Jaarverslag 2010
09311DN
Inhoud 1. BESTUUR EN ALGEMENE GANG VAN ZAKEN................................................................ 3 2. PRODUCTIEONTWIKKELING .............................................................................................. 4 3. FINANCIEN EN ORGANISATIE ............................................................................................ 5 3.1. Financiën ............................................................................................................................. 5 3.2.1. Prognose jaarresultaat ...................................................................................................... 5 3.2.2. Baten................................................................................................................................. 6 3.2.3. Personele lasten ................................................................................................................ 7 3.2.3. Materiële lasten ................................................................................................................ 8 3.3. Personele Zaken ................................................................................................................ 10 3.4. Kwaliteitszorg ................................................................................................................... 12 3.5. Huisvesting en facilitaire zaken ........................................................................................ 16 3.6. Zorgadministratie .............................................................................................................. 16 4. PATIENTENZORG ................................................................................................................. 19 4.1. Afdeling UCCZ 1 en 2 ...................................................................................................... 19 4.2. Afdeling UCCZ 3 .............................................................................................................. 22 4.3. Polikliniek en medische administratie............................................................................... 24 4.4. Operatiekamers en Medium Care ...................................................................................... 25 5. MEDISCH ONDERSTEUNENDE AFDELINGEN ............................................................... 25 5.1. Radiologie ......................................................................................................................... 25 5.2. Klinisch Chemisch Laboratorium ..................................................................................... 26 5.3. Bacteriologisch Laboratorium ........................................................................................... 27 5.4. Longfunctie ....................................................................................................................... 27 6. BIJLAGEN ............................................................................................................................... 28
2
1. BESTUUR EN ALGEMENE GANG VAN ZAKEN In de jaren voor 2010 is de keuze gemaakt het Universitair Long Centrum om te vormen tot het Universitair Centrum voor Chronische Ziekten. Binnen het brede scala aan chronische ziekten, werd geconstateerd dat de focus van het UCCZ Dekkerswald zou moeten verschuiven van een ziektegerichte benadering naar een integrale benadering van de patiënt met al zijn aandoeningen. Het primaat van de begeleiding van deze groep mensen ligt in de eerste lijn. Het UCCZ ondersteunt deze praktijk en richt haar dienstverlening zo in, dat zij expertise opbouwt op complexiteit en multimorbiditeit betreffende chronische aandoeningen. Het UCCZ Dekkerswald schuift bezien vanuit de klassieke indeling in drie echelons op deze manier op van een plek in de 3e lijn naar een positie tussen de 1e en de 2e lijn. De term anderhalvelijnscentrum is zo geboren. Om dit proces aan te sturen werd besloten om een nieuwe leiding aan te stellen. In het laatste kwartaal 2010 kwam de nieuwe directeur in actie. Het pas op de plaats maken gedurende de directiewisseling én analyse van de nieuwe directie en de daaruit vloeiende maatregelen hebben gemaakt dat dit jaarverslag relatief laat tot stand gekomen is. Qua patiëntgebonden werkzaamheden is 2010 grotendeels vergelijkbaar met de voorgaande jaren. In de betreffende pagina‟s vindt u hier de cijfermatige onderbouwing. Dit hangt samen met de bijzondere functie van het ziekenhuis Dekkerswald en de daarop afgestemde financiering. De ingezette ontwikkeling naar het UCCZ nieuwe stijl moeten de komende jaren ook resulteren in een veranderende populatie maar deze zijn in 2010 nog niet zichtbaar. Wel is in dit verslagjaar doorgegaan met het huisvesten van andere disciplines. In 2010 verrichtten naast de afdelingen Longziekten, Neurologie, Kindergeneeskunde, Cardiologie en Anesthesiologie ook Revalidatiegeneeskunde werkzaamheden in Dekkerswald. Eind 2010 werd het besluit genomen vijf afdelingen, te weten Longziekten, Algemene Interne Geneeskunde, Geriatrie, Anesthesiologie en Kindergeneeskunde te gaan installeren als aandeelhouders van het UCCZ. De formele overdracht zal in januari 2011 plaatsvinden. In 2010 werd doorgegaan de kostprijsberekening en de financiering inzichtelijk te krijgen. Op termijn zal de integrale financiering plaats moeten maken voor een financiering via de DBC/DOT systematiek. In dat proces van verheldering kwam in het verslagjaar duidelijker naar voren dat inkomsten en uitgaven onvoldoende op elkaar afgestemd waren waardoor het jaar afgesloten werd met een tekort. Hetgeen natuurlijk gevolgen heeft voor de bedrijfsvoering in 2011. Details hierover vindt u in hoofdstuk 3. De plaats en de bijdrage van het UMC St Radboud kunnen niet onvermeld blijven. Het UCCZ is een volle dochter van UMC St Radboud en vanuit deze kant wordt de start van het anderhalvelijnscentrum ten volle ondersteund, inhoudelijk en financieel. De uiteindelijke plek van een anderhalvelijnscentrum is uiteindelijk niet verbonden aan één instelling. Als expertisecentrum staat het tussen de eerste en tweede lijn, open naar beide kanten. De transformatie van het UCCZ is in volle gang. In 2010 werden door de afdeling Longziekten nog de meeste activiteiten ontplooid, onder andere samenhangend met het rijke tb, astma en COPD verleden. Andere activiteiten waren echter al duidelijk aanwezig. In 2011 en 2012 wordt dat proces doorgezet. Vanaf 2013 wordt de uiteindelijke invulling en haalbaarheid van het anderhalvelijnscentrum duidelijk. Op basis hiervan kan de realisatie van nieuwbouw vorm gegeven gaan worden.
3
2. PRODUCTIEONTWIKKELING Bij het maken van de afspraken 2010 met de zorgverzekeraar is in eerste instantie het aantal verpleegdagen door de zorgverzekeraar vastgesteld op 19.000. Dit aantal lag 3.000 boven het aantal opgegeven door het UCCZ. De vastgestelde 19.000 verpleegdagen had een neerwaarts effect op het tarief omdat zowel de afgesproken aantallen als het tarief samen invloed hebben op het beschikbare budget (aantallen omhoog = tarief omlaag). Uiteindelijk heeft de zorgverzekeraar het aantal verpleegdagen neerwaarts bijgesteld tot 16.000 maar het tarief niet aangepast. Nu de werkelijk behaalde aantallen niet substantieel afwijken van de afgesproken aantallen is de liquiditeitspositie van het UCCZ in 2010 verder verzwakt. De afgesproken aantallen wijken op onderdelen wel af maar op totaalniveau kan worden gesproken van een stabiel beeld.
4
3. FINANCIEN EN ORGANISATIE
3.1. Financiën In de paragraven 3.2.1 t/m 3.2.3 worden op detailniveau de verschillen verklaard tussen begrote, geprognosticeerde en gerealiseerde resultaten 2010. Voor hen die deze informatie te gedetailleerd vinden is hieronder op hoofdlijnen beschreven welk resultaat door het UCCZ in 2010 is behaald. Het resultaat van het UCCZ voor 2010 is € 549.800,- negatief. In de laatste rapportage (Q3) en bij het opstellen van de managementletter leek het resultaat nog uit te komen op € 0,-. In het laatste kwartaal is de nieuwe directie aangetreden en heeft zij besloten een aantal langlopende dossiers uit 2006-2009 af te sluiten. In overleg met onder andere het servicebedrijf en de apotheek, de belangrijkste crediteuren, zijn deze oude dossiers gesloten. Het totale bedrag uit voorgaande jaren (2006-2009) is € 272.600,- en is daarmee voor ongeveer 50% een verklaring van het negatieve resultaat. Voor de resterende 50% zijn een aantal tegenvallers uit het boekjaar 2010 aan te wijzen die vooral het laatste kwartaal zichtbaar werden. De tegenvallers bestaan uit het niet vergoede deel dure geneesmiddelen en de niet vergoede kosten geneesmiddelenverstrekking in de thuissituatie. Daarnaast werd duidelijk dat de bank geen creditrente meer vergoedde over het aangehouden creditsaldo. De rekeningen voor gebouwgebonden- en ICT diensten van het Servicebedrijf vielen ook hoger uit dan verwacht. Samen met enkele kleinere mee- en tegenvallers is het tekort voor het boekjaar 2010 € 277.200,-. Verder viel tijdens een ronde langs deelnemende partners in het laatste kwartaal 2010 op dat niet met alle partners eenduidige afspraken waren gemaakt over de vergoeding voor geleverde diensten. Dit leidde tot een tegenvaller die kon worden opgevangen door een eenmalige meevaller van extra ontvangsten van partners die incidenteel meer diensten hadden afgenomen dan begroot.
3.2.1. Prognose jaarresultaat Het UCCZ heeft het jaar 2010 met een negatief resultaat van k€ 549,8 afgesloten. De hogere baten hebben de nog hogere kosten niet goed kunnen maken.
Resultaat 2010 (in mln. euro) Totaal baten Totaal lasten Resultaat
Begroot t/m Q4
14,79 14,74 0,04
Realisatie t/m Q4
15,05 15,60 -/- 0,55
Begroot 2010
14,79 14,74 0,04
Prognose 2010
14,76 14,73 0,04
Het resultaat wordt voor ongeveer de helft negatief beïnvloed door lasten uit voorgaande boekjaren, te weten: -/- k€ 107,3 → nacalculatie 2009 -/- k€ 88,2 → creditering factuur PET‟s 2006 en 2007 -/- k€ 8,3 → creditering deel factuur echo/endo 2008 -/- k€ 54,3 → factuur van de afdeling Technisch onderhoud UMC St Radboud over de jan. 2008 t/m dec. 2009 -/- k€ 14,5 → factuur uit 2008 met betrekking tot periodiek onderhoud Totaal k€ 272,6. Het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening, -/- k€ 549,8 zou, als de lasten uit voorgaande jaren eruit gehaald worden, uitkomen op -/- k€ 277,2.
5
In de volgende paragrafen wordt toegelicht ten opzichte van de begroting 2010 en prognose 2010 hoe de realisatie tot stand is gekomen. Bijlage 2 bevat de resultatenrekening.
