Jaarverslag 2014
Stichting Departement Oldenzaal en omstreken der Maatschappij tot Nut van ‘t Algemeen
Inhoudsopgave A
Algemeen deel: Bestuursverslag en verslag Raad van Toezicht
A1 A2 A3 A4 A5 A6 A7
Bestuursverslag……………………………………………………………………………………………………………………… 3 Algemene instellingsgegevens ………………………………………………………………………………………….. 19 Samenstellilng toeziend bestuur ……………………………………………………………………………………. 19 Leerling-informatie ………………………………………………………………………………………………………………….. 19 Verslag toezichthoudend orgaan …………………………………………………………………………………………….. 20 Kengetallen en grafieken……………………………………………………………………………………………………………… 21 Instellingsgegevens…………………………………………………………………………………………………………………… 23
B
Jaarrekening 2014
B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
Grondslagen…………………………………………………………………………………………………………………………… 25 Balans per 31 december 2014……………………………………………………………………………………………………… 29 Exploitatierekening over 2014……………………………………………………………………………………………………… 31 Kasstroomoverzicht over 2014……………………………………………………………………………………………………… 32 Toelichting op de balans per 2014…………………………………………………………………………………………………… 33 Niet in de balans opgenomen verplichtingen (passief)/niet uit de balans blijkende rechten (actief)………………………… 36 Toelichting op de exploitatierekening over 2014…………………………………………………………………………………… 37
C
Overige gegevens
C1 C2 C3 C4 C5
Controleverklaring…………………………………………………………………………………………………………………… 40 (Voorstel) bestemming van het exploitatiesaldo…………………………………………………………………………………… 43 Gebeurtenissen na balansdatum…………………………………………………………………………………………………… 44 Overzicht verbonden partijen………………………………………………………………………………………………………… 44 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders………………………………………………………………………………… 44
Jaarverslag 2014
24
40
2
A1 Bestuursverslag Algemeen deel Algemeen bijzonder onderwijs De Nutsschool voor basisonderwijs is een algemene, bijzondere school. Algemeen wil zeggen dat er bij het onderwijs niet wordt uitgegaan van één bepaalde godsdienstige of maatschappelijke overtuiging. Er is ruimte en respect voor ieders overtuiging en cultuur. Bijzonder is dat niet de gemeente het bevoegd gezag is, maar de ouders. Het schoolbestuur (het bevoegde gezag) wordt op democratische wijze samengesteld uit bij voorkeur ouders, die kinderen op de Nutsschool hebben. Zij doet haar werk volgens de stichtingsstatuten. De directie heeft middels het managementstatuut de organisatorische en uitvoerende leiding van de school. Uitgangspunt algemeen beleid Uitgangspunt voor het algemeen beleid is het Strategisch Beleidsplan, ontwikkeld in 2014 en vastgesteld op 10 november 2014, voor de periode 2015-2019. Visie op onderwijs De Nutsschool wil goed onderwijs bieden aan kinderen van 4 tot ongeveer 12 jaar. Uitgangspunt hierbij is dat kinderen zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en positief kritisch denkend mens. Het leren wordt beschouwd als een vanzelfsprekende plezierige activiteit. Vanuit geborgenheid en vertrouwen worden vaardigheden aangeleerd op cognitief, creatief, sociaal, motorisch en emotioneel gebied.
Organisatie Aannamebeleid De Nutsschool heeft een vastgesteld aannamebeleid. Dit beleid houdt in dat bij de toelating van leerlingen de maximale groepsgrootte vastgesteld is op dertig leerlingen. Met dit aantal denken we beter te kunnen voldoen aan de doelstellingen van de school. Hierbij heeft de leerkracht voldoende mogelijkheden om rekening te kunnen houden met de eigen ontwikkelingsmogelijkheden van elk kind door zo gedifferentieerd mogelijk onderwijs aan te bieden. Om tussentijdse instroom mogelijk te maken, wordt in de jaargroepen 1 gestart met kleine groepen (15 leerlingen). De Nutsschool heeft een leerlingaantal dat in overstemming is met de prognoses. Wel is opmerkelijk dat enkele jaren geleden er een paar keer grote wachtlijsten aangelegd moesten worden, mede veroorzaakt door het grote aantal aangemelde broertjes en zusjes. Hierdoor is het aantal nieuwe ouders gering(er) en dit heeft nu invloed op het aantal aanmeldingen vanaf 2014. De beoogde dertig leerlingen zullen wij een aantal jaren, mede ook door de krimp van het aantal geboorten, de komende jaren niet halen. Teldatum gegevens per 1 oktober 2012 238
Jaarverslag 2014
2013 236
2014 236
2015 230-235
3
Besturen op afstand Goed onderwijsbestuur (governance) blijft actueel voor besturen en management. Het wetsvoorstel “goed onderwijs, goed bestuur” is op 17 september 2009 aangenomen door de Tweede Kamer. In dit voorstel staat dat er gebruik moet worden gemaakt van een code goed bestuur én dat er een scheiding moet zijn tussen bestuur en (intern) toezicht. Het bestuur heeft in 2010 besloten te kiezen voor het bestuursmodel ‘toeziend bestuur’. Dit model past het best bij een bestuur op afstand en ook bij de éénpittersituatie. Eind 2010 heeft het bestuur besloten om verder te gaan als driepersoons bestuur. Dit heeft alles te maken met de werkwijze van het bestuur en de gedelegeerde taken en verantwoordelijkheden aan het managementteam. Een en ander is in 2011 in de statuten geformaliseerd. In 2014 heeft het bestuur in een onveranderde samenstelling haar taken uitgevoerd. Evaluatie beleidsvoornemens Aan het eind van het schooljaar 2013-2014 zijn de beleidsvoornemens uit het derde jaar van het schoolplan 2011-2015 geëvalueerd. Zowel bestuur als MT heeft geconcludeerd dat veel plannen zijn uitgevoerd en gerealiseerd. Schoolcontactpersoon en klachtenregeling Op basis van het klachtenregistratieformulier zijn gedurende het kalenderjaar 2014 geen klachten en twee meldingen ingediend welke naar tevredenheid van de melders zijn afgehandeld. De schoolcontactpersoon heeft zich op de informatieavond voor nieuwe ouders van leerlingen in groep 1 voorgesteld en haar rol/taak besproken en tevens hebben alle collega’s op de klasseninformatieavonden de rol van de schoolcontactpersoon belicht. Inspectie van het Onderwijs De onderwijsinspectie geeft in haar inspectierapport van 13 februari 2014 aan dat de kwaliteit van het onderwijs op de Nutsschool op de onderzochte onderdelen grotendeels op orde is. Verder heeft ze een drietal aandachtspunten aangegeven: Verfijning van de analyse van de hulpvraag in het groepshandelingsplan om beter aan te kunnen sluiten bij de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen. Planmatiger werken aan verbeteractiviteiten Verbeteren systematiek m.b.t. het borgen van de resultaten van het onderwijsleerproces. Deze aandachtspunten zijn meegenomen in het opstarten van het nieuwe schoolplan voor de periode 2015-2019. Tussenschoolse opvang (TSO) en “andere schooltijden”. In 2014 zijn we verder gegaan met de discussie over “nieuwe schooltijden” en samen met de diverse geledingen hebben we besloten om met ingang van het schooljaar 2015-2016 te gaan werken met een continurooster, mede omdat alle andere Oldenzaalse basisscholen inmiddels met een dergelijk schooltijdenmodel werken. Ouders zijn in 2014 gevraagd naar hun wensen en een grote meerderheid bleek voorstander van een continurooster. Om één en ander te kunnen starten in augustus 2015 heeft een werkgroep in 2014 de benodigde stappen gezet. Deze werkgroep is ook in 2015 nog steeds actief in verband met de implementatie van andere schooltijden. Ook in 2014 zagen we een verdere lichte toename van het aantal overblijfkinderen in de TSO en doordat er nog steeds voldoende overblijfkrachten beschikbaar zijn, levert dit tot op heden geen knelpunten op.
Jaarverslag 2014
4
Buitenschoolse opvang (BSO) en bovenschoolse plusgroepen Onze multifunctionele ruimte is in 2014 wederom gebruikt op drie middagen door BSO de Kiekeboe voor naschoolse opvang. Ook dit kalenderjaar hebben we op een plezierige manier samengewerkt en zijn we erg blij dat op onze locatie nu vaste leidsters zijn aangesteld. Het aantal Nutsschoolkinderen in de BSO is dit jaar ongeveer gelijk gebleven. Ook is deze ruimte in 2014 op woensdagochtenden wederom gebruikt door bovenschoolse plusgroepen. In de eerste helft van 2014 nog onder regie van SWV 08.05 (drie plusgroepen), maar vanaf het schooljaar 2014-2015 zijn er nog twee plusgroepen aanwezig onder regie van het Onderwijs Ondersteunings Centrum (OOC), vallend onder de deelregio Noord Oost Twente, wat weer onderdeel is van SWV 23.02.
