recuperatie maaltijdcheques Varia BEDRIJFSKOSTEN 61 Diensten en diverse goederen Studies in onderaanneming Lokalen en materieel Bureelkosten en benodigdheden
Financieel Overzicht
RESULTAATREKENINGEN
Externe diensten
andere externe diensten
62 Bezoldigingen en sociale lasten
Andere voordelen voor het personeel 63 Afschrijvingen, waardev. en provisies Installaties en machines Gebouwen
214.024
126.772
BEDRIJFSRESULTAAT
Meubilair en informaticamaterieel
3.102.180
2.410.378
Financiële opbrengsten
8
Financiële kosten RESULTAAT UIT DE GEW.BEDRIJFSUITOEF. Uitzonderlijke opbrengsten
4.212
1.927
3.097.976
2.408.451
39.110
11.598
Uitzonderlijke kosten UITZONDERLIJK RESULTAAT RESULTATENREKENING
39.110
11.598
3.137.087
2.420.048
63
G\ijfe\\cjgcXe
Functies Voorzitter
Behoeften 0,2
Effectief (VTE) 31/12/06
31/12/2007
0,2
0,2
Managementfuncties Algemeen directeur
1
1
1
Adjunct algemeen directeur
1
1
1
Directeur
2
1
1
Totaal
4
3
3
9,8
8,85
8,9
Expertfuncties Arts-expert Expert economie
8,8
8,8
7,9
Expert Health Services Research
5,4
3,4
5,4
Expert data management
2
2
2
Kennismanager
1
1
1
27
24,05
25,2
1
1
1
Totaal Ondersteunende functies Juridisch en budgettair adviseur Adviseur HR en communicatie
1
1,3
1
Directiesecretaris/Adm.assistent
3
2
3
ICT deskundige
1
1
1
HR deskundige
1
0
1
Administratief assistent
2
2
2
Administratief medewerker
2
2
2
11
9,3
11
42,2
36,55
39,40
Totaal TOTAAL
64
G\ijfe\\cjc\[\e Voorzitterfunctie GILLET Pierre Managementfuncties CLOSON Jean-Pierre (35) PEETERS Gert (16) RAMAEKERS Dirk (18) Expertfuncties CAMBERLIN Cécile (44) CES Sophie (11) CHALON Patrice (17) CLEEMPUT Irina (22) DE GAUQUIER Kristel (29) DE LAET Chris (47) DEVRIESE Stephan (7) EYSSEN Marijke (3) FEYS Peter (8) GAILLY Jeanine (40) GOBERT Micheline (39) HULSTAERT Frank (49) HUYBRECHTS Michel (50) KOHN Laurence (36) LEONARD Christian (15) LEYS Mark (19) MAMBOURG Françoise (33) NEYT Mattias (5) OBYN Caroline (34) PAULUS Dominique (46)
ROBERFROID Dominique (6) SENN Arnaud (2) STORDEUR Sabine (42) SWARTENBROEKX Nathalie (12) THIRY Nancy (9) THOMEER Koen (31) VAN BRABANDT Hans (4) VAN DE SANDE Stefaan (14) VAN DE VOORDE Carine (21) VAN DEN BRUEL Ann (28) VAN DEN STEEN Dirk (1) VINCK Imgard (41) VLAYEN Joan (38) VRIJENS France (30)
1.
2.
6.
5.
4.
3.
Administratieve en staff functies BONNOUH Nadia (23) BRIAT Gudrun (45) DE MEULENAERE Geert (26) GARREYN Catherine (37) GOSSEYE Natacha (24) PETIT Elisabeth (32) REYNAERT Magalie (20) RUMMENS Kristof (10) VAN DE VELDE Karen (48) VAN MOER Wim (27) VERHULST Ine (25) WILLAERT Valérie (13)
8.
16.
20.
27.
22.
19.
17.
15.
18.
13.
10.
31.
30.
29.
33.
40. 39.
34.
32.
46.
44. 41.
24.
25. 37.
36.
49.
35.
50.
42.
26.
23.
14.
12.
11.
21.
28.
38.
9.
7.
45.
47. 48.