3.2.2. Baten
Baten Wettelijk budget Overige opbrengsten
Realisatie 2010 11.371.077 3.680.168
Begroting 2010 12.103.116 2.686.468
Prognose 2010 11.835.444 2.926.337
Real. -/begr. -732.039 993.700
Real. -/progn. -464.367 753.831
Totaal Baten
15.051.245
14.789.584
14.761.781
261.661
289.464
Omschrijving
Realisatie versus begroting: De afwijking bij het wettelijke budget, -/- k€ 732, wordt onder andere veroorzaakt doordat bij de begroting van hogere productieaantallen is uitgegaan dan uiteindelijk de afspraak met de zorgverzekeraar is geworden. De productieafspraak 2009 is niet gehaald en om die reden is de productieafspraak 2010 naar beneden bijgesteld. Dit is het geval bij opnames en verpleegdagen, in totaal voor personeel en materieel ongeveer k€ 222. Daarnaast zijn de afschrijvingskosten voor de trekkingsrechten ongeveer k€ 170 lager, omdat er geen beroep is gedaan op de trekkingsrechten. De zorgverzekeraars geven aan dat de beleidsregels voorschrijven dat eerst de jaarlijkse ruimte instandhouding benut moet worden. Tevens zijn de rentekosten k€ 96 hoger ingeschat dan uiteindelijk in de rekenstaat is verwerkt. In 2010 is zowel de nacalculatie 2009, -/- k€ 107, als de te verwachten nacalculatie 2010, -/- k€ 54, in het wettelijke budget verwerkt. De overige opbrengsten zijn k€ 993,7 hoger dan vooraf was begroot. De opbrengsten voor dure geneesmiddelen, k€ 678, zijn niet begroot. De vergoeding voor de dure geneesmiddelen is in mindering gebracht op de kosten. Daarnaast is gebleken dat voor partijen vanuit het UMC St Radboud in een aantal gevallen de begroting te hoog was, zoals bijv. KNO, Plastische chirurgie en Neurochirurgie. Daarentegen waren voor andere partijen de opbrengsten uiteindelijk hoger dan begroot, of niet was begroot omdat de komst niet bekend was. Hogere opbrengsten waren er voor MS-centrum, Geriatrie, Hartrevalidatie en het Pijnbehandelcentrum. Tenslotte zijn er opbrengsten waar in de begroting geen rekening mee is gehouden of die niet eerder dan aan het einde van het boekjaar bekend werden. Realisatie versus prognose: Het wettelijk budget is k€ 464,4 lager uitgevallen bij de loonkosten en de materiële kosten, k€ 62. De afschrijvingskosten voor de trekkingsrechten zijn k€ 198 lager dan de prognose. De nacalculatie 2009 (-/- k€ 107) en de te verwachten nacalculatie 2010 (-/- k€ 54) zijn verwerkt en daar was in de prognose geen rekening mee gehouden. In de prognose is rekening gehouden met de opbrengsten dure geneesmiddelen, maar deze zijn nog k€ 195 hoger uitgevallen. Dit betekent ook hogere kosten, omdat 80% wordt gecompenseerd en 20% voor eigen rekening komt. Voor het overige zijn de meeropbrengsten een saldo van meer- of minder opbrengsten ten opzichte van de prognose en van opbrengsten waar in de prognose geen rekening mee is gehouden of die ultimo boekjaar bekend werden.
6
3.2.3. Personele lasten Personele lasten Omschrijving
Realisatie 2010
Begroting 2010
Prognose 2010
Realisatie -/begroting
Realisatie -/prognose
Salarissen
5.006.948
4.725.830
5.104.329
281.118
-97.381
Bijkomende salarislasten (incl. VT)
1.278.669
1.279.924
1.136.475
-1.255
142.194
Sociale Lasten
1.448.864
1.346.401
1.384.534
102.463
64.330
Personeel niet in loondienst
604.736
371.500
405.144
233.236
199.592
Overige personele kosten
222.177
741.977
464.225
-519.800
-242.048
Subtotaal Personeel: Overig
3.554.447
3.739.802
3.390.378
-185.355
164.069
Totaal Personele lasten
8.561.395
8.465.632
8.494.707
95.763
66.688
Realisatie versus begroting: Salarissen: Hogere salarislasten dan begroot bij met name de groep verpleging & verzorging. Dit wordt zichtbaar bij de verpleegafdeling (k€ 181) en wordt vooral veroorzaakt door een hoog ziekteverzuim. Bij staf, administratief en secretarieel is met name bij de polikliniek een overschrijding zichtbaar (k€ 95). Dit is een door de directie goedgekeurde overschrijding, omdat gedurende het jaar de formatie met 4,39 fte is verhoogd. Personeel niet in loondienst: Het personeel in loondienst is k€ 233 hoger dan begroot. De grootste overschrijdingen zijn zichtbaar bij de verpleegafdeling (k€ 97) en bij de medische staf (k€ 94). In de begroting is bij de verpleegafdeling k€ 50 begroot bij de overige personele kosten voor inzet FLEX als gevolg van het hoge ziekteverzuim. De overschrijding bij de medische staf betreft deels de verrekening met het UMC St Radboud met betrekking tot AA‟s en deels een verrekening met het UMC St Radboud met betrekking tot de inzet van een medisch specialist bij het UCCZ. Sociale lasten: Een afkoopsom van k€ 45 leidt tot hogere sociale lasten. Overige personele kosten: De overige personele kosten komen k€ 520 lager uit. De opleidingkosten vallen k€ 142 lager uit dan is begroot. Voor FLEX is k€ 130 begroot ten behoeve van declaranten die niet rechtstreeks via BASS HRM kunnen worden doorbelast naar UCCZ, maar via een memo worden doorbelast. Deze kosten zijn ten laste van de diverse salariskostensoorten geboekt. K€ 50 was begroot voor FLEX van de verpleegafdeling. Zie hiervoor vorige bullet. In de begroting was k€ 100 opgenomen voor nieuwe bedrijfskleding, maar dit is niet geëffectueerd. Een overschrijding van k€ 39 is zichtbaar bij de reiskosten woon-werk. Realisatie versus prognose: Salarissen: De salarislasten lager uitgevallen dan de prognose (-/- k€ 97). Dit is met name bij de verpleging & verzorging het geval. Bijkomende salarislasten: De bijkomende salarislasten zijn k€ 142 hoger. Dit is voor k€ 112 toe te schrijven aan het feit dat in de prognose ten onrechte geen rekening is gehouden met de eindejaarsuitkering van de medewerkers die vallen onder de CAO ziekenhuizen. Voor deze medewerkers wordt, in tegenstelling tot de medewerkers die vallen onder de CAO academische ziekenhuizen, niet maandelijks een reservering gemaakt, maar vindt boeking in december bij de uitbetaling plaats. Sociale lasten: Een afkoopsom van k€ 45 leidt tot hogere sociale lasten. Personeel niet in loondienst: De realisatie voor personeel niet in loondienst is k€ 200 hoger uitgevallen dan de prognose. Voor k€ 31 is dit toe te rekenen aan de verpleegafdeling, maar voor het grootste deel, k€ 142, is de
7
overschrijding toe te schrijven aan de medische staf. Dit betreft de verrekening met het UMC St Radboud met betrekking tot de AA‟s en de medisch specialist uit het UMC St Radboud die is ingezet bij UCCZ, resp. k€ 106 en k€ 28. Overige personele kosten: De overige personele kosten zijn k€ 242 lager dan de prognose. In de prognose is ervan uitgegaan dat aan de volledige opleidingsbegroting invulling gegeven wordt. Dit is niet het geval geweest; er is k€ 142 minder uitgegeven. Aan nieuwe bedrijfskleding is k€ 50 minder uitgegeven. In de prognose was eveneens de locale productiegebonden toeslag verwerkt, maar de realisatie hiervan is terug te vinden op meerdere kostensoorten.
3.2.3. Materiële lasten Materiële lasten Omschrijving Genees- en behandelingsmiddelen
Realisatie 2010
Begroting 2010
Prognose 2010
Realisatie -/begroting
Realisatie -/prognose
1.490.709
664.600
1.033.328
826.109
457.381
774.184
659.090
705.553
115.094
68.631
16.421
9.700
16.421
6.721
0
3.479
8.430
5.289
-4.951
-1.810
Overige Patiëntgebonden kosten
417.697
293.533
416.012
124.164
1.685
Beheerskosten
575.780
903.763
609.596
-327.983
-33.816
1.036.613
1.184.777
954.648
-148.164
81.965
Afschrijving apparatuur
397.522
447.836
396.096
-50.314
1.426
Kleine aanschaffingen
530.653
438.460
465.036
92.193
65.617
1.743.363
1.630.535
1.462.255
112.828
281.108
Onderzoeksfuncties Bloed Hulpmiddelen, protheses en implantaten
Huisvestingslasten, afschrijving gebouwen/terreinen en onderhoudskosten
Overige materiële kosten Doorbelasting services en gebouwen Totaal Materiële lasten
53.218
38.675
166.907
14.543
-113.689
7.039.639
6.279.399
6.231.141
760.240
808.498
Realisatie versus begroting: Genees- en behandelingsmiddelen: De geneesmiddelen laten een overschrijding zien van k€ 826. In de begrotingssystematiek 2010 is de compensatie dure geneesmiddelen in mindering op de kosten gebracht. De realisatie bevat ongeveer k€ 95 aan kosten voor geneesmiddelenverstrekking in de thuissituatie. Dit was ten tijde van het opstellen van de begroting niet bekend. Onderzoeksfuncties: Aan onderzoeksfuncties is k€ 115 meer uitgegeven en deze zijn terug te vinden bij het Klinisch Chemisch Laboratorium en Cystic Fybrosis (CWZ-facturen). Overige Patiëntgebonden kosten: De overige patiëntgebonden kosten laten een overschrijding zien van k€ 124. Onderdeel van de overige patiëntgebonden kosten zijn de overige behandelingsmiddelen en de realisatie hiervan overschrijdt de begroting met k€ 128. Hierin is een factuur begrepen over 2008 van k€ 14,5. Daarnaast zijn de vaste en variabele onderhoudskosten k€ 50,1 hoger uitgevallen dan begroot. Beheerskosten: De beheerskosten zijn k€ 328 lager dan begroot. In de begroting was k€ 120 voor PR opgenomen, maar dat budget is in 2010 niet ingezet. Daarnaast was k€ 150 als onvoorzien begroot en deze middelen zijn op diverse plaatsen ingezet. Voor externe adviseurs en voor de implementatie van aanbevelingen is k€ 200 begroot en dit bedrag is ook gerealiseerd. Huisvestingslasten, afschrijving gebouwen/terreinen en onderhoudskosten: Aan huisvestingslasten, afschrijving gebouwen/terreinen en onderhoudskosten is per saldo k€ 148 minder uitgegeven. De begroting 2010 van de onderhoudskosten was gebaseerd op de realisatie
8