Onderwijs Onderwijsmethoden In 2014 hebben we de methode voor Nederlandse taal en spelling vervangen door de vernieuwde versie van Taalactief 4. Deze wordt gebruikt in de groepen 4 tot en met 8. ICT ICT stond ook in 2014 volop in de belangstelling. De ICT-er, opgeleid digicoach, zorgt ervoor dat teamleden en directie zoveel mogelijk “bijblijven” wat betreft nieuwe ontwikkelingen. Dit jaar hebben we 3 beamers vervangen (huur-lease constructie en hebben we nog steeds door de samenwerking met de bovenschoolse plusgroepen mede de beschikking over 2 laptopwagens, zijn er in de beide groepen 1 nieuwe touchscreens geplaatst en 2 nieuwe pc’s met toebehoren in de groepen vervangen. Tevens is er ten behoeve van een leerling, maar eigendom van de school, het Kurzweill 3000 programma ten behoeve van dyslectische leerlingen aangeschaft. Zorg en kwaliteit Met behulp van het leerlingvolgsysteem worden de ontwikkelingen van individuele leerlingen nauwlettend gevolgd om zorg op maat te geven. Om deze resultaten van onze leerlingen te kunnen meten maken we gebruik van landelijk genormeerde toetsen van het Cito. Een opgestelde toetskalender garandeert dat de toetsen op de juiste momenten worden afgenomen. Tussentijdse opbrengsten hebben we wederom in 2014 toegezonden aan de Inspectie van het Onderwijs. Deze lagen op of iets boven het verwachte gemiddelde. De resultaten van de Cito-eindtoets op onze school liggen jaarlijks boven het niveau dat verwacht mag worden op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie. Resultaten Cito-eindtoets 2011 2012 540,0 539,8
2013 538,6
2014 537,6
In 2014 hebben we ons administratiesysteem Tangram vervangen door ParnasSys. Waar we voorheen opbrengsten en resultaten uit Cito-LOVS haalden, hebben we deze gegevens laten converteren naar ParnasSys. ParnasSys is een webbased leerlingvolgsysteem en leerlingadministratiesysteem in één. Via een implementatietraject hebben we ons op diverse niveaus laten scholen in het gebruik van dit systeem. Communicatie met ouders Voor de ouders zijn er gedurende het jaar informatieavonden, kijkavonden, open dagen, 10minutengesprekken, etc. geweest. Schriftelijke informatieverspreiding heeft plaatsgevonden bijvoorbeeld door middel van de schoolgids, circulaires, het Nutsbulletin, de schoolkrant, website. Iedere groepsleerkracht organiseerde aan het begin van het schooljaar 2014-2015 Jaarverslag 2014
5
een klasseninformatieavond om ouders uitleg te geven over leerstof, hulpmiddelen, regels en werkwijzen. De ouders maakten volop gebruik van de praat- en de kijkavonden en ze konden in overleg in alle jaargroepen lessen bijwonen. Voor belangstellenden organiseerden we een open huis. Daarnaast konden ouders in participatiegroepen deelnemen aan activiteiten om schoolse zaken te ondersteunen. Samenwerkingsverband SWV 08.05 opgegaan in 23.02. Op 1 augustus 2014 is de wet “passend onderwijs” en daarmee de zorgplicht formeel in werking getreden. Op deze datum is het samenwerkingsverband (SWV) 08.05 opgegaan in SWV 23.02. Om preventief en dichtbij het kind te kunnen werken, is het grote regionale SWV ingedeeld in drie werkgebieden, zogenaamde sub regio’s. Schoolbesturen binnen de sub regio’s werken onderling samen en hebben afspraken gemaakt over onderwijsondersteuning aan kinderen. Dit gebeurt op basis van centrale afspraken die SWV 23.02 met de sub regio’s heeft gemaakt. Wij vallen onder de sub regio Noordoost Twente, met schoolbesturen in de gemeente Oldenzaal, Dinkelland en Losser en zijn een samenwerkingsovereenkomst aangegaan met het Katholiek Onderwijs Noord Oost Twente (KONOT) en Stichting Katholiek Onderwijs Losser (SKOLO). Daartoe is een Onderwijs Ondersteunings Centrum opgericht (OOC) waar wij als partner in participeren. Binnen de kaders van passend onderwijs is het binnen ons Samenwerkingsverband 23-02 momenteel zo georganiseerd dat wanneer wij als school handelingsverlegen zijn, een leerling via het OOC kan worden aangemeld bij het Platform voor onderzoek, begeleiding en advies (POBA). Door het POBA wordt een zorgvuldige procedure opgestart waarbij ouders en school nadrukkelijk worden betrokken. Samen wordt dan gezocht naar passende begeleiding, eventueel een andere vorm van hulp, toegespitst op de problemen van het betreffende kind of een andere vorm van (speciaal) onderwijs. Stichting Schoolfonds Nutsschool Oldenzaal De Nutsschool Oldenzaal heeft een verbonden partij. Dit betreft de Stichting Schoolfonds. De Stichting Schoolfonds heeft een andere bestuurssamenstelling dan de Nutsschool Oldenzaal. Er is geen sprake van beslissende zeggenschap. Derhalve heeft er geen consolidatie plaatsgevonden. Ondersteuning Ook in 2014 mochten wij ons op allerlei fronten weer gesteund zien door vele interne en externe partijen, waarvoor wij een ieder hartelijk willen bedanken. Beleidsvoornemens voor het kalenderjaar 2015 Het in 2015 gaan voldoen aan de voorwaarden rondom de invoering van de functiemix door voldoende leerkrachten te benoemen in de LB-schaal (46% van de LA-functies); Uitvoeren en verder implementeren van de wet op het passend onderwijs door optimaal gebruik te maken van het OOC en daar aanwezige ondersteuningsstructuur en verder te werken aan de kwaliteit van onze basisondersteuning door ons te richten op de streefdoelen zoals deze zijn geformuleerd in het ondersteuningsplan van SWV 23.02. Planmatiger werken aan verbeteractiviteiten door het gaan werken met een verbeterplan als onderdeel van een jaarplan, wat geevalueerd en geborgd wordt. We gaan dat vorm geven door middel van de PDCA-cyclus met behulp van ons kwaliteitsinstrument WMK, waardoor de systematiek m.b.t. het borgen van de resultaten van het onderwijsleerproces verbeterd wordt. Het afronden van het protocol voor hoogbegaafdheid. Verder oriënteren en invoeren van de doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting ten aanzien van het onderhoud buitenkant en constructief overleggen met de gemeente. Een start maken met het expliciteren van de doorgaande lijn bij “muziekonderwijs” door schooldeelname aan het project CMK “Muziektalent”.
Jaarverslag 2014
6
Het vernieuwen van de schoolwebsite en het verder optimaliseren van de communicatie met ouders en leerlingen via moderne media en ons nieuwe administratiesysteem ParnasSys. Streven naar een structurele aanwezigheid van een “datateam” ter verrijking van de kwaliteitscyclus.
Evaluatie beleidsvoornemens 2014 (zie jaarverslag 2013) o De aanwezige LB-leerkrachten hebben een vervolgstap gezet in hun gesprekscyclus. Daarnaast zijn er nog geen nieuwe LB-leerkrachten aangesteld, wel zijn 2 leerkrachten in 2014 begonnen aan een “gedragsspecialist basisopleiding (Post-HBO” die eventueel kan resulteren in een LB-benoeming. o Zoals hiervoor beschreven bij “samenwerkingsverband..” is de zorgplicht formeel in werking getreden, hiertoe hebben we ons schoolondersteuningsprofiel geactualiseerd en geven we invulling aan de zorgplicht middels ons partnerschap in het OOC. o Om de financiële cyclus te koppelen aan de beleidscyclus heeft de directeur een bijeenkomst van het netwerk financiën van de PO-raad bezocht. Mede op basis hiervan is eind 2014 de meerjarenbegroting gerealiseerd, maar is het nog lastig om ver vooruit te kijken daar lange tijd onzeker is en is gebleven welke gelden vanuit de overheid in de komende jaren beschikbaar komen. De begroting over meerdere jaren gerekend is sluitend, maar veel te investeren in nieuw beleid is er nog niet. o In 2014 is een begin gemaakt met het actualiseren van het protocol hoogbegaafdheid, dit is echter nog niet afgerond en moet in 2015 een vervolg krijgen. o Er is besloten om andere schooltijden met ingang van augustus 2015 te gaan hanteren, een zogenaamd continurooster. Om dit mogelijk te maken hebben we in het schooljaar 2014-2015 te maken met een overgangsjaar wat betreft schooltijden en hebben daarom te maken met extra personele lasten, die bij de presentatie van de begroting 2013 nog niet voorzien konden worden. In de in 2014 gemaakte meerjarenbegroting zijn deze kosten wel opgenomen.
Personeel Het team Het kalenderjaar 2014 is naar tevredenheid verlopen. Er zijn door diverse teamleden nascholings- en trainingsactiviteiten gevolgd en op schoolniveau zijn er werkvergaderingen gewijd aan het thema handelingsgerichtwerken en de 1-zorgroute in combinatie met het hanteren van groepsplannen bij ons onderwijs. Verder hebben we een studiedag besteed aan kennismaken met de werking van een datateam, waarbij we begeleid zijn door Expertis en de UT-Twente. Ook is in 2014 het project Preventie in de Keten afgerond, waarbij we samengewerkt hebben met het lectoraat van de HES/Saxion en zijn er interventiebijeenkomsten op onze school georganiseerd. De twee intern begeleiders (in 2013 gestart) hebben de post-hbo cursus psychodiagnostisch specialist en een onderbouw collega heeft de opleiding specialist kleuteronderwijs in 2014 afgerond. Daarnaast hebben twee collega’s nascholing gevolgd om hun bevoegdheid voor het bewegingsonderwijs te behalen en naar verwachting zullen zij dit in 2015 afronden. In- en uitstroom In 2014 hebben nagenoeg dezelfde medewerkers de formatie ingevuld als het jaar ervoor. Van 1 leerkracht hebben we de tijdelijke aanstelling omgezet in een vaste aanstelling en tevens hebben we een mannelijke leerkracht, nadat hij naar tevredenheid een zwangerschaps- en bevallingsvervanging had ingevuld, een tijdelijke fulltime aanstelling kunnen geven met uitzicht op vast. Het afgelopen kalenderjaar hebben twee leerkrachten zwangerschaps- en bevallingsverlof genoten en maakten tevens drie leerkrachten gebruik van ouderschapsverlof.
