Jaarverslag
2010
COLLEGE GENEESKUNDIGE SPECIALISMEN (CGS)
Voorwoord Eén jaar CGS. Een jaar waarin vooral achter de schermen veel gebeurde. Zo is de vertrouwde structuur verlaten waarin de specialismen per cluster waren georganiseerd. Het Centraal College Medische Specialismen (CCMS), het College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk gehandicapten (CHVG) en het College voor Sociale Geneeskunde (CSG) verenigden zich in het College Geneeskundige Specialismen (CGS). Een verandering die niet alleen organisatorisch van aard was, maar die ook gepaard ging met een cultuuromslag. Het CGS is verantwoordelijk voor de regelgeving rond de opleiding & registratie van alle specialismen. Een logische stap in een tijdperk waarin grenzen tussen klassieke beroepsdomeinen veranderen en er voortdurend nieuwe velden van expertise en competenties ontstaan. Het CGS maakt zich hard voor ontschotting tussen de specialismen en bevordering van de onderlinge samenwerking. Daarnaast staan flexibilisering van de opleiding en vermindering van regeldruk hoog op de agenda. Hiervoor is intensieve samenwerking met inhoudelijk deskundige organisaties essentieel; de input van de beroeps- en wetenschappelijke verenigingen, de organisaties van opleidingsinrichtingen, de aiosverenigingen, de registratiecommissies en de Adviesraad is voor het CGS onontbeerlijk. In 2010 heeft het CGS een goede start gemaakt en zijn heldere doelen vastgesteld. In dit jaarverslag leest u er meer over. Ik heb er alle vertrouwen in dat onze doelen de komende jaren worden gehaald. Prof. dr. R.J. Stolker, voorzitter CGS
Samenstelling Het CGS bestaat uit dertien leden, waarvan acht praktiserende specialisten, vier vertegenwoordigers van organisaties van opleidingsinrichtingen (NFU, NVZ, GGZ- NL en ACTIZ) en één aios. Het dagelijks bestuur van het CGS bestaat uit prof. dr. R.J. Stolker (voorzitter), dr. G.A. van Essen en prof. dr. J.J.L. van der Klink (vice-voorzitters) en mr. V.J. Schelfhout-van Deventer (secretaris)
Dr. M.B.M. Soethout, Arts maatschappij en gezondheid VUmc | Prof. dr. F. Scheele, Gynaecoloog St. Lucas Andreasziekenhuis | Prof. dr. B.J.N. Schreuder, Psychiater, Voorzitter Raad van Bestuur GGZ Centraal | Mw. dr. I.M.E. Desar, Aios interne geneeskunde | Mw. mr. V.J. Schelfhout - Van Deventer, Secretaris CGS | Prof. dr. J.J.L. van der Klink (vice-voorzitter), Bedrijfsarts Disciplinegroep Gezondheidswetenschappen UMC Groningen | Drs. S.O. Ypma, Huisarts
Dr. T.J.E.M. Bakker, Specialist ouderengeneeskunde; Bestuurder behandeling & zorg Argos Zorggroep | Drs. G. de Bey, Voorzitter Raad van Bestuur Rijnstate | Drs. Fr.C.A. Jaspers, Lid Raad van Bestuur UMC Groningen | Drs. N.G. Hillerström, Specialist ouderengeneeskunde Zorggroep Apeldoorn | Mw. prof. dr. E.W.M.T. ter Braak, Internist UMC Utrecht | Prof. dr. R.J. Stolker (voorzitter), Anesthesioloog Erasmus MC | Dr. G.A. van Essen (vice-voorzitter), Huisarts
Om te waarborgen dat het CGS wordt gevoed met voldoende deskundigheid uit de praktijk en de beleidsvoorbereiding een breed draagvlak kent, is een Adviesraad ingesteld. De Adviesraad bestaat uit de geledingen van het CCMS, het CHVG en het CSG, oftewel de leden van de voormalige colleges.
Doelstelling en beleidsthema’s
Besluitvormingsprocedure en communicatie
Het CGS is verantwoordelijk voor de regelgeving van de opleiding en registratie van specialismen en profielen. Ultimo 2010 zijn er 33 erkende specialismen en 8 erkende profielen. Doel van het CGS is: ‘Het ontwikkelen en stimuleren van een opleidingsstelsel waarin de zorgvraag in maatschappelijke context centraal staat’, waarbij de focus ligt op: balans tussen generalisten en specialisten preventie: gezond en zo lang mogelijk maatschappelijk functionerend ouder worden geïntegreerde zorg.