2009. Echter niet alle kosten 2009 zijn in 2009 geboekt. Het gaat om onder andere facturen van de afdeling technisch onderhoud van het UMC St Radboud. De overschrijding bedraagt mede hierdoor k€ 36. Daarnaast is in de begroting 2010 ervan uitgegaan dat er meer projecten in 2010 geactiveerd zouden worden. Wel geactiveerd zijn de verbouwing MS en Hartrevalidatie. Deze afschrijvingskosten worden zichtbaar bij de overige afschrijvingen. In de begroting was ook rekening gehouden met spreekkamers, achterstallig onderhoud, brandveiligheidsvoorzieningen, medische administratie en het opknappen van sanitair. In een aantal gevallen heeft de start wel plaatsgevonden en is het grotendeels gerealiseerd, maar is nog niet alles geactiveerd en is er in 2010 nog niet op afgeschreven. Een onderschrijding van k€ 202 bij de afschrijving gebouwen en terreinen is het gevolg. Afschrijving apparatuur: De post afschrijving apparatuur is k€ 50 lager dan begroot. Uitgangspunt voor de begroting waren de afschrijvingen van 2009, tenzij er nieuwe aanschaffingen worden gedaan. Hiervoor was k€ 49 begroot en daarnaast was k€ 30 voor calamiteiten begroot. Kleine aanschaffingen: De kleine aanschaffingen waren k€ 92 hoger. Hiervan wordt k€ 32,5 veroorzaakt door de automatisering, k€ 27 door meubilair en stoffering en k€ 19 door kantoorbenodigdheden en apparatuur. Overige materiële kosten: Aan overige materiële kosten is per saldo k€ 113 meer uitgegeven. Voor het item overige afschrijvingen hierin is k€ 93 te weinig begroot. Dit is een gevolg van het feit dat de begroting is gebaseerd op de afschrijvingen 2009, waar in de laatste maand nog veel is geactiveerd en er inhaalafschrijvingen plaats hebben gevonden. In 2010 is een SLA met het SB/FA overeengekomen. Deze SLA leidt tot k€ 24 hogere kosten bij de post administratie en registratie. De medische administratie laat een overschrijding zien van k€ 14, maar deze is toegestaan door de directie en betreft de inzet van Noto services. De communicatiekosten vallen k€ 21 hoger uit dan begroot. In de begroting was wel rekening gehouden met nieuwe activiteiten/nieuwe partners. De verzekeringen zijn k€ 34 lager uitgevallen. Als gevolg van de omzetting naar een dochteronderneming van het UMC St Radboud per 1 januari 2010 valt per die datum de verzekering voor medische aansprakelijkheid en bestuurdersaansprakelijkheid onder de concernpolis van de Stichting Katholieke Universiteit Nijmegen. Realisatie versus prognose: Genees- en behandelingsmiddelen: De geneesmiddelen laten een overschrijding zien van k€ 457. Voor een deel bestaat dit uit meer kosten voor dure geneesmiddelen, maar voor ongeveer k€ 95 betreft het kosten voor geneesmiddelenverstrekking in de thuissituatie. Onderzoeksfuncties: De onderzoeksfuncties zijn k€ 69 hoger uitgevallen dan in de prognose was voorzien. De kosten zijn zichtbaar bij Klinisch Chemisch Laboratorium en Cystic Fybrosis. Huisvestingslasten, afschrijving gebouwen/terreinen en onderhoudskosten: De huisvestingslasten, afschrijving gebouwen/terreinen en onderhoudskosten zijn k€ 82 hoger dan de prognose. Voor de onderhoudskosten is op basis van de 1e halfjaarcijfers is een te lage prognose afgegeven en dit leidt tot een overschrijding van k€ 147. Aan het einde van het jaar is k€ 70 geboekt aan nog te ontvangen facturen van ZZG voor collectief terreinbeheer. Daarnaast is k€ 54 geboekt aan kosten van januari 2008 t/m december 2009 van de afdeling Technisch onderhoud van het UMC St Radboud. De realisatie van de afschrijving voor gebouwen en terreinen is k€ 49 lager dan de prognose. In de prognose was voor k€ 50 aan bouwprojecten begrepen. Afschrijving hiervan vindt plaats bij afschrijving overig. Kleine aanschaffingen: De kleine aanschaffingen overschrijden met k€ 66, waarvan k€ 41 wordt veroorzaakt door de automatisering en de hoger uitgevallen factuur van de productgroep ICT van het Servicebedrijf. Overige materiële kosten: Aan overige materiële kosten is k€ 281,1 meer uitgegeven dan is geprognosticeerd. Het onderdeel
9
afschrijvingen overig overschrijdt met k€ 23 en k€ 14 daarvan betreft de afschrijving voor de verbouwing van het MS Centrum en de Hartrevalidatie. Daarnaast zijn de bankkosten k€ 103 hoger uitgevallen dan de prognose. Op de rekening courant met het UMC St Radboud is k€ 110 aan rente betaald en als gevolg van de lage rente is geen rente van de bank ontvangen. In 2010 is een SLA met het SB/FA overeengekomen. Deze SLA leidt tot k€ 24 hogere kosten bij de post administratie en registratie. De medische administratie laat een overschrijding zien van k€ 14, maar deze is toegestaan door de directie en betreft de inzet van Noto services. De verzekeringskosten zijn k€ 36 lager uitgevallen. Als gevolg van de omzetting naar een dochteronderneming van het UMC St Radboud per 1 januari 2010 valt per die datum de verzekering voor medische aansprakelijkheid en bestuurdersaansprakelijkheid onder de concernpolis van de Stichting Katholieke Universiteit Nijmegen. Doorbelasten services en gebouwen: De doorbelasting services en gebouwen laat een onderschrijding zien van k€ 113,7. Dit wordt veroorzaakt doordat de prognose van de kosten schoonmaak ten onrechte hierin is verwerkt, terwijl deze kosten bij de overige materiële kosten worden gerealiseerd.
3.3. Personele Zaken Organisatieontwikkeling en personeelsbeleid Ontwikkelingen binnen de leidinggevenden structuur middenkader In november 2010 is het hoofd Polikliniek daarnaast ook benoemd tot hoofd van de Revalidatie. De verwachte expansie en het ontwikkelen en managen van de, zich uitbreidende, samenwerking met meerdere partners binnen de afdeling Revalidatie, stelt meer eisen aan de capaciteit van de manager. Binnen de voorheen gecombineerde taakstelling van de functie “hoofd verpleegafdelingen en longrevalidatie” kon door de toegenomen span off control en vele ontwikkelingen op de verpleegafdelingen aan de capaciteitseisen voor de afdeling Revalidatie niet langer worden voldaan. De reorganisatie van het secretariaat en de herijking van de senior vakgroep structuur op de afdeling Revalidatie, zullen onder leiding van het nieuwe hoofd als eerste aandacht krijgen. Medezeggenschap Op geleide van een gesprek van drs. E. Lohman met de OR is vlak na de zomer een brief ontvangen met het voornemen van de Raad van Bestuur van het UMC St Radboud om wijzigingen in de medezeggenschapsverhouding van UCCZ te willen aanbrengen. Daarop heeft de directie, na overleg met de Raad van Bestuur van het UMC St Radboud, besloten om deze voorgenomen wijziging zorgvuldig en afgestemd op de koers van UCCZ in 2011 te gaan voorbereiden. Jaargesprek cyclus Maatwerk en Dialoog In september is UCCZ gestart met de invoering van de nieuwe jaargesprekcyclus over de volle breedte van de organisatie. De invoering is bijzonder goed verlopen en de reacties van leidinggevenden, medewerkers en trainers zijn zonder uitzondering positief. Leidinggevenden zijn in de eerste helft van 2010 geschoold. In het najaar 2010 is een eerste tranche van 100 medewerkers opgeleid. In de eerste helft van 2011 wordt de tweede trance medewerkers getraind. Het zal tot medio 2011 duren voordat alle medewerkers een eerste planningsgesprek heeft gehad. Dat het maken van resultaatgerichte afspraken in de verslaglegging nog veel oefening vraagt, wordt duidelijk uit het aantal ingeleverde gespreksverslagen. Eind 2010 was nog maar 35% van de gespreksverslagen ingeleverd. Het medezeggenschapstraject voor de invoering van de evaluatie en beoordelingsgesprekken, onderdeel van de nieuwe jaargesprekcyclus, is ingezet en zal naar verwachting in het tweede kwartaal 2011 worden afgerond. De eerste beoordelingsgesprekken zullen in september 2011 plaatsvinden.
10
Arbeidsomstandigheden beleid Project medewerkerveiligheid Het resultaat van dit project organisatiebrede project is dat een helder beeld is ontstaan van de risico‟s van medewerkerveiligheid binnen UCCZ. Bij het onderzoek waren zowel de projectgroep veiligheid als twee UMC veiligheidexperts betrokken. Er zijn twee rapportages beschikbaar van het door hen gehouden veiligheidsonderzoek. Op basis van de aanbevelingen uit beide rapportages is een overall plan van aanpak gemaakt. De directie heeft een eerste serie van maatregelen uit dit plan geaccordeerd voor uitvoering in 2010. Zo is een nood oproep- en lokaliseringsysteem voor medewerkers geïnstalleerd, zijn er allerlei technische en fysieke verbeteringen aangebracht, is de scholing voor medewerkers op gebied van agressie en veiligheid uitgebreid en zijn er diverse verbeteringen in de zorgverlening gerealiseerd die bijdragen aan meer veiligheid en veiligheidgevoelens. Ook zijn UCCZ huisregels voor patiënten en bezoekers ingesteld. Tot slot is een Incidentenregistratiesysteem ingesteld en is er de beleidsmatige aanpak van traumaopvang, ongewenste omgangsvormen en ongewenst gedrag verbeterd. Verzuim Het verzuim is eind december 2010 nog ruim boven de 7% en ligt daarmee ver boven het historische gemiddelde van UCCZ. Opmerkelijk is dat 56% van de verzuimcases psychische klachten betreft. Dat is 33% hoger dan in de branche. We constateren dat er veelal sprake is van langdurig verzuim. Ter bestrijding zijn vanaf maart 2010 diverse maatregelen ingezet. Zo zijn een drietal verzuimtrainingen voor leidinggevenden gehouden. Ook is het beleidsoverleg met de bedrijfsarts, maatschappelijk werker en het hoofd verpleegafdelingen en revalidatie geïntensiveerd. Bij een beperkt aantal complexe langdurige cases wordt nu de eerste ervaring opgedaan met de inzet van het poliklinische revalidatietraject voor medewerkers uitgevoerd door Top Care, onderdeel van CIRAN. Top Care is gehuisvest op het Dekkerswald terrein en daarmee is de zorg goed integreerbaar in de re-integratietrajecten van de arbeidsongeschikte medewerkers. Gezien de progressie bij re-integratie in een aantal cases wordt verwacht dat medio februari 2011 het verzuim zou moeten gaan dalen. Gezien de achtergronden van het voornamelijk langdurige verzuim en ontwikkelingen in de populatie van UCCZ beraad de directie zich, in overleg met de afdeling Personeel & Organisatie, op een herijking van de verzuimbegeleiding en het verzuimbeleid. In 2011 zullen daartoe nadere maatregelen ingezet worden. Opleiding en Onderwijs Het UCCZ brede en de afdelingsgerichte opleidingsjaarplannen en de bijbehorende opleidingsbegroting voor 2011 is vlak na de zomer ingediend. Door de bestuurswissel in oktober 2010 heeft de goedkeuring en de uitvoering van de programmering enige vertraging oplopen. Positief was de herbezinning op de ingediende opleidingsplannen die ingegeven was door aanscherping van de kaders door de nieuwe directie. De fundamentele afwegingen die nodig waren hebben geleid tot een gedegen opleidingsplan voor 2011. De opleidingsagenda in het najaar was druk bezet door een grote deelname aan het centrale opleidingsaanbod UCCZ. Tweede helft van 2010 waren in hoofdzaak de programma‟s voor agressietraining, BHV basis en herhaling, jaargesprekken nieuwe stijl meer dan volgeboekt. Het aantal stages en de benodigde inzet daarbij verliep volgens planning en heeft een flinke groei doorgemaakt. Eind 2010 is een intentieverklaring tussen ZZG Zorggroep, Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) en UCCZ overeengekomen, om in 2011 een gezamenlijk projectvoorstel in te dienen bij RAAK-PRO teneinde innovaties in beroepsontwikkeling, educatie en kennisontwikkeling binnen de 1 ½ lijns zorg te realiseren.