Jaarverslag 2014
7
Ziekteverzuim Het ziekteverzuim is in 2014 wederom erg laag gebleven en ligt ver onder het gemiddelde landelijke ziekteverzuimcijfer. We hebben alleen met enkele kortdurende ziekmeldingen te maken gehad, blijven in het bonus/malussysteem staan op trede 0 en zullen een deel van de premie terugontvangen in 2015. Een laag ziekteverzuim is goed voor de rust in school en biedt de leerlingen structuur. Te prijzen is ook dat regelmatig enkele parttimers flexibel diverse benodigde ziektevervangingen oplossen. Ziekteverzuimpercentages en “eigen risicodrager”
Ziekteverzuim %
2011 1,89%
2012 0,52%
2013 0,63%
2014 0,65%
Eind 2014 maakte het Vervangingsfonds bekend dat ook kleine besturen met een laag ziekteverzuimpercentage in aanmerking konden komen om “eigen risicodrager” te worden, wel moest dan ook aan een aantal andere voorwaarden voldaan worden. Hier hebben we ons op georiënteerd en in samenspraak met de PMR besloten om hier in 2015 gebruik van te gaan maken. Wel hebben we ons wat betreft het ziekteverzuim tegen een gunstig tarief herverzekerd bij het Risicofonds met een eigenrisicoperiode per werknemer van 10 dagen. Wel vindt bij deze verzekering er ook vergoeding plaats van het ouderschapsverlof.
Huisvesting In het jaar 2014 zijn er diverse werkzaamheden uitgevoerd zowel wat betreft onderhoud als ook vernieuwing. Deze werkzaamheden zijn deels voor rekening van het bevoegd gezag als ook in 2014 nog voor rekening gemeente, tenminste wanneer het de buitenkant betreft. Eind 2014 is o.a. de buitenriolering op het voorplein vervangen, doordat we wateroverlast hadden in de kelder bij de toiletgroepen. Tevens zijn twee kolkkoppen op het achterplein vervangen. Deze ingrepen hebben we voorgefinancierd en inmiddels hebben we de bedragen in 2015 terug ontvangen van de gemeente Oldenzaal. Verder hebben we in 2014 een lichtkoepel vervangen, voor onze grote gymzaal een nieuwe combikast en turnbok aangeschaft en is een grote boom verwijderd uit onze tuin en overhangende takken van een eikenboom gesnoeid. Daarnaast vindt er jaarlijks onderhoud plaats aan diverse installaties waarvoor contracten zijn afgesloten. Tussendoor vinden er altijd reparaties plaats van onvoorziene zaken. Aan de hand van een meerjarenonderhoudsplanning, opgesteld door een onafhankelijk adviesbureau hebben we inzicht in de staat van onderhoud van het gebouw en de grote gymzaal in de komende jaren.
Financiën Lumpsum Op basis van het leerlingenaantal ontvangt de school van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap subsidies, enerzijds voor het aanstellen van onderwijzend en ondersteunend personeel en anderzijds voor de exploitatie van het schoolgebouw en de school. De inkomende geldstroom (de baten) bestaat uit een aantal componenten, te weten: bijdrage overheid personele subsidies; bijdrage overheid materiële instandhouding; overige inkomsten uit activiteiten, rente en verhuur; bijdrage klokurenvergoeding gymnastiek.
Jaarverslag 2014
8
De uitgaande geldstroom (de lasten) bestaat uit: Personele lasten Jaarlijks wordt er, meestal na overleg met ons administratiekantoor Onderwijsbureau Twente te Borne, een beslissing genomen hoeveel geld er besteed kan worden aan de formatie. Totaal aantal onderwijzend personeel op 1 augustus van dat schooljaar: 2011-2012 15
2012-2013 15
2013-2014 15
2014-2015 16
Formatie in fulltime equivalent (fte) op 1 augustus van dat schooljaar: 2011-2012 13,2
2012-2013 12,8
2013-2014 11,9
2014-2015 11,8
Materiële lasten Hieronder verstaan we alle operationele lasten betreffende het instandhouden van de school. Op basis van de te verwachten baten betreffende materiële instandhouding, gebaseerd op de telgegevens, wordt jaarlijks een begroting opgesteld voor de uitgaven. De kosten worden zo goed mogelijk geschat waarna de volgende posten resteren: uitgaven en reservering met betrekking tot het onderwijsleerpakket. Deze worden jaarlijks in overleg met het management begroot, uitgaande van de te verwachten vernieuwingen van onderwijsmethoden in enig jaar; uitgaven en reservering voor het onderhoud van gebouwen en terreinen. Deze worden begroot op basis van ervaringscijfers uit het verleden en het meerjarenonderhoudsplan verstrekt door een adviesbureau. Het beleid is erop gericht dat: er jaarlijks een sluitende begroting is; er een goede opbouw van reserveringen dient plaats te vinden. Het beheer van ons schoolgebouw en -terrein valt, wat betreft de buitenzijde, onder de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. Door de invoering van de Wet op het Primair Onderwijs konden uitgaven die nodig zijn om de buitenkant van ons gebouw/terrein in stand te houden in 2014 nog gedeclareerd worden bij het gemeentebestuur. De vergoeding voor de kosten die gemaakt moeten worden aan de buitenkant van de school werden door het adviesbureau Thero B.V. aangevraagd bij het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Oldenzaal. Deze toetst vervolgens deze kosten aan het door de gemeenteraad vastgestelde budget. In 2014 hebben we een spoedaanvraag ingediend en ook gehonoreerd gekregen, onder voorwaarde van voorfinanciering, om problemen met de riolering op het voorplein te verhelpen. Dit werk is nog in 2014 gereed gekomen en de betaling door de gemeente heeft inmiddels plaatsgevonden. Het adviesbureau Thero B.V. heeft een meerjarenplanning voor de jaren 2007-2016 opgesteld die op school ter inzage ligt. In 2013 is het rapport meerjarenplanning onderhoudskosten geactualiseerd. Wat betreft de binnenkant van het gebouw voert het bestuur in samenspraak met het managementteam de planning uit. Vanaf 2015 zijn we vanwege de doorcentralisatie van de huisvestingsgelden ook verantwoordelijk voor het onderhoud aan de buitenkant en zijn ons hierin aan het verdiepen.
Jaarverslag 2014
9
TOELICHTING JAARREKENING FINANCIËN Financiën op balansdatum De financiën van de school tonen een gezond beeld en zijn op orde. De bedrijfsvoering draagt bij aan een positieve financiële positie. Het management beschikt op dit moment over actuele financiële gegevens middels het systeem OBTopics van het Onderwijsbureau Twente. Er is voortdurend inzicht in de maandelijkse uitgaven en inkomsten. Activa De boekwaarde van de materiële vaste activa is iets afgenomen. In 2014 zijn er investeringen gedaan die niet opwogen tegen de afschrijvingen in 2014. De vorderingen vertonen een toename ten opzichte van 2013. De vordering op het Ministerie van OCW is toegenomen met € 13.806. We kennen een hoger bedrag aan overlopende activa, maar de vooruitbetaalde huisvestingskosten zijn bijna nihil. De liquide middelen zijn afgenomen ten opzichte van 2013. Dit wordt mede veroorzaakt door het negatieve exploitatieresultaat van € 12.837, wat echter toch enorm meevalt omdat er in de begroting 2014 nog geen rekening gehouden kon worden met de hogere personele lasten in verband met het overgangsjaar wat betreft schooltijden. In de tweede helft van 2014 was de verwachting dat dit circa € 25.000,- meer zou kosten. Passiva Het eigen vermogen vertoont ten opzichte van 2013 een daling van € 12.837. Dit is het gevolg van het negatieve exploitatieresultaat over 2014. De voorzieningen zijn nagenoeg gelijk gebleven. En de kortlopende schulden laten een daling zien van ruim € 7.000. Investeringen en financieringsbeleid Voor het komende jaar verwacht de directie geen significante investeringen te verrichten.
GANG VAN ZAKEN GEDURENDE HET VERSLAGJAAR Analyse van het exploitatiesaldo In de begroting 2014 werd uitgegaan van een exploitatieresultaat van € 3909, -. Het resultaat kwam uit op een negatief saldo van € 12.837, -. Bij activa is al de uitleg gegeven. Daar kan nog aan toegevoegd worden dit we in december 2013 een bedrag van ruim € 49.000, ontvangen werd van het ministerie van OC&W als gevolg van afgesproken regelingen uit het herfstakkoord. Het ging om bijzondere aanvullende bekostiging en een regeling jonge leerkrachten. We kunnen hier in ieder geval aangeven dat een deel van deze ontvangen middelen goed besteed zijn in 2014. Verder is vermeldingswaardig dat de huisvestingslasten wat betreft onderhoud in 2014 erg zijn meegevallen, we hebben hiervoor bijna € 8000,- minder uitgegeven dan begroot. De gemiddelde personeelslast per fte is van € 58.721, - (2013) licht gedaald naar € 58.557, (2014). Ontwikkeling Gewogen Gemiddelde Leeftijd (GGL): 2011 2012 2013 2014 37,98 39,06 37,94 38,76 Verantwoording “prestatiebox”-gelden Er is in 2014 in totaal € 23.295, - ontvangen aan zogenaamde “prestatieboxgelden”. In een afzonderlijke bijlage bij dit bestuursverslag 2014 is een beknopt verslag opgenomen.