Bij het ontwikkelen van de regelgeving voor de opleiding en registratie van specialismen werkt het CGS nauw samen met organisaties als de beroepsvereningen, de wetenschappelijke verenigingen, de landelijke organisaties van opleidingsinrichtingen, de aiosverenigingen en de registratiecommissies.
De beleidsthema’s voor de komende jaren zijn: ouderenzorg modernisering herregistratie flexibiliteit in de opleiding vrijstelling en EVC aansluiting basiscurriculum/opleidingscontinuüm specialismeoverstijgende thema’s / uitwisseling best practices tussen verschillende disciplines nieuwe beroepen
Samenwerking met andere organisaties Om ontwikkelingen in het veld te kunnen volgen en op elkaar af te stemmen heeft het dagelijks bestuur van het CGS periodiek overleg met voorzitters van organisaties zoals de KNMG, Huisartsopleiding Nederland, de Raad Wetenschap en Kwaliteit van de Orde van Medisch Specialisten, de registratiecommissies, de aiosverenigingen, het CBOG en het ministerie van VWS. Daarnaast is het CGS nauw betrokken bij diverse initiatieven op het terrein van de vervolgopleidingen. Zo participeren leden van het CGS in de stuurgroep van het implementatieproject MMV van de KNMG, de Agendacommissie ‘Geneeskundig specialist van straks’ van het CBOG en het Etalageproject van de Orde van Medisch Specialisten.
In 2010 is een communicatieplan voor het CGS opgesteld, waarin openheid en kenbaarheid van de werkzaamheden van het CGS als kernwaarden centraal staan. Deze kernwaarden zijn ook verankerd in het Reglement van Orde dat het CGS heeft vastgesteld. Dit Reglement bevat ook de uitgewerkte besluitvormingsprocedure. Kern van de procedure is dat het CGS advies vraagt aan de betreffende beroepsorganisatie(s), de wetenschappelijke vereniging(en) en de registratiecommissie(s) alvorens een besluit te nemen. Andere belanghebbenden worden met een bericht in het Medisch Contact uitgenodigd om hun zienswijze kenbaar te maken. Op deze manier worden belanghebbenden betrokken bij de ontwikkeling van regelgeving.
Nieuwe specialismen en profielen Eén van de taken van het CGS is het aanwijzen of opheffen van deelgebieden van de geneeskunde als specialisme of profiel. Daarvoor maakt het CGS gebruik van toetsingskaders (zie ook ‘Eén toetsingskader specialismen’). In 2010 zijn met vertegenwoordigers van verschillende vakgebieden, zoals sportgeneeskunde, seksuologie, vertrouwensartsen en de donorgeneeskunde, informatieve gesprekken gevoerd over de procedure rond de erkenning als specialisme of profiel. Van deze vakgebieden was eind 2010 (nog) geen aanvraag ontvangen. Wel zijn aanvragen ontvangen van vertegenwoordigers van de verslavingsgeneeskunde en de tropengeneeskunde. Door het CGS is een werkgroep ingesteld die nagaat of deze vakgebieden als profiel kunnen worden erkend. Dit betekent concreet dat beoordeeld wordt of: 1. het vakgebied voldoet aan het toetsingskader profielen; 2. het opleidingsplan voldoet aan de criteria opleidingsplan CCMS. Hierna geeft de werkgroep advies aan het CGS, eventueel met een ontwerpbesluit. Als het CGS instemt, wordt het betreffende ontwerpbesluit voor advies aan diverse belanghebbende organisaties voorgelegd. Als tijdpad voor de beoordeling geldt een termijn van negen tot twaalf maanden.
één toetsingskader specialismen De Regeling Specialismen en Profielen Geneeskunst noemt als eerste taak voor het CGS: ‘Het vaststellen van criteria op grond waarvan deelgebieden der geneeskunde als specialisme worden aangewezen of opgeheven’. Het CCMS, het CHVG en het CSG werkten ieder met een eigen toetsingkader voor erkenning van specialismen. Door het CGS wordt geen onderscheid meer gemaakt in soorten specialismen. Oftewel: CGS heeft voor de erkenning van specialismen één toetsingskader ontworpen.