11
Formatie en medewerkers Jaarcijfers ultimo 31 december 2010 Aantal fte‟s totaal
2006
2007
2008
2009
2010
124,71
122,88
120,75
128,17
135
70,56
58,42
54,93
51,56
48,1
54,15
64,46
65,82
76,61
86,9
206
201
209
219
217
ULCD/UCCZ
121
101
96
89
79
UMC
85
100
113
130
138
60%
61%
58%
59%
62%
man
16%
14%
12%
12%
12%
vrouw
84%
86%
88%
88%
88%
6,4
5,5
5,5
5,9
5,0
2006 5,45%
2007 4,7%
2008 3,9%
2009 4,9%
2010 7,7%
Meldingsfrequentie
0,11
0,12
0,10
0,11
0,10
Mobiliteit Instroom1
2006 32
2007 25
2008 30
2009 47
2010 27
Uitstroom1
15
30
25
37
36
Overstap naar dienstverband UMC St Radboud
4
3
1
0
2
130
131
117
133
130
16
18
13
13
12
Verhouding fte‟s ULCD/UMC St Radboud ULCD/UCCZ UMC Aantal medewerkers Verhouding aantal medewerkers
Deeltijdfactor (aantal fte‟s t.o.v. aantal medewerkers) Man/vrouw verhouding fte‟s medisch specialisten
Gemiddeld verzuim Ziekteverzuim
Aantal mutaties Aantal werving en selectieprocedures
2
Q 4 cijfers oktober t/m december 2010 Human resources Ziekteverzuim FTE ontwikkeling > waarvan vast aangesteld personeel > waarvan tijdelijk aangesteld personeel % vacatures t.o.v. aantal functieplaatsen % verloop (uitstroom) % gevoerde jaargesprekken
Q1-2010 9% 141
Q2-2010 6,9% 139
Q3-2010 6,6% 137
Q4-2010 8,4% 140 118 22 3% 4% 18%
Doel/norm 138
3.4. Kwaliteitszorg Kwaliteitsbeleid Het UCCZ sluit ten aanzien van het kwaliteitsbeleid nauw aan bij het UMC St Radboud binnen het kader van de NIAZ norm systematiek. Er wordt gebruik gemaakt van dezelfde systemen zoals: Kwint voor documentbeheer, het DIM systeem voor het melden van incidenten in de zorg en de verbeter volgmodule voor het monitoren van projecten en indicatoren. 1
2
Inclusief declaranten Voor declaranten wordt geen W&S procedure gehouden
12
In 2011 zal er een audit plaatsvinden op het UCCZ, uitgevoerd door het Instituut voor Waarborging Kwaliteit en Veiligheid van het UMC St Radboud. Kernteam kwaliteit en veiligheid Het kernteam kwaliteit en veiligheid - bestaande uit de directeur, medisch aandachtsvelder kwaliteit, hoofd verpleegafdelingen, hoofd poliklinieken en de kwaliteitsadviseur - vergaderde vier keer in 2010. Het kernteam toetst de voortgang aan het beleidsplan kwaliteit en veiligheid UCCZ. Patiënttevredenheid De kwaliteitscommissie van de Cliëntenraad Academische Ziekenhuizen CRAZ bezocht in maart het team van Kinderlongziekten, dat zowel in het UMC St Radboud als op locatie Dekkerswald werkt. Uitgangspunt van het bezoek was het patiënt tevredenheidonderzoek 2007/2008, uitgevoerd door de Nederlandse Federatie van UMC‟s. Daaruit bleek dat patiënten van de acht UMC‟s "in grote mate redelijk tot duidelijk tevreden" zijn. Kinderlongziekten scoorde in het onderzoek op alle items significant beter op: - bejegening en behandeling door polikliniekmedewerkers; - bejegening en behandeling door artsen; - informatie; - zelfredzaamheid/respect; - de nazorg. "Het is niet voor niets dat dit team zo goed scoort", aldus de voorzitter van de kwaliteitscommissie van de CRAZ. "Je merkt aan het hele team, van secretaresse tot specialist, dat hier mensen werken die gelijkgezind zijn. Je voelt het teamgebeuren. Hun goede prestaties zijn daar het resultaat van". Eind 2010 werden de resultaten van het patiënt tevredenheidonderzoek 2009/2010 bekend. Daaruit bleek dat patiënten van het UCCZ gemiddeld een 4 scoorden op alle items “duidelijk tevreden”. Alleen op “nazorg kliniek” werd een 3 gegeven. Ook in dit onderzoek scoorde de polikliniek Kinderlongziekten nog hoger, een 4,5. Positieve resultaten Het kwaliteitshandboek Longfunctielaboratorium UCCZ is gevraagd als landelijk voorbeeld voor de NVLA (Nederlandse Vereniging van Longfunctie Analisten). Jessie Jacobs heeft als documentbeheerder veel tijd gestoken in de opzet van het handboek en het schrijven van de documenten. Hanneke van Helvoort is de autorisator van alle documenten. Het kwaliteitshandboek is opgesteld aan de hand van de NIAZ kwaliteitsborgingnorm voor onderzoeksafdelingen. MS verpleegkundigen Antoinette Vos en Ingrid Putman van het MS Centrum Nijmegen (UMC St Radboud) zijn uitgeroepen tot de winnaars van de MS Plus Award 2010. Zij organiseren laagdrempelige patiëntenbijeenkomsten waar mensen met MS en hun partners ervaringen met elkaar delen. Daarmee hebben beide verpleegkundigen het onderbelichte en lastig aan te kaarten onderwerp seksualiteit bespreekbaar gemaakt in de spreekkamer van zorgverleners. In december deed de Inspectie voor de Volksgezondheid onderzoek naar Hartrevalidatiecentra. Het resultaat is dat de afdeling Hartrevalidatie UCCZ is geselecteerd als één van de top 5 Hartrevalidatiecentra van Nederland. Eveneens in december nam het UCCZ, samen met de afdeling Longziekten van het UMC St Radboud, deel aan de audit gehouden door bureau LQRA waarbij de NEN 7510, de norm voor informatiebeveiliging in de zorg, werd getoetst. De bevindingen waren positief “het UMC St Radboud behoort tot de top van de ziekenhuizen op dit gebied met de behaalde scores” meldt de Raad van Bestuur in de brief bij het audit rapport. Voortgang kwaliteitszorg In februari startte de nieuwe kwaliteitsadviseur. Aandachtspunten op het gebied van kwaliteit zijn de borging van projecten en acties en het bewaken van het totale kwaliteitsbeleid.
13
Projecten 2010 1. Kwint: inrichten van nieuwe portals voor het UCCZ en de verschillende afdelingen. Gestart werd met de verpleegafdelingen en laboratoria. Met de afdeling Longziekten van het UMC St Radboud zijn afspraken gemaakt over het beheer van gezamenlijke documenten en een gezamenlijk portal. Dit project loopt door in 2011. 2. Medische apparatuur in beheer onderbrengen bij de Instrumentele Dienst van het UMC St Radboud en alle gegevens opnemen in Ultimo. Overige acties 1. In november werd een inloopmarkt patiëntveiligheid georganiseerd waar informatie was te vinden over diverse onderwerpen. Zo‟n 40 medewerkers van het UCCZ bezochten de markt. 2. Hygiëne en infectiepreventie: beide verpleegafdelingen zijn opgeknapt en extra middelen ter preventie van ziekenhuisinfecties zijn aangeschaft. Voorbereidingen voor een nieuw schoonmaakcontract met Hago zijn getroffen waarbij de eisen conform de regelingen in het UMC St Radboud worden vastgesteld. Eveneens is het hygiënisch en veilig afvoeren van afval verbeterd samen met de coördinator facilitair. De afdeling Hygiëne en Infectiepreventie van het UMC St Radboud adviseert bij dit alles. De voortgang van de kwaliteitszorg wordt bij het UCCZ gevolgd aan de hand van de hieronder genoemde stuurinformatie. Indicatoren Preventie ziekenhuisinfecties: in maart werd door de afdeling Hygiëne & Infectiepreventie van het UMC St Radboud het jaarlijks prevalentieonderzoek volgens PREZIES naar ziekenhuisinfecties uitgevoerd op de verpleegafdelingen. Ondervoeding: de diëtiste screent de patiëntdossiers van de verpleegafdelingen en revalidatie viermaal per jaar op compleet ingevuld zijn van de MUST. Voor de behandeling van ondervoeding is een protocol en zijn afspraken gemaakt met de voedingsassistentes. De screening verbeterde naar aaanleiding van deze actie. Decubitus: de aandachtsvelder ducubitus en wondzorg deed een onderzoek naar decubitus en het op orde zijn van de patiëntdossiers. Hij maakte gebruik van formulieren van het LPZ. Er werd weinig decubitus aangetroffen; tevens bleek dat de juiste maatregelen werden getroffen bij patiënten met decubitus. De vastlegging in het dossier is een verbeterpunt. Pilot Zorg Welzijns Standaard (ZWS) van de afdeling Geriatrie: in het derde kwartaal werd de nulmeting uitgevoerd voor dit project waarbij ouderen >70 jaar gescreend worden op kwetsbaarheid. Gegevens over delier, ondervoeding en valincidenten zijn verzameld en worden geanalyseerd. Incidenten In 2010 is in totaal 202 keer een melding gedaan van een patiënt gebonden incident, bijna incident of gevaarlijke situatie. Met betrekking tot de ernst van de incidenten komt het aantal incidenten met een middelgroot risico het meest voor. Er werd één calamiteit gemeld, een vermeende morfine intoxicatie. Deze calamiteit zal worden geanalyseerd in samenwerking met het IWKV. De meeste meldingen betroffen incidenten rond medicatie of parenterale voeding, 30%, en communicatie en administratie, 33%. In vergelijking met 2009: incidenten rond medicatie en parenterale voeding betroffen toen 27%, en rond communicatie en administratie 22%. Het aantal valincidenten betrof 10%, evenveel als in 2009. De incidenten rond medicatie en parenterale voeding werden vooral gemeld op de verpleegafdelingen evenals de valincidenten. Incidenten rond communicatie en administratie werden veel gemeld op de polikliniek.