Jaarverslag 2014
10
Bestemming van het resultaat Er wordt € 8.694, - onttrokken aan de algemene reserve en tevens € 4.143, - aan de bestemmingsreserve eerste waardering. Treasuryverslag Het treasurybeleid van onze Stichting vindt plaats binnen de kaders van de Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 16 september 2009, nr. FEZ/CC 2009/150185, houdende regels over het beleggen en belenen van publieke middelen (Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek). Beleggen en belenen mag alleen risicomijdend plaatsvinden; d.w.z. dat de liquide middelen zodanig beheerd dienen te worden dat de uitgezette hoofdsom gegarandeerd blijft. Bij het uitzetten van alle overtollige middelen wordt gehandeld in overeenstemming met de in deze regeling gestelde verplichtingen. De algemene doelstellingen van het treasurybeleid van onze Stichting luiden: - Het zorg dragen voor de tijdige beschikbaarheid van de benodigde geldmiddelen tegen acceptabele condities (beschikbaarheid); - Het optimaliseren van het rendement van de overtollige liquide middelen binnen de kaders van het treasurystatuut (rentemaximalisatie); - Het beheersen en bewaken van de financiële risico’s die aan de financiële posities en geldstromen zijn verbonden (risicominimalisatie). Vanaf oktober 2012 zijn de gelden ondergebracht op een rekening courant en een spaarvrij rekening bij de Rabobank. Het beheer hierover is gemandateerd aan het ObT. Verder zijn er gelden ondergebracht bij de ABN-AMRO op een bestuursrekening, is er een ondernemers top depositorekening en een vermogens spaarrekening. Hierbij volgen we het treasurybeleid zoals dat is beschreven in ons treasurybeleidsstuk en is vastgesteld door het bevoegd gezag in maart 2006. In dit beleidsstuk is een aanpassing doorgevoerd op 8 april 2013. Analyse van het exploitatiesaldo 2014 ten opzichte van de begroting 2014: Begroting 2014 €
Realisatie 2014 €
Overschot
Tekort
€
€
Begroting 2015 €
Baten Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totale baten
1.002.893 8.322
1.034.453 8.359
31.560 37
73.610 1.084.825
59.470 1.102.282
17.457
900.918 31.598 80.950 71.050
942.774 32.460 67.841 76.661
1.084.516
1.119.736
Financiële baten en lasten
3.600
4.617
Resultaat
3.909
12.837 negatief
1.066.935 8.000 14.140
26.000 1.100.935
41.856 862 5.611
920.972 31.391 82.462 72.100
35.220
1.106.926
Lasten Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten Totale lasten
Jaarverslag 2014
13.109
1.017
2.600
3.391 negatief
11
Korte toelichting op bovengenoemde bedragen: Baten Rijksbijdragen OCW: De hogere realisatie (€ 31.560,-) is het gevolg van ontvangen gelden in het kader van de compensatie voor de gestegen arbeidskosten en middelen in het kader van het Nationale onderwijsakkoord, mede omdat modernisering van de Bapo is gerealiseerd. Verder zijn vanaf augustus zorgmiddelen geboekt als Rijksbijdragen OCW. Overige baten: Deze is ruim € 14.000,- lager omdat de in de tweede helft ontvangen zorgmiddelen als Rijksbijdragen OCW zijn geboekt, het gaat hier om een bedrag van ruim € 16.000,-. Lasten Personele lasten: De personele lasten vielen (€ 41.856,-) hoger uit mede door een hogere afdracht van de diverse premies en werkgeverslasten en hogere personele lasten ten gevolge van het overgangsjaar schooltijden. Ook is er ruim € 6.000,- meer uitgegeven aan scholing dan begroot, deels ook onder gebracht bij personeels- en arbeidsmarktbeleid. Ook is hier de bijdrage vanaf augustus 2014 aan het Onderwijsondersteuningscentrum (OOC) ondergebracht (€ 5663,-). Huisvestingslasten: De post onderhoud viel € 13.109,- lager uit door fors lagere kosten voor het dagelijkse onderhoud en meevallende energielasten en niet gebruikte voorziening groot onderhoud. Overige instellingslasten: In de post inventaris en apparatuur zijn het voornamelijk de steeds verder oplopende ICTkosten, en dan met name de licenties, die zorgen voor een overschrijding van ruim € 5600,-. Financiële baten en lasten De rentebaten waren voorzichtig geschat in verband met dalende rentetarieven. Toch waren de baten hoger dan begroot, wel worden de rente- en bankkosten steeds hoger.
Jaarverslag 2014
12
CONTINUITEITSPARAGRAAF In de brief van 20 december 2013 geeft de minister van OC&W aan dat de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs (RJO) is uitgebreid met een voorschrift dat voorziet in de opname in het jaarverslag van de zogeheten Continuiteitsparagraaf. Wij erkennen het belang van het structureel inbedden hiervan in onze PDCA-cyclus. Wij hebben dan ook de continuiteitsparagraaf definitief gestalte gegeven en beleidsrijk nader onderbouwd. Kengetallen KENGETAL (stand 31/12) Personele bezetting in FTE - Management / Directie - Onderwijzend personeel - Overige medewerkers Leerlingenaantallen
VERSLAGJAAR
Jaar T+1*
Jaar T+2*
Jaar T+3*
2 13,23 0,87 236
1,66 13,63 0,87 233
1,5 13,63 0,87 228
1 13,13 0,87 223 * prognose
Toelichting op de kengetallen: We zien in de komende jaren een daling van het leerlingaantal wat we op pagina 3 van dit bestuursverslag onder organisatie en aannamebeleid kort hebben toegelicht en verklaard. Het gevolg daarvan is dat we met name in de personele bezetting terughoudend moeten zijn met het aangaan van verplichtingen. We kiezen er dan ook voor binnenkort ons Management terug te brengen naar 1 fte en terughoudend om te gaan met het aanstellen van nieuw personeel. De formatie-omvang zal dus met de te verwachten leerlingdaling meedalen.
Balans ACTIVA VASTE ACTIVA 1.2 Materiële vaste activa TOTAAL VASTE ACTIVA VLOTTENDE ACTIVA 1.5 Vorderingen 1.7 Liquide middelen TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA TOTAAL ACTIVA
Jaarverslag 2014
VERSLAGJAAR
Jaar T+1*
Jaar T+2*
Jaar T+3*
235.377 235.377
216.986 216.986
193.221 193.221
181.498 181.498
67.072 390.291
64.572 414.653
65.072 430.264
66.072 448.900
457.363
479.225
495.336
514.972
692.740
696.211
688.557
696.470
13
PASSIVA 2.1 EIGEN VERMOGEN Algemene reserve Bestemmingsreserve Publiek 2.2 VOORZIENINGEN Voorziening Groot Onderhoud Voorziening Jubilea Overige voorzieningen 2.4 KORTLOPENDE SCHULDEN Crediteuren Belastingen en premies sociale verz. Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
TOTAAL PASSIVA
382.031
382.640
378.473
389.924
202.198 584.229
198.198 580.838
194.198 572.671
190.198 580.122
0 13.828 11.498 25.326
7.262 14.328 9.498 31.088
8.525 14.328 7.498 30.351
10.787 14.328 5.498 30.613
2.186
2.686
3.186
2.936
36.600
36.600
36.600
36.600
11.761
12.261
12.761
13.261
1.934
2.034
2.284
2.234
30.704 83.185
30.704 84.285
30.704 85.535
30.704 85.735
692.740
696.211
688.557
696.470
Toelichting op de balans: Kijkend naar de balans zien we in de komende jaren geen grote verschuivingen. De materiele vaste activa lopen wat terug door de afschrijvingen en we zien dit terugkeren bij een verhoogde liquiditeit. Kijkend naar de post “huisvestingsbeleid” hebben we in deze paragraaf een voorziening opgenomen voor groot onderhoud, waaruit we ook het één en ander moeten bekostigen, dit hebben we in beeld door ons meerjarenonderhoudsplan. Wel loopt er nog een aanvraag bij het ministerie van OCW in het kader van de overgangsregeling buitenonderhoud waar we naar verwachting nog gelden uit zullen ontvangen. Ten aanzien van de andere balansposten worden er geen significante wijzigingen verwacht.
Jaarverslag 2014
14
Staat / Raming van Baten en Lasten
BATEN Rijksbijdrage Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten TOTAAL BATEN
VERSLAGJAAR Jaar T+1* Jaar T+2* Jaar T+3* 1.034.453 1.066.935 1.070.872 1.059.652
LASTEN Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten TOTAAL LASTEN Saldo Baten en Lasten Saldo financiële bedrijfsvoering TOTAAL RESULTAAT
VERSLAGJAAR Jaar T+1* Jaar T+2* Jaar T+3* 942.774 920.972 919.469 890.827 32.460 31.391 30.765 29.222 67.841 82.462 83.012 85.062 76.661 72.100 72.392 73.689 1.119.736 1.106.926 1.105.639 1.078.801 -17.454 -5.991 -10.767 4.851
8.359 59.470 1.102.282
4.617 -12.837
8.000 26.000 1.100.935
2.600 -3.391
8.000 16.000 1.094.872
2.600 -8.167
8.000 16.000 1.083.652
2.600 7.451
Toelichting op de Baten en Lasten: Zoals al gemeld bij de kengetallen hiervoor zullen de komende jaren door een lichte daling van het leerlingaantal de baten licht teruglopen. Hier hebben we onze personeelslasten mede op begroot en verwachten daarmee over meerjaren beziend een sluitende meerjarenbegroting te kunnen behalen. Bij de overige baten is een flinke terugval te zien, dat heeft te maken met het feit dat de zorggelden uit de vroegere samenwerkingsverbanden nu geboekt worden als rijksbijdragen. Verder hebben we hier voorzichtig en terughoudend begroot. Nog niet alle beschikkingen zijn bekend wat betreft de diverse bestuursakkoorden. Eventuele hogere baten zullen we gaan investeren in het onderwijs, specifiek in ICT en cultuureducatie en waar mogelijk een versnelde actualisering van diverse methoden. Een kleine opmerking wat betreft de huisvestingslasten is hier nog wel op zijn plaats. De lasten vielen in het verslagjaar erg mee, hier is niet de begroting op aangepast, want de verwachting is dat deze in de komende jaren weer op het normale niveau zullen komen.