65
Gepubliceerde KCE-studies 2004 1. Effectiviteit en kosten effectiviteit van behandelingen voor rookstop (D/2004/10.273/1) 2. Studie naar de mogelijke kosten van een eventuele wijziging van de rechtsregels inzake medische aansprakelijkheid (fase 1). (D/2004/10.273/3) 3. Antibioticagebruik in ziekenhuizen bij acute pyelonefritis (D/2004/10.273/5) 4. Leukoreductie. Een mogelijke maatregel in het kader van een nationaal beleid voor bloedtransfusieveiligheid. (D/2004/10.273/7) 5. Het preoperatief onderzoek (D/2004/10.273/9) 6. Nationale richtlijn prenatale zorg. Een basis voor een klinisch pad voor de opvolging van zwangerschappen. (D/2004/10.273/13) 7. Validatie van het rapport van de Onderzoekscommissie over de onderfinanciering van de ziekenhuizen (D2004/10.273/11) 8. Financieringssystemen van ziekenhuisgeneesmiddelen: een beschrijvende studie van een aantal Europese landen en Canada. (D/2004/10.273/15)
2005 9. Feedback: onderzoek naar de impact en barrières bij implementatie – Onderzoeksrapport: deel 1 (D/2005/10.273/01) 10. De kost van tandprothesen (D/2005/10.273/03) 11. Borstkankerscreening (D/2005/10.273/05) 12. Studie naar een alternatieve financiering van bloed en labiele bloedderivaten in de ziekenhuizen. (D/2005/10.273/07) 13. Endovasculaire behandeling van carotisstenose (D/2005/10.273/09) 14. Variaties in de ziekenhuispraktijk bij acuut myocardinfarct in België (D/2005/10.273/11) 15. Evolutie van de uitgaven voor gezondheidszorg (D/2005/10.273/13) 16. Studie naar de mogelijke kosten van een eventuele wijziging van de rechtsregels inzake medische aansprakelijkheid. (fase 2: ontwikkeling van een actuarieel model en eerste schattingen) (D/2005/10.273/15) 17. Evaluatie van de referentiebedragen (D/2005/10.273/17) 18. Prospectief bepalen van de honoraria van ziekenhuisartsen op basis van klinische paden en guidelines: makkelijker gezegd dan gedaan. (D/2005/10.273/19) 19. Evaluatie van forfaitaire persoonlijk bijdrage op het gebruik van spoedgevallendienst (D/2005/10.273/21) 20. Moleculaire Diagnostiek in België (D2005/10.273/23) 21. Stomamateriaal in België (D2005/10.273/27) 22. Positronen Emissie Tomografie in België (D2005/10.273/29) 23. De electieve endovasculaire behandeling van het abdominale aorta aneurysma (AAA) (D2005/10.273/32) 24. Het gebruik van natriuretische peptides in de diagnostische aanpak van patienten met vermoeden van hartfalen (D2005/10.273/34)
66
25. Capsule Endoscopie (D2006/10.273/01) 26. Medico–legale aspecten van klinische praktijkrichtlijnen (D2006/10.273/05) 27. De kwaliteit en de organisatie van type 2 diabeteszorg (D2006/10.273/07) 28. Voorlopige richtlijnen voor farmaco-economisch onderzoek in België (D2006/10.273/10) 29. Nationale Richtlijnen van het College voor oncologie: A. Algemeen kader oncologish kwaliteitshandboek B. Wetenschappelijke basis voor klinische paden voor diagnose en behandeling colorectale kanker en testiskanker (D2006/10.273/12) 30. Inventaris van databanken gezondheidszorg (D2006/10.273/14) 31. Prostate-specific-antigen (PSA) voor prostaatkankerscreening (D2006/10.273/17) 32. Feedback : onderzoek naar de impact en barrières bij implementatie – Onderzoeksrapport : deel II (D2006/10.273/19) 33. Effecten en kosten van de vaccinatie van Belgische kinderen met geconjugeerd pneumococcenvaccin (D/2006/10.273/21)
Gepubliceerde KCE-studies
2006