14
Complicaties Maandelijks is een complicatiebespreking gehouden samen met de afdeling Longziekten van het UMC St Radboud. De besprekingen zijn verbeterd door het gebruik van een standaard bespreekformulier. De specialismen, die op het UCCZ werken, hebben elk hun eigen complicatiebespreking bij het UMC St Radboud. Complicaties zijn in 2010 geregistreerd in een Access database. Aan het eind van het jaar zijn de voorbereidingen getroffen voor omzetting naar Klinische Notities. In 2011 wordt dit geïntroduceerd bij Longziekten. Op basis van de Access database is een top 20 van meest voorkomende complicaties gemaakt. Klachten, opmerkingen en complimenten In 2010 kwamen 36 klachten of opmerkingen en enkele complimenten binnen. Om met de laatste te beginnen “complimenten over goede sfeer en verzorging!” Tabel: klachten per locatie en type Locatie Aantal Soort klachten Verpleegafdelingen 13 - 7 klachten gingen over gebrekkige voorzieningen - 1 klacht over slechte schoonmaak - 1 klacht over communicatie en niet nakomen van afspraken - 1 klacht over lange wachttijd bij opname Polikliniek 15 - 7 klachten over gebrekkige voorzieningen - 2 klachten over wachttijden - 1 klacht over veelvuldig wijzigen van afspraken waardoor patiënt naar ander ziekenhuis is gegaan - 1 klacht over niet bereikbaar zijn van UCCZ - 2 niet nader gespecificeerde klachten Revalidatie 1 - 1 klacht over gebrekkige voorzieningen Medische staf 6 - 2 klachten over lange wachttijden - 1 klacht over veelvuldig wisseling van arts assistenten - 1 klacht over bejegening - 1 klacht over onvrede betreffende diverse zaken tijdens opname De klachten zijn geregistreerd en gevolgd door de klachtencoördinator en afgehandeld door de leidinggevenden of de betreffende arts. Als verbeteracties is op de poliklinieken gestart met een project verbetering telefonische bereikbaarheid. Wat betreft faciliteiten wordt onderzocht of de horeca voorziening verbeterd kan worden.
15
3.5. Huisvesting en facilitaire zaken Inleiding Het jaar 2010 heeft voor het FIF (Facilitair, Inkoop en Financiën) met name in het teken gestaan van de realisatie van diverse verbouwingen om nieuwe partijen in te kunnen huizen. Hieronder een opsomming van de projecten en procedures. Hierbij opmerkend dat de doorlooptijden erg kort zijn geweest en het beschikbaar gestelde budget beperkt was. In 2010 heeft het FIF de volgende projecten gerealiseerd en procedures ingevoerd: 1- Verbouwing en inhuizing van de afdeling Hartrevalidatie. 2- Verbouwing en inhuizing van het MS Centrum. 3- Verbouwing ten behoeve van de afdeling Geriatrie. 4- Verbouwing van de medische administratie en realisatie van een front- en back office bij de receptie van polikliniek ingang A. 5- Opknappen verpleegafdelingen UCCZ 1 en UCCZ 2 op standaard nivo UCCZ ( TBC en oncologie unit). 6- Sanitaire voorzieningen op de Revalidatie afdeling (UCCZ 3) volledig gerenoveerd op standaard nivo UCCZ ( TBC en oncologie unit). 7- Coördinatie en realisatie aanbrengen van luchtbehandeling en airco unit (grotendeels) op de begane grond, ingang C. 8- Aanpassing bewegwijzering, zowel intern als extern. 9- Verdere invoering Ultimo. 10- Voorbereiding overheveling technisch onderhoudsbeheer totale gebouw UCCZ bij technische dienst UMC St Radboud. Van al deze bovengenoemde projecten/procedures zijn projectplannen gemaakt. Tevens heeft er periodiek overleg plaatsgevonden met een afvaardiging van ZZG Zorggroep op het gebied van terrein aangelegenheden en de terrein ontwikkelingen. Personeel en organisatie Het FIF bestaat uit de bedrijfsleider, controller, facilitair coördinator en de bouw en inkoop coördinator. Aandachtspunten en verbeterpunten 2011 1- FIF nog verder structureren. 2- FIF verder invoeren in de UCCZ organisatie, met name op de beheersaspecten en kwaliteitsaspecten. 3- Tijdsdruk FIF leden. 4- Hernieuwd aanbestedingstraject voor: a. Linnenvoorziening en dienstkleding. b. Afvalverwerking. c. Voedingsleverancier. 5- Inkoopprocedure. 6- Investeringsprocedure. 7- Terrein aangelegenheden en ontwikkelingen.
3.6. Zorgadministratie Registraties In 2010 is veel aandacht en tijd besteed aan de aanleveringen van gegevens/verrichtingen van de afdeling Longrevalidatie UCCZ aan Capgemeni. Elke maand moeten alle verrichtingen binnen de afgesloten DBC‟s aangeleverd worden. Met deze gegevens, en de gegevens van de andere Longastmacentra,
16
worden de DBC‟s voor longrevalidatie samengesteld. Van belang is dat dit in de nabije toekomst geautomatiseerd vanuit de registratiesystemen gebeurt. Dit moet verder ontwikkeld worden. Het afgelopen jaar is veel tijd besteed aan het verbeteren van de inrichting van UltraGenda. Er zijn nieuwe combinatieafspraken gemaakt en de bestaande indelingen verbeterd. De inrichtingen van afsprakenbrieven heeft veel tijd gevergd. Ook de inrichting van UltraGenda voor het MS Centrum en HREV zijn door de zorgadministratie van het UCCZ uitgevoerd. Voor het komende jaar moet UltraGenda aangepast worden voor de Longrevalidatie verrichtingen. De verrichtingenregistratie is nader bekeken; komen de geregistreerde verrichtingen financieel ten goede aan het UCCZ? Het betreft de laboratorium- en röntgenverrichtingen die door het UCCZ verstuurd zijn naar het UMC St Radboud en dus door het UMC St Radboud uitgevoerd worden. Aan dit item wordt nog gewerkt. Voor de toekomst is dit ook van belang. Immers wanneer het UCCZ gaat factureren met DBC‟s/zorgproducten moeten daar zeker de juiste verrichtingen onder vallen. Nieuwe systemen en specialismen Er is een start gemaakt met het implementeren van SAP, het nieuwe DBC validatie en facturatie systeem. Hiervoor is al veel getest en dit loopt het komende jaar nog door, zeker tot mei 2011. Daarna volgen de instructierondes. Dit gebeurt vanuit het UMC St Radboud, de zorgadministratie UCCZ heeft hierbij een ondersteunende rol. Veel tijd is besteed aan de inhuizing van nieuwe specialismen zoals de afdeling Hartrevalidatie en het MS Centrum op het gebied van de AO/IC. Nog steeds is de administratieve inrichting van de Hartrevalidatie niet voltooid. Dit wordt nu geïnitieerd door de zorgadministratie van het UMC St Radboud. De zorgadministratie van het UCCZ ondersteunt de medewerkers van de „partners‟ in het gebruik van de patiëntgerichte systemen. In 2010 is gestart met de implementatie van de CBV codes binnen het specialisme Anesthesiologie. De zorgadministratie UCCZ is hier nauw bij betrokken geweest, het gaat over OK verrichtingen en poliklinische verrichtingen. Binnenkort zullen de systemen zover zijn dat de nieuwe codes ingevoerd kunnen worden. De instructies hiervoor worden vanuit het UMC St Radboud geregeld. Er is in 2010 begonnen met het digitaal ondertekenen van de medische brieven. Dit proces loopt nu goed, maar wordt nog steeds aangepast vanuit het UMC St Radboud. De zorgadministratie UCCZ geeft hierbij ondersteuning aan alle medewerkers binnen Dekkerswald. Management rapportage Er wordt sinds 2010 een betere link gelegd tussen productiecijfers en inkomsten. Tussentijdse controles moeten bewerkstelligen dat aan het eind van het jaar productie- en financiële cijfers met elkaar overeenkomen. De aanlevering van productiecijfers is het afgelopen jaar gedigitaliseerd. Er zal in 2011 geïnventariseerd worden wat de behoefte is aan productiecijfers en in welke vorm dit gegoten kan worden.