Jaarverslag 2014
15
RAPPORTAGE INTERN RISICOBEHEERSINGS- CONTROLESYSTEEM Een risicoanalyse is het fundament voor een beleidsrijke meerjarenbegroting. Daarom hebben we begin 2015 een risicoanalyse uitgevoerd en daarvoor het “risicomanagement” instrument van de PO-raad gebruikt. Dit risicomanagementmodel geeft inzicht in het integrale risicoprofiel van onze onderwijsinstelling. Hierbij wordt vooral gekeken naar factoren die de doelstellingen van onze organisatie bedreigen en dus niet op de eerste plaats naar financiële risico’s die rechtstreeks tegenvallers in de exploitatie kunnen veroorzaken. De domeinen waar naar gekeken is zijn: bestuur en organisatie, onderwijs en identiteit, financiën, personeel, huisvesting, facilitaire dienstverlening en ICT. Van de 51 belangrijkste risico’s die de (onderwijskundige) doelstellingen van onze organisatie kunnen bedreigen, zijn op basis van onze inschatting 0% risico’s bestempeld van de belangrijkste risico’s die op korte en middellange termijn aandacht behoeven. Wij scoren hiermee een voldoende voor het managen van risico’s. Ook scoren wij een voldoende voor het managen van risico’s met financiële consequenties, wel komt er een advies uit over de omvang van de bufferliquiditeit, een tijdelijke ophoging is daarbij verdedigbaar, dit ter overbrugging van de periode waarin we alsnog tot beheersing van risico’s op korte termijn moeten komen. De risico’s op korte termijn die niet adequaat zijn afgedekt zijn: Bestuur en organisatie; kwaliteit, waarbij intensiteit en de kwaliteit van het toezicht mogelijk tekort schieten en Personeel; wat betreft beheer kan een functionaris op een sleutelpositie plotseling wegvallen en er ontstaat een open plek in de organisatie. In 2015 zal het toeziend bestuur in samenspraak met de gedelegeerd bestuurder-directeur zoeken naar oplossingen om deze risico’s toch adequaat af te dekken. Een volledig verslag van dit afgenomen risicomanagementinstrument is ter beschikking gesteld aan de accountant en is door het toeziend bestuur besproken.
Jaarverslag 2014
16
Bijlage Verantwoording prestatiebox gelden Er is in 2014 in totaal € 23.295, - ontvangen aan zogenaamde “prestatiebox gelden”. Dit zijn middelen uit het regeerakkoord waaraan toegevoegd zijn twee bestaande budgetten, die voorheen als aparte regeling verstrekt werden. Het gaat om de budgetten voor taal en rekenen en cultuureducatie. In het kader van de regeling versterking cultuureducatie is het beleidsplan “cultuureducatie” leidend, waarin een specificatie van doelen en uitgaven is opgenomen. Er wordt een begroting gemaakt op schooljaarbasis en deze bedraagt ruim € 8.000,-. De diverse projecten en activiteiten hebben de inkomsten ruim overschreden. In het kader van opbrengstgericht werken zijn bij “Expertis” nascholingsgelden besteed aan handelingsgericht werken, consultatie leerling zorg en twee onderzoeken, totaal gaat het om een bedrag van € 3.630, -. Deze inzet sluit aan bij de doelen gesteld in 2014 om groepsplannen en de 1-zorgroute verder in ons onderwijs te implementeren. Op teamniveau zijn diverse nascholingsactiviteiten gevolgd om leraren te professionaliseren ter waarde van ruim € 17.800, -. Zo hebben diverse collega’s nascholing gevolg op het gebied van psychodiagnostiek, kleuteronderwijs, bewegingsonderwijs, gedrag, het nieuwe administratiesysteem ParnasSys en leiderschap. Verder is een deel van de prestatiebox onderdeel van de personele lasten. We kennen namelijk op onze school een coördinator voor (meer)begaafdheid, kunst en cultuur, rekenen, taal en lezen. Verder zijn er coördinatoren voor de onderbouw (groepen 1 tot en met 4) en de bovenbouw (5 tot en met 8), die mede als taak hebben de onderwijskwaliteit te bevorderen. Deze coördinatoren hebben wekelijks en/of jaarlijks lesvrije uren die deels ingezet worden om het opbrengstgericht werken te verbeteren. Een exact bedrag af te leiden van de personele lasten voor deze inzet is erg complex en laten we daarom hier achterwege. De inzet van bovengenoemde gelden is terug te vinden in de doelen van ons strategisch beleidsplan 2011-2014. In hoofdstuk 5.1 zijn doelstellingen geformuleerd ten aanzien van onderwijs en leerlingenzorg en in 5.1.1 en 5.1.2 zijn deze geconcretiseerd ten aanzien van opbrengstgericht werken en passend onderwijs. De doelen en de daarbij behorende criteria die daarbij zijn geformuleerd zijn in beide gevallen gehaald. In het eind 2014 ontwikkelde Meerjarig Strategisch Beleidsplan 2015-2018 zijn nieuwe en concretere activiteiten en maatregelen geformuleerd om ambities met de prestatiebox te realiseren, die aansluiten bij de Code Goed Bestuur, zoals die ook bij ons op school gehanteerd wordt.
Jaarverslag 2014
17
Toekomst Afsluitend wil het bestuur haar dank uitbrengen aan het managementteam, leden van het team, onderwijs- en ondersteunend personeel, alle vrijwilligers en ouders die in 2014 hun steentje hebben bijgedragen. Het stemt ons tevreden dat, doordat zo velen zich inzetten voor de school, het voor de kinderen een prettige en veilige plek is om te vertoeven. Ook in 2015 zetten wij onze koers op de ingeslagen weg voort waarbij wij het volledige vertrouwen hebben in een professioneel en ambitieus team en managementteam.
Oldenzaal, april 2015 Namens het bestuur Dhr. G. Koedijk directeur
Jaarverslag 2014
18
A2 Algemene instellingsgegevens Inschrijving Kamer van Koophandel Stichting Departement Oldenzaal en omstreken der Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen is per 1 augustus 1979 ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voor Oost Nederland onder nummer 400.743.03. In 2013 is de directeur als gevolmachtigde ingeschreven met een beperkte volmacht tot € 25.000, -. Rechtspersoon De Stichting bezit per 1 april 2007 rechtspersoonlijkheid krachtens notariële akte d.d. 1 april 2007.
A3 Samenstelling toeziend bestuur Het bestuur van Stichting Departement Oldenzaal en omstreken der Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen bestaat per 31 december 2014 uit: Voorzitter: Secretaris: Lid:
mevrouw I. de Bruin mevrouw M. Roeleveld de heer D. Assen
A4 Leerlinginformatie per school Het aantal leerlingen op 1 oktober 2014 bedraagt: 236 Het aantal leerlingen op 1 oktober 2013 bedraagt: 238
Jaarverslag 2014
19
A5 Verslag toezichthoudend orgaan Het bestuur heeft in 2010 besloten te kiezen voor het bestuursmodel ‘toeziend bestuur’. Dit model past het best bij een bestuur op afstand en ook bij de éénpittersituatie. De code Goed Bestuur van de PO-Raad, die gehanteerd wordt door onze stichting, zegt namelijk dat aan de vereiste scheiding van de functies van bestuur en toezicht ook voldaan kan worden door een feitelijke scheiding. In onze situatie wordt de functie van bestuur uitgeoefend door de schooldirecteur op basis van delegatie en het stichtingsbestuur richt zich op de uitoefening van intern toezicht. Het toezichthoudende orgaan heeft in deze hoedanigheid de jaarrekening 2013 en de (meerjaren)begroting 2015-2018 goedgekeurd, instemming verleend aan het strategisch beleidsplan 2015-2018 en de doelen van het schoolplan 2011-2015 geëvalueerd. Verder heeft het toeziend bestuur de directeur geadviseerd bij het nemen van belangrijke beslissingen. Behaalde doelen en leerresultaten zijn in onderdeel A1 al vermeld.
Oldenzaal, april 2015 Namens het toeziend bestuur Mevr. I. de Bruin Voorzitter
Jaarverslag 2014
20
A6 Kengetallen en grafieken
Kengetallen
Signalerings-grens PO
2010
2011
2012
2013
2014
Financiële kengetallen Liquiditeit (current ratio) Solvabiliteit 1 Solvabiliteit 2 Rentabiliteit Weerstandsvermogen Kapitalisatiefactor Financieringsfunctie Transactiefunctie Financiële buffer
< = 1,00 < 30% < = 30% 3 jaar negatief < 60% < 10%
3,76 80% 83% -2% 23% 48% 38% 9% 1%
3,96 81% 84% 0% 25% 47% 40% 9% -2%
4,78 83% 86% 2% 28% 48% 28% 8% 12%
5,20 84% 87% 6% 33% 52% 19% 8% 25%
5,50 84% 88% -1% 34% 52% 21% 8% 23%
Toelichting Liquiditeit (current ratio): vlottende activa / kortlopende schulden Geeft aan in welke mate de instelling aan haar verplichtingen op korte termijn kan voldoen. Solvabiliteit 1: eigen vermogen / totaal passiva Geeft aan op welke wijze de bezittingen, op de actiefzijde van de balans, zijn gefinancierd. Solvabiliteit 2: (eigen vermogen + voorzieningen) / totaal passiva Geeft aan op welke wijze de bezittingen, op de actiefzijde van de balans, zijn gefinancierd. Rentabiliteit: resultaat / totale baten Geeft aan welk deel van de totale baten over blijft na aftrek van de lasten. Weerstandsvermogen: (eigen vermogen -/- materiële vaste activa) / Rijksbijdrage Is de verhouding tussen het eigen vermogen minus de materiële vaste activa en de omvang van de Rijksbijdragen. Kapitalisatiefactor: balans totaal minus gebouwen en terreinen / totale baten Meet het verband tussen het kapitaal dat een bestuur gebruikt voor haar activiteiten en de inkomsten.