34. Trastuzumab bij vroegtijdige stadia van borstkanker (D/2006/10.273/23) 35. Studie naar de mogelijke kosten van een eventuele wijziging van de rechtsregels inzake medische aansprakelijkheid (fase III)- precisering van de kostenraming. (D/2006/10.273/26) 36. Farmacologische en chirurgische behandeling van obesitas. Residentiële zorg voor ernstig obese kinderen in België. (D/2006/10.273/28) 37. Magnetische Resonantie Beeldvorming (D/2006/10.273/32) 38. Baarmoederhalskankerscreening en testen op Human Papillomavirus (HPV) (D/2006/10.273/35) 39. Rapid assessment van nieuwe wervelzuil technologieën : totale discusprothese en vertebro/ballon kyfoplastie (D/2006/10.273/38) 40. Functioneel bilan van de patiënt als mogelijke basis voor nomenclatuur van kinesitherapie in België? (D/2006/10.273/40) 41. Klinische kwaliteitsindicatoren (D/2006/10.273/43) 42. Studie naar praktijkverschillen bij electieve chirurgische ingrepen in België (D/2006/10.273/45) 43. Herziening bestaande praktijkrichtlijnen (D/2006/10.273/48) 44. Een procedure voor de beoordeling van nieuwe medische hulpmiddelen (D/2006/10.273/50) 45. Colorectale Kankerscreening: wetenschappelijke stand van zaken en budgetimpact voor België (D/2006/10.273/57) 46. Polysomnografie en thuismonitoring van zuigelingen voor de preventie van wiegendood (D/2006/10273/59) 47. Geneesmiddelengebruik in de Belgische rusthuizen en rust- en verzorgingstehuizen (D/2006/10.273/61) 48. Chronische lage rugpijn (D/2006/10.273/63) 49. Antivirale middelen bij seizoensgriep en grieppandemie. Literatuurstudie en ontwikkeling van praktijkrichtlijnen (D/2006/10.273/65) 50. Eigen betalingen in de Belgische gezondheidszorg. De impact van supplementen. (D/2006/10.273/68)
67
2007 51 Chronische zorgbehoeften bij personen met een niet- aangeboren hersenletsel (NAH) tussen 18 en 65 jaar. D/2007/10.273/01. 52 Rapid Assessment: Cardiovasculaire Primaire Preventie in de Belgische Huisartspraktijk. D/2007/10.273/03. 53 Financiering van verpleegkundige zorg in ziekenhuizen. D2007/10.273/06 54 Kosten-effectiviteitsanalyse van rotavirus vaccinatie van zuigelingen in België. D2007/10.273/09. 55 Evidence-based inhoud van geschreven informatie vanuit de farmaceutische industrie aan huisartsen. D2007/10.273/12. 56 Orthopedisch Materiaal in België. D2007/10.273/14. 57 Organisatie en Financiering van Musculoskeletale en Neurologische Revalidatie in België. D2007/10.273/18. 58 De Implanteerbare Defibrillator. D2007/10.273/21. 59 Laboratoriumtesten in de huisartsgeneeskunde. D2007/10.273/24. 60 Longfunctie testen bij volwassenen. D2007/10.273/27. 61 Vacuümgeassisteerde Wondbehandeling: een Rapid Assessment. D2007/10.273/30. 62 Intensiteitsgemoduleerde Radiotherapie (IMRT). D2007/10.273/32. 63 Wetenschappelijke ondersteuning van het College voor Oncologie: een nationale praktijkrichtlijn voor de aanpak van borstkanker. D2007/10.273/35. 64 HPV Vaccinatie ter Preventie van Baarmoederhalskanker in België. D/2007/10.273/41. 65 Organisatie en financiering van genetische diagnostiek in België. D/2007/10.273/44. 66 Drug Eluting Stents in België. D/2007/10.273/47. 67 Hadrontherapie. D/2007/10.273/50. 68 Vergoeding van schade als gevolg van gezondheidszorg – Fase IV : Verdeelsleutel tussen het Fonds en de verzekeraars. D/2007/10.273/52. 69 Kwaliteit van rectale kankerzorg, fase 1: Een praktijkrichtlijn voor rectale kanker. D/2007/10.273/54. 70 Vergelijkende studie van ziekenhuisaccrediteringsprogramma’s in Europa D/2008/10.273/01. 71 Aanbevelingen voor het gebruik van vijf oftalmologische testen in de klinische praktijk. D/2008/10.273/04. 72 Het aanbod van artsen in België. Huidige toestand en toekomstige uitdagingen. D/2008/10.273/07. 73 Financiering van het zorgprogramma voor de geriatrische patiënt in algemene ziekenhuizen. Definitie en evaluatie van een geriatrische patiënt, definitie van de interne liaisongeriatrie en evaluatie van de middelen voor een goede financiering. D/2008/10.273/11.