17
Overzicht afspraak verzekeraars en werkelijke productieaantallen Longziekten UCCZ Longziekten UCCZ Afspraken verz. 2.401 16.003 1.349 1.134 8.509 geen
productie 2010 2.317 15.390 1.348 1.154 6.924 2.891
verschil -84 -613 -1 20 -1585 nvt
Longziekten cytostatica Afspraken verz. Opname 165 Verpleegdagen 549 Dagopname 198
productie 2010 184 572 283
verschil 19 23 85
Kinderlongziekten UCCZ Afspraken verz. Nieuw bezoek 77 Controle bezoek 673 EAC's geen
productie 2010 131 935 317
verschil 54 362 nvt
Opname Verpleegdagen Dagopname Nieuw bezoek Controle bezoek EAC's
Overzicht productie OK activiteiten 2010 aantal behandelde
Bezetting OK
patiënten
in 2010 (aantal dagdelen)
Pijnbehandelcentrum
1589
208
KNO
134
81
Plastische chirurgie
35
16
HIN Dekkerswald
279
100
totaal
2037
405
(gemiddeld 7,8 dagdelen p. wk)
18
4. PATIENTENZORG 4.1. Afdeling UCCZ 1 en 2 Longziekten Oncologie De Lokale Productiegebonden Toeslag (LPT-gelden) aanvraag Psychosociale screening van patiënten met longkanker betrof het opstarten en implementeren van psychosociale screening instrumenten in de dagelijkse praktijk. De doelen zijn (1) het tijdig detecteren van (ernstige) psychosociale problematiek bij thoracale oncologische patiënten, waarvoor extra gespecialiseerde psychosociale zorg is gewenst. Daarnaast (2) de patiënten met longkanker op tijd naar de juiste hulpverlener doorverwijzen. Met de continuering van de toekenning van deze LPT gelden in 2010 lag de nadruk op de implementatie in de praktijk. Zo is de lastmeter, die psychosociale zorg bij kanker detecteert, in gebruik genomen. De lastmeter meet de last die kankerpatiënten kunnen ervaren op emotioneel, sociaal, praktisch en levensbeschouwelijk vlak. De lastmeter wordt ingevoerd in Klinische Notities, waarvoor alle oncologie verpleegkundigen en nurse practitioner zijn geschoold. De Oncologie verpleegkundige/nurse practitioner/longarts bespreekt de resultaten van de screening met de patiënt. Tevens is een, wekelijks, psychosociaal MDO opgestart waarbij de lastmeter besproken wordt en zo nodig patiënten doorverwezen worden naar de juiste psychosociale hulpverlener. Als nieuwe psychosociale zorg wordt een training met mindfulness aangeboden. Deze training van 8 weken heeft bij twee groepen oncologische patiënten en partners succesvol gedraaid en wordt vervolgd in 2011 gepaard gaande met wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast is het project Symptoommanagement gestart. Het UCCZ is een pilot voor het landelijk project Symptoommanagement. Patiënten in Nederland die behandeld worden op oncologische dagbehandelingen bellen vaak in avond, nacht en weekenden met acute klachten, veelal gerelateerd aan chemotherapiebehandeling. Verpleegkundigen op verpleegafdelingen zijn vaak onbekend met de klacht of het goed uitvragen daarvan. Door het niet goed uitvragen, is de informatie aan de arts onvolledig. Om een zo volledig mogelijk beeld van de klacht te krijgen zijn van de meest voorkomende klachten (misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, orale mucositis, koorts, pijn, dyspnoe, hemoptoe) vragenlijsten ontwikkeld, die de (ernst) van de klacht verhelderen. Het VIKC ondersteunt dit project. Vanaf 2011 zijn de vragenlijsten in concept op www.oncoline.nl te vinden. Aan het updaten van folders en oncologische protocollen en werkinstructies wordt permanent gewerkt. TBC zorg In oktober 2010 is een nurse practitioner infectieziekten gestart. Samen met de verantwoordelijke longarts en verpleegkundigen wordt gezamenlijk zorg gedragen voor de procesbeschrijving klinische tbc zorg. De procesbeschrijving; lees keten, is in 2010 opgenomen in KWINT= KWaliteit op INTranet. De verwachting is dat medio 2011 de gehele keten tbc zorg in KWINT is opgenomen. Naast ontwikkeling van kwaliteitsdocumenten is onderzoek gedaan bij externe verwijzers om de transfer vanuit het UCCZ terug naar de thuissituatie te verbeteren tot een optimaal resultaat. De uitkomsten van dit onderzoek zullen begin 2011 worden verwerkt in verbeteracties in de tbc zorgtransfers. Activiteiten begeleiding heeft een meer prominente invulling gegeven aan de dagbesteding van de tuberculose patiënt. Ontspanningsactiviteiten op het terrein van Dekkerswald zijn beperkt gebleven alhoewel hier wel ideeën over zijn. Mogelijk kunnen deze in 2011 alsnog worden uitgevoerd als er financiële middelen beschikbaar zijn. COPD De ontwikkeling van de Ketenzorg COPD is in 2010 gestagneerd. In het najaar van 2010 is besloten om dit zelfs te stoppen. Oorzaak hiervan is gelegen in de zeer beperkte capaciteit (fte‟s) van zowel de nurse practitioners als de longverpleegkundigen. Werving voor een tweede nurse practitioner is gestart. Begroting 2011 laat uitbreiding van een longverpleegkundige niet toe.
19
CF De procesbeschrijving, lees ketenzorg CF, is in 2010 opgenomen in KWINT= KWaliteit op INTranet. Naast de verpleegkundig consulent CF zorg is een gespecialiseerd verpleegkundige gedurende een jaar betrokken bij deze CF zorg. Gezamenlijk dragen zij, met de betreffende longarts met aandachtsgebied CF, de verantwoordelijkheid om de CF zorg nader te ontwikkelen, te implementeren en te borgen. Daarnaast zijn, onder andere, de verpleegkundig CF consulente en de maatschappelijk werker nauw betrokken geweest bij het tot stand komen van het Revalidatietraject Project voor Cystic Fibrosis patiënten. Dit project is mede dankzij LPT gelden gefinancierd. Zie ook afdeling Revalidatie. Chirurgie Sinds het eerste kwartaal 2010 worden er door KNO operaties uitgevoerd binnen het UCCZ. Zowel patiënten, medici als verpleegkundigen lijken tevreden over de resultaten van de verleende zorg. Overig In 2010 zijn voorbereidingen gestart wat betreft de overheveling van palliatieve bedden uit het UMC St Radboud. Dit in samenspraak met de afdeling Anesthesiologie/PIPA Pijn en Palliatieve zorg. Indien financieel haalbaar is de verwachting dat deze bedden medio 2011 of derde kwartaal 2011 inhuizen. Personeel en Organisatie Ziekteverzuim Het ziekteverzuim percentage steeg afgelopen jaar ver uit boven het gemiddelde van 4%. Kenmerkend is de duur van het verzuim maar ook de oorzaak. Naast fysieke klachten (beperkingen aan het bewegingsapparaat) ook psychosociale klachten. Onderwijs en opleiding Training jaargesprekken, zie afdeling Personele Zaken (paragraaf 3.3). Er is in 2010 een calamiteitentraining, voor het veilig werken met cytostatica, georganiseerd door oncologieverpleegkundigen en de nurse practitioner voor medewerkers van het UCCZ. Bijna het gehele opleidingsbudget 2010 is gesoupeerd. De aangevraagde opleidingen en studies zijn gerealiseerd. Het totaal aantal uren, op jaarbasis, wat wordt gespendeerd aan verplichte scholing (reanimatie, BHV, agressie trainingen etc.) is gemiddeld 1fte per week geweest. Het aantal uren wat gespendeerd is aan de overige scholingen is gemiddeld 0,4 fte. Arbo Er is veel aandacht besteed aan de ontwikkeling en implementatie van instrumenten ten behoeve van de veiligheid van medewerkers. Met een paar redelijk eenvoudige maatregelen is bijgedragen aan deze medewerkerveiligheid. Zie ook afdeling Personele Zaken (paragraaf 3.3). De afvalstoffenregeling is aangescherpt en voorziet de afdelingen erin om afvalstromen beter te scheiden.
20
Kwaliteit en veiligheid - Zie ook Kwaliteitszorg (paragraaf 3.4). - GIDZ = Geriatrie in de Ziekenhuizen. In samenspraak met het UMC St Radboud, afdeling Geriatrie, is vanuit het Nationaal programma ouderenzorg 3 in juni 2010 de zorg en welzijn standaard gestart 4. Een programma gericht op de kwetsbare ouderen binnen het ziekenhuis. In het ziekenhuis wordt voor alle kwetsbare ouderen een individueel geriatrisch zorgplan opgesteld en uitgevoerd, gericht op het behoud en herstel van functioneren, autonomie en kwaliteit van leven. Om te voorkomen dat patiënten minder mobiel worden tijdens de opname of vallen, een delier krijgen, ondervoed raken of zich eenzaam voelen, worden vrijwilligers ingezet. Een geriater en een geriatrisch verpleegkundige monitoren de zorg. Alles met het doel om de oudere zo gezond en zelfstandig mogelijk weer naar huis te kunnen laten gaan. ouderen zorg - KWINT, er is gestart met het maken van een grote kwaliteitsinhaalslag wat betreft het vastleggen en borgen van kwaliteit documenten binnen de verpleegafdelingen. - In 2010 is aangevangen met de verdere positionering van nieuwe functionarisgroepen voor gespecialiseerd longverpleegkundigen en nurse practitioners. Middels externe en interne coaching (door middel van individueel leertraject) lijkt deze groep zich beter en duidelijker te profileren. - De werkgroep verpleegkundige dossiervoering heeft verbeteringen aangebracht in het verpleegkundige dossier. Hiermee zijn tevens een aantal kwaliteit inhaalslagen gemaakt. Zo is er aandacht voor verdere inbedding van prestatie indicatoren als aandacht voor de transfers van ziekenhuis naar thuissituatie. Financiën Door inzet van vervangend personeel, als gevolg van ziekteverzuim, heeft er een budgetoverschrijding plaatsgevonden. Een nadere analyse van een reële bruto-netto factor en een reëel aantal fte is gedaan. In het vierde kwartaal is de voorbereiding gestart voor de werklastmeting. De werklastmeter zal uitgerold worden in het eerste kwartaal van 2011. De prognose is dat ook in 2011 het bestaande aantal fte niet toereikend is om de gemaakte productieafspraken budgettair neutraal te realiseren. Huisvesting Beide verpleegafdelingen hebben een opknapbeurt gekregen. Naast achterstallig onderhoud zijn er verbeteringen aangebracht die het verblijf van patiënten veraangenamen zoals extra patiënten TV toestellen. Ook zijn er extra laptops ter beschikking van patiënten gesteld zodat zij gebruik kunnen maken van de internet voorziening op de patiënten kamers.
3 4
http://www.nationaalprogrammaouderenzorg.nl/projecten/projectreportages/de-zorg-en-welzijnsstandaard/ http://www.zowelnn.nl/projecten/zws
21
4.2. Afdeling UCCZ 3 Ketenzorg COPD “kennis- en expertise centrum COPD” De ontwikkeling van de Ketenzorg COPD is in 2010 gestagneerd. In het najaar van 2010 is besloten om dit zelfs te stoppen. Oorzaak hiervan is gelegen in de zeer beperkte capaciteit (fte) van zowel nurse practitioners als longverpleegkundigen. Momenteel vult een nurse practitioner de plaats in van een arts assistent op de afdeling Longrevalidatie. Ruimte voor innovatie en de rol van ketenregisseur schiet hier bij in. Daarnaast is de afdeling er nog niet in geslaagd om een tweede nurse practitioner te werven, het aanbod in deze is nihil. Indien geen aanbod zal een heroverweging moeten worden gedaan hoe deze vacature verder in te vullen. Verdere ontwikkelingen patiëntenzorg - De follow-up van klinische en poliklinische revalidatie is geëvalueerd en verbeterd. - In samenwerking met het Pijnbehandelcentrum (PBC), eveneens op locatie UCCZ, is een pijnprotocol ontwikkelt ten behoeve van de postersectie patiënt. - Fysiotherapeuten zijn geschoold om TENS- behandelingen toe te passen bij revalidatie patiënten. LPT gelden Project voor Cystic Fibrosis patiënten (Revalidatietraject). Met behulp van de LPT gelden is in de afgelopen drie jaar een ICT voorziening gerealiseerd ten behoeve van revalidatie en multidisciplinaire zorg over de murale grenzen heen. Hiermee is een -voor Cystic Fibrosis- onmogelijk revalidatietraject mogelijk geworden. Uiteraard blijft het nodig om de effectiviteit van een dergelijk product in andere dan CF populatie te bepalen ten opzichte van reguliere revalidatie. LPT aanvraag “Vergroten effectiviteit dagbehandeling (Poliklinische “plus” traject)” Aangezien chronische longaandoeningen niet te genezen zijn, is voor de patiënt vooral winst te behalen door het leren van een goede adaptatie van de stoornis. Algemene educatieprogramma‟s zijn echter onvoldoende effectief in het verbeteren van de adaptatie. Traditionele poliklinische longrevalidatie is daardoor minder effectief dan klinische longrevalidatie, zeker bij patiënten met complexe adaptatieproblematiek. Patiënten met matige complexiteit vallen tussen wal en schip. Dit betreft een grote groep patiënten (met name GOLD 2-3). Echter omdat een traditioneel poliklinisch longrevalidatieprogramma voor deze doelgroep onvoldoende te bieden heeft worden deze patiënten toch doorverwezen naar een klinisch programma. Dit is niet kosteneffectief. Door de toevoeging van een beperkt aantal individuele sessies, van een beperkt aantal disciplines, aan het bestaande poliklinisch longrevalidatieprogramma kan op eenvoudige en kosteneffectieve wijze de kracht van het poliklinisch programma ten aanzien van het bevorderen van adaptatie aan de stoornis aanzienlijk verhoogd worden. Door een multi disciplinaire werkgroep is een behandelprotocol geschreven. Dit behandelprotocol kent een modulaire opbouw. Deze opbouw is analoog aan de modulaire opbouw van de DBC Longrevalidatie zoals die momenteel door de Vereniging van Astma Centra Nederland (VAN) in samenwerking met VWS, DBC onderhoud en Capgemini wordt vormgegeven. Uitgangspunt in het opstellen van het behandelprogramma is met minimale inzet van middelen een optimaal behandeleffect te creëren. Om die reden is een modulaire opbouw uitermate geschikt. Elke module wordt alleen toegevoegd als de aard en ernst van de problematiek van de individuele patiënt daartoe vraagt. In de afgelopen periode zijn op beperkte schaal deze individuele modules toegepast door de diverse participerende disciplines. De meerwaarde voor de patiënt is daaruit gebleken.