Liquiditeit (current ratio) 6,00
Solvabiliteit 1 85% 84% 83% 82% 81% 80% 79% 78% 77%
5,00 4,00 3,00 2,00 1,00 0,00 2010
2011
2012
2013
2014
90% 88% 86% 84% 82% 80% 2010 2011 2012 2013 2014
Rentabiliteit
2010
40%
6%
30%
2011
2012
2013
2014
Kapitalisatiefactor
Weerstandsvermogen
8%
54% 52% 50%
4%
20%
48%
2% 10%
0% -2%
Solvabiliteit 2
46% 44%
0% 2010
2011
2012
Jaarverslag 2014
2013
2014
2010 2011 2012 2013 2014
2010
2011
2012
2013
2014
21
Kengetallen en grafieken vervolg
Kengetallen
Signalerings-grens PO
2010
2011
2012
2013
2014
Ratio's Personele lasten/Rijksbijdrage Personele lasten/Totale baten Eigen vermogen/Totale baten Personele lasten/Totale lasten
>= 95% >= 90% -
88% 87% 51% 82%
87% 86% 51% 82%
86% 85% 59% 82%
84% 78% 53% 83%
91% 85% 53% 84%
Salarislasten per FTE Personeelslasten per FTE
-
€ 58.736 € 59.780 € 60.443 € 58.024 € 57.465 € 60.883 € 60.417 € 59.869 € 58.721 € 58.557
Toelichting Personele lasten / Rijksbijdrage Geeft aan in hoeverre een instelling de gelden van het Rijk aanwendt voor personele lasten. Personele lasten / totale baten Geeft aan in hoeverre een instelling de totale inkomsten aanwendt voor personele lasten. Eigen vermogen / totale baten Deze ratio geeft een indicatie van het risicomanagement bij de instelling. Personele lasten / totale lasten Geeft aan hoeveel de instelling uitgeeft aan personele lasten. Dit is met name trendmatig een belangrijk signaal. Salaris lasten per FTE Geeft aan wat de salarislasten zijn per FTE. Dit is met name trendmatig een belangrijk signaal. Personele lasten per FTE Geeft aan wat de totale personele lasten per FTE zijn. Personele lasten/Rijksbijdrage 92% 90% 88% 86% 84% 82% 80% 78%
Personele lasten/Totale baten 90%
60% 58% 56% 54% 52% 50% 48% 46%
85% 80% 75% 70% 2010
2011
2012
2013
2014
2010
Personele lasten/Totale lasten 85% 84% 84% 83% 83% 82% 82% 81% 81%
Eigen vermogen/Totale baten
2011
2012
2013
2014
2010
Salarislasten per FTE
2012
2013
2014
Personeelslasten per FTE
€ 61.000
€ 62.000
€ 60.000
€ 61.000
€ 59.000
2011
€ 60.000
€ 58.000 € 59.000
€ 57.000
€ 58.000
€ 56.000 € 55.000 2010
2011
Jaarverslag 2014
2012
2013
2014
€ 57.000 2010 2011 2012 2013 2014
2010 2011 2012 2013 2014
22
A7 Instellingsgegevens Algemene gegevens Bestuursnummer : 409645 Naam instelling : Stichting Departement Oldenzaal en omstreken der Maatschapij tot Nut van 't Algemeen Postcode : 7572 BM Plaats : Oldenzaal Telefoon : 0541-530963 E-mailadres :
[email protected] Contactpersoon Telefoon
: Dhr. G. Koedijk : 0541-530963
BRIN-nummer 04SO
: Nutsschool voor Basisonderwijs Oldenzaal
Jaarverslag 2014
23
Stichting Departement Oldenzaal en omstreken der Maatschapij tot Nut van 't Algemeen Jaarrekening 2014
Jaarverslag 2014
24
B Jaarrekening 2014 B1 Grondslagen Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. Activiteiten Stichting Departement Oldenzaal en omstreken der Maatschapij tot Nut van 't Algemeen voert het bevoegd gezag over een school voor basisonderwijs, in Oldenzaal. De Stichting wil goed onderwijs bieden aan kinderen van 4 tot 12 jaar. Uitgangspunt hierbij is dat kinderen zich zo optimaal mogelijk kunnen ontwikkelen tot een zelfstandig en positief kritisch denkend mens. Verbonden partijen Als verbonden partij worden alle rechtspersonen aangemerkt waarover overheersende zeggenschap, gezamenlijke zeggenschap of invloed van betekenis kan worden uitgeoefend. Ook rechtspersonen die overwegende zeggenschap kunnen uitoefenen worden aangemerkt als verbonden partij. Vergelijkende cijfers De cijfers van 2013 zijn, waar nodig, geherrubriceerd teneinde vergelijking met de cijfers van 2014 mogelijk te maken. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar.
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito’s met een looptijd langer dan drie maanden. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers. Koersverschillen op geldmiddelen worden afzonderlijk in het kasstroomoverzicht getoond. Ontvangsten en uitgaven uit hoofde van interest, ontvangen dividenden en winstbelastingen zijn opgenomen onder de kasstroom uit operationele activiteiten. Betaalde dividenden zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten. Transacties waarbij geen instroom of uitstroom van kasmiddelen plaatsvindt, waaronder financiële leasing, zijn niet in het kasstroomoverzicht opgenomen. Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt, en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten.
Jaarverslag 2014
25
Beleidsregels toepassing Wet normering bezoldiging topfunctionarissen De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector (WNT) is met ingang van 1 januari 2013 van kracht.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen worden gebaseerd op de verwachte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname van het materieel vast actief. De gehanteerde activeringsgrens bedraagt € 500. Subsidies op investeringen worden in mindering gebracht op de verkrijgings- of vervaardigingsprijs van de activa waarop de subsidies betrekking hebben. Onderhoudskosten worden rechtstreeks verantwoord in de staat van baten en lasten. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa De stichting beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Vorderingen De vorderingen worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en geamortiseerde kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde. Noodzakelijk geachte voorzieningen voor mogelijke verliezen als gevolg van oninbaarheid worden in mindering gebracht. Deze voorzieningen worden bepaald op basis van individuele beoordeling van de vorderingen. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Eventuele rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder de schulden aan kredietinstellingen onder de kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde en staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van de stichting. Algemene Reserve Deze post betreft de niet-gebonden reserve die voortkomt uit de door (semi-)overheidsinstellingen gefinancierde activiteiten. Bestemmingsreserves Hieronder zijn opgenomen de reserves die bedoeld zijn voor specifieke toekomstige uitgaven die uit de huidige beschikbare middelen gedekt moeten worden, waarbij om die reden door het bestuur een beperktere bestedingsmogelijkheid is aangebracht. De gehanteerde bestemmingsreserves zijn achtereenvolgens: - De reserve onderhoud ter dekking van de onderhoudsuitgaven. Deze reserve bedraagt op de balansdatum € 83.620. - De reserve personeel- en arbeidsmarktbeleid ter dekking van ontstane tekorten in de formatie en onvoorziene personele lasten. Deze reserve bedraagt op balansdatum € 85.098. - De reserve eerste waardering ter dekking van de afschrijvingslasten van de schouw van de aanwezige materiële vaste activa voor invoering van de Lumpsum per 1 augustus 2006. Deze reserve bedraagt op balansdatum € 33.480. Het bestuur van de instelling heeft deze beperking aangebracht.
Jaarverslag 2014
26
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. Voorziening Jubilea Deze voorziening is gevormd ter dekking van in de toekomst, conform de CAO-bepalingen, uit te keren bedragen als gevolg van dienstjubilea. De voorziening is conform uitspraak PO-raad 2010 bepaald op basis van € 620 per FTE per jaareinde. In de berekeningen is rekening gehouden met een verwachte blijfkans van medewerkers. Pensioenen De onderwijsinstelling is aangesloten bij het bedrijfspensioenfonds ABP. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa. Nog niet betaalde premies worden als verplichting in de balans opgenomen. Voor bestaande verplichtingen (anders dan de te betalen premies) jegens de pensioenuitvoerder wordt, indien van toepassing, een voorziening opgenomen. Voorziening Sparen ADV Deze voorziening is gevormd ter dekking van (mogelijke) aanwending van de door het personeel opgebouwde spaarverlof-rechten. Schulden Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten.
Grondslagen voor de bepaling van de exploitatierekening Algemeen De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden. Baten Onder baten wordt verstaan de van overheidswege ontvangen (normatieve) bijdrage OCW, overige OCW subsidies en (gemeentelijke) overheidsbijdragen, alsmede de van derden ontvangen overige bijdragen. De baten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. Verantwoording van opbrengsten uit de levering van diensten geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten.