68
Graag uw mening Misschien roept dit jaarverslag bij u vragen op of hebt u opmerkingen en suggesties. Het KCE is nieuwsgierig naar uw mening over dit verslag of over de werking van het KCE in het algemeen. We hechten veel belang aan die mening en houden er ook werkelijk rekening mee. Daar mag u op rekenen!
Hebt u door dit jaarverslag een beter inzicht gekregen in de rol van het KCE in de Belgische gezondheidszorg of miste u bepaalde elementen? Vindt u de inhoud en de stijl al of niet aangepast aan het doelpubliek? Is de presentatievorm voldoende verhelderend? Wil u ons een ‘bloemetje’ toewerpen of vindt u dit verslag een gemiste kans? Laat het ons weten.
Alleen met uw feedback en opbouwende kritiek kunnen wij onze relatie en communicatie met alle belanghebbenden in de Belgische gezondheidszorg verbeteren. De werking van het KCE gaat immers ook u aan: of u nu kamerlid of senator bent, ziekenhuisdirecteur, arts, verpleegkundige, apotheker, patiënt of burger … daarom is het ook in uw belang dat wij onze verslaggeving en onze werking optimaal afstemmen op uw verwachtingen.
✂
De medewerkers en directie van het KCE
69
Hoe uw mening geven: Vul de korte enquête in op www.kce.fgov.be (max 5 minuten) Vul onderstaande antwoordkaart in en fax ze ons op 02/287.33.85, of stuur ze naar KCE, Wetstraat 62, 1040 Brussel, t.a.v. Gudrun Briat.
1. Bent u tevreden over de inhoud van het jaarverslag ? M Erg tevreden
M Tevreden
M Minder tevreden
M Niet tevreden
Uitleg : ____________________________________________________________________ 2. Hebt u door het jaarverslag het KCE beter leren kennen ? M Ja
M Nee
Uitleg : ____________________________________________________________________ 3. Wat vindt u van de layout van het jaarverslag ? Hebt u suggesties ? __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ 4. Welk deel van het jaarverslag vindt u nuttig ? (meer dan 1 punt mag worden aangekruist) O Inleiding “Het KCE” (p 8-15) O Overzicht en samenvatting van de KCE-rapporten in 2007 (p17-49) O Het KCE door de ogen van externe medewerkers (p 50-59) O Financieel overzicht, personeelsplan en groepsfoto (p 62-65) O Overzicht van alle gepubliceerde KCE-studies (p 66-67) Uitleg : ____________________________________________________________________ 5. Welke punten kunnen worden verbeterd in dit jaarverslag ? __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________ 6. U bent : M zorgverlener M medewerker/ster van een publieke instelling (RIZIV, FOD Volksgezondheid,…), actief in de gezondheidszorg M medewerker/ster van een privé organisatie (mutualiteit, farmaceutisch bedrijf, …), actief in de gezondheidszorg M politicus/a M journalist(e) M andere __________________________________________________________________________ 70
✂
M student(e)
Jaarverslag 2007 van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg.
Brussel : 2008 Met de medewerking van Karin Rondia en Peter Raeymaekers, wetenschapsjournalisten Thierry Strickaert fotograaf Grafische vormgeving en druk : Tilt Factory ISSN : 1783-4112 Wenst u jaarverslagen (bij) te bestellen ? Stuur een mail naar
[email protected]
Elke gedeeltelijke reproductie van dit document is toegestaan mits bronvermelding. Dit document is beschikbaar op de website van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg.
71
=\[\iXXcB\ee`jZ\ekildmffi[\>\qfe[_\`[jqfi^
Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg Centre fédéral d’expertise des soins de santé
Tel: + 32 (0) 2 2873388 Fax: + 32 (0) 2 2873385 E-mail: info@ kce.fgov.be Web: http://www.kce.fgov.be Wetstraat 62 B-1040 Brussel