Erkenning Verworven Competenties (EVC) In 2009 liep binnen de sociale geneeskunde het project Erkenning Verworven Competenties (EVC). Het toenmalige College voor Sociale Geneeskunde (CSG) ondersteunde dit project met een experimenteerbesluit voor de duur van het project. Het besluit voorzag in de erkenning van verworven competenties, wat kon leiden tot compensatie van delen van de opleiding tot sociaal geneeskundige. De pilot is goed verlopen, met de aantekening van het CSG dat nader onderzoek noodzakelijk was. Op 23 september 2010 heeft het CGS zich positief uitgesproken over een vervolgtraject, waarbij de aanbeveling is gedaan om andere specialismen bij de pilot te betrekken. Een voorstel voor een vervolgpilot wordt afgewacht.
Ouderenzorg Naar aanleiding van het KNMG-rapport ‘Sterke medische zorg voor kwetsbare ouderen’ (maart 2010) is het thema ouderenzorg in het CGS aan de orde gesteld. In het rapport worden onder andere aanbevelingen gedaan voor de vervolgopleiding. Het CGS wil graag uitvoering geven aan deze aanbevelingen en heeft discussie gevoerd over de aanpak. Ook is met de Adviesraad en andere belanghebbende organisaties gediscussieerd over de invulling van dit beleidsthema vanuit het CGS. Een projectplan is in voorbereiding.
Opleidingsplannen
Besluiten CGS Al enkele decennia geleden is het specialisme Zenuw- en zielsziekten opgeheven en het daarbij behorende register gesloten (CC Besluit no. 2-1984). Nu de laatste arts Zenuwen zielsziekten uit het register voor Zenuw- en zielsziekten is geschreven, kan het register formeel worden opgeheven. In de vergadering van 10 juni 2010 heeft het CGS dit besluit genomen en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft hiermee ingestemd. Het opleidingsplan cardio-thoracale chirurgie was het laatste landelijke opleidingsplan in het kader van de modernisering van de medische vervolgopleidingen. Het CGS heeft met dit opleidingsplan ingestemd en het Besluit cardio-thoracale chirurgie vastgesteld. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport stemde met dit laatste besluit in, waarmee het Project modernisering medische vervolgopleidingen formeel is afgerond.
In het kader van de modernisering van de medische vervolgopleidingen is de afgelopen jaren voor ieder specialisme een landelijk opleidingsplan ontwikkeld. Het landelijke opleidingsplan is opgesteld door de betreffende wetenschappelijke vereniging (CCMS-specialismen), de opleidingsinstituten (CHVG-specialismen) of vastgesteld door het college (Handboek sociale geneeskunde CSG). Afgesproken is dat wijzigingen van het landelijk opleidingsplan moeten worden voorgelegd aan het CGS. Het CGS ontwikkelde een procedure om de opleidingsplannen te beoordelen. Daarbij wordt bekeken: of het plan voldoet aan de Criteria Opleidingsplan CCMS of er sprake is van strijd met Kaderbesluit of Specifiek Besluit of de wijzigingen uitvoerbaar zijn of het consequenties heeft voor andere specialismen en/of profielen of er een invoeringsdatum is bepaald en of deze uitvoerbaar is. In 2010 heeft de Huisartsopleiding Nederland het CGS een wijziging van het Protocol Toetsing en Beoordeling huisartsgeneeskunde voorgelegd als onderdeel van het landelijk opleidingsplan huisartsgeneeskunde. Het CGS heeft met deze wijzigingen ingestemd.
CCMS 2010 Met de komst van het CGS per 1 januari 2010 is voor het CCMS een overgangsregeling getroffen, zodat het CCMS de besluitvorming in het kader van de modernisering van de medische vervolgopleidingen kon afronden. Het CCMS is daarvoor nog één keer bijeen geweest op 12 april 2010 om de besluiten Kindergeneeskunde, Nucleaire geneeskunde, Medische microbiologie, Urologie, Cardiologie, Interne geneeskunde en Pathologie vast te stellen. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft ingestemd met deze besluiten. De nieuwe regelgeving van het CCMS is op 1 januari 2011 in werking getreden.
CGS in cijfers
Afronding CCMS, CHVG en CSG Per college is een afscheidsbijeenkomst georganiseerd, waarin werd teruggeblikt op de werkzaamheden van de colleges, de ontwikkelingen in de vervolgopleidingen en vooruitgeblikt naar de nieuwe rol van de collegeleden als leden van de Adviesraad van het CGS.
15
3
32
Collegevergaderingen
Vigerende Kaderbesluiten
Vigerende specifieke besluiten
4
33
8
(Ontwerp) besluiten/ reglementen CGS
Erkende specialismen
Erkende profielen
© KNMG 2011. Voor meer informatie:
www.knmg.nl/cgs