Jaarverslag 2014
27
Afschrijvingen Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen en vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen uit de incidentele verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen, lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de exploitatierekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Pensioenen De onderwijsinstelling is aangesloten bij het bedrijfspensioenfonds ABP. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa. Nog niet betaalde premies worden als verplichting in de balans opgenomen. Voor bestaande verplichtingen (anders dan de te betalen premies) jegens de pensioenuitvoerder wordt, indien van toepassing, een voorziening opgenomen. Ultimo 2013 was de dekkingsgraad van het ABP 105,9%, de dekkingsgraad eind 2014 is 101,1%. De overheid eist een dekkingsgraad van 105% of hoger. Hiermee voldoet de dekkingsgraad niet aan de minimale vereisten van de toezichthouder. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten. Lasten De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde grondslagen.
Jaarverslag 2014
28
B2
Balans per 31 december 2014
1
Activa
1.2 1.2.1 1.2.2 1.2.3
Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Inventaris en apparatuur Leermiddelen
31 december 2014
114.203 94.057 27.117
31 december 2013
121.211 100.793 21.298 235.377
1.5 1.5.2 1.5.8
Vorderingen Ministerie van OCW Overlopende activa
57.343 9.729
243.302
43.537 15.536 67.072
1.7 1.7.2 1.7.3
Liquide middelen Banken Deposito's kort
Totaal Activa
Jaarverslag 2014
318.745 71.546
59.073
339.771 70.750 390.291
410.521
692.740
712.896
29
B2
Balans per 31 december 2014
2
Passiva
2.1 2.1.1 2.1.2
Eigen vermogen Algemene Reserve Bestemmingsreserve publiek
31 december 2014
382.031 202.198
31 december 2013
390.725 206.341 584.229
2.2 2.2.1
Voorzieningen Personeelsvoorzieningen
25.326
597.066
25.472 25.326
2.4 2.4.3 2.4.7 2.4.8 2.4.9 2.4.10
Kortlopende schulden Crediteuren Belastingen en premies soc.verz. Schulden terzake pensioenen Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
Totaal Passiva
Jaarverslag 2014
2.186 36.600 11.761 1.934 30.704
25.472
5.125 39.979 13.481 2.304 29.469 83.185
90.358
692.740
712.896
30
B3 Exploitatierekening over 2014 Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
3
Baten
3.1 3.2
Rijksbijdragen OCW Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten
1.002.893
1.034.453
1.059.529
8.322 73.610
8.359 59.470
9.885 61.114
Totaal Baten
1.084.825
1.102.282
1.130.528
900.918 31.598 80.950 71.050
942.774 32.460 67.841 76.661
885.520 32.859 77.100 71.440
1.084.516
1.119.736
1.066.919
3.5
4
Lasten
4.1 4.2 4.3 4.4
Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal Lasten
Saldo baten en lasten
309
17.454-
63.609
5
Financiële baten en lasten
5.1 5.5
Financiële baten Financiële lasten
4.000 400
4.968 351
5.780 404
Saldo financiële baten en lasten
3.600
4.617
5.376
Totaal resultaat
3.909
12.837-
68.985
Jaarverslag 2014
31
B4 Kasstroomoverzicht 2014 2014 Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten Aanpassingen voor: - Afschrijvingen Mutaties voorzieningen - Vorderingen (-/-) - Kortlopende schulden Totaal kasstroom uit bedrijfoperaties - Ontvangen interest - Betaalde interest (-/-)
17.454-
63.609
32.460 1467.9997.173-
32.859 1.2465698.384 312-
4.968 351
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten (Des)investeringen materiële vaste activa (-/-) Totaal kassstroom uit investeringsactiviteiten
Eindstand liquide middelen
Jaarverslag 2014
103.037 5.780 404
4.617
5.376
4.305
108.413
24.535-
Mutatie liquide middelen Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
2013
30.90724.535-
30.907-
20.230-
77.506
410.521 20.230-
333.015 77.506 390.291
410.521
32
B5
Toelichting op de balans per 2014
1
Activa
1.2
Materiële vaste activa Mutaties 2014 Afschrijvingsjaren
Aanschaf prijs
Afschrijvingen cumulatief
Boekwaarde
1-1-2014
1-1-2014
1-1-2014
Investeringen
Afschrijvingen
Aanschaf Prijs
Afschrijving cumulatief
Boekwaarde
31-12-2014
31-12-2014
31-12-2014
1.2.1 Gebouwen en terreinen 1.2.1.2 Gebouwdelen/verbouwingen
20
154.046
32.835
121.211
-
7.008
154.046
39.843
114.203
1.2.2 1.2.2.1 1.2.2.2 1.2.2.3 1.2.2.4
30 20 10 5
9.598 98.209 38.147 46.119
1.712 48.957 16.007 24.604
7.886 49.252 22.140 21.515
3.864 7.888
320 5.014 4.127 9.027
9.598 98.209 42.011 54.007
2.032 53.971 20.134 33.631
7.566 44.238 21.877 20.376
8
55.320
34.022
21.298
12.783
6.964
68.103
40.986
27.117
401.439
158.137
243.302
24.535
32.460
425.974
190.597
235.377
Inventaris en apparatuur Kantoormeubilair Schoolmeubilair Inventaris en apparatuur ICT
1.2.3 Leermiddelen 1.2.3.1 Leer- hulpmiddelen
Totaal materiële vaste activa
De afschrijvingen zijn per 31 december 2014 als volgt te splitsen: Afschrijvingen schouw Afschrijvingen nieuw Totaal
Jaarverslag 2014
4.143 28.317 32.460
33
1.5
Vorderingen 31 december 2014 50.548 6.764 77108
1.5.2
Ministerie van OCW Te vorderen personele bekostiging Te vorderen P&A Te vorderen prestatiebox Te vorderen ambulante begeleiding Ministerie van OCW
9.124 605
1.5.8
Overlopende activa Vooruitbetaalde huisvestingskosten Overlopende activa
50.874 7.33757.343
Totaal vorderingen
1.7
9.729
15.536
67.072
59.073
Liquide middelen
318.745 71.546
339.771 70.750
Totaal liquide middelen
390.291
410.521
Passiva
2.1
Eigen vermogen Stand per 1-1-2014
2.1.2
31 december 2013
Tegoeden op bankrekeningen Deposito's
2
2.1.1 2.1.2
43.537 3.912 11.624
31 december 2014 1.7.2 1.7.3
31 december 2013
Mutaties 2014 Bestemming Overige resultaat mutaties
Stand per 31-12-2014
Algemene Reserve Bestemmingsreserve (publiek)
390.725 206.341
8.6944.143-
-
382.031 202.198
Totaal Eigen Vermogen
597.066
12.837-
-
584.229
83.620 85.098 37.623
4.143-
-
83.620 85.098 33.480
206.341
4.143-
-
202.198
Bestemmingsreserve (publiek) Reserve Onderhoud Reserve Personeel- en Arbeidsmarktbeleid Reserve Eerste Waardering Totaal Bestemmingsreserves
Jaarverslag 2014
34
2.2
Voorzieningen Stand per 1-1-2014
2.2.1
2.2.1
2.4
Dotaties
Mutaties 2014 Onttrekkingen
Personeelsvoorzieningen Voorziening jubilea Voorziening spaarverlof
11.976 13.496
1.852 -
1.998
Totaal voorzieningen
25.472
1.852
1.998
Personeelsvoorzieningen Voorziening jubilea Voorziening spaarverlof
Stand per 31-12-2014
Vrijval
13.828 11.498 -
25.326
Onderverdeling saldo per 31-12-2014 < 1 jaar > 1 jaar
Stand per 31-12-2014
1.998
13.828 9.500
13.828 11.498
1.998
23.328
25.326
Kortlopende schulden 31 december 2014 2.186
2.4.3
Crediteuren
2.4.7
Afdr. / inh. loonheffing Afdr. / inh. Participatiefonds Afdr. / inh. Vervangingsfonds Afdr. / inh. Proteq Belastingen en premies soc.verz.
9.431 2.330
2.4.8
Afdr. / inh. ABP Afdr. / inh. FPU Schulden terzake pensioenen
1.637 297 -
2.4.9
Overige kortlopende schulden Netto salarissen Verwerking levensloop Overige kortlopende schulden
Overlopende passiva Te betalen vakantie-uitkering 2.4.10 Overlopende passiva Totaal kortlopende schulden
Jaarverslag 2014
31 december 2013
33.427 122.942 243
5.125 35.025 4.730 224
36.600
39.979 11.130 2.351
11.761
13.481 1.614 475 215
1.934 578 30.126
2.304 310 29.159
30.704
29.469
83.185
90.358
35
B6 Niet in de balans opgenomen verplichtingen (passief)/niet uit de balans blijkende rechten (actief) Financiële verplichting Vanaf 1 april 2012 bestaat er een financiële verplichting aan Canon. Het betreft een 5-jarig contract voor een bedrag van € 1.125 per kwartaal (inclusief btw). Er vindt jaarlijks een indexering plaats. Het kwartaalbedrag voor 2015 is € 1.243 (inclusief btw). Er bestaat een financiële verplichting aan de Gemeente Oldenzaal. Het betreft een 30-jarig contract welke is ingegaan op 1 januari 2011 voor een bedrag van € 1.250 per jaar inzake recht van opstal voor een BSO/TSO-ruimte aan de Hengelosestraat 31. Er vindt jaarlijks een indexering plaats.