22
Hartrevalidatie 2010 is getracht om hartrevalidatie activiteiten verder te integreren in bestaande en nieuwe structuren met als doel om te komen tot één “thorax” revalidatieafdeling. Deze transitie verloopt moeizaam. Bottle neck hierin lijkt het “non-partnership” van de afdeling Cardiologie. Afstemming van logistieke processen, interne communicatie en verdere inbedding van de thans bestaande leidinggevende structuur heeft onvoldoende plaatsgevonden. Revalidatiegeneeskunde Het pilot programma “ENERGIEK” geïnitieerd vanuit de afdeling Revalidatiegeneeskunde van het UMC St Radboud is positief geëvalueerd. De afdeling Revalidatiegeneeskunde start in 2011 met vijf groepen die dit traject zullen volgen. Projecten Het project “Beweging in bewegen” zal net als in 2010 in 2011 worden voortgezet. Het UCCZ levert hier een waardevolle bijdrage aan. Twee functionarissen vanuit het UCCZ (FT als research medewerker) zijn hier nauw bij betrokken. Het project is gericht om COPD patiënten blijvend laten bewegen, zo nodig ondersteund door een voorziening die past bij de fase van het ziekteproces van de patiënt. In de regio Nijmegen wordt een dynamisch ketenzorgmodel ontwikkeld, dat adequaat signaleert en reageert op wijzigingen in het ziekteproces, waardoor vroegtijdig wordt ingegrepen en waarbij de zorgvoorziening wordt ingezet passend bij de specifieke problematiek van de individuele patiënt op dat moment (“zorg-op-maat”). Het accent in dit model ligt niet alleen op zorgverleners in de 1e lijn en op de patiënt zelf, maar juist ook op het creëren van beweegvoorzieningen in de wijk. Project “Terugblikken en voorruit kijken” is een pilot project om op maat psychosociale zorg voor postersectie patiënten te verlenen met behulp van onder andere audio visueel beeldmateriaal. In 2010 kwam het product tot stand om met ingang van januari 2011 te worden ingezet (voor de toenemende groep postersectie patiënten). In najaar 2010 is het gebruikersoverleg afdeling Revalidatie gestart. Hierin zijn zowel medici als (zorg)leidinggevenden vertegenwoordigd. In het overleg participeert het MS centrum, de afdelingen Revalidatiegeneeskunde, Longziekten en Cardiologie. De afdeling Anesthesiologie (pijnbehandeling) heeft de intentie om in 2011 ook te participeren. Het overleg is niet alleen bedoeld om kennis en kunde met elkaar te delen maar juist ook om de krachten te bundelen en de expertise rondom chronische zorg vooral te exposeren. In 2011 zal dit overleg meer handen en voeten moeten gaan krijgen. Leidinggevende structuur De pilot leidinggevende structuur, afdeling Revalidatie, loopt inmiddels twee jaar en is in 2010 niet afgerond. In 2010 is vooral veel aandacht, vanuit de leiding van afdeling 3, geweest voor de inhuizing van hartrevalidatie en andere partners. De eigen interne organisatie heeft weinig aandacht gekregen. Vertrek van de voormalige leidinggevende en het neerleggen van de senior functie van één van de deelnemers van deze pilot zijn debet geweest voor het afronden van deze pilot. Streven is om in 2011 een passende en ingevulde leidinggevende structuur te kunnen realiseren.
Personeel en Organisatie Ziekteverzuim Het ziekteverzuim percentage steeg afgelopen jaar ver uit boven het gemiddeld van 4%. Kenmerkend is de duur van het verzuim in dit geval veel langdurig verzuim. In samenspraak met afdeling Personeel en Organisatie is het verzuim in kaart gebracht en zijn er adequate stappen ondernomen. Onderwijs en opleiding Training jaargesprekken; zie afdeling Personele Zaken (paragraaf 3.3).
23
ARBO Er is veel aandacht besteed aan de ontwikkeling en implementatie van instrumenten ten behoeve van de veiligheid van medewerkers. Met een paar redelijk eenvoudige maatregelen is bijgedragen aan deze medewerkers veiligheid. De afvalstoffen regeling is aangescherpt en voorziet de afdelingen erin om afvalstromen beter te scheiden. Kwaliteit en veiligheid Zie ook Kwaliteitszorg (paragraaf 3.4). KWINT; alhoewel de afdeling Revalidatie veel kwaliteitsdocumenten hebben is nagenoeg nog weinig opgenomen in het kwaliteitssysteem KWINT. Dit heeft niet de aandacht en prioriteit gehad in 2010. In 2011 zal in verband met het auditeren in het najaar hier veel aandacht voor te zijn en actie op worden ondernomen. In 2010 is aangevangen met de verdere positionering van nieuwe functionarissen groepen als gespecialiseerd longverpleegkundige en nurse practitioner. Middels externe en interne coaching (door middel van een individueel leertraject) lijkt deze groep zich beter en duidelijker te profileren. De nurse practitioner is in augustus gestart als “vervanger” van de oorspronkelijk arts assistent plek van longziekten, dit geeft een enorme winst als het gaat om het verlenen van directe patiënten zorg. Kanttekening hierbij is dat de zittende nurse practitioner geen enkele tijd heeft om zich te richten op ontwikkeling en innovatie van nieuwe en bestaande zorgproducten. De ontwikkeling van de verdere keten COPD is om die reden stop komen te liggen. Het werven van een tweede nurse practitioner is in 2010 in gang gezet echter heeft nog geen nieuwe functionaris opgeleverd. Financiën De afdeling Revalidatie laat in 2010 geen budget overschrijding zien. Huisvesting Sanitaire units op eerste verdieping ten behoeve van patiënten zijn opgeknapt en voldoen aan de gestelde veiligheid en hygiëne normen. Door de terreinontwikkelingen is de oefenzaal, die gehuisvest was in de aula, niet meer beschikbaar. Dit wordt als groot knelpunt ervaren. Het ontbreken van een goed geoutilleerde oefenzaal doet tekort aan een aantal revalidatie programma‟s.
4.3. Polikliniek en medische administratie Om de klantgerichtheid en service naar patiënten en partners te verbeteren zijn grote slagen gemaakt. Om die slagen te maken zijn de randvoorwaarden voor de medewerkers verbeterd. Hiervoor zijn de principes van „Lean‟ gebruikt. De drie maanden achterstand van de medische correspondentie is in januari weggewerkt. Spoedbrieven worden nu dezelfde dag verwerkt en alle andere brieven binnen één week met een uitloop van maximaal nog een week. Het archief is geschoond. Daardoor is er meer ruimte voor het archief van RAAcK en het Pijnbehandelcentrum. De voorraden van folders/formulieren, kantoorartikelen en de medische dossiers zijn op orde. Dat deze op orde zijn scheelt veel onrust op de werkvloer. Ad hoc acties bij tekorten zijn niet meer nodig. Verder is de Polikliniek verbouwd zodat het werken met front- en back office ingevoerd kon worden. De medische correspondentie is verhuist naar de benedenverdieping. Er is een centrale doorgangruimte gecreëerd door een muur te plaatsen in de grote werkruimte. In deze doorgangruimte staat het koffiezetapparaat. De medewerkers kunnen nu rustig werken in de verkleinde werkruimte. Verder is de doorgang van de front office naar de back office opgeheven. Dit geeft een rustig beeld voor de patiënten bij de balies. Voordeel is dat er hierdoor ruimte kwam voor een garderobe. De dicteerruimte is
24
opgeheven omdat deze niet meer gebruikt werd. Deze ruimte is aangepast en er zijn werkplekken in gecreëerd. De telefonische bereikbaarheid van het UCCZ is in het najaar voor een groot stuk verbeterd. De technische inrichting van de telefooncentrale is aangepast en informatiesystemen als Outlook zijn geactualiseerd. De verbeteracties van de telefonische bereikbaarheid lopen door in 2011. Speerpunten in het personeelsbeleid waren integratie van partners, klantgerichtheid en accuratesse van de medewerkers. De werkprocessen Longziekten en Pijnbehandelcentrum zijn geïntegreerd. Hierdoor is de kwetsbaarheid verkleind. Het percentage tijdelijke medewerkers is van 35% naar 15% gegaan. Dit proces zal in 2011 verder worden doorgezet. In december is een teambijeenkomst geweest die ging over klantgerichtheid. Aansluitend hierop heeft iedereen individuele coaching gekregen.
4.4. Operatiekamers en Medium Care Wederom is ook 2010 een wisselend jaar geweest betreffende partners en productie. Het Pijnbehandelcentrum is een stabiele factor en ook in 2010 zijn de verrichtingen van het Pijnbehandelcentrum weer toegenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Ook het aantal verrichtingen van Heelkunde Instituut Nederland (HIN) zijn toegenomen in 2010. HIN heeft ook wekelijks geopereerd. De afdeling Plastische Chirurgie heeft het 1e kwartaal 2010 nog geopereerd op UCCZ Dekkerswald maar door het vertrek van stafleden was dit vanaf mei niet meer mogelijk. Afdeling KNO is eind 2009 gestart in UCCZ Dekkerswald en in deze opstartfase, tot de vakantieperiode 2010, is er in overleg geopereerd. Vanaf het 3e kwartaal 2010 opereren de afdeling KNO en HIN beide op maandag. Doelstelling is om dit in 2011 voort te zetten.