Duurzame inzetbaarheid In de CAO PO 2014-2015 zijn een aantal vernieuwende afspraken opgenomen rondom duurzame inzetbaarheid van personeel en is de BAPO-regeling vervallen. De nieuwe CAO-regeling betreffende de duurzame inzetbaarheid geven medewerkers recht op een basisbudget van 40 uur. Daarnaast is vanaf 57 jaar het sparen van ouderenverlof mogelijk en is er sprake van een overgangsregeling BAPO voor medewerkers vanaf 56 jaar. Deze aanpassing van de CAO heeft ook gevolgen voor de financiële verslaggeving van schoolbesturen met ingang van verslagjaar 2014. Op basis van geldende wet- en regelgeving is geconcludeerd dat voor gespaarde uren duurzame inzetbaarheid in het kader van het ouderenverlof een voorziening moet worden gevormd. Het basisbudget (40 uur) duurzame inzetbaarheid voor iedere werknemer kan in principe ook gespaard worden. Deze uren worden echter niet meegenomen in de voorziening, voor zover deze uren niet worden gespaard voor ouderenverlof. Om uren te kunnen sparen voor ouderenverlof moet de werknemer conform artikel 8.A8 CAO PO vooraf een plan indienen, waarin staat hoe deze verlofuren de komende vijf jaren worden ingezet. Uitganspunt voor het waarderen van de voorziening zijn deze plannen, die zwart op wit staan. De basis voor het vaststellen van de hoogte van de voorziening duurzame inzetbaarheid is het aantal uur dat een medewerker op basis van deze plannen heeft gespaard (en niet heeft opgenomen) vermenigvuldigd met de loonkosten per uur (rekening houdend met de eigen bijdrage en de blijfkans). Aangezien er voor het opstellen van de jaarrekening 2014 geen afspraken zijn gemaakt over het sparen van de uren 2014-2015 kan er per ultimo 2014 geen voorziening worden gevormd. Over het kalenderjaar 2015 zal dit, indien aan de voorwaarden wordt voldaan, wel het geval zijn.
Jaarverslag 2014
36
B7 Toelichting op de exploitatierekening over 2014 3
Baten
3.1
Rijksbijdragen OCW
3.1.1 Rijksbijdragen OCW 3.1.2 Overige subsidies OCW 3.1.4 Ontvangen doorbetalingen Rijksbijdragen Uitsplitsing 3.1.1 Rijksbijdragen OCW Rijksbijdragen personeel OCW Rijksbijdragen materieel OCW
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
951.662 51.231 -
973.299 44.929 16.225
1.014.394 45.135 -
1.002.893 -
1.034.453 -
1.059.529 -
802.471 149.191
824.117 149.182
866.672 147.722
951.662
973.299
1.014.394
51.231
44.929
45.135
3.1.2 Overige subsidies OCW Niet-geoormerkte subsidies
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.2.1 Gemeentelijke bijdragen
Begroting 2014 8.322 Begroting 2014
Realisatie 2014 8.359 Realisatie 2014
Realisatie 2013 9.885 Realisatie 2013
3.5
Overige baten
3.5.1 3.5.2 3.5.4 3.5.6
Verhuur Detachering personeel Sponsoring Overige
20.750 15.000 1.000 36.860
20.762 1.275 37.433
20.783 996 39.335
Uitsplitsing
73.610 -
59.470 -
61.114 -
34.860 2.000
18.400 2.433 5.800 10.800
35.509 2.358 1.468
36.860
37.433
39.335
3.5.6 Overige SWV zorgstructuur/stuurgroep Vervangingsfonds bonus Saxion/Preventie in de keten Overige
Jaarverslag 2014
37
4
Lasten
4.1
Personeelslasten
4.1.1 Lonen en salarissen 4.1.2 Overige personele lasten 4.1.3 Af: uitkeringen Uitsplitsing 4.1.1 Lonen en salarissen Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
4.1.2 Overige personele lasten Reiskosten (woon- werkverkeer) Dienstreizen Personeel niet in loondienst Dotatie personele voorzieningen Scholing Personeels- en arbeidsmarktbeleid Arbo-dienstverlening
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
851.382 49.536 -
925.187 46.484 28.897-
875.000 36.108 25.588-
900.918 -
942.774 -
885.520 -
642.511 128.557 80.314
666.838 159.010 99.339
636.819 141.824 96.357
851.382
925.187
875.000
3.936 5.000 7.000 12.000 20.000 1.600
2.531 682 1.852 16.598 24.440 381
3.120 527 1.066 8.508 21.212 1.675
49.536
46.484
36.108
Er heeft bezoldiging plaatsgevonden conform artikel 383 lid 1 BW. Voor een specificatie van het bedrag zie bijlage C5. Gemiddeld aantal FTE's - Directie - Onderwijzend Personeel - Onderwijs Ondersteunend Personeel
4.2
Afschrijvingen
4.2.2 Gebouwen 4.2.3 Inventaris en apparatuur 4.2.5 Leermiddelen
4.3
Huisvestingslasten
4.3.1 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.8
Huur Onderhoud Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
Jaarverslag 2014
2014 2,00 13,23 0,87 16,10
Begroting 2014
Realisatie 2014
2013 2,00 12,21 0,87 15,08
Realisatie 2013
6.992 17.980 6.626
7.008 18.488 6.964
7.459 18.666 6.734
31.598 -
32.460 -
32.859 -
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
1.350 25.500 18.600 27.500 1.000 2.000
1.343 17.634 18.693 27.557 1.174 1.440
1.310 24.118 22.002 27.018 1.125 1.527
80.950
67.841
77.100
38
4.4
Overige lasten
4.4.1 Administratie en beheerslasten 4.4.2 Inventaris en apparatuur 4.4.4 Overige Uitsplitsing 4.4.1 Administratie en beheerslasten Administratie- en accountantskosten* Kantoorbenodigdheden Telefoonkosten Portokosten Overige beheerslasten
4.4.2 Inventaris en apparatuur Inventaris en apparatuur ICT-verbruikskosten ICT-licenties
4.4.4 Overige Wervingskosten Representatiekosten Schoolse activiteiten Buitenschoolse activiteiten Verzekeringen Abonnementen Medezeggenschapsraad Ouderraad Verbruiksmateriaal onderwijs Kopieerkosten
* Specificatie honorarium - onderzoek jaarrekening Accountantskosten
5.1
Financiële baten Rentebaten
5.2
Financiële lasten Rente- en bankkosten
Jaarverslag 2014
Begroting 2014
Realisatie 2014
Realisatie 2013
25.200 12.200 33.650
26.793 16.792 33.076
26.042 14.030 31.368
71.050 -
76.661 -
71.440 -
19.000 1.000 200 5.000
19.471 64 948 164 6.146
18.612 922 139 6.369
25.200
26.793
26.042
200 12.000 -
1.278 8.755 6.759
2.086 6.195 5.749
12.200
16.792
14.030
500 750 500 500 500 3.000 150 150 22.000 5.600
666 1.779 454 613 2.946 160 149 21.167 5.142
761 385 539 613 2.884 160 20.850 5.176
33.650
33.076
31.368
1.870 1.870
1.872 1.872
1.614 1.614
Begroting 2014 4.000
Begroting 2014 400
Realisatie 2014 4.968
Realisatie 2014 351
Realisatie 2013 5.780
Realisatie 2013 404
39
C Overige gegevens C1
Controleverklaring
Jaarverslag 2014
40
C2 (Voorstel) bestemming van het exploitatiesaldo Het exploitatieresultaat over het jaar 2014 bedraagt € 12.837 negatief. Het bestuur heeft besloten het exploitatieresultaat als volgt te verdelen en te onttrekken aan de volgende reserves:
Stand Bestemming 1-1-2014 resultaat Algemene Reserve Bestemmingsreserve (publiek)
Totaal Bestemmingsreserves
Jaarverslag 2014
Stand 31-12-2014
390.725 206.341
8.6944.143-
-
382.031 202.198
597.066
12.837-
-
584.229
Stand Bestemming 1-1-2014 resultaat Bestemmingsreserve (publiek) Reserve Onderhoud Reserve Personeel- en Arbeidsmarktbeleid Reserve Eerste Waardering
Overige mutaties
Overige mutaties
Stand 31-12-2014
83.620 85.098 37.623
4.143-
-
83.620 85.098 33.480
206.341
4.143-
-
202.198
43
C3 Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die aanleiding geven hier te worden vermeld.
C4 Overzicht verbonden partijen Overige verbonden partijen (minderheidsbelang en geen beslissende zeggenschap)
Naam
Juridische vorm
Statutaire zetel
Stichting Schoolfonds Nutsschool Oldenzaal
Stichting
Oldenzaal
C5 Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Functie Naam bestuurder Ingangsdatum dienstverband Einddatum dienstverband Taakomvang in FTE Dienstbetrekking (D) of op Interim basis(I) Overschrijding WNT-norm Motivatie overschrijding WNT-norm Beloningen/gratificatie Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Voorziening beloning betaalbaar op termijn Uitkering wegens beëindiging van het dienstverband
Directeur G. Koedijk 01-08-2005 n.v.t 1,000 D Nee
62.513,00 10.507,00 73.020,00
Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording: Bij de samenstelling van de in deze paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde van de WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 26 februari 2014, inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. Stichting Departement Oldenzaal en omstreken der Maatschapij tot Nut van 't Algemeen herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe niettopfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels toepassing WNT legt de stichting geen verantwoording af over externe niet-topfunctionarissen. In het kader van de WNT wordt vermeld dat Stichting Departement Oldenzaal en omstreken der Maatschapij tot Nut van 't Algemeen in 2014 geen functionarissen in dienst heeft gehad waarvan het belastbaar jaarloon uitsteeg boven de vastgestelde voor de instelling van toepassing zijnde normbedragen. De toezichthouders hebben over 2014 geen bezoldiging ontvangen.
Jaarverslag 2014
44