5. MEDISCH ONDERSTEUNENDE AFDELINGEN 5.1. Radiologie Inleiding In algemeenheid kan men, op basis van de huidige gegevens, concluderen dat het aantal radiologische onderzoeken is afgenomen ten opzichte van 2009. Opvallend is dat het aantal aangevraagde X- Thorax onderzoeken door het UCCZ verder is gedaald en het aantal uitgevoerde doorlichtingen ten behoeve van het Pijnbehandelcentrum verder is gestegen ten opzichte van 2009. Het aantal in het UMC St Radboud uitgevoerde, via UCCZ aangevraagde, radiologische onderzoeken, is verder toegenomen. Met name het aantal aangevraagde CT, MRI en PET scans en de daarbij behorende kostenstijgingen. Vanaf oktober 2010 zijn hiervoor IMD tarieven afgesproken. De start van het DCD is nog niet geëffectueerd, ontwikkelingen hieromtrent worden verder uitgewerkt door een projectgroep en is een van de speerpunten in het jaarplan 2011 van de afdeling. Personeel en Organisatie Er zijn geen wijzigingen in de personele bezetting, huidige bezetting is enerzijds van belang voor de continuïteit borging; anderzijds qua capaciteitsbenutting en het verrichten van de bereikbaarheidsdiensten van de afdeling Radiologie.
25
Kwaliteit In 2010 zijn de volgende stappen gezet richting het kwaliteitsbeleid. Protocollering volgens KWINT en een aanvang voor het opzetten van NIAZ certificering in samenwerking met de kwaliteitsfunctionaris van het UCCZ, de medewerker IPB van de afdeling Radiologie UCCZ en de kwaliteitsfunctionaris van afdeling Radiologie van het UMC St Radboud. Bevindingen uit de Audit, augustus 2010,stralingshygiënische aspecten door de AMD. Hiervoor is een stappenplan opgesteld en een aantal knelpunten en verbeterpunten zijn reeds gerealiseerd. Voor de nog aan te pakken knelpunten en verbeterpunten is een stappenplan en tijdspad opgesteld. Administratieve procedures betreffende onder andere het opvragen en versturen van beeldinformatie, het branden van CD‟s etc. zijn geprotocolleerd. Uitbreiding en of vervanging van apparatuur of inventaris is niet van toepassing. ARBO zaken Alle punten die uit de RIE zijn voortgekomen zijn inmiddels gerealiseerd. Aandachtspunt met betrekking tot het veiligheidsaspect zijn besproken en instellingsbreed opgepakt. Aandachtspunten en verbeterpunten 1. Projectplan Diagnostisch Centrum ten behoeve van huisartsen en verpleeghuisartsen in de regio. 2. Samenwerking met de GGD. 3. Samenwerking met de afdeling Radiologie in het UMC St Radboud. 4. Stappenplan en opstellen tijdspad naar aanleiding van audit stralingshygiënische aspecten. 5. Het in kaart brengen van de financiële stromen van extern uitgevoerde onderzoeken, interne partijen. 6. Kwaliteitsaspecten.
5.2. Klinisch Chemisch Laboratorium Productie De totale productie is stabiel. We hebben minder aanvragen van longpatiënten. Daar tegenover zijn meer aanvragen van oncologie, MS centrum, de hartrevalidatie en Verpleeghuis Irene verwerkt. Personeel en Organisatie De formatie is op dit moment 6.85 (6.4 +0.45 fte vacature) verdeeld over 8 medewerkers. De 24 uurs bereikbaarheidsdienst wordt op dit moment uitgevoerd met 4.9 fte verdeeld over 6 medewerkers. Afgelopen jaar is de vergoedingsregeling voor de twee Cao‟s gelijk getrokken wat betreft de vergoeding in vrije tijd. ARBO De aandachtspunten uit het rapport veiligheid, voor de medewerker tijdens de bereikbaarheidsdienst op het laboratorium, zijn inmiddels in werking gesteld of uitgevoerd. Er is een GPS systeem geplaatst bij het KCL. Onderzoeken We hebben ook dit jaar weer bloedafname en onderzoeken verzorgd ten behoeve van wetenschappelijke studies voor tuberculose, longziekten en oncologie. In GLIMS (laboratoriuminformatiesysteem ) zijn aanpassing gerealiseerd zodat we alle onderzoeken die we extern verrichten (buiten het UMC St Radboud) kunnen registreren. Hierdoor kunnen de uitslagen ook worden teruggemelde en zijn deze zichtbaar in het EPD. Mogelijkheid transport naar het UMC St Radboud is uitgebreid tot tweemaal per dag.
26
Kwaliteit Alle voorschriften zijn op orde. Er zijn geen interne audits geweest omdat dit met de huidige bezetting niet in te plannen was. Door een reorganisatie binnen het UMC St Radboud was het ook niet mogelijk een beroep op hen te doen wat betreft het uitvoeren van een audit. Omdat de DIM procedure op dit moment niet geschikt is voor het laboratorium hebben we afgelopen jaar een eigen klachten en incidentenregistratie bijgehouden. Deze is opgezet volgens de CCKL richtlijnen. De NIAZ accreditatie, die in 2010 gehouden zou worden, is voor het UCCZ uitgesteld naar 2011. Het KCL zal daar in meegenomen worden. Het datalog systeem is nog niet gerealiseerd. Hierop worden alle koelkasten en diepvriezers aangesloten en kan er een temperatuurregistratie worden bijgehouden. Dit is ook voor de NIAZ accreditatie van belang. Dit onderwerp ligt nog ter afhandeling bij het FIF. Registratie in Ultimo van apparatuur is gerealiseerd. Het beheer wordt begin 2011 operationeel.
5.3. Bacteriologisch Laboratorium Het aantal tuberculose kweken is in het jaar 2010 met 25% gestegen. Dit hangt samen met de aandacht voor atypische mycobacteriën bij patiënten met chronische aandoeningen als COPD en CF. De toename is minder hoog dan verwacht door meer sanatorium patiënten met niet-pulmonale aandoeningen. Halverwege 2010 is een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen de afdeling Longziekten, Medische Micro Biologie (MMB), UMC St Radboud, en het UCCZ. Gekozen is voor een wederzijdse overheveling van bacteriologische en TB kweken. Daarom is besloten per september 2010 alle bacteriologische bepalingen van het UCCZ over te brengen naar en uit te laten voeren door MMB. De plannen voor het ontwikkelen van een BSL 3 tuberculose laboratorium op locatie Dekkerswald zullen in 2011 verder worden uitgewerkt. Na de verbouwing wordt de routinediagnostiek voor alle TB bepalingen geconcentreerd op de locatie UCCZ. Tijdens de verbouwing zullen alle bepalingen bij MMB plaatsvinden; hiertoe zal UCCZ het daarvoor beschikbare personeel tijdelijk tewerkstellen bij MMB.
5.4. Longfunctie Kwaliteit 2010 stond in het teken van de doorontwikkeling naar een kwalitatief hoogwaardig (academisch) longfunctie laboratorium door verdere implementatie van kwaliteitsbeleid. Enkele activiteiten hebben in 2009 al plaatsgevonden maar hadden een vervolg in 2010 zoals; de intensieve samenwerking met het zusterlaboratorium op het UMC St Radboud, het plaatsen van het kwaliteitshandboek op Kwint en het opzetten, uitvoeren en verwerken van een biologische ijk voor de interne controle van de apparatuur. Digitalisering Alle onderzoeksresultaten staan nu in het EPD, in 2010 is het ecg als laatste onderdeel toegevoegd. Onderzoekstijden zijn verruimd, ongebruikte bloktijden in Ultragenda verwijderd. Wetenschappelijk onderzoek In oktober is er samengewerkt met de afdeling Revalidatiegeneeskunde van het UMC St Radboud, als pilot zijn er fietstesten uitgevoerd voor de eerste groep revalidanten. Personeel en Organisatie In 2010 is de longfunctie gestopt met het uitzenden van analisten naar het Maasziekenhuis Pantein in Boxmeer. De taken/verantwoordelijkheden voor de analist door het project zelfstandig fietsen zijn uitgebreid. Afdelingsdocumenten “Voorbehouden en Risicovolle handelingen afdeling Longfunctie” en “Profiel Gespecialiseerd Functieanalist” afgerond en goedgekeurd door de directie. Implementatie loopt.
27
Er ontstaat functie differentiatie binnen de groep analisten door het starten met het profiel gespecialiseerd functieanalist. Er zijn dit jaar geen klachten geweest, wel complimenten over de slaapketen en medewerkers van de afdeling Longfunctie en verpleegafdeling UCCZ 2. Financiën Er waren minder uitgaven door daling in personele lasten. Door met name minder personele lasten is huidige prognose gunstiger dan begroot voor 2010. Er zijn extra inkomsten gegenereerd door de stagebegeleiding van 1e jaars studenten en de stage van medewerkers van firma Boehringer. Slaapcentrum De landelijke richtlijn OSAS zijn geïmplementeerd. Diverse diagnostische en behandeltrajecten zijn zowel inhoudelijk als logistiek gewijzigd. Werkprotocollen en logistieke processen werden in kaart gebracht en zijn op Kwint geplaatst. Door de aanhoudende krapte in de artsencapaciteit is de inzet van de OSAS verpleegkundige verruimd. Naast de begeleiding van OSAS patiënten in het diagnostisch- en behandelingstraject worden nu ook nieuwe patiënten door de verpleegkundige gezien. Oximetrisch onderzoek en controle onderzoeken in de thuissituatie van patiënt werd geïmplementeerd. De eerste contacten zijn gelegd met de afdeling Neurologie en KNO van het UMC St Radboud ter bespreking van de samenwerkingsmogelijkheden middels multidisciplinair overleg / behandeling. Na een voorzichtige start met het aantal slaapregistraties (door toenemende mogelijkheden in regionale ziekenhuizen) lijkt de patiënten toestroom zich in de tweede helft van 2010 te stabiliseren en mogelijk zelfs weer aan te trekken. Het Slaapcentrum op UCCZ ontwikkelt zich meer en meer tot een secundair verwijscentrum voor patiënten met multidisciplinaire chronische ziekten vanuit het UMC St Radboud, maar ook voor huisartsen. Door efficiënte implementatie van thuismetingen is een lichte stijging van het aantal slaaponderzoeken gerealiseerd.
6. BIJLAGEN 1. productieontwikkeling patiëntenzorg UCCZ (totaal) 2. resultatenrekening 2